Bosch HBK2651/01 de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

75
Inhoudsopgave
Pagina
Waar u op moet letten
Aanwijzingen voor de afvoer 76
Vóór het aansluiten van het
nieuwe apparaat 76
Veiligheidsvoorschriften 77
Vóór het eerste gebruik
Reiniging vóór gebruik 77
Eerste keer verhitten 77
Dit is uw nieuwe fornuis
Beschrijving van het apparaat 78
Toebehoren 79
Inschuifhoogten 79
Bakken en braden
Ovenfuncties 80
Oven in- en uitschakelen 81
Bakken 82–85
Braden 86+87
Circulatie-grillen 88+89
Grillen 90+91
Ontdooien / Drogen / Verwarmen 92+93
Tips en trucs 94
Pagina
Reinigen en onderhouden
Belangrijke aanwijzingen 95
Email en glas 95
Edelstalen voorkant 95
Oven 95
Verwijderen en aanbrengen
van de ovendeur 96
Rooster verwijderen 96
Storingen en reparaties 97
Wat doet u, wanneer
er iets niet werkt? 98
76
Aanwijzingen voor de afvoer
Oude apparaten zijn geen waardeloos
afval. Dankzij een milieuvriendelijke
afvoer kunnen waardevolle materialen
worden hergebruikt.
Maak uw oude apparaat onbruikbaar
voor u het afvoert.
Uw nieuwe apparaat wordt beschermd
door de verpakking wanneer het naar u
wordt vervoerd. Alle gebruikte materialen
zijn milieuvriendelijk en kunnen worden
hergebruikt. Lever uw bijdrage door de
verpakking milieuvriendelijk af te voeren.
Bij uw vakhandel of bij uw gemeente
kunt u informatie vragen over de meest
geschikte wijze van afvoer.
Vóór het aansluiten van het
nieuwe apparaat
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig
voordat u het nieuwe apparaat gebruikt.
Ze bevat belangrijke informatie voor uw
veiligheid en voor het gebruik en het
onderhoud van het apparaat.
Deze gebruiksaanwijzing geldt voor
verschillende uitvoeringen van het
apparaat. Het is mogelijk dat er een
aantal kenmerken worden beschreven
die niet van toepassing zijn op uw
apparaat.
Bewaar de gebruiksaanwijzing en het
montagevoorschrift zorgvuldig,
eventueel voor een volgende bezitter
van het apparaat.
Indien het apparaat beschadigd is, mag
u het niet in gebruik nemen.
Laat de montage en aansluiting van het
apparaat uitsluitend volgens de
bijgevoegde voorschriften door een
erkende vakman uitvoeren. Wanneer het
apparaat verkeerd wordt aangesloten,
vervalt in geval van een defect de
garantie.
Onze apparaten voldoen aan de
geldende veiligheidsvoorschriften voor
elektrische apparaten. Reparaties
mogen uitsluitend worden uitgevoerd
door technici van de klantenservice die
door de fabrikant zijn opgeleid. Wanneer
reparaties niet deskundig worden
uitgevoerd, kunnen daaruit voor u
ernstige gevaren voortkomen.
Waar u op moet letten
77
Waar u op moet letten
Veiligheidsvoorschriften
Gebruik het apparaat uitsluitend voor
het bereiden van gerechten.
Het oppervlak van verwarmings- en
kookapparatuur wordt tijdens het
gebruik heet. De binnenzijden van de
oven en de verwarmingselementen
worden zeer heet. Kinderen altijd uit de
buurt van de oven houden.
Blijf in de buurt wanneer u gerechten
met vet of olie bereidt. Bij oververhitting
kan het vet of de olie gaan branden.
Reinig de oven regelmatig.
Vet- en olieresten kunnen in brand
vliegen wanneer de oven wordt
ingeschakeld.
De aansluitsnoeren van elektrische
apparaten mogen de hete kookzones
niet aanraken en mogen niet tussen de
hete deur van de oven beklemd raken.
De isolatie zou dan beschadigd kunnen
worden.
Bij een defect de zekering van de
elektrische installatie uitschakelen.
Bewaar geen brandbare voorwerpen in
de oven. Ze kunnen gaan branden
wanneer de oven onbedoeld wordt
ingeschakeld.
Maak de oven niet met een stoom- of
hogedrukreiniger schoon.
Leg bakpapier niet los in de oven
wanneer u met hetelucht
v werkt (bijv.
bij het opwarmen). De
heteluchtventilator kan het papier
aanzuigen.
Hierdoor kunnen de verwarming en de
ventilator beschadigd raken.
Schuif geen bakblik op de bodem van
de oven en leg geen aluminiumfolie op
de bodem, anders hoopt de warmte
zich op. Bak- en braadtijden zijn dan
niet meer juist en het email wordt
beschadigd.
Giet nooit rechtstreeks water in de hete
oven. Het email kan dan worden
beschadigd.
Fruitsap dat van het bakblik druipt, laat
vlekken achter die niet meer verwijderd
kunnen worden. Gebruik voor het
bakken de diepere braadslede.
Ga niet op de open ovendeur zitten of
staan.
De ovendeur moet goed sluiten. De
afdichtingen van de deur moeten
schoon blijven.
Eerste keer verhitten:
1. Verwarm de lege oven ca. 30 minuten
voor.
Kies daarvoor boven- en onderwarmte bij
240 C°.
Open tijdens het verhitten de ramen van
uw keuken om te voorkomen dat er een
onaangename geur blijft hangen.
Reiniging vóór gebruik:
1. Reinig het apparaat aan de buitenkant
met een zachte en vochtige doek.
2. Reinig de oven en het toebehoren met
een heet sopje.
Vóór het eerste gebruik
50
100
150
200
0
1
250
2
3
0
50
100
150
200
250
1
2
3
78
Dit is uw nieuwe oven
Standen:
50–275 Temperatuur in °C
1 – 2 – 3
Roostertrappen
Standen:
k Ontdooistand
t Boven- en onderwarmte
Hete lucht
ˆ Circulatie-grillen
x Vlakgrillen
Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop
Temperatuurkeuzeknop
Controlelampje voor
oventemperatuur
Functiekeuzeknop
79
Dit is uw nieuwe oven
Inschuifhoogten
Uw oven beschikt over 3
inschuifhoogten.
De inschuifhoogten worden van
beneden naar boven met cijfers
aangeduid. Deze cijfers bevinden zich
op de oven.
Bij het werken met hete lucht
inschuifhoogte »2« niet gebruiken om
de luchtcirculatie niet nadelig te
beïnvloeden.
Toebehoren
Standaard worden meegeleverd:
Bestelnr.
Aluminium bakplaat
Haaks gebogen bak- en braadrooster
Fijnmazig bak- en braadrooster
HEZ 5100
HEZ 5141
HEZ 5142
Overig toebehoren is verkrijgbaar in de vakhandel:
1 Aluminium bakplaat
1 bak- en braadrooster
1 braadslede
Aanwijzingen:
De bescherming voorkomt de aanraking
met de hete ovendeur.
Bijzonder belangrijk wanneer er kleine
kinderen in de buurt zijn.
Bakplaat en braadslede/bakplaat
kunnen tijdens gebruik in de oven krom
trekken. De oorzaak hiervan zijn de
grote temperatuurverschillen op het
toebehoren. Ze kunnen ontstaan
wanneer slechts een gedeelte van het
toebehoren bedekt is of wanneer
bevroren etenswaar, een pizza bijv., op
het toebehoren is gelegd.Aanwijzing:
De kromming wordt reeds tijdens het
bakken, braden of grilleren minder.
80
Ovenfuncties
Ontdooistand —————————— k
Zonder temperatuur.
Alleen voor kwetsbaar gebak
(bijv. slagroomtaarten).
Boven- en onderwarmte —————
t
M.b.v. de boven en onderaan
aangebrachte verwarmingselementen
wordt de warmte opgewekt en door
straling op het bak- en braadgoed
overgebracht.
–Vooral geschikt voor het braden en
bakken op één inschuifhoogte voor
gevoelig gebak en magere stukken
vlees, ook voor brood.
Maar één inschuifhoogte gebruiken.
Wij adviseren:
Inschuifhoogte 1of 2.
Nadere informaties zie bak- een
braadtabellen.
Het hete-lucht systeem ——————
Een ventilador in de achterwand van de
oven doet de hete lucht in de bakoven
circuleren, waardoor een bijzonder goede
warmte-overbrenging naar bak- of
braadgoed wordt verkregen.
–Vooral geschikt voor het ontdooien en
voor het bakken op verschillende
inschuifhoogten gelijktijdig.
Ideaal voor bepaalde gebakken, zoals
pizza, gevlochten brood met gist of
roomsoezen.
