51
N E D E R L A N D S
Anders kan de zuigkracht verminderen,
waardoor de standaard zal vallen of
verschuiven.
● Bevestig de rubber afdichting (41) in het gat (42)
aan de onderkant van het onderstel.
● Plaats de vacuumgreep (43) over de opening in
het onderstel (9).
● Draai de schroef (44) met de ring (45) in de greep.
● Positioneer de standaard.
● Sluit de slang van de vacuumpomp aan op het
aansluitpunt (16).
● Schakel de vacuumpomp in. Laat de pomp
ingeschakeld zolang de toepassing vereist.
Afstellen van de standaard (fig. A)
● Lees een van de waterpassen af om te
controleren of de standaard waterpas staat.
- Waterpas (11) voor verticale toepassingen
- Waterpas (12) voor horizontale toepassingen
● Het afstellen geschiedt als volgt:
● Draai aan de stabilisatorschroeven (15) tot de
standaard waterpas staat.
Monteren van de wateropvangring (fig. H)
Als de standaard wordt gebruikt in natte
boortoepassingen, kan een wateropvangring
gemonteerd worden voor een juiste afvoer van water.
● Draai de bouten (46) een aantal slagen los.
● Houd de wateropvangring (26) voor het
onderstel (9).
● Schuif de uitsparingen in de uiteinden van de
montagebeugel (47) in de ontstane ruimte
tussen de bouten en het onderstel.
● Controleer of de eenheid op een lijn is met het
gemonteerde accessoire.
● Draai de bouten stevig aan.
Afstellen van de boorhoek (fig. I)
De kolom kan worden gekanteld om
boortoepassingen onder een helling mogelijk te
maken. De schaal (7) geeft hoeken tot en met 45°
aan.
● Verwijder de borgschroef (48) en bewaar hem
zorgvuldig.
● Draai de hoek-instelling (8) los.
● Kantel de kolom aan de handgreep (3).
● Breng de bovenkant van de instellingseenheid op
een lijn met de gewenste hoek (zie indicatie X).
● Draai de hoekinstelling vast.
● Breng de standaard na gebruik terug in
rechtopstaande postie en breng de borgschroef
weer aan.
Bevestigen van de aanvoerhendel (fig. J)
De aanvoerhendel met snelontgrendeling (4) kan
in een eenvoudige handeling aan zowel de linker-
als de rechterkant van de standaard worden
gemonteerd.
● Breng de fixeerstang in de aanvoerhendel op
een lijn met de sleuf in de as (49).
● Duw de hendel op de as.
Afstellen van de frictie (fig. A)
De frictieknop (13) wordt gebruikt om de frictie van
het wagenmechanisme te vergroten of te verkleinen.
● Draai de knop met de klok mee om de frictie te
vergroten.
● Draai de knop tegen de klok in om de frictie te
verkleinen.
Aanwijzingen voor gebruik
@
Neem altijd de veiligheidsinstructies in
acht en houdt u aan de geldende
voorschriften.
+
Zie ook de handleiding van uw
boormachine.
Voor gebruik:
● Zorg ervoor dat de standaard stevig is
gemonteerd.
● Plaats het gewenste hulpstuk.
● Controleer de frictie op de wagen.
● Markeer de plek waar het gat moet worden
geboord.
Het ontgrendelen van de wagen (fig. K)
● Om de wagen (1) te ontgrendelen, trekt u de
blokkeerknop (2) naar buiten.
● Om de wagen te vergrendelen, beweegt u de
wagen todat de as van de blokeerinrichting het
gat (50) in de kolom passeert en op zijn plaats
springt.