Laserliner CompactLine-Laser G360 Set de handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
de handleiding
22
Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure ‚Garantie- en aanvullende
aanwijzingen‘ evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de
internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door.
Volg de daarin beschreven aanwij-zingen op. Bewaar deze documen-
tatie en geef ze door als u de laserinrichting doorgeeft.
!
Functie / toepassing
Groene 360°-lijnlaser met horizontale lasercirkel, verticale lijn
en neigingsfunctie
De horizontale laserlijn genereert een gesloten 360° laserlijn. De verticale
laserlijnen zijn haaks ten opzichte daarvan uitgelijnd Ideaal voor bijna alle
uitlijnwerkzaamheden.
– Afzonderlijk inschakelbare laserlijnen
De extra neigingsmodus maakt het aanleggen van neigingen mogelijk
Bluetooth
®
*-interface voor de afstandsbediening van het apparaat
Algemene veiligheidsaanwijzingen
Gebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven speccaties.
De meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed.
Buiten het bereik van kinderen bewaren.
Ombouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet
toegestaan, hierdoor komen ´de goedkeuring en de veiligheidsspecicatie
te vervallen.
Stel het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme
temperaturen, vocht of sterke trillingen.
Het apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies
uitvallen of de batterijlading zwak is.
Laserstraling!
Niet in de straal kijken!
Laser klasse 2 < 1 mW · 515 nm
EN 60825-1:2014/AC:2017
Veiligheidsinstructies
Omgang met lasers van klasse 2
Opgelet: Kijk nooit in de directe of reecterende straal.
– Richt de laserstraal niet op personen.
NL
CompactLine-Laser G360
23
Veiligheidsinstructies
Omgang met elektromagnetische straling
Veiligheidsinstructies
Omgang met radiograsche straling
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de
elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU
die wordt afgedekt door de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED).
Plaatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen,
op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten
in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door
elektronische apparaten is mogelijk.
Bij de toepassing in de buurt van hoge spanningen of hoge elektromagne-
tische wisselvelden kan de meetnauwkeurigheid negatief worden beïnvloed.
Het meettoestel is uitgerust met een radiograsche interface.
Het meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de
elektromagnetische compatibiliteit en radiograsche straling volgens
de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED).
Bij dezen verklaart Umarex GmbH & Co. KG dat het radiograsche
installatietype CompactLine-Laser G360 voldoet aan de wettelijke eisen
en verdere bepalingen van de Europese radio-apparatuurrichtlijn
2014/53/EU (RED). De volledige tekst van de EU-verklaring van
overeenstemming is beschikbaar onder het volgende internetadres:
http://laserliner.com/info?an=AIU
Als laserstraling volgens klasse 2 de ogen raakt, dient u deze bewust
te sluiten en uw hoofd zo snel mogelijk uit de straal te bewegen.
Bekijk de laserstraal of de reecties nooit met behulp van optische apparaten
(loep, microscoop, verrekijker, …).
Gebruik de laser niet op ooghoogte (1,40 … 1,90 m).
Goed reecterende, spiegelende of glanzende oppervlakken moeten tijdens
het gebruik van laserinrichtingen worden afgedekt.
In openbare verkeersbereiken moet de lichtbaan zo goed mogelijk door
afbakeningen en scheidingswanden beperkt en het laserbereik door middel
van waarschuwingsborden gekenmerkt worden.
NL
24
Schakel vóór het transport altijd alle lasers uit en zet de pendel vast,
schuifschakelaar (3) naar rechts schuiven.
!
Bijzondere producteigenschappen en functies
Automatische uitlijning van het apparaat door middel van een
magnetisch gedempt pendelsysteem. Het apparaat wordt in de
uitgangspositie gebracht en lijnt zelfstandig uit.
Transport LOCK: Het apparaat wordt bij het transport beschermd
d.m.v. een pendelvergrendeling.
Met de GRX-READY-technologie kunnen lijnlasers ook bij
ongunstige lichtomstandigheden worden gebruikt. De laserlijnen
pulseren dan met een hoge frequentie en worden door speciale
laserontvangers op grote afstanden geregistreerd.
Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging
Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik
van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u
het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat
op een schone, droge plaats.
NL
De tiltfunctie is na het inschakelen niet actief. Om het ingerichte
toestel te beschermen tegen positiewijzigingen door externe
inwerking, moet de tiltfunctie worden ingeschakeld door het
indrukken van de tilt-toets. De tiltfunctie wordt weergegeven
door een knipperende tilt-LED. Als de positie van de laser door
externe inwerking is verschoven, klinkt een signaal en brandt de
tilt-led permanent. Om verder te kunnen werken, moet u de
Tilt-twee keer indrukken. Foutieve metingen worden op deze
wijze eenvoudig en veilig voorkomen.
De tiltfunctie schakelt de bewaking pas 20 sec. na de volledige nivelle-
ring van de laser scherp (inrichtfase). Tijdens de inrichtfase knippert de
tilt-LED iedere seconde en als tilt actief is, knippert de LED snel.
!
CompactLine-Laser G360
25
Aan
Externe
inwerking
Configuratiefase
Automatic Level
Activeren van de
tiltfunctie: druk
op de tilt-toets,
de Tilt-LED knippert
iedere seconde.
De laser
knippert,
de tilt-LED brandt
permanent en een
signaal klinkt.
Werking van de tiltfunctie
Groene lasertechnologie
Lasermodules in DLD-uitvoering bieden een hoge kwaliteit van
de lijn, een schoon, helder en daardoor goed zichtbaar lijnbeeld.
In tegenstelling tot oudere generaties zijn deze temperatuur-
stabieler en energie-efficiënter.
Het menselijke oog beschikt bovendien over een grotere
gevoeligheid in het golflengtebereik van de groene laser dan
bijvoorbeeld bij de rode laser. Daardoor lijkt de groene laser-
diode in vergelijking met de rode zeer veel lichter.
Groene lasers – vooral in de DLD-uitvoering – bieden dus
voordelen met betrekking tot de zichtbaarheid van de laserlijn
onder ongunstige voorwaarden.
Ca. 6 keer helderder dan een typische, rode laser met 630 - 660 nm
Aantal en richting van de laser
H = horizontale laserlijn
V = verticale laserlijn
S = inclinaties (Slope-funktion)
S
1H360° 1V
NL
Tilt scherp na 20 sec.,
snel knipperen van de tilt-LED.
26
1
Batterijen plaatsen
Open het batterijvakje en plaats
de batterijen (4 x type AA) overeen-
komstig de installatiesymbolen.
Let daarbij op de juiste polariteit.
1
2
4
a
b
3
Led-nivellering
rood: nivellering uit
groen: nivellering aan
Keuzetoets laserlijnen;
Handontvangermodus aan / uit
LED handontvangermodus /
LED tilt-functie
Tilt-functie
Laseruitlaat
Batterijvakje (onderzijde)
Schuifschakelaar
a AAN
b UIT / Transportbeveiliging /
Neigingsmodus
1/4”-schroefdraad (onderzijde)
Batterijstatus
6
7
8
9
1
2
3
4
5
6
7
5
8
9
NL
+
+
CompactLine-Laser G360
27
LASER LASER LASER LASER
2
Horizontaal en verticaal nivelleren
Deactiveer de transportbeveiliging en zet de schuifschakelaar (3) naar links.
Het laserkruis verschijnt. Met behulp van de keuzetoets kunnen de laserlijnen
afzonderlijk worden geschakeld.
Voor de horizontale en verticale nivellering moet de transportbeveiliging
gedeactiveerd zijn. Zodra het apparaat zich buiten het automatische
nivelleerbereik van 3° bevindt, knipperen de laserlijnen en brandt de
led rood. Positioneer het apparaat zodanig dat het zich binnen het
nivelleer-bereik bevindt. De led schakelt weer over naar groen en de
laserlijnen branden constant.
!
3
Neigingsmodus
Deactiveer de transportbeveiliging niet en zet de schuifschakelaar (3) naar
rechts. Selecteer de laser met de keuzetoets (7). Nu kunnen schuine vlakken
en neigingen worden aangelegd. In deze modus worden de laserlijnen niet
meer automatisch uitgelijnd. De led (6) brandt constant rood.
LASER LASER LASER LASER LASER
NL
28
3 Sek.
4
Handontvangermodus
Optioneel: Werken met de laserontvanger GRX
Gebruik een laserontvanger GRX (optioneel)
voor het nivelleren op grote afstanden of in
geval van niet meer zichtbare laserlijnen.
Schakel de lijnlaser voor werkzaamheden met
de laserontvanger in de handontvangermodus
door lang op de toets 7 te drukken. Nu pulse-
ren de laserlijnen met een hoge frequentie en
de laserlijnen worden donkerder. De laseront-
vanger kan de laserlijnen dankzij het pulseren
registreren.
Neem de gebruiksaanwijzing van de laserontvanger voor lijnlasers
in acht.
!
Op grond van de speciale optiek voor de generering van een
ononderbroken 360° laserlijn kunnen om technische redenen helde-
rheidsverschillen optreden in de verschillenden bereiken van de lijn.
Dit kan leiden tot verschillende reikwijdten in de handontvangermodus.
!
A1
A2
2.
1.
Kalibratiecontrole voorbereiden
U kunt de kalibratie van de laser controleren. Plaats het toestel in het
midden tussen twee muren die minstens 5 meter van elkaar verwijderd
zijn (laserkruis aan). Voor een optimale controle een statief gebruiken.
1. Markeer punt A1 op de wand.
2. Draai het toestel 180° om en markeer het punt A2.
Tussen A1 en A2 hebt u nu een horizontale referentie.
NL
CompactLine-Laser G360
29
Controleren van de horizontale lijn
Apparaat op ca. 5 meter van de wand opstellen,
en het laserkruis instellen, punt B aan de wand
markeren, laserkruis ca. 2,5 meter naar rechts
draaien en punt C markeren. Controleer nu of de
waterpaslijn van punt C op gelijke hoogte ligt met punt B - met een tolerantie
van max. ± 2 mm. Dezelfde controle kunt u tevens naar links uitvoeren.
A3
A2
A2
A1
4.
3.
A3
A2
<
0,4 mm / m = OK
Kalibratie controleren
Wanneer het verschil tussen punt A2 en A3 groter is dan de aange-
geven tolerantie, nl. 0,4 mm / m, is een kalibratie nodig. Neem hiervoor
contact op met uw vakhandelaar of met de serviceafdeling van
UMAREX-LASERLINER.
!
3. Plaats het toestel zo dicht mogelijk tegen
de wand ter hoogte van punt A1.
4. Draai het toestel vervolgens 180° en markeer punt A3. Het verschil tussen
A2 en A3 moet binnen de tolerantie van de nauwkeurigheid liggen.
B
C
2,5 m
< 2 mm = OK
Controleren van de verticale lijn
Apparaat op ca. 5 meter van de wand opstellen, aan de wand een lood met
ongeveer 2,5 meter draad bevestigen, de draad moet vrij kunnen pendelen,
apparaat instellen in de verticale positie en wanneer u de draad nadert,
mag het verschil niet meer zijn dan ± 2 mm. In dat geval blijft u binnen de
gestelde tolerantie.
Controleer regelmatig de kalibratie voordat u de laser gebruikt, ook na
transport en wanneer de laser langere tijd is opgeborgen geweest.
!
NL
30
Gegevensoverdracht
Het toestel beschikt over een Bluetooth
®
*-functie die de gegevensoverdracht
naar mobiele eindtoestellen met een Bluetooth
®
*-interface (bijv. smartphone,
tablet) mogelijk maakt door middel van radiograsche techniek.
Voor de systeemvereisten van een Bluetooth
®
*-verbinding verwijzen wij naar
http://laserliner.com/info?an=ble
Het toestel kan een Bluetooth
®
*-verbinding opbouwen met toestellen die
compatibel zijn met Bluetooth 4.0.
De reikwijdte is beperkt tot max. 10 m van het eindtoestel en is in sterke
mate afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden zoals bijv. de dikte en de
samenstelling van muren, van radiograsche storingsbronnen en van de
verzendings-/ontvangsteigenschappen van het eindtoestel.
Bluetooth
®
* is na het inschakelen altijd geactiveerd omdat dit maar een heel
gering stroomverbruik heeft. Via een app kan een mobiel eindtoestel een
verbinding maken met het ingeschakelde meettoestel.
Applicatie (app)
Voor het gebruik van de Bluetooth
®
*-functie is een applicatie vereist. Deze
kunt u al naargelang het eindtoestel in de betreffende ‚stores‘ downloaden:
Na de start van de applicatie en de geactiveerde Bluetooth®*-functie kan een mobiel
eindtoestel een verbinding maken met het meettoestel. Als de applicatie meerdere
actieve meettoestellen herkent, kiest u het passende meettoestel uit de lijst.
Bij de volgende start kan de verbinding naar dit meettoestel automatisch tot
stand worden gebracht.
* Het Bluetooth
®
-woordmerk en het logo zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc.
Let op dat de Bluetooth
®
*-interface van het mobiele eindtoestel
geactiveerd moet zijn.
!
Extra functies via app
Met de app staan extra functies ter beschikking. Als het om technische
redenen niet mogelijk is om het apparaat via de app te bedienen, moet u het
NL
CompactLine-Laser G360
31
Kalibratie
Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd worden
om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen waarborgen.
Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren.
Technische gegevens (Technische veranderingen voorbehouden. 20W02)
Zelfnivelleerbereik
± 3°
Nauwkeurigheid
± 0,4 mm / m
Nivellering automatisch
Zichtbaarheid (karakteristiek)* 30 m
Werkbereik
met handontvanger
30 m (afhankelijk vande helderheidsverschillen
om technische redenen)
Lasergolengte 515 nm
Laserklasse
2 / < 1 mW (EN 60825-1:2014/AC:2017)
Stroomvoorziejning
4 x 1,5V LR6 (AA)
Gebruiksduur
ca. 6 uur
Werkomstandigheden
0°C … 50°C, luchtvochtigheid max. 80% rH,
niet-condenserend, werkhoogte max. 4000 m
boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil)
Opslagvoorwaarden
-10°C … 70°C, luchtvochtigheid max. 80% rH
Bedrijfsgegevens
radiograsche module
Interface Bluetooth LE 4.x; Frequentieband:
ISM band 2400-2483.5 MHz, 40 kanalen;
Zendvermogen: max. 10 mW; Bandbreedte: 2 MHz;
Bitrate: 1 Mbit/s; Modulatie: GFSK / FHSS
Afmetingen (B x H x D)
87 x 96 x 56 mm
Gewicht
350 g (incl. batterijen)
EU-bepalingen en afvoer
Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde
normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU.
Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de
Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische
apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden.
Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder:
http://laserliner.com/info?an=AIU
apparaat door het uit- en inschakelen terugzetten naar de fabrieksinstelling
om de reguliere functies onbeperkt te kunnen gebruiken.
NL
* bij max. 300 lux

Documenttranscriptie

! Lees de handleiding, de bijgevoegde brochure ‚Garantie- en aanvullende aanwijzingen‘ evenals de actuele informatie en aanwijzingen in de internet-link aan het einde van deze handleiding volledig door. Volg de daarin beschreven aanwij-zingen op. Bewaar deze documentatie en geef ze door als u de laserinrichting doorgeeft. Functie / toepassing Groene 360°-lijnlaser met horizontale lasercirkel, verticale lijn en neigingsfunctie – De  horizontale laserlijn genereert een gesloten 360° laserlijn. De verticale laserlijnen zijn haaks ten opzichte daarvan uitgelijnd Ideaal voor bijna alle uitlijnwerkzaamheden. – Afzonderlijk inschakelbare laserlijnen – De  extra neigingsmodus maakt het aanleggen van neigingen mogelijk – Bluetooth®*-interface voor de afstandsbediening van het apparaat Algemene veiligheidsaanwijzingen –G  ebruik het apparaat uitsluitend doelmatig binnen de aangegeven specficaties. –D  e meetapparaten en het toebehoren zijn geen kinderspeelgoed. Buiten het bereik van kinderen bewaren. –O  mbouwwerkzaamheden of veranderingen aan het apparaat zijn niet toegestaan, hierdoor komen ´de goedkeuring en de veiligheidsspecificatie te vervallen. – Stel  het apparaat niet bloot aan mechanische belasting, extreme temperaturen, vocht of sterke trillingen. –H  et apparaat mag niet meer worden gebruikt als een of meerdere functies uitvallen of de batterijlading zwak is. Veiligheidsinstructies Omgang met lasers van klasse 2 Laserstraling! Niet in de straal kijken! Laser klasse 2 < 1 mW · 515 nm EN 60825-1:2014/AC:2017 –O  pgelet: Kijk nooit in de directe of reflecterende straal. – Richt de laserstraal niet op personen. 22 NL CompactLine-Laser G360 –A  ls laserstraling volgens klasse 2 de ogen raakt, dient u deze bewust te sluiten en uw hoofd zo snel mogelijk uit de straal te bewegen. –B  ekijk de laserstraal of de reflecties nooit met behulp van optische apparaten (loep, microscoop, verrekijker, …). –G  ebruik de laser niet op ooghoogte (1,40 … 1,90 m). –G  oed reflecterende, spiegelende of glanzende oppervlakken moeten tijdens het gebruik van laserinrichtingen worden afgedekt. – In openbare verkeersbereiken moet de lichtbaan zo goed mogelijk door afbakeningen en scheidingswanden beperkt en het laserbereik door middel van waarschuwingsborden gekenmerkt worden. Veiligheidsinstructies Omgang met elektromagnetische straling –H  et meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit volgens de EMC-richtlijn 2014/30/EU die wordt afgedekt door de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED). – P laatselijke gebruiksbeperkingen, bijv. in ziekenhuizen, in vliegtuigen, op pompstations of in de buurt van personen met een pacemaker, moeten in acht worden genomen. Een gevaarlijk effect op of storing van en door elektronische apparaten is mogelijk. –B  ij de toepassing in de buurt van hoge spanningen of hoge elektromagnetische wisselvelden kan de meetnauwkeurigheid negatief worden beïnvloed. Veiligheidsinstructies Omgang met radiografische straling –H  et meettoestel is uitgerust met een radiografische interface. –H  et meettoestel voldoet aan de voorschriften en grenswaarden voor de elektromagnetische compatibiliteit en radiografische straling volgens de radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED). –B  ij dezen verklaart Umarex GmbH & Co. KG dat het radiografische installatietype CompactLine-Laser G360 voldoet aan de wettelijke eisen en verdere bepalingen van de Europese radio-apparatuurrichtlijn 2014/53/EU (RED). De volledige tekst van de EU-verklaring van overeenstemming is beschikbaar onder het volgende internetadres: http://laserliner.com/info?an=AIU NL 23 Opmerkingen inzake onderhoud en reiniging Reinig alle componenten met een iets vochtige doek en vermijd het gebruik van reinigings-, schuur- en oplosmiddelen. Verwijder de batterij(en) voordat u het apparaat gedurende een langere tijd niet gebruikt. Bewaar het apparaat op een schone, droge plaats. ! Schakel vóór het transport altijd alle lasers uit en zet de pendel vast, schuifschakelaar (3) naar rechts schuiven. Bijzondere producteigenschappen en functies Automatische uitlijning van het apparaat door middel van een magnetisch gedempt pendelsysteem. Het apparaat wordt in de uitgangspositie gebracht en lijnt zelfstandig uit. Transport LOCK: Het apparaat wordt bij het transport beschermd d.m.v. een pendelvergrendeling. Met de GRX-READY-technologie kunnen lijnlasers ook bij ongunstige lichtomstandigheden worden gebruikt. De laserlijnen pulseren dan met een hoge frequentie en worden door speciale laserontvangers op grote afstanden geregistreerd. De tiltfunctie is na het inschakelen niet actief. Om het ingerichte toestel te beschermen tegen positiewijzigingen door externe inwerking, moet de tiltfunctie worden ingeschakeld door het indrukken van de tilt-toets. De tiltfunctie wordt weergegeven door een knipperende tilt-LED. Als de positie van de laser door externe inwerking is verschoven, klinkt een signaal en brandt de tilt-led permanent. Om verder te kunnen werken, moet u de Tilt-twee keer indrukken. Foutieve metingen worden op deze wijze eenvoudig en veilig voorkomen. ! 24 De tiltfunctie schakelt de bewaking pas 20 sec. na de volledige nivellering van de laser scherp (inrichtfase). Tijdens de inrichtfase knippert de tilt-LED iedere seconde en als tilt actief is, knippert de LED snel. NL CompactLine-Laser G360 Werking van de tiltfunctie Tilt scherp na 20 sec., snel knipperen van de tilt-LED. Aan Configuratiefase Automatic Level Activeren van de tiltfunctie: druk op de tilt-toets, de Tilt-LED knippert iedere seconde. Externe inwerking De laser knippert, de tilt-LED brandt permanent en een signaal klinkt. Groene lasertechnologie Lasermodules in DLD-uitvoering bieden een hoge kwaliteit van de lijn, een schoon, helder en daardoor goed zichtbaar lijnbeeld. In tegenstelling tot oudere generaties zijn deze temperatuurstabieler en energie-efficiënter. Het menselijke oog beschikt bovendien over een grotere gevoeligheid in het golflengtebereik van de groene laser dan bijvoorbeeld bij de rode laser. Daardoor lijkt de groene laserdiode in vergelijking met de rode zeer veel lichter. Groene lasers – vooral in de DLD-uitvoering – bieden dus voordelen met betrekking tot de zichtbaarheid van de laserlijn onder ongunstige voorwaarden. Ca. 6 keer helderder dan een typische, rode laser met 630 - 660 nm Aantal en richting van de laser H = horizontale laserlijn V = verticale laserlijn S = inclinaties (Slope-funktion) S 1H360° 1V NL 25 1 Batterijen plaatsen – + + Open het batterijvakje en plaats de batterijen (4 x type AA) overeenkomstig de installatiesymbolen. Let daarbij op de juiste polariteit. – 1 3 a b 2 5 6 8 7 9 4 1 2 3 4 5 26 Laseruitlaat Batterijvakje (onderzijde) Schuifschakelaar a AAN b UIT / Transportbeveiliging / Neigingsmodus 1/4”-schroefdraad (onderzijde) Batterijstatus NL 6 7 8 9 Led-nivellering rood: nivellering uit groen: nivellering aan Keuzetoets laserlijnen; Handontvangermodus aan / uit LED handontvangermodus / LED tilt-functie Tilt-functie CompactLine-Laser G360 2 Horizontaal en verticaal nivelleren Deactiveer de transportbeveiliging en zet de schuifschakelaar (3) naar links. Het laserkruis verschijnt. Met behulp van de keuzetoets kunnen de laserlijnen afzonderlijk worden geschakeld. LASER ! LASER LASER LASER Voor de horizontale en verticale nivellering moet de transportbeveiliging gedeactiveerd zijn. Zodra het apparaat zich buiten het automatische nivelleerbereik van 3° bevindt, knipperen de laserlijnen en brandt de led rood. Positioneer het apparaat zodanig dat het zich binnen het nivelleer-bereik bevindt. De led schakelt weer over naar groen en de laserlijnen branden constant. 3 Neigingsmodus Deactiveer de transportbeveiliging niet en zet de schuifschakelaar (3) naar rechts. Selecteer de laser met de keuzetoets (7). Nu kunnen schuine vlakken en neigingen worden aangelegd. In deze modus worden de laserlijnen niet meer automatisch uitgelijnd. De led (6) brandt constant rood. LASER LASER LASER LASER LASER NL 27 4 Handontvangermodus Optioneel: Werken met de laserontvanger GRX Gebruik een laserontvanger GRX (optioneel) voor het nivelleren op grote afstanden of in geval van niet meer zichtbare laserlijnen. Schakel de lijnlaser voor werkzaamheden met de laserontvanger in de handontvangermodus door lang op de toets 7 te drukken. Nu pulseren de laserlijnen met een hoge frequentie en de laserlijnen worden donkerder. De laserontvanger kan de laserlijnen dankzij het pulseren registreren. 3 Sek. ! Neem de gebruiksaanwijzing van de laserontvanger voor lijnlasers in acht. ! Op grond van de speciale optiek voor de generering van een ononderbroken 360° laserlijn kunnen om technische redenen helderheidsverschillen optreden in de verschillenden bereiken van de lijn. Dit kan leiden tot verschillende reikwijdten in de handontvangermodus. Kalibratiecontrole voorbereiden U kunt de kalibratie van de laser controleren. Plaats het toestel in het midden tussen twee muren die minstens 5 meter van elkaar verwijderd zijn (laserkruis aan). Voor een optimale controle een statief gebruiken. 1. Markeer punt A1 op de wand. 2. Draai het toestel 180° om en markeer het punt A2. Tussen A1 en A2 hebt u nu een horizontale referentie. 1. A1 2. A2 28 NL CompactLine-Laser G360 Kalibratie controleren 3. P laats het toestel zo dicht mogelijk tegen de wand ter hoogte van punt A1. 4. D  raai het toestel vervolgens 180° en markeer punt A3. Het verschil tussen A2 en A3 moet binnen de tolerantie van de nauwkeurigheid liggen. A1 4. < 0,4 mm / m = OK 3. A2 A3 A2 A2 A3 ! Wanneer het verschil tussen punt A2 en A3 groter is dan de aangegeven tolerantie, nl. 0,4 mm / m, is een kalibratie nodig. Neem hiervoor contact op met uw vakhandelaar of met de serviceafdeling van UMAREX-LASERLINER. Controleren van de verticale lijn Apparaat op ca. 5 meter van de wand opstellen, aan de wand een lood met ongeveer 2,5 meter draad bevestigen, de draad moet vrij kunnen pendelen, apparaat instellen in de verticale positie en wanneer u de draad nadert, mag het verschil niet meer zijn dan ± 2 mm. In dat geval blijft u binnen de gestelde tolerantie. < 2 mm = OK Controleren van de horizontale lijn 2,5 m Apparaat op ca. 5 meter van de wand opstellen, B C en het laserkruis instellen, punt B aan de wand markeren, laserkruis ca. 2,5 meter naar rechts draaien en punt C markeren. Controleer nu of de waterpaslijn van punt C op gelijke hoogte ligt met punt B - met een tolerantie van max. ± 2 mm. Dezelfde controle kunt u tevens naar links uitvoeren. ! Controleer regelmatig de kalibratie voordat u de laser gebruikt, ook na transport en wanneer de laser langere tijd is opgeborgen geweest. NL 29 Gegevensoverdracht Het toestel beschikt over een Bluetooth®*-functie die de gegevensoverdracht naar mobiele eindtoestellen met een Bluetooth®*-interface (bijv. smartphone, tablet) mogelijk maakt door middel van radiografische techniek. Voor de systeemvereisten van een Bluetooth®*-verbinding verwijzen wij naar http://laserliner.com/info?an=ble Het toestel kan een Bluetooth®*-verbinding opbouwen met toestellen die compatibel zijn met Bluetooth 4.0. De reikwijdte is beperkt tot max. 10 m van het eindtoestel en is in sterke mate afhankelijk van de omgevingsvoorwaarden zoals bijv. de dikte en de samenstelling van muren, van radiografische storingsbronnen en van de verzendings-/ontvangsteigenschappen van het eindtoestel. Bluetooth®* is na het inschakelen altijd geactiveerd omdat dit maar een heel gering stroomverbruik heeft. Via een app kan een mobiel eindtoestel een verbinding maken met het ingeschakelde meettoestel. Applicatie (app) Voor het gebruik van de Bluetooth®*-functie is een applicatie vereist. Deze kunt u al naargelang het eindtoestel in de betreffende ‚stores‘ downloaden: ! Let op dat de Bluetooth®*-interface van het mobiele eindtoestel geactiveerd moet zijn. Na de start van de applicatie en de geactiveerde Bluetooth®*-functie kan een mobiel eindtoestel een verbinding maken met het meettoestel. Als de applicatie meerdere actieve meettoestellen herkent, kiest u het passende meettoestel uit de lijst. Bij de volgende start kan de verbinding naar dit meettoestel automatisch tot stand worden gebracht. * Het Bluetooth®-woordmerk en het logo zijn geregistreerde handelsmerken van Bluetooth SIG, Inc. Extra functies via app Met de app staan extra functies ter beschikking. Als het om technische redenen niet mogelijk is om het apparaat via de app te bedienen, moet u het 30 NL CompactLine-Laser G360 apparaat door het uit- en inschakelen terugzetten naar de fabrieksinstelling om de reguliere functies onbeperkt te kunnen gebruiken. Kalibratie Het meetapparaat moet regelmatig gekalibreerd en gecontroleerd worden om de nauwkeurigheid van de meetresultaten te kunnen waarborgen. Wij adviseren, het apparaat een keer per jaar te kalibreren. Technische gegevens (Technische veranderingen voorbehouden. 20W02) Zelfnivelleerbereik ± 3° Nauwkeurigheid ± 0,4 mm / m Nivellering automatisch Zichtbaarheid (karakteristiek)* 30 m Werkbereik 30 m (afhankelijk vande helderheidsverschillen met handontvanger om technische redenen) Lasergolflengte 515 nm Laserklasse 2 / < 1 mW (EN 60825-1:2014/AC:2017) Stroomvoorziejning 4 x 1,5V LR6 (AA) Gebruiksduur ca. 6 uur 0°C … 50°C, luchtvochtigheid max. 80% rH, Werkomstandigheden niet-condenserend, werkhoogte max. 4000 m boven NAP (Nieuw Amsterdams Peil) Opslagvoorwaarden -10°C … 70°C, luchtvochtigheid max. 80% rH Interface Bluetooth LE 4.x; Frequentieband: Bedrijfsgegevens ISM band 2400-2483.5 MHz, 40 kanalen; radiografische module Zendvermogen: max. 10 mW; Bandbreedte: 2 MHz; Bitrate: 1 Mbit/s; Modulatie: GFSK / FHSS Afmetingen (B x H x D) 87 x 96 x 56 mm Gewicht 350 g (incl. batterijen) * bij max. 300 lux EU-bepalingen en afvoer Het apparaat voldoet aan alle van toepassing zijnde normen voor het vrije goederenverkeer binnen de EU. Dit product is een elektrisch apparaat en moet volgens de Europese richtlijn voor oude elektrische en elektronische apparatuur gescheiden verzameld en afgevoerd worden. Verdere veiligheids- en aanvullende instructies onder: http://laserliner.com/info?an=AIU NL 31
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84

Laserliner CompactLine-Laser G360 Set de handleiding

Categorie
Laserniveaus
Type
de handleiding