Tunturi T80 Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

46
HANDLEIDING
T80 T85
OPMERKINGEN EN ADVIEZEN
Deze gids is een essentieel onderdeel van uw Tunturi
looptrainer. Lees deze gids zorgvuldig door vóórdat u
begint met monteren, gebruiken of onderhouden van
uw looptrainer. Bewaar de gids op een handige plaats.
U kunt er, nu en in de toekomst, nuttige informatie
uithalen die u nodig heeft voor het gebruik en het
onderhoud van de apparatuur. Volg de instructies altijd
met zorg op.
De trainer mag alleen worden aangesloten op een
geaard stopcontact. Het stroomverbruik bedraagt
maximaal 10 A. Het gebruik van een verlengsnoer
is niet toegestaan. Spanningsfl uctuaties van
meer dan 10 % kunnen storingen in de werking
van de trainer veroorzaken of de elektronische
componenten beschadigen. Indien de netspanning
onvoldoende gereguleerd is of de trainer anderszins
niet overeenkomstig deze gebruiksaanwijzing wordt
aangesloten, vervalt de garantie.
De T80 / T85 mag alleen worden aangesloten op een
geaard stopcontact. Het gebruik van een verlengsnoer is
niet toegestaan.
Beperk u tot het onderhoud en instellingen zoals
in deze handleiding worden beschreven. Stop direct als
zich andere problemen voordoen en vraag advies bij uw
Tunturi specialist.
Laat door een arts, voordat u met trainen begint, uw
gezondheid controleren.
Mocht u tijdens het trainen last krijgen van
misselijkheid, duizeligheid of andere niet normale
verschijnselen, stop dan direct uw training en raadpleeg
een arts.
Bij het afstellen en het onderhouden van de trainer
dient u deze gebruiksaanwijzing op te volgen. Bij
montage- en onderhoudswerkzaamheden dient u eerst
de hoofdschakelaar van de looptrainer, uit te schakelen
en de stekker uit het stopcontact te nemen.
De T80 / T85 mag niet worden gebruikt door
personen die zwaarder zijn dan 150 kg.
Gebruik de looptrainer alleen binnenshuis. De ideale
gebruikstemperatuur is tussen +10°C en +35°C. De
luchtvochtigheid mag nooit hoger dan 90 % zijn.
De T80 / T85 is voor thuis- en light commercial
gebruik. De garantietermijn van de T80 / T85 bij
thuisgebruik is 24 maanden en bij light commerial
gebruik 12 maanden. De garantie vervalt bij schade
ontstaan tijdens ve verzending of door het niet
volgen van de in deze handleiding gegeven instructies
betreffende het monteren, afstellen en onderhoud van
het apparaat.
WELKOM IN DE WERELD VAN
TUNTURI-TRAINING!
Uw keuze toont aan, dat u echt in uw gezondheid en
conditie wilt investeren. Het bewijst ook, dat u kwaliteit
en stijl belangrijk vindt en dit waardeert. Met deze
Tunturi looptrainer heeft u een veilig, motiverend,
kwaliteitsproduct als trainingspartner gekozen. Wat
uw trainingsdoel ook is, wij zijn ervan overtuigd dat
de keuze van deze trainer de juiste is, om uw doel te
bereiken. Informatie betreffende het gebruik van Uw
trainingsapparatuur en een efficiënte training hiermede
kunt U in deze gids en Tunturi’s website WWW.
TUNTURI.COM vinden.
MONTAGE
Controleer of de verpakking alle onderdelen bevat:
VERPAKKING 1/2
1. Loopmat
VERPAKKING 2/2
2. Onderstel (T80 / T85 (Foldaway))
3. Voorleuningen
4. Handsteun-meter combinatie
5. Elektriciteitssnoer
6. Set met montagebenodigdheden (met * in de
onderdelenlijst): Bewaar de montagebenodigdheden,
omdat u die o.a. nog bij de bijstelling van de apparatuur
kunt gebruiken.
De aanduidingen rechts, links, voor en achter betekenen
steeds rechts, links enz. gezien vanuit de gebruiker,
staand op de loopmat. Neem bij problemen contact
op met uw Tunturi dealer. Voor de montage zijn twee
personen nodig. Monteer de looptrainer als volgt:
T80 / T85 (FOLDAWAY)
Begin met de montage van het toestel met pakket 2/2.
Verwijder de piepschuimblokken onder het
looponderstel nog NIET! staand op de loopmat. Neem
bij problemen contact op met uw Tunturi dealer. Voor
de montage zijn twee personen nodig. Monteer de
looptrainer als volgt:
INHOUD
OPMERKINGEN EN ADVIEZEN ..............................46
MONTAGE ................................................................46
T80 / T85 (FOLDAWAY) ...........................................46
T80 / T85 (FOLDAWAY) ...........................................47
T80 / T85 .................................................................48
FITNESS TRAINING ................................................48
HARTSLAG ..............................................................49
METER .................................................................50
FUNCTIES ................................................................51
INSTELLING VAN ...................................................51
GEBRUIKERGEGEVENS ........................................51
POSITION SPEED CONTROL (PSC) ......................52
TRAININGSKEUZE .................................................. 52
TRAININGSPROFIELEN .........................................55
PROFIELEN .............................................................56
GEHEUGENFUNCTIE .............................................56
ONDERHOUD .......................................................... 57
GEBRUIKSSTORINGEN ..........................................58
STORINGEN ............................................................58
TRANSPORT EN OPSLAG ......................................59
TECHNISCHE GEGEVENS .....................................59
T80_T85_manual.indd 46T80_T85_manual.indd 46 28.2.2006 17:38:4928.2.2006 17:38:49
NL
HANDLEIDING
T80 T85
47
T80 / T85 (FOLDAWAY)
VOORLEUNINGEN
Bevestig beide voorleuningen op het onderstel met de
vier inbusschroeven (A). Controleer goed of de kop van
de plastic bescherming onderaan de voorleuningen op
de opening in het onderframe valt. Pas op dat het snoer
dat uit de linker voorleuning komt niet beschadigd
raakt. BELANGRIJK! Draai de schroeven pas strak vast
nadat u de handsteun en de meter heeft gemonteerd.
HANDSTEUN EN METER
Draai de glijstukken op de zijkanten van de
handsteunen naar beneden, zodat u elk van de
glijstukken via de onderste montageopeningen in de
handsteun kunt bevestigen met de bevestigingsbout
(B). Bevestig de glijstukken in dit stadium nog zo los
mogelijk. Haal de inbusbouten niet uit de glijstukken,
maar draai deze vast. Laat de combinatie handsteun-
meter op de vóórleuningen zakken, op zo’n manier dat
de glijstukken op de zijkanten van de handsteunen in de
groeven van de vóórleuningen komen te zitten. Verbind
het snoer dat uit de linker handsteun komt met de
stekker van de meter en duw het zo aangesloten snoer de
handsteun in. Duw nu de combinatie handsteun-meter
op de uiteinden van de vóórleuningen en draai alle
inbusbouten van de glijstukken vast. Draai daarna de
bevestigingsschroeven van de voorleuningen strak. Trek
het beschermende folie van het display af.
LOOPONDERSTEL
Verbind de onderstel-handsteun combinatie als volgt
met het looponderstel.
1. Verwijder het stuk piepschuim dat onder het voorstuk
van het looponderstel zit en verwijder de planken die
aan de zijkanten van het looponderstel zitten.
2. Draai de transportwielen naar voren die onder de
combinatie handsteun-meter zitten. Til de voorkant
van het looponderstel iets op en duw de combinatie
onderframe-handsteun onder de voorkant van het
looponderstel, zo dat de steunen van het onderstel en
de montageopeningen van het looponderstel op elkaar
vallen. Pas op dat het snoer dat uit de linker voorleuning
komt niet beschadigd raakt.
3. Bevestig de steunen met de schroeven (C) en
onderlegringen (D) aan het looponderstel.
4. Verbind het snoer dat uit de linker voorleuning komt
met de stekker aan het looponderstel (illustratie 3).
Bevestig de spiraalkabel aan het onderframe met de klem
en de schroef, op zo’n manier dat het spiraalgedeelte van
de kabel tussen de klem en de stekker blijft. Verwijder
de stukken piepschuim van onder de loopmat.
T80_T85_manual.indd 47T80_T85_manual.indd 47 28.2.2006 17:38:5028.2.2006 17:38:50
48
HANDLEIDING
T80 T85
5. Draai de transportwielen weer opzij en til het
looponderstel op. Snij de transportstrips om het
H-frame en de gasveren door en laat het met
transportwielen uitgeruste H-frame zakken. Zet het
looponderstel vast in de bewaarstand (zie Vervoer en
Opslag). Maak het looponderstel wat lichter door het
iets naar voren te duwen en bevestig beide gasveren met
de nyloc-moeren (E) aan het onderframe. BELANGRIJK!
Span de moeren NIET zo strak aan dat de bevestigingen
van de gasveren onwrikbaar vast komen te zitten!
6. Als de loopmat niet goed vergrendeld wordt, maak
het looponderstel dan wat lichter door het iets naar
voren te duwen zodat de transportwielen los van de
vloer komen en draai dan de schroeven (2 st. aan elke
zijde) van de montageblokken van het H-frame iets
losser. Draai de schroeven opnieuw vast; het H-frame
komt daarbij op zijn plaats.
7. Zet de loopmat op de gewenste plaats (zie Vervoer en
Opslag). Laat het looponderstel zakken en controleer
of het stabiel staat. Als het toestel wiebelt, kunt u dat
verhelpen met de stelvoetjes onder aan de achterkant:
draai de bevestigingsschroeven van de stelvoetjes los
en stel de hoogte van de voetjes af. Draai daarna de
bevestigingsschroeven weer vast.
T80 / T85
Maak beide verpakkingen open en verwijder alle losse
piepschuimstukken.
VOORLEUNINGEN
Bevestig de montagestukken van de voorleuningen
aan de onderkant van de voorleuningen met vier
inbusschroeven (A) en onderlegringen (B) en
twee inbusschroeven (C) en onderlegringen (D).
Bevestig daarna de voorleuningen met behulp van
de montagestukken aan het looponderstel met vier
onderlegringen en inbusschroeven. Pas op dat het snoer
dat uit de linker voorleuning komt niet beschadigd
raakt. BELANGRIJK! Draai de schroeven pas strak vast
nadat u de handsteun en de meter gemonteerd heeft.
HANDSTEUN EN METER
Draai de glijstukken op de zijkanten van de
handsteunen naar beneden, zodat u elk van de
glijstukken via de onderste montageopeningen in de
handsteun kunt bevestigen met de bevestigingsbout
(E). Bevestig de glijstukken in dit stadium nog zo los
mogelijk. Haal de inbusbouten niet uit de glijstukken,
maar draai deze vast. Laat de combinatie handsteun-
meter op de vóórleuningen zakken, op zo’n manier dat
de glijstukken op de zijkanten van de handsteunen in de
groeven van de vóórleuningen komen te zitten. Verbind
het snoer dat uit de linker handsteun komt met de
stekker van de meter en duw het zo aangesloten snoer
de handsteun in. Duw nu de combinatie handsteun-
meter op de uiteinden van de vóórleuningen en draai
alle inbusbouten van de glijstukken vast. Draai daarna
de bevestigingsschroeven van de voorleuningen strak.
Trek het beschermende folie van het display af. Sluit
het snoer dat uit de linker handsteun komt aan op de
connector die links onder het looponderstel zit. Dit gaat
gemakkelijker als u de loopmat aan de linker kant iets
optilt zodat hij op zijn rechter zijkant komt te rusten.
NOODSTOP
De looptrainer en het bedieningspaneel werken alleen
indien de veiligheidssleutel correct is geplaatst: als de
veiligheidssleutel niet of niet juist is geplaatst, verschijnt
op het display een foutmelding. Controleer of de
knijper van de veiligheidssleutel goed aan uw kleding
is bevestigd. Het koord van de sleutel mag, wanneer
er aan getrokken wordt, niet los kunnen schieten van
uw kleding voordat de sleutel uit het bedieningspaneel
komt.
ELEKTRICITEITSSNOER
Controleer, vóór u het apparaat aansluit op het
elektriciteitsnet, of het voltage overeenkomt met het
voltage dat aangegeven staat op het typeplaatje van
uw apparatuur. Sluit de stroom aan het toestel met de
stroomschakelaar naast de stekker aan. BELANGRIJK!
De T80 / T85 mag alleen worden aangesloten op een
geaard stopcontact. Het gebruik van een verlengsnoer is
niet toegestaan.
FITNESS TRAINING
Men moet zich voor de training zorgvuldig op de
hoogte stellen van de werking en het gebruik van deze
motorisch aangedreven loopmat.
T80_T85_manual.indd 48T80_T85_manual.indd 48 28.2.2006 17:38:5028.2.2006 17:38:50
NL
HANDLEIDING
T80 T85
49
Trainen op een looptrainer is een uitstekende aërobe
training. Het basisidee is een voldoende lichte training
die langere tijd kan worden volgehouden. Aërobe
training bevordert het zuurstofopnamevermogen van
het lichaam, waardoor ook het uithoudingsvermogen
en de conditie verbeteren. Het menselijk vermogentot
het verbranden van vet is afhankelijk van dit
zuurstofopnamevermogen.
Aerobische lichaamsbeweging moet vooral prettig
aanvoelen. Zweten “moet”, maar de hartslag mag niet
te hoog worden. Zo kan men ook langer trainen. De
aanbevolen trainingstijd is drie keer per week 30-60
minuten, afhankelijk van de basisconditie, het gewenste
effect en de mogelijkheid om te trainen.
Als u wilt trainen door te wandelen, kunt u de mate en
de wijze van inspanning variëren door de hellingshoek
van de loopmat te wijzigen. Wandeltraining kan ook
woden gevarieerd door tegelijkertijd de armspieren te
trainen door kleine gewichten in de hand te nemen. Let
dan wel op uw evenwicht en andere veiligheidsaspecten.
Informatie betreffende het gebruik van Uw
trainingsapparatuur en een efficiënte training hiermede
kunt U in deze gids en Tunturi’s website www.tunturi.
com vinden.
OVER DE RUIMTE WAAR U TRAINT
Zorg ervoor dat de ruimte waar u traint goed
geventileerd wordt, maar dat het er niet tocht. Dit
voorkomt kouvatten.
Gebruik de looptrainer alleen binnenshuis.
Plaats de trainer op een zo vlak mogelijke
ondergrond, met aan de voorkant en aan de zijkanten
minstens 100 cm vrije ruimte en aan de achterkant
minstens 100x200 cm. Zorg er ook voor dat er tijdens
het gebruik van de loopmat geen kinderen of huisdieren
in dit gebied kunnen komen.
Het is beter om de apparatuur op een extra stuk
vloerbedekking of rubberen mat te plaatsen. Bij zware
transpiratie is de vloer dan ook makkelijker schoon te
maken.
OVER HET GEBRUIK VAN DE APPARATUUR
Ouders of volwassenen die verantwoordelijk zijn
voor kinderen moeten zich altijd realiseren dat de
speelsheid en nieuwsgierigheid van kinderen, kan leiden
tot situaties waarvoor de apparatuur niet is ontworpen.
Gebruik van de apparatuur door kinderen mag daarom
alleen plaatsvinden onder supervisie van een volwassene.
De T90 mag door slechts één persoon tegelijk
gebruikt worden.
Blijf altijd met uw handen uit de buurt van de
band wanneer deze in beweging is. Zorg ervoor dat er
zich geen obstakels onder het onderstel van de trainer
bevinden en steek geen handen, voeten of voorwerpen
tussen bewegende delen.
Draag tijdens de training de juiste kleding en
schoenen. Zorg ervoor dat uw schoenveters goed gestrikt
zijn. Gebruik schoenen die alleen binnen worden
gedragen. Steentjes, zand en ander vuil afkomstig van
buitenschoenen, kunnen extra slijtage en/of storingen
veroorzaken.
Controleer voordat u met de training begint of de
looptrainer in orde is. Gebruik de looptrainer nooit
indien deze defect is.
Gebruik de trainer alleen indien de behuizing en de
beschermkappen correct zijn aangebracht.
Laat de mat nooit zonder toezicht lopen.
BEGINNEN MET DE TRAINING
Om spierpijn te voorkomen, begin en eindig uw
training met enkele rek en strek oefeningen.
Ga voordat u de looptrainer start wijdbeens staan op
de grijze treeplanken, die zich aan weerszijden van de
band bevinden en start dan pas de looptrainer. Start de
looptrainer nooit terwijl u er op staat.
Begin de training met lage snelheid en vergroot de
snelheid en / of de hoek geleidelijk aan. Dat kunt u
doen op gevoel; houd rekening met uw conditie.
Houdt u altijd, bij het op- en afstappen van de band,
of wanneer u tijdens het lopen de bandsnelheid wijzigt,
vast aan de handgrepen. Spring nooit van een draaiende
loopmat af!
Houd uw rug en nek recht. Zo voorkomt dat uw
nek, schouders en rug vast gaan zitten en pijn gaan
doen. Loop altijd zoveel mogelijk in het midden van
de mat en blijf zo ver van de meter af dat deze u niet
hindert, maar dat u er wel goed bij kunt.
Als er tijdens de training storingen aan het apparaat
optreden, pak dan de handsteun vast en ga direct
wijdbeens staan, met de voeten op de randplaten
van de mat. Schakel de loopmat uit en kijk in de
gebruiksaanwijzing bij Storingen.
Mocht u tijdens het trainen last krijgen van
misselijkheid, duizeligheid of ander abnormale
verschijnselen, stop dan direct uw training en raadpleeg
een arts.
NA IEDERE TRAINING
Houd niet plotseling op met de training, maar
verminder de snelheid geleidelijk aan. Vergeet na de
training de rekoefeningen niet.
Neem de veiligheidssleutel uit het bedieningspaneel.
Schakel de stroom uit via de hoofdschakelaar.
Neem de stekker uit het stopcontact en neem het
snoer uit de trainer.
Met een vochtige doek de looptrainer schoonmaken.
Gebruik geen oplosmiddelen.
Berg het snoer op een veilige plaats op, buiten het
bereik van kinderen.
HARTSLAG
Wat uw doel, uw streven ook met het trainen is, u
bereikt het beste resultaat door te trainen op een niveau
dat u aankunt. Daarvoor is, zoals gezegd, uw hartslag
de beste graadmeter. De telemetrische borstbandsensor
is het meest betrouwbare systeem, dat werkt met
een borstband met meerdere elektrodes waarvan de
gemeten waarden draadloos doorgeseind worden naar
de monitor. Als u een pacemaker heeft, moet u eerst
uw arts raadplegen over het gebruik van draadloze
hartslagmeting.
BELANGRIJK! Als u een pacemaker gebruikt, mag u
T80_T85_manual.indd 49T80_T85_manual.indd 49 28.2.2006 17:38:5128.2.2006 17:38:51
50
HANDLEIDING
T80 T85
de borstband alleen met toestemming van een arts
gebruiken.
Wanneer u uw hartslag tijdens de training op deze
manier wilt controleren, moeten de geribbelde
elektroden aan de binnenzijde van de borstband vochtig
gemaakt worden (water). Plaats de zender juist onder
de borst met de elastische band strak genoeg om tijdens
het fietsen de elektroden contact te laten houden met
de huid, maar niet zo strak dat normaal ademen wordt
belemmerd.
De zender geeft de hartslag automatisch door aan de
monitor die zich niet verder dan één meter van de
borstband mag bevinden. Wanneer de zender verder van
de monitor verwijderd is, wordt het signaal te zwak om
te ontvangen. Let er ook op dat niet meerdere personen
met een borstband om, binnen een straal van één meter
rond de monitor staan, want de monitor ontvangt
dan van elke elektrode een signaal en telt deze dan bij
elkaar op. Door vocht en transpiratie op de elektrodes
kan de zender aan blijven staan. Om lege batterijen
te voorkomen maakt u de elektrodes na gebruik goed
schoon en droog.
Denkt u eraan wat de trainingskleding betreft, dat
bepaalde in de kleding gebruikte vezels (zoals polyester
of polyamide) statische electriciteit veroorzaken, wat bij
de hartslagmeting problemen veroorzaken kan. Denkt
u eraan dat mobiele telefoons, een teevee of andere
electronische apparaten een electromagnetisch veld om
zich heen vormen, wat bij de hartslagmeting problemen
veroorzaken kan.
Om te beginnen dient u te weten wat uw maximale
hartslag is: dit is de hartslag die bij meer inspanning niet
meer hoger wordt. Als u niet weet wat uw maximale
hartslag is, kunt u de volgende formule als leidraad
nemen:
220 –DE LEEFTIJD
Het maximum varieert van persoon tot persoon. De
maximale hartslag daalt per jaar met gemiddeld èèn
punt. Als u tot de risicogroepen behoort, vraag dan een
arts uw maximale hartslag te bepalen. Om u te helpen
met uw training, hebben wij drie verschillende hartslag
niveaus geselecteerd.
BEGINNER: 50 tot 60 % van de maximale hartslag
Dit niveau is ook geschikt voor mensen die lijnen,
mensen die herstellende zijn van een ziekte en mensen
die lang niet getraind hebben. Drie trainingen van
tenminste een halfuur per week zijn aan te bevelen.
Regelmatig trainen stimuleert bij een beginner de
ademhaling en bloedsomloop in sterke mate en zorgt al
snel voor een merkbaar resultaat.
GEMIDDELDE SPORTER: 60 tot 70 % van de maximale
hartslag
Een perfect niveau om de conditie te verbeteren en op
peil te houden. Zelfs een redelijk normale inspanning -
minimaal 3 trainingen van 30 minuten per week - heeft
een positief effect op hart en longen. Om uw conditie
verder te verbeteren kunt u het aantal keren trainen per
week verhogen of de duur van uw training verlengen.
Verhoog echter nooit beide tegelijkertijd!
GETRAINDE SPORTER: 70 tot 80 % van de maximale
hartslag
Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor wie
écht fit is en wie gewend is aan langdurige conditie
trainingen.
METER
TOETSEN
START
Begin met de door u gekozen training.
SNELHEID (Haas / Schildpad)
Door op de toets HAAS te drukken kunt u de snelheid
van de band te doen toenemen in stappen van 0,1 km/
h. De SCHILDPAD - toets dient om de snelheid van
de band laten afnemen in stappen van 0,1 km/h. Langer
op deze toetsen drukken maakt dat de snelheid sneller
verandert. De loopbandsnelheid is van 0,5 tot 20,0
km/h (T80) en van 0,5 tot 22,0 km/h (T85).
LOOPHOEK
Door op de loophoek omhoog –toets te drukken,
verhoogt u de hellinghoek telkens met 0,5 %; door
op de loophoek omlaag –toets te drukken, verlaagt
u de hellinghoek met telkens 0,5 %. Als u een toets
ingedrukt houdt, versnelt u de verandering. De
hellinghoek kunt u van 0 tot 10 % veranderen.
PIJLTOETSEN
Op de gebruikerinstelling kunt u de instellingswaarden
veranderen met behulp van de toetsen van de
snelheidsregeling. Op de hartslagaangepaste training
kunt u het hartslagniveau veranderen met behulp van
de toetsen van de snelheidsregeling. Pijl omhoog-
toets te drukken, verhoogt u de moeilijkheidsgraad;
door op de pijl omlaag-toets te drukken, verlaagt u de
moeilijkheidsgraad.
STOP / PAUSE / RESET
U beëindigt de training deer op de STOP-toets te
drukken. Als U éénmaal op de STOP-toets drukt,gaat
de loopmat over op een 5 minuten durende pauze,en
tegelijk begint de meting van de herstel hartslag
automatisch. Tijdens deze 5 minuten kunt u de
afgebroken training herstarten door het drukken op de
START-toets. U beëindigt de training door nog eens op
de STOP-toets te drukken. Indien u de STOP-toets 2
seconden ingedrukt houdt, zet u de monitor op nul. De
meter keert in de uitgangspositie.
SELECT
Voordat u de START-toets indrukt, kunt u via de
SELECT-toets de trainingsmethode kiezen. Wanneer u
de training heeft gestart, kunt u via de SELECT-toets de
profieldisplay kiezen.
T80_T85_manual.indd 50T80_T85_manual.indd 50 28.2.2006 17:38:5128.2.2006 17:38:51
NL
HANDLEIDING
T80 T85
51
ENTER
Bevestig hiermee uw keuze (trainingsmethode of -
programma, gebruikerinstelling).
MEMORY
Met de MEM-knop kunt u de zojuist afgesloten training
in het geheugen van de meter opslaan. Daarvoor is een
gebruikerscode vereist. Elke gebruikerscode heeft 5
geheugenlocaties.
PSC
Met de PSC-functie kunt u zonder de meter aan te
hoeven raken de snelheid van de loopmat tijdens de
training wijzigen, door een andere plaats op de mat
te kiezen. Voor de PSC-functie is het nodig dat de
hartslagmeter in gebruik is. De PSC-functie kan worden
gebruikt bij met de hand in te stellen training, bij HRC-
training die wordt bestuurd door de hellingshoek, in het
Rolling Hills-profiel en bij beide conditietesten.
SET
De SET-knop dient voor de selectie van uw
gebruikerscode, voor het instellen van uw
gebruikersgegevens, voor selectie van de meeteenheden
die het toestel gebruikt en voor het bekijken van de
totale loopafstand en loopuren van het toestel.
T-WARE PROGRAMMA
Deze trainer is geschikt voor het gebruik van de T-
Ware fitness test- en conditieprogramma. Informatie
betreffende het gebruik van T-Ware kunt U in Tunturi’s
website www.tunturi.com vinden.
FUNCTIES
HEART RATE (hartslagmeting)
45-220 bpm. Het hartslaglampje licht altijd op, als de
meter het hartsignaal registreert.
KCAL (Calorieën)
Calorieverbruik 0-9999 kcal met 1 kcal nauwkeurigheid
ELEVATION (loophoek)
0-10 %, met 0,5 % nauwkeurigheid
TIME (tijd)
Trainingstijd 0:00 - 99:59 met 1 s nauwkeurigheid,
h1:40-h9:59 met 1 min nauwkeurigheid
DISTANCE (Afstand)
Trainingsafstand 0,00-99,99 km met 0,01 km
nauwkeurigheid
SPEED (Snelheid)
Snelheid van de mat 0,5-20,0 km/h, met 0,1 km/h
nauwkeurigheid (T80) / 0,5-22,0 km/h, met 0,1 km/h
nauwkeurigheid (T85). De controlelamp geeft de
geselecteerde eenheid aan (km/h, mph, pace = minuut /
kilometer).
GRAFIEK//TEKSTDISPLAY
Het model T80 heeft een gecombineerd tekst- en
profieldisplay, dat in het Engels informatie verstrekt
aan het begin van en tijdens de training. Het model
T85 heeft een apart grafisch display voor gedetailleerde
informatie over het trainingsprofiel. Het tekstveld
begeleidt de gebruiker aan het begin van en tijdens de
training.
INSTELLING VAN
GEBRUIKERGEGEVENS
Wij adviseren u om een gebruikerscode te kiezen
en uw persoonlijke gegevens op te slaan. Deze
informatie wordt o.a. gebruikt bij het schatten van uw
persoonlijke calorieverbruik. Verder kunt u instellen
met welke meeteenheden het toestel moet werken
en de totaalwaarden van het toestel bekijken. Met
uw gebruikerscode kunt u ook uw zojuist afgesloten
training opslaan.
1. Druk de SET-toets. Kies met de pijltoets
gebruikerscode 1-4. Bevestig de waarde van de instelling
met de ENTER-toets. LET OP! Onder ”NO USER”
staan toestelinstellingen, met totale loopafstand en -tijd.
2. Stel de meeteenheden in (Metric = gegevens volgens
het metrische systeem / Imperial = gegevens in Engelse
eenheden): verander de instelling met de pijltoetsen en
bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u
gaat dan verder naar de volgende instelling.
3. Geef uw gewicht op. Verander de instelling met de
pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de
ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende
instelling. Deze gegevens zijn nodig voor de inschatting
van het energieverbuik.
4. Stel het geslacht in (Male = man / Female = vrouw):
verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig
de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan
verder naar de volgende instelling. Deze gegevens zijn
nodig voor de inschatting van het energieverbuik.
5. Stel de leeftijd van de gebruiker in: verander de
instelling met de pijltoetsen en bevestig de waarde van
de instelling met de ENTER-toets; u gaat dan verder
naar de volgende instelling. Deze gegevens zijn nodig
voor de inschatting van het energieverbuik.
6. Stel het gebruik van het signaalteken in (ON =
signaalteken klinkt / OFF = signaalteken klinkt niet):
Bij profieltraining meldt de meter profielwijzigingen van
tevoren d.m.v. een geluidssignaal. Verander de instelling
met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met
de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende
instelling. BELANGRIJK! U kunt de eenheden tijdens
het trainen instellen: druk de SET-toets, verander
de instelling met de pijltoetsen en bevestig met de
ENTER-toets.
7. Stel de eenheden van het display in (km/h, min/
km, mph, min/mijl). Verander de instelling met de
pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de
ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende
instelling.
8. Stel voor training met PSC- of hartslagbesturing
de topsnelheid van de loopmat in met de pijltoetsen:
bij deze trainingsvormen wordt de snelheid gekozen
op basis van de hartslag. Als er geen topsnelheid is
opgegeven, kan deze tijdens te training te hoog worden.
De standaardwaarde voor de topsnelheid is 12 km/h.
Verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig
de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan
verder naar de volgende instelling.
T80_T85_manual.indd 51T80_T85_manual.indd 51 28.2.2006 17:38:5228.2.2006 17:38:52
52
HANDLEIDING
T80 T85
9. Op het display TOTAL TIME -ziet u uw eigen totale
gebruiksduur van de loopmat. Door de ENTER-toets in
te drukken, gaat u verder naar het volgende display.
10. Op het display TOTAL DISTANCE -ziet u uw
eigen loopafstand op de loopmat. Door de ENTER-
toets in te drukken, keert u terug naar de instelling
van gebruikergegevens, met de START-toets laat u de
getoonde gebruikerinstelling verdwijnen.
Wanneer u uw gegevens heeft ingevoerd, kunt u deze
later benutten door aan het begin van de training
uw eigen gebruikerscode te selecteren. De gekozen
gebruikerscode blijft in het geheugen van de meter tot
er een andere code in gebruik wordt genomen, of tot de
veiligheidssleutel wordt verwijderd of de stekker uit het
stopcontact wordt getrokken.
POSITION SPEED CONTROL (PSC)
In de functie Position Speed Control (PSC) regelt u de
snelheid van de loopmat door uw plaats op de mat te
veranderen. De snelheid van de loopmat verhoogt, als u
zich naar voren beweegt, en ze verlaagt, als u zich naar
achteren beweegt, en ze blijft dezelfde, als u zich op het
middenvlak van de loopmat blijft voortbewegen.
BELANGRIJK! Het gebruik van de PSC-functie
veronderstelt het gebruik van een Polar T41
hartslagriem. Als teken van de meter dat de
hartslagmeting functioneert, knippert - als de display de
Heart Rate aangeeft - er een vierkantje op.
BELANGRIJK! Maak de klem van de veiligheidssleutel
altijd zorgvuldig aan uw hemd vast als u de PSC-
functie gebruikt. Regel de lengte van de snoer van het
veiligheidssleutel zo, dat het zich van de meter losmaakt,
als u te ver naar achteren gaat.
BELANGRIJK! Als u met behulp van de PSC-functie
traint, mag er in de nabijheid van de loopmat geen
andere hartslagzender zijn - de onderlinge afstand tussen
de loopmatten moet minstens twee meter bedragen;
gelijktijdige signalen van twee zenders brengen de
gebuikersveiligheid in gevaar, omdat ze de sturing van
de PSC-functie in de war brengen.
Tijdens het instellen van de PSC-functie moet de
loopmat stilstaan.
1. Begin het gebruik van de PSC-functie door de
limieten van de snelheidsbereiken in te stellen. Druk
dan op de PSC-toets van de meter.
2. Op het display komt de tekst PSC ON (functie
aan) of PSC OFF (functie uit), afhankelijk van de
laatste instelling van de meter. Stel in PSC ON met de
pijltoetsen en druk op ENTER.
3. Op het display verschijnt de tekst PRESS ENTER
TO CALIBRATE PSC OR START TO EXIT (Druk
op ENTER om naar de PSC-instellingen te gaan
of op START als u niets meer wilt instellen). Ga in
het midden van de mat staan. Ongeveer 10 cm voor
dat punt zal de mat sneller gaan en ongeveer 20 cm
achter dat punt zal de mat langzamer gaan. Druk
ENTER, waardoor op het display verschijnt de tekst
PLEASE WAIT 8 en de meter uw loopafstand meet
op basis van het hartslagsignaal. Als de meting van 8
seconden voorbij is, verschijnt er op de display de tekst
CALIBRATION READY PRESS START (instelling
gereed, begin functie met START-knop).
4. Indien de meter niet op het hartslagsignaal reageert
of indien er een probleem ontstaat bij de meting van de
loopafstand, laat de meter op de display weer het teken
CALIBRATION verschijnen. Bij zulke storingssituaties
verschijnt er op de display gedurende vijf seconden de
tekst CHECK TRANSMITTER. Controleert u in dat
geval of u de gegeven aanwijzingen over het gebruik van
de hartslaggordel op de juiste manier hebt opgevolgd.
Als de limieten van de snelheidsbereiken naar uw
mening in orde zijn, kunt u de PSC-functie voortaan
in gebruik nemen door PSC ON instellen, de ENTER
en START-toets te drukken en daarna de trainingsvorm
te kiezen, die u wenst. Als u de marges van de
snelheidsbereiken wilt veranderen, herhaal dan stappen
1-3 door op een geschikter punt op de mat te gaan
staan.
1. Kies de trainingsvorm Manual, Rolling Hills, en
conditietest of de op de instelling van de
hellingshoek gebaseerde standaardhartslagtraining.
Hierbij kunt u de snelheid van de loopmat regelen
met behulp van de PSC functie. Of de PSC-functie
geactiveerd is, kunt u zien, doordat het PSC-lichtsignaal
van de meter brandt. De gegevens op de balken laten
zien, in welk snelheidsbereik u zich telkens bevindt (haas
= sneller, - = standaard, schildpad = langzamer).
2. Begin uw trainingskeuze door op de START-toets
te drukken en regel de snelheid van de loopmat door
er naar voren of naar achteren op te bewegen. Let u er
wel op, dat tijdens de PSC functie ook de toetsen van
de snelheidsreguilatot (schildpad/haas) functioneren.
BELANGRIJK! Indien de PSC-functie u niet al van
vroeger bekend is, raden wij u aan, u in een rustig
trainingstempo met deze functie vertrouwd te maken.
3. U schakelt het gebruik van de PSC-functie uit door
na beëindiging van uw training twee keer op de STOP-
toets te drukken.
TRAININGSKEUZE
Druk de SELECT-toets zo lang in, totdat het
signaallampje brandt naast de door u gewenste training.
U kunt dus kiezen:
1. een manueel doorgevoerde oefening, waarbij u zelf
tijdens de training zowel de snelheid als de hoek kunt
regelen;
2. een hartslagaangepaste HRC-training, waarbij de
loopmat automatisch wordt geregeld zodat u permanent
bij de door u ingestelde hartslag traint. Zulke
hartslagaangepaste profielen vereisen altijd het gebruik
van de hartslaggordel;
3. conditietest: de mat biedt twee testmogelijkheden,
een wandeltest van 2 km of een Coopertest van 12
minuten.
4. een voorgegeven trainingsprofiel, waarbij de snelheid/
hellingshoek of het hartslaggniveau op een vooraf
ingestelde manier afwisselen.
T80_T85_manual.indd 52T80_T85_manual.indd 52 28.2.2006 17:38:5228.2.2006 17:38:52
NL
HANDLEIDING
T80 T85
53
MANUELE TRAINING
DIRECT BEGINNEN:
1. Manuele training is de uitgangsinstelling van de
loopmat. U kunt de training direct beginnen door op de
START-toets te drukken. De mat beweegt nu met een
snelheid van 1,5 km/h.
BEGIN VIA DE GEBRUIKERSINSTELLINGEN:
2. Als u uw gebruikersgegevens wilt benutten of uw
training wilt opslaan, geef dan uw gebruikersgegevens
op of kies uw gebruikerscode (1-4). Met de START-
toets bevestigt u de instelling.
3. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
naast de MANUAL-tekst brandt.
4. Druk de START-toets in. De mat beweegt nu met
een snelheid van 1,5 km/h. U kunt deze snelheid verder
regelen met de Haas/Schildpad-toetsen en met PSC.
5. Om de minuut verschijnen op het profieldisplay de
snelheidsgegevens van de training. Na verloop van 20
minuten verdwijnt het displaybeeld van de monitor naar
links en kunt u de snelheidsgegevens van de afgelopen
20 minuten aflezen. Als u tijdens de training op
SELECT drukt, komen op het monitor de cumulatieve
snelheids-, hellings-, hartslag- en atletiekbaanprofiel te
staan (T85).
6. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de
onderbroken training voortzetten door de START-toets
te drukken. In de wachtmodus kunt u ook de training
in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie).
Door twee keer op de STOP-knop te drukken,
beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont
de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in
de startmodus.
HARTSLAGAANGEPASTE TRAINING
Gecontroleerde hartslagtrainingen geven de
mogelijkheid tot training op een gewenst hartslagniveau.
Hartslagaangepaste profielen veronderstellen altijd het
gebruik van de hartslaggordel. Als de hartslagmeting
niet functioneert, verschijnt er in het tekstveld het
foutteken CHECK TRANSMITTER. Dan moet u
controleren of u de gegeven aanwijzingen voor het
gebruik van de hartslaggordel hebt opgevolgd.
1. Als u uw gebruikersgegevens wilt benutten of uw
training wilt opslaan, geef dan uw gebruikersgegevens
op of kies uw gebruikerscode (1-4). Met de ENTER-
toets bevestigt u de instelling.
2. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
naast de HRC-tekst brandt. Met de ENTER-toets
bevestigt u de instelling.
3. Selecteer met de pijltoetsen een van de volgende
hartslagmodellen:
a) Snelheid besturing = De looptrainer houdt uw
hartslag door middel van de snelheidsbesturing
constant. Indien gewenst is de loophoek ook tijdens de
training te veranderen.
b) Loophoek besturing = De besturing van de hartslag
is door de hellinghoek van de band aan te passen. In
deze mode, wordt de snelheid aangepast door op het
Haas of op de Schildpad-toets te drukken. Bij deze
trainingsvorm regelt u zelf de snelheid van de loopmat
via de PSC-functie of met behulp van de haas/
schildpad-toetsen.
c) Combinatie = De looptrainer houdt uw hartslag ook
constant door de hellinghoek en de snelheid evenredig
aan te passen.
4. Druk ENTER voor bevestiging van uw keuze.
5. Kies de gewenste hartslagniveau (80-180) met de
pijltoetsen.
6. Druk op de START-toets om training met een
constant hartslagniveau te beginnen. Tijdens de training
kunt u het hartslagniveau met de pijltoetsen veranderen.
7. Om de minuut verschijnen op het profieldisplay de
snelheidsgegevens van de training. Na verloop van 20
minuten verdwijnt het displaybeeld van de monitor naar
links en kunt u de snelheidsgegevens van de afgelopen
20 minuten aflezen. Als u tijdens de training op
SELECT drukt, komen op het monitor de cumulatieve
snelheids-, hellings-, hartslag- en atletiekbaanprofiel te
staan (T85).
8. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de
onderbroken training voortzetten door de START-toets
te drukken. In de wachtmodus kunt u ook de training
in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie).
Door twee keer op de STOP-knop te drukken,
beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont
de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in
de startmodus.
CONDITIETEST
Met de loopmat zijn twee verschillende conditietests
mogelijk. De lichte conditietest is een wandeltest van 2
km, die u snel wandelend moet afleggen. Voor personen
met een goede conditie is de Cooper-hardlooptest
geschikter, deze duurt 12 minuten.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
naast de TEST-tekst brandt. Met de ENTER-toets
bevestigt u de instelling.
2. Druk op de SELECT-knop, hiermee kunt u kiezen
voor de wandeltest van 2 km of de Coopertest. Met de
ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2 KM LOOPTEST
Bij de wandeltest moet de hartslagmeter worden
gebruikt: de conditie wordt beoordeeld aan de hand
van de hartslag tijdens het lopen en de tijd die u voor
het wandelen van 2 km nodig had. Aan de test gaat een
opwarmfase van 3 min vooraf. Wij adviseren dan ook
aan, om na de test rustig te blijven door lopen totdat uw
hartslagniveau weer de normale waarde bereikt heeft.
Op basis van de resultaten geeft de meter een schatting
van uw maximale zuurstofopname capaciteit.
BEGIN VAN DE WANDELTEST:
1. In het tekstveld van de meter wordt de lengte van de
deelnemer aan de test gevraagd (HEIGHT): stel deze in
met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER.
T80_T85_manual.indd 53T80_T85_manual.indd 53 28.2.2006 17:38:5228.2.2006 17:38:52
54
HANDLEIDING
T80 T85
2. In het tekstveld van de meter wordt het geslacht
van de deelnemer gevraagd (SEX): stel dit in met de
pijltoetsen. Bevestig met ENTER.
3. In het tekstveld van de meter wordt het gewicht van
de deelnemer gevraagd (WEIGHT): stel uw gewicht in
met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER.
4. In het tekstveld van de meter wordt de leeftijd van
de deelnemer gevraagd (AGE): stel deze in met de
pijltoetsen. Bevestig met ENTER.
5. In het tekstveld van de meter wordt gemeld, dat de
opwarmfase van 3 min (WARM UP) kan beginnen.
Druk op START om te beginnen.
6. De helling van de mat wordt automatisch op 1
% gezet; dit simuleert de luchtweerstand. U kunt
de snelheid regelen met de snelheidsknoppen.
Wij adviseren voor de opwarmfase een iets hoger
wandeltempo dan gemiddeld.
7. Tijdens het opwarmen telt de klok drie minuten
terug. Wanneer de klok op 0:00 komt, klinkt een
geluidssignaal en begint de eigenlijke test (TEST
STARTED!).
UITVOERING VAN DE WANDELTEST:
1. Het is de bedoeling de afstand van 2 km zo
snel mogelijk wandelend af te leggen. U kunt uw
loopsnelheid zelf regelen met de snelheidsknoppen. Let
op: u mag niet hardlopen!
2. Als de hartslagmeting niet werkt, wordt dat in het
tekstveld van de meter aangegeven met de mededeling
CHECK TRANSMITTER. Controleert u in dat geval
of u de gegeven aanwijzingen over het gebruik
van de hartslaggordel op de juiste manier hebt
opgevolgd.
3. Na 2 km geeft de meter een geluidssignaal.
Dan begint de automatische afkoelfase van
5 minuten, waarna de loopmat stopt. In het
tekstveld van de meter wordt het testresultaat
gegeven in de vorm van uw maximale
zuurstofopnamecapaciteit en een schatting
van de conditie. U kunt dat vergelijken met
de bijgaande tabel met conditieniveaus van
diverse leeftijdsgroepen.
COOPERTEST
Bij de Coopertest wordt uw conditie
berekend op basis van de afstand die u in
12 minuten heeft gerend. Hoe verder u
bent gekomen, hoe beter uw conditie is.
Aan de test gaat een opwarmfase van 3 min
vooraf. Wij adviseren dan ook aan, om na
de test rustig te blijven door lopen totdat
uw hartslagniveau weer de normale waarde
bereikt heeft. Op basis van de resultaten geeft
de meter een schatting van uw maximale
zuurstofopname capaciteit.
BEGIN VAN DE COOPERTEST:
1. In het tekstveld van de meter wordt gemeld
COOPER SELECTED. Met de START-toets
bevestigt u de instelling.
2. In het tekstveld van de meter wordt het
geslacht van de deelnemer gevraagd (SEX):
stel dit in met de pijltoetsen. Bevestig met
ENTER.
3. In het tekstveld van de meter wordt de leeftijd van
de deelnemer gevraagd (AGE): stel deze in met de
pijltoetsen. Bevestig met ENTER.
4. In het tekstveld van de meter wordt gemeld, dat de
opwarmfase van 3 min (WARM UP) kan beginnen.
Druk op START om te beginnen.
5. De helling van de mat wordt automatisch op 1
% gezet; dit simuleert de luchtweerstand. U kunt
de snelheid regelen met de snelheidsknoppen.
Wij adviseren voor de opwarmfase een iets hoger
wandeltempo dan gemiddeld.
6. Tijdens het opwarmen telt de klok drie minuten
terug. Wanneer de klok op 0:00 komt, klinkt een
geluidssignaal en begint de eigenlijke test (TEST
STARTED!).
UITVOERING VAN DE COOPERTEST:
1. Het is de bedoeling dat u in 12 minuten een zo groot
mogelijke afstand rennend aflegt. U kunt de snelheid
regelen met de snelheidstoetsen of de SPEED-toets.
2. In het tekstveld van het display staat een schatting van
het testresultaat bij de gebruikte snelheid.
3. Na 12 minuten geeft de meter een geluidssignaal.
Dan begint de automatische afkoelfase van 5 minuten,
waarna de loopmat stopt. In het tekstveld van de
meter wordt het testresultaat gegeven in de vorm
van uw maximale zuurstofopnamecapaciteit en een
schatting van de conditie. U kunt dat vergelijken met
de bijgaande tabel met conditieniveaus van diverse
leeftijdsgroepen.
MANNEN / MAXIMALE ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN
(VO2MAX)
1 = ZEER SLECHT - 7 = UITSTEKEND
LEEFT. 1 2 3 4 5 6 7
18-19 <33 33-38 39-44 45-51 52-57 58-63 >63
20-24 <32 32-37 38-43 44-50 51-56 57-62 >62
25-29 <31 31-35 36-42 43-48 49-53 54-59 >59
30-34 <29 29-34 35-40 41-45 46-51 52-56 >56
35-39 <28 28-32 33-38 39-43 44-48 49-54 >54
40-44 <26 26-31 32-35 36-41 42-46 47-51 >51
45-49 <25 25-29 30-34 35-39 40-43 44-48 >48
50-54 <24 24-27 28-32 33-36 37-41 42-46 >46
55-59 <22 22-26 27-30 31-34 35-39 40-43 >43
60-65 <21 21-24 25-28 29-32 33-36 37-40 >40
VROUWEN / MAXIMALE ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN
(VO2MAX)
1 = ZEER SLECHT - 7 = UITSTEKEND
LEEFT. 1 2 3 4 5 6 7
18-19 <28 28-32 33-37 38-42 43-47 48-52 >52
20-24 <27 27-31 32-36 37-41 42-46 47-51 >51
25-29 <26 26-30 31-35 36-40 41-44 45-49 >49
30-34 <25 25-29 30-33 34-37 38-42 43-46 >46
35-39 <24 24-27 28-31 32-35 36-40 41-44 >44
40-44 <22 22-25 26-29 30-33 34-37 38-41 >41
45-49 <21 21-23 24-27 28-31 32-35 36-38 >38
50-54 <19 19-22 23-25 26-29 30-32 33-36 >36
55-59 <18 18-20 21-23 24-27 28-30 31-33 >33
60-65 <16 16-18 19-21 22-24 25-27 28-30 >30
T80_T85_manual.indd 54T80_T85_manual.indd 54 28.2.2006 17:38:5328.2.2006 17:38:53
NL
HANDLEIDING
T80 T85
55
TRAININGSPROFIELEN
Om u van een veelzijdige, aangename en doelbewuste
training te verzekeren, heeft Tunturi een paar klare, op
verschillende manier functionerende trainingsprofielen
ontwikkeld. Tijdens de training biedt de monitor u
boverdien belangrijke informatie aan over het door
u gekozen profiel. De monitor geeft op tijd door een
klankteken aan, als er veranderingen in het profiel
optreden. Het profieldisplay geeft zowel het soort profiel
als de gegevens van de volgende profielbalk aan. Als u
uw gebruikersgegevens wilt benutten of uw training wilt
opslaan, geef dan uw gebruikersgegevens op of kies uw
gebruikerscode (1-4).
A. De combinatieprofielen 1-3 hebben een verschillende
moeilijkheidsgraad. De snelheid en de helling zijn
voorgeprogrammeerd. U kunt de snelheid naar believen
instellen. Voor de trainingslengte kunt u kiezen uit
trainingstijd of trainingsafstand. Deze profielen vereisen
het gebruik van de hartslaggordel wel niet, maar de
gordel biedt toch wel interessante extra gegevens over
uw prestaties.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het door u gewenste profiel (1-3) brandt. Met de
START-toets bevestigt u de instelling.
3. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De laatst
ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay op de monitor.
Met de SELECT-knop kunt u naar de volgende
instelwaarde. U kunt de duur met de pijltoetsen
veranderen (grenswaarden tussen 10 minuten - 0:00 - en
3 uur - h3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten /
3 km – 42 km, de schaaleenheid bedraagt 1 km). Deze
blijft in het geheugen van de meter tot ze door een
andere waarde wordt vervangen.
4. Druk de START-toets in: de training begint en de
loopmat zet zich in beweging.
5. U kunt het snelheidsniveau van het profiel telkens
met 1 % naar boven of naar beneden op schaal
aanpassen. Als u tijdens de training op SELECT drukt,
komen op het monitor de cumulatieve snelheids-,
hellings- en hartslagprofielen te staan.
6. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de
onderbroken training voortzetten door de START-toets
te drukken. U kunt de training in het geheugen opslaan
(zie bij Geheugenfunctie). Door twee keer op de STOP-
knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma;
het display toont de gegevens over de geleverde prestatie
en gaat terug in de startmodus.
7. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij
Geheugenfunctie).
B. Rolling Hills is een soort intervaltraining, waarbij u
tijdens de training de afstand en de duur van de training
kunt instellen en de snelheid van de loopmat zelf kunt
regelen. Bij de Rolling Hills training kunt uw snelheid
regelen met de PSC-functie. Als u de PSC-functie
niet gebruikt, hoeft u voor dit profiel de riem voor
hartslagmeting niet te gebruiken. Hartslagmeting geeft
echter interessante informatie over uw trainingsprestatie.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
bij het profiel 4 brandt. Met de START-toets bevestigt u
de instelling.
2. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De laatst
ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay op de monitor.
Met de SELECT-knop kunt u naar de volgende
instelwaarde. U kunt de duur met de pijltoetsen
veranderen (grenswaarden tussen 10 minuten - 0:00 - en
3 uur - h3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten /
3 km – 42 km, de schaaleenheid bedraagt 1 km). Deze
blijft in het geheugen van de meter tot ze door een
andere waarde wordt vervangen.
3. U kunt uw snelheid regelen met behulp van de
snelheidsregeltoets of PSC. Als u tijdens de training op
SELECT drukt, komen op het monitor de cumulatieve
hellings- en hartslagprofielen te staan.
4. U kunt een hellingsprofiel kiezen met de pijltoetsen.
5. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de
onderbroken training voortzetten door de START-toets
te drukken. U kunt de training in het geheugen opslaan
(zie bij Geheugenfunctie). Door twee keer op de STOP-
knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma;
het display toont de gegevens over de geleverde prestatie
en gaat terug in de startmodus.
6. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij
Geheugenfunctie).
C. De HRC-profielen zijn wat het eisenniveau betreft
getrapte hartslagaangepaste trainingsprofielen, waarbij
u de duur van de training zelf kunt instellen. De
hartslagaangepaste profielen veronderstellen altijd het
gebruik van de hartslaggordel. Als de hartslagmeter niet
functioneert, verschijnt er in het tekstveld van de display
het foutteken CHECK TRANSMITTER. Controleert
u in dat geval of u de gegeven aanwijzingen over het
gebruik van de hartslaggordel op de juiste manier hebt
opgevolgd.
1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje
naast het door u gewenste profiel (5-8) brandt. Met de
ENTER-toets bevestigt u de instelling.
2. Selecteer met de pijltoetsen een van de
hartslagmodellen. Druk de ENTER-toets weer in om de
instelling te bevestigen.
3. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De laatst
ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay op de
monitor. U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen
(grenswaarden tussen 10 minuten - 00:10 - en 3 uur
- h3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km
– 42 km, de schaaleenheid bedraagt 1 km). Met de
SELECT-knop kunt u naar de volgende instelwaarde.
4. Druk de START-toets in: de training begint
en de loopmat zet zich in beweging. U kunt het
snelheidsniveau van het profiel telkens met 1 % naar
boven of naar beneden op schaal aanpassen.
5. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te
drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten
durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de
onderbroken training voortzetten door de START-toets
T80_T85_manual.indd 55T80_T85_manual.indd 55 28.2.2006 17:38:5428.2.2006 17:38:54
56
HANDLEIDING
T80 T85
te drukken. U kunt de training in het geheugen opslaan
(zie bij Geheugenfunctie). Door twee keer op de STOP-
knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma;
het display toont de gegevens over de geleverde prestatie
en gaat terug in de startmodus.
6. Aan het eind van het programma begint de
automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt.
U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij
Geheugenfunctie).
PROFIELEN
(aan het eind van de gebruiksaanwijzing vind u
gedetailleerde uitleg over de programmas)
PROFIEL 1 (Hill Walk). Profiel met regelmatige
wijzigingen van de helling en een gelijkmatig, flink
wandeltempo. Het profiel is geschikt voor beginners
en actieve wandelaars. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde snelheid 5,2 km/h en de topsnelheid 5,8
km/h, de gemiddelde helling is 2,7 %.
PROFIEL 2 (Hill Jog). Profiel met afwisselende helling
en tamelijk gelijkmatig, licht jogtempo. Het profiel is
geschikt voor beginners en om de conditie op peil te
houden. Met standaardinstellingen is de gemiddelde
snelheid 6,9 km/h en de topsnelheid 7,2 km/h, de
gemiddelde helling is 1,9 %.
PROFIEL 3 (Hill Run). Profiel met gelijkmatige en
lichte helling en een gelijkmatig afwisselend flink
hardlooptempo. Het profiel is geschikt voor hardlopers.
Met standaardinstellingen is de gemiddelde snelheid
11,6 km/h en de topsnelheid 12,5 km/h, de gemiddelde
helling is 1,8 %.
PROFIEL 4 (Rolling Hills). Afstandsprofiel: u kunt
de lengte van het profiel in kilometers instellen. Het
profiel is vooral bedoeld voor training in deze tak
van sport, maar zorgt ook voor afwisseling bij de
conditietraining. De maximale afstand is 42 km. Met
standaardinstellingen is de afstand 3 km, instelbaar in
stappen van 1 km. De hellingsinstellingen zijn van het
intervaltype, de gemiddelde helling is 2,4 %.
PROFIEL 5 (Fatburner 1). Hartslagprofiel met
lage intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en
afnemen van de hartslag. Het profiel is geschikt voor
gewichtsbeheersing. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde hartslag 114, maximaal 125.
PROFIEL 6 (Fatburner 2). Hartslagprofiel met
middelzware intensiteit, gebaseerd op toe- en afnemen
van de hartslag in intervallen. Het profiel is geschikt
voor conditietraining en gewichtsbeheersing. Met
standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 122,
maximaal 136.
PROFIEL 7 (Cardio). Hartslagprofiel met middelzware
intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen
van de hartslag, de hartslag blijft bijna de hele tijd
rond de 130-140. Het profiel is uitstekend voor
conditietraining. Met standaardinstellingen is de
gemiddelde hartslag 129, maximaal 145.
PROFIEL 8
(Fit). Hartslagprofiel met zware intensiteit,
gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van de
hartslag. De hartslag blijft bijna de hele tijd rond de
135-145. Het profiel is geschikt voor conditietraining
en -verbetering, voor mensen met een goede conditie.
Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag
133, maximaal 150.
GEHEUGENFUNCTIE
Voor de geheugenfunctie is de gebruikerscode vereist:
de training wordt opgeslagen onder de gekozen
gebruikerscode. U kunt in de meter 5 trainingen per
gebruikerscode opslaan.
UW EIGEN PROFIEL OPSLAAN:
1. Geprogrammeerde profielen kunnen direct na afloop
van het profiel worden opgeslagen. U kunt de profielen,
manuele en HRC-trainingen beëindigen door een
keer op STOP te drukken; daarna kunt u de training
opslaan. Als u op de knop MEM drukt, komt u in het
geheugenmenu.
2. In het tekstveld van de meter wordt gevraagd op
welke geheugenlocatie u de training wilt opslaan (SAVE
AS OWN 1-5). Selecteer de gewenste geheugenlocatie
met de pijltoetsen en bevestig uw keuze met ENTER:
de training wordt nu op die geheugenlocatie opgeslagen.
3. Als alle geheugenlocaties al vol zijn, kunt u een
eerder gemaakt profiel vervangen door het nieuwe. In
het tekstveld van de meter wordt dan om bevestiging
gevraagd (REPLACE OWN 1-5). Bevestig met
ENTER. De training wordt nu op die geheugenlocatie
opgeslagen.
4. In het tekstveld van de meter wordt dit bevestigd
(SAVED AS OWN 1-5). De meter gaat automatisch in
de startmodus.
LET OP! In een profiel worden hoogstens 30 wijzigingen
van snelheid of hellingen opgeslagen! Het te bewaren
profiel moet minstens 10 minuten duren.
Uw eigen profiel gebruiken:
1. Kies uw gebruikerscode.
2. Druk op de MEM-knop.
3. Druk op de SELECT-knop tot het lampje van het
door u gewenste eigen profiel (O1-5 MEMORY) aan
gaat. Druk op ENTER om uw selectie te bevestigen.
Kies nu oftewel RERUN (profiel gebruiken zonder
wijzigingen) of RACE (profiel gebruiken als basis voor
wedstrijdfunctie) met de SELECT-knop.
4. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling.
5. Start het profiel met de START-knop.
6. In de functie RERUN kunt u uw eigen profiel
verhogen of verlagen en de wijzigingen opslaan.
WEDSTRIJDFUNCTIE
Door in het menu van de eigen snelheids/hoekprofielen
te kiezen voor RACE, kunt u een wedstrijd houden met
het profiel dat u eerder heeft opgeslagen. Het doel is, het
profiel zo snel mogelijk te lopen.
1. Druk de START-toets in: de training begint en de
loopmat zet zich in beweging.
2. U kunt desgewenst uw snelheid handmatig of met de
T80_T85_manual.indd 56T80_T85_manual.indd 56 28.2.2006 17:38:5428.2.2006 17:38:54
NL
HANDLEIDING
T80 T85
57
PSC-functie wijzigen.
3. Het display van de meter toont tijdens de training
het verloop van het profiel en de op komst zijnde
wijzigingen, en de stand ten opzichte van de opgeslagen
trainingsprestatie: de tekst “YOU ARE x.xx BEHIND”
wil zeggen dat u x seconden achterloopt en de tekst
“YOU ARE x.xx AHEAD” dat u x seconden voorloopt
op de eerder opgeslagen trainingsprestatie.
4. Na afloop van het profiel stopt de loopmat
automatisch. U kunt de training in het geheugen
opslaan (zie bij Geheugenfunctie).
ONDERHOUD
Voor een veilig gebruik van het toestel is het nodig dit
regelmatig te onderhouden en te letten op bepaalde
zaken die kunnen leiden tot storingen (slijtage van
onderdelen enz.). Controleer een keer per jaar of alle
bouten en moeren nog goed vast zitten. Draai ze echter
niet te strak aan. Het toestel mag alleen worden gebruikt
als het geheel in orde is.
REINIGING EN SMERING VAN DE
LOOPTRAINER
Verwijder stof en vuil van het bedieningspaneel en
reinig de handgrepen met een licht vochtige doek.
Gebruik geen oplosmiddelen. Reinig de zichtbare delen
van het frame (o.a. onderstel en zijkanten) en de band
regelmatig met een stofzuiger.
BELANGRIJK! Houdt u ook de omgeving van de
loopmat schoon. Bij gebruik vergaart de loopmat
bijvoorbeeld stof, wat problemen kan veroorzaken bij
het functioneren van de apparatuur.
BELANGRIJK! Voordat u de looptrainer gaat gebruiken,
moet u de loopmat met het meegeleverde T-Lube S-
smeermiddel smeren volgens de instructies.
De onderhoudssmering is een belangrijke
onderhoudsmaatregel voor de loopmat. Bij normaal
gebruik in huis (maximaal 1 uur training per dag)
moet men om de 300 gebruiksuren controleren of de
mat gesmeerd moet worden. Smeer de mat alleen als
het nodig is. Met de totaalmeter van de meter kunt u
gemakkelijk bijhouden hoeveel het apparaat gebruikt is.
Controleer de smering altijd wanneer de mat schokkend
loopt. Schakel de loopmat dan uit en voel met de hand
aan de onderplaat onder de mat; als uw vingers niet vet
worden en de onderplaat niet glad aanvoelt, moet u de
loopmat smeren. Dat doet u als volgt:
A) Inklapbaar frame
1. Bevestig de spuitmond van het slangetje op de T-Lube
S-spuitbus.
2. Til de loopmat op en vergrendel deze.
3. Plaats de spuitmond tussen de mat en de plaat.
Probeer de spray zo veel mogelijk in het midden van het
loopvlak te krijgen.
4. Spuit gedurende 5 seconden.
5. Laat het loopvlak weer naar zijn normale positie
zakken. Laat de mat gedurende minstens één minuut
met een snelheid van 1,5 km/u lopen. Dit dient om de
mat gelijkmatig te smeren.
BELANGRIJK! U moet de loopmat na het smeren
minstens 5 minuten laten lopen voordat u hem rechtop
in de bewaarstand zet. Zo wordt voorkomen dat het
smeermiddel van het looponderstel afloopt.
B) Vast frame
1. Bevestig de spuitmond van het slangetje op de T-Lube
S-spuitbus.
2. Stel het loopvlak op de maximale hellingshoek (10%)
in.
3. Plaats de spuitmond tussen de mat en de plaat.
Probeer de spray zo veel mogelijk in het midden van het
loopvlak te krijgen.
4. Spuit gedurende 5 seconden.
5. Laat het loopvlak weer naar zijn normale positie
zakken. Laat de mat gedurende minstens één minuut
met een snelheid van 1,5 km/u lopen. Dit dient om de
mat gelijkmatig te smeren.
BELANGRIJK! De looptrainer dient uitsluitend te
worden gesmeerd met de door Tunturi aanbevolen
smeermiddel. De looptrainer mag nooit met andere
smeermiddel worden gesmeerd, dan T-Lube S.
Raadpleeg uw plaatselijke Tunturi dealer voor het
verkrijgen van het juiste smeermiddel T-Lube S.
UOMINI / CAPACITÀ MASSIMA DI IMMISSIONE DI OSSIGENO
(VO2MAX)
1 = MOLTO BASSO - 7 = OTTIMO
ETÀ 1 2 3 4 5 6 7
18-19 <33 33-38 39-44 45-51 52-57 58-63 >63
20-24 <32 32-37 38-43 44-50 51-56 57-62 >62
25-29 <31 31-35 36-42 43-48 49-53 54-59 >59
30-34 <29 29-34 35-40 41-45 46-51 52-56 >56
35-39 <28 28-32 33-38 39-43 44-48 49-54 >54
40-44 <26 26-31 32-35 36-41 42-46 47-51 >51
45-49 <25 25-29 30-34 35-39 40-43 44-48 >48
50-54 <24 24-27 28-32 33-36 37-41 42-46 >46
55-59 <22 22-26 27-30 31-34 35-39 40-43 >43
60-65 <21 21-24 25-28 29-32 33-36 37-40 >40
DONNE / CAPACITÀ MASSIMA DI IMMISSIONE DI OSSIGENO
(VO2MAX) 1 = MOLTO BASSO - 7 = OTTIMO
ETÀ 1 2 3 4 5 6 7
18-19 <28 28-32 33-37 38-42 43-47 48-52 >52
20-24 <27 27-31 32-36 37-41 42-46 47-51 >51
25-29 <26 26-30 31-35 36-40 41-44 45-49 >49
30-34 <25 25-29 30-33 34-37 38-42 43-46 >46
35-39 <24 24-27 28-31 32-35 36-40 41-44 >44
40-44 <22 22-25 26-29 30-33 34-37 38-41 >41
45-49 <21 21-23 24-27 28-31 32-35 36-38 >38
50-54 <19 19-22 23-25 26-29 30-32 33-36 >36
55-59 <18 18-20 21-23 24-27 28-30 31-33 >33
60-65 <16 16-18 19-21 22-24 25-27 28-30 >30
T80_T85_manual.indd 57T80_T85_manual.indd 57 28.2.2006 17:38:5428.2.2006 17:38:54
58
HANDLEIDING
T80 T85
HET CENTREREN VAN DE LOOPMAT
Controleer tijdens het gebruik of de loopmat goed blijft
lopen. Indien de band afstelling behoeft, wacht hier dan
niet mee tot na de training maar voer dit onmiddellijk
uit. De band dient altijd over het midden van de trainer
te lopen. Centreren zal over het algemeen niet nodig zijn
wanneer:
de looptrainer op een vlakke ondergrond staat en de
loopmat goed gespannen is;
de loopmat correct is gecentreerd.
Het kan echter zijn dat als gevolg van een bijzondere
loopstijl de loopmat enigszins uit het midden raakt. Het
centreren van de loopmat:
1. Controleer eerst of de looptrainer horizontaal /
waterpas staat. Laat de loopmat vrij draaien met een
snelheid van 5 km/u.
2. Indien de band naar links trekt, draai dan de linker
inbusbout achter op de trainer ¼
slag in de richting van de klok mee en de rechter
inbusbout ¼ slag tegen de klok in. Het afstellen dient
met de nodige voorzichtigheid te gebeuren daar een
achtste slag al aanzienlijke gevolgen heeft voor de
loop van de loopmat. Draai de inbusbouten dus met
maximaal ¼ slag in de richting van de klok of tegen de
klok in. Controleer elke keer het gevolg hiervan. Laat de
mat enkele minuten draaien, voor weer verder te gaan
met afstellen. Indien de mat naar rechts trekt, draai dan
de rechter inbusbout achter op de trainer ¼ slag in de
richting van de klok en de linker inbusbout ¼ slag tegen
de klok in.
3. De loopmat is correct afgesteld wanneer deze in
het midden blijft lopen. Wanneer de mat nog steeds
naar links of naar rechts trekt dient u het afstellen te
herhalen, stapje voor stapje, totdat de loopmat recht
loopt. Indien de mat gedurende langere tijd aanloopt
kan deze ernstig beschadigen. De garantie op de trainer
dekt geen storingen of beschadigingen die ontstaan zijn
door het niet centreren van de mat.
HET SPANNEN VAN DE LOOPMAT
Indien de mat gaat slippen dient u deze wat strakker
te stellen. Het is niet goed om de loopmat te strak
te zetten; houd de spanning zo laag mogelijk. Het
bijstellen van de spanning doet u met dezelfde
inbusbouten die ook voor het centreren worden
gebruikt.
1. Laat de band vrij lopen met een snelheid van ongeveer
5 km/h.
2. Draai de beide inbusbouten achter op de trainer ¼
slag in de richting van de klok.
3. Controleer of de spanning correct is door op de
looptrainer te gaan lopen en deze af te remmen (alsof u
bergaf loopt).
Indien de band bij licht afremmen nog steeds slipt,
draai dan de inbusbouten nogmaals ¼ slag aan en
herhaal de controle. Bij krachtig afremmen mag de
loopmat slippen. Als de mat, ondanks het afstellen,
blijft doorslippen, neem dan contact op met uw Tunturi
dealer.
GEBRUIKSSTORINGEN
BELANGRIJK! Ondanks voortdurende
kwaliteitscontroles, kunnen er defecten of storingen
optreden die het gevolg zijn van het niet goed
functioneren van onderdelen die in de looptrainer
zijn gebruikt. In de meeste gevallen is het onnodig
om het gehele apparaat ter reparatie aan te bieden,
aangezien de storing meestal kan worden opgelost door
het vervangen van het defecte onderdeel. Mochten er
storingen optreden bij het gebruik van de trainer, neem
dan onmiddellijk contact op met uw Tunturi dealer.
Vermeldt daarbij altijd het model en het serienummer
van uw Tunturi trainer, de eventuele storingscode en
door wie de trainer is geïnstalleerd.
Indien u merkt dat er iets niet in orde is met de
looptrainer, schakelt u direct de looptrainer uit door de
aan- en uitknop in te drukken. Wacht vervolgens één
minuut en schakel de looptrainer weer aan. Op deze
manier moeten incidentele fouten hersteld zijn en kan
de looptrainer opnieuw worden gebruikt. Indien de
looptrainer na het aan- en uitschakelen door de aan- en
uitknop nog steeds niet goed functioneert, neem dan
contact op met uw Tunturi dealer voor onderhoud.
Vermeldt bij het bestellen van onderdelen het model,
het serienummer van het apparaat en het nummer van
het onderdeel. Op de laatste paginas van deze gids vindt
u de onderdelenlijst.
STORINGEN
De monitor meldt de storingen op het screen aan.
SYSTEM CHECK FAILED - Eventuele storing van de
motorbesturing. Schakel de stroom van de loopmat uit
met de hoofdschakelaar, wacht een minuut en zet hem
dan opnieuw aan. Als de foutmelding niet terugkomt,
kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de
foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met
de verkoper van het toestel.
SPEED SENSOR ERROR - Storing van de
snelheidssensor. Neem contact op met de verkoper van
het toestel.
MOTOR SPEED ERROR - Storing van de
snelheidsregeling van de mat. Controleer of u de mat
correct gebruikt: duw de mat niet met uw voeten
voort. Schakel de stroom van de loopmat uit met de
hoofdschakelaar, wacht een minuut en zet hem dan
opnieuw aan. Als de foutmelding niet terugkomt,
kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de
foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met
de verkoper van het toestel.
MOTOR OVERLOAD - Overbelasting van de motor.
Controleer of u het toestel correct gebruikt: de mat niet
afremmen. Controleer of de mat voldoende gesmeerd
is; smeer de mat eventueel (onderhoudsbeurt). Schakel
de stroom van de loopmat uit met de hoofdschakelaar,
wacht een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Als de
foutmelding niet terugkomt, kunt u het toestel verder
normaal gebruiken. Als de foutmelding niet verdwijnt,
neem dan contact op met de verkoper van het toestel.
T80_T85_manual.indd 58T80_T85_manual.indd 58 28.2.2006 17:38:5528.2.2006 17:38:55
NL
HANDLEIDING
T80 T85
59
LIFT MOTOR ERROR - Storing van de hefmotor.
Neem contact op met de verkoper van het toestel.
LIFT MOTOR OVERLOAD - Overbelasting van de
hefmotor. Controleer of u het toestel correct gebruikt:
overbelast de hefmotor niet door steeds de hellingshoek
te wijzigen. Schakel de stroom van de loopmat uit met
de hoofdschakelaar, wacht een minuut en zet hem dan
opnieuw aan. Bij het starten voert de mat automatisch
het ijken van de hefmotor uit. Als de foutmelding niet
terugkomt, kunt u het toestel verder normaal gebruiken.
Als de foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op
met de verkoper van het toestel.
TRANSPORT EN OPSLAG
De T80/F85(Foldaway) kunt u opklappen.
Controleer dat de transportwielen in de zijwaartse
stand. Schakel de stroom uit met de schakelaar en trek
de stekker uit het stopcontact en uit de loopmat. Pak
het aluminium profiel achter het looponderstel vast
en til het looponderstel op. Duw met uw voet op de
dwarsstang van het knikframe, zodat het looponderstel
op het onderstel wordt vastgeklemd. BELANGRIJK! Laat
het looponderstel nooit in de bewaarstand terwijl het
alleen op de gasveren rust!
Verplaats de T80 / T85 (Foldaway) loopmat als volgt.
Draai de transportwielen aan de voorkant van het
apparaat zo dat ze naar voren wijzen. U kunt het
apparaat nu duwen en verrijden. Als u het apparaat
zijwaarts wilt verplaatsen, hoeft u de transportwielen
niet te verstellen. Zet de transportwielen na het
verplaatsen terug in de zijwaartse stand. Maak de
vergrendeling van het looponderstel vrij door het
looponderstel iets naar voren te duwen en tegelijkertijd
de borghendels aan het onderframe met uw voet opzij te
duwen. Laat het looponderstel voorichtig op de grond
zakken.
Verplaats de T80 / T85 loopmat als volgt. Schakel de
stroom uit met de schakelaar en trek de stekker uit het
stopcontact en uit de loopmat. Ga achter het apparaat
staan en pak het aluminiumprofiel aan de achterkant
van het apparaat vast. Til het apparaat zover op dat
het op de transportwielen komt te rusten. U kunt het
apparaat nu verplaatsen door het te duwen en verrijden
op de wielen. Laat het looponderstel voorzichtig op de
grond zakken.
BELANGRIJK! Extra voorzichtigheid is geboden bij het
verplaatsen van de looptrainer over een oneffen vloer of
over een drempel. Ook mag de looptrainer beslist nooit
op de wielen over een trap gereden worden, in dit geval
moet de looptrainer worden opgetild. Pas op dat de
vloer niet beschadigt wanneer u het toestel verplaatst.
Bescherm tere vloermaterialen zoals parketvloeren enz.
Het kan zijn dat de loopmat opnieuw gecentreerd moet
worden nadat deze verplaatst is.
Berg de trainer op in een droge ruimte met een redelijk
constante temperatuur en dek de trainer af tegen stof.
Haal na gebruik altijd de stekker uit het stopcontact.
TECHNISCHE GEGEVENS
T80 (FOLDAWAY)
Lengte ......................................... 210 cm
(Opgeklapte stand .......................76 cm)
Hoogte ........................................ 142 cm
(Opgeklapte stand .......................197 cm)
Breedte ........................................91 cm
Gewicht T80 / T80 (Foldaway) ....114 kg / 150 kg
Lengte loopvlak ...........................143 cm
Breedte loopvlak ..........................51 cm
Snelheid ......................................0,5-20,0 km/u
Hellinghoek ................................0-10 %
Motor ..........................................3,0 pk
T85 (FOLDAWAY
Lengte .........................................197 cm
(Opgeklapte stand .......................76 cm)
Hoogte ........................................142 cm
(Opgeklapte stand .......................197 cm)
Breedte ........................................91 cm
Gewicht T85 / T85 (Foldaway) ....114 kg / 150 kg
Lengte loopvlak ...........................143 cm
Breedte loopvlak ..........................51 cm
Snelheid ......................................0,5-22,0 km/u
Hellinghoek ................................0-10 %
Motor ..........................................3,5 pk
Alle Tunturi modellen voldoen aan de eisen van EUs
EMC. Directiven betreffende elektromagnetische
compatibiliteit (89/336/EEC) en elektrische
apparatuur ontworpen voor gebruik binnen bepaalde
spanningslimieten (73/23/EEC). Daarom is dit
product met de CE label voorzien. De Tunturi T80
/ T85 looptrainer voldoen aan EN precisie- en
veiligheidsnormen (Norm SA, EN-957, deel 1 en 6).
In verband met ons beleid van voortdurende
productinnovatie, is Tunturi gerechtigd om specificaties
te veranderen zonder daarover nader te berichten.
BELANGRIJK! De garantie vervalt bij schade als
gevolg van het niet volgen van de instructies in deze
gids betreffende het monteren, het instellen en het
onderhouden van de apparatuur. Veranderingen
of modificaties, welke niet door Tunturi Oy Ltd
zijn goedgekeurd, laten de Tunturi Oy Ltd product
aansprakelijkheid geheel vervallen.
Wij wensen u veel plezierige trainingen met uw
nieuwe Tunturi trainingspartner!
T80_T85_manual.indd 59T80_T85_manual.indd 59 28.2.2006 17:38:5528.2.2006 17:38:55

Documenttranscriptie

INHOUD OPMERKINGEN EN ADVIEZEN .............................. 46 MONTAGE................................................................ 46 T80 / T85 (FOLDAWAY) ........................................... 46 T80 / T85 (FOLDAWAY) ........................................... 47 T80 / T85 ................................................................. 48 FITNESS TRAINING ................................................ 48 HARTSLAG .............................................................. 49 METER ................................................................. 50 FUNCTIES................................................................ 51 INSTELLING VAN ................................................... 51 GEBRUIKERGEGEVENS ........................................ 51 POSITION SPEED CONTROL (PSC) ...................... 52 TRAININGSKEUZE .................................................. 52 TRAININGSPROFIELEN ......................................... 55 PROFIELEN ............................................................. 56 GEHEUGENFUNCTIE ............................................. 56 ONDERHOUD .......................................................... 57 GEBRUIKSSTORINGEN.......................................... 58 STORINGEN ............................................................ 58 TRANSPORT EN OPSLAG ...................................... 59 TECHNISCHE GEGEVENS ..................................... 59 OPMERKINGEN EN ADVIEZEN Deze gids is een essentieel onderdeel van uw Tunturi looptrainer. Lees deze gids zorgvuldig door vóórdat u begint met monteren, gebruiken of onderhouden van uw looptrainer. Bewaar de gids op een handige plaats. U kunt er, nu en in de toekomst, nuttige informatie uithalen die u nodig heeft voor het gebruik en het onderhoud van de apparatuur. Volg de instructies altijd met zorg op. • De trainer mag alleen worden aangesloten op een geaard stopcontact. Het stroomverbruik bedraagt maximaal 10 A. Het gebruik van een verlengsnoer is niet toegestaan. Spanningsfl uctuaties van meer dan 10 % kunnen storingen in de werking van de trainer veroorzaken of de elektronische componenten beschadigen. Indien de netspanning onvoldoende gereguleerd is of de trainer anderszins niet overeenkomstig deze gebruiksaanwijzing wordt aangesloten, vervalt de garantie. De T80 / T85 mag alleen worden aangesloten op een geaard stopcontact. Het gebruik van een verlengsnoer is niet toegestaan. Beperk u tot het onderhoud en instellingen zoals in deze handleiding worden beschreven. Stop direct als zich andere problemen voordoen en vraag advies bij uw Tunturi specialist. Laat door een arts, voordat u met trainen begint, uw gezondheid controleren. Mocht u tijdens het trainen last krijgen van misselijkheid, duizeligheid of andere niet normale verschijnselen, stop dan direct uw training en raadpleeg een arts. Bij het afstellen en het onderhouden van de trainer dient u deze gebruiksaanwijzing op te volgen. Bij montage- en onderhoudswerkzaamheden dient u eerst de hoofdschakelaar van de looptrainer, uit te schakelen en de stekker uit het stopcontact te nemen. De T80 / T85 mag niet worden gebruikt door personen die zwaarder zijn dan 150 kg. • HANDLEIDING • T80 T85 • • • • • Gebruik de looptrainer alleen binnenshuis. De ideale gebruikstemperatuur is tussen +10°C en +35°C. De luchtvochtigheid mag nooit hoger dan 90 % zijn. De T80 / T85 is voor thuis- en light commercial gebruik. De garantietermijn van de T80 / T85 bij thuisgebruik is 24 maanden en bij light commerial gebruik 12 maanden. De garantie vervalt bij schade ontstaan tijdens ve verzending of door het niet volgen van de in deze handleiding gegeven instructies betreffende het monteren, afstellen en onderhoud van het apparaat. • WELKOM IN DE WERELD VAN TUNTURI-TRAINING! Uw keuze toont aan, dat u echt in uw gezondheid en conditie wilt investeren. Het bewijst ook, dat u kwaliteit en stijl belangrijk vindt en dit waardeert. Met deze Tunturi looptrainer heeft u een veilig, motiverend, kwaliteitsproduct als trainingspartner gekozen. Wat uw trainingsdoel ook is, wij zijn ervan overtuigd dat de keuze van deze trainer de juiste is, om uw doel te bereiken. Informatie betreffende het gebruik van Uw trainingsapparatuur en een efficiënte training hiermede kunt U in deze gids en Tunturi’s website WWW. TUNTURI.COM vinden. MONTAGE Controleer of de verpakking alle onderdelen bevat: VERPAKKING 1/2 1. Loopmat VERPAKKING 2/2 2. Onderstel (T80 / T85 (Foldaway)) 3. Voorleuningen 4. Handsteun-meter combinatie 5. Elektriciteitssnoer 6. Set met montagebenodigdheden (met * in de onderdelenlijst): Bewaar de montagebenodigdheden, omdat u die o.a. nog bij de bijstelling van de apparatuur kunt gebruiken. De aanduidingen rechts, links, voor en achter betekenen steeds rechts, links enz. gezien vanuit de gebruiker, staand op de loopmat. Neem bij problemen contact op met uw Tunturi dealer. Voor de montage zijn twee personen nodig. Monteer de looptrainer als volgt: T80 / T85 (FOLDAWAY) Begin met de montage van het toestel met pakket 2/2. Verwijder de piepschuimblokken onder het looponderstel nog NIET! staand op de loopmat. Neem bij problemen contact op met uw Tunturi dealer. Voor de montage zijn twee personen nodig. Monteer de looptrainer als volgt: • 46 T80_T85_manual.indd 46 28.2.2006 17:38:49 HANDLEIDING T80 / T85 (FOLDAWAY) VOORLEUNINGEN • T80 T85 NL stekker van de meter en duw het zo aangesloten snoer de handsteun in. Duw nu de combinatie handsteun-meter op de uiteinden van de vóórleuningen en draai alle inbusbouten van de glijstukken vast. Draai daarna de bevestigingsschroeven van de voorleuningen strak. Trek het beschermende folie van het display af. LOOPONDERSTEL Bevestig beide voorleuningen op het onderstel met de vier inbusschroeven (A). Controleer goed of de kop van de plastic bescherming onderaan de voorleuningen op de opening in het onderframe valt. Pas op dat het snoer dat uit de linker voorleuning komt niet beschadigd raakt. BELANGRIJK! Draai de schroeven pas strak vast nadat u de handsteun en de meter heeft gemonteerd. Verbind de onderstel-handsteun combinatie als volgt met het looponderstel. 1. Verwijder het stuk piepschuim dat onder het voorstuk van het looponderstel zit en verwijder de planken die aan de zijkanten van het looponderstel zitten. 2. Draai de transportwielen naar voren die onder de combinatie handsteun-meter zitten. Til de voorkant van het looponderstel iets op en duw de combinatie onderframe-handsteun onder de voorkant van het looponderstel, zo dat de steunen van het onderstel en de montageopeningen van het looponderstel op elkaar vallen. Pas op dat het snoer dat uit de linker voorleuning komt niet beschadigd raakt. 3. Bevestig de steunen met de schroeven (C) en onderlegringen (D) aan het looponderstel. HANDSTEUN EN METER Draai de glijstukken op de zijkanten van de handsteunen naar beneden, zodat u elk van de glijstukken via de onderste montageopeningen in de handsteun kunt bevestigen met de bevestigingsbout (B). Bevestig de glijstukken in dit stadium nog zo los mogelijk. Haal de inbusbouten niet uit de glijstukken, maar draai deze vast. Laat de combinatie handsteunmeter op de vóórleuningen zakken, op zo’n manier dat de glijstukken op de zijkanten van de handsteunen in de groeven van de vóórleuningen komen te zitten. Verbind het snoer dat uit de linker handsteun komt met de 4. Verbind het snoer dat uit de linker voorleuning komt met de stekker aan het looponderstel (illustratie 3). Bevestig de spiraalkabel aan het onderframe met de klem en de schroef, op zo’n manier dat het spiraalgedeelte van de kabel tussen de klem en de stekker blijft. Verwijder de stukken piepschuim van onder de loopmat. 47 T80_T85_manual.indd 47 28.2.2006 17:38:50 nadat u de handsteun en de meter gemonteerd heeft. HANDSTEUN EN METER 5. Draai de transportwielen weer opzij en til het looponderstel op. Snij de transportstrips om het H-frame en de gasveren door en laat het met transportwielen uitgeruste H-frame zakken. Zet het looponderstel vast in de bewaarstand (zie Vervoer en Opslag). Maak het looponderstel wat lichter door het iets naar voren te duwen en bevestig beide gasveren met de nyloc-moeren (E) aan het onderframe. BELANGRIJK! Span de moeren NIET zo strak aan dat de bevestigingen van de gasveren onwrikbaar vast komen te zitten! 6. Als de loopmat niet goed vergrendeld wordt, maak het looponderstel dan wat lichter door het iets naar voren te duwen zodat de transportwielen los van de vloer komen en draai dan de schroeven (2 st. aan elke zijde) van de montageblokken van het H-frame iets losser. Draai de schroeven opnieuw vast; het H-frame komt daarbij op zijn plaats. 7. Zet de loopmat op de gewenste plaats (zie Vervoer en Opslag). Laat het looponderstel zakken en controleer of het stabiel staat. Als het toestel wiebelt, kunt u dat verhelpen met de stelvoetjes onder aan de achterkant: draai de bevestigingsschroeven van de stelvoetjes los en stel de hoogte van de voetjes af. Draai daarna de bevestigingsschroeven weer vast. T80 / T85 Maak beide verpakkingen open en verwijder alle losse piepschuimstukken. VOORLEUNINGEN Draai de glijstukken op de zijkanten van de handsteunen naar beneden, zodat u elk van de glijstukken via de onderste montageopeningen in de handsteun kunt bevestigen met de bevestigingsbout (E). Bevestig de glijstukken in dit stadium nog zo los mogelijk. Haal de inbusbouten niet uit de glijstukken, maar draai deze vast. Laat de combinatie handsteunmeter op de vóórleuningen zakken, op zo’n manier dat de glijstukken op de zijkanten van de handsteunen in de groeven van de vóórleuningen komen te zitten. Verbind het snoer dat uit de linker handsteun komt met de stekker van de meter en duw het zo aangesloten snoer de handsteun in. Duw nu de combinatie handsteunmeter op de uiteinden van de vóórleuningen en draai alle inbusbouten van de glijstukken vast. Draai daarna de bevestigingsschroeven van de voorleuningen strak. Trek het beschermende folie van het display af. Sluit het snoer dat uit de linker handsteun komt aan op de connector die links onder het looponderstel zit. Dit gaat gemakkelijker als u de loopmat aan de linker kant iets optilt zodat hij op zijn rechter zijkant komt te rusten. NOODSTOP De looptrainer en het bedieningspaneel werken alleen indien de veiligheidssleutel correct is geplaatst: als de veiligheidssleutel niet of niet juist is geplaatst, verschijnt op het display een foutmelding. Controleer of de knijper van de veiligheidssleutel goed aan uw kleding is bevestigd. Het koord van de sleutel mag, wanneer er aan getrokken wordt, niet los kunnen schieten van uw kleding voordat de sleutel uit het bedieningspaneel komt. HANDLEIDING • T80 T85 ELEKTRICITEITSSNOER Bevestig de montagestukken van de voorleuningen aan de onderkant van de voorleuningen met vier inbusschroeven (A) en onderlegringen (B) en twee inbusschroeven (C) en onderlegringen (D). Bevestig daarna de voorleuningen met behulp van de montagestukken aan het looponderstel met vier onderlegringen en inbusschroeven. Pas op dat het snoer dat uit de linker voorleuning komt niet beschadigd raakt. BELANGRIJK! Draai de schroeven pas strak vast Controleer, vóór u het apparaat aansluit op het elektriciteitsnet, of het voltage overeenkomt met het voltage dat aangegeven staat op het typeplaatje van uw apparatuur. Sluit de stroom aan het toestel met de stroomschakelaar naast de stekker aan. BELANGRIJK! De T80 / T85 mag alleen worden aangesloten op een geaard stopcontact. Het gebruik van een verlengsnoer is niet toegestaan. FITNESS TRAINING Men moet zich voor de training zorgvuldig op de hoogte stellen van de werking en het gebruik van deze motorisch aangedreven loopmat. 48 T80_T85_manual.indd 48 28.2.2006 17:38:50 HANDLEIDING • T80 T85 Trainen op een looptrainer is een uitstekende aërobe training. Het basisidee is een voldoende lichte training die langere tijd kan worden volgehouden. Aërobe training bevordert het zuurstofopnamevermogen van het lichaam, waardoor ook het uithoudingsvermogen en de conditie verbeteren. Het menselijk vermogentot het verbranden van vet is afhankelijk van dit zuurstofopnamevermogen. Controleer voordat u met de training begint of de •looptrainer in orde is. Gebruik de looptrainer nooit Aerobische lichaamsbeweging moet vooral prettig aanvoelen. Zweten “moet”, maar de hartslag mag niet te hoog worden. Zo kan men ook langer trainen. De aanbevolen trainingstijd is drie keer per week 30-60 minuten, afhankelijk van de basisconditie, het gewenste effect en de mogelijkheid om te trainen. Om spierpijn te voorkomen, begin en eindig uw •training met enkele rek en strek oefeningen. Ga voordat u de looptrainer start wijdbeens staan op •de grijze treeplanken, die zich aan weerszijden van de Als u wilt trainen door te wandelen, kunt u de mate en de wijze van inspanning variëren door de hellingshoek van de loopmat te wijzigen. Wandeltraining kan ook woden gevarieerd door tegelijkertijd de armspieren te trainen door kleine gewichten in de hand te nemen. Let dan wel op uw evenwicht en andere veiligheidsaspecten. Informatie betreffende het gebruik van Uw trainingsapparatuur en een efficiënte training hiermede kunt U in deze gids en Tunturi’s website www.tunturi. com vinden. OVER DE RUIMTE WAAR U TRAINT • Zorg ervoor dat de ruimte waar u traint goed geventileerd wordt, maar dat het er niet tocht. Dit voorkomt kouvatten. Gebruik de looptrainer alleen binnenshuis. Plaats de trainer op een zo vlak mogelijke ondergrond, met aan de voorkant en aan de zijkanten minstens 100 cm vrije ruimte en aan de achterkant minstens 100x200 cm. Zorg er ook voor dat er tijdens het gebruik van de loopmat geen kinderen of huisdieren in dit gebied kunnen komen. Het is beter om de apparatuur op een extra stuk vloerbedekking of rubberen mat te plaatsen. Bij zware transpiratie is de vloer dan ook makkelijker schoon te maken. • • • OVER HET GEBRUIK VAN DE APPARATUUR • Ouders of volwassenen die verantwoordelijk zijn voor kinderen moeten zich altijd realiseren dat de speelsheid en nieuwsgierigheid van kinderen, kan leiden tot situaties waarvoor de apparatuur niet is ontworpen. Gebruik van de apparatuur door kinderen mag daarom alleen plaatsvinden onder supervisie van een volwassene. De T90 mag door slechts één persoon tegelijk gebruikt worden. Blijf altijd met uw handen uit de buurt van de band wanneer deze in beweging is. Zorg ervoor dat er zich geen obstakels onder het onderstel van de trainer bevinden en steek geen handen, voeten of voorwerpen tussen bewegende delen. Draag tijdens de training de juiste kleding en schoenen. Zorg ervoor dat uw schoenveters goed gestrikt zijn. Gebruik schoenen die alleen binnen worden gedragen. Steentjes, zand en ander vuil afkomstig van buitenschoenen, kunnen extra slijtage en/of storingen veroorzaken. • • • NL indien deze defect is. Gebruik de trainer alleen indien de behuizing en de beschermkappen correct zijn aangebracht. Laat de mat nooit zonder toezicht lopen. • • BEGINNEN MET DE TRAINING band bevinden en start dan pas de looptrainer. Start de looptrainer nooit terwijl u er op staat. Begin de training met lage snelheid en vergroot de snelheid en / of de hoek geleidelijk aan. Dat kunt u doen op gevoel; houd rekening met uw conditie. Houdt u altijd, bij het op- en afstappen van de band, of wanneer u tijdens het lopen de bandsnelheid wijzigt, vast aan de handgrepen. Spring nooit van een draaiende loopmat af! Houd uw rug en nek recht. Zo voorkomt dat uw nek, schouders en rug vast gaan zitten en pijn gaan doen. Loop altijd zoveel mogelijk in het midden van de mat en blijf zo ver van de meter af dat deze u niet hindert, maar dat u er wel goed bij kunt. Als er tijdens de training storingen aan het apparaat optreden, pak dan de handsteun vast en ga direct wijdbeens staan, met de voeten op de randplaten van de mat. Schakel de loopmat uit en kijk in de gebruiksaanwijzing bij Storingen. Mocht u tijdens het trainen last krijgen van misselijkheid, duizeligheid of ander abnormale verschijnselen, stop dan direct uw training en raadpleeg een arts. • • • • • NA IEDERE TRAINING Houd niet plotseling op met de training, maar •verminder de snelheid geleidelijk aan. Vergeet na de training de rekoefeningen niet. Neem de veiligheidssleutel uit het bedieningspaneel. Schakel de stroom uit via de hoofdschakelaar. Neem de stekker uit het stopcontact en neem het snoer uit de trainer. Met een vochtige doek de looptrainer schoonmaken. Gebruik geen oplosmiddelen. Berg het snoer op een veilige plaats op, buiten het bereik van kinderen. • • • • • HARTSLAG Wat uw doel, uw streven ook met het trainen is, u bereikt het beste resultaat door te trainen op een niveau dat u aankunt. Daarvoor is, zoals gezegd, uw hartslag de beste graadmeter. De telemetrische borstbandsensor is het meest betrouwbare systeem, dat werkt met een borstband met meerdere elektrodes waarvan de gemeten waarden draadloos doorgeseind worden naar de monitor. Als u een pacemaker heeft, moet u eerst uw arts raadplegen over het gebruik van draadloze hartslagmeting. BELANGRIJK! Als u een pacemaker gebruikt, mag u 49 T80_T85_manual.indd 49 28.2.2006 17:38:51 de borstband alleen met toestemming van een arts gebruiken. Wanneer u uw hartslag tijdens de training op deze manier wilt controleren, moeten de geribbelde elektroden aan de binnenzijde van de borstband vochtig gemaakt worden (water). Plaats de zender juist onder de borst met de elastische band strak genoeg om tijdens het fietsen de elektroden contact te laten houden met de huid, maar niet zo strak dat normaal ademen wordt belemmerd. De zender geeft de hartslag automatisch door aan de monitor die zich niet verder dan één meter van de borstband mag bevinden. Wanneer de zender verder van de monitor verwijderd is, wordt het signaal te zwak om te ontvangen. Let er ook op dat niet meerdere personen met een borstband om, binnen een straal van één meter rond de monitor staan, want de monitor ontvangt dan van elke elektrode een signaal en telt deze dan bij elkaar op. Door vocht en transpiratie op de elektrodes kan de zender aan blijven staan. Om lege batterijen te voorkomen maakt u de elektrodes na gebruik goed schoon en droog. Denkt u eraan wat de trainingskleding betreft, dat bepaalde in de kleding gebruikte vezels (zoals polyester of polyamide) statische electriciteit veroorzaken, wat bij de hartslagmeting problemen veroorzaken kan. Denkt u eraan dat mobiele telefoons, een teevee of andere electronische apparaten een electromagnetisch veld om zich heen vormen, wat bij de hartslagmeting problemen veroorzaken kan. Om te beginnen dient u te weten wat uw maximale hartslag is: dit is de hartslag die bij meer inspanning niet meer hoger wordt. Als u niet weet wat uw maximale hartslag is, kunt u de volgende formule als leidraad nemen: 220 –DE LEEFTIJD Het maximum varieert van persoon tot persoon. De maximale hartslag daalt per jaar met gemiddeld èèn punt. Als u tot de risicogroepen behoort, vraag dan een arts uw maximale hartslag te bepalen. Om u te helpen met uw training, hebben wij drie verschillende hartslag niveaus geselecteerd. HANDLEIDING • T80 T85 BEGINNER: 50 tot 60 % van de maximale hartslag Dit niveau is ook geschikt voor mensen die lijnen, mensen die herstellende zijn van een ziekte en mensen die lang niet getraind hebben. Drie trainingen van tenminste een halfuur per week zijn aan te bevelen. Regelmatig trainen stimuleert bij een beginner de ademhaling en bloedsomloop in sterke mate en zorgt al snel voor een merkbaar resultaat. GEMIDDELDE SPORTER: 60 tot 70 % van de maximale hartslag Een perfect niveau om de conditie te verbeteren en op peil te houden. Zelfs een redelijk normale inspanning minimaal 3 trainingen van 30 minuten per week - heeft een positief effect op hart en longen. Om uw conditie verder te verbeteren kunt u het aantal keren trainen per week verhogen of de duur van uw training verlengen. Verhoog echter nooit beide tegelijkertijd! GETRAINDE SPORTER: 70 tot 80 % van de maximale hartslag Trainen op dit niveau is alleen weggelegd voor wie écht fit is en wie gewend is aan langdurige conditie trainingen. METER TOETSEN START Begin met de door u gekozen training. SNELHEID (Haas / Schildpad) Door op de toets HAAS te drukken kunt u de snelheid van de band te doen toenemen in stappen van 0,1 km/ h. De SCHILDPAD - toets dient om de snelheid van de band laten afnemen in stappen van 0,1 km/h. Langer op deze toetsen drukken maakt dat de snelheid sneller verandert. De loopbandsnelheid is van 0,5 tot 20,0 km/h (T80) en van 0,5 tot 22,0 km/h (T85). LOOPHOEK Door op de loophoek omhoog –toets te drukken, verhoogt u de hellinghoek telkens met 0,5 %; door op de loophoek omlaag –toets te drukken, verlaagt u de hellinghoek met telkens 0,5 %. Als u een toets ingedrukt houdt, versnelt u de verandering. De hellinghoek kunt u van 0 tot 10 % veranderen. PIJLTOETSEN Op de gebruikerinstelling kunt u de instellingswaarden veranderen met behulp van de toetsen van de snelheidsregeling. Op de hartslagaangepaste training kunt u het hartslagniveau veranderen met behulp van de toetsen van de snelheidsregeling. Pijl omhoogtoets te drukken, verhoogt u de moeilijkheidsgraad; door op de pijl omlaag-toets te drukken, verlaagt u de moeilijkheidsgraad. STOP / PAUSE / RESET U beëindigt de training deer op de STOP-toets te drukken. Als U éénmaal op de STOP-toets drukt,gaat de loopmat over op een 5 minuten durende pauze,en tegelijk begint de meting van de herstel hartslag automatisch. Tijdens deze 5 minuten kunt u de afgebroken training herstarten door het drukken op de START-toets. U beëindigt de training door nog eens op de STOP-toets te drukken. Indien u de STOP-toets 2 seconden ingedrukt houdt, zet u de monitor op nul. De meter keert in de uitgangspositie. SELECT Voordat u de START-toets indrukt, kunt u via de SELECT-toets de trainingsmethode kiezen. Wanneer u de training heeft gestart, kunt u via de SELECT-toets de profieldisplay kiezen. 50 T80_T85_manual.indd 50 28.2.2006 17:38:51 HANDLEIDING ENTER Bevestig hiermee uw keuze (trainingsmethode of programma, gebruikerinstelling). PSC Met de PSC-functie kunt u zonder de meter aan te hoeven raken de snelheid van de loopmat tijdens de training wijzigen, door een andere plaats op de mat te kiezen. Voor de PSC-functie is het nodig dat de hartslagmeter in gebruik is. De PSC-functie kan worden gebruikt bij met de hand in te stellen training, bij HRCtraining die wordt bestuurd door de hellingshoek, in het Rolling Hills-profiel en bij beide conditietesten. SET De SET-knop dient voor de selectie van uw gebruikerscode, voor het instellen van uw gebruikersgegevens, voor selectie van de meeteenheden die het toestel gebruikt en voor het bekijken van de totale loopafstand en loopuren van het toestel. T-WARE PROGRAMMA Deze trainer is geschikt voor het gebruik van de TWare fitness test- en conditieprogramma. Informatie betreffende het gebruik van T-Ware kunt U in Tunturi’s website www.tunturi.com vinden. FUNCTIES HEART RATE (hartslagmeting) 45-220 bpm. Het hartslaglampje licht altijd op, als de meter het hartsignaal registreert. KCAL (Calorieën) Calorieverbruik 0-9999 kcal met 1 kcal nauwkeurigheid ELEVATION (loophoek) 0-10 %, met 0,5 % nauwkeurigheid TIME (tijd) Trainingstijd 0:00 - 99:59 met 1 s nauwkeurigheid, h1:40-h9:59 met 1 min nauwkeurigheid DISTANCE (Afstand) Trainingsafstand 0,00-99,99 km met 0,01 km nauwkeurigheid SPEED (Snelheid) Snelheid van de mat 0,5-20,0 km/h, met 0,1 km/h nauwkeurigheid (T80) / 0,5-22,0 km/h, met 0,1 km/h nauwkeurigheid (T85). De controlelamp geeft de geselecteerde eenheid aan (km/h, mph, pace = minuut / kilometer). GRAFIEK//TEKSTDISPLAY Het model T80 heeft een gecombineerd tekst- en profieldisplay, dat in het Engels informatie verstrekt aan het begin van en tijdens de training. Het model T85 heeft een apart grafisch display voor gedetailleerde T80 T85 NL informatie over het trainingsprofiel. Het tekstveld begeleidt de gebruiker aan het begin van en tijdens de training. INSTELLING VAN MEMORY Met de MEM-knop kunt u de zojuist afgesloten training in het geheugen van de meter opslaan. Daarvoor is een gebruikerscode vereist. Elke gebruikerscode heeft 5 geheugenlocaties. • GEBRUIKERGEGEVENS Wij adviseren u om een gebruikerscode te kiezen en uw persoonlijke gegevens op te slaan. Deze informatie wordt o.a. gebruikt bij het schatten van uw persoonlijke calorieverbruik. Verder kunt u instellen met welke meeteenheden het toestel moet werken en de totaalwaarden van het toestel bekijken. Met uw gebruikerscode kunt u ook uw zojuist afgesloten training opslaan. 1. Druk de SET-toets. Kies met de pijltoets gebruikerscode 1-4. Bevestig de waarde van de instelling met de ENTER-toets. LET OP! Onder ”NO USER” staan toestelinstellingen, met totale loopafstand en -tijd. 2. Stel de meeteenheden in (Metric = gegevens volgens het metrische systeem / Imperial = gegevens in Engelse eenheden): verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. 3. Geef uw gewicht op. Verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. Deze gegevens zijn nodig voor de inschatting van het energieverbuik. 4. Stel het geslacht in (Male = man / Female = vrouw): verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. Deze gegevens zijn nodig voor de inschatting van het energieverbuik. 5. Stel de leeftijd van de gebruiker in: verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de waarde van de instelling met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. Deze gegevens zijn nodig voor de inschatting van het energieverbuik. 6. Stel het gebruik van het signaalteken in (ON = signaalteken klinkt / OFF = signaalteken klinkt niet): Bij profieltraining meldt de meter profielwijzigingen van tevoren d.m.v. een geluidssignaal. Verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. BELANGRIJK! U kunt de eenheden tijdens het trainen instellen: druk de SET-toets, verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig met de ENTER-toets. 7. Stel de eenheden van het display in (km/h, min/ km, mph, min/mijl). Verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. 8. Stel voor training met PSC- of hartslagbesturing de topsnelheid van de loopmat in met de pijltoetsen: bij deze trainingsvormen wordt de snelheid gekozen op basis van de hartslag. Als er geen topsnelheid is opgegeven, kan deze tijdens te training te hoog worden. De standaardwaarde voor de topsnelheid is 12 km/h. Verander de instelling met de pijltoetsen en bevestig de ingestelde waarde met de ENTER-toets; u gaat dan verder naar de volgende instelling. 51 T80_T85_manual.indd 51 28.2.2006 17:38:52 9. Op het display TOTAL TIME -ziet u uw eigen totale gebruiksduur van de loopmat. Door de ENTER-toets in te drukken, gaat u verder naar het volgende display. 10. Op het display TOTAL DISTANCE -ziet u uw eigen loopafstand op de loopmat. Door de ENTERtoets in te drukken, keert u terug naar de instelling van gebruikergegevens, met de START-toets laat u de getoonde gebruikerinstelling verdwijnen. Wanneer u uw gegevens heeft ingevoerd, kunt u deze later benutten door aan het begin van de training uw eigen gebruikerscode te selecteren. De gekozen gebruikerscode blijft in het geheugen van de meter tot er een andere code in gebruik wordt genomen, of tot de veiligheidssleutel wordt verwijderd of de stekker uit het stopcontact wordt getrokken. POSITION SPEED CONTROL (PSC) In de functie Position Speed Control (PSC) regelt u de snelheid van de loopmat door uw plaats op de mat te veranderen. De snelheid van de loopmat verhoogt, als u zich naar voren beweegt, en ze verlaagt, als u zich naar achteren beweegt, en ze blijft dezelfde, als u zich op het middenvlak van de loopmat blijft voortbewegen. BELANGRIJK! Het gebruik van de PSC-functie veronderstelt het gebruik van een Polar T41 hartslagriem. Als teken van de meter dat de hartslagmeting functioneert, knippert - als de display de Heart Rate aangeeft - er een vierkantje op. BELANGRIJK! Maak de klem van de veiligheidssleutel altijd zorgvuldig aan uw hemd vast als u de PSCfunctie gebruikt. Regel de lengte van de snoer van het veiligheidssleutel zo, dat het zich van de meter losmaakt, als u te ver naar achteren gaat. BELANGRIJK! Als u met behulp van de PSC-functie traint, mag er in de nabijheid van de loopmat geen andere hartslagzender zijn - de onderlinge afstand tussen de loopmatten moet minstens twee meter bedragen; gelijktijdige signalen van twee zenders brengen de gebuikersveiligheid in gevaar, omdat ze de sturing van de PSC-functie in de war brengen. Tijdens het instellen van de PSC-functie moet de loopmat stilstaan. HANDLEIDING • T80 T85 1. Begin het gebruik van de PSC-functie door de limieten van de snelheidsbereiken in te stellen. Druk dan op de PSC-toets van de meter. 2. Op het display komt de tekst PSC ON (functie aan) of PSC OFF (functie uit), afhankelijk van de laatste instelling van de meter. Stel in PSC ON met de pijltoetsen en druk op ENTER. 3. Op het display verschijnt de tekst PRESS ENTER TO CALIBRATE PSC OR START TO EXIT (Druk op ENTER om naar de PSC-instellingen te gaan of op START als u niets meer wilt instellen). Ga in het midden van de mat staan. Ongeveer 10 cm voor dat punt zal de mat sneller gaan en ongeveer 20 cm achter dat punt zal de mat langzamer gaan. Druk ENTER, waardoor op het display verschijnt de tekst PLEASE WAIT 8 en de meter uw loopafstand meet op basis van het hartslagsignaal. Als de meting van 8 seconden voorbij is, verschijnt er op de display de tekst CALIBRATION READY PRESS START (instelling gereed, begin functie met START-knop). 4. Indien de meter niet op het hartslagsignaal reageert of indien er een probleem ontstaat bij de meting van de loopafstand, laat de meter op de display weer het teken CALIBRATION verschijnen. Bij zulke storingssituaties verschijnt er op de display gedurende vijf seconden de tekst CHECK TRANSMITTER. Controleert u in dat geval of u de gegeven aanwijzingen over het gebruik van de hartslaggordel op de juiste manier hebt opgevolgd. Als de limieten van de snelheidsbereiken naar uw mening in orde zijn, kunt u de PSC-functie voortaan in gebruik nemen door PSC ON instellen, de ENTER en START-toets te drukken en daarna de trainingsvorm te kiezen, die u wenst. Als u de marges van de snelheidsbereiken wilt veranderen, herhaal dan stappen 1-3 door op een geschikter punt op de mat te gaan staan. 1. Kies de trainingsvorm Manual, Rolling Hills, en conditietest of de op de instelling van de hellingshoek gebaseerde standaardhartslagtraining. Hierbij kunt u de snelheid van de loopmat regelen met behulp van de PSC functie. Of de PSC-functie geactiveerd is, kunt u zien, doordat het PSC-lichtsignaal van de meter brandt. De gegevens op de balken laten zien, in welk snelheidsbereik u zich telkens bevindt (haas = sneller, - = standaard, schildpad = langzamer). 2. Begin uw trainingskeuze door op de START-toets te drukken en regel de snelheid van de loopmat door er naar voren of naar achteren op te bewegen. Let u er wel op, dat tijdens de PSC functie ook de toetsen van de snelheidsreguilatot (schildpad/haas) functioneren. BELANGRIJK! Indien de PSC-functie u niet al van vroeger bekend is, raden wij u aan, u in een rustig trainingstempo met deze functie vertrouwd te maken. 3. U schakelt het gebruik van de PSC-functie uit door na beëindiging van uw training twee keer op de STOPtoets te drukken. TRAININGSKEUZE Druk de SELECT-toets zo lang in, totdat het signaallampje brandt naast de door u gewenste training. U kunt dus kiezen: 1. een manueel doorgevoerde oefening, waarbij u zelf tijdens de training zowel de snelheid als de hoek kunt regelen; 2. een hartslagaangepaste HRC-training, waarbij de loopmat automatisch wordt geregeld zodat u permanent bij de door u ingestelde hartslag traint. Zulke hartslagaangepaste profielen vereisen altijd het gebruik van de hartslaggordel; 3. conditietest: de mat biedt twee testmogelijkheden, een wandeltest van 2 km of een Coopertest van 12 minuten. 4. een voorgegeven trainingsprofiel, waarbij de snelheid/ hellingshoek of het hartslaggniveau op een vooraf ingestelde manier afwisselen. 52 T80_T85_manual.indd 52 28.2.2006 17:38:52 HANDLEIDING MANUELE TRAINING DIRECT BEGINNEN: 1. Manuele training is de uitgangsinstelling van de loopmat. U kunt de training direct beginnen door op de START-toets te drukken. De mat beweegt nu met een snelheid van 1,5 km/h. BEGIN VIA DE GEBRUIKERSINSTELLINGEN: 2. Als u uw gebruikersgegevens wilt benutten of uw training wilt opslaan, geef dan uw gebruikersgegevens op of kies uw gebruikerscode (1-4). Met de STARTtoets bevestigt u de instelling. 3. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje naast de MANUAL-tekst brandt. 4. Druk de START-toets in. De mat beweegt nu met een snelheid van 1,5 km/h. U kunt deze snelheid verder regelen met de Haas/Schildpad-toetsen en met PSC. 5. Om de minuut verschijnen op het profieldisplay de snelheidsgegevens van de training. Na verloop van 20 minuten verdwijnt het displaybeeld van de monitor naar links en kunt u de snelheidsgegevens van de afgelopen 20 minuten aflezen. Als u tijdens de training op SELECT drukt, komen op het monitor de cumulatieve snelheids-, hellings-, hartslag- en atletiekbaanprofiel te staan (T85). 6. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de START-toets te drukken. In de wachtmodus kunt u ook de training in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). Door twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. HARTSLAGAANGEPASTE TRAINING Gecontroleerde hartslagtrainingen geven de mogelijkheid tot training op een gewenst hartslagniveau. Hartslagaangepaste profielen veronderstellen altijd het gebruik van de hartslaggordel. Als de hartslagmeting niet functioneert, verschijnt er in het tekstveld het foutteken CHECK TRANSMITTER. Dan moet u controleren of u de gegeven aanwijzingen voor het gebruik van de hartslaggordel hebt opgevolgd. 1. Als u uw gebruikersgegevens wilt benutten of uw training wilt opslaan, geef dan uw gebruikersgegevens op of kies uw gebruikerscode (1-4). Met de ENTERtoets bevestigt u de instelling. 2. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje naast de HRC-tekst brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 3. Selecteer met de pijltoetsen een van de volgende hartslagmodellen: a) Snelheid besturing = De looptrainer houdt uw hartslag door middel van de snelheidsbesturing constant. Indien gewenst is de loophoek ook tijdens de training te veranderen. b) Loophoek besturing = De besturing van de hartslag is door de hellinghoek van de band aan te passen. In • T80 T85 NL deze mode, wordt de snelheid aangepast door op het Haas of op de Schildpad-toets te drukken. Bij deze trainingsvorm regelt u zelf de snelheid van de loopmat via de PSC-functie of met behulp van de haas/ schildpad-toetsen. c) Combinatie = De looptrainer houdt uw hartslag ook constant door de hellinghoek en de snelheid evenredig aan te passen. 4. 5. Druk ENTER voor bevestiging van uw keuze. Kies de gewenste hartslagniveau (80-180) met de pijltoetsen. 6. Druk op de START-toets om training met een constant hartslagniveau te beginnen. Tijdens de training kunt u het hartslagniveau met de pijltoetsen veranderen. 7. Om de minuut verschijnen op het profieldisplay de snelheidsgegevens van de training. Na verloop van 20 minuten verdwijnt het displaybeeld van de monitor naar links en kunt u de snelheidsgegevens van de afgelopen 20 minuten aflezen. Als u tijdens de training op SELECT drukt, komen op het monitor de cumulatieve snelheids-, hellings-, hartslag- en atletiekbaanprofiel te staan (T85). 8. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de START-toets te drukken. In de wachtmodus kunt u ook de training in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). Door twee keer op de STOP-knop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. CONDITIETEST Met de loopmat zijn twee verschillende conditietests mogelijk. De lichte conditietest is een wandeltest van 2 km, die u snel wandelend moet afleggen. Voor personen met een goede conditie is de Cooper-hardlooptest geschikter, deze duurt 12 minuten. 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje naast de TEST-tekst brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 2. Druk op de SELECT-knop, hiermee kunt u kiezen voor de wandeltest van 2 km of de Coopertest. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 2 KM LOOPTEST Bij de wandeltest moet de hartslagmeter worden gebruikt: de conditie wordt beoordeeld aan de hand van de hartslag tijdens het lopen en de tijd die u voor het wandelen van 2 km nodig had. Aan de test gaat een opwarmfase van 3 min vooraf. Wij adviseren dan ook aan, om na de test rustig te blijven door lopen totdat uw hartslagniveau weer de normale waarde bereikt heeft. Op basis van de resultaten geeft de meter een schatting van uw maximale zuurstofopnamecapaciteit. BEGIN VAN DE WANDELTEST: 1. In het tekstveld van de meter wordt de lengte van de deelnemer aan de test gevraagd (HEIGHT): stel deze in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. 53 T80_T85_manual.indd 53 28.2.2006 17:38:52 2. In het tekstveld van de meter wordt het geslacht van de deelnemer gevraagd (SEX): stel dit in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. 3. In het tekstveld van de meter wordt het gewicht van de deelnemer gevraagd (WEIGHT): stel uw gewicht in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. 4. In het tekstveld van de meter wordt de leeftijd van de deelnemer gevraagd (AGE): stel deze in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. 5. In het tekstveld van de meter wordt gemeld, dat de opwarmfase van 3 min (WARM UP) kan beginnen. Druk op START om te beginnen. 6. De helling van de mat wordt automatisch op 1 % gezet; dit simuleert de luchtweerstand. U kunt de snelheid regelen met de snelheidsknoppen. Wij adviseren voor de opwarmfase een iets hoger wandeltempo dan gemiddeld. 7. Tijdens het opwarmen telt de klok drie minuten terug. Wanneer de klok op 0:00 komt, klinkt een geluidssignaal en begint de eigenlijke test (TEST STARTED!). 3. In het tekstveld van de meter wordt de leeftijd van de deelnemer gevraagd (AGE): stel deze in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. 4. In het tekstveld van de meter wordt gemeld, dat de opwarmfase van 3 min (WARM UP) kan beginnen. Druk op START om te beginnen. 5. De helling van de mat wordt automatisch op 1 % gezet; dit simuleert de luchtweerstand. U kunt de snelheid regelen met de snelheidsknoppen. Wij adviseren voor de opwarmfase een iets hoger wandeltempo dan gemiddeld. 6. Tijdens het opwarmen telt de klok drie minuten terug. Wanneer de klok op 0:00 komt, klinkt een geluidssignaal en begint de eigenlijke test (TEST STARTED!). UITVOERING VAN DE COOPERTEST: 1. Het is de bedoeling dat u in 12 minuten een zo groot mogelijke afstand rennend aflegt. U kunt de snelheid regelen met de snelheidstoetsen of de SPEED-toets. 2. In het tekstveld van het display staat een schatting van het testresultaat bij de gebruikte snelheid. 3. Na 12 minuten geeft de meter een geluidssignaal. Dan begint de automatische afkoelfase van 5 minuten, waarna de loopmat stopt. In het tekstveld van de meter wordt het testresultaat gegeven in de vorm van uw maximale zuurstofopnamecapaciteit en een schatting van de conditie. U kunt dat vergelijken met de bijgaande tabel met conditieniveaus van diverse leeftijdsgroepen. UITVOERING VAN DE WANDELTEST: 1. Het is de bedoeling de afstand van 2 HANDLEIDING • T80 T85 km zo snel mogelijk wandelend af te leggen. U kunt uw loopsnelheid zelf regelen met de snelheidsknoppen. Let op: u mag niet hardlopen! 2. Als de hartslagmeting niet werkt, wordt dat in het tekstveld van de meter aangegeven met de mededeling CHECK TRANSMITTER. Controleert u in dat geval of u de gegeven aanwijzingen over het gebruik van de hartslaggordel op de juiste manier hebt MANNEN / MAXIMALE ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN (VO2MAX) 1 = ZEER SLECHT - 7 = UITSTEKEND opgevolgd. 3. Na 2 km geeft de meter een geluidssignaal. LEEFT. 1 2 3 4 5 6 Dan begint de automatische afkoelfase van 18-19 <33 33-38 39-44 45-51 52-57 58-63 5 minuten, waarna de loopmat stopt. In het tekstveld van de meter wordt het testresultaat 20-24 <32 32-37 38-43 44-50 51-56 57-62 gegeven in de vorm van uw maximale 25-29 <31 31-35 36-42 43-48 49-53 54-59 zuurstofopnamecapaciteit en een schatting 30-34 <29 29-34 35-40 41-45 46-51 52-56 van de conditie. U kunt dat vergelijken met de bijgaande tabel met conditieniveaus van 35-39 <28 28-32 33-38 39-43 44-48 49-54 diverse leeftijdsgroepen. 40-44 <26 26-31 32-35 36-41 42-46 47-51 7 >63 >62 >59 >56 >54 >51 COOPERTEST 45-49 <25 25-29 30-34 35-39 40-43 44-48 >48 Bij de Coopertest wordt uw conditie berekend op basis van de afstand die u in 12 minuten heeft gerend. Hoe verder u bent gekomen, hoe beter uw conditie is. Aan de test gaat een opwarmfase van 3 min vooraf. Wij adviseren dan ook aan, om na de test rustig te blijven door lopen totdat uw hartslagniveau weer de normale waarde bereikt heeft. Op basis van de resultaten geeft de meter een schatting van uw maximale zuurstofopnamecapaciteit. 50-54 <24 24-27 28-32 33-36 37-41 42-46 >46 55-59 <22 22-26 27-30 31-34 35-39 40-43 >43 60-65 <21 21-24 25-28 29-32 33-36 37-40 >40 BEGIN VAN DE COOPERTEST: 1. In het tekstveld van de meter wordt gemeld COOPER SELECTED. Met de START-toets bevestigt u de instelling. 2. In het tekstveld van de meter wordt het geslacht van de deelnemer gevraagd (SEX): stel dit in met de pijltoetsen. Bevestig met ENTER. VROUWEN / MAXIMALE ZUURSTOFOPNAMEVERMOGEN (VO2MAX) 1 = ZEER SLECHT - 7 = UITSTEKEND LEEFT. 1 2 3 4 5 6 7 18-19 <28 28-32 33-37 38-42 43-47 48-52 >52 20-24 <27 27-31 32-36 37-41 42-46 47-51 >51 25-29 <26 26-30 31-35 36-40 41-44 45-49 >49 30-34 <25 25-29 30-33 34-37 38-42 43-46 >46 35-39 <24 24-27 28-31 32-35 36-40 41-44 >44 40-44 <22 22-25 26-29 30-33 34-37 38-41 >41 45-49 <21 21-23 24-27 28-31 32-35 36-38 >38 50-54 <19 19-22 23-25 26-29 30-32 33-36 >36 55-59 <18 18-20 21-23 24-27 28-30 31-33 >33 60-65 <16 16-18 19-21 22-24 25-27 28-30 >30 54 T80_T85_manual.indd 54 28.2.2006 17:38:53 HANDLEIDING TRAININGSPROFIELEN Om u van een veelzijdige, aangename en doelbewuste training te verzekeren, heeft Tunturi een paar klare, op verschillende manier functionerende trainingsprofielen ontwikkeld. Tijdens de training biedt de monitor u boverdien belangrijke informatie aan over het door u gekozen profiel. De monitor geeft op tijd door een klankteken aan, als er veranderingen in het profiel optreden. Het profieldisplay geeft zowel het soort profiel als de gegevens van de volgende profielbalk aan. Als u uw gebruikersgegevens wilt benutten of uw training wilt opslaan, geef dan uw gebruikersgegevens op of kies uw gebruikerscode (1-4). A. De combinatieprofielen 1-3 hebben een verschillende moeilijkheidsgraad. De snelheid en de helling zijn voorgeprogrammeerd. U kunt de snelheid naar believen instellen. Voor de trainingslengte kunt u kiezen uit trainingstijd of trainingsafstand. Deze profielen vereisen het gebruik van de hartslaggordel wel niet, maar de gordel biedt toch wel interessante extra gegevens over uw prestaties. 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje bij het door u gewenste profiel (1-3) brandt. Met de START-toets bevestigt u de instelling. 3. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De laatst ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay op de monitor. Met de SELECT-knop kunt u naar de volgende instelwaarde. U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen (grenswaarden tussen 10 minuten - 0:00 - en 3 uur - h3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km – 42 km, de schaaleenheid bedraagt 1 km). Deze blijft in het geheugen van de meter tot ze door een andere waarde wordt vervangen. 4. Druk de START-toets in: de training begint en de loopmat zet zich in beweging. 5. U kunt het snelheidsniveau van het profiel telkens met 1 % naar boven of naar beneden op schaal aanpassen. Als u tijdens de training op SELECT drukt, komen op het monitor de cumulatieve snelheids-, hellings- en hartslagprofielen te staan. 6. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de START-toets te drukken. U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). Door twee keer op de STOPknop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. 7. Aan het eind van het programma begint de automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt. U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). B. Rolling Hills is een soort intervaltraining, waarbij u tijdens de training de afstand en de duur van de training kunt instellen en de snelheid van de loopmat zelf kunt regelen. Bij de Rolling Hills training kunt uw snelheid regelen met de PSC-functie. Als u de PSC-functie niet gebruikt, hoeft u voor dit profiel de riem voor hartslagmeting niet te gebruiken. Hartslagmeting geeft • T80 T85 NL echter interessante informatie over uw trainingsprestatie. 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje bij het profiel 4 brandt. Met de START-toets bevestigt u de instelling. 2. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De laatst ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay op de monitor. Met de SELECT-knop kunt u naar de volgende instelwaarde. U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen (grenswaarden tussen 10 minuten - 0:00 - en 3 uur - h3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km – 42 km, de schaaleenheid bedraagt 1 km). Deze blijft in het geheugen van de meter tot ze door een andere waarde wordt vervangen. 3. U kunt uw snelheid regelen met behulp van de snelheidsregeltoets of PSC. Als u tijdens de training op SELECT drukt, komen op het monitor de cumulatieve hellings- en hartslagprofielen te staan. 4. U kunt een hellingsprofiel kiezen met de pijltoetsen. 5. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de START-toets te drukken. U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). Door twee keer op de STOPknop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. 6. Aan het eind van het programma begint de automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt. U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). C. De HRC-profielen zijn wat het eisenniveau betreft getrapte hartslagaangepaste trainingsprofielen, waarbij u de duur van de training zelf kunt instellen. De hartslagaangepaste profielen veronderstellen altijd het gebruik van de hartslaggordel. Als de hartslagmeter niet functioneert, verschijnt er in het tekstveld van de display het foutteken CHECK TRANSMITTER. Controleert u in dat geval of u de gegeven aanwijzingen over het gebruik van de hartslaggordel op de juiste manier hebt opgevolgd. 1. Druk de SELECT-toets in, totdat het signaallampje naast het door u gewenste profiel (5-8) brandt. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 2. Selecteer met de pijltoetsen een van de hartslagmodellen. Druk de ENTER-toets weer in om de instelling te bevestigen. 3. Stel de afstand / tijd van het profiel in. De laatst ingestelde duur ziet u op het cijferdisplay op de monitor. U kunt de duur met de pijltoetsen veranderen (grenswaarden tussen 10 minuten - 00:10 - en 3 uur - h3:00 -, de schaaleenheid bedraagt 5 minuten / 3 km – 42 km, de schaaleenheid bedraagt 1 km). Met de SELECT-knop kunt u naar de volgende instelwaarde. 4. Druk de START-toets in: de training begint en de loopmat zet zich in beweging. U kunt het snelheidsniveau van het profiel telkens met 1 % naar boven of naar beneden op schaal aanpassen. 5. Door tijdens de training de STOP-toets 1 x in te drukken, staat de mat stil en gaat in een vijf minuten durende pauzetijd over. Gedurende deze tijd kunt u de onderbroken training voortzetten door de START-toets 55 T80_T85_manual.indd 55 28.2.2006 17:38:54 te drukken. U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). Door twee keer op de STOPknop te drukken, beëindigt u het trainingsprogramma; het display toont de gegevens over de geleverde prestatie en gaat terug in de startmodus. 6. Aan het eind van het programma begint de automatische afkoelfase, waarna de loopmat stopt. U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). PROFIELEN (aan het eind van de gebruiksaanwijzing vind u gedetailleerde uitleg over de programma’s) PROFIEL 1 (Hill Walk). Profiel met regelmatige wijzigingen van de helling en een gelijkmatig, flink wandeltempo. Het profiel is geschikt voor beginners en actieve wandelaars. Met standaardinstellingen is de gemiddelde snelheid 5,2 km/h en de topsnelheid 5,8 km/h, de gemiddelde helling is 2,7 %. PROFIEL 2 (Hill Jog). Profiel met afwisselende helling en tamelijk gelijkmatig, licht jogtempo. Het profiel is geschikt voor beginners en om de conditie op peil te houden. Met standaardinstellingen is de gemiddelde snelheid 6,9 km/h en de topsnelheid 7,2 km/h, de gemiddelde helling is 1,9 %. PROFIEL 3 (Hill Run). Profiel met gelijkmatige en lichte helling en een gelijkmatig afwisselend flink hardlooptempo. Het profiel is geschikt voor hardlopers. Met standaardinstellingen is de gemiddelde snelheid 11,6 km/h en de topsnelheid 12,5 km/h, de gemiddelde helling is 1,8 %. PROFIEL 4 (Rolling Hills). Afstandsprofiel: u kunt de lengte van het profiel in kilometers instellen. Het profiel is vooral bedoeld voor training in deze tak van sport, maar zorgt ook voor afwisseling bij de conditietraining. De maximale afstand is 42 km. Met standaardinstellingen is de afstand 3 km, instelbaar in stappen van 1 km. De hellingsinstellingen zijn van het intervaltype, de gemiddelde helling is 2,4 %. HANDLEIDING • T80 T85 PROFIEL 5 (Fatburner 1). Hartslagprofiel met lage intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van de hartslag. Het profiel is geschikt voor gewichtsbeheersing. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 114, maximaal 125. PROFIEL 6 (Fatburner 2). Hartslagprofiel met middelzware intensiteit, gebaseerd op toe- en afnemen van de hartslag in intervallen. Het profiel is geschikt voor conditietraining en gewichtsbeheersing. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 122, maximaal 136. PROFIEL 7 (Cardio). Hartslagprofiel met middelzware intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van de hartslag, de hartslag blijft bijna de hele tijd rond de 130-140. Het profiel is uitstekend voor conditietraining. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 129, maximaal 145. PROFIEL 8 (Fit). Hartslagprofiel met zware intensiteit, gebaseerd op gelijkmatig toe- en afnemen van de hartslag. De hartslag blijft bijna de hele tijd rond de 135-145. Het profiel is geschikt voor conditietraining en -verbetering, voor mensen met een goede conditie. Met standaardinstellingen is de gemiddelde hartslag 133, maximaal 150. GEHEUGENFUNCTIE Voor de geheugenfunctie is de gebruikerscode vereist: de training wordt opgeslagen onder de gekozen gebruikerscode. U kunt in de meter 5 trainingen per gebruikerscode opslaan. UW EIGEN PROFIEL OPSLAAN: 1. Geprogrammeerde profielen kunnen direct na afloop van het profiel worden opgeslagen. U kunt de profielen, manuele en HRC-trainingen beëindigen door een keer op STOP te drukken; daarna kunt u de training opslaan. Als u op de knop MEM drukt, komt u in het geheugenmenu. 2. In het tekstveld van de meter wordt gevraagd op welke geheugenlocatie u de training wilt opslaan (SAVE AS OWN 1-5). Selecteer de gewenste geheugenlocatie met de pijltoetsen en bevestig uw keuze met ENTER: de training wordt nu op die geheugenlocatie opgeslagen. 3. Als alle geheugenlocaties al vol zijn, kunt u een eerder gemaakt profiel vervangen door het nieuwe. In het tekstveld van de meter wordt dan om bevestiging gevraagd (REPLACE OWN 1-5). Bevestig met ENTER. De training wordt nu op die geheugenlocatie opgeslagen. 4. In het tekstveld van de meter wordt dit bevestigd (SAVED AS OWN 1-5). De meter gaat automatisch in de startmodus. LET OP! In een profiel worden hoogstens 30 wijzigingen van snelheid of hellingen opgeslagen! Het te bewaren profiel moet minstens 10 minuten duren. Uw eigen profiel gebruiken: 1. 2. 3. Kies uw gebruikerscode. Druk op de MEM-knop. Druk op de SELECT-knop tot het lampje van het door u gewenste eigen profiel (O1-5 MEMORY) aan gaat. Druk op ENTER om uw selectie te bevestigen. Kies nu oftewel RERUN (profiel gebruiken zonder wijzigingen) of RACE (profiel gebruiken als basis voor wedstrijdfunctie) met de SELECT-knop. 4. Met de ENTER-toets bevestigt u de instelling. 5. Start het profiel met de START-knop. 6. In de functie RERUN kunt u uw eigen profiel verhogen of verlagen en de wijzigingen opslaan. WEDSTRIJDFUNCTIE Door in het menu van de eigen snelheids/hoekprofielen te kiezen voor RACE, kunt u een wedstrijd houden met het profiel dat u eerder heeft opgeslagen. Het doel is, het profiel zo snel mogelijk te lopen. 1. Druk de START-toets in: de training begint en de loopmat zet zich in beweging. 2. U kunt desgewenst uw snelheid handmatig of met de 56 T80_T85_manual.indd 56 28.2.2006 17:38:54 • HANDLEIDING PSC-functie wijzigen. 3. Het display van de meter toont tijdens de training het verloop van het profiel en de op komst zijnde wijzigingen, en de stand ten opzichte van de opgeslagen trainingsprestatie: de tekst “YOU ARE x.xx BEHIND” wil zeggen dat u x seconden achterloopt en de tekst “YOU ARE x.xx AHEAD” dat u x seconden voorloopt op de eerder opgeslagen trainingsprestatie. 4. Na afloop van het profiel stopt de loopmat automatisch. U kunt de training in het geheugen opslaan (zie bij Geheugenfunctie). ONDERHOUD T80 T85 NL UOMINI / CAPACITÀ MASSIMA DI IMMISSIONE DI OSSIGENO (VO2MAX) 1 = MOLTO BASSO - 7 = OTTIMO ETÀ 1 2 3 4 5 6 7 18-19 <33 33-38 39-44 45-51 52-57 58-63 >63 20-24 <32 32-37 38-43 44-50 51-56 57-62 >62 25-29 <31 31-35 36-42 43-48 49-53 54-59 >59 30-34 <29 29-34 35-40 41-45 46-51 52-56 >56 35-39 <28 28-32 33-38 39-43 44-48 49-54 >54 40-44 <26 26-31 32-35 36-41 42-46 47-51 >51 45-49 <25 25-29 30-34 35-39 40-43 44-48 >48 Voor een veilig gebruik van het toestel is het nodig dit 50-54 <24 24-27 28-32 33-36 37-41 42-46 >46 regelmatig te onderhouden en te letten op bepaalde 55-59 <22 22-26 27-30 31-34 35-39 40-43 >43 zaken die kunnen leiden tot storingen (slijtage van 60-65 <21 21-24 25-28 29-32 33-36 37-40 >40 onderdelen enz.). Controleer een keer per jaar of alle bouten en moeren nog goed vast zitten. Draai ze echter DONNE / CAPACITÀ MASSIMA DI IMMISSIONE DI OSSIGENO niet te strak aan. Het toestel mag alleen worden gebruikt (VO2MAX) 1 = MOLTO BASSO - 7 = OTTIMO als het geheel in orde is. ETÀ 1 2 3 4 5 6 7 REINIGING EN SMERING VAN DE LOOPTRAINER 18-19 <28 28-32 33-37 38-42 43-47 48-52 >52 20-24 <27 27-31 32-36 37-41 42-46 47-51 >51 Verwijder stof en vuil van het bedieningspaneel en reinig de handgrepen met een licht vochtige doek. Gebruik geen oplosmiddelen. Reinig de zichtbare delen van het frame (o.a. onderstel en zijkanten) en de band regelmatig met een stofzuiger. 25-29 <26 26-30 31-35 36-40 41-44 45-49 >49 30-34 <25 25-29 30-33 34-37 38-42 43-46 >46 35-39 <24 24-27 28-31 32-35 36-40 41-44 >44 40-44 <22 22-25 26-29 30-33 34-37 38-41 >41 BELANGRIJK! 45-49 <21 21-23 24-27 28-31 32-35 36-38 >38 50-54 <19 19-22 23-25 26-29 30-32 33-36 >36 55-59 <18 18-20 21-23 24-27 28-30 31-33 >33 60-65 <16 16-18 19-21 22-24 25-27 28-30 >30 Houdt u ook de omgeving van de loopmat schoon. Bij gebruik vergaart de loopmat bijvoorbeeld stof, wat problemen kan veroorzaken bij het functioneren van de apparatuur. BELANGRIJK! Voordat u de looptrainer gaat gebruiken, moet u de loopmat met het meegeleverde T-Lube Ssmeermiddel smeren volgens de instructies. De onderhoudssmering is een belangrijke onderhoudsmaatregel voor de loopmat. Bij normaal gebruik in huis (maximaal 1 uur training per dag) moet men om de 300 gebruiksuren controleren of de mat gesmeerd moet worden. Smeer de mat alleen als het nodig is. Met de totaalmeter van de meter kunt u gemakkelijk bijhouden hoeveel het apparaat gebruikt is. Controleer de smering altijd wanneer de mat schokkend loopt. Schakel de loopmat dan uit en voel met de hand aan de onderplaat onder de mat; als uw vingers niet vet worden en de onderplaat niet glad aanvoelt, moet u de loopmat smeren. Dat doet u als volgt: A) Inklapbaar frame 1. Bevestig de spuitmond van het slangetje op de T-Lube S-spuitbus. 2. Til de loopmat op en vergrendel deze. 3. Plaats de spuitmond tussen de mat en de plaat. Probeer de spray zo veel mogelijk in het midden van het loopvlak te krijgen. 4. Spuit gedurende 5 seconden. 5. Laat het loopvlak weer naar zijn normale positie zakken. Laat de mat gedurende minstens één minuut met een snelheid van 1,5 km/u lopen. Dit dient om de mat gelijkmatig te smeren. BELANGRIJK! U moet de loopmat na het smeren minstens 5 minuten laten lopen voordat u hem rechtop in de bewaarstand zet. Zo wordt voorkomen dat het smeermiddel van het looponderstel afloopt. B) Vast frame 1. Bevestig de spuitmond van het slangetje op de T-Lube S-spuitbus. 2. Stel het loopvlak op de maximale hellingshoek (10%) in. 3. Plaats de spuitmond tussen de mat en de plaat. Probeer de spray zo veel mogelijk in het midden van het loopvlak te krijgen. 4. Spuit gedurende 5 seconden. 5. Laat het loopvlak weer naar zijn normale positie zakken. Laat de mat gedurende minstens één minuut met een snelheid van 1,5 km/u lopen. Dit dient om de mat gelijkmatig te smeren. BELANGRIJK! De looptrainer dient uitsluitend te worden gesmeerd met de door Tunturi aanbevolen smeermiddel. De looptrainer mag nooit met andere smeermiddel worden gesmeerd, dan T-Lube S. Raadpleeg uw plaatselijke Tunturi dealer voor het verkrijgen van het juiste smeermiddel T-Lube S. 57 T80_T85_manual.indd 57 28.2.2006 17:38:54 HET CENTREREN VAN DE LOOPMAT Controleer tijdens het gebruik of de loopmat goed blijft lopen. Indien de band afstelling behoeft, wacht hier dan niet mee tot na de training maar voer dit onmiddellijk uit. De band dient altijd over het midden van de trainer te lopen. Centreren zal over het algemeen niet nodig zijn wanneer: • • de looptrainer op een vlakke ondergrond staat en de loopmat goed gespannen is; de loopmat correct is gecentreerd. Het kan echter zijn dat als gevolg van een bijzondere loopstijl de loopmat enigszins uit het midden raakt. Het centreren van de loopmat: 1. Controleer eerst of de looptrainer horizontaal / waterpas staat. Laat de loopmat vrij draaien met een snelheid van 5 km/u. 2. Indien de band naar links trekt, draai dan de linker inbusbout achter op de trainer ¼ slag in de richting van de klok mee en de rechter inbusbout ¼ slag tegen de klok in. Het afstellen dient met de nodige voorzichtigheid te gebeuren daar een achtste slag al aanzienlijke gevolgen heeft voor de loop van de loopmat. Draai de inbusbouten dus met maximaal ¼ slag in de richting van de klok of tegen de klok in. Controleer elke keer het gevolg hiervan. Laat de mat enkele minuten draaien, voor weer verder te gaan met afstellen. Indien de mat naar rechts trekt, draai dan de rechter inbusbout achter op de trainer ¼ slag in de richting van de klok en de linker inbusbout ¼ slag tegen de klok in. 3. De loopmat is correct afgesteld wanneer deze in het midden blijft lopen. Wanneer de mat nog steeds naar links of naar rechts trekt dient u het afstellen te herhalen, stapje voor stapje, totdat de loopmat recht loopt. Indien de mat gedurende langere tijd aanloopt kan deze ernstig beschadigen. De garantie op de trainer dekt geen storingen of beschadigingen die ontstaan zijn door het niet centreren van de mat. HET SPANNEN VAN DE LOOPMAT 1. Laat de band vrij lopen met een snelheid van ongeveer 5 km/h. 2. Draai de beide inbusbouten achter op de trainer ¼ slag in de richting van de klok. 3. Controleer of de spanning correct is door op de looptrainer te gaan lopen en deze af te remmen (alsof u bergaf loopt). HANDLEIDING • T80 T85 Indien de mat gaat slippen dient u deze wat strakker te stellen. Het is niet goed om de loopmat te strak te zetten; houd de spanning zo laag mogelijk. Het bijstellen van de spanning doet u met dezelfde inbusbouten die ook voor het centreren worden gebruikt. Indien de band bij licht afremmen nog steeds slipt, draai dan de inbusbouten nogmaals ¼ slag aan en herhaal de controle. Bij krachtig afremmen mag de loopmat slippen. Als de mat, ondanks het afstellen, blijft doorslippen, neem dan contact op met uw Tunturi dealer. GEBRUIKSSTORINGEN BELANGRIJK! Ondanks voortdurende kwaliteitscontroles, kunnen er defecten of storingen optreden die het gevolg zijn van het niet goed functioneren van onderdelen die in de looptrainer zijn gebruikt. In de meeste gevallen is het onnodig om het gehele apparaat ter reparatie aan te bieden, aangezien de storing meestal kan worden opgelost door het vervangen van het defecte onderdeel. Mochten er storingen optreden bij het gebruik van de trainer, neem dan onmiddellijk contact op met uw Tunturi dealer. Vermeldt daarbij altijd het model en het serienummer van uw Tunturi trainer, de eventuele storingscode en door wie de trainer is geïnstalleerd. Indien u merkt dat er iets niet in orde is met de looptrainer, schakelt u direct de looptrainer uit door de aan- en uitknop in te drukken. Wacht vervolgens één minuut en schakel de looptrainer weer aan. Op deze manier moeten incidentele fouten hersteld zijn en kan de looptrainer opnieuw worden gebruikt. Indien de looptrainer na het aan- en uitschakelen door de aan- en uitknop nog steeds niet goed functioneert, neem dan contact op met uw Tunturi dealer voor onderhoud. Vermeldt bij het bestellen van onderdelen het model, het serienummer van het apparaat en het nummer van het onderdeel. Op de laatste pagina’s van deze gids vindt u de onderdelenlijst. STORINGEN De monitor meldt de storingen op het screen aan. SYSTEM CHECK FAILED - Eventuele storing van de motorbesturing. Schakel de stroom van de loopmat uit met de hoofdschakelaar, wacht een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Als de foutmelding niet terugkomt, kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met de verkoper van het toestel. SPEED SENSOR ERROR - Storing van de snelheidssensor. Neem contact op met de verkoper van het toestel. MOTOR SPEED ERROR - Storing van de snelheidsregeling van de mat. Controleer of u de mat correct gebruikt: duw de mat niet met uw voeten voort. Schakel de stroom van de loopmat uit met de hoofdschakelaar, wacht een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Als de foutmelding niet terugkomt, kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met de verkoper van het toestel. MOTOR OVERLOAD - Overbelasting van de motor. Controleer of u het toestel correct gebruikt: de mat niet afremmen. Controleer of de mat voldoende gesmeerd is; smeer de mat eventueel (onderhoudsbeurt). Schakel de stroom van de loopmat uit met de hoofdschakelaar, wacht een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Als de foutmelding niet terugkomt, kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met de verkoper van het toestel. 58 T80_T85_manual.indd 58 28.2.2006 17:38:55 HANDLEIDING LIFT MOTOR ERROR - Storing van de hefmotor. Neem contact op met de verkoper van het toestel. • T80 T85 NL TECHNISCHE GEGEVENS T80 (FOLDAWAY) LIFT MOTOR OVERLOAD - Overbelasting van de hefmotor. Controleer of u het toestel correct gebruikt: overbelast de hefmotor niet door steeds de hellingshoek te wijzigen. Schakel de stroom van de loopmat uit met de hoofdschakelaar, wacht een minuut en zet hem dan opnieuw aan. Bij het starten voert de mat automatisch het ijken van de hefmotor uit. Als de foutmelding niet terugkomt, kunt u het toestel verder normaal gebruiken. Als de foutmelding niet verdwijnt, neem dan contact op met de verkoper van het toestel. TRANSPORT EN OPSLAG De T80/F85(Foldaway) kunt u opklappen. Controleer dat de transportwielen in de zijwaartse stand. Schakel de stroom uit met de schakelaar en trek de stekker uit het stopcontact en uit de loopmat. Pak het aluminium profiel achter het looponderstel vast en til het looponderstel op. Duw met uw voet op de dwarsstang van het knikframe, zodat het looponderstel op het onderstel wordt vastgeklemd. BELANGRIJK! Laat het looponderstel nooit in de bewaarstand terwijl het alleen op de gasveren rust! Verplaats de T80 / T85 (Foldaway) loopmat als volgt. Draai de transportwielen aan de voorkant van het apparaat zo dat ze naar voren wijzen. U kunt het apparaat nu duwen en verrijden. Als u het apparaat zijwaarts wilt verplaatsen, hoeft u de transportwielen niet te verstellen. Zet de transportwielen na het verplaatsen terug in de zijwaartse stand. Maak de vergrendeling van het looponderstel vrij door het looponderstel iets naar voren te duwen en tegelijkertijd de borghendels aan het onderframe met uw voet opzij te duwen. Laat het looponderstel voorichtig op de grond zakken. Verplaats de T80 / T85 loopmat als volgt. Schakel de stroom uit met de schakelaar en trek de stekker uit het stopcontact en uit de loopmat. Ga achter het apparaat staan en pak het aluminiumprofiel aan de achterkant van het apparaat vast. Til het apparaat zover op dat het op de transportwielen komt te rusten. U kunt het apparaat nu verplaatsen door het te duwen en verrijden op de wielen. Laat het looponderstel voorzichtig op de grond zakken. BELANGRIJK! Extra voorzichtigheid is geboden bij het verplaatsen van de looptrainer over een oneffen vloer of over een drempel. Ook mag de looptrainer beslist nooit op de wielen over een trap gereden worden, in dit geval moet de looptrainer worden opgetild. Pas op dat de vloer niet beschadigt wanneer u het toestel verplaatst. Bescherm tere vloermaterialen zoals parketvloeren enz. Het kan zijn dat de loopmat opnieuw gecentreerd moet worden nadat deze verplaatst is. Lengte ......................................... 210 cm (Opgeklapte stand .......................76 cm) Hoogte ........................................ 142 cm (Opgeklapte stand .......................197 cm) Breedte ........................................91 cm Gewicht T80 / T80 (Foldaway) ....114 kg / 150 kg Lengte loopvlak ...........................143 cm Breedte loopvlak ..........................51 cm Snelheid ......................................0,5-20,0 km/u Hellinghoek ................................0-10 % Motor ..........................................3,0 pk T85 (FOLDAWAY Lengte .........................................197 cm (Opgeklapte stand .......................76 cm) Hoogte ........................................142 cm (Opgeklapte stand .......................197 cm) Breedte ........................................91 cm Gewicht T85 / T85 (Foldaway) ....114 kg / 150 kg Lengte loopvlak ...........................143 cm Breedte loopvlak ..........................51 cm Snelheid ......................................0,5-22,0 km/u Hellinghoek ................................0-10 % Motor ..........................................3,5 pk Alle Tunturi modellen voldoen aan de eisen van EUs EMC. Directiven betreffende elektromagnetische compatibiliteit (89/336/EEC) en elektrische apparatuur ontworpen voor gebruik binnen bepaalde spanningslimieten (73/23/EEC). Daarom is dit product met de CE label voorzien. De Tunturi T80 / T85 looptrainer voldoen aan EN precisie- en veiligheidsnormen (Norm SA, EN-957, deel 1 en 6). In verband met ons beleid van voortdurende productinnovatie, is Tunturi gerechtigd om specificaties te veranderen zonder daarover nader te berichten. BELANGRIJK! De garantie vervalt bij schade als gevolg van het niet volgen van de instructies in deze gids betreffende het monteren, het instellen en het onderhouden van de apparatuur. Veranderingen of modificaties, welke niet door Tunturi Oy Ltd zijn goedgekeurd, laten de Tunturi Oy Ltd product aansprakelijkheid geheel vervallen. Wij wensen u veel plezierige trainingen met uw nieuwe Tunturi trainingspartner! Berg de trainer op in een droge ruimte met een redelijk constante temperatuur en dek de trainer af tegen stof. Haal na gebruik altijd de stekker uit het stopcontact. 59 T80_T85_manual.indd 59 28.2.2006 17:38:55
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118

Tunturi T80 Handleiding

Categorie
Loopbanden
Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor