5019 318 33048
AKR 638-939
LI1WNC
Informatie voor de installatie van de wasemkap:
Sluit de wasemkap van het elektriciteitsnet af in de schakelkast in uw woning tijdens de elektrische
aansluiting.
De wasemkap is ontworpen om in een kast aan de wand te worden geïnstalleerd.
Het is raadzaam de wasemkap uitsluitend in een kast met geschikte afmetingen te plaatsen.
Raadpleeg hiervoor afbeelding 1 waarop nuttige informatie is weergegeven voor een veilige installatie.
Bovendien vindt u hier informatie voor het aanbrengen van eventuele openingen in de bodem van de
keukenkast voor de doorgang van de omkasting van de kap en in de bovenkant van de kast voor de luchtuitlaat
en de elektrische verbindingskabel, en om toegang te krijgen tot de elektronische kaart die de functies van
de kap regelt (TOEGANG UITSLUITEND TOEGESTAAN AAN EEN GEKWALIFICEERD TECHNICUS).
Let op!
Bij de wasemkap worden 4 laterale afstandhouders geleverd (2 voor de rechter zijde en 2 voor de linker zijde).
Deze afstandhouders zijn nuttig wanneer de behuizing van de omkasting van het motorhuis van de kap meer
dan 6 mm breder is.
In dit geval moeten de afstandhouders aan de buitenkant op de omkasting gemonteerd worden ter hoogte
van de gaten voor de bevestigingsschroeven op de keukenkast (Afb. 2-A).
1. Meet de diepte van de keukenkast (houd ook rekening met het deurtje), omdat tot een diepte van 315 mm
een beschermkap van 37 mm gemonteerd moet worden. Bij meer dan 315 mm moet een beschermkap van
75 mm gemonteerd worden. De beschermkap C moet met 4 schroeven op de beugels van de omkasting
bevestigd worden (Afb. 2).
2. Bevestig het verbindingsstuk van de luchtuitlaat B bovenop de omkasting (Afb. 2).
Uitsluitend voor het model met luchtcirculatie:
breng de deflector F op het verbindingsstuk aan (Afb. 2).
3. Breng de bijgeleverde plaat eerst aan de rechter en daarna aan de linker zijde aan (Afb. 3) en boor de
gaten waar dit aangegeven is (3 blinde gaten, 2 van Ø 2 mm, 1 van Ø 5 mm).
LET OP!
De onderste achterrand van de plaat moet gelijk lopen met de onderste achterrand van de keukenkast.
4. Plaats de omkasting van de kap in de keukenkast (Afb. 4). Deze kan tijdelijk op zijn plaats blijven met
behulp van de veren aan de zijkant D (Afb. 5) die in de blinde gaten van Ø 5 mm moeten worden gestoken;
druk hiervoor met een schroevendraaier de veren aan de zijkant naar de binnenkant van de omkasting van
de wasemkap.
LET OP!
Controleer of de elektrische kabel en de rookuitlaat toegankelijk zijn om de successievelijke verbindingen
(en de technische service- en onderhoudsbeurten) te vergemakkelijken.
5. Controleer of de rails G (Afb. 6) perfect parallel lopen aan de onderste rand van de keukenkast. Bevestig
daarna de omkasting van de wasemkap definitief met de 4 schroeven aan de zijkanten van de keukenkast
(E - Afb. 4 - twee per zijde). De schroeven moeten vanaf de binnenkant van de omkasting van de kap
op de keukenkast worden bevestigd ter hoogte van de 4 blinde gaten van Ø 2 mm die vooraf zijn gemaakt
(zie punt 3).
6. Plaats de cassette op de rails G van de beugels en verbind daarna de elektrische kabels van de cassette
aan de omkasting (Afb. 6).
7. Regel de cassette zodanig dat de voorkant met de keukenkast is uitgelijnd (H - Afb. 7). Bevestig de
cassette daarna met 2 schroeven (één per zijde - L - Afb. 7 - Om deze schroeven te plaatsen moet het
filterrooster verwijderd worden en moeten de schroeven op de inzetstukken op de rails van de mantel
vastgedraaid worden).
8. Bevestig de cassette aan de keukenkast (Afb. 7) met de 2 schroeven M. Gebruik daarbij twee van de
4 beschikbare gaten en controleer of de schroeven stevig in de keukenkast blijven zitten.
9. Monteer het vetfilter weer, sluit de wasemkap op het elektriciteitsnet en het afvoerkanaal aan en
controleer of de kap goed werkt.
INSTALLATIE - AANWIJZINGEN VOOR DE MONTAGE
D F NL E
GB
P I GR