CE-BC 15 M

EINHELL CE-BC 15 M Handleiding

  • Hallo! Ik ben een AI-chatbot die speciaal is getraind om je te helpen met de EINHELL CE-BC 15 M Handleiding. Ik heb het document al doorgenomen en kan je duidelijke en eenvoudige antwoorden geven.
NL
- 63 -
Gevaar!
Bij het gebruik van toestellen dienen enkele
veiligheidsmaatregelen te worden nageleefd om
lichamelijk gevaar en schade te voorkomen. Lees
daarom deze handleiding / veiligheidsinstructies
zorgvuldig door. Bewaar deze goed zodat u de in-
formatie op elk moment kunt terugvinden. Mocht
u dit toestel aan andere personen doorgeven,
gelieve dan deze handleiding / veiligheidsins-
tructies mee te geven. Wij zijn niet aansprakelijk
voor ongevallen of schade die te wijten zijn aan
niet-naleving van deze handleiding en van de vei-
ligheidsinstructies.
1. Veiligheidsaanwijzingen
De overeenkomstige veiligheidsinstructies vindt u
in de bijgaande brochure.
Gevaar!
Lees alle veiligheidsinstructies en aanwijzin-
gen. Nalatigheden bij de inachtneming van de
veiligheidsinstructies en aanwijzingen kunnen
elektrische schok, brand en/of zware letsels tot
gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstruc-
ties en aanwijzingen voor de toekomst.
Dit toestel kan door kinderen vanaf 8 jaar en ou-
der en ook door personen met verminderde fysie-
ke, sensorische of mentale vaardigheden of een
gebrek aan ervaring en kennis worden gebruikt,
mits deze onder toezicht staan of met betrekking
tot het veilige gebruik van het toestel geïnstrueerd
werden en begrijpen welke gevaren van het toes-
tel kunnen uitgaan. Kinderen mogen niet met het
toestel spelen. Reiniging en onderhoud door de
gebruiker mogen niet zonder toezicht door kinde-
ren worden uitgevoerd.
Afvalbeheer
Verwijderen van batterijen: enkel via motorvoerj-
tuig-werkplaatsen, speciale deponeerplaatsen
of inzamelplaatsen voor gevaarlijke afvalsto en.
Informeer u bij het locale gemeentebestuur.
Verklaring van het informatiebord op het ap-
paraat (zie g. 4)
1 = Alleen voor gebruik in binnenruimtes
2 = WAARSCHUWING – Handleiding lezen om
een verwondingsrisico te verminderen!
3 = Zekeringwaarde op de achterkant van het
apparaat
4 = Isoleren van het net alvorens verbindingen
met de accu worden gesloten of geopend.
OPGELET: Explosieve gassen. Vlammen
en vonken vermijden. Tijdens het laden voor
voldoende beluchting zorgen.
2. Beschrijving van het gereedschap
en leveringsomvang
2.1 Beschrijving van het gereedschap
( g. 1)
1. Draaggreep
2. LED-indicatie
3. Drukschakelaar ‘Indicatieselectie’
4. Drukschakelaar Accuselectie’
5. Drukschakelaar ‘Laadstroom’
6. Drukschakelaar ‘Starthulp’
7. Laadkabel rood (+)
8. Laadkabel zwart (-)
2.2 Leveringsomvang
Open de verpakking en neem het toestel
voorzichtig uit de verpakking.
Verwijder het verpakkingsmateriaal alsmede
verpakkings-/transportbeveiligingen (indien
aanwezig).
Controleer of de leveringsomvang compleet
is.
Controleer het toestel en de accessoires op
transportschade.
Bewaar de verpakking indien mogelijk tot het
verloop van de garantieperiode.
Gevaar!
Het toestel en het verpakkingsmateriaal zijn
geen speelgoed voor kinderen! Kinderen mo-
gen niet met plastic zakken, folies en kleine
stukken spelen! Er bestaat inslik- en verstik-
kingsgevaar!
Acculader
Originele handleiding
Veiligheidsinstructies
3. Reglementair gebruik
De lader is bedoeld voor het laden van niet
onderhoudsvrije of onderhoudsvrije 12V loodzuur
accu´s (natte / Ca/Ca- / EFB-accu´s) en voor
loodgel- en AGM-accu´s die worden ingezet bij
voertuigen.
Met de starthulpfunctie kan bij zwakke 12V star-
taccu het startproces worden ondersteund. Bij
Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 63Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 63 23.09.2019 10:20:5823.09.2019 10:20:58
NL
- 64 -
lege (indicatie Lo), defecte (indicatie BAt) of ont-
brekende startaccu kan de starthulpfunctie niet
worden gebruikt.
Alle accu’s hebben een beperkte gebruiksduur,
die onder andere afhangt van het onderhoud van
de accu. Onder 10,5V geldt een accu voor voertu-
igen (loodaccu) als diep ontladen en kan deze bij
langere opslag onherstelbaar beschadigd zijn. De
lader kan geen beschadigde of defecte accu (bijv.
aansluiting van de cellen) laden.
Het apparaat mag niet worden gebruikt om lithi-
um-ijzerfosfaat accu´s (bijv. LiFePO4) of andere
lithium accu´s te laden. Het apparaat is alleen be-
doeld voor mobiele inzet, en niet voor de inbouw
in caravans, campers of gelijkaardige voertuigen.
De lader moet tegen regen en sneeuw worden
beschermd.
De machine mag slechts voor werkzaamheden
worden gebruikt waarvoor ze bedoeld is. Elk
ander verder gaand gebruik is niet reglementair.
Voor daaruit voortvloeiende schade of verwon-
dingen van welke aard dan ook is de gebruiker/
bediener, niet de fabrikant, aansprakelijk.
Wij wijzen erop dat onze gereedschappen overe-
enkomstig hun bestemming niet geconstrueerd
zijn voor commercieel, ambachtelijk of industrieel
gebruik. Wij geven geen garantie indien het ge-
reedschap in ambachtelijke of industriële bedrij-
ven alsmede bij gelijk te stellen activiteiten wordt
gebruikt.
4. Technische gegevens
Netspanning: .................................. 230 V ~ 50Hz
Nominale krachtontneming max.: ............. 280 W
Nominale uitgangsspanning: .................. 12 V DC
Nominale uitgangsstroom ‘2A’: ....................2,7 A
Accucapaciteit ‘2A’: .............................. 3 - 60 Ah
Nominale uitgangsstroom ‘8A’: .......................8 A
Accucapaciteit ‘8A’: .......................... 20 - 160 Ah
Nominale uitgangsstroom ‘15A’: ...................15 A
Accucapaciteit ‘15A’: ........................ 30 - 300 Ah
Uitgangsstroom starthulp max.: ................. 100 A
Veiligheid voor zwakstroom: .........................T5 A
Beschermklasse: ............................................... I
Beschermklasse: ........................................ IP20
Omgevingstemperatuur: ................- 20°C – 40°C
5. Bediening
Controleer of de gegevens vermeld op het type-
plaatje overeenkomen met de gegevens van het
stroomnet, alvorens het apparaat aan te sluiten.
Gevaar! Laad geen bevroren accu´s.
Gelieve de instructies in de handleidingen
voor auto, radio, navigatiesysteem enz. in
acht te nemen.
Aanwijzing voor de automatische lading
(alleen laadprogramma’s STD, AGM, Winter)
De lader is een microprocessor gestuurde auto-
matische lader, d.w.z. dat hij met name geschikt
is voor het laden van onderhoudsvrije accu’s en
voor het behoud van de lading van accu’s die niet
voortdurend in gebruik zijn, bijv. voor oldtimers,
recreatievoertuigen, zitmaaiers en dergelijke.
Omwille van de geïntegreerde microprocessor
gebeurt het laden in meerdere fases. De laatste
laadfase, het behoud van lading, houdt de accu-
capaciteit bij 95 – 100 % en zo de accu altijd vol
geladen. Op het laadproces hoeft niet te worden
toegezien. Laat de accu bij lading gedurende een
langere periode echter niet zonder toezicht, opdat
u de lader bij een storing met der hand van het
stroomnet kunt isoleren.
5.1 Beschrijving van de LED-indicatie (afb. 1,
pos. 2)
0.0 a) geen accu aangesloten
b) accuspanning lager dan 3V -> De accu is
niet geschikt om te laden of defect.
Lo accu in de activeringsmodus
FUL accu vol geladen -> Lader verwijderen van
de accu.
Err accu verkeerd gepoold (+/- verwisseld) aan-
gesloten of kortsluiting aan de klemmen ->
Verwijder de lader van de accu en begin het
laadproces nog een keer.
Bat accu defect -> Verwijder de lader van de
accu.
StA starthulpfunctie is ingeschakeld
5.2 Beschrijving van de LEDs (afb. 2)
A Indicatie van de accuspanning in het infodis-
play
A Indicatie van de laadtoestand in het infodis-
play
C Laden van een standaard accu / gel accu
D Laden van een AGM accu
E Laden van een standaard / gel / AGM accu in
de wintermodus
Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 64Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 64 23.09.2019 10:20:5923.09.2019 10:20:59
NL
- 65 -
F Laden van een accu met lage stroomsterkte
G Laden van een accu met gemiddelde stro-
omsterkte
H Laden van een accu met hoge stroomsterkte
I Starthulpfunctie is ingeschakeld
5.3 Laadprogramma’s instellen
Instructies:
Sluit de lader aan op de contactdoos (Tech-
nische gegevens in acht nemen). Alle LEDs
knipperen 2x kort op.
Als de spanning van de accu lager is dan 3V,
dan kan deze niet worden geladen.
Door te drukken op de BATTERY SELECT
toets (afb. 1, pos. 4) worden de accutypen of
de wintermodus geselecteerd. De bijhorende
LED (afb. 2, pos. C/D/E) brandt.
Door te drukken op de AMPERE SELECT
toets (afb. 1, pos. 5) kan de maximale laad-
stroomsterkte worden ingesteld. De bij de
laadstroomsterkte horende LED (afb. 2, pos.
F/G/H) brandt.
De acculading gebeurt, afhankelijk van de
accuspanning, in maximaal 6 automatisch
aflopende laadfasen.
De huidige laadstroom is afhankelijk van de
laadfase waarin de lader zich bevindt, en kan
kleiner zijn dan de ingestelde max. laadstro-
om.
5.3.1 Standaard laadprogramma’s
A) STD: Laadprogramma voor loodzuur accu’s
(natte, Ca/Ca-, EFB-accu’s) en gel accu’s. Bij
eerste inbedrijfstelling van de lader brandt de
LED ‘STD’.
B) AGM: Laadprogramma voor AGM accu’s ‘BAT-
TERY SELECT’ toets indrukken –> omschakelen
van STD op AGM laadprogramma.
5.3.2 Speciale laadprogramma’s
C) Winter: Aanbevolen laadprogramma (ver-
hoogde eindspanning) bij koud weer (-20°C
- +5°C omgevingstemperatuur) voor normale
loodzuuraccu’s (natte, Ca/Ca-accu’s) en AGM
accu’s.
‘BATTERY SELECT’ toets indrukken –> omscha-
kelen van AGM op ‘Winter’ laadprogramma.
5.4 Laden van de accu
Maak het accudeksel (indien voorhanden) los
of haal het van de accu af.
Controleer de zuurstand van uw accu. Indien
nodig giet u er gedestilleerd water in (indien
mogelijk). Opgelet! Accuzuur is bijtend. Zuur-
spetters meteen grondig afspoelen met veel
water, indien nodig een arts raadplegen.
Sluit eerst de rode laadkabel aan op de
pluspool van de accu.
Daarna wordt de zwarte laadkabel, op af-
stand van accu en benzineleiding, aangeslo-
ten aan de carrosserie.
Waarschuwing! Normaal gezien is de nega-
tieve accupool verbonden met de carrosserie
en gaat u om te laden te werk zoals hierboven
beschreven. In uitzonderingsgevallen kan
het mogelijk zijn dat de positieve accupool is
verbonden met de carrosserie (positieve aar-
ding). In dit geval sluit u de zwarte aardkabel
aan op de minpool van de accu. Vervolgens
verbindt u de rode laadkabel, op afstand van
accu en benzineleiding, met de carrosserie.
Nadat de accu is aangesloten aan de lader
kunt u de lader aansluiten aan een contact-
doos (z. Technische gegevens). U kunt nu de
laadinstellingen wijzigen (z. punt 5.3).
Opgelet! Door het laden kan gevaarlijk
knalgas ontstaan; daarom tijdens het laden
vonkvorming en open vuur vermijden. Explo-
siegevaar! Zorg voor een goede beluchting in
de ruimtes.
Als in het LED-display ‘FUL’ verschijnt, dan
is het laadproces afgesloten. De lader houdt
de accu door impulslading op 95 – 100%
beschikbare capaciteit. Als de lader dit bij
lege accu al na enkele minuten aangeeft, dan
wijst dit erop dat de accucapaciteit laag is. De
accu kan niet verder worden opgeladen.
Berekening van de laadtijd (afbeelding 3)
De laadtijd wordt bepaald door de laadtoestand
van de accu. Bij een lege accu die kan worden
opgeladen (niet diep ontladen, indicatie ‘Lo’, de-
fect) kan de laadtijd tot ca. 80% lading bij benade-
ring met de volgende formule worden berekend:
batterijcapaciteit in Ah
laadtijd/h =
amp. (laadstroom)
De laadstroom moet 1/10 tot 1/6 van de accuca-
paciteit bedragen.
5.5 Laden van de accu beëindigen
Trek de netstekker uit de contactdoos.
Maak eerst de zwarte laadkabel los van de
carrosserie.
Daarna maakt u de rode laadkabel los van de
pluspool van de accu.
Opgelet! Bij positieve aarding maakt u eerst
de rode laadkabel los van de carrosserie en
Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 65Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 65 23.09.2019 10:20:5923.09.2019 10:20:59
NL
- 66 -
dan de zwarte laadkabel van de accu.
Accustoppen weer erop schroeven of druk-
ken (indien voorhanden).
Aanwijzing! Als de netstekker wordt uitgetrokken
maar de laadkabel verder blijft aangesloten aan
de accu, dan ontneemt de lader een geringe
stroom uit de accu. Wij raden daarom aan om de
lader als hij niet wordt gebruikt altijd compleet van
de accu te isoleren.
5.6 Starthulpfunctie
Opgelet! Druk tijdens de countdown resp. het
startproces (indicatie ‘StA’) niet op een toets. Als
door per ongeluk op een toets te drukken een sto-
ring optreedt, trek dan de netstekker uit.
De aan de LED-indicatie af te lezen accuspan-
ning moet minstens 11,5V (hoe hoger de ac-
cuspanning, des te beter) bedragen, opdat de
starthulpfunctie kan functioneren. Niettemin kan
het voorkomen, dat de starthulpfunctie niet func-
tioneert (bijv. accu beschadigd, starter defect). Ga
in elk geval te werk zoals hieronder beschreven.
1. Laad, zoals hiervoor beschreven, de accu
minstens 15 minuten met hoge laadstroom.
2. Druk gedurende 5 seconden op de toets-
schakelaar ‘ENGINE START’ (afb. 1, pos. 6).
De starthulpfunctie wordt geactiveerd.
De lader controleert de beschikbare accu-
spanning.
2.1 Als de accuspanning lager is dan 11,5 volt,
dan is een starthulp niet mogelijk en ver-
schijnt op het LED-display de melding ‘ERR’.
Verwijder de lader van de stroomtoevoer en
de accu. Sluit de lader, zoals hiervoor be-
schreven, weer aan op accu en stroomtoevo-
er. Laad de accu nog eens minstens 15 minu-
ten met hoge laadstroom. Herhaal vervolgens
het starthulpproces vanaf punt 2, indien het
LED-display minstens 11,5 V aangeeft.
2.2 Als de accuspanning 11,5 volt of hoger is,
dan is een starthulp mogelijk. Op het LED-
display verschijnt de melding ‘StA’ en de
LED ‘I’ brandt. U heeft nu 1 minuut de tijd
voor een startpoging. Tijdens deze minuut
stelt het apparaat gedurende 5 seconden
de starthulpstroom (afhankelijk van de accu-
spanning 25A - 100A) ter beschikking. Na 5
seconden schakelt het apparaat om af te ko-
elen in de rusttoestand (geen laadstroom) en
de LED-indicatie (afb. 1, pos. 2) toont een 180
seconden durende countdown. Na a oop van
de countdown analyseert de lader de accu.
a) Bij succesvolle starthulp trekt u de netstekker
uit en verwijdert u de zwarte en daarna de
rode laadkabel (z. punt 5.5).
b) Als de starthulppoging zonder succes bleef,
dan laadt u de accu nog eens minstens 15
minuten met hoge laadstroom. Herhaal ver-
volgens het starthulpproces vanaf punt 2,
indien het LED-display minstens 11,5 V aan-
geeft.
3. U kunt het starthulpproces tweemaal herha-
len. Als ook het derde starthulpproces zonder
succes blijft, onderneem dan geen verdere
startpoging. De starthulpfunctie kan de accu
niet voldoende ondersteunen.
6. Veiligheidsinrichtingen
1. De lader is elektronisch beveiligd tegen over-
belasting, kortsluiting en verkeerde poling.
De kortsluiting van de klemmen of poling (+/-
klemmen aan de accupolen verwisseld) wordt
aangegeven met de foutmelding ‘Err’ (z. punt
5.1).
2. Bovendien zijn voor de elektronische beveili-
ging van het apparaat (afhankelijk van het ap-
paraat) zekeringen ingebouwd in het inwendi-
ge. Zekeringen binnenin het apparaat kunnen
bij een defect alleen door onze klantendienst
worden vervangen. Defecte zekeringen moe-
ten met dezelfde waarde worden vervangen.
3. Een veiligheid voor zwakstroom zit aan de
achterkant van het apparaat. Bij een defect
kan deze door de gebruiker door een zeke-
ring met dezelfde waarde worden vervangen.
Draai daarvoor met een geschikte schroeven-
draaier het bovenste deel van de zekering-
houder naar links eruit. Na vervanging van
de zekering draait u het bovenste deel naar
rechts weer erin.
7. Onderhoud van de batterij
Let er steeds op dat uw batterij steeds vast
ingebouwd is.
Er moet een perfecte verbinding met het
leidingnet van de elektrische installatie ver-
zekerd zijn.
Batterij schoon en droog houden. Aansluit-
klemmen lichtjes invetten met een zuurvrij en
zuurvast vet (vaseline).
Bij niet onderhoudsvrije batterijen ca. om de
4 weken hoogte van het zuurpeil controleren
en, indien nodig, enkel gedestilleerd water
bijvullen.
Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 66Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 66 23.09.2019 10:20:5923.09.2019 10:20:59
NL
- 67 -
8. Reiniging, onderhoud en
bestellen van wisselstukken
Gevaar!
Trek vóór alle schoonmaakwerkzaamheden de
netstekker uit het stopcontact.
8.1 Reiniging
Hou de veiligheidsinrichtingen, de ventila-
tiespleten en het motorhuis zo veel mogelijk
vrij van stof en vuil. Wrijf het toestel met een
schone doek af of blaas het met perslucht bij
lage druk schoon.
Het is aan te bevelen het toestel direct na elk
gebruik te reinigen.
Reinig het toestel regelmatig met een vochti-
ge doek en wat zachte zeep. Gebruik geen
reinigings- of oplosmiddelen; die zouden de
kunststofcomponenten van het toestel kun-
nen aantasten. Let er goed op dat geen water
in het toestel terechtkomt. Door binnendrin-
gen van water in een elektrische apparatuur
verhoogt het risico van een elektrische schok.
De lader moet in een droge ruimte worden
opgeborgen. De laadklemmen moeten van
corrosie worden ontdaan.
8.2 Onderhoud
In het toestel zijn er geen andere te onderhouden
onderdelen.
8.3 Bestellen van wisselstukken:
Gelieve bij het bestellen van wisselstukken vol-
gende gegevens te vermelden:
Type van het toestel
Artikelnummer van het toestel
Ident-nummer van het toestel
Wisselstuknummer van het benodigd stuk
Actuele prijzen en info vindt u terug onder
www.isc-gmbh.info
9. Verwijdering en recyclage
Het toestel bevindt zich in een verpakking om
transportschade te voorkomen. Deze verpakking
is een grondstof en bijgevolg herbruikbaar of kan
naar de grondstofkringloop worden teruggevo-
erd. Het toestel en zijn accessoires bestaan uit
diverse materialen, zoals b.v. metaal en kunststof.
Defecte toestellen horen niet thuis in het huisvuil.
Om zich van het toestel naar behoren te ontdoen
dient het naar een geschikte verzamelplaats te
worden gebracht. Als u geen verzamelplaats kent
gelieve u dan bij de gemeente te informeren.
Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 67Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 67 23.09.2019 10:20:5923.09.2019 10:20:59
NL
- 68 -
10. Aanwijzingen omtrent het verhelpen van fouten
Als het apparaat naar behoren wordt gebruikt zouden er zich geen storingen mogen voordoen. In geval
van problemen gelieve eerst de volgende mogelijkheden na te gaan alvorens de klantendienst te verwit-
tigen.
Storing Mogelijke oorzaak Verhelpen
Apparaat laadt niet - Laadtangen fout aangesloten
- Onderling contact van de laadtan-
gen
- Batterij is defect
- Rode laadtang op de pluspool,
zwarte laadtang op de carrosserie
aansluiten
- Contact ophe en
- Batterij door een vakman laten na-
zien en, indien nodig, vervangen
Enkel voor EU-landen
Elektrisch gereedschap hoort niet bij het huisvuil thuis!
Volgens de Europese richtlijn 2012/19/EG op afgedankte elektrische en elektronische toestellen en
omzetting in nationaal recht dienen afgedankte elektrische gereedschappen afzonderlijk te worden ver-
zameld en milieuvriendelijk te worden gerecycleerd.
Recyclagealternatief i.p.v. het toestel terug te sturen:
De eigenaar van het elektrische toestel is alternatief verplicht, i.p.v. het toestel terug te sturen, mede te
werken bij de behoorlijke recyclage in geval hij zich van het eigendom ontdoet. Het afgedankte toestel
kan hiervoor ook bij een verzamelplaats worden afgegeven die voor een verwijdering als bedoeld in de
wetgeving in zake recyclage en afvalverwerking zorgt. Hieronder vallen niet bij de afgedankte toestellen
gevoegde accessoires en hulpmiddelen zonder elektrische componenten.
Nadruk of andere reproductie van documentatie en geleidepapieren van de producten, geheel of ge-
deeltelijk, enkel toegestaan mits uitdrukkelijke toestemming van iSC GmbH.
Technische wijzigingen voorbehouden
Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 68Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 68 23.09.2019 10:20:5923.09.2019 10:20:59
NL
- 69 -
Garantiebewijs
Geachte klant,
onze producten worden onderworpen aan een strenge kwaliteitscontrole. Mocht dit apparaat echter ooit
niet naar behoren functioneren, spijt dit ons ten zeerste en vragen u zich te wenden tot onze service-
dienst onder het adres vermeld op dit garantiebewijs. Wij staan ook graag telefonisch tot uw dienst via
het vermelde servicetelefoonnummer. Voor eisen in verband met het recht garantie geldt het volgende:
1. Deze garantievoorwaarden zijn uitsluitend gericht aan de gebruikers, d.w.z. natuurlijke personen die
dit product niet in het kader van hun ambachtelijke noch van een andere zelfstandige activiteit willen
gebruiken. Deze garantievoorwaarden regelen aanvullende garantieprestaties, die de hieronder ge-
noemde fabrikant kopers van zijn nieuwe apparaten toezegt in aanvulling tot de wettelijke garantie.
Uw wettelijke garantieclaims blijven onaangetast door deze garantie. Onze garantieprestatie is voor
u gratis.
2. De garantieprestatie geldt uitsluitend voor gebreken aan een door u aangekocht nieuw apparaat
van de hieronder genoemde fabrikant die aantoonbaar berusten op een materiaal- of productiefout,
en is naar onze keuze beperkt tot het verhelpen van zulke gebreken aan het apparaat of de vervan-
ging ervan.
Wij wijzen erop dat onze apparaten overeenkomstig hun bestemming niet ontworpen zijn voor com-
mercieel, ambachtelijk of industrieel gebruik. Van een garantiecontract is derhalve geen sprake, als
het apparaat binnen de garantieperiode in commerciële, ambachtelijke of industriële bedrijven werd
ingezet of aan een daarmee gelijk te stellen belasting werd blootgesteld.
3. Van onze garantie zijn uitgesloten:
- Schade aan het apparaat als gevolg van niet-inachtneming van de montagehandleiding of op
grond van ondeskundige installatie, als gevolg van niet-inachtneming van de gebruiksaanwijzing
(zoals bijv. door aansluiting aan een verkeerde netspanning of stroomsoort) of niet-inachtneming
van de onderhouds- en veiligheidsvoorschriften, door blootstelling van het apparaat aan abnormale
omgevingsvoorwaarden of door nalatig onderhoud en verzorging.
- Schade aan het apparaat als gevolg van misbruik of ondeskundige toepassingen (zoals bijv. over-
belasting van het apparaat of de inzet van niet toegelaten gereedschappen of toebehoren), binnen-
dringen van vreemde voorwerpen in het apparaat (zoals bijv. zand, stenen of stof, transportschade),
gebruik van geweld of als gevolg van externe invloeden (zoals bijv. schade door vallen).
- Schade aan het apparaat of aan delen van het apparaat die valt te herleiden tot slijtage als gevolg
van gebruik, en als gevolg van normale of andere natuurlijke slijtage.
4. De garantieperiode bedraagt 24 maanden en gaat in op de datum van aankoop van het apparaat.
Garantieclaims dienen voor het verloop van de garantieperiode binnen de twee weken na het vast-
stellen van het defect geldend te worden gemaakt. Het indienen van garantieclaims na verloop van
de garantieperiode is uitgesloten. De herstelling of vervanging van het apparaat leidt niet tot een
verlenging van de garantieperiode noch wordt door deze prestatie een nieuwe garantieperiode voor
het apparaat of voor eventueel ingebouwde wisselstukken op gang gebracht. Dit geldt ook bij het ter
plaatse uitvoeren van een serviceactiviteit.
5. Gelieve om een garantieclaim in te dienen het defecte apparaat aan te melden onder: www.isc-
gmbh.info. Houd het aankoopbewijs of een ander bewijs van uw aankoop van het nieuwe apparaat
bij de hand. Apparaten die zonder bijhorende bewijzen of zonder typeplaatje worden teruggestuurd,
worden op grond van de ontbrekende mogelijkheid om het apparaat toe te kennen uitgesloten van
de garantieprestatie. Valt het defect van het apparaat binnen onze garantieprestatie, dan bezorgen
wij u per omgaande een gerepareerd of nieuw apparaat terug.
Uiteraard staan wij ook tot u dienst om, mits betaling van de kosten, defecten van het apparaat te ver-
helpen die buiten de garantieomvang vallen. Te dien einde stuurt u het apparaat aan ons serviceadres
op.
Voor slijtstukken, verbruiksmateriaal en ontbrekende onderdelen wordt verwezen naar de beperkingen
van deze garantie conform de service-informatie van deze handleiding.
Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 69Anl_CE_BC_15_M_SPK9.indb 69 23.09.2019 10:20:5923.09.2019 10:20:59
1/110