Inschuifhoogte 2 niet gebruiken, om de
luchtcirculatie niet te belemmeren
Het circulatie-grillen ——————— ˆ
De kombinatie van vlakgrill en ventilador.
–Vooral geschikt voor het grillen van vette
stukken vlees en gevogelte.
Circulatie-grillen met gesloten
bakovendeur (energie besparend).
Maar één inschuifhoogte gebruiken.
Wij adviseren:
Inschuifhoogte 1 of 2.
Nadere informatie zie bak- en
braadtabellen.
De vlakgrill ———————————
x
De warmte wordt d.m.v.
verwarmingselementen opgewekt en door
straling naar het grillgoed overgebracht.
–Vooral geschikt voor platte grillades,
zoals koteletten, steaks of toostjes.
Grillen met gesloten bakovendeur
(energie besparend).
Maar één inschuifhoogte gebruiken.
Wij adviseren:
Inschuifhoogte 2 of 3.
Nadere informaties zie tabel „Grillen”.
81
Oven in- en uitschakelen
Voordat u uw oven inschakelt, kiest u het
verwarmingssysteem dat u wilt gebruiken.
Inschakelen:
1. Stel de functiekeuzeknop in op het
gekozen systeem.
2. Stel de temperatuurkeuzeknop in op de
gewenste temperatuur (zie bak- en
bradtabel).
De ingestelde temperatuur wordt
automatisch geregeld.
Het rode controlelampje gaat branden
wanneer de oven wordt ingeschakeld en
bij het naverwarmen.
Uitschakelen:
Om de oven uit te schakelen, draait u de
temperatuurkeuzeknop en de
functiekeuzeknop op 0.
Functiekeuzeknop Temperatuur-
keuzeknop
0
50
10
0
150
200
250
1
2
3
82
Bakken
t
Boven- en onderwarmte
1. De keuzeschakelaar instellen in
stand
t
.
2. De temperatuurkiezer instellen.
Wij bevelen donkere bakvormen aan.
Het resultat van bruinen kann door het
veranderen van de inschuifhoogte
worden beïnvloed.
De bakvormen altijd in het midden van
het rooster plaatsen.
Koek en gebak kunnen in de koude of
voorverwarmte bakoven worden
geschoven.
Bij een voorverwarmde bakoven
worden de bereidingstijden ± 5 minuten
korter.
De schuine kant van de bakplaat altijd
naar de bakovendeur.
De bakplaat altijd tot aan de aanslag
inschuiven.
Tips:
Mocht de koek tijdens het bakken of na
het eruit halen inzakken, gebruik dan de
volgende keer minder vocht, stel de
temperatuur lager in en kies eventueel
een langere baktijd.
De koek is aan de onderzijde te
donker:
De inschuifhoogte controleren, de
baktijd verkorten, eventueel een lagere
temperatuur instellen.
De koek is aan de onderzijde te licht:
De inschuifhoogte controleren, eventueel
een lagere temperatuur instellen en de
baktijd verlengen, zo nodig zwarte
bakvorm gebruiken.
0
50
100
150
200
250
1
2
3
83
Bakken
Het hete-lucht
1. De keuzeschakelaar instellen in
stand
.
2. De temperatuurkiezer instellen.
Meestal is een voorverwarmen
overbodig
Al naar het soort gebak kunnen
tegelijkertijd 2 bakplaten in de oven
worden geschoven. Hierbij de
inschuifhoogten 1 en 3 kiezen.
Bak- en braadvaatwerk van allerlei
soorten maken geen problemen.
Attentie!
Bij het hete-lucht kan een ca. 20 30° C
lagere temperatuur worden gekozen
dan bij boven- en onderwarmte.
Principieel geldt: De lagere temperatuur
bruint gelijkmatiger.
De schuine kant van de bakplaat altijd
naar de bakovendeur.
De bakplaat altijd to aan de aanslag
inschuiven.
Bakplaten altijd in het midden van het
rooster plaatsen.
Voor koeken in blik:
Inschuifhoogte 1.
Plaatkoek, vruchtentaart, koekjes,
pizza e. d.:
Inschuifhoogte 1.
2 platen:
Inschuifhoogte 1 en 3.
0
50
100
150
200
250
1
2
3
84
Baktabel of t
N.B.:
Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Hete lucht Boven- en
onderwarmte t
Soort gebak Inschuif- Temperatuur Baktijd Inschuif- Temperatuur
hoogte in ° C in min. hoogte in ° C
Roerdeeg
plaatkoek met vulling
1 bakplaat
(voorverwarmen) 1 150 160 30 45 1 180 190
2 bakplaten
(voorverwarmen) 1 + 3 150 160 35 50
rechthoekig gebak 1 150 160 60 80 1 160 170
gebak in ronde vorm 1 150 160 60 80 1 160 170
gebak in hoge vorm 1 150 160 60 80 1 160 170
vruchtentaartbodem
(voorverwarmen) 1 150 160 20 35 1 160 170
Zandtaartdeeg
plaatkoek met kruimels
1 bakplaat 1 160 170 50 80 1 180 190
2 bakplaten 1 + 3 160 170 65 80
plaatkoek met vochtige
vulling (bijv. slagroom) 1 150 160 50 90 1 170 180
gebak in bakvorm
(bijv. kwarktaart) 1 150 160 70 100 1 160 170
vruchtentaartbodem
(voorverwarmen) 1 150 160 25 35 1 180 190
Beschuitdeeg
Beschuitrol
(voorverwarmen) 1 180 190 10 15 1 200 220
waterbeschuit 1 150 160 30 45 1 150 160
vruchtentaartbodem 1 150 160 25 35 1 160 170
85
Baktabel of t
Hete lucht Boven- en
onderwarmte t
Soort gebak Inschuif- Temperatuur Baktijd Inschuif- Temperatuur
hoogte in ° C in min. hoogte in ° C
Gistdeeg
plaatkoek met kruimels
(bijv. appelkruimelgebak)
1 bakplaat 1 160 170 45 55 1 180 200
2 bakplaten 1 + 3 160 170 60 70
plaatkoek met vochtige
vulling (bijv. slagroom) 1 160 170 50 60 1 180 190
gevlochten gistgebak
500 gram meel 1 160 170 40 50 1 180 190
gebak in ronde vorm 1 160 170 40 50 1 170 180
gebak in hoge vorm 1 160 170 40 50 1 170 180
Klein gebak
schuimgebak 1 080 100 120 140 1 170 080
bladerdeeg
(voorverwarmen) 1 180 200 25 35 1 200 220
branddeeg
(voorverwarmen) 1 180 190 30 40 1 200 220
sprits
1 bakplaat 1 140 150 30 45 1 150 160
2 bakplaten 1 + 3 140 150 30 45
Roerdeeg
(Small Cakes) 1 150 160 30 40 1 160 170
Hartig gebak
ovenschotel met rauwe
ingrediënten 1 170 180 60 75 1 190 200
pizza 1 180 190 25 45 1 210 230
quiche (voorverwarmen) 1 180 190 40 50 1 190 210
Brood 1 kg
(voorverwarmen)
aanbakken 1 220 10 15 1 240
klaar bakken 1 180 40 45 1 200
86
Braden
t
Boven- en onderwarmte
1. De keuzeschakelaar instellen in
stand
t.
2. De temperatuurkiezer instellen.
Het braadstuk in de koude bakoven
schuiven (voorverwarmen niet nodig –
energiebesparend).
Braden in open servies:
De braadpan of braadschaal met water
uitspoelen en het stuk vlees in de pan
leggen. De inschuifhoogte hangt af van
de grootte en dikte van het braadstuk.
Braden in gesloten servies:
Het vlees in een braadpan leggen, met
een passend deksel afsluiten en op het
rooster in de bakoven schuiven. De
oventemperatuur ong. 20 tot 30° C
hoger instellen.
Alleen vaatwerk gebruiken waarvan de
handgrepen tegen hitte bestand zijn, b.v.
geëmaillerde, glazen of gietijzeren
braadpannen
Gevogelte altijd volledig ontdooid
bereiden. Tevoren de inwendige organen
en ingewanden verwijderen en het
gevogelte goed zuiveren.
Na afloop van de bereidingstijd het
braadstuk ong. 5 minuten in de
uitgeschakelde bakoven laten rusten.
0
50
100
150
200
250
1
2
3
87
N.B.:
Gebraad in een open schotel op het rooster.
Inschuifhoogte 1
Dikke, compacte stukken vlees = langere braadtijd, lagere temperatuur.
Dunne stukken vlees = kortere braadtijd, hogere temperatuur.
De braadtijd verandert nauwelijks wanneer u tegelijkertijd twee gelijksoortige stukken
vlees die ongeveer even groot zijn braadt.
Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Braadtabel
Boven- en onderwarmte
t
Soort vlees Braadtijd Inschuif- Temperatuur
in min. hoogte in ° C
Varkensvlees
varkensvlees met zwoerd 2 kg
(bijv. schouder of schenkel) 140 160 1 180 200
braadstuk/rollade 90 120 1 180 200
casselerrib 70 80 1 180 200
varkensfilet 40 50 1 200 220
gehakt 750 gram 60 70 1 180 200
Rundvlees
runderfilet 45 65 1 190 210
rosbief (roze) 35 45 1 190 210
Kalfsvlees
braadstuk/kalfsborst 90 120 1 180 200
schenkel 100 130 1 190 210
Lamsvlees
lamsbout 70 110 1 190 210
lamsrug 90 120 1 190 210
Gevogelte
kip 1 kg 60 70 1 190 210
eend 2 2,5 kg 90 120 1 180 190
gans 3 kg 130 170 1 160 180
Wild
reerug 80 100 1 190 210
braadstuk 90 120 1 180 200
wild zwijn/hert 100 120 1 180 200
Hele vis
1 kg 40 50 1 180 200
Braadtabel
t
88
Circulatie-grillen
ˆ
Voor gevogelte en grotere stukken vlees.
Circulatie-grillen altijd met gesloten
! ovendeur.
Een omdraaien van het grillgoed is bij
circulatie-grillen niet nodig.
Uitzondering: Gevogelte moet na de
helft van de gaartijd een keer
omgedraaid worden.
1. De keuzeschakelaar instellen in
stand
ˆ
.
2. Al naar de vleessoort en de grootte van
het braadstuk de temperatuurkiezer
tussen 160 en 220 instellen.
Grillen op het rooster:
Rooster samen met het grillgoed op de
passende inschuifhoogte inschuiven.
De braadslede altijd op inschuif-
hoogte 1 inschuiven.
Donker vlees – bijv. rundvlees, wild en
lamsvlees – bruint vlugger dan licht
vlees, b.v. kalfvlees, varkenvlees en
gevogelte.
Licht vlees en visfilets zijn van buiten
wel vaak maar lichtjes gebruind,
daarvoor van binnen gaar en sappig.
Verscheidene vleesstukken kunnen
gelijktijdig worden gegrild, bijv. 2 kippen,
2 schenkels of 2 rollades.
Bij grote of meerdere braadstukken
geldt principieel:
lagere temperatuur, daarentegen
langere grilltijd.
Opmerking: Bij het circulatie-grillen
worden vlakgrill en ventilator afwisselend in-
en uitgeschakeld.
0
50
100
150
200
250
1
2
3
89
Tabel voor het circulatiegrillen
ˆ
N.B.:
Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Soort vlees Gewicht Inschuif- Temperatuur Grilltijd Tips
hoogte in °C in min.
rooster
Varkensvlees
met zwoerd 2 kg 1 170 190 140 150 Bij bijzonder vet
vlees de laagste
temperatuur
kiezen. Zwoerd
kruiselings
insnijden.
Gevogelte
halve kip ca. 0,4 kg 2 190 210 040 050 Keren na ca. de
1–3 stuks per stuk helft van de tijd;
bestrijken met
boter of zout water.
Hele kip
1–3 stuks ca. 1 kg 1 190 210 060 070
per stuk
Eend 2 2,5 kg 1 160 170 090 110
Gans 3 kg 1 150 160 130 160 De gans kan met
vulling worden
gegrilld.
Eenmaal keren.
90
Vlakgrill
x
Bij het grillen dient er vorzichtig te
werk worden gegaan. Kinderen
! principieel uit de buurt houden!
Grillen bij
! gesloten bakovendeur.
1. De keuzeschakelaar instellen in
stand
x
.
2. Temperatuurkiezer instellen:
Roostertrappen 1 – 2 –
3.
Grillen:
(uitsluitend met rooster en braadslede)
Rooster indien notig met olie bestrijken.
Grillgoed met keukenpapier droog
deppen en kruiden (niet zouden).
Rooster met grillgoed op de passende
inschuifhoogte inschuiven.
De braadslede altijd op inschuif-
hoogte 1 inschuiven.
De inschuifhoogte kan precies worden
afgestemd door het rooster met de
ronding naar boven of naar te draaien.
Stukken vlees tot 3 cm dikte (steaks op
Engelse wijze) op inschuifhoogte 3.
Worstjes op inschuifhoogte 2 of 3.
Vis (forellen) of dikte stukken vlees
goed doorbakken op inschuifhoogte 2.
Richtlijnen voor het grillen: (voorbeelden)
Vlees, helemaal doorbakken:
telkens 6 à 8 min. per zijde,
Vlees, van binnen roserood:
telkens 6 à 8 min. per zijde,
Vis iin plakken: telkens 6 à 8 min. per zijde,
Forellen, telkens 6 à 10 min. per zijde,
Worstjes, 3 à 5 min. per zijde.
Opmerking: Schakelt de vlakgrill
automatisch uit, dan is de gewenste
temperatuur bereikt. Na korte tijd schakelt
de vlakgrill weer opnieuw in.
200
50
100
150
250
91
Grilltabel
x
N.B.:
De braadslede altijd op inschuifhoogte 1 plaatsen.
Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort
levensmiddel.
Gerecht Inschuifhoogte Grillstand Pagina Grilltijd in
min.
Varkensvlees
filetsteaks 3 3
pag. 1 08–11
pag. 2 04–06
nekstuk 3 2 3
pag. 1 10 13
pag. 2 07–10
braadworst 2 3 2 3
pag. 1 07–10
pag. 2 05–07
Rundvlees
filetsteaks 3 3
pag. 1 10 13
pag. 2 04–07
tournedos 3 3
pag. 1 18–11
pag. 2 04–06
Toast
in plakken 3 3
pag. 1 4
1
/
2
–5
1
/
2
pag. 2 0
1
/
2
–1
1
/
2
met beleg 2 3 1 2 18–12
Vis
kleine vissen
2 1 2
pag. 1 12 15
(250 300 gram) pag. 2 05–10
92
Ontdooien / Drogen / Verwarmen
Stand „koud” (zonder Temperatuur):
1. De keuzeschakelaar instellen in
stand
.
Voor kwetsbare diepvriesprodukten,
zoals slagroomtarten, crèmetaarten,
taarten met chocolade- of
zuikercouverture, fruit, aspics e.d.
inschuifhoogte 1.
Diepvriesprodukten in een schotel of
schaal (b.v. porseleinen schaal) op het
rooster plaatsen.
Het hete-lucht met
temperatuur:
1. De keuzeschakelaar instellen in
stand
.
2. Temperatuurkiezer instellen.
Kippen, worst en vlees in folie, brood
broodjes en ander gebak:
inschuifhoogte 1.
Temperatuurkiezer voor de bakoven op
50 70 inschakelen.
Drogen van fruit, verwarmen of warm
houden van spijzen: inschuifhoogte 1.
Temperatuurkiezer op 70 90
inschakelen.
Kant-en-klaar-gerechten:
De aluminium-folienverpakking niet
openen c.q. in een gesloten kom
ontdooien. De temperatuurkiezer voor
de bakoven op 160 180 inschakelen.
(Gereed voor consumptie na 30 à 40
minuten).
inschuifhoogte 1.
0
50
100
150
200
250
1
2
3
0
50
100
150
200
250
1
2
3
0
50
100
150
200
250
1
2
3
93
Opmerking:
Alle getallen in de tabel zijn richtlijnen die al naar de gesteldheid van het levensmiddel
kunnen variëren.
Ontdooien:
Diepvriesprodukt Inschuif- Temperatuur- Ontdooitijd
hoogte bereik in °C in minuten
Kwetsbare diepvriesprodukten 1 Funktie
Afzonderlijke taartstukjes
zoals room- en crèmetarten
1)
, kiezen (zonder 30 040
taarten met chocolade- resp. temperatuur- Gehele of halve taarten
suikercouverture
1)
schakeling) 80 100
Fruit (frambozen)
2)
35 040
aspics
2)
, kaas, worst 90 100
Kleine stukken vlees, 1 050 070 60 070
b.v. steaks, koteletten e.d.
Kippen in folie
1)
, 800 900 g 70 080
Broodjes
1)
1 060 080 10 015
Brood, 1 kg
1)
70 090
Koek (tulband)
1)
70 090
Kant-en-klar-gerechten 1 170 190 30 040
1)
op het rooster stellen resp. leggen.
2)
op een platte schaal of bord doen en op het rooster stellen.
