MARYNEN CMC 60 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Gas-elektrofornuis
CMC 60
GEBRUIKSAANWIJZING NL
2
Belangrijke informatie m.b.t. de
veiligheid
Deze waarschuwingen zijn bedoeld voor uw en andermans veiligheid. U wordt geacht ze gelezen te hebben,
voordat u het apparaat installeert en/of in gebruik neemt.
Installatie
Het apparaat mag alleen door een erkend installateur
worden geïnstalleerd, met inachtneming van de
geldende normen.
Wijzigingen in de elektrische huisinstallatie, nodig voor
de installatie van dit apparaat, mogen alleen door een
erkend installateur worden uitgevoerd.
Zorg ervoor dat er voldoende luchtcirculatie rond het
apparaat is. Onvoldoende ventilatie kan gebrek aan
zuurstof veroorzaken.
WAARSCHUWING: gebruik van een gasapparaat
veroorzaakt hitte en vochtigheid in de ruimte
waarin het is geïnstalleerd. Zorg voor goede
ventilatie in de ruimte door natuurlijke ventilatie-
openingen vrij te houden of door een afzuigkap
te installeren. Vraag in geval van twijfel een
installateur om advies.
Zet het apparaat niet in de buurt van brandbare
materialen (gordijnen, handdoeken, theedoeken enz.).
Sluit het apparaat aan op het juiste type gas, zoals
vermeld op de sticker bij de gasaansluiting van de
kookplaat.
Veiligheid van kinderen
Dit apparaat is bedoeld en gemaakt voor het gebruik
door volwassenen. Het is gevaarlijk om kinderen het
apparaat te laten bedienen of als speelgoed te laten
gebruiken.
Het apparaat blijft lange tijd nadat het is uitgeschakeld
heet. Let altijd op kinderen, zorg ervoor dat ze geen
hete oppervlakken kunnen aanraken en blijf in de buurt
als het apparaat in gebruik of nog niet geheel afgekoeld
is..
Tijdens het gebruik
Dit apparaat is bedoeld voor het bereiden van voedsel
en mag niet voor andere doeleinden worden gebruikt.
Het is gevaarlijk om, in welke vorm dan ook, dit
apparaat of de eigenschappen daarvan te veranderen.
Zet geen onstabiele of vervormde pannen op de
branders om ongelukken door omvallen of overkoken
te voorkomen.
Let extra goed op als u gerechten in olie of vet bereidt.
Als het apparaat is uitgerust met een deksel, is dit
bedoeld om het apparaat te beschermen tegen stof
als het gesloten is en om vetspatten op te vangen als
het open is. Gebruik het deksel niet voor andere
doeleinden.
Maak het deksel na elk gebruik schoon en laat de
branders afkoelen voordat u het deksel sluit.
Het deksel is afneembaar om het schoonmaken te
vereenvoudigen.
Controleer altijd of de bedieningsknoppen op de
uit-stand staan als het apparaat niet in gebruik
is.
Gebruik altijd de braadslede als u grilleert of vlees op
het rooster braadt. Giet wat water in de braadslede
om te voorkomen dat vet inbrandt en onaangename
luchtjes veroorzaakt.
Draag altijd ovenwanten als u gerechten uit de oven
neemt.
Maak de accessoires (rooster en braadslede) schoon
voordat u ze de eerste keer gaat gebruiken.
Voorzichtig bij het gebruik van reinigingsmiddelen in
spuitbussen: richt de spuitbus nooit op het grillelement
of de ovenlamp.
Als u bij het inzetten of uitnemen van gerechten in de
oven een grote hoeveelheid olie, saus enz. op de
bodem van de oven morst, maak de oven dan schoon
voordat u hem weer in gebruik neemt. Zo voorkomt u
onaangename rook en ook de mogelijkheid dat deze
stoffen vlam vatten.
• Houd het apparaat om hygiënische en
veiligheidsredenen altijd schoon. Een opeenhoping van
vet of andere levensmiddelen kan brand veroorzaken.
Bekleed de ovenwanden, vooral de achterwand, nooit
met aluminiumfolie.
Het apparaat is zwaar, verplaats het voorzichtig.
Laat het apparaat afkoelen voordat u het gaat
schoonmaken en trek de stekker uit het stopcontact.
Steek een gasbrander eerst aan en zet er dan pas
een pan op. Controleer of de vlam regelmatig brandt.
Zet de brander altijd lager of uit voordat u de pan
wegneemt.
Controleer of de ovenrichels goed geplaatst zijn.
In de bergruimte onder de oven alleen vuurvast servies
bewaren, geen brandbare materialen.
Service
Tracht, in geval van storing of een defect, dit apparaat
niet zelf te repareren. Reparaties die door niet-
deskundige personen worden uitgevoerd, kunnen tot
schade of letsel leiden.
Laat reparaties uitvoeren door ELECTROLUX
SERVICE en laat alleen originele DISTRIPARTS
onderdelen plaatsen.
Informatie m.b.t. het milieu
Houd bij het weggooien van het verpakkingsmateriaal
rekening met veiligheid en milieu.
Als u een oud apparaat afdankt, maak het dan
onbruikbaar door het aansluitsnoer af te snijden.
Het is uiterst belangrijk deze gebruiksaanwijzing
te bewaren, zodat u nog eens iets kunt nalezen.
Als u het apparaat verkoopt of aan iemand
anders geeft, zorg er dan voor dat de nieuwe
gebruiker over deze gebruiksaanwijzing kan
beschikken.
3
Inhoud
Dit apparaat voldoet aan de volgende EU-richtlijnen:
73/23-90/683 (laagspanningsrichtlijn)
89/336 (EMC-richtlijn)
90/396 (richtlijn voor gasapparaten)
93/68 (algemene richtlijnen)
en de daarop volgende wijzigingen
Algemene Waarschuwingen en
adviezen
Aanwijzingen voor de
Installateur
Deze instructies gelden alleen voor de landen
waarvan het identificatiesymbool is
aangebracht op de titelpagina van deze
gebruiksaanwijzing en op het apparaat zelf.
Onderstaande symbolen in de tekst hebben de volgende
betekenis:
Aanwijzingen m.b.t. de veiligheid
Aanwijzingen m.b.t. het gebruik
Adviezen en tips
Informatie m.b.t. het milieu
Over deze gebruiksaanwijzing
Belangrijke informatie m.b.t. de veiligheid 2
Over deze gebruiksaanwijzing 3
Beschrijving van het apparaat 4
Gebruik van de kookplaat 5
Adviezen en tips 6
Kookwekker 6
Vóór het in gebruik nemen van de oven 6
Gebruik van de oven 7
Tips voor het gebruik van de gasbranders 9
Tips voor het gebruik van de oven 9
Tabel bakken en braden 11
Reiniging en onderhoud 12
Als er iets niet werkt 15
Garantievoorwaarden 19
Technische gegevens 16
Aanwijzingen voor de installateur 17
Aanpassing voor verschillende gassorten 18
!
4
Beschrijving van het apparaat
1
2
3
4
6
1. kookplaat
2. bedieningspaneel
3. ovendeurgreep
4. ovendeur
5. bergruimte met klep (afhankelijk van model)
6. stelvoeten
5
Bergruimte
Bewaar in de bergruimte geen brandbare
materialen.
5
Gebruik van de kookplaat
Bedieningsknoppen van de
kookplaat (afb. 1 - afb. 2)
De bedieningsknoppen voor de gasbranders bevinden zich
op het bedieningspaneel. Draai de knoppen tegen de
wijzers van de klok in op het symbool “kleine vlam” en
dan met de wijzers van de klok mee op het symbool
“grote vlam”.
Symbolen
uit-stand (geen gastoevoer)
grote vlam (maximale gastoevoer)
kleine vlam (minimale gastoevoer)
Aansteken van de branders
(Bij modellen met elektrische vonkontsteking-afb. 1)
Druk de knop in en draai hem linksom op symbool
“grote vlam”. Houd de knop ingedrukt.
Druk tegelijk de elektronische ontstekingsknop ( )
in. Houd de knop ingedrukt totdat de brander aangaat.
Houd als de vlam brandt de knop nog ca. 5
seconden ingedrukt om het thermokoppel in te
schakelen (afb. 3-D). Mocht de vlam uitgaan,
herhaal dan de procedure, maar houd de knop nu
15 seconden ingedrukt.
(Bij modellen met geïntegreerde vonkontsteking-afb. 2)
Druk de knop in en draai hem linksom op symbool
“grote vlam”.
Houd de knop ingedrukt totdat de brander aangaat.
Houd als de vlam brandt de knop nog ca. 5
seconden ingedrukt om het thermokoppel in te
schakelen (afb. 3-D). Mocht de vlam uitgaan,
herhaal dan de procedure, maar houd de knop nu
15 seconden ingedrukt.
Bij aansteken met een lucifer: houd een
brandende lucifer bij de brander. Draai dan pas
de bedieningsknop op symbool “grote vlam”.
Om de gastoevoer te stoppen de bedieningsknop
met de wijzers van de klok mee op de uit-stand
draaien.
Let goed op als u gerechten in vet of olie
bereidt. Deze stoffen kunnen bij oververhitting
vlam vatten.
afb. 1
afb. 3
FO 0204
A = branderdeksel
B = vlamverdeler
C = vonkontsteking
D = thermokoppel (afhankelijk van model)
A
B
D
C
snelbrander, normaalbrander en
sudderbrander
wokbrander
!
afb. 2
FO 2063
Bij modellen met elektrische
vonkontsteking
Bij modellen met geïntegreerde
vonkontsteking
6
Wokbrander (afhankelijk van
model)
Steek altijd de brander aan voordat u de pan
eropzet.
Mocht de brander na een paar pogingen nog niet
aangaan, controleer dan of alle onderdelen van
de brander goed op hun plaats zitten (zie afb.
3).
Als u de sudderbrander gebruikt (met pannen
die een diameter van 50 mm of meer hebben)
plaats dan het speciale rooster op de
pannendrager (zie afb. 4).
speciaal rooster
afb. 4
7
Denk eraan dat een brede pan een groter warmte-
oppervlak heeft en dus sneller kookt dan een smalle pan.
Gebruik altijd een pan die geschikt is voor de
levensmiddelen die u bereidt.
Gebruik vooral niet te kleine pannen voor vloeistoffen die
kunnen overkoken.
Gebruik echter ook geen te grote pannen. Vet en jus
kunnen zich over de bodem verspreiden en makkelijk
aanbranden.
Gebruik altijd pannen met de juiste diameter, op die
manier reduceert u het gasverbruik (zie afb. 5).
Zet een deksel op de pan en draai de knop op een lagere
stand, zodra de levensmiddelen koken.
Gebruik voor het bakken van gebak ovenvormen die niet
open kunnen gaan. Anders kunnen vruchtensap en suiker
op de bodem van de oven lekken en daar inbranden. Zulke
vlekken zijn moeilijk te verwijderen.
Zet geen schalen met kunststof handgrepen in de oven,
deze grepen zijn niet hittebestendig.
afb. 5
Adviezen en tips
FO 2562
afb. 6
25
0
5
01
51
0
3
04
0
5
0
2
45
35
Met de kookwekker (afb. 6) kunt u een tijd van maximaal
60 minuten instellen.
Draai de wekker rechtsom op 60 en dan linksom terug
op de gewenste tijd.
Als de tijd om is, klinkt een signaal. De kookwekker
schakelt de oven echter niet automatisch uit.
Kookwekker
Vóór het in gebruik nemen van de
oven
Als het fornuis is geïnstalleerd, gaat u als volgt te werk:
a) Draai de temperatuurkiezer op “MAX” (250°C).
b) Draai de functieschakelaar op boven- en
onderwarmte ( ).
c) Laat de lege oven 45 minuten lang werken.
d) Zet een raam of deur open om te ventileren.
De eerste paar minuten ontstaan rook en een
onaangename lucht, veroorzaakt door het
isolatiemateriaal en vettige restanten die tijdens de
productie zijn ontstaan.
Reinig de accessoires goed met warm water en
schoonmaakmiddel voordat u de oven in gebruik neemt.
8
Functieschakelaar (afb. 7)
Met deze knop kiest u de volgende ovenfuncties:
0 uit
boven- en onderwarmte
grillelement 1750 W
onderwarmte
hetelucht
circulatieventilator
Doordat u bij deze oven uit verschillende systemen kunt
kiezen, kunt u optimale resultaten bereiken. Een paar
voorbeelden:
Boven- en onderwarmte: voor bakken en braden
op traditionele wijze.
Onderwarmte: voor het warmhouden van gerechten.
Hetelucht: voor bakken en braden van meerdere
gerechten tegelijk. De hetelucht circuleert gelijkmatig
door de ovenruimte.
Grillelement 1750 W: voor het grilleren van snacks
en kleine porties.
Ventilator: voor het ontdooien van diepvriesproducten.
Door de circulerende lucht gaat dat sneller. Alleen
ventilatormotor en verlichting zijn ingeschakeld.
Natuurlijk kunt u brood e.d. ook met temperatuur
ontdooien.
Attentie: zet geen schalen op de bodem van de oven en
bedek de bodem niet met aluminiumfolie. Daardoor kan
een warmtestuwing ontstaan, die het resultaat nadelig
beïnvloedt en schade aan het email kan veroorzaken.
Temperatuurkiezer (afb. 8)
Met deze knop stelt u de gewenste oventemperatuur
tussen 50°C en 250°C (max) in.
Draai de knop na gebruik altijd op de uit-stand terug.
Controlelampje “thermostaat”
(°C)
Dit lampje brandt als de oven wordt ingeschakeld. Het
gaat uit als de ingestelde temperatuur is bereikt en gaat
weer aan als de oven opwarmt.
Braadslede
De oven is uitgerust met een geëmailleerde braadslede
om bakvocht van gegrild vlees of vlees aan het spit e.d.
op te vangen en met een rooster voor gerechten die in
een ovenschotel klaargemaakt worden.
FO 2580
afb. 7
0
afb. 8
0
5
0
1
0
5
1
0
0
2
0
Temperatuurkiezer
Functieschakelaar
FO 1098
Gebruik van de oven
9
Tips voor het gebruik van de oven
Tips voor het gebruik van de
gasbranders
Draai om te beginnen de knop altijd op symbool “grote
vlam” ( ) en kies daarna de gewenste stand.
De buitenkant van de vlam is veel heter dan de binnenkant.
Daarom moeten de punten van de vlam de bodem van de
pan raken. Te grote vlammen betekenen gasverspilling.
Voor het koken op gasbranders hoeven de pannen geen
vlakke bodem te hebben; de vlam raakt de bodem en
verdeelt de hitte over het gehele oppervlak.
Pannen met een dunne wand geven de warmte sneller
aan de inhoud door dan pannen met een dikke wand.
Omdat de hitte niet gelijkmatig over de panbodem wordt
verdeeld, worden de levensmiddelen soms slechts
gedeeltelijk verhit. Daarom dient u regelmatig te roeren.
Een dikke panbodem voorkomt gedeeltelijke oververhitting
omdat deze voldoende thermische compensatie biedt.
Gebruik geen al te kleine pannen. Brede en lage pannen
zijn geschikter dan smalle en hoge pannen omdat ze
voor snellere opwarming zorgen. Het koken gaat niet
sneller als u een smalle pan op een grote brander zet.
Het resultaat is alleen gasverspilling. Zet kleine pannen
op een kleine brander en grote pannen op een grote
brander.
Plaats een deksel op de pan om het gasverbruik te
reduceren.
Gebak
Verwarm de oven minstens 10 minuten voor, tenzij anders
wordt aangegeven.
Open de ovendeur niet als u gerechten bereidt die moeten
rijzen (bijv. gistdeeg); de straal koude lucht stopt het
rijzingsproces.
Om te controleren of gebak gaar is, steekt u er een
cocktailprikker in: als deze er schoon uitkomt, is het
gebak klaar. Wacht tot minstens 3/4 van de baktijd om
is voordat u deze controle uitvoert.
Als gebak aan de buitenkant gaar is, maar aan de
binnenkant nog niet, zijn een lagere temperatuur en een
langere baktijd nodig. Als het gebak droog is, zijn een
hogere temperatuur en een kortere baktijd nodig.
Vlees
Vlees dat u in de oven wilt braden moet minstens 1 kg
wegen, anders wordt het te droog.
Als u vlees met een lekker kleurtje wilt, gebruik dan heel
weinig olie. Als het vlees mager is, gebruik dan olie of
boter of beide. Als het vlees een reep vet heeft, zijn boter
of olie niet nodig. Als het vlees slechts aan één kant een
reep vet heeft, leg deze kant dan naar boven; als het vet
smelt, verspreidt het zich over de rest van het vlees.
Rood vlees dient u een uur van te voren uit de koelkast te
halen, anders kan het door de plotselinge
temperatuurwisseling taai worden.
Het vlees, vooral rood vlees, niet vóór het braden al zouten;
zout onttrekt sap en bloed aan het vlees, waardoor er
geen bruin korstje kan ontstaan. Haal het vlees na de
helft van de braadtijd even uit de oven om het te zouten.
Zet het vlees in een lage schaal in de oven; een hoge
schaal houdt de warmte tegen.
U kunt het vlees in een ovenvaste schaal of direct op het
rooster leggen. Zet dan de braadslede onder het rooster
om het braadvocht op te vangen. Ingrediënten voor jus
voegt u direct toe als het vlees een korte braadtijd nodig
heeft, anders gedurende de laatste 30 minuten van de
braadtijd.
Vlees dat van binnen rood moet blijven braadt u eerst op
een hoge temperatuur, daarna verlaagt u de temperatuur.
De braadtemperatuur voor wit vlees kan van begin tot
einde gematigd zijn.
U kunt controleren hoe gaar het vlees is door er met een
vork op te drukken: als het vlees niet meegeeft, is het
gaar.
Wacht na het braden minstens 15 minuten voordat u
vlees gaat snijden, zo gaat er geen braadvocht verloren.
U kunt borden en schalen op de laagste temperatuur in
de oven warmhouden.
Vis
Kies voor kleine hoeveelheden vis altijd een hoge
temperatuur. Kies voor middelgrote hoeveelheden vis eerst
een hoge en dan geleidelijk een lagere temperatuur. Kies
voor grote hoeveelheden vis een gematigde temperatuur.
Controleer of gebakken vis gaar is door voorzichtig een
stukje op te tillen; het visvlees moet gelijkmatig wit en
ondoorschijnend zijn, behalve natuurlijk bij zalm, forel
e.d.
Grilleren
Onderstaande levensmiddelen zijn geschikt om te
grilleren:
- vlees in plakken of stukken in verschillende maten,
maar niet al te dik;
- gevogelte in tweeën gesneden en plat gedrukt;
- vis;
- sommige soorten groente, bijv. courgettes,
aubergines, tomaten;
- spiezen met vlees of vis en zeevruchten.
Vlees en vis met wat olie bestrijken en op het rooster
leggen. Vlees pas tegen het einde van de grilltijd zouten;
vis vóór het grilleren aan de binnenkant zouten.
Afhankelijk van de dikte van het vlees plaatst u het rooster
dicht bij of ver van het grillelement. Zo voorkomt u dat het
10
afb. 9
4
3
2
1
hetelucht
FO 0061
vlees verbrandt en de binnenkant onvoldoende gaar
wordt.
Rookvorming veroorzaakt door vleesvocht en vet kunt u
voorkomen door 1 of 2 glazen water in de braadslede te
gieten.
U kunt de grill ook gebruiken om te gratineren, brood te
roosteren en sommige soorten fruit, bijv. bananen, halve
grapefruits, plakken ananas, appels enz. te grilleren. Leg
het fruit niet te dicht bij het grillelement.
Hetelucht
Omdat de gerechten elkaars geur nauwelijks overnemen,
kunt u verschillende gerechten tegelijk bereiden (afb.
9). Ook kunt u bijv. koekjes op twee niveaus tegelijk
bakken.
Bak- en braadtijden
Baktijden variëren afhankelijk van soort gerecht, structuur
en hoeveelheid. Wij raden u aan de eerste keer dat u
een gerecht bereidt goed op te letten en de resultaten te
noteren. Aan de hand van deze gegevens kunt u andere
gerechten bereiden.
In de tabel vindt u richtlijnen m.b.t. tijd en temperatuur.
Zet geen voorwerpen op de bodem van de
oven en bedek de oven tijdens het gebruik
niet met aluminiumfolie; u kunt daardoor
schade toebrengen aan de geëmailleerde op-
pervlakken en aan de levensmiddelen die u
bereidt.
Zet schalen, hittebestendige schalen en alu-
miniumfolie altijd op het rooster in de oven-
richels.
11
Niveau*
Temp.
in °C
Opmerkingen
Temp.
in °C
Gerecht
Gewicht
in gram
Hetelucht
Boven- en
onderwarmte
* Ca. 10 minuten voorverwarmen.
U kunt in de oven uitstekend borden warmen. Kies hetelucht en een lage temperatuur.
Tabel bakken en braden
Tabel grilleren
Niveau*
Tijd in
minuten
* 1500 rosbief 2 220 2 200 40-60 op het rooster
* 1200 rundvlees 2 200 2 175 50-70 op het rooster
* 1200 varkensvlees 2 200 2 175 100-130 op het rooster
* 1200 kalfsvlees 2 20 2 175 90-120 op het rooster
2000 lamsbout 2 175 2 160 120-140 1 bout
3000 gans 2 190 2 170 140-180 in z’n geheel
1800 eend 2 180 2 160 120-150 in z’n geheel
3500 kalkoen 1 190 1 175 120-150 in z’n geheel
1200 kip 2 200 2 180 80-100 in z’n geheel
1200 konijn 2 190 2 175 60-80 in z’n geheel
1500 forel 2 200 2 (1+3) 175 40-60 3 stuks
* lasagne 2 200 2 (1+3) 175 40-60
* taartbodem 2 190 2 (1+3) 170 25-35 in bakvorm
* kwarktaart 1 170 2 150 60-80 in bakvorm
* zandgebak 1 180 2 170 40-50 in bakvorm
* cake 1 175 1 160 40-50 in bakvorm
* apfelstrudel 1 175 2 (1+3) 160 60-80 in bakvorm
* 500 koekjes 1 180 2 (1+3) 160 10-20
* 500 vlaai 1 220 2 (1+3) 200 10-25 in bakvorm
* 1000 wit brood 1 200 2 180 45-65 in bakvorm
* 500 broodjes 1 210 2 (1+3) 190 20-30
Gerecht Aantal Gewicht Niveau* Temp. Bovenkant Onderkant
in gram in °C in min. in min.
biefstuk 4 800 4 max 10 8
karbonade 4 600 4 max 12 8
worstjes 8 500 4 max 10 6
kippenbout 6 800 3 max 30 20
kipfilet 4 400 4 max 13 10
sjasliek 4 700 4 max 12 10
visfilet 4 400 4 max 8 6
oesters 6 - 4 max 12 -
halve tomaten 8 500 4 max 12 -
toast met ham en kaas 4 - 4 max 8 -
sneetjes brood 4 - 4 max 2-3 1
* De niveaus tellen van onder naar boven, ovenbodem en braadslede niet meegerekend.
12
Altijd eerst de stekker uit het stopcontact
trekken.
De kookplaat
Druppels saus, vruchtensap e.d. moeten zo snel mogelijk
met een zachte doek en een warm sopje worden
verwijderd. Gebruik geen staalwol of messen om
aangekoekte vlekken te verwijderen. Verwijder
hardnekkige plekken met een speciaal zeepsponsje,
maar zorg ervoor dat u het email niet krast.
Reinig de geëmailleerde pannendragers met water en
schoonmaakmiddel; ze kunnen ook in de afwasautomaat
worden gereinigd.
Reinig de branders voorzichtig met warm water en
schoonmaakmiddel. Droog de onderdelen goed af voordat
u ze weer terugzet. Controleer of ze goed op hun plek
zitten. De branders kunt u schuren met staalwol of een
mild schuurmiddel.
De oven
Reinig de oven na elk gebruik als hij nog warm is. U kunt
dan vetresten of andere substanties zoals vruchtensap
of suiker nog makkelijk verwijderen. Gebruik een warm
sopje of een speciale ovenreiniger. Richt een spuitbus
niet direct op mat metalen onderdelen, dit kan de
onderdelen beschadigen. Volg altijd de aanwijzingen van
de fabrikant op.
Reinig de accessoires (rooster, braadslede enz.) met
warm water en schoonmaakmiddel. Verwijder
aangekoekte vlekken met een mild schuurmiddel.
Reinig de ovendeur alleen met warm water en gebruik
geen ruwe doeken of schuurmiddel.
Bedek de ovenwanden of de bodem van de
oven nooit met aluminiumfolie. Dat
veroorzaakt een warmtestuwing die de bak-
en braadresultaten nadelig kan beïnvloeden
en beschadigt bovendien het email.
Periodiek onderhoud
Controleer regelmatig de flexibele buis van de
gasaansluiting en laat de buis door onze service-afdeling
vervangen als hij afwijkingen vertoont. Wij raden u aan
de buis elk jaar te laten vervangen.
Laat regelmatig door een vakman de gasregelkranen
smeren. Als de kranen niet goed werken, laat het apparaat
dan door een vakman nakijken.
Vervangen van de ovenlamp
Schakel het apparaat uit.
Schroef de lamp (afb. 11) los en vervang hem door
een gelijkwaardige lamp die geschikt is voor hoge
temperaturen (300°C) en de volgende eigenschappen
heeft: spanning: 230 V (50 Hz) - aansluitwaarde 15 W -
fitting: E 14.
FO 0287
afb. 11
afb. 10
Reiniging en onderhoud
Aanbrengen van het
(afhankelijk van model)
Het fornuis is voorzien van een spatscherm dat aan de
achterkant van de kookplaat moet worden aangebracht.
Plaats de twee pennen van het spatscherm in de steunen
aan de achterkant van de kookplaat (afb. 10).
13
Reinigen van de ovendeur
Om de ovendeur beter te kunnen reinigen, kunt u hem
als volgt demonteren (afb. 12):
Open de deur helemaal. Draai de twee hendels op de
scharnierarm 180°. Sluit de deur tot een hoek van 30°.
Til de deur op en neem hem los.
Om de deur weer te monteren gaat u in omgekeerde
volgorde te werk.
Deksel uitbalanceren
(afhankelijk van model)
Alle glazen deksels kunnen worden gedemonteerd om
ze beter te kunnen reinigen (afb. 13).
Glazen deksels zijn voorzien van speciaal gebalanceerde
veren in de scharnieren aan de achterkant van het
apparaat, die ervoor zorgen dat het deksel soepel en
makkelijk kan worden gesloten. U kunt een
schroevendraaier gebruiken om de sluiting van het deksel
te verstellen. De benodigde kracht voor openen en sluiten
van het deksel kan worden verhoogd door de stelschroef
2 of 3 maal te draaien, zie afb. 14.
Waarschuwing! Het glazen deksel kan
versplinteren als het oververhit raakt.
Controleer altijd of de gasbranders uit zijn
voordat u het deksel sluit.
afb. 12
FO 0967
afb. 14
FO 0064
afb. 13
FO 2200
14
Oven met geëmailleerde wanden
reinigen
De wanden van de oven zijn geëmailleerd en moeten met
de hand worden gereinigd.
Na elk gebruik (vooral na het braden van vlees) dient u
vetspatten e.d. met een zachte doek en een
schoonmaakmiddel te verwijderen; zo produceert de oven
bij het volgende gebruik minder rook en blijft hij langer
schoon.
Overgekookte levensmiddelen op de bodem van de oven
kunt u makkelijker verwijderen door de bodemplaat uit te
oven te nemen.
Maak de oven regelmatig met een speciaal
reinigingsmiddel schoon.
Stelvoeten
Voordat u het fornuis installeert, moeten de meegeleverde
voeten worden gemonteerd.
1. Verwijder de pannendragers, de branders en de
ovenaccessoires.
2. Leg de oven voorzichtig op z’n achterkant (afb. 15)
en let erop dat er niets beschadigd raakt.
3. Verstel de hoogte van de voeten door het onderste
gedeelte van de voeten los te schroeven, totdat u de
gewenste hoogte bereikt (de hoogte kan van 850 tot
880 mm worden versteld).
4. Plaats de voeten in de daarvoor bestemde openingen
(zie afb. 15).
5. Zet het fornuis weer rechtop. Plaats branders,
pannendragers en ovenaccesoires terug.
6. Indien nodig, kunt u het fornuis waterpas stellen door
het onderste deel van de voeten te verdraaien, tot het
apparaat volkomen stabiel staat.
FO 2283
afb. 15
15
De gasstroom lijkt abnormaal
U ruikt een gaslucht
De oven wordt niet warm
De bereidingstijd is te lang
Er komt rook uit de oven
De ovenlamp werkt niet
Controleer of:
- de openingen in de vlamverdeler niet verstopt zijn:
- de drukregelaar werkt;
- de gaskraan helemaal geopend is.
Controleer of:
- de gaskraan niet open staat;
- de gastoevoerbuis goed op z’n plek zit en in goede
staat verkeert; laat deze buis elk jaar vervangen.
Zoek nooit m.b.v. een lucifer naar een gaslek;
gebruik hiervoor zeepsop.
Controleer of u de bedieningsknoppen goed hebt
ingesteld.
Controleer of u de juiste temperatuur voor het
gerecht hebt gekozen.
Reinig de oven na elk gebruik. Bij het braden van
vlees kunnen vetspatten ontstaan; als de oven niet
goed wordt schoongemaakt, veroorzaken deze
vetspatten rook en onaangename geur. Zie
hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”.
Misschien is de lamp stuk. Zie paragraaf
“Vervangen van de ovenlamp”.
Als er iets niet werkt
Als het apparaat niet naar behoren werkt, dient u onderstaande punten te controleren voordat u contact opneemt met
onze service-afdeling:
Kunt u de storing niet zelf lokaliseren en verhelpen, raadpleeg dan onze service-afdeling.
Geef daarbij altijd het model en het typenummer van het apparaat op.
Onderhoud
Om een goede en veilige werking te waarborgen, moeten
de gasregelkranen regelmatig door een erkend
installateur worden gesmeerd.
Dit dient als volgt te gebeuren:
Draai de bevestigingsschroeven los en verwijder dan
knop en plaat.
Draai de twee schroeven aan de zijkanten van de
kraanstang los.
Verwijder de kegel en maak deze zorgvuldig schoon.
Breng dan een dunne laag vet aan, onoplosbaar in
water en geschikt voor gaskranen. Zorg ervoor dat de
gastoevoeropeningen niet door een teveel aan vet
verstopt raken.
Monteer voorzichtig de onderdelen in omgekeerde
volgorde
Originele onderdelen
Reparaties aan het apparaat mogen alleen door
vakmensen worden uitgevoerd. Onvakkundige reparaties
kunnen tot aanzienlijke risico‘s leiden. Laat reparaties
uitvoeren door ELECTROLUX SERVICE en laat alleen
originele DISTRIPARTS onderdelen plaatsen.
16
Elektrische oven
Grillelement 1750 W
Onderste verwarmingselement 1000 W
Bovenste verwarmingselement 800 W
Onderste + bovenste verwarmingselement 1800 W
Circulatieventilator 30 W
Ovenverlichting 15 W
Aansluitwaarde oven 1845 W
Spanning 230 V (50 Hz)
Afmetingen
Hoogte 850 mm
Breedte 600 mm
Diepte 600 mm
Technische gegevens
Inspuitstukken
Apparaat klasse 1 en klasse 2 sub-klasse 1
CATEGORIE II2L3B/P
Voeding gas aardgas G25 / 25 mbar
Kookplaat
Sudderbrander 1,0 kW
Normaalbranders 2,0 kW
Snelbrander 3,0 kW
Wokbrander 3,5 kW
BRANDER
Kleinbrander 1,0 0,30 0,33 71 0,111 50 72
Normaalbrander 2,0 0,40 0,45 100 0,221 71 144
Sterkbrander 3,0 0,55 0,65 124 0,332 86 202
Wokbrander 3,5 1,2 1,2 140 0,387 93 252
MAXIMALE
CALORISCH
DEBIET
kW
MAXIMALE CALORISCH DEBIET
AARDGAS
G25 - 25 mbar
FLESSENGAS
G 30 - 30 mbar
mark 1/100
m
3
/h max
g/h - G30mark 1/100
MINIMALE CALORISCH
DEBIET (kW)
AARDGAS
G25 - 25 mbar
FLESSENGAS
30 mbar
BRANDER Spaarstandboring (Ø)
Kleinbrander 0,28
Normaalbrander 0,32
Sterkbrander 0,40
Wokbrander 0,56
17
A) aansluitpijp
B) ringetje
afb. 16
A
B
Ventilatie
Bij gebruik van het apparaat wordt er bij de verbranding
van aardgas zuurstof aan de lucht onttrokken. Zorg
daarom voor voldoende ventilatie.
Gasaansluiting
De aansluiting moet volgens NEN 1078 worden gemaakt.
Het fornuis is vanuit de fabriek gemaakt en ingesteld voor
de gassoort zoals aangegeven op het typeplaatje.
Controleer of deze gegevens overeenkomen met de
geleverde gassoort in de woning.
De aansluiting dient van een GIVEG-goedgekeurde
aansluitgaskraan met koppeling te worden voorzien
(afb. 16).
Waarschuwing!
Controleren of alle verbindingen naar het apparaat
goed gasdicht zijn, dient te geschieden met een
zeep-oplossing, nooit met een vlam.
Het installeren en aansluiten van het apparaat
dient te geschieden door een erkend
installateur, met inachtneming van de
geldende wetten en normen. Altijd eerst de
stekker uit het stopcontact trekken!
Elektrische aansluiting
De aansluiting moet volgens NEN 1010 en eventuele
speciale voorschriften van het plaatselijke
energiebedrijf worden uitgevoerd.
Controleer of de zekeringen en de huisinstallatie de
belasting van het apparaat kunnen verdragen (zie
typeplaatje).
Het stopcontact moet geaard zijn.
Het stopcontact of de meerpolige schakelaar moeten
makkelijk toegankelijk zijn.
De meerpolige schakelaar moet tussen de
schakelcontacten een minimale ruimte van 3 mm
hebben. De aardleiding (geel/groen) mag nooit worden
onderbroken.
Het aansluitsnoer moet zodanig worden geïnstalleerd
dat het snoer niet heter kan worden dan 90°C boven
de kamertemperatuur.
Het fornuis is voorzien van een 3-aderig aansluitsnoer
met randaardestekker.
De netspanning moet 230 V ~ 50 Hz zijn.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor schade of letsel,
als het apparaat niet volgens de betreffende normen is
geïnstalleerd.
Aanwijzingen voor de installateur
FO 2413
18
Aanpassing voor verschillende
gassorten
Om het fornuis aan een verschillend soort gas aan te
passen dan dat waarvoor het vooraf geregeld is, de
opeenvolgende handelingen verrichten.
Vervanging van de sproeiers van
de kookplaat
De roosters wegnemen.
De deksels en de kronen van de branders afnemen.
Met een sleutel van 7 de sproeiers losschroeven en
wegnemen (afb. 17) en deze vervangen door
diegenen die geschikt zijn voor het te gebruiken gas
(zie tabel "Technische Gegevens").
De onderdelen weer monteren door de beschreven
handelen knop de tegenovergestelde manier te
verrichten.
Deze branders hebben geen primaire luchtregeling
nodig.
Minimum regeling branders van
de kookplaat
Om het minimum te regelen, een vlam aansteken, de
knop op de minimim positie brengen, de knop wegnemen
(afb. 18) en dan:
- in geval van transformatie van aardgas noor LPG
gas, het by-pass schroofje van de kranen goed
vastschroeven;
- in geval van transformatie van LPG gas noor aardgas,
het by-pass schroofje ongeveer 1/4 draai
losschroeven, totdat men een kleine regelmatige
vlam verkrijgt.
De onderdelen weer monteren door de beschreven
handelen knop de tegenovergestelde manier te
verrichten.
Aan het einde controleren dat de brander niet uit gaat
door de knop snel van de maximum naar de minimum
positie te draaien.
afb. 17
FO 0392
afb. 18
FO 0068
19
Garantievoorwaarden
Onze producten worden met de grootst mogelijke zorgvuldigheid geproduceerd. Desondanks
kan het voorkomen dat er een defect optreedt. Onze servicedienst zal dit op verzoek herstellen,
zowel binnen als buiten de garantietermijn. De levensduur van het product wordt daardoor niet
negatief beïnvloed.
Onderstaande garantievoorwaarden zijn gestoeld op de EU Richtlijn 99/44/EG en het Burgerlijk
Wetboek. De daaruit voortvloeiende rechten blijven onverlet.
Ook de garantieverplichtingen van de verkoper naar de eindgebruiker blijven onaangetast.
Voor dit product verlenen wij garantie volgens onderstaande voorwaarden:
1. Wij verhelpen kosteloos met inachtneming van de voorwaarden 2 tot en met 15 gebre-
ken aan het product die zich openbaren binnen 24 maanden vanaf de datum van leve-
ring aan de eindgebruiker. In geval van professioneel of daarmee gelijk te stellen ge-
bruik is de garantie beperkt tot 12 maanden. Voor tweedehands producten geldt even-
eens een termijn van 12 maanden.
2. De garantieprestatie houdt in dat het product kosteloos wordt teruggebracht in de toe-
stand die het had voor het defect optrad. Gebrekkige onderdelen worden hersteld of
vervangen. Kosteloos vervangen onderdelen worden ons eigendom.
3. Het gebrek moet terstond gemeld worden om mogelijke verdere schade te voorkomen.
De garantieaanspraak vervalt indien het gebrek niet binnen twee maanden na vaststel-
ling is gemeld.
4. Voor een beroep op garantie dient het aankoopbewijs met aankoop- en/of leverings-
datum te worden overlegd. Bij ontbreken daarvan dient ander overtuigend bewijs te
worden overlegd.
5. De garantie heeft geen betrekking op schade aan kwetsbare onderdelen, zoals
(vitrokeramisch) glas, kunststof, rubber, die ontstaan is door onzorgvuldig gebruik.
6. De garantie heeft geen betrekking op kleine afwijkingen van de gestelde kwaliteit die
voor de waarde en deugdelijkheid van het product onbeduidend zijn.
7. De garantie geldt evenmin voor schade veroorzaakt door:
a. chemische en elektrochemische inwerking van water,
b. abnormale milieuomstandigheden in het algemeen,
c. voor het product oneigenlijke bedrijfsomstandigheden,
d. contact met agressieve stoffen.
8. De garantie heeft geen betrekking op gebreken door transportschade die buiten onze
verantwoordelijkheid is ontstaan, niet-vakkundige installatie of montage, verkeerd ge-
bruik, gebrekkig onderhoud, of het niet in acht nemen van de gebruiks- of montage-
aanwijzingen.
9. Het recht op garantie vervalt wanneer het defect werd veroorzaakt door herstelling of
ingrepen door derden die niet bevoegd of niet deskundig zijn, of wanneer het product
voorzien werd van toebehoren of onderdelen die niet origineel zijn en daardoor een
defect veroorzaken.
10. Producten die gemakkelijk kunnen worden vervoerd dienen te worden overhandigd
aan of gezonden naar onze servicedienst. Herstelling ter plaatse kan slechts worden
gevraagd voor grote of ingebouwde producten.
11. Indien het product zodanig is ingebouwd, ondergebouwd, opgehangen of geplaatst dat
de benodigde tijd voor het in- en uitbouwen samen meer dan 30 minuten bedraagt,
worden de hierdoor ontstane extra kosten aan de gebruiker in rekening gebracht. Schade
die ontstaat door abnormale in- of uitbouw komt ten laste van de gebruiker.
12. Indien binnen de garantieperiode de herstelling van hetzelfde defect herhaaldelijk mis-
lukt of de herstellingkosten disproportioneel zijn wordt in overleg met de gebruiker een
gelijkwaardige vervanging geleverd. In geval van vervanging behouden we ons het
recht voor om een vergoeding te rekenen naar rato van de verstreken gebruiksperiode.
13. Herstelling onder garantie heeft geen verlenging van de garantietermijn noch aanvang
van een nieuwe garantietermijn tot gevolg.
14. Op herstellingen geven wij een garantie van 12 maanden, uitsluitend op hetzelfde ge-
brek.
15. Verdere of andere aanspraken, in het bijzonder vergoeding van schade ontstaan buiten
het product, zijn uitgesloten voor zover een aansprakelijkheid niet wettelijk is vastge-
legd.
16. In geval van aansprakelijkheid zal een vergoeding de aankoopwaarde van het product
niet overtreffen, tenzij wettelijk anders is bepaald.
Deze garantievoorwaarden gelden voor in Nederland gekochte en/of in gebruik zijnde producten.
Indien een product naar het buitenland wordt gebracht dient de gebruiker na te gaan of het
product voldoet aan de technische voorwaarden ( o.a. spanning, frequentie, installatie-
voorschriften, gassoort, klimaatomstandigheden) in het betreffende land. Voor in het buitenland
aangeschafte producten dient de gebruiker zich te vergewissen van de bepalingen in Neder-
land. Noodzakelijke of gewenste aanpassingen vallen niet onder de garantie, en kunnen niet
altijd worden aangebracht.
Ook na afloop van de garantietermijn staat onze servicedienst u ter beschikking.
Electrolux Service
Vennootsweg 1
2404 CG ALPHEN AAN DEN RIJN
Service-informatielijn tel. (0172) 468 300
(voor bezoek servicetechnicus en onderdelen)
Consumentenbelangen tel. (0172) 468 172
(voor algemene, product- of gebruiksinformatie)
www.marynen.nl
Reparatievoorwaarden
Onze reparatievoorwaarden zijn conform de afspraak tussen de Consumentenbond en
Vlehan*.
Art. 1 Aan de consument zal na een melding van een storing zo mogelijk direct, doch uiterlijk
binnen één werkdag worden medegedeeld op welke dag het bezoek van de technicus
zal plaatsvinden. De reparatie zal als regel binnen zeven werkdagen na de melding zijn
uitgevoerd.
Art. 2 a) Alvorens de reparatie wordt verricht zal de technicus een onderzoek uitvoeren
naar de vermoedelijke oorzaak van de gemelde storing. Aan de hand hiervan zal hij een
zo nauwkeurig mogelijke, gespecificeerde begroting maken van de totale reparatiekosten
inclusief voorrijkosten en diagnose-kosten. Desgevraagd zal deze begroting door de
technicus schriftelijk worden vastgelegd.
b) Indien de consument met het begrote bedrag niet akkoord gaat, zal op verzoek
het te repareren toestel worden teruggebracht in de staat waarin het aan de technicus
werd aangeboden. Nadat dit is geschied, zullen alleen de kosten van voorrijden en arbeids-
loon in rekening worden gebracht op basis van de werkelijke bestede tijd, danwel van
een vooraf vastgesteld tarief.
Art. 3 Indien tijdens het uitvoeren van de reparatie duidelijk wordt dat:
a) de oorspronkelijke reparatie door redelijkerwijs niet te voorziene omstandigheden
niet tegen het begrote bedrag kan worden uitgevoerd, of
b) ook andere dan in de begroting voorziene reparaties noodzakelijk zijn, zal overleg
met de consument plaatsvinden en een herziene kostenbegroting worden ge
maakt.
In geval de consument daarmee alsnog niet akkoord gaat, geldt eveneens het in artikel
2b bepaalde.
Art. 4 De reparatie zal zoveel mogelijk tijdens het eerste bezoek worden uitgevoerd. Indien om
het toestel in werkende staat te brengen een tweede bezoek noodzakelijk is, zal:
a) direct, doch uiterlijk binnen één werkdag door de betreffende service-organisatie
of door de technicus met de consument de datum voor een tweede bezoek worden
afgesproken.
b) een herhalingsbezoek zal als regel binnen tien werkdagen na de melding plaats-
vinden.
c) voor een tweede of daaropvolgend bezoek zal geen voorrijtarief in rekening wor-
den gebracht, tenzij de noodzaak voor een herhalingsbezoek aan de consument is toe te
schrijven.
Art. 5 De consument ontvangt een gespecificeerde rekening met vermelding van type en serie-
nummer van het apparaat, omschrijving van de diagnose, toegepaste tarieven, gebruikte
onderdelen en materialen en een korte omschrijving van de verrichte werkzaamheden.
De betaling van de rekening dient tegen afgifte van een reparatienota direct contant of
door middel van een gegarandeerd betaalmiddel plaats te vinden.
Art. 6 Op elke uitgevoerde en betaalde reparatie zal bij normaal huishoudelijk gebruik een
volledige garantie van minimaal 3 maanden worden gegeven. Deze garantie omvat het
kosteloos uitvoeren van een hernieuwde reparatie. Op de uitgewisselde en betaalde
onderdelen geldt een garantietermijn van 12 maanden. Bij een beroep op garantie op de
reparatie dient de consument op verzoek de gespecificeerde rekening van de voor-
gaande reparatie aan de technicus te overleggen.
Art. 7 Indien na driemaal uitvoeren van eenzelfde reparatie hetzelfde defect bij normaal huis-
houdelijk gebruik opnieuw optreedt binnen de onder art. 6 bedoelde garantietermijn en
redelijkerwijs een afdoend resultaat bij het opnieuw uitvoeren van de reparatie niet ver-
wacht kan worden, zal aan de consument een nieuw exemplaar of soortgelijk toestel van
hetzelfde merk worden aangeboden tegen bijbetaling op basis van een per product te
bepalen jaarlijks afschrijvingspercentage.
Art. 8 Vervangen onderdelen stelt de technicus weer ter beschikking van de consument, met
uitzondering van de onder garantie of tegen een gereduceerde prijs vervangen onderde-
len.
Art. 9 Een reparatie dient op zodanige wijze te worden uitgevoerd, dat een toestel daarna weer
volledig voldoet aan de veiligheidsvoorschriften, die op grond van een van fabriekswege
aangebracht veiligheidskeurmerk gelden, danwel bij het ontbreken daarvan, aan de wet-
telijke vereisten terzake. Dit houdt ondermeer in, dat reparaties moeten worden uitge-
voerd met originele en door de fabrikant ook terzake van veiligheidskeurmerken en -
voorschriften gegarandeerde onderdelen.
*) Vereniging Leveranciers van Huishoudelijke Apparaten in Nederland.
35676-7205 06/03
Grafiche MDM - Forlì
CMC 60
0,99 kWh
A
0,79 kWh
53,5
51 min.
42 min.
1210 cm²
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20

MARYNEN CMC 60 Handleiding

Categorie
Accessoires voor het maken van koffie
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor