NLD-11
Tips voor het gebruik van de beeldstabilisator
• De beeldstabilisator kan een wazige foto die
wordt veroorzaakt door beweging van het
onderwerp niet compenseren.
• Zet de STABILIZER-schakelaar op
wanneer u foto's neemt met de Bulb-instelling
(lange belichtingstijden). Als de STABILIZER-
schakelaar op staat, kan de
beeldstabilisatorfunctie fouten veroorzaken.
• De beeldstabilisator werkt mogelijk niet goed in
de volgende gevallen:
•
U maakt een foto terwijl u op een hobbelige weg rijdt.
•U beweegt de camera zeer sterk bij het
maken van een panning-opname in Mode 1.
•U maakt een foto met andere technieken dan
volgfoto’s in Mode 2.
• Bij gebruik van de beeldstabilisator wordt meer
stroom verbruikt dan bij normaal fotograferen,
dus u kunt minder foto’s maken.
• De beeldstabilisator werkt ongeveer twee
seconden, ook wanneer u uw vinger niet op de
ontspanknop houdt.Verwijder het objectief niet
wanneer de beeldstabilisator werkt. Dit kan
resulteren in een defect.
• Bij de EOS-1V/HS, 3, ELAN 7E/ELAN 7/30/33,
ELAN 7NE/ELAN 7N/30V/33V, ELAN II/ELAN
IIE/50/50E, REBEL 2000/300, IX, en D30 zal de
beeldstabilisator niet werken wanneer de
zelfontspanner wordt gebruikt.
•
U kunt ook een statief gebruiken om het beeld te
stabiliseren. Afhankelijk van het soort statief en de
opname-omstandigheden is het dan soms beter
om de beeldstabilisatorfunctie uit te schakelen.
•
De beeldstabilisator is niet alleen geschikt voor het
maken van foto's met de camera in de hand, maar
ook bij het fotograferen met een eenpootsstatief.
•
De beeldstabilisatorfunctie werkt ook wanneer het objectief
met een EF12 II- of EF25 II-tussenstuk wordt gebruikt.
•Wanneer het tussenstuk EF1,4X II/EF2X II op
het objectief is bevestigd, werkt de
beeldstabilisator met de volgende camera's:
EOS-1Ds Mark III, EOS-1Ds Mark II, EOS-1Ds, EOS-1D Mark lll,
EOS-1D Mark II N, EOS-1D Mark II, EOS-1D, EOS 40D, 30D, 20D,
20Da, 10D, 5D, DIGITAL REBEL XSi/450D, DIGITAL REBEL XTi/400D
DIGITAL, DIGITAL REBEL XT/350D DIGITAL, DIGITAL REBEL/300D
DIGITAL, D60, D30, EOS DCS1, DCS3, D2000, D6000, EOS-1V/HS,
EOS-1N/DP/HS/RS, 3, ELAN 7E/ELAN 7/30/33, ELAN 7NE/ELAN
7N/30V/33V, ELAN II/ELAN IIE/50/50E, REBEL X/REBEL XS/500,
REBEL G/500N, REBEL 2000/300, REBEL Ti/300V, REBEL T2/300X,
REBEL K2/3000V, IX, IX Lite/IX7, 3000/88, 5000/888
• Afhankelijk van de camera kunnen de foto’s
vervormd lijken nadat ze genomen zijn, maar dit
heeft geen invloed op de opnamen.
•
Als u de Custom-functie van de camera gebruikt voor
het toewijzen van een andere toets voor de bediening
van de AF, zal de beeldstabilisatorfunctie werken
wanneer u op de nieuw toegewezen AF-toets drukt.