Documenttranscriptie
Lees dit eerst
VOOR KLANTEN IN EUROPA
Voordat u het apparaat gebruikt, moet u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u
deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht. Dit kan brand of elektrische
schokken tot gevolg hebben.
Open de behuizing niet. Dit kan
elektrische schokken tot gevolg hebben.
Laat het apparaat alleen nakijken door
bevoegde servicetechnici.
Voor de klanten in Nedserland
WAARSCHUWING
De elektromagnetische velden kunnen bij de
opgegeven frequenties het beeld en het geluid van de
camcorder beïnvloeden.
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die
zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik
van een aansluitsnoer van minder dan 3 meter.
b Opmerking
Als de gegevensoverdracht halverwege wordt
onderbroken door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de toepassing
opnieuw starten of de USB-kabel loskoppelen en
opnieuw aansluiten.
Opmerkingen over het gebruik
Opmerking over Cassette Memory
Gooi de accu niet weg maar lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
De camcorder is gebaseerd op de DV-indeling. U kunt
alleen mini-DV-banden gebruiken voor de camcorder.
U kunt het beste mini-DV-banden met Cassette
Memory gebruiken omdat u dan de titelzoekfunctie
(p. 55), datumzoekfunctie (p. 56), [
TITEL]
(p. 75) en [
BAND TITEL] (p. 77) kunt gebruiken.
Banden met Cassette Memory zijn voorzien van
het teken
.
Opmerkingen over het opnemen
• Voordat u begint met opnemen, test u de
opnamefunctie om te controleren of het beeld en het
geluid zonder problemen worden opgenomen.
• Opnamen worden niet vergoed, zelfs niet als er niet
wordt opgenomen of weergegeven wegens een
storing van de camcorder, problemen met de
opslagmedia, enzovoort.
• TV-kleursystemen verschillen, afhankelijk van het
land/de regio. Als u de opnamen van deze camcorder
wilt bekijken op een TV, moet u een TV met het
PAL-kleursysteem hebben.
• Televisieprogramma's, films, videobanden en ander
beeldmateriaal kunnen worden beschermd door
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal kan in strijd zijn met de
auteursrechten.
2
Opmerkingen over het LCD-scherm, de
beeldzoeker en de lens
• Het LCD-scherm en de beeldzoeker van de
camcorder zijn vervaardigd met precisietechnologie,
zodat minstens 99,99 % van de beeldpunten voor
gebruik beschikbaar is.
Soms kunnen er zwarte stipjes en/of heldere stipjes
(wit, rood, blauw of groen) verschijnen op het LCDscherm of in de beeldzoeker.
Deze stipjes duiden niet op fabricagefouten en
hebben geen enkele invloed op de opnamen.
• Als het LCD-scherm, de beeldzoeker en de lens
langdurig worden blootgesteld aan direct zonlicht,
kunnen deze worden beschadigd. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een raam of buiten neerlegt.
• Richt de camcorder nooit direct naar de zon. De
camcorder kan hierdoor worden beschadigd. Neem
de zon alleen op als het licht niet fel is, zoals tijdens
de schemering.
• Verplaats de steun voor de vinger omlaag en maak
de handgreepband vast zoals wordt aangegeven in de
volgende afbeelding zodat u de camcorder goed kunt
vasthouden.
• Als u het aanraakscherm gebruikt, moet u ter
ondersteuning het LCD-scherm aan de achterkant
vasthouden. Raak vervolgens de toetsen aan die op
het scherm worden weergegeven.
Opmerking over het aansluiten van
andere apparaten
Plaats de stekker in de juiste richting voordat u de
camcorder met de USB- of i.LINK-kabel aansluit op
een ander apparaat, zoals een videorecorder of een
computer. Als u de stekker met kracht in de verkeerde
richting plaatst, kan de aansluiting worden beschadigd
of kan dit een storing van de camcorder veroorzaken.
Opmerking over het gebruik van deze
handleiding
De beelden van het LCD-scherm en de beeldzoeker
die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt, zijn
opgenomen met een digitale camera en kunnen dus
verschillen van de beelden die u ziet.
NL
Raak de toets op het LCD-scherm aan.
• U kunt de taal voor de weergave op het scherm van
de camcorder wijzigen (p. 22).
• Houd de camcorder niet vast bij de volgende
onderdelen:
Opmerkingen over het gebruik van de
camcorder
• Houd de camcorder op de juiste manier vast.
Beeldzoeker
LCD-scherm
Accu
Flitser
3
Inhoudsopgave
: functies alleen beschikbaar voor banden.
: functies alleen beschikbaar voor
"Memory Stick".
Lees dit eerst.............................................................................................. 2
Snelle startgids
Films opnemen op een band...................................................................... 8
Stilstaande beelden opnemen op een "Memory Stick" ............................ 10
Aan de slag
Stap 1: Bijgeleverde onderdelen controleren ........................................... 12
Stap 2: De accu opladen.......................................................................... 13
Een externe stroombron gebruiken ........................................................................... 16
Stap 3: De stroom inschakelen ................................................................ 16
Stap 4: Het LCD-scherm en de beeldzoeker aanpassen......................... 17
Het LCD-scherm aanpassen ..................................................................................... 17
De beeldzoeker aanpassen ....................................................................................... 17
Stap 5: Datum en tijd instellen ................................................................. 18
Stap 6: Opnamemedia plaatsen............................................................... 20
Een band plaatsen ..................................................................................................... 20
Een "Memory Stick" plaatsen .................................................................................... 21
Stap 7: De taal voor het scherm instellen ................................................ 22
Opnemen
Films opnemen......................................................................................... 23
Langere tijd opnemen ................................................................................................ 25
De zoomfunctie gebruiken ......................................................................................... 25
Opnemen in de spiegelstand ..................................................................................... 26
De zelfontspanner gebruiken ..................................................................................... 26
Films opnemen waarvan u stilstaande beelden kunt maken
– Progressieve opnamestand ............................................................................. 27
Stilstaande beelden opnemen
– Foto's opnemen op
"Memory Stick".................................................................................... 28
De beeldkwaliteit en het beeldformaat selecteren ..................................................... 30
De flitser gebruiken .................................................................................................... 30
De zelfontspanner gebruiken ..................................................................................... 31
Een stilstaand beeld opnemen op een "Memory Stick" tijdens het opnemen van films
op een band ........................................................................................................ 32
4
De belichting aanpassen.......................................................................... 33
De belichting voor onderwerpen met tegenlicht aanpassen ..................................... 33
De belichting vastleggen voor het geselecteerde onderwerp
– Flexibele spotmeter ......................................................................................... 33
De belichting handmatig aanpassen ......................................................................... 34
Opnemen in een donkere omgeving – NightShot, enzovoort .................. 35
Scherpstelling aanpassen ........................................................................ 36
Scherpstellen op een onderwerp dat niet in het midden staat – SPOT FOCUS ....... 36
De scherpstelling handmatig aanpassen .................................................................. 37
Extra licht gebruiken om scherp te stellen op een stilstaand beeld
– HOLOGRAM AF .............................................................................................. 38
Het kader en de scherpstelling aanpassen bij het opnemen van een stilstaand beeld in
een donkere omgeving
– NightFraming ....................................................... 38
Beelden met verschillende effecten opnemen ......................................... 39
Een scène in- of uitfaden
– FADER ................................................................... 39
Speciale effecten gebruiken
– Digitale effecten ................................................. 41
Stilstaande beelden over films op een band leggen – MEMORY MIX ...................... 42
Beginpunt zoeken
.............................................................................. 44
De laatste scène van de meest recente opname zoeken
– END SEARCH ................................................................................................. 44
Handmatig zoeken – EDIT SEARCH ........................................................................ 45
De laatstopgenomen scènes controleren – Opnamecontrole ................................... 45
Afspelen
Films op een band bekijken
............................................................... 46
Afspelen in verschillende standen ............................................................................ 47
Opnamen met toegevoegde effecten bekijken – Digitale effecten ............................ 48
Opnamen op een "Memory Stick"
bekijken ....................................... 49
Afspelen in verschillende standen vanaf een "Memory Stick" .................................. 50
Verschillende afspeelfuncties................................................................... 51
Beelden vergroten – Zoomen tijdens het afspelen van banden/Zoomen tijdens het
afspelen van een "Memory Stick" ....................................................................... 51
De schermaanduidingen weergeven ........................................................................ 52
De datum/tijd en gegevens over camera-instellingen weergeven
– Gegevenscode ................................................................................................ 52
Het beeld afspelen op een TV.................................................................. 54
Een scène op een band zoeken voor afspelen
.................................. 55
Snel de gewenste scène zoeken – Nulpuntgeheugen-terugkeerfunctie ................... 55
Een scène zoeken met Cassette Memory – Titelzoekfunctie ................................... 55
Een scène zoeken op opnamedatum – Datumzoekfunctie ....................................... 56
,wordt vervolgd
5
Uitgebreide functies
Het menu gebruiken
Menu-items selecteren ...................... 57
Het
Het
Het
(CAMERA INST.) menu
gebruiken – BELICHT.PROG/
WITBALANS/16:9-FORMAAT,
enzovoort. .................................... 59
(GEH. INST.) menu gebruiken
– BURST/KWALITEIT/
BEELDFORM./ALLES VERW/
NIEUWE MAP, enzovoort ............ 65
(BEELD PROG.) menu
gebruiken – B EFFECT/SLIDE
SHOW/BEELDOPNAME/VL.
INT.OPN., enzovoort .................... 69
Het
(BEW.&AFSP.) menu
gebruiken – TITEL/BAND TITEL/
ZOEKEN, enzovoort .................... 74
Het
(STANDRD INST) menu
gebruiken – OPNM STAND/
MEERK GELUID/AUDIO MIX/
USB-CAMERA, enzovoort ........... 78
Het
(TIJD/TAAL) menu gebruiken
– KLOK INSTEL./WERELDTIJD,
enzovoort ..................................... 84
Persoonlijk menu aanpassen ............ 85
6
Kopiëren/bewerken
Aansluiten op een videorecorder of
TV .................................................88
Kopiëren naar een andere
band
.......................................89
Beelden opnemen van een
videorecorder of TV ......................90
Beelden kopiëren van een band naar een
"Memory Stick" .............................91
Stilstaande beelden kopiëren van een
"Memory Stick" naar een band .....92
Geselecteerde scènes opnemen vanaf
een band
– Digitale programmamontage .....93
Geluid kopiëren naar een band met
opnamen
..............................100
Opgenomen beelden
verwijderen
...........................102
Het beeldformaat wijzigen
– Formaat wijzigen .....................103
Bepaalde gegevens opgeven die moeten
worden opgeslagen met de beelden
– Beeldbeveiliging/
Afdrukmarkering .........................104
Problemen oplossen
Problemen oplossen ........................106
Waarschuwingen en berichten .........114
Extra informatie
De camcorder gebruiken in het
buitenland ...................................118
Aanbevolen banden .........................119
Informatie over de "Memory Stick" ...120
Informatie over de "InfoLITHIUM"
accu ............................................123
Informatie over i.LINK ......................124
Onderhoud en
voorzorgsmaatregelen ...............126
Technische gegevens ......................130
Snelle kennismaking
Onderdelen en
bedieningselementen .................132
Index ................................................139
Raadpleeg ook de andere gebruiksaanwijzingen
die bij de camcorder zijn geleverd:
• Beelden bewerken op de computer
cHandleiding van de computertoepassingen
7
Snelle startgids
Films opnemen op een band
1
Bevestig de opgeladen accu op de camcorder.
Zie pagina 13 om de accu op te laden.
a Verschuif de ontgrendeling voor de b Schuif de accu in de richting van de
accu en verwijder het deksel van de
accuaansluiting.
pijl totdat deze vastklikt.
Ontgrendeling voor accu
2
Plaats een band in de camcorder.
a Schuif de OPEN/
ZEJECT toets in
de richting van de pijl
om het deksel te
openen.
De bandhouder wordt
automatisch uitgeschoven.
OPEN/ZEJECT
8
Snelle startgids
toets
b Plaats de band met het
venstergedeelte naar
boven en druk
vervolgens op het
midden van de
achterkant van de band.
Venstergedeelte
c Druk op
.
Sluit het deksel van de
bandhouder nadat de
bandhouder automatisch is
teruggeschoven.
3
Start met opnemen terwijl u het onderwerp op het LCD-scherm
controleert.
De datum en de tijd zijn standaard niet ingesteld.
Zie pagina 18 om de datum en de tijd in te stellen.
Snelle startgids
a Verwijder de lensdop.
b Druk op OPEN en
open het LCDscherm.
c Druk het groene
knopje in en schuif de
POWER schakelaar
naar beneden zodat
het CAMERA-TAPE
lampje gaat branden.
Het apparaat wordt
ingeschakeld.
d Druk op START/
STOP.
Het opnemen wordt
gestart. Druk nogmaals op
START/STOP om naar de
wachtstand te gaan.
4
Bekijk het opgenomen beeld op het LCD-scherm.
a Schuif de POWER
schakelaar
herhaaldelijk totdat
het PLAY/EDIT lampje
gaat branden.
b Raak
(terugspoelen) aan.
c Raak
(afspelen)
aan om het afspelen
te starten.
Druk op
stoppen.
om te
Wilt u het apparaat
uitschakelen, dan schuift u de
POWER schakelaar omhoog
naar (CHG) OFF.
Snelle startgids
9
Stilstaande beelden opnemen op een
"Memory Stick"
1
Bevestig de opgeladen accu op de camcorder.
Zie pagina 13 om de accu op te laden.
a Verschuif de ontgrendeling voor de b Schuif de accu in de richting van de
accu en verwijder het deksel van de
accuaansluiting.
pijl totdat deze vastklikt.
Ontgrendeling voor accu
2
Plaats een "Memory Stick" in de camcorder.
Plaats de "Memory Stick"
met het teken b naar de
linkerbenedenhoek
gericht. Druk de "Memory
Stick" naar binnen totdat
deze vastklikt.
b teken
10
Snelle startgids
3
Start met opnemen terwijl u het onderwerp op het LCD-scherm
controleert.
De datum en de tijd zijn standaard niet ingesteld.
Zie pagina 18 om de datum en de tijd in te stellen.
Snelle startgids
a Verwijder de lensdop.
b Druk op OPEN en
open het LCD-scherm.
c Druk het groene
knopje in en schuif de
POWER schakelaar
herhaaldelijk totdat het
CAMERA-MEMORY
lampje gaat branden.
Het apparaat wordt
ingeschakeld.
d Druk licht op PHOTO.
U hoort een korte pieptoon
als de scherpstelling wordt
aangepast.
e Druk PHOTO volledig
in.
U hoort het sluitergeluid en
het stilstaande beeld wordt
opgenomen.
4
Bekijk het opgenomen beeld op het LCD-scherm.
a Schuif de POWER
schakelaar
herhaaldelijk totdat
het PLAY/EDIT lampje
gaat branden.
b Raak
aan.
Het laatstopgenomen beeld
wordt weergegeven.
c Raak
(volgende)
of
(vorige) aan
om de beelden op
volgorde weer te
geven.
Wilt u het apparaat
uitschakelen, dan schuift u de
POWER schakelaar omhoog
naar (CHG) OFF.
Snelle startgids
11
Aan de slag
Draadloze afstandsbediening (1)
Er is al een lithiumknoopcel geïnstalleerd.
Stap 1: Bijgeleverde
onderdelen
controleren
A/V-kabel (1)
Controleer of de volgende onderdelen in de
verpakking van de camcorder aanwezig zijn.
Het getal tussen haakjes geeft het bijgeleverde
aantal van het onderdeel aan.
"Memory Stick" van 16 MB (1)
Netspanningsadapter (1)
USB-kabel (1)
Oplaadbare accu NP-FM30 (1)
Deksel voor accuaansluiting (1)
CD-ROM met "USB-stuurprogramma
SPVD-010" (1)
Netsnoer (1)
Reinigingsdoek (1)
21-polige verloopstekker (1)
Alleen voor de modellen met het teken
onderkant.
Lensdop (groot, 1)
Bevestigd op de camcorder.
Bedieningshandleiding van de camera
(deze handleiding) (1)
Handleiding van de
computertoepassingen (1)
Lenskap (1) en lensdop (klein, 1)
Gebruik de lenskap voor opnamen bij fel licht, zoals in
de zon. Als u de lenskap gebruikt, moet u de kleine
lensdop gebruiken. Zie pagina 132 voor meer
informatie over het vervangen van de lensdop. Als u
een filter (optioneel) gebruikt, wordt de schaduw van
de lenskap wellicht zichtbaar op het scherm. Als u de
lenskap met kracht bevestigt, kunt u deze wellicht niet
meer verwijderen.
12
Aan de slag
aan de
1
Stap 2: De accu
opladen
Verschuif de ontgrendeling voor de
accu en verwijder het deksel van de
accuaansluiting.
U kunt de accu opladen door de
"InfoLITHIUM" accu (M-serie) te
bevestigen op de camcorder.
Aan de slag
b Opmerkingen
• U kunt geen andere accu's gebruiken dan de
"InfoLITHIUM" accu (M-serie) (p. 123).
• Zorg dat de stekker van de netspanningsadapter niet
in aanraking komt met metalen voorwerpen. Dit kan
kortsluiting tot gevolg hebben. Dit kan een storing
veroorzaken.
• Gebruik de netspanningsadapter in de buurt van een
stopcontact. Haal de stekker van de
netspanningsadapter onmiddellijk uit het
stopcontact als er een storing optreedt.
Ontgrendeling voor accu
2
Bevestig de accu door deze in de
richting van de pijl te schuiven totdat
de accu vastklikt.
3
Sluit de netspanningsadapter aan op
de DC IN aansluiting op de camcorder
met het teken b naar het klepje van de
aansluiting gericht.
DC IN aansluiting
Accu
Stekker
Netsnoer
Netspanningsadapter
Naar het stopcontact
b teken
4
Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter.
5
Sluit het netsnoer aan op het
stopcontact.
,wordt vervolgd
Aan de slag
13
6
Schuif de POWER schakelaar omhoog
naar (CHG) OFF.
De resterende acculading controleren
– Batterij Info
DISPLAY/BATT INFO
Het CHG (opladen) lampje gaat branden en
het opladen begint.
Na het opladen van de accu
OPEN
Het CHG (opladen) lampje wordt uitgeschakeld
als de accu volledig is opgeladen. Koppel de
netspanningsadapter los van de DC IN
aansluiting.
U kunt het oplaadniveau van de accu en de
resterende opnametijd controleren tijdens het
opladen of als de stroom wordt uitgeschakeld.
POWER schakelaar
1 Zet de POWER schakelaar in de (CHG)
De accu verwijderen
OFF stand.
2 Druk op OPEN en open het LCDscherm.
3 Druk op DISPLAY/BATT INFO.
De informatie over de accu verschijnt
ongeveer 7 seconden.
Houd de toets ingedrukt om de informatie
ongeveer 20 seconden weer te geven.
POWER
schakelaar
Ontgrendeling
voor accu
1 Zet de POWER schakelaar in de (CHG)
OFF stand.
2 Verschuif de ontgrendeling voor de accu
en schuif de accu uit de houder.
b Na het verwijderen van de accu
• Bevestig altijd het deksel van de aansluiting om het
aansluitpunt van de accu te beschermen. Als u de
accu langere tijd niet gebruikt, moet u deze volledig
ontladen voor u de accu opbergt. Zie pagina 124
voor meer informatie over het bewaren van de accu.
A Oplaadniveau van de accu: de resterende
accuduur wordt bij benadering
weergegeven.
B Mogelijke opnameduur met het LCDscherm.
C Mogelijke opnameduur met de
beeldzoeker.
14
Aan de slag
Duur van opladen
Aantal minuten (bij benadering) dat nodig is om
een volledig ontladen accu volledig op te laden
bij 25°C. (Een temperatuur van 10-30°C wordt
aanbevolen.)
Accu
145
NP-FM50
150
NP-FM70
240
NP-QM71/QM71D
260
NP-FM91/QM91/
QM91D
360
Opnameduur bij het opnemen met het
LCD-scherm ingeschakeld
Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als
u een volledig opgeladen accu gebruikt bij
25°C.
Met de LCD BACKLIGHT schakelaar
ingesteld op ON
Accu
Doorlopende
opnameduur
Normale*
opnameduur
NP-FM30
(bijgeleverd)
80
45
NP-FM50
135
75
NP-FM70
275
155
NP-QM71/
QM71D
325
185
NP-FM91/
QM91/
QM91D
490
280
Met de LCD BACKLIGHT schakelaar
ingesteld op OFF
Accu
Doorlopende
opnameduur
Normale*
opnameduur
NP-FM30
(bijgeleverd)
95
55
NP-FM50
155
85
NP-FM70
320
180
NP-QM71/
QM71D
375
215
NP-FM91/
QM91/
QM91D
565
320
Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als
u een volledig opgeladen accu gebruikt bij
25°C.
Accu
Doorlopende Normale*
opnameduur opnameduur
NP-FM30
(bijgeleverd)
95
55
NP-FM50
155
85
NP-FM70
320
180
NP-QM71/
QM71D
375
215
NP-FM91/
QM91/
QM91D
565
320
Aan de slag
NP-FM30 (bijgeleverd)
Opnameduur bij het opnemen met de
beeldzoeker
* Aantal minuten (bij benadering) wanneer u tijdens
het opnemen herhaaldelijk opneemt, start/stopt, de
POWER schakelaar verschuift om de
bedieningsstand te wijzigen en in- of uitzoomt. De
werkelijke levensduur van de accu kan korter zijn.
Speelduur
Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als
u een volledig opgeladen accu gebruikt bij
25°C.
Accu
LCDscherm
geopend*
LCDscherm
gesloten*
NP-FM30
(bijgeleverd)
120
150
NP-FM50
195
240
NP-FM70
400
495
NP-QM71/
QM71D
465
580
NP-FM91/
QM91/QM91D
695
865
* Met de LCD BACKLIGHT schakelaar ingesteld op
ON.
,wordt vervolgd
Aan de slag
15
b Opmerkingen
• De stroom wordt niet geleverd via de accu als de
netspanningsadapter is aangesloten op de DC IN
aansluiting van de camcorder, zelfs niet als het
netsnoer van de netspanningsadapter is
losgekoppeld van het stopcontact.
• De opname- en speelduur zijn korter als u de
camcorder bij lage temperaturen gebruikt.
• In de volgende gevallen knippert het CHG (opladen)
lampje tijdens het opladen of wordt de informatie
over de accu niet juist weergegeven:
– De accu is niet juist geplaatst.
– De accu is beschadigd.
– De accu is volledig ontladen. (Alleen voor
informatie over de accu.)
Een externe stroombron
gebruiken
U kunt de netspanningsadapter als
stroombron gebruiken wanneer u de accu wilt
sparen. Als u de netspanningsadapter
gebruikt, blijft de accu opgeladen, zelfs als
deze in de camcorder is geplaatst.
LET OP
Zelfs als de camcorder is uitgeschakeld, wordt
de camcorder nog steeds van stroom
(netspanning) voorzien als de camcorder met de
netspanningsadapter is aangesloten op het
stopcontact.
Sluit de camcorder aan zoals wordt
aangegeven in "De accu opladen" (p. 13).
Stap 3: De stroom
inschakelen
U moet de POWER schakelaar herhaaldelijk
verschuiven om de gewenste bedieningsstand
voor het opnemen en afspelen te selecteren.
Als u deze camcorder voor het eerst gebruikt,
wordt het venster [CLOCK SET]
weergegeven (p. 18).
Druk het groene knopje in en schuif de
POWER schakelaar naar beneden.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Voor de opname- of afspeelstand schuift u de
schakelaar herhaaldelijk totdat het betreffende
lampje voor de gewenste bedieningsstand gaat
branden.
• CAMERA-TAPE stand: opnemen op een
band.
• CAMERA-MEMORY stand: opnemen op een
"Memory Stick".
• PLAY/EDIT stand: beelden op een band of
"Memory Stick" afspelen of bewerken.
De stroom uitschakelen
Schuif de POWER schakelaar omhoog naar
(CHG) OFF.
16
Aan de slag
Stap 4: Het LCD-scherm
en de beeldzoeker
aanpassen
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u
achtereenvolgens [MENU],
(STANDARD SET) menu en [LCD/VF
SET.] aan (p. 79).
3 Pas het item aan met
/
en raak
aan.
Het LCD-scherm aanpassen
Zelfs als er obstakels zijn tussen u en het
onderwerp, kunt u het onderwerp tijdens het
opnemen controleren op het LCD-scherm door
de hoek van het LCD-scherm aan te passen.
LCD BACKLIGHT schakelaar
Maximaal
180 graden
Maximaal
90 graden
Aan de slag
U kunt de hoek en de helderheid van het
LCD-scherm aanpassen aan verschillende
opnamesituaties.
z Tips
• Als u het LCD-scherm 180 graden draait, kunt u het
LCD-scherm sluiten met het venster naar buiten
gericht.
• Als u de accu gebruikt als stroombron, kunt u de
helderheid aanpassen door [LCD BL LEVEL] te
selecteren bij [LCD/VF SET] in het
(STANDARD SET) menu (p. 79).
• Wanneer u de camcorder gebruikt met de accu in een
heldere omgeving, stelt u de LCD BACKLIGHT
schakelaar in op OFF (
wordt weergegeven). In
deze positie bespaart u de acculading.
• U kunt het geluid dat u hoort na het bevestigen van
een bewerking, uitschakelen door [OFF] te
selecteren bij [BEEP] in het
(STANDARD
SET) menu (p. 82).
De beeldzoeker aanpassen
U kunt beelden bekijken met de beeldzoeker
als u het LCD-scherm sluit. Gebruik de
beeldzoeker als de accu bijna leeg is of
wanneer het scherm moeilijk zichtbaar is.
Druk op OPEN en open het LCD-scherm.
Open het LCD-scherm tot dit in een hoek
van 90 graden staat ten opzichte van de
camcorder en draai het scherm in de
gewenste positie.
Zoekerscherpstelknopje
De helderheid van het LCD-scherm
aanpassen
1 Raak
aan.
2 Raak [LCD BRIGHT] aan.
1
Schuif de beeldzoeker uit.
,wordt vervolgd
Aan de slag
17
2
Pas het beeld aan met het
zoekerscherpstelknopje totdat het
beeld duidelijk is.
De beeldzoeker gebruiken
Als u opneemt op een band of een "Memory
Stick", kunt u de belichting (p. 33) en fader
(p. 39) aanpassen terwijl u het beeld controleert
in de beeldzoeker. Draai het LCD-scherm 180
graden en sluit het LCD-scherm met het venster
naar buiten gericht.
1 Stel de bedieningsstand in op CAMERATAPE of CAMERA-MEMORY (p. 16).
2 Schuif de beeldzoeker uit en sluit het
LCD-scherm met het venster naar buiten
gericht.
wordt weergegeven in het venster.
Stap 5: Datum en tijd
instellen
Stel de datum en tijd in wanneer u de
camcorder voor het eerst gebruikt. Als u de
datum en tijd niet instelt, verschijnt het
[CLOCK SET] venster elke keer als u de
camcorder inschakelt.
b Opmerking
• Als u de camcorder langer dan ongeveer 3 maanden
niet gebruikt, wordt de ingebouwde oplaadbare
knoopcel ontladen en worden de instellingen van de
datum en de tijd gewist uit het geheugen. In dit geval
moet u de oplaadbare knoopcel opnieuw opladen
(p. 128) en vervolgens de datum en tijd opnieuw
instellen.
3 Raak
aan.
4 Raak [YES] aan.
Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld.
5 Raak het LCD-scherm aan terwijl u de
weergave in de beeldzoeker controleert.
[EXPOSURE], enzovoort, worden
weergegeven.
6 Raak de toets aan die u wilt instellen.
• [EXPOSURE]: pas dit aan met
/
en raak
aan.
• [FADER]: raak deze toets herhaaldelijk
aan om een effect te selecteren (alleen in
de CAMERA-TAPE stand).
•
: Het LCD-scherm gaat branden.
Wilt u de toetsen op het LCD-scherm
verbergen, dan raakt u
aan.
z Tip
• Als u de helderheid van de achtergrondverlichting
van de beeldzoeker wilt wijzigen, selecteert u
achtereenvolgens het
(STANDARD SET)
menu, [LCD/VF SET] en [VF B.LIGHT] (bij
gebruik van de accu, p. 80).
18
Aan de slag
OPEN
POWER
schakelaar
1
Schakel de camcorder in (p. 16).
2
Druk op OPEN en open het LCDscherm.
Ga verder met stap 7 als u de klok voor het
eerst instelt.
8
3
Raak
4
Raak [MENU] aan.
5
Selecteer
(TIME/LANGU.) met
/
en raak
aan.
6
Selecteer [CLOCK SET] met
en raak
aan.
7
Stel [Y] (jaar) met
aan.
aan.
Stel [M] (maand), [D] (dag), uur en
minuten in op dezelfde manier als in
stap 7 en raak
aan.
Aan de slag
/
/
en raak
U kunt elk gewenst jaar instellen tot
maximaal 2079.
Aan de slag
19
Stap 6: Opnamemedia
plaatsen
2
Plaats een band met het
venstergedeelte naar boven gericht.
Venstergedeelte
Een band plaatsen
U kunt alleen mini-DV-banden
gebruiken. Zie pagina 119 voor meer
informatie over deze banden (zoals
schrijfbeveiliging).
b Opmerking
• Plaats de band niet met te veel kracht in de houder.
Dit kan een storing van de camcorder veroorzaken.
1
Druk zachtjes op het
midden van de
achterkant van de
band.
3
toets
.
De bandhouder wordt automatisch naar
binnen geschoven.
Schuif de OPEN/ZEJECT toets in
de richting van de pijl om het deksel te
openen.
OPEN/ZEJECT
Druk op
Deksel
4
De bandhouder wordt automatisch
uitgeschoven en geopend.
Sluit het deksel.
De band verwijderen
1 Schuif de OPEN/ZEJECT
toets in de
richting van de pijl om het deksel te
openen.
De bandhouder wordt automatisch
uitgeschoven.
2 Verwijder de band en druk op
De bandhouder wordt automatisch naar
binnen geschoven.
3 Sluit het deksel.
20
Aan de slag
.
Een "Memory Stick" plaatsen
Zie pagina 120 voor meer informatie over de
"Memory Stick" (zoals schrijfbeveiliging).
Aan de slag
b Opmerking
• Als u de kleinformaat "Memory Stick" gebruikt (de
zogenaamde "Memory Stick Duo"), moet u de
adapter voor de Memory Stick Duo plaatsen. De
camcorder kan defect raken als de "Memory Stick
Duo" wordt geplaatst zonder een adapter (p. 121).
b Opmerkingen
• Als u de "Memory Stick" met kracht in de verkeerde
richting in de "Memory Stick" sleuf plaatst, kan dit
de "Memory Stick" beschadigen.
• Plaats geen andere voorwerpen dan de "Memory
Stick" in de "Memory Stick" sleuf. Dit kan een
storing van de camcorder veroorzaken.
• Als het toegangslampje brandt of knippert, leest/
schrijft de camcorder gegevens van/naar de
"Memory Stick". Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten, schakel de camcorder niet uit en
verwijder de "Memory Stick" of de accu niet.
Anders kunnen de beeldgegevens worden
beschadigd.
Toegangslampje
b teken
Plaats de "Memory Stick" met het teken b
naar de linkerbenedenhoek gericht totdat
deze vastklikt.
Een "Memory Stick" verwijderen
Druk één keer zachtjes op de "Memory Stick".
Druk één keer
zachtjes.
Aan de slag
21
Stap 7: De taal voor
het scherm instellen
U kunt de taal voor het LCD-scherm
selecteren.
POWER
schakelaar
OPEN
1
Schakel de camcorder in.
2
Druk op OPEN om het LCD-scherm te
openen.
3
Raak
4
Raak [LANGUAGE] aan.
aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(TIME/
LANGU.) menu (p. 84).
22
Aan de slag
5
Selecteer de gewenste taal met
en raak
aan.
/
z Tip
• De camcorder biedt de optie [ENG [SIMP]]
(vereenvoudigd Engels) als u uw eigen taal niet kunt
vinden.
Opnemen
3
Films opnemen
Opnemen op een band
Schuif de POWER schakelaar totdat het
CAMERA-TAPE lampje gaat branden en
de camcorder in de wachtstand is ingesteld.
U kunt films op een band of een "Memory
Stick" opnemen.
Voordat u opneemt, voert u stap 1 tot en met
7 bij "Aan de slag" (p. 12-p. 22) uit.
Als u op een band opneemt, worden films met
stereogeluid opgenomen. Als u op een
"Memory Stick" opneemt, worden films met
monogeluid opgenomen.
Schuif de POWER
schakelaar terwijl u
het groene knopje
ingedrukt houdt.
POWER schakelaar
Opnemen
Camera-opnamelampje
Selecteer de opnamestand.
Opnemen op een "Memory Stick"
– MPEG MOVIE EX
Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk
totdat het CAMERA-MEMORY lampje
gaat branden en de huidige geselecteerde
opnamemap op het scherm wordt
weergegeven.
Schuif de POWER
schakelaar terwijl u
het groene knopje
ingedrukt houdt.
