Sony SA-WM40 de handleiding

Categorie
Subwoofers
Type
de handleiding
2
NL
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet
bloot aan regen of vocht,
om gevaar van brand of
een elektrische schok te
voorkomen.
Installeer het apparaat niet in een
krappe, omsloten ruimte zoals een
boekenkast of een inbouwkast.
3
NL
NL
INHOUDSOPGAVE
Voorbereidingen
Uitpakken 4
Installeren 4
Aansluiten 5
Basisbediening
Luisteren naar de geluidsweergave 8
Bijregelen van de geluidsweergave 9
Aanvullende informatie
Voorzorgsmaatregelen 10
Verhelpen van storingen 11
Technische gegevens 11
Welkom!
Dank u voor uw aankoop van deze
Sony Active Subwoofer. Lees, alvorens
de luidspreker in gebruik te nemen, de
gebruiksaanwijzing aandachtig door en
bewaar deze voor eventuele naslag.
Voorbereidingen
4
NL
Uitpakken
Kontroleer of u het volgende bijgeleverd toebehoren in
de verpakking aantreft:
Audio-aansluitsnoer (1)
Luidsprekersnoeren (2)
Voorbereidingen
Installeren
Aangezien het menselijk gehoor niet in staat is
nauwkeurig de richting en plaats te bepalen waar de
basgeluiden van de lagetonenluidspreker (beneden 170
Hz) vandaan komen, kunt u de lagetonenluidspreker
zonder bezwaar neerzetten waar u wilt. Voor de beste
basweergave is het aanbevolen de luidspreker op een
zo stevig mogelijke ondergrond te zetten, om externe
resonantie te vermijden.
Voor een solide basweergave kunt u volstaan met een
enkele lagetonenluidspreker. Door echter twee van
deze luidsprekers aan te sluiten, verkrijgt u het fraaiste,
best geïntegreerde basgeluid.
Opmerkingen
Plaats deze ultralagetonen-luidspreker uitsluitend
vertikaal, en laat een speling van tenminste enkele
centimeters tussen het apparaat en de wand.
Plaats geen zware voorwerpen op de luidspreker en ga er
niet op zitten.
Bij opstelling van deze luidspreker midden in een kamer
kunnen de bassen erg verzwakt worden. Dit is te wijten
aan het optreden van een staande golf. Om dit verschijnsel
te vermijden, dient u het apparaat niet in het midden van
de kamer te zetten. Mocht dit echter toch gewenst zijn,
dan kunt u het optreden van een staande golf voorkomen
door het onderbreken van grote parallelle oppervlakken in
de kamer, bijvoorbeeld door plaatsing van een boekenkast
halverwege een wand e.d.
Voorbereidingen
5
NL
IN OUT
IN OUT
OFF
AUTO
LINE
L
SPEAKER
POWER SAVE
L
R R
LINE IN
SPEAKER IN
Aansluiten
Overzicht
Voor het aansluiten op de versterker is deze ultralaag-
luidspreker voorzien van twee stel aansluitingen, LINE
IN en SPEAKER IN.
Als uw versterker is voorzien van één van de
volgende soorten aansluitingen, verbind dan LINE
IN en de aansluiting van de versterker met behulp
van de meegeleverde audioverbindingskabel.
MONO OUT uitgangsaansluiting
MIX OUT uitgangsaansluiting
SUBWOOFER uitgangsaansluiting(en)
SUPER WOOFER uitgangsaansluiting(en)
Is uw versterker niet voorzien van een dergelijk stel
uitgangsaansluitingen, verbind dan de gewone
luidspreker-aansluitingen van de versterker met de
SPEAKER IN aansluitingen van de ultralaag-
luidspreker.
Alvorens met aansluiten te beginnen
Zorg dat zowel de versterker als de ultralaag-
luidspreker beide zijn uitgeschakeld, alvorens u de
aansluitingen maakt.
Gebruik voor het aansluiten de bijgeleverde
aansluitsnoeren. Zijn deze niet voldoende voor de
vereiste aansluitingen, dan kunt u zich in de audio-
handel extra aansluitsnoeren aanschaffen.
Sluit de snoeren stevig aan, met alle stekkers over de
volle lengte in de aansluitbussen, om het optreden
van brom en andere stoorgeluiden te voorkomen.
Sluit het netsnoer van de ultralaag-luidspreker aan
op een gewoon wandstopkontakt.
U kunt voor het aansluiten van de ultralaag-
luidspreker niet de CENTER aansluiting, bestemd
voor de Dolby Pro Logic funkties van de versterker
gebruiken. Bij bepaalde Dolby Pro Logic
akoestiekfunkties zullen er geen lage tonen worden
weergegeven.
(Wordt vervolgd)
Voorbereidingen
6
NL
SPEAKER A
IN OUT
L
SPEAKER
L
R R
IN OUT
L
SPEAKER
L
R R
SPEAKER
Aansluiten op een versterker met slechts
een enkel stel luidspreker-aansluitingen
Als uw versterker van een enkel stel luidspreker-
aansluitingen is voorzien, sluit u de ultralaag-
luidspreker op de versterker aan en dan de
voorluidsprekers op de ultralaag-luidspreker.
Wat voor snoeren zijn er nodig?
Twee-aderige luidsprekersnoeren (bijgeleverd) (één snoer
per luidspreker-aansluiting)
Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het
luidsprekersnoer, en draai de draden ineen.
Let op dat u de polen van de luidsprekersnoeren niet
verwisselt; sluit + (plus) op + aan en (min) op . Bij
verwisselde aansluitingen kan er vervorming optreden en
zal de basweergave niet naar behoren zijn.
