Panasonic DP150FP Handleiding

Categorie
Fax apparaten
Type
Handleiding
Nederlands
7
Handleiding (voor fax)
Digitaal Document Systeem
Lees voor het gebruik van het
kopieersystem alle instrukties aandachtig
door en bewaar deze handleiding als
naslagwerk.
DP-150FP
Accessoires
UE-410045/410046/410047
DZHT000004
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
BIJZONDERE
MOGELIJKHEDEN
MOGELIJKHEDEN
IN EEN NETWERK
VERSLAGEN EN
LIJSTEN
AFDRUKKEN
PROBLEMEN
VERHELPEN
AANHANGSEL
EERSTE
KENNISMAKING MET
UW FAXTOESTEL
INSTALLATIE
VAN HET
TOESTEL
PROGRAMMERING
VAN HET TOESTEL
Modelnummer
BELANGRIJKE INFORMATIE
Bij elk verzoek om inlichtingen, benodigdheden of serviceverlening dient u het model- en serienummer van
uw toestel op te geven. Het model- en serienummer vindt u op het kenplaatje dat op de hieronder getoonde
plaats op het toestel is aangebracht. Gemakshalve is hieronder ook ruimte voorzien waarin u alle informatie
kunt optekenen die u in de toekomst nodig zou kunnen hebben.
Modelnummer
Serienummer
Aankoopdatum
Verdeler
Adres
Telefoonnummer
( )
Telefoonnummer onderdelen
( )
Telefoonnummer technische dienst
( )
Modeinummer
Serienummer
Copyright © 2001 door Matsushita Graphic Communication Systems, Inc.
Alle rechten voorbehouden. Kopiëren of verspreiden zonder toestemming is in strijd met de wet. Gedrukt in Japan.
TheDe informatie in deze gebruiksaanwijzing kan worden veranderd zonder kennisgeving.
INSTALLING YOUR MACHINE
3
Bij deze kopieermachine worden 3 handleidingen geleverd. Raadpleeg de juiste handleiding wanneer dit nodig is.
<Copier> Raadpleeg deze handleiding wanneer u vragen heeft over het gebruik van de
kopieermachine. B.v.: hoe u kopieën maakt, papier bijvult, de tonercassette
vervangt, enz.
<Facsimile> Raadpleeg de DP-150FP Fax-handleiding wanneer u vragen heeft over het
gebruik van de fax. B.v.: hoe u een fax verzendt of ontvangt, wat u moet doen
wanneer er een foutmelding verschijnt, enz.
<Printer> Raadpleeg de op de bijgeleverde cd-rom voor details over het gebruik als printer
& of scanner, bewerken van de functie kiezen met de faxgids, apparaatinstellingen,
<Other Advanced Functions> de statusmonitor en/of documentbeheer.
Kopieren
Kopieren tot papierformaat Legal.
Geschikt voor het kopieren van tekst/foto's/
grijswaarden.
Fax
Super G3 compatibele, normaal papier fax.
Printer
Standaard digitale printerbesturing, printerresolutie
300 of 600 dpi.
Scanner
Standaard zwart/wit origineelscanner, scanresolutie
tot 400 dpi.
Toepassingsoftware
Documentbeheer
Documentviewer
Documentscanner
Hulpprogramma's
(statusmonitor en bewerkingsprogramma's voor
telefoonboek en configuratie)
DP-150FP Handleiding
1
2
3
4
5
Met meer dan 4 functies zeer geschikt voor kantoorgebruik
INSTALLING YOUR MACHINE
4
Bedieningsschema (voor de fax)
Het plaatsen van originelen
Basisbediening
(1) Op de invoereenheid (2) Op de glasplaat
Leg het origineel (de originelen) met de bedrukte zijde
naar boven zo ver mogelijk in de invoereenheid.
Stel de papiergeleiders zodanig in, dat het origineel
(de originelen) in het midden van de invoereenheid
terechtkomen.
Leg een boek of ander origineel met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat en let hierbij op de pijlen van de
papierformaat aanduidingen.
Nummers kiezen (handmatig nummers kiezen)
Voer het faxnummer van de bestemming in
m.b.v. de cijfertoetsen.
Als u een fout cijfer invoert, drukt u op
om het laatst ingevoerde
cijfer te wissen. Voer vervolgens het juiste cijfer
in.
Wanneer het origineel op de glasplaat is gelegd.
Deze melding verschijnt.
Druk op of om het papierformaat van het
origineel in te stellen. Druk vervolgens op
om het origineel te scannen.
Druk op "1" (JA) als u meerdere originelen heeft,
leg het volgende origineel op de glasplaat en
druk op . Druk op "2" (NEE) wanneer u
geen andere originelen heeft.
Bedrukte zijde boven
Papiergeleider
Met de bedrukte
zijde naar beneden
Papierformaat aanduidingen
2SIDED
DP-150FP
START
12
45
78
0
3
6
9
ABC DEF
GHI JKL MNO
PQRS
TUV
WXYZ
PAPIER
CASSETTE
SELECTEREN
FUNCTIE
WISSEN/STOP
INSTELLEN
2 in 1
ZOOM
(50~200%) ZOEKEN
NUMMER
abc..
DATA
KOPIE
FAX
FOTO
AUTO
SORTEREN
HERH/
PAUZE
FLASH
TEL/KIES
SPAARSTAND
ENERGIE
RESET
DONKER
LICHT
ON LINE
+-
-/()
Druk op
432
1
Voer de Selecteer de fax
Plaats het
origineel
Plaats papier
Schakel de netspanning in.
CijfertoetsenBerichtenvenster
bestemming(en) in START
(de originelen)
TEL.NR.
5551234
(Max: 36 cijfersum)
WISSEN/STOP
ORIGINEL=A4
DRUK OP STARTTOETS
START
VOLGENDE ORIGINEEL ?
1:JA 2:NEE
START
5
INHOUD
Voorzorgsmaatregelen ............................................................................................................................. 12
Overzicht .................................................................................................................................................... 14
Buitenaanzicht ............................................................................................... 14
Bedieningspaneel .......................................................................................... 16
Functiekeuze ............................................................................................................................................. 18
De fax- of kopieermodus selecteren .............................................................. 18
Volumeregeling ......................................................................................................................................... 19
Luidsprekervolume / Belsterkte ..................................................................... 19
Luidsprekervolume ........................................................................................ 19
Belvolume instellen ....................................................................................... 20
Het invoeren van tekens ........................................................................................................................... 21
Gebruikerparameters ................................................................................................................................22
Datum en uur instellen .................................................................................. 22
Uw LOGO opgeven ....................................................................................... 23
Uw letter-ID opgeven ..................................................................................... 24
Uw ID-nummer (nummer van uw faxlijn) opgeven ........................................ 25
Kiezen met de faxgids .............................................................................................................................. 27
Bestemmingen voor de faxgids invoeren ...................................................... 27
Bestemmingen in de faxgids wijzigen ........................................................... 29
Bestemmingen in de faxgids wissen ............................................................. 31
Het instellen van groepskiezen ..................................................................... 32
Het wijzigen van een groep ........................................................................... 33
Het wissen van een groep ............................................................................. 35
Individuele aanpassingen ........................................................................................................................ 36
Faxparameters instellen ................................................................................ 36
Tabel met faxparameters .............................................................................. 37
EERSTE KENNISMAKING MET UW FAXTOESTEL
INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
INHOUD
6
Documenten inbrengen ............................................................................................................................ 41
Basisinstellingen voor verzending .......................................................................................................... 42
Origineel/contrast/resolutie ........................................................................... 42
Resolutie ....................................................................................................... 43
Verzendingsverslag (ZENDJOURNAAL) ...................................................... 44
Documenten verzenden ........................................................................................................................... 45
Vanuit het geheugen ..................................................................................... 45
Manuele nummerkeuze ................................................................................. 47
Kiezen met de faxgids ................................................................................... 49
Verzending naar meer dan één nummer ...................................................... 51
Rechtstreekse verzending ............................................................................. 53
Manuele nummerkeuze (Rechtstreekse verzending) .................................... 53
Kiezen vanuit de index (Rechtstreekse verzending) ..................................... 55
Verzending in vocale modus ......................................................................... 56
Nummerkeuze vanop het telefoontoestel ...................................................... 56
Nummerkeuze vanop het faxtoestel .............................................................. 57
Verzending reserveren .................................................................................. 58
Reserveren voor geheugenverzending (dubbele toegankelijkheid) ............. 58
Nummerkeuze herhalen ................................................................................ 59
Automatische herhaling ................................................................................. 59
Manuele herhaling ......................................................................................... 59
Documenten ontvangen ........................................................................................................................... 60
Ontvangststanden ......................................................................................... 60
Fax-stand ...................................................................................................... 61
Werken in de fax-stand ................................................................................. 61
Telefoonstand ............................................................................................... 61
Werken in de telefoonstand .......................................................................... 61
Automatische omschakeling fax/tel ............................................................... 62
Werken met de automatische omschakeling ................................................ 62
Antwoordapparaat-stand ............................................................................... 63
Uw antwoordapparaat installeren .................................................................. 63
Werken met de antwoordapparaat-interface ................................................. 64
Verkleind afdrukken ...................................................................................... 65
Keuze van het verkleiningspercentage ......................................................... 65
Te grote documenten ontvangen .................................................................. 66
Tijdelijke ontvangst via het geheugen ........................................................... 67
Polling (opvraging van documenten) ...................................................................................................... 69
Keuze van een polling-wachtwoord .............................................................. 69
Zelf documenten opvragen ........................................................................... 70
Werken met bestanden ............................................................................................................................. 72
Bestanden wissen ......................................................................................... 72
Ontvangst in het geheugen ...................................................................................................................... 73
Het wachtwoord voor geheugenontvangst vastleggen/
Geheugenontvangst instellen ........................................................................ 73
Het wachtwoord voor geheugenontvangst vastleggen ................................. 73
Geheugenontvangst instellen ........................................................................ 74
Documenten afdrukken ................................................................................. 75
Sub-addressing ......................................................................................................................................... 77
Algemene beschrijving .................................................................................. 77
Het instellen van het sub-adres in de faxnummers van de faxgids ............... 78
Faxbericht verzenden met subadres ............................................................. 79
Het gebruik van de faxgids ............................................................................ 79
Met behulp van de manuele kiesmethode .................................................... 80
BELANGRIJKSTE BEDIENINGSVERRICHTINGEN
BIJZONDERE MOGELIJKHEDEN
MOGELIJKHEDEN IN EEN NETWERK
INHOUD
7
Verslagen en lijsten .................................................................................................................................. 81
Transactieverslag .......................................................................................... 81
Communicatieverslag (COMM.JOURNAL) ................................................... 85
Faxgids .......................................................................................................... 87
Lijst met faxparameters ................................................................................. 89
Moeilijkheden oplossen ............................................................................................................................ 91
Informatiecodes ............................................................................................. 91
Als u met een van de volgende problemen zit .............................................. 93
Papier bijvullen .............................................................................................. 94
Toner bijvullen ............................................................................................... 94
Papierdoorvoerfouten oplossen .................................................................... 94
Controlestempel ............................................................................................ 95
Om de stempel te verwijderen: ...................................................................... 95
Het vervangen van de lithiumbatterij ............................................................. 96
Het reinigen van het scangebied ................................................................... 97
Reiniging van de drukrol ................................................................................ 98
Controle van de telefoonlijn ........................................................................... 100
Technische gegevens ............................................................................................................................... 101
Accessoires en losse onderdelen ........................................................................................................... 103
Uitbreidingskaart met flitsgeheugen .............................................................. 104
Verklarende woordenlijst ......................................................................................................................... 105
INDEX ......................................................................................................................................................... 111
VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
PROBLEMEN VERHELPEN
AANHANGSEL
8
Blanco gelaten bladzijde.
9
Veiligheidsinformatie
Conformiteitsverklaring (DoC)
Matsushita Graphic Communication Systems, Inc. / Panasonic Testing Center (Europa) GmbH
(PTC) verklaren hierbij dat dit G3 faxtoestel voldoet aan de voornaamste vereisten en andere
voorwaarden van EC-richtlijn 1999/5/EC.
Hint:
Wanneer u een kopie van de originele conformiteitsverklaringen met betrekking tot R&TTE wilt, bezoek dan onze
internetpagina http://doc.panasonic-tc.de
.
Netwerkcompatibiliteit
Dit product, model DP-150FP-** (** staat voor de landenafkortingen in de onderstaande tabel), werd ontworpen
voor gebruik met een analoge telefooncentrale in elk land.
Dit teken wijst op een mogelijk gevaar dat ernstige verwondingen of de dood
gevolg kan hebben.
WAARSCHUWING
!
OM ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF BRAND TE VOORKOMEN MAG U DIT TOESTEL NIET
BLOOTSTELLEN AAN REGEN OF ANDERE VOCHTIGHEID.
OM DE KANS OP ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF BRAND TE VERKLEINEN MOET DIT APPARAAT
CORRECT GEAARD WORDEN.
DIT TOESTEL BEVAT GEVAARLIJKE STRALING. ALS U ZICH NIET AAN DEZE HANDLEIDING HOUDT OF
ALS U HET TOESTEL ANDERS BEDIENT, AFSTELT OF BEHANDELT DAN DAARIN WORDT OPGEGEVEN,
KUNT U ZICHZELF BLOOTSTELLEN AAN GEVAARLIJKE STRALING
.
WANNEER U DIT TOESTEL GEBRUIKT MOET HET STOPCONTACT ZICH IN DE BUURT BEVINDEN EN
VLOT BEREIKBAAR ZIJN.
ZORG ERVOOR DAT HET TOESTEL IN EEN RUIM OF GOED VERLUCHT VERTREK STAAT, ZODAT DE
OZONCONCENTRATIE IN DE LUCHT NIET TOENEEMT. AANGEZIEN OZON ZWAARDER IS DAN LUCHT,
GEVEN WIJ DE RAAD HET VERTREK OP VLOERNIVEAU TE VENTILEREN.
STEEK DE STEKKER IN EEN GEWOON STOPCONTACT VOORDAT U HET TELEFOONSNOER
AANSLUIT. VERWIJDER HET TELEFOONSNOER VOORDAT U DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT
TREKT.
TREK HET TOESTEL ONMIDDELLIJK UIT HET STOPCONTACT ALS HET BESCHADIGD IS EN U BIJ
NORMAAL GEBRUIK INTERNE ONDERDELEN KUNT AANRAKEN. IN DIT GEVAL MOETEN DE
GEBRUIKERS HET TOESTEL LATEN REPAREREN OF HET WEGGOOIEN.
ALS HET NETSNOER EN/OF HET TELEFOONSNOER VAN DIT TOESTEL BESCHADIGD IS, MOET U HET
VERVANGEN DOOR EEN SPECIAAL SNOER VAN EEN ERKEND SERVICECENTRUM VAN PANASONIC.
** Land ** Land ** Land ** Land
AA Oostenrijk AJ Spanje AR België YG Griekenland
AD Denemarken AM Zwitserland AS Zweden AB Verenigd Koninkrijk/Ierland
AF Finland AN Noorwegen AV Frankrijk AG Bondsrepububliek Duitsland
AH Nederland AP Portugal EE Italië
INSTALLING YOUR MACHINE
10
Dit teken wijst op gevaren die lichte verwondingen of schade aan het toestel tot gevo
kunnen hebben.
OPGEPAST
!
DIT PRODUCT BEVAT EEN LITHOUMBATTERIJ. ER ONTSTAAT EXPLOSIEGEVAAR ALS DE BATTERIJ
ONJUIST WORDT VERVANGEN OF AAN OPEN VUUR WORDT BLOOTGESTELD.
VERVANG DE BATTERIJ ALLEEN DOOR EEN BATTERIJ VAN HETZELFDE OF VAN EEN
GELIJKWAARDIG TYPE. BEHANDEL BATTERIJEN ALS KLEIN CHEMISCH AFVAL.
1 WIJ BEVELEN U AAN DE VOLGENDE STAPPEN TE NEMEN ALS U WEET DAT EEN ONWEER OP KOMST
IS:
(1) TREK HET TELEFOONSNOER UIT DE TELEFOONCONTACTDOOS.
(2) SCHAKEL HET TOESTEL UIT EN TREK DE STEKKER UIT HET STOPCONTACT.
2 DIT TOESTEL WERKT MOGELIJK NIET GOED VOOR HET OVERSCHAKELEN VAN EEN VERBINDING
NAAR OF VAN EEN TELEFOON DIE OP DEZELFDE LIJN IS AANGESLOTEN.
3 ALS U DIT TOESTEL GEBRUIKT OP DEZELFDE LIJN ALS EEN TELEFOON OF EEN ANDER TOESTEL
MET EEN HOORBARE WAARSCHUWINGSTOON OF AUTOMATISCHE BELDETECTOREN, ZAL U DEZE
TOESTELLEN HOREN BELLEN OF DE BELDETECTOR ONGEWENST INSCHAKELEN. GELIEVE
HIEROVER GEEN CONTACT OP TE NEMEN MET DE KLACHTENAFDELING VAN HET
TELEFOONBEDRIJF.
GEBRUIK ALLEEN TELEFOONSNOEREN VAN HET TYPE NR. 26 AWG OF DIKKER OM HET RISICO
VOOR ELEKTRISCHE SCHOKKEN OF BRAND TE BEPERKEN.
TREK DE STEKKER VAN HET TOESTEL UIT HET STOPCONTACT VOORDAT U HET (DE) DEKSEL(S)
VERWIJDERT. BRENG HET (DE) DEKSEL(S) OPNIEUW AAN VOORDAT U DE STEKKER IN HET
STOPCONTACT STEEKT.
Veiligheidsinformatie
INSTALLING YOUR MACHINE
11
BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
!
Als u het telefoontoestel gebruikt, moet u altijd de volgende basisveiligheidsvoorzorgen nemen om het risico
voor brand, elektrische schokken en persoonlijk letsel te beperken:
GEBRUIK DIT PRODUCT NIET IN DE BUURT VAN WATER, ZOALS BIJVOORBEELD EEN BAD, EEN
WASKOM, KEUKENAANRECHT, EEN NATTE KELDER OF BIJ EEN ZWEMBAD.
GEBRUIK DE TELEFOON NIET TIJDENS EEN ONWEER MET BLIKSEM (BEHALVE INDIEN HET EEN
DRAADLOOS TYPE IS). ER IS EEN KLEINE KANS DAT U DOOR DE BLIKSEM WORDT
GEËLEKTROCUTEERD.
GEBRUIK DE TELEFOON NIET IN DE BUURT VAN EEN GASLEK.
Veiligheidsinformatie
12
EERSTE KENNISMAKING MET UW FAXTOESTEL
Voorzorgsmaatregelen
Gebruik
Toner en papier
Ventilatie
Kijk tijdens het kopieren niet rechtstreeks in de
belichtingslamp.
Voorkom dat tijdens het kopieren of printen de netspanning
wordt uitgeschakeld of de voorklep wordt geopend.
Voorkom dat er paperclips of andere metalen voorwerpen in
de kopieermachine terechtkomen.
Bewaar toner, ontwikkelaar en papier in een koele ruimte
met een lage luchtvochtigheid.
Er kan papier van hoge kwaliteit met een gewicht van 60 - 90
g/m
2
(55 - 130 g/m
2
via de handinvoer) worden gebruikt.
Ter verkrijging van optimale prestaties verdient het
aanbeveling om met deze kopieermachine uitsluitend
merkproducten van Panasonic Brand te gebruiken.
De kopieermachine moet in een goed geventileerde ruimte
worden geïnstalleerd om opbouw van een te hoge
ozonconcentraties te voorkomen.
EERSTE KENNISMAKING MET UW FAXTOESTEL
13
EERSTE
KENNISMAKING MET
UW FAXTOESTEL
Installatie
Installeer de kopieermachine niet in plaatsen waar de
volgende omstandigheden zich voordoen:
Buitengewoon hoge of lage temperaturen en vochtigheid.
Goede omstandigheden zijn:
Temperatuur: 10 ºC - 30 ºC
Relatieve luchtvochtigheid: 30 % - 80 %
Waar temperatuur en vochtigheid snel kunnen veranderen
zodat er condensvorming kan optreden.
Directe blootstelling aan zonlicht.
In de luchtstroom van een airconditioner.
In zeer stoffige plaatsen.
In slecht geventileerde plaatsen.
In plaatsen waar chemische dampen kunnen voorkomen.
In plaatsen die blootstaan aan trillingen.
In onstabiele of oneffen (vloeren, e.d.) plaatsen.
Voorzorgsmaatregelen
EERSTE KENNISMAKING MET UW FAXTOESTEL
14
Overzicht
Buitenaanzicht
Voor- en rechteraanzicht
Uitvoerlade Bedieningspaneel Invoereenheid (ADF - Automatic Document Feeder)
Rechterklep
Handinvoer
Ontgrendelingstoets
2de papierinvoermodule
(optioneel)
Hier drukken om de rechterklep te sluiten.
Voorklep
Papierlade
Netschakelaar
ActivéeDésactivée
EERSTE KENNISMAKING MET UW FAXTOESTEL
15
EERSTE
KENNISMAKING MET
UW FAXTOESTEL
Achter- en linkeraanzicht
Voorkom dat de ventilatiegaten
geblokkeerd worden.
Telefoonlijnaansluiting
Externe telefoonaansluiting
LINETEL
Overzicht
EERSTE KENNISMAKING MET UW FAXTOESTEL
16
Bedieningspaneel
Toetsen en indicators (voor de fax)
2SIDED
DP-150FP
PAPIER
CASSETTE
SELECTEREN
INSTE
2 in 1
ZOOM
(50~200%) ZOEKEN
NUMMER
abc..
DATA
KOPIE
FAX
FOTO
AUTO
SORTEREN
DONKER
LICHT
ON LINE
+-
2 in 1
DATA
KOPIE
FAX
FOTO
AUTO
SORTEREN
ON LINE
DONKER
LICHT
Berichtenvenster
Toont datum en tijd, of de
huidige functie.
KOPIE
Om de kopieermodus te
selecteren.
FAX
Gebruikt om de FAX-modus te
selecteren.
ZOOM (50~200%)/ NUMMER ZOEKEN
Om bij het kopieren de
reproductieverhouding in te stellen op
50 - 200 %. (
)
Om het monitor- en belvolume in te
stellen. ( )
Om te zoeken op de naam van de
bestemming voor het kiezen met de
faxgids. (
)
ORIGINEEL
Om de grijswaarden in te
stellen op Foto of Auto.
(Zie blz. 42)
PAPIER TOEVOEGEN -indicator
Licht op wanneer het papier op is.
PAPIERSTORING-indicator
Licht op wanneer er een
papierdoorvoerfout
optreedt.
ON LINE-indicator
Licht op bij het verzenden
en ontvangen van faxen of
gegevens.
DATA -indicator
Licht op wanneer de
gegevens in het geheugen
zijn opgeslagen.
CONTRAST
Om het contrast in te
stellen op normaal,
donkerder of lichter.
(Zie blz. 42)
Overzicht
EERSTE KENNISMAKING MET UW FAXTOESTEL
17
EERSTE
KENNISMAKING MET
UW FAXTOESTEL
FP
START
12
45
78
0
3
6
9
ABC DEF
GHI JKL MNO
PQRS
TUV
WXYZ
FUNCTIE
WISSEN/STOP
NSTELLEN
N
R
PAUZE
HERH/
FLASH
TEL/KIES
SPAARSTAND
ENERGIE
RESET
-/()
ENERGIE SPAARSTAND
Om de energiespaarstand
van de kopieermachine in
te schakelen.
RESET
Om alle tijdelijke instellingen terug te
zetten op de oorspronkelijke waarden
zoals die bij het opstarten gelden.
WISSEN/STOP
Om verrichtingen te
annuleren. Als u hierop
drukt, keert het toestel
terung naar standby
.
START
Om verrichtingen
te starten.
Om tijdelijk over te
schakelen naar
toonkiezen wanneer het
toestel is ingesteld op
impulskiezen.
INSTELLEN
Dient om
verrichtingen
in te stellen.
FUNCTIE
Om functies
te starten of
te selecteren.
HERH/PAUZE
Gebruikt om een pauze in te voeren
wanneer u een telefoonnummer vormt of in
het geheugen programmeert, of om het
laatst gevormde nummer opnieuw op te
roepen.
FLASH
Gebruikt om bij het kiezen het subadres te
scheiden van het telefoonnummer, of om
sommige functies van uw PBX
(huistelefooncentrale) te gebruiken.
TEL/KIES
Gebruikt om met de hoorn op de haak te
kiezen.
Overzicht
EERSTE KENNISMAKING MET UW FAXTOESTEL
18
Functiekeuze
De fax- of kopieermodus selecteren
U kunt kiezen of na het inschakelen van het toestel de fax- of de kopieermodus wordt ingeschakeld. (Zie blz. 39)
Standaard wordt de kopieermodus ingeschakeld.
(see Note 1)
OPMERKING
1. Een pieptoon geeft aan wanneer bepaalde functies niet beschikbaar zijn.
2SIDED
DP-150FP
START
12
45
78
0
3
6
9
ABC DEF
GHI JKL MNO
PQRS
TUV
WXYZ
PAPIER
CASSETTE
SELECTEREN
FUNCTIE
WISSEN/STOP
INSTELLEN
2 in 1
ZOOM
(50~200%) ZOEKEN
NUMMER
abc..
D ATA
KOPIE
FAX
FOTO
AUTO
SORTEREN PAUZE
HERH/
FLASH
TEL/KIES
SPAARSTAND
ENERGIE
RESET
DONKER
LICHT
ON LINE
+-
-/()
KOPIE
FAX
Indicator voor de kopieermodus
Er kunnen faxberichten worden ontvangen terwijl de indicator van
de kopieertoets oplicht.
Indicator voor de faxmodus
Er kunnen faxberichten worden verzonden wanneer de faxmodus
ingeschakeld is.
19
INSTALLATIE
VAN HET
TOESTEL
INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
Volumeregeling
Luidsprekervolume / Belsterkte
U kunt het meeluistervolume en het belvolume op uw toestel
aanpassen. U kunt de kiestoon, kiessignalen en de bezettoon
horen via de ingebouwde luidspreker. De beltoon geeft aan
wanneer uw toestel een fax ontvangt.
Luidsprekervolume
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
U hoort de kiestoon via de luidspreker.
2
om het volume te verhogen
(meermaals indien nodig).
of
om het volume te verlagen
(meermaals indien nodig).
3
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
TEL/KIES
+-
FAX
FAX
TEL/KIES
* LUIDSPREKER *
+-
+-
VOLUME LUIDSPREKER
LAAG [
❚❚❚❚❚❚❚❚
] HOOG
VOLUME LUIDSPREKER
LAAG [ ] HOOG
TEL/KIES
INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
20
Belvolume instellen
(see Note 1)
1
Stand-by
2
om het volume te verhogen
(meermaals indien nodig).
of
om het volume te verlagen
(meermaals indien nodig).
OPMERKING
1. Ook het volume van het toetsgeluid en van de zoemer kunt u regelen d.m.v. faxparameter nr. 10 (KEY/BUZZER
VOLUME) (zie blz. 37).
08-OCT-2000 15:00
00%
+-
+-
BELVOLUME
((((
))))
BELVOLUME
Volumeregeling
INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
21
INSTALLATIE
VAN HET
TOESTEL
Het invoeren van tekens
Volg onderstaande aanwijzingen om tekens of symbolen in te voeren voor de naam van de bestemming (Zie blz.
27), logo (Zie blz. 23), letter-ID (Zie blz. 24), enz..
2SIDED
DP-150FP
START
12
45
78
0
3
6
9
ABC DEF
GHI JKL MNO
PQRS
TUV
WXYZ
PAPIER
CASSETTE
SELECTEREN
FUNCTIE
WISSEN/STOP
INSTELLEN
2 in 1
ZOOM
(50~200%) ZOEKEN
NUMMER
abc..
D ATA
KOPIE
FAX
FOTO
AUTO
SORTEREN PAUZE
HERH/
FLASH
TEL/KIES
SPAARSTAND
ENERGIE
RESET
DONKER
LICHT
ON LINE
+-
-/()
FAX
INSTELLEN TEL/KIES
Kies de gewenste cijfertoets en blijf deze indrukken totdat het gewenste
teken of symbool verschijnt. Kies vervolgens een andere toets om
andere tekens of symbolen in te voeren. Wanneer het volgende teken
of symbool met behulp van dezelfde toets moet worden ingevoerd, dan
drukt u eerst op , om de cursor te verplaatsen. Druk op
om de programmering te voltooien.
Vb:Voor het programmeren van de "O" en de "N", wordt
dezelfde toets gebruikt. Ga als volgt te werk:
Druk op om een teken of symbool te wissen.
Druk op om een spatie in te voeren.
Tekens en aantal toetsaanslagen
1234567891011121314
1
ABCabc2
DEFde f 3
GH I gh i 4
JKLj k l5
MNOmn o 6
PQRSpq r s7
TUVt uv8
WXYZwx y z 9
-/()., :;&+=0
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
-/()
INSTELLEN
6
6 6 6 6 6
INSTELLEN
WISSEN/STOP
TEL/KIES
Gebruik t/m om tekens en
symbolen in te voeren. Het
onderstaande toont de aan de
cijfertoetsen toegekende tekens en
symbolen.
Vb:LOGO
Cursor
Om "PANASONIC" in te voeren
Teken
Cijfertoetsen Toetsaanslagen
P
1
A
1
N
2
A
1
S
4
O
3
N
2
I
3
C
3
0 9
LOGO INSTELLEN
PANASONIC
7
2
6
2
7
6
6
4
2
INSTELLEN
WISSEN/STOP
INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
22
Gebruikerparameters
Uw faxtoestel beschikt over een aantal basis-instelwaarden
(gebruikerparameters) waarmee u kunt bijhouden welke
documenten u hebt verzonden of ontvangen. Zo houdt de
ingebouwde klok de datum en het juiste uur bij, terwijl uw LOGO
en ID-nummer aan andere partijen vertelt wie u bent.
Datum en uur instellen
Wanneer het toestel in standby staat, geeft het display de datum en het uur weer. Zodra u die hebt opgegeven,
loopt de klok en hebt u er geen omzien meer naar.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
4
Geef nieuwe datum en uur op.
Vb: Dag : 12
Maand : 10
Jaar : 2000
Uur : 15.00 u
Als u een fout maakt, gebruikt u of om de cursor te
verplaatsen naar het foutieve cijfer en tikt u het nieuwe
cijfer er overheen.
5
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
71
FAX
RESET
FAX
FUNCTIE
7
INSTELMODE (1-6)
DRUK OP NR. OF
1
1:GEBR.PARAMETERS?
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
KLOK INSTELLEN
1-01-2000 00:00
1 2
1 0
2 0 0 0
1 5 0 0
KLOK INSTELLEN
12-10-2000 15:00
INSTELLEN
RESET
INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
23
INSTALLATIE
VAN HET
TOESTEL
Uw LOGO opgeven
Wanneer u een document verzendt, verschijnt bij uw
correspondent uw LOGO bovenaan elk blad.
Aan de hand van uw LOGO weet iemand die uw document
ontvangt onmiddellijk vanwaar het komt.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
tot op het display verschijnt;
4
Tik uw LOGO in (max. 25 letters/cijfers/symbolen) m.b.v.
de letter/tekentoetsen. (Zie blz. 21)
Vb:PANASONIC
5
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
71
FAX
RESET
FAX
FUNCTIE
7
INSTELMODE (1-6)
DRUK OP NR. OF
1
1:GEBR.PARAMETERS?
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
LOGO INSTELLEN
LOGO INSTELLEN
PANASONIC
INSTELLEN
RESET
Gebruikerparameters
INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
24
Uw letter-ID opgeven
Wanneer u verzendt of ontvangt, zal, indien het toestel van de
andere partij is toegerust voor een letter-ID, uw letter-ID op het
display van dat toestel verschijnen, terwijl de letter-ID van de
andere partij op uw display te zien is.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
tot op het display verschijnt;
4
Tik uw LOGO in (max. 16 letters/cijfers/symbolen) m.b.v.
de letter/tekentoetsen. (Zie blz. 21)
Vb:
5
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
71
FAX
RESET
FAX
FUNCTIE
7
INSTELMODE (1-6)
DRUK OP NR. OF
1
1:GEBR.PARAMETERS?
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
KARAKTER ID INSTEL.
P A N A S O N I C
KARAKTER ID INSTEL.
PANASONIC
INSTELLEN
RESET
Gebruikerparameters
INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
25
INSTALLATIE
VAN HET
TOESTEL
Uw ID-nummer (nummer van uw faxlijn) opgeven
Wanneer u verzendt of ontvangt zal, als het toestel van de
andere partij niet is toegerust voor een letter-ID maar wel voor
een ID-nummer, uw ID-nummer op het display van dat toestel
verschijnen, terwijl het ID-nummer van de andere partij op uw
display te zien is.
We geven u de raad als ID-nummer het nummer van uw faxlijn
te gebruiken, maar ook om het even welk ander nummer (van
max. 20 cijfers) voldoet.
(see Note 1)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
tot op het display verschijnt;
4
Tik uw ID in (max. 20 cijfers) m.b.v. het toetsenbord en
, (voor spaties).
Vb:
Als u een fout maakt, verplaats de cursor dan met behulp
van of tot één teken na het verkeerde cijfer, druk
op en voer het cijfer opnieuw in.
5
OPMERKING
1. Met behulp van de kunt u een "+" teken invoeren aan het begin van het begin van het ID-nummer om aan
te duiden dat de erop volgende cijfers uw landcode vormen.
Vb: +1 201 555 1212 +1 voor de landcode van de V.S.
+81 3 111 2345 +81 voor de landcode van Japan.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
71
FAX
RESET
FAX
FUNCTIE
7
INSTELMODE (1-6)
DRUK OP NR. OF
1
1:GEBR.PARAMETERS?
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
TEL NR. INSTELLEN
TEL/KIES
2 0 1
TEL/KIES
5 5 5
TEL/KIES
1 2 1 2
WISSEN/STOP
TEL NR. INSTELLEN
201 555 1212
INSTELLEN
RESET
Gebruikerparameters
Blanco gelaten bladzijde.
INSTALLATIE VAN HET TOESTEL
26
27
PROGRAMMERING
VAN HET TOESTEL
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
Kiezen met de faxgids
Bestemmingen voor de faxgids invoeren
Om met de faxgids te kunnen kiezen moeten eerst de namen
van de bestemmingen en de daarbij behorende faxnummers
volgens onderstaande procedure worden ingevoerd.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
4
3 sek. senere
5
Voer m.b.v. de cijfertoetsen de naam van de bestemming
in (maximaal 15 tekens). (Zie blz. 21)
Vb:
6
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
7
1
2
FAX
TEL/KIESFLASHHERH/PAUZE
START
FAX
FUNCTIE
7
INSTELMODE (1-6)
DRUK OP NR. OF
∨ ∧
2
INSTELLEN
DIR-KIEZEN STN (1-3)
DRUK OP NR. OF
∨ ∧
1
1:STATION TOEVOEGEN
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
GEREGISTR ITEMS
STN(S): 0 GROEP: 0
NAAM INVOEREN
S
A L E S
TEL/KIES
E P TD
NAAM INVOEREN
SALES DEPT
INSTELLEN
VOER TEL.NR.IN
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
28
7
Tik het telefoonnummer in
(max. 36 cijfers, spaties en pauzes inbegrepen).
Vb:
8
Om een volgend nummer op te slaan herneemt u stap 5 -8.
Om terug te keren naar standby drukt u op .
3,0 sek. senere
9
HERH/PAUZE
5 5 5
TEL/KIES
1 2
3
4
VOER TEL.NR.IN
9-555 1234
START
RESET
GEREGISTR ITEMS
STN(S): 1 GROEP: 0
NAAM INVOEREN
Kiezen met de faxgids
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
29
PROGRAMMERING
VAN HET TOESTEL
Bestemmingen in de faxgids wijzigen
Volg onderstaande aanwijzingen wanneer u één van de
bestemmingen de faxgids wilt wijzigen.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
3,0 sek. senere
4
Gebruik of om de te wijzigen bestemming op te
zoeken.
5
voer vervolgens een nieuwe stationnaam in.
(Zie Opmerking 1)
Vb:
6
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
72
FAX
START
WISSEN/STO
P
FAX
FUNCTIE
7 2
INSTELLEN
DIR-KIEZEN STN (1-3)
DRUK OP NR. OF
∨ ∧
2
2:STATION WIJZIGEN
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
GEREGISTR ITEMS
STN(S): 15 GROEP: 3
SELECTEER MET
∨ ∧
DAN SET OM TE WIJZ
INSTELLEN
NAAM INVOEREN
P
ANASONIC
ISSEN/STOP
P A N A F A X
NAAM INVOEREN
PANAFAX
INSTELLEN
VOER TEL.NR.IN
9-555 1234
Kiezen met de faxgids
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
30
(see Note 1)
(see Note 2)
7
voer vervolgens een nieuwe telefoonnummer
in. (Zie Opmerking 1)
Vb:
8
Om terug te keren naar standby drukt u op .
OPMERKING
1. Als u een fout maakt, gebruikt u of om de cursor achter het foutieve cijfer te plaatsen, drukt u op
en tikt u het juiste cijfer in.
2. Wanneer de bestemming uit de faxgids is gebruikt voor een uitgestelde communicatie kunnen de instellingen niet
gewijzigd of gewist worden totdat de communicatie plaats gevonden heeft.
Om de instellingen toch te kunnen wijzigen of wissen, annuleert u de communicatie m.b.v. berichtenbeheer. (Zie
blz. 72)
WISSEN/STOP
9
HERH/PAUZE
5 5 5
TEL/KIES
3
4
5
6
VOER TEL.NR.IN
9-555-3456
START
RESET
PANAFAX
9-555 3456
WISSEN/STOP
Kiezen met de faxgids
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
31
PROGRAMMERING
VAN HET TOESTEL
Bestemmingen in de faxgids wissen
Volg onderstaande aanwijzingen wanneer u één van de
bestemmingen in de faxgids wilt wissen.
(see Note 1)
OPMERKING
1. Wanneer de bestemming uit de faxgids is gebruikt voor een uitgestelde communicatie kunnen de instellingen niet
gewijzigd of gewist worden totdat de communicatie plaats gevonden heeft.
Om de instellingen toch te kunnen wijzigen of wissen, annuleert u de communicatie m.b.v. berichtenbeheer. (Zie
blz. 72)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
3,0 sek. senere
4
Gebruik of om de te wissen bestemming op te
zoeken.
5
Om terug te keren naar standby drukt u op .
3,0 sek. senere
(Da alle stationer blev
slettet)
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
3
7
2
FAX
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
3
7
2
FAX
FAX
FUNCTIE
7 2
INSTELLEN
SET MODE (1-3)
DRUK OP NR. OF
∨ ∧
3
3:STATION UITWISSEN
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
GEREGISTR ITEMS
STN(S): 15 GROEP: 3
SELECTEER MET
∨ ∧
DAN SET OM TE WISS
INSTELLEN
PANAFAX
DRUK SET OM TE WISS
INSTELLEN
RESET
GEREGISTR ITEMS
STN(S): 14 GROEP: 3
SELECTEER MET
∨ ∧
DAN SET OM TE WISS
3:STATION UITWISSEN
DRUK OP INSTELLEN
Kiezen met de faxgids
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
32
Het instellen van groepskiezen
Volg onderstaande aanwijzingen om een groep voor
groepskiezen in te stellen.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
4
3,0 sek. senere
5
Voer m.b.v. de cijfertoetsen een groepsnaam in (maximaal
15 tekens). (Zie blz. 21)
Vb:
6
7
Voer het faxnummer in
(maximaal 36 cijfers inclusief pauzes en spaties).
Vb:
8
Voer het volgende faxnummer in en druk op
(maximaal 10 faxnummers).
Herhaal de aanwijzingen 5 t/m 8 om nog een groep aan te
maken (maximaal 10 groepen).
Druk op om het toestel weer stand-by te zetten.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
7
1
2
FAX
TEL/KIESFLASHHERH/PAUZE
FAX
FUNCTIE
7
INSTELMODE (1-6)
DRUK OP NR. OF
∨ ∧
3
INSTELLEN
DIRKIEZEN GROPE(1-3)
DRUK OP NR. OF
∨ ∧
1
1:GROEP TOEVOEGEN
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
GEREGISTR ITEMS
STN(S): 0 GROEP: 0
NAAM INVOEREN
S
A L E S
TEL/KIES
E P TD
NAAM INVOEREN
SALES DEPT
INSTELLEN
VOER TEL.NR.IN 01/01
9
HERH/PAUZE
5 5 5
TEL/KIES
1 2
3
4
VOER TEL.NR.IN 01/01
9-555 1234
INSTELLEN
START
RESET
VOER TEL.NR.IN 02/02
Kiezen met de faxgids
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
33
PROGRAMMERING
VAN HET TOESTEL
Het wijzigen van een groep
Volg onderstaande aanwijzingen wanneer u een groep wilt
wijzigen.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
3,0 sek. senere
4
Gebruik of om de te wijzigen groep op te zoeken.
5
en voer een nieuwe groepsnaam in.
(Zie Opmerking 1)
Vb:
6
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
3
7
2
FAX
START
FAX
FUNCTIE
7 3
INSTELLEN
DIRKIEZEN GROEP 1-3)
DRUK OP NR. OF
∨ ∧
2
2:GROPE WIJZIGEN
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
GEREGISTR ITEMS
STN(S):15 GROPE:3
SELECTEER MET
∨ ∧
DAN SET OM TE WIJZ
INSTELLEN
NAAM IVOEREN
P
ANASONIC
ISSEN/STOP
P A N A F A X
NAAM IVOEREN
PANAFAX
INSTELLEN
VOER TEL.NR.IN 01/03
555 1234
Kiezen met de faxgids
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
34
(see Note 1)
(see Note 2)
7
Gebruik of om het te wijzigen faxnummer op te
zoeken.
8
en voer een nieuw faxnummer in.
(Zie Opmerking 1)
Vb:
9
Druk op om het toestel weer stand-by te zetten.
OPMERKING
1. Wanneer u zich vergist gebruikt u of om de cursor voorbij het verkeerde cijfer te verplaatsen, drukt u op
en voert u het juiste cijfer in.
2. Wanneer de groep is gebruikt voor een uitgestelde communicatie kunnen de instellingen niet gewijzigd of gewist
worden totdat de communicatie plaats gevonden heeft.
Om de instellingen toch te kunnen wijzigen of wissen, annuleert u de communicatie m.b.v. berichtenbeheer. (Zie
blz. 72)
WISSEN/STOP
9
HERH/PAUZE
5 5 5
TEL/KIES
3
4 5 6
VOER TEL.NR. (01/03)
9-555 3456
START
RESET
WISSEN
WISSEN/STOP
Kiezen met de faxgids
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
35
PROGRAMMERING
VAN HET TOESTEL
Het wissen van een groep
Volg onderstaande aanwijzingen wanneer u een groep wilt
wissen.
(see Note 1)
OPMERKING
1. Wanneer de groep is gebruikt voor een uitgestelde communicatie kunnen de instellingen niet gewijzigd of gewist
worden totdat de communicatie plaats gevonden heeft.
Om de instellingen toch te kunnen wijzigen of wissen, annuleert u de communicatie m.b.v. berichtenbeheer. (Zie
blz. 72)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
3,0 sek. senere
4
Gebruik of om de te wissen groep op te zoeken.
5
Herhaal de aanwijzingen 4 en 5 wanneer u nog een groep
wilt wissen.
3,0 sek. senere
(Da alle stationer blev
slettet)
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
3
7
FAX
FAX
FUNCTIE
7 3
INSTELLEN
INSTELMODE (1-3)
DRUK OP NR. OF
∨ ∧
3
3:GROEP UITWISSEN
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
GEREGISTR ITEMS
STN(S): 15 GROEP: 3
SELECTEER MET
∨ ∧
DAN SET OM TE WISS
INSTELLEN
PANASONIC <G>
DRUK SET OM TE WISS
INSTELLEN
GEREGISTR ITEMS
STN(S): 15 GROEP: 2
SELECTEER MET
∨ ∧
DAN SET OM TE WISS
3:GROEP UITWISSEN
DRUK OP INSTELLEN
Kiezen met de faxgids
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
36
Individuele aanpassingen
Faxparameters instellen
Het toestel beschikt over diverse faxparameters die instelbaar zijn.
Deze parameters, die in de parametertabel worden vermeld, zijn
voorgeprogrammeerd en hoeven niet gewijzigd te worden. Wanneer
u wel wijzigingen wilt aanbrengen, dient u de tabel aandachtig te
lezen
.
(see Note 1) (see Note 2)
OPMERKING
1. Om bij stap 2 of 4 de faxparameters te overlopen drukt u op of .
2. Om een lijst met faxparameters af te drukken, zie blz. 89.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
Tik het faxparameternummer uit de parametertabel
(zie blz. 37 tot 39) in.
Vb: voor RESOLUTIE
4
5
Tik de nieuwe instelwaarde in.
Vb: voor FIJN
6
Om een andere parameter in te stellen, drukt u op
om terug te keren naar stap 3 of drukt u
op om terug te keren naar stand-by.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
74
FAX
FAX
FUNCTIE
7
INSTELMODE (1-6)
DRUK OP NR. OF
∨ ∧
4
INSTELLEN
TSL.PARAMETER(02-99)
NR.=
0 2
TSL.PARAMETER(02-99)
NR.=02
INSTELLEN
02 RESOLUTIE
1:STANDAARD
2
02 RESOLUTIE
2:FIJN
INSTELLEN
WISSEN/STOP
RESET
05 GEHEUGEN
2:AAN
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
37
PROGRAMMERING
VAN HET TOESTEL
Tabel met faxparameters
Nr. Parameter
Nr.
instelling
instelling Commentaar
02 RESOLUTIE 1 Standaard Standaardwaarde voor de resolutie instellen.
2 Fijn
3 Superfijn
04 STEMPEL 1 Uit Standaardwaarde van de STEMPEL (stempel) toets instellen. Om
de stempelfunctie te kiezen wanneer het document in het
geheugen is opgeslagen (zie faxparameter nr. 28).
2Aan
05 GEHEUGEN 1 Uit De beginstand van de GEHEUGEN-toets instellen.
2Aan
07 AFDRUK KOPTEKST 1 Binnen Afdrukpostitie van de kopregel kiezen.
Binnen : binnen de grenzen van de afdrukbare zone.
Buiten : buiten de grenzen van de afdrukbare zone.
Geen afdruk : kopregel wordt weggelaten.
2Buiten
3 Geen afdrukt
08 VORM KOPTEKST 1 Logo, ID-nr. Keuze van de inhoud van de kopregel.
2From To
10 TOON TOETS/ZOEMER 1 Uit Regeling van het volume van het toets/zoemergeluid.
2 Zacht
3Hard
12 ZENDJOURNAAL 1 Uit Standaardwaarde kiezen voor het afdrukken van een
verzendingsverslag:
Uit: : geen afdruk
Altijd : altijd een verzendingsverslag
Incompleet: alleen een afdruk wanneer communicatie mislukt is
2Altijd
3
Incompleet
13 AUT. JOURNAAL AFDR 1 Uit Kiezen of het toestel het activiteitsverslag na 40 transacties
automatisch afdrukt of niet
2Aan
17 ONTVANGSTMODE 1 Fax Selecteren van de ontvangstmodus. (Zie blz. 60)
2Tel
3 Fax/Tel
4 Fax/Beantw.
18
AKOESTISCH ALARM 1
20 sec.
Kiezen van hoe lang de machine bij de auto fax/telefoon
schakeling een inkomend gesprek signaleert (het toestel laat
overgaan). (Zie blz. 62)
2
30 sec.
3
40 sec.
4
50 sec.
19 LENGTE MELDTEKST
(TAM/IF)
1 1 sec.
Instellen van de UGM-lengte van het antwoordapparaat-interface
van 1 t/m 60 seconden. De eenheid begint pas na het verstrijken
van de ingestelde tijd met het waarnemen van een stilte nadat in
de antwoordapparaat-interface ontvangstmode een gesprek is
waargenomen.
--- ---
60 60 sec.
20 STILTE DETECTOR
(TAM/IF)
1
Uit
Kiezen van de stilte waarneming.
2
Aan
Vervolg op volgende blz.
Individuele aanpassingen
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
38
Individuele aanpassingen
22 ONTV.GEH GEEN PAP 1 Uit Kiezen of het toestel al dan niet ontvangt in het geheugen wanneer
er geen afdrukpapier of toner meer is of wanneer het afdrukpapier
vastloopt.
2Aan
24 VERKLEINEN AFDRUK 1 Vast Keuze van de verkleiningswijze bij het afdrukken.
Vast : verkleint document overeenkomstig de instelling
van parameter nr. 25.
Automatisch : verkleint document overeenkomstig de lengte van
de ontvangen documenten.
2 Automatisch
25 VERKLEININGSFACT. 70 70% De vaste verkleiningsgraad kiezen tussen 70 en 100%. Deze
parameter werkt alleen wanneer onder faxparameter nr. 24
gekozen is voor «vast».
---- ----
100 100%
26 AFROEPCODE (----) Instellen van een 4-cijferig wachtwoord voor beveiligde opvraging.
(Zie blz. 69)
28 STEMPEL ZEND GEH. 1 Uit Kiezen of het toestel de originele documenten die het in zijn
geheugen opslaat al dan niet moet afstempelen.
(afhankelijk van de instelling van de stempel op het
bedieningspaneel)
2
Aan
34 ENERGIESPAARSTAND
NA
1 5 min. Om het stroomverbruik tijdens stand-by te verminderen, schakelt
het toestel na een bepaalde periode van inactiviteit automatisch
over op de energiespaarstand en slaapstand. U kunt de wachttijd
waarna op deze standen moet worden overgeschakeld naar
voorkeur instellen.
Energiespaarstand: Bespaart energie door minder stroom te
verbruiken dan in stand-by door na een
bepaalde tijd het verwarmingselement uit te
schakelen.
Slaapstand: In deze stand is het stroomverbruik het laagst
zonder dat het toestel is uitgeschakeld.
215
330
460
590
6 120
7 180
8 240
SLAAPSTAND
WACHTTIJD
1 15 min.
230
360
490
5 180
6 240
37 AUTOM. GEH. ONTV.
(----)
Voer een 4-cijferig wachtwoord in om het in het geheugen
ontvangen document af te drukken met (AUTOM. GEH. ONTV.)
Wanneer F8-3 actief is, wordt deze parameter niet op het LCD-
display weergegeven. (Zie blz. 73)
47 ONTV. OP AFSTAND 1 Uit Kiezen of de machine opdrachten voor ontvangst op afstand
accepteert. (Zie blz. 61)
2Aan
48 TELEFOONLIJN 1 OPENBARE
CENTRALE
Keuze van het type aangesloten lijn.
2 BEDR. TLF.
CENTR.
49 TOEGANGSCIJFER 0--- Instelling van de PSTN-toegangscode (max. 4 cijfers).
52 CODE REM. DIAGN.
(----)
Een wachtwoord opgeven voor de diagnostiek op afstand. Gelieve
meer details te vragen bij uw officiële Panasonicverdeler.
Nr. Parameter
Nr.
instelling
instelling Commentaar
Vervolg op volgende blz.
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
39
PROGRAMMERING
VAN HET TOESTEL
(see Note 1)
(see Note 2)
53 SUB-ADRES WACHTW.
(----)
Een wachtwoord van 20 cijfers instellen voor een beveiligde
communicatie tussen subadressen.
58 TAAL 1 Frans
De taal selecteren die op het display en in de verslagen zal
gebruikt worden.
2 Nederlands
3 Engels
61 FAX-/KOPIEERMODUS 1 Faxen Instellen van de beginstand vanuit stand-by op FAXEN of
KOPIEREN. De instelling "Overige" betekent dat de als laatste
gekozen modus (FAXEN of KOPIEREN) gehandhaafd blijft.
2Kopieren
3Overige
63 PCFAX ONTV 1 Afdrukk Laat u kiezen hoe het toestel de ontvangen faxdocumenten
verwerkt.
Afdrukk: ontvangen document(en) afdrukken.
Upld&Afd: ontvangen document(en) afdrukken en het
documentbestand uploaden.
Uploaden: het ontvangen documentbestand uploaden.
2 Upld&Afd
3 Uploaden
99 MEMORY SIZE
(Flash-geheugen)
- - De hoeveelheid geïnstalleerd basis- en optioneel geheugen
afbeelden. (Basisgeheugen + Optioneel geheugen)
OPMERKING
1. De standaardinstellingen worden afgedrukt op de lijst met faxparameters. Om zo’n afdruk te krijgen, zie blz. 89.
2. Deze parameter is slechts beschikbaar als de optie Parallelle-poortinterface geïnstalleerd werd.
Nr. Parameter
Nr.
instelling
instelling Commentaar
Individuele aanpassingen
Blanco gelaten bladzijde.
PROGRAMMERING VAN HET TOESTEL
40
41
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
BELANGRIJKSTE BEDIENINGSVERRICHTINGEN
Documenten inbrengen
(1) Op de invoereenheid (2) Op de glasplaat
Leg het origineel (de originelen) met de bedrukte zijde
naar boven zo ver mogelijk in de invoereenheid.
Stel de papiergeleiders zodanig in, dat het origineel
(de originelen) in het midden van de invoereenheid
terechtkomen.
Leg een boek of ander origineel met de
bedrukte zijde naar beneden op de
glasplaat en let hierbij op de pijlen van de
papierformaat aanduidingen.
Bedrukte zijde boven
Papiergeleider
Met de bedrukte
zijde naar beneden
Papierformaat aanduidingen
Invoereenheid (ADF)
Papierformaat origineel: A5, A4 en B4 FLS
Capaciteit invoereenheid: Maximaal 30 pagina's
(20 lbs)
Papiergewicht: 50 - 105 g/m
2
Papiersoort: Normaal papier
Glasplaat
Papierformaat origineel: A5 t/m FLS B4
Gebruik uitsluitend droge originelen
Bedek transparanten met onbedrukt, wit
papier
Breng het deksel van de glasplaat of de
invoereenheid voorzichtig naar boven en
beneden
Originelen die niet met de invoereenheid
ingevoerd kunnen worden
Natte originelen
Originelen met niet opgedroogde inkt of lijm
Originelen met kreukels, scheuren of vouwen
Te dikke originelen (Voorbeeld: karton of
ansichtkaarten)
Te dunne originelen (Voorbeeld: cellofaan,
luchtpostpapier, pagina's uit tijdschriften, enz.)
Chemische behandeld papier (Voorbeeld:
drukgevoelig papier, carbonpapier, enz.)
Papier met coating (Voorbeeld: glanzend papier,
enz.)
Papier gemaakt van stof of metaal
Papier met nietjes of paperclips
Gebruik voor dergelijke
originelen de glasplaat, of
maak eerst een kopie en
verzend de kopie.
5 mm
5 mm
Effectieve scangrootte
De afdrukmarge bedraagt 5 mm. Tekst binnen de donkere
gebieden (zoals aangegeven met de pijlen) worden niet
afgedrukt. Schrijf geen tekst binnen 10 mm van de bovenste en
onderste rand van het document, omdat deze ruimte wordt
gebruikt voor de kop- en voetteksten (bedrijfsnaam, datum, logo,
enz.).
42
Basisinstellingen voor verzending
Origineel/contrast/resolutie
U kunt voor- of nadat u het origineel in de invoereenheid of op de glasplaat heeft gelegd de zendinstellingen
tijdelijk veranderen.
Nadat het origineel verzonden is, worden de oorspronkelijke instellingen automatisch hersteld.
FOTO
AUTO
DONKER
LICHT
DONKER
Normaal Donk Donker LichtLichter
LICHT
FOTO
Handmatig
(Foto & tekst)
Automatisch
(Foto & tekst)
Foto
AUTO
FOTO
AUTO
FOTO
AUTO
Origineel
De origineel instelling wordt gebruikt voor het verzenden van foto's of afbeeldingen met
grijswaarden. Standaard is het toestel ingesteld op "AUTO". U kunt kiezen voor "Foto" of
"Handmatig".
Verandert bij elke
druk op de toets
Contrast
Uw toestel werd vooraf ingesteld op Normaal contrast. Als u een document wilt verzenden met
een lichter contrast, wijzigt u de instelling in Lichter. Wilt u een document verzenden met een
donkerder contrast, dan wijzigt u de instelling in Donker.
( : Normaal) verandert bij elke druk op de toets
43
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Resolutie
De standaard resolutie is voorgeprogrammeerd, hetgeen
voor de meeste documenten geschikt is. Gebruik Fijn of
Superfijn voor originelen met hoog detail. Volg onderstaande
aanwijzingen om de resolutie tijdelijk te wijzigen..
(see Note 1)
OPMERKING
1. Om de voorgeprogrammeerde resolutie-instelling te wijzigen, verandert u de stand van faxparameter nr. 02. (Zie
blz. 37)
Instelling van RESOLUTIE = STANDAARD : Voor normale originelen
(Standaardinstelling)
Instelling van RESOLUTIE = FIJN : Voor originelen met hoog detail
Voorbeeld: Kranten
Instelling van RESOLUTIE = SUPERFIJN : Voor originelen met zeer hoog detail
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
voor STANDAARD.
of
voor "FIJN"
of
voor "SUPERFIJN"
of
of
4
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
83
21
FAX
FAX
FUNCTIE
8
SELECTIEMODE (1-3)
DRUK OP NR. OF
2
2:RESOLUTIE ?
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
1
2
3
ESOLUTIE=STANDAARD
1:STD 2:FIJN 3:SFIJN
ESOLUTIE=STANDAARD
1:STD 2:FIJN 3:SFIJN
ESOLUTIE=FIJN
1:STD 2:FIJN 3:SFIJN
ESOLUTIE=S-FIJN
1:STD 2:FIJN 3:SFIJN
INSTELLEN
Basisinstellingen voor verzending
44
Verzendingsverslag (ZENDJOURNAAL)
Aan de hand van een verzendingsverslag kunt u nagaan of de
verzending naar behoren is verlopen. Wat het afdrukken van
verzendingsverslagen betreft, beschikt u over volgende
keuzemogelijkheden.
(see Note 1)
OPMERKING
1. Om de voorgeprogrammeerde keuze inzake communicatieverslagen te wijzigen, verandert u de stand van
faxparameter nr. 12. (Zie blz. 37)
Als ZENDJOURNAAL = UIT : Er wordt geen verbindingsverslag afgedrukt.
Als ZENDJOURNAAL = AAN : Na elke verbinding wordt automatisch een
verbindingsverslag afgedrukt.
Als ZENDJOURNAAL = INC. : Alleen als een verbinding niet is geslaagd, wordt een
verbindingsverslag afgedrukt.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
om uit te schakelen (UIT).
of
om in te schakelen (AAN).
of
om
"
INC.
"
te kiezen (alleen bij mislukking).
of
of
4
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
83
21
FAX
FAX
FUNCTIE
8
SELECTIEMODE (1-3)
DRUK OP NR. OF
1
INSTELLEN
1:ZENDJOURNAAL?
DRUK OP INSTELLEN
1
2
3
JOURNAALAFDRUK=UIT
1:UIT 2:AAN 3:INC.
JOURNAALAFDRUK=AAN
1:UIT 2:AAN 3:INC.
JOURNAALAFDRUK=INC.
1:UIT 2:AAN 3:INC.
INSTELLEN
Basisinstellingen voor verzending
45
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Documenten verzenden
U heeft de keuze tussen verzending uit het geheugen en rechtstreekse verzending.
Gebruik verzending uit het geheugen als:
U wilt het (de) document(en) naar meerdere stations verzenden.
U het document onmiddellijk moet recupereren.
U wilt gebruik maken van multi-tasking.
U wil gebruik maken van gegroepeerde verzending.
Gebruik rechtstreekse verzending als:
Het geheugen vol is.
U wilt het (de) document(en) onmiddellijk verzenden.
Gebruik verzending in vocale modus als:
U het document wilt verzenden nadat u met uw correspondent heeft gepraat.
U het document wilt verzenden nadat u een vocaal verzoek heeft gehoord.
Vanuit het geheugen
Uw toestel slaat het (de) document(en) snel in het geheugen op.
Vervolgens begint het met de nummerkeuze.
Als de verzending mislukt, zal het toestel de nog niet met succes verzonden pagina(s) automatisch opnieuw
proberen.
A
A
Document opslaan
in geheugen
A
1
Bestemming A
Bestemming B
2
3
Verzenden Ontvangen
46
(see Note 1)Å@Å@ (see Note 2)Å@Å@ (see Note 3)Å@Å@ (see Note 4) (see Note 5)
OPMERKING
1. Het bestandsnummer van het document dat wordt opgeslagen, is tijdens
het opslaan te zien in de rechter bovenhoek van het display. Het wordt ook
afgedrukt op het communicatieverslag, het verslag na verrichtingen en de
bestandenlijst. In de rechter benedenhoek staat na het opslaan van elke
blz. hoeveel procent van het geheugen reeds ingenomen is.
2. Als tijdens het opslaan van een document het geheugen vol raakt, worden
de resterende documenten op de ADT uitgevoerd. Het toestel vraagt u of
het de reeds opgeslagen documenten al mag verzenden, dan wel of de
verzending geannuleerd moet worden. Druk op
"
1
"
om te annuleren of op
"
2
"
om te verzenden.
Zie de Technische gegevens op blz. 102 voor de beeldgeheugencapaciteit.
Als binnen de 10 seconden niet gereageerd wordt, zal het toestel de
opgeslagen documenten verzenden.
* Het percentage varieert en is afhankelijk van het type documenten dat u
opslaat, de instellingen van het toestel en het feit of al dan niet een
optionele geheugenkaart geïnstalleerd is.
3. Een Informatiecode wordt afgebeeld als de verzending mislukte of als de
correspondent niet antwoordde na de laatste automatische herkiespoging.
Het document dat voor deze verzending werd opgeslagen wordt
automatisch uit het geheugen gewist en de informatiecode wordt afgedrukt
op het communicatieverslag (ZENDJOURNAAL).
4. Om de verzending te stoppen, drukt u op .
Op het display verschijnt:
Druk op
"
1
"
om de verzending te stoppen. Het opgeslagen document wordt automatisch gewist.
5. Als u een communicatieverslag (ZENDJOURNAAL) wilt afdrukken nadat een verzending gestopt werd, drukt u
op
"
1
"
als op het display het volgende verschijnt:
OPSLAAN BER. NR.=003
PAG.=002 10%
OPSLAAN : GEREED
AANTAL PAG.=005 30%
GEHEUGEN VOL
FOUTCODE=870
15PAG. OPGESLAGEN
WISSEN? 1:JA 2:NEE
OVERDRACHT MISLUKT
FOUTCODE=XXX
STOP
COMMUNICATIE STOPPEN
1:JA 2:NEE
AFDRUK ZENDJOURNAAL?
1:JA 2:NEE
Documenten verzenden
47
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Manuele nummerkeuze
Om het nummer volledig te vormen vanop het cijferklavier van
het faxtoestel, gaat u als volgt te werk.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
a
Leg de originelen met de bedrukte zijde naar
boven op de automatische
documententoevoer.
1
b
Leg een boek of een origineel met de
bedrukte zijde naar onder op de glasplaat.
2
Vorm een telefoonnummer op het cijferklavier.
Vb:
3
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FAX
START
FAX
KIESCODE(S)
DRUK OP START
12-OCT-2000 15:00
0 0 %
5 5 5 1 2 3
4
TEL.NR.
5551234
START
Documenten verzenden
48
(see Note 1) (see Note 2)
Scannen met de invoereenheid
4
a
Alle documenten worden met een bestandsnummer in het
geheugen opgeslagen.
Vervolgens kiest het toestel het faxnummer.
Scannen vanaf de glasplaat
4
b
Wanneer er een origineel op de glasplaat wordt gelegd,
verschijnt nevenstaand venster.
(1) Druk op of om het papierformaat van het origineel
op glasplaat in te stellen en druk op om het
document in het geheugen op te slaan.
(2) Druk op "1" op "JA" te kiezen wanneer er een ander
origineel moet worden opgeslagen.
Druk op "2" om "NEE" te kiezen wanneer er geen andere
originelen zijn. (Zie opmerking 2)
Wanneer u voor "JA" heeft gekozen, stelt u het
papierformaat van het origineel in en drukt u op
.
Wanneer u voor "NEE" heeft gekozen, begint het toestel
met het kiezen van het faxnummer.
OPMERKING
1. Als u eerst een speciaal nummer moet vormen om een buitenlijn te krijgen, vorm dat dan eerst, druk vervolgens
op om een pauze in te voegen (weergegeven door een "-") en vorm pas dan het eigenlijke
telefoonnummer.
Vb: 9 PAUZE 555 1234
2. Het toestel begint met het kiezen van het faxnummer wanneer er gedurende 60 seconden geen activiteit is.
OPSLAAN BER. NR.=002
PAG.=001 05%
* KIEZEN * NO.002
5551234
ORIGINEL=LETTER
DRUK OP STARTTOETS
START
OPSLAAN BER. NR.=002
PAG.=001 05%
VOLGENDE ORIGINEEL ?
1:JA 2:NEE
START
* KIEZEN * NO.002
5551234
PAUZE
Documenten verzenden
49
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Kiezen met de faxgids
Kiezen met de faxgids maakt het mogelijk om een faxnummer te
kiezen door naar de naam van de bestemming te zoeken.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
a
Leg de originelen met de bedrukte zijde naar
boven op de automatische
documententoevoer.
1
b
Leg een boek of een origineel met de
bedrukte zijde naar onder op de glasplaat.
2
of
totdat op het display de naam staat van de gewenste
bestemming.
3
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
+-
FAX
START
FAX
KIESCODE(S)
DRUK OP START
12-OCT-2000 15:00
0 0 %
+-
+-
PANASONIC
5551234
START
Documenten verzenden
50
(see Note 1)
Scannen met de invoereenheid
4
a
Alle documenten worden met een bestandsnummer in het
geheugen opgeslagen.
Vervolgens kiest het toestel het faxnummer
Scannen vanaf de glasplaat
4
b
Wanneer er een origineel op de glasplaat wordt gelegd,
verschijnt nevenstaand venster.
(1) Druk op of om het papierformaat van het origineel
op glasplaat in te stellen en druk op om het
document in het geheugen op te slaan.
(2) Druk op "1" op "JA" te kiezen wanneer er een ander
origineel moet worden opgeslagen.
Druk op "2" om "NEE" te kiezen wanneer er geen andere
originelen zijn. (Zie Opmerking 1)
Wanneer u voor "JA" heeft gekozen, stelt u het
papierformaat van het origineel in en drukt u op
.
Wanneer u voor "NEE" heeft gekozen, begint het toestel
met het kiezen van het faxnummer.
OPMERKING
1. Het toestel begint met het kiezen van het faxnummer wanneer er gedurende 60 seconden geen activiteit is.
OPSLAAN BER. NR.=002
PAG.=001 01%
* KIEZEN * NO.002
5551234
ORIGINEL=A4
DRUK OP STARTTOETS
START
* KIEZEN * NO.002
PANASONIC
VOLGENDE ORIGINEEL ?
1:JA 2:NEE
START
* KIEZEN * NO.002
PANASONIC
Documenten verzenden
51
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Verzending naar meer dan één nummer
Als u hetzelfde document naar meer dan één bestemming moet
faxen, kunt u wat het invoeren van het document betreft tijd
sparen door gebruik te maken van geheugenverzending. U kunt
nl. het document in het geheugen opslaan en het vervolgens
vandaaruit automatisch naar een aantal bestemmingen
versturen. (see Note 1)
OPMERKING
1. Faxparameter nr. 05 (GEHEUGEN) moet op de in de fabriek ingestelde standaardwaarde (AAN) zijn ingesteld.
(Zie blz. 37)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
a
Leg de originelen met de bedrukte zijde naar
boven op de automatische
documententoevoer.
1
b
Leg een boek of een origineel met de
bedrukte zijde naar onder op de glasplaat.
2
Kies op één van de volgende manieren (Maximum 10
telefoonnummers):
manueel kiezen. Druk op na elk ingevoerd
telefoonnummer
zoeken faxnummerbestand. Druk op na
elk ingevoerd telefoonnummer (meer informatie op
paginas 47 tot 50.)
Vb:
Als u het aantal ingevoerde nummers wilt bevestigen,
druk op of .
3
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
INSTELLEN
FAX
START
FAX
KIESCODE(S)
DRUK OP START
12-OCT-2000 15:00
0 0 %
INSTELLEN
INSTELLEN
5 5 5 1 2 3
4
INSTELLEN
5 5 5 3
4
5
6
TEL.NR.
5551234
TEL.NR.
5553456
2 NRS INGEVOERD
VOER NRS IN OF START
START
Documenten verzenden
52
(see Note 1)
(see Note 2)
Scannen met de invoereenheid
4
a
Alle documenten worden met een bestandsnummer in het
geheugen opgeslagen.
Vervolgens kiest het toestel het faxnummer
Scannen vanaf de glasplaat
4
b
Wanneer er een origineel op de glasplaat wordt gelegd,
verschijnt nevenstaand venster.
(1) Druk op of om het papierformaat van het origineel
op glasplaat in te stellen en druk op om het
document in het geheugen op te slaan.
(2) Druk op "1" op "JA" te kiezen wanneer er een ander
origineel moet worden opgeslagen.
Druk op "2" om "NEE" te kiezen wanneer er geen andere
originelen zijn. (Zie opmerking 2)
Wanneer u voor "JA" heeft gekozen, stelt u het
papierformaat van het origineel in en drukt u op
.
Wanneer u voor "NEE" heeft gekozen, begint het toestel
met het kiezen van het faxnummer.
OPMERKING
1. Voor u het document in het geheugen opslaat kunt u de bij stap 3 gekozen telefoonnummers nog nakijken door
op of te drukken. Druk op om indien nodig een op het display weergegeven
bestemming of groep te wissen.
2. Het toestel begint met het kiezen van het faxnummer wanneer er gedurende 60 seconden geen activiteit is.
OPSLAAN BER. NR.=001
PAG.=001 01%
OPSLAAN : GEREED
AANTAL PAG.=005 25%
* KIEZEN * NO.002
5551234
ORIGINEL=A4
DRUK OP STARTTOETS
START
OPSLAAN BER. NO.002
PAG.=001
VOLGENDE ORIGINEEL ?
1:JA 2:NEE
START
* KIEZEN * NO.002
5551234
WISSEN/STOP
Documenten verzenden
53
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Rechtstreekse verzending
Als het geheugen van uw toestel vol is of u het document
onmiddellijk wil verzenden, gebruikt u rechtstreekse verzending.
(Om directe verzending te gebruiken, moet eerst faxparameter
nr. 05 (GEHEUGEN) op "UIT" worden gezet. (Zie blz. 37 en
onderstaande opmerking 1)
(see Note 1)
Manuele nummerkeuze (Rechtstreekse verzending)
Om het nummer volledig te vormen vanop het cijferklavier van het faxtoestel, gaat u als volgt te werk.
OPMERKING
1. Nadat de directe verzending is voltooid, zet u faxparameter nr. 05 (GEHEUGEN) weer op "AAN" (standaard
instelling).
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
a
Leg de originelen met de bedrukte zijde naar
boven op de automatische
documententoevoer.
1
b
Leg een boek of een origineel met de
bedrukte zijde naar onder op de glasplaat.
2
Vorm het telefoonnummer vanop het cijferklavier.
Vb:
3
Het toestel begint automatisch met de verzending.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FAX
START
FAX
KIESCODE
12-OCT-2000 15:00
0 0 %
5 5 5 1 2 3
4
START VOOR KIEZEN
5551234
START
Documenten verzenden
54
(see Note 1) (see Note 2)
Scannen met de invoereenheid
4
a
Het toestel begint met het kiezen van het faxnummer.
Scannen vanaf de glasplaat
4
b
Wanneer er een origineel op de glasplaat wordt gelegd,
verschijnt nevenstaand venster.
Druk op of om het papierformaat van het origineel
op glasplaat in te stellen en druk op om het het
faxnummer te kiezen.
OPMERKING
1. Als u eerst een speciaal nummer moet vormen om een buitenlijn te krijgen, vorm dat dan eerst, druk vervolgens
op om een pauze in te voegen (weergegeven door een "-") en vorm pas dan het eigenlijke
telefoonnummer.
Vb: 9 PAUZE 555 1234
2. Om de verzending te beeindigen, druk op .
Op het display verschijnt:
Druk op
"
1
"
om de verzending te stoppen. Het communicatieverslag wordt niet afgedrukt, ongeacht de instelling
van de afdrukmodus voor het communicatieverslag.
* KIEZEN *
5551234
START
ORIGINEL=A4
DRUK OP STARTTOETS
HERH/PAUZE
WISSEN/STOP
COMMUNICATIE STOPPEN
1:JA 2:NEE
Documenten verzenden
55
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Kiezen vanuit de index (Rechtstreekse verzending) (see Note 1)
Kiezen met de faxgids maakt het mogelijk om een
faxnummer te kiezen door naar de naam van de bestemming
te zoeken. (Om directe verzending te gebruiken, moet eerst
faxparameter nr. 05 (GEHEUGEN) op "UIT" worden gezet.
(Zie blz. 37 en onderstaande opmerking 1)
OPMERKING
1. Nadat de directe verzending is voltooid, zet u faxparameter nr. 05 (GEHEUGEN) weer op "AAN" (standaard
instelling).
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
a
Leg de originelen met de bedrukte zijde naar
boven op de automatische
documententoevoer.
1
b
Leg een boek of een origineel met de
bedrukte zijde naar onder op de glasplaat.
2
of
totdat op het display de naam staat van de gewenste
bestemming.
3
Het volledige nummer (b.v. 5551234) wordt gevormd.
Scannen met de invoereenheid
4
a
Het toestel begint met het kiezen van het faxnummer.
Scannen vanaf de glasplaat
4
b
Wanneer er een origineel op de glasplaat wordt gelegd,
verschijnt nevenstaand venster.
Druk op of om het papierformaat van het origineel
op glasplaat in te stellen en druk op om het het
faxnummer te kiezen.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
+-
FAX
START
FAX
KIESCODE
12-OCT-2000 15:00
0 0 %
+-
+-
PANASONIC
5551234
START
* KIEZEN *
START
ORIGINEL=A4
DRUK OP STARTTOETS
* KIEZEN *
PANASONIC
Documenten verzenden
56
Verzending in vocale modus
Als u een document wilt verzenden nadat u met uw
correspondent gepraat heeft, gebruikt u verzending in vocale
modus. Uw toestel heeft een optionele hoorn of een externe
telefoon nodig.
Nummerkeuze vanop het telefoontoestel
nummers te vormen vanop het telefoongedeelte van uw toestel, gaat u als volgt te werk.
(see Note 1) (see Note 2)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
Leg de originelen met de bedrukte zijde naar
boven op de automatische
documententoevoer.
2
Neem de hoorn van de optionele telefoon of de externe
telefoon van de haak en kies het nummer m.b.v. de
cijfertoetsen of gebruik de faxgids.
Vb:
3
Wanneer u de stem van de andere partij hoort, vertelt u
hem dat u een faxdocument wilt verzenden.
U hoort de pieptoon,
en leg de hoorn op de haak.
OPMERKING
1. Om de verzending te beeindigen, druk op .
Op het display verschijnt:
Druk op
"
1
"
om de verzending te stoppen. Het verbindingsverslag wordt niet afgedrukt, ongeacht de instelling van
de afdrukmodus van het verbindingsverslag.
2. Verzending na gesprek is alleen mogelijk met de invoereenheid. Om pagina's uit een boek of andere originelen
die niet met de invoereenheid ingevoerd kunnen worden te verzenden, maakt u eerst een kopie vanaf de glasplaat
en gebruikt u deze kopieën voor verzending vanuit de invoereenheid.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FAX
START
FAX
KIESCODE(S)
DRUK OP START
5 5 5 1 2 3
4
HOORN VAN DE HAAK
00%
* KIEZEN *
5551234
START
ZENDEN : BEZET
RESET
WISSEN/STOP
COMMUNICATIE STOPPEN
1:JA 2:NEE
Documenten verzenden
57
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Nummerkeuze vanop het faxtoestel
Om nummers te vormen vanop het faxtoestel zelf, gaat u als
volgt te werk.
(see Note 1) (see Note 2)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
Leg de originelen met de bedrukte zijde naar
boven op de automatische
documententoevoer.
2
U hoort de kiestoon via de luidspreker.
3
Kies het faxnummer m.b.v. de cijfertoetsen of gebruik de
faxgids.
Vb:
4
Als u een bieptoon hoort,
OPMERKING
1. Als u eerst een speciaal nummer moet vormen om een buitenlijn te krijgen, vorm dat dan eerst, druk vervolgens
op om een pauze in te voegen (weergegeven door een "
-
") en vorm pas dan het eigenlijke
telefoonnummer.
Vb: 9 PAUZE 555 1234
2. Verzending na gesprek is alleen mogelijk met de invoereenheid. Om pagina's uit een boek of andere originelen
die niet met de invoereenheid ingevoerd kunnen worden te verzenden, maakt u eerst een kopie vanaf de glasplaat
en gebruikt u deze kopieën voor verzending vanuit de invoereenheid.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
TEL/KIES
FAX
START
FAX
KIESCODE(S)
DRUK OP START
TEL/KIES
* LUIDSPREKER *
5 5 5 1 2 3
4
* KIEZEN *
5551234
START
ZENDEN : BEZET
5551234
HERH/PAUZE
Documenten verzenden
58
Verzending reserveren
U kunt de volgende verzending (maximaal 5 bestanden) in het
geheugen reserveren terwijl er een ander faxbericht wordt
verzonden of ontvangen.
Reserveren voor geheugenverzending (dubbele toegankelijkheid)
Als uw toestel on-line bezig is met verzending vanuit het geheugen, ontvangst of afdruk van ontvangen
documenten, kunt u een verzending reserveren door als volgt te werk te gaan.
(see Note 1)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
Uw toestel gebruikt de telefoonlijn (de ON LINE verklikker
knippert) of is ontvangen documenten aan het afdrukken.
2
Leg de originelen met de bedrukte zijde naar
boven op de automatische
documententoevoer.
3
Kies op een van de volgende manieren (Maximum 10
telefoonnummers):
manueel kiezen. Druk op na elk
ingevoerd telefoonnummer
zoeken faxnummerbestand. Druk op na
elk ingevoerd telefoonnummer
(meer informatie op paginas 47 tot 50.)
Vb:
4
Uw toestel slaat de documenten op in het geheugen.
OPMERKING
1. Om de reservering voor geheugenverzending te annuleren, zie blz. 72.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FAX
START
FAX
ZENDEN : BEZET *GEH*
ID:
ONTVANGEN : BEZET
ID:(Identification)
TELEFONISCH CONTACT
PC MODE
* AFDRUKKEN *
UIT GEHEUGEN
KIESCODE(S)
DRUK OP START
INSTELLEN
INSTELLEN
5 5 5 1 2 3
4
TEL.NR.
5551234
START
OPSLAAN BER. NR.=005
PAG.=001 01%
OPSLAAN : GEREED
AANTAL PAG.=005 25%
Documenten verzenden
59
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Nummerkeuze herhalen
(see Note 1)
Automatische herhaling
Manuele herhaling
U kunt ook manueel het laatst gevormde nummer herhalen door op de toets te drukken.
Om het laatst gevormde nummer via het geheugen te herhalen
OPMERKING
1. Als op het toestel het bericht "KIESHERHALING" verschijnt, kunt u
drukken om onmiddellijk
opnieuw te kiezen.
Als de lijn bezet is, zal het toestel tot 5 maal toe het nummer
opnieuw kiezen met één interval van 3 minuten. Als de lijn
echter niet bezet is, kiest het toestel het nummer slechts één
maal. Ondertussen verschijnt een bericht op het display, zoals
rechts afgebeeld. In de rechter bovenhoek van het display
verschijnt een bestandsnummer als het om een verzending
vanuit het geheugen gaat.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
Leg de originelen met de bedrukte zijde naar
boven op de automatische
documententoevoer.
2
3
Het document wordt in het geheugen opgeslagen en krijgt
een bestandsnummer. Vervolgens vormt het opnieuw het
laatst gevormde nummer.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
HERH/
PAUZE
FAX
START
HERH/PAUZE
KIESHERHALING NR001
(Telephone number)
HERH/PAUZE
FAX
KIESCODE(S)
DRUK OP START
HERH/
PAUZE
TEL.NR.
5551234
START
OPSLAAN BER. NR.=002
PAG.=001 01%
* KIEZEN *
5551234
Documenten verzenden
60
Documenten ontvangen
Ontvangststanden
U kunt kiezen uit onderstaande vier ontvangstmogelijkheden.
(see Note 1) (see Note 2)
Wanneer
aangewezen?
Aanbevolen ontvangststand Hoe instellen?
Als de telefoonlijn
normaal alleen faxen
ontvangt.
Fax-stand
Het toestel ontvangt documenten automatisch.
Alle binnenlopende oproepen (ook gewone
telefoonoproepen) worden door het faxtoestel
beantwoord. (Zie blz. 62)
Faxparameter nr. 17
op 1 : Fax
Als de betrokken
telefoonlijn normaal
alleen gewone
telefoongesprek ken
krijgt.
Telefoonstand
U beantwoordt binnenlopende oproepen via de
aangesloten telefoonhoorn. Hoort u een faxsignaal,
dan drukt u gewoon op START om manueel te
ontvangen. (Zie blz. 61)
Faxparameter nr. 17
op 2 : Tel
Als de telefoonlijn
zowel gewone tele
foongesprekken als
faxen krijgt.
Automatische omschakeling fax/tel
(zie opmerking 2)
Het toestel beantwoordt binnenlopende oproepen en
herkent het verschil tussen telefoon en fax.
Een fax ontvangt het automatisch. Herkent het een
gewoon telefoongesprek, dan laat het via de
luidspreker het belsignaal klinken om uw aandacht te
trekken. (Zie blz. 61)
Faxparameter nr. 17
op 3 : Fax/Tel omsch.
Als de telefoonlijn
zowel gewone
telefoongesprekken
als faxen krijgt en er
een antwoordapparaat
is op aangesloten.
Antwoordapparaat-stand (zie omperking 2)
Het antwoordapparaat beantwoordt binnenlopende
oproepen. Gedurende die tijd controleert het
faxtoestel of het om een gewone telefoonoproep gaat
in welk geval het antwoordapparaat verder zijn werk
doet. Gaat het om een fax, dan schakelt het toestel
automatisch over en begint de ontvangst van het
document. (Zie blz. 63)
Faxparameter nr. 17
op 4 : Antw. app.
OPMERKING
1. Naar gelang van het model van het aangesloten antwoordapparaat is het mogelijk dat bepaalde mogelijkheden
daarvan niet compatibel zijn met de werking van uw faxtoestel in deze ontvangststand.
2. Voor sommige landen is deze ontvangststand niet beschikbaar wegens de daar geldende reglementering en
technische omschrijving.
61
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Fax-stand
In deze ontvangststand begint het faxtoestel meteen automatisch documenten te ontvangen wanneer een oproep
binnenkomt.
Werken in de fax-stand
Wanneer een fax-oproep binnenloopt begint uw faxtoestel heel snel met de automatische ontvangst van het
document.
Telefoonstand
In deze ontvangststand kan uw faxtoestel niet automatisch documenten ontvangen. Als u een faxoproep
krijgt, gaat u als volgt te werk om de documenten manueel te ontvangen.
Werken in de telefoonstand
(see Note 1)
1
Wanneer uw telefoon rinkelt, neemt u de hoorn (van het faxtoestel of een ander
telefoontoestel op de lijn) op.
Als u in de hoorn een pieptoon hoort, betekent dit dat iemand u een fax wil sturen.
Of uw correspondent deelt u mee dat hij/zij u een fax wil sturen. In dat geval:
2
Verwijder eventuele documenten van de ADT.
3a
Wanneer u de telefoon heeft
beantwoord met behulp van een
extern toestel,
3b
Wanneer u de telefoon heeft
beantwoord met behulp van een
extensietoestel,
of
binnen 1 seconde
vanaf de externe
telefoon (zie
opmerking 1).
Uw toestel wordt van op afstand
geactiveerd.
4
Haak in.
OPMERKING
1. Deze werkwijze heeft «ontvangen vanop een ander toestel» (ONTV. OP AFSTAND) en is mogelijk vanop een
telefoontoestel met toontoetsen. Als uw telefoontoestel van een ander type is, moet u op het bedieningspaneel
van het faxtoestel op drukken.
START START
START
Documenten ontvangen
62
Automatische omschakeling fax/tel
In deze ontvangststand kiest uw toestel automatisch voor ontvangst van documenten of een gewoon
telefoongesprek, naar gelang de aard van het binnenkomend signaal.
Werken met de automatische omschakeling
(see Note 1) (see Note 2)
1
Zodra een oproep binnenkomt, zal uw faxtoestel spoedig
"
opnemen
"
en nagaan of het
een gewone telefoonoproep dan wel een faxoproep is.
2a
Een faxoproep
Uw toestel ontvangt de documenten.
2b
Een stemoproep
Uw toestel begint te bellen via de
luidspreker (zie opmerking 1)
3b
Neem de hoorn van het externe
telefoontoestel op. Druk op .
4b
Begin te praten.
OPMERKING
1. Hoe lang het faxtoestel het belsignaal laat weerklinken, kunt u bepalen m.b.v. faxparameter nr. 18 (OP CALL
TIMER). (Zie blz. 37)
2. Aanpassen belvolume, zie blz. 19.
STOP
Documenten ontvangen
63
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Antwoordapparaat-stand
Uw toestel is uitgerust met een unieke eigenschap: een antwoordapparaat-interface. Daardoor dan het
automatisch op één telefoonlijn omschakelen tussen fax en antwoordapparaat. De meeste antwoordapparaten uit
de handel kunt u op uw faxtoestel aansluiten, zodat u uw bestaande telefoonlijn zeer efficiënt kunt gebruiken.
Sommige apparaten kunnen evenwel niet compatibel zijn met dit faxtoestel. Voor de bediening van het
antwoordapparaat: zie de gebruiksaanwijzing erbij.
Uw antwoordapparaat installeren (see Note 1)
(1)Haal de telefoonsteker van uw
antwoordapparaat uit de
wandcontactdoos.
(2)Stop de telefoonsteker van uw
antwoordapparaat in de bus op het
faxtoestel, zoals hiernaast afgebeeld.
OPMERKING
1. De aansluitingswijze voor antwoordapparaten kan verschillen naar gelang van de reglementering in uw land.
Volg a.u.b. de aangewezen methode voor uw land, te kiezen uit bovenstaande types (1-4). Voor details wendt
u zich tot uw Panasonic-verdeler.
Type 1
Type 2
Type 3
Type 4
Documenten ontvangen
64
Werken met de antwoordapparaat-interface
1
Wanneer uw combinatie fax/antwoordapparaat een binnenlopende oproep ontvangt,
beantwoordt het antwoordapparaat altijd eerst de oproep: het laat de uitgaande
boodschap horen die u hebt opgenomen. Tijdens die periode controleert het
faxtoestel de lijn om na te gaan om welk soort oproep het gaat (fax of gesprek).
2a
Gaat het om een fax-oproep,
Dan wordt meteen het faxtoestel
ingeschakeld, dat het document van bij
de correspondent begint te ontvangen.
2b
Gaat het om een gewoon gesprek,
Dan blijft uw antwoordapparaat aan het
werk: na de uitgaande boodschap kan het
een bericht vanwege uw correspondent
opnemen.
Voorbeeld van een uitgaande boodschap
Met Desmet. lk kan nu helaas niet zelf opnemen, maar u kunt na het signaal een boodschap
inspreken. Wou u een fax sturen, dan kunt u meteen twee keer op het sterretje van uw telefoontoestel
drukken en uw fax inschakelen. Bedankt.
Geluidloze detectiemodus
In deze modus kan uw faxtoestel omschakelen naar faxmodus als het documenten ontvangt van toes-
tellen die geen faxsignaal doorsturen (korte bleptoon). Het vermijdt ook dat uw TAM blanco inkomende
berichten opneemt (lange stilte).
Om deze funktie te aktiveren
1. Stel faxparameter No. 20 (STILTE DETECTOR) in op 2 : Valid. (aktief - zie blz. 37)
2. Stel de tijdsduur in van het op uw TAM opgenomen uitgaand bericht aan de hand van faxparameter
No. 19 (LENGTE MELDTEKST). (Zie blz. 37)
[Het is aanbevolen een tijdsduur in te stellen die 5 of 6 seconden langer is dan de eigenlijke tijd van het
uitgaand bericht.]
Documenten ontvangen
65
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Verkleind afdrukken
Dit toestel kan afdrukken op gewoon papier met vaste afmetingen. Soms kan een ontvangen document met grote
afmetingen niet op één blad worden afgedrukt. In dat geval wordt het document op meerdere bladen afgedrukt.
Om dat probleem te verhelpen is dit toestel echter uitgerust met een verkleiningsfunctie. Uit de hieronder
beschreven verkleiningsmogelijkheden kunt u de meest aangewezen kiezen.
1. Automatische verkleining
Elk ontvangen document wordt eerst in het geheugen opgeslagen. Op basis van de lengte van het document
berekent het toestel automatisch een gepast verkleiningspercentage (70% tot 100%) zodat het volledige
document op één blad kan worden afgedrukt. Als het ontvangen document heel lang is (meer dan 39% langer
dan het papier in het toestel), wordt het origineel verdeeld over afzonderlijke bladen en zonder verkleining
afgedrukt.
2. Vaste verkleining
U kunt het verkleiningspercentage voorinstellen tussen 70% en 100% in stappen van 1%. Het ontvangen
document wordt verkleind met het ingestelde percentage, ongeacht de afmetingen.
Keuze van het verkleiningspercentage
Stel de faxparameters in zoals hieronder opgegeven. (Zie blz. 38)
1. Voor automatische verkleining.
(1) Nr. 24 VERKLEINEN AFDRUK instellen op Auto.
2. To set the Fixed Reduction mode.
(1) Nr. 024 VERKLEINEN AFDRUK instellen op Vast.
(2) Nr. 025 VERKLEININGSFACT. instellen op een getal tussen 70 en 100% (zie Opmerking 1)
Ex: Van A4 naar A4 - 96%
Van A4 naar quarto - 90%
Van quarto naar quarto - 96%
Van legal (VS) naar quarto - 75%
(see Note 1)
OPMERKING
1. Indien het verzendend toestel is ingesteld op het afdrukken van de kopregel buiten de kopieerzone, zult u sterker
moeten verkleinen.
Documenten ontvangen
66
Te grote documenten ontvangen
Als het ontvangen document heel lang is (meer dan 39% langer dan het papier in het toestel), wordt het
document verdeeld over afzonderlijke bladen. Wanneer u op afzonderlijke bladen afdrukt, verschijnt de
onderste 10 mm van het eerste blad ook bovenaan het volgende blad.
(see Note 1)
OPMERKING
1. Indien het toestel is ingesteld op automatische verkleining, wordt het document onverkleind afgedrukt wanneer
de afdruk over meer pagina’s verdeeld wordt. Als het toestel is ingesteld op vaste verkleining, wordt het
document afgedrukt volgens de verkleiningsgraad die u onder parameter nr. 25 hebt opgegeven.
Verzonden document Ontvangen document
Het ontvangen document wordt over twee
bladen verdeeld met overlappende gedeelten.
Overlappings-
zone
10 mm
Documenten ontvangen
67
BELANGRIJKSTE
BEDIENINGSVER
RICHTINGEN
Tijdelijke ontvangst via het geheugen (see Note 1) (see Note 2)
Als tijdens de ontvangst het papier op is of vastloopt of als de toner opraakt, begint het toestel automatisch
documenten in het geheugen voor beelddata te ontvangen. Opgeslagen documenten worden automatisch
afgedrukt zodra u papier of toner hebt bijgevuld. (Zie Opmerking 1 en 2)
OPMERKING
1. Indien de capaciteit van het geheugen wordt overschreden, beëindigt het toestel de ontvangst en wordt de lijn
vrijgemaakt.
2. Als u de functie geheugenontvangst wil uitschakelen, moet u parameter nr. 22 instellen op "Uit". (Zie blz. 38)
1
Wanneer het toestel de geheugenontvangst beëindigt
terwijl er nog steeds geen afdrukpapier of toner is,
verschijnt een informatiecode op het display.
2
Breng afdrukpapier aan of vervang het tonerpatroon.
Het toestel begint de in het geheugen opgeslagen
documenten automatisch af te drukken.
VOEG PAPIER TOE
LADE-1:A4
TONER TOEVOEGEN
* AFDRUKKEN *
UIT GEHEUGEN
Documenten ontvangen
Blanco gelaten bladzijde.
68
69
BIJZONDERE
MOGELIJKHEDEN
BIJZONDERE MOGELIJKHEDEN
Polling (opvraging van documenten)
Keuze van een polling-wachtwoord
Polling betekent dat u andere faxtoestellen opbelt om er een
document op te vragen dat daar klaar ligt. Uw correspondent
moet uiteraard vooraf weten dat u gaat opbellen en moet op zijn
ADT of in het geheugen een document klaar hebben. Voor
meer veiligheid zult u misschien met uw correspondent een
opvraagwachtwoord moeten overeenkomen.
Indien het polling-wachtwoord niet overeenkomt met dat van het andere toestel, zal uw verzoek om opvraging
automatisch geweigerd worden.
Om een polling-wachtwoord op te geven gaat u als volgt te werk:
(see Note 1) (see Note 2)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
4
Tik een 4-cijferig polling-wachtwoord in.
Vb:
5
OPMERKING
1. Opvraging is misschien niet met alle andere faxtoestellen mogelijk. Wij geven u de raad een proefopvraging door
te voeren voor u werkelijk belangrijke documenten begint op te vragen.
2. Indien op het andere toestel geen wachtwoord is geprogrammeerd, kunt u daar toch opvragen ook al is uw toestel
wél van een wachtwoord voorzien.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
76
42
FAX
RESET
FAX
FUNCTIE
7
INSTELMODE (1-6)
DRUK OP NR. OF
4
INSTELLEN
TSL.PARAMETER(02-99)
NR=
2 6
INSTELLEN
26 AFROEPCODE
❚❚❚❚
1 2 3 4
26 AFROEPCODE
1234
INSTELLEN
RESET
BIJZONDERE MOGELIJKHEDEN
70
Zelf documenten opvragen
Dank zij volgende werkwijze kunt u een document opvragen bij
een of meer andere toestellen. Zorg ervoor dat het polling-
wachtwoord vooraf is ingesteld. (Zie blz. 69)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
Tik een 4-cijferig polling-wachtwoord in. (Zie Opmerking 1)
Vb:
4
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
3
FAX
START
FAX
FUNCTIE
3
3:POLLAUS ?
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
AFROEP ONTVANGEN
AFROEPCODE=1234
1 1 1 1
AFROEP ONTVANGEN
AFROEPCODE=1111
INSTELLEN
KIESCODE(S)
DRUK OP START
Polling (opvraging van documenten)
BIJZONDERE MOGELIJKHEDEN
71
BIJZONDERE
MOGELIJKHEDEN
(see Note 1) (see Note 2)
5
Kies op één van de volgende manieren (Maximum 10
telefoonnummers):
manueel kiezen. Druk op na elk
ingevoerd telefoonnummer (meer informatie op
paginas 47 tot 48)
zoeken faxnummerbestand. Druk op na
elk ingevoerd telefoonnummer (meer informatie op
paginas 49 tot 50.)
Vb:
6
Bevestig de gekozen bestemming(en). (Zie Opmerking 2)
7
OPMERKING
1. Als u het polling-wachtwoord onder faxparameter nr. 26 hebt ingevoerd, verschijnt het op het display. U kunt dat
wachtwoord tijdelijk wijzigen voor een nieuw te tikken over het vaste.
2. U kan de bij stap 5 ingevoerde bestemmingen nakijken door op of te drukken. Druk op
om indien nodig een op het display weergegeven bestemming of groep te wissen.
INSTELLEN
INSTELLEN
5 5 5 1 2 3 4
TEL.NR.
5551234
START
OPSLAAN BER. NR.=001
WISSEN/STOP
Polling (opvraging van documenten)
BIJZONDERE MOGELIJKHEDEN
72
Werken met bestanden
Bestanden wissen
Volg onderstaande aanwijzingen om de gereserveerde
bestanden uit het geheugen te wissen.
(see Note 1) (see Note 2)
OPMERKING
1. Uw toestel kan het bestand niet wissen terwijl het verzonden wordt.
2. Voer in als bestandsnummer en druk op om alle bestanden te wissen (behalve het
bestand in verwerking) Het volgend bericht verschijnt op het display.
Druk op
"
1
"
om alle bestanden te wissen.
1
2
3
Voer het bestandsnummer in of gebruik of om het
bestand te selecteren dat u wilt wissen.
Vb: (Zie Opmerking 2)
4
5
Voer het nummer in van het volgende bestand dat u wilt
wissen of druk op om terug te keren
naar stand-by.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
1 9
FAX
INSTELLEN
WIS ALLE BERICHTEN?
1:JA 2:NEE
FUNCTIE
9
9:DELETE FILE ?
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
VOER BER. NR IN OF
∨∧
BER.NR.=
❚❚❚
1
0
0 1
VOER BER. NR IN OF
∨∧
BER.NR.=001
INSTELLEN
WIS BERICHT NR.001?
1:JA 2:NEE
1
WISSEN/STOP
* WISSEN *
BER.NR.=001
VOER BER. NR IN OF
∨∧
BER.NR.=
❚❚❚
BIJZONDERE MOGELIJKHEDEN
73
BIJZONDERE
MOGELIJKHEDEN
Ontvangst in het geheugen
Het wachtwoord voor geheugenontvangst vastleggen/Geheugenontvangst instellen
Deze functie slaat alle ontvangen documenten op in het
geheugen. De gebruiker van het toestel moet het juiste
wachtwoord invoeren om de in het geheugen ontvangen
documenten af te drukken.
Het wachtwoord voor geheugenontvangst vastleggen
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
4
Tik een 4-cijferig wachtwoord voor geheugenontvangst in.
Vb:
5
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
7
3 4
FAX
RESET
FAX
FUNCTIE
7
INSTELMODE (1-6)
DRUK OP NR. OF
4
INSTELLEN
TSL.PARAMETER(02-99)
NR.=
3 7
INSTELLEN
37 AUTOM. GEH. ONTV.
❚❚❚❚
1 2 3 4
37 AUTOM. GEH. ONTV.
1234
INSTELLEN
RESET
BIJZONDERE MOGELIJKHEDEN
74
Geheugenontvangst instellen
(see Note 1) (see Note 2)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
4
OPMERKING
1. Wanneer de geheugencapaciteit wordt overschreden, stopt het toestel met ontvangen en wordt de telefoonlijn
vrijgemaakt. Het toestel zal geen oproepen meer beantwoorden zolang er geen ruimte wordt gemaakt in het
geheugen.
2. Indien u deze functie gebruikt, raden wij u aan de optionele flash-geheugenkaart te installeren. Zie blz. 102 voor
de beeldgeheugencapaciteit.
FAX
FUNCTIE
8
SELECTIEMODE (1-3)
DRUK OP NR. OF
3
INSTELLEN
ONTV. IN GEH.=UIT
1:UIT 2:AAN 3:AFDRUK
2
ONTV. IN GEH.=AAN
1:UIT 2:AAN 3:AFDRUK
INSTELLEN
12-JAN-2000 15:00
<AUTOM. GEH. ONTV.>
Ontvangst in het geheugen
BIJZONDERE MOGELIJKHEDEN
75
BIJZONDERE
MOGELIJKHEDEN
Documenten afdrukken
Volg onderstaande aanwijzingen om de documenten af te drukken. (Zie Opmerking 1 en 2)
Na het ontvangen van een document via de functie geheugenontvangst,
verschijnt volgende boodschap op het display.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
4
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
2
3 8
FAX
BERICHT IN GEHEUGEN
<AUTOM. GEH. ONTV.>
FAX
FUNCTIE
8
SELECTIEMODE (1-3)
DRUK OP NR. OF
3
INSTELLEN
ONTV. IN GEH.=AAN
1:UIT 2:AAN 3:AFDRUK
3
ONTV. IN GEH.=AFDRUK
1:UIT 2:AAN 3:AFDRUK
INSTELLEN
INVOEREN CODEWOORD
❚❚❚❚
Ontvangst in het geheugen
BIJZONDERE MOGELIJKHEDEN
76
(see Note 1) (see Note 2)
5
Tik het wachtwoord in om de documenten af te drukken.
(Zie Opmerking 1)
Vb:
6
Het toestel begint de documenten af te drukken.
OPMERKING
1. Als er geen wachtwoord werd geregistreerd, zal het toestel niet vragen om een wachtwoord in te tikken.
De documenten worden dan onmiddellijk afgedrukt nadat u bij stap 4 op hebt gedrukt.
2. Als AUTOM. GEH. ONTV. op "Aan" staat, kunt u het wachtwoord niet veranderen (u kunt faxparameter nr. 37
niet op het display selecteren). Als u het wachtwoord wilt veranderen, stel AUTOM. GEH. ONTV. dan eerst in op
"Uit". Verander dan het wachtwoord. (Zie blz. 73)
1 2 3 4
INVOEREN CODEWOORD
1234
INSTELLEN
* AFDRUKKEN *
UIT GEHEUGEN
INSTELLEN
Ontvangst in het geheugen
77
MOGELIJKHEDEN
IN EEN NETWERK
MOGELIJKHEDEN IN EEN NETWERK
Sub-addressing
Algemene beschrijving
Met de subadresseerfunctie kunt u een document naar de gewenste ontvanger(s) routeren, doorzenden of
relayeren in combinatie met de netwerkversie van de LaserFax-software. Deze functie is conform de aanbeveling
van de ITU-T voor T. Routing-Facsimile Routing met behulp van het subadres.
Compatibiliteit met andere toestellen
Verzending met subadressering:DF-1100/DP-150FP/2500/DX-1000/2000/FP-D250F/D350F/UF-332/333/
342/344/550/560/585/595/770/788/880/885/895 (zie Opmerking 2)
Ontvangst met subadressering: DX-1000/2000/DF-1100/UF-342/344/550/560/585/595/770/788/880 met
PC-interface aan de hand van de netwerkversievan de LaserFAX software.
Verzendingsmethoden met subadressering
U kunt op de volgende manieren een document met subadresinformatie naar de gewenste ontvanger
verzenden.
Neem de subadresinformatie op in het nummer van de nummerlijst.
Voer de subadresinformatie in bij handbediend nummerkiezen.
Instellen van routing, doorzending en relais
U kunt de automatische routing configureren op elke willekeurige combinatie van LAN (Local Area Network),
PSTN (Public Switched Telephone Network) of PBX-extensie aan de hand van de LaserFAX Routing tabel (zie
gebruiksaanwijzing LaserFAX). (see Note 1) (see Note 2)
OPMERKING
1. LaserFAX zijn handelsmerken van Wordcraft International Ltd.
2. UF-788 met geïnstalleerde PC-interface optie of ROM-optie.
Voorbeeld van een netwerk
Documenten met SUB
Vb.
Kies 2013331234
SUB=004
Documenten met SUB
Vb.
Kies 2013331234
SUB=003
Nevennetwerk
PSTN
netwerk
PBX
Tel No.
-
-
201-333-1234
Ext. No.
1000
1001
1002
Telefoonlijn
G3 faxFax Laser G3 fax
Automatische Routingtabel van
HydraFax/LaserFAX
SUB
001
002
003
004
005
006
Bestemming
John
Dave
Bob
1000
1001
9-2126667777
Bob Dave John
LAN netwerk
MOGELIJKHEDEN IN EEN NETWERK
78
Het instellen van het sub-adres in de faxnummers van de faxgids
(see Note 1)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
3.0 sek. senere
4
Voer de toestelnaam in.
5
Voer het telefoonnummer in, druk op en voer
het subadres in (max. 20 cijfers).
(max. 36 cijfers met inbegrip van het telefoonnummer, de
pauzes, de spaties, FLASH en subadressen.)
Vb:Telefoonnummer = 5551234, subadres = 2762
In te voeren als:
6
OPMERKING
1. scheidt het subadres van het telefoonnummer en wordt aangegeven door een "s" op het display.
FAX
FUNCTIE
7 2
INSTELLEN
DIR-KIEZEN STN (1-3)
DRUK OP NR. OF
1
1:STATION TOEVOEGEN
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
GEREGISTR ITEMS
STN(S): 0 GROEP: 0
NAAM INVOEREN
INSTELLEN
FLASH
5 5 5 1 2 3 4
FLASH
2 7 6 2
VOER TEL.NR.IN
VOER TEL.NR.IN
5551234s2762
START
RESET
FLASH
Sub-addressing
MOGELIJKHEDEN IN EEN NETWERK
79
MOGELIJKHEDEN
IN EEN NETWERK
Faxbericht verzenden met subadres
Het gebruik van de faxgids
verrichting is identiek aan die voor normaal kiezen.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
a
Leg de originelen met de bedrukte zijde naar boven op de
automatische documententoevoer.
of
1
b
Leg een boek of een origineel met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat.
2
of
todat op het display de naam staat van de gewenste
bestemming.
3
Het document wordt opgeslagen in het geheugen en het
toestel begint het nummer te kiezen en verzendt het
document (de documenten) met de subadresinformatie.
FAX
KIESCODE(S)
DRUK OP START
12-OCT-2000 15:00
0 0 %
+-
+-
PANASONIC
5551234s2762
START
OPSLAAN BER. NR.=001
PAG.=001 01%
Sub-addressing
MOGELIJKHEDEN IN EEN NETWERK
80
Met behulp van de manuele kiesmethode
Gebruik om het telefoonnummer en het subadres van elkaar te scheiden.
(see Note 1) (see Note 2) (see Note 3)
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
a
Leg de originelen met de bedrukte zijde naar boven op de
automatische documententoevoer.
of
1
b
Leg een boek of een origineel met de bedrukte zijde naar
onder op de glasplaat.
2
Voer het telefoonnummer in, druk op en voer
het subadres in (max. 20 cijfers).
(max. 36 cijfers met inbegrip van het telefoonnummer, de
pauzes, de spaties, FLASH en het subadres)
Vb: Telephone number = 5551234, Sub-address=2762
In te voeren als:
3
Het document wordt opgeslagen in het geheugen en het
toestel begint het nummer te kiezen en verzendt het
document (de documenten) met de subadresinformatie.
OPMERKING
1. scheidt het subadres van het telefoonnummer en wordt aangegeven door een "s" op het display.
2. De subadressering kan niet gebruikt worden bij manueel kiezen met afgehaakte hoorn of bij kiezen met
ingehaakte hoorn.
3. Het subadres wordt niet mee verzonden tijdens de manuele herkiesmodus.
FLASH
FAX
KIESCODE(S)
DRUK OP START
12-OCT-2000 15:00
0 0 %
FLASH
5 5 5 1 2 3 4
FLASH
2 7 6 2
TEL.NR.
5551234s2762
START
OPSLAAN BER. NR.=001
PAGES=001 01%
FLASH
Sub-addressing
81
VERSLAGEN EN
LIJSTEN
AFDRUKKEN
VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
Verslagen en lijsten
Dit faxtoestel kan de volgende verslagen en lijsten afdrukken,
waardoor u kan bijhouden welke documenten werden verzonden
en ontvangen en lijsten van opgeslagen nummers aanmaken.
Transactieverslag, individueel verzendingsverslag,
verbindingsverslag, nummerlijst, programmalijst,
faxparameterlijst en bestandenlijst.
Transactieverslag
Het "verslag" maakt een lijst van de laatste 40 transacties (een transactie gebeurt telkens wanneer u een
document verstuurt of ontvangt). Het verslag wordt automatisch afgedrukt telkens na 40 transacties (zie
Opmerking 1) of u kunt het verslag ook manueel afdrukken of inkijken door als volgt te werk te gaan:
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
a
om een verslag af te drukken
3
b
om een verslag te bekijken
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
1
2 6
FAX
FAX
FUNCTIE
6
AFDRUKKEN (1-4)
DRUK OP NR. OF
1
INSTELLEN
JOURNAAL
1:AFDRUK 2:BEKIJKEN
1
* AFDRUKKEN *
JOURNAAL
2
JOURNAAL BEKIJKEN
1:ALLEEN VRZ.2:ALLES
VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
82
(see Note 1)
4
Selecteer de weergavemodus
om enkel de verzendingstransacties te bekijken
om alle transacties te bekijken
Vb:
Druk op of om alle transacties in het verslag te
raadplegen. Druk op om terug te keren naar
standby.
OPMERKING
1. Als u de functie automatisch afdrukken van het transactieverslag wilt uitschakelen, moet u faxinstelling nr. 13 op
"uit" zetten. (Zie blz. 37)
1
2
2
STOP
DRUK OP
OF
VOOR
BEKIJKEN COMMUNICAT.
Type van communicatie
VRZ : Verzending
ONT : Ontvangst
A/O : Polling (opvragen)
Datum en tijd
Ontvangen ID,
Opgeslagen naam
of gekozen
telefoonnummer
Aantal pagina's die met succes werden verzonden of
ontvangen.
08/03 10:00 OK P01
VRZ
5551234
Markeringen bij het afrollen
: Laatste transactie
: Oudste transactie
: Enkel 1 transactie
Resultaat van de communicatie:
OK : De communicatie is geslaagd
P-OK : Gereserveerde verzending met succes
voltooid terwijl geheugen vol was.
BZET : De lijn was bezet
STOP : Er werd op STOP gedrukt
Informatiecode
van 3 cijfers : De communicatie is mislukt
(Zie blz. 91 voor meer details)
Verslagen en lijsten
VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
83
VERSLAGEN EN
LIJSTEN
AFDRUKKEN
Voorbeeldverslag
(1) (2)
***************** -JOURNAAL- ************************* DATUM 12-OCT-2000 ***** TIJD 15:00 ********
(3) (4) (5) (6) (7) (8) (9) (10) (11) (12)
NR. COMM PAG.(S) BER. TIJDDUUR Z/O IDENTIFICATIE DATUM TIJD DIAGNOSE
01 B-OK 005/005 00:00:22 VRZ SERVICE DEPT. 12-OCT 17:35 C0044903C0000
002/002 001
003/003 002
02 OK 003 003 00:01:17 ONT 111 222 333 12-OCT 17:41 C0044903C0000
03 OK 001 004 00:00:31 VRZ ACCOUNTING DEPT. 12-OCT 17:50 C0044903C0000
04 630 000/005 005 00:00:00 VRZ
342345676 12-OCT 17:57 0800420000000
05 STOP 000 006 00:00:34 VRZ
12324567 12-OCT 18:35 0210260200000
06 OK 001/001 007 00:00:20 VRZ
44567345 12-OCT 18:44 C8044B03C0000
07 408 *003 008 00:02:14 VRZ
2345678 12-OCT 18:55 0040440A30080
48 OK 002/002 049 00:00:31 VRZ
0245674533 12-OCT 08:35 C8044B03C1000
49 OK 003/003 050 00:01:32 VRZ
0353678980 12-OCT 08:57 C8044B03C1000
(13)
-PANASONIC -
************************************ -HEAD OFFICE - ***** - 201 555 1212- ********
(15) (14)
Verslagen en lijsten
VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
84
Uitleg bij de vermeldingen
(1) Datum van de afdruk
(2) Tijdstip van de afdruk
(3) Nummering
(4) Communicatieresultaat : "OK" wijst erop dat de communicatie geslaagd is.
"BZET" wijst erop dat de communicatie mislukt is omwille van een bezette lijn.
"STOP" wijst erop dat op STOP werd gedrukt tijdens de communicatie.
"P-OK" wijst erop dat tijdens de opslag van de documenten in het geheugen
voor latere verzending een geheugenoverloop is opgetreden of een document
verkeerd werd ingevoerd, maar dat de correct opgeslagen documenten wel
werden verzonden.
Het tweede getal van 3 cijfers (Zie blz. 91) geeft het totale aantal paginas aan
dat het toestel geprobeerd heeft te verzenden.
(5) Aantal verzonden of ontvangen
bladzijden
: Het 3 cijfers getal is het aantal bladzijden dat met succes werd verzonden of
ontvangen.
Wanneer de documenten in het geheugen werden opgeslagen, verschijnen
twee 3 cijfers getallen: het eerste staat voor het aantal met succes verzonden
bladzijden, het tweede voor het totaal aantal dat men geprobeerd heeft te
verzenden.
De asterisk "*" geeft aan dat sommige ontvangen kopieën van slechte kwaliteit
waren.
(6) Bestandnummer : 001-999 (Indien de communicatie in het geheugen werd opgeslagen, wordt
een bestandnummer toegekend aan elke communicatie.)
(7) Duur van de communicatie
(8) Communicatietype : "VRZ" staat voor verzending
"ONT" staat voor ontvangst
"A/O" staat voor polling (opvragen)
(9) Identificatie ander toestel:Naam : Naam : Opgeslagen naam in de nummerlijst. Nummers of Teken-ID van het
andere station.
Telefoonnummer: het gevormde telefoonnummer
Nummer: ID-nummer van het andere toestel.
(10) Communicatiedatum
(11) Begintijdstip communicatie
(12) Diagnose : Alleen ten behoeve van onderhoudspersoneel
(13) Eigen LOGO : Max. 25 tekens
(14) Eigen ID-nummer : Max. 20 cijfers
(15) Eigen letter-ID : Max. 16 tekens
Verslagen en lijsten
VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
85
VERSLAGEN EN
LIJSTEN
AFDRUKKEN
Communicatieverslag (COMM.JOURNAL)
Op het verbindingsverslag (Comm. Journal) kunt u controleren of de verzending of polling geslaagd is. U kunt de
afdrukvoorwaarde selecteren (Off/Always/Inc. Only - uit/altijd/alleen incompleet) in faxparameter nr. 12.
Voorbeeld communicatieverslag
************** -COMMUNICATIEJOURNAAL- ***************** DATUM 12-OCT-2000 **** TIJD 15:00 *********
(1) (2) (3)
MODE = VANUIT GEHEUGEN ZENDEN BEGIN=12-OCT 14:50 EINDE=12-OCT 15:00
BER.NR.= 050 (4)
(5) (6) (7) (8) (9) (10)
FAXNR. COMM NAAM TELEFOONNUMMER PAG.(S) TIJDSDUUR
001 OK SERVICE DEPT. 021 123 4567 001/001 00:01:30
002 OK SALES DEPT. 021 321 6751 001/001 00:01:25
003 407 ACCOUNTING DEPT. 021 133 1234 000/001 00:01:45
004 BZET
021 111 1234 000/001 00:00:00
- PANASONIC -
************************************* - HEAD OFFICE - ****** - 201 555 1212 - *******
Verslagen en lijsten
VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
86
Uitleg bij de vermeldingen
(1) Aanduiding van de
communicatiewijze
(2) Begintijdstip van de
communicatie
(3) Eindtijdstip van de
communicatie
(4) Bestandnummer : 001-999 (Indien de communicatie in het geheugen werd opgeslagen, wordt een
bestandnummer toegekend aan elke communicatie.)
(5) Communicatienummer : Volgnummer van de toestellen.
(6) Communicatieresultaat : "OK" wijst erop dat de communicatie geslaagd is.
"BZET" wijst erop dat de communicatie mislukt is omwille van een bezette lijn.
"STOP" wijst erop dat op STOP werd gedrukt tijdens de communicatie.
"P-OK" wijst erop dat tijdens de opslag van de documenten in het geheugen
voor latere verzending een geheugenoverloop is opgetreden of een document
verkeerd werd ingevoerd, maar dat de correct opgeslagen documenten wel
werden verzonden.
Een informatiecode van 3 cijfers (Zie blz. 91) wijst erop dat de communicatie
mislukt is. In dat geval drukt het toestel een bijbehorend verslag af met de
eerste pagina van uw document (zoals geïllustreerd wordt op de vorige pagina).
(7) Verkort nummer of
telefoonteken
: Telefoonteken wijst erop dat het nummer vanop het cijferklavier werd ingevoerd.
(8) Geregistreerde naam onder
snelkiestoets, verkort nummer
of vanop klavier ingevoerd
nummer
(9) Aantal verzonden of ontvangen
bladzijden
: Het 3-cijferig getal is het aantal bladzijden dat met succes werd verzonden of
ontvangen.
Wanneer de documenten in het geheugen werden opgeslagen, verschijnen
twee 3-cijferige getallen: het eerste staat voor het aantal met succes verzonden
bladzijden, het tweede voor het totaal aantal dat men geprobeerd heeft te
verzenden.
(10) Nummer programmatoets
Verslagen en lijsten
VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
87
VERSLAGEN EN
LIJSTEN
AFDRUKKEN
Faxgids
Het afdrukken van de faxgids zoals u die heeft opgeslagen.
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
2 6
FAX
FAX
FUNCTIE
6
AFDRUKKEN (1-4)
DRUK OP NR. OF
2
2:DIR-KIEZENLIJST?
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
* AFDRUKKEN *
DIR-KIEZENLIJST
Verslagen en lijsten
VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
88
Voorbeeld index-zoeklijst
Uitleg bij de vermeldingen
************** -KIESLIJST- ***************** DATUM 12-OCT-2000 **** TIJD 15:00 ********
(1) (2)
BESTEMMING TELEFOONNUMMER
ACCOUNTING DEPT 313 333 3456
ENG. DEPT. 888 555 1234
SALES. DEPT. <G>
[1/2] 121 555 1234
[2/2] 222 666 2345
AANT. STATIONS = 002 (3)
GROEP = 001 (4)
-PANASONIC -
************************************ -HEAD OFFICE - ***** - 201 555 1212 - *********
(1) In het toestel geregistreerde naam van bestemming : Max. 15 tekens
(2) In het toestel geregistreerd telefoonnummer : Max. 36 cijfers
(3) Aantal in de faxgids geregistreerde bestemmingen
(4) Aantal geregistreerde groepskiesnummers
Verslagen en lijsten
VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
89
VERSLAGEN EN
LIJSTEN
AFDRUKKEN
Lijst met faxparameters
Om een lijst met faxparameters af te drukken:
Controleer of het FAX-lampje brandt. Indien het niet brandt, druk op om "FAX MODE" te selecteren.
1
2
3
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
4 6
FAX
FAX
FUNCTIE
6
AFDRUKKEN (1-4)
DRUK OP NR. OF
4
4:LIJST FAX PARAM?
DRUK OP INSTELLEN
INSTELLEN
* AFDRUKKEN *
TSL. PARAMETERLIJST
Verslagen en lijsten
VERSLAGEN EN LIJSTEN AFDRUKKEN
90
Voorbeeld lijst met faxparameters
Uitleg bij de vermeldingen
*************** -TOESTELPARAMETERLIJST- ************** DATUM 12-OCT-2000 ***** TIJD 15:00 ********
(1) (2) (3) (4) (5)
PARAMETER OMSCHRIJVING MOGELIJKHEDEN HEIDIGE STANDAARD
NUMMER INSTELLING INSTELLING
(7)
* 02 RESOLUTIE (1:Standaard 2:Fijn 3:Super-Fijn) 2 1
04 STEMPEL (HOME) (1:Uit 2:Aan) 2 2
99 GROOTTE GEH. (FLASH) (2MB + 4MB) (6)
-PANASONIC -
************************************ -HEAD OFFICE - ***** - 201 555 1212- *********
(1) Parameternummer
(2) Beschrijving : "(HOME)" betekent standaard-instelling
(3) Keuzemogelijk-heden
(4) Huidige instelling : "----" geeft aan dat geen code of wachtwoord is geregistreerd. Wanneer wel een
code of wachtwoord is geregistreerd, staat deze tussen haakjes.
(5) Standaard-instelling : Zoals in de fabriek ingesteld
(6) Geheugeninhouden : (Ingebouwd geheugen + facultatief geheugen)
(7) Gewijzigde instelling : "*" geeft aan dat de fabrieksinstelling werd gewijzigd.
Verslagen en lijsten
91
PROBLEMEN
VERHELPEN
PROBLEMEN VERHELPEN
Moeilijkheden oplossen
Informatiecodes
Wanneer er iets ongewoons gebeurt, kan het display één van de onderstaande informatiecodes weergeven. Aan
de hand daarvan kunt u het probleem opsporen en verhelpen.
Indo.
code
Betekenis Wat doen ? Blz.
400 Het ontvangsttoestel reageerde niet tijdens de
oproepfase, of er deed zich een communicatiefout
voor.
1. Controleer bij uw correspondent
2. Breng het document opnieuw in en verzend
nogmaals
--
401 Ontvangsttoestel had wachtwoord nodig om het
document te ontvangen.
Ontvangsttoestel heeft geen vertrouwelijke mailbox.
Controleer bij uw correspondent --
402 Tijdens de oproepfase deed zich een
communicatiefout voor.
Breng het document opnieuw in en verzend
nogmaals
--
403 Polling niet mogelijk bij uw correspondent Vraag of uw correspondent «AFROEPMODE»
op «AAN» wil zetten
--
404/405 Tijdens de oproepfase deed zich een
communicatiefout voor.
Breng het document opnieuw in en verzend
nogmaals
--
406 Verzendingswachtwoord komt niet overeen.
Ontvangstwachtwoord komt niet overeen.Bij selectieve
ontvangst: ontvangen van een ongewenst toestel.
Controleer het wachtwoord of het
telefoonnummer in de nummerlijst.
73
407 Geen bevestiging voor de vorige verzonden pagina
vanwege het ontvangend toestel.
Wacht een paar minuten en verzend opnieuw --
408/409 Bevestiging vanwege het andere toestel is niet te
ontcijferen.
Wacht een paar minuten en verzend opnieuw --
410 Communicatie afgebroken door de zender. Neem contact op met de andere partij. --
411 Polling-wachtwoord komt niet overeen. Controleer het polling-wachtwoord 69
412 Geen gegevens vanwege het versturend toestel. Controleer bij uw correspondent --
414 Polling-wachtwoord komt niet overeen. Controleer het polling-wachtwoord 69
415 Polling-verzendingsfout. Controleer het polling-wachtwoord 69
416/417
418/419
Ontvangen gegevens bevatten te veel fouten Controleer bij uw correspondent --
420/421 Toestel gaat in ontvangststand, maar ontvangt geen
commando vanwege het verzendend toestel
1. Verkeerde nummervorming vanwege de
correspondent
2. Controleer bij uw correspondent
--
422/427 Interface is niet compatibel Controleer bij uw correspondent. --
430/434 Communicatiefout deed zich voor tijdens ontvangst Controleer bij uw correspondent. --
436/490 Ontvangen gegevens bevatten te veel fouten Controleer bij uw correspondent. --
492/493
494
Communicatiefout deed zich voor tijdens ontvangst. Controleer bij uw correspondent. --
495 Telefoonverbinding verbroken. Controleer bij uw correspondent. --
PROBLEMEN VERHELPEN
92
(see Note 1)
501/502 Communicatiefout opgetreden bij gebruik van het
ingebouwde V.34 modem.
Neem contact op met de andere partij. --
540/541
542
543/544
Communicatiefout deed zich voor tijdens verzending. 1. Breng het document opnieuw in en verzend
nogmaals.
2. Controleer bij uw correspondent.
--
550 Telefoonverbinding verbroken. Controleer bij uw correspondent. --
552/553
554/555
Communicatiefout deed zich voor tijdens ontvangst Controleer bij uw correspondent. --
580 Verzending met subadres naar eenheid zonder
subadresfunctie.
Doe navraag bij het andere toestel. 77
581 Verzending met subadreswachtwoord naar eenheid
zonder subadresfunctie met wachtwoord.
Doe navraag bij het andere toestel. 77
601 Deur automatische documentinvoer (ADT) stond open
tijdens manuele verzending.
Sluit de ADT-deur en verzend opnieuw. 97
623 Er lag geen document op de ADT. Breng het document opnieuw in en verzend
nogmaals.
--
630 Herhaling van het gekozen nummer lukte niet omdat
de lijn bezet was.
Breng het document opnieuw in en verzend
nogmaals.
--
631 Er werd op STOP gedrukt tijdens de nummervorming. Breng het document opnieuw in en verzend
nogmaals.
--
634 Herhaling van het gekozen nummer lukte niet omdat
de correspondent geen gehoor gaf of het verkeerde
nummer werd gekozen.
Opmerking: als de lijn niet bezet was, herhaalt het
toestel het nummer slechts ëën keer.
Controleer het telefoonnummer en verzend
opnieuw.
--
638 Er deed zich een stroomonderbreking voor tijdens de
communicatie.
Controleer netsnoer en stekker. --
870 Geheugenoverloop bij het opslaan in het geheugen
van documenten voor verzending.
1. Verzend de documenten zonder ze in het
geheugen op te slaan.
2. Installeer de optionele geheugenkaart.
53
103
OPMERKING
1. Neem contact op met uw Panasonic-dealer als de foutcode terug blijft komen nadat u de aard van het probleem
heeft vastgesteld en de aanbevolen handeling heeft opgezocht, of voor informatie over foutcodes die op uw
toestel verschijnen maar niet in bovenstaande lijst vermeld worden.
(Zie het gedeelte Probleemoplossing in de handleiding (voor de kopieermodus) voor mechanische storingen. Blz.
32)
Indo.
code
Betekenis Wat doen ? Blz.
Moeilijkheden oplossen
PROBLEMEN VERHELPEN
93
PROBLEMEN
VERHELPEN
Als u met een van de volgende problemen zit
Wanneer ? Symptoom Oorzaak / Wat doen? Blz.
In stand-by
In het venster
verschijnt "01-JAN-
1999".
De batterij is niet geïnstalleerd of de batterij is helemaal leeg.
Installeer een nieuwe batterij en stel de klok opnieuw in.
96
Problemen bij het
verzenden
Document(en) geraken
van de documentlade
af
1. Controleer of uw document geen nietjes of papierklemmen
bevat en of het niet vettig of gescheurd is.
2. Controleer of het document beantwoordt aan wat u met dit
toestel kunt verzenden (raadpleeg de lijst "onverzendbare
documenten"). Als het document beantwoordt aan de
kenmerken uit die lijst, maak er dan eerst een fotokopie van
en verstuur die.
41
41
Vastgelopen document "VERWIJDER VASTGELO-PEN ORIGINEEL IN ADF"
verschijnt op het display als het document vastloot.
--
Problemen met
verzendingskwaliteit
Verticale lijnen op het
verzonden document
Controleer eerst de kopieerkwaliteit. Als u een degelijke kopie
kunt maken, is uw toestel OK en moet u uw correspondent
verwittigen dat het probleem bij hem zit. Is de kopie niet goed,
reinig dan de zone die de documenten scant.
97
Verzonden document is
blanco
1. Controleer of het origineel met de bedrukte zijde naar
boven in de invoereenheid, of met de bedrukte zijde naar
beneden op de glasplaat is gelegd.
2. Controleer de kwaliteit van uw kopie. Wanneer uw kopie
goed is, is uw toestel in orde en meldt u de ontvanger dat er
daar een probleem is. Wanneer uw kopie niet goed is,
reinigt u het scangebied.
97
Tijdens ontvangst
Geen papier In het venster verschijnt "PAPIER BIJVULLEN" wanneer het
papier op raakt.
--
Papierdoorvoerfout De foutcode 001 of 002 verschijnt in het venster wanneer er
een papierdoorvoerfout optreedt.
--
Het papier wordt niet
door het toestel
gevoerd
Controleer of er papier in de papierlade zit. Volg de
aanwijzingen voor het plaatsen van het papier.
--
Het papier wordt na het
afdrukken niet
uitgevoerd
Controleer of er in het toestel een papierdoorvoerfout is
opgetreden.
97
De afdrukken worden
niet in de juiste
volgorde opgestapeld.
De pagina die als
laatste is ontvangen
wordt niet afgedrukt.
Wanneer er tijdens ontvangst van een faxbericht geen
geheugen meer beschikbaar is, wordt het faxbericht vanaf de
eerste pagina afgedrukt. Wanneer dit regelmatig gebeurt,
verdient het aanbeveling om een optionele flitsgeheugenkaart
te installeren.
103
Automatische
verkleining van het
origineel functioneert
niet
Controleer de verkleiningsfactor. 65
De toner is op In het venster verschijnt "TONER BIJVULLEN" wanneer de
tonercassette leeg is.
--
Moeilijkheden oplossen
PROBLEMEN VERHELPEN
94
Papier bijvullen
Zie de handleiding (voor de kopieermodus)
Toner bijvullen
Zie de handleiding (voor de kopieermodus)
Papierdoorvoerfouten oplossen
Zie de handleiding (voor de kopieermodus)
Problemen met
afdrukkwaliteit
Verticale lijnen
afgedrukt op
ontvangen document
Druk een verslag af (b.v. FUNCTIE, 6, 1, INSTELLEN en 1) en
controleer de kwaliteit om na te gaan of het probleem al dan
niet bij uw toestel zit.
Als de verslagkwaliteit goed is, is uw toestel OK en moet u uw
correspondent verwittigen dat het probleem bij hem zit.Is de
kwaliteit niet goed, vervang dan het tonerpatroon.
81
--
Wazige afdruk 1. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt om een
optimale afdrukkwaliteit te krijgen.
2. Probeer de kwaliteit van de ommezijde van het
afdrukpapier.
--
Ontbrekende punten of
lijnen/zwartheid van de
afdruk ongelijk
1. Zorg ervoor dat u het juiste papier gebruikt om een
optimale afdrukkwaliteit te krijgen.
2. Vervang het tonerpatroon.
--
--
Afdruk wordt bleker Misschien is de toner in het tonerpatroon bijna op. Vervang
het tonerpatroon.
--
Flauwe afdruk Misschien kiest u beter een andere papiersoort voor een
optimale afdrukkwaliteit.
--
Problemen met de
communicatie
Geen kiestoon 1. Controleer de aansluiting van de telefoonlijn.
2. Controleer de telefoonlijn.
100
Geen automatisch
antwoord
1. Controleer de aansluiting van de telefoonlijn.
2. Controleer voor welke ontvangstwijze het toestel ingesteld
is.
3. Als faxparameter nr. 13 (AUT. JOURNAL AFDR) is
ingesteld op "Aan" (standaardinstelling) en het toestel het
ontvangen document afdrukt vanuit zijn geheugen en het
document de 40ste transactie is, kan het toestel niets
ontvangen tot het transactieverslag helemaal afgedrukt is.
100
60
Kan niet verzenden of
ontvangen
Een informatiecode verschijnt op het display. Raadpleeg de
tabel met informatiecodes om te kijken wat het probleem is.
91
Toestel werkt helemaal
niet
Toestel werkt helemaal
niet
U moet het toestel terugstellen: schakel de stroom enige
seconden uit en schakel dan opnieuw in.
--
Wanneer ? Symptoom Oorzaak / Wat doen? Blz.
Moeilijkheden oplossen
PROBLEMEN VERHELPEN
95
PROBLEMEN
VERHELPEN
Controlestempel
De controlestempel bevat inkt. Wanneer het stempelteken vaag of amper te zien is, moet de stempel vervangen
worden of opnieuw van inkt voorzien.
Om de stempel te verwijderen: (see Note 1)
1
(1)Open de invoereenheid
(2)Verwijder het deksel van de glasplaat aan
de linkerzijde Klittenband.
2
Open de stempelhouder.
3
(1)Verwijder de stempeleenheid.
(2)Verwijder het stempel. Vervang het stempel
door een nieuwe.
4
Plaats stempeleenheid en deksel van de
glasplaat terug.
OPMERKING
1. Neem contact op met uw Panasonic-verdeler voor de aankoop van een nieuwe stempel. Zie blz. 103 voor het
bestelnummer.
Klittenband
Glasplaatdeksel
(Old) (New)
Moeilijkheden oplossen
PROBLEMEN VERHELPEN
96
Het vervangen van de lithiumbatterij
Vervang de lithiumbatterij volgens onderstaande procedure wanneer de melding "01-JAN-1999" in het venster
verschijnt.
1
1 Zet de netschakelaar op "O" (uit).
2 Verwijder de achterklep. (1 schroef)
3 Verwijder eventueel aanwezige statische elektriciteit door
de parallelle printerpoort aan te raken.
2
4 Neem de lithiumbatterij uit de batterijhouder.
3
5 leg een nieuwe lithiumbatterij in de batterijhouder.
OPGEPAST
!
duidt op een gevaar waarbij licht lichamelijk letsel en
beschadiging van het toestel kan optreden.
Houd de lithiumbatterij buiten het bereik van kinderen.
Zorg er om schade aan het toestel te voorkomen voor, dat
de pluspool (+) en het Panasonic logo uw kant op wijzen.
Gebruik alleen een Panasonic CR2032 of gelijkwaardige
batterij.
Behandel lege lithiumbatterijen als klein chemisch afval.
6 Plaats de achterklep terug. (1 schroef)
7 Zet de netschakelaar op "I" (aan).
8 Stel datum en tijd opnieuw in (Zie blz. 22).
Moeilijkheden oplossen
PROBLEMEN VERHELPEN
97
PROBLEMEN
VERHELPEN
Het reinigen van het scangebied
Verwijder vlekken met behulp van een zachte doek en een mild sopje.
Droog na met een droge doek.
Wanneer de door u verzonden faxberichten heel donker zijn of zwarte strepen bevatten, kunt u ter controle zelf
een aantal kopieën maken.
Wanneer de kopie erg donker is of zwarte strepen heeft, is waarschijnlijk het scangebied vuil en moet gereinigd
worden. Reinig de doorvoerrol wanneer de documenten regelmatig foutief worden doorgevoerd.
Reinig het gebied voorzichtig met een zachte, goed uitgewrongen doek.
(see Note 1)
1
Open de papierdoorvoerklep en
reinig de papierdoorvoerrol
voorzichtig.
3
Open de invoereenheid en reinig de
glasplaat en glasplaatdeksel voorzichtig.
2
Sluit de papierdoorvoerrol
zorgvuldig.
4
Sluit de invoereenheid.
OPMERKING
1. Voorkom dat er krassen op het scangebied komen.
Onderhoud aan de kopieermachine
Onderhoud aan het scangebied
Papierdoorvoerrol
Glasplaatdeksel
Glasplaat
Moeilijkheden oplossen
PROBLEMEN VERHELPEN
98
Reiniging van de drukrol
Als u toner aantreft op de achterkant van het afdrukpapier, is
de drukrol in de thermische eenheid allicht vuil.
Zo reinigt u de de drukrol:
1
2
Het toestel drukt 3 reinigingskaarten af.
Keer vervolgens terug naar stand-by.
12
45
78
0
3
6
9
abc..
+-
FUNCTIE
INSTELLEN
6 7
1 2
FUNCTIE
7 6
INSTELLEN
REINIGINGSVELLEN
1:PRINT 2:REINIG
1
<AFDRUKROL REINIGINGSKAART>
HOE MOET DE REINIGINGSKAART WORDEN GEPLAATST
1. OPEN DE PAPIERLADE
(INDIEN MEERDERE PAPIERCASSETTES, OPEN BOVENSTE ERCASSETTE)
2. PLAATS DE 3 REINIGINGSKAARTEN IN DE CASSETTE MET DE TEKST NAAR DONS
3. SLUIT DE PAPIERLADE
4. DRUK OP [FUNCTIE] [7] [6] [INSTELLEN] [2] OM REINIGING TE STARTEN.
5. VERWIJDER DE REINIGINGSKAARTEN
*** PLAATS DEZE KANT RECHTS, TEKST NAAR DONS ***
* AFDRUKKEN *
REINIGINGSVELLEN
Moeilijkheden oplossen
PROBLEMEN VERHELPEN
99
PROBLEMEN
VERHELPEN
(see Note 1)
3
Leg de reinigingskaarten met de bovenzijde naar onder in de
cassette (zie opmerking 1).
4
5
Het toestel voert de reinigingskaarten door het toestel om
de afdrukrol schoon te maken.
OPMERKING
1. Als u de facultatieve 2de cassette hebt geïnstalleerd, leg de reinigingskaart dan in de bovenste cassette.
FUNCTIE
7 6
INSTELLEN
REINIGINGSVELLEN
1:PRINT 2:REINIG
2
* REINIGEN *
AFDRUKROL
Moeilijkheden oplossen
PROBLEMEN VERHELPEN
100
Controle van de telefoonlijn
Als u bij het drukken op de -toets geen kiestoon hoort of als u bij een binnenkomende oproep geen
beltoon hoort op uw toestel (geen automatische ontvangst).
1
Trek het telefoonsnoer uit de
wandcontactdoos van de
telefoonmaatschappij.
2
Stop een andere telefoonstekker in dezelfde
wandcontactdoos.
3
Controleer of u door de hoorn van dat andere
toestel de kiestoon hoort. Als u nog steeds
niets hoort, rapporteer dit dan aan de
telefoonmaatschappij.
of
Bel vanop een andere telefoonlijn naar uw
faxnummer. Als het aangesloten
telefoontoestel niet belt, rapporteer dit dan
aan de telefoonmaatschappij.
TEL/KIES
Moeilijkheden oplossen
101
AANHANGSEL
AANHANGSEL
Technische gegevens
Compatibiliteit CCITT groep 3
Coderingsschema MH, MR, MMR (Conform de ITU-T richtlijnen)
Modemtype ITU-T V.34, V.17, V.29, V.27 ter en V.21
Modemsnelheid 33600-2400 bps
Afmetingen van origineel B4 FLS/A4/A5
Max. origineelformaat Glasplaat : B4 (257 mm x 364 mm)
Invoereenheid : 257 mm x 2 m
Min. origineelformaat Glasplaat : Geen minimum
Invoereenheid : 130 mm x 150 mm
Dikte document
50 g/m
2
- 105 g/m
2
ADT-capaciteit
(Automatische
documenttoevoer)
Ingebouwd, maximaal 30 vellen
Scanningmethode Vlak-bed scanning met beeldsensor van het CCD-type
Nuttige scanningbreedte 257 mm
Scanner Resolution Horizontaal: 8 punten/mm
: 16 punten/mm
Verticaal : 3,85 lijnen/mm
: 7,7 lijnen/mm
: 15,4 lijnen/mm
Afdrukmethode Laserprinter
Afdrukpapier Gewoon papier
Resolutie printer 600 dpi
Afmetingen afdrukpapier B4
FLS/A4/A5
Nuttige afdrukzone Legal : 205,7 mm x 345,4 mm
Letter : 205,7 mm x 269,2 mm
Factuur : 129,5 mm x 205,7 mm
Afdrukmarges
A : 5 mm
Specifications are subject to change without notice.
A
A
A
A
AANHANGSEL
102
(see Note 1)
Capaciteit afdrukpapier Ong. 250 vellen, plus 50 vel handinvoer
Geheugencapaciteit voor
snelkiesnummers/verkorte
nummers
100 bestemmingen (waaronder 10 snelkiestoetsen en 10
programmeertoetsen)
Onder elk nummer kan men max. 36 cijfers registreren voor het
telefoonnummer (met inbegrip van pauzes en spaties) en max. 15
tekens voor een naam
Beeldgeheugencapaciteit Basisgeheugen 60 paginas
met flash-geheugenkaart van 1 MB 120 paginas
met flash-geheugenkaart van 2 MB 180 paginas
met flash-geheugenkaart van 4 MB 300 paginas
(Op basis van de ITU-T gegevens van testblad n° 1 bij standaard resolutie)
Voeding AC 120V, 50/60 Hz, 8A
AC 220 - 240 V, 50/60 Hz, 4,5 A
Stroomverbruik
Spaarstand : ca. 35 Wu
Slaapstand : ca. 1,5 Wu
Max : ca. 1,0 kWu
Afmetingen 496 (W) x 487 (D) x 383 (H) (met ADF)
Gewicht 22,6 kg
Werkomgeving Temperatuur : 10 to 30 °C
Relatieve vochtigheid : 30 to 80 %
Specifications are subject to change without notice.
OPMERKING
1. De linker en rechter afdrukmarge bedraagt 5,5 mm bij het afdrukken op Letter of Legal formaat met 600 dpi vanaf
een PC met de parallelle interface.
Technische gegevens
AANHANGSEL
103
AANHANGSEL
Accessoires en losse onderdelen
Gelieve contact op te nemen met uw Panasonic-verdeler om na te gaan wat beschikbaar is.
Accessoires:
Bestelnr. Afbeelding Beschrijving
UE-410045 Flash-geheugenuitbreidingskaart, 1 MB
UE-410046 Flash-geheugenuitbreidingskaart, 2 MB
UE-410047 Flash-geheugenuitbreidingskaart, 4 MB
DZHT000004 Controlestempel
AANHANGSEL
104
Uitbreidingskaart met flitsgeheugen
Installatie van de uitbreidingskaart met flitsgeheugen (1 MB: UE-410045, 2 MB: UE-410046, 4 MB: UE-410047)
Zorg er voor installatie voor, dat er geen bestanden meer in het geheugen aanwezig zijn. Let op het stand-by
venster terwijl de faxmodus is ingeschakeld en controleer of het verbruikte geheugenpercentage op "00%" staat.
Nadat de geheugenkaart is geïnstalleerd, wordt het volledige documentgeheugen geïnitialiseerd waardoor het
geheugen volledig wordt gewist.
(see Note 1)
1 Schakel de netspanning uit.
2 Verwijder de geheugenkaartklep.
3 Steek de geheugenkaart voorzichtig in de
kaartgleuf.
Belangrijk: Het Panasonic logo van de
geheugenkaart moet naar de
voorkant van de kopieermachine
wijzen.
OPGEPAST
!
De geheugenkaart mag niet geïnstalleerd of
verwijderd worden terwijl de netspanning is
ingeschakeld.
4 Plaats de geheugenkaartklep terug.
5 Schakel de netspanning in.
6 Druk de faxparameterlijst af (zie blz. 89) en
controleer de geheugengrootte bij faxparameter
nr. 99. (Zie blz. 39 en onderstaande opmerking 1)
OPMERKING
1. De in het geheugen opslagen document(en) gaan verloren wanneer de geheugenkaart verwijderd wordt.
3
5
4
Kaartgleuf
(achterzijde
kopieermachine)
1
2
Geheugenkaartklep
Geheugenkaartklep
Opties en losse onderdelen
AANHANGSEL
105
AANHANGSEL
Verklarende woordenlijst
Activiteitsverslag De lijst die uw toestel afdrukt met laatste 40* verstuurde en ontvangen
transacties.
ADT (Automatische
documenttoevoer)
Het mechanisme waarmee een stapel documentbladzijden pagina voor
pagina in de scanner wordt ingebracht.
Afdelingscode Voor deze functie moet de gebruiker vóór de verzending vooraf een
afdelingscode van 4 cijfers invoeren. De afdelingsnaam van de gekozen
afdelingscode wordt afgedrukt in de koptekst van elke verstuurde pagina,
op het titelblad, op het verzendingsverslag en op het afzonderlijk
overseiningsrapport.
Afdrukcollationering De mogelijkheid om ontvangen documenten in de correcte volgorde te
stapelen.
Afdrukverkleiningsmodi De methoden die bepalen hoe een binnenkomend document wordt
verkleind en op het papier in uw toestel wordt afgedrukt.
Automatische
afdrukverkleining
De mogelijkheid om verschillende documentbestanden voor dezelfde
bestemming(en) in één verbinding te verzenden.
Automatisch verkeer Telefoondienst waardoor men zonder hulp van een telefonist(e) met
correspondenten in verbinding kan treden.
Automatische ontvangst Werkstand van een faxtoestel waarbij documenten kunnen worden
ontvangen zonder tussenkomst van de gebruiker.
Beeldgeheugencapaciteit De hoeveelheid in uw toestel beschikbaar geheugen die
documentbladzijden kan opslaan. Het aantal bladzijden wordt berekend
aan de hand van het ITU-T Testblad nr. 1
Bestand Een opdracht die in het geheugen van uw toestel is opgeslagen;
voorbeeld: uitgestelde verrichtingen.
Bestandsverzending De mogelijkheid om een permanent bestand (tot het wordt gewist) op te
slaan in het geheugen, dat herhaaldelijk naar één of meer toestellen kan
verzonden worden.
Capaciteit beeldgeheugen
Dit is de grootte van het geheugen in uw toestel voor het opslaan van doc-
umenten. Alle pagina-afmetingen zijn gebaseerd op het ITU-T beeld nr. 1.
Cijferklavier Groep cijfertoetsen op het bedieningspaneel.
Coderingsschema De manier waarop faxtoestellen de gegevens comprimeren. Uw toestel
gebruikt de codesystemen Modified Huffman (MH), Modified Read (MR),
Modified Modified Read (MMR) en Joint Bi-level Experts Group (JBIG).
COMM. JOURNAL Verwijst naar het communicatieverslag, het relais-verzendingsverslag of
het vertrouwelijk verzendingsverslag.
CONTRAST De aftastgevoeligheid (licht of donker) van uw originele te verzenden
paginas.
AANHANGSEL
106
Controlestempel Een door de gebruiker te kiezen verzendingscontrolestempel die een "X"-
teken plaatst op de ingescande documenten die met succes zijn
verzonden of in het geheugen opgeslagen.
DTMF Dual Tone Multi-Frequency. Een nummerkiesmethode die voor elk cijfer
van het telefoonklavier een andere reeks frequenties uitzendt. Gewoonlijk
aangeduid met «toon-nummervorming».
ECM Error Correction Mode. De mogelijkheid om verzendingsfouten te
corrigeren naarmate ze tijdens de verzending worden ontdekt.
Eindontvangststation
In een relaisnetwerk is dit het eindstation dat het document zal ontvangen.
De lijst met standaardfaxparameterinstellingen die u in uw toestel hebt
geprogrammeerd.
Faxdoorzendfunctie De mogelijkheid om inkomende faxdocumenten door te zenden naar een
toestel dat geregistreerd staat in het verkort kiesnummer [00].
Faxparameterlijst Lijst met de door u geprogrammeerde instellingen van uw faxtoestel.
Faxtoegangscode 4-cijferige programmeerbare code die belet dat onbevoegden gebruik
maken van uw faxtoestel.
FUNCTION De toets op het bedieningspaneel waarmee een verrichting of de instelling
van een mogelijkheid wordt begonnen.
G3 Groep 3. Verwijst naar het geheel van normen en
transmissiemogelijkheden van de huidige generatie faxtoestellen.
Gebruikerparameter Geprogrammeerde parameter die informatie levert aan andere toestellen.
B.v. logo, letter-ID, datum en uur.
Gegroepeerde
nummervorming
Mogelijkheid om meer dan één telefoonnummer in één programma onder
te brengen, zodat u ze met de druk op slechts één knop allemaal achter
elkaar kunt opbellen.
Geheugenverzending De documenten worden eerst ingelezen in het geheugen en pas daarna
over de telefoonlijn doorgestuurd.
Gereserveerde verzending Mogelijkheid om een telefoonnummer te programmeren zodat de
verzending erheen reeds wordt gereserveerd terwijl uw toestel nog een
andere functie verricht.
ID Een programmeerbaar «adres» van maximum 20 cijfers waarmee uw
toestel wordt aangeduid.
Indexblad Een lijst met de namen van de bestemmingen die in uw toestel
geprogrammeerd zijn.
Indextoetsen Een reeks alfabetische toetsen voor gemakkelijke toegang tot de stations
die in de nummerlijst zijn geprogrammeerd.
Een verslag met informatie over de laatste documententransactie dat door
het verzendende station wordt afgedrukt.
Verklarende woordenlijst
AANHANGSEL
AANHANGSEL
107
AANHANGSEL
Individueel
verzendingsverslag
Verslag dat door het verzendtoestel wordt afgedrukt en waarin gegevens
staan over de laatste documentverrichting.
Informatiecode Code die intern wordt gegenereerd door uw faxtoestel en die een
welbepaalde bedieningsfout of toestelpanne weergeeft.
ITU-T International Telecommunication Union - Telecommunication.
Kiezen vanuit een directory Laat u toe een volledig telefoonnummer te kiezen door naar de namen te
zoeken die ingevoerd werden in de snelkiesnummers of de verkorte
kiesnummers.
Kopregel Een regel informatie die door het verzendtoestel wordt meegestuurd en
door het ontvangtoestel boven elke bladzijde wordt afgedrukt. Hij geeft
aan van waar de fax komt, naast andere gegevens zoals datum en uur van
verzending.
LCD Liquid Crystal Display. Display met vloeibare kristallen waarop het toestel
allerlei gegevens weergeeft.
Letter-ID Een geprogrammeerde codenaam van maximum 16 alfanumerieke tekens
die dienst doen als «identiteitskaart» van uw faxtoestel.
LOGO Uw geprogrammeerde bedrijfsnaam of identificatie van maximum 25
alfanumerieke tekens.
Manuele ontvangst Werkstand waarbij tussenkomst van de gebruiker vereist is om een
document te kunnen ontvangen.
Modem Toestel dat signalen van uw faxtoestel omzet in signalen die via een
telefoonlijn kunnen worden overgebracht.
Multi-station verzending De mogelijkheid om eenzelfde reeks documenten naar een
geprogrammeerd aantal plaatsen te verzenden.
Multiple LOGO's De gebruiker kan één van de 25 standaard LOGO's kiezen voordat hij het
document verzendt.
Netwerk-adres Individueel 4-cijferig getal, toegewezen aan een snelkiestoets/verkort
nummer, ter identificatie van een bestemming binnen een relais-netwerk.
Netwerk-wachtwoord 4-cijferig wachtwoord, toegewezen aan een netwerk-adres om te beletten
dat onbevoegden binnendringen in een relais-toestel.
Noodgeheugenontvangst De mogelijkheid van uw toestel om een binnenkomend document in het
geheugen op te slaan wanneer het papier of de toner op is.
Nummer van nummerlijst De mogelijkheid om volledige telefoonnummers in de nummerlijst op te
slaan en ze vervolgens met een enkele druk op een toets op te roepen.
De mogelijkheid om documenten op te vragen bij een ander faxtoestel.
Nummervorming met
faxgdeelte
Rechtstreekse vorming van telefoonnummers vanop het faxgedeelte, dus
met de telefoonhoorn ingehaakt.
Verklarende woordenlijst
AANHANGSEL
108
Nummervorming met
telefoongedeelte
Rechtstreekse vorming van telefoonnummers vanop het telefoongedeelte,
nadat men de hoorn heeft afgehaakt.
Ontvangstwachtwoord 4-cijferig wachtwoord dat wordt gecontroleerd alvorens een document
wordt «binnengelaten».
Opgeslagen originelen Documenten die werden ingescand en nu in het geheugen van uw toestel
zijn opgeslagen.
Oproepfase Uitwisseling van een aantal controlesignalen tussen zender en ontvanger.
Deze signalen bepalen de omstandigheden waarin communicatie kan
plaatsvinden.
Overlappende afdruk Documenten die te lang zijn kunnen verkleind worden om automatisch
afgedrukt te worden op twee pagina's met een overlappende strook van
ong. 10 mm.
Panasonic Super-afvlakking Elektronische beeldverbeteraar die welbepaalde patronen creëert om de
afdrukkwaliteit te verbeteren.
Periodiek verslag Verslag dat door uw toestel wordt afgedrukt na elke 32 verzendingen/
ontvangsten.PollingMogelijkheid om een document op te vragen bij een
ander faxtoestel.
Protocol Een protocol is de speciale set van communicatieregels die de eindpunten
in een telecommunicatieverbinding gebruiken om signalen over en weer te
zenden. Beide eindpunten moeten hetzelfde protocol herkennen en
respecteren.
PSTN Public Switched Telephone Network. Netwerk van onderling verbonden
schakelapparatuur en verzendingsfaciliteiten.
Relais-adres 2-cijferige code die aangeeft dat uw toestel binnen een relais-netwerk is
geprogrammeerd.
Relais-netwerk Groep faxtoestellen die communiceren via een relais-toestel.
Relais-toestel Bepaald type faxtoestel dat documenten kan opslaan en doorsturen naar
een toestel van bestemming en/of een relais-toestel in een ander relais-
netwerk. Uw toestel kan niet gebruikt worden als relais-toestel.
Relais-verzending Verzending van een document naar een relais-toestel, dat op zijn beurt het
document doorstuurt naar een eindbestemming.
Relais-verzendingsverslag Verslag dat informatie bevat over de laatste verzending van een document
naar een relais-toestel.
Resolutie Heeft betrekking op het aantal gescande of gedrukte punten per vierkante
centimeter. De kwaliteit van het beeld neemt toe naarmate het aantal
punten per vierkante centimeter stijgt.
Selectieve ontvangst Functie die zo kan worden ingesteld dat het toestel alleen kan ontvangen
van de toestellen die in de nummerkiezer zijn geprogrammeerd.
Verklarende woordenlijst
AANHANGSEL
AANHANGSEL
109
AANHANGSEL
Sluimermodus Toestand van minimaal stroomverbruik waarin het toestel schakelt na de
ingestelde tijdsduur zonder te worden uitgeschakeld. (De Sluimermodus is
niet beschikbaar wanneer de optionele parallelle-poortinterface kit,
Paginabeschrijvingstaal-printeninterface kit of G3 communicatiepoortkit
werd geïnstalleerd)
Snelkiestoets Toets waarop men drukt om daardoor in één moeite een volledig
telefoonnummer te vormen.
Stroombesparingsmodus Om het stroomverbruik van het toestel in stand-by te beperken, selecteert
u de tijdspanne waarin de hoge-temperatuur fuser unit uitgeschakeld wordt
als de printer niet afdrukt.
Stroomonderbrekingsverslag Verslag dat gegevens bevat over de laatste verrichting die plaatsvond toen
de stroom uitviel.
Subadres ITU-T richtlijn voor verdere routing, doorzending of relais van inkomende
faxen.
Subadreswachtwoord ITU-T richtlijn voor bijkomende beveiliging dat overeenkomt met het
subadres.
Tijdelijke
geheugen-ontvangst
Mogelijkheid van uw toestel om een binnenkomend document op te slaan
in zijn geheugen wanneer het afdrukpapier of de toner op is.
Toegangscode 4-cijferige programmeerbare toegangscode die belet dat onbevoegden
gebruik maken van uw faxtoestel.
Toestel van bestemming In een relais-netwerk: het toestel waarvoor het document uiteindelijk
bestemd is.
Toestel van herkomst In een relais-netwerk, het toestel waarvan de documentverzending uitgaat.
Toestelnaam Alfanumeriek ID dat kan geprogrammeerd worden voor elk
snelkiesnummer of verkort kiesnummer.
Uitgestelde opvraging De mogelijkheid om op een later tijdstip documenten op te vragen bij
andere toestellen.
Uitgestelde polling De mogelijkheid om documenten later bij een ander station op te vragen.
Uitgestelde verzending De mogelijkheid om op een later tijdstip documenten te verzenden naar
andere toestellen.
Vaste afdrukverkleining Methode waarmee u één verkleiningsgraad, b.v. 75%, kunt vastleggen
voor alle binnenkomende documenten.
Verbindings- verslag Het verslag met informatie over geheime documenten in het geheugen van
uw toestel.
Verkort nummer Mogelijkheid om volledige telefoonnummers in de nummerkiezer op te
slaan zodat men het later met een minimum aan toetsaanslagen snel
opnieuw kan vormen.
Verklarende woordenlijst
AANHANGSEL
110
Vertrouwelijk
verzendingsverslag
Het verslag dat u informatie geeft over de verzending van een vertrouwelijk
document naar een relais-toestel.
Vertrouwelijke communicatie In een netwerk van faxtoestellen kan men een code invoeren om een
document op te vragen dat opgeslagen is in het geheugen van een
opgegeven relais-toestel.
Verzending naar meer dan
één bestemming
Mogelijkheid om dezelfde reeks documenten naar een geprogrammeerd
aantal bestemmingen te sturen.
Verzendingswachtwoord Een wachtwoord met 4 cijfers dat vóór de verzending van een document
wordt gecontroleerd.
Verzending van meer dan één
bestand
Mogelijkheid om bestanden in het geheugen van uw toestel op te slaan
vooraleer de eigenlijke telefoonverbinding plaatsvindt.
Voorblad Aan uw te verzenden documenten kan automatisch een faxvoorblad
toegevoegd worden waarop de naam van de ontvanger, de naam van de
afzender en het aantal aangehechte pagina's vermeld worden.
Weergavemodus -
Bestandenlijst
Hiermee krijgt u op het LCD-display een korte inhoud te zien van de
geheugenbestanden, zonder de volledige lijst ervan te moeten afdrukken.
Verklarende woordenlijst
INDEX
111
A
Accessoires en losse onderdelen ..................... 105
AFDRUK KOPTEKST ......................................... 39
AFROEPCODE................................................... 40
AKOESTISCH ALARM........................................ 39
Algemene beschrijving........................................ 79
Als u met een van de volgende problemen zit .... 95
Antwoordapparaat-stand..................................... 65
AUT.JOURNAAL AFDR...................................... 39
AUTOM. GEH. ONTV. ........................................ 40
Automatische herhaling....................................... 61
Automatische omschakeling fax/tel..................... 64
B
Basisbediening...................................................... 4
Basisinstellingen voor verzending....................... 44
Bedieningspaneel................................................ 18
Bedieningsschema (voor de fax)........................... 4
Belvolume instellen............................................. 22
Bestanden wissen............................................... 74
Bestemmingen in de faxgids wijzigen................. 31
Bestemmingen in de faxgids wissen................... 33
Bestemmingen voor de faxgids invoeren............ 29
Buitenaanzicht..................................................... 16
C
CODE REM. DIAGN ........................................... 40
Communicatieverslag (COMM.JOURNAL)......... 87
Controle van de telefoonlijn............................... 102
Controlestempel.................................................. 97
D
Datum en uur instellen........................................ 24
De fax- of kopieermodus selecteren ................... 20
Documenten afdrukken....................................... 77
Documenten inbrengen....................................... 43
Documenten ontvangen...................................... 62
Documenten verzenden...................................... 47
E
Energiespaarstand na......................................... 40
F
Fax-/kopieermodus ............................................. 41
Faxbericht verzenden met subadres................... 81
Faxgids................................................................ 89
Faxparameters instellen...................................... 38
Fax-stand ............................................................ 63
Functiekeuze....................................................... 20
G
Gebruikerparameters .......................................... 24
GEHEUGEN........................................................ 39
Geheugenontvangst instellen.............................. 76
H
Het gebruik van de faxgids.................................. 81
Het instellen van groepskiezen ........................... 34
Het instellen van het sub-adres in de
faxnummers van de faxgids ................................ 80
Het invoeren van tekens...................................... 23
Het plaatsen van originelen................................... 4
Het reinigen van het scangebied......................... 99
Het vervangen van de lithiumbatterij................... 98
Het wachtwoord voor geheugenontvangst
vastleggen........................................................... 75
Het wachtwoord voor geheugenontvangst
vastleggen/Geheugenontvangst instellen ........... 75
Het wijzigen van een groep................................. 35
Het wissen van een groep................................... 37
I
Individuele aanpassingen.................................... 38
Informatiecodes................................................... 93
K
Keuze van een polling-wachtwoord..................... 71
Keuze van het verkleiningspercentage ............... 67
Kiezen met de faxgids................................... 29, 51
Kiezen vanuit de index
(Rechtstreekse verzending) ................................ 57
L
LENGTE MELDTEKST ....................................... 39
Lijst met faxparameters....................................... 91
Luidsprekervolume.............................................. 21
Luidsprekervolume / Belsterkte........................... 21
M
Manuele herhaling............................................... 61
Manuele nummerkeuze....................................... 49
Manuele nummerkeuze
(Rechtstreekse verzending) ................................ 55
Memory size (Flash-geheugen)........................... 41
Met behulp van de manuele kiesmethode........... 82
Moeilijkheden oplossen....................................... 93
N
Nummerkeuze herhalen...................................... 61
Nummerkeuze vanop het faxtoestel.................... 59
Nummerkeuze vanop het telefoontoestel............ 58
INDEX
112
O
Om de stempel te verwijderen .............................97
ONTV. OP AFSTAND..........................................40
ONTV.GEH GEEN PAP.......................................40
Ontvangst in het geheugen..................................75
ONTVANGSTMODE............................................39
Ontvangststanden................................................62
Origineel/contrast/resolutie ..................................44
Overzicht..............................................................16
P
Papier bijvullen.....................................................96
Papierdoorvoerfouten oplossen...........................96
Polling (opvraging van documenten)....................71
R
Rechtstreekse verzending....................................55
Reiniging van de drukrol ....................................100
Reserveren voor geheugenverzending
(dubbele toegankelijkheid)...................................60
RESOLUTIE.........................................................39
Resolutie..............................................................45
S
Slaapstand wachttijd............................................40
STEMPEL ............................................................39
STEMPEL ZEND GEH.........................................40
Sub-addressing....................................................79
SUB-ADRES WACHTW.......................................41
T
TAAL....................................................................41
Tabel met faxparameters.....................................39
Te grote documenten ontvangen.........................68
Technische gegevens........................................103
TELEFOONLIJN ..................................................40
Telefoonstand ......................................................63
Tijdelijke ontvangst via het geheugen..................69
TOEGANGSCIJFER............................................40
Toner bijvullen......................................................96
TOON TOETS/ZOEMER .....................................39
Transactieverslag.................................................83
U
Uitbreidingskaart met flitsgeheugen...................106
Uw antwoordapparaat installeren.........................65
Uw ID-nummer (nummer van uw faxlijn) opgeven27
Uw letter-ID opgeven ...........................................26
Uw LOGO opgeven..............................................25
V
Vanuit het geheugen........................................... 47
Verklarende woordenlijst................................... 107
Verkleind afdrukken ............................................ 67
VERKLEINEN AFDRUK...................................... 40
VERKLEININGSFACT ........................................ 40
Verslagen en lijsten............................................. 83
Verzending in vocale modus............................... 58
Verzending naar meer dan één nummer ............ 53
Verzending reserveren........................................ 60
Verzendingsverslag (ZENDJOURNAAL) ............ 46
Volumeregeling ................................................... 21
Voorzorgsmaatregelen........................................ 14
VORM KOPTEKST ............................................. 39
W
Werken in de fax-stand ....................................... 63
Werken in de telefoonstand ................................ 63
Werken met bestanden....................................... 74
Werken met de antwoordapparaat-interface....... 66
Werken met de automatische omschakeling ...... 64
Z
Zelf documenten opvragen ................................. 72
ZENDJOURNAAL ............................................... 39
Matsushita Electric Industrial Co., Ltd.
Osaka 542-8588, Japan
FFPTD10111 S0401-1
April 2001
Printed in Japan
U.S.A. Only
Service wordt verleend door:
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113

Panasonic DP150FP Handleiding

Categorie
Fax apparaten
Type
Handleiding