IMG Stage Line TXS-871 Handleiding

Type
Handleiding
20
Nederlands
Deutsch
Deutsch Seite
English
English Page
Français
Français Page
Italiano
Italiano Pagina
Español
Español Página
Polski
Polski Strona
Ontvanger voor een radiomicrofoon
Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers zon-
der bijzondere vakkennis. Lees de handleiding
grondig door, alvorens het apparaat in gebruik te
nemen, en bewaar ze voor latere raadpleging. Op
de uitklapbare pagina 3 vindt u een overzicht van
alle bedieningselementen en de aansluitingen.
1 Overzicht
1.1 Frontpaneel
1
Volumeregelaar voor het uitgangsniveau op de
uitgangen AF OUT. (9) en (10)
2 LC-multifunctioneel display (afb. 2)
a Melding SCAN: knippert in de instelmodus
“SCAN” (automatische frequentiezoek-
functie)
b Melding AF (“Audio Frequency”) voor het
volume van het ontvangen audiosignaal
[onafhankelijk van de volumeregelaar (1)]:
hoe langer de balk, hoe hoger het volu-
meniveau
c
Melding RF (“Radio Frequency”) voor de
ontvangststerkte van het radiosignaal: hoe
langer de balk, hoe beter de ontvangst
d
Batterijsymbool: geeft de laadtoestand aan
van de batterijen in de zender
e Melding PEAK voor het ontvangen audio-
signaal: mag slechts even oplichten bij sig-
naalpieken; als ze continu oplicht, dan is
het audiosignaal overstuurd
f
Melding FREQ.: knippert in de instelmo-
dus “FREQ.” (manuele instelling van de
frequentie)
g
Ontvangstaanduiding
A
resp.
B
: geeft aan
welke van beide ontvangstmodules van het
apparaat telkens het krachtigste radiosig-
naal ontvangt.
h
Melding MUTE: geeft aan dat de ontvanger
werd gedempt, omdat hij geen resp. een te
zwak radiosignaal ontvangt
i Weergave van de ingestelde frequentie
3 Toets SET voor het oproepen en verlaten van
de instelmodussen “FREQ.” (manuele fre-
quentie-instelling:
hoofdstuk 5.1.1) en
“SCAN” (automatische frequentiezoekfunctie:
hoofdstuk 5.1.2)
4
Pijltoetsen voor het instellen van de frequentie
in de modus “FREQ.”:
frequentie verhogen
frequentie verlagen
in de modus “SCAN”:
frequentiezoekfunctie omhoog
frequentiezoekfunctie omlaag
Behalve voor de instelmodussen wordt de
toet gebruikt voor het activeren en deacti-
veren van de vergrendelingsfunctie: houd de
toets hiervoor ingedrukt tot het display
(vergrendeling aan) resp. (vergrendeling
uit) weergeeft.
5 POWER-schakelaar
1.2 Achterzijde
6 Ontvangstantennes
7
Trekontlasting voor de kabel van de netadapter
8
Voedingsspanningsjack voor aansluiting van de
meegeleverde netadapter
9
Ongebalanceerde uitgang AF OUT. UNBAL.
(6,3 mm-jack) voor aansluiting op een lijn-
ingang van een mengpaneel of versterker
10
Gebalanceerde uitgang AF OUT. BAL. (XLR) voor
aansluiting op een gebalanceerde microfoon-
ingang van een mengpaneel of versterker
11 BNC-antennejacks ANT. 1 en ANT. 2 voor de
twee meegeleverde antennes (6)
2 Veiligheidsvoorschriften
De apparaten (ontvanger en netadapter) zijn al-
lemaal in overeenstemming met alle relevante
EU-richtlijnen en dragen daarom het -kenmerk.
WAARSCHUWING
De netspanning van de net-
adapter is levensgevaarlijk.
Open het apparaat daarom
nooit zelf
, want door onzorg-
vuldige ingrepen loopt u het
risico van elektrische schokken.
De apparaten zijn uitsluitend geschikt voor ge-
bruik binnenshuis. Vermijd druip- en spatwater,
plaatsen met een hoge vochtigheid en uitzon-
derlijk warme plaatsen (toegestaan omgevings-
temperatuurbereik: 0 – 40 °C).
Trek de netadapter onmiddellijk uit het stop-
contact,
1.
wanneer de ontvanger of de netadapter zicht-
baar beschadigd zijn,
Nederlands
Nederlands Pagina
21
Nederlands
2. wanneer er een defect zou kunnen optreden
nadat het apparaat bijvoorbeeld is gevallen,
3. wanneer het apparaat slecht functioneert.
De apparaten moeten in elk geval hersteld wor-
den door een gekwalificeerd vakman.
Verwijder het stof met een droge, zachte doek.
Gebruik zeker geen chemicaliën of water.
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
verkeerde aansluiting, foutieve bediening of van
herstelling door een niet-gekwalificeerd persoon
vervalt de garantie en de verantwoordelijkheid
voor hieruit resulterende materiële of lichame-
lijke schade.
Wanneer de apparaten definitief uit be-
drijf worden genomen, bezorg ze dan
voor verwerking aan een plaatselijk re-
cyclagebedrijf.
3 Toepassingen
De multifrequentie-ontvanger TXS-871 vormt in
combinatie met een radiomicrofoon een draadloos
audio transmissiesysteem dat in het bijzonder voor
muzikanten en live-gebruik op het podium geschikt
is. Door de draadloze transmissie van muziek of
spraak naar de geluidsinstallatie behoudt de mu-
zikant tijdens het concert zijn bewegingsvrijheid.
De True Diversity*-ontvanger werkt in het UHF-
frequentiebereik 863 – 865 MHz. De frequentie
voor de audiotransmissie kan binnen dit bereik uit
15 frequenties worden geselecteerd (frequentie-
rooster 125 kHz).
Volgende zenders uit het gamma van IMG STAGE-
LINE kunnen worden gebruikt:
TXS-871HT (bestelnr. 25.3610)
handmicrofoon met ingebouwde multifrequen-
tiezender
TXS-871HSE (bestelnr. 25.3620)
Multifrequentie-zakzender, geschikt voor het
aansluiten van een hoofdmicrofoon of een das-
speldmicrofoon
* True Diversity: Het zendersignaal wordt door twee anten-
nes ontvangen en in twee afzonderlijke ontvangstmodules
versterkt. Het beste van de ontvangen signalen wordt dan
verder bewerkt.
3.1 Conformiteit en goedkeuring
Hiermee verklaart MONACOR INTERNATIONAL
dat de ontvanger TXS-871 in overeenstem-
ming is met de richtlijn 2014 / 53 / EU. De EU-
conformiteitsverklaring is beschikbaar op het
internet:
www.img-stageline.com
Het gebruik van de ontvanger is algemeen toege-
laten in de lidstaten van de EU en de EFTA, en is
vrij van registratie en van taksen.
3.2 Montage in een rack
Voor de montage in een rack voor apparatuur met
een breedte van 482 mm (19”) kunt u als toebeho-
ren de houder RCB-870 (bestelnr. 24.2830) bestel-
len, waarin maximaal twee ontvangers passen. De
houder vereist een hoogte van 1 HE (rack-eenheid
= 44,5 mm).
4 Aansluiting
1)
Steek de twee meegeleverde antennes (6) in
de BNC-antennejacks ANT. 1 en ANT. 2 (11) en
plaats ze rechtop.
Hint: Om de reikwijdte en de storingvrijheid te ver-
beteren, kunt u het antennesignaal-versterkerpaar
TXS-875B gebruiken dat als toebehoren verkrijgbaar
is (bestelnr. 15.0840). De versterkers worden gevoed
via de antennejacks van de ontvanger.
2) Voor de aansluiting op het volgende apparaat
(b.v. mengpaneel) heeft de ontvanger twee
audio-uitgangen:
AF OUT. BAL. (10)
gebalanceerde XLR-uitgang, voor de aanslui-
ting op een gebalanceerde microfooningang
AF OUT. UNBAL. (9)
ongebalanceerde 6,3 mm-stekkeruitgang voor
de aansluiting op een lijningang (een passende
aansluitkabel is in de leve ring inbegrepen)
Indien het nageschakelde toestel een geba-
lanceerde microfooningang heeft, moet voor
een optimale signaaloverdracht de XLR-uitgang
worden gebruikt.
Breng de betreffende aansluiting op het
nage schakelde toestel tot stand. Schakel het vol-
gende toestel pas in resp. schuif de betreffende
regelaar op het mengpaneel pas open, wanneer
het microfoonsysteem volledig ingeschakeld is.
