Documenttranscriptie
1. VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
EN
Algemeen
NL
Lees eerst de bij dit product geleverde documentatie, zodat u bekend bent met de veiligheidsaanduidingen en aanwijzingen
voordat u het product in gebruik neemt.
Dit product is ontworpen en getest in overeenstemming met internationale normen. De apparatuur dient uitsluitend voor de
bestemde toepassing te worden gebruikt.
WAARSCHUWING: KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN.
Het product wordt gebruikt in combinatie met een permanente energiebron (accu). Zelfs als de apparatuur is uitgeschakeld,
kan een gevaarlijke elektrische spanning optreden bij de in -en/ of uitgangsklemmen. Schakel altijd de wisselstroomvoeding uit
en ontkoppel de accu voor het plegen van onderhoud.
FR
Het product bevat geen interne onderdelen die door de gebruiker kunnen worden onderhouden. Haal het paneel aan de
voorkant er niet af en stel het product niet in werking als niet alle panelen zijn gemonteerd. Al het onderhoud dient door
gekwalificeerd personeel te worden uitgevoerd.
DE
ES
Gebruik het product nooit op plaatsen waar gas- of stofexplosies kunnen optreden. Raadpleeg de gegevens van de fabrikant
van de accu om u ervan te verzekeren dat de accu geschikt is voor gebruik met dit product. De veiligheidsvoorschriften van de
fabrikant van de accu dienen altijd te worden opgevolgd.
WAARSCHUWING: til geen zware lasten zonder hulp.
SE
Installatie
Lees de installatievoorschriften voordat u met de installatie werkzaamheden begint.
Zorg ervoor dat de aansluitkabels zijn voorzien van zekeringen en stroomonderbrekers. Vervang een beveiligingsonderdeel
nooit door een ander type. Raadpleeg de handleiding voor het juiste onderdeel.
Controleer voordat u het apparaat inschakelt dat de beschikbare spanningsbron overeenkomt met de configuratie-instellingen
van het product zoals beschreven in de handleiding.
Zorg ervoor dat de apparatuur onder de juiste bedrijfsomstandigheden wordt gebruikt. Stel het product nooit in bedrijf in een
natte of in een stoffige omgeving.
Zorg ervoor dat er altijd voldoende vrije ruimte (minstens 10cm) rondom het product is voor ventilatie en dat de
ventilatieopeningen niet zijn geblokkeerd.
Installeer het product in een hittebestendige omgeving. Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën,
kunststof onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving.
Vervoer en opslag
Zorg ervoor dat de netspanning en accukabels zijn losgekoppeld bij opslag of vervoer van het product.
Er kan geen aansprakelijkheid worden aanvaard voor transportschade indien de apparatuur wordt vervoerd in een andere dan
de originele verpakking.
Sla het product op in een droge omgeving; de opslagtemperatuur moet tussen de –20°C en 60°C liggen.
Raadpleeg de handleiding van de fabrikant van de accu met betrekking tot vervoer, opslag, laden, herladen en verwijderen van
de accu.
1
Appendix
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardklem ter beveiliging). De in -en/ of uitgangsklemmen
van de wisselstroom moeten zijn voorzien van een ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Aan de buitenkant van
het product bevindt zich een extra aardpunt. Als het aannemelijk is dat de aardbeveiliging is beschadigd, moet het product
buiten werking worden gesteld en worden beveiligd tegen iedere onopzettelijke inwerkingstelling; neem contact op met
gekwalificeerd onderhoudspersoneel.
2. BESCHRIJVING
2.1 Algemeen
De basis van de Quattro is een zeer krachtige sinusomvormer, acculader en omschakelautomaat in een compacte behuizing.
Daarnaast heeft de Quattro een groot aantal vaak unieke mogelijkheden:
Twee wisselspanning ingangen; geïntegreerd omschakel systeem tussen walspanning en aggregaat
De Quattro heeft twee wisselspanning ingangen (AC-in-1 en AC-in-2) waarop twee onafhankelijke spanning bronnen kunnen
worden aangesloten. Bijvoorbeeld 2 aggregaten, of netspanning en een aggregaat. De Quattro kiest automatisch de ingang
waar spanning aanwezig is.
Indien op beide ingangen spanning aanwezig is kiest de Quattro voor ingang AC-in-1.
Twee wisselspanning uitgangen
Naast een onderbrekingsvrije uitgang is een tweede uitgang beschikbaar die de daarop aangesloten belasting afschakelt bij
accu bedrijf. Voorbeeld: een elektrische boiler, die alleen mag werken als het aggregaat draait of wanneer walspanning
beschikbaar is.
Praktisch onbegrensd vermogen dankzij parallel schakeling
Twee tot zes Quatro’s kunnen parallel geschakeld worden. Zo kan met 6 Quattro’s 24/5000/120 een uitgangsvermogen
van 25kW / 30kVA bereikt worden, en 720A laadstroom.
Drie fase schakeling
Quattro’s kunnen bovendien in 3 fase configuratie geschakeld worden. Met 6 sets van drie Quattro units wordt het omvormer
vermogen 75kW / 90kVA en de laadstroom ruim 2000A!
Automatisch en onderbrekingsvrij omschakelen
In geval van een netspanningstoring of wanneer het aggregaat wordt uitgeschakeld zal de Quattro overschakelen op omvormer
bedrijf en de voeding van de aangesloten apparaten overnemen. Dit gaat zo snel dat computers en andere elektronische
apparaten ongestoord blijven functioneren (Uninterruptible Power Supply of UPS functionaliteit). Dit maakt de Quattro zeer
geschikt als noodstroom systeem in industriële en telecommunicatie toepassingen.
De maximale wisselstroom die geschakeld kan worden bedraagt 30A.
PowerControl – Maximaal benutten van beperkte walstroom
De Quattro kan enorm veel laadstroom leveren. Dat betekent een zware belasting voor de walaansluiting of het aggregaat.
Voor beide AC ingangen kan daarom een maximale stroom ingesteld worden. De Quattro houdt dan rekening met andere
stroomverbruikers en gebruikt voor het laden alleen de stroom die nog ‘over’ is.
- Ingang AC-in-1, waarop meestal een aggregaat wordt aangesloten, kan met DIP switches, met VE.Net of met een PC op een
vast maximum ingesteld worden, zodat het aggregaat nooit overbelast wordt.
- Ingang AC-in-2 kan ook op een vast maximum ingesteld worden. In mobiele toepassingen (schepen, voertuigen) zal echter
meestal voor een variabele instelling met behulp van een Multi Control Panel gekozen worden. Hiermee kan de maximum
stroom op zeer eenvoudige wijze worden aangepast aan de beschikbare walstroom.
PowerAssist – Doe meer met Uw aggregaat en walstroom: de “meehelp” functie van de Quattro
De Quattro werkt parallel met het aggregaat of de walaansluiting. Een tekort aan stroom wordt automatisch opgevangen: de
Quattro haalt extra vermogen uit de accu en helpt mee. Een surplus aan stroom wordt gebruikt om de accu weer op te laden.
Met deze unieke functie is het ‘walstroom probleem’ voorgoed opgelost: afwasmachine, wasmachine, elektrisch
koken: allemaal mogelijk op 16A walstroom, of zelfs nog minder. Bovendien kan een kleiner aggregaat geïnstalleerd
worden.
Zonne-energie
De Quattro is zeer geschikt voor zonne-energie toepassingen. Met de Quattro kunnen zowel autonome systemen worden
gebouwd als netgekoppelde systemen. (De Quattro kan geen stroom terugleveren aan het net, maar kan wel samen met een
netgekoppelde zonne-converter gebruikt worden om zowel autonoom bedrijf als terugleveren van energie aan het net mogelijk
te maken)
Noodstroom of autonoom bedrijf wanneer de netspanning uitvalt
Woningen of gebouwen voorzien van zonnepanelen of een microwarmtekracht centrale (CV ketel met stroomopwekking) of
andere hernieuwbare energie bronnen hebben in potentie een autonome energievoorziening waarmee essentiële apparatuur
(CV pomp, koelkast, vrieskist, internet aansluiting) in bedrijf gehouden kan worden gedurende een stroomstoring. Probleem is
echter dat de netgekoppelde zonnepanelen en/of microwarmtekracht centrale uitvallen zodra de netspanning uitvalt. Met een
Quattro en accu’s kan dit probleem op eenvoudige wijze opgelost worden: de Quattro kan de netspanning vervangen
tijdens een stroomstoring. Wanneer de hernieuwbare energie bronnen meer vermogen produceren dan nodig zal de Quattro
het teveel gebruiken om de accu’s te laden, terwijl in geval van een tekort de Quattro vermogen zal ‘bijleveren’ met energie uit
de accu’s.
Programmeerbaar relais
Dit relais is geprogrammeerd als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen geprogrammeerd worden,
bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat.
2
Programmeerbaar met dipswitches, met een VE.Net paneel, en met de PC
De Quattro wordt klaar voor gebruik geleverd. Mocht u sommige instelling willen wijzigen, dan zijn er drie mogelijkheden:
- De belangrijkste instellingen (inclusief parallel bedrijf tot drie apparaten en 3-fasen bedrijf): uiterst eenvoudig, met dipswitches
in de Quattro.
- Alle instellingen, met uitzondering van het multifunctioneel relais, met een VE.Net paneel.
- Alle instellingen met een PC en gratis software.
EN
2.2 Acculader
NL
FR
Adaptieve 4-traps laadkarakteristiek: bulk – absorption – float – opslag
Het microprocessor gestuurde ‘adaptieve’ accu management systeem kan afgeregeld worden voor verschillende soorten
accu’s. De adaptieve functie past het laadproces automatisch aan aan het gebruik van de accu.
ES
Beperking van veroudering door overmatig gassen: begrensde spanningsstijging
Indien, om de laadtijd te verkorten, gekozen wordt voor een hoge laadstroom en ook een verhoogde laadspanning, dan zal de
Quattro nadat de gasspanning bereikt is de stijgsnelheid van de spanning begrenzen. Zo wordt overmatig gassen in de
eindfase van de laadcyclus voorkomen.
DE
De juiste hoeveelheid lading: aangepaste absorptie tijd
Bij geringe ontlading van de accu wordt de absorptie kort gehouden om overlading en overmatig gassen te voorkomen. Na een
diepe ontlading wordt de absorptie tijd automatisch verlengd om de accu volledig te laden.
SE
Minder onderhoud en veroudering wanneer de accu niet gebruikt wordt: de opslag functie
De Quattro schakelt over op ‘opslag’ wanneer er gedurende meer dan 24 uur geen ontlading plaatsvindt. De spanning wordt
dan verlaagd tot 2,2V/cel (13,2V voor een 12V accu). De accu zal dan nauwelijks meer gassen en corrosie van de positieve
platen wordt zoveel mogelijk beperkt. Eens per week wordt de spanning verhoogd tot absorptie niveau om de accu weer bij te
laden; dit voorkomt stratificatie van het elektrolyt en sulfatering.
Appendix
Twee DC uitgangen om 2 accu’s te laden
De Quattro heeft 2 DC uitgangen waarvan er 1 de volle uitgangsstroom kan leveren. De tweede uitgang, bedoeld voor het
laden van een startaccu, is begrensd op 4A en heeft een iets lagere uitgangsspanning.
Verhogen van de levensduur van de accubatterij: temperatuur compensatie
Bij iedere Quattro wordt een temperatuursensor meegeleverd. De temperatuur sensor zorgt ervoor dat de laadspanning
afneemt wanneer de accutemperatuur stijgt. Dit is bijzonder belangrijk voor onderhoudsvrije accu’s, die anders mogelijk door
overladen uitdrogen.
‘Voltage sense’: laadspanning meten op de accu of op het DC verdeelpunt
Om spanningsverlies door kabelweerstand te compenseren, is de Quattro voorzien van ‘voltage sense’ zodat de accu altijd de
juiste laadspanning krijgt.
Meer over accu’s en acculaden
In ons boek ‘Elektriciteit aan boord’ kunt U meer lezen over accu’s en het laden van accu’s (gratis verkrijgbaar bij Victron
Energy en beschikbaar op www.victronenergy.com ) Voor meer informatie over de adaptieve laadkarakteristiek verwijzen wij U
naar ‘Technical Information’ op onze website.
3
3. BEDIENING
3.1 “On / stand by / charger only” schakelaar
Wanneer de schakelaar op “on” wordt geschakeld werkt het apparaat volledig.
De omvormer zal inschakelen en de LED “inverter on” zal gaan branden.
Als er op de “AC-in-1” of “AC-in-2” aansluiting spanning wordt aangeboden zal deze na controle en goedkeur worden
doorgeschakeld naar de “AC out-1” en “AC-out-2” aansluitingen. De omvormer wordt uitgeschakeld, de LED “mains on” zal
branden en de lader treedt in werking. Afhankelijk van de laadmode die op dat moment van toepassing is zal de LED “bulk”,
“absorption” of “float” branden.
Als de spanning op beide AC-in aansluitingen wordt afgekeurd zal de omvormer worden ingeschakeld.
Wanneer de schakelaar op “charger only” wordt gezet zal de omvormer niet inschakelen in geval van wegvallen van de
wisselspanning voeding. De accu’s kunnen dus niet door de omvormer ontladen worden.
3.2 Afstandsbediening
Afstandsbediening is mogelijk met een simpele 3 standen schakelaar of met een Multi Control paneel.
Het Multi Control paneel heeft een eenvoudige draaiknop waarmee de maximum stroom van ingang AC-in-2 ingesteld kan
worden: zie PowerControl en PowerAssist in hoofdstuk 2.
3.3 Egalisatie laden en extra absorptie laden
3.3.1 Egalisatie laden
Het kan voorkomen dat tractie accu's eens in de maand een egalisatie lading nodig hebben. Tijdens egalisatie laden gaat de
Quattro gedurende een uur met een verhoogde spanning laden (1V boven de Absorptionspanning voor een 12V accu, 2V voor
een 24V accu). De laadstroom is dan begrensd op 1/4 van de ingestelde waarde.
De “bulk” en “absorption” LED knipperen afwisselend.
Egalisatie laden geeft een hogere laadspanning dan de meeste
gelijkstroomverbruikers aankunnen. Deze moeten worden losgekoppeld tijdens
egalisatie laden.
3.3.2 Extra absorptie laden
In sommige omstandigheden kan het wenselijk zijn om de accu voor een vaste tijd met een Absorption spanning te laden. De
“absorption” LED zal dan branden.
3.3.3 Activeren van egalisatie laden en extra absorptie laden
De Quattro is zowel vanaf het remote paneel, als met de frontschakelaar in deze toestanden te brengen. Voorwaarde is wel dat
alle schakelaars (front, remote of paneel) op de stand “on” staan en dat er niet een schakelaar op de stand “charger only” staat.
Om de Quattro in deze toestand te brengen dient u de stappen te volgen zoals hierna beschreven.
LET OP: het omschakelen van “on” naar “charger only” en andersom zoals hieronder beschreven dient op een snelle manier te
gebeuren. De schakelaar moet zodanig omgeschakeld worden dat de middenstand als het ware 'overgeslagen' wordt. Als de
desbetreffende schakelaar ook maar even in de stand “off” blijft staan loopt u het risico dat het apparaat uitgezet wordt. In dat
geval dient u weer bij stap 1. te beginnen. Met name bij gebruik van de front schakelaar is enige oefening gewenst. Bij gebruik
van het remote paneel is dit minder kritisch.
- Let erop dat alle schakelaars (dus front schakelaar, remote schakelaar of remote paneel schakelaar voor zover aanwezig) in
de stand “on” staan.
- Zorg ervoor dat de Quattro laadt. De accu dient wel (bijna) volledig geladen te zijn. (Er dient dus een AC-ingangsspanning te
zijn, controleer of de “mains on” LED en de “Float” LED brandt.)
- Zet de schakelaar achtereenvolgens op “charger only”, “on” en “charger only”. Let op: het omschakelen zelf moet snel
gebeuren maar de tijd tussen het omschakelen moet liggen tussen 1/2 seconde en 2 seconden.
- De “Bulk”, “Absorption” en “Float” LED zullen nu 5 keer knipperen. Daarna zullen achtereenvolgens de “Bulk”, “Absorption” en
“Float” LED elk gedurende 2 seconden branden.
- a Indien de schakelaar tijdens het branden van de “Bulk” LED naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Egalisatie' gezet.
b Indien de schakelaar tijdens het branden van de “Absorption” LED naar “on” gezet wordt, wordt de lader in 'Extra Absorptie
laden' gezet.
Indien na deze stappen de schakelaar niet in de gewenste positie staat kan de schakelaar eenvoudig nog eenmaal snel
omgeschakeld worden. Dit zal de laadtoestand niet wijzigen.
4
3.4 LED aanduidingen en hun betekenis
EN
LED uit
LED knippert
LED brandt
mains on
absorption
on
off
charger
only
charger
overload
low battery
temperature
inverter
on
bulk
inverter on
overload
off
low battery
charger
only
mains on
temperature
inverter
on
bulk
inverter on
overload
off
absorption
float
low battery
charger
only
charger
mains on
temperature
on
inverter on
overload
off
absorption
temperature
inverter
on
bulk
inverter on
overload
off
absorption
float
De accu is bijna leeg.
low battery
charger
only
charger
mains on
De omvormer is uitgeschakeld
vanwege overbelasting of
kortsluiting.
inverter
bulk
float
Appendix
charger
Het nominale vermogen van de
omvormer wordt overschreden.
“overload” LED knippert.
SE
absorption
float
De omvormer staat aan en levert
vermogen aan de belasting.
ES
mains on
inverter on
DE
float
inverter
FR
bulk
NL
Omvormer
charger
De omvormer is uitgeschakeld
vanwege te lage accu spanning.
low battery
charger
only
temperature
5
charger
mains on
inverter
on
bulk
inverter on
overload
off
absorption
float
low battery
charger
only
charger
mains on
temperature
inverter
on
bulk
inverter on
overload
off
absorption
float
low battery
charger
only
charger
mains on
temperature
on
inverter on
overload
off
absorption
low battery
charger
only
charger
mains on
temperature
on
inverter on
overload
off
absorption
6
-Knipperen de LED’s om en om dan
is de accu bijna leeg en wordt het
nominale vermogen overschreden.
-Als “overload” en “low battery”
tegelijk knipperen is er een te hoge
rimpelspanning op de
accuaansluiting.
inverter
bulk
float
De omvormer is uitgeschakeld
vanwege te hoge interne
temperatuur.
inverter
bulk
float
De interne temperatuur wordt
kritisch.
low battery
charger
only
temperature
De omvormer is uitgeschakeld
vanwege een te hoge
rimpelspanning op de
accuaansluiting.
Acculader
charger
on
bulk
inverter on
overload
float
low battery
charger
only
mains on
temperature
inverter
on
inverter on
overload
off
absorption
low battery
charger
inverter
on
bulk
inverter on
overload
off
float
low battery
charger
only
charger
mains on
temperature
inverter
on
bulk
inverter on
overload
off
absorption
float
low battery
charger
only
charger
mains on
De wisselpanning op AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader laadt in de float fase of in de
storage fase.
temperature
inverter
on
bulk
inverter on
overload
off
absorption
float
De wisselpanning op AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader laadt in de absorption fase.
Appendix
absorption
SE
mains on
temperature
ES
charger
only
De wisselpanning op AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader laadt, maar de ingestelde
absorption spanning is nog niet
bereikt. (Accu-beschermings
modus)
DE
bulk
float
FR
charger
De wisselpanning op AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader laadt in de bulk fase.
NL
off
absorption
EN
mains on
inverter
low battery
charger
only
De wisselpanning op AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld en de
lader laadt in de equalize mode.
temperature
7
Speciale aanduidingen
Ingesteld met begrensde ingangsstroom
charger
mains on
inverter
on
bulk
inverter on
overload
off
absorption
float
low battery
charger
only
De wisselpanning op AC1-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld. De ACingangsstroom is gelijk aan de
belastingsstroom. De lader is
teruggeregeld naar 0A.
temperature
Ingesteld om bij te leveren
charger
mains on
inverter
on
bulk
inverter on
overload
off
absorption
float
8
charger
only
low battery
temperature
De wisselpanning op AC-in-1 of
AC-in-2 is doorgeschakeld maar de
belasting vraagt meer stroom dan
het net kan leveren. De omvormer
wordt nu ingeschakeld om extra
stroom bij te leveren.
4. INSTALLATIE
EN
Dit product mag alleen door een gekwalificeerde elektrotechnicus worden
geïnstalleerd.
NL
4.1 Locatie
De Quattro dient in een droge, goed geventileerde ruimte te worden geïnstalleerd zo dicht mogelijk bij de accu’s. Rondom het
apparaat dient een ruimte van minstens 10cm te worden vrijgehouden voor koeling.
FR
DE
Een te hoge omgevingstemperatuur heeft de volgende consequenties:
- Kortere levensduur.
- Lagere laadstroom.
- Lager piekvermogen of geheel afschakelen van de omvormer.
Plaats het apparaat nooit direct boven de accu’s.
SE
De binnenzijde van het apparaat dient ook na installatie goed bereikbaar te
blijven.
ES
De Quattro is geschikt voor wandmontage. Voor de montage zijn aan de achterzijde van de behuizing een haak en twee gaten
aangebracht, zie appendix G.
Het apparaat kan zowel horizontaal als verticaal gemonteerd worden. De koeling optimaal bij verticale montage.
Houd de afstand tussen de Quattro en de accu zo kort mogelijk om spanningsverlies over de accukabels tot een minimum te
beperken.
Appendix
Installeer het product in een hittebestendige omgeving.
Voorkom daarom de aanwezigheid van bijvoorbeeld chemicaliën, kunststof
onderdelen, gordijnen of ander textiel, etc. in de directe omgeving.
De Quattro heeft geen interne DC zekering. De DC zekering dient buiten de
Quattro te worden geïnstalleerd.
4.2 Aansluiten accukabels
Om de capaciteit van de Quattro volledig te kunnen benutten dient gebruik te worden gemaakt van accu’s met voldoende
capaciteit en van accukabels met de juiste dikte.
Zie tabel:
Aanbevolen accucapaciteit (Ah)
Aanbevolen DC zekering*
Aanbevolen kabeldikte (mm2)
Per aansluitpool + en 0 – 5 m**
5 -10 m**
24/5000/120
400–1400
400A
48/5000/70
200–800
200A
2x 50 mm2
2x 90 mm2
1x 70 mm2
2x 70 mm2
*Wanneer dubbele DC aansluit kabels gebruikt worden kan ook in serie met elke kabel een zekering van de halve waarde
toegepast worden. Bijvoorbeeld twee 200A zekeringen in plaats van een 400A zekering.
**2x betekent twee ‘plus’ en twee ‘min’ kabels
Procedure
Ga bij het aansluiten van de accukabels als volgt te werk:
Om het gevaar van kortsluiting van de accu te voorkomen, dient u een
geïsoleerde pijpsleutel te gebruiken.
De Quattro heeft geen interne DC zekering. Plaatsing van een externe DC
zekering is daarom absoluut noodzakelijk.
- Verwijder de DC zekering.
- Draai de vier schroeven van de onderste frontplaat aan de voorzijde van de behuizing los en verwijder onderste frontplaat.
- Sluit de accukabels aan: + (rood) aan de rechterzijde en - (zwart) aan de linkerzijde, zie appendix A.
- Draai de aansluitingen vast na het plaatsen van het bijgeleverde bevestigingsmateriaal.
- Draai de moeren stevig aan om overgangsweerstanden zo laag mogelijk te maken.
- Plaats de DC zekering pas nadat ook de installatie is afgerond.
9
4.3 Aansluiten AC kabels
Dit is een product uit veiligheidsklasse I (dat wordt geleverd met een aardklem
ter beveiliging). De in- en/of uitgangsklemmen en/of het aard punt aan de
buitenkant van het product moeten zijn voorzien van een
ononderbreekbare aarding ter beveiliging. Zie hiervoor de volgende
instructies:
De Quattro is voorzien van een aard relais (relais H in appendix B) dat de N
uitgang automatisch met de behuizing verbind wanneer geen externe
wisselspanning voeding beschikbaar is. Wanneer een externe
wisselspanning voeding wordt aangeboden zal het aard relais openen voordat
het ingang veiligheids relais sluit. Dit is om goede werking van een op de
uitgang aangesloten aardlekschakelaar te verzekeren.
- In een vaste installatie kan een ononderbreekbare aarding verzekerd worden
met de aard draad van de wisselspanning ingang. Zoniet, dan moet de
behuizing geaard worden.
- In een mobiele installatie (bijvoorbeeld met walstroom stekker) zal
onderbreking van de walaansluiting tegelijk ook de aard verbinding verbreken. In
dat geval moet de behuizing verbonden worden met het chassis (van het
voertuig) of met de romp of aardplaat (van het schip).
- Op schepen kan de hierboven beschreven verbinding met de aarde van de
walaansluiting galvanische corrosie tot gevolg hebben.
De oplossing hiervoor is plaatsing van een isolatie transformator.
AC-in-1 (zie appendix A)
Indien op deze klemmen wisselspanning aanwezig is zal de Quattro deze aansluiting gebruiken. In het algemeen zal hier een
generator aangesloten worden.
AC-in-1 dient beveiligd te worden met een zekering van ten hoogste 50A, en de kabel doorsnede dient hiervoor
geschikt te zijn.
AC-in-2 (zie appendix A)
Indien op deze klemmen wisselspanning aanwezig is zal de Quattro deze aansluiting gebruiken, tenzij er ook spanning staat op
AC-in-1. Dan kiest de Quattro automatisch voor AC-in-1. In het algemeen zal hier de netspanning of walspanning op
aangesloten worden.
AC-in-2 dient beveiligd te worden met een zekering van ten hoogste 30A, en de kabel doorsnede dient hiervoor
geschikt te zijn.
AC-out-1 (zie appendix A)
Op deze klemmen wordt de belasting aangesloten. Wanneer wisselspanning beschikbaar is op AC-in-1 of AC-in-2 zal AC-out-1
met AC-in-1 (voorkeur) of AC-in-2 doorverbonden zijn. Wanneer geen wisselspanning beschikbaar is wordt AC-out-1 gevoed
door de omvormer. De Quattro kan met PowerAssist 5kVA (dwz 5000 / 230 = 22A) toevoegen aan het via AC-in-1 of AC-in-2
geleverde vermogen. De uitgangstroom kan daardoor oplopen tot 50 +22 = 72A. In serie met AC-out-1 moeten een
aardlekschakelaar en een zekeringautomaat opgenomen worden. De maximaal toegestane waarde is 75A.
AC-out-2 (zie appendix A)
Op deze klemmen wordt apparatuur aangesloten die alleen mag functioneren wanneer wisselspanning beschikbaar is op
AC-in-1 of AC-in-2. Het is de bedoeling om hiermee onnodige belasting van de accu in geval van omvormerbedrijf te
voorkomen.
Voorbeeld: elektrische boiler.
Indien de Quattro omschakelt naar omvormer bedrijf wordt AC-out-2 meteen afgeschakeld. Inschakelen is 90 seconden
vertraagd.
De maximale stroom van AC-uit-2 is 25A. In serie met AC-uit-2 moeten een aardlekschakelaar en een automaat of zekering
van maximaal 25A opgenomen worden.
Procedure
Gebruik drie-aderige kabel. De aansluitklemmen zijn duidelijk gecodeerd:
PE: aarde
N: nulleider
L: fase
10
4.4 Aansluitopties
EN
4.4.1 Startaccu (aansluit klem G, zie appendix A)
De Quattro heeft een aansluiting voor het laden van een startaccu. Uitgangsstroom begrensd op 4A.
DE
ES
4.4.4 Afstandsbediening
De Quattro is op twee manieren op afstand te bedienen.
- Met alleen een externe schakelaar (aansluitklem L, zie appendix A). Werkt alleen als de schakelaar van de Quattro op “on”
staat.
- Met een afstandbedieningspaneel (aansluiten op één van de twee RJ48 blokjes B, zie appendix A). Werkt alleen als de
schakelaar van de Quattro op “on” staat.
Met het afstandbedieningspaneel kan alleen de stroomgrens van AC-in-2 ingesteld worden.
De stroomgrens van AC-in-1 kan met DIP switches of softwarematig ingesteld worden.
FR
4.4.3 Temperatuursensor (aansluit klem H, zie appendix A)
Voor temperatuur gecompenseerd laden kan de bijgeleverde temperatuursensor worden aangesloten. De sensor is geïsoleerd
en moet op de min pool van de accu worden gemonteerd.
NL
4.4.2 Voltage sense (aansluit klem E, zie appendix A)
Voor het compenseren van eventuele kabel verliezen tijdens het laden kunnen er twee sense draden worden aangesloten
waarmee de spanning direct op de accu of op de plus en min verdeel punten gemeten kan worden. Gebruik tenminste
0,75mm2 draad.
De Quattro zal tijdens het laden van de accu de spanningval over de DC kabels compenseren tot max 1 Volt (1V over de plus
aansluiting en 1V over de min aansluiting). Indien de spanningsval groter dreigt te worden dan 1V wordt de laadstroom zodanig
begrensd dat de spanningsval beperkt blijft tot 1V.
SE
Er kan maar één afstandsbediening worden aangesloten, dus óf een schakelaar óf een afstandbedieningspaneel.
Appendix
4.4.5 Programmeerbaar relais
Dit relais is standaard ingesteld als alarm relais. Het relais kan echter voor allerlei andere toepassingen geprogrammeerd
worden, bijvoorbeeld als start relais voor een aggregaat.
4.4.6 Afschakelen van belasting bij accubedrijf: AC-out-2
Belastingen die op deze uitgang zijn aangesloten worden afgeschakeld wanneer de AC ingang wegvalt. Hierdoor kan
ongewenst ontladen van de accu door bijvoorbeeld een warmwater boiler of airconditioning worden voorkomen.
4.4.7 Parallel schakelen (zie appendix C)
De Quattro is parallel te schakelen met meerdere identieke apparaten. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten
gemaakt met behulp van standaard UTP CAT-5 kabels (UTP Patch leads). Het systeem (apparaten samen met eventueel een
bedieningspaneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5).
Bij parallel schakelen moet aan de volgende voorwaarden voldaan worden:
- Maximaal zes units parallel.
- Schakel alleen identieke apparaten qua type en vermogen parallel.
- De DC aansluitkabels naar de apparaten moeten allemaal even lang zijn en dezelfde doorsnede hebben.
- Indien een plus en min DC distributiepunt wordt gebruikt, moet de doorsnede van de aansluiting tussen de accu’s en het DC
distributiepunt minstens gelijk zijn aan de som van de vereiste doorsneden van de aansluitingen tussen het distributiepunt en
de Quattro’s.
- Plaats de Quattro’s dicht bij elkaar maar zorg voor minimaal 10 cm ventilatieruimte onder, boven en op zij van de units.
- De UTP kabels dienen steeds direct van de ene unit op een andere unit aangesloten te worden (en op het remote paneel).
Er mag geen gebruik gemaakt worden van aansluit/splitter boxen.
- Op het systeem hoeft maar bij één unit een accu-temperatuursensor aangesloten te worden. Indien U de temperatuur van
meerdere accu’s wilt meten kunt U ook de sensoren van andere Quattro’s in het systeem aansluiten (max. 1 sensor per
Quattro). De temperatuur compensatie tijdens acculaden reageert dan op de sensor die de hoogste temperatuur meet.
- Voltage sense moet op de ‘Master’ aangesloten worden (zie paragraaf 5.5.1.4).
- Bij meer dan 3 units parallel in één systeem is een ‘dongle’ vereist. (zie hoofdstuk 5).
- Er kan maar één afstandsbediening (paneel of schakelaar) op het systeem aangesloten worden.
4.4.8 Drie-fase configuratie (zie appendix C)
De Quattro kan ook gebruikt worden in een 3-fase net. Hiertoe wordt een verbinding tussen de apparaten gemaakt met behulp
van standaard UTP CAT-5 kabels (dezelfde als voor parallel bedrijf). Het systeem (apparaten samen met eventueel een
paneel) dient hierna geconfigureerd te worden (zie hoofdstuk 5).
Voorwaarden: zie paragraaf 4.4.7.
11
5. INSTELLINGEN
- Het wijzigen van de instellingen mag alleen worden uitgevoerd door een
gekwalificeerde elektrotechnicus.
- Lees voor het wijzigen goed de instructies.
- Tijdens het instellen van de lader moeten de DC zekering in de accu
verbindingen verwijderd zijn.
