Canon EF 300mm f/4L IS USM Handleiding

Type
Handleiding
EF300mm f/4L IS USM
NLD
Handleiding
NLD-1
Het Canon EF300mm f/4L IS USM-objectief,
uitgerust met een beeldstabilisator, is een
hoogwaardig telezoomobjectief voor EOS-
camera’s.
• "IS" is de afkorting voor beeldstabilisator.
• "USM" is de afkorting voor ultrasone motor.
Kenmerken
1. Beeldstabilisator die hetzelfde effect geeft als
van een sluitertijd die twee stops korter is*.
Het objectief heeft een tweede
beeldstabilisatormodus die geoptimaliseerd is
voor opnamen waarbij bewegende
onderwerpen worden gevolgd.
2. UD-lenselementen voor een uitzonderlijke
beeldkwaliteit.
3. Ultrasone motor (USM) voor een snelle en
stille scherpstelling.
4. Handmatige scherpstelling is beschikbaar
nadat op het onderwerp is scherpgesteld in de
autofocus-modus (ONE SHOT AF).
5. Het objectief is geschikt voor gebruik met de
tussenstukken EF1,4X ll en EF2X ll.
*
Gebaseerd op [1/brandpuntsafstand] seconde. Over het
algemeen is een sluitertijd [1/brandpuntsafstand] seconde
of sneller vereist om cameratrillingen te voorkomen.
Symbolen die in deze handleiding worden gebruikt
Waarschuwing om een defect of beschadiging
van het objectief of de camera te voorkomen.
Extra informatie over het gebruik van het
objectief en het maken van foto’s.
Hartelijk dank voor de aanschaf van dit Canon-product.
NLD-2
a Veiligheidsmaatregelen
a Veiligheidsmaatregelen
Kijk niet door de lens of de camera naar de zon
of een andere heldere lichtbron. Dit beschadigt
uw ogen. Het is vooral gevaarlijk wanneer u
rechtstreeks door de lens naar de zon kijkt.
Richt het objectief of de camera niet naar de
zon en fotografeer haar niet. De reden is dat het
objectief de zonnestralen bundelt, zelfs wanneer de
zon zich buiten het beeldveld bevindt of bij het
fotograferen met tegenlicht, hetgeen een storing of
brand kan veroorzaken.
Laat het objectief niet zonder lensdop in de zon
liggen, ongeacht of het objectief wel of niet op
de camera is bevestigd. Dit om te voorkomen dat
de lens de zonnestralen samenbundelt, hetgeen
zou kunnen resulteren in brand.
Voorzorgsmaatregelen betreffende de
behandeling
Als het objectief van een koude omgeving naar
een warme ruimte wordt gebracht, kan er
condens op de lens en de interne onderdelen
ontstaan. Om condens te voorkomen, raden wij u
aan het objectief in een luchtdichte plastic zak te
doen voordat u dit van een koude omgeving naar
een warme ruimte brengt. Neem het objectief uit de
zak nadat dit geleidelijk is opgewarmd. Ga op
dezelfde wijze te werk wanneer u het objectief van
een warme ruimte naar de kou meeneemt.
Stel het objectief niet aan grote hitte bloot door het
bijvoorbeeld in een auto te leggen die in de zon
geparkeerd staat. Hoge temperaturen kunnen
resulteren in een defect van het objectief.
NLD-3
Benaming van de onderdelen
Ingebouwde zonnekap
( 10)
Filterschroefdraad
( 10)
Scherpstelring ( 4)
Scherpstelafstandsbereik-
keuzeschakelaar ( 5)
Beeldstabilisatorschakelaar ( 6)
Beeldstabilisatormodus-keuzeschakelaar
( 6)
Scherpstelmodusschakelaar ( 4)
Afstandsschaal ( 5)
Contactpunten
( 4)
Lensbevestigingsmarkering
(4)
Oriëntatievergrendelknop ( 9)
Afstandsmarkering ( 5)
Statiefbevestiging ( 9)
Zie voor verdere informatie de pagina's die tussen haakjes zijn vermeld (**).
NLD-4
Raadpleeg de handleiding van de camera
voor informatie betreffende het bevestigen en
verwijderen van het objectief.
Na het verwijderen van het objectief plaatst u dit met de
achterkant omhoog om te voorkomen dat het lensoppervlak
en de elektrische contactpunten worden beschadigd.
Als de contactpunten vuil of bekrast zijn of als er vieze
vingers op zitten, kan dit resulteren in corrosie of een
gebrekkige elektrische verbinding. Dit kan een foutieve
werking van de camera en het objectief tot gevolg hebben.
Als de contactpunten vuil zijn of als er vieze vingers op
zitten, kunt u ze met een zacht doekje schoonmaken.
Zet de stofkap op het objectief wanneer u dit verwijdert. Om
de stofkap juist aan te brengen, lijnt u de
lensbevestigingsmarkering uit met de
K
-markering van de
stofkap, zoals aangegeven in de afbeelding, en dan draait u
de stofkap naar rechts.Volg de aanwijzingen in de
omgekeerde volgorde om de stofkap te verwijderen.
1.
Het objectief bevestigen en verwijderen
2.De scherpstelmodus
instellen
Voor gebruik van autofocus (AF) zet u de
scherpstelmoduschakelaar op AF.
Voor gebruik van handbediende scherpstelling
(MF) zet u de scherpstelmodusschakelaar op MF
en stelt dan scherp met de scherpstelring.
De scherpstelring werkt altijd, ongeacht de
scherpstelmodus.
Na automatische scherpstelling in de ONE SHOT
AF-modus, kunt u handmatig scherpstellen door
de ontspanknop half in te drukken en aan de
scherpstelring te draaien. (Continue handmatige
scherpstelling)
NLD-5
U kunt het afstandsbereik voor de scherpstelling
instellen op 1,5 meter tot oneindig of 3 meter tot
oneindig.
Door de juiste instelling voor het afstandsbereik
te kiezen wordt er sneller automatisch
scherpgesteld.
3.
Het afstandsbereik voor
de scherpstelling kiezen
Als u autofocus gebruikt buiten het ingestelde
afstandsbereik voor de scherpstelling, kan het
objectief stoppen met scherpstellen bij het begin
van het scherpstelbereik; dit duidt niet op een
foutieve werking. Druk de ontspanknop nog een
keer half in.
4.
Symbool oneindige afstand
Dit compenseert voor de verschuiving van het
scherpstelpunt oneindig als gevolg van
veranderingen in de temperatuur. De positie
oneindig bij normale temperatuur is het punt
waarbij de verticale lijn van het L-merkteken
tegenover de afstandsindicator van de
afstandsschaal staat.
Voor een nauwkeurige handmatige scherpstelling
van onderwerpen op oneindig kijkt u door de
zoeker terwijl u aan de scherpstelring draait.
Symbool oneindige afstand
Afstandsmarkering
NLD-6
U kunt de beeldstabilisator in de AF- en de MF-modus gebruiken.
5.Beeldstabilisatorinstellingen
Selecteren van de
beeldstabilisatormodus.
MODE 1: Corrigeert trillingen in
alle richtingen. Deze modus is
vooral effectief bij het fotograferen
van stilstaande onderwerpen.
MODE 2: Bij opnamen waarbij
onderwerpen in een horizontale
richting worden gevolgd, wordt
gecompenseerd voor verticale
trillingen van de camera; bij
opnamen waarbij onderwerpen in
een verticale richting worden
gevolgd, wordt gecompenseerd
voor horizontale trillingen van de
camera.
Wanneer u de ontspanknop
half indrukt, begint de
beeldstabilisator te werken.
Controleer of het beeld in de
zoeker stabiel is en druk dan
de ontspanknop helemaal in
om de foto te maken.
Zet de STABILIZER-
schakelaar op .
Als u de
beeldstabilisatorfunctie niet
wilt gebruiken, zet u de
schakelaar op .
NLD-7
6.Tips voor het gebruik van de beeldstabilisator
Omstandigheden met weinig licht, zoals bij
schemering of binnenshuis
Plaatsen zoals kunstgalerijen of toneelpodia waar
fotograferen met een flitser niet is toegestaan
Op plaatsen waar u niet stabiel staat
In situaties waar geen korte sluitertijden
gebruikt kunnen worden
Als u achter elkaar opnamen maakt van een
bewegend onderwerp
MODE 1 MODE 2
De beeldstabilisator van dit objectief is geschikt voor het maken van foto's met de camera in de hand
bij de volgende omstandigheden.
NLD-8
Tips voor het gebruik van de beeldstabilisator
De beeldstabilisator kan een wazige foto die wordt
veroorzaakt door beweging van het onderwerp niet
compenseren.
Zet de STABILIZER-schakelaar op wanneer u een
statief gebruikt. Als de STABILIZER-schakelaar op
staat, kan de beeldstabilisatorfunctie fouten veroorzaken.
Zet de STABILIZER-schakelaar op wanneer u
foto's neemt met de Bulb-instelling (lange
belichtingstijden). Als de STABILIZER-schakelaar op
staat, kan de beeldstabilisatorfunctie fouten veroorzaken.
De beeldstabilisator werkt mogelijk niet goed in de
volgende gevallen:
U maakt een foto terwijl u op een hobbelige weg rijdt.
U beweegt de camera zeer sterk bij het maken van een
panning-opname in Mode 1.
U maakt een foto met andere technieken dan volgfoto’s
in Mode 2.
Bij gebruik van de beeldstabilisator wordt meer stroom
verbruikt dan bij normaal fotograferen, dus u kunt minder
foto’s maken.
De beeldstabilisator werkt ongeveer twee seconden, ook
wanneer u uw vinger niet op de ontspanknop houdt.
Verwijder het objectief niet wanneer de beeldstabilisator
werkt. Dit kan resulteren in een defect.
Bij de EOS-1V/HS, 3, ELAN 7E/ELAN 7/30/33, ELAN
7NE/ELAN 7N/30V/33V, ELAN II/ELAN IIE/50/50E,
REBEL 2000/300, IX, en D30 zal de beeldstabilisator niet
werken wanneer de zelfontspanner wordt gebruikt.
Bij gebruik van een statief zet u de STABILIZER-
schakelaar op om fouten te voorkomen.
De beeldstabilisator is niet alleen geschikt voor het
maken van foto's met de camera in de hand, maar
ook bij het fotograferen met een eenpootsstatief.
De beeldstabilisatorfunctie werkt ook wanneer het
objectief met een EF12 II- of EF25 II-tussenstuk en
een EF1,4X II-tussenstuk wordt gebruikt.
Wanneer het tussenstuk EF2X II op het objectief is
bevestigd, werkt de beeldstabilisator met de volgende
camera's:
EOS-1Ds Mark III, EOS-1Ds Mark II, EOS-1Ds, EOS-1D
Mark lll, EOS-1D Mark II N, EOS-1D Mark II, EOS-1D,
EOS 40D, 30D, 20D, 20Da, 10D, 5D, DIGITAL REBEL
XSi/450D, DIGITAL REBEL XTi/400D DIGITAL, DIGITAL
REBEL XT/350D DIGITAL, DIGITAL REBEL/300D
DIGITAL, D60, D30, EOS DCS1, DCS3, D2000, D6000,
EOS-1V/HS, EOS-1N/DP/HS/RS, 3, ELAN 7E/ELAN
7/30/33, ELAN 7NE/ELAN 7N/30V/33V, ELAN II/ELAN
IIE/50/50E, REBEL X/REBEL XS/500, REBEL G/500N,
REBEL 2000/300, REBEL Ti/300V, REBEL T2/300X,
REBEL K2/3000V, IX, IX Lite/IX7, 3000/88, 5000/888
Afhankelijk van de camera kunnen de foto’s vervormd
lijken nadat ze genomen zijn, maar dit heeft geen
invloed op de opnamen.
Als u de Custom-functie van de camera gebruikt voor
het toewijzen van een andere toets voor de bediening
van de AF, zal de beeldstabilisatorfunctie werken
wanneer u op de nieuw toegewezen AF-toets drukt.
NLD-9
7.Gebruik van de statiefbevestiging
De draaibare statiefbevestiging afstellen
U kunt de oriëntatievergrendelknop op de statiefbevestiging losdraaien, om de bevestiging in de
gewenste stand te draaien voor gebruik met een bepaald cameramodel in de verticale of de
horizontale stand.
Verwijderen
Volg de onderstaande stappen om de statiefbevestiging te verwijderen en weer aan te brengen.
Draai de
oriëntatievergrendelknop
los.
Draai aan de
statiefbevestiging tot de
montage-aanduiding op de
statiefbevestiging tegenover
de aanduiding op het
objectief staat.
Schuif de statiefkraag weg
van de achterkant van het
objectief.
Als de voet van de statiefbevestiging over de schakelaar heen ligt, draait u de oriëntatievergrendelknop op de
statiefbevestiging los om de voet te verschuiven.
NLD-10
U kunt een filter aanbrengen op de
Filterschroefdraad aan de voorkant van de lens.
9.Filters (los verkrijgbaar)
Als u een polarisatiefilter nodig hebt, gebruik
dan het Canon circulair polarisatiefilter (77-mm).
Berg eerst de zonnekap op wanneer u het
polarisatiefilter wilt afstellen.
8.Zonnekap
De ingebouwde zonnekap kan gebruikt worden om
ongewenste weerspiegelingen te verminderen en om
de voorkant van het objectief te beschermen tegen
regen, sneeuw, stof en andere verontreinigingen.
Wanneer de zonnekap wordt gebruikt, trekt u deze
vanaf het uiteinde van het objectief naar voren totdat
deze stopt en dan draait u de zonnekap in de
richting van de pijl.Volg deze handelingen in de
omgekeerde volgorde om de zonnekap op te
bergen.
NLD-11
U kunt het tussenstuk EF12 II of EF25 II
aanbrengen voor uitvergrote foto’s. De
fotografeerafstand en vergroting zijn hieronder
aangegeven.
10.
Tussenstukken (los verkrijgbaar)
Voor een nauwkeurige scherpstelling raden wij u
aan handmatig scherp te stellen.
Afstand camera-
Vergroting
tot-onderwerp (mm)
Dichtbij Veraf Dichtbij Veraf
EF12 II 1338 7795 0,30× 0,04×
EF25 II 1216 3946 0,37× 0,09×
Door een 500D (77mm) close-uplens aan te
brengen, hebt u de beschikking over close-up
fotografie.
De vergroting is 0,82× – 0,59×.
11.Close-uplenzen
(los verkrijgbaar)
De close-uplens 250D kan niet gebruikt worden,
want deze is niet verkrijgbaar in een maat die
op het objectief past.
•Voor een nauwkeurige scherpstelling raden wij u
aan handmatig scherp te stellen.
NLD-12
12.Tussenstukken (los verkrijgbaar)
Wanneer tussenstuk EF1,4X II of EF2X II wordt gebruikt, zijn de objectiefgegevens als volgt:
Onderdeel Met tussenstuk EF1,4X ll Met tussenstuk EF2X ll
Brandpuntsafstand (mm) 420 600
Diafragma f/5,6 – f/45 f/8 – f/64
Diagonaal 6°10’ 4°10’
Beeldhoek Verticaal 3°20’ 2°20’
Horizontaal 3°30’
Maximale vergroting (×) 0,33 0,47
•Automatisch scherpstellen is ook mogelijk wanneer tussenstuk EF1,4X II wordt gebruikt.
•Wanneer een tussenstuk is bevestigd, zal de AF-snelheid lager worden om ervoor te zorgen
dat een juiste werking van de AF gehandhaafd blijft.
•Bevestig het tussenstuk eerst aan het objectief en bevestig dan het objectief aan de camera.
Maak het in de omgekeerde volgorde los van de camera. Als u eerst het objectief aan de
camera bevestigt, is het mogelijk dat de werking niet juist is.
Met tussenstuk EF2X II op het objectief kan er alleen handmatig worden scherpgesteld. Bij de
EOS-1Ds Mark III, EOS-1Ds Mark ll, EOS-1Ds, EOS-1D Mark lll, EOS-1D Mark ll N, EOS-1D
Mark ll, EOS-1D, EOS-1V/HS, EOS-3 camera is automatisch scherpstellen met het middelste
scherpstelpunt wel mogelijk.
Er kan maar één tussenstuk op het objectief en de camera worden bevestigd.
Als u een tussenstuk gebruikt op een objectief dat op de EOS A2/A2E/5 is bevestigd, moet u
de belichtingscompensatie op -1/2 stop instellen voor de EF1,4X II of -1 stop voor de EF2X II.
NLD-13
Technische gegevens
Brandpuntsafstand/diafragma 300 mm, f/4
Objectiefconstructie 11 groepen, 15 elementen
Minimaal diafragma f/32
Beeldhoek Diagonaal: 8°15' Verticaal: 4°35' Horizontaal: 6°50'
Kortste scherpstelafstand 1,5 m
Maximale vergrotingsfactor 0,24 ×
Beeldveld 101 × 150 mm (bij 1,5 m)
Filterdiameter 77 mm
Maximale diameter en lengte 90 × 221 mm
Gewicht 1190 g
Zonnekap Ingebouwd
Lensdop E-77U/E-77 II
Lenskoker LZ1128
De lengte van het objectief is de afstand vanaf het bevestigingsvlak tot aan de voorkant van de lens.Tel hierbij
21,5 mm op voor de E-77U lensdop en stofkap, en 24,2 mm voor de E-77 II.
De opgegeven grootte en het gewicht zijn enkel voor het objectief, tenzij anders vermeld.
De diafragma-instellingen zijn aangegeven op de camera.
Alle vermelde gegevens zijn gemeten volgens de Canon-normen.
Wijzigingen in de technische gegevens en het ontwerp van het product voorbehouden, zonder voorafgaande
kennisgeving.
© CANON INC. 2002CT1-8505-004 0812Ni
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Canon EF 300mm f/4L IS USM Handleiding

Type
Handleiding