3) Om het apparaat van stroom te voorzien, sluit
u de bijgeleverde netadapter aan op de voe
-
dingsspanningsjack (8) en plugt u hem in een
stopcontact (230 V/ 50 Hz).
22
Nederlands
5 Bediening
1)
Schakel de ontvanger in met de toets POWER (5)
(houd de toets ca. 1 seconde ingedrukt).
De frequentieweergave (i) op het display
(2) geeft de momenteel ingestelde ontvangst-
frequentie aan. Zolang het apparaat op de in-
gestelde frequentie geen radiosignaal van de
zender ontvangt, is het gedempt [melding MUTE
(h) wordt weergegeven].
2)
Schakel de zender in (TXS-871HT resp. TXS-
871HSE). Indien zender en ontvanger op ver-
schillende frequenties zijn ingesteld, stelt u de
ontvanger manueel of via de automatische fre-
quentie zoek functie in op de frequentie van de
zender:
zie hiervoor hoofdstuk 5.1.
Indien zender en ontvanger op dezelfde
frequentie zijn ingesteld, is de functie MUTE
niet ingeschakeld [melding MUTE (h) verdwijnt
van het display]. Een van de aanduidingen
A
of
B
(g) licht op en geeft zo aan welke van
beide gescheiden ontvangstmodules van het
apparaat telkens het krachtigste radiosignaal
ontvangt. De balk RF (c) duidt de kwaliteit van de
ontvangst aan: hoe meer segmenten van de balk
worden weergegeven, hoe beter de ontvangst.
Indien de ontvangst te zwak is, controleer dan of
a) de batterijen van de zender leeg zijn.
Het batterijsymbool (d) op het display geeft
de actuele laadtoestand van de batterijen van
de zender aan:
vol leeg
b)
de afstand tussen de zender en ontvanger
te groot is.
c) de ontvangst door voorwerpen in de trans-
missielijn verstoord is.
Zender en ontvanger moeten een afstand
van minstens 50 cm bewaren ten opzichte
van metalen voorwerpen en mogelijke sto-
ringsbronnen zoals elektromotoren of neon-
lampen.
d) de ontvangst verbetert door de antennes (6)
te draaien.
Opmerking: Indien de sterkte van het radiosignaal
onder een vastgelegde drempelwaarde zakt, wordt
de ontvanger gedempt. Zo vermijdt u geruis bij ont-
vangststoringen of bij het uitschakelen van de zender.
Op het display verschijnt dan de melding MUTE (h).
De demping wordt uitgeschakeld, wanneer het toestel
weer een voldoende sterk radiosignaal ontvangt.
3)
Schakel het nageschakelde audioapparaat in
resp. schuif de betreffende regelaar op het
mengpaneel open.
4)
Spreek / zing in de microfoon. Het volumeniveau
van het ontvangen audiosignaal wordt door de
balk indicatie AF (b) en de melding PEAK (e)
aangeduid: hoe meer segmenten van de balk
AF worden weergegeven, hoe hoger het vo-
lumeniveau. De melding PEAK mag uitsluitend
bij signaalpieken even oplichten. Als ze continu
oplicht, dan is het niveau te hoog en treden er
vervormingen op.
Stel voor de zender aan de hand van de
meldingen AF en PEAK het optimale volume
in:
zie gebruikshandleiding van de zender.
5) Stem met de volumeregelaar (1) het uitgangs-
niveau van de ontvanger af op de ingang van
het volgende apparaat.
6)
De ontvanger kan worden geblokkeerd om
een onbedoelde wijziging van de frequentie of
het uitschakelen te verhinderen:
zie hoofd-
stuk5.2.
7)
Schakel de ontvanger na gebruik uit met de
schakelaar POWER (5) (houd de toets minstens
1 se conde ingedrukt). Wanneer u de ontvanger
langere tijd niet gebruikt, neemt u de adapter uit
het stopcontact, omdat deze ook bij uitgescha-
kelde ontvanger nog een klein verbruik heeft.
5.1 De ontvangstfrequentie instellen
Het instellen van de ontvangstfrequentie kan zowel
manueel als via de automatische frequentiezoek-
functie gebeuren.
5.1.1 Modus “FREQ.”:
manuele instelling van de frequentie
1)
Houd de toets SET (3) 2 seconden ingedrukt.
Het display geeft even weer en wisselt
dan terug naar de vorige weergave. In de in-
stelmodus “FREQ.” knippert steeds de melding
FREQ (f).
Opmerking: Om de modus “FREQ.” te verlaten zon-
der de frequentie in te stellen, drukt u op de toets SET.
Het toestel schakelt dan naar de modus ”SCAN”. Druk
in de modus “SCAN” opnieuw op de toets SET. Op
het display verschijnt , vervolgens schakelt het
toestel terug naar normaal bedrijf.
2) Stel met de pijltoetsen (4) de frequentie in: Bij
elke druk op de toets neemt de frequentie toe
met 125 kHz, bij elke druk op de toets neemt
de frequentie af met 125 kHz.
3) Om de frequentie op te slaan, drukt u opnieuw
op de toets SET. Op het display verschijnt even
en het apparaat schakelt terug naar nor-
maal bedrijf.
23
Nederlands
5.1.2 Modus “SCAN”:
automatische frequentiezoekfunctie
De modus “SCAN” kan alleen worden opgeroe-
pen, wanneer het apparaat zich in modus “FREQ.”
bevindt en wanneer in deze modus niet op de pijl-
toetsen (4) werd gedrukt.
1)
De zender moet ingeschakeld en op de ge-
wenste zendfrequentie ingesteld zijn:
zie
gebruikshandleiding van de zender.
2)
Om naar de modus “FREQ.” te gaan, houdt u de
toets SET (3) gedurende 2 seconden ingedrukt.
Om dan naar de modus ”SCAN” te gaan, drukt
u opnieuw op de toets. Het display geeft even
weer en wisselt dan terug naar de vorige
weergave. In de instelmodus “SCAN” knippert
steeds de melding SCAN (a).
Opmerking: Om de modus “SCAN” te verlaten zon-
der de zoekfunctie te starten, drukt u op nieuw op de
toets SET. Op het display verschijnt , vervolgens
schakelt het toestel terug naar normaal bedrijf.
3)
Start de zoekfunctie met een van de pijltoet-
sen(4):
Als de zenderfrequentie boven de frequentie
ligt die momenteel op de ontvanger is inge-
steld, drukt u op de toets . De frequenties
worden in stijgende volgorde overlopen.
Als de zenderfrequentie onder de frequentie
ligt die momenteel op de ontvanger is inge-
steld, drukt u op de toets . De frequenties
worden in dalende volgorde overlopen.
Bij bereiken van de ingestelde frequentie stopt
de zoekfunctie.
4) Om de frequentie op te slaan, drukt u opnieuw
op de toets SET. Op het display verschijnt even
en het apparaat schakelt terug naar nor-
maal bedrijf.
5.2 Sperfunctie
Bij geactiveerde sperfunctie kunt u de ontvanger
niet meer uitschakelen noch de modussen voor
het instellen van de frequentie oproepen. Als u dit
probeert, geeft het display even de melding
aan en wisselt het dan opnieuw naar de vorige
weergave.
Om de sperfunctie te activeren houdt u de
toets (4) ingedrukt tot op het display de melding
verschijnt. Als u de toets loslaat, wisselt het
display terug naar de vorige weergave, de ontvan-
ger is geblokkeerd.
Om de sperfunctie te deactiveren houdt u de
toets ingedrukt tot op het display de melding
verschijnt. Als u de toets loslaat, wisselt het
display terug naar de vorige weergave, de blokke-
ring is opgeheven.
6 Technische gegevens
Apparaattype: . . . . . . . . . PLL-multifrequentie-
ontvanger met
TrueDiversity-techniek
Radiofrequentiebereik: . . 863,125 – 864,875 MHz
Frequentiestabiliteit: . . . . ±0,005 %
Audiofrequentiebereik: . . 40 – 18 000 Hz
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . < 0,6 %
Dynamiek: . . . . . . . . . . . > 105 dB
Ruisonderdrukking
(squelch): . . . . . . . . . . . . Piloottoon / Noise Mute
Audio-uitgangen
XLR, gebalanceerd: . . . 150 mV/ 150 Ω
6,3 mm-jack,
ongebalanceerd: . . . . . 900 mV/ 1 kΩ
Omgevings -
temperatuurbereik: . . . . . 0 – 40 °C
Voedingsspanning: . . . . .
12 V/ 200 mA via de
bijgeleverde netadapter
op 230 V/ 50 Hz
Afmetingen (B × H × D): . 211 × 40 × 130 mm
(zonder antennes)
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . 1100 g
Wijzigingen voorbehouden.
Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be schermd eigendom van MONACOR
®
INTERNATIONAL
GmbH& Co.KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden.

Documenttranscriptie

Nederlands Ontvanger voor een radiomicrofoon Deze handleiding is bedoeld voor gebruikers zonder bijzondere vakkennis. Lees de handleiding grondig door, alvorens het apparaat in gebruik te nemen, en bewaar ze voor latere raadpleging. Op de uitklapbare pagina 3 vindt u een overzicht van alle bedieningselementen en de aansluitingen. 1 Overzicht 1.1 Frontpaneel 1 Volumeregelaar voor het uitgangsniveau op de uitgangen AF OUT. (9) en (10) 2 LC-multifunctioneel display (afb. 2) a Melding SCAN: knippert in de instelmodus “SCAN” (automatische frequentiezoekfunctie) b Melding AF (“Audio Frequency”) voor het volume van het ontvangen audiosignaal [onafhankelijk van de volumeregelaar (1)]: hoe langer de balk, hoe hoger het volumeniveau c Melding RF (“Radio Frequency”) voor de ontvangststerkte van het radiosignaal: hoe langer de balk, hoe beter de ontvangst d Batterijsymbool: geeft de laadtoestand aan van de batterijen in de zender e Melding PEAK voor het ontvangen audiosignaal: mag slechts even oplichten bij signaalpieken; als ze continu oplicht, dan is het audiosignaal overstuurd f Melding FREQ.: knippert in de instelmodus “FREQ.” (manuele instelling van de frequentie) g Ontvangstaanduiding A resp. B : geeft aan welke van beide ontvangstmodules van het apparaat telkens het krachtigste radiosignaal ontvangt. h Melding MUTE: geeft aan dat de ontvanger werd gedempt, omdat hij geen resp. een te zwak radiosignaal ontvangt i Weergave van de ingestelde frequentie 3 Toets SET voor het oproepen en verlaten van de instelmodussen “FREQ.” (manuele frequentie-instelling: ☞ hoofdstuk 5.1.1) en “SCAN” (automatische frequentiezoekfunctie: ☞ hoofdstuk 5.1.2) 20 4 Pijltoetsen voor het instellen van de frequentie – in de modus “FREQ.”: frequentie verhogen frequentie verlagen – in de modus “SCAN”: frequentiezoekfunctie omhoog frequentiezoekfunctie omlaag Behalve voor de instelmodussen wordt de toet gebruikt voor het activeren en deactiveren van de vergrendelingsfunctie: houd de toets hiervoor ingedrukt tot het display (vergrendeling aan) resp. (vergrendeling uit) weergeeft. 5 POWER-schakelaar 1.2 Achterzijde 6 Ontvangstantennes 7 Trekontlasting voor de kabel van de netadapter 8 Voedingsspanningsjack voor aansluiting van de meegeleverde netadapter 9 Ongebalanceerde uitgang AF OUT. UNBAL. (6,3 mm-jack) voor aansluiting op een lijn­ ingang van een mengpaneel of versterker 10 Gebalanceerde uitgang AF OUT. BAL. (XLR) voor aansluiting op een gebalanceerde microfoon­ ingang van een mengpaneel of versterker 11 BNC-antennejacks ANT. 1 en ANT. 2 voor de twee meegeleverde antennes (6) 2 Veiligheidsvoorschriften De apparaten (ontvanger en netadapter) zijn allemaal in overeenstemming met alle relevante EU-richtlijnen en dragen daarom het -kenmerk. WAARSCHUWING De netspanning van de netadapter is levensgevaarlijk. Open het apparaat daarom nooit zelf, want door onzorgvuldige ingrepen loopt u het risico van elektrische schokken. • De apparaten zijn uitsluitend geschikt voor ge- bruik binnenshuis. Vermijd druip- en spatwater, plaatsen met een hoge vochtigheid en uitzonderlijk warme plaatsen (toegestaan omgevingstemperatuurbereik: 0 – 40 °C). • Trek de netadapter onmiddellijk uit het stopcontact, 1. wanneer de ontvanger of de netadapter zichtbaar beschadigd zijn, • Verwijder het stof met een droge, zachte doek. Gebruik zeker geen chemicaliën of water. • In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik, verkeerde aansluiting, foutieve bediening of van herstelling door een niet-gekwalificeerd persoon vervalt de garantie en de verantwoordelijkheid voor hieruit resulterende materiële of lichamelijke schade. Wanneer de apparaten definitief uit bedrijf worden genomen, bezorg ze dan voor verwerking aan een plaatselijk recyclagebedrijf. 3 Toepassingen De multifrequentie-ontvanger TXS-871 vormt in combinatie met een radiomicrofoon een draadloos audio­transmissiesysteem dat in het bijzonder voor muzikanten en live-gebruik op het podium geschikt is. Door de draadloze transmissie van muziek of spraak naar de geluidsinstallatie behoudt de muzikant tijdens het concert zijn bewegingsvrijheid. De True Diversity*-ontvanger werkt in het UHFfrequentiebereik 863 – 865 MHz. De frequentie voor de audiotransmissie kan binnen dit bereik uit 15 frequenties worden geselecteerd (frequentierooster 125 kHz). Volgende zenders uit het gamma van IMG STAGELINE kunnen worden gebruikt: – TXS-871HT (bestelnr. 25.3610) handmicrofoon met ingebouwde multifrequentiezender – TXS-871HSE (bestelnr. 25.3620) Multifrequentie-zakzender, geschikt voor het aansluiten van een hoofdmicrofoon of een dasspeldmicrofoon *T  rue Diversity: Het zendersignaal wordt door twee antennes ontvangen en in twee afzonderlijke ontvangstmodules versterkt. Het beste van de ontvangen signalen wordt dan verder bewerkt. 3.1 Conformiteit en goedkeuring Hiermee verklaart MONACOR ­INTERNATIONAL dat de ontvanger TXS-871 in overeenstemming is met de richtlijn 2014 / 53 /  EU. De EU-­ conformiteitsverklaring is beschikbaar op het internet: www.img-stageline.com Nederlands 2. wanneer er een defect zou kunnen optreden nadat het apparaat bijvoorbeeld is gevallen, 3. wanneer het apparaat slecht functioneert. De apparaten moeten in elk geval hersteld worden door een gekwalificeerd vakman. Het gebruik van de ontvanger is algemeen toegelaten in de lidstaten van de EU en de EFTA, en is vrij van registratie en van taksen. 3.2 Montage in een rack Voor de montage in een rack voor apparatuur met een breedte van 482 mm (19”) kunt u als toebehoren de houder RCB-870 (bestelnr. 24.2830) bestellen, waarin maximaal twee ontvangers passen. De houder vereist een hoogte van 1 HE (rack-eenheid = 44,5 mm). 4 Aansluiting 1) Steek de twee meegeleverde antennes (6) in de BNC-antennejacks ANT. 1 en ANT. 2 (11) en plaats ze rechtop. Hint: Om de reikwijdte en de storingvrijheid te verbeteren, kunt u het antennesignaal-versterkerpaar TXS-875B gebruiken dat als toebehoren verkrijgbaar is (bestelnr. 15.0840). De versterkers worden gevoed via de antennejacks van de ontvanger. 2) Voor de aansluiting op het volgende apparaat (b.v. mengpaneel) heeft de ontvanger twee ­audio-uitgangen: – AF OUT. BAL. (10) gebalanceerde XLR-uitgang, voor de aansluiting op een gebalanceerde microfooningang – AF OUT. UNBAL. (9) ongebalanceerde 6,3 mm-stekkeruitgang voor de aansluiting op een lijningang (een passende aansluitkabel is in de l­eve­ring inbegrepen) Indien het nageschakelde toestel een gebalanceerde microfooningang heeft, moet voor een optimale signaaloverdracht de XLR-uitgang worden gebruikt. Breng de betreffende aansluiting op het nage­schakelde toestel tot stand. Schakel het volgende toestel pas in resp. schuif de betreffende regelaar op het mengpaneel pas open, wanneer het microfoonsysteem volledig ingeschakeld is. 3) Om het apparaat van stroom te voorzien, sluit u de bijgeleverde netadapter aan op de voedingsspanningsjack (8) en plugt u hem in een stopcontact (230 V/  50 Hz). 21 Nederlands 5 Bediening 1) Schakel de ontvanger in met de toets POWER (5) (houd de toets ca. 1 seconde ingedrukt). De frequentieweergave (i) op het display (2) geeft de momenteel ingestelde ontvangstfrequentie aan. Zolang het apparaat op de ingestelde frequentie geen radiosignaal van de zender ontvangt, is het gedempt [melding MUTE (h) wordt weergegeven]. 2) Schakel de zender in (TXS-871HT resp. TXS871HSE). Indien zender en ontvanger op verschillende frequenties zijn ingesteld, stelt u de ontvanger manueel of via de automatische fre­ quentie­zoek­functie in op de frequentie van de zender: ☞ zie hiervoor hoofdstuk 5.1. Indien zender en ontvanger op dezelfde frequentie zijn ingesteld, is de functie MUTE niet ingeschakeld [melding MUTE (h) verdwijnt van het display]. Een van de aanduidingen A of B (g) licht op en geeft zo aan welke van beide gescheiden ontvangstmodules van het apparaat telkens het krachtigste radiosignaal ontvangt. De balk RF (c) duidt de kwaliteit van de ontvangst aan: hoe meer segmenten van de balk worden weergegeven, hoe beter de ontvangst. Indien de ontvangst te zwak is, controleer dan of a) de batterijen van de zender leeg zijn. Het batterijsymbool (d) op het display geeft de actuele laadtoestand van de batterijen van de zender aan: vol leeg b) de afstand tussen de zender en ontvanger te groot is. c) de ontvangst door voorwerpen in de transmissielijn verstoord is. Zender en ontvanger moeten een afstand van minstens 50 cm bewaren ten opzichte van metalen voorwerpen en mogelijke storingsbronnen zoals elektromotoren of neonlampen. d) de ontvangst verbetert door de antennes (6) te draaien. Opmerking: Indien de sterkte van het radiosignaal onder een vastgelegde drempelwaarde zakt, wordt de ontvanger gedempt. Zo vermijdt u geruis bij ontvangststoringen of bij het uitschakelen van de zender. Op het display verschijnt dan de melding MUTE (h). De demping wordt uitgeschakeld, wanneer het toestel weer een voldoende sterk radiosignaal ontvangt. 3) Schakel het nageschakelde audioapparaat in resp. schuif de betreffende regelaar op het mengpaneel open. 22 4) Spreek / zing in de microfoon. Het volumeniveau van het ontvangen audiosignaal wordt door de ­balk­­indicatie AF (b) en de melding PEAK (e) aangeduid: hoe meer segmenten van de balk AF worden weergegeven, hoe hoger het volumeniveau. De melding PEAK mag uitsluitend bij signaalpieken even oplichten. Als ze continu oplicht, dan is het niveau te hoog en treden er vervormingen op. Stel voor de zender aan de hand van de meldingen AF en PEAK het optimale volume in: ☞ zie gebruikshandleiding van de zender. 5) Stem met de volumeregelaar (1) het uitgangsniveau van de ontvanger af op de ingang van het volgende apparaat. 6) De ontvanger kan worden geblokkeerd om een onbedoelde wijziging van de frequentie of het uitschakelen te verhinderen: ☞ zie hoofdstuk 5.2. 7) Schakel de ontvanger na gebruik uit met de schakelaar POWER (5) (houd de toets minstens 1 se­conde ingedrukt). Wanneer u de ontvanger langere tijd niet gebruikt, neemt u de adapter uit het stopcontact, omdat deze ook bij uitgeschakelde ontvanger nog een klein verbruik heeft. 5.1 De ontvangstfrequentie instellen Het instellen van de ontvangstfrequentie kan zowel manueel als via de automatische frequentiezoekfunctie gebeuren. 5.1.1 Modus “FREQ.”:  manuele instelling van de frequentie 1) Houd de toets SET (3) 2 seconden ingedrukt. Het display geeft even weer en wisselt dan terug naar de vorige weergave. In de instelmodus “FREQ.” knippert steeds de melding FREQ (f). Opmerking: Om de modus “FREQ.” te verlaten zonder de frequentie in te stellen, drukt u op de toets SET. Het toestel schakelt dan naar de modus ”SCAN”. Druk in de modus “SCAN” opnieuw op de toets SET. Op het display verschijnt , vervolgens schakelt het toestel terug naar normaal bedrijf. 2) Stel met de pijltoetsen (4) de frequentie in: Bij elke druk op de toets neemt de frequentie toe met 125 kHz, bij elke druk op de toets neemt de frequentie af met 125 kHz. 3) Om de frequentie op te slaan, drukt u opnieuw op de toets SET. Op het display verschijnt even en het apparaat schakelt terug naar normaal bedrijf. De modus “SCAN” kan alleen worden opgeroepen, wanneer het apparaat zich in modus “FREQ.” bevindt en wanneer in deze modus niet op de pijltoetsen (4) werd gedrukt. 1) De zender moet ingeschakeld en op de gewenste zendfrequentie ingesteld zijn: ☞ zie gebruikshandleiding van de zender. 2) Om naar de modus “FREQ.” te gaan, houdt u de toets SET (3) gedurende 2 seconden ingedrukt. Om dan naar de modus ”SCAN” te gaan, drukt u opnieuw op de toets. Het display geeft even weer en wisselt dan terug naar de vorige weergave. In de instelmodus “SCAN” knippert steeds de melding SCAN (a). Opmerking: Om de modus “SCAN” te verlaten zonder de zoekfunctie te starten, drukt u op­nieuw op de toets SET. Op het display verschijnt , vervolgens schakelt het toestel terug naar normaal bedrijf. 3) Start de zoekfunctie met een van de pijltoetsen (4): – Als de zenderfrequentie boven de frequentie ligt die momenteel op de ontvanger is ingesteld, drukt u op de toets . De frequenties worden in stijgende volgorde overlopen. – Als de zenderfrequentie onder de frequentie ligt die momenteel op de ontvanger is ingesteld, drukt u op de toets . De frequenties worden in dalende volgorde overlopen. Bij bereiken van de ingestelde frequentie stopt de zoekfunctie. 4) Om de frequentie op te slaan, drukt u opnieuw op de toets SET. Op het display verschijnt even en het apparaat schakelt terug naar normaal bedrijf. Om de sperfunctie te activeren houdt u de toets (4) ingedrukt tot op het display de melding verschijnt. Als u de toets loslaat, wisselt het display terug naar de vorige weergave, de ontvanger is geblokkeerd. Om de sperfunctie te deactiveren houdt u de toets ingedrukt tot op het display de melding verschijnt. Als u de toets loslaat, wisselt het display terug naar de vorige weergave, de blokkering is opgeheven. 6 Nederlands 5.1.2 Modus “SCAN”:  automatische frequentiezoekfunctie Technische gegevens Apparaattype: ������������������ PLL-multifrequentieontvanger met True Diversity-techniek Radiofrequentiebereik: ���� 863,125 – 864,875 MHz Frequentiestabiliteit: �������� ±0,005 % Audiofrequentiebereik: ���� 40 – 18 000 Hz THD: �������������������������������� < 0,6 % Dynamiek: ���������������������� > 105 dB Ruisonderdrukking (squelch): ������������������������ Piloottoon  / Noise Mute Audio-uitgangen XLR, gebalanceerd: ������ 150 mV/ 150 Ω 6,3 mm-jack, ongebalanceerd: ���������� 900 mV/ 1 kΩ Omgevings­temperatuurbereik: ���������� 0 – 40 °C Voedingsspanning: ���������� ⎓ 12 V/  200 mA via de bijgeleverde netadapter op 230 V/  50 Hz Afmetingen (B × H × D): �� 211 × 40 × 130 mm (zonder antennes) Gewicht: �������������������������� 1100 g 5.2 Sperfunctie Bij geactiveerde sperfunctie kunt u de ontvanger niet meer uitschakelen noch de modussen voor het instellen van de frequentie oproepen. Als u dit probeert, geeft het display even de melding aan en wisselt het dan opnieuw naar de vorige weergave. Wijzigingen voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing is door de auteurswet be­schermd eigendom van MONACOR ® INTERNATIONAL GmbH & Co. KG. Een reproductie – ook gedeeltelijk – voor eigen commerciële doeleinden is verboden. 23
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30

IMG Stage Line TXS-871 Handleiding

Type
Handleiding