5.1 Standaard instellingen: klaar voor gebruik
De Quattro wordt geleverd met standaard instellingen. Deze zijn in het algemeen geschikt voor toepassing van 1 apparaat.
Er hoeft dan niets ingesteld te worden.
Waarschuwing: mogelijk is de standaard acculaadspanning niet geschikt voor uw accu’s! Raadpleeg de documentatie
van uw accu’s of vraag advies bij uw accu leverancier!
Quattro standaard fabrieksinstellingen
Omvormer frequentie
Input frequency range
Input voltage range
Omvormer spanning
Stand alone / parallel / 3-fase
AES (Automatic Economy Switch)
Ground relay
Lader on/ off
Laad karakteristieken
Laadstroom
Accu type
Automatisch egalisatie laden
Absorption spanning
Absorption tijd
Float spanning
Storage spanning
Herhaalde Absorption Tijd
Herhaald Absorption Interval
Bulk Beveiliging
Generator (AC-in-1)/ Walstroom (AC-in-2)
UPS function
Dynamic current limiter
WeakAC
BoostFactor
Programmeerbaar relais
PowerAssist
50 Hz
45 – 65 Hz
180 -265 VAC
230 VAC
stand alone
off
on
on
vier traps Adaptive met BatterySafe mode
75% van de maximum laadstroom
Victron Gel Deep Discharge (ook geschikt voor
Victron AGM Deep Discharge)
off
14.4/ 28.8/ 57.6 V
tot 8 uur (afhankelijk van bulk tijd)
13.8/ 27.6/ 55.2 V
13,2 / 26,4 / 52,8V (niet instelbaar)
1 uur
7 dagen
on
50A/30A (= instelbare stroomgrens tbv PowerControl en
PowerAssist functies)
on
off
off
2
alarm functie
on
5.2 Verklaring instellingen
Hieronder volgt een korte verklaring van de instellingen voor zover die niet vanzelfsprekend zijn. Meer informatie is te vinden
in de help files van de software configuratie programma’s (zie paragraaf 5.3).
Omvormer frequentie
Uitgangsfrequentie wanneer er geen AC op de ingang aanwezig is.
Instelbaar: 50Hz; 60Hz
Input frequency range
Ingang frequentie bereik dat door de Quattro geaccepteerd wordt. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de op ACin-1 (voorkeur) of op AC-in-2 aanwezige spanning. De frequentie op de uitgang is dan gelijk aan de frequentie op de ingang.
Instelbaar: 45 – 65 Hz; 45 – 55 Hz; 55 – 65 Hz
Input voltage range
Spanning bereik dat door de Quattro geaccepteerd wordt. De Quattro synchroniseert binnen dit bereik met de op AC-in-1
(voorkeur) of op AC-in-2 aanwezige spanning. De spanning op de uitgang is dan gelijk aan de spanning op de ingang.
Instelbaar:
Ondergrens 180 - 230V
Bovengrens 230 - 270V
12
EN
Omvormer spanning
Uitgangsspanning van de Quattro bij accu bedrijf.
Instelbaar: 210 – 245V
NL
Stand alone / parallel operation / 2-3 fase instelling
Met meerdere apparaten is het mogelijk om:
- het totale omvormer vermogen te vergroten (meerdere apparaten parallel)
- een split-phase systeem te maken (wordt alleen gebruikt bij Quattro’s met 120V uitgangsspanning)
- een 3-fase systeem te maken
FR
Hiertoe moeten de apparaten onderling verbonden worden met UTP CAT5 bekabeling. Daarnaast moeten de apparaten
geconfigureerd worden.
DE
AES (Automatic Economy Switch)
Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt het stroomverbruik bij nullast en lage belasting met ca. 20% verlaagt, door de
sinusspanning wat te ‘versmallen’.
Niet instelbaar met DIP switches.
Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie.
Laad karakteristieken
De standaard instelling is ‘vier traps Adaptive met BatterySafe mode’. Zie hoofdstuk 2 voor een beschrijving.
Dit is de beste laad karakteristiek. Zie de help files van de software configuratie programma’s voor andere mogelijkheden.
Met DIP switches kan voor de ‘fixed’ mode gekozen worden.
Accu type
De standaard instelling is meest geschikt voor Victron Gel Deep Discharge, Gel Exide A200, en buisjes plaat stationaire accu’s
(tubular plate stationary batteries (OPzS)). Deze instelling kan ook voor vele andere accu’s gebruikt worden: bijvoorbeeld
Victron AGM Deep Discharge en andere AGM accu’s, en vele soorten vlakke plaat open accu’s.
Met DIP switches kunnen vier laadspanningen ingesteld worden.
Automatisch egalisatie laden
Deze instelling is bedoeld voor buisjesplaat tractie accu’s. Bij deze instelling wordt de maximale absorptie spanning verhoogd
tot 2,83V/cel (34V voor een 24V accu) nadat tijdens absorptie laden de stroom is gedaald tot minder dan 10% van de
ingestelde maximum stroom.
Niet instelbaar met DIP switches.
Zie ’tubular plate traction battery charge curve’ in VEConfigure.
Absorption tijd
Deze is afhankelijk van de bulk tijd (Adaptive laad karakteristiek), zodat de accu optimaal geladen wordt. Indien voor de ‘fixed’
laad karakteristiek gekozen wordt is de absorption tijd vast. Voor de meeste accu’s is 8 uur maximum absorption tijd geschikt.
Indien t.b.v snel laden een extra hoge absorptie spanning is gekozen (kan alleen bij open accu’s!) is 4 uur beter.
Met DIP switches kan een tijd van 8 uur of 4 uur ingesteld worden. Voor de Adaptive laad karakteristiek wordt hiermee de
maximale absorption tijd bepaald.
Storage spanning, Herhaalde Absorption Tijd, Herhaald Absorption Interval
Zie hoofdstuk 2
Niet instelbaar met DIP switches.
13
Appendix
Niet instelbaar met DIP switches.
SE
Ground relay (zie appendix B)
Met dit relais (H) wordt de nul geleider van de AC uitgang aan de kast geaard wanneer de teruglever veiligheidsrelais in de ACin-1 en de AC-in-2 ingangen open zijn. Dit om de correcte werking van aardlek schakelaars in de uitgangen te verzekeren.
- Indien een niet geaarde uitgang gewenst is tijdens omvormer bedrijf, moet deze functie uit gezet worden. (Zie ook par. 4.5)
- De Quattro heeft tevens een aansluiting voor een extern aard relais (tbv ’split phase’ schakeling met externe
autotransformator)
ES
Search mode
In plaats van AES kan ook de ‘search mode’ gekozen worden.
Met de search mode wordt het nullast stroomverbruik met ongeveer 70% verlaagd. De search mode houdt in dat de Quattro uit
schakelt wanneer er geen belasting is of wanneer deze heel laag is. Iedere 2 seconden zal de Quattro even aan schakelen. Als
de belasting dan de ingestelde waarde overschrijdt blijft de Quattro aan. Zo niet, dan gaat de Quattro weer uit.
De ‘uit’ en ‘aan’ belasting niveaus kunnen ingesteld worden met VEConfigure.
De fabrieksinstelling is:
‘UIT’: 40 Watt
‘AAN’: 100 Watt
Niet instelbaar met DIP switches. Uitsluitend toepasbaar in stand alone configuratie.
Bulk Beveiliging
Wanneer deze instelling op ‘on’ staat wordt de bulk laadtijd begrensd op max. 10 uur. Een langere laadtijd zou kunnen duiden
op een systeem fout (bijvoorbeeld een kortgesloten accu cel).
Niet instelbaar met DIP switches.
Generator (AC-in-1)/ walstroom (AC-in-2) stroombegrenzing
Dit zijn de standaard instellingen waarbij PowerControl en PowerAssist in werking treden.
Instelling bereik:
- Van 5,5A tot 50A voor AC-in-1
- Van 5,5A tot 30A voor AC-in-2
De fabrieksinstelling is altijd de maximale waarde (50A en 30A).
Zie hoofdstuk 2, het boek ‘Stroom aan boord’, of de vele beschrijvingen van deze unieke functie op onze web site
www.victronenergy.com.
UPS function
Wanneer deze instelling op ‘on’ staat schakelt de Quattro praktisch zonder onderbreking naar omvormerbedrijf wanneer de AC
op de ingang wegvalt. De Quattro is dan toe te passen als Uninterruptible Power Supply (UPS of onderbrekingsvrije voeding)
voor gevoelige apparatuur zoals computers of communicatie systemen.
De uitgangsspanning van sommige kleine aggregaten is te instabiel en te vervormd voor gebruik van deze instelling: de
Quattro zou voortdurend omschakelen naar omvormer bedrijf. Daarom kan er voor gekozen worden om deze instelling uit te
zetten. Dan reageert de Quattro minder snel op afwijkingen van de spanning op AC-in-1 of AC-in-2. Hierdoor wordt de
omschakeltijd naar omvormer bedrijf wat langer, maar de meeste apparatuur (computers, klokken van huishoudelijke
apparatuur) ondervindt hier geen hinder van.
Advies: UPS function uit zetten wanneer de Quattro niet wil synchroniseren of voortdurend terugschakelt naar omvormer
bedrijf.
Dynamic current limiter
Bedoeld voor generatoren waarbij de wisselspanning wordt opgewekt met behulp van een statische omvormer (zogenaamde
‘inverter’ generatoren). Bij deze generatoren wordt het toerental teruggeregeld wanneer de belasting laag is: dat beperkt
lawaai, brandstof verbruik en vervuiling. Nadeel is dat de uitgangsspanning sterk zal zakken of zelfs helemaal wegvalt bij een
plotselinge verhoging van de belasting. Meer belasting kan pas geleverd worden nadat de motor op toeren is.
Wanneer deze instelling op ‘on’ gezet wordt zal de Quattro beginnen met bijleveren op een lage stroom en de bijlevergrens
geleidelijk verhogen naar de ingestelde stroom. Hierdoor krijgt de motor van de generator de tijd om op toeren te komen.
Deze instelling wordt ook vaak toegepast bij ‘klassieke’ generatoren die traag reageren op plotselinge belasting variaties.
WeakAC
De ingangsstroom van de lader van de Quattro is sinusvormig (PF=1 bedrijf). Sterke vervorming van de ingangsspanning kan
tot gevolg hebben dat de lader niet of nauwelijks werkt. Wanneer WeakAC wordt aangezet accepteert de lader ook een sterk
vervormde spanning, ten koste van meer vervorming van de opgenomen stroom.
Advies: WeakAC aanzetten wanneer de lader niet of nauwelijks laadt (dit komt overigens zelden voor!). Zet tegelijk ook de
’dynamic current limiter’ aan en reduceer desnoods de maximale laadstoom om overbelasting van de generator te voorkomen.
Niet instelbaar met DIP switches.
BoostFactor
Deze instelling alleen wijzigen na overleg met Victron Energy of een door Victron Energy getrainde installateur!
Niet instelbaar met DIP switches.
Programmeerbaar relais
Dit relais is standaard ingesteld als alarm relais, d.w.z. dat het relais afvalt i.g.v. een alarm of een voor-alarm (omvormer bijna
te warm, rimpel op de ingang bijna te hoog, accuspanning bijna te laag)
Niet instelbaar met DIP switches.
14
5.3 Instellingen wijzigen met een computer
EN
Alle instellingen kunnen met behulp van een computer of met een VE.Net paneel worden gewijzigd (uitzondering VE.Net: het
multifunctionele relais en de VirtualSwitch).
Veel gebruikte instellingen (inclusief parallel en 3-fase bedrijf tot 3 apparaten) kunnen gewijzigd worden door middel van
dipswitches, zie par. 5.4.
NL
FR
Voor het wijzigen van instellingen met de computer heeft u het volgende nodig:
- VEConfigureII software. U kunt de VEConfigureII software gratis downloaden van www.victronenergy.com.
- Een UTP kabel en de MK2.2b RS-485 naar RS232 interface. Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel
USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig.
Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
DE
5.3.1 VE.Bus Quick Configure Setup
VE.Bus Quick Configure Setup is een software programma waarmee één Quattro of systemen met maximaal 3 Quattro’s
(parallel of drie fase bedrijf) op eenvoudige wijze geconfigureerd kunnen worden. VEConfigureII maakt deel uit van dit
programma.
U kunt de software gratis downloaden van www.victronenergy.com.
Voor aansluiting op uw computer heeft u een UTP kabel en de MK2.2b RS485 naar RS232 interface nodig.
Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig.
Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
ES
Hiervoor heeft U een VE.Net paneel en de ‘VE.Net to VE.Bus converter’ nodig.
Met VE.Net kunt u alle parameters instellen, met uitzondering van het multifunctionele relais en de VIrtualSwitch.
15
Appendix
5.4 Instellen met een VE.Net paneel
SE
5.3.2 VE.Bus System Configurator en dongle
Voor het configureren van geavanceerde toepassingen en/of systemen met 4 Quattro’s of meer moet de software VE.Bus
System Configurator gebruikt worden. U kunt de software downloaden van www.victronenergy.com. VEConfigureII maakt
deel uit van dit programma.
U kunt het systeem zonder dongle configureren, en gedurende 15 minuten gebruiken (demonstratie faciliteit). Voor permanent
gebruik is een dongle noodzakelijk, deze is verkrijgbaar tegen meerprijs.
Voor aansluiting op uw computer heeft u een UTP kabel en de MK2.2b RS-485 naar RS232 interface nodig.
Indien uw computer geen RS232 aansluiting heeft, maar wel USB, heeft u ook een RS232 naar USB interface kabel nodig.
Beide zijn verkrijgbaar bij Victron Energy.
5.5 Instellen met DIP switches
Introductie
Een aantal instellingen kan gewijzigd worden door middel van DIP switches (zie appendix A, positie M).
Dit gaat als volgt:
Schakel de Quattro in, bij voorkeur zonder belasting en zonder wisselspanning op de ingangen. De Quattro werkt dan in
omvormer bedrijf.
Stap 1: instellen van de DIP switches voor
- De gewenste stroom begrenzing van de AC ingangen.
- Begrenzing van de laadstroom.
- Keuze ’stand alone / parallel / 3-fase’ bedrijf.
Nadat de gewenste waardes correct zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het “up’ knopje (bovenste knopje rechts van
de DIP switches, zie appendix A, positie K) om de ingestelde waardes op te slaan.
U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2).
Stap 2: overige instellingen
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de
DIP switches) om de ingestelde waardes op te slaan.
U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden.
Opmerkingen:
- De functie van de DIP switches wordt ‘van boven naar beneden’ beschreven. Omdat de bovenste DIP switch ook het hoogste
nummer heeft (nummer 8) begint de beschrijving bij nummer 8.
- Bij parallel bedrijf of 3-fase bedrijf hoeven niet alle instellingen op alle apparaten gedaan te worden, zie hiervoor paragraaf
5.5.1.4.
Lees in geval van parallel bedrijf of 3-fase bedrijf de gehele instel procedure en schrijf de gewenste instelling op voor dat U de
DIP switches instelt.
5.5.1 Stap 1
5.5.1.2 Stroom begrenzing AC ingangen (standaard: AC-in-1: 30A, en AC-in-2: 16A
Als de gevraagde stroom (belasting + acculader van de Quattro) groter dreigt te worden dan de ingestelde stroom, zal de
Quattro eerst de laadstroom verminderen (PowerControl), en vervolgens vermogen bijleveren uit de accu (PowerAssist).
De stroom grens van AC-in-1 (de generator) kan met DIP switches ingesteld worden op 8 verschillende waardes.
De stroom grens van AC-in-2 kan op 2 waardes worden ingesteld met DIP switches. U kunt de stroombegrenzing van de ACin-2 ingang ook traploos instellen met een VE.Bus Multi Control Paneel.
Procedure
AC-in-1 kan ingesteld worden met DIP switch ds8, ds7 en ds6 (standaard instelling: 50A).
Procedure: stel de DIP switches op de gewenste waarde:
ds8 ds7 ds6
off off off = 6A (1,4kVA at 230V)
off off on = 10A (2,3kVA bij 230V)
off on off = 12A (2,8kVA bij 230V)
off on on = 16A (3,7kVA bij 230V)
on off off = 20A (4,6kVA bij 230V)
on off on = 25A (5,7kVA bij 230V)
on on off = 30A (6,9kVA bij 230V)
on on on = 50A (11,5kVA bij 230V)
Opmerking:
Het door de fabrikant opgegeven continu vermogen van kleine generatoren is soms aan de zeer
optimistische kant. De stroomgrens moet dan veel lager ingesteld worden dan uit de gegevens van
de fabrikant blijkt.
AC-in-2 kan ingesteld worden in 2 stappen met DIP switch ds5 (standaard instelling: 16A).
Procedure: stel ds5 op de gewenste waarde:
ds5
off = 16A
on = 30A
16
EN
NL
5.5.1.3 Laadstroom begrenzing (standaard instelling 75%)
Accu’s hebben de langste levensduur waanneer geladen wordt met een stroom van 10% tot 20% van de capaciteit in Ah.
Voorbeeld: optimale laadstroom van een accubank 24V/500Ah: 50A tot 100A.
De meegeleverde temperatuur sensor zorgt voor automatische aanpassing van de laadspanning aan de temperatuur van de
accu.
Indien U sneller, en dus met veel hogere stroom wilt laden:
- Moet in ieder geval de meegeleverde temperatuur sensor op de accu aangebracht worden. Snel laden kan namelijk een
aanzienlijke temperatuur verhoging van de accubank tot gevolg hebben. Met behulp van de temperatuur sensor wordt de
laadspanning aangepast (d.w.z. verlaagd) aan de hogere temperatuur.
- Wordt de bulk laadtijd soms zo kort dat laden met een vast ingestelde absorptie tijd beter werkt (‘fixed’ absorption tijd, zie ds5,
stap 2).
FR
DE
Procedure
De accu laadstroom kan ingesteld worden in 4 stappen met DIP switch ds4 en ds3 (standaard instelling: 75%).
ds4 ds3
off off = 25%
off on = 50%
on off = 75%
on on = 100%
SE
Appendix
17
ES
5.5.1.4 Stand alone / parallel bedrijf / 3-fase bedrijf
Met DIP switches ds2 en ds1 kunnen drie systeem configuraties gekozen worden
LET OP:
- Tijdens het configureren van een parallel of 3-fase systeem moeten alle betreffende apparaten aan elkaar gekoppeld zijn met
UTP CAT-5 bekabeling (zie appendix C, D). Alle apparaten moeten aangeschakeld zijn. Na aanschakelen zullen de apparaten
een foutcode geven (zie hoofdstuk 7) omdat ze nog als ‘stand alone’ geconfigureerd zijn en constateren dat ze in een systeem
opgenomen zijn. Deze foutmelding kan veilig genegeerd worden.
- Het opslaan van de instellingen (door het ‘up’ knopje (stap 1) en later het ‘down’ knopje (stap 2) gedurende 2 seconden
ingedrukt te houden) moet op slechts één apparaat gebeuren. Het apparaat waarop dit gebeurd is de ‘Master’ in een parallel
systeem of de ‘Leader’ (L1) in een 3-fase systeem.
Bij een parallel systeem zijn de instellingen van de DIP switches ds8 tot ds3 niet van belang voor de overige apparaten (de
Slaves).
(de Slaves volgen dus exact de Master, vandaar de benaming Master en Slave)
Bij een 3-fase systeem moeten wel een aantal instellingen gedaan worden op de overige apparaten (de Followers, voor de
fasen L2 en L3).
(de Followers volgen dus de Leader dus niet voor alle instellingen, vandaar de benaming Leader en Follower)
- Een wijziging in de instelling ‘stand alone / parallel / 3-fase’ wordt pas actief na opslaan en na uit- en weer aanzetten van alle
apparaten. Voor het correct opstarten van een VE.Bus systeem moeten dus, na het opslaan van de instellingen, alle apparaten
eerst weer uitgeschakeld worden. Daarna kunnen, in een willekeurige volgorde, de apparaten aangeschakeld worden. Het
systeem start niet zolang niet alle apparaten aangeschakeld zijn.
- Let op dat alleen identieke apparaten in een systeem opgenomen worden. Indien men, per abuis, toch probeert om
verschillende modellen tezamen als systeem te laten configureren zal dit mislukken. Mogelijk werken de apparaten dan pas
weer correct nadat ze stuk voor stuk op ‘stand alone’ geconfigureerd zijn.
- De combinatie ds2=on en ds1=on wordt niet gebruikt.
Voor de keuze stand alone / parallel bedrijf / 3 fase bedrijf zijn de DIP switches ds2 en ds1 gereserveerd
Stand alone bedrijf
Stap 1, instelling ds2 en ds1 voor stand alone bedrijf:
DS-8 AC-in-1
Instellen als gewenst
DS-7 AC-in-1
Instellen als gewenst
DS-6 AC-in-1
Instellen als gewenst
DS-5 AC-in-2
Instellen als gewenst
DS-4 Laadstroom Instellen als gewenst
DS-3 Laadstroom Instellen als gewenst
DS-2 Stand alone bedrijf
DS-1 Stand alone bedrijf
off
off
Hieronder enkele voorbeelden van DIP switch instellingen voor stand alone bedrijf
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (de DIP switches van een nieuw product staan overigens allemaal in de ‘off’ stand omdat de
fabrieksinstelling per computer is ingevoerd. De stand van de DIP switches van een nieuw apparaat komt dus niet overeen met
de waardes die zijn opgeslagen in het geheugen van de microprocessor).
Belangrijk: Wanneer een paneel is aangesloten wordt de stroomgrens van AC-in-2 bepaald door het paneel, en niet door de in
de Quattro opgeslagen waarde.
Vier voorbeelden van stand alone instellingen:
DS-8 AC-in-1
DS-7 AC-in-1
DS-6 AC-in-1
DS-5 AC-in-2
DS-4 Laadstroom
DS-3 Laadstroom
DS-2 Stand alone
DS-1 Stand alone
Stap 1, stand alone
Voorbeeld 1 (fabr. Instel.):
8, 7, 6 AC-in-1: 50A
5 AC-in-2: 30A
4, 3 Laadstroom: 75%
2, 1 Stand alone bedrijf
on
on
on
on
on
off
off
off
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
on
on
on
off
on
on
off
off
Stap 1, st. alone
Voorbeeld 2:
8, 7, 6 AC-in-1: 50A
5 AC-in-2: 16A
4, 3 Laadstr.: 100%
2, 1 Stand alone
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
off
on
on
off
on
on
off
off
Stap 1, st. alone
Voorbeeld 3:
8, 7, 6 AC-in-1: 16A
5 AC-in-2: 16A
4, 3 Laadstr.: 100%
2, 1 Stand alone
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
on
on
off
on
off
on
off
off
Stap 1, st. alone
Voorbeeld 4:
8, 7, 6 AC-in-1: 30A
5 AC-in-2: 30A
4, 3 Laadstr.: 50%
2, 1 Stand alone
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘up’ knopje (bovenste knopje rechts van de DIP
switches, zie appendix A, positie K) om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s overload en low-battery zullen
knipperen als de instellingen zijn geaccepteerd.
Wij raden u aan om de instellingen op papier te zetten en goed te bewaren!
U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2).
18
Master
Slave 1
off
on
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Slave 1
DS-1 Slave 1
off
off
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Slave 2
DS-1 Slave 2
FR
Inst. als gewenst
Inst. als gewenst
Inst. als gewenst
Inst. als gewenst
Inst. als gewenst
Inst. als gewenst
Slave 2 (optioneel)
NL
DS-8 AC-in-1
DS-7 AC-in-1
DS-6 AC-in-1
DS-5 AC-in-2
DS-4 Laadstr.
DS-3 Laadstr.
DS-2 Master
DS-1 Master
EN
Parallel bedrijf (appendix C)
Stap 1: instelling ds2 en ds1 voor parallel bedrijf
off
on
DE
De ingestelde stromen (AC stroombegrenzing en laadstroom) worden vermenigvuldigd met het aantal apparaten.
De ingestelde AC stroombegrenzing met een Remote Paneel komt echter altijd overeen met de aangegeven waarde op het
paneel en wordt niet vermenigvuldigd met het aantal apparaten.
ES
Hieronder de instellingen volgens het voorbeeld (15kVA parallel systeem):
Appendix
Master
DS-8 AC-in-1 3x20A
DS-7 AC-in-1 3x20A
DS-6 AC-in-1 3x20A
DS-5 AC-in-2 30A paneel
DS-4 Laadstr. 3x120A
DS-3 Laadstr. 3x120A
DS-2 Master
DS-1 Master
Slave 1
on
off
off
on
on
off
on
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Slave 1
DS-1 Slave 1
Slave 2
off
off
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Slave 2
DS-1 Slave 2
off
on
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘up’ knopje (bovenste knopje rechts van de DIP
switches, zie appendix A, positie K) van de Master om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s overload en low-battery
zullen knipperen als de instellingen zijn geaccepteerd.
Wij raden u aan om de instellingen op papier te zetten en goed te bewaren!
U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2).
19
SE
Voorbeeld: 15kVA parallelsysteem
- Indien op de Master de AC-in-1 stroombegrenzing op 20A ingesteld wordt en het is een systeem met 3 apparaten, dan wordt
de effectieve systeem stroombegrenzing voor AC-in-1 gelijk aan 3 x 20 = 60A. (instelling voor generator vermogen
60 x 230 = 13,8kVA).
- Indien op de Master een 30A paneel wordt aangesloten, dan is de systeem stroombegrenzing voor AC-in-2 regelbaar tot
maximaal 30A, onafhankelijk van het aantal apparaten.
- Indien op de Master de laadstroom ingesteld wordt op 100% (120A voor een Quattro 24/5000/120) en het is een systeem met
3 apparaten, dan wordt de effectieve systeem laadstroom gelijk aan 3 x 120 = 360A.
Drie fase bedrijf (appendix D)
Stap 1: instelling ds2 en ds1 voor 3-fase bedrijf
Leader (L1)
DS-8 AC-in-1
DS-7 AC-in-1
DS-6 AC-in-1
DS-5 AC-in-2
DS-4 Laadstr.
DS-3 Laadstr.
DS-2 Leader
DS-1 Leader
Follower (L2)
Inst. als gew.
Inst. als gew.
Inst. als gew.
Inst. als gew.
Inst. als gew.
Inst. als gew.
on
off
Follower (L3)
DS-8 Inst. als gew.
DS-7 Inst. als gew.
DS-6 Inst. als gew.
DS-5 Inst. als gew.
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Follower 1
DS-1 Follower 1
off
off
DS-8 Inst. als gew.
DS-7 Inst. als gew.
DS-6 Inst. als gew.
DS-5 Inst. als gew.
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Slave 2
DS-1 Slave 2
off
on
Zoals uit de bovenstaande tabel blijkt dienen de stroom grenzen voor elke fase afzonderlijk ingesteld te worden (ds8 t/m ds5).
U kunt dus verschillende stroom grenzen kiezen per fase, zowel voor AC-in1 als voor AC-in-2.
Indien een paneel aangesloten wordt is de stroom grens van AC-in-2 voor alle fases gelijk aan de op het paneel ingestelde
waarde.
De max. laadstroom is voor alle apparaten gelijk en wordt ingesteld op de Leader (ds4 en ds3).
Voorbeeld:
AC-in-1 stroombegrenzing op de Leader en op de Followers: 16A. (instelling voor generator vermogen 16 x 230 x 3 = 11kVA)
AC-in-2 stroombegrenzing met 16A paneel.
Indien op de Leader de laadstroom ingesteld wordt op 100% (120A voor een Quattro 24/5000/120) en het is een systeem met
3 apparaten dan, wordt de effectieve systeem laadstroom gelijk aan 3 x 120 = 360A.
Hieronder de instellingen volgens het voorbeeld (15kVA 3-fase systeem):
Leader (L1)
DS-8 AC-in-1
(16A)
DS-7 AC-in-1
(16A)
DS-6 AC-in-1
(16A)
DS-5 AC-in-2 (16A paneel)
DS-4 Laadstroom 3x120A
DS-3 Laadstroom 3x120A
DS-2 Leader
DS-1 Leader
Follower (L2)
off
on
on
on
on
on
off
DS-8 AC-in-1 (16A)
DS-7 AC-in-1 (16A)
DS-6 AC-in-1 (16A)
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Follower 1
DS-1 Follower 1
Follower (L3)
off
on
on
off
off
DS-8 AC-in-1 (16A)
DS-7 AC-in-1 (16A)
DS-6 AC-in-1 (16A)
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Follower 2
DS-1 Follower 2
off
on
on
off
on
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘up’ knopje (bovenste knopje rechts van de DIP
switches, zie appendix A, positie K) van de Leader om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s overload en low-battery
zullen knipperen als de instellingen zijn geaccepteerd.
Wij raden u aan om de instellingen op papier te zetten en goed te bewaren!
U kunt de DIP switches nu opnieuw gebruiken voor de overige instellingen (stap 2).
20
EN
5.5.2 Stap 2: overige instellingen
De overige instellingen zijn niet relevant voor Slaves.
Sommige van de overige instellingen zijn niet relevant voor Followers (L2, L3). Deze instellingen worden door de Leader L1
voor het hele systeem opgelegd. Als een instelling niet relevant is voor L2, L3 apparaten staat dit expliciet vermeld.
NL
ds8-ds7: instelling laadspanningen (niet relevant voor L2, L3)
Absorptie
spanning
Float
spanning
Storage
spanning
Geschikt voor
off
off
14.1
28.2
56.4
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
Gel Victron Long Life (OPzV)
Gel Exide A600 (OPzV)
Gel MK Battery
off
on
14.4
28.8
57.6
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
on
off
14.7
29.4
58.8
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
AGM Victron Deep Discharge
(fastest recharge)
Buisjesplaat accu’s in semi float
bedrijf
AGM spiral cell
on
on
15.0
30.0
60.0
13.8
27.6
55.2
13.2
26.4
52.8
Buisjesplaat accu’s (OPzS) in
cyclisch bedrijf
FR
ds8-ds7
DE
Gel Victron Deep Discharge
Gel Exide A200
AGM Victron Deep Discharge
ES
SE
on = 8 uur
off = 4 uur
ds5: adaptieve laadkarakteristiek (niet relevant voor L2, L3)
on = aan
off = uit (vaste absorptie tijd)
ds4: dynamic current limiter
on = aan
off = uit
ds3: UPS function
on = aan
off = uit
ds2: omvormer spanning
on = 230V / 120V
off = 240V / 115V
ds1: omvormer frequentie (niet relevant voor L2, L3)
(de wide input frequency range (45-55Hz) staat default aan)
on = 50Hz
off = 60Hz
Appendix
ds6: absorptiontijd 8 of 4 uur (niet relevant voor L2, L3)
Stap 2: voorbeeld instellingen voor stand alone bedrijf:
Voorbeeld 1 is de fabrieksinstelling (de DIP switches van een nieuw product staan allemaal in de ‘off’ stand omdat de
fabrieksinstelling per computer is ingevoerd. De stand van de DIP switches van een nieuw apparaat komt dus niet overeen met
de waardes die zijn opgeslagen in het geheugen van de microprocessor).
DS-8 Laadspanning
DS-7 Laadspanning
DS-6 Absorption tijd
DS-5 Adaptief laden
DS-4 Dyn. current limit
DS-3 UPS functie:
DS-2 Spanning
DS-1 Frequentie
off
on
on
on
off
on
on
on
Stap 2
Voorbeeld 1 (fabrieksinstelling):
8, 7 GEL 14,4V
6 Absorption tijd: 8 uur
5 Adaptief laden: aan
4 Dyn. current lim: uit
3 UPS functie: aan
2 Spanning: 230V
1 Frequentie: 50Hz
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
off
off
on
on
off
off
on
on
Stap 2
Voorbeeld 2:
8, 7 OPzV 14,1V
6 Abs. tijd: 8 uur
5 Adapt. laden: aan
4 Dyn. curr. lim: uit
3 UPS functie: uit
2 Spanning: 230V
1 Frequentie: 50Hz
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
on
off
on
on
on
off
off
on
Stap 2
Voorbeeld 3:
8, 7 AGM 14,7V
6 Abs. tijd: 8 uur
5 Adapt. laden: aan
4 Dyn. curr. lim: aan
3 UPS functie: uit
2 Spanning: 240V
1 Frequentie: 50Hz
DS-8
DS-7
DS-6
DS-5
DS-4
DS-3
DS-2
DS-1
on
on
off
off
off
on
off
off
Stap 2
Voorbeeld 4:
8, 7 Buisjespl. 15V
6 Abs. tijd: 4 uur
5 Vaste abs. tijd
4 Dyn. curr. lim: uit
3 UPS functie: aan
2 Spanning: 240V
1 Frequentie: 60Hz
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de
dipswitches) om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s temperature en low-battery zullen knipperen als de
instellingen zijn geaccepteerd.
U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden.
21
Stap 2: voorbeeld instelling voor parallel bedrijf
In dit voorbeeld is de Master ingesteld volgens de fabrieks instelling.
De Slaves hoeven niet ingesteld te worden!
Master
DS-8 Laadspanning (GEL 14,4V)
DS-7 Laadspanning (GEL 14,4V)
DS-6 Absorption tijd (8 uur)
DS-5 Adaptief laden (aan)
DS-4 Dyn. current limit (uit)
DS-3 UPS functie: (aan)
DS-2 Spanning (230V)
DS-1 Frequentie (50Hz)
Slave 1
off
on
on
on
off
on
on
on
Slave 2
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Niet relevant
DS-1 Niet relevant
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Niet relevant
DS-3 Niet relevant
DS-2 Niet relevant
DS-1 Niet relevant
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de
dipswitches) van de Master om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s temperature en low-battery zullen knipperen
als de instellingen zijn geaccepteerd.
U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden.
Systeem opstarten: eerst alle apparaten uitzetten. Het systeem zal opstarten zodra alle apparaten weer aangezet zijn.
Stap 2: voorbeeld instelling voor 3-fase bedrijf:
De Master is ingesteld volgens de fabrieks instelling.
Leader (L1)
DS-8 Laadspanning (GEL 14,4V)
DS-7 Laadspanning (GEL 14,4V)
DS-6 Absorption tijd (8 uur)
DS-5 Adaptief laden (aan)
DS-4 Dyn. current limit (uit)
DS-3 UPS functie: (aan)
DS-2 Spanning (230V)
DS-1 Frequentie (50Hz)
Follower (L2)
off
on
on
on
off
on
on
on
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Dyn. cur. limit (uit)
DS-3 UPS functie: (aan)
DS-2 Spanning (230V)
DS-1 Niet relevant
Follower (L3)
off
on
on
DS-8 Niet relevant
DS-7 Niet relevant
DS-6 Niet relevant
DS-5 Niet relevant
DS-4 Dyn. cur. limit (uit)
DS-3 UPS functie: (aan)
DS-2 Spanning (230V)
DS-1 Niet relevant
off
on
on
Nadat de gewenste waardes zijn ingesteld: druk gedurende 2 seconden op het ‘down’ knopje (onderste knopje rechts naast de
dipswitches) van de Leader om de ingestelde waardes op te slaan. De LED’s temperature en low-battery zullen knipperen
als de instellingen zijn geaccepteerd.
U kunt de DIP switches vervolgens in de gekozen posities laten staan, zodat u de ’overige instellingen’ altijd terug kunt vinden.
Systeem opstarten: eerst alle apparaten uitzetten. Het systeem zal opstarten zodra alle apparaten weer aangezet zijn.
6. ONDERHOUD
De Quattro vereist geen specifiek onderhoud. Het volstaat alle verbindingen eenmaal per jaar te controleren. Voorkom vocht en
olie/roet/dampen en houd het apparaat schoon.
22
7. FOUTINDICATIES
NL
7.1 Algemene fout indicaties
Oplossing
Quattro wil niet
overschakelen op
generator of netbedrijf.
Omvormerbedrijf werkt
niet wanneer deze wordt
ingeschakeld.
De LED “low battery”
knippert.
De LED “low battery”
brandt.
De LED “overload”
knippert.
De LED “overload”
brandt.
De LED “temperature”
knippert of brandt.
De LED’s “low battery”
en “overload” knipperen
afwisselend.
Zekering of automaat in de AC-in-1 of ACin-2 ingang is open tengevolge van
overbelasting.
De accuspanning is te hoog of te laag.
Geen spanning op DC aansluiting.
Verwijder overbelasting of kortsluiting op AC-out-1
of AC-out-2 en vervang zekering of herstel
automaat.
Zorg dat de accuspanning binnen de juiste waarde
is.
De accuspanning is laag.
Laad de accu op of controleer de accu
aansluitingen.
Laad de accu op of controleer de accu
aansluitingen.
Verminder de belasting.
De LED’s “low battery”
en “overload” knipperen
tegelijk.
De LED’s “low battery”
en “overload” branden.
Rimpelspanning op de DC aansluiting
overschrijdt 1,5Vrms.
Verminder de belasting.
Controleer deze tabel om acties te nemen in
overeenstemming met het alarm.
Zorg dat de netspanning tussen 185 VAC en 265
VAC komt te liggen en dat de frequentie binnen het
ingestelde bereik is (standaard instelling 45-65Hz).
Zekering of automaat in de AC-in-1 of AC-in- Verwijder overbelasting of kortsluiting op AC-out-1 of
2 ingang is open tengevolge van
AC-out-2 en vervang zekering of herstel automaat.
overbelasting.
De accu zekering is kapot.
Vervang de accu zekering.
De vervorming van de AC ingangsspanning
is te groot. (iha generator voeding)
De accu wordt niet volledig Laadstroom te hoog waardoor de absorption
geladen.
fase te vroeg bereikt wordt.
Een slechte accuaansluiting.
Zet de instellingen WeakAC en Dynamic current
limiter aan.
Stel de laadstroom in tussen 0,1x en 0,2x de
accucapaciteit.
Controleer de accuaansluitingen.
De absorption spanning is op een verkeerde Regel de absorption spanning af op de goede
waarde (te laag) ingesteld.
waarde.
De float spanning is op een verkeerde (te
laag) waarde ingesteld.
De beschikbare laadtijd is te kort om de accu
volledig te laden
De absorptie tijd is te kort. Bij ‘adaptive’
laden kan de oorzaak een extreem hoge
laadstroom t.o.v. de capaciteit van de accu
zijn, waardoor de bulk tijd te kort wordt
Regel de float spanning af op de goede waarde.
Zorg voor een langere laadtijd of zorg voor een
hogere laadstroom.
Verlaag de laadstroom of kies de ‘fixed’
laadkarakteristiek
23
Appendix
Plaats de omvormer in een koele en goed
geventileerde omgeving of verminder de belasting.
Laad de accu’s op, ontkoppel verminder de
belasting of plaats accu’s met een hogere
capaciteit. Monteer kortere en/ of dikkere
accukabels.
Controleer de accukabels en accuaansluitingen.
Wees er zeker van dat de accucapaciteit
voldoende is, verhoog deze eventueel.
Plaats accu’s met een hogere capaciteit. Monteer
kortere en/ of dikkere accukabels en reset de
omvormer (uit- en weer aanschakelen).
SE
De lader werkt niet.
De omvormer is uitgeschakeld als gevolg
van de alarmering van de brandende LED.
De knipperende LED geeft aan dat de
omvormer bijna uitgeschakeld is als
gevolg van het betreffende alarm.
De netspanning of –frequentie is buiten het
ingestelde bereik.
ES
Een alarm LED brandt
en de tweede knippert.
De omvormer is uitgeschakeld als gevolg
van een te hoge rimpelspanning op de
ingang.
DE
Oorzaak
FR
Probleem
De omvormer schakelt uit, omdat de
accuspanning te laag is.
De belasting op de omvormer is hoger dan
de nominale belasting.
De omvormer is uitgeschakeld als gevolg
van een te hoge belasting.
De omgevingstemperatuur is hoog, of de
belasting is te hoog.
Lage accuspanning en te hoge belasting.
EN
Met behulp van onderstaande stappen kunnen de meest voorkomende storingen snel worden opgespoord. Indien de fout niet
opgelost kan worden, raadpleeg uw Victron Energy leverancier.
De accu wordt overladen.
De laadstroom zakt terug
naar 0 zodra de absorptie
fase ingaat.
De absorption spanning is op een verkeerde
waarde (te hoog) ingesteld.
De floatspanning is op een verkeerde
waarde (te hoog) ingesteld.
Een slechte accu.
Regel de absorption spanning af op de goede
waarde.
Regel de floatspanning af op de goede waarde.
De accu wordt te warm (tgv van slechte
ventilatie, te hoge omgevingstemperatuur, of
te hoge laadstroom).
De accu is oververhit (>50°C)
Verbeter ventilatie, plaats accu’s in een koelere
ruimte, verlaag de laadstroom, en sluit de
temperatuursensor aan.
- Plaats de accu in een koelere ruimte
- Verlaag de laadstroom
- Kijk of een van de accucellen een interne
sluiting heeft
Maak het stekkertje van de temperatuur sensor
in de Quattro los.
Indien na ongeveer 1 minuut de laad functie
weer goed is moet de temperatuur sensor
vervangen worden.
De accu temperatuur sensor is stuk
Vervang de accu.
7.2 Bijzondere LED indicaties
(zie voor de gewone LED indicaties paragraaf 3.4)
Bulk en Absorption LEDs knipperen
synchroon (tegelijk).
Absorption en Float LEDs knipperen
synchroon (tegelijk).
Mains on knippert en er is geen
uitgangsspanning.
Voltage sense fout. De gemeten spanning op de voltage sense aansluiting
wijkt teveel af (meer dan 7V) van de spanning op de plus en min
aansluiting van het apparaat. Vermoedelijk is er een aansluit fout.
Apparaat zal gewoon blijven werken.
Let op: Als de Inverter on LED in tegenfase knippert is dit een VE.Bus
error code. (Zie verderop)
De accu temperatuur zoals deze gemeten wordt heeft een zeer
onwaarschijnlijke waarde. Vermoedelijk is de sensor defect of verkeerd
aangesloten.
Apparaat zal gewoon blijven werken.
Let op: Als de Inverter on LED in tegenfase knippert is dit een VE.Bus
error code. (Zie verderop)
Het apparaat staat in charger only en er is netspanning aanwezig.
Apparaat keurt de netspanning af of is nog met synchronisatie bezig.
7.3 VE.Bus LED indicaties
Apparaten die in een VE.Bus systeem zijn opgenomen (een parallel of een 3-fase opstelling) kunnen zogenaamde VE.Bus LED
indicaties geven. Deze LED indicaties zijn onder te verdelen in 2 groepen: OK codes en Error codes.
7.3.1 VE.Bus OK codes
Als de interne status van een apparaat in orde is, maar er kan nog niet gestart worden omdat één of meer andere apparaten in
het systeem een fout geven dan geven de apparaten die in orde zijn een OK code.
Op deze manier is het mogelijk om sneller de fout op te sporen in een VE.Bus systeem omdat snel gezien kan worden welke
apparaten in orde zijn.
Belangrijk: OK codes worden allleen weergegeven als een apparaat niet aan het omvormen of laden is!
- Een knipperende Bulk LED geeft aan dat het apparaat kan omvormen.
- Een knipperende Float LED geeft aan dat het apparaat kan laden.
Let op! In principe moeten alle andere LEDs uit zijn. Is dit niet het geval dan is het geen OK code.
Hierop zijn de volgende uitzonderingen:
- De hierboven genoemde bijzondere LED meldingen kunnen samen met OK codes voorkomen.
- De Low battery LED kan samen voorkomen met de OK code die aangeeft dat het apparaat kan laden.
7.3.2 VE.Bus Error Codes
Een VE.Bus systeem kan verschillende error codes weergeven. Deze codes worden weergegeven met de Inverter on, Bulk,
Absorption en Float LED’s.
Om een VE.Bus Error Code correct te interpreteren moeten de volgende stappen doorgenomen worden:
1. Het apparaat moet in een fout mode staan : er is geen AC uitgangsspanning.
2. Knippert de Inverter on LED? Zo nee dan is het geen VE.Bus Error Code.
3. Indien één of meer van de LED’s: Bulk, Absorption, Float knippert dan MOET dit knipperen in tegenfase zijn met het
knipperen van de Inverter on LED. Dat wil zeggen dat als de Inverter on LED aan is deze knipperende LED’s uit zijn en
andersom. Is dit niet het geval dan is het geen VE.Bus error code.
4. Kijk naar de Bulk LED en bepaal welk van de 3 onderstaande tabellen gebruikt moet worden.
5. Zoek de juiste kolom en rij op (afhankelijk van de Absorption en Float LED’s) en lees de foutcode af.
6. Zoek de betekenis van de code op in de tabel eronder.
24
EN
Aan alle hieronder vermelde condities moet coldaan worden!
worden!:
Bulk LED uit
Bulk LED knippert
aan
uit
0
3
6
knippert
1
4
7
aan
2
5
8
Absorption LED
uit
knippert
aan
uit
9
12
15
knippert
10
13
16
aan
11
14
17
Float LED
knippert
Float LED
Absorption LED
uit
uit
knippert
Aan
uit
18
21
24
knippert
19
22
25
aan
20
23
26
DE
Float LED
Bulk LED aan
FR
Absorption LED
ES
Bulk LED
Absorption LED
Float LED
NL
Het apparaat staat in een fout mode! (Er is geen AC uitganagsspanning!)
Inverter on LED knippert (in tegenfase met een mogelijk knipperende Bulk, Absorption of Float LED)
Minstens ‘e’en van de LEDs Bulk, Absorption en Float is aan of knippert
Betekenis:
Oorzaak/Oplossing:
1
Apparaat is uitgeschakeld omdat één
van de andere fases in het systeem
uitschakelde.
Controleer de falende fase.
3
Niet alle of meer dan de verwachte
apparaten zijn in het systeem
gevonden.
Het systeem is niet goed geconfigureerd.
Configureer het systeem opnieuw.
Storing in de communicatie bekabeling.
Controleer de bekabeling en schakel alle apparaten uit en weer aan.
4
Geen enkel ander apparaat gevonden.
Controleer de communicatie bekabeling.
5
Overspanning op AC-out.
Controleer de AC bekabeling.
10
Systeem tijd synchronisatie probleem
opgetreden.
Hoort niet voor te komen bij een goede installatie. Controleer de
communicatie bekabeling.
14
Apparaat kan geen data versturen.
Controleer de communicatie bekabeling. (Er is mogelijk een kortsluiting)
16
Systeem is uitgeschakeld omdat het
een zogenoemd ‘extended system’ is
en er geen ‘dongle’ is aangesloten.
Sluit dongle aan.
17
Een van de apparaten heeft de ‘Master’
rol op zich genomen omdat de
oorspronkelijke ‘Master’ faalde.
Controleer de falende unit.
Controleer de communicatie bekabeling.
18
Overspanning opgetreden.
Controleer AC bekabeling.
22
Dit apparaat kan niet als ‘Slave’
fungeren.
Dit apparaat is een verouderd en ongeschikt model.
Zorg voor vervanging.
24
Omschakel systeem beveiliging in
werking getreden.
25
Firmware incompatibiliteit. Een van de
aangesloten apparaten heeft een te
oude firmware om met dit apparaat
samen te werken.
26
Interne fout.
SE
Code
Appendix
In een goede installatie mag dit niet voorkomen.
Zet alle apparaten uit en opnieuw aan. Indien het probleem zich blijft
voordoen moet de installatie gecontroleerd worden.
Staat de ondergrens voor de AC ingangsspanning op 210V of hoger?
(fabrieksinstelling is 180V, zie paragraaf 5.2)
1) Schakel alle apparaten uit.
2) Schakel het apparaat wat deze foutmelding geeft aan
3) Schakel één voor één de andere apparaten aan tot de foutmelding weer
optreed.
4) Zorg dat de firmware in het laatst aangeschakelde apparaat ge-update
wordt.
Behoort niet voor te komen.
Zet alle apparaten uit en opnieuw aan. Neem contact op met Victron Energy
indien het probleem zich blijft voordoen.
25
8. Technische Specificaties
Quattro
24/5000/120-50/30
230V
48/5000/70-50/30
230V
PowerControl / PowerAssist
ja
Geïntegreerd omschakel systeem
AC ingangen (2x)
ja
Ingangsspanningsbereik: 187-265 VAC
Frequentie: 45 – 55 Hz
Maximale doorschakelstroom
AC-in-1: 50A
AC-in-2: 30A
Minimum PowerAssist stroom
AC-in-1: 5,5A
AC-in-2: 5,5A
Power factor: 1
OMVORMER
Ingangsspanningsbereik (V DC)
No-break uitgang (1)
19 – 33
38 – 66
Uitgangsspanning: 230 VAC ± 2%
Frequentie: 50 Hz ± 0,1%
Continu vermogen bij 25°C (VA) (3)
5000
5000
Continu vermogen bij 25°C (W)
4500
4500
Continu vermogen bij 40°C (W)
4000
4000
Piek vermogen (W)
10000
10000
Maximaal rendement (%)
94
95
Nullast (W)
25
25
Laadspanning 'absorption' (V DC)
28,8
57,6
Laadspanning 'float' (V DC)
27,6
55,2
Laadspanning 'opslag' (V DC)
26,4
52,8
Laadstroom accessoire accu (A) (4)
120
70
LADER
Laadstroom startaccu (A)
4
Temperatuur sensor
ja
ALGEMEEN
Tweede AC uitgang
Maximale stroom: 25A
Schakelt af in accu bedrijf
Multi purpose relais (5)
ja
Beveiligingen (2)
Algemeen
a-g
Temperatuur bereik: -20 tot +50°C
Vocht (niet condenserend): max 95%
BEHUIZING
Algemeen
Accu-aansluiting
230 V AC-aansluiting
Gewicht (kg)
Afmetingen (hxbxd in mm)
Materiaal & kleur: aluminium (blauw RAL 5012)
Beschermklasse: IP 21
Vier M8 bouten (2 min en 2 plus aansluitingen)
Schroefklem tot 13mm²
30
444 x 328 x 240
NORMEN
Veiligheid
Emissie / Immuniteit
EN 60335-1, EN 60335-2-29
EN55014-1, EN 55014-2, EN 61000-3-3
1) Iedere Quattro kan worden ingesteld op 60 Hz, en op 240VAC
2) Beveiligingen:
a. Kortsluiting
b. Overbelasting
c. Accuspanning te hoog
d. Accuspanning te laag
e. Temperatuur te hoog
f. Wisselspanning op de uitgang
g. Ingangsspanning met een te hoge rimpel
3) Niet lineaire belasting, crest factor 3:1
4) Bij 25°C omgevingstemperatuur
5) Relais instelbaar als algemeen alarm relais, onderspanning alarm of start relais voor een aggregaat
Max. AC belasting: 230V/4A
Max. DC belasting: 4A tot 35VDC, 1A tot 60VDC
26
APPENDIX A: Overview connections
EN:
A
B
C
D
E
AC input (generator input) AC IN-1. Left to right: L (phase), N (neutral).
2x RJ45 connector for remote panel and/or parallel and 3-phase operation.
AC output M6 AC OUT-1.
Left to right: L (phase), N (neutral).
AC output AC OUT-2.
Left to right: L (phase), N (neutral).
Terminals for: (left to right) Voltage sense plus +, Voltage sense minus -, Starter battery plus +, GND-relay plus +, GND
relay minus -, Temperature sensor plus +, Temperature sensor minus -.
(starter battery minus: use battery minus cable for connection).
F Double M8 battery minus connection.
G Double M8 battery positive connection.
H Connector for remote switch:
Short left and middle terminal to switch “on”.
Short right and middle terminal to switch to “charger only”.
I Alarm contact: (left to right) NC, NO, COM.
J AC input (shore/grid supply) AC IN-2. Left to right: L (phase), N (neutral).
K Pushbuttons for set-up mode
L Primary ground connection (PE).
M DIP switches for set-up mode.
N Slide switches, factory setting SW1= right position, SW2 = right position.
SW1: No application. To be used for future features.
SW2: INT(R) = internal GND relay selected, EXT(L) = external GND relay selected (to connect ext GND relay: see E).
O AC IN-2, AC OUT-1 and AC OUT-2 M6 common earth connection (ground).
P AC IN-1 M6 earth connection (ground).
NL:
A
B
C
D
E
Wisselspanning ingang (generator) AC IN-1. Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
2x RJ45 connector voor afstandbedieningspaneel en/of parallel and 3-fase bedrijf.
Wisselspanning uitgang M6 AC OUT-1.
Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
Wisselspanning uitgang AC OUT-2.
Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
Aansluitklemmen voor: (van links naar rechts) Voltage sense plus +, Voltage sense minus -, Start accu plus +
aansluiting, GND-relais plus +, GND relais minus -, Temperatuur sensor plus +, Temperatuur sensor minus -.
(start accu min - aansluiting: gebruik accu min kabel voor verbinding.
F Dubbele M8 accu min aansluiting.
G Dubbele M8 accu plus aansluiting.
H Aansluitklemmen voor afstandbedieningsschakelaar.
Verbind de linker klem en de middelste klem om de Quattro aan te schakelen.
Verbind de rechter klem en de middelste klem voor ‘alleen laden’.
I Alarm contact: (van links naar rechts) NC, NO, COM.
J Wisselspanning ingang (walstroom/netspanning) AC IN-2. Van links naar rechts: L (fase), N (nul).
K Drukknoppen om de instellingen in het micropressor geheugen op te slaan.
L Primaire aarde M8.
M Instel DIP switches.
N Schuifschakelaars, fabrieksinstelling: SW1= rechter stand, SW2 = rechter stand
SW1: Niet in gebruik. Toepasbaar in de toekomst.
SW2: INT(naar rechts) = intern GND-relais geselecteerd, EXT(naar links) = extern GND-relais geselecteeerd (relais
aan te sluiten via klemmen, zie E).
O Aarde aansluiting M6 voor zowel AC IN-2, AC OUT-1 en AC OUT-2.
P Aarde aansluiting M6 voor AC IN-1.
APPENDIX B: Block diagram
EN
NL
FR
DE
ES
SE
Appendix
* See table in Chapter 4.2 “Recommended DC fuse”.
* Zie de tabel in Hst 4.2 “Aanbevolen DC zekering”