Hilti DX 76 Handleiding

Type
Handleiding
282472
Operating instructions en
Mode d’emploi fr
Gebruiksaanwijzing nl
Brugsanvisning da
Bruksanvisning sv
Bruksanvisning no
Käyttöohje fi
Instrukcija lv
Lietošanas pamācība lt
Kasutusjuhend et
DX 76
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
D
X
7
6
4
3
2
1
MX 76
2
1
14 13
3 4 5 6 7
9
8
12 11 10
18
17
16
15
1
22
21
D
X
7
6
4
3
2
1
19
20
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
1234
DX 76
DX 76
M
X
7
6
M
X
7
6
1
1234
DX 76
DX 76
M
X
7
6
M
X
7
6
1
2
4 5
Standard
steel
S 235, S275
E 36, ST 37,
340-470 N/mm
2
4
3
4
3
High-strength
steel
S 355, S275
E 42, ST 52,
490-630 N/mm
2
Base material thickness (mm)
4
3
4
3
20
15
10
8
6
X-ENP
red
black
blue
red
3
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
D
X
7
6
D
X
7
6
4
3
2
1
M
X
7
6
M
X
7
6
D
X
7
6
D
X
7
6
4
3
2
1
2
1/4
3
max.
min.
max.
min.
M
X
7
6
M
X
7
6
DX 76
DX 76
2
1
M
X
7
6
M
X 76
M
X 76
1
3
2
D
X
7
6
4
3
2
1
M
X
7
6
M
X
7
6
M
X
7
6
4
2
1
3
D
X
7
6
4
3
2
1
M
X
7
6
M
X
7
6
M
X
7
6
M
X
7
6
1
2
4
5
6
h
h
h
h
h
a)
c)
b)
d)
X-ENP2K-20 X-ENP-19
7
8 9
10 11
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
5
2
4
1
3
2
4
3
1
D
X
7
6
D
X
7
6
4
3
2
1
5
5
6
7
16 17
19
D
X
7
6
D
X
7
6
4
3
2
1
D
X
7
6
4
3
2
1
M
X
7
6
M
X
7
6
2
1
3
4
18
2
1
1
3
2
1234
DX 76DX 76
4
2
3
1
DX 76
DX 76
6
4
5
1
3
2
12 13
14 15
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
D
X
7
6
D
X
7
6
4
3
2
1
8
9
DX 76
DX 76
4
3
2
1
D
X
7
6
4
3
2
1
M
X
7
6
M
X
7
6
14
12
10
11
13
20 21
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
DX 76 Plunjerschiethamer
Lees de handleiding voor het eerste gebruik
beslist door.
Bewaar deze handleiding altijd bij het appa-
raat.
Geef het apparaat alleen samen met de hand-
leiding aan andere personen door.
Inhoud Pagina
1 Veiligheidsinstructies 35
2 Algemene opmerkingen 37
3 Beschrijving 38
4 Toebehoren, verbruiksmateriaal 40
5 Technische gegevens 40
6 Inbedrijfneming 41
7 Bediening 41
8 Verzorging en onderhoud 45
9 Foutopsporing 46
10 Afval voor hergebruik recyclen 49
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur 49
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel) 50
13 CIP-keuringsbewijs 50
14 Gezondheid en veiligheid van de gebruiker 50
1 Deze nummers verwijzen naar afbeeldingen. De afbeel-
dingen bij de tekst vindt u op de uitklapbare omslagpa-
gina's. Houd deze bij het bestuderen van de handleiding
open.
In de tekst van deze handleiding wordt met »het appa-
raat« altijd de plunjerschiethamer DX 76 bedoeld.
Onderdelen en bedieningselementen 1
Apparaat DX 76
@
Nagelmagazijn MX 76
;
Aandrukpen
=
Montageopening beschermkap
%
Repeteergreep
&
Patronenkoker
(
Kijkvenster laadcontrole
)
Krachtregelingswiel
+
Indicator voor krachtregeling
§
Kap (steunkussen)
/
Behuizing
:
Handgreepkussen
·
Pal
$
Hendel voor demontage plunjergeleiding
£
Schuifhuls
|
Magazijn
¡
Beschermkap nagelmagazijn
Q
Aanslag (element)
W
Ventilatiesleuven
E
Boutgeleider X‑76‑F‑15
R
Beschermkap apparaat
Aan slijtage onderhevige onderdelen
T
Plunjer
Z
Stopring
1 Veiligheidsinstructies
1.1 Essentiële veiligheidsnotities
Naast de technische veiligheidsinstructies in de af-
zonderlijke hoofdstukken van deze handleiding moe-
ten de volgende bepalingen altijd strikt worden opge-
volgd.
1.1.1 Gebruik van patronen
Gebruik alleen Hilti patronen of patronen van verge-
lijkbare kwaliteit
Bij gebruik van inferieure patronen in Hilti gereedschap-
penkunnenzichafzettingenvanonverbrandepoeder
vormen, die plotseling kunnen exploderen en ernstig let-
selvoordegebruikerenpersoneninzijnomgevingtot
gevolg kunnen hebben. Patronen moeten voldoen aan
een van de volgende minimumeisen:
a) De betreffende fabrikant moet de succesvolle test
volgens EU-norm EN 16264 kunnen bevestigen of
b) De CE-markering van overeenstemming dragen
(vanaf juli 2013 in de EU dwingend voorgeschreven)
AANWIJZING
Alle Hilti patronen voor plunjerschiethamers zijn succes-
vol getest volgens EN 16264. De in norm EN 16264
vastgelegde tests betreffen systeemtests van specifieke
combinaties van patronen en gereedschappen, die wor-
den uitgevoerd door certificeringsinstanties. De gereed-
schapsbenaming, de naam van de certificeringsinstantie
en het systeemtestnummer zijn op de verpakking van de
patroon gedrukt.
Zie ook verpakkingsvoorbeeld onder: www.hilti.com/dx-
cartridges
1.1.2 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met
verstand te werk bij het gebruik van een apparaat
voor directe montage. Gebruik het gereedschap
niet wanneer u moe bent of onder invloed staat
van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van
nl
35
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
onoplettendheid bij het gebruik van het gereedschap
kan tot ernstig letsel leiden.
b) Neem geen ongunstige lichaamshouding aan.
Zorg ervoor dat u stevig staat en altijd in
evenwicht bent.
c) Richt het apparaat niet op uzelf of op een andere
persoon.
d) Druk het apparaat niet op uw hand of een ander
lichaamsdeel (ook niet bij een andere persoon).
e) Houd andere personen, met name kinderen, uit de
buurt van het apparaat wanneer u ermee werkt.
f) Houd bij de bediening van het apparaat de armen
gebogen (niet gestrekt).
1.1.3 Gebruik en onderhoud van apparaten voor
directe montage
a) Gebruik het apparaat op de juiste manier. Gebruik
het apparaat niet voor doeleinden waarvoor het
niet bestemd is, maar alleen op de juiste wijze en
in correcte toestand.
b) Druk het apparaat in een rechte hoek op het
werkvlak.
c) Laat het apparaat nooit onbeheerd achter wan-
neer het geladen is.
d) U dient het apparaat voor reinigings-, service- en
onderhoudswerkzaamheden, bij een werkonder-
breking en bij de opslag altijd te ontladen (patroon
en bevestigingselement).
e) Apparaten die niet worden gebruikt, dienen op
een droge, hooggelegen of afgesloten plaats, bui-
ten bereik van kinderen bewaard te worden.
f) Controleer het apparaat en de toebehoren op
eventuele beschadigingen. Voor verder gebruik
dient zorgvuldig te worden nagegaan of de veilig-
heidsvoorzieningen of licht versleten delen cor-
rect en volgens de voorschriften functioneren.
