Siemens HC724220 Handleiding

Type
Handleiding
[de] Gebrauchsanleitung ......3
[fr] Mode d’emploi ............25
[nl] Gebruiksaanwijzing ..... 47
[en] Instruction manual ......69
HC724220
Standherd HC724220
Cuisinière HC724220
Fornuis HC724220
Free standing cooker HC724220
47
é Inhoudsopgave
[nl]Gebruiksaanwijzing
Veiligheidsvoorschriften..........................................................47
Voor het inbouwen........................................................................... 47
Instructies voor uw veiligheid ........................................................ 47
Oorzaken van schade..................................................................... 48
Opstellen en aansluiten ........................................................... 49
Voor de installateur ......................................................................... 49
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen .......................... 49
Uw nieuwe fornuis....................................................................50
Algemeen .......................................................................................... 50
De kookplaat .................................................................................... 50
De oven ............................................................................................. 51
De binnenruimte............................................................................... 51
Voor het eerste gebruik ........................................................... 53
De oven opwarmen ......................................................................... 53
Toebehoren reinigen ....................................................................... 53
Kookplaat instellen................................................................... 53
Zo stelt u in ....................................................................................... 53
Grote kookzone met twee ringen en braadzone....................... 53
Kooktabel .......................................................................................... 54
Oven instellen...........................................................................55
Verwarmingsmethode en temperatuur ........................................ 55
Snelvoorverwarming........................................................................ 55
Onderhoud en reiniging...........................................................55
Schoonmaakmiddelen .................................................................... 55
Inschuifrails verwijderen en bevestigen....................................... 56
Ovendeur verwijderen en inbrengen............................................ 57
Glazen ruiten uit- en inbouwen...................................................... 57
Wat te doen bij storingen? ...................................................... 58
Storingstabel..................................................................................... 58
Ovenlamp aan het plafond vervangen ........................................ 58
Glazen afscherming ........................................................................ 58
Servicedienst............................................................................ 59
Enummer en FDnummer.............................................................. 59
Energie en milieutips.............................................................. 59
Energie besparen met de oven .................................................... 59
Energie besparen met de kookplaat ........................................... 59
Milieuvriendelijk afvoeren............................................................... 59
Voor u in onze kookstudio uitgetest....................................... 60
Gebak ................................................................................................ 60
Tips voor het bakken ...................................................................... 62
Vlees, gevogelte, vis ....................................................................... 62
Tips voor het braden en grillen..................................................... 64
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast.......................... 64
Kant-en-klaar producten ................................................................. 65
Bijzondere gerechten...................................................................... 66
Ontdooien.......................................................................................... 66
Drogen ............................................................................................... 66
Inmaak ............................................................................................... 66
Acrylamide in levensmiddelen................................................ 67
Testgerechten........................................................................... 68
Bakken............................................................................................... 68
Grillen................................................................................................. 68
Produktinfo
Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en
diensten vindt u op het internet: www.siemens-home.com en in
de online-shop: www.siemens-eshop.com
Veiligheidsvoorschriften
Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en bewaar hem
goed. Geeft u het apparaat door aan anderen, doe de
handleiding er dan bij.
Voor het inbouwen
Transportschade
Controleer het apparaat na het uitpakken. Bij transportschade
mag u het apparaat niet aansluiten.
Elektrische aansluiting
Alleen een daartoe bevoegd vakman mag het apparaat
aansluiten. Bij schade door een verkeerde aansluiting maakt u
geen aanspraak op garantie.
Instructies voor uw veiligheid
Dit apparaat is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd.
Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten.
Volwassenen en kinderen mogen het apparaat niet zonder
toezicht gebruiken wanneer
ze hiertoe lichamelijk of geestelijk niet in staat zijn,
of niet over de nodige kennis en ervaring beschikken.
Laat kinderen nooit met het apparaat spelen.
Gebruik het apparaat enkel om te koken, nooit als verwarming.
Hete oppervlakken
ã=Risico van verbranding!
Nooit de hete kookzones, de vlakken van de binnenruimte of
de verwarmingselementen aanraken. Houd kleine kinderen
uit de buurt. Let op de restwarmte-indicatie op de kookplaat.
Hiermee wordt gewaarschuwd tegen hete kookzones.
Nooit gerechten klaarmaken die een hoog percentage
alcohol bevatten. Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte
vlam vatten. Gebruik alleen kleine hoeveelheden drank met
een hoog alcoholpercentage en open de deur van het
apparaat voorzichtig.
ã=Risico van brand!
Nooit brandbare voorwerpen op de kookplaat leggen of in de
binnenruimte bewaren. Nooit de deur openen wanneer er
sprake is van rookontwikkeling in het toestel. Zet het apparaat
uit. Haal de netstekker uit het stopcontact of schakel de
zekering in de meterkast uit.
ã=Risico van kortsluiting!
Nooit aansluitkabels van elektrische apparaten tussen de hete
deur van het toestel beklemd laten raken of over de hete
kookplaat trekken. De kabelisolatie kan smelten.
48
ã=Kans op verbrandingen!!
Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan hete
waterdamp.
ã=Kans op verbrandingen!!
Bij het openen van de apparaatdeur kan er hete stoom
ontsnappen. Tijdens of na de bereiding de apparaatdeur
voorzichtig openen. Bij het openen niet te dicht bij het apparaat
staan. Let erop dat de stoom niet te zien kan zijn, afhankelijk
van de temperatuur.
Hete toebehoren en vormen
ã=Risico van verbranding!
Nooit hete toebehoren of vormen zonder pannenlappen uit de
binnenruimte nemen.
Oververhitte olie en vet
ã=Risico van brand!
Oververhitte olie en vet vatten snel vlam. Verwarm vet of hete
olie nooit zonder dat er toezicht bij is. Blus brandende olie of
vet nooit met water. Doof de vlammen met een deksel of bord.
Schakel de kookzone uit.
Natte bodems van pannen en kookzones
ã=Risico van letsel!
Wanneer zich vloeistof tussen de bodem van de pan en de
kookzone bevindt, kan er dampdruk ontstaan. Daardoor kan de
pan plotseling omhoog springen. Zorg ervoor dat de kookzone
en de bodem van de pan altijd droog zijn.
Barsten in het glaskeramiek
ã=Kans op een elektrische schok!!
Schakel de zekering in de meterkast uit wanneer er breuken of
barsten in het glaskeramiek zitten. Neem contact op met de
klantenservice.
Veiligheid bij de reiniging
ã=Verbrandingsgevaar!
Het apparaat wordt heet tijdens de bereiding. Laat het voor de
reiniging afkoelen.
Ondeskundige reparaties
ã=Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice. Wanneer het apparaat
defect is, haal de stekker dan uit het stopcontact of schakel de
zekering in de meterkast uit. Neem contact op met de
klantenservice.
Ovendeur - aanvullende veiligheidsinstructies
Bij langere baktijden kan de ovendeur erg heet worden.
Indien u kinderen hebt, is bij het gebruik van de oven extra
voorzichtigheid geboden.
Verder is er een beveiligingsvoorziening (beveiligingsrooster)
beschikbaar waarmee directe aanraking van de ovendeur
wordt verhinderd. Dit beveiligingsrooster is onder nr. 469088
bij de klantenservice verkrijgbaar.
Oorzaken van schade
Kookplaat
Attentie!
Door ruwe bodems van pannen ontstaan krassen op het
glaskeramiek.
U dient te voorkomen dat pannen leeg koken. Hierdoor kan
schade ontstaan.
Nooit hete pannen op het bedieningspaneel, het
indicatiegebied of de omlijsting zetten. Hierdoor kan schade
ontstaan.
Wanneer er harde en puntige voorwerpen op de kookplaat
vallen, kan deze beschadigd raken.
Aluminiumfolie of kook- of bakgerei van kunststof smelten op
de hete kookzones. Bakpapier is niet geschikt voor uw
kookplaat.
Overzicht
In de volgende tabel vindt u de meest voorkomende schade:
Schade Oorzaak Maatregel
Vlekken Overgelopen etenswaar Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek.
Krassen Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak.
Door ruwe bodems van pannen ont-
staan krassen op het glaskeramiek.
Controleer uw kook- en bakgerei.
Verkleuringen Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek.
Slijtage van pannen (bijv. aluminium) Til de pannen tijdens het verplaatsen op.
Defecten aan het
oppervlak
Suiker, zeer suikerhoudende gerech-
ten
Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper.
49
Oven
Attentie!
Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de
binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de
binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type
dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen
vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer
een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er
ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en
braadtijden kloppen niet meer en het email wordt
beschadigd.
Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete
binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de
verandering van temperatuur kan schade aan het email
ontstaan.
Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen
langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email
raakt dan beschadigd.
Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet
te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat
druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden
verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede.
Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen
laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de
deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van
aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd.
Sterk vervuilde ovendichting: Is de ovendichting sterk
vervuild, dan sluit de ovendeur tijdens het gebruik niet meer
goed. De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden
beschadigd. De ovendichting altijd schoon houden.
Ovendeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen:
Niets op de open ovendeur leggen of plaatsen. Geen vormen
of toebehoren op de ovendeur plaatsen.
Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep
vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het
gewicht van het apparaat niet en kan afbreken.
Ovenlade
Attentie!
Leg geen hete voorwerpen in de ovenlade. Deze kan hierdoor
worden beschadigd.
Opstellen en aansluiten
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting dient uitgevoerd te worden door een
daartoe bevoegd vakman. De voorschriften van de
verantwoordelijke elektriciteitsmaatschappij dienen te worden
nageleefd.
Wanneer het toestel verkeerd wordt aangesloten, heeft u geen
recht op garantie.
Voor de installateur
De installatie dient te beschikken over een schakelaar met
een contactopening van minstens 3 mm. Bij aansluiting met
een stekker is dit niet noodzakelijk wanneer de stekker voor
de gebruiker toegankelijk is.
Elektrische veiligheid: het fornuis is een apparaat van
veiligheidsklasse I en mag alleen met een geaarde
aansluiting worden gebruikt.
Voor de aansluiting van het apparaat dient een kabel van het
type H 05 VV-F of gelijkwaardig te worden gebruikt.
Apparaten die voorzien zijn van een stekker mogen alleen op
volgens voorschrift geïnstalleerde stopcontacten, beveiligd
met een zekering van max. 25 A, 3x4 mm², worden
aangesloten.
Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen
Zet het fornuis direct op de vloer.
1. Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen.
Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter
stelvoeten.
2. De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of
omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A).
3. Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B).
Bevestiging aan de wand
Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de
meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het
montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht.
%
$
50
Uw nieuwe fornuis
Hier maakt u kennis met uw nieuwe fornuis. Wij leggen u de
werking van het bedieningspaneel, de kookplaat en de
afzonderlijke bedieningselementen uit. U krijgt informatie over
de binnenruimte en de toebehoren.
Algemeen
De uitvoering hangt van het type apparaat af.
Schakelaars
De schakelaars kunnnen in de uit-stand worden ingedrukt. Om
in en uit te schakelen op de schakelaar drukken.
De kookplaat
Kookzoneknoppen
Met de vier kookzoneknoppen stelt u het
verwarmingsvermogen van de afzonderlijke kookzones in.
Wanneer u een kookzone inschakelt, brandt het
indicatielampje.
)URQWSDQHHO
%HGLHQLQJV
RSSHUYODN
6RNNHO
VFKXLIODGH
.RRN]RQHV
2YHQGHXU
6WRRPDIYRHU
9RRU]LFKWLJ%LMGHZHUNLQJYDQGHRYHQ
NRPWHURSGH]HSODDWVKHWHVWRRPXLW
.RRN]RQHFPRI
EUDDG]RQH[FP
.RRN]RQHFP
.RRN]RQHPHW
WZHHULQJHQ
HQFP
.RRN]RQHFP
5HVWZDUPWHLQGLFDWLH
9ULMNRPHQGHGDPS
9RRU]LFKWLJ+LHUNRPWKHWHOXFKWYULM
Stand Betekenis
ý
Nulstand De kookzone is uitgeschakeld.
1-9 Kookstanden 1 = laagste stand
9 = hoogste stand
î
Extra inschakeling De braadzone inschakelen
ð
Extra inschakeling De grote kookzone met twee rin-
gen inschakelen
Stand Betekenis
51
Restwarmte-indicatie
De kookplaat heeft voor elke kookzone een
restwarmteindicatie. Deze laat zien welke kookzones nog heet
zijn. Ook wanneer de kookplaat uitgeschakeld is, is de indicatie
verlicht tot de kookzone voldoende is afgekoeld.
U kunt de restwarmte energiebesparend benutten en
bijvoorbeeld een klein gerecht warmhouden.
De oven
U stelt de oven in met de functie- en de temperatuurkeuzeknop.
Functiekeuzeknop
Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode voor
de oven in.
U kunt de functiekeuzeknoppen naar rechts of naar links
draaien.
Wanneer u instelt gaat de ovenlamp in de binnenruimte aan.
Temperatuurkeuzeknop
Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de
grillstand instellen.
Als de oven opwarmt, brandt het controlelampje op het
bedieningspaneel. Als het opwarmen wordt onderbroken, gaat
het symbool uit. Bij sommige instellingen brandt het symbool
niet.
De binnenruimte
In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp.
Ovenlamp
Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte.
Vrijkomende damp
De warme lucht uit de binnenruimte ontsnapt aan de achterkant
van de kookplaat. Let op! De ventilatiesleuven niet afdekken.
Anders raakt de oven oververhit.
Toebehoren
De toebehoren kunnen op 5 verschillende hoogtes in de oven
geschoven worden.
U kunt de toebehoren tot twee derde naar buiten trekken
zonder dat ze kantelen. Zo kunnen de gerechten gemakkelijk
uit de oven worden gehaald.
Wanneer de toebehoren heet worden, kunnen ze vervormen.
Zodra ze weer afgekoeld zijn, verdwijnt de vervorming en de
werking wordt hierdoor niet beïnvloed.
Houd de bakplaat aan weerszijden met beide handen vast en
schuif de bakplaat recht in het frame. Vermijd bij het inschuiven
bewegingen naar links of rechts. Anders kan de bakplaat niet
gemakkelijk ingeschoven worden. Het geëmailleerde oppervlak
kan beschadigd raken.
Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de
vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het
HZnummer op.
Stand Gebruik
ý
Nulstand De oven is uitgeschakeld.
%
Boven- en onder-
warmte
Voor taart en gebak, ovenschotels
en magere braadstukken,
bijv. rund of wild, op één niveau.
De hitte komt gelijkmatig van
boven en van beneden.
:
3D-hetelucht* Voor taart en gebak op één tot
drie niveaus. De ventilator ver-
deelt de warmte van het ronde ver-
warmingselement aan de
achterkant gelijkmatig in de oven.
;
Pizzastand Voor de snelle bereiding van diep-
vriesproducten zonder voorverwar-
men, bijv. pizza's, patates frites of
strudel. Het onderste verwarmings-
element en het ronde verwar-
mingselement aan de achterwand
zijn ingeschakeld.
$
Onderwarmte Inkoken en nabakken of narooste-
ren. De hitte komt van onderen.
4
Circulatiegrillen Braden van vlees, gevogelte en
hele vis. Het grillelement en de
ventilator worden afwisselend in-
en uitgeschakeld. De ventilator
wervelt de hete lucht rond het
gerecht.
*
Grill, klein Grillen van kleine hoeveelheden
steaks, worstjes, toast en stukjes
vis. Het middelste deel van het gril-
lelement wordt heet.
(
Grill, groot Grillen van steaks, worstjes, toast
en stukjes vis. Het gehele vlak
onder het grillelement wordt heet.
A
Ontdooien Ontdooien van bijv. vlees, gevo-
gelte, brood en gebak. De ventila-
tor wervelt de warme lucht rond
het gerecht.
I
Snelvoorverwarming Snel voorverwarmen van de oven
zonder toebehoren.
* Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse
overeenkomt met EN50304.
Standen Functie
Ú
Nulstand Oven niet heet.
50-270 Temperatuurbe-
reik
De temperatuurweergave is in
ºC.
•, ••, ••• Grillstanden Grillstanden voor de grill, klein
* en groot ( oppervlak.
• = Stand 1, zwak
•• = Stand 2, gemiddeld
••• = Stand 3, sterk
Rooster
Voor servies, taart- en cakevormen,
braadstukken, grillstukken en diep-
vriesgerechten.
Rooster met de welving naar bene-
den
¾ inschuiven.
52
Extra toebehoren
Extra toebehoren kunt u bij de servicedienst of in de
speciaalzaak kopen. In onze brochures of op internet vindt u
diverse producten die voor uw oven geschikt zijn. De
beschikbaarheid van extra toebehoren en de mogelijkheid om
deze via internet te kopen is per land verschillend. Informatie
hierover vindt u in de verkoopbrochures.
Niet elk extra toebehoren is voor elk apparaat geschikt. Geef bij
aankoop steeds de volledige naam (E-nr.) van uw apparaat op.
Emaillen bakplaat
Voor gebak en koekjes.
Schuif de bakplaat met de schuine
kant naar de ovendeur in de oven.
Braadslede
Voor vochtig gebak, taarten, diep-
vriesgerechten en grote braadstuk-
ken. Deze kan ook worden gebruikt
om het vet op te vangen, als u
direct op het rooster grilt.
Schuif de braadslede met de
schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Extra toebehoren HZ-nummer Functie
Metalen braadschotel HZ26000 De metalen braadschotel is geschikt voor glaskeramische
kookvelden met braadzone. Zowel geschikt voor inductiekook-
zones als voor automatische braadprogramma's. De braad-
schotel is aan de buitenkant geëmailleerd en heeft een aniti-
aanbaklaag aan de binnenkant.
Pizzaplaat HZ317000 Speciaal geschikt voor pizza's, diepvriesgerechten en ronde
taarten. U kunt de pizzaplaat gebruiken in plaats van de braad-
slede. Schuif de plaat over het rooster in en houd u aan de
instellingen in de tabellen.
Inzetrooster HZ324000 Voor het braden. Het grillrooster altijd op de braadslede plaat-
sen. Afdruppelend vet en vleessappen worden opgevangen.
Grillplaat HZ325000 Wordt bij het grillen gebruikt in plaats van het grillrooster of als
spatbescherming, om de oven tegen sterke vervuiling te
beschermen. De grillplaat alleen met de braadslede gebruiken.
Grillstukken op de grillplaat: Alleende inschuifhoogten 1, 2 en
3 zijn te gebruiken.
Grillplaat als spatbescherming: De braadslede wordt tezamen
met de grillplaat onder het rooster ingeschoven.
Baksteen HZ327000 De baksteen is uitstekend geschikt voor de bereiding van zelf-
gemaakt brood, broodjes en pizza's, om deze een krokante
bodem te geven. De Baksteen moet altijd op de voorgeschre-
ven temperatuur worden voorverwarmd.
Geëmailleerde bakplaat HZ331000 Voor gebak en koekjes.
Schuif het bakblik met de schuine kant naar de ovendeur in de
oven.
Geëmailleerde bakplaat met anti-aanbaklaag HZ331010 Koeken en koekjes kunt u goed verdelen over de bakplaat.
Schuif het bakblik met de schuine kant naar de ovendeur in de
oven.
Braadslede HZ332000 Voor vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote
braadstukken. Kan ook gebruikt worden voor het opvangen
van vet of vleessappen onder het rooster.
Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in
de oven.
Braadslede met anti-aanbaklaag HZ332010 Vochtig koeken, gebak, diepvriesgerechten en grote braad-
stukken kunt u goed verdelen over de braadslede. Schuif de
braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in de oven.
Professionele slede met inzetrooster HZ333000 Bijzonder geschikt voor de bereiding van grotere hoeveelhe-
den.
Deksel voor de professionele slede HZ333001 Met deksel wordt de professionele slede een professionele
braadschotel.
Rooster HZ334000 Voor ovenschalen, bakvormen, braadstukken, gegrilde stuk-
ken en diepvriesgerechten.
Glazen slede HZ336000 Diepe bakplaat van glas. Ook geschikt als opdienschaal.
2-voudige telescopische uitschuifhulp HZ338250 Met de uitschuifrails op de hoogten 2 en 3 kunt u het toebeho-
ren verder uittrekken, zonder dat het kantelt.
3-voudige telescopische uitschuifhulp HZ338352 Met de uitschuifrails op de hoogten 1, 2 en 3 kunt u het toebe-
horen verder uittrekken, zonder dat het kantelt.
3-voudige telescopische uitschuifhulp HZ338356 Met de uitschuifrails op de hoogten 1, 2 en 3 kunt u het toebe-
horen verder uittrekken, zonder dat het kantelt.
53
Klantenserviceartikelen
Voor uw huishoudelijke apparaten kunt u bij de klantenservice,
in de vakhandel of via het Internet voor afzonderlijke landen in
de e-shop de juiste onderhouds en reinigingsmiddelen of
andere toebehoren kopen. Geef hiervoor het betreffende
artikelnummer op.
Voor het eerste gebruik
Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst
gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk
Veiligheidsvoorschriften.
De oven opwarmen
Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege,
gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur bij Boven- en
onderwarmte
% op 240 °C. Let erop dat zich geen
verpakkingsresten in de binnenruimte bevinden.
1. Met de functiekeuzeknop Boven- en onderwarmte %
instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen.
Na een uur de oven uitschakelen. Hiervoor de
functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Toebehoren reinigen
Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met
warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje.
Kookplaat instellen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt instellen. In de
tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
Zo stelt u in
Met de kookzoneknoppen stelt u het verwarmingsvermogen
van de afzonderlijke kookzones in.
Stand 0 = uit
Stand 1 = laagste stand
Stand 9 = hoogste stand.
Wanneer u een kookzone inschakelt, brandt het
indicatielampje.
Grote kookzone met twee ringen en
braadzone
Bij deze kookzones kunt u de grootte veranderen.
Extra inschakelen van het grote vlak
Kookzoneknop tot de stand 9 draaien - hier voelt u een lichte
weerstand - en verder tot het symbool
ð = grote kookzone met twee ringen of
æ = braadzone
Vervolgens direct naar de gewenste kookstand terugdraaien.
Terugschakelen naar het kleine vlak
Kookzoneknop op 0 draaien en opnieuw instellen.
Op de kleine kookzone met twee ringen kunt u bijzonder goed
kleine hoeveelheden opwarmen.
Attentie!
Nooit verder dan het symbool ð of æ op 0 draaien.
Universele braadschotel HZ390800 Bijzonder geschikt voor de bereiding van grotere hoeveelhe-
den.De braadschotel is aan de buitenkant grijs geëmailleerd
en heeft een ovenvast glazen deksel. Het glazen deksel kan
worden gebruikt als gratinvorm.
Glazen braadschotel HZ915001 De glazen braadschotel is geschikt voor gestoomde gerechten
en soufflées. Bijzonder geschikt automatische braadpro-
gramma's.
Extra toebehoren HZ-nummer Functie
Schoonmaakdoekjes voor roestvrijstalen
oppervlakken
Artikelnr. 311134 Het afzetten van vuil wordt tegengegaan. Door de impregnatie
met een speciale olie worden de oppervlakken van roestvrij-
stalen apparaten optimaal schoongemaakt.
Ovengrillreinigergel Artikel-nr. 463582 Voor het reinigen van de binnenruimte. De gel is reukloos.
Microvezeldoek met honingraatstructuur Artikelnr. 460770 Bijzonder geschikt voor het schoonmaken van gevoelige
oppervlakken, zoals bijv. glas, glaskeramiek, roestvrij staal of
aluminium. Het microvezeldoekje verwijdert in één keer voch-
tig en vethoudend vuil.
Deurbeveiliging Artikel-nr. 612594 Om te voorkomen dat kinderen de ovendeur openen. De
beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt
van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad
bij de deurbeveiliging in acht.
54
Kooktabel
In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden.
De bereidingstijden en kookstanden zijn afhankelijk van de
aard, het gewicht en de kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn
afwijkingen mogelijk.
Bij het opwarmen van dikvloeibare gerechten regelmatig
roeren.
Gebruik voor het aan de kook brengen kookstand 9.
Doorkookstand Doorkookduur in
minuten
Smelten
Chocolade, couverture, gelatine,
boter
1
1-2
-
-
Opwarmen en warmhouden
Eenpansgerecht (bijv. linzenschotel)
Melk**
1-2
1-2
-
-
Gaarstoven, zachtjes laten koken
Knoedels, knödels
Vis
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus
4*
3*
1
20-30 min.
10-15 min.
3-6 min.
Koken, stomen, stoven
Rijst (met dubbele hoeveelheid water)
In de schil gekookte aardappels
Gekookte aardappels
Deegwaren, pasta
Eenpansgerecht, soepen
Groente
Groente, diepvries
Garen in de snelkookpan
3
3-4
3-4
5*
3-4
3-4
3-4
3-4
15-30 min.
25-30 min.
15-25 min.
6-10 min.
15-60 min.
10-20 min.
10-20 min.
-
Sudderen
Rollades
Stoofvlees
Goulash
3-4
3-4
3-4
50-60 min.
60-100 min.
50-60 min.
Braden**
Schnitzel, on/gepaneerd
Schnitzel, diepvries
Steak (3 cm dik)
Vis en visfilet, ongepaneerd
Vis en visfilet, gepaneerd
Vis en visfilet, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks
Pangerechten, diepvries
Pannenkoeken
6-7
6-7
7-8
4-5
4-5
6-7
6-7
5-6
6-10 min.
8-12 min.
8-12 min.
8-20 min.
8-20 min.
8-12 min.
6-10 min.
ononderbroken
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
55
Oven instellen
U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen.
Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste
verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt.
Verwarmingsmethode en temperatuur
Het voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte % bij
190 °C.
1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen.
2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de
grillstand instellen.
De oven begint op te warmen.
Oven uitschakelen.
Functiekeuzeknop op de nulstand draaien.
Instellingen veranderen
U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op
elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen.
Snelvoorverwarming
Met de snelvoorverwarming bereikt de oven de ingestelde
temperatuur bijzonder snel.
Gebruik de snelvoorverwarming voor temperaturen boven 100
ºC.
Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, doet u de gerechten
pas na beëindiging van het snel voorverwarmen in de oven.
1. Zet de functiekeuzeknop op I.
2. Stel de temperatuurkeuzeknop op de gewenste temperatuur
in.
Het indicatielampje boven de temperatuurkeuzeknop brandt.
De oven wordt opgewarmd.
Na afloop van het snel voorverwarmen
Het indicatielampje gaat uit. Plaats uw gerecht in de oven en
stel de gewenste verwarmingsmethode in.
Onderhoud en reiniging
Wanneer u de kookplaat en de oven goed verzorgt en
schoonmaakt, blijven ze lang mooi en intact. Hieronder leggen
wij u uit hoe u beide op de juiste manier verzorgt en
schoonmaakt.
Aanwijzingen
Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het
gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals
glas, kunststof en metaal.
Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen,
zijn lichtreflexen van de ovenlamp.
Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen.
Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is
normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De
smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden
geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming
tegen corrosie blijft hierbij intact.
Schoonmaakmiddelen
Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door
verkeerde reinigingsmiddelen beschadigd raken, moet u zich
aan het volgende houden.
Gebruik bij de reiniging van de kookplaat
geen onverdund afwasmiddel of reinigingsmiddelen voor de
vaatwasmachine,
geen schuursponsjes,
geen agressieve reinigingsmiddelen zoals ovensprays of
middelen om vlekken te verwijderen,
geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Gebruik bij de reiniging van de oven
geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen,
geen reinigingsmiddelen met een hoog alcoholpercentage,
geen schuursponsjes,
geen hogedrukreiniger of stoomstraler.
Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine.
Was nieuwe sponsen voor het eerste gebruik goed uit.
&
&
&
56
Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte
schoonmaken
De achterwand in de oven is voorzien van een laagje zeer
poreus keramiek. Spetters van het bakken en braden worden
hiervan opgezogen en afgebroken terwijl de oven in gebruik is.
Hoe hoger de temperatuur en hoe langer de oven wordt
gebruikt, des te beter het resultaat.
Wanneer er ook na herhaald gebruik nog vuil zichtbaar is, gaat
u als volgt te werk:
1.Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte
zorgvuldig schoonmaken.
2.3D-hetelucht : instellen.
3.De lege, gesloten oven gedurende ongeveer 2 uur op
maximale temperatuur houden.
De keramiekbedekking wordt geregenereerd. Bruinachtige of
witachtige resten kunt u, wanneer de binnenruimte afgekoeld is,
met water of een zachte doek verwijderen.
Een lichte verkleuring van het keramiek heeft geen invloed op
de zelfreiniging.
Attentie!
Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen. Deze
veroorzaken krassen op de hoogporeuze laag of vernietigen
hem.
Behandel de keramiekbedekking nooit met ovenreiniger.
Komt hier per ongeluk ovenreiniger op, verwijder deze dan
direct met een spons en voldoende water.
Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte
schoonmaken
Gebruik hiervoor een schoonmaakdoekje en heet zeepsop of
water met azijn.
Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal of
ovenreiniger gebruiken. Alleen gebruiken in de onverwarmde
oven. De zelfreinigende oppervlakken nooit behandelen met
een schuursponsje of ovenreiniger.
Inschuifrails verwijderen en bevestigen
U kunt de rails voor het reinigen verwijderen. De oven dient
afgekoeld te zijn.
Inschuifrails verwijderen
1.Rail voor optillen
2.en uit de geleiders nemen (Afbeelding A).
3.Hierna de hele rail naar voren trekken
4.en verwijderen (Afbeelding B).
Maak de rails schoon met zeepsop en een
schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een borstel.
Inschuifrails bevestigen
1.Inschuifrails eerst in de achterste bus plaatsen, iets naar
achteren drukken (Afbeelding A)
2.en vervolgens in de voorste bus plaatsen (Afbeelding B).
De inschuifrails passen links en rechts. De welving moet zich
altijd aan de onderkant bevinden.
Bereik Schoonmaakmiddelen
Buitenzijde appa-
raat
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Geen
glasreiniger of schraper gebruiken.
Roestvrij staal Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen en
met een zachte doek nadrogen. Kalk-,
vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd
onmiddellijk verwijderen. Onder zulke
vlekken kan gemakkelijk corrosie ont-
staan.
Bij de klantenservice of in de vakhandel
zijn speciale schoonmaakmiddelen voor
roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt
zijn voor warme oppervlakken. Het
schoonmaakmiddel heel dun opbrengen
met een zachte doek.
Kookplaat Verzorging: beschermings- en onder-
houdsmiddelen voor het glaskeramiek.
Reiniging: schoonmaakmiddelen die
geschikt zijn voor glaskeramiek.
De aanwijzingen voor het schoonmaken
op de verpakking in acht nemen.
:Schraper tegen sterke vervuiling:
Ontgrendelen en alleen met het schra-
permesje reinigen. Let op, het mes is
heel scherp! Risico van letsel..
Na het reinigen weer sluiten. Bescha-
digde messen direct vervangen.
Omlijsting van de
kookplaat
Warm zeepsop:
nooit schoonmaken met schraper,
citroen of azijn.
Ruiten van de deur Glasreiniger:
met een zachte doek schoonmaken.
Geen schraper gebruiken.
Binnenruimte Warm zeepsop of water met azijn:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Inschuifrails Warm zeepsop:
laten weken en met een schoonmaak-
doekje of borstel schoonmaken.
Braadthermometer
(afhankelijk van het
type toestel)
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje of borstel
schoonmaken. Niet afwassen in de vaat-
wasmachine.
Glazen afscher-
ming van de oven-
lamp
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Dichting
Niet afnemen!
Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen.
Niet schuren.
Toebehoren Warm zeepsop:
laten weken en met een schoonmaak-
doekje of borstel schoonmaken.
Ovenlade Warm zeepsop:
met een schoonmaakdoekje reinigen.

%



$
%
$
57
Ovendeur verwijderen en inbrengen
Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u
de ovendeur verwijderen.
De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een
blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt
(Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden
verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen
van de ovendeur opengeklapt zijn (B), zijn de scharnieren
beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen.
ã=Risico van letsel!
Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met
grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd
helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de
ovendeur helemaal opengeklapt.
Deur verwijderen
1. Ovendeur helemaal openen.
2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen
(Afbeelding A).
3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. Met beide handen links en
rechts vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen
(Afbeelding B).
Deur inbrengen
De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen.
1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide
scharnieren recht in de opening worden geleid
(Afbeelding A).
2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken
(Afbeelding B).
3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen (Afbeelding C).
Ovendeur sluiten.
ã=Risico van letsel!
Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt of een scharnier
dichtklapt, het scharnier niet met uw hand aanraken. Neem
contact op met de klantenservice.
Glazen ruiten uit- en inbouwen
U kunt de glazen ruiten van de ovendeur eruitnemen om ze
beter te kunnen reinigen.
Let op bij het uitbouwen van de binnenruit, dat u de ruiten weer
in dezelfde volgorde inbouwt.
Verwijderen
1. Ovendeur verwijderen en met de handgreep naar beneden
op een doek leggen.
2. De afscherming bovenaan de ovendeur eraf schroeven.
Hiervoor de schroeven aan de linker- en rechterkant
losdraaien (Afbeelding A).
3. Bovenste ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B).
4. De grote klemmen rechts en links losschroeven en
verwijderen (Afbeelding C). Middelste ruit eruit nemen.
5. Onderste ruit er schuin naar boven uittrekken.
Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek.
Gebruik geen scherpe of schurende middelen en geen
schraper. Het glas kan hierdoor beschadigd raken.
%
$
%
$
%
$
&
%
$
58
Inbouw
1.De onderste glazen ruit dwars naar achteren inschuiven
(afbeelding A). Let erop dat het opschrift “Right above" links
onder niet op zijn kop staat.
2.De middelste glazen ruit inschuiven (afbeelding B).
3.De bevestigingsklemmen links en rechts op de glazen ruit
plaatsen, daarbij de veren uit het schroefgat richten en
vastschroeven (afbeelding C).
4.De bovenste glazen ruit dwars naar achteren inschuiven. Het
grote vlak moet aan de buitenkant zijn.
5.De afdekking plaatsen en vastschroeven.
6.De ovendeur weer inhangen.
U mag de oven pas weer gebruiken, als de ruiten correct zijn
ingebouwd.
Wat te doen bij storingen?
Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid.
Raadpleeg de volgende tabel voordat u contact opneemt met
de servicedienst. Wellicht kunt u zelf de storing verhelpen.
Storingstabel
Wanneer een gerecht niet goed gelukt is, lees hier dan het
hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest op na. Hier vindt u
vele tips en aanwijzingen voor het koken.
ã=Kans op een elektrische schok!
Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen
uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn
geïnstrueerd door de klantenservice.
Ovenlamp aan het plafond vervangen
Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen.
Temperatuurbestendige reservelampen, 25 watt, kunt u krijgen
bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend
originele lampen.
ã=Kans op een elektrische schok!
Zekering in de meterkast uitschakelen.
1.Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te
voorkomen.
2.Glazen afscherming eruit halen door de schroeven naar links
te draaien.
3.Lamp vervangen door een van hetzelfde type.
4.Glazen afscherming er weer inschroeven.
5.Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen.
Glazen afscherming
Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden
vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij
de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (Enr.) en
het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat.
%
$
&
Storing Mogelijke oor-
zaak
Oplossing/aanwijzing
De oven functio-
neert niet.
De zekering is
defect.
Kijk in de meterkast na of
de zekering in orde is.
De stroom is uit-
gevallen.
Controleer of het keuken-
licht of andere keukenappa-
raten functioneren.
De oven warmt
niet op.
Er zit stof op de
contacten.
Draai de schakelaars meer-
dere keren heen en weer.
59
Servicedienst
Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze
servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende
oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te
voorkomen.
Enummer en FDnummer
Wanneer u contact opneemt met onze servicedienst, geeft u
dan a.u.b. het E-nummer en het FD-nummer van het apparaat
aan. Het typeplaatje met de nummers vindt u in de schuiflade
van het apparaat. Vul de gegevens van het apparaat hier in,
zodat u ze in geval van een storing bij de hand hebt.
De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst
met Servicedienstadressen.
Verzoek om reparatie en advies bij storingen
Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent u er
zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door geschoolde
onderhoudstechnici, die beschikken over de originele
onderdelen voor uw huishoudelijke apparaten.
Energie en milieutips
Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en
braden in de oven en bij het koken op de kookplaat energie
bespaart en het apparaat op de juiste manier afvoert.
Energie besparen met de oven
De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de
tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven.
Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen.
Deze nemen de hitte bijzonder goed op.
Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo
weinig mogelijk.
Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken.
De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het
tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen
naast elkaar in de oven plaatsen.
Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor
het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte
gebruiken voor het afbakken.
Energie besparen met de kookplaat
Gebruik pannen met dikke, egale bodems. Niet-egale
bodems verhogen het energieverbruik.
De diameter van de bodem van de pan dient overeen te
komen met de grootte van de kookzone. Vooral te kleine
pannen op de kookzone zorgen voor energieverlies. Let op:
de fabrikanten geven vaak de diameter van de bovenkant
van de pan aan. Deze is meestal groter dan de diameter van
de pannenbodem.
Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een grote,
slechts weinig gevulde pan heeft veel energie nodig.
Sluit de pannen altijd af met een passend deksel. Wanneer u
kookt zonder deksel heeft u vier maal meer energie nodig.
Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij groente
blijven vitamines en mineralen behouden.
Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
Maak gebruik van de restwarmte. Schakel bij langere
bereidingstijden al 5-10 minuten voor het einde van de
bereidingstijd de kookzone uit.
Milieuvriendelijk afvoeren
Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af.
Enr.
FDnr.
Servicedienst O
NL 088 424 4020
B 070 222 142
Dit apparaat beantwoordt aan de Europese richtlijn
2002/96/EG inzake gebruikte elektro en elektronica-
apparatuur (WEEE - waste electrical and electronic
equipment). De richtlijn biedt het kader voor de
terugname en verwerking van gebruikte apparaten
geldend voor de hele EU.
60
Voor u in onze kookstudio uitgetest.
Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende
optimale instellingen. Wij laten u zien welke
verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is
voor uw gerecht. U krijgt informatie over de juiste toebehoren
en de hoogte waarop ze ingeschoven dienen te worden. U
krijgt tips over de te gebruiken vormen en de bereiding.
Aanwijzingen
De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde
en lege binnenruimte worden geplaatst.
Alleen voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt
aangegeven. Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op
de toebehoren.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn
afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de
levensmiddelen.
Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de
klantenservice of in de vakhandel kunt u toebehoren of extra
toebehoren kopen.
Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u
niet nodig heeft uit de binnenruimte.
Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of
vormen uit de oven neemt.
Gebak
Bakken op één niveau
Met boven en onderwarmte % lukt het gebak het beste.
Wanneer u met 3D-hetelucht : bakt, dient u de volgende
inschuifhoogtes voor de toebehoren te gebruiken:
Gebak in vormen: hoogte
Gebak op de plaat: hoogte
Bakken op meerdere niveaus
Gebruik 3Dhetelucht :.
Inschuifhoogtes bij het bakken op 2 niveaus
Braadslede: hoogte
Bakplaat: hoogte
Inschuifhoogtes bij het bakken op 3 niveaus
Bakplaat: hoogte 5
Braadslede: hoogte
Bakplaat: hoogte
Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven
niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
In de tabellen vindt u talrijke voorstellen voor uw gerechten.
Wanneer u met 3 rechthoekige bakvormen tegelijk bakt, zet
deze dan zoals op de afbeelding aangegeven op het rooster.
Bakvormen
Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen.
Bij lichte bakvormen van dunwandig metaal of glazen vormen is
de baktijd langer en wordt het gebak niet zo gelijkmatig bruin.
Wanneer u siliconen vormen wilt gebruiken, raadpleeg dan de
informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van
silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De deegvormen
en receptgegevens kunnen afwijken.
Tabellen
In de tabellen vindt u voor de verschillende soorten gebak de
optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn
afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. In
de tabellen zijn bereiken aangegeven. Probeer het eerst met de
laagste waarde. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het
gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Stel de oven indien nodig de
volgende keer hoger in.
De baktijden worden 5 tot 10 minuten korter wanneer u
voorverwarmt.
Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na
de tabellen.
Gebak in vormen Vorm Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Cake, eenvoudig Krans/rechthoekige vorm 2
:
160-180 40-50
3 cakevormen 3+1
:
140-160 60-80
Cake, fijn Krans/rechthoekige vorm 2
%
150-170 60-70
Taartbodem, roerdeeg Vorm vruchtentaartbodem 2
%
150-170 20-30
Vruchtentaart fijn, roerdeeg Springvorm/tulbandvorm 2
%
160-180 50-60
Biscuittaart Springvorm 2
%
160-180 30-40
Bodem zandtaartdeeg met rand Springvorm 1
%
170-190 25-35
Vruchten- of kwarktaart, bodem van
zandtaartdeeg*
Springvorm 1
%
170-190 70-90
Zwitserse vruchtentaart Pizzaplaat 1
%
220-240 35-45
Hartig gebak (bijv. quiche/uientaart)* Springvorm 1
%
180-200 50-60
Pizza, dunne bodem met weinig bedek-
king (voorverwarmen)
Pizzaplaat 1
%
250-270 10-15
* Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen.
61
Brood en broodjes
Bij het bakken van brood de oven voorverwarmen als er niets
anders is aangegeven.
Giet nooit water in de hete oven.
Bij het bakken op 2 niveaus de braadslede altijd boven de
bakplaat inschuiven.
Gebak op de plaat Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Roer of gistdeeg met droge bedekking Bakplaat 2
%
170-190 20-30
Braadslede + bakplaat 3+1
:
150-170 35-45
Roer- of gistdeeg met vochtige bedek-
king, vruchten
Braadslede 3
%
160-180 40-50
Braadslede + bakplaat 3+1
:
150-170 50-60
Zwitserse vruchtentaart Braadslede 2
%
210-230 40-50
Biscuitrol (voorverwarmen) Bakplaat 2
%
190-210 15-20
Broodvlecht van 500 g bloem Bakplaat 2
%
160-180 30-40
Kerststol van 500 g bloem Bakplaat 3
%
160-180 60-70
Kerststol van 1 kg bloem Bakplaat 3
%
150-170 90-100
Strudel, zoet Braadslede 2
%
180-200 55-65
Börek Braadslede 2
%
180-200 40-50
Pizza Bakplaat 2
%
220-240 15-25
Braadslede + bakplaat 3+1
:
180-200 35-45
Klein gebak Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Koekjes Bakplaat 3
:
140-160 15-25
Braadslede + bakplaat 3+1
:
130-150 25-35
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
130-150 30-40
Sprits (voorverwarmen) Bakplaat 3
%
140-150 30-40
Bakplaat 3
:
140-150 30-40
Braadslede + bakplaat 3+1
:
140-150 30-45
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
130-140 35-50
Bitterkoekjes Bakplaat 2
%
110-130 30-40
Braadslede + bakplaat 3+1
:
100-120 35-45
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
100-120 40-50
Schuimgebak Bakplaat 3
:
80-100 130-150
Deeg van bijv. soesjes Bakplaat 2
%
200-220 30-40
Bladerdeeggebak Bakplaat 3
:
180-200 20-30
Braadslede + bakplaat 3+1
:
180-200 25-35
2 bakplaten + braadslede 5+3+1
:
160-180 35-45
Gistdeeggebak Bakplaat 3
%
180-200 20-30
Braadslede + bakplaat 3+1
:
170-190 25-35
Brood en broodjes Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Gistbrood van 1,2 kg bloem Braadslede 2
%
270
200
8
35-45
Zuurdeegbrood van 1,2 kg
bloem
Braadslede 2
%
270
200
8
40-50
Broodjes (niet voorverwarmen) Bakplaat 3
%
210-230 20-30
Broodjes van gistdeeg, zoet Bakplaat 3
%
170-190 15-20
Braadslede + bakplaat 3+1
:
160-180 20-30
62
Tips voor het bakken
Vlees, gevogelte, vis
Vormen
U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Voor grote
stukken vlees is ook de braadslede geschikt.
Het meest geschikt zijn vormen van glas. Let erop dat het
deksel voor de pan past en goed sluit
Gebruikt u geëmailleerde braadpannen, voeg dan wat meer
vloeistof toe.
Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet zo erg
bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn. Houd langere
bereidingstijden aan.
Opgaven in de tabellen:
Vorm zonder deksel = open
Vorm met deksel = gesloten
Zet de vorm altijd midden op het rooster.
Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is de
ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen.
Braden
Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. De bodem van
de vorm dient ca. ½ cm bedekt te zijn.
Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem van de
vorm dient ca 1 - 2 cm bedekt te zijn.
De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort vlees en
het materiaal van de vormen. Wanneer u vlees in geëmailleerde
braadvormen klaarmaakt, is er wat meer vloeistof nodig dan in
glazen vormen.
Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt geschikt.
Het vlees gaart langzamer en wordt minder bruin. Houd een
hogere temperatuur en/of een langere bereidingstijd aan.
Grillen
Verwarm bij het grillen ca. 3 minuten voor alvorens het gerecht
in de binnenruimte te plaatsen.
Gril altijd in een gesloten oven.
Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Zo
worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals.
Keer de grillstukken na
Z van de bereidingstijd.
Zout de steaks pas na het grillen.
Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. Als
u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het best wanneer u het
midden op het rooster legt.
Plaats ook de braadslede op hoogte 1.Het vleessap wordt
opgevangen en de oven blijft schoner.
De bakplaat of braadslede bij het grillen niet op hoogte 4 of 5
plaatsen. Door de sterke hitte vervormen ze en bij verwijdering
kunnen ze de binnenruimte beschadigen.
Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgeschakeld. Dit is
normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde
grillstand.
Vlees
Draai stukken vlees na de helft van de tijd om.
Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de
uitgeschakelde, gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan
beter verdelen.
Wikkel rosbief na de bereiding in aluminiumfolie en laat het
10 minuten in de oven nagaren.
Snijd bij varkensvlees met zwoerd, het zwoerd kruisgewijs in en
leg het vlees eerst met het zwoerd naar beneden in de vorm.
U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak.
Zo stelt u vast of de cake goed door-
bakken is.
Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het
hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het
gebak klaar.
Het gebak zakt in. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager
in.Houd rekening met de omroertijden in het recept.
Het gebak is in het midden hoog gere-
zen en lager bij de randen.
De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig
los met een mes.
Het gebak wordt te donker aan de
bovenkant.
Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer.
Het gebak is te droog. Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt
u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden
hoger in en houd een kortere baktijd aan.
Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart)
ziet er goed uit, maar is van binnen klef
(zacht, doortrokken met waterstrepen).
Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere tem-
peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi
het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recep-
ten en baktijden.
Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor-
den.
Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij
kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte
% op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt
kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op
de plaat past.
Het vruchtengebak is te licht aan de
onderkant.
Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager.
Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede.
Klein gebak van gistdeeg plakt bij het
bakken aan elkaar.
Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende
plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden.
U hebt op meerdere niveaus gebakken.
Op de bovenste plaat is het gebak don-
kerder dan op de onderste.
Gebruik voor het bakken op meerdere niveaus altijd 3Dhetelucht
:. Bakplaten die
gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bij het bakken van vochtig gebak ont-
staat er condenswater.
Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan
neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen.
Dit is normaal.
63
Gevogelte
De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op
ongevuld, panklaar gevogelte.
Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden
op het rooster. Na
Z van de opgegeven tijd keren.
Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege
de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na Z van de tijd
keren.
Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in.Zo kan het vet
weglopen.
Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het
einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of
sinaasappelsap.
Vlees Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C, grill-
stand
Tijdsduur
in minuten
Rundvlees
Gestoofd rundvlees 1,0 kg gesloten 2
%
200-220 120
1,5 kg 2
%
190-210 140
2,0 kg 2
%
180-200 160
Runderfilet, medium 1,0 kg open 2
%
210-230 70
1,5 kg 2
%
200-220 80
Rosbief, medium 1,0 kg open 1
4
210-230 50
Steaks, medium, 3 cm dik Rooster 5
(
315
Kalfsvlees
Gebraden kalfsvlees 1,0 kg open 2
%
190-210 100
2,0 kg 2
%
170-190 120
Varkensvlees
Braadstuk zonder zwoerd (bijv.
halsstuk)
1,0 kg open 1
4
200-220 100
1,5 kg 1
4
190-210 140
2,0 kg 1
4
180-200 160
Braadstuk, zonder zwoerd
(bijv. schouder)
1,0 kg open 1
4
200-220 120
1,5 kg 1
4
190-210 150
2,0 kg 1
4
180-200 180
Casselerrib met been 1,0 kg gesloten 2
%
210-230 70
Lamsvlees
Lamsbout zonder been, medium 1,5 kg open 1
4
150-170 120
Gehakt
Gehakt van 500 g
vlees
open 1
4
170-190 70
Worstjes
Worstjes Rooster 4
(
315
Gevogelte Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Kip, heel 1,2 kg Rooster 2
4
200-220 60-70
Poularde, heel 1,6 kg Rooster 2
4
190-210 80-90
Kip, gehalveerd elk 500 g Rooster 2
4
200-220 40-50
Stukken kip elk 300 g Rooster 3
4
200-220 30-40
Eend, heel 2,0 kg Rooster 2
4
170-190 90-100
Gans, heel 3,5-4,0 kg Rooster 2
4
160-170 110-130
Kalkoen, heel 3,0 kg Rooster 2
4
170-190 80-100
Kalkoenbout 1,0 kg Rooster 2
4
180-200 90-100
64
Vis
Keer visstukken na
Z van de tijd.
Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de
zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een
ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik
van de vis maakt hem stabieler.
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft
schoner.
Tips voor het braden en grillen
Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast
Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op
hoogte 1. De oven blijft schoner.
Plaats de vormen altijd op het rooster.
De bereidingstoestand van een ovenschotel is afhankelijk van
de grootte van de vorm en de hoogte van het gerecht. De
opgaven in de tabellen zijn slechts richtwaarden.
Vis Gewicht Toebehoren en
vormen
Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C, grill-
stand
Tijdsduur
in minuten
Vis, heel elk ca. 300 g Rooster 2
(
3 20-25
1,0 kg Rooster 2
4
180-200 45-50
1,5 kg Rooster 2
4
170-190 50-60
Viskotelet, 3 cm dik Rooster 3
(
2 20-25
Voor het gewicht van het vlees staan
geen gegevens in de tabel.
Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een
langere tijd aan.
Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar
is?
Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest".
Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee,
dan heeft het nog wat tijd nodig.
Het vlees is te donker en de korst is op
enkele plaatsen verbrand.
Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
aangebrand.
Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe.
Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is
te licht en te waterig.
Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe.
Bij het overgieten van het vlees ontstaat
waterdamp.
Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan neer-
slaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen.
Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Ovenschotels
Ovenschotel, zoet Ovenschaal 2
%
180-200 40-50
Pastaschotel Ovenschaal 2
%
210-230 30-40
Gratin
Gegratineerde aardappels, rauwe ingre-
diënten,
max. 4 cm hoog
1 ovenschaal 2
4
160-180 60-80
2 ovenschalen 1+3
:
150-170 65-85
Toast
Toast grillen, 4 stuks Rooster 4
4
160-170 10-15
Toast grillen, 12 stuks Rooster 4
4
160-170 15-20
65
Kant-en-klaar producten
Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking.
Wanneer u de toebehoren bekleedt met bakpapier, let er dan
op dat het bakpapier geschikt is voor deze temperaturen. Pas
de grootte van het papier aan het gerecht aan.
Het bereidingsresultaat is zeer sterk afhankelijk van het soort
levensmiddelen. Op het rauwe product kunnen al bruine
plekken en ongelijkmatigheden te zien zijn.
Gerecht Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Pizza, diepvries
Pizza met dunne bodem Braadslede 2
;
190-210 15-20
Braadslede + roos-
ter
3+1
:
180-200 20-30
Pizza met dikke bodem Braadslede 2
;
170-190 20-30
Braadslede + roos-
ter
3+1
:
170-190 25-35
Pizza baguette Braadslede 3
;
170-190 20-30
Minipizza Braadslede 3
;
180-200 10-20
Pizza, gekoeld, voorverwarmen Braadslede 1
;
180-200 10-15
Aardappelproducten, diepvries
Frites Braadslede 3
;
190-210 20-30
Braadslede + bak-
plaat
3+1
:
180-200 30-40
Kroketten Braadslede 3
;
190-210 20-25
Rösti, gevulde aardappelflappen Braadslede 3
;
190-210 15-25
Brood en banket, diepvries
Broodjes, baguette Braadslede 3
;
190-210 10-20
Zoute krakelingen Braadslede 3
;
200-220 10-20
Brood en banket, voorgebakken
Afbakbroodjes of -stokbrood Braadslede 3
%
190-210 10-20
Braadslede + roos-
ter
3+1
:
160-180 20-25
Groenteballetjes, diepvries
Vissticks Braadslede 2
;
200-220 10-15
Kipsticks,nuggets Braadslede 3
;
190-210 10-20
Strudel, diepvries
Strudel Braadslede 3
;
190-210 30-40
66
Bijzondere gerechten
Bij lage temperaturen lukt romige yoghurt u met
3D-hetelucht
: even goed als luchtig gistdeeg.
Verwijder eerst de toebehoren, inhangroosters of telescooprails
uit de binnenruimte.
Yoghurt maken
1.1 liter melk (3,5 % vet) aan de kook brengen en tot 40 °C
aafkoelen.
2.Hier 150 g yoghurt (koelkasttemperatuur) door roeren.
3.Hiermee koppen of kleine twist-off potjes vullen en afdekken
met vershoudfolie.
4.Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
5.De koppen of potjes vervolgens op de bodem van de
binnenruimte zetten en bereiden zoals aangegeven.
Gistdeeg laten rijzen
1.Het gistdeeg maken zoals gebruikelijk, in een hittebestendige
vorm van keramiek leggen en afdekken
2.Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen
3.De oven uitschakelen en het deeg in de uitgeschakelde
binnenruimte plaatsen om het te laten rijzen.
Ontdooien
Diepvrieslevensmiddelen uit de verpakking halen en in een
geschikte vorm op het rooster plaatsen.
Lees de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking.
De ontdooitijd is afhankelijk van het soort en de hoeveelheid
levensmiddelen.
Leg het gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden op een
schaal.
Drogen
Met 3D-hetelucht : kunt u uitstekend drogen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken en was
deze grondig.
Laat ze goed afdruipen en droog ze af.
Bedek de braadslede en het rooster met bak- of
perkamentpapier.
Fruit of groente met veel vocht enkele malen keren.
Het gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van het
papier.
Inmaak
Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen
schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van gelijke
grootte. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde
glazen potten van 1 liter.
Attentie!
Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels zouden
kunnen springen.
Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het
grondig.
De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze
kunnen worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het
aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de
inhoud. Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten
werkelijk borrelen.
Voorbereiden
1.De potten vullen, niet te
2.De glazen randen schoonmaken.
3.Leg op elke pot een natte rubberen ring en een deksel.
4.Sluit de potten af met klemmen.
Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte.
Gerecht Vormen Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur Tijdsduur
Yoghurt Koppen of Twist-Off
potten
op de bodem van
de binnenruimte
plaatsen
:
50 °C
50 °C
5m
8 uur
Gistdeeg laten rijzen Hittebestendige
vorm
op de bodem van
de binnenruimte
plaatsen
:
50 °C
Apparaat uitschakelen en
gistdeeg in de binneruimte
plaatsen
510 min..
2030 min..
Diepvriesproducten Toebehoren Hoogte Verwar-
mings-
method
e
Temperatuur in°C
bijv. slagroomtaarten, crèmetaarten, taarten met chocolade of sui-
kerglazuur, vruchten, kip, worst en vlees, brood en broodjes, cake
en ander gebak
Rooster 2
A
De temperatuurkeuzeknop
blijft uitgeschakeld
Vruchten en kruiden Toebehoren Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur Tijdsduur
600 g appelringen Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 5 uur
800 g stukjes peer Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 8 uur
1,5 kg kwetsen of pruimten Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 8-10 uur
200 g panklare keukenkruiden Braadslede + rooster 3+1
:
80 °C ca. 1½ uur
67
Instellen
1. * Braadslede op hoogte 2 plaatsen. Plaats de glazen potten
zó dat ze elkaar niet raken.
2. ½ Liter heet water (ca. 80 ºC) in de braadslede gieten.
3. Ovendeur sluiten.
4. Onderwarmte $ instellen.
5. Temperatuur op170 tot 180 °C instellen
Inmaak
Fruit
Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte tussenpozen
belletjes op. Schakel de oven uit.
Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen uit de
ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat afkoelen,
kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit
sneller zuur wordt.
Groente
Zodra er in de potten belletjes opstijgen de temperatuur naar
120 tot 140 °C terugbrengen. Afhankelijk van de soort groente
ca. 35 tot 70 m. Schakel vervolgens de oven uit en gebruik de
restwarmte.
Glazen potten verwijderen
Neem de potten na het inkoken uit de binnenruimte.
Attentie!
Zet de hete potten niet op een koude of natte ondergrond. Ze
kunnen knappen.
Acrylamide in levensmiddelen
Acrylamide ontstaat vooral bij graan- en aardappelproducten
die met grote hitte worden bereid, zoals aardappelchips, frites,
toast, broodjes, brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai,
speculaas).
Fruit in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Appels, rode bessen, aardbeien Uitschakelen Ca. 25 minuten
Kersen, abrikozen, perziken, kruisbessen Uitschakelen Ca. 30 minuten
Appelmoes, peren, pruimen Uitschakelen Ca. 35 minuten
Groente met koud vocht in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen
Augurken - Ca. 35 minuten
Rode biet Ca. 35 minuten Ca. 30 minuten
Spruitjes ca. 45 minuten Ca. 30 minuten
Bonen, koolrabi, rodekool Ca. 60 minuten Ca. 30 minuten
Erwten Ca. 70 minuten Ca. 30 minuten
Tips voor het klaarmaken van gerechten met weinig acrylamide
Algemeen
Bereidingstijden zo kort mogelijk houden.
De gerechten goudgeel en niet te donker bakken.
Grote, dikke ingrediënten bevatten minder acrylamide.
Bakken Met boven- en onderwarmte max. 200 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max.180 °C.
Koekjes Met boven- en onderwarmte max. 190 °C.
Met 3D-hetelucht of hete lucht max. 170 °C.
Ei of eierdooier gaat de vorming van acrylamide tegen.
Frites uit de oven Gelijkmatig en in één laag verdelen over de plaat. Minstens 400 g per plaat bakken,
zodat de frites niet uitdrogen
68
Testgerechten
Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het
controleren en testen van verschillende apparaten te
vergemakkelijken.
Volgens EN 50304/EN 60350 (2009) resp. IEC 60350.
Bakken
Bakken op twee niveaus:
Braadslede altijd boven de bakplaat plaatsen
Bakken op 3 niveaus:
Braadslede in het midden plaatsen
Sprits:
Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven
niet op hetzelfde moment klaar te zijn.
Bedekte appeltaart op 1 niveau:
Donkere springvormen verspringend naast elkaar plaatsen.
Bedekte appeltaart op 2 niveaus:
Donkere springvormen diagonaal boven elkaar plaatsen, zie
afbeelding.
Gebak in springvormen van blik:
met boven- en onderwarmte
% op 1 niveau bakken. Gebruik
de braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de
springvorm in.
Grillen
Wanneer u eten direct op het rooster plaatst, schuif dan ook de
braadslede in op hoogte 1.De vloeistof wordt opgevangen en
de oven blijft schoner.
Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Temperatuur
in °C
Tijdsduur
in minuten
Sprits, voorverwarmen* Bakplaat 3
%
140-150 30-40
Bakplaat 3
:
140-150 30-40
Bakplaat + braadslede 1+3
:
140-150 30-45
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
:
130-140 40-55
Small cakes, voorverwarmen* Bakplaat 3
%
150-170 20-35
Bakplaat 3
:
150-170 20-35
Bakplaat + braadslede 1+3
:
140-160 30-45
2 bakplaten + braadslede 1+3+5
:
130-150 35-55
Waterbiscuit, voorverwarmen* Springvorm op het rooster 2
%
160-170 30-40
Springvorm op het rooster 2
:
160-170 25-40
Donkere appeltaart Rooster + 2 springvor-
men Ø 20 cm
1
%
170-190 80-100
2 roosters + 2 springvor-
men Ø 20 cm
1+3
:
170-190 70-100
* Om voor te verwarmen niet de functie Snelvoorverwarming gebruiken.
Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Verwar-
mingsme-
thode
Grillstand Tijdsduur
in minuten
Brood roosteren
10 minuten voorverwarmen
Rooster 5
(
-2
Beefburger, 12 stuks*
niet voorverwarmen
Rooster + braadslede 4+1
(
3 25-30
* Na
Z van de tijd keren

Documenttranscriptie

[de] [fr] [nl] [en] Gebrauchsanleitung ...... 3 Mode d’emploi ............ 25 Gebruiksaanwijzing ..... 47 Instruction manual ...... 69 HC724220 Standherd HC724220 Cuisinière HC724220 Fornuis HC724220 Free standing cooker HC724220 é Inhoudsopgave ]nkeasiGl[ubrzjngwi Veiligheidsvoorschriften.......................................................... 47 Voor het inbouwen........................................................................... 47 Instructies voor uw veiligheid ........................................................ 47 Oorzaken van schade ..................................................................... 48 Opstellen en aansluiten ........................................................... 49 Voor de installateur ......................................................................... 49 Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen .......................... 49 Uw nieuwe fornuis.................................................................... 50 Algemeen .......................................................................................... 50 De kookplaat .................................................................................... 50 De oven ............................................................................................. 51 De binnenruimte............................................................................... 51 Voor het eerste gebruik ........................................................... 53 De oven opwarmen ......................................................................... 53 Toebehoren reinigen ....................................................................... 53 Kookplaat instellen................................................................... 53 Zo stelt u in ....................................................................................... 53 Grote kookzone met twee ringen en braadzone ....................... 53 Kooktabel .......................................................................................... 54 Oven instellen ........................................................................... 55 Verwarmingsmethode en temperatuur ........................................ 55 Snelvoorverwarming ........................................................................ 55 Onderhoud en reiniging........................................................... 55 Schoonmaakmiddelen .................................................................... 55 Inschuifrails verwijderen en bevestigen....................................... 56 Ovendeur verwijderen en inbrengen............................................ 57 Glazen ruiten uit- en inbouwen...................................................... 57 Wat te doen bij storingen? ...................................................... 58 Storingstabel..................................................................................... 58 Ovenlamp aan het plafond vervangen ........................................ 58 Glazen afscherming ........................................................................ 58 Servicedienst............................................................................ 59 E­nummer en FD­nummer.............................................................. 59 Energie­ en milieutips .............................................................. 59 Energie besparen met de oven .................................................... 59 Energie besparen met de kookplaat ........................................... 59 Milieuvriendelijk afvoeren ............................................................... 59 Voor u in onze kookstudio uitgetest....................................... 60 Gebak ................................................................................................ 60 Tips voor het bakken ...................................................................... 62 Vlees, gevogelte, vis ....................................................................... 62 Tips voor het braden en grillen..................................................... 64 Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast .......................... 64 Kant-en-klaar producten ................................................................. 65 Bijzondere gerechten ...................................................................... 66 Ontdooien.......................................................................................... 66 Drogen ............................................................................................... 66 Inmaak ............................................................................................... 66 Acrylamide in levensmiddelen................................................ 67 Testgerechten ........................................................................... 68 Bakken............................................................................................... 68 Grillen................................................................................................. 68 Produktinfo Meer informatie over producten, accessoires, onderdelen en diensten vindt u op het internet: www.siemens-home.com en in de online-shop: www.siemens-eshop.com Veiligheidsvoorschriften Lees de gebruiksaanwijzing zorgvuldig door en bewaar hem goed. Geeft u het apparaat door aan anderen, doe de handleiding er dan bij. Voor het inbouwen Hete oppervlakken ã=Risico van verbranding! ■ Nooit de hete kookzones, de vlakken van de binnenruimte of de verwarmingselementen aanraken. Houd kleine kinderen uit de buurt. Let op de restwarmte-indicatie op de kookplaat. Hiermee wordt gewaarschuwd tegen hete kookzones. ■ Nooit gerechten klaarmaken die een hoog percentage alcohol bevatten. Alcoholdampen kunnen in de binnenruimte vlam vatten. Gebruik alleen kleine hoeveelheden drank met een hoog alcoholpercentage en open de deur van het apparaat voorzichtig. Transportschade Controleer het apparaat na het uitpakken. Bij transportschade mag u het apparaat niet aansluiten. Elektrische aansluiting Alleen een daartoe bevoegd vakman mag het apparaat aansluiten. Bij schade door een verkeerde aansluiting maakt u geen aanspraak op garantie. Instructies voor uw veiligheid Dit apparaat is alleen voor huishoudelijk gebruik bestemd. Gebruik het uitsluitend voor het bereiden van gerechten. Volwassenen en kinderen mogen het apparaat niet zonder toezicht gebruiken wanneer ■ ze hiertoe lichamelijk of geestelijk niet in staat zijn, ■ of niet over de nodige kennis en ervaring beschikken. Laat kinderen nooit met het apparaat spelen. ã=Risico van brand! Nooit brandbare voorwerpen op de kookplaat leggen of in de binnenruimte bewaren. Nooit de deur openen wanneer er sprake is van rookontwikkeling in het toestel. Zet het apparaat uit. Haal de netstekker uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. ã=Risico van kortsluiting! Nooit aansluitkabels van elektrische apparaten tussen de hete deur van het toestel beklemd laten raken of over de hete kookplaat trekken. De kabelisolatie kan smelten. Gebruik het apparaat enkel om te koken, nooit als verwarming. 47 Ondeskundige reparaties ã=Kans op verbrandingen!! Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan hete waterdamp. ã=Kans op verbrandingen!! Bij het openen van de apparaatdeur kan er hete stoom ontsnappen. Tijdens of na de bereiding de apparaatdeur voorzichtig openen. Bij het openen niet te dicht bij het apparaat staan. Let erop dat de stoom niet te zien kan zijn, afhankelijk van de temperatuur. ã=Kans op een elektrische schok! Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice. Wanneer het apparaat defect is, haal de stekker dan uit het stopcontact of schakel de zekering in de meterkast uit. Neem contact op met de klantenservice. Ovendeur - aanvullende veiligheidsinstructies Bij langere baktijden kan de ovendeur erg heet worden. Hete toebehoren en vormen ã=Risico van verbranding! Indien u kinderen hebt, is bij het gebruik van de oven extra voorzichtigheid geboden. Nooit hete toebehoren of vormen zonder pannenlappen uit de binnenruimte nemen. Verder is er een beveiligingsvoorziening (beveiligingsrooster) beschikbaar waarmee directe aanraking van de ovendeur wordt verhinderd. Dit beveiligingsrooster is onder nr. 469088 bij de klantenservice verkrijgbaar. Oververhitte olie en vet ã=Risico van brand! Oververhitte olie en vet vatten snel vlam. Verwarm vet of hete olie nooit zonder dat er toezicht bij is. Blus brandende olie of vet nooit met water. Doof de vlammen met een deksel of bord. Schakel de kookzone uit. Oorzaken van schade Kookplaat Attentie! ■ Door ruwe bodems van pannen ontstaan krassen op het glaskeramiek. ■ U dient te voorkomen dat pannen leeg koken. Hierdoor kan schade ontstaan. ■ Nooit hete pannen op het bedieningspaneel, het indicatiegebied of de omlijsting zetten. Hierdoor kan schade ontstaan. ■ Wanneer er harde en puntige voorwerpen op de kookplaat vallen, kan deze beschadigd raken. ■ Aluminiumfolie of kook- of bakgerei van kunststof smelten op de hete kookzones. Bakpapier is niet geschikt voor uw kookplaat. Natte bodems van pannen en kookzones ã=Risico van letsel! Wanneer zich vloeistof tussen de bodem van de pan en de kookzone bevindt, kan er dampdruk ontstaan. Daardoor kan de pan plotseling omhoog springen. Zorg ervoor dat de kookzone en de bodem van de pan altijd droog zijn. Barsten in het glaskeramiek ã=Kans op een elektrische schok!! Schakel de zekering in de meterkast uit wanneer er breuken of barsten in het glaskeramiek zitten. Neem contact op met de klantenservice. Overzicht In de volgende tabel vindt u de meest voorkomende schade: Veiligheid bij de reiniging ã=Verbrandingsgevaar! Het apparaat wordt heet tijdens de bereiding. Laat het voor de reiniging afkoelen. Schade Oorzaak Maatregel Vlekken Overgelopen etenswaar Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper. Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek. Krassen Verkleuringen Zout, suiker en zand Gebruik de kookplaat niet als plaats om iets neer te zetten of als werkvlak. Door ruwe bodems van pannen ontstaan krassen op het glaskeramiek. Controleer uw kook- en bakgerei. Ongeschikte reinigingsmiddelen Gebruik alleen schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek. Slijtage van pannen (bijv. aluminium) Til de pannen tijdens het verplaatsen op. Defecten aan het Suiker, zeer suikerhoudende gerech- Verwijder overgelopen etenswaar onmiddellijk met een schraper. oppervlak ten 48 Oven druppelt, laat vlekken achter die niet meer kunnen worden verwijderd. Gebruik zo mogelijk de diepere braadslede. Attentie! ■ ■ ■ ■ Toebehoren, folie, bakpapier of vormen op de bodem van de binnenruimte: Geen toebehoren op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen bakpapier of folie, van welk type dan ook, op de bodem van de binnenruimte leggen. Geen vorm op de bodem van de binnenruimte plaatsen wanneer een temperatuur van meer dan 50 °C ingesteld is. Er ontstaat dan een opeenhoping van warmte. De bak- en braadtijden kloppen niet meer en het email wordt beschadigd. Water in de hete binnenruimte: Nooit water in de hete binnenruimte gieten. Er ontstaat dan waterdamp. Door de verandering van temperatuur kan schade aan het email ontstaan. Vochtige levensmiddelen: Geen vochtige levensmiddelen langere tijd in de afgesloten binnenruimte bewaren. Het email raakt dan beschadigd. Vruchtensap: De bakplaat bij zeer vochtig vruchtengebak niet te overvloedig bedekken. Vruchtensap dat van de bakplaat ■ Afkoelen met open apparaatdeur: De binnenruimte alleen laten afkoelen wanneer deze afgesloten is. Ook wanneer de deur slechts op een kier openstaat, kan de voorzijde van aangrenzende meubels op den duur worden beschadigd. ■ Sterk vervuilde ovendichting: Is de ovendichting sterk vervuild, dan sluit de ovendeur tijdens het gebruik niet meer goed. De voorzijde van aangrenzende meubels kan worden beschadigd. De ovendichting altijd schoon houden. ■ Ovendeur als vlak om op iets op te leggen of te plaatsen: Niets op de open ovendeur leggen of plaatsen. Geen vormen of toebehoren op de ovendeur plaatsen. ■ Apparaat transporteren: Het apparaat niet aan de deurgreep vasthouden of dragen. De deurgreep houdt op den duur het gewicht van het apparaat niet en kan afbreken. Ovenlade Attentie! Leg geen hete voorwerpen in de ovenlade. Deze kan hierdoor worden beschadigd. Opstellen en aansluiten Elektrische aansluiting Fornuis met de waterpas horizontaal plaatsen De elektrische aansluiting dient uitgevoerd te worden door een daartoe bevoegd vakman. De voorschriften van de verantwoordelijke elektriciteitsmaatschappij dienen te worden nageleefd. Zet het fornuis direct op de vloer. 1. Ovenlade eruit trekken en er naar boven uittillen. Aan de onderkant bevinden zich binnenin voor en achter stelvoeten. Wanneer het toestel verkeerd wordt aangesloten, heeft u geen recht op garantie. 2. De stelvoeten zo nodig met een zeskantsleutel omhoog of Voor de installateur 3. Ovenlade weer inschuiven (Afbeelding B). ■ De installatie dient te beschikken over een schakelaar met een contactopening van minstens 3 mm. Bij aansluiting met een stekker is dit niet noodzakelijk wanneer de stekker voor de gebruiker toegankelijk is. ■ Elektrische veiligheid: het fornuis is een apparaat van veiligheidsklasse I en mag alleen met een geaarde aansluiting worden gebruikt. ■ Voor de aansluiting van het apparaat dient een kabel van het type H 05 VV-F of gelijkwaardig te worden gebruikt. ■ Apparaten die voorzien zijn van een stekker mogen alleen op volgens voorschrift geïnstalleerde stopcontacten, beveiligd met een zekering van max. 25 A, 3x4 mm², worden aangesloten. omlaag draaien, tot het fornuis waterpas staat (Afbeelding A). $ % Bevestiging aan de wand Om te voorkomen dat het fornuis kantelt, dient u het met de meegeleverde haak aan de wand te bevestigen. Neem het montagevoorschrift voor bevestiging aan de wand in acht. 49 Uw nieuwe fornuis Hier maakt u kennis met uw nieuwe fornuis. Wij leggen u de werking van het bedieningspaneel, de kookplaat en de afzonderlijke bedieningselementen uit. U krijgt informatie over de binnenruimte en de toebehoren. Algemeen De uitvoering hangt van het type apparaat af. 6WRRPDIYRHU 9RRU]LFKWLJ%LMGHZHUNLQJYDQGHRYHQ NRPWHURSGH]HSODDWVKHWHVWRRPXLW .RRN]RQHV )URQWSDQHHO %HGLHQLQJV RSSHUYODN 2YHQGHXU 6RNNHO VFKXLIODGH Schakelaars De schakelaars kunnnen in de uit-stand worden ingedrukt. Om in en uit te schakelen op de schakelaar drukken. De kookplaat 9ULMNRPHQGHGDPS 9RRU]LFKWLJ+LHUNRPWKHWHOXFKWYULM .RRN]RQHFPRI EUDDG]RQH[FP .RRN]RQHFP .RRN]RQHPHW WZHHULQJHQ HQFP .RRN]RQHFP 5HVWZDUPWHLQGLFDWLH Kookzoneknoppen Met de vier kookzoneknoppen stelt u het verwarmingsvermogen van de afzonderlijke kookzones in. Stand ý Nulstand 1-9 Kookstanden î 50 Betekenis De kookzone is uitgeschakeld. 1 = laagste stand 9 = hoogste stand Extra inschakeling De braadzone inschakelen Stand ð Extra inschakeling Betekenis De grote kookzone met twee ringen inschakelen Wanneer u een kookzone inschakelt, brandt het indicatielampje. Restwarmte-indicatie Temperatuurkeuzeknop De kookplaat heeft voor elke kookzone een restwarmte­indicatie. Deze laat zien welke kookzones nog heet zijn. Ook wanneer de kookplaat uitgeschakeld is, is de indicatie verlicht tot de kookzone voldoende is afgekoeld. Met de temperatuurkeuzeknop kunt u de temperatuur en de grillstand instellen. U kunt de restwarmte energiebesparend benutten en bijvoorbeeld een klein gerecht warmhouden. De oven U stelt de oven in met de functie- en de temperatuurkeuzeknop. Standen Ú 50-270 Functie Nulstand Oven niet heet. Temperatuurbereik De temperatuurweergave is in ºC. •, ••, ••• Grillstanden Functiekeuzeknop • = Stand 1, zwak Met de functiekeuzeknop stelt u de verwarmingsmethode voor de oven in. U kunt de functiekeuzeknoppen naar rechts of naar links draaien. Stand ý Nulstand % Boven- en onderwarmte : 3D-hetelucht* ; Pizzastand $ Onderwarmte 4 Circulatiegrillen * Grill, klein ( Grill, groot A Ontdooien I Snelvoorverwarming Grillstanden voor de grill, klein * en groot ( oppervlak. Gebruik De oven is uitgeschakeld. •• = Stand 2, gemiddeld ••• = Stand 3, sterk Als de oven opwarmt, brandt het controlelampje op het bedieningspaneel. Als het opwarmen wordt onderbroken, gaat het symbool uit. Bij sommige instellingen brandt het symbool niet. Voor taart en gebak, ovenschotels en magere braadstukken, bijv. rund of wild, op één niveau. De hitte komt gelijkmatig van boven en van beneden. De binnenruimte Voor taart en gebak op één tot drie niveaus. De ventilator verdeelt de warmte van het ronde verwarmingselement aan de achterkant gelijkmatig in de oven. Tijdens het gebruik brandt de ovenlamp in de binnenruimte. Voor de snelle bereiding van diepvriesproducten zonder voorverwarmen, bijv. pizza's, patates frites of strudel. Het onderste verwarmingselement en het ronde verwarmingselement aan de achterwand zijn ingeschakeld. Inkoken en nabakken of naroosteren. De hitte komt van onderen. Braden van vlees, gevogelte en hele vis. Het grillelement en de ventilator worden afwisselend inen uitgeschakeld. De ventilator wervelt de hete lucht rond het gerecht. Grillen van kleine hoeveelheden steaks, worstjes, toast en stukjes vis. Het middelste deel van het grillelement wordt heet. Grillen van steaks, worstjes, toast en stukjes vis. Het gehele vlak onder het grillelement wordt heet. Ontdooien van bijv. vlees, gevogelte, brood en gebak. De ventilator wervelt de warme lucht rond het gerecht. Snel voorverwarmen van de oven zonder toebehoren. * Verwarmingsmethode waarbij de energie-efficiëntieklasse overeenkomt met EN50304. Wanneer u instelt gaat de ovenlamp in de binnenruimte aan. In de binnenruimte bevindt zich de ovenlamp. Ovenlamp Vrijkomende damp De warme lucht uit de binnenruimte ontsnapt aan de achterkant van de kookplaat. Let op! De ventilatiesleuven niet afdekken. Anders raakt de oven oververhit. Toebehoren De toebehoren kunnen op 5 verschillende hoogtes in de oven geschoven worden. U kunt de toebehoren tot twee derde naar buiten trekken zonder dat ze kantelen. Zo kunnen de gerechten gemakkelijk uit de oven worden gehaald.      Wanneer de toebehoren heet worden, kunnen ze vervormen. Zodra ze weer afgekoeld zijn, verdwijnt de vervorming en de werking wordt hierdoor niet beïnvloed. Houd de bakplaat aan weerszijden met beide handen vast en schuif de bakplaat recht in het frame. Vermijd bij het inschuiven bewegingen naar links of rechts. Anders kan de bakplaat niet gemakkelijk ingeschoven worden. Het geëmailleerde oppervlak kan beschadigd raken. Toebehoren kunt u nabestellen bij de klantenservice, in de vakhandel of via Internet. Geef hiervoor alstublieft het HZ­nummer op. Rooster Voor servies, taart- en cakevormen, braadstukken, grillstukken en diepvriesgerechten. Rooster met de welving naar beneden ¾ inschuiven. 51 Emaillen bakplaat Voor gebak en koekjes. Schuif de bakplaat met de schuine kant naar de ovendeur in de oven. Braadslede Voor vochtig gebak, taarten, diepvriesgerechten en grote braadstukken. Deze kan ook worden gebruikt om het vet op te vangen, als u direct op het rooster grilt. Extra toebehoren Extra toebehoren kunt u bij de servicedienst of in de speciaalzaak kopen. In onze brochures of op internet vindt u diverse producten die voor uw oven geschikt zijn. De beschikbaarheid van extra toebehoren en de mogelijkheid om deze via internet te kopen is per land verschillend. Informatie hierover vindt u in de verkoopbrochures. Niet elk extra toebehoren is voor elk apparaat geschikt. Geef bij aankoop steeds de volledige naam (E-nr.) van uw apparaat op. Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in de oven. Extra toebehoren HZ-nummer Functie Metalen braadschotel HZ26000 De metalen braadschotel is geschikt voor glaskeramische kookvelden met braadzone. Zowel geschikt voor inductiekookzones als voor automatische braadprogramma's. De braadschotel is aan de buitenkant geëmailleerd en heeft een anitiaanbaklaag aan de binnenkant. Pizzaplaat HZ317000 Speciaal geschikt voor pizza's, diepvriesgerechten en ronde taarten. U kunt de pizzaplaat gebruiken in plaats van de braadslede. Schuif de plaat over het rooster in en houd u aan de instellingen in de tabellen. Inzetrooster HZ324000 Voor het braden. Het grillrooster altijd op de braadslede plaatsen. Afdruppelend vet en vleessappen worden opgevangen. Grillplaat HZ325000 Wordt bij het grillen gebruikt in plaats van het grillrooster of als spatbescherming, om de oven tegen sterke vervuiling te beschermen. De grillplaat alleen met de braadslede gebruiken. Grillstukken op de grillplaat: Alleende inschuifhoogten 1, 2 en 3 zijn te gebruiken. Grillplaat als spatbescherming: De braadslede wordt tezamen met de grillplaat onder het rooster ingeschoven. Baksteen HZ327000 De baksteen is uitstekend geschikt voor de bereiding van zelfgemaakt brood, broodjes en pizza's, om deze een krokante bodem te geven. De Baksteen moet altijd op de voorgeschreven temperatuur worden voorverwarmd. Geëmailleerde bakplaat HZ331000 Voor gebak en koekjes. Schuif het bakblik met de schuine kant naar de ovendeur in de oven. Geëmailleerde bakplaat met anti-aanbaklaag HZ331010 Koeken en koekjes kunt u goed verdelen over de bakplaat. Schuif het bakblik met de schuine kant naar de ovendeur in de oven. Braadslede HZ332000 Voor vochtig gebak, koekjes, diepvriesgerechten en grote braadstukken. Kan ook gebruikt worden voor het opvangen van vet of vleessappen onder het rooster. Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in de oven. Braadslede met anti-aanbaklaag HZ332010 Vochtig koeken, gebak, diepvriesgerechten en grote braadstukken kunt u goed verdelen over de braadslede. Schuif de braadslede met de schuine kant naar de ovendeur in de oven. Professionele slede met inzetrooster HZ333000 Bijzonder geschikt voor de bereiding van grotere hoeveelheden. Deksel voor de professionele slede HZ333001 Met deksel wordt de professionele slede een professionele braadschotel. Rooster HZ334000 Voor ovenschalen, bakvormen, braadstukken, gegrilde stukken en diepvriesgerechten. Glazen slede HZ336000 Diepe bakplaat van glas. Ook geschikt als opdienschaal. 2-voudige telescopische uitschuifhulp HZ338250 Met de uitschuifrails op de hoogten 2 en 3 kunt u het toebehoren verder uittrekken, zonder dat het kantelt. 3-voudige telescopische uitschuifhulp HZ338352 Met de uitschuifrails op de hoogten 1, 2 en 3 kunt u het toebehoren verder uittrekken, zonder dat het kantelt. 3-voudige telescopische uitschuifhulp HZ338356 Met de uitschuifrails op de hoogten 1, 2 en 3 kunt u het toebehoren verder uittrekken, zonder dat het kantelt. 52 Extra toebehoren HZ-nummer Functie Universele braadschotel HZ390800 Bijzonder geschikt voor de bereiding van grotere hoeveelheden.De braadschotel is aan de buitenkant grijs geëmailleerd en heeft een ovenvast glazen deksel. Het glazen deksel kan worden gebruikt als gratinvorm. Glazen braadschotel HZ915001 De glazen braadschotel is geschikt voor gestoomde gerechten en soufflées. Bijzonder geschikt automatische braadprogramma's. Klantenservice­artikelen Voor uw huishoudelijke apparaten kunt u bij de klantenservice, in de vakhandel of via het Internet voor afzonderlijke landen in de e-shop de juiste onderhouds­ en reinigingsmiddelen of andere toebehoren kopen. Geef hiervoor het betreffende artikelnummer op. Schoonmaakdoekjes voor roestvrijstalen oppervlakken Artikel­nr. 311134 Het afzetten van vuil wordt tegengegaan. Door de impregnatie met een speciale olie worden de oppervlakken van roestvrijstalen apparaten optimaal schoongemaakt. Oven­grillreiniger­gel Artikel-nr. 463582 Voor het reinigen van de binnenruimte. De gel is reukloos. Microvezeldoek met honingraatstructuur Artikel­nr. 460770 Bijzonder geschikt voor het schoonmaken van gevoelige oppervlakken, zoals bijv. glas, glaskeramiek, roestvrij staal of aluminium. Het microvezeldoekje verwijdert in één keer vochtig en vethoudend vuil. Deurbeveiliging Artikel-nr. 612594 Om te voorkomen dat kinderen de ovendeur openen. De beveiliging wordt vastgeschroefd op een manier die afhangt van de apparaatdeur. Neem de aanwijzingen in het bijlageblad bij de deurbeveiliging in acht. Voor het eerste gebruik Hier vindt u alles wat u moet doen voordat u voor het eerst gerechten klaarmaakt met de oven. Lees eerst het hoofdstuk Veiligheidsvoorschriften. 1. Met de functiekeuzeknop Boven- en onderwarmte % instellen. 2. Met de temperatuurkeuzeknop 240 °C instellen. De oven opwarmen Na een uur de oven uitschakelen. Hiervoor de functiekeuzeknop op de nulstand draaien. Om de geur van het nieuwe te verwijderen, warmt u de lege, gesloten oven op. Ideaal hiervoor is een uur bij Boven- en onderwarmte % op 240 °C. Let erop dat zich geen verpakkingsresten in de binnenruimte bevinden. Toebehoren reinigen Reinig de toebehoren voor het eerste gebruik grondig met warm zeepsop en een zacht schoonmaakdoekje. Kookplaat instellen In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt instellen. In de tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor verschillende gerechten. Grote kookzone met twee ringen en braadzone Zo stelt u in Extra inschakelen van het grote vlak Met de kookzoneknoppen stelt u het verwarmingsvermogen van de afzonderlijke kookzones in. Kookzoneknop tot de stand 9 draaien - hier voelt u een lichte weerstand - en verder tot het symbool ð = grote kookzone met twee ringen of æ = braadzone Vervolgens direct naar de gewenste kookstand terugdraaien. Stand 0 = uit Stand 1 = laagste stand Stand 9 = hoogste stand. Wanneer u een kookzone inschakelt, brandt het indicatielampje. Bij deze kookzones kunt u de grootte veranderen. Terugschakelen naar het kleine vlak Kookzoneknop op 0 draaien en opnieuw instellen. Op de kleine kookzone met twee ringen kunt u bijzonder goed kleine hoeveelheden opwarmen. Attentie! Nooit verder dan het symbool ð of æ op 0 draaien. 53 Kooktabel In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden. De bereidingstijden en kookstanden zijn afhankelijk van de aard, het gewicht en de kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn afwijkingen mogelijk. Bij het opwarmen van dikvloeibare gerechten regelmatig roeren. Gebruik voor het aan de kook brengen kookstand 9. Doorkookstand Doorkookduur in minuten Chocolade, couverture, gelatine, 1 - boter 1-2 - Eenpansgerecht (bijv. linzenschotel) 1-2 - Melk** 1-2 - Knoedels, knödels 4* 20-30 min. Vis 3* 10-15 min. Witte sauzen, bijv. bechamelsaus 1 3-6 min. Rijst (met dubbele hoeveelheid water) 3 15-30 min. In de schil gekookte aardappels 3-4 25-30 min. Gekookte aardappels 3-4 15-25 min. Deegwaren, pasta 5* 6-10 min. Eenpansgerecht, soepen 3-4 15-60 min. Groente 3-4 10-20 min. Groente, diepvries 3-4 10-20 min. Garen in de snelkookpan 3-4 - Rollades 3-4 50-60 min. Stoofvlees 3-4 60-100 min. Goulash 3-4 50-60 min. Schnitzel, on/gepaneerd 6-7 6-10 min. Schnitzel, diepvries 6-7 8-12 min. Steak (3 cm dik) 7-8 8-12 min. Vis en visfilet, ongepaneerd 4-5 8-20 min. Vis en visfilet, gepaneerd 4-5 8-20 min. Vis en visfilet, gepaneerd en diepvries, bijv. vissticks 6-7 8-12 min. Pangerechten, diepvries 6-7 6-10 min. Pannenkoeken 5-6 ononderbroken Smelten Opwarmen en warmhouden Gaarstoven, zachtjes laten koken Koken, stomen, stoven Sudderen Braden** * Doorkoken zonder deksel ** Zonder deksel 54 Oven instellen U heeft verschillende mogelijkheden om de oven in te stellen. Hier geven wij u uitleg over de manier waarop u de gewenste verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand instelt. Verwarmingsmethode en temperatuur Het voorbeeld in de afbeelding: boven- en onderwarmte % bij 190 °C. 1. Met de functiekeuzeknop de verwarmingsmethode instellen. De oven begint op te warmen. Oven uitschakelen. Functiekeuzeknop op de nulstand draaien. Instellingen veranderen U kunt de verwarmingsmethode en temperatuur of grillstand op elk moment met de daarvoor bestemde keuzeknop veranderen. Snelvoorverwarming Met de snelvoorverwarming bereikt de oven de ingestelde temperatuur bijzonder snel. ƒ& Gebruik de snelvoorverwarming voor temperaturen boven 100 ºC. Om een gelijkmatig resultaat te krijgen, doet u de gerechten pas na beëindiging van het snel voorverwarmen in de oven. 1. Zet de functiekeuzeknop op I. 2. Stel de temperatuurkeuzeknop op de gewenste temperatuur in. 2. Met de temperatuurkeuzeknop de temperatuur of de grillstand instellen. Het indicatielampje boven de temperatuurkeuzeknop brandt. De oven wordt opgewarmd. Na afloop van het snel voorverwarmen ƒ& ƒ& Het indicatielampje gaat uit. Plaats uw gerecht in de oven en stel de gewenste verwarmingsmethode in. Onderhoud en reiniging Wanneer u de kookplaat en de oven goed verzorgt en schoonmaakt, blijven ze lang mooi en intact. Hieronder leggen wij u uit hoe u beide op de juiste manier verzorgt en schoonmaakt. Aanwijzingen ■ Geringe kleurverschillen op de voorzijde van de oven zijn het gevolg van het gebruik van verschillende materialen, zoals glas, kunststof en metaal. ■ Schaduwen op de ruit van de deur, die eruit zien als strepen, zijn lichtreflexen van de ovenlamp. ■ Het email wordt ingebrand op zeer hoge temperaturen. Hierdoor kunnen er kleine kleurverschillen ontstaan. Dit is normaal en heeft geen nadelige invloed op de werking. De smalle randen van de bakplaten kunnen niet volledig worden geëmailleerd. Ze kunnen daarom ruw zijn. De bescherming tegen corrosie blijft hierbij intact. Schoonmaakmiddelen Om te voorkomen dat de verschillende oppervlakken door verkeerde reinigingsmiddelen beschadigd raken, moet u zich aan het volgende houden. Gebruik bij de reiniging van de kookplaat ■ geen onverdund afwasmiddel of reinigingsmiddelen voor de vaatwasmachine, ■ geen schuursponsjes, ■ geen agressieve reinigingsmiddelen zoals ovensprays of middelen om vlekken te verwijderen, ■ geen hogedrukreiniger of stoomstraler. ■ Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine. Gebruik bij de reiniging van de oven ■ geen scherpe of schurende reinigingsmiddelen, ■ geen reinigingsmiddelen met een hoog alcoholpercentage, ■ geen schuursponsjes, ■ geen hogedrukreiniger of stoomstraler. ■ Reinig losse onderdelen niet in de vaatwasmachine. Was nieuwe sponsen voor het eerste gebruik goed uit. 55 Bereik Schoonmaakmiddelen Buitenzijde apparaat Warm zeepsop: met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen. Geen glasreiniger of schraper gebruiken. Roestvrij staal Warm zeepsop: met een schoonmaakdoekje reinigen en met een zachte doek nadrogen. Kalk-, vet-, zetmeel- en eiwitvlekken altijd onmiddellijk verwijderen. Onder zulke vlekken kan gemakkelijk corrosie ontstaan. Bij de klantenservice of in de vakhandel zijn speciale schoonmaakmiddelen voor roestvrij staal verkrijgbaar die geschikt zijn voor warme oppervlakken. Het schoonmaakmiddel heel dun opbrengen met een zachte doek. Kookplaat Verzorging: beschermings- en onderhoudsmiddelen voor het glaskeramiek. Reiniging: schoonmaakmiddelen die geschikt zijn voor glaskeramiek. De aanwijzingen voor het schoonmaken op de verpakking in acht nemen. :Schraper tegen sterke vervuiling: Ontgrendelen en alleen met het schrapermesje reinigen. Let op, het mes is heel scherp! Risico van letsel.. Na het reinigen weer sluiten. Beschadigde messen direct vervangen. Omlijsting van de kookplaat Warm zeepsop: nooit schoonmaken met schraper, citroen of azijn. Ruiten van de deur Glasreiniger: met een zachte doek schoonmaken. Geen schraper gebruiken. Binnenruimte Warm zeepsop of water met azijn: met een schoonmaakdoekje reinigen. Inschuifrails Warm zeepsop: laten weken en met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken. 2. 3D-hetelucht : instellen. 3. De lege, gesloten oven gedurende ongeveer 2 uur op maximale temperatuur houden. De keramiekbedekking wordt geregenereerd. Bruinachtige of witachtige resten kunt u, wanneer de binnenruimte afgekoeld is, met water of een zachte doek verwijderen. Een lichte verkleuring van het keramiek heeft geen invloed op de zelfreiniging. Attentie! ■ Gebruik nooit schurende schoonmaakmiddelen. Deze veroorzaken krassen op de hoogporeuze laag of vernietigen hem. ■ Behandel de keramiekbedekking nooit met ovenreiniger. Komt hier per ongeluk ovenreiniger op, verwijder deze dan direct met een spons en voldoende water. Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte schoonmaken Gebruik hiervoor een schoonmaakdoekje en heet zeepsop of water met azijn. Bij sterke vervuiling een schuursponsje van roestvrij staal of ovenreiniger gebruiken. Alleen gebruiken in de onverwarmde oven. De zelfreinigende oppervlakken nooit behandelen met een schuursponsje of ovenreiniger. Inschuifrails verwijderen en bevestigen U kunt de rails voor het reinigen verwijderen. De oven dient afgekoeld te zijn. Inschuifrails verwijderen 1. Rail voor optillen 2. en uit de geleiders nemen (Afbeelding A). 3. Hierna de hele rail naar voren trekken 4. en verwijderen (Afbeelding B). $  Braadthermometer Warm zeepsop: (afhankelijk van het met een schoonmaakdoekje of borstel type toestel) schoonmaken. Niet afwassen in de vaatwasmachine. Glazen afscherming van de ovenlamp Warm zeepsop: met een schoonmaakdoekje reinigen. Dichting Niet afnemen! Warm zeepsop: met een schoonmaakdoekje reinigen. Niet schuren. Toebehoren Warm zeepsop: laten weken en met een schoonmaakdoekje of borstel schoonmaken. Ovenlade Warm zeepsop: met een schoonmaakdoekje reinigen. %    Maak de rails schoon met zeepsop en een schoonmaaksponsje. Gebruik bij hardnekkig vuil een borstel. Inschuifrails bevestigen 1. Inschuifrails eerst in de achterste bus plaatsen, iets naar achteren drukken (Afbeelding A) 2. en vervolgens in de voorste bus plaatsen (Afbeelding B). $ % Zelfreinigende oppervlakken in de binnenruimte schoonmaken De achterwand in de oven is voorzien van een laagje zeer poreus keramiek. Spetters van het bakken en braden worden hiervan opgezogen en afgebroken terwijl de oven in gebruik is. Hoe hoger de temperatuur en hoe langer de oven wordt gebruikt, des te beter het resultaat. Wanneer er ook na herhaald gebruik nog vuil zichtbaar is, gaat u als volgt te werk: 1. Bodem, plafond en zijwanden van de binnenruimte zorgvuldig schoonmaken. 56 De inschuifrails passen links en rechts. De welving moet zich altijd aan de onderkant bevinden. Ovendeur verwijderen en inbrengen Om de deurruiten schoon te maken en te demonteren, kunt u de ovendeur verwijderen. 3. Beide blokkeerhendels weer dichtklappen (Afbeelding C). Ovendeur sluiten. & De scharnieren van de ovendeur zijn alle voorzien van een blokkeerhendel. Wanneer de blokkeerhendels zijn dichtgeklapt (Afbeelding A), is de ovendeur beveiligd. Hij kan niet worden verwijderd. Wanneer de blokkeerhendels voor het verwijderen van de ovendeur opengeklapt zijn (B), zijn de scharnieren beveiligd. Ze kunnen niet dichtklappen. $ % ã=Risico van letsel! Wanneer de ovendeur er per ongeluk uitvalt of een scharnier dichtklapt, het scharnier niet met uw hand aanraken. Neem contact op met de klantenservice. Glazen ruiten uit- en inbouwen U kunt de glazen ruiten van de ovendeur eruitnemen om ze beter te kunnen reinigen. ã=Risico van letsel! Wanneer de scharnieren niet beveiligd zijn, klappen ze met grote kracht dicht. Let erop dat de blokkeerhendels altijd helemaal dichtgeklapt zijn, en bij het verwijderen van de ovendeur helemaal opengeklapt. Verwijderen 1. Ovendeur verwijderen en met de handgreep naar beneden Deur verwijderen op een doek leggen. 1. Ovendeur helemaal openen. 2. De afscherming bovenaan de ovendeur eraf schroeven. 2. Beide blokkeerhendels links en rechts openklappen (Afbeelding A). 3. Ovendeur tot de aanslag sluiten. Met beide handen links en rechts vastpakken. Nog wat verder sluiten en uitnemen (Afbeelding B). $ Let op bij het uitbouwen van de binnenruit, dat u de ruiten weer in dezelfde volgorde inbouwt. Hiervoor de schroeven aan de linker- en rechterkant losdraaien (Afbeelding A). 3. Bovenste ruit optillen en naar buiten trekken (Afbeelding B). $ % % 4. De grote klemmen rechts en links losschroeven en verwijderen (Afbeelding C). Middelste ruit eruit nemen. Deur inbrengen De ovendeur in de omgekeerde volgorde weer inbrengen. & 1. Let er bij het inbrengen van de ovendeur op dat beide scharnieren recht in de opening worden geleid (Afbeelding A). 2. De keep op het scharnier dient aan beide kanten in te klikken (Afbeelding B). $ % 5. Onderste ruit er schuin naar boven uittrekken. Reinig de ruiten met glasreiniger en een zachte doek. Gebruik geen scherpe of schurende middelen en geen schraper. Het glas kan hierdoor beschadigd raken. 57 Inbouw 3. De bevestigingsklemmen links en rechts op de glazen ruit 1. De onderste glazen ruit dwars naar achteren inschuiven (afbeelding A). Let erop dat het opschrift “Right above" links onder niet op zijn kop staat. 2. De middelste glazen ruit inschuiven (afbeelding B). % plaatsen, daarbij de veren uit het schroefgat richten en vastschroeven (afbeelding C). & $ 4. De bovenste glazen ruit dwars naar achteren inschuiven. Het grote vlak moet aan de buitenkant zijn. 5. De afdekking plaatsen en vastschroeven. 6. De ovendeur weer inhangen. U mag de oven pas weer gebruiken, als de ruiten correct zijn ingebouwd. Wat te doen bij storingen? Storingen worden vaak veroorzaakt door een kleinigheid. Raadpleeg de volgende tabel voordat u contact opneemt met de servicedienst. Wellicht kunt u zelf de storing verhelpen. Storingstabel Wanneer een gerecht niet goed gelukt is, lees hier dan het hoofdstuk Voor u in onze kookstudio getest op na. Hier vindt u vele tips en aanwijzingen voor het koken. Storing Mogelijke oorzaak De oven functio- De zekering is neert niet. defect. Oplossing/aanwijzing Kijk in de meterkast na of de zekering in orde is. Ovenlamp aan het plafond vervangen Als de ovenlamp is uitgevallen, moet deze worden vervangen. Temperatuurbestendige reservelampen, 25 watt, kunt u krijgen bij de klantenservice of uw speciaalzaak. Gebruik uitsluitend originele lampen. ã=Kans op een elektrische schok! Zekering in de meterkast uitschakelen. 1. Theedoek in de onverwarmde oven leggen, om schade te voorkomen. 2. Glazen afscherming eruit halen door de schroeven naar links te draaien. De stroom is uit- Controleer of het keukengevallen. licht of andere keukenapparaten functioneren. De oven warmt Er zit stof op de Draai de schakelaars meerniet op. contacten. dere keren heen en weer. ã=Kans op een elektrische schok! Ondeskundige reparaties zijn gevaarlijk. Reparaties mogen uitsluitend worden uitgevoerd door technici die zijn geïnstrueerd door de klantenservice. 3. Lamp vervangen door een van hetzelfde type. 4. Glazen afscherming er weer inschroeven. 5. Theedoek eruit nemen en de zekering inschakelen. Glazen afscherming Als de glazen afscherming beschadigd is, dient hij te worden vervangen. Passende glazen afschermingen zijn verkrijgbaar bij de klantenservice. Vermeld a.u.b. het productnummer (E­nr.) en het fabricagenummer (FD-nr.) van uw apparaat. 58 Servicedienst Wanneer uw apparaat gerepareerd moet worden, staat onze servicedienst voor u klaar. Wij vinden altijd een passende oplossing, ook om onnodig bezoek van een technicus te voorkomen. E­nummer en FD­nummer Wanneer u contact opneemt met onze servicedienst, geeft u dan a.u.b. het E-nummer en het FD-nummer van het apparaat aan. Het typeplaatje met de nummers vindt u in de schuiflade van het apparaat. Vul de gegevens van het apparaat hier in, zodat u ze in geval van een storing bij de hand hebt. E­nr. FD­nr. Servicedienst O De contactgegevens in alle landen vindt u in de bijgesloten lijst met Servicedienstadressen. Verzoek om reparatie en advies bij storingen NL 088 424 4020 B 070 222 142 Vertrouw op de competentie van de producent. Zo bent u er zeker van dat de reparatie wordt uitgevoerd door geschoolde onderhoudstechnici, die beschikken over de originele onderdelen voor uw huishoudelijke apparaten. Energie­ en milieutips Hier krijgt u tips over de manier waarop u bij het bakken en braden in de oven en bij het koken op de kookplaat energie bespaart en het apparaat op de juiste manier afvoert. Energie besparen met de oven Energie besparen met de kookplaat ■ Gebruik pannen met dikke, egale bodems. Niet-egale bodems verhogen het energieverbruik. ■ De diameter van de bodem van de pan dient overeen te komen met de grootte van de kookzone. Vooral te kleine pannen op de kookzone zorgen voor energieverlies. Let op: de fabrikanten geven vaak de diameter van de bovenkant van de pan aan. Deze is meestal groter dan de diameter van de pannenbodem. ■ De oven alleen voorverwarmen als dit in het recept of in de tabellen van de gebruiksaanwijzing is opgegeven. ■ Gebruik donkere, zwart gelakte of geëmailleerde bakvormen. Deze nemen de hitte bijzonder goed op. ■ Open de ovendeur tijdens het garen, bakken of braden zo weinig mogelijk. ■ Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een grote, slechts weinig gevulde pan heeft veel energie nodig. ■ Meerdere taarten of cakes kunt u het beste na elkaar bakken. De oven is dan nog warm. Daardoor is de baktijd voor het tweede gerecht korter. U kunt ook 2 rechthoekige bakvormen naast elkaar in de oven plaatsen. ■ Sluit de pannen altijd af met een passend deksel. Wanneer u kookt zonder deksel heeft u vier maal meer energie nodig. ■ Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij groente blijven vitamines en mineralen behouden. ■ Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand. ■ Maak gebruik van de restwarmte. Schakel bij langere bereidingstijden al 5-10 minuten voor het einde van de bereidingstijd de kookzone uit. ■ Bij langere bereidingstijden kunt u de oven 10 minuten voor het einde van de bereidingstijd uitzetten en de restwarmte gebruiken voor het afbakken. Milieuvriendelijk afvoeren Voer de verpakking op een milieuvriendelijke manier af. Dit apparaat beantwoordt aan de Europese richtlijn 2002/96/EG inzake gebruikte elektro­ en elektronicaapparatuur (WEEE - waste electrical and electronic equipment). De richtlijn biedt het kader voor de terugname en verwerking van gebruikte apparaten geldend voor de hele EU. 59 Voor u in onze kookstudio uitgetest. Hier vindt u een keur aan gerechten en de daarbij behorende optimale instellingen. Wij laten u zien welke verwarmingsmethode en temperatuur het meest geschikt is voor uw gerecht. U krijgt informatie over de juiste toebehoren en de hoogte waarop ze ingeschoven dienen te worden. U krijgt tips over de te gebruiken vormen en de bereiding. ■ Braadslede: hoogte ■ Bakplaat: hoogte Aanwijzingen ■ De tabel geldt altijd voor producten die in de onverwarmde en lege binnenruimte worden geplaatst. Alleen voorverwarmen wanneer dit in de tabel wordt aangegeven. Leg pas na het voorverwarmen bakpapier op de toebehoren. Wanneer u met 3 rechthoekige bakvormen tegelijk bakt, zet deze dan zoals op de afbeelding aangegeven op het rooster. ■ De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Ze zijn afhankelijk van de kwaliteit en de aard van de levensmiddelen. ■ Maak gebruik van de meegeleverde toebehoren. Bij de klantenservice of in de vakhandel kunt u toebehoren of extra toebehoren kopen. Verwijder voor het gebruik alle toebehoren en vormen die u niet nodig heeft uit de binnenruimte. ■ Gebruik altijd een pannenlap wanneer u hete toebehoren of vormen uit de oven neemt. Bakken op één niveau Met boven­ en onderwarmte % lukt het gebak het beste. Wanneer u met 3D-hetelucht : bakt, dient u de volgende inschuifhoogtes voor de toebehoren te gebruiken: Gebak in vormen: hoogte ■ Gebak op de plaat: hoogte Bakken op meerdere niveaus Gebruik 3D­hetelucht :. Inschuifhoogtes bij het bakken op 2 niveaus ■ Braadslede: hoogte ■ Bakplaat: hoogte Bakvormen Het meest geschikt zijn donkere metalen bakvormen. Wanneer u siliconen vormen wilt gebruiken, raadpleeg dan de informatie en de recepten van de fabrikant. Vormen van silicone zijn vaak kleiner dan normale vormen. De deegvormen en receptgegevens kunnen afwijken. Tabellen In de tabellen vindt u voor de verschillende soorten gebak de optimale verwarmingsmethode. Temperatuur en tijdsduur zijn afhankelijk van de hoeveelheid en de kwaliteit van het deeg. In de tabellen zijn bereiken aangegeven. Probeer het eerst met de laagste waarde. Een lage temperatuur zorgt ervoor dat het gerecht gelijkmatiger bruin wordt. Stel de oven indien nodig de volgende keer hoger in. De baktijden worden 5 tot 10 minuten korter wanneer u voorverwarmt. Inschuifhoogtes bij het bakken op 3 niveaus ■ In de tabellen vindt u talrijke voorstellen voor uw gerechten. Bij lichte bakvormen van dunwandig metaal of glazen vormen is de baktijd langer en wordt het gebak niet zo gelijkmatig bruin. Gebak ■ Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn. Bijkomende informatie vindt u onder Tips voor het bakken na de tabellen. Bakplaat: hoogte 5 Gebak in vormen Vorm Cake, eenvoudig Krans­/rechthoekige vorm 2 3 cakevormen Cake, fijn Hoogte 3+1 Krans­/rechthoekige vorm 2 Verwarmingsmethode : : % % Taartbodem, roerdeeg Vorm vruchtentaartbodem 2 Vruchtentaart fijn, roerdeeg Springvorm/tulbandvorm 2 Biscuittaart Springvorm 2 Bodem zandtaartdeeg met rand Springvorm 1 Vruchten- of kwarktaart, bodem van zandtaartdeeg* Springvorm 1 % Zwitserse vruchtentaart Pizzaplaat 1 % Hartig gebak (bijv. quiche/uientaart)* Springvorm 1 Pizza, dunne bodem met weinig bedek- Pizzaplaat king (voorverwarmen) 1 * Gebak ca. 20 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven laten afkoelen. 60 % % % % % Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten 160-180 40-50 140-160 60-80 150-170 60-70 150-170 20-30 160-180 50-60 160-180 30-40 170-190 25-35 170-190 70-90 220-240 35-45 180-200 50-60 250-270 10-15 Gebak op de plaat Toebehoren Roer­ of gistdeeg met droge bedekking Bakplaat Roer- of gistdeeg met vochtige bedekking, vruchten Hoogte 2 Braadslede + bakplaat 3+1 Braadslede 3 Braadslede + bakplaat 3+1 Zwitserse vruchtentaart Braadslede 2 Biscuitrol (voorverwarmen) Bakplaat 2 Broodvlecht van 500 g bloem Bakplaat 2 Kerststol van 500 g bloem Bakplaat 3 Kerststol van 1 kg bloem Bakplaat 3 Strudel, zoet Braadslede 2 Börek Braadslede 2 Pizza Bakplaat 2 Braadslede + bakplaat 3+1 Klein gebak Toebehoren Hoogte Koekjes Bakplaat 3 Braadslede + bakplaat 3+1 2 bakplaten + braadslede 5+3+1 Bakplaat 3 Bakplaat 3 Braadslede + bakplaat 3+1 2 bakplaten + braadslede 5+3+1 Sprits (voorverwarmen) Bitterkoekjes Bakplaat 2 Braadslede + bakplaat 3+1 2 bakplaten + braadslede 5+3+1 Schuimgebak Bakplaat 3 Deeg van bijv. soesjes Bakplaat 2 Bladerdeeggebak Bakplaat 3 Braadslede + bakplaat 3+1 2 bakplaten + braadslede 5+3+1 Bakplaat 3 Braadslede + bakplaat 3+1 Gistdeeggebak Brood en broodjes Bij het bakken van brood de oven voorverwarmen als er niets anders is aangegeven. Verwarmingsmethode % : % : % % % % % % % % : Verwarmingsmethode : : : % : : : % : : : % : : : % : Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten 170-190 20-30 150-170 35-45 160-180 40-50 150-170 50-60 210-230 40-50 190-210 15-20 160-180 30-40 160-180 60-70 150-170 90-100 180-200 55-65 180-200 40-50 220-240 15-25 180-200 35-45 Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten 140-160 15-25 130-150 25-35 130-150 30-40 140-150 30-40 140-150 30-40 140-150 30-45 130-140 35-50 110-130 30-40 100-120 35-45 100-120 40-50 80-100 130-150 200-220 30-40 180-200 20-30 180-200 25-35 160-180 35-45 180-200 20-30 170-190 25-35 Giet nooit water in de hete oven. Bij het bakken op 2 niveaus de braadslede altijd boven de bakplaat inschuiven. Brood en broodjes Toebehoren Hoogte Gistbrood van 1,2 kg bloem Braadslede 2 Zuurdeegbrood van 1,2 kg bloem Braadslede 2 Broodjes (niet voorverwarmen) Bakplaat 3 Broodjes van gistdeeg, zoet Bakplaat 3 Braadslede + bakplaat 3+1 Verwarmingsmethode % % % % : Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten 270 8 200 35-45 270 8 200 40-50 210-230 20-30 170-190 15-20 160-180 20-30 61 Tips voor het bakken U wilt bakken volgens uw eigen recept. Raadpleeg de baktabellen voor gelijksoortig gebak. Zo stelt u vast of de cake goed doorbakken is. Prik ca. 10 voor het einde van de in het recept vermelde baktijd met een stokje in het hoogste punt van het gebak. Wanneer er geen deeg meer aan de prikker zit, is het gebak klaar. Het gebak zakt in. Voeg de volgende keer minder vloeistof toe of stel de oventemperatuur 10 graden lager in.Houd rekening met de omroertijden in het recept. Het gebak is in het midden hoog gerezen en lager bij de randen. De rand van de springvorm niet invetten. Na het bakken maakt u het gebak voorzichtig los met een mes. Het gebak wordt te donker aan de bovenkant. Plaats het verder naar binnen, kies een lagere temperatuur en bak het iets langer. Het gebak is te droog. Als het gebak klaar is, prikt u er met een prikker kleine gaatjes in. Vervolgens bedruppelt u het met vruchtensap of alcohol. Stel de temperatuur de volgende keer 10 graden hoger in en houd een kortere baktijd aan. Het brood of het gebak (bijv. kwarktaart) Gebruik de volgende keer wat minder vloeistof en bak iets langer bij een wat lagere temziet er goed uit, maar is van binnen klef peratuur. Bij gebak met een vochtige bovenkant bakt u eerst de bodem voor. Bestrooi (zacht, doortrokken met waterstrepen). het met amandelen of paneermeel en doe dan de bovenlaag erop. Houd u aan de recepten en baktijden. Het gebak is ongelijkmatig bruin gewor- Kies een wat lagere temperatuur, dan wordt het gebak gelijkmatiger bruin. Gebruik bij den. kwetsbaar gebak boven- en onderwarmte % op één niveau. Ook bakpapier dat uitsteekt kan de luchtcirculatie beïnvloeden. Knip het bakpapier altijd zodanig af dat het goed op de plaat past. Het vruchtengebak is te licht aan de onderkant. Plaats het gebak de volgende keer één niveau lager. Het sap van de vruchten stroomt over. Gebruik, indien beschikbaar, de volgende keer de diepere braadslede. Klein gebak van gistdeeg plakt bij het bakken aan elkaar. Tussen de gebakstukken dient een afstand van ca. 2 cm te zijn. Zo is er voldoende plaats en kan het gebak goed rijzen en helemaal bruin worden. Bij het bakken van vochtig gebak ontstaat er condenswater. Bij het bakken kan waterdamp ontstaan. Deze komt vrij via de deur. De waterdamp kan neerslaan op het bedieningspaneel of op het meubilair en als condens neerdruppelen. Dit is normaal. U hebt op meerdere niveaus gebakken. Gebruik voor het bakken op meerdere niveaus altijd 3D­hetelucht :. Bakplaten die Op de bovenste plaat is het gebak don- gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn. kerder dan op de onderste. Vlees, gevogelte, vis Grillen Vormen Verwarm bij het grillen ca. 3 minuten voor alvorens het gerecht in de binnenruimte te plaatsen. U kunt alle vormen gebruiken die hittebestendig zijn. Voor grote stukken vlees is ook de braadslede geschikt. Gril altijd in een gesloten oven. Het meest geschikt zijn vormen van glas. Let erop dat het deksel voor de pan past en goed sluit Gebruikt u geëmailleerde braadpannen, voeg dan wat meer vloeistof toe. Gebruik zoveel mogelijk gelijke stukken om te grillen. Zo worden ze gelijkmatig bruin en blijven ze lekker mals. Keer de grillstukken na Z van de bereidingstijd. Zout de steaks pas na het grillen. Bij braadgerei van roestvrij staal wordt het gerecht niet zo erg bruin en kan het vlees wat minder gaar zijn. Houd langere bereidingstijden aan. Leg de te grillen stukken vlees rechtstreeks op het rooster. Als u één stuk vlees wilt grillen, lukt dit het best wanneer u het midden op het rooster legt. Opgaven in de tabellen: Vorm zonder deksel = open Vorm met deksel = gesloten Plaats ook de braadslede op hoogte 1.Het vleessap wordt opgevangen en de oven blijft schoner. Zet de vorm altijd midden op het rooster. Zet hete vormen van glas op een droge onderzetter. Is de ondergrond nat of koud, dan kan het glas knappen. Braden Voeg aan mager vlees een beetje vloeistof toe. De bodem van de vorm dient ca. ½ cm bedekt te zijn. Voeg aan stoofvlees royaal vloeistof toe. De bodem van de vorm dient ca 1 - 2 cm bedekt te zijn. De hoeveelheid vloeistof is afhankelijk van het soort vlees en het materiaal van de vormen. Wanneer u vlees in geëmailleerde braadvormen klaarmaakt, is er wat meer vloeistof nodig dan in glazen vormen. Braadsledes van roestvrij staal zijn slechts beperkt geschikt. Het vlees gaart langzamer en wordt minder bruin. Houd een hogere temperatuur en/of een langere bereidingstijd aan. 62 De bakplaat of braadslede bij het grillen niet op hoogte 4 of 5 plaatsen. Door de sterke hitte vervormen ze en bij verwijdering kunnen ze de binnenruimte beschadigen. Het grillelement wordt steeds weer in- en uitgeschakeld. Dit is normaal. Hoe vaak dit gebeurt, is afhankelijk van de ingestelde grillstand. Vlees Draai stukken vlees na de helft van de tijd om. Als het vlees klaar is, moet het nog 10 minuten in de uitgeschakelde, gesloten oven blijven. Het vocht kan zich dan beter verdelen. Wikkel rosbief na de bereiding in aluminiumfolie en laat het 10 minuten in de oven nagaren. Snijd bij varkensvlees met zwoerd, het zwoerd kruisgewijs in en leg het vlees eerst met het zwoerd naar beneden in de vorm. Vlees Gewicht Toebehoren en vormen Hoogte 1,0 kg gesloten 2 Rundvlees Gestoofd rundvlees Runderfilet, medium 1,5 kg 2 2,0 kg 2 1,0 kg open 1,5 kg Rosbief, medium 1,0 kg Steaks, medium, 3 cm dik 2 2 1,0 kg Braadstuk, zonder zwoerd (bijv. schouder) 1,0 kg 210-230 70 200-220 80 210-230 50 3 15 190-210 100 170-190 120 200-220 100 190-210 140 180-200 160 200-220 120 190-210 150 180-200 180 % % 4 2 % open 1 4 1 1 open 1 2,0 kg 1 4 4 4 4 4 gesloten 2 % 210-230 70 open 1 4 150-170 120 open 1 4 170-190 70 Rooster 4 ( 3 15 Gehakt Worstjes Worstjes 160 % % 1 van 500 g vlees 140 180-200 2 Lamsvlees Gehakt 190-210 % open 1,5 kg Lamsbout zonder been, medium 1,5 kg 120 ( 1,5 kg 1,0 kg 200-220 5 2,0 kg Casselerrib met been % Rooster Varkensvlees 1,0 kg Tijdsduur in minuten 1 2,0 kg Braadstuk zonder zwoerd (bijv. halsstuk) Temperatuur in °C, grillstand open Kalfsvlees Gebraden kalfsvlees Verwarmingsmethode Gevogelte De gewichtsgegevens in de tabel hebben betrekking op ongevuld, panklaar gevogelte. Leg het hele gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden op het rooster. Na Z van de opgegeven tijd keren. Braadstukken, zoals kalkoenrollade of kalkoenfilet, halverwege de opgegeven tijd keren. Stukken gevogelte na Z van de tijd keren. Prik bij eend of gans het vel onder de vleugels in.Zo kan het vet weglopen. Gevogelte wordt bijzonder knapperig bruin als u het tegen het einde van de bereidingstijd bestrijkt met boter, zout water of sinaasappelsap. Gevogelte Gewicht Toebehoren en vormen Hoogte Kip, heel 1,2 kg Rooster 2 Poularde, heel 1,6 kg Rooster 2 Kip, gehalveerd elk 500 g Rooster 2 Stukken kip elk 300 g Rooster 3 Eend, heel 2,0 kg Rooster 2 Gans, heel 3,5-4,0 kg Rooster 2 Kalkoen, heel 3,0 kg Rooster 2 Kalkoenbout 1,0 kg Rooster 2 Verwarmingsmethode 4 4 4 4 4 4 4 4 Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten 200-220 60-70 190-210 80-90 200-220 40-50 200-220 30-40 170-190 90-100 160-170 110-130 170-190 80-100 180-200 90-100 63 Vis ingesneden aardappel of een kleine ovenvaste vorm in de buik van de vis maakt hem stabieler. Hele vis hoeft niet gekeerd te worden. Plaats de hele vis in de zwemstand, met de rugvin naar boven, in de oven. Een Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op hoogte 1. De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft schoner. Keer visstukken na Z van de tijd. Vis Gewicht Toebehoren en vormen Hoogte Vis, heel elk ca. 300 g Rooster 2 1,0 kg Rooster 2 1,5 kg Rooster 2 Rooster 3 Viskotelet, 3 cm dik Verwarmingsmethode ( 4 4 ( Temperatuur in °C, grillstand Tijdsduur in minuten 3 20-25 180-200 45-50 170-190 50-60 2 20-25 Tips voor het braden en grillen Voor het gewicht van het vlees staan geen gegevens in de tabel. Maak uw keuze in overeenstemming met het eerstvolgende, lagere gewicht en houd een langere tijd aan. Hoe kunt u vaststellen of het vlees klaar Gebruik de vleesthermometer (verkrijgbaar in de speciaalzaak) of doe de “lepeltest". is? Druk met een lepel op het vlees. Voelt het stevig aan, dan is het klaar. Geeft het mee, dan heeft het nog wat tijd nodig. Het vlees is te donker en de korst is op Controleer de inschuifhoogte en de temperatuur. enkele plaatsen verbrand. Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is Neem de volgende keer kleiner braadgerei of voeg wat meer vloeistof toe. aangebrand. Het vlees ziet er goed uit, maar de jus is Gebruik de volgende keer groter braadgerei en voeg minder vloeistof toe. te licht en te waterig. Bij het overgieten van het vlees ontstaat Dit is normaal. Een groot deel van de waterdamp ontsnapt uit de oven. Het kan neerwaterdamp. slaan op het koudere schakelpaneel of op meubilair en als condens neerdruppelen. Ovenschotels, gegratineerde gerechten, toast Plaats de vormen altijd op het rooster. Grilt u direct op het rooster, plaats dan ook de braadslede op hoogte 1. De oven blijft schoner. De bereidingstoestand van een ovenschotel is afhankelijk van de grootte van de vorm en de hoogte van het gerecht. De opgaven in de tabellen zijn slechts richtwaarden. Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Ovenschotel, zoet Ovenschaal 2 Pastaschotel Ovenschaal 2 % 2 4 Ovenschotels Gratin Gegratineerde aardappels, rauwe ingre- 1 ovenschaal diënten, 2 ovenschalen max. 4 cm hoog % Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten 180-200 40-50 210-230 30-40 160-180 60-80 1+3 : 150-170 65-85 4 160-170 10-15 160-170 15-20 Toast Toast grillen, 4 stuks Rooster 4 Toast grillen, 12 stuks Rooster 4 64 Verwarmingsmethode 4 Kant-en-klaar producten Houd u aan de opgaven van de fabrikant op de verpakking. Wanneer u de toebehoren bekleedt met bakpapier, let er dan op dat het bakpapier geschikt is voor deze temperaturen. Pas de grootte van het papier aan het gerecht aan. Gerecht Het bereidingsresultaat is zeer sterk afhankelijk van het soort levensmiddelen. Op het rauwe product kunnen al bruine plekken en ongelijkmatigheden te zien zijn. Toebehoren Hoogte Braadslede 2 Pizza, diepvries Pizza met dunne bodem Braadslede + roos- 3+1 ter Pizza met dikke bodem Braadslede 2 Braadslede + roos- 3+1 ter Verwarmingsmethode ; : ; : ; Pizza baguette Braadslede 3 Minipizza Braadslede 3 Pizza, gekoeld, voorverwarmen Braadslede 1 ; Braadslede 3 ; Braadslede + bakplaat 3+1 : Kroketten Braadslede 3 ; Rösti, gevulde aardappelflappen Braadslede 3 ; Broodjes, baguette Braadslede 3 ; Zoute krakelingen Braadslede 3 ; Braadslede 3 % Aardappelproducten, diepvries Frites Brood en banket, diepvries Brood en banket, voorgebakken Afbakbroodjes of -stokbrood Braadslede + roos- 3+1 ter Groenteballetjes, diepvries ; : ; Vissticks Braadslede 2 Kipsticks,­nuggets Braadslede 3 ; Braadslede 3 ; Strudel, diepvries Strudel Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten 190-210 15-20 180-200 20-30 170-190 20-30 170-190 25-35 170-190 20-30 180-200 10-20 180-200 10-15 190-210 20-30 180-200 30-40 190-210 20-25 190-210 15-25 190-210 10-20 200-220 10-20 190-210 10-20 160-180 20-25 200-220 10-15 190-210 10-20 190-210 30-40 65 Bijzondere gerechten 4. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen Bij lage temperaturen lukt romige yoghurt u met 3D-hetelucht : even goed als luchtig gistdeeg. 5. De koppen of potjes vervolgens op de bodem van de Verwijder eerst de toebehoren, inhangroosters of telescooprails uit de binnenruimte. Gistdeeg laten rijzen binnenruimte zetten en bereiden zoals aangegeven. Yoghurt maken 1. Het gistdeeg maken zoals gebruikelijk, in een hittebestendige vorm van keramiek leggen en afdekken 1. 1 liter melk (3,5 % vet) aan de kook brengen en tot 40 °C aafkoelen. 2. Den binnenruimte zoals aangegeven voorverwarmen 3. De oven uitschakelen en het deeg in de uitgeschakelde 2. Hier 150 g yoghurt (koelkasttemperatuur) door roeren. binnenruimte plaatsen om het te laten rijzen. 3. Hiermee koppen of kleine twist-off potjes vullen en afdekken met vershoudfolie. Gerecht Vormen Yoghurt Koppen of Twist-Off op de bodem van potten de binnenruimte plaatsen Gistdeeg laten rijzen Hittebestendige vorm Verwarmingsmethode op de bodem van de binnenruimte plaatsen Ontdooien Diepvrieslevensmiddelen uit de verpakking halen en in een geschikte vorm op het rooster plaatsen. Lees de aanwijzingen van de fabrikant op de verpakking. : : Temperatuur Tijdsduur 50 °C 5m 50 °C 8 uur 50 °C 5­10 min.. Apparaat uitschakelen en gistdeeg in de binneruimte plaatsen 20­30 min.. De ontdooitijd is afhankelijk van het soort en de hoeveelheid levensmiddelen. Leg het gevogelte eerst met de borstzijde naar beneden op een schaal. Toebehoren Hoogte Verwar- Temperatuur in°C mingsmethod e Diepvriesproducten bijv. slagroomtaarten, crèmetaarten, taarten met chocolade­ of sui- Rooster kerglazuur, vruchten, kip, worst en vlees, brood en broodjes, cake en ander gebak Drogen Met 3D-hetelucht : kunt u uitstekend drogen. Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken en was deze grondig. Laat ze goed afdruipen en droog ze af. A De temperatuurkeuzeknop blijft uitgeschakeld Bedek de braadslede en het rooster met bak- of perkamentpapier. Fruit of groente met veel vocht enkele malen keren. Het gedroogde gerecht direct na het drogen losmaken van het papier. Vruchten en kruiden Toebehoren Hoogte 600 g appelringen Braadslede + rooster 3+1 800 g stukjes peer Braadslede + rooster 3+1 1,5 kg kwetsen of pruimten Braadslede + rooster 3+1 200 g panklare keukenkruiden Braadslede + rooster 3+1 Inmaak 2 Verwarmingsmethode : : : : Temperatuur Tijdsduur 80 °C ca. 5 uur 80 °C ca. 8 uur 80 °C ca. 8-10 uur 80 °C ca. 1½ uur inhoud. Controleer voor u om- of uitschakelt of de potten werkelijk borrelen. Voor het inmaken moeten de potten en rubberen ringen schoon en in orde zijn. Gebruik zo mogelijk potten van gelijke grootte. De gegevens in de tabel hebben betrekking op ronde glazen potten van 1 liter. 1. De potten vullen, niet te Attentie! 2. De glazen randen schoonmaken. Gebruik geen grotere of hogere potten. De deksels zouden kunnen springen. 3. Leg op elke pot een natte rubberen ring en een deksel. Gebruik uitsluitend fruit en groente zonder gebreken. Was het grondig. Plaats niet meer dan zes potten in de ovenruimte. De aangegeven tijden in de tabellen zijn richtwaarden. Deze kunnen worden beïnvloed door de omgevingstemperatuur, het aantal potten, de hoeveelheid en de temperatuur van de 66 Voorbereiden 4. Sluit de potten af met klemmen. Instellen Inmaak 1. * Braadslede op hoogte 2 plaatsen. Plaats de glazen potten Fruit Na ca. 40 tot 50 minuten stijgen er met korte tussenpozen belletjes op. Schakel de oven uit. zó dat ze elkaar niet raken. 2. ½ Liter heet water (ca. 80 ºC) in de braadslede gieten. 5. Temperatuur op170 tot 180 °C instellen Na 25 tot 35 minuten nawarmen haalt u de weckflessen uit de ovenruimte. Als u ze langer in de ovenruimte laat afkoelen, kunnen zich kiemen vormen waardoor het ingemaakte fruit sneller zuur wordt. Fruit in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen Appels, rode bessen, aardbeien Uitschakelen Ca. 25 minuten Kersen, abrikozen, perziken, kruisbessen Uitschakelen Ca. 30 minuten Appelmoes, peren, pruimen Uitschakelen Ca. 35 minuten Groente Zodra er in de potten belletjes opstijgen de temperatuur naar 120 tot 140 °C terugbrengen. Afhankelijk van de soort groente ca. 35 tot 70 m. Schakel vervolgens de oven uit en gebruik de restwarmte. Groente met koud vocht in glazen potten van één liter Wanneer het borrelen begint Nawarmen Augurken - 3. Ovendeur sluiten. 4. Onderwarmte $ instellen. Ca. 35 minuten Rode biet Ca. 35 minuten Ca. 30 minuten Spruitjes ca. 45 minuten Ca. 30 minuten Bonen, koolrabi, rodekool Ca. 60 minuten Ca. 30 minuten Erwten Ca. 70 minuten Ca. 30 minuten Glazen potten verwijderen Attentie! Neem de potten na het inkoken uit de binnenruimte. Zet de hete potten niet op een koude of natte ondergrond. Ze kunnen knappen. Acrylamide in levensmiddelen Acrylamide ontstaat vooral bij graan- en aardappelproducten die met grote hitte worden bereid, zoals aardappelchips, frites, toast, broodjes, brood of fijne bakwaren (koekjes, taaitaai, speculaas). Tips voor het klaarmaken van gerechten met weinig acrylamide Algemeen Bakken ■ Bereidingstijden zo kort mogelijk houden. ■ De gerechten goudgeel en niet te donker bakken. ■ Grote, dikke ingrediënten bevatten minder acrylamide. Met boven- en onderwarmte max. 200 °C. Met 3D-hetelucht of hete lucht max.180 °C. Koekjes Met boven- en onderwarmte max. 190 °C. Met 3D-hetelucht of hete lucht max. 170 °C. Ei of eierdooier gaat de vorming van acrylamide tegen. Frites uit de oven Gelijkmatig en in één laag verdelen over de plaat. Minstens 400 g per plaat bakken, zodat de frites niet uitdrogen 67 Testgerechten Deze tabellen zijn gemaakt voor onderzoeksinstituten om het controleren en testen van verschillende apparaten te vergemakkelijken. Donkere springvormen diagonaal boven elkaar plaatsen, zie afbeelding. Volgens EN 50304/EN 60350 (2009) resp. IEC 60350. Bakken Bakken op twee niveaus: Braadslede altijd boven de bakplaat plaatsen Bakken op 3 niveaus: Braadslede in het midden plaatsen Sprits: Bakplaten die gelijktijdig in de oven worden gedaan, hoeven niet op hetzelfde moment klaar te zijn. Bedekte appeltaart op 1 niveau: Donkere springvormen verspringend naast elkaar plaatsen. Bedekte appeltaart op 2 niveaus: Gebak in springvormen van blik: met boven- en onderwarmte % op 1 niveau bakken. Gebruik de braadslede in plaats van het rooster en plaats hier de springvorm in. Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Sprits, voorverwarmen* Bakplaat 3 Bakplaat 3 Bakplaat + braadslede 1+3 2 bakplaten + braadslede 1+3+5 Small cakes, voorverwarmen* Bakplaat 3 Bakplaat 3 Bakplaat + braadslede 1+3 2 bakplaten + braadslede 1+3+5 Waterbiscuit, voorverwarmen* Springvorm op het rooster 2 Springvorm op het rooster 2 Donkere appeltaart Verwarmingsmethode % : : : % : : : % : Rooster + 2 springvormen Ø 20 cm 1 % 2 roosters + 2 springvormen Ø 20 cm 1+3 : Temperatuur in °C Tijdsduur in minuten 140-150 30-40 140-150 30-40 140-150 30-45 130-140 40-55 150-170 20-35 150-170 20-35 140-160 30-45 130-150 35-55 160-170 30-40 160-170 25-40 170-190 80-100 170-190 70-100 Grillstand Tijdsduur in minuten * Om voor te verwarmen niet de functie Snelvoorverwarming gebruiken. Grillen Wanneer u eten direct op het rooster plaatst, schuif dan ook de braadslede in op hoogte 1.De vloeistof wordt opgevangen en de oven blijft schoner. Gerecht Toebehoren en vormen Hoogte Brood roosteren 10 minuten voorverwarmen Rooster 5 ( 3 ½-2 Beefburger, 12 stuks* niet voorverwarmen Rooster + braadslede 4+1 ( 3 25-30 * Na Z van de tijd keren 68 Verwarmingsmethode
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Siemens HC724220 Handleiding

Type
Handleiding