Handleiding
Vertaling van de originele handleiding
Nr.
99+3551.NL.80U.0
Trommelmaaiers
EUROCAT 311
ALPHAMOTION MASTER
(Type PSM 3550 :
)
EUROCAT 311
ALPHAMOTION PRO
(Type PSM 3553 :
)
1900_NL-Seite2
Productaansprakelijkheid, informatieplicht
De productaansprakelijkheid verplicht de producent en de dealer de handleiding bij de verkoop van machines beschikbaar te stellen.
Bovendien moet de gebruiker bij de machine worden geïnstrueerd omtrent bedienings-, veiligheids- en onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd. U
heeft hiervoor een bevestigingsmail van Pöttinger ontvangen. Als u deze mail niet heeft ontvangen, moet u contact opnemen met
uw verantwoordelijke dealer. Uw dealer kan de overdrachtsverklaring online invullen.
Iedere landbouwkundige is ondernemer in de zin van de productaansprakelijkheidswet.
Materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is schade die door een machine wordt veroorzaakt, maar niet aan
de machine wordt veroorzaakt; voor de aansprakelijkheid is een eigen risico voorzien van euro 500,-
Zakelijke materiële schade in de zin van de productaansprakelijkheidswet is uitgesloten.
Attentie!
Als de machine van eigenaar wisselt, dient de handleiding te worden doorgegeven. De nieuwe gebruiker moet volgens
de voorschriften worden geïnstrueerd.
Pöttinger - Vertrouwen binnen handbereik - sinds 1871
Kwaliteit is een waarde die rendeert. Daarom beschikken wij over de hoogste kwaliteitsstandaarden voor onze producten. Deze
worden door ons eigen kwaliteitsmanagement en door onze bedrijfsleiding permanent gecontroleerd. Want veiligheid, probleemloos
functioneren, hoogste kwaliteit en absolute betrouwbaarheid van onze machine tijdens het gebruik vormen onze kerncompetenties,
waarvoor wij staan.
Omdat wij permanent werken aan de ontwikkeling van onze producten, kan deze handleiding afwijken van het product. Er kunnen
daarom geen rechten worden ontleend aan de gegevens, afbeeldingen en beschrijvingen. Bindende informatie omtrent bepaalde
eigenschappen van de machine dient bij de service-dealer te worden opgevraagd.
Wij vragen om begrip voor het feit dat wijzigingen in de leveringsomvang, wat betreft de vorm, uitrusting en techniek mogelijk zijn.
Nadruk, vertaling en kopieën in welke vorm dan ook, ook als samenvatting, zijn alleen toegestaan met schriftelijke toestemming
van Pöttinger Landtechnik GmbH.
Alle auteursrechten blijven Alois Pöttinger Maschinenfabrik Ges.m.b.H. uitdrukkelijk voorbehouden.
© Pöttinger Landtechnik GmbH – 31 oktober 2012
Vind extra informatie over uw machine op PÖTPRO:
U bent op zoek naar passende onderdelen of accessoires voor uw machine? Geen probleem, hier vindt u alle benodigde informatie.
QR-code op het typeplaatje van de machine scannen of op
www.poettinger.at/poetpro
www.poettinger.at/poetpro
Als u toch niet kunt vinden wat u nodig heeft, kunt u altijd terecht bij uw service-dealer. Hij adviseert u graag.
NL-1901 Dokum D Aanbouwmachines
- 3 -
PÖTTINGER Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Tel. 07248 / 600 -0
Telefax 07248 / 600-2511
Aankruisen hetgeen van toepassing is.
X
X
Wij verzoeken U de volgende punten i.v.m. de wet op de productaansprakelijkheid te controleren.
INSTRUCTIES VOOR DE OVERDRACHT VAN MACHINES
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en de handleiding is het gewenst dat dit aan de fabrikant wordt bevestigd. U heeft hiervoor
een bevestigingsmail van Pöttinger ontvangen. Als u deze mail niet heeft ontvangen, moet u contact opnemen met uw verantwoordelijke dealer.
Uw dealer kan de overdrachtsverklaring online invullen.
Machine aan de hand van de pakbon gecontroleerd. Alle verpakte delen verwijderd en uitgepakt. Alle veiligheidsinrichtingen,
aftakas en bedieningselementen zijn aanwezig.
Bediening, ingebruikname en onderhoud van de machine of het werktuig is aan de hand van de handleiding met de klant
besproken en uitgelegd.
Bandenspanning gecontroleerd.
Wielbouten en moeren op vastzitten gecontroleerd.
Op het juiste toerental van de aftakas gewezen.
Aanpassingen aan de tractor zijn gerealiseerd: Driepuntsbevestiging
Informatie verstrekt over lengtebepaling van de aftakas.
Proefgedraaid met de machine en geen gebreken geconstateerd.
Tijdens het proefdraaien de werking van de machine uitgelegd.
Het zwenken in werk- en transportstand uitgelegd.
Informatie is verstrekt omtrent opties en extra mogelijkheden.
Er is gewezen op het belang van het bestuderen van de handleiding.
NL
- 4 -
1000_NL-INHALT_3551
InhOUDsOPGAVE
NL
Veilig
-
heidsvoor
-
schriften in
aanhangsel A in
acht nemen
Inhoudsopgave
GEBRU
I
KTE SYMBOLEN
CE-kenmerk
...............................................................
5
Veiligheidsaanwijzingen:
............................................
5
Inleiding
.....................................................................
6
W
A
WAW
RNB
I
LDZE
I
CHEN
Bedeutung der Warnbildzeichen
...............................
7
Position der Warnbildzeichen
....................................
9
A
A
AAA
NBOU
W
AA
N DE TREKKER
Veiligheidsaanwijzingen
...........................................
10
Aanbouw algemeen
.................................................
10
Cardanas
.................................................................
10
Wegzetten van de machine
.....................................
10
Aanbouwproblemen
................................................
10
Beschermplaten en afdekdoeken
............................
11
Hydraulische zijwaartse bescherming
.....................
11
Transportstand
.......................................................
12
Vervoer over de weg
................................................
12
Arbeidspositie
..........................................................
12
Topstang
..................................................................
12
A
A
AAA
NBOU
WU
N
I
T "
A
LPH
A
MOT
A MOTA
I
ON"
Algemene veiligheidsaanwijzingen
..........................
13
Parkeerstand
...........................................................
13
Transportpositie
.......................................................
13
Aanbouw
..................................................................
13
.................................................
Veerspanning instellen
15
Gebruik
....................................................................
15
Snijhoogte instellen
1)
...............................................
15
IN
G
EBRU
I
K NEMEN
Veiligheidsaanwijzingen
...........................................
16
Belangrijke informatie voordat met de
werkzaamheden wordt begonnen
...........................
16
De draairichting van de maaischijven in het oog
houden
.....................................................................
17
Maaien
.....................................................................
17
Werken
.....................................................................
18
Maaihoogteverstelling
.............................................
18
Maaihoogteverstelling
.............................................
18
TA
NDENKNEUZER =
ED
Maaien met de kneuzer
...........................................
20
Juiste riemspanning
.................................................
20
Positie van de rotortanden
......................................
20
Onderhoud van de rotortanden:
..............................
20
In- en uitbouwen van de kneuzer
............................
20
Positie van de rotortanden aan de kneuzer
.............
23
Maaien zonder kneuzer
...........................................
24
Optie
........................................................................
24
ZWA
D
V
ORMER
Afstellen van de beide zwadvormers
(8i
...................
25
Afstellen van de zwadbreedte
(8i
.............................
25
Montage van de transportbeugels
..........................
26
Montage van de transportlijsten
..............................
26
AL
G
EMEEN ONDERHOUD
Veiligheidsaanwijzingen
...........................................
27
Algemene onderhoudsaanwijzingen
........................
27
Reinigen van machinedelen
.....................................
27
Parkeren in de open lucht
........................................
27
Winterklaar maken
...................................................
27
Cardanassen
............................................................
28
Hydraulische installatie
............................................
28
Controle van de maaimessen en
maaimessenhouder
.................................................
29
Wissel van de maaimessen en maaimessenhouder
29
Maaischijven
............................................................
30
Grotere maaihoogte met hoogsnij-maaischijven
.....
31
Hoektransmissie
.....................................................
31
Aandrijfriemaandrijving
...........................................
32
Controle op slijtage
..................................................
33
T
ECHN
I
SCHE
G
E
G
E
V
ENS
Technische gegevens
..............................................
34
Optie
........................................................................
34
Noodzakelijke aansluitingen
....................................
34
Typeplaatje
..............................................................
35
Gebruik conform bestemming van de machine
......
35
Positie van het typeplaatje
......................................
35
A
A
AAA
NH
A
N
G
SEL
VE
I
L
IG
HE
I
DS
AA
N
WI
JZ
I
N
G
EN
Smeerschema
..........................................................
42
EUROCAT 311 alpha motion master ED
.................
43
EUROCAT 311 alpha motion pro ED
.......................
44
Smeermiddelen
........................................................
45
Combinatie van trekker en aanbouwmachine
.........
48
TA
PER SP
A
NBUSSEN
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen
...........
50
- 5 -
1800_D-Veiligheid ANSI
NL
Gebruikte symbolen
CE-kenmerk
Het door de fabrikant aan te brengen CE-kenmerk geeft aan dat de machine beantwoordt aan de machinerichtlijn en
andere toepasselijke EG-richtlijnen.
EG-conformiteitsverklaring (zie bijlage)
Met het ondertekenen van de EG-conform-verklaring verklaart de fabrikant dat de afgeleverde
machine aan alle voorgeschreven veiligheids- en medische voorschriften beantwoordt.
Veiligheidsaanwijzingen:
In de handleiding vindt u de volgende symbolen
met aanwijzingen:
GEVAAR
GEVAAR
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de
kans op een dodelijk of een
kans op een dodelijk of een
levensbedreigend letsel.
levensbedreigend letsel.
•
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die
-
nen absoluut te worden opgevolgd!
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op een zwaar letsel.
•
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die
-
nen absoluut te worden opgevolgd!
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op een letsel.
•
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die
-
nen absoluut te worden opgevolgd!
AANWIJZING
Als de aanwijzingen in een dergelijke tekst niet worden
opgevolgd, bestaat de kans op materiële schade.
•
Alle aanwijzingen in dergelijke teksten die
-
nen absoluut te worden opgevolgd!
TIP
Dergelijke teksten geven bijzondere aanbevelingen en
adviezen met betrekking tot het economisch gebruik
van de machine.
MILIEU
Dergelijke teksten geven u handelwijzen en advies inzake
milieubescherming.
Als (optie) aangegeven uitrustingen zijn alleen standaard
beschikbaar bij bepaalde uitvoeringen van de machine of
worden alleen voor bepaalde uitvoeringen als speciale
uitrusting geleverd of worden alleen in bepaalde landen
aangeboden.
Afbeeldingen kunnen in detail afwijken van de machine
en dienen te worden begrepen als principe-afbeelding.
Aanduidingen als links en rechts gelden altijd in rijrichting,
als niet anders blijkt uit tekst of beeld.
- 6 -
NL
Inle
I
InleIInle
d
I
ng
IngI
1700_NL-inleiding
Inleiding
Geachte gebruiker!
Met behulp van deze handleiding kunt u de machine leren
kennen. De handleiding informeert u bovendien op een
overzichtelijke manier over een veilig en juist gebruik,
onderhoud en reparatie. Het verdient daarom aanbeveling
om de handleiding te lezen.
De handleiding maakt deel uit van de machine. De hand
-
leiding moet tijdens de levensduur van de machine op een
geschikte plaats worden bewaard en op ieder moment
voor het personeel toegankelijk zijn. Aanwijzingen over
nationale voorschriften met betrekking tot het voorkomen
van ongevallen, wegenverkeerswet en milieubescherming
moeten worden aangevuld.
Alle personen die de machine gebruiken, onderhouden
of transporteren, moeten deze handleiding, met name
de veiligheidsaanwijzigen, hebben gelezen en begrepen,
voordat met de werkzaamheden wordt begonnen. Als de
handleiding niet wordt nageleefd, komen evt. garantieclaims
te vervallen.
Heeft u vragen met betrekking tot de inhoud van de
handleiding of andere vragen over de machine, neem dan
contact op met uw dealer.
Door tijdige en correcte onderhoud en reparatie overeen
-
komstig de vastgelegde onderhoudsintervallen, wordt de
bedrijfs- en de verkeersveiligheid gegarandeerd. Ook komt
dit de betrouwbaarheid van de machine ten goede.
Gebruik uitsluitend originele reserveonderdelen en toebe
-
horen van Pöttinger of reserveonderdelen en toebehoren
die zijn goedgekeurd door Pöttinger. Van deze onderdelen
is de betrouwbaarheid, veiligheid en geschiktheid voor
machines van Pöttinger vastgesteld. Wordt gebruik ge
-
maakt van niet goedgekeurde onderdelen, dan komt de
garantie te vervallen. Om het prestatievermogen van de
machine ook op de langere duur te garanderen, verdient
het aanbeveling om de originele onderdelen ook na afloop
van de garantietermijn te gebruiken.
De productaansprakelijkheidswetgeving verplicht de produ
-
cent en de dealer bij de verkoop van de machines een hand
-
leiding mee te leveren en de klant bij de machine te instrueren
over de veiligheids- bedienings- en onderhoudsvoorschriften.
Ter controle van de juiste overdracht van de machine en
de handleiding is een bevestiging in de vorm van een over
-
drachtsverklaring noodzakelijk. De overdrachtsverklaring
bevindt zich bij de machine op het moment van aflevering.
In de zin van de productaansprakelijkheid is iedere zelf
-
standige en landbouwer ondernemer. Bedrijfsschade in de
zin van de productaansprakelijkheid valt daarom niet onder
de aansprakelijkheid van Pöttinger. Als bedrijfsschade in
de zin van de productaansprakelijkheid geldt schade die
door de machine ontstaat, maar niet aan de machine.
De handleiding maakt deel uit van de machine. Geef ze
daarom door aan volgende eigenaar van de machine.
De volgende eigenaar moet worden geïnstrueerd en op
genoemde voorschriften worden gewezen.
Uw Pöttinger-serviceteam wenst u veel succes.
- 7 -
1900_DE-Warnbilder_361
DE
Warnbildzeichen
Bedeutung der Warnbildzeichen
1
(2x)
Vor Wartungs- und Reparaturarbeiten Motor abstellen und
Schlüssel abziehen.
495.165.0001
2
(2x)
Nicht im Schwenkbereich der Arbeitsgeräte aufhalten.
495.166
3
(2x)
Niemals in den Quetschgefahrenbereich
greifen, solange sich
dort Teile bewegen können.
495.171
4
(2x)
Keine sich drehendne Maschineneteile berühren Abwarten bis
sich bewegende Maschinenteile zum Stillstand kommen.
Bei laufendem Motor mit angeschlossener Zapfwelle ausreichend
Abstand zu den Mähklingen halten.
Vor dem Einschalten der Zapfwelle beide Seitenschutze schließen
Gefahr durch fortgeschleuderte Teile bei laufendem Motor -
Sicherheitsabstand halten.
495.175.0001
5
(2x)
Vor dem Aufenthalt im Gefahrenbereich Sicherheitsgurt einlegen.
495.169
6
(2x)
Aufhängepunkt beim Abladen
495.404
- 8 -
1900_DE-Warnbilder_361
DE
Warnbildzeichen
7
(1x)
Während des Arbeitseinsatzes das Hydrauliksteuergerät auf
Schwimmstellung stellen.
495.469
8
(1x)
Produkthaftung
495.713
9
(1x)
Riemenspannung regelmäßíg kontrollieren
494.355
10
(1x)
434.960 434.961
434.969.999 434.970.999
495.855/19
Klingenausrüstung
495.855
11
(1x)
690 mm
495.665.0003/18
Anbauhöhe Master
495.665.0003
Anbauhöhe Pro
495.XXX.xxxx
- 9 -
1900_DE-Warnbilder_361
DE
Warnbildzeichen
12
(1x)
Lesen sie die Betriebsanleitung vor Inbetriebnahme!
494.529.0003
Position der Warnbildzeichen
7
3
5
2
4
4
9
6
1
2
5
3
8
1
7
6
11
12
068-19-010
- 10 -
2000-NL A
AN
bouw-3551
NL
NL
Wegzetten van de machine
De maaier mag alleen worden neergezet op een stevige en
vlakke ondergrond. Let erop dat de machine stevig staat.
Aanbouwproblemen
Bij een hefinrichting met een dwarsverbinding (Q) tussen
de hefarmen, kan de aftakas bij het laten zakken van de
aangebouwde machine worden beschadigd.
Om schade te voorkomen moet een aanbouwverhoging
tussen de hefinrichting en de bevestigingsdriehoek
worden gemonteerd.
Is dit bij U het geval, neem dan contact op met uw
handelaar of de importeur.
Bij trekkers met een ver naar voren stekende aftakas
-
aansluiting moet de aftakas extreem worden ingekort.
Veiligheidsaanwijzingen
VOORZICHTIG
Risico van een lichte of gemiddelde verwonding bij
dubbelwerkende trekker front-hefwerken.
•
Overschrijd de maximale diepte tot waar
de maaier mag zakken niet! Daardoor komt
ontoelaatbaar hoge druk op de begren
-
zingskettingen en kunnen ze barsten. In het
slechtste geval leidt dit tot verwondingen
van personen die zich in het gevarenbereik
rond de maaier bevinden.
Aanbouw algemeen
1.
Veiligheidsaanwijzingen in bijlage A opvolgen.
2.
Machine aan de fronthefinrichting van de trekker
aankoppelen.

Steekpennen
met
splitpen
borgen.
Ve r h e l p e n v a n p r o b l e m e n m e t d e
hydrauliekaansluiting
Als een trekker geen hydrauliekaansluiting aan de
voorkant heeft, moet een slang van achteren naar voren
worden aangelegd.
Bij sommige trekkers kan het nodig zijn om met een
driewegkraan tussen de fronthefinrichting (HW) en
frontstuurventiel (SG) om te schakelen.
AANWIJZING
REGELVENTIEL
Cardanas

 Voor
de
eerste
ingebruikname
moet
de
cardanaslengte
worden gecontroleerd en evt. worden aangepast (zie ook
hoofdstuk 'Aanpassen van de cardanas' in bijlage-B).
a
anbou
W
aan de trekker
W aan de trekkerW
- 11 -
2000-NL A
AN
bouw-3551
A
A
nbouw
AA
n de trekker
NL
NL
• In
geheven
toestand
is
de
overlapping
van
de
aftakasprofielbuizen dan te gering.
• De
maximale
hoek
van
de
aftakas
kan
mogelijkerwijs
zijn overschreden (zie ook bijlage B).
In dit geval moet een aanbouwset worden
gemonteerd die de machine 200 mm naar voren
brengt.
Is dit bij U het geval, neem dan contact op met uw
handelaar of de importeur.
Beschermplaten en afdekdoeken
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar - door roterende of wegslingerende
onderdelen
•
De veiligheidsvoorzieningen moeten worden
gecontroleerd op functioneren, juiste positie
en conditie, voordat met de werkzaamheden
wordt begonnen.
•
De veiligheidsvoorzieningen voor u begint te
werken neerklappen.
•
Vervang gebrekkige veiligheidsvoorzienin
-
gen onmiddellijk.
•
Wijzigingen aan, of gebruik niet conform
bestemming van de veiligheidsvoorziening
valt niet onder de verantwoordelijkheid van
de producent.
•
Stap niet op veiligheidsvoorziening!
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar - bij omhoogklappen van de
bescherming door roterende of wegslingerende
onderdelen
•
Schakel de aandrijving van de maaibalk uit.
•
Wacht tot de maaibalk stilstaat voordat u de
beschermplaten en afdekdoeken omhoog
zwenkt.
Bij onderhoudswerkzaamheden kunnen de beschermplaten
en afdekdoeken omhoog worden geklapt.
1.
Vergrendeling (1) losmaken en bescherming
(2) opklappen
1
2
-
beugel in houder vastzetten (3)
-
links en rechts
3
Hydraulische zijwaartse bescherming
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Risico van een lichte of gemiddelde verwonding door
beknelling tussen de zijwaartse beschermingen.
•
Ga zeer oplettend te werk bij het zwenken
van de zijwaartse bescherming.
•
Grijp niet in het gevarenbereik.
•
Geen personen binnen de gevarenzone.
Optioneel kan het zwenken van de zijwaartse bescher
-
mingen hydraulisch met het regelventiel aan de trekker
worden uitgevoerd.
Hierbij is het niet nodig dat een vergrendeling wordt los
-
gemaakt of in de houder wordt vastgezet.
- 12 -
2000-NL A
AN
bouw-3551
A
A
nbouw
AA
n de trekker
NL
NL
Transportstand
Als de beide beschermelementen (2) omhoog zijn gezwenkt
en in de houder (3) zijn vastgezet, is de volgende breedte:
Type
EC 311
Transportbreedte (X)
< 3,00m
Vervoer over de weg
 Let
op
de
wettelijke
nationale
voorschriften.
In bijlage C staan aanwijzingen voor het aanbrengen
van verlichting, zoals gelden voor Duitsland.
• Rijden
op
de
openbare
weg
mag
alleen
volgens
de
instructies in het hoofdstuk 'Transportpositie'.
 De
hefarmen
(U)
vastzetten
zodat
de
machine
niet
zijwaarts kan wegzwenken.
Arbeidspositie
Voor u begint met werken
De aftakasaandrijving alleen inschakelen als
alle veiligheidsvoorzieningen (afdekkingen,
afdekdoeken, bekledingen enz.) zich in goede
conditie bevinden en op de juiste wijze aan de
machine zijn aangebracht.
Uit veiligheidsoverwegingen mag alleen met
de machine gemaaid worden, als de machine
in deze stand staat.
495.167
Topstang
TIP
Gebruik een starre topstang.
- 13 -
2000_NL-AlphaMotion_3551
NL
TIP
De kneuzer kan alleen worden afgebouwd als de alp
-
ha-motion-eenheid zich in positie 0 bevindt.
Transportpositie
-
De maai-eenheid bij transportritten altijd vergrendelen.
-
Klep (K) in 'pos 1' zwenken
K
Pos 1
-
Afsluitkraan sluiten (pos.
A)
Pos.
E
Pos.
A
Aanbouw
-.
Expander (EX) in de juiste positie plaatsen
Positie A
-
voor het aankoppelen aan de trekker
A
EX
Positie B
-
na het aankoppelen aan de trekker en tijdens het
maaien
Algemene veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar door niet of niet correct vergrendelde
hydrauliek.
•
Controleer vóór de start van de transportrit
of de transportvergrendeling correct geslo
-
ten is. Zoniet kan door een enkele verkeerde
bediening aan het regelventiel de machine
tijdens de rit doen neerklappen.
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar door kantelen van machines die op
een ongeschikte ondergrond worden geparkeerd.
•
Plaats machines alleen op een stevige en
vlakke ondergrond.
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
Risico van een lichte of gemiddelde verwonding bij
dubbelwerkende trekker front-hefwerken.
•
Overschrijd de maximale diepte tot waar
de maaier mag zakken niet! Daardoor komt
ontoelaatbaar hoge druk op de begren
-
zingskettingen en kunnen ze barsten. In het
slechtste geval leidt dit tot verwondingen
van personen die zich in het gevarenbereik
rond de maaier bevinden.
Parkeerstand
-
De klep (K) voor het wegzetten van de maai-eenheid
omhoog zwenken (pos 0).
K
Pos 0
A
-
Afsluitkraan sluiten (pos.
A)
Pos.
E
Pos.
A
A
ANBOU
WU
NIT "
WUNIT "WU
alpha motion
NIT "alpha motionNIT "
"
- 14 -
2000_NL-AlphaMotion_3551
NL
A
A
NBOUW
U
NBOUWUNBOUW
NIT "
UNIT "U
alpha motion
NIT "alpha motionNIT "
"
-
Afsluitkraan openen (pos. E)
-
Aanbouwframe (A) via de trekkerhefinrichting heffen
Pos.
E
Pos.
A
-
Klep (K) naar voren wegklappen.
-
Arbeidshoogte op 1370 mm instellen en met
begrenzingsketting (7) fixeren. Alleen bij Alphamotion
(De begrenzingskettingen (7) dienen als instelhulp!)
-
Hefarmhoogte op 690
mm instellen.
690 mm
495.665.0003/18
B
- Cardanas aankoppelen.
-
Cardanashouder in parkeerpositie brengen
-
Hydraulische kabel voor hefcilinder aan het
enkelvoudige (EW) hydraulisch circuit van de trekker
koppelen.
EW
T
P
P
T
021-06-04
1)
alleen bij schijvenmaaiers
- 15 -
2000_NL-AlphaMotion_3551
NL
A
A
NBOUW
U
NBOUWUNBOUW
NIT "
UNIT "U
alpha motion
NIT "alpha motionNIT "
"
Veerspanning instellen
E = Ontlastingsveren
R= Gewichtscompensatie rechts
L = Gewichtscompensatie links
Maai-eenheid met zwadvormer
Type
E
R
L
E
UROCAT 311
alpha-motion
245
(mm)
55
(mm)
25
(mm)
EUROCAT 311
alpha motion
MASTER
205
(mm)
80
(mm)
70
(mm)
Maai-eenheid met kneuzer ED
Type
E
R
L
E
UROCAT 311
alpha-motion
180
(mm)
45
(mm)
45
(mm)
-
Belangrijker dan de lengterichtwaarden voor de
veren is de bodembelasting van de maaibalk. Deze
moet ongeveer 150
kg bedragen (links en rechts ca.
75
kg).
75 kg
TD 71-98-05
TD 71-98-05
Gebruik
-
Klep (K) in 'pos 2' schwenken
K
Pos 2
TIP
Bij de instelling en tijdens de werkzaamheden moet het
hydraulische regelventiel voor de fronthefinrichting in de
ingestelde positie worden geblokkeerd.
Snijhoogte instellen1)
Met topstang (O):
Bij wijziging van de topstanglengte L +/- is een wijziging
van de snijhoogte met maximaal 6 cm mogelijk.
TIP
Na het afkoppelen van de maaimachine, de aankoppelbok
weer in de verticale stand brengen.
- 16 -
1800-NL Ei
N
satz_3551
NL
i
n
in i
G
ebruik nemen
Een sticker die naast de transmissie is aangebracht,
laat zien voor welk aftakastoerental de maaier geschikt
is.
De
aftakasaandrijving
alleen
inschakelen
als alle veiligheidsvoorzieningen (afdekkingen,
beschermkleden, bekledingen enz.) zich in goede
conditie bevinden en op de juiste wijze aan de machine
zijn aangebracht.
-
Expander (EX) inhangen
EX
3.
Let op de draairichting van
de aftakas!
TD8/95/6a
4.
Voorkom beschadigingen!
Het
te
maaien
veld
moet
vrij
zijn
van
obstakels en vreemde objecten. Vreemde
objecten (bijv. grote stenen, stukken hout,
afrasteringspaaltjes enz.) kunnen de maaier
beschadigen.
In geval van een botsing
 Direct
stoppen
en
de
aandrijving
uitschakelen.
 De
machine
zorgvuldig
controleren
op
beschadigingen.
Vooral de maaischijven en hun aandrijfas moeten worden
nagekeken (4a).
 Indien
nodig
de
machine
door
een
vakman
laten
repareren.
Na elk contact met vreemde objecten
• De
toestand
van
de
messen
en
de
mesbevestiging
controleren.
 Alle
messchroefverbindingen
aanhalen.
 De
machine
zorgvuldig
controleren
op
beschadigingen.
Vooral de maaischijven en hun aandrijfas moeten worden
nagekeken.
Indien
nodig
de
machine
door
een
vakman
laten
repareren.
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar - door wegslingerende messen
•
Na het eerste bedrijfsuur alle schroefverbin
-
dingen van de messen controleren.
•
Alle veiligheidsvoorziegingen controleren
voor de aanvang van het werk. Er moet
vooral op gelet worden dat de zijbescher
-
mingen correct neergeklapt zijn in de positie
veldtransport.
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar - door wegslingerende onderdelen
bij het verwijderen van een verstopping, bij het
vervangen van messen of bij het instellen van de
machine tijdens het werk.
•
Stop de bindmachine op een vlakke plaats
en rem de trekker af.
•
Schakel de maaier in arbeidspositie uit.
•
Controleer voor u achteraan naar het
apparaat gaat, dat de aftakas stilstaat, dat
de hydraulische aansluitingen drukloos
ingeschakeld zijn.
•
Verwijder de sleutel van de trekker.
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar - door vallen van de machine
•
Klim niet op de machine en klauter er niet
rond.
•
Laat niemand op de machine klimmen of er
rond klauteren
•
Controleer voor u wegrijdt of niemand zich
op de machine of in de gevarenzone van de
machine bevindt.
TIP
Verdere veiligheidsaanwijzigen zie bijlage
A punt
1. - 7.)
Belangrijke informatie voordat met de
werkzaamheden wordt begonnen
1.
Controle
-
De toestand van de messen en de mesbevestiging
controleren.
-
De maaischijven op beschadiging controleren (Zie
hoofdstuk "Onderhoud en reparaties”).
2.
Schakel de machine alleen in als ze in
arbeidsstand is en overschrijd het maximum
toerental (bijv. max. 540 tpm) niet!
- 17 -
1800-NL Ei
N
satz_3551
NL
In gebru
I
In gebruIIn gebru
k nemen
Ik nemenI
5.
Afstand houden bij draaiende motor.
bsb 447 410
-
Er mogen zich geen personen binnen de gevarenzone
van de machine bevinden; er kunnen objecten worden
weggeslingerd.
Bijzondere voorzichtigheid is geboden op percelen met
veel stenen en in de omgeving van wegen.
6.
Gehoorbescherming dragen
Afhankelijk van de verschillende trekkercabines kan het
geluidsniveau op de werkplek afwijken van de gemeten
waarde (zie Techn. gegevens).
• Wanneer
een
geluidsniveau
van
85
dB(A)
wordt
bereikt
of overschreden, moet de ondernemer (landbouwer) een
passende gehoorbescherming ter beschikking stellen
(UVV
1.1 § 2).
• Wanneer
een
geluidsniveau
van
90
dB(A)
wordt
bereikt
of overschreden, moet een gehoorbescherming worden
gedragen (UVV
1.1 § 16).
De draairichting van de maaischijven in
het oog houden
Algemeen
Voor het maaien moet de draairichting links worden
gekozen.
TD40/94/16
De draairichting van de maaischijven is in orde wanneer
de buitenste maaischijven van de voorzijde gezien naar
binnen draaien.
R
L
TD28/91/21
Hulpmiddel als de trekker niet op links-aandrijven
kan worden geschakeld:
-
De aandrijving (G2) demonteren en 180° draaien,
daarna weer monteren
TD 79/98/53
G2
Maaien
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar door weggeslingerde onderdelen.
•
Controleer voor het begin van de werkzaam
-
heden alle veiligheidsvoorzieningen, of ze in
de juiste positie staan en of ze zijn beveiligd.
•
Controleer ook of de veiligheidsvoorzie
-
ningen gebreken vertonen die de werking
beïnvloeden.
•
Tijdens het maaien kunnen stenen of ande
-
re voorwerpen worden geraakt en wegge
-
slingerd. Er mogen zich geen personen
binnen de gevarenzone bevinden.
- 18 -
1200-NL Schnitthöhe_344
NL
In gebru
I
In gebruIIn gebru
k nemen
Ik nemenI
Werken
Snijhoogte verstellen door de topstang af te stellen (maaitrommels
in een hoek van max. 5°).
Maaihoogteverstelling
Door het verstellen van de middenste schotel k
an de maaihoogte
van 35 tot 65 mm worden veranderd.
1.
Machine heffen (~5 cm).
2.
De sleutel (W) op het vierkant of sechskant steken en zolang
draaien tot de gewenste snijhoogte is bereikt.
1x draaien = 1,5 mm
Maaihoogteverstelling
Veiligheidsaanwijzing
voor het verrichten van
instel-, onderhouds-
en reparatie
-
werkzaamheden,
de trekker
motor
uitschakelen.
werkzaamheden onder
de machine alleen uitvoeren, wanneer de machine vast en
zeker staat en goed wordt ondersteund.
-
Na één werkuur alle bouten natrekken.
Afstandsringen
Voor het instellen van de maaihogte moeten afstandsringen
(4mm, 6mm) gebruikt worden.
Hiervan zijn er al 2 gemonteerd (4mm, 6mm).
U
itvoering tegen meerprijs:
8 afstandsringen (6mm)
U
itvoering tegen meerprijs:
hoogsnij-schotel (H1)
Aan elke trommel hetzelfde aantal afstandsschijven monteren
Afstandsschijven monteren
1.
De beide glijschotels (S1, 1a) demonteren.
2.
Afstandschijven (6mm) toevoegen
3.
De beide glijschotels opnieuw monteren.
Versleten, beschadigde veerringen door nieuwe vervangen
Ook versleten of beschadigde bouten en moeren vervangen
De verbindingen vastdraaien!
4.
Na 1 bedrijfsuur controleren en natrekken
TD 79/99/10
~ 5cm
TD 79/99/05
099-02-06
099-02-06
- 19 -
1200-NL Schnitthöhe_344
NL
In gebru
I
In gebruIIn gebru
k nemen
Ik nemenI
- 20 -
1800-NL K
N
euzer_3551
NL
t
andenkneuzer =
tandenkneuzer = t
ed
Maaien met de kneuzer
Het kneuseffect kan gewijzigd worden.
-
De afstand tussen de rotor en de verstelplaat wordt met
de hendel (13) veranderd.
In de laagste stand is het kneuseffect het grootst
(pos. 3)
Het voer mag echter niet geplet worden.
Juiste riemspanning
Afm. X2 controleren
EUROCAT 311 alpha-motion:
X2 = 193 mm
X2
064-01-013
Positie van de rotortanden
Pos. Z1:
Stand van de rotortanden voor normaal gebruik.
Pos. Z2:
Voor zware omstandigheden, bijvoorbeeld als
het gewas zich rond de rotor-as wikkelt.
De rotortanden 180° draaien (pos.Z2). Deze tandenpositie
lost in de meeste gevallen het probleem op. Het
kneuzingseffect wordt daardoor iets verkleind.
Onderhoud van de rotortanden:
1.
Vervangen van de tandbevestiging
Als de tandbevestiging sterke slijtage laat zien, dan moeten
de betroffen componenten worden vervangen. (Tanden,
schroeven, spanhulzen, ...)
In- en uitbouwen van de kneuzer
- 21 -
1800-NL K
N
euzer_3551
Tandenkneuzer
NL
3.
Riem verwijderen (3b)
-
van te voren met de hefboom (3a) ontspannen
4.
Transportwielen (4) monteren
-
links en rechts
1.
Vergrendeling (1) losmaken en bescherming
(2) opklappen
-
beugel in houder vastzetten (3)
-
links en rechts
2.
Riemafscherming (15) verwijderen
- 22 -
1800-NL K
N
euzer_3551
Tandenkneuzer
NL
6.
Kneuzer (CR) altijd op een vaste ondergrond
wegzetten
7.
Beschermplaat monteren (15)
Inbouw van kneuzer (CR) of van de zwadvormer
(SF)
-
dit gebeurt in omgekeerde volgorde.
5.
Bevestigingen links en rechts losmaken
• Veer
Bevestigingen links en rechts losmaken
• Veer
Bevestigingen links en rechts losmaken
belaste pennen tot bouwjaar 2004
Bevestigingen links en rechts losmaken
belaste pennen tot bouwjaar 2004
Bevestigingen links en rechts losmaken
Borgpen (V1) verwijderen en pen ontgrendelen
Pos
A
=
ontgrendeld •
Pos
B
=
vergrendeld
Geschroefd vanaf bouwjaar 2004
Schroef (S) verwijderen
(Veerbelaste pennen = optie)
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar - bij demonteren kneuzer. Wanneer
de kneuzer gedemonteerd is, zijn de maaimessen
vrij toegankelijk.
•
Voor het maaien zonder kneuzer moeten
beschermingselementen aan de maaibalk
worden gemonteerd die speciaal voor deze
situatie zijn bedoeld. Bij een nieuwe machi
-
ne met kneuzer worden deze beschermings
-
elementen niet standaard meegeleverd;
de delen moeten apart worden besteld (zie
reserveonderdelenlijst, bouwgroep ‘BE
-
SCHERMING ACHTER’).
- 23 -
1800-NL K
N
euzer_3551
Tandenkneuzer
NL
Positie van de rotortanden aan de kneuzer
AANWIJZING
Risico van beschadiging bij gebruik met onbalans.
•
Monteer en demonteer altijd beide tegenover elkaar liggende tandenhouders, als u kapotte tanden
wilt verwijderen.
•
Bij opvallende trillingen meteen blijven staan en de tandenkneuzer controleren op losgeraakte tan
-
den. De tanden en tegenoverliggende beugel eventueel verwijderen.
EUROCAT 311
355-08-02
- 24 -
1900_NL-MAAIENZONDERKNEUZER_375
Kneuzer
(conditioner)
NL
Vooral in het oog houden wanneer de kneuzer
van de maaibalk is gedemonteerd.
Aanwijzing
Een machine met kneuzer (CR) is als geheel met de
voorgeschreven beschermingen uitgerust. In het geval
de kneuzer wordt gemonteerd is de maai-eenheid niet
meer volledig bekleed. In deze situatie mag niet worden
gemaaid, zonder dat extra veiligheidsvoorzieningen zijn
aangebracht!
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar - bij gedemonteerde kneuzer. Wanneer
de kneuzer gedemonteerd is, zijn de maaimessen vrij
toegankelijk. Er bestaat levensgevaar!
•
Voor het maaien zonder kneuzer moeten
beschermingselementen aan de maaibalk
worden gemonteerd die speciaal voor deze
situatie zijn bedoeld. Zonder deze be
-
schermingselementen mag er niet worden
gemaaid!
•
Bij een nieuwe machine met kneuzer
worden deze beschermingselementen niet
meegeleverd; de onderdelen moeten apart
worden besteld (zie reserveonderdelenlijst,
eenheid „BESCHERMING ACHTER“).
Optie
-
Onderstel (4)
-
Veerbelaste vastzetbouten
(A-B)
Maaien zonder kneuzer
1
- 25 -
1900-NL Zwadvormer-344
NL
Zwadvormer
Afstellen van de beide zwadvormers (8i
Voorste zwadvormschijf
Ruimte tussen de schijf en de maaischotel
"5 - 10 mm"
.
Helling 5°
TD 25-98-
4
4
5-10 mm
TD 37-98-02
TD 37-98-02
Afstellen van de zwadbreedte (8i
De breedte van het zwad kan worden versteld via de
strippen (6).
Als er een verstopping optreedt moet een grotere
zwadbreedte gekozen worden.
6
119-01-30
119-01-30
Achterste zwadvormschijf
Afstellen "
+10 mm
".
10 m
m
TD 25-98-
3
3
+ 10 mm
- 26 -
1900-NL Zwadvormer-344
Zwadvormer
NL
Montage van de transportbeugels
Om verstoppingen te voorkomen bij zware voeders
kunnen er aanvullende transportbeugels op de binnenste
maaitrommels gemonteerd worden.
Afstelling
"8 - 10 cm"
TIP
De transportbeugels kunnen niet samen met een kneuzer
worden gebruikt.
Montage van de transportlijsten
Om bij zwaar voer verstoppingen te voorkomen, kunnen
extra transportlijsten worden gemonteerd.
TIP
De transportlijsten kunnen niet samen met een kneuzer
worden gebruikt.
- 27 -
1800_NL-Algemeen-Onderhoud_BA
NL
Parkeren in de open lucht
Als de machine langere tijd in de open lucht moet blijven
staan, moeten de cylinderstangen worden gereinigd en
worden ingevet.
FETT
TD
49
/
9
/9
/
3/2
Reinigen van machinedelen
Let op!
Gebruik geen hogedrukreiniger voor het reinigen
van lagers en hydraulische delen.
- Kans op roestvorming!
- Na het reinigen de machine volgens het smeerschema
doorsmeren en de machine korte tijd laten draaien.
- Reinigen met te hoge druk kan beschadigingen aan de
lak veroorzaken.
Veiligheidsaanwijzingen
GEVAAR
GEVAAR
Letselgevaar door bewegende of roterende
onderdelen.
Voer het onderhoud pas uit wanneer u het apparaat
•
veilig en stabiel buiten bedrijf hebt gesteld
op een vlakke, vaste ondergrond.
•
met wielblokken heeft beveiligd tegen weg
-
rollen.
•
de motor van de trekker uitgeschakeld is en
de aftakas stationair is.
•
alle bewegende of roterende delen (in het
bijzonder de maaischijven) tot stilstand
gekomen zijn. (Hoortest!)
•
de contactsleutel van de trekker uitgetrok
-
ken is.
•
Indien nodig de cardanas demonteren.
Levensgevaar wanneer men te lang onder de machine
blijft staan
•
Onderdelen waaronder u zult blijven staan
goed ondersteunen.
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op zware verwonding door lekkende olie
•
Let op opengescheurde of klemzittende
plekken op de slang.
•
Maak de koppelingen van olieslangen en
-contactdozen voor elke koppeling schoon!
•
Draag geschikte beschermende kleding.
AANWIJZING
Materiële schade door vuil in het hydraulisch systeem
•
Maak de koppelingen van olieslangen en
-contactdozen voor elke koppeling schoon!
Algemene onderhoudsaanwijzingen
Leef de volgende aanwijzingen na om de machine
gedurende langere tijd in goede conditie te houden:
- Na de eerste gebruiksuren alle bouten en moeren
natrekken.
Speciaal gecontroleerd moeten worden:
Mesbouten bij maaiers
Bouten in de tandbevestiging van schudders en van
zwadharken
Winterklaar maken
- De machine voor de
winter goed schoon maken.
- Beschermd tegen weersinvloeden wegzetten.
- Olie verversen of bijvullen
- Blanke delen tegen roest beschermen.
- Alle smeerpunten doorsmeren.
- Terminal losmaken, droog en vorstvrij bewaren.
Reserve-onderdelen
a.
Originele onderdelen en toebehoren
zijn speciaal voor
deze machines en werktuigen ontwikkeld.
b. Wij maken u er uitdrukkelijk op
attent dat niet door ons
geleverde originele onderdelen en toebehoor ook niet
door ons zijn gecontroleerd en vrijgegeven.
c. De inbouw en/of het gebruik van dergelijke producten
kan daarom de constructie en de eigenschappen van de
machine eventueel negatief veranderen of beïnvloeden.
Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-
originele onderdelen en toebehoor kan de fabrikant in
geen geval aansprakelijk worden gesteld.
d. Eigenhandig aangebrachte wijzigingen en het gebruik
van bouw- en aanbouwelementen aan de machine
vallen buiten de aansprakelijkheid van de producent!
a
l
G
emeen onderhoud
- 28 -
1800_NL-Algemeen-Onderhoud_BA
NL
Hydraulische installatie
Let op verwondings- en infectiegevaar!
Vloeistoffen die onder hoge druk uittreden kunnen
de huid binnendringen en zware verwondingen
veroorzaken. Raadpleeg in dat geval onmiddellijk een
arts!
Voordat de hydraulische leidingen worden aangesloten,
moet worden gecontroleerd of de hydraulische installatie
geschikt is voor de tractor.
Na de eerste 10 bedrijfsuren en alle volgende 50
bedrijfsuren
- Hydraulisch aggregaat en leidingen controleren op lekkage
en evt. schroefverbindingen aandraaien.
Voor iedere ingebruikname
- hydraulische slangen op slijtage controleren.
Versleten of beschadigde hydraulische slangen moeten
direct worden vervangen. De nieuwe slangen moeten
voldoen aan de techn. eisen van de producent.
Slangen zijn onderhevig aan een natuurlijke veroudering,
gebruiksduur niet langer dan 5-6 jaar.
Cardanassen
- zie ook de aanwijzingen in de bijlage
Voor het plegen van onderhoud in acht nemen!
In principe gelden de aanwijzingen die in de handleiding
worden gegeven.
Als hier geen speciale aanwijzingen worden gegeven,
gelden de aanwijzingen in de meegeleverde handleiding
van de betreffende cardanassenproducent.
Algemeen onderhoud
- 29 -
2000-NL O
N
derh
O
ud_344
Onderh
O
ud en reparatie
NL
Wissel van de maaimessen en
maaimessenhouder
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op dodelijk letsel of andere zware verwondingen
door afgebroken en weggeslingerde maaimessen of
andere onderdelen.
•
Beschadigde, verbogen en sterk versleten
onderdelen of maaimessen direct verwijde
-
ren.
•
Alle maaimessen van één maaitrommel
moeten altijd tegelijk worden vervangen.
1.
Maaibalk in wendakkerpositie brengen.
2.
Messensleutel (29) als afgebeeld in de ruimte
tussen bodemplaat en de trommel invoeren.
29
Let erop dat de kant van de messensleutel
tegen de bovenste trommelrand aan ligt.
Dan drukt u de messensleutel
(29) naar boven,
zo beweegt de messenhouder (30) naar onder.
-
Het maaimes
(M) hangt aan de bout
(31).
3.
Maaimes verwijderen
-
Het maaimes
(M) hangt aan de bout
(31).
-
Let op de letter ("L" of "R") die op in maaimes is
gegraveerd. Plaats een het nieuwe maaimes alleen
als het gemarkeerd is met dezelfde letter als het
oude maaimes.
Controle van de maaimessen en
maaimessenhouder
Controle-interval:
• Controle-interval:
om
de
50
uur.
• Bij
het
maaien
op
steenachtige
velden
of
zwaardere
gebruiksvoorwaarden kortere controle-intervallen
voorzien
• Direct
na
het
raken
van
een
voorwerp
controleren
(bijv.
stenen, stukken hout, ...).
Controlecriteria:
• De
messen
aan
één
trommel
moeten
gelijkmatig
versleten
zijn, (risico van onbalans). Anders de messen vervangen.
Vervang altijd alle messen aan één trommel tegelijkertijd.
• Er
mogen
géén
maaimessen,
géén
meshouders(30),
géén mesbouten (31) worden gebruikt die zijn verbogen,
beschadigd of versleten.
Controle als volgt
zoals beschreven onder het hoofdstuk “Wissel van de
messen”
- 30 -
2000-NL O
N
derh
O
ud_344
Onderh
O
ud en reparatie
NL
TIP
• Mes
met
de
aanduiding
'L'
alleen
op
een
linksdraaiende
trommel monteren.
• Mes
met
de
aanduiding
'R'
alleen
op
een
rechtsdraaiende
trommel monteren.
R
L
TD28/91/21
4.
Voerresten en vuil verwijderen
-
rondom de bout (31).
5.
Controle
• Mesbout
(31)
op
beschadiging,
slijtage
en
goed
vastzitten
• Meshouder
(30)
op
beschadigingen,
verbuiging
en
goed
vastzitten
TD 79-99-03
TD 79-99-03
31
30
6.
Maaimessen monteren en hefboom (29)
verwijderen
7.
Hefboom
(29) in de beide U-beugels leggen.
29
Maaischijven
Bij versleten maaischijven in het bereik van de maaisleutels
moet u als volgt te werk gaan:
Beide
onderste
glijschotels
verwijderen
(S1,
S2).
S2
S1
M
119-01-22
119-01-22
Bouten
van
de
messenhouders
(30)
losdraaien.
120 N
m
(12 kpm
)
30
Meshouders
60
°
verdraaien.
- 31 -
2000-NL O
N
derh
O
ud_344
Onderh
O
ud en reparatie
NL
Bouten
vastdraaien
(120
Nm)
- na enkele bedrijfsuren controleren en natrekken.
Beide
onderste
glijschotels
opnieuw
juist
monteren.
Grotere maaihoogte met hoogsnij-
maaischijven
Afstandschijven (basisuitvoering)
In
de
basisuitvoering
van
de
machine
kan
de
snijhoogte
door het toevoegen van afstandschijven worden
ingesteld.
- zie hoofdstuk 'Ingebruikname'
Hoogsnij-maaischijven (optie)
Daardoor kan de snijhoogte met 23 mm worden verhoogd.
Door het verwijderen van afstandsringen kan de snijhoogte
kleiner worden gemaakt.
Ombouwen naar hoogsnij-schotel
1.
1. Moeren (M) verwijderen
2.
De hoogsnij-schotel (H1) monteren
- Zeskant afstandstuk (SK) eerst op de bout schroeven
en dan vast schroeven
- Hoogsnij-schotel (H1) door middel van de zeskantbouten
M10 x 16 en ring (F) monteren
3.
Na enkele uren gebruik, de verbindingen controleren
en natrekken.
TIP
•
Het ombouwen van de hoogsnij-schotel (H1)
naar de standaard glijschotel (S1) gebeurt in
omgekeerde volgorde.
Hoektransmissie
-
Olie verversen na de eerste 50 bedrijfsuren.
De oliehoeveelheid moet, onder normale omstandig
-
heden, jaarlijks bijgevuld worden (OIL LEVEL).
- Olie verversen op zijn laatst na 100 hectare.
Hoeveelheid olie:
0,7 liter SAE 90
1... Olievulplug, oliepeilstok en ontluchter
2... Olieaftapplug
1
2
- 32 -
2000-NL O
N
derh
O
ud_344
Onderh
O
ud en reparatie
NL
Aandrijfriemaandrijving
- Aandrijfriemspanning controleren:
Na 1 uur, na 5 uur, na 20 uur, en daarna incidenteel.
Instelmaat:
Als de schijf (S) en de bovenkant van de aanwijzer (A)
op dezelfde hoogte (0 - 2 mm daarboven) zijn, is de
spanning van de aandrijfriem juist.
Het naspannen is uitsluitend noodzakelijk als de afstand
tussen schijf (S) en de bovenkant van de aanwijzer (A)
meer dan 2 mm is.
A
S
Als
één
van
de
4
aandrijfriemen
is
beschadigd
of
uitgerekt,
moeten alle 4 aandrijfriemen worden vervangen.
AANWIJZING
Materiële schade - aan kogellagers en assen door te
strak aangespannen aandrijfriemen.
•
Let op de correcte spanning van de aandrijf
-
riemen.
- 33 -
1900_NL-zichtcontrole_0348
Messenhouder
Controle op slijtage
NL
Controle op slijtage
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
Risico op dodelijk letsel of andere zware verwondingen
bij versleten of beschadigde houders en bouten van
maaimessen door wegslingerende onderdelen.
•
Controleer de houders (30) en de bouten
(31) van de maaimessen op slijtage of ande
-
re beschadigingen:
-
Telkens voor het in gebruik nemen van de machine.
-
Regelmatig tijdens het gebruik.
-
Direct nadat een vreemd voorwerp is geraakt
(bijvoorbeeld een steen, een stuk hout, metaal,
...).
•
Wanneer u slijtage of beschadiging vaststelt
mag u niet doormaaien
!
Slijtagedelen zijn:
Messenhouders
(30)
Mesbouten
(31)
Stappen – zichtcontrole
1.
Messen verwijderen.
2.
Voerresten en vuil verwijderen
- rondom de bouten (31).
3.
Volgende aspecten controleren
-
het gebied waar slijtage optreedt (30a) tot aan de
rand van de mesbout (30b) is gekomen
30a
30a
T
D
TD
T
5
9
-0
0
-0
9
9
30
30b
-
de doorsnede van de bout
9 mm
of minder bedraagt
-
het mesboutprofiel
5 mm
of minder is
(originele maat = 7 mm)
7 m
m
min.
5 mm
1
TD 59-00-10
TD 59-00-10
TD 59-00-10
-
het geklonken deel van de bout (1) is versleten
-
de mesbout (31) niet meer vast in de houder zit
TD 79-99-03
TD 79-99-03
31
30
4.
Beëindig het maaien als u minstens één van deze
slijtagetekenen hebt vastgesteld. Maai niet verder!
5.
Vervang de slijtagedelen voor u doormaait
met inachtneming van de veiligheids- en
gevarenwaarschuwingen in het hoofdstuk Onderhoud.
- 34 -
1800-NL Tech geg_3551
NL
Technische gegevens
Technische gegevens
Optie
Kneuzer
Verlichting
Waarschuwingsborden
• 8 afstandsringen
Noodzakelijke aansluitingen
1 enkelwerkende hydraulische steekaansluiting
(noodzakelijke minimale uitrusting van de trekker)
Bedrijfsdruk min.: 80 bar
Bedrijfsdruk max.: 180 bar
7-polige aansluiting voor de verlichtingsinrichting (12
Volt)
1)
Gewicht: Afwijkingen mogelijk, afhankelijk van de uitrusting van de
machine
Benaming EUROCAT 311 alpha-motion
Type 3550/Type 3551
Aanbouw
Driepuntsaanbouw
Cat. II
Werkbreedte
3,05 m
Transportbreedte
3 m
Aantal trommels
4
Aantal messen per trommel
3
Capaciteit
3,2 ha/h
Toerental aandrijving (omw/min)
540 / 1000
Cardanasoverbelastingsbeveiliging
1500 Nm
Vermogensbehoefte
zonder kneuzer
met kneuzer
45 kW (60 pk)
52 kW (70 pk)
Gewicht
alpha-motion
alpha-motion plus
alpha-motion plus ED
alpha-motion MASTER
870 kg
895 kg
1070 kg
820 kg
Continu geluidsniveau
91,1 dB (A)
Alle gegevens niet bindend
- 35 -
1800-NL Tech geg_3551
Technische gegevens
NL
Gebruik conform bestemming van de machine
De maaimachine
EUROC
A
T
311 alpha-motion (type
PTM
3551)“, „
EUROC
A
T
311 alpha-motion
M
A
STER
(type
PTM
3550)
' is uitsluitend bestemd voor de gebruikelijke werkzaamheden in de landbouw.
Voor het maaien van weilanden en korthalmige veldgewassen.
Ieder ander gebruik geldt als niet conform bestemming.
De fabrikant is niet aansprakelijk voor eventuele hieruit voortvloeiende schade; dit risico is geheel en al voor de
gebruiker.
Tot gebruik conform bestemming behoort ook het nakomen van de door de fabrikant voorgeschreven onderhouds-
en reparatievoorwaarden.
Typeplaatje
Het chassisnummer is te vinden op het typeplaatje, zie
afbeelding hiernaast. Bij garantieclaims, vragen over de
machine en bestellingen van reserveonderdelen dient het
chassisnummer altijd te worden vermeld.
Het verdient daarom aanbeveling om het chassisnummer
van het voertuig of de machine direct na aankoop op het
titelblad van de handleiding over te nemen.
Positie van het typeplaatje
Het typeplaatje (1) bevindt zich aan de rechterkant van de
aanbouwbok, aan de kant van de tractor.
1
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
a
anhangsel
aanhangsela
NL-Anhang Titelblatt _BA-Allgemein
NL
U maakt de beslissing ‘Original’ of ‘namaak? De beslissing wordt vaak op grond van
de prijs genomen. Een ‘goedkope aanschaf’ kan echter zeer duur worden.
Let dus bij de aanschaf op het ‘Original’ teken met het
klaverblad!
• Kwaliteit
en
nauwkeurige
passing
- Bedrijfszekerheid
• Betrouwbaar
functioneren
• Lagere
levensduur
- Economisch werken
 Beschikbaarheid
van de onderdelen
Het werken gaat beter
met Originele Pöttinger
onderdelen
Het origineel laat zich niet vervalsen…
- 38 -
1800_NL-BIJLAGEA_VEILIGHEID
Bijlage -
a
Bijlage -aBijlage -
NL
TIP
In deze handleiding worden alle plaatsen waarop de
veiligheid van personen betrekking heeft met dit symbool
aangeduid.
1) Handleiding
a.
De handleiding is een belangrijk onderdeel van de
machine. Zorg ervoor dat de handleiding op de plaats
waar de machine wordt gebruikt altijd direct beschikbaar
is.
b.
Bewaar de handleiding gedurende de gehele levensduur
van de machine.
c.
Als de machine wordt verkocht of geruild, geef ze dan
met de machine mee.
d.
Houd de veiligheids- en gevarenaanwijzingen op
de machine volledig en in leesbare toestand. De
gevarenaanwijzingen zijn belangrijk voor veilig gebruik
van de machine en dienen dus uw eigen veiligheid.
2) Gekwalificeerd personeel
a.
Alleen personen die de wettelijke minimumleeftijd
hebben bereikt, die fysiek en mentaal geschikt zijn
en die erin geschoold of opgeleid zijn, mogen met de
machine werken.
b.
Personeel dat noch geschoold, getraind of opgeleid is
of dat een algemene opleiding volgt, mag alleen onder
toezicht van een ervaren persoon aan of met de machine
werken.
c.
Controle-, instel- en reparatiewerkzaamheden mogen
alleen door bevoegd personeel worden uitgevoerd.
3.) Uitvoeren van onderhoudswerkzaamheden
a.
In deze handleiding worden alleen onderhouds-,
service- en reparatiewerkzaamheden beschreven die
de exploitant zelfstandig kan uitvoeren. Alle andere
werkzaamheden mogen alleen door een vakmonteur
worden uitgevoerd.
b.
Reparaties van het elektrische of hydraulische
systeem, voorgespannen veren, drukaccumulatoren,
enz.vereisen voldoende kennis, voorgeschreven
montagegereedschap en beschermende kleding en
mogen alleen door een vakmonteur worden uitgevoerd.
4.) Na onderhoudswerkzaamheden aan de
remmen
a.
Na elke herstelling aan de remmen moet een
werkingscontrole resp. een proefrit worden gemaakt,
om de correcte werking van de remmen te waarborgen.
Nieuwe trommels resp. rembeslag hebben pas na
enkele keren remmen een optimale remwerking. Plots
hard remmen moet worden vermeden.
5) Aanpassingswerkzaamheden
a.
Breng geen eigenmachtige aan- en ombouwingen of
veranderingen aan de machine aan. Dit geldt ook voor
de inbouw en de instelling van veiligheidsvoorzieningen
en voor het lassen of boren aan dragende delen.
6) Gebruik conform bestemming
a.
Zie de technische gegevens
b.
Het gebruik conform bestemming omvat ook de
inachtneming van de door de fabrikant voorgeschreven
gebruiks-, service- en onderhoudsvoorschriften.
7) Reserve-onderdelen
a.
Originele onderdelen en toebehoren
zijn speciaal
ontworpen voor de machines of apparaten.
b. Wij maken u er uitdrukkelijk op
attent dat niet door ons
geleverde originele onderdelen en toebehoor ook niet
door ons zijn gecontroleerd en vrijgegeven.
c. De inbouw en/of het gebruik van dergelijke producten
kan daarom de constructie en de eigenschappen van de
machine eventueel negatief veranderen of beïnvloeden.
Voor schade die ontstaat door het gebruik van niet-
originele onderdelen en toebehoor kan de fabrikant in
geen geval aansprakelijk worden gesteld.
d.
Eigenmachtige veranderingen, evenals het gebruik
van bouw- en aanbouwdelen aan de machine sluiten
de aansprakelijkheid van de fabrikant uit.
8)
Veiligheidsvoorzieningen
a.
Alle veiligheidsvoorzieningen moeten op de machine
worden aangebracht en moeten in goede toestand
zijn. Versleten en beschadigde afschermingen en
beveiligingen dienen onmiddellijk te worden vervangen.
9) Vóór de inbedrijfstelling
a.
Voor de aanvang van het werk moet de operator zich
vertrouwd maken met alle bedieningsinrichtingen en
met de werking ervan. Tijden het werk is dit te laat!
b.
Controleer vóór elke inbedrijfstelling het voertuig of de
machine op verkeers- en bedrijfsveiligheid.
Veili
G
heidsaan
W
ijzin
WijzinW
G
en
- 39 -
1800_NL-BIJLAGEA_VEILIGHEID
Bijlage -
a
Bijlage -aBijlage -
NL
Veili
Veili
G
heidsaan
W
ijzin
WijzinW
G
en
10) Asbest
a.
Bepaalde ingekochte onderdelen van het voertuig
kunnen om technische redenen asbest bevatten. Let
op de markering van reserveonderdelen.
11) Personen meenemen is verboden
a.
Het is niet toegestaan personen mee te nemen op de
machine.
b.
De machine mag alleen in de beschreven positie voor
wegvervoer op openbare wegen worden vervoerd.
12) Rijprestaties met aanhangwagens
a.
De trekker moet vooraan of achteraan van voldoende
ballast worden voorzien om de stuur- en remvaardigheid
te waarborgen (min. 20% van het gewicht van de trekker
op de vooras.
20%
Kg
b.
De rijprestaties worden beïnvloed door de rijbaan en
de aanbouwmachines. De manier van rijden moet
worden aangepast aan de respectieve terrein- en
bodemomstandigheden.
c.
Houd bij het nemen van bochten met een aanhangwagen
ook rekening met de uitstekende lading en de
bewegende massa van de machine!
d.
Houd bij het nemen van bochten met aan de trekker
gekoppelde of gemonteerde machines ook rekening
met de verder uitstekende lading en de bewegende
massa van de machine!
13) Algemeen
a.
Alvorens machines aan de driepuntsophanging te
koppelen, de positiebedieningshefboom in de stand
brengen waarin heffen of neerlaten uitgesloten is!
b.
Bij het koppelen van de machine aan de trekker bestaat
het risico een verwonding op te lopen!
c.
Binnen het bereik van de driepuntskoppeling bestaat
het risico een verwonding op te lopen door verplettering
en knelling!
d.
Bij gebruik van de buitenbediening voor de
driepuntsaanbouw niet tussen de trekker en de machine
gaan staan!
e.
De geleide as alleen aan- of afkoppelen wanneer de
motor uitgeschakeld is.
f.
Bij het rijden op de weg met de machine opgeheven,
moet de bedieningshendel worden vergrendeld tegen
neerlaten.
g.
Alvorens de trekker te verlaten, aanbouwmachines op
de grond laten zakken. De contactsleutel uittrekken!
h.
Niemand mag tussen de trekker en de machine gaan
staan zonder dat het voertuig tegen wegrollen beveiligd
is door middel van de parkeerrem en/of met wielblokken.
i.
Voor alle onderhouds-, service- en
ombouwwerkzaamheden de aandrijfmotor uitzetten
en de aandrijfkoppeling verwijderen.
14) Reiniging van de machine
a.
Geen hogedrukreiniger gebruiken voor de reiniging van
lager- en hydraulische onderdelen.
- B1 -
1100_NL-Gelenkwelle_BA-ALLG-150h
NL
Cardanas
Aanhangsel - B
Aanhangsel - B
B
lokkeerketting
- Beschermbuis van de cardanas borgen tegen meedraaien.
Op een voldoende zwenkbereik van de cardanas letten!
Tijdens het werk
Bij het gebruik van de machine mag het toegestane
aftakastoerental niet worden overschreden.
-
Na het uitschakelen van de aftakas kan de gemonteerde
machine nalopen. Pas wanneer deze volledig stilstaat,
mag eraan worden gewerkt.
-
Bij het uitschakelen van de machine moet de cardanas
volgens de voorschriften worden verwijderd of met
kettingen worden beveiligd. De veiligheidsketting (H)
niet gebruiken voor het ophangen van de cardanas.
Groothoekkoppeling:
Maximale verdraaiing tijdens het werk en niet
ingeschakeld 70
°
.
N
ormale koppeling:
Maximale hoek bij stilstand 90
°
.
Maximale hoek bij werking 35
°
.
Cardanas aanpassen
AANWIJZING
Beschadigingen - door minderwaardige
reserveonderdelen
•
Gebruik alleen de opgegeven of meegele
-
verde cardanas, anders hebt u geen recht
op garantie bij eventuele schade.
De juiste lengte wordt bepaald door de cardanas-helften
naast elkaar te houden.
P
assend maken
-
Voor de lengteaanpassing de cardanas-helften in de
kortste bedrijfspositie (L2) naast elkaar houden en
aftekenen.
L
et op!
•Lengte (L1) niet overschrijden
-
Een zo groot mogelijke buisoverlapping (min.
1
/
2
/2
/
X)
nastreven
Beschermingsbuis binnen en buiten gelijkmatig inkorten
Overbelastingsbescherming (2) aan apparaatzijde
plaatsen!
Voor elk gebruik van de cardanas controleren, of de
gaffels goed vergrendeld zijn.
- B1 -
1100_NL-Gelenkwelle_BA-ALLG-150h
NL
Cardanas
Aanhangsel - B
Aanhangsel - B
O
nderhoud
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar - door versleten afdekkingen
•
Versleten afdekkingen meteen vernieuwen
-
Voor iedere ingebruikname en om de 150 bedrijfsuren
doorsmeren met kwaliteitsvet.
-
Gedurende langere rustperiodes cardanas schoonmaken
en doorsmeren
Tijdens winterwerkzaamheden de beschermbuizen
invetten om te voorkomen dat deze vastvriezen.
150
h
FETT
Smeerschema
X
h
alle X bedrijfsuren
40 F
alle 40 wagenladingen
80 F
alle 80 wagenladingen
1 J
1 x jaarlijks
100 ha
alle 100 hectaren
BB
Indien nodig
FETT
VET
Olie
=
Aantal smeernippels
=
=
Aantal smeernippels
(III), (IV)
Zie aanhangsel "Smeermiddelen"
[l]
Liter
Variante
zie gebruiksaanwijzing van de fabrikant

Rotaties per minuut
100-12-06
Peilstok altijd tot aan de aanslag inschroeven
- 43 -
2000-Schmierplan_3551
FETT
EUROCAT 311 alpha motion master ED
- 44 -
2000-Schmierplan_3551
FETT
50h
441-12-03
1 - 1,5
cm
50h
1
50h
100
h
100
h
100
(III)
Ö L
0,7 [l] SAE90
(III)
Ö L
13 [l] SAE90
1 1
3
15
1 1
2x
2
2
250
h
250
h
250
068-19-009
1 1 1 1
EUROCAT 311 alpha motion pro ED
- 45 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
NL
prestaties en levensduur van de machines zijn afhankelijk van een zorgvuldig onderhoud en het gebruik van goede smeermiddelen. Dit schema vergemakkelijkt de goede keuze van de juiste smeer-middelen.
Olie in aandrijvingen volgens de ge-bruiksaanwijzing verwisselen - echter tenminste 1 x jaarlijks.
- Aftapplug er uit nemen, de olie aftappen en milieuvriendelijk verwerken.
Voor het buiten gebruik stellen (win-terperiode) de olie-wissel uitvoeren en alle vetnippel smeerpunten doorsmeren. Blanke metaaldelen (koppelingen enz.) met een product uit groep "Iv" van de navolgende tabel
tegen corrosie beschermen.
Corrosiebescherming: FLUID 466
Smeermiddelen
Uitgave 2013
Smeermiddelen
code
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V
VI
VII
caratteristica richiesta di
qualità
HYDRAULIKöL HLP
DIN 51524 Teil 2
Siehe Anmerkungen
*
**
***
Motorenöl SAE 30 gemäß API
CD/SF
Getriebeöl SAE 90 bzw. SAE 85 W-140 gemäß
API-GL 4 oder API-GL 5
Li-Fett (DIN 51 502,
KP 2K)
Getriebefließfett (DIN 51
502:GOH
Komplexfett (DIN 51 502:
KP 1R)
smeerolie SAE 90 of 85 W-140 volgens
API-GL 5
- 46 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V
VI
VIII
OPMERKINGEN
AGIP
OSO 32/46/68
ARNICA 22/46
MOTOROIL HD 30
SIGMA MULTI 15W-40
SUPER TRACTOROIL UNIVERS. 15W-30
ROTRA HY 80W-90/85W-140
ROTRA MP 80W-90/85W-140
GR MU 2
GR SLL
GR LFO
-
ROTRA MP 80W-90
ROTRA MP 85W-140
*
B i j
gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
**
Hydraulische
oliën H LP-(D) +
HV
***
Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
ARAL
VITAM GF 32/46/68
VITAM HF 32/46
SUPER KOWAL 30 MULTI TURBORAL
SUPER TRAKTORAL 15W-30
GETRIEBEÖL EP 90 GETRIEBEÖL
HYP 85W-90
ARALUB HL 2
ARALUB FDP 00
ARALUB FK 2
GETRIEBEÖL HYP 90
AVIA
AVILUB RL 32/46
AVILUB VG 32/46
MOTOROIL HD 30
MULTIGRADE HDC 15W-40 TRACTAVIA HF
SUPER 10 W-30
GETRIEBEÖL MZ 90 M MULTIHYP
85W-140
AVIA MEHRZWECKFETT
AVIA ABSCHMIERFETT
A V I A
GETRIEBEFLIESSFETT
A V I A L U B
SPEZIALFETT LD
GETRIEBEÖL HYP 90
EP MULTIHYP 85W-
140 EP
BAYWA
HYDRAULIKÖL HLP 32/46/68
SUPER 2000 CD-MC *
HYDRA HYDR. FLUID *
HYDRAULIKÖL MC 530 **
PLANTOHYD 40N ***
SUPER 2000 CD-MC
SUPER 2000 CD
HD SUPERIOR 20 W-30
HD SUPERIOR SAE 30
SUPER 8090 MC
HYPOID 80W-90
HYPOID 85W-140
MULTI FETT 2
SPEZIALFETT FLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
NLGI 0
RENOLIT DURAPLEX
EP 00 PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1
HYPOID 85W-140
BP
ENERGOL SHF 32/46/68
VISCO 2000
ENERGOL HD 30
VANELLUS M 30
GEAR OIL 90 EP
HYPOGEAR 90 EP
ENERGREASE LS-EP 2
FLIESSFETT NO
ENERGREASE HTO
OLEX PR 9142
HYPOGEAR 90 EP
HYPOGEAR 85W-140
EP
CASTROL
HYSPIN AWS 32/46/68 HYSPIN
AWH 32/46
RX SUPER DIESEL 15W-40 POWERTRANS
EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
CASTROLGREASE LM
IMPERVIA MMO
CASTROLGREASE
LMX
EPX 80W-90
HYPOY C 80W-140
ELAN
HLP 32/46/68
HLP-M M32/M46
MOTORÖL 100 MS SAE 30 MOTORÖL 104
CM 15W-40 AUSTROTRAC 15W-30
GETRIEBEÖL MP 85W-
90 GETRIEBEÖL B 85W-90
GETRIEBEÖL C 85W-90
LORENA 46
LITORA 27
RHENOX 34
-
GETRIEBEÖL B 85W-
90 GETRIEBEÖL C
85W-140
ELF
OLNA 32/46/68
HYDRELF 46/68
PERFORMANCE 2 B SAE 30 8000 TOURS
20W-30 TRACTORELF ST 15W-30
TRANSELF TYP B 90 85W-140
TRANSELF EP 90 85W-140
EPEXA 2
ROLEXA 2
MULTI 2
GA O EP
POLY G O
MULTIMOTIVE 1
TRANSELF TYP B 90
85W-140 TRANSELF
TYP BLS 80 W-90
ESSO
NUTO H 32/46/68
NUTO HP 32/46/68
PLUS MOTORÖL 20W-30 UNIFARM 15W-30
GEAROIL GP 80W-90 GEAROIL
GP 85W-140
MULTI PURPOSE
GREASE H
FIBRAX EP 370
NEBULA EP 1
GP GREASE
GEAR OIL GX 80W-90
GEAR OIL GX 85W-140
EVVA
ENAK HLP 32/46/68
ENAK MULTI 46/68
SUPER EVVAROL HD/B SAE 30 UNIVERSAL
TRACTOROIL SUPER
HYPOID GA 90
HYPOID GB 90
HOCHDRUCKFETT LT/
SC 280
GETRIEBEFETT MO 370
EVVA CA 300
HYPOID GB 90
FINA
HYDRAN 32/46/68
DELTA PLUS SAE 30
SUPER UNIVERSAL OIL
PONTONIC N 85W-90 PONTONIC
MP 85W-90 85W-140
SUPER UNIVERSAL OIL
MARSON EP L 2
NATRAN 00
MARSON AX 2
PONTONIC MP 85W-
140
FUCHS
TITAN
HYD
1030
AGRIFARM
STOU
MC
10W-30
AGRIFARM
UTTO
MP
PLANTOHYD
40N
***
AGRIFARM
STOU
MC
10W-30
TITAN
UNIVERSAL
HD
AGRIFARM
GEAR
80W90
AGRIAFRM
GEAR
85W-140
AGRIFARM
GEAR
LS
90
AGRIFARM
HITEC
2
AGRIFARM
PROTEC
2
RENOLIT
MP
RENOLIT
FLM
2
PLANTOGEL
2-N
AGRIFARM
FLOWTEC
000
RENOLIT
SO-GFO
35
RENOLIT
DURAPLEX
EP 00
PLANTOGEL
00N
RENOLIT
DURAPLEX EP 1
AGRIFARM
GEAR
8090
AGRIFARM
GEAR
85W-140
AGRIFARM
GEAR
LS90
GENOL
HYDRAULIKÖL HLP/32/46/68
HYDRAMOT 1030 MC *
HYDRAULIKÖL 520 **
PLANTOHYD 40N ***
MULTI 2030
2000 TC
HYDRAMOT 15W-30 HYDRAMOT 1030 MC
GETRIEBEÖL MP 90
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MEHRZWECKFETT
SPEZIALFETT GLM
PLANTOGEL 2 N
GETRIEBEFLIESSFETT
PLANTOGEL 00N
RENOPLEX EP 1
HYPOID EW 90
HYPOID 85W-140
MOBIL
DTE 22/24/25
DTE 13/15
HD 20W-20
DELVAC 1230
SUPER UNIVERSAL 15W-30
MOBILUBE GX 90
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-140
MOBILGREASE MP
MOBILUX EP 004
MOBILPLEX 47
MOBILUBE HD 90
MOBILUBE HD 85W-
140
RHG
RENOLIN B 10/15/20 RENOLIN
B 32 HVI/46HVI
EXTRA HD 30
SUPER HD 20 W-30
MEHRZWECKGETRIEBEÖlSAE90
HYPOID EW 90
MEHRZWECKFETT
RENOLIT MP
DURAPLEX EP
RENOSOD GFO 35
RENOPLEX EP 1
HYPOID EW 90
- 47 -
1400_NL-BETRIEBSSTOFFE
Firma Company
Société Societá
I
(II)
ÖL
III
(IV)
FETT
V
VI
VIII
OPMERKINGEN
SHELL
TELLUS S32/S 46/S68 TELLUS
T 32/T46
AGROMA 15W-30
ROTELLA X 30
RIMULA X 15W-40
SPIRAX 90 EP
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85/140
RETINAX A
ALVANIA EP 2
SPEZ. GETRIEBEFETT
H SIMMNIA GREASE O
AEROSHELL
GREASE 22
DOLIUM GREASE
R
SPIRAX HD 90
SPIRAX HD 85W-140
*
Bij gecombineerde
werkzaamheden
met tractoren met
natte platenrem is
de internationale
specificatie J 20
A noodzakelijk
**
Hydraulische oliën
H LP-(D) + HV
***
Hydraulische
oliën op basis
van plantaardige
olie HLP + HV
Biologisch
afbreekbaar,
daarom bijzonder
milieuvriendelijk
TOTAL
AZOLLA ZS 32, 46, 68 EQUIVIS
ZS 32, 46, 68
RUBIA H 30
MULTAGRI TM 15W-20
TOTAL EP 85W-90
TOTAL EP B 85W-90
MULTIS EP 2
MULTIS EP 200
MULTIS HT 1
TOTAL EP B 85W-90
VALVOLINE
ULTRAMAX HLP 32/46/68
SUPER TRAC FE 10W-30*
ULTRAMAX HVLP 32 **
ULTRAPLANT 40 ***
SUPER HPO 30
STOU 15W-30
SUPER TRAC FE 10W-30
ALL FLEET PLUS 15W-40
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
TRANS GEAR OIL 80W-90
MULTILUBE EP 2
VAL-PLEX EP 2
PLANTOGEL 2 N
RENOLIT LZR 000
DEGRALUB ZSA 000
DURAPLEX EP 1
HP GEAR OIL 90
oder 85W-140
VEEDOL
ANDARIN 32/46/68
HD PLUS SAE 30
MULTIGRADE SAE 80/90
MULTIGEAR B 90
MULTIGEAR C SAE 85W-140
MULTIPURPOSE
-
-
MULTIGEAR B 90
MULTI C SAE 85W-140
WINTERSHALL
WIOLAN HS (HG) 32/46/68
WIOLAN HVG 46 **
WIOLAN HR 32/46 ***
HYDROLFLUID *
MULTI-REKORD 15W-40
PRIMANOL
REKORD 30
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MEHRZWECKGETRIEBEÖL
80W-90
WIOLUB LFP 2
WIOLUB GFW
WIOLUB AFK 2
HYPOID-GETRIEBEÖL
80W-90, 85W-140
MOTOREX
COREX HLP 32 46 68**
COREX HLPD 32 46 68**
COREX HV 32 46 68**
OEKOSYNT 32 46 68***
EXTRA SAE 30
FARMER TRAC 10W/30
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
FETT 176 GP
FETT 190 EP
FETT 3000
FETT 174
FETT 189 EP
FETT 190 EP
FETT 3000
GEAR OIL UNIVERSAL
80W/90
GEAR OIL UNIVERSAL
85W/140
1700-NL zusi
N
fo / Ba-e
L
aLL
g.
NL
- Z.48 -
Belangrijke aanvullende informatie voor uw veiligheid
- 48 . Sectie 1 -
Combinatie van trekker en aanbouwmachine
GEVAAR
GEVAAR
Levensgevaar of materiële schade - door overbelasting van de trekker of een verkeerd ballastgewicht van de trekker.
•
Zorg ervoor dat door de aanbouw van de machine (aan de driepuntskoppeling vooraan en achteraan) het maximaal toe
-
laatbare totaalgewicht van de trekker, de asbelasting of het draagvermogen van de banden niet overschreden worden. De
vooras van de trekker moet altijd met tenminste 20% van het ledige gewicht van de trekker belast blijven.
•
Overtuig u er voor het aankopen van een machine van dat deze voorwaarden aanwezig zijn, door de volgende bereke
-
ning uit te voeren of de combinatie van trekker en werktuig(en) te wegen.
B
epaling van het totaalgewicht, de asbelasting en het draagvermogen van de banden en het vereiste
minimale ballastgewicht.
Zie gebruikershandleiding trekker
Zie prijslijst en/of gebruikershandleiding van de machines
Nameten
Achteraanbouwmachine of front-achtercombinatie
1.
BEREKEN
I
N
G VA
N
HET
M
I
N
I
M
A
LE
F
RONTB
A
LL
A
ST
G
E
WI
CHT
G
V min
Voer het berekende minimale frontballastgewicht, dat voor op de trekker aanwezig moet zijn, in de tabel in.
Frontaanbouwmachine
2.
BEREKEN
I
N
G VA
N
HET
M
I
N
I
M
A
LE
A
CHTERB
A
LL
A
ST
G
E
WI
CHT
G
H
min
Voer het berekende minimale ballastgewicht, dat achter op de trekker aanwezig moet zijn, in de tabel in.
Voor de berekening hebt u de vol
-
gende gegevens nodig:
T
L
[kg]
T
V
[kg]
V [kg]
V
T
H
[kg]
G
H
[kg]
G
V
[kg]
V [kg]
V
leeggewicht van de trekker
belasting van de vooras bij een lege trekker
belasting van de achteras bij een lege trekker
totaalgewicht driepuntsmachine/
driepuntsballastgewicht
totaalgewicht frontaanbouwmachine/ frontballast
afstand tussen zwaartepunt frontaanbouw
machine/frontballast en het hart van de
vooras
wielbasis van de trekker
afstand hart achteras tot hart hefkogel
afstand hart hefkogel tot zwaartepunt
driepuntsmachine / driepuntsballast
a
[m]
b
[m]
c
[m]
d
[m]
totaalgewicht driepuntsmachine/
totaalgewicht driepuntsmachine/
totaalgewicht driepuntsmachine/
2
3
1
1
1
1
1
2
2
2
3
3
1
3
2
1700-NL zusi
N
fo / Ba-e
L
aLL
g.
NL
- Z.49 -
Belangrijke aanvullende informatie voor uw veiligheid
- 49 . Sectie 1 -
Minimaal
ballastgewicht
front/driepuntshef
Totaalgewicht
Voor-asbelasting
Achterasbelasting
Daadwerkelijke waarde
vlg. berekening
Toegestane waarde vlg.
gebruikershandleiding
Dubbele toegestane
bandenbelasting
(twee banden)
D
e minimale ballast moet als aanbouwmachine of ballastgewicht aan de trekker worden bevestigd!
De
berekende
waarden
moeten
kleiner
dan
/
gelijk
zijn
aan
(≤)
de
toelaatbare
waarden!
3.
BEREKEN
I
N
G VA
N
DE
D
AA
D
W
ERKEL
I
JKE
V
OOR
A
SBEL
A
ST
I
N
G
T
V tat
(Indien het vereiste minimale frontballastgewicht (G
V min
) niet bereikt wordt met de frontaanbouwmachine (G
V
), dient het gewicht van de
V), dient het gewicht van de
V
frontaanbouwmachine te worden verhoogd tot het het minimale frontballastgewicht!)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane voor-asbelasting
in de tabel in.
4.
BEREKEN
I
N
G VA
N
HET
D
AA
D
W
ERKEL
I
JKE
TOT
AA
L
G
E
WI
CHT
G
tat
(Indien het vereiste minimale achterballastgewicht (G
H min
) niet bereikt wordt met de achteraanbouwmachine (G
H
), dient het gewicht van de
achteraanbouwmachine te worden verhoogd tot het het minimale achterballastgewicht!)
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane totaal-belasting
in de tabel in.
5.
BEREKEN
I
N
G VA
N
DE
D
AA
D
W
ERKEL
I
JKE
A
CHTER
A
SBEL
A
ST
I
N
G
T
H
tat
Voer de berekende daadwerkelijke waarde en de in de gebruikershandleiding van de trekker aangegeven toegestane achteras belasti
ng in de
tabel in.
6.
DR
AAGV
ERMO
G
EN
VA
N
DE
B
A
NDEN
Voer de dubbele waarde (twee banden) van het toelaatbare draagvermogen van de banden (zie bv. de documentatie van de bandenfabr
ikant)
in de tabel in.
T
abel
NL
0700-NL Taper Scheiben_Allg
- 50 -
Taper spanbussen
Montageaanwijzing voor Taper spanbussen
M
ontage
1.
Alle blanke oppervlakken, zoals boring en kegelmantel van de Taper
spanbus als ook de kegelvormige boring in de schijf, reinigen en
invetten.
2.
De Taper spanbus in de naaf zetten en alle aansluitboringen laten
aansluiten (halve boringen met schroefdraad moeten telkens
tegenover een halve, gladde boring staan).
3.
Inbusbout of cilinderbout licht inoliën en inschroeven. Bouten nog
niet vastdraaien.
4.
De as schoon maken en invetten. De schijf met de Taper spanbus
op de gewenste plaats op de as schuiven.
-
Bij het gebruik van een inlegspie, deze eerst in de spiebaan
leggen. Tussen de inlegspie en de spiebaan moet een speling
aanwezig zijn.
-
Middels schroevendraaier (DIN 911) de inbusbouten of
cilinderbouten gelijkmatig met de in de tabel aangegeven
draaimomenten aantrekken
Aanduiding van de spanbus
D
raaimoment [
N
m]
2017
30
2517
49
-
Na korte tijd (30 min. Tot 1 uur) het aandraaimoment van de
bouten controleren en eventueel corrigeren.
-
Om indringen van vreemde voorwerpen te voorkomen, de niet
gebruikte boringen met vet vullen.
D
émontage
1.
Alle bouten losdraaien
Al naar gelang de grootte van de bus, één of twee bouten er
helemaal uitdraaien, inoliën en in de uitdrukopeningen indraaien
(pos 5.)
2.
De bout of de bouten gelijkmatig onder spanning brengen en
houden tot de bus uit de naaf loslaat en de schijf vrij op de as is
te bewegen.
3.
Schijf samen met de bus van de as nemen.
Firmanaam en adres van de producent:
P
Ö
TTINGER Landtechnik GmbH
Industriegel
ä
nde 1
AT - 4710 Grieskirchen
Machine (vervangbare uitrusting)
:
Maaier
Type
Serienummer
De producent verklaart uitdrukkelijk dat de machine
overeenkomt met alle desbetreffende
bepalingen van de volgende EG-richtlijn:
Machines 2006/42/EG
Bovendien wordt de overeenstemming met de volgende
andere EG-richtlijnen en/of
desbetreffende bepalingen verklaard
Vindplaats van de toegepaste geharmoniseerde normen
:
EN ISO 12100
EN ISO 4254-1
EN ISO 4254-12
Vindplaats van de toegepaste overige technische nor
men en/of specificaties:
Vindplaats van de toegepaste overige technische normen en/of specificaties:Vindplaats van de toegepaste overige technische nor
Documentatiegemachtigde:
Andreas Gadermayr
Industriegel
ä
nde 1
A-4710 Grieskirchen
EG-conformiteitsverklaring
Originele conformiteitsverklaring
Markus Baldinger,
Bedrijfsleiding F&E
Grieskirchen,
01.08.2016
J
ö
rg Lechner,
Bedrijfsleiding Productie
EUROCAT 311
alpha-motion
MASTER
alpha-motion
MASTER
alpha-motion
EUROCAT 311
alpha-motion
PRO
alpha-motion
PRO
alpha-motion
3550
3553
A empresa PÖTTINGER Landtechnik GmbH
esforçase continuamente por melhorar os
seus produtos, adaptando-os à evolução
técnica.
Por este motivo, reservamonos o direito de modificar
as figuras e as descrições constantes no presente
manual, sem incorrer na obrigação de modificar
máquinas já fornecidas.
As características técnicas, as dimensões e os pesos
não são vinculativos.
A reprodução ou a tradução do presente manual de
instruções, seja ela total ou parcial, requer a autorização
por escrito da
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen
Todos os direitos estão protegidos pela lei da prop-
riedade intelectual.
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
arbeitet die PÖTTINGER Landtechnik
Im Zuge der technischen Weiterentwicklung
GmbH ständig an der Verbesserung ihrer
Produkte.
Änderungen gegenüber den Abbildungen und
Beschreibungen dieser Betriebsanleitung müssen wir
uns darum vorbehalten, ein Anspruch auf Änderungen
an bereits ausgelieferten Maschinen kann daraus nicht
abgeleitet werden.
Technische Angaben, Maße und Gewichte sind
unverbindlich. Irrtümer vorbehalten.
Nachdruck oder Übersetzung, auch auszugsweise,
nur mit schriftlicher Genehmigung der
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle Rechte nach dem Gesetz des Urheberrecht
vorbehalten.
La société PÖTTINGER Landtechnik GmbH
améliore constamment ses produits grâce
au progrès technique.
C'est pourquoi nous nous réser-vons le droit de
modifier descriptions et illustrations de cette notice
d'utilisation, sans qu'on en puisse faire découler un
droit à modifications sur des machines déjà livrées.
Caractéristiques techniques, dimensions et poids sont
sans engagement. Des erreurs sont possibles.
Copie ou traduction, même d'extraits, seulement avec
la permission écrite de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Tous droits réservés selon la réglementation des
droits d'auteurs.
Following the policy of the PÖTTINGER
Landtechnik GmbH to improve their products
as technical developments continue,
PÖTTINGER reserve the right to make alterations which
must not necessarily correspond to text and illustrations
contai-ned in this publication, and without incurring
obligation to alter any machines previously delivered.
Technical data, dimensions and weights are given as
an indication only. Responsibility for errors or omissions
not accepted.
Reproduction or translation of this publication, in whole
or part, is not permitted without the written consent of the
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
All rights under the provision of the copyright Act are
reserved.
PÖTTINGER Landtechnik GmbH werkt
permanent aan de verbetering van hun
producten in het kader van hun technische
ontwikkelingen. Daarom moeten wij ons
veranderingen van de afbeeldingen en beschrijvingen
van deze gebruiksaanwijzing voorbehouden, zonder
dat daaruit een aanspraak op veranderingen van reeds
geieverde machines kan worden afgeleid.
Technische gegevens, maten en gewichten zijn niet
bindend. Vergissingen voorbehouden.
Nadruk of vertaling, ook gedeeltelijk, slechts met
schriftelijke toestemming van
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Alle rechten naar de wet over het auteursrecht voor-
behouden.
La empresa PÖTTINGER Landtechnik
GmbH se esfuerza contínuamente en
la mejora constante de sus productos,
adaptándolos a la evolución técnica. Por ello
nos vemos obligados a reservarnos todos los derechos
de cualquier modificación de los productos con relación
a las ilustraciones y a los textos del presente manual,
sin que por ello pueda ser deducido derecho alguno a
la modificación de máquinas ya suministradas.
Los datos técnicos, las medidas y los pesos se
entienden sin compromiso alguno.
La reproducción o la traducción del presente manual
de instrucciones, aunque sea tan solo parcial, requiere
de la autorización por escrito de
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Todos los derechos están protegidos por la ley de la
propiedad industrial.
La PÖTTINGER Landtechnik GmbH è
costantemente al lavoro per migliorare i suoi
prodotti mantenendoli aggiornati rispetto allo
sviluppo della tecnica.
Per questo motivo siamo costretti a riservarci la facoltà
di apportare eventuali modifiche alle illustrazioni e alle
descrizioni di queste istruzioni per l’uso. Allo stesso
tempo ciò non comporta il diritto di fare apportare
modifiche a macchine già fornite.
I dati tecnici, le misure e i pesi non sono impegnativi. Non
rispondiamo di eventuali errori. Ristampa o traduzione,
anche solo parziale, solo dietro consenso scritto della
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
A-4710 Grieskirchen.
Ci riserviamo tutti i diritti previsti dalla legge sul diritto
d’autore.
EN
EN
IT
PT
PT
NL
NL
DE
DE
ES
ES
FR
FR
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Servicecenter Landsberg
Spöttinger-Straße 24
Postfach 1561
D-86 899 LANDSBERG / LECH
Telefon:
Ersatzteildienst: +49 8191 9299 - 166 od. 169
Kundendienst: +49 8191 9299 - 130 od. 231
Telefax:
+49 8191 59656
e-Mail:
landsberg@poettinger.at
landsberg@poettinger.at
PÖTTINGER
Landtechnik GmbH
Industriegelände 1
A-4710 Grieskirchen
Telefon:
+43 7248 600-0
Telefax:
+43 7248 600-2513
e-Mail:
info@poettinger.at
info@poettinger.at
Internet:
http://www.poettinger.at
PÖTTINGER Deutschland GmbH
Verkaufs- und Servicecenter Recke
Steinbecker Strasse 15
D-49509 Recke
Telefon:
+49 5453 9114-0
Telefax:
+49 5453 9114-14
e-Mail:
recke@poettinger.at
recke@poettinger.at
Pöttinger France S.A.R.L.
129 b, la Chapelle
F-68650 Le Bonhomme
Tél.:
+33 (0) 3 89 47 28 30
e-Mail:
france@poettinger.at
france@poettinger.at
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53