Controleer of de bewegende delen foutloos func-
tioneren en niet klemmen en of er delen bescha-
digd zijn. Alle delen moeten correct gemonteerd
zijn en aan alle voorwaarden voldoen om het op-
timaal functioneren van het apparaat te garande-
ren. Beschadigde veiligheidsinrichtingen en on-
derdelen dienen, tenzij anders in de handleiding
is aangegeven, door de Hilti-service gerepareerd
of vervangen te worden.
g) Haal de pal alleen over wanneer het apparaat vol-
ledig loodrecht tegen de ondergrond is gedrukt.
h) Houd het apparaat altijd stevig vast, in een rechte
hoek tegen de ondergrond wanneer u een ele-
ment indrijft. Hierdoor wordt voorkomen dat het
bevestigingselement afbuigt van het ondergrond-
materiaal.
i) Drijf nooit een element een tweede keer in, dit kan
leiden tot elementbreuken en -beklemmingen.
j) Drijf nooit bevestigingselementen in bestaande
gaten in, tenzij dit door Hilti wordt aanbevolen.
k) Neem deze toepassingsrichtlijnen altijd in acht.
l) Maak wanneer de toepassing dit toelaat gebruik
van de beschermkappen.
m) Trek het magazijn en de pengeleiding niet met
de hand terug, het apparaat kan hierdoor onder
bepaalde omstandigheden gebruiksklaar worden.
Wanneer het apparaat gereed voor gebruik is,
bestaat de mogelijkheid dat een element in een
lichaamsdeel wordt gedreven.
1.1.4 Werkomgeving
a) Zorg voor een goede verlichting van het werkge-
bied.
b) Gebruik het apparaat alleen in goed geventileerde
werkruimten.
c) Drijf geen bevestigingselement in ondergrondma-
teriaal dat hiervoor ongeschikt is. Materiaal dat te
hard is, zoals gelast staal en gietstaal. Materiaal dat
te zacht is, zoals hout en gipskarton. Materiaal dat
te bros is, zoals glas en tegels. Het indrijven in deze
materialen kan elementbreuken, afsplinteringen of
doordrijvingen veroorzaken.
d) Drijf geen nagels in glas, marmer, kunststof,
brons, messing, koper, rotsgesteente, isolatiema-
teriaal, baksteen, tegels of plavuizen, dun plaat-
staal (<3 mm), gietijzer of gasbeton.
e) Vergewis u ervan, voordat u nagels aanbrengt,
dat er zich niemand achter of onder de werkplek
bevindt.
f) Houd uw werkgebied in orde. Houd de werkom-
gevingvrijvanvoorwerpenwaaraanuzichkunt
verwonden. Ongeordendheid in uw werkgebied kan
leiden tot ongevallen.
g) Houd de handgrepen droog, schoon en vrij van
olie en vet.
h) Draag slipvast schoeisel.
i) Houd rekening met omgevingsinvloeden. Stel het
apparaat niet bloot aan neerslag en gebruik het
niet in een omgeving die vochtig of nat is. Gebruik
het apparaat niet op plaatsen waar het risico van
explosie en brand bestaat.
1.1.5 Mechanische veiligheidsmaatregelen
a) Kies de juiste combinatie van boutgeleider en be-
vestigingselementen. Wanneernietdejuistecom-
binatie wordt gebruikt, kan dat tot letsel leiden en
kan het apparaat beschadigd en/of de bevestigings-
kwaliteit nadelig beïnvloed worden.
b) Gebruik alleen bevestigingselementen die voor
het apparaat bestemd en goedgekeurd zijn.
c) Voer geen bevestigingselementen in het maga-
zijn in wanneer dit niet juist op het apparaat ge-
monteerd is. De bevestigingselementen kunnen
er uitgeslingerd worden.
d) Gebruik geen versleten stopringen en voer geen
aanpassingen aan de plunjer uit.
nl
36
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
1.1.6 Thermische veiligheidsmaatregelen
a) Indien het apparaat oververhit is, dient u het af te
laten koelen. Overschrijd de maximale indrijffre-
quentie niet.
b) Draag beslist werkhandschoenen wanneer u on-
derhoudswerkzaamheden dient uit te voeren zon-
der dat het apparaat van tevoren is afgekoeld.
c) Wanneer de kunststof patroonstrip begint te
smelten, moet u het apparaat laten afkoelen.
1.1.7 Explosiegevaar
a) Gebruik alleen patronen die voor het apparaat zijn
goedgekeurd.
b) Verwijder de patronenstrook voorzichtig uit het
apparaat.
c) Probeer geen patronen met geweld uit de maga-
zijnstrip of uit het apparaat te verwijderen.
d) Patronen die niet worden gebruikt, dienen op een
droge, hoog gelegen of afgesloten plaats, buiten
bereik van kinderen bewaard te worden.
1.1.8 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
De gebruiker en personen die zich in de buurt bevin-
den, moeten tijdens het gebruik van het apparaat of
het opheffen van fouten een geschikte veiligheidsbril,
een veiligheidshelm en gehoorbescherming dragen.
2 Algemene opmerkingen
2.1 Signaalwoorden en hun betekenis
GEVAAR
Voor een direct dreigend gevaar dat tot ernstig letsel of
tot de dood leidt.
WAARSCHUWING
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot ernstig
letsel of tot de dood kan leiden.
ATTENTIE
Voor een eventueel gevaarlijke situatie die tot licht letsel
of tot materiële schade kan leiden.
AANWIJZING
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie.
2.2 Verklaring van de pictogrammen en overige
aanwijzingen
Waarschuwingstekens
Waarschu-
wing voor
algemeen
gevaar
Waarschu-
wing voor
explosieve
stoffen
Waarschu-
wing voor
heet
oppervlak
Gebodstekens
Veiligheids-
bril
dragen
Helm dragen Gehoorbe-
scherming
dragen
Werkhand-
schoenen
dragen
Vóór het
gebruik de
handleiding
lezen
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Het type en het serienummer staan op het typeplaatje
van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw hand-
leiding en geef ze altijd door wanneer u onze vertegen-
woordiging of ons servicestation om informatie vraagt.
Type:
Generatie: 01
Serienr.:
nl
37
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
3 Beschrijving
3.1 Gebruik volgens de voorschriften
Het apparaat is bestemd voor de professionele gebruiker in de bouw en aan de bouw gerelateerde beroepen en dient
voor het indrijven van bevestigingselementen in staal.
Het apparaat mag alleen met de hand worden bediend.
Aanpassingen of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan.
Het apparaat mag niet in een explosieve of ontvlambare omgeving worden gebruikt, tenzij het daarvoor goedgekeurd
is.
Gebruik, om het risico van letsel te voorkomen, alleen originele Hilti-bevestigingselementen, -patronen, -toebehoren
en -reserveonderdelen of producten van gelijkwaardige kwaliteit.
Neem de specificaties in de handleiding betreffende het gebruik, de verzorging en het onderhoud in acht.
Het apparaat en de bijbehorende hulpmiddelen kunnen gevaar opleveren als ze door ongeschoolde personen onjuist
of niet volgens de voorschriften worden gebruikt.
Het apparaat mag alleen door geïnstrueerd personeel bediend, onderhouden en gerepareerd worden. Dit personeel
moet speciaal op de hoogte zijn gesteld van de mogelijke gevaren.
Zoals bij alle poederaangedreven plunjerschiethamers vormen het apparaat, het magazijn, de patronen en de
bevestigingselementen een technische eenheid. Dit betekent, dat een probleemloos bevestigen met dit systeem
alleen dan kan worden gewaarborgd, als de speciaal voor het apparaat gefabriceerde Hilti bevestigingselementen
en patronen resp. producten van gelijkwaardige kwaliteit worden gebruikt. Alleen bij het in acht nemen van deze
voorwaarden gelden de door Hilti aangegeven bevestigings‑ en toepassingsadviezen.
Het apparaat biedt een vijfvoudige bescherming. Voor de veiligheid van de gebruiker van het apparaat en diens
werkomgeving.
3.2 Plunjerprincipe met plunjer stopring
De energie van de aandrijflading wordt op een plunjer overgebracht, waarvan de versnelde massa de nagel in de
ondergrond drijft. Door toepassing van het plunjerprincipe kan het apparaat als een "Low Velocity Tool" worden
geclassificeerd. Rond 95% van de kinetische energie bevindt zich in de plunjer. Omdat de plunjer in elk geval na afloop
van het indrijven in het apparaat wordt gestopt, blijft er overtollige energie in het apparaat. Hierdoor is bij een juist
gebruik gevaarlijk doorschieten met uittreedsnelheden van het element van meer dan 100 m/s praktisch onmogelijk.
3.3 Valbeveiliging
Door de koppeling van ontstekingsmechanisme en aandruktraject is er sprake van een valbeveiliging. Wanneer het
apparaat op een harde ondergrond stoot, kan er dan ook geen ontsteking volgen, in welke hoek het zich ook bevindt.
3.4 Palbeveiliging
De palbeveiliging voorkomt dat het indrijven al wordt gestart als alleen de pal wordt overgehaald. Het indrijven kan
alleen worden gestart als de machine eerst volledig tegen een vaste ondergrond wordt gedrukt.
3.5 Aandrukbeveiliging
De aandrukbeveiliging vereist een aandrukkracht van minstens 50 N, zodat het indrijven alleen met een volledig
aangedrukt apparaat kan worden uitgevoerd.
3.6 Inschakelbeveiliging
Het apparaat beschikt bovendien over een inschakelbeveiliging. Dit betekent dat het niet wordt ingeschakeld wanneer
de pal wordt overgehaald en het apparaat vervolgens wordt aangedrukt. Het kan alleen worden geactiveerd wanneer
het eerst op de juiste wijze wordt aangedrukt en pas daarna de pal wordt bediend.
3.7 Apparaat DX 76, toepassingen en programma voor bevestigingselementen
Bevestiging van profielplaten op staal, staaldikte 6 mm tot massief staal
Programma
Orderomschrijving Opmerking
Bevestigingselementen X‑ENP‑19 L15 MX 10 nagels per magazijnstrip
Nagelmagazijn MX 76
Plunjerset X‑76‑P‑ENP
nl
38
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
Programma
Orderomschrijving Opmerking
Bevestigingselementen X‑ENP‑19 L15 Enkelvoudige nagel
Enkelvoudige boutgeleider X‑76‑F‑15
Bevestiging van profielplaten op staal, staaldikte 3–6 mm
Programma
Orderomschrijving Opmerking
Bevestigingselementen ENP2K‑20 L15 MX 10 nagels per magazijnstrip
Nagelmagazijn MX 76
Plunjer X‑76‑P‑ENP2K
Programma
Orderomschrijving Opmerking
Bevestigingselementen ENP2K‑20 L15 Enkelvoudige nagel
Enkelvoudige boutgeleider X‑76‑F‑15‑P
Bevestiging verbindingsdeuvels
Programma
Orderomschrijving Opmerking
Bevestigingselementen X‑ENP‑21 HVB Elk 2 stuks per verbindings-
deuvel
Verbindingsdeuvel X‑HVB 50/ 80/ 95/ 110/ 125/
140
Boutgeleider X‑76‑F‑HVB
Plunjer X‑76‑P‑HVB
Bevestiging profielplaten op beton (DX-Kwik)
Programma
Orderomschrijving Opmerking
Bevestigingselementen NPH2‑42 L15
Boutgeleider X‑76‑F‑Kwik
Plunjer X‑76‑P‑Kwik
Aanslagboor TX‑C 5/23 Aanslagboor voor voorboren
Bevestigingselementen (diameter 10 mm) voor roosterbevestigingen
Programma
Orderomschrijving Opmerking
Bevestigingselementen EM8-15FP10, X-CRM8-15
FP10/ X‑CR M8
Voor het installeren van
X‑FCM, X-FCM-F, X‑FCM‑R,
X‑FCP‑F, X‑FCP‑R
Boutgeleider X-76-F-10
Plunjer X‑76‑P-GR
Stoter Stoter Voor het terugschuiven van de
bevestigingselementen
Centreersysteem Centreersysteem 25 Voor boutgeleider X-76-F-10
Centreersysteem Centreersysteem 30 Voor boutgeleider X-76-F-10
Bevestigingselementen (diameter 10 mm) voor diverse bevestigingen op stalen ondergrond en beton
Programma
Orderomschrijving Opmerking
Bevestigingselementen DS 27‑37, DSH 57 P10 Nagels ter bevestiging van
houten latten op beton en
staal, vanaf 62 mm moeten
nagels voorgesteld worden
Bevestigingselementen EDS 19‑27 P10 Nagels voor bevestiging van
houten latten op staal
nl
39
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
Programma
Orderomschrijving Opmerking
Bevestigingselementen EW10-30 P10. X-EW10-27
P10, X-EM10-24 P10
10 mm pennen op stalen on-
dergrond
Boutgeleider X‑76‑F‑10
Plunjer X‑76‑P‑10
4 Toebehoren, verbruiksmateriaal
Omschrijving
Artikelnummer, beschrijving
Hilti koffer DX 76 KD, groot, met afsluitbaar patronenvak
Koffer magazijnapparaat DX 76 MX
Reinigingsset
DX 76 / 860‑ENP, Platte borstel, ronde borstel Ø 25,
ronde borstel Ø 8, stamper, reinigingsdoek
Hilti-spray
Set plunjers en stopringen X‑76‑PS
Beschermkap voor magazijn en enkelvoudige penge-
leidingen
Kaliber DX 76
Patronen type
Orderomschrijving
Sterkste lading 6.8/18 M zwart
Extra sterke lading 6.8/18 M zwart
Zeer sterke lading 6.8/18 M rood
Sterke lading 6.8/18 M blauw
Zwakke lading 6.8/18 M groen
5 Technische gegevens
Technische wijzigingen voorbehouden!
AANWIJZING
* voor storingsvrij gebruik.
Apparaat DX 76 MX
Gewicht met magazijn 4,35 kg
Afmetingen (L × B × H) 450 mm × 101 mm × 352 mm
Magazijncapaciteit 10 elementen
Aandruktraject 32 mm
Aandrukkracht 190…240 N
Gebruikstemperatuur / omgevingstemperatuur -15…+50 °C
Maximale gemiddelde indrijffrequentie* 600/h
nl
40
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
6 Inbedrijfneming
AANWIJZING
Voor het eerste gebruik de handleiding lezen.
6.1 Apparaat controleren
Verzeker u ervan dat zich geen patroonstrip in het ap-
paraat bevindt. Wanneer zich een patroonstrip in het
apparaat bevindt, transporteert u deze door meerdere
malen te repeteren met de repeteergreep, tot u hem aan
de kant waar de patronen naar buiten komen kunt beet-
pakken. Verwijder de patroonstrip hierna door hem naar
buiten te trekken.
Controleer alle externe delen van het apparaat op be-
schadigingen en ga na of alle bedieningselementen goed
werken. Gebruik het apparaat niet als er onderdelen be-
schadigd zijn of de bedieningselementen niet optimaal
functioneren. Laat het apparaat door de erkende Hilti-
service repareren.
Ga na of de plunjer en de stopring op de juiste manier
zijn ingebouwd en niet versleten zijn.
7Bediening
AANWIJZING
Bij het vasthouden met uw tweede hand moet u de hand
zo plaatsen dat u geen ventilatiesleuven of openingen
bedekt.
WAARSCHUWING
Tijdens het indrijven kan er materiaal worden afgesplin-
terd of materiaal van patroonstrips naar buiten worden
geslingerd. Daarom dient u (gebruikers en personen in
de omgeving) een veiligheidsbril en een veiligheids-
helm te dragen. Afgesplinterd materiaal kan lichamelijk
letsel en oogletsel veroorzaken.
ATTENTIE
Het indrijven van de bevestigingselementen wordt door
de ontsteking van een voortstuwlading geactiveerd. U
(gebruiker en personen in de omgeving) dient ge-
hoorbescherming te dragen. Te hard geluid kan het
gehoor beschadigen.
WAARSCHUWING
Als het apparaat tegen een lichaamsdeel (zoals een hand)
wordt gedrukt, wordt de machine niet reglementair ge-
bruiksklaar gemaakt. De gebruiksklare toestand maakt
het echter wel mogelijk om nagels in lichaamsdelen te
drijven (gevaar voor letsel door nagel of plunjer). Druk
het apparaat nooit tegen lichaamsdelen.
ATTENTIE
Drijf nooit een element een tweede keer in, dit kan
leiden tot elementbreuken en -beklemmingen.
ATTENTIE
Drijf nooit bevestigingselementen in bestaande gaten
in, tenzij dit door Hilti wordt aanbevolen.
ATTENTIE
Indien het apparaat oververhit is, dient u het af te la-
ten koelen. Overschrijd de maximale indrijffrequentie
niet.
7.1 Gebruik
Voorschriften voor de bevestiging. Volg altijd deze ge-
bruiksvoorschriften op.
AANWIJZING
Vraag voor gedetailleerde informatie de technische richt-
lijnen bij de regionale Hilti-vestiging of zonodig nationale
technische voorschriften op.
7.2 Gedrag bij haperende ontsteking van patroon
Wanneer de ontsteking hapert of de patroon niet ont-
steekt, gaat u als volgt te werk:
Houd het apparaat gedurende 30 seconden tegen het
werkoppervlak gedrukt.
Wanneer de patroon nog steeds niet ontsteekt, neem het
apparaat dan van het werkoppervlak en let erop dat het
niet op u of een andere persoon gericht is.
Transporteer de patroonstrip door het apparaat verder te
repeteren; maak de overige patronen van de patroonstrip
op. Verwijder de opgebruikte patroonstrip en doe dit op
een zodanige wijze dat hergebruik of oneigenlijk gebruik
uitgesloten is.
7.2.1 Strip met bevestigingselementen in het
magazijn inbrengen 2
Schuif de strip met bevestigingselementen van bovenaf
in het magazijn tot de ring van het laatste element in het
magazijn is ingeklikt.
nl
41
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
7.2.2 Patroonkeuze 3
1. Bepaal de materiaaldikte en de staalvastheid van de
ondergrond.
2. Kies de geschikte patronen en de krachtinstelling
overeenkomstig het aanbevolen patroon.
AANWIJZING Zie voor een gedetailleerd patroon-
advies de betreffende goedkeuring of het Hilti hand-
boek voor directe bevestiging
7.2.3 Patroonstrip inbrengen 4
Schuif de patroonstrip helemaal in de patronenkoker aan
de zijkant.
7.2.4 Bevestigen met het magazijnindrijfapparaat 5
1. Druk het apparaat onder een rechte hoek op het
werkvlak.
2. Activeer het indrijven door de pal over te halen.
3. Als inleiding op de volgende indrijving dient u de
repeteergreep naar achteren en weer naar voren te
schuiven.
7.2.5 Controle en instelling van de
nagelpenetratie 67
AANWIJZING
Regeldekrachtvanhetapparaatdooraanhetkracht-
regelingswiel te draaien. (Stand 1 = minimum; stand 4 =
maximum)
1. Controleer met behulp van het kaliber de uitsteek-
hoogte van de nagel.
2. Wanneer een bevestigingselement niet diep genoeg
is binnengedrongen, dient u de kracht te verhogen.
Stel de kracht een stand hoger in met het kracht-
regelingswiel. Wanneer een bevestigingselement te
diep is binnengedrongen, dient u de kracht te ver-
lagen. Stel de kracht een stand lager in met het
krachtregelingswiel.
3. Drijf een bevestigingselement in.
4. Controleer met behulp van het kaliber de uitsteek-
hoogte van de nagel.
5. Wanneer het bevestigingselement nog altijd niet
diep genoeg resp. te diep is binnengedrongen, dient
u stap 2 tot 4 te herhalen tot het diep genoeg is in-
gedreven. Gebruik eventueel een sterker of zwakker
patroon.
7.3 Ontladen van het apparaat
7.3.1 Patronen uit het apparaat verwijderen 8
WAARSCHUWING
Probeer geen patronen met geweld uit de patroon-
strip of uit het apparaat te verwijderen.
1. Verschuif de patroonstrip door meerdere malen te
repeteren met de repeteergreep tot hij zichtbaar
wordt in de patronenuitlaatopening.
2. Trek de patroonstrip uit de patronenuitlaatopening.
7.3.2 Strip met bevestigingselementen uit het
magazijnindrijfapparaat verwijderen 9
WAARSCHUWING
Verzeker u ervan dat zich geen patroonstrip in het
apparaat bevindt. Als zich een patroonstrip in het
apparaat bevindt, dan de repeteergreep bedienen tot
de patroon zichtbaar is, daarna trekt u deze met de
hand uit de patronenuitgang.
ATTENTIE
De strip met bevestigingselementen wordt met be-
hulp van veerkracht uitgestoten.
1. Druk de strip met bevestigingselementen 5 mm die-
per in het magazijn en houd hem in deze positie
vast.
2. Schuif de rode aanslag met uw duimen naar voren
en houd hem in deze positie vast.
3. Verwijder de strip met bevestigingselementen uit het
magazijn.
7.4 Nagelmagazijn of boutgeleider (toebehoren)
verwisselen
7.4.1 Demontage 
WAARSCHUWING
Er mogen zich geen patronen in het apparaat be-
vinden. Er mogen zich geen bevestigingselementen
bevinden in het nagelmagazijn of in de boutgeleider.
ATTENTIE
Na gebruik kunnen de onderdelen zeer heet zijn. Draag
beslist werkhandschoenen wanneer u de volgende
onderhoudsstappen dient uit te voeren zonder dat
het apparaat van tevoren is afgekoeld.
1. Zorg ervoor dat de repeteergreep zich in de basis-
stand bevindt.
2. Schroef de boutgeleider (of het nagelmagazijn) eraf.
3. Verwijder de plunjer uit de plunjergeleiding en de
stopring uit het nagelmagazijn.
7.4.2 Montage 
1. Plaats de stopring in de juiste positie in de te mon-
teren boutgeleider (of het nagelmagazijn).
2. Zorg ervoor dat de repeteergreep zich in de basis-
stand bevindt.
3. Steek de passende plunjer in de plunjergeleiding
van het apparaat.
4. Schroef de boutgeleider (of het nagelmagazijn) tot
de aanslag op de plunjergeleiding en draai deze
terug tot hij inklikt.
5. Repeteer eenmaal met de repeteergreep.
nl
42
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
7.5 Bevestigen met enkelvoudige boutgeleider
(toebehoren)
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de beschermkap op het apparaat
gemonteerd is.
7.5.1 Bevestigingselement in het enkelvoudige
indrijfapparaat inbrengen 
1. Draai het apparaat zo, dat de boutgeleider naar
boven is gericht.
2. Breng het bevestigingselement van bovenaf in het
apparaat in.
7.5.2 Patroonkeuze 3
1. Bepaal de materiaaldikte en de staalvastheid van de
ondergrond.
2. Kies de geschikte patronen en de krachtinstelling
overeenkomstig het aanbevolen patroon.
AANWIJZING Zie voor een gedetailleerd patroon-
advies de betreffende goedkeuring of het Hilti hand-
boek voor directe bevestiging
7.5.3 Patroonstrip inbrengen 4
Schuif de patroonstrip helemaal in de patronenkoker aan
de zijkant.
7.5.4 Bevestigen met het enkelvoudige
indrijfapparaat
1. Druk het apparaat onder een rechte hoek op het
werkvlak.
2. Activeer het indrijven door de pal over te halen.
3. Als inleiding op de volgende indrijving dient u de
repeteergreep naar achteren en weer naar voren te
schuiven.
7.5.5 Controle en instelling van de
nagelpenetratie 67
AANWIJZING
Regeldekrachtvanhetapparaatdooraanhetkracht-
regelingswiel te draaien. (Stand 1 = minimum; stand 4 =
maximum)
Controleer de nagelpenetratie en de krachtinstelling over-
eenkomstig hoofdstuk 7.2.5 "Controle en instelling van
de nagelpenetratie".
7.6 Bevestigen van verbindingsdeuvels
(toebehoren)  
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de beschermkap op het apparaat
gemonteerd is.
7.6.1 Element in HVB boutgeleider aanbrengen
AANWIJZING
Plaatsen van het eerste element in de verbindingsdeuvel
1. Monteer overeenkomstig hoofdstuk 7.4
"Nagelmagazijn of boutgeleider (toebehoren)
verwisselen/monteren" de HVB boutgeleider.
2. Draai de schuiver tot deze vergrendelt en het getal
1 zichtbaar is.
3. Draai het apparaat zo, dat de boutgeleider naar
boven is gericht.
4. Breng het element van bovenaf in de gemarkeerde
opening van het apparaat aan.
7.6.2 Patroonstrip inbrengen 4
AANWIJZING
Voor de bevestiging van HVB verbindingsdeuvels worden
zwarte en in sommige gevallen rode patronen aanbevo-
len. Zie voor een gedetailleerd patroonadvies de betref-
fende goedkeuring of het Hilti handboek voor directe
bevestiging
Schuif de patroonstrip helemaal in de patronenkoker aan
de zijkant.
7.6.3 Zetten met de HVB boutgeleider 
1. Plaats de verbindingsdeuvel op de standplaat. Hij
wordt door een magneet vastgehouden.
2. Druk het apparaat onder een rechte hoek op het
werkvlak.
3. Activeer het indrijven door de pal over te halen.
4. Als inleiding op de volgende indrijving dient u de
repeteergreep naar achteren en weer naar voren te
schuiven.
7.6.4 Controle en instelling van de
nagelpenetratie 67
AANWIJZING
Regel de kracht van het apparaat door aan het kracht-
regelingswiel te draaien. (Stand 1 = minimum; stand 4 =
maximum)
Controleer de nagelpenetratie en de krachtinstelling over-
eenkomstig hoofdstuk 7.2.5 "Controle en instelling van
de nagelpenetratie".
7.6.5 Tweede element in HVB boutgeleider
aanbrengen 
AANWIJZING
Plaatsen van het tweede element in de verbindingsdeuvel
1. Draai de schuiver tot deze vergrendelt en het getal
2 zichtbaar is.
2. Draai het apparaat zo, dat de boutgeleider naar
boven is gericht.
3. Breng het element van bovenaf in de gemarkeerde
opening van het apparaat aan.
nl
43
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
7.6.6 Zetten van de HVB boutgeleider 
1. Breng de standplaat in de beugel aan en druk het
apparaat onder een rechte hoek op het werkvlak.
2. Activeer het indrijven door de pal over te halen.
3. Als inleiding op de volgende indrijving dient u de
repeteergreep naar achteren en weer naar voren te
schuiven.
7.7 Roosterbevestigingen (toebehoren)
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de beschermkap op het apparaat
gemonteerd is.
7.7.1 Element in roosterboutgeleider (F8)
aanbrengen
1. Monteer overeenkomstig hoofdstuk 7.4
"Nagelmagazijn of boutgeleider (toebehoren)
verwisselen/monteren" deroosterboutgeleider.
2. Draai het apparaat zo, dat de boutgeleider naar
boven is gericht.
3. Breng het bevestigingselement van bovenaf in het
apparaat in.
7.7.2 Patroonstrip inbrengen 4
Schuif de patroonstrip helemaal in de patronenkoker aan
de zijkant.
7.7.3 Zetten met de roosterboutgeleider 
1. Druk het apparaat onder een rechte hoek op het
werkvlak.
2. Activeer het indrijven door de pal over te halen.
3. Controleer indien mogelijk de penetratiediepte door
controle van de uitsteekhoogte van de pen.
4. Plaats, bij gebruik van een flens, de bevestigings-
flens (koppel 5 tot 8 Nm).
5. Als inleiding op de volgende indrijving dient u de
repeteergreep naar achteren en weer naar voren te
schuiven.
7.7.4 Controle en instelling van de
nagelpenetratie 67
AANWIJZING
Regeldekrachtvanhetapparaatdooraanhetkracht-
regelingswiel te draaien. (Stand 1 = minimum; stand 4 =
maximum)
Controleer de nagelpenetratie en de krachtinstelling over-
eenkomstig hoofdstuk 7.2.5 "Controle en instelling van
de nagelpenetratie".
7.8 Bevestigen met de F10 boutgeleider
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de beschermkap op het apparaat
gemonteerd is.
Ga bij het bevestigen met de F10 boutgeleider op de-
zelfde wijze te werk als bij roosterbevestigingen (hoofd-
stuk 7.7.).
7.9 Bevestiging van profielplaten op beton (DX-
Kwik toebehoren)
WAARSCHUWING
Zorg ervoor dat de beschermkap op het apparaat
gemonteerd is.
7.9.1 Element DX Kwik boutgeleider aanbrengen
1. Monteer overeenkomstig hoofdstuk 7.4
"Nagelmagazijn of boutgeleider (toebehoren)
verwisselen/monteren" de DX Kwik boutgeleider.
2. Draai het apparaat zo, dat de boutgeleider naar
boven is gericht.
3. Breng het bevestigingselement van bovenaf in het
apparaat in.
7.9.2 Patroonstrip inbrengen
AANWIJZING
Voor de bevestiging van profielplaten op beton worden
blauwe patronen aanbevolen. Zie voor een gedetailleerd
patroonadvies de betreffende goedkeuring of het Hilti
handboek voor directe bevestiging.
Schuif de patroonstrip helemaal in de patronenkoker aan
de zijkant.
7.9.3 Zetten met de DX Kwik boutgeleider 
1. Boor de profielplaat en de betonnen ondergrond
voor met de aanslagboor.
2. Breng de uit de boutgeleider stekende nagels aan
in de voorgeboorde opening en druk het apparaat
onder een rechte hoek aan.
3. Activeer het indrijven door de pal over te halen.
4. Als inleiding op de volgende indrijving dient u de
repeteergreep naar achteren en weer naar voren te
schuiven.
7.9.4 Controle en instelling van de
nagelpenetratie 67
AANWIJZING
Regel de kracht van het apparaat door aan het kracht-
regelingswiel te draaien. (Stand 1 = minimum; stand 4 =
maximum)
Controleer de nagelpenetratie en de krachtinstelling over-
eenkomstig hoofdstuk 7.2.5 "Controle en instelling van
de nagelpenetratie".
nl
44
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
8 Verzorging en onderhoud
ATTENTIE
Afhankelijk van het soort apparaat kan er bij regelma-
tig gebruik vervuiling en slijtage ontstaan waardoor het
functioneren nadelig wordt beïnvloed. Om het apparaat
op een betrouwbare en veilige manier te kunnen ge-
bruiken zijn daarom regelmatige inspecties en onder-
houdsbeurten een absolute vereiste. Wij raden aan
om bij intensief gebruik ten minste dagelijks en ui-
terlijk na 3000 indrijvingen het apparaat schoon te
maken en de plunjer en stopring te controleren!
WAARSCHUWING
Er mogen zich geen patronen in het apparaat be-
vinden. Er mogen zich geen bevestigingselementen
bevinden in het nagelmagazijn of in de boutgeleider.
ATTENTIE
De machine kan door het gebruik heet worden. U kunt uw
handen verbranden. Draagt u bij onderhouds- en repa-
tatiewerkzaamheden veiligheidshandschoenen. Laat
het apparaat afkoelen.
8.1 Verzorging van het apparaat
Reinig de buitenkant van het apparaat regelmatig met
een licht bevochtigde poetsdoek.
AANWIJZING
Gebruik geen sproeiapparaat of stoomstraalapparaat
voor het reinigen! Gebruik het apparaat nooit met
verstopte ventilatiesleuven! Voorkom dat vuildeeltjes in
het apparaat kunnen binnendringen.
8.2 Reparaties
Controleer alle uitwendige delen van het apparaat regel-
matig op beschadigingen en ga na of alle bedieningsele-
menten correct functioneren. Gebruik het apparaat niet
wanneer er onderdelen beschadigd zijn of bedieningsele-
menten niet correct functioneren. Laat het apparaat door
de Hilti-service repareren.
Gebruik voor het apparaat de aanbevolen patronen en
krachtinstelling. De keuze van een verkeerd patroon of
een te hoge energie-instelling kan leiden tot vroegtijdige
uitval van apparaatonderdelen.
ATTENTIE
Verontreiniging in DX apparaten bevat substanties die
schadelijk kunnen zijn voor uw gezondheid Adem geen
stof / vuil in bij het reinigen. Zorg ervoor dat er geen
stof / vuil in de buurt van voedingsmiddelen komt.
Was uw handen na het reinigen van het apparaat.
U mag nooit vet gebruiken voor het onderhoud / de
smering van apparaatonderdelen. Dit kan leiden tot
functiestoringen van het apparaat. Gebruik uitslui-
tend Hilti-spray of producten van een vergelijkbare
kwaliteit.
8.2.1 Plunjer controleren, plunjer/stopring
vervangen
WAARSCHUWING
Er mogen zich geen patronen in het apparaat be-
vinden. Er mogen zich geen bevestigingselementen
bevinden in het nagelmagazijn of in de boutgeleider.
ATTENTIE
Na gebruik kunnen de onderdelen zeer heet zijn. Draag
beslist werkhandschoenen wanneer u de volgende
onderhoudsstappen dient uit te voeren zonder dat
het apparaat van tevoren is afgekoeld.
AANWIJZING
Door herhaaldelijke mis-indrijvingen ontstaat slijtage aan
de plunjer en de stopring. Als de plunjer breuken vertoont
en/of het elastomeer van de stopring sterk versleten is,
dan is het einde van de levensduur van deze componen-
ten bereikt.
AANWIJZING
De plunjer en stopring dienen regelmatig, ten minste
dagelijks, te worden gecontroleerd.
AANWIJZING
Om de plunjer en de stopring te verwisselen hoeft alleen
het nagelmagazijn of de boutgeleider te worden losge-
schroefd. De plunjergeleiding hoeft niet gedemonteerd te
worden.
1. Schroef de boutgeleider (of het nagelmagazijn) eraf.
2. Trek de plunjer uit de plunjergeleiding.
3. Controleer of de plunjer beschadigd is. Indien er
tekenen van beschadiging te zien zijn, dient u de
plunjer EN de stopring te vervangen.
AANWIJZING Controleer de plunjer op krommingen
door hem over een glad oppervlak te rollen. Gebruik
geen versleten plunjers en voer geen aanpassingen
aan de plunjer uit.
4. Moet de plunjer worden vervangen, verwijder de
stopring dan uit de boutgeleider.
5. Plaats de nieuwe stopring in de juiste positie in de
te monteren boutgeleider (of het nagelmagazijn).
AANWIJZING Besproei de opening van de stopring
met Hilti Spray.
6. Steek de plunjer in de plunjergeleiding van het ap-
paraat.
7. Schroef de boutgeleider (of het nagelmagazijn) tot
de aanslag op de plunjergeleiding en draai deze
terug tot hij inklikt.
8. Repeteer eenmaal met de repeteergreep.
8.2.2 Plunjergeleiding reinigen    
WAARSCHUWING
Er mogen zich geen patronen in het apparaat be-
vinden. Er mogen zich geen bevestigingselementen
bevinden in het nagelmagazijn of in de boutgeleider.
nl
45
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
ATTENTIE
Na gebruik kunnen de onderdelen zeer heet zijn. Draag
beslist werkhandschoenen wanneer u de volgende
onderhoudsstappen dient uit te voeren zonder dat
het apparaat van tevoren is afgekoeld.
1. Zorg ervoor dat de repeteergreep zich in de basis-
stand bevindt.
2. Schroef het nagelmagazijn (of de boutgeleider) los.
3. Verwijder de plunjer uit de plunjergeleiding en de
stopring uit het nagelmagazijn (of de boutgeleider).
4. ATTENTIE Het apparaat altijd met de plunjerge-
leiding naar boven vasthouden, omdat de pen-
geleiding er anders kan uitvallen.
Zwenkdehendelvoordedemontagevandeplun-
jergeleiding eruit.
5. Trek de plunjergeleiding uit het apparaat.
AANWIJZING De plunjergeleiding hoeft niet verder
te worden gedemonteerd.
6. Reinig de opname van de plunjergeleiding in het
apparaat.
7. Reinig met de grote borstel het oppervlak aan de
binnen- en buitenzijde van de plunjergeleiding.
8. Reinighetgatvoorderegelpenmetdekleineronde
borstel en met de conische borstel het patronenma-
gazijn.
9. Spuit de schuiver en de kraag van de plunjergelei-
ding in met Hilti spray.
10. De stalen onderdelen van het apparaat inspuiten
met Hilti Spray.
AANWIJZING Door het gebruik van andere smeer-
middelen dan Hilti spray kunnen rubberen onderde-
len worden beschadigd.
11. Zorg ervoor dat de repeteergreep zich in de basis-
stand bevindt.
12. Schuif de plunjergeleiding in het apparaat.
13. Druk de plunjergeleiding licht aan.
AANWIJZING De hendel kan alleen worden geslo-
ten wanneer de plunjergeleiding licht aangedrukt
is (een paar mm). Als de hendel desondanks niet
gesloten kan worden, zie dan hoofdstuk 9 Foutop-
sporing.
14. Draai de hendel naar binnen wanneer de plunjerge-
leiding licht aangedrukt is.
15. Steek de plunjer in de plunjergeleiding.
16. Monteer de stopring.
17. Schroef de boutgeleider (of het nagelmagazijn) tot
de aanslag op de plunjergeleiding en draai deze
terug tot hij inklikt.
18. Spuit achter de repeteergreep in de open behui-
zingsspleet om het patronentransport te smeren.
19. Repeteer eenmaal met de repeteergreep.
8.3 Controle na schoonmaak- en
onderhoudswerkzaamheden
Na schoonmaak-en onderhoudswerkzaamhedenen voor
het inbrengen van de patroon moet worden gecontro-
leerd of alle veiligheidsvoorzieningen zijn aangebracht en
foutloos functioneren.
9 Foutopsporing
WAARSCHUWING
Voordat er storingen worden verholpen, dient het apparaat te worden ontladen.
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Patroonwordtnietgetranspor-
teerd.
Patroonstrip is beschadigd. Patroonstrip wisselen.
Zie hoofdstuk: 7.3.1 Patronen uit het
apparaat verwijderen 8
Apparaat is beschadigd. Contact opnemen met Hilti
Patroonstrip kan niet worden
verwijderd.
Apparaat is beschadigd of oververhit
als gevolg van een hoge indrijffre-
quentie.
Apparaatlatenafkoelenenopnieuw
proberen de patroonstrip voorzichtig
te verwijderen. Plunjergeleiding uit het
apparaat verwijderen. Als een patroon
klem zit in het magazijn, deze met de
pen uit de reinigingsset verwijderen.
Als dit niet mogelijk is, contact opne-
men met Hilti.
WAARSCHUWING
Probeer geen patronen met geweld
uit de magazijnstrip of uit het appa-
raat te verwijderen.
Patroon ontsteekt niet. Apparaat is niet volledig aangedrukt Apparaat opnieuwaandrukkenenin-
drijving weer in werking stellen.
Patroonstrip is leeg. Patroonstrip ontladen en nieuwe la-
den.
nl
46
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
h
h
h
h
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Patroon ontsteekt niet. Magazijn of pengeleiding is niet vol-
doende vastgeschroefd.
Magazijn verder vastschroeven.
Eén patroon is slecht. Repeteren en resterende patronen
verwerken.
Apparaat is defect of patronen zijn
slecht.
Contact opnemen met Hilti
Apparaat niet gerepeteerd Apparaat repeteren
Zie hoofdstuk: 8.2.2 Plunjergeleiding
reinigen    
Nagel te diep gepenetreerd. Naast de drager geplaatst. Dragerpositie markerenenbevesti-
ging op drager herhalen.
Corrigeer de constructie zodat de
plaat op één vlak met de ondergrond
ligt.
Er is een verkeerde plunjer ingezet. Controleren of de juiste combinatie
uitrusting plunjer / element wordt ge-
bruikt.
Plunjer is versleten. Plunjer en stopring vervangen.
Nagel te weinig gepenetreerd. Op rib van de ligger geplaatst. 2. Indrijfpunt naplaatsen.
Veranderde dikte en / of stabiliteit van
de ondergrond.
Energie volgens de aanbeveling voor
de patronen verhogen of een patroon
met meer energie gebruiken.
Te geringe energie. Energie volgens de aanbeveling voor
de patronen verhogen of een patroon
met meer energie gebruiken.
Apparaat is te sterk vervuild. Apparaat reinigen.
Plunjer is versleten. Plunjer en stopring vervangen.
Apparaat is beschadigd. Contact opnemen met Hilti
Er is een verkeerde plunjer ingezet. Controleren of de juiste combinatie
uitrusting plunjer / element wordt ge-
bruikt.
Nagelpositie sterk wisselend. Het apparaat is m.b.v. slagen aange-
drukt
Het aandrukken m.b.v. slagen vermij-
den.
Ongelijkmatig, deels onvolledig repe-
teren.
Volledig repeteren
Ongelijkmatige kracht van het appa-
raat.
Apparaat reinigen. Nieuwe slijtage-
onderdelen aanbrengen. Wanneer er
nog steeds schommelingen optreden
contact opnemen met Hilti.
Schuifbreuk. Plunjerpunt is versleten of ten dele
uitgebroken.
Plunjer en stopring vervangen.
Op rib van de ligger geplaatst. 2. Indrijfpunt ernaast plaatsen.
Verhoogde dikte en / of stabiliteit van
de ondergrond.
Aanbeveling voor elementen contro-
leren. Wanneer de indeling juist is, de
energie volgens de aanbeveling voor
de patronen hoger afstellen of een
patroon met meer energie gebruiken.
Apparaat loopt niet uit. Plunjer klemt in stopring. Plunjer en stopring vervangen.
nl
47
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Apparaat loopt niet uit. Apparaat is te sterk vervuild. Plunjergeleiding reinigen. Plunjer op
rechtheid controleren.
Apparaat reinigen.
Zie hoofdstuk: 8.2.2 Plunjergeleiding
reinigen    
Patroonstrip klemt, apparaat is over-
verhit.
Zie fout „Patroonstrip kan niet worden
verwijderd“. Maximale indrijffrequen-
tie in acht nemen.
In werking stellen niet mogelijk. Apparaat is niet juist gerepeteerd, de
repeteergreep bevindt zich niet in de
uitgangsstand.
Apparaat volledig repeteren, repeteer-
greep in de uitgangsstand zetten.
In werking stellen alvorens het volle-
dig aan te drukken.
Apparaat volledig aandrukken en pas
dan in werking stellen.
Transportstoringen van de bevesti-
gingselementen
Zie hoofdstuk: 7.2.1 Strip met be-
vestigingselementen in het magazijn
inbrengen 2
Zie hoofdstuk: 7.3.2 Strip met beves-
tigingselementen uit het magazijnin-
drijfapparaat verwijderen 9
Magazijn of pengeleiding is niet volle-
dig vastgeschroefd.
Magazijn en enkelvoudige pengelei-
ding volledig vastschroeven.
Apparaat is beschadigd. Contact opnemen met Hilti
Apparaat is te sterk vervuild. Plunjergeleiding reinigen. Plunjer op
rechtheid controleren.
Apparaat reinigen.
Zie hoofdstuk: 8.2.2 Plunjergeleiding
reinigen    
In werking stellen alvorens het volle-
dig aan te drukken.
Apparaat volledig aandrukken en pas
dan in werking stellen.
Geen bevestigingselement inge-
dreven.
Apparaat is niet juist gerepeteerd, de
repeteergreep bevindt zich niet in de
uitgangsstand.
Apparaat volledig repeteren, repeteer-
greep in de uitgangsstand zetten.
Bevestigingselement is niet inge-
bracht.
Bevestigingselement in apparaat in-
brengen.
Nageltransport in het magazijn is de-
fect.
Contact opnemen met Hilti
Plunjer is niet ingezet. Plunjer in apparaat inbrengen.
Plunjer is gebroken. Plunjer en stopring vervangen.
Plunjer keert niet terug. Contact opnemen met Hilti
Pengeleiding is vervuild. Reinigen van de plunjergeleiding van
de aanbouwdelen met de daarvoor
bestemde borstel. Behandelen met
Hilti-spray.
Bevestigingselementen in pengelei-
ding zijn klem gaan zitten.
Bevestigingselementen verwijderen.
Kunststofresten van patroonstrip uit
het magazijn van het apparaat verwij-
deren. Afschuifbreuken voorkomen
(zie boven). Indrijvingen naast de dra-
ger voorkomen; eventueel beter mar-
keren.
Pengeleiding kan niet volledig
worden opgeschroefd.
Stopring is verkeerdom aangebracht. Boutgeleider losschroeven. Stopring
correct aanbrengen en de boutgelei-
der weer aanbrengen.
Plunjergeleiding achter de aansluit-
schroefdraad is vervuild.
Reinigen en schroefdraad inoliën.
nl
48
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
Fout Mogelijke oorzaak
Oplossing
Plunjer kan niet worden gemon-
teerd.
Apparaat, met name de plunjergelei-
ding,isvervuild.
Plunjergeleiding reinigen en apparaat
opnieuw monteren.
Voorstuk schuiver komt in plunjerge-
leiding en blokkeert de plunjer.
Voorstuk schuiver naar voren trekken
tot deze kan inklikken.
Plunjergeleiding kan niet wor-
den gemonteerd.
Hendel is gesloten. Hendel openen.
Plunjergeleiding is verkeerd gepositio-
neerd.
Plunjergeleiding correct invoeren.
Moeizaam repeteren. Apparaat is vervuild. Apparaat reinigen.
Zie hoofdstuk: 8.2.2 Plunjergeleiding
reinigen    
10 Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een
juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling
terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur. Als u het apparaat
zelf voor recycling gereed wilt maken: Volg de regionale en internationale richtlijnen en voorschriften.
11 Fabrieksgarantie op de apparatuur
Hilti garandeert dat het geleverde apparaat geen
materiaal- of fabricagefouten heeft. Deze garantie
geldt onder de voorwaarde dat het apparaat in
overeenstemming met de handleiding van Hilti gebruikt,
bediend, verzorgd en schoongemaakt wordt, en dat
de technische uniformiteit gehandhaafd is, d.w.z. dat
er alleen origineel Hilti-verbruiksmateriaal en originele
Hilti-toebehoren en -reserveonderdelen of andere
kwalitatief gelijkwaardige producten voor het apparaat
zijn gebruikt.
Deze garantie omvat de gratis reparatie of de gratis
vervanging van de defecte onderdelen tijdens de gehele
levensduur vanhet apparaat. Onderdelen die aan normale
slijtage onderhevig zijn, vallen niet onder deze garantie.
Verdergaande aanspraak is uitgesloten voor zover er
geen dwingende nationale voorschriften zijn die hier-
van afwijken. Hilti is met name niet aansprakelijk voor
directe of indirecte schade als gevolg van gebreken,
verliezen of kosten in samenhang met het gebruik
of de onmogelijkheid van het gebruik van het appa-
raat voor welk doel dan ook. Stilzwijgende garantie
voor gebruik of geschiktheid voor een bepaald doel
is nadrukkelijk uitgesloten.
Voor reparatie of vervanging moeten het toestel of de be-
treffende onderdelen onmiddellijk na vaststelling van het
defect naar de verantwoordelijke Hilti-marktorganisatie
worden gezonden.
Deze garantie omvat alle garantieverplichtingen van de
kant van Hilti en vervangt alle vroegere of gelijktijdige,
schriftelijke of mondelinge verklaringen betreffende ga-
ranties.
nl
49
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
12 EG-conformiteitsverklaring (origineel)
Omschrijving: Plunjerschiethamer
Type: DX 76
Generatie: 01
Bouwjaar: 2004
Als de uitsluitend verantwoordelijken voor dit product ver-
klaren wij dat het voldoet aan de volgende voorschriften
en normen: 2006/42/EG, 2011/65/EU.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL‑9494 Schaan
Norbert Wohlwend Tassilo Deinzer
Head of Quality & Processes Manage-
ment
Head of BU Direct Fastening
BU Direct Fastening BU Direct Fastening
04/2013 04/2013
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
13 CIP-keuringsbewijs
De Hilti DX 76 is systeemgetest en de bouwvorm ervan
is erkend. Op basis hiervan is het apparaat voorzien van
het vierkante merkteken van de PTB met het officiële
registratienummer S 813. Hiermee garandeert Hilti dat
het apparaat overeenkomt met de erkende bouwvorm.
Ontoelaatbare gebreken die tijdens het gebruik worden
vastgesteld, dienen te worden gemeld aan de instantie
die verantwoordelijk is voor de certificering (PTB) en aan
het bureau van de Permanente Internationale Commissie
(C.I.P.).
14 Gezondheid en veiligheid van de gebruiker
14.1 Geluidsinformatie
Patroonaangedreven plunjerschiethamer
Type DX 76
Model Standaard
Kaliber 6.8/18 blauw
Krachtinstelling 4
Toepassing Bevestiging op 8 mm staal (400 MPa) met X-ENP 19
L15MX
Gedeclareerde meetwaarden van de geluidskentallen overeenkomstig machinerichtlijn 2006/42/EG in combi-
natie met E DIN EN 15895
Geluidsvermogensniveau, L
WA, 1S
1
114 dB (A)
Geluidsemissieniveau in werkgebied, L
pA, 1s
2
110 dB (A)
Piekgeluidsniveau, L
pC, peak
3
139 dB (C)
1
±2dB(A)
2
±2dB(A)
3
±2dB(C)
Gebruiks- en opstellingsvoorwaarden: Opstelling en gebruik van de plunjerschiethamer overeenkomstig
E DIN EN 15895-1 in een reflectievrije testruimte van de firma Müller-BBM GmbH. De omgevingsvoorwaarden in de
testruimte voldoen aan de eisen van DIN EN ISO 3745.
Testprocedure: Overeenkomstig E DIN EN 15895, DIN EN ISO 3745 en DIN EN ISO 11201 methode met afgedekte
oppervlakken, vrijstaand op reflecterend grondvlak.
nl
50
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
OPMERKING: De gemeten geluidsemissie en de bijbehorende meetonnauwkeurigheid vertegenwoordigen de boven-
grens van de bij de metingen te verwachten geluidsstandaardgetallen.
Afwijkende werkomstandigheden kunnen leiden tot andere emissiewaarden.
14.2 Trilling
De overeenkomstig 2006/42/EC aan te geven totale tril-
lingswaarde overschrijdt 2,5 m/s² niet.
Meer informatie m.b.t. de gezondheid van de gebruiker
en de veiligheid zijn te vinden op de internetpagina's van
Hilti: www.hilti.com/hse.
nl
51
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
*282472*
282472
Hilti Corporation
LI-9494 Schaan
Tel.: +423 / 234 21 11
Fax:+423 / 234 29 65
www.hilti.com
Hilti = registered trademark of Hilti Corp., Schaan
W 2974 | 0414 | 00-Pos. 3 | 1
Printed in Liechtenstein © 2014
Right of technical and programme changes reserved S. E. & O
.
282472 / A4
Printed: 17.04.2014 | Doc-Nr: PUB / 5126024 / 000 / 02
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24

Hilti DX 76 Handleiding

Type
Handleiding