NOVY Inductie Wok de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

4
VEILIGHEID
Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel
Verwijder alle verpakkingen.
De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat dienen aan een erkende
vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden
voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting.
Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is in
een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak.
Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik (bereiding van voedingsmiddelen)
met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of industrieel gebruik.
Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramische glas.
Het apparaat niet ombouwen of wijzigen.
De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak.
De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat volgens de vereiste
voorschriften op een aardleiding is aangesloten.
Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrische net.
Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een vaatwasmachine of een droogkast, de
vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen.
Gebruik van het apparaat
Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit.
Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten want deze kunnen vlug vlam
vatten.
Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het apparaat.
Kinderen het apparaat niet laten manipuleren.
Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een vast of los apparaat met het
warme kookvlak of met een warme kookpot in contact komt.
Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informaticadiskettes, rekenmachines)
mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid van het functionerende apparaat bevinden.
Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds aanschakelen of
restwarmte zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden.
Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad. Het zou kunnen verhitten en
ontvlammen.
Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderd
lichamelijke, zintuiglijke waarneming of geestelijke vermogens of gebrek aan kennis en
ervaring, tenzij zij begeleiding of instructies krijgen over het gebruik van het toestel door
een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid.
Kinderen moeten zodanig begeleid worden dat het zeker is dat zij niet gaan spelen met het
toestel.
Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet geplaatst worden
op het glazen kookoppervlak omdat deze dan heet kunnen worden.
5
Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging
Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet geëmailleerd gietijzer)
kunnen het glas beschadigen.
De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen het glas beschadigen.
Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen.
Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas.
Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt volgens de instructies van de
fabrikant.
Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat.
Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of aluminiumfolie met de hete zones.
Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitrokeramische glas doen barsten of
aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk van de nog hete zones
(opgepast: risico voor brandwonden).
Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone.
Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor een voldoende afstand (2
cm) tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat teneinde een goede
ventilatie te verzekeren.
Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade onder de kookplaat. Eventuele
bestekbakken dienen in warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd.
Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat
Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de elektrische toevoer
uitschakelen.
Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit indien er een barst of spleet
in het vitrokeramische glas is en verwittig de dienst na verkoop.
De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel te worden uitgevoerd. In
geen geval het apparaat zelf openen.
WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is, schakel het toestel uit om
een mogelijke elektrische schok te voorkomen.
Andere voorzorgsmaatregelen
Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de kookzone staat. De bodem van de
kookpot moet de kookzone zoveel mogelijk bedekken.
Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur beïnvloeden. Personen die een
pacemaker dragen doen er goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen.
Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze kunnen op de nog hete zones
smelten.
HET GEBRUIK VAN NIET GESCHIKTE POTTEN EN PANNEN OF VAN
VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM POTTEN, NIET GESCHIKT VOOR
INDUCTIE, OP TE WARMEN, VALT NIET ONDER DE GARANTIEVOORWAARDEN.
DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK GEHOUDEN WORDEN
VOOR BESCHADIGINGEN AAN DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE
HIERVAN HET GEVOLG KUNNEN ZIJN.
6
BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT
Technische kenmerken
Type
Total
vermogen
Zones
Normaal*
Met Power*
Super
Power*
Detectie
kookpan
3762
Super Flex
Zone
3700 W
2 zones
220 x 180 mm
2100 W
2600 W
3700 W
100 mm
3772
Wok
3200 W
314 mm
2000 W
2500 W
3200 W
-
* het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de kookpotten
Bedieningspaneel
Slider voor regeling
vermogenniveau en timer
(zone achter)
Timer
toets
Aanduiding
van de timer
Aanduiding van het
vermogenniveau
Warmhoud
lampje
Bridge
lampje
Timer
lampje
Zone
Warmhoudfunctie
Vergrendeltt
toets
Aan / Uit
Stop&
Go
toets
7
GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Display
Display Aanduiding Omschrijving
0 Nul Kookzone geactiveerd
1…9 Vermogenniveau Keuze kookniveau
U Detectie kookpan Geen of onaangepaste kookpan
A Onmiddellijke opwarming Aankookautomaat
E Foutmelding Defect elektronisch circuit
H Restwarmte De kookzone is warm
P Power Power is geactiveerd
Super Power Super Power is geactiveerd
U Warmtebehoud Automatisch behoud op 42, 70, 94°
II Stop&Go Stop&Go is geactiveerd
Ventilatie
De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de
door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie
schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De
ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronische circuit voldoende is
afgekoeld.
IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT
Voor het eerste gebruik
Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan op het
glas een blauwachtige waas doen verschijnen.
Principe van inductie
Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Wanneer deze in werking is, produceert ze
een variabel elektromagnetisch veld, dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de
magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de kookpot die op de kookzone staat.
Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:
Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische basis (eventueel met een
magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen
kookpotten, in inox met magnetische bodem, …(zie ook p.12 Kwaliteit van de kookpotten)
Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek, aardewerk,
inox zonder magnetische bodem…
De inductiekookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte kookpot. Is de
diameter te klein, dan werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de diameter van
de kookzone.
Wanneer de kookpot niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool [ U ] branden.
8
Tiptoetsen
Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen. Het
aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door een
lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal.
Niet op meerdere toetsen tegelijk duwen bij normaal gebruik.
Slider voor regeling van vermogenniveau en timer
Voor de selectie van het vermogen volstaat het om met uw vinger over de slider te glijden.
U heeft ook rechtstreeks toegang tot een bepaald niveau door met uw vinger het gewenste
niveau te selecteren.
Inwerkingstelling
In- en uitschakelen van de kookplaat:
Actie Bedieningspaneel Display
Inschakelen Druk op [ 0/I ] [ 0 ]
Uitschakelen Druk op [ 0/I ] geen of [ H ]
In- en uitschakelen van een kookzone:
Actie Bedieningspaneel Display
Instellen Glijden over de “SLIDER“ [ 1 ] tot [ P ]
(Sterkteregeling) naar rechts of links
Uitschakelen Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“ [ 0 ] of [ H ]
Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de
wachtpositie.
“SLIDER“
Directe keuze
“SLIDER“voor vermogensregeling en
timer
9
Detectie van de kookpot
. Deze kookplaat is uitgerust met een interactief controlesysteem dat het gebruik van de kookplaat
nog vereenvoudigd. Wanneer u een kookpot op de ingeschakelde kookplaat plaatst, wordt deze
automatisch gedecteerd. Bovendien krijgt u een indicatie [0] welke slider u dient te gebruiken voor
de desbetreffende zone.
De detectie van de kookpot verzekert een optimale veiligheid. De inductiekookplaat werkt niet:
indien er geen kookpot op de kookzone staat of wanneer de kookpot ongeschikt is voor
inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ]
verschijnt op de display. Wanneer een kookpot op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt
de [ U ].
De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de kookpot van de kookzone
wordt genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de
kookpot terug op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien
gekozen vermogen.
Schakel de kookzone uit na gebruik. De pandetectie [ U ] blijft dan niet actief.
Aanduiding restwarmte
Als de kookzones nog warm zijn na het uitzetten ervan of na het volledig uitzetten van de
kookplaat, wordt dit aangegeven door [ H ].
Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden.
Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel
warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden!
Power functie en Super Power functie
De Power functie [ P ] en Super Power [ ] verlenen aan de gekozen kookzone een opgevoerd
vermogen. Indien deze functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 10 minuten met
een aanmerkelijk hoger vermogen.
Power is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de
bereiding van pasta.
In- en uitschakelen van Power:
Actie Bedieningspaneel Display
Power inschakelen Tot het einde van de « SLIDER » [ P ]
glijden of meteen op het einde
van de “SLIDER” duwen
Power uitschakelen Glijden over de “SLIDER“ [ 9 ] naar [ 0 ]
In- en uitschakelen van Super Power:
Actie Bedieningspaneel Display
Power inschakelen Tot het einde van de « SLIDER » [ P ]
glijden of meteen op het einde
van de “SLIDER” duwen
Super Power inschakelen Druk op [ + ] [ en P ]
Super Power uitschakelen Druk opnieuw [ + ] [ P ] naar [ 0 ]
Power uitschakelen Glijden over de “SLIDER“ [ 9 ] naar [ 0 ]
10
Beheer van het maximaal vermogen:
Het geheel van de kookplaat is voorzien van een maximaal vermogen. Wanneer de Power functie
geactiveerd is en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden vermindert de elektronische
bediening automatisch het kookniveau van een andere kookzone.
Gedurende enkele seconden geeft de display van deze kookzone al knipperend [ 9 ] weer,
vervolgens wordt het hoogst mogelijke kookniveau weergegeven:
Gekozen kookzone Andere kookzone (bijvoorbeeld: kookniveau 9 )
[ P ] wordt weergegeven [ 9 ] wordt [ 6 ] of [ 8 ] naargelang de kookzone
Timer functie
De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden en dit met verschillende
tijdsaanduidingen ( van 0 tot 999 minuten ) voor elke zone.
Regeling of wijziging van de kooktijd:
Actie Bedieningspaneel Display
Selecteer het vermogen over « SLIDER »”glijden“ [ 1 ] tot [ P ]
Selecteer de timer druk tegelijkertijd op [ - ] en [ + ] zandloper van de zone
van de timer tot de zandloper van de licht op
desbetreffende zone oplicht
Duurtijd verminderen druk op [ - ] van de timer [ 60 ] gaat naar 59…
Duurtijd verlengen druk op [ + ] van de timer de tijd verlengt
Na enkele seconden knippert de led [min] niet meer. De tijd is geselecteerd en het aftellen begint.
Uitschakelen van de timerfunctie:
Actie Bedieningspaneel Display
Selecteer de timer tegelijkertijd drukken op [ - ] de tijd wordt
en [ + ] van de timer tot de gewenste weergegeven
zandloper oplicht
Stop de timer blijf op [ - ] van de timer drukken [ 000 ]
Indien verschillende timers geactiveerd zijn, volstaat het deze actie te herhalen.
Gebruik van de timer zonder koken:
De timer werkt ook onafhankelijk van de zones en wordt gedesactiveerd. van zodra een zone in
werking treedt. Indien de kooktafel wordt uitgeschakeld loopt de onafhankelijke kookwekker nog
verder tot het einde van de ingestelde tijd.
Actie Bedieningspaneel Display
De kookplaat inschakelen druk op [ 0/I ] [ 0 ]
Selecteer de timer druk tegelijkertijd op [ - ] en [ + ] [ 000 ]
van de timer
Duurtijd verminderen druk op [ - ] van de timer [ 60 ] gaat naar 59…
Duurtijd verlengen druk op [ + ] van de timer de tijd verlengt
Na enkele seconden knippert de led [min] niet meer. De tijd is geselecteerd en het aftellen begint.
Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd:
Zodra de geselecteerde kooktijd afgelopen is, gaat de display knipperen [ 000 ], er klinkt een
signaal en de kookzone stopt.
Om het geluidssignaal en het knipperen te stoppen drukt u op [ - ] of [ + ] van de timer.
11
Programmeren van de aankookautomaat
Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat. De kookzone functioneert eerst een
zekere tijd op volle kracht en vermindert dan automatisch tot het gekozen vermogen.
Programmeren van de aankookautomaat:
Actie Bedieningspaneel Display
Het vermogen kiezen over de “SLIDER glijden tot [ 7 ]
(vb. « 7 ») en 3s blijven duwen [ 7 ] knippert met [ A ]
Stopzetten van de aankookautomaat:
Actie Bedieningspaneel Display
Het vermogen kiezen Glijdt over de “SLIDER“ [ 0 ] tot [ 9 ]
Stop&Go Functie
Deze functie onderbreekt de activiteit van de kookplaat tijdelijk en laat een herstart met dezelfde
instellingen toe.
Aan- en uitzetten van Stop&Go:
Actie Bedieningspaneel Display
Stop&Go aanzetten druk op [ II ] [ II ] verschijnt
Stop&Go uitzetten druk op [ II ] geanimeerde « SLIDER »
druk op de geanimeerde « SLIDER » de vorige instellingen
verschijnen
Herhalingfunctie
Na het uitzetten van de kookplaat [ 0/I ] is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te herhalen:
Staat van alle kookzones (vermogen)
Minuten en seconden van de geprogrammeerde kookzones door de timers
Functie “automatisch koken”
Warmhoud functie
De herhalingsprocedure is als volgt:
Duw op de toets [ 0/I ]
Duw op [ II ] voor het knipperen stopt.
De vorige instellingen zijn opnieuw actief.
Warmhoudfunctie
Deze functie maakt het mogelijk een temperatuur van 42°C, 70°C of 94°C te bereiken en
automatisch te behouden.
Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat gerechten aan de bodem van de kookpot gaan
kleven.
Aanzetten, stopzetten van de Warmhoudfunctie:
Actie Bedieningspaneel Display
Activeer warmhouden 42°C druk 1 maal de zone onder [ ] [ U ] en led [ ]
Activeer warmhouden 70°C druk 2 maal de zone onder [ ] [ U ] en led [ ]
Activeer warmhouden 94°C druk 3 maal de zone onder [ ] [ U ] en led [ ]
Warmhoudfunctie stoppen over de « SLIDER » glijden [ 0 ] tot [ 9 ]
of op [ ] drukken tot [ 0 ] [ 0 ]
De maximale duur van het warmhouden is 2 uur.
12
Bridge Functie (lenkel bij 3762)
Deze functie laat toe om 2 zones tegelijkertijd te laten werken en te bedienen. Gebruik van de
Power functie is in dit geval niet mogelijk.
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat aanzetten Selecteer [ 0/I ] [ 0 ]
Bridge activeren tegelijkertijd op de zone
onder [ ] duwen [ 0 ] en [ ]
van de 2 te combineren zones
Bridge verhogen over de « SLIDER » [ 1 tot 9 ]
glijden tot het gewenste vermogen
Bridge stopzetten tegelijkertijd op de zone
onder [ ] duwen [ 0 ]
van de 2 gecombineerde zones
Vergrendeling van het bedieningspaneel
Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen
van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]).
Actie Bedieningspaneel Display
Kookplaat vergrendelen vinger gedurende 6s op [ ] houden: led vergrendeling licht op
Kookplaat ontgrendelen vinger gedurende 6s op [ ] houden: led vergrendeling gaat uit
13
KOOKADVIES
Kwaliteit van de kookpotten
Aangepaste kookpotten: staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische bodem,
aluminium met magnetische bodem.
Niet aangepaste kookpotten: aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper, messing,
keramiek, porselein.
De fabrikanten vermelden wanneer hun producten geschikt zijn voor inductie.
Om u ervan te verzekeren dat de kookpotten geschikt zijn:
Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone ingesteld op
[ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.
Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken.
Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit wil niet
zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt het functioneren helemaal niet.
Afmetingen van de kookpotten
De kookzones passen zich in zekere mate automatisch aan de diameter van de kookpot aan. De
bodem van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter
van de gekozen kookzone.
Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van uw
kooktafel te verkrijgen.
De wok moet echter een diameter hebben die aangepast is aan de vorm van het vitrokeramische
glas. Standaard wordt een aangepaste wok meegeleverd. U kunt ook steeds bij uw handelaar
terecht om een wok te bekomen met een diameter van 314 mm of gebruik de meegeleverde wok.
14
Voorbeelden van vermogenregeling
(de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend)
1 - 2
Smelten
Opwarmen
Sauzen, boter, chocolade, gelatine
Kant- en klaargerechten
2 - 3
Opzwellen
Ontdooien
Rijst, pudding en bereidde gerechten
Groenten, vis, diepgevroren producten
3 - 4
Stoom
Groenten, vis, vlees
4 - 5
Water
Gekookte aardappelen, soep, pasta
Verse groenten
6 - 7
Zachtjes koken
Vlees, lever, eieren, braadworsten
Goulash, rollade, pens
7 - 8
Koken
Braden
Aardappelen, beignets,
platte koeken
9
Braden
Op kooktemperatuur brengen
Steaks, omeletten
Water
P en
Braden
Op kooktemperatuur brengen
Aan de kook brengen van grote
hoeveelheden water
ONDERHOUD EN REINIGING
Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico op brandwonden.
Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel
aanbevolen product voor vitrokeramisch glas.
Gebruik in geen geval toestellen die met “stoom” of met “druk” werken.
Geen voorwerpen gebruiken die het vitrokeramische glas kunnen beschadigen (zoals
schuursponzen of mespunten…).
Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.
Droog het apparaat met een propere doek.
Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten.
KLEINE STORINGEN VERHELPEN
De kookplaat of de kookzone werkt niet:
de kookplaat is slecht op het elektrisch net aangesloten
de veiligheidszekering is gesprongen
kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld
de tiptoetsen zijn met water of vet bespat
er staat een voorwerp op de tiptoetsen
Het symbool [ U ] licht op:
er staat geen kookpot op de kookzone
de kookpot is niet geschikt voor inductie
de diameter van de bodem van de kookpot is te klein in vergelijking met de kookzone
Het symbool [ E ] licht op:
Het elektronisch systeem is ontregeld
Ontkoppel de kookplaat en sluit opnieuw aan
Doe beroep op de dienst na verkoop
15
Een enkele zone of alle zones vallen uit:
de veiligheid is in werking getreden
deze treedt in werking wanneer u een kookzone bent vergeten uit te schakelen
de veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn
een kookpan is leeg en de bodem is oververhit
de kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen en
over een automatische uitschakeling bij oververhitting
De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel:
dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur
de ventilator stopt vanzelf.
De bediening van automatisch koken treedt niet in werking:
de kookzone is nog warm [ H ]
het maximum kookniveau staat aan [ 9 ]
Het symbool [ U ] licht op:
Zie hoofdstuk “Warmhouden“.
Het symbool [ II ] licht op:
Zie hoofdstuk “Stop&Go“.
MILIEUBESCHERMING
de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar.
de elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw gemeente over de
recyclagemogelijkheden.
Werp het apparaat niet weg met het huisvuil
Doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of breng
uw elektrisch apparaat naar het containerpark van uw gemeente
16
INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN
De montage dient enkel door erkende specialisten uitgevoerd te worden.
De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven.
Plaatsen van de waterdichte strip
De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel.
Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd.
Inbouw
De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat:
De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen.
De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd
mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden.
Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het kookvlak.
De bekledingen van de werkbladen dienen in warmtebestendige materialen (100°C) te
worden uitgevoerd.
De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact met vocht. Om de uitsnijding
te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm.
De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn.
Installeer de kookplaat niet boven een niet-geventileerde oven of een vaatwasmachine.
Onder de omkasting van het apparaat een afstand van 20 mm voorzien om een goede
verluchting van de elektronische apparatuur te verzekeren.
Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen in
op te bergen (bv. spray) en voorwerpen die niet warmtebestendig zijn.
Voor de afstand tussen de kookplaat en de erboven geplaatste dampkap, dient u de
instructies van de fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan instructies, dient u
een afstand van minimum 760 mm te respecteren.
De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen enkele mechanische spanning
onderhevig zijn, zoals bijvoorbeeld een lade.
Afmetingen
uitsnijding
Afmetingen
vlakbouw
Afmetingen glas
Type
Breedte
Diepte
Breedte
Diepte
Straal
Breedte
Diepte
Hoogte
3762
350
490
386
526
8
380
520
4
3772
370
490
386
526
8
380
520
5.4
De beschermfolie (3) verwijderen en de
dichtingstrip (2) op de rand van de kookplaat
plakken op 2 mm van de buitenrand
17
ELEKTRISCHE AANSLUITING
De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan
een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen.
Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven.
De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de
onderkant van het apparaat.
Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net
gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening
minstens 3mm bedragen.
Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige
voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële
schakelaars en contacten.
Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen
voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden, in overeenstemming met de
installatieregeling.
De voedingsslang moet zo geplaatst worden dat deze de hete delen van de kookplaat of de
oven niet raakt.
Let op !
Dit apparaat is voorzien voor aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ.
Verbind steeds de aarding.
Respecteer het aansluitingsschema.
Gebruik de aansluitkabel die meegeleverd is.
De groen/gele draad correspondeert met de aarddraad, de blauwe met de neutraal en de bruine
met de fase.
* berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990
Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen.
Netwerk
Aansluiting
Kabel diameter
Kabel
Beschermingsk
aliber
230 V~ 50/60 Hz
1 fase +N
3 x 2,5 mm
2
H 05 VV - F
H 05 RR - F
16 A *
We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een
slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte
aarding.
51
DESCRIPTION OF THE APPLIANCE
Technical characteristics
Type
Total Power
Heating zone
Nominal
Power*
1
st
Booster
Power*
2
nd
Booster
Power*
Minimum
diameter
detection
3762
Super Flex
Zone
3700 W
2 zones
220 x 180 mm
2100 W
2600 W
3700 W
100 mm
3772
Wok
3200 W
314 mm
2000 W
2500 W
3200 W
-
* The given power may change according to the dimensions and material of the pan.
Control panel
Power selection zone
Slider” (rear zone)
Power selection zone
Slider (front zone)
Timer keys
Timer
display
Power display
Keep warm
displays
Bridge
display
Timer
display
Area Keep warm
function
Pause/
Recal
key
On/Off key
Locking key

Documenttranscriptie

VEILIGHEID Voorzorgsmaatregelen voor gebruik van het toestel           Verwijder alle verpakkingen. De installatie en de elektrische aansluiting van het apparaat dienen aan een erkende vakman toevertrouwd te worden. De fabrikant kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor eventuele schade voortkomend uit een foutieve inbouw of aansluiting. Het apparaat mag enkel gebruikt worden wanneer het gemonteerd en geïnstalleerd is in een meubel met een gehomologeerd en aangepast werkvlak. Het is enkel bestemd voor gewoon huishoudelijk gebruik (bereiding van voedingsmiddelen) met uitsluiting van alle ander huishoudelijk, commercieel of industrieel gebruik. Verwijder alle etiketten en zelfklevers van het vitrokeramische glas. Het apparaat niet ombouwen of wijzigen. De kookplaat dient niet als ondergrond of werkvlak. De veiligheid wordt enkel verzekerd wanneer het apparaat volgens de vereiste voorschriften op een aardleiding is aangesloten. Gebruik geen verlengkabel voor de aansluiting op het elektrische net. Het apparaat mag niet gebruikt worden boven een vaatwasmachine of een droogkast, de vrijgekomen damp kan de elektronische apparatuur beschadigen. Gebruik van het apparaat            Schakel de warmtebron na gebruik steeds uit. Waak steeds over bereidingen die oliën en vetten bevatten want deze kunnen vlug vlam vatten. Pas op voor brandwonden tijdens en na het gebruik van het apparaat. Kinderen het apparaat niet laten manipuleren. Verzeker u ervan dat geen enkele elektrische kabel van een vast of los apparaat met het warme kookvlak of met een warme kookpot in contact komt. Magnetisch gevoelige voorwerpen (creditcards, informaticadiskettes, rekenmachines) mogen zich niet in de onmiddellijke nabijheid van het functionerende apparaat bevinden. Gebruik enkel de hiertoe voorziene kookpotten. Bij onverhoeds aanschakelen of restwarmte zouden andere materialen kunnen smelten of ontbranden. Bedek het apparaat nooit met een doek of een beschermblad. Het zou kunnen verhitten en ontvlammen. Dit toestel is niet geschikt voor gebruik door personen (inclusief kinderen) met verminderd lichamelijke, zintuiglijke waarneming of geestelijke vermogens of gebrek aan kennis en ervaring, tenzij zij begeleiding of instructies krijgen over het gebruik van het toestel door een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid. Kinderen moeten zodanig begeleid worden dat het zeker is dat zij niet gaan spelen met het toestel. Metalen voorwerpen zoals messen, vorken, lepels en deksels mogen niet geplaatst worden op het glazen kookoppervlak omdat deze dan heet kunnen worden. 4 Voorzorgsmaatregelen tegen beschadiging           Beschadigde kookpotten of kookpotten met ruwe bodem (niet geëmailleerd gietijzer) kunnen het glas beschadigen. De aanwezigheid van zand of andere schuurmaterialen kunnen het glas beschadigen. Laat geen voorwerpen (zelfs kleine) op het glas vallen. Vermijd het stoten van kookpotten tegen de rand van het glas. Verzeker u ervan dat de ventilatie van het apparaat verloopt volgens de instructies van de fabrikant. Plaats of laat geen lege kookpotten op de kookplaat. Vermijd het contact van suiker, synthetische stoffen of aluminiumfolie met de hete zones. Deze stoffen kunnen tijdens het afkoelen het vitrokeramische glas doen barsten of aantasten: schakel het apparaat uit en verwijder ze onmiddellijk van de nog hete zones (opgepast: risico voor brandwonden). Plaats nooit een warme kookpot op de bedieningszone. Indien er onder het inbouwapparaat een lade is, zorg dan voor een voldoende afstand (2 cm) tussen de inhoud van de lade en de onderkant van het apparaat teneinde een goede ventilatie te verzekeren. Leg geen ontvlambare voorwerpen (bvb. sprays) in de lade onder de kookplaat. Eventuele bestekbakken dienen in warmtebestendig materiaal te zijn uitgevoerd. Voorzorgsmaatregelen bij defect van het apparaat     Bij het vaststellen van een defect, het apparaat uitzetten en de elektrische toevoer uitschakelen. Schakel onmiddellijk de elektrische stroom van het apparaat uit indien er een barst of spleet in het vitrokeramische glas is en verwittig de dienst na verkoop. De herstellingen dienen enkel door gespecialiseerd personeel te worden uitgevoerd. In geen geval het apparaat zelf openen. WAARSCHUWING: Als het glazen kookoppervlak gebroken is, schakel het toestel uit om een mogelijke elektrische schok te voorkomen. Andere voorzorgsmaatregelen    Zorg ervoor dat de kookpot steeds in het midden van de kookzone staat. De bodem van de kookpot moet de kookzone zoveel mogelijk bedekken. Een magnetisch veld kan elektronische apparatuur beïnvloeden. Personen die een pacemaker dragen doen er goed aan eerst de verdeler of een arts te raadplegen. Gebruik geen synthetische of aluminium kookpannen: deze kunnen op de nog hete zones smelten. HET GEBRUIK VAN NIET GESCHIKTE POTTEN EN PANNEN OF VAN VERWIJDERBARE ACCESSOIRES OM POTTEN, NIET GESCHIKT VOOR INDUCTIE, OP TE WARMEN, VALT NIET ONDER DE GARANTIEVOORWAARDEN. DE FABRIKANT KAN NIET VERANTWOORDELIJK GEHOUDEN WORDEN VOOR BESCHADIGINGEN AAN DE KOOKPLAAT EN HAAR OMGEVING DIE HIERVAN HET GEVOLG KUNNEN ZIJN. 5 BESCHRIJVING VAN HET APPARAAT Technische kenmerken Type Total vermogen Zones 3762 Super Flex Zone 3700 W 2 zones 220 x 180 mm 2100 W 3772 Wok 3200 W 314 mm 2000 W Super Power* Detectie kookpan 2600 W 3700 W 100 mm 2500 W 3200 W - Normaal* Met Power* * het vermogen kan variëren in functie van de afmetingen en het materiaal van de kookpotten Bedieningspaneel Warmhoud lampje Bridge lampje Slider voor regeling vermogenniveau en timer (zone achter) Timer lampje Aanduiding van het vermogenniveau Timer toets Aanduiding van de timer Zone Slider voor regeling Warmhoudfunctie vermogenniveau en timer (zone voor) Vergrendeltt toets 6 Aan / Uit Stop& Go toets GEBRUIK VAN HET APPARAAT Display Display 0 1…9 U A E H P U II Aanduiding Nul Vermogenniveau Detectie kookpan Onmiddellijke opwarming Foutmelding Restwarmte Power Super Power Warmtebehoud Stop&Go Omschrijving Kookzone geactiveerd Keuze kookniveau Geen of onaangepaste kookpan Aankookautomaat Defect elektronisch circuit De kookzone is warm Power is geactiveerd Super Power is geactiveerd Automatisch behoud op 42, 70, 94° Stop&Go is geactiveerd Ventilatie De koelingsventilator functioneert helemaal automatisch. Hij komt langzaam op gang zodra de door de elektronica vrijgekomen calorieën een bepaalde hoeveelheid overschrijden. De ventilatie schakelt naar de tweede snelheid over wanneer het kookvlak intensief gebruikt wordt. De ventilator vermindert snelheid en stopt automatisch zodra het elektronische circuit voldoende is afgekoeld. IN WERKING STELLEN EN GEBRUIK VAN HET APPARAAT Voor het eerste gebruik Poets uw toestel met een vochtige doek en droog het af. Gebruik geen detergent, deze kan op het glas een blauwachtige waas doen verschijnen. Principe van inductie Onder elke kookzone bevindt zich een inductiespoel. Wanneer deze in werking is, produceert ze een variabel elektromagnetisch veld, dat op zijn beurt inductiestroom produceert in de magnetische bodem van de kookpot. Hierdoor verwarmt de kookpot die op de kookzone staat. Uiteraard zijn aangepaste kookpotten vereist:  Aanbevolen zijn alle metalen kookpotten met magnetische basis (eventueel met een magneet te controleren) zoals: gietijzeren ketel, zwarte ijzeren pan, geëmailleerde metalen kookpotten, in inox met magnetische bodem, …(zie ook p.12 Kwaliteit van de kookpotten)  Uitgesloten zijn alle kookpotten in koper, inox, aluminium, glas, hout, keramiek, aardewerk, inox zonder magnetische bodem… De inductiekookzone houdt onmiddellijk rekening met de afmeting van de gebruikte kookpot. Is de diameter te klein, dan werkt de kookpot niet. De diameter varieert in functie van de diameter van de kookzone. Wanneer de kookpot niet aan de kookplaat aangepast is, blijft het symbool [ U ] branden. 7 Tiptoetsen Uw apparaat is uitgerust met tiptoetsen waarmee u de verschillende functies kan instellen. Het aanraken van de toets zet de functie in werking. Deze activering wordt weergegeven door een lichtje, een aflezing en/of een geluidssignaal. Niet op meerdere toetsen tegelijk duwen bij normaal gebruik. Slider voor regeling van vermogenniveau en timer Voor de selectie van het vermogen volstaat het om met uw vinger over de slider te glijden. U heeft ook rechtstreeks toegang tot een bepaald niveau door met uw vinger het gewenste niveau te selecteren. “SLIDER“voor vermogensregeling en timer “SLIDER“ Directe keuze Inwerkingstelling  In- en uitschakelen van de kookplaat: Actie Bedieningspaneel Inschakelen Druk op [ 0/I ] Uitschakelen Druk op [ 0/I ]  In- en uitschakelen van een kookzone: Display [0] geen of [ H ] Actie Instellen (Sterkteregeling) Uitschakelen Display [ 1 ] tot [ P ] Bedieningspaneel Glijden over de “SLIDER“ naar rechts of links Glijden tot [ 0 ] over de “SLIDER“ [ 0 ] of [ H ] Indien binnen de 20 seconden geen regeling is uitgevoerd, valt de elektronica terug op de wachtpositie. 8 Detectie van de kookpot . Deze kookplaat is uitgerust met een interactief controlesysteem dat het gebruik van de kookplaat nog vereenvoudigd. Wanneer u een kookpot op de ingeschakelde kookplaat plaatst, wordt deze automatisch gedecteerd. Bovendien krijgt u een indicatie [0] welke slider u dient te gebruiken voor de desbetreffende zone. De detectie van de kookpot verzekert een optimale veiligheid. De inductiekookplaat werkt niet:   indien er geen kookpot op de kookzone staat of wanneer de kookpot ongeschikt is voor inductie. In dit geval is het onmogelijk het vermogen op te voeren en het symbool [ U ] verschijnt op de display. Wanneer een kookpot op de kookzone wordt geplaatst verdwijnt de [ U ]. De werking wordt onderbroken wanneer tijdens het koken de kookpot van de kookzone wordt genomen. Het symbool [ U ] verschijnt op de display. De [ U ] verdwijnt wanneer de kookpot terug op het kookvlak wordt geplaatst. Het koken gaat door op het voordien gekozen vermogen. Schakel de kookzone uit na gebruik. De pandetectie [ U ] blijft dan niet actief. Aanduiding restwarmte Als de kookzones nog warm zijn na het uitzetten ervan of na het volledig uitzetten van de kookplaat, wordt dit aangegeven door [ H ]. Het symbool [ H ] gaat uit wanneer de kookzones zonder gevaar kunnen aangeraakt worden. Zolang het lampje van de restwarmte blijft branden, de kookzones niet aanraken en geen enkel warmtegevoelig voorwerp op de kookzones plaatsen. Gevaar voor brand of brandwonden! Power functie en Super Power functie De Power functie [ P ] en Super Power [ ] verlenen aan de gekozen kookzone een opgevoerd vermogen. Indien deze functie geactiveerd is, werken deze kookzones gedurende 10 minuten met een aanmerkelijk hoger vermogen. Power is ontworpen om bijvoorbeeld snel grote hoeveelheden water te verwarmen, zoals bij de bereiding van pasta.  In- en uitschakelen van Power: Actie Power inschakelen Power uitschakelen  Bedieningspaneel Tot het einde van de « SLIDER » glijden of meteen op het einde van de “SLIDER” duwen Glijden over de “SLIDER“ Display [P] [ 9 ] naar [ 0 ] In- en uitschakelen van Super Power: Actie Power inschakelen Super Power inschakelen Super Power uitschakelen Power uitschakelen Bedieningspaneel Tot het einde van de « SLIDER » glijden of meteen op het einde van de “SLIDER” duwen Druk op [ + ] Druk opnieuw [ + ] Glijden over de “SLIDER“ 9 Display [P] [ en P ] [ P ] naar [ 0 ] [ 9 ] naar [ 0 ] Beheer van het maximaal vermogen: Het geheel van de kookplaat is voorzien van een maximaal vermogen. Wanneer de Power functie geactiveerd is – en om dit maximaal vermogen niet te overschrijden – vermindert de elektronische bediening automatisch het kookniveau van een andere kookzone. Gedurende enkele seconden geeft de display van deze kookzone al knipperend [ 9 ] weer, vervolgens wordt het hoogst mogelijke kookniveau weergegeven: Gekozen kookzone [ P ] wordt weergegeven Andere kookzone (bijvoorbeeld: kookniveau 9 ) [ 9 ] wordt [ 6 ] of [ 8 ] naargelang de kookzone Timer functie De timerfunctie kan voor alle kookzones tegelijk gebruikt worden en dit met verschillende tijdsaanduidingen ( van 0 tot 999 minuten ) voor elke zone.  Regeling of wijziging van de kooktijd: Actie Selecteer het vermogen Selecteer de timer Duurtijd verminderen Duurtijd verlengen Bedieningspaneel over « SLIDER »”glijden“ druk tegelijkertijd op [ - ] en [ + ] van de timer tot de zandloper van de desbetreffende zone oplicht druk op [ - ] van de timer druk op [ + ] van de timer Display [ 1 ] tot [ P ] zandloper van de zone licht op [ 60 ] gaat naar 59… de tijd verlengt Na enkele seconden knippert de led [min] niet meer. De tijd is geselecteerd en het aftellen begint.  Uitschakelen van de timerfunctie: Actie Selecteer de timer Stop de timer Bedieningspaneel tegelijkertijd drukken op [ - ] en [ + ] van de timer tot de gewenste zandloper oplicht blijf op [ - ] van de timer drukken Display de tijd wordt weergegeven [ 000 ] Indien verschillende timers geactiveerd zijn, volstaat het deze actie te herhalen.  Gebruik van de timer zonder koken: De timer werkt ook onafhankelijk van de zones en wordt gedesactiveerd. van zodra een zone in werking treedt. Indien de kooktafel wordt uitgeschakeld loopt de onafhankelijke kookwekker nog verder tot het einde van de ingestelde tijd. Actie Bedieningspaneel Display De kookplaat inschakelen druk op [ 0/I ] [0] Selecteer de timer druk tegelijkertijd op [ - ] en [ + ] [ 000 ] van de timer Duurtijd verminderen druk op [ - ] van de timer [ 60 ] gaat naar 59… Duurtijd verlengen druk op [ + ] van de timer de tijd verlengt Na enkele seconden knippert de led [min] niet meer. De tijd is geselecteerd en het aftellen begint.  Automatisch uitschakelen op het einde van de kooktijd: Zodra de geselecteerde kooktijd afgelopen is, gaat de display knipperen [ 000 ], er klinkt een signaal en de kookzone stopt. Om het geluidssignaal en het knipperen te stoppen drukt u op [ - ] of [ + ] van de timer. 10 Programmeren van de aankookautomaat Alle kookzones zijn uitgerust met een aankookautomaat. De kookzone functioneert eerst een zekere tijd op volle kracht en vermindert dan automatisch tot het gekozen vermogen.  Programmeren van de aankookautomaat: Actie Het vermogen kiezen (vb. « 7 »)  Bedieningspaneel over de “SLIDER glijden tot [ 7 ] en 3s blijven duwen Display [ 7 ] knippert met [ A ] Stopzetten van de aankookautomaat: Actie Het vermogen kiezen Bedieningspaneel Glijdt over de “SLIDER“ Display [ 0 ] tot [ 9 ] Stop&Go Functie Deze functie onderbreekt de activiteit van de kookplaat tijdelijk en laat een herstart met dezelfde instellingen toe.  Aan- en uitzetten van Stop&Go: Actie Bedieningspaneel Display Stop&Go aanzetten Stop&Go uitzetten druk op [ II ] druk op [ II ] druk op de geanimeerde « SLIDER » [ II ] verschijnt geanimeerde « SLIDER » de vorige instellingen verschijnen Herhalingfunctie Na het uitzetten van de kookplaat [ 0/I ] is het mogelijk de laatst gekozen instellingen te herhalen:  Staat van alle kookzones (vermogen)  Minuten en seconden van de geprogrammeerde kookzones door de timers  Functie “automatisch koken”  Warmhoud functie De herhalingsprocedure is als volgt:  Duw op de toets [ 0/I ]  Duw op [ II ] voor het knipperen stopt.  De vorige instellingen zijn opnieuw actief. Warmhoudfunctie Deze functie maakt het mogelijk een temperatuur van 42°C, 70°C of 94°C te bereiken en automatisch te behouden. Dit voorkomt dat vloeistoffen overlopen en dat gerechten aan de bodem van de kookpot gaan kleven.  Aanzetten, stopzetten van de Warmhoudfunctie: Actie Bedieningspaneel Activeer warmhouden 42°C druk 1 maal de zone onder [ ] [ U ] en led [ ] druk 2 maal de zone onder [ druk 3 maal de zone onder [ over de « SLIDER » glijden of op [ ] drukken tot [ 0 ] De maximale duur van het warmhouden is 2 uur. ] ] [ U ] en led [ [ U ] en led [ [ 0 ] tot [ 9 ] [0] ] ] Activeer warmhouden 70°C Activeer warmhouden 94°C Warmhoudfunctie stoppen 11 Display Bridge Functie (lenkel bij 3762) Deze functie laat toe om 2 zones tegelijkertijd te laten werken en te bedienen. Gebruik van de Power functie is in dit geval niet mogelijk. Actie Kookplaat aanzetten Bridge activeren Bridge verhogen Bridge stopzetten Bedieningspaneel Selecteer [ 0/I ] tegelijkertijd op de zone onder [ ] duwen van de 2 te combineren zones over de « SLIDER » glijden tot het gewenste vermogen tegelijkertijd op de zone onder [ ] duwen van de 2 gecombineerde zones Display [0] [ 0 ] en [ ] [ 1 tot 9 ] [0] Vergrendeling van het bedieningspaneel Om te vermijden dat een selectie van de kookplaat wordt gewijzigd, bijvoorbeeld bij het poetsen van het glas, kan het bedieningspaneel worden vergrendeld (behalve de toets aan/uit [ 0/I ]). Actie Bedieningspaneel Kookplaat vergrendelen Kookplaat ontgrendelen vinger gedurende 6s op [ vinger gedurende 6s op [ 12 Display ] houden: led vergrendeling licht op ] houden: led vergrendeling gaat uit KOOKADVIES Kwaliteit van de kookpotten Aangepaste kookpotten: staal, geëmailleerd staal, gietijzer, inox met magnetische bodem, aluminium met magnetische bodem. Niet aangepaste kookpotten: aluminium en inox zonder magnetische bodem, koper, messing, keramiek, porselein. De fabrikanten vermelden wanneer hun producten geschikt zijn voor inductie. Om u ervan te verzekeren dat de kookpotten geschikt zijn:  Giet een beetje water in een kookpot en plaats deze op een inductie kookzone ingesteld op [ 9 ]. Het water moet binnen enkele seconden opwarmen.  Houd een magneet tegen de bodem van de kookpot. De magneet moet blijven plakken. Sommige kookpotten zoemen wanneer ze op een inductie kookzone geplaatst worden. Dit wil niet zeggen dat het apparaat defect is en het beïnvloedt het functioneren helemaal niet. Afmetingen van de kookpotten De kookzones passen zich in zekere mate automatisch aan de diameter van de kookpot aan. De bodem van deze kookpot dient wel een minimum diameter te hebben in functie van de diameter van de gekozen kookzone. Plaats de kookpot goed in het midden van de kookzone teneinde een optimaal rendement van uw kooktafel te verkrijgen. De wok moet echter een diameter hebben die aangepast is aan de vorm van het vitrokeramische glas. Standaard wordt een aangepaste wok meegeleverd. U kunt ook steeds bij uw handelaar terecht om een wok te bekomen met een diameter van 314 mm of gebruik de meegeleverde wok. 13 Voorbeelden van vermogenregeling (de hieronder vermelde waarden zijn enkel richtgevend) 3-4 Smelten Opwarmen Opzwellen Ontdooien Stoom 4-5 Water 6-7 Zachtjes koken 1-2 2-3 7-8 9 P en Sauzen, boter, chocolade, gelatine Kant- en klaargerechten Rijst, pudding en bereidde gerechten Groenten, vis, diepgevroren producten Groenten, vis, vlees Gekookte aardappelen, soep, pasta Verse groenten Vlees, lever, eieren, braadworsten Goulash, rollade, pens Aardappelen, beignets, platte koeken Steaks, omeletten Water Aan de kook brengen van grote hoeveelheden water Koken Braden Braden Op kooktemperatuur brengen Braden Op kooktemperatuur brengen ONDERHOUD EN REINIGING Laat het apparaat eerst afkoelen, anders is er risico op brandwonden.  Verwijder de kookresten met een beetje water met afwasproduct of een in de handel aanbevolen product voor vitrokeramisch glas.  Gebruik in geen geval toestellen die met “stoom” of met “druk” werken.  Geen voorwerpen gebruiken die het vitrokeramische glas kunnen beschadigen (zoals schuursponzen of mespunten…).  Gebruik geen schuurproducten, deze kunnen het apparaat beschadigen.  Droog het apparaat met een propere doek.  Verwijder onmiddellijk suiker of spijzen die suiker bevatten. KLEINE STORINGEN VERHELPEN De kookplaat of de kookzone werkt niet:      de kookplaat is slecht op het elektrisch net aangesloten de veiligheidszekering is gesprongen kijk na of de vergrendeling niet is ingeschakeld de tiptoetsen zijn met water of vet bespat er staat een voorwerp op de tiptoetsen Het symbool [ U ] licht op:    er staat geen kookpot op de kookzone de kookpot is niet geschikt voor inductie de diameter van de bodem van de kookpot is te klein in vergelijking met de kookzone Het symbool [ E ] licht op:    Het elektronisch systeem is ontregeld Ontkoppel de kookplaat en sluit opnieuw aan Doe beroep op de dienst na verkoop 14 Een enkele zone of alle zones vallen uit:      de veiligheid is in werking getreden deze treedt in werking wanneer u een kookzone bent vergeten uit te schakelen de veiligheid treedt eveneens in werking wanneer één of meerdere tiptoetsen bedekt zijn een kookpan is leeg en de bodem is oververhit de kookplaat beschikt eveneens over een automatische vermindering van het vermogen en over een automatische uitschakeling bij oververhitting De ventilator blijft doorwerken na het uitzetten van de kooktafel:   dit is geen defect, de ventilator beveiligt zo de elektronische apparatuur de ventilator stopt vanzelf. De bediening van automatisch koken treedt niet in werking:   de kookzone is nog warm [ H ] het maximum kookniveau staat aan [ 9 ] Het symbool [ U ] licht op:  Zie hoofdstuk “Warmhouden“. Het symbool [ II ] licht op:    Zie hoofdstuk “Stop&Go“. MILIEUBESCHERMING   de verpakkingsmaterialen zijn ecologisch en recycleerbaar. de elektronische apparaten bevatten edele metalen. Informeer u bij uw gemeente over de recyclagemogelijkheden. Werp het apparaat niet weg met het huisvuil Doe beroep op de daartoe voorziene ophaaldienst of breng uw elektrisch apparaat naar het containerpark van uw gemeente 15 INSTALLATIEVOORSCHRIFTEN De montage dient enkel door erkende specialisten uitgevoerd te worden. De gebruiker dient de wetgeving en de normen van het land van zijn verblijfplaats na te leven. Plaatsen van de waterdichte strip De zelfklevende strip geleverd met het apparaat vermijdt infiltratie in het meubel. Het plaatsen dient met grote zorg volgens onderstaande tekening te worden uitgevoerd. De beschermfolie (3) verwijderen en de dichtingstrip (2) op de rand van de kookplaat plakken op 2 mm van de buitenrand Inbouw            De uitsparing in het tablet volgens model kookplaat: Afmetingen Afmetingen Afmetingen glas uitsnijding vlakbouw Type Breedte Diepte Breedte Diepte Straal Breedte Diepte Hoogte 3762 350 490 386 526 8 380 520 4 3772 370 490 386 526 8 380 520 5.4 De afstand tussen de kookplaat en de muur dient minstens 50 mm te bedragen. De kookplaat is een apparaat toebehorend aan de beschermingsklasse « Y ». Ingebouwd mag zich een hoge kastwand of een muur aan een zijde en aan de achterzijde bevinden. Aan de andere zijde mag geen enkel meubel of apparaat hoger zijn dan het kookvlak. De bekledingen van de werkbladen dienen in warmtebestendige materialen (100°C) te worden uitgevoerd. De materialen van het werkblad kunnen opzwellen bij contact met vocht. Om de uitsnijding te beschermen, bestrijk deze met een vernis of een speciale lijm. De strippen aan de muurranden dienen hittebestendig te zijn. Installeer de kookplaat niet boven een niet-geventileerde oven of een vaatwasmachine. Onder de omkasting van het apparaat een afstand van 20 mm voorzien om een goede verluchting van de elektronische apparatuur te verzekeren. Indien er zich een lade onder de kookplaat bevindt, vermijd er ontvlambare voorwerpen in op te bergen (bv. spray) en voorwerpen die niet warmtebestendig zijn. Voor de afstand tussen de kookplaat en de erboven geplaatste dampkap, dient u de instructies van de fabrikant van de dampkap te volgen. Bij gebrek aan instructies, dient u een afstand van minimum 760 mm te respecteren. De verbindingskabel mag na aansluiting aan geen enkele mechanische spanning onderhevig zijn, zoals bijvoorbeeld een lade. 16 ELEKTRISCHE AANSLUITING        De installatie en de aansluiting op het elektrische net mag enkel toevertrouwd worden aan een vakman (elektricien) die op de hoogte is van de voorgeschreven normen. Na het monteren moeten de stukken die onder spanning staan beschermd blijven. De nodige aansluitgegevens staan op het kenplaatje en het aansluitingsplaatje aan de onderkant van het apparaat. Het apparaat dient door middel van een meerpolige stroomonderbreker van het net gescheiden te zijn. Staat deze open (niet aangesloten), dan moet de contactopening minstens 3mm bedragen. Het elektrische circuit dient van het net gescheiden te zijn door middel van de nodige voorzieningen zoals bijvoorbeeld beveiligingsschakelaars, zekeringen, differentiële schakelaars en contacten. Indien het toestel niet voorzien is van een bereikbaar stopcontact, dan moeten middelen voor uitschakeling aan de vaste installatie toegevoegd worden, in overeenstemming met de installatieregeling. De voedingsslang moet zo geplaatst worden dat deze de hete delen van de kookplaat of de oven niet raakt. Let op ! Dit apparaat is voorzien voor aansluiting op een netspanning van 230V~ 50 / 60 HZ. Verbind steeds de aarding. Respecteer het aansluitingsschema. Gebruik de aansluitkabel die meegeleverd is. De groen/gele draad correspondeert met de aarddraad, de blauwe met de neutraal en de bruine met de fase. Netwerk Aansluiting Kabel diameter Kabel Beschermingsk aliber 230 V~ 50/60 Hz 1 fase +N 3 x 2,5 mm2 H 05 VV - F H 05 RR - F 16 A * * berekend met de coëfficiënt van gelijktijdigheid volgens de standaard EN 60 335-2-6/1990 Let op ! De draden goed doorsteken en de schroeven goed aanspannen. We kunnen niet verantwoordelijk gesteld worden voor ongevallen voortkomend uit een slechte aansluiting of ongevallen die gebeuren door toestellen zonder of met een defecte aarding. 17 DESCRIPTION OF THE APPLIANCE Technical characteristics Type Total Power Heating zone Nominal Power* 1st Booster Power* 2nd Booster Power* Minimum diameter detection 3762 Super Flex Zone 3700 W 2 zones 220 x 180 mm 2100 W 2600 W 3700 W 100 mm 3772 Wok 3200 W 314 mm 2000 W 2500 W 3200 W - * The given power may change according to the dimensions and material of the pan. Control panel Keep warm displays Bridge display Power selection zone “Slider” (rear zone) Timer display Timer display Power display Area Keep warm function Timer keys Power selection zone “Slider” (front zone) Locking key 51 On/Off key Pause/ Recal key
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64

NOVY Inductie Wok de handleiding

Categorie
Kookplaten
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor