Canon EF 400mm f/4 DO IS USM Handleiding

Type
Handleiding
EF400mm f/4 DO IS USM
NLD
Handleiding
NLD-1
Het Canon EF400mm f/4 DO IS USM-objectief
is een hoogwaardig superteleobjectief voor
gebruik met Canon EOS-camera's. Naast de
voorziening van een beeldstabilisator is dit
het eerste objectief ter wereld waarin een
element met meerlaagse diffractie-optica (DO)
is toegepast.
Dit meerlaagse diffractie-optica element is
een veelzijdig element met de eigenschappen
van zowel fluoriet als asferische elementen.
Het zorgt voor een zeer compact en licht
objectief met een uitstekende beeldkwaliteit.
"DO" is de afkorting voor Diffractive Optics (diffractie-
optica).
"IS" is de afkorting voor beeldstabilisator.
"USM" is de afkorting voor ultrasone motor.
Kenmerken
1.
Element met meerlaagse diffractie-optica voor een effectieve
correctie van de chromatische afwijkingen die kunnen optreden in
superteleobjectieven. Dit element staat garant voor een
uitzonderlijke beeldkwaliteit, met behoud van een compacte
uitvoering en licht gewicht.
2.
Beeldstabilisator die hetzelfde effect geeft als van een sluitertijd
die twee stops korter is*.
Het objectief heeft een tweede beeldstabilisatormodus die
geoptimaliseerd is voor opnamen waarbij bewegende onderwerpen
worden gevolgd.
3.
Ultrasone motor (USM) voor een snelle en stille scherpstelling.
4.
Handmatige scherpstelling is beschikbaar nadat op het onderwerp
is scherpgesteld in de autofocus-modus (ONE SHOT AF).
5.
AF-stoptoets waarmee de AF-werking op elk gewenst moment kan
worden onderbroken.
6.
Het objectief is geschikt voor gebruik met de tussenstukken
EF1,4X ll en EF2X ll.
7.
Stevige en betrouwbare afdichting voor goede stof- en
waterbestendige eigenschappen.
8.
Licht gewicht door gebruik van een magnesiumlegering voor de
belangrijkste onderdelen.
*
Gebaseerd op [1/brandpuntsafstand] seconde. Over het
algemeen is een sluitertijd [1/brandpuntsafstand] seconde
of sneller vereist om cameratrillingen te voorkomen.
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Canon-product.
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
Waarschuwing om een defect of beschadiging
van het objectief of de camera te voorkomen.
Extra informatie over het gebruik van het
objectief en het maken van foto’s.
NLD-2
a Veiligheidsmaatregelen
a
Voorzorgsmaatregelen bij het fotograferen
Als u met dit objectief een erg helder spotlicht,
zoals een kwiklamp, op een donkere plaats
fotografeert, kan er soms als gevolg van het
gebruik van de DO-elementen een lichtkring
rondom de lichtbron verschijnen.
a Veiligheidsmaatregelen
Kijk niet door de lens of de camera naar de zon of
een andere heldere lichtbron. Dit beschadigt uw
ogen. Het is vooral gevaarlijk wanneer u rechtstreeks
door de lens naar de zon kijkt.
Richt het objectief of de camera niet naar de zon en
fotografeer haar niet. De reden is dat het objectief de
zonnestralen bundelt, zelfs wanneer de zon zich buiten
het beeldveld bevindt of bij het fotograferen met
tegenlicht, hetgeen een storing of brand kan
veroorzaken.
Laat het objectief niet zonder lensdop in de zon
liggen, ongeacht of het objectief wel of niet op de
camera is bevestigd. Dit om te voorkomen dat de lens
de zonnestralen samenbundelt, hetgeen zou kunnen
resulteren in brand.
Ga niet op de objectiefkoffer staan. Wanneer u valt,
kunt u zich bezeren.
Stapel geen objectiefkoffers op elkaar. Wanneer een
objectiefkoffer valt, kan dit letsel veroorzaken.
Voorzorgsmaatregelen betreffende de
behandeling
Als het objectief van een koude omgeving naar een
warme ruimte wordt gebracht, kan er condens op
de lens en de interne onderdelen ontstaan. Om
condens te voorkomen, raden wij u aan het objectief in
een luchtdichte plastic zak te doen voordat u dit van
een koude omgeving naar een warme ruimte brengt.
Neem het objectief uit de zak nadat dit geleidelijk is
opgewarmd. Ga op dezelfde wijze te werk wanneer u
het objectief van een warme ruimte naar de kou
meeneemt.
Stel het objectief niet aan grote hitte bloot door het
bijvoorbeeld in een auto te leggen die in de zon
geparkeerd staat. Hoge temperaturen kunnen
resulteren in een defect van het objectief.
NLD-3
Benaming van de onderdelen
Afstandsschaal ( 6)
Draagriembevestiging ( 4)
Oriëntatievergrendelknop ( 11)
Drop-in filter ( 12)
Lensbevestigingsmarkering
( 4)
Contactpunten ( 4)
Scherpstelmodusschakelaar ( 5)
Scherpstelafstandsbereik-keuzeschakelaar
( 5)
Beeldstabilisatormodus-keuzeschakelaar
( 7)
Beeldstabilisatorschakelaar ( 7)
Statiefbevestiging ( 11)
Statiefkraagmarkering ( 11)
AF-stoptoets
( 6)
Zonnekapbevestiging ( 10)
Scherpstelring ( 5)
Rubberring ( 4)
Zie voor verdere informatie de pagina's die tussen haakjes zijn vermeld ( **).
NLD-4
1.
Het objectief bevestigen en verwijderen
Raadpleeg de handleiding van de camera voor
informatie betreffende het bevestigen en
verwijderen van het objectief.
Na het verwijderen van het objectief plaatst u dit met de
achterkant omhoog om te voorkomen dat het lensoppervlak
en de elektrische contactpunten worden beschadigd.
Als de contactpunten vuil of bekrast zijn of als er vieze
vingers op zitten, kan dit resulteren in corrosie of een
gebrekkige elektrische verbinding. Dit kan een foutieve
werking van de camera en het objectief tot gevolg hebben.
Als de contactpunten vuil zijn of als er vieze vingers op
zitten, kunt u ze met een zacht doekje schoonmaken.
Zet de stofkap op het objectief wanneer u dit verwijdert. Om
de stofkap juist aan te brengen, lijnt u de
lensbevestigingsmarkering uit met de
K
-markering van de
stofkap, zoals aangegeven in de afbeelding, en dan draait u
de stofkap naar rechts.Volg de aanwijzingen in de
omgekeerde volgorde om de stofkap te verwijderen.
De lensbevestiging is van een rubberring voorzien
voor een optimale bestendigheid tegen water en
stof. De rubberring kan lichte afslijting rondom de
lensbevestiging van de camera veroorzaken, maar
dit is niets ernstigs. Als de rubberring versleten is,
kan deze tegen betaling bij een Canon
servicecentrum worden vervangen.
Steek het uiteinde van de draagriem door de
draagriembevestiging op het objectief en dan
terug door de klem op de draagriem.Trek de
riem strak en controleer of er geen lus in de klem
is.
De draagriem bevestigen
NLD-5
Als u autofocus gebruikt buiten het ingestelde
afstandsbereik voor de scherpstelling, kan het
objectief stoppen met scherpstellen bij het begin
van het scherpstelbereik; dit duidt niet op een
foutieve werking. Druk de ontspanknop nog een
keer half in.
U kunt het afstandsbereik voor de scherpstelling
instellen op 3,5 meter tot oneindig of 8 meter tot
oneindig.
Door de juiste instelling voor het afstandsbereik
te kiezen wordt er sneller automatisch
scherpgesteld.
3.
Het afstandsbereik voor
de scherpstelling kiezen
2.De scherpstelmodus
instellen
Voor gebruik van autofocus (AF) zet u de
scherpstelmoduschakelaar op AF.
Voor gebruik van handbediende scherpstelling
(MF) zet u de scherpstelmodusschakelaar op MF
en stelt dan scherp met de scherpstelring.
De scherpstelring werkt altijd, ongeacht de
scherpstelmodus.
Na automatische scherpstelling in de ONE SHOT
AF-modus, kunt u handmatig scherpstellen door
de ontspanknop half in te drukken en aan de
scherpstelring te draaien. (Continue handmatige
scherpstelling)
NLD-6
4.AF-stoptoets
Tijdens automatische scherpstelling kunt u op de AF-stoptoets
drukken om de automatische scherpstelling tijdelijk te onderbreken.
Als de ontspanknop nog steeds half is ingedrukt
wanneer de AF-stoptoets wordt losgelaten, zal
de automatische scherpstelling hervat worden.
Wanneer de EOS 630/600, RT, A2/A2E/5 of
10S/10 in de AI Servo AF-modus staat en er
continuopnamen gemaakt worden, zal de
automatische scherpstelling niet hervat worden
ook al laat u de AF-stoptoets weer los. Druk de
ontspanknop half in om de automatische
scherpstelling te hervatten.
Wanneer de EOS A2/A2E/5 of 10S/10 in de
Sports-modus staat, zal de automatische
scherpstelling niet hervat worden ook al laat u de
AF-stoptoets weer los. Druk de ontspanknop half
in om de automatische scherpstelling te hervatten.
De AF-stopfunctie werkt ook in de AI Servo AF-
modus.
Met de Custom-functie van de camera kunt u de
functie van de AF-stoptoets veranderen. Zie de
handleiding van de camera voor verdere informatie.
5.
Symbool oneindige afstand
Symbool oneindige afstand
Afstandsmarkering
Dit compenseert voor de verschuiving van het
scherpstelpunt oneindig als gevolg van
veranderingen in de temperatuur. De positie
oneindig bij normale temperatuur is het punt
waarbij de verticale lijn van het L-merkteken
tegenover de afstandsindicator van de
afstandsschaal staat.
Voor een nauwkeurige handmatige scherpstelling
van onderwerpen op oneindig kijkt u door de
zoeker terwijl u aan de scherpstelring draait.
NLD-7
6.Beeldstabilisatorinstellingen
U kunt de beeldstabilisator in de AF- en de MF-modus gebruiken.
Selecteren van de
beeldstabilisatormodus.
MODE 1: Corrigeert trillingen in
alle richtingen. Deze modus is
vooral effectief bij het fotograferen
van stilstaande onderwerpen.
MODE 2: Bij opnamen waarbij
onderwerpen in een horizontale
richting worden gevolgd, wordt
gecompenseerd voor verticale
trillingen van de camera; bij
opnamen waarbij onderwerpen in
een verticale richting worden
gevolgd, wordt gecompenseerd
voor horizontale trillingen van de
camera.
Wanneer u de ontspanknop
half indrukt, begint de
beeldstabilisator te werken.
Controleer of het beeld in de
zoeker stabiel is en druk dan
de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
Zet de STABILIZER-
schakelaar op .
Als u de beeldstabilisatorfunctie
niet wilt gebruiken, zet u de
schakelaar op .
NLD-8
7.Tips voor het gebruik van de beeldstabilisator
MODE 1 MODE 2
Omstandigheden met weinig licht, zoals bij
schemering of binnenshuis
Plaatsen zoals kunstgalerijen of toneelpodia waar
fotograferen met een flitser niet is toegestaan
Op plaatsen waar u niet stabiel staat
In situaties waar geen korte sluitertijden
gebruikt kunnen worden
Als u achter elkaar opnamen maakt van een
bewegend onderwerp
De beeldstabilisator van dit objectief is geschikt voor het maken van foto's met de camera in de hand
bij de volgende omstandigheden.
NLD-9
Tips voor het gebruik van de beeldstabilisator
De beeldstabilisator kan een wazige foto die wordt
veroorzaakt door beweging van het onderwerp niet
compenseren.
Zet de STABILIZER-schakelaar op wanneer u
foto's neemt met de Bulb-instelling (lange
belichtingstijden). Als de STABILIZER-schakelaar op
staat, kan de beeldstabilisatorfunctie fouten
veroorzaken.
De beeldstabilisator werkt mogelijk niet goed in de
volgende gevallen:
•U maakt een foto terwijl u op een hobbelige weg
rijdt.
•U beweegt de camera zeer sterk bij het maken
van een panning-opname in Mode 1.
•U maakt een foto met andere technieken dan
volgfoto’s in Mode 2.
Bij gebruik van de beeldstabilisator wordt meer
stroom verbruikt dan bij normaal fotograferen, dus u
kunt minder foto’s maken.
De beeldstabilisator werkt ongeveer twee seconden,
ook wanneer u uw vinger niet op de ontspanknop
houdt.Verwijder het objectief niet wanneer de
beeldstabilisator werkt. Dit kan resulteren in een defect.
•Wanneer het tussenstuk EF2X II op het objectief is
bevestigd, werkt de beeldstabilisator met de
volgende camera's:
EOS-1Ds Mark III, EOS-1Ds Mark II, EOS-1Ds, EOS-1D
Mark lll, EOS-1D Mark II N, EOS-1D Mark II, EOS-1D,
EOS 40D, 30D, 20D, 20Da, 10D, 5D, DIGITAL REBEL
XSi/450D, DIGITAL REBEL XTi/400D DIGITAL, DIGITAL
REBEL XT/350D DIGITAL, DIGITAL REBEL/300D
DIGITAL, D60, D30, EOS DCS1, DCS3, D2000, D6000,
EOS-1V/HS, EOS-1N/DP/HS/RS, 3, ELAN 7E/ELAN
7/30/33, ELAN 7NE/ELAN 7N/30V/33V, ELAN II/ELAN
IIE/50/50E, REBEL X/REBEL XS/500, REBEL G/500N,
REBEL 2000/300, REBEL Ti/300V, REBEL T2/300X,
REBEL K2/3000V, IX, IX Lite/IX7, 3000/88, 5000/888
Bij de EOS-1V/HS, 3, ELAN 7E/ELAN 7/30/33,
ELAN 7NE/ELAN 7N/30V/33V, ELAN II/ELAN
IIE/50/50E, REBEL 2000/300, IX, en D30 zal de
beeldstabilisator niet werken wanneer de
zelfontspanner wordt gebruikt.
Als u een statief gebruikt, moet u de beeldstabilisator
uitschakelen, om de batterij te sparen.
De beeldstabilisator is niet alleen geschikt voor het
maken van foto's met de camera in de hand, maar
ook bij het fotograferen met een eenpootsstatief.
De beeldstabilisatorfunctie werkt ook wanneer het
objectief met een EF12 II- of EF25 II-tussenstuk en
een EF1,4X II-tussenstuk wordt gebruikt.
•Afhankelijk van de camera kunnen de foto’s
vervormd lijken nadat ze genomen zijn, maar dit
heeft geen invloed op de opnamen.
Als u de Custom-functie van de camera gebruikt
voor het toewijzen van een andere toets voor de
bediening van de AF, zal de beeldstabilisatorfunctie
werken wanneer u op de nieuw toegewezen AF-
toets drukt.
NLD-10
De speciale zonnekap ET-120 voorkomt dat
ongewenst licht in het objectief valt en beschermt
tevens de voorkant van de lens tegen regen,
sneeuw en stof.
Om de zonnekap te bevestigen, draait u de
zonnekap-vergrendelknop naar links om deze los
te maken. Plaats de zonnekap op de
zonnekapbevestiging en draai de vergrendelknop
vast. Volg de aanwijzingen in de omgekeerde
volgorde op om de zonnekap te verwijderen.
8.Zonnekap
NLD-11
9.Gebruik van de statiefbevestiging
De draaibare statiefbevestiging afstellen
U kunt de oriëntatievergrendelknop op de statiefbevestiging losdraaien, om de bevestiging in de
gewenste stand te draaien voor gebruik met een bepaald cameramodel in de verticale of de
horizontale stand.
Verwijderen
Neem eerst het objectief van de camera en verwijder dan de statiefbevestiging van het objectief
zoals hieronder is beschreven.Volg de stappen in de omgekeerde volgorde om de statiefbevestiging
aan te brengen.
Draai de
oriëntatievergrendelknop
los.
Draai aan de
statiefbevestiging tot de
montage-aanduiding op de
statiefbevestiging tegenover
de aanduiding op het
objectief staat.
Schuif de statiefkraag weg
van de achterkant van het
objectief.
NLD-12
10.Drop-in filters
Bij het objectief wordt een drop-in gelatinefilterhouder 52
geleverd waarin zich een glasfilter bevindt. In de houder
kan een los verkrijgbaar gelatinefilter worden geplaatst.
14mm
14mm
47mm
47mm
Verwijderen en monteren
Om drop-in filter te verwijderen, drukt u de linker
en rechter vergrendelknoppen in en trekt het filter
dan recht omhoog uit de gleuf.
Om het drop-in filter te monteren, duwt u de
filterhouder recht naar beneden in de gleuf totdat
het op de plaats vastklikt.
De filterhouder kan naar voren of achteren gekeerd
worden gemonteerd.
Til het klemframe van de houder omhoog.
Verklein het gelatinefilter zoals aangegeven in
de afbeelding en plaats het filter in de houder.
Sluit het klemframe van de houder.
Gebruik van een gelatinefilter
Aangezien de optica van het objectief zo ontworpen is dat er
een glasfilter aanwezig moet zijn, dient u altijd de filterhouder
te monteren, ook als er geen gelatinefilter in is geplaatst.
Er zijn ook een drop-in schroeftype filterhouder 52
en een drop-in circulair polarisatiefilter PL-C52 te
koop (los verkrijgbaar).
NLD-13
11.Tussenstukken (los verkrijgbaar)
Wanneer tussenstuk EF1,4X II of EF2X II wordt gebruikt, zijn de objectiefgegevens als volgt:
•Automatisch scherpstellen is ook mogelijk wanneer tussenstuk EF1,4X II wordt gebruikt.
•Wanneer een tussenstuk is bevestigd, zal de AF-snelheid lager worden om ervoor te zorgen
dat een juiste werking van de AF gehandhaafd blijft.
•Bevestig het tussenstuk eerst aan het objectief en bevestig dan het objectief aan de camera.
Maak het in de omgekeerde volgorde los van de camera. Als u eerst het objectief aan de
camera bevestigt, is het mogelijk dat de werking niet juist is.
Met tussenstuk EF2X II op het objectief kan er alleen handmatig worden scherpgesteld. Bij de
EOS-1Ds Mark III, EOS-1Ds Mark ll, EOS-1Ds, EOS-1D Mark lll, EOS-1D Mark ll N, EOS-1D
Mark ll, EOS-1D, EOS-1V/HS, EOS-3 camera is automatisch scherpstellen met het middelste
scherpstelpunt wel mogelijk.
Als u een tussenstuk gebruikt op een objectief dat op de EOS A2/A2E/5 is bevestigd, moet u
de belichtingscompensatie op -1/2 stop instellen voor de EF1,4X II of -1 stop voor de EF2X II.
Er kan maar één tussenstuk op het objectief en de camera worden bevestigd.
Onderdeel Met tussenstuk EF1,4X ll Met tussenstuk EF2X ll
Brandpuntsafstand (mm) 560 800
Diafragma f/5,6 – 45 f/8 – 64
Diagonaal 4°25’ 3°5’
Beeldhoek Verticaal 2°25’ 1°40’
Horizontaal 3°40’ 2°35’
Maximale vergroting (×) 0,17 0,24
NLD-14
Afstand camera-
Vergroting
tot-onderwerp (mm)
Dichtbij Veraf Dichtbij Veraf
EF12 II 2870 13384 0,16× 0,03×
EF25 II 2424 6549 0,20× 0,07×
12.Tussenstukken
(los verkrijgbaar)
13.Objectiefkoffer
Riem
Sleutelgat
Hendel
Deksel
Bevestig de zonnekap omgekeerd en bevestig
dan de lensdop.
Richt de statiefbevestiging recht omhoog en
leg het objectief in de koffer.
Maak het objectief met de riem vast.
Druk tegen de hendel terwijl u het deksel
vanaf boven dicht houdt om het deksel te
vergrendelen.
U kunt het tussenstuk EF12 II of EF25 II
aanbrengen voor uitvergrote foto’s. De
fotografeerafstand en vergroting zijn hieronder
aangegeven.
Voor een nauwkeurige scherpstelling raden wij u
aan handmatig scherp te stellen.
Volg de onderstaande aanwijzingen om het
objectief in de koffer op te bergen.
NLD-15
Technische gegevens
Brandpuntsafstand/diafragma 400mm, f/4
Objectiefconstructie 13 groepen, 17 elementen
Minimaal diafragma f/32
Beeldhoek Diagonaal: 6°10’ Verticaal: 3°30’ Horizontaal: 5°10’
Kortste scherpstelafstand 3,5 m
Maximale vergrotingsfactor 0,12×
Beeldveld 197 × 296mm (bij 3,5 m)
Filter Drop-in 52-serie
Maximale diameter en lengte 128 × 232,7mm
Gewicht 1940g
Zonnekap ET-120
Lensdop ET-145
Lenskoker Objectiefkoffer 400B
De lengte van het objectief is de afstand vanaf het bevestigingsvlak tot aan de voorkant van de lens.Tel hier 26,5
mm bij op voor de lensdop en de stofkap.
De opgegeven grootte en het gewicht zijn enkel voor het objectief, tenzij anders vermeld.
De close-up objectieven 250D/500D kunnen niet worden bevestigd.
De diafragma-instellingen zijn aangegeven op de camera.
Alle vermelde gegevens zijn gemeten volgens de Canon-normen.
Wijzigingen in de technische gegevens en het ontwerp van het product voorbehouden, zonder voorafgaande
kennisgeving.
© CANON INC. 2002CT1-8509-004 0812Ni
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17

Canon EF 400mm f/4 DO IS USM Handleiding

Type
Handleiding