Pottinger NOVACAT 301 classic Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

Handleiding
Vertaling van de originele handleiding
Nr.
Schijvenmaaier
99+3752.NL.80X.0
NOVACAT 261 classic
(Type PSM 3752 : + . . 01001)
NOVACAT 301 classic
(Type PSM 3762 : + . . 01001)
NOVACAT 351 classic
(Type PSM 3812 : + . . 01001)
1900_NL-Seite2
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
De productaansprakelijkheid verplicht de producent en de dealer de handleiding bij de verkoop van machines beschikbaar te stellen.
Bovendien moet de gebruiker bij de machine worden geïnstrueerd omtrent bedienings-, veiligheids- en onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd. U
heeft hiervoor een bevestigingsmail van Pöttinger ontvangen. Als u deze mail niet heeft ontvangen, moet u contact opnemen met
uw verantwoordelijke dealer. Uw dealer kan de overdrachtsverklaring online invullen.
Iedere landbouwkundige is ondernemer in de zin van de productaansprakelijkheidswet.
Materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is schade die door een machine wordt veroorzaakt, maar niet aan
de machine wordt veroorzaakt; voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van euro 500,-
Zakelijke materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is uitgesloten.
Attentie! Als de machine van eigenaar wisselt, dient de handleiding te worden doorgegeven. De nieuwe gebruiker moet volgens
de voorschriften worden geïnstrueerd.
Pöttinger - Vertrouwen binnen handbereik - sinds 1871
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstandaarden voor onze producten. Deze
worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door onze bedrijfsleiding permanent gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos
functioneren, hoogste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen onze kerncompetenties,
waarvoor wij staan.
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze handleiding afwijken van het product. Er kunnen
daarom geen rechten worden ontleend aan de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde
eigenschappen van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toegestaan met schriftelijke toestemming
van Pöttinger Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. uitdrukkelijk voorbehouden.
© Pöttinger Landtechnik GmbH – 31 oktober 2012
Vind extra informatie over uw machine op PÖTPRO:
U bent op zoek naar passende onderdelen of accessoires voor uw machine? Geen probleem, hier vindt u alle benodigde informatie.
QR-code op het typeplaatje van de machine scannen of op www.poettinger.at/poetpro
Als u toch niet kunt vinden wat u nodig heeft, kunt u altijd terecht bij uw service-dealer. Hij adviseert u graag.
NL-1901 Dokum D Aanbouwmachines - 3 -
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Aankruisen hetgeen van toepassing is. X
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd. U heeft hiervoor
een bevestigingsmail van Pöttinger ontvangen. Als u deze mail niet heeft ontvangen, moet u contact opnemen met uw verantwoordelijke dealer.
Uw dealer kan de overdrachtsverklaring online invullen.
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Alle veiligheidsinrichtingen,
aftakas en bedieningselementen zijn aanwezig.
Bediening, ingebruikname en onderhoud van de machine of het werktuig is aan de hand van de handleiding met de klant
besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd.
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
Aanpassingen aan de tractor zijn gerealiseerd: Driepuntsbevestiging
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
Informatie is verstrekt omtrent opties en extra mogelijkheden.
Er is gewezen op het belang van het bestuderen van de handleiding.
NL
- 4 -
2400_NL-INHALT_3751
InhOUDsOPGAVE NL
Veilig-
heidsvoor-
schriften in
aanhangsel A in
acht nemen
Inhoudsopgave
WAARSCHUWINGSAFBEELDING
Betekenis van de waarschuwingstekens ...................5
AANBOUW AAN DE TREKKER
Aankoppeling algemeen ............................................6
Aftakas ...................................................................... 6
Starre topstang .......................................................... 6
Aanbouwproblemen .................................................6
Zijwaartse bescherming ............................................7
Hydraulische zijwaartse bescherming .......................7
Transportbreedte ...................................................... 7
Rijden op de openbare weg ......................................7
Werkstand .................................................................7
Oplegdruk van de maaibalk instellen ........................8
Voor het voor de eerste keer aan de trekker bouwen
eerst hier op letten! .................................................... 9
Aanbouw met snel-koppelraam (1) .........................10
IN GEBRUIK NEMEN
Veiligheidsaanwijzingen ........................................... 11
Let op de draairichting van de maaischijven ...........11
Snijhoogte instellen1) .............................................12
Maaien .....................................................................12
Achteruitrijden .........................................................12
ZWADVORMERS
Functiewijze .............................................................13
Instelmogelijkheden ................................................. 13
Instelmogelijkheden zwadbreedte ........................... 14
Optioneel .................................................................14
Onderhoud ...............................................................14
ALGEMEEN ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzingen ........................................... 15
Algemene onderhoudsaanwijzingen ........................15
Reinigen van machinedelen .....................................15
Parkeren in de open lucht........................................15
Winterklaar maken ................................................... 15
Cardanassen............................................................16
Hydraulische installatie ............................................ 16
Oliepeilcontrole bij de maaibalk ..............................17
Hoektransmissie .....................................................18
Montage van de messen ........................................18
Maaibalken ..............................................................18
Slijtagecontrole van de maaimeshouder .................19
Houder voor het snel wisselen van messen ............20
Controle van de bevestiging van de mesjes ...........20
Verwisselen van de messen ....................................21
Opbergen van de hefboom......................................21
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens .............................................. 22
Optioneel: ................................................................22
Noodzakelijke aansluitingen ....................................22
Gebruik conform bestemming van de machine ......23
Plaats van het typeplaatje .......................................23
AANHANGSEL
VEILIGHEIDSAANWIJZINGEN
Belangrijk voor cardanassen met een
platenslipkoppeling..................................................29
Smeerschema ..........................................................30
Smeermiddelen........................................................32
TAPER SPANBUSSEN
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen ........... 35
Combinatie van trekker en aanbouwmachine .........36
- 5 -
1900_NL-Warnbilder_361
NL
WaarschuWingsafbeelding
Buiten het zwenkbereik van de machine blijven.
Voor het inschakelen van de aftakas, de beide zijdelen
neerklappen
Nooit in de machine grijpen, zolang zich daar nog delen
kunnen bewegen.
Betekenis van de waarschuwingstekens
Gevaar voor rondslingerende delen. Houd veilige afstand
bij een draaiende motor.
Raak nooit bewegende machinedelen aan.
Wacht totdat deze volledig tot stilstand zijn gekomen.
Houd voldoende afstand tot de messen, als de trekkermotor
draait en de aftakas is aangesloten.
Voor onderhouds- en reparatiewerkzaamheden de motor
stopzetten en de contactsleutel verwijderen.
bsb 447 410
495.167
- 6 -
1500-NL ANbAu-3752
NL
aanbOuW aan de TreKKer
Aanbouwproblemen
Bij een fronthefinrichting met een dwarsverbinding (Q)
tussen de hefarmen, kan de aftakas bij het laten zakken
worden beschadigd.
Om schade te
voor komen is het
nodig om een
aanbouwverhoging
tussen de
hefinrichting en het
aankoppelraam te
monteren.
Is dit bij U het geval,
neem dan contact op
met uw handelaar of
de importeur.
Bij trekkers met een ver naar voren stekende aftakas-
aansluitng moet de aftakas extreem worden ingekort.
• In geheven toestand is de overlapping van de
aftakasprofielbuizen dan te gering.
• Demaximalehoekvandeaftakaskanmogelijkerwijs
zijn overschreden (zie ok bijlage B).
In dit geval moet
een aanbouwset
worden
gemonteerd
die de machine
200 mm naar
voren brengt.
Is dit bij U het
geval, neem dan
contact op met uw handelaar of de importeur.
Aankoppeling algemeen
1. Veiligheids aanwijzingen in bijlage A opvolgen.
2. Machine aan de fronthefinrichting van de trekker
aankoppelen.
• Steekpennenmetsplitpenborgen.
Verhelpen van problemen met de
hydrauliekaansluiting
Als een trekker geen
hydrauliekaansluiting aan
de voorkant Heeft, moet een
slang van achteren naar voren
worden aangelegd.
Bij sommige trekkers kan
het nodig zijn om met een driewegkraan tussen de
fronthefinrichting (HW) en frontstuurventiel om te
schakelen.
HW
SG
Aftakas
• Voorhetvoordeeerstekeergebruikenmoetdelengte
van de aftakas worden gecontroleerd en eventueel
worden aangepast (zie "Aftakas aanpassen" in
aanhangsel B).
Let op!
Bij dubbel wer-
kende trekker-
front-hefinstalla-
ties bestaat het
volgende gevaar:
de maximale
zakdiepte van de
maai-installatie is
ingesteld met be-
grenzingskettin-
gen. Wanneer met
de hefinstallatie
de maximaal inge-
stelde zakdiepte
wordt overschre-
den, dan komt er
trekkracht op de
begrenzingsket-
tingen.
Dit kan leiden
tot een breuk
van de ketting of
van de splitpen.
Personen binnen
de gevarenzone
kunnen gewond
raken!
Aanwijzing:
Maai-installaties,
voorzien van
zwadvormers
hebben voor het
veilig wegzetten
ervan geen steun-
poot nodig.
Starre topstang
Gebruik een starre topstang
- 7 -
1500-NL ANbAu-3752
AANBOUW AAN DE TREKKER NL
Zijwaartse bescherming
Bij onderhoudswerkzaamheden kan de zijwaartse
bescherming links en rechts worden opgeklapt.
Uit veiligheidsoverwegingen moet gewacht
worden tot de schijven stilstaan, voordat de
beschermingen omhooggeklapt worden.
1. Vergrendeling (1) los maken en bescherming (2)
opklappen
- beugel in houder vastzetten (3)
- links en rechts
Transportbreedte
Als de beide beschermelementen (2) omhoog zijn gezwenkt
en in de houder (3) zijn vastgezet, is de volgende breedte:
Type NC 261
classic
NC 301
classic
NC 351
classic
Transportbreedte (X) < 2,58m < 3,00m < 3,42m
Rijden op de openbare weg
• Letopdewettelijkevoorschriften.
• Deritopdeopenbarewegmagalleenplaatsvinden,
zoals beschreven in het hoofdstuk "transportstand".
• Dehefarmenvastzettenzodatdemachinenietzijdelings
kan wegzwenken.
Werkstand
Voor u begint met werken
De aftakas aandrijving alleen inschakelen,
als alle beschermingen (beschermkappen,
beschermkleden, enz.) op de juiste wijze zijn
aangebracht.
Uit veiligheidsoverwegingen mag er alleen met
de machine gemaaid worden, als de machine
in deze stand staat.
495.167
3
1
2
Hydraulische zijwaartse bescherming
Let op!
Bij het hydraulisch omhoog klappen van
de zijwaartse beschermingen bestaat
beknellingsgevaar!
Optioneel kan het omhoog klappen van de zijwaartse
beschermingen hydraulisch met het regelventiel aan de
trekker worden uitgevoerd.
Hierbij is het niet nodig dat een vergrendeling wordt
losgemaakt of in de houder wordt vastgezet.
Let op!
De zijwaartse be-
scherming moet
voordat met de
werkzaamheden
wordt begon-
nen weer naar
beneden worden
geklapt!
Let op!
De veiligheids-
voorzieningen
moeten worden
gecontroleerd
op functioneren,
juiste arbeidspo-
sitie en conditie,
voordat met de
werkzaamheden
wordt begonnen.
Als de veiligheids-
voorziening ge-
breken vertoont,
moeten de betref-
fende onderdelen
direct worden
vervangen.
Wijzigingen aan, en
gebruik niet con-
form bestemming
van de veilig-
heidsvoorziening
valt niet onder
de verantwoor-
delijkheid van de
producent.
Let op!
Het is niet toe-
gestaan om de
veiligheidsvoor-
zieningen te
betreden!
- 8 -
1500-NL ANbAu-3752
AANBOUW AAN DE TREKKER NL
Oplegdruk van de maaibalk instellen
Instelaanwijzingen
* De maaibalk moet met ca. 150 kg op de bodem
drukken (links en rechts 75 kg).
Omdat het totaalgewicht van de maaier hoger is,
moet een gewichtsontlasting worden toegepast.
Daarvoor is een machine met zwadschijven voorzien
van twee trekveren, die dienovereenkomstig moeten
worden ingesteld.
Veerspanning instellen
1. Machine hydraulisch heffen.
2. Trekveren aan de arm van de aanbouwbok (1) en
aan de console voor de ontlastingsveer (2) aan de
tractor inhangen.
3. Machine tot op de bodem laten zakken.
4. Steldeveerspanningmetbehulpvandekettingop
een bodem-steunpuntbelasting van de maaibalk van
ongeveer 150 kg in (links en rechts ca. 75 kg).
5. De optimale hoek 20 - 22° voor de krachtgeleiding
kan alleen worden bereikt als de veren aan een
console worden bevestigd.
6. De slangklemmen (20) aan de trekveren monteren.
De instelling van de veerspanning hoeft dan niet
bij elke aankoppeling aan de trekker te worden
gecontroleerd.
Alleen bij het wisselen van type trekker, moet de
instelmaat "L2" gecontroleerd en eventueel opnieuw
afgesteld worden.
TD29/93/2
20
1
2
- 9 -
1200_NL-WeisteaNbau-3752
AAnbouw met snel-koppelrAAm NL
Voor het voor de eerste keer aan de
trekker bouwen eerst hier op letten!
Attentie!
Fronthefinrichting met
dubbelwerkend hydraulisch systeem
(beschadigingrisico)!
Oplossing:
- Ventiel omschakelen op enkelwerkend
- Ombouwen van de fronthefinrichting tot enkelwerkend
(Bypassleiding) door een vakwerkplaats.
• Alsdemaaieraandetrekkerisaangebouwd,
mag het stuurventiel (ST) niet op de stand
’zakken’ worden gezet.
Na zo een bedieningsfout moet de
plaat (P1) onmiddellijk opnieuw worden
afgesteld. Beschadigde onderdelen eerst
vervangen.
Bij zo een bedieningsfout zou het volgende kunnen
plaatsvinden:
- De stand van de plaat (P1) verandert in het sleufgat, de
afstand van de vergrendelingshaak (V) wordt daardoor
te groot.
- De vergrendelingshaak (V) breekt.
- De beide hefbomen van de compensatie-unit worden
beschadigd.
- De begrenzingskettingen kunnen breken
De verstelbare plaat (P1) opnieuw afstellen
1. De schroefverbinding (SK) zo ver losmaken dat de
positie van de plaat (P1) met behulp van de stelschroef
(ST) kan worden gewijzigd.
2) De maaier in de hefinrichting aankoppelen
3) De verstelbare plaat (P1) zo plaatsen dat de
vergrendelingshaak (V) nog kan worden ontgrendeld.
De afstand tot de haak moet zo gering mogelijk zijn.
4) De maaier van de hefinrichting afkoppelen
5) De boutverbinding (SK) met een kracht van 65Nm
aantrekken
ST-24-11-2003
Let op!
Bij dubbel werken-
de trekker-front-
hefinstallaties
bestaat het
volgende gevaar:
de maximale
zakdiepte van de
maai-installatie
is ingesteld met
begrenzingsket-
tingen. Wanneer
met de hefinstal-
latie de maxi-
maal ingestelde
zakdiepte wordt
overschreden,
dan komt er
trekkracht op de
begrenzingsket-
tingen.
Dit kan leiden tot
een breuk van
de ketting of
van de splitpen.
Personen binnen
de gevarenzone
kunnen gewond
raken!
V
P1
ST
SK
- 10 -
1200_NL-WeisteaNbau-3752
AAnbouw met snel-koppelrAAm NL
Aanbouw met snel-koppelraam (1)
2. Het snelkoppelraam (Weiste-driehoek) loodrecht of licht
naar voren hellend aan de fronthefinrichting monteren.
3. Onderste hefpennen spelingvrij (2) borgen.
4. De maaier aankoppelen en omhoog brengen (H2).
5. Vergrendeling (V) met pen borgen.
- De stand van de verstelbare plaat (P1) controleren;
de afstand tot de vergrendelingshaak moet zo gering
mogelijk zijn.
6. Aftakas aankoppelen.
TD28/91/28
1
P1
V
V
- 11 -
2300_NL-EINSATZ_3752
NL
in gebruiK nemen
Veiligheidsaanwijzingen
1. Controle
- De toestand van de messen en de mesbevestiging
controleren.
- De maaischijven op beschadigingen controleren (zie
hoofdstuk 'Onderhoud en reparaties').
2. Schakel de machine alleen in als ze in
arbeidsstand is en overschrijd het maximum
toerental (bijv. max. 540 tpm) niet!
Een sticker die naast de transmissie is aangebracht,
laat zien voor welk aftakastoerental de maaier geschikt
is.
• De aftakasaandrijving alleen inschakelen als alle
veiligheidsvoorzieningen (afdekkingen, afdekdoeken,
bekledingen enz.) zich in goede conditie bevinden en
op de juiste wijze aan de machine zijn aangebracht.
3. Let op de draairichting van de aftakas!
TD8/95/6
4. Voorkom beschadigingen!
Het te maaien veld moet vrij zijn van
obstakels en vreemde objecten. Vreemde
objecten (bijv. grote stenen, stukken
hout, afrasteringspaaltjes enz.) kunnen
de maaier beschadigen.
In geval van een botsing
• Directstoppenendeaandrijvinguitschakelen.
• Demachinezorgvuldigcontrolerenopbeschadigingen.
Vooral de maaischijven en hun aandrijfas goed
controleren (4a).
• Indien nodig de machine door een vakman laten
repareren.
Na elk contact met vreemde objecten
• De toestand van de messen en de mesbevestiging
controleren.
• Allemesschroefverbindingenaanhalen.
• Demachinezorgvuldigcontrolerenopbeschadigingen.
Vooral de maaischijven en hun aandrijfas goed
controleren.
• Indien nodig de machine door een vakman laten
repareren.
5. Afstand houden bij draaiende motor.
bsb 447 410
- Er mogen zich geen personen binnen de gevarenzone
van de machine bevinden; er kunnen objecten worden
weggeslingerd.
Bijzondere voorzichtigheid is geboden op percelen met
veel stenen en in de omgeving van wegen.
6. Gehoorbescherming dragen
Afhankelijk van de verschillende
trekkercabines kan het geluidsniveau op de
werkplek afwijken van de gemeten waarde
(zie Techn. gegevens).
• Wanneereengeluidsniveauvan85dB(A)wordtbereikt
of overschreden, moet de ondernemer (landbouwer) een
passende gehoorbescherming ter beschikking stellen
(UVV 1.1 § 2).
• Wanneereengeluidsniveauvan90dB(A)wordtbereikt
of overschreden, moet een gehoorbescherming worden
gedragen (UVV 1.1 § 16).
Let op de draairichting van de
maaischijven
Algemeen
Voor het maaien moet de draairichting links worden
gekozen.
TD40/94/16
- 12 -
2300_NL-EINSATZ_3752
In gebruIk nemen NL
Belangrijke
informatie
voordat met
de werk-
zaamheden wordt
begonnen
Aanwijzingen voor
veilig werken:
zie bijlage-A pt.
1 - 7.)
De maai-
messen van
de schij-
venmaaier
zijn vrij toegan-
kelijk. Er bestaat
een zeer grote
kans op verwon-
dingen.
Daarom dienen de
beschermingsele-
menten die zijn
samengevat on-
der 'Bescherming
achter' te worden
gemonteerd.
De draairichting van de maaischijven is in orde als de
buitenste maaischijven van voren gezien naar binnen
draaien.
Hulpmiddel als de trekker niet op links-aandrijven
kan worden geschakeld:
- De aandrijving (G2) demonteren en 180° draaien,
daarna weer monteren
TD 79/98/53
G1
G2
Snijhoogte instellen1)
Met topstang (O):
1) alleen bij schijvenmaaiers
Bij wijziging van de topstanglengte L +/- is een wijziging
van de snijhoogte tussen 3 en 6 cm mogelijk.
• Naheteerste
bedrijfsuur
• Allemesschroef-
verbindingen
aanhalen.
Aanwijzing!
Na het afkoppelen van de maaier, de
aankoppelbok weer in de verticale stand
brengen.
Met hoge glijsloffen:
Te gebruiken bij snijhoogtes boven 6 cm.
Maaien
Let op!
Alle veiligheidsvoorzieningen
controleren!
Tijdens het maaien kunnen stenen of
andere voorwerpen worden geraakt en
weggeslingerd. Er mogen zich geen
personen binnen de gevarenzone
bevinden.
De zijwaartse beschermingen moeten
op de juiste manier zijn opgeklapt en
beveiligd!
1. Snijhoogte afstellen door de topstang af te
stellen (maaischijven in een hoek van maximaal
5°).
2. Om te maaien wordt de aftakas buiten het
te maaien gewas ingeschakeld en wordt de
machine langzaam op toeren gebracht.
Door het aandrijftoerental gelijkmatig te verhogen worden
systeembepaalde bijgeluiden in de vrijloopkoppeling
vermeden.
- De rijsnelheid moet worden aangepast aan de
terreinomstandigheden en het maaigoed.
Achteruitrijden
Bij achteruitrijden of omkeren de maaier optillen!
Functiewijze
Met de zwadschijven wordt bij het maaien een smalle zwad gevormd. Op deze manier wordt voorkomen dat het maaigoed
met brede trekkerbanden wordt overreden.
Waarschuwing!
Roterende on-
derdelen,be-
knellingsgevaar.
Bij lopende motor
nooit veiligheids-
voorzieningen
openen of verwij-
deren.
Veiligheidsaanwi-
jzing:
Voordat de ma-
chine in gebruik
wordt genomen
moet het instruc-
tieboekje worden
gelezen en in acht
wordengenomen,
met name waar
het de veiligheid-
saanwijzingen
betreft.
Aanduidingen:
(1) Zwadschijven houder
(2) Zwadschijven
(3) Versteleenheid
Instelmogelijkheden
1
2
3
1
3
2
Arbeidsbereik:
- De hoogte van de zwadvormer is instelbaar via de
langsgaten (1).
Optimale instelling:
De schijven zijn 0-10mm lager gemonteerd dan de
onderzijde van de maaibalk.
- De helling van de zwadschijven is instelbaar via de
schroeven (2).
- De hoogte van de inloopplaat is instelbaar via de
schroeven (3).
- 13 -
1200-NL_Schwadformer_3752
NL
Zwadvormers
Optioneel
Extra zwadschijf
Instelling van de beide trekveren:
A = bij hoog en dicht gewas
B = basisinstelling
C = bij kort gewas
Transportkegel
De transportkegels worden aanbevolen:
- voor het verbeteren van de afvoercapaciteit bij de
zwadafvoer, vooral bij zware en dichte gewassen
- onderdelen zie reserve-onderdelenlijst
Onderhoud
De zwadvormer is onderhoudsvrij – op
reinigingswerkzaamheden na.
122-02-39
Voorzichtig!
Voordat met
onderhouds- en
reparatiewerk-
zaamheden wordt
begonnen motor
afzetten en sleutel
verwijderen.
073-12-01
Instelmogelijkheden zwadbreedte
Zwadbreedte instellen:
Het maaigoed wordt met de zwadschijven tot de gewenste
zwadbreedte gevormd.
De zwadschijven worden links en rechts individueel versteld
met behulp van de instelhendel (E)
Positie van de zwadschijven instellen
De hieronder beschreven instellingen zijn te beschouwen
als basisinstelling.
Een optimale instelling van de zwadschijven kan eventueel
pas in de praktijk worden bepaald omdat dit afhangt van
de verschillende soorten voer.
Breedspreiden
- Zwadschijven helemaal naar buiten zwenken
- Positie (B)
Zwad
- Zwadschijven naar binnen zwenken
- Positie (L)
B
L
E
- 14 -
1200-NL_Schwadformer_3752
Zwadvormers NL
- 15 -
1800_NL-Algemeen-Onderhoud_BA
NL
Parkeren in de open lucht
Als de machine langere tijd in de open lucht moet blijven
staan, moeten de cylinderstangen worden gereinigd en
worden ingevet.
FETT
TD 49/93/2
Reinigen van machinedelen
Let op! Gebruik geen hogedrukreiniger voor het reinigen
van lagers en hydraulische delen.
- Kans op roestvorming!
- Na het reinigen de machine volgens het smeerschema
doorsmeren en de machine korte tijd laten draaien.
- Reinigen met te hoge druk kan beschadigingen aan de
lak veroorzaken.
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
Letselgevaar door bewegende of roterende
onderdelen.
Voer het onderhoud pas uit wanneer u het apparaat
• veilig en stabiel buiten bedrijf hebt gesteld
op een vlakke, vaste ondergrond.
• met wielblokken heeft beveiligd tegen weg-
rollen.
• de motor van de trekker uitgeschakeld is en
de aftakas stationair is.
• alle bewegende of roterende delen (in het
bijzonder de maaischijven) tot stilstand
gekomen zijn. (Hoortest!)
• de contactsleutel van de trekker uitgetrok-
ken is.
• Indien nodig de cardanas demonteren.
Levensgevaar wanneer men te lang onder de machine
blijft staan
• Onderdelen waaronder u zult blijven staan
goed ondersteunen.
WAARSCHUWING
Risico op zware verwonding door lekkende olie
• Let op opengescheurde of klemzittende
plekken op de slang.
• Maak de koppelingen van olieslangen en
-contactdozen voor elke koppeling schoon!
• Draag geschikte beschermende kleding.
AANWIJZING
Materiële schade door vuil in het hydraulisch systeem
• Maak de koppelingen van olieslangen en
-contactdozen voor elke koppeling schoon!
Algemene onderhoudsaanwijzingen
Leef de volgende aanwijzingen na om de machine
gedurende langere tijd in goede conditie te houden:
- Na de eerste gebruiksuren alle bouten en moeren
natrekken.
Speciaal gecontroleerd moeten worden:
Mesbouten bij maaiers
Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Winterklaar maken
- De machine voor de winter goed schoon maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden wegzetten.
- Olie verversen of bijvullen
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten doorsmeren.
- Terminal losmaken, droog en vorstvrij bewaren.
Reserve-onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal voor
deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken u er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons
geleverde originele onderdelen en toebehoor ook niet
door ons zijn gecontroleerd en vrijgegeven.
c. De inbouw en/of het gebruik van dergelijke producten
kan daarom de constructie en de eigenschappen van de
machine eventueel negatief veranderen of beïnvloeden.
Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-
originele onderdelen en toebehoor kan de fabrikant in
geen geval aansprakelijk worden gesteld.
d. Eigenhandig aangebrachte wijzigingen en het gebruik
van bouw- en aanbouwelementen aan de machine
vallen buiten de aansprakelijkheid van de producent!
algemeen OnderhOud
- 16 -
1800_NL-Algemeen-Onderhoud_BA
NL
Hydraulische installatie
Let op verwondings- en infectiegevaar!
Vloeistoffen die onder hoge druk uittreden kunnen
de huid binnendringen en zware verwondingen
veroorzaken. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk een
arts!
Voordat de hydraulische leidingen worden aangesloten,
moet worden gecontroleerd of de hydraulische installatie
geschikt is voor de tractor.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Hydraulisch aggregaat en leidingen controleren op lekkage
en evt. schroefverbindingen aandraaien.
Voor iedere ingebruikname
- hydraulische slangen op slijtage controleren.
Versleten of beschadigde hydraulische slangen moeten
direct worden vervangen. De nieuwe slangen moeten
voldoen aan de techn. eisen van de producent.
Slangenzijnonderhevigaaneennatuurlijkeveroudering,
gebruiksduur niet langer dan 5-6 jaar.
Cardanassen
- zie ook de aanwijzingen in de bijlage
Voor het plegen van onderhoud in acht nemen!
In principe gelden de aanwijzingen die in de handleiding
worden gegeven.
Als hier geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende cardanassenproducent.
Algemeen onderhoud
- 17 -
1601-D ONDERHOUD_3752
OnderhOud en reparatie NL
3. Olievulplug (63) uitnemen.
Oliepeil via de opening (63) meten.
4. Oliepeil controleren
Belangrijk bij het meten van het oliepeil:
De lengte van de maaibalk wordt
opgevijzeld.
De breedte van de maaibalk moet zich
precies in horizontale positie bevinden.
(zie afbeelding).
4.1 Oliepeilcontrole voor NOVACAT 261 en
NOVACAT 351
Het oliepeil is correct als de transmissieolie
tot aan de onderkant van de vulschroef (63)
komt.
TD17/99/10
OIL LEVEL
4.2. Oliepeilcontrole voor NOVACAT 301
Het oliepeil is correct als x= 16 mm.
X is de oliediepte aan de onderrand van de olievulschroef
(63)
OIL LEVEL
x
169-16-06
x
Oliepeilcontrole bij de maaibalk
•Deoliehoeveelheidmoet,ondernormaleomstandigheden,
jaarlijks bijgevuld worden.
Let op
Reinigings- en
onderhoudswerkzaamheden alleen
uitvoeren bij stilstaande machine en
neergelaten maai-units.
•Oliepeilcontroleuitvoerenalsdeolieop
bedrijfstemperatuur is.
• De olie is in koude toestand niet
voldoende vloeibaar. Er blijft te veel
olie aan de tandwielen kleven, het
meetresultaat zou dan verkeerd zijn.
.
1. Maaibalk aan één kant (ter grootte van X3)
heffen en steunen.
X3 = X2 + X1
X1 = afstand van de bodem tot de bovenzijde van de
kuip rechts
X2 = afstand van de bovenzijde van de kuip links tot de
bovenkant van de kuip rechts
NOVACAT 261: X2 = 175 mm
NOVACAT 301: X2= 300 mm
NOVACAT 351: X2 = 300 mm
• Dekantwaarzichdeolievulschroefbevindt,blijftop
de bodem.
• Demaaibalkaandeanderekant(X1)heffenenmet
passende hulpmiddelen ondersteunen.
2. Maaibalk in deze positie ca. 15 minuten laten
staan.
• Dezetijdisnodig,zodatalleolieonderindemaaibalk
zakt.
- 18 -
1601-D ONDERHOUD_3752
OnderhOud en reparatie NL
Maaibalken
Oliewissel
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren of ten laatste
om de 100 bedrijfsuren.
Hoeveelheid olie:
NOVACAT 261: 2,6 liter SAE 90
NOVACAT 301: 3,0 Liter SAE 90
NOVACAT 351: 3,5 liter SAE 90
• Olie vervangen als deze op
bedrijfstemperatuur is.
• De olie is in koude toestand niet
voldoende vloeibaar. Er blijft dan teveel
oude olie aan de tandwielen hechten en
daardoor worden de aanwezige zwevende
deeltjes niet uit de aandrijving verwijderd.
• Het kan enige tijd duren voordat alle
afgewerkte olie is weggelopen.
- Maaibalk aan de rechterkant opheffen.
- Olie-aftapplug (62) verwijderen, de afgewerkte olie weg
laten lopen en op een passende manier verwerken.
5. Olie bijvullen
De ontbrekende hoeveelheid olie bijvullen.
Aanwijzingen
•Teveelolieleidttijdensdewerkzaamheden
tot oververhitting van de maaibalk.
• Te weinig olie brengt de benodigde
smering in gevaar.
Hoektransmissie
- Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren.
Het oliepeil moet, onder normale omstandigheden,
jaarlijks bijgevuld worden (1 = OIL LEVEL).
- Verversen ten laatste na 100u.
Controle van de oliehoeveelheid:
- De stand wordt met de markering (1) aan de oliepeilstok
gecontroleerd.
1
1
Hoeveelheid olie:
0,7literSAE90
Hoeveelheid olie:
0,8LiterSAE90
Montage van de messen
Let op!
De pijl op het mes geeft de draairichting
van de maaischijf aan.
- Voor montage schroefoppervlak van
lak ontdoen.
NL
ONDERHOUD
- 19 -
1700-NL ZichtcoNtroLe (379)
Slijtagecontrole van de maaimeshouder
Slijtagedelen zijn:
•Messenhouders(30)
•Mesbouten(31)
Stappen – zichtcontrole
1. Messen verwijderen.
2. Voederresten en vuil verwijderen.
- rondom de bouten (31).
GEVAAR
Levensgevaar - door wegslingerende onderdelen,
wanneer
- de mesbout in het middelste gedeelte 15 mm
afgesleten is
- het slijtagebereik (30a) de rand van de boring
heeft bereikt.
- de mesbout in het onderste gedeelte (30b)
afgesleten is
- de mesbout niet meer vastzit
• Controleer de houders van de maaimessen
voor elke inbedrijfname, regelmatig tijdens
het gebruik, meteen wanneer u op een vaste
hindernisbentgereden(bijv.Steen,stuk
hout, metaal …). Indien u één of meerdere
slijtagetekenen vaststelt mag niet meer
worden doorgemaaid.
• Versleten onderdelen onmiddellijk vervan-
gen door nieuwe originele onderdelen van
ttinger.
• De mesbouten en de moeren met een
kracht van 120 Nm vastzetten.
NL
- 20 -
0100-NL KLiNgeN_375
ONDeRHOUD
Houder voor het snel wisselen van messen
Attentie!
Voor uw veiligheid
• Messenenhunbevestigingregelmatigcontroleren!
- Demessenaandemaaischijf,moetengelijkmatigslijten(gevaar
vooronbalans).
 Bijongelijkmatigeslijtage,paar-wijzevervangen.
- Verbogenofbeschadigdemessenmogennietverdergebruikt
worden.
• Verbogen,beschadigdeen/ofversletenmeshoudersmogenniet
langerwordengebruiktendienendirecttewordenvervangen.
Controle van de bevestiging van de mesjes
- Normalecontroleelke50uren.
- Vakercontrolerentijdensmaaienopsteenachtigeveldenoftijdens
maaienondermoeilijkeomstandigheden.
- Direktnahetrakenvaneenvoorwerpcontroleren(bijv.stenen,
stukkenhoutenz.).
Controle als volgt
- zoalsbeschrevenonderhethoofdstuk"messenverwisselen"
Attentie!
Beschadigde, verbogen en sterk versleten onderdelen
niet verder gebruiken. (Gevaar voor ongevallen).
- 21 -
1200_NL-HEBEL_3752
ONDERHOUD NL
Verwisselen van de messen
1. Hefboom (H) van de linker- of de rechterkant
tot aan aanslag op de maaischijf "Pos. A"
schuiven
2. Hefboom van "Pos. A" naar "Pos. B" zwenken
en de bewegende houder (30) naar beneden
drukken.
3. Mes (M) verwijderen
Opbergen van de hefboom
- Hefboom na het gebruik op de houders brengen in
borgen.
- Messenbox (K) na gebruik in de houder plaatsen en
beveiligen.
• mesbouten(31)opbeschadigingen,slijtageenofze
goed vastzitten.
• dehouder(30)opbeschadigingen,verbuiging
• bus(32)opbeschadigingen
- de zijkanten mogen niet verbogen zijn.
6. Mes monteren
7. Zichtcontrole! Controleer of het mes (M) juist
Pos A
Pos B
4. Voerresten en vuil verwijderen
- rondom de bouten (30) en op de binnenkant van de
bus (32).
5. Controleer
tussen de mesbout (31) en de houder (30) is
aangebracht (zie afbeelding).
8. Hefboom (H) weer naar stand "A" zwenken en
verwijderen.
K
H
- 22 -
1700_NL-TECH DATEN_3752
NL
Technische gegevens
Technische gegevens
Optioneel:
• Verlichtingsinrichting/waarschuwingspaneel
• Hydraulischopklapbarezijwaartsebescherming
Noodzakelijke aansluitingen
Voor normaal bedrijf zonder optionele uitrusting zijn geen
elektrische of hydraulische aansluitingen noodzakelijk:
• 1dubbelwerkendehydraulischesteekaansluiting
(alleen voor optionele uitrusting: hydraulisch opklapbare
zijwaartse bescherming)
Bedrijfsdruk min.: 140 bar
Bedrijfsdruk max.: 200 bar
• 7-poligeaansluitingvoordeverlichting(12Volt)(alleen
voor optionele uitrusting: verlichtingsinrichting)
1) Gewicht: afwijkingen mogelijk, afhankelijk van de uitrusting
van de machine
Beschrijving
NOVACAT 261 classic
Type 3752
NOVACAT 301 classic
Type 3762
NOVACAT 351 CLAS-
SIC
Type 3812
Aanbouw
Driepuntsaanbouw
(front-snelkoppeling)
cat. II
Driepuntsaanbouw
(front-snelkoppeling)
cat. II
Driepuntsaanbouw
(front-snelkoppeling)
cat. II
Arbeidsbreedte 2,62 m 3,04 m 3,46 m
Transportbreedte 2,57 m 2,98m 3,42 m
Zwadbreedte
zonder zwadschijven
met 2 zwadschijven
met 4 zwadschijven
1,7 m
1,3 m
0,9m
2,1 m
1,7 m
1,3 m
2,5 m
2,1 m
1,7 m
Aantal maaischijven 6 7 8
Aantal maaimessen 12 14 16
Capaciteit 2,6 ha/h 3,0 ha/h 3,4 ha/h
Toerental aandrijving (omw/min) 540/750/1000 540/750/1000 540/750/1000
Cardanasoverbelastingsbeveiliging 1500 Nm 1500 Nm 1500 Nm
Vermogensbehoefte 30 kW (40 pk) 35 kW (47 pk) 45 kW (61 pk)
Gewicht 1) 620 kg 670 kg 720 kg
Continu geluidsniveau 82,2dB (A) 84,3 dB (A) 84,3 dB (A)
Alle gegevens niet bindend
- 23 -
1700_NL-TECH DATEN_3752
Technische gegevens
NL
Plaats van het typeplaatje
Het chassisnummer is te vinden op het typeplaatje, zie
afbeelding hiernaast. Bij garantieclaims, vragen over de
machine en bestellingen van reserveonderdelen dient het
chassisnummer altijd te worden vermeld.
Noteer het nummer direct op de titelpagina van de
handleiding, zodra de trekker of machine in uw bezit is
gekomen.
Gebruik conform bestemming van de machine
De maaimachine
'NOVACAT 261 classic (type PSM 3752)' 'NOVACAT 301classic (type PSM 3762)' 'NOVACAT
351 classic (type PSM 3812)
' is uitsluitend bestemd voor de gebruikelijke werkzaamheden in de landbouw.
 Voor
het
maaien
van
weilanden
en
korthalmige
veldgewassen.
Ieder ander gebruik geldt als niet conform bestemming.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele hieruit voortvloeiende schade; dit risico is geheel en al voor de
gebruiker.
 Tot
gebruik
conform
bestemming
behoort
ook
het
nakomen
van
de
door
de
fabrikant
voorgeschreven
onderhouds-
en
reparatievoorwaarden.
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
aanhangsel
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
• Kwaliteitennauwkeurigepassing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaarfunctioneren
• Lagerelevensduur
- Economisch werken
• Beschikbaarheidvan de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
- 26 -
2300_NL-BIJLAGEA_VEILIGHEID
Bijlage -a
NL
TIP
In deze handleiding worden alle plaatsen waarop de
veiligheid van personen betrekking heeft met dit symbool
aangeduid.
1) Handleiding
a. De handleiding is een belangrijk onderdeel van de
machine. Zorg ervoor dat de handleiding op de plaats
waar de machine wordt gebruikt altijd direct beschikbaar
is.
b. Bewaar de handleiding gedurende de gehele levensduur
van de machine.
c. Als de machine wordt verkocht of geruild, geef ze dan
met de machine mee.
d. Houd de veiligheids- en gevarenaanwijzingen op
de machine volledig en in leesbare toestand. De
gevarenaanwijzingen zijn belangrijk voor veilig gebruik
van de machine en dienen dus uw eigen veiligheid.
2) Gekwalificeerd personeel
a. Alleen personen die de wettelijke minimumleeftijd
hebben bereikt, die fysiek en mentaal geschikt zijn
en die erin geschoold of opgeleid zijn, mogen met de
machine werken.
b. Personeel dat noch geschoold, getraind of opgeleid is
of dat een algemene opleiding volgt, mag alleen onder
toezicht van een ervaren persoon aan of met de machine
werken.
c. Controle-, instel- en reparatiewerkzaamheden mogen
alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
3.) Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
a. In deze handleiding worden alleen onderhouds-,
service- en reparatiewerkzaamheden beschreven die
de exploitant zelfstandig kan uitvoeren. Alle andere
werkzaamheden mogen alleen door een vakmonteur
worden uitgevoerd.
b. Reparaties van het elektrische of hydraulische
systeem, voorgespannen veren, drukaccumulatoren,
enz.vereisen voldoende kennis, voorgeschreven
montagegereedschap en beschermende kleding en
mogen alleen door een vakmonteur worden uitgevoerd.
4.) Na onderhoudswerkzaamheden aan de
remmen
a. Na elke herstelling aan de remmen moet een
werkingscontrole resp. een proefrit worden gemaakt,
om de correcte werking van de remmen te waarborgen.
Nieuwe trommels resp. rembeslag hebben pas na
enkele keren remmen een optimale remwerking. Plots
hard remmen moet worden vermeden.
5) Aanpassingswerkzaamheden
a. Brenggeeneigenmachtigeaan-enombouwingenof
veranderingenaandemachineaan.Ditgeldtookvoor
deinbouwendeinstellingvanveiligheidsvoorzieningen
envoorhetlassenofborenaandragendedelen.
6) Gebruik conform bestemming
a. Zie de technische gegevens
b. Het gebruik conform bestemming omvat ook de
inachtneming van de door de fabrikant voorgeschreven
gebruiks-, service- en onderhoudsvoorschriften.
7) Reserve-onderdelen
a. Originele onderdelen en toebehoren zijn speciaal
ontworpen voor de machines of apparaten.
b. Wij maken u er uitdrukkelijk op attent dat niet door ons
geleverde originele onderdelen en toebehoor ook niet
door ons zijn gecontroleerd en vrijgegeven.
c. De inbouw en/of het gebruik van dergelijke producten
kan daarom de constructie en de eigenschappen van de
machine eventueel negatief veranderen of beïnvloeden.
Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-
originele onderdelen en toebehoor kan de fabrikant in
geen geval aansprakelijk worden gesteld.
d. Eigenmachtige veranderingen, evenals het gebruik
van bouw- en aanbouwdelen aan de machine sluiten
de aansprakelijkheid van de fabrikant uit.
8) Veiligheidsvoorzieningen
a. Alle veiligheidsvoorzieningen moeten op de machine
worden aangebracht en moeten in goede toestand
zijn. Versleten en beschadigde afschermingen en
beveiligingen dienen onmiddellijk te worden vervangen.
9) Vóór de inbedrijfstelling
a. Voor de aanvang van het werk moet de operator zich
vertrouwd maken met alle bedieningsinrichtingen en
met de werking ervan. Tijden het werk is dit te laat!
b. Controleer vóór elke inbedrijfstelling het voertuig of de
machine op verkeers- en bedrijfsveiligheid.
veiligheidsaanWijzingen
- 27 -
2300_NL-BIJLAGEA_VEILIGHEID
Bijlage -a
NL
veiligheidsaanWijzingen
10) Personen meenemen is verboden
a. Het is niet toegestaan personen mee te nemen op de
machine.
b. De machine mag alleen in de beschreven positie voor
wegvervoer op openbare wegen worden vervoerd.
11) Rijprestaties met aanhangwagens
a. De trekker moet vooraan of achteraan van voldoende
ballast worden voorzien om de stuur- en remvaardigheid
te waarborgen (min. 20% van het gewicht van de trekker
op de vooras.
20%
Kg
b. De rijprestaties worden beïnvloed door de rijbaan en
de aanbouwmachines. De manier van rijden moet
worden aangepast aan de respectieve terrein- en
bodemomstandigheden.
c. Houd bij het nemen van bochten met een aanhangwagen
ook rekening met de uitstekende lading en de
bewegende massa van de machine!
d. Houd bij het nemen van bochten met aan de trekker
gekoppelde of gemonteerde machines ook rekening
met de verder uitstekende lading en de bewegende
massa van de machine!
12) Algemeen
a. Alvorens machines aan de driepuntsophanging te
koppelen, de positiebedieningshefboom in de stand
brengen waarin heffen of neerlaten uitgesloten is!
b. Bij het koppelen van de machine aan de trekker bestaat
het risico een verwonding op te lopen!
c. Binnen het bereik van de driepuntskoppeling bestaat
het risico een verwonding op te lopen door verplettering
en knelling!
d. Bij gebruik van de buitenbediening voor de
driepuntsaanbouw niet tussen de trekker en de machine
gaan staan!
e. De geleide as alleen aan- of afkoppelen wanneer de
motor uitgeschakeld is.
f. Bij het rijden op de weg met de machine opgeheven,
moet de bedieningshendel worden vergrendeld tegen
neerlaten.
g. Alvorens de trekker te verlaten, aanbouwmachines op
de grond laten zakken. De contactsleutel uittrekken!
h. Niemand mag tussen de trekker en de machine gaan
staan zonder dat het voertuig tegen wegrollen beveiligd
is door middel van de parkeerrem en/of met wielblokken.
i. Voor alle onderhouds-, service- en
ombouwwerkzaamheden de aandrijfmotor uitzetten
en de aandrijfkoppeling verwijderen.
13) Reiniging van de machine
a. Geen hogedrukreiniger gebruiken voor de reiniging van
lager- en hydraulische onderdelen.
- 28 -
1800_ NL-Cardanas_BA-ALLG-150h
NL
Cardanas
Aanhangsel - B
Blokkeerketting
- Beschermbuis van de cardanas borgen tegen meedraaien.
- Op een voldoende zwenkbereik van de cardanas letten!
- De borgingsketting zodanig doorsnijden dat deze zich
niet rond de cardanas kan wikkelen.
Tijdens het werk
Bij het gebruik van de machine mag het toegestane afta-
kastoerental niet worden overschreden.
- Na het uitschakelen van de aftakas kan het gemonteerde
apparaat nalopen. Pas wanneer het volledig stilstaat,
mag eraan worden gewerkt.
- Bij het uitschakelen van de machine moet de cardanas
volgens de voorschriften worden verwijderd of met
kettingen worden geborgd. De borgingsketting (H) niet
voor het ophangen van de cardanas gebruiken.
Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tijdens het werk en niet
ingeschakeld 70°.
Normale koppeling:
 Maximalehoekbijstilstand90°.
Maximale hoek bij bedrijf 35°.
Cardanas aanpassen
AANWIJZING
Beschadigingen - door minderwaardige
reserveonderdelen
• Gebruik alleen de opgegeven of meegele-
verde cardanas, anders hebt u geen recht
op garantie bij eventuele schade.
De juiste lengte wordt bepaald door de cardanas-helften
naast elkaar te houden.
Passend maken
- Voor de lengteaanpassing de cardanas-helften in de
kortste bedrijfspositie (L2) naast elkaar houden en
aftekenen.
Let op!
•Lengte(L1)nietoverschrijden
- Een zo groot mogelijke buisoverlapping (min. 1/2 X)
nastreven
• Beschermingsbuisbinnenenbuitengelijkmatiginkorten
• Overbelastingsbescherming (2) aan apparaatzijde
plaatsen!
• Voor elk gebruik van de cardanas controleren, of de
gaffels goed vergrendeld zijn.
- 29 -
1800_ NL-Cardanas_BA-ALLG-150h
NL
Cardanas
Aanhangsel - B
Onderhoud
GEVAAR
Levensgevaar - door versleten afdekkingen
• Versleten afdekkingen meteen vernieuwen
- Voor iedere ingebruikname en om de 150 bedrijfsuren
doorsmeren met kwaliteitsvet.
- Gedurende langere rustperiodes cardanas schoonmaken
en doorsmeren
Tijdens winterwerkzaamheden de beschermbuizen
invetten om te voorkomen dat deze vastvriezen.
150 h
FETT
Belangrijk voor cardanassen met een
platenslipkoppeling
Bij overbelasting en kortdurende koppelpieken wordt
het koppel begrensd en tijdens de slipduur gelijkmatig
overgebracht.
Tijdens het eerste gebruik en na langere tijd buiten gebruik
te zijn, de platenslipkoppeling op goede werking controleren.
a)Maat„L“aandrukveerbijK90,K90/4enK94/1resp.
aanstelschroefbijK92EenK92/4Evaststellen.
b)Schroeven losdraaien, waardoor de frictieplaten
ontlast worden.
Koppeling doordraaien.
c)Schroevenopmaat„L“instellen.
Koppeling is weer gebruiksklaar.
L
L
K92E,K92/4E
K90,K90/4,K94/1
Smeerschema
Xh alle X bedrijfsuren
40 F alle 40 wagenladingen
80 F alle 80 wagenladingen
1 J 1 x jaarlijks
100 ha alle 100 hectaren
BB Indien nodig
FETT
VET
Olie
= Aantal smeernippels
= Aantal smeernippels
(III), (IV) Zieaanhangsel"Smeermiddelen"
[l] Liter
Variante
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant
 Rotaties per minuut
OIL
MAX.
MIN.
Peilstok altijd tot aan de aanslag inschroeven
- 31 -
1500-Schmierplan_3752
FETT
073-12-12
FETT
50h
50h
1 J
(IV)
(III)
0,7 Liter
(III)
0,8 Liter
(III)
2,6 Liter
(III)
3,0 Liter
NOVACAT 301
classic
NOVACAT 261
classic
(100 )
(III)
3,5 Liter
NOVACAT 351
classic
Variante
NOVACAT 261 classic
NOVACAT 301 classic
NOVACAT 351 classic
FETT
- 32 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
NL
prestaties en levensduur van de machines zijn afhankelijk van een zorgvuldig onderhoud en het gebruik van goede smeermiddelen. Dit schema vergemakkelijkt de goede keuze van de juiste smeer-middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-bruiksaanwijzing verwisselen - echter tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie aftappen en milieuvriendelijk verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-terperiode) de olie-wissel uitvoeren en alle vetnippel smeerpunten doorsmeren. Blanke metaaldelen (koppelingen enz.) met een product uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
Corrosiebescherming: FLUID 466
Smeermiddelen
Uitgave 2013
Smeermiddelen
code I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VII
caratteristica richiesta di
qualità HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
SieheAnmerkungen
*
**
***
Motorenöl SAE 30 gemäß API
CD/SF GetriebeölSAE90bzw.SAE85W-140gemäß
API-GL 4 oder API-GL 5 Li-Fett (DIN 51 502,
KP 2K) Getriebefließfett (DIN 51
502:GOH Komplexfett (DIN 51 502:
KP 1R) smeerolie SAE 90 of 85 W-140 volgens
API-GL 5
- 33 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
FirmaCompany
SociétéSocietá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VIII OPMERKINGEN
AGIP OSO32/46/68
ARNICA 22/46
MOTOROIL HD 30
SIGMAMULTI15W-40
SUPERTRACTOROILUNIVERS.15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRAMP80W-90/85W-140 GR MU 2 GRSLL
GR LFO
-ROTRAMP80W-90
ROTRA MP 85W-140
* B i j
gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
** Hydraulische
oliën H LP-(D) +
HV
*** Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
ARAL VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46
SUPER KOWAL 30 MULTI TURBORAL
SUPERTRAKTORAL15W-30 GETRIEBEÖLEP90GETRIEBEÖL
HYP85W-90 ARALUB HL 2 ARALUB FDP 00 ARALUB FK 2 GETRIEBEÖLHYP90
AVIA AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46
MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRACTAVIA HF
SUPER10W-30
GETRIEBEÖLMZ90MMULTIHYP
85W-140 AVIA MEHRZWECKFETT
AVIAABSCHMIERFETT
AVIA
GETRIEBEFLIESSFETT AVIALUB
SPEZIALFETTLD GETRIEBEÖLHYP90
EP MULTIHYP 85W-
140 EP
BAYWA HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER2000CD-MC*
HYDRA HYDR. FLUID *
HYDRAULIKÖL MC 530 **
PLANTOHYD 40N ***
SUPER2000CD-MC
SUPER2000CD
HDSUPERIOR20W-30
HDSUPERIORSAE30
SUPER8090MC
HYPOID80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETTFLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX
EP 00 PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOID 85W-140
BP ENERGOLSHF32/46/68 VISCO2000
ENERGOL HD 30
VANELLUSM30
GEAROIL90EP
HYPOGEAR90EP
ENERGREASELS-EP2 FLIESSFETTNO
ENERGREASEHTO
OLEXPR9142 HYPOGEAR90EP
HYPOGEAR 85W-140
EP
CASTROL HYSPINAWS32/46/68HYSPIN
AWH 32/46 RXSUPERDIESEL15W-40POWERTRANS EPX80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROLGREASELM IMPERVIA MMO CASTROLGREASE
LMX EPX80W-90
HYPOY C 80W-140
ELAN HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46
MOTORÖL100MSSAE30MOTORÖL104
CM15W-40AUSTROTRAC15W-30 GETRIEBEÖL MP 85W-
90 GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖLC85W-90
LORENA 46
LITORA 27
RHENOX 34 - GETRIEBEÖL B 85W-
90 GETRIEBEÖL C
85W-140
ELF OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68
PERFORMANCE2BSAE308000TOURS
20W-30TRACTORELFST15W-30 TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELFEP9085W-140 EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O
MULTIMOTIVE 1 TRANSELFTYPB 90
85W-140 TRANSELF
TYPBLS80W-90
ESSO NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68
PLUSMOTORÖL20W-30UNIFARM15W-30 GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL
GP 85W-140 MULTI PURPOSE
GREASEH FIBRAX EP 370 NEBULA EP 1
GPGREASE
GEAROILGX80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
EVVA ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68
SUPEREVVAROLHD/BSAE30UNIVERSAL
TRACTOROILSUPER HYPOIDGA90
HYPOIDGB90
HOCHDRUCKFETT LT/
SC280 GETRIEBEFETT MO 370 EVVA CA 300 HYPOIDGB90
FINA HYDRAN 32/46/68 DELTAPLUSSAE30
SUPERUNIVERSALOIL
PONTONIC N85W-90PONTONIC
MP85W-9085W-140
SUPERUNIVERSALOIL
MARSONEPL2 NATRAN 00 MARSONAX2 PONTONIC MP 85W-
140
FUCHS •TITANHYD1030
•AGRIFARMSTOUMC10W-30
•AGRIFARMUTTOMP
•PLANTOHYD40N***
•AGRIFARMSTOUMC10W-30
•TITANUNIVERSALHD
•AGRIFARMGEAR80W90
•AGRIAFRMGEAR85W-140
•AGRIFARMGEARLS90
•AGRIFARMHITEC2
•AGRIFARMPROTEC2
•RENOLITMP
•RENOLITFLM2
•PLANTOGEL2-N
•AGRIFARMFLOWTEC
000
•RENOLITSO-GFO35
• RENOLIT DURAPLEX
EP 00
•PLANTOGEL00N
• RENOLIT
DURAPLEX EP 1 • AGRIFARM GEAR
8090
• AGRIFARM GEAR
85W-140
• AGRIFARM GEAR
LS90
GENOL HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC *
HYDRAULIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT 1030 MC
GETRIEBEÖLMP90
HYPOIDEW90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETTGLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1 HYPOIDEW90
HYPOID 85W-140
MOBIL DTE 22/24/25
DTE 13/15
HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPERUNIVERSAL15W-30
MOBILUBEGX90
MOBILUBEHD90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASEMP MOBILUX EP 004 MOBILPLEX 47 MOBILUBEHD90
MOBILUBE HD 85W-
140
RHG RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN
B 32 HVI/46HVI EXTRA HD 30
SUPERHD20W-30
MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOIDEW90
MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSODGFO35 RENOPLEX EP 1 HYPOIDEW90
- 34 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
FirmaCompany
SociétéSocietá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V VI VIII OPMERKINGEN
SHELL TELLUSS32/S46/S68TELLUS
T 32/T46 AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX90EP
SPIRAXHD90
SPIRAXHD85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2
SPEZ. GETRIEBEFETT
HSIMMNIAGREASEO AEROSHELL
GREASE 22
DOLIUMGREASE
R
SPIRAXHD90
SPIRAXHD85W-140
* Bij gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
** Hydraulische oliën
H LP-(D) + HV
*** Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
TOTAL AZOLLAZS32,46,68EQUIVIS
ZS32,46,68 RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20
TOTALEP85W-90
TOTALEPB85W-90
MULTISEP2 MULTISEP200 MULTISHT1 TOTALEPB85W-90
VALVOLINE ULTRAMAX HLP 32/46/68
SUPER TRAC FE 10W-30*
ULTRAMAX HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPERHPO30
STOU15W-30
SUPERTRACFE10W-30
ALLFLEETPLUS15W-40
HPGEAROIL90
oder 85W-140
TRANSGEAROIL80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUBZSA000
DURAPLEX EP 1 HPGEAROIL90
oder 85W-140
VEEDOL ANDARIN 32/46/68 HDPLUSSAE30 MULTIGRADE SAE 80/90
MULTIGEARB90
MULTIGEARCSAE85W-140
MULTIPURPOSE - - MULTIGEARB90
MULTICSAE85W-140
WINTERSHALL WIOLANHS(HG)32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90,85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2 WIOLUB GFW WIOLUB AFK 2 HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90,85W-140
MOTOREX COREX HLP 32 46 68**
COREX HLPD 32 46 68**
COREX HV 32 46 68**
OEKOSYNT324668***
EXTRASAE30
FARMER TRAC 10W/30
GEAROILUNIVERSAL
80W/90
GEAROILUNIVERSAL
85W/140
FETT 176 GP
FETT190EP
FETT 3000
FETT 174 FETT189EP
FETT190EP
FETT 3000
GEAROILUNIVERSAL
80W/90
GEAROILUNIVERSAL
85W/140
NL
0700-NL Taper Scheiben_Allg - 35 -
Taper spanbussen
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen
Montage
1. Alle blanke oppervlakken, zoals boring en kegelmantel van de Taper
spanbus als ook de kegelvormige boring in de schijf, reinigen en
invetten.
2. De Taper spanbus in de naaf zetten en alle aansluitboringen laten
aansluiten (halve boringen met schroefdraad moeten telkens
tegenover een halve, gladde boring staan).
3. Inbusbout of cilinderbout licht inoliën en inschroeven. Bouten nog
niet vastdraaien.
4. De as schoon maken en invetten. De schijf met de Taper spanbus
op de gewenste plaats op de as schuiven.
- Bij het gebruik van een inlegspie, deze eerst in de spiebaan
leggen. Tussen de inlegspie en de spiebaan moet een speling
aanwezig zijn.
- Middels schroevendraaier (DIN 911) de inbusbouten of
cilinderbouten gelijkmatig met de in de tabel aangegeven
draaimomenten aantrekken
Aanduiding van de spanbus Draaimoment [Nm]
2017 30
2517 49
- Na korte tijd (30 min. Tot 1 uur) het aandraaimoment van de
bouten controleren en eventueel corrigeren.
- Om indringen van vreemde voorwerpen te voorkomen, de niet
gebruikte boringen met vet vullen.
Démontage
1. Alle bouten losdraaien
Al naar gelang de grootte van de bus, één of twee bouten er
helemaal uitdraaien, inoliën en in de uitdrukopeningen indraaien
(pos 5.)
2. De bout of de bouten gelijkmatig onder spanning brengen en
houden tot de bus uit de naaf loslaat en de schijf vrij op de as is
te bewegen.
3. Schijf samen met de bus van de as nemen.
1700-NL zusiNfo / Ba-eL aLLg.
NL
- Z.36 -
Belangrijke aanvullende informatie voor uw veiligheid
- 36 . Sectie 1 -
Combinatie van trekker en aanbouwmachine
GEVAAR
Levensgevaar of materiële schade - door overbelasting van de trekker of een verkeerd ballastgewicht van de trekker.
• Zorg ervoor dat door de aanbouw van de machine (aan de driepuntskoppeling vooraan en achteraan) het maximaal toe-
laatbare totaalgewicht van de trekker, de asbelasting of het draagvermogen van de banden niet overschreden worden. De
vooras van de trekker moet altijd met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
• Overtuig u er voor het aankopen van een machine van dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende bereke-
ning uit te voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
Bepalingvanhettotaalgewicht,deasbelastingenhetdraagvermogenvandebandenenhetvereiste
minimale ballastgewicht.
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Achteraanbouwmachine of front-achtercombinatie
1. BEREKENING VAN HET MINIMALE FRONTBALLASTGEWICHT GV min
Voer het berekende minimale frontballastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, in de tabel in.
Frontaanbouwmachine
2. BEREKENING VAN HET MINIMALE ACHTERBALLASTGEWICHT GH min
Voer het berekende minimale ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, in de tabel in.
Voor de berekening hebt u de vol- gende gegevens nodig:
TL [kg]
TV [kg]
TH [kg]
GH [kg]
GV [kg]
leeggewicht van de trekker
belasting van de vooras bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
totaalgewicht driepuntsmachine/
driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt frontaanbouw
machine/frontballast en het hart van de
vooras
wielbasis van de trekker
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart hefkogel tot zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a [m]
b [m]
c [m]
d [m]
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
1700-NL zusiNfo / Ba-eL aLLg.
NL
- Z.37 -
Belangrijke aanvullende informatie voor uw veiligheid
- 37 . Sectie 1 -
Minimaal
ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-asbelasting
Achterasbelasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
De minimale ballast moet als aanbouwmachine of ballastgewicht aan de trekker worden bevestigd!
Deberekendewaardenmoetenkleinerdan/gelijkzijnaan(≤)detoelaatbarewaarden!
3. BEREKENING VAN DE DAADWERKELIJKE VOORASBELASTING TV tat
(Indien het vereiste minimale frontballastgewicht (GV min) niet bereikt wordt met de frontaanbouwmachine (GV), dient het gewicht van de
frontaanbouwmachine te worden verhoogd tot het het minimale frontballastgewicht!)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-asbelasting in de tabel in.
4. BEREKENING VAN HET DAADWERKELIJKE TOTAALGEWICHT Gtat
(Indien het vereiste minimale achterballastgewicht (GH min) niet bereikt wordt met de achteraanbouwmachine (GH), dient het gewicht van de
achteraanbouwmachine te worden verhoogd tot het het minimale achterballastgewicht!)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting in de tabel in.
5. BEREKENING VAN DE DAADWERKELIJKE ACHTERASBELASTING TH tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasting in de
tabel in.
6. DRAAGVERMOGEN VAN DE BANDEN
Voer de dubbele waarde (twee banden) van het toelaatbare draagvermogen van de banden (zie bv. de documentatie van de bandenfabrikant)
in de tabel in.
Tabel
EU-conformiteitsverklaring
Firmanaam en adres van de producent:
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting):
Maaier NOVACAT 351 Alpha-motion
Type 3751
Serienummer
Deze conformiteitsverklaring wordt verstrekt onder volledige verantwoordelijkheid van de
fabrikant.
Het hierboven beschreven voorwerp is in overeenstemming met de desbetreffende
harmonisatiewetgeving van de Unie:
Machines 2006/42/EG
Elektromagnetische compatibiliteit 2014/30/EU
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen:
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:
EN ISO 12100:2010 EN ISO 4254-1:2015
EN ISO 4254-12:2012 EN ISO 4254-12:2012/A1:2017
EN ISO 14982:2009
Documentatiegemachtigde:
Martin Baumgartner
Industriegelände 1
AT - 4710 Grieskirchen
Markus Baldinger Jörg Lechner
Bedrijfsleiding F&E Bedrijfsleiding
Productie
Grieskirchen, 04.07.2023
NOVACAT 261 classic 301 classic 351 classic
3 7 5 2 3762 3 812
AempresaPÖTTINGERLandtechnikGmbH
esforçasecontinuamentepormelhoraros
seusprodutos,adaptando-osà evolução
técnica.
Porestemotivo,reservamonosodireitodemodificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinasjáfornecidas.
Ascaracterísticastécnicas,asdimensõeseospesos
nãosãovinculativos.
Areproduçãoouatraduçãodopresentemanualde
instruções,sejaelatotalouparcial,requeraautorização
porescritoda
PÖTTINGER
LandtechnikGmbH
A-4710Grieskirchen
Todososdireitosestãoprotegidospelaleidaprop-
riedadeintelectual.
ImZugedertechnischenWeiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
GmbHständiganderVerbesserungihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
BeschreibungendieserBetriebsanleitungmüssenwir
unsdarumvorbehalten,einAnspruchaufÄnderungen
anbereitsausgeliefertenMaschinenkanndarausnicht
abgeleitetwerden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich.Irrtümervorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nurmitschriftlicherGenehmigungder
PÖTTINGER
LandtechnikGmbH
A-4710Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
LasociétéPÖTTINGERLandtechnikGmbH
amélioreconstammentsesproduitsgrâce
auprogrèstechnique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation,sans qu'onenpuissefairedécoulerun
droitàmodificationssurdesmachinesdéjàlivrées.
Caractéristiquestechniques,dimensionsetpoidssont
sansengagement.Deserreurssontpossibles.
Copieoutraduction,mêmed'extraits,seulementavec
lapermissionécritede
PÖTTINGER
LandtechnikGmbH
A-4710Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droitsd'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
LandtechnikGmbHtoimprovetheirproducts
as technical developments continue,
PÖTTINGERreservetherighttomakealterationswhich
mustnotnecessarilycorrespondtotextandillustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligationtoalteranymachinespreviouslydelivered.
Technicaldata,dimensionsandweightsaregivenas
anindicationonly.Responsibilityforerrorsoromissions
notaccepted.
Reproductionortranslationofthispublication,inwhole
orpart,isnotpermittedwithoutthewrittenconsentofthe
PÖTTINGER
LandtechnikGmbH
A-4710Grieskirchen.
AllrightsundertheprovisionofthecopyrightActare
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producteninhetkadervanhuntechnische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingenvandeafbeeldingenenbeschrijvingen
vandezegebruiksaanwijzingvoorbehouden,zonder
datdaaruiteenaanspraakopveranderingenvanreeds
geieverdemachineskanwordenafgeleid.
Technischegegevens,matenengewichtenzijnniet
bindend.Vergissingenvoorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijketoestemmingvan
PÖTTINGER
LandtechnikGmbH
A-4710Grieskirchen.
Allerechtennaardewetoverhetauteursrechtvoor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolosalaevolucióntécnica.Porello
nosvemosobligadosareservarnostodoslosderechos
decualquiermodificacióndelosproductosconrelación
alasilustracionesyalostextosdelpresentemanual,
sinqueporellopuedaserdeducidoderechoalgunoa
lamodificacióndemáquinasyasuministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entiendensincompromisoalguno.
Lareproducciónolatraduccióndelpresentemanual
deinstrucciones,aunqueseatansoloparcial,requiere
delaautorizaciónporescritode
PÖTTINGER
LandtechnikGmbH
A-4710Grieskirchen.
Todoslosderechosestánprotegidosporlaleydela
propiedadindustrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantementeallavoropermigliorareisuoi
prodottimantenendoliaggiornatirispettoallo
sviluppodellatecnica.
Perquestomotivosiamocostrettiariservarcilafacoltà
diapportareeventualimodifichealleillustrazioniealle
descrizionidiquesteistruzioniperl’uso.Allostesso
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modificheamacchinegiàfornite.
Idatitecnici,lemisureeipesinonsonoimpegnativi.Non
rispondiamodieventualierrori.Ristampaotraduzione,
anchesoloparziale,solodietroconsensoscrittodella
PÖTTINGER
LandtechnikGmbH
A-4710Grieskirchen.
Ciriserviamotuttiidirittiprevistidallaleggesuldiritto
d’autore.
EN
IT
PT
NL
DE ES
FR
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Deutschland Landsberg
Justus-von-Liebig-Str.6
D-86899LandsbergamLech
Telefon:+4981919299-0
e-Mail: landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
Industriegelände1
A-4710 Grieskirchen
Telefon: +43 7248 600-0
Telefax: +43 7248 600-2513
e-Mail: info@poettinger.at
Internet: http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Hörstel
Gutenbergstraße21
D-48477 Hörstel
Telefon: +49(0)5459/80570-0
e-Mail: hoerstel@poettinger.at
Pöttinger France S.A.R.L.
129b,laChapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.:+33(0)389472830
e-Mail: france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40

Pottinger NOVACAT 301 classic Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor