Sony SA-VE100 de handleiding

Type
de handleiding
3-810-594-23 (1)
SA-W10/W10G/W10H
© 1996 by Sony Corporation
Active
Super Woofer
Bedienungsanleitung
Manual de instrucciones
Gebruiksaanwijzing
Bruksanvisning
Istruzioni per l'uso
Manual de Instruções
Betjeningsvejledning
Käyttöohjeet
Instrukcja obs‡ugi
æŒŁ  ŒæºŁŁ
¤ˇ¥˛»¡'œfi
E
D
NL
S
I
P
DK
FIN
PL
RF
C
2
NL
EN
D
E
NL
DK
S
I
P
FIN
PL
RF
C
INHOUDSOPGAVE
Voorbereidingen
Uitpakken 4
Installeren 4
Aansluiten 5
Basisbediening
Luisteren naar de geluidsweergave 8
Bijregelen van de geluidsweergave 9
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen 10
Verhelpen van storingen 11
Technische gegevens 11
Welkom!
Hartelijk dank voor uw aankoop van
deze Sony Active Super Woofer
ultralagetonen-luidspreker. Lees,
alvorens de luidspreker in gebruik te
nemen, de gebruiksaanwijzing
aandachtig door en bewaar deze voor
eventuele naslag.
3
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht,
om gevaar van brand of
een elektrische schok te
voorkomen.
4
NL
Voorbereidingen
Aansluiten
Overzicht
Voor het aansluiten op de versterker is deze ultralaag-
luidspreker voorzien van twee stel aansluitingen,
INPUT 1 en INPUT 2.
Als uw versterker beschikt over een van de volgende
typen uitgangsaansluitingen, kunt u deze via het
bijgeleverde audio-aansluitsnoer verbinden met de
INPUT 1 aansluitingen van de ultralaag-luidspreker.
MONO OUT uitgangsaansluiting
MIX OUT uitgangsaansluiting
SUB WOOFER uitgangsaansluiting(en)
SUPER WOOFER uitgangsaansluiting(en)
Is uw versterker niet voorzien van een dergelijk stel
uitgangsaansluitingen, verbind dan de gewone
luidspreker-aansluitingen van de versterker met de
INPUT 2 aansluitingen van de ultralaag-luidspreker.
Opmerking
Gebruik niet tegelijk de INPUT 1 en de INPUT 2
ingangsaansluitingen, altijd slechts één stel tegelijk.
Dubbele aansluitingen zullen storing in de werking
veroorzaken.
Alvorens met aansluiten te beginnen
Zorg dat zowel de versterker als de ultralaag-
luidspreker beide zijn uitgeschakeld, alvorens u de
aansluitingen maakt.
Gebruik voor het aansluiten de bijgeleverde
aansluitsnoeren. Zijn deze niet voldoende voor de
vereiste aansluitingen, dan kunt u zich in de audio-
handel extra aansluitsnoeren aanschaffen.
Sluit de snoeren stevig aan, met alle stekkers over de
volle lengte in de aansluitbussen, om het optreden
van brom en andere stoorgeluiden te voorkomen.
Sluit het netsnoer van de ultralaag-luidspreker aan
op een gewoon wandstopkontakt.
U kunt voor het aansluiten van de ultralaag-
luidspreker niet de CENTER aansluiting, bestemd
voor de Dolby Pro Logic funkties van de versterker
gebruiken. Bij bepaalde Dolby Pro Logic
akoestiekfunkties zullen er geen lage tonen worden
weergegeven.
SPEAKER
INPUT 2
INPUT 1
+–
R
+
L
+–
R
+
L
SPEAKERINPUT1
INPUT2
(Wordt vervolgd)
5
NL
Voorbereidingen
Uitpakken
Kontroleer of u het volgende bijgeleverd toebehoren in
de verpakking aantreft:
Audio-aansluitsnoer (1)
Luidsprekersnoeren (2)
Installeren
U kunt deze ultralagetonen-luidspreker opstellen waar
u wilt, want in het lage toonbereik waarvoor deze
ultralaag-luidspreker bestemd is (onder 150 Hz) is het
menselijk gehoor niet richtingsgevoelig, m.a.w. de
plaats van de bassen in het geluidsveld is niet
duidelijk. Bovendien is er ook geen sprake van een
stereo-effekt bij de lage tonen, zodat het gebruik van
een enkele luidspreker voor de bassen van het linker
en rechter kanaal volstaat.
Voor een optimale basweergave is de ondergrond
waarop u de ultralagetonen-luidspreker plaatst, echter
wel van belang; zorg voor een stevige, niet resonerende
opstelling.
Opmerkingen
Plaats deze ultralagetonen-luidspreker uitsluitend
vertikaal, en laat een speling van tenminste enkele
centimeters tussen het apparaat en de wand.
Plaats geen zware voorwerpen op de luidspreker en ga er
niet op zitten.
Bij opstelling van deze luidspreker midden in een kamer
kunnen de bassen erg verzwakt worden. Dit is te wijten
aan het optreden van een staande golf. Om dit verschijnsel
te vermijden, dient u het apparaat niet in het midden van
de kamer te zetten. Mocht dit echter toch gewenst zijn,
dan kunt u het optreden van een staande golf voorkomen
door het onderbreken van grote parallelle oppervlakken in
de kamer, bijvoorbeeld door plaatsing van een boekenkast
halverwege een wand e.d..
6
NL
Voorbereidingen
2 Sluit de ultralaag-luidspreker aan op de
versterker.
Verbind de INPUT 2 aansluitingen van de
ultralaag-luidspreker met de luidspreker-
aansluitingen (B) van de versterker met behulp
van luidsprekersnoeren (bijgeleverd).
Bij gebruik van twee stel luidsprekers (A + B) dient u
op de versterker altijd de stand “A + B” te kiezen.
Opmerking
Wanneer u alleen de (A) luidspreker-aansluitingen gebruikt
(voor alleen voorluidsprekers) of wanneer u de versterker
uitschakelt, dient u de geluidssterkte te verminderen of de
ultralaag-luidspreker uit te schakelen, anders kan er een
storende bromtoon klinken.
Aansluiten op een versterker met een
speciale aansluiting voor een ultralaag-
luidspreker
Als uw versterker van een speciale aansluiting voor
een ultralaag-luidspreker is voorzien (bijv. een MONO
OUT aansluiting, MIX OUT aansluiting, SUB WOOFER
aansluiting of SUPER WOOFER aansluiting), kunt u de
INPUT 1 aansluiting van de ultralaag-luidspreker met
de betreffende aansluiting verbinden.
Wat voor snoeren zijn er nodig?
Audio-aansluitsnoer (bijgeleverd) (1)
Aansluitingen
INPUT 2
+–
R
+
L
SPEAKER B
R+– L+–
Versterker
Verbind de INPUT 1 aansluiting van de ultralaag-
luidspreker met de speciale aansluiting op de
versterker met behulp van het bijgeleverde audio-
aansluitsnoer.
Opmerkingen
Als het uitgangsvermogen van de aangesloten versterker
niet voldoende is voor het aandrijven van alle luidsprekers
tegelijk, dan zullen de lage tonen niet krachtig genoeg
doorkomen. Dan kunt u beter de INPUT 2 aansluitingen van
deze ultralaag-luidspreker verbinden met de gewone
luidspreker-aansluitingen van de versterker.
Instellen van de spanningskiezer (Niet
aanwezig op modellen voor Europa, Noord-
Amerika en Maleisië)
Kontroleer of de spanningskiezer (VOLTAGE
SELECTOR) op het achterpaneel van de ultralaag-
luidspreker naar behoren staat ingesteld op het voltage
van het plaatselijk lichtnet. Zo niet, zet dan de
spanningskiezer met behulp van een schroevedraaier
e.d. in de juiste stand, alvorens u de stekker in het
stopkontakt steekt.
Aansluiten van het netsnoer
Steek de netsnoerstekker van de ultralaag-luidspreker
en die van de versterker in een gewoon
wandstopkontakt.
Deze ultralaag-
luidspreker
220 - 240 V 110 - 120 V
INPUT 1
MONO OUT
Versterker
Deze ultralaag-
luidspreker
Voorbereidingen
7
NL
2 Sluit de voorluidsprekers aan op de ultralaag-
luidspreker.
Sluit de gewone (voor)luidsprekers aan op de
luidspreker-uitgangsaansluitingen van deze
ultralaag-luidspreker.
Aansluiten op een versterker met twee stel
(A + B) luidspreker-aansluitingen
Als uw versterker van twee stel (A + B) luidspreker-
aansluitingen is voorzien, sluit u zowel de ultralaag-
luidspreker als de voorluidsprekers rechtstreeks op de
versterker aan.
Wat voor snoeren zijn er nodig?
Twee-aderige luidsprekersnoeren (bijgeleverd) (één snoer
per luidspreker-aansluiting)
Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het
luidsprekersnoer, en draai de draden ineen.
Aansluitingen
1 Sluit de voorluidsprekers aan op de versterker.
Sluit de gewone (voor)luidsprekers aan op de (A)
luidspreker-aansluitingen van uw versterker.
Aansluiten op een versterker met slechts
een enkel stel luidspreker-aansluitingen
Als uw versterker van een enkel stel luidspreker-
aansluitingen is voorzien, sluit u de ultralaag-
luidspreker op de versterker aan en dan de
voorluidsprekers op de ultralaag-luidspreker.
Wat voor snoeren zijn er nodig?
Twee-aderige luidsprekersnoeren (bijgeleverd) (één snoer
per luidspreker-aansluiting)
Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het
luidsprekersnoer, en draai de draden ineen.
Let op dat u de polen van de luidsprekersnoeren niet
verwisselt; sluit + (plus) op + aan en – (min) op –. Bij
verwisselde aansluitingen kan er vervorming optreden en
zal de basweergave niet naar behoren zijn.
De gemakkelijkste manier om de snoeren juist aan te sluiten,
is door de snoeraders met een streepje altijd voor de
positieve (+) pool te gebruiken en deze overal op de met (+)
gemerkte luidsprekerklemmen aan te sluiten.
Aansluitingen
1 Sluit de ultralaag-luidspreker aan op de
versterker.
Verbind de INPUT 2 ingangsaansluitingen van de
ultralaag-luidspreker via de luidsprekersnoeren
met de luidspreker-aansluitingen van de
versterker. Sluit dit apparaat zowel op het linker
als het rechter kanaal aan.
ç: Signaalstroom
}]
SPEAKER
+–
R
+
L
}]
Voorluidspreker (R)
Voorluidspreker (L)
Deze ultralaag-
luidspreker
SPEAKER A
R+– L+–
}]
}]
Versterker
Voorluidspreker (R)
Voorluidspreker (L)
INPUT 2
+–
R
+
L
SPEAKER
R+– L+–
Versterker
Deze ultralaag-
luidspreker
8
NL
Basisbediening
Basisbediening
Bijregelen van de geluidsweergave
Voor een optimale geluidsweergave dient het geluid van de ultralaag-
luidspreker te worden afgestemd op het geluid van de voorluidsprekers.
Door de bassen te versterken wordt een meer ruimtelijk en voller geluid
verkregen.
1
Geef een muziekstuk weer dat u goed kent.
Muziek met lage mannenzangstemmen is het meest geschikt voor het
maken van de afstellingen. Stel de geluidssterkte van de
voorluidsprekers in op een normaal luisternivo.
2
Stel de geluidssterkte van de ultralaag-luidspreker in.
Draai aan de LEVEL regelaar totdat u de lage tonen iets luider hoort
dan voorheen. Draai de regelaar rechtsom voor meer lage tonen en
linksom voor minder lage tonen.
3
Stel de filterfrekwentie in.
Stel de CUT OFF FREQ regelaar in overeenkomstig het
weergavebereik van uw voorluidsprekers.
Volg de onderstaande richtlijnen.
Gangbare uiterst klein-formaat luidsprekers 1
Gangbare klein-formaat luidsprekers 2
Gangbare gemiddeld-formaat luidsprekers 3
Gangbare groot-formaat luidsprekers 4
4
Kies de fase-instelling.
Stel de fase in met de PHASE toets. Bij indrukken van de PHASE
toets wordt de fase omgekeerd. De lagetonen-weergave kan wel eens
beter klinken met omgekeerde fase, afhankelijk van het soort
voorluidsprekers, de opstelling van de ultralaag-luidspreker en de
instelling van de filterfrekwentie. Ook is het mogelijk dat de
ruimtelijkheid van het geluid en de akoestiek erdoor veranderen.
Door vanaf uw luisterplaats beide standen uit te proberen, kunt u de
beste instelling voor weergave bepalen.
5
Herhaal de stappen 2 t/m 4 totdat de optimale instellingen zijn
verkregen.
Nadat u de gewenste instellingen op de ultralaag-luidspreker heeft
gemaakt, gebruikt u de VOLUME regelaar op de versterker om de
geluidssterkte voor de ultralaag-luidspreker en de andere
luidsprekers gelijktijdig in te stellen. Bij het veranderen van de
geluidssterkte op de versterker hoeven de instellingen gemaakt op de
ultralaag-luidspreker niet te worden bijgesteld.
LEVEL
CUT OFF FREQ PHASE
S
MIN MAX 50Hz 200Hz
ø NORMAL
ø REVERSE
POWER
LEVEL CUT OFF FREQ
PHASE
50Hz 200Hz
1
2
3
4
Opmerking
Als het geluid vervormd gaat
klinken wanneer u op uw
versterker de lage tonen extra
versterking geeft (via de DBFB of
GROOVE funktie of de grafiek-
toonregeling), schakel de extra
basversterking dan uit en regel het
geluid zo af dat het optimaal
klinkt.
9
NL
Basisbediening
Luisteren naar de geluidsweergave
1
Schakel de versterker in en kies de geluidsbron.
2
Druk op de POWER schakelaar.
De ultralaag-luidspreker wordt ingeschakeld en het POWER
spanningslampje licht groen op.
3
Start de weergave van de geluidsbron.
Stel de geluidssterkte zodanig in dat het geluid van de
voorluidsprekers niet vervormd klinkt.
Als het geluid van de voorluidsprekers vervormd klinkt, zal het
geluid van de ultralaag-luidspreker ook vervormd zijn.
Uitschakelen van de ultralaag-luidspreker
Druk de POWER schakelaar in de uit-stand.
Als er bij het uitschakelen van de lagetonen-luidspreker een lawaaiige
schakelklik klinkt, kunt u beter de geluidssterkte wat lager instellen of de
versterker uit zetten voor u de lagetonen-luidspreker uitschakelt.
Opmerking
Tracht niet deze luidspreker te
testen met behulp van extreme
geluidssignalen van een in de
handel verkrijgbare test-CD of
speciale geluidsopnamen (zoals
van elektronische instrumenten
e.d.). Stel de luidspreker niet bloot
aan sinusgolf-signalen tussen 20
Hz en 50 Hz, stel de toonregelaars
(BASS, TREBLE e.d.) van de
versterker niet te hoog in, zet de
grafiek-toonregeling niet in een
extreme stand en pas op voor
plotselinge harde geluiden zoals
de dreun van een analoge
platenspeler.
Bij dergelijke extreme belastingen
is het gevaar van schade aan de
luidspreker niet denkbeeldig.
Bij luide weergave van muziek met
erg veel extreem lage tonen kan er
vervorming optreden of
bijgeluiden hoorbaar zijn. Als dit
zich voordoet, dient u het
geluidsnivo te verminderen.
S
MIN MAX 50Hz 200Hz
ø NORMAL
ø REVERSE
POWER
LEVEL CUT OFF FREQ
PHASE
2
10
NL
Aanvullende informatie
Verhelpen van storingen
Mocht zich bij het gebruik van de ultralaag-luidspreker
een probleem voordoen, neemt u dan even deze lijst
met kontrolepunten door. Is de storing aan de hand
hiervan niet te verhelpen, raadpleeg dan a.u.b. uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
De luidspreker geeft geen geluid.
/ Kontroleer of deze ultralaag-luidspreker en de
andere geluidsapparatuur geheel naar behoren
is aangesloten, met alle stekkers stevig in de
aansluitbussen.
/ Draai de LEVEL regelaar naar rechts om de
geluidssterkte te verhogen.
Het geluid valt plotseling weg.
/ Wellicht is er kortsluiting in de
luidsprekersnoeren. Kontroleer de
aansluitingen van de snoeren.
Het geluid klinkt vervormd.
/ Dit kan te wijten zijn aan het ingangssignaal
(een zwak doorkomende radiozender e.d.)
/ De geluidssterkte van de geluidsbron of de
versterker staat te hoog ingesteld.
Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden.
/ Zorg dat de aarddraad van de platenspeler op
een goed aardingspunt wordt aangesloten.
/ Er is ergens een los kontakt, tussen de stekkers
van de aansluitsnoeren en de stekkerbussen.
Steek de stekkers stevig over de volle lengte in
de aansluitbussen.
/ De stereo-installatie pikt storing op van een te
dichtbij staand TV-toestel. Zet de
geluidsapparatuur en de TV verder uit elkaar,
of schakel de TV uit.
Technische gegevens
Systeem
Type luidspreker Ultralagetonen-luidspreker met ingebouwde
versterker (“Active Super Woofer”,
magnetisch afgeschermd ontwerp)
Luidspreker-eenheid
16 cm konus-type lagetonen-luidspreker
Maximaal bruikbaar uitgangsvermogen
V.S. en Canada 23 watt
Europa en Maleisië 28 watt (8 ohm, DIN)
50 watt
(muziekvermogen)
Overige landen 35 watt
Frekwentiebereik weergave
28 Hz tot 200 Hz
Instelbare grensfrekwentie
50 Hz tot 200 Hz
Faseschakelaar NORMAL, REVERSE (omgekeerd)
Ingangen
Ingangsaansluitingen
INPUT 1: tulpstekkerbussen
INPUT 2: luidspreker-aansluitklemmen
Algemeen
Stroomvoorziening
Stroomverbruik 30 watt
Afmetingen Ca. 205 x 415 x 365 mm (b/h/d)
Gewicht Ca. 8 kg
Bijgeleverd toebehoren
Audio-aansluitsnoer
(1 tulpstekker - 1 tulpstekker) (1)
Luidsprekersnoeren (2)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.
Land van aankoop
V.S. en Canada
Europa
Maleisië
Overige landen
120 V wisselstroom, 60 Hz
220 - 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
220 - 230 V wisselstroom,
50/60 Hz
110 - 120/220 - 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz
110 - 120/220 - 240 V
wisselstroom, 50/60 Hz
StroomvoorzieningModellen
Alle modellen
Alle modellen
SA-W10
Andere
modellen
Alle modellen
11
NL
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Kontroleer, alvorens de ultralaag-luidspreker op het
stopkontakt aan te sluiten, of de bedrijfsspanning van uw
ultralaag-luidspreker overeenkomt met de plaatselijke
netspanning.
Verbreek de aansluiting van het netsnoer op het
stopkontakt wanneer u denkt de ultralaag-luidspreker
geruime tijd niet te gebruiken. Trek voor het verbreken
van de aansluiting op het stopkontakt altijd aan de stekker
en nooit aan het snoer zelf.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van
de ultralaag-luidspreker terechtkomen, verbreek dan de
aansluiting op het stopkontakt en laat de ultralaag-
luidspreker eerst door een deskundige nakijken alvorens
het apparaat weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer te vervangen, laat dit
dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten.
Bij in- en uitschakelen van de versterker of andere
apparatuur
Draai eerst de volumeregelaar van de versterker terug naar
de minimumstand.
Voorkomen van beschadiging aan de ultralaag-
luidspreker
Let op dat u de volumeregelaar van de versterker niet te
hoog instelt, om beschadiging door pieken in het
ingangsvermogen te voorkomen.
Tracht in geen geval de ombouw van de luidspreker te
openen of wijzigingen in de luidspreker of het
scheidingsfilter-netwerk aan te brengen.
Het luidsprekerfront kan niet worden verwijderd. Probeer
het front nooit met geweld te verwijderen.
Als een dichtbij staande TV storing in de kleurweergave
vertoont
Dankzij de magnetische afscherming van dit
luidsprekersysteem kunnen de luidsprekers in de buurt van
een TV-toestel worden opgesteld.
Toch kan zich in bepaalde gevallen ongelijkmatige
kleurweergave voordoen, afhankelijk van het type kleuren-
TV waarover u beschikt.
Wanneer zich storing in de kleurweergave voordoet...
nSchakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 à 30
minuten weer in.
Als de kleuren weer verstoord worden...
nZet dan de luidsprekers en het TV-toestel wat verder
uit elkaar.
Als er een loeiende toon gaat “rondzingen”
Zet de luidspreker verder bij de versterker uit de buurt of
verminder de geluidssterkte op de versterker.
Betreffende de opstelling
Plaats deze ultralagetonen-luidspreker niet te dicht bij een
warmtebron, zoals een kachel of verwarmingsradiator. Zet
de ultralaag-luidspreker ook niet in de volle zon, op een
stoffige plaats of ergens waar het blootstaat aan
mechanische trillingen of schokken.
Een goede ventilatie is van essentieel belang om
oververhitting van vitale onderdelen te voorkomen. Kies
een plaats waar een ongehinderde doorstroming van lucht
mogelijk is. Zet de luidspreker dus niet op een zacht
kleedje of tegen gordijnen of een wand aan, waardoor de
ventilatie-openingen aan de achterzijde geblokkeerd
kunnen worden.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant van het apparaat schoon met een zachte
doek, licht bevochtigd met water en zonodig wat
afwasmiddel. Gebruik nooit een schuursponsje of
schuurmiddel, noch een oplosmiddel zoals alkohol of
wasbenzine, aangezien dergelijke middelen de afwerking
van het apparaat kunnen aantasten.
Mocht u na het lezen nog vragen of problemen met
betrekking tot het apparaat hebben, aarzel dan niet
kontakt op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.

Documenttranscriptie

3-810-594-23 (1) Active Super Woofer Bedienungsanleitung D Manual de instrucciones E Gebruiksaanwijzing NL Bruksanvisning S Istruzioni per l'uso I Manual de Instruções P Betjeningsvejledning DK Käyttöohjeet FIN Instrukcja obs‡ugi PL æŒŁ ŒæºŁŁ ¤ˇ¥˛»¡'œfi SA-W10/W10G/W10H © 1996 by Sony Corporation RF C Welkom! Hartelijk dank voor uw aankoop van deze Sony Active Super Woofer ultralagetonen-luidspreker. Lees, alvorens de luidspreker in gebruik te nemen, de gebruiksaanwijzing aandachtig door en bewaar deze voor eventuele naslag. INHOUDSOPGAVE Voorbereidingen Uitpakken 4 Installeren 4 Aansluiten 5 Basisbediening Luisteren naar de geluidsweergave 8 Bijregelen van de geluidsweergave 9 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen 10 Verhelpen van storingen 11 Technische gegevens 11 D EN E NL S I P FIN DK PL RF C 2NL WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen. 3NL Voorbereidingen Alvorens met aansluiten te beginnen Aansluiten Overzicht Voor het aansluiten op de versterker is deze ultralaagluidspreker voorzien van twee stel aansluitingen, INPUT 1 en INPUT 2. • Als uw versterker beschikt over een van de volgende typen uitgangsaansluitingen, kunt u deze via het bijgeleverde audio-aansluitsnoer verbinden met de INPUT 1 aansluitingen van de ultralaag-luidspreker. — — — — MONO OUT uitgangsaansluiting MIX OUT uitgangsaansluiting SUB WOOFER uitgangsaansluiting(en) SUPER WOOFER uitgangsaansluiting(en) • Is uw versterker niet voorzien van een dergelijk stel uitgangsaansluitingen, verbind dan de gewone luidspreker-aansluitingen van de versterker met de INPUT 2 aansluitingen van de ultralaag-luidspreker. • Zorg dat zowel de versterker als de ultralaagluidspreker beide zijn uitgeschakeld, alvorens u de aansluitingen maakt. • Gebruik voor het aansluiten de bijgeleverde aansluitsnoeren. Zijn deze niet voldoende voor de vereiste aansluitingen, dan kunt u zich in de audiohandel extra aansluitsnoeren aanschaffen. • Sluit de snoeren stevig aan, met alle stekkers over de volle lengte in de aansluitbussen, om het optreden van brom en andere stoorgeluiden te voorkomen. • Sluit het netsnoer van de ultralaag-luidspreker aan op een gewoon wandstopkontakt. • U kunt voor het aansluiten van de ultralaagluidspreker niet de CENTER aansluiting, bestemd voor de Dolby Pro Logic funkties van de versterker gebruiken. Bij bepaalde Dolby Pro Logic akoestiekfunkties zullen er geen lage tonen worden weergegeven. (Wordt vervolgd) Opmerking Gebruik niet tegelijk de INPUT 1 en de INPUT 2 ingangsaansluitingen, altijd slechts één stel tegelijk. Dubbele aansluitingen zullen storing in de werking veroorzaken. INPUT1 SPEAKER SPEAKER + R – – L + + R – – L + INPUT 1 INPUT 2 INPUT2 4NL Voorbereidingen Uitpakken Installeren Kontroleer of u het volgende bijgeleverd toebehoren in de verpakking aantreft: • Audio-aansluitsnoer (1) • Luidsprekersnoeren (2) U kunt deze ultralagetonen-luidspreker opstellen waar u wilt, want in het lage toonbereik waarvoor deze ultralaag-luidspreker bestemd is (onder 150 Hz) is het menselijk gehoor niet richtingsgevoelig, m.a.w. de plaats van de bassen in het geluidsveld is niet duidelijk. Bovendien is er ook geen sprake van een stereo-effekt bij de lage tonen, zodat het gebruik van een enkele luidspreker voor de bassen van het linker en rechter kanaal volstaat. Voor een optimale basweergave is de ondergrond waarop u de ultralagetonen-luidspreker plaatst, echter wel van belang; zorg voor een stevige, niet resonerende opstelling. Opmerkingen • Plaats deze ultralagetonen-luidspreker uitsluitend vertikaal, en laat een speling van tenminste enkele centimeters tussen het apparaat en de wand. • Plaats geen zware voorwerpen op de luidspreker en ga er niet op zitten. • Bij opstelling van deze luidspreker midden in een kamer kunnen de bassen erg verzwakt worden. Dit is te wijten aan het optreden van een staande golf. Om dit verschijnsel te vermijden, dient u het apparaat niet in het midden van de kamer te zetten. Mocht dit echter toch gewenst zijn, dan kunt u het optreden van een staande golf voorkomen door het onderbreken van grote parallelle oppervlakken in de kamer, bijvoorbeeld door plaatsing van een boekenkast halverwege een wand e.d.. 5NL Voorbereidingen 2 Sluit de ultralaag-luidspreker aan op de versterker. Verbind de INPUT 2 aansluitingen van de ultralaag-luidspreker met de luidsprekeraansluitingen (B) van de versterker met behulp van luidsprekersnoeren (bijgeleverd). Opmerkingen Als het uitgangsvermogen van de aangesloten versterker niet voldoende is voor het aandrijven van alle luidsprekers tegelijk, dan zullen de lage tonen niet krachtig genoeg doorkomen. Dan kunt u beter de INPUT 2 aansluitingen van deze ultralaag-luidspreker verbinden met de gewone luidspreker-aansluitingen van de versterker. Versterker SPEAKER B + R – + L – Deze ultralaagluidspreker + R – – L + INPUT 2 Bij gebruik van twee stel luidsprekers (A + B) dient u op de versterker altijd de stand “A + B” te kiezen. Instellen van de spanningskiezer (Niet aanwezig op modellen voor Europa, NoordAmerika en Maleisië) Kontroleer of de spanningskiezer (VOLTAGE SELECTOR) op het achterpaneel van de ultralaagluidspreker naar behoren staat ingesteld op het voltage van het plaatselijk lichtnet. Zo niet, zet dan de spanningskiezer met behulp van een schroevedraaier e.d. in de juiste stand, alvorens u de stekker in het stopkontakt steekt. 220 - 240 V 110 - 120 V Opmerking Wanneer u alleen de (A) luidspreker-aansluitingen gebruikt (voor alleen voorluidsprekers) of wanneer u de versterker uitschakelt, dient u de geluidssterkte te verminderen of de ultralaag-luidspreker uit te schakelen, anders kan er een storende bromtoon klinken. Aansluiten van het netsnoer Steek de netsnoerstekker van de ultralaag-luidspreker en die van de versterker in een gewoon wandstopkontakt. Aansluiten op een versterker met een speciale aansluiting voor een ultralaagluidspreker Als uw versterker van een speciale aansluiting voor een ultralaag-luidspreker is voorzien (bijv. een MONO OUT aansluiting, MIX OUT aansluiting, SUB WOOFER aansluiting of SUPER WOOFER aansluiting), kunt u de INPUT 1 aansluiting van de ultralaag-luidspreker met de betreffende aansluiting verbinden. Wat voor snoeren zijn er nodig? Audio-aansluitsnoer (bijgeleverd) (1) Aansluitingen Verbind de INPUT 1 aansluiting van de ultralaagluidspreker met de speciale aansluiting op de versterker met behulp van het bijgeleverde audioaansluitsnoer. Versterker Deze ultralaagluidspreker MONO OUT INPUT 1 6NL Voorbereidingen Aansluiten op een versterker met slechts een enkel stel luidspreker-aansluitingen Als uw versterker van een enkel stel luidsprekeraansluitingen is voorzien, sluit u de ultralaagluidspreker op de versterker aan en dan de voorluidsprekers op de ultralaag-luidspreker. 2 Sluit de voorluidsprekers aan op de ultralaagluidspreker. Sluit de gewone (voor)luidsprekers aan op de luidspreker-uitgangsaansluitingen van deze ultralaag-luidspreker. Deze ultralaagluidspreker Wat voor snoeren zijn er nodig? SPEAKER Twee-aderige luidsprekersnoeren (bijgeleverd) (één snoer per luidspreker-aansluiting) + R – – L + Voorluidspreker (L) Voorluidspreker (R) Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het luidsprekersnoer, en draai de draden ineen. Let op dat u de polen van de luidsprekersnoeren niet verwisselt; sluit + (plus) op + aan en – (min) op –. Bij verwisselde aansluitingen kan er vervorming optreden en zal de basweergave niet naar behoren zijn. De gemakkelijkste manier om de snoeren juist aan te sluiten, is door de snoeraders met een streepje altijd voor de positieve (+) pool te gebruiken en deze overal op de met (+) gemerkte luidsprekerklemmen aan te sluiten. Aansluitingen 1 Sluit de ultralaag-luidspreker aan op de versterker. Verbind de INPUT 2 ingangsaansluitingen van de ultralaag-luidspreker via de luidsprekersnoeren met de luidspreker-aansluitingen van de versterker. Sluit dit apparaat zowel op het linker als het rechter kanaal aan. ç: Signaalstroom } ] } ] Aansluiten op een versterker met twee stel (A + B) luidspreker-aansluitingen Als uw versterker van twee stel (A + B) luidsprekeraansluitingen is voorzien, sluit u zowel de ultralaagluidspreker als de voorluidsprekers rechtstreeks op de versterker aan. Wat voor snoeren zijn er nodig? Twee-aderige luidsprekersnoeren (bijgeleverd) (één snoer per luidspreker-aansluiting) Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het luidsprekersnoer, en draai de draden ineen. Versterker SPEAKER + R – + Deze ultralaagluidspreker L – Aansluitingen 1 Sluit de voorluidsprekers aan op de versterker. Sluit de gewone (voor)luidsprekers aan op de (A) luidspreker-aansluitingen van uw versterker. Versterker SPEAKER A + R – + L – + R – – L + INPUT 2 Voorluidspreker (R) } 7NL ] Voorluidspreker (L) } ] Basisbediening Bijregelen van de geluidsweergave Voor een optimale geluidsweergave dient het geluid van de ultralaagluidspreker te worden afgestemd op het geluid van de voorluidsprekers. Door de bassen te versterken wordt een meer ruimtelijk en voller geluid verkregen. LEVEL CUT OFF FREQ PHASE S LEVEL POWER MIN MAX 50Hz 200Hz PHASE ø NORMAL ø REVERSE 1 Geef een muziekstuk weer dat u goed kent. 2 Stel de geluidssterkte van de ultralaag-luidspreker in. 3 Stel de filterfrekwentie in. Muziek met lage mannenzangstemmen is het meest geschikt voor het maken van de afstellingen. Stel de geluidssterkte van de voorluidsprekers in op een normaal luisternivo. Draai aan de LEVEL regelaar totdat u de lage tonen iets luider hoort dan voorheen. Draai de regelaar rechtsom voor meer lage tonen en linksom voor minder lage tonen. Basisbediening Opmerking Als het geluid vervormd gaat klinken wanneer u op uw versterker de lage tonen extra versterking geeft (via de DBFB of GROOVE funktie of de grafiektoonregeling), schakel de extra basversterking dan uit en regel het geluid zo af dat het optimaal klinkt. CUT OFF FREQ Stel de CUT OFF FREQ regelaar in overeenkomstig het weergavebereik van uw voorluidsprekers. Volg de onderstaande richtlijnen. Gangbare uiterst klein-formaat luidsprekers 1 Gangbare klein-formaat luidsprekers 2 Gangbare gemiddeld-formaat luidsprekers 3 Gangbare groot-formaat luidsprekers 4 2 3 1 4 50Hz 200Hz 4 Kies de fase-instelling. 5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 totdat de optimale instellingen zijn Stel de fase in met de PHASE toets. Bij indrukken van de PHASE toets wordt de fase omgekeerd. De lagetonen-weergave kan wel eens beter klinken met omgekeerde fase, afhankelijk van het soort voorluidsprekers, de opstelling van de ultralaag-luidspreker en de instelling van de filterfrekwentie. Ook is het mogelijk dat de ruimtelijkheid van het geluid en de akoestiek erdoor veranderen. Door vanaf uw luisterplaats beide standen uit te proberen, kunt u de beste instelling voor weergave bepalen. verkregen. Nadat u de gewenste instellingen op de ultralaag-luidspreker heeft gemaakt, gebruikt u de VOLUME regelaar op de versterker om de geluidssterkte voor de ultralaag-luidspreker en de andere luidsprekers gelijktijdig in te stellen. Bij het veranderen van de geluidssterkte op de versterker hoeven de instellingen gemaakt op de ultralaag-luidspreker niet te worden bijgesteld. 8NL Basisbediening Luisteren naar de geluidsweergave 2 S LEVEL POWER MIN Opmerking 9NL Tracht niet deze luidspreker te testen met behulp van extreme geluidssignalen van een in de handel verkrijgbare test-CD of speciale geluidsopnamen (zoals van elektronische instrumenten e.d.). Stel de luidspreker niet bloot aan sinusgolf-signalen tussen 20 Hz en 50 Hz, stel de toonregelaars (BASS, TREBLE e.d.) van de versterker niet te hoog in, zet de grafiek-toonregeling niet in een extreme stand en pas op voor plotselinge harde geluiden zoals de dreun van een analoge platenspeler. Bij dergelijke extreme belastingen is het gevaar van schade aan de luidspreker niet denkbeeldig. Bij luide weergave van muziek met erg veel extreem lage tonen kan er vervorming optreden of bijgeluiden hoorbaar zijn. Als dit zich voordoet, dient u het geluidsnivo te verminderen. CUT OFF FREQ MAX 50Hz 200Hz PHASE ø NORMAL ø REVERSE 1 2 Schakel de versterker in en kies de geluidsbron. 3 Start de weergave van de geluidsbron. Druk op de POWER schakelaar. De ultralaag-luidspreker wordt ingeschakeld en het POWER spanningslampje licht groen op. Stel de geluidssterkte zodanig in dat het geluid van de voorluidsprekers niet vervormd klinkt. Als het geluid van de voorluidsprekers vervormd klinkt, zal het geluid van de ultralaag-luidspreker ook vervormd zijn. Uitschakelen van de ultralaag-luidspreker Druk de POWER schakelaar in de uit-stand. Als er bij het uitschakelen van de lagetonen-luidspreker een lawaaiige schakelklik klinkt, kunt u beter de geluidssterkte wat lager instellen of de versterker uit zetten voor u de lagetonen-luidspreker uitschakelt. Aanvullende informatie Verhelpen van storingen Technische gegevens Mocht zich bij het gebruik van de ultralaag-luidspreker een probleem voordoen, neemt u dan even deze lijst met kontrolepunten door. Is de storing aan de hand hiervan niet te verhelpen, raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Systeem Type luidspreker Ultralagetonen-luidspreker met ingebouwde versterker (“Active Super Woofer”, magnetisch afgeschermd ontwerp) Luidspreker-eenheid 16 cm konus-type lagetonen-luidspreker De luidspreker geeft geen geluid. / Kontroleer of deze ultralaag-luidspreker en de andere geluidsapparatuur geheel naar behoren is aangesloten, met alle stekkers stevig in de aansluitbussen. / Draai de LEVEL regelaar naar rechts om de geluidssterkte te verhogen. Het geluid valt plotseling weg. / Wellicht is er kortsluiting in de luidsprekersnoeren. Kontroleer de aansluitingen van de snoeren. Maximaal bruikbaar uitgangsvermogen V.S. en Canada Europa en Maleisië Overige landen 23 watt 28 watt (8 ohm, DIN) 50 watt (muziekvermogen) 35 watt Frekwentiebereik weergave 28 Hz tot 200 Hz Instelbare grensfrekwentie 50 Hz tot 200 Hz Faseschakelaar NORMAL, REVERSE (omgekeerd) Het geluid klinkt vervormd. / Dit kan te wijten zijn aan het ingangssignaal (een zwak doorkomende radiozender e.d.) / De geluidssterkte van de geluidsbron of de versterker staat te hoog ingesteld. Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden. / Zorg dat de aarddraad van de platenspeler op een goed aardingspunt wordt aangesloten. / Er is ergens een los kontakt, tussen de stekkers van de aansluitsnoeren en de stekkerbussen. Steek de stekkers stevig over de volle lengte in de aansluitbussen. / De stereo-installatie pikt storing op van een te dichtbij staand TV-toestel. Zet de geluidsapparatuur en de TV verder uit elkaar, of schakel de TV uit. Ingangen Ingangsaansluitingen INPUT 1: tulpstekkerbussen INPUT 2: luidspreker-aansluitklemmen Algemeen Stroomvoorziening Land van aankoop Modellen Stroomvoorziening V.S. en Canada Alle modellen 120 V wisselstroom, 60 Hz Europa Alle modellen 220 - 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Maleisië SA-W10 220 - 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Andere modellen 110 - 120/220 - 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Overige landen Alle modellen 110 - 120/220 - 240 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 30 watt Afmetingen Ca. 205 x 415 x 365 mm (b/h/d) Gewicht Ca. 8 kg Bijgeleverd toebehoren Audio-aansluitsnoer (1 tulpstekker - 1 tulpstekker) (1) Luidsprekersnoeren (2) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 10NL Aanvullende informatie Betreffende de opstelling Voorzorgsmaatregelen Veiligheid • Kontroleer, alvorens de ultralaag-luidspreker op het stopkontakt aan te sluiten, of de bedrijfsspanning van uw ultralaag-luidspreker overeenkomt met de plaatselijke netspanning. • Verbreek de aansluiting van het netsnoer op het stopkontakt wanneer u denkt de ultralaag-luidspreker geruime tijd niet te gebruiken. Trek voor het verbreken van de aansluiting op het stopkontakt altijd aan de stekker en nooit aan het snoer zelf. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van de ultralaag-luidspreker terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopkontakt en laat de ultralaagluidspreker eerst door een deskundige nakijken alvorens het apparaat weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Bij in- en uitschakelen van de versterker of andere apparatuur Draai eerst de volumeregelaar van de versterker terug naar de minimumstand. Voorkomen van beschadiging aan de ultralaagluidspreker • Let op dat u de volumeregelaar van de versterker niet te hoog instelt, om beschadiging door pieken in het ingangsvermogen te voorkomen. • Tracht in geen geval de ombouw van de luidspreker te openen of wijzigingen in de luidspreker of het scheidingsfilter-netwerk aan te brengen. • Het luidsprekerfront kan niet worden verwijderd. Probeer het front nooit met geweld te verwijderen. Als een dichtbij staande TV storing in de kleurweergave vertoont Dankzij de magnetische afscherming van dit luidsprekersysteem kunnen de luidsprekers in de buurt van een TV-toestel worden opgesteld. Toch kan zich in bepaalde gevallen ongelijkmatige kleurweergave voordoen, afhankelijk van het type kleurenTV waarover u beschikt. Wanneer zich storing in de kleurweergave voordoet... nSchakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 à 30 minuten weer in. Als de kleuren weer verstoord worden... nZet dan de luidsprekers en het TV-toestel wat verder uit elkaar. Als er een loeiende toon gaat “rondzingen” Zet de luidspreker verder bij de versterker uit de buurt of verminder de geluidssterkte op de versterker. 11NL • Plaats deze ultralagetonen-luidspreker niet te dicht bij een warmtebron, zoals een kachel of verwarmingsradiator. Zet de ultralaag-luidspreker ook niet in de volle zon, op een stoffige plaats of ergens waar het blootstaat aan mechanische trillingen of schokken. • Een goede ventilatie is van essentieel belang om oververhitting van vitale onderdelen te voorkomen. Kies een plaats waar een ongehinderde doorstroming van lucht mogelijk is. Zet de luidspreker dus niet op een zacht kleedje of tegen gordijnen of een wand aan, waardoor de ventilatie-openingen aan de achterzijde geblokkeerd kunnen worden. Reinigen van de behuizing Maak de buitenkant van het apparaat schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met water en zonodig wat afwasmiddel. Gebruik nooit een schuursponsje of schuurmiddel, noch een oplosmiddel zoals alkohol of wasbenzine, aangezien dergelijke middelen de afwerking van het apparaat kunnen aantasten. Mocht u na het lezen nog vragen of problemen met betrekking tot het apparaat hebben, aarzel dan niet kontakt op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81

Sony SA-VE100 de handleiding

Type
de handleiding