AEG C 41029 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

C41029G
C41029V
Vrijstaand fornuis
Informatie voor de gebruiker
Geachte klant,
Voordat u uw nieuwe apparaat in gebruik neemt, moet u deze gebruiksaanwijzing
aandachtig doorlezen.
U kunt daardoor alle technische voordelen van het apparaat benutten. De
gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie m.b.t. veilig gebruik, opstelling en
onderhoud.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geef het boekje
door aan een eventuele volgende eigenaar van het apparaat.
In deze gebruiksaanwijzing geven wij aanwijzingen die belangrijk zijn voor uw
veiligheid of voor het functioneren van het apparaat.
Let goed op deze aanwijzingen.
Bij technische problemen kunt u altijd contact opnemen met de AEG fabrieksservice,
zie hoofdstuk "Service".
Inhoudsopgave
3
1. Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid ____________________________ 5
2. Richtlijnen ______________________________________________ 6
3. Beschrijving van het apparaat_______________________________ 7
3.1 Het bedieningspaneel ______________________________________________________ 7
4. Gebruik van de gaskookplaat (model C41029G) _______________ 12
4.1 Aansteken van de branders _________________________________________________ 12
4.2 Uitschakelen van de branders _______________________________________________ 12
5. Gebruik van de keramische kookplaat (model C41029V)_________ 13
5.1 Algemene waarschuwingen _________________________________________________ 13
5.2 Inschakelen _____________________________________________________________ 13
5.3 Uitschakelen_____________________________________________________________ 13
6. Gebruik van de elektrische oven____________________________ 14
6.1 Algemene waarschuwingen _________________________________________________ 14
6.2 De oven voor de eerste keer inschakelen ______________________________________ 14
6.3 Boven- en onderwarmte____________________________________________________ 14
6.4 Hetelucht _______________________________________________________________ 14
6.5 Infratherm-braden ________________________________________________________ 14
6.6 Grilleren met draaispit _____________________________________________________ 15
6.7 Gebruik van het draaispit ___________________________________________________ 15
6.8 Ontdooien_______________________________________________________________ 15
6.9 Oven uitschakelen ________________________________________________________ 15
6.10 Opberglade _____________________________________________________________ 15
7. Tips __________________________________________________ 16
7.1 Tips voor een juist gebruik van de gasbranders (model C41029G) __________________ 16
7.2 Tips voor een juist gebruik van de keramische plaat (model C41029V) _______________ 16
7.3 Tips voor een juist gebruik van de oven _______________________________________ 16
8. Reiniging en onderhoud __________________________________ 19
8.1 Oppervlakken van roestvrij staal _____________________________________________ 19
8.2 Geëmailleerde oppervlakken ________________________________________________ 19
8.3 Knoppen en bedieningspaneel ______________________________________________ 19
8.4 Pandragers en branders (model C41029G) ____________________________________ 19
8.5 Vonkontstekingsbougies en thermokoppels (model C41029G) _____________________ 20
8.6 Keramische kookplaat (model C41029V) ______________________________________ 20
8.7 De oven ________________________________________________________________ 20
8.8 Ovenlamp vervangen______________________________________________________ 21
Inhoudsopgave
4
9. Speciaal onderhoud _____________________________________ 22
9.1 Ovendeur losnemen_______________________________________________________ 22
9.2 Ovenventilator ___________________________________________________________ 22
10. Installatie _____________________________________________ 23
10.1 Algemene waarschuwingen _________________________________________________ 23
10.2 Elektrische aansluiting _____________________________________________________ 23
10.3 Energieverbruik van de glaskeramische kookplaat _______________________________ 25
10.4 Ventilatie _______________________________________________________________ 26
10.5 Gasaansluiting ___________________________________________________________ 27
10.6 Gasafstellingen (alleen voor België) __________________________________________ 28
10.7 Aansluiting aan vloeibaar gas (alleen voor België) _______________________________ 28
11. Fornuis plaatsen en waterpas stellen _______________________ 29
Waarschuwingen
5
1. Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Het nieuwe apparaat mag alleen door een
erkend elektro-installateur
worden aangesloten.
Volg deze aanwijzing op, omdat anders bij schade de aanspraak op garantie vervalt.
De veiligheid van elektrische apparaten van AEG voldoet aan de Europese en Nederlandse
normen. Toch zien wij ons als fabrikant genoodzaakt, u op het volgende te wijzen.
Algemene veiligheid
Voorzichtig bij het aansluiten van elektrische apparaten aan stopcontacten in de buurt van het
apparaat. Snoeren mogen niet met hete kookzones in aanraking komen of onder de hete
ovendeur worden geklemd.
Bewaar geen brandbare voorwerpen in de oven. Ze kunnen bij het inschakelen in brand
vliegen.
Het reinigen van het apparaat met een stoomstraal- of hogedrukreiniger is om
veiligheidsredenen verboden.
Als u braadt en grilleert, wordt de ovendeur heet.
Houd daarom kleine kinderen altijd uit de
buurt.
Als u alcoholische ingrediënten in de oven gebruikt, kan evt. een licht ontvlambaar alcohol-
luchtmengsel ontstaan. Open de deur in dat geval voorzichtig. Kom niet met vuur of vonken in
de buurt van de oven.
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd.
Onvakkundige reparaties kunnen tot aanzienlijke risico‘s leiden. Wend u bij reparaties altijd tot
onze service-afdeling of uw vakhandelaar.
Bij storingen aan het apparaat: zekeringen in de huisinstallatie uitdraaien resp. uitschakelen.
Gebruik volgens de voorschriften
Dit apparaat mag niet voor andere bestemmingen worden gebruikt dan waarvoor het bedoeld
is, maar alleen in het huishouden voor koken, braden, bakken van levensmiddelen.
Gebruik het apparaat alleen om levensmiddelen te bereiden.
Gebruik de oven niet om de ruimte te verwarmen.
Zo voorkomt u schade aan het apparaat
Bekleed de oven niet met aluminiumfolie en zet geen braadslede, bakplaat, pan enz. op de
bodem, omdat anders het email van de oven door de ontstane warmte-ophoping beschadigd
wordt.
Reinig het apparaat elke keer na het gebruik. Verontreinigingen kunnen zo het makkelijkst
worden verwijderd en branden niet in.
Vruchtensappen die van de bakplaat druppelen, laten vlekken achter die niet meer kunnen
worden verwijderd. Gebruik voor erg vochtig gebak de braadslede.
Giet water nooit direct in de hete oven. Er kunnen dan beschadigingen aan het email ontstaan.
Ga niet op de open ovendeur zitten.
Bewaar geen vochtige levensmiddelen in de oven.
Afvalverwerking
Verpakkingsmateriaal verwijderen
Het verpakkingsmateriaal kan worden hergebruikt.
Houd u aan de landelijke en regionale voorschriften en let op de materiaalaanduiding
(materiaalscheiding, afvalverzameling, inzamelpunten).
Waarschuwingen
6
Oud apparaat verwijderen
In het kader van de milieubescherming moeten afgedankte apparaten op de juiste manier worden
weggegooid. Dat geldt voor uw oude apparaat en ooit ook voor uw nieuwe apparaat.
Waarschuwing:
afgedankte apparaten voor het weggooien onbruikbaar maken. Stekker uit het
stopcontact trekken, aansluitsnoer doorknippen.
Aanwijzingen m.b.t. het weggooien
Het apparaat mag niet bij het huisvuil worden gezet.
Informatie over afhaaltijden of inzamelplaatsen krijgt u bij de gemeentelijke reinigingsdienst of
het gemeentehuis.
U kunt het apparaat ook inleveren bij uw vakhandelaar.
2. Richtlijnen
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
73/23/EEG
van 19.02.1973 (laagspanningsrichtlijn).
89/336/EEG
van 03.05.1989 (EMC-richtlijn incl. wijzigingsrichtlijn
92/31/EEG
).
90/396/EEG
(gastoestellen).
89/109/EEG
(materialen en voorwerpen die bestemd zijn om met levensmiddelen in aanraking
te komen).
Deze richtlijnen voldoen aan
98/37/EG (machinerichtlijn)
.
Aanwijzingen voor de gebruiker
7
3. Beschrijving van het apparaat
3.1 Het bedieningspaneel
Alle bedieningselementen van de oven en de kookplaat bevinden zich op het bedieningspaneel.
BEDIENINGSPANEEL
BEDIENINGSKNOPPEN VAN DE GASBRANDERS (model C41029G)
De brander aansteken door de knop in te drukken en linksom op symbool
kleine vlam te draaien.
Om de vlam te regelen de knop tussen kleine vlam en grote vlam draaien.
De brander uitschakelen door de knop op stand terug te draaien.
RANGSCHIKKING VAN DE BRANDERS – beschrijving van de symbolen
LINKS ACHTER RECHTS ACHTER
MIDDEN VOOR MIDDEN ACHTER
LINKS VOOR RECHTS VOOR
Aanwijzingen voor de gebruiker
8
BEDIENINGSKNOPPEN VAN DE KERAMISCHE
KOOKPLAAT (model C41029V)
Naast de normale bedieningsknoppen is de keramische
kookplaat uitgerust met knoppen voor
gescheiden
verwarming
. Op stand
1
tot
11
wordt het binnenste
verwarmingselement ingeschakeld, op stand wordt ook
het buitenste element ingeschakeld.
RANGSCHIKKING VAN DE KOOKZONES – beschrijving van de symbolen
LINKS ACHTER RECHTS ACHTER
LINKS VOOR RECHTS VOOR
MIDDEN
BEDIENINGSKNOPPEN VAN DE ELEKTRISCHE OVEN
De elektrische oven wordt bediend met twee
schakelaars: de
functiekiezer
en de
temperatuurkiezer
.
Daardoor kunt u altijd de juiste bereidingswijze kiezen en
de juiste temperatuur van
50°C
tot
MAX
(
250°C
)
instellen.
Als de temperatuurkiezer op stand
V
staat, werkt de ovenventilator.
Onder de ovenknoppen bevinden zich twee controlelampjes: het
rode lampje
geeft aan dat de
oven is ingeschakeld; het
oranje lampje
geeft aan dat de ingestelde temperatuur is bereikt. Het
oranje lampje
gaat aan en uit om aan te geven wanneer de thermostaat inschakelt om de
oventemperatuur op het ingestelde niveau te houden.
De oven is voorzien van
binnenverlichting
. De verlichting is altijd aan als de oven is
ingeschakeld. U kunt de verlichting ook inschakelen als de oven niet in gebruik is, bijv. bij het
reinigen, door de functieschakelaar op symbool
te draaien.
FUNCTIEKIEZER – beschrijving van de symbolen
OVENVERLICHTING INFRATHERM-BRADEN
BOVEN- EN ONDERWARMTE BOVEN- EN ONDERWARMTE – VENTILATOR
BOVENWARMTE HETELUCHT
ONDERWARMTE ONTDOOIEN
GRILL
Aanwijzingen voor de gebruiker
9
DE ELEKTRONISCHE SCHAKELKLOK
TOETS
A
BEREIDINGSTIJD
B
EINDTIJD
C
KOOKWEKKER
D
TIJD
E
LAGER
F
KEUZEKNOP
G
HOGER
De oven functioneert alleen als de dagtijd is
ingesteld.
INSTELLEN VAN DE DAGTIJD
De oven heeft een 24-uurs-klok.
Als de stroomtoevoer voor het eerst wordt
ingeschakeld, geeft het display 12.00 aan en het
lampje "tijd" (
) knippert (zie afb. 1).
Om de juiste tijd in te stellen toets + en, indien
nodig, toets - indrukken, totdat de juiste tijd op de
24-uurs-klok is bereikt, bijv. 10.00 (afb. 2). Het
lampje "tijd" (
) knippert 5 seconden en gaat dan
uit.
Toets + en - reageren eerst langzaam en dan
sneller. Ze moeten afzonderlijk worden ingedrukt.
INSTELLEN VAN DE KOOKWEKKER
De kookwekker geeft een geluidssignaal aan het
einde van een ingestelde tijd. Deze tijd kan
maximaal 2 uur en 30 minuten bedragen.
Om in te stellen de keuzeknop (
) indrukken totdat
lampje "kookwekker" (
) brandt. Het display geeft
0.00 aan (zie afb. 3).
Om de juiste tijd in te stellen toets + en, indien
nodig, toets - indrukken totdat het display de
gewenste tijd aangeeft. bijv. 1 uur en 45 minuten
(afb. 4).
Instellen van de tijd moet gebeuren binnen 5
seconden na het indrukken van de keuzeknop.
Terwijl de kookwekker afloopt, wordt de resterende
tijd op het display aangegeven. Aan het einde van
de tijd klinkt 2 minuten lang met tussenpozen een
signaal. Dit kunt u uitschakelen door een
willekeurige toets in te drukken.
afb.1.
afb.2.
afb.3.
afb.4.
Aanwijzingen voor de gebruiker
10
ANNULEREN VAN DE KOOKWEKKER
Als u de kookwekker wilt annuleren, de keuzeknop
indrukken totdat het lampje "kookwekker" (
) knippert
en dan toets - indrukken totdat het display 0.00
aangeeft (zie afb. 5). Het lampje "kookwekker" (
) blijft
een paar seconden knipperen en daarna verschijnt de
dagtijd weer.
INSTELLEN VAN DE SCHAKELKLOK VOOR DE
OVEN
De oven kan automatisch worden in- en uitgeschakeld.
Wij raden u aan thuis te blijven als u de schakelklok
voor het eerst gebruikt. U kunt dan controleren of alles
correct werkt en in de toekomst een maaltijd
automatisch laten bereiden.
A) KLOK INSTELLEN VOOR AUTOMATISCH IN- EN
UITSCHAKELEN
I) Controleer of de oven is ingeschakeld en of het
display de juistedagtijd aangeeft, bijv. 9.00 (zie afb.
6).
II) Zet de levensmiddelen in de oven.
III) Stel de bereidingstijd in door de keuzeknop ( ) in
te drukken totdat lampje "bereidingstijd" (
) brandt.
Druk toets + en, indien nodig, toets - in totdat de
gewenste bereidingstijd wordt aangegeven, bijv. 2
uur en 15 minuten (zie afb. 7).
De maximale bereidingstijd is 10 uur.
IV) Laat de toetsen los. Het lampje "bereidingstijd" (
)
brandt.
Instellen van de tijd moet gebeuren binnen 5 seconden
na het indrukken van de keuzeknop.
V) Om de eindtijd in te stellen de keuzeknop indrukken
totdat het lampje "eindtijd" (
) knippert. Druk toets
+ en, indien nodig, toets - in totdat de gewenste
eindtijd wordt aangegeven, bijv. 12.15 (zie afb. 8).
VI) Laat de toetsen los. Na 5 seconden wordt de dagtijd
weer aangegeven. De lampjes "bereidingstijd" (
)
en "eindtijd" (
) blijven branden.
De eindtijd mag niet meer dan 23 uur en 59 minuten
later dan de actuele dagtijd zijn. Als bijv. de dagtijd
09.00 is, dan is de uiterlijke "eindtijd" 08.59 de
volgende dag.
VII) Stel de oven op de gewenste temperatuur in. Het
ovenlampje moet uit zijn.
Als de automatisch ingestelde tijd begint, gaat het
ovenlampje regelmatig AAN en UIT om aan te geven
dat de ingestelde temperatuur wordt aangehouden.
afb.5.
afb.6.
afb.7.
afb.8.
Aanwijzingen voor de gebruiker
11
B) AUTOMATISCH UITSCHAKELEN INSTELLEN
I) Controleer of de oven is ingeschakeld en of het
display de juiste dagtijd aangeeft, bijv. 10.00 (zie
afb. 9).
II) Zet de levensmiddelen in de oven.
III) Stel de bereidingstijd in door de keuzeknop in te
drukken totdat lampje "bereidingstijd" (
) brandt.
Druk toets + en, indien nodig, toets - in totdat de
gewenste bereidingstijd wordt aangegeven, bijv. 2
uur en 15 minuten (zie afb. 10).
IV) Laat de toetsen los. Het lampje "bereidingstijd" (
)
brandt en na 5 seconden wordt de dagtijd weer
aangegeven.
V) Stel de oven op de gewenste temperatuur in. Het
ovenlampje moet aan zijn.
VI) Om tijdens het bereidingsproces de eindtijd te
controleren, de keuzeknop een maal indrukken. De
resterende tijd wordt aangegeven (zie afb. 11).
AUTOMATISCH PROGRAMMA ANNULEREN
I) Om een automatisch programma te annuleren de
keuzeknop indrukken totdat het lampje
"bereidingstijd" (
) knippert. Toets - indrukken
totdat het display 0.00 aangeeft (zie afb. 12).
II) De toetsen loslaten. Het lampje "bereidingstijd" (
)
knippert en na 5 seconden wordt de dagtijd weer
aangegeven.
III) De oven uitschakelen.
HANDMATIGE BEDIENING INSTELLEN
Na afloop van de bereidingstijd knippert het lampje en
er klinkt 2 minuten lang een signaal.
I) Om het signaal uit te schakelen een van de drie
toetsen indrukken (zie afb. 13).
II) Het display geeft de dagtijd weer aan.
III) De oven uitschakelen.
AANWIJZINGEN
In geval van stroomuitval wordt de schakelklok
automatisch op nul teruggezet en alle programmeringen
worden geannuleerd.
AUTOMATISCH KOKEN
Wij raden u aan levensmiddelen zo kort mogelijk vóór
het bereiden in de oven te zetten. Controleer altijd de
houdbaarheidsdatum van kant-en-klare gerechten en
zorg ervoor dat zelf bereide gerechten vers en van
goede kwaliteit zijn.
Als de bereiding afgelopen is, laat de gerechten dan
niet
in de oven staan, maar neem ze uit de oven en laat
ze snel afkoelen als u ze niet direct gaat consumeren.
Dek gerechten in de oven altijd voor het bereiden af als
u ze niet direct na het bereiden uit de oven kunt nemen.
afb.10.
afb.9.
afb.11.
afb.12.
afb.13.
Aanwijzingen voor de gebruiker
12
4. Gebruik van de gaskookplaat (model C41029G)
Controleer of de branderringen, de branderdeksels en de pandragers goed op hun plek liggen.
Tijdens normaal gebruik wordt het apparaat behoorlijk heet. Voorzichtig! Houd kinderen uit de
buurt van het apparaat. Loop niet bij het apparaat weg als een of meerdere gasbranders aan zijn.
4.1 Aansteken van de branders
Alle bedieningsknoppen van de branders hebben de volgende symbolen:
UIT
maximale gastoevoer
minimale gastoevoer
U draait de knop linksom op minimale gastoevoer. Alle tussenliggende instellingen moeten
gekozen worden tussen maximale en minimale gastoevoer,
nooit tussen maximale gastoevoer
en uit.
4.1.1 Vonkontsteking
De gasbranders zijn voorzien van vonkontsteking. Om een brander aan te steken de bij de brander
behorende knop indrukken en linksom op "kleine vlam"
draaien. Houd de knop ingedrukt om het
ontstekingssysteem te activeren. Als de brander aan is, de knop nog ongeveer
10 seconden
ingedrukt houden zodat het veiligheidsventiel geopend wordt. In geval van stroomuitval kan de
brander ook met een lucifer worden aangestoken (zie “4.1.2 Met een lucifer aansteken”).
Als de brander per ongeluk uitgaat, blokkeert het thermokoppel de gasstroom, zelfs als de kraan
open is.
4.1.2 Met een lucifer aansteken
Houd een brandende lucifer tegen de brander, druk de knop van de betreffende brander in en draai
hem linksom op
. Laat de knop los.
4.2 Uitschakelen van de branders
Na afloop van het kookproces de knop op stand terugdraaien.
Aanwijzingen voor de gebruiker
13
5. Gebruik van de keramische kookplaat (model C41029V)
Tijdens normaal gebruik wordt het apparaat behoorlijk heet. Voorzichtig! Houd kinderen uit de
buurt van het apparaat. Loop niet bij het apparaat weg als een of meerdere kookzones
ingeschakeld zijn.
5.1 Algemene waarschuwingen
Bij het eerste gebruik kan de keramische plaat een scherpe lucht of brandlucht afgeven. Dit wordt
veroorzaakt door vettige restanten van de productie en verdwijnt volledig als de plaat enkele malen
gebruikt is.
De keramische plaat is uitgerust met kookzones met verschillende diameters en vermogens (zie
hoofdstuk “10.3 Energieverbruik van de glaskeramische kookplaat”). Hun plaats is duidelijk
aangegeven met kringen.
5.2 Inschakelen
Zet de pan met de te koken levensmiddelen op de gewenste kookzone. Draai de bedieningsknop
op de gewenste stand. Na enkele ogenblikken gaat de bij de gekozen kookzone behorende
restwarmte-indicatie
branden.
Als u de keramische plaat gebruikt om water te koken, draai dan zodra het water aan de kook is,
de bedieningsknop op een lagere stand om te voorkomen dat het water overkookt.
Sommige knoppen zijn voorzien van een
extra verwarmingsstand (kookplaat met dubbel
verwarmingselement)
. Draai daarvoor de bedieningsknop op stand
.
5.3 Uitschakelen
Draai na het koken de bedieningsknop op stand terug.
De keramische plaat heeft een
restwarmte-indicatie
die aangeeft dat een kookzone nog heet is.
De plaat niet schoonmaken of aanraken voordat de restwarmte-indicatie uit is.
Aanwijzingen voor de gebruiker
14
6. Gebruik van de elektrische oven
Als de oven of de grill in gebruik is, kunnen de buitenkant van het apparaat en de ovendeur zeer
heet worden.
Houd kinderen uit de buurt van het apparaat.
Laat kinderen niet op de ovendeur zitten of ermee spelen.
Gebruik de ovendeur niet als krukje.
6.1 Algemene waarschuwingen
Op de bodem van de oven kunt u geen gerechten bereiden.
Als u de oven voor de eerste keer in gebruik neemt of na stroomuitval, geeft het display regelmatig
knipperend
aan. U moet eerst de dagtijd instellen, zie "
INSTELLEN VAN DE DAGTIJD
" op
pag. 9.
Probeer niet de ovendeur los te nemen zonder eerst de betreffende aanwijzingen gelezen te
hebben (zie hoofdstuk “9.1 Ovendeur losnemen”).
De scharnieren op de ovendeur kunnen
letsel veroorzaken.
6.2 De oven voor de eerste keer inschakelen
Bij het eerste gebruik kan de oven rook of een scherpe lucht afgeven. Dit wordt veroorzaakt door
vettige restanten van de productie en kan een onaangename geur of smaak op voedsel afgeven.
Verwarm de lege oven eerst 30-40 minuten op de maximale temperatuur, houd de ovendeur
gesloten en wacht tot de oven geen rook of geur meer afgeeft.
Om te voorkomen dat u zich aan de hete stoom in de oven brandt, gaat
u als volgt te werk: draai de functiekiezer op "0" of op ; open de deur
in twee stappen: eerst 4 à 5 seconden gedeeltelijk (ca. 5 cm) openen,
dan geheel openen. Als u het gerecht bijv. moet omroeren, laat de deur
dan zo kort mogelijk open om te voorkomen dat de oventemperatuur te
ver daalt.
6.3 Boven- en onderwarmte
Draai de functiekiezer op en de temperatuurkiezer op de gewenste temperatuur. Om alleen
boven- of onderwarmte in te stellen draait u de functiekiezer op
resp. . Voor een gelijkmatige
warmte in de gehele oven draait u de functiekiezer op
.
Als u de oven hebt voorverwarmd en de levensmiddelen in de oven hebt gezet, voelt u tussen de
bovenkant van de ovendeur en de onderkant van de kookplaat een luchtstroom. Mocht dat niet
het geval zijn, neem dan contact op met onze service-afdeling.
6.4 Hetelucht
Draai de functiekiezer op en de temperatuurkiezer op de gewenste temperatuur.
6.5 Infratherm-braden
Draai de functiekiezer op en de temperatuurkiezer op
MAX
.
Aanwijzingen voor de gebruiker
15
6.6 Grilleren met draaispit
Draai de functiekiezer op en de temperatuurkiezer op
MAX
. Grill en spit werken tegelijkertijd.
6.7 Gebruik van het draaispit
Ga als volgt te werk:
Zet de spitsteunen
A
in de openingen
B
op de zijkanten van
de braadslede. De steun met stang
C
moet zich aan de
linkerkant bevinden.
Schroef handvat
D
op het spit.
Schuif het vlees op het spit en zet het vast met de
verstelbare vorken.
Schuif het spit in opening
E
op de linker steun.
Verwijder handvat
D
van het spit en zet de braadslede op de
eerste richels van onderen.
Controleer voordat u de deur sluit of stang
C
goed in opening
F
valt (heen en weer draaien).
Draai de functiekiezer op stand
.
6.8 Ontdooien
Draai de functiekiezer op en de temperatuurkiezer op "
0
": zo wordt de ventilator in werking
gesteld die de lucht in de oven laat circuleren om diepvriesproducten te ontdooien.
6.9 Oven uitschakelen
U schakelt de oven uit door de temperatuurkiezer op "
0
" te draaien.
Defecte thermostaat. In geval van een defect aan de thermostaat raakt de oven oververhit, totdat
hij door de oververhittingsbeveiliging wordt uitgeschakeld. Zodra de temperatuur onder het veilige
niveau is gedaald, begint de oven weer te werken.
6.10 Opberglade
De fornuizen zijn uitgerust met een opberglade onder de
oven. Bewaar alleen metalen accessoires in deze lade.
Bewaar geen brandbare materialen zoals textiel, papier e.d. in de opberglade.
Aanwijzingen voor de gebruiker
16
7. Tips
7.1 Tips voor een juist gebruik van de gasbranders (model C41029G)
Brander
Pandiameter
(in cm)
sterkbrander van 24 tot 26
normaalbrander van 16 tot 22
sudderbrander van 8 tot 14
wokbrander van 24 tot 26
ovale brander van 16 tot 35
De diameter van de panbodem moet
overeenkomen met die van de brander (zie tabel).
De vlam mag nooit buiten de pan uitkomen.
Gebruik pannen met een vlakke bodem. Gebruik
zo veel mogelijk pannen met een deksel, dat
bespaart energie. Gebruik voor het koken van
groente, aardappelen enz. een kleine hoeveelheid
water.
7.2 Tips voor een juist gebruik van de keramische plaat (model C41029V)
Voor een maximaal resultaat en laag energieverbruik is het belangrijk dat u alleen pannen gebruikt
die geschikt zijn voor een keramische plaat. De diameter van de panbodem moet even groot zijn
als de diameter van de kookzone. U verspilt energie als de diameter afwijkt.
De bodem van de pan moet dik en volkomen vlak zijn. Hij moet ook schoon en droog zijn, evenals
de keramische plaat.
Gebruik geen gietijzeren pannen of pannen met een ruwe bodem, die kunnen het oppervlak
beschadigen.
7.3 Tips voor een juist gebruik van de oven
Dit is een multifunctionele oven. U kunt met boven- en onderwarmte, met hetelucht en met de grill
werken.
Bij alle verwarmingsmethoden (ook bij grilleren) moet de ovendeur gesloten zijn.
7.3.1 Boven- en onderwarmte
De warmte komt van boven en van beneden. Daarom de middelste ovenrichels gebruiken. Als u
een hogere temperatuur van onder of van boven wilt, gebruik dan de onderste of bovenste richels.
Boven- en onderwarmte is geschikt voor alle gerechten die een hoge temperatuur of lange braad
tijden vereisen. Deze methode is ook geschikt voor het gebruik van schalen van terracotta,
porselein e.d.
7.3.2 Hetelucht
De levensmiddelen worden verwarmd door voorverwarmde lucht die in de oven circuleert dankzij
een ventilator in de achterwand van de oven. De warmte bereikt snel en gelijkmatig alle delen van
de oven, daardoor kunt u op verschillende niveaus tegelijk bakken en braden. Vocht wordt uit de
lucht verwijderd en daardoor nemen gerechten elkaars smaak en geur niet over. U kunt ook drie
bakvormen tegelijk bakken. Deze methode is bijzonder geschikt om diepvriesproducten snel op
kamertemperatuur te brengen, jam te maken en paddestoelen of fruit te drogen.
Aanwijzingen voor de gebruiker
17
7.3.3 Grilleren
De warmte komt van boven. Bijna alle soorten vlees kunnen gegrilleerd worden, m.u.v. mager wild
en gerechten als gehaktbrood. Vlees en vis vóór het grilleren met wat olie insmeren en op het
rooster leggen. Het rooster in de richels het dichtst bij of het verst van het grillelement plaatsen,
afhankelijk van de dikte van het vlees, om te voorkomen dat de bovenkant verbrandt en de
binnenkant niet gaar wordt.
Geschikt voor
dunne stukken vlees, snacks op toast.
Giet 1 of 2 glazen water in de braadslede om rookvorming door vetspatten te voorkomen.
Bij het grilleren moet de braadslede altijd op de 1
e
richel van onder worden gepaatst.
7.3.4 Infratherm-braden
Bij deze methode werken grill en ventilator
tegelijk. De warmte dringt geleidelijk in de
levensmiddelen door hoewel het oppervlak direct aan de grill is blootgesteld.
Geschikt voor
dikke stukken vlees, gevogelte.
7.3.5 Vlees en vis braden
Vlees zwaarder dan
1 kg
kunt u in de oven braden. Zeer mals rood vlees zoals rosbief en
ossenhaas, moet korte tijd op een hoge temperatuur (
200 – 250°C
) worden gebraden. Wit vlees,
gevogelte en vis moet op een lage temperatuur (
150 – 175°C
) worden gebraden.
De ingrediënten voor de saus alleen direct toevoegen als de braadtijd kort is, anders pas aan het
einde van de braadtijd. Vlees kunt u braden in een ovenschaal of direct op het rooster, waaronder
de braadslede moet worden geplaatst. Druk met een lepel op het vleees om het te controleren. Als
het stevig aanvoelt, is het gaar.
Wacht na het braden minstens
15 minuten
voordat u het vlees aansnijdt. De vleessappen gaan
dan niet verloren.
7.3.6 Bakken
Geklopt deeg moet aan de lepel blijven kleven omdat te veel vocht de baktijd verlengt.
Gebak vereist een matige temperatuur (in het algemeen
150 – 200°C
) en de oven moet worden
voorverwarmd (
ca. 10 minuten
). De ovendeur mag niet geopend worden tot minstens ¾ van de
baktijd verstreken is.
Aanwijzingen voor de gebruiker
18
7.3.7 Tabellen
De bereidingstijd is afhankelijk van soort en hoeveelheid levensmiddelen. De waarden in de
tabellen zijn slechts richtlijnen.
TABEL HETELUCHT EN BOVEN- EN ONDERWARMTE
RICHEL VAN ONDEREN TEMPERATUUR
°C
GERECHT HOEVEELHEID
KG
HETELUCHT BOVEN- EN
ONDERWARMTE
HETELUCHT BOVEN- EN
ONDERWARMTE
TIJD IN
MINUTEN
GEBAK
IN EEN BAKVORM
IN DE BRAADSLEDE
TAARBODEM VAN KRUIMELDEEG
KRUIMELDEEG MET VOCHTIGE VULLING
KRUIMDELDEEG MET DROGE VULLING
ZUURDEEG
GEBAKJES
1
1
0.5
1.5
1
1
0.5
1-3
1-3
1-3
1-3
1-3
1-3
1-3
2
2
3
2
2
1
3
175
175
175
175
175
175
160
200
200
200
200
200
200
175
60
50
30
70
45
50
30
VLEES
KALFSVLEES
RUNDVLEES
VARKENSVLEES
KIP
1
1
1
1-1.5
2
2
2
2
2
2
2
2
180
180
180
200
200
200
200
200
60
70
70
70
STOOFSCHOTELS
STOOFSCHOTEL MET RUNDVLEES
STOOFSCHOTEL MET KALFSVLEES
1
1
1
1
2
2
175
175
200
200
120
110
VIS
FILET, KABELJAUW, TONG
MAKREEL, TARBOT, ZALM
OESTERS
1
1
1
1-3
1-3
1-3
2
2
2
180
180
180
180
180
180
30
45
20
OVENSCHOTELS
PASTASCHOTEL
GROENTESCHOTEL
2
2
1-3
1-3
2
2
185
185
200
200
60
50
Deze tijden hebben betrekking op het bakken en braden op één niveau. Als u op meer dan één niveau bakt en braadt, wordt de tijd
5-10 minuten
langer.
De tijden zijn exclusief voorverwarmen (
ca. 15 minuten
).
Als u op meer dan één niveau bakt of braadt, gebruik dan de in de tabel aangegeven richels.
TABEL GRILLEREN EN INFRATHERM-BRADEN
GRILLEREN
GERECHT HOEVEELHEID
KG
RICHEL VAN ONDEREN TEMPERATUUR
°C
TIJD
IN MINUTEN
KIP
SNACKS OP TOAST
WORSTJES
VARKENSKARBONADES
VIS
1-1.5
0.5
0.5
0.5
0.5
3
4
4
4
4
MAX
MAX
MAX
MAX
MAX
30 PER KANT
5 PER KANT
10 PER KANT
8 PER KANT
8 PER KANT
INFRATHERM-BRADEN
GERECHT HOEVEELHEID
KG
RICHEL VAN ONDEREN TEMPERATUUR
°C
TIJD
IN MINUTEN
VARKENSVLEES
RUNDVLEES
KIP
1.5
1.5
1.2
2
3
2
170
220
190
180
60
90
Plaats altijd de braadslede in de 1
e
richels van onderen.
TABEL ONTDOOIEN
ONTDOOIEN
GERECHT HOEVEELHEID
KG
RICHEL VAN ONDEREN TIJD
IN MINUTEN
KANT-EN-KLARE GERECHTEN
VLEES
VLEES
VLEES
1
0.5
0.75
1
2
2
2
2
45
50
70
110
Ontdooien bij kamertemperatuur heeft het voordeel dat smaak en uiterlijk van de levensmiddelen niet veranderen.
Aanwijzingen voor de gebruiker
19
8. Reiniging en onderhoud
Schakel vóór het reinigen het apparaat uit en draai de gaskraan dicht.
Maak het apparaat niet schoon als het nog heet is.
8.1 Oppervlakken van roestvrij staal
Gebruik voor reinigen, onderhouden en verwijderen van vlekken altijd speciale producten voor
roestvrij staal of wat warme azijn.
Gebruik geen schuurmiddelen met chloor of bijtende
producten.
Het middel op een vochtige doek doen en op het stalen oppervlak wrijven. Goed naspoelen en
met een zachte doek of zeem droog wrijven.
Gebruik nooit metalen sponzen of scherpe krabbers; die beschadigen het oppervlak.
Gebruik alleen niet krassende, niet schurende sponzen.
8.2 Geëmailleerde oppervlakken
Schoonmaken met een niet krassende, niet schurende spons met schoonmaakmiddel en water.
Vetspatten kunt u makkelijk verwijderen met heet water of een speciaal schoonmaakmiddel voor
email. Goed naspoelen en met een zachte doek of zeem droog wrijven.
Gebruik geen schuurmiddelen, schuursponsjes, staalwol of zuur; die beschadigen het
oppervlak.
Laat geen zuur- of alkalihoudende substanties op het email liggen (citroensap, azijn,
zout enz.).
8.3 Knoppen en bedieningspaneel
Maak de knoppen en het bedieningspaneel met een vochtige doek schoon.
8.4 Pandragers en branders (model C41029G)
Pandragers en branders losnemen door ze volgens
de afbeelding omhoog te tillen. Reinigen in een
sopje van warm water en niet schurend
schoonmaakmiddel. Naspoelen en goed afdrogen.
Controleer altijd of de branderopeningen niet
verstopt zijn.
De branders weer zorgvuldig in elkaar zetten en
controleren of de vlam gelijkmatig is. Wij raden u
aan de pandragers en branders minstens een maal
per week schoon te maken.
Aanwijzingen voor de gebruiker
20
8.5 Vonkontstekingsbougies en thermokoppels (model C41029G)
Om een goede werking te garanderen, moeten de vonkonstekingsbougies en
thermokoppels altijd schoon worden gehouden. Regelmatig controleren en
indien nodig met een vochtige doek schoonmaken. Droge voedselresten met
een tandenstoker of naald verwijderen.
Zorg ervoor dat het keramische
omhulsel niet beschadigd wordt.
8.6 Keramische kookplaat (model C41029V)
De keramische plaat moet regelmatig worden schoongemaakt, liefst na elk gebruik, als de
restwarmte-indicatie uit is.
Licht gekleurde vlekken die zijn ontstaan door pannen met een aluminium bodem kunt u
verwijderen met een in azijn gedoopte vochtige doek.
Ingebrande resten kunt u verwijderen met een houten spatel. Met schoon water naspoelen en goed
droog wrijven.
In geen geval
schurende of bijtende
schoonmaakmiddelen gebruiken (
bijv. ovensprays,
vlekverwijderaars of metalen sponzen
).
Glaskeramiek is ongevoelig voor temperatuurschokken en zeer sterk, maar niet onbreekbaar.
Vooral spitse en harde voorwerpen die op het kookvlak vallen, kunnen het glaskeramiek
beschadigen.
Als de keramische kookplaat breuken, barsten of scheuren vertoont, het apparaat
uitschakelen en van het elektriciteitsnet loskoppelen. Direct contact opnemen met onze
servcie-afdeling.
8.7 De oven
Maak de oven regelmatig schoon, liefst na elk gebruik (
eerst laten afkoelen
): zo kunt u eventuele
resten makkelijker verwijderen en ze branden bij het volgende gebruik niet in.
Maak de roestvrij stalen en geëmailleerde onderdelen schoon zoals beschreven in de
hoofdstukken “8.1 Oppervlakken van roestvrij staal” en “8.2 Geëmailleerde oppervlakken”.
Neem alle losse onderdelen uit de oven en maak ze schoon. Goed naspoelen en met een schone
doek droog wrijven.
8.7.1 De ovendeur
Houd de ovendeur altijd schoon. Gebruik keukenpapier of een vochtige doek met wat
schoonmaakmiddel.
Gebruik geen ovenreinigingsspray om de ventilator en de thermostaatvoeler binnenin de
oven te reinigen.
Aanwijzingen voor de gebruiker
21
8.8 Ovenlamp vervangen
Ga als volgt te werk:
ovendeur openen;
glazen afdekkap linksom losdraaien; lamp losschroeven en
vervangen door een lamp die bestand is tegen hoge
temperaturen (
300°C
) met de volgende kenmerken:
voltage: 230 V / 50 Hz
vermogen: 15 W
fitting: E 14
zet de glazen afdekkap terug en schakel de oven in. U kunt
controleren of de ovenlamp werkt door de functieschakelaar
op
te draaien.
Aanwijzingen voor de gebruiker
22
9. Speciaal onderhoud
U moet regelmatig sommige onderdelen die aan slijtage onderhevig zijn onderhouden of
vervangen. Lees de aanwijzingen hieronder.
Voordat u werkzaamheden aan het apparaat gaat uitvoeren eerst het apparaat uitschakelen
en de gaskraan dichtdraaien.
9.1 Ovendeur losnemen
Als u de oven grondig wilt reinigen, kunt u de ovendeur losnemen. U gaat als volgt te werk:
deur volledig openen;
de ringen
A
op de daarvoor bedoelde inkepingen in de scharnieren haken (
afb. A
);
de deur iets optillen en losnemen (
afb. B
);
de deur op een horizontaal oppervlak leggen;
schroef
B
met een schroevendaaier losdraaien en lipje
C
losnemen (
afb. C
);
glas
D
(
afb. C
) en de ovendeur schoonmaken (zie hoofdstuk “8.7.1 De ovendeur”);
de deur in omgekeerde volgorde weer terugzetten.
9.2 Ovenventilator
De ventilator van de oven moet regelmatig
worden schoongemaakt. U gaat als volgt te
werk:
oven uitschakelen en stekker uit het
stopcontact trekken of zekering in de
huisinstallatie uitschakelen
;
alle accessoires uit de oven nemen
(braadslede, richels);
de twee ringen
A
uitdraaien;
beschermplaat
B
van de ventilator
D
van
de twee pennen
E
losnemen;
ring
C
uit de ventilator draaien (m.b.v. een muntstuk rechtsom losdraaien);
ventilator
D
losnemen en met een sopje van warm water en een
niet schurend
schoonmaakmiddel reinigen;
gebruik geen metalen sponzen
; naspoelen en goed droog
wrijven;
de ventilator in omgekeerde volgorde weer terugzetten.
a
f
b
. A
afb. B
afb. C
Aanwijzingen voor de installateur
23
10. Installatie
AFMETINGEN VAN HET FORNUIS
10.1 Algemene waarschuwingen
Montage en aansluiting van het nieuwe apparaat mogen alleen door een erkend installateur
worden uitgevoerd.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade die is ontstaan door het niet opvolgen van de
in deze gebruiksaanwijzing gegeven aanwijzingen m.b.t. de veiligheid.
De technische gegevens vindt u op het typeplaatje op de achterkant van het apparaat. De
aansluitvoorwaarden staan op een sticker op de verpakking en op het apparaat.
De greep van de ovendeur niet gebruiken om het apparaat te verplaatsen of uit de
verpakking te nemen.
10.2 Elektrische aansluiting
Controleer of de op het typeplaatje aangegeven stroomsoort en netspanning overeenkomen met
stroomsoort en netspanning op de plek van opstelling.
Typeplaatje nooit verwijderen!
Stekker altijd in een volgens de voorschriften geïnstalleerde wandcontactdoos met randaarde
steken. Na het installeren moet de stekker bereikbaar zijn.
Het apparaat moet d.m.v. een schakelaar in de installatie (smeltveiligheid, installatieautomaat,
aardlekschakelaar, e.d.) met een contactopening van minstens
3 mm
van het net gescheiden
kunnen worden.
Gebruik geen adapters of verlengsnoeren.
Aanwijzingen voor de installateur
24
Controleer de aardverbinding voordat u de elektrische aansluiting gaat uitvoeren.
Controleer of de smeltveiligheid of installatieautomaat in de huisinstallatie en de bedrading de
belasting van het apparaat kunnen dragen.
De geel/groene aardleiding mag niet worden onderbroken.
Het aansluitsnoer mag niet in contact komen met onderdelen waarvan de temperatuur meer dan
50°C
hoger is dan de kamertemperatuur.
10.2.1 Elektrische aansluiting
Gebruik, afhankelijk van het type spanningsverzorging, een snoer conform één van
onderstaande aansluitschema’s.
Aansluiting op 400V3N~ (modellen aangesloten volgens
SCHEMA A):
gebruik een kabel met 5 aders, type H05RR-F/H05RN-F
(kabel specificatie 5 x 2,5 mm
2
).
Aansluiting op 230V3~ (modellen aangesloten volgens SCHEMA
C maar door de installateur omgezet naar SCHEMA B):
gebruik
een kabel met 4 aders, type H05RR-F/H05RN-F (kabel specificatie
4 x 4 mm
2
).
Aansluiting op 230V1N~ (modellen aangesloten volgens
SCHEMA C): tot 2,9 kW:
gebruik een kabel met 3 aders, type
H05RR-F/H05RN-F (kabel specificatie 3 x 1,5 mm
2
);
tussen 2,9 kW
en 5,4 kW:
gebruik een kabel met 3 aders type H05RR-F/H05RN-F
(kabel specificatie 3 x 2,5 mm
2
).
Het uiteinde dat aan het apparaat wordt aangesloten moet een
aardleiding (
geel/groen
) hebben die minstens
20 mm
langer is
gehouden.
10.2.2 Soort spanningsverzorging
Afhankelijk van de spanningsverzorging is het mogelijk verschillende aansluitingen te verkrijgen.
Sluit hiervoor de kabel op de klemmenstrook aan zoals aangegeven in onderstaande schema's.
Afhankelijk van het model de tabel "
A
ANSLUITING OP DE KLEMMENSTROOK
" raadplegen.
SCHEMA A SCHEMA B SCHEMA C
AANSLUITING OP DE KLEMMENSTROOK
MODEL VERMOGEN kW VOEDING
FORNUIS 6 BRANDERS (1 OVEN) 2,9
SCHEMA C
FORNUIS KERAMISCHE KOOKPLAAT (1 OVEN) (5 KOOKZONES) 12,7
SCHEMA A
M
ODELLEN AANGESLOTEN VOLGENS SCHEMA
A
KUNNEN DOOR DE INSTALLATEUR WORDEN OMGEZET NAAR EEN
AANSLUITING VOLGENS SCHEMA
B.
Aanwijzingen voor de installateur
25
10.2.3 Vervangen van het elektrische aansluitsnoer
Om het elektrische aansluitsnoer te kunnen vervangen, moet men toegang hebben tot de
klemmenstrook. Deze bevindt zich op de achterkant van het apparaat, links boven, zie afbeelding.
Om het elektrische aansluitsnoer te vervangen gaat u
als volgt te werk:
behuizing van de klemmenstrook openen;
schroef
A
die het elektrische aansluitsnoer
vasthoudt losdraaien;
schroefcontacten losdraaien en het snoer
vervangen door een snoer van dezelfde lengte dat
voldoet aan de specificaties in hoofdstuk10.2.1
Elektrische aansluiting”;
de
geel/groene
aardleiding moet worden
aangesloten aan klem
en moet ca.
20 mm
langer zijn dan de overige aders;
de neutrale
blauwe
draad moet worden
aangesloten aan de klem met letter
N
;
de spanningvoerende
bruine
draad moet worden
aangesloten aan de klem met letter
L
.
10.3 Energieverbruik van de glaskeramische kookplaat
Het energieverbruik van de glaskeramische
kookplaat hangt af van het soort kookzone dat wordt
gebruikt. Het schema toont de waarden van het
energieverbruik.
De eerste waarde verwijst naar het totale vermogen,
de tweede waarde verwijst naar de binnenste
verwarmingskring. Bij de kookzone in het midden
verwijst de tweede waarde naar de buitenste
verwarmingskring.
Aanwijzingen voor de installateur
26
10.4 Ventilatie
Dit apparaat is niet aangesloten op een afzuiginstallatie voor verbrandingsgassen. Het moet
daarom volgens de geldende voorschriften worden geïnstalleerd en aangesloten.
Dit apparaat mag alleen worden geïnstalleerd in een permanent en goed geventileerde ruimte die
een goede verbranding en afvoer van gassen garandeert.
Indien dit het enige gastoestel in de ruimte is, moet er een afzuigkap of actieve luchtafvoer
geïnstalleerd worden om de verbrandingsgassen af te voeren. Tevens moet er een
aanvoeropening van verse lucht geplaatst worden met een minimale opening van
100 cm
2
.
Deze aanvoer moet minimaal
180 cm
van de afvoeropening verwijderd zijn.
Let op: Voor een goede verbranding mag de hoeveelheid toegevoerde lucht niet minder zijn dan
2 m
3
/h per kW
vermogen (zie gespecificeerd opgenomen vermogen zoals vermeld op het
typeplaatje van het apparaat).
In andere gevallen, bijvoorbeeld als er meerdere gastoestellen in de ruimte geplaatst zijn of er
geen directe ventilatie mogelijk is, moet er een natuurlijke, indirecte of geforceerde ventilatie
gerealiseerd worden.
Om dit te installeren is het noodzakelijk om gekwalificeerd personeel
op het gebied van ventilatiesystemen te raadplegen en moet dit strikt volgens de geldende
voorschriften, zoals beschreven in de huidige standaards, worden geïnstalleerd.
De luchtopeningen moeten zodanig geplaatst zijn dat er geen tocht of ongewenste luchtstroom
voor de bewoners ontstaat. Verder is het verboden om de afvoer op een afvoerkanaal van een
ander verbrandingstoestel aan te sluiten.
Elektroventilator
Aanwijzingen voor de installateur
27
10.5 Gasaansluiting
De aansluiting moet volgens NEN 1078 gemaakt worden. Het fornuis is
vanuit de fabriek gemaakt en ingesteld voor de gassoort zoals aangegeven
op het typeplaatje. Overtuig u ervan dat deze gegevens overeenkomen met
de geleverde gassoort in de woning. Een haakse fitting met 1/2" wartel A
(NEN 3258) en ringetje worden meegeleverd.
Het apparaat moet aangesloten worden op het gasnet door middel van een harde of flexibele
metalen buis, conform de geldende bestaande normen. De aansluiting tussen de ISO R7
aansluiting en de buis dient als volgt uitgevoerd te worden:
met gasdichte schroefdraad en toevoeging van passende teflon-tape.
WAARSCHUWING:
Gebruik achter het fornuis geen rubber slang.
WAARSCHUWING:
Na beëindiging van de werkzaamheden dient u te controleren of alle verbindingen naar het
apparaat goed gasdicht zijn; dit dient te geschieden met een zeep-oplossing, nooit met een vlam.
Het keukenmeubel moet voorzien zijn van een hittebestendige laag (minimaal 90°C). Als het
apparaat dicht bij andere keukenmeubelen wordt geïnstalleerd, moeten onderstaande
minimumafstanden worden aangehouden.
Aanwijzingen voor de installateur
28
10.6 Gasafstellingen (alleen voor België)
Indien de kookplaat voor een ander gastype voorzien is dan het beschikbare toevoertype, moeten de
sproeiers vervangen, het minimum vermogen afgesteld en de rubberen drager verwisseld worden. Om
de sproeiers van de kookplaat te vervangen, gaat u als volgt te werk:
De roosters verwijderen;
De branders en branderdeksels verwijderen (
afb. A
);
De sproeier uittrekken (
afb. B
) en vervangen door het
geschikte gastype (zie “
A
LGEMENE TABEL VOOR DE
SPROEIERS
”);
vervang het etiket voor de gascontrole (dat zich op de
achterkant van het apparaat bevindt) door het nieuwe. Indien
het apparaat voorzien is van een kit met reserveonderdelen
voor sproeiers wordt ook het nieuwe etiket meegeleverd;
Alles weer monteren in omgekeerde volgorde en er zorg voor dragen dat de branderdeksels op de
juiste wijze op de branders worden aangebracht.
10.6.1 Minimum vermogen van de plaatkranen met ventiel
De brander inschakelen en de bedieningsknop in
de richting van het minimumvermogen
draaien;
De knop uittrekken;
De binnenschroef
Z
met een schroevendraaier
afstellen tot een correcte minimumvlam wordt
bereikt;
De knop weer monteren.
10.6.2 Minimum vermogen van de plaatkranen zonder ventiel
De brander inschakelen en de bedieningsknop in
de richting van het minimumvermogen
draaien;
De knop uittrekken;
Een kleine schroevendraaier in de stang van de
kraan steken en de binnenschroef
Z
afstellen tot
een correcte minimumvlam wordt bereikt;
De knop weer monteren.
De afstelschroef Z losdraaien om het vermogen te verhogen, of weer aandraaien om het
vermogen te verminderen.
De afstelling is juist wanneer de minimumvlam ongeveer 3 of 4 mm meet.
In geval van butaan/propaan gas moet de afstelschroef goed worden aangedraaid.
Controleer of de vlam blijft branden als u de knop snel van maximaal naar minimaal draait.
ALGEMENE TABEL VOOR DE SPROEIERS
VERMOGEN Watt VERBRUIK
GASTYPES mBar SPROEIER N.
BRANDERS
TYPE POSITIE
MAX. MIN. MAX.
115 STERK 3000 750 286 l/h
97 NORMAAL 1750 480 167 l/h
72 SUDDER 1000 330 95 l/h
128 WOK 3300 1300 314 l/h
METHAAN
G25
25
94 OVAAL 1900 750 181 l/h
85 STERK 3000 750 219 g/h
65 NORMAAL 1750 480 128 g/h
50 SUDDER 1000 330 73 g/h
93 WOK 3300 1300 241 g/h
BUTAAN
G30
PROPAAN
G31
28/30
37
68 OVAAL 1900 750 138 g/h
10.7 Aansluiting aan vloeibaar gas (alleen voor België)
Een drukregelaar gebruiken en de aansluiting op de gasfles overeenkomstig de geldende normen
uitvoeren.
Afb. A
A
fb. B
Aanwijzingen voor de installateur
29
11. Fornuis plaatsen en waterpas stellen
Zorg ervoor dat de gasbuizen en elektrische snoeren niet in elkaar gedrukt of geblokkeerd
worden.
Na de gas- en elektrische aansluiting het fornuis m.b.v. de vier stelvoeten waterpas stellen.
Als het apparaat tijdens het plaatsen moet worden verschoven, moeten de stelvoeten aangedraaid
zijn. De voeten pas verstellen als het apparaat definitief op z'n plek staat.
Aantekeningen
30
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
Aantekeningen
31
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
______________________________________________________________________
From the Electrolux Group.
The world's No.1 choice.
De Electrolux Groep is de grootste producent ter wereld van aangedreven apparaten voor gebruik in de keuken,
reinigingswerkzaamheden en voor gebruik buitenshuis. In meer dan 150 landen over de hele wereld worden ieder
jaar meer dan 55 miljoen Electrolux producten (zoals koelkasten, fornuizen, wasautomaten, stofzuigers,
kettingzagen en grasmaaiers) verkocht ter waarde van circa USD 14 miljard.
© Electrolux plc 2003
02/04 ZS2063
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32

AEG C 41029 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor