Canon EF 70-200mm f/4L IS USM Handleiding

Type
Handleiding
EF70-200mm f/4L IS USM
NLD
Handleiding
NLD-1
Het Canon EF70-200mm f/4L IS USM-objectief
is een lichtgewicht, compact en hoogwaardig
telezoomobjectief met een beeldstabilisator voor
EOS-camera's.
• "IS" is de afkorting voor beeldstabilisator.
• "USM" is de afkorting voor ultrasone motor.
Kenmerken
1. De beeldstabilisator geeft hetzelfde effect als
van een sluitertijd die vier stops korter is*.
Het objectief heeft een tweede
beeldstabilisatormodus die geoptimaliseerd is
voor opnamen waarbij bewegende
onderwerpen worden gevolgd.
2. Voorzien van fluoriet en UD-lenselementen
voor het verkrijgen van beelden met een
ragfijne omlijning.
3. Ultrasone motor (USM) voor een snelle en
stille scherpstelling.
4. Handmatige scherpstelling is beschikbaar
nadat op het onderwerp is scherpgesteld in de
autofocus-modus (ONE SHOT AF).
5. Volkomen ronde diafragmaopening voor het
gelijkmatig wazig worden van de achtergrond.
6. Het objectief is geschikt voor gebruik met de
tussenstukken EF1,4X ll en EF2X ll.
7. Stevige en betrouwbare afdichting voor goede
stof- en waterbestendige eigenschappen.
*
Gebaseerd op [1/brandpuntsafstand] seconde. Over het
algemeen is een sluitertijd [1/brandpuntsafstand] seconde
of sneller vereist om cameratrillingen te voorkomen.
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
Waarschuwing om een defect of beschadiging
van het objectief of de camera te voorkomen.
Extra informatie over het gebruik van het
objectief en het maken van foto’s.
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Canon-product.
NLD-2
a Veiligheidsmaatregelen
a Veiligheidsmaatregelen
Kijk niet door de lens of de camera naar de zon
of een andere heldere lichtbron. Dit beschadigt
uw ogen. Het is vooral gevaarlijk wanneer u
rechtstreeks door de lens naar de zon kijkt.
Richt het objectief of de camera niet naar de
zon en fotografeer haar niet. De reden is dat het
objectief de zonnestralen bundelt, zelfs wanneer de
zon zich buiten het beeldveld bevindt of bij het
fotograferen met tegenlicht, hetgeen een storing of
brand kan veroorzaken.
Laat het objectief niet zonder lensdop in de zon
liggen, ongeacht of het objectief wel of niet op
de camera is bevestigd. Dit om te voorkomen dat
de lens de zonnestralen samenbundelt, hetgeen
zou kunnen resulteren in brand.
Voorzorgsmaatregelen betreffende de
behandeling
Als het objectief van een koude omgeving naar
een warme ruimte wordt gebracht, kan er
condens op de lens en de interne onderdelen
ontstaan. Om condens te voorkomen, raden wij u
aan het objectief in een luchtdichte plastic zak te
doen voordat u dit van een koude omgeving naar
een warme ruimte brengt. Neem het objectief uit de
zak nadat dit geleidelijk is opgewarmd. Ga op
dezelfde wijze te werk wanneer u het objectief van
een warme ruimte naar de kou meeneemt.
Stel het objectief niet aan grote hitte bloot door het
bijvoorbeeld in een auto te leggen die in de zon
geparkeerd staat. Hoge temperaturen kunnen
resulteren in een defect van het objectief.
NLD-3
Benaming van de onderdelen
Zonnekapbevestiging
( 6)
Filterschroefdraad
( 12)
Scherpstelring ( 5)
Scherpstelafstandsbereik-keuzeschakelaar ( 5)
Beeldstabilisatorschakelaar ( 7)
Beeldstabilisatormodus-keuzeschakelaar
( 7)
Scherpstelmodusschakelaar ( 5)
Afstandsschaal ( 10)
Zoomring ( 6)
Contactpunten
( 4)
Lensbevestigingsmarkering
(4)
Montageplaats voor het statief
(11)
Rubberring ( 4)
Zie voor verdere informatie de pagina's die tussen haakjes zijn vermeld (**).
NLD-4
Raadpleeg de handleiding van de camera voor
informatie betreffende het bevestigen en
verwijderen van het objectief.
Na het verwijderen van het objectief plaatst u dit met de
achterkant omhoog om te voorkomen dat het lensoppervlak
en de elektrische contactpunten worden beschadigd.
Als de contactpunten vuil of bekrast zijn of als er vieze
vingers op zitten, kan dit resulteren in corrosie of een
gebrekkige elektrische verbinding. Dit kan een foutieve
werking van de camera en het objectief tot gevolg hebben.
Als de contactpunten vuil zijn of als er vieze vingers op
zitten, kunt u ze met een zacht doekje schoonmaken.
Zet de stofkap op het objectief wanneer u dit verwijdert. Om
de stofkap juist aan te brengen, lijnt u de
lensbevestigingsmarkering uit met de
K
-markering van de
stofkap, zoals aangegeven in de afbeelding, en dan draait u
de stofkap naar rechts.Volg de aanwijzingen in de
omgekeerde volgorde om de stofkap te verwijderen.
1.
Het objectief bevestigen en verwijderen
De lensbevestiging is van een rubberring voorzien
voor een optimale bestendigheid tegen water en
stof. De rubberring kan lichte afslijting rondom de
lensbevestiging van de camera veroorzaken, maar
dit is niets ernstigs. Als de rubberring versleten is,
kan deze tegen betaling bij een Canon
servicecentrum worden vervangen.
NLD-5
U kunt het afstandsbereik voor de scherpstelling
instellen op 1,2 meter tot oneindig of 3 meter tot
oneindig.
Door de juiste instelling voor het afstandsbereik
te kiezen wordt er sneller automatisch
scherpgesteld.
3.
Het afstandsbereik voor
de scherpstelling kiezen
2.De scherpstelmodus
instellen
Voor gebruik van autofocus (AF) zet u de
scherpstelmoduschakelaar op AF.
Voor gebruik van handbediende scherpstelling
(MF) zet u de scherpstelmodusschakelaar op MF
en stelt dan scherp met de scherpstelring.
De scherpstelring werkt altijd, ongeacht de
scherpstelmodus.
Na automatische scherpstelling in de ONE SHOT
AF-modus, kunt u handmatig scherpstellen door
de ontspanknop half in te drukken en aan de
scherpstelring te draaien. (Continue handmatige
scherpstelling)
NLD-6
4.Zoomen
Om te zoomen, draait u aan de zoomring van het
objectief.
Zorg dat u klaar bent met zoomen voordat u met
scherpstellen begint. Zoomen na het
scherpstellen kan van invloed zijn op de
scherpstelling.
5.Zonnekap
De ET-74 zonnekap kan gebruikt om ongewenst licht
uit de lens te houden en om de voorkant van de lens
te beschermen tegen regen, sneeuw en stof.
Bevestig de zonnekap terwijl u deze uitlijnt met de
zonnekapbevestiging aan de voorkant van het
objectief en draai de zonnekap dan zoals
aangegeven door de pijl om hem vast te maken.
De zonnekap kan ook omgekeerd op het objectief
worden aangebracht wanneer dit wordt opgeborgen.
Als de zonnekap niet juist is aangebracht, kan
deze een gedeelte van het beeld blokkeren.
•Bij het bevestigen of losmaken van de zonnekap
pakt u de voet van de zonnekap vast om deze
te draaien. Pak niet de voorrand van de
zonnekap vast om deze te draaien, want dit kan
resulteren in vervorming van de zonnekap.
NLD-7
U kunt de beeldstabilisator in de AF- en de MF-modus gebruiken.
6.Beeldstabilisatorinstellingen
Selecteren van de
beeldstabilisatormodus.
MODE 1: Corrigeert trillingen in
alle richtingen. Deze modus is
vooral effectief bij het fotograferen
van stilstaande onderwerpen.
MODE 2: Bij opnamen waarbij
onderwerpen in een horizontale
richting worden gevolgd, wordt
gecompenseerd voor verticale
trillingen van de camera; bij
opnamen waarbij onderwerpen
in een verticale richting worden
gevolgd, wordt gecompenseerd
voor horizontale trillingen van
de camera.
Wanneer u de ontspanknop
half indrukt, begint de
beeldstabilisator te werken.
Controleer of het beeld in de
zoeker stabiel is en druk dan
de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
Zet de STABILIZER-
schakelaar op .
Als u de beeldstabilisatorfunctie
niet wilt gebruiken, zet u de
schakelaar op .
NLD-8
7.Tips voor het gebruik van de beeldstabilisator
Omstandigheden met weinig licht, zoals bij
schemering of binnenshuis
Plaatsen zoals kunstgalerijen of toneelpodia waar
fotograferen met een flitser niet is toegestaan
Op plaatsen waar u niet stabiel staat
In situaties waar geen korte sluitertijden
gebruikt kunnen worden
Als u achter elkaar opnamen maakt van een
bewegend onderwerp
MODE 1 MODE 2
De beeldstabilisator van dit objectief is geschikt voor het maken van foto's met de camera in de hand
bij de volgende omstandigheden.
NLD-9
Tips voor het gebruik van de beeldstabilisator
De beeldstabilisator kan een wazige foto die
wordt veroorzaakt door beweging van het
onderwerp niet compenseren.
Zet de STABILIZER-schakelaar op wanneer u
foto's neemt met de Bulb-instelling (lange
belichtingstijden). Als de STABILIZER-schakelaar op
staat, kan de beeldstabilisatorfunctie fouten veroorzaken.
De beeldstabilisator werkt mogelijk niet goed in
de volgende gevallen:
•U maakt een foto terwijl u op een hobbelige
weg rijdt.
• U beweegt de camera zeer sterk bij het
maken van een panning-opname in Mode 1.
• U maakt een foto met andere technieken dan
volgfoto’s in Mode 2.
Bij gebruik van de beeldstabilisator wordt meer
stroom verbruikt dan bij normaal fotograferen,
dus u kunt minder foto’s maken.
De beeldstabilisator werkt ongeveer twee seconden,
ook wanneer u uw vinger niet op de ontspanknop
houdt.Verwijder het objectief niet wanneer de
beeldstabilisator werkt. Dit kan resulteren in een defect.
Bij de EOS-1V/HS, 3, ELAN 7E/ELAN 7/30/33,
ELAN 7NE/ELAN 7N/30V/33V, ELAN II/ELAN
IIE/50/50E, REBEL 2000/300, IX, en D30 zal de
beeldstabilisator niet werken wanneer de
zelfontspanner wordt gebruikt.
Als u een statief gebruikt, moet u de beeldstabilisator
uitschakelen, om de batterij te sparen.
De beeldstabilisator is niet alleen geschikt voor het
maken van foto's met de camera in de hand, maar
ook bij het fotograferen met een eenpootsstatief.
De beeldstabilisatorfunctie werkt ook wanneer het
objectief met een EF12 II- of EF25 II-tussenstuk en
een EF1,4X II-tussenstuk wordt gebruikt.
Wanneer het tussenstuk EF2X II op het objectief is
bevestigd, werkt de beeldstabilisator met de volgende
camera's:
EOS-1Ds Mark III, EOS-1Ds Mark II, EOS-1Ds, EOS-1D
Mark lll, EOS-1D Mark II N, EOS-1D Mark II, EOS-1D,
EOS 40D, 30D, 20D, 20Da, 10D, 5D, DIGITAL REBEL
XSi/450D, DIGITAL REBEL XTi/400D DIGITAL, DIGITAL
REBEL XT/350D DIGITAL, DIGITAL REBEL/300D
DIGITAL, D60, D30, EOS DCS1, DCS3, D2000, D6000,
EOS-1V/HS, EOS-1N/DP/HS/RS, 3, ELAN 7E/ELAN
7/30/33, ELAN 7NE/ELAN 7N/30V/33V, ELAN II/ELAN
IIE/50/50E, REBEL X/REBEL XS/500, REBEL G/500N,
REBEL 2000/300, REBEL Ti/300V, REBEL T2/300X,
REBEL K2/3000V, IX, IX Lite/IX7, 3000/88, 5000/888
Afhankelijk van de camera kunnen de foto’s vervormd
lijken nadat ze genomen zijn, maar dit heeft geen
invloed op de opnamen.
Als u de Custom-functie van de camera gebruikt voor
het toewijzen van een andere toets voor de bediening
van de AF, zal de beeldstabilisatorfunctie werken
wanneer u op de nieuw toegewezen AF-toets drukt.
NLD-10
8.
Symbool oneindige afstand
De infraroodmarkering corrigeert de scherpstelling
wanneer een zwart-wit infraroodfilm wordt gebruikt.
Stel handmatig scherp op het onderwerp en corrigeer
dan de afstandsinstelling door de scherpstelring naar
het bijbehorende infraroodmarkering te draaien.
De positie van de infraroodmarkering is
gebaseerd op een golflengte van 800 nm.
De hoeveelheid compensatie verschilt afhankelijk
van de brandpuntsafstand.Gebruik de
aangegeven brandpuntsafstand als richtlijn bij
het instellen van de hoeveelheid compensatie.
Neem de instructies van de fabrikant in acht bij
gebruik van infraroodfilm.
Gebruik een rood filter wanneer u de foto maakt.
9.Infraroodindex
Sommige EOS-camera’s zijn niet geschikt voor infraroodfilm.
Raadpleeg de handleiding van uw EOS-camera.
Dit compenseert voor de verschuiving van het
scherpstelpunt oneindig als gevolg van
veranderingen in de temperatuur. De positie
oneindig bij normale temperatuur is het punt
waarbij de verticale lijn van het L-merkteken
tegenover de afstandsindicator van de
afstandsschaal staat.
Voor een nauwkeurige handmatige scherpstelling
van onderwerpen op oneindig kijkt u door de
zoeker terwijl u aan de scherpstelring draait.
Symbool oneindige afstand
Afstandsmarkering
NLD-11
10.Gebruik van de statiefbevestiging (los verkrijgbaar)
De draaibare statiefbevestiging afstellen
Dit objectief kan worden gebruikt met de los verkrijgbare A II (W) statiefbevestigingsring.
U kunt de oriëntatievergrendelknop op de statiefbevestiging losdraaien, om de bevestiging in de
gewenste stand te draaien voor gebruik met een bepaald cameramodel in de verticale of de
horizontale stand.
Verwijderen
Volg de onderstaande stappen om de statiefbevestiging te verwijderen en weer aan te brengen.
Draai de vergrendelknop
naar links totdat deze loszit
(ongeveer 3 volle slagen) en
trek de knop in de richting
van de pijl om de kraag
open te maken.
Verwijder de
statiefbevestiging terwijl de
kraag open staat.
Om de statiefbevestiging aan te
brengen, trekt u aan de
vergrendelknop en plaatst de
kraag dan in de oorspronkelijke
positie terug, waarna u de
vergrendelknop stevig vastdraait.
De statiefkraag kan aan het objectief bevestigd worden of ervan verwijderd terwijl het objectief aan de camera is bevestigd.
NLD-12
U kunt een filter aanbrengen op de
Filterschroefdraad aan de voorkant van de lens.
11.Filters (los verkrijgbaar)
U kunt het tussenstuk EF12 II of EF25 II
aanbrengen voor uitvergrote foto’s. De
fotografeerafstand en vergroting zijn hieronder
aangegeven.
12.
Tussenstukken (los verkrijgbaar)
Afstand
camera-
Vergroting
tot-onderwerp
(mm)
Dichtbij Veraf Dichtbij Veraf
EF12 ll
70 mm 554 627 0,23× 0,17×
200 mm 1008 3467 0,28× 0,06×
EF25 ll
70 mm 407 410 0,42× 0,38×
200 mm 879 1790 0,37× 0,14×
Voor een nauwkeurige scherpstelling raden wij u
aan handmatig scherp te stellen.
Als u een polarisatiefilter nodig hebt, gebruik
dan het Canon circulair polarisatiefilter (67-mm).
•Verwijder eerst de zonnekap wanneer u het
polarisatiefilter wilt afstellen.
NLD-13
13.Tussenstukken (los verkrijgbaar)
Wanneer tussenstuk EF1,4X II of EF2X II wordt gebruikt, zijn de objectiefgegevens als volgt:
Onderdeel Met tussenstuk EF1,4X ll Met tussenstuk EF2X ll
Brandpuntsafstand (mm) 98 – 280 140 – 400
Diafragma f/5,6 – 45 f/8 – 64
Diagonaal 25°20’ – 8°50’ 16°20’ – 6°10’
Beeldhoek Verticaal 13°50’ – 4°55’ 9°10’ – 3°30’
Horizontaal 20°50’ – 7°20’ 13°40’ – 5°10’
Maximale vergroting (×) 0,31 0,45
•Automatisch scherpstellen is ook mogelijk wanneer tussenstuk EF1,4X II wordt gebruikt.
•Wanneer een tussenstuk is bevestigd, zal de AF-snelheid lager worden om ervoor te zorgen
dat een juiste werking van de AF gehandhaafd blijft.
•Bevestig het tussenstuk eerst aan het objectief en bevestig dan het objectief aan de camera.
Maak het in de omgekeerde volgorde los van de camera. Als u eerst het objectief aan de
camera bevestigt, is het mogelijk dat de werking niet juist is.
Met tussenstuk EF 2X II op het objectief kan er alleen handmatig worden scherpgesteld. Bij
de EOS-1Ds Mark III, EOS-1Ds Mark ll, EOS-1Ds, EOS-1D Mark lll, EOS-1D Mark ll N, EOS-
1D Mark ll, EOS-1D, EOS-1V/HS, EOS-3 camera is automatisch scherpstellen met het
middelste scherpstelpunt wel mogelijk.
Er kan maar één tussenstuk op het objectief en de camera worden bevestigd.
Als u een tussenstuk gebruikt op een objectief dat op de EOS A2/A2E/5 is bevestigd, moet u
de belichtingscompensatie op -1/2 stop instellen voor de EF1,4X II of -1 stop voor de EF2X II.
NLD-14
14.Technische gegevens
Brandpuntsafstand/diafragma 70 – 200 mm, f/4
Objectiefconstructie 15 groepen, 20 elementen
Minimaal diafragma f/32
Beeldhoek Diagonaal: 34° – 12° Verticaal: 19°30’ – 7° Horizontaal: 29° –10°
Kortste scherpstelafstand 1,2 m
Maximale vergrotingsfactor 0,21 ×(bij 200 mm)
Beeldveld 305 × 459 – 112 × 166 mm (bij 1,2 m)
Filterdiameter 67 mm
Maximale diameter en lengte 76 × 172 mm
Gewicht 760 gram
Zonnekap ET-74
Lensdop E-67U/E-67 II
Lenskoker LP 1224
Statiefkraag (los verkrijgbaar) Ringtype statiefbevestiging A II (W)
De lengte van het objectief is de afstand vanaf het bevestigingsvlak tot aan de voorkant van de lens.Tel hierbij
21,5 mm op voor de E-67U lensdop en stofkap, en 24,2 mm voor de E-67 II.
De opgegeven grootte en het gewicht zijn enkel voor het objectief, tenzij anders vermeld.
Er is geen maat beschikbaar bij de 250D/500D close-uplenzen.
De diafragma-instellingen zijn aangegeven op de camera.
Alle vermelde gegevens zijn gemeten volgens de Canon-normen.
Wijzigingen in de technische gegevens en het ontwerp van het product voorbehouden, zonder voorafgaande
kennisgeving.
© CANON INC. 2006CT1-8545-004 0812Ni
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16

Canon EF 70-200mm f/4L IS USM Handleiding

Type
Handleiding