Utax CD 31 Handleiding

Type
Handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

FAX SYSTEM
(A)
your office partner
INSTRUCTIEHANDLEIDING
Lees altijd de instructiehandleiding alvorens
de fax system in gebruik te nemen. Bewaar de
handleiding op de daarvoor bestemde plaats,
zodat deze gemakkelijk beschikbaar is.
Symbolen
Het -symbool geeft aan dat de betreffende sectie veiligheidswaarschuwingen bevat.
De specifieke aandachtspunten zijn afgebeeld in het symbool.
...........[Algemene waarschuwing]
...........[Waarschuwing voor gevaar van elektrische schokken]
...........[Waarschuwing voor hoge temperatuur]
Het -symbool geeft aan dat de betreffende sectie informatie bevat over verboden
handelingen. Welke handeling dit is, ziet u aan de afbeelding binnen het symbool.
...........[Waarschuwing dat een bepaalde handeling verboden is]
...........[Demontage is verboden]
Het
-symbool geeft aan dat de betreffende sectie informatie bevat over
handelingen die moeten worden uitgevoerd. Welke handeling vereist is, ziet u aan
de afbeelding binnen het symbool.
...........[Let op: vereiste handeling]
...........[Verwijder de stekker uit het stopcontact]
...........[Sluit de faxmachine altijd aan op een geaard stopcontact]
Neem contact op met de leverancier om een vervangende handleiding te
bestellen als de veiligheidswaarschuwingen in dit exemplaar onleesbaar zijn of
ontbreken. (Hieraan zijn kosten verbonden.)
Lees deze instructiehandleiding eerst zorgvuldig door voordat u de
faxmachine in gebruik neemt.
Bewaar deze handleiding in de buurt van uw faxmachine, zodat u deze
altijd kunt raadplegen.
De delen van deze handleiding en onderdelen van de faxmachine die zijn gemarkeerd
met symbolen, betreffen veiligheidswaarschuwingen die bedoeld zijn om de gebruiker,
anderen en voorwerpen in de omgeving te beschermen, en om ervoor te zorgen dat de
faxmachine op een juiste en veilige manier wordt gebruikt. De symbolen met de
bijbehorende betekenissen vindt u hieronder.
GEVAARLIJK: Geeft aan dat wanneer er onjuist of onzorgvuldig wordt omgegaan
met de bijbehorende punten, het risico op ernstig letsel of zelfs
overlijden zeer groot is.
WAARSCHUWING: Geeft aan dat wanneer er onjuist of onzorgvuldig wordt
omgegaan met de bijbehorende punten, er een risico op ernstig
letsel of zelfs overlijden kan ontstaan.
VOORZICHTIG: Geeft aan dat wanneer er onjuist of onzorgvuldig wordt omgegaan
met de bijbehorende punten, er een risico op persoonlijk letsel of
mechanische schade kan ontstaan.
<Opmerking>
Doordat de specificaties van de apparatuur regelmatig worden verbeterd, kan de
informatie in deze instructiehandleiding zonder aankondiging vooraf worden
gewijzigd.
i
ii
Inhoudsopgave
Belangrijk! Leest u dit eerst....................................iv
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ INSTALLATIE ...iv
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK ..........iv
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax ......................1-1
Namen van onderdelen..................................................1-2
(1) Belangrijkste onderdelen en functies.......................1-2
(2) Onderdelen bedieningspaneel en functies ..............1-3
Voorbereidingen.............................................................1-6
(1) De bijgesloten labels aanbrengen ...........................1-6
(2) TTI-verzenden Aan/Uit zetten..................................1-7
(3) Datum en tijd instellen .............................................1-8
(4) Eigen gegevens vastleggen ....................................1-9
1 Uw faxnummer vastleggen .................................1-9
2 Naam station vastleggen ....................................1-10
3 Uw station-ID vastleggen ...................................1-11
Kenmerken en functies van deze fax ...........................1-12
(1) Schakelen van de kopieerfunctie naar de
faxfunctie..................................................................1-12
(2) Startmodus ..............................................................1-12
Berichtenvenster in de Startmodus ......................1-12
(3) Wat er gebeurt als u op de Reset-toets drukt..........1-12
(4) Roteer- en verzendfunctie .......................................1-13
(5) Geheugenontvangstfunctie......................................1-13
(6) Ontvangen documenten roteren..............................1-13
(7) Imaging van geheugen voor backup .......................1-13
Documenten verzenden.................................................1-14
Geschikte documenten .............................................1-16
Opmerkingen over geschikte documenten................1-16
Resoluties .................................................................1-17
One-touch toetsen.....................................................1-18
Documenten ontvangen (Autom. faxontvangst) .........1-20
Kopieën maken tijdens ontvangst.............................1-20
Geheugenontvangst .................................................1-20
Communicatie annuleren ..............................................1-21
(1) Geheugenverzending annuleren .............................1-21
(2) Rechtstreekse-invoerverzending annuleren............1-21
(3) Ontvangst annuleren ...............................................1-22
(4) Communicatie annuleren die wacht op starttijd.......1-22
Tekens invoeren.............................................................1-24
(1) Tekentabel...............................................................1-24
(2) Procedure................................................................1-24
One-touch toetsen..........................................................1-26
(1) Vastleggen...............................................................1-26
(2) Wijzigen en verwijderen...........................................1-28
(3) Nummer kiezen .......................................................1-28
(4) Een One-touch toetsenlijst afdrukken......................1-29
Functies voor opnieuw kiezen ......................................1-29
(1) Automatisch opnieuw kiezen...................................1-29
(2) Handmatig opnieuw kiezen .....................................1-29
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax.....2-1
Dubbelzijdige verzending..............................................2-2
Standby-verzending.......................................................2-3
Rondzenden....................................................................2-4
Onderbroken verzending ..............................................2-6
Communicatie met behulp van de timer ......................2-7
Een communicatiesessie in het geheugen bewerken ..2-8
(1) Voorbeeldafbeelding van wachtrijdocumenten
afdrukken..................................................................2-8
(2) Een communicatiesessie in de wachtrij gedwongen
starten ......................................................................2-8
(3) De inhoud van een communicatiesessie wijzigen ..2-9
(4) De communicatiesessie verwijderen .......................2-12
(5) Ontvangen documenten gedwongen afdrukken......2-12
Sectie
4
Informatie over faxberichten
beheren ......................................................4-1
Weergave communicatieresultaten ..............................4-2
(1) Weergave verzendresultaten ...................................4-2
(2) Weergave ontvangstresultaten ................................4-2
Beheerrapporten en lijsten afdrukken ..........................4-3
(1) Activiteitenrapport ....................................................4-3
(2) Bevestigingsrapport .................................................4-3
(3) Lijst eigen gegevens ................................................4-4
Sectie
5
Verschillende instellingen en
vastgelegde gegevens in deze fax ......5-1
Afdrukken van rapport in-/uitschakelen .......................5-2
2-in-1 ontvangst in-/uitschakelen ..................................5-3
Documentformaat instellen voor scannen vanuit de
papierlader
...................................................................5-3
Afdrukken van ontvangstdatum en
-tijd in-/uitschakelen
.......................................................5-4
De papierinvoerselectiemethode selecteren ................5-4
Sectie 3 Problemen oplossen................................3-1
Als het GEHEUGEN-indicatielampje brandt .................3-2
(1) WEES VOORZICHTIG bij het uitschakelen
van de stroom ...........................................................3-2
(2) Als een Stroomstoringsrapport wordt afgedrukt ......3-2
Als het FOUT-indicatielampje brandt
(en u het alarmsignaal hoort)
..........................................3-2
Als u een van deze berichten ziet..................................3-3
Tabellen voor het oplossen van problemen ................3-5
iii
Inhoudsopgave
Sectie 6 Optionele apparatuur...............................6-1
Unit voor dubbelzijdig afdrukken ..................................6-2
Dubbelzijdige ontvangst IN-/UITschakelen ...............6-2
Bitmapgeheugen toevoegen .........................................6-2
Imaging-geheugen toevoegen ......................................6-2
Sectie 7 Referentiegegevens ..................................7-1
Specificaties ....................................................................7-2
Tabel met beschikbare tekens ......................................7-3
Schema papierformaat en invoerprioriteit ...................7-4
Stroomschema’s van de menu’s ...................................7-5
Tabellen met foutcodes ..................................................7-8
Omgeving
Zorg dat u dit product niet installeert op plaatsen waar de
bovenkant of het bovenste deel van de achterzijde van de
machine wordt blootgesteld aan direct zonlicht. Door
dergelijke omstandigheden is het mogelijk dat de machine
fouten maakt bij het automatisch vaststellen van de juiste
grootte van originelen en documenten. Als de keuze van
een dergelijke omgeving onvermijdelijk is, plaats de
machine dan in een andere richting zodat blootstelling aan
direct zonlicht tot een minimum beperkt blijft.
Stroomvoorziening/aarding van het product
Sluit dit product NIET aan op hetzelfde stopcontact als
bijvoorbeeld een luchtreinigingsapparaat of
kopieermachine.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ INSTALLATIE
VOORZICHTIG
Laat de papierlader NIET openstaan om het risico
van persoonlijk letsel te vermijden. ..........................
Overige voorzorgsmaatregelen
Tijdens het verzenden, ontvangen of kopiëren mag u
NOOIT de klep aan de voorkant of de klep aan de zijkant
openen, de hoofdschakelaar uitzetten of de stekker uit het
apparaat trekken.
Dit product mag alleen worden gebruikt in het land van
aankoop vanwege de afwijkende veiligheids- en
communicatievoorschriften in elk land. (Communicatie
tussen verschillende landen is mogelijk dankzij de
internationale communicatienormen.)
Het is mogelijk dat dit product niet functioneert in gebieden
met slechte telefoonverbindingen of slechte
communicatieomstandigheden.
Interruptiemeldingen die aangeven dat er een tweede beller
op de lijn zit of andere optionele diensten van het
telefoonbedrijf die hoorbare tonen of klikken produceren,
kunnen de faxberichten verstoren of beëindigen.
Ongeacht de status van het apparaat, mag u, als het geluid
van de motor in het apparaat niet langer hoorbaar is, de
klep aan de voorzijde of aan de linkerzijde NOOIT openen,
noch de hoofdschakelaar uitzetten.
Lever de gebruikte accu in bij uw leverancier.
Deze instructiehandleiding bevat informatie over het gebruik
van de facsimilefuncties van deze machine. LEES OOK de
instructiehandleiding van uw kopieermachine en bewaar
beide handleidingen op een veilige plaats in de buurt van de
machine.
Raadpleeg tijdens het gebruik de instructiehandleiding van
uw kopieermachine voor informatie over de hiernaast
genoemde onderwerpen.
WAARSCHUWINGSLABELS
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR INSTALLATIE
VOORZORGSMAATREGELEN VOOR GEBRUIK
Het bijvullen van papier
Vervangen van de tonercassette
Wat te doen bij onjuiste papierinvoer
Problemen oplossen
De kopieermachine reinigen
iv
Belangrijk! Leest u dit eerst.
VOORZORGSMAATREGELEN BIJ GEBRUIK
1-1
Sectie
1
Basisgebruik van deze fax
1-2
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
1 Automatisch omkerende papiertransportfunctie (AOP-
papierlader) (ook wel Sheet-Thru Reversing Document
Feeder, ofwel SRDF genoemd)…Als u meerdere pagina’s in
deze papierlader plaatst, worden deze automatisch één voor één
doorgevoerd voor verzending.
2 Invoerhouder voor originelenPlaats de documenten die u wilt
verzenden op deze houder. U kunt hier maximaal 70 vellen
standaard A4-papier (maximaal 50 vellen B4 of A3-formaat)
tegelijkertijd op plaatsen.
3 PapiergeleidersDeze kunt u instellen op de gewenste breedte
van de originele documenten.
4 Linker zijklepOpen deze klep als een document blijft steken.
5 BovenklepNadat de documenten zijn gescand, worden deze
uitgeworpen op deze klep.
6 UitwerpgeleiderOpen deze geleider als u documenten met
een groter formaat verzendt, zoals B4 of A3.
7 AOP-hendelMet deze hendel kunt u de AOP-papierlader
openen en sluiten.
8 Indicatielampje “originelen gereed”Dit lampje geeft de status
aan van de documenten die u in de AOP-papierlader hebt geplaatst.
De documenten zijn correct geplaatst als het lampje groen is.
9 BedieningspaneelGebruik het bedieningspaneel om de
vereiste procedures voor faxcommunicatie uit te voeren.
0 AfdekplaatjesDeze twee plaatjes kunt u openen en sluiten als
u One-Touch kiesnummers wilt instellen. U kunt de beide plaatjes
ook openen als u de verschillende functietoetsen
(Rondzendtoets, enzovoort) wilt gebruiken.
! Opslaggedeelte voor kopieënOntvangen documenten worden
uitgeworpen en met de bedrukte zijde naar beneden opgeslagen
in het opslaggedeelte voor kopieën. Hierin kunnen maximaal
250 vellen standaardpapier (80 g/m
2
) worden opgeslagen.
@ LadenDeze faxmachine wordt standaard geleverd met twee
geïnstalleerde laden. Elke lade kan maximaal 550 vellen standaard-
papier (80 g/m
2
) bevatten. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw
kopieermachine voor meer informatie over het gebruik van de laden.
# Multi-bypass (optioneel)Als op deze machine de optionele
Multi-bypass is geïnstalleerd, kunt u hier ook papier plaatsen.
Raadpleeg de instructiehandleiding van uw kopieermachine voor
meer informatie over het gebruik van de Multi-bypass.
$ Telefoonaansluiting (T)Gebruik deze aansluiting om een apart
aangeschafte telefoon aan te sluiten op de fax.
[OPMERKING] Deze aansluiting is niet beschikbaar in Nederland
of Ierland.
% Lijnaansluiting (L)Gebruik deze aansluiting om de faxmachine
aan te sluiten op een telefoonlijn met behulp van de modulaire
telefoonkabel.
^ ServiceschakelaarSchakel deze in (I) wanneer u de machine
voor het eerst in gebruik neemt. Als deze schakelaar is
ingeschakeld, is faxontvangst mogelijk, zelfs als de
hoofdschakelaar is uitgeschakeld. (Normaal gesproken hoeft u
deze schakelaar niet uit (O) te schakelen.)
& HoofdschakelaarSchakel deze in (I) als u fax- of
kopieerhandelingen wilt uitvoeren. Het berichtenvenster wordt
verlicht en u kunt de machine in gebruik nemen.
(Achteraanzicht)
Namen van onderdelen
(1) Belangrijkste onderdelen en functies
De volgende sectie bevat informatie over de namen en functies van de
onderdelen die vereist zijn wanneer deze machine wordt gebruikt als
faxapparaat. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw kopieermachine
voor meer informatie over de overige onderdelen van deze machine.
(Vooraanzicht)
1-3
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(2) Onderdelen bedieningspaneel en functies
In dit deel worden de namen en functies beschreven van de toetsen en indicatielampjes die van
toepassing zijn wanneer deze machine als faxapparaat wordt gebruikt. Raadpleeg de
instructiehandleiding van uw kopieermachine voor meer informatie over de toetsen en
indicatielampjes die van toepassing zijn wanneer deze machine als kopieerapparaat wordt gebruikt.
1 BerichtenvensterBedieningsprocedures, informatie over
problemen, enzovoort, worden weergegeven in het
berichtenvenster.
2 Cursor naar links-toetsDruk op deze toets als u de cursor in
het berichtenvenster naar links wilt verplaatsen.
3 Cursor naar rechts-toetsDruk op deze toets als u de cursor in
het berichtenvenster naar rechts wilt verplaatsen.
4 Cursor omlaag-toetsDruk op deze toets als u de cursor in het
berichtenvenster naar beneden wilt verplaatsen.
5 Cursor omhoog-toetsDruk op deze toets als u de cursor in het
berichtenvenster naar boven wilt verplaatsen.
6 Enter ( ) -toetsDruk op deze toets als u wilt doorgaan naar
de volgende stap in een bewerking of als u de gegevens die u
hebt ingevoerd tijdens de instellings- en registratieprocedures,
wilt vastleggen.
7 OnderbrekingstoetsDruk op deze toets als u de ontvangst van
een fax wilt onderbreken om kopieën te maken. De
onderbrekingstoets wordt verlicht als de machine de status
Onderbroken heeft.
8 ToetsenblokGebruik het toetsenblok als u bijvoorbeeld
faxnummers wilt invoeren.
9 Reset-toetsDruk op deze toets als u een bewerking wilt
annuleren die bezig is en als u de instellingen van het
bedieningspaneel wilt terugzetten op de standaardwaarden.
0 Stop/Wissen-toetsDruk op deze toets als u gegevens wilt
herzien die u hebt ingevoerd en het berichtenvenster wilt
terugzetten naar de vorige stap. (Wanneer u al op de Enter-toets
hebt gedrukt om de gegevens vast te leggen, kunt u het
berichtenvenster echter NIET meer terugzetten naar de vorige
stap.) Druk ook op deze toets tijdens de procedures voor het
vastleggen, wijzigen of verwijderen van gegevens als u de
gegevens wilt verwijderen die op dat moment worden
weergegeven.
! Start-toetsDruk op deze toets als u de faxverzending en het
handmatig ontvangen van faxberichten wilt starten.
@ FAXEN-toetsDruk op deze toets als u wilt schakelen van de
kopieerfunctie naar de faxfunctie. Deze toets is verlicht als de
machine functioneert als faxapparaat.
# KOPIËREN-toetsDruk op deze toets als u wilt schakelen van
de faxfunctie naar de kopieerfunctie. Deze toets is verlicht als de
machine functioneert als kopieerapparaat.
1-4
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
$ ANTW.APPARAATmodus-indicatielampjeAls dit lampje brandt,
is de fax actief in de ontvangstmodus voor antwoordapparaat.
% HANDMATIG OV-indicatielampjeAls dit lampje brandt, is de
fax actief in de Handmatige-faxontvangstmodus. Als het niet
brandt, is de fax actief in de Automatische-faxontvangstmodus.
De Automatische-faxontvangstmodus is de standaardinstelling
van deze fax.
^ GEHEUGEN VZ-indicatielampje
Als dit lampje brandt, is de fax
actief in de Geheugenverzendmodus. De geheugenverzendmodus
is de standaardinstelling van deze fax. Als u de Rechtstreekse-
invoerverzendmodus wilt gebruiken, houdt u de toets GEHEUGEN
VZ ingedrukt totdat het lampje uitgaat.
& FOUT-indicatielampjeAls dit lampje brandt, is er een storing
opgetreden in de communicatie of is er een mechanische fout
opgetreden.
* COMMUNICATIE-indicatielampjeAls dit lampje brandt, vindt
er op dit moment een bepaalde faxcommunicatie plaats (er wordt
een bericht ontvangen of verstuurd). Als een apart aangeschaft
telefoontoestel op deze faxmachine is aangesloten, knippert dit
lampje zolang het telefoontoestel wordt gebruikt.
( GEHEUGEN-indicatielampjeAls dit lampje brandt, zijn er
documenten in het geheugen aanwezig die wachten op afdrukken
of die wachten totdat de aangewezen starttijd ingaat zodat ze
kunnen worden verzonden. Als dit lampje knippert, worden
documenten op dit moment gescand of in het geheugen ontvangen.
) OP-DE-HAAK-toetsAls een apart aangeschaft telefoontoestel
op deze faxmachine is aangesloten, drukt u op deze toets als u
wilt bellen zonder de hoorn van het toestel af te nemen.
OP-DE-HAAK-indicatielampje Als een apart aangeschaft
telefoontoestel op deze faxmachine is aangesloten en dit lampje
brandt, is er op de OP-DE-HAAK-toets gedrukt terwijl de hoorn
nog steeds op de haak ligt, waardoor u kunt bellen zonder te
hoeven opnemen.
¤ PAUZE/OPN. KIEZEN-toets Druk op deze toets als de fax
actief is in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus en u wilt
aangeven dat de fax automatisch het laatst gekozen
telefoonnummer opnieuw moet kiezen.
Druk ook op deze toets als u een faxnummer invoert en u op dat
precieze punt een kiespauze van enkele seconden wilt invoegen.
Een pauze in een nummer herkent u aan een streepje (-) in het
berichtenvenster.
AFK./INDEX-toetsDruk op deze toets als u een nummer wilt
kiezen met behulp van afgekorte nummers of als u de lijst met
verkorte kiesnummers wilt openen.
Resolutie-selectietoetsDruk op deze toets als u de resolutie
wilt selecteren die het meest geschikt is voor de documenten die
moeten worden verzonden. Kies uit de volgende vijf beschikbare
instellingen: Normaal, FIJN, SUPERFIJN, ULTRAFIJN en
FOTOMODUS.
Resolutie-indicatielampjes Gewoonlijk branden geen van de
resolutie-indicatielampjes, wat aangeeft dat de Normale resolutie is
geselecteerd. Als u een andere resolutie dan Normaal wilt
gebruiken, drukt u op de Resolutie-selectietoets totdat het resolutie-
indicatielampje brandt dat hoort bij de gewenste resolutie.
Contrast-selectietoetsDruk op deze toets als u het
contrastniveau wilt selecteren dat het meest geschikt is voor de
documenten die moeten worden verzonden.
Contrast-indicatielampjesDeze lampjes geven de drie
beschikbare niveaus in het scancontrast weer. Als geen van
beide lampjes branden, is de Normale contrastinstelling
geselecteerd. Als u het contrast voor het scannen van de
documenten wilt vergroten (donkerder wilt maken), houdt u de
contrast-selectietoets ingedrukt totdat het indicatielampje
DONKERDER gaat branden. Als u het contrast wilt verkleinen
(lichter wilt maken), houdt u de contrast-selectietoets ingedrukt
totdat het indicatielampje LICHTER gaat branden.
° One-Touch toetsen (nr. 1 nr. 80)Voor deze fax zijn 80 one-
touch toetsen beschikbaar. Laat de beide afdekplaatjes gesloten
voor gebruik van de one-touch toetsen nummer 1 tot en met 32.
Open alleen het bovenste afdekplaatje als u de one-touch
toetsen met de nummers 33 tot en met 64 wilt gebruiken. Open
de beide afdekplaatjes als u de one-touch toetsen met de
nummers 65 tot en met 80 wilt gebruiken.
U kunt voor elk van de toetsen opgeven of deze moet
functioneren als one-touch toets, programmatoets, groepsgewijze
inbeltoets of gekoppelde inbeltoets. Gebruik deze toetsen ook
voor het vastleggen van bijvoorbeeld namen van bestemmingen.
In dat geval heeft elke toets één functie, ongeacht of een van
beide of beide afdekplaatjes geopend of gesloten zijn.
* Bij het invoeren van de tekens fungeren de one-touch toetsen
nummer 31 en 63 als SPATIE-toetsen, waarmee u een spatie
tussen tekens kunt invoegen. One-touch toetsen nummer 32 en
64 fungeren als CAPS LOCK-toets.
(Met beide afdekplaatjes gesloten)
(Met één afdekplaatje geopend)
· ANTW.APPARAAT-toetsDruk op deze toets als u het
ANTW.APPARAAT-indicatielampje wilt laten branden. Daardoor
selecteert u de antwoordapparaatontvangstmodus wanneer een
apart aangeschaft telefoontoestel met antwoordapparaatfunctie
op deze faxmachine is aangesloten.
HANDMATIG OV-toetsDruk op deze toets als u wilt schakelen
tussen de Automatische-faxontvangstmodus en de Handmatige-
faxontvangstmodus.
Œ GEHEUGEN VZ-toetsDruk op deze toets als u wilt schakelen
tussen de Geheugenverzendmodus en de Rechtstreekse-
invoerverzendmodus.
VASTLEGGEN-toetsDruk op deze toets als u informatie wilt
registreren die hoort bij het gebruik van de faxmachine.
´ CONFIGURATIE-toetsDruk op deze toets als u instellingen wilt
configureren die horen bij het gebruik van de faxmachine.
RAPPORTAFDRUK-toetsDruk op deze toets als u een
bepaald rapport of bepaalde lijst wilt afdrukken.
ˇ INFORMATIE-toetsDruk op deze toets als u wilt achterhalen of
de verzending/ontvangst van een bepaald faxbericht correct is
uitgevoerd. De status van de 10 laatst verstuurde faxberichten en
de 10 laatst ontvangen faxberichten kunt u verifiëren in het
berichtenvenster. Druk ook op deze toets als u informatie wilt
annuleren of wijzigen die hoort bij faxberichten die in het
geheugen wachten totdat de starttijd ingaat.
Á RONDZENDEN-toetsDruk op deze toets als u de procedures
voor Rondzenden wilt uitvoeren.
¨ POLLING-toets Druk op deze toets als u de procedures voor
Polling-communicatie wilt uitvoeren.
ˆ VERTROUWELIJK-toets Druk op deze toets als u de
procedures voor Vertrouwelijke communicatie wilt uitvoeren.
Ø DOORZENDEN-toets Druk op deze toets als u de procedures
voor Doorzenden wilt uitvoeren.
UITGESTELD VZ-toets Druk op deze toets als u procedures
wilt uitvoeren voor faxcommunicatie waarbij de timer wordt
gebruikt.
Å SUBADRES-toets Druk op deze toets als u de op F-code
gebaseerde communicatieprocedures wilt uitvoeren.
Í DUBBELZIJDIG VZ-toets (SPATIE-toets)Druk op deze toets
als u de procedures voor Dubbelzijdige verzending van
documenten wilt uitvoeren.
* Wanneer u tekens invoert, fungeert deze toets als SPATIE-toets
waarmee u een spatie tussen tekens kunt invoegen.
Î WISSELEN DISPLAY-toets (CAPS LOCK-toets)Wanneer u
tegelijkertijd twee bewerkingen uitvoert (functie Tweevoudige
toegang) zoals kopiëren tijdens het verzenden van een fax
kan het berichtenvenster worden omgeschakeld zolang deze
toets wordt ingehouden, om zo de bewerkingen in de achtergrond
te volgen.
* Wanneer u tekens invoert, fungeert deze toets als CAPS
LOCK-toets.
1-5
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(Met beide afdekplaatjes geopend)
1-6
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Voorbereidingen
Wanneer u na aankoop van deze machine de faxfunctie voor het eerst in gebruik
neemt, voert u de aanwijzingen uit volgens de procedures in (1) De bijgesloten
labels aanbrengen tot en met (4) Eigen gegevens vastleggen.
(1) De bijgesloten labels aanbrengen
Op het bedieningspaneel vindt u symbolen in plaats van specifieke
termen om de functie van elke toets en elk indicatielampje te beschrijven.
De naam in elke taal voor elk van deze symbolen is afgedrukt op de
labels met toetsomschrijvingen die bij deze fax zijn meegeleverd. In de
omschrijvingen in deze instructiehandleiding worden de namen gebruikt
die op deze labels zijn afgedrukt, als wordt verwezen naar de toetsen en
indicatielampjes op het bedieningspaneel. Daarnaast zijn er labels met
speciale tekens beschikbaar waarop de speciale letters en overige
tekens staan weergegeven die voor elke taal beschikbaar zijn. Dit is
handig als u letters voor een specifieke taal wilt gebruiken bij het
vastleggen van bestemmingsnamen in die taal.
Voor elke taal is er een naamlabel beschikbaar waarop voor elk van de
symbolen de naam wordt gegeven van de bijbehorende toetsen en
indicatielampjes op het bedieningspaneel. Dit label brengt u ergens op
de faxmachine aan waar de gebruiker deze gemakkelijk kan
raadplegen. (Wij raden u aan het label op de hoek van de bovenklep
aan te brengen, zoals aangegeven in de afbeelding.)
De labels met speciale tekens voor elke taal vindt u op hetzelfde
vel als de labels met de namen van toetsen en indicatielampjes.
Het label voor de taal die wordt gebruikt in het berichtenvenster,
brengt u aan op de bovenzijde van het bovenste afdekplaatje, recht
onder one-touch toets nr. 30.
FAXEN
KOPIËREN
OP-DE-HAAK
PAUZE
OPNIEUW KIEZEN
AFK./INDEX
FOTOMODUS
ULTRAFIJN
SUPERFIJN
FIJN
DONKERDER
LICHTER
SPATIE
CAPS LOCK
VASTLEGGEN
CONFIGUREREN
RAPPORTAFDRUK
INFORMATIE
RONDZENDEN
POLLING
VERTROUWELIJK
DOORZENDEN
UITGESTELD VZ
SUBADRES
DUBBELZIJDIG VZ
WISSELEN DISPLAY
ANTW.APPARAAT
FOUT
HANDMATIG OV
COMMUNICATIE
GEHEUGEN VZ
GEHEUGEN
1-7
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(2) TTI-verzenden Aan/Uit zetten
De TTI (Transmit Terminal Identifier) geeft informatie over de afzender
(zoals de tijd van verzending, het aantal paginas, de naam van uw
station en uw faxnummer) die automatisch wordt verstuurd naar de fax
van de ontvangende partij en wordt afgedrukt op de ontvangen
documenten. Bij deze faxmachine kan de gebruiker hier selecteren of
deze TTI-informatie wel of niet moet worden verstuurd naar de fax van
de ontvangende partij en (als dat het geval is) of de TTI-tekst binnen of
buiten de rand van de verzonden pagina wordt afgedrukt.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt onderbreken,
drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
Weergave van de Startmodus controleren
Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in
de Startmodus van de faxfunctie staat.
(Zie (2) Startmodus op pagina 1-12.)
* Als de fax niet in de modus Faxfunctie staat, drukt u op de
toets FAXEN zodat deze toets wordt verlicht.
Druk op de Enter-toets.
* De asterisk (*) in het berichtenvenster geeft aan wat de
huidige instelling is.
Verzending en locatie van de TTI-informatie
selecteren
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te
geven of u de TTI-informatie wel of niet wilt verzenden en (als
u deze wel wilt verzenden) om de locatie voor het afdrukken
van deze informatie te selecteren.
* Als u Buiten de pagina hebt geselecteerd, wordt de TTI-
informatie buiten de rand van de verzonden pagina
afgedrukt.
Druk op de Enter-toets.
De instelling van de TTI-verzending is voltooid.
* Als u wilt terugkeren naar de instellingen van de Startmodus,
gebruikt u de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om
Einde te selecteren. Druk vervolgens op de Enter-toets.
Beide afdekplaatjes openen
Open de beide plaatjes die de one-touch toetsen (rechts van
het bedieningspaneel) bedekken.
De modus Facsimile instellen invoeren
Druk op de toets CONFIGURATIE.
Het menu Facsimile instellen verschijnt in het berichtenvenster.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om TTI te
selecteren.
11
22
33
44
55
66
77
Facsimile instellen:
Einde
TTI :Buiten pag
Rapport afdrukken
PP
Facsimile instellen:
Einde
TTI :Buiten pag
Rapport afdrukken
PP
TTI:
*Buiten de pagina
Binnen de pagina
Niet afdrukken
TTI:
*Buiten de pagina
Binnen de pagina
Niet afdrukken
Facsimile instellen:
Einde
TTI :Buiten pag
Rapport afdrukken
PP
30-NOV-1999 10:00
Plaats originelen in feeder.
1-8
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(3) Datum en tijd instellen
Hier stelt u de datum en de tijd in die worden weergegeven in het
berichtenvenster. Zorg dat de datum en tijd die u hier instelt,
CORRECT zijn omdat deze dienen als basis voor alle vormen van
faxcommunicatie waarvoor de timer wordt gebruikt.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt onderbreken,
drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
Weergave van de Startmodus controleren
Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in
de Startmodus van de faxfunctie staat.
(Zie (2) Startmodus op pagina 1-12.)
* Als de fax niet in de modus Faxfunctie staat, drukt u op de
toets FAXEN zodat deze toets wordt verlicht.
De Programmeermodus invoeren
Open de beide afdekplaatjes die de one-touch toetsen
bedekken en druk op de toets VASTLEGGEN.
Het menu Programma verschijnt in het berichtenvenster.
Doorloop het menu met de cursor omhoog- of cursor omlaag-
toets en selecteer Registr. Eigen naam.
11
22
33
Druk op de Enter-toets.
De datum en tijd invoeren
Gebruik het toetsenblok om de huidige datum en tijd in te voeren.
* Als u de cursor naar de volgende spatie wilt laten springen,
drukt u op de cursor naar rechts-toets.
* Als u de huidige weergegeven datum en tijd wilt wissen uit het
berichtenvenster en deze nogmaals vanaf het begin wilt
invoeren, drukt u op de Stop/Wissen-toets.
Druk op de Enter-toets.
De instelling van de tijd en datum is voltooid.
* Als u klaar bent met het invoeren van de instellingen, drukt u
op de Reset-toets.
In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de
instellingen van de Startmodus.
Druk op de Enter-toets. Het menu Registr. Eigen naam wordt
weergegeven in het berichtenvenster.
Doorloop het menu met de cursor omhoog- of cursor omlaag-
toets en selecteer Datum en tijd.
44
55
66
77
88
Programma:
Einde
Registr. Verkort kiesnr.
Registr. 1-Touch toets
Programma:
Subadres box origineel
Registr. encryptiecode
Registr. eigen naam
PP
Registr. eigen naam:
Einde
v :
Eigen naam :
Registr. eigen naam:
Ontv. op afst. :55
Adst.diagn. ID :0000
Datum en tijd :10:00
Datum en tijd:30-11-1999 10:00
Stel datum & tijd in
Datum en tijd:01-12-1999 12:00
Stel datum & tijd in
Registr. eigen naam:
Ontv. op afst. :55
Adst.diagn. ID :0000
Datum en tijd :12:00
30-NOV-1999 10:00
Plaats originelen in feeder.
1-9
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
1 Uw faxnummer vastleggen
* Volg de onderstaande procedure ook om reeds
geregistreerde informatie te wijzigen.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt
onderbreken, drukt u op de Reset-toets. In het
bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de instellingen
van de Startmodus.
Weergave van de Startmodus controleren
Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in
de Startmodus van de faxfunctie staat.
(Zie (2) Startmodus op pagina 1-12.)
* Als de fax niet in de modus Faxfunctie staat, drukt u op de
toets FAXEN zodat deze toets wordt verlicht.
De Programmeermodus invoeren
Open de beide afdekplaatjes die de one-touch toetsen
bedekken en druk op de toets VASTLEGGEN.
Het menu Programma verschijnt in het berichtenvenster.
Doorloop het menu met de cursor omhoog- of cursor omlaag-
toets en selecteer Registr. Eigen naam.
Druk op de Enter-toets. Het menu Registr. eigen naam wordt
weergegeven in het berichtenvenster.
Druk nogmaals op de Enter-toets.
Uw faxnummer invoeren
Gebruik het toetsenblok om uw faxnummer in te voeren.
* Het faxnummer mag maximaal 20 cijfers lang zijn.
* Als u het nummer dat nu wordt weergegeven wilt wissen uit
het berichtenvenster, drukt u op de Stop/Wissen-toets.
Druk op de Enter-toets.
De registratie van uw faxnummer is voltooid.
* Als u wilt terugkeren naar de instellingen van de Startmodus,
drukt u op de Reset-toets.
(4)
Eigen gegevens vastleggen
Als u hier informatie wilt vastleggen waarmee u uw station omschrijft
(faxnummer, naam en ID van het station), kunt u deze versturen
naar de fax van de ontvangende partij en afdrukken op de ontvangen
documenten. Zo laat u diegene weten wie de afzender van het
faxbericht is.
11
22
33
44
55
66
77
Programma:
Einde
Registr. Verkort kiesnr.
Registr. 1-Touch toets
Programma:
Subadres box origineel
Registr. encryptiecode
Registr. eigen naam
PP
Registr. eigen naam:
Einde
v :
Eigen naam :
v :
_
20 cijfers
Voer faxnummer in
v :
684256_
20 cijfers
Voer faxnummer in
Registr. eigen naam:
Einde
v :
684256
Eigen naam :
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
1-10
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
2 Naam station vastleggen
Als u hier uw naam registreert, wordt deze weergegeven in het
berichtenvenster van de faxmachine van de andere partij,
evenals op het Ontvangstrapport dat daar wordt afgedrukt.
(Deze functie werkt alleen gegarandeerd als de fax van de
andere partij een van onze modellen is.)
* Gebruik de volgende procedure ook om reeds vastgelegde
informatie te wijzigen.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt
onderbreken, drukt u op de Reset-toets. In het bedienings-
paneel verschijnen vervolgens weer de instellingen van de
Startmodus.
Voer stap 1 tot en met 4 uit van
1 Uw faxnummer
vastleggen op pagina 1-9.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Eigen
naam te selecteren.
Druk op de Enter-toets.
De naam van uw station invoeren
Voer de gewenste naam voor uw station in.
(Zie Tekens invoeren op pagina 1-24.)
* De naam van uw station mag maximaal 32 tekens lang zijn.
* De stationnaam die u hier registreert, wordt weergegeven in
het berichtenvenster van de faxmachine van de andere
partij, evenals op het Ontvangstrapport dat daar wordt
afgedrukt. (Deze functie werkt alleen gegarandeerd als de
fax van de andere partij een van onze modellen is.)
* Als u de huidige weergegeven naam wilt wissen uit het
berichtenvenster, drukt u gewoon op de Stop/Wissen-toets.
Druk op de Enter-toets.
De registratie van de naam van uw station is voltooid.
* Als u wilt terugkeren naar de instellingen van de Startmodus,
drukt u op de Reset-toets.
11
22
33
44
55
Registr. eigen naam:
Einde
v :
Eigen naam :
Registr. eigen naam:
Einde
v :
Eigen naam :
Voer eigen naam in.
S-Pjt
(Kleine-lettermodus)
Voer eigen naam in.
Registr. eigen naam:
Einde
v :
Eigen naam :S-Pjt
1-11
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Druk op de Enter-toets.
3 Uw station-ID vastleggen
* Gebruik de onderstaande procedure ook om informatie aan
te passen die reeds is vastgelegd.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt
onderbreken, drukt u op de Reset-toets. In het
bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de
instellingen van de Startmodus.
Voer stap 1 tot en met 4 uit van
1 Uw faxnummer
vastleggen op pagina 1-9.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om
Eigen ID te selecteren.
11
22
33
Voer met behulp van het toetsenblok de gewenste station-ID
in (4 cijfers).
* Als u het weergegeven nummer wilt terugzetten op 0000,
drukt u op de toets Stop/Wissen.
44
Druk op de Enter-toets.
De registratie van uw station-ID is voltooid.
* Als u wilt terugkeren naar de instellingen van de Startmodus,
drukt u op de Reset-toets.
55
Registr. eigen naam:
Einde
v :
Eigen naam :
Registr. eigen naam:
v :
Eigen naam :
Eigen ID :0000
Eigen ID:0
000
Voer ID-nummer in.
Eigen ID:3
324
Voer ID-nummer in.
Registr. eigen naam:
v :
Eigen naam :
Eigen ID :3324
Berichtenvenster in de Startmodus
Hieronder ziet u het berichtenvenster in de Startmodus.
CONTROLEER of het juiste bericht wordt weergegeven
VOORDAT u een faxbewerking uitvoert.
(3) Wat er gebeurt als u op de Reset-toets
drukt
Als u een procedure op een bepaald moment wilt onderbreken, drukt
u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
* Als er echter al documenten waren geplaatst wanneer u op de
Reset-toets drukt, blijft het weergegeven formaat van die
documenten in het berichtenvenster aanwezig.
* Afhankelijk van de status van de bewerking, is het mogelijk dat er
niets gebeurt wanneer u op de Reset-toets drukt.
1-12
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Kenmerken en functies van deze fax
Dit deel bevat een beschrijving van de verschillende kenmerken en
functies die u moet kennen als u deze machine wilt gebruiken als
faxmachine.
(1) Schakelen van de kopieerfunctie naar
de faxfunctie
Deze machine is feitelijk ontworpen voor gebruik als kopieermachine
en de standaardinstelling is dan ook de modus Kopiëren. Daarom
moet u de machine eerst omschakelen naar de faxfunctie, voordat u
een fax kunt versturen naar een andere partij.
Omdat de standaardinstelling voor het ontvangen van faxberichten
echter de Automatische-faxontvangstmodus is, is ontvangst van
faxberichten mogelijk. Bovendien worden de ontvangen documenten
automatisch afgedrukt, ook al staat de machine in de modus
Kopiëren.
(2) Startmodus
Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in de
Startmodus van de Faxfunctie staat, VOORDAT u een faxbewerking
uitvoert.
De Startmodus heeft betrekking op de toestand van de faxmachine
wanneer deze wacht op het starten van een bepaalde actie. Als een
dergelijke actie met succes is voltooid, verschijnen in het
bedieningspaneel weer de instellingen van de Startmodus.
Als de machine in de modus Kopiëren staat, brandt het lampje
in de toets KOPIËREN en wordt in het berichtenvenster het
bericht weergegeven dat de Kopieerfunctie actief is.
Als u wilt omschakelen naar de Faxfunctie, drukt u op de toets
FAXEN. Als de machine in de Faxmodus staat, brandt het
lampje in de toets FAXEN en wordt in het berichtenvenster het
bericht weergegeven dat de Faxfunctie actief is.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
1-13
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(4) Roteer- en verzendfunctie
Deze functie zorgt ervoor dat als u documenten van A4-formaat (in
de breedte) in de AOP-papierlader of op de glasplaat legt, de
gescande gegevens 90° worden gedraaid, tegen de richting van de
klok in, en worden verzonden als A4R-documenten (in de
lengterichting).
* De Roteer- en verzendfunctie voor documenten in de AOP-
papierlader werkt alleen als u de instelling Standaard formaat
origin. selecteert, wanneer u de documentgrootte instelt voor
scannen vanuit de papierlader.
(Zie Documentformaat instellen voor scannen vanuit de
papierlader op pagina 5-3).
* De Roteer- en verzendfunctie functioneert alleen bij A4-documenten.
(5) Geheugenontvangstfunctie
Als u niets kunt afdrukken omdat het papier op is of is vastgelopen,
worden de gegevens voor alle ontvangen documenten tijdelijk
opgeslagen in het geheugen en automatisch afgedrukt zodra dit
weer mogelijk is.
* Als om welke reden dan ook de stroomvoorziening naar de fax
uitvalt, kan een deel van de eerste gegevens die in het geheugen
werden ontvangen, verloren gaan. Vraag de andere partij om de
documenten waarvan gegevens verloren zijn gegaan, opnieuw te
verzenden.
(Zie: Geheugenontvangst op pagina 1-20.)
(6) Ontvangen documenten roteren
Zelfs als de stand van de ontvangen documenten en die van het
geplaatste papier verschillend is, worden dankzij deze functie de
ontvangen gegevens 90° (tegen de richting van de klok in) gedraaid
voordat deze worden afgedrukt, zolang het formaat maar hetzelfde is
(A4 of A5). Dit is een standaardfunctie van deze machine en u hoeft
hiervoor geen speciale instellingen te programmeren.
* Afhankelijk van het gebruikte type communicatie kan het soms
gebeuren dat rotatie van de ontvangen gegevens niet mogelijk is.
(7) Imaging van geheugen voor backup
Als om welke reden dan ook de stroomvoorziening naar de fax
uitvalt, blijven alle gegevens met betrekking tot de reeds in het
Imaging-geheugen ontvangen documenten of van documenten die
wachten op verzending, 30 minuten lang bewaard dankzij de
reserveaccu in deze machine. Hiervoor is wel een optioneel Imaging-
geheugen van 4 MB vereist (waardoor het totale geheugen in de
machine op 8 MB komt).
Dit garandeert dat wanneer de stroomvoorziening naar de fax binnen
die periode wordt hersteld, de geplande berichten die vóór de
stroomuitval nog wachtten in het geheugen, volgens de planning
worden verzonden.
Als de stroomvoorziening naar de fax niet binnen die periode kan
worden hersteld en er gegevens verloren gaan, wordt er zodra de
stroomvoorziening weer is hersteld automatisch een
stroomstoringsrapport afgedrukt. Hierin wordt vermeld welke
informatie verloren is gegaan.
* De feitelijke tijdsduur gedurende welke de reserveaccu de
gegevens in het geheugen bewaart, kan verschillen naar gelang de
omstandigheden en de omgeving waarin deze machine wordt
gebruikt.
* Afhankelijk van bepaalde omstandigheden in deze machine kan
een deel van de eerste ontvangen gegevens verloren gaan. Vraag
in dat geval de andere partij om de documenten waarvan gegevens
verloren zijn gegaan, opnieuw te verzenden.
1-14
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Documenten verzenden
In dit deel wordt de standaardmethode voor het verzenden van documenten
beschreven. Lees alle informatie, bijvoorbeeld over geschikte documenten door,
zodat u de faxmachine op de juiste manier gebruikt.
11
Schakelen naar de faxfunctie
Druk op de toets FAXEN om over te schakelen naar de Faxmodus.
* Als het lampje in deze toets brandt, is de machine actief in de
modus Faxen.
* Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in de
Startmodus van de faxfunctie staat. Als het bedieningspaneel niet
in de Startmodus staat, druk dan op de Reset-toets.
22
De verzendmodus selecteren
Selecteer de gewenste verzendmodus.
* Er zijn twee verzendmodi beschikbaar bij deze fax:
Geheugenverzending en Rechtstreekse-invoerverzending.
Geheugenverzending is de standaardinstelling van deze
faxmachine en in dit geval brandt het indicatielampje
GEHEUGEN VZ.
* Als u wilt schakelen tussen de Geheugenverzendmodus en de
Rechtstreekse-invoerverzendmodus, opent u de beide
afdekplaatjes en drukt u op de toets GEHEUGEN VZ.
* Als het GEHEUGEN VZ-indicatielampje NIET brandt, staat
de fax in de modus Rechtstreekse-invoerverzending.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
1-15
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Geheugenverzendmodus
(Verzenden vanuit de AOP-papierlader)
Bij deze geheugenverzendmethode wordt het nummer van de
bestemmingsfax automatisch gekozen NADAT de documenten
in de AOP-papierlader zijn geplaatst, zijn gescand en in het
geheugen zijn geladen. Op deze manier worden de documenten
er klaar voor gebruik weer uitgeworpen, zonder dat u hoeft te
wachten tot ze daadwerkelijk zijn verzonden. Dit is een bijzonder
gebruiksvriendelijke methode, die vooral handig is bij het
verzenden van documenten die bestaan uit meerdere paginas.
* Geheugenverzending is de standaardinstelling van deze fax
en het indicatielampje GEHEUGEN VZ brandt wanneer de fax
actief is in deze modus.
Als dit indicatielampje NIET brandt, drukt u net zo lang op de
toets GEHEUGEN VZ totdat het lampje brandt.
Geheugenverzendmodus (Verzenden vanaf de glasplaat)
Deze geheugenverzendmethode is ideaal voor het verzenden van boeken en dergelijke die niet in de
AOP-papierlader kunnen worden geplaatst. Documenten worden één voor één rechtstreeks op de
glasplaat geplaatst. Nadat eerst alle documenten zijn gescand en in het geheugen zijn geladen, wordt
vervolgens het nummer van de bestemmingsfax gedraaid. In dit geval moet u, nadat elke pagina is
gescand, aangeven of u nog meer paginas wilt verzenden en wat het formaat is van deze paginas. U
kunt de juiste procedure uitvoeren door de in het berichtenvenster weergegeven stappen uit te voeren.
* Het GEHEUGEN VZ-indicatielampje brandt wanneer de fax actief is in de Geheugenverzendmodus.
Als dit indicatielampje NIET brandt, drukt u net zo lang op de toets GEHEUGEN VZ totdat het lampje
brandt.
Rechtstreekse-invoerverzendmodus
(Verzenden vanuit de AOP-papierlader)
Bij deze rechtstreekse verzendmethode wordt eerst het
nummer van de bestemmingsfax gedraaid. Nadat de
verbinding met de andere faxmachine is gemaakt, worden de
documenten die in de AOP-papierlader zijn geplaatst, gescand
en vervolgens verzonden. Als een document wordt verzonden
dat uit meerdere paginas bestaat, wordt de tweede pagina
gescand nadat de gegevens voor de eerste pagina zijn
verzonden.
* Als u de Rechtstreekse-invoerverzendmodus wilt gebruiken
wanneer het GEHEUGEN VZ-indicatielampje brandt, drukt u
op de GEHEUGEN VZ-toets totdat het indicatielampje uitgaat.
* Als u de verzending wilt onderbreken verwijdert u gewoon de
resterende documenten uit de AOP-papierlader.
Rechtstreekse-invoerverzendmodus (Verzenden vanaf de glasplaat)
Deze rechtstreekse verzendmethode is ideaal voor het verzenden van boeken en dergelijke die niet in de
AOP-papierlader kunnen worden geplaatst. Documenten worden één voor één rechtstreeks op de
glasplaat geplaatst. Vervolgens wordt eerst het nummer van de bestemmingsfax gedraaid, en nadat de
verbinding met de andere faxmachine is gemaakt, begint het scannen van het document en wordt het
document verzonden. Dit proces wordt uitgevoerd voor elke pagina die u wilt verzenden. In dit geval
moet u na het scannen van alle paginas aangeven of u nog meer paginas wilt verzenden en wat het
formaat is van deze paginas. U kunt de juiste procedure uitvoeren door de in het berichtenvenster
weergegeven stappen uit te voeren.
* Nadat alle paginas zijn verzonden, hoort u het alarmsignaal om aan te geven dat u de volgende pagina
kunt plaatsen. Als u geen ander document op de glasplaat legt binnen een bepaalde tijd nadat het
alarmsignaal heeft geklonken, wordt de verzending op dat moment beëindigd.
* Als u de Rechtstreekse-invoerverzendmodus wilt gebruiken wanneer het GEHEUGEN VZ-
indicatielampje brandt, drukt u op de GEHEUGEN VZ-toets totdat het indicatielampje uitgaat.
<Verzendmodi>
1-16
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Documenten plaatsen
1 Stel de papiergeleiders in op de breedte van de
documenten die u wilt verzenden.
2 Trek de uitwerpgeleider uit als u documenten wilt
verzenden met een groter formaat, zoals B4 of A3.
Geschikte documenten
> Bij plaatsing in de AOP-papierlader:
Type: Normaal papier, gekleurd papier, recycled papier
Formaat: A5R A3, Folio
(Breedte: 148 mm 297 mm, lengte: 148 mm 1700 mm)
* Als u probeert een document te verzenden dat langer is dan
1700 mm, wordt in het berichtenvenster gemeld dat het
document is vastgelopen in de SRDF.
Papiergewicht Enkelzijdige documenten: 35 g/m
2
- 160 g/m
2
Dubbelzijdige documenten: 50 g/m
2
- 120 g/m
2
Aantal (normaal papier):
A4 of kleiner: 70 vellen
B4 of A3: 50 vellen
> Bij plaatsing op de glasplaat:
Maximale grootte: A3
Opmerkingen over geschikte documenten
Als er documenten worden verzonden met afbeeldingen die erg
weinig contrast of licht gekleurde tekst bevatten, worden deze
soms niet goed leesbaar ontvangen door de andere partij.
ZORG dat documenten die bedrukt zijn met inkt, of die bijvoorbeeld
lijmresten bevatten, HELEMAAL DROOG zijn voordat u deze plaatst
voor verzending.
Wanneer u documenten in de AOP-papierlader plaatst, moet u
eerst ALLE nietjes en paperclips verwijderen, omdat deze de
machine kunnen beschadigen.
Documenten met afmetingen die buiten het voorgeschreven bereik
vallen, worden niet altijd goed verstuurd.
Als er documenten met gaatjes in de AOP-papierlader worden
geplaatst voor verzending, kunnen er grijze vegen verschijnen op
de documenten die door de andere partij worden ontvangen. Plaats
in dat geval de documenten in een andere stand en verzend ze
nogmaals.
33
3 Leg de documenten met de zijde die u wilt faxen naar
boven op de invoerhouder voor originelen.
* Als de documenten op de juiste manier zijn geplaatst, is het
indicatielampje originelen gereed groen. Als het
indicatielampje groen knippert, zijn de documenten niet
correct geplaatst. Als het indicatielampje rood knippert, is het
papier vastgelopen.
* Plaats NOOIT meer documenten dan aangegeven door de
papiervolumemarkeringen die zich aan de binnenkant van de
achterste papiergeleider bevinden. Als u meer dan de
toegestane hoeveelheid documenten plaatst, kunnen de
documenten hierdoor vastlopen.
* Raadpleeg de instructiehandleiding van uw AOP-papierlader
(SRDF) voor meer informatie over het gebruik van deze
papierlader waarin het papier automatisch wordt omgekeerd.
* Het is mogelijk om dubbelzijdige documenten te plaatsen en
beide zijden van die documenten te verzenden.
(Zie Dubbelzijdig verzenden op pagina 2-2.)
<Documenten op de glasplaat plaatsen>
Documenten kunnen ook worden verzonden door het AOP-
deksel op te tillen en de documenten één voor één op de
glasplaat te plaatsen. Gebruik ALTIJD de glasplaat als u
paginas van een boek en dergelijke wilt verzenden.
1 Plaats het document met de tekst naar beneden op de plaat,
evenwijdig aan de formaatliniaal voor originelen.
2 Als u enkelzijdige documenten rechtstreeks vanaf de
glasplaat verzendt, moet u het AOP-deksel SLUITEN.
VOORZICHTIG
Laat de papierlader NIET openstaan, om het risico
van persoonlijk letsel te vermijden.
1-17
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
<Opmerkingen>
De resoluties FIJN en SUPERFIJN geven helderder afbeeldingen
als resultaat in vergelijking met faxberichten die worden verzonden
in de Normale resolutie, maar de verzendtijd is wel langer.
Met de resolutie van de FOTOMODUS worden grijstinten duidelijk
gereproduceerd, maar de verzendtijd is wel langer dan bij de
resoluties Normaal of FIJN.
Als u wilt verzenden met de resolutie ULTRAFIJN, moet 4 MB aan
optioneel bitmapgeheugen geïnstalleerd zijn. Als er geen 4 MB aan
optioneel bitmapgeheugen geïnstalleerd is, worden documenten
verzonden in de resolutie SUPERFIJN, ook al is ULTRAFIJN
geselecteerd.
Als u wilt verzenden met de resolutie SUPERFIJN of ULTRAFIJN,
moet de ontvangende fax soortgelijke resolutiemogelijkheden
hebben om deze functies ten volle te kunnen benutten. Als de
ontvangende fax niet beschikt over dergelijke resolutie-
mogelijkheden, wordt de verzending uitgevoerd in de resolutie
FIJN.
De resolutie selecteren
U kunt een resolutie kiezen uit 5 beschikbare instellingen.
* Gewoonlijk branden geen van de resolutie-indicatielampjes,
hetgeen aangeeft dat de resolutie Normaal is geselecteerd.
Als u de resolutie-instelling Normaal wilt gebruiken, hoeft u
niets te wijzigen.
* Als u de resolutie wilt aanpassen, drukt u op de Resolutie-
selectietoets totdat het Resolutie-indicatielampje wordt
verlicht dat hoort bij de gewenste resolutie.
Resoluties
Normaal: voor het verzenden van documenten met tekens in
standaardgrootte
FIJN: voor het verzenden van documenten met relatief kleine
tekens of dunne lijnen
SUPERFIJN: voor het verzenden van documenten met
gedetailleerde lijnen en tekens
ULTRAFIJN: voor het verzenden van een zo helder mogelijke
reproductie van documenten met gedetailleerde lijnen en
tekens
FOTOMODUS: voor het verzenden van een zo helder
mogelijke reproductie van documenten die zowel fotografische
afbeeldingen als tekst bevatten
44
55
Het contrast selecteren
U kunt een contrastniveau kiezen uit 3 beschikbare
instellingen.
* Gewoonlijk branden geen van de contrast-indicatielampjes,
hetgeen aangeeft dat als contrast Normaal is geselecteerd.
Als u de contrast-instelling Normaal wilt gebruiken, hoeft u
niets te wijzigen.
* Als u het contrast wilt aanpassen, drukt u op de Contrast-
selectietoets om het contrast te kiezen dat het meest
geschikt is voor de documenten die u wilt verzenden. Als u
het contrast waarmee de documenten worden ingescand wilt
vergroten (de documenten donkerder wilt maken), drukt u op
de contrast-selectietoets totdat het indicatielampje
DONKERDER brandt. Als u het contrast waarmee de
documenten worden ingescand wilt verkleinen (de
documenten lichter wilt maken), drukt u op de contrast-
selectietoets totdat het indicatielampje LICHTER brandt.
One-touch toetsen
* Als u one-touch toetsen wilt gebruiken om een nummer te kiezen,
moet u vooraf onder een van de one-touch toetsen het gewenste
nummer van de bestemmingsfax registreren.
* Als u het alarmsignaal hoort en er een bericht wordt weergegeven
in het berichtenvenster, is er op een niet-geregistreerde one-touch
toets gedrukt. Zoek de juiste one-touch toets en druk hierop.
1-18
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Het nummer van een bestemmingsfax kiezen
Gebruik het toetsenblok om het nummer van de
bestemmingsfax in te voeren.
* Het nummer van de bestemmingsfax mag maximaal
32 cijfers lang zijn.
* Als u op enig moment een fout maakt bij het invoeren van het
faxnummer, drukt u op de cursor naar rechts- of cursor naar links-
toets om de cursor naar de gewenste positie te brengen, waar u het
juiste cijfer kunt invoeren, of drukt u op de Stop/Wissen-toets en
voert u het gehele nummer nogmaals in.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. De tot dan toe ingevoerde gegevens worden
gewist en op het bedieningspaneel verschijnen weer de
standaardinstellingen van de Startmodus.
Als u de procedure hebt afgebroken omdat u een fout in de procedure
hebt gemaakt, voer dan de procedure nogmaals uit vanaf de eerste stap.
<Kiezen met een one-touch toets>
U kunt het nummer van de bestemmingsfax ook invoeren met
een one-touch toets. Druk gewoon op een van de one-touch
toetsen waaronder het gewenste faxnummer is vastgelegd.
* De verzending start onmiddellijk. U hoeft hiervoor niet op de
Start-toets te drukken.
66
v :
13579
Document
:A4
Druk op START toets
1-19
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
De verzending van de fax starten
Druk op de Start-toets.
* De verzending wordt automatisch gestart.
> De status van de verzending controleren
Open de beide afdekplaatjes en houd de toets WISSELEN
DISPLAY ingedrukt. De status van de huidige verzending
wordt weergegeven in het berichtenvenster zolang u deze
toets vasthoudt.
Zodra u de toets WISSELEN DISPLAY weer loslaat, keert het
berichtenvenster terug in zijn oude toestand.
> De huidige verzending beëindigen
Als u de huidige verzending wilt afbreken, opent u de beide
afdekplaatjes, houdt u de toets WISSELEN DISPLAY
ingedrukt en drukt u op de toets Stop/Wissen. De verzending
wordt geannuleerd.
77
<Documentformaat selecteren>
Wanneer er te verzenden documenten op de glasplaat zijn geplaatst,
verschijnt het menu Doc. formaat in het berichtenvenster nadat u op de
Start-toets hebt gedrukt. Voer in dit geval de volgende procedure uit.
* Als er ook documenten in de AOP-papierlader zijn geplaatst, heeft
de automatisch vastgestelde grootte van de daar geplaatste
documenten voorrang boven het formaat van de documenten op
de glasplaat.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt
u op de toets Stop/Wissen. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1 Als het documentformaat dat is aangegeven in het berichten-
venster, niet overeenkomt met de feitelijke grootte van het
document dat op de glasplaat ligt, gebruikt u de cursor omhoog-
of cursor omlaag-toets om de juiste grootte te selecteren.
* Als u de grootte van het eerste document selecteert maar niet
op tijd op de Enter-toets drukt, wordt de functie Automatisch
Wissen ingeschakeld en wordt de geselecteerde
documentgrootte automatisch gewist.
2 Druk op de Enter-toets.
4 Doorloop het menu met de cursor omhoog- of cursor omlaag-
toets en geef aan of u hierna al dan niet meer paginas in het
geheugen wilt scannen.
> Als u nog MEER paginas in het geheugen wilt scannen,
plaatst u de volgende pagina die moet worden gescand op de
glasplaat en kiest u Ja. Druk vervolgens op de Enter-toets en
herhaal de procedure vanaf stap 1.
* Als de fax actief is in de modus Rechtstreekse-invoerverzending
en u plaatst geen ander document, klinkt het alarmsignaal.
> Als er geen paginas meer hoeven te worden gescand,
selecteert u Nee en drukt u vervolgens op de Enter-toets.
Alle in het geheugen aanwezige gescande documenten
worden nu automatisch door de faxmachine verzonden.
3 Druk op de Start-toets. Het scannen van het document wordt gestart.
* Als de fax actief is in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus,
wordt het gescande document onmiddellijk naar de partij van
bestemming verzonden.
v :13579
01Pagina Doc nr. :056
Bezig met verzenden
Doc. formaat.:
A3
A4
A5
Doorgaan met scannen:
JA
Nee
v :
13579
01Pagina Doc nr. :056
E F
Do
cument :A4
Machine scant
1-20
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Documenten ontvangen
(Automatische faxontvangst)
Automatische faxontvangst is de standaardinstelling van deze machine.
Als u hiermee wilt werken, hoeft u geen speciale instellingen te selecteren.
* Faxontvangst is zelfs mogelijk als de hoofdschakelaar is UITgeschakeld ( ).
11
Faxberichten ontvangen
Als er een fax binnenkomt, start de faxontvangst automatisch
nadat de tijd is verstreken die overeenkomt met een bepaald
aantal keren overgaan van de telefoon.
* Zodra de faxontvangst start, gaat het COMMUNICATIE-
indicatielampje branden. In het berichtenvenster wordt echter
nog niet weergegeven dat de faxontvangst feitelijk al is
begonnen.
> Status van de ontvangst controleren
Open de beide afdekplaatjes en houd de toets WISSELEN
DISPLAY ingedrukt. Zolang u de toets vasthoudt, wordt in het
berichtenvenster de status weergegeven van de huidige
ontvangst.
Zodra u de toets WISSELEN DISPLAY loslaat, keert het
berichtenvenster terug in zijn oude toestand.
> De huidige ontvangst beëindigen
Als u de huidige ontvangst wilt afbreken, opent u de beide
afdekplaatjes, houdt u de toets WISSELEN DISPLAY ingedrukt en
drukt u op de toets Stop/Wissen. De ontvangst wordt geannuleerd.
Kopieën maken tijdens ontvangst
Het is zelfs mogelijk kopieën te maken terwijl faxberichten worden
ontvangen. Documenten worden in dat geval rechtstreeks afgedrukt.
Druk tijdens de ontvangst op de toets Onderbreken. De fax wordt
omgeschakeld naar Geheugenontvangst en kopiëren wordt
mogelijk.
Geheugenontvangst
Als u niets kunt afdrukken omdat het papier op is of is vastgelopen,
worden de gegevens voor alle ontvangen documenten tijdelijk
opgeslagen in het geheugen en automatisch afgedrukt zodra dit
weer mogelijk is.
* Als om welke reden dan ook de stroomvoorziening naar de fax
uitvalt, kan een deel van de eerste gegevens die in het geheugen
werden ontvangen, verloren gaan. Vraag de andere partij om de
documenten waarvan gegevens verloren zijn gegaan, opnieuw te
verzenden.
De ontvangen documenten afdrukken
Ontvangen documenten worden afgedrukt en met de bedrukte
zijde naar beneden uitgeworpen in het opslaggedeelte voor
kopieën.
* In het opslaggedeelte voor kopieën kunnen maximaal 250 vellen
normaal papier (80 g/m
2
) worden opgeslagen. Als het maximale
aantal vellen is bereikt, moet u alle documenten uit het
opslaggedeelte voor kopieën verwijderen.
* Zelfs als u niets kunt afdrukken omdat het papier op is of is
vastgelopen, is ontvangst nog steeds mogelijk (dankzij
Geheugenontvangst).
* Als geen van beide laden papier bevat van hetzelfde formaat als de
ontvangen documenten, wordt de ontvangst geregistreerd in het
geheugen. In dat geval kunt u aangeven dat u de documenten toch
wilt afdrukken op een ander papierformaat (zie pagina 2-12).
* Als u documenten die zijn ontvangen met de resolutie ULTRAFIJN
wilt afdrukken met de bijbehorende scherpte, moet 4 MB aan
optioneel bitmapgeheugen geïnstalleerd zijn.
22
v :
01Pagina
Ontvangt
Document in geheugen
Vul papier in lade bij.
1-21
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Communicatie annuleren
U kunt een communicatiesessie annuleren, zelfs als deze al is gestart. Welke methode u voor het
annuleren van communicatie gebruikt, hangt ervan af of het gaat om een faxverzending of een
faxontvangst. Het hangt er ook vanaf of de verzending was gestart vanuit de Geheugenverzendmodus
of de Rechtstreekse-invoerverzendmodus. Hieronder worden de verschillende methoden toegelicht die
worden gebruikt voor het annuleren van faxberichten.
(1) Geheugenverzending annuleren
Alle verzendingen die worden uitgevoerd in de Geheugenverzendmodus,
worden verwerkt als bewerkingen in de achtergrond van het
berichtenvenster. Als u een achtergrondbewerking wilt annuleren,
moet u eerst zorgen dat deze bewerking wordt weergegeven in het
berichtenvenster. Voer de volgende procedure uit om dit type
verzending te annuleren.
Houd de toets WISSELEN DISPLAY ingedrukt. In het
berichtenvenster wordt nu de huidige achtergrondbewerking
weergegeven.
(2) Rechtstreekse-invoerverzending
annuleren
Alle verzendingen die worden uitgevoerd in de Rechtstreekse-invoer-
verzendmodus, worden verwerkt als bewerkingen in de voorgrond
van het berichtenvenster. Daarom wordt de status van dit type
verzendingen altijd in het berichtenvenster weergegeven. Voer de
volgende procedure uit om dit type verzending te annuleren.
Controleer in het berichtenvenster de status van de
verzending die momenteel wordt uitgevoerd.
Druk op de toets Stop/Wissen terwijl u de toets WISSELEN
DISPLAY ingedrukt houdt. De verzending wordt geannuleerd.
<Aanverwante communicatietypen>
De volgende verzendingstypen kunnen met deze procedure
eveneens worden geannuleerd: Geheugenverzending naar één
bestemming en Rondzenden.
11
22
11
22
Druk op de toets Stop/Wissen. De verzending wordt
geannuleerd.
<Aanverwant communicatietype>
Het volgende verzendingstype kan met deze procedure eveneens
worden geannuleerd: Rechtstreekse-invoerverzending naar één
bepaalde bestemming.
* Als de documenten worden verzonden vanuit de AOP-
papierlader, wordt het document dat momenteel wordt
verzonden, uitgeworpen op het AOP-deksel.
* Als u een geplande verzending naar meerdere bestemmingen
(zoals een Rondzendverzending) probeert te annuleren en er
zijn nog bestemmingen waarnaar het bericht moest worden
verzonden, dan verschijnt er een bericht in het
berichtenvenster waarin u wordt gevraagd of u de
verzendingen naar de resterende bestemmingen wilt laten
doorgaan.
> Als u Ja selecteert, worden de verzendingen naar de
resterende bestemmingen uitgevoerd.
> Als u Nee selecteert, worden de verzendingen naar de
resterende bestemmingen ook geannuleerd.
v :13579
01Pagina Doc nr. :056
Document:
A4
Bezig met verzenden
v :13579
01Pagina Doc. nr :056
Document:A4
Bezig met verzenden
(3) Ontvangst annuleren
Alle faxontvangsten worden verwerkt als bewerkingen in de
achtergrond van het berichtenvenster. Als u een achtergrond-
bewerking wilt annuleren, moet u eerst zorgen dat deze bewerking
wordt weergegeven in het berichtenvenster. Voer de volgende
procedure uit om dit type communicatie te annuleren.
1-22
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Houd de toets WISSELEN DISPLAY ingedrukt. In het
berichtenvenster wordt nu de huidige achtergrondbewerking
weergegeven.
Druk op de toets Stop/Wissen terwijl u de toets WISSELEN
DISPLAY nog steeds ingedrukt houdt. De ontvangst wordt
geannuleerd.
* Als u een geplande ontvangst wilt annuleren die afkomstig is
van meerdere verzendende faxmachines en er waren nog
resterende faxmachines waarvan faxberichten werden
verwacht, dan verschijnt er een bericht in het berichtenvenster
waarin u wordt gevraagd of u de ontvangsten van de
resterende faxmachines wilt laten doorgaan.
> Als u Ja selecteert, ontvangt u de resterende faxberichten.
> Als u Nee selecteert, worden ook de resterende
ontvangsten geannuleerd.
<Aanverwant communicatietype>
Het volgende ontvangsttype kan met deze procedure
eveneens worden geannuleerd: Ontvangst van één partij.
11
22
(4) Communicatie annuleren die wacht op
starttijd
Voer de volgende procedure uit als u een faxbericht wilt annuleren
dat in het geheugen op een starttijd wacht.
* U kunt een faxbericht dat in het geheugen wacht totdat het naar
een andere faxmachine wordt verzonden, NIET annuleren.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
De modus Communicatie informatie invoeren
Open de beide afdekplaatjes boven de one-touch toetsen en
druk op de toets INFORMATIE. In het berichtenvenster
verschijnt het menu Communicatie informatie.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om de
optie Bewerken te selecteren.
11
22
v :
01Pagina
Ontvangt
Communicatie informatie:
TX resultaat display
Ontvangstrapport
Bewerken
PP
Communicatie informatie:
TX resultaat display
Ontvangstrapport
Bewerken
PP
1-23
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Druk op de Enter-toets.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om
Verwijderen te selecteren.
Druk op de Enter-toets.
* Als er geen bijbehorende faxberichten in het geheugen
aanwezig zijn, verschijnt een foutmelding en wordt in het
berichtenvenster weer het menu Bewerken weergegeven.
Het faxbericht selecteren dat u wilt annuleren
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het
faxbericht te selecteren dat u wilt annuleren.
33
44
55
66
Druk op de Enter-toets.
Het geselecteerde faxbericht wordt geannuleerd.
* Als er dan nog geplande faxberichten in het geheugen staan,
wordt een Bevestigingrapport afgedrukt.
77
Bewerken:
Afdrukken
Onmiddellijk verzenden
Programma/Wijzigen
Bewerken:
Onmiddellijk verzenden
Programma/Wijzigen
Wissen
Wissen: lijst
Doc. nr :005
v :
YDK P03
13:00 Zenden
Wissen: lijst
Doc. nr :026
v :
YBS P04
15:00 Zenden
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
(2) Procedure
Raadpleeg het volgende voorbeeld wanneer u tekens invoert tijdens
de registratieprocedure voor one-touch toetsen, enzovoort.
[Voorbeeld] Invoeren van Mt [G]
Druk op one-touch toets nr. 13 (hierop is de letter m afgebeeld).
In het berichtenvenster verschijnt de hoofdletter M en de cursor
verspringt naar de volgende spatie.
* U kunt GEEN spatie als eerste teken invoeren.
1-24
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Tekens invoeren
(1) Tekentabel
Tekens worden ingevoerd met behulp van de one-touch toetsen.
In de volgende tabel ziet u welke letters/tekens onder elke one-touch toets zijn geregistreerd.
* Bij het invoeren van tekens
vertegenwoordigt elke one-touch toets
altijd hetzelfde teken, ongeacht of de
afdekplaatjes zijn geopend of gesloten.
De symbolen 1 tot en met ^ en m in
deze tabel vertegenwoordigen de
volgende toetsen:
1 ANTW.APPARAAT-toets
2 HANDMATIG-OV-toets
3 GEHEUGEN VZ-toets
4 VASTLEGGEN-toets
5 CONFIGURATIE-toets
6 RAPPORTAFDRUK-toets
7 INFORMATIE-toets
8 Geen toewijzing wanneer beide
afdekplaatjes zijn geopend
9 RONDZENDEN-toets
0 POLLING-toets
! VERTROUWELIJK-toets
@ DOORZENDEN-toets
# UITGESTELD VZ-toets
$ SUBADRES-toets
% DUBBELZIJDIG VZ-toets
^ WISSELEN DISPLAY-toets
m: De beschikbare tekens verschillen
afhankelijk van de taal van het
berichtenvenster. (Zie de Tabel met
beschikbare tekens op pagina 7-3.)
One-touch toets
nr.
1, 33, 65 a r
s
t
u
v
w
x
y
z
. , ' "
_ - + &
/ ( ) :
m
18, 50, 2
2, 34, 66 b
19, 51,
3
3, 35, 67 c
20, 52,
4
4, 36, 68 d
21, 53,
5
5, 37, 69 e
22, 54,
6
6, 38, 70 f
Druk hierop om één spatie
in te voeren
23, 55,
7
7, 39, 71 g
8, 40, 72 h
Druk hierop als u wilt
wisselen tussen invoer van
kleine letters en hoofdletters
24, 56,
8
25, 57, 9
26, 58, 0
27, 59, !
28, 60, @
29, 61, #
30, 62, $
31, 63, %
32, 64, ^
9, 41, 73
10, 42, 74
11, 43, 75
12, 44, 76
13, 45, 77
14, 46, 78
15, 47, 79
16, 48, 80
17, 49,
1
i
j
k
l
m
n
o
p
q
Teken/Letter Teken/Letter
One-touch toets
nr.
11
Voer naam van bestemming in
M
Voer naam van bestemming in
1-25
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Druk op one-touch toets nr. 30 totdat een haakje-openen [
verschijnt.
Druk op de toets cursor naar rechts om het haakje te registreren
en de cursor naar de volgende spatie te laten verspringen.
* Wanneer u symbolen invoert kunt u het huidige symbool
registreren met behulp van de toets cursor naar rechts.
Druk op one-touch toets nr. 32 als u wilt terugschakelen naar
het invoeren van hoofdletters.
* Het bericht dat kleine letters worden ingevoerd, verdwijnt.
Druk op one-touch toets nr. 7 (hierop is de letter g afgebeeld).
In het berichtenvenster verschijnt de hoofdletter G en de cursor
verspringt naar de volgende spatie.
Druk op one-touch toets nr. 30 totdat een haakje-sluiten ]
verschijnt. Druk op de toets cursor naar rechts om het haakje
te registreren.
Druk op one-touch toets nr. 32 als u wilt overschakelen naar
het invoeren van kleine letters.
* Er verschijnt een bericht in het berichtenvenster dat kleine
letters worden ingevoerd.
Druk op one-touch toets nr. 20 (hierop is de letter t afgebeeld).
In het berichtenvenster verschijnt de kleine letter t.
Druk op one-touch toets nr. 31 om de cursor te verplaatsen naar
de volgende spatie, waardoor een spatie achter de t wordt
ingevoerd.
* U kunt ook een spatie invoegen door op de toets cursor naar
rechts te drukken zodat de cursor naar de volgende spatie
springt.
Druk op one-touch toets nr. 30.
In het berichtenvenster wordt een puntkomma ; weergegeven.
22
33
44
55
66
77
88
99
1100
1111
Druk op de Enter-toets. Het invoeren van de tekens is voltooid.
* Als u het invoeren van de tekens wilt beëindigen, drukt u op de
toets Stop/Wissen en vervolgens op de Enter-toets.
M
(Kleine-lettermodus)
Voer naam van bestemming in.
Mt
(Kleine-lettermodus)
Voer naam van bestemming in.
Mt
(Kleine-lettermodus)
Voer naam van bestemming in.
Mt ;
(Kleine-lettermodus)
Voer naam van bestemming in.
Mt
[
_
(Kleine-lettermodus)
Voer naam van bestemming in.
Mt [
(Kleine-lettermodus)
Voer naam van bestemming in.
Mt [
Voer naam van bestemming in.
Mt [G
Voer naam van bestemming in.
Mt [G]
Voer naam van bestemming in.
1-26
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
One-touch toetsen
Als u vooraf een faxnummer onder een one-touch toets vastlegt, kunt u dat nummer kiezen met
één druk op die toets.
(1) Vastleggen
* U kunt zoveel van de 80 one-touch toetsen toewijzen als u wilt voor
gebruik van de one-touch kiesfunctie.
* Als u de informatie wilt controleren die al is geregistreerd onder
elke one-touch toets, drukt u een one-touch toetsenlijst af.
* We raden u aan om naast het faxnummer ook de naam van de
andere partij te registreren onder elke one-touch toets. Door ook de
naam van de andere partij vast te leggen, kunt u de Index
gebruiken om het bijbehorende faxnummer te zoeken.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt
u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
De one-touch toets selecteren
Druk op een niet-geregistreerde one-touch toets.
Display van de Startmodus controleren
Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in
de Startmodus voor de faxfunctie staat.
(Zie (2) Startmodus op pagina 1-12.)
* Als de fax niet actief is in de modus Faxen, drukt u op de
toets FAXEN zodat het lampje in die toets gaat branden.
De modus Programma invoeren
Open de beide afdekplaatjes die de one-touch toetsen
bedekken en druk op de toets VASTLEGGEN. In het
berichtenvenster verschijnt het menu Programma.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om
Registr. 1-Touch toets te selecteren.
Druk op de Enter-toets.
11
22
33
44
55
Programma:
Einde
Registr. Verkort kiesnr.
Registr. 1-Touch toets
Programma:
Einde
Registr. Verkort kiesnr.
Registr. 1-Touch toets
1-Touch nr.:
Druk 1-Touch kiesnr. in.
v :
Voer faxnummer in
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
1-27
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
Het faxnummer invoeren
Gebruik het toetsenblok om het faxnummer in te voeren dat u
wilt registreren onder een bepaalde one-touch toets.
* Het faxnummer mag maximaal 32 cijfers lang zijn.
66
Druk op de Enter-toets.
De naam van de andere partij invoeren
Voer de naam van de andere partij in.
* Deze naam mag maximaal 20 tekens lang zijn.
(Zie Tekens invoeren op pagina 1-24.)
Druk op de Enter-toets.
Druk op de Enter-toets.
77
88
99
1100
De verzendsnelheid selecteren
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om de
gewenste verzendsnelheid te selecteren.
* Als er bij 33600 bps regelmatig communicatiefouten
optreden, wijzigt u de instelling in 14400 bps of 9600 bps.
In dit geval wordt de verzendsnelheid echter verhoogd.
1111
v :
012345
Voer faxnummer in
Voer naam van bestemming in.
M.K.W
Voer naam van bestemming in.
Startsnelh. Tx:
33600bps
14400bps
9600bps
Startsnelh. Tx:
33600bps
14400bps
9600bps
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Uit te
selecteren.
1122
Druk op de Enter-toets.
De registratie van de one-touch toets is voltooid.
> Als u wilt doorgaan met het registreren van one-touch
toetsen, keert u terug naar stap 5 op pagina 1-26.
> Als u klaar bent met het registreren van one-touch toetsen,
drukt u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel worden
de instellingen van de Startmodus teruggezet.
1133
Encryptie:
Aan
Uit
1-28
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(3) Nummer kiezen
U kunt eenvoudig een faxnummer kiezen door te drukken op de
one-touch toets waaronder dat faxnummer is vastgelegd.
(2) Wijzigen en verwijderen
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
Voer de stappen 1 tot en met 4 uit van (1) Vastleggen op
pagina 1-26.
Druk op de one-touch toets waaronder de informatie is
opgeslagen die u wilt wijzigen of verwijderen.
11
22
> Geregistreerde informatie wijzigen
1 Doorloop het menu met de cursor omhoog- of cursor
omlaag-toets en selecteer de informatie die u wilt wijzigen.
33
2 Druk op de Enter-toets.
* Voer de stappen uit die horen bij de gewenste informatie
in (1) Vastleggen op pagina 1-26, en pas de gewenste
informatie aan.
> Geregistreerde informatie verwijderen
1 Druk op de toets Stop/Wissen.
* Als u het verwijderen wilt afbreken, drukt u nogmaals op
de toets Stop/Wissen.
2 Druk op de Enter-toets.
Als u klaar bent met het aanpassen en/of verwijderen van
one-touch toetsen, drukt u op de Reset-toets. In het
bedieningspaneel worden de instellingen van de Startmodus
teruggezet.
44
Display van de Startmodus controleren
Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in
de Startmodus voor de faxfunctie staat.
(Zie (2) Startmodus op pagina 1-12.)
* Als de fax niet actief is in de modus Faxen, drukt u op de
toets FAXEN zodat het lampje in die toets gaat branden.
Plaats de documenten die u wilt verzenden en druk op de one-touch
toets waaronder u het gewenste faxnummer hebt vastgelegd.
* Wanneer de documenten op de glasplaat zijn gelegd, moet u
het formaat van elke pagina selecteren. (Zie pagina 1-19.)
11
22
* De verzending wordt automatisch gestart. Hiervoor hoeft u
niet op de Start-toets te drukken.
* Als u op een niet-geregistreerde one-touch toets hebt
gedrukt, verschijnt een foutmelding in het berichtenvenster
en worden in het bedieningspaneel de instellingen van de
Startmodus teruggezet.
1-Touch nr.:
Druk 1-Touch kiesnr. in.
1-Touch nr.:01
Einde
v :
012345
Newcastle
1-Touch nr.:01
Einde
v :
012345
Newcastle
Newcastle
Voer naam van bestemming in.
1-Touch nr.:01
Druk op ENTER toets.
Wissen
1-Touch nr.:01
Verwijderd
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
1-29
Sectie 1 Basisgebruik van deze fax
(4) Een One-touch toetsenlijst afdrukken
Druk deze lijst af als u wilt controleren welke faxnummers zijn
vastgelegd onder de one-touch toetsen.
* Als er geen one-touch toetsen in deze faxmachine zijn
geregistreerd, kunt u geen one-touch toetsenlijst afdrukken.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
Controleer of de display in de Startmodus staat
Controleer in het berichtenvenster of het bedieningspaneel in
de Startmodus voor de faxfunctie staat.
De modus Rapport afdrukken invoeren
Open de beide afdekplaatjes boven de one-touch toetsen en
druk op de toets RAPPORTAFDRUK.
Het menu Rapport afdrukken verschijnt in het berichtenvenster.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om
Versneld-kiezenlijst te selecteren.
Druk op de Enter-toets.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om One-
touch toetsenlijst te selecteren. Druk vervolgens op de Enter-
toets. Er wordt een one-touch toetsenlijst afgedrukt.
* De instellingen van de Startmodus worden teruggezet in het
bedieningspaneel.
* Als er geen geregistreerde one-touch toetsen aanwezig zijn
in de faxmachine, verschijnt een foutmelding in het
berichtenvenster en worden in het bedieningspaneel de
instellingen van de Startmodus teruggezet.
11
22
33
44
55
JUL-08-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
Rapport afdrukken:
Activiteitenrapport
Bevestigingsrapport
Lijst eigen gegevens
Rapport afdrukken:
Lijst eigen gegevens
Vertrouw P.B. rapp.
Versneld-kiezenlijst
PP
Versneld-kiezenlijst afdruk:
Verkorte-nummerslijst
One-touch toetsenlijst
Telefoonnummerslijst
Functies voor opnieuw kiezen
Opnieuw kiezen wil zeggen dat het laatst gekozen nummer
nogmaals wordt gekozen.
(1) Automatisch opnieuw kiezen
Wanneer u probeert documenten en dergelijke te verzenden, is het
mogelijk dat de faxmachine van de andere partij bezig is met een
andere communicatiesessie en derhalve niet reageert. In dat geval
onderneemt uw faxmachine een nieuwe poging om hetzelfde
nummer nogmaals te kiezen.
* Automatisch opnieuw kiezen is een functie die automatisch wordt
uitgevoerd door deze fax. Hiervoor hoeft u dus geen speciale
instellingen te programmeren. Aangezien het opnieuw kiezen een
aantal malen wordt herhaald met een ingestelde tussentijd, blijft
deze functie actief, ook als de communicatie van de andere partij
langere tijd duurt.
* Automatisch opnieuw kiezen wordt niet ingeschakeld wanneer
documenten worden verzonden met de modus Rechtstreekse-
invoerverzending vanuit de AOP-papierlader of vanaf de glasplaat.
(2) Handmatig opnieuw kiezen
Wat moet u doen als u documenten probeert te verzenden maar de
faxlijn van de andere partij bezet is en uw faxverzending niet kan
ontvangen? In dat geval kunt u het laatst gekozen nummer opnieuw
kiezen door op de toets PAUZE/OPN.KIEZEN te drukken.
Druk op de toets PAUZE/OPN.KIEZEN. Het laatst gekozen
nummer wordt door de faxmachine automatisch opnieuw
gekozen.
11
2-1
Sectie
2
Verschillende functies van deze fax
4. Druk op de Enter-toets.
5. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te
geven of u wel of geen voorblad bij de verzending wilt meesturen.
> Als u een enkelzijdige pagina wilt meesturen als voorblad,
selecteert u “Ja”. In dit geval verzendt de fax alleen de voorzijde
van de eerste pagina van de documenten VOORDAT de
dubbelzijdige documenten worden verzonden.
> Selecteer “Nee” als u alleen de dubbelzijdige documenten wilt
verzenden.
6. Druk op de Enter-toets.
7.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te geven of
u al dan niet wilt dat de gegevens op de achterzijde van de
documenten tijdens het verzenden worden omgedraaid zodat deze
dezelfde richting aannemen als de gegevens op de voorzijde.
>
Als u de documenten plaatst op de manier die is aangegeven in de
onderstaande tekening, selecteert u “Aan”. De achterzijde van elk
document in het geheugen wordt dan automatisch 180° gedraaid
door de faxmachine.
>
Als u de documenten plaatst op de manier die is aangegeven in de
onderstaande tekening, selecteert u “Uit”.
8.
Druk op de Enter-toets. De documenten worden in het geheugen gescand
en de verzending wordt automatisch gestart.
2-2
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Plaats de dubbelzijdige documenten in de AOP-papierlader.
2. Open de beide afdekplaatjes en druk op de toets DUBBELZIJDIG VZ.
* U kunt een Dubbelzijdige verzending annuleren door nogmaals
op de toets DUBBELZIJDIG VZ te drukken.
3. Voer het nummer van de bestemmingsfax in.
* U kunt het faxnummer invoeren met behulp van het toetsenblok
of de one-touch toetsen.
Dubbelzijdige verzending
Met dubbelzijdige verzending kunt u zowel de voorzijde als de
achterzijde van dubbelzijdig bedrukte documenten verzenden.
Voor Dubbelzijdige verzending moet u de documenten die u wilt
verzenden, in de AOP-papierlader plaatsen en in het geheugen
scannen met de modus Geheugenverzending. Het is ook mogelijk
de functies voor Dubbelzijdige verzending toe te passen in
combinatie met elk van de overige typen faxcommunicatie die
beschikbaar zijn op deze faxmachine. Hieronder wordt de methode
beschreven waarmee u dubbelzijdige documenten kunt verzenden
naar één bestemming.
* Als u Dubbelzijdige verzending wilt inschakelen, moet u Standaard
formaat origin. selecteren wanneer u de documentgrootte instelt
voor scannen vanuit de papierlader. De functie voor dubbelzijdige
verzending is niet beschikbaar als de documentgrootte is ingesteld
op Lang origineel. (Zie Documentformaat instellen voor scannen
vanuit de papierlader op pagina 5-3).
* Als u een geplande starttijd voor de verzending wilt instellen, drukt
u op de toets UITGESTELD VZ op een willekeurig punt in de
procedure VOORDAT u het faxnummer van de bestemming
invoert.
Voorpagina:
JA
Nee
Top binden:
Aan
Uit
(Richting van de
documentinvoer)
<Scannen>
<Afdruk bij de
bestemmingsfax>
(Richting van de
documentinvoer)
<Scannen>
<Afdruk bij de
bestemmingsfax>
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
01-DEC-1999 12:00
Document
:A4
Voer bestemming in.
v :
Document :A4
Voer bestemming in.
v :35642
Document :A4
Voer bestemming in.
D
D
* De fax is momenteel bezig met een communicatiesessie die in de
achtergrond wordt uitgevoerd.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt
u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1. Plaats de documenten die u wilt verzenden in de AOP-papierlader
of op de glasplaat.
2. Voer het nummer van de bestemmingsfax in.
* U kunt het faxnummer invoeren met het toetsenblok of de one-
touch toetsen.
3. Druk op de Start-toets. De documenten worden in het geheugen
gescand.
* Als de fax actief is in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus, blijven
de aanwezige documenten in de AOP-papierlader of op de glasplaat
aanwezig totdat de verzending begint.
Zodra de andere communicatiesessie voltooid is, wordt de
verzending gestart.
2-3
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
Standby-verzending
Standby-verzending heeft betrekking op het proces waarbij
documenten worden voorbereid op verzending terwijl de fax nog
bezig is met een andere communicatiesessie. Als u tijdens de
communicatie de documenten die u wilt verzenden, in de AOP-
papierlader of op de glasplaat plaatst en het bestemmingsfaxnummer
invoert, worden deze documenten automatisch verzonden zodra
de huidige communicatie is voltooid.
* U kunt maximaal 50 Standby-verzendingen tegelijkertijd
plannen (inclusief faxberichten waarbij de timer en
Onderbroken verzending wordt toegepast).
* U kunt ook een van de verschillende typen faxcommunicatie
die op deze fax beschikbaar zijn, zoals Rondzenden,
instellen als een Standby-verzending.
* Als u een Standby-verzending wilt annuleren wanneer u de
modus Rechtstreekse-invoerverzending gebruikt, verwijdert
u de documenten uit de AOP-papierlader of van de
glasplaat.
Als u op de Stop/Wissen-toets drukt tijdens een Standby-
verzending in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus…
verschijnt een bericht in het berichtenvenster met de vraag of u de
Standby-verzending werkelijk wilt beëindigen.
1 Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te
geven of u de Standby-verzending wel of niet wilt annuleren.
> Als u de huidige Standby-verzending wilt laten doorgaan,
kiest u Ja.
> Als u de verzending wilt annuleren, kiest u Nee.
2 Druk op de Enter-toets. Alle in de AOP-papierlader geplaatste
documenten worden uitgeworpen.
* Als u niet op de Enter-toets drukt, wordt de Standby-verzending
automatisch na een vooraf ingestelde tijd geannuleerd.
Doorgaan met transmissie
JA
Nee
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
01-DEC-1999 12:00
Do
cument :A4
Voer bestemming in.
v :
3323
Document :A4
Druk op START toets
2-4
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
Rondzenden
Met de functie Rondzenden kunt u dezelfde documenten één voor één,
in één bewerking, naar meerdere bestemmingen verzenden. Als u
dezelfde documenten bijvoorbeeld wilt verzenden vanuit een centraal
kantoor naar meerdere onderafdelingen, is deze functie bijzonder
handig. U hoeft dan namelijk maar één verzendhandeling uit te voeren.
De documenten die u wilt verzenden, worden eerst ingevoerd in het
geheugen, waarna het kiezen en verzenden telkens automatisch wordt
uitgevoerd voor elke bestemming.
* Als u alle bestemmingsnummers invoert met one-touch toetsen,
kan deze faxmachine dezelfde documenten automatisch
verzenden naar maximaal 280 verschillende bestemmingen, in één
bewerking.
* Tijdens een Rondzending worden documenten verzonden met
behulp van de Geheugenverzendmodus, zelfs als de fax op dat
moment in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus staat.
* Als u dubbelzijdige documenten wilt verzenden, drukt u op de toets
DUBBELZIJDIG VZ op een willekeurig punt in de procedure, maar
wel VOORDAT u het laatste bestemmingsfaxnummer invoert.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Plaats de documenten die u wilt verzenden in de AOP-papierlader of
leg ze op de glasplaat.
* Nadat u de documenten op de glasplaat hebt geplaatst en elke
pagina gescand is, moet u aangeven of u al dan niet wilt doorgaan
met het verzenden van paginas en het formaat van elke pagina wilt
selecteren. (Zie pagina 1-19.)
2. Open de beide afdekplaatjes en druk op de toets RONDZENDEN.
3. Voer het faxnummer van de bestemming in.
* U kunt het faxnummer invoeren met het toetsenblok of de one-touch
toetsen.
4. Druk op de Enter-toets.
* Als het faxnummer dat u hebt ingevoerd al is vastgelegd voor deze
bewerking of als er te veel cijfers zijn ingevoerd, verschijnt een
foutmelding in het berichtenvenster. Druk in dat geval op de Enter-
toets. In het berichtenvenster kunt u het bestemmingsfaxnummer
opnieuw invoeren.
5. Geef aan of u al dan niet wilt doorgaan met het invoeren van
andere bestemmingsfaxnummers.
> Als u nog MEER faxnummers wilt invoeren, gaat u terug naar stap 3.
> Als u klaar bent met het invoeren van faxnummers, gaat u verder
met stap 6.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
01-DEC-1999 12:00
Do
cument :A4
Voer bestemming in.
v :
1358
Document :A4
Voer bestemming in.
v :
Document :A4
Voer bestemming in.
2-5
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
6. Als u een tijd wilt instellen waarop de verzending moet worden
gestart, drukt u op de toets UITGESTELD VZ.
* Als het maximaal toegestane aantal faxcommunicaties is bereikt
waarbij gebruik wordt gemaakt van de timer (max. 50), verschijnt een
foutmelding in het berichtenvenster. Druk in dat geval op de Enter-
toets. De instellingen van de Startmodus worden weer in het
bedieningspaneel weergegeven.
* Als u de verzending meteen wilt starten, kunt u deze stap overslaan.
Ga verder met stap 9.
7. Druk op de Enter-toets.
8. Gebruik het toetsenblok om de gewenste tijd in te stellen waarop
de verzending moet worden gestart.
* Als u de weergegeven tijd wilt terugzetten naar 00:00, drukt u
op de toets Stop/Wissen.
9.
Druk op de Enter-toets. De documenten worden in het geheugen gescand
en de verzending wordt automatisch gestart.
* Als een starttijd voor de verzending is ingesteld, start de verzending
zodra deze starttijd ingaat.
Verzendtijd:20:00
Voer verzendtijd in
2-6
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
* De fax is momenteel bezig met een communicatiesessie die in de
achtergrond wordt uitgevoerd.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Open de beide afdekplaatjes en druk op de toets GEHEUGEN VZ.
* Controleer of het GEHEUGEN VZ-indicatielampje uit is (zodat u
zeker weet dat de fax actief is in de Rechtstreekse-
invoerverzendmodus).
Onderbroken verzending
Met Onderbroken verzending kunt u uw documenten verzenden
vóór anderen, zodat u niet hoeft te wachten totdat alle
communicatie is voltooid. Dit is met name handig als er
meerdere communicatiesessies (zoals Rondzenden) zijn
gepland of als er andere geplande communicatiesessies in het
geheugen wachten die eigenlijk voorrang hebben op uw bericht.
* Onderbroken verzending kan alleen worden uitgevoerd naar één
bestemming.
* U kunt maximaal 50 Onderbroken verzendingen tegelijkertijd
plannen (waaronder communicatiesessies waarbij de timer en
Onderbroken verzending wordt toegepast).
* Afhankelijk van de timing van de Onderbroken verzending-
procedure, kan het gebeuren dat uw documenten niet onmiddellijk
na de huidige communicatiesessie worden verzonden.
* Als u een Onderbroken verzending wilt annuleren, verwijdert u de
documenten gewoon uit de AOP-papierlader of van de glasplaat.
* Als u op de toets Stop/Wissen drukt terwijl een Onderbroken
verzending wacht totdat deze wordt gestart, voert u dezelfde
procedure uit als in Als u op de Stop/Wissen-toets drukt tijdens
een Standby-verzending in de Rechtstreekse-invoerverzend-
modus…” op pagina 2-3.
2. Plaats de documenten die u wilt verzenden in de AOP-papierlader
of leg ze op de glasplaat.
* Nadat u de documenten op de glasplaat hebt geplaatst en elke
pagina is gescand, moet u aangeven of u al dan niet meer paginas
wilt verzenden en het formaat van elke pagina wilt selecteren.
(Zie pagina 1-19.)
3. Voer het nummer van de bestemmingsfax in.
4. Druk op de Start-toets. Zonder dat deze worden gescand, blijven de
aanwezige documenten in de AOP-papierlader of op de glasplaat
wachten totdat de verzending begint.
Zodra de huidige communicatie is voltooid, wordt de verzending van
uw documenten automatisch gestart.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
01-DEC-1999 12:00
Do
cument :A4
Voer bestemming in.
v :
3323
Document :A4
Druk op START toets
2-7
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt
u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1. Plaats de documenten die u wilt verzenden in de AOP-papierlader of
leg ze op de glasplaat.
* Nadat u de documenten op de glasplaat hebt geplaatst en elke
pagina is gescand, moet u aangeven of u al dan niet meer paginas
wilt verzenden en het formaat van elke pagina wilt selecteren.
(Zie pagina 1-19.)
2. Open de beide afdekplaatjes en druk op de toets UITGESTELD VZ.
* Op de eerste regel van het berichtenvenster wordt de letter T
weergegeven om aan te geven dat bij deze communicatiesessie de
timer wordt gebruikt.
* Als het maximaal toegestane aantal faxcommunicatiesessies is
bereikt waarbij gebruik wordt gemaakt van de timer (max. 50),
verschijnt een foutmelding in het berichtenvenster. Druk in dat geval
op de Enter-toets en de instellingen van de Startmodus worden weer
in het bedieningspaneel weergegeven.
Communicatie met behulp van de timer
Als u vooraf de tijd instelt waarop u een communicatie wilt laten
beginnen, wordt die communicatie uitgevoerd zodra de aangewezen
starttijd ingaat. U kunt voor een bepaalde communicatie aangeven
dat de timerfunctie moet worden gebruikt, tijdens de instelprocedure
voor elk van de verschillende typen faxcommunicaties die voor deze
faxmachine beschikbaar zijn (zoals Rondzenden).
Bij de onderstaande voorbeeldprocedure stelt u de verzending in
van documenten naar één bestemming met behulp van de
timerfunctie.
* Alle verzendingen waarbij de timer wordt gebruikt, worden
uitgevoerd in de Geheugenverzendmodus, zelfs als de fax op
dit moment in de Rechtstreekse-invoerverzendmodus staat.
* Voor elke communicatie waarbij de timer wordt gebruikt, kunt u
een starttijd instellen die op elke hele minuut tussen 00:00 en
23:59 kan ingaan.
* U kunt maximaal 50 verzendingen tegelijkertijd plannen
(inclusief faxberichten met toepassing van Standby-verzending
en Onderbroken verzending) waarbij de timerfunctie wordt
gebruikt.
* Wanneer twee communicatiesessies die de timer gebruiken,
gepland zijn op dezelfde starttijd, wordt als regel de
communicatiesessie die het eerste was geregistreerd, ook als
eerste uitgevoerd. Zelfs als de communicatiesessie later werd
geregistreerd, krijgt elke communicatiesessie die naar één
verzendlocatie is gepland, voorrang op een
communicatiesessie naar meerdere bestemmingen.
* Als u de inhoud wilt wijzigen van een communicatiesessie die
wacht op het ingaan van de starttijd, of als u een dergelijke
communicatiesessie wilt annuleren, raadpleegt u Een
communicatiesessie in het geheugen bewerken op pagina 2-8.
v :
Do
cument :A4
T
Voer bestemming in.
3. Voer het nummer van de bestemmingsfax in.
* Dit faxnummer kunt u invoeren met het toetsenblok of de one-touch
toetsen.
4. Druk op de Enter-toets of op de Start-toets.
5. Gebruik het toetsenblok om de gewenste starttijd voor de
verzending in te stellen.
* Als u de weergegeven tijd wilt terugzetten naar 00:00, drukt u
gewoon op de toets Stop/Wissen.
6. Druk op de Enter-toets. De documenten worden in het geheugen
gescand, en de verzending start zodra de starttijd ingaat.
* Als de instelling voor het afdrukken van een Rapport timer zenden is
ingeschakeld, wordt een Rapport timer zenden afgedrukt.
(Zie pagina 5-2.)
Verzendtijd:12:00
Voer verzendtijd in.
Verzendtijd:20:00
Voer verzendtijd in.
v:
13579
01Pagina Doc. nr :056
E F
Do
cument:A4
Machine scant
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
01-DEC-1999 12:00
Do
cument :A4
Voer bestemming in.
v :13579
Document
:A4
T
Voer bestemming in.
(2) Een communicatiesessie in de wachtrij
gedwongen starten
U kunt een communicatiesessie die in het geheugen wacht, gedwongen
starten zonder dat u hoeft te wachten op de geplande starttijd.
* Een communicatiesessie die op basis van de nu volgende
procedure gedwongen is gestart, wordt dan gestart vóór alle
andere communicatiesessies.
* U kunt ook een communicatiesessie die wacht op Automatisch
opnieuw kiezen, gedwongen starten.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Open de beide afdekplaatjes en druk op de toets INFORMATIE. In
het berichtenvenster verschijnt het menu Communicatie
informatie.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Bewerken te
selecteren. Druk vervolgens op de Enter-toets.
3.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Onmiddellijk
verzenden te selecteren. Druk vervolgens op de Enter-toets.
* Als er op dit moment geen communicatiesessies in het
geheugen aanwezig zijn waarvoor de timer is ingesteld,
verschijnt een foutmelding en wordt het berichtenvenster
teruggezet naar het menu Bewerken.
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het
documentnummer te selecteren dat bij de gewenste
communicatiesessie hoort die u gedwongen wilt starten.
5. Druk op de Enter-toets.
De bijbehorende bewerking wordt automatisch gestart.
2-8
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
(1) Voorbeeldafbeelding van
wachtrijdocumenten afdrukken
Als u de documenten wilt controleren die horen bij een specifieke
verzending die in het geheugen wacht op verzending, kunt u een
voorbeeldpagina van die documenten afdrukken.
* Zelfs als u een voorbeeldafbeelding van de documenten afdrukt,
wordt de verzending volgens planning uitgevoerd.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Open de beide afdekplaatjes en druk op de toets INFORMATIE. In het
berichtenvenster verschijnt het menu Communicatie informatie.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Bewerken te
selecteren. Druk op de Enter-toets.
3. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Afdrukken te
selecteren. Druk op de Enter-toets.
* Als op dat moment geen communicatiesessies in het geheugen
aanwezig zijn waarvoor de timer is ingesteld, verschijnt een foutmelding
en wordt het berichtenvenster teruggezet naar het menu Bewerken.
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het document-
nummer te selecteren dat bij de gewenste communicatiesessie hoort.
5. Druk op de Enter-toets. Er wordt een voorbeeldafbeelding van de
bijbehorende documenten afgedrukt.
Een communicatiesessie in het geheugen bewerken
U kunt verschillende bewerkingen uitvoeren op een geplande communicatiesessie waarbij de
timer wordt gebruikt. Zo kunt u bepaalde informatie bij de communicatiesessie aanpassen of de
communicatiesessie zelfs geheel annuleren. Ook kunt u een voorbeeldafbeelding afdrukken van
de bijbehorende documenten of de communicatiesessie (gedwongen) starten zonder te hoeven
wachten tot de feitelijke geplande starttijd ingaat.
Communicatie informatie:
TX resultaat display
Ontvangstrapport
Bewerken
PP
Communicatie informatie:
TX resultaat display
Ontvangstrapport
Bewerken
PP
Bewerken:
Afdrukken
Onmiddellijk verzenden
Programma/Wijzigen
Bewerken:
Afdrukken
Onmiddellijk verzenden
Programma/Wijzigen
Onmiddellijk verzenden: lijst
Doc. nr
:005
v :YDK P03
13:00 Rondzenden
Afdrukken: lijst
Doc. nr :005
v :YDK P03
13:00 Rondzenden
Onmiddellijk verzenden: lijst
Doc. nr
:007
v :KKD P01
19:00
Zenden
Afdrukken: lijst
Doc. nr :014
v :RRD P02
14:30 Zenden
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Open de beide afdekplaatjes en druk op de toets INFORMATIE. In
het berichtenvenster verschijnt het menu Communicatie
informatie.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Bewerken te
selecteren. Druk op de Enter-toets.
3.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om
Programma/Wijzigen te selecteren. Druk op de Enter-toets.
* Als op dit moment geen communicatiesessies in het geheugen
aanwezig zijn waarvoor de timer is ingesteld, verschijnt een
foutmelding en wordt het berichtenvenster teruggezet naar het
menu Bewerken.
De bijbehorende communicatiesessie selecteren
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het
documentnummer te selecteren dat hoort bij de
communicatiesessie die u wilt aanpassen.
5. Druk op de Enter-toets. In het berichtenvenster wordt
weergegeven welke items u kunt wijzigen.
De geplande starttijd wijzigen
6. Als u de geplande starttijd wilt wijzigen, gebruikt u de cursor
omhoog- of cursor omlaag-toets om Verzendtijd te selecteren.
Druk vervolgens op de Enter-toets.
* Als u de starttijd NIET wilt wijzigen, is deze stap overbodig.
Ga door met stap 9.
7. Gebruik het toetsenblok om de gewenste starttijd voor de
communicatiesessie in te voeren.
* Als u de weergegeven tijd wilt terugzetten naar 00:00, drukt
u op de toets Stop/Wissen.
8. Druk op de Enter-toets. Het nieuwe tijdstip waarop de
communicatie moet starten, wordt geregistreerd.
* Als u klaar bent met het wijzigen van de inhoud van de
communicatie, gaat u verder met stap 33 op pagina 2-11.
2-9
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
(3)
De inhoud van een communicatiesessie wijzigen
U kunt de bijbehorende informatie aanpassen van een geplande
communicatiesessie waarbij de timer wordt gebruikt. Deze informatie
kunt u wijzigen of toevoegen maar u kunt de communicatiesessie
ook in zijn geheel annuleren. De feitelijke procedure en het type
informatie dat beschikbaar is voor wijziging, zijn enigszins
verschillend, afhankelijk van het type communicatiesessie dat u wilt
wijzigen. Bij de onderstaande voorbeeldprocedure stelt u een
geplande Rondzending in waarbij de timer wordt gebruikt. Als u de
informatie wilt wijzigen die hoort bij andere communicatietypen, gaat
u uit van dit voorbeeld, maar volgt u de aanwijzingen in het
berichtenvenster op om de feitelijke procedure uit te voeren.
* Een geplande communicatiesessie die wacht op Automatisch
opnieuw kiezen, kunt u NIET wijzigen.
Communicatie informatie:
TX resultaat display
Ontvangstrapport
Bewerken
PP
Bewerken:
Afdrukken
Onmiddellijk verzenden
Programma/Wijzigen
<Opmerking over het invoeren van faxnummers>
* U kunt faxnummers invoeren met behulp van het toetsenblok en
de one-touch toetsen.
Verzendtijd:18:30
Voer verzendtijd in.
Verzendtijd:20:00
Voer verzendtijd in.
Programma/Wijzigen: lijst
Doc. nr :005
v :YDK P03
13:00 Rondzenden
Programma/Wijzigen: lijst
Doc. nr :017
v :CRC P05
18:30 Rondzenden
Program./wijzig rondzend:
Einde
Rondzendlijst
PP
Verzendtijd :18:30
Program./wijzig rondzend:
Einde
Rondzendlijst
PP
Verzendtijd :20:00
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
Faxnummers wijzigen
20. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het
faxnummer te selecteren dat u wilt wijzigen.
21. Druk op de Enter-toets.
22. Druk op de toets Stop/Wissen.
13. Druk op de Enter-toets.
* Als het faxnummer dat u hebt ingevoerd al is geregistreerd voor
deze bewerking, verschijnt een foutmelding in het
berichtenvenster. Druk in dat geval op de Enter-toets en ga
verder met stap 14.
*
Als u te veel faxnummers hebt ingevoerd, verschijnt een foutmelding
in het berichtenvenster. Druk in dat geval op de Enter-toets en ga
verder met stap 15.
14. Geef aan of u al dan niet wilt doorgaan met het toevoegen van
faxnummers.
> Als u nog MEER faxnummers wilt toevoegen, gaat u terug naar
stap 12.
> Als u klaar bent met het toevoegen van faxnummers, gaat u
verder met stap 15.
15. Druk op de Enter-toets.
* Als u klaar bent met het wijzigen van de inhoud van de
communicatie, gaat u verder met stap 31 op pagina 2-11.
2-10
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
Faxnummers toevoegen
9.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Rondzendlijst
te selecteren. Druk vervolgens op de Enter-toets.
10. Als u faxnummers wilt toevoegen, gebruikt u de cursor omhoog- of
cursor omlaag-toets om Toevoegen te selecteren.
* Als u GEEN faxnummers wilt toevoegen, kunt u deze stap
overslaan. Ga verder met stap 19.
11. Druk op de Enter-toets.
12. Voer het faxnummer in dat u wilt toevoegen.
Faxnummers verwijderen
16. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om
Wijzigen/Wissen te selecteren.
17. Druk op de Enter-toets.
18. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het
faxnummer te selecteren dat u wilt wissen.
* Als u GEEN faxnummers wilt wissen, gaat u verder met stap 20.
19. Druk op de toets Stop/Wissen. Het geselecteerde faxnummer
wordt gewist uit deze communicatie.
* Als u wilt doorgaan met het verwijderen van andere
faxnummers, herhaalt u stap 18 en 19 totdat alle gewenste
nummers zijn verwijderd.
* Als u klaar bent met het wijzigen van de inhoud van de
communicatiesessie, gaat u verder met stap 29 op pagina 2-11.
Rondzendlijst:
Einde
Toevoegen
Wijzigen/Wissen
Rondzendlijst:
Einde
Toevoegen
Wijzigen/Wissen
Rondzendlijst:
Einde
Toevoegen
Wijzigen/Wissen
v :
Voer faxnummer in
v :
Voer faxnummer in
v :
Voer faxnummer in
v :FOS
Voer faxnummer in
v :55367
Voer faxnummer in
Wijzig/wis rondzenden:
Einde
v :OSS
v :OKS
Wijzig/wis rondzenden:
v :SDS
v :TMS
v :NGYS
Wijzig/wis rondzenden:
v :SDS
v :NGYS
v :HSS
Wijzig/wis rondzenden:
v :NGYS
v :HSS
v :FOS
27. Druk op de Enter-toets.
* Als het faxnummer dat u hebt ingevoerd al is vastgelegd voor
deze bewerking, verschijnt een foutmelding in het
berichtenvenster. Druk in dat geval op de Enter-toets en ga
verder met stap 28.
28. Geef aan of u al dan niet wilt doorgaan met het wijzigen van de
bestemmingsfaxnummers.
> Als u nog MEER faxnummers wilt wijzigen, gaat u terug naar
stap 20.
> Als u klaar bent met het wijzigen van faxnummers, gaat u
verder met stap 29.
De procedure voltooien
29. Selecteer Einde.
30. Druk op de Enter-toets.
31. Selecteer Einde.
32. Druk op de Enter-toets.
33. Selecteer Einde.
34. Druk op de Enter-toets. Als de instelling voor het afdrukken van
een Rapport timer zenden is ingeschakeld, wordt een Rapport
timer zenden afgedrukt. (Zie pagina 5-2.)
2-11
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
23. Voer het nieuwe bestemmingsfaxnummer in.
24. Druk op de Enter-toets.
> Als u het toetsenblok hebt gebruikt om het faxnummer in te
voeren bij stap 23, gaat u verder met stap 25.
> Als u het bij stap 23 een one-touch toets hebt gebruikt om het
faxnummer in te voeren, gaat u verder met stap 27.
25. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Uit te
selecteren.
26. Druk op de Enter-toets en ga verder met stap 28.
Subadres TX
Aan
Uit
v :23452
Voer faxnummer in
Rondzendlijst:
Einde
Toevoegen
Wijzigen/Wissen
Rondzendlijst:
Einde
Toevoegen
Wijzigen/Wissen
Wijzig/wis rondzenden:
Einde
v :OSS
v :OKS
Program./wijzig rondzend:
Einde
Rondzendlijst
PP
Verzendtijd
:20:00
Program./wijzig rondzend:
Einde
Rondzendlijst
PP
Verzendtijd :20:00
Wijzig/wis rondzenden:
v :NGYS
v :HSS
v :23452
2-12
Sectie 2 Verschillende functies van deze fax
(4) De communicatiesessie verwijderen
U kunt een geplande communicatiesessie die in het geheugen op de
starttijd wacht, verwijderen.
* U kunt een geplande communicatie die in het geheugen wacht om
naar een bestemmingsfax te worden doorgestuurd, NIET
verwijderen.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt
u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1. Open de beide afdekplaatjes en druk op de toets INFORMATIE. In
het berichtenvenster verschijnt het menu Communicatie
informatie.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Bewerken te
selecteren. Druk vervolgens op de Enter-toets.
3. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Wissen
te selecteren.
4. Druk op de Enter-toets.
* Als er op dit moment geen communicatiesessies in het
geheugen aanwezig zijn waarvoor de timer is ingesteld,
verschijnt een foutmelding en wordt het berichtenvenster
teruggezet naar het menu Bewerken.
5. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het
documentnummer te selecteren dat hoort bij de communicatiesessie
die u wilt verwijderen.
6. Druk op de Enter-toets. De geselecteerde communicatiesessie wordt
verwijderd. Als er nog meer geplande faxberichten in het geheugen
staan, wordt een Bevestigingsrapport afgedrukt.
(5)
Ontvangen documenten gedwongen afdrukken
Als in de geselecteerde lade geen papier beschikbaar is van
hetzelfde formaat als de ontvangen documenten, worden de
gegevens van alle ontvangen documenten tijdelijk opgeslagen in het
geheugen (Geheugenontvangst) zonder dat deze worden afgedrukt.
Gewoonlijk worden deze pas afgedrukt nadat papier met het
geschikte formaat in één van de laden is geplaatst. Door echter de
volgende procedure uit te voeren, kunt u ervoor zorgen dat de
documenten toch worden afgedrukt, ongeacht het formaat van het
papier in de laden.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt
u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1. Open de beide afdekplaatjes en druk op de toets INFORMATIE.
In het berichtenvenster verschijnt het menu Communicatie
informatie.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Bewerken
te selecteren. Druk op de Enter-toets.
3. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om
Ontvangst-uitvoer te selecteren.
4. Druk op de Enter-toets.
* Als in het geheugen geen ontvangen documenten aanwezig zijn,
verschijnt een foutmelding en wordt in het berichtenvenster weer
het menu Bewerken weergegeven.
5. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het
gewenste papierformaat te selecteren.
* Als de optionele Multi-bypass is geïnstalleerd, kunt u ook het
daarin geplaatste papier selecteren.
6. Druk op de Enter-toets. De documenten worden afgedrukt op
papier met het door u opgegeven formaat.
* Als het geselecteerde papier groter is dan de ontvangen
documenten, krijgt de afgedrukte afbeelding hetzelfde formaat
(100%) als de ontvangen documenten. Als het geselecteerde
papier kleiner is dan de ontvangen documenten, wordt de
afbeelding automatisch verkleind zodat deze op het papier past.
Document in geheugen
Plaats B4 papier
Communicatie informatie:
TX resultaat display
Ontvangstrapport
Bewerken
PP
Communicatie informatie:
TX resultaat display
Ontvangstrapport
Bewerken
PP
Bewerken:
Afdrukken
Onmiddellijk verzenden
Programma/Wijzigen
Bewerken:
Afdrukken
Onmiddellijk verzenden
Programma/Wijzigen
Ontvangst-uitvoer
Papierla 1 :A4
Papierla 2 :A3
Papierla 3 :-----
Bewerken:
Onmiddellijk verzenden
Programma/Wijzigen
Wissen
Bewerken:
Programma/Wijzigen
Wissen
Ontvangst-uitvoer
Wissen: lijst
Doc. nr :005
v :
YDK P03
13:00 Rondzenden
Wissen: lijst
Doc. nr :008
v :
KRC P05
18:30 Zenden
Ontvangst-uitvoer
Papierla 1 :A4
Papierla 2 :A3
Papierla 3 :-----
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
3-1
Sectie
3
Problemen oplossen
3-2
Sectie 3 Problemen oplossen
Als het GEHEUGEN-indicatielampje
brandt...
Tijdens een faxcommunicatiesessie waarbij het geheugen wordt
gebruikt, worden documenten in het geheugen ingevoerd. U kunt dit
herkennen aan het verlichte GEHEUGEN-indicatielampje. Het
GEHEUGEN-indicatielampje brandt ook als er documenten
rechtstreeks in het geheugen worden ontvangen
(Geheugenontvangst) wanneer het papier op is of is vastgelopen.
* Het GEHEUGEN-indicatielampje knippert als er documenten
worden gescand of als deze in het geheugen worden ontvangen.
(1)
WEES VOORZICHTIG bij het uitschakelen
van de stroom
• Aangezien de stroomtoevoer noodzakelijk is om documenten in het
geheugen te kunnen opslaan, moet u nagaan of het GEHEUGEN-
indicatielampje UIT is, VOORDAT u de stroomvoorziening van
deze machine uitschakelt. Als er nog documenten in het geheugen
zijn opgeslagen en het indicatielampje BRANDT, drukt u eerst alle
belangrijke documenten in het geheugen af en controleert u of het
GEHEUGEN-indicatielampje uit is VOORDAT u de stroom
uitschakelt.
* Dankzij de Imaging-geheugenbackupfunctie van deze machine
wordt de inhoud van het geheugen maximaal 30 minuten lang
bewaard (hiervoor is wel een optioneel Imaging-geheugen van
4 MB vereist), zelfs als om welke reden dan ook de
stroomvoorziening naar de fax uitvalt. Afhankelijk van bepaalde
omstandigheden in deze machine kan echter een deel van de
eerste gegevens die in het geheugen werden ontvangen, verloren
gaan. Vraag de andere partij om de documenten waarvan
gegevens verloren zijn gegaan, opnieuw te verzenden.
• Schakel de stroomtoevoer naar deze machine NOOIT uit zolang
het geluid van de interne motor nog hoorbaar is. Als de
stroomtoevoer wordt uitgeschakeld terwijl de motor loopt, bestaat
het gevaar op interne beschadiging van de machine.
(2)
Als een Stroomstoringsrapport wordt
afgedrukt...
Als documenten of andere informatie die in het geheugen is
opgeslagen, verloren gaan omdat de stroomtoevoer naar de fax
wordt uitgeschakeld of uitvalt, wordt er een Stroomstoringsrapport
afgedrukt zodra de stroomtoevoer weer is hersteld.
Lees dit rapport om te achterhalen welke informatie er verloren is
gegaan.
* Als er geen gegevens verloren zijn gegaan, wordt er geen
Stroomstoringsrapport afgedrukt.
Als het FOUT-indicatielampje brandt
(en u het alarmsignaal hoort)...
Als er problemen optreden, hoort u het alarmsignaal en gaat het
FOUT-indicatielampje eerst knipperen, waarna het blijft branden.
Raadpleeg het berichtenvenster voor een verklaring van de fout en
voer de vereiste procedure uit om het probleem op te lossen.
(Zie Als u een van deze berichten ziet…” op pagina 3-3 en
Tabellen voor het oplossen van problemen op pagina 3-5.)
* Druk op de Reset-toets om het FOUT-indicatielampje uit te zetten.
3-3
Sectie 3 Problemen oplossen
Als u een van deze berichten ziet…
Als u een van de volgende berichten in het berichtenvenster ziet, voert u de bijbehorende
procedure uit.
Bericht Procedure Pagina
SLUIT XX DEKSEL. Het deksel waarnaar in het bericht wordt verwezen, staat open. Sluit het zorgvuldig.
___
Vul papier in lade bij
Er is geen papier aanwezig in de geselecteerde lade. Raadpleeg de
instructiehandleiding van uw kopieermachine en plaats papier in de lade die is
aangegeven in het berichtenvenster.
Dit bericht verschijnt ook als een of meer laden niet juist in de machine zijn geplaatst.
Plaats de lade(n) zorgvuldig in de machine.
___
Plaats XX papier
Bij de instelling van de papierinvoerselectiemethode is de modus Vaste grootte
geselecteerd. Laad papier bij met de grootte die is aangegeven in het
berichtenvenster.
De formaten van de ontvangen documenten en het papier in de geselecteerde lade
zijn niet compatibel voor wat betreft afdrukmogelijkheden. Vul papier bij met
hetzelfde formaat als de ontvangen documenten.
___
Ontvangt document in geheugen
De gegevens van ontvangen documenten zijn opgeslagen in het geheugen
(Geheugenontvangst) omdat het papier in alle laden op was. Zodra u papier laadt in
een van de laden, zullen de in het geheugen opgeslagen documenten worden
afgedrukt.
Als tegelijkertijd het bericht Plaats XX papier wordt weergegeven, moet u papier
bijvullen met hetzelfde formaat als aangegeven in het berichtenvenster. U kunt ook
opgeven dat de documenten moeten worden afgedrukt op het beschikbare papier in
de laden, ongeacht het formaat van dit papier (gedwongen afdrukken van ontvangen
documenten).
2-12
Voeg toner toe
De tonercassette is bijna als leeg. Raadpleeg de instructiehandleiding van uw
kopieermachine en vervang de tonercassette zo gauw mogelijk.
___
Ontvangt nu doc./Toner leeg
Tijdens het afdrukken van ontvangen documenten is de toner opgeraakt, waardoor er
geen documenten meer kunnen worden afgedrukt. De rest van de documenten
worden in het geheugen ingevoerd.
Raadpleeg de instructiehandleiding van uw kopieermachine en vervang de
tonercassette zo gauw mogelijk. Zodra u de tonercassette hebt vervangen en
afdrukken weer mogelijk is, worden de documenten afgedrukt die in het geheugen
waren opgeslagen.
___
PAPIER ONJUIST GEPLAATST.
Het papier is vastgelopen in de faxmachine. Raadpleeg de instructiehandleiding van
uw kopieermachine en verwijder het vastgelopen papier uit de faxmachine. Zorg dat u
ook alle papiersnippers verwijdert.
___
3-4
Sectie 3 Problemen oplossen
Bericht Procedure Pagina
Communicatiefout
Er is een fout opgetreden tijdens een faxverzending of faxontvangst.
Controleer de foutcode (die de oorzaak van de fout aangeeft) in het bijbehorende
Verzendrapport (of Ontvangstrapport) dat na het optreden van de fout wordt afgedrukt.
7-8
Doorgaan met verzending
Dit bericht verschijnt als u op de toets Stop/Wissen hebt gedrukt terwijl u de toets
WISSELEN DISPLAY ingedrukt hield tijdens een communicatiesessie naar meerdere
bestemmingen, zoals Rondzenden.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Ja te selecteren als u wilt
doorgaan met de huidige bewerking. De specifieke communicatiesessie die bezig
was op het moment dat u op de toets Stop/Wissen drukte, wordt echter afgebroken.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Nee te selecteren als u de
communicatiesessie naar alle resterende bestemmingen wilt annuleren.
___
BEL MONTEUR.
Een onderhoudsbeurt door een gediplomeerde servicemonteur is vereist. Neem
contact op met de leverancier of met een bevoegd reparatiebedrijf.
Als er tevens een C en een nummer van 3 cijfers verschijnt, geeft u dit nummer door
aan de monteur.
___
Tijd voor onderhoudsbeurt
Een onderhoudsbeurt door een gediplomeerde servicemonteur is vereist. Neem
contact op met de leverancier of met een bevoegd reparatiebedrijf.
___
VASTGELOPEN IN
PAPIERLADE. VERWIJDER
ORIGINELEN.
___
2-12
Er is een document vastgelopen in de AOP-papierlader. Raadpleeg de meegeleverde
instructiehandleiding voor de AOP-papierlader (SRDF) en verwijder het vastgelopen
document.
Plaats alle documenten opnieuw in de AOP-papierlader. Het aantal documenten dat al
was gescand, wordt nu geteld door de faxmachine en vervolgens worden alle
documenten vanaf het vastgelopen document opnieuw gescand.
De maximale geheugencapaciteit is bereikt tijdens het scannen van documenten. Druk
op de Enter-toets en voer de juiste procedure uit volgens de aanwijzingen in het
berichtenvenster.
Als u niet binnen een bepaalde tijd op de Enter-toets drukt, wordt de functie
Automatisch wissen ingeschakeld en worden alle bijbehorende gegevens uit het
geheugen gewist.
Onvoldoende geheugen
3-5
Sectie 3 Problemen oplossen
Tabellen voor het oplossen van problemen
Als u problemen ondervindt met uw faxmachine, raadpleegt u de onderstaande
tabellen op het nemen van de juiste maatregelen om deze te verhelpen. Als het
probleem zich blijft voordoen, neemt u contact op met de leverancier of met een
bevoegd reparatiebedrijf.
Probleem Controleer het volgende: Pagina Procedure
Ik kan mijn documenten niet
verzenden.
Is de modulaire telefoonkabel op de
juiste manier aangesloten?
1-2
Sluit de modulaire kabel op de juiste
manier aan.
Wordt het bericht Communicatiefout
weergegeven?
7-8
___
Voer de vereiste procedure uit om de
fout te verhelpen en probeer de
documenten nogmaals te verzenden.
Ik kan de functie Rondzenden niet
gebruiken.
Is de maximale geheugencapaciteit van
de faxmachine bereikt?
2-12
Probeer de procedure voor Rondzenden
nogmaals uit te voeren nadat er weer
geheugen beschikbaar is gekomen of
nadat u geheugenruimte hebt
vrijgemaakt.
Ik kan geen documenten
ontvangen.
Is de modulaire telefoonkabel op de
juiste manier aangesloten?
Sluit de modulaire kabel op de juiste
manier aan.
1-2
Wordt het bericht Communicatiefout
weergegeven?
Voer de vereiste procedure uit om de
fout te verhelpen en probeer de
documenten nogmaals te ontvangen.
___
Is de maximale geheugencapaciteit van
de faxmachine bereikt?
Probeer de documenten nogmaals te
ontvangen nadat er weer geheugen
beschikbaar is gekomen of nadat u
geheugenruimte hebt vrijgemaakt.
2-12
De vastgestelde documentgrootte
is vaak onjuist.
Is de machine geïnstalleerd in een
locatie waar deze wordt blootgesteld aan
fel licht van bovenaf of van bovenaf aan
de achterzijde van de machine?
Als de machine in een dergelijke locatie
is geïnstalleerd, kan dit de automatische
vaststelling van het documentformaat
beïnvloeden. Neem contact op met de
leverancier of met een bevoegd
reparatiebedrijf.
Ik kan geen Geheugenontvangst
uitvoeren.
4-1
Sectie
4
Informatie over faxberichten beheren
4-2
Sectie 4 Informatie over faxberichten beheren
(1) Weergave verzendresultaten
In het berichtenvenster kunt u de gegevens over de 10 laatst
verzonden berichten bekijken.
1. Druk op de toets “INFORMATIE”. In het berichtenvenster
verschijnt het menu “Communicatie informatie”.
2. Zorg dat “TX resultaat display” is geselecteerd in het
berichtenvenster. Druk op de Enter-toets. Informatie over het
laatst verzonden bericht wordt weergegeven.
3. Als u op de cursor omlaag-toets drukt, wordt het voorlaatst
verzonden faxbericht weergegeven en als u vervolgens op de
cursor omhoog-toets drukt, worden in het venster weer de
gegevens van het laatst verzonden faxbericht weergegeven.
4. Nadat u de gewenste informatie hebt gecontroleerd, drukt u op de
Enter-toets.
In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de
instellingen van de Startmodus.
* Als u op de cursor omlaag-toets drukt wanneer de gegevens van
het “oudste” faxbericht worden weergegeven, verschijnt het
menu “Afsluiten”. Druk als dat gebeurt op de Enter-toets.
In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de
instellingen van de Startmodus.
(2) Weergave ontvangstresultaten
In het berichtenvenster kunt u informatie over de 10 laatst ontvangen
berichten bekijken.
1. Druk op de toets INFORMATIE. In het berichtenvenster
verschijnt het menu Communicatie informatie.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om
Ontvangstrapport te selecteren.
3. Druk op de Enter-toets.
De gegevens van het laatst ontvangen faxbericht worden
weergegeven.
4. Als u op de cursor omlaag-toets drukt, wordt het vorige ontvangen
faxbericht weergegeven en als u op de cursor omhoog-toets drukt,
worden in het venster weer de gegevens van het laatst ontvangen
faxbericht weergegeven.
5. Nadat u de gewenste informatie hebt gecontroleerd, drukt u op de
Enter-toets.
In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de
instellingen van de Startmodus.
* Als u op de cursor omlaag-toets drukt wanneer de gegevens van
het oudste ontvangen faxbericht worden weergegeven,
verschijnt het menu Afsluiten. Druk als dat gebeurt op de Enter-
toets.
In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de
instellingen van de Startmodus.
Weergave communicatieresultaten
Verzend-act.:
Doc nr. :010 08
_
JUL 24:00
v :
0123456789 P05
Zenden OK
Ontvangst-act.:
Doc nr. :010 08 JUL 24:00
v :
0123456789 P05
Ontvangt OK
Communicatie informatie:
TX resultaat display
Ontvangstrapport
Bewerken
PP
Communicatie informatie:
TX resultaat display
Ontvangstrapport
Bewerken
PP
Communicatie informatie:
TX resultaat display
Ontvangstrapport
Bewerken
PP
In het berichtenvenster kunt u bepaalde gegevens controleren met betrekking tot de 10
laatst verzonden en/of ontvangen faxberichten. In het weergavevenster met
communicatieresultaten kunt u het documentnummer, de datum en tijd, de naam van de
partij van bestemming, het aantal paginas, het type faxbericht en het resultaat van de
communicatiesessie bekijken.
4-3
Sectie 4 Informatie over faxberichten beheren
(1) Activiteitenrapport
Druk dit rapport af als u de status en resultaten van de verzendingen
en ontvangsten wilt bekijken die op deze faxmachine zijn uitgevoerd.
In het Activiteitenrapport worden de gegevens afgedrukt van de 50
laatst uitgevoerde communicaties.
* Als geen faxcommunicatie heeft plaatsgevonden, wordt er geen
Activiteitenrapport afgedrukt.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt
u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1. Druk op de toets RAPPORTAFDRUK.
In het berichtenvenster verschijnt het menu Rapport afdrukken.
2. Zorg dat Rapport afdrukken is geselecteerd in het
berichtenvenster en druk op de Enter-toets. Er wordt een
Activiteitenrapport afgedrukt.
* In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de
instellingen van de Startmodus.
(2) Bevestigingsrapport
Druk dit rapport af als u de status wilt bekijken van de verzendingen
en ontvangsten die in het geheugen van deze fax wachten tot deze
kunnen worden uitgevoerd.
* Als er geen bijbehorende faxberichten in het geheugen aanwezig
zijn, wordt er geen Bevestigingsrapport afgedrukt.
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt
u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
1. Druk op de toets RAPPORTAFDRUK.
In het berichtenvenster verschijnt het menu Rapport afdrukken.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om
Bevestigingsrapport te selecteren.
3.
Druk op de Enter-toets. Er wordt een Activiteitenrapport afgedrukt.
* In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de
instellingen van de Startmodus.
Rapport afdrukken:
Activiteitenrapport
Bevestigingsrapport
Lijst eigen gegevens
Rapport afdrukken:
Activiteitenrapport
Bevestigingsrapport
Lijst eigen gegevens
Rapport afdrukken:
Activiteitenrapport
Bevestigingsrapport
Lijst eigen gegevens
Beheerrapporten en lijsten afdrukken
U kunt op elk gewenst moment de resultaten van uw faxberichten, evenals bepaalde
fax-gerelateerde instellingen controleren door verschillende beheerrapporten af te
drukken.
Hieronder worden de procedures beschreven voor het afdrukken van een
Activiteitenrapport, Bevestigingsrapport of een Lijst eigen gegevens.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
4-4
Sectie 4 Informatie over faxberichten beheren
(3) Lijst eigen gegevens
Druk dit rapport af als u de instellingen wilt controleren die in deze
fax zijn vastgelegd (zoals het type telefoonverbinding, enzovoort) en
overige registratiegegevens (Eigen naam, enzovoort).
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Druk op de toets RAPPORTAFDRUK.
In het berichtenvenster verschijnt het menu Rapport afdrukken.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Lijst eigen
gegevens te selecteren.
3. Druk op de Enter-toets. Er wordt een Lijst eigen gegevens
afgedrukt.
* In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de
instellingen van de Startmodus.
Rapport afdrukken:
Activiteitenrapport
Bevestigingsrapport
Lijst eigen gegevens
Rapport afdrukken:
Activiteitenrapport
Bevestigingsrapport
Lijst eigen gegevens
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
5-1
Sectie
5
Verschillende instellingen en vastgelegde gegevens in deze fax
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Druk op de toets CONFIGURATIE.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om “Rapport
afdrukken” te selecteren.
5-2
Afdrukken van rapport in-/uitschakelen
U kunt vier verschillende rapporten afdrukken om bijvoorbeeld te
controleren of een verzending of ontvangst correct is uitgevoerd. U
kunt ook instellen dat een of meer van deze rapporten automatisch
moeten worden afgedrukt, of u kunt het automatisch afdrukken van
een bepaald rapport UITschakelen.
3. Druk op de Enter-toets.
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te
geven welk rapport u wilt instellen.
* Het volgende voorbeeld laat zien hoe u het Rapport Timer
Zenden instelt.
5. Druk op de Enter-toets.
6. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te
geven of u het rapport al dan niet automatisch wilt laten afdrukken.
* De huidige instelling is in het berichtenvenster aangegeven met
een asterisk (*).
* Als u wilt opgeven dat het rapport automatisch moet worden
afgedrukt, selecteert u Aan.
7. Druk op de Enter-toets. De instelling van dit rapport is voltooid.
> Als u wilt doorgaan met de instellingsprocedure van andere
rapporten, herhaalt u stap 4 tot en met 7.
> Als u andere instellingsprocedures wilt uitvoeren, selecteert u
Einde en drukt u vervolgens op de Enter-toets.
> Als u klaar bent met het programmeren van instellingen, drukt u
op de Reset-toets.
In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de
instellingen van de Startmodus.
Sectie 5 Verschillende instellingen en vastgelegde gegevens in deze fax
Rapport afdrukken:
Verzend-act. :Aan
Ontvangst-act. :Uit
Uitgest.-comm. :Aan
Rapport timer zenden:
*Aan
Uit
Rapport timer zenden:
*Aan
Uit
Rapport afdrukken:
Verzend-act. :Aan
Ontvangst-act. :Uit
Uitgest.-comm. :Uit
Rapport afdrukken:
Einde
Comm.controle :Aan
Beperkte toeg.:Aan
Facsimile instellen:
Einde
TTI :Buiten pag
Rapport afdrukken
PP
<Activiteitenrapport>
Als u instelt dat dit rapport wordt afgedrukt nadat een vooraf
opgegeven aantal communicatiesessies is bereikt, kunt u hierin
de gegevens van die communicatiesessies bekijken.
<Verzendrapport>
Als u instelt dat dit rapport wordt afgedrukt na elke verzending,
kunt u hierin controleren of die verzending correct is uitgevoerd.
<Ontvangstrapport>
Als u instelt dat dit rapport wordt afgedrukt na elke ontvangst,
kunt u hierin controleren of dit bericht correct is ontvangen.
<Rapport timer zenden>
Als u instelt dat dit rapport wordt afgedrukt na elke geplande
communicatiesessie waarbij de timer wordt gebruikt, kunt u hierin
de bijbehorende gegevens van dat bericht controleren.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
Facsimile instellen:
Einde
TTI :Buiten pag
Rapport afdrukken
PP
5-3
Sectie 5 Verschillende instellingen en vastgelegde gegevens in deze fax
2-in-1 ontvangst in-/uitschakelen
Als 2-in-1 ontvangst is ingeschakeld en er worden twee A5-paginas
achter elkaar ontvangen in dezelfde communicatiesessie, worden die
twee paginas afgedrukt op één vel papier van A4R-formaat. Als u 2-in-1
ontvangst wilt gebruiken, moet u deze functie vooraf AANzetten.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u op
de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer
de instellingen van de Startmodus.
1. Druk op de toets CONFIGURATIE.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om 2-in-1 RX
te selecteren.
3. Druk op de Enter-toets.
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te
geven of u de 2-in-1 ontvangst in of uit wilt schakelen.
* De huidige instelling is in het berichtenvenster aangegeven met
een asterisk (*).
5. Druk op de Enter-toets. De instelling van de 2-in-1 ontvangst is
voltooid.
* Als u klaar bent met het programmeren van instellingen, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
2-in-1 RX:
Aan
*Uit
Facsimile instellen:
Ontv.dat/tijd :Uit
Pap.inv. sel. :Auto keuze
2-in-1 RX :Uit
Facsimile instellen:
Ontv.dat/tijd :Uit
Pap.inv. sel. :Auto keuze
2-in-1 RX :Aan
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
Facsimile instellen:
Einde
TTI :Buiten pag
Rapport afdrukken
PP
Documentformaat instellen voor
scannen vanuit de papierlader
Selecteer hier of documenten die in de AOP-papierlader zijn geplaatst,
moeten worden gescand als A4R of een ander standaardpapierformaat, of
als lange documenten (in de richting van de papierinvoer).
* U moet hier Standaard formaat origin. selecteren als u de beide
zijden van dubbelzijdige documenten verzendt.
(Zie Dubbelzijdige verzending op pagina 2-2.)
* Als u hier Lang origineel instelt, kunnen documenten niet worden
gedraaid voor verzending.
(Zie (4) Roteer- en verzendfunctie op pagina 1-13.)
* Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Druk op de toets CONFIGURATIE.
2.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om DF scannen
te selecteren.
3. Druk op de Enter-toets.
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om de gewenste
instelling te selecteren voor documentformaat.
* De asterisk (*) in het berichtenvenster geeft aan wat de huidige
instelling is.
5.
Druk op de Enter-toets. De instelling van het documentformaat is
voltooid.
* Als u klaar bent met het invoeren van de instellingen, drukt u op de
Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer
de instellingen van de Startmodus.
DF scannen:
*Standaard formaat origin.
Lang origineel
Facsimile instellen:
Bevestiging : Aan
Volume instellen
PP
DF scannen : Lang Orig.
Facsimile instellen:
Bevestiging : Aan
Volume instellen
PP
DF scannen : Std. Orig.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
Facsimile instellen:
Einde
TTI :Buiten pag
Rapport afdrukken
PP
5-4
Sectie 5 Verschillende instellingen en vastgelegde gegevens in deze fax
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Druk op de toets CONFIGURATIE
2.
Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om
Pap.inv. sel. te selecteren.
Afdrukken van ontvangstdatum en
-tijd in-/uitschakelen
Selecteer hier of u bepaalde informatie (zoals de ontvangsttijd,
informatie over de verzendende partij en het aantal verzonden
paginas) al dan niet wilt afdrukken aan de bovenrand van ontvangen
documenten. Deze informatie is handig als u de feitelijke tijd wilt
controleren waarop u documenten hebt ontvangen, vooral als deze
werden verzonden vanuit een locatie die zich in een andere tijdzone
bevindt. Als u wilt dat deze informatie wordt afgedrukt, moet u deze
functie vooraf INschakelen.
* Als een ontvangen pagina is opgesplitst en wordt afgedrukt op 2 of
meer afzonderlijke vellen papier, worden de ontvangsttijd en
-datum alleen afgedrukt op het eerste vel.
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Druk op de toets CONFIGURATIE.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om Ontv.
dat/tijd te selecteren.
3. Druk op de Enter-toets.
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te
geven of u het Afdrukken van de ontvangstdatum en -tijd AAN of
UIT wilt zetten.
* De asterisk (*) in het berichtenvenster geeft aan wat de huidige
instelling is.
*
Als u wilt dat de ontvangstdatum en -tijd worden afgedrukt, selecteert
u Aan.
5. Druk op de Enter-toets.
De instelling van het afdrukken van de ontvangstdatum en -tijd is
voltooid.
* Als u klaar bent met het invoeren van de instellingen, drukt u op
de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
De papierinvoerselectiemethode selecteren
Selecteer hier een van de drie beschikbare methoden waarmee papier
wordt ingevoerd voor het afdrukken van alle documenten die worden
ontvangen als de fax actief is in de Faxfunctie, en voor het afdrukken
van rapporten en lijsten: de modus Automatische keuze, de modus
Vaste grootte of de modus Vaste papierlade.
* Deze instelling kan NIET worden gewijzigd zolang er nog
documenten in het geheugen aanwezig zijn.
Ontv.dat/tijd:
Aan
*Uit
Facsimile instellen:
DF scannen : Std. Orig.
Ontvangstfunc. :
Auto fax ontvangst
Ontv.dat/tijd :Aan
Facsimile instellen:
DF scannen : Std. Orig.
Ontvangstfunc. :
Auto fax ontvangst
Ontv.dat/tijd :Uit
Facsimile instellen:
Ontvangstfunc. :
Auto fax ontvangst
Ontv.dat/tijd :Uit
Pap.inv. sel. :Auto keuze
<Modus Automatische keuze>
In deze modus wordt het meest geschikte papier automatisch
door de faxmachine geselecteerd en ingevoerd.
<Modus Vaste grootte>
In deze modus wordt papier ingevoerd vanuit de lade die het
geselecteerde papierformaat bevat. Als in geen enkele lade papier
met dit formaat aanwezig is, worden de documenten rechtstreeks in
het geheugen ontvangen.
* U kunt bij deze instelling slechts ÉÉN papierformaat selecteren.
* Als in meerdere laden papier van hetzelfde formaat is geplaatst,
wordt het papier vanuit de bovenste lade ingevoerd.
<Modus Vaste papierlade>
In deze modus wordt het papier ingevoerd vanuit een opgegeven
lade, ongeacht het formaat van de ontvangen documenten. Als in
de opgegeven lade geen papier meer aanwezig is, worden de
documenten rechtstreeks in het geheugen ontvangen.
* U kunt bij deze instelling slechts EEN lade selecteren.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
01-DEC-1999 12:00
Plaats originelen in feeder.
Facsimile instellen:
Einde
TTI :Buiten pag
Rapport afdrukken
PP
Facsimile instellen:
Einde
TTI :Buiten pag
Rapport afdrukken
PP
5-5
Sectie 5 Verschillende instellingen en vastgelegde gegevens in deze fax
3. Druk op de Enter-toets.
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om de
gewenste papierinvoermodus te selecteren.
* De asterisk (*) in het berichtenvenster geeft aan wat de huidige
instelling is.
> Als u “Automatische keuze” hebt geselecteerd…
Gaat u verder met stap 5.
> Als u Vaste grootte hebt geselecteerd
1 Drukt u op de Enter-toets.
2 Gebruikt u de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om het
gewenste papierformaat te selecteren.
> Als u Vaste papierlade hebt geselecteerd
1 Drukt u op de Enter-toets.
2 Gebruikt u de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om de
gewenste lade te selecteren.
5. Druk op de Enter-toets.
De instelling van de papierinvoerselectiemethode is voltooid.
* Als u klaar bent met het programmeren van de instellingen, drukt
u op de Reset-toets.
In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens weer de
instellingen van de Startmodus.
Pap.inv. sel.:
*Automatische keuze
Vaste grootte
PP
Vaste papierlade
PP
Vaste papierlade:
Papierla 1
Papierla 2
Papierla 3
Facsimile instellen:
Ontvangstfunc. :
Auto fax ontvangst
Ontv.dat/tijd :Uit
Pap.inv. sel. :Papierla 2
Vaste grootte:
A3
B4
A4
6-1
Sectie
6
Optionele apparatuur
6-2
Sectie 6 Optionele apparatuur
Unit voor dubbelzijdig afdrukken
Door de optionele Unit voor dubbelzijdig afdrukken te installeren,
wordt Dubbelzijdige ontvangst (waarbij papier binnen de faxmachine
wordt omgedraaid en op de achterzijde wordt afgedrukt) mogelijk.
Als de breedte van elke ontvangen pagina precies hetzelfde is,
worden de documenten op de voor- en achterzijde van dat
papierformaat afgedrukt.
* Als u de functie Dubbelzijdige ontvangst wilt toepassen, moet u
deze vooraf INschakelen.
* Als u de functie voor Dubbelzijdige ontvangst hebt INgeschakeld,
worden alle pagina’s van een ontvangen faxbericht tijdelijk
opgeslagen in het geheugen (ongeacht de ontvangstmodus die u
hebt ingesteld) waarna deze in één keer worden afgedrukt.
Dubbelzijdige ontvangst IN-/UITschakelen
*
Als u deze procedure op een bepaald moment wilt afbreken, drukt u
op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen vervolgens
weer de instellingen van de Startmodus.
1. Druk op de toets CONFIGURATIE.
2. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om 2-zijdig
RX te selecteren.
3. Druk op de Enter-toets.
4. Gebruik de cursor omhoog- of cursor omlaag-toets om aan te
geven of u Dubbelzijdige ontvangst AAN of UIT wilt zetten.
* De asterisk (*) in het berichtenvenster geeft aan wat de huidige
instelling is.
5. Druk op de Enter-toets. De instelling van de Dubbelzijdige
ontvangst is voltooid.
* Als u klaar bent met het programmeren van de instellingen, drukt
u op de Reset-toets. In het bedieningspaneel verschijnen
vervolgens weer de instellingen van de Startmodus.
Bitmapgeheugen toevoegen
Door 4 MB optioneel bitmapgeheugen toe te voegen, kunt u
documenten ontvangen en verzenden in de resolutie ULTRAFIJN.
Als u de resolutie ULTRAFIJN wilt selecteren, drukt u op de
resolutie-selectietoets zodat het resolutie-indicatielampje
ULTRAFIJN gaat branden.
Imaging-geheugen toevoegen
Door 2 MB of 4 MB optioneel Imaging-geheugen toe te voegen, kunt
u meer documenten in het geheugen opslaan (voor verzending of
ontvangstcapaciteit).
* Raadpleeg de instructiehandleiding van uw
kopieermachine voor meer informatie over andere
optionele apparatuur.
Facsimile instellen:
Pap.inv. sel. :Auto keuze
2-in-1 RX :Uit
2-zijdig RX :Uit
2-zijdig RX:
Aan
*Uit
Facsimile instellen:
Pap.inv. sel. :Auto keuze
2-in-1 RX :Uit
2-zijdig RX :Aan
Facsimile instellen:
Einde
TTI :Buiten pag
Rapport afdrukken
PP
7-1
Referentiegegevens
Sectie
77
7-2
Sectie 7 Referentiegegevens
Specificaties
Type...............................................................Optionele faxeenheid
Compatibiliteit..............................................Groep 3
Vereiste verbinding......................................Abonnement/aansluiting op openbaar telefoonnet
Verzendsnelheid ..........................................Circa 3 seconden (33600 bps, JBIG, ITU-T schema 1)
Modemsnelheid............................................33600/31200/28800/26400/24000/21600/19200/16800/14400/12000/
9600/7200/4800/2400 bps
Datacompressie...........................................JBIG/MMR/MR/MH
Foutcorrectie................................................ECM
Maximale documentgrootte........................Breedte: 297 mm, lengte: 1700 mm
Capaciteit automatische papierlader.........Maximaal 70 pagina’s
Puntdichtheid gescande regels..................Horizontaal x verticaal
Normaal (8 punten/mm x 3,85 regels/mm)
FIJN (8 punten/mm x 7,7 regels/mm)
SUPERFIJN (8 punten/mm x 15,4 regels/mm)
ULTRAFIJN (16 punten/mm x 15,4 regels/mm)
Opnameresolutie..........................................600 dpi x 600 dpi
Grijstinten.....................................................128 niveaus (Differentiële diffusiewaarde)
One-touch toetsen ......................................80 toetsen
Verkorte kiesnummers................................200 nummers
Rondzenden .................................................Maximaal 280 locaties
Polling-ontvangst ........................................Maximaal 280 locaties
Geïnstalleerd bitmapgeheugen .................4 MB
Geïnstalleerd Imaging-geheugen...............4 MB (inclusief 1 MB werkgeheugen)
Beheerrapporten en lijsten .........................Activiteitenrapport, Bevestigingsrapport, Lijst eigen gegevens, One-
touch toetsenlijst
Opties............................................................Bitmapgeheugen (4 MB), Imaging-geheugen (2 MB, 4 MB)
* Specificaties kunnen zonder enige voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Sectie 7 Referentiegegevens
7-3
Tabel met beschikbare tekens
Afhankelijk van de gebruikstaal die u voor het berichtenvenster hebt ingesteld, is het mogelijk
andere letters dan die van het Engelse alfabet te gebruiken die specifiek horen bij een
bepaalde taal. Deze letters zijn beschikbaar onder one-touch toetsen nr. 30 en 62.
Raadpleeg de onderstaande tabel voor de speciale letters en andere tekens die beschikbaar
zijn voor het registreren van bestemmingsnamen, enzovoort. Zie ook “Tekens invoeren” op
pagina 1-24 voor de procedure om tekens in te voeren.
* Als in één veld twee letters worden weergegeven, wordt de bovenste letter ingevoerd
wanneer u hoofdletters registreert en wordt de onderste letter ingevoerd wanneer u kleine
letters registreert.
Taal weergavevenster Beschikbare tekens
Deens
Nederlands
Engels
Fins
Frans
Duits
Italiaans
Spaans
Portugees
Zweeds
ÄÅÖØÆ!@=
äåöøæ
;?[]%!@=
;?[]%!@=
ÄÅÖØÆ!@=
äåöøæ
Œ? [ ] % ! @=
œ
ÄÜÖß%!@=
äüö
È?[ ] %!@=
è
a
o ¿?¡ =
ñ
ÁÃÓÕÉ ÊÍ Ç
áãóõéêí ç
ÄÅÖØÆ!@=
äåöøæ
Sectie 7 Referentiegegevens
7-4
Schema papierformaat en invoerprioriteit
Als de laden geen papier bevatten met een formaat en stand die exact overeenkomen met die van de ontvangen documenten, wordt door de
faxmachine automatisch het meest geschikte papier geselecteerd waarop wordt afgedrukt. In het volgende schema ziet u welke prioriteit in dat
geval bij de papierselectie wordt aangehouden.
<Opmerkingen over dit schema>
* De bovenzijde van het papier in deze afbeeldingen geeft de invoerrichting aan voor de verzending of de afdruk.
* FL betekent papier van Folio-formaat.
* Als op meerdere plaatsen papier van hetzelfde formaat is geplaatst, wordt het papier uit de bovenste papierlade gebruikt.
* Als u een van de modi Vaste grootte of Vaste papierlade hebt geselecteerd bij de instelling van de Papierinvoerselectiemodus, krijgt die
instelling voorrang boven de hier aangegeven volgorde.
*1: Geeft aan dat de functie Ontvangen Documenten Roteren wordt gebruikt.
*2: Als de ontvangen afbeelding van de documenten met Folio-formaat automatisch wordt verkleind zodat deze op het papier past, wordt de
afbeelding afgedrukt op A4R-papier.
: Geeft aan dat een ontvangen pagina wordt gesplitst en afgedrukt op twee of meer vellen papier.
Formaat van ontvangen document
Selectie-
volgorde
Papier in laden
Sectie 7 Referentiegegevens
7-5
Stroomschema’s van de menu’s
De volgende stroomschema’s laten zien welke informatie wordt weergegeven in het berichtenvenster wanneer u op de verschillende functietoetsen in
het bedieningspaneel drukt. Raadpleeg dit schema als u de faxmachine gebruikt.
Tussen de ronde haakjes op pagina 7-5 en 7-6 is steeds het belangrijkste bericht aangegeven dat hoort bij een bepaald onderwerp en waarover u
meer informatie kunt opzoeken.
VASTLEGGEN-toets Verkorte kiesnummers (“Registr. Verkort kiesnr.”)
One-touch toetsen (“Registr. 1-Touch toets”)
Programmatoetsen (“Registr. programmatoets”)
Groepsgewijze inbeltoetsen (“Registr. groepsgewijze inbeltoets”)
Gekoppelde inbeltoetsen (“Registr. gekoppelde inbeltoets”)
Vertrouwelijke postbus (“Registr. Vertrouwelijke postbus”)
F-code postbus (“Registr. Subadres postbus”)
Coderingssleutels (“Registr. encryptiecode”)
Informatie eigen station
(“Registr. Eigen naam”)
Uw eigen faxnummer (“
v
”)
Uw eigen naam (“Eigen naam”)
Uw eigen ID (“Eigen ID”)
Toegestane telefoonnummers (“Toegest. tel.nrs.”)
Toegestane ID-nummers (“Toegest. ID-nrs.”)
Faxberichten doorsturen (“Doorsturen”)
Extern schakelnummer (“Extern schakelnr.”)
Externe test-ID (“Externe test-ID”)
Datum en tijd (“Datum en tijd”)
Toegangscodes (“Toegangscode”)
Wachtwoord voor beperkte toegang (“Wachtw. bep. toeg.”)
CONFIGURATIE-
toets
TTI-verzending AAN/UIT (“TTI”)
Rapport afdrukken
(“Rapport afdrukken”)
Activiteitenrapport (“Activiteitenbeheer”)
Verzendrapport (“Verzendtransactie”)
Ontvangstrapport (“Ontvangsttransactie”)
Rapport timer-verzending (“Rapport timer zenden”)
Wachtwoord-beveiligde verzending AAN/UIT (“Versturen”)
Wachtwoord-beveiligde ontvangst AAN/UIT (“Ontvangen”)
Volume luidspreker (“Volume luidspreker”)
Met wachtwoord beveiligde
communicatie (“Wachtwoord-
beveiligde comm.”)
Faxberichten doorsturen AAN/UIT (“Doorsturen”)
Bulletin-boardfunctie AAN/UIT (“Bulletin-board”)
X keer overgaan [Automatische faxontvangst] (“X keer overgaan”)
X keer overgaan [Antw.app.] (“X keer overgaan Antw.app.”)
Volume-instellingen
(“Volume-instellen”)
Volume alarmsignaal (“Volume alarm”)
Volume monitor (“Volume monitor”)
Papierlader (Document Feeder) scannen (“DF scannen”)
Ontvangstmodus (“Ontvangstfunc.”)
Afdrukken Ontvangstdatum en -tijd AAN/UIT (“Ontv. dat /tijd”)
Papierinvoerselectiemodus (“Pap.inv.sel.”)
2 zijden boven-ontvangst AAN/UIT (“2-in-1 RX”)
Rapport beperkte toegang (“Beperkte toeg.”)
Kiesbevestiging AAN/UIT (“Kiesbevestiging”)
Dubbelzijdige ontvangst AAN/UIT *1 (“2-zijdig RX”)
Beperkte toegang AAN/UIT (“Beperkte toeg.”)
Diagnose op afstand AAN/UIT (“Diagnose op afst.”)
*1: Alleen beschikbaar als
de optionele unit voor
Dubbelzijdige ontvangst
is geïnstalleerd.
Sectie 7 Referentiegegevens
7-6
RAPPORTAFDRUK-
toets
Activiteitenrapport (“Activiteitenrapport”)
Bevestigingsrapport (“Bevestigingsrapport”)
Lijst eigen gegevens (“Lijst eigen gegevens”)
Vertrouwelijke postbus-rapport (“Vertrouw P.B. rapp.”)
Versneld-kiezenlijst
(“Versneld-kiezenlijst”)
Verkorte-nummerslijst (“Verkorte-nummerslijst”)
One-touch toetsenlijst (“One-touch toetsenlijst”)
Lijst met telefoonnummers (“Telefoonnummerlijst”)
Geprogrammeerd-kiezenlijst (“Geprogrammeerd-kiezenlijst”)
Groepsgewijze inbellijst (“Groepsgewijze inbellijst”)
ID-codelijst *2 (“ID-codelijst”)
INFORMATIE-toets Weergavevenster verzendresultaten (“TX resultaat display”)
Weergavevenster ontvangstresultaten (“RX resultaat display”)
Een communicatiesessie in het
geheugen bewerken (“Bewerken”)
Voorbeeldafdruk maken van documenten in de wachtrij
(“Afdrukken”)
De communicatiesessie gedwongen starten
(“Onmiddellijk verzenden”)
Rapport beperkte toegang *2 (“Rapport beperkte toegang”)
Lijst coderingssleutels (“Lijst coderingssleutels”)
*2: Afdruk is alleen beschikbaar
als Rapport beperkte toegang
is ingeschakeld.
POLLING-toets Polling-verzending (“TX Polling”)
Polling-ontvangst (“RX Polling”)
Doorlopende Polling-ontvangst (“Continue Polling-RX”)
Vertrouwelijke Polling-ontvangst (“Vertrouw. Polling-RX”)
Polling in omgekeerde richting (“Omgekeerde Polling”)
VERTROUWELIJK-toets
Verzenden naar een vertrouwelijke Bestemmingspostbus (“Vertrouwelijke TX”)
Documenten invoeren in de
postbussen (“Postbus-invoer”)
Documenten invoeren in een vertrouwelijke postbus
(“Invoeren in vertrouw. P.B.”)
Documenten invoeren in een F-code postbus
(“Invoeren in subadres-P.B.”)
Afdrukken vanuit een vertrouwelijke postbus
(“Vertrouw. P.B. afdrukken”)
Afdrukken vanuit een F-code postbus
(“Subadres-P.B. afdrukken”)
Documenten afdrukken vanuit
de postbussen (“Postbus-uitvoer”)
De inhoud van de communicatie wijzigen
(“Programma/Wijzigen”)
De communicatiesessie verwijderen
(“Wissen”)
Ontvangen documenten gedwongen afdrukken
(“Ontvangst-uitvoer”)
Sectie 7 Referentiegegevens
7-7
RONDZENDEN-toets Rondzend-verzending
DUBBELZIJDIG VZ-toets Verzending van dubbelzijdige documenten
UITGESTELD VZ-toets De starttijd instellen voor een communicatiesessie waarbij de timer wordt gebruikt
DOORZENDEN-toets Doorstuur-verzending
AFK./INDEX-toets Nummer kiezen met behulp van verkorte kiestoets
Nummer opzoeken in de index
ANTW.APPARAAT-toets De Antwoordapparaat-ontvangstmodus in-/uitschakelen
GEHEUGEN VZ-toets Schakelen tussen Geheugenontvangst- en Rechtstreekse-invoerverzendmodus
HANDMATIG OV-toets De handmatige faxontvangstmodus in-/uitschakelen
FAX-toets Overschakelen naar de Faxfunctie
KOPIËREN-toets Overschakelen naar de Kopieerfunctie
SUBADRES-toets
Op F-code gebaseerde communicatie selecteren
WISSELEN
DISPLAY-toets
Verifiëren van bewerkingen in de achtergrond (functie Tweevoudige toegang)
CODE OORZAAK EN/OF PROCEDURE VOOR FOUTCORRECTIE
Bezet
(U00000)
De lijn is bezet of de andere partij reageert niet nadat het nummer automatisch een ingesteld aantal keren opnieuw is
gekozen. Voer de verzend- of ontvangstprocedures nogmaals uit.
Onderbroken
(U00100)
De verzending is onderbroken doordat op de toets Stop/Wissen is gedrukt.
Onderbroken
(U00200)
De ontvangst is onderbroken doordat op de toets Stop/Wissen is gedrukt.
U00300 Het afdrukpapier in de bestemmingsfax is op. Neem contact op met de partij aan wie u de fax stuurt.
U00420 -
U00462
Er was een verbinding gemaakt nadat de verzendende partij had ingebeld, maar de verzending is onderbroken omdat de
verzendende partij niet beschikt over de benodigde communicatiefuncties.
Onderbroken
(U00500)
Tijdens een meervoudige communicatiesessie (Rondzenden, Polling-ontvangst, enzovoort) kon deze machine niet naar
alle bestemmingen verzenden, vanwege een communicatiestoring.
U00600 -
U00690
De communicatiesessie werd onderbroken vanwege problemen met uw machine. Voer de verzend- of
ontvangstprocedures nogmaals uit.
U00700
De communicatiesessie werd onderbroken vanwege problemen met de machine van de andere partij. Neem contact op
met de andere partij.
U00800
U00810
Er zijn nog een of meer pagina’s overgebleven waarvan de verzending is mislukt. Voer de verzendprocedures
nogmaals uit.
U00900
U00910
Er zijn nog een of meer pagina’s overgebleven waarvan de ontvangst is mislukt. Voer de ontvangstprocedures
nogmaals uit.
U01000 -
U01080
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens de verzending. Voer de verzendprocedures nogmaals uit.
Sectie 7 Referentiegegevens
7-8
Tabellen met foutcodes
Als er een communicatiefout optreedt, wordt een van de volgende foutcodes afgedrukt in het
bijbehorende Verzendrapport of Ontvangstrapport, evenals in het Activiteitenrapport.
Raadpleeg de volgende tabellen voor een uitvoeriger beschrijving van de fout.
U01100 -
U01199
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens de ontvangst. Voer de ontvangstprocedures nogmaals uit.
U01400
Er was een communicatiesessie gepland waarbij de timer wordt gebruikt. Hierbij is een nummer ingevoerd met behulp van
een verkort kiesnummer of een one-touch toets, enzovoort, maar communicatie met de desbetreffende partij was
onmogelijk omdat dat nummer niet meer was geregistreerd op het moment van het geplande tijdstip. Controleer uw
machine.
U01500
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een verzending met hoge verzendsnelheid. Voer de verzendprocedures
nogmaals uit.
U01600
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een ontvangst met hoge verzendsnelheid. Voer de ontvangstprocedures
nogmaals uit nadat de verzendende partij de verzendsnelheid heeft verlaagd.
U01700
U01720
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een verzending met hoge verzendsnelheid. Voer de verzendprocedures
nogmaals uit.
Sectie 7 Referentiegegevens
7-9
CODE OORZAAK EN/OF PROCEDURE VOOR FOUTCORRECTIE
U01721
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een verzending met hoge verzendsnelheid. Misschien heeft de
bestemmingsfax niet de bijbehorende functies voor hoge-snelheidsontvangst. Als het nummer van de bestemmingsfax
werd gekozen met een verkort kiesnummer of met een one-touch toets, wijzigt u de verzendsnelheid die voor dat nummer
was geregistreerd naar een lagere instelling en voert u de verzendprocedures nogmaals uit.
U01800 -
U01820
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een ontvangst met hoge verzendsnelheid. Voer de ontvangstprocedures
nogmaals uit nadat de verzendende partij de verzendsnelheid heeft verlaagd.
U01821
Er is een communicatiefout opgetreden tijdens een ontvangst met hoge verzendsnelheid. Mogelijk beschikt uw faxmachine
niet over de bijbehorende functies voor hoge-snelheidsontvangst. Voer de ontvangstprocedures nogmaals uit nadat de
verzendende partij de verzendsnelheid heeft verlaagd.
U02000
De opdracht Doorzenden werd verzonden, maar de communicatie is uiteindelijk niet geslaagd omdat Wachtwoord-
beveiligde communicatie was INgeschakeld op de fax van het relaisstation en het benodigde wachtwoord onjuist was.
Neem contact op met het relaisstation.
U02100
De opdracht Doorzenden werd verzonden, maar het relaisstation beschikt niet over functies voor Doorzenden, waardoor er
geen gegevens zijn doorverzonden naar de uiteindelijke bestemming. Neem contact op met het relaisstation.
U02200
De opdracht Doorzenden werd ontvangen, maar het kiezen van de nummers van de resterende bestemming(en) en
daardoor ook de verzending van berichten naar deze bestemmingen was onmogelijk omdat het ingevoerde nummer van de
bestemmingsfax niet in uw faxmachine was geregistreerd. Neem contact op met het station dat het bericht oorspronkelijk
heeft verzonden.
U02303
U02304
De opdracht Doorzenden werd ontvangen, maar de verzending naar de resterende bestemming(en) was onmogelijk omdat
de benodigde informatie om verzending toe te staan, niet juist werd ontvangen van het station dat het bericht oorspronkelijk
heeft verzonden.
U03000
U hebt geprobeerd een Polling-ontvangst uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat er vooraf geen documenten in de
faxmachine van de verzendende partij waren geplaatst. Neem contact op met de verzendende partij.
U03100
U hebt geprobeerd een omgekeerde Polling uit te voeren en de verzending is voltooid, maar de ontvangst is mislukt omdat
er vooraf geen documenten in de faxmachine van de verzendende partij waren geplaatst. Neem contact op met de
verzendende partij.
U03200
Er is om een van de volgende redenen een fout opgetreden. Neem contact op met de andere partij.
1 U hebt geprobeerd een Vertrouwelijke Polling-ontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen van de
Vertrouwelijke Postbus van de andere partij. Deze poging is echter mislukt omdat er geen documenten waren
opgeslagen in de bijbehorende Vertrouwelijke Postbus.
2 De faxmachine van de verzendende partij is een van onze modellen en u hebt geprobeerd een op F-code gebaseerde
Bulletin-boardontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen vanuit de F-code Postbus van die partij. Deze
poging is echter mislukt omdat er geen documenten waren opgeslagen in de bijbehorende F-code Postbus.
U03300
Er is om een van de volgende redenen een fout opgetreden. Neem contact op met de andere partij.
1 U hebt geprobeerd een Polling-ontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen van de faxmachine van de andere
partij. Deze poging is echter mislukt omdat Wachtwoord-beveiligde communicatie was INgeschakeld op de faxmachine
van de andere partij en het benodigde wachtwoord onjuist was.
2 De faxmachine van de verzendende partij is een van onze modellen en u hebt geprobeerd een op F-code gebaseerde
Bulletin-boardontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen vanuit de F-code Postbus van die partij. Deze
poging is echter mislukt omdat Wachtwoord-beveiligde communicatie was INgeschakeld op de faxmachine van de
andere partij en het benodigde wachtwoord onjuist was.
U03400
U hebt geprobeerd een Polling-ontvangst uit te voeren. Deze poging is echter mislukt omdat de wachtwoordinvoer bij de
faxmachine van de verzendende partij en de stations-ID van de ontvangende partij niet overeenkwamen. Neem contact op
met de andere partij.
U03500
Er is om een van de volgende redenen een fout opgetreden. Neem contact op met de andere partij.
1 U hebt geprobeerd een Vertrouwelijke Polling-ontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen van de
Vertrouwelijke Postbus van de andere partij. Deze poging is echter mislukt omdat het nummer van de Vertrouwelijke
Postbus dat u invoerde, niet was geregistreerd op de faxmachine van de andere partij.
2 De faxmachine van de verzendende partij is een van onze modellen en u hebt geprobeerd om een op F-code
gebaseerde Bulletin-boardontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen vanuit de F-code Postbus van die partij.
Deze poging is echter mislukt omdat het nummer van de F-code Postbus dat u invoerde niet was geregistreerd op de
faxmachine van de andere partij.
Sectie 7 Referentiegegevens
7-10
CODE OORZAAK EN/OF PROCEDURE VOOR FOUTCORRECTIE
U03700
Er is om een van de volgende redenen een fout opgetreden. Neem contact op met de andere partij.
1 U hebt geprobeerd een Vertrouwelijke Polling-ontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen van de
Vertrouwelijke Postbus van de andere partij. Deze poging is echter mislukt omdat de faxmachine van de andere partij
niet beschikt over de benodigde functies voor Vertrouwelijke Polling-verzending of omdat er geen documenten waren
opgeslagen in de bijbehorende Vertrouwelijke Postbus.
2 U hebt geprobeerd een op F-code gebaseerde Bulletin-boardontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen van
de andere partij. Deze poging is echter mislukt omdat de faxmachine van de andere partij niet beschikt over de
benodigde functies voor op F-code gebaseerde Bulletin-boardverzending of omdat er geen documenten waren
opgeslagen in de bijbehorende postbus.
U04000
Er is om een van de volgende redenen een fout opgetreden. Neem contact op met de andere partij.
1 U hebt geprobeerd een verzending uit te voeren naar de Vertrouwelijke Postbus van een andere partij. Deze poging is
echter mislukt omdat het nummer van de Vertrouwelijke Postbus dat u invoerde niet was geregistreerd op de
faxmachine van deze partij.
2 De bestemmingsfaxmachine is een van onze modellen en u hebt geprobeerd om een op F-code gebaseerde
vertrouwelijke verzending uit te voeren om documenten te verzenden naar de F-code Postbus van die partij. Deze
poging is echter mislukt omdat het F-code postbusnummer dat u hebt ingevoerd niet was geregistreerd op de
faxmachine van de andere partij.
U04100
Er is om een van de volgende redenen een fout opgetreden. Neem contact op met de andere partij.
1 U hebt geprobeerd om een faxbericht te versturen naar de Vertrouwelijke Postbus van een andere partij. Deze poging is
echter mislukt omdat de faxmachine van deze partij niet beschikt over de benodigde functies voor Vertrouwelijke
Communicatie.
2 U hebt geprobeerd een faxbericht te versturen naar de Postbus (bijvoorbeeld een F-code postbus) van een andere
partij. Deze poging is echter mislukt omdat de faxmachine van deze partij niet beschikt over de benodigde functies voor
op F-code gebaseerde Vertrouwelijke Ontvangst.
U04200
U hebt geprobeerd een Versleutelde (encryptie)verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de opgegeven
vertrouwelijke postbus van de bestemmingspartij niet was aangewezen voor Versleutelde ontvangst of niet was
geregistreerd op de faxmachine van de andere partij.
U04300
U hebt geprobeerd een Versleutelde (encryptie)verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de faxmachine van de
andere partij niet beschikt over functies voor Versleutelde communicatie.
U04400
U hebt geprobeerd een Versleutelde (encryptie)verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de Coderingssleutels
niet overeenkwamen.
U04401
U hebt geprobeerd een Versleutelde (encryptie)verzending uit te voeren, maar het nummer van de andere partij is niet
gekozen omdat de aangewezen Coderingssleutel niet op uw faxmachine is geregistreerd.
U04500
U hebt geprobeerd een Versleutelde (encryptie)ontvangst uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de Coderingssleutels
niet overeenkwamen.
U05100
U hebt geprobeerd een Verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat Wachtwoord-beveiligde communicatie was
INgeschakeld op uw faxmachine en het benodigde wachtwoord niet overeenkwam. Neem contact op met de andere partij.
U05200
De andere partij heeft geprobeerd een faxbericht te verzenden. Dat is echter mislukt omdat Wachtwoord-beveiligde
communicatie was INgeschakeld op uw faxmachine en het benodigde wachtwoord niet overeenkwam.
U05300
U hebt geprobeerd een Verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat Wachtwoord-beveiligde communicatie was
INgeschakeld op de bestemmingsfax en het benodigde wachtwoord niet overeenkwam. Neem contact op met de andere
partij.
U03600
Er is om een van de volgende redenen een fout opgetreden. Neem contact op met de andere partij.
1 U hebt geprobeerd een Vertrouwelijke Polling-ontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen van de
Vertrouwelijke Postbus van de andere partij. Deze poging is echter mislukt omdat de ID van de Vertrouwelijke Postbus
die u invoerde niet overeenkwam met de ID die was geregistreerd op de faxmachine van de verzendende partij.
2 De faxmachine van de verzendende partij is een van onze modellen en u hebt geprobeerd om een op F-code
gebaseerde Bulletin-boardontvangst uit te voeren om documenten te ontvangen vanuit de F-code Postbus van die partij.
Deze poging is echter mislukt omdat het F-code wachtwoord dat u hebt ingevoerd niet was geregistreerd op de
faxmachine van de andere partij.
Sectie 7 Referentiegegevens
7-11
U09000
Een poging tot faxcommunicatie is mislukt omdat op de faxmachine van de andere partij een ander communicatieprotocol
wordt gebruikt (de andere partij gebruikt een G2-faxmachine).
U12000
U hebt een opdracht tot Doorzenden ontvangen, maar de ontvangst van de door te zenden gegevens was niet compleet
omdat uw geheugencapaciteit onvoldoende is. Wis alle andere gegevens uit het geheugen en probeer het nogmaals of
geef de poging tot Doorzenden op.
CODE OORZAAK EN/OF PROCEDURE VOOR FOUTCORRECTIE
U12100
U hebt een opdracht tot Doorzenden verstuurd, maar de ontvangst van de door te zenden gegevens bij de andere partij is
mislukt omdat de geheugencapaciteit van de bestemmingsfax onvoldoende was. Neem contact op met de partij die het
bericht opnieuw moest doorsturen.
U14000
U hebt geprobeerd een bericht uit een Vertrouwelijke Postbus of een F-code Postbus te ontvangen. Dat is echter mislukt
omdat de geheugencapaciteit van uw faxmachine onvoldoende was. Druk de gegevens in het geheugen af en probeer het
opnieuw of geef de poging op om een Vertrouwelijke Ontvangst (of een op F-code gebaseerde Vertrouwelijke Ontvangst)
uit te voeren.
U14100
Er is om een van de volgende redenen een fout opgetreden. Neem contact op met de andere partij.
1 U hebt geprobeerd een verzending uit te voeren naar de Vertrouwelijke Postbus van een andere partij. Deze poging is
echter mislukt omdat de geheugencapaciteit van de faxmachine van de andere partij onvoldoende was.
2 De faxmachine van de verzendende partij is een van onze modellen en u hebt geprobeerd een verzending uit te voeren
naar de F-code Postbus van de partij van bestemming. Deze poging is echter mislukt omdat de geheugencapaciteit in
de faxmachine van de andere partij onvoldoende was.
U19000
U hebt geprobeerd een Geheugenontvangst uit te voeren. Deze poging is echter mislukt omdat de geheugencapaciteit van
uw faxmachine onvoldoende was. Wis alle andere gegevens uit het geheugen en probeer het opnieuw.
U19100
U hebt geprobeerd een verzending uit te voeren. Deze poging is echter mislukt omdat de geheugencapaciteit van de
bestemmingsfax onvoldoende was. Neem contact op met de andere partij.
U19200 De in het geheugen opgeslagen gegevens zijn beschadigd. Voer de benodigde communicatieprocedures opnieuw uit.
U19300
U hebt geprobeerd een verzending uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de te verzenden gegevens beschadigd zijn.
Voer de verzendprocedure opnieuw uit.
U19400
U hebt geprobeerd een ontvangst uit te voeren. Dat is echter mislukt omdat de te ontvangen gegevens beschadigd zijn. Voer
de ontvangstprocedure opnieuw uit.
Kennisgeving
Deze apparatuur is goedgekeurd volgens het besluit van de Raad 98/482/EG voor pan-
Europese enkelvoudige eindaansluiting op het openbare telefoonnet. Als gevolg van
verschillen tussen de diverse openbare telefoonnetten in verschillende landen, biedt deze
goedkeuring echter geen onvoorwaardelijke verzekering voor een probleemloze werking op elk
aansluitpunt op het openbare telefoonnet.
Mocht u problemen ondervinden met de aansluiting, neem dan eerst contact op met de
leverancier van de apparatuur.
Verklaring aangaande compatibiliteit met telefoonnetten
Wij verklaren dat dit product is ontworpen voor onderlinge communicatie met de telefoonnetten
die in de volgende landen gangbaar zijn:
België Frankrijk Italië Noorwegen Verenigd Koninkrijk
Denemarken Griekenland Liechtenstein Oostenrijk Zweden
Duitsland Ierland Luxemburg Portugal Zwitserland
Finland IJsland Nederland Spanje
WAARSCHUWING
Dit is een Klasse A-product. Binnenshuis kan dit product storing
veroorzaken indien het te dicht in de buurt van andere apparatuur
geplaatst is. In dit geval moet de gebruiker doeltreffende maatregelen
nemen.
* De bovenstaande waarschuwing geldt alleen voor Australië en
Nieuw-Zeeland.
LET OP!
Als u de stroomvoorziening naar het apparaat wilt uitschakelen, kan dit
alleen met de stekker van het netsnoer!
Met andere schakelaars op het apparaat kunt u alleen bepaalde functies
in- en uitschakelen.
This machine has passed
all quality controls and
final inspection.
1999. 11
3A180150A
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77

Utax CD 31 Handleiding

Type
Handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor