Ask Proxima W2100 Handleiding

Categorie
Projectoren
Type
Handleiding
371747
Bedienungsanleitung de
Operating instructions en
Mode d’emploi fr
Istruzioni d’uso it
Gebruiksaanwijzing nl
Manual de instruções pt
Manual de instrucciones es
Οδηγιες χρησεως el
Kulllanma Talimatı tr
ar
DG 150
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
49
Lees de gebruiksaanwijzing in
ieder geval door voordat u de
machine in gebruik neemt.
Bewaar deze gebruiksaanwijzing
altijd bij de machine.
Geef de machine alleen samen
met de gebruiksaanwijzing aan
ander personen door.
OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING
Slijpapparaat DG150 met DPC20
Bedieningselementen en componenten van DG150
 
Aan/uitschakelaar
Zijhandvat
Beschermkap compleet
Afstelschroef
Spanhendel
LED lampje
Apparaatstekker
Toerentalschakelaar (stand 1 en 2)
Fixeerschroef zijhandvat
Spanband
Spansleutel
Spanmoer
Diamant-komschijf
Lamelafdichting klein
Spanflens
Lamelafdichting groot
Draagring
Spil
Beveiligingsring
Onderstuk beschermkap
21
Bovenstuk beschermkap met luchtaanzuigmondstuk
22
Spil-arrêteerknop
Bedieningselementen en componenten van DPC20
23
LED lampje
24
Netsnoer
25
Geleide-element
26
Draaggreep
27
Klemplaats voor snoer
28
Stopcontact met klep
29
Stop-element
1. Algemene opmerkingen
Deze nummers verwijzen naar de bedienings-/dis-
play-elementen van het apparaat.
Deze nummers verwijzen naar figuren. De figuren bij
de tekst vindt u op de uitklapbare omslagpagina’s. Houd
deze bij het lezen van de handleiding open.
In de tekst van deze gebruiksaanwijzing betekent ‘het
apparaat’ altijd de DG 150 met de DPC 20.
Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat
Type en serienummer staan op het typeplaatje van uw
apparaat. Neem deze gegevens over in uw gebruiks-
aanwijzing en geef ze altijd op als u informeert bij onze
vertegenwoordiging of servicewerkplaats.
Type:
Serienr.:
Type:
Serienr.:
Inhoud Pagina
1. Algemene opmerkingen 49
2. Beschrijving 50
3. Werktuigen en toebehoren 51
4. Technische gegevens 51
5. Veiligheisinstructies 52
6. Inbedrijfneming 56
7. Bediening 57
8. Schoonhouden en onderhoud 58
9. Fouten zoeken 59
10. Afvoer als afval 59
11. Fabrieksgarantie op de apparatuur 59
12. Conformiteitsverklaring (origineel) 60
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
Omwentelingen
per
minuut
Omwentelingen
per
minuut
Gebodstekens
50
Waarschuwingstekens
Waarwschu-
wing voor alge-
meen gevaar
Waarschuwing
voor gevaarlijke
elektrische
spanning
Waarschuwing
voor handletsel
Waarschuwing
voor heet
oppervlak
Veiligheidsbril
dragen
Helm dragen Oorbescher-
mers dragen
Werkhand-
schoenen
dragen
Voor het
gebruik de
gebruiksanwij-
zing lezen
Licht stofmas-
ker dragen
Beschermende
kleding dragen
1.1 Signaalwoord voor gevaren
-WAARSCHUWING- (WARNING)
Voor een eventueel gevaarlijke situatie, die tot ernstig letsel of tot de dood kan leiden.
-AANDACHT- (CAUTION)
Voor een eventueel gevaarlijke situatie, die tot licht letsel of tot materiële schade kan leiden.
-AANWIJZING- (NOTE)
Voor gebruikstips en andere nuttige informatie. Niet gebruikt voor gevaarlijke of schadelijke situaties.
1.2 Pictogrammen
2. Beschrijving
De DG 150 is een elektrisch aangedreven diamant-slijpapparaat voor het professioneel slijpen van minerale mate-
rialen in de bouw. De DG 150 kan alleen samen met de DPC 20 worden gebruikt en vormt daar een eenheid mee.
Gebruik volgens de voorschriften
De DG150 moet samen met de DPC 20 worden gebruikt. Samen met de door Hilti aanbevolen bouwstofzuiger en
de bijbehorende DG-CW 150/6" diamantkomschijven vormt de DG150 een uitgebalanceerde elektrisch bediende
handslijpmachine met een minimale stofbelasting. Om een optimale stofafzuiging te garanderen moet er altijd een
goed functionerende bouwstofzuiger worden gebruikt. De DG150 mag, om voor veilig gebruik te zorgen, alleen
met originele Hilti werktuigen worden gebruikt. De DG150 mag alleen worden gebruikt voor het droog afslijpen
van minerale materialen zonder deklaag en van dunne deklagen op beton en soortgelijke minerale materialen met
een laagdikte van maximaal 3 mm. Bij het afslijpen van minerale materialen met of zonder deklaag met de DG150
moeten de lokale gezondheidsvoorschriften in acht genomen worden en de vereiste beveiligingsmaatregelen wor-
den getroffen.
Gebruik het apparaat in geen geval anders dan in de gebruiksaanwijzing beschreven is.
Het apparaat is niet geschikt voor het slijpen van metaal, hout of andere materialen die niet onder punt 2 genoemd
zijn.
Het apparaat is niet geschikt voor gebruik met diamant-zaagschijven, schurende zaagschijven of voorbewer-
kingskomschijven, metalen borstels of andere niet-reglementaire werktuigen (zie punt 3).
Het apparaat is niet geschikt om nat te slijpen.
Het apparaat niet in een bankschroef vastklemmen.
Asbesthoudende materialen mogen niet bewerkt worden.
Materialen die stoffen bevatten die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, mogen alleen na overleg met de lokale auto-
riteiten op het gebied van werkveiligheid en volgens de geldende lokale bepalingen voor werkveiligheid bewerkt
worden.
Afval voor
hergebruik
recyclen
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
51
Er mogen geen diamant-komschijven, geen spanflenzen en geen spanmoeren worden gebruikt die niet onder
punt 3 "Werktuigen en toebehoren" vermeld zijn.
Uitstekende nagels, pluggen, schroeven, wapeningen mogen niet afgeslepen worden met de komschijven. Ver-
wijder deze op voorhand met geschikte machines.
Het volgende behoort tot de levering
1 Hilti DG 150 slijpapparaat
1 DPC 20 power conditioner
1 spanflens
1 spanmoer
1 spansleutel
1 veiligheidsbril
1 gebruiksaanwijzing
4. Technische gegevens
DG150 DPC20
Nominale spanning 110 V 110 V 120 V 220 V 230 V 240 V
Nominale stroom 15 A 16 A 15 A 9,6 A 9,2 A 8,8 A
Opgenomen vermogen 1500 W 1760 W 1800 W 2100 W 2100 W 2100 W
Afgegeven vermogen 1070 W 1260 W 1285 W 1500 W 1500 W 1500 W
Netfrequentie 50/60 Hz 50/60 Hz 60 Hz 50/60 Hz 50 Hz 50 Hz
Nominaal toerental stand 1 no. I 4700 /min
Nominaal toerental stand 2 no. II 6600 /min
Gewicht conform
EPTA-Procedure 01/2003 4,1 kg 3,8 kg 3,8 kg 3,8 kg 3,4 kg 3,4 kg 3,4 kg
3. Werktuigen en toebehoren
Hilti werktuig
Diamant-komschijf Gebruik/materiaal
DG-CW 150/6 A1 Wegslijpen van dekvloeren en vergelijkbare minerale materialen met hoge
schuurfactor
DG-CW 150/6 B1 Wegslijpen van deklagen op beton en vergelijkbare minerale materialen met
een dikte van maximaal 3 mm
DG-CW 150/6 C1 Wegslijpen van beton en vergelijkbare minerale materialen met een gemiddelde
hardheid en schuurfactor
DG-CW 150/6 C10 Wegslijpen van beton
DG-CW 150/6 C2 Wegslijpen van beton en vergelijkbare minerale materialen met grote hardheid
en hoge schuurfactor
DG-CW 150/6 D1 Wegslijpen van fijne oppervlakken van beton en vergelijkbare minerale
materialen
Afdichtingslamel Een grote lamelafdichting en een kleine lamelafdichting
Draagring Een draagring voor het bevestigen van de grote lamelafdichting aan de stofkap
DG 150-profbox Transportkoffer
VCD 50L Droogzuiger
Spanflens voor DG150 Speciale quick-stop spanflens voor uitsluitend gebruik op de
Hilti DG-CW 150/6 diamant-komschijven.
Spanmoer voor DG150 Speciale M13 spanmoer voor het klemmen van Hilti DG-CW 150/6
diamant-komschijen.
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
52
5. Veiligheidsinstructies
5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor elektri-
sche gereedschappen
WAARSCHUWING! Lees alle aanwijzingen en veilig-
heidsvoorschriften. Wanneer de veiligheidsvoorschrif-
ten en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan
dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg
hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en voor-
schriften goed, zodat u ze later nog eens in kunt zien.
Het hierna gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft
betrekking op elektrische gereedschappen voor gebruik
op het stroomnet (met netsnoer) en op elektrische gereed-
schappen voor gebruik met een accu (zonder netsnoer).
5.1.1 Veiligheid op de werkplek
a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht.
Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot
ongevallen leiden.
b) Werk niet met het gereedschap in een explosieve
omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen, gas-
sen of stof bevinden. Elektrische gereedschappen
veroorzaken vonken die het stof of de dampen tot ont-
steking kunnen brengen.
c) Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik
van het elektrische gereedschap uit de buurt. Wan-
neer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het
gereedschap verliezen.
5.1.2 Elektrische veiligheid
a) De aansluitstekker van het gereedschap moet in het
stopcontact passen. De stekker mag in geen geval
worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers
in combinatie met geaarde gereedschappen. Onver-
anderde stekkers en passende stopcontacten beper-
ken het risico van een elektrische schok.
b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde
oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwar-
mingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een ver-
hoogd risico door een elektrische schok wanneer uw
lichaam geaard is.
c) Houd het gereedschap uit de buurt van regen en
vocht. Het binnendringen van water in het elektrische
gereedschap vergroot het risico van een elektrische
schok.
d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om
het gereedschap te dragen of op te hangen of om de
Afmetingen (L×B×H) 46×25×23 cm 27×22×15 cm
Beveiligingsklasse II Z (Dubbel randgeaard)
-AANWIJZING-
Het in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces
gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt
voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de
belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch apparaat. Als het elektrisch apparaat echter wordt gebruikt voor
andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het tril-
lingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd.
Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden
waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbela-
sting over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescher-
ming van de gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch apparaat en de gereedschappen,
warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden.
Geluids- en vibratie-informatie (gemetn volgens EN 60745):
Typisch A-gekwalificeerd geluidsdrukniveau 88 dB (A)
Typisch A-gekwalificeerd geluidsvermogensniveau 99 dB (A)
Onzekerheid 3 dB
Triaxiale vibratiewaarden 5,8 m/s
2
Onzekerheid (K) 1,5 m/s
2
Verdere belangrijke kenmerken
Snelstop na uitschakelen 2 seconden
Thermische overbelastingsbeveiliging
Blokkering tegen opnieuw opstarten
Technische wijzigingen voorbehouden
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
53
stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel
uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewe-
gende gereedschapsdelen. Beschadigde of in de war
geraakte kabels vergroten het risico van een elektri-
sche schok.
e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap
werkt, dient u alleen verlengkabels te gebruiken die
voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd. Het
gebruik van een voor gebruik buitenshuis geschikte
verlengkabel beperkt het risico van een elektrische
schok.
f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in
een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is,
gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik
van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op
stroomschokken.
5.1.3 Veiligheid van personen
a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met ver-
stand te werk bij het gebruik van het elektrische
gereedschap. Gebruik het gereedschap niet wan-
neer u moe bent of onder invloed bent van drugs,
alcohol of medicijnen. Een moment van onoplet-
tendheid bij het gebruik van het gereedschap kan tot
ernstig letsel leiden.
b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting en
altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een per-
soonlijke beschermende uitrusting, zoals een stof-
masker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm
of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het
gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert
het risico van letsel.
c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of het
apparaat is uitgeschakeld voordat u de stekker in het
stopcontact steekt en/of de accu aanbrengt, of het
apparaat optilt of draagt. Wanneer u bij het dragen van
het gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of
wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de stroom-
voorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels
voordat u het gereedschap inschakelt. Instelge-
reedschap of een sleutel in een draaiend deel van het
gereedschap kan tot letsel leiden.
e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg
ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft.
Daardoor kunt u het gereedschap in onverwachte situ-
aties beter onder controle houden.
f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshan-
gende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen.
Loshangende kleding, sieraden en lange haren kun-
nen door bewegende delen worden meegenomen.
g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen
kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te
verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist wor-
den gebruikt. Het gebruik van een stofopvangsysteem
kan de gevaren door stof beperken.
5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch gereed-
schap
a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werk-
zaamheden het daarvoor bestemde elektrische
gereedschap. Met het passende elektrische gereed-
schap werkt u beter en veiliger binnen het aangege-
ven vermogensbereik.
b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de
schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet
meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en
moet worden gerepareerd.
c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu uit
het apparaat voordat u het gereedschap instelt, toe-
behoren wisselt of het apparaat weglegt. Deze voor-
zorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het
apparaat.
d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen
buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap
niet gebruiken door personen die er niet mee ver-
trouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gele-
zen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wan-
neer deze door onervaren personen worden gebruikt.
e) Ga zorgvuldig met het gereedschap om. Controleer
of bewegende delen van het gereedschap correct
functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen
gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking
van het gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat
beschadigde delen repareren voordat u het gereed-
schap gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak
in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en
schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetge-
reedschappen met scherpe snijkanten klemmen min-
der snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g) Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, inzet-
gereedschap enz. overeenkomstig deze aanwijzin-
gen, met inachtneming van de arbeidsomstandig-
heden en de uit te voeren werkzaamheden. Het
gebruik van elektrische gereedschappen voor andere
dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situ-
aties leiden.
5.1.5 Service
a) Laat het gereedschap alleen repareren door gekwa-
lificeerd en vakkundig personeel en alleen met ori-
ginele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt
gewaarborgd dat de veiligheid van het gereedschap
in stand blijft.
5.2 Speciale veiligheidsinstructies voor alle toepassingen
Algemene veiligheidsinstructies voor het slijpen,
schuren, het werken met draadborstels, het polijsten
en doorslijpen:
a) Dit elektrisch gereedschap dient voor het gebruik
als slijpmachine. Neem alle veiligheidsinstructies,
aanwijzingen, afbeeldingen en informatie die u bij
het apparaat ontvangt in acht. Als u de volgende
aanwijzingen niet in acht neemt, kan dit tot een elek-
trische schok, brand en/of ernstig letsel leiden.
b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt voor
werkzaamheden als schuren, werken met draad-
borstels, polijsten en doorslijpen. Toepassingen
waarvoor het elektrisch gereedschap niet bestemd
is, kunnen gevaar en letsel veroorzaken.
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
54
c) Maak geen gebruik van accessoires die niet door
de fabrikant speciaal voor dit elektrische apparaat
zijn bedoeld en aanbevolen. Het feit dat u acces-
soires aan uw elektrisch gereedschap kunt bevestigen
betekent nog niet dat het gebruik hiervan veilig is.
d) Het toegestane toerental van het inzetgereedschap
dient minstens zo hoog te zijn als het maximale toe-
rental dat op het elektrisch gereedschap staat aan-
gegeven. Accessoires die sneller draaien dan toege-
staan kunnen breken en in het rond vliegen.
e) De buitendiameter en dikte van het inzetgereed-
schap dienen overeen te komen met de opgegeven
afmetingen van uw elektrisch gereedschap. Ver-
keerd bemeten inzetgereedschap kan niet voldoende
worden afgeschermd of gecontroleerd.
f) Slijpschijven, flenzen, steunschijven en andere
accessoires dienen exact op de slijpspil van uw
elektrisch gereedschap te passen. Inzetgereedschap
dat niet op de slijpspil van het elektrisch gereedschap
past, draait zeer ongelijkmatig en trilt erg sterk, het-
geen kan leiden tot verlies van controle.
g) Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Con-
troleer inzetgereedschap, zoals slijpschijven, voor
het gebruik altijd op afsplinteringen en barsten,
steunschijven op barsten of sterke slijtage en draad-
borstels op losse of gebroken draden. Wanneer het
elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap
naar beneden valt, controleert u of het beschadigd
is, of gebruikt u onbeschadigd gereedschap. Wan-
neer u het inzetgereedschap heeft gecontroleerd
en gemonteerd, dient u ervoor te zorgen dat ieder-
een die zich in de nabijheid bevindt buiten het draai-
vlak van het roterende inzetgereedschap blijft en
laat u het apparaat een minuut lang op het hoogste
toerental draaien. Beschadigd inzetgereedschap
breekt meestal in deze testperiode.
h) Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag
afhankelijk van de toepassing volledige gezichts-
bescherming, een veiligheids- of werkbril. Draag
indien nodig een stofmasker, gehoorbescherming,
werkhandschoenen of een speciaal schort, dat u
bescherming biedt tegen kleine slijp- en materi-
aaldeeltjes. Uw ogen dienen tegen rondvliegende
deeltjes, die bij verschillende toepassingen ontstaan,
te worden beschermd. Stof- en zuurstofmaskers die-
nen het ontstane stof te filteren. Wanneer u lang aan
hard geluid bent blootgesteld, kan dit leiden tot gehoor-
beschadiging.
i) Let er op dat anderen zich op een veilige afstand
van uw werkruimte bevinden. Iedereen die deze
werk ruimte betreedt, dient persoonlijke veiligheids -
uitrusting te dragen. Brokstukken van het werkstuk
of gebroken inzetgereedschap kunnen wegvliegen en
letsel veroorzaken, ook buiten de directe werkruimte.
j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde
greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uit-
voert waarbij het inzetgereedschap verdekte stroom-
leidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door het
contact met een spanningvoerende leiding kunnen
ook metalen delen van apparaten onder spanning
komen te staan, hetgeen tot een elektrische schok
kan leiden.
k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend inzet-
gereedschap. Wanneer u de controle over het appa-
raat verliest, kan het netsnoer worden doorsneden of
gegrepen, waardoor u hand of uw arm mogelijk in het
draaiende inzetgereedschap terechtkomt.
l) Zet het elektrisch gereedschap nooit weg voordat
het inzetgereedschap volledig tot stilstand is geko-
men. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact
treden met het steunvlak, waardoor u de controle over
het elektrisch gereedschap kunt verliezen.
m
)Laat het elektrisch gereedschap nooit draaien ter-
wijl u het draagt. Uw kleding kan door het toeval lige
contact met het draaiende inzetgereedschap gegre-
pen worden en het inzetgereedschap kan zich in uw
lichaam dringen.
n) De ventilatiesleuven van uw elektrisch gereedschap
dient u regelmatig te reinigen. De motorventilator
trekt stof in de behuizing, en een sterke opeenhoping
van metaalstof kan leiden tot elektrische gevaren.
o) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de nabij-
heid van brandbare materialen. Door vonken kun-
nen deze stoffen vlam vatten.
p) Gebruik geen inzetgereedschap dat vloeibare koel-
media vereist. Het gebruik van water of andere vloei-
bare koelmedia kan leiden tot een elektrische schok.
5.2.1 Aanvullende veiligheidsinstructies
Terugslag en specifieke veiligheidsinstructies
Terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van draai-
end inzetgereedschap, zoals slijpschijven, steunschij-
ven, draadborstels, enz., dat haakt of blokkeert. Dit leidt
tot een abrupte stop van het roterende inzetgereedschap.
Hierdoor ondergaat ongecontroleerd elektrisch gereed-
schap, tegen de draairichting van het inzetgereedschap
in, bij de plaats van de blokkade een versnelling. Wan-
neer bijv. een slijpschijf in het werkstuk haakt of blok-
keert, kan de rand van slijpschijf die in het werkstuk
grijpt, vast komen te zitten. Hierdoor kan de schijf uit-
breken of een terugslag veroorzaken. De slijpschijf
beweegt zich dan naar de bediener of van hem weg,
afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats
van de blokkade. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken.
Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of foutief
gebruik van het elektrisch gereedschap. Dit kan door
passende voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschre-
ven, worden voorkomen.
a) Houd het elektrisch gereedschap goed vast en breng
uw lichaam en armen in zo'n positie, dat u de terug-
slag krachten kunt opvangen. Gebruik altijd de extra
handgreep, indien aanwezig, om een zo groot
mogelijke controle op terugslagkrachten en reac-
tiemomenten te hebben als het apparaat met hoge
toerentallen draait. De bediener kan door de juiste
voorzorgsmaat regelen te nemen de terugslag- en
reactiekrachten onder controle houden.
b) Kom met uw hand nooit in de buurt van draaiend
inzetgereedschap. Het inzetgereedschap kan zich bij
een terugslag over uw hand bewegen.
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
55
c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied waarin
het elektrisch gereedschap bij een terugslag zal
bewegen. Door de terugslag wordt het elektrisch
gereedschap naar de plaats van de blokkade bewo-
gen in een richting die tegengesteld is aan de bewe-
ging van de slijpschijf.
d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken,
scherpe randen, enz. Voorkom dat inzetgereed-
schap van het werkstuk wegketst en beklemd raakt.
Het roterende inzetgereedschap heeft bij hoeken,
scherpe randen of wanneer het wegketst de neiging
beklemd te raken. Dit leidt tot controleverlies of terug-
slag.
e) Gebruik geen getand of kettingzaagblad. Dergelijk
inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of tot
het verlies van controle over het elektrisch gereed-
schap.
5.2.2 Bijzondere veiligheidsinstructies voor het slijpen
a) Gebruik uitsluitend de voor uw elektrisch gereedschap
toegestane slijpstenen en de voor deze slijpstenen
bestemde beschermkap. Slijpstenen die niet geschikt
zijn voor het elektrisch gereedschap, kunnen niet vol-
doende worden afgeschermd en zijn onveilig.
b) De beschermkap moet veilig op het elektrisch gereed-
schap zijn aangebracht en zo afgesteld zijn, dat een
zo groot mogelijke veiligheid wordt bereikt. Een zo
klein mogelijk deel van het slijpdeel mag open naar
de bediener gericht zijn. De beschermkap moet de
bediener beschermen tegen brokstukken en toeval-
lig contact met het slijpdeel.
c) Slijpstenen mogen alleen voor de aanbevolen inzet-
mogelijkheden worden gebruikt. Bijvoorbeeld: slijp
nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Door-
slijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname
met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtin-
werking kan het slijpdeel worden gebroken.
d) Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf altijd
onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte en
vorm. De juiste flenzen ondersteunen de slijpschijf
en verminderen zo het gevaar dat de slijpschijf breekt.
Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich onder-
scheiden van de flenzen voor andere slijpschijven.
e) Gebruik geen versleten slijpschijven van groter
elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor groter
elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de hoge-
re toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap en
kunnen breken.
5.3 Aanvullende veiligheidsvoorschriften
5.3.1 Veiligheid van personen
a) Let erop dat u niet over het netsnoer, het verlengsnoer
of de zuigslang struikelt.
b) Bij alle werkzaamheden moet het zijhandvat gemon-
teerd zijn.
c) Houd het handvat droog, schoon en vrij van olie en
vet.
d) Het apparaat moet bij het werken met beide handen
vastgehouden worden.
e) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefe-
ningen, voor een betere doorbloeding van uw vin-
gers.
f) Controleer voor elk gebruik, ook na een pauze, altijd
dat het werkgereedschap vastzit.
-ATTENTIE-
Het draaien van het gereedschap vormt een bron van
gevaar voor letsel. Het apparaat daarom alleen gebrui-
ken met naar de grond gericht gereedschap.
g) Gebruik klemmen of een bankschroef om de losse
werkstukken vast te maken.
h) Pas op voor onzichtbaar verborgen elektrische, gas-
en waterleidingen. Het werkgebied controleren, b.v.
met een metaaldetector.
i) Bij het slijpen kunnen rondvliegende vonken ontstaan.
Let erop dat er geen personen in gevaar gebracht wor-
den.
j) Bij het bewerken van geleidende materialen kan er
zich geleidend stof in het apparaat ophopen, waar-
door de isolatie wordt overbrugd en er een elektri-
sche schok kan worden veroorzaakt. Daarom moe-
ten minstens om het half jaar door deskundigen of in
de Hilti-service worden gecontroleerd of de gebruik-
te apparaten nog goed geïsoleerd zijn en of er zich
geleidend stof of andere geleidende afzettingen heb-
ben gevormd.
k) -AANDACHT- Het apparaat loopt na het uitschakelen
nog ca. 2 seconden door.
l) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kin-
deren of door zwakke, ongeschoolde personen.
m
)Kinderen moeten duidelijk worden gemaakt dat het
apparaat geen speelgoed is.
n) Bij montage van het gereedschap de richtingspijl in
acht nemen.
o) Als het net- of verlengsnoer tijdens het werken bescha-
digd wordt, mag u het snoer niet aanraken. Trek dan
de netstekker uit het stopcontact.
p) Nieuw slijpgereedschap bij max. nullasttoerental min-
stens 30 seconden laten proefdraaien.
q) -WAARSCHUWING- De elektrische verbindingsstek-
ker van de DG150 niet uit het DPC20 module trekken
gedurende het toestel onder last is.
r) Wanneer verdekt liggende elektrische leidingen of
het netsnoer door het gereedschap kunnen worden
beschadigd, houd het apparaat dan aan de geïso-
leerde greepgedeelten vast. Bij contact met stroom-
voerende leidingen worden onbeschermde metalen
delen van het apparaat onder spanning gezet en loopt
de gebruiker het risico van een elektrische schok.
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
56
s) De diamant-komschijf, delen van de beschermkap of
van het apparaat (transmissiekop) kunnen bij gebruik
heet worden. Deze delen mag u, om brandwonden te
voorkomen, niet zonder veiligheidshandschoenen aan-
raken.
t) Sluit de bouwstofzuiger aan.
u) Beschadigde beveiligingsinrichtingen en onderdelen
moeten, indien in de gebruiksaanwijzing niets anders
vermeld is, door een erkende werkplaats deskundig
gerepareerd of vervangen worden.
v) Het apparaat mag om veiligheidsredenen alleen met
beschermkap, veiligheidshandschoenen en zijhand-
vat gebruikt worden.
w)Beschermkap alleen aan een andere werkhouding aan-
passen wanneer het apparaat uitgeschakeld is en de
netstekker uitgetrokken is.
Door slijpen kan gevaarlijk slijpstof ontstaat.
x) Stel voor het begin van het werk de gevaarklasse vast
van het stof dat bij het slijpen ontstaat. Gebruik voor
het werken met het apparaat een bouwstofzuiger met
een officieel goedgekeurde beschermingsklasse, con-
form de lokale bepalingen voor stofbeveiliging.
y) Bij het slijpen moet een bouwstofzuiger met de voor
uit te voeren bewerking nodige filters worden gebruikt.
z) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommi-
ge houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schade-
lijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen met
of het inademen van dit stof kan leiden tot allergische
reacties en/of aandoeningen van de luchtwegen bij
de gebruiker of personen die zich in de buurt bevin-
den. Bepaalde stoffen, zoals eikenof beukenstof, staan
bekend als kankerverwekkend, in het bijzonder in
combinatie met houtbewerkingsmiddelen (chromaat,
houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend mate-
riaal mag alleen door vakkundig personeel worden
bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van stofafzui-
ging. Om een betere stofafzuiging te verkrijgen,
gebruikmaken van een geschikte, door Hilti aan-
bevolen en op dit elektrisch apparaat afgestemd
mobiele stofafzuiging voor hout- en/of mineraal-
stof. Zorg voor een goede ventilatie van de wer-
kruimte. Het wordt geadviseerd een ademmasker
met filterklasse P2 te dragen. De in uw land gel-
dende voorschriften bij de te bewerken materialen
in acht nemen.
5.3.2 Persoonlijke veiligheidsuitrusting
a) Draag bij het slijpen altijd een veiligheidsbril, een helm,
oorbeschermers, werkhandschoenen, een stofmas-
ker en beschermende kleding.
b) Draag kniebeschermers wanneer u op de vloer werkt.
-AANDACHT-
Het werktuig of delen van de
beschermkap kunnen bij gebruik
heet worden.
U kunt uw handen branden.
Draag werkhandschoenen als u
werktuigen wisselt of de bescherm-
kap verstelt.
6. Inbedrijfneming
Lees beslist de veiligheidsinstructies in deze gebruiks-
aanwijzing en neem ze in acht.
6.1 Bescherkamp
-WAARSCHUWING- Het apparaat mag alleen gebruikt
worden als de beschermkap gemonteerd is!
Een beschadigde of onvolledige beschermkap moet
onmiddellijk vervangen worden!
6.1.1 Bescherkamp instellen
Door de hele beschermkap te verdraaien kan het lucht-
aanzuigmondstuk in de voor het werken gunstigste posi-
tie gebracht worden.
Beschermkap draaien:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Trek de net- of apparaatstekker uit het stopcontact.
3. Open de spanhendel .
4. Verdraai de beschermkap. -OPMERKING- Als het lucht-
aanzuigmondstuk in botsing komt met de geopende
hendel moet de kap voor het verder draaien omlaag
worden geschoven.
5. Sluit de spanhendel.
6.1.2 Beschermkap aan het werkvlak aanpassen
1. Schakel het apparaat uit.
2. Trek de net- of apparaatstekker uit het stopcontact.
3. Zet het apparaat op de slijpschijf.
4. Open de spanhendel.
5. Verdraaien de beschermkap en stellen de optimale
hoogte in. -OPMERKING- Een optimale stofafvoer bij
het werken is gewaarborgd als de lamelafdichting het
te slijpen materiaal net niet raakt (afstand 0 - 1 mm).
6. Sluit de spanhendel.
6.1.3 Beschermkap voor randbewerking instellen
Om b.v. langs een wand te slijpen kan de segmentope-
ning van het onderste deel van de beschermkap zo ver-
draaid worden dat de slijpschijf gedeeltelijk vrij komt.
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
-AANDACHT-
Door slijpen kan gevaarlijk slijp-
stof ontstaan.
Slijpstof kan schadelijk zijn voor
longen en ogen.
Gebruik een stofafzuiging, draag
een helm, een stofmasker en een
veiligheidsbril.
57
-WAARSCHUWING-
Voor randbewerkingen wordt de
beschermkap gedeeltelijk geo-
pend.
Aan de roterende slijpschijf kunt
u zich ernstig verwonden.
Werk bij geopende beschermkap
voorzichtig en zet na de randbe-
werking de beschermkap weer
op volle bescherming.
-OPMERKING- Bij randbewerkingen kan er meer stof bij
de beschermkap naar buiten komen.
Instellen:
1. Schakel het apparaat uit.
2. Trek de net- of apparaatstekker uit het stopcontact.
3. Open de spanhendel.
4. Verdraai het bovenste deel van de beschermkap naar
het onderste deel tot u de gewenste positie hebt bereikt.
5. Sluit de spanhendel.
-OPMERKING- De gesloten normale instelling van de
beschermkap is aan een klik te merken.
-OPMERKING- Als de beschermkap bij gesloten hendel
niet goed vast zit, spanband bijspannen door de afstel-
schroef naar rechts te draaien.
Als de beschermkap bij geopende hendel niet beweeg-
baar is, spanband losser zetten door de afstelschroef
naar links te draaien.
6.2 Zijhandvat
6.2.1 Zijhandvat en verstellen van het zijhandvat
Om veiligheidsredenen moet het zijhandvat altijd gebruikt
worden.
Hij kan om twee assen in de gunstigste werkpositie inge-
steld worden:
twee schuine posities voor rechter of linker hand
in stappen vooruit/achteruit draaibaar
1. Schakel het apparaat uit.
2. Trek de net- of apparaatstekker uit het stopcontact.
3. Zet het zijhandvat los door spanschroef naar links te
draaien.
4. Breng het handvat in de gewenste positie.
5. Draai de spanschroef vast door deze naar rechts te
draaien.
6.3 Diamant-komschijf
Voor het werken in de omgeving van het werktuig moet
u het apparaat altijd uitschakelen (net- of apparaat-
stekker uittrekken).
Druk de spil-arrêteerknop niet in terwijl het apparaat
loopt.
Reinig bij het wisselen van werktuigen alle delen in de
buurt van de werktuigopname.
Gebruik alleen originele diamant-komschijven, span-
flens en spanmoer van Hilti.
6.3.1 Montage van de diamant-komschijf
1. Steek de flens met 0-vormige uitsparing vooruit op de
spil en laat de combinatie vastklikken.
A
2. Steek de slijpschijf op de centreernaaf van de flens.
B
3. Schroef de spanmoer naar rechts op en draai hem met
de hand of de spansleutel vast tegen de weerstand van
de aandrijving.
6.3.2 Demontage van de diamant-komschijf
1. Druk op de spil-arrêteerknop en houd deze ingedrukt.
2. Zet de spanmoer los door de spansleutel erop te zet-
ten en naar links te draaien .
3. Laat de spil-arrêteerknop los.
4. Verwijder de diamant-komschijf.
6.3.3 Snelheid instellen
Het apparaat biedt de gebruiker 2 werktoerentallen aan.
Aanbeveiling:
Stand I: 4700 /min
Gebruik deze stand voor het afslijpen van zachte mine-
rale materialen, zoals b.v. verf op cement, voor een ver-
beterde stofafzuiging en bij het verwijderen van lagen op
zachte materialen om het apparaat gemakkelijker te kun-
nen hanteren.