OPEN
1
START/STOP
Verwijder de lensdop. Trek het koord
van de lensdop naar beneden en
bevestig dit aan de handgreepband.
4
Druk op START/STOP.
Het opnemen wordt gestart. [OPN] wordt
weergegeven op het LCD-scherm en het
camera-opnamelampje gaat branden.
Druk nogmaals op START/STOP om te
stoppen met opnemen.
De laatstopgenomen MPEG-film
controleren – Controleren
2
Druk op OPEN en open het LCDscherm.
Raak
aan. Het afspelen wordt automatisch
gestart.
Raak
nogmaals aan om terug te keren naar
de wachtstand.
Als u de film wilt verwijderen, raakt u
aan
nadat het afspelen is voltooid en raakt u [JA]
aan.
Raak [NEE] aan om het verwijderen te
annuleren.
,wordt vervolgd
Opnemen
23
De stroom uitschakelen
Schuif de POWER schakelaar omhoog naar
(CHG) OFF.
Aanduidingen die worden weergegeven
tijdens het opnemen op een band
De aanduidingen worden niet op de band
opgenomen.
De datum/tijd en de camera-instellingen (p. 52)
worden niet weergegeven tijdens het opnemen.
Aanduidingen die worden weergegeven
tijdens het opnemen op een "Memory
Stick"
De aanduidingen worden niet opgenomen op de
"Memory Stick".
De datum/tijd (p. 52) worden niet weergegeven
tijdens het opnemen.
A Opnamemap
A Aanduidingen voor banden met Cassette
Memory
B Resterende accuduur
De aangegeven tijd is wellicht niet correct
afhankelijk van de omgeving waarin de
camcorder wordt gebruikt. Als u het LCDscherm hebt geopend en gesloten, duurt het
ongeveer een minuut voordat de juiste
resterende accuduur wordt weergegeven.
C Opnamestatus ([STBY] (wachtstand) of
[OPN] (opnemen))
D Filmformaat
C Opnamestand (SP of LP)
E Opnametijd (uur: minuut: seconde)
D Opnamestatus ([STBY] (wachtstand) of
[OPN] (opnemen))
F Opnamecapaciteit van de "Memory Stick"
E Tijdcode (uur: minuut: seconde: frame)
of bandteller (uur: minuut: seconde)
G Aanduiding voor het starten van de
opname op de "Memory Stick"
(verschijnt ongeveer 5 seconden)
F Opnamecapaciteit van de band (p. 82)
H Toets voor persoonlijk menu (p. 57)
G Toets voor persoonlijk menu (p. 57)
I Controletoets (p. 23)
H END SEARCH/EDIT SEARCH/
Opnamecontrole schakeltoets (p. 44)
24
B Resterende accuduur
De aangegeven tijd is wellicht niet correct
afhankelijk van de omgeving waarin de
camcorder wordt gebruikt. Als u het LCDscherm hebt geopend en gesloten, duurt het
ongeveer een minuut voordat de juiste
resterende accuduur wordt weergegeven.
Opnemen
b Opmerkingen
• Voordat u de accu vervangt, schuift u de POWER
schakelaar omhoog naar (CHG) OFF.
• Als u in de standaardinstelling de camcorder meer
dan 5 minuten niet gebruikt, wordt de stroom
automatisch uitgeschakeld om de acculading te
sparen ([AUTOM.UIT], p. 83). Wilt u opnieuw
beginnen met opnemen, dan schuift u de POWER
schakelaar omlaag om CAMERA-TAPE of
CAMERA-MEMORY te selecteren en drukt u op
START/STOP.
• Als u opneemt op een "Memory Stick" met een
externe flitser (optioneel) op de intelligent accessory
shoe, moet u de stroom van de externe flitser
uitschakelen om te voorkomen dat het geluid van het
opladen wordt opgenomen.
Langere tijd opnemen
Langere tijd opnemen op een band
Selecteer [
OPNM STAND] en [LP] in het
(STANDRD INST) menu (p. 78).
U kunt in de LP stand 1,5 keer langer opnemen
dan in de SP stand.
Een band die is opgenomen in de LP stand, kunt
u alleen afspelen met deze camcorder.
Langere tijd opnemen op een "Memory
Stick"
Selecteer [FILM INSTEL.], [
BEELDFORM.] en [160 × 112] in het
(GEH. INST.) menu (p. 66).
Hoe lang u kunt opnemen op een "Memory
Stick", is afhankelijk van het beeldformaat en
de opnameomgeving.
Zie de volgende lijst voor de opnametijd voor
films op een "Memory Stick" (bij benadering)
die is geformatteerd in de camcorder.
320 × 240
160 × 112
8 MB
00:01:20
00:05:20
16 MB
(bijgeleverd)
00:02:40
00:10:40
32 MB
00:05:20
00:21:20
64 MB
00:10:40
00:42:40
128 MB
00:21:20
01:25:20
256 MB
(MSX-256)
00:42:40
02:50:40
512 MB
(MSX-512)
01:25:20
05:41:20
1 GB
(MSX-1G)
02:50:40
11:22:40
Opnemen
z Tips
• Wilt u een vloeiende overgang van de laatst
opgenomen scène naar de volgende scène op de
band, dan moet u rekening houden met de volgende
punten.
– Verwijder de band niet. (Het beeld wordt zonder
onderbreking opgenomen, zelfs als u de stroom
uitschakelt).
– Neem beelden niet op in de SP en LP stand op
dezelfde band.
– Onderbreek het opnemen van een film in de LP
stand niet.
• Zie "Langere tijd opnemen op een "Memory Stick""
(p. 25) voor informatie over hoe lang u ongeveer
kunt opnemen op een "Memory Stick" met
verschillende capaciteiten.
• De opnameduur, datum en camera-instellingen
(alleen voor banden) worden automatisch
opgenomen op de opnamemedia zonder dat deze
worden weergegeven op het scherm. U kunt deze
informatie bekijken tijdens het afspelen door op
[GEGEV. CODE] op het scherm te drukken (p. 52).
Beeldformaat en tijd
(uur: minuut: seconde)
De zoomfunctie gebruiken
Als de CAMERA-TAPE stand is
geselecteerd, kunt u zoomen tot een
vergrotingsniveau van 10 keer en vanaf dat
punt de digitale zoomfunctie gebruiken
([DIGITAL ZOOM], p. 63).
U krijgt de beste resultaten als u de
zoomfunctie met mate gebruikt.
1 cm*
80 cm*
* De minimale afstand tussen de camcorder en het
onderwerp die u nodig hebt om het onderwerp
goed scherp te krijgen in deze positie van de knop.
,wordt vervolgd
Opnemen
25
Als u de motorzoomknop voorzichtig
draait, kunt u langzaam in- en uitzoomen
op het onderwerp. Draai de
motorzoomknop verder voor een snellere
zoombeweging.
Een grotere weergavehoek opnemen
Draai de motorzoomknop naar W.
Het onderwerp lijkt verder weg
(Groothoekopnamen).
De zelfontspanner gebruiken
Met de zelfontspanner kunt u het opnemen
starten na een vertraging van ongeveer 10
seconden.
START/STOP
Van dichtbij opnemen
Draai de motorzoomknop naar T.
Het onderwerp lijkt dichterbij (Teleopnamen).
Opnemen in de spiegelstand
START/STOP
U kunt het LCD-scherm naar het onderwerp
draaien zodat u en uw onderwerp het
opgenomen beeld kunnen delen. U kunt deze
functie ook gebruiken als u zichzelf opneemt
en om de aandacht van kleine kinderen vast te
houden als u hen opneemt.
1
Raak
2
Raak [ZELF ONTSP.] aan.
aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
Schuif de beeldzoeker uit.
3
Raak [AAN] en
aan.
wordt weergegeven.
Open het LCD-scherm tot dit in een hoek
van 90 graden staat ten opzichte van de
camcorder en draai het scherm vervolgens
180 graden naar het onderwerp.
Er verschijnt een spiegelbeeld van het
onderwerp op het LCD-scherm, maar het beeld
wordt normaal opgenomen.
26
Opnemen
4
Druk op START/STOP.
Er wordt ongeveer 10 seconden teruggeteld
met een pieptoon (De aanduiding voor het
aftellen begint bij 8).
Het opnemen wordt gestart.
Druk op START/STOP om het opnemen te
stoppen.
1
Raak
2
Raak [PROG. OPN.] aan.
aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u [PROG.OPNEMEN] in het
(CAMERA INST.) menu.
Het terugtellen annuleren
Raak [HERST.] aan of druk op START/STOP.
Zelfontspanner annuleren
Films opnemen waarvan u
stilstaande beelden kunt maken
– Progressieve opnamestand
Deze functie is handig voor films die u wilt
overbrengen naar de computer om stilstaande
beelden te maken.
U kunt beelden opnemen die minder wazig
zijn dan beelden die in de normale stand zijn
opgenomen en beter geschikt zijn voor het
vastleggen van acties met hoge snelheid,
zoals sportwedstrijden. Als u de beelden als
film wilt bekijken, kunt u de beelden het
beste in de normale stand opnemen, omdat in
de progressieve opnamestand elke 1/25
seconden een beeld wordt opgenomen.
3
Raak [AAN] en
Opnemen
Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [UIT] in stap 3.
aan.
wordt weergegeven.
4
Druk op START/STOP.
Druk nogmaals op deze toets om te stoppen
met opnemen.
De progressieve opnamestand annuleren
Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [UIT] in stap 3.
Opmerking over de progressieve
opnamestand
Bij normale TV-uitzendingen wordt het scherm in 2
gedetailleerdere velden verdeeld die beurtelings elke
1/50 seconde worden weergegeven. Het werkelijke
beeld dat een ogenblik wordt weergegeven, bedekt dus
slechts de helft van het eigenlijke beeldgebied. In de
progressieve opnamestand wordt het beeld volledig
weergegeven met alle pixels. Een beeld dat is
opgenomen in deze stand, wordt scherper
weergegeven, maar een bewegend onderwerp kan
wellicht vreemd worden weergegeven.
START/STOP
b Opmerkingen
• Als u opneemt in de progressieve opnamestand
onder een fluorescerende lamp of een gloeilamp, kan
het scherm flikkeren. Dit duidt niet op een storing.
,wordt vervolgd
Opnemen
27
• U kunt de progressieve opnamestand niet gebruiken
met:
– [16:9-FORMAAT] stand
Stilstaande beelden
opnemen
– Foto's opnemen op "Memory Stick"
U kunt stilstaande beelden opnemen op een
"Memory Stick". Voordat u opneemt, voert u
stap 1 tot en met 7 bij "Aan de slag" (p. 12p. 22) uit.
OPEN
PHOTO
POWER schakelaar
28
Opnemen
1
Verwijder de lensdop. Trek het koord
van de lensdop naar beneden en
bevestig dit aan de handgreepband.
2
Druk op OPEN en open het LCDscherm.
3
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk totdat het CAMERAMEMORY lampje gaat branden.
De geselecteerde opnamemap wordt
weergegeven.
Schuif de POWER
schakelaar terwijl u het
groene knopje
ingedrukt houdt.
Stilstaande beelden doorlopend
opnemen – Burst
Selecteer [STILST INST.] en [ BURST] in
het
(GEH. INST.) menu (p. 66).
U kunt doorlopend 3 tot 32 beelden opnemen
met een tijdinterval van ongeveer 0,5 tot 0,08
seconden.
Aanduidingen die tijdens het opnemen
worden weergegeven
4
Houd PHOTO licht ingedrukt.
Opnemen
U hoort een zachte pieptoon wanneer de
instellingen voor de scherpstelling en de
helderheid worden aangepast. Het opnemen
begint op dit punt nog niet.
De aanduiding stopt
met knipperen.
Het aantal beelden dat
kan worden opgenomen.*
A Opnamemap
B Beeldformaat
(2016 × 1512) of
C Kwaliteit
[FIJN] of
* Het aantal beelden dat u kunt opnemen, is
afhankelijk van de instelling voor het
beeldformaat en de opnameomgeving.
5
Druk PHOTO volledig in.
U hoort het sluitergeluid. Wanneer de
balken van
verdwijnen, is het beeld
opgenomen op de "Memory Stick".
De laatstopgenomen beelden
controleren – Controleren
Raak
aan.
Raak
nogmaals aan om terug te keren naar
de wachtstand.
Als u het beeld wilt verwijderen, raakt u
en [JA] aan.
Raak [NEE] aan om het verwijderen te annuleren.
(640 × 480)
[STANDAARD]
D Toets voor persoonlijk menu (p. 57)
E Controletoets (p. 29)
z Tips
• Wanneer u op PHOTO drukt op de
afstandsbediening, wordt het beeld dat op het
scherm wordt weergegeven, opgenomen.
• De opnameduur, datum en camera-instellingen
worden automatisch opgenomen op de
opnamemedia zonder dat deze worden weergegeven
op het scherm. U kunt deze informatie bekijken
tijdens het afspelen door op [GEGEV. CODE] op het
scherm te drukken (p. 52).
• De opnamehoek is groter dan de hoek in de
CAMERA-TAPE stand.
De stroom uitschakelen
Schuif de POWER schakelaar omhoog naar
(CHG) OFF.
,wordt vervolgd
Opnemen
29
2016 × 1512
640 × 480
16 MB
(bijgeleverd)
24
240
32 MB
48
485
64 MB
98
980
128 MB
195
1970
256 MB
(MSX-256)
355
3550
512 MB
(MSX-512)
720
7200
1 GB (MSX-1G)
1450
14500
De beeldkwaliteit en het
beeldformaat selecteren
Selecteer [STILST INST.] en [
KWALITEIT] of [ BEELDFORM.] in het
(GEH. INST.) menu (p. 66).
Het aantal beelden dat u kunt opnemen op
een "Memory Stick", is afhankelijk van het
formaat en de kwaliteit van het beeld en de
opnameomgeving.
Zie de volgende lijst voor het aantal beelden (bij
benadering) dat kan worden opgenomen op een
"Memory Stick" die is geformatteerd in de
camcorder.
De beeldkwaliteit is [FIJN] (aantal
beelden)
Bij een beeld met het formaat 2016 × 1512 is de
grootte 1540 kB en bij een beeld met het
formaat 640 × 480 is de grootte 150 kB.
2016 × 1512
640 × 480
8 MB
5
50
16 MB
(bijgeleverd)
10
96
32 MB
20
190
64 MB
40
390
128 MB
82
780
256 MB
(MSX-256)
145
1400
512 MB
(MSX-512)
300
2850
1 GB (MSX-1G)
610
5900
De flitser gebruiken
De aanbevolen afstand tot het onderwerp is
0,3 tot 2,5 m als u de ingebouwde flitser
gebruikt.
De camcorder is standaard ingesteld op
automatisch flitsen en afhankelijk van de
lichtomstandigheden wordt de flitser
automatisch geactiveerd als u op PHOTO
drukt.
Voer de onderstaande procedure uit als u de
flitser altijd wilt gebruiken of als u de flitser
helemaal niet wilt gebruiken.
De beschikbare instellingen verschillen
afhankelijk van wat u hebt geselecteerd bij
[RODE-OGENR.] of [FLITS INST.] in het
(CAMERA INST.) menu (p. 62).
De beeldkwaliteit is [STANDAARD]
(aantal beelden)
Bij een beeld met het formaat 2016 × 1512 is de
grootte 640 kB en bij een beeld met formaat
640 × 480 is de grootte 60 kB.
8 MB
30
Opnemen
2016 × 1512
640 × 480
12
120
(flitser)
Druk herhaaldelijk op
instelling te selecteren.
(flitser) om een
•
De instellingen worden in een cyclus
weergegeven in de volgende volgorde.
Als de functie voor rodeogenreductie is ingeschakeld
(automatische rode-ogenreductie):er
wordt vooraf geflitst om rode ogen te
beperken voordat er automatisch wordt
geflitst omdat er niet voldoende licht is.
m
(geforceerde rode-ogenreductie): de
flitser wordt altijd gebruikt en er wordt
altijd vooraf geflitst om rode ogen te
beperken, ongeacht de helderheid van de
omgeving.
m
(niet flitsen): er wordt altijd zonder de
flitser opgenomen.
b Opmerkingen
• Verwijder het stof op de flitslamp voordat u deze
gebruikt. U krijgt wellicht niet voldoende flitslicht
als het stof verkleurt of als op de lamp blijft plakken
door de hitte die vrijkomt bij het flitsen.
• De rode-ogenreductie kan wellicht niet het gewenste
resultaat geven vanwege individuele verschillen en
andere omstandigheden.
• De aanduiding voor de flitserlading knippert tijdens
het opladen en blijft branden als het opladen van de
accu is voltooid. (In de CAMERA-TAPE stand
duurt het langer voordat de flitslamp volledig is
opgeladen omdat de accu wordt opgeladen met de
flitslamp geopend.)
• Bij de volgende functies werkt de flitser niet:
– Super NightShot functie
– Color Slow Shutter functie
– Digitale effecten
– Progressieve opnamestand
– Burst
•
•
•
Opnemen
Als de functie voor rodeogenreductie is uitgeschakeld
Er wordt geen aanduiding weergegeven: er
wordt automatisch geflitst als er niet
voldoende licht is.
m
(geforceerd flitsen): de flitser wordt
altijd gebruikt, ongeacht de helderheid van
de omgeving.
m
(niet flitsen): er wordt altijd zonder de
flitser opgenomen.
– In de opnamestand voor banden
– [16:9-FORMAAT] stand
Zelfs als u automatisch flitsen of
(automatische
rode-ogenreductie) hebt geselecteerd, werkt de
flitser niet bij de volgende functies:
– NightShot functie
– [SPOTLIGHT], [ZONSON MAAN] en
[LANDSCHAP] van [BELICHT.PROG]
– Handmatige belichting
– Flexibele spotmeter
Als u de flitser gebruikt in een heldere omgeving
bijvoorbeeld bij het opnemen van onderwerpen met
tegenlicht, werkt de flitser wellicht niet goed.
Als u de lenskap (bijgeleverd) of een voorzetlens
(optioneel) bevestigt, kan de schaduw hiervan op de
lens vallen.
U kunt niet tegelijkertijd een externe flitser
(optioneel) en de ingebouwde flitser gebruiken.
z Tips
• De hoeveelheid licht die wordt gebruikt door de
flitser, wordt automatisch aangepast. Wilt u de
hoeveelheid licht handmatig aanpassen, dan
selecteert u [FLITSNIVEAU] in het
(CAMERA
INST.) menu (p. 59).
• Als u moeilijk kunt scherpstellen, gebruikt u de
HOLOGRAM AF functie (p. 38) of gaat u naar "De
scherpstelling handmatig aanpassen" (p. 37) voor
informatie over de brandpuntsafstand.
De zelfontspanner gebruiken
Met de zelfontspanner kunt u een stilstaand
beeld opnemen na een vertraging van
ongeveer 10 seconden.
PHOTO
PHOTO
,wordt vervolgd
Opnemen
31
1
Raak
2
Raak [ZELF ONTSP.] aan.
aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
3
Raak [AAN] en
aan.
Een stilstaand beeld opnemen op
een "Memory Stick" tijdens het
opnemen van films op een band
Het beeldformaat wordt automatisch
ingesteld op [640 × 480]. Wilt u een
stilstaand beeld opnemen in een ander
formaat, dan gebruikt u de functie voor het
opnemen van foto's op de "Memory Stick"
(p. 28).
PHOTO
wordt weergegeven.
4
Druk PHOTO volledig in tijdens het
opnemen op een band.
Druk op PHOTO.
Er wordt ongeveer 10 seconden teruggeteld
met een pieptoon (De aanduiding voor het
aftellen begint bij 8).
Het beeld wordt opgenomen. Wanneer de
balken van
verdwijnen, is het beeld
opgenomen op de "Memory Stick".
Het terugtellen annuleren
Het opnemen is
voltooid als het rollen
stopt.
Raak [HERST.] aan.
Stilstaande beelden opnemen in de
wachtstand
Zelfontspanner annuleren
Houd PHOTO licht ingedrukt. Controleer het
beeld en druk de toets volledig in.
Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [UIT] in stap 3.
b Opmerkingen
• Bij de volgende functies kunt u een stilstaand beeld
niet opnemen op een "Memory Stick":
– [16:9-FORMAAT] stand
– Progressieve opnamestand
– Overlappen vanaf de "Memory Stick"
– MEMORY MIX functie
– [VL.INT.OPN.] (bandopname met vloeiende
intervallen)
• Titels worden niet opgenomen op een "Memory
Stick".
32
Opnemen
De belichting vastleggen voor het
geselecteerde onderwerp
– Flexibele spotmeter
De belichting
aanpassen
In de standaardinstelling wordt de belichting
automatisch aangepast.
De belichting voor onderwerpen
met tegenlicht aanpassen
1
Raak
aan tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
2
Raak [SPOTMETER] aan.
Opnemen
Als het onderwerp met de rug naar de zon of
ander licht staat, kunt u de belichting
aanpassen om te voorkomen dat het
onderwerp te donker wordt weergegeven.
U kunt de belichting aanpassen en vastleggen
voor het onderwerp, zodat het onderwerp
wordt opgenomen in de meest geschikte
helderheid, zelfs als er een scherp contrast is
tussen het onderwerp en de achtergrond
(zoals personen in de spotlight op het toneel).
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
BACK LIGHT
3
Druk op BACK LIGHT tijdens het
opnemen of in de wachtstand.
Raak het punt aan dat u wilt
aanpassen en leg de belichting vast op
het scherm.
De aanduiding [SPOTMETER] knippert
terwijl de camera de belichting aanpast aan
het geselecteerde punt.
. wordt weergegeven.
Als u de tegenlichtfunctie wilt annuleren, drukt
u nogmaals op BACK LIGHT.
b Opmerking
• De tegenlichtfunctie wordt geannuleerd als u
[BELICHTING] instelt op [HANDMATIG] (p. 34)
of [SPOTMETER] selecteert (p. 33).
4
Raak [END] aan.
Terugkeren naar de instelling voor de
automatische belichting
Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [AUTO] in stap
3. Of stel [BELCHT] in op [AUTO] (p. 34).
,wordt vervolgd
Opnemen
33
b Opmerkingen
• U kunt de flexibele spotmeter niet gebruiken met:
– Color Slow Shutter functie
– NightShot functie
– NightFraming functie
• Als u [BELICHT.PROG] instelt, wordt
[SPOTMETER] automatisch ingesteld op [AUTO].
4
Pas de belichting aan door
(donkerder)/
(helderder) aan te
raken en raak vervolgens
aan.
z Tip
• Als u [SPOTMETER] instelt, wordt [BELCHT]
automatisch ingesteld op [HANDMATIG].
De belichting handmatig
aanpassen
Terugkeren naar de instelling voor de
automatische belichting
U kunt de helderheid van een beeld met de
beste belichting vastleggen. Als u
bijvoorbeeld op een heldere dag binnen
opneemt, kunt u voorkomen dat er schaduw
van het tegenlicht valt op personen naast het
raam door handmatig de belichting vast te
leggen op de muur van de kamer.
1
Raak
aan tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
2
Raak [BELCHT] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
3
34
Raak [HANDMATIG] aan.
Opnemen
Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [AUTO] in stap
3.
Opnemen in een
donkere omgeving
– NightShot, enzovoort
U kunt onderwerpen in een donkere
omgeving opnemen (bijvoorbeeld het
gezichtje van een slapende baby) met de
NightShot, Super NightShot of Color Slow
Shutter functie. Met de Color Slow Shutter
functie kunt u opnemen in kleur.
4 Raak [SUPER NS] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
5 Raak [AAN] en
aan.
wordt weergegeven.
Als u Super NightShot wilt annuleren, voert
u stap 3 en 4 uit en selecteert u [UIT] in stap
5. Of stel de NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING schakelaar in op z
(groen).
Opnemen
Helderdere beelden in kleur opnemen
op de band
– Color Slow Shutter
1 Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
2 Controleer of de NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING schakelaar is
ingesteld op z (groen).
3 Raak
aan.
4 Raak [COLOR SLOW S] aan.
Stel de NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING
schakelaar in op NIGHTSHOT.
en ["NIGHTSHOT"] verschijnen.
Wilt u NightShot annuleren, dan stelt u de
NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING schakelaar
in op z (groen).
Helderdere beelden opnemen op de
band
– Super NightShot
Het beeld wordt opgenomen met maximaal 16
keer de gevoeligheid van de opname met
NightShot.
1 Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
2 Stel de NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING schakelaar in op
NIGHTSHOT.
en ["NIGHTSHOT"] verschijnen.
3 Raak
aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
5 Raak [AAN] en
aan.
wordt weergegeven.
Als u Color Slow Shutter wilt annuleren,
voert u stap 3 en 4 uit en selecteert u [UIT]
in stap 5.
b Opmerkingen
• Gebruik de functie NightShot/Super NightShot niet
in een heldere omgeving. Dit kan een storing
veroorzaken.
• De functie Color Slow Shutter werkt wellicht niet bij
volledige duisternis. Als u opneemt in een omgeving
zonder licht, gebruikt u de NightShot of Super
NightShot functie.
• U kunt de Super NightShot/Color Slow Shutter
functie niet gebruiken met:
– FADER functie
– Digitale effecten
• U kunt de Color Slow Shutter functie niet gebruiken
met:
– [BELICHT.PROG]
– Handmatige belichting
– Flexibele spotmeter
,wordt vervolgd
Opnemen
35
• Als u de functie Super NightShot of Color Slow
Shutter gebruikt, wordt de sluitertijd van de
camcorder gewijzigd afhankelijk van de helderheid.
Op dit moment kan de beweging van het beeld
worden vertraagd.
• Stel handmatig scherp als u moeilijk automatisch
kunt scherpstellen.
• Bedek de infraroodpoort niet met uw vingers of
andere voorwerpen. Verwijder de voorzetlens
(optioneel) als deze is bevestigd.
Scherpstelling
aanpassen
Er wordt automatisch scherpgesteld in de
standaardinstelling.
Scherpstellen op een onderwerp
dat niet in het midden staat
– SPOT FOCUS
U kunt het brandpunt selecteren en aanpassen
om het brandpunt te richten op een
onderwerp dat zich niet in het midden van het
scherm bevindt.
1
Raak
aan tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
2
Raak [SPOTFOCUS] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
3
Raak het onderwerp aan waarvoor u
de scherpstelling wilt aanpassen op het
scherm.
[SPOTFOCUS] knippert als de camera de
scherpstelling aanpast.
9 wordt weergegeven.
36
Opnemen
4
1
Raak [END] aan.
Druk op FOCUS tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
9 wordt weergegeven.
De scherpstelling automatisch
aanpassen
Voer stap 1 en 2 uit en raak vervolgens [AUTO]
aan in stap 3. Of druk op FOCUS na stap 4.
b Opmerking
• U kunt de SPOT FOCUS functie niet gebruiken met:
– NightFraming functie
– [BELICHT.PROG]
• Informatie over de afstand voor scherpstellen
worden niet weergegeven.
U kunt de scherpstelling handmatig
aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Gebruik deze functie in de volgende gevallen.
– Een onderwerp achter een raam met
regendruppels opnemen.
– Horizontale strepen opnemen.
– Een onderwerp met weinig contrast tussen
het onderwerp en de achtergrond opnemen.
– Als u wilt scherpstellen op een onderwerp in
de achtergrond.
– Een stilstaand beeld opnemen met de
camcorder op een statief.
FOCUS
Scherpstelring
Draai de scherpstelring en pas de
scherpstelling aan.
9 wordt gewijzigd in
als de
scherpstelling niet verder kan worden
aangepast. 9 wordt gewijzigd in
als er
niet verder kan worden scherpgesteld.
Tips voor handmatig scherpstellen
• U kunt gemakkelijker scherpstellen op het
onderwerp als u de zoomfunctie gebruikt.
Draai de motorzoomknop naar T (teleopnamen) om de scherpstelling aan te
passen en vervolgens naar W (groothoek)
om de zoomfunctie aan te passen voor de
opnamen.
• Als u een close-up wilt maken van een
onderwerp, draait u de motorzoomknop
naar W (groothoek) om het beeld volledig
te vergroten en past u vervolgens de
scherpstelling aan.
Opnemen
De scherpstelling handmatig
aanpassen
2
De functie voor vergroot scherpstellen
gebruiken
U kunt de instelling voor scherpstellen
gemakkelijker controleren door het beeld te
vergroten tijdens het handmatig scherpstellen.
Als het CAMERA-MEMORY lampje brandt,
stelt u [EXPANDED F] in het
(CAMERA
INST.) menu in op [AAN] (p. 61).
Als u de scherpstelring draait, verschijnt
en wordt het beeld twee keer zo groot
weergegeven.
De scherpstelling automatisch
aanpassen
Druk nogmaals op FOCUS.
z Tip
• De informatie over de brandpuntsafstand (als het
donker is en u moeilijk kunt scherpstellen) wordt in
de volgende gevallen 3 seconden weergegeven.
(Deze informatie wordt niet juist weergegeven als u
een voorzetlens (optioneel) gebruikt.)
– Als u de stand voor scherpstelling schakelt van
automatisch naar handmatig.
– Als u de scherpstelring draait.
,wordt vervolgd
Opnemen
37
Extra licht gebruiken om scherp te
stellen op een stilstaand beeld
– HOLOGRAM AF
HOLOGRAM AF zender
Als u opneemt in een donkere omgeving,
kunt u het HOLOGRAM AF licht gebruiken
om scherp te stellen op onderwerpen totdat de
scherpstelling wordt vastgelegd. De
maximale brandpuntsafstand voor het
HOLOGRAM AF licht is ongeveer 2,5 m.
[HOLOGRAM AF] wordt standaard ingesteld
op [AUTO] (p. 62).
Informatie over HOLOGRAM AF
"HOLOGRAM AF", een toepassing van
laserhologrammen, is een nieuw optisch
systeem voor automatisch scherpstellen
waarmee stilstaande beelden kunnen worden
opgenomen in een donkere omgeving. Het
systeem heeft minder straling dan gewone
heldere LED's of lampen en voldoet aan de
Laser Class 1 (*) specificatie en is dus veiliger
voor de ogen.
Er zijn geen veiligheidsrisico's als u
rechtstreeks en van dichtbij in de HOLOGRAM
AF zender kijkt. U kunt dit echter beter niet
doen, omdat u hierna gedurende enkele minuten
nabeelden op uw netvlies kunt krijgen en
duizelig kunt worden (net zoals wanneer u in
een flitser kijkt).
* HOLOGRAM AF voldoet aan de Class 1
specificaties (tijdbasis van 30000 seconden), zoals
wordt voorgeschreven in de industrienormen van JIS
(Japan), IEC (Europese Unie) en FDA (Verenigde
Staten).
Als aan deze normen wordt voldaan, is het
laserproduct veilig wanneer een persoon gedurende
38
Opnemen
30000 seconden rechtstreeks of door een lens naar
het laserlicht kijkt.
b Opmerkingen
• De scherpstelling wordt wellicht niet correct
aangepast als u een voorzetlens (optioneel) gebruikt
omdat dit het HOLOGRAM AF licht kan blokkeren.
• U kunt HOLOGRAM AF niet gebruiken met:
– De CAMERA-TAPE stand
– De flitser ingesteld op
(niet flitsen)
– [ZONSON MAAN] of [LANDSCHAP] van
[BELICHT.PROG]
– Handmatig scherpstellen
– SPOT FOCUS functie
– Burst
– NightShot functie
• De informatie over de brandpuntsafstand wordt niet
weergegeven op het scherm.
Het kader en de scherpstelling aanpassen
bij het opnemen van een stilstaand beeld in
een donkere omgeving
– NightFraming
U kunt het onderwerp bij volledige duisternis
bekijken. Tijdens het opnemen, wordt het
HOLOGRAM AF licht uitgevoerd om scherp te
stellen op een onderwerp totdat de
scherpstelling wordt vastgelegd.
1
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de CAMERAMEMORY stand te selecteren.
2
Stel de NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING schakelaar in op
NIGHTFRAMING.
en [NIGHTFRAMING] verschijnen.
Wilt u NightFraming annuleren, dan stelt u
de NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING
schakelaar in op z (groen).
Beelden met
verschillende
effecten opnemen
z Tip
• Zelfs als het onderwerp tijdens het opnemen niet in
natuurlijke kleuren op het LCD-scherm wordt
weergegeven, wordt het onderwerp wel in
natuurlijke kleuren opgenomen.
Opnemen
b Opmerkingen
• De scherpstelling wordt wellicht niet correct
aangepast als u een voorzetlens (optioneel) gebruikt
omdat dit het HOLOGRAM AF licht kan blokkeren.
• Er wordt automatisch scherpgesteld, zelfs als
handmatig scherpstellen is geselecteerd.
• Het extra licht wordt uitgevoerd, zelfs als
[HOLOGRAM AF] is ingesteld op [UIT].
• De flitser wordt gebruikt, zelfs als
(niet flitsen)
is geselecteerd.
POWER
schakelaar
Een scène in- of uitfaden
– FADER
U kunt de volgende effecten toevoegen aan
beelden die u op dit moment opneemt.
[NORM. FADER]
[MOZ. FADER]
[MONOTOON]
Bij het infaden wordt het beeld langzaam
gewijzigd van zwart/wit naar kleur.
Bij het uitfaden wordt het beeld langzaam
gewijzigd van kleur naar zwart/wit.
,wordt vervolgd
Opnemen
39
[OVERLAP] (alleen infaden)
5
Druk op START/STOP.
De faderaanduiding stopt met knipperen en
verdwijnt als het faden is voltooid.
De bewerking annuleren
[OVERLOOP] (alleen infaden)
Raak [UIT] aan in stap 3.
b Opmerking
• U kunt de FADER functie niet gebruiken met:
– Super NightShot functie
– Color Slow Shutter functie
– Digitale effecten
– [VL. INT.OPN.] (bandopname met vloeiende
intervallen)
– [BEELDOPNAME] (Frameopname)
[PUNT FADER] (alleen infaden)
1
2
3
Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
Raak
aan in de wachtstand (om
in te faden) of tijdens het opnemen (om
uit te faden).
Infaden vanuit een stilstaand beeld op
de "Memory Stick" – Overlappen vanaf
de "Memory Stick"
U kunt infaden vanuit het stilstaande beeld op
de "Memory Stick" naar de film die op dit
moment wordt opgenomen op de band.
Stilstaand beeld
Film
Raak [FADER] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(BEELD
PROG.) menu.
1 Controleer of u een "Memory Stick"
hebt met het stilstaande beeld dat u wilt
samenvoegen en of u een band in de
recorder hebt geplaatst.
2 Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
3 Raak
aan.
4 Raak [MENU] aan.
5 Selecteer
(BEELD PROG.), [
4
Raak het gewenste effect en
aan.
Als u [OVERLAP], [OVERLOOP] en
[PUNT FADER] aanraakt, wordt het beeld
op de band in de camcorder opgeslagen als
stilstaand beeld. Tijdens het opslaan van het
beeld wordt het scherm blauw.
6
OVRLAP] door
/
en
aan te
raken.
Het beeld wordt op het scherm met
miniaturen weergegeven.
Raak
(vorige)/
(volgende) aan
om het stilstaande beeld te selecteren dat
moet worden samengevoegd.
7 Raak [AAN] en
aan.
8 Raak
aan.
9 Druk op START/STOP om te beginnen
met opnemen.
[GEH. OVRLAP] stopt met knipperen en
verdwijnt als het faden is voltooid.
40
Opnemen
Speciale effecten gebruiken
– Digitale effecten
2
Raak
3
Raak [DIG EFFECT] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(BEELD
PROG.) menu.
U kunt digitale effecten toevoegen aan de
opnamen.
[STILSTAAND]
U kunt een film opnemen terwijl u deze over
een eerder opgenomen stilstaand beeld legt.
[LUMINANTIE] (Luminance Key)
U kunt een helder gedeelte in een eerder
opgenomen stilstaand beeld, zoals de
achtergrond van een persoon of een titel
geschreven op wit papier, vervangen door een
film.
[NABEELD]
U kunt beelden opnemen die een spoor van
nabeelden achterlaten.
4
Opnemen
[FLITS] (intervalopname)
U kunt een film opnemen die bestaat uit een
reeks stilstaande beelden (stroboscoopeffect).
aan.
Raak het gewenste effect aan, pas het
effect aan door
(lager)/
(hoger) aan te raken en raak
vervolgens
aan.
Voorbeeld van aanpassingsvenster:
Als u [STILSTAAND] of [LUMINANTIE]
aanraakt, wordt het beeld dat op het scherm
wordt weergegeven, opgeslagen als
stilstaand beeld.
[LGZM SL.] (langzame sluitertijd)
U kunt de sluitertijd vertragen. Met deze stand
kunt u onderwerpen op een donkere plaats
helderder opnemen.
[OUDE FILM]
U kunt de beelden een sfeer van oude speelfilms
geven. De camcorder neemt beelden
automatisch op in de Letterbox-stand voor alle
schermformaten, in sepia en met een langzame
sluitertijd.
1
Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
,wordt vervolgd
Opnemen
41
Effect
Instelmogelijkheden
[STILSTAAND]
U kunt het
transparantieniveau
instellen van het
stilstaande beeld dat u over
een film wilt leggen.
[FLITS]
Het interval voor framevoor-frame afspelen.
[LUMINANTIE]
U kunt het kleurschema
kiezen voor het gedeelte
van het stilstaande beeld
dat u wilt omwisselen met
een film.
[NABEELD]
U kunt de tijdsduur voor
het faden van de nabeelden
instellen.
[LGZM SL.]*
Sluitertijd (1 is 1/25, 2 is 1/
12, 3 is 1/6, 4 is 1/3).
[OUDE FILM]
U hoeft geen wijzigingen
aan te brengen.
* Er kan moeilijk automatisch worden
scherpgesteld met dit effect. Stel handmatig
scherp met de camcorder op een statief zodat de
camcorder stabiel staat.
5
Raak
Digitale effecten annuleren
Voer stap 2 en 3 uit en selecteer [UIT] in stap 4.
b Opmerkingen
• U kunt digitale effecten niet gebruiken met:
– Super NightShot functie
– Color Slow Shutter functie
– FADER functie
– Overlappen vanaf de "Memory Stick"
– MEMORY MIX functie
• U kunt [LGZM SL.]/[OUDE FILM] niet gebruiken
met [BELICHT.PROG] (behalve [AUTO]).
• U kunt [OUDE FILM] niet gebruiken met:
– [16:9-FORMAAT] stand
– Beeldeffecten ([B EFFECT])
z Tip
• U kunt een beeld maken met negatieve kleuren en
helderheid of een beeld dat lijkt op een lichte
tekening in pastelkleuren. Zie beeldeffecten ([B
EFFECT], p. 69) voor meer informatie.
Opnemen
U kunt een stilstaand beeld op de "Memory
Stick" over de film leggen die u op dit
moment op een band opneemt. U kunt
vervolgens de samengestelde beelden
opnemen op een band of een "Memory
Stick". (U kunt geen stilstaand beeld
samenvoegen met een beeld dat al op een
band is opgenomen.)
[GTCAM LUMI.] (Luminance Key op de
"Memory Stick")
U kunt een helder (wit) gedeelte van een
stilstaand beeld omwisselen met een film. Als u
deze functie wilt gebruiken, kunt u het beste
vooraf een stilstaand beeld, een illustratie of een
handgeschreven titel op wit papier opnemen op
een "Memory Stick".
Stilstaand beeld
Film
aan.
wordt weergegeven.
42
Stilstaande beelden over films op
een band leggen – MEMORY MIX
[CAMTG CHROMA] (Chroma Key op de
camera)
U kunt een film over een stilstaand beeld
leggen, bijvoorbeeld een stilstaand beeld dat als
achtergrond wordt gebruikt. Neem de film op
met het onderwerp tegen een blauwe
achtergrond. Alleen het blauwe gedeelte van de
film wordt omgewisseld met het stilstaande
beeld.
Stilstaand beeld
Film
Blauw
[GTCAM CHROMA] (Chroma Key op de
"Memory Stick")
U kunt de film omwisselen met het blauwe
gedeelte van een stilstaand beeld, zoals een
illustratie, of met een kader met een blauw
gedeelte in het kader.
Stilstaand beeld
5
Raak
/
aan om het stilstaande
beeld te overlappen.
6
Raak het gewenste effect aan.
Het stilstaande beeld wordt over de film
gelegd die op dat moment wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
Film
Blauw
Controleer of u een "Memory Stick"
hebt met het stilstaande beeld dat u
wilt samenvoegen (alleen als u
opneemt op een band) en of u een band
in de recorder hebt geplaatst.
2
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de CAMERA-TAPE
stand (als u opneemt op een band) of de
CAMERA-MEMORY stand (als u
opneemt op een "Memory Stick") te
selecteren.
3
Raak
4
Raak [DUBBEL BEELD] aan.
7
Scherm met miniaturen
Raak
(lager)/
(hoger) aan om
de volgende items aan te passen.
Voor [GTCAM LUMI.]
U kunt het kleurschema kiezen voor het
heldere gedeelte van het stilstaande beeld
waar de film verschijnt. Als u alleen het
stilstaande beeld op de "Memory Stick" wilt
opnemen op de band, raakt u
aan op
het scherm in [GTCAM LUMI.] totdat de
balk volledig is uitgebreid naar de
rechterkant.
Voor [CAMTG CHROMA]
Het kleurschema van het blauwe gedeelte in
de film.
aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(BEELD
PROG.) menu.
Het stilstaande beeld op de "Memory Stick"
wordt weergegeven op het scherm met
miniaturen.
Opnemen
1
Voor [GTCAM CHROMA]
U kunt het kleurschema kiezen voor het
blauwe gedeelte van het stilstaande beeld
waar de film verschijnt.
8
Raak
twee keer aan.
wordt weergegeven.
9
Start het opnemen.
Als u opneemt op een band
Druk op START/STOP.
Opnemen op een "Memory Stick"
Druk PHOTO volledig in.
,wordt vervolgd
Opnemen
43
MEMORY MIX annuleren
Voer stap 1 tot en met 4 uit en raak [UIT] aan in
stap 5.
Beginpunt zoeken
b Opmerkingen
• Als het overlappende stilstaande beeld een grote
hoeveelheid wit bevat, is het beeld op het scherm
met miniaturen wellicht niet duidelijk.
• Als u de functie MEMORY MIX in de spiegelstand
gebruikt (p. 26), wordt het beeld op het LCD-scherm
niet in spiegelbeeld weergegeven.
• U kunt wellicht geen beelden weergeven die met de
computer zijn bewerkt of die zijn opgenomen met
andere camcorders dan uw camcorder.
z Tip
De bijgeleverde CD-ROM met het USBstuurprogramma SPVD-010 bevat voorbeelden die u
kunt gebruiken bij bewerkingen met MEMORY MIX.
Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de
computertoepassingen" voor meer informatie.
POWER schakelaar
De laatste scène van de meest
recente opname zoeken
– END SEARCH
Deze functie is handig als u bijvoorbeeld de
band hebt afgespeeld maar direct wilt
opnemen na de laatstopgenomen scène. Als u
een band zonder Cassette Memory gebruikt,
werkt de END SEARCH functie niet meer als
u de band uitwerpt nadat u op de band hebt
opgenomen. Als u een band met Cassette
Memory gebruikt, werkt de functie zelfs als u
de band hebt uitgeworpen.
44
Opnemen
1
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de CAMERA-TAPE
stand te selecteren.
2
Raak
aan.
3
Raak
aan.
2
Raak
3
Blijf
(teruggaan)/
(vooruitgaan) aanraken totdat u het
gewenste punt hebt gevonden waar u
wilt beginnen met opnemen.
aan.
Verschijnt alleen
met een band met
Cassette Memory
De laatste scène van de meest recente
opname wordt ongeveer 5 seconden
afgespeeld en de camcorder schakelt over
naar de wachtstand op het moment dat de
laatste opname is voltooid.
Opnemen
De bewerking annuleren
Raak [ANNUL.] aan.
b Opmerking
• De END SEARCH functie functioneert niet correct
als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op
de band.
z Tip
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren door [EINDE
ZOEKEN] te selecteren in de menu-instellingen. In
de PLAY/EDIT stand kunt u deze bewerking
uitvoeren door de snelkoppeling [EINDE ZOEKEN]
in
te selecteren (p. 57).
De laatstopgenomen scènes
controleren – Opnamecontrole
U kunt een aantal seconden bekijken van de
scène die u net voor het stoppen van de band
hebt opgenomen.
1
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de CAMERA-TAPE
stand te selecteren.
2
Raak
3
Raak
Handmatig zoeken – EDIT SEARCH
aan.
U kunt naar het beginpunt zoeken terwijl u de
beelden op het scherm bekijkt. Het geluid
wordt niet afgespeeld tijdens het zoeken.
1
Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
één keer aan.
De laatste seconden van de
laatstopgenomen scène worden
weergegeven. De camcorder wordt hierna
in de wachtstand gezet.
Opnemen
45
Afspelen
3
Raak
(terugspoelen) aan om
naar het punt te gaan dat u wilt
bekijken.
4
Raak
(afspelen) aan om het
afspelen te starten.
Films op een band
bekijken
Controleer of u een band met opnamen in de
camcorder hebt geplaatst.
Bepaalde handelingen kunt u met de
afstandsbediening of met het aanraakscherm
uitvoeren.
Zie pagina 54 als u de opnamen wilt afspelen
op de TV.
Het volume regelen
aan.
1 Raak
2 Raak [VOLUME] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(STANDRD INST) menu.
3 Pas het volume aan door
(lager)/
(hoger) aan te raken en raak
OPEN
POWER schakelaar
aan.
Het afspelen stoppen
1
2
Druk op OPEN en open het LCDscherm.
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
Schuif de POWER
schakelaar terwijl u
het groene knopje
ingedrukt houdt.
Raak
(stoppen) aan.
Het afspelen onderbreken
Raak
(pauze) aan tijdens het afspelen.
Raak dit nogmaals aan om het afspelen te
hervatten.
Het afspelen worden automatisch gestopt als de
camcorder langer dan 5 minuten in de
pauzestand staat.
Snel vooruitspoelen of terugspoelen
Raak
(snel vooruitspoelen) of
(terugspoelen) aan in de stopstand.
Films bekijken in de beeldzoeker
Sluit het LCD-scherm. Schuif de beeldzoeker
uit.
46
Afspelen
Aanduidingen die worden weergegeven
tijdens het afspelen van banden
Afspelen in verschillende standen
U hoort het opgenomen geluid niet. U ziet
wellicht ook mozaïekpatronen van eerder
afgespeelde beelden op het scherm.
1 Raak
aan in de afspeelstand of
afspeelpauzestand.
2 Raak [
VRTR AFSP] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(BEW.&AFSP.) menu.
3 Selecteer een afspeelstand.
A Resterende accuduur
C Aanduiding voor bandtransport
D Tijdcode (uur: minuut: seconde: frame)
of bandteller (uur: minuut: seconde)
E Toets voor persoonlijk menu (p. 57)
F Videobedieningstoetsen
Hebt u een "Memory Stick" geplaatst, dan
wordt
(stoppen) gewijzigd in
("Memory Stick" afspelen) als u het
afspelen stopt.
Afspelen in verschillende standen
Snel vooruitspoelen of terugspoelen
tijdens het afspelen – Beeldzoekfunctie
Actie
Aanraken
De afspeelrichting
(frame) tijdens het
wijzigen*
afspelen.
Vertraagd
afspelen**
(vertraagd) tijdens
het afspelen.
De richting wijzigen
1 Raak
(frame)
aan.
2
(vertraagd).
De band 2 keer zo
(dubbele snelheid)
snel afspelen
tijdens het afspelen.
(dubbele snelheid) De richting wijzigen
1 Raak
(frame)
aan.
2
(dubbele
snelheid).
Frame-voorframe afspelen
Blijf
(snel vooruitspoelen) of
(terugspoelen) aanraken tijdens het afspelen.
Raak de toets niet meer aan om door te gaan met
normaal afspelen.
Het beeld weergeven tijdens het snel
vooruitspoelen of terugspoelen
– Snelzoekfunctie
Raak
(snel vooruitspoelen) of
(terugspoelen) aan terwijl u de band snel
vooruitspoelt of terugspoelt.
Raak de toets niet meer aan als u wilt doorgaan
met snel vooruitspoelen of terugspoelen.
Afspelen
B Opnamestand (SP of LP)
Als u wilt terugkeren naar de normale
afspeelstand, raakt u
(pauze) twee
keer aan (één keer voor het afspelen van
frames).
(frame) in de
afspeelpauzestand.
Als u de richting wilt
wijzigen, raakt u
(frame) nogmaals aan
tijdens het afspelen van
frames.
* Er kunnen horizontale lijnen verschijnen aan de
boven- of onderzijde of in het midden van het
scherm. Dit duidt niet op een storing.
**Beelden die worden uitgevoerd via de
DVinterface kunnen niet vloeiend worden
afgespeeld in de vertraagde stand.
4 Raak
en
aan.
,wordt vervolgd
Afspelen
47
Opnamen met toegevoegde
effecten bekijken – Digitale
effecten
U kunt de effecten [STILSTAAND],
[FLITS], [LUMINANTIE] en [NABEELD]
toepassen als u opgenomen beelden bekijkt.
Zie pagina 41 voor meer informatie over de
effecten.
6
Raak
aan.
twee keer aan en raak
wordt weergegeven.
Digitale effecten annuleren
Voer stap 2 tot en met 4 uit en selecteer [UIT] in
stap 5.
b Opmerking
• U kunt geen effecten toevoegen aan beelden die via
externe bronnen worden ingevoerd. U kunt ook geen
beelden uitvoeren die zijn bewerkt met digitale
effecten via de
DV-interface.
z Tip
• U kunt beelden die met speciale effecten zijn
bewerkt, niet opnemen op de band in de camcorder,
maar u kunt deze kopiëren naar een "Memory Stick"
(p. 91) of een andere band (p. 89).
POWER
schakelaar
48
1
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
2
Raak
aan terwijl het beeld
wordt weergegeven waaraan u het
effect wilt toevoegen.
3
Raak [MENU] aan.
4
Selecteer
(BEELD PROG.) en
[DIG EFFECT] door
/
en
aan te raken.
5
Selecteer een effect en pas het effect
aan door
(lager)/
(hoger) aan
te raken.
Afspelen
Opnamen op een
"Memory Stick"
bekijken
U kunt beelden één voor één op het scherm
bekijken. Als u veel beelden hebt, kunt u een
lijst weergeven om gemakkelijk in de
beelden te zoeken. Controleer of u een
"Memory Stick" met opnamen in de
camcorder hebt geplaatst.
Zie pagina 54 als u opgenomen beelden wilt
afspelen op de TV.
3
Raak
aan.
Het laatstopgenomen beeld wordt op het
scherm weergegeven.
4
Raak
(vorige)/
(volgende)
aan om een beeld te selecteren.
Schermvoorbeeld (films):
320
2 / 10 101
MEMORY PLAY
Afspelen
60min
MOV00002
MPEG
P-MENU
Als u een film bekijkt, raakt u
aan
als de geselecteerde film op het scherm
verschijnt.
OPEN
POWER
schakelaar
1
Druk op OPEN en open het LCDscherm.
2
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
Het volume van films regelen
1 Raak
aan.
2 Raak [VOLUME] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(STANDRD INST) menu.
3 Pas het volume aan door
(lager)/
(hoger) aan te raken en raak
aan.
Films stoppen of onderbreken
Schuif de POWER
schakelaar terwijl u het
groene knopje ingedrukt
houdt.
Raak
aan. Raak dit nogmaals aan om het
afspelen te hervatten.
Beelden verwijderen
Zie "Opgenomen beelden verwijderen" (p. 102)
voor meer informatie.
,wordt vervolgd
Afspelen
49
Aanduidingen die worden weergegeven
tijdens het afspelen van een "Memory
Stick"
z Tip
• Wanneer u een beeld opneemt in een map, wordt
deze map ingesteld als de standaardweergavemap. U
kunt een weergavemap selecteren in het menu
(p. 68).
Afspelen in verschillende standen
vanaf een "Memory Stick"
Op het scherm in stap 4 in "Opnamen op een
"Memory Stick" bekijken" (p. 49) zijn de
volgende handelingen beschikbaar.
A Resterende accuduur
B Formaat van stilstaande afbeelding
C Beeldnummer/Totaalaantal opgenomen
beelden in de huidige weergavemap
D Mapnaam
E Speelduur (alleen voor films)
F Aanduiding voor vorige/volgende map
De volgende aanduidingen worden
weergegeven als het eerste of laatste beeld
in de huidige map wordt weergegeven en
als er meerdere mappen op dezelfde
"Memory Stick" staan.
: raak
aan om naar de vorige map
te gaan.
: raak
aan om naar de volgende
map te gaan.
: raak
/
aan om naar de
vorige of volgende map te gaan.
G Toets voor het verwijderen van beelden
H Afdrukmarkering (alleen voor
stilstaande beelden) (p. 105)
I Markering voor beeldbeveiliging (p. 104)
Zoeken naar een scène in een film
U kunt een film splitsen in maximaal 60 scènes
zodat u het afspelen kunt starten bij een
bepaalde scène. Het maximumaantal scènes
waarin u de film kunt splitsen, is afhankelijk
van de lengte van de film.
1 Raak
(vorige)/
(volgende) aan
om een scène te selecteren waar u het
afspelen wilt starten.
2 Raak
aan.
Zes beelden, inclusief films,
tegelijkertijd weergeven – Indexscherm
Raak
aan.
Vorige
6 beelden N teken*
J Bestandsnaam
K Toets voor persoonlijk menu
L Toets voor indexscherm
M Toets voor band afspelen
N Toets voor beeldselectie
b Opmerking
• Mappen die u op de computer hebt gemaakt, mappen
waarvan de naam is gewijzigd en aangepaste
beelden worden wellicht niet op het scherm
weergegeven.
50
Afspelen
Volgende
6 beelden
Filmteken
* Het beeld dat werd weergegeven voordat er is
overgeschakeld naar het indexscherm.
Als u wilt terugkeren naar de stand waarin één
beeld wordt weergegeven, raakt u het beeld aan
dat u wilt weergeven.
Beelden in andere mappen bekijken op
het indexscherm
1 Raak
aan.
2 Raak
aan.
3 Raak [WRGV MAP] aan.
4 Selecteer een map met
/
en raak
Verschillende
afspeelfuncties
U kunt een klein onderwerp in een opname
vergroten en op het scherm weergeven. U
kunt ook de opnamedatum weergeven en de
naam van de map waarin het beeld is
opgenomen.
aan.
POWER schakelaar
Afspelen
DISPLAY/BATT INFO
Beelden vergroten – Zoomen tijdens het
afspelen van banden/Zoomen tijdens
het afspelen van een "Memory Stick"
U kunt films vergroten die op een band zijn
opgenomen of stilstaande beelden die op een
"Memory Stick" zijn opgeslagen.
1
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
2
Raak
3
Raak [MENU] aan.
aan.
,wordt vervolgd
Afspelen
51
4
Selecteer
(BEELD PROG.) en
[WEERG. ZOOM] door
/
en
aan te raken.
Venster voor het zoomen tijdens het afspelen
van banden
Toets voor
"Memory Stick"
afspelen
Venster voor het zoomen tijdens het
afspelen van een Memory Stick
Toets voor band
afspelen
5
Speel het stilstaande beeld of de film af
en raak het scherm aan op het punt in
het weergegeven frame dat u wilt
vergroten.
Het beeld wordt ongeveer twee keer
vergroot en wordt gecentreerd op het punt
dat u op het scherm hebt aangeraakt. Als u
een ander punt aanraakt, wordt het beeld op
dit punt gecentreerd.
6
Pas de zoomsterkte aan met de
motorzoomknop.
U kunt de zoomsterkte selecteren van
ongeveer 1,1 tot 5 keer de normale grootte.
Raak W aan om uit te zoomen en T om in te
zoomen.
De bewerking annuleren
Raak [END] aan.
b Opmerking
• U kunt extern ingevoerde beelden niet vergroten. U
kunt ook geen vergrote beelden uitvoeren via de
DV-interface.
52
Afspelen
z Tips
• U kunt het vergrote beeld opslaan als stilstaande
beeld op een "Memory Stick" door op PHOTO te
drukken. Het beeld wordt opgenomen met een
beeldformaat van 640 × 480.
• Als u op DISPLAY/BATT INFO drukt tijdens de
zoombewerking bij het afspelen, verdwijnt het
kader.
De schermaanduidingen
weergeven
U kunt de tijdcode, bandteller en andere
gegevens op het scherm weergeven.
Druk op DISPLAY/BATT INFO.
De aanduidingen verschijnen/verdwijnen als u
op de toets drukt.
z Tip
• U kunt de schermaanduidingen weergeven als u
afspeelt op een TV. Selecteer achtereenvolgens het
(STANDRD INST) menu, [DISPLAY] en [VUIT/LCD] (p. 83).
De datum/tijd en gegevens over
camera-instellingen weergeven
– Gegevenscode
Tijdens het afspelen kunt u de datum/tijd en
gegevens over de camera-instellingen
([CAMERAGEGEV.]) weergeven. Deze
worden automatisch opgenomen als u
beelden opneemt op een band of "Memory
Stick".
1
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
2
Raak
aan tijdens het afspelen of
in de afspeelpauzestand.
3
A SteadyShot uitgeschakeld*
Raak [GEGEV. CODE] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(STANDRD INST) menu.
B Belichting*
C Witbalans*
D Gevoeligheid*
E Sluitertijd
F Diafragma
* Verschijnt alleen tijdens het afspelen van banden
b Opmerking
• Gegevens over camera-instellingen verschijnen niet
als films op een "Memory Stick" worden afgespeeld.
4
Afspelen
Selecteer [CAMERAGEGEV.] of
[DATUM/TIJD] en raak
aan.
z Tips
• Er wordt een aanpassingswaarde voor de belichting
(0EV) weergegeven als een "Memory Stick" wordt
afgespeeld.
•
verschijnt vóór het beeld dat is opgenomen met
de flitser.
De datum/tijd/gegevens over camerainstellingen verbergen
Voer stap 2 en 3 uit en selecteer [UIT] in stap 4.
Gegevens over camera-instellingen
weergeven
Op het gegevensscherm voor datum/tijd worden
de datum en tijd in hetzelfde gedeelte
weergegeven.
Als u het beeld opneemt zonder de klok in te
stellen, verschijnen [-- -- ----] en [--:--:--].
Afspelen
53
Het beeld afspelen op
een TV
Sluit de camcorder aan op een TV met de
bijgeleverde A/V-kabel, zoals in de volgende
afbeelding wordt weergegeven.
A/V-aansluiting
Sluit de bijgeleverde netspanningsadapter
aan op een stopcontact (p. 13).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de
apparaten die u wilt aansluiten.
Zie pagina 90 als u een andere band wilt
kopiëren.
Als de TV of videorecorder een
S-videoaansluiting heeft*2
S-videostekker
(zwart)
Geel
Wit
Rood
A/V-kabel (bijgeleverd)*1
Signaalverloop
*1 De bijgeleverde A/V-kabel heeft een videostekker
en een S-videostekker voor de videoaansluiting.
*2 Met deze aansluiting worden beelden met een DVindeling met een hoge kwaliteit geproduceerd. Als
het apparaat dat u wilt aansluiten, een Svideoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de Svideostekker en gebruikt u de gele videostekker
niet. Het geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen
de S-videostekker aansluit.
Als de TV is aangesloten op een
videorecorder
Sluit de camcorder aan op LINE IN op de
videorecorder met de A/V-kabel. Zet de
ingangskeuzeschakelaar van de videorecorder
op LINE.
Als de TV mono is (Als de TV slechts één
audioingang heeft)
Sluit de gele stekker van de A/V-kabel aan op
de videoingang en sluit de witte of rode stekker
54
Afspelen
Videorecorders of TV's
aan op de audioingang van de TV of
videorecorder.
Als u het geluid in mono wilt afspelen, gebruikt
u een geschikte kabel (optioneel).
Als de TV/videorecorder een 21-polige
aansluiting (EUROCONNECTOR) heeft
Gebruik de 21-polige verloopstekker die bij de
camcorder is geleverd (alleen voor de modellen
met het teken
aan de onderzijde). Deze
verloopstekker is alleen geschikt voor uitvoer.
TV/
videorecorder
Een scène op een
band zoeken voor
afspelen
4
Druk op PLAY.
Het afspelen wordt gestart vanaf het punt
dat wordt aangegeven met "0:00:00" op de
bandteller.
De bewerking annuleren
Snel de gewenste scène zoeken
– Nulpuntgeheugenterugkeerfunctie
m REW
b Opmerkingen
• Er kan een afwijking van enkele seconden zijn
tussen de tijdcode en de bandteller.
• De nulpuntgeheugen-terugkeerfunctie functioneert
niet correct als er een leeg gedeelte staat tussen de
opnamen op de band.
Afspelen
PLAY
STOP
Druk nogmaals op ZERO SET MEMORY op
de afstandsbediening.
Een scène zoeken met Cassette
Memory – Titelzoekfunctie
DISPLAY
ZERO SET MEMORY
1
U kunt een scène zoeken waaraan u een titel
hebt toegevoegd (p. 75).
Druk tijdens het afspelen op ZERO
SET MEMORY op de
afstandsbediening bij het punt dat u
later wilt terugvinden.
SEARCH M.
./>
De bandteller wordt weer op "0:00:00"
gezet en
verschijnt op het scherm.
Als de bandteller niet wordt weergegeven,
drukt u op DISPLAY op de
afstandsbediening.
2
Druk op
(stoppen) als u wilt
stoppen met afspelen.
3
Druk op m REW.
De band wordt automatisch gestopt als de
bandteller "0:00:00" bereikt.
STOP
1
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
2
Druk herhaaldelijk op SEARCH M.
op de afstandsbediening om [TITEL
ZOEKEN] te selecteren.
3
Druk op . (vorige)/ > (volgende)
op de afstandsbediening om een titel te
selecteren die u wilt afspelen.
,wordt vervolgd
Afspelen
55
Het afspelen wordt automatisch gestart
vanaf de geselecteerde titel.
2
Druk herhaaldelijk op SEARCH M.
op de afstandsbediening om [DATUM
ZOEKEN] te selecteren.
3
Druk op . (vorige) > (volgende)
op de afstandsbediening om een
opnamedatum te selecteren.
Huidig punt op
de band
Punt waar het
afspelen
wordt gestart
De bewerking annuleren
Druk op STOP op de afstandsbediening.
b Opmerkingen
• U kunt de titelzoekfunctie niet gebruiken als [
ZOEKEN] is ingesteld op [UIT] in het
(BEW.&AFSP.) menu (de optie is standaard
ingesteld op [AAN]) (p. 75).
• De titelzoekfunctie functioneert niet correct als er
een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de
band.
Een scène zoeken op
opnamedatum
– Datumzoekfunctie
Als u een band met Cassette Memory hebt,
kunt u zelf de opnamedatum selecteren. Als
u een band hebt zonder Cassette Memory,
kunt u de vorige of volgende datum van het
huidige punt op de band selecteren.
Het afspelen wordt automatisch gestart
vanaf het punt waar de datum wordt
gewijzigd.
Schermvoorbeeld
(band met Cassette Memory):
Huidig punt op
de band
Punt waar het
afspelen wordt
gestart
De bewerking annuleren
Als u een band met Cassette Memory
gebruikt, kunt u een scène zoeken op
opnamedatum ([
ZOEKEN] is standaard
ingesteld op [AAN]). Als u een band zonder
Cassette Memory gebruikt, kunt u het punt
zoeken waar de opnamedatum wordt
gewijzigd.
SEARCH M.
./>
STOP
1
56
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
Afspelen
Druk op STOP op de afstandsbediening.
b Opmerkingen
• Als de opname op een dag korter is dan 2 minuten,
kan de camcorder het punt waarop de opnamedatum
wordt gewijzigd, niet altijd vinden.
• De datumzoekfunctie functioneert niet correct als er
een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de
band.
• U kunt datum-/tijdgegevens voor maximaal 6 dagen
opnemen. Als u meer dan 7 dagen op een band hebt
opgenomen, zoekt u naar de datum zonder het
Cassette Memory. Als u het Cassette Memory wilt
uitschakelen, selecteert u achtereenvolgens het
(BEW.&AFSP.) menu, [
ZOEKEN] en
[UIT] (p. 75).
BUitgebreide functies
3
Raak [MENU] aan om het
indexscherm van het menu weer te
geven.
4
Selecteer het pictogram van het
gewenste menu met
/
en raak
aan.
Het menu gebruiken
Menu-items
selecteren
U kunt verschillende instellingen wijzigen of
gedetailleerde aanpassingen maken met de
menu-items die worden weergegeven op het
scherm.
Het menu gebruiken
CAMERA INST. (p. 59)
GEH. INST. (p. 65)
BEELD PROG. (p. 69)
BEW.&AFSP. (p. 74)
STANDRD INST (p. 78)
TIJD/TAAL (p. 84)
POWER schakelaar
1
2
Schakel de stroom in (p. 16).
5
Raak
aan.
Het persoonlijke menu verschijnt. De items
die vaak worden gebruikt, worden
weergegeven als snelkoppelingen.
Voorbeeld: het persoonlijke menu van PLAY/
EDIT
Selecteer het gewenste item met
/
en raak
aan.
U kunt het item direct aanraken om dit te
selecteren.
U kunt alle items laten rollen en bekijken.
De beschikbare menu-items verschillen
afhankelijk van de bedieningsstand van de
camcorder. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
57
6
Selecteer de gewenste instelling.
wordt gewijzigd in
. Als u de
instelling niet wijzigt, raakt u
aan om
terug te keren naar het vorige scherm.
7
Raak
en
aan om het
menuscherm te verbergen.
U kunt ook
(terugkeren) aanraken om
een scherm terug te gaan elke keer als u de
toets aanraakt.
De snelkoppelingen van het
persoonlijke menu gebruiken
De beschikbare items verschillen afhankelijk
van de stroomstand van de camcorder. Items die
niet beschikbaar zijn, worden grijs
weergegeven.
U kunt de snelkoppelingen aanpassen (p. 85).
1 Raak
aan.
2 Raak het gewenste item aan.
3 Selecteer de gewenste instelling en raak
aan.
z Tips
• Als de PLAY/EDIT stand is geselecteerd, raakt u
aan op het scherm dat na stap 2 (p. 57) wordt
weergegeven. Het scherm voor videohandelingen
verschijnt. Raak
aan om naar het vorige scherm
terug te keren.
• Het is handig als de items die u vaak gebruikt in het
persoonlijke menu worden weergegeven als
snelkoppeling. Zie pagina 85 voor meer informatie
over het aanpassen van het persoonlijke menu.
58
Het menu gebruiken
Het (CAMERA INST.)
menu gebruiken
– BELICHT.PROG/WITBALANS/16:9FORMAAT, enzovoort.
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het CAMERA INST.
menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om
de items te selecteren.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. In het venster verschijnen
alleen de items die u op dat moment kunt
aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
BELICHT.PROG
GAUTO
Selecteer deze optie als u BELICHT.PROG niet gebruikt.
SPOTLIGHT*
(spotlight) ( )
Selecteer deze optie om te voorkomen dat
gezichten er zeer bleek uitzien onder felle
lampen, zoals in het theater of op een bruiloft.
Het menu gebruiken
U kunt met de volgende instellingen eenvoudig beelden opnemen in situaties
waarbij verschillende technieken moeten worden gebruikt.
PORTRET
Selecteer deze optie om het onderwerp, zoals
(portretprogramma) personen of bloemen, naar voren te halen en een
(
)
zachte, diffuse achtergrond te maken.
SPORT*
Selecteer deze optie om het schudden te
(sportprogramma) beperken bij snelbewegende onderwerpen, zoals
( )
de bal bij tennis of golf.
STRAND&SKI*
(strand en ski)
( )
Selecteer deze optie om te voorkomen dat
gezichten er te donker uitzien onder fel of
gereflecteerd licht, zoals op het strand in de
zomer of bij de wintersport in de sneeuw.
ZONSON MAAN Selecteer deze optie om de sfeer van situaties,
** (programma voor zoals zonsopgang, buitenopnamen 's nachts,
zonsondergang en vuurwerk en neonverlichting, vast te leggen.
maanlicht) (
)
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
59
LANDSCHAP**
Selecteer deze optie als u verafgelegen
(landschap) (
) onderwerpen, zoals bergen, opneemt. Met deze
instelling voorkomt u dat de camera scherpstelt
op glas of metalen gaas in ramen dat tussen de
camcorder en het onderwerp staat.
* De camcorder stelt alleen scherp op onderwerpen op middelgrote tot grote afstand.
**De camcorder stelt alleen scherp op verafgelegen onderwerpen.
SPOTMETER
Zie pagina 33 voor meer informatie.
BELICHTING
Zie pagina 34 voor meer informatie.
WITBALANS
U kunt de kleurbalans aanpassen aan de helderheid van de opnameomgeving.
G AUTO
Selecteer deze optie als u wilt opnemen waarbij de witbalans
automatisch wordt aangepast.
VASTHOUDEN
(
)
Selecteer deze optie als u een onderwerp of achtergrond met één kleur
opneemt.
BUITEN (
• Selecteer deze optie als u opnamen van een zonsopgang/ondergang, neonverlichting of vuurwerk wilt maken of andere
buitenopnamen 's nachts.
• Selecteer deze optie bij fluorescerende lampen overdag.
BINNEN (n)
)
• Selecteer deze optie bij opnamen op een feestje of in studio's waar
de lichtomstandigheden snel veranderen.
• Selecteer deze optie bij videolampen zoals in een studio, bij
natriumlampen, kwiklampen of zachte, witte verlichting.
b Opmerking
• De instelling keert terug naar [AUTO] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten
loskoppelt van de camcorder.
z Tips
• Als u de kleurbalans beter wilt aanpassen als [WITBALANS] is ingesteld op [AUTO],
richt u in de volgende gevallen de camcorder ongeveer 10 seconden op een wit voorwerp
in de buurt nadat u de POWER schakelaar hebt ingesteld op CAMERA-TAPE:
– U hebt de accu verwijderd om deze te vervangen.
– U brengt de camcorder van binnen naar buiten terwijl u de vaste belichting gebruikt of u
brengt de camcorder van buiten naar binnen.
• Stel in de volgende gevallen [WITBALANS] in op [AUTO] en stel deze na enkele
seconden weer in op [VASTHOUDEN]:
– U hebt de [BELICHT.PROG] instellingen gewijzigd als [WITBALANS] is ingesteld op
[VASTHOUDEN].
– U hebt de camcorder van binnen naar buiten gebracht, of andersom.
• Stel [WITBALANS] in op [AUTO] of [VASTHOUDEN] onder witte of fluorescerende
lampen.
60
Het menu gebruiken
SCHERPTE
U kunt de scherpte van de beeldomtrek aanpassen met
/
.
wordt
weergegeven als de scherpte niet meer op de standaardinstelling is ingesteld.
Zachter maken
Scherper maken
AUTO SLUITER
GAAN
Selecteer deze optie om de elektronische sluiter automatisch in te
schakelen voor het aanpassen van de sluitertijd als u opneemt in een
heldere omgeving.
UIT
Selecteer deze optie als u opneemt zonder de elektronische sluiter.
SPOTFOCUS
Het menu gebruiken
Zie pagina 36 voor meer informatie.
EXPANDED F
Als u beelden opneemt op een "Memory Stick" terwijl u handmatig scherpstelt,
kunt u controleren of er juist is scherpgesteld door het midden van het beeld twee
keer te vergroten (p. 37).
GUIT
Selecteer deze optie om het vergroot scherpstellen uit te schakelen.
AAN
Selecteer deze optie om het vergroot scherpstellen in te schakelen.
FLITS INST.
Deze instellingen werken niet met externe flitsers die de volgende instellingen
niet ondersteunen.
FLITSNIVEAU
U kunt de juiste flitsinstelling selecteren voor het opnemen met een externe flitser
(optioneel).
HOOG (
)
GNORMAAL (
LAAG (
)
Selecteer deze optie om het flitsniveau hoger te maken dan de
standaardinstelling.
) Standaardinstelling.
Selecteer deze optie om het flitsniveau lager te maken dan de
standaardinstelling.
b Opmerking
• De instelling keert terug naar [NORMAAL] wanneer u de stroombron langer dan 5
minuten loskoppelt van de camcorder.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
61
RODE-OGENR.
GUIT
AAN (
Selecteer deze optie om de rode-ogenreductie uit te schakelen.
)
Selecteer deze optie om te flitsen vóór het opnemen om rode ogen te
voorkomen (p. 30).
SUPER NS
Zie pagina 35 voor meer informatie.
NS LAMP
Als u de NightShot functie gebruikt om op te nemen, kunt u heldere beelden
opnemen met de NightShot Light om infraroodstralen (onzichtbaar) uit te zenden.
De maximale reikwijdte van de NightShot Light is ongeveer 3 meter.
GAAN
Selecteer deze optie om de NightShot Light te gebruiken.
UIT
Selecteer deze optie om de NightShot Light uit te schakelen.
b Opmerking
• Als u een voorzetlens (optioneel) bevestigt, kan deze de infraroodstralen belemmeren.
HOLOGRAM AF
Als u een stilstaand beeld opneemt op een donkere plaats, kunt u extra licht
gebruiken om scherp te stellen op het onderwerp. Terwijl
wordt weergegeven
op het scherm, drukt u op PHOTO. Het extra licht wordt uitgevoerd tijdens het
aanpassen van de scherpstelling (p. 38).
GAUTO
Selecteer deze optie om HOLOGRAM AF te gebruiken als u moeilijk
kunt scherpstellen op onderwerpen in een donkere omgeving.
UIT
Selecteer deze optie om het extra licht uit te schakelen.
COLOR SLOW S
Zie pagina 35 voor meer informatie.
Z.ONTSPANNER
Zie pagina 26, 31 voor meer informatie.
62
Het menu gebruiken
DIGITAL ZOOM
U kunt het maximale zoomniveau selecteren als u meer dan 10 keer wilt zoomen
tijdens het opnemen op een band. De beeldkwaliteit vermindert als u de digitale
zoomfunctie gebruikt. Deze functie is handig als u vergrote beelden van een
verafgelegen onderwerp, zoals een vogel, maakt.
Aan de rechterkant van de balk wordt het
digitale zoombereik weergegeven.
Het zoombereik wordt weergegeven als u het
zoomniveau hebt geselecteerd.
Selecteer deze optie om de digitale zoomfunctie uit te schakelen. U
kunt optisch maximaal 10 keer zoomen.
20 ×
Selecteer deze optie om de digitale zoomfunctie in te schakelen. U
kunt digitaal 10 keer tot 20 keer zoomen.
120 ×
Selecteer deze optie om de digitale zoomfunctie in te schakelen. U
kunt digitaal 10 keer tot 120 keer zoomen.
Het menu gebruiken
GUIT
16:9-FORMAAT
U kunt opnamen op de band maken met een extra brede 16:9-indeling voor
weergave op een breedbeeld-TV ([16:9-FORMAAT] stand).
Met de instelling [AAN] kunt u met grotere hoeken opnemen als de
motorzoomknop naar de "W" kant wordt gedraaid dan wanneer u opneemt in de
stand [UIT].
Raadpleeg de handleidingen die bij de TV worden geleverd.
Bij weergave op het LCD-scherm/in de beeldzoeker
Bij weergave op een breedbeeld-TV (16:9)*
Bij weergave op een standaard-TV**
* Het beeld wordt volledig op het scherm weergegeven als de breedbeeld-TV overschakelt
naar de stand voor volledig scherm.
**Afgespeeld in 4:3 stand. Als u een beeld weergeeft in de breedbeeldstand, verschijnt het
beeld zoals dit wordt weergegeven op het LCD-scherm of in de beeldzoeker.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
63
GUIT
Standaardinstelling (om beelden op te nemen voor weergave op een
4:3-TV). Het opgenomen beeld is niet extra breed.
AAN (
)
Selecteer deze optie om een beeld weer te geven op een breedbeeldTV (16:9).
STEADYSHOT
U kunt deze functie selecteren om cameratrillingen te compenseren.
GAAN
UIT (
Standaardinstelling (de SteadyShot functie inschakelen).
)
Selecteer deze optie om de SteadyShot functie uit te schakelen.
Selecteer deze optie om een stilstaand beeld op te nemen met de
camcorder op een statief of met een voorzetlens (optioneel). U maakt
natuurlijke opnamen.
PROG.OPNEMEN
Zie pagina 27 voor meer informatie.
64
Het menu gebruiken
Het
(GEH. INST.)
menu gebruiken
– BURST/KWALITEIT/BEELDFORM./
ALLES VERW/NIEUWE MAP, enzovoort
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. In het venster verschijnen
alleen de items die u op dat moment kunt
aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het GEH. INST.
menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om
de items te selecteren.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De aanduidingen tussen haakjes worden
STILST INST.
Het menu gebruiken
BURST
U kunt verschillende stilstaande beelden één voor één opnemen. Het aantal
beelden dat u kunt opnemen, verschilt afhankelijk van het beschikbare
beeldformaat en de beschikbare ruimte op de "Memory Stick" die u gebruikt.
1 Selecteer [NORMAAL], [SNELOPNAME] of [BEL KOPPLN] en raak
aan.
GUIT
NORMAAL (
Selecteer deze optie als u niet doorlopend opneemt.
)
Selecteer deze optie om doorlopend 3 beelden (beeldformaat
2016 × 1512) tot 21 beelden (beeldformaat 640 × 480) beelden
op te nemen met intervallen van ongeveer 0,5 seconde.
SNELOPNAME
(
)
Selecteer deze optie om doorlopend maximaal 32 beelden
(beeldformaat 640 × 480) op te nemen met intervallen van
ongeveer 0,08 seconde.
BEL KOPPLN
(
)
Selecteer deze optie om achtereenvolgens 3 beelden op te nemen
met verschillende belichtingen met een interval van ongeveer 0,5
seconde. U kunt de 3 beelden vergelijken en een beeld selecteren
dat met de beste belichting is opgenomen.
2 Raak
aan.
3 Druk PHOTO volledig in.
Bij de instelling [NORMAAL] of [SNELOPNAME] wordt het
maximumaantal beelden opgenomen zolang u PHOTO volledig ingedrukt
houdt.
b Opmerkingen
• De flitser werkt niet als u doorlopend beelden opneemt.
• Het maximumaantal beelden wordt opgenomen in de stand voor de zelfontspanner of
wanneer u de afstandsbediening gebruikt.
• De beelden kunnen flikkeren of verkleuren als u [SNELOPNAME] selecteert.
• [BEL KOPPLN] werkt niet als er minder ruimte dan voor 3 beelden op de "Memory Stick"
beschikbaar is.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
65
• Als u het verschil niet goed kunt zien tussen de beelden die zijn opgenomen in de [BEL
KOPPLN] stand op het LCD-scherm, sluit u de camcorder aan op de TV of een computer.
KWALITEIT
GFIJN (
)
Selecteer deze optie om stilstaande beelden met fijne beeldkwaliteit
op te nemen (gecomprimeerd tot ongeveer 1/4).
STANDAARD
(
)
Selecteer deze optie om stilstaande beelden met standaard
beeldkwaliteit op te nemen (gecomprimeerd tot ongeveer 1/10).
G2016 × 1512
(
)
Selecteer deze optie om stilstaande beelden op te nemen voor
weergave op een groot scherm. U kunt deze instelling alleen
selecteren in de CAMERA-MEMORY stand.
BEELDFORM.
640 × 480 (
) Selecteer deze optie om meerdere stilstaande beelden op te nemen of
voor weergave op een klein scherm.
FILM INSTEL.
BEELDFORM.
G320 × 240
(
)
160 × 112 (
Selecteer deze optie om films op te nemen voor weergave op een groot
scherm of om helderdere beelden op te nemen.
) Selecteer deze optie om langere tijd op te nemen.
RESTANT
GAUTO
Selecteer deze optie om de resterende capaciteit van de "Memory
Stick" weer te geven in de volgende gevallen:
• Nadat u een "Memory Stick" hebt geplaatst met de POWER
schakelaar in de CAMERA-MEMORY stand (gedurende ongeveer
5 seconden).
• Als de capaciteit van de "Memory Stick" minder dan 2 minuten
bedraagt nadat u CAMERA-MEMORY stand hebt geselecteerd.
• Bij het begin- of eindpunt van de film (voor ongeveer 5 seconden).
AAN
Selecteer deze optie om de resterende capaciteit van de "Memory
Stick" altijd weer te geven.
ALLES VERW
U kunt alle beelden op een "Memory Stick" verwijderen die niet tegen schrijven
zijn beveiligd. Zie pagina 102 als u de beelden één voor één wilt verwijderen.
1 Selecteer [ALLE BSTNDN] of [HUIDGE MAP].
ALLE BSTNDN
66
Het menu gebruiken
Selecteer deze optie om alle beelden op de "Memory Stick" te
verwijderen.
HUIDGE MAP
Selecteer deze optie om alle beelden in de geselecteerde
weergavemap te verwijderen.
2 Raak [JA] twee keer aan.
Selecteer [NEE] om het verwijderen van alle beelden te annuleren.
3 Raak
aan.
b Opmerkingen
• De map wordt niet verwijderd, zelfs niet als u alle beelden uit de map verwijdert.
• Verplaats de POWER schakelaar niet of druk niet op de toetsen als de aanduiding [
Alle gegevens wissen...] wordt weergegeven op het scherm.
FORMAT
De bijgeleverde of nieuw gekochte "Memory Stick" is geformatteerd in de fabriek
en hoeft niet te worden geformatteerd.
Zie pagina 120 voor meer informatie over de "Memory Stick".
1 Raak [JA] twee keer aan.
Selecteer [NEE] om het formatteren te annuleren.
Het menu gebruiken
2 Raak
aan.
b Opmerkingen
• Zolang [
Formatteren...] wordt weergegeven, mag u de volgende handelingen niet
uitvoeren:
– De POWER schakelaar verplaatsen om andere bedieningsstanden te selecteren.
– De toetsen bedienen.
– De "Memory Stick" verwijderen.
• Bij het formatteren wordt alles op de "Memory Stick" gewist, inclusief beveiligde
beeldgegevens en nieuwe mappen.
NUMMER BEST.
GSERIE
Selecteer deze optie om bestandsnummers op volgorde toe te wijzen,
zelfs als de "Memory Stick" wordt vervangen door een andere. Het
bestandsnummer wordt echter opnieuw ingesteld als u een nieuwe
map maakt of de opnamemap vervangt door een andere.
HERSTEL.
Selecteer deze optie om het bestandsnummer opnieuw in te stellen op
0001 als de "Memory Stick" wordt vervangen.
NIEUWE MAP
U kunt een nieuwe map (102MSDCF tot en met 999MSDCF) maken op een
"Memory Stick". Als een map vol is (er kunnen maximaal 9999 beelden worden
opgeslagen), wordt automatisch een nieuwe map gemaakt.
1 Raak [JA] aan.
Aan een nieuwe map wordt een nummer toegewezen dat één hoger ligt dan
het laatste mapnummer.
Selecteer [NEE] om het maken te annuleren.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
67
2 Raak
aan.
b Opmerkingen
• U kunt de gemaakte mappen niet verwijderen met de camcorder. U moet de "Memory
Stick" (p. 67) formatteren of de mappen verwijderen op de computer.
• Het aantal beelden dat u kunt opnemen op een "Memory Stick", neemt af als het aantal
mappen op de "Memory Stick" toeneemt.
OPNAMEMAP
De beelden worden standaard opgeslagen in de map 101MSDCF. U kunt een map
selecteren om uw beelden in op te slaan. Maak nieuwe mappen via het [NIEUWE
MAP] menu en selecteer de opnamemap met
/
en raak
aan.
Als u veel beelden hebt, kunt u het gewenste beeld gemakkelijk vinden als u
beelden in mappen sorteert.
WEERGAVEMAP
Selecteer de weergavemap met
68
Het menu gebruiken
/
en raak
aan.
Het
(BEELD PROG.)
menu gebruiken – B EFFECT/
SLIDE SHOW/BEELDOPNAME/VL.
INT.OPN., enzovoort
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. In het venster verschijnen
alleen de items die u op dat moment kunt
aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het BEELD PROG.
menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om
items te selecteren.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De aanduidingen tussen haakjes worden
FADER
Zie pagina 39 voor meer informatie.
Het menu gebruiken
OVRLAP
Zie pagina 40 voor meer informatie.
DIG EFFECT
Zie pagina 41 en 48 voor meer informatie.
B EFFECT
U kunt speciale effecten (zoals films) toevoegen aan een beeld voor- of nadat u
het beeld opneemt op een band.
wordt weergegeven als het effect is
geselecteerd.
GUIT
Selecteer deze optie als u de instelling voor beeldeffecten niet
gebruikt.
KLEURNEG.
Selecteer deze optie om het beeld op te nemen of
af te spelen met negatieve kleuren en helderheid.
SEPIA
Selecteer deze optie om het beeld af te spelen of op te nemen in sepia.
ZWART-WIT
Selecteer deze optie om het beeld op te nemen of af te spelen in zwart,
wit en grijstinten.
ZONLICHT
Selecteer deze optie om het beeld als een
illustratie met scherpe contrasten op te nemen of
weer te geven.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
69
PASTEL
Selecteer deze optie om het beeld op te nemen
als een lichte tekening in pastelkleuren. (Dit
effect is niet beschikbaar tijdens het afspelen.)
MOZAIEK
Selecteer deze optie om het beeld als een
mozaïekpatroon op te nemen. (Dit effect is niet
beschikbaar tijdens het afspelen.)
b Opmerking
• U kunt geen effecten toevoegen aan beelden die via externe bronnen worden ingevoerd. U
kunt beelden die zijn bewerkt met beeldeffecten ook niet uitvoeren via de DV-interface.
z Tip
• U kunt beelden die zijn bewerkt met beeldeffecten, kopiëren naar een "Memory Stick"
(p. 91) of een andere band (p. 89).
DUBBEL BEELD
Zie pagina 42 voor meer informatie.
WEERG.ZOOM
Zie pagina 51 voor meer informatie.
SLIDE SHOW
U kunt de beelden die zijn opgeslagen op een "Memory Stick" (of in een
geselecteerde weergavemap), op volgorde weergeven (diavoorstelling).
1 Raak
aan.
2 Raak [WRGV MAP] aan.
3 Selecteer [ALLE BSTNDN] of [HUIDGE MAP] en raak
aan.
ALLE BSTNDN
(
)
Selecteer deze optie om alle beelden op de "Memory Stick" in
een diavoorstelling weer te geven.
HUIDGE MAP
(
)
Selecteer deze optie om alle beelden in de huidige weergavemap
in een diavoorstelling weer te geven. (p. 68)
4 Raak [HERHALEN] aan.
5 Raak [AAN] of [UIT] en
GAAN (
UIT
)
aan.
Selecteer deze optie om de diavoorstelling te herhalen.
Selecteer deze optie om de diavoorstelling één keer uit te voeren.
6 Raak [END] aan.
7 Raak [START] aan.
De camcorder geeft de beelden weer in de volgorde waarin deze op de
"Memory Stick" zijn opgenomen.
70
Het menu gebruiken
Raak [END] aan om de diavoorstelling te annuleren. Raak [PAUZE] aan om de
voorstelling te onderbreken.
z Tips
• U kunt het eerste beeld voor de diavoorstelling selecteren door
/
aan te raken
voordat u [START] aanraakt.
• Als films worden afgespeeld in de diavoorstelling, kunt u het volume aanpassen door
(lager)/
(hoger) aan te raken.
FRMT WIJZIG.
Zie pagina 103 voor meer informatie.
BEELDOPNAME
U kunt beelden met stop-motion opnemen door beurtelings het frame op te nemen
en daarna het onderwerp enigszins te verplaatsen. Bedien de camcorder met de
afstandsbediening om cameratrillingen te voorkomen.
Selecteer deze optie om op te nemen in de standaardopnamestand.
Selecteer deze optie om beelden op te nemen met de FRAME REC
functie.
)
1 Selecteer [AAN] en raak
2 Raak
aan.
3 Druk op START/STOP.
Het menu gebruiken
GUIT
AAN (
aan.
Een beeld (ongeveer 5 frames) wordt opgenomen en de
camcorder schakelt over naar de wachtstand.
4 Verplaats het onderwerp en herhaal stap 3.
b Opmerkingen
• Als u de frameopnamefunctie lange tijd gebruikt, wordt de resterende bandlengte niet juist
aangegeven.
• De laatste scène is langer dan andere scènes.
VL. INT.OPN.
Deze functie is handig om de beweging van wolken of veranderingen in het
daglicht waar te nemen. Er wordt 1 frame gemaakt van het beeld op een
geselecteerd interval en dit wordt opgeslagen in het geheugen totdat er
verschillende frames zijn opgeslagen. Vervolgens worden deze frames
tegelijkertijd op de band opgenomen. Deze beelden worden vloeiend
weergegeven bij het afspelen.
Sluit de camcorder tijdens het gebruik aan op het stopcontact met de bijgeleverde
netspanningsadapter.
[a]
[a]
[b]
[a]
[b]
a: Opnametijd
b: Interval
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
71
1 Raak
aan.
2 Selecteer het gewenste interval door
/
en
U kunt voor het interval 1 tot 120 seconden selecteren.
aan te raken.
3 Raak [OPN. START] aan.
Het opnemen wordt gestart en z wordt rood. Wanneer de camcorder
verschillende frames heeft opgenomen, worden de frames op de band
opgenomen nadat END SEARCH is uitgevoerd, afhankelijk van de
intervallengte. Tijdens de functie END SEARCH kunnen beelden één keer
verdwijnen of kunnen beelden die eerder zijn opgenomen, verschijnen.
Als u de functie voor opnemen met vloeiende intervallen wilt annuleren, raakt
u [OPN. STOP] aan. Wilt u doorgaan, dan raakt u [OPN. START] aan.
Als u de functie voor opnemen met vloeiende intervallen wilt annuleren, raakt
u [OPN. STOP] en [END] aan.
Schakel de stroom niet uit en koppel de stroombron niet los als een bericht
wordt weergegeven op het scherm.
b Opmerkingen
• De camcorder neemt verschillende frames op voor de eerste en laatste opnamen voor
opnemen met vloeiende intervallen.
• In de volgende gevallen kunt u de opname met vloeiende intervallen niet gebruiken:
– MEMORY MIX functie
– Overlappen vanaf de "Memory Stick"
• De functie voor opname met vloeiende intervallen wordt onderbroken als er ongeveer 12
uur is verstreken nadat de opname is gestart.
• Geluiden worden niet opgenomen.
• De laatste frames worden wellicht niet opgenomen als de accu leeg is of de band vol is.
• Er kunnen afwijkingen in het interval optreden.
z Tips
• Als u handmatig scherpstelt, kunt u wellicht heldere beelden opnemen, zelfs als het licht
verandert (p. 37).
• U kunt tijdens het opnemen de pieptonen uitschakelen (p. 82).
72
Het menu gebruiken
INT.OPN.-ST
Deze functie is handig om de beweging van wolken of veranderingen in het
daglicht waar te nemen. De camcorder legt op een geselecteerd interval een
stilstaand beeld vast en neemt dit op een "Memory Stick" op.
[a]
[a]
[a]
[b]
[b]
a: Opnametijd
b: Interval
1 Raak
aan.
2 Selecteer een gewenste intervaltijd (1 minuut, 5 minuten, 10 minuten) en
raak
aan.
3 Raak [AAN] en
GUIT
4 Raak
Intervalopname uitschakelen.
)
Het menu gebruiken
AAN (
aan.
Stilstaande beelden opnemen op een "Memory Stick" op het
geselecteerde interval.
aan.
knippert.
5 Druk PHOTO volledig in.
houdt op met knipperen en de intervalfoto-opname wordt gestart.
Wilt u de intervalfoto-opname annuleren, dan selecteert u [UIT] in stap 3.
DEMOFUNCTIE
Verwijdert u een band of een "Memory Stick" uit de camcorder en selecteert u de
CAMERA-TAPE stand, dan kunt u de demonstratie over ongeveer 10 minuten
bekijken.
GAAN
Selecteer deze optie voor een overzicht van de beschikbare functies
wanneer u bijvoorbeeld deze camcorder voor het eerst gebruikt.
UIT
Selecteer deze functie als u de DEMOFUNCTIE niet wilt gebruiken.
b Opmerking
• U kunt de demonstratie alleen bekijken als de NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING
schakelaar is ingesteld op z (groen).
z Tips
• In de onderstaande gevallen wordt de demonstratie onderbroken.
– Als u het venster aanraakt tijdens de demonstratie. (De demonstratie wordt na ongeveer
10 minuten hervat.)
– Als een band of "Memory Stick" wordt geplaatst.
– Als een andere stand dan CAMERA-TAPE wordt geselecteerd.
• Als [AUTOM. UIT] is ingesteld op [5min] als de camcorder met de accu wordt gebruikt,
wordt het camcorder na ongeveer 5 minuten automatisch uitgeschakeld (p. 83).
Het menu gebruiken
73
Het
(BEW.&AFSP.) menu
gebruiken – TITEL/ BAND
TITEL/
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. In het venster verschijnen
alleen de items die u op dat moment kunt
aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
ZOEKEN, enzovoort
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het BEW.&AFSP.
menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om
de items te selecteren.
VERTR AFSP
Zie pagina 47 voor meer informatie.
REC CTRL
Opnemen op een band. Zie pagina 89 en 92 voor meer informatie.
AUD DUB REG.
Zie pagina 101 voor meer informatie.
PROG. BEW.
ANDER APP.
Selecteer deze optie om programma's te maken en de geselecteerde
scènes te kopiëren naar een band in een videorecorder (p. 93).
MEMORY STICK Selecteer deze optie om programma's te maken en de geselecteerde
scènes te kopiëren naar een "Memory Stick" (p. 97).
OPN REG.
Opnemen op een "Memory Stick". Zie pagina 90 en 91 voor meer informatie.
DVD BRANDEN
Als de camcorder is aangesloten op een computer uit de VAIO serie van Sony,
kunt u met deze opdracht het beeld op de band eenvoudig branden op een DVD.
Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de computertoepassingen" voor
meer informatie.
74
Het menu gebruiken
EINDE ZOEKEN
UITVOER.
Selecteer deze optie om de END SEARCH functie in te schakelen. Het
laatstopgenomen beeld wordt ongeveer 5 seconden weergegeven en
stopt vervolgens automatisch.
ANNUL.
Selecteer deze optie om de END SEARCH functie uit te schakelen.
GAAN
Selecteer deze optie als u een scène, titel, enzovoort wilt selecteren
met het Cassette Memory (p. 55, 56).
UIT
Selecteer deze optie om te zoeken zonder Cassette Memory.
ZOEKEN
TITEL
Het menu gebruiken
Titels die u hebt vastgelegd met deze camcorder, kunnen alleen worden
weergegeven op een
-videoapparaat dat beschikt over een functie voor
indextitels. Als u een titel vastlegt, kunt u de titel zoeken met de titelzoekfunctie.
U kunt ongeveer 20 titels (ongeveer 5 letters per titel) vastleggen op een band met
Cassette Memory. U kunt echter maximaal 11 titels opnemen als er ook andere
gegevens zijn opgenomen (6x datum- en tijdgegevens en 1 bandtitel).
1 Kies de gewenste titel uit de weergegeven titels (2 originele titels die u
eerder hebt gemaakt en de vooraf ingestelde titels die zijn opgeslagen in
de camcorder). U kunt originele titels maken (maximaal 2 typen titels
van elk 20 tekens) met de volgende procedure.
1 Selecteer [AANG.1 " "] of [AANG.2 " "] en raak
aan.
2 Selecteer het gewenste teken. Druk herhaaldelijk op de toets tot u het
gewenste teken hebt geselecteerd.
Tekens wissen: raak
Spatie invoegen: raak
aan.
aan.
3 Raak
aan om s te verplaatsen om het volgende teken te
selecteren en voer het teken op dezelfde manier in.
4 Wanneer u de tekens hebt ingevoerd, raakt u
aan.
2 Raak
aan.
3 Raak, indien nodig,
(kleur),
/
(positie), [FRMT] aan om het
gewenste formaat, de gewenste kleur en positie te selecteren.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
75
Kleur
wit t geel t violet t rood t cyaan t groen t blauw
Positie
U hebt 8 of 9 keuzen.
Formaat
klein y groot
(U kunt alleen het kleine formaat selecteren als u meer dan 13 tekens invoert.)
4 Raak
aan.
5 Raak [OPSL] aan.
In de weergavestand, weergavepauzestand of opnamestand
[TITEL OPSL.] verschijnt ongeveer 5 seconden op het scherm waarna de titel
is vastgelegd.
In de opnamewachtstand
[TITEL] wordt weergegeven. Als u op START/STOP drukt om te beginnen
met opnemen, wordt [TITEL OPSL.] ongeveer 5 seconden weergegeven op
het scherm waarna de titel wordt vastgelegd.
b Opmerkingen
• Het punt waar u de titel hebt vastgelegd, kan worden waargenomen als indexsignaal
wanneer u op andere videoapparatuur in een opname zoekt.
• Als u de camcorder gebruikt met de accu en de camcorder langer dan 5 minuten niet
gebruikt, wordt de stroom standaard uitgeschakeld. Als u meer dan 5 minuten nodig hebt
om de tekens in te voeren, stelt u [AUTOM. UIT] in het
(STANDRD INST) menu in
op [NOOIT] (p. 83). De stroom wordt niet uitgeschakeld. De ingevoerde tekens blijven
opgeslagen in het geheugen, zelfs als de stroom wordt uitgeschakeld. Schakel de stroom in
en begin opnieuw bij stap 1 om verder te gaan met het vastleggen van de titel.
z Tip
• Als u een gemaakte titel wilt wijzigen, selecteert u de titel in stap 1 en raakt u
Selecteer de tekens opnieuw.
aan.
TIT.WISSEN
1 Selecteer de titel die u wilt verwijderen met
/
en raak
aan.
2 Controleer of u de geselecteerde titel wilt wissen en raak [JA] aan.
Raak [NEE] aan om de bewerking te annuleren.
3 Raak
aan.
TIT.WRGVN
U kunt de titel weergeven als u het beeld afspeelt.
76
GAAN
Selecteer deze optie om de titel weer te geven wanneer er een scène
met een titel verschijnt.
UIT
Selecteer deze optie als u de titel niet wilt weergeven.
Het menu gebruiken
BAND TITEL
U kunt een band met Cassette Memory benoemen (maximaal 10 tekens).
De bandtitel wordt ongeveer 5 seconden weergegeven wanneer u de CAMERATAPE stand selecteert en een band plaatst of wanneer u de PLAY/EDIT stand
selecteert. Er worden maximaal 4 titels tegelijkertijd weergegeven als de band
titels bevat.
1 Selecteer het gewenste teken. Druk herhaaldelijk op de toets tot u het
gewenste teken hebt geselecteerd.
Tekens wissen: raak
Spatie invoegen: raak
aan.
aan.
