Sony dcr-pc 330 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Lees dit eerst
Voordat u het apparaat gebruikt, moet u deze
gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen.
Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u
deze later als referentiemateriaal nodig hebt.
WAARSCHUWING
Stel het apparaat niet bloot aan regen of
vocht. Dit kan brand of elektrische
schokken tot gevolg hebben.
Open de behuizing niet. Dit kan
elektrische schokken tot gevolg hebben.
Laat het apparaat alleen nakijken door
bevoegde servicetechnici.
Voor de klanten in Nedserland
Gooi de accu niet weg maar lever deze in als klein
chemisch afval (KCA).
VOOR KLANTEN IN EUROPA
WAARSCHUWING
De elektromagnetische velden kunnen bij de
opgegeven frequenties het beeld en het geluid van de
camcorder beïnvloeden.
Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die
zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik
van een aansluitsnoer van minder dan 3 meter.
b
Opmerking
Als de gegevensoverdracht halverwege wordt
onderbroken door statische elektriciteit of
elektromagnetische storing, moet u de toepassing
opnieuw starten of de USB-kabel loskoppelen en
opnieuw aansluiten.
Opmerkingen over het gebruik
Opmerking over Cassette Memory
De camcorder is gebaseerd op de DV-indeling. U kunt
alleen mini-DV-banden gebruiken voor de camcorder.
U kunt het beste mini-DV-banden met Cassette
Memory gebruiken omdat u dan de titelzoekfunctie
(p. 55), datumzoekfunctie (p. 56), [ TITEL]
(p. 75) en [ BAND TITEL] (p. 77) kunt gebruiken.
Banden met Cassette Memory zijn voorzien van
het teken .
Opmerkingen over het opnemen
• Voordat u begint met opnemen, test u de
opnamefunctie om te controleren of het beeld en het
geluid zonder problemen worden opgenomen.
• Opnamen worden niet vergoed, zelfs niet als er niet
wordt opgenomen of weergegeven wegens een
storing van de camcorder, problemen met de
opslagmedia, enzovoort.
• TV-kleursystemen verschillen, afhankelijk van het
land/de regio. Als u de opnamen van deze camcorder
wilt bekijken op een TV, moet u een TV met het
PAL-kleursysteem hebben.
• Televisieprogramma's, films, videobanden en ander
beeldmateriaal kunnen worden beschermd door
auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen
van dergelijk materiaal kan in strijd zijn met de
auteursrechten.
3
NL
Opmerkingen over het LCD-scherm, de
beeldzoeker en de lens
• Het LCD-scherm en de beeldzoeker van de
camcorder zijn vervaardigd met precisietechnologie,
zodat minstens 99,99 % van de beeldpunten voor
gebruik beschikbaar is.
Soms kunnen er zwarte stipjes en/of heldere stipjes
(wit, rood, blauw of groen) verschijnen op het LCD-
scherm of in de beeldzoeker.
Deze stipjes duiden niet op fabricagefouten en
hebben geen enkele invloed op de opnamen.
• Als het LCD-scherm, de beeldzoeker en de lens
langdurig worden blootgesteld aan direct zonlicht,
kunnen deze worden beschadigd. Wees voorzichtig
wanneer u de camera bij een raam of buiten neerlegt.
• Richt de camcorder nooit direct naar de zon. De
camcorder kan hierdoor worden beschadigd. Neem
de zon alleen op als het licht niet fel is, zoals tijdens
de schemering.
Opmerking over het aansluiten van
andere apparaten
Plaats de stekker in de juiste richting voordat u de
camcorder met de USB- of i.LINK-kabel aansluit op
een ander apparaat, zoals een videorecorder of een
computer. Als u de stekker met kracht in de verkeerde
richting plaatst, kan de aansluiting worden beschadigd
of kan dit een storing van de camcorder veroorzaken.
Opmerking over het gebruik van deze
handleiding
De beelden van het LCD-scherm en de beeldzoeker
die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt, zijn
opgenomen met een digitale camera en kunnen dus
verschillen van de beelden die u ziet.
Opmerkingen over het gebruik van de
camcorder
• Houd de camcorder op de juiste manier vast.
• Verplaats de steun voor de vinger omlaag en maak
de handgreepband vast zoals wordt aangegeven in de
volgende afbeelding zodat u de camcorder goed kunt
vasthouden.
• Als u het aanraakscherm gebruikt, moet u ter
ondersteuning het LCD-scherm aan de achterkant
vasthouden. Raak vervolgens de toetsen aan die op
het scherm worden weergegeven.
• U kunt de taal voor de weergave op het scherm van
de camcorder wijzigen (p. 22).
• Houd de camcorder niet vast bij de volgende
onderdelen:
Raak de toets op het LCD-scherm aan.
Beeldzoeker
LCD-scherm
Accu
Flitser
4
Lees dit eerst.............................................................................................. 2
Snelle startgids
Films opnemen op een band...................................................................... 8
Stilstaande beelden opnemen op een "Memory Stick"............................ 10
Aan de slag
Stap 1: Bijgeleverde onderdelen controleren........................................... 12
Stap 2: De accu opladen.......................................................................... 13
Een externe stroombron gebruiken ...........................................................................16
Stap 3: De stroom inschakelen................................................................ 16
Stap 4: Het LCD-scherm en de beeldzoeker aanpassen......................... 17
Het LCD-scherm aanpassen .....................................................................................17
De beeldzoeker aanpassen .......................................................................................17
Stap 5: Datum en tijd instellen ................................................................. 18
Stap 6: Opnamemedia plaatsen............................................................... 20
Een band plaatsen .....................................................................................................20
Een "Memory Stick" plaatsen ....................................................................................21
Stap 7: De taal voor het scherm instellen ................................................ 22
Opnemen
Films opnemen......................................................................................... 23
Langere tijd opnemen ................................................................................................25
De zoomfunctie gebruiken .........................................................................................25
Opnemen in de spiegelstand .....................................................................................26
De zelfontspanner gebruiken .....................................................................................26
Films opnemen waarvan u stilstaande beelden kunt maken
– Progressieve opnamestand .............................................................................27
Stilstaande beelden opnemen – Foto's opnemen op
"Memory Stick".................................................................................... 28
De beeldkwaliteit en het beeldformaat selecteren .....................................................30
De flitser gebruiken ....................................................................................................30
De zelfontspanner gebruiken .....................................................................................31
Een stilstaand beeld opnemen op een "Memory Stick" tijdens het opnemen van films
op een band ........................................................................................................32
: functies alleen beschikbaar voor banden.
: functies alleen beschikbaar voor
"Memory Stick".
Inhoudsopgave
5
De belichting aanpassen.......................................................................... 33
De belichting voor onderwerpen met tegenlicht aanpassen ..................................... 33
De belichting vastleggen voor het geselecteerde onderwerp
– Flexibele spotmeter ......................................................................................... 33
De belichting handmatig aanpassen ......................................................................... 34
Opnemen in een donkere omgeving – NightShot, enzovoort .................. 35
Scherpstelling aanpassen........................................................................ 36
Scherpstellen op een onderwerp dat niet in het midden staat – SPOT FOCUS ....... 36
De scherpstelling handmatig aanpassen .................................................................. 37
Extra licht gebruiken om scherp te stellen op een stilstaand beeld
– HOLOGRAM AF .............................................................................................. 38
Het kader en de scherpstelling aanpassen bij het opnemen van een stilstaand beeld in
een donkere omgeving – NightFraming ....................................................... 38
Beelden met verschillende effecten opnemen......................................... 39
Een scène in- of uitfaden – FADER ................................................................... 39
Speciale effecten gebruiken – Digitale effecten ................................................. 41
Stilstaande beelden over films op een band leggen – MEMORY MIX ...................... 42
Beginpunt zoeken .............................................................................. 44
De laatste scène van de meest recente opname zoeken
– END SEARCH ................................................................................................. 44
Handmatig zoeken – EDIT SEARCH ........................................................................ 45
De laatstopgenomen scènes controleren – Opnamecontrole ................................... 45
Afspelen
Films op een band bekijken ............................................................... 46
Afspelen in verschillende standen ............................................................................ 47
Opnamen met toegevoegde effecten bekijken – Digitale effecten ............................ 48
Opnamen op een "Memory Stick" bekijken ....................................... 49
Afspelen in verschillende standen vanaf een "Memory Stick" .................................. 50
Verschillende afspeelfuncties................................................................... 51
Beelden vergroten – Zoomen tijdens het afspelen van banden/Zoomen tijdens het
afspelen van een "Memory Stick" ....................................................................... 51
De schermaanduidingen weergeven ........................................................................ 52
De datum/tijd en gegevens over camera-instellingen weergeven
– Gegevenscode ................................................................................................ 52
Het beeld afspelen op een TV.................................................................. 54
Een scène op een band zoeken voor afspelen .................................. 55
Snel de gewenste scène zoeken – Nulpuntgeheugen-terugkeerfunctie ................... 55
Een scène zoeken met Cassette Memory – Titelzoekfunctie ...................................55
Een scène zoeken op opnamedatum – Datumzoekfunctie ....................................... 56
,wordt vervolgd
6
Uitgebreide functies
Het menu gebruiken
Menu-items selecteren ......................57
Het (CAMERA INST.) menu
gebruiken – BELICHT.PROG/
WITBALANS/16:9-FORMAAT,
enzovoort. ....................................59
Het (GEH. INST.) menu gebruiken
– BURST/KWALITEIT/
BEELDFORM./ALLES VERW/
NIEUWE MAP, enzovoort ............65
Het (BEELD PROG.) menu
gebruiken
– B EFFECT/SLIDE
SHOW/BEELDOPNAME/VL.
INT.OPN., enzovoort ....................69
Het (BEW.&AFSP.) menu
gebruiken
– TITEL/BAND TITEL/
ZOEKEN, enzovoort ....................74
Het (STANDRD INST) menu
gebruiken
– OPNM STAND/
MEERK GELUID/AUDIO MIX/
USB-CAMERA, enzovoort ...........78
Het (TIJD/TAAL) menu gebruiken
– KLOK INSTEL./WERELDTIJD,
enzovoort .....................................84
Persoonlijk menu aanpassen ............85
Kopiëren/bewerken
Aansluiten op een videorecorder of
TV .................................................88
Kopiëren naar een andere
band .......................................89
Beelden opnemen van een
videorecorder of TV ......................90
Beelden kopiëren van een band naar een
"Memory Stick" .............................91
Stilstaande beelden kopiëren van een
"Memory Stick" naar een band .....92
Geselecteerde scènes opnemen vanaf
een band
– Digitale programmamontage .....93
Geluid kopiëren naar een band met
opnamen ..............................100
Opgenomen beelden
verwijderen ...........................102
Het beeldformaat wijzigen
– Formaat wijzigen .....................103
Bepaalde gegevens opgeven die moeten
worden opgeslagen met de beelden
– Beeldbeveiliging/
Afdrukmarkering .........................104
7
Problemen oplossen
Problemen oplossen ........................106
Waarschuwingen en berichten .........114
Extra informatie
De camcorder gebruiken in het
buitenland ...................................118
Aanbevolen banden .........................119
Informatie over de "Memory Stick" ...120
Informatie over de "InfoLITHIUM"
accu ............................................123
Informatie over i.LINK ......................124
Onderhoud en
voorzorgsmaatregelen ...............126
Technische gegevens ......................130
Snelle kennismaking
Onderdelen en
bedieningselementen .................132
Index ................................................139
Raadpleeg ook de andere gebruiksaanwijzingen
die bij de camcorder zijn geleverd:
• Beelden bewerken op de computer
cHandleiding van de computertoepassingen
Snelle startgids
8
Snelle startgids
Films opnemen op een band
1 Bevestig de opgeladen accu op de camcorder.
Zie pagina 13 om de accu op te laden.
2 Plaats een band in de camcorder.
a Verschuif de ontgrendeling voor de
accu en verwijder het deksel van de
accuaansluiting.
b Schuif de accu in de richting van de
pijl totdat deze vastklikt.
a Schuif de OPEN/
ZEJECT toets in
de richting van de pijl
om het deksel te
openen.
De bandhouder wordt
automatisch uitgeschoven.
b Plaats de band met het
venstergedeelte naar
boven en druk
vervolgens op het
midden van de
achterkant van de band.
c Druk op .
Sluit het deksel van de
bandhouder nadat de
bandhouder automatisch is
teruggeschoven.
OPEN/ZEJECT toets
Venstergedeelte
Ontgrendeling voor accu
Snelle startgids
Snelle startgids
9
3 Start met opnemen terwijl u het onderwerp op het LCD-scherm
controleert.
De datum en de tijd zijn standaard niet ingesteld.
Zie pagina 18 om de datum en de tijd in te stellen.
4 Bekijk het opgenomen beeld op het LCD-scherm.
a Verwijder de lensdop.
b Druk op OPEN en
open het LCD-
scherm.
c Druk het groene
knopje in en schuif de
POWER schakelaar
naar beneden zodat
het CAMERA-TAPE
lampje gaat branden.
Het apparaat wordt
ingeschakeld.
d Druk op START/
STOP.
Het opnemen wordt
gestart. Druk nogmaals op
START/STOP om naar de
wachtstand te gaan.
a Schuif de POWER
schakelaar
herhaaldelijk totdat
het PLAY/EDIT lampje
gaat branden.
b Raak
(terugspoelen) aan.
c Raak (afspelen)
aan om het afspelen
te starten.
Druk op om te
stoppen.
Wilt u het apparaat
uitschakelen, dan schuift u de
POWER schakelaar omhoog
naar (CHG) OFF.
Snelle startgids
10
Stilstaande beelden opnemen op een
"Memory Stick"
1 Bevestig de opgeladen accu op de camcorder.
Zie pagina 13 om de accu op te laden.
2 Plaats een "Memory Stick" in de camcorder.
a Verschuif de ontgrendeling voor de
accu en verwijder het deksel van de
accuaansluiting.
b Schuif de accu in de richting van de
pijl totdat deze vastklikt.
Plaats de "Memory Stick"
met het teken b naar de
linkerbenedenhoek
gericht. Druk de "Memory
Stick" naar binnen totdat
deze vastklikt.
Ontgrendeling voor accu
b teken
Snelle startgids
Snelle startgids
11
3 Start met opnemen terwijl u het onderwerp op het LCD-scherm
controleert.
De datum en de tijd zijn standaard niet ingesteld.
Zie pagina 18 om de datum en de tijd in te stellen.
4 Bekijk het opgenomen beeld op het LCD-scherm.
a Verwijder de lensdop.
b Druk op OPEN en
open het LCD-scherm.
c
Druk het groene
knopje in en schuif de
POWER schakelaar
herhaaldelijk totdat het
CAMERA-MEMORY
lampje gaat branden.
Het apparaat wordt
ingeschakeld.
d Druk licht op PHOTO.
U hoort een korte pieptoon
als de scherpstelling wordt
aangepast.
e Druk PHOTO volledig
in.
U hoort het sluitergeluid en
het stilstaande beeld wordt
opgenomen.
a Schuif de POWER
schakelaar
herhaaldelijk totdat
het PLAY/EDIT lampje
gaat branden.
b Raak aan.
Het laatstopgenomen beeld
wordt weergegeven.
c Raak (volgende)
of (vorige) aan
om de beelden op
volgorde weer te
geven.
Wilt u het apparaat
uitschakelen, dan schuift u de
POWER schakelaar omhoog
naar (CHG) OFF.
Aan de slag
12
Aan de slag
Stap 1: Bijgeleverde
onderdelen
controleren
Controleer of de volgende onderdelen in de
verpakking van de camcorder aanwezig zijn.
Het getal tussen haakjes geeft het bijgeleverde
aantal van het onderdeel aan.
"Memory Stick" van 16 MB (1)
Netspanningsadapter (1)
Netsnoer (1)
Lensdop (groot, 1)
Bevestigd op de camcorder.
Lenskap (1) en lensdop (klein, 1)
Gebruik de lenskap voor opnamen bij fel licht, zoals in
de zon. Als u de lenskap gebruikt, moet u de kleine
lensdop gebruiken. Zie pagina 132 voor meer
informatie over het vervangen van de lensdop. Als u
een filter (optioneel) gebruikt, wordt de schaduw van
de lenskap wellicht zichtbaar op het scherm. Als u de
lenskap met kracht bevestigt, kunt u deze wellicht niet
meer verwijderen.
Draadloze afstandsbediening (1)
Er is al een lithiumknoopcel geïnstalleerd.
A/V-kabel (1)
USB-kabel (1)
Oplaadbare accu NP-FM30 (1)
Deksel voor accuaansluiting (1)
CD-ROM met "USB-stuurprogramma
SPVD-010" (1)
Reinigingsdoek (1)
21-polige verloopstekker (1)
Alleen voor de modellen met het teken aan de
onderkant.
Bedieningshandleiding van de camera
(deze handleiding) (1)
Handleiding van de
computertoepassingen (1)
Aan de slag
Aan de slag
13
Stap 2: De accu
opladen
U kunt de accu opladen door de
"InfoLITHIUM" accu (M-serie) te
bevestigen op de camcorder.
b Opmerkingen
• U kunt geen andere accu's gebruiken dan de
"InfoLITHIUM" accu (M-serie) (p. 123).
• Zorg dat de stekker van de netspanningsadapter niet
in aanraking komt met metalen voorwerpen. Dit kan
kortsluiting tot gevolg hebben. Dit kan een storing
veroorzaken.
• Gebruik de netspanningsadapter in de buurt van een
stopcontact. Haal de stekker van de
netspanningsadapter onmiddellijk uit het
stopcontact als er een storing optreedt.
1 Verschuif de ontgrendeling voor de
accu en verwijder het deksel van de
accuaansluiting.
2 Bevestig de accu door deze in de
richting van de pijl te schuiven totdat
de accu vastklikt.
3 Sluit de netspanningsadapter aan op
de DC IN aansluiting op de camcorder
met het teken b naar het klepje van de
aansluiting gericht.
4 Sluit het netsnoer aan op de
netspanningsadapter.
5 Sluit het netsnoer aan op het
stopcontact.
Naar het stopcontact
Stekker
DC IN aansluiting
Netsnoer
Netspanningsadapter
Accu
Ontgrendeling voor accu
b teken
,wordt vervolgd
Aan de slag
14
6 Schuif de POWER schakelaar omhoog
naar (CHG) OFF.
Het CHG (opladen) lampje gaat branden en
het opladen begint.
Na het opladen van de accu
Het CHG (opladen) lampje wordt uitgeschakeld
als de accu volledig is opgeladen. Koppel de
netspanningsadapter los van de DC IN
aansluiting.
De accu verwijderen
1
Zet de POWER schakelaar in de (CHG)
OFF stand.
2 Verschuif de ontgrendeling voor de accu
en schuif de accu uit de houder.
b Na het verwijderen van de accu
• Bevestig altijd het deksel van de aansluiting om het
aansluitpunt van de accu te beschermen. Als u de
accu langere tijd niet gebruikt, moet u deze volledig
ontladen voor u de accu opbergt. Zie pagina 124
voor meer informatie over het bewaren van de accu.
De resterende acculading controleren
– Batterij Info
U kunt het oplaadniveau van de accu en de
resterende opnametijd controleren tijdens het
opladen of als de stroom wordt uitgeschakeld.
1 Zet de POWER schakelaar in de (CHG)
OFF stand.
2 Druk op OPEN en open het LCD-
scherm.
3 Druk op DISPLAY/BATT INFO.
De informatie over de accu verschijnt
ongeveer 7 seconden.
Houd de toets ingedrukt om de informatie
ongeveer 20 seconden weer te geven.
A Oplaadniveau van de accu: de resterende
accuduur wordt bij benadering
weergegeven.
B Mogelijke opnameduur met het LCD-
scherm.
C Mogelijke opnameduur met de
beeldzoeker.
Ontgrendeling
voor accu
POWER
schakelaar
POWER schakelaarOPEN
DISPLAY/BATT INFO
Aan de slag
Aan de slag
15
Duur van opladen
Aantal minuten (bij benadering) dat nodig is om
een volledig ontladen accu volledig op te laden
bij 25°C. (Een temperatuur van 10-30°C wordt
aanbevolen.)
Opnameduur bij het opnemen met het
LCD-scherm ingeschakeld
Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als
u een volledig opgeladen accu gebruikt bij
25°C.
Met de LCD BACKLIGHT schakelaar
ingesteld op ON
Met de LCD BACKLIGHT schakelaar
ingesteld op OFF
Opnameduur bij het opnemen met de
beeldzoeker
Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als
u een volledig opgeladen accu gebruikt bij
25°C.
* Aantal minuten (bij benadering) wanneer u tijdens
het opnemen herhaaldelijk opneemt, start/stopt, de
POWER schakelaar verschuift om de
bedieningsstand te wijzigen en in- of uitzoomt. De
werkelijke levensduur van de accu kan korter zijn.
Speelduur
Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als
u een volledig opgeladen accu gebruikt bij
25°C.
* Met de LCD BACKLIGHT schakelaar ingesteld op
ON.
Accu
NP-FM30 (bijgeleverd) 145
NP-FM50 150
NP-FM70 240
NP-QM71/QM71D 260
NP-FM91/QM91/
QM91D
360
Accu Doorlopende
opnameduur
Normale*
opnameduur
NP-FM30
(bijgeleverd)
80 45
NP-FM50 135 75
NP-FM70 275 155
NP-QM71/
QM71D
325 185
NP-FM91/
QM91/
QM91D
490 280
Accu Doorlopende
opnameduur
Normale*
opnameduur
NP-FM30
(bijgeleverd)
95 55
NP-FM50 155 85
NP-FM70 320 180
NP-QM71/
QM71D
375 215
NP-FM91/
QM91/
QM91D
565 320
Accu Doorlopende
opnameduur
Normale*
opnameduur
NP-FM30
(bijgeleverd)
95 55
NP-FM50 155 85
NP-FM70 320 180
NP-QM71/
QM71D
375 215
NP-FM91/
QM91/
QM91D
565 320
Accu LCD-
scherm
geopend*
LCD-
scherm
gesloten*
NP-FM30
(bijgeleverd)
120 150
NP-FM50 195 240
NP-FM70 400 495
NP-QM71/
QM71D
465 580
NP-FM91/
QM91/QM91D
695 865
,wordt vervolgd
Aan de slag
16
b Opmerkingen
• De stroom wordt niet geleverd via de accu als de
netspanningsadapter is aangesloten op de DC IN
aansluiting van de camcorder, zelfs niet als het
netsnoer van de netspanningsadapter is
losgekoppeld van het stopcontact.
• De opname- en speelduur zijn korter als u de
camcorder bij lage temperaturen gebruikt.
• In de volgende gevallen knippert het CHG (opladen)
lampje tijdens het opladen of wordt de informatie
over de accu niet juist weergegeven:
– De accu is niet juist geplaatst.
– De accu is beschadigd.
– De accu is volledig ontladen. (Alleen voor
informatie over de accu.)
Een externe stroombron
gebruiken
U kunt de netspanningsadapter als
stroombron gebruiken wanneer u de accu wilt
sparen. Als u de netspanningsadapter
gebruikt, blijft de accu opgeladen, zelfs als
deze in de camcorder is geplaatst.
LET OP
Zelfs als de camcorder is uitgeschakeld, wordt
de camcorder nog steeds van stroom
(netspanning) voorzien als de camcorder met de
netspanningsadapter is aangesloten op het
stopcontact.
Sluit de camcorder aan zoals wordt
aangegeven in "De accu opladen" (p. 13).
Stap 3: De stroom
inschakelen
U moet de POWER schakelaar herhaaldelijk
verschuiven om de gewenste bedieningsstand
voor het opnemen en afspelen te selecteren.
Als u deze camcorder voor het eerst gebruikt,
wordt het venster [CLOCK SET]
weergegeven (p. 18).
Druk het groene knopje in en schuif de
POWER schakelaar naar beneden.
Het apparaat wordt ingeschakeld.
Voor de opname- of afspeelstand schuift u de
schakelaar herhaaldelijk totdat het betreffende
lampje voor de gewenste bedieningsstand gaat
branden.
• CAMERA-TAPE stand: opnemen op een
band.
• CAMERA-MEMORY stand: opnemen op een
"Memory Stick".
• PLAY/EDIT stand: beelden op een band of
"Memory Stick" afspelen of bewerken.
De stroom uitschakelen
Schuif de POWER schakelaar omhoog naar
(CHG) OFF.
Aan de slag
Aan de slag
17
Stap 4: Het LCD-scherm
en de beeldzoeker
aanpassen
Het LCD-scherm aanpassen
U kunt de hoek en de helderheid van het
LCD-scherm aanpassen aan verschillende
opnamesituaties.
Zelfs als er obstakels zijn tussen u en het
onderwerp, kunt u het onderwerp tijdens het
opnemen controleren op het LCD-scherm door
de hoek van het LCD-scherm aan te passen.
Open het LCD-scherm tot dit in een hoek
van 90 graden staat ten opzichte van de
camcorder en draai het scherm in de
gewenste positie.
De helderheid van het LCD-scherm
aanpassen
1
Raak aan.
2 Raak [LCD BRIGHT] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u
achtereenvolgens [MENU],
(STANDARD SET) menu en [LCD/VF
SET.] aan (p. 79).
3 Pas het item aan met / en raak
aan.
z Tips
• Als u het LCD-scherm 180 graden draait, kunt u het
LCD-scherm sluiten met het venster naar buiten
gericht.
• Als u de accu gebruikt als stroombron, kunt u de
helderheid aanpassen door [LCD BL LEVEL] te
selecteren bij [LCD/VF SET] in het
(STANDARD SET) menu
(p. 79).
• Wanneer u de camcorder gebruikt met de accu in een
heldere omgeving, stelt u de LCD BACKLIGHT
schakelaar in op OFF ( wordt weergegeven). In
deze positie bespaart u de acculading.
• U kunt het geluid dat u hoort na het bevestigen van
een bewerking, uitschakelen door [OFF] te
selecteren bij [BEEP] in het (STANDARD
SET) menu
(p. 82).
De beeldzoeker aanpassen
U kunt beelden bekijken met de beeldzoeker
als u het LCD-scherm sluit. Gebruik de
beeldzoeker als de accu bijna leeg is of
wanneer het scherm moeilijk zichtbaar is.
1 Schuif de beeldzoeker uit.
Druk op OPEN en open het LCD-scherm.
Maximaal
180 graden
Maximaal
90 graden
LCD BACKLIGHT schakelaar
Zoekerscherpstelknopje
,wordt vervolgd
Aan de slag
18
2 Pas het beeld aan met het
zoekerscherpstelknopje totdat het
beeld duidelijk is.
De beeldzoeker gebruiken
Als u opneemt op een band of een "Memory
Stick", kunt u de belichting (p. 33) en fader
(p. 39) aanpassen terwijl u het beeld controleert
in de beeldzoeker. Draai het LCD-scherm 180
graden en sluit het LCD-scherm met het venster
naar buiten gericht.
1 Stel de bedieningsstand in op CAMERA-
TAPE of CAMERA-MEMORY (p. 16).
2 Schuif de beeldzoeker uit en sluit het
LCD-scherm met het venster naar buiten
gericht.
wordt weergegeven in het venster.
3 Raak aan.
4 Raak [YES] aan.
Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld.
5 Raak het LCD-scherm aan terwijl u de
weergave in de beeldzoeker controleert.
[EXPOSURE], enzovoort, worden
weergegeven.
6 Raak de toets aan die u wilt instellen.
• [EXPOSURE]: pas dit aan met /
en raak aan.
• [FADER]: raak deze toets herhaaldelijk
aan om een effect te selecteren (alleen in
de CAMERA-TAPE stand).
• : Het LCD-scherm gaat branden.
Wilt u de toetsen op het LCD-scherm
verbergen, dan raakt u aan.
z Tip
• Als u de helderheid van de achtergrondverlichting
van de beeldzoeker wilt wijzigen, selecteert u
achtereenvolgens het (STANDARD SET)
menu, [LCD/VF SET] en [VF B.LIGHT] (bij
gebruik van de accu, p. 80).
Stap 5: Datum en tijd
instellen
Stel de datum en tijd in wanneer u de
camcorder voor het eerst gebruikt. Als u de
datum en tijd niet instelt, verschijnt het
[CLOCK SET] venster elke keer als u de
camcorder inschakelt.
b Opmerking
• Als u de camcorder langer dan ongeveer 3 maanden
niet gebruikt, wordt de ingebouwde oplaadbare
knoopcel ontladen en worden de instellingen van de
datum en de tijd gewist uit het geheugen. In dit geval
moet u de oplaadbare knoopcel opnieuw opladen
(p. 128) en vervolgens de datum en tijd opnieuw
instellen.
1 Schakel de camcorder in (p. 16).
2 Druk op OPEN en open het LCD-
scherm.
Ga verder met stap 7 als u de klok voor het
eerst instelt.
OPEN
POWER
schakelaar
Aan de slag
Aan de slag
19
3 Raak aan.
4 Raak [MENU] aan.
5 Selecteer (TIME/LANGU.) met
/ en raak aan.
6 Selecteer [CLOCK SET] met /
en raak aan.
7 Stel [Y] (jaar) met / en raak
aan.
U kunt elk gewenst jaar instellen tot
maximaal 2079.
8 Stel [M] (maand), [D] (dag), uur en
minuten in op dezelfde manier als in
stap 7 en raak aan.
Aan de slag
20
Stap 6: Opnamemedia
plaatsen
Een band plaatsen
U kunt alleen mini-DV-banden
gebruiken. Zie pagina 119 voor meer
informatie over deze banden (zoals
schrijfbeveiliging).
b Opmerking
• Plaats de band niet met te veel kracht in de houder.
Dit kan een storing van de camcorder veroorzaken.
1 Schuif de OPEN/ZEJECT toets in
de richting van de pijl om het deksel te
openen.
De bandhouder wordt automatisch
uitgeschoven en geopend.
2 Plaats een band met het
venstergedeelte naar boven gericht.
3 Druk op .
De bandhouder wordt automatisch naar
binnen geschoven.
4 Sluit het deksel.
De band verwijderen
1
Schuif de OPEN/ZEJECT toets in de
richting van de pijl om het deksel te
openen.
De bandhouder wordt automatisch
uitgeschoven.
