NLWW Problemen met de uitvoerkwaliteit verhelpen 299
9
Beschadigd afdrukmateriaal
(kreukels, krullen, vouwen,
scheuren)
• Controleer of aan de vereisten voor
bediening en locatie van de printer wordt
voldaan.
• Let erop dat u ondersteund
afdrukmateriaal gebruikt.
• Zorg ervoor dat het afdrukmateriaal goed
is geplaatst.
• Controleer of de soort en het formaat
afdrukmateriaal juist zijn ingesteld in het
bedieningspaneel voor het
afdrukmateriaal dat u gebruikt.
• Let erop dat het afdrukmateriaal dat u
gebruikt niet gekreukeld of verwrongen is
en dat het afdrukmateriaal niet bevuild is
met zichtbare vingerafdrukken of overige
vreemde substanties.
• Druk af vanuit lade 1 naar de
linkeruitvoerbak als u zwaar
afdrukmateriaal gebruikt.
• Controleer of de volgende
benodigdheden juist zijn geplaatst:
–fuser
– transferrol
• Controleer het gedeelte op papierstoringen
en verwijder eventueel vastgelopen of
gescheurd afdrukmateriaal.
Vlekjes of losse toner
• Controleer of aan de vereisten voor
bediening en locatie van de printer wordt
voldaan.
• Let erop dat u ondersteund
afdrukmateriaal gebruikt.
• Controleer of de soort en het formaat
afdrukmateriaal juist zijn ingesteld in het
bedieningspaneel voor het afdrukmateriaal
dat u gebruikt.
• Kalibreer de printer.
• Let erop dat de transferband juist is
geplaatst.
• Druk de pagina’s Problemen met de
afdrukkwaliteit oplossen af (zie “De
pagina's Problemen met de afdrukkwaliteit
oplossen” op pagina 301) en volg de
diagnoseprocedure op de eerste pagina
om het probleem met een bepaald
onderdeel te isoleren.