VOLTCRAFT VC280 - V06-10 de handleiding

Categorie
Multimeters
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbe-
triebnahme und Hand habung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte wei-
tergeben.
Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nach lesen auf!
Eine Auflistung der Inhalte finden Sie in dem Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden
Seitenzahlen auf Seite 5.
These operating instructions belong with this product. They contain important information for
putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on
to a third party.
Therefore look after these operating instructions for future reference!
A list of contents with the corresponding page numbers can be found in the index on page 32.
Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne
sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous
remettez le produit à des tiers.
Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile!
Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à la table des matières avec mention
de la page correspondante à la page 59.
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende
de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen!
U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de pagina-
nummers op pagina 88.
87
Inleiding
Geachte klant,
Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uit-
stekend apparaat in huis gehaald.
U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een
merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek met name onderscheidt door
specifieke vakkundigheid en permanente innovatie.
Met Voltcraft® worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als professionele
gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunsti-
ge verhouding van prijs en prestaties.
Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft is tegelijkertijd het begin van een langdurige en prettige
samenwerking.
Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product!
88
Inhoudsopgave
Inleiding ................................................................................................................................................87
Voorgeschreven gebruik ........................................................................................................................89
Bedieningselementen ............................................................................................................................90
Veiligheidsvoorschriften ........................................................................................................................91
Productbeschrijving ..............................................................................................................................93
Leveringsomvang ..................................................................................................................................94
Displaygegevens en symbolen ..............................................................................................................94
Meetbedrijf ............................................................................................................................................95
a) Meetapparaat inschakelen ........................................................................................................95
b) Spanningsmeting „V“ ..................................................................................................................96
c) Stroommeting “A” bij VC265 ......................................................................................................97
d) Stroommeting “µA/mA” bij VC280 ..............................................................................................98
e) Tangen-stroommeting “A” bij VC280 ..........................................................................................99
f) Frequentiemeting ......................................................................................................................101
g) Weerstandsmeting ....................................................................................................................101
h) Diodetest ..................................................................................................................................102
i) Doorgangstest ..........................................................................................................................102
j) Capaciteitsmeting ....................................................................................................................103
REL-functie ..........................................................................................................................................103
Low imp.-400 kΩ -functie ....................................................................................................................104
Auto-Power-Off-functie ........................................................................................................................104
Reiniging en onderhoud ......................................................................................................................104
Algemeen ............................................................................................................................................104
Reiniging ..............................................................................................................................................105
Meetapparaat openen ....................................................................................................................105
Zekeringswissel (alleen VC265) ....................................................................................................106
Plaatsen/vervangen van de batterij ................................................................................................106
Afvalverwijdering ..................................................................................................................................108
Verwijderen van lege batterijen ......................................................................................................108
Verhelpen van storingen ......................................................................................................................109
Technische gegevens ..........................................................................................................................110
89
Voorgeschreven gebruik
- Meting en weergave van de elektrische grootheden binnen het bereik van de overspanningscatego-
rie III (tot max. 600V t.o.v. aardpotentiaal, volgens EN 61010-1) en alle lagere categorieën. Het mee-
t apparaat en de toebehoren mogen niet
in de overspanningscategorie CAT IV (vb. aan de bron van
de laagspanningsinstallatie) worden ingezet.
- Meten van gelijk- en wisselspanningen tot max. 600 V
- Meten van gelijk- en wisselstroom tot max. 10 A bij VC 265 of 40 A via tangtransformator bij VC280
- Frequentiemeting tot 10 MHz
- Meten van capaciteiten tot 100 µF
- Meten van weerstanden tot 40 MZ
- Doorgangstest (< 10 Ohm akoestisch)
- Diodetest
De meetfuncties worden gekozen via een draaischakelaar. In alle meetfuncties is de automatische
meetbereikkeuze (Autorange) actief.
De beide stroommetingen van VC265 zijn met keramische groot vermogenzekeringen beveiligd tegen
overbelasting. De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden
Bij VC280 is het mA/µA-meetbereik met een zelf resettende PTC-zekering uitgerust. Het 40 A-meetbe-
reik is alleen met de meegeleverde tangtransformator CLA40 bruikbaar. Dit maakt het mogelijk de
contactloze stroommeting in stroomkringen zonder het stroompad te onderbreken
Een lage impedantie-functie (Low imp), maakt meting met gereduceerde binnenweerstand mogelijk.
Deze onderdrukt fantoomspanningen die in de hoogohmige metingen kunnen optreden. De meting met
gereduceerde impedantie is alleen toegestaan in de meetkring tot max. 250 V en alleen voor slechts
max. 3 s.
VC265 en VC280 werken met een gangbare, 9V alkalische blokbatterij. De tangtransformator heeft 2
microbatterijen (type AAA) nodig. Het gebruik is alleen toegestaan met de aangegeven batterijtypen.
Het meetapparaat mag in geopende toestand of met open batterijvak niet worden gebruikt. Metingen in
vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan. Ongunstige omstandigheden
zijn:
- Vocht of hoge luchtvochtigheid,
- stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen,
- onweer resp. weersomstandigheden zoals sterk elektrostatische velden enz.
Gebruik voor het meten alleen de meegeleverde meetsnoeren resp. meetaccessoires, die op de specifi-
caties van de multimeter afgestemd zijn.
Een andere toepassing dan hierboven beschreven kan leiden tot beschadiging van het product.
Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Het complete product
mag niet worden veranderd of omgebouwd!
Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik.
De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen!
90
Bedieningselementen
Zie uitklappagina
1 Passende rubberen bescherming
2 Scherm met aansluitingsverklaring
3 REL-toets
4 Draaischakelaar
5 mAµA-Meetbus
6 10 A-meetbus (bij VC265), stroomtang-meetbus bij VC280
7 VΩ -Meetbus(bij gelijke grootte “plus”)
8 COM-Meetbus (referentiepotentiaal “minus”)
9 Toets “SELECT” voor functieomschakeling (AC/DC, diode/doorgang)
10 Toets “Low Imp. 400 kΩ “ voor impedantieomschakeling (10 MΩ op 400 kΩ )
11 Blind deksel zonder functie
12 Statief-aansluitschroefdraad
13 Batterijvakschroef
14 Inklapbare standaard
15 Batterijvak
16 Batterij- en zekeringsdeksel
17 Stroomzekering F1 FF 0,5A H 1000 V (bij VC 280 zelfherstellend)
18 Stroomzekering F2 F 10 A H 1000 V (enkel VC265)
Tangtransformator CLA40 (enkel voor VC280)
19 Tastbare handgreepmarkering
20 Tangopeningshendel
21 Bedrijfsschakelaar met batterijwisselmelder
22 Veiligheidsaansluitstekker
23 Batterijvak aan achterzijde
24 Instelregelaar voor DC-statische afwijking
25 Stroomtangsensor
91
Veiligheidsvoorschriften
Lees voor de ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door, deze bevat
belangrijke aanwijzingen voor het juiste gebruik.
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het
recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik
of het niet opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen, aanvaarden wij geen aanspra-
kelijkheid! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie.
Als het instrument anders wordt gebruikt dan wat door de fabrikant voorzien is, kan de bescherming wor-
den geschaad die door het apparaat wordt geboden. Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstech-
nisch perfecte staat verlaten.
Volg de instructies en waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te
handhaven en een veilige werking te garanderen!
Let op de volgende symbolen:
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwij-
zing die absoluut opgevolgd dienen te worden.
Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veilig-
heidsbeperking van elektrische onderdelen in het apparaat.
Het “hand”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening.
Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de noodzakelijke Europese richtlijnen.
Het bliksemsymbool in het kwadraat waarschuwt voor gevaarlijke actieve geleiders.
Dit betekent dat er met de tangtransformator op geïsoleerde en niet-geïsoleerde geleiders kan
worden gemeten. Tijdens de meting mag men niet over de handgreepmarkeringen grijpen!
Beschermingsniveau 2 (dubbele of versterkte isolatie)
CAT II Overspanningscategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten, die via
een netstekker worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle kleinere cate-
gorieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen).
CAT III Overspanningscategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stopcontacten of
onderverdelingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het
meten aan elektrische apparaten).
Aardpotentiaal
92
Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het
apparaat niet toegestaan.
Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat.
Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen!
In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking
tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende
toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten.
Zorg bij elke spanningsmeting dat het meetapparaat zich niet binnen het stroommeetbereik bevindt.
De spanning tussen de aansluitpunten van het meetapparaat en aardpotentiaal mag niet hoger zijn dan
600 V DC/AC in CAT III.
Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject worden verwijderd.
Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >50 V wissel- (AC) resp. >75 V gelijkspanning
(DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van elektrische geleiders een levensgevaar-
lijke elektrische schok krijgen.
Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetsnoeren op beschadiging(en). Voer in geen
geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is.
Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitingen
/meetpunten tijdens de meting niet, ook niet indirect, aanraakt. Pak tijdens het meten niet boven de voel-
bare handgreepmarkeringen op de meetstiften vast.
Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikseminslag! / energierijke
overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakelingen en onderdelen van de
schakeling enz. absoluut droog zijn.
Vermijd gebruik van het apparaat in de direct omgeving van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- zendantennes of HF-generatoren.
Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst.
Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet
meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. U mag ervan uitgaan dat
een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien:
- het apparaat zichtbaar is beschadigd,
- het apparaat niet meer functioneert en
- het product gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of
- het apparaat tijdens transport zwaar is belast.
Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar een warme ruimte is
gebracht. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde omstandighe-
den beschadigd raken. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.
93
Productbeschrijving
De meetwaarden worden op de multimeter (hierna DMM genoemd) digitaal weergegeven. Het display
van de DMM bestaat uit 4000 counts (count = kleinst mogelijke displaywaarde). Bij VC265 gebeurt de
meting van spanning en stroom als echte effectieve waarde (TrueRMS), bij VC 280 wordt het absoluut
gemiddelde weergegeven.
Op het scherm worden verder de aan te sluiten meetbussen voor elk meetbereik op het scherm weer-
gegeven. Als de DMM 30 minuten niet wordt bediend, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld.
Deze functie spaart de batterijen en verlengt de gebruiksduur. De automatische uitschakeling kan manu-
eel worden gedesactiveerd.
Het meetapparaat is bestemd voor hobbygebruik maar ook voor professionele toepassingen.
Voor een betere afleesbaarheid kan de DMM worden neergezet met de standaard aan de achterzijde.
Het mA/µA-stroombereik van VC280 wijst op een vernieuwing. Bij dit meetapparaat is het niet meer
nodig een onbedoeld geactiveerde zekering te vervangen. De ingebouwde PTC-zekering reset zich na
een activering automatisch.
Het batterij- en zekeringsvak kan alleen geopend worden, wanneer alle meetsnoeren van het meetap-
paraat verwijderd worden. Bij geopend batterij- en zekeringsvak ik is het niet mogelijk om de meetsnoe-
ren in de meetbussen te steken. Dit verhoogt de veiligheid voor de gebruiker.
Draaischakelaar (4)
De afzonderlijke meetfuncties worden gekozen via een draaischakelaar. De
automatische bereikselectie “Autorange” is actief. Hierbij wordt altijd het
geschikte meetbereik ingesteld.
Op de draaischakelaar bevindt zich een functietoets (9). Met de toets
“SELECT” schakelt u de subfuncties om, indien een meetfunctie dubbel
belegd is (z.B. Omschakeling weerstandsmeting voor diodetest en door-
gangsmeting of AC/DC-omschakeling op een stroombereik). Met elke keer
drukken, schakelt u de functie om.
Het meetapparaat is op stand „OFF“ uitgeschakeld. Schakel het meetapparaat altijd uit als u het niet
gebruikt.
94
Leveringsomvang
Multimeter met passende, rubberen afscherming
Tangtransformator CLA40 (enkel bij VC280)
9V-blokbatterij
2 microbatterijen (type AAA, enkel bij VC280)
Veiligheidsmeetsnoeren
Gebruiksaanwijzing
Displaygegevens en symbolen
Afhankelijk van het model zijn er verschillende symbolen en gegevens beschikbaar. Dit is een lijst van
alle voorkomende symbolen en gegevens van de VC200-serie.
REL Delta-symbool voor relatieve metingen (=referentiewaardemeting)
Autorange duidt “automatische keuze van het meetbereik” aan.
Connect terminal Grafische aanwijzing voor de keuze van de vereiste meetbussen
Low imp.400kΩ Impedantieomschakeling in het V-meetbereik (0 MΩ op 400 kΩ )
OL Overload = overbelasting; het meetbereik werd overschreden
OFF Schakelstand “Meetapparaat uit”
Batterij vervangen-symbool; de batterij zo snel mogelijk vervangen om meet -
fouten te vermijden!
Symbool voor de diodetest
Symbool voor stroommeting met stroomtang
Symbool voor de akoestische doorgangsmeter
Symbool voor het capaciteitsmeetbereik
AC Wisselspanningsgrootheid voor spanning en stroom
DC Gelijkspanningsgrootheid voor spanning en stroom
+ Polariteitsaanduiding voor stroomvloeirichting (pluspool)
- Polariteitsaanduiding voor stroomvloeirichting (minpool)
mV Millivolt (exp.-3)
V Volt (eenheid van elektrische spanning)
A Ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte)
mA Milli-ampère (exp.-3)
µA Micro-ampère (macht -6)
Hz Hertz (eenheid van frequentie)
kHz Kilo Hertz (macht 3)
MHz Mega ohm, (macht 6)
Ohm (eenheid van elektrische weerstand)
kΩ Kilo ohm (macht 3)
MΩ Mega ohm, (macht 6)
nF Nano-Farad (macht. -9;eenheid van elektrische capaciteit, symbool )
µF Microfarad (macht -6)
95
Meetbedrijf
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50
V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meettoebehoren op bescha-
digingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meettoebehoren mogen
niet meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk!
Pak tijdens het meten de tangtransformator en de meetsnoeren niet boven de tast-
bare handgreepmarkeringen vast.
Het meten mag alleen worden uitgevoerd als de batterij- en zekeringsvak volledig
gesloten zijn. Bij een geopend vak zijn alle meetbussen mechanisch tegen insteken
beveiligd.
Er mogen altijd alleen die twee meetsnoeren op het meetapparaat aangesloten zijn, die
nodig zijn voor de meting. Verwijder om veiligheidsredenen alle niet benodigde meet-
snoeren uit het apparaat.
Voor elke meetfunctie wordt de juiste aansluitvolgorde van de meetbussen op het display
aangegeven. Houd hier mee rekening bij het aansluiten van de meetsnoeren op het meet-
apparaat.
Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik
overschreden.
a) Meetapparaat inschakelen
Draai de schakelaar op de betreffende meetfunctie (4). Draai de schakelaar op de stand „OFF“ om het
apparaat uit te zetten. Schakel het meetapparaat altijd uit als u het niet gebruikt.
Voordat u het meetapparaat kunt gebruiken, moeten eerst de meegeleverde batterij geplaatst
worden.
Het plaatsen en vervangen van de batterijen wordt in het hoofdstuk „Onderhoud en reiniging“
beschreven.
Meet de spanning voordat de tangtransformator (CLA40) wordt verwijderd van de DMM
(VC280)
96
b) Spanningsmeting „V“
Voor het meten van gelijkspanningen “DC” (V ) gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „V “. Voor kleine
spanningen tot max. 400 mV kiest u het meet bereik “mV
- Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7); het zwarte meet-
snoer in de COM-meetbus (8).
- Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject
(batterij, schakeling, enz.). De rode meetstift komt overeen met
de pluspool, de zwarte meetstift met de minpool.
- De betreffende polariteit van de meetwaarde wordt samen met de
actuele meetwaarde op het display weergegeven.
Zodra bij de gelijkspanning een min „-„ voor de meetwaarde verschijnt, is de gemeten span-
ning negatief (of de meetsnoeren zijn verwisseld).
Het spanningsbereik “V DC/AC” bezit een ingangsweerstand van >10 Mohm.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
Voor het meten van wisselspanningen “AC” (V ) gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „V “. Op het display verschijnt “AC”.
- Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7); het zwarte in de COM-meetbus (8).
- Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (generator, schakeling, enz.).
- De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
97
c) Stroommeting “A” bij VC265
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50
V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden
Metingen in het >5 A-gebied mogen max. 10 seconden duren, en worden uitgevoerd
met een interval van 15 minuten.
Begin de stroommeting altijd met het grootste meetbereik en wissel indien nodig naar een kleiner meet-
bereik. Voor een meetbereik altijd de stroom op de schakeling uitschakelen. Alle stroommeetbereiken
zijn gezekerd en dus beveiligd tegen overbelasting.
Voor het meten van gelijkstromen (A ) gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „A “.
- In de tabel kunnen de verschillende meetfuncties en de mogelijke meetbereiken bekeken worden.
Selecteer een meetbereik en de bijbehorende meetbussen.
Meetfunctie VC265 Meetbussen
µA <4000 µA COM + mAµA
mA 4000 µA – 399 mA COM + mAµA
A 400 mA – 10 A COM + 10A
- Steek het rode meetsnoer in de mA µA- of 10A-meet bus. Het zwarte
meetsnoer stopt u in de COM-meet bus.
- Sluit nu de beide meetsnoeren in serie aan met het meetobject (batterij,
schakeling, enz.); de betrokken polariteit van de meet waarde wordt
samen met de actuele meetwaarde op het display weergegeven.
Is er bij een gelijkstroommeting voor de meet waarde een “-”(min)-
teken te zien, dan is de gemeten stroom tegengesteld (of zijn de
meetsnoeren verwisseld).
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel
de DMM uit.
Voor het meten van wisselstroom (A ) gaat u te werk zoals hierboven beschreven.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „A “. Druk op de toets “SELECT” om naar het AC-meet-
bereik over te schakelen. Op het display verschijnt “AC”. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt
weer overgeschakeld enz.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
Meet op het bereik 10A in geen geval stromen van meer dan 10 A resp. in het mA/µA-
gebied stromen groter dan 400 mA: anders spreken de zekeringen aan.
98
d) Stroommeting “µA/mA” bij VC280
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50
V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden
Begin de stroommeting altijd met het grootste meetbereik en wissel indien nodig naar een kleiner meet-
bereik. Voor een meetbereik altijd de stroom op de schakeling uitschakelen.
De µA/mA-meetingang heeft een zelf resettende PTC-zekering, waardoor het vervangen van zekerin-
gen bij overbelasting vervalt.
Als de zekering is geactiveerd (geen verandering van meetwaarden, enz), schakelt u
de DMM uit (OFF) en wacht u ongeveer 5 minuten. De zelf resettende zekering koelt
af en is daarna weer klaar voor gebruik.
Voor het meten van gelijkstromen tot max. 400 mA gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik “µA “ of „mA “.
- In de tabel kunnen de verschillende meetfuncties en de mogelijke meetbereiken bekeken worden.
Selecteer een meetbereik en de bijbehorende meetbussen.
Meetfunctie VC265 Meetbussen
µA <4000 µA COM + mAµA
mA 4000 µA – 399 mA COM + mAµA
- Steek het rode meetsnoer in de “mA µA”-meetbussen Het zwarte meet-
snoer stopt u in de COM-aansluiting.
- Sluit nu de beide meetsnoeren in serie aan met het meetobject (batterij,
schakeling, enz.); de betrokken polariteit van de meetwaarde wordt
samen met de actuele meetwaarde op het display weergegeven.
Is er bij een gelijkstroommeting voor de meet waarde een
“-”(min)-teken te zien, dan is de gemeten stroom tegengesteld
(of zijn de meetsnoeren verwisseld).
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
Voor het meten van wisselstroom tot max. 400 mA gaat u te werk zoals hierboven beschreven.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik “µA ” of “mA ”. Druk op de toets “SELECT” om
naar het AC-meetbereik over te schakelen. Op het display verschijnt “AC”. Door nogmaals op de
knop te drukken, wordt weer overgeschakeld enz.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
Meet in het mA/µA-bereik in geen geval stroom groter dan 400 mA, aangezien dan de
PTC-zekering wordt geactiveerd.
99
e) Tangen-stroommeting “A” bij VC280
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50
V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden
Het meetbereik “tangstroommeting” is hoog-ohmig en kan alleen met de tangtrans-
formator “CLA40” worden gebruikt. Een directe meting is niet toegestaan.
De VC280 maakt via een tangtransformator de meting van gelijk- en wisselstroom tot 40 A mogelijk. De
meting gebeurt contactloos via een tangstroomsensor. Bij deze tangmeting is het niet langer wenselijk
de stroomkring te onderbreken.
De trangtransformator kan voor gelijk- en wisselstroommetingen worden gebruikt. Op de uitgang worden
10 mV per gemeten Ampère uitgegeven.
Het meetbereik “tangstroommeting” is hoog-ohmig en kan alleen met de tangtransformator “CLA40”
worden gebruikt.
De meetwaarde wordt op het scherm in Ampère weergegeven. Een omrekening zoals bij traditionele
adapters is niet nodig.
Verwijder voor het aansteken van de meetleidingen de transportbeschermingsdoppen. Deze voorkomen
het knellen van de isoleerhulzen aan de stekker bij het bewaren en het transport.
Voor het meten van gelijkstromen tot max. 40 A gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik “ A
- Steek het rode meetsnoer van de meetadapter in de A-meetbus (6). Het zwarte meet snoer stopt u in
de COM-meetbus (8).
- Schakel de tangtransformator met de aan/uit-schakelaar (21) aan. De adapter is in de schakelpositie
“ON” ingeschakeld. Positie “OFF” is uit.
- Zet de meter voor elke DC-meting op nul. Draai daartoe bij gesloten tang op de draairegelaar (24) tot
de meter op bijna nul staat (<0.050 A). De stroomtang is door de geïntegreerde hall-sensor zeer
gevoelig en moet na elk openen opnieuw worden afgeregeld.
Het kan gebeuren dat door externe invloeden geen precieze nulstand wordt bereikt (vb.
0.063 A etc.). In dit geval blijft de offset-fout lineair over het hele meet bereik en kan van de
meetwaarde worden afgetrokken. Dit betekent geen fout in de meting.
- Druk op de tanghendel (20) om de stroomtangsensor te openen en klem de meetadapter met de
polen in de juiste richting over de te meten leiding. De stroomvloeirichting moet met de polariteit-
saanduiding (+ of -) aan de stroomtang overeenstemmen. Let bij het omsluiten van een stroomgelei-
der erop dat de tangsensor juist is gesloten aangezien het anders tot meetfouten kan komen.
- De meetwaarde wordt op het display weergegeven.
- Er zijn verschillende methoden om met de tangtransformator te meten. Sluit het apparaat volgens de
afbeelding aan.
100
Enkelvoudige stroommeting: Lekstroommeting
Bij deze meting wordt de stroom gemeten die Bij de lekstroommeting worden toevoer- en
door een verbruiker vloeit. Let er daarom op terugvoerleiding omsloten. Bij correcte werking
altijd alleen een stroomgeleider te omsluiten mag er geen meetwaarde worden weergegeven.
aangezien anders de stromen van de toevoer- is er toch een weergave, dan kan dit op een
en terugvoerleiding aan beide kanten wordt stroomlek wijzen. Toevoer- en terugvoer-
opgeheven. voerende stroom zijn niet identiek.
Is er bij een gelijkstroommeting voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te zien, dan is de
gemeten stroom tegengesteld (of zijn de meetsnoeren of tangsensors verpoold).
- Verwijder na het meten de trangtransformator van het meetobject en schakel beide apparaten uit.
Voor het meten van wisselstroom tot max. 40 A gaat u te werk zoals hierboven beschreven.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „ A “. Druk op de toets “SELECT” om naar het AC-
meetbereik over te schakelen. Op het display verschijnt “AC”. Door nogmaals op de knop te drukken,
wordt weer overgeschakeld enz.
-
In het AC-meetbereik gebeurt de statische afwijking automatisch. De draairegelaar (24) heeft hier geen functie.
Het kan gebeuren dat door externe invloeden geen precieze nulstand wordt bereikt (vb.
0.098 A etc.). In dit geval blijft de offset-fout lineair over het hele meet bereik en kan van de
meetwaarde worden afgetrokken. Dit betekent geen fout in de meting.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
Zorg er voor, dat tijdens de meting bij het gebruiken van de Probe-converter
(CLA40), de vinger niet buiten het gemarkeerde gebied komt, zie figuur 19.
Als de Probe-converter CLA40 in bedrijf is, brandt de rode LED-lamp. Als de batterij
bijna leeg is, ongeveer 2,1 V, zal de rode LED-lamp gaan knipperen, om de gebruiker
te waarschuwen dat de batterij vervangen moet worden. Dit om fouten tijdens de
meting te vermijden.
101
f) Frequentiemeting
De DMM kan de frequentie van een signaalspanning tot 10 Hz - 10 MHz meten en weergeven.
Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik „Hz”. Op het scherm verschijnt
“Hz”.
- Steek het rode meetsnoer in de Hz-meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (signaal-
generator, schakeling, enz.).
- De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display weerge-
geven.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel
de DMM uit.
g) Weerstandsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningloos en ontladen zijn.
Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik “Ω ”.
- Steek het rode meetsnoer in de Ω -meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetstiften met
elkaar te verbinden. Nu moet zich een weerstandswaarde van ca. 0-0,5
ohm instellen (de eigen weerstand van de meetsnoeren).
- Druk op de toets “REL” (3), om de invloed van de eigen weerstand van
de meetsnoeren op de volgende weerstandsmeting uit te schakelen. Het
display geeft 0 ohm weer. De automatische bereikselectie (Autorange) is
actief. De autorange-functie wordt door een wissel van de meetfunctie
opnieuw geactiveerd (vb. 3 x op toets “SELECT” drukken).
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject. De meetwaarde wordt op het display weerge-
geven, mits het meet object niet hoogohmig of onderbroken is. Wacht tot de displaywaarde gestabili-
seerd is. Bij weerstanden >1 MOhm kan dit enkele seconden duren.
- Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik over-
schreden of is het meetcircuit onderbroken.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waar u de
meetstiften mee in contact brengt voor het meten, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars en der-
gelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen het meetresultaat vervalsen.
102
h) Diodetest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningloos en ontladen zijn.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik
.
- Druk op de toets “SELECT” (9) om de meetfunctie om te schakelen. Op
het display verschijnt het diodesymbool. Door nogmaals op de knop te
drukken, wordt de volgende meetfunctie ingeschakeld.
- Steek het rode meetsnoer in de Ω -meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetstiften met
elkaar te verbinden. Nu moet zich een waarde van ca. 0 V instellen.
- Verbind nu de beide meetstiften met het meetobject (diode).
- Op het display wordt de doorlaatspanning „UF“ in volt (V) weergegeven.
Als „OL“ verschijnt, wordt de diode in sperrichting (UR) gemeten of is de
diode defect (onderbreking). Voer ter controle een meting door met omgekeerde polariteit.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
i) Doorgangstest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningloos en ontladen zijn.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik
.
- Druk 2x op de toets “SELECT” (9) om de meetfunctie om te schakelen.
Op het display verschijnt het symbool voor de doorgangsmeting. Door
nogmaals op de knop te drukken, wordt de eerste meetfunctie ingescha-
keld.
- Steek het rode meetsnoer in de Ω -meetbus (7), het zwarte in de COM-
aansluiting (8).
- Als doorgang wordt een meetwaarde < 10 ohm herkend; hierbij klinkt
een pieptoon.
- Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik over-
schreden of is het meetcircuit onderbroken.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
103
j) Capaciteitsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningloos en ontladen zijn.
Let bij elektrolyt-condensatoren absoluut op de polariteit.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik
.
- Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7); het zwarte meetsnoer in
de COM-meetbus (8).
- In het display verschijnt de eenheid „nF“.
Door de gevoelige meetingang kan bij „open“ meetsnoeren een
waarde in het display worden weergegeven. Door indrukken
van de toets “REL” wordt het display gereset op “0”. De auto-
range-functie blijft actief.
- Verbind nu de beide meetpunten (rood = pluspool/zwart = minpool) met het meetobject (condensa-
tor). Op het display wordt na korte tijd de capaciteit weergegeven. Wacht tot de displaywaarde gesta-
biliseerd is. Bij condensatoren >40 µF kan dit enkele seconden duren.
- Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik over-
schreden.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.
REL-functie
De REL-functie maakt een referentiewaardemeting mogelijk om ev. leidingsverliezen zoals bijv. bij weer-
standsmetingen te vermijden. Hiertoe wordt de momentane displaywaarde op nul gezet. Er wordt een
nieuwe referentiewaarde ingesteld.
Door indrukken van de toets “REL” wordt deze meetfunctie ingeschakeld. Op het scherm verschijnt “ ”.
De automatische meetbereikkeuze wordt daarbij ingeschakeld (buiten capaciteitsmeetbereik).
Om deze functie uit te schakelen, wisselt u de meetfunctie.
De REL-functie is niet actief in het frequentiemeetbereik en in het hoog-ohmige
weerstandsmeetbereik, bij de diodentest en de doorgangscontrole.
104
Low imp.-400 kΩ-functie
Deze functie mag alleen bij spanningen tot max. 250 V en gedurende max. 3 secon-
den worden gebruikt!
Deze meetfunctie maakt het mogelijk de meetimpedantie van 10 MΩ naar 400 kΩ te reduceren. Door
het verlagen van de meetimpedantie worden mogelijke fantoomspanningen onderdrukt, die het meetre-
sultaat zouden kunnen vervalsen.
Druk deze toets tijdens de spanningsmeting (max. 250 V!) max. 3 seconden in. Na het loslaten heeft de
multimeter weer zijn normale meetimpedantie van 10 MΩ .
Auto-Power-Off-functie
De DMM schakelt na 30 minuten automatisch uit, indien er geen enkele toets of schakelaar is bediend.
Deze functie beschermt en spaart de batterij en verlengt de gebruiksduur.
Om de DMM na een automatische uitschakeling terug in te schakelen bedient u de draaischakelaar of
drukt u op de “REL”- of “SELECT”-toets.
De Auto Power Off-functie kan handmatig worden uitgeschakeld.
Schakel daartoe het meetapparaat uit (OFF). Houd de toets “SELECT” ingedrukt, en schakel de DMM
met de draaischakelaar in. De uitschakelautomaat is zo lang actief, tot het meetapparaat met de draai-
schakelaar wordt uitgeschakeld.
Reiniging en onderhoud
Algemeen
Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen, moet het
apparaat jaarlijks worden geijkt.
Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het apparaat (enkel bij
VC265) onderhoudsvrij.
Het vervangen van batterij en zekeringen vindt u verderop in de gebruiksaanwijzing.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetsnoeren,
b.v. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de snoeren enz.
105
Reiniging
Neem altijd de volgende veiligheidsvoorschriften in acht voordat u het apparaat gaat schoonmaken:
Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer dit
handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen worden blootgelegd.
Vóór reiniging of reparatie moeten de aangesloten snoeren van het meetapparaat en
van alle meetobjecten worden gescheiden. Schakel de DMM uit.
Gebruik voor het schoonmaken geen carbonhoudende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soort-
gelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de
dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereed -
schap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke.
Gebruik een schone, pluisvrije, antistatische schoonmaakdoek om het product te reinigen. Laat het
apparaat goed drogen voordat u het weer in gebruik neemt.
Meetapparaat openen
Het vervangen van de zekering of batterij is uit om beveiligingsredenen alleen mogelijk, wanneer alle
meetsnoeren van het meetapparaat verwijderd zijn. Het batterij- en zekeringsvak (17) kan niet geopend
worden bij ingestoken meetsnoeren.
Daarnaast worden bij het openen alle meetbussen mechanisch vergrendeld, om het insteken van
meetsnoeren na het openen van de behuizing te verhinderen. De vergrendeling wordt automatisch
opgeheven, wanneer het batterij- en zekeringsvak weer afgesloten zijn.
Door het behuizingsontwerp is zelfs bij een geopend batterij- en zekeringsvak,
alleen toegang tot de batterijen en zekeringen mogelijk.
Deze maatregelen verhogen de veiligheid en de gebruiksvriendelijkheid.
Voor het openen gaat u als volgt te werk:
- Koppel alle meetsnoeren van het meetapparaat los en schakel het uit.
- Maak de batterijschroeven (13) aan de achterkant los en verwijder deze.
- Trek bij toegeklapte opstelbeugel de batterij- en zekeringsdeksel (16) naar
onder van het meetapparaat.
- De zekeringen en het batterijvak zijn nu toegankelijk.
- Sluit de behuizing af in omgekeerde volgorde en schroef het batterij- en
zekeringsvak vast.
- Het meetapparaat is nu weer klaar voor gebruik.
106
Zekeringswissel (alleen VC265)
De stroommeetbereiken zijn beveiligd met hoogspanningszekeringen. Als er geen meting in dit bereik
meer mogelijk is, moet de zekering worden vervangen.
Voor het vervangen gaat u als volgt te werk:
- Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel het
meetapparaat uit.
- Sluit de behuizing zoals in hoofdstuk “Meetapparaat openen” beschreven.
- Vervang de defecte zekering door een nieuwe zekering van hetzelfde type en nominale stroomsterkte.
De zekeringen hebben de volgende waarden:
Zekering F1 F2
Waarde FF 500 mA H 1000V F10A H 1000V
Afmeting 32 x 6.2 mm 38 x 10 mm
Type, keramiek ESKA MULTI Fuse ESKA MULTI Fuse 1038827
of identiek of identiek
- Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
Het gebruik van herstelde zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is
om veiligheidsreden niet toegestaan. Dit kan leiden tot brand of lichtboogexplosies.
Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand.
Plaatsen en vervangen van de batterij
Voor het gebruik van het meetapparaat is een 9V-batterij (b.v. 1604A) noodzakelijk. Bij de eerste ingebruik-
neming of wanneer het symbool voor vervanging van batterijen op het display verschijnt, moeten nieuwe,
volle batterijen worden geplaatst.
Bij de tangtransformator CLA40 wordt een batterijwissel via de bedrijfsschakelaar weergegeven. Indien
het rode licht knippert, moet de accu worden vervangen.
Voor het plaatsen/vervangen gaat u bij de DMM als volgt te werk:
- Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel het
meetapparaat uit.
- Sluit de behuizing zoals in hoofdstuk “Meetapparaat openen” beschreven.
- Vervang de lege batterij voor een nieuwe van hetzelfde type. Plaats een nieuwe batterij volgens de
juiste poolrichting in het batterijvak (15). Let op de polariteitgegevens in het batterijvak.
- Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
107
Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand. !LEVENSGEVAARLIJK!
Laat geen lege batterijen in het meetapparaat aangezien zelfs batterijen die tegen
lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen
die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat.
Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of huisdie-
ren worden ingeslikt. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts.
Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, om
lekkage te voorkomen.
Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroor-
zaken. Draag daarom in dit geval beschermende handschoenen.
Let op, dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi geen batterijen in het vuur.
Batterijen mogen niet worden opgeladen of gedemonteerd. Er bestaat explosiege-
vaar.
Een geschikte alkalinebatterij is onder het volgende bestelnummer verkrijgbaar:
Bestelnr. 65 25 09 (1x bestellen a.u.b.).
Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur
hebben.
Voor het plaatsen/vervangen gaat u bij de tangtransformator CLA40 als volgt te werk:
- Ontkoppel de meetadapter van het meetobject en de aangesloten meetsnoeren van uw meetappa-
raat. Schakel de adapter uit (OFF).
- Open het batterijvak op de achterkant met een pas-
sende schroevendraaier en neem het batterijdeksel
af.
- Vervang de lege batterijen voor nieuwe van het-
zelfde type. Plaats de nieuwe batterijen volgens de
juiste poolrichting in het batterijvak (23). Let op de
polariteitgegevens in het batterijvak.
- Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
Geschikte alkalinebatterijen verkrijgt u met het volgende bestelnummer:
bestelnr. 65 23 03 (a.u.b. 2x bestellen).
Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur
hebben.
108
Afvalverwijdering
Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huis-
vuil. Indien het apparaat onbruikbaar is geworden, dient het in overeenstemming met de
geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd naar de gemeentelijke verzamel-
plaatsen. Afvoer via het huisvuil is niet toegestaan.
Verwijdering van verbruikte batterijen!
Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege batterijen en
accu’s in te leveren; afvoeren via het huisvuil is niet toegestaan!
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande
symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aandui-
dingen voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood.
Lege batterijen/accu’s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente,
onze filialen of andere verkooppunten van batterijen/accu´s!
Zo voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan bescherming van
het milieu!
109
Verhelpen van storingen
U heeft met de DMM een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld
en veilig is in het gebruik.
Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen:
Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht!
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing
De Multimeter Is de batterij leeg? Controleer de toestand.
werkt niet. Vervang de batterij.
Geen Batterijen in de meetadapter Controleer de batterijen en
tangstroommeting CLA40 zijn leeg. vervang deze indien nodig.
bij VC280 mogelijk.
Geen verandering van Is een verkeerde meetfunctie Controleer of de indicatie
meetwaarden. actief (AC/DC)? (AC/DC) en schakel de functie indien
nodig om.
Werden de verkeerde Vergelijk de aansluiting met de
meetbussen gebruikt? indicatie op het scherm.
Is de zekering bij VC265 Controleer de zekeringen.
defect?
Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkende
vakman worden uitgevoerd. Bij vragen over het gebruik van het meetapparaat staat
onze technische helpdesk onder het volgende telefoonnummer ter beschikking:
Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Tel.nr. +49 ( 0)180 / 586,582 7.
110
Technische gegevens
Weergave ....................................................4000 counts (tekens)
Meetsnelheid ..............................................ong. 2-3 metingen/seconde
Lengte meetsnoeren....................................elk ca. 90 cm
Meetimpedantie ..........................................>10MΩ (V-bereik)
Voedingsspanning ......................................9V blokbatterij (VC265/VC280)
2x AAA (CLA40)
Werkomstandigheden: ................................0 tot 30°C (<75%rF), >30 tot 40°C (<50%rF)
Gebruikshoogte ..........................................max. 2,000 m
Opslagtemperatuur......................................-10°C tot +50°C
Gewicht (DMM)............................................ca. 380 g
Afmetingen DMM (lxbxh) ............................185 x 91 x 43 (mm)
Overspanningscategorie..............................CAT III 600 V, verontreinigingsgraad 2
Meettoleranties DMM
Weergave van de nauwkeurigheid in ± (% van de aflezing + weergavefouten in counts (= aantal kleinste
posities)). De nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij een temperatuur van +23°C (±5°C), bij een rel. lucht-
vochtigheid van minder dan 75 %, niet condenserend.
Gelijkspanning
Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
VC265 VC280
400 mV ±(0,8% + 8) ±(0,8% + 8) 0.1 mV
4 V 1 mV
40 V ±(0,8% + 8) ±(0,8% + 8) 0.01 V
400 V 0.1 V
600 V ±(1% + 8) ±(1% + 8) 1 V
Verdere tips Overbelastingbeveiliging Overbelastingbeveiliging
600 V 600 V
111
Wisselspanning
Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
VC265 VC280
4 V 0.001V
40 V ±(1,3% + 7) ±(1,5% + 8) 0.01 V
400 V 0.1 V
600 V ±(1,3% + 7) ±(1,5% + 8) 1 V
Verdere tips
Frequentiebereik 45 Hz - 1 kHz; Frequentiebereik 40 -
TrueRMS; Topwaarde max. 3.0 400 Hz; Effectieve waarde
Overbelastingsbeveiliging bij Sinusspanning;
600 V Overbelastingsbeveiliging
600 V
Gelijkstroom
Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
VC265 VC280
400 µA
±(1,3% + 3) ±(1,3% + 3)
0,1 µA
4000 µA 0.001 mA
40 mA
±(1,5% + 5) ±(1,5% + 5)
0,01 mA
400 mA 0.1 mA
4 A
±(1,8% + 8)
±(4,6% + 39) 0,001 A
10 A - - - - 0.01 A
40 A - - - - ±(4,6% + 7) 0.01 A
Overbelastingbeveiliging: Overbelastingbeveiliging,
Zekeringen; 600 V; mA-PTC-Zekering 600 V;
meettijdbegrenzing >5 A: Meettijd: onbegrensd
max. 10 s met pauze
van 15 min
112
Wisselstroom
Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
VC265 VC280
400 µA
±(1,6% + 3) ±(1.6% + 3)
0,1 µA
4000 µA 0.001 mA
40 mA
±(2,0% + 5) ±(2,0% + 5)
0,01 mA
400 mA 0.1 mA
4 A
±(2,0% + 8)
±(4,6% + 39) 0,001 A
10 A - - - - 0.01 A
40 A - - - - ±(4,6% + 7) 0.01 A
Frequentiebereik 45 Hz - 1 kHz;
Frequentiebereik 40 Hz -
True-RMS; Topwaarde max. 3.0
400Hz;
Topwaarde max. 3.0
Overbelastingsbeveiliging: Overbelastingsbeveiliging;
Zekeringen 600V; Meettijd mA- PPTC-Zekering 600 V
beperkt >5 A: max. 10 s met
onderbreking van 15 min
Weerstand
Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
VC265 VC280
400 Ω ±(1,6% + 3) ±(1,6% + 3) 0.1 Ω
4 kΩ 0.001 kΩ
40 kΩ ±(1,3% + 3) ±(1,3% + 3) 0.01 kΩ
400 kΩ 0.1 kΩ
4 MΩ ±(1,6% + 3) ±(1,6% + 3) 0.001 MΩ
40 MΩ ±(2,0% + 3) ±(2,0% + 3) 0.01 MΩ
Overbelastingsbeveiliging
600V;
Meetspanning: ca. 0.45 V
114
Meettoleranties tangtransformator CLA40
Meetbereik 0.5 - 40 A
Resolutie 0.01 A
Tolerantie ± (2% + 5)
Output 10 mV/A
Frequentiebereik 50/60 Hz
Tangopening 20 mm
DC-zero-offsetinstelling ± 30 mV
DC-zero-basisafwijking ± 0.050 A
AC-zero-basisafwijking 0.100 A (max.)
Voedingsspanning 2 x microbatterij (AAA R03)
Meetsnoerlengte max. 1.2 m
Afmetingen 197 x 50 x 25 mm (L x B x H)
Gewicht 160 g
Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden.
Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25
V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk!
VOLTCRAFT IM INTERNET http://www.voltcraft.de
Impressum
Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation von Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel.-Nr. 0180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z.B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in
elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugswei-
se, verboten.
Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Druck legung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten.
© Copyright 2011 by Voltcraft
®
Impressum /legal notice in our operating instructions
These operating instructions are a publication by Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Germany, Phone +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data
processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited.
These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved.