Drogen:
Drooggoed, hoevelheid Inschuif- Temperatuur- Droogtijd
hoogte bereik in °C
Appelringen, 600 g 1 + 3 ± 50 6 08 h
Perepartjes, ca. 800 g 1 + 3 ± 50 9 11 h
Kwetsen of pruimen, ± 1,5 kg 1 + 3 70 100 9 12 h
Bananen, 300 g 1 + 3 ± 50 8 10 h
Champignons, 800 g 1 + 3 50 60 7 09 h
Keukenkruiden, 400 g 1 50 60 3 05 h
(in bosjes)
Tabel ontdooien / drogen
94
Tips en trucs
Om energie te besparen:
Uitsluitend voorverwarmen wanneer het
recept dit voorschrijft.
Donkere bakvormen nemen de hitte
beter op.
Restwarmte: bij lange baktijden kunt u
de oven 5 à 10 minuten voor het einde
van de baktijd uitschakelen.
Voor bakken:
Gebak van de bakplaat is aan de
onderkant te licht.
Gebak uit een vorm is aan de onderkant
te licht.
Taart of gebak is aan de onderkant te
donker.
Het gebak is te droog.
Het gebak is van binnen klef en
deegachtig of het vlees is van binnen
niet gaar.
Bij zeer vochtige bak- en
braadgerechten, bijv. fruittaart of met
water bereide braadgerechten ontstaat
er veel waterdamp in de oven, die op de
ovendeur neerslaat en soms tot het
druppen van water op de bodem van de
oven of de inbouwmeubels leidt.
Neem niet benodigde bakblikken en de
braadslede uit de oven.
Plaats de bakvorm niet op het bakblik,
maar op het rooster.
Stel een iets lagere baktemperatuur in en
controleer de inschuifhoogte.
Stel de oventemperatuur iets hoger in en
kies een kortere baktijd.
Stel de bak- of braadtemperatuur iets
lager in.
Let op: bak- en braadtijden kunt u niet
korter maken door een hogere temperatuur
(van buiten gaar, van binnen niet). Iets
langere bak- of braadtijd kiezen, taartdeeg
langer laten rijzen. Minder vloeistof aan het
deeg toevoegen.
Door de ovendeur voorzichtig en
gedurende korte tijd te openen (een of
twee keer, bij een lange bak- of braadtijd
vaker) kan de waterdamp uit de oven
ontsnappen en daardoor de condens-
vorming aanzienlijk worden verminderd.
95
Reinigen en onderhouden
Belangrijke aanwijzingen:
Gebruik voor het reinigen geen schuurmiddelen of scherpe middelen en evenmin
krassende voorwerpen.
Krab ingebrande resten van gerechten niet weg, maar week ze met een vochtige doek en
afwasmiddel los.
Gebruik speciale reinigingsmiddelen zoals sprays niet voor aluminium of kunststof
onderdelen.
Edelstalen voorkant:
Indien gewone edelstaalreinigings-
middelen worden gebruikt, kan de
opdruk worden beschadigd.
Gebruik geen krassende sponsjes.
Gebruik normaal afwasmiddel op een
zachte, vochtige doek of zeem.
Email en glas:
Gebruik voor het reinigen een heet
sopje.
Voor het reinigen van de voorkant van
de oven, achter de ovendeur, dient u de
afdichting van de ovendeur te
verwijderen.
Oven:
Reinig de oven na elk gebruik, vooral na
braden of grillen. Vuilresten branden in
wanneer de oven weer wordt verhit.
Ingebrande vuilresten laten zich moeilijk
verwijderen.
Door vaak te reinigen met het hete-
luchtsysteem kunt u zorgen voor minder
vuil.
De oven mag niet warm worden
gereinigd met speciale ovenreinigings-
middelen.
Gebruik voor het bakken van zeer
vochtig gebak de braadslede.
Gebruik voor het braden geschikt
serviesgoed (braadschaal).
Wanneer de oven niet erg vuil is, wast u
hem in warme toestand met een heet
sopje uit.
Laat de oven open staan zodat hij kan
drogen.
Ovendeurruit:
De binnenruit van de ovendeur heeft een
warmtereflecterende laag om de
deurtemperatuur lager te maken.
Dit heeft geen nadelige invloed op het
zicht door de ovenruit.
Wanneer de ovendeur is geopend, kan
deze laag een glinsterende aanblik
bieden. Dit heeft een technische
oorzaak en is geen kwaliteitsgebrek.
96
Reinigen en onderhouden
Oven:
Aanwijzing: om het apparaat gemakkelijk
schoon te maken, heeft u de volgende
mogelijkheden.
Ovendeur demonteren
Verwijderen:
1. Open de ovendeur helemaal.
2. Klap de sluithendels links en rechts
helemaal open.
3. Zet de ovendeur schuin omhoog en
verwijder de deur naar voren toe.
Aanbrengen:
1. Plaats beide scharnieren in de houders
links en rechts en draai de ovendeur
naar beneden.
2. Klap de sluithendels links en rechts
dicht.
3. Sluit de ovendeur.
Ovenverlichting inschakelen:
Draai de functiekeuzeknop in een
willekeurige stand.
Rooster verwijderen:
1. Draai zowel links als rechts 2
kartelschroeven uit.
2. Neem het rooster voorzichtig uit de
oven.
1.
2.
97
Bij storingen en reparaties die u niet zelf
kunt oplossen, is de klantenservice u graag
van dienst.
Zie voor adressen het overzicht van
klantenservice-werkplaatsen.
Let op: het kost u geld, wanneer u van-
wege een bedieningsfout de klantenservice
inschakelt. Indien u contact opneemt met
de klantenservice, vermeld dan:
U vindt deze gegevens op het typeplaatje.
Het typeplaatje vindt u achter de ovendeur,
links onder op de zijrand van de oven.
Vervangen van de ovenlamp:
Let op: apparaat stroomloos maken!
1. Leg een vaatdoek in de koude oven om
beschadiging te voorkomen.
2. Verwijder de glazen afscherming. Steek
hiertoe en mes o.i.d. tussen het glas en
het frame.
3. Lamp vervangen.
–Type gloeilamp E 14, 230 240 volt,
25 watt, hittebestendig tot 300° C.
–De gloeilamp is verkrijgbaar bij de
klantenservice.
Vervangen van de afdichting van de
ovendeur
1. Verwijder eenvoudig de defecte
afdichting van de ovendeur.
De nieuwe afdichting kunt u verkrijgen
bij de klantenservice.
E-nr. FD
Storingen en reparaties
98
Wat doet u, wanneer er iets niet werkt?
Vaak hoeft u de klantenservice niet in te schakelen. In veel gevallen kunt u zelf het probleem oplossen. In de
volgende tabel vindt u enkele tips.
Belangrijke aanwijzing:
Werkzaamheden aan de elektronica van het apparaat mogen uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd. Vóór het
begin van de werkzaamheden moet het apparaat beslist stroomloos worden gemaakt door het bedienen van de aardlek-
schakelaar of door het uitdraaien van de zekeringen in de zekeringkast in uw woning.
Wat is er aan de hand … Mogelijke oorzaak Oplossing
wanneer de elektrische functie
helemaal niet meer werkt, de
controlelampjes bijv. plotseling niet
meer branden?
Zekering defect Zekering in zekeringkast controleren
en indien nodig vervangen.
wanneer vloeistof of dun deeg
naar één kant loopt?
Apparaat niet waterpas opgesteld of
ingebouwd
Inbouw controleren.
wanneer het glas in de ovendeur
beslaat?
Normaal verschijnsel, berust op het
aanwezige temperatuurverschil
Oven ca. 5 minuten inschakelen bij
100°C.
…wanneer er in de oven veel con-
dens ontstaat?
Normaal verschijnsel bij gebak met
zeer vochtig deeg (vruchten) of grote
stukken braadvlees.
Ovendeur tijdens het bakken af en
toe kort openen. Condenswater na
gebruik opvegen.
wanneer na langdurig gebruik het
glas in de ovendeur aan de binnen-
kant vuil is?
Normale vervuiling.
De ovendeur verwijderen en met
de voorzijde naar onderen op een
zachte en schone ondergrond leg-
gen.
Deurruit naast de scharnieren vast-
pakken, in bovenwaartse richting
losmaken en verwijderen.
Bij deuren met 3 ruiten:
Binnenruit aan de hoeken losmaken
en optillen met bijv. een vleesvork
van kunststof of hout.
Montage na het reinigen:
Binnenruit aanbrengen en vastzet-
ten.
Deurruit aanbrengen en vastzetten
door naast de scharnieren te druk-
ken.

Documenttranscriptie

Inhoudsopgave Pagina Waar u op moet letten ❑ Aanwijzingen voor de afvoer ❑ Vóór het aansluiten van het nieuwe apparaat ❑ Veiligheidsvoorschriften 76 77 Vóór het eerste gebruik ❑ Reiniging vóór gebruik ❑ Eerste keer verhitten 77 77 Dit is uw nieuwe fornuis ❑ Beschrijving van het apparaat ❑ Toebehoren ❑ Inschuifhoogten 76 78 79 79 Bakken en braden ❑ Ovenfuncties ❑ Oven in- en uitschakelen ❑ Bakken ❑ Braden ❑ Circulatie-grillen 80 81 82–85 86+87 88+89 Grillen 90+91 Pagina Reinigen en onderhouden ❑ Belangrijke aanwijzingen ❑ Email en glas ❑ Edelstalen voorkant ❑ Oven ❑ Verwijderen en aanbrengen van de ovendeur ❑ Rooster verwijderen 95 95 95 95 96 96 Storingen en reparaties 97 Wat doet u, wanneer er iets niet werkt? 98 Ontdooien / Drogen / Verwarmen 92+93 Tips en trucs 94 75 Waar u op moet letten Aanwijzingen voor de afvoer ❑ Oude apparaten zijn geen waardeloos afval. Dankzij een milieuvriendelijke afvoer kunnen waardevolle materialen worden hergebruikt. Maak uw oude apparaat onbruikbaar voor u het afvoert. ❑ Uw nieuwe apparaat wordt beschermd door de verpakking wanneer het naar u wordt vervoerd. Alle gebruikte materialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden hergebruikt. Lever uw bijdrage door de verpakking milieuvriendelijk af te voeren. Bij uw vakhandel of bij uw gemeente kunt u informatie vragen over de meest geschikte wijze van afvoer. 76 Vóór het aansluiten van het nieuwe apparaat ❑ Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig voordat u het nieuwe apparaat gebruikt. Ze bevat belangrijke informatie voor uw veiligheid en voor het gebruik en het onderhoud van het apparaat. ❑ Deze gebruiksaanwijzing geldt voor verschillende uitvoeringen van het apparaat. Het is mogelijk dat er een aantal kenmerken worden beschreven die niet van toepassing zijn op uw apparaat. ❑ Bewaar de gebruiksaanwijzing en het montagevoorschrift zorgvuldig, eventueel voor een volgende bezitter van het apparaat. ❑ Indien het apparaat beschadigd is, mag u het niet in gebruik nemen. ❑ Laat de montage en aansluiting van het apparaat uitsluitend volgens de bijgevoegde voorschriften door een erkende vakman uitvoeren. Wanneer het apparaat verkeerd wordt aangesloten, vervalt in geval van een defect de garantie. ❑ Onze apparaten voldoen aan de geldende veiligheidsvoorschriften voor elektrische apparaten. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici van de klantenservice die door de fabrikant zijn opgeleid. Wanneer reparaties niet deskundig worden uitgevoerd, kunnen daaruit voor u ernstige gevaren voortkomen. Waar u op moet letten Veiligheidsvoorschriften ❑ Gebruik het apparaat uitsluitend voor het bereiden van gerechten. ❑ Het oppervlak van verwarmings- en kookapparatuur wordt tijdens het gebruik heet. De binnenzijden van de oven en de verwarmingselementen worden zeer heet. Kinderen altijd uit de buurt van de oven houden. ❑ Blijf in de buurt wanneer u gerechten met vet of olie bereidt. Bij oververhitting kan het vet of de olie gaan branden. ❑ Reinig de oven regelmatig. Vet- en olieresten kunnen in brand vliegen wanneer de oven wordt ingeschakeld. ❑ De aansluitsnoeren van elektrische apparaten mogen de hete kookzones niet aanraken en mogen niet tussen de hete deur van de oven beklemd raken. De isolatie zou dan beschadigd kunnen worden. ❑ Bij een defect de zekering van de elektrische installatie uitschakelen. ❑ Bewaar geen brandbare voorwerpen in de oven. Ze kunnen gaan branden wanneer de oven onbedoeld wordt ingeschakeld. ❑ Maak de oven niet met een stoom- of hogedrukreiniger schoon. ❑ Leg bakpapier niet los in de oven wanneer u met hetelucht v werkt (bijv. bij het opwarmen). De heteluchtventilator kan het papier aanzuigen. Hierdoor kunnen de verwarming en de ventilator beschadigd raken. ❑ Schuif geen bakblik op de bodem van de oven en leg geen aluminiumfolie op de bodem, anders hoopt de warmte zich op. Bak- en braadtijden zijn dan niet meer juist en het email wordt beschadigd. ❑ Giet nooit rechtstreeks water in de hete oven. Het email kan dan worden beschadigd. ❑ Fruitsap dat van het bakblik druipt, laat vlekken achter die niet meer verwijderd kunnen worden. Gebruik voor het bakken de diepere braadslede. ❑ Ga niet op de open ovendeur zitten of staan. ❑ De ovendeur moet goed sluiten. De afdichtingen van de deur moeten schoon blijven. Vóór het eerste gebruik Reiniging vóór gebruik: 1. Reinig het apparaat aan de buitenkant met een zachte en vochtige doek. 2. Reinig de oven en het toebehoren met een heet sopje. Eerste keer verhitten: 1. Verwarm de lege oven ca. 30 minuten voor. Kies daarvoor boven- en onderwarmte bij 240 C°. Open tijdens het verhitten de ramen van uw keuken om te voorkomen dat er een onaangename geur blijft hangen. 77 Dit is uw nieuwe oven 0 50 3 100 2 250 1 150 200 Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop Controlelampje voor oventemperatuur Functiekeuzeknop Temperatuurkeuzeknop 0 50 3 100 2 250 1 200 Standen: k t ‰ ˆ x 78 Ontdooistand Boven- en onderwarmte Hete lucht Circulatie-grillen Vlakgrillen Standen: 50–275 1–2–3 150 Temperatuur in °C Roostertrappen Dit is uw nieuwe oven Toebehoren ❑ Standaard worden meegeleverd: 1 Aluminium bakplaat 1 bak- en braadrooster 1 braadslede ❑ Overig toebehoren is verkrijgbaar in de vakhandel: Bestelnr. Aluminium bakplaat HEZ 5100 Haaks gebogen bak- en braadrooster HEZ 5141 Fijnmazig bak- en braadrooster HEZ 5142 Aanwijzingen: ❑ De bescherming voorkomt de aanraking met de hete ovendeur. ❑ Bijzonder belangrijk wanneer er kleine kinderen in de buurt zijn. ❑ Bakplaat en braadslede/bakplaat kunnen tijdens gebruik in de oven krom trekken. De oorzaak hiervan zijn de grote temperatuurverschillen op het toebehoren. Ze kunnen ontstaan wanneer slechts een gedeelte van het toebehoren bedekt is of wanneer bevroren etenswaar, een pizza bijv., op het toebehoren is gelegd.Aanwijzing: De kromming wordt reeds tijdens het bakken, braden of grilleren minder. Inschuifhoogten ❑ Uw oven beschikt over 3 inschuifhoogten. De inschuifhoogten worden van beneden naar boven met cijfers aangeduid. Deze cijfers bevinden zich op de oven.  Bij het werken met hete lucht inschuifhoogte »2« niet gebruiken om de luchtcirculatie niet nadelig te beïnvloeden. 79 Ovenfuncties Ontdooistand —————————— Zonder temperatuur. Alleen voor kwetsbaar gebak (bijv. slagroomtaarten). k Boven- en onderwarmte ————— t M.b.v. de boven en onderaan aangebrachte verwarmingselementen wordt de warmte opgewekt en door straling op het bak- en braadgoed overgebracht. – Vooral geschikt voor het braden en bakken op één inschuifhoogte voor gevoelig gebak en magere stukken vlees, ook voor brood. – Maar één inschuifhoogte gebruiken. Wij adviseren: Inschuifhoogte 1of 2. – Nadere informaties zie bak- een braadtabellen. Het hete-lucht systeem —————— ‰ Een ventilador in de achterwand van de oven doet de hete lucht in de bakoven circuleren, waardoor een bijzonder goede warmte-overbrenging naar bak- of braadgoed wordt verkregen. – Vooral geschikt voor het ontdooien en voor het bakken op verschillende inschuifhoogten gelijktijdig. – Ideaal voor bepaalde gebakken, zoals pizza, gevlochten brood met gist of roomsoezen. – Inschuifhoogte 2 niet gebruiken, om de luchtcirculatie niet te belemmeren 80 ˆ Het circulatie-grillen ——————— De kombinatie van vlakgrill en ventilador. – Vooral geschikt voor het grillen van vette stukken vlees en gevogelte. – Circulatie-grillen met gesloten bakovendeur (energie besparend). – Maar één inschuifhoogte gebruiken. Wij adviseren: Inschuifhoogte 1 of 2. – Nadere informatie zie bak- en braadtabellen. De vlakgrill ——————————— x De warmte wordt d.m.v. verwarmingselementen opgewekt en door straling naar het grillgoed overgebracht. – Vooral geschikt voor platte grillades, zoals koteletten, steaks of toostjes. – Grillen met gesloten bakovendeur (energie besparend). – Maar één inschuifhoogte gebruiken. Wij adviseren: Inschuifhoogte 2 of 3. – Nadere informaties zie tabel „Grillen”. Oven in- en uitschakelen Voordat u uw oven inschakelt, kiest u het verwarmingssysteem dat u wilt gebruiken. Inschakelen: 1. Stel de functiekeuzeknop in op het gekozen systeem. 2. Stel de temperatuurkeuzeknop in op de gewenste temperatuur (zie bak- en bradtabel). ❑ De ingestelde temperatuur wordt automatisch geregeld. ❑ Het rode controlelampje gaat branden wanneer de oven wordt ingeschakeld en bij het naverwarmen. 0 50 3 100 2 250 1 200 Functiekeuzeknop 150 Temperatuurkeuzeknop Uitschakelen: Om de oven uit te schakelen, draait u de temperatuurkeuzeknop en de functiekeuzeknop op 0. 81 Bakken t Boven- en onderwarmte 0 1. De keuzeschakelaar instellen in stand t. 2. De temperatuurkiezer instellen. ❑ Wij bevelen donkere bakvormen aan. ❑ Het resultat van bruinen kann door het veranderen van de inschuifhoogte worden beïnvloed. ❑ De bakvormen altijd in het midden van het rooster plaatsen. ❑ Koek en gebak kunnen in de koude of voorverwarmte bakoven worden geschoven. ❑ Bij een voorverwarmde bakoven worden de bereidingstijden ± 5 minuten korter. ❑ De schuine kant van de bakplaat altijd naar de bakovendeur. ❑ De bakplaat altijd tot aan de aanslag inschuiven. Tips: ❑ Mocht de koek tijdens het bakken of na het eruit halen inzakken, gebruik dan de volgende keer minder vocht, stel de temperatuur lager in en kies eventueel een langere baktijd. ❑ De koek is aan de onderzijde te donker: De inschuifhoogte controleren, de baktijd verkorten, eventueel een lagere temperatuur instellen. ❑ De koek is aan de onderzijde te licht: De inschuifhoogte controleren, eventueel een lagere temperatuur instellen en de baktijd verlengen, zo nodig zwarte bakvorm gebruiken. 82 50 3 100 2 250 1 200 150 Bakken ‰ Het hete-lucht 0 1. De keuzeschakelaar instellen in stand ‰. 2. De temperatuurkiezer instellen. ❑ Meestal is een voorverwarmen overbodig ❑ Al naar het soort gebak kunnen tegelijkertijd 2 bakplaten in de oven worden geschoven. Hierbij de inschuifhoogten 1 en 3 kiezen. Bak- en braadvaatwerk van allerlei soorten maken geen problemen. Attentie! ❑ Bij het hete-lucht kan een ca. 20 – 30° C lagere temperatuur worden gekozen dan bij boven- en onderwarmte. ❑ Principieel geldt: De lagere temperatuur bruint gelijkmatiger. ❑ De schuine kant van de bakplaat altijd naar de bakovendeur. ❑ De bakplaat altijd to aan de aanslag inschuiven. ❑ Bakplaten altijd in het midden van het rooster plaatsen. ❑ Voor koeken in blik: Inschuifhoogte 1. ❑ Plaatkoek, vruchtentaart, koekjes, pizza e. d.: Inschuifhoogte 1. ❑ 2 platen: Inschuifhoogte 1 en 3. 50 3 100 2 250 1 200 150 83 Baktabel ‰ of t N.B.: ❑ Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort levensmiddel. Hete lucht Soort gebak Roerdeeg plaatkoek met vulling 1 bakplaat (voorverwarmen) 2 bakplaten (voorverwarmen) rechthoekig gebak gebak in ronde vorm gebak in hoge vorm vruchtentaartbodem (voorverwarmen) Zandtaartdeeg plaatkoek met kruimels 1 bakplaat 2 bakplaten plaatkoek met vochtige vulling (bijv. slagroom) gebak in bakvorm (bijv. kwarktaart) vruchtentaartbodem (voorverwarmen) Beschuitdeeg Beschuitrol (voorverwarmen) waterbeschuit vruchtentaartbodem 84 ‰ Inschuif- Temperatuur hoogte in ° C Boven- en onderwarmte t Baktijd in min. Inschuifhoogte Temperatuur in ° C 1 150 – 160 30 – 45 1 180 – 190 1+3 1 1 1 150 – 160 150 – 160 150 – 160 150 – 160 35 – 50 60 – 80 60 – 80 60 – 80 – 1 1 1 – 160 – 170 160 – 170 160 – 170 1 150 – 160 20 – 35 1 160 – 170 1 1+3 160 – 170 160 – 170 50 – 80 65 – 80 1 – 180 – 190 – 1 150 – 160 50 – 90 1 170 – 180 1 150 – 160 70 – 100 1 160 – 170 1 150 – 160 25 – 35 1 180 – 190 1 1 1 180 – 190 150 – 160 150 – 160 10 – 15 30 – 45 25 – 35 1 1 1 200 – 220 150 – 160 160 – 170 Baktabel Hete lucht Soort gebak Gistdeeg plaatkoek met kruimels (bijv. appelkruimelgebak) 1 bakplaat 2 bakplaten plaatkoek met vochtige vulling (bijv. slagroom) gevlochten gistgebak 500 gram meel gebak in ronde vorm gebak in hoge vorm ‰ of t ‰ Inschuif- Temperatuur hoogte in ° C Boven- en onderwarmte t Baktijd in min. Inschuifhoogte Temperatuur in ° C 1 1+3 160 – 170 160 – 170 45 – 55 60 – 70 1 – 180 – 200 – 1 160 – 170 50 – 60 1 180 – 190 1 1 1 160 – 170 160 – 170 160 – 170 40 – 50 40 – 50 40 – 50 1 1 1 180 – 190 170 – 180 170 – 180 1 080 – 100 120 – 140 1 170 – 080 1 180 – 200 25 – 35 1 200 – 220 1 180 – 190 30 – 40 1 200 – 220 1 1+3 140 – 150 140 – 150 30 – 45 30 – 45 1 – 150 – 160 – 1 150 – 160 30 – 40 1 160 – 170 Hartig gebak ovenschotel met rauwe ingrediënten pizza quiche (voorverwarmen) 1 1 1 170 – 180 180 – 190 180 – 190 60 – 75 25 – 45 40 – 50 1 1 1 190 – 200 210 – 230 190 – 210 Brood 1 kg (voorverwarmen) aanbakken klaar bakken 1 1 220 180 10 – 15 40 – 45 1 1 240 200 Klein gebak schuimgebak bladerdeeg (voorverwarmen) branddeeg (voorverwarmen) sprits 1 bakplaat 2 bakplaten Roerdeeg (Small Cakes) 85 Braden t Boven- en onderwarmte 1. De keuzeschakelaar instellen in stand t. 2. De temperatuurkiezer instellen. ❑ Het braadstuk in de koude bakoven schuiven (voorverwarmen niet nodig – energiebesparend). ❑ Braden in open servies: De braadpan of braadschaal met water uitspoelen en het stuk vlees in de pan leggen. De inschuifhoogte hangt af van de grootte en dikte van het braadstuk. ❑ Braden in gesloten servies: Het vlees in een braadpan leggen, met een passend deksel afsluiten en op het rooster in de bakoven schuiven. De oventemperatuur ong. 20 tot 30° C hoger instellen. ❑ Alleen vaatwerk gebruiken waarvan de handgrepen tegen hitte bestand zijn, b.v. geëmaillerde, glazen of gietijzeren braadpannen ❑ Gevogelte altijd volledig ontdooid bereiden. Tevoren de inwendige organen en ingewanden verwijderen en het gevogelte goed zuiveren. ❑ Na afloop van de bereidingstijd het braadstuk ong. 5 minuten in de uitgeschakelde bakoven laten rusten. 0 50 3 100 2 250 1 200 86 150 Braadtabel t N.B.: ❑ Gebraad in een open schotel op het rooster. ❑ Inschuifhoogte 1 Dikke, compacte stukken vlees = langere braadtijd, lagere temperatuur. Dunne stukken vlees = kortere braadtijd, hogere temperatuur. ❑ De braadtijd verandert nauwelijks wanneer u tegelijkertijd twee gelijksoortige stukken vlees die ongeveer even groot zijn braadt. ❑ Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort levensmiddel. Braadtabel Boven- en onderwarmte Soort vlees t Braadtijd in min. Inschuifhoogte Temperatuur in ° C 140 – 160 90 – 120 70 – 80 40 – 50 60 – 70 1 1 1 1 1 180 – 200 180 – 200 180 – 200 200 – 220 180 – 200 45 – 65 35 – 45 1 1 190 – 210 190 – 210 Kalfsvlees braadstuk/kalfsborst schenkel 90 – 120 100 – 130 1 1 180 – 200 190 – 210 Lamsvlees lamsbout lamsrug 70 – 110 90 – 120 1 1 190 – 210 190 – 210 Gevogelte kip 1 kg eend 2 – 2,5 kg gans 3 kg 60 – 70 90 – 120 130 – 170 1 1 1 190 – 210 180 – 190 160 – 180 Wild reerug braadstuk wild zwijn/hert 80 – 100 90 – 120 100 – 120 1 1 1 190 – 210 180 – 200 180 – 200 40 – 50 1 180 – 200 Varkensvlees varkensvlees met zwoerd 2 kg (bijv. schouder of schenkel) braadstuk/rollade casselerrib varkensfilet gehakt 750 gram Rundvlees runderfilet rosbief (roze) Hele vis 1 kg 87 Circulatie-grillen ˆ 0 Voor gevogelte en grotere stukken vlees. Circulatie-grillen altijd met gesloten ovendeur. ❑ Een omdraaien van het grillgoed is bij circulatie-grillen niet nodig. Uitzondering: Gevogelte moet na de helft van de gaartijd een keer omgedraaid worden. 1. De keuzeschakelaar instellen in stand ˆ. 2. Al naar de vleessoort en de grootte van het braadstuk de temperatuurkiezer tussen 160 en 220 instellen. ! Grillen op het rooster: ❑ Rooster samen met het grillgoed op de passende inschuifhoogte inschuiven. ❑ De braadslede altijd op inschuifhoogte 1 inschuiven. ❑ Donker vlees – bijv. rundvlees, wild en lamsvlees – bruint vlugger dan licht vlees, b.v. kalfvlees, varkenvlees en gevogelte. ❑ Licht vlees en visfilets zijn van buiten wel vaak maar lichtjes gebruind, daarvoor van binnen gaar en sappig. ❑ Verscheidene vleesstukken kunnen gelijktijdig worden gegrild, bijv. 2 kippen, 2 schenkels of 2 rollades. ❑ Bij grote of meerdere braadstukken geldt principieel: lagere temperatuur, daarentegen langere grilltijd. Opmerking: Bij het circulatie-grillen worden vlakgrill en ventilator afwisselend inen uitgeschakeld. 88 50 3 100 2 250 1 200 150 Tabel voor het circulatiegrillen ˆ N.B.: ❑ Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort levensmiddel. Soort vlees Varkensvlees met zwoerd Gevogelte halve kip 1 – 3 stuks Hele kip 1 – 3 stuks Eend Gans Gewicht Inschuifhoogte rooster Temperatuur in °C Grilltijd in min. Tips 2 kg 1 170 – 190 140 – 150 Bij bijzonder vet vlees de laagste temperatuur kiezen. Zwoerd kruiselings insnijden. ca. 0,4 kg per stuk 2 190 – 210 040 – 050 Keren na ca. de helft van de tijd; bestrijken met boter of zout water. ca. 1 kg per stuk 2 – 2,5 kg 3 kg 1 190 – 210 060 – 070 1 1 160 – 170 150 – 160 090 – 110 130 – 160 De gans kan met vulling worden gegrilld. Eenmaal keren. 89 Vlakgrill x Bij het grillen dient er vorzichtig te werk worden gegaan. Kinderen principieel uit de buurt houden! Grillen bij gesloten bakovendeur. 1. De keuzeschakelaar instellen in stand x. 2. Temperatuurkiezer instellen: Roostertrappen 1 – 2 – 3. ! ! Grillen: (uitsluitend met rooster en braadslede) ❑ Rooster indien notig met olie bestrijken. ❑ Grillgoed met keukenpapier droog deppen en kruiden (niet zouden). ❑ Rooster met grillgoed op de passende inschuifhoogte inschuiven. ❑ De braadslede altijd op inschuifhoogte 1 inschuiven. 50 100 250 150 200 ❑ De inschuifhoogte kan precies worden afgestemd door het rooster met de ronding naar boven of naar te draaien. ❑ Stukken vlees tot 3 cm dikte (steaks op Engelse wijze) op inschuifhoogte 3. ❑ Worstjes op inschuifhoogte 2 of 3. ❑ Vis (forellen) of dikte stukken vlees goed doorbakken op inschuifhoogte 2. 90 Richtlijnen voor het grillen: (voorbeelden) Vlees, helemaal doorbakken: telkens 6 à 8 min. per zijde, Vlees, van binnen roserood: telkens 6 à 8 min. per zijde, Vis iin plakken: telkens 6 à 8 min. per zijde, Forellen, telkens 6 à 10 min. per zijde, Worstjes, 3 à 5 min. per zijde. Opmerking: Schakelt de vlakgrill automatisch uit, dan is de gewenste temperatuur bereikt. Na korte tijd schakelt de vlakgrill weer opnieuw in. Grilltabel x N.B.: ❑ De braadslede altijd op inschuifhoogte 1 plaatsen. ❑ Alle gegevens in de tabel zijn richtwaarden die kunnen variëren afhankelijk van het soort levensmiddel. Gerecht Inschuifhoogte Grillstand filetsteaks 3 3 nekstuk 3 2–3 2–3 2–3 filetsteaks 3 3 tournedos 3 3 in plakken 3 3 met beleg 2–3 1–2 2 1–2 Pagina Grilltijd in min. Varkensvlees braadworst pag. pag. pag. pag. pag. pag. 1 2 1 2 1 2 08 – 11 04 – 06 10 – 13 07 – 10 07 – 10 05 – 07 pag. pag. pag. pag. 1 2 1 2 10 – 13 04 – 07 18 – 11 04 – 06 pag. 1 pag. 2 – 41/2 – 51/2 01/2 – 11/2 18 – 12 pag. 1 pag. 2 12 – 15 05 – 10 Rundvlees Toast Vis kleine vissen (250 – 300 gram) 91 Ontdooien / Drogen / Verwarmen Stand „koud” ‰ (zonder Temperatuur): 1. De keuzeschakelaar instellen in stand ‰. ❑ Voor kwetsbare diepvriesprodukten, zoals slagroomtarten, crèmetaarten, taarten met chocolade- of zuikercouverture, fruit, aspics e.d. inschuifhoogte 1. ❑ Diepvriesprodukten in een schotel of schaal (b.v. porseleinen schaal) op het rooster plaatsen. 0 50 3 100 2 250 1 200 150 Het hete-lucht met temperatuur: 1. De keuzeschakelaar instellen in stand ‰. 2. Temperatuurkiezer instellen. ❑ Kippen, worst en vlees in folie, brood broodjes en ander gebak: inschuifhoogte 1. Temperatuurkiezer voor de bakoven op 50 – 70 inschakelen. ❑ Drogen van fruit, verwarmen of warm houden van spijzen: inschuifhoogte 1. Temperatuurkiezer op 70 – 90 inschakelen. 0 50 3 100 2 250 1 200 150 Kant-en-klaar-gerechten: ❑ De aluminium-folienverpakking niet openen c.q. in een gesloten kom ontdooien. De temperatuurkiezer voor de bakoven op 160 – 180 inschakelen. (Gereed voor consumptie na 30 à 40 minuten). ❑ inschuifhoogte 1. 92 0 50 3 100 2 250 1 200 150 Tabel ontdooien / drogen ‰ Opmerking: ❑ Alle getallen in de tabel zijn richtlijnen die al naar de gesteldheid van het levensmiddel kunnen variëren. Ontdooien: Diepvriesprodukt Inschuifhoogte Temperatuurbereik in °C Ontdooitijd in minuten Kwetsbare diepvriesprodukten zoals room- en crèmetarten1), taarten met chocolade- resp. suikercouverture1) Fruit (frambozen)2) aspics2), kaas, worst 1 Funktie ‰ kiezen (zonder temperatuurschakeling) Afzonderlijke taartstukjes 30 – 040 Gehele of halve taarten 80 – 100 35 – 040 90 – 100 Kleine stukken vlees, b.v. steaks, koteletten e.d. 1 050 – 070 60 – 070 1 060 – 080 1 170 – 190 Kippen in folie1), 800 – 900 g Broodjes1) Brood, 1 kg1) Koek (tulband)1) Kant-en-klar-gerechten 1) 2) 70 – 080 10 – 015 70 – 090 70 – 090 30 – 040 op het rooster stellen resp. leggen. op een platte schaal of bord doen en op het rooster stellen. Drogen: Drooggoed, hoevelheid Inschuifhoogte Temperatuurbereik in °C Droogtijd Appelringen, 600 g 1+3 ± 50 6 – 08 h Perepartjes, ca. 800 g 1+3 ± 50 9 – 11 h Kwetsen of pruimen, ± 1,5 kg 1+3 70 – 100 9 – 12 h Bananen, 300 g 1+3 ± 50 8 – 10 h Champignons, 800 g 1+3 50 – 60 7 – 09 h Keukenkruiden, 400 g (in bosjes) 1 50 – 60 3 – 05 h 93 Tips en trucs Voor bakken: ❑ Gebak van de bakplaat is aan de onderkant te licht. Neem niet benodigde bakblikken en de braadslede uit de oven. ❑ Gebak uit een vorm is aan de onderkant te licht. Plaats de bakvorm niet op het bakblik, maar op het rooster. ❑ Taart of gebak is aan de onderkant te donker. Stel een iets lagere baktemperatuur in en controleer de inschuifhoogte. ❑ Het gebak is te droog. Stel de oventemperatuur iets hoger in en kies een kortere baktijd. ❑ Het gebak is van binnen klef en deegachtig of het vlees is van binnen niet gaar. Stel de bak- of braadtemperatuur iets lager in. Let op: bak- en braadtijden kunt u niet korter maken door een hogere temperatuur (van buiten gaar, van binnen niet). Iets langere bak- of braadtijd kiezen, taartdeeg langer laten rijzen. Minder vloeistof aan het deeg toevoegen. ❑ Bij zeer vochtige bak- en braadgerechten, bijv. fruittaart of met water bereide braadgerechten ontstaat er veel waterdamp in de oven, die op de ovendeur neerslaat en soms tot het druppen van water op de bodem van de oven of de inbouwmeubels leidt. Door de ovendeur voorzichtig en gedurende korte tijd te openen (een of twee keer, bij een lange bak- of braadtijd vaker) kan de waterdamp uit de oven ontsnappen en daardoor de condensvorming aanzienlijk worden verminderd. Om energie te besparen: ❑ Uitsluitend voorverwarmen wanneer het recept dit voorschrijft. ❑ Donkere bakvormen nemen de hitte beter op. 94 ❑ Restwarmte: bij lange baktijden kunt u de oven 5 à 10 minuten voor het einde van de baktijd uitschakelen. Reinigen en onderhouden Belangrijke aanwijzingen: ❑ Gebruik voor het reinigen geen schuurmiddelen of scherpe middelen en evenmin krassende voorwerpen. ❑ Krab ingebrande resten van gerechten niet weg, maar week ze met een vochtige doek en afwasmiddel los. ❑ Gebruik speciale reinigingsmiddelen zoals sprays niet voor aluminium of kunststof onderdelen. Edelstalen voorkant: ❑ Indien gewone edelstaalreinigingsmiddelen worden gebruikt, kan de opdruk worden beschadigd. ❑ Gebruik geen krassende sponsjes. ❑ Gebruik normaal afwasmiddel op een zachte, vochtige doek of zeem. Oven: ❑ Reinig de oven na elk gebruik, vooral na braden of grillen. Vuilresten branden in wanneer de oven weer wordt verhit. Ingebrande vuilresten laten zich moeilijk verwijderen. ❑ Door vaak te reinigen met het heteluchtsysteem kunt u zorgen voor minder vuil.  De oven mag niet warm worden gereinigd met speciale ovenreinigingsmiddelen. Email en glas: ❑ Gebruik voor het reinigen een heet sopje. ❑ Voor het reinigen van de voorkant van de oven, achter de ovendeur, dient u de afdichting van de ovendeur te verwijderen. ❑ Gebruik voor het bakken van zeer vochtig gebak de braadslede. ❑ Gebruik voor het braden geschikt serviesgoed (braadschaal). ❑ Wanneer de oven niet erg vuil is, wast u hem in warme toestand met een heet sopje uit. ❑ Laat de oven open staan zodat hij kan drogen. Ovendeurruit: ❑ De binnenruit van de ovendeur heeft een warmtereflecterende laag om de deurtemperatuur lager te maken. ❑ Dit heeft geen nadelige invloed op het zicht door de ovenruit. ❑ Wanneer de ovendeur is geopend, kan deze laag een glinsterende aanblik bieden. Dit heeft een technische oorzaak en is geen kwaliteitsgebrek. 95 Reinigen en onderhouden Oven: Aanwijzing: om het apparaat gemakkelijk schoon te maken, heeft u de volgende mogelijkheden. Ovendeur demonteren Verwijderen: 1. Open de ovendeur helemaal. 2. Klap de sluithendels links en rechts helemaal open. 3. Zet de ovendeur schuin omhoog en verwijder de deur naar voren toe. Aanbrengen: 1. Plaats beide scharnieren in de houders links en rechts en draai de ovendeur naar beneden. 2. Klap de sluithendels links en rechts dicht. 3. Sluit de ovendeur. Ovenverlichting inschakelen: ❑ Draai de functiekeuzeknop in een willekeurige stand. Rooster verwijderen: 1. Draai zowel links als rechts 2 kartelschroeven uit. 2. Neem het rooster voorzichtig uit de oven. 2. 1. 96 Storingen en reparaties Bij storingen en reparaties die u niet zelf kunt oplossen, is de klantenservice u graag van dienst. Zie voor adressen het overzicht van klantenservice-werkplaatsen. Let op: het kost u geld, wanneer u vanwege een bedieningsfout de klantenservice inschakelt. Indien u contact opneemt met de klantenservice, vermeld dan: E-nr. FD U vindt deze gegevens op het typeplaatje. Het typeplaatje vindt u achter de ovendeur, links onder op de zijrand van de oven. Vervangen van de ovenlamp: Let op: apparaat stroomloos maken! 1. Leg een vaatdoek in de koude oven om beschadiging te voorkomen. 2. Verwijder de glazen afscherming. Steek hiertoe en mes o.i.d. tussen het glas en het frame. 3. Lamp vervangen. – Type gloeilamp E 14, 230 – 240 volt, 25 watt, hittebestendig tot 300° C. – De gloeilamp is verkrijgbaar bij de klantenservice. Vervangen van de afdichting van de ovendeur 1. Verwijder eenvoudig de defecte afdichting van de ovendeur. De nieuwe afdichting kunt u verkrijgen bij de klantenservice. 97 Wat doet u, wanneer er iets niet werkt? Vaak hoeft u de klantenservice niet in te schakelen. In veel gevallen kunt u zelf het probleem oplossen. In de volgende tabel vindt u enkele tips. Belangrijke aanwijzing: Werkzaamheden aan de elektronica van het apparaat mogen uitsluitend door een vakman worden uitgevoerd. Vóór het begin van de werkzaamheden moet het apparaat beslist stroomloos worden gemaakt door het bedienen van de aardlekschakelaar of door het uitdraaien van de zekeringen in de zekeringkast in uw woning. Wat is er aan de hand … Mogelijke oorzaak Oplossing … wanneer de elektrische functie helemaal niet meer werkt, de controlelampjes bijv. plotseling niet meer branden? … wanneer vloeistof of dun deeg naar één kant loopt? Zekering defect Zekering in zekeringkast controleren en indien nodig vervangen. Apparaat niet waterpas opgesteld of ingebouwd Inbouw controleren. … wanneer het glas in de ovendeur beslaat? Normaal verschijnsel, berust op het aanwezige temperatuurverschil Oven ca. 5 minuten inschakelen bij 100°C. … wanneer er in de oven veel condens ontstaat? Normaal verschijnsel bij gebak met zeer vochtig deeg (vruchten) of grote stukken braadvlees. Ovendeur tijdens het bakken af en toe kort openen. Condenswater na gebruik opvegen. … wanneer na langdurig gebruik het glas in de ovendeur aan de binnenkant vuil is? Normale vervuiling. De ovendeur verwijderen en met de voorzijde naar onderen op een zachte en schone ondergrond leggen. Deurruit naast de scharnieren vastpakken, in bovenwaartse richting losmaken en verwijderen. Bij deuren met 3 ruiten: Binnenruit aan de hoeken losmaken en optillen met bijv. een vleesvork van kunststof of hout. Montage na het reinigen: Binnenruit aanbrengen en vastzetten. Deurruit aanbrengen en vastzetten door naast de scharnieren te drukken. 98
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172

Bosch HBK2651/01 de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor