53
5.4 Algemene veiligheidsmaatregelen
● Gebruik het apparaat alleen reglementair en in optimale toestand.
● Stel het apparaat niet bloot aan neerslag, gebruik het niet in een omgeving die
vochtig of nat is of in de buurt van brandbare vloeistoffen of gassen. Een voch-
tig apparaat mag nooit in gebruik worden genomen.
● Laat het apparaat nooit onbeheerd achter.
● Gebruik alleen schuurwerktuigen waarvan het toegestane toerental minstens
zo hoog is als het hoogste leeglooptoerental van de machine.
● Vergewis u ervan dat de afmetingen van de schijf bij de machine passen.
● Schuurschijven moeten voorzichtig en volgens de aanwijzingen van de fabri-
kant bewaard en behandeld worden.
● Vergewis u ervan dat de schuurwerktuigen volgens de aanwijzingen van de
fabrikant aangebracht zijn.
● Gebruik geen aparte reduceerbussen of adapters om schuurschijven met een
groot gat passend te maken.
● Vergewis u er bij schuurwerktuigen met schroefdraadinzet van dat de schroef-
draad lang genoeg is om die spillengte op te nemen.
● Gebruik geen snijschuurschijven voor grof schuren.
● Beschadigde, niet-ronde of vibrerende schuurwerktuigen mogen niet gebruikt
worden.
● Bij alle werkzaamheden moet het zijhandvat gemonteerd zijn.
● De machine mag alleen met de hand worden bestu-urd.
● Houd de machine altijd met beide handen vast.
● Houd het zijhandvat aan het uiteinde vast.
● Houd het handvat droog, schoon en vrij van olie en vet.
● De beschermkap mag niet gedemonteerd worden.
● Bescherm de schuurwerktuigen tegen stoten, slagen en vet.
● Overbelast het apparaat niet. U werkt beter en veiliger in het aangegeven ver-
mogensbereik.
● Wanneer het apparaat niet in gebruik is, moet het op een droge, hoog gelegen
of afgesloten plaats buiten bereik van kinderen bewaard worden.
● Voorkom dat het apparaat per ongeluk start. Voordat u de stekker in het stop-
contact steekt, moet u controleren of het apparaat uitgeschakeld is.
● Trek de netstekker altijd uit het stopcontact wanneer het apparaat niet gebruikt
wordt (b.v. tijdens een pauze), voor schoonmaken, onderhoud en wisseling van
zaagbladen.
● Houd uw zaagbladen zorgvuldig schoon. Houd de zaagbladen scherp en schoon,
om beter en veiliger te werken. Neem de onderhoudsvoorschriften en de instruc-
ties voor het wisselen van zaagbladen in acht.
● Controleer of bewegende delen goed functioneren en niet klemmen en of er
onderdelen beschadigd zijn. Alle onderdelen moeten correct gemonteerd zijn en
aan alle voorwaarden voldoen om de goede werking van de machine te garande-
ren.
● ATTENTIE- De machine loopt na het uitschakelen nog even door.
● Rem het uitlopende schuurwerktuig niet door zijdelingse druk af.
● Nieuwe schuurwerktuigen bij max. leeglooptoerental minstens 30 seconden
laten lopen om te testen. Onmiddellijk stoppen als er sterke oscillaties optreden
of als er andere gebreken worden vastgesteld. Als deze toestand optreedt, con-
troleer de machine dan om de oorzaak vast te stellen.
● Voor verder gebruik van de machine moeten beveiligingsinrichtingen of licht
beschadigde onderdelen zorgvuldig op correcte werking gecontroleerd worden.
Beschadigde beveiligingsinrichtingen en onderdelen moeten door een erkende
werkplaats deskundig gerepareerd of vervangen worden, tenzij er in de gebruiks-
aanwijzing iets anders vermeld is.
● Vergewis u er voor het insteken van de netstekker in het stopcontact van dat
de machine uitgeschakeld is.
Printed: 07.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069436 / 000 / 00