NOVY 1752 de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

3
VEILIGHEID
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel
Verwijder alle verpakkingen.
De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat dienen aan een erkende
vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden
voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting.
Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is in
een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak.
Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik (bereiding van
voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of industrieel
gebruik.
Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramische glas.
Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak.
De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat volgens de vereiste
voorschriften op een aardleiding is aangesloten.
Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrische net.
Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een vaatwasmachine of een droogkast, de
vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen.
Gebruik van het apparaat
Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit.
Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten want deze kunnen vlug vlam
vatten.
Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het apparaat.
Kinderen het apparaat niet laten manipuleren.
Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een vast of los apparaat met het
warme kookvlak of met een warme kookpot in contact komt.
Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informatica diskettes, rekenmachines)
mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid van het functionerende apparaat bevinden.
Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds aanschakelen of
restwarmte zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden.
Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad. Het zou kunnen verhitten
en ontvlammen.
Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderd
lichamelijke, zintuiglijke waarneming of geestelijke vermogens of gebrek aan kennis en
ervaring, tenzij zij begeleiding of instructies krijgen over het gebruik van het toestel door
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten zodanig begeleid worden dat het zeker is dat zij niet gaan spelen met
het toestel.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet geplaatst
worden op het glazen kookoppervlak omdat deze dan heet kunnen worden.
4
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet geëmailleerd gietijzer)
kunnen het glas beschadigen.
De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen het glas beschadigen.
Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen.
Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas.
Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt volgens de instructies van de
fabrikant.
Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat.
Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of aluminiumfolie met de hete zones.
Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen barsten of
aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk van de nog hete zones
(opgepast: risico voor brandwonden)
Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone.
Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor een voldoende afstand
(2 cm) tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat teneinde een
goede ventilatie te verzekeren.
Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade onder de kookplaat. Eventuele
bestekbakken dienen in warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de elektrische toevoer
uitschakelen.
Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit indien er een barst of
spleet in het vitrokeramische glas is en verwittig de dienst na verkoop.
De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel te worden uitgevoerd. In
geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is, schakel het toestel uit om
een mogelijke elektrische schok te voorkomen.
Andere voorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de kookzone staat. De bodem van
de kookpot moet de kookzone zoveel mogelijk bedekken.
Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur beïnvloeden. Personen die een
pacemaker dragen doen er goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen.
Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze kunnen op de nog hete zones
smelten.
HET GEBRUIK VAN NIET GESCHIKTE POTTEN EN PANNEN OF VAN
VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM POTTEN, NIET GESCHIKT VOOR
INDUCTIE, OP TE WARMEN, VALT NIET ONDER DE GARANTIEVOORWAARDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK GEHOUDEN WORDEN
VOOR BESCHADIGINGEN AAN DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE
HIERVAN HET GEVOLG KUNNEN ZIJN.
5
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Technische kenmerken
Type
Totaal
vermogen
Zone
Diameter
Normaal*
Met Power*
1751
1752
6700 W
Links voor
Links achter
Rechts
200 mm
155 mm
280 mm
2300 W
1100 W
2300 W
3000 W
1400 W
3000 W
1753
1754
1755
7400 W
Links voor
Links achter
Rechts achter
Rechts voor
160 mm
200 mm
160 mm
200 mm
1100 W
2300 W
1100 W
2300 W
1400 W
3000 W
1400 W
3000 W
* het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de kookpotten
Bedieningspaneel
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Tiptoetsen
Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen. Het
aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door een
lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Niet op meerdere toesten tegelijk duwen bij normaal gebruik.
Aan / Uit
Warmhoud toets
Aanduiding van het
vermogenniveau
Lampje voor keuze
van zone
Lampjes voor keuze van
zone voor timer
Aanduiding van
de timer
Sliderbediening en
timerinstelling
Stop & Go
lampje
Aan / Uit
lampje
Power
toets
Stop & Go
toets
6
Display
Display Aanduiding Omschrijving
0. Nul Kookzone geactiveerd
1…9 Vermogenniveau Keuze kookniveau
U Detectie kookpan Geen of onaangepaste kookpan
A Onmiddellijke opwarming Aankookautomaat
E Foutmelding Defect elektronisch circuit
H Restwarmte De kookzone is warm
P Power Het turbovermogen is geactiveerd
U Warmtebehoud Automatisch behoud op 70°
II Stop&Go Stop&Go is geactiveerd
L Vergrendeling Het bedieningspaneel is vergrendeld
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de
door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie
schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De
ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronische circuit voldoende is
afgekoeld.
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan op
het glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductie-spoel. Wanneer deze in werking is, produceert ze
een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de
magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de kookpot die op de kookzone staat.
Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:
Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische basis (eventueel met een
magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen
kookpotten, in inox met magnetische bodem, …
Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek,
aardewerk, inox zonder magnetische bodem…
De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte kookpot. Is
de diameter te klein dan werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de diameter
van de kookzone.
Wanneer de kookpot niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool [ U ] branden.
7
Sliderbediening en timerinstelling
Voor de selectie van de het vermogen volstaat het om met uw vinger over de slijder te glijden
U heeft ook de rechtstreekse toegang tot een bepaald niveau door metuw vinger het gewenste
niveau rechtstreeks te selecteren.
Inwerkingstelling
In- en uitschakelen van de kookplaat :
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk op [ 0/I ] [ 0 ] knipperen
Uitschakelen Druk op [ 0/I ] geen of [ H ]
In- en uitschakelen van een kookzone :
Actie Bedieningspaneel Display
Kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] en lampje van de
zone aan
Instellen Glijden over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ]
(Sterkteregeling) naar rechts of links
Uitschakelen Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“ [ 0 ] of [ H ]
of druk op [ 0 ] [ 0 ] of [ H ]
Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de
wachtpositie.
Detectie van de kookpot
De detectie van de kookpot verzekert een optimale veiligheid. De inductiekookplaat werkt niet :
indien er geen kookpot op de kookzone staat of wanneer de kookpot ongeschikt is voor
inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ]
verschijnt op de display. Wanneer een kookpot op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt
de [ U ].
De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de kookpot van de kookzone
wordt genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de
kookpot terug op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien
gekozen vermogen.
Schakel de kookzone uit na gebruik. De pantedectie [ U ] blijft dan niet actief.
Sliderbediening en timerinstelling
“SLIDER“
Directe keuze
8
Aanduiding restwarmte
Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, de kookzones
nog warm zijn, wordt dit aangegeven door [ H ].
Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden.
Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel
warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden!
Power functie
De Power functie [ P ] verleent aan de gekozen kookzone een opgevoerd vermogen. Indien deze
functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 5 minuten met een aanmerkelijk hoger
vermogen.
Power is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de
bereiding van pasta.
In- en uitschakelen van Power :
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] en lampje van
de zone aan
Power inschakelen Druk op [ P ] [ P ]
Power uitschakelen Glijden over de “SLIDER“ [ P ] naar [ 0 ]
of druk op [ P ] [ 9 ]
Beheer van het maximaal vermogen:
Het geheel van de kookplaat is voorzien van een maximaal vermogen. Wanneer de Power
functie geactiveerd is en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden vermindert de
elektronische bediening automatisch het kookniveau van een andere kookzone.
Gedurende enkele seconden geeft de display van deze kookzone al knipperend [ 9 ] weer,
vervolgens wordt het hoogst mogelijke kookniveau weergegeven:
Gekozen kookzone Andere kookzone (bijvoorbeeld: kookniveau 9 )
[ P ] wordt weergegeven [ 9 ] wordt [ 6 ] of [ 8 ] naargelang de kookzone
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden endit met verschillende
instellingen ( van 0 tot 99 minuten ) voor iedere zone.
Regeling of wijziging van de kooktijd :
Voorbeeld 16 minuten op stand 7 :
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] lampje van de
zone aan
Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 7 ] [ 7 ]
« Timer » kiezen Druk op [ CL ] [ 00 ]
Eenheden kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 6 ] [ 0 aan] [ 6 knippert ]
Eenheden bevestigen Druk op [ 06 ] [ 0 knippert] [ 6 aan]
Tientallen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 1 ] [ 1 knippert] [ 6 aan]
Tientallen bevestigen Druk op [ 16 ] [ 16 ]
De tijdsduur is ingesteld en begint te lopen.
9
Uitschakelen van de timerfunctie:
Voorbeeld nog 13 minuten op stand 7:
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 7 ] van de zone [ 7 ] lampje van de
zone aan
« Timer » kiezen Druk op [ 13 ] [ 13 ]
Eenheden uitschakelen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 0 ] [ 1 aan] [ 0 knippert]
Eenheden bevestigen Druk op [ 10 ] [ 1 knippert] [ 0 aan]
Tientallen uitschakelen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 0 ] [ 00 ]
Tientallen bevestigen Druk op [ 00 ] [ 00 ]
Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd:
Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en
een geluidssignaal weerklinkt.
Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen.
Gebruik van de timer zonder koken:
Voorbeeld 29 minuten:
Actie Bedieningspaneel Display
De kookplaat activeren Druk op [ 0/I ] Lampjes van de zone aan
« Timer » kiezen Druk op [ CL ] [ 00 ]
Eenheden kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 9 ] [ 0 aan] [ 9 knippert]
Eenheden bevestigen Druk op [ 09 ] [ 0 knippert] [ 9 aan]
Tientallen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 2 ] [ 2 knippert] [ 9 aan]
Tientallen bevestigen Druk op [ 29 ] [ 29 ]
De tijdsduur is ingesteld en begint te verlopen.
Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en
een geluidssignaal weerklinkt.
Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen. De kookplaat schakelt uit.
Programmeren van de aankookautomaat
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat. De kookzone functioneert eerst een
zekere tijd op volle kracht en vermindert dan automatisch tot het gekozen vermogen.
Programmeren van de aankookautomaat:
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] lampje van de
zone aan
Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ Van [ 0 ] naar [ 9 ]
tot [ 9 ]
Aankookautomaat kiezen Druk opnieuw op [ 9 ] van de “SLIDER“ [ 9 ] knippert met [ A ]
Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ van [ 9 ] naar [ 8 ] [ 7 ]
(vb. « 7 ») tot [ 7 ] [ 7 knippert met [ A ]
Stopzetten van de aankookautomaat :
Actie Bedieningspaneel Display
De zone kiezen Druk op [ 7 ] van de zone [ 7 ] knippert
met [A]
Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ [ 1 ] tot [ 9 ]
10
Stop&Go Functie
Deze functie onderbreekt de activiteit van de kookplaat tijdelijk en laat een herstart met dezelfde
instellingen toe.
Aan- en uitzetten van Stop&Go :
Actie Bedieningspaneel Display
Stop&Go aanzetten Druk op [ II ] van de zone [ II ] verschijnt
voor 2 s
Stop&Go uitzetten Druk op [ II ] van de zone [ II ] knippert
voor 2 s
druk op de knipperende display Vorige instelling op
display
Herhalingsfunctie
Na het uitzetten van de kookplaat ( 0/I ) is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te herhalen:
Staat van alle kookzones (vermogen)
Minuten en seconden van de geprogrammeerde kookzones door de timers
Functie “automatisch koken”
Warmhoudfunctie
De herhalingsprocedure is als volgt:
Duw op de toets [ 0/I ]
Vervolgense tegelijkertijd, en binnen de 6 seconden de beide achterste zones selecteren.
De vorige instellingen zijn opnieuw actief.
Warmhoudfunctie
Deze functie maakt het mogelijk een temperatuur van 70°C te bereiken en automatisch te
behouden.
Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw gerechten aan de bodem van de kookpot gaan
kleven.
Aanzetten, stopzetten van de Warmhoudfunctie :
Actie Bedieningspaneel Display
Selecteer Zone Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] to [ 9 ] or [ H ]
70°C selecteren Druk [ ] [ U ]
Om te stoppen glij over de “SLIDER“ [ 0 ] to [ 9 ] or [ H ]
Deze functie kan onafhankelijk gebruikt worden bij alle kookzones.
Wanneer de kookpot de kookzone verlaat, blijft de functie “ Warmtebehoud “ actief gedurende
ongeveer 10 minuten.
De maximale duur van het warmhouden is 2 uur.
11
Vergrendeling van het bedieningspaneel
Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen
van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]).
Vergrendelen :
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen druk op [ 0/I ] [ 0 ] of [ H ]
Vergrendelen druk op [ P ] en [ 0 ] van de
Rechts voor zone ( 4 zone )
of rechts zone ( 3 zone ) Geen verandering
Druk nogmaals op [ 0 ] [ L ]
Vergrendelen :
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat inschakelen druk [ 0/I ] [ L ]
In de 5 seconden na de start :
Kookplaat ontgrendelen druk op [ P ] en [ L ] van de
zone rechts voor ( 4 zone )
of rechter zone ( 3 zone )
[ 0 ]
Druk op [ P ] Lampjes van de zone uit
12
KOOKADVIES
Kwaliteit van de kookpotten
Aangepaste kookpotten : staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische
bodem, aluminium met magnetische bodem.
Niet aangepaste kookpotten : aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper, messing,
keramiek, porselein.
De fabrikanten vermelden of hun producten geschikt zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren of de kookpotten geschikt zijn:
Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone ingesteld
op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit wil
niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt geenszins het functioneren.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich in zekere mate automatisch aan de diameter van de kookpot aan. De bodem
van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter van de gekozen
kookzone.
Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van uw
kooktafel te verkrijgen.
13
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
1 - 2
Smelten
Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Kant- en klaargerechten
2 - 3
Opzwellen
Ontdooien
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten
3 - 4
Stoom
Groenten, vis, vlees
4 - 5
Water
Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten
6 - 7
Zachtjes koken
Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens
7 - 8
Koken
Braden
Aardappelen, beignets,
platte koeken
9
Braden
Op kooktemperatuur brengen
Steaks, omeletten
water
P
Braden
Op kooktemperatuur brengen
Aan de kook brengen van grote
hoeveelheden water
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel aanbevolen
product voor vitrokeramisch glas.
Gebruik in geen geval toestellen die met “stoom” of met “druk” werken.
Geen voorwerpen gebruiken die het vitrokeramisch glas kunnen beschadigen (zoals
schuursponzen of mespunten…)
Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.
Droog het apparaat met een propere doek.
Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
[ E4 ] verschijnt in het display:
De plaat moet worden geconfigureerd volgens onderstaande procedure :
I) Opgelet: u mag niet meteen recipiënten plaatsen op de inductieplaat.
II) Koppel de plaat los van het stroomnet: verwijder de stop of schakel de schakelaar uit.
III) Verbind de plaat weer op het stroomnet: plaats de stop terug of schakel de schakelaar
weer in.
IV) Procedure:
* Neem een recipiënt met ferromagnetische bodem met een minimale diameter van
16 cm.
* start de plaat binnen 2 minuten na het aansluiten op het stroomnet op.
* druk niet op [ O/I ]
14
a
d
c
b
V) Eerst moet de bestaande configuratie worden geannuleerd
1) Druk op toets 2 en houd deze toets ingedrukt.
2) Het symbool [-] verschijnt op elk display
3) Druk met een vinger van uw andere hand
achtereenvolgens en snel (binnen 2 sec.) op de
[ - ] display.
Waarbij u begint met de zonerechtsboven en u
tegen de klok in beweegt(a -> b -> c -> d).
Een dubbele piep duidt op eenbewerkingsfout.
Herhaal in dat gevalde bewerking vanaf stap 1.
4) Laat de toetsen los en druk nogmaals gedurende enkele seconden op de toets 1
tot de knipperende [ E ] verschijnen.
5) Wacht tot de [ E ] ophouden met knipperen.
6) De [ E ] veranderen vervolgens automatisch in [ C ]. De configuratie is
geannuleerd.
Opmerking: Inductieplaten met 3 kookzones: Begin met de zone rechtsachter (b)
(aangezien de zone rechtsvoor niet bestaat).
VI) Hoe kunt u de plaat opnieuw configureren?
1) Neem een ferromagnetisch recipiënt met een diameter van minstens 16 cm.
2) Selecteer de kookzone door op de bijbehorende [ C ] te drukken.
3) Plaats de bak op de zone die u wilt configureren.
4) Wacht tot [ C ] verandert in [ - ]. De kookzone is geconfigureerd.
5) Ga op dezelfde manier te werk voor alle kookzones die [ C ] weergeven.
6) De kookzones zijn geconfigureerd als alle zones zijn gedetecteerd en er niets
meer wordt weergegeven.
Gebruik slechts een recipiënt om de configuratie uit te voeren.
Plaats tijdens de configuratie nooit meerdere recipiënten op de kookpunten.
Als de weergave [E 4] blijft, bel dan de klantenservice.
De kookplaat of de kookzone werkt niet :
De kookplaat is verkeerd op het elektrisch net aangesloten
De zekering is gesprongen --> controleer de zekering in de meterkast.
Kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
De tiptoetsen zijn met water of vet bespat
Er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op :
Er staat geen pan op de kookzone
De pan is niet geschikt voor inductie
De diameter van de bodem van de pan is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op :
Bel de Dienst na Verkoop.
Een enkele zone of alle zones vallen uit :
De veiligheid is in werking getreden
Deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een kookzone uit te schakelen
De veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn
Een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
De kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen
en van een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel :
Dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur
De ventilator stopt vanzelf.
15
Het symbool [ L ] licht op :
Zie hoofdstuk vergrendeling
Het symbool [ II ] licht op :
Zie hoofdstuk “Pauze“.
Het symbool [ U ] licht op :
Zie hoofdstuk “Warmhoudfunctie“.
Het symbool [ ]of[ Er03 ] licht op:
Een voorwerp of vloeistof bedekt de toetsen van de bediening. Het symbool verdwijnt van
zodra de toetsen vrijgemaakt of afgekuist zijn.
Het symbool [ E2 ] of[ E H ]licht op:
De kooktafel is oververhit, laat afkoelen, daarna kunt u ze weer terug inschakelen.
Het symbool [ E3 ]licht op:
La casserole n’est pas adaptée, changez de casserole.
Het symbool [ E6 ]licht op:
Fout stroomcircuit. Controleer de frequentie en spanning van het elektrisch netwerk.
Het symbool [ E8 ]licht op:
De luchttoevoer van de ventilator is afgesloten. Maak deze vrij.
Het symbool [ E C ]licht op:
Configuratiefout. Stel de kooplaat opnieuw in volgens het hoofstuk « het symbool, en se [
E 4 ] verschijnt».
Indien één van deze foutmeldingen blijft verschijnen, kunt u de dienst na verkoop contacteren.
MILIEUBESCHERMING
de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar.
de elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw administratie over
de recyclagemogelijkheden.
Werp het apparaat niet weg met het huisvuil
Doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of breng
uw elektrisch apparaat naar het containerpark van uw gemeente
16
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd.
De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel.
Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
Inbouw
De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat :
Afmetingen
uitsnijding
Afmetingen
vlakbouw
Afmetingen glas
Typ
Breedte
Diepte
Breedte
Diepte
Straal
Breedte
Diepte
Hoogte
1751
1752
1753
560 mm
490 mm
596 mm
526 mm
8 mm
590 mm
520 mm
4 mm
1754
1755
750 mm
490 mm
786 mm
526 mm
8 mm
780 mm
520 mm
4 mm
De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.
De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd
mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden.
Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het kookvlak.
De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige
materialen (100°C)
De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding
te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
Installeer de kookplaat niet boven een niet geventileerde oven of een vaatwasmachine.
Onder de omkasting van het apparaat een afstand van
20 mm voorzien om een goede verluchting van de
elektronische apparatuur te verzekeren.
Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt,
vermijd er ontvlambare voorwerpen in op te bergen
(bv. spray) en voorwerpen die niet warmtebestendig
zijn.
Voor de afstand tussen de kookplaat er de erboven
geplaatste dampkap, dient u de instructies van de
fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan
instructies, dient u een afstand van minimum 760 mm
te respecteren.
De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen
enkele mechanische spanning onderhevig zijn, zoals
bijvoorbeeld een lade.
De beschermfolie (3) verwijderen en de
dichtingstrip (2) op de rand van de kookplaat
plakken op 2 mm van de buitenrand
>76 mm
17
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan
een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net
gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening
minstens 3mm bedragen.
Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige
voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële
schakelaars en contacten.
Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen
voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de
installatieregeling.
De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat
of de oven niet raakt.
Let op !
Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ
Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema.
De aansluitdoos bevindt zich onder de kookplaat.
Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de
2 pijlen.
AANSLUITING VAN DE KOOKPLAAT :
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen.
SOMMAIRE
Netwerk
Aansluiting
Aansluitsnoer
Aansluitsnoer
Kaliber
automaten
230 V~ 50/60 Hz
1 fase +N
3 x 2,5 mm
2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
25 A *
400 V~ 50/60Hz
2 fasen + N
4 x 1,5 mm
2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
16 A *
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een
slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte
aarding.

Documenttranscriptie

VEILIGHEID Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel           Verwijder alle verpakkingen. De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat dienen aan een erkende vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting. Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is in een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak. Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik (bereiding van voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of industrieel gebruik. Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramische glas. Het apparaat niet ombouwen of wijzigen. De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak. De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat volgens de vereiste voorschriften op een aardleiding is aangesloten. Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrische net. Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een vaatwasmachine of een droogkast, de vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen. Gebruik van het apparaat            Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit. Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten want deze kunnen vlug vlam vatten. Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het apparaat. Kinderen het apparaat niet laten manipuleren. Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een vast of los apparaat met het warme kookvlak of met een warme kookpot in contact komt. Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informatica diskettes, rekenmachines) mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid van het functionerende apparaat bevinden. Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds aanschakelen of restwarmte zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden. Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad. Het zou kunnen verhitten en ontvlammen. Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderd lichamelijke, zintuiglijke waarneming of geestelijke vermogens of gebrek aan kennis en ervaring, tenzij zij begeleiding of instructies krijgen over het gebruik van het toestel door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten zodanig begeleid worden dat het zeker is dat zij niet gaan spelen met het toestel. Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet geplaatst worden op het glazen kookoppervlak omdat deze dan heet kunnen worden. 3 Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging           Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet geëmailleerd gietijzer) kunnen het glas beschadigen. De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen het glas beschadigen. Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen. Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas. Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt volgens de instructies van de fabrikant. Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat. Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of aluminiumfolie met de hete zones. Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitrokeramische oppervlak doen barsten of aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk van de nog hete zones (opgepast: risico voor brandwonden) Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone. Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor een voldoende afstand (2 cm) tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat teneinde een goede ventilatie te verzekeren. Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade onder de kookplaat. Eventuele bestekbakken dienen in warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd. Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat     Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de elektrische toevoer uitschakelen. Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit indien er een barst of spleet in het vitrokeramische glas is en verwittig de dienst na verkoop. De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel te worden uitgevoerd. In geen geval het apparaat zelf openen. WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is, schakel het toestel uit om een mogelijke elektrische schok te voorkomen. Andere voorzorgsmaatregelen    Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de kookzone staat. De bodem van de kookpot moet de kookzone zoveel mogelijk bedekken. Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur beïnvloeden. Personen die een pacemaker dragen doen er goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen. Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze kunnen op de nog hete zones smelten. HET GEBRUIK VAN NIET GESCHIKTE POTTEN EN PANNEN OF VAN VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM POTTEN, NIET GESCHIKT VOOR INDUCTIE, OP TE WARMEN, VALT NIET ONDER DE GARANTIEVOORWAARDEN. DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK GEHOUDEN WORDEN VOOR BESCHADIGINGEN AAN DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE HIERVAN HET GEVOLG KUNNEN ZIJN. 4 BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT Technische kenmerken Type Totaal vermogen Zone Diameter Normaal* Met Power* Diameter min. pot 1751 1752 6700 W Links voor Links achter Rechts 200 mm 155 mm 280 mm 2300 W 1100 W 2300 W 3000 W 1400 W 3000 W 100 mm 90 mm 110 mm 7400 W Links voor Links achter Rechts achter Rechts voor 160 mm 200 mm 160 mm 200 mm 1100 W 2300 W 1100 W 2300 W 1400 W 3000 W 1400 W 3000 W 90 mm 100 mm 90 mm 100 mm 1753 1754 1755 * het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de kookpotten Bedieningspaneel Lampjes voor keuze van zone voor timer Aanduiding van de timer Lampje voor keuze van zone Aanduiding van het vermogenniveau Stop & Go lampje Aan / Uit lampje Aan / Uit Warmhoud toets Sliderbediening en timerinstelling Power toets Stop & Go toets GEBRUIK VAN HET APPARAAT Tiptoetsen Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen. Het aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door een lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal. Niet op meerdere toesten tegelijk duwen bij normaal gebruik. 5 Display Display 0. 1…9 U A E H P U II L Aanduiding Nul Vermogenniveau Detectie kookpan Onmiddellijke opwarming Foutmelding Restwarmte Power Warmtebehoud Stop&Go Vergrendeling Omschrijving Kookzone geactiveerd Keuze kookniveau Geen of onaangepaste kookpan Aankookautomaat Defect elektronisch circuit De kookzone is warm Het turbovermogen is geactiveerd Automatisch behoud op 70° Stop&Go is geactiveerd Het bedieningspaneel is vergrendeld Ventilatie De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronische circuit voldoende is afgekoeld. IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT Voor het eerste gebruik Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan op het glas een blauwachtige waas doen verschijnen. Principe van inductie Onder elke kookzone bevindt zich een inductie-spoel. Wanneer deze in werking is, produceert ze een variabel elektromagnetisch veld dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de kookpot die op de kookzone staat. Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:  Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische basis (eventueel met een magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen kookpotten, in inox met magnetische bodem, …  Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek, aardewerk, inox zonder magnetische bodem… De inductie kookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte kookpot. Is de diameter te klein dan werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de diameter van de kookzone. Wanneer de kookpot niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool [ U ] branden. 6 Sliderbediening en timerinstelling Voor de selectie van de het vermogen volstaat het om met uw vinger over de slijder te glijden U heeft ook de rechtstreekse toegang tot een bepaald niveau door metuw vinger het gewenste niveau rechtstreeks te selecteren. Sliderbediening en timerinstelling “SLIDER“ Directe keuze Inwerkingstelling  In- en uitschakelen van de kookplaat : Actie Bedieningspaneel Inschakelen Druk op [ 0/I ] Uitschakelen Druk op [ 0/I ]  In- en uitschakelen van een kookzone : Display [ 0 ] knipperen geen of [ H ] Actie Kiezen Bedieningspaneel Druk op [ 0 ] van de zone Instellen (Sterkteregeling) Glijden over de “SLIDER“ naar rechts of links Display [ 0 ] en lampje van de zone aan [ 0 ] tot [ 9 ] Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“ [ 0 ] of [ H ] of druk op [ 0 ] [ 0 ] of [ H ] Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de wachtpositie. Uitschakelen Detectie van de kookpot De detectie van de kookpot verzekert een optimale veiligheid. De inductiekookplaat werkt niet :  indien er geen kookpot op de kookzone staat of wanneer de kookpot ongeschikt is voor inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ] verschijnt op de display. Wanneer een kookpot op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt de [ U ].  De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de kookpot van de kookzone wordt genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de kookpot terug op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien gekozen vermogen. Schakel de kookzone uit na gebruik. De pantedectie [ U ] blijft dan niet actief. 7 Aanduiding restwarmte Als na het uitzetten van de kookzones of het volledig uitzetten van de kookplaat, de kookzones nog warm zijn, wordt dit aangegeven door [ H ]. Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden. Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden! Power functie De Power functie [ P ] verleent aan de gekozen kookzone een opgevoerd vermogen. Indien deze functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 5 minuten met een aanmerkelijk hoger vermogen. Power is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de bereiding van pasta.  In- en uitschakelen van Power : Actie De zone kiezen Bedieningspaneel Druk op [ 0 ] van de zone Power inschakelen Power uitschakelen Druk op [ P ] Glijden over de “SLIDER“ of druk op [ P ]  Display [ 0 ] en lampje van de zone aan [P] [ P ] naar [ 0 ] [9] Beheer van het maximaal vermogen: Het geheel van de kookplaat is voorzien van een maximaal vermogen. Wanneer de Power functie geactiveerd is – en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden – vermindert de elektronische bediening automatisch het kookniveau van een andere kookzone. Gedurende enkele seconden geeft de display van deze kookzone al knipperend [ 9 ] weer, vervolgens wordt het hoogst mogelijke kookniveau weergegeven: Gekozen kookzone [ P ] wordt weergegeven Andere kookzone (bijvoorbeeld: kookniveau 9 ) [ 9 ] wordt [ 6 ] of [ 8 ] naargelang de kookzone Timer functie De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden endit met verschillende instellingen ( van 0 tot 99 minuten ) voor iedere zone.  Regeling of wijziging van de kooktijd : Voorbeeld 16 minuten op stand 7 : Actie Bedieningspaneel De zone kiezen Druk op [ 0 ] van de zone Het vermogen kiezen « Timer » kiezen Eenheden kiezen Eenheden bevestigen Tientallen kiezen Tientallen bevestigen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 7 ] Druk op [ CL ] Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 6 ] Druk op [ 06 ] Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 1 ] Druk op [ 16 ] De tijdsduur is ingesteld en begint te lopen. 8 Display [ 0 ] lampje van de zone aan [7] [ 00 ] [ 0 aan] [ 6 knippert ] [ 0 knippert] [ 6 aan] [ 1 knippert] [ 6 aan] [ 16 ]  Uitschakelen van de timerfunctie: Voorbeeld nog 13 minuten op stand 7: Actie De zone kiezen zone « Timer » kiezen Eenheden uitschakelen Eenheden bevestigen Tientallen uitschakelen Tientallen bevestigen  Bedieningspaneel Druk op [ 7 ] van de zone Druk op [ 13 ] Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 0 ] Druk op [ 10 ] Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 0 ] Druk op [ 00 ] Display [ 7 ] lampje van de aan [ 13 ] [ 1 aan] [ 0 knippert] [ 1 knippert] [ 0 aan] [ 00 ] [ 00 ] Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd: Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en een geluidssignaal weerklinkt. Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen.  Gebruik van de timer zonder koken: Voorbeeld 29 minuten: Actie De kookplaat activeren « Timer » kiezen Eenheden kiezen Eenheden bevestigen Tientallen kiezen Tientallen bevestigen Bedieningspaneel Druk op [ 0/I ] Druk op [ CL ] Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 9 ] Druk op [ 09 ] Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 2 ] Druk op [ 29 ] Display Lampjes van de zone aan [ 00 ] [ 0 aan] [ 9 knippert] [ 0 knippert] [ 9 aan] [ 2 knippert] [ 9 aan] [ 29 ] De tijdsduur is ingesteld en begint te verlopen. Wanneer de gekozen tijd verlopen is, geeft het lampje van de timer al knipperend [ 00 ] weer en een geluidssignaal weerklinkt. Druk op [ 00 ] om het geluid en het knipperen te beëindigen. De kookplaat schakelt uit. Programmeren van de aankookautomaat Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat. De kookzone functioneert eerst een zekere tijd op volle kracht en vermindert dan automatisch tot het gekozen vermogen.  Programmeren van de aankookautomaat: Actie De zone kiezen Bedieningspaneel Druk op [ 0 ] van de zone Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ tot [ 9 ] Druk opnieuw op [ 9 ] van de “SLIDER“ [ 9 ] knippert met [ A ] Glijdt over de “SLIDER“ van [ 9 ] naar [ 8 ] [ 7 ] tot [ 7 ] [ 7 knippert met [ A ] Aankookautomaat kiezen Het vermogen kiezen (vb. « 7 »)  Display [ 0 ] lampje van de zone aan Van [ 0 ] naar [ 9 ] Stopzetten van de aankookautomaat : Actie De zone kiezen Bedieningspaneel Druk op [ 7 ] van de zone Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ 9 Display [ 7 ] knippert met [A] [ 1 ] tot [ 9 ] Stop&Go Functie Deze functie onderbreekt de activiteit van de kookplaat tijdelijk en laat een herstart met dezelfde instellingen toe.  Aan- en uitzetten van Stop&Go : Actie Bedieningspaneel Display Stop&Go aanzetten Stop&Go uitzetten Druk op [ II ] van de zone voor 2 s Druk op [ II ] van de zone voor 2 s druk op de knipperende display [ II ] verschijnt [ II ] knippert Vorige instelling op display Herhalingsfunctie Na het uitzetten van de kookplaat ( 0/I ) is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te herhalen:  Staat van alle kookzones (vermogen)  Minuten en seconden van de geprogrammeerde kookzones door de timers  Functie “automatisch koken”  Warmhoudfunctie De herhalingsprocedure is als volgt:  Duw op de toets [ 0/I ]  Vervolgense tegelijkertijd, en binnen de 6 seconden de beide achterste zones selecteren. De vorige instellingen zijn opnieuw actief. Warmhoudfunctie Deze functie maakt het mogelijk een temperatuur van 70°C te bereiken en automatisch te behouden. Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat uw gerechten aan de bodem van de kookpot gaan kleven.  Actie Aanzetten, stopzetten van de Warmhoudfunctie : Bedieningspaneel Display Selecteer Zone Druk op [ 0 ] van de zone [ 0 ] to [ 9 ] or [ H ] 70°C selecteren Druk [ ] [U] Om te stoppen glij over de “SLIDER“ [ 0 ] to [ 9 ] or [ H ] Deze functie kan onafhankelijk gebruikt worden bij alle kookzones. Wanneer de kookpot de kookzone verlaat, blijft de functie “ Warmtebehoud “ actief gedurende ongeveer 10 minuten. De maximale duur van het warmhouden is 2 uur. 10 Vergrendeling van het bedieningspaneel Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]).  Vergrendelen : Actie Bedieningspaneel Display Kookplaat inschakelen Vergrendelen druk op [ 0/I ] druk op [ P ] en [ 0 ] van de Rechts voor zone ( 4 zone ) of rechts zone ( 3 zone ) Druk nogmaals op [ 0 ] [ 0 ] of [ H ] Bedieningspaneel druk [ 0/I ] Display [L]  Vergrendelen : Actie Kookplaat inschakelen In de 5 seconden na de start : Kookplaat ontgrendelen druk op [ P ] en [ L ] van de zone rechts voor ( 4 zone ) of rechter zone ( 3 zone ) [0] Druk op [ P ] 11 Geen verandering [L] Lampjes van de zone uit KOOKADVIES Kwaliteit van de kookpotten Aangepaste kookpotten : staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische bodem, aluminium met magnetische bodem. Niet aangepaste kookpotten : aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper, messing, keramiek, porselein. De fabrikanten vermelden of hun producten geschikt zijn voor inductie. Om u ervan te verzekeren of de kookpotten geschikt zijn:  Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone ingesteld op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.  Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken. Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit wil niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt geenszins het functioneren. Afmetingen van de kookpotten De kookzones passen zich in zekere mate automatisch aan de diameter van de kookpot aan. De bodem van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter van de gekozen kookzone. Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van uw kooktafel te verkrijgen. 12 Voorbeelden van vermogenregeling (de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend) 1-2 3-4 4-5 Smelten Opwarmen Opzwellen Ontdooien Stoom Water 6-7 Zachtjes koken 7-8 Koken Braden Braden Op kooktemperatuur brengen Braden Op kooktemperatuur brengen 2-3 9 P Sauzen, boter, chocolade, gelatine Kant- en klaargerechten Rijst, pudding en bereidde gerechten Groenten, vis, diepgevroren producten Groenten, vis, vlees Gekookte aardappelen, soep, pasta Verse groenten Vlees, lever, eieren, braadworsten Goulash, rollade, pens Aardappelen, beignets, platte koeken Steaks, omeletten water Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water ONDERHOUD EN REINIGING Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico voor brandwonden.       Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel aanbevolen product voor vitrokeramisch glas. Gebruik in geen geval toestellen die met “stoom” of met “druk” werken. Geen voorwerpen gebruiken die schuursponzen of mespunten…) het vitrokeramisch glas kunnen beschadigen (zoals Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen. Droog het apparaat met een propere doek. Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten. KLEINE STORINGEN VERHELPEN [ E4 ] verschijnt in het display:  De plaat moet worden geconfigureerd volgens onderstaande procedure : I) Opgelet: u mag niet meteen recipiënten plaatsen op de inductieplaat. II) Koppel de plaat los van het stroomnet: verwijder de stop of schakel de schakelaar uit. III) Verbind de plaat weer op het stroomnet: plaats de stop terug of schakel de schakelaar weer in. IV) Procedure: * Neem een recipiënt met ferromagnetische bodem met een minimale diameter van 16 cm. * start de plaat binnen 2 minuten na het aansluiten op het stroomnet op. * druk niet op [ O/I ] 13 V) Eerst moet de bestaande configuratie worden geannuleerd 1) Druk op toets 2 en houd deze toets ingedrukt. 2) Het symbool [-] verschijnt op elk display 3) Druk met een vinger van uw andere hand c b achtereenvolgens en snel (binnen 2 sec.) op de [ - ] display. a d Waarbij u begint met de zonerechtsboven en u tegen de klok in beweegt(a -> b -> c -> d). Een dubbele piep duidt op eenbewerkingsfout. Herhaal in dat gevalde bewerking vanaf stap 1. 4) Laat de toetsen los en druk nogmaals gedurende enkele seconden op de toets 1 tot de knipperende [ E ] verschijnen. 5) Wacht tot de [ E ] ophouden met knipperen. 6) De [ E ] veranderen vervolgens automatisch in [ C ]. De configuratie is geannuleerd. Opmerking: Inductieplaten met 3 kookzones: Begin met de zone rechtsachter (b) (aangezien de zone rechtsvoor niet bestaat). VI) Hoe kunt u de plaat opnieuw configureren? 1) Neem een ferromagnetisch recipiënt met een diameter van minstens 16 cm. 2) Selecteer de kookzone door op de bijbehorende [ C ] te drukken. 3) Plaats de bak op de zone die u wilt configureren. 4) Wacht tot [ C ] verandert in [ - ]. De kookzone is geconfigureerd. 5) Ga op dezelfde manier te werk voor alle kookzones die [ C ] weergeven. 6) De kookzones zijn geconfigureerd als alle zones zijn gedetecteerd en er niets meer wordt weergegeven. Gebruik slechts een recipiënt om de configuratie uit te voeren. Plaats tijdens de configuratie nooit meerdere recipiënten op de kookpunten.  Als de weergave [E 4] blijft, bel dan de klantenservice. De kookplaat of de kookzone werkt niet :      De kookplaat is verkeerd op het elektrisch net aangesloten De zekering is gesprongen --> controleer de zekering in de meterkast. Kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld De tiptoetsen zijn met water of vet bespat Er staat een voorwerp op de tiptoetsen Het symbool [ U ] licht op :    Er staat geen pan op de kookzone De pan is niet geschikt voor inductie De diameter van de bodem van de pan is te klein in vergelijking met de kookzone Het symbool [ E ] licht op :  Bel de Dienst na Verkoop. Een enkele zone of alle zones vallen uit :      De veiligheid is in werking getreden Deze treedt in werking wanneer u vergeten heeft een kookzone uit te schakelen De veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn Een kookpan is leeg en de bodem is oververhit De kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen en van een automatische uitschakeling bij oververhitting De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel :   Dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur De ventilator stopt vanzelf. 14 Het symbool [ L ] licht op :  Zie hoofdstuk vergrendeling Het symbool [ II ] licht op :  Zie hoofdstuk “Pauze“. Het symbool [ U ] licht op :  Zie hoofdstuk “Warmhoudfunctie“. Het symbool [  ]of[ Er03 ] licht op: Een voorwerp of vloeistof bedekt de toetsen van de bediening. Het symbool verdwijnt van zodra de toetsen vrijgemaakt of afgekuist zijn. Het symbool [ E2 ] of[ E H ]licht op:  De kooktafel is oververhit, laat afkoelen, daarna kunt u ze weer terug inschakelen. Het symbool [ E3 ]licht op:  La casserole n’est pas adaptée, changez de casserole. Het symbool [ E6 ]licht op:  Fout stroomcircuit. Controleer de frequentie en spanning van het elektrisch netwerk. Het symbool [ E8 ]licht op:  De luchttoevoer van de ventilator is afgesloten. Maak deze vrij. Het symbool [ E C ]licht op:  Configuratiefout. Stel de kooplaat opnieuw in volgens het hoofstuk « het symbool, en se [ E 4 ] verschijnt». Indien één van deze foutmeldingen blijft verschijnen, kunt u de dienst na verkoop contacteren. MILIEUBESCHERMING   de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar. de elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw administratie over de recyclagemogelijkheden. Werp het apparaat niet weg met het huisvuil Doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of breng uw elektrisch apparaat naar het containerpark van uw gemeente 15 INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN De montage dient enkel door erkende specialisten te worden uitgevoerd. De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven. Plaatsen van de waterdichte strip De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel. Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd. De beschermfolie (3) verwijderen en de dichtingstrip (2) op de rand van de kookplaat plakken op 2 mm van de buitenrand Inbouw  De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat : Afmetingen Afmetingen Afmetingen glas uitsnijding vlakbouw Typ Breedte Diepte Breedte Diepte Straal Breedte Diepte Hoogte 1751 1752 560 mm 490 mm 596 mm 526 mm 8 mm 590 mm 520 mm 4 mm 1753 1754 750 mm 490 mm 786 mm 526 mm 8 mm 780 mm 520 mm 4 mm 1755  De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.  De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden. Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het kookvlak.  De bekledingen van de werkbladen dienen te worden uitgevoerd in warmtebestendige materialen (100°C)  De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact van vocht. Om de uitsnijding te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.  De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.  Installeer de kookplaat niet boven een niet geventileerde oven of een vaatwasmachine.  Onder de omkasting van het apparaat een afstand van 20 mm voorzien om een goede verluchting van de >76 mm elektronische apparatuur te verzekeren.  Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen in op te bergen (bv. spray) en voorwerpen die niet warmtebestendig zijn.  Voor de afstand tussen de kookplaat er de erboven geplaatste dampkap, dient u de instructies van de fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan instructies, dient u een afstand van minimum 760 mm te respecteren.  De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen enkele mechanische spanning onderhevig zijn, zoals bijvoorbeeld een lade. 16 ELEKTRISCHE AANSLUITING  De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.  Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.  De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de onderkant van het apparaat.  Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening minstens 3mm bedragen.  Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële schakelaars en contacten.  Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden inovereenstemming met de installatieregeling.  De voedingsslang moet zo geplaatst worden zodat deze de hete delen van de kookplaat of de oven niet raakt. Let op ! Dit apparaat is voorzien voor een aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema. De aansluitdoos bevindt zich onder de kookplaat. Om het deksel te openen, gebruik een schroevendraaier en plaats deze in de 2 gleuven voor de 2 pijlen. AANSLUITING VAN DE KOOKPLAAT : Netwerk Aansluiting Aansluitsnoer Aansluitsnoer 230 V~ 50/60 Hz 1 fase +N 3 x 2,5 mm2 400 V~ 50/60Hz 2 fasen + N 4 x 1,5 mm2 H 05 VV - F H 05 RR - F H 05 VV - F H 05 RR - F Kaliber automaten 25 A * 16 A * * berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990 Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen. We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte SOMMAIRE aarding. 17
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68

NOVY 1752 de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor