Shimano SG-7C16 Service Instructions

Type
Service Instructions

Deze handleiding is ook geschikt voor

Remarmklem
CJ-NX10
JAPAN
LOCK
7R
CJ-NX10
JAPAN
CJ-NX10
JAPAN
Technische montage-instructies
Lees deze montage-instructies tesamen met
de montage-instructies voor de lnter-7
schakelhendel voor gebruik zorgvuldig door.
Algemene veiligheidsinformatie
WAARSCHUWING
Het is van vitaal belang dat u de werking van het
remsysteem van uw fiets volledig begrijpt. lndien
het remsysteem niet op de juiste wijze gebruikt
wordt, kan dit tot gevolg hebben dat u de macht
over het stuur verliest of tot een ongeluk leiden
waarbij u ernstige verwondingen kunt oplopen.
Omdat de bediening van elke fiets verschillend is,
dient u de juiste remtechnieken te leren (zoals de
bedieningseigenschappen van uw fiets).
Raadpleeg hiervoor het instructieboekje van uw
fiets en een professionele fietsenhandelaar en
oefen uw rij- en remtechniek.
Maak bij het bevestigen van de remarm aan het
frame gebruik van een remarmklem die
overeenkomt met de grootte van de kettingsteun
en trek deze stevig met de klemschroef en de
klemmoer met het voorgeschreven aantrekkoppel
aan. Gebruik voor de klemmoer een borgmoer
met een nylon voering (zelfborgende moer). Het
wordt aanbevolen standaard Shimano
onderdelen te gebruiken voor de klemschroef, de
klemmoer en de remarmklem. Gebruik verder
een remarmklem die overeenkomt met de grootte
van de kettingsteun. Als de klemmoer van de
remarm losraakt of als de klemschroef of de
remarmklem beschadigd raakt, kan de remarm
op de kettingsteun gaan meedraaien, waardoor
het stuur plotseling naar één kant getrokken
wordt, of het fietswiel kan geblokkeerd raken en
de fiets kan omvallen, hetgeen ernstig letsel kan
veroorzaken.
Let er op bij het monteren van de naaf aan het
frame de juiste niet-meedraaiende tussenringen
aan de linker en rechter zijde te monteren en trek
de dopmoeren met het voorgeschreven
aantrekkoppel aan. Als de niet-meedraaiende
tussenringen enkel aan één kant worden
gemonteerd, of als de dopmoeren niet voldoende
worden aangetrokken, bestaat de kans dat de
niet-meedraaiende tussenring naar buiten valt.
Dit kan tot gevolg hebben dat de naafas en de
cassettekoppeling gaan draaien. Hierdoor
vervolgens kan het stuur door de
versnellingskabel per ongeluk naar één kant
worden getrokken, hetgeen een buitengewoon
ernstig ongeluk tot gevolg kan hebben.
Zorg ervoor dat u de montage-instructies ter
beschikking heeft en lees deze nauwkeurig
alvorens de onderdelen te monteren.
Loszittende, versleten of beschadigde
onderdelen kunnen de berijder ernstig letsel
toebrengen. Het wordt ten sterkste aanbevolen
uitsluitend originele Shimano
vervangingsonderdelen te gebruiken.
Controleer of de wielen stevig bevestigd zijn
alvorens met de fiets te gaan rijden. Als de
wielen op een of andere manier loszitten,
kunnen deze van de fiets losraken, hetgeen
ernstig letsel kan veroorzaken.
Lees deze technische montage-instructies
nauwkeurig en bewaar ze op een veilige plaats
voor toekomstige referentie.
Draai het wiel en controleer of de remkracht van
de terugtraprem correct is.
Indien de remmen veelvuldig
gebruikt worden, is het
mogelijk dat de remtrommel
heet wordt. Raak nadat u
gestopt bent met fietsen
gedurende tenminste 30
minuten de remtrommel
niet aan.
Gebruik een wiel met 3x of 4x spaakverdeling.
Wielen met een radiale spaakverdeling kunnen
niet worden gebruikt aangezien de spaken en het
wiel bij het gebruik van de remmen beschadigd
kunnen worden en remgeluiden kunnen
voortbrengen.
U kunt tijdens het pedaling de versnellingen
overschakelen, echter in zeldzame gevallen kan
het voorkomen dat de pallen en de palplaat
binnen in de naaf daarna bij het normaal
overschakelen van de versnellingen geluid te
horen geven.
Als u uw voet op een van de pedalen plaatst en
dit in achterwaartse richting beweegt, zult u een
klik in het pedaal voelen. Dit is normaal en duidt
niet op een defect.
De CJ-NX10 cassettekoppeling mag uitsluitend
gebruikt worden samen met tandwielen van 16T
tot 23T.
Als het wiel stroef gaat en moeilijk te draaien
wordt, dient u de remblokken te vernieuwen of
het wiel met vet te smeren.
Breng geen smeermiddel aan op de binnenzijde
van de naaf, anders zal het vet naar buiten komen.
U dient de tandwielen regelmatig in een neutraal
reinigingsmiddel schoon te spoelen en deze
vervolgens opnieuw te smeren. Bovendien kan
het reinigen van de ketting met een neutraal
reinigingsmiddel en het smeren een effectieve
manier zijn om de gebruiksduur van de
tandwielen en de ketting te verlengen.
Als de ketting tijdens het fietsen van de
tandwielen blijft afglijden, de tandwielen en de
ketting vernieuwen.
Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen
natuurlijke slijtage of veroudering dat het gevolg
is van normaal gebruik.
Neem voor eventuele vragen betreffende de
methoden van behandeling of afstelling contact
op met de plaats van aankoop.
LET OP
– Ter voorkoming van
ernstig letsel:
Vermijd continu gebruik van de remmen bij het
afrijden van lange hellingen, aangezien hierdoor
de interne remonderdelen bijzonder heet
worden, hetgeen een nadelig effect op de
remwerking heeft. Ook kan dit tot gevolg
hebben dat de hoeveelheid vet binnen in de rem
vermindert, hetgeen tot problemen zoals
abnormaal plotseling afremmen kan leiden.
Monteren van het tandwiel op de
naaf
Plaats het rechter stofkapje C op de aandrijfas aan de
rechterzijde van het naafhuis. Monteer vervolgens het
tandwiel en zet het vast met de borgring.
Let op de
richting
Borgring
Tandwiel
Rechter
stofkapje C
Monteren van de cassettekoppeling
aan de naaf
OPMERKING:
Aandrijfeenheid
Cassettekoppeling
Gleuf in achtervork
Kettingsteun
Niet-meedraaiende
tussenring
(voor rechterzijde)
Monteren van de naaf aan het frame
Monteer de ketting op het tandwiel en plaats vervolgens
de naafas in de achtervork.
Naafas
Achtervork
De uitstekende gedeelten dienen zich aan de
kant van de achtervork te bevinden.
Monteer de niet-meedraaiende tussenringen
zodanig dat de uitstekende gedeelten stevig
aan beide zijden van de naafas in de gleuven
van de achtervork passen.
Er zijn twee typen linker en rechter niet-
meedraaiende tussenringen beschikbaar voor
gebruik met standaard en omgekeerde
achtervorken. Gebruik het type niet-
meedraaiende tussenring welke van toepassing
is.
Plaats de niet-meedraaiende tussenringen aan de
rechter en linker zijde van de naafas. Draai daarbij de
cassettekoppeling zodat de uitstekende delen van de
niet-meedraaiende tussenringen in de gleuven van de
achtervork passen. Als dit gebeurt is, kan de
cassettekoppeling gemonteerd worden zodat deze
nagenoeg parallel is aan de kettingsteun.
7R
Merkteken
Niet-meedraaiende tussenring (voor linkerzijde)
Bevestig de remarm stevig aan de kettingsteun met
behulp van de remarmklem.
Bij het monteren van de remarmklem, de
klemschroef stevig vastzetten terwijl u de
klemmoer met een 10 mm steeksleutel vasthoudt.
Opmerking:
Controleer na het monteren van de remarmklem
of de klemschroef ongeveer 2 – 3 mm vanaf de
buitenkant van de klemmoer uitsteekt.
Remarm
Klemmoer
Klemschroef
Klemmoer
Remarm
Remarmklem
Klemschroef
(M6 16 mm)
Span de ketting en zet het wiel vast aan het frame met
behulp van de dopmoeren.
Aantrekkoppel:
30 – 45 N·m
{300 – 450 kgf·cm}
Aantrekkoppel:
2 – 3 N·m {20 – 30 kgf·cm}
2 – 3 mm
2.
1.
3.
4.
Controleer alvorens de terugtraprem te gebruiken of de
rem correct functioneert en of het wiel soepel draait.
5.
2.
1.
– Ter voorkoming van ernstig letsel:
CJ-NX10
JAPAN
Cassettekoppelingpoelie
Cassettekoppeling
Aandrijfeenheid
CJ-NX10
JAPAN
Lijn bij het monteren
de gele merktekens
uit.
Zet de cassettekoppeling vast op de naaf met behulp
van de bevestigingsring van de cassettekoppeling.
Lijn bij het monteren van de bevestigingsring van de
cassettekoppeling het gele merkteken uit met het
gele merkteken op de cassettekoppelingpoelie.
1)
Monteer de afdekking van de aandrijfeenheid aan de
aandrijfeenheid aan de rechterzijde van het naafhuis.
Draai vervolgens de poelie van de cassettekoppeling in
de richting van de pijl zodat het gele merkteken
uitgelijnd is met het gele merkteken en lijn vervolgens
het gele merktekens op de cassettekoppeling uit met
de gele merktekens aan de rechterzijde van het
naafhuis.
Poelie
Moet uitgelijnd
zijn
Let op de
richting
Gele merktekens
Gele merktekens
Afdekking van
aandrijfeenheid
Bevestigingsring van cassettekoppeling
CJ-NX10
JAPAN
Bevestigingsring van
cassettekoppeling
Na het monteren van de bevestigingsring van de
cassettekoppeling, deze 45 rechtsom draaien.
45 draaien
2)
Zet de cassettekoppelingsteun
stevig vast.
Omgekeerd
Standaard
Niet-meedraaiende tussenring
Achtervork
Merkteken/Kleur
Maat
Rechts
Links
7R/Zwart
7L/Grijs
6R/Zilver
6L/Wit
38
20
5R/Geel
5L/Bruin
= 0
Omgekeerd
volledige
kettingbeschermer
= 0
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd
worden. (Dutch)
Remtrommel
CJ-NX10
JAPAN
LOCK
7R
Niet-meedraaiende tussenring
Dopmoer
SI-7C26C
SG-7C18
SG-7C16
CJ-NX10
Inter-7 naaf
met terugtraprem
Cassettekoppeling
Kettingsteun
  • Page 1 1

Shimano SG-7C16 Service Instructions

Type
Service Instructions
Deze handleiding is ook geschikt voor