1514
Ieder Smart programma verandert automatisch de
weerstand van de pedalen en dan zal uw tempo tij-
dens uw oefening direct verhogen of verlagen.
Programma’s 3 en 4 zijn programma’s om mee af te
slanken. Programma’s 5 en 6 zijn aerobic program-
ma’s. Programma’s 7 en 8 zijn prestatie programma’s.
Volg de stappen hieronder om het Smart programma
te gebruiken.
Het bedieningspaneel inschakelen.
Zie stap 1 op pagina 12.
Een van de vooraf Smart programma kiezen.
De handmatige instelling
wordt gekozen telkens
wanneer u het bediening-
spaneel in gebruik neemt.
Druk meerdere keren op
de Programma toets om
een vooraf ingesteld pro-
gramma te kiezen totdat
het getal 3, 4, 5, 6, 7, of 8 zal in de kleine display
verschijnen.
Begin, om het programma te starten, met trap-
pen.
Ieder programma bestaat uit 20 of 30 periodes
van 1 minuut. Een weerstand en tempo instelling
zijn voor iedere periode geprogrammeerd.
Opgelet: Dezelfde weerstand en/of tempo instel-
lingen kan/kunnen voor meerdere periodes gepro-
grammeerd worden.
De weerstand zal wanneer u begint te fietsen
automatisch de weerstand aannemen die gepro-
grammeerd is voor de eerste periode. Opgelet: U
kunt wanneer de weerstandsinstelling te hoog of
te laag is kunt u de weerstand veranderen door
op de Weerstand toetsen te drukken.
Het na te streven tempo van de eerste periode
zal een paar seconden lang op de kleine display
verschijnen en de pijlen in de kleine display zullen
u helpen om doel tempo te fietsen. Verhoog of
verlaag uw tempo totdat een segment van de indi-
cator stang aan
de topje van iede-
re pijl verschijnt
(zie tekening
rechts). Opgelet:
Uw werkelijk
tempo zal worden
aangegeven wan-
neer het woord TARGET (doel) niet op de kleine
display verschijnt. Belangrijk: De tempo indica-
ties van het programma zijn alleen als motiva-
tie bedoeld. Uw feitelijke snelheid kan wat
lager zijn dan het gangbare tempo, zeer zeker
in de eerste maanden dat u oefent. Zorg er
gewoon voor dat u met een snelheid, die
geriefelijk voor u is, oefent.
U zult tijdens de laatste drie seconden van elke
periode een stel tonen horen en de tijd zal op de
grote display opflikkeren. De weerstand van de
pedalen zal veranderen wanneer een andere
weerstandinstelling voor de volgende periode
geprogrammeerd is. Het aantal pijlen in de kleine
display zal tevens veranderen wanneer een ander
na te streven tempo voor de volgende periode
geprogrammeerd is.
De display zal tijdens uw programma de resteren-
de tijd van het programma aangeven. Het pro-
gramma eindigt wanneer er geen tijd meer over
is. Begin weer te fietsen om het programma
opnieuw te starten.
Volg uw vordering op de grote display.
Zie stap 4 op pagina 12.
Uw hartslag meten als u dat wilt.
Zie stap 5 op pagina 13.
De ventilator aanschakelen als u dat wilt.
Zie stap 6 op pagina 13.
Het bedieningspaneel zal automatisch uitgaan
wanneer u stopt met oefenen.
Zie stap 7 op pagina 13.
7
6
5
4
3
2
1
HOE EEN SMART PROGRAMMA TE GEBRUIKEN
Opgaande
Pijl
Indicator
Programma voor de hartslag 1 is ontwikkeld om uw
hartslag tijdens uw oefening tussen de 65% en 85%
van uw maximale hartslag te houden. (Uw maximale
hartslag wordt berekend door uw leeftijd van 220 af te
trekken. Als uw leeftijd bijvoorbeeld 25 is dan is uw
maximale hartslag 195 slagen per minuut). Program-
ma voor de hartslag 2 is ontwikkeld om uw hartslag bij
een ten doel gestelde hartslag te houden.
Volg de stappen hieronder om het programma voor de
hartslag te gebruiken.
Het bedieningspaneel inschakelen.
Zie stap 1 op pagina 12.
Een van de twee programma’s voor de hart-
slag kiezen.
De handmatige instelling
wordt gekozen telkens
wanneer u het bediening-
spaneel in gebruik neemt.
Druk meerdere keren op
de Programma toets om
een programma voor de
hartslag kleine de display
rechts boven een 1 of 2 aangeeft.
Uw leeftijd of een ten doel te stellen hartslag
invoeren.
Het woord AGE (leeftijd) en de huidige leeftijd zul-
len op de grote display verschijnen wanneer pro-
gramma 1 gekozen wordt. Druk op de Enter
toets wanneer u uw leeftijd al hebt ingevoerd.
Druk wanneer u uw leeftijd nog niet heb inge-
voerd op de kleine + en – toetsen om uw leeftijd
in te voeren en druk dan op de Enter toets. U uw
leeftijd heeft ingevoerd zal deze in het geheugen
worden opgeslagen totdat u de batterijen ver-
vangt.
De letters PLS en de na te streven hartslag zullen
op de grote display verschijnen wanneer pro-
gramma 2 gekozen wordt. Druk op de Enter
toets wanneer het na te streven hartslag niet wilt
veranderen. Druk wanneer u het na te streven
hartslag wilt veranderen op de kleine + en – toet-
sen en druk dan op de Enter toets. De beoogde
hartslaginstelling kan variëren van 70 tot 170 sla-
gen per minuut.
Pak de handgreep met polssensor.
Voor een programma voor de hartslag moet u
gebruik maken van de handgreep met polssensor
of de optionele borstkassensor. Wanneer u de
handgreep met polssensor gebruikt is het niet
nodig de handgrepen continue tijdens het pro-
gramma voor de Hartslag vast te houden; u moet
wel echter de handgrepen vaak vast houden
zodat het programma goed functioneert. Iedere
keer u de handgrepen vastpakt, houdt dan uw
handen minstens 30 seconden op de metalen
contactpunten.
Begin te fietsen om het programma te starten.
Hartslag programma 1 bestaat 20 periodes van
elk 1 minuut. Een weerstandsinstelling en een na
te streven hartslag zijn voor iedere periode gepro-
grammeerd. (Opgelet: Dezelfde weerstandsinstel-
ling en/of dezelfde na te streven hartslag kunnen
voor twee of meerdere opeenvolgende periodes
worden geprogrammeerd.) Hartslag programma
2 is 60 minuten lang (u kunt ook alleen een
gedeelte van het programma uitvoeren). Dezelfde
weerstand en dezelfde na te streven hartslag zijn
voor de hele duur van het programma geprogram-
meerd.
De weerstand van de pedalen zal wanneer u
begint te fietsen automatisch de geprogrammeer-
de weerstandsinstelling van de eerste periode
aannemen.
Tijdens het fietsen
zullen de pijlen op
de kleine display
u helpen om uw
hartslag bij de hui-
dige na te streven
hartslag te hou-
den. Het bedie-
ningspaneel zal wanneer u de handgreep met
pols-sensor vasthoudt uw hartslag vergelijken met
de huidige na te streven hartslag vergelijken.
Wanneer uw hartslag te hoog of te laag is ten
opzichte van de na te streven hartslag dan zal het
aantal pijlen op de kleine display veranderen om
aan te geven dat u uw tempo moet verhogen of
verlagen. Wanneer het aantal pijlen verandert,
verander dan uw tempo totdat een segment van
de indicatorstang aan het topje van ieder pijl ver-
schijnt. Belangrijk: het beoogde tempo is
alleen bedoeld om een doel te hebben. Uw
werkelijke tempo kan lager zijn dan het beoog-
de tempo, vooral tijdens de eerste paar maan-
den van uw trainingsprogramma. Zorg ervoor
dat u trapt op een voor u aangenaam tempo.
5
4
3
2
1
HOE EEN PROGRAMMA VOOR DE HARTSLAG
TE GEBRUIKEN
Opgaande
Pijl
Indicator