Stand
II: 6600 /min
Gebruik deze stand voor het wegslijpen van harde mine-
rale materialen, zoals beton, dekvloeren of steen, om het
volle vermogen van de werktuigen te gebruiken.
7. Bediening
Lees beslist de veiligheidsinstructies in deze gebruiks-
aanwijzing en neem ze in acht.
-AANDACHT-
Het apparaat en het slijpproces
maken lawaai.
Te hard lawaai kan het gehoor
beschadigen.
Gebruik oorbeschermers
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
58
7.1 Apparaat inschakelen
1. Breng de slangverbinding tussen het apparaat en de
bouwstofzuiger tot stand.
2. Maak elektrische verbinding tussen de DG 150 en de
DPC 20.
3. Sluit de DPC 20 aan het elektriciteitsnet aan.
4. Til het apparaat van het te bewerken materiaal af.
5. Schuif de aan/uitschakelaar naar voren in de stand Aan
(I). De schakelaar klikt in de stand Aan (I).
Na stroomuitval kan het apparaat alleen weer gestart wor-
den als de aan/uitschakelaar eerst in de stand Uit (0) en
vervolgens weer in de stand Aan (I) geschakeld wordt.
7.2 Testen van nieuwe diamant-komschijven
Machine minstens 30 seconden zonder belasting laten
lopen. Vibrerende diamant-komschijven niet gebruiken!
Diamant-komschijven tegen schokken, slagen en vet
beschermen.
7.3 Slijpen
“Voorzichtig” Bij het proefdraaien, tijdens het werken
en tot de komschijf stilstaat, moet de DG 150 altijd op
of dicht bij het materiaal worden gehouden.
Werk nooit zonder beveiligingsinrichting.
Gebruik alleen Hilti diamant-komschijven DG-CW
150/6.
Werk met een matige, aan het te bewerken materiaal
aangepaste aandrukkracht. Beweeg het apparaat heen
en weer en druk de diamant-komschijf niet in het mate-
riaal.
Bij het bewerken van bijzonder harde, minerale mate-
rialen, b.v. beton met hoog kiezelgehalte, kan de dia-
mant-komschijf oververhit raken en daardoor bescha-
digd worden. In dit geval moet u het slijpproces onder-
breken en de diamant-komschijf korte tijd onbelast
stationair draaiend laten afkoelen.
Als het werk minder snel opschiet, kan dit erop wijzen
dat de diamant-komschijf stomp is geworden (polijs-
ten van de segmenten). Door slijpen in schurend mate-
riaal (Hilti slijpplaat of schurende kalkzandsteen) kan
de komschijf weer scherp gemaakt worden.
7.4 Apparaat uitschakelen
1. Druk op de aan/uitschakelaar. Na het loslaten springt
de schakelaar in de Uit-stand.
2. Trek de netstekker uit het stopcontact.
3. Verbreek, als er een bouwstofzuiger aanwezig is, de
slangverbinding tussen het apparaat en de bouwstof-
zuiger.
8. Schoonhouden en onderhoud
Voor alle werkzaamheden aan de DG 150 en aan de DPC20
eerst de stekker uit het stopcontact trekken!
De ventilatiesleuven aan de motorbehuizing steeds vrij
en schoon houden. Gebruik voor het reinigen geen meta-
len voorwerpen.
Bij extreme gebruiksomstandigheden kan zich bij het
bewerken van minerale materialen geleidend stof in het
apparaat afzetten. De isolatie van het apparaat kan daar-
door nadelig worden beïnvloed.
-ATTENTIE-
Het apparaat, in het bijzonder de greepgedeelten,
schoon en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen
siliconenhoudende reinigingsmiddelen.
De buitenste behuizing van het apparaat is gemaakt van
stootvaste kunststof. Het greepgedeelte is van elasto-
meermateriaal.
Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilaties-
leuven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een
droge borstel. Voorkom dat vuildeeltjes in het apparaat
kunnen binnendringen. Reinig de buitenkant van het
apparaat regelmatig met een licht bevochtigde poets-
doek. Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalappa-
raat of stromend water voor het reinigen! De elektrische
veiligheid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen.
8.1 Vervangen van de lamelalafichtingen van de
beschermkap
Vervang minstens bij elk wisseling van slijpwerktuig ook
de lamelafdichtingen van de beschermkap.
-OPMERKING- Het verdraaien van de delen van de
beschermkap t.o.v. elkaar vergemakkelijkt de demonta-
ge/montage van de afdichtelementen.
Demontage
1. Voor het werken in de omgeving van het werktuig moet
u het apparaat altijd uitschakelen (net- of apparaat-
stekker uittrekken).
2. Druk met een schroevendraaier die drie klemtongen
van de draagring over de rand van de beschermkap.
3. Verwijder de grote lamelafdichting uit de draagring.
4. Maak de kleine lamelafdichting los door met een schroe-
vendraaier in de twee sleuven aan de buitenkant van
de beschermkap te drukken.
Montage
1. Reinig de opnamegroeven van grove stofdeeltjes.
2. Druk de kleine lamelafdichting in de geleiding in de
beschermkap tot hij vastklikt.
3. Leg de grote lamelafdichting in de groef van de draag-
ring.
4. Druk de draagring met lamelafdichting over de rand
van de beschermkap tot hij vastklikt
8.2 Reparaties
Als het apparaat ondanks zorgvuldige fabricage en tests
een keer uitvalt, dient de reparatie door een Hilti-servi-
cewerkplaats te worden uitgevoerd.
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
59
Reparaties mogen alleen door elektriciens worden uit-
gevoerd.
9. Fouten zoeken
9.1 Lampje DG 150 (LED)
Rood knipperende lampje wijst op oververhitting van het
apparaat. Het licht knippert zolang de fout bestaat, onaf-
hankelijk van de stand van de schakelaar.
Bij rood knipperende lampje op het apparaat het appa-
raat uitschakelen en laten afkoelen tot er geen rood licht
meer is.
9.2 Lampje DPC 20 (LED)
Toestanden van het lampje:
a) Groen, permanent brandend:
Geeft aan dat de DPC20 bedrijfsklaar is. De netvoe-
ding is aanwezig, de DPC20 heeft geen fout. Dit is de
normale toestand.
b) Groen knipperend
Kan alleen bij apparaten van de 100 V tot 120 V ver-
sies bij belasting optreden. De netspanning is in dit
geval te laag. Het apparaat DG 150 reageert met dui-
delijk minder vermogen.
c) Rood knipperend
Geeft een reactie van de PCD 20 op onregelmatighe-
den aan, b.v. stroom-, spannings-, temperatuuronre-
gelmatigheden, etc. Het wordt weer groen als de oor-
zaak verdwijnt. Als het lampje rood blijft knipperen,
gelieve de stekker uit te trekken en enkele seconden
te wachten alvorens het toestel opnieuw aan te sluiten.
Als het lampje dan nog steeds rood blijft knipperen,
moeten de uitgangszekeringen worden gecontroleerd.
Geen lampje brandt of knippert
De DPC20 heeft geen netspanning. Dit kan aan het net,
aan de toevoerleiding of aan een defecte DPC20 liggen.
Als het lampje zelf defect is, is dat niet direct vast te stel-
len. Daarom moet de DPC20 samen met de DG 150 min-
stens om het half jaar door deskundigen of bij de Hilti-
service regelmatig gecontroleerd worden.
10. Afval voor hergebruik recyclen
Afval voor hergebruik recyclen
Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd van
materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik
is een juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel lan-
den is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor
recycling terug te nemen. Vraag hierover informatie bij
de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur.
11. Fabrieksgarantie op de
apparatuur
Hilti garandeert dat het geleverde apparaat geen mate-
riaal- of fabricagefouten heeft. Deze garantie geldt onder
de voorwaarde dat het apparaat in overeenstemming
met de handleiding van Hilti gebruikt, bediend, verzorgd
en schoongemaakt wordt, en dat de technische unifor-
miteit gehandhaafd is, d.w.z. dat er alleen origineel Hil-
ti-verbuiksmateriaal en originele Hilti-toebehoren en -
reserveonderdelen voor het apparaat zijn gebruikt.
Deze garantie omvat de gratis reparatie of de gratis ver-
vanging van de defecte onderdelen tijdens de gehele
levensduur van het apparaat. Onderdelen die aan nor-
male slijtage onderhevig zijn, vallen niet onder deze
garantie.
Verdergaande aanspraak is uitgesloten voor zover er
geen dwingende nationale voorschriften zijn die hier-
van afwijken. Hilti is met name niet aansprakelijk voor
directe of indirecte schade als gevolg van gebreken,
verliezen of kosten in samenhang met het gebruik of
de onmogelijkheid van het gebruik van het apparaat
voor welk doel dan ook. Stilzwijgende garantie voor
gebruik of geschiktheid voor een bepaald doel is nadruk-
kelijk uitgesloten.
Voor reparatie of vervanging moeten het toestel of de
betreffende onderdelen onmiddellijk na vaststelling van
het defect naar de verantwoordelijke Hilti-marktorgani-
satie worden gezonden.
Deze garantie omvat alle garantieverplichtingen van de
kant van Hilti en vervangt alle vroegere of gelijktijdige,
schriftelijke of mondelinge verklaringen betreffende
garanties
Alleen voor EU-landen
Geef elektrisch gereedschap niet met het
huisvuil mee!
Volgens de Europese richtlijn inzake oude
elektrische en elektronische apparaten en
de toepassing daarvan binnen de nationale
wetgeving, dient gebruikt elektrisch
gereedschap gescheiden te worden inge-
zameld en te worden afgevoerd naar een
recycle bedrijf dat voldoet aan de geldende
milieu-eisen.
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
60
12. Conformiteitsverklaring (origineel)
Product: Diamantslijpapparatuur
Type: DG150 / DPC 20
Bouwjaar: 2001
Hilti verklaart, op onze eigen verantwoording, dat dit
product voldoet aan de volgende richtlijnen en normen:
2004/108/EG, 2006/42/EG, EN 60745-1, EN 60745-2-
3, EN ISO 12100, 2011/65/EU.
Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100,
FL-9494 Schaan
Paolo Luccini Johannes W. Huber
Head of BA Quality & Process Management Senior Vice President
BA Electric Tools & Accessories Business Unit Diamond
01/2012 01/2012
Technische documentatie bij:
Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH
Zulassung Elektrowerkzeuge
Hiltistrasse 6
86916 Kaufering
Deutschland
Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01

Documenttranscriptie

DG 150 Bedienungsanleitung de Operating instructions en Mode d’emploi fr Istruzioni d’uso it Gebruiksaanwijzing nl Manual de instruções pt Manual de instrucciones es Οδηγιες χρησεως el Kulllanma Talimatı tr ar Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 OORSPRONKELIJKE GEBRUIKSAANWIJZING Slijpapparaat DG150 met DPC20 Lees de gebruiksaanwijzing in ieder geval door voordat u de machine in gebruik neemt. Bewaar deze gebruiksaanwijzing altijd bij de machine. Geef de machine alleen samen met de gebruiksaanwijzing aan ander personen door. Inhoud 1. Algemene opmerkingen 2. Beschrijving 3. Werktuigen en toebehoren 4. Technische gegevens 5. Veiligheisinstructies 6. Inbedrijfneming 7. Bediening 8. Schoonhouden en onderhoud 9. Fouten zoeken 10. Afvoer als afval 11. Fabrieksgarantie op de apparatuur 12. Conformiteitsverklaring (origineel) Bedieningselementen en componenten van DG150  쐃 Aan/uitschakelaar 쐇 Zijhandvat 쐋 Beschermkap compleet 쐏 Afstelschroef 쐄 Spanhendel 쐂 LED lampje 쐆 Apparaatstekker 쐊 Toerentalschakelaar (stand 1 en 2) 쐎 Fixeerschroef zijhandvat 쐅 Spanband 쐈 Spansleutel 쐉 Spanmoer 씈 Diamant-komschijf 씉 Lamelafdichting klein 씊 Spanflens 씋 Lamelafdichting groot 씌 Draagring 씍 Spil 씎 Beveiligingsring 씏 Onderstuk beschermkap 쏹 21 Bovenstuk beschermkap met luchtaanzuigmondstuk 쏹 22 Spil-arrêteerknop 1. Algemene opmerkingen Bedieningselementen en componenten van DPC20  쏹 23 LED lampje 쏹 24 Netsnoer 쏹 25 Geleide-element 쏹 26 Draaggreep 쏹 27 Klemplaats voor snoer 쏹 28 Stopcontact met klep 쏹 29 Stop-element Serienr.: Pagina 49 50 51 51 52 56 57 58 59 59 59 60 쐃 Deze nummers verwijzen naar de bedienings-/display-elementen van het apparaat.  Deze nummers verwijzen naar figuren. De figuren bij de tekst vindt u op de uitklapbare omslagpagina’s. Houd deze bij het lezen van de handleiding open. In de tekst van deze gebruiksaanwijzing betekent ‘het apparaat’ altijd de DG 150 met de DPC 20. Plaats van de identificatiegegevens op het apparaat Type en serienummer staan op het typeplaatje van uw apparaat. Neem deze gegevens over in uw gebruiksaanwijzing en geef ze altijd op als u informeert bij onze vertegenwoordiging of servicewerkplaats. Type: Type: Serienr.: 49 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 1.1 Signaalwoord voor gevaren -WAARSCHUWING- (WARNING) Voor een eventueel gevaarlijke situatie, die tot ernstig letsel of tot de dood kan leiden. -AANDACHT- (CAUTION) Voor een eventueel gevaarlijke situatie, die tot licht letsel of tot materiële schade kan leiden. -AANWIJZING- (NOTE) Voor gebruikstips en andere nuttige informatie. Niet gebruikt voor gevaarlijke of schadelijke situaties. 1.2 Pictogrammen Waarschuwingstekens Waarwschu- Waarschuwing Waarschuwing Waarschuwing wing voor alge- voor gevaarlijke voor handletsel voor heet meen gevaar elektrische oppervlak spanning Gebodstekens Veiligheidsbril dragen Helm dragen Oorbeschermers dragen Werkhandschoenen dragen Voor het gebruik de gebruiksanwijzing lezen Afval voor hergebruik recyclen RPM Omwentelingen Omwentelingen per per minuut minuut Licht stofmas- Beschermende ker dragen kleding dragen 2. Beschrijving De DG 150 is een elektrisch aangedreven diamant-slijpapparaat voor het professioneel slijpen van minerale materialen in de bouw. De DG 150 kan alleen samen met de DPC 20 worden gebruikt en vormt daar een eenheid mee. Gebruik volgens de voorschriften De DG150 moet samen met de DPC 20 worden gebruikt. Samen met de door Hilti aanbevolen bouwstofzuiger en de bijbehorende DG-CW 150/6" diamantkomschijven vormt de DG150 een uitgebalanceerde elektrisch bediende handslijpmachine met een minimale stofbelasting. Om een optimale stofafzuiging te garanderen moet er altijd een goed functionerende bouwstofzuiger worden gebruikt. De DG150 mag, om voor veilig gebruik te zorgen, alleen met originele Hilti werktuigen worden gebruikt. De DG150 mag alleen worden gebruikt voor het droog afslijpen van minerale materialen zonder deklaag en van dunne deklagen op beton en soortgelijke minerale materialen met een laagdikte van maximaal 3 mm. Bij het afslijpen van minerale materialen met of zonder deklaag met de DG150 moeten de lokale gezondheidsvoorschriften in acht genomen worden en de vereiste beveiligingsmaatregelen worden getroffen. Gebruik het apparaat in geen geval anders dan in de gebruiksaanwijzing beschreven is. ● Het apparaat is niet geschikt voor het slijpen van metaal, hout of andere materialen die niet onder punt 2 genoemd zijn. ● Het apparaat is niet geschikt voor gebruik met diamant-zaagschijven, schurende zaagschijven of voorbewerkingskomschijven, metalen borstels of andere niet-reglementaire werktuigen (zie punt 3). ● Het apparaat is niet geschikt om nat te slijpen. ● Het apparaat niet in een bankschroef vastklemmen. ● Asbesthoudende materialen mogen niet bewerkt worden. ● Materialen die stoffen bevatten die gevaarlijk zijn voor de gezondheid, mogen alleen na overleg met de lokale autoriteiten op het gebied van werkveiligheid en volgens de geldende lokale bepalingen voor werkveiligheid bewerkt worden. 50 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 ● Er mogen geen diamant-komschijven, geen spanflenzen en geen spanmoeren worden gebruikt die niet onder punt 3 "Werktuigen en toebehoren" vermeld zijn. ● Uitstekende nagels, pluggen, schroeven, wapeningen mogen niet afgeslepen worden met de komschijven. Verwijder deze op voorhand met geschikte machines. Het volgende behoort tot de levering 1 Hilti DG 150 slijpapparaat 1 DPC 20 power conditioner 1 spanflens 1 spanmoer 1 spansleutel 1 veiligheidsbril 1 gebruiksaanwijzing 3. Werktuigen en toebehoren Hilti werktuig Diamant-komschijf DG-CW 150/6″ A1 DG-CW 150/6″ B1 DG-CW 150/6″ C1 DG-CW 150/6″ C10 DG-CW 150/6″ C2 DG-CW 150/6″ D1 Afdichtingslamel Draagring DG 150-profbox VCD 50L Spanflens voor DG150 Spanmoer voor DG150 Gebruik/materiaal Wegslijpen van dekvloeren en vergelijkbare minerale materialen met hoge schuurfactor Wegslijpen van deklagen op beton en vergelijkbare minerale materialen met een dikte van maximaal 3 mm Wegslijpen van beton en vergelijkbare minerale materialen met een gemiddelde hardheid en schuurfactor Wegslijpen van beton Wegslijpen van beton en vergelijkbare minerale materialen met grote hardheid en hoge schuurfactor Wegslijpen van fijne oppervlakken van beton en vergelijkbare minerale materialen Een grote lamelafdichting en een kleine lamelafdichting Een draagring voor het bevestigen van de grote lamelafdichting aan de stofkap Transportkoffer Droogzuiger Speciale quick-stop spanflens voor uitsluitend gebruik op de Hilti DG-CW 150/6″ diamant-komschijven. Speciale M13 spanmoer voor het klemmen van Hilti DG-CW 150/6″ diamant-komschijen. 4. Technische gegevens DG 150 Nominale spanning Nominale stroom Opgenomen vermogen Afgegeven vermogen Netfrequentie Nominaal toerental stand 1 no. I Nominaal toerental stand 2 no. II Gewicht conform EPTA-Procedure 01/2003 DPC 20 110 V 15 A 1500 W 1070 W 50/60 Hz 110 V 16 A 1760 W 1260 W 50/60 Hz 120 V 15 A 1800 W 1285 W 60 Hz 220 V 9,6 A 2100 W 1500 W 50/60 Hz 230 V 9,2 A 2100 W 1500 W 50 Hz 240 V 8,8 A 2100 W 1500 W 50 Hz 3,8 kg 3,8 kg 3,8 kg 3,4 kg 3,4 kg 3,4 kg 4700 /min 6600 /min 4,1 kg 51 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 Afmetingen (L×B×H) Beveiligingsklasse 46×25×23 cm 27×22×15 cm II Z (Dubbel randgeaard) -AANWIJZINGHet in deze aanwijzingen aangegeven trillingsniveau is overeenkomstig een in EN 60745 genormeerd meetproces gemeten en kan worden gebruikt voor een onderlinge vergelijking van elektrisch gereedschap. Het is ook geschikt voor een voorlopige inschatting van de trillingsbelasting. Het aangegeven trillingsniveau is representatief voor de belangrijkste gebruiksgebieden van het elektrisch apparaat. Als het elektrisch apparaat echter wordt gebruikt voor andere toepassingen, met afwijkende gereedschappen of als het onvoldoende wordt onderhouden, kan het trillingsniveau afwijken. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk worden verhoogd. Voor een nauwkeurige inschatting van de trillingsbelasting moet ook rekening worden gehouden met de tijden waarin het apparaat is uitgeschakeld of weliswaar draait maar niet wordt gebruikt. Hierdoor kan de trillingsbelasting over de gehele gebruiksperiode duidelijk verminderen. Leg de overige veiligheidsmaatregelen ter bescherming van de gebruiker tegen trillingen ook vast, zoals: Onderhoud van het elektrisch apparaat en de gereedschappen, warmhouden van handen, organisatie van de werkzaamheden. Geluids- en vibratie-informatie (gemetn volgens EN 60745): Typisch A-gekwalificeerd geluidsdrukniveau 88 dB (A) Typisch A-gekwalificeerd geluidsvermogensniveau 99 dB (A) Onzekerheid 3 dB Triaxiale vibratiewaarden 5,8 m/s2 Onzekerheid (K) 1,5 m/s2 Verdere belangrijke kenmerken Snelstop na uitschakelen ≤ 2 seconden Thermische overbelastingsbeveiliging Blokkering tegen opnieuw opstarten Technische wijzigingen voorbehouden 5. Veiligheidsinstructies 5.1 Algemene veiligheidsaanwijzingen voor elektrische gereedschappen WAARSCHUWING! Lees alle aanwijzingen en veiligheidsvoorschriften. Wanneer de veiligheidsvoorschriften en aanwijzingen niet in acht worden genomen, kan dit een elektrische schok, brand of ernstig letsel tot gevolg hebben. Bewaar alle veiligheidsinstructies en voorschriften goed, zodat u ze later nog eens in kunt zien. Het hierna gebruikte begrip "elektrisch gereedschap" heeft betrekking op elektrische gereedschappen voor gebruik op het stroomnet (met netsnoer) en op elektrische gereedschappen voor gebruik met een accu (zonder netsnoer). 5.1.1 Veiligheid op de werkplek a) Houd uw werkomgeving schoon en goed verlicht. Een rommelige of onverlichte werkomgeving kan tot ongevallen leiden. b) Werk niet met het gereedschap in een explosieve omgeving waarin zich brandbare vloeistoffen, gassen of stof bevinden. Elektrische gereedschappen 52 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 veroorzaken vonken die het stof of de dampen tot ontsteking kunnen brengen. c) Houd kinderen en andere personen tijdens het gebruik van het elektrische gereedschap uit de buurt. Wanneer u wordt afgeleid, kunt u de controle over het gereedschap verliezen. 