22
Nederlands
5 Bediening
1)
Schakel de ontvanger in met de toets POWER (5)
(houd de toets ca. 1 seconde ingedrukt).
De frequentieweergave (i) op het display
(2) geeft de momenteel ingestelde ontvangst-
frequentie aan. Zolang het apparaat op de in-
gestelde frequentie geen radiosignaal van de
zender ontvangt, is het gedempt [melding MUTE
(h) wordt weergegeven].
2)
Schakel de zender in (TXS-871HT resp. TXS-
871HSE). Indien zender en ontvanger op ver-
schillende frequenties zijn ingesteld, stelt u de
ontvanger manueel of via de automatische fre-
quentie zoek functie in op de frequentie van de
zender:
☞
zie hiervoor hoofdstuk 5.1.
Indien zender en ontvanger op dezelfde
frequentie zijn ingesteld, is de functie MUTE
niet ingeschakeld [melding MUTE (h) verdwijnt
van het display]. Een van de aanduidingen
A
of
B
(g) licht op en geeft zo aan welke van
beide gescheiden ontvangstmodules van het
apparaat telkens het krachtigste radiosignaal
ontvangt. De balk RF (c) duidt de kwaliteit van de
ontvangst aan: hoe meer segmenten van de balk
worden weergegeven, hoe beter de ontvangst.
Indien de ontvangst te zwak is, controleer dan of
a) de batterijen van de zender leeg zijn.
Het batterijsymbool (d) op het display geeft
de actuele laadtoestand van de batterijen van
de zender aan:
vol leeg
b)
de afstand tussen de zender en ontvanger
te groot is.
c) de ontvangst door voorwerpen in de trans-
missielijn verstoord is.
Zender en ontvanger moeten een afstand
van minstens 50 cm bewaren ten opzichte
van metalen voorwerpen en mogelijke sto-
ringsbronnen zoals elektromotoren of neon-
lampen.
d) de ontvangst verbetert door de antennes (6)
te draaien.
Opmerking: Indien de sterkte van het radiosignaal
onder een vastgelegde drempelwaarde zakt, wordt
de ontvanger gedempt. Zo vermijdt u geruis bij ont-
vangststoringen of bij het uitschakelen van de zender.
Op het display verschijnt dan de melding MUTE (h).
De demping wordt uitgeschakeld, wanneer het toestel
weer een voldoende sterk radiosignaal ontvangt.
3)
Schakel het nageschakelde audioapparaat in
resp. schuif de betreffende regelaar op het
mengpaneel open.
4)
Spreek / zing in de microfoon. Het volumeniveau
van het ontvangen audiosignaal wordt door de
balk indicatie AF (b) en de melding PEAK (e)
aangeduid: hoe meer segmenten van de balk
AF worden weergegeven, hoe hoger het vo-
lumeniveau. De melding PEAK mag uitsluitend
bij signaalpieken even oplichten. Als ze continu
oplicht, dan is het niveau te hoog en treden er
vervormingen op.
Stel voor de zender aan de hand van de
meldingen AF en PEAK het optimale volume
in:
☞
zie gebruikshandleiding van de zender.
5) Stem met de volumeregelaar (1) het uitgangs-
niveau van de ontvanger af op de ingang van
het volgende apparaat.
6)
De ontvanger kan worden geblokkeerd om
een onbedoelde wijziging van de frequentie of
het uitschakelen te verhinderen:
☞
zie hoofd-
stuk5.2.
7)
Schakel de ontvanger na gebruik uit met de
schakelaar POWER (5) (houd de toets minstens
1 se conde ingedrukt). Wanneer u de ontvanger
langere tijd niet gebruikt, neemt u de adapter uit
het stopcontact, omdat deze ook bij uitgescha-
kelde ontvanger nog een klein verbruik heeft.
5.1 De ontvangstfrequentie instellen
Het instellen van de ontvangstfrequentie kan zowel
manueel als via de automatische frequentiezoek-
functie gebeuren.
5.1.1 Modus “FREQ.”:
manuele instelling van de frequentie
1)
Houd de toets SET (3) 2 seconden ingedrukt.
Het display geeft even weer en wisselt
dan terug naar de vorige weergave. In de in-
stelmodus “FREQ.” knippert steeds de melding
FREQ (f).
Opmerking: Om de modus “FREQ.” te verlaten zon-
der de frequentie in te stellen, drukt u op de toets SET.
Het toestel schakelt dan naar de modus ”SCAN”. Druk
in de modus “SCAN” opnieuw op de toets SET. Op
het display verschijnt , vervolgens schakelt het
toestel terug naar normaal bedrijf.
2) Stel met de pijltoetsen (4) de frequentie in: Bij
elke druk op de toets neemt de frequentie toe
met 125 kHz, bij elke druk op de toets neemt
de frequentie af met 125 kHz.
3) Om de frequentie op te slaan, drukt u opnieuw
op de toets SET. Op het display verschijnt even
en het apparaat schakelt terug naar nor-
maal bedrijf.