36 | Nederlands
2 609 140 939 | (8.3.12) Bosch Power Tools
In de functie „droogbouw” worden alle soorten voorwerpen
gevonden en weergegeven:
– Niet van metaal, bijv. houten balken
– Magnetisch, bijvoorbeeld betonwapening
– Niet magnetisch, maar van metaal, bijvoorbeeld
koperbuis
– Spanningvoerend, bijv. stroomleiding
Aanwijzingen: In de functie „droogbouw” worden naast hou-
ten en metalen voorwerpen, zoals spanningvoerende leidin-
gen, ook andere voorwerpen weergegeven, zoals met water ge-
vulde kunststof buizen. In het display 3 verschijnt voor deze
voorwerpen de indicatie c voor niet-metalen voorwerpen.
Spijkers en schroeven op de achtergrond kunnen ertoe leiden
dat een houten balk in het display als metalen voorwerp wordt
weergegeven.
Toont het display 3 een continu hoge uitslag van de meetindi-
caties i en j, start u de meting opnieuw door het meetgereed-
schap op een andere plaats op de ondergrond neer te zetten.
Geeft de verlichte ring 1 bij het neerzetten op de te onderzoe-
ken ondergrond niet aan dat het gereedschap gereed is voor
de meting, kan het meetgereedschap de ondergrond niet juist
herkennen.
– Druk zo lang op de toets 10 tot de ring groen verlicht is.
– Als u vervolgens een nieuwe meting start en het meetge-
reedschap op een andere muur plaatst, moet u kort de
toets 10 indrukken.
– In zeldzame gevallen kan het meetgereedschap de onder-
grond niet herkennen omdat de zijde met het sensorge-
deelte 12 en het typeplaatje 13 vuil is. Maak het meetge-
reedschap schoon met een droge, zachte doek en start de
meting opnieuw.
Metaal
De functie „metaal” is geschikt om magnetische en niet-mag-
netische voorwerpen onafhankelijk van de gesteldheid van de
muur te vinden.
Druk op de toets 9 om de functie „metaal” te activeren. De
ring 1 en de indicatie 4 boven de toets 9 zijn groen verlicht.
Is het gevonden metalen voorwerp van magnetisch metaal (bij-
voorbeeld ijzer), wordt in het display 3 het symbool e weerge-
geven. Is het voorwerp van niet-magnetisch metaal, wordt het
symbool d weergegeven. Voor het onderscheid tussen de me-
taalsoorten moet het meetgereedschap zich boven het gevon-
den metalen voorwerp bevinden (ring 1 is rood verlicht).
Opmerking: Bij bouwstaalmatten en wapeningen in de onder-
zochte ondergrond wordt over het gehele oppervlak een uitslag
in de meetindicatie i aangegeven. Bij bouwstaalmatten wordt
altijd vlak boven de ijzerstaafjes in het display het symbool e
voor magnetisch metaal weergegeven. Tussen de ijzerstaafjes
verschijnt het symbool d voor niet-magnetisch metaal.
Stroomkabel
De functie „stroomkabel” is uitsluitend geschikt voor het vin-
den van netspanningvoerende leidingen (110–230 V).
Druk op de toets 8 om de functie „stroomkabel” te activeren.
De ring 1 en de indicatie 4 boven de toets 8 zijn groen verlicht.
Als een spanningvoerende leiding wordt gevonden, wordt in
het display 3 de indicatie f. Beweeg het meetgereedschap
meermaals over het oppervlak om de spanningvoerende lei-
ding nauwkeuriger te lokaliseren. Nadat meermaals over het-
zelfde gedeelte is bewogen, kan de spanningvoerende leiding
zeer nauwkeurig worden aangegeven. Als het meetgereed-
schap zich zeer dicht bij de leiding bevindt, knippert de ver-
lichte ring 1 rood en klinkt er een geluidssignaal met kort op-
eenvolgende tonen.
Aanwijzingen:
– Spanningvoerende leidingen worden in elke functie aange-
geven.
– Spanningvoerende leidingen kunnen gemakkelijker wor-
den gevonden als stroomverbruikers (zoals lampen en ap-
paraten) worden aangesloten op de op te sporen leiding en
deze verbruikers worden ingeschakeld.
– Onder bepaalde omstandigheden (bijvoorbeeld achter
metalen oppervlakken of achter oppervlakken met een
hoog watergehalte) kunnen spanningvoerende leidin-
gen niet altijd worden gevonden. De signaalsterkte van
een spanningvoerende leiding is afhankelijk van de plaats
van de kabels. Controleer daarom door verdere metingen
in de nabije omgeving of andere informatiebronnen of er
een spanningvoerende leiding aanwezig is.
– Niet-spanningvoerende leidingen kunt u als metalen voor-
werpen met de functie „metaal” vinden. Draadkabels wor-
den daarbij niet weergegeven (in tegenstelling tot kabels
van massief materiaal).
– Statische elektriciteit kan ertoe leiden dat de leidingen niet
nauwkeurig, dat wil zeggen over een groot bereik worden
aangegeven. Om de indicatie te verbeteren, legt u uw vrije
hand naast het meetgereedschap plat op de muur om de
statische elektriciteit af te bouwen.
Tips voor de werkzaamheden
f De meetresultaten kunnen afhankelijk van het principe
door bepaalde omgevingsomstandigheden nadelig
worden beïnvloed. Daartoe behoren bijvoorbeeld de
nabijheid van apparaten die sterke magnetische of
elektromagnetische velden opwekken, vocht, metaal-
houdende bouwmaterialen, met aluminium beklede
isolatiematerialen en geleidend behang of geleidende
tegels. Raadpleeg daarom voor het boren, zagen of frezen
in muren, plafonds of vloeren ook andere informatiebron-
nen (bijvoorbeeld bouwtekeningen).
Voorwerpen markeren
U kunt gevonden voorwerpen indien nodig markeren. Meet
zoals u gewend bent. Als u de grenzen of het midden van een
voorwerp heeft gevonden, markeert u de gezochte plaats
door de markeringsopening 2.
Temperatuurbewaking
Het meetgereedschap is voorzien van een temperatuurbewa-
king, aangezien een nauwkeurige meting slechts mogelijk is
zolang de temperatuur binnen in het meetgereedschap con-
stant blijft.
Licht de indicatie voor de temperatuurbewaking g op, bevindt
het meetgereedschap zich buiten de bedrijfstemperatuur of
heeft het blootgestaan aan sterke temperatuurschommelingen.
Schakel het meetgereedschap uit en laat het eerst op de
juiste temperatuur komen voordat u het weer inschakelt.
OBJ_BUCH-1222-005.book Page 36 Thursday, March 8, 2012 11:26 AM