5.1.2 Elektrische veiligheid a) De aansluitstekker van het gereedschap moet in het stopcontact passen. De stekker mag in geen geval worden veranderd. Gebruik geen adapterstekkers in combinatie met geaarde gereedschappen. Onveranderde stekkers en passende stopcontacten beperken het risico van een elektrische schok. b) Voorkom aanraking van het lichaam met geaarde oppervlakken, bijvoorbeeld van buizen, verwarmingen, fornuizen en koelkasten. Er bestaat een verhoogd risico door een elektrische schok wanneer uw lichaam geaard is. c) Houd het gereedschap uit de buurt van regen en vocht. Het binnendringen van water in het elektrische gereedschap vergroot het risico van een elektrische schok. d) Gebruik de kabel niet voor een verkeerd doel, om het gereedschap te dragen of op te hangen of om de stekker uit het stopcontact te trekken. Houd de kabel uit de buurt van hitte, olie, scherpe randen en bewegende gereedschapsdelen. Beschadigde of in de war geraakte kabels vergroten het risico van een elektrische schok. e) Wanneer u buitenshuis met elektrisch gereedschap werkt, dient u alleen verlengkabels te gebruiken die voor gebruik buitenshuis zijn goedgekeurd. Het gebruik van een voor gebruik buitenshuis geschikte verlengkabel beperkt het risico van een elektrische schok. f) Als het gebruik van het elektrisch gereedschap in een vochtige omgeving absoluut noodzakelijk is, gebruik dan een lekstroomschakelaar. Het gebruik van een lekstroomschakelaar verkleint het risico op stroomschokken. 5.1.3 Veiligheid van personen a) Wees alert, let goed op wat u doet en ga met verstand te werk bij het gebruik van het elektrische gereedschap. Gebruik het gereedschap niet wanneer u moe bent of onder invloed bent van drugs, alcohol of medicijnen. Een moment van onoplettendheid bij het gebruik van het gereedschap kan tot ernstig letsel leiden. b) Draag een persoonlijke beschermende uitrusting en altijd een veiligheidsbril. Het dragen van een persoonlijke beschermende uitrusting, zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico van letsel. c) Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer of het apparaat is uitgeschakeld voordat u de stekker in het stopcontact steekt en/of de accu aanbrengt, of het apparaat optilt of draagt. Wanneer u bij het dragen van het gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u het gereedschap ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden. d) Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het gereedschap inschakelt. Instelgereedschap of een sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot letsel leiden. e) Neem geen ongewone lichaamshouding aan. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht blijft. Daardoor kunt u het gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden. f) Draag geschikte werkkleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en handschoenen uit de buurt van bewegende delen. Loshangende kleding, sieraden en lange haren kunnen door bewegende delen worden meegenomen. g) Wanneer stofafzuig- of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt. Het gebruik van een stofopvangsysteem kan de gevaren door stof beperken. 5.1.4 Gebruik en hantering van het elektrisch gereedschap a) Overbelast het apparaat niet. Gebruik voor uw werk- zaamheden het daarvoor bestemde elektrische gereedschap. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven vermogensbereik. b) Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is. Elektrisch gereedschap dat niet meer kan worden in- of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd. c) Trek de stekker uit het stopcontact en/of de accu uit het apparaat voordat u het gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het apparaat weglegt. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt onbedoeld starten van het apparaat. d) Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen. Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt. e) Ga zorgvuldig met het gereedschap om. Controleer of bewegende delen van het gereedschap correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen gebroken of zodanig beschadigd zijn dat de werking van het gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat beschadigde delen repareren voordat u het gereedschap gebruikt. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen. f) Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon. Zorgvuldig onderhouden snijdende inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden. g) Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, inzetgereedschap enz. overeenkomstig deze aanwijzingen, met inachtneming van de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden. 5.1.5 Service a) Laat het gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en alleen met originele vervangingsonderdelen. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het gereedschap in stand blijft. 5.2 Speciale veiligheidsinstructies voor alle toepassingen Algemene veiligheidsinstructies voor het slijpen, schuren, het werken met draadborstels, het polijsten en doorslijpen: a) Dit elektrisch gereedschap dient voor het gebruik als slijpmachine. Neem alle veiligheidsinstructies, aanwijzingen, afbeeldingen en informatie die u bij het apparaat ontvangt in acht. Als u de volgende aanwijzingen niet in acht neemt, kan dit tot een elektrische schok, brand en/of ernstig letsel leiden. b) Dit elektrisch gereedschap is niet geschikt voor werkzaamheden als schuren, werken met draadborstels, polijsten en doorslijpen. Toepassingen waarvoor het elektrisch gereedschap niet bestemd is, kunnen gevaar en letsel veroorzaken. 53 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 c) Maak geen gebruik van accessoires die niet door de fabrikant speciaal voor dit elektrische apparaat zijn bedoeld en aanbevolen. Het feit dat u accessoires aan uw elektrisch gereedschap kunt bevestigen betekent nog niet dat het gebruik hiervan veilig is. d) Het toegestane toerental van het inzetgereedschap dient minstens zo hoog te zijn als het maximale toerental dat op het elektrisch gereedschap staat aangegeven. Accessoires die sneller draaien dan toegestaan kunnen breken en in het rond vliegen. e) De buitendiameter en dikte van het inzetgereedschap dienen overeen te komen met de opgegeven afmetingen van uw elektrisch gereedschap. Verkeerd bemeten inzetgereedschap kan niet voldoende worden afgeschermd of gecontroleerd. f) Slijpschijven, flenzen, steunschijven en andere accessoires dienen exact op de slijpspil van uw elektrisch gereedschap te passen. Inzetgereedschap dat niet op de slijpspil van het elektrisch gereedschap past, draait zeer ongelijkmatig en trilt erg sterk, hetgeen kan leiden tot verlies van controle. g) Gebruik geen beschadigd inzetgereedschap. Controleer inzetgereedschap, zoals slijpschijven, voor het gebruik altijd op afsplinteringen en barsten, steunschijven op barsten of sterke slijtage en draadborstels op losse of gebroken draden. Wanneer het elektrisch gereedschap of het inzetgereedschap naar beneden valt, controleert u of het beschadigd is, of gebruikt u onbeschadigd gereedschap. Wanneer u het inzetgereedschap heeft gecontroleerd en gemonteerd, dient u ervoor te zorgen dat iedereen die zich in de nabijheid bevindt buiten het draaivlak van het roterende inzetgereedschap blijft en laat u het apparaat een minuut lang op het hoogste toerental draaien. Beschadigd inzetgereedschap breekt meestal in deze testperiode. h) Draag persoonlijke veiligheidsuitrusting. Draag afhankelijk van de toepassing volledige gezichtsbescherming, een veiligheids- of werkbril. Draag indien nodig een stofmasker, gehoorbescherming, werkhandschoenen of een speciaal schort, dat u bescherming biedt tegen kleine slijp- en materiaaldeeltjes. Uw ogen dienen tegen rondvliegende deeltjes, die bij verschillende toepassingen ontstaan, te worden beschermd. Stof- en zuurstofmaskers dienen het ontstane stof te filteren. Wanneer u lang aan hard geluid bent blootgesteld, kan dit leiden tot gehoorbeschadiging. i) Let er op dat anderen zich op een veilige afstand van uw werkruimte bevinden. Iedereen die deze werkruimte betreedt, dient persoonlijke veiligheidsuitrusting te dragen. Brokstukken van het werkstuk of gebroken inzetgereedschap kunnen wegvliegen en letsel veroorzaken, ook buiten de directe werkruimte. j) Houd het apparaat alleen vast aan de geïsoleerde greepgedeelten, wanneer u werkzaamheden uitvoert waarbij het inzetgereedschap verdekte stroomleidingen of het eigen netsnoer kan raken. Door het contact met een spanningvoerende leiding kunnen ook metalen delen van apparaten onder spanning 54 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 komen te staan, hetgeen tot een elektrische schok kan leiden. k) Houd het netsnoer uit de buurt van draaiend inzetgereedschap. Wanneer u de controle over het apparaat verliest, kan het netsnoer worden doorsneden of gegrepen, waardoor u hand of uw arm mogelijk in het draaiende inzetgereedschap terechtkomt. l) Zet het elektrisch gereedschap nooit weg voordat het inzetgereedschap volledig tot stilstand is gekomen. Het draaiende inzetgereedschap kan in contact treden met het steunvlak, waardoor u de controle over het elektrisch gereedschap kunt verliezen. m)Laat het elektrisch gereedschap nooit draaien terwijl u het draagt. Uw kleding kan door het toevallige contact met het draaiende inzetgereedschap gegrepen worden en het inzetgereedschap kan zich in uw lichaam dringen. n) De ventilatiesleuven van uw elektrisch gereedschap dient u regelmatig te reinigen. De motorventilator trekt stof in de behuizing, en een sterke opeenhoping van metaalstof kan leiden tot elektrische gevaren. o) Gebruik het elektrisch gereedschap niet in de nabijheid van brandbare materialen. Door vonken kunnen deze stoffen vlam vatten. p) Gebruik geen inzetgereedschap dat vloeibare koelmedia vereist. Het gebruik van water of andere vloeibare koelmedia kan leiden tot een elektrische schok. 5.2.1 Aanvullende veiligheidsinstructies Terugslag en specifieke veiligheidsinstructies Terugslag is een plotselinge reactie als gevolg van draaiend inzetgereedschap, zoals slijpschijven, steunschijven, draadborstels, enz., dat haakt of blokkeert. Dit leidt tot een abrupte stop van het roterende inzetgereedschap. Hierdoor ondergaat ongecontroleerd elektrisch gereedschap, tegen de draairichting van het inzetgereedschap in, bij de plaats van de blokkade een versnelling. Wanneer bijv. een slijpschijf in het werkstuk haakt of blokkeert, kan de rand van slijpschijf die in het werkstuk grijpt, vast komen te zitten. Hierdoor kan de schijf uitbreken of een terugslag veroorzaken. De slijpschijf beweegt zich dan naar de bediener of van hem weg, afhankelijk van de draairichting van de schijf op de plaats van de blokkade. Hierbij kunnen slijpschijven ook breken. Een terugslag is het gevolg van een verkeerd of foutief gebruik van het elektrisch gereedschap. Dit kan door passende voorzorgsmaatregelen, zoals hierna beschreven, worden voorkomen. a) Houd het elektrisch gereedschap goed vast en breng uw lichaam en armen in zo'n positie, dat u de terugslagkrachten kunt opvangen. Gebruik altijd de extra handgreep, indien aanwezig, om een zo groot mogelijke controle op terugslagkrachten en reactiemomenten te hebben als het apparaat met hoge toerentallen draait. De bediener kan door de juiste voorzorgsmaatregelen te nemen de terugslag- en reactiekrachten onder controle houden. b) Kom met uw hand nooit in de buurt van draaiend inzetgereedschap. Het inzetgereedschap kan zich bij een terugslag over uw hand bewegen. c) Kom niet met uw lichaam binnen het gebied waarin het elektrisch gereedschap bij een terugslag zal bewegen. Door de terugslag wordt het elektrisch gereedschap naar de plaats van de blokkade bewogen in een richting die tegengesteld is aan de beweging van de slijpschijf. d) Werk bijzonder voorzichtig in de buurt van hoeken, scherpe randen, enz. Voorkom dat inzetgereedschap van het werkstuk wegketst en beklemd raakt. Het roterende inzetgereedschap heeft bij hoeken, scherpe randen of wanneer het wegketst de neiging beklemd te raken. Dit leidt tot controleverlies of terugslag. e) Gebruik geen getand of kettingzaagblad. Dergelijk inzetgereedschap leidt vaak tot een terugslag of tot het verlies van controle over het elektrisch gereedschap. 5.2.2 Bijzondere veiligheidsinstructies voor het slijpen a) Gebruik uitsluitend de voor uw elektrisch gereedschap toegestane slijpstenen en de voor deze slijpstenen bestemde beschermkap. Slijpstenen die niet geschikt zijn voor het elektrisch gereedschap, kunnen niet voldoende worden afgeschermd en zijn onveilig. b) De beschermkap moet veilig op het elektrisch gereedschap zijn aangebracht en zo afgesteld zijn, dat een zo groot mogelijke veiligheid wordt bereikt. Een zo klein mogelijk deel van het slijpdeel mag open naar de bediener gericht zijn. De beschermkap moet de bediener beschermen tegen brokstukken en toevallig contact met het slijpdeel. c) Slijpstenen mogen alleen voor de aanbevolen inzetmogelijkheden worden gebruikt. Bijvoorbeeld: slijp nooit met het zijvlak van een doorslijpschijf. Doorslijpschijven zijn bestemd voor de materiaalafname met de rand van de schijf. Door zijwaartse krachtinwerking kan het slijpdeel worden gebroken. d) Gebruik voor de door u gekozen slijpschijf altijd onbeschadigde spanflenzen in de juiste grootte en vorm. De juiste flenzen ondersteunen de slijpschijf en verminderen zo het gevaar dat de slijpschijf breekt. Flenzen voor doorslijpschijven kunnen zich onderscheiden van de flenzen voor andere slijpschijven. e) Gebruik geen versleten slijpschijven van groter elektrisch gereedschap. Slijpschijven voor groter elektrisch gereedschap zijn niet geschikt voor de hogere toerentallen van kleiner elektrisch gereedschap en kunnen breken. 5.3 Aanvullende veiligheidsvoorschriften 5.3.1 Veiligheid van personen a) Let erop dat u niet over het netsnoer, het verlengsnoer of de zuigslang struikelt. b) Bij alle werkzaamheden moet het zijhandvat gemonteerd zijn. c) Houd het handvat droog, schoon en vrij van olie en vet. d) Het apparaat moet bij het werken met beide handen vastgehouden worden. e) Neem pauzes en doe ontspannings- en vingeroefeningen, voor een betere doorbloeding van uw vingers. f) Controleer voor elk gebruik, ook na een pauze, altijd dat het werkgereedschap vastzit. -ATTENTIEHet draaien van het gereedschap vormt een bron van gevaar voor letsel. Het apparaat daarom alleen gebruiken met naar de grond gericht gereedschap. g) Gebruik klemmen of een bankschroef om de losse werkstukken vast te maken. h) Pas op voor onzichtbaar verborgen elektrische, gasen waterleidingen. Het werkgebied controleren, b.v. met een metaaldetector. i) Bij het slijpen kunnen rondvliegende vonken ontstaan. Let erop dat er geen personen in gevaar gebracht worden. j) Bij het bewerken van geleidende materialen kan er zich geleidend stof in het apparaat ophopen, waardoor de isolatie wordt overbrugd en er een elektrische schok kan worden veroorzaakt. Daarom moeten minstens om het half jaar door deskundigen of in de Hilti-service worden gecontroleerd of de gebruikte apparaten nog goed geïsoleerd zijn en of er zich geleidend stof of andere geleidende afzettingen hebben gevormd. k) -AANDACHT- Het apparaat loopt na het uitschakelen nog ca. 2 seconden door. l) Het apparaat is niet bedoeld voor gebruik door kinderen of door zwakke, ongeschoolde personen. m)Kinderen moeten duidelijk worden gemaakt dat het apparaat geen speelgoed is. n) Bij montage van het gereedschap de richtingspijl in acht nemen. o) Als het net- of verlengsnoer tijdens het werken beschadigd wordt, mag u het snoer niet aanraken. Trek dan de netstekker uit het stopcontact. p) Nieuw slijpgereedschap bij max. nullasttoerental minstens 30 seconden laten proefdraaien. q) -WAARSCHUWING- De elektrische verbindingsstekker van de DG150 niet uit het DPC20 module trekken gedurende het toestel onder last is. r) Wanneer verdekt liggende elektrische leidingen of het netsnoer door het gereedschap kunnen worden beschadigd, houd het apparaat dan aan de geïsoleerde greepgedeelten vast. Bij contact met stroomvoerende leidingen worden onbeschermde metalen delen van het apparaat onder spanning gezet en loopt de gebruiker het risico van een elektrische schok. 55 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 s) De diamant-komschijf, delen van de beschermkap of van het apparaat (transmissiekop) kunnen bij gebruik heet worden. Deze delen mag u, om brandwonden te voorkomen, niet zonder veiligheidshandschoenen aanraken. 6. Inbedrijfneming Lees beslist de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing en neem ze in acht. -AANDACHT- t) Sluit de bouwstofzuiger aan. u) Beschadigde beveiligingsinrichtingen en onderdelen moeten, indien in de gebruiksaanwijzing niets anders vermeld is, door een erkende werkplaats deskundig gerepareerd of vervangen worden. v) Het apparaat mag om veiligheidsredenen alleen met beschermkap, veiligheidshandschoenen en zijhandvat gebruikt worden. w)Beschermkap alleen aan een andere werkhouding aanpassen wanneer het apparaat uitgeschakeld is en de netstekker uitgetrokken is. Door slijpen kan gevaarlijk slijpstof ontstaat. x) Stel voor het begin van het werk de gevaarklasse vast van het stof dat bij het slijpen ontstaat. Gebruik voor het werken met het apparaat een bouwstofzuiger met een officieel goedgekeurde beschermingsklasse, conform de lokale bepalingen voor stofbeveiliging. y) Bij het slijpen moet een bouwstofzuiger met de voor uit te voeren bewerking nodige filters worden gebruikt. z) Stof van materiaal zoals loodhoudende verf, sommige houtsoorten, mineralen en metaal kunnen schadelijk voor de gezondheid zijn. Het in contact komen met of het inademen van dit stof kan leiden tot allergische reacties en/of aandoeningen van de luchtwegen bij de gebruiker of personen die zich in de buurt bevinden. Bepaalde stoffen, zoals eikenof beukenstof, staan bekend als kankerverwekkend, in het bijzonder in combinatie met houtbewerkingsmiddelen (chromaat, houtbeschermingsmiddelen). Asbesthoudend materiaal mag alleen door vakkundig personeel worden bewerkt. Zo mogelijk gebruik maken van stofafzuiging. Om een betere stofafzuiging te verkrijgen, gebruikmaken van een geschikte, door Hilti aanbevolen en op dit elektrisch apparaat afgestemd mobiele stofafzuiging voor hout- en/of mineraalstof. Zorg voor een goede ventilatie van de werkruimte. Het wordt geadviseerd een ademmasker met filterklasse P2 te dragen. De in uw land geldende voorschriften bij de te bewerken materialen in acht nemen. 5.3.2 Persoonlijke veiligheidsuitrusting a) Draag bij het slijpen altijd een veiligheidsbril, een helm, oorbeschermers, werkhandschoenen, een stofmasker en beschermende kleding. b) Draag kniebeschermers wanneer u op de vloer werkt. 56 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 ■Het werktuig of delen van de beschermkap kunnen bij gebruik heet worden. ■ U kunt uw handen branden. ■ Draag werkhandschoenen als u werktuigen wisselt of de beschermkap verstelt. 6.1 Bescherkamp -WAARSCHUWING- Het apparaat mag alleen gebruikt worden als de beschermkap gemonteerd is! Een beschadigde of onvolledige beschermkap moet onmiddellijk vervangen worden! 6.1.1 Bescherkamp instellen  Door de hele beschermkap te verdraaien kan het luchtaanzuigmondstuk in de voor het werken gunstigste positie gebracht worden. Beschermkap draaien: 1. Schakel het apparaat uit. 2. Trek de net- of apparaatstekker uit het stopcontact. 3. Open de spanhendel . 4. Verdraai de beschermkap. -OPMERKING- Als het luchtaanzuigmondstuk in botsing komt met de geopende hendel moet de kap voor het verder draaien omlaag worden geschoven. 5. Sluit de spanhendel. 6.1.2 Beschermkap aan het werkvlak aanpassen 1. Schakel het apparaat uit. 2. Trek de net- of apparaatstekker uit het stopcontact. 3. Zet het apparaat op de slijpschijf. 4. Open de spanhendel. 5. Verdraaien de beschermkap en stellen de optimale hoogte in. -OPMERKING- Een optimale stofafvoer bij het werken is gewaarborgd als de lamelafdichting het te slijpen materiaal net niet raakt (afstand 0 - 1 mm). 6. Sluit de spanhendel. 6.1.3 Beschermkap voor randbewerking instellen Om b.v. langs een wand te slijpen kan de segmentopening van het onderste deel van de beschermkap zo verdraaid worden dat de slijpschijf gedeeltelijk vrij komt. -WAARSCHUWING■ Voor randbewerkingen wordt de beschermkap gedeeltelijk geopend. ■ Aan de roterende slijpschijf kunt u zich ernstig verwonden. ■ Werk bij geopende beschermkap voorzichtig en zet na de randbewerking de beschermkap weer op volle bescherming. -OPMERKING- Bij randbewerkingen kan er meer stof bij de beschermkap naar buiten komen. Instellen: 1. Schakel het apparaat uit. 2. Trek de net- of apparaatstekker uit het stopcontact. 3. Open de spanhendel. 4. Verdraai het bovenste deel van de beschermkap naar het onderste deel tot u de gewenste positie hebt bereikt. 5. Sluit de spanhendel. -OPMERKING- De gesloten normale instelling van de beschermkap is aan een klik te merken. -OPMERKING- Als de beschermkap bij gesloten hendel niet goed vast zit, spanband bijspannen door de afstelschroef naar rechts te draaien. Als de beschermkap bij geopende hendel niet beweegbaar is, spanband losser zetten door de afstelschroef naar links te draaien. 6.2 Zijhandvat  6.2.1 Zijhandvat en verstellen van het zijhandvat Om veiligheidsredenen moet het zijhandvat altijd gebruikt worden. Hij kan om twee assen in de gunstigste werkpositie ingesteld worden: – twee schuine posities voor rechter of linker hand – in stappen vooruit/achteruit draaibaar 1. Schakel het apparaat uit. 2. Trek de net- of apparaatstekker uit het stopcontact. 3. Zet het zijhandvat los door spanschroef naar links te draaien. 4. Breng het handvat in de gewenste positie. 5. Draai de spanschroef vast door deze naar rechts te draaien. 6.3 Diamant-komschijf  ● Voor het werken in de omgeving van het werktuig moet u het apparaat altijd uitschakelen (net- of apparaatstekker uittrekken). ● Druk de spil-arrêteerknop niet in terwijl het apparaat loopt. ● Reinig bij het wisselen van werktuigen alle delen in de buurt van de werktuigopname. ● Gebruik alleen originele diamant-komschijven, spanflens en spanmoer van Hilti. 6.3.1 Montage van de diamant-komschijf 1. Steek de flens met 0-vormige uitsparing vooruit op de spil en laat de combinatie vastklikken. 씊A 2. Steek de slijpschijf op de centreernaaf van de flens. 씊B 3. Schroef de spanmoer naar rechts op en draai hem met de hand of de spansleutel vast tegen de weerstand van de aandrijving. 6.3.2 Demontage van de diamant-komschijf 1. Druk op de spil-arrêteerknop en houd deze ingedrukt. 2. Zet de spanmoer los door de spansleutel erop te zetten en naar links te draaien . 3. Laat de spil-arrêteerknop los. 4. Verwijder de diamant-komschijf. 6.3.3 Snelheid instellen Het apparaat biedt de gebruiker 2 werktoerentallen aan. Aanbeveiling: Stand I: 4700 /min Gebruik deze stand voor het afslijpen van zachte minerale materialen, zoals b.v. verf op cement, voor een verbeterde stofafzuiging en bij het verwijderen van lagen op zachte materialen om het apparaat gemakkelijker te kunnen hanteren. Stand II: 6600 /min Gebruik deze stand voor het wegslijpen van harde minerale materialen, zoals beton, dekvloeren of steen, om het volle vermogen van de werktuigen te gebruiken. 7. Bediening Lees beslist de veiligheidsinstructies in deze gebruiksaanwijzing en neem ze in acht. -AANDACHT■ Door slijpen kan gevaarlijk slijpstof ontstaan. ■ Slijpstof kan schadelijk zijn voor longen en ogen. ■ Gebruik een stofafzuiging, draag een helm, een stofmasker en een veiligheidsbril. -AANDACHT■ Het apparaat en het slijpproces maken lawaai. ■ Te hard lawaai kan het gehoor beschadigen. ■ Gebruik oorbeschermers 57 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 7.1 Apparaat inschakelen 1. Breng de slangverbinding tussen het apparaat en de bouwstofzuiger tot stand. 2. Maak elektrische verbinding tussen de DG 150 en de DPC 20. 3. Sluit de DPC 20 aan het elektriciteitsnet aan. 4. Til het apparaat van het te bewerken materiaal af. 5. Schuif de aan/uitschakelaar naar voren in de stand Aan (I). De schakelaar klikt in de stand Aan (I). Na stroomuitval kan het apparaat alleen weer gestart worden als de aan/uitschakelaar eerst in de stand Uit (0) en vervolgens weer in de stand Aan (I) geschakeld wordt. 7.2 Testen van nieuwe diamant-komschijven Machine minstens 30 seconden zonder belasting laten lopen. Vibrerende diamant-komschijven niet gebruiken! Diamant-komschijven tegen schokken, slagen en vet beschermen. 7.3 Slijpen ● “Voorzichtig” Bij het proefdraaien, tijdens het werken en tot de komschijf stilstaat, moet de DG 150 altijd op of dicht bij het materiaal worden gehouden. ● Werk nooit zonder beveiligingsinrichting. ● Gebruik alleen Hilti diamant-komschijven DG-CW 150/6″. ● Werk met een matige, aan het te bewerken materiaal aangepaste aandrukkracht. Beweeg het apparaat heen en weer en druk de diamant-komschijf niet in het materiaal. ● Bij het bewerken van bijzonder harde, minerale materialen, b.v. beton met hoog kiezelgehalte, kan de diamant-komschijf oververhit raken en daardoor beschadigd worden. In dit geval moet u het slijpproces onderbreken en de diamant-komschijf korte tijd onbelast stationair draaiend laten afkoelen. ● Als het werk minder snel opschiet, kan dit erop wijzen dat de diamant-komschijf stomp is geworden (polijsten van de segmenten). Door slijpen in schurend materiaal (Hilti slijpplaat of schurende kalkzandsteen) kan de komschijf weer scherp gemaakt worden. 7.4 Apparaat uitschakelen 1. Druk op de aan/uitschakelaar. Na het loslaten springt de schakelaar in de Uit-stand. 2. Trek de netstekker uit het stopcontact. 3. Verbreek, als er een bouwstofzuiger aanwezig is, de slangverbinding tussen het apparaat en de bouwstofzuiger. 8. Schoonhouden en onderhoud Voor alle werkzaamheden aan de DG 150 en aan de DPC20 eerst de stekker uit het stopcontact trekken! De ventilatiesleuven aan de motorbehuizing steeds vrij en schoon houden. Gebruik voor het reinigen geen metalen voorwerpen. Bij extreme gebruiksomstandigheden kan zich bij het bewerken van minerale materialen geleidend stof in het apparaat afzetten. De isolatie van het apparaat kan daardoor nadelig worden beïnvloed. -ATTENTIEHet apparaat, in het bijzonder de greepgedeelten, schoon en vrij van olie en vet houden. Gebruik geen siliconenhoudende reinigingsmiddelen. De buitenste behuizing van het apparaat is gemaakt van stootvaste kunststof. Het greepgedeelte is van elastomeermateriaal. Gebruik het apparaat nooit met verstopte ventilatiesleuven! Reinig de ventilatiesleuven voorzichtig met een droge borstel. Voorkom dat vuildeeltjes in het apparaat kunnen binnendringen. Reinig de buitenkant van het apparaat regelmatig met een licht bevochtigde poetsdoek. Gebruik geen sproeiapparaat, stoomstraalapparaat of stromend water voor het reinigen! De elektrische veiligheid van het apparaat kan daardoor in gevaar komen. 8.1 Vervangen van de lamelalafichtingen van de beschermkap Vervang minstens bij elk wisseling van slijpwerktuig ook de lamelafdichtingen van de beschermkap. -OPMERKING- Het verdraaien van de delen van de beschermkap t.o.v. elkaar vergemakkelijkt de demontage/montage van de afdichtelementen. Demontage 1. Voor het werken in de omgeving van het werktuig moet u het apparaat altijd uitschakelen (net- of apparaatstekker uittrekken). 2. Druk met een schroevendraaier die drie klemtongen van de draagring over de rand van de beschermkap. 3. Verwijder de grote lamelafdichting uit de draagring. 4. Maak de kleine lamelafdichting los door met een schroevendraaier in de twee sleuven aan de buitenkant van de beschermkap te drukken. Montage 1. Reinig de opnamegroeven van grove stofdeeltjes. 2. Druk de kleine lamelafdichting in de geleiding in de beschermkap tot hij vastklikt. 3. Leg de grote lamelafdichting in de groef van de draagring. 4. Druk de draagring met lamelafdichting over de rand van de beschermkap tot hij vastklikt 8.2 Reparaties Als het apparaat ondanks zorgvuldige fabricage en tests een keer uitvalt, dient de reparatie door een Hilti-servicewerkplaats te worden uitgevoerd. 58 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 Reparaties mogen alleen door elektriciens worden uitgevoerd. 9. Fouten zoeken 9.1 Lampje DG 150 (LED) Rood knipperende lampje wijst op oververhitting van het apparaat. Het licht knippert zolang de fout bestaat, onafhankelijk van de stand van de schakelaar. Bij rood knipperende lampje op het apparaat het apparaat uitschakelen en laten afkoelen tot er geen rood licht meer is. 9.2 Lampje DPC 20 (LED) Toestanden van het lampje: a) Groen, permanent brandend: Geeft aan dat de DPC20 bedrijfsklaar is. De netvoeding is aanwezig, de DPC20 heeft geen fout. Dit is de normale toestand. b) Groen knipperend Kan alleen bij apparaten van de 100 V tot 120 V versies bij belasting optreden. De netspanning is in dit geval te laag. Het apparaat DG 150 reageert met duidelijk minder vermogen. c) Rood knipperend Geeft een reactie van de PCD 20 op onregelmatigheden aan, b.v. stroom-, spannings-, temperatuuronregelmatigheden, etc. Het wordt weer groen als de oorzaak verdwijnt. Als het lampje rood blijft knipperen, gelieve de stekker uit te trekken en enkele seconden te wachten alvorens het toestel opnieuw aan te sluiten. Als het lampje dan nog steeds rood blijft knipperen, moeten de uitgangszekeringen worden gecontroleerd. Geen lampje brandt of knippert De DPC20 heeft geen netspanning. Dit kan aan het net, aan de toevoerleiding of aan een defecte DPC20 liggen. Als het lampje zelf defect is, is dat niet direct vast te stellen. Daarom moet de DPC20 samen met de DG 150 minstens om het half jaar door deskundigen of bij de Hiltiservice regelmatig gecontroleerd worden. Alleen voor EU-landen Geef elektrisch gereedschap niet met het huisvuil mee! Volgens de Europese richtlijn inzake oude elektrische en elektronische apparaten en de toepassing daarvan binnen de nationale wetgeving, dient gebruikt elektrisch gereedschap gescheiden te worden ingezameld en te worden afgevoerd naar een recycle bedrijf dat voldoet aan de geldende milieu-eisen. 11. Fabrieksgarantie op de apparatuur Hilti garandeert dat het geleverde apparaat geen materiaal- of fabricagefouten heeft. Deze garantie geldt onder de voorwaarde dat het apparaat in overeenstemming met de handleiding van Hilti gebruikt, bediend, verzorgd en schoongemaakt wordt, en dat de technische uniformiteit gehandhaafd is, d.w.z. dat er alleen origineel Hilti-verbuiksmateriaal en originele Hilti-toebehoren en reserveonderdelen voor het apparaat zijn gebruikt. Deze garantie omvat de gratis reparatie of de gratis vervanging van de defecte onderdelen tijdens de gehele levensduur van het apparaat. Onderdelen die aan normale slijtage onderhevig zijn, vallen niet onder deze garantie. Verdergaande aanspraak is uitgesloten voor zover er geen dwingende nationale voorschriften zijn die hiervan afwijken. Hilti is met name niet aansprakelijk voor directe of indirecte schade als gevolg van gebreken, verliezen of kosten in samenhang met het gebruik of de onmogelijkheid van het gebruik van het apparaat voor welk doel dan ook. Stilzwijgende garantie voor gebruik of geschiktheid voor een bepaald doel is nadrukkelijk uitgesloten. Voor reparatie of vervanging moeten het toestel of de betreffende onderdelen onmiddellijk na vaststelling van het defect naar de verantwoordelijke Hilti-marktorganisatie worden gezonden. 10. Afval voor hergebruik recyclen Afval voor hergebruik recyclen Deze garantie omvat alle garantieverplichtingen van de kant van Hilti en vervangt alle vroegere of gelijktijdige, schriftelijke of mondelinge verklaringen betreffende garanties Hilti-apparaten zijn voor een groot deel vervaardigd van materiaal dat kan worden gerecycled. Voor hergebruik is een juiste materiaalscheiding noodzakelijk. In veel landen is Hilti er al op ingesteld om uw oude apparaat voor recycling terug te nemen. Vraag hierover informatie bij de klantenservice van Hilti of bij uw verkoopadviseur. 59 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01 12. Conformiteitsverklaring (origineel) Product: Diamantslijpapparatuur Type: DG150 / DPC 20 Bouwjaar: 2001 Hilti verklaart, op onze eigen verantwoording, dat dit product voldoet aan de volgende richtlijnen en normen: 2004/108/EG, 2006/42/EG, EN 60745-1, EN 60745-23, EN ISO 12100, 2011/65/EU. Hilti Corporation, Feldkircherstrasse 100, FL-9494 Schaan Paolo Luccini Head of BA Quality & Process Management BA Electric Tools & Accessories 01/2012 Johannes W. Huber Senior Vice President Business Unit Diamond 01/2012 Technische documentatie bij: Hilti Entwicklungsgesellschaft mbH Zulassung Elektrowerkzeuge Hiltistrasse 6 86916 Kaufering Deutschland 60 Printed: 08.07.2013 | Doc-Nr: PUB / 5069653 / 000 / 01
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124

Ask Proxima W2100 Handleiding

Categorie
Projectoren
Type
Handleiding