Brother MFC-1900E de handleiding

Categorie
Afdrukken
Type
de handleiding
Gebruikershandleiding
DCP-1600E
DCP-1602(E)
DCP-1610W(E)
DCP-1612W
MFC-1900(E)
MFC-1905
MFC-1910W(E)
Niet alle modellen zijn leverbaar in alle landen.
Versie 0
DUT
i
Brother-telefoonnummers
BELANGRIJK
Voor technische ondersteuning telefoneert u naar de klantenservice van Brother of naar uw
lokale Brother-leverancier.
Uw product registreren
Vul de Brother Warranty Registration in of, voor een snellere en efficiëntere manier om uw nieuwe
product te registreren, ga online naar
http://www.brother.com/registration
Veelgestelde vragen (FAQ's)
Op het Brother Solutions Center vindt u alle benodigde informatie over deze machine. Download
de meest recente drivers, software en hulpprogramma's, lees de veelgestelde vragen en de tips
voor het oplossen van problemen om te leren hoe u het meeste uit dit product van Brother kunt
halen.
http://support.brother.com
Hier vindt u de updates voor de drivers van Brother.
Klantenservice
Kijk op http://www.brother.com voor de contactgegevens van uw plaatselijke Brother-vestiging.
Servicecentra
Neem contact op met uw plaatselijke Brother-kantoor voor informatie over onderhoudscentra in
Europa. U vindt de adressen en telefoonnummers van de Europese kantoren door op de website
http://www.brother.com
uw land te selecteren.
©2014 Brother Industries, Ltd. Alle rechten voorbehouden.
Internetadressen
Wereldwijde Brother-website: http://www.brother.com
Voor veelgestelde vragen (FAQs), productondersteuning en technische vragen, en driver-updates en
hulpprogramma's: http://support.brother.com
ii
Welke handleidingen zijn er en waar kan ik deze
vinden?
1
Ga naar http://support.brother.com.
Welke handleiding? Inhoud? Waar?
Handleiding product
veiligheid
Lees deze handleiding eerst. Lees de
veiligheidsinstructies voor u de machine
installeert. Raadpleeg deze handleiding
voor handelsmerken en wettelijke
beperkingen.
Gedrukt / in de verpakking
Installatiehandleiding
Volg de instructies voor het instellen van uw
machine en installeren van de drivers en
software voor het besturingssysteem en het
type verbinding dat u gebruikt.
Gedrukt / in de verpakking
Gebruikershandleiding
Hier vindt u meer informatie over de fax-
(
Alleen MFC-modellen), scan- en
kopieerfuncties. Zie tips voor het oplossen
van problemen en machinespecificaties.
Voor MFC:
Gedrukt / in de verpakking
Voor
Tsjechië,
Bulgarije,
Hongarije,
Polen,
Roemenië,
Slowakije,
Kroatië,
Slovenië,
Servië,:
(alleen Windows
®
) PDF-bestand
/ cd-rom / in de verpakking
Voor DCP:
(alleen Windows
®
) PDF-bestand
/ cd-rom / in de verpakking
Software en Netwerk
gebruikershandleiding
In deze handleiding vindt u instructies voor
scannen, afdrukken, PC-FAX en andere
handelingen die u kunt uitvoeren door uw
Brother-machine te verbinden met een
computer. U vindt er ook nuttige informatie
over het gebruik van Brother ControlCenter,
het gebruik van uw machine in een
netwerkomgeving, en veel gebruikte
termen.
(Windows
®
)
HTML-bestand / cd-rom / in de
verpakking
(Macintosh)
HTML-bestand / Brother
Solutions Center
1
Handleiding voor
mobiel
afdrukken/scannen
voor Brother
iPrint&Scan
(voor modellen die
ondersteuning bieden
voor draadloze
netwerken)
In deze handleiding vindt u nuttige
informatie over het afdrukken vanaf uw
mobiele apparaat en scannen vanaf uw
Brother-machine naar uw mobiele apparaat
bij verbinding met een Wi-Fi
®
-netwerk.
PDF-bestand / Brother Solutions
Center
1
iii
Inhoudsopgave
1 Algemene informatie 1
Gebruik van de documentatie................................................................................1
Symbolen en conventies die in de documentatie gebruikt worden..................1
Brother-hulpprogramma's openen (Windows
®
).....................................................2
De Software en Netwerk gebruikershandleiding raadplegen.................................3
Documentatie bekijken ....................................................................................3
Overzicht bedieningspaneel ..................................................................................6
Menu en functies voor MFC-modellen.................................................................11
Programmeren op het scherm.......................................................................11
Menutabel......................................................................................................12
0.Stand.instel.................................................................................................13
1.Standaardinst. ............................................................................................18
2.Fax..............................................................................................................22
3.Kopie ..........................................................................................................35
4.Printer.........................................................................................................36
5.Print lijsten..................................................................................................37
6. Netwerk (alleen MFC-1910W(E)) ..............................................................39
7.Machine-info
1
.............................................................................................42
Menu en functies voor DCP-modellen.................................................................43
Programmeren op het scherm.......................................................................43
Menutabel......................................................................................................44
1.Standaardinst. ............................................................................................45
2.Kopie ..........................................................................................................47
3.Printer.........................................................................................................48
4. Netwerk (alleen DCP-1610W(E) en DCP-1612W) ....................................49
5.Machine-info
1
.............................................................................................52
Tekst invoeren .....................................................................................................54
MFC-modellen ...............................................................................................54
DCP-modellen ...............................................................................................55
Ecologische functies............................................................................................56
Stand diepe slaap..........................................................................................56
Automatische uitschakeling (alleen DCP-modellen)......................................56
Tonerinstellingen .................................................................................................56
Tonerinstelling (stand Doorgaan) ..................................................................56
Faxen ontvangen in de stand Doorgaan (Alleen MFC-modellen) .................57
2 Papierinstelling 58
Papierinstellingen ................................................................................................58
Papiertype .....................................................................................................58
Papierformaat ................................................................................................58
Bruikbaar papier ..................................................................................................59
Aanbevolen papier en afdrukmedia...............................................................59
Papiercapaciteit van de papierlade ...............................................................59
iv
3 Documenten laden 60
Documenten laden...............................................................................................60
De automatische documentinvoer (ADF) gebruiken
(alleen modellen met ADF (automatische documentinvoer)) ....................60
De glasplaat gebruiken..................................................................................60
4 Een fax verzenden (MFC-modellen) 62
Een fax verzenden...............................................................................................62
Een fax annuleren die wordt verwerkt ...........................................................62
Groepsverzenden ..........................................................................................63
5 Een fax ontvangen (MFC-modellen) 64
Ontvangststanden................................................................................................64
De ontvangststand kiezen .............................................................................64
Instellingen ontvangststand .................................................................................65
Belvertraging .................................................................................................65
F/T-beltijd (alleen in de Fax/Tel-modus)........................................................65
Fax waarnemen.............................................................................................65
6 Nummers kiezen en opslaan (MFC-modellen) 67
Nummers opslaan................................................................................................67
Snelkiesnummers opslaan ............................................................................67
Snelkiesnummers wijzigen of verwijderen.....................................................67
Nummers kiezen..................................................................................................68
Handmatig kiezen ..........................................................................................68
Snelkiezen .....................................................................................................68
Zoeken...........................................................................................................68
Opnieuw kiezen .............................................................................................68
Beller-ID (alleen MFC-1910W(E)) .................................................................69
7 PC-FAX gebruiken (MFC-modellen) 70
PC-FAX ontvangen
(Alleen voor Windows
®
)....................................................................................70
PC-FAX verzenden..............................................................................................72
Een bestand verzenden als PC-FAX.............................................................72
v
8 Telefoon en externe apparatuur (voor MFC-modellen) 74
Telefoonbediening (alleen MFC-1905) ................................................................74
Telefoneren ...................................................................................................74
Telefoonlijndiensten.............................................................................................74
Het type telefoonlijn instellen.........................................................................74
Een extern antwoordapparaat aansluiten (alleen MFC-1900(E) en
MFC-1910W(E)) ...............................................................................................75
Aansluitingen.................................................................................................76
Een uitgaand bericht opnemen......................................................................76
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)............................................................76
Externe telefoons en tweede telefoons................................................................77
Een externe of tweede telefoon aansluiten ...................................................77
Alleen voor de Fax/Tel-modus.......................................................................77
Een draadloze handset van een ander merk gebruiken................................77
9Kopiëren 78
Kopieën maken....................................................................................................78
ID-KOPIËREN ....................................................................................................79
Dubbelzijdige ID-kopie...................................................................................79
Enkelzijdige ID-kopie .....................................................................................81
Overige kopieën ..................................................................................................82
10 Scannen naar een computer 86
Een document scannen als PDF-bestand met ControlCenter4...........................86
Scannen met behulp van de SCANtoets .............................................................89
SCANtoetsinstellingen...................................................................................89
A Oplossen van problemen en andere informatie 91
Verbruiksartikelen................................................................................................91
Uw probleem identificeren...................................................................................93
Fout- en onderhoudsmeldingen...........................................................................94
Als u problemen hebt met uw machine................................................................96
Telefoon- en faxproblemen (MFC-modellen).................................................96
De afdrukkwaliteit verbeteren ..............................................................................98
Vastgelopen documenten
(modellen met ADF (automatische documentinvoer)) ....................................103
Vastgelopen papier............................................................................................104
Faxen of faxjournaal overbrengen (voor MFC-modellen)..................................106
Faxen naar een andere faxmachine overbrengen.......................................107
Faxen naar de pc overbrengen ...................................................................107
Het faxjournaal overbrengen naar een andere faxmachine ........................108
De machine reinigen en controleren..................................................................108
vi
B Specificaties 109
DCP-1600E, DCP-1602(E), MFC-1900(E) en
MFC-1905.......................................................................................................109
Algemeen ....................................................................................................109
Documentgrootte .........................................................................................112
Afdrukmedia ................................................................................................112
Fax...............................................................................................................113
Kopiëren ......................................................................................................113
Scanner .......................................................................................................114
Printer..........................................................................................................114
DCP-1610W(E), DCP-1612W en MFC-1910W(E) ............................................115
Algemeen ....................................................................................................115
Documentgrootte .........................................................................................118
Afdrukmedia ................................................................................................118
Fax...............................................................................................................119
Kopiëren ......................................................................................................119
Scanner .......................................................................................................120
Printer..........................................................................................................120
Netwerk (LAN) .............................................................................................121
CIndex 122
1
1
1
Gebruik van de
documentatie
1
Bedankt voor uw keuze voor een Brother-
machine! Het lezen van de documentatie
helpt u bij het optimaal benutten van uw
machine.
Symbolen en conventies die
in de documentatie gebruikt
worden 1
De volgende symbolen en conventies worden
in de documentatie gebruikt.
Volg alle waarschuwingen en instructies die
op het product worden aangegeven.
OPMERKING
De meeste illustraties in deze
Gebruikershandleiding tonen de
MFC-1910W.
Deze gebruikershandleiding is van
toepassing op de volgende modellen:
Voor modellen die ondersteuning
bieden voor draadloze netwerken:
DCP-1610W, DCP-1610WE, DCP-
1612W, MFC-1910W, MFC-1910WE
Voor modellen met ADF (automatische
documentinvoer): MFC-1900, MFC-
1900E, MFC-1905, MFC-1910W,
MFC-1910WE
Algemene informatie 1
WAARSCHUWING wijst op een potentieel
gevaarlijke situatie die, indien niet
vermeden, de dood of ernstige letsels tot
gevolg kan hebben.
BELANGRIJK
BELANGRIJK wijst op een potentieel
gevaarlijke situatie die, indien niet
vermeden, materiële schade of
verminderde functionaliteit van het product
tot gevolg kan hebben.
OPMERKING
OPMERKING wijst op de
bestuursomgeving, voorwaarden voor
installatie of speciale
gebruiksvoorwaarden.
Verbodspictogrammen wijzen op
handelingen die niet mogen worden
uitgevoerd.
De pictogrammen Elektrisch Gevaar
waarschuwen u voor een mogelijke
elektrische schok.
WAARSCHUWING
Deze symbolen wijzen u erop dat u
hete oppervlakken in de machine
niet mag aanraken.
Brandgevaarpictogrammen
waarschuwen u voor de
mogelijkheid op brand.
Vet Vetgedrukte tekst geeft toetsen
op het bedieningspaneel van
de machine of op het
computerscherm aan.
Cursief Cursief gedrukte tekst legt de
nadruk op een belangrijk punt
of verwijst naar een verwant
onderwerp.
Courier
New
Het lettertype Courier New
geeft de meldingen aan die
worden weergegeven op het
LCD-scherm van de machine.
Hoofdstuk 1
2
Brother-hulpprogramma's openen (Windows
®
)
Brother Utilities is een programma om toepassingen op te starten die handige toegang
tot alle op uw apparaat geïnstalleerde Brother-toepassingen biedt.
a (Windows
®
XP, Windows Vista
®
, Windows
®
7, Windows Server
®
2003, Windows Server
®
2008 en Windows Server
®
2008 R2)
Klik op (start) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities.
(Windows
®
8 en Windows Server
®
2012)
Tik of dubbelklik op (Brother Utilities) op het start-scherm of op het bureaublad.
(Windows
®
8.1 en Windows Server
®
2012 R2)
Beweeg de muisaanwijzer naar de linkeronderhoek van het Start-scherm en klik op
(als u een aanraakapparaat gebruikt, veegt u vanaf de onderkant van het Start-scherm
omhoog om het Apps-scherm weer te geven). Wanneer het Apps-scherm weergegeven
wordt, tikt of klikt u op (Brother Utilities).
b Selecteer uw machine.
c Kies de handeling die u wilt gebruiken.
Algemene informatie
3
1
De Software en
Netwerk
gebruikershandleiding
raadplegen
1
Deze gebruikershandleiding bevat niet alle
informatie over de machine zoals hoe u de
geavanceerde functies voor printer, scanner,
PC-FAX
1
en netwerk
2
gebruikt. Wanneer u
klaar bent voor gedetailleerdere informatie
over deze functies, kunt u de Software en
Netwerk gebruikershandleiding raadplegen
op de installatie-cd-rom voor Windows
®
-
gebruikers.
Macintosh-gebruikers kunnen de Software en
Netwerk gebruikershandleiding raadplegen
door deze te downloaden via het
Brother Solutions Center
(http://support.brother.com
).
1
MFC-modellen
2
Modellen die ondersteuning bieden voor draadloze
netwerken
Documentatie bekijken 1
Documentatie bekijken (Windows
®
) 1
(Windows
®
7/Windows Vista
®
/Windows
®
XP)
Klik op (start) > Alle programma's
> Brother > Brother Utilities, klik op de
vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgens uw
modelnaam (als deze nog niet geselecteerd
is).
Klik op Ondersteuning in de linker
navigatiebalk en klik vervolgens op
Gebruikershandleidingen.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en klik
vervolgens op de vervolgkeuzelijst en
selecteer de naam van uw model (indien nog
niet geselecteerd). Klik op Ondersteuning in
de linker navigatiebalk en klik vervolgens op
Gebruikershandleidingen.
Als u de software niet hebt geïnstalleerd, kunt
u de documentatie op de installatie-cd-rom
vinden door onderstaande instructies op te
volgen:
a Zet de computer aan. Plaats de
installatie-cd-rom in uw cd-romstation.
OPMERKING
Als het Brother-scherm niet wordt
weergegeven, gaat u naar Computer
(Deze computer).
(Voor Windows
®
8: Klik op het pictogram
(Verkenner) in de taakbalk en ga
vervolgens naar This PC.) Dubbelklik op
het cd-rom-pictogram en dubbelklik
vervolgens op start.exe.
b Als de modelnaam op het scherm wordt
weergegeven, klikt u op de modelnaam.
c Als het scherm voor de taalkeuze
verschijnt, klikt u op de gewenste taal.
Het bovenste menu van de cd-rom
wordt geopend.
Hoofdstuk 1
4
d Klik op Gebruikershandleidingen.
e Klik op Gebruikershandleidingen op
de cd-rom. Als het scherm voor de
landenkeuze verschijnt, klikt u op het
gewenste land. Klik vervolgens op het
document dat u wilt lezen.
Instructies voor het instellen van een
netwerk opzoeken (voor modellen die
ondersteuning bieden voor draadloze
netwerken)
1
U kunt uw machine aansluiten op een
draadloos netwerk.
Standaardinstructies voor het instellen:
uu Installatiehandleiding.
Als uw draadloze toegangspunt of router Wi-
Fi Protected Setup of AOSS™ ondersteunt:
uu Installatiehandleiding.
Meer informatie over het instellen van een
netwerk: uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Brother CreativeCenter
openen
1
Als u Windows
®
gebruikt, dubbelklikt u op het
pictogram (Brother CreativeCenter)
op uw bureaublad om onze GRATIS website
te openen die u kunt gebruiken als
hulpmiddel om aangepaste materialen voor
zakelijk en thuisgebruik te maken en af te
drukken met foto's, tekst en de nodige
creativiteit.
Mac-gebruikers kunnen het Brother
CreativeCenter raadplegen op het volgende
adres:
http://www.brother.com/creativecenter
.
Algemene informatie
5
1
Hoofdstuk 1
6
Overzicht bedieningspaneel 1
De illustraties van het bedieningspaneel in deze gebruikershandleiding tonen de MFC-1910W en
DCP-1610W.
MFC-modellen
1 AAN/UIT (On/Off)
Druk op om de machine in te schakelen.
Houd ingedrukt om de machine uit te
zetten.
2 Telefoon/Intern (Tel/R)
U gebruikt deze toets voor een
telefoongesprek na het oppakken van de
externe hoorn tijdens het snelle dubbele
belsignaal.
Als u op een PBX bent aangesloten, kunt u deze
toets gebruiken om toegang te krijgen tot een
buitenlijn, om de telefonist(e) terug te bellen of om
een oproep over te zetten naar een ander toestel.
Herkies (Redial)
U kunt de laatste 20 gekozen nummers
opnieuw kiezen.
Pauze (Pause)
Hiermee voegt u een pauze van 3,5 seconden
in bij het programmeren van snelkiesnummers
of wanneer u handmatig een nummer kiest.
Resolutie (Resolution)
Hiermee stelt u de resolutie in bij het
verzenden van een fax.
1 2 4
6 5
3
01/01 10:00
Alleen Fax
1 2 4
6 5
3
01/01 10:00
Fax Only
Algemene informatie
7
1
3 Modustoetsen:
FAX
Hiermee wordt de Faxmodus van de machine
geactiveerd. De Faxmodus is standaard
ingesteld.
SCAN
Hiermee wordt de scanmodus van de machine
geactiveerd.
KOPIE (COPY)
Hiermee wordt de Kopieermodus van de
machine geactiveerd.
4 LCD-scherm
Hierop worden meldingen weergegeven die u
helpen bij de configuratie en het gebruik van
uw machine.
5 2op1 (ID) (2 in 1 (ID) Copy)
U kunt beide kanten van uw identiteitskaart op
één pagina kopiëren en daarbij het originele
formaat van de kaart behouden.
6 Opties (Options)
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke
instellingen voor het kopiëren selecteren.
4
87 9 10
11
01/01 10:00
Alleen Fax
87 9 10
11
4
01/01 10:00
Fax Only
Hoofdstuk 1
8
7 WiFi (alleen MFC-1910W(E))
Druk op de knop WiFi en start de installatie van
de draadloze verbinding op uw computer. Volg
de aanwijzingen op het scherm om een
draadloze verbinding tussen uw machine en
uw netwerk te installeren.
Wanneer het WiFi-licht aan is, is uw Brother-
machine met een draadloos toegangspunt
verbonden. Wanneer het WiFi-licht knippert, is
de draadloze verbinding uitgeschakeld of is uw
machine bezig met verbinding te maken met
een draadloos toegangspunt.
8 Menutoetsen:
Wis (Clear)
Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of
annuleert u de huidige instelling.
Menu
Hiermee kunt u het menu openen om de
instellingen van de machine te programmeren.
OK
Hiermee kunt u de instellingen opslaan en
LCD-berichten op de machine bevestigen.
Volumetoetsen:
d of c
Druk hierop om achteruit of vooruit door de
menuselecties te gaan. Druk hierop om het
volume te wijzigen in de fax- of stand-
bymodus.
a of b
Druk op deze toetsen om door de menu's en
opties te bladeren.
Adresboek
Hiermee hebt u direct toegang tot
snelkiesnummers.
9 Kiestoetsen
Gebruik deze toetsen om telefoon- en
faxnummers te kiezen en als toetsenbord om
gegevens in de machine in te voeren.
(alleen MFC-1905)
Met de toets # kunt u de kiesmodus tijdelijk
omschakelen van Puls naar Toon tijdens een
telefoongesprek.
10 Stop/Eindigen (Stop/Exit)
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten. Druk
op deze toets om de afdruktaak te annuleren.
11 Start
Hiermee kunt u het verzenden van faxen,
scannen of kopiëren starten.
Algemene informatie
9
1
DCP-modellen
1 LCD-scherm
Hierop worden meldingen weergegeven die u
helpen bij de configuratie en het gebruik van
uw machine.
2 Menutoetsen:
Menu
Hiermee kunt u het menu openen om de
instellingen van de machine te programmeren.
Wis (Clear)
Hiermee verwijdert u ingevoerde gegevens of
annuleert u de huidige instelling.
OK
Hiermee kunt u de instellingen opslaan en
LCD-berichten op de machine bevestigen.
b of a
Druk op deze toetsen om door de menu's en
opties te bladeren.
3 SCAN
Hiermee wordt de scanmodus van de machine
geactiveerd.
4 AAN/UIT (On/Off)
Druk op om de machine in te
schakelen. Houd ingedrukt om de
machine uit te zetten.
5 Stop/Eindigen (Stop/Exit)
Met een druk op deze toets wordt een
bewerking gestopt of een menu verlaten. Druk
op deze toets om de afdruktaak te annuleren.
6Start
Hiermee kunt u het kopiëren of scannen
starten.
2 3 4 5
6
1
8 7
Stap. Kopieën:01
100%nnonn Auto
2 3 4 5
6
1
8 7
Stack Copies 01
100% nnonn Auto
Hoofdstuk 1
10
7 2op1 (ID)/Kopie Opties (2 in 1 (ID) Copy /
Copy Options) (DCP-1610W(E) en DCP-
1612W)
U kunt beide kanten van uw identiteitskaart op
één pagina kopiëren en daarbij het originele
formaat van de kaart behouden.
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke
instellingen voor het kopiëren selecteren.
Kopie Opties (Copy Options) (DCP-1600E
en DCP-1602(E))
U kunt snel en gemakkelijk tijdelijke
instellingen voor het kopiëren selecteren.
8 2 op 1 id kop. (2 in 1 (ID) Copy) (DCP-1600E
en DCP-1602(E))
U kunt beide kanten van uw identiteitskaart op
één pagina kopiëren en daarbij het originele
formaat van de kaart behouden.
WiFi (DCP-1610W(E) en DCP-1612W)
Druk op de knop WiFi en start de installatie van
de draadloze verbinding op uw computer. Volg
de aanwijzingen op het scherm om een
draadloze verbinding tussen uw machine en
uw netwerk te installeren.
Wanneer het WiFi-licht aan is, is uw Brother-
machine met een draadloos toegangspunt
verbonden. Wanneer het WiFi-licht knippert, is
de draadloze verbinding uitgeschakeld of is uw
machine bezig met verbinding te maken met
een draadloos toegangspunt.
Algemene informatie
11
1
Menu en functies voor
MFC-modellen 1
Programmeren op het scherm1
Uw machine is zodanig ontworpen dat deze
eenvoudig te gebruiken is. Met het LCD-
scherm kunt u programmeren op het scherm
met behulp van de menutoetsen.
Het menu openen 1
a Druk op Menu.
(Voorbeeld: MFC-1910W(E))
b Kies een optie.
Druk op 0 voor het menu
Stand.instel..
Druk op 1 voor het menu
Standaardinst..
Druk op 2 voor het menu Fax.
Druk op 3 voor het menu Kopie.
Druk op 4 voor het menu Printer.
Druk op 5 voor het menu
Netwerk
lijsten.
Druk op 6 om het menu Network te
openen.
Druk op 7 voor het menu Machine-
info.
Druk op 9 voor het menu Service.
1
1
Deze optie is alleen beschikbaar wanneer een
foutmelding in het LCD-scherm wordt
weergegeven.
U kunt ook door ieder menuniveau
bladeren door op a of b te drukken voor
de gewenste richting.
c Druk op OK als de gewenste optie op
het LCD-scherm wordt weergegeven.
Het LCD-scherm geeft het volgende
menuniveau weer.
d Druk op of om naar uw volgende
menuselectie te bladeren en druk
vervolgens op OK.
e Druk op of om de gewenste optie
weer te geven en druk vervolgens op
OK.
Wanneer u een optie hebt ingesteld,
toont het LCD-scherm Geaccepteerd.
f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit) om
de modus Menu te verlaten.
Hoofdstuk 1
12
Menutabel 1
Met behulp van de menutabel kunt u de instellingen van uw machine wijzigen door op de
cijfertoetsen of a en b en op OK te drukken.
Druk op Menu en vervolgens, afhankelijk van wat op de lcd wordt getoond, op de cijfertoetsen of
a en b om verschillende menuopties weer te geven. Druk op OK om een optie te selecteren.
a Druk op Menu.
b Druk op 3 om Kopie te selecteren.
c Druk op 1 om Kwaliteit te selecteren.
d Druk op a of b om Tekst weer te geven.
e Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Algemene informatie
13
1
0.Stand.instel. 1
0.Stand.instel. (MFC-1900(E) en MFC-1905)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Ontvangstmodus
U kunt de
ontvangststand
kiezen die het beste
aan uw behoeften
voldoet.
Alleen Fax* De machine
beantwoordt elke
oproep alsof het een
fax is. Het LCD-
scherm toont
Alleen Fax
wanneer deze optie
is ingesteld.
64
Fax/Telefoon De machine beheert
de lijn en
beantwoordt elke
oproep automatisch.
Als de oproep geen
fax is, gaat de
telefoon over en kunt
u de oproep
beantwoorden. Het
LCD-scherm toont
Fax/Telefoon
wanneer deze optie
is ingesteld.
Ext. TEL/ANT
(MFC-1900(E))
Het externe
antwoordapparaat
beantwoordt elke
oproep automatisch.
Ingesproken
berichten worden
opgeslagen op het
externe
antwoordapparaat.
Faxberichten worden
automatisch
afgedrukt. Het LCD-
scherm toont Ext.
TEL/ANT wanneer
deze optie is
ingesteld.
Handmatig U beheert de
telefoonlijn en moet
elke oproep zelf
beantwoorden. Het
LCD-scherm toont
Handmatig wanneer
deze optie is
ingesteld.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
14
2.Datum&Tijd
(2.Datum & tijd)
1.Datum&Tijd
(1.Datum & tijd)
De datum en de tijd
worden op het LCD-
scherm
weergegeven en in
de kopteksten van
verzonden faxen
vermeld als u de
stations-ID hebt
ingesteld.
Jaar: Voer de laatste twee
cijfers van het jaartal
in. (Bijv. voer 1, 3 in
voor 2013.)
Maand: Voer de twee cijfers
voor de maand in.
(Bijv. voer 0, 1 in voor
januari.)
Dag: Voer de twee cijfers
voor de dag in. (Bijv.
voer 0, 1 in voor de
1e.)
Tijd: Voer het tijdstip in 24-
uursformaat in. (Bijv.
voer 1, 5, 2, 5 in voor
15:25.)
2.Aut.
zomertijd
De zomer-/wintertijd
wordt automatisch
ingesteld.
Aan* U kunt de machine zo
instellen dat de
zomer-/wintertijd
automatisch wordt
gewijzigd. De
machine zal
automatisch in de
lente een uur vooruit
worden gezet en een
uur terug in de herfst.
Uit
3.Stations
-
ID
Uw naam en
faxnummer instellen
die op elke faxpagina
moeten worden
afgedrukt.
Fax: Voer uw faxnummer
in (maximaal 20
cijfers).
Tel: Voer uw
telefoonnummer in
(maximaal 20 cijfers).
Als uw
telefoonnummer en
faxnummer hetzelfde
zijn, voert u hetzelfde
nummer nogmaals
in.
Naam: Voer uw naam in
(maximaal 20
tekens).
54
0.Stand.instel. (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
15
1
4.Toon/Puls
(voor Nederland)
De kiesmodus
kiezen.
Toon* De machine is
standaard ingesteld
op de kiesmodus
Toon.
Puls Als u de
pulskiesmethode
(draaien) gebruikt,
moet u de kiesmodus
wijzigen.
4.Kiestoon
(voor België)
U kunt de tijd voor het
waarnemen van een
kiestoon verkorten.
Waarneming De machine begint te
kiezen zodra ze een
kiestoon waarneemt.
5.Kiestoon
(voor Nederland)
Geen detectie* Wanneer u een fax
automatisch
verzendt, wacht de
machine standaard
een bepaalde tijd
voordat het nummer
wordt gekozen.
5.Tel lijn
inst
(voor België)
6.Tel lijn
inst
(voor Nederland)
Het type telefoonlijn
kiezen.
Normaal*
PBX
ISDN
74
6.Resetten
(voor België)
7.Resetten
(voor Nederland)
1.Adres en
fax
Alle opgeslagen
telefoonnummers en
faxinstellingen
herstellen.
1.Herstel
2.Stop Het herstellen
annuleren en het
menu afsluiten.
2.Alle
instell.
Alle
fabrieksinstellingen
van de machine
herstellen.
1.Herstel
Alle instell. duurt
minder lang dan
Factory Reset.
2.Stop Het herstellen
annuleren en het
menu afsluiten.
0.Taalkeuze De taal van het LCD-
scherm wijzigen.
(Kies uw taal.)
0.Stand.instel. (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
16
0.Stand.instel. (voor MFC-1910W(E))
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Datum&Tijd
(2.Datum & tijd)
1.Datum&Tijd
(1.Datum & tijd)
Als u het stations-ID
hebt ingesteld,
worden de datum en
de tijd op het LCD-
scherm
weergegeven en op
de kopteksten van de
verzonden faxen
vermeld.
Jaar: Voer de laatste twee
cijfers van het jaar in.
(Voor 2013 voert u
bijvoorbeeld 1, 3 in.)
Maand: Voer de twee cijfers
van de maand in.
(Voor januari voert u
bijvoorbeeld 0, 1 in.)
Dag: Voer de twee cijfers
van de dag in. (Voor
de eerste voert u
bijvoorbeeld 0, 1 in.)
Tijd: Voer de tijd in 24-
uursformaat in. (Voor
15:25 voert u
bijvoorbeeld 1, 5, 2, 5
in.)
2.Aut.
zomertijd
De zomertijd wordt
automatisch
ingesteld.
Aan* U kunt de machine zo
instellen dat de
zomertijd
automatisch wordt
ingesteld. De
machine zal in de
lente automatisch
een uur vooruit
worden gezet en in
de herfst een uur
achteruit.
Uit
3.Time Zone Hiermee stelt u de
tijdzone in voor uw
land.
UTCxxx:xx
2.Stations-
ID
Hiermee kunt u de
naam en het
faxnummer instellen
die op elke faxpagina
moeten worden
afgedrukt.
Fax: Voer uw faxnummer
in (max. 20 cijfers).
Tel: Voer uw
telefoonnummer in
(max. 20 cijfers). Als
uw telefoon- en
faxnummer gelijk
zijn, voert u
nogmaals hetzelfde
nummer in.
Naam: Voer uw naam in
(max. 20 tekens).
54
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
17
1
3.Toon/Puls
(voor Nederland)
Hiermee kunt u de
kiesmodus
selecteren.
Toon* Uw machine is bij
levering ingesteld
voor toonkiezen.
Puls Wanneer u een
pulskiezer (kiesschijf )
hebt, moet u de
kiesmodus wijzigen.
3.Kiestoon
(voor België)
4.Kiestoon
(voor Nederland)
U kunt de tijd voor het
waarnemen van een
kiestoon verkorten.
Waarneming Uw machine kiest het
nummer zodra er een
kiestoon wordt
waargenomen.
Geen detectie* Wanneer u een fax
automatisch
verzendt, wacht uw
machine standaard
een bepaalde tijd
voordat het nummer
wordt gekozen.
4.Tellijn
inst
(voor België)
5.Tellijn
inst
(voor Nederland)
Hiermee kunt u het
type telefoonlijn
selecteren.
Normaal*
PBX
ISDN
74
5.Resetten
(voor België)
6.Resetten
(voor Nederland)
1.App
terugstell
Hiermee kunt u voor
alle functie-
instellingen de
fabrieksinstellingen
herstellen.
1.Herstel
2.Stop Het herstellen wordt
geannuleerd en het
menu wordt gesloten.
2.Netwerk
Hiermee kunt u voor
alle netwerkinstellingen
de fabrieksinstellingen
herstellen.
1.Herstel
2.Stop Het herstellen wordt
geannuleerd en het
menu wordt gesloten.
3.Adres en
fax
Hiermee kunt u alle
opgeslagen
telefoonnummers en
faxinstellingen
herstellen.
1.Herstel
2.Stop Het herstellen wordt
geannuleerd en het
menu wordt gesloten.
4.Alle
instell.
Hiermee kunt u alle
fabrieksinstellingen
van de machine
herstellen.
Alle instell. duurt
minder lang dan
Factory Reset.
1.Herstel
2.Stop Het herstellen wordt
geannuleerd en het
menu wordt gesloten.
0.Taalkeuze De taal van het LCD-
scherm wijzigen.
(Kies uw taal.)
0.Stand.instel. (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
18
1.Standaardinst. 1
1.Standaardinst. (MFC-1900(E) en MFC-1905)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Tijdklokstand
U kunt instellen hoe
lang na de laatste
kopie of scan de
machine terugkeert
naar de faxmodus.
0 Sec. Onmiddellijk
terugkeren naar de
faxmodus.
30 Sec. Terugkeren naar de
faxmodus na de
gekozen tijd.
1 Min
2 Min.*
5 Min.
Uit De machine blijft in
de laatst gebruikte
modus staan.
2.Papier
1.
Papiersoort Normaal*
Gerecycl.papier
58
2.Papierformaat
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
A4*
Letter
Legal
Folio
A5
A5 L
B5
Executive
58
3.Volume 1.Belvolume Hiermee kunt u het
belvolume
aanpassen.
Laag
Half*
Hoog
Uit
2.Waarsch.toon
Wanneer de
waarschuwingstoon
aanstaat, zal de
machine een
geluidssignaal geven
wanneer u een toets
indrukt, een fout
maakt of nadat u een
fax hebt verzonden of
ontvangen.
Laag
Half*
Hoog
Uit
3.
Luidspreker Hiermee kunt u het
volume van de
luidspreker
aanpassen.
Laag
Half*
Hoog
Uit
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
19
1
4.Bespaarstand
1.Toner
sparen
Met deze functie kunt
u toner besparen.
Aan In de
tonerbespaarstand
gaat de
tonercartridge langer
mee. Wanneer u
Toner sparen
instelt op Aan, wordt
er lichter afgedrukt.
Uit*
5.LCD
-
contrast
Wijzigt het contrast
van het LCD-scherm.
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op c om het
LCD-scherm
donkerder te maken.
Of druk op d om het
LCD-scherm lichter
te maken.
6.Afmeting
scan
—Past het
scangedeelte aan het
formaat van het
document aan.
A4*
Letter
7.Vervang
toner
Stelt de machine in
om door te gaan of te
stoppen wanneer het
LCD-scherm Toner
vervangen toont.
Doorgaan De machine zal
doorgaan met
afdrukken. Plaats
een nieuwe
tonercartridge
wanneer het LCD-
scherm Toner is
op toont.
56
Stoppen* De machine zal
stoppen met
afdrukken. Plaats
een nieuwe
tonercartridge.
1.Standaardinst. (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
20
1.Standaardinst. (voor MFC-1910W(E))
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Standaard Hiermee kunt u de
standaardmodus
selecteren.
Fax*
Kopie
Scan
2.Tijdklokstand
U kunt instellen hoe
lang na de laatste
handeling de
machine terugkeert
naar de
standaardmodus.
0 Sec. Keer onmiddellijk
terug naar de
standaardmodus.
30 Sec. Keer terug naar de
standaardmodus na
de door u gekozen
tijd.
1 Min
2 Min.*
5 Min.
Uit De machine blijft in
de laatstgebruikte
modus.
3.Papier
1.Papiersoort
Normaal*
Gerecycl.papie
r
58
2.Papierformaat
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
A4*
Letter
Legal
Folio
A5
A5 L
B5
Executive
58
4.Volume 1.Belvolume Hiermee kunt u het
belvolume
aanpassen.
Laag
Half*
Hoog
Uit
2.Waarsch.toon
Wanneer de
waarschuwingstoon
ingeschakeld is, zal
de machine een
geluidssignaal geven
wanneer u een toets
indrukt, een
vergissing maakt of
een fax verzendt of
ontvangt.
Laag
Half*
Hoog
Uit
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
21
1
4.Volume
(vervolg)
3.Luidspreker
Hiermee kunt u het
luidsprekervolume
aanpassen.
Laag
Half*
Hoog
Uit
5.Bespaarstand
1.Toner
sparen
Met deze functie kunt
u toner besparen.
Aan Deze functie
verhoogt het aantal
pagina's dat de
tonercartridge kan
afdrukken. Wanneer
u Toner sparen
instelt op Aan, wordt
er lichter afgedrukt.
Uit*
6.LCD-
contrast
Hiermee kunt u het
contrast van het
LCD-scherm
wijzigen.
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op c om het
LCD-scherm
donkerder te maken,
of druk op d om het
LCD-scherm lichter
te maken.
7.Afmeting
scan
Hiermee kunt u het
scangedeelte
aanpassen aan het
formaat van het
document.
A4*
Letter
8.Vervang
toner
Hiermee kunt u
instellen of de
machine doorgaat of
stopt met afdrukken
nadat Toner
vervangen getoond
wordt op het LCD-
scherm.
Doorgaan De machine blijft
afdrukken. Vervang
de tonercartridge als
Toner is op
weergegeven wordt
op het LCD-scherm.
56
Stoppen* De machine stopt
met afdrukken.
Vervang de
tonercartridge.
1.Standaardinst. (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
22
2.Fax 1
2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Ontvangstmenu
(Uitsluitend in
Faxmodus)
1.Bel
Vertraging
(1.Belvertraging)
De belvertraging
bepaalt het aantal
keren dat de machine
overgaat voordat ze
antwoordt in de
standen Alleen fax en
Fax/Tel.
(00 - 06)
02*
(voor Nederland)
(00 - 10)
02*
(voor België)
Als een externe of
tweede telefoon
dezelfde lijn als de
machine gebruikt,
kiest u het maximaal
aantal keren dat de
machine over moet
gaan.
65
2.F/T Beltijd
(2.F/T beltijd)
Stelt de lengte in van
het snelle dubbele
belsignaal in de
Fax/Tel-modus.
20 Sec.
30 Sec.*
40 Sec.
70 Sec.
Als de oproep een fax
is, ontvangt de
machine deze; als
het echter een
normale
telefoonoproep is,
laat de machine het
F/T-belsignaal horen
(een snel dubbel
belsignaal)
gedurende de tijd die
u hebt bepaald in de
instelling van de F/T-
beltijd. Als u het F/T-
belsignaal hoort,
betekent dit dat u een
normale oproep op
de lijn ontvangt.
65
3.Fax
Waarnemen
(3.Fax
waarnemen)
1
Faxen ontvangen
zonder op Start te
drukken. Wanneer
Fax waarnemen is
ingesteld op Aan,
kunt u faxberichten
ontvangen zonder op
Start te drukken.
Aan* De machine kan een
fax automatisch
ontvangen, zelfs als
u de oproep
beantwoordt.
65
Half (MFC-1905)
De machine ontvangt
een faxoproep alleen
automatisch als u
hem hebt
aangenomen met de
hoorn van de
machine.
Uit Als u in de buurt van
de machine bent en
een faxoproep eerst
aanneemt door de
hoorn van de externe
telefoon (alleen
MFC
-1900E) of van
de machine (alleen
MFC
-1905) op te
pakken, drukt u op
Start.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
23
1
1.Ontvangstmenu
(Uitsluitend in
Faxmodus)
(vervolg)
4.Autoreductie
De machine berekent
de mate van
verkleinen aan de
hand van het
paginaformaat van
de fax en het door u
ingestelde
papierformaat
(Menu, 1, 2, 2).
Aan* Wanneer u Aan kiest,
verkleint de machine
automatisch elke
pagina van een
binnenkomende fax
zodat deze op een
pagina van het
formaat A4, Letter,
Legal, Folio, A5, A5
(lange zijde), B5 of
Executive passen.
Uit
5.Geheugen
ontv.
(5.Geh.
ontvangst)
2
Alle binnenkomende
faxen worden
automatisch
opgeslagen in het
geheugen van de
machine als het
papier op is.
De machine gaat
door met het
ontvangen van de
huidige fax en de
overige pagina's
worden in het
geheugen
opgeslagen, als er
voldoende geheugen
beschikbaar is.
Aan* Later
binnenkomende
faxen worden ook in
het geheugen
opgeslagen totdat
het geheugen vol is.
Wanneer het
geheugen vol is,
houdt de machine
automatisch op met
het beantwoorden
van oproepen. Om
de faxen af te
drukken, plaatst u
papier in de lade en
drukt u op Start.
Uit Later
binnenkomende
faxen worden niet in
het geheugen
opgeslagen. De
machine stopt dan
met het automatisch
beantwoorden van
oproepen totdat er
papier in de
papierlade wordt
geplaatst. Om de
laatst ontvangen fax
af te drukken, plaatst
u papier in de lade en
drukt u op Start.
6.Printdichtheid
3
U kunt de
afdrukdichtheid
instellen en zo de
afgedrukte pagina’s
lichter of donkerder
maken.
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op c om de
afdruk donkerder te
maken of op d om
hem lichter te maken.
2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
24
2.
Verzendmenu 1.Contrast Hiermee kunt u de
faxen die u verzendt
lichter of donkerder
maken.
Autom.* Autom. geeft de
beste resultaten. Er
wordt dan
automatisch een
geschikt contrast
gekozen voor uw
document.
Licht Als uw document te
licht is, kiest u
Licht.
Donker Als uw document te
donker is, kiest u
Donker.
2.Faxresolutie
Hiermee kunt u de
standaardresolutie
voor uitgaande faxen
instellen.
De kwaliteit van een
uitgaande fax kan
worden verbeterd
door de faxresolutie
te wijzigen.
Standaard* Geschikt voor de
meeste getypte
documenten.
Fijn Geschikt voor
documenten met een
klein lettertype en
wordt iets langzamer
verzonden dan met
de
standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor
documenten met een
klein lettertype of
artwork en wordt iets
langzamer
verzonden dan met
de fijne resolutie.
Foto Geschikt wanneer
het document
verschillende
grijstinten heeft of
een foto is. Deze
instelling heeft de
langzaamste
transmissietijd.
2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
25
1
2.
Verzendmenu
(vervolg)
3.Internationaal
Als u door een
slechte verbinding
problemen hebt met
het internationaal
verzenden van een
fax, dan kan het
activeren van de
internationale modus
wellicht helpen.
Aan Schakel deze functie
in als u problemen
hebt met het
internationaal
verzenden van faxen.
Deze functie wordt
alleen voor de
volgende fax
ingeschakeld.
Uit* Laat deze instelling
op Uit staan
wanneer de
netwerkverbinding
goed is en u een
internationale fax
normaal kunt
verzenden.
3.Adresboek 1.Snelkies U kunt tot 99
snelkiesnummers
opslaan. Druk
tweemaal op
(Adresboek) en voer
dan het
snelkiesnummer van
twee cijfers in.
4.Kies
rapport
1.Verzendrapp.
U kunt het
verzendrapport
gebruiken als bewijs
dat u een fax hebt
verzonden. Dit
rapport bevat de
naam of het
faxnummer van de
ontvanger, de datum
en de tijd van het
verzenden, de duur
van het verzenden,
het aantal verzonden
pagina's en
informatie of de fax al
dan niet succesvol
werd verzonden.
Aan Na elke verzonden
fax wordt een rapport
afgedrukt.
Aan+Beeld Na elke verzonden
fax wordt een rapport
afgedrukt. Een
gedeelte van de
eerste pagina van de
fax wordt op het
rapport afgedrukt.
Uit* Als de fax niet is
verzonden door een
storing wordt een
rapport afgedrukt.
Uit+Beeld Als de fax niet is
verzonden door een
storing wordt een
rapport afgedrukt.
Een gedeelte van de
eerste pagina van de
fax wordt op het
rapport afgedrukt.
2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
26
4.Kies
rapport
(vervolg)
2.Journaal
tijd
(2.Journaalper.)
Hiermee stelt u het
tijdsinterval in voor
het afdrukken van het
faxjournaal.
Het faxjournaal is
een lijst met
informatie over de
laatste 200 door u
ontvangen en
verzonden faxen.
Uit Als u het interval op
Uit zet, kunt u het
rapport nog
handmatig afdrukken
via het menu Print
lijsten.
Na 50 faxen* De machine zal het
journaal afdrukken
wanneer de machine
50 taken heeft
opgeslagen.
Elke 6 uur
(Om de 6 uur)
Elke 12 uur
(Om de 12 uur)
Elke 24 uur
(Om de 24 uur)
Elke 2 dagen
(Om de 2 dagen)
Elke 7 dagen
(Om de 7 dagen)
De machine drukt het
rapport af op het
gekozen tijdstip en
wist dan alle taken uit
het geheugen.
5.
Afstandsopt
ies
1.PC-Fax
ontv.
Hiermee stelt u de
machine in voor het
ontvangen van faxen
op uw pc. Als u Aan
kiest, kunt u voor de
zekerheid
Reserveafdruk
activeren.
Aan 70
Uit*
2.Print
document
Als u de functie PC-
Fax ontvangen
inschakelt en de
machine ontvangen
faxen opslaat in het
geheugen, kunt u
een fax afdrukken
vanuit het geheugen.
6.Rest. jobs U kunt controleren
welke taken er in het
geheugen zitten en
geprogrammeerde
taken annuleren.
[XXX] Volg de aanwijzingen
op het LCD-scherm.
63
2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
27
1
1
Voor MFC-1900 en MFC-1905 is dit menu 3.Fax Waarnemen.
2
Alleen voor MFC-1900E
3
Voor MFC-1900 en MFC-1905 is dit menu 5.Printdichtheid.
0.Diversen 1.Compatibel Als u problemen met
het verzenden of
ontvangen van een
fax hebt door een
mogelijke storing op
de telefoonlijn, raden
wij u aan de instelling
Compatibel aan te
passen om de
modemsnelheid voor
faxfuncties te
verlagen.
Normaal* Stelt de
modemsnelheid in op
14.400 bps.
Std (voor VoIP) Verlaagt de
modemsnelheid tot
9.600 bps en
schakelt de
foutencorrectiemodus
(ECM) uit. Probeer
deze instelling als er
regelmatig storingen
optreden op uw
gewone telefoonlijn.
2.Fax (MFC-1900(E) en MFC-1905) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
28
2.Fax (voor MFC-1910W(E))
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Ontvangstmenu
(alleen in de
faxmodus)
1.Ontvangstmodus
Hiermee kunt u de
ontvangstmodus
kiezen die het best
aan uw behoeften
beantwoordt.
Alleen Fax* U machine
beantwoordt
automatisch elke
oproep alsof het een
faxbericht betreft.
Wanneer deze optie
ingesteld is, wordt
Alleen Fax
weergegeven op het
LCD-scherm.
64
Fax/Tel Uw machine regelt
de lijn en
beantwoordt
automatisch elke
oproep. Als de
oproep geen fax is,
zal de telefoon
overgaan zodat u de
oproep kunt
beantwoorden.
Wanneer deze optie
ingesteld is, wordt
Fax/Tel
weergegeven op het
LCD-scherm.
External TAD Uw externe
antwoordapparaat
beantwoordt
automatisch elke
oproep. Ingesproken
berichten worden
opgeslagen op het
externe
antwoordapparaat.
Faxberichten worden
automatisch
afgedrukt. Wanneer
deze optie ingesteld
is, wordt External
TAD weergegeven op
het LCD-scherm.
Handmatig U regelt de
telefoonlijn en moet
elke oproep zelf
beantwoorden.
Wanneer deze optie
ingesteld is, wordt
Handmatig
weergegeven op het
LCD-scherm.
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
29
1
1.Ontvangstmenu
(alleen in de
faxmodus)
(vervolg)
2.Bel
Vertraging
(1.Belvertraging)
De belvertraging
bepaalt het aantal
keren dat de machine
overgaat voordat
deze antwoordt in de
modi Alleen Fax en
Fax/Tel.
(00 - 06)
02*
(voor Nederland)
(00 - 10)
02*
(voor België)
Als een externe of
tweede telefoon
dezelfde lijn als de
machine gebruikt,
kiest u het maximale
aantal keren dat de
machine moet
overgaan.
65
3.F/T Beltijd
(2.F/T beltijd)
Hiermee kunt u de
lengte van het snelle
dubbele belsignaal in
de Fax/Tel-modus
instellen.
20 Sec.
30 Sec.*
40 Sec.
70 Sec.
Als de oproep een fax
is, ontvangt de
machine deze; als
het echter een
telefoonoproep
betreft, laat de
machine het F/T-
belsignaal horen
(een snel dubbel
belsignaal)
gedurende de tijd die
u hebt bepaald in de
instelling van de F/T-
beltijd. Als u het F/T-
belsignaal hoort,
betekent dit dat u een
telefoonoproep op de
lijn ontvangt.
65
4.Fax
Waarnemen
(3.Fax
waarnemen)
Hiermee kunt u
faxberichten
ontvangen zonder op
Start te drukken.
Wanneer de functie
Fax waarnemen
ingesteld is op Aan,
kunt u faxberichten
ontvangen zonder op
Start te drukken.
Aan* De machine kan een
fax automatisch
ontvangen, zelfs als
u de oproep
beantwoordt.
65
Uit Als u in de buurt van
de machine bent en
een faxoproep eerst
aanneemt door de
hoorn van de externe
telefoon op te
pakken, drukt u op
Start en vervolgens
op 2.
5.Autoreductie
De machine berekent
het
verkleiningspercenta
ge aan de hand van
het paginaformaat
van de fax en het
ingestelde
papierformaat
(Menu, 1, 3, 2).
Aan* Wanneer u Aan kiest,
verkleint de machine
automatisch elke
pagina van een
binnenkomende fax
zodat deze op een
pagina van het
formaat A4, Letter,
Legal, Folio, A5, A5
(lange zijde), B5 of
Executive passen.
Uit
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
30
1.Ontvangstmenu
(alleen in de
faxmodus)
(vervolg)
6.Geheugen
ontv.
(5.Geh.
ontvangst)
Hiermee worden alle
inkomende faxen
automatisch in het
geheugen
opgeslagen als het
papier op is.
De machine gaat
door met het
ontvangen van de
huidige fax, en de
overige pagina's
worden in het
geheugen
opgeslagen als er
voldoende geheugen
beschikbaar is.
Aan Verdere inkomende
faxen worden ook in
het geheugen
opgeslagen tot het
geheugen vol is.
Wanneer het
geheugen vol is,
houdt de machine
automatisch op met
het beantwoorden
van oproepen. Om
de faxen af te
drukken, plaatst u
papier in de lade en
drukt u op Start.
Uit* Verdere inkomende
faxen worden niet in
het geheugen
opgeslagen. De
machine stopt met
het automatisch
beantwoorden van
oproepen tot er
nieuw papier in de
papierlade is
geplaatst. Om de
laatste ontvangen fax
af te drukken, plaatst
u papier in de lade en
drukt u op Start.
7.Printdichtheid
U kunt de
afdrukdichtheid
instellen en zo de
afgedrukte pagina's
lichter of donkerder
maken.
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op c voor
donkerder en d voor
lichter.
2.Verzendmenu
1.Contrast Hiermee kunt u de
faxen die u verzendt
lichter of donkerder
maken.
Autom.* Met Autom. boekt u
de beste resultaten.
De machine
selecteert
automatisch een
geschikt contrast
voor uw document.
Licht Als het document te
licht is, kiest u
Licht.
Donker Als het document te
donker is, kiest u
Donker.
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
31
1
2.
Verzendmenu
(vervolg)
2.Faxresolutie
Hiermee kunt u de
standaardresolutie
voor uitgaande faxen
instellen.
De kwaliteit van een
uitgaande fax kan
worden verbeterd
door de faxresolutie
te wijzigen.
Standaard* Geschikt voor de
meeste getypte
documenten.
Fijn Geschikt voor
documenten met een
klein lettertype en
wordt iets langzamer
verzonden dan met
de
standaardresolutie.
Superfijn Geschikt voor
documenten met een
klein lettertype of
illustraties en wordt
iets langzamer
verzonden dan met
de fijne resolutie.
Foto Geschikt wanneer
het document
verschillende
grijstinten heeft of
wanneer het een foto
betreft. Deze
instelling heeft de
langzaamste
verzendtijd.
3.Internationaal
Als u door een
slechte verbinding
problemen hebt met
het internationaal
verzenden van een
fax, dan kan het
activeren van de
internationale modus
mogelijk helpen.
Aan Activeer deze functie
als u problemen
ervaart met het
internationaal
verzenden van een
fax. Deze functie
wordt alleen
ingeschakeld voor de
volgende fax.
Uit* Kies Uit voor deze
instelling wanneer de
netwerkverbinding
goed is en u geen
problemen ervaart
met het
internationaal
verzenden van een
fax.
4.Aut.
herkiezen
Hiermee kiest de
machine het laatste
faxnummer na vijf
minuten opnieuw als
de fax niet kon
worden verzonden
omdat de lijn bezet
was.
Uit*
Aan
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
32
3.Anti-Junk
Fax
(3.Anti-junk
fax)
(alleen MFC-
1910W)
1.Registreren
Als u van bepaalde
nummers geen
faxen/telefoonoproep
en wilt ontvangen,
kunt u deze nummers
(maximaal 100)
toevoegen aan de
spamfaxlijst.
U moet de
nummerweergavedie
nst activeren bij uw
lokale telefoonbedrijf.
U kunt geen
nummers kiezen die
niet opgeslagen zijn
in het
nummerweergavege
heugen.
Kies het nummer dat
u aan de spamfaxlijst
wilt toevoegen door
op
a en b te drukken.
Druk op OK en druk
vervolgens op 1.
2.Verwijderen
Kies het nummer dat
u uit de spamfaxlijst
wilt verwijderen door
op
a en b te drukken.
Druk op OK en druk
vervolgens op 1.
3.Print
rapport
U kunt een lijst
afdrukken met de
fax-
/telefoonnummers
die toegevoegd zijn
aan de spamfaxlijst.
4.Adresboek
1
1.Snelkies Hiermee kunt u tot 99
snelkiesnummers
opslaan. Druk twee
keer op
(Adresboek) en voer
vervolgens het
tweecijferige
snelkiesnummer in.
5.Kies
rapport
2
1.Verzendrapp.
U kunt het
verzendrapport
gebruiken als bewijs
dat u een fax hebt
verzonden. Dit
rapport bevat de
naam of het
faxnummer van de
ontvanger, de datum
en de tijd van het
verzenden, de duur
van het verzenden,
het aantal verzonden
pagina's en
informatie of de fax al
dan niet succesvol
werd verzonden.
Aan Drukt een rapport af
voor elke fax die u
verzendt.
Aan+Beeld Drukt een rapport af
voor elke fax die u
verzendt. Een
gedeelte van de
eerste pagina van de
fax wordt op het
rapport afgedrukt.
Uit* Drukt een rapport af
als de fax niet
verzonden werd door
een transmissiefout.
Uit+Beeld Drukt een rapport af
als de fax niet
verzonden werd door
een transmissiefout.
Een gedeelte van de
eerste pagina van de
fax wordt op het
rapport afgedrukt.
Geen rapport
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
33
1
5.Kies
rapport
2
2.Journaal
tijd
(2.Journaalper.)
Hiermee stelt u het
tijdsinterval in voor
het afdrukken van het
faxjournaal.
Het faxjournaal is
een lijst met
informatie over de
laatste 200 door u
ontvangen en
uitgaande faxen.
Uit Als u het interval op
Uit zet, kunt u het
rapport nog steeds
handmatig afdrukken
via het menu
Rapporten
afdrukken.
Na 50 faxen* De machine drukt het
journaal af wanneer
er 50 taken
opgeslagen zijn.
Elke6uur
(Om de 6 uur)
Elke12uur
(Om de 12 uur)
Elke24uur
(Om de 24 uur)
Elke2dagen
(Om de 2 dagen)
Elke7dagen
(Om de 7 dagen)
De machine drukt het
rapport af op het
gekozen tijdstip en
verwijdert vervolgens
alle taken uit het
geheugen.
6.Afstandsopties
3
1.PC-Fax
ontv.
Hiermee kunt u
instellen dat de
machine faxen
verzendt naar uw pc.
Als u Aan kiest, kunt
u de
beveiligingsfunctie
Reserveafdruk
inschakelen.
Aan 70
Uit*
2.Print
document
Als u de functie PC-
Fax Ontvangen
inschakelt en uw
machine ontvangen
faxen opslaat in het
geheugen, kunt u
een fax afdrukken uit
het geheugen.
7.Rest.
jobs
4
U kunt controleren
welke taken er in het
geheugen aanwezig
zijn en
geprogrammeerde
taken annuleren.
[XXX] Volg de berichten op
het LCD-scherm.
63
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
34
1
Voor MFC-1910WE is dit menu 3.Adresboek.
2
Voor MFC-1910WE is dit menu 4.Rapportinstel.
3
Voor MFC-1910WE is dit menu 5.Afstandsopties.
4
Voor MFC-1910WE is dit menu 6.Rest. jobs.
0.Diversen 1.Compatibel Als u problemen met
het verzenden of
ontvangen van een
fax hebt door een
mogelijke storing op
de telefoonlijn, past u
de synchronisatie
aan om de
modemsnelheid voor
faxhandelingen te
verlagen.
Normaal* Hiermee stelt u de
modemsnelheid in op
14400 bps.
Std (voor VoIP) Hiermee verlaagt u
de modemsnelheid
naar 9600 bps en
schakelt u de
foutencorrectiemodu
s (ECM) uit. Probeer
deze instelling als u
regelmatig storing
ondervindt op uw
standaardtelefoonlijn
.
2.Beller-ID Bekijk een lijst van de
laatste 30
nummerweergaven
in het geheugen of
druk deze af.
Aan* Als u over de
nummerweergavedie
nst beschikt, zet u
deze functie op Aan
om het nummer van
de beller op het LCD-
scherm weer te laten
geven als u wordt
gebeld.
69
Uit
Toon
telefoonnrs
Het nummer van de
laatste beller wordt
op het scherm
weergegeven.
69
Print rapport De laatste dertig
gesprekken in de
nummerweergavelijst
worden afgedrukt.
2.Fax (voor MFC-1910W(E)) (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
35
1
3.Kopie 1
3.Kopie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Kwaliteit U kunt de
kopieerresolutie voor
uw type document
selecteren.
Auto* Auto is de
aanbevolen stand
voor normale
afdrukken. Geschikt
voor documenten die
zowel tekst als foto
s
bevatten.
Tekst Geschikt voor
documenten die
vooral tekst bevatten.
Foto Betere
kopieerkwaliteit voor
foto's.
Grafiek Geschikt voor het
kopiëren van
kwitanties.
2.Helderheid Hiermee kunt u de
helderheid voor
kopieën aanpassen.
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op c om de
helderheid te
verhogen of druk op d
om de helderheid te
verlagen.
3.Contrast Pas het contrast aan
om een beeld er
scherper en
levendiger te laten
uitzien.
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op c om het
contrast te verhogen
of druk op d om het
contrast te verlagen.
4.Id
kopieëren
(4.ID
kopiëren)
1.Kwaliteit U kunt de
standaardinstellingen
voor ID kopiëren
wijzigen.
Auto* Auto is de
standaardstand voor
normale afdrukken.
Als u de afdrukken
lichter wilt maken,
kiest u Lichter.
Lichter
2.Helderheid -nnnno+
-nnnon+*
-nnonn+
-nonnn+
-onnnn
+
Dru
k op c om de
helderheid te
verhogen of druk op d
om de helderheid te
verlagen.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
36
4.Printer 1
4.Id
kopieëren
(vervolg)
3.Contrast -nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op c om het
contrast te verhogen
of druk op d om het
contrast te verlagen.
4.2op1/1op1 2op1* Maakt het mogelijk
de toets 2 op 1 id
kop. (2 in 1 (ID)
Copy) te gebruiken
voor dubbelzijdig
kopiëren.
79
1op1 Maakt het mogelijk
de toets 2 op 1 id
kop. (2 in 1 (ID)
Copy) te gebruiken
voor enkelzijdig
kopiëren.
81
4.Printer
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.
Printopties
1.Testafdruk Hiermee drukt u een
testpagina af.
2.Autom
doorgaan
Als deze instelling
ingeschakeld is, wist
de machine
automatisch fouten
betreffende het
papierformaat en
gebruikt ze het papier
in de papierlade.
Aan*
Uit Het LCD-scherm
toont Ongeldig
formaat en de
machine drukt niet af.
3.Reset
printer
—Stelt de
printerinstellingen
weer in op de
standaardfabrieksins
tellingen.
1.Herstel
2.Stop
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
3.Kopie (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
37
1
5.Print lijsten 1
1
Voor MFC-1900 en MFC-1905 is dit menu Verzendrapport.
5.Print lijsten (MFC-1900(E) en MFC-1905)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Verzendrapport
1
1.Bekijk op
LCD
U kunt het
verzendrapport
gebruiken als bewijs
dat u een fax hebt
verzonden. Dit
rapport bevat de
naam of het
faxnummer van de
ontvanger, de datum
en de tijd van het
verzenden, de duur
van het verzenden,
het aantal verzonden
pagina's en
informatie of de fax al
dan niet succesvol
werd verzonden.
U kunt het
verzendrapport met
uw laatste 200
verzonden faxen
weergeven.
2.Print
rapport
Het laatste rapport
afdrukken.
2.Adresboek 1.Numeriek Een lijst met namen
en nummers die zijn
opgeslagen in het
geheugen voor
snelkiesnummers.
Afdrukken in
numerieke volgorde.
2.Alfabetisch
Afdrukken in
alfabetische
volgorde.
3.Fax
Journaal
(3.Faxjournaal)
Hiermee kunt u een
lijst afdrukken met
informatie over de
laatste 200 door u
ontvangen en
verzonden faxen.
(TX: verzonden.)
(RX: ontvangen.)
4.Gebruikersinst
Een overzicht van uw
instellingen.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
38
5.Print lijsten (voor MFC-1910W(E))
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Verzendrapport
1.Bekijk op
LCD
U kunt het
verzendrapport
gebruiken als bewijs
dat u een fax hebt
verzonden. Dit
rapport bevat de
naam of het
faxnummer van de
ontvanger, de datum
en de tijd van het
verzenden, de duur
van het verzenden,
het aantal verzonden
pagina's en
informatie of de fax al
dan niet succesvol
werd verzonden.
U kunt het
verzendrapport van
de laatste 200
uitgaande faxen
weergeven.
2.Print
rapport
Hiermee kunt u het
laatste rapport
afdrukken.
2.Adresboek 1.Numeriek Hiermee kunt u een
lijst van namen en
nummers die
opgeslagen zijn in
het geheugen voor
ééntoets- en
snelkiesnummers
weergeven.
De lijst wordt
afgedrukt in
numerieke volgorde.
2.Alfabetisch
De lijst wordt
afgedrukt in
alfabetische
volgorde.
3.FaxJournaal
Hiermee kunt u een
lijst afdrukken met
informatie over de
laatste 200 door u
ontvangen en
uitgaande faxen.
(TX: verzonden.)
(RX: ontvangen.)
4.Afdrukinstell.
Hiermee kunt u een
lijst met de
afdrukinstellingen
afdrukken.
5.Gebruikersinst
Hiermee krijgt u een
overzicht van uw
instellingen.
6.Netwerk
Conf.
Hiermee kunt u een
lijst met de
netwerkinstellingen
afdrukken.
7.WLAN-
rapport
Hiermee kunt u het
resultaat van de
verbindingsdiagnose
voor draadloos LAN
afdrukken.
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
39
1
6. Netwerk (alleen MFC-1910W(E)) 1
6.Netwerk
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
1.WLAN 1.TCP/IP
1.Opstartmethode
Autom.*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Hiermee kunt u de
opstartmethode
kiezen die het best
aan uw behoeften
beantwoordt.
2.IP Address Voer het IP-adres in.
3.Subnet Mask Voer het
subnetmasker in.
4.Gateway Voer het adres van
de gateway in.
5.Knooppuntnaam
Voer de naam van
het knooppunt in.
(maximaal 32 tekens)
6.WINS Config Autom.*
Statisch
Hiermee kunt u de
WINS-
configuratiemodus
kiezen.
7.WINS Server Hiermee kunt u het
IP-adres van de
primaire of
secundaire WINS-
server specificeren.
Primair
[000-255].[000-
255].[000-255].[000-
255]
Secundair
[000-255].[000-
255].[000-255].[000-
255]
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
40
1.WLAN
(vervolg)
1.TCP/IP
(vervolg)
8.DNS Server Hiermee kunt u het
IP-adres van de
primaire of
secundaire DNS-
server specificeren.
Primair
[000-255].[000-
255].[000-255].[000-
255]
Secundair
[000-255].[000-
255].[000-255].[000-
255]
9.APIPA Aan*
Uit
Het IP-adres van het
link-local-adresbereik
wordt automatisch
toegewezen.
0.IPv6 Aan
Uit*
Hiermee kunt u het
IPv6-protocol
activeren/deactiveren.
Als u het IPv6-protocol
wilt gebruiken, kunt u
naar
http://support.brother.
com gaan voor meer
informatie.
2.WLAN-
assistent
Hiermee kunt u de
ethernetkoppelingsmodus
selecteren.
3.Inst.
Wizard
Hiermee kunt u uw
interne afdrukserver
configureren.
4.WPS/AOSS Hiermee kunt u de
instellingen voor een
draadloos netwerk
gemakkelijk
configureren met de
éénknopsmethode.
6.Netwerk (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
41
1
1.WLAN
(vervolg)
5.WPS
m/pincode
Hiermee kunt u de
instellingen voor een
draadloos netwerk
gemakkelijk
configureren met
behulp van WPS met
een PIN-code.
6.Status WLAN 1.Status Hiermee kunt u de
status van het
huidige draadloze
netwerk zien.
2.Signaal Hiermee kunt u de
signaalsterkte van
het huidige draadloze
netwerk zien.
3.SSID Hiermee kunt u de
huidige SSID zien.
4.Comm. Mode Hiermee kunt u de
huidige
communicatiemodus
zien.
7.MAC-adres Toont het MAC-adres
van de machine.
8.Set to
Default
De fabrieksinstelling
voor een draadloos
netwerk herstellen.
1.Herstel
2.Stop
9.WLAN
Activeren
Hiermee kunt u het
draadloze LAN
handmatig activeren
of deactiveren.
Aan*
Uit
2.Netwerkreset
Hiermee kunt u voor
alle
netwerkinstellingen
de
fabrieksinstellingen
herstellen.
1.Herstel
2.Stop
6.Netwerk (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
42
7.Machine-info
1
1
1
Voor MFC-1900(E) en MFC-1905 is dit menu 6.Machine-info..
7.Machine-info
1
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Serienummer
U kunt het
serienummer van uw
machine controleren.
2.Versie 1.Main Versie U kunt de
firmwareversie van
uw machine
controleren.
3.Paginateller
U kunt controleren
hoeveel pagina’s de
machine tijdens haar
gebruiksduur heeft
afgedrukt.
Totaal Toont het totale
aantal pagina's.
Fax/Lijst Toont de paginateller
voor faxen en lijsten.
Kopie Toont de paginateller
voor kopin.
Print Toont de paginateller
voor afgedrukte
pagina's.
4.DuurOnderdelen
(4.Onderdelenduur)
1.Toner U kunt het resterende
percentage van de
levensduur van de
toner controleren.
2.
Drumeenhei
d
U kunt het resterende
percentage van de
levensduur van de
drum controleren.
5.Drum
resetten
(5.Drumreset)
U kunt de drumteller
resetten wanneer u
de drumeenheid
vervangt.
1.Herstel
2.Stop
91
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
43
1
Menu en functies voor
DCP-modellen 1
Programmeren op het scherm1
Uw machine is zodanig ontworpen dat deze
eenvoudig te gebruiken is. Met het LCD-
scherm kunt u programmeren op het scherm
met behulp van de menutoetsen.
Het menu openen 1
a Druk op Menu.
b Blader door elk menuniveau door te
drukken op a of b voor de gewenste
richting.
c Druk op OK als de gewenste optie op
het LCD-scherm wordt weergegeven.
Het LCD-scherm geeft het volgende
menuniveau weer.
d Druk op of om naar uw volgende
menuselectie te bladeren en druk
vervolgens op OK.
e Druk op of om de gewenste optie
weer te geven en druk vervolgens op
OK.
Wanneer u een optie hebt ingesteld,
toont het LCD-scherm Geaccepteerd.
f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit) om
de modus Menu te verlaten.
Hoofdstuk 1
44
Menutabel 1
Met behulp van de menutabel kunt u de instellingen van uw machine wijzigen door op a en b en
op OK te drukken.
Druk op Menu en vervolgens, afhankelijk van wat op de lcd wordt getoond, op en om
verschillende menuopties weer te geven. Druk op OK om een optie te selecteren.
In het onderstaande voorbeeld wordt de instelling van de papiersoort gewijzigd van Normaal in
Gerecycl.papier.
a Druk op Menu.
b Druk op a of b om 1.Standaardinst. te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 1.Papier te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om 1.Papiersoort te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op a of b om Gerecycl.papier te selecteren.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
1.Standaardinst.
Niveau 2
1.Papier 1.
Papiersoort
Normaal*
Gerecycl.papier
Niveau 3
Beschrijvingen 1
Opties
Algemene informatie
45
1
1.Standaardinst. 1
1.Standaardinst.
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Papier
1.Papiersoort
Normaal*
Gerecycl.papier
58
2.Papierformaat
Hiermee kunt u het
papierformaat in de
papierlade instellen.
A4*
Letter
Legal
Folio
A5
A5 L
B5
Executive
58
2.Bespaarstand
1.Toner
sparen
Met deze functie kunt
u toner besparen.
Aan In de
tonerbespaarstand
gaat de
tonercartridge langer
mee. Wanneer u
Toner sparen
instelt op Aan, wordt
er lichter afgedrukt.
Uit*
2.Aut.
uitschak.
Als de stand diepe
slaap geactiveerd
blijft op de machine
gedurende de tijd die
ingesteld is in de
instellingen voor het
automatisch
uitschakelen,
schakelt de machine
automatisch over
naar de
uitgeschakelde
stand.
Houd
ingedrukt om de
stroomuitschakelstan
d uit te schakelen.
Uit
1 uur*
2 uur
4 uur
8 uur
56
3.LCD-contrast
Wijzigt het contrast
van het LCD-scherm.
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op a om het
LCD-scherm
donkerder te maken
of druk op b om het
LCD-scherm lichter
te maken.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
46
1
Voor DCP-1610W(E) en DCP-1612W.
2
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E) is dit menu 3.Alle instell.
4.Vervang
toner
Stelt de machine in
om door te gaan of te
stoppen wanneer het
LCD-scherm Toner
vervangen toont.
Doorgaan De machine zal
doorgaan met
afdrukken. Plaats
een nieuwe
tonercartridge
wanneer het LCD-
scherm Toner is
op toont.
56
Stoppen* De machine zal
stoppen met
afdrukken. Plaats
een nieuwe
tonercartridge.
5.Resetten 1.App
terugstell
1
Stelt alle functie-
instellingen weer in
op de
fabrieksinstellingen.
a Herstel
b Stop Het herstellen
annuleren en het
menu afsluiten.
2.Netwerk
1
Stelt alle
netwerkinstellingen
weer in op de
fabrieksinstellingen.
a Herstel
b Stop Het herstellen
annuleren en het
menu afsluiten.
3.Alle
instell.
2
Alle
fabrieksinstellingen
van de machine
herstellen.
a Herstel
b Stop Het herstellen
annuleren en het
menu afsluiten.
0.Taalkeuze De taal van het LCD-
scherm wijzigen.
(Kies uw taal.)
1.Standaardinst. (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
47
1
2.Kopie 1
2.Kopie
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Kwaliteit U kunt de
kopieerresolutie voor
uw type document
selecteren.
Auto* Auto is de
aanbevolen stand
voor normale
afdrukken. Geschikt
voor documenten die
zowel tekst als foto
s
bevatten.
Tekst Geschikt voor
documenten die
vooral tekst bevatten.
Foto Betere
kopieerkwaliteit voor
foto's.
Grafiek Geschikt voor het
kopiëren van
kwitanties.
2.Helderheid Hiermee kunt u de
helderheid voor
kopieën aanpassen.
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op a om de
helderheid te
verhogen of druk op b
om de helderheid te
verlagen.
3.Contrast Pas het contrast aan
om een beeld er
scherper en
levendiger te laten
uitzien.
-nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op a om het
contrast te verhogen
of druk op b om het
contrast te verlagen.
4.Id
kopieëren
1.Kwaliteit U kunt de
standaardinstellingen
voor ID kopiëren
wijzigen.
Auto* Auto is de
standaardstand voor
normale afdrukken.
Als u de afdrukken
lichter wilt maken,
kiest u Lichter.
Lichter
2.Helderheid -nnnno+
-nnnon+*
-nnonn+
-nonnn+
-onnnn+
Druk op a om d
e
helderheid te
verhogen of druk op b
om de helderheid te
verlagen.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
48
1
Voor DCP-1610W(E) en DCP-1612W.
2
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E).
3.Printer 1
4.Id
kopieëren
(vervolg)
3.Contrast -nnnno+
-nnnon+
-nnonn+*
-nonnn+
-onnnn+
Druk op a om het
contrast te verhogen
of druk op b om het
contrast te verlagen.
4.2op1/1op1 2op1* Maakt het mogelijk
de toets 2op1
(ID)/Kopie Opties (2
in 1 (ID) Copy / Copy
Options)
1
op 2 op 1
id kop. (2 in 1 (ID)
Copy)
2
te gebruiken
voor dubbelzijdig
kopiëren.
79
1op1 Maakt het mogelijk
de toets 2op1
(ID)/Kopie Opties (2
in 1 (ID) Copy / Copy
Options)
1
op 2 op 1
id kop. (2 in 1 (ID)
Copy)
2
te gebruiken
voor enkelzijdig
kopiëren.
81
3.Printer
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Printopties
1.Testafdruk Hiermee drukt u een
testpagina af.
2.Autom
doorgaan
Als deze instelling
ingeschakeld is, wist
de machine
automatisch fouten
betreffende het
papierformaat en
gebruikt ze het papier
in de papierlade.
Aan*
Uit Het LCD-scherm
toont Ongeldig
formaat en de
machine drukt niet af.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
2.Kopie (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
49
1
4. Netwerk (alleen DCP-1610W(E) en DCP-1612W) 1
4.Netwerk
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
1.WLAN 1.TCP/IP 1.Opstartmetho
de
Autom.*
Statisch
RARP
BOOTP
DHCP
Hiermee kunt u de
opstartmethode
kiezen die het best
aan uw behoeften
beantwoordt.
2.IP Address Voer het IP-adres in.
3.Subnet Mask Voer het
subnetmasker in.
4.Gateway Voer het adres van
de gateway in.
5.Knooppuntnaam
Voer de naam van
het knooppunt in.
(maximaal 32 tekens)
6.WINS Config Autom.*
Statisch
Hiermee kunt u de
WINS-
configuratiemodus
kiezen.
7.WINS Server Hiermee kunt u het
IP-adres van de
primaire of
secundaire WINS-
server specificeren.
Primair
[000-255].[000-
255].[000-255].[000-
255]
Secundair
[000-255].[000-
255].[000-255].[000-
255]
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
50
1.WLAN
(vervolg)
1.TCP/IP
(vervolg)
8.DNS Server Hiermee kunt u het
IP-adres van de
primaire of
secundaire DNS-
server specificeren.
Primair
[000-255].[000-
255].[000-255].[000-
255]
Secundair
[000-255].[000-
255].[000-255].[000-
255]
9.APIPA Aan*
Uit
Het IP-adres van het
link-local-adresbereik
wordt automatisch
toegewezen.
0.IPv6 Aan
Uit*
Hiermee kunt u het
IPv6-protocol
activeren/deactiveren.
Als u het IPv6-protocol
wilt gebruiken, kunt u
naar
http://support.brother.
com gaan voor meer
informatie.
2.WLAN-
assistent
Hiermee kunt u de
ethernetkoppelingsmodus
selecteren.
3.Inst.
Wizard
Hiermee kunt u uw
interne afdrukserver
configureren.
4.WPS/AOSS Hiermee kunt u de
instellingen voor een
draadloos netwerk
gemakkelijk
configureren met de
éénknopsmethode.
4.Netwerk (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
51
1
1.WLAN
(vervolg)
5.WPS
m/pincode
Hiermee kunt u de
instellingen voor een
draadloos netwerk
gemakkelijk
configureren met
behulp van WPS met
een PIN-code.
6.Status WLAN 1.Status Hiermee kunt u de
status van het
huidige draadloze
netwerk zien.
2.Signaal Hiermee kunt u de
signaalsterkte van
het huidige draadloze
netwerk zien.
3.SSID Hiermee kunt u de
huidige SSID zien.
4.Comm. Mode Hiermee kunt u de
huidige
communicatiemodus
zien.
7.MAC-adres Toont het MAC-adres
van de machine.
8.Stadaard inst
De fabrieksinstelling
voor een draadloos
netwerk herstellen.
a Herstel
b Stop
9.WLAN
Activeren
Hiermee kunt u het
draadloze LAN
handmatig activeren
of deactiveren.
Uit
Aan*
2.Netwerkreset
Hiermee kunt u voor
alle
netwerkinstellingen
de
fabrieksinstellingen
herstellen.
a Herstel
b Stop
4.Netwerk (Vervolg)
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Niveau 4 Beschrijvingen 2 Pagina
De fabrieksinstellingen zijn vet gedrukt en worden met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 1
52
5.Machine-info
1
1
5.Machine-info
1
Niveau 2 Niveau 3 Beschrijvingen 1 Opties Beschrijvingen 2 Pagina
1.Serienummer
U kunt het
serienummer van uw
machine controleren.
2.Versie 1.Main Versie U kunt de
firmwareversie van
uw machine
controleren.
3.Paginateller
U kunt controleren
hoeveel pagina’s de
machine tijdens haar
gebruiksduur heeft
afgedrukt.
Totaal Toont het totale
aantal pagina's.
Lijst Toont de paginateller
voor lijsten.
Kopie Toont de paginateller
voor kopin.
Print Toont de paginateller
voor afgedrukte
pagina's.
4.DuurOnderdelen
2
1.Toner U kunt het resterende
percentage van de
levensduur van de
toner controleren.
2.Drumeenheid
U kunt het resterende
percentage van de
levensduur van de
drum controleren.
Resterend:XXX%
5.Afdrukinstell.
3
Hiermee kunt u een
lijst met de
afdrukinstellingen
afdrukken.
6.Gebruikersinst
4
Een overzicht van uw
instellingen.
7.Netwerk
Conf.
3
Hiermee kunt u een
lijst met de
netwerkinstellingen
afdrukken.
8.WLAN-
rapport
3
Hiermee kunt u het
resultaat van de
verbindingsdiagnose
voor draadloos LAN
afdrukken.
9.Drum
resetten
5
Hiermee kunt u de
drumteller resetten
wanneer u de
drumeenheid
vervangt.
a Herstel 91
b Stop
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Algemene informatie
53
1
1
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E) is dit menu 4.Machine-info.
2
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E) is dit menu 5.DuurOnderdelen.
3
Alleen DCP-1610W(E) en DCP-1612W
4
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E) is dit menu 4.Gebruikersinst.
5
Voor DCP-1600E en DCP-1602(E) is dit menu 6.Drum resetten.
Hoofdstuk 1
54
Tekst invoeren 1
MFC-modellen 1
Bij het instellen van bepaalde menuopties, zoals de stations-ID en de naam van een
snelkiesnummer, moet u lettertekens invoeren. Op de kiestoetsen zijn letters afgedrukt. Op de
toetsen 0, # en l zijn geen letters gedrukt omdat deze worden gebruikt voor speciale tekens.
Druk het gewenste aantal keren (zoals u leest in deze referentietabel) op de betreffende toets van
het toetsenblok om het gewenste teken te krijgen.
Voor opties waarbij geen kleine tekens zijn toegestaan, gebruikt u de volgende tabel.
Druk op
cijferto
ets op
bedieni
ngspan
eel
één
keer
twee
keer
drie
keer
vier
keer
vijf keer zes
keer
zeven
keer
acht
keer
negen
keer
1
@
./1
@
./1
@
2 abcABC2ab
3 defDEF3de
4 ghiGHI4gh
5 jklJKL5jk
6 mn oMNO6mn
7 pqrsPQRS7
8 tuvTUV8tu
9 wxyzWXYZ9
Druk op
cijfertoets
Eén keer Twee keer Drie keer Vier keer Vijf keer
2 ABC2A
3 DEF3D
4 GH I 4G
5 JKL5J
6 MNO6M
7 PQRS7
8 TUV8T
9 WXYZ9
Algemene informatie
55
1
Spaties invoegen
Als u een spatie in een faxnummer wilt invoegen, drukt u één keer op c tussen de cijfers. Om een
spatie in een naam in te voegen, twee keer drukken op c tussen de tekens.
Corrigeren
Als u een onjuist teken hebt ingevoerd en u die wilt wijzigen, drukt u op d of c om de cursor naar
het onjuiste teken te verplaatsen en drukt u dan op Wis (Clear).
Letters herhalen
Om een letter in te voeren die op dezelfde toets als de vorige letter staat, drukt u op c om de cursor
naar rechts te bewegen, en drukt u daarna opnieuw op de toets.
Speciale tekens en symbolen invoeren
Druk op l, # of 0 en druk vervolgens op d of c om de cursor op het gewenste symbool of teken te
zetten. Druk op OK om het te selecteren. Afhankelijk van uw menuselectie verschijnen de
volgende symbolen en tekens.
DCP-modellen 1
Bij het instellen van bepaalde opties, zoals de Netwerksleutel, moet u tekens invoeren op de
machine.
Houd a of b ingedrukt of druk er herhaaldelijk op om een teken uit deze lijst te selecteren:
0123456789abcdefghijklmnopqrstuvwxyzABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ(spatie)!"#$
%&'()*+,-./:;<=>?@[]^_
Druk op OK wanneer het gewenste teken of symbool wordt weergegeven en voer vervolgens
het volgende teken in.
Druk op Clear om de foutief ingevoerde tekens te wissen.
Druk op l voor (spatie) ! " # $ % & ’ ( ) l + , - . / m
Druk op # voor : ; < = > ? @ [ ] ^ _
Druk op 0 voor Ä Ë Ö Ü À Ç È É 0
Hoofdstuk 1
56
Ecologische functies 1
Stand diepe slaap 1
Als de machine gedurende een bepaalde tijd
geen taken ontvangt, schakelt de machine
automatisch over naar de stand diepe slaap
en geeft het LCD-scherm Slaapstand weer.
De machine ontwaakt wanneer ze een fax-
(Alleen MFC-modellen) of afdruktaak
ontvangt.
(Alleen MFC-modellen) De machine
ontwaakt ook uit de stand diepe slaap
wanneer u de hoorn opneemt.
Automatische uitschakeling
(alleen DCP-modellen) 1
Als de stand diepe slaap geactiveerd blijft op
de machine gedurende de tijd die ingesteld is
in de instellingen voor het automatisch
uitschakelen, schakelt de machine
automatisch over naar de uitgeschakelde
stand. In de stroomuitschakelstand verbruikt
de machine het minst energie, namelijk
ongeveer 0,5 W. Om de Automatische
stroom uit-modus uit te schakelen, druk u op
.
a Druk op Menu en druk vervolgens op a
of b om 1.Standaardinst. te kiezen.
Druk op OK.
b Druk op a of b om 2.Bespaarstand te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 2.Aut. uitschak.
te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om het aantal uren te
kiezen waarna de machine in de
stroomuitschakelstand moet gaan. Kies
1 uur, 2 uur, 4 uur, 8 uur of Uit.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Tonerinstellingen 1
Tonerinstelling (stand
Doorgaan) 1
U kunt de machine zo instellen dat ze
doorgaat met afdrukken wanneer het LCD-
scherm Toner vervangen (Vervang
toner) toont.
De machine gaat door met afdrukken totdat
het LCD-scherm Toner is op (Toner
op) toont.
a (voor MFC-modellen)
Druk op Menu, 1, 8 en ga naar stap c.
(voor DCP-modellen)
Druk op Menu en druk vervolgens op a
of b om 1.Standaardinst. te kiezen.
Druk op OK.
b Druk op a of b om 4.Vervang toner
te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om Doorgaan of
Stoppen te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
OPMERKING
De afdrukken kunnen lichter zijn als u blijft
afdrukken in de stand Doorgaan.
Na het vervangen van de tonercartridge
gaat de stand Doorgaan terug naar de
standaardinstelling (Stoppen).
Algemene informatie
57
1
Faxen ontvangen in de stand
Doorgaan (Alleen MFC-
modellen) 1
De machine kan ontvangen faxen in het
geheugen opslaan als u de stand Doorgaan
kiest wanneer het LCD-scherm Toner
vervangen (Vervang toner) toont.
Wanneer u ontvangen faxen afdrukt in de
stand Doorgaan, vraagt het LCD-scherm of
de afdrukkwaliteit van de fax OK is. Als de
kwaliteit niet goed is, kiest u 2.Nee. De
machine slaat de faxen in het geheugen op
zodat u ze later opnieuw kunt afdrukken na
het vervangen van de tonercartridge. Als de
afdrukkwaliteit goed is, kiest u 1.Ja. Het
LCD-scherm vraagt of u de afgedrukte faxen
uit het geheugen wilt wissen. Als u ervoor
kiest ze niet te wissen, wordt dit nogmaals
gevraagd na het vervangen van de
tonercartridge.
OPMERKING
Als u de machine uitschakelt, gaan de in
het geheugen opgeslagen faxen verloren.
58
2
Papierinstellingen 2
Papiertype 2
a (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 1, 2, 1 en ga verder met
stap d.
(voor MFC-1910W(E))
Druk op Menu, 1, 3, 1 en ga verder met
stap d.
(voor DCP-modellen)
Druk op Menu en druk vervolgens op a
of b om 1.Standaardinst. te kiezen.
Druk op OK.
b Druk op a of b om 1.Papier te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 1.Papiersoort te
kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om Normaal of
Gerecycl.papier te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Papierformaat 2
a (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 1, 2, 2 en ga verder met
stap d.
(voor MFC-1910W(E))
Druk op Menu, 1, 3, 2 en ga verder met
stap d.
(voor DCP-modellen)
Druk op Menu en druk vervolgens op a
of b om 1.Standaardinst. te kiezen.
Druk op OK.
b Druk op a of b om 1.Papier te kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 2.Papierformaat
te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op a of b om A4, Letter, Legal,
Folio, A5, A5 L, B5, Executive
kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Papierinstelling 2
Papierinstelling
59
2
Bruikbaar papier 2
De afdrukkwaliteit kan variëren naargelang
het type papier dat u gebruikt.
Aanbevolen papier en
afdrukmedia 2
Om de beste afdrukkwaliteit te verkrijgen,
raden wij u aan het volgende papier te
gebruiken.
Papiercapaciteit van de
papierlade 2
Enkele belangrijke richtlijnen bij het kiezen
van papier:
Gebruik GEEN inkjetpapier, het kan
leiden tot papieropstoppingen of schade
aan de machine.
Voor voorgedrukt papier moet inkt
gebruikt worden dat bestand is tegen de
temperatuur van het fuseerproces van de
machine (200 °C).
Te vermijden typen papier 2
BELANGRIJK
Sommige typen papier bieden niet het
gewenste resultaat of kunnen schade
veroorzaken aan de machine.
Gebruik GEEN papier:
met een grove textuur
dat extreem glad of glanzend is
dat gekruld of scheef is
1 Een krul van 2 mm of meer kan
papierstoringen veroorzaken.
dat gecoat is of een chemische
vernislaag heeft
dat beschadigd, gekreukeld of
gevouwen is
dat het in deze handleiding
aanbevolen gewicht overschrijdt
met tabs en nietjes
met een briefhoofd dat thermografisch
gedrukt is of met inkt die niet tegen
hoge temperaturen bestand is
dat uit meerdere delen bestaat of
zonder carbon
dat is bedoeld voor inkjetprinters
Als u een van de bovenstaande typen
papier gebruikt, kan de machine
beschadigd raken. Dergelijke schade
wordt niet door de garantie of de service-
overeenkomst van Brother gedekt.
Papiertype Artikel
Normaal papier
Xerox Premier TCF 80 g/m
2
Xerox Business 80 g/m
2
Kringlooppapier Steinbeis Evolution White
80 g/m
2
Papierformaat A4, Letter, Legal, Folio, A5,
A5 (lange zijde), B5,
Executive
Papiertypes Normaal papier,
kringlooppapier
Aantal vellen
Tot 150 (80 g/m
2
)
Papiergewicht
65 - 105 g/m
2
1
1
60
3
Documenten laden 3
U kunt een fax verzenden (Alleen
MFC-modellen), kopieën maken en scannen
via de ADF (automatische documentinvoer)
en de glasplaat.
De automatische
documentinvoer (ADF)
gebruiken (alleen modellen
met ADF (automatische
documentinvoer)) 3
De ADF kan maximaal 10 pagina's bevatten
en voert elk vel afzonderlijk in. We raden aan
dat u standaardpapier met een gewicht van
80 g/m
2
gebruikt en altijd de vellen papier
doorwaaiert voordat u deze in de ADF
plaatst.
Ondersteunde documentformaten 3
Documenten laden 3
a Hef de ADF-documentuitvoersteunklep
op en vouw deze uit.
b Plaats het document met de bedrukte
zijde naar beneden en de bovenrand
eerst in de ADF tot de melding op het
LCD-scherm wijzigt.
c Stel de papiergeleiders (1) in op de
breedte van het document.
De glasplaat gebruiken 3
U kunt de glasplaat gebruiken om de pagina's
van een boek één voor één te faxen (Alleen
MFC-modellen), te kopiëren of te scannen.
Ondersteunde documentformaten 3
Documenten laden 3
a Til het documentdeksel op.
Documenten laden 3
Formaat: A4, Letter, Legal, Folio
Lengte: Tot 300,0 mm
Breedte: Tot 215,9 mm
Gewicht: Tot 2,0 kg
(1)
Documenten laden
61
3
b Leg met behulp van de
documentgeleiders links en boven het
document met de bedrukte zijde naar
beneden in de linkerbovenhoek van de
glasplaat.
c Sluit het documentdeksel.
OPMERKING
Als u een boek of een lijvig document wilt
scannen, laat het deksel dan niet
dichtvallen en druk er niet op.
62
4
Een fax verzenden 4
De volgende stappen tonen u hoe u een fax
kunt verzenden.
a Druk op FAX.
b Plaats het document.
Als u het document vanaf de ADF
verzendt:
Als u het document vanaf de
glasplaat verzendt:
Nadat u het document op de
glasplaat hebt geplaatst, sluit u het
documentdeksel.
OPMERKING
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
Als u de faxresolutie wilt wijzigen, drukt u
op b of Resolutie (Resolution) en drukt u
vervolgens op a of b of Resolutie
(Resolution) om de faxresolutie te
kiezen.
c Toets het faxnummer in.
d Druk op Start om een fax te verzenden.
Een fax annuleren die wordt
verwerkt 4
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit) om de
fax te annuleren. Als u op Stop/Eindigen
(Stop/Exit) drukt wanneer de machine kiest
of verzendt, vraagt het LCD-scherm u om
bevestiging.
Kiezen #XXX
1.Wis 2.Stop
Verzend #XXX P01
1.Wis 2.Stop
Druk op 1 om de fax te annuleren.
Een fax verzenden
(MFC-modellen)
4
Een fax verzenden (MFC-modellen)
63
4
Groepsverzenden 4
Met groepsverzenden kunt u hetzelfde
faxbericht naar meerdere faxnummers
verzenden. U kunt een fax naar
snelkiesnummers en maximaal 20 met de
hand gekozen nummers tegelijkertijd sturen.
Voor u de groepsverzending begint 4
Snelkiesnummers moeten in het geheugen
van de machine opgeslagen zijn voor ze
kunnen worden gebruikt in een
groepsverzending. (Raadpleeg
Snelkiesnummers opslaan uu pagina 67.)
Een fax verzenden naar een groep 4
a Plaats het document.
b Toets een nummer in.
Druk op OK.
U kunt een snelkiesnummer gebruiken
of het nummer handmatig invoeren met
behulp van de kiestoetsen. (Raadpleeg
Nummers kiezen uu pagina 68.)
c Herhaal stap b totdat u alle
faxnummers waarnaar u wilt verzenden,
hebt ingevoerd.
d Druk op Start.
Als de groepsverzending is voltooid, drukt de
machine een groepsverzendrapport af zodat
u de resultaten kunt bekijken.
Groepsverzending die wordt verwerkt
annuleren 4
Tijdens het groepsverzenden kunt u de fax
die verzonden wordt of de volledige
groepsverzending annuleren.
a (voor MFC-1900E, MFC-1905 en
MFC-1910WE)
Druk op Menu, 2, 6.
(voor MFC-1900 en MFC-1910W)
Druk op Menu, 2, 7.
Op het LCD-scherm wordt het
taaknummer van groepsverzenden
weergegeven, gevolgd door het
faxnummer dat of de naam die wordt
gekozen (bijvoorbeeld #001
0123456789). Druk op a of b om het
taaknummer van groepsverzenden
weer te geven (bijvoorbeeld Groep-
Zenden#001 (Rondzenden#001)).
b Druk op a of b om één van de volgende
items te kiezen.
Kies het faxnummer dat of de naam
die wordt gekozen en druk op OK.
Kies het taaknummer van
groepsverzenden en druk op OK.
c Druk op 1 om het faxnummer of het
taaknummer van groepsverzenden dat
u hebt gekozen in stap b te annuleren,
of druk op 2 om af te sluiten zonder
te annuleren.
Als u in stap b hebt gekozen om alleen
de fax die verzonden wordt te
annuleren, vraagt het LCD-scherm u of
u de groepsverzending wilt annuleren.
Druk op 1 om het de groepsverzending
te wissen of op 2 om af te sluiten.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
64
5
Ontvangststanden 5
U dient een ontvangststand te kiezen afhankelijk van de externe apparaten en telefoondiensten
die op uw lijn aanwezig zijn.
De ontvangststand kiezen 5
Uw machine ontvangt standaard automatisch faxen die ernaar worden verzonden. Met behulp
van onderstaand schema kunt u de juiste stand kiezen. (Zie Menutabel uu pagina 12 voor meer
informatie over de ontvangststanden.)
Volg onderstaande instructies om de ontvangststand in te stellen:
a Controleer of de Faxmodus is ingeschakeld.
b (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 0, 1.
(voor MFC-1910W(E))
Druk op Menu, 2, 1, 1.
c Druk op a of b om de ontvangststand te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Op het LCD-scherm wordt de huidige ontvangststand weergegeven.
Een fax ontvangen
(MFC-modellen)
5
Wilt u de telefoonfuncties van uw machine gebruiken (indien beschikbaar) of een
extern telefoontoestel of antwoordapparaat aangesloten op dezelfde lijn als de
machine?
Ja
Alleen Fax
Nee
Nee
Nee
Handmatig
Ja
Ext. TEL/ANT
Fax/Telefoon
Gebruikt u de functie voor voicemail van een
extern antwoordapparaat?
Wilt u dat de machine faxoproepen en
telefoongesprekken automatisch opneemt?
Ja
Een fax ontvangen (MFC-modellen)
65
5
Instellingen
ontvangststand 5
Belvertraging 5
De belvertraging bepaalt het aantal keren dat
de machine overgaat voordat deze antwoordt
in de standen Alleen Fax en
Fax/Telefoon.
Als een externe of tweede telefoon dezelfde
lijn als de machine gebruikt, kiest u het
maximaal aantal keren dat de machine over
moet gaan. (Zie Fax waarnemen
uu pagina 65.)
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld.
b (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 2, 1, 1.
(voor MFC-1910W(E))
Druk op Menu, 2, 1, 2.
c Druk op a of b om te kiezen hoe vaak de
machine over moet gaan voordat de
machine antwoordt.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
F/T-beltijd (alleen in de
Fax/Tel-modus) 5
Wanneer iemand uw machine belt, horen u
en de beller het geluid van normale
telefoontonen. Het aantal keren dat de
telefoon overgaat wordt bepaald door de
instelling van de belvertraging.
Als de oproep een fax is, ontvangt de
machine deze; als het echter een normale
telefoonoproep is, laat de machine het F/T-
belsignaal horen (een snel dubbel belsignaal)
gedurende de tijd die u hebt bepaald in de
instelling van de F/T-beltijd. Als u het F/T-
belsignaal hoort, betekent dit dat u een
normale oproep op de lijn ontvangt.
Omdat het F/T-belsignaal van uw machine
afkomstig is, rinkelen de tweede en externe
(alleen MFC-1900(E) en MFC-1910W(E))
toestellen niet.
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld.
b (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 2, 1, 2.
(voor MFC-1910W(E))
Druk op Menu, 2, 1, 2.
c Druk op a of b om te selecteren hoe lang
de machine over gaat om u op een
normaal telefoongesprek te attenderen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Fax waarnemen 5
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Aan: 5
De machine kan een fax automatisch
ontvangen, zelfs als u de oproep
beantwoordt. Als Ontvangst op het LCD-
scherm wordt weergegeven of als u een klik
op de telefoonlijn hoort via de hoorn die u
hebt opgepakt, plaatst u de hoorn gewoon
terug. Uw machine doet de rest.
(Voor MFC-1905)
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Half: 5
De machine ontvangt een faxoproep alleen
automatisch als u hem hebt beantwoord met
de hoorn van de machine.
Als Fax waarnemen is ingesteld op
Uit: 5
Als u in de buurt van de machine bent en een
faxoproep eerst aanneemt door de hoorn van
de externe telefoon (alleen MFC-1900(E) en
MFC-1910W(E)) of de machine (alleen
MFC-1905) op te pakken, drukt u op Start en
vervolgens op 2 om een fax te ontvangen.
Hoofdstuk 5
66
OPMERKING
Als u faxen via een computer op dezelfde
telefoonlijn verzendt en de machine deze
opvangt, stelt u Fax waarnemen in op
Uit.
Wij raden het gebruik van een pc en een
faxmachine op dezelfde lijn af.
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld.
b (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
Druk op Menu, 2, 1, 3.
(voor MFC-1910W(E))
Druk op Menu, 2, 1, 4.
c Druk op a of b om Aan, Half (alleen
MFC-1905) of Uit te kiezen.
Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
67
6
6
Nummers opslaan 6
U kunt eenvoudig nummers kiezen met deze
machine door snelkiesnummers op te slaan.
Wanneer u op een snelkiestoets drukt, geeft
het LCD-scherm de naam, indien
opgeslagen, of het nummer weer.
Snelkiesnummers opslaan 6
U kunt vaak gekozen nummers opslaan als
snelkiesnummers zodat u deze met een paar
toetsen kunt kiezen
( (tweemaal Adresboek), het nummer van
twee cijfers en Start). De machine kan 99
snelkiesnummers opslaan (01 - 99).
a Druk tweemaal op (Adresboek) en
voer dan het snelkiesnummer van twee
cijfers in (01-99).
Als er geen nummer onder die toets is
opgeslagen, wordt op het LCD-scherm
Nu registreren? weergegeven.
Druk op 1 om Ja te selecteren.
b Voer het telefoon- of faxnummer in
(maximaal 20 cijfers).
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Voer de naam in via het
bedieningspaneel (max. 15 tekens).
Raadpleeg Tekst invoeren
uu pagina 54 voor hulp bij het
invoeren van tekens.
Druk op OK.
Druk op OK om het nummer zonder
een naam op te slaan.
d Ga naar stap a als u nog meer
snelkiesnummers wilt opslaan.
Snelkiesnummers wijzigen of
verwijderen 6
U kunt een reeds opgeslagen
snelkiesnummer wijzigen of verwijderen.
a (Voor MFC-1900E, MFC-1905 en
MFC-1910WE)
Druk op Menu, 2, 3, 1.
(Voor MFC-1900 en MFC-1910W)
Druk op Menu, 2, 4, 1.
Voer het snelkiesnummer in dat u wilt
wijzigen of verwijderen en druk dan op
OK.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Druk op 1 om Wijz. te kiezen om
het nummer of de naam te
bewerken.
Ga naar stap c.
Druk op 2 om Wissen te kiezen om
alle informatie in een
snelkiesnummer te wissen.
Wanneer Gegevens wissen?
verschijnt, drukt u op 1 om Ja te kiezen
om te bevestigen.
Ga naar stap d.
c Bewerk het nummer of de naam.
Wanneer u klaar bent met bewerken,
drukt u op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Nummers kiezen en opslaan
(MFC-modellen)
6
Hoofdstuk 6
68
Nummers kiezen 6
U kunt op de volgende manieren een
nummer kiezen.
Handmatig kiezen 6
Gebruik de kiestoetsen om alle cijfers van het
telefoon- of faxnummer in te voeren.
Snelkiezen 6
Druk tweemaal op (Adresboek) en voer
dan het snelkiesnummer van twee cijfers in.
(Zie Snelkiesnummers opslaan
uu pagina 67.)
OPMERKING
Als Nu registreren? wordt
weergegeven op het LCD-scherm als u
een snelkiesnummer invoert, betekent dit
dat er geen nummer is opgeslagen.
Zoeken 6
U kunt alfabetisch zoeken naar de namen die
in het geheugen voor snelkiesnummers zijn
opgeslagen. (Zie Snelkiesnummers opslaan
uu pagina 67.)
a Controleer of de Faxmodus is
ingeschakeld.
b Druk op (Adresboek).
c Druk op de toets op het
bedieningspaneel voor de eerste paar
letters van de naam. (Gebruik het
schema in Tekst invoeren uu pagina 54
bij het invoeren van de letters.)
Druk op OK.
d Druk op a of b om te bladeren totdat u de
naam vindt die u zoekt.
Druk op OK.
e Druk op Start.
OPMERKING
Als u geen letter invoert en op OK drukt in
stap c, worden alle geregistreerde
namen weergegeven. Druk op a of b om te
bladeren totdat u de naam vindt die u
zoekt.
Als het LCD-scherm
Geen contact gev toont bij het
invoeren van de eerste paar letters van de
naam, betekent dit dat er geen naam met
die letters is opgeslagen.
Opnieuw kiezen 6
Controleer of de lijn niet bezet is en druk
vervolgens op Herkies (Redial) om de
laatste 20 nummers die u hebt gekozen te
zoeken. Druk op Herkies (Redial) of a of b
om door de nummers te bladeren tot u het
nummer hebt gevonden dat u opnieuw wilt
kiezen. Druk op OK en druk vervolgens op
Start om een fax te verzenden.
Nummer met twee cijfers
Nummers kiezen en opslaan (MFC-modellen)
69
6
Beller-ID
(alleen MFC-1910W) 6
De functie Beller-ID maakt het mogelijk de
abonnementsdienst belleridentificatie te
gebruiken die vele lokale
telefoonmaatschappijen aanbieden. Deze
dienst toont het telefoonnummer of, indien
beschikbaar, de naam van de beller wanneer
de telefoon overgaat.
Beller-ID inschakelen 6
Als de dienst belleridentificatie actief is op uw
lijn, stelt u deze functie in op Aan om het
telefoonnummer van de beller weer te geven
op het LCD-scherm wanneer de telefoon
overgaat.
a Druk op Menu, 2, 0, 2.
Het scherm toont de huidige instelling.
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
c Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
De lijst Beller-ID weergeven 6
Uw machine slaat informatie over de laatste
dertig oproepen op in de lijst Beller-ID. U kunt
deze lijst weergeven of afdrukken. Wanneer
de machine de 31e oproep ontvangt, wordt
de informatie over de eerste oproep
vervangen.
a Druk op Menu, 2, 0, 2.
Het scherm toont de huidige instelling.
b Druk op a of b om Toon telefoonnrs
te selecteren.
Druk op OK.
De beller-ID van de laatste oproep wordt
op het scherm weergegeven.
Als geen ID is opgeslagen, klinkt de
waarschuwingstoon en verschijnt Geen
beller-ID op het scherm. Ga naar
stap d.
c Druk op a of b om door het beller-ID-
geheugen te bladeren en de beller-ID te
kiezen die u wilt weergeven. Druk
vervolgens op OK.
Het LCD-scherm toont het nummer van
de beller en de datum en het tijdstip van
de oproep.
d Wanneer u klaar bent, drukt u op
Stop/Eindigen (Stop/Exit).
70
7
PC-FAX ontvangen
(Alleen voor
Windows
®
) 7
Wanneer u de functie PC-Fax ontvangen
inschakelt, slaat de machine ontvangen
faxen op in het geheugen om deze
automatisch door te sturen naar de pc. U kunt
vervolgens uw pc gebruiken voor het
weergeven en het opslaan van deze faxen.
Ook wanneer u de pc hebt uitgeschakeld
(bijvoorbeeld 's nachts of in het weekend),
ontvangt de machine faxen om deze op te
slaan in het geheugen. Op het LCD-scherm
wordt het aantal opgeslagen ontvangen
faxen weergegeven, bijvoorbeeld:
PCfaxbericht:001
(PCFaxbericht:001)
Als u uw pc opstart en de software voor PC-
Fax ontvangen actief is, brengt uw machine
automatisch uw faxen over naar uw pc.
Als u de ontvangen faxen wilt overbrengen
naar uw pc, moet de software voor PC-Fax
ontvangen op uw pc actief zijn.
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7)
Klik op (start) > Alle
programma's
> Brother > Brother Utilities,
klik op de vervolgkeuzelijst en selecteer
vervolgens uw modelnaam (als deze nog
niet geselecteerd is).
Klik op PC-FAX Ontvangen in de linker
navigatiebalk en klik vervolgens op
Ontvangen.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en klik
vervolgens op de keuzelijst en selecteer uw
modelnaam (indien nog niet geselecteerd).
Klik op PC-FAX Ontvangen in de linker
navigatiebalk en klik vervolgens op
Ontvangen.
Volg vervolgens de volgende stappen op uw
machine.
a (voor MFC-1900E, MFC-1905 en
MFC-1910WE)
Druk op Menu, 2, 5, 1.
(Voor MFC-1900 en MFC-1910W)
Druk op Menu, 2, 6, 1.
b Druk op a of b om Aan (of Uit) te
selecteren.
Druk op OK.
c Het LCD-scherm toont een herinnering
om het programma PC-FAX ontvangen
op uw computer op te starten. Als u het
programma PC-FAX ontvangen hebt
opgestart, drukt u op OK. Als u het
programma PC-FAX ontvangen niet
hebt opgestart, uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding:
PC-FAX ontvangen, uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u de huidige instelling wilt
wijzigen, drukt u op 1 en op a of b om
uw computer te kiezen. Druk op OK.
Als u de huidige instelling niet wilt
wijzigen, drukt u op 2.
e Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen.
Druk op OK.
f Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
PC-FAX gebruiken
(MFC-modellen)
7
PC-FAX gebruiken (MFC-modellen)
71
7
OPMERKING
•Als u Reserveafdruk Aan selecteert,
wordt de fax ook afgedrukt op uw machine
zodat u over een kopie beschikt. Dit is een
beveiligingsfunctie in geval van een
stroomstoring voordat de fax is
doorgestuurd naar uw pc.
De faxen in het machinegeheugen
worden gewist.
OPMERKING
Voordat u PC-Fax ontvangen kunt
instellen, moet u de software MFL-Pro
Suite op uw pc installeren. Controleer of
uw pc is aangesloten en ingeschakeld.
(Meer informatie: uu Software en
Netwerk gebruikershandleiding.)
Als uw machine een foutmelding geeft en
faxen uit het geheugen niet kan
afdrukken, kunt u deze instelling
gebruiken om de faxen naar een pc over
te brengen. (Zie Faxen of faxjournaal
overbrengen (voor MFC-modellen)
uu pagina 106.)
Mac OS ondersteunt PC-Fax ontvangen
niet.
Hoofdstuk 7
72
PC-FAX verzenden 7
U kunt een bestand vanuit om het even welke toepassing op uw pc als een gewone fax
verzenden.
OPMERKING
De PC-FAX-software kan alleen faxdocumenten in zwart-wit en A4-formaat verzenden.
Installeer de software MFL-Pro Suite en sluit uw machine en uw pc aan voordat u PC-FAX
verzenden gaat gebruiken.
Een bestand verzenden als PC-FAX 7
a Maak een bestand aan in om het even welke toepassing op uw pc.
b Klik op Bestand en vervolgens op Afdrukken.
Het dialoogvenster Afdrukken wordt weergegeven:
PC-FAX gebruiken (MFC-modellen)
73
7
c Kies Brother PC-FAX als printer en klik vervolgens op Afdrukken.
Het dialoogvenster PC-FAX verzenden wordt weergegeven:
1 Kiestoetsen
2 Adresboek
d Voer een faxnummer in op een van de volgende manieren:
Voer het nummer in met de kiestoetsen en klik vervolgens op de knop .
Klik op de knop Adresboek en kies vervolgens een lid of groep uit het adresboek.
Als u een fout hebt gemaakt, klikt u op Alles wissen om alle ingevoerde gegevens te wissen.
e Om een voorblad bij te voegen, vinkt u het selectievakje Voorblad toevoegen aan.
OPMERKING
U kunt ook op het voorbladpictogram klikken om een voorblad aan te maken of te
bewerken.
f Klik op Start om de fax te verzenden.
OPMERKING
Als u de fax wilt annuleren, klikt u op Afbreken of drukt u op Stop/Eindigen (Stop/Exit) op
het bedieningspaneel van de machine.
Als u een nummer opnieuw wilt kiezen, klikt u op Herkiezen om de laatste vijf faxnummers te
doorlopen en klikt u vervolgens op Start.
1
2
74
8
Telefoonbediening
(alleen MFC-1905)
8
Om te telefoneren neemt u de hoorn op en
drukt u op de kiestoetsen of drukt u tweemaal
op (Adresboek) en voert u een
snelkiesnummer van twee cijfers in.
Telefoneren 8
a Neem de hoorn op.
b Wanneer u de kiestoon hoort, voert u
een nummer in met de kiestoetsen of
drukt u tweemaal op (Adresboek) en
voert u een snelkiesnummer van twee
cijfers in.
c Leg de hoorn neer om op te hangen.
Telefoonlijndiensten 8
Het type telefoonlijn instellen 8
Als u de machine aansluit op een lijn met PBX
of ISDN voor het verzenden en ontvangen
van faxen, moet u het type telefoonlijn
dienovereenkomstig wijzigen aan de hand
van de volgende stappen. Als u een lijn
gebruikt waarop een PBX is aangesloten,
kunt u ook instellen dat de machine altijd
toegang krijgt tot een buitenlijn (met het
netnummer dat u hebt ingevoerd) of toegang
krijgt tot een buitenlijn wanneer
Telefoon/Intern (Tel/R) wordt ingedrukt.
a (voor MFC-1900(E) en MFC-1905)
(voor Nederland)
Druk op Menu, 0, 6.
(voor België) Druk op Menu, 0, 5.
(voor MFC-1910W(E))
(voor Nederland)
Druk op Menu, 0 en 5.
(voor België)
Druk op Menu, 0 en 4.
b Druk op a of b om PBX, ISDN (of
Normaal) te kiezen.
Druk op OK.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als u ISDN of Normaal hebt
gekozen, gaat u naar g.
Als u PBX hebt gekozen, gaat u
verder naar stap d.
d Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u het huidige netnummer
wilt veranderen, drukt u op 1 en gaat
u naar stap e.
Telefoon en externe apparatuur
(voor MFC-modellen)
8
Telefoon en externe apparatuur (voor MFC-modellen)
75
8
Wanneer u het huidige netnummer
niet wilt veranderen, drukt u op 1 en
vervolgens op OK. Ga naar stap f.
e Voer het netnummer (maximaal 5
cijfers) in via de kiestoetsen.
Druk op OK.
OPMERKING
U kunt de cijfers 0 tot en met 9, #, l en
! gebruiken.
(Druk op Telefoon/Intern (Tel/R) om
“!” weer te geven.)
U kunt ! niet met andere cijfers of
lettertekens gebruiken.
•Als u Aan kiest en drukt op
Telefoon/Intern (Tel/R) ("!" wordt
weergegeven op het scherm).
•Als u Altijd kiest, krijgt u toegang tot
een buitenlijn zonder op
Telefoon/Intern (Tel/R) te drukken.
f Druk op a of b om Aan of Altijd te
kiezen.
Druk op OK.
g Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
PBX en doorverbinden 8
De machine is in eerste instantie ingesteld op
Normaal, om te worden aangesloten op een
standaard openbaar telefoonnetwerk
(PSTN). De meeste kantoren gebruiken
echter een centraal telefoonsysteem oftewel
een Private Branch Exchange (PBX). Uw
machine kan op de meeste PBX-
telefoonsystemen worden aangesloten. De
oproepfunctie van de machine ondersteunt
alleen Timed Break Recall (TBR). TBR werkt
met de meeste PBX-systemen, zodat u
toegang krijgt tot een buitenlijn of gesprekken
naar een andere lijn kunt doorverbinden. De
functie werkt wanneer u op Telefoon/Intern
(Tel/R) hebt gedrukt.
Een extern
antwoordapparaat
aansluiten (alleen
MFC-1900(E) en
MFC-1910W(E))
8
U kunt een extern antwoordapparaat
aansluiten op dezelfde lijn als uw machine.
Wanneer het antwoordapparaat een oproep
beantwoordt, "hoort" uw machine de faxtonen
afkomstig van een verzendende faxmachine.
Als er faxtonen klinken, neemt de machine de
oproep over en wordt de fax ontvangen. Als
er geen faxtonen klinken, laat de machine
een voicemail registreren door uw
antwoordapparaat en wordt op het display
Telefoon weergegeven.
Het externe antwoordapparaat moet binnen
vier belsignalen antwoorden (wij raden u aan
om twee belsignalen in te stellen). De reden
hiervoor is dat uw machine de faxtonen niet
kan horen, totdat het externe
antwoordapparaat de oproep heeft
aangenomen. De verzendende machine
zendt slechts nog acht tot tien seconden
langer faxtonen. Het wordt afgeraden om op
uw externe antwoordapparaat de functie
bespaarstand te gebruiken, als er meer dan
vier belsignalen nodig zijn om die te
activeren.
OPMERKING
Als u problemen hebt met het ontvangen
van faxen, verlaagt u de instelling
belvertraging op uw externe
antwoordapparaat tot één of twee keer
overgaan.
Hoofdstuk 8
76
Aansluitingen 8
Het externe antwoordapparaat moet zijn
aangesloten zoals aangegeven in
onderstaande afbeelding.
(voor Nederland)
(voor België)
1 ANTW. APP.
2 Beschermkapje
Verwijder het beschermkapje (2) van de
aansluiting EXT. op de machine voordat u
een extern antwoordapparaat aansluit.
a Stel uw externe antwoordapparaat in op
één of twee keer overgaan. (De
instelling voor de belvertraging van de
machine is niet van toepassing.)
b Het uitgaand bericht op uw externe
antwoordapparaat opnemen.
c Stel het antwoordapparaat in om
oproepen aan te nemen.
d Stel de ontvangstmodus op uw machine
in op Ext. TEL/ANT. (Zie
Ontvangststanden uu pagina 64.)
Een uitgaand bericht
opnemen 8
a Neem 5 seconden stilte op aan het
begin van uw bericht. (Dit geeft uw
machine de tijd om naar de faxtonen
(CNG-tonen) van automatische
verzendingen te luisteren voordat ze
stoppen).
b Wij adviseren u het bericht te beperken
tot 20 seconden.
Bijvoorbeeld: “Spreek een bericht in na
de biep.
Aansluiting op meerdere
lijnen (PBX) 8
Wij raden u aan contact op te nemen met het
bedrijf dat uw PBX geïnstalleerd heeft om uw
machine aan te sluiten. Als u beschikt over
een systeem met meerdere lijnen, vraagt u
uw installateur dan om de machine op de
laatste lijn in het systeem aan te sluiten. Zo
voorkomt u dat de machine wordt geactiveerd
wanneer er telefoongesprekken worden
ontvangen door het systeem. Als alle
inkomende oproepen door een telefonist(e)
worden beantwoord, adviseren wij u om de
ontvangststand in te stellen op Handmatig.
Wij kunnen niet garanderen dat uw machine
onder alle omstandigheden correct werkt bij
aansluiting op een PBX. Neem bij problemen
met het verzenden of ontvangen van faxen in
eerste instantie contact op met het bedrijf dat
uw centrale verzorgt.
1
1
2
1
1
Telefoon en externe apparatuur (voor MFC-modellen)
77
8
Externe telefoons en
tweede telefoons 8
Een externe of tweede
telefoon aansluiten 8
U kunt een apart toestel rechtstreeks op uw
machine aansluiten, zoals in onderstaande
afbeelding.
(voor Nederland)
(voor België)
1 Tweede toestel
2 Extern toestel
3 Beschermkapje
Verwijder de bescherming (3) van de EXT.-
aansluiting op de machine voor u de externe
telefoon aansluit.
Als u een extern toestel gebruikt, wordt op het
LCD-scherm Telefoon weergegeven.
Alleen voor de Fax/Tel-modus8
Als de machine in de Fax/Tel-modus staat,
wordt het snelle dubbele belsignaal gebruikt
om aan te geven dat het een normale oproep
betreft.
Neem de hoorn van de externe telefoon
(alleen MFC-1900(E) en MFC-1910W(E)) of
van de machine (alleen MFC-1905) van de
haak en druk vervolgens op Telefoon/Intern
(Tel/R) om de oproep te beantwoorden.
Een draadloze handset van
een ander merk gebruiken 8
Als uw draadloze telefoon van een ander
merk is aangesloten op het telefoonsnoer (zie
Een externe of tweede telefoon aansluiten
uu pagina 77) en de draadloze handset op
een andere plaats is, is het gemakkelijker om
oproepen tijdens de belvertraging te
beantwoorden.
Als u de machine eerst laat antwoorden, pakt
u de draadloze hoorn op en gaat u naar de
machine zodat u op Telefoon/Intern (Tel/R)
kunt drukken om de oproep door te
schakelen naar de draadloze hoorn.
OPMERKING
Niet alle merken van draadloze telefoons
zijn compatibel met uw machine.
3
1
2
1
2
78
9
Kopieën maken 9
a (Voor MFC-modellen)
Druk op KOPIE (COPY).
b Plaats het document.
Als u met behulp van de ADF
kopieert:
Als u met behulp van de glasplaat
kopieert:
Nadat u het document op de
glasplaat hebt geplaatst, sluit u het
documentdeksel.
OPMERKING
Als u de glasplaat wilt gebruiken, moet de
ADF leeg zijn.
c (voor MFC-modellen)
Voer met het bedieningspaneel het
gewenste aantal kopieën in (maximaal
99 kopieën).
(voor DCP-modellen)
Druk op a of b om het aantal kopieën in
te voeren dat u wilt.
d Druk op Start om te kopiëren.
Kopiëren 9
Kopiëren
79
9
ID-KOPIËREN 9
U kunt enkelzijdige en dubbelzijdige kopieën
maken van identiteitskaarten.
Bij dubbelzijdig ID-kopiëren kunt u beide
kanten van uw identiteitskaart op één pagina
kopiëren en daarbij het originele formaat van
de kaart behouden.
Het resultaat van een dubbelzijdige ID-kopie
wordt hieronder getoond.
OPMERKING
U kunt een identiteitskaart kopiëren voor
zover dit wordt toegestaan door de
geldende wetgeving. (uu Handleiding
product veiligheid)
Voor de instellingen voor ID-kopiëren,
(voor MFC-modellen) zie 3.Kopie
uu pagina 35.
(voor DCP-modellen) zie 2.Kopie
uu pagina 47.
Dubbelzijdige ID-kopie 9
a (voor MFC-modellen)
Druk op Menu, 3, 4 en ga naar stap c.
(voor DCP-modellen)
Druk op Menu en druk vervolgens op a
of b om 2.Kopie te kiezen.
Druk op OK.
b Druk op a of b om 4.Id kopieëren te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 4.2in1/1in1 te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op a of b om 2op1 te kiezen als u
dubbelzijdig kopiëren als standaard wilt
instellen.
Druk op OK en druk vervolgens op
Stop/Eindigen (Stop/Exit).
d (voor MFC-modellen)
Druk op KOPIE (COPY).
e (voor MFC-modellen)
Voer het gewenste aantal exemplaren
in.
(voor DCP-modellen)
Druk op a of b om het aantal kopieën in
te voeren dat u wilt.
f (voor MFC-modellen, DCP-1600E en
DCP-1602(E))
Druk op 2op1 (ID) (2 in 1 (ID) Copy).
(voor DCP-1610W(E) en DCP-1612W)
Druk op 2op1 (ID) (2 in 1 (ID)
Copy)/Kopie Opties (Copy Options).
Druk op a of b om Dubbelzijdig ID
te kiezen.
Hoofdstuk 9
80
g Plaats uw identiteitskaart met de
bedrukte zijde naar beneden, in de
richting van de linkerbovenhoek van de
glasplaat. Zorg ervoor dat de
identiteitskaart minstens 4 mm
verwijderd is van de randen van het glas
(1).
1
4 mm of groter (boven, links)
h Druk op Start om te scannen.
i Draai uw identiteitskaart om en plaats
deze op de linkerzijde van de glasplaat.
1
4 mm of groter (boven, links)
j Druk op Start om te scannen.
1
1
Kopiëren
81
9
Enkelzijdige ID-kopie 9
a (voor MFC-modellen)
Druk op Menu, 3, 4 en ga naar stap c.
(voor DCP-modellen)
Druk op Menu en druk vervolgens op a
of b om 2.Kopie te kiezen.
Druk op OK.
b Druk op a of b om 4.Id kopieëren te
kiezen.
Druk op OK.
c Druk op a of b om 4.2in1/1in1 te
kiezen.
Druk op OK.
Druk op a of b om 1op1 te kiezen als u
enkelzijdig kopiëren als standaard wilt
instellen. Druk op OK en druk
vervolgens op Stop/Eindigen
(Stop/Exit).
d (voor MFC-modellen)
Druk op KOPIE (COPY).
e (voor MFC-modellen)
Voer het aantal gewenste kopieën in.
(voor DCP-modellen)
Druk op a of b om het aantal kopieën in
te voeren dat u wilt.
f Plaats uw identiteitskaart met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat.
g (voor MFC-modellen, DCP-1600E en
DCP-1602(E))
Druk op 2op 1idkop..
(voor DCP-1610W(E) en DCP-1612W)
Druk op 2op1 (ID) (2 in 1 (ID)
Copy)/Kopie Opties (Copy Options).
Druk op a of b om Dubbelzijdig ID
te kiezen.
Hoofdstuk 9
82
Overige kopieën 9
Zorg ervoor dat de Kopieermodus is ingeschakeld. Met de toets Opties (Options) of Kopie
Opties (Copy Options) kunt u snel de volgende kopieerinstellingen instellen. Deze gelden alleen
voor de volgende kopie.
Druk op Menuselecties Opties
(MFC-modellen)
9
(alleen DCP-1600E en
DCP-1602(E))
9
(DCP-1610W(E) en
DCP-1612W)
9
Druk op a of b en druk dan op OK
(voor MFC-modellen)
Druk op a, b, d of c en daarna op OK.
(voor DCP-modellen)
Druk op a of b en druk dan op OK.
Druk op a of b om Kopie Opties (Copy
Options) te kiezen.
Druk op OK.
Druk op a of b en druk vervolgens op
OK.
Kwaliteit Auto*
Tekst
Foto
Grafiek
Stapel/Sorteer Stapelen*
Sorteren
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Kopiëren
83
9
Helderheid -onnnn+
-nonnn+
-nnonn+*
-nnnon+
-nnnno+
Contrast -onnnn+
-nonnn+
-nnonn+*
-nnnon+
-nnnno+
Druk op Menuselecties Opties
(MFC-modellen)
9
(alleen DCP-1600E en
DCP-1602(E))
9
(DCP-1610W(E) en
DCP-1612W)
9
Druk op a of b en druk dan op OK
(voor MFC-modellen)
Druk op a, b, d of c en daarna op OK.
(voor DCP-modellen)
Druk op a of b en druk dan op OK.
Druk op a of b om Kopie Opties (Copy
Options) te kiezen.
Druk op OK.
Druk op a of b en druk vervolgens op
OK.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Hoofdstuk 9
84
Vergr./Verklein 100%*
97% LTRiA4
94% A4iLTR
91% Full Page (91% VollePagina)
85% LTRiEXE
83% LGLiA4
2
78% LGLiLTR
2
70% A4iA5
50%
Custom(25-400%)
Auto
1
200%
141% (A5iA4)
104% EXEiLTR
Druk op Menuselecties Opties
(MFC-modellen)
9
(alleen DCP-1600E en
DCP-1602(E))
9
(DCP-1610W(E) en
DCP-1612W)
9
Druk op a of b en druk dan op OK
(voor MFC-modellen)
Druk op a, b, d of c en daarna op OK.
(voor DCP-modellen)
Druk op a of b en druk dan op OK.
Druk op a of b om Kopie Opties (Copy
Options) te kiezen.
Druk op OK.
Druk op a of b en druk vervolgens op
OK.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
Kopiëren
85
9
1
Auto stelt de machine in om de mate van verkleinen te berekenen die het best past bij het papierformaat. Auto is alleen
beschikbaar wanneer u de ADF gebruikt.
2
"LGLiLTR" en "LGLiA4" worden alleen weergegeven op modellen met ADF (automatische documentinvoer).
Pagina layout (Paginalay-out) Uit(1 op 1)*
2 op 1 (P)
2 op 1 (L)
4 op 1 (P)
4 op 1 (L)
Druk op Menuselecties Opties
(MFC-modellen)
9
(alleen DCP-1600E en
DCP-1602(E))
9
(DCP-1610W(E) en
DCP-1612W)
9
Druk op a of b en druk dan op OK
(voor MFC-modellen)
Druk op a, b, d of c en daarna op OK.
(voor DCP-modellen)
Druk op a of b en druk dan op OK.
Druk op a of b om Kopie Opties (Copy
Options) te kiezen.
Druk op OK.
Druk op a of b en druk vervolgens op
OK.
De fabrieksinstellingen zijn vetgedrukt en met een sterretje weergegeven.
86
10
Een document scannen als PDF-bestand met
ControlCenter4
10
(Zie voor meer informatie uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.)
OPMERKING
De schermen op uw pc kunnen verschillen afhankelijk van uw model.
ControlCenter4 is een softwareprogramma waarmee u snel en gemakkelijk de vaakst gebruikte
toepassingen kunt openen.
a Plaats het document.
b Ga op een van de volgende manieren te werk:
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en Windows
®
7)
Klik op (start) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities, klik op de
vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgens uw modelnaam (als deze nog niet
geselecteerd is).
Klik op SCANNEN in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op
ControlCenter4.
De toepassing ControlCenter4 opent.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en klik vervolgens op de keuzelijst en selecteer uw
modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik op SCANNEN in de linker navigatiebalk en
klik vervolgens op ControlCenter4.
De toepassing ControlCenter4 opent.
Scannen naar een computer 10
Scannen naar een computer
87
10
c Kies Geavanceerde modus en klik vervolgens op OK.
d Klik op Bestand in het tabblad Scan.
Hoofdstuk 10
88
1Kies PDF (*.pdf) in de vervolgkeuzelijst Bestandstype.
2 U kunt de bestandsnaam invoeren die voor het document wilt gebruiken.
3 U kunt het bestand in de standaardmap opslaan, of u kunt een andere map selecteren
door op de knop (Browse) te klikken.
4 U kunt een scanresolutie kiezen uit de vervolgkeuzelijst Resolutie (Resolution).
5 U kunt de documentgrootte selecteren in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte.
e Klik op Scan.
De machine begint het scanproces. De map waarin de gescande gegevens worden
opgeslagen, wordt automatisch geopend.
1
2
4
5
3
Scannen naar een computer
89
10
Scannen met behulp van de SCANtoets 10
OPMERKING
Als u deze functie wilt gebruiken, installeert u de MFL-Pro Suite en sluit u de machine op uw
pc aan met een USB-kabel.
a Plaats het document. (Zie Documenten laden uu pagina 60.)
b Druk op (SCAN).
c Druk op a of b om Scannen > pc te selecteren.
Druk op OK.
d Druk op a of b om een scantype te kiezen (Bestand, E-mail of Afbeelding.)
Druk op OK.
e Ga op een van de volgende manieren te werk:
Om de scaninstelling te wijzigen, drukt u op a of b om Oui te selecteren en drukt u op OK.
Volg de instructies op de lcd om de gewenste instellingen te wijzigen.
Om de standaard scaninstellingen te gebruiken, drukt u op a of b om Non te selecteren
en drukt u op OK.
f Druk op Start.
De machine begint het scanproces.
SCANtoetsinstellingen 10
U kunt de SCAN toetsinstellingen van uw machine wijzigen met ControlCenter4.
a Ga op een van de volgende manieren te werk:
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en Windows
®
7)
Klik op (start) > Alle programma's > Brother > Brother Utilities, klik op de
vervolgkeuzelijst en selecteer vervolgens uw modelnaam (als deze nog niet
geselecteerd is).
Klik op SCANNEN in de linker navigatiebalk en klik vervolgens op
ControlCenter4.
De toepassing ControlCenter4 opent.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en klik vervolgens op de keuzelijst en selecteer uw
modelnaam (indien nog niet geselecteerd). Klik op SCANNEN in de linker navigatiebalk en
klik vervolgens op ControlCenter4.
De toepassing ControlCenter4 opent.
b Klik op het tabblad Apparaatinstellingen.
Hoofdstuk 10
90
c Klik op Scaninstellingen apparaat.
d Selecteer het tabblad Bestand. U kunt de standaardinstellingen wijzigen.
1 U kunt het bestandstype kiezen uit de vervolgkeuzelijst.
2 U kunt de bestandsnaam invoeren die voor het document wilt gebruiken.
3 U kunt het bestand in de standaardmap opslaan, of u kunt een andere map selecteren
door op de knop (Browse) te klikken.
4 U kunt een scanresolutie kiezen uit de vervolgkeuzelijst Resolutie (Resolution).
5 U kunt de documentgrootte selecteren in de vervolgkeuzelijst Documentgrootte.
e Klik op OK.
1
2
4
5
3
91
A
A
Verbruiksartikelen A
De drumeenheid en tonercartridge zijn twee aparte verbruiksartikelen. Zorg ervoor dat deze als
een module geïnstalleerd zijn. Voor meer informatie over het vervangen van verbruiksartikelen
kunt u de instructies bij de drumeenheid raadplegen voor het vervangen van de drumeenheid of
de instructies op de doos van de tonercartridge voor het vervangen van de tonercartridge.
OPMERKING
Brother-machines zijn ontworpen voor gebruik met toner van een bepaalde specificatie en
werken optimaal wanneer ze worden gebruikt met originele Brother-tonercartridges. Brother
kan deze optimale werking niet garanderen wanneer toner of tonercartridges van andere
specificaties worden gebruikt. De machine detecteert toner of tonercartridges van andere
specificaties mogelijk niet correct en detecteert bijvoorbeeld foutief een tonercartridge met
standaardcapaciteit. Het gebruik van andere cartridges dan die van Brother of het gebruik van
cartridges die met inkt van andere merken zijn gevuld, wordt derhalve afgeraden in combinatie
met deze machine. Als de drumeenheid of enige andere onderdelen van deze machine
worden beschadigd als gevolg van het gebruik van toner of tonercartridges anders dan
originele Brother-producten, vallen de als gevolg hiervan benodigde reparaties niet onder de
garantie; deze producten zijn incompatibel of ongeschikt voor deze machine.
Gebruik alleen originele drumeenheden en tonercartridges van Brother voor de beste
prestaties. Door af te drukken met een drumeenheid of tonercartridge van een ander merk, kan
niet alleen de afdrukkwaliteit minder zijn, maar kunnen ook de prestaties en de levensduur van
de machine afnemen. Problemen die worden veroorzaakt door het gebruik van een drum of
een tonercartridge van een ander merk vallen niet onder de garantie.
Ga naar http://www.brother.com/original/index.html
voor aanwijzingen over het terugsturen
van gebruikte verbruiksartikelen in het kader van het Brother-recyclingprogramma. Als u de
gebruikte items niet terugplaatst, dient u het gebruikte verbruiksartikel te verwijderen conform
de plaatselijke voorschriften, en dit niet als huishoudelijk afval te behandelen. Met vragen kunt
u contact opnemen met uw plaatselijke afvalverzamelplaats. (Meer informatie uu Handleiding
product veiligheid)
Oplossen van problemen en
andere informatie
A
Tonercartridge Drumeenheid
Modelnaam:
TN-1050
Modelnaam:
DR-1050
92
De aangegeven gebruiksduur voor elk van de tonercartridges is gebaseerd op ISO/IEC 19752.
Hoe vaak de cartridges vervangen moeten worden, hangt af van de complexiteit van de
afgedrukte pagina's, het bladvullingspercentage en de gebruikte papiersoort.
Oplossen van problemen en andere informatie
93
A
Uw probleem identificeren A
Controleer eerst het volgende:
Het netsnoer is correct aangesloten en de machine is ingeschakeld.
Alle beschermende onderdelen zijn verwijderd.
Het papier is correct in de papierlade geplaatst.
De interfacekabels zijn goed op de computer en op de machine aangesloten.
Hebt u bovenstaande punten gecontroleerd maar het probleem niet kunnen verhelpen, zoek het
probleem dan in de onderstaande lijst op en raadpleeg de hieronder aangegeven pagina:
Telefoon- en faxproblemen (MFC-modellen) uu pagina 96
De afdrukkwaliteit verbeteren uu pagina 98
Als de machine op een pc is aangesloten, kan er afhankelijk van de fout een pop-uptoepassing
op de pc worden weergegeven.
Volg de instructies op het scherm om de fout te verhelpen.
94
Fout- en onderhoudsmeldingen A
De meest voorkomende fout- en onderhoudsmeldingen vindt u hieronder.
Indien u extra hulp nodig hebt, biedt het Brother Solutions Center de meest recente veelgestelde
vragen en tips voor het oplossen van problemen:
Ga naar http://support.brother.com
.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
Cartridgefout
Plaats
tonercartridge
terug.
De tonercartridge is niet juist
geïnstalleerd.
Plaats de tonercartridge stevig in de
drumeenheid en plaats deze terug in de
machine.
Ga na of u een originele
tonercartridge van Brother
gebruikt.
Gebruik uitsluitend een originele drumeenheid
en originele tonercartridge van Brother.
Commun.fout Er is een communicatiefout
opgetreden wegens slechte
verbinding.
Probeer de fax opnieuw te verzenden.
Document nazien Het document is niet correct
geplaatst of ingevoerd, of het
document dat via de ADF is
gescand was te lang.
Trek het vastgelopen papier uit de ADF.
Drum bijna op
Drum vervangen
De drumeenheid moet
vervangen worden.
De drumteller is na het
plaatsen van een nieuwe drum
niet gereset.
Vervang de drumeenheid of reset de drumteller
wanneer een nieuwe drum is geplaatst.
(Raadpleeg de instructies die bij de nieuwe
drumeenheid worden geleverd.)
Geheugen vol Het geheugen van de machine
is vol.
Bezig met fax verzenden of kopiëren
Ga op een van de volgende manieren te werk:
Druk op Start om de gescande pagina's te
verzenden of te kopiëren.
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit) en
wacht tot andere taken zijn voltooid en
probeer het vervolgens opnieuw.
Bezig met afdrukken
Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit). De
machine annuleert de afdruktaak en wist
deze uit het geheugen.
Verlaag de afdrukkwaliteit.
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
Ongeldig formaat Het papier in de lade heeft niet
het juiste formaat.
Plaats papier van het juiste formaat in de lade
en stel het papierformaat in voor de lade.
Oplossen van problemen en andere informatie
95
A
OPMERKING
Wanneer u de machine uitschakelt, worden de faxgegevens in het geheugen gewist.
Raadpleeg Faxen of faxjournaal overbrengen (voor MFC-modellen) uu pagina 106 om te
voorkomen dat u belangrijke berichten verliest.
Toner Bijna Op Als op het LCD-scherm Toner
Bijna Op wordt aangegeven,
kunt u nog steeds afdrukken.
Het betekent echter dat de
tonercartridge het einde van de
gebruiksduur nadert.
Bestel nu een nieuwe Brother-tonercartridge
zodat u een nieuwe tonercartridge bij de hand
hebt wanneer Toner vervangen (Vervang
toner) of Toner is op (Toner op)
getoond wordt op het LCD-scherm.
Zelfdiagnose De fuser unit bereikt een
bepaalde temperatuur niet
binnen een bepaalde tijd.
Zet de machine uit, wacht een paar seconden
en zet ze vervolgens weer aan. Laat de
machine gedurende 15 minuten inactief maar
ingeschakeld.
Ga na of u een Brother-
tonercartridge gebruikt.
Foutmelding Oorzaak Wat te doen
96
Als u problemen hebt met uw machine A
De meeste problemen kunt u zelf eenvoudig oplossen. Als u verdere hulp nodig hebt, kan het
Brother Solutions Center uitkomst bieden met antwoorden op de meest recente vragen en tips
voor het oplossen van problemen.
Ga naar http://support.brother.com
.
Telefoon- en faxproblemen (MFC-modellen) A
Controleer de volgende punten als u geen faxen kunt verzenden of ontvangen:
1 Controleer of het netsnoer correct is aangesloten en de machine is ingeschakeld.
2 Sluit één uiteinde van het telefoonsnoer aan op de aansluiting "LINE" van de machine en sluit
het andere uiteinde van het telefoonsnoer rechtstreeks aan op de wandcontactdoos.
Als u faxen kunt verzenden en ontvangen wanneer de telefoonlijn rechtstreeks op de fax is
aangesloten, heeft het probleem mogelijk niets met de machine te maken. Neem contact op
met uw dienstverlener voor aansluitingsproblemen.
3 Controleer de ontvangststand.
Raadpleeg Ontvangststanden uu pagina 64 voor meer informatie over het instellen van de
ontvangststand.
2
3
Oplossen van problemen en andere informatie
97
A
4 Wijzig de compatibiliteitsinstelling in Std (voor VoIP).
Mogelijk kunt u wel faxen verzenden en ontvangen door de verbindingssnelheid te verlagen.
a Druk op Menu, 2, 0, 1.
b Druk op a of b om Std (voor VoIP) te selecteren.
c Druk op OK.
d Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Als geen enkele van de hierboven beschreven maatregelen het probleem oplost, schakelt u de
machine uit en weer in.
Als u nog steeds geen faxen kunt verzenden of ontvangen nadat u al het bovenstaande hebt
geprobeerd, raadpleeg dan de veelgestelde vragen op de website van Brother Solutions Center
(http://support.brother.com
).
Problemen oplossen voor overige problemen
Vraag Antwoord
Kan geen fax ontvangen. Als u een afzonderlijke faxlijn hebt en u wilt dat uw machine van Brother
automatisch alle inkomende faxen beantwoordt, moet u Alleen Fax kiezen.
Kan ik de machine zo instellen dat
het verzendrapport niet wordt
afgedrukt?
Dit product drukt een verzendrapport af. Zelfs als het verzendrapport is ingesteld
op Uit, wordt een rapport afgedrukt als er een communicatiefout optreedt.
Als de Journaal tijd (Journaalper.) is ingesteld op Uit, wordt het Fax
Journaal (Faxjournaal) niet afgedrukt.
Kan ik de faxtaak annuleren? Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit) om de fax te annuleren of op Menu 2, 6
(alleen MFC-1900E en MFC-1905), Menu 2, 7 (alleen MFC-1900 en MFC-
1910WE) of Menu 2, 7 (alleen MFC-1910W) om de resterende taken te
annuleren.
Slechte verzendkwaliteit. Probeer de resolutie te wijzigen in Fijn of Superfijn, of reinig de scanner.
Verzonden faxen zijn blanco. Laad het document op de juiste manier. Wanneer u de ADF of de glasplaat
gebruikt, moet het document met de voorkant naar beneden zijn gericht.
Raadpleeg Documenten laden uu pagina 60.
Verticale zwarte lijnen bij het
verzenden.
Zwarte verticale lijnen op faxen die u verzendt worden meestal veroorzaakt door
vuil of correctievloeistof op de glazen strook. Raadpleeg Maak de binnenkant van
de machine schoon. uu pagina 99.
98
De afdrukkwaliteit verbeteren A
OPMERKING
Brother raadt u af cartridges te gebruiken die geen originele Brother-cartridges zijn of gebruikte
cartridges te hervullen met toner van andere bronnen.
Controleer de volgende punten in geval van problemen met de afdrukresultaten:
1 De omgeving van de machine.
Kies een plaats waar de temperatuur tussen 10 °C en 32 °C en de luchtvochtigheid tussen
20% en 80% (niet condenserend) blijft.
2 Er is geschikt papier in de papierlade geplaatst.
Raadpleeg Bruikbaar papier uu pagina 59.
3 Het papier is correct in de machine geplaatst.
Het omdraaien van de stapel papier kan helpen
om de papiertoevoer te verbeteren.
Het aanpassen van de geleider kan helpen
om de papiertoevoer te verbeteren.
2
3
5
4
6
Oplossen van problemen en andere informatie
99
A
4 Vervang de tonercartridge of de drumeenheid.
Meer informatie over het vervangen van de verbruiksartikelen vindt u in de instructies die
geleverd zijn bij de drumeenheid voor het vervangen van de drumeenheid of de instructies die
gedrukt staan op de doos van de tonercartridge voor het vervangen van de tonercartridge.
5 Maak de binnenkant van de machine schoon.
De glasplaat reinigen
Reinig het witte plastic oppervlak (1) en de glasplaat (2).
(alleen ADF-modellen)
Reinig de witte balk (3) en de glazen strook op de glasplaat (4).
(1)
(2)
(3)
(4)
100
De coronadraad reinigen
Schuif het groene lipje een paar keer van links naar rechts en weer terug.
OPMERKING
Vergeet niet om het plaatje weer in de beginstand (a) (5) te zetten. Doet u dit niet, dan kan er
een verticale streep op de afgedrukte pagina's komen te staan.
De drumeenheid reinigen als zwarte of witte stippen op de afdrukken te zien zijn
Druk de vergrendelhendel naar beneden en neem de tonercartridge uit de drumeenheid.
(5)
Oplossen van problemen en andere informatie
101
A
Draai het tandwiel van de drumeenheid met de hand naar u toe terwijl u het oppervlak van
de drumrol (1) bekijkt.
Veeg het drumoppervlak voorzichtig schoon met een droog wattenstaafje totdat het stof of
de lijm op het oppervlak loskomt.
(1)
102
6 Controleer de instellingen van de printerdriver.
Probeer de Afdrukinstellingen te wijzigen in het tabblad Normaal.
Als het papier gekruld is of de toner niet goed op het papier hecht, kunt u deze instellingen
aanpassen in Uitvoer verbeteren. Klik op Andere afdrukopties in het tabblad Geavanceerd.
Oplossen van problemen en andere informatie
103
A
Vastgelopen
documenten (modellen
met ADF (automatische
documentinvoer))
A
Volg de onderstaande stappen om een
vastgelopen document in de ADF te
verwijderen.
a Open het ADF-deksel.
b Trek het vastgelopen document uit.
c Sluit het ADF-deksel.
d Til het documentdeksel op.
e Trek het vastgelopen document er naar
rechts uit.
f Plaats een stuk stevig papier, zoals
Cardstock, in de ADF om kleine stukjes
papier erdoor te duwen.
Als het document scheurt, zorg er dan
voor dat u alle kleine papiersnippers
verwijdert om latere papierstoringen te
vermijden.
g Sluit het documentdeksel.
h Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
104
Vastgelopen papier A
Wanneer nieuw papier wordt geplaatst, moet
u altijd eerst al het papier dat nog in de lade
zit verwijderen en het papier in een nette
stapel plaatsen. Zo voorkomt u dat er
meerdere vellen papier tegelijk worden
ingevoerd en dat papier vastloopt.
a Zet de machine uit.
b Laat de machine minstens 15 minuten
afkoelen voordat u interne delen van de
machine aanraakt.
c Verwijder al het papier uit de lade.
d Trek het vastgelopen papier er
voorzichtig en met beide handen uit.
e Open het scannerdeksel. De trekarm (1)
aan de linkerkant van de machine wordt
vergrendeld.
Open de bovenklep.
f Trek het geheel van drumeenheid en
tonercartridge langzaam uit de printer.
Oplossen van problemen en andere informatie
105
A
WAARSCHUWING
HEET
g Druk de vergrendelhendel naar
beneden en neem de tonercartridge uit
de drumeenheid. Als er papier in de
drumeenheid is vastgelopen, dient u dit
te verwijderen.
h Plaats de tonercartridge weer in de
drumeenheid totdat de
vergrendelhendel automatisch naar
boven komt.
i Plaats de drumeenheid en
tonercartridge terug in de machine.
j Sluit de bovenklep.
Trek de trekarm (1) aan de linkerkant
van de machine naar beneden en sluit
vervolgens de scannerklep met beide
handen.
106
k Plaats het papier weer in de lade.
Controleer dat het papier onder het
uitstekende gedeelte van de achterste
geleider zit. Stel de papiergeleiders in
op het papierformaat. Controleer dat de
geleiders goed in de sleuven passen.
l Schakel de machine in.
Faxen of faxjournaal
overbrengen (voor
MFC-modellen)
A
Wanneer op het LCD-scherm een van de
volgende meldingen wordt weergegeven:
Afdrukken Onm XX
Scannen Onm.
We adviseren u uw faxen over te brengen
naar een andere fax of naar uw pc. (Zie
Faxen naar een andere faxmachine
overbrengen uu pagina 107 of Faxen naar
de pc overbrengen uu pagina 107)
U kunt ook het faxjournaal overbrengen om te
zien of er faxen zijn die u moet overbrengen.
(Zie Het faxjournaal overbrengen naar een
andere faxmachine uu pagina 108.)
OPMERKING
Als een foutmelding op het LCD-scherm
van de machine verschijnt nadat de faxen
zijn overgebracht, verwijdert u de stekker
van de machine enkele minuten uit het
stopcontact en sluit u deze vervolgens
weer aan.
Oplossen van problemen en andere informatie
107
A
Faxen naar een andere
faxmachine overbrengen A
a Druk op Menu, 9, 0, 1.
b Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Als op het LCD-scherm
Geen dataopslag wordt
weergegeven, zijn er geen faxen
meer in het geheugen van de
machine aanwezig. Druk op
Stop/Eindigen (Stop/Exit).
Voer het faxnummer in van het
apparaat waarnaar de faxen moeten
worden verzonden.
OPMERKING
Als u uw Stations-ID nog niet hebt
ingesteld, kunt u de
faxoverbrengingsstand niet gebruiken.
Druk op Menu, 0, 2 om uw faxnummer,
telefoonnummer en naam te registreren.
c Druk op Start.
Faxen naar de pc
overbrengen A
U kunt de faxen van het geheugen van uw
machine naar uw pc overbrengen.
a Zorg ervoor dat MFL-Pro Suite is
geïnstalleerd en activeer vervolgens
PC-FAX Ontvangen op de pc.
(uu Softwarehandleiding: PC-FAX
ontvangen)
Ga op een van de volgende manieren te
werk:
(Windows
®
XP, Windows Vista
®
en
Windows
®
7)
Klik op (start) > Alle
programma's
> Brother > Brother
Utilities
, klik op de vervolgkeuzelijst
en selecteer vervolgens uw
modelnaam (als deze nog niet
geselecteerd is).
Klik op PC-FAX
Ontvangen in de linker navigatiebalk en
klik vervolgens op Ontvangen.
(Windows
®
8)
Klik op (Brother Utilities) en
klik vervolgens op de keuzelijst en
selecteer uw modelnaam (indien nog
niet geselecteerd). Klik op PC-FAX
Ontvangen in de linker navigatiebalk en
klik vervolgens op Ontvangen.
b Controleer of u PC-Fax ontv. hebt
ingesteld op de machine. (Zie PC-FAX
ontvangen (Alleen voor Windows
®
)
uu pagina 70.) Wanneer er nog faxen
in het geheugen van de machine zijn
wanneer u PC-Fax ontvangen instelt,
vraagt het LCD-scherm u of u de faxen
wilt overbrengen naar uw pc.
c Ga op een van de volgende manieren te
werk:
Wanneer u alle faxen wilt
overbrengen naar uw PC, drukt u op
1. De machine vraagt u of u een
reserveafdruk wilt.
Om af te sluiten en de faxen in het
geheugen te bewaren, drukt u op 2.
d Druk op a of b om Aan of Uit te kiezen.
Druk op OK.
e Druk op Stop/Eindigen (Stop/Exit).
108
Het faxjournaal overbrengen
naar een andere faxmachine A
a Druk op Menu, 9, 0, 2.
b Voer het faxnummer in waarnaar het
faxjournaal moet worden verzonden.
c Druk op Start.
OPMERKING
Als u uw Stations-ID nog niet hebt
ingesteld, kunt u de
faxoverbrengingsstand niet gebruiken.
Druk op Menu, 0, 2 om uw faxnummer,
telefoonnummer en naam te registreren.
De machine reinigen en
controleren A
Lees de richtlijnen in de Handleiding product
veiligheid voordat u de machine gaat
reinigen.
Reinig de buiten- en de binnenkant van de
machine regelmatig met een droge, pluisvrije
doek. Wanneer u de tonercartridge of
drumeenheid vervangt, dient u ook de
binnenkant van de machine te reinigen. Als er
tonervlekken op een pagina staan, moet het
inwendige van de machine met een droge,
pluisvrije doek worden gereinigd.
WAARSCHUWING
Gebruik bij het schoonmaken van de
binnen- of buitenzijde van het product
GEEN ontvlambare stoffen, sprays of
biologische oplosmiddelen/vloeistoffen met
alcohol of ammoniak. U kunt dan namelijk
brand veroorzaken of een elektrische schok
krijgen. Gebruik hiervoor uitsluitend een
droge, pluisvrije doek.
(uu Handleiding product veiligheid)
109
B
B
DCP-1600E, DCP-1602(E), MFC-1900(E) en
MFC-1905
B
Algemeen B
Specificaties B
Model DCP-1600E DCP-1602(E) MFC-1900(E) MFC-1905
Printertype Laser
Afdrukmethode Elektrofotografische laserprinter
Geheugencapaciteit 16 MB
Stroombron 220 - 240 V AC 50/60 Hz
Stroomverbruik
(Gemiddeld)
Piek
1
Ong. 1.080 W
Afdrukken
1
Ong. 380 W bij 25 °C
Kopiëren
1
Ong. 380 W bij 25 °C
Netwerk
stand-by
23
(DCP-1600E, DCP-1602E)
Ong. 0,8 W
(MFC-1900E)
Ong. 1,3 W
Gereed
1
Ong. 40 W bij 25 °C
Diepe
Slaap
1
Ong. 0,8 W Ong. 1,3 W
Stroomuitscha
kelstand
145
Ong. 0,28 W
110
Afmetingen DCP-1600E en DCP-1602(E)
MFC-1900(E) en MFC-1905
1
Voor de MFC-1905 is de breedte 456 mm.
Gewichten (met
verbruiksartikelen)
7,2 kg 8,2 kg 8,5 kg
Geluids
niveau
Geluid
sdruk
Afdrukken
LPAm = 52 dB (A)
Geluid
skracht
Afdrukken
LWAd = 6,59 B (A)
Temperatuur In bedrijf 10 tot 32 °C
Opslag 0 tot 40 °C
Vochtigheid In bedrijf 20 tot 80% (niet condenserend)
Opslag 35 tot 85% (niet condenserend)
Interface
USB
Hi-Speed USB 2.0
67
Het is aanbevolen een USB 2.0-kabel (type A/B) te gebruiken van
maximaal 2 m lang.
Onderst
eunde
besturin
gssyste
men
Windows
®
Windows
®
XP Home, Windows
®
XP Professional, Windows
®
XP
Professional x64 Edition, Windows Vista
®
, Windows
®
7, Windows
®
8,
Windows
®
8.1, Windows Server
®
2003, Windows Server
®
2003 x64
Edition, Windows Server
®
2008, Windows Server
®
2008 R2, Windows
Server
®
2012, Windows Server
®
2012 R2
Mac OS OS X v10.7.5, 10.8.x, 10.9.x
Model DCP-1600E DCP-1602(E) MFC-1900(E) MFC-1905
340 mm
385 mm
255 mm
340 mm
385 mm
1
283 mm
Specificaties
111
B
1
Gemeten wanneer de machine is aangesloten op de USB-interface.
2
Alle geactiveerde draadloze netwerkpoorten en alle verbonden bedrade netwerkpoorten in overeenstemming met
Richtlijn (EU) No 801/2013.
3
Om de draadloze functie in en uit te schakelen, wijzigt u de WLAN Enable-opties met behulp van het bedieningspaneel
van de machine. (Netwerk > WLAN > WLAN Activeren > Aan of Uit)
4
Afhankelijk van de gebruiksomgeving en de slijtagegraad van de onderdelen kunnen kleine verschillen in het
stroomverbruik optreden.
5
Gemeten overeenkomstig IEC 62301, uitgave 2.0.
6
Uw machine beschikt over een Hi-Speed USB 2.0-interface. De machine kan ook worden aangesloten op een
computer met een USB 1.1-interface.
7
Er worden geen USB-poorten van derden ondersteund.
8
De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19752.
9
De levensduur van de drum is een gemiddelde waarde, en kan verschillen met het soort gebruik.
Verbruik
sartikele
n
Tonercartridge
(Inbox)
(DCP-1602, DCP-1602E, MFC-1900, MFC-1905)
Ong. 700 pagina's (A4 of Letter)
8
(DCP-1600E, MFC-1900E)
Ong. 1.000 pagina's (A4 of Letter)
8
Tonercartridge
(standaard)
Ong. 1.000 pagina's (A4 of Letter)
8
Naam van
het model
(Voor Centraal-Oost-Europa) TN-1030
(Voor Zuid-Amerika) TN-1060
Drumeenheid
Ong. 10.000 pagina's (A4 of Letter) (1 pagina/taak)
9
Naam van
het model
(Voor Centraal-Oost-Europa) DR-1030
(Voor Zuid-Amerika) DR-1060
Model DCP-1600E DCP-1602(E) MFC-1900(E) MFC-1905
112
Documentgrootte B
Afdrukmedia B
Model DCP-1600E DCP-1602(E) MFC-1900(E) MFC-1905
ADF (automatische
documentinvoer)
Maximaal 10 pagina's
Glasplaat Vel per vel
Document
grootte
ADF A4, Letter, Legal, Folio
Glasplaat Lengte: Tot 300,0 mm
Breedte: Tot 215,9 mm
Gewicht ADF
65 tot 90 g/m
2
Glasplaat Tot 2,0 kg
Model DCP-1600E DCP-1602(E) MFC-1900(E) MFC-1905
Papier
invoer
Papie
rlade
Papiertype
Normaal papier, kringlooppapier
Papierfor
maat
A4, Letter, Legal, Folio, A5, A5 (lange zijde), B5, Executive
Breedte: 148 tot 216 mm
Lengte: 148 tot 355,6 mm
Papierge
wicht
65 tot 105 g/m
2
Maximale
papiercap
aciteit
Tot 150 vellen van 80 g/m
2
Normaal papier
Papier
uitvoer
Documentuitvoer
met bedrukte zijde
naar beneden
Tot 50 vellen van 80 g/m
2
Normaal papier (met de bedrukte zijde naar
beneden op de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden
uitgeworpen)
Specificaties
113
B
Fax B
1
"Pagina's" verwijst naar de "ITU-T testdiagram #1" (een standaard zakelijke brief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Kopiëren B
1
In de stand Gereed met de standaardlade
Model DCP-1600E DCP-1602(E) MFC-1900(E) MFC-1905
Modemsnelheid 14.400 bps (met Automatic Fallback)
Scanbreedte Max. 208 mm
Afdrukbreedte Max. 208 mm
Grijstinten 8 bit/256 niveaus
Resolutie Horizontaal 8 dot/mm
Verticaal Standaard: 3,85 lijnen/mm
Fijn: 7,7 lijnen/mm
Foto: 7,7 lijnen/mm
Superfijn: 15,4 lijnen/mm
Snelkiezen 99 stations
Automatisch opnieuw
kiezen
3 keer met een interval van 5
minuten
Verzenden vanuit het
geheugen
Maximaal 400
1
pagina's
Ontvangst zonder papier
Maximaal 400
1
pagina's
Model DCP-1600E DCP-1602(E) MFC-1900(E) MFC-1905
Kopieerbreedte Max. 210 mm
Meerdere kopieën Stapelt of sorteert maximaal 99 pagina’s
Verkleinen/vergroten 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie Maximaal 600 × 600 dpi
Tijd voor eerste kopie
1
Minder dan 16 seconden bij 23 °C / 230 V
114
Scanner B
1
Voor de meest recente driverupdates voor de versie van het OS X dat u gebruikt, gaat u naar
http://support.brother.com
.
2
Maximaal 1200 × 1200 dpi scannen met het WIA-driver in Windows
®
XP, Windows Vista
®
, Windows
®
7, Windows
®
8
en Windows
®
8.1 (u kunt een resolutie van maximaal 19200 × 19200 dpi kiezen met behulp van het
scannerhulpprogramma)
Printer B
1
De afdruksnelheid kan variëren al naar gelang het type document dat u afdrukt.
2
In de stand Gereed met de standaardlade
Model DCP-1600E DCP-1602(E) MFC-1900(E) MFC-1905
Kleur Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
XP / Windows Vista
®
/ Windows
®
7 / Windows
®
8 /
Windows
®
8.1 / OS X v10.7.5, 10.8.x, 10.9.x
1
)
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP / Windows Vista
®
/ Windows
®
7 / Windows
®
8 /
Windows
®
8.1)
ICA-compatibel Ja (OS X v10.7.5, 10.8.x, 10.9.x )
Kleur
Intensiteit
Kleur 24-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)
Grijstinten 8-bits kleurverwerking (invoer)
8-bits kleurverwerking (uitvoer)
Resolutie
Max. 19,200 × 19,200 dpi (geïnterpoleerd)
2
Max. 600 × 1200 dpi (optisch)
2
(vanaf glasplaat)
Max. 600 × 600 dpi (optisch)
2
(vanaf
ADF)
Scanbreedte Max. 210 mm
Model DCP-1600E DCP-1602(E) MFC-1900(E) MFC-1905
Resolutie Max. 2400 × 600 dpi (HQ1200-technologie)
Afdruksnelheid
1
Max. 20 pagina's/minuut (A4-formaat)
Max. 21 pagina's/minuut (LTR-formaat)
Eerste afdruk na
2
Minder dan 10 seconden bij 23 °C / 230 V
Specificaties
115
B
DCP-1610W(E), DCP-1612W en MFC-1910W(E) B
Algemeen B
Model DCP-1610W(E) DCP-1612W MFC-1910W(E)
Printertype Laser
Afdrukmethode Elektrofotografische laserprinter
Geheugencapaciteit 32 MB
Stroombron 220 - 240 V AC 50/60 Hz
Stroomverbruik
(Gemiddeld)
Piek
1
Ong. 1.080 W
Afdrukken
1
Ong. 390 W bij 25 °C
Kopiëren
1
Ong. 390 W bij 25 °C
Netwerk
stand-by
23
Ong. 1,5 W Ong. 2,4 W
Gereed
1
Ong. 50 W bij 25 °C
Diepe Slaap
1
Ong. 0,9 W Ong. 1,4 W
Stroomuitscha
kelstand
145
Ong. 0,28 W Ong. 0,3 W
Afmetingen DCP-1610W(E) en DCP-1612W
MFC-1910W(E)
Gewichten (met verbruiksartikelen) 7,2 kg 8,2 kg
340 mm
385 mm
255 mm
340 mm
385 mm
283 mm
116
Geluids
niveau
Geluids
druk
Afdrukken LPAm = 52 dB (A)
Geluids
kracht
Afdrukken L
WAd = 6,6 B (A)
Temperatuur In bedrijf 10 tot 32 °C
Opslag 0 tot 40 °C
Vochtigheid In bedrijf 20 tot 80% (niet condenserend)
Opslag 35 tot 85% (niet condenserend)
Interface
USB
Hi-Speed USB 2.0
67
Het is aanbevolen een USB 2.0-kabel (type A/B) te gebruiken van
maximaal 2 m lang.
Draadloze LAN
8
IEEE 802.11b/g/n (Infrastructuurmodus/Ad-hocmodus)
Onderst
eunde
besturi
ngssyst
emen
Windows
®
Windows
®
XP Home, Windows
®
XP Professional, Windows
®
XP
Professional x64 Edition, Windows Vista
®
, Windows
®
7, Windows
®
8, Windows
®
8.1, Windows Server
®
2003, Windows Server
®
2003
x64 Edition, Windows Server
®
2008, Windows Server
®
2008 R2,
Windows Server
®
2012, Windows Server
®
2012 R2
Mac OS OS X v10.7.5, 10.8.x, 10.9.x
Verbrui
ksartike
len
Tonercartridge (Inbox) (DCP-1610W, MFC-1910W)
Ong. 700 pagina's (A4 of Letter)
9
(DCP-1610WE, DCP-1612W, MFC-1910WE)
Ong. 1.000 pagina's (A4 of Letter)
9
Tonercartridge
(standaard)
Ong. 1.000 pagina's (A4 of Letter)
9
Naam van het
model
(voor het VK) TN-1050
(Voor Centraal-Oost-Europa) TN-1030
Drumeenheid
Ong. 10.000 pagina's (A4 of Letter) (1 pagina/taak)
10
Naam van het
model
(voor het VK) DR-1050
(Voor Centraal-Oost-Europa) DR-1030
Model DCP-1610W(E) DCP-1612W MFC-1910W(E)
Specificaties
117
B
1
Gemeten wanneer de machine is aangesloten op de USB-interface.
2
Alle geactiveerde draadloze netwerkpoorten en alle verbonden bedrade netwerkpoorten in overeenstemming met
Richtlijn (EU) No 801/2013.
3
Om de draadloze functie in en uit te schakelen, wijzigt u de WLAN Enable-opties met behulp van het bedieningspaneel
van de machine. (Netwerk > WLAN > WLAN Activeren > Aan of Uit)
4
Afhankelijk van de gebruiksomgeving en de slijtagegraad van de onderdelen kunnen kleine verschillen in het
stroomverbruik optreden.
5
Gemeten overeenkomstig IEC 62301, uitgave 2.0.
6
Uw machine beschikt over een Hi-Speed USB 2.0-interface. De machine kan ook worden aangesloten op een
computer met een USB 1.1-interface.
7
Er worden geen USB-poorten van derden ondersteund.
8
uu Netwerk (LAN) uu pagina 121 en Netwerkhandleiding voor gedetailleerde netwerk‘specificaties.
9
De geschatte cartridgeopbrengst wordt verklaard in overeenstemming met ISO/IEC 19752.
10
De levensduur van de drum is een gemiddelde waarde, en kan verschillen met het soort gebruik.
118
Documentgrootte B
Afdrukmedia B
Model DCP-1610W(E) DCP-1612W MFC-1910W(E)
ADF (automatische
documentinvoer)
Maximaal 10 pagina's
Glasplaat Vel per vel
Document
grootte
ADF A4, Letter, Legal, Folio
Glasplaat Lengte: Tot 300,0 mm
Breedte: Tot 215,9 mm
Gewicht ADF
65 tot 90 g/m
2
Glasplaat Tot 2,0 kg
Model DCP-1610W(E) DCP-1612W MFC-1910W(E)
Papier
invoer
Papie
rlade
Papiertype
Normaal papier, kringlooppapier
Papierfor
maat
A4, Letter, Legal, Folio, A5, A5 (lange zijde), B5, Executive
Breedte: 148 tot 216 mm
Lengte: 148 tot 355,6 mm
Papierge
wicht
65 tot 105 g/m
2
Maximale
papiercap
aciteit
Tot 150 vellen van 80 g/m
2
Normaal papier
Papier
uitvoer
Documentuitvoer
met bedrukte zijde
naar beneden
Tot 50 vellen van 80 g/m
2
Normaal papier (met de bedrukte zijde naar
beneden op de documentuitvoer met bedrukte zijde naar beneden
uitgeworpen)
Specificaties
119
B
Fax B
1
"Pagina's" verwijst naar de "ITU-T testdiagram #1" (een standaard zakelijke brief, standaardresolutie, MMR-code).
Specificaties en gedrukt materiaal kunnen zonder vooraankondiging worden gewijzigd.
Kopiëren B
1
In de stand Gereed met de standaardlade
Model DCP-1610W(E) DCP-1612W MFC-1910W(E)
Modemsnelheid 14.400 bps (met
Automatic Fallback)
Scanbreedte Max. 208 mm
Afdrukbreedte Max. 208 mm
Grijstinten 8 bit/256 niveaus
Resolutie Horizontaal 8 dot/mm
Verticaal Standaard: 3,85
lijnen/mm
Fijn: 7,7 lijnen/mm
Foto: 7,7 lijnen/mm
Superfijn: 15,4
lijnen/mm
Snelkiezen 99 stations
Automatisch opnieuw
kiezen
3 keer met een interval
van 5 minuten
Verzenden vanuit het
geheugen
Maximaal 400
1
pagina's
Ontvangst zonder papier
Maximaal 400
1
pagina's
Model DCP-1610W(E) DCP-1612W MFC-1910W(E)
Kopieerbreedte Max. 210 mm
Meerdere kopieën Stapelt of sorteert maximaal 99 pagina’s
Verkleinen/vergroten 25% tot 400% (in stappen van 1%)
Resolutie Maximaal 600 × 600 dpi
Tijd voor eerste kopie
1
Minder dan 16 seconden bij 23 °C / 230 V
120
Scanner B
1
Voor de meest recente driverupdates voor de versie van het OS X dat u gebruikt, gaat u naar
http://support.brother.com
.
2
Maximaal 1200 × 1200 dpi scannen met het WIA-driver in Windows
®
XP, Windows Vista
®
, Windows
®
7, Windows
®
8
en Windows
®
8.1 (u kunt een resolutie van maximaal 19200 × 19200 dpi kiezen met behulp van het
scannerhulpprogramma)
Printer B
1
De afdruksnelheid kan variëren al naar gelang het type document dat u afdrukt.
2
In de stand Gereed met de standaardlade
Model DCP-1610W(E) DCP-1612W MFC-1910W(E)
Kleur Ja
TWAIN-compatibel
Ja (Windows
®
XP / Windows Vista
®
/ Windows
®
7 / Windows
®
8 /
Windows
®
8.1 / OS X v10.7.5, 10.8.x, 10.9.x
1
)
WIA-compatibel
Ja (Windows
®
XP / Windows Vista
®
/ Windows
®
7 / Windows
®
8 /
Windows
®
8.1)
ICA-compatibel Ja (OS X v10.7.5, 10.8.x, 10.9.x )
Kleur
Intensiteit
Kleur 24-bits kleurverwerking (invoer)
24-bits kleurverwerking (uitvoer)
Grijstinten 8-bits kleurverwerking (invoer)
8-bits kleurverwerking (uitvoer)
Resolutie
Max. 19200 × 19200 dpi (geïnterpoleerd)
2
Max. 600 × 1200 dpi (optisch)
2
(vanaf glasplaat)
Max. 600 × 600 dpi
(optisch)
2
(vanaf ADF)
Scanbreedte Max. 210 mm
Model DCP-1610W(E) DCP-1612W MFC-1910W(E)
Resolutie Max. 2400 × 600 dpi (HQ1200-technologie)
Afdruksnelheid
1
Max. 20 pagina's/minuut (A4-formaat)
Max. 21 pagina's/minuut (LTR-formaat)
Eerste afdruk na
2
Minder dan 10 seconden bij 23 °C / 230 V
Specificaties
121
B
Netwerk (LAN) B
OPMERKING
Meer informatie over de netwerkspecificaties: uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding.
1
voor MFC-modellen
2
uu Software en Netwerk gebruikershandleiding.
3
(Voor gebruikers van Windows
®
) Brother BRAdmin Light is beschikbaar op de cd-rom die bij de machine geleverd is.
(Voor gebruikers van Macintosh) Brother BRAdmin Light kan worden gedownload via http://support.brother.com
.
4
(Voor gebruikers van Windows
®
) Voor een geavanceerd printerbeheer gebruikt u de meest recente versie van het
hulpprogramma Brother BRAdmin Professional dat u kunt downloaden op http://support.brother.com
.
Model DCP-1610W(E) DCP-1612W MFC-1910W(E)
LAN U kunt de machine op een netwerk aansluiten voor printen via het netwerk,
netwerkscannen, PC-Fax
1
verzenden, PC-Fax ontvangen (alleen
Windows
®
)
1
en externe installatie
12
.
De software voor netwerkbeheer Brother BRAdmin Light
34
is eveneens
bijgeleverd.
Protocollen IPv4 ARP, RARP, BOOTP, DHCP, APIPA (Auto IP), WINS/NetBIOS-naamresolutie,
DNS resolver, mDNS, LLMNR responder, LPR/LPD, Custom Raw Port/Port
9100, IPP, FTP-server, SNMPv1/v2c, HTTP-server, TFTP Client en Server,
SMTP Client, ICMP, Web Services (Print/Scan)
IPv6 NDP, RA, DNS Resolver, mDNS, LLMNR responder, LPR/LPD, Custom Raw
Port/ Port 9100, IPP, FTP-server, SNMPv1/v2c, HTTP-server, TFTP Client en
Server, SMTP Client, ICMPv6, Web Services (Print/Scan)
Beveiligings
protocollen
Draadloos
SMTP-AUTH
Beveiliging voor
draadloze netwerken
WEP 64/128, WPA-PSK (TKIP/AES), WPA2-PSK (AES)
Hulpprogra
mma voor
het instellen
van een
draadloos
netwerk
AOSS™ Ja
WPS Ja
Index
122
C
A
Aansluiten
extern antwoordapparaat
......................75
externe telefoon
....................................77
Aansluiting op meerdere lijnen (PBX)
......76
Aansluitingen
EXT
Antwoordapparaat
..............................75
externe telefoon
.................................77
ADF (automatische documentinvoer)
met behulp van
.....................................60
Adresboek
..................................................8
Afdrukken
kwaliteit
.................................................98
resolutie
..................................... 114, 120
specificaties
............................... 114, 120
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Afmetingen
.................................... 110, 115
Annuleren
groepsverzending die wordt verwerkt
...63
ANTW. APP. (antwoordapparaat), extern
aansluiten
..............................................76
uitgaand bericht opnemen
....................76
Antwoordapparaat (ANTW. APP.)
aansluiten
..............................................76
Antwoordapparaat), extern
aansluiten
..............................................75
Apple Macintosh
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Automatisch
fax ontvangen
Fax waarnemen
.................................65
Automatische uitschakeling
.....................56
B
Belvertraging, instelling ............................65
Brother-telefoonnummers
...........................i
C
ControlCenter2 (voor Macintosh)
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding
ControlCenter4 (voor Windows
®
)
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Copy
Copy Options-toets
............................... 10
D
Document
laden
..................................................... 60
vastgelopen
........................................ 103
Draadloze telefoon (niet van Brother)
..... 77
Drumeenheid
........................................... 91
reinigen
............................................... 100
E
Een document naar een
computer scannen
................................... 86
Externe installatie
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Externe telefoon, aansluiten
.................... 77
123
C
F
FAX (PC-FAX)
Macintosh
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Windows
®
ontvangen ..........................................70
verzenden
..........................................72
Fax, stand-alone
ontvangen
belvertraging, instelling
......................65
eenvoudig ontvangen
........................65
stand Doorgaan
.................................57
verzenden
.............................................62
groepsverzenden
...............................63
Fax/Tel-modus
belvertraging
.........................................65
F/T-beltijd (dubbel belsignaal)
..............65
fax waarnemen
.....................................65
faxen ontvangen
...................................77
Foutmeldingen op het LCD-scherm
.........94
G
Gewichten ..................................... 110, 115
Glasplaat
met behulp van
.....................................60
Groepsverzenden
....................................63
annuleren
..............................................63
H
Handmatig
kiezen
...................................................68
Help
LCD-meldingen voor DCP-modellen
.....43
LCD-meldingen voor MFC-modellen
....11
Menutabel voor DCP-modellen
.............44
Menutabel voor MFC-modellen
.............12
Hulpprogramma's
........................................i
K
Kiezen
handmatig
............................................ 68
met behulp van de zoektoets
............... 68
Snelkiezen
............................................ 68
Kopiëren
Kopieeropties-toets
.............................. 10
Opties-toets
............................................ 7
Kwaliteit
afdrukken
............................................. 98
L
LCD-scherm
(liquid crystal display)
............... 7, 9, 11, 43
M
Macintosh
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Menutabel
DCP-modellen
...................................... 44
MFC-modellen
...................................... 12
Modus, instellen
fax
........................................................ 62
O
Onderhoud, routine ............................... 108
Overzicht bedieningspaneel
...................... 6
124
P
Papier .......................................................59
aanbevolen
...........................................59
formaat
..................................................58
ladecapaciteit
........................................59
vastgelopen
.........................................104
PC-Fax
.....................................................70
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding
Problemen oplossen
................................96
afdrukkwaliteit
.......................................98
fout- en onderhoudsmeldingen
op het LCD-scherm
...............................94
Telefoon en fax
.....................................96
overige problemen
.............................97
vastgelopen document
........................103
vastgelopen papier
..............................104
Q
Quick-Dial
groepsverzenden
..................................63
Snelkiezen
instellen
..............................................67
met behulp van
..................................68
wijzigen
..............................................67
R
Reinigen
coronadraad
........................................100
drumeenheid
.......................................100
scanner
.................................................99
Resolutie
afdrukken
................................... 114, 120
fax
.............................................. 113, 119
kopiëren
..................................... 113, 119
scannen
..................................... 114, 120
S
Scannen .................................................. 86
uu Software en
Netwerkgebruikershandleiding
Servicecentra
(Europa en andere landen)
.........................i
Snelkiezen
instellen
................................................ 67
met behulp van
..................................... 68
wijzigen
................................................. 67
Specificaties
.......................................... 109
afdrukken
....................................114, 120
afdrukmedia
................................ 112, 118
algemeen
....................................109, 115
documentgrootte
........................112, 118
fax
...............................................113, 119
kopiëren
......................................113, 119
scannen
......................................114, 120
Stand diepe slaap
.................................... 56
T
Tekst, invoeren ........................................ 54
Telefoonlijn
aansluitingen
........................................ 76
meerdere lijnen (PBX)
.......................... 76
Tonerinstelling (stand Doorgaan)
............ 56
U
Uw machine programmeren .............. 11, 43
Uw product registreren
................................i
V
Verbruiksartikelen .................................... 91
W
WiFi-toets ............................................8, 10
Windows
®
uu Software en Netwerk
gebruikershandleiding
www.brotherearth.com
Bezoek ons online
http://www.brother.com
Deze machines zijn alleen goedgekeurd voor gebruik in het land van aankoop. Lokale Brother-
bedrijven of hun leveranciers zullen uitsluitend ondersteuning bieden voor machines die in hun
eigen land zijn aangekocht.
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132

Brother MFC-1900E de handleiding

Categorie
Afdrukken
Type
de handleiding