© Copyright 2011 by Voltcraft
®
Informations /légales dans nos modes d'emploi
Ce mode d'emploi est une publication de la société Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Allemagne, Tél. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu'elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des
installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l'éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits.
Ce mode d'emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de
l'équipement.
© Copyright 2011 by Voltcraft
®
Colofon in onze gebruiksaanwijzingen
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2011 by Voltcraft
®
V6_0411_01/AB

Documenttranscriptie

쮕 Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbetriebnahme und Handhabung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte weitergeben. Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf! Eine Auflistung der Inhalte finden Sie in dem Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden Seitenzahlen auf Seite 5.  These operating instructions belong with this product. They contain important information for putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on to a third party. Therefore look after these operating instructions for future reference! A list of contents with the corresponding page numbers can be found in the index on page 32.  Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous remettez le produit à des tiers. Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile! Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à la table des matières avec mention de la page correspondante à la page 59.  Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden. Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen! U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de paginanummers op pagina 88. 2  Inleiding Geachte klant, Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uitstekend apparaat in huis gehaald. U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek met name onderscheidt door specifieke vakkundigheid en permanente innovatie. Met Voltcraft® worden gecompliceerde taken voor u als kieskeurige doe-het-zelver of als professionele gebruiker al gauw kinderspel. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunstige verhouding van prijs en prestaties. Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft is tegelijkertijd het begin van een langdurige en prettige samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft®-product! 87 Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................87 Voorgeschreven gebruik ........................................................................................................................89 Bedieningselementen ............................................................................................................................90 Veiligheidsvoorschriften ........................................................................................................................91 Productbeschrijving ..............................................................................................................................93 Leveringsomvang ..................................................................................................................................94 Displaygegevens en symbolen ..............................................................................................................94 Meetbedrijf ............................................................................................................................................95 a) Meetapparaat inschakelen ........................................................................................................95 b) Spanningsmeting „V“ ..................................................................................................................96 c) Stroommeting “A” bij VC265 ......................................................................................................97 d) Stroommeting “µA/mA” bij VC280 ..............................................................................................98 e) Tangen-stroommeting “A” bij VC280 ..........................................................................................99 f) Frequentiemeting ......................................................................................................................101 g) Weerstandsmeting ....................................................................................................................101 h) Diodetest ..................................................................................................................................102 i) Doorgangstest ..........................................................................................................................102 j) Capaciteitsmeting ....................................................................................................................103 REL-functie ..........................................................................................................................................103 Low imp.-400 kΩ -functie ....................................................................................................................104 Auto-Power-Off-functie ........................................................................................................................104 Reiniging en onderhoud ......................................................................................................................104 Algemeen ............................................................................................................................................104 Reiniging ..............................................................................................................................................105 Meetapparaat openen ....................................................................................................................105 Zekeringswissel (alleen VC265) ....................................................................................................106 Plaatsen/vervangen van de batterij ................................................................................................106 Afvalverwijdering ..................................................................................................................................108 Verwijderen van lege batterijen ......................................................................................................108 Verhelpen van storingen ......................................................................................................................109 Technische gegevens ..........................................................................................................................110 88 Voorgeschreven gebruik - Meting en weergave van de elektrische grootheden binnen het bereik van de overspanningscategorie III (tot max. 600V t.o.v. aardpotentiaal, volgens EN 61010-1) en alle lagere categorieën. Het meetapparaat en de toebehoren mogen niet in de overspanningscategorie CAT IV (vb. aan de bron van de laagspanningsinstallatie) worden ingezet. - Meten van gelijk- en wisselspanningen tot max. 600 V - Meten van gelijk- en wisselstroom tot max. 10 A bij VC 265 of 40 A via tangtransformator bij VC280 - Frequentiemeting tot 10 MHz - Meten van capaciteiten tot 100 µF - Meten van weerstanden tot 40 MZ - Doorgangstest (< 10 Ohm akoestisch) - Diodetest De meetfuncties worden gekozen via een draaischakelaar. In alle meetfuncties is de automatische meetbereikkeuze (Autorange) actief. De beide stroommetingen van VC265 zijn met keramische groot vermogenzekeringen beveiligd tegen overbelasting. De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden Bij VC280 is het mA/µA-meetbereik met een zelf resettende PTC-zekering uitgerust. Het 40 A-meetbereik is alleen met de meegeleverde tangtransformator CLA40 bruikbaar. Dit maakt het mogelijk de contactloze stroommeting in stroomkringen zonder het stroompad te onderbreken Een lage impedantie-functie (Low imp), maakt meting met gereduceerde binnenweerstand mogelijk. Deze onderdrukt fantoomspanningen die in de hoogohmige metingen kunnen optreden. De meting met gereduceerde impedantie is alleen toegestaan in de meetkring tot max. 250 V en alleen voor slechts max. 3 s. VC265 en VC280 werken met een gangbare, 9V alkalische blokbatterij. De tangtransformator heeft 2 microbatterijen (type AAA) nodig. Het gebruik is alleen toegestaan met de aangegeven batterijtypen. Het meetapparaat mag in geopende toestand of met open batterijvak niet worden gebruikt. Metingen in vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan. Ongunstige omstandigheden zijn: - Vocht of hoge luchtvochtigheid, - stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, - onweer resp. weersomstandigheden zoals sterk elektrostatische velden enz. Gebruik voor het meten alleen de meegeleverde meetsnoeren resp. meetaccessoires, die op de specificaties van de multimeter afgestemd zijn. Een andere toepassing dan hierboven beschreven kan leiden tot beschadiging van het product. Daarnaast bestaat het risico van bijv. kortsluiting, brand of elektrische schokken. Het complete product mag niet worden veranderd of omgebouwd! Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik. De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen! 89 Bedieningselementen Zie uitklappagina 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 Passende rubberen bescherming Scherm met aansluitingsverklaring REL-toets Draaischakelaar mAµA-Meetbus 10 A-meetbus (bij VC265), stroomtang-meetbus bij VC280 VΩ -Meetbus(bij gelijke grootte “plus”) COM-Meetbus (referentiepotentiaal “minus”) Toets “SELECT” voor functieomschakeling (AC/DC, diode/doorgang) Toets “Low Imp. 400 kΩ “ voor impedantieomschakeling (10 MΩ op 400 kΩ ) Blind deksel zonder functie Statief-aansluitschroefdraad Batterijvakschroef Inklapbare standaard Batterijvak Batterij- en zekeringsdeksel Stroomzekering F1 FF 0,5A H 1000 V (bij VC 280 zelfherstellend) Stroomzekering F2 F 10 A H 1000 V (enkel VC265) Tangtransformator CLA40 (enkel voor VC280) 19 Tastbare handgreepmarkering 20 Tangopeningshendel 21 Bedrijfsschakelaar met batterijwisselmelder 22 Veiligheidsaansluitstekker 23 Batterijvak aan achterzijde 24 Instelregelaar voor DC-statische afwijking 25 Stroomtangsensor 90 Veiligheidsvoorschriften  Lees voor de ingebruikneming de volledige gebruiksaanwijzing door, deze bevat belangrijke aanwijzingen voor het juiste gebruik. Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! Voor materiële schade of persoonlijk letsel, veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet opvolgen van de veiligheidsaanwijzingen, aanvaarden wij geen aansprakelijkheid! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie. Als het instrument anders wordt gebruikt dan wat door de fabrikant voorzien is, kan de bescherming worden geschaad die door het apparaat wordt geboden. Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten. Volg de instructies en waarschuwingen in de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een veilige werking te garanderen! Let op de volgende symbolen:  Ꮨ ☞ Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die absoluut opgevolgd dienen te worden. Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een veiligheidsbeperking van elektrische onderdelen in het apparaat. Het “hand”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening. Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de noodzakelijke Europese richtlijnen. Het bliksemsymbool in het kwadraat waarschuwt voor gevaarlijke actieve geleiders. Dit betekent dat er met de tangtransformator op geïsoleerde en niet-geïsoleerde geleiders kan worden gemeten. Tijdens de meting mag men niet over de handgreepmarkeringen grijpen! Beschermingsniveau 2 (dubbele of versterkte isolatie) CAT II Overspanningscategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten, die via een netstekker worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen). CAT III Overspanningscategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stopcontacten of onderverdelingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het meten aan elektrische apparaten). Aardpotentiaal 91 Om veiligheids- en keuringsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het apparaat niet toegestaan. Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat. Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen! In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen. In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten. Zorg bij elke spanningsmeting dat het meetapparaat zich niet binnen het stroommeetbereik bevindt. De spanning tussen de aansluitpunten van het meetapparaat en aardpotentiaal mag niet hoger zijn dan 600 V DC/AC in CAT III. Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject worden verwijderd. Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >50 V wissel- (AC) resp. >75 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van elektrische geleiders een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen. Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetsnoeren op beschadiging(en). Voer in geen geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is. Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitingen /meetpunten tijdens de meting niet, ook niet indirect, aanraakt. Pak tijdens het meten niet boven de voelbare handgreepmarkeringen op de meetstiften vast. Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikseminslag! / energierijke overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakelingen en onderdelen van de schakeling enz. absoluut droog zijn. Vermijd gebruik van het apparaat in de direct omgeving van: - sterke magnetische of elektromagnetische velden - zendantennes of HF-generatoren. Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst. Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. U mag ervan uitgaan dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is indien: - het apparaat zichtbaar is beschadigd, het apparaat niet meer functioneert en het product gedurende langere tijd onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen of het apparaat tijdens transport zwaar is belast. Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in, nadat het van een koude naar een warme ruimte is gebracht. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden beschadigd raken. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen. Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht. 92 Productbeschrijving De meetwaarden worden op de multimeter (hierna DMM genoemd) digitaal weergegeven. Het display van de DMM bestaat uit 4000 counts (count = kleinst mogelijke displaywaarde). Bij VC265 gebeurt de meting van spanning en stroom als echte effectieve waarde (TrueRMS), bij VC 280 wordt het absoluut gemiddelde weergegeven. Op het scherm worden verder de aan te sluiten meetbussen voor elk meetbereik op het scherm weergegeven. Als de DMM 30 minuten niet wordt bediend, wordt het apparaat automatisch uitgeschakeld. Deze functie spaart de batterijen en verlengt de gebruiksduur. De automatische uitschakeling kan manueel worden gedesactiveerd. Het meetapparaat is bestemd voor hobbygebruik maar ook voor professionele toepassingen. Voor een betere afleesbaarheid kan de DMM worden neergezet met de standaard aan de achterzijde. Het mA/µA-stroombereik van VC280 wijst op een vernieuwing. Bij dit meetapparaat is het niet meer nodig een onbedoeld geactiveerde zekering te vervangen. De ingebouwde PTC-zekering reset zich na een activering automatisch. Het batterij- en zekeringsvak kan alleen geopend worden, wanneer alle meetsnoeren van het meetapparaat verwijderd worden. Bij geopend batterij- en zekeringsvak ik is het niet mogelijk om de meetsnoeren in de meetbussen te steken. Dit verhoogt de veiligheid voor de gebruiker. Draaischakelaar (4) De afzonderlijke meetfuncties worden gekozen via een draaischakelaar. De automatische bereikselectie “Autorange” is actief. Hierbij wordt altijd het geschikte meetbereik ingesteld. Op de draaischakelaar bevindt zich een functietoets (9). Met de toets “SELECT” schakelt u de subfuncties om, indien een meetfunctie dubbel belegd is (z.B. Omschakeling weerstandsmeting voor diodetest en doorgangsmeting of AC/DC-omschakeling op een stroombereik). Met elke keer drukken, schakelt u de functie om. Het meetapparaat is op stand „OFF“ uitgeschakeld. Schakel het meetapparaat altijd uit als u het niet gebruikt. 93 Leveringsomvang Multimeter met passende, rubberen afscherming Tangtransformator CLA40 (enkel bij VC280) 9V-blokbatterij 2 microbatterijen (type AAA, enkel bij VC280) Veiligheidsmeetsnoeren Gebruiksaanwijzing Displaygegevens en symbolen Afhankelijk van het model zijn er verschillende symbolen en gegevens beschikbaar. Dit is een lijst van alle voorkomende symbolen en gegevens van de VC200-serie. REL Autorange Connect terminal Low imp.400kΩ OL OFF Delta-symbool voor relatieve metingen (=referentiewaardemeting) duidt “automatische keuze van het meetbereik” aan. Grafische aanwijzing voor de keuze van de vereiste meetbussen Impedantieomschakeling in het V-meetbereik (0 MΩ op 400 kΩ ) Overload = overbelasting; het meetbereik werd overschreden Schakelstand “Meetapparaat uit” Batterij vervangen-symbool; de batterij zo snel mogelijk vervangen om meetfouten te vermijden! Symbool voor de diodetest Symbool voor stroommeting met stroomtang Symbool voor de akoestische doorgangsmeter AC DC + mV V A mA µA Hz kHz MHz Ω kΩ MΩ nF µF 94 Symbool voor het capaciteitsmeetbereik Wisselspanningsgrootheid voor spanning en stroom Gelijkspanningsgrootheid voor spanning en stroom Polariteitsaanduiding voor stroomvloeirichting (pluspool) Polariteitsaanduiding voor stroomvloeirichting (minpool) Millivolt (exp.-3) Volt (eenheid van elektrische spanning) Ampère (eenheid van elektrische stroomsterkte) Milli-ampère (exp.-3) Micro-ampère (macht -6) Hertz (eenheid van frequentie) Kilo Hertz (macht 3) Mega ohm, (macht 6) Ohm (eenheid van elektrische weerstand) Kilo ohm (macht 3) Mega ohm, (macht 6) Nano-Farad (macht. -9;eenheid van elektrische capaciteit, symbool Microfarad (macht -6) ) Meetbedrijf  Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50 V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meettoebehoren op beschadigingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meettoebehoren mogen niet meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk! Pak tijdens het meten de tangtransformator en de meetsnoeren niet boven de tastbare handgreepmarkeringen vast. Het meten mag alleen worden uitgevoerd als de batterij- en zekeringsvak volledig gesloten zijn. Bij een geopend vak zijn alle meetbussen mechanisch tegen insteken beveiligd. Ꮨ ☞ Er mogen altijd alleen die twee meetsnoeren op het meetapparaat aangesloten zijn, die nodig zijn voor de meting. Verwijder om veiligheidsredenen alle niet benodigde meetsnoeren uit het apparaat. Voor elke meetfunctie wordt de juiste aansluitvolgorde van de meetbussen op het display aangegeven. Houd hier mee rekening bij het aansluiten van de meetsnoeren op het meetapparaat. Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik overschreden. a) Meetapparaat inschakelen Draai de schakelaar op de betreffende meetfunctie (4). Draai de schakelaar op de stand „OFF“ om het apparaat uit te zetten. Schakel het meetapparaat altijd uit als u het niet gebruikt.  Voordat u het meetapparaat kunt gebruiken, moeten eerst de meegeleverde batterij geplaatst worden. Het plaatsen en vervangen van de batterijen wordt in het hoofdstuk „Onderhoud en reiniging“ beschreven. Meet de spanning voordat de tangtransformator (CLA40) wordt verwijderd van de DMM (VC280) 95 b) Spanningsmeting „V“ Voor het meten van gelijkspanningen “DC” (V ) gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik „V “. Voor kleine spanningen tot max. 400 mV kiest u het meetbereik “mV ” - Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7); het zwarte meetsnoer in de COM-meetbus (8). - Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (batterij, schakeling, enz.). De rode meetstift komt overeen met de pluspool, de zwarte meetstift met de minpool. - De betreffende polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde op het display weergegeven. ☞ Zodra bij de gelijkspanning een min „-„ voor de meetwaarde verschijnt, is de gemeten spanning negatief (of de meetsnoeren zijn verwisseld). Het spanningsbereik “V DC/AC” bezit een ingangsweerstand van >10 Mohm. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. Voor het meten van wisselspanningen “AC” (V - 96 ) gaat u als volgt te werk: Schakel de DMM in en kies het meetbereik „V “. Op het display verschijnt “AC”. Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7); het zwarte in de COM-meetbus (8). Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (generator, schakeling, enz.). De meetwaarde wordt op het display weergegeven. Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. c) Stroommeting “A” bij VC265  Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50 V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden Metingen in het >5 A-gebied mogen max. 10 seconden duren, en worden uitgevoerd met een interval van 15 minuten. Begin de stroommeting altijd met het grootste meetbereik en wissel indien nodig naar een kleiner meetbereik. Voor een meetbereik altijd de stroom op de schakeling uitschakelen. Alle stroommeetbereiken zijn gezekerd en dus beveiligd tegen overbelasting. Voor het meten van gelijkstromen (A ) gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik „A “. - In de tabel kunnen de verschillende meetfuncties en de mogelijke meetbereiken bekeken worden. Selecteer een meetbereik en de bijbehorende meetbussen. Meetfunctie VC265 Meetbussen µA <4000 µA COM + mAµA mA 4000 µA – 399 mA COM + mAµA A 400 mA – 10 A COM + 10A - Steek het rode meetsnoer in de mA µA- of 10A-meetbus. Het zwarte meetsnoer stopt u in de COM-meetbus. - Sluit nu de beide meetsnoeren in serie aan met het meetobject (batterij, schakeling, enz.); de betrokken polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde op het display weergegeven. ☞ Is er bij een gelijkstroommeting voor de meetwaarde een “-”(min)teken te zien, dan is de gemeten stroom tegengesteld (of zijn de meetsnoeren verwisseld). - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. Voor het meten van wisselstroom (A ) gaat u te werk zoals hierboven beschreven. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik „A “. Druk op de toets “SELECT” om naar het AC-meetbereik over te schakelen. Op het display verschijnt “AC”. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer overgeschakeld enz. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.  Meet op het bereik 10A in geen geval stromen van meer dan 10 A resp. in het mA/µAgebied stromen groter dan 400 mA: anders spreken de zekeringen aan. 97 d) Stroommeting “µA/mA” bij VC280  Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50 V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden Begin de stroommeting altijd met het grootste meetbereik en wissel indien nodig naar een kleiner meetbereik. Voor een meetbereik altijd de stroom op de schakeling uitschakelen. De µA/mA-meetingang heeft een zelf resettende PTC-zekering, waardoor het vervangen van zekeringen bij overbelasting vervalt. ☞ Als de zekering is geactiveerd (geen verandering van meetwaarden, enz), schakelt u de DMM uit (OFF) en wacht u ongeveer 5 minuten. De zelf resettende zekering koelt af en is daarna weer klaar voor gebruik. Voor het meten van gelijkstromen tot max. 400 mA gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik “µA “ of „mA “. - In de tabel kunnen de verschillende meetfuncties en de mogelijke meetbereiken bekeken worden. Selecteer een meetbereik en de bijbehorende meetbussen. Meetfunctie VC265 Meetbussen µA <4000 µA COM + mAµA mA 4000 µA – 399 mA COM + mAµA - Steek het rode meetsnoer in de “mA µA”-meetbussen Het zwarte meetsnoer stopt u in de COM-aansluiting. - Sluit nu de beide meetsnoeren in serie aan met het meetobject (batterij, schakeling, enz.); de betrokken polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde op het display weergegeven. ☞ Is er bij een gelijkstroommeting voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te zien, dan is de gemeten stroom tegengesteld (of zijn de meetsnoeren verwisseld). - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. Voor het meten van wisselstroom tot max. 400 mA gaat u te werk zoals hierboven beschreven. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik “µA ” of “mA ”. Druk op de toets “SELECT” om naar het AC-meetbereik over te schakelen. Op het display verschijnt “AC”. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer overgeschakeld enz. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.  98 Meet in het mA/µA-bereik in geen geval stroom groter dan 400 mA, aangezien dan de PTC-zekering wordt geactiveerd. e) Tangen-stroommeting “A” bij VC280  Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 50 V ACrms of 75 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! De spanning in het meetcircuit mag 600 V niet overschrijden Het meetbereik “tangstroommeting” is hoog-ohmig en kan alleen met de tangtransformator “CLA40” worden gebruikt. Een directe meting is niet toegestaan. De VC280 maakt via een tangtransformator de meting van gelijk- en wisselstroom tot 40 A mogelijk. De meting gebeurt contactloos via een tangstroomsensor. Bij deze tangmeting is het niet langer wenselijk de stroomkring te onderbreken. De trangtransformator kan voor gelijk- en wisselstroommetingen worden gebruikt. Op de uitgang worden 10 mV per gemeten Ampère uitgegeven. Het meetbereik “tangstroommeting” is hoog-ohmig en kan alleen met de tangtransformator “CLA40” worden gebruikt. De meetwaarde wordt op het scherm in Ampère weergegeven. Een omrekening zoals bij traditionele adapters is niet nodig. Verwijder voor het aansteken van de meetleidingen de transportbeschermingsdoppen. Deze voorkomen het knellen van de isoleerhulzen aan de stekker bij het bewaren en het transport. Voor het meten van gelijkstromen tot max. 40 A gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik “ A ” - Steek het rode meetsnoer van de meetadapter in de A-meetbus (6). Het zwarte meetsnoer stopt u in de COM-meetbus (8). - Schakel de tangtransformator met de aan/uit-schakelaar (21) aan. De adapter is in de schakelpositie “ON” ingeschakeld. Positie “OFF” is uit. - Zet de meter voor elke DC-meting op nul. Draai daartoe bij gesloten tang op de draairegelaar (24) tot de meter op bijna nul staat (<0.050 A). De stroomtang is door de geïntegreerde hall-sensor zeer gevoelig en moet na elk openen opnieuw worden afgeregeld. ☞ Het kan gebeuren dat door externe invloeden geen precieze nulstand wordt bereikt (vb. 0.063 A etc.). In dit geval blijft de offset-fout lineair over het hele meetbereik en kan van de meetwaarde worden afgetrokken. Dit betekent geen fout in de meting. - Druk op de tanghendel (20) om de stroomtangsensor te openen en klem de meetadapter met de polen in de juiste richting over de te meten leiding. De stroomvloeirichting moet met de polariteitsaanduiding (+ of -) aan de stroomtang overeenstemmen. Let bij het omsluiten van een stroomgeleider erop dat de tangsensor juist is gesloten aangezien het anders tot meetfouten kan komen. - De meetwaarde wordt op het display weergegeven. - Er zijn verschillende methoden om met de tangtransformator te meten. Sluit het apparaat volgens de afbeelding aan. 99 Enkelvoudige stroommeting: Lekstroommeting Bij deze meting wordt de stroom gemeten die door een verbruiker vloeit. Let er daarom op altijd alleen een stroomgeleider te omsluiten aangezien anders de stromen van de toevoeren terugvoerleiding aan beide kanten wordt opgeheven. Bij de lekstroommeting worden toevoer- en terugvoerleiding omsloten. Bij correcte werking mag er geen meetwaarde worden weergegeven. is er toch een weergave, dan kan dit op een stroomlek wijzen. Toevoer- en terugvoervoerende stroom zijn niet identiek. ☞ Is er bij een gelijkstroommeting voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te zien, dan is de gemeten stroom tegengesteld (of zijn de meetsnoeren of tangsensors verpoold). - Verwijder na het meten de trangtransformator van het meetobject en schakel beide apparaten uit. Voor het meten van wisselstroom tot max. 40 A gaat u te werk zoals hierboven beschreven. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik „ A “. Druk op de toets “SELECT” om naar het ACmeetbereik over te schakelen. Op het display verschijnt “AC”. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer overgeschakeld enz. - In het AC-meetbereik gebeurt de statische afwijking automatisch. De draairegelaar (24) heeft hier geen functie. ☞ Het kan gebeuren dat door externe invloeden geen precieze nulstand wordt bereikt (vb. 0.098 A etc.). In dit geval blijft de offset-fout lineair over het hele meetbereik en kan van de meetwaarde worden afgetrokken. Dit betekent geen fout in de meting. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit.  100 Zorg er voor, dat tijdens de meting bij het gebruiken van de Probe-converter (CLA40), de vinger niet buiten het gemarkeerde gebied komt, zie figuur 19. Als de Probe-converter CLA40 in bedrijf is, brandt de rode LED-lamp. Als de batterij bijna leeg is, ongeveer 2,1 V, zal de rode LED-lamp gaan knipperen, om de gebruiker te waarschuwen dat de batterij vervangen moet worden. Dit om fouten tijdens de meting te vermijden. f) Frequentiemeting De DMM kan de frequentie van een signaalspanning tot 10 Hz - 10 MHz meten en weergeven. Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik „Hz”. Op het scherm verschijnt “Hz”. - Steek het rode meetsnoer in de Hz-meetbus (7), het zwarte in de COMaansluiting (8). - Maak nu met de beide meetstiften contact met het meetobject (signaalgenerator, schakeling, enz.). - De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display weergegeven. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. g) Weerstandsmeting  Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningloos en ontladen zijn. Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik “Ω ”. - Steek het rode meetsnoer in de Ω -meetbus (7), het zwarte in de COMaansluiting (8). - Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetstiften met elkaar te verbinden. Nu moet zich een weerstandswaarde van ca. 0-0,5 ohm instellen (de eigen weerstand van de meetsnoeren). - Druk op de toets “REL” (3), om de invloed van de eigen weerstand van de meetsnoeren op de volgende weerstandsmeting uit te schakelen. Het display geeft 0 ohm weer. De automatische bereikselectie (Autorange) is actief. De autorange-functie wordt door een wissel van de meetfunctie opnieuw geactiveerd (vb. 3 x op toets “SELECT” drukken). - Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject. De meetwaarde wordt op het display weergegeven, mits het meetobject niet hoogohmig of onderbroken is. Wacht tot de displaywaarde gestabiliseerd is. Bij weerstanden >1 MOhm kan dit enkele seconden duren. - Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. ☞ Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waar u de meetstiften mee in contact brengt voor het meten, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars en dergelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen het meetresultaat vervalsen. 101 h) Diodetest  Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningloos en ontladen zijn. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik . - Druk op de toets “SELECT” (9) om de meetfunctie om te schakelen. Op het display verschijnt het diodesymbool. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de volgende meetfunctie ingeschakeld. - Steek het rode meetsnoer in de Ω -meetbus (7), het zwarte in de COMaansluiting (8). - Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetstiften met elkaar te verbinden. Nu moet zich een waarde van ca. 0 V instellen. - Verbind nu de beide meetstiften met het meetobject (diode). - Op het display wordt de doorlaatspanning „UF“ in volt (V) weergegeven. Als „OL“ verschijnt, wordt de diode in sperrichting (UR) gemeten of is de diode defect (onderbreking). Voer ter controle een meting door met omgekeerde polariteit. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. i) Doorgangstest  Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningloos en ontladen zijn. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik . - Druk 2x op de toets “SELECT” (9) om de meetfunctie om te schakelen. Op het display verschijnt het symbool voor de doorgangsmeting. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt de eerste meetfunctie ingeschakeld. - Steek het rode meetsnoer in de Ω -meetbus (7), het zwarte in de COMaansluiting (8). - Als doorgang wordt een meetwaarde < 10 ohm herkend; hierbij klinkt een pieptoon. - Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. 102 j) Capaciteitsmeting  Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningloos en ontladen zijn. Let bij elektrolyt-condensatoren absoluut op de polariteit. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik . - Steek het rode meetsnoer in de V-meetbus (7); het zwarte meetsnoer in de COM-meetbus (8). - In het display verschijnt de eenheid „nF“. ☞ Door de gevoelige meetingang kan bij „open“ meetsnoeren een waarde in het display worden weergegeven. Door indrukken van de toets “REL” wordt het display gereset op “0”. De autorange-functie blijft actief. - Verbind nu de beide meetpunten (rood = pluspool/zwart = minpool) met het meetobject (condensator). Op het display wordt na korte tijd de capaciteit weergegeven. Wacht tot de displaywaarde gestabiliseerd is. Bij condensatoren >40 µF kan dit enkele seconden duren. - Zodra “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, hebt u het meetbereik overschreden. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject en schakel de DMM uit. REL-functie De REL-functie maakt een referentiewaardemeting mogelijk om ev. leidingsverliezen zoals bijv. bij weerstandsmetingen te vermijden. Hiertoe wordt de momentane displaywaarde op nul gezet. Er wordt een nieuwe referentiewaarde ingesteld. Door indrukken van de toets “REL” wordt deze meetfunctie ingeschakeld. Op het scherm verschijnt “ ”. De automatische meetbereikkeuze wordt daarbij ingeschakeld (buiten capaciteitsmeetbereik). Om deze functie uit te schakelen, wisselt u de meetfunctie.  De REL-functie is niet actief in het frequentiemeetbereik en in het hoog-ohmige weerstandsmeetbereik, bij de diodentest en de doorgangscontrole. 103 Low imp.-400 kΩ -functie  Deze functie mag alleen bij spanningen tot max. 250 V en gedurende max. 3 seconden worden gebruikt! Deze meetfunctie maakt het mogelijk de meetimpedantie van 10 MΩ naar 400 kΩ te reduceren. Door het verlagen van de meetimpedantie worden mogelijke fantoomspanningen onderdrukt, die het meetresultaat zouden kunnen vervalsen. Druk deze toets tijdens de spanningsmeting (max. 250 V!) max. 3 seconden in. Na het loslaten heeft de multimeter weer zijn normale meetimpedantie van 10 MΩ . Auto-Power-Off-functie De DMM schakelt na 30 minuten automatisch uit, indien er geen enkele toets of schakelaar is bediend. Deze functie beschermt en spaart de batterij en verlengt de gebruiksduur. Om de DMM na een automatische uitschakeling terug in te schakelen bedient u de draaischakelaar of drukt u op de “REL”- of “SELECT”-toets. De Auto Power Off-functie kan handmatig worden uitgeschakeld. Schakel daartoe het meetapparaat uit (OFF). Houd de toets “SELECT” ingedrukt, en schakel de DMM met de draaischakelaar in. De uitschakelautomaat is zo lang actief, tot het meetapparaat met de draaischakelaar wordt uitgeschakeld. Reiniging en onderhoud Algemeen Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen, moet het apparaat jaarlijks worden geijkt. Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het apparaat (enkel bij VC265) onderhoudsvrij. Het vervangen van batterij en zekeringen vindt u verderop in de gebruiksaanwijzing.  104 Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetsnoeren, b.v. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de snoeren enz. Reiniging Neem altijd de volgende veiligheidsvoorschriften in acht voordat u het apparaat gaat schoonmaken:  Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, ook wanneer dit handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen worden blootgelegd. Vóór reiniging of reparatie moeten de aangesloten snoeren van het meetapparaat en van alle meetobjecten worden gescheiden. Schakel de DMM uit. Gebruik voor het schoonmaken geen carbonhoudende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soortgelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke. Gebruik een schone, pluisvrije, antistatische schoonmaakdoek om het product te reinigen. Laat het apparaat goed drogen voordat u het weer in gebruik neemt. Meetapparaat openen Het vervangen van de zekering of batterij is uit om beveiligingsredenen alleen mogelijk, wanneer alle meetsnoeren van het meetapparaat verwijderd zijn. Het batterij- en zekeringsvak (17) kan niet geopend worden bij ingestoken meetsnoeren. Daarnaast worden bij het openen alle meetbussen mechanisch vergrendeld, om het insteken van meetsnoeren na het openen van de behuizing te verhinderen. De vergrendeling wordt automatisch opgeheven, wanneer het batterij- en zekeringsvak weer afgesloten zijn. Door het behuizingsontwerp is zelfs bij een geopend batterij- en zekeringsvak, alleen toegang tot de batterijen en zekeringen mogelijk. Deze maatregelen verhogen de veiligheid en de gebruiksvriendelijkheid. Voor het openen gaat u als volgt te werk: - Koppel alle meetsnoeren van het meetapparaat los en schakel het uit. - Maak de batterijschroeven (13) aan de achterkant los en verwijder deze. - Trek bij toegeklapte opstelbeugel de batterij- en zekeringsdeksel (16) naar onder van het meetapparaat. - De zekeringen en het batterijvak zijn nu toegankelijk. - Sluit de behuizing af in omgekeerde volgorde en schroef het batterij- en zekeringsvak vast. - Het meetapparaat is nu weer klaar voor gebruik. 105 Zekeringswissel (alleen VC265) De stroommeetbereiken zijn beveiligd met hoogspanningszekeringen. Als er geen meting in dit bereik meer mogelijk is, moet de zekering worden vervangen. Voor het vervangen gaat u als volgt te werk: - Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel het meetapparaat uit. - Sluit de behuizing zoals in hoofdstuk “Meetapparaat openen” beschreven. - Vervang de defecte zekering door een nieuwe zekering van hetzelfde type en nominale stroomsterkte. De zekeringen hebben de volgende waarden: Zekering F1 F2 Waarde FF 500 mA H 1000V F10A H 1000V Afmeting 32 x 6.2 mm 38 x 10 mm Type, keramiek ESKA MULTI Fuse of identiek ESKA MULTI Fuse 1038827 of identiek - Sluit de behuizing weer zorgvuldig.  Het gebruik van herstelde zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is om veiligheidsreden niet toegestaan. Dit kan leiden tot brand of lichtboogexplosies. Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand. Plaatsen en vervangen van de batterij Voor het gebruik van het meetapparaat is een 9V-batterij (b.v. 1604A) noodzakelijk. Bij de eerste ingebruikneming of wanneer het symbool voor vervanging van batterijen op het display verschijnt, moeten nieuwe, volle batterijen worden geplaatst. Bij de tangtransformator CLA40 wordt een batterijwissel via de bedrijfsschakelaar weergegeven. Indien het rode licht knippert, moet de accu worden vervangen. Voor het plaatsen/vervangen gaat u bij de DMM als volgt te werk: - Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel het meetapparaat uit. - Sluit de behuizing zoals in hoofdstuk “Meetapparaat openen” beschreven. - Vervang de lege batterij voor een nieuwe van hetzelfde type. Plaats een nieuwe batterij volgens de juiste poolrichting in het batterijvak (15). Let op de polariteitgegevens in het batterijvak. - Sluit de behuizing weer zorgvuldig. 106  ☞ Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand. !LEVENSGEVAARLIJK! Laat geen lege batterijen in het meetapparaat aangezien zelfs batterijen die tegen lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat. Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of huisdieren worden ingeslikt. Raadpleeg bij inslikken onmiddellijk een arts. Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, om lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroorzaken. Draag daarom in dit geval beschermende handschoenen. Let op, dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi geen batterijen in het vuur. Batterijen mogen niet worden opgeladen of gedemonteerd. Er bestaat explosiegevaar. Een geschikte alkalinebatterij is onder het volgende bestelnummer verkrijgbaar: Bestelnr. 65 25 09 (1x bestellen a.u.b.). Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur hebben. Voor het plaatsen/vervangen gaat u bij de tangtransformator CLA40 als volgt te werk: - Ontkoppel de meetadapter van het meetobject en de aangesloten meetsnoeren van uw meetapparaat. Schakel de adapter uit (OFF). - Open het batterijvak op de achterkant met een passende schroevendraaier en neem het batterijdeksel af. - Vervang de lege batterijen voor nieuwe van hetzelfde type. Plaats de nieuwe batterijen volgens de juiste poolrichting in het batterijvak (23). Let op de polariteitgegevens in het batterijvak. - Sluit de behuizing weer zorgvuldig. ☞ Geschikte alkalinebatterijen verkrijgt u met het volgende bestelnummer: bestelnr. 65 23 03 (a.u.b. 2x bestellen). Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur hebben. 107 Afvalverwijdering Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huisvuil. Indien het apparaat onbruikbaar is geworden, dient het in overeenstemming met de geldende wettelijke voorschriften te worden afgevoerd naar de gemeentelijke verzamelplaatsen. Afvoer via het huisvuil is niet toegestaan. Verwijdering van verbruikte batterijen! Als eindverbruiker bent u conform de KCA-voorschriften wettelijk verplicht om alle lege batterijen en accu’s in te leveren; afvoeren via het huisvuil is niet toegestaan! Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aanduidingen voor irriterend werkende, zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. Lege batterijen/accu’s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten van batterijen/accu´s! Zo voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij aan bescherming van het milieu! 108 Verhelpen van storingen U heeft met de DMM een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen:  Neem altijd de veiligheidsinstructies in acht! Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke oplossing De Multimeter werkt niet. Is de batterij leeg? Controleer de toestand. Vervang de batterij. Geen tangstroommeting bij VC280 mogelijk. Batterijen in de meetadapter CLA40 zijn leeg. Controleer de batterijen en vervang deze indien nodig. Geen verandering van meetwaarden. Is een verkeerde meetfunctie actief (AC/DC)? Controleer of de indicatie (AC/DC) en schakel de functie indien nodig om. Werden de verkeerde meetbussen gebruikt? Vergelijk de aansluiting met de indicatie op het scherm. Is de zekering bij VC265 defect? Controleer de zekeringen.  Andere reparaties dan hierboven beschreven, mogen uitsluitend door een erkende vakman worden uitgevoerd. Bij vragen over het gebruik van het meetapparaat staat onze technische helpdesk onder het volgende telefoonnummer ter beschikking: Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Tel.nr. +49 ( 0)180 / 586,582 7. 109 Technische gegevens Weergave ....................................................4000 counts (tekens) Meetsnelheid ..............................................ong. 2-3 metingen/seconde Lengte meetsnoeren....................................elk ca. 90 cm Meetimpedantie ..........................................>10MΩ (V-bereik) Voedingsspanning ......................................9V blokbatterij (VC265/VC280) 2x AAA (CLA40) Werkomstandigheden: ................................0 tot 30°C (<75%rF), >30 tot 40°C (<50%rF) Gebruikshoogte ..........................................max. 2,000 m Opslagtemperatuur......................................-10°C tot +50°C Gewicht (DMM)............................................ca. 380 g Afmetingen DMM (lxbxh) ............................185 x 91 x 43 (mm) Overspanningscategorie..............................CAT III 600 V, verontreinigingsgraad 2 Meettoleranties DMM Weergave van de nauwkeurigheid in ± (% van de aflezing + weergavefouten in counts (= aantal kleinste posities)). De nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij een temperatuur van +23°C (±5°C), bij een rel. luchtvochtigheid van minder dan 75 %, niet condenserend. Gelijkspanning Bereik 400 mV Nauwkeurigheid Resolutie VC265 VC280 ±(0,8% + 8) ±(0,8% + 8) 4V 40 V 1 mV ±(0,8% + 8) ±(0,8% + 8) 400 V 0.01 V 0.1 V 600 V ±(1% + 8) ±(1% + 8) Verdere tips Overbelastingbeveiliging 600 V Overbelastingbeveiliging 600 V 110 0.1 mV 1V Wisselspanning Bereik Nauwkeurigheid VC265 Resolutie VC280 4V 40 V 0.001V ±(1,3% + 7) ±(1,5% + 8) 400 V 0.01 V 0.1 V 600 V ±(1,3% + 7) ±(1,5% + 8) Verdere tips Frequentiebereik 45 Hz - 1 kHz; TrueRMS; Topwaarde max. 3.0 Overbelastingsbeveiliging 600 V Frequentiebereik 40 400 Hz; Effectieve waarde bij Sinusspanning; Overbelastingsbeveiliging 600 V 1V Gelijkstroom Bereik 400 µA 4000 µA 40 mA 400 mA 4A 10 A 40 A Nauwkeurigheid Resolutie VC265 VC280 ±(1,3% + 3) ±(1,3% + 3) ±(1,5% + 5) ±(1,5% + 5) ±(1,8% + 8) ±(4,6% + 39) 0,1 µA 0.001 mA 0,01 mA 0.1 mA 0,001 A ---- 0.01 A ---- ±(4,6% + 7) 0.01 A Overbelastingbeveiliging: Zekeringen; 600 V; meettijdbegrenzing >5 A: max. 10 s met pauze van 15 min Overbelastingbeveiliging, mA-PTC-Zekering 600 V; Meettijd: onbegrensd 111 Wisselstroom Bereik 400 µA 4000 µA 40 mA 400 mA 4A 10 A 40 A Nauwkeurigheid Resolutie VC265 VC280 ±(1,6% + 3) ±(1.6% + 3) ±(2,0% + 5) ±(2,0% + 5) ±(4,6% + 39) ±(2,0% + 8) 0,1 µA 0.001 mA 0,01 mA 0.1 mA 0,001 A ---- 0.01 A ---- ±(4,6% + 7) 0.01 A Frequentiebereik 45 Hz - 1 kHz; True-RMS; Topwaarde max. 3.0 Overbelastingsbeveiliging: Zekeringen 600V; Meettijd beperkt >5 A: max. 10 s met onderbreking van 15 min Frequentiebereik 40 Hz 400Hz; Topwaarde max. 3.0 Overbelastingsbeveiliging; mA- PPTC-Zekering 600 V Weerstand Bereik Nauwkeurigheid Resolutie VC265 VC280 ±(1,6% + 3) ±(1,6% + 3) ±(1,3% + 3) ±(1,3% + 3) 0.01 kΩ 4 MΩ ±(1,6% + 3) ±(1,6% + 3) 0.001 MΩ 40 MΩ ±(2,0% + 3) ±(2,0% + 3) 0.01 MΩ 400 Ω 4 kΩ 40 kΩ 0.001 kΩ 400 kΩ 0.1 kΩ Overbelastingsbeveiliging 600V; Meetspanning: ca. 0.45 V 112 0.1 Ω Meettoleranties tangtransformator CLA40 Meetbereik 0.5 - 40 A Resolutie 0.01 A Tolerantie ± (2% + 5) Output 10 mV/A Frequentiebereik 50/60 Hz Tangopening 20 mm DC-zero-offsetinstelling ± 30 mV DC-zero-basisafwijking ± 0.050 A AC-zero-basisafwijking 0.100 A (max.) Voedingsspanning 2 x microbatterij (AAA R03) Meetsnoerlengte max. 1.2 m Afmetingen 197 x 50 x 25 mm (L x B x H) Gewicht 160 g  114 Zorg dat de max. toegestane ingangswaarden in geen geval worden overschreden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! VOLTCRAFT IM INTERNET http://www.voltcraft.de 쮕 Impressum Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation von Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel.-Nr. 0180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z.B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten. © Copyright 2011 by Voltcraft®  Impressum /legal notice in our operating instructions These operating instructions are a publication by Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Germany, Phone +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved. © Copyright 2011 by Voltcraft®  Informations /légales dans nos modes d'emploi Ce mode d'emploi est une publication de la société Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Allemagne, Tél. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu'elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l'éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Ce mode d'emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de l'équipement. © Copyright 2011 by Voltcraft®  Colofon in onze gebruiksaanwijzingen Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2011 by Voltcraft® V6_0411_01/AB
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118

VOLTCRAFT VC280 - V06-10 de handleiding

Categorie
Multimeters
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor