11
EN NL FR DE ES Appendix
6.4.1
Speciale display functionaliteit
Indien u een uitgebreid VE.Bus systeem (of een Quattro systeem) heeft, en u gebruikt meer
dan 1 wisselstroom input, kunt u te maken krijgen met de volgende situatie:
Laten we aannemen dat we 2 wisselstroom inputs gebruiken. Als we de generator prioriteit
willen geven boven de wal dan sluiten we de generator aan op AC input 1. De gebruiker mag
de instelling voor de generator niet veranderen. Om dit in te stellen zet je, in VEConfigure2,
het vinkje van ‘overruled by remote’ voor AC input 1 uit. De wal wordt aangesloten op AC
ingang 2. Voor AC input 2 laten we het ‘overruled by remote’ aanvink vak aangevinkt.
De DMC zal zich dan als volgt gedragen:
Als de generator geselecteerd is geeft de DMC ‘ ’ weer.
Als de generator uitgeschakeld is en de walstroom wordt toegepast, zal de DMC om en om de
ingestelde waarde voor wisselstroom input 2 en de wisselstroom input identificatie ‘ ’
weergeven.
Deze om en om weergave is misschien niet wat u wilt of verwacht. Er is immers maar één
ingestelde waarde die de gebruiker kan aanpassen. Wanneer wisselstroom input 1 is
geselecteerd zal er altijd ‘ ’ weergegeven worden. Het is dan duidelijk dat: wanneer de
ingestelde stroom wordt weergegeven, wisselstroom input 2 geselecteerd is.
Om dit te bereiken, dient u alle (behalve één) “Upper Shore limits” op nul in te stellen.
Dus in dit voorbeeld dient u AC1, AC3 and AC4 op nul in te stellen. Het display zal dan niet om
en om de ingestelde waarde en ‘ ’ weergeven.
Samenvatting: het instellen op nul van alle behalve één “Upper Shore limits”, heeft als
resultaat dat het display niet meer om en om ‘ ’ en de ingestelde waarde zal weergeven.
6.5 Configuratie voorbeelden
Hieronder staan twee voorbeelden om u te helpen met het instellen van de parameters.
Voorbeeld 1: Twee VE.Bus Multi’s 16A/230V + 4kVA generator (3000 RPM) + externe
omschakelautomaat.
Omdat dit een VE.Bus systeem is hoeft de schaalwaarde niet ingesteld te worden.
Een 4kVA generator kan een maximale stroom van 17,4A leveren. Omdat wij uitgaan van een
veiligheidsmarge van 70% stellen we de generatorstroom in op 12A. Om de configuratie te
bewerkstelligen, doe het volgende:
1) Houdt de configuratie knop ingedrukt totdat de onderste LED van de rechterkolom begint te
knipperen. U zit nu in de configuratiemodus. Nu kunt u de schaalwaarde veranderen. Zoals
eerder in deze handleiding vermeldt, kan deze parameter genegeerd worden in het geval van
VE.Bus Multi’s.
2) Druk op de knop om door te gaan met de volgende instelling. De onderste LED in de
rechterkolom zal gaan branden. Dit betekent dat u de generatorstroom in kunt stellen.
3) Draai de knop totdat het display ‘12’ weergeeft.
4) Druk op de knop om door te gaan naar de “Upper Shore limit for AC input 1” instelling.
5) Als u wilt dat de maximale walstroom die ingesteld kan worden door de gebruiker lager is dan
32 ampère, dient u deze waarde te veranderen.
6) Aangezien het niet nodig is om de volgende 3 parameters (Upper Shore limit for AC input 2, 3
and 4) in te stellen, kunt u 4 keer op de knop drukken en zodoende de configuratiemodus
afsluiten.