5
Bakken en braden met de multifunctionele oven
Boven- en onderwarmte
De functiekiezer op stand en de temperatuurkiezer op de
gewenste temperatuur zetten. De oven voorverwarmen tot het
lampje van de oventhermostaat uitgaat om aan te geven dat de
gewenste temperatuur is bereikt. Voor meer warmte aan de
onderkant de functiekiezer op zetten, voor meer warmte aan
de bovenkant op . Bij deze functie kunt u op één niveau
tegelijk bakken en braden.
Aanbevolen voor: alle gerechten die lange bereidingstijden nodig
hebben en voor het bereiden van gerechten in schalen van
aardewerk of porselein.
Bovenwarmte
De functiekiezer op stand en de temperatuurkiezer op de
gewenste temperatuur zetten.
De hitte komt alleen van boven.
Aanbevolen voor: gratineren van bijv. groente.
Onderwarmte
De functiekiezer op stand en de temperatuurkiezer op de
gewenste temperatuur zetten.
De hitte komt alleen van beneden.
Aanbevolen voor: warmhouden of gaar maken van gerechten.
Hetelucht
De functiekiezer op stand en de temperatuurkiezer op de
gewenste temperatuur zetten.
De ventilator verdeelt de door boven- en onderwarmte
geproduceerde warmte gelijkmatig in de oven. Voor het bereiden
van gerechten op één niveau.
Aanbevolen voor: gebak dat een extra bruine en knapperige
bodem moet krijgen, bijv. pizza.
Turbo-hetelucht
De functiekiezer op stand en de temperatuurkiezer op de
gewenste temperatuur zetten.
Voorgewarmde hete lucht wordt door een ventilator in de achterwand
van de oven in de oven verdeeld; zo kunt u verschillende gerechten
tegelijk bereiden op verschillende niveaus. Door de geringe
luchtvochtigheid en de droge ovenlucht is er geen overdracht van
geur of smaak.
De voorverwarmtijd is kort (15 minuten is voldoende voor erg
gevoelige gerechten als soufflés). Bij andere gerechten hoeft de
oven niet te worden voorverwarmd.
Aanbevolen voor: bakken en braden, snel ontdooien, inmaken
van groente en fruit en ook voor het drogen van paddestoelen en
fruit.
Adviezen voor werken met boven- en onderwarmte en met
hetelucht
Gebak:
Gebak moet bij een matige temperatuur (tussen 150 en 200°C)
worden gebakken, na ca. 10 minuten voorverwarmen.
De ovendeur mag niet worden geopend voordat minstens 3/4 van
de tijd om is. Roerdeeg moet moeilijk van de lepel loslaten, omdat
te vloeibaar deeg overmatig lange baktijden nodig heeft.
Vlees en vis:
In de oven te braden vlees moet minstens 1 kg wegen, om uitdrogen
te voorkomen. Rood, zeer mals, van buiten bruin en van binnen
roze vlees heeft korte tijd een hoge temperatuur (200-250°C)
nodig. Licht vlees, gevogelte en vis worden op een lagere
temperatuur (150-175°C) bereid. Ingrediënten voor saus alleen bij
korte bereidingstijden direct in de ovenschaal doen, anders een
half uur vóór het einde van de tijd. U kunt controleren of het vlees
gaar is, door er licht met een lepel op te drukken. Als het vlees
niet meegeeft, dan is het gaar. Rosbief en ossenhaas die van
binnen roze moeten blijven, hebben een korte braadtijd nodig. Het
vlees kan in een ovenschaal of direct op het grillrooster met
daaronder de braadslede worden bereid. Als het vlees gaar is,
minstens 15 minuten wachten met aansnijden, opdat het sap er
niet uitloopt. Voor het serveren kunnen de borden in de oven op
de laagste temperatuur worden warmgehouden.
Tijden
De tijden verschillen, afhankelijk van soort en kwaliteit van de
levensmiddelen.
Wij raden u aan de eerste bak- en braadprocessen goed bij te
houden, want als u hetzelfde gerecht nog eens bereidt, bereikt u
onder gelijke omstandigheden soortgelijke resultaten.
Grill
De functiekiezer op stand en de temperatuurkiezer op de
hoogste temperatuur resp. 200°C zetten.
Aanbevolen voor: kleine hoeveelheden vlees of gevogelte.
Grilleren aan het spit
De functiekiezer op stand en de temperatuurkiezer op de
hoogste temperatuur zetten. Tijdens het grilleren functioneert tegelijk
het spit.
Waarschuwing
Zet het grillrooster altijd zo hoog mogelijk in de oven (maar niet te
dicht bij het verwarmingselement: vette levensmiddelen kunnen
brand veroorzaken) en zet de braadslede zo laag mogelijk in de
oven om het sap op te vangen. Mocht er brand in de braadslede
ontstaan, zet dan een deksel op de braadslede. GIET NOOIT
WATER OP HET VUUR.
Grilleren aan het spit (afb. 3 en 4)
Houder "A" in de openingen "B" aan de zijkant van de braadslede
aanbrengen (de houder met stang "C" wordt links van de braadslede
aangebracht). Het vlees op het spit schuiven en met de vorkjes
vastzetten; het spit in opening "E" van de linker houder schuiven
en de braadslede in de onderste inschuifrichels schuiven. Voordat
u de deur sluit controleren of de punt van het spit goed in opening
"E" zit en of stang "C" goed in opening "F" van de aandrijfas van
het spit zit. Daarvoor moet het spit bij het inzetten iets worden
gedraaid. De spitmotor inschakelen door de functiekiezer op
te zetten. De temperatuurkiezer op 200°C zetten.
Ook meegeleverd zijn 8 kleine spitjes "I" en 3 schijven "G" die op
stand "H" bevestigd kunnen worden (afb. 4).
Het spit 90° draaien om het uit oog "L" te nemen (afb. 4).
Afb. 3
A
B
C
E
F
A
G
H
I
L
Afb. 4
Turbogrill
De functiekiezer op stand en de temperatuurkiezer op de
hoogste temperatuur resp. 200°C zetten.
Gecombineerd gebruik van grill en ventilator. Door deze methode
kan de warmte geleidelijk in de levensmiddelen dringen, hoewel
het oppervlak direct met de grill in contact is.
Aanbevolen voor: dikke stukken vlees, gevogelte.
Adviezen voor grilleren
Bijna alle vleessoorten kunnen gegrilleerd worden, met uitzondering
van sommige magere wildsoorten en gehakt. Vlees en vis die
gegrilleerd moeten worden, met wat olie bestrijken en op het
grillrooster leggen. Het rooster vlak bij of ver van het grillelement
inschuiven, afhankelijk van de dikte van het vlees, om te voorkomen
dat het vlees aan de buitenkant snel gaar wordt en aan de binnenkant
rauw blijft. Eén of twee glazen water in de braadslede gieten, om
te voorkomen dat saus- en vetdruppels verbranden en rook vormen.
Tijden
De tijden verschillen, afhankelijk van soort en kwaliteit van de
levensmiddelen.
Wij raden u aan de eerste grillprocessen goed bij te houden, want
als u hetzelfde gerecht nog eens bereidt, bereikt u onder gelijke
omstandigheden soortgelijke resultaten.