Het is nuttig om altijd de gestreepte luidsprekerdraad als
negatief () te beschouwen en bijgevolg aan te sluiten op de
() negatiefklem om een verkeerde aansluiting te vermijden.
Aansluitingen
1 Sluit de ultralaag-luidspreker aan op de
versterker.
Verbind de SPEAKER IN ingangsaansluitingen
van de ultralaag-luidspreker via de
luidsprekersnoeren met de luidspreker-
aansluitingen van de versterker. Sluit dit apparaat
zowel op het linker als het rechter kanaal aan.
l: Signaalstroom
Voorluidspreker (L)
Versterker
Deze ultralaag-luidspreker
Voorluidspreker (R) Voorluidspreker (L)
2 Sluit de voorluidsprekers aan op de ultralaag-
luidspreker.
Sluit de gewone (voor) luidsprekers aan op de
luidspreker-uitgangsaansluitingen van deze
ultralaag-luidspreker.
Aansluiten op een versterker met twee stel
(A+B) luidspreker-aansluitingen
Als uw versterker van twee stel (A + B) luidspreker-
aansluitingen is voorzien, sluit u zowel de ultralaag-
luidspreker als de voorluidsprekers rechtstreeks op de
versterker aan.
Wat voor snoeren zijn er nodig?
Twee-aderige luidsprekersnoeren (bijgeleverd) (één snoer
per luidspreker-aansluiting)
Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het
luidsprekersnoer, en draai de draden ineen.
Aansluitingen
1 Sluit de voorluidsprekers aan op de versterker.
Sluit de gewone (voor)luidsprekers aan op de (A)
luidspreker-aansluitingen van uw versterker.
Deze ultralaag-luidspreker
Versterker
Voorluidspreker (R)
Voorbereidingen
7
NL
IN OUT
LINE
IN OUT
LINE
MONO OUT
MONO OUT
IN OUT
LINE
Versterker
Aansluiting op een versterker met een
speciale subwoofer-aansluiting.
Als uw versterker is uitgerust met een speciale
aansluiting voor een subwoofer (bijvoorbeeld MONO
OUT, MIX OUT, SUBWOOFER of SUPER WOOFER),
verbind dan LINE IN van de woofer met één van die
aansluitingen.
Wat voor snoeren zijn er nodig?
Audio-aansluitsnoer (bijgeleverd) (1)
Aansluitingen
Verbind MONO OUT van uw versterker met LINE IN
van de woofer met behulp van de meegeleverde
audioverbindingskabel.
Opmerking
Als het uitgangsvermogen van de aangesloten versterker
niet voldoende is voor het aandrijven van alle luidsprekers
tegelijk, dan zullen de lage tonen niet krachtig genoeg
doorkomen. Dan kunt u beter de SPEAKER IN aansluitingen
van deze ultralaag-luidspreker verbinden met de gewone
luidspreker-aansluitingen van de versterker.
Bij gebruik van twee of meer subwoofers
Aansluiten van het netsnoer
Steek de netsnoerstekker van de ultralaag-
luidspreker en die van de versterker in een gewoon
wandstopkontakt.
Zorg ervoor dat de woofer is uitgeschakeld alvorens
een stekker in te steken of uit te trekken.
Deze ultralaag-luidspreker
Deze ultralaag-
luidsprekerVersterker
Andere woofer
Versterker
Deze ultralaag-
luidspreker
IN OUT
L
SPEAKER
L
R R
SPEAKER B
2 Sluit de ultralaag-luidspreker aan op de
versterker.
Verbind de SPEAKER IN aansluitingen van de
ultralaag-luidspreker met de luidspreker-
aansluitingen (B) van de versterker met behulp
van luidsprekersnoeren (bijgeleverd).
Bij gebruik van twee stel luidsprekers (A + B) dient u
op de versterker altijd de stand A + B te kiezen.
Opmerking
Wanneer u alleen de (A) luidspreker-aansluitingen gebruikt
(voor alleen voorluidsprekers) of wanneer u de versterker
uitschakelt, dient u de geluidssterkte te verminderen of de
ultralaag-luidspreker uit te schakelen, anders kan er een
storende bromtoon klinken.
Basisbediening
8
NL
AUTO
OFF
POWER
SAVE
Luisteren naar de
geluidsweergave
1
Schakel de versterker in en kies de geluidsbron.
2
Druk op de POWER schakelaar.
De ultralaag-luidspreker wordt ingeschakeld en het POWER
spanningslampje licht groen op.
3
Start de weergave van de geluidsbron.
Stel de geluidssterkte zodanig in dat het geluid van de
voorluidsprekers niet vervormd klinkt.
Als het geluid van de voorluidsprekers vervormd klinkt, zal het
geluid van de ultralaag-luidspreker ook vervormd zijn.
Automatisch in- en uitschakelen
––
Automatische in-/uitschakelfunctie
Wanneer de lagetonenluidspreker is ingeschakeld (POWER indicator licht
groen op) en er komt gedurende ongeveer zeven minuten geen geluidssignaal
door, licht de POWER indicator rood op en schakelt de lagetonenluidspreker
over naar de stroomspaarstand. Zodra er in deze stand weer een
geluidssignaal doorkomt, wordt de lagetonenluidspreker automatisch weer
ingeschakeld (automatische in-/uitschakelfunctie).
Om deze functie af te zetten, schuift u de POWER SAVE schakelaar op het
achterpaneel naar OFF.
Opmerking
Tracht niet deze luidspreker te
testen met behulp van extreme
geluidssignalen van een in de
handel verkrijgbare test-CD of
speciale geluidsopnamen (zoals
van elektronische instrumenten
e.d.). Stel de luidspreker niet bloot
aan sinusgolf-signalen tussen 20
Hz en 50 Hz, stel de toonregelaars
(BASS, TREBLE e.d.) van de
versterker niet te hoog in, zet de
grafiek-toonregeling niet in een
extreme stand en pas op voor
plotselinge harde geluiden zoals
de dreun van een analoge
platenspeler.
Bij dergelijke extreme belastingen
is het gevaar van schade aan de
luidspreker niet denkbeeldig.
Bij luide weergave van muziek met
erg veel extreem lage tonen kan er
vervorming optreden of
bijgeluiden hoorbaar zijn. Als dit
zich voordoet, dient u het
geluidsnivo te verminderen.
Opmerking
Het subwoofer-uitgangssignaal
(DOLBY digital (AC-3) signaal)
van een los verkrijgbare digital
surround processor is 10 dB hoger
ingesteld door Dolby laboratories
Licensing Corporation. Regel
eventueel het subwoofer-niveau bij
normaal gebruik.
Opmerking
Als u het volume van de
lagetonenluidspreker te laag zet,
kan de automatische in-/
uitschakelfunctie worden
geactiveerd waardoor de woofer in
de stroomspaarstand wordt
gebracht.
POWER
POWER
POWER
indicatorilampje
Basisbediening
Basisbediening
Basisbediening
9
NL
4
3
2
1
50Hz 170Hz
75Hz 120Hz
150Hz
100Hz
Bijregelen van de
geluidsweergave
Voor een optimale geluidsweergave dient het geluid van de ultralaag-
luidspreker te worden afgestemd op het geluid van de voorluidsprekers.
Door de bassen te versterken wordt een meer ruimtelijk en voller geluid
verkregen.
Opmerking
Als het geluid vervormd gaat
klinken wanneer u op uw
versterker de lage tonen extra
versterking geeft (via de DBFB of
GROOVE funktie of de grafiek-
toonregeling), schakel de extra
basversterking dan uit en regel het
geluid zo af dat het optimaal
klinkt.
Opmerking
Zet het volume van de
lagetonenluidspreker niet op het
maximum. Daardoor neemt het
bass-effect immers af en is er
bovendien meer ruis hoorbaar.
Opmerking
In de NORMAL stand van de
PHASE schakelaar is de fase
normaal en in de REVERSE stand
wordt de fase omgekeerd. De
lagetonen-weergave kan wel eens
beter klinken met omgekeerde
fase, afhankelijk van het soort
voorluidsprekers, de opstelling
van de ultralaag-luidspreker en de
instelling van de filterfrekwentie.
Ook is het mogelijk dat de
ruimtelijkheid van het geluid en de
akoestiek erdoor veranderen. Door
vanaf uw luisterplaats beide
standen uit te proberen, kunt u de
beste instelling voor weergave
bepalen.
LEVEL
MIN MAX
CUT OFF FREQ
50Hz
PHASE
170Hz
REVERSENORMAL
LEVEL
PHASE
CUT OFF FREQ
1
Stel de filterfrekwentie in.
Stel de CUT OFF FREQ regelaar in overeenkomstig het
weergavebereik van uw voorluidsprekers.
Volg de onderstaande richtlijnen.
1 Gangbare uiterst klein-formaat luidsprekers:
5 7 cm doorsnede
2 Gangbare klein-formaat luidsprekers:
8 15 cm doorsnede
3 Gangbare gemiddeld-formaat luidsprekers: 16 24 cm doorsnede
4 Gangbare groot-formaat luidsprekers: meer dan 25 cm doorsnede
Voor de meest doeltreffende lagetonen-weergave van Dolby Digital
geluidsbronnen stelt u het CUT OFF FREQ filterpunt zo hoog
mogelijk in bij het afspelen van een Dolby Digital (AC-3) geluidsbron.
2
Stel de geluidssterkte van de ultralaag-luidspreker in.
Draai aan de LEVEL regelaar totdat u de lage tonen iets luider hoort
dan voorheen. Draai de regelaar rechtsom voor meer lage tonen en
linksom voor minder lage tonen.
3
Geef een videofilm-soundtrack of een muziekstuk weer dat u
goed kent.
Muziek met lage mannenzangstemmen of filmdialoog met
mannenstemmen is het meest geschikt voor het maken van de
afstellingen. Stel de geluidssterkte van de voorluidsprekers in op een
normaal luisternivo.
4
Kies de fase-instelling.
Stel de fase in met de PHASE schakelaar.
5
Herhaal de stappen 1 t/m 4 totdat de optimale instellingen zijn
verkregen.
Nadat u de gewenste instellingen op de ultralaag-luidspreker heeft
gemaakt, gebruikt u de VOLUME regelaar op de versterker om de
geluidssterkte voor de ultralaag-luidspreker en de andere
luidsprekers gelijktijdig in te stellen. Bij het veranderen van de
geluidssterkte op de versterker hoeven de instellingen gemaakt op de
ultralaag-luidspreker niet te worden bijgesteld.
Aanvullende informatie
10
NL
Voorzorgsmaatregelen
Veiligheid
Kontroleer, alvorens de ultralaag-luidspreker op het
stopkontakt aan te sluiten, of de bedrijfsspanning van uw
ultralaag-luidspreker overeenkomt met de plaatselijke
netspanning.
Verbreek de aansluiting van het netsnoer op het
stopkontakt wanneer u denkt de ultralaag-luidspreker
geruime tijd niet te gebruiken. Trek voor het verbreken
van de aansluiting op het stopkontakt altijd aan de stekker
en nooit aan het snoer zelf.
Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van
de ultralaag-luidspreker terechtkomen, verbreek dan de
aansluiting op het stopkontakt en laat de ultralaag-
luidspreker eerst door een deskundige nakijken alvorens
het apparaat weer in gebruik te nemen.
Mocht het nodig zijn het netsnoer te vervangen, laat dit
dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten.
Bij in- en uitschakelen van de versterker of andere
apparatuur
Draai eerst de volumeregelaar van de versterker terug naar
de minimumstand.
Voorkomen van beschadiging aan de ultralaag-
luidspreker
Let op dat u de volumeregelaar van de versterker niet te
hoog instelt, om beschadiging door pieken in het
ingangsvermogen te voorkomen.
Tracht in geen geval de ombouw van de luidspreker te
openen of wijzigingen in de luidspreker of het
scheidingsfilter-netwerk aan te brengen.
Als een dichtbij staande TV storing in de kleurweergave
vertoont
Dankzij de magnetische afscherming van dit
luidsprekersysteem kunnen de luidsprekers in de buurt van
een TV-toestel worden opgesteld.
Toch kan zich in bepaalde gevallen ongelijkmatige
kleurweergave voordoen, afhankelijk van het type kleuren-
TV waarover u beschikt.
Wanneer zich storing in de kleurweergave voordoet...
t Schakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 à 30
minuten weer in.
Als de kleuren weer verstoord worden...
t Zet dan de luidsprekers en het TV-toestel wat verder
uit elkaar.
Als er een loeiende toon gaat “rondzingen”
Zet de luidspreker verder bij de versterker uit de buurt of
verminder de geluidssterkte op de versterker.
Betreffende de opstelling
Plaats deze ultralagetonen-luidspreker niet te dicht bij een
warmtebron, zoals een kachel of verwarmingsradiator. Zet
de ultralaag-luidspreker ook niet in de volle zon, op een
stoffige plaats of ergens waar cleze blootstaat aan
mechanische trillingen of schokken.
Een goede ventilatie is van essentieel belang om
oververhitting van vitale onderdelen te voorkomen. Kies
een plaats waar een ongehinderde doorstroming van lucht
mogelijk is. Zet de luidspreker dus niet op een zacht
kleedje of tegen gordijnen of een wand aan, waardoor de
ventilatie-openingen aan de achterzijde geblokkeerd
kunnen worden.
Ga voorzichtig te werk wanneer u de luidspreker op een
speciaal behandelde vloer (met was of olie behandeld,
gepolijst, enzovoort) plaatst; anders kunnen vlekken of
verkleuringen optreden.
Reinigen van de behuizing
Maak de buitenkant van het apparaat schoon met een zachte
doek, licht bevochtigd met water en zonodig wat
afwasmiddel. Gebruik nooit een schuursponsje of
schuurmiddel, noch een oplosmiddel zoals alkohol of
wasbenzine, aangezien dergelijke middelen de afwerking
van het apparaat kunnen aantasten.
Mocht u na het lezen nog vragen of problemen met
betrekking tot het apparaat hebben, aarzel dan niet
kontakt op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony
handelaar.
Aanvullende informatie
11
NL
Verhelpen van storingen
Mocht zich bij het gebruik van de ultralaag-luidspreker
een probleem voordoen, neemt u dan even deze lijst
met kontrolepunten door. Is de storing aan de hand
hiervan niet te verhelpen, raadpleeg dan a.u.b. uw
dichtstbijzijnde Sony handelaar.
De luidspreker geeft geen geluid.
, Kontroleer of deze ultralaag-luidspreker en de
andere geluidsapparatuur geheel naar behoren
is aangesloten, met alle stekkers stevig in de
aansluitbussen.
, Draai de LEVEL regelaar naar rechts om de
geluidssterkte te verhogen.
, Zet de INPUT ingangskeuzeschakelaar in de
SPEAKER of LINE stand.
, Stel de geluidssterkte opnieuw in.
Het geluid valt plotseling weg.
, Wellicht is er kortsluiting in de
luidsprekersnoeren. Kontroleer de
aansluitingen van de snoeren.
Het geluid klinkt vervormd.
, Dit kan te wijten zijn aan het ingangssignaal
(een zwak doorkomende radiozender e.d.).
, De geluidssterkte van de geluidsbron of de
versterker staat te hoog ingesteld.
, Stel het CUT OFF FREQ filterpunt in op 150Hz
(de maximum-stand) voor het afspelen van een
Dolby Digital (AC-3) geluidsbron.
Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden.
, Zorg dat de aarddraad van de platenspeler op
een goed aardingspunt wordt aangesloten.
, Er is ergens een los kontakt, tussen de stekkers
van de aansluitsnoeren en de stekkerbussen.
Steek de stekkers stevig over de volle lengte in
de aansluitbussen.
, De stereo-installatie pikt storing op van een te
dichtbij staand TV-toestel. Zet de
geluidsapparatuur en de TV verder uit elkaar,
of schakel de TV uit.
Technische gegevens
Systeem
Type luidspreker
Active Subwoofer (Active Super Woofer,
magnetisch afgeschermd ontwerp)
Luidspreker-eenheid
30 cm diam., conustype
Maximaal bruikbaar uitgangsvermogen
120 watt (DIN)
Frekwentiebereik weergave
20 Hz tot 170 Hz
Instelbare grensfrekwentie
50 Hz tot 170 Hz
Faseschakelaar
NORMAL, REVERSE (omgekeerd)
Ingangen
Ingangsaansluitingen
LINE IN: tulpstekkerbussen
SPEAKER IN: luidspreker-aansluitklemmen
Uitgangen
LINE OUT: pinuitgang
SPEAKER OUT: uitgangen
Algemeen
Stroomvoorziening
220 230 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik
90 watt
Afmetingen
Ca. 360 x 425 x 430 mm (b/h/d)
Gewicht 18 kg
Bijgeleverd toebehoren
Audio-aansluitsnoer
(1 tulpstekker 1 tulpstekker) (1)
Luidsprekersnoeren (2)
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden, zonder kennisgeving.

Documenttranscriptie

WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht, om gevaar van brand of een elektrische schok te voorkomen. Installeer het apparaat niet in een krappe, omsloten ruimte zoals een boekenkast of een inbouwkast. 2NL Welkom! Dank u voor uw aankoop van deze Sony Active Subwoofer. Lees, alvorens de luidspreker in gebruik te nemen, de gebruiksaanwijzing aandachtig door en bewaar deze voor eventuele naslag. INHOUDSOPGAVE Voorbereidingen Uitpakken 4 Installeren 4 Aansluiten 5 Basisbediening Luisteren naar de geluidsweergave 8 Bijregelen van de geluidsweergave 9 Aanvullende informatie Voorzorgsmaatregelen 10 Verhelpen van storingen 11 Technische gegevens 11 NL 3NL Voorbereidingen Uitpakken Installeren Kontroleer of u het volgende bijgeleverd toebehoren in de verpakking aantreft: • Audio-aansluitsnoer (1) • Luidsprekersnoeren (2) Aangezien het menselijk gehoor niet in staat is nauwkeurig de richting en plaats te bepalen waar de basgeluiden van de lagetonenluidspreker (beneden 170 Hz) vandaan komen, kunt u de lagetonenluidspreker zonder bezwaar neerzetten waar u wilt. Voor de beste basweergave is het aanbevolen de luidspreker op een zo stevig mogelijke ondergrond te zetten, om externe resonantie te vermijden. Voor een solide basweergave kunt u volstaan met een enkele lagetonenluidspreker. Door echter twee van deze luidsprekers aan te sluiten, verkrijgt u het fraaiste, best geïntegreerde basgeluid. Opmerkingen • Plaats deze ultralagetonen-luidspreker uitsluitend vertikaal, en laat een speling van tenminste enkele centimeters tussen het apparaat en de wand. • Plaats geen zware voorwerpen op de luidspreker en ga er niet op zitten. • Bij opstelling van deze luidspreker midden in een kamer kunnen de bassen erg verzwakt worden. Dit is te wijten aan het optreden van een staande golf. Om dit verschijnsel te vermijden, dient u het apparaat niet in het midden van de kamer te zetten. Mocht dit echter toch gewenst zijn, dan kunt u het optreden van een staande golf voorkomen door het onderbreken van grote parallelle oppervlakken in de kamer, bijvoorbeeld door plaatsing van een boekenkast halverwege een wand e.d. 4NL Voorbereidingen Alvorens met aansluiten te beginnen Aansluiten Overzicht Voor het aansluiten op de versterker is deze ultralaagluidspreker voorzien van twee stel aansluitingen, LINE IN en SPEAKER IN. • Als uw versterker is voorzien van één van de volgende soorten aansluitingen, verbind dan LINE IN en de aansluiting van de versterker met behulp van de meegeleverde audioverbindingskabel. — — — — MONO OUT uitgangsaansluiting MIX OUT uitgangsaansluiting SUBWOOFER uitgangsaansluiting(en) SUPER WOOFER uitgangsaansluiting(en) • Is uw versterker niet voorzien van een dergelijk stel uitgangsaansluitingen, verbind dan de gewone luidspreker-aansluitingen van de versterker met de SPEAKER IN aansluitingen van de ultralaagluidspreker. • Zorg dat zowel de versterker als de ultralaagluidspreker beide zijn uitgeschakeld, alvorens u de aansluitingen maakt. • Gebruik voor het aansluiten de bijgeleverde aansluitsnoeren. Zijn deze niet voldoende voor de vereiste aansluitingen, dan kunt u zich in de audiohandel extra aansluitsnoeren aanschaffen. • Sluit de snoeren stevig aan, met alle stekkers over de volle lengte in de aansluitbussen, om het optreden van brom en andere stoorgeluiden te voorkomen. • Sluit het netsnoer van de ultralaag-luidspreker aan op een gewoon wandstopkontakt. • U kunt voor het aansluiten van de ultralaagluidspreker niet de CENTER aansluiting, bestemd voor de Dolby Pro Logic funkties van de versterker gebruiken. Bij bepaalde Dolby Pro Logic akoestiekfunkties zullen er geen lage tonen worden weergegeven. (Wordt vervolgd) LINE IN OUT LINE IN SPEAKER IN OUT L L R R SPEAKER IN POWER SAVE AUTO OFF 5NL Voorbereidingen Aansluiten op een versterker met slechts een enkel stel luidspreker-aansluitingen Als uw versterker van een enkel stel luidsprekeraansluitingen is voorzien, sluit u de ultralaagluidspreker op de versterker aan en dan de voorluidsprekers op de ultralaag-luidspreker. 2 Sluit de voorluidsprekers aan op de ultralaagluidspreker. Sluit de gewone (voor) luidsprekers aan op de luidspreker-uitgangsaansluitingen van deze ultralaag-luidspreker. Deze ultralaag-luidspreker Wat voor snoeren zijn er nodig? SPEAKER IN Twee-aderige luidsprekersnoeren (bijgeleverd) (één snoer per luidspreker-aansluiting) Voorluidspreker (R) Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het luidsprekersnoer, en draai de draden ineen. Let op dat u de polen van de luidsprekersnoeren niet verwisselt; sluit + (plus) op + aan en – (min) op –. Bij verwisselde aansluitingen kan er vervorming optreden en zal de basweergave niet naar behoren zijn. Het is nuttig om altijd de gestreepte luidsprekerdraad als negatief (–) te beschouwen en bijgevolg aan te sluiten op de (–) negatiefklem om een verkeerde aansluiting te vermijden. Aansluitingen 1 Sluit de ultralaag-luidspreker aan op de versterker. Verbind de SPEAKER IN ingangsaansluitingen van de ultralaag-luidspreker via de luidsprekersnoeren met de luidsprekeraansluitingen van de versterker. Sluit dit apparaat zowel op het linker als het rechter kanaal aan. OUT L L R R Voorluidspreker (L) Aansluiten op een versterker met twee stel (A+B) luidspreker-aansluitingen Als uw versterker van twee stel (A + B) luidsprekeraansluitingen is voorzien, sluit u zowel de ultralaagluidspreker als de voorluidsprekers rechtstreeks op de versterker aan. Wat voor snoeren zijn er nodig? Twee-aderige luidsprekersnoeren (bijgeleverd) (één snoer per luidspreker-aansluiting) l: Signaalstroom Strip 15 mm van de plastic isolatie aan de uiteinden van het luidsprekersnoer, en draai de draden ineen. Versterker SPEAKER Aansluitingen 1 Sluit de voorluidsprekers aan op de versterker. Sluit de gewone (voor)luidsprekers aan op de (A) luidspreker-aansluitingen van uw versterker. SPEAKER IN OUT L L R R Versterker SPEAKER A Deze ultralaag-luidspreker Voorluidspreker (R) 6NL Voorluidspreker (L) Voorbereidingen 2 Sluit de ultralaag-luidspreker aan op de versterker. Verbind de SPEAKER IN aansluitingen van de ultralaag-luidspreker met de luidsprekeraansluitingen (B) van de versterker met behulp van luidsprekersnoeren (bijgeleverd). Versterker Aansluiting op een versterker met een speciale subwoofer-aansluiting. Als uw versterker is uitgerust met een speciale aansluiting voor een subwoofer (bijvoorbeeld MONO OUT, MIX OUT, SUBWOOFER of SUPER WOOFER), verbind dan LINE IN van de woofer met één van die aansluitingen. Wat voor snoeren zijn er nodig? SPEAKER B Audio-aansluitsnoer (bijgeleverd) (1) SPEAKER IN OUT L L R R Deze ultralaag-luidspreker Aansluitingen Verbind MONO OUT van uw versterker met LINE IN van de woofer met behulp van de meegeleverde audioverbindingskabel. Deze ultralaagluidspreker Versterker MONO OUT LINE IN OUT Bij gebruik van twee stel luidsprekers (A + B) dient u op de versterker altijd de stand “A + B” te kiezen. Opmerking Wanneer u alleen de (A) luidspreker-aansluitingen gebruikt (voor alleen voorluidsprekers) of wanneer u de versterker uitschakelt, dient u de geluidssterkte te verminderen of de ultralaag-luidspreker uit te schakelen, anders kan er een storende bromtoon klinken. Opmerking Als het uitgangsvermogen van de aangesloten versterker niet voldoende is voor het aandrijven van alle luidsprekers tegelijk, dan zullen de lage tonen niet krachtig genoeg doorkomen. Dan kunt u beter de SPEAKER IN aansluitingen van deze ultralaag-luidspreker verbinden met de gewone luidspreker-aansluitingen van de versterker. Bij gebruik van twee of meer subwoofers Versterker MONO OUT Deze ultralaagluidspreker Andere woofer LINE IN OUT LINE IN OUT Aansluiten van het netsnoer • Steek de netsnoerstekker van de ultralaagluidspreker en die van de versterker in een gewoon wandstopkontakt. • Zorg ervoor dat de woofer is uitgeschakeld alvorens een stekker in te steken of uit te trekken. 7NL Basisbediening Luisteren naar de geluidsweergave POWER POWER Opmerking Tracht niet deze luidspreker te testen met behulp van extreme geluidssignalen van een in de handel verkrijgbare test-CD of speciale geluidsopnamen (zoals van elektronische instrumenten e.d.). Stel de luidspreker niet bloot aan sinusgolf-signalen tussen 20 Hz en 50 Hz, stel de toonregelaars (BASS, TREBLE e.d.) van de versterker niet te hoog in, zet de grafiek-toonregeling niet in een extreme stand en pas op voor plotselinge harde geluiden zoals de dreun van een analoge platenspeler. Bij dergelijke extreme belastingen is het gevaar van schade aan de luidspreker niet denkbeeldig. Bij luide weergave van muziek met erg veel extreem lage tonen kan er vervorming optreden of bijgeluiden hoorbaar zijn. Als dit zich voordoet, dient u het geluidsnivo te verminderen. Opmerking Het subwoofer-uitgangssignaal (DOLBY digital (AC-3) signaal) van een los verkrijgbare digital surround processor is 10 dB hoger ingesteld door Dolby laboratories Licensing Corporation. Regel eventueel het subwoofer-niveau bij normaal gebruik. Opmerking Als u het volume van de lagetonenluidspreker te laag zet, kan de automatische in-/ uitschakelfunctie worden geactiveerd waardoor de woofer in de stroomspaarstand wordt gebracht. 8NL POWER indicatorilampje 1 2 Schakel de versterker in en kies de geluidsbron. 3 Start de weergave van de geluidsbron. Druk op de POWER schakelaar. De ultralaag-luidspreker wordt ingeschakeld en het POWER spanningslampje licht groen op. Stel de geluidssterkte zodanig in dat het geluid van de voorluidsprekers niet vervormd klinkt. Als het geluid van de voorluidsprekers vervormd klinkt, zal het geluid van de ultralaag-luidspreker ook vervormd zijn. –– Automatische in-/uitschakelfunctie Automatisch in- en uitschakelen Wanneer de lagetonenluidspreker is ingeschakeld (POWER indicator licht groen op) en er komt gedurende ongeveer zeven minuten geen geluidssignaal door, licht de POWER indicator rood op en schakelt de lagetonenluidspreker over naar de stroomspaarstand. Zodra er in deze stand weer een geluidssignaal doorkomt, wordt de lagetonenluidspreker automatisch weer ingeschakeld (automatische in-/uitschakelfunctie). Om deze functie af te zetten, schuift u de POWER SAVE schakelaar op het achterpaneel naar OFF. POWER SAVE AUTO OFF Basisbediening Bijregelen van de geluidsweergave Voor een optimale geluidsweergave dient het geluid van de ultralaagluidspreker te worden afgestemd op het geluid van de voorluidsprekers. Door de bassen te versterken wordt een meer ruimtelijk en voller geluid verkregen. LEVEL CUT OFF FREQ PHASE NORMAL MIN MAX LEVEL 1 REVERSE 50Hz PHASE 170Hz CUT OFF FREQ Stel de filterfrekwentie in. 75Hz Als het geluid vervormd gaat klinken wanneer u op uw versterker de lage tonen extra versterking geeft (via de DBFB of GROOVE funktie of de grafiektoonregeling), schakel de extra basversterking dan uit en regel het geluid zo af dat het optimaal klinkt. Zet het volume van de lagetonenluidspreker niet op het maximum. Daardoor neemt het bass-effect immers af en is er bovendien meer ruis hoorbaar. Opmerking In de NORMAL stand van de PHASE schakelaar is de fase normaal en in de REVERSE stand wordt de fase omgekeerd. De lagetonen-weergave kan wel eens beter klinken met omgekeerde fase, afhankelijk van het soort voorluidsprekers, de opstelling van de ultralaag-luidspreker en de instelling van de filterfrekwentie. Ook is het mogelijk dat de ruimtelijkheid van het geluid en de akoestiek erdoor veranderen. Door vanaf uw luisterplaats beide standen uit te proberen, kunt u de beste instelling voor weergave bepalen. 120Hz 1 Gangbare uiterst klein-formaat luidsprekers: 150Hz 5 – 7 cm doorsnede 4 1 2 Gangbare klein-formaat luidsprekers: 50Hz 170Hz 8 – 15 cm doorsnede 3 Gangbare gemiddeld-formaat luidsprekers: 16 – 24 cm doorsnede 4 Gangbare groot-formaat luidsprekers: meer dan 25 cm doorsnede Opmerking Opmerking Basisbediening Stel de CUT OFF FREQ regelaar in overeenkomstig het weergavebereik van uw voorluidsprekers. 100Hz 3 Volg de onderstaande richtlijnen. 2 Voor de meest doeltreffende lagetonen-weergave van Dolby Digital geluidsbronnen stelt u het CUT OFF FREQ filterpunt zo hoog mogelijk in bij het afspelen van een Dolby Digital (AC-3) geluidsbron. 2 Stel de geluidssterkte van de ultralaag-luidspreker in. 3 Geef een videofilm-soundtrack of een muziekstuk weer dat u goed kent. Draai aan de LEVEL regelaar totdat u de lage tonen iets luider hoort dan voorheen. Draai de regelaar rechtsom voor meer lage tonen en linksom voor minder lage tonen. Muziek met lage mannenzangstemmen of filmdialoog met mannenstemmen is het meest geschikt voor het maken van de afstellingen. Stel de geluidssterkte van de voorluidsprekers in op een normaal luisternivo. 4 5 Kies de fase-instelling. Stel de fase in met de PHASE schakelaar. Herhaal de stappen 1 t/m 4 totdat de optimale instellingen zijn verkregen. Nadat u de gewenste instellingen op de ultralaag-luidspreker heeft gemaakt, gebruikt u de VOLUME regelaar op de versterker om de geluidssterkte voor de ultralaag-luidspreker en de andere luidsprekers gelijktijdig in te stellen. Bij het veranderen van de geluidssterkte op de versterker hoeven de instellingen gemaakt op de ultralaag-luidspreker niet te worden bijgesteld. 9NL Aanvullende informatie Betreffende de opstelling Voorzorgsmaatregelen Veiligheid • Kontroleer, alvorens de ultralaag-luidspreker op het stopkontakt aan te sluiten, of de bedrijfsspanning van uw ultralaag-luidspreker overeenkomt met de plaatselijke netspanning. • Verbreek de aansluiting van het netsnoer op het stopkontakt wanneer u denkt de ultralaag-luidspreker geruime tijd niet te gebruiken. Trek voor het verbreken van de aansluiting op het stopkontakt altijd aan de stekker en nooit aan het snoer zelf. • Mocht er vloeistof of een voorwerp in het inwendige van de ultralaag-luidspreker terechtkomen, verbreek dan de aansluiting op het stopkontakt en laat de ultralaagluidspreker eerst door een deskundige nakijken alvorens het apparaat weer in gebruik te nemen. • Mocht het nodig zijn het netsnoer te vervangen, laat dit dan uitsluitend bij een erkende vakhandel verrichten. Bij in- en uitschakelen van de versterker of andere apparatuur Draai eerst de volumeregelaar van de versterker terug naar de minimumstand. Voorkomen van beschadiging aan de ultralaagluidspreker • Let op dat u de volumeregelaar van de versterker niet te hoog instelt, om beschadiging door pieken in het ingangsvermogen te voorkomen. • Tracht in geen geval de ombouw van de luidspreker te openen of wijzigingen in de luidspreker of het scheidingsfilter-netwerk aan te brengen. Als een dichtbij staande TV storing in de kleurweergave vertoont Dankzij de magnetische afscherming van dit luidsprekersysteem kunnen de luidsprekers in de buurt van een TV-toestel worden opgesteld. Toch kan zich in bepaalde gevallen ongelijkmatige kleurweergave voordoen, afhankelijk van het type kleurenTV waarover u beschikt. Wanneer zich storing in de kleurweergave voordoet... t Schakel het TV-toestel uit en schakel het na 15 à 30 minuten weer in. Als de kleuren weer verstoord worden... t Zet dan de luidsprekers en het TV-toestel wat verder uit elkaar. Als er een loeiende toon gaat “rondzingen” Zet de luidspreker verder bij de versterker uit de buurt of verminder de geluidssterkte op de versterker. 10NL • Plaats deze ultralagetonen-luidspreker niet te dicht bij een warmtebron, zoals een kachel of verwarmingsradiator. Zet de ultralaag-luidspreker ook niet in de volle zon, op een stoffige plaats of ergens waar cleze blootstaat aan mechanische trillingen of schokken. • Een goede ventilatie is van essentieel belang om oververhitting van vitale onderdelen te voorkomen. Kies een plaats waar een ongehinderde doorstroming van lucht mogelijk is. Zet de luidspreker dus niet op een zacht kleedje of tegen gordijnen of een wand aan, waardoor de ventilatie-openingen aan de achterzijde geblokkeerd kunnen worden. • Ga voorzichtig te werk wanneer u de luidspreker op een speciaal behandelde vloer (met was of olie behandeld, gepolijst, enzovoort) plaatst; anders kunnen vlekken of verkleuringen optreden. Reinigen van de behuizing Maak de buitenkant van het apparaat schoon met een zachte doek, licht bevochtigd met water en zonodig wat afwasmiddel. Gebruik nooit een schuursponsje of schuurmiddel, noch een oplosmiddel zoals alkohol of wasbenzine, aangezien dergelijke middelen de afwerking van het apparaat kunnen aantasten. Mocht u na het lezen nog vragen of problemen met betrekking tot het apparaat hebben, aarzel dan niet kontakt op te nemen met de dichtstbijzijnde Sony handelaar. Aanvullende informatie Verhelpen van storingen Technische gegevens Mocht zich bij het gebruik van de ultralaag-luidspreker een probleem voordoen, neemt u dan even deze lijst met kontrolepunten door. Is de storing aan de hand hiervan niet te verhelpen, raadpleeg dan a.u.b. uw dichtstbijzijnde Sony handelaar. Systeem De luidspreker geeft geen geluid. , Kontroleer of deze ultralaag-luidspreker en de andere geluidsapparatuur geheel naar behoren is aangesloten, met alle stekkers stevig in de aansluitbussen. , Draai de LEVEL regelaar naar rechts om de geluidssterkte te verhogen. , Zet de INPUT ingangskeuzeschakelaar in de SPEAKER of LINE stand. , Stel de geluidssterkte opnieuw in. Type luidspreker Active Subwoofer (“Active Super Woofer”, magnetisch afgeschermd ontwerp) Luidspreker-eenheid 30 cm diam., conustype Maximaal bruikbaar uitgangsvermogen 120 watt (DIN) Frekwentiebereik weergave 20 Hz tot 170 Hz Instelbare grensfrekwentie 50 Hz tot 170 Hz Faseschakelaar NORMAL, REVERSE (omgekeerd) Het geluid valt plotseling weg. , Wellicht is er kortsluiting in de luidsprekersnoeren. Kontroleer de aansluitingen van de snoeren. Ingangen Ingangsaansluitingen LINE IN: tulpstekkerbussen SPEAKER IN: luidspreker-aansluitklemmen Het geluid klinkt vervormd. , Dit kan te wijten zijn aan het ingangssignaal (een zwak doorkomende radiozender e.d.). , De geluidssterkte van de geluidsbron of de versterker staat te hoog ingesteld. , Stel het CUT OFF FREQ filterpunt in op 150Hz (de maximum-stand) voor het afspelen van een Dolby Digital (AC-3) geluidsbron. Er klinkt een storende bromtoon of andere bijgeluiden. , Zorg dat de aarddraad van de platenspeler op een goed aardingspunt wordt aangesloten. , Er is ergens een los kontakt, tussen de stekkers van de aansluitsnoeren en de stekkerbussen. Steek de stekkers stevig over de volle lengte in de aansluitbussen. , De stereo-installatie pikt storing op van een te dichtbij staand TV-toestel. Zet de geluidsapparatuur en de TV verder uit elkaar, of schakel de TV uit. Uitgangen LINE OUT: pinuitgang SPEAKER OUT: uitgangen Algemeen Stroomvoorziening 220 – 230 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 90 watt Afmetingen Ca. 360 x 425 x 430 mm (b/h/d) Gewicht 18 kg Bijgeleverd toebehoren Audio-aansluitsnoer (1 tulpstekker – 1 tulpstekker) (1) Luidsprekersnoeren (2) Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden, zonder kennisgeving. 11NL
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92

Sony SA-WM40 de handleiding

Categorie
Subwoofers
Type
de handleiding