Algemene veiligheidsinformatie
Lees deze montage-instructies tesamen met de
montage-instructies voor de lnter-3 schakelhendel
voor gebruik zorgvuldig door.
Niet-meedraaiende
tussenring
(kleur: goud)
Het Shimano Inter-M remsysteem is niet geschikt
voor gebruik met mountainbikes. Wanneer dit
remsysteem verder bij andere soorten fietsen wordt
gebruikt, bij het afrijden van lange hellingen continu
gebruik van de remmen vermijden, aangezien hierdoor
de interne remonderdelen bijzonder heet worden,
hetgeen een nadelig effect op de remwerking heeft.
Ook kan dit tot gevolg hebben dat de hoeveelheid vet
binnen in de rem vermindert, hetgeen tot problemen
zoals abnormaal plotseling afremmen kan leiden.
De constructie van het Shimano Inter-M remsysteem
is tot stand gekomen op basis van standaarden zoals
ISO 4210 en DIN 79100-2. Deze standaarden
bepalen de prestatie voor een totaal gewicht van 100
kg. Als het totaal gewicht meer is dan 100 kg, bestaat
de kans dat het remvermogen dat door het systeem
wordt geleverd voor een juist afremmen onvoldoende
is en dat ook de gebruiksduur van het systeem
verminderd wordt.
Indien tijdens het gebruik van de remmen zich een
van de volgende problemen voordoet, onmiddellijk
stoppen met fietsen en bij de plaats van aankoop
vragen om inspectie en reparatie.
1) Wanneer u tijdens het gebruik van de remmen
een abnormaal geluid hoort.
2) Als het remvermogen abnormaal krachtig is.
3) Als het remvermogen abnormaal zwak is.
In het geval van 1) en 2) kan de oorzaak een tekort
aan remvet zijn. Vraag daarom bij de plaats van
aankoop het mechanisme in te vetten met speciaal
trommelremvet.
Voor het verkrijgen van een optimale werking van de
Shimano Inter-M rem, steeds Shimano remkabels en
remhendels als set gebruiken.
De hoeveelheid beweging van de binnenkabel
wanneer de remhendel wordt ingedrukt dient
14,5 mm of meer te zijn. Als dit minder is dan
14,5 mm, zal dit een nadelig effect op de
remwerking hebben en bestaat de kans dat de
remmen niet zullen functioneren.
Indien de remkabel roestig wordt, zal dit een nadelig
effect op de remwerking hebben. Vernieuw in dat
geval
de remkabel door een originele Shimano remkabel en
controleer de werking van de remmen nogmaals.
De BR-IM31-R remeenheid mag nooit gedemonteerd
worden. Als deze gedemonteerd wordt, zal deze niet
meer goed functioneren.
OPMERKING:
Indien de remmen veelvuldig
gebruikt worden, is het mogelijk dat
de remtrommel heet wordt. Raak
nadat u gestopt bent met fietsen
gedurende tenminste 30 minuten
de remtrommel niet aan.
Controleer of de remarm stevig aan de kettingsteun
bevestigd is met behulp van de remarmklem.
Indien de remarm niet correct
gemonteerd is, zal dit een nadelig
effect op de remwerking hebben.
Het is van belang dat u de werking van het remsysteem
van uw fiets volledig begrijpt. Indien het remsysteem
van uw fiets niet op de juiste wijze gebruikt wordt, kan dit
tot gevolg hebben dat u de macht over het stuur verliest
of tot een ongeluk leiden waarbij u ernstige verwondingen
kunt oplopen. Omdat de bediening van elke fiets
verschillend is, dient u de juiste remtechnieken te leren
(zoals de kracht waarmee de remhendel ingedrukt dient
te worden alsmede de overige bedieningseigenschappen
van uw fiets). Raadpleeg hiervoor het instructieboekje
van uw fiets en een professionele fietsenhandelaar en
oefen uw rij- en remtechniek.
Maak bij het bevestigen van de remarm aan het frame
gebruik van een remarmklem die overeenkomt met de
grootte van de kettingsteun en trek deze stevig met de
klemschroef en de klemmoer met het voorgeschreven
aantrekkoppel aan. Gebruik voor de klemmoer een
borgmoer met een nylon voering (zelfborgende moer).
Het wordt aanbevolen standaard Shimano onderdelen
te gebruiken voor de klemschroef, de klemmoer en de
remarmklem. Gebruik verder een remarmklem die
overeenkomt met de grootte van de kettingsteun. Als de
klemmoer van de remarm losraakt of als de klemschroef
of de remarmklem beschadigd raakt, kan de remarm op
de kettingsteun gaan meedraaien, waardoor het stuur
plotseling naar één kant getrokken wordt, of het fietswiel
kan geblokkeerd raken en de fiets kan omvallen,
hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.
Zorg ervoor dat u de montage-instructies ter
beschikking heeft en lees deze nauwkeurig alvorens de
onderdelen te monteren. Loszittende, versleten of
beschadigde onderdelen kunnen de berijder ernstig letsel
toebrengen. Het wordt ten sterkste aanbevolen uitsluitend
originele Shimano vervangingsonderdelen te gebruiken.
Controleer of de wielen stevig bevestigd zijn alvorens
met de fiets te gaan rijden. Als de wielen op een of
andere manier loszitten, kunnen deze van de fiets
losraken, hetgeen ernstig letsel kan veroorzaken.
Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig
en bewaar ze op een veilige plaats voor toekomstige
referentie.
Inter-3 Naaf
SG-3R40
BR-IM31-R
Inter-M Rem
SI-3R40E
–
Ter voorkoming van
ernstig letsel:
–
Ter voorkoming van
ernstig letsel:
Technische montage-instructies
Remtrommel
Spatschermsteun
Bagagedragersteun
Span de ketting en bevestig vervolgens het wiel aan
het frame met behulp van de flensmoeren of de
naafmoeren.
Zet zowel het linker als het rechter uiteinde van de
naafas met behulp van 11 mm flensmoeren vast.
Opmerking:
Bij het monteren van de standaard aan de
naaf, de niet-meedraaiende tussenring aan
de buitenkant van de standaard aanbrengen
zodat het uitstekende gedeelte in de gleuf in
de standaard komt te zitten.
Bij het monteren van andere onderdelen
zoals een spatschermsteun, deze aan de
buitenkant van de niet-meedraaiende
tussenring aanbrengen.
Controleer of de afstand vanaf het uiteinde van
de flensmoer tot aan het rechter uiteinde van de
naafas tussen 8 en 13 mm bedraagt.
Monteer de remarm van de Inter-M rem aan de
kettingsteun met behulp van de remarmklem, draai
de klemschroef en de klemmoer provisorisch vast en
draai vervolgens de bevestigingsmoer van de
remeenheid vast.
Bevestigingsmoer
van remeenheid
Remarm
Kettingsteun
5L
Niet-meedraaiende
tussenring
Tandwiel
Naafas
Flensmoer (11 mm)
Achtervork
Standaard
Opmerking:
Remarmklem
Opmerking:
Flensmoer
Indien de remarm zich in de onjuiste positie
bevindt zoals aangegeven in de illustratie zodat
deze niet provisorisch bevestigd kan worden
aan de kettingsteun, de bevestigingsmoer van
de remeenheid losdraaien en de remarm
draaien.
Vervolgens na het provisorisch
vastzetten van de
remarm aan de kettingsteun,
de bevestigingsmoer van de remeenheid
vastdraaien.
Aantrekkoppel:
20 – 25 N·m {200 – 250 kgf·cm}
WAARSCHUWING
LET OP
Achtervork
Naafas
Monteer de ketting
op het tandwiel en
plaats vervolgens
de naafas in de
achtervork.
Aantrekkoppel:
30 – 45 N·m
{300 – 450 kgf·cm}
De totale breedte van de
achtervork en de kettingspanner
dient 4 tot 7,5 mm te bedragen.
Twee-voet standaard
Kettingspanner
Getande tussenring
(2 mm)
Bagagedragersteun
Naafmoer (7 mm)
Als de totale breedte van de achtervork,
de standaard en overige onderdelen
zoals de spatschermsteun 8,5 tot 11,5
mm bedraagt
Kettingspanner
Kettingspanner
Spatschermsteun
Spatschermsteun
Bagagedragersteun
Naafmoer (9 mm)
Naafmoer (9 mm)
Getande tussenring
(3,2 mm)
Getande tussenring
(3,2 mm)
1)
Als de totale breedte van de achtervork,
de standaard en overige onderdelen
zoals de spatschermsteun 14,5 tot 17
mm bedraagt
3)
Als de totale breedte van de achtervork,
de standaard en overige onderdelen
zoals de spatschermsteun 11,5 tot 14,5
mm bedraagt
2)
Opmerking:
Controleer bij elk van de situaties in 1), 2)
en 3) of de afstand vanaf het uiteinde van
de naafmoer tot aan het rechteruiteinde van
de naafas tussen 8 en 13 mm bedraagt.
Spatschermsteun
Getande tussenring
(3,2 mm)
Bevestig beide uiteinden van de naafas met
behulp van één 3,2 mm getande tussenring en
een 9 mm naafmoer.
Voorbeeld: Monteer in de volgorde zoals
aangegeven in onderstaand schema.
Bevestig beide uiteinden van de naafas met
behulp van één 2 mm getande tussenring en een
7 mm naafmoer.
Voorbeeld: Monteer in de volgorde zoals
aangegeven in onderstaand schema.
Bevestig het rechter uiteinde van de naafas met
behulp van twee 3,2 mm getande tussenringen
en een 9 mm naafmoer.
Bevestig het linker uiteinde van de naafas met
behulp van één 3,2 mm getande tussenring en
een 9 mm naafmoer.
Voorbeeld: Monteer in de volgorde zoals
aangegeven in onderstaand schema.
Aantrekkoppel:
30 – 45 N·m {300 – 450 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
30 – 45 N·m {300 – 450 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
30 – 45 N·m {300 – 450 kgf·cm}
Remarmklem
Kettingsteun
Remarm
Bevestig de remarm van de Inter-M rem stevig aan
de kettingsteun met behulp van de remarmklem.
Indien er overmatige kracht op
de remarm wordt uitgeoefend,
zal het wiel moeilijk te draaien
zijn. Let er op dat u tijdens het
monteren niet teveel kracht
uitoefent.
Opmerking:
Bij het monteren van de remarmklem, de
klemschroef stevig vastzetten terwijl u de
klemmoer met een 10 mm steeksleutel
vasthoudt.
Controleer na het monteren van de
remarmklem of de klemschroef ongeveer
4 mm vanaf de buitenkant van de klemmoer
uitsteekt.
Klemmoer
Remarmklem
Kabelafstelbout
Controleer of beide uiteinden van de buitenkabel
goed in de kabelafstelbouten van zowel de
remhendel als de remarm gestoken zijn.
Beide uiteinden van de
buitenkabel dienen
goed naar binnen
gestoken te zijn.
Klemschroef
(M6 16 mm)
Aantrekkoppel:
2 – 3 N·m {20 – 30 kgf·cm}
Ongeveer 4 mm
Dient 15 – 17
mm te zijn
Gat in bevestigingsbout
van binnenkabel
Remarm
Remarm
Kabelafstelbout
Plaats de kabelafstelbout zodanig dat deze 15 – 17
mm van het uiteinde van de remarm vandaan is en
voer vervolgens de binnenkabel door de
kabelafstelbout van de remarm en tenslotte door het
gat in de bevestigingsbout van de binnenkabel.
Verbindingsstang
Trekken
1
Stevig
aantrekken
2
Kabelafstelbout
Zet na het indrukken van de remhendel voor het
controleren van de remwerking de kabelafstelbout
vast met behulp van de kabelafstelmoer.
Kabelafstelmoer
Aantrekken
3
Aantrekkoppel:
1 – 2 N·m
{10 – 20 kgf·cm}
Opmerking:
Plaats de binnenkabel
zodanig dat deze onder de
verbindingsstang door loopt.
Opmerking:
Indien de remkabel niet wordt ingelopen, zal
deze na slechts een korte periode van gebruik
opnieuw afgesteld moeten worden.
Ongeveer 10 maal
indrukken
Controleer of tijdens het aantrekken van de remkabel
het wiel niet gemakkelijk gedraaid kan worden en
druk vervolgens de remhendel ongeveer 10 maal
volledig tot aan de greep in om de remkabel in te
laten lopen.
De mate van speling van de remhendel komt
overeen met de afstand tussen de rustpositie
van de remhendel en de positie waarbij
plotseling bij het aantrekken van de remhendel
een druk gevoeld wordt.
Draai de kabelafstelbout zodanig dat de remhendel
ongeveer 15 mm speling heeft.
15 mm speling
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving
gewijzigd worden. (Dutch)
Trek de verbindingsstang terug totdat deze stopt.
Trek vervolgens de binnenkabel zodanig aan dat
deze volledig strak komt te staan en draai de
bevestigingsmoer van de binnenkabel vast.
Aantrekkoppel:
6 – 8 N·m {60 – 80 kgf·cm}
Bevestigingsmoer
van binnenkabel
1.
2.
3.
4.
5.
2.
4.
2.
3.
2.
1.
3.
1.
5.
3.
1.
6.
7.
Plaats de niet-meedraaiende tussenring aan de
buitenzijde op de linkerzijde van de naafas. Draai op
dat moment de naafas zodanig dat het uitstekende
gedeelte van de niet-meedraaiende tussenring in de
groef van de achtervork past.
Het uitstekende gedeelte dient zich aan
de kant van de achtervork te bevinden.
Monteer de niet-meedraaiende tussenring
zodanig dat het uitstekende gedeelte
stevig aan beide zijden van de naafas in
de groef van de achtervork past.
Monteren van de naaf aan het frame
Monteren van de remkabel
Afstellen van de remkabel
Voor een aslengte van 170,3 mm
8 – 13 mm
Voor een aslengte van 189,4 mm
Gebruik een wiel met 3x of 4x spaakverdeling. Wielen
met een radiale spaakverdeling kunnen niet worden
gebruikt aangezien de spaken en het wiel bij het
gebruik van de remmen beschadigd kunnen worden en
remgeluiden kunnen voortbrengen.
U kunt tijdens het pedaling de versnellingen
overschakelen, echter in zeldzame gevallen kan het
voorkomen dat de pallen en de palplaat binnen in de
naaf daarna bij het normaal overschakelen van de
versnellingen geluid te horen geven.
De Inter-M rem is verschillend van conventionele
remmen doordat de binnenzijde van de remtrommel
met vet gevuld is. Dit kan tot gevolg hebben dat het
draaien van het wiel enigszins zwaarder verloopt dan
normaal, vooral bij koud weer.
Als het wiel stroef gaat en moeilijk te draaien wordt,
dient u dit met vet te smeren.
Breng geen smeermiddel aan op de binnenzijde van de
naaf, anders zal het vet naar buiten komen.
U dient de tandwielen regelmatig in een neutraal
reinigingsmiddel schoon te spoelen en deze vervolgens
opnieuw te smeren. Bovendien kan het reinigen van de
ketting met een neutraal reinigingsmiddel en het
smeren een effectieve manier zijn om de gebruiksduur
van de tandwielen en de ketting te verlengen.
Als de ketting tijdens het fietsen van de tandwielen blijft
afglijden, de tandwielen en de ketting vernieuwen.
Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke
slijtage of veroudering dat het gevolg is van normaal
gebruik.
Neem voor eventuele vragen betreffende de methoden
van behandeling of afstelling contact op met de plaats
van aankoop.