Het menu gebruiken
2 Raak
aan om s te verplaatsen om het volgende teken te selecteren
en voer het teken op dezelfde manier in.
3 Wanneer u de tekens hebt ingevoerd, raakt u
4 Raak
aan.
aan.
z Tips
• Als u de gemaakte titel wilt wissen, raakt u herhaaldelijk
aan om de tekens te wissen
en raakt u
aan.
• Als u de gemaakte titel wilt wijzigen, plaatst u de band in de camcorder en voert u de
procedure vanaf stap 1 uit.
ALL. VERW.
U kunt alle gegevens, zoals datum, titel en bandtitel, die in het Cassette Memory
zijn opgeslagen, tegelijkertijd wissen.
1 Raak [JA] twee keer aan.
Selecteer [NEE] om het verwijderen van alle gegevens te annuleren.
2 Raak
aan.
Het menu gebruiken
77
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
Het
(STANDRD
INST) menu gebruiken
–
OPNM STAND/MEERK GELUID/
AUDIO MIX/USB-CAMERA, enzovoort
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de
bedieningsstand van de camcorder. In het
venster verschijnen alleen de items die u op
dat moment kunt aanpassen. Items die niet
beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven.
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het STANDRD
INST menu. Zie "Menu-items selecteren"
(p. 57) om deze items te selecteren.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met
G. De aanduidingen tussen haakjes worden
OPNM STAND
GSP ( SP )
Selecteer deze optie om op te nemen op een band in de SP stand.
LP ( LP )
Selecteer deze optie om de opnametijd 1,5 keer te vergroten ten
opzichte van de SP stand (langspeel). U kunt het beste Sony
Excellence/Master mini-DV-banden gebruiken, zodat de
mogelijkheden van de camcorder volledig worden benut.
b Opmerkingen
• U kunt geluid niet toevoegen aan de band die is opgenomen in de LP stand.
• Als u opneemt in de LP stand, kan er een mozaïekachtige storing optreden of kan het geluid
worden onderbroken als u de band op andere camcorders of videorecorders afspeelt.
• Als u met de SP stand en de LP stand op één band opneemt, kan er bij weergave vervorming
van het beeld optreden of kan de tijdcode tussen de scènes niet juist worden aangebracht.
AUDIOFUNC.
G12 BIT
16 BIT (
Selecteer deze optie om op te nemen in de 12-bits stand (met 2
stereogeluidskanalen).
)
Selecteer deze optie om op te nemen in de 16-bits stand (voor 1
stereogeluid met hoge kwaliteit).
VOLUME
Zie pagina 46, 49 voor meer informatie.
MEERK GELUID
U kunt selecteren hoe het geluid op een band wordt afgespeeld in de stereostand.
GSTEREO
78
Het menu gebruiken
Selecteer deze optie om een stereoband of band met dubbel
geluidsspoor met eerste en tweede geluidsspoor af te spelen.
1
Selecteer deze optie om het linkerkanaal van een stereoband af te
spelen of het eerste geluidsspoor van een band met dubbel
geluidsspoor.
2
Selecteer deze optie om het rechterkanaal van een stereoband af te
spelen of het eerste geluidsspoor van een band met dubbel
geluidsspoor.
b Opmerkingen
• U kunt een band met dubbel geluidsspoor afspelen op deze camcorder. U kunt met deze
camcorder echter niet opnemen op een band met dubbel geluidsspoor.
• De instelling keert terug naar [STEREO] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten
loskoppelt van de camcorder.
AUDIO MIX
U kunt de geluidsbalans aanpassen tussen het oorspronkelijke opgenomen geluid
(ST1) en het geluid dat later is toegevoegd op de band (ST2) (p. 102).
Het menu gebruiken
b Opmerkingen
• U kunt het geluid dat is opgenomen in de 16-bits geluidsstand, niet aanpassen.
• U hoort alleen het oorspronkelijke opgenomen geluid wanneer u de stroombron langer dan
5 minuten loskoppelt van de camcorder.
LCD/BZ INST.
Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed door deze instelling.
LCD HELDER
Zie pagina 17 voor meer informatie.
NIV. AV. LCD
U kunt de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm
aanpassen.
GNORMAAL
Standaardhelderheid.
LICHT
Selecteer deze optie om het LCD-scherm helderder te maken.
b Opmerkingen
• Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch
geselecteerd voor de instelling.
• Wanneer u [LICHT] selecteert, wordt de levensduur van de accu met ongeveer 10 procent
verminderd bij het opnemen.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
79
LCD KLEUR
Raak
/
aan om de kleur op het LCD-scherm aan te passen.
Fletser
Feller
LICHT BZ
U kunt de helderheid van de beeldzoeker aanpassen.
GNORMAAL
Standaardhelderheid.
LICHT
De beeldzoeker helderder maken.
b Opmerkingen
• Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch
geselecteerd voor de instelling.
• Wanneer u [LICHT] selecteert, wordt de levensduur van de accu met ongeveer 10 procent
verminderd bij het opnemen.
A/V c DV UIT
U kunt een digitaal apparaat en een analoog apparaat aansluiten op de camcorder
en het signaal dat wordt uitgevoerd door de aangesloten apparaten, omzetten naar
het juiste signaal voor de camcorder.
GUIT
AAN (
Selecteer deze optie als u de conversiefunctie voor digitale signalen
niet gebruikt.
)
Analoge beelden en geluid omzetten naar digitale signalen via de
camcorder.
De invoer van analoge signalen naar de A/V-aansluiting van de
camcorder wordt omgezet en uitgevoerd via de DV-interface van de
camcorder.
Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de
computertoepassingen" voor meer informatie.
VIDEO INVOER
Als u de camcorder aansluit op een ander apparaat met de bijgeleverde A/V-kabel,
moet u de soort stekker instellen die u gebruikt voor de verbinding.
80
GVIDEO
Selecteer deze optie om een videosignaal in te voeren.
S VIDEO
Selecteer deze optie om een S-videosignaal in te voeren.
Het menu gebruiken
USB-CAMERA
U kunt een USB-kabel (bijgeleverd) aansluiten op de camcorder en het beeld dat
wordt weergegeven op het scherm van de camcorder, bekijken op de computer
(USB Streaming). Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de
computertoepassingen" voor meer informatie.
GUIT
Selecteer deze optie om de USB Streaming functie uit te schakelen.
USB STREAM
Selecteer deze optie om de USB Streaming functie in te schakelen.
USB-PLY/EDT
U kunt een USB-kabel (bijgeleverd) aansluiten op de camcorder en het beeld op
de band of op de "Memory Stick" in de camcorder bekijken op de computer.
Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de computertoepassingen" voor
meer informatie.
Selecteer deze optie om het beeld op de "Memory Stick" weer te
geven.
USB STREAM
Selecteer deze optie om het beeld op de band weer te geven.
Het menu gebruiken
GSTD-USB
NTSC WRGV.
Als u een video met het NTSC-kleursysteem afspeelt, selecteert u het beschikbare
systeem van de TV om de video mee af te spelen.
GOP PAL TV
Selecteer deze optie om de videoband af te spelen op een TV met het
PAL-systeem.
NTSC 4.43
Selecteer deze optie om de videoband af te spelen op een TV met een
stand voor NTSC 4.43.
z Tip
• Bij weergave op een televisie met een multi-systeem selecteert u de weergavestand die het
beste beeld op het TV-scherm oplevert.
GEGEVENSCODE
GUIT
Selecteer deze optie als u de datum, tijd en camera-instellingen niet
wilt weergeven tijdens het afspelen.
DATUM/TIJD
Selecteer deze optie om tijdens het afspelen de datum en tijd weer te
geven (p. 52).
CAMERAGEGEV. Selecteer deze optie om tijdens het afspelen de camera-instellingen
weer te geven (p. 52).
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
81
RESTANT
GAUTO
Selecteer deze optie om de resterende bandlengte ongeveer 8
seconden weer te geven:
• Nadat u de CAMERA-TAPE stand hebt geselecteerd en een band
hebt geplaatst, berekent de camcorder de resterende speelduur/
opnameduur.
• Wanneer u
(afspelen/onderbreken) aanraakt.
AAN
Selecteer deze optie om de resterende bandlengte altijd weer te geven.
EXTERNE CTRL
GAAN
Selecteer deze optie als u de afstandsbediening gebruikt die bij de
camcorder is geleverd.
UIT
Selecteer deze optie om de afstandsbediening uit te schakelen om te
voorkomen dat de camcorder reageert op opdrachten van andere
afstandsbedieningen van videorecorders.
b Opmerking
• De instelling keert terug naar [AAN] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten
loskoppelt van de camcorder.
OPN LED
GAAN
Selecteer deze optie om het camera-opnamelampje aan de voorzijde
van de camcorder te laten branden tijdens de opname.
UIT
Selecteer deze instelling bij de volgende opnamen. Het cameraopnamelampje brandt niet tijdens het opnemen.
• Als u wilt dat de persoon die wordt opgenomen, niet nerveus is.
• Als u een onderwerp van dichtbij opneemt.
• Als het onderwerp wordt gereflecteerd in de opnamelamp.
GMELODIE
Selecteer deze optie om een melodie te horen wanneer u begint of
stopt met opnemen, het aanraakscherm bedient of wanneer er iets
vreemds aan de hand is met de camcorder.
NORMAAL
Selecteer deze optie om bij de bediening een pieptoon te horen in
plaats van een melodie.
UIT
Selecteer deze optie om de melodie, de pieptoon, het sluitergeluid en
de pieptoon na het bevestigen van een bewerking op het
aanraakscherm uit te schakelen.
PIEPTOON
82
Het menu gebruiken
DISPLAY
GLCD
Selecteer deze optie om de uitleesvensters weer te geven, zoals de
tijdcode op het LCD-scherm en in de beeldzoeker.
V-UIT/LCD
Selecteer deze optie om de uitleesvensters weer te geven, zoals de
tijdcode op het TV-scherm, LCD-scherm en in de beeldzoeker.
b Opmerking
• U kunt een signaal niet invoeren in de camcorder als u op DISPLAY/BATT INFO drukt
terwijl [V-UIT/LCD] is geselecteerd.
MENU DRAAIEN
U kunt de schuifrichting (omhoog of omlaag) selecteren van de menu-items op het
LCD-scherm als u
of
aanraakt.
Selecteer deze optie om de menu-items naar beneden te laten rollen
door
aan te raken.
TEGENGEST.
Selecteer deze optie om de menu-items naar boven te laten rollen door
aan te raken.
G5 min
Selecteer deze optie om de functie voor automatisch uitschakelen in te
schakelen. Als er ongeveer 5 minuten zijn verstreken en u hebt
camcorder niet gebruikt, wordt de camcorder automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt.
NOOIT
Selecteer deze optie om de functie voor automatisch uitschakelen uit
te schakelen.
Het menu gebruiken
GNORMAAL
AUTOM. UIT
b Opmerking
• Als u de camcorder aansluit op een stopcontact, wordt [AUTOM. UIT] automatisch
ingesteld op [NOOIT].
Het menu gebruiken
83
Het
(TIJD/TAAL)
menu gebruiken – KLOK
INSTEL./WERELDTIJD, enzovoort
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de
bedieningsstand van de camcorder. In het
venster verschijnen alleen de items die u op
dat moment kunt aanpassen. Items die niet
beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven.
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het TIJD/TAAL.
menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om
items te selecteren.
KLOK INSTEL.
U kunt de datum en de tijd instellen (p. 18).
WERELDTIJD
U kunt het tijdsverschil aanpassen als u de camcorder in het buitenland gebruikt.
Stel het tijdsverschil in door
/
aan te raken en de klok wordt aangepast
aan het tijdsverschil. Als u het tijdsverschil instelt op 0, keert de klok terug naar
de oorspronkelijke ingestelde tijd.
LANGUAGE
U kunt de taal voor het weergavevenster selecteren en wijzigen (p. 22). U kunt
kiezen uit Engels, vereenvoudigd Engels, traditioneel Chinees, vereenvoudigd
Chinees, Frans, Spaans, Portugees, Duits, Nederlands, Italiaans, Grieks of
Russisch.
84
Het menu gebruiken
Persoonlijk menu
aanpassen
U kunt menu-items die u vaak gebruikt,
toevoegen aan het persoonlijk menu of sorteren
in de gewenste volgorde (aanpassen). U kunt het
persoonlijk menu aanpassen voor elke
bedieningsstand op de camcorder.
3
Raak [TOEVOEGEN] aan.
4
Raak
/
aan om een
menucategorie te selecteren en raak
aan.
Een menu toevoegen – Toevoegen
De beschikbare items verschillen
afhankelijk van de bedieningsstand van de
camcorder.
Alleen de beschikbare items worden
weergegeven.
b Opmerking
• U kunt maximaal 28 menu-items toevoegen voor de
CAMERA-TAPE, CAMERA-MEMORY en
PLAY/EDIT standen. Als u meer items wilt
toevoegen, moet u minder belangrijke menu-items
verwijderen voordat u een nieuw menu-item
toevoegt (p. 86).
1
Raak
2
Raak [P-MENU INST.] aan.
5
Raak
/
aan om een menu-item
te selecteren en raak
aan.
6
Raak [JA] aan.
aan.
Het menu gebruiken
U kunt menu-items die u vaak gebruikt,
toevoegen aan het persoonlijke menu zodat u
deze sneller en gemakkelijker kunt openen.
Het menu wordt aan het einde van de lijst
toegevoegd.
Als het gewenste menu niet op het scherm
wordt weergegeven, raakt u
/
aan
totdat het menu wordt weergegeven.
7
Raak
aan.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
85
Menu verwijderen – Verwijderen
5
Raak [JA] aan.
Het geselecteerde menu wordt verwijderd
uit het persoonlijke menu.
1
Raak
aan.
6
Raak
aan.
b Opmerking
• U kunt [MENU] en [P-MENU INST.] niet
verwijderen.
2
Raak [P-MENU INST.] aan.
Als het gewenste menu niet op het scherm
wordt weergegeven, raakt u
/
aan
totdat het menu wordt weergegeven.
3
De volgorde van de menu's in het
persoonlijke menu bepalen
– Sorteren
U kunt de menu's die zijn toegevoegd aan het
persoonlijke menu in de gewenste volgorde
sorteren.
1
Raak
2
Raak [P-MENU INST.] aan.
aan.
Raak [VERW.] aan.
Als het menu niet op het scherm wordt
weergegeven, raakt u
/
aan totdat
het gewenste menu wordt weergegeven.
4
Raak het menu aan dat u wilt
verwijderen.
3
86
Het menu gebruiken
Raak [SORT.] aan.
4
5
2
Als het gewenste menu niet op het scherm
wordt weergegeven, raakt u
/
aan
totdat het menu wordt weergegeven.
Raak
/
aan om het menu-item
te verplaatsen naar de gewenste plaats.
Raak
3
Raak [HERST.] aan.
4
Raak [JA] aan.
5
Raak [JA] aan.
aan.
Wilt u meer items sorteren, dan herhaalt u
stap 4 tot en met 6.
7
Raak [END] aan.
8
Raak
aan.
b Opmerking
• U kunt [P-MENU INST.] niet verplaatsen.
De standaardwaarden van de instellingen
van het persoonlijke menu worden hersteld.
Raak [NEE] aan om het initialiseren te
annuleren.
De standaardinstellingen
herstellen – Herstellen
U kunt het persoonlijke menu terugzetten op de
standaardinstellingen nadat u menu's hebt
toegevoegd of verwijderd.
1
Raak [P-MENU INST.] aan.
Raak
Het menu gebruiken
6
Raak het menu-item aan dat u wilt
verplaatsen.
6
Raak
aan.
aan.
Het menu gebruiken
87
Kopiëren/bewerken
"Memory Stick" die in de camcorder is
geplaatst (p. 90). U kunt ook een kopie
maken van het beeld dat met de camcorder is
opgenomen op andere opnameapparatuur
(p. 89).
Sluit de camcorder aan op een TV of
videorecorder zoals in de volgende
afbeelding wordt weergegeven.
Aansluiten op een
videorecorder of TV
U kunt een beeld opnemen van een
videorecorder of TV op een band of een
Aansluiten met een i.LINK-kabel
A/V-aansluiting
i.LINK-kabel (optioneel)
i.LINK-aansluiting
DV-interface
Als de TV of videorecorder een
S-videoaansluiting heeft*2
S-videostekker
(zwart)
Geel
A/V-kabel
(bijgeleverd)*1
Wit
Rood
Videorecorders of TV's
Signaalverloop
*1 De bijgeleverde A/V-kabel heeft een videostekker
en een S-videostekker voor de videoaansluiting.
*2 Met deze aansluiting worden beelden met een DVindeling met een hoge kwaliteit geproduceerd. Als
het apparaat dat u wilt aansluiten, een Svideoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de Svideostekker en gebruikt u de gele videostekker
niet. Het geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen
de S-videostekker aansluit.
b Opmerkingen
• Gebruik de A/V-kabel om de camcorder op andere
apparaten aan te sluiten. Voordat u de camcorder
aansluit, controleert u of de [DISPLAY] instelling in
het
(STANDRD INST) menu is ingesteld op
[LCD] (de standaardinstelling) (p. 83).
88
Kopiëren/bewerken
• Wanneer u de camcorder aansluit op een apparaat
met monogeluid, sluit u de gele stekker van de A/Vkabel aan op de videoaansluiting en de rode of de
witte stekker op de audioaansluiting van de
videorecorder of de TV.
Een i.LINK-kabel gebruiken
Gebruik een i.LINK-kabel (optioneel) om de
camcorder aan te sluiten op een ander apparaat
via de
DV-interface. De video- en
geluidssignalen worden digitaal verzonden,
waardoor de beelden van hoge kwaliteit zijn.
Houd er rekening mee dat u het beeld en het
geluid niet afzonderlijk kunt opnemen. Zie
pagina 124 voor meer informatie.
Kopiëren naar een
andere band
U kunt de beelden die zijn opgenomen met de
camcorder, kopiëren en bewerken voor het
afspelen op andere apparaten, zoals
videorecorders.
1
Sluit de videorecorder aan op de
camcorder als opnameapparaat
(p. 88).
2
Maak de videorecorder gereed voor
opname.
• Plaats de band voor het opnemen.
• Als de videorecorder beschikt over een
ingangskeuzeschakelaar, zet u deze in de
invoerstand.
Kopiëren/bewerken
3
b Opmerkingen
• Wanneer de camcorder is aangesloten op de
videorecorder via de DV-interface, kunt u geen
titel, aanduidingen, gegevens voor het Cassette
Memory en woorden die zijn ingevoerd in het
indexscherm van de "Memory Stick" weergeven.
• Als u kopieert met de A/V-kabel, drukt u op
DISPLAY/BATT INFO om aanduidingen, zoals de
tijdcode, te verbergen (p. 52). Als u dit niet doet,
worden de aanduidingen opgenomen op de band.
• Wilt u de datum/tijd en de camera-instellingen
opnemen, dan moet u deze weergeven op het scherm
(p. 52).
• Beelden die zijn bewerkt met beeldeffecten ([B
EFFECT] p. 69), digitale effecten (p. 41, 48) of
WEERG.ZOOM (p. 51), kunnen niet worden
uitgevoerd via de DV-interface.
• Wanneer u de i.LINK-kabel gebruikt, wordt het
opgenomen beeld onscherp als de beelden worden
onderbroken op de camcorder terwijl u opneemt met
de videorecorder.
Maak de camcorder gereed voor het
afspelen.
• Plaats de band met opnamen.
• Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
4
Start het afspelen op uw camcorder en
neem het weergegeven beeld op met de
videorecorder.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de
videorecorder is geleverd.
5
Wanneer het kopiëren is voltooid,
stopt u de camcorder en de
videorecorder.
Kopiëren/bewerken
89
2 Raak [
REC CTRL] aan met een
pictogram.
Als het item niet wordt weergegeven op
het scherm, raakt u
/
aan. Kunt u
het item niet vinden, dan raakt u [MENU]
aan en selecteert u het item in het
(BEW.&AFSP.) menu (p. 74).
3 Raak [OPN. PAUZE] aan.
Beelden opnemen van
een videorecorder of
TV
U kunt beelden of TV-programma's van een
videorecorder of TV opnemen en bewerken
op een band of een "Memory Stick" die in de
camcorder is geplaatst. U kunt ook een scène
opnemen als een stilstaand beeld op een
"Memory Stick".
Plaats een band of een "Memory Stick" in de
camcorder voor het opnemen. Als u de A/Vkabel hebt aangesloten, selecteert u het
invoersignaal in [VIDEO INVOER] in het
(STANDRD INST) menu (p. 78).
b Opmerkingen
• De camcorder kan alleen opnemen van een PALbron. Franse videobeelden of TV-programma's
(SECAM) kunnen bijvoorbeeld niet juist worden
opgenomen. Zie pagina 118 voor meer informatie
over TV-kleursystemen.
• Als u een 21-polige verloopstekker gebruikt om
verbinding te maken met een PAL-bron, hebt u een
21-polige verloopstekker in twee richtingen
(optioneel) nodig.
Opnemen op een "Memory Stick"
1 Raak
aan.
2 Raak [MENU] aan.
3 Selecteer het
(BEW.&AFSP.)
menu en [
OPN REG.] met een
pictogram.
5
Start het afspelen van de band op de
videorecorder of selecteer een TVprogramma.
De beelden die worden afgespeeld op het
aangesloten apparaat, verschijnen op het
LCD-scherm van de camcorder.
6
Raak [OPN. START] aan als u wilt
beginnen met opnemen.
7
Opnemen stoppen.
Films opnemen op een band
Raak
(stoppen) of [OPN. PAUZE]
aan.
Films opnemen
Opnemen op een "Memory Stick"
Raak [OPN. STOP] aan.
1
Sluit de TV of videorecorder aan op de
camcorder (p. 88).
2
Als u opneemt van een videorecorder,
plaatst u een band.
3
Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
4
Gebruik de camcorder om films op te
nemen.
Films opnemen op een band
1 Raak
aan.
90
Kopiëren/bewerken
8
Raak
en
aan.
z Tips
• De aanduiding
verschijnt wanneer u de
camcorder en andere apparaten aansluit via een
i.LINK-kabel. (Deze aanduiding verschijnt mogelijk
ook op de TV.)
• Wanneer u films opneemt op een "Memory Stick",
kunt u stap 4 overslaan en op START/STOP
drukken in stap 6.
Stilstaande beelden opnemen
1
2
Voer stap 1 tot en met 3 in "Films
opnemen" (p. 90) uit.
Speel de video af of kies het TVprogramma dat u wilt opnemen.
De beelden op de videorecorder of de TV
verschijnen op het scherm van de
camcorder.
3
Beelden kopiëren van
een band naar een
"Memory Stick"
Op een "Memory Stick" kunt u films
opnemen (waarbij monogeluid wordt
opgenomen) of stilstaande beelden (vast
formaat [640 × 480]).
Controleer of u een band met opnamen en een
"Memory Stick" in de camcorder hebt
geplaatst.
1
Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
Het beeld wordt niet opgenomen tenzij u
PHOTO volledig indrukt. Laat de toets los
als u de scène niet wilt opnemen en
selecteer een andere scène op de manier die
hierboven wordt beschreven.
2
Zoek de scène die u wilt opnemen en
neem deze op.
Kopiëren/bewerken
Druk licht op PHOTO bij de scène die
u wilt opnemen. Controleer het beeld
en druk de toets volledig in.
Stilstaande beelden opnemen
1 Raak
(afspelen) aan om de band af
te spelen.
2 Druk licht op PHOTO bij de scène die u
wilt opnemen. Controleer het beeld en
druk de toets volledig in.
Een film opnemen
1 Raak
aan.
2 Raak [MENU] aan.
3 Selecteer het
(BEW.&AFSP.)
menu en [
OPN REG.] met een
pictogram.
4 Raak
(afspelen) aan om de band af
te spelen.
OPN REG.
0:00:00:00
OPN.
START
2min
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
91
5 Raak [OPN. START] aan als u wilt
beginnen met opnemen.
6 Raak [OPN. STOP] aan als u het
opnemen wilt stoppen.
(stoppen) aan om het afspelen
van de band te stoppen.
8 Raak
en
aan.
7 Raak
b Opmerkingen
• De gegevenscode en titels op de band kunnen niet
worden opgenomen op de "Memory Stick". De tijd
en datum waarop het beeld wordt opgenomen op de
"Memory Stick", worden wel opgenomen.
• Het geluid wordt opgenomen met 32 kHz (mono).
z Tips
• U kunt ook een film opnemen door op START/
STOP te drukken tijdens het afspelen van een band.
• Zie pagina 25 voor het opnemen van films.
Stilstaande beelden
kopiëren van een
"Memory Stick" naar
een band
U kunt stilstaande beelden opnemen op een
band.
Controleer of u de "Memory Stick" met de
beelden en een band in de camcorder hebt
geplaatst.
1
Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
2
Zoek het punt waar u wilt beginnen
met kopiëren door
(terugspoelen)
of
(snel vooruitspoelen) aan te
raken. Raak vervolgens
(stoppen)
aan.
3
Raak
4
Raak
/
aan om het beeld te
selecteren dat u wilt kopiëren.
5
Raak
6
Raak [
REC CTRL] aan met een
pictogram.
aan.
aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(BEW.&AFSP.) menu.
7
Raak [OPN. PAUZE] aan.
8
Raak [OPN. START] aan.
Het geselecteerde beeld wordt naar de band
gekopieerd.
92
Kopiëren/bewerken
9
Raak
(stoppen) of [OPN.
PAUZE] aan wanneer u wilt stoppen
met opnemen.
Als u nog meer stilstaande beelden wilt
kopiëren, selecteert u de beelden door
/
aan te raken en herhaalt u stap 7
tot en met 9.
10Raak
en
aan.
b Opmerkingen
• U kunt het indexscherm niet kopiëren.
• Mogelijk kunt u geen beelden kopiëren die met de
computer zijn bewerkt of die zijn opgenomen met
andere camcorders dan uw camcorder.
• U kunt MPEG-films niet kopiëren op de band.
Geselecteerde
scènes opnemen
vanaf een band
– Digitale programmamontage
U kunt maximaal 20 scènes (programma's)
selecteren en deze in de gewenste volgorde
opnemen met andere opnameapparatuur,
zoals videorecorders, of op een "Memory
Stick" in de camcorder.
Wanneer u op een "Memory Stick" opneemt,
slaat u stap 1 en 2 over en begint u bij "De
geselecteerde scènes als programma's
opnemen" (p. 97).
Verwijder de ongewenste scène
Kopiëren/bewerken
Wijzig de volgorde
Resultaat
Stap 1 : De camcorder en
videorecorder gereedmaken voor
gebruik
Voer de onderstaande procedure uit wanneer
u voor het eerst een digitale
programmamontage uitvoert op een band in
een videorecorder. Deze instelling kunt u
overslaan als u de videorecorder al eerder
hebt ingesteld met de onderstaande
procedure.
b Opmerkingen
• U kunt geen digitale programmamontage uitvoeren
op een videorecorder die geen [IR INSTEL] codes
ondersteunt.
• Het bedieningssignaal voor de digitale
programmamontage kan niet via de LANCaansluiting worden overgebracht.
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
93
1
Sluit de videorecorder aan op de
camcorder als opnameapparaat
(p. 88).
7
Raak
/
aan om [PROG. BEW.]
te selecteren en raak
aan.
8
Raak [ANDER APP.] aan.
9
Raak [BWRKN INST.] aan.
U kunt de A/V-kabel of i.LINK-kabel
gebruiken voor de aansluiting. De
procedure voor kopiëren is eenvoudiger als
u de i.LINK-aansluiting gebruikt.
2
Maak de videorecorder gereed voor
gebruik.
• Plaats de band voor het opnemen.
• Zet de ingangskeuzeschakelaar in de
invoerstand als deze stand beschikbaar is
op de videorecorder.
3
Maak de camcorder (afspeelapparaat)
gereed voor gebruik.
• Plaats een band voor het bewerken.
• Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
4
Raak
5
Raak [MENU] aan.
aan.
10Raak [REGELING] aan.
6
Raak
/
aan om
(BEW.&AFSP.) te selecteren en raak
aan.
11Selecteer [i.LINK] of [IR].
Aansluiten met een i.LINK-kabel
Raak [i.LINK] en
aan. Ga verder met
"Stap 2 : De synchronisatie van de
videorecorder aanpassen" (p. 96).
Aansluiten met een A/V-kabel
Raak [IR] en
aan. Voer de procedure
uit die wordt beschreven in "De [IR
INSTEL] code instellen" (p. 95).
94
Kopiëren/bewerken
De [IR INSTEL] code instellen
Wanneer u een A/V-kabel gebruikt, moet u het
signaal voor de [IR INSTEL] code controleren
om te zien of de videorecorder kan worden
bediend met de camcorder (infraroodzender).
Afstandsbedieningssensor
Infraroodzender
Videorecorder
Ga verder met "Stap 2 : De synchronisatie
van de videorecorder aanpassen" (p. 96).
Als de opname niet start, moet u een andere
[IR INSTEL] code selecteren en het
opnieuw proberen.
Lijst met [IR INSTEL] codes
De volgende [IR INSTEL] codes worden
standaard opgenomen met de camcorder. (Deze
optie is standaard ingesteld op "3".)
Fabrikant
1 Raak
en [IR INSTEL] aan.
2 Selecteer de [IR INSTEL] code voor de
3 Raak [PAUZESTAND] aan.
4 Selecteer de stand om de
opnamepauzestand op de videorecorder
te annuleren en raak
aan.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de
videorecorder is geleverd voor informatie
over de bediening.
5 Richt de infraroodzender van de
camcorder op de
afstandsbedieningssensor op de
videorecorder met een afstand van
ongeveer 30 cm. Zorg dat zich geen
obstakels tussen de zender en ontvanger
bevinden.
6 Plaats een band in de videorecorder en
zet de videorecorder in de
opnamepauzestand.
7 Raak [IR TEST] aan.
8 Raak [UITVOER.] aan.
Het opnemen met de videorecorder begint
als de instelling correct is. Als de test voor
de [IR INSTEL] code is voltooid, verschijnt
[Voltooid.].
Sony
1, 2, 3, 4, 5, 6
Aiwa
47, 53, 54
Akai
50, 62, 74
Alba
73
Amstrad
73
Baird
30, 36
Blaupunkt
11, 83
Bush
74
CGM
36, 47, 83
Clatronic
73
Daewoo
26
Ferguson
76, 83
Fisher
73
Funai
80
Goldstar/LG
47
Goodmans
26, 84
Grundig
9, 83
Hitachi
42, 56
ITT/Nokia Instant
36
JVC
11, 12, 15, 21
Kendo
47
Loewe
16, 47, 84
Luxor
89
Mark
26*
Matsui
47, 58*, 60
Mitsubishi
28, 29
Nokia
36, 89
Nokia Oceanic
89
Nordmende
76
Okano
60, 62, 63
Kopiëren/bewerken
/
en raak
videorecorder met
aan.
Zie de "Lijst met [IR INSTEL] codes"
(p. 95) voor de [IR INSTEL] code van uw
videorecorder. Wanneer er meer dan één
code wordt vermeld voor de fabrikant van
de videorecorder, probeert u elke code tot u
de meest geschikte vindt.
[IR INSTEL] codes
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
95
Fabrikant
[IR INSTEL] codes
Orion
58*, 70
Panasonic
16, 78
Philips
83, 84, 86
Phonola
83, 84
Roadstar
47
SABA
21, 76, 91
Salora
89
Samsung
22, 32, 52, 93, 94
Sanyo
36
Schneider
10, 83, 84
SEG
73
Seleco
47, 74
Sharp
89
Siemens
10, 36
Tandberg
26
Telefunken
91, 92
Thomson
76, 100
Thorn
36, 47
Toshiba
40, 93
Universum
47, 70, 84, 92
W.W. House
47
Watson
58, 83
1
Verwijder de band uit de camcorder.
Houd pen en papier bij de hand voor
notities.
2
Zet de videorecorder in de
opnamepauzestand.
Sla deze stap over als u [i.LINK] hebt
geselecteerd in stap 11 op p. 94.
bOpmerking
• Laat de band ongeveer 10 seconden lopen
voordat u het afspelen onderbreekt. De
openingsscènes worden mogelijk niet
opgenomen wanneer u begint met
opnemen aan het begin van een band.
3
Raak
4
Raak [UITVOER.] aan.
EN [TEST WIJZIG] aan.
Er wordt gedurende ongeveer 50 seconden
een beeld opgenomen met 5 aanduidingen
[IN] en [UIT] voor het aanpassen van de
synchronisatie. Als het opnemen is
voltooid, verschijnt [Voltooid.].
* TV/videorecorder-combinatie
Stap 2
: De synchronisatie van
de videorecorder aanpassen
Voer de onderstaande procedure uit wanneer
u voor het eerst een digitale
programmamontage uitvoert op een band in
een videorecorder. Deze instelling kunt u
overslaan als u de videorecorder al eerder
hebt ingesteld met de onderstaande
procedure.
U kunt de synchronisatie van de camcorder
en de videorecorder aanpassen om te
voorkomen dat de openingsscène niet wordt
opgenomen.
96
Kopiëren/bewerken
5
Spoel de band in de videorecorder
terug en speel de band vertraagd af.
Er verschijnen 5 beginnummers voor elke
[IN] en eindnummers voor elke [UIT].
6
7
Noteer het beginnummer van elke
[KNIP-IN] en het eindnummer van
elke [KNIP-UIT] en bereken de
gemiddelde waarde voor elke [KNIPIN] en [KNIP-UIT].
Raak [KNIP-IN] aan.
De geselecteerde scènes als
programma's opnemen
Wanneer u voor de eerste keer een digitale
programmamontage uitvoert op een band in
de videorecorder, voert u eerst de procedures
uit die worden beschreven in stap 1 en 2
(p. 93 tot en met p. 96).
1
8
Raak [KNIP-UIT] aan.
10Raak
/
aan om de gemiddelde
waarde voor [KNIP-UIT] te selecteren
en raak
aan.
2
Raak
3
Raak [MENU] aan.
4
Raak
/
aan om
(BEW.&AFSP.) te selecteren en raak
aan.
aan.
Kopiëren/bewerken
9
Plaats een band die moet worden afgespeeld
in de camcorder.
Wanneer u opneemt op een band, plaatst u
een band in de videorecorder. Wanneer u op
een "Memory Stick" opneemt, plaatst u een
"Memory Stick" in de camcorder.
Raak
/
aan om de gemiddelde
waarde voor [KNIP-IN] te selecteren
en raak
aan.
Hiermee is het beginpunt voor de opname
vastgesteld.
Maak een band of "Memory Stick"
gereed voor gebruik.
Hiermee is het eindpunt voor de opname
vastgesteld.
11Raak [END] twee keer aan.
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
97
5
Raak
/
aan om [PROG. BEW.]
te selecteren en raak
aan.
8
Raak [TEKEN IN] aan.
Het beginpunt voor het eerste programma
wordt ingesteld en het bovenste deel van de
programmamarkering wordt lichtblauw.
[BLD. FORM.] verschijnt wanneer u
opneemt op een "Memory Stick".
6
Raak het gewenste item aan.
Opnemen op een band in de
videorecorder
Raak [ANDER APP.] aan.
9
Ga naar het einde van de eerste scène
die u wilt opnemen op de camcorder en
onderbreek het afspelen.
U kunt de positie wijzigen met
(frame).
/
10Raak [TEKEN UIT] aan.
Opnemen op een "Memory Stick"
1 Raak [MEMORY STICK] aan.
Het eindpunt voor het eerste programma
wordt ingesteld en het onderste deel van de
programmamarkering wordt lichtblauw.
2 Raak [BLD. FORM.] herhaaldelijk aan
om het gewenste beeldformaat te
selecteren.
11Herhaal stap 7 tot en met 10 en maak
programma's.
7
Ga naar het begin van de eerste scène
die u wilt kopiëren op de camcorder en
onderbreek het afspelen.
U kunt de positie wijzigen met
(frame).
98
Kopiëren/bewerken
/
12Zet de videorecorder in de
opnamepauzestand.
Sla deze stap over als u de camcorder hebt
aangesloten via een i.LINK-kabel of als u
op een "Memory Stick" opneemt.
13Raak [START] aan.
2 Raak [1TKN. WISS.] aan om het
laatstingestelde programma te
verwijderen. Of raak [ALLES WISS.]
aan om alle programma's te wissen.
3 Raak [UITVOER.] aan.
De programma's worden verwijderd.
Raak [ANNUL.] aan om de bewerking te
annuleren.
14Raak [UITVOER.] aan.
Er wordt gezocht naar het begin van het
eerste programma en het opnemen begint.
[ZOEKEN] wordt weergegeven tijdens het
zoeken en [BEWERKEN] tijdens het
bewerken.
b Opmerkingen
• U kunt geen beginpunt of eindpunt instellen op een
leeg gedeelte van de band. Als een gedeelte leeg is,
is de totale tijd die wordt weergegeven mogelijk niet
correct.
• Wanneer u het apparaat niet goed kunt bedienen met
een i.LINK-aansluiting, selecteert u [IR] in stap 11
op p. 94 en stelt u de [IR INSTEL] code in.
Kopiëren/bewerken
Als een programma wordt opgenomen,
wordt de programmamarkering gewijzigd
van oranje in lichtblauw. Wanneer alle
programma's zijn opgenomen, stopt de
programmamontage automatisch.
Raak [ANNUL.] aan om het opnemen te
annuleren.
Digitale programmamontage
beëindigen
Raak [END] aan.
Een programma opslaan zonder
hiermee op te nemen
Raak [END] aan in stap 13.
Het programma wordt opgeslagen in het
geheugen totdat de band wordt verwijderd.
Programma's wissen
1 Voer stap 1 tot en met 6 uit in "De
geselecteerde scènes als programma's
opnemen" (p. 97) en raak [WISSEN]
aan.
Kopiëren/bewerken
99
Geluid kopiëren naar
een band met
opnamen
U kunt aanvullend geluid opnemen en
toevoegen aan het oorspronkelijke geluid op
de band. U kunt geluid toevoegen aan band
waarmee opnamen zijn gemaakt in de 12-bits
stand zonder dat het oorspronkelijke geluid
wordt gewist.
Geluidsopname voorbereiden
B Naar de intelligent
accessory shoe
Interne microfoon
A MIC (PLUG IN POWER) aansluiting
Microfoon (optioneel)
CA/V-aansluiting
A/V-kabel (bijgeleverd)
Sluit de S-videostekker
(zwart) en de videostekker
(geel) niet aan.
Audio L (wit)
Audio R (rood)
Audiouitgangen
Signaalverloop
Audioapparaat (zoals
CD/MD-spelers)
Neem het geluid op een van de volgende
manieren op.
• Met de interne microfoon (geen aansluiting
nodig).
• Met een microfoon (optioneel) die is
aangesloten op de MIC-aansluiting. (A)
• Met een microfoon (optioneel) die is
aangesloten op de intelligent accessory shoe.
(B)
• Met een audioapparaat dat is aangesloten op
de camcorder met een A/V-kabel. (C)
100
Kopiëren/bewerken
Deze volgorde wordt aangehouden om te
bepalen welke audioingang de voorkeur krijgt
voor opnamen: MIC-aansluiting t intelligent
accessory shoe t A/V-aansluiting t interne
microfoon.
b Opmerkingen
• U kunt geen extra audiosignalen opnemen:
– Op een band die is opgenomen in de 16-bits stand.
– Op een band die is opgenomen in de LP stand.
– Wanneer de camcorder is aangesloten via de
i.LINK-kabel.
– Op lege gedeelten van de band.
– Als het wispreventienokje van de band op SAVE
is gezet.
• Wanneer u de A/V-aansluiting of de interne
microfoon aansluit om extra geluid op te nemen,
wordt er geen beeldsignaal uitgevoerd via de A/Vaansluiting. Controleer het beeld op het LCDscherm en in de beeldzoeker en controleer het geluid
met de hoofdtelefoon.
• Als u een externe microfoon (optioneel) gebruikt om
extra geluidsopnamen op te nemen, kunt u het beeld
en het geluid controleren door de camcorder op een
TV aan te sluiten met de A/V-kabel. Het geluid dat
u naderhand hebt opgenomen, wordt niet uitgevoerd
via de luidspreker. Controleer het geluid met een
hoofdtelefoon of TV.
9
Raak [AUDIO DUB] aan.
Een groen teken
LCD-scherm.
X verschijnt op het
Geluid opnemen
Plaats een band met opnamen in de
camcorder.
2
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
3
Raak
(afspelen/onderbreken)
aan om de band af te spelen.
4
Raak
(afspelen/onderbreken)
aan op het punt waar u wilt beginnen
met het opnemen van het geluid.
Het afspelen wordt onderbroken.
5
Raak
6
Raak [MENU] aan.
7
Raak
/
om
en raak vervolgens
8
Raak
/
aan om [AUD DUB
REG.] te selecteren en raak vervolgens
aan.
10Raak
(afspelen/onderbreken)
aan en begin met het afspelen van het
geluid dat u tegelijkertijd wilt
opnemen.
Er blijft een rood teken
zichtbaar op het
LCD-scherm terwijl het geluid wordt
opgenomen.
Het nieuwe geluid wordt opgenomen in stereo
2 (ST2) tijdens het afspelen van de band.
Kopiëren/bewerken
1
11Raak
(stoppen) aan als u wilt
stoppen met opnemen.
Als u andere scènes wilt kopiëren, herhaalt
u stap 3 en 4 om de scènes te selecteren en
raakt u [AUDIO DUB] aan.
12Raak
en
aan.
aan.
Het eindpunt van het kopiëren van
geluidsopnamen instellen
(BEW.&AFSP.)
aan.
Druk tijdens het afspelen op ZERO SET
MEMORY op de afstandsbediening bij het punt
waar u het kopiëren van geluid wilt stoppen.
Voer stap 4 tot en met 10 uit. De opname wordt
automatisch gestopt bij de geselecteerde scène.
b Opmerking
• U kunt alleen aanvullend geluid opnemen op een
band die met de camcorder is opgenomen. Het
geluid wordt mogelijk slechter wanneer u geluid op
een band opneemt die is opgenomen met andere
camcorders (waaronder andere DCR-PC330E
camcorders).
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
101
Het opgenomen geluid
controleren en aanpassen
1
Speel de band af waarop u geluid hebt
opgenomen in "Geluid opnemen"
(p. 101).
2
Raak
3
Raak [MENU] aan.
4
Raak
/
aan om
(STANDRD INST) te selecteren en
raak
aan.
aan.
5
Raak
/
aan om [AUDIO MIX]
te selecteren en raak
aan.
6
Raak
/
aan om de balans
tussen het oorspronkelijke geluid
(ST1) en het aanvullende geluid (ST2)
aan te passen. Raak
aan.
Bij de standaardinstelling wordt het
oorspronkelijke geluid (ST1) uitgevoerd.
De aangepaste geluidsbalans wordt weer
teruggezet op de standaardinstelling
ongeveer 5 minuten nadat de accu of andere
stroombronnen zijn losgekopppeld.
102
Kopiëren/bewerken
Opgenomen beelden
verwijderen
U kunt alle of een aantal geselecteerde
beelden verwijderen die zijn opgeslagen op
een "Memory Stick".
1
Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
2
Raak
3
Raak
/
aan om een beeld te
selecteren dat u wilt verwijderen.
4
Raak
5
Raak [JA] aan.
aan.
aan.
Het geselecteerde beeld wordt verwijderd.
Raak [NEE] aan om het verwijderen te
annuleren.
Alle beelden tegelijkertijd verwijderen
Selecteer het
(GEH.INST.) menu en
[
ALLES VERW](p. 66).
Beelden uit het indexscherm
verwijderen
U kunt eenvoudig zoeken naar het beeld dat u
wilt verwijderen door 6 beelden tegelijkertijd
weer te geven.
1 Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
2
3
4
5
6
Raak
aan.
Raak
aan.
Raak
aan.
Raak [
Het beeldformaat
wijzigen
– Formaat
wijzigen
U kunt het formaat van een afbeelding
wijzigen in 640 × 480 of 320 × 240. Deze
functie is handig als u het formaat wilt
verkleinen om de afbeelding aan een emailbericht toe te voegen.
Het oorspronkelijke beeld behoudt het
oorspronkelijke formaat, zelfs als u het
formaat wijzigt.
VERW.] aan.
7 Raak
aan.
8 Raak [JA] aan.
1
Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
2
Raak
3
Raak [FRMT WIJZIG] aan.
aan.
Kopiëren/bewerken
Raak het beeld aan dat u wilt
verwijderen.
verschijnt op het beeld dat moet worden
verwijderd.
Raak
/
aan om de volgende of
vorige 6 beelden weer te geven.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u
/
aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(BEELD
PROG.) menu.
De geselecteerde beelden worden
verwijderd.
Raak [NEE] aan om het verwijderen te
annuleren.
b Opmerkingen
• Beelden kunnen niet worden verwijderd als het
wispreventienokje van de "Memory Stick" is
ingesteld in de wispreventiestand (p. 121) of als het
geselecteerde beeld is beveiligd (p. 104).
• De beelden kunnen niet worden hersteld nadat deze
zijn verwijderd. Controleer de geselecteerde beelden
voordat u deze verwijdert.
4
Raak
/
aan om een beeld te
selecteren waarvan u het formaat wilt
wijzigen.
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
103
5
Raak [640 × 480] of [320 × 240] aan.
Het beeld met het gewijzigde formaat wordt
opgenomen als een nieuw bestand in de
geselecteerde map.
Bepaalde gegevens
opgeven die moeten
worden opgeslagen
met de beelden
– Beeldbeveiliging/Afdrukmarkering
6
Raak [END] aan.
Geheugencapaciteit voor stilstaande
beelden na het wijzigen van het formaat
Beeldformaat
Geheugencapaciteit
640 × 480
Ongeveer 150 kB
320 × 240
Ongeveer 16 kB
b Opmerkingen
• U kunt wellicht het formaat van beelden die met
andere apparatuur zijn opgenomen, niet wijzigen.
• U kunt het formaat van films niet wijzigen.
104
Kopiëren/bewerken
Zorg dat het wispreventienokje op de
"Memory Stick" niet is ingesteld in de
wispreventiestand.
Per ongeluk wissen voorkomen
– Beeldbeveiliging
U kunt beelden selecteren en markeren om te
voorkomen dat deze per ongeluk worden
gewist.
1
Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
2
Raak
3
Raak
aan.
4
Raak
aan.
aan.
5
Raak [VEILIG] aan.
3
Raak
aan.
6
Raak het beeld aan dat u wilt
beveiligen.
4
Raak
aan.
5
Raak [AFDRUKTEKEN] aan.
6
Raak het beeld aan dat u later wilt
afdrukken.
- verschijnt op
het geselecteerde
beeld.
7
Raak
8
Raak [END] aan.
aan.
Voer stap 1 tot en met 5 uit en raak het beeld aan
om de beeldbeveiliging uit te schakelen.
- verdwijnt uit het beeld.
Stilstaande beelden selecteren
voor afdrukken – Afdrukmarkering
verschijnt op
het geselecteerde
beeld.
U kunt beelden markeren die u wilt
afdrukken terwijl u deze bekijkt op de
camcorder. (U kunt het aantal afdrukken niet
opgeven.)
De DPOF-standaard (Digital Print Order
Format) wordt gebruikt om beelden te
selecteren voor afdrukken op de camcorder.
7
Raak
8
Raak [END] aan.
1
De afdrukmarkering annuleren
2
Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
Raak
aan.
Kopiëren/bewerken
Beeldbeveiliging annuleren
aan.
Voer stap 1 tot en met 5 uit en raak het beeld aan
om de afdrukmarkering uit te schakelen.
verdwijnt uit het beeld.
Kopiëren/bewerken
105
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als er problemen optreden bij het gebruik
van de camcorder, kunt u de volgende tabel
gebruiken om het probleem op te lossen.
Blijft het probleem optreden, dan verwijdert
u de stroombron en neemt u contact op met de
Sony-handelaar.
Als "C:ss:ss" wordt weergegeven op het
LCD-scherm of in de beeldzoeker, is de
zelfdiagnosefunctie geactiveerd. Zie
pagina 114 voor meer informatie.
Algemene werking
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
De stroom wordt niet ingeschakeld.
• De accu is ontladen, is bijna leeg of is niet in de camcorder geplaatst.
cPlaats een opgeladen accu in de camcorder. (p. 13)
cGebruik de netspanningsadapter om de camcorder aan te sluiten op een
stopcontact. (p. 16)
De camcorder functioneert zelfs niet
als de stroom is ingeschakeld.
cTrek de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact of
verwijder de accu en sluit deze na één minuut weer aan. Als de functies
nog steeds niet werken, drukt u op de RESET toets in met een puntig
voorwerp. (Houd er rekening mee dat bij het indrukken van de RESET
toets alle instellingen, inclusief de klokinstelling en met uitzondering van
de items in het persoonlijke menu, worden teruggezet op de
standaardwaarden.)
U hoort een rammelend geluid
• Dit komt omdat bepaalde lensfuncties op de camcorder een lineair
wanneer de camcorder wordt gebruikt
mechanisme gebruiken. Dit duidt niet op een storing.
als de POWER schakelaar op (CHG)
OFF of in de PLAY/EDIT stand is
gezet.
106
De bijgeleverde afstandsbediening
werkt niet.
cStel [EXTERNE CTRL] in het
(STANDRD INST) menu in op
[AAN]. (p. 82)
cPlaats batterijen in de batterijhouder zodat de +- en –-polen samenvallen
met de +- en –-tekens in de houder. Als het probleem nog steeds niet is
opgelost, plaatst u nieuwe batterijen omdat de oude batterijen leeg zijn.
(p. 136)
cVerwijder eventuele obstructies tussen de afstandsbediening en de
afstandsbedieningssensor.
De camcorder wordt warm.
• Het apparaat is al langere tijd ingeschakeld. Dit duidt niet op een storing.
Problemen oplossen
Accu/Stroombronnen
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
Het CHG (opladen) lampje gaat niet
branden als u de accu oplaadt.
cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het lampje nog
steeds niet gaat branden, krijgt het lampje geen stroom van het
stopcontact.
• Het opladen van de accu is voltooid. (p. 13)
Het CHG (opladen) lampje knippert
als u de accu oplaadt.
cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het probleem
blijft optreden, trekt u de stekker van de netspanningsadapter uit het
stopcontact en neemt u contact op met de Sony-handelaar. De accu is
wellicht beschadigd. (p. 13)
De accu raakt snel leeg.
• De temperatuur van de omgeving is te laag of de accu is niet volledig
opgeladen. Dit duidt niet op een storing.
cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden,
vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht
beschadigd. (p. 13, 123)
De aanduiding voor de resterende
accuduur geeft niet de juiste tijd aan.
• De temperatuur van de omgeving is te hoog of te laag of de accu is niet
volledig opgeladen. Dit duidt niet op een storing.
cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden,
vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht
beschadigd. (p. 13, 123)
Problemen oplossen
De camcorder wordt vaak
• Er is een probleem opgetreden met de aangegeven resterende accuduur
uitgeschakeld, terwijl de aanduiding
of de accu is niet volledig opgeladen.
voor de resterende accuduur aangeeft
cLaad de accu nogmaals volledig op om de aanduiding te corrigeren.
dat de accu nog voldoende stroom kan
(p. 13)
leveren.
Het apparaat wordt plotseling
uitgeschakeld.
• [AUTOM. UIT] in het
(STANDRD INST) menu is ingesteld op [5
min]. (p. 83)
cAls er ongeveer 5 minuten zijn verstreken waarin u de camcorder niet
hebt gebruikt, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld.
Schuif de POWER schakelaar naar beneden om de stroom weer in te
schakelen. (p. 16) U kunt ook de netspanningsadapter gebruiken.
Er treedt een probleem op als de
camcorder is aangesloten op de
netspanningsadapter.
cSchakel de stroom uit en trek de stekker van de netspanningsadapter uit
het stopcontact. Sluit de netspanningsadapter weer aan.
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
107
Banden
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
De band kan niet worden uitgeworpen cControleer of de stroombron (accu of netspanningsadapter) correct is
uit de houder.
aangesloten. (p. 13)
cVerwijder de accu uit de camcorder en plaats deze opnieuw. (p. 13)
cPlaats een opgeladen accu in de camcorder. (p. 13)
De band wordt niet uitgeworpen,
zelfs niet als het deksel van de
bandhouder is geopend.
cVocht condenseert in de camcorder. (p. 126)
De aanduiding voor Cassette Memory cMaak de goudkleurige aansluiting van de band schoon. (p. 120)
wordt niet weergegeven als u een
band met Cassette Memory gebruikt.
De resterende bandlengte wordt niet
weergegeven.
cStel [
RESTANT] in op [AAN] in het
(STANDRD INST)
menu zodat de resterende bandlengte altijd wordt weergegeven. (p. 82)
Er is geen bandtitel opgenomen.
cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119)
cWis ongewenste titels als het Cassette Memory vol is. (p. 76)
cSchuif het wispreventienokje naar REC. (p. 119)
LCD-scherm/beeldzoeker
108
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
Er verschijnt een onbekende taal op
het scherm.
cZie pagina 22.
Er verschijnt een onbekend beeld op
het scherm.
cDe camcorder staat in [DEMOFUNCTIE]. De [DEMOFUNCTIE] wordt
automatisch weergegeven als u de camcorder 10 minuten laat staan
zonder een band of "Memory Stick" te plaatsen nadat u CAMERATAPE hebt geselecteerd. Raak het LCD-scherm aan of plaats een band
of "Memory Stick" om de [DEMOFUNCTIE] te annuleren. U kunt
[DEMOFUNCTIE] ook instellen op [UIT] in het menu. (p. 73)
Er verschijnt een onbekende
aanduiding op het scherm.
cRaadpleeg de lijst met aanduidingen. (p. 138)
De toetsen verschijnen niet op het
aanraakscherm.
cRaak het LCD-scherm zachtjes aan.
cDruk op DISPLAY/BATT INFO (of op DISPLAY op de
afstandsbediening). (p. 52)
De toetsen op het aanraakscherm
werken niet correct of werken
helemaal niet.
cPas het scherm aan ([KALIBRATIE]). (p. 127)
Het beeld in de beeldzoeker is niet
duidelijk.
cSchuif de beeldzoeker uit. (p. 17)
cGebruik het zoekerscherpstelknopje om de lens aan te passen. (p. 17)
Het beeld in de beeldzoeker is
verdwenen.
cSluit het LCD-scherm. Het beeld wordt niet weergegeven in de
beeldzoeker als het LCD-scherm is geopend. (p. 18)
Problemen oplossen
Opnemen
Als u een "Memory Stick" gebruikt om op te nemen, moet u ook het gedeelte "Memory Stick"
doornemen. (p. 111)
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
De band wordt niet gestart als u op
START/STOP drukt.
cSchuif de POWER schakelaar om het CAMERA-TAPE lampje in te
schakelen. (p. 16)
cHet einde van de band is bereikt. Spoel de band terug of plaats een
nieuwe band.
cSchuif het wispreventienokje naar REC of plaats een nieuwe band.
(p. 119)
cDe band blijft aan de koptrommel kleven vanwege gecondenseerd vocht.
Verwijder de band en laat de camcorder ten minste één uur staan. Plaats
daarna de band terug. (p. 126)
Het apparaat wordt plotseling
uitgeschakeld.
• [AUTOM. UIT] in het
(STANDRD INST) menu is ingesteld op [5
min]. (p. 83)
cAls er ongeveer 5 minuten zijn verstreken waarin u de camcorder niet
hebt gebruikt, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld.
Schuif de POWER schakelaar naar beneden om de stroom weer in te
schakelen. (p. 16) U kunt ook de netspanningsadapter gebruiken.
• De accu is ontladen. (p. 13)
SteadyShot functioneert niet.
cStel [STEADYSHOT] in op [AAN] in het
(p. 64)
Automatisch scherpstellen
functioneert niet.
cDruk op FOCUS om automatisch scherpstellen in te schakelen. (p. 37)
cDe opnameomstandigheden zijn niet geschikt voor automatisch
scherpstellen. Stel handmatig scherp. (p. 37)
Er verschijnt een verticale streep
wanneer u kaarslicht of elektrische
verlichting opneemt in het donker.
• Dit gebeurt wanneer het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
te groot is. Dit duidt niet op een storing.
Er verschijnt een verticale streep
wanneer u een helder onderwerp
opneemt.
• Dit wordt het vlekeffect genoemd. Dit duidt niet op een storing.
Er verschijnen kleine witte, rode,
blauwe of groene stippen op het
scherm.
• De stippen verschijnen wanneer u opneemt met [LGZM SL.], Super
NightShot of Color Slow Shutter. Dit duidt niet op een storing. (p. 35)
De kleur van het beeld wordt niet
correct weergegeven.
cSchakel de NightShot functie uit. (p. 35)
Het beeld is te helder op het scherm
en het onderwerp wordt niet
weergegeven.
cSchakel de NightShot functie uit in heldere omgevingen. (p. 35)
cSchakel de tegenlichtfunctie uit. (p. 33)
U hoort het sluitergeluid niet.
cStel [PIEPTOON] in op [MELODIE] of [NORMAAL] in het
(STANDRD INST) menu. (p. 82)
Er verschijnen zwarte strepen als u
een TV-scherm of computerscherm
opneemt.
cStel [STEADYSHOT] in op [UIT] in het
(p. 64)
Problemen oplossen
(CAMERA INST.) menu.
(CAMERA INST.) menu.
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
109
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
De externe flitser (optioneel)
functioneert niet.
• De flitser is niet ingeschakeld of is niet goed bevestigd.
• Er zijn twee of meer flitsers bevestigd. Er kan slechts één externe flitser
worden bevestigd.
Het beeld trilt of de kleuren
veranderen.
cDit probleem treedt op als u beelden opneemt onder een TL-buis,
natriumlamp of kwiklamp in de portret- of sportprogrammastand.
Annuleer in dit geval [BELICHT.PROG]. (p. 59)
END SEARCH functioneert niet.
• De band is uitgeworpen na de opname als u een band zonder Cassette
Memory gebruikt. (p. 119)
• De band is nieuw en bevat geen opnamen.
END SEARCH functioneert niet
correct.
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
De functie voor opnamen met
vloeiende intervallen stopt/[Fout
tijdens opname met vl. intervallen.]
wordt weergegeven en het opnemen
wordt gestopt.
cWaarschijnlijk is de videokop vuil. Gebruik een reinigingscassette
(optioneel).
cProbeer het opnieuw vanaf het begin.
cGebruik een mini-DV-band van Sony.
Afspelen
Als u beelden op een "Memory Stick" afspeelt, moet u ook het gedeelte "Memory Stick" doornemen.
(p. 111)
110
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
Er kan niet worden afgespeeld.
cAls het einde van de band is bereikt, spoelt u de band terug. (p. 46)
Er worden horizontale strepen
weergegeven in het beeld. De
weergegeven beelden zijn niet
duidelijk of verschijnen niet.
cReinig de kop met een reinigingscassette (optioneel). (p. 127)
Fijne patronen knipperen en
diagonale lijnen lijken gekarteld.
cPas [SCHERPTE] aan naar de
(zachter maken) kant in het
(CAMERA INST.) menu voor het opnemen. (p. 61)
U hoort geen of zacht geluid.
cStel [MEERK GELUID] in op [STEREO] in het
(STANDRD
INST) menu. (p. 78)
cZet het volume hoger. (p. 46)
cIn het
(STANDRD INST) menu past u [AUDIO MIX] bij [ST2]
(aanvullend geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort. (p. 79)
cAls u een S-VIDEO gebruikt, moet u controleren of de rode en witte
stekkers van de A/V-kabel ook zijn aangesloten. (p. 54)
Het geluid is onderbroken.
cReinig de kop met een reinigingscassette (optioneel). (p. 127)
De datumzoekfunctie kan niet
worden uitgevoerd als de
opnamedatum op het scherm wordt
weergegeven.
cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119)
cStel [
ZOEKEN] in op [AAN] in het
(BEW.&AFSP.) menu.
(p. 75)
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
Problemen oplossen
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
"---" wordt weergegeven op het
scherm.
• De band die u afspeelt, is opgenomen zonder ingestelde datum en tijd.
• Er wordt een leeg gedeelte op de band afgespeeld.
• De gegevenscode op een band met een kras of storing kan niet worden
gelezen.
END SEARCH functioneert niet.
• De band is uitgeworpen na de opname als u een band zonder Cassette
Memory gebruikt. (p. 119)
• De band is nieuw en bevat geen opnamen.
END SEARCH functioneert niet
correct.
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
"Memory Stick"
Oorzaak en/of oplossing
De functies kunnen niet worden
uitgevoerd met de "Memory Stick".
cStel de POWER schakelaar in de CAMERA-MEMORY of PLAY/EDIT
stand. (p. 16)
c Plaats een "Memory Stick" in de camcorder. (p. 21)
• De "Memory Stick" is geformatteerd op een computer.
cFormatteer de "Memory Stick" op de camcorder. Houd er rekening
mee dat alle opgenomen gegevens worden verwijderd. (p. 67)
Er kan niet worden opgenomen op de
"Memory Stick".
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
cDe "Memory Stick" is vol. Verwijder ongewenste beelden van de
"Memory Stick". (p. 102)
cFormatteer de "Memory Stick" met de camcorder of plaats een andere
"Memory Stick". (p. 67)
• De map "100MSDCF" is geselecteerd. U kunt geen beelden opnemen in
de map "100MSDCF". Deze map wordt alleen gebruikt voor afspelen.
Het HOLOGRAM AF licht valt niet
op het midden van het onderwerp.
• Er wordt automatisch scherpgesteld als het HOLOGRAM AF licht op
het onderwerp valt. Dit duidt niet op een storing. (p. 38)
Problemen oplossen
Probleem
Het HOLOGRAM AF licht is wazig cVeeg de HOLOGRAM AF zender schoon met een droge doek.
en het is moeilijk om scherp te stellen.
De beelden worden niet op ware
grootte afgespeeld.
• Beelden die op andere apparaten zijn opgenomen, worden niet op ware
grootte weergegeven. Dit duidt niet op een storing.
Beeldgegevens kunnen niet worden
afgespeeld.
• Beeldgegevens kunnen niet worden afgespeeld als u bestanden of
mappen wijzigt of de gegevens bewerkt op een computer. (In dit geval
knippert de bestandsnaam.) Dit duidt niet op een storing. (p. 122)
• Beelden die op andere apparaten zijn opgenomen, worden niet op ware
grootte weergegeven. Dit duidt niet op een storing.
Beelden kunnen niet worden
verwijderd.
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
cSchakel de beveiliging van het beeld uit. (p. 104)
• U kunt maximaal 100 beelden in een keer verwijderen. Verwijder de
beelden in groepen van minder dan 100.
De "Memory Stick" kan niet worden
geformatteerd.
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
111
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
De beelden kunnen niet tegelijkertijd
worden verwijderd.
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
Beeldbeveiliging kan niet worden
toegepast.
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
cVoer de bewerking nogmaals uit op het indexscherm. (p. 104)
Beelden kunnen niet worden
gemarkeerd voor afdrukken.
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
cVoer de bewerking nogmaals uit op het indexscherm. (p. 105)
• U kunt maximaal 1000 beelden markeren voor afdrukken.
• Films kunnen niet worden gemarkeerd voor afdrukken.
Het formaat van beelden kan niet
worden gewijzigd.
• Het formaat van beelden die op andere apparaten zijn opgenomen, kan
wellicht niet worden gewijzigd. Dit duidt niet op een storing.
• Het formaat van films kan niet worden gewijzigd.
De bestandsnaam wordt niet correct
weergegeven.
• Als de mapstructuur niet voldoet aan de algemene norm, wordt alleen de
bestandsnaam weergegeven.
• Het bestand is beschadigd.
• De bestandsindeling wordt niet ondersteund op de camcorder. (p. 120)
De bestandsnaam knippert.
• Het bestand is beschadigd.
• De bestandsindeling wordt niet ondersteund op de camcorder. (p. 120)
Kopiëren/bewerken
112
Probleem
Oorzaak en/of oplossing
Beelden van aangesloten apparaten
worden niet weergegeven op het
LCD-scherm of in de beeldzoeker.
cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het
(STANDRD INST) menu.
(p. 83)
cStel [VIDEO INVOER] in op het gewenste signaal in het
(STANDRD INST) menu. (p. 80)
Er kan niet goed worden gekopieerd
met de A/V-kabel.
cStel [VIDEO INVOER] in op het gewenste signaal in het
(STANDRD INST) menu. (p. 80)
cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het
(STANDRD INST) menu.
(p. 83)
Beelden van aangesloten apparaten
worden niet juist weergegeven.
• Het invoersignaal is niet PAL. (p. 90)
Nieuw geluid dat is toegevoegd aan
de band met opnamen, is niet
hoorbaar.
cIn het
(STANDRD INST) menu past u [AUDIO MIX] bij [ST1]
(oorspronkelijk geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort. (p. 79)
Er is geen titel opgenomen/Er is geen
bandtitel opgenomen.
cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119)
cWis ongewenste titels als het Cassette Memory vol is. (p. 76)
cSchuif het wispreventienokje naar REC. (p. 119)
• U kunt geen titels toevoegen aan lege gedeelten op de band.
De titel wordt niet weergegeven.
cStel [
TIT.WRGVN] in op [AAN] in het
menu. (p. 76)
De titel kan niet worden verwijderd.
cSchuif het wispreventienokje naar REC. (p. 119)
Problemen oplossen
(BEW.&AFSP.)
Oorzaak en/of oplossing
De titelzoekfunctie werkt niet.
cGeef een titel op als de band geen titels bevat. (p. 75)
cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119)
cStel [
ZOEKEN] in op [AAN] in het
(BEW.&AFSP.) menu.
(p. 75)
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
Stilstaande beelden kunnen niet van
een band naar een "Memory Stick"
worden gekopieerd.
• U kunt niet opnemen of er wordt een vervormd beeld opgenomen als de
band herhaaldelijk is gebruikt voor opnamen.
Films kunnen niet van een band naar
een "Memory Stick" worden
gekopieerd.
• U kunt niet opnemen of er wordt een vervormd beeld opgenomen in de
volgende gevallen:
– Er staat een leeg gedeelte op de band.
– De band is herhaaldelijk gebruikt voor opnamen.
– Het invoersignaal is onderbroken of afgekapt.
Digitale programmamontage op de
band werkt niet.
cStel de ingangskeuzeschakelaar op de videorecorder correct in en
controleer de aansluiting tussen de camcorder en de videorecorder.
(p. 88)
cAls de camcorder met een i.LINK-kabel is aangesloten op een DVapparaat dat niet van Sony is, selecteert u [IR] in stap11 van "Stap 1: De
camcorder en videorecorder gereedmaken voor gebruik" (p. 93).
cPas de synchronisatie van de videorecorder aan. (p. 96)
cGeef de correcte [IR INSTEL] code op. (p. 95)
cSelecteer de gebruikte stand om de opnamepauze weer te annuleren.
(p. 95)
cZet de camcorder en de videorecorder meer dan 30 cm uit elkaar. (p. 95)
• Het programma kan niet worden ingesteld op een leeg gedeelte van de
band.
De videorecorder reageert niet correct • Als u de videorecorder aansluit via een i.LINK-kabel, selecteert u [IR] in
tijdens digitale programmamontage
stap 11 van "Stap 1: De camcorder en videorecorder gereedmaken voor
als de videorecorder is aangesloten
gebruik" (p. 93).
via een i.LINK-kabel.
Digitale programmamontage op de
"Memory Stick" functioneert niet
correct.
• Het programma kan niet worden ingesteld op een leeg gedeelte van de
band.
• U kunt niet opnemen of er wordt een vervormd beeld opgenomen als de
band herhaaldelijk is gebruikt voor opnamen.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Probleem
113
Waarschuwingen en
berichten
Zelfdiagnose/Waarschuwingen
Als aanduidingen op het scherm of in de beeldzoeker worden weergegeven, controleert u de volgende
punten. Zie de pagina tussen haakjes voor meer informatie.
Aanduiding
Oorzaak en/of oplossing
C:ss:ss/E:ss:ss
(Zelfdiagnose)
U kunt bepaalde problemen zelf oplossen. Als het probleem blijft optreden
nadat u herhaaldelijk hebt geprobeerd dit op te lossen, neemt u contact op
met de Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony erkende
onderhoudsdienst.
C:04:ss
cEr wordt een andere accu dan een "InfoLITHIUM" accu gebruikt.
Gebruik een "InfoLITHIUM" accu. (p. 123)
C:21:ss
cEr is vocht in de camcorder gecondenseerd. Verwijder de band en laat de
camcorder ten minste één uur staan. Plaats daarna de band terug. (p. 126)
C:22:ss
cReinig de kop met een reinigingscassette (optioneel). (p. 127)
C:31ss/C:32ss
cEr treden problemen op die hierboven niet zijn beschreven. Verwijder de
band, plaats deze opnieuw en gebruik de camcorder weer. Voer deze
procedure niet uit als vocht begint te condenseren. (p. 126)
cVerwijder de stroombron. Sluit de stroombron weer aan en gebruik de
camcorder weer.
cVervang de band.
E:61:ss/E:62:ss/E:91:ss
cNeem contact op met uw Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony
erkende onderhoudsdienst. Geef de 5-cijferige code door die begint met
"E".
101-0001 (waarschuwing met
betrekking tot bestanden)
• Het bestand is beschadigd.
• Het bestand is onleesbaar.
• U probeert de MEMORY MIX functie te gebruiken voor een film
(p. 42).
E (waarschuwing met betrekking tot • De accu is bijna leeg.
accuniveau)
• Afhankelijk van de gebruiksinstellingen, de omgeving of de accu kan de
aanduiding E knipperen, zelfs als er nog 5 tot 10 minuten over zijn.
% (waarschuwing met betrekking tot
condensvorming)*
114
Problemen oplossen
cVerwijder de band, zet de POWER schakelaar op (CHG) OFF en laat de
camcorder ongeveer één uur staan met het deksel van de bandhouder
geopend (p. 126).
Oorzaak en/of oplossing
(waarschuwing met betrekking
tot de "Memory Stick")
• Er is geen "Memory Stick" geplaatst.
(waarschuwing met betrekking
tot het formatteren van de "Memory
Stick")*
• De gegevens op de "Memory Stick" zijn beschadigd.
• De "Memory Stick" is niet correct geformatteerd (p. 67).
(waarschuwing met betrekking
tot een incompatibele "Memory
Stick")*
• Er is een incompatibele "Memory Stick" geplaatst.
Q (waarschuwing met betrekking
tot de band)
Langzaam knipperend:
• Er is nog minder dan 5 minuten over op de band.
• Er is geen band geplaatst.*
• Het wispreventienokje van de band is vergrendeld (p. 119).*
Snel knipperend:
• De band is vol.*
Z (waarschuwing met betrekking tot
uitwerpen van band)*
Langzaam knipperend:
• Het wispreventienokje op de band is vergrendeld (p. 119).
Snel knipperend:
• Er is vocht in de camcorder gecondenseerd (p. 126).
• De zelfdiagnosecode wordt weergegeven (p. 114).
- (waarschuwing met betrekking
tot het verwijderen van beelden)*
• Het beeld is beveiligd (p. 104).
- (waarschuwing met
betrekking tot de schrijfbeveiliging
van de "Memory Stick")
• Het wispreventienokje van de "Memory Stick" is vergrendeld. (p. 121).
(waarschuwing met betrekking tot
de flitser)
Langzaam knipperend:
• Tijdens het opladen
Snel knipperend:
• De zelfdiagnosecode wordt weergegeven (p. 114).*
• Er is een probleem met de ingebouwde flitser of de externe flitser
(optioneel).
Problemen oplossen
Aanduiding
* U hoort een melodie of pieptoon als de waarschuwingen op het scherm verschijnen.
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
115
Waarschuwingsberichten
Als er berichten op het scherm verschijnen, controleert u de volgende punten. Zie de pagina tussen
haakjes voor meer informatie.
Onderwerp
Aanduiding
Oplossing/Referentie
Accu
Gebruik de "InfoLITHIUM" accu.
cZie pagina 123.
De accu is bijna leeg.
cLaad de accu op (p. 13).
Oude accu. Gebruik een nieuwe.
cZie pagina 123.
Condensvorming
Banden
Z Sluit de stroombron opnieuw aan.
–
% Z Condensvorming. Verwijder de band.
cZie pagina 126.
% Condensvorming. Schakel camera 1 uur uit.
cZie pagina 126.
Q Plaats een band.
cZie pagina 20.
Z Plaats de band opnieuw.
cDe band is wellicht beschadigd.
Q Z Band vergrendeld. Controleer het nokje.
cZie pagina 119.
Q Het einde van de band is bereikt.
–
Gebruik een band met Cassette Memory.
cZie pagina 119.
"Memory Stick"
Plaats een Memory Stick.
cZie pagina 21.
Plaats de Memory Stick opnieuw.
• De "Memory Stick" is wellicht
beschadigd. Probeer een andere
"Memory Stick".
Verwijder Memory Stick niet tijdens schrijven.
–
Dit is een alleenlezen Memory Stick.
–
Incompatibel type Memory Stick.
cZie pagina 120.
Deze Memory Stick is niet juist
geformatteerd.
cControleer de formattering en
formatteer desgewenst de "Memory
Stick" opnieuw (p. 67).
Kan niet opnemen. Memory Stick is vol.
cVerwijder ongewenste beelden (p. 102).
- Memory Stick is vergrendeld. Controleer
nokje.
cZie pagina 120.
Kan niet afspelen. Plaats Memory Stick opnieuw. –
Kan niet opnemen. Plaats Memory Stick opnieuw.
–
Geen bestand.
• Er is geen bestand opgenomen of er
staat een onleesbaar bestand op de
"Memory Stick".
Opladen... Kan geen stilstaande beelden opnemen. • U probeert een beeld op te nemen
terwijl de flitser wordt opgeladen.
Wacht tot de aanduiding voor
flitserlading blijft branden (p. 30).
USB streaming Deze functie is niet beschikbaar.
116
Problemen oplossen
• U probeert een "Memory Stick" af te
spelen of hierop op te nemen tijdens
USB Streaming.
Onderwerp
Aanduiding
Oplossing/Referentie
"Memory Stick"
Max. aantal mappen op Memory Stick is bereikt.
• U kunt geen mappen met een nummer
hoger dan 999MSDCF maken.
cU kunt de gemaakte mappen niet
verwijderen met de camcorder. U
moet de "Memory Stick" (p. 67)
formatteren of de mappen
verwijderen op de computer.
Kan geen stilst. beelden op Memory Stick
opnemen.
–
Overigen
Kan film op Memory Stick niet op band opnemen. –
Kan niet opnemen vanwege copyrightbeveiliging. –
cZie pagina 100.
Niet opgenomen met SP. Kan audio niet
toevoegen.
cZie pagina 100.
Niet opgenomen in 12-bits audio. Kan audio niet
toevgn.
cZie pagina 100.
Kan audio niet toevoegen op leeg gedeelte van
band.
cZie pagina 100.
Cassette Memory is vol.
cZie pagina 77.
Kan 44,1 kHz audio niet op Memory Stick
opnemen.
–
Fout tijdens opname met vl. intervallen.
cZie pagina 110.
Al toegevoegd aan P-MENU van CAMERATAPE.
–
Al toegevoegd aan P-MENU van CAMERAMEMORY.
–
Al toegevoegd ann P-MENU van PLAY/EDIT.
–
x
Flitser
Videokop is vuil. Gebruik een reiningscas. cZie pagina 127.
Kan flitser niet opladen. Niet beschikbaar.
Problemen oplossen
Kan audio niet toevoegen. Koppel i.LINK kabel
los.
cZie pagina 30.
Problemen oplossen
117
Extra informatie
De camcorder
gebruiken in het
buitenland
Voeding
U kunt de camcorder met de bijgeleverde
netspanningsadapter gebruiken in alle
landen/regio's waar de lichtnetspanning 100
V tot 240 V, 50/60 Hz, bedraagt.
TV-kleursystemen
Deze camcorder werkt met het PALkleursysteem. Als u de weergegeven
videobeelden op een TV-scherm wilt bekijken,
moet dit een PAL-TV (zie de volgende lijst) zijn
met een AUDIO/VIDEO ingang.
118
Systeem
Wordt gebruikt in
PAL
Australië, België, China,
Denemarken, Duitsland, Finland,
Groot-Brittannië, Hongarije,
Hongkong, Italië, Koeweit,
Maleisië, Nederland, NieuwZeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore,
Slowakije, Spanje, Thailand,
Tsjechië, Zweden, Zwitserland,
enzovoort
PAL - M
Brazilië
PAL - N
Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM
Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak,
Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland,
enzovoort
NTSC
Bahama's, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filipijnen,
Guyana, Jamaica, Japan, Korea,
Mexico, Midden-Amerika, Peru,
Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enzovoort
Extra informatie
Eenvoudig overschakelen op een
andere tijdzone
Via het instelmenu kunt u de tijdinstelling
eenvoudig omschakelen naar de plaatselijke tijd
in een andere tijdzone als u de camcorder in het
buitenland gebruikt. Selecteer [WERELDTIJD]
in het
(TIJD/TAAL) menu en stel het
tijdsverschil in (p. 84).
Aanbevolen banden
U kunt alleen mini-DV-banden gebruiken.
Gebruik een band met het teken
.
is een handelsmerk.
Cassette Memory
Er zijn twee typen mini DV-banden: banden
met Cassette Memory en banden zonder
Cassette Memory. Banden met Cassette
Memory zijn voorzien van het teken
(Cassette Memory). U kunt het beste een band
met Cassette Memory gebruiken voor de
camcorder.
is een handelsmerk.
Deze band is voorzien van een IC-geheugen.
Hiermee kan de camcorder allerlei gegevens,
zoals opnamedatums of titels, opslaan.
De functies die het Cassette Memory gebruiken,
vereisen ononderbroken signalen die op de band
zijn opgenomen. Als de band een leeg gedeelte
bevat aan het begin of tussen video-opnamen,
wordt een titel mogelijk niet goed weergegeven
of werken de zoekfuncties niet goed.
b Opmerking
• Het Cassette Memory functioneert wellicht niet als u
opneemt met een digitale videocamera die het
Cassette Memory niet ondersteunt, op een band
waarop al eerder is opgenomen met een digitale
videocamera die het Cassette Memory wel
ondersteunt.
Banden die met het NTSC-kleursysteem
zijn opgenomen
Als de band is opgenomen in de ST AFSP stand,
kunt u banden afspelen op het LCD-scherm die
zijn opgenomen op een NTSC-videosysteem
(
wordt weergegeven).
Kopieerbeveiligingssignaal
Bij afspelen
Als de band die u afspeelt op de camcorder,
kopieerbeveiligingssignalen bevat, kunt u de
signalen niet kopiëren naar een band in een
andere videocamera die is aangesloten op de
camcorder.
Bij opnemen
U kunt op deze camcorder geen
software opnemen die is beveiligd met
een kopieerbeveiligingssignaal.
De aanduiding [Kan niet opnemen vanwege
copyrightbeveiliging.] verschijnt op het scherm
of het TV-scherm wanneer u probeert dergelijke
software op te nemen.
Kopieerbeveiligingssignalen worden niet op de
band opgenomen door de camcorder tijdens het
opnemen.
Extra informatie
Voorkomen dat een leeg gedeelte op de
band ontstaat
Raak in de volgende gevallen
aan om naar
het einde van het opgenomen bandgedeelte te
gaan voordat u de volgende video-opnamen
maakt:
– U hebt de band verwijderd tijdens het
opnemen.
– U hebt de band afgespeeld.
– U hebt EDIT SEARCH gebruikt.
Als de band een leeg gedeelte heeft of een
onderbroken signaal, neemt u de beelden
opnieuw op vanaf het begin tot het einde van de
band, zoals hierboven wordt beschreven.
z Tip
• De geheugencapaciteit van de band met
bedraagt 4 kilobits. De camcorder is geschikt voor
banden met een geheugencapaciteit van maximaal
16 kilobits.
Opmerkingen over het gebruik
Per ongeluk wissen voorkomen
Schuif het wispreventienokje op de band naar
SAVE.
REC: er kan worden opgenomen op de band.
SAVE: er kan niet worden opgenomen op de
band (schrijfbeveiliging).
,wordt vervolgd
Extra informatie
119
Etiketten op de band plakken
Plak etiketten alleen op de plaatsen die in de
volgende afbeelding zijn aangegeven om
storingen in de camcorder te voorkomen.
Plak geen
etiketten bij deze
rand.
Plaats van het etiket
Na het gebruik van de band
Spoel de band helemaal terug om vervorming
van het beeld en het geluid te voorkomen. Berg
vervolgens de band op in het hoesje en bewaar
de band rechtop.
De functie voor het Cassette Memory
werkt niet goed
Plaats de band opnieuw. Het Cassette Memory
werkt wellicht niet goed als de goudkleurige
aansluiting vuil of stoffig is.
Informatie over de
"Memory Stick"
De "Memory Stick" is een nieuw, licht en
klein opnamemedium waarop, ondanks de
geringe afmeting, meer gegevens kunnen
worden opgeslagen dan op een diskette.
De volgende typen "Memory Stick" zijn
geschikt voor de camcorder. De werking van
alle typen "Memory Stick" op de camcorder
kan echter niet worden gegarandeerd, zelfs
niet als deze typen in de lijst worden
weergegeven.
Typen "Memory Stick"
Opnemen/
afspelen
"Memory Stick"
a
"Memory Stick Duo"*1
a
"MagicGate Memory Stick"
a*2
"MagicGate Memory Stick
Duo"*1
a*2
"Memory Stick PRO"
a*2
"Memory Stick PRO
De goudkleurige aansluiting reinigen
Over het algemeen moet u de goudkleurige
aansluiting op de band om de 10 keer dat u de
band gebruikt, schoonmaken met een
wattenstaafje.
Als de goudkleurige aansluiting van de band
stoffig en vuil is, wordt de aanduiding voor de
resterende bandlengte wellicht niet correct
weergegeven en kunt u de functies voor het
Cassette Memory mogelijk niet gebruiken.
Goudkleurige
aansluiting
120
Extra informatie
Duo"*1
a*2
*1 Bevestig de Memory Stick Duo adapter voordat u
deze in de camcorder plaatst.
*2 "MagicGate" is een
copyrightbeveiligingstechnologie waarmee
gegevens worden opgenomen en overgebracht in
een gecodeerde indeling. Gegevens die de
"MagicGate" technologie gebruiken, kunnen niet
worden opgenomen met of afgespeeld op de
camcorder.
• Indeling van stilstaande beelden: de
camcorder comprimeert en neemt
beeldgegevens op in de indeling JPEG (Joint
Photographic Experts Group). De
bestandsextensie is ".JPG".
• Indeling van films: de camcorder comprimeert
en neemt beeldgegevens op in de indeling
MPEG (Moving Picture Experts Group). De
bestandsextensie is ".MPG".
• Bestandsnamen van stilstaande beelden:
– 101-0001: een bestandsnaam als deze
verschijnt op het scherm van de camcorder.
– DSC00001.JPG: een bestandsnaam als deze
verschijnt op het scherm van de computer.
• Bestandsnamen van films:
– MOV00001: een bestandsnaam als deze
verschijnt op het scherm van de camcorder.
– MOV00001.MPG: een bestandsnaam als
deze verschijnt op het scherm van de
computer.
• Op een "Memory Stick" die is geformatteerd
op een computer: de werking van een
"Memory Stick" die is geformatteerd op een
computer met het besturingssysteem
Windows of Macintosh, kan niet worden
gegarandeerd voor deze camcorder.
• De lees-/schrijfsnelheid voor gegevens kan
verschillen, afhankelijk van de combinatie
van de "Memory Stick" en het "Memory
Stick"-compatibele product dat u gebruikt.
Per ongeluk wissen van beelden
voorkomen
Schuif het wispreventienokje op de "Memory
Stick" naar de wispreventiestand.
De positie en de vorm van het
wispreventienokje kunnen verschillen,
afhankelijk van het gebruikte model.
Achterkant van de "Memory Stick"
Wispreventienokje
Opmerkingen over het gebruik
In de volgende gevallen kunnen beeldgegevens
worden beschadigd. Beeldgegevens die zijn
beschadigd, worden niet vergoed.
– Als u de "Memory Stick" uitwerpt, de
camcorder uitschakelt of de accu verwijdert
om deze te vervangen terwijl de camcorder
beeldbestanden leest op/schrijft naar de
"Memory Stick" (het toegangslampje brandt
of knippert).
– Als u de "Memory Stick" in de buurt van
magneten of magnetische velden gebruikt.
U kunt het beste een reservekopie van
belangrijke gegevens maken op de vaste schijf
van de computer.
Plaats voor etiketten
Plak het etiket op de
aangegeven plaats voor
etiketten.
Houd rekening met de volgende opmerkingen
als u een "Memory Stick" gebruikt.
• Plaats de "Memory Stick" in het doosje als u
deze meeneemt of opbergt.
• Raak de aansluitpunten niet aan en zorg dat er
geen metalen voorwerpen in aanraking komen
met de aansluitpunten.
• Laat de "Memory Stick" niet vallen, vouw
deze niet en ga er niet op zitten of staan.
• Probeer de "Memory Stick" niet te
demonteren, te openen of aan te passen.
• Zorg dat de "Memory Stick" niet nat wordt.
• Plaats geen andere voorwerpen dan de
"Memory Stick" in de "Memory Stick" sleuf.
Dit kan een storing veroorzaken.
Informatie over gebruikslocaties
Gebruik of bewaar de "Memory Stick" niet
onder de volgende omstandigheden:
– Op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan
extreem hoge temperaturen, zoals in een auto
die in de zomer buiten staat geparkeerd.
– Op plaatsen in direct zonlicht.
– Op extreem vochtige locaties of locaties die
worden blootgesteld aan corrosieve gassen.
Extra informatie
Aansluitpunt
Informatie over het gebruik
Opmerking over het gebruik van de
"Memory Stick Duo"
U kunt een "Memory Stick Duo" in de
camcorder gebruiken nadat u deze in de
Memory Stick Duo adapter hebt geplaatst.
In de volgende gevallen kunt u de "Memory
Stick Duo" of de "Memory Stick" sleuf op de
camcorder beschadigen:
– Als u een "Memory Stick Duo" zonder
Memory Stick Duo adapter in de "Memory
Stick" sleuf van de camcorder plaatst.
– Als u de "Memory Stick Duo" in de
verkeerde richting plaatst.
,wordt vervolgd
Extra informatie
121
Als u per ongeluk een "Memory Stick Duo"
zonder Memory Stick Duo adapter plaatst, moet
u de camcorder zo vasthouden dat de "Memory
Stick" sleuf naar beneden is gericht. Houd het
deksel opzij met een tandenstoker of iets
dergelijks en laat de "Memory Stick Duo" naar
buiten schuiven.
Opmerkingen over het gebruik van de
"Memory Stick PRO"
• De maximale geheugencapaciteit van een
"Memory Stick" die in de camcorder kan
worden gebruikt, is 1 GB (512 MB voor een
"Memory Stick PRO Duo").
• Dit apparaat ondersteunt gegevensoverdracht
met hoge snelheid niet.
Opmerkingen over compatibiliteit van
beeldgegevens
• Beeldgegevens die op een "Memory Stick"
zijn opgenomen met de camcorder, voldoen
aan de algemene Design Rule for Camera File
Systems normen van de JEITA (Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association).
• U kunt op de camcorder geen stilstaande
beelden weergeven die zijn opgenomen op
andere apparatuur (DCR-TRV890E/TRV900/
TRV900E of DSC-D700/D770) die niet aan
deze normen voldoet. (Deze modellen zijn
niet overal verkrijgbaar.)
• Als u een "Memory Stick" die met een ander
apparaat is gebruikt, niet kunt gebruiken, moet
u deze formatteren met de camcorder (p. 67).
Houd er rekening mee dat bij het formatteren
alle gegevens van de "Memory Stick" worden
verwijderd.
• In de volgende gevallen kunt u wellicht geen
beelden op de camcorder afspelen:
– Als u beeldgegevens afspeelt die op de
computer zijn gewijzigd.
– Als u beeldgegevens afspeelt die met
andere apparatuur zijn opgenomen.
122
Extra informatie
• "Memory Stick",
en "MagicGate
Memory Stick" zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
• "Memory Stick Duo" en "
"
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "Memory Stick PRO" en "
"
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "MagicGate" en "
" zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
• Alle andere productnamen die hierin worden
vermeld, kunnen de handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van hun
respectieve bedrijven.
Bovendien worden "™" en "®" niet elke keer
vermeld in deze gebruiksaanwijzing.
Informatie over de
"InfoLITHIUM" accu
Dit apparaat is compatibel met de
"InfoLITHIUM" accu (M-serie). De camcorder
werkt alleen met de "InfoLITHIUM" accu.
"InfoLITHIUM" accu's van de M-serie hebben
het teken
.
TM
SERIES
Informatie over de "InfoLITHIUM" accu
De "InfoLITHIUM" accu is een lithium-ionen
accu die geschikt is voor het doorgeven van
informatie over de gebruikstoestand tussen de
camcorder en een optionele
netspanningsadapter/oplader.
De "InfoLITHIUM" accu meet tijdens het
gebruik van de camcorder het stroomverbruik,
berekent op basis daarvan de resterende
accuduur in minuten en toont deze op het
scherm. Met een netspanningsadapter/oplader
(optioneel) worden de resterende accuduur en
de oplaadtijd weergegeven.
De accu opladen
• De prestatie van de accu vermindert wanneer
de omgevingstemperatuur 10°C of lager is.
Ook kunt u de accu minder lang gebruiken. In
dit geval voert u een van de volgende
procedures uit zodat u de accu langer kunt
gebruiken.
– Bewaar de accu in een binnenzak om deze
warm te houden en plaats de accu pas in de
camcorder vlak voordat u gaat opnemen.
– Gebruik een accu met grote capaciteit: NPFM50/FM70/QM71/QM71D/FM91/
QM91/QM91D (optioneel).
• Bij intensief gebruik van de LCD scherm of
veelvuldig wisselen tussen afspelen,
vooruitspoelen en terugspoelen raakt de accu
sneller leeg. U kunt het beste een accu met
grote capaciteit gebruiken: NP-FM50/FM70/
QM71/QM71D/FM91/QM91/QM91D
(optioneel).
• Zet de POWER schakelaar op (CHG) OFF als
u niet opneemt of afspeelt met de camcorder.
De accu raakt ook leeg wanneer de camcorder
in de opnamepauzestand of
weergavepauzestand staat.
• Houd voldoende reserveaccu's bij de hand
voor twee of drie keer de verwachte
opnameduur en maak testopnamen voordat u
de uiteindelijke opname maakt.
• Zorg dat er geen water op een accu komt. De
accu is niet waterbestendig.
Extra informatie
• Zorg dat de accu is opgeladen voordat u de
camcorder gaat gebruiken.
• U kunt de accu het beste opladen bij een
omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C
tot het lampje CHG (opladen) dooft. Als u de
accu oplaadt bij een temperatuur buiten dit
bereik, wordt de accu mogelijk niet efficiënt
opgeladen.
• Na het opladen maakt u de
netspanningsadapter los van de DC IN
aansluiting van de camcorder of verwijdert u
de accu.
De accu efficiënt gebruiken
Informatie over de aanduiding voor de
resterende accuduur
• Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld
terwijl de aanduiding voor de resterende
accuduur aangeeft dat er voldoende stroom is,
laadt u de accu opnieuw volledig op. De
indicatie van de resterende accuduur wordt
correct weergegeven. Soms kan de juiste
aanduiding echter niet worden weergegeven
als de accu geruime tijd achtereen aan hitte is
blootgesteld of lang in volledig opgeladen
toestand is blijven liggen, of als de accu erg
intensief is gebruikt.
Gebruik de aanduiding voor de resterende
accuduur om de geschatte opnameduur te
bepalen.
,wordt vervolgd
Extra informatie
123
• De aanduiding E geeft aan dat de accu bijna
leeg is, hoewel deze nog 5 tot 10 minuten kan
worden gebruikt, afhankelijk van de
omstandigheden, de temperatuur en de
omgeving.
De accu bewaren
• Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt,
laadt u deze helemaal op en gebruikt u de
camcorder één keer per jaar zodat de accu
goed blijft werken.
Verwijder de accu uit de camcorder en bewaar
deze in een droge, koele omgeving.
• Als u de accu op de camcorder volledig wilt
ontladen, stelt u [AUTOM. UIT] in op
[NOOIT] in het
(STANDRD INST)
menu en laat u de camcorder in de
opnamewachtstand staan tot de stroom wordt
uitgeschakeld (p. 83).
Informatie over de levensduur van de
accu
• De levensduur van de accu is beperkt.
Naarmate u de accu gebruikt, neemt de
capaciteit geleidelijk af. Wanneer de
gebruiksduur van een volledig opgeladen accu
aanmerkelijk is afgenomen, nadert het einde
van de levensduur van de accu. Koop dan een
nieuwe accu.
• De levensduur van elke afzonderlijke accu is
afhankelijk van de omstandigheden
waaronder deze wordt bewaard en gebruikt.
"InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Informatie over i.LINK
De DV-interface van dit apparaat is een DVinterface die geschikt is voor het i.LINKsysteem. Hieronder volgt een beschrijving van
het i.LINK-systeem en de mogelijkheden ervan.
i.LINK
i.LINK is een digitale seriële interface voor het
overdragen van digitale video- en
audiogegevens en andere gegevens naar een
ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK. U
kunt ook andere apparaten bedienen met de
i.LINK-interface.
Een apparaat dat geschikt is voor i.LINK, kan
worden aangesloten met een i.LINK-kabel.
Mogelijke toepassingen zijn bediening en
gegevensoverdracht tussen verschillende
digitale A/V-apparaten.
Als er twee of meer i.LINK-apparaten indirect
zijn verbonden met dit apparaat, kunt u naast de
gegevensoverdracht ook de andere verbonden
apparaten bedienen.
Houd er rekening mee dat deze manier van
werken soms afwijkt vanwege de kenmerken en
specificaties van het aangesloten apparaat.
Bovendien zijn sommige bewerkingen en
gegevensoverdrachten wellicht niet mogelijk op
bepaalde aangesloten apparaten.
b Opmerking
• Gewoonlijk wordt slechts één apparaat aangesloten
op dit apparaat met de i.LINK-kabel. Voor het
aansluiten van dit apparaat op i.LINK-apparatuur
met twee of meer DV-interfaces wordt u verwezen
naar de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten
apparatuur.
z Tips
• i.LINK is een wat gemakkelijker te gebruiken term
voor IEEE 1394 data transport bus, voorgesteld door
Sony en als handelsmerk goedgekeurd door veel
bedrijven.
• IEEE 1394 is een internationale norm, vastgesteld
door het Institute of Electrical and Electronic
Engineers.
124
Extra informatie
Informatie over i.LINKoverdrachtssnelheid
De maximale i.LINK-overdrachtssnelheid kan
verschillen per apparaat. Er zijn drie soorten.
S100 (ongeveer 100 Mbps*)
S200 (ongeveer 200 Mbps)
S400 (ongeveer 400 Mbps)
De overdrachtssnelheid staat in de
gebruiksaanwijzing van elk apparaat vermeld
onder "Technische gegevens". Bovendien staat
op sommige apparaten de overdrachtssnelheid
ook vermeld bij de i.LINK-aansluiting.
De maximumoverdrachtssnelheid voor een
apparaat zonder specificatie, zoals dit apparaat,
is "S100".
De overdrachtssnelheid kan afwijken van de
weergegeven waarde als het apparaat wordt
aangesloten op een apparaat met een andere
maximumoverdrachtssnelheid.
Voor meer informatie over
voorzorgsmaatregelen en compatibele software
raadpleegt u de handleiding van het apparaat dat
u wilt aansluiten.
Informatie over de vereiste i.LINK-kabel
Gebruik de Sony i.LINK 4-pins-naar-4-pins
kabel (voor het kopiëren met DV).
i.LINK en
zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
* Mbps
Mbps staat voor megabit per seconde, dat wil zeggen
de hoeveelheid gegevens die in een seconde kan
worden verzonden of ontvangen. Een
overdrachtssnelheid van bijvoorbeeld 100 Mbps wil
zeggen dat in één seconde 100 megabits aan
gegevens kunnen worden overgedragen.
Extra informatie
i.LINK-functies op dit apparaat
gebruiken
Zie pagina 88, 89 voor meer informatie over het
kopiëren als dit apparaat is aangesloten op een
ander videoapparaat met een DV-interface.
Dit apparaat kan ook worden aangesloten op
een ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK
(DV-interface) van het merk Sony
(bijvoorbeeld een computer uit de VAIO serie)
en op een videoapparaat.
Voordat u dit apparaat aansluit op een
computer, moet u zorgen dat er op de computer
al een toepassing is geïnstalleerd die geschikt is
voor dit apparaat.
Sommige videoapparaten die geschikt zijn voor
i.LINK, zoals digitale televisies, DVDrecorders/-spelers en MICROMV-recorders/spelers, zijn niet compatibel met een DVapparaat. Voordat u de camcorder aansluit op
een ander apparaat, controleert u of het apparaat
compatibel is met een DV-apparaat.
Extra informatie
125
Onderhoud en
voorzorgsmaatregelen
Camcorder gebruiken en onderhouden
• Gebruik of bewaar de camcorder niet onder de
volgende omstandigheden.
– Op extreem koude of warme plaatsen. Laat
de camcorder nooit achter op plaatsen waar
de temperatuur tot boven de 60°C kan
oplopen, zoals in direct zonlicht, bij de
verwarming of in een auto die in de zon is
geparkeerd. De camcorder functioneert
mogelijk niet meer goed of vervormt.
– In de buurt van sterke magnetische velden
of mechanische trillingen. Mogelijk
functioneert de camcorder niet meer goed.
– In de buurt van sterke radiogolven of
straling. Mogelijk kan er niet meer goed
worden opgenomen met de camcorder.
– In de buurt van AM-radio-ontvangers en
videoapparatuur. Er kan ruis ontstaan.
– Zandstranden en stoffige omgevingen.
Zand en stof kunnen storingen in de
camcorder veroorzaken. Soms kunnen deze
storingen niet meer worden gerepareerd.
– Bij ramen of buiten waar het LCD-scherm,
de beeldzoeker of de lens aan direct
zonlicht worden blootgesteld. Hierdoor
kunnen de beeldzoeker en het LCD-scherm
aan de binnenkant worden beschadigd.
– Op vochtige plaatsen.
• Gebruik de camcorder uitsluitend op
stroomvoorziening van 7,2 V gelijkstroom
(accu) of 8,4 V gelijkstroom
(netspanningsadapter).
• Gebruik voor het aansluiten op de stroombron
(gelijkstroom of wisselstroom) alleen de in
deze gebruiksaanwijzing vermelde
accessoires.
• Zorg dat de camcorder niet nat wordt,
bijvoorbeeld door regen of zeewater. Als de
camcorder nat wordt, kunnen er storingen
optreden. Soms kunnen deze storingen niet
meer worden gerepareerd.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp binnen in
de camcorder terechtkomen, moet u de stroom
onmiddellijk uitschakelen, de stekker uit het
stopcontact halen en de camcorder eerst door
126
Extra informatie
een Sony-technicus laten nakijken voordat u
het apparaat weer in gebruik neemt.
• Laat het apparaat niet vallen, behoed het tegen
mechanische schokken en ga er altijd
voorzichtig mee om. Wees vooral voorzichtig
met de lens.
• Zorg dat de POWER schakelaar op (CHG)
OFF staat zolang u de camcorder niet
gebruikt.
• Wikkel de camcorder tijdens gebruik nooit in
textiel, zoals een handdoek. De binnenkant
van de camcorder kan hierdoor ernstig
oververhit raken.
Wanneer u de camcorder langere tijd
niet gebruikt
Schakel de camcorder van tijd tot tijd in en speel
bijvoorbeeld 3 minuten een band af.
Condensvorming
Als de camcorder rechtstreeks van een koude in
een warme omgeving wordt gebracht, kan de
lens beslaan of vocht condenseren in het
inwendige van het apparaat, op de videokop of
het oppervlak van de band. Als deze situatie
zich voordoet, kan de band aan de koptrommel
blijven plakken en beschadiging of storing in de
werking van het apparaat veroorzaken. Als de
camcorder van binnen vochtig is, verschijnt
[%Z Condensvorming. Verwijder de band.] of
[% Condensvorming. Schakel camera 1 uur
uit.]. De aanduiding verschijnt niet als er vocht
op de lens is gecondenseerd.
Als er vocht in de camcorder is
gecondenseerd
Geen van de functies werkt, behalve het
uitwerpen van de band. Verwijder de band,
schakel de camcorder uit en laat het apparaat
daarna een uur lang ongebruikt staan, met de
bandhouder open. De camcorder kan weer
worden gebruikt als de % of de Z aanduiding
niet verschijnt als de stroom weer wordt
ingeschakeld.
Als vocht begint te condenseren, kan de
camcorder de condensvorming soms niet
herkennen. Als dit gebeurt, duurt het soms meer
dan 10 seconden voordat de band wordt
uitgeworpen nadat de bandhouder is geopend.
Dit duidt niet op een storing. Sluit de
bandhouder niet tot de band is uitgeworpen.
Opmerking over condensvorming
Er kan vocht uit de lucht in de camcorder
condenseren wanneer u het apparaat in een
warme, vochtige omgeving gebruikt of wanneer
u de camcorder direct van een koude omgeving
in een warme omgeving brengt, zoals hieronder
wordt weergegeven.
• Als u de camcorder van de ijsbaan of de
skihellingen rechtstreeks meeneemt in een
verwarmde ruimte.
• Als u de camcorder op een hete zomerdag
vanuit een koele ruimte of een auto met
airconditioning mee naar buiten neemt.
• Als u de camcorder onmiddellijk na een
regenbui gebruikt.
• Wanneer u de camcorder op een warme en
vochtige plaats gebruikt.
Condensvorming voorkomen
Voordat u de camcorder van een koude
omgeving naar een warme plaats brengt,
verpakt u het apparaat eerst in een plastic zak
die u goed (luchtdicht) afsluit. Neem de
camcorder pas uit de plastic zak, wanneer de
lucht in de zak dezelfde temperatuur heeft als de
omringende warme lucht (na ongeveer een uur).
Videokop
LCD-scherm
• Druk niet te hard op het LCD-scherm. Dit kan
schade veroorzaken.
• Wanneer u de camcorder gebruikt in een
koude omgeving, kunnen er nabeelden op het
LCD-scherm verschijnen. Dit duidt niet op
een storing.
• Tijdens het gebruik van de camcorder kan de
achterkant van het LCD-scherm warm
worden. Dit duidt niet op een storing.
Het LCD-scherm reinigen
• Als het LCD-scherm vuil is door stof of
vingerafdrukken, kunt u het schoonmaken met
de bijgeleverde reinigingsdoek. Wanneer u de
speciale reinigingsset voor het LCD-scherm
gebruikt (optioneel), gebruikt u geen
reinigingsmiddel direct op het scherm.
Gebruik reinigingspapier dat vochtig is
gemaakt met reinigingsmiddel.
Het LCD-scherm aanpassen
(KALIBRATIE)
Mogelijk werken de toetsen op het
aanraakscherm niet goed. Voer dan de
onderstaande procedure uit. U kunt het beste de
camcorder tijdens het gebruik aansluiten op het
stopcontact met de bijgeleverde
netspanningsadapter.
Extra informatie
• Wanneer de videokop vies wordt, kunt u niet
normaal opnamen maken of treden er
storingen op als het beeld en het geluid
worden afgespeeld.
• Als een van de volgende problemen optreedt,
maakt u de videokoppen gedurende tien
seconden schoon met een Sony DVM-12CLD
reinigingscassette (optioneel).
– Er verschijnt een mozaïekpatroon in het
weergegeven beeld of er wordt een blauw
scherm weergegeven.
reinigingscassette hebt gebruikt, is de
videokop mogelijk versleten. Neem contact
op met de Sony-handelaar of een plaatselijke,
door Sony erkende onderhoudsdienst om de
videokop te laten vervangen.
1 Schuif de POWER schakelaar omhoog
naar (CHG) OFF.
2 Verwijder de band en de "Memory
Stick" uit de camcorder en verwijder alle
kabels van de camcorder behalve de
netspanningsadapter.
3 Schuif de POWER schakelaar
– De weergegeven beelden bewegen niet.
– De beelden worden niet afgespeeld of het
geluid is onderbroken.
– [x Videokop is vuil. Gebruik een
reinigingscas.] wordt tijdens het opnemen
weergegeven op het scherm.
• De videokop slijt na langdurig gebruik. Als
het beeld niet helder wordt nadat u een
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand
te selecteren terwijl u op DISPLAY/
BATT INFO op de camcorder drukt.
Houd vervolgens DISPLAY/BATT
INFO ongeveer 5 seconden ingedrukt.
4 Raak de "×" aan die op het scherm
wordt weergegeven met de hoek van de
bijgeleverde "Memory Stick".
,wordt vervolgd
Extra informatie
127
De positie van "×" wordt gewijzigd.
Als u het juiste punt niet hebt aangeraakt,
begint u opnieuw met stap 4.
b Opmerking
• U kunt het LCD-scherm niet kalibreren als het
scherm is opengeklapt en het venster naar buiten is
gericht.
De behuizing reinigen
Als de behuizing vuil is, reinigt u de camcorder
met een zachte, vochtige doek.
Voorkom de volgende situaties waardoor de
behuizing kan worden beschadigd.
– Het gebruik van oplosmiddelen zoals thinner,
benzine, alcohol, chemische
reinigingsdoekjes, vluchtige stoffen zoals
insekticiden.
– Zorg dat de behuizing niet langdurig in
contact komt met rubber of vinyl.
Verzorging en opslag van de lens
• Veeg het oppervlak van de lens schoon met
een zachte doek in de volgende gevallen:
– Als er vingerafdrukken op de lens zitten.
– Op erg warme plaatsen met veel vocht.
– Wanneer de lens aan zoute lucht wordt
blootgesteld, zoals bij de zeekust.
• Bewaar de lens op een goed geventileerde
locatie met weinig stof en vuil.
• Maak de lens regelmatig schoon om
schimmelvorming te voorkomen.
U kunt het beste de camcorder ongeveer één
keer per maand gebruiken zodat deze lange tijd
in goede staat blijft.
De vooraf geïnstalleerde knoopcel
opladen
De camcorder bevat een vooraf geïnstalleerde
knoopcel zodat de datum, tijd en andere
instellingen worden bewaard als de POWER
schakelaar op (CHG) OFF is gezet. De vooraf
geïnstalleerde knoopcel wordt altijd opgeladen
wanneer u de camcorder gebruikt, maar raakt
langzaam leeg als u de camcorder niet gebruikt.
De knoopcel is na ongeveer drie maanden
helemaal leeg als u de camcorder in het geheel
niet gebruikt. Als de vooraf geïnstalleerde
knoopcel niet is opgeladen, heeft dit echter geen
invloed op het gebruik van de camera als u de
datum niet opneemt.
Procedures
Sluit de camcorder aan op een stopcontact met
de bijgeleverde netspanningsadapter en laat de
camcorder meer dan 24 uur zo staan met de
POWER schakelaar op (CHG) OFF.
De vooraf geïnstalleerde knoopcel
verwijderen
Raak de vooraf geïnstalleerde oplaadbare
batterij niet aan tijdens het gebruik. Als de
batterij eenmaal is verwijderd, kunt u deze
niet terugplaatsen.
Als u de camcorder weggooit, moet u de
knoopcel uit de camcorder verwijderen.
Verwijder de knoopcel volgens de geldende
regels met betrekking tot KCA (klein chemisch
afval).
Gereedschap: een kruiskopschroevendraaier en
een gewone schroevendraaier (of vergelijkbaar
gereedschap)
1 Controleer of de camcorder is
losgekoppeld van de stroombron.
2 Verwijder de schroeven (één uit het klepje
van de aansluiting, één uit het deksel van
de bandhouder en één uit de onderzijde)
met een kruiskopschroevendraaier.
Onderzijde
128
Extra informatie
3 Plaats de punt van een gewone
schroevendraaier (of vergelijkbaar
gereedschap) onder de knoopcel en druk
deze naar buiten.
Knoopcel
2 Verwijder het stof aan de binnenzijde
van de oogkap en de beeldzoeker met een
blaaskwastje.
3 Voer stap 2 en 3 in omgekeerde
volgorde uit om de oogkap terug te
plaatsen en de schroeven vast te draaien.
b Opmerking
• Laat de schacht van de oogkap niet vallen en buig
deze niet. Wees voorzichtig met de oogkap.
4 Draai de batterij en verwijder deze.
Wees voorzichtig dat u uw vingers niet
bezeert.
Extra informatie
Stof verwijderen uit de beeldzoeker
1 Verwijder de oogkap.
1 Schuif de beeldzoeker uit.
2 Verwijder de schroeven aan
weerskanten van de oogkap en de
beeldzoeker met een schroevendraaier.
3 Verwijder de oogkap.
Extra informatie
129
Technische gegevens
Videocamera
Systeem
Video-opnamesysteem
2 roterende koppen, schuinspoorregistratie
Opnamesysteem voor stilstaande beelden
Exif Ver. 2.2 *1
*1 "Exif" is een bestandsindeling voor stilstaande
beelden, vastgesteld door de JEITA (Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association). Bestanden met deze
indeling kunnen extra informatie bevatten,
zoals de instellingen van de camcorder tijdens
het opnemen.
Audio-opnamesysteem
Roterende koppen, PCM-systeem
Quantisering: 12 bits (Fs 32 kHz, stereo 1,
stereo 2), 16 bits (Fs 48 kHz, stereo)
Videosignaal
PAL-kleursysteem, CCIR-normen
Aanbevolen banden
Mini-DV-band met het teken
Bandsnelheid
SP: ongeveer 18,81 mm/s
LP: ongeveer 12,56 mm/s
Opname-/weergaveduur (met DVM60-band)
SP: 60 min
LP: 90 min
Opname-/weergaveduur (met DVM60-band)
Ongeveer 2 min 40 s
Beeldzoeker
Elektronische beeldzoeker (kleur)
Beeldapparaat
5,9 mm (1/3 type) CCD
(Charge Coupled Device)
Totaal: ongeveer 3 310 000 pixels
Effectief (stilstaand): ongeveer 3 050 000
pixels
Effectief (film): ongeveer 2 050 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Sonnar T*
Gecombineerde motorzoomlens
Filterdiameter: 37 mm
10 × (optisch), 120 × (digitaal)
F = 1,8 ~ 2,1
130
Extra informatie
Brandpuntsafstand
5,1-51 mm
Volgens de normen van een 35-mm
kleinbeeld-fototoestel
In de CAMERA-TAPE stand:
45-450 mm
In de CAMERA-MEMORY stand:
37-370 mm
Kleurtemperatuur
[AUTO], [VASTHOUDEN], [BINNEN]
(3 200 K), [BUITEN] (5 800 K)
Minimaal vereiste lichtsterkte
7 lx (lux) (F 1,8)
0 lx (lux) (tijdens gebruik van de NightShot
functie)*
* Voorwerpen die in het donker niet zichtbaar
zijn, kunnen worden opgenomen met
infraroodverlichting.
Ingangen/uitgangen
Audio/Video ingang/uitgang
10-polige aansluiting
Videosignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm), asymmetrisch
Luminantiesignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm),
asymmetrisch
Chrominantiesignaal: 0,3 Vp-p, 75 Ω (ohm),
asymmetrisch
Audiosignaal: 327 mV (met een
uitgangsimpedantie van meer dan 47 kΩ
(kilohm)), ingangsimpedantie van meer dan
47 kΩ (kilohm), uitgangsimpedantie van
minder dan 2,2 kΩ (kilohm)
DV-ingang/-uitgang
4-polige aansluiting
Hoofdtelefoonaansluiting
Stereo mini-aansluiting (φ 3,5 mm)
LANC-aansluiting
Stereo mini-mini-aansluiting (φ 2,5 mm)
USB-aansluiting
Mini-B-aansluiting
MIC-aansluiting
Mini-aansluiting, 0,388 mV lage impedantie
met 2,5-3,0 V gelijkstroom,
uitgangsimpedantie 6,8 kΩ (kilohm)
(φ 3,5 mm), stereotype
LCD-scherm
Beeld
6,2 cm (2,5 type)
Totaalaantal beeldpunten
211 200 (960 × 220)
Algemeen
Oplaadbare accu (NP-FM30)
Stroomvereisten
7,2 V gelijkstroom (accu)
8,4 V gelijkstroom (netspanningsadapter)
Gemiddeld stroomverbruik (met accu)
Tijdens camera-opname met de beeldzoeker
3,2 W
Tijdens camera-opname met het LCD-scherm
3,7 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
-20°C tot + 60°C
Afmetingen (ongeveer)
59 × 119 × 113 mm (b/h/d)
Gewicht (ongeveer)
540 g (apparaat zonder accu)
630 g inclusief de oplaadbare accu NP-FM30,
DVM60-band en lensdop.
Bijgeleverde accessoires
Zie pagina 12.
Maximale uitgangsspanning
8,4 V gelijkstroom
Uitgangsspanning
7.2 V gelijkstroom
Capaciteit
5,0 Wh (700 mAh)
Afmetingen (ongeveer)
38,2 × 20,5 × 55,6 mm (b/h/d)
Gewicht (ongeveer)
65 g
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Type
Lithium-ionen
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Netspanningsadapter AC-L15A/L15B
Extra informatie
Stroomvereisten
100-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik
0,35-0,18 A
Elektriciteitsverbruik
18 W
Uitgangsspanning
8,4 V gelijkstroom, 1,5 A
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
-20°C tot + 60°C
Afmetingen (ongeveer)
56 × 31 × 100 mm (b/h/d) exclusief
uitstekende delen
Gewicht (ongeveer)
190 g zonder het netsnoer
Extra informatie
131
Snelle kennismaking
Onderdelen en
bedieningselementen
Camcorder
A Lensdop (p. 23, 28)
B LCD-/aanraakscherm (p. 2, 17)
C OPEN toets (p. 17)
D DISPLAY/BATT INFO toets (p. 14)
E Accu/deksel voor accuaansluiting (p. 13)
F "Memory Stick" sleuf (p. 21)
G Toegangslampje (p. 21, 121)
H Luidspreker
I LCD BACKLIGHT schakelaar (p. 17)
J Oogdop
K Beeldzoeker (p. 2, 17)
L POWER schakelaar (p. 16)
M START/STOP toets (p. 23)
N CHG (opladen) lampje (p. 13)
132
Snelle kennismaking
O Lampjes voor CAMERA-TAPE,
CAMERA-MEMORY, PLAY/EDIT
stand (p. 16)
P Ontgrendeling voor accu (p. 13)
Q
(flitser) toets/aanduiding voor
flitserlading (p. 30)
De lensdop vervangen
A Flitser (p. 30)
B Scherpstelring (p. 37)
D Camera-opnamelampje (p. 23, 28)
E Afstandsbedieningssensor/
Infraroodzender (p. 95)
F Aansluitingsklep
Snelle kennismaking
C Lens (Carl Zeiss-lens)
De camcorder is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens waarmee een fijne beeldkwaliteit
wordt verkregen.
De lens voor de camcorder is gezamenlijk
ontwikkeld door Carl Zeiss, in Duitsland,
en Sony Corporation. De lens gebruikt het
MTF-meetsysteem voor videocamera's en
zorgt voor dezelfde fijne kwaliteit als een
Carl Zeiss-lens.
De lens voor de camcorder heeft een T*laag om ongewenste reflectie te
onderdrukken en kleuren
waarheidsgetrouw weer te geven.
MTF staat voor Modulation Transfer
Function. Deze waarde geeft aan hoeveel
licht van een onderwerp in de lens valt.
G Intelligent accessory shoe
(p. 100)
Via de intelligent accessory shoe wordt
stroom geleverd aan optionele accessoires,
zoals een videolamp of microfoon.
Het accessoire kan worden in- en
uitgeschakeld met de POWER schakelaar
op de camcorder. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van het accessoire voor
meer informatie.
De intelligent accessory shoe heeft een
veiligheidssluiting zodat het geïnstalleerde
accessoire stevig is bevestigd. Als u een
accessoire wilt aansluiten, drukt u dit op de
schoen en schuift u het naar achter.
Vervolgens draait u de schroef vast. Als u
een accessoire wilt verwijderen, draait u de
schroef los. Vervolgens drukt u op het
accessoire en schuift u dit uit de schoen.
H Microfoon (p. 100)
I HOLOGRAM AF zender (p. 38)
J
K
DV Interface (p. 124)
(USB) aansluiting
L DC IN aansluiting (p. 13)
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
133
A BACK LIGHT toets (p. 33)
H FOCUS toets (p. 36)
B RESET toets
Houd er rekening mee dat bij het indrukken
van RESET alle instellingen, inclusief de
datum en tijd en met uitzondering van de
items in het persoonlijke menu, worden
teruggezet op de standaardwaarden.
I Motorzoomknop
C A/V (audio/video) aansluiting (p. 88)
D
(LANC) aansluiting (blauw)
De
LANC aansluiting wordt gebruikt
voor de bediening van het bandtransport op
videoapparatuur en randapparatuur die
hierop zijn aangesloten.
E i (hoofdtelefoon) aansluiting (groen)
Als u de hoofdtelefoon gebruikt, komt er
geen geluid uit de luidspreker op de
camcorder.
F MIC (PLUG IN POWER) aansluiting
(rood) (p. 100)
G Aansluitingsklep
134
Snelle kennismaking
J PHOTO toets (p. 28)
K NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING
schakelaar (p. 35)
L Handgreepband en steun voor vinger
(p. 3)
A Zoekerscherpstelknopje (p. 17)
B Deksel van de bandhouder (p. 20)
C OPEN/ZEJECT
toets (p. 20)
D Bevestigingspunt voor statief
Let op dat de schroef van het statief niet
langer is dan 5,5 mm.
Anders kunt u het statief niet stevig
bevestigen en kan de schroef de camcorder
beschadigen.
Snelle kennismaking
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
135
Afstandsbediening
Verwijder het isolatievel voordat u de
afstandsbediening gebruikt.
Het isolatievel verwijderen
Isolatievel
De knoopcel vervangen
1 Terwijl u het nokje ingedrukt houdt,
plaatst u uw nagel in de uitsparing om de
batterijhouder naar buiten te trekken.
Nokje
A PHOTO toets (p. 28)
B Geheugenbedieningstoetsen (index, –/+,
afspelen van de "Memory Stick") (p. 49)
C SEARCH M. toets (p. 55)
D ./> toetsen (p. 55)
2 Verwijder de lithiumknoopcel.
E Videobedieningstoetsen (Terugspoelen,
Afspelen, Snel vooruitspoelen, Pauzeren,
Stoppen, Vertraagd) (p. 47)
F ZERO SET MEMORY toets (p. 55)
G Zender
Als u de camcorder hebt ingeschakeld, richt
u de zender op de afstandsbedieningssensor
om de camcorder te kunnen bedienen.
3 Plaats een nieuwe lithiumknoopcel met
de +-pool naar boven gericht.
H START/STOP toets (p. 26)
I Motorzoomknop (p. 25)
J DISPLAY toets (p. 55)
4 Plaats de batterijhouder terug in de
afstandsbediening tot deze vastklikt.
136
Snelle kennismaking
Let op
Als u de batterij niet juist plaatst, bestaat er
explosiegevaar.
Vervang de batterij alleen door dezelfde of
een gelijksoortige batterij die wordt
aanbevolen door de fabrikant.
Gooi de batterijen weg volgende de
aanwijzingen van de fabrikant.
b Opmerkingen over de afstandsbediening
• Er wordt een lithiumknoopcel (CR2025) gebruikt in
de afstandsbediening. Gebruik geen andere
batterijen dan de CR2025.
• Zorg dat de afstandsbedieningssensor niet wordt
blootgesteld aan felle lichtbronnen, zoals direct
zonlicht of TL-licht. Anders functioneert de
afstandsbediening wellicht niet goed.
• De afstandsbediening functioneert wellicht niet
correct als de afstandsbedieningssensor wordt
geblokkeerd door een voorzetlens (optioneel).
• Als u de camcorder bedient met de bijgeleverde
afstandsbediening, reageert uw videorecorder
wellicht ook. In dit geval selecteert u een andere
afstandsbedieningsstand dan VTR 2 voor de
videorecorder of bedekt u de sensor op de
videorecorder met zwart papier.
Snelle kennismaking
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
137
Aanduidingen op het LCD-scherm en in de beeldzoeker
De volgende aanduidingen verschijnen op het
LCD-scherm en in de beeldzoeker om de status
van de camcorder aan te geven.
Aanduiding
Frameopname (p. 71)
Analoge beelden en geluid
uitvoeren in digitale
indeling (p. 80)
Bijvoorbeeld: aanduidingen in de
CAMERA-TAPE stand
Tijdcode (p. 52)/Bandteller (p. 52)/Zelfdiagnose
(p. 114)/Beeldnummer (p. 50)
60min
STBY
Betekenis
DV invoer (p. 90)
Nulpuntgeheugenterugkeerfunctie (p. 55)
0:00:00
60min
HOLOGRAM AF (p. 38)
NightShot (p. 35)
Super NightShot (p. 35)
Color Slow Shutter (p. 35)
P-MENU
NightFraming (p. 38)
Aanpassingsschaal voor de verlichting
QZ
Waarschuwing (p. 114)
Beeldeffecten (p. 69)
Aanduiding
Betekenis
y60 min
Resterende accuduur (p. 24)
SP LP
Opnamestand (p. 25)
Digitale effecten (p. 41)
MEMORY MIX (p. 42)
9
Handmatig scherpstellen/
Vergroot scherpstellen (p. 36)
NTSC-videosysteem (p. 119)
STBY OPN
Opnamewachtstand/
opnamestand
Beeldkwaliteit (p. 30)
PROGRAM AE (p. 59)
.
Beeldformaat (p. 30)
n
Scherpte (p. 61)
Opnamemap/weergavemap
(p. 67)
16:9-FORMAAT (p. 63)
SteadyShot uitgeschakeld
(p. 64)
Audiostand (p. 78)
Resterende bandlengte (p. 24)
Doorlopende foto-opname
(Burst) (p. 65)
Opnemen met
zelfontspanner (p. 26, 31)
Intervalopname van
stilstaande beelden (p. 73)
Flitser (p. 30)
Deze aanduiding verschijnt
alleen als de flitser wordt
gebruikt.
138
Witbalans (p. 60)
Beeldformaat (p. 25)
Cassette Memory (p. 119)
60 min q
Tegenlichtfunctie (p. 33)
Snelle kennismaking
Progressieve opname (p. 27)
-
Beveiliging (p. 104)
Afdrukmarkering (p. 105)
Diavoorstelling (p. 70)
Achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
uitgeschakeld (p. 17)
Beeld verwijderen (p. 102)
Index
Cijfers
16:9-FORMAAT stand ......63
21-polige verloopstekker
...............................54, 90
Beeldkwaliteit
(KWALITEIT)...... 30, 66
Beeldzoeker ....................... 17
Helderheid
(LICHT BZ) ......... 80
Beeldzoeker aanpassen...... 17
Beeldzoekfunctie ............... 47
BELICHT.PROG .............. 59
Burst (BURST)............ 29, 65
A
B
BACK LIGHT (camera) ....33
Band ...................................20
Band met dubbel
geluidsspoor ................79
Bandteller...........................24
Bedieningsstand .................16
Beeldbeveiliging ..............104
Beeldeffecten
(B EFFECT) ................69
Beeldformaat
(BEELDFORM.) ...30, 66
C
Cassette Memory ......... 2, 119
Chroma Key op de "Memory
Stick" (GTCAM
CHROMA) ................. 42
Chroma Key op de camera
(CAMTG CHROMA)42
Color Slow Shutter
(COLOR SLOW S)..... 35
Condensvorming ............. 126
Controleren .................. 23, 29
Conversiefunctie voor digitale
signalen (A/V cDV UIT)
.................................... 80
D
Datum/tijd.......................... 52
Datumzoekfunctie ............. 56
DEMOFUNCTIE .............. 73
DIGITAL ZOOM .............. 63
Digitale effecten (DIG
EFFECT)............... 41, 48
Digitale programmamontage
(PROG. BEW) ............ 93
DVD BRANDEN .............. 74
E
EDIT SEARCH ................. 45
Eerste geluidsspoor
Zie MEERK GELUID
END SEARCH ............ 44, 75
FADER ............................. 39
Fijn (FIJN)
Zie beeldkwaliteit
(KWALITEIT)
FILM INSTEL. ................. 66
Flexibele spotmeter
(SPOTMETER).......... 33
FLITS INST. ..................... 61
Flitser ................................ 30
Formaat wijzigen (FRMT
WIJZIG) ................... 103
FORMAT .................. 67, 120
Foto's op Memory Stick28, 49
Frameopname
(BEELDOPNAME) ... 71
Frames afspelen ................ 47
G
Gebruiken in het
buitenland ................. 118
Gegevens over camerainstellingen weergeven
.................................... 52
Gegevenscode (GEGEV.
CODE).................. 52, 81
Geluidsopnamen invoegen
(AUD DUB REG) .... 100
Groothoekopnamen
Zie In-/uitzoomen
Snelle kennismaking
A/V-kabel.............54, 88, 100
Accu
Accu ............................13
Batterij Info .................14
Resterende accuduur
......................24, 123
Accu opladen
Accu ............................13
Vooraf geïnstalleerde
knoopcel .............128
Achtergrondverlichting van
LCD (NIV. AV. LCD)
.....................................79
Afdrukmarkering .............105
Afspelen (VRTR AFSP)
Dubbele snelheid .........47
Frame...........................47
Omgekeerd ..................47
Vertraagd.....................47
Afstandsbediening ...........136
EXTERNE CTRL .......82
Afstandsbedieningssensor
...................................133
AUDIO FUNC. ..................78
AUDIO MIX..............79, 102
AUTO SLUITER ...............61
F
H
Handgreepband ................... 3
Handmatig scherpstellen ... 37
Handmatige belichting
(BELICHT) ................ 34
Helderheid van LCD
(LCD BRIGHT) ......... 17
HOLOGRAM AF ....... 38, 62
Hoofdtelefoonaansluiting
.................................. 134
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
139
I
M
i.LINK ............................. 124
i.LINK-kabel ............... 88, 94
In-/uitzoomen .............. 25, 51
Indeling van stilstaande
beelden...................... 120
Indexscherm ...................... 50
"InfoLITHIUM" accu...... 123
Infraroodzender ................. 95
Intelligent accessory shoe
.......................... 100, 133
Intervalfoto-opname
(INT.OPN.-ST)........... 73
Intervalopname (FLITS) ... 41
Map
Zie NIEUWE MAP
Zie OPNAMEMAP
Zie WEERGAVEMAP
MEERK GELUID .............78
MEMORY MIX.................42
"Memory Stick"
Aantal beelden.......25, 30
Algemene informatie
............................120
Plaatsen .......................21
Menu
BEELD PROG. ...........69
BEW.&AFSP. .............74
CAMERA INST..........59
GEH. INST..................65
Items selecteren...........57
MENU DRAAIEN ......83
STANDRD INST ........78
TIJD/TAAL.................84
MONOTOON ....................39
MOZ. FADER ...................39
MPEG ..............................120
J
JPEG................................ 120
K
KALIBRATIE................. 127
Klok instellen (KLOK
INSTEL.) .............. 18, 84
Knoopcel
Afstandsbediening .... 136
Camcorder ................ 128
Kopiëren (OPN REG.) ...... 88
L
LANC .............................. 134
Langzame sluitertijd
(LGZM SL.) ............... 41
LCD BACKLIGHT
schakelaar ................. 132
LCD KLEUR .................... 80
LCD/BZ INST................... 79
LCD-scherm ........................ 3
LP (langspeel)
zie Opnamestand
(OPNM STAND)
Luminance Key
(LUMINANTIE) ........ 41
Luminance Key op de
"Memory Stick"
(GTCAM LUMI.) .... 42
140
Snelle kennismaking
N
NABEELD.........................41
Netspanningsadapter..........16
NIEUWE MAP ..................67
NightFraming.....................38
NightShot ...........................35
NightShot Light
(NS LAMP).................62
NORMAAL
zie Burst (BURST)
NORM. FADER ................39
NTSC .......................118, 119
NTSC weergave
(NTSC WRGV.)..........81
Nulpuntgeheugenterugkeerfunctie ..........55
O
Opnamecapaciteit
RESTANT.............66, 82
Uitleesvenster..............24
Opnamecontrole.................45
Opnamelampje
(OPN LED) .................82
OPNAMEMAP..................68
Opnamestand (OPN STND)
Opnamestand (OPNM
STAND)................ 24, 78
Opnametijd .................. 15, 25
Opnemen met zelfontspanner
(ZELF ONTSP.) ... 26, 31
OUDE FILM ..................... 41
Overlappen vanaf de Memory
Stick (OVERLAP)...... 40
OVERLOOP...................... 40
P
PAL ................................. 118
Persoonlijk menu
(P-MENU) .................. 57
Persoonlijk menu aanpassen
.................................... 85
PIEPTOON........................ 82
Pieptoon na het bevestigen van
een bewerking
zie PIEPTOON
PROGRAM AE................. 59
Programma's bewerken
(PROG. BEW.) ........... 74
Progressieve opnamestand
(PROG.OPNEMEN)... 27
PUNT FADER .................. 40
R
RESET............................. 134
Rode-ogenreductie
(RODE-OGENR.)....... 62
S
Scherpstelling .................... 36
SCHERPTE ....................... 61
SLIDE SHOW................... 70
SNELOPNAME
zie Burst (BURST)
Snelzoekfunctie ................. 47
SP (standaard)
zie Opnamestand (OPNM
STAND)
Speelduur........................... 15
Spiegelstand ...................... 26
SPOT FOCUS
(SPOTFOCUS)........... 36
Standaard (STANDAARD)
Zie beeldkwaliteit
(KWALITEIT)
STEADYSHOT .................64
Stereo/mono .......................78
Steun voor de vinger ............3
STILST INST. ...................65
STILSTAAND...................41
Super NightShot.................35
S-video .........................54, 88
T
Taal (LANGUAGE).....22, 84
Tele-opnamen
Zie In-/uitzoomen
Tijdcode .............................24
Titel (bandgeheugen)
BAND TITEL .............77
TIT.WRGVN ..............76
TITEL..........................75
TITEL WISSEN..........76
Titelzoekfunctie .................55
TV-kleursystemen............118
Tweede geluidsspoor
Zie MEERK GELUID
WERELDTIJD .................. 84
Wispreventienokje... 119, 121
Wisselende belichting
(BEL KOPPLN)
zie Burst (BURST)
Wissen
ALL. VERW.
(bandgeheugen).... 77
ALLES VERW
(stilstaand beeld) .. 66
Witbalans
(WITBALANS) .......... 60
Z
Zelfdiagnose .................... 114
Zoeken met bandgeheugen
(ZOEKEN)
.................. 44, 55, 56, 75
Zoomen tijdens afspelen
(WEERG.ZOOM)....... 52
U
Snelle kennismaking
Uitleesvenster
Aanduidingen in
uitleesvenster ......138
DISPLAY ....................83
USB Streaming ..................81
USB-CAMERA...........81
USB-PLY/EDT ...........81
USB-aansluiting...............133
V
Vergroot scherpstellen
(EXPANDED F) .........61
Verwijderen
Beelden verwijderen..102
VIDEO INVOER ...............80
Videokop..........................127
Vloeiende overgang
END SEARCH
Volledig opgeladen ............13
Volume (VOLUME)....46, 49
W
Waarschuwingen..............114
Waarschuwingsberichten
...................................114
WEERGAVEMAP ............68
Snelle kennismaking
141