2 Verwijder de band en druk op .
De bandhouder wordt automatisch naar
binnen geschoven.
3 Sluit het deksel.
Deksel
OPEN/ZEJECT toets
Venstergedeelte
Druk zachtjes op het
midden van de
achterkant van de
band.
Aan de slag
Aan de slag
21
Een "Memory Stick" plaatsen
Zie pagina 120 voor meer informatie over de
"Memory Stick" (zoals schrijfbeveiliging).
b Opmerking
• Als u de kleinformaat "Memory Stick" gebruikt (de
zogenaamde "Memory Stick Duo"), moet u de
adapter voor de Memory Stick Duo plaatsen. De
camcorder kan defect raken als de "Memory Stick
Duo" wordt geplaatst zonder een adapter (p. 121).
Plaats de "Memory Stick" met het teken b
naar de linkerbenedenhoek gericht totdat
deze vastklikt.
Een "Memory Stick" verwijderen
Druk één keer zachtjes op de "Memory Stick".
b Opmerkingen
• Als u de "Memory Stick" met kracht in de verkeerde
richting in de "Memory Stick" sleuf plaatst, kan dit
de "Memory Stick" beschadigen.
• Plaats geen andere voorwerpen dan de "Memory
Stick" in de "Memory Stick" sleuf. Dit kan een
storing van de camcorder veroorzaken.
• Als het toegangslampje brandt of knippert, leest/
schrijft de camcorder gegevens van/naar de
"Memory Stick". Stel de camcorder niet bloot aan
trillingen of stoten, schakel de camcorder niet uit en
verwijder de "Memory Stick" of de accu niet.
Anders kunnen de beeldgegevens worden
beschadigd.
b teken
Toegangslampje
Druk één keer
zachtjes.
Aan de slag
22
Stap 7: De taal voor
het scherm instellen
U kunt de taal voor het LCD-scherm
selecteren.
1 Schakel de camcorder in.
2 Druk op OPEN om het LCD-scherm te
openen.
3 Raak aan.
4 Raak [LANGUAGE] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het (TIME/
LANGU.) menu (p. 84).
5 Selecteer de gewenste taal met /
en raak aan.
z Tip
• De camcorder biedt de optie [ENG [SIMP]]
(vereenvoudigd Engels) als u uw eigen taal niet kunt
vinden.
POWER
schakelaar
OPEN
Opnemen
Opnemen
23
Opnemen
Films opnemen
U kunt films op een band of een "Memory
Stick" opnemen.
Voordat u opneemt, voert u stap 1 tot en met
7 bij "Aan de slag" (p. 12-p. 22) uit.
Als u op een band opneemt, worden films met
stereogeluid opgenomen. Als u op een
"Memory Stick" opneemt, worden films met
monogeluid opgenomen.
1 Verwijder de lensdop. Trek het koord
van de lensdop naar beneden en
bevestig dit aan de handgreepband.
2 Druk op OPEN en open het LCD-
scherm.
3 Selecteer de opnamestand.
Opnemen op een band
Schuif de POWER schakelaar totdat het
CAMERA-TAPE lampje gaat branden en
de camcorder in de wachtstand is ingesteld.
Opnemen op een "Memory Stick"
– MPEG MOVIE EX
Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk
totdat het CAMERA-MEMORY lampje
gaat branden en de huidige geselecteerde
opnamemap op het scherm wordt
weergegeven.
4 Druk op START/STOP.
Het opnemen wordt gestart. [OPN] wordt
weergegeven op het LCD-scherm en het
camera-opnamelampje gaat branden.
Druk nogmaals op START/STOP om te
stoppen met opnemen.
De laatstopgenomen MPEG-film
controleren – Controleren
Raak aan. Het afspelen wordt automatisch
gestart.
Raak nogmaals aan om terug te keren naar
de wachtstand.
Als u de film wilt verwijderen, raakt u aan
nadat het afspelen is voltooid en raakt u [JA]
aan.
Raak [NEE] aan om het verwijderen te
annuleren.
OPEN
POWER schakelaar
START/STOP
Camera-opnamelampje
Schuif de POWER
schakelaar terwijl u
het groene knopje
ingedrukt houdt.
Schuif de POWER
schakelaar terwijl u
het groene knopje
ingedrukt houdt.
,wordt vervolgd
Opnemen
24
De stroom uitschakelen
Schuif de POWER schakelaar omhoog naar
(CHG) OFF.
Aanduidingen die worden weergegeven
tijdens het opnemen op een band
De aanduidingen worden niet op de band
opgenomen.
De datum/tijd en de camera-instellingen (p. 52)
worden niet weergegeven tijdens het opnemen.
A Aanduidingen voor banden met Cassette
Memory
B Resterende accuduur
De aangegeven tijd is wellicht niet correct
afhankelijk van de omgeving waarin de
camcorder wordt gebruikt. Als u het LCD-
scherm hebt geopend en gesloten, duurt het
ongeveer een minuut voordat de juiste
resterende accuduur wordt weergegeven.
C Opnamestand (SP of LP)
D Opnamestatus ([STBY] (wachtstand) of
[OPN] (opnemen))
E Tijdcode (uur: minuut: seconde: frame)
of bandteller (uur: minuut: seconde)
F Opnamecapaciteit van de band (p. 82)
G Toets voor persoonlijk menu (p. 57)
H END SEARCH/EDIT SEARCH/
Opnamecontrole schakeltoets (p. 44)
Aanduidingen die worden weergegeven
tijdens het opnemen op een "Memory
Stick"
De aanduidingen worden niet opgenomen op de
"Memory Stick".
De datum/tijd (p. 52) worden niet weergegeven
tijdens het opnemen.
A Opnamemap
B Resterende accuduur
De aangegeven tijd is wellicht niet correct
afhankelijk van de omgeving waarin de
camcorder wordt gebruikt. Als u het LCD-
scherm hebt geopend en gesloten, duurt het
ongeveer een minuut voordat de juiste
resterende accuduur wordt weergegeven.
C Opnamestatus ([STBY] (wachtstand) of
[OPN] (opnemen))
D Filmformaat
E Opnametijd (uur: minuut: seconde)
F Opnamecapaciteit van de "Memory Stick"
G Aanduiding voor het starten van de
opname op de "Memory Stick"
(verschijnt ongeveer 5 seconden)
H Toets voor persoonlijk menu (p. 57)
I Controletoets (p. 23)
b Opmerkingen
• Voordat u de accu vervangt, schuift u de POWER
schakelaar omhoog naar (CHG) OFF.
• Als u in de standaardinstelling de camcorder meer
dan 5 minuten niet gebruikt, wordt de stroom
automatisch uitgeschakeld om de acculading te
sparen ([AUTOM.UIT], p. 83). Wilt u opnieuw
beginnen met opnemen, dan schuift u de POWER
schakelaar omlaag om CAMERA-TAPE of
CAMERA-MEMORY te selecteren en drukt u op
START/STOP.
Opnemen
Opnemen
25
• Als u opneemt op een "Memory Stick" met een
externe flitser (optioneel) op de intelligent accessory
shoe, moet u de stroom van de externe flitser
uitschakelen om te voorkomen dat het geluid van het
opladen wordt opgenomen.
z Tips
• Wilt u een vloeiende overgang van de laatst
opgenomen scène naar de volgende scène op de
band, dan moet u rekening houden met de volgende
punten.
– Verwijder de band niet. (Het beeld wordt zonder
onderbreking opgenomen, zelfs als u de stroom
uitschakelt).
– Neem beelden niet op in de SP en LP stand op
dezelfde band.
– Onderbreek het opnemen van een film in de LP
stand niet.
• Zie "Langere tijd opnemen op een "Memory Stick""
(p. 25) voor informatie over hoe lang u ongeveer
kunt opnemen op een "Memory Stick" met
verschillende capaciteiten.
• De opnameduur, datum en camera-instellingen
(alleen voor banden) worden automatisch
opgenomen op de opnamemedia zonder dat deze
worden weergegeven op het scherm. U kunt deze
informatie bekijken tijdens het afspelen door op
[GEGEV. CODE] op het scherm te drukken (p. 52).
Langere tijd opnemen
Langere tijd opnemen op een band
Selecteer [ OPNM STAND] en [LP] in het
(STANDRD INST) menu (p. 78).
U kunt in de LP stand 1,5 keer langer opnemen
dan in de SP stand.
Een band die is opgenomen in de LP stand, kunt
u alleen afspelen met deze camcorder.
Langere tijd opnemen op een "Memory
Stick"
Selecteer [FILM INSTEL.], [
BEELDFORM.] en [160 × 112] in het
(GEH. INST.) menu (p. 66).
Hoe lang u kunt opnemen op een "Memory
Stick", is afhankelijk van het beeldformaat en
de opnameomgeving.
Zie de volgende lijst voor de opnametijd voor
films op een "Memory Stick" (bij benadering)
die is geformatteerd in de camcorder.
Beeldformaat en tijd
(uur: minuut: seconde)
De zoomfunctie gebruiken
Als de CAMERA-TAPE stand is
geselecteerd, kunt u zoomen tot een
vergrotingsniveau van 10 keer en vanaf dat
punt de digitale zoomfunctie gebruiken
([DIGITAL ZOOM], p. 63).
U krijgt de beste resultaten als u de
zoomfunctie met mate gebruikt.
320 × 240 160 × 112
8 MB 00:01:20 00:05:20
16 MB
(bijgeleverd)
00:02:40 00:10:40
32 MB 00:05:20 00:21:20
64 MB 00:10:40 00:42:40
128 MB 00:21:20 01:25:20
256 MB
(MSX-256)
00:42:40 02:50:40
512 MB
(MSX-512)
01:25:20 05:41:20
1 GB
(MSX-1G)
02:50:40 11:22:40
1 cm*
80 cm*
* De minimale afstand tussen de camcorder en het
onderwerp die u nodig hebt om het onderwerp
goed scherp te krijgen in deze positie van de knop.
,wordt vervolgd
Opnemen
26
Als u de motorzoomknop voorzichtig
draait, kunt u langzaam in- en uitzoomen
op het onderwerp. Draai de
motorzoomknop verder voor een snellere
zoombeweging.
Een grotere weergavehoek opnemen
Draai de motorzoomknop naar W.
Het onderwerp lijkt verder weg
(Groothoekopnamen).
Van dichtbij opnemen
Draai de motorzoomknop naar T.
Het onderwerp lijkt dichterbij (Tele-
opnamen).
Opnemen in de spiegelstand
U kunt het LCD-scherm naar het onderwerp
draaien zodat u en uw onderwerp het
opgenomen beeld kunnen delen. U kunt deze
functie ook gebruiken als u zichzelf opneemt
en om de aandacht van kleine kinderen vast te
houden als u hen opneemt.
Open het LCD-scherm tot dit in een hoek
van 90 graden staat ten opzichte van de
camcorder en draai het scherm vervolgens
180 graden naar het onderwerp.
Er verschijnt een spiegelbeeld van het
onderwerp op het LCD-scherm, maar het beeld
wordt normaal opgenomen.
De zelfontspanner gebruiken
Met de zelfontspanner kunt u het opnemen
starten na een vertraging van ongeveer 10
seconden.
1 Raak aan.
2 Raak [ZELF ONTSP.] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
3 Raak [AAN] en aan.
wordt weergegeven.
Schuif de beeldzoeker uit.
START/STOP
START/STOP
Opnemen
Opnemen
27
4 Druk op START/STOP.
Er wordt ongeveer 10 seconden teruggeteld
met een pieptoon (De aanduiding voor het
aftellen begint bij 8).
Het opnemen wordt gestart.
Druk op START/STOP om het opnemen te
stoppen.
Het terugtellen annuleren
Raak [HERST.] aan of druk op START/STOP.
Zelfontspanner annuleren
Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [UIT] in stap 3.
Films opnemen waarvan u
stilstaande beelden kunt maken
– Progressieve opnamestand
Deze functie is handig voor films die u wilt
overbrengen naar de computer om stilstaande
beelden te maken.
U kunt beelden opnemen die minder wazig
zijn dan beelden die in de normale stand zijn
opgenomen en beter geschikt zijn voor het
vastleggen van acties met hoge snelheid,
zoals sportwedstrijden. Als u de beelden als
film wilt bekijken, kunt u de beelden het
beste in de normale stand opnemen, omdat in
de progressieve opnamestand elke 1/25
seconden een beeld wordt opgenomen.
1 Raak aan.
2 Raak [PROG. OPN.] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u [PROG.OPNEMEN] in het
(CAMERA INST.) menu.
3 Raak [AAN] en aan.
wordt weergegeven.
4 Druk op START/STOP.
Druk nogmaals op deze toets om te stoppen
met opnemen.
De progressieve opnamestand annuleren
Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [UIT] in stap 3.
Opmerking over de progressieve
opnamestand
Bij normale TV-uitzendingen wordt het scherm in 2
gedetailleerdere velden verdeeld die beurtelings elke
1/50 seconde worden weergegeven. Het werkelijke
beeld dat een ogenblik wordt weergegeven, bedekt dus
slechts de helft van het eigenlijke beeldgebied. In de
progressieve opnamestand wordt het beeld volledig
weergegeven met alle pixels. Een beeld dat is
opgenomen in deze stand, wordt scherper
weergegeven, maar een bewegend onderwerp kan
wellicht vreemd worden weergegeven.
b Opmerkingen
• Als u opneemt in de progressieve opnamestand
onder een fluorescerende lamp of een gloeilamp, kan
het scherm flikkeren. Dit duidt niet op een storing.
START/STOP
,wordt vervolgd
Opnemen
28
• U kunt de progressieve opnamestand niet gebruiken
met:
– [16:9-FORMAAT] stand
Stilstaande beelden
opnemen
– Foto's opnemen op "Memory Stick"
U kunt stilstaande beelden opnemen op een
"Memory Stick". Voordat u opneemt, voert u
stap 1 tot en met 7 bij "Aan de slag" (p. 12-
p. 22) uit.
1 Verwijder de lensdop. Trek het koord
van de lensdop naar beneden en
bevestig dit aan de handgreepband.
2 Druk op OPEN en open het LCD-
scherm.
3 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk totdat het CAMERA-
MEMORY lampje gaat branden.
OPEN
POWER schakelaar
PHOTO
Opnemen
Opnemen
29
De geselecteerde opnamemap wordt
weergegeven.
4 Houd PHOTO licht ingedrukt.
U hoort een zachte pieptoon wanneer de
instellingen voor de scherpstelling en de
helderheid worden aangepast. Het opnemen
begint op dit punt nog niet.
* Het aantal beelden dat u kunt opnemen, is
afhankelijk van de instelling voor het
beeldformaat en de opnameomgeving.
5 Druk PHOTO volledig in.
U hoort het sluitergeluid. Wanneer de
balken van verdwijnen, is het beeld
opgenomen op de "Memory Stick".
De laatstopgenomen beelden
controleren – Controleren
Raak aan.
Raak nogmaals aan om terug te keren naar
de wachtstand.
Als u het beeld wilt verwijderen, raakt u
en [JA] aan.
Raak [NEE] aan om het verwijderen te annuleren.
De stroom uitschakelen
Schuif de POWER schakelaar omhoog naar
(CHG) OFF.
Stilstaande beelden doorlopend
opnemen – Burst
Selecteer [STILST INST.] en [ BURST] in
het (GEH. INST.) menu (p. 66).
U kunt doorlopend 3 tot 32 beelden opnemen
met een tijdinterval van ongeveer 0,5 tot 0,08
seconden.
Aanduidingen die tijdens het opnemen
worden weergegeven
A Opnamemap
B Beeldformaat
(2016 × 1512) of (640 × 480)
C Kwaliteit
[FIJN] of [STANDAARD]
D Toets voor persoonlijk menu (p. 57)
E Controletoets (p. 29)
z Tips
• Wanneer u op PHOTO drukt op de
afstandsbediening, wordt het beeld dat op het
scherm wordt weergegeven, opgenomen.
• De opnameduur, datum en camera-instellingen
worden automatisch opgenomen op de
opnamemedia zonder dat deze worden weergegeven
op het scherm. U kunt deze informatie bekijken
tijdens het afspelen door op [GEGEV. CODE] op het
scherm te drukken (p. 52).
• De opnamehoek is groter dan de hoek in de
CAMERA-TAPE stand.
Schuif de POWER
schakelaar terwijl u het
groene knopje
ingedrukt houdt.
De aanduiding stopt
met knipperen.
Het aantal beelden dat
kan worden opgenomen.*
,wordt vervolgd
Opnemen
30
De beeldkwaliteit en het
beeldformaat selecteren
Selecteer [STILST INST.] en [
KWALITEIT] of [ BEELDFORM.] in het
(GEH. INST.) menu (p. 66).
Het aantal beelden dat u kunt opnemen op
een "Memory Stick", is afhankelijk van het
formaat en de kwaliteit van het beeld en de
opnameomgeving.
Zie de volgende lijst voor het aantal beelden (bij
benadering) dat kan worden opgenomen op een
"Memory Stick" die is geformatteerd in de
camcorder.
De beeldkwaliteit is [FIJN] (aantal
beelden)
Bij een beeld met het formaat 2016 × 1512 is de
grootte 1540 kB en bij een beeld met het
formaat 640 × 480 is de grootte 150 kB.
De beeldkwaliteit is [STANDAARD]
(aantal beelden)
Bij een beeld met het formaat 2016 × 1512 is de
grootte 640 kB en bij een beeld met formaat
640 × 480 is de grootte 60 kB.
De flitser gebruiken
De aanbevolen afstand tot het onderwerp is
0,3 tot 2,5 m als u de ingebouwde flitser
gebruikt.
De camcorder is standaard ingesteld op
automatisch flitsen en afhankelijk van de
lichtomstandigheden wordt de flitser
automatisch geactiveerd als u op PHOTO
drukt.
Voer de onderstaande procedure uit als u de
flitser altijd wilt gebruiken of als u de flitser
helemaal niet wilt gebruiken.
De beschikbare instellingen verschillen
afhankelijk van wat u hebt geselecteerd bij
[RODE-OGENR.] of [FLITS INST.] in het
(CAMERA INST.) menu (p. 62).
2016 × 1512 640 × 480
8 MB 5 50
16 MB
(bijgeleverd)
10 96
32 MB 20 190
64 MB 40 390
128 MB 82 780
256 MB
(MSX-256)
145 1400
512 MB
(MSX-512)
300 2850
1 GB (MSX-1G) 610 5900
2016 × 1512 640 × 480
8 MB 12 120
16 MB
(bijgeleverd)
24 240
32 MB 48 485
64 MB 98 980
128 MB 195 1970
256 MB
(MSX-256)
355 3550
512 MB
(MSX-512)
720 7200
1 GB (MSX-1G) 1450 14500
2016 × 1512 640 × 480
(flitser)
Opnemen
Opnemen
31
Druk herhaaldelijk op (flitser) om een
instelling te selecteren.
De instellingen worden in een cyclus
weergegeven in de volgende volgorde.
Als de functie voor rode-
ogenreductie is uitgeschakeld
Er wordt geen aanduiding weergegeven: er
wordt automatisch geflitst als er niet
voldoende licht is.
m
(geforceerd flitsen): de flitser wordt
altijd gebruikt, ongeacht de helderheid van
de omgeving.
m
(niet flitsen): er wordt altijd zonder de
flitser opgenomen.
Als de functie voor rode-
ogenreductie is ingeschakeld
(automatische rode-ogenreductie):er
wordt vooraf geflitst om rode ogen te
beperken voordat er automatisch wordt
geflitst omdat er niet voldoende licht is.
m
(geforceerde rode-ogenreductie): de
flitser wordt altijd gebruikt en er wordt
altijd vooraf geflitst om rode ogen te
beperken, ongeacht de helderheid van de
omgeving.
m
(niet flitsen): er wordt altijd zonder de
flitser opgenomen.
b Opmerkingen
• Verwijder het stof op de flitslamp voordat u deze
gebruikt. U krijgt wellicht niet voldoende flitslicht
als het stof verkleurt of als op de lamp blijft plakken
door de hitte die vrijkomt bij het flitsen.
• De rode-ogenreductie kan wellicht niet het gewenste
resultaat geven vanwege individuele verschillen en
andere omstandigheden.
• De aanduiding voor de flitserlading knippert tijdens
het opladen en blijft branden als het opladen van de
accu is voltooid. (In de CAMERA-TAPE stand
duurt het langer voordat de flitslamp volledig is
opgeladen omdat de accu wordt opgeladen met de
flitslamp geopend.)
• Bij de volgende functies werkt de flitser niet:
– Super NightShot functie
– Color Slow Shutter functie
– Digitale effecten
– Progressieve opnamestand
–Burst
– In de opnamestand voor banden
– [16:9-FORMAAT] stand
• Zelfs als u automatisch flitsen of (automatische
rode-ogenreductie) hebt geselecteerd, werkt de
flitser niet bij de volgende functies:
– NightShot functie
– [SPOTLIGHT], [ZONSON MAAN] en
[LANDSCHAP] van [BELICHT.PROG]
– Handmatige belichting
– Flexibele spotmeter
• Als u de flitser gebruikt in een heldere omgeving
bijvoorbeeld bij het opnemen van onderwerpen met
tegenlicht, werkt de flitser wellicht niet goed.
• Als u de lenskap (bijgeleverd) of een voorzetlens
(optioneel) bevestigt, kan de schaduw hiervan op de
lens vallen.
• U kunt niet tegelijkertijd een externe flitser
(optioneel) en de ingebouwde flitser gebruiken.
z Tips
• De hoeveelheid licht die wordt gebruikt door de
flitser, wordt automatisch aangepast. Wilt u de
hoeveelheid licht handmatig aanpassen, dan
selecteert u [FLITSNIVEAU] in het (CAMERA
INST.) menu (p. 59).
• Als u moeilijk kunt scherpstellen, gebruikt u de
HOLOGRAM AF functie (p. 38) of gaat u naar "De
scherpstelling handmatig aanpassen" (p. 37) voor
informatie over de brandpuntsafstand.
De zelfontspanner gebruiken
Met de zelfontspanner kunt u een stilstaand
beeld opnemen na een vertraging van
ongeveer 10 seconden.
PHOTO
PHOTO
,wordt vervolgd
Opnemen
32
1 Raak aan.
2 Raak [ZELF ONTSP.] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
3 Raak [AAN] en aan.
wordt weergegeven.
4 Druk op PHOTO.
Er wordt ongeveer 10 seconden teruggeteld
met een pieptoon (De aanduiding voor het
aftellen begint bij 8).
Het beeld wordt opgenomen. Wanneer de
balken van verdwijnen, is het beeld
opgenomen op de "Memory Stick".
Het terugtellen annuleren
Raak [HERST.] aan.
Zelfontspanner annuleren
Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [UIT] in stap 3.
Een stilstaand beeld opnemen op
een "Memory Stick" tijdens het
opnemen van films op een band
Het beeldformaat wordt automatisch
ingesteld op [640 × 480]. Wilt u een
stilstaand beeld opnemen in een ander
formaat, dan gebruikt u de functie voor het
opnemen van foto's op de "Memory Stick"
(p. 28).
Druk PHOTO volledig in tijdens het
opnemen op een band.
Stilstaande beelden opnemen in de
wachtstand
Houd PHOTO licht ingedrukt. Controleer het
beeld en druk de toets volledig in.
b Opmerkingen
• Bij de volgende functies kunt u een stilstaand beeld
niet opnemen op een "Memory Stick":
– [16:9-FORMAAT] stand
– Progressieve opnamestand
– Overlappen vanaf de "Memory Stick"
– MEMORY MIX functie
– [VL.INT.OPN.] (bandopname met vloeiende
intervallen)
• Titels worden niet opgenomen op een "Memory
Stick".
PHOTO
Het opnemen is
voltooid als het rollen
stopt.
Opnemen
Opnemen
33
De belichting
aanpassen
In de standaardinstelling wordt de belichting
automatisch aangepast.
De belichting voor onderwerpen
met tegenlicht aanpassen
Als het onderwerp met de rug naar de zon of
ander licht staat, kunt u de belichting
aanpassen om te voorkomen dat het
onderwerp te donker wordt weergegeven.
Druk op BACK LIGHT tijdens het
opnemen of in de wachtstand.
. wordt weergegeven.
Als u de tegenlichtfunctie wilt annuleren, drukt
u nogmaals op BACK LIGHT.
b Opmerking
• De tegenlichtfunctie wordt geannuleerd als u
[BELICHTING] instelt op [HANDMATIG] (p. 34)
of [SPOTMETER] selecteert (p. 33).
De belichting vastleggen voor het
geselecteerde onderwerp
– Flexibele spotmeter
U kunt de belichting aanpassen en vastleggen
voor het onderwerp, zodat het onderwerp
wordt opgenomen in de meest geschikte
helderheid, zelfs als er een scherp contrast is
tussen het onderwerp en de achtergrond
(zoals personen in de spotlight op het toneel).
1 Raak aan tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
2 Raak [SPOTMETER] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
3 Raak het punt aan dat u wilt
aanpassen en leg de belichting vast op
het scherm.
De aanduiding [SPOTMETER] knippert
terwijl de camera de belichting aanpast aan
het geselecteerde punt.
4 Raak [END] aan.
Terugkeren naar de instelling voor de
automatische belichting
Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [AUTO] in stap
3. Of stel [BELCHT] in op [AUTO] (p. 34).
BACK LIGHT
,wordt vervolgd
Opnemen
34
b Opmerkingen
• U kunt de flexibele spotmeter niet gebruiken met:
– Color Slow Shutter functie
– NightShot functie
– NightFraming functie
• Als u [BELICHT.PROG] instelt, wordt
[SPOTMETER] automatisch ingesteld op [AUTO].
z Tip
• Als u [SPOTMETER] instelt, wordt [BELCHT]
automatisch ingesteld op [HANDMATIG].
De belichting handmatig
aanpassen
U kunt de helderheid van een beeld met de
beste belichting vastleggen. Als u
bijvoorbeeld op een heldere dag binnen
opneemt, kunt u voorkomen dat er schaduw
van het tegenlicht valt op personen naast het
raam door handmatig de belichting vast te
leggen op de muur van de kamer.
1 Raak aan tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
2 Raak [BELCHT] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
3 Raak [HANDMATIG] aan.
4 Pas de belichting aan door
(donkerder)/ (helderder) aan te
raken en raak vervolgens aan.
Terugkeren naar de instelling voor de
automatische belichting
Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [AUTO] in stap
3.
Opnemen
Opnemen
35
Opnemen in een
donkere omgeving
– NightShot, enzovoort
U kunt onderwerpen in een donkere
omgeving opnemen (bijvoorbeeld het
gezichtje van een slapende baby) met de
NightShot, Super NightShot of Color Slow
Shutter functie. Met de Color Slow Shutter
functie kunt u opnemen in kleur.
Stel de NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING
schakelaar in op NIGHTSHOT.
en ["NIGHTSHOT"] verschijnen.
Wilt u NightShot annuleren, dan stelt u de
NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING schakelaar
in op z (groen).
Helderdere beelden opnemen op de
band – Super NightShot
Het beeld wordt opgenomen met maximaal 16
keer de gevoeligheid van de opname met
NightShot.
1 Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
2 Stel de NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING schakelaar in op
NIGHTSHOT.
en ["NIGHTSHOT"] verschijnen.
3 Raak aan.
4 Raak [SUPER NS] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
5 Raak [AAN] en aan.
wordt weergegeven.
Als u Super NightShot wilt annuleren, voert
u stap 3 en 4 uit en selecteert u [UIT] in stap
5. Of stel de NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING schakelaar in op z
(groen).
Helderdere beelden in kleur opnemen
op de band – Color Slow Shutter
1
Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
2 Controleer of de NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING schakelaar is
ingesteld op z (groen).
3 Raak aan.
4 Raak [COLOR SLOW S] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
5 Raak [AAN] en aan.
wordt weergegeven.
Als u Color Slow Shutter wilt annuleren,
voert u stap 3 en 4 uit en selecteert u [UIT]
in stap 5.
b Opmerkingen
• Gebruik de functie NightShot/Super NightShot niet
in een heldere omgeving. Dit kan een storing
veroorzaken.
• De functie Color Slow Shutter werkt wellicht niet bij
volledige duisternis. Als u opneemt in een omgeving
zonder licht, gebruikt u de NightShot of Super
NightShot functie.
• U kunt de Super NightShot/Color Slow Shutter
functie niet gebruiken met:
– FADER functie
– Digitale effecten
• U kunt de Color Slow Shutter functie niet gebruiken
met:
– [BELICHT.PROG]
– Handmatige belichting
– Flexibele spotmeter
,wordt vervolgd
Opnemen
36
• Als u de functie Super NightShot of Color Slow
Shutter gebruikt, wordt de sluitertijd van de
camcorder gewijzigd afhankelijk van de helderheid.
Op dit moment kan de beweging van het beeld
worden vertraagd.
• Stel handmatig scherp als u moeilijk automatisch
kunt scherpstellen.
• Bedek de infraroodpoort niet met uw vingers of
andere voorwerpen. Verwijder de voorzetlens
(optioneel) als deze is bevestigd.
Scherpstelling
aanpassen
Er wordt automatisch scherpgesteld in de
standaardinstelling.
Scherpstellen op een onderwerp
dat niet in het midden staat
– SPOT FOCUS
U kunt het brandpunt selecteren en aanpassen
om het brandpunt te richten op een
onderwerp dat zich niet in het midden van het
scherm bevindt.
1 Raak aan tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
2 Raak [SPOTFOCUS] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(CAMERA INST.) menu.
3 Raak het onderwerp aan waarvoor u
de scherpstelling wilt aanpassen op het
scherm.
[SPOTFOCUS] knippert als de camera de
scherpstelling aanpast.
9 wordt weergegeven.
Opnemen
Opnemen
37
4 Raak [END] aan.
De scherpstelling automatisch
aanpassen
Voer stap 1 en 2 uit en raak vervolgens [AUTO]
aan in stap 3. Of druk op FOCUS na stap 4.
b Opmerking
• U kunt de SPOT FOCUS functie niet gebruiken met:
– NightFraming functie
– [BELICHT.PROG]
• Informatie over de afstand voor scherpstellen
worden niet weergegeven.
De scherpstelling handmatig
aanpassen
U kunt de scherpstelling handmatig
aanpassen aan de opnameomstandigheden.
Gebruik deze functie in de volgende gevallen.
– Een onderwerp achter een raam met
regendruppels opnemen.
– Horizontale strepen opnemen.
– Een onderwerp met weinig contrast tussen
het onderwerp en de achtergrond opnemen.
– Als u wilt scherpstellen op een onderwerp in
de achtergrond.
– Een stilstaand beeld opnemen met de
camcorder op een statief.
1 Druk op FOCUS tijdens het opnemen
of in de wachtstand.
9 wordt weergegeven.
2 Draai de scherpstelring en pas de
scherpstelling aan.
9 wordt gewijzigd in als de
scherpstelling niet verder kan worden
aangepast.
9 wordt gewijzigd in als er
niet verder kan worden scherpgesteld.
Tips voor handmatig scherpstellen
• U kunt gemakkelijker scherpstellen op het
onderwerp als u de zoomfunctie gebruikt.
Draai de motorzoomknop naar T (tele-
opnamen) om de scherpstelling aan te
passen en vervolgens naar W (groothoek)
om de zoomfunctie aan te passen voor de
opnamen.
• Als u een close-up wilt maken van een
onderwerp, draait u de motorzoomknop
naar W (groothoek) om het beeld volledig
te vergroten en past u vervolgens de
scherpstelling aan.
De functie voor vergroot scherpstellen
gebruiken
U kunt de instelling voor scherpstellen
gemakkelijker controleren door het beeld te
vergroten tijdens het handmatig scherpstellen.
Als het CAMERA-MEMORY lampje brandt,
stelt u [EXPANDED F] in het (CAMERA
INST.) menu in op [AAN] (p. 61).
Als u de scherpstelring draait, verschijnt
en wordt het beeld twee keer zo groot
weergegeven.
De scherpstelling automatisch
aanpassen
Druk nogmaals op FOCUS.
z Tip
• De informatie over de brandpuntsafstand (als het
donker is en u moeilijk kunt scherpstellen) wordt in
de volgende gevallen 3 seconden weergegeven.
(Deze informatie wordt niet juist weergegeven als u
een voorzetlens (optioneel) gebruikt.)
– Als u de stand voor scherpstelling schakelt van
automatisch naar handmatig.
– Als u de scherpstelring draait.
Scherpstelring
FOCUS
,wordt vervolgd
Opnemen
38
Extra licht gebruiken om scherp te
stellen op een stilstaand beeld
– HOLOGRAM AF
Als u opneemt in een donkere omgeving,
kunt u het HOLOGRAM AF licht gebruiken
om scherp te stellen op onderwerpen totdat de
scherpstelling wordt vastgelegd. De
maximale brandpuntsafstand voor het
HOLOGRAM AF licht is ongeveer 2,5 m.
[HOLOGRAM AF] wordt standaard ingesteld
op [AUTO]
(p. 62).
Informatie over HOLOGRAM AF
"HOLOGRAM AF", een toepassing van
laserhologrammen, is een nieuw optisch
systeem voor automatisch scherpstellen
waarmee stilstaande beelden kunnen worden
opgenomen in een donkere omgeving. Het
systeem heeft minder straling dan gewone
heldere LED's of lampen en voldoet aan de
Laser Class 1 (*) specificatie en is dus veiliger
voor de ogen.
Er zijn geen veiligheidsrisico's als u
rechtstreeks en van dichtbij in de HOLOGRAM
AF zender kijkt. U kunt dit echter beter niet
doen, omdat u hierna gedurende enkele minuten
nabeelden op uw netvlies kunt krijgen en
duizelig kunt worden (net zoals wanneer u in
een flitser kijkt).
* HOLOGRAM AF voldoet aan de Class 1
specificaties (tijdbasis van 30000 seconden), zoals
wordt voorgeschreven in de industrienormen van JIS
(Japan), IEC (Europese Unie) en FDA (Verenigde
Staten).
Als aan deze normen wordt voldaan, is het
laserproduct veilig wanneer een persoon gedurende
30000 seconden rechtstreeks of door een lens naar
het laserlicht kijkt.
b Opmerkingen
• De scherpstelling wordt wellicht niet correct
aangepast als u een voorzetlens (optioneel) gebruikt
omdat dit het HOLOGRAM AF licht kan blokkeren.
• U kunt HOLOGRAM AF niet gebruiken met:
– De CAMERA-TAPE stand
– De flitser ingesteld op (niet flitsen)
– [ZONSON MAAN] of [LANDSCHAP] van
[BELICHT.PROG]
– Handmatig scherpstellen
– SPOT FOCUS functie
–Burst
– NightShot functie
• De informatie over de brandpuntsafstand wordt niet
weergegeven op het scherm.
Het kader en de scherpstelling aanpassen
bij het opnemen van een stilstaand beeld in
een donkere omgeving – NightFraming
U kunt het onderwerp bij volledige duisternis
bekijken. Tijdens het opnemen, wordt het
HOLOGRAM AF licht uitgevoerd om scherp te
stellen op een onderwerp totdat de
scherpstelling wordt vastgelegd.
1 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de CAMERA-
MEMORY stand te selecteren.
HOLOGRAM AF zender
Opnemen
Opnemen
39
2 Stel de NIGHTSHOT/
NIGHTFRAMING schakelaar in op
NIGHTFRAMING.
en [NIGHTFRAMING] verschijnen.
Wilt u NightFraming annuleren, dan stelt u
de NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING
schakelaar in op z (groen).
b Opmerkingen
• De scherpstelling wordt wellicht niet correct
aangepast als u een voorzetlens (optioneel) gebruikt
omdat dit het HOLOGRAM AF licht kan blokkeren.
• Er wordt automatisch scherpgesteld, zelfs als
handmatig scherpstellen is geselecteerd.
• Het extra licht wordt uitgevoerd, zelfs als
[HOLOGRAM AF] is ingesteld op [UIT].
• De flitser wordt gebruikt, zelfs als (niet flitsen)
is geselecteerd.
z Tip
• Zelfs als het onderwerp tijdens het opnemen niet in
natuurlijke kleuren op het LCD-scherm wordt
weergegeven, wordt het onderwerp wel in
natuurlijke kleuren opgenomen.
Beelden met
verschillende
effecten opnemen
Een scène in- of uitfaden
– FADER
U kunt de volgende effecten toevoegen aan
beelden die u op dit moment opneemt.
[NORM. FADER]
[MOZ. FADER]
[MONOTOON]
Bij het infaden wordt het beeld langzaam
gewijzigd van zwart/wit naar kleur.
Bij het uitfaden wordt het beeld langzaam
gewijzigd van kleur naar zwart/wit.
POWER
schakelaar
,wordt vervolgd
Opnemen
40
[OVERLAP] (alleen infaden)
[OVERLOOP] (alleen infaden)
[PUNT FADER] (alleen infaden)
1 Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
2 Raak aan in de wachtstand (om
in te faden) of tijdens het opnemen (om
uit te faden).
3 Raak [FADER] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het (BEELD
PROG.) menu.
4 Raak het gewenste effect en aan.
Als u [OVERLAP], [OVERLOOP] en
[PUNT FADER] aanraakt, wordt het beeld
op de band in de camcorder opgeslagen als
stilstaand beeld. Tijdens het opslaan van het
beeld wordt het scherm blauw.
5 Druk op START/STOP.
De faderaanduiding stopt met knipperen en
verdwijnt als het faden is voltooid.
De bewerking annuleren
Raak [UIT] aan in stap 3.
b Opmerking
• U kunt de FADER functie niet gebruiken met:
– Super NightShot functie
– Color Slow Shutter functie
– Digitale effecten
– [VL. INT.OPN.] (bandopname met vloeiende
intervallen)
– [BEELDOPNAME] (Frameopname)
Infaden vanuit een stilstaand beeld op
de "Memory Stick" – Overlappen vanaf
de "Memory Stick"
U kunt infaden vanuit het stilstaande beeld op
de "Memory Stick" naar de film die op dit
moment wordt opgenomen op de band.
1 Controleer of u een "Memory Stick"
hebt met het stilstaande beeld dat u wilt
samenvoegen en of u een band in de
recorder hebt geplaatst.
2 Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
3 Raak aan.
4 Raak [MENU] aan.
5 Selecteer (BEELD PROG.), [
OVRLAP] door / en aan te
raken.
Het beeld wordt op het scherm met
miniaturen weergegeven.
6 Raak (vorige)/ (volgende) aan
om het stilstaande beeld te selecteren dat
moet worden samengevoegd.
7 Raak [AAN] en aan.
8 Raak aan.
9 Druk op START/STOP om te beginnen
met opnemen.
[GEH. OVRLAP] stopt met knipperen en
verdwijnt als het faden is voltooid.
Stilstaand beeld
Film
Opnemen
Opnemen
41
Speciale effecten gebruiken
– Digitale effecten
U kunt digitale effecten toevoegen aan de
opnamen.
[STILSTAAND]
U kunt een film opnemen terwijl u deze over
een eerder opgenomen stilstaand beeld legt.
[FLITS] (intervalopname)
U kunt een film opnemen die bestaat uit een
reeks stilstaande beelden (stroboscoopeffect).
[LUMINANTIE] (Luminance Key)
U kunt een helder gedeelte in een eerder
opgenomen stilstaand beeld, zoals de
achtergrond van een persoon of een titel
geschreven op wit papier, vervangen door een
film.
[NABEELD]
U kunt beelden opnemen die een spoor van
nabeelden achterlaten.
[LGZM SL.] (langzame sluitertijd)
U kunt de sluitertijd vertragen. Met deze stand
kunt u onderwerpen op een donkere plaats
helderder opnemen.
[OUDE FILM]
U kunt de beelden een sfeer van oude speelfilms
geven. De camcorder neemt beelden
automatisch op in de Letterbox-stand voor alle
schermformaten, in sepia en met een langzame
sluitertijd.
1 Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
2 Raak aan.
3 Raak [DIG EFFECT] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het (BEELD
PROG.) menu.
4 Raak het gewenste effect aan, pas het
effect aan door (lager)/
(hoger) aan te raken en raak
vervolgens aan.
Als u [STILSTAAND] of [LUMINANTIE]
aanraakt, wordt het beeld dat op het scherm
wordt weergegeven, opgeslagen als
stilstaand beeld.
Voorbeeld van aanpassingsvenster:
,wordt vervolgd
Opnemen
42
* Er kan moeilijk automatisch worden
scherpgesteld met dit effect. Stel handmatig
scherp met de camcorder op een statief zodat de
camcorder stabiel staat.
5 Raak aan.
wordt weergegeven.
Digitale effecten annuleren
Voer stap 2 en 3 uit en selecteer [UIT] in stap 4.
b Opmerkingen
• U kunt digitale effecten niet gebruiken met:
– Super NightShot functie
– Color Slow Shutter functie
– FADER functie
– Overlappen vanaf de "Memory Stick"
– MEMORY MIX functie
• U kunt [LGZM SL.]/[OUDE FILM] niet gebruiken
met [BELICHT.PROG] (behalve [AUTO]).
• U kunt [OUDE FILM] niet gebruiken met:
– [16:9-FORMAAT] stand
– Beeldeffecten ([B EFFECT])
z Tip
• U kunt een beeld maken met negatieve kleuren en
helderheid of een beeld dat lijkt op een lichte
tekening in pastelkleuren. Zie beeldeffecten ([B
EFFECT], p. 69) voor meer informatie.
Stilstaande beelden over films op
een band leggen – MEMORY MIX
U kunt een stilstaand beeld op de "Memory
Stick" over de film leggen die u op dit
moment op een band opneemt. U kunt
vervolgens de samengestelde beelden
opnemen op een band of een "Memory
Stick". (U kunt geen stilstaand beeld
samenvoegen met een beeld dat al op een
band is opgenomen.)
[GTCAM LUMI.] (Luminance Key op de
"Memory Stick")
U kunt een helder (wit) gedeelte van een
stilstaand beeld omwisselen met een film. Als u
deze functie wilt gebruiken, kunt u het beste
vooraf een stilstaand beeld, een illustratie of een
handgeschreven titel op wit papier opnemen op
een "Memory Stick".
[CAMTG CHROMA] (Chroma Key op de
camera)
U kunt een film over een stilstaand beeld
leggen, bijvoorbeeld een stilstaand beeld dat als
achtergrond wordt gebruikt. Neem de film op
met het onderwerp tegen een blauwe
achtergrond. Alleen het blauwe gedeelte van de
film wordt omgewisseld met het stilstaande
beeld.
Effect Instelmogelijkheden
[STILSTAAND] U kunt het
transparantieniveau
instellen van het
stilstaande beeld dat u over
een film wilt leggen.
[FLITS] Het interval voor frame-
voor-frame afspelen.
[LUMINANTIE] U kunt het kleurschema
kiezen voor het gedeelte
van het stilstaande beeld
dat u wilt omwisselen met
een film.
[NABEELD] U kunt de tijdsduur voor
het faden van de nabeelden
instellen.
[LGZM SL.]* Sluitertijd (1 is 1/25, 2 is 1/
12, 3 is 1/6, 4 is 1/3).
[OUDE FILM] U hoeft geen wijzigingen
aan te brengen.
Stilstaand beeld
Film
Stilstaand beeld
Blauw
Film
Opnemen
Opnemen
43
[GTCAM CHROMA] (Chroma Key op de
"Memory Stick")
U kunt de film omwisselen met het blauwe
gedeelte van een stilstaand beeld, zoals een
illustratie, of met een kader met een blauw
gedeelte in het kader.
1 Controleer of u een "Memory Stick"
hebt met het stilstaande beeld dat u
wilt samenvoegen (alleen als u
opneemt op een band) en of u een band
in de recorder hebt geplaatst.
2 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de CAMERA-TAPE
stand (als u opneemt op een band) of de
CAMERA-MEMORY stand (als u
opneemt op een "Memory Stick") te
selecteren.
3 Raak aan.
4 Raak [DUBBEL BEELD] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het (BEELD
PROG.) menu.
Het stilstaande beeld op de "Memory Stick"
wordt weergegeven op het scherm met
miniaturen.
5 Raak / aan om het stilstaande
beeld te overlappen.
6 Raak het gewenste effect aan.
Het stilstaande beeld wordt over de film
gelegd die op dat moment wordt
weergegeven op het LCD-scherm.
7 Raak (lager)/ (hoger) aan om
de volgende items aan te passen.
Voor [GTCAM LUMI.]
U kunt het kleurschema kiezen voor het
heldere gedeelte van het stilstaande beeld
waar de film verschijnt. Als u alleen het
stilstaande beeld op de "Memory Stick" wilt
opnemen op de band, raakt u aan op
het scherm in [GTCAM LUMI.] totdat de
balk volledig is uitgebreid naar de
rechterkant.
Voor [CAMTG CHROMA]
Het kleurschema van het blauwe gedeelte in
de film.
Voor [G
TCAM CHROMA]
U kunt het kleurschema kiezen voor het
blauwe gedeelte van het stilstaande beeld
waar de film verschijnt.
8 Raak twee keer aan.
wordt weergegeven.
9 Start het opnemen.
Als u opneemt op een band
Druk op START/STOP.
Opnemen op een "Memory Stick"
Druk PHOTO volledig in.
Stilstaand beeld
Film
Blauw
Scherm met miniaturen
,wordt vervolgd
Opnemen
44
MEMORY MIX annuleren
Voer stap 1 tot en met 4 uit en raak [UIT] aan in
stap 5.
b Opmerkingen
• Als het overlappende stilstaande beeld een grote
hoeveelheid wit bevat, is het beeld op het scherm
met miniaturen wellicht niet duidelijk.
• Als u de functie MEMORY MIX in de spiegelstand
gebruikt (p. 26), wordt het beeld op het LCD-scherm
niet in spiegelbeeld weergegeven.
• U kunt wellicht geen beelden weergeven die met de
computer zijn bewerkt of die zijn opgenomen met
andere camcorders dan uw camcorder.
z Tip
De bijgeleverde CD-ROM met het USB-
stuurprogramma SPVD-010 bevat voorbeelden die u
kunt gebruiken bij bewerkingen met MEMORY MIX.
Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de
computertoepassingen" voor meer informatie.
Beginpunt zoeken
De laatste scène van de meest
recente opname zoeken
– END SEARCH
Deze functie is handig als u bijvoorbeeld de
band hebt afgespeeld maar direct wilt
opnemen na de laatstopgenomen scène. Als u
een band zonder Cassette Memory gebruikt,
werkt de END SEARCH functie niet meer als
u de band uitwerpt nadat u op de band hebt
opgenomen. Als u een band met Cassette
Memory gebruikt, werkt de functie zelfs als u
de band hebt uitgeworpen.
1 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de CAMERA-TAPE
stand te selecteren.
2 Raak aan.
POWER schakelaar
Opnemen
Opnemen
45
3 Raak aan.
De laatste scène van de meest recente
opname wordt ongeveer 5 seconden
afgespeeld en de camcorder schakelt over
naar de wachtstand op het moment dat de
laatste opname is voltooid.
De bewerking annuleren
Raak [ANNUL.] aan.
b Opmerking
• De END SEARCH functie functioneert niet correct
als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op
de band.
z Tip
• U kunt deze bewerking ook uitvoeren door [EINDE
ZOEKEN] te selecteren in de menu-instellingen. In
de PLAY/EDIT stand kunt u deze bewerking
uitvoeren door de snelkoppeling [EINDE ZOEKEN]
in te selecteren (p. 57).
Handmatig zoeken – EDIT SEARCH
U kunt naar het beginpunt zoeken terwijl u de
beelden op het scherm bekijkt. Het geluid
wordt niet afgespeeld tijdens het zoeken.
1 Schuif de POWER schakelaar om de
CAMERA-TAPE stand te selecteren.
2 Raak aan.
3 Blijf (teruggaan)/
(vooruitgaan) aanraken totdat u het
gewenste punt hebt gevonden waar u
wilt beginnen met opnemen.
De laatstopgenomen scènes
controleren – Opnamecontrole
U kunt een aantal seconden bekijken van de
scène die u net voor het stoppen van de band
hebt opgenomen.
1 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de CAMERA-TAPE
stand te selecteren.
2 Raak aan.
3 Raak één keer aan.
De laatste seconden van de
laatstopgenomen scène worden
weergegeven. De camcorder wordt hierna
in de wachtstand gezet.
Verschijnt alleen
met een band met
Cassette Memory
Afspelen
46
Afspelen
Films op een band
bekijken
Controleer of u een band met opnamen in de
camcorder hebt geplaatst.
Bepaalde handelingen kunt u met de
afstandsbediening of met het aanraakscherm
uitvoeren.
Zie pagina 54 als u de opnamen wilt afspelen
op de TV.
1 Druk op OPEN en open het LCD-
scherm.
2 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
3 Raak (terugspoelen) aan om
naar het punt te gaan dat u wilt
bekijken.
4 Raak (afspelen) aan om het
afspelen te starten.
Het volume regelen
1
Raak aan.
2 Raak [VOLUME] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(STANDRD INST) menu.
3 Pas het volume aan door (lager)/
(hoger) aan te raken en raak
aan.
Het afspelen stoppen
Raak (stoppen) aan.
Het afspelen onderbreken
Raak (pauze) aan tijdens het afspelen.
Raak dit nogmaals aan om het afspelen te
hervatten.
Het afspelen worden automatisch gestopt als de
camcorder langer dan 5 minuten in de
pauzestand staat.
Snel vooruitspoelen of terugspoelen
Raak (snel vooruitspoelen) of
(terugspoelen) aan in de stopstand.
Films bekijken in de beeldzoeker
Sluit het LCD-scherm. Schuif de beeldzoeker
uit.
OPEN
POWER schakelaar
Schuif de POWER
schakelaar terwijl u
het groene knopje
ingedrukt houdt.
Afspelen
Afspelen
47
Aanduidingen die worden weergegeven
tijdens het afspelen van banden
A Resterende accuduur
B Opnamestand (SP of LP)
C Aanduiding voor bandtransport
D Tijdcode (uur: minuut: seconde: frame)
of bandteller (uur: minuut: seconde)
E Toets voor persoonlijk menu (p. 57)
F Videobedieningstoetsen
Hebt u een "Memory Stick" geplaatst, dan
wordt (stoppen) gewijzigd in
("Memory Stick" afspelen) als u het
afspelen stopt.
Afspelen in verschillende standen
Snel vooruitspoelen of terugspoelen
tijdens het afspelen – Beeldzoekfunctie
Blijf (snel vooruitspoelen) of
(terugspoelen) aanraken tijdens het afspelen.
Raak de toets niet meer aan om door te gaan met
normaal afspelen.
Het beeld weergeven tijdens het snel
vooruitspoelen of terugspoelen
– Snelzoekfunctie
Raak (snel vooruitspoelen) of
(terugspoelen) aan terwijl u de band snel
vooruitspoelt of terugspoelt.
Raak de toets niet meer aan als u wilt doorgaan
met snel vooruitspoelen of terugspoelen.
Afspelen in verschillende standen
U hoort het opgenomen geluid niet. U ziet
wellicht ook mozaïekpatronen van eerder
afgespeelde beelden op het scherm.
1 Raak aan in de afspeelstand of
afspeelpauzestand.
2 Raak [ VRTR AFSP] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(BEW.&AFSP.) menu.
3 Selecteer een afspeelstand.
Als u wilt terugkeren naar de normale
afspeelstand, raakt u (pauze) twee
keer aan (één keer voor het afspelen van
frames).
* Er kunnen horizontale lijnen verschijnen aan de
boven- of onderzijde of in het midden van het
scherm. Dit duidt niet op een storing.
**Beelden die worden uitgevoerd via de DV-
interface kunnen niet vloeiend worden
afgespeeld in de vertraagde stand.
4 Raak en aan.
Actie Aanraken
De afspeelrichting
wijzigen*
(frame) tijdens het
afspelen.
Vertraagd
afspelen**
(vertraagd) tijdens
het afspelen.
De richting wijzigen
1 Raak (frame)
aan.
2 (vertraagd).
De band 2 keer zo
snel afspelen
(dubbele snelheid)
(dubbele snelheid)
tijdens het afspelen.
De richting wijzigen
1 Raak (frame)
aan.
2 (dubbele
snelheid).
Frame-voor-
frame afspelen
(frame) in de
afspeelpauzestand.
Als u de richting wilt
wijzigen, raakt u
(frame) nogmaals aan
tijdens het afspelen van
frames.
,wordt vervolgd
Afspelen
48
Opnamen met toegevoegde
effecten bekijken – Digitale
effecten
U kunt de effecten [STILSTAAND],
[FLITS], [LUMINANTIE] en [NABEELD]
toepassen als u opgenomen beelden bekijkt.
Zie pagina 41 voor meer informatie over de
effecten.
1 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
2 Raak aan terwijl het beeld
wordt weergegeven waaraan u het
effect wilt toevoegen.
3 Raak [MENU] aan.
4 Selecteer (BEELD PROG.) en
[DIG EFFECT] door / en
aan te raken.
5 Selecteer een effect en pas het effect
aan door (lager)/ (hoger) aan
te raken.
6 Raak twee keer aan en raak
aan.
wordt weergegeven.
Digitale effecten annuleren
Voer stap 2 tot en met 4 uit en selecteer [UIT] in
stap 5.
b Opmerking
• U kunt geen effecten toevoegen aan beelden die via
externe bronnen worden ingevoerd. U kunt ook geen
beelden uitvoeren die zijn bewerkt met digitale
effecten via de DV-interface.
z Tip
• U kunt beelden die met speciale effecten zijn
bewerkt, niet opnemen op de band in de camcorder,
maar u kunt deze kopiëren naar een "Memory Stick"
(p. 91) of een andere band (p. 89).
POWER
schakelaar
Afspelen
Afspelen
49
Opnamen op een
"Memory Stick"
bekijken
U kunt beelden één voor één op het scherm
bekijken. Als u veel beelden hebt, kunt u een
lijst weergeven om gemakkelijk in de
beelden te zoeken. Controleer of u een
"Memory Stick" met opnamen in de
camcorder hebt geplaatst.
Zie pagina 54 als u opgenomen beelden wilt
afspelen op de TV.
1 Druk op OPEN en open het LCD-
scherm.
2 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
3 Raak aan.
Het laatstopgenomen beeld wordt op het
scherm weergegeven.
4 Raak (vorige)/ (volgende)
aan om een beeld te selecteren.
Als u een film bekijkt, raakt u aan
als de geselecteerde film op het scherm
verschijnt.
Het volume van films regelen
1
Raak aan.
2 Raak [VOLUME] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(STANDRD INST) menu.
3 Pas het volume aan door (lager)/
(hoger) aan te raken en raak
aan.
Films stoppen of onderbreken
Raak aan. Raak dit nogmaals aan om het
afspelen te hervatten.
Beelden verwijderen
Zie "Opgenomen beelden verwijderen" (p. 102)
voor meer informatie.
OPEN
POWER
schakelaar
Schuif de POWER
schakelaar terwijl u het
groene knopje ingedrukt
houdt.
Schermvoorbeeld (films):
101
2/10
MOV00002
60min
P-MENU
MPEG
MEMORY PLAY
320
,wordt vervolgd
Afspelen
50
Aanduidingen die worden weergegeven
tijdens het afspelen van een "Memory
Stick"
A Resterende accuduur
B Formaat van stilstaande afbeelding
C Beeldnummer/Totaalaantal opgenomen
beelden in de huidige weergavemap
D Mapnaam
E Speelduur (alleen voor films)
F Aanduiding voor vorige/volgende map
De volgende aanduidingen worden
weergegeven als het eerste of laatste beeld
in de huidige map wordt weergegeven en
als er meerdere mappen op dezelfde
"Memory Stick" staan.
: raak aan om naar de vorige map
te gaan.
: raak aan om naar de volgende
map te gaan.
: raak / aan om naar de
vorige of volgende map te gaan.
G Toets voor het verwijderen van beelden
H Afdrukmarkering (alleen voor
stilstaande beelden) (p. 105)
I Markering voor beeldbeveiliging (p. 104)
J Bestandsnaam
K Toets voor persoonlijk menu
L Toets voor indexscherm
M Toets voor band afspelen
N Toets voor beeldselectie
b Opmerking
• Mappen die u op de computer hebt gemaakt, mappen
waarvan de naam is gewijzigd en aangepaste
beelden worden wellicht niet op het scherm
weergegeven.
z Tip
• Wanneer u een beeld opneemt in een map, wordt
deze map ingesteld als de standaardweergavemap. U
kunt een weergavemap selecteren in het menu
(p. 68).
Afspelen in verschillende standen
vanaf een "Memory Stick"
Op het scherm in stap 4 in "Opnamen op een
"Memory Stick" bekijken" (p. 49) zijn de
volgende handelingen beschikbaar.
Zoeken naar een scène in een film
U kunt een film splitsen in maximaal 60 scènes
zodat u het afspelen kunt starten bij een
bepaalde scène. Het maximumaantal scènes
waarin u de film kunt splitsen, is afhankelijk
van de lengte van de film.
1 Raak (vorige)/ (volgende) aan
om een scène te selecteren waar u het
afspelen wilt starten.
2 Raak aan.
Zes beelden, inclusief films,
tegelijkertijd weergeven – Indexscherm
Raak aan.
N teken*
Volgende
6 beelden
Vorige
6 beelden
* Het beeld dat werd weergegeven voordat er is
overgeschakeld naar het indexscherm.
Filmteken
Afspelen
Afspelen
51
Als u wilt terugkeren naar de stand waarin één
beeld wordt weergegeven, raakt u het beeld aan
dat u wilt weergeven.
Beelden in andere mappen bekijken op
het indexscherm
1
Raak aan.
2 Raak aan.
3 Raak [WRGV MAP] aan.
4 Selecteer een map met / en raak
aan.
Verschillende
afspeelfuncties
U kunt een klein onderwerp in een opname
vergroten en op het scherm weergeven. U
kunt ook de opnamedatum weergeven en de
naam van de map waarin het beeld is
opgenomen.
Beelden vergroten – Zoomen tijdens het
afspelen van banden/Zoomen tijdens
het afspelen van een "Memory Stick"
U kunt films vergroten die op een band zijn
opgenomen of stilstaande beelden die op een
"Memory Stick" zijn opgeslagen.
1 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
2 Raak aan.
3 Raak [MENU] aan.
DISPLAY/BATT INFO
POWER schakelaar
,wordt vervolgd
Afspelen
52
4 Selecteer (BEELD PROG.) en
[WEERG. ZOOM] door / en
aan te raken.
5 Speel het stilstaande beeld of de film af
en raak het scherm aan op het punt in
het weergegeven frame dat u wilt
vergroten.
Het beeld wordt ongeveer twee keer
vergroot en wordt gecentreerd op het punt
dat u op het scherm hebt aangeraakt. Als u
een ander punt aanraakt, wordt het beeld op
dit punt gecentreerd.
6 Pas de zoomsterkte aan met de
motorzoomknop.
U kunt de zoomsterkte selecteren van
ongeveer 1,1 tot 5 keer de normale grootte.
Raak W aan om uit te zoomen en T om in te
zoomen.
De bewerking annuleren
Raak [END] aan.
b Opmerking
• U kunt extern ingevoerde beelden niet vergroten. U
kunt ook geen vergrote beelden uitvoeren via de
DV-interface.
z Tips
• U kunt het vergrote beeld opslaan als stilstaande
beeld op een "Memory Stick" door op PHOTO te
drukken. Het beeld wordt opgenomen met een
beeldformaat van 640 × 480.
• Als u op DISPLAY/BATT INFO drukt tijdens de
zoombewerking bij het afspelen, verdwijnt het
kader.
De schermaanduidingen
weergeven
U kunt de tijdcode, bandteller en andere
gegevens op het scherm weergeven.
Druk op DISPLAY/BATT INFO.
De aanduidingen verschijnen/verdwijnen als u
op de toets drukt.
z Tip
• U kunt de schermaanduidingen weergeven als u
afspeelt op een TV. Selecteer achtereenvolgens het
(STANDRD INST) menu, [DISPLAY] en [V-
UIT/LCD] (p. 83).
De datum/tijd en gegevens over
camera-instellingen weergeven
– Gegevenscode
Tijdens het afspelen kunt u de datum/tijd en
gegevens over de camera-instellingen
([CAMERAGEGEV.]) weergeven. Deze
worden automatisch opgenomen als u
beelden opneemt op een band of "Memory
Stick".
1 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
2 Raak aan tijdens het afspelen of
in de afspeelpauzestand.
Toets voor
"Memory Stick"
afspelen
Toets voor band
afspelen
Venster voor het zoomen tijdens het afspelen
van banden
Venster voor het zoomen tijdens het
afspelen van een Memory Stick
Afspelen
Afspelen
53
3 Raak [GEGEV. CODE] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(STANDRD INST) menu.
4 Selecteer [CAMERAGEGEV.] of
[DATUM/TIJD] en raak aan.
De datum/tijd/gegevens over camera-
instellingen verbergen
Voer stap 2 en 3 uit en selecteer [UIT] in stap 4.
Gegevens over camera-instellingen
weergeven
Op het gegevensscherm voor datum/tijd worden
de datum en tijd in hetzelfde gedeelte
weergegeven.
Als u het beeld opneemt zonder de klok in te
stellen, verschijnen [-- -- ----] en [--:--:--].
A SteadyShot uitgeschakeld*
B Belichting*
C Witbalans*
D Gevoeligheid*
E Sluitertijd
F Diafragma
* Verschijnt alleen tijdens het afspelen van banden
b Opmerking
• Gegevens over camera-instellingen verschijnen niet
als films op een "Memory Stick" worden afgespeeld.
z Tips
• Er wordt een aanpassingswaarde voor de belichting
(0EV) weergegeven als een "Memory Stick" wordt
afgespeeld.
• verschijnt vóór het beeld dat is opgenomen met
de flitser.
Afspelen
54
Het beeld afspelen op
een TV
Sluit de camcorder aan op een TV met de
bijgeleverde A/V-kabel, zoals in de volgende
afbeelding wordt weergegeven.
Sluit de bijgeleverde netspanningsadapter
aan op een stopcontact (p. 13).
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de
apparaten die u wilt aansluiten.
Zie pagina 90 als u een andere band wilt
kopiëren.
*1 De bijgeleverde A/V-kabel heeft een videostekker
en een S-videostekker voor de videoaansluiting.
*2 Met deze aansluiting worden beelden met een DV-
indeling met een hoge kwaliteit geproduceerd. Als
het apparaat dat u wilt aansluiten, een S-
videoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de S-
videostekker en gebruikt u de gele videostekker
niet. Het geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen
de S-videostekker aansluit.
Als de TV is aangesloten op een
videorecorder
Sluit de camcorder aan op LINE IN op de
videorecorder met de A/V-kabel. Zet de
ingangskeuzeschakelaar van de videorecorder
op LINE.
Als de TV mono is (Als de TV slechts één
audioingang heeft)
Sluit de gele stekker van de A/V-kabel aan op
de videoingang en sluit de witte of rode stekker
aan op de audioingang van de TV of
videorecorder.
Als u het geluid in mono wilt afspelen, gebruikt
u een geschikte kabel (optioneel).
Als de TV/videorecorder een 21-polige
aansluiting (EUROCONNECTOR) heeft
Gebruik de 21-polige verloopstekker die bij de
camcorder is geleverd (alleen voor de modellen
met het teken aan de onderzijde). Deze
verloopstekker is alleen geschikt voor uitvoer.
Signaalverloop
A/V-aansluiting
A/V-kabel (bijgeleverd)*1
Videorecorders of TV's
Geel
Wit
Rood
Als de TV of videorecorder een
S-videoaansluiting heeft*2
S-videostekker
(zwart)
TV/
video-
recorder
Afspelen
Afspelen
55
Een scène op een
band zoeken voor
afspelen
Snel de gewenste scène zoeken
– Nulpuntgeheugen-
terugkeerfunctie
1 Druk tijdens het afspelen op ZERO
SET MEMORY op de
afstandsbediening bij het punt dat u
later wilt terugvinden.
De bandteller wordt weer op "0:00:00"
gezet en verschijnt op het scherm.
Als de bandteller niet wordt weergegeven,
drukt u op DISPLAY op de
afstandsbediening.
2 Druk op (stoppen) als u wilt
stoppen met afspelen.
3 Druk op m REW.
De band wordt automatisch gestopt als de
bandteller "0:00:00" bereikt.
4 Druk op PLAY.
Het afspelen wordt gestart vanaf het punt
dat wordt aangegeven met "0:00:00" op de
bandteller.
De bewerking annuleren
Druk nogmaals op ZERO SET MEMORY op
de afstandsbediening.
b Opmerkingen
• Er kan een afwijking van enkele seconden zijn
tussen de tijdcode en de bandteller.
• De nulpuntgeheugen-terugkeerfunctie functioneert
niet correct als er een leeg gedeelte staat tussen de
opnamen op de band.
Een scène zoeken met Cassette
Memory – Titelzoekfunctie
U kunt een scène zoeken waaraan u een titel
hebt toegevoegd (p. 75).
1 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op SEARCH M.
op de afstandsbediening om [TITEL
ZOEKEN] te selecteren.
3 Druk op . (vorige)/ > (volgende)
op de afstandsbediening om een titel te
selecteren die u wilt afspelen.
PLAY
ZERO SET MEMORY
DISPLAY
STOP
m REW
. / >
STOP
SEARCH M.
,wordt vervolgd
Afspelen
56
Het afspelen wordt automatisch gestart
vanaf de geselecteerde titel.
De bewerking annuleren
Druk op STOP op de afstandsbediening.
b Opmerkingen
• U kunt de titelzoekfunctie niet gebruiken als [
ZOEKEN] is ingesteld op [UIT] in het
(BEW.&AFSP.) menu (de optie is standaard
ingesteld op [AAN]) (p. 75).
• De titelzoekfunctie functioneert niet correct als er
een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de
band.
Een scène zoeken op
opnamedatum
– Datumzoekfunctie
Als u een band met Cassette Memory
gebruikt, kunt u een scène zoeken op
opnamedatum ([ ZOEKEN] is standaard
ingesteld op [AAN]). Als u een band zonder
Cassette Memory gebruikt, kunt u het punt
zoeken waar de opnamedatum wordt
gewijzigd.
1 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op SEARCH M.
op de afstandsbediening om [DATUM
ZOEKEN] te selecteren.
3 Druk op . (vorige) > (volgende)
op de afstandsbediening om een
opnamedatum te selecteren.
Als u een band met Cassette Memory hebt,
kunt u zelf de opnamedatum selecteren. Als
u een band hebt zonder Cassette Memory,
kunt u de vorige of volgende datum van het
huidige punt op de band selecteren.
Het afspelen wordt automatisch gestart
vanaf het punt waar de datum wordt
gewijzigd.
De bewerking annuleren
Druk op STOP op de afstandsbediening.
b Opmerkingen
• Als de opname op een dag korter is dan 2 minuten,
kan de camcorder het punt waarop de opnamedatum
wordt gewijzigd, niet altijd vinden.
• De datumzoekfunctie functioneert niet correct als er
een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de
band.
• U kunt datum-/tijdgegevens voor maximaal 6 dagen
opnemen. Als u meer dan 7 dagen op een band hebt
opgenomen, zoekt u naar de datum zonder het
Cassette Memory. Als u het Cassette Memory wilt
uitschakelen, selecteert u achtereenvolgens het
(BEW.&AFSP.) menu, [ ZOEKEN] en
[UIT] (p. 75).
Huidig punt op
de band
Punt waar het
afspelen
wordt gestart
. / >
SEARCH M.
STOP
Huidig punt op
de band
Punt waar het
afspelen wordt
gestart
Schermvoorbeeld
(band met Cassette Memory):
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
57
B
Uitgebreide functies
Het menu gebruiken
Menu-items
selecteren
U kunt verschillende instellingen wijzigen of
gedetailleerde aanpassingen maken met de
menu-items die worden weergegeven op het
scherm.
1 Schakel de stroom in (p. 16).
2 Raak aan.
Het persoonlijke menu verschijnt. De items
die vaak worden gebruikt, worden
weergegeven als snelkoppelingen.
3 Raak [MENU] aan om het
indexscherm van het menu weer te
geven.
4 Selecteer het pictogram van het
gewenste menu met / en raak
aan.
CAMERA INST. (p. 59)
GEH. INST. (p. 65)
BEELD PROG. (p. 69)
BEW.&AFSP. (p. 74)
STANDRD INST (p. 78)
TIJD/TAAL (p. 84)
5 Selecteer het gewenste item met
/ en raak aan.
U kunt het item direct aanraken om dit te
selecteren.
U kunt alle items laten rollen en bekijken.
De beschikbare menu-items verschillen
afhankelijk van de bedieningsstand van de
camcorder. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
POWER schakelaar
Voorbeeld: het persoonlijke menu van PLAY/
EDIT
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
58
6 Selecteer de gewenste instelling.
wordt gewijzigd in . Als u de
instelling niet wijzigt, raakt u aan om
terug te keren naar het vorige scherm.
7 Raak en aan om het
menuscherm te verbergen.
U kunt ook (terugkeren) aanraken om
een scherm terug te gaan elke keer als u de
toets aanraakt.
De snelkoppelingen van het
persoonlijke menu gebruiken
De beschikbare items verschillen afhankelijk
van de stroomstand van de camcorder. Items die
niet beschikbaar zijn, worden grijs
weergegeven.
U kunt de snelkoppelingen aanpassen (p. 85).
1 Raak aan.
2 Raak het gewenste item aan.
3 Selecteer de gewenste instelling en raak
aan.
z Tips
• Als de PLAY/EDIT stand is geselecteerd, raakt u
aan op het scherm dat na stap 2 (p. 57) wordt
weergegeven. Het scherm voor videohandelingen
verschijnt. Raak aan om naar het vorige scherm
terug te keren.
• Het is handig als de items die u vaak gebruikt in het
persoonlijke menu worden weergegeven als
snelkoppeling. Zie pagina 85 voor meer informatie
over het aanpassen van het persoonlijke menu.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
59
Het (CAMERA INST.)
menu gebruiken
– BELICHT.PROG/WITBALANS/16:9-
FORMAAT, enzovoort.
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het CAMERA INST.
menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om
de items te selecteren.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. In het venster verschijnen
alleen de items die u op dat moment kunt
aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
BELICHT.PROG
U kunt met de volgende instellingen eenvoudig beelden opnemen in situaties
waarbij verschillende technieken moeten worden gebruikt.
GAUTO Selecteer deze optie als u BELICHT.PROG niet gebruikt.
SPOTLIGHT*
(spotlight) ( )
Selecteer deze optie om te voorkomen dat
gezichten er zeer bleek uitzien onder felle
lampen, zoals in het theater of op een bruiloft.
PORTRET
(portretprogramma)
()
Selecteer deze optie om het onderwerp, zoals
personen of bloemen, naar voren te halen en een
zachte, diffuse achtergrond te maken.
SPORT*
(sportprogramma)
()
Selecteer deze optie om het schudden te
beperken bij snelbewegende onderwerpen, zoals
de bal bij tennis of golf.
STRAND&SKI*
(strand en ski)
()
Selecteer deze optie om te voorkomen dat
gezichten er te donker uitzien onder fel of
gereflecteerd licht, zoals op het strand in de
zomer of bij de wintersport in de sneeuw.
ZONSON MAAN
** (programma voor
zonsondergang en
maanlicht) ( )
Selecteer deze optie om de sfeer van situaties,
zoals zonsopgang, buitenopnamen 's nachts,
vuurwerk en neonverlichting, vast te leggen.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
60
* De camcorder stelt alleen scherp op onderwerpen op middelgrote tot grote afstand.
**De camcorder stelt alleen scherp op verafgelegen onderwerpen.
SPOTMETER
Zie pagina 33 voor meer informatie.
BELICHTING
Zie pagina 34 voor meer informatie.
WITBALANS
U kunt de kleurbalans aanpassen aan de helderheid van de opnameomgeving.
b Opmerking
• De instelling keert terug naar [AUTO] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten
loskoppelt van de camcorder.
z
Tips
• Als u de kleurbalans beter wilt aanpassen als [WITBALANS] is ingesteld op [AUTO],
richt u in de volgende gevallen de camcorder ongeveer 10 seconden op een wit voorwerp
in de buurt nadat u de POWER schakelaar hebt ingesteld op CAMERA-TAPE:
– U hebt de accu verwijderd om deze te vervangen.
– U brengt de camcorder van binnen naar buiten terwijl u de vaste belichting gebruikt of u
brengt de camcorder van buiten naar binnen.
• Stel in de volgende gevallen [WITBALANS] in op [AUTO] en stel deze na enkele
seconden weer in op [VASTHOUDEN]:
– U hebt de [BELICHT.PROG] instellingen gewijzigd als [WITBALANS] is ingesteld op
[VASTHOUDEN].
– U hebt de camcorder van binnen naar buiten gebracht, of andersom.
• Stel [WITBALANS] in op [AUTO] of [VASTHOUDEN] onder witte of fluorescerende
lampen.
LANDSCHAP**
(landschap) ( )
Selecteer deze optie als u verafgelegen
onderwerpen, zoals bergen, opneemt. Met deze
instelling voorkomt u dat de camera scherpstelt
op glas of metalen gaas in ramen dat tussen de
camcorder en het onderwerp staat.
G AUTO Selecteer deze optie als u wilt opnemen waarbij de witbalans
automatisch wordt aangepast.
VASTHOUDEN
()
Selecteer deze optie als u een onderwerp of achtergrond met één kleur
opneemt.
BUITEN ( ) • Selecteer deze optie als u opnamen van een zonsopgang/-
ondergang, neonverlichting of vuurwerk wilt maken of andere
buitenopnamen 's nachts.
• Selecteer deze optie bij fluorescerende lampen overdag.
BINNEN (n) • Selecteer deze optie bij opnamen op een feestje of in studio's waar
de lichtomstandigheden snel veranderen.
• Selecteer deze optie bij videolampen zoals in een studio, bij
natriumlampen, kwiklampen of zachte, witte verlichting.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
61
SCHERPTE
U kunt de scherpte van de beeldomtrek aanpassen met / . wordt
weergegeven als de scherpte niet meer op de standaardinstelling is ingesteld.
AUTO SLUITER
SPOTFOCUS
Zie pagina 36 voor meer informatie.
EXPANDED F
Als u beelden opneemt op een "Memory Stick" terwijl u handmatig scherpstelt,
kunt u controleren of er juist is scherpgesteld door het midden van het beeld twee
keer te vergroten (p. 37).
FLITS INST.
Deze instellingen werken niet met externe flitsers die de volgende instellingen
niet ondersteunen.
FLITSNIVEAU
U kunt de juiste flitsinstelling selecteren voor het opnemen met een externe flitser
(optioneel).
b Opmerking
• De instelling keert terug naar [NORMAAL] wanneer u de stroombron langer dan 5
minuten loskoppelt van de camcorder.
GAAN Selecteer deze optie om de elektronische sluiter automatisch in te
schakelen voor het aanpassen van de sluitertijd als u opneemt in een
heldere omgeving.
UIT Selecteer deze optie als u opneemt zonder de elektronische sluiter.
GUIT Selecteer deze optie om het vergroot scherpstellen uit te schakelen.
AAN Selecteer deze optie om het vergroot scherpstellen in te schakelen.
HOOG ( ) Selecteer deze optie om het flitsniveau hoger te maken dan de
standaardinstelling.
GNORMAAL ( ) Standaardinstelling.
LAAG ( ) Selecteer deze optie om het flitsniveau lager te maken dan de
standaardinstelling.
Zachter maken
Scherper maken
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
62
RODE-OGENR.
SUPER NS
Zie pagina 35 voor meer informatie.
NS LAMP
Als u de NightShot functie gebruikt om op te nemen, kunt u heldere beelden
opnemen met de NightShot Light om infraroodstralen (onzichtbaar) uit te zenden.
De maximale reikwijdte van de NightShot Light is ongeveer 3 meter.
b Opmerking
• Als u een voorzetlens (optioneel) bevestigt, kan deze de infraroodstralen belemmeren.
HOLOGRAM AF
Als u een stilstaand beeld opneemt op een donkere plaats, kunt u extra licht
gebruiken om scherp te stellen op het onderwerp. Terwijl wordt weergegeven
op het scherm, drukt u op PHOTO. Het extra licht wordt uitgevoerd tijdens het
aanpassen van de scherpstelling (p. 38).
COLOR SLOW S
Zie pagina 35 voor meer informatie.
Z.ONTSPANNER
Zie pagina 26, 31 voor meer informatie.
GUIT Selecteer deze optie om de rode-ogenreductie uit te schakelen.
AAN ( ) Selecteer deze optie om te flitsen vóór het opnemen om rode ogen te
voorkomen (p. 30).
GAAN Selecteer deze optie om de NightShot Light te gebruiken.
UIT Selecteer deze optie om de NightShot Light uit te schakelen.
GAUTO Selecteer deze optie om HOLOGRAM AF te gebruiken als u moeilijk
kunt scherpstellen op onderwerpen in een donkere omgeving.
UIT Selecteer deze optie om het extra licht uit te schakelen.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
63
DIGITAL ZOOM
U kunt het maximale zoomniveau selecteren als u meer dan 10 keer wilt zoomen
tijdens het opnemen op een band. De beeldkwaliteit vermindert als u de digitale
zoomfunctie gebruikt. Deze functie is handig als u vergrote beelden van een
verafgelegen onderwerp, zoals een vogel, maakt.
16:9-FORMAAT
U kunt opnamen op de band maken met een extra brede 16:9-indeling voor
weergave op een breedbeeld-TV ([16:9-FORMAAT] stand).
Met de instelling [AAN] kunt u met grotere hoeken opnemen als de
motorzoomknop naar de "W" kant wordt gedraaid dan wanneer u opneemt in de
stand [UIT].
Raadpleeg de handleidingen die bij de TV worden geleverd.
* Het beeld wordt volledig op het scherm weergegeven als de breedbeeld-TV overschakelt
naar de stand voor volledig scherm.
**Afgespeeld in 4:3 stand. Als u een beeld weergeeft in de breedbeeldstand, verschijnt het
beeld zoals dit wordt weergegeven op het LCD-scherm of in de beeldzoeker.
GUIT Selecteer deze optie om de digitale zoomfunctie uit te schakelen. U
kunt optisch maximaal 10 keer zoomen.
20 × Selecteer deze optie om de digitale zoomfunctie in te schakelen. U
kunt digitaal 10 keer tot 20 keer zoomen.
120 × Selecteer deze optie om de digitale zoomfunctie in te schakelen. U
kunt digitaal 10 keer tot 120 keer zoomen.
Aan de rechterkant van de balk wordt het
digitale zoombereik weergegeven.
Het zoombereik wordt weergegeven als u het
zoomniveau hebt geselecteerd.
Bij weergave op het LCD-scherm/in de beeldzoeker
Bij weergave op een breedbeeld-TV (16:9)*
Bij weergave op een standaard-TV**
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
64
STEADYSHOT
U kunt deze functie selecteren om cameratrillingen te compenseren.
PROG.OPNEMEN
Zie pagina 27 voor meer informatie.
GUIT Standaardinstelling (om beelden op te nemen voor weergave op een
4:3-TV). Het opgenomen beeld is niet extra breed.
AAN ( ) Selecteer deze optie om een beeld weer te geven op een breedbeeld-
TV (16:9).
GAAN Standaardinstelling (de SteadyShot functie inschakelen).
UIT ( ) Selecteer deze optie om de SteadyShot functie uit te schakelen.
Selecteer deze optie om een stilstaand beeld op te nemen met de
camcorder op een statief of met een voorzetlens (optioneel). U maakt
natuurlijke opnamen.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
65
Het (GEH. INST.)
menu gebruiken
– BURST/KWALITEIT/BEELDFORM./
ALLES VERW/NIEUWE MAP, enzovoort
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het GEH. INST.
menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om
de items te selecteren.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. In het venster verschijnen
alleen de items die u op dat moment kunt
aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
STILST INST.
BURST
U kunt verschillende stilstaande beelden één voor één opnemen. Het aantal
beelden dat u kunt opnemen, verschilt afhankelijk van het beschikbare
beeldformaat en de beschikbare ruimte op de "Memory Stick" die u gebruikt.
1 Selecteer [NORMAAL], [SNELOPNAME] of [BEL KOPPLN] en raak
aan.
2 Raak aan.
3 Druk PHOTO volledig in.
Bij de instelling [NORMAAL] of [SNELOPNAME] wordt het
maximumaantal beelden opgenomen zolang u PHOTO volledig ingedrukt
houdt.
b Opmerkingen
• De flitser werkt niet als u doorlopend beelden opneemt.
• Het maximumaantal beelden wordt opgenomen in de stand voor de zelfontspanner of
wanneer u de afstandsbediening gebruikt.
• De beelden kunnen flikkeren of verkleuren als u [SNELOPNAME] selecteert.
• [BEL KOPPLN] werkt niet als er minder ruimte dan voor 3 beelden op de "Memory Stick"
beschikbaar is.
GUIT Selecteer deze optie als u niet doorlopend opneemt.
NORMAAL ( ) Selecteer deze optie om doorlopend 3 beelden (beeldformaat
2016 × 1512) tot 21 beelden (beeldformaat 640 × 480) beelden
op te nemen met intervallen van ongeveer 0,5 seconde.
SNELOPNAME
()
Selecteer deze optie om doorlopend maximaal 32 beelden
(beeldformaat 640 × 480) op te nemen met intervallen van
ongeveer 0,08 seconde.
BEL KOPPLN
()
Selecteer deze optie om achtereenvolgens 3 beelden op te nemen
met verschillende belichtingen met een interval van ongeveer 0,5
seconde. U kunt de 3 beelden vergelijken en een beeld selecteren
dat met de beste belichting is opgenomen.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
66
• Als u het verschil niet goed kunt zien tussen de beelden die zijn opgenomen in de [BEL
KOPPLN] stand op het LCD-scherm, sluit u de camcorder aan op de TV of een computer.
KWALITEIT
BEELDFORM.
FILM INSTEL.
BEELDFORM.
RESTANT
ALLES VERW
U kunt alle beelden op een "Memory Stick" verwijderen die niet tegen schrijven
zijn beveiligd. Zie pagina 102 als u de beelden één voor één wilt verwijderen.
1 Selecteer [ALLE BSTNDN] of [HUIDGE MAP].
GFIJN ( ) Selecteer deze optie om stilstaande beelden met fijne beeldkwaliteit
op te nemen (gecomprimeerd tot ongeveer 1/4).
STANDAARD
()
Selecteer deze optie om stilstaande beelden met standaard
beeldkwaliteit op te nemen (gecomprimeerd tot ongeveer 1/10).
G2016 × 1512
()
Selecteer deze optie om stilstaande beelden op te nemen voor
weergave op een groot scherm. U kunt deze instelling alleen
selecteren in de CAMERA-MEMORY stand.
640 × 480 ( ) Selecteer deze optie om meerdere stilstaande beelden op te nemen of
voor weergave op een klein scherm.
G320 × 240
()
Selecteer deze optie om films op te nemen voor weergave op een groot
scherm of om helderdere beelden op te nemen.
160 × 112 ( ) Selecteer deze optie om langere tijd op te nemen.
GAUTO Selecteer deze optie om de resterende capaciteit van de "Memory
Stick" weer te geven in de volgende gevallen:
• Nadat u een "Memory Stick" hebt geplaatst met de POWER
schakelaar in de CAMERA-MEMORY stand (gedurende ongeveer
5 seconden).
• Als de capaciteit van de "Memory Stick" minder dan 2 minuten
bedraagt nadat u CAMERA-MEMORY stand hebt geselecteerd.
• Bij het begin- of eindpunt van de film (voor ongeveer 5 seconden).
AAN Selecteer deze optie om de resterende capaciteit van de "Memory
Stick" altijd weer te geven.
ALLE BSTNDN Selecteer deze optie om alle beelden op de "Memory Stick" te
verwijderen.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
67
2 Raak [JA] twee keer aan.
Selecteer [NEE] om het verwijderen van alle beelden te annuleren.
3 Raak aan.
b Opmerkingen
• De map wordt niet verwijderd, zelfs niet als u alle beelden uit de map verwijdert.
• Verplaats de POWER schakelaar niet of druk niet op de toetsen als de aanduiding [
Alle gegevens wissen...] wordt weergegeven op het scherm.
FORMAT
De bijgeleverde of nieuw gekochte "Memory Stick" is geformatteerd in de fabriek
en hoeft niet te worden geformatteerd.
Zie pagina 120 voor meer informatie over de "Memory Stick".
1 Raak [JA] twee keer aan.
Selecteer [NEE] om het formatteren te annuleren.
2 Raak aan.
b Opmerkingen
• Zolang [ Formatteren...] wordt weergegeven, mag u de volgende handelingen niet
uitvoeren:
– De POWER schakelaar verplaatsen om andere bedieningsstanden te selecteren.
– De toetsen bedienen.
– De "Memory Stick" verwijderen.
• Bij het formatteren wordt alles op de "Memory Stick" gewist, inclusief beveiligde
beeldgegevens en nieuwe mappen.
NUMMER BEST.
NIEUWE MAP
U kunt een nieuwe map (102MSDCF tot en met 999MSDCF) maken op een
"Memory Stick". Als een map vol is (er kunnen maximaal 9999 beelden worden
opgeslagen), wordt automatisch een nieuwe map gemaakt.
1 Raak [JA] aan.
Aan een nieuwe map wordt een nummer toegewezen dat één hoger ligt dan
het laatste mapnummer.
Selecteer [NEE] om het maken te annuleren.
HUIDGE MAP Selecteer deze optie om alle beelden in de geselecteerde
weergavemap te verwijderen.
GSERIE Selecteer deze optie om bestandsnummers op volgorde toe te wijzen,
zelfs als de "Memory Stick" wordt vervangen door een andere. Het
bestandsnummer wordt echter opnieuw ingesteld als u een nieuwe
map maakt of de opnamemap vervangt door een andere.
HERSTEL. Selecteer deze optie om het bestandsnummer opnieuw in te stellen op
0001 als de "Memory Stick" wordt vervangen.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
68
2 Raak aan.
b Opmerkingen
• U kunt de gemaakte mappen niet verwijderen met de camcorder. U moet de "Memory
Stick" (p. 67) formatteren of de mappen verwijderen op de computer.
• Het aantal beelden dat u kunt opnemen op een "Memory Stick", neemt af als het aantal
mappen op de "Memory Stick" toeneemt.
OPNAMEMAP
De beelden worden standaard opgeslagen in de map 101MSDCF. U kunt een map
selecteren om uw beelden in op te slaan. Maak nieuwe mappen via het [NIEUWE
MAP] menu en selecteer de opnamemap met / en raak aan.
Als u veel beelden hebt, kunt u het gewenste beeld gemakkelijk vinden als u
beelden in mappen sorteert.
WEERGAVEMAP
Selecteer de weergavemap met / en raak aan.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
69
Het (BEELD PROG.)
menu gebruiken
– B EFFECT/
SLIDE SHOW/BEELDOPNAME/VL.
INT.OPN., enzovoort
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het BEELD PROG.
menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om
items te selecteren.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. In het venster verschijnen
alleen de items die u op dat moment kunt
aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
FADER
Zie pagina 39 voor meer informatie.
OVRLAP
Zie pagina 40 voor meer informatie.
DIG EFFECT
Zie pagina 41 en 48 voor meer informatie.
B EFFECT
U kunt speciale effecten (zoals films) toevoegen aan een beeld voor- of nadat u
het beeld opneemt op een band. wordt weergegeven als het effect is
geselecteerd.
GUIT Selecteer deze optie als u de instelling voor beeldeffecten niet
gebruikt.
KLEURNEG. Selecteer deze optie om het beeld op te nemen of
af te spelen met negatieve kleuren en helderheid.
SEPIA Selecteer deze optie om het beeld af te spelen of op te nemen in sepia.
ZWART-WIT Selecteer deze optie om het beeld op te nemen of af te spelen in zwart,
wit en grijstinten.
ZONLICHT Selecteer deze optie om het beeld als een
illustratie met scherpe contrasten op te nemen of
weer te geven.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
70
b Opmerking
• U kunt geen effecten toevoegen aan beelden die via externe bronnen worden ingevoerd. U
kunt beelden die zijn bewerkt met beeldeffecten ook niet uitvoeren via de DV-interface.
z
Tip
• U kunt beelden die zijn bewerkt met beeldeffecten, kopiëren naar een "Memory Stick"
(p. 91) of een andere band (p. 89).
DUBBEL BEELD
Zie pagina 42 voor meer informatie.
WEERG.ZOOM
Zie pagina 51 voor meer informatie.
SLIDE SHOW
U kunt de beelden die zijn opgeslagen op een "Memory Stick" (of in een
geselecteerde weergavemap), op volgorde weergeven (diavoorstelling).
1 Raak aan.
2 Raak [WRGV MAP] aan.
3 Selecteer [ALLE BSTNDN] of [HUIDGE MAP] en raak aan.
4 Raak [HERHALEN] aan.
5 Raak [AAN] of [UIT] en aan.
6 Raak [END] aan.
7 Raak [START] aan.
De camcorder geeft de beelden weer in de volgorde waarin deze op de
"Memory Stick" zijn opgenomen.
PASTEL Selecteer deze optie om het beeld op te nemen
als een lichte tekening in pastelkleuren. (Dit
effect is niet beschikbaar tijdens het afspelen.)
MOZAIEK Selecteer deze optie om het beeld als een
mozaïekpatroon op te nemen. (Dit effect is niet
beschikbaar tijdens het afspelen.)
ALLE BSTNDN
()
Selecteer deze optie om alle beelden op de "Memory Stick" in
een diavoorstelling weer te geven.
HUIDGE MAP
()
Selecteer deze optie om alle beelden in de huidige weergavemap
in een diavoorstelling weer te geven. (p. 68)
GAAN ( ) Selecteer deze optie om de diavoorstelling te herhalen.
UIT Selecteer deze optie om de diavoorstelling één keer uit te voeren.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
71
Raak [END] aan om de diavoorstelling te annuleren. Raak [PAUZE] aan om de
voorstelling te onderbreken.
z Tips
• U kunt het eerste beeld voor de diavoorstelling selecteren door / aan te raken
voordat u [START] aanraakt.
• Als films worden afgespeeld in de diavoorstelling, kunt u het volume aanpassen door
(lager)/ (hoger) aan te raken.
FRMT WIJZIG.
Zie pagina 103 voor meer informatie.
BEELDOPNAME
U kunt beelden met stop-motion opnemen door beurtelings het frame op te nemen
en daarna het onderwerp enigszins te verplaatsen. Bedien de camcorder met de
afstandsbediening om cameratrillingen te voorkomen.
b Opmerkingen
• Als u de frameopnamefunctie lange tijd gebruikt, wordt de resterende bandlengte niet juist
aangegeven.
• De laatste scène is langer dan andere scènes.
VL. INT.OPN.
Deze functie is handig om de beweging van wolken of veranderingen in het
daglicht waar te nemen. Er wordt 1 frame gemaakt van het beeld op een
geselecteerd interval en dit wordt opgeslagen in het geheugen totdat er
verschillende frames zijn opgeslagen. Vervolgens worden deze frames
tegelijkertijd op de band opgenomen. Deze beelden worden vloeiend
weergegeven bij het afspelen.
Sluit de camcorder tijdens het gebruik aan op het stopcontact met de bijgeleverde
netspanningsadapter.
a: Opnametijd
b: Interval
GUIT Selecteer deze optie om op te nemen in de standaardopnamestand.
AAN ( ) Selecteer deze optie om beelden op te nemen met de FRAME REC
functie.
1 Selecteer [AAN] en raak aan.
2 Raak aan.
3 Druk op START/STOP.
Een beeld (ongeveer 5 frames) wordt opgenomen en de
camcorder schakelt over naar de wachtstand.
4 Verplaats het onderwerp en herhaal stap 3.
[b]
[b]
[a] [a] [a]
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
72
1 Raak aan.
2 Selecteer het gewenste interval door / en aan te raken.
U kunt voor het interval 1 tot 120 seconden selecteren.
3 Raak [OPN. START] aan.
Het opnemen wordt gestart en z wordt rood. Wanneer de camcorder
verschillende frames heeft opgenomen, worden de frames op de band
opgenomen nadat END SEARCH is uitgevoerd, afhankelijk van de
intervallengte. Tijdens de functie END SEARCH kunnen beelden één keer
verdwijnen of kunnen beelden die eerder zijn opgenomen, verschijnen.
Als u de functie voor opnemen met vloeiende intervallen wilt annuleren, raakt
u [OPN. STOP] aan. Wilt u doorgaan, dan raakt u [OPN. START] aan.
Als u de functie voor opnemen met vloeiende intervallen wilt annuleren, raakt
u [OPN. STOP] en [END] aan.
Schakel de stroom niet uit en koppel de stroombron niet los als een bericht
wordt weergegeven op het scherm.
b Opmerkingen
• De camcorder neemt verschillende frames op voor de eerste en laatste opnamen voor
opnemen met vloeiende intervallen.
• In de volgende gevallen kunt u de opname met vloeiende intervallen niet gebruiken:
– MEMORY MIX functie
– Overlappen vanaf de "Memory Stick"
• De functie voor opname met vloeiende intervallen wordt onderbroken als er ongeveer 12
uur is verstreken nadat de opname is gestart.
• Geluiden worden niet opgenomen.
• De laatste frames worden wellicht niet opgenomen als de accu leeg is of de band vol is.
• Er kunnen afwijkingen in het interval optreden.
z
Tips
• Als u handmatig scherpstelt, kunt u wellicht heldere beelden opnemen, zelfs als het licht
verandert (p. 37).
• U kunt tijdens het opnemen de pieptonen uitschakelen (p. 82).
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
73
INT.OPN.-ST
Deze functie is handig om de beweging van wolken of veranderingen in het
daglicht waar te nemen. De camcorder legt op een geselecteerd interval een
stilstaand beeld vast en neemt dit op een "Memory Stick" op.
a: Opnametijd
b: Interval
1 Raak aan.
2 Selecteer een gewenste intervaltijd (1 minuut, 5 minuten, 10 minuten) en
raak aan.
3 Raak [AAN] en aan.
4 Raak aan.
knippert.
5 Druk PHOTO volledig in.
houdt op met knipperen en de intervalfoto-opname wordt gestart.
Wilt u de intervalfoto-opname annuleren, dan selecteert u [UIT] in stap 3.
DEMOFUNCTIE
Verwijdert u een band of een "Memory Stick" uit de camcorder en selecteert u de
CAMERA-TAPE stand, dan kunt u de demonstratie over ongeveer 10 minuten
bekijken.
b Opmerking
• U kunt de demonstratie alleen bekijken als de NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING
schakelaar is ingesteld op z (groen).
z
Tips
• In de onderstaande gevallen wordt de demonstratie onderbroken.
– Als u het venster aanraakt tijdens de demonstratie. (De demonstratie wordt na ongeveer
10 minuten hervat.)
– Als een band of "Memory Stick" wordt geplaatst.
– Als een andere stand dan CAMERA-TAPE wordt geselecteerd.
• Als [AUTOM. UIT] is ingesteld op [5min] als de camcorder met de accu wordt gebruikt,
wordt het camcorder na ongeveer 5 minuten automatisch uitgeschakeld (p. 83).
GUIT Intervalopname uitschakelen.
AAN ( ) Stilstaande beelden opnemen op een "Memory Stick" op het
geselecteerde interval.
GAAN Selecteer deze optie voor een overzicht van de beschikbare functies
wanneer u bijvoorbeeld deze camcorder voor het eerst gebruikt.
UIT Selecteer deze functie als u de DEMOFUNCTIE niet wilt gebruiken.
[b]
[b]
[a] [a] [a]
Het menu gebruiken
74
Het
(BEW.&AFSP.) menu
gebruiken
– TITEL/ BAND
TITEL/ ZOEKEN, enzovoort
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het BEW.&AFSP.
menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om
de items te selecteren.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met G.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de bedieningsstand
van de camcorder. In het venster verschijnen
alleen de items die u op dat moment kunt
aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn,
worden grijs weergegeven.
VERTR AFSP
Zie pagina 47 voor meer informatie.
REC CTRL
Opnemen op een band. Zie pagina 89 en 92 voor meer informatie.
AUD DUB REG.
Zie pagina 101 voor meer informatie.
PROG. BEW.
OPN REG.
Opnemen op een "Memory Stick". Zie pagina 90 en 91 voor meer informatie.
DVD BRANDEN
Als de camcorder is aangesloten op een computer uit de VAIO serie van Sony,
kunt u met deze opdracht het beeld op de band eenvoudig branden op een DVD.
Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de computertoepassingen" voor
meer informatie.
ANDER APP. Selecteer deze optie om programma's te maken en de geselecteerde
scènes te kopiëren naar een band in een videorecorder (p. 93).
MEMORY STICK Selecteer deze optie om programma's te maken en de geselecteerde
scènes te kopiëren naar een "Memory Stick" (p. 97).
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
75
EINDE ZOEKEN
ZOEKEN
TITEL
Titels die u hebt vastgelegd met deze camcorder, kunnen alleen worden
weergegeven op een -videoapparaat dat beschikt over een functie voor
indextitels. Als u een titel vastlegt, kunt u de titel zoeken met de titelzoekfunctie.
U kunt ongeveer 20 titels (ongeveer 5 letters per titel) vastleggen op een band met
Cassette Memory. U kunt echter maximaal 11 titels opnemen als er ook andere
gegevens zijn opgenomen (6x datum- en tijdgegevens en 1 bandtitel).
1 Kies de gewenste titel uit de weergegeven titels (2 originele titels die u
eerder hebt gemaakt en de vooraf ingestelde titels die zijn opgeslagen in
de camcorder). U kunt originele titels maken (maximaal 2 typen titels
van elk 20 tekens) met de volgende procedure.
1 Selecteer [AANG.1 " "] of [AANG.2 " "] en raak aan.
2 Selecteer het gewenste teken. Druk herhaaldelijk op de toets tot u het
gewenste teken hebt geselecteerd.
Tekens wissen: raak aan.
Spatie invoegen: raak aan.
3 Raak aan om s te verplaatsen om het volgende teken te
selecteren en voer het teken op dezelfde manier in.
4 Wanneer u de tekens hebt ingevoerd, raakt u aan.
2 Raak aan.
3 Raak, indien nodig, (kleur), / (positie), [FRMT] aan om het
gewenste formaat, de gewenste kleur en positie te selecteren.
UITVOER. Selecteer deze optie om de END SEARCH functie in te schakelen. Het
laatstopgenomen beeld wordt ongeveer 5 seconden weergegeven en
stopt vervolgens automatisch.
ANNUL. Selecteer deze optie om de END SEARCH functie uit te schakelen.
GAAN Selecteer deze optie als u een scène, titel, enzovoort wilt selecteren
met het Cassette Memory (p. 55, 56).
UIT Selecteer deze optie om te zoeken zonder Cassette Memory.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
76
Kleur
wit t geel t violet t rood t cyaan t groen t blauw
Positie
U hebt 8 of 9 keuzen.
Formaat
klein y groot
(U kunt alleen het kleine formaat selecteren als u meer dan 13 tekens invoert.)
4 Raak aan.
5 Raak [OPSL] aan.
In de weergavestand, weergavepauzestand of opnamestand
[TITEL OPSL.] verschijnt ongeveer 5 seconden op het scherm waarna de titel
is vastgelegd.
In de opnamewachtstand
[TITEL] wordt weergegeven. Als u op START/STOP drukt om te beginnen
met opnemen, wordt [TITEL OPSL.] ongeveer 5 seconden weergegeven op
het scherm waarna de titel wordt vastgelegd.
b Opmerkingen
• Het punt waar u de titel hebt vastgelegd, kan worden waargenomen als indexsignaal
wanneer u op andere videoapparatuur in een opname zoekt.
• Als u de camcorder gebruikt met de accu en de camcorder langer dan 5 minuten niet
gebruikt, wordt de stroom standaard uitgeschakeld. Als u meer dan 5 minuten nodig hebt
om de tekens in te voeren, stelt u [AUTOM. UIT] in het (STANDRD INST) menu in
op [NOOIT] (p. 83). De stroom wordt niet uitgeschakeld. De ingevoerde tekens blijven
opgeslagen in het geheugen, zelfs als de stroom wordt uitgeschakeld. Schakel de stroom in
en begin opnieuw bij stap 1 om verder te gaan met het vastleggen van de titel.
z
Tip
• Als u een gemaakte titel wilt wijzigen, selecteert u de titel in stap 1 en raakt u aan.
Selecteer de tekens opnieuw.
TIT.WISSEN
1 Selecteer de titel die u wilt verwijderen met / en raak aan.
2 Controleer of u de geselecteerde titel wilt wissen en raak [JA] aan.
Raak [NEE] aan om de bewerking te annuleren.
3 Raak aan.
TIT.WRGVN
U kunt de titel weergeven als u het beeld afspeelt.
GAAN Selecteer deze optie om de titel weer te geven wanneer er een scène
met een titel verschijnt.
UIT Selecteer deze optie als u de titel niet wilt weergeven.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
77
BAND TITEL
U kunt een band met Cassette Memory benoemen (maximaal 10 tekens).
De bandtitel wordt ongeveer 5 seconden weergegeven wanneer u de CAMERA-
TAPE stand selecteert en een band plaatst of wanneer u de PLAY/EDIT stand
selecteert. Er worden maximaal 4 titels tegelijkertijd weergegeven als de band
titels bevat.
1 Selecteer het gewenste teken. Druk herhaaldelijk op de toets tot u het
gewenste teken hebt geselecteerd.
Tekens wissen: raak aan.
Spatie invoegen: raak aan.
2 Raak aan om s te verplaatsen om het volgende teken te selecteren
en voer het teken op dezelfde manier in.
3 Wanneer u de tekens hebt ingevoerd, raakt u aan.
4 Raak aan.
z Tips
• Als u de gemaakte titel wilt wissen, raakt u herhaaldelijk aan om de tekens te wissen
en raakt u aan.
• Als u de gemaakte titel wilt wijzigen, plaatst u de band in de camcorder en voert u de
procedure vanaf stap 1 uit.
ALL. VERW.
U kunt alle gegevens, zoals datum, titel en bandtitel, die in het Cassette Memory
zijn opgeslagen, tegelijkertijd wissen.
1 Raak [JA] twee keer aan.
Selecteer [NEE] om het verwijderen van alle gegevens te annuleren.
2 Raak aan.
Het menu gebruiken
78
Het (STANDRD
INST) menu gebruiken
– OPNM STAND/MEERK GELUID/
AUDIO MIX/USB-CAMERA, enzovoort
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het STANDRD
INST menu. Zie "Menu-items selecteren"
(p. 57) om deze items te selecteren.
De standaardinstellingen zijn aangeduid met
G. De aanduidingen tussen haakjes worden
weergegeven als de instelling is geselecteerd.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de
bedieningsstand van de camcorder. In het
venster verschijnen alleen de items die u op
dat moment kunt aanpassen. Items die niet
beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven.
OPNM STAND
b Opmerkingen
• U kunt geluid niet toevoegen aan de band die is opgenomen in de LP stand.
• Als u opneemt in de LP stand, kan er een mozaïekachtige storing optreden of kan het geluid
worden onderbroken als u de band op andere camcorders of videorecorders afspeelt.
• Als u met de SP stand en de LP stand op één band opneemt, kan er bij weergave vervorming
van het beeld optreden of kan de tijdcode tussen de scènes niet juist worden aangebracht.
AUDIOFUNC.
VOLUME
Zie pagina 46, 49 voor meer informatie.
MEERK GELUID
U kunt selecteren hoe het geluid op een band wordt afgespeeld in de stereostand.
GSP ( SP ) Selecteer deze optie om op te nemen op een band in de SP stand.
LP ( LP ) Selecteer deze optie om de opnametijd 1,5 keer te vergroten ten
opzichte van de SP stand (langspeel). U kunt het beste Sony
Excellence/Master mini-DV-banden gebruiken, zodat de
mogelijkheden van de camcorder volledig worden benut.
G12 BIT Selecteer deze optie om op te nemen in de 12-bits stand (met 2
stereogeluidskanalen).
16 BIT ( ) Selecteer deze optie om op te nemen in de 16-bits stand (voor 1
stereogeluid met hoge kwaliteit).
GSTEREO Selecteer deze optie om een stereoband of band met dubbel
geluidsspoor met eerste en tweede geluidsspoor af te spelen.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
79
b Opmerkingen
• U kunt een band met dubbel geluidsspoor afspelen op deze camcorder. U kunt met deze
camcorder echter niet opnemen op een band met dubbel geluidsspoor.
• De instelling keert terug naar [STEREO] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten
loskoppelt van de camcorder.
AUDIO MIX
U kunt de geluidsbalans aanpassen tussen het oorspronkelijke opgenomen geluid
(ST1) en het geluid dat later is toegevoegd op de band (ST2) (p. 102).
b Opmerkingen
• U kunt het geluid dat is opgenomen in de 16-bits geluidsstand, niet aanpassen.
• U hoort alleen het oorspronkelijke opgenomen geluid wanneer u de stroombron langer dan
5 minuten loskoppelt van de camcorder.
LCD/BZ INST.
Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed door deze instelling.
LCD HELDER
Zie pagina 17 voor meer informatie.
NIV. AV. LCD
U kunt de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm
aanpassen.
b Opmerkingen
• Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch
geselecteerd voor de instelling.
• Wanneer u [LICHT] selecteert, wordt de levensduur van de accu met ongeveer 10 procent
verminderd bij het opnemen.
1 Selecteer deze optie om het linkerkanaal van een stereoband af te
spelen of het eerste geluidsspoor van een band met dubbel
geluidsspoor.
2 Selecteer deze optie om het rechterkanaal van een stereoband af te
spelen of het eerste geluidsspoor van een band met dubbel
geluidsspoor.
GNORMAAL Standaardhelderheid.
LICHT Selecteer deze optie om het LCD-scherm helderder te maken.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
80
LCD KLEUR
Raak / aan om de kleur op het LCD-scherm aan te passen.
LICHT BZ
U kunt de helderheid van de beeldzoeker aanpassen.
b Opmerkingen
• Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch
geselecteerd voor de instelling.
• Wanneer u [LICHT] selecteert, wordt de levensduur van de accu met ongeveer 10 procent
verminderd bij het opnemen.
A/V c DV UIT
U kunt een digitaal apparaat en een analoog apparaat aansluiten op de camcorder
en het signaal dat wordt uitgevoerd door de aangesloten apparaten, omzetten naar
het juiste signaal voor de camcorder.
VIDEO INVOER
Als u de camcorder aansluit op een ander apparaat met de bijgeleverde A/V-kabel,
moet u de soort stekker instellen die u gebruikt voor de verbinding.
GNORMAAL Standaardhelderheid.
LICHT De beeldzoeker helderder maken.
GUIT Selecteer deze optie als u de conversiefunctie voor digitale signalen
niet gebruikt.
AAN ( ) Analoge beelden en geluid omzetten naar digitale signalen via de
camcorder.
De invoer van analoge signalen naar de A/V-aansluiting van de
camcorder wordt omgezet en uitgevoerd via de DV-interface van de
camcorder.
Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de
computertoepassingen" voor meer informatie.
GVIDEO Selecteer deze optie om een videosignaal in te voeren.
S VIDEO Selecteer deze optie om een S-videosignaal in te voeren.
Fletser
Feller
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
81
USB-CAMERA
U kunt een USB-kabel (bijgeleverd) aansluiten op de camcorder en het beeld dat
wordt weergegeven op het scherm van de camcorder, bekijken op de computer
(USB Streaming). Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de
computertoepassingen" voor meer informatie.
USB-PLY/EDT
U kunt een USB-kabel (bijgeleverd) aansluiten op de camcorder en het beeld op
de band of op de "Memory Stick" in de camcorder bekijken op de computer.
Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de computertoepassingen" voor
meer informatie.
NTSC WRGV.
Als u een video met het NTSC-kleursysteem afspeelt, selecteert u het beschikbare
systeem van de TV om de video mee af te spelen.
z Tip
• Bij weergave op een televisie met een multi-systeem selecteert u de weergavestand die het
beste beeld op het TV-scherm oplevert.
GEGEVENSCODE
GUIT Selecteer deze optie om de USB Streaming functie uit te schakelen.
USB STREAM Selecteer deze optie om de USB Streaming functie in te schakelen.
GSTD-USB Selecteer deze optie om het beeld op de "Memory Stick" weer te
geven.
USB STREAM Selecteer deze optie om het beeld op de band weer te geven.
GOP PAL TV Selecteer deze optie om de videoband af te spelen op een TV met het
PAL-systeem.
NTSC 4.43 Selecteer deze optie om de videoband af te spelen op een TV met een
stand voor NTSC 4.43.
GUIT Selecteer deze optie als u de datum, tijd en camera-instellingen niet
wilt weergeven tijdens het afspelen.
DATUM/TIJD Selecteer deze optie om tijdens het afspelen de datum en tijd weer te
geven (p. 52).
CAMERAGEGEV. Selecteer deze optie om tijdens het afspelen de camera-instellingen
weer te geven (p. 52).
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
82
RESTANT
EXTERNE CTRL
b Opmerking
• De instelling keert terug naar [AAN] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten
loskoppelt van de camcorder.
OPN LED
PIEPTOON
GAUTO Selecteer deze optie om de resterende bandlengte ongeveer 8
seconden weer te geven:
• Nadat u de CAMERA-TAPE stand hebt geselecteerd en een band
hebt geplaatst, berekent de camcorder de resterende speelduur/
opnameduur.
• Wanneer u (afspelen/onderbreken) aanraakt.
AAN Selecteer deze optie om de resterende bandlengte altijd weer te geven.
GAAN Selecteer deze optie als u de afstandsbediening gebruikt die bij de
camcorder is geleverd.
UIT Selecteer deze optie om de afstandsbediening uit te schakelen om te
voorkomen dat de camcorder reageert op opdrachten van andere
afstandsbedieningen van videorecorders.
GAAN Selecteer deze optie om het camera-opnamelampje aan de voorzijde
van de camcorder te laten branden tijdens de opname.
UIT Selecteer deze instelling bij de volgende opnamen. Het camera-
opnamelampje brandt niet tijdens het opnemen.
• Als u wilt dat de persoon die wordt opgenomen, niet nerveus is.
• Als u een onderwerp van dichtbij opneemt.
• Als het onderwerp wordt gereflecteerd in de opnamelamp.
GMELODIE Selecteer deze optie om een melodie te horen wanneer u begint of
stopt met opnemen, het aanraakscherm bedient of wanneer er iets
vreemds aan de hand is met de camcorder.
NORMAAL Selecteer deze optie om bij de bediening een pieptoon te horen in
plaats van een melodie.
UIT Selecteer deze optie om de melodie, de pieptoon, het sluitergeluid en
de pieptoon na het bevestigen van een bewerking op het
aanraakscherm uit te schakelen.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
83
DISPLAY
b Opmerking
• U kunt een signaal niet invoeren in de camcorder als u op DISPLAY/BATT INFO drukt
terwijl [V-UIT/LCD] is geselecteerd.
MENU DRAAIEN
U kunt de schuifrichting (omhoog of omlaag) selecteren van de menu-items op het
LCD-scherm als u of aanraakt.
AUTOM. UIT
b Opmerking
• Als u de camcorder aansluit op een stopcontact, wordt [AUTOM. UIT] automatisch
ingesteld op [NOOIT].
GLCD Selecteer deze optie om de uitleesvensters weer te geven, zoals de
tijdcode op het LCD-scherm en in de beeldzoeker.
V-UIT/LCD Selecteer deze optie om de uitleesvensters weer te geven, zoals de
tijdcode op het TV-scherm, LCD-scherm en in de beeldzoeker.
GNORMAAL Selecteer deze optie om de menu-items naar beneden te laten rollen
door aan te raken.
TEGENGEST. Selecteer deze optie om de menu-items naar boven te laten rollen door
aan te raken.
G5 min Selecteer deze optie om de functie voor automatisch uitschakelen in te
schakelen. Als er ongeveer 5 minuten zijn verstreken en u hebt
camcorder niet gebruikt, wordt de camcorder automatisch
uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt.
NOOIT Selecteer deze optie om de functie voor automatisch uitschakelen uit
te schakelen.
Het menu gebruiken
84
Het (TIJD/TAAL)
menu gebruiken
– KLOK
INSTEL./WERELDTIJD, enzovoort
U kunt de items die hieronder worden
aangegeven, selecteren in het TIJD/TAAL.
menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om
items te selecteren.
De instellingen die u kunt aanpassen,
verschillen afhankelijk van de
bedieningsstand van de camcorder. In het
venster verschijnen alleen de items die u op
dat moment kunt aanpassen. Items die niet
beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven.
KLOK INSTEL.
U kunt de datum en de tijd instellen (p. 18).
WERELDTIJD
U kunt het tijdsverschil aanpassen als u de camcorder in het buitenland gebruikt.
Stel het tijdsverschil in door / aan te raken en de klok wordt aangepast
aan het tijdsverschil. Als u het tijdsverschil instelt op 0, keert de klok terug naar
de oorspronkelijke ingestelde tijd.
LANGUAGE
U kunt de taal voor het weergavevenster selecteren en wijzigen (p. 22). U kunt
kiezen uit Engels, vereenvoudigd Engels, traditioneel Chinees, vereenvoudigd
Chinees, Frans, Spaans, Portugees, Duits, Nederlands, Italiaans, Grieks of
Russisch.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
85
Persoonlijk menu
aanpassen
U kunt menu-items die u vaak gebruikt,
toevoegen aan het persoonlijk menu of sorteren
in de gewenste volgorde (aanpassen). U kunt het
persoonlijk menu aanpassen voor elke
bedieningsstand op de camcorder.
Een menu toevoegen – Toevoegen
U kunt menu-items die u vaak gebruikt,
toevoegen aan het persoonlijke menu zodat u
deze sneller en gemakkelijker kunt openen.
b Opmerking
• U kunt maximaal 28 menu-items toevoegen voor de
CAMERA-TAPE, CAMERA-MEMORY en
PLAY/EDIT standen. Als u meer items wilt
toevoegen, moet u minder belangrijke menu-items
verwijderen voordat u een nieuw menu-item
toevoegt (p. 86).
1 Raak aan.
2 Raak [P-MENU INST.] aan.
Als het gewenste menu niet op het scherm
wordt weergegeven, raakt u / aan
totdat het menu wordt weergegeven.
3 Raak [TOEVOEGEN] aan.
4 Raak / aan om een
menucategorie te selecteren en raak
aan.
De beschikbare items verschillen
afhankelijk van de bedieningsstand van de
camcorder.
Alleen de beschikbare items worden
weergegeven.
5 Raak / aan om een menu-item
te selecteren en raak aan.
6 Raak [JA] aan.
Het menu wordt aan het einde van de lijst
toegevoegd.
7 Raak aan.
,wordt vervolgd
Het menu gebruiken
86
Menu verwijderen – Verwijderen
1 Raak aan.
2 Raak [P-MENU INST.] aan.
Als het gewenste menu niet op het scherm
wordt weergegeven, raakt u / aan
totdat het menu wordt weergegeven.
3 Raak [VERW.] aan.
4 Raak het menu aan dat u wilt
verwijderen.
5 Raak [JA] aan.
Het geselecteerde menu wordt verwijderd
uit het persoonlijke menu.
6 Raak aan.
b Opmerking
• U kunt [MENU] en [P-MENU INST.] niet
verwijderen.
De volgorde van de menu's in het
persoonlijke menu bepalen
– Sorteren
U kunt de menu's die zijn toegevoegd aan het
persoonlijke menu in de gewenste volgorde
sorteren.
1 Raak aan.
2 Raak [P-MENU INST.] aan.
Als het menu niet op het scherm wordt
weergegeven, raakt u / aan totdat
het gewenste menu wordt weergegeven.
3 Raak [SORT.] aan.
Het menu gebruiken
Het menu gebruiken
87
4 Raak het menu-item aan dat u wilt
verplaatsen.
5 Raak / aan om het menu-item
te verplaatsen naar de gewenste plaats.
6 Raak aan.
Wilt u meer items sorteren, dan herhaalt u
stap 4 tot en met 6.
7 Raak [END] aan.
8 Raak aan.
b Opmerking
• U kunt [P-MENU INST.] niet verplaatsen.
De standaardinstellingen
herstellen
– Herstellen
U kunt het persoonlijke menu terugzetten op de
standaardinstellingen nadat u menu's hebt
toegevoegd of verwijderd.
1 Raak aan.
2 Raak [P-MENU INST.] aan.
Als het gewenste menu niet op het scherm
wordt weergegeven, raakt u / aan
totdat het menu wordt weergegeven.
3 Raak [HERST.] aan.
4 Raak [JA] aan.
5 Raak [JA] aan.
De standaardwaarden van de instellingen
van het persoonlijke menu worden hersteld.
Raak [NEE] aan om het initialiseren te
annuleren.
6 Raak aan.
Kopiëren/bewerken
88
Kopiëren/bewerken
Aansluiten op een
videorecorder of TV
U kunt een beeld opnemen van een
videorecorder of TV op een band of een
"Memory Stick" die in de camcorder is
geplaatst (p. 90). U kunt ook een kopie
maken van het beeld dat met de camcorder is
opgenomen op andere opnameapparatuur
(p. 89).
Sluit de camcorder aan op een TV of
videorecorder zoals in de volgende
afbeelding wordt weergegeven.
*1 De bijgeleverde A/V-kabel heeft een videostekker
en een S-videostekker voor de videoaansluiting.
*2 Met deze aansluiting worden beelden met een DV-
indeling met een hoge kwaliteit geproduceerd. Als
het apparaat dat u wilt aansluiten, een S-
videoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de S-
videostekker en gebruikt u de gele videostekker
niet. Het geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen
de S-videostekker aansluit.
b Opmerkingen
• Gebruik de A/V-kabel om de camcorder op andere
apparaten aan te sluiten. Voordat u de camcorder
aansluit, controleert u of de [DISPLAY] instelling in
het (STANDRD INST) menu is ingesteld op
[LCD] (de standaardinstelling) (p. 83).
• Wanneer u de camcorder aansluit op een apparaat
met monogeluid, sluit u de gele stekker van de A/V-
kabel aan op de videoaansluiting en de rode of de
witte stekker op de audioaansluiting van de
videorecorder of de TV.
Een i.LINK-kabel gebruiken
Gebruik een i.LINK-kabel (optioneel) om de
camcorder aan te sluiten op een ander apparaat
via de DV-interface. De video- en
geluidssignalen worden digitaal verzonden,
waardoor de beelden van hoge kwaliteit zijn.
Houd er rekening mee dat u het beeld en het
geluid niet afzonderlijk kunt opnemen. Zie
pagina 124 voor meer informatie.
A/V-kabel
(bijgeleverd)*1
i.LINK-kabel (optioneel)
DV-interface
Signaalverloop
i.LINK-aansluiting
Aansluiten met een i.LINK-kabel
Videorecorders of TV's
A/V-aansluiting
Geel
Rood
Wit
Als de TV of videorecorder een
S-videoaansluiting heeft*2
S-videostekker
(zwart)
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
89
Kopiëren naar een
andere band
U kunt de beelden die zijn opgenomen met de
camcorder, kopiëren en bewerken voor het
afspelen op andere apparaten, zoals
videorecorders.
1 Sluit de videorecorder aan op de
camcorder als opnameapparaat
(p. 88).
2 Maak de videorecorder gereed voor
opname.
• Plaats de band voor het opnemen.
• Als de videorecorder beschikt over een
ingangskeuzeschakelaar, zet u deze in de
invoerstand.
3 Maak de camcorder gereed voor het
afspelen.
• Plaats de band met opnamen.
• Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
4 Start het afspelen op uw camcorder en
neem het weergegeven beeld op met de
videorecorder.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de
videorecorder is geleverd.
5 Wanneer het kopiëren is voltooid,
stopt u de camcorder en de
videorecorder.
b Opmerkingen
• Wanneer de camcorder is aangesloten op de
videorecorder via de DV-interface, kunt u geen
titel, aanduidingen, gegevens voor het Cassette
Memory en woorden die zijn ingevoerd in het
indexscherm van de "Memory Stick" weergeven.
• Als u kopieert met de A/V-kabel, drukt u op
DISPLAY/BATT INFO om aanduidingen, zoals de
tijdcode, te verbergen (p. 52). Als u dit niet doet,
worden de aanduidingen opgenomen op de band.
• Wilt u de datum/tijd en de camera-instellingen
opnemen, dan moet u deze weergeven op het scherm
(p. 52).
• Beelden die zijn bewerkt met beeldeffecten ([B
EFFECT] p. 69), digitale effecten (p. 41, 48) of
WEERG.ZOOM (p. 51), kunnen niet worden
uitgevoerd via de DV-interface.
• Wanneer u de i.LINK-kabel gebruikt, wordt het
opgenomen beeld onscherp als de beelden worden
onderbroken op de camcorder terwijl u opneemt met
de videorecorder.
Kopiëren/bewerken
90
Beelden opnemen van
een videorecorder of
TV
U kunt beelden of TV-programma's van een
videorecorder of TV opnemen en bewerken
op een band of een "Memory Stick" die in de
camcorder is geplaatst. U kunt ook een scène
opnemen als een stilstaand beeld op een
"Memory Stick".
Plaats een band of een "Memory Stick" in de
camcorder voor het opnemen. Als u de A/V-
kabel hebt aangesloten, selecteert u het
invoersignaal in [VIDEO INVOER] in het
(STANDRD INST) menu (p. 78).
b Opmerkingen
• De camcorder kan alleen opnemen van een PAL-
bron. Franse videobeelden of TV-programma's
(SECAM) kunnen bijvoorbeeld niet juist worden
opgenomen. Zie pagina 118 voor meer informatie
over TV-kleursystemen.
• Als u een 21-polige verloopstekker gebruikt om
verbinding te maken met een PAL-bron, hebt u een
21-polige verloopstekker in twee richtingen
(optioneel) nodig.
Films opnemen
1 Sluit de TV of videorecorder aan op de
camcorder (p. 88).
2 Als u opneemt van een videorecorder,
plaatst u een band.
3 Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
4 Gebruik de camcorder om films op te
nemen.
Films opnemen op een band
1 Raak aan.
2 Raak [ REC CTRL] aan met een
pictogram.
Als het item niet wordt weergegeven op
het scherm, raakt u / aan. Kunt u
het item niet vinden, dan raakt u [MENU]
aan en selecteert u het item in het
(BEW.&AFSP.) menu (p. 74).
3 Raak [OPN. PAUZE] aan.
Opnemen op een "Memory Stick"
1 Raak aan.
2 Raak [MENU] aan.
3 Selecteer het (BEW.&AFSP.)
menu en [ OPN REG.] met een
pictogram.
5 Start het afspelen van de band op de
videorecorder of selecteer een TV-
programma.
De beelden die worden afgespeeld op het
aangesloten apparaat, verschijnen op het
LCD-scherm van de camcorder.
6 Raak [OPN. START] aan als u wilt
beginnen met opnemen.
7 Opnemen stoppen.
Films opnemen op een band
Raak (stoppen) of [OPN. PAUZE]
aan.
Opnemen op een "Memory Stick"
Raak [OPN. STOP] aan.
8 Raak en aan.
z Tips
• De aanduiding verschijnt wanneer u de
camcorder en andere apparaten aansluit via een
i.LINK-kabel. (Deze aanduiding verschijnt mogelijk
ook op de TV.)
• Wanneer u films opneemt op een "Memory Stick",
kunt u stap 4 overslaan en op START/STOP
drukken in stap 6.
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
91
Stilstaande beelden opnemen
1 Voer stap 1 tot en met 3 in "Films
opnemen" (p. 90) uit.
2 Speel de video af of kies het TV-
programma dat u wilt opnemen.
De beelden op de videorecorder of de TV
verschijnen op het scherm van de
camcorder.
3 Druk licht op PHOTO bij de scène die
u wilt opnemen. Controleer het beeld
en druk de toets volledig in.
Het beeld wordt niet opgenomen tenzij u
PHOTO volledig indrukt. Laat de toets los
als u de scène niet wilt opnemen en
selecteer een andere scène op de manier die
hierboven wordt beschreven.
Beelden kopiëren van
een band naar een
"Memory Stick"
Op een "Memory Stick" kunt u films
opnemen (waarbij monogeluid wordt
opgenomen) of stilstaande beelden (vast
formaat [640 × 480]).
Controleer of u een band met opnamen en een
"Memory Stick" in de camcorder hebt
geplaatst.
1 Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
2 Zoek de scène die u wilt opnemen en
neem deze op.
Stilstaande beelden opnemen
1 Raak (afspelen) aan om de band af
te spelen.
2 Druk licht op PHOTO bij de scène die u
wilt opnemen. Controleer het beeld en
druk de toets volledig in.
Een film opnemen
1 Raak aan.
2 Raak [MENU] aan.
3 Selecteer het (BEW.&AFSP.)
menu en [ OPN REG.] met een
pictogram.
4 Raak (afspelen) aan om de band af
te spelen.
0:00:00:00
OPN.
START
2min
OPN REG.
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
92
5 Raak [OPN. START] aan als u wilt
beginnen met opnemen.
6 Raak [OPN. STOP] aan als u het
opnemen wilt stoppen.
7 Raak (stoppen) aan om het afspelen
van de band te stoppen.
8 Raak en aan.
b Opmerkingen
• De gegevenscode en titels op de band kunnen niet
worden opgenomen op de "Memory Stick". De tijd
en datum waarop het beeld wordt opgenomen op de
"Memory Stick", worden wel opgenomen.
• Het geluid wordt opgenomen met 32 kHz (mono).
z Tips
• U kunt ook een film opnemen door op START/
STOP te drukken tijdens het afspelen van een band.
• Zie pagina 25 voor het opnemen van films.
Stilstaande beelden
kopiëren van een
"Memory Stick" naar
een band
U kunt stilstaande beelden opnemen op een
band.
Controleer of u de "Memory Stick" met de
beelden en een band in de camcorder hebt
geplaatst.
1 Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
2 Zoek het punt waar u wilt beginnen
met kopiëren door (terugspoelen)
of (snel vooruitspoelen) aan te
raken. Raak vervolgens (stoppen)
aan.
3 Raak aan.
4 Raak / aan om het beeld te
selecteren dat u wilt kopiëren.
5 Raak aan.
6 Raak [ REC CTRL] aan met een
pictogram.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het
(BEW.&AFSP.) menu.
7 Raak [OPN. PAUZE] aan.
8 Raak [OPN. START] aan.
Het geselecteerde beeld wordt naar de band
gekopieerd.
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
93
9 Raak (stoppen) of [OPN.
PAUZE] aan wanneer u wilt stoppen
met opnemen.
Als u nog meer stilstaande beelden wilt
kopiëren, selecteert u de beelden door
/ aan te raken en herhaalt u stap 7
tot en met 9.
10Raak en aan.
b Opmerkingen
• U kunt het indexscherm niet kopiëren.
• Mogelijk kunt u geen beelden kopiëren die met de
computer zijn bewerkt of die zijn opgenomen met
andere camcorders dan uw camcorder.
• U kunt MPEG-films niet kopiëren op de band.
Geselecteerde
scènes opnemen
vanaf een band
– Digitale programmamontage
U kunt maximaal 20 scènes (programma's)
selecteren en deze in de gewenste volgorde
opnemen met andere opnameapparatuur,
zoals videorecorders, of op een "Memory
Stick" in de camcorder.
Wanneer u op een "Memory Stick" opneemt,
slaat u stap 1 en 2 over en begint u bij "De
geselecteerde scènes als programma's
opnemen" (p. 97).
Stap 1 : De camcorder en
videorecorder gereedmaken voor
gebruik
Voer de onderstaande procedure uit wanneer
u voor het eerst een digitale
programmamontage uitvoert op een band in
een videorecorder. Deze instelling kunt u
overslaan als u de videorecorder al eerder
hebt ingesteld met de onderstaande
procedure.
b Opmerkingen
• U kunt geen digitale programmamontage uitvoeren
op een videorecorder die geen [IR INSTEL] codes
ondersteunt.
• Het bedieningssignaal voor de digitale
programmamontage kan niet via de LANC-
aansluiting worden overgebracht.
Wijzig de volgorde
Resultaat
Verwijder de ongewenste scène
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
94
1 Sluit de videorecorder aan op de
camcorder als opnameapparaat
(p. 88).
U kunt de A/V-kabel of i.LINK-kabel
gebruiken voor de aansluiting. De
procedure voor kopiëren is eenvoudiger als
u de i.LINK-aansluiting gebruikt.
2 Maak de videorecorder gereed voor
gebruik.
• Plaats de band voor het opnemen.
• Zet de ingangskeuzeschakelaar in de
invoerstand als deze stand beschikbaar is
op de videorecorder.
3 Maak de camcorder (afspeelapparaat)
gereed voor gebruik.
• Plaats een band voor het bewerken.
• Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
4 Raak aan.
5 Raak [MENU] aan.
6 Raak / aan om
(BEW.&AFSP.) te selecteren en raak
aan.
7 Raak / aan om [PROG. BEW.]
te selecteren en raak aan.
8 Raak [ANDER APP.] aan.
9 Raak [BWRKN INST.] aan.
10Raak [REGELING] aan.
11Selecteer [i.LINK] of [IR].
Aansluiten met een i.LINK-kabel
Raak [i.LINK] en aan. Ga verder met
"Stap 2 : De synchronisatie van de
videorecorder aanpassen" (p. 96).
Aansluiten met een A/V-kabel
Raak [IR] en aan. Voer de procedure
uit die wordt beschreven in "De [IR
INSTEL] code instellen" (p. 95).
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
95
De [IR INSTEL] code instellen
Wanneer u een A/V-kabel gebruikt, moet u het
signaal voor de [IR INSTEL] code controleren
om te zien of de videorecorder kan worden
bediend met de camcorder (infraroodzender).
1 Raak en [IR INSTEL] aan.
2 Selecteer de [IR INSTEL] code voor de
videorecorder met
/ en raak
aan.
Zie de "Lijst met [IR INSTEL] codes"
(p. 95) voor de [IR INSTEL] code van uw
videorecorder. Wanneer er meer dan één
code wordt vermeld voor de fabrikant van
de videorecorder, probeert u elke code tot u
de meest geschikte vindt.
3 Raak [PAUZESTAND] aan.
4 Selecteer de stand om de
opnamepauzestand op de videorecorder
te annuleren en raak aan.
Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de
videorecorder is geleverd voor informatie
over de bediening.
5 Richt de infraroodzender van de
camcorder op de
afstandsbedieningssensor op de
videorecorder met een afstand van
ongeveer 30 cm. Zorg dat zich geen
obstakels tussen de zender en ontvanger
bevinden.
6 Plaats een band in de videorecorder en
zet de videorecorder in de
opnamepauzestand.
7 Raak [IR TEST] aan.
8 Raak [UITVOER.] aan.
Het opnemen met de videorecorder begint
als de instelling correct is. Als de test voor
de [IR INSTEL] code is voltooid, verschijnt
[Voltooid.].
Ga verder met "Stap 2 : De synchronisatie
van de videorecorder aanpassen" (p. 96).
Als de opname niet start, moet u een andere
[IR INSTEL] code selecteren en het
opnieuw proberen.
Lijst met [IR INSTEL] codes
De volgende [IR INSTEL] codes worden
standaard opgenomen met de camcorder. (Deze
optie is standaard ingesteld op "3".)
Infraroodzender
Videorecorder
Afstandsbedieningssensor
Fabrikant [IR INSTEL] codes
Sony 1, 2, 3, 4, 5, 6
Aiwa 47, 53, 54
Akai 50, 62, 74
Alba 73
Amstrad 73
Baird 30, 36
Blaupunkt 11, 83
Bush 74
CGM 36, 47, 83
Clatronic 73
Daewoo 26
Ferguson 76, 83
Fisher 73
Funai 80
Goldstar/LG 47
Goodmans 26, 84
Grundig 9, 83
Hitachi 42, 56
ITT/Nokia Instant 36
JVC 11, 12, 15, 21
Kendo 47
Loewe 16, 47, 84
Luxor 89
Mark 26*
Matsui 47, 58*, 60
Mitsubishi 28, 29
Nokia 36, 89
Nokia Oceanic 89
Nordmende 76
Okano 60, 62, 63
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
96
* TV/videorecorder-combinatie
Stap 2 : De synchronisatie van
de videorecorder aanpassen
Voer de onderstaande procedure uit wanneer
u voor het eerst een digitale
programmamontage uitvoert op een band in
een videorecorder. Deze instelling kunt u
overslaan als u de videorecorder al eerder
hebt ingesteld met de onderstaande
procedure.
U kunt de synchronisatie van de camcorder
en de videorecorder aanpassen om te
voorkomen dat de openingsscène niet wordt
opgenomen.
1 Verwijder de band uit de camcorder.
Houd pen en papier bij de hand voor
notities.
2 Zet de videorecorder in de
opnamepauzestand.
Sla deze stap over als u [i.LINK] hebt
geselecteerd in stap 11 op p. 94.
bOpmerking
• Laat de band ongeveer 10 seconden lopen
voordat u het afspelen onderbreekt. De
openingsscènes worden mogelijk niet
opgenomen wanneer u begint met
opnemen aan het begin van een band.
3 Raak EN [TEST WIJZIG] aan.
4 Raak [UITVOER.] aan.
Er wordt gedurende ongeveer 50 seconden
een beeld opgenomen met 5 aanduidingen
[IN] en [UIT] voor het aanpassen van de
synchronisatie. Als het opnemen is
voltooid, verschijnt [Voltooid.].
5 Spoel de band in de videorecorder
terug en speel de band vertraagd af.
Er verschijnen 5 beginnummers voor elke
[IN] en eindnummers voor elke [UIT].
Orion 58*, 70
Panasonic 16, 78
Philips 83, 84, 86
Phonola 83, 84
Roadstar 47
SABA 21, 76, 91
Salora 89
Samsung 22, 32, 52, 93, 94
Sanyo 36
Schneider 10, 83, 84
SEG 73
Seleco 47, 74
Sharp 89
Siemens 10, 36
Tandberg 26
Telefunken 91, 92
Thomson 76, 100
Thorn 36, 47
Toshiba 40, 93
Universum 47, 70, 84, 92
W.W. House 47
Watson 58, 83
Fabrikant [IR INSTEL] codes
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
97
6 Noteer het beginnummer van elke
[KNIP-IN] en het eindnummer van
elke [KNIP-UIT] en bereken de
gemiddelde waarde voor elke [KNIP-
IN] en [KNIP-UIT].
7 Raak [KNIP-IN] aan.
8 Raak / aan om de gemiddelde
waarde voor [KNIP-IN] te selecteren
en raak aan.
Hiermee is het beginpunt voor de opname
vastgesteld.
9 Raak [KNIP-UIT] aan.
10Raak / aan om de gemiddelde
waarde voor [KNIP-UIT] te selecteren
en raak aan.
Hiermee is het eindpunt voor de opname
vastgesteld.
11Raak [END] twee keer aan.
De geselecteerde scènes als
programma's opnemen
Wanneer u voor de eerste keer een digitale
programmamontage uitvoert op een band in
de videorecorder, voert u eerst de procedures
uit die worden beschreven in stap 1 en 2
(p. 93 tot en met p. 96).
1 Maak een band of "Memory Stick"
gereed voor gebruik.
Plaats een band die moet worden afgespeeld
in de camcorder.
Wanneer u opneemt op een band, plaatst u
een band in de videorecorder. Wanneer u op
een "Memory Stick" opneemt, plaatst u een
"Memory Stick" in de camcorder.
2 Raak aan.
3 Raak [MENU] aan.
4 Raak / aan om
(BEW.&AFSP.) te selecteren en raak
aan.
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
98
5 Raak / aan om [PROG. BEW.]
te selecteren en raak aan.
6 Raak het gewenste item aan.
Opnemen op een band in de
videorecorder
Raak [ANDER APP.] aan.
Opnemen op een "Memory Stick"
1 Raak [MEMORY STICK] aan.
2 Raak [BLD. FORM.] herhaaldelijk aan
om het gewenste beeldformaat te
selecteren.
7 Ga naar het begin van de eerste scène
die u wilt kopiëren op de camcorder en
onderbreek het afspelen.
U kunt de positie wijzigen met /
(frame).
8 Raak [TEKEN IN] aan.
Het beginpunt voor het eerste programma
wordt ingesteld en het bovenste deel van de
programmamarkering wordt lichtblauw.
9 Ga naar het einde van de eerste scène
die u wilt opnemen op de camcorder en
onderbreek het afspelen.
U kunt de positie wijzigen met /
(frame).
10Raak [TEKEN UIT] aan.
Het eindpunt voor het eerste programma
wordt ingesteld en het onderste deel van de
programmamarkering wordt lichtblauw.
11Herhaal stap 7 tot en met 10 en maak
programma's.
12Zet de videorecorder in de
opnamepauzestand.
Sla deze stap over als u de camcorder hebt
aangesloten via een i.LINK-kabel of als u
op een "Memory Stick" opneemt.
[BLD. FORM.] verschijnt wanneer u
opneemt op een "Memory Stick".
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
99
13Raak [START] aan.
14Raak [UITVOER.] aan.
Er wordt gezocht naar het begin van het
eerste programma en het opnemen begint.
[ZOEKEN] wordt weergegeven tijdens het
zoeken en [BEWERKEN] tijdens het
bewerken.
Als een programma wordt opgenomen,
wordt de programmamarkering gewijzigd
van oranje in lichtblauw. Wanneer alle
programma's zijn opgenomen, stopt de
programmamontage automatisch.
Raak [ANNUL.] aan om het opnemen te
annuleren.
Digitale programmamontage
beëindigen
Raak [END] aan.
Een programma opslaan zonder
hiermee op te nemen
Raak [END] aan in stap 13.
Het programma wordt opgeslagen in het
geheugen totdat de band wordt verwijderd.
Programma's wissen
1
Voer stap 1 tot en met 6 uit in "De
geselecteerde scènes als programma's
opnemen" (p. 97) en raak [WISSEN]
aan.
2 Raak [1TKN. WISS.] aan om het
laatstingestelde programma te
verwijderen. Of raak [ALLES WISS.]
aan om alle programma's te wissen.
3 Raak [UITVOER.] aan.
De programma's worden verwijderd.
Raak [ANNUL.] aan om de bewerking te
annuleren.
b Opmerkingen
• U kunt geen beginpunt of eindpunt instellen op een
leeg gedeelte van de band. Als een gedeelte leeg is,
is de totale tijd die wordt weergegeven mogelijk niet
correct.
• Wanneer u het apparaat niet goed kunt bedienen met
een i.LINK-aansluiting, selecteert u [IR] in stap 11
op p. 94 en stelt u de [IR INSTEL] code in.
Kopiëren/bewerken
100
Geluid kopiëren naar
een band met
opnamen
U kunt aanvullend geluid opnemen en
toevoegen aan het oorspronkelijke geluid op
de band. U kunt geluid toevoegen aan band
waarmee opnamen zijn gemaakt in de 12-bits
stand zonder dat het oorspronkelijke geluid
wordt gewist.
Geluidsopname voorbereiden
Neem het geluid op een van de volgende
manieren op.
• Met de interne microfoon (geen aansluiting
nodig).
• Met een microfoon (optioneel) die is
aangesloten op de MIC-aansluiting. (A)
• Met een microfoon (optioneel) die is
aangesloten op de intelligent accessory shoe.
(B)
• Met een audioapparaat dat is aangesloten op
de camcorder met een A/V-kabel. (C)
Deze volgorde wordt aangehouden om te
bepalen welke audioingang de voorkeur krijgt
voor opnamen: MIC-aansluiting t intelligent
accessory shoe t A/V-aansluiting t interne
microfoon.
b Opmerkingen
• U kunt geen extra audiosignalen opnemen:
– Op een band die is opgenomen in de 16-bits stand.
– Op een band die is opgenomen in de LP stand.
– Wanneer de camcorder is aangesloten via de
i.LINK-kabel.
– Op lege gedeelten van de band.
– Als het wispreventienokje van de band op SAVE
is gezet.
A MIC (PLUG IN POWER) aansluiting
Microfoon (optioneel)
A/V-kabel (bijgeleverd)
Naar de intelligent
accessory shoe
B
Interne microfoon
Signaalverloop
CA/V-aansluiting
Audioapparaat (zoals
CD/MD-spelers)
Sluit de S-videostekker
(zwart) en de videostekker
(geel) niet aan.
Audiouitgangen
Audio R (rood)
Audio L (wit)
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
101
• Wanneer u de A/V-aansluiting of de interne
microfoon aansluit om extra geluid op te nemen,
wordt er geen beeldsignaal uitgevoerd via de A/V-
aansluiting. Controleer het beeld op het LCD-
scherm en in de beeldzoeker en controleer het geluid
met de hoofdtelefoon.
• Als u een externe microfoon (optioneel) gebruikt om
extra geluidsopnamen op te nemen, kunt u het beeld
en het geluid controleren door de camcorder op een
TV aan te sluiten met de A/V-kabel. Het geluid dat
u naderhand hebt opgenomen, wordt niet uitgevoerd
via de luidspreker. Controleer het geluid met een
hoofdtelefoon of TV.
Geluid opnemen
1 Plaats een band met opnamen in de
camcorder.
2 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
3 Raak (afspelen/onderbreken)
aan om de band af te spelen.
4 Raak (afspelen/onderbreken)
aan op het punt waar u wilt beginnen
met het opnemen van het geluid.
Het afspelen wordt onderbroken.
5 Raak aan.
6 Raak [MENU] aan.
7
Raak / om (BEW.&AFSP.)
en raak vervolgens aan.
8 Raak / aan om [AUD DUB
REG.] te selecteren en raak vervolgens
aan.
9 Raak [AUDIO DUB] aan.
Een groen teken X verschijnt op het
LCD-scherm.
10Raak (afspelen/onderbreken)
aan en begin met het afspelen van het
geluid dat u tegelijkertijd wilt
opnemen.
Er blijft een rood teken zichtbaar op het
LCD-scherm terwijl het geluid wordt
opgenomen.
Het nieuwe geluid wordt opgenomen in stereo
2 (ST2) tijdens het afspelen van de band.
11Raak (stoppen) aan als u wilt
stoppen met opnemen.
Als u andere scènes wilt kopiëren, herhaalt
u stap 3 en 4 om de scènes te selecteren en
raakt u [AUDIO DUB] aan.
12Raak en aan.
Het eindpunt van het kopiëren van
geluidsopnamen instellen
Druk tijdens het afspelen op ZERO SET
MEMORY op de afstandsbediening bij het punt
waar u het kopiëren van geluid wilt stoppen.
Voer stap 4 tot en met 10 uit. De opname wordt
automatisch gestopt bij de geselecteerde scène.
b Opmerking
• U kunt alleen aanvullend geluid opnemen op een
band die met de camcorder is opgenomen. Het
geluid wordt mogelijk slechter wanneer u geluid op
een band opneemt die is opgenomen met andere
camcorders (waaronder andere DCR-PC330E
camcorders).
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
102
Het opgenomen geluid
controleren en aanpassen
1 Speel de band af waarop u geluid hebt
opgenomen in "Geluid opnemen"
(p. 101).
2 Raak aan.
3 Raak [MENU] aan.
4 Raak / aan om
(STANDRD INST) te selecteren en
raak aan.
5 Raak / aan om [AUDIO MIX]
te selecteren en raak aan.
6 Raak / aan om de balans
tussen het oorspronkelijke geluid
(ST1) en het aanvullende geluid (ST2)
aan te passen. Raak aan.
Bij de standaardinstelling wordt het
oorspronkelijke geluid (ST1) uitgevoerd.
De aangepaste geluidsbalans wordt weer
teruggezet op de standaardinstelling
ongeveer 5 minuten nadat de accu of andere
stroombronnen zijn losgekopppeld.
Opgenomen beelden
verwijderen
U kunt alle of een aantal geselecteerde
beelden verwijderen die zijn opgeslagen op
een "Memory Stick".
1 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT
stand te selecteren.
2 Raak aan.
3 Raak / aan om een beeld te
selecteren dat u wilt verwijderen.
4 Raak aan.
5 Raak [JA] aan.
Het geselecteerde beeld wordt verwijderd.
Raak [NEE] aan om het verwijderen te
annuleren.
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
103
Alle beelden tegelijkertijd verwijderen
Selecteer het (GEH.INST.) menu en
[ ALLES VERW](p. 66).
Beelden uit het indexscherm
verwijderen
U kunt eenvoudig zoeken naar het beeld dat u
wilt verwijderen door 6 beelden tegelijkertijd
weer te geven.
1 Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
2 Raak aan.
3 Raak aan.
4 Raak aan.
5 Raak [ VERW.] aan.
6 Raak het beeld aan dat u wilt
verwijderen.
verschijnt op het beeld dat moet worden
verwijderd.
Raak / aan om de volgende of
vorige 6 beelden weer te geven.
7 Raak aan.
8 Raak [JA] aan.
De geselecteerde beelden worden
verwijderd.
Raak [NEE] aan om het verwijderen te
annuleren.
b Opmerkingen
• Beelden kunnen niet worden verwijderd als het
wispreventienokje van de "Memory Stick" is
ingesteld in de wispreventiestand (p. 121) of als het
geselecteerde beeld is beveiligd (p. 104).
• De beelden kunnen niet worden hersteld nadat deze
zijn verwijderd. Controleer de geselecteerde beelden
voordat u deze verwijdert.
Het beeldformaat
wijzigen
– Formaat
wijzigen
U kunt het formaat van een afbeelding
wijzigen in 640 × 480 of 320 × 240. Deze
functie is handig als u het formaat wilt
verkleinen om de afbeelding aan een e-
mailbericht toe te voegen.
Het oorspronkelijke beeld behoudt het
oorspronkelijke formaat, zelfs als u het
formaat wijzigt.
1 Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
2 Raak aan.
3 Raak [FRMT WIJZIG] aan.
Als het item niet wordt weergegeven op het
scherm, raakt u / aan. Kunt u het
item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan
en selecteert u het item in het (BEELD
PROG.) menu.
4 Raak / aan om een beeld te
selecteren waarvan u het formaat wilt
wijzigen.
,wordt vervolgd
Kopiëren/bewerken
104
5 Raak [640 × 480] of [320 × 240] aan.
Het beeld met het gewijzigde formaat wordt
opgenomen als een nieuw bestand in de
geselecteerde map.
6 Raak [END] aan.
Geheugencapaciteit voor stilstaande
beelden na het wijzigen van het formaat
b Opmerkingen
• U kunt wellicht het formaat van beelden die met
andere apparatuur zijn opgenomen, niet wijzigen.
• U kunt het formaat van films niet wijzigen.
Bepaalde gegevens
opgeven die moeten
worden opgeslagen
met de beelden
– Beeldbeveiliging/Afdrukmarkering
Zorg dat het wispreventienokje op de
"Memory Stick" niet is ingesteld in de
wispreventiestand.
Per ongeluk wissen voorkomen
– Beeldbeveiliging
U kunt beelden selecteren en markeren om te
voorkomen dat deze per ongeluk worden
gewist.
1 Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
2 Raak aan.
3 Raak aan.
4 Raak aan.
Beeldformaat Geheugencapaciteit
640 × 480 Ongeveer 150 kB
320 × 240 Ongeveer 16 kB
Kopiëren/bewerken
Kopiëren/bewerken
105
5 Raak [VEILIG] aan.
6 Raak het beeld aan dat u wilt
beveiligen.
7 Raak aan.
8 Raak [END] aan.
Beeldbeveiliging annuleren
Voer stap 1 tot en met 5 uit en raak het beeld aan
om de beeldbeveiliging uit te schakelen.
- verdwijnt uit het beeld.
Stilstaande beelden selecteren
voor afdrukken – Afdrukmarkering
U kunt beelden markeren die u wilt
afdrukken terwijl u deze bekijkt op de
camcorder. (U kunt het aantal afdrukken niet
opgeven.)
De DPOF-standaard (Digital Print Order
Format) wordt gebruikt om beelden te
selecteren voor afdrukken op de camcorder.
1 Schuif de POWER schakelaar om de
PLAY/EDIT stand te selecteren.
2 Raak aan.
3 Raak aan.
4 Raak aan.
5 Raak [AFDRUKTEKEN] aan.
6 Raak het beeld aan dat u later wilt
afdrukken.
7 Raak aan.
8 Raak [END] aan.
De afdrukmarkering annuleren
Voer stap 1 tot en met 5 uit en raak het beeld aan
om de afdrukmarkering uit te schakelen.
verdwijnt uit het beeld.
- verschijnt op
het geselecteerde
beeld.
verschijnt op
het geselecteerde
beeld.
Problemen oplossen
106
Problemen oplossen
Problemen oplossen
Als er problemen optreden bij het gebruik
van de camcorder, kunt u de volgende tabel
gebruiken om het probleem op te lossen.
Blijft het probleem optreden, dan verwijdert
u de stroombron en neemt u contact op met de
Sony-handelaar.
Als "C:ss:ss" wordt weergegeven op het
LCD-scherm of in de beeldzoeker, is de
zelfdiagnosefunctie geactiveerd. Zie
pagina 114 voor meer informatie.
Algemene werking
Probleem Oorzaak en/of oplossing
De stroom wordt niet ingeschakeld. • De accu is ontladen, is bijna leeg of is niet in de camcorder geplaatst.
cPlaats een opgeladen accu in de camcorder. (p. 13)
cGebruik de netspanningsadapter om de camcorder aan te sluiten op een
stopcontact. (p. 16)
De camcorder functioneert zelfs niet
als de stroom is ingeschakeld.
cTrek de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact of
verwijder de accu en sluit deze na één minuut weer aan. Als de functies
nog steeds niet werken, drukt u op de RESET toets in met een puntig
voorwerp. (Houd er rekening mee dat bij het indrukken van de RESET
toets alle instellingen, inclusief de klokinstelling en met uitzondering van
de items in het persoonlijke menu, worden teruggezet op de
standaardwaarden.)
U hoort een rammelend geluid
wanneer de camcorder wordt gebruikt
als de POWER schakelaar op (CHG)
OFF of in de PLAY/EDIT stand is
gezet.
• Dit komt omdat bepaalde lensfuncties op de camcorder een lineair
mechanisme gebruiken. Dit duidt niet op een storing.
De bijgeleverde afstandsbediening
werkt niet.
cStel [EXTERNE CTRL] in het (STANDRD INST) menu in op
[AAN]. (p. 82)
cPlaats batterijen in de batterijhouder zodat de +- en –-polen samenvallen
met de +- en –-tekens in de houder. Als het probleem nog steeds niet is
opgelost, plaatst u nieuwe batterijen omdat de oude batterijen leeg zijn.
(p. 136)
cVerwijder eventuele obstructies tussen de afstandsbediening en de
afstandsbedieningssensor.
De camcorder wordt warm. • Het apparaat is al langere tijd ingeschakeld. Dit duidt niet op een storing.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
107
Accu/Stroombronnen
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Het CHG (opladen) lampje gaat niet
branden als u de accu oplaadt.
cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het lampje nog
steeds niet gaat branden, krijgt het lampje geen stroom van het
stopcontact.
• Het opladen van de accu is voltooid. (p. 13)
Het CHG (opladen) lampje knippert
als u de accu oplaadt.
cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het probleem
blijft optreden, trekt u de stekker van de netspanningsadapter uit het
stopcontact en neemt u contact op met de Sony-handelaar. De accu is
wellicht beschadigd. (p. 13)
De accu raakt snel leeg. • De temperatuur van de omgeving is te laag of de accu is niet volledig
opgeladen. Dit duidt niet op een storing.
cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden,
vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht
beschadigd. (p. 13, 123)
De aanduiding voor de resterende
accuduur geeft niet de juiste tijd aan.
• De temperatuur van de omgeving is te hoog of te laag of de accu is niet
volledig opgeladen. Dit duidt niet op een storing.
cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden,
vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht
beschadigd. (p. 13, 123)
De camcorder wordt vaak
uitgeschakeld, terwijl de aanduiding
voor de resterende accuduur aangeeft
dat de accu nog voldoende stroom kan
leveren.
• Er is een probleem opgetreden met de aangegeven resterende accuduur
of de accu is niet volledig opgeladen.
cLaad de accu nogmaals volledig op om de aanduiding te corrigeren.
(p. 13)
Het apparaat wordt plotseling
uitgeschakeld.
• [AUTOM. UIT] in het (STANDRD INST) menu is ingesteld op [5
min]. (p. 83)
cAls er ongeveer 5 minuten zijn verstreken waarin u de camcorder niet
hebt gebruikt, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld.
Schuif de POWER schakelaar naar beneden om de stroom weer in te
schakelen. (p. 16) U kunt ook de netspanningsadapter gebruiken.
Er treedt een probleem op als de
camcorder is aangesloten op de
netspanningsadapter.
cSchakel de stroom uit en trek de stekker van de netspanningsadapter uit
het stopcontact. Sluit de netspanningsadapter weer aan.
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
108
Banden
LCD-scherm/beeldzoeker
Probleem Oorzaak en/of oplossing
De band kan niet worden uitgeworpen
uit de houder.
cControleer of de stroombron (accu of netspanningsadapter) correct is
aangesloten. (p. 13)
cVerwijder de accu uit de camcorder en plaats deze opnieuw. (p. 13)
cPlaats een opgeladen accu in de camcorder. (p. 13)
De band wordt niet uitgeworpen,
zelfs niet als het deksel van de
bandhouder is geopend.
cVocht condenseert in de camcorder. (p. 126)
De aanduiding voor Cassette Memory
wordt niet weergegeven als u een
band met Cassette Memory gebruikt.
cMaak de goudkleurige aansluiting van de band schoon. (p. 120)
De resterende bandlengte wordt niet
weergegeven.
cStel [ RESTANT] in op [AAN] in het (STANDRD INST)
menu zodat de resterende bandlengte altijd wordt weergegeven. (p. 82)
Er is geen bandtitel opgenomen. cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119)
cWis ongewenste titels als het Cassette Memory vol is. (p. 76)
cSchuif het wispreventienokje naar REC. (p. 119)
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Er verschijnt een onbekende taal op
het scherm.
cZie pagina 22.
Er verschijnt een onbekend beeld op
het scherm.
cDe camcorder staat in [DEMOFUNCTIE]. De [DEMOFUNCTIE] wordt
automatisch weergegeven als u de camcorder 10 minuten laat staan
zonder een band of "Memory Stick" te plaatsen nadat u CAMERA-
TAPE hebt geselecteerd. Raak het LCD-scherm aan of plaats een band
of "Memory Stick" om de [DEMOFUNCTIE] te annuleren. U kunt
[DEMOFUNCTIE] ook instellen op [UIT] in het menu. (p. 73)
Er verschijnt een onbekende
aanduiding op het scherm.
cRaadpleeg de lijst met aanduidingen. (p. 138)
De toetsen verschijnen niet op het
aanraakscherm.
cRaak het LCD-scherm zachtjes aan.
cDruk op DISPLAY/BATT INFO (of op DISPLAY op de
afstandsbediening). (p. 52)
De toetsen op het aanraakscherm
werken niet correct of werken
helemaal niet.
cPas het scherm aan ([KALIBRATIE]). (p. 127)
Het beeld in de beeldzoeker is niet
duidelijk.
cSchuif de beeldzoeker uit. (p. 17)
cGebruik het zoekerscherpstelknopje om de lens aan te passen. (p. 17)
Het beeld in de beeldzoeker is
verdwenen.
cSluit het LCD-scherm. Het beeld wordt niet weergegeven in de
beeldzoeker als het LCD-scherm is geopend. (p. 18)
Problemen oplossen
Problemen oplossen
109
Opnemen
Als u een "Memory Stick" gebruikt om op te nemen, moet u ook het gedeelte "Memory Stick"
doornemen. (p. 111)
Probleem Oorzaak en/of oplossing
De band wordt niet gestart als u op
START/STOP drukt.
cSchuif de POWER schakelaar om het CAMERA-TAPE lampje in te
schakelen. (p. 16)
cHet einde van de band is bereikt. Spoel de band terug of plaats een
nieuwe band.
cSchuif het wispreventienokje naar REC of plaats een nieuwe band.
(p. 119)
cDe band blijft aan de koptrommel kleven vanwege gecondenseerd vocht.
Verwijder de band en laat de camcorder ten minste één uur staan. Plaats
daarna de band terug. (p. 126)
Het apparaat wordt plotseling
uitgeschakeld.
• [AUTOM. UIT] in het (STANDRD INST) menu is ingesteld op [5
min]. (p. 83)
cAls er ongeveer 5 minuten zijn verstreken waarin u de camcorder niet
hebt gebruikt, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld.
Schuif de POWER schakelaar naar beneden om de stroom weer in te
schakelen. (p. 16) U kunt ook de netspanningsadapter gebruiken.
• De accu is ontladen. (p. 13)
SteadyShot functioneert niet. cStel [STEADYSHOT] in op [AAN] in het (CAMERA INST.) menu.
(p. 64)
Automatisch scherpstellen
functioneert niet.
cDruk op FOCUS om automatisch scherpstellen in te schakelen. (p. 37)
cDe opnameomstandigheden zijn niet geschikt voor automatisch
scherpstellen. Stel handmatig scherp. (p. 37)
Er verschijnt een verticale streep
wanneer u kaarslicht of elektrische
verlichting opneemt in het donker.
• Dit gebeurt wanneer het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond
te groot is. Dit duidt niet op een storing.
Er verschijnt een verticale streep
wanneer u een helder onderwerp
opneemt.
• Dit wordt het vlekeffect genoemd. Dit duidt niet op een storing.
Er verschijnen kleine witte, rode,
blauwe of groene stippen op het
scherm.
• De stippen verschijnen wanneer u opneemt met [LGZM SL.], Super
NightShot of Color Slow Shutter. Dit duidt niet op een storing. (p. 35)
De kleur van het beeld wordt niet
correct weergegeven.
cSchakel de NightShot functie uit. (p. 35)
Het beeld is te helder op het scherm
en het onderwerp wordt niet
weergegeven.
cSchakel de NightShot functie uit in heldere omgevingen. (p. 35)
cSchakel de tegenlichtfunctie uit. (p. 33)
U hoort het sluitergeluid niet. cStel [PIEPTOON] in op [MELODIE] of [NORMAAL] in het
(STANDRD INST) menu. (p. 82)
Er verschijnen zwarte strepen als u
een TV-scherm of computerscherm
opneemt.
cStel [STEADYSHOT] in op [UIT] in het (CAMERA INST.) menu.
(p. 64)
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
110
Afspelen
Als u beelden op een "Memory Stick" afspeelt, moet u ook het gedeelte "Memory Stick" doornemen.
(p. 111)
De externe flitser (optioneel)
functioneert niet.
• De flitser is niet ingeschakeld of is niet goed bevestigd.
• Er zijn twee of meer flitsers bevestigd. Er kan slechts één externe flitser
worden bevestigd.
Het beeld trilt of de kleuren
veranderen.
cDit probleem treedt op als u beelden opneemt onder een TL-buis,
natriumlamp of kwiklamp in de portret- of sportprogrammastand.
Annuleer in dit geval [BELICHT.PROG]. (p. 59)
END SEARCH functioneert niet. • De band is uitgeworpen na de opname als u een band zonder Cassette
Memory gebruikt. (p. 119)
• De band is nieuw en bevat geen opnamen.
END SEARCH functioneert niet
correct.
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
De functie voor opnamen met
vloeiende intervallen stopt/[Fout
tijdens opname met vl. intervallen.]
wordt weergegeven en het opnemen
wordt gestopt.
cWaarschijnlijk is de videokop vuil. Gebruik een reinigingscassette
(optioneel).
cProbeer het opnieuw vanaf het begin.
cGebruik een mini-DV-band van Sony.
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Er kan niet worden afgespeeld. cAls het einde van de band is bereikt, spoelt u de band terug. (p. 46)
Er worden horizontale strepen
weergegeven in het beeld. De
weergegeven beelden zijn niet
duidelijk of verschijnen niet.
cReinig de kop met een reinigingscassette (optioneel). (p. 127)
Fijne patronen knipperen en
diagonale lijnen lijken gekarteld.
cPas [SCHERPTE] aan naar de (zachter maken) kant in het
(CAMERA INST.) menu voor het opnemen. (p. 61)
U hoort geen of zacht geluid. cStel [MEERK GELUID] in op [STEREO] in het (STANDRD
INST) menu. (p. 78)
cZet het volume hoger. (p. 46)
cIn het (STANDRD INST) menu past u [AUDIO MIX] bij [ST2]
(aanvullend geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort. (p. 79)
cAls u een S-VIDEO gebruikt, moet u controleren of de rode en witte
stekkers van de A/V-kabel ook zijn aangesloten. (p. 54)
Het geluid is onderbroken. cReinig de kop met een reinigingscassette (optioneel). (p. 127)
De datumzoekfunctie kan niet
worden uitgevoerd als de
opnamedatum op het scherm wordt
weergegeven.
cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119)
cStel [ ZOEKEN] in op [AAN] in het (BEW.&AFSP.) menu.
(p. 75)
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Problemen oplossen
Problemen oplossen
111
"Memory Stick"
"---" wordt weergegeven op het
scherm.
• De band die u afspeelt, is opgenomen zonder ingestelde datum en tijd.
• Er wordt een leeg gedeelte op de band afgespeeld.
• De gegevenscode op een band met een kras of storing kan niet worden
gelezen.
END SEARCH functioneert niet. • De band is uitgeworpen na de opname als u een band zonder Cassette
Memory gebruikt. (p. 119)
• De band is nieuw en bevat geen opnamen.
END SEARCH functioneert niet
correct.
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
Probleem Oorzaak en/of oplossing
De functies kunnen niet worden
uitgevoerd met de "Memory Stick".
cStel de POWER schakelaar in de CAMERA-MEMORY of PLAY/EDIT
stand. (p. 16)
c Plaats een "Memory Stick" in de camcorder. (p. 21)
• De "Memory Stick" is geformatteerd op een computer.
cFormatteer de "Memory Stick" op de camcorder. Houd er rekening
mee dat alle opgenomen gegevens worden verwijderd. (p. 67)
Er kan niet worden opgenomen op de
"Memory Stick".
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
cDe "Memory Stick" is vol. Verwijder ongewenste beelden van de
"Memory Stick". (p. 102)
cFormatteer de "Memory Stick" met de camcorder of plaats een andere
"Memory Stick". (p. 67)
• De map "100MSDCF" is geselecteerd. U kunt geen beelden opnemen in
de map "100MSDCF". Deze map wordt alleen gebruikt voor afspelen.
Het HOLOGRAM AF licht valt niet
op het midden van het onderwerp.
• Er wordt automatisch scherpgesteld als het HOLOGRAM AF licht op
het onderwerp valt. Dit duidt niet op een storing. (p. 38)
Het HOLOGRAM AF licht is wazig
en het is moeilijk om scherp te stellen.
cVeeg de HOLOGRAM AF zender schoon met een droge doek.
De beelden worden niet op ware
grootte afgespeeld.
• Beelden die op andere apparaten zijn opgenomen, worden niet op ware
grootte weergegeven. Dit duidt niet op een storing.
Beeldgegevens kunnen niet worden
afgespeeld.
• Beeldgegevens kunnen niet worden afgespeeld als u bestanden of
mappen wijzigt of de gegevens bewerkt op een computer. (In dit geval
knippert de bestandsnaam.) Dit duidt niet op een storing. (p. 122)
• Beelden die op andere apparaten zijn opgenomen, worden niet op ware
grootte weergegeven. Dit duidt niet op een storing.
Beelden kunnen niet worden
verwijderd.
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
cSchakel de beveiliging van het beeld uit. (p. 104)
• U kunt maximaal 100 beelden in een keer verwijderen. Verwijder de
beelden in groepen van minder dan 100.
De "Memory Stick" kan niet worden
geformatteerd.
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
Probleem Oorzaak en/of oplossing
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
112
Kopiëren/bewerken
De beelden kunnen niet tegelijkertijd
worden verwijderd.
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
Beeldbeveiliging kan niet worden
toegepast.
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
cVoer de bewerking nogmaals uit op het indexscherm. (p. 104)
Beelden kunnen niet worden
gemarkeerd voor afdrukken.
cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121)
cVoer de bewerking nogmaals uit op het indexscherm. (p. 105)
• U kunt maximaal 1000 beelden markeren voor afdrukken.
• Films kunnen niet worden gemarkeerd voor afdrukken.
Het formaat van beelden kan niet
worden gewijzigd.
• Het formaat van beelden die op andere apparaten zijn opgenomen, kan
wellicht niet worden gewijzigd. Dit duidt niet op een storing.
• Het formaat van films kan niet worden gewijzigd.
De bestandsnaam wordt niet correct
weergegeven.
• Als de mapstructuur niet voldoet aan de algemene norm, wordt alleen de
bestandsnaam weergegeven.
• Het bestand is beschadigd.
• De bestandsindeling wordt niet ondersteund op de camcorder. (p. 120)
De bestandsnaam knippert. • Het bestand is beschadigd.
• De bestandsindeling wordt niet ondersteund op de camcorder. (p. 120)
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Beelden van aangesloten apparaten
worden niet weergegeven op het
LCD-scherm of in de beeldzoeker.
cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het (STANDRD INST) menu.
(p. 83)
cStel [VIDEO INVOER] in op het gewenste signaal in het
(STANDRD INST) menu. (p. 80)
Er kan niet goed worden gekopieerd
met de A/V-kabel.
cStel [VIDEO INVOER] in op het gewenste signaal in het
(STANDRD INST) menu. (p. 80)
cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het (STANDRD INST) menu.
(p. 83)
Beelden van aangesloten apparaten
worden niet juist weergegeven.
• Het invoersignaal is niet PAL. (p. 90)
Nieuw geluid dat is toegevoegd aan
de band met opnamen, is niet
hoorbaar.
cIn het (STANDRD INST) menu past u [AUDIO MIX] bij [ST1]
(oorspronkelijk geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort. (p. 79)
Er is geen titel opgenomen/Er is geen
bandtitel opgenomen.
cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119)
cWis ongewenste titels als het Cassette Memory vol is. (p. 76)
cSchuif het wispreventienokje naar REC. (p. 119)
• U kunt geen titels toevoegen aan lege gedeelten op de band.
De titel wordt niet weergegeven. cStel [ TIT.WRGVN] in op [AAN] in het (BEW.&AFSP.)
menu. (p. 76)
De titel kan niet worden verwijderd. cSchuif het wispreventienokje naar REC. (p. 119)
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Problemen oplossen
Problemen oplossen
113
De titelzoekfunctie werkt niet. cGeef een titel op als de band geen titels bevat. (p. 75)
cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119)
cStel [ ZOEKEN] in op [AAN] in het (BEW.&AFSP.) menu.
(p. 75)
• Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit
duidt niet op een storing.
Stilstaande beelden kunnen niet van
een band naar een "Memory Stick"
worden gekopieerd.
• U kunt niet opnemen of er wordt een vervormd beeld opgenomen als de
band herhaaldelijk is gebruikt voor opnamen.
Films kunnen niet van een band naar
een "Memory Stick" worden
gekopieerd.
• U kunt niet opnemen of er wordt een vervormd beeld opgenomen in de
volgende gevallen:
– Er staat een leeg gedeelte op de band.
– De band is herhaaldelijk gebruikt voor opnamen.
– Het invoersignaal is onderbroken of afgekapt.
Digitale programmamontage op de
band werkt niet.
cStel de ingangskeuzeschakelaar op de videorecorder correct in en
controleer de aansluiting tussen de camcorder en de videorecorder.
(p. 88)
cAls de camcorder met een i.LINK-kabel is aangesloten op een DV-
apparaat dat niet van Sony is, selecteert u [IR] in stap11 van "Stap 1: De
camcorder en videorecorder gereedmaken voor gebruik" (p. 93).
cPas de synchronisatie van de videorecorder aan. (p. 96)
cGeef de correcte [IR INSTEL] code op. (p. 95)
cSelecteer de gebruikte stand om de opnamepauze weer te annuleren.
(p. 95)
cZet de camcorder en de videorecorder meer dan 30 cm uit elkaar. (p. 95)
• Het programma kan niet worden ingesteld op een leeg gedeelte van de
band.
De videorecorder reageert niet correct
tijdens digitale programmamontage
als de videorecorder is aangesloten
via een i.LINK-kabel.
• Als u de videorecorder aansluit via een i.LINK-kabel, selecteert u [IR] in
stap 11 van "Stap 1: De camcorder en videorecorder gereedmaken voor
gebruik" (p. 93).
Digitale programmamontage op de
"Memory Stick" functioneert niet
correct.
• Het programma kan niet worden ingesteld op een leeg gedeelte van de
band.
• U kunt niet opnemen of er wordt een vervormd beeld opgenomen als de
band herhaaldelijk is gebruikt voor opnamen.
Probleem Oorzaak en/of oplossing
Problemen oplossen
114
Waarschuwingen en
berichten
Zelfdiagnose/Waarschuwingen
Als aanduidingen op het scherm of in de beeldzoeker worden weergegeven, controleert u de volgende
punten. Zie de pagina tussen haakjes voor meer informatie.
Aanduiding Oorzaak en/of oplossing
C:ss:ss/E:ss:ss
(Zelfdiagnose)
U kunt bepaalde problemen zelf oplossen. Als het probleem blijft optreden
nadat u herhaaldelijk hebt geprobeerd dit op te lossen, neemt u contact op
met de Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony erkende
onderhoudsdienst.
C:04:ss
cEr wordt een andere accu dan een "InfoLITHIUM" accu gebruikt.
Gebruik een "InfoLITHIUM" accu. (p. 123)
C:21:ss
cEr is vocht in de camcorder gecondenseerd. Verwijder de band en laat de
camcorder ten minste één uur staan. Plaats daarna de band terug. (p. 126)
C:22:ss
cReinig de kop met een reinigingscassette (optioneel). (p. 127)
C:31ss/C:32ss
cEr treden problemen op die hierboven niet zijn beschreven. Verwijder de
band, plaats deze opnieuw en gebruik de camcorder weer. Voer deze
procedure niet uit als vocht begint te condenseren. (p. 126)
cVerwijder de stroombron. Sluit de stroombron weer aan en gebruik de
camcorder weer.
cVervang de band.
E:61:ss/E:62:ss/E:91:ss
cNeem contact op met uw Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony
erkende onderhoudsdienst. Geef de 5-cijferige code door die begint met
"E".
101-0001 (waarschuwing met
betrekking tot bestanden)
• Het bestand is beschadigd.
• Het bestand is onleesbaar.
• U probeert de MEMORY MIX functie te gebruiken voor een film
(p. 42).
E (waarschuwing met betrekking tot
accuniveau)
• De accu is bijna leeg.
• Afhankelijk van de gebruiksinstellingen, de omgeving of de accu kan de
aanduiding E knipperen, zelfs als er nog 5 tot 10 minuten over zijn.
% (waarschuwing met betrekking tot
condensvorming)*
cVerwijder de band, zet de POWER schakelaar op (CHG) OFF en laat de
camcorder ongeveer één uur staan met het deksel van de bandhouder
geopend (p. 126).
Problemen oplossen
Problemen oplossen
115
* U hoort een melodie of pieptoon als de waarschuwingen op het scherm verschijnen.
(waarschuwing met betrekking
tot de "Memory Stick")
• Er is geen "Memory Stick" geplaatst.
(waarschuwing met betrekking
tot het formatteren van de "Memory
Stick")*
• De gegevens op de "Memory Stick" zijn beschadigd.
• De "Memory Stick" is niet correct geformatteerd (p. 67).
(waarschuwing met betrekking
tot een incompatibele "Memory
Stick")*
• Er is een incompatibele "Memory Stick" geplaatst.
Q (waarschuwing met betrekking
tot de band)
Langzaam knipperend:
• Er is nog minder dan 5 minuten over op de band.
• Er is geen band geplaatst.*
• Het wispreventienokje van de band is vergrendeld (p. 119).*
Snel knipperend:
• De band is vol.*
Z (waarschuwing met betrekking tot
uitwerpen van band)*
Langzaam knipperend:
• Het wispreventienokje op de band is vergrendeld (p. 119).
Snel knipperend:
• Er is vocht in de camcorder gecondenseerd (p. 126).
• De zelfdiagnosecode wordt weergegeven (p. 114).
- (waarschuwing met betrekking
tot het verwijderen van beelden)*
• Het beeld is beveiligd (p. 104).
- (waarschuwing met
betrekking tot de schrijfbeveiliging
van de "Memory Stick")
• Het wispreventienokje van de "Memory Stick" is vergrendeld. (p. 121).
(waarschuwing met betrekking tot
de flitser)
Langzaam knipperend:
• Tijdens het opladen
Snel knipperend:
• De zelfdiagnosecode wordt weergegeven (p. 114).*
• Er is een probleem met de ingebouwde flitser of de externe flitser
(optioneel).
Aanduiding Oorzaak en/of oplossing
,wordt vervolgd
Problemen oplossen
116
Waarschuwingsberichten
Als er berichten op het scherm verschijnen, controleert u de volgende punten. Zie de pagina tussen
haakjes voor meer informatie.
Onderwerp Aanduiding Oplossing/Referentie
Accu Gebruik de "InfoLITHIUM" accu. cZie pagina 123.
De accu is bijna leeg. cLaad de accu op (p. 13).
Oude accu. Gebruik een nieuwe. cZie pagina 123.
Z Sluit de stroombron opnieuw aan. –
Condensvorming % Z Condensvorming. Verwijder de band. cZie pagina 126.
% Condensvorming. Schakel camera 1 uur uit. cZie pagina 126.
Banden Q Plaats een band. cZie pagina 20.
Z Plaats de band opnieuw. cDe band is wellicht beschadigd.
Q Z Band vergrendeld. Controleer het nokje. cZie pagina 119.
Q Het einde van de band is bereikt. –
Gebruik een band met Cassette Memory. cZie pagina 119.
"Memory Stick" Plaats een Memory Stick. cZie pagina 21.
Plaats de Memory Stick opnieuw. • De "Memory Stick" is wellicht
beschadigd. Probeer een andere
"Memory Stick".
Verwijder Memory Stick niet tijdens schrijven. –
Dit is een alleenlezen Memory Stick. –
Incompatibel type Memory Stick. cZie pagina 120.
Deze Memory Stick is niet juist
geformatteerd.
cControleer de formattering en
formatteer desgewenst de "Memory
Stick" opnieuw (p. 67).
Kan niet opnemen. Memory Stick is vol. cVerwijder ongewenste beelden (p. 102).
- Memory Stick is vergrendeld. Controleer
nokje.
cZie pagina 120.
Kan niet afspelen. Plaats Memory Stick opnieuw. –
Kan niet opnemen. Plaats Memory Stick opnieuw. –
Geen bestand. • Er is geen bestand opgenomen of er
staat een onleesbaar bestand op de
"Memory Stick".
Opladen... Kan geen stilstaande beelden opnemen. • U probeert een beeld op te nemen
terwijl de flitser wordt opgeladen.
Wacht tot de aanduiding voor
flitserlading blijft branden (p. 30).
USB streaming Deze functie is niet beschikbaar. • U probeert een "Memory Stick" af te
spelen of hierop op te nemen tijdens
USB Streaming.
Problemen oplossen
Problemen oplossen
117
"Memory Stick" Max. aantal mappen op Memory Stick is bereikt. • U kunt geen mappen met een nummer
hoger dan 999MSDCF maken.
cU kunt de gemaakte mappen niet
verwijderen met de camcorder. U
moet de "Memory Stick" (p. 67)
formatteren of de mappen
verwijderen op de computer.
Kan geen stilst. beelden op Memory Stick
opnemen.
–
Overigen Kan film op Memory Stick niet op band opnemen. –
Kan niet opnemen vanwege copyrightbeveiliging. –
Kan audio niet toevoegen. Koppel i.LINK kabel
los.
cZie pagina 100.
Niet opgenomen met SP. Kan audio niet
toevoegen.
cZie pagina 100.
Niet opgenomen in 12-bits audio. Kan audio niet
toevgn.
cZie pagina 100.
Kan audio niet toevoegen op leeg gedeelte van
band.
cZie pagina 100.
Cassette Memory is vol. cZie pagina 77.
Kan 44,1 kHz audio niet op Memory Stick
opnemen.
–
Fout tijdens opname met vl. intervallen. cZie pagina 110.
Al toegevoegd aan P-MENU van CAMERA-
TAPE.
–
Al toegevoegd aan P-MENU van CAMERA-
MEMORY.
–
Al toegevoegd ann P-MENU van PLAY/EDIT. –
x Videokop is vuil. Gebruik een reiningscas. cZie pagina 127.
Flitser Kan flitser niet opladen. Niet beschikbaar. cZie pagina 30.
Onderwerp Aanduiding Oplossing/Referentie
Extra informatie
118
Extra informatie
De camcorder
gebruiken in het
buitenland
Voeding
U kunt de camcorder met de bijgeleverde
netspanningsadapter gebruiken in alle
landen/regio's waar de lichtnetspanning 100
V tot 240 V, 50/60 Hz, bedraagt.
TV-kleursystemen
Deze camcorder werkt met het PAL-
kleursysteem. Als u de weergegeven
videobeelden op een TV-scherm wilt bekijken,
moet dit een PAL-TV (zie de volgende lijst) zijn
met een AUDIO/VIDEO ingang.
Eenvoudig overschakelen op een
andere tijdzone
Via het instelmenu kunt u de tijdinstelling
eenvoudig omschakelen naar de plaatselijke tijd
in een andere tijdzone als u de camcorder in het
buitenland gebruikt. Selecteer [WERELDTIJD]
in het (TIJD/TAAL) menu en stel het
tijdsverschil in (p. 84).
Systeem Wordt gebruikt in
PAL Australië, België, China,
Denemarken, Duitsland, Finland,
Groot-Brittannië, Hongarije,
Hongkong, Italië, Koeweit,
Maleisië, Nederland, Nieuw-
Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk,
Polen, Portugal, Singapore,
Slowakije, Spanje, Thailand,
Tsjechië, Zweden, Zwitserland,
enzovoort
PAL - M Brazilië
PAL - N Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak,
Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland,
enzovoort
NTSC Bahama's, Bolivia, Canada, Chili,
Colombia, Ecuador, Filipijnen,
Guyana, Jamaica, Japan, Korea,
Mexico, Midden-Amerika, Peru,
Suriname, Taiwan, Venezuela,
Verenigde Staten, enzovoort
Extra informatie
Extra informatie
119
Aanbevolen banden
U kunt alleen mini-DV-banden gebruiken.
Gebruik een band met het teken .
is een handelsmerk.
Cassette Memory
Er zijn twee typen mini DV-banden: banden
met Cassette Memory en banden zonder
Cassette Memory. Banden met Cassette
Memory zijn voorzien van het teken
(Cassette Memory). U kunt het beste een band
met Cassette Memory gebruiken voor de
camcorder.
is een handelsmerk.
Deze band is voorzien van een IC-geheugen.
Hiermee kan de camcorder allerlei gegevens,
zoals opnamedatums of titels, opslaan.
De functies die het Cassette Memory gebruiken,
vereisen ononderbroken signalen die op de band
zijn opgenomen. Als de band een leeg gedeelte
bevat aan het begin of tussen video-opnamen,
wordt een titel mogelijk niet goed weergegeven
of werken de zoekfuncties niet goed.
Voorkomen dat een leeg gedeelte op de
band ontstaat
Raak in de volgende gevallen aan om naar
het einde van het opgenomen bandgedeelte te
gaan voordat u de volgende video-opnamen
maakt:
– U hebt de band verwijderd tijdens het
opnemen.
– U hebt de band afgespeeld.
– U hebt EDIT SEARCH gebruikt.
Als de band een leeg gedeelte heeft of een
onderbroken signaal, neemt u de beelden
opnieuw op vanaf het begin tot het einde van de
band, zoals hierboven wordt beschreven.
b Opmerking
• Het Cassette Memory functioneert wellicht niet als u
opneemt met een digitale videocamera die het
Cassette Memory niet ondersteunt, op een band
waarop al eerder is opgenomen met een digitale
videocamera die het Cassette Memory wel
ondersteunt.
z Tip
• De geheugencapaciteit van de band met
bedraagt 4 kilobits. De camcorder is geschikt voor
banden met een geheugencapaciteit van maximaal
16 kilobits.
Banden die met het NTSC-kleursysteem
zijn opgenomen
Als de band is opgenomen in de ST AFSP stand,
kunt u banden afspelen op het LCD-scherm die
zijn opgenomen op een NTSC-videosysteem
( wordt weergegeven).
Kopieerbeveiligingssignaal
Bij afspelen
Als de band die u afspeelt op de camcorder,
kopieerbeveiligingssignalen bevat, kunt u de
signalen niet kopiëren naar een band in een
andere videocamera die is aangesloten op de
camcorder.
Bij opnemen
U kunt op deze camcorder geen
software opnemen die is beveiligd met
een kopieerbeveiligingssignaal.
De aanduiding [Kan niet opnemen vanwege
copyrightbeveiliging.] verschijnt op het scherm
of het TV-scherm wanneer u probeert dergelijke
software op te nemen.
Kopieerbeveiligingssignalen worden niet op de
band opgenomen door de camcorder tijdens het
opnemen.
Opmerkingen over het gebruik
Per ongeluk wissen voorkomen
Schuif het wispreventienokje op de band naar
SAVE.
REC: er kan worden opgenomen op de band.
SAVE: er kan niet worden opgenomen op de
band (schrijfbeveiliging).
,wordt vervolgd
Extra informatie
120
Etiketten op de band plakken
Plak etiketten alleen op de plaatsen die in de
volgende afbeelding zijn aangegeven om
storingen in de camcorder te voorkomen.
Na het gebruik van de band
Spoel de band helemaal terug om vervorming
van het beeld en het geluid te voorkomen. Berg
vervolgens de band op in het hoesje en bewaar
de band rechtop.
De functie voor het Cassette Memory
werkt niet goed
Plaats de band opnieuw. Het Cassette Memory
werkt wellicht niet goed als de goudkleurige
aansluiting vuil of stoffig is.
De goudkleurige aansluiting reinigen
Over het algemeen moet u de goudkleurige
aansluiting op de band om de 10 keer dat u de
band gebruikt, schoonmaken met een
wattenstaafje.
Als de goudkleurige aansluiting van de band
stoffig en vuil is, wordt de aanduiding voor de
resterende bandlengte wellicht niet correct
weergegeven en kunt u de functies voor het
Cassette Memory mogelijk niet gebruiken.
Informatie over de
"Memory Stick"
De "Memory Stick" is een nieuw, licht en
klein opnamemedium waarop, ondanks de
geringe afmeting, meer gegevens kunnen
worden opgeslagen dan op een diskette.
De volgende typen "Memory Stick" zijn
geschikt voor de camcorder. De werking van
alle typen "Memory Stick" op de camcorder
kan echter niet worden gegarandeerd, zelfs
niet als deze typen in de lijst worden
weergegeven.
*1
Bevestig de Memory Stick Duo adapter voordat u
deze in de camcorder plaatst.
*2 "MagicGate" is een
copyrightbeveiligingstechnologie waarmee
gegevens worden opgenomen en overgebracht in
een gecodeerde indeling. Gegevens die de
"MagicGate" technologie gebruiken, kunnen niet
worden opgenomen met of afgespeeld op de
camcorder.
• Indeling van stilstaande beelden: de
camcorder comprimeert en neemt
beeldgegevens op in de indeling JPEG (Joint
Photographic Experts Group). De
bestandsextensie is ".JPG".
• Indeling van films: de camcorder comprimeert
en neemt beeldgegevens op in de indeling
MPEG (Moving Picture Experts Group). De
bestandsextensie is ".MPG".
• Bestandsnamen van stilstaande beelden:
– 101-0001: een bestandsnaam als deze
verschijnt op het scherm van de camcorder.
– DSC00001.JPG: een bestandsnaam als deze
verschijnt op het scherm van de computer.
Plak geen
etiketten bij deze
rand.
Plaats van het etiket
Goudkleurige
aansluiting
Typen "Memory Stick" Opnemen/
afspelen
"Memory Stick" a
"Memory Stick Duo"
*1
a
"MagicGate Memory Stick" a*
2
"MagicGate Memory Stick
Duo"
*1
a*
2
"Memory Stick PRO" a*
2
"Memory Stick PRO Duo"
*1
a*
2
Extra informatie
Extra informatie
121
• Bestandsnamen van films:
– MOV00001: een bestandsnaam als deze
verschijnt op het scherm van de camcorder.
– MOV00001.MPG: een bestandsnaam als
deze verschijnt op het scherm van de
computer.
• Op een "Memory Stick" die is geformatteerd
op een computer: de werking van een
"Memory Stick" die is geformatteerd op een
computer met het besturingssysteem
Windows of Macintosh, kan niet worden
gegarandeerd voor deze camcorder.
• De lees-/schrijfsnelheid voor gegevens kan
verschillen, afhankelijk van de combinatie
van de "Memory Stick" en het "Memory
Stick"-compatibele product dat u gebruikt.
Per ongeluk wissen van beelden
voorkomen
Schuif het wispreventienokje op de "Memory
Stick" naar de wispreventiestand.
De positie en de vorm van het
wispreventienokje kunnen verschillen,
afhankelijk van het gebruikte model.
Opmerkingen over het gebruik
In de volgende gevallen kunnen beeldgegevens
worden beschadigd. Beeldgegevens die zijn
beschadigd, worden niet vergoed.
– Als u de "Memory Stick" uitwerpt, de
camcorder uitschakelt of de accu verwijdert
om deze te vervangen terwijl de camcorder
beeldbestanden leest op/schrijft naar de
"Memory Stick" (het toegangslampje brandt
of knippert).
– Als u de "Memory Stick" in de buurt van
magneten of magnetische velden gebruikt.
U kunt het beste een reservekopie van
belangrijke gegevens maken op de vaste schijf
van de computer.
Informatie over het gebruik
Houd rekening met de volgende opmerkingen
als u een "Memory Stick" gebruikt.
• Plaats de "Memory Stick" in het doosje als u
deze meeneemt of opbergt.
• Raak de aansluitpunten niet aan en zorg dat er
geen metalen voorwerpen in aanraking komen
met de aansluitpunten.
• Laat de "Memory Stick" niet vallen, vouw
deze niet en ga er niet op zitten of staan.
• Probeer de "Memory Stick" niet te
demonteren, te openen of aan te passen.
• Zorg dat de "Memory Stick" niet nat wordt.
• Plaats geen andere voorwerpen dan de
"Memory Stick" in de "Memory Stick" sleuf.
Dit kan een storing veroorzaken.
Informatie over gebruikslocaties
Gebruik of bewaar de "Memory Stick" niet
onder de volgende omstandigheden:
– Op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan
extreem hoge temperaturen, zoals in een auto
die in de zomer buiten staat geparkeerd.
– Op plaatsen in direct zonlicht.
– Op extreem vochtige locaties of locaties die
worden blootgesteld aan corrosieve gassen.
Opmerking over het gebruik van de
"Memory Stick Duo"
U kunt een "Memory Stick Duo" in de
camcorder gebruiken nadat u deze in de
Memory Stick Duo adapter hebt geplaatst.
In de volgende gevallen kunt u de "Memory
Stick Duo" of de "Memory Stick" sleuf op de
camcorder beschadigen:
– Als u een "Memory Stick Duo" zonder
Memory Stick Duo adapter in de "Memory
Stick" sleuf van de camcorder plaatst.
– Als u de "Memory Stick Duo" in de
verkeerde richting plaatst.
Achterkant van de "Memory Stick"
Aansluitpunt
Wispreventienokje
Plaats voor etiketten
Plak het etiket op de
aangegeven plaats voor
etiketten.
,wordt vervolgd
Extra informatie
122
Als u per ongeluk een "Memory Stick Duo"
zonder Memory Stick Duo adapter plaatst, moet
u de camcorder zo vasthouden dat de "Memory
Stick" sleuf naar beneden is gericht. Houd het
deksel opzij met een tandenstoker of iets
dergelijks en laat de "Memory Stick Duo" naar
buiten schuiven.
Opmerkingen over het gebruik van de
"Memory Stick PRO"
• De maximale geheugencapaciteit van een
"Memory Stick" die in de camcorder kan
worden gebruikt, is 1 GB (512 MB voor een
"Memory Stick PRO Duo").
• Dit apparaat ondersteunt gegevensoverdracht
met hoge snelheid niet.
Opmerkingen over compatibiliteit van
beeldgegevens
• Beeldgegevens die op een "Memory Stick"
zijn opgenomen met de camcorder, voldoen
aan de algemene Design Rule for Camera File
Systems normen van de JEITA (Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association).
• U kunt op de camcorder geen stilstaande
beelden weergeven die zijn opgenomen op
andere apparatuur (DCR-TRV890E/TRV900/
TRV900E of DSC-D700/D770) die niet aan
deze normen voldoet. (Deze modellen zijn
niet overal verkrijgbaar.)
• Als u een "Memory Stick" die met een ander
apparaat is gebruikt, niet kunt gebruiken, moet
u deze formatteren met de camcorder (p. 67).
Houd er rekening mee dat bij het formatteren
alle gegevens van de "Memory Stick" worden
verwijderd.
• In de volgende gevallen kunt u wellicht geen
beelden op de camcorder afspelen:
– Als u beeldgegevens afspeelt die op de
computer zijn gewijzigd.
– Als u beeldgegevens afspeelt die met
andere apparatuur zijn opgenomen.
• "Memory Stick", en "MagicGate
Memory Stick" zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
• "Memory Stick Duo" en " "
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "Memory Stick PRO" en " "
zijn handelsmerken van Sony Corporation.
• "MagicGate" en " " zijn
handelsmerken van Sony Corporation.
• Alle andere productnamen die hierin worden
vermeld, kunnen de handelsmerken of
gedeponeerde handelsmerken zijn van hun
respectieve bedrijven.
Bovendien worden "™" en "®" niet elke keer
vermeld in deze gebruiksaanwijzing.
Extra informatie
Extra informatie
123
Informatie over de
"InfoLITHIUM" accu
Dit apparaat is compatibel met de
"InfoLITHIUM" accu (M-serie). De camcorder
werkt alleen met de "InfoLITHIUM" accu.
"InfoLITHIUM" accu's van de M-serie hebben
het teken .
Informatie over de "InfoLITHIUM" accu
De "InfoLITHIUM" accu is een lithium-ionen
accu die geschikt is voor het doorgeven van
informatie over de gebruikstoestand tussen de
camcorder en een optionele
netspanningsadapter/oplader.
De "InfoLITHIUM" accu meet tijdens het
gebruik van de camcorder het stroomverbruik,
berekent op basis daarvan de resterende
accuduur in minuten en toont deze op het
scherm. Met een netspanningsadapter/oplader
(optioneel) worden de resterende accuduur en
de oplaadtijd weergegeven.
De accu opladen
• Zorg dat de accu is opgeladen voordat u de
camcorder gaat gebruiken.
• U kunt de accu het beste opladen bij een
omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C
tot het lampje CHG (opladen) dooft. Als u de
accu oplaadt bij een temperatuur buiten dit
bereik, wordt de accu mogelijk niet efficiënt
opgeladen.
• Na het opladen maakt u de
netspanningsadapter los van de DC IN
aansluiting van de camcorder of verwijdert u
de accu.
De accu efficiënt gebruiken
• De prestatie van de accu vermindert wanneer
de omgevingstemperatuur 10°C of lager is.
Ook kunt u de accu minder lang gebruiken. In
dit geval voert u een van de volgende
procedures uit zodat u de accu langer kunt
gebruiken.
– Bewaar de accu in een binnenzak om deze
warm te houden en plaats de accu pas in de
camcorder vlak voordat u gaat opnemen.
– Gebruik een accu met grote capaciteit: NP-
FM50/FM70/QM71/QM71D/FM91/
QM91/QM91D (optioneel).
• Bij intensief gebruik van de LCD scherm of
veelvuldig wisselen tussen afspelen,
vooruitspoelen en terugspoelen raakt de accu
sneller leeg. U kunt het beste een accu met
grote capaciteit gebruiken: NP-FM50/FM70/
QM71/QM71D/FM91/QM91/QM91D
(optioneel).
• Zet de POWER schakelaar op (CHG) OFF als
u niet opneemt of afspeelt met de camcorder.
De accu raakt ook leeg wanneer de camcorder
in de opnamepauzestand of
weergavepauzestand staat.
• Houd voldoende reserveaccu's bij de hand
voor twee of drie keer de verwachte
opnameduur en maak testopnamen voordat u
de uiteindelijke opname maakt.
• Zorg dat er geen water op een accu komt. De
accu is niet waterbestendig.
Informatie over de aanduiding voor de
resterende accuduur
• Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld
terwijl de aanduiding voor de resterende
accuduur aangeeft dat er voldoende stroom is,
laadt u de accu opnieuw volledig op. De
indicatie van de resterende accuduur wordt
correct weergegeven. Soms kan de juiste
aanduiding echter niet worden weergegeven
als de accu geruime tijd achtereen aan hitte is
blootgesteld of lang in volledig opgeladen
toestand is blijven liggen, of als de accu erg
intensief is gebruikt.
Gebruik de aanduiding voor de resterende
accuduur om de geschatte opnameduur te
bepalen.
SERIES
TM
,wordt vervolgd
Extra informatie
124
• De aanduiding E geeft aan dat de accu bijna
leeg is, hoewel deze nog 5 tot 10 minuten kan
worden gebruikt, afhankelijk van de
omstandigheden, de temperatuur en de
omgeving.
De accu bewaren
• Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt,
laadt u deze helemaal op en gebruikt u de
camcorder één keer per jaar zodat de accu
goed blijft werken.
Verwijder de accu uit de camcorder en bewaar
deze in een droge, koele omgeving.
• Als u de accu op de camcorder volledig wilt
ontladen, stelt u [AUTOM. UIT] in op
[NOOIT] in het (STANDRD INST)
menu en laat u de camcorder in de
opnamewachtstand staan tot de stroom wordt
uitgeschakeld (p. 83).
Informatie over de levensduur van de
accu
• De levensduur van de accu is beperkt.
Naarmate u de accu gebruikt, neemt de
capaciteit geleidelijk af. Wanneer de
gebruiksduur van een volledig opgeladen accu
aanmerkelijk is afgenomen, nadert het einde
van de levensduur van de accu. Koop dan een
nieuwe accu.
• De levensduur van elke afzonderlijke accu is
afhankelijk van de omstandigheden
waaronder deze wordt bewaard en gebruikt.
"InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony
Corporation.
Informatie over i.LINK
De DV-interface van dit apparaat is een DV-
interface die geschikt is voor het i.LINK-
systeem. Hieronder volgt een beschrijving van
het i.LINK-systeem en de mogelijkheden ervan.
i.LINK
i.LINK is een digitale seriële interface voor het
overdragen van digitale video- en
audiogegevens en andere gegevens naar een
ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK. U
kunt ook andere apparaten bedienen met de
i.LINK-interface.
Een apparaat dat geschikt is voor i.LINK, kan
worden aangesloten met een i.LINK-kabel.
Mogelijke toepassingen zijn bediening en
gegevensoverdracht tussen verschillende
digitale A/V-apparaten.
Als er twee of meer i.LINK-apparaten indirect
zijn verbonden met dit apparaat, kunt u naast de
gegevensoverdracht ook de andere verbonden
apparaten bedienen.
Houd er rekening mee dat deze manier van
werken soms afwijkt vanwege de kenmerken en
specificaties van het aangesloten apparaat.
Bovendien zijn sommige bewerkingen en
gegevensoverdrachten wellicht niet mogelijk op
bepaalde aangesloten apparaten.
b Opmerking
• Gewoonlijk wordt slechts één apparaat aangesloten
op dit apparaat met de i.LINK-kabel. Voor het
aansluiten van dit apparaat op i.LINK-apparatuur
met twee of meer DV-interfaces wordt u verwezen
naar de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten
apparatuur.
z Tips
• i.LINK is een wat gemakkelijker te gebruiken term
voor IEEE 1394 data transport bus, voorgesteld door
Sony en als handelsmerk goedgekeurd door veel
bedrijven.
• IEEE 1394 is een internationale norm, vastgesteld
door het Institute of Electrical and Electronic
Engineers.
Extra informatie
Extra informatie
125
Informatie over i.LINK-
overdrachtssnelheid
De maximale i.LINK-overdrachtssnelheid kan
verschillen per apparaat. Er zijn drie soorten.
S100 (ongeveer 100 Mbps*)
S200 (ongeveer 200 Mbps)
S400 (ongeveer 400 Mbps)
De overdrachtssnelheid staat in de
gebruiksaanwijzing van elk apparaat vermeld
onder "Technische gegevens". Bovendien staat
op sommige apparaten de overdrachtssnelheid
ook vermeld bij de i.LINK-aansluiting.
De maximumoverdrachtssnelheid voor een
apparaat zonder specificatie, zoals dit apparaat,
is "S100".
De overdrachtssnelheid kan afwijken van de
weergegeven waarde als het apparaat wordt
aangesloten op een apparaat met een andere
maximumoverdrachtssnelheid.
* Mbps
Mbps staat voor megabit per seconde, dat wil zeggen
de hoeveelheid gegevens die in een seconde kan
worden verzonden of ontvangen. Een
overdrachtssnelheid van bijvoorbeeld 100 Mbps wil
zeggen dat in één seconde 100 megabits aan
gegevens kunnen worden overgedragen.
i.LINK-functies op dit apparaat
gebruiken
Zie pagina 88, 89 voor meer informatie over het
kopiëren als dit apparaat is aangesloten op een
ander videoapparaat met een DV-interface.
Dit apparaat kan ook worden aangesloten op
een ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK
(DV-interface) van het merk Sony
(bijvoorbeeld een computer uit de VAIO serie)
en op een videoapparaat.
Voordat u dit apparaat aansluit op een
computer, moet u zorgen dat er op de computer
al een toepassing is geïnstalleerd die geschikt is
voor dit apparaat.
Sommige videoapparaten die geschikt zijn voor
i.LINK, zoals digitale televisies, DVD-
recorders/-spelers en MICROMV-recorders/-
spelers, zijn niet compatibel met een DV-
apparaat. Voordat u de camcorder aansluit op
een ander apparaat, controleert u of het apparaat
compatibel is met een DV-apparaat.
Voor meer informatie over
voorzorgsmaatregelen en compatibele software
raadpleegt u de handleiding van het apparaat dat
u wilt aansluiten.
Informatie over de vereiste i.LINK-kabel
Gebruik de Sony i.LINK 4-pins-naar-4-pins
kabel (voor het kopiëren met DV).
i.LINK en zijn handelsmerken van Sony
Corporation.
Extra informatie
126
Onderhoud en
voorzorgsmaatregelen
Camcorder gebruiken en onderhouden
• Gebruik of bewaar de camcorder niet onder de
volgende omstandigheden.
– Op extreem koude of warme plaatsen. Laat
de camcorder nooit achter op plaatsen waar
de temperatuur tot boven de 60°C kan
oplopen, zoals in direct zonlicht, bij de
verwarming of in een auto die in de zon is
geparkeerd. De camcorder functioneert
mogelijk niet meer goed of vervormt.
– In de buurt van sterke magnetische velden
of mechanische trillingen. Mogelijk
functioneert de camcorder niet meer goed.
– In de buurt van sterke radiogolven of
straling. Mogelijk kan er niet meer goed
worden opgenomen met de camcorder.
– In de buurt van AM-radio-ontvangers en
videoapparatuur. Er kan ruis ontstaan.
– Zandstranden en stoffige omgevingen.
Zand en stof kunnen storingen in de
camcorder veroorzaken. Soms kunnen deze
storingen niet meer worden gerepareerd.
– Bij ramen of buiten waar het LCD-scherm,
de beeldzoeker of de lens aan direct
zonlicht worden blootgesteld. Hierdoor
kunnen de beeldzoeker en het LCD-scherm
aan de binnenkant worden beschadigd.
– Op vochtige plaatsen.
• Gebruik de camcorder uitsluitend op
stroomvoorziening van 7,2 V gelijkstroom
(accu) of 8,4 V gelijkstroom
(netspanningsadapter).
• Gebruik voor het aansluiten op de stroombron
(gelijkstroom of wisselstroom) alleen de in
deze gebruiksaanwijzing vermelde
accessoires.
• Zorg dat de camcorder niet nat wordt,
bijvoorbeeld door regen of zeewater. Als de
camcorder nat wordt, kunnen er storingen
optreden. Soms kunnen deze storingen niet
meer worden gerepareerd.
• Mocht er vloeistof of een voorwerp binnen in
de camcorder terechtkomen, moet u de stroom
onmiddellijk uitschakelen, de stekker uit het
stopcontact halen en de camcorder eerst door
een Sony-technicus laten nakijken voordat u
het apparaat weer in gebruik neemt.
• Laat het apparaat niet vallen, behoed het tegen
mechanische schokken en ga er altijd
voorzichtig mee om. Wees vooral voorzichtig
met de lens.
• Zorg dat de POWER schakelaar op (CHG)
OFF staat zolang u de camcorder niet
gebruikt.
• Wikkel de camcorder tijdens gebruik nooit in
textiel, zoals een handdoek. De binnenkant
van de camcorder kan hierdoor ernstig
oververhit raken.
Wanneer u de camcorder langere tijd
niet gebruikt
Schakel de camcorder van tijd tot tijd in en speel
bijvoorbeeld 3 minuten een band af.
Condensvorming
Als de camcorder rechtstreeks van een koude in
een warme omgeving wordt gebracht, kan de
lens beslaan of vocht condenseren in het
inwendige van het apparaat, op de videokop of
het oppervlak van de band. Als deze situatie
zich voordoet, kan de band aan de koptrommel
blijven plakken en beschadiging of storing in de
werking van het apparaat veroorzaken. Als de
camcorder van binnen vochtig is, verschijnt
[
%Z Condensvorming. Verwijder de band.] of
[
% Condensvorming. Schakel camera 1 uur
uit.]. De aanduiding verschijnt niet als er vocht
op de lens is gecondenseerd.
Als er vocht in de camcorder is
gecondenseerd
Geen van de functies werkt, behalve het
uitwerpen van de band. Verwijder de band,
schakel de camcorder uit en laat het apparaat
daarna een uur lang ongebruikt staan, met de
bandhouder open. De camcorder kan weer
worden gebruikt als de
% of de Z aanduiding
niet verschijnt als de stroom weer wordt
ingeschakeld.
Als vocht begint te condenseren, kan de
camcorder de condensvorming soms niet
herkennen. Als dit gebeurt, duurt het soms meer
dan 10 seconden voordat de band wordt
uitgeworpen nadat de bandhouder is geopend.
Dit duidt niet op een storing. Sluit de
bandhouder niet tot de band is uitgeworpen.
Extra informatie
Extra informatie
127
Opmerking over condensvorming
Er kan vocht uit de lucht in de camcorder
condenseren wanneer u het apparaat in een
warme, vochtige omgeving gebruikt of wanneer
u de camcorder direct van een koude omgeving
in een warme omgeving brengt, zoals hieronder
wordt weergegeven.
• Als u de camcorder van de ijsbaan of de
skihellingen rechtstreeks meeneemt in een
verwarmde ruimte.
• Als u de camcorder op een hete zomerdag
vanuit een koele ruimte of een auto met
airconditioning mee naar buiten neemt.
• Als u de camcorder onmiddellijk na een
regenbui gebruikt.
• Wanneer u de camcorder op een warme en
vochtige plaats gebruikt.
Condensvorming voorkomen
Voordat u de camcorder van een koude
omgeving naar een warme plaats brengt,
verpakt u het apparaat eerst in een plastic zak
die u goed (luchtdicht) afsluit. Neem de
camcorder pas uit de plastic zak, wanneer de
lucht in de zak dezelfde temperatuur heeft als de
omringende warme lucht (na ongeveer een uur).
Videokop
• Wanneer de videokop vies wordt, kunt u niet
normaal opnamen maken of treden er
storingen op als het beeld en het geluid
worden afgespeeld.
• Als een van de volgende problemen optreedt,
maakt u de videokoppen gedurende tien
seconden schoon met een Sony DVM-12CLD
reinigingscassette (optioneel).
– Er verschijnt een mozaïekpatroon in het
weergegeven beeld of er wordt een blauw
scherm weergegeven.
– De weergegeven beelden bewegen niet.
– De beelden worden niet afgespeeld of het
geluid is onderbroken.
–[
x Videokop is vuil. Gebruik een
reinigingscas.] wordt tijdens het opnemen
weergegeven op het scherm.
• De videokop slijt na langdurig gebruik. Als
het beeld niet helder wordt nadat u een
reinigingscassette hebt gebruikt, is de
videokop mogelijk versleten. Neem contact
op met de Sony-handelaar of een plaatselijke,
door Sony erkende onderhoudsdienst om de
videokop te laten vervangen.
LCD-scherm
• Druk niet te hard op het LCD-scherm. Dit kan
schade veroorzaken.
• Wanneer u de camcorder gebruikt in een
koude omgeving, kunnen er nabeelden op het
LCD-scherm verschijnen. Dit duidt niet op
een storing.
• Tijdens het gebruik van de camcorder kan de
achterkant van het LCD-scherm warm
worden. Dit duidt niet op een storing.
Het LCD-scherm reinigen
• Als het LCD-scherm vuil is door stof of
vingerafdrukken, kunt u het schoonmaken met
de bijgeleverde reinigingsdoek. Wanneer u de
speciale reinigingsset voor het LCD-scherm
gebruikt (optioneel), gebruikt u geen
reinigingsmiddel direct op het scherm.
Gebruik reinigingspapier dat vochtig is
gemaakt met reinigingsmiddel.
Het LCD-scherm aanpassen
(KALIBRATIE)
Mogelijk werken de toetsen op het
aanraakscherm niet goed. Voer dan de
onderstaande procedure uit. U kunt het beste de
camcorder tijdens het gebruik aansluiten op het
stopcontact met de bijgeleverde
netspanningsadapter.
1 Schuif de POWER schakelaar omhoog
naar (CHG) OFF.
2 Verwijder de band en de "Memory
Stick" uit de camcorder en verwijder alle
kabels van de camcorder behalve de
netspanningsadapter.
3 Schuif de POWER schakelaar
herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand
te selecteren terwijl u op DISPLAY/
BATT INFO op de camcorder drukt.
Houd vervolgens DISPLAY/BATT
INFO ongeveer 5 seconden ingedrukt.
4 Raak de "×" aan die op het scherm
wordt weergegeven met de hoek van de
bijgeleverde "Memory Stick".
,wordt vervolgd
Extra informatie
128
De positie van "×" wordt gewijzigd.
Als u het juiste punt niet hebt aangeraakt,
begint u opnieuw met stap 4.
b Opmerking
• U kunt het LCD-scherm niet kalibreren als het
scherm is opengeklapt en het venster naar buiten is
gericht.
De behuizing reinigen
Als de behuizing vuil is, reinigt u de camcorder
met een zachte, vochtige doek.
Voorkom de volgende situaties waardoor de
behuizing kan worden beschadigd.
– Het gebruik van oplosmiddelen zoals thinner,
benzine, alcohol, chemische
reinigingsdoekjes, vluchtige stoffen zoals
insekticiden.
– Zorg dat de behuizing niet langdurig in
contact komt met rubber of vinyl.
Verzorging en opslag van de lens
• Veeg het oppervlak van de lens schoon met
een zachte doek in de volgende gevallen:
– Als er vingerafdrukken op de lens zitten.
– Op erg warme plaatsen met veel vocht.
– Wanneer de lens aan zoute lucht wordt
blootgesteld, zoals bij de zeekust.
• Bewaar de lens op een goed geventileerde
locatie met weinig stof en vuil.
• Maak de lens regelmatig schoon om
schimmelvorming te voorkomen.
U kunt het beste de camcorder ongeveer één
keer per maand gebruiken zodat deze lange tijd
in goede staat blijft.
De vooraf geïnstalleerde knoopcel
opladen
De camcorder bevat een vooraf geïnstalleerde
knoopcel zodat de datum, tijd en andere
instellingen worden bewaard als de POWER
schakelaar op (CHG) OFF is gezet. De vooraf
geïnstalleerde knoopcel wordt altijd opgeladen
wanneer u de camcorder gebruikt, maar raakt
langzaam leeg als u de camcorder niet gebruikt.
De knoopcel is na ongeveer drie maanden
helemaal leeg als u de camcorder in het geheel
niet gebruikt. Als de vooraf geïnstalleerde
knoopcel niet is opgeladen, heeft dit echter geen
invloed op het gebruik van de camera als u de
datum niet opneemt.
Procedures
Sluit de camcorder aan op een stopcontact met
de bijgeleverde netspanningsadapter en laat de
camcorder meer dan 24 uur zo staan met de
POWER schakelaar op (CHG) OFF.
De vooraf geïnstalleerde knoopcel
verwijderen
Als u de camcorder weggooit, moet u de
knoopcel uit de camcorder verwijderen.
Verwijder de knoopcel volgens de geldende
regels met betrekking tot KCA (klein chemisch
afval).
Gereedschap
: een kruiskopschroevendraaier en
een gewone schroevendraaier (of vergelijkbaar
gereedschap)
1 Controleer of de camcorder is
losgekoppeld van de stroombron.
2
Verwijder de schroeven (één uit het klepje
van de aansluiting, één uit het deksel van
de bandhouder en één uit de onderzijde)
met een kruiskopschroevendraaier.
Raak de vooraf geïnstalleerde oplaadbare
batterij niet aan tijdens het gebruik. Als de
batterij eenmaal is verwijderd, kunt u deze
niet terugplaatsen.
Onderzijde
Extra informatie
Extra informatie
129
3 Plaats de punt van een gewone
schroevendraaier (of vergelijkbaar
gereedschap) onder de knoopcel en druk
deze naar buiten.
4 Draai de batterij en verwijder deze.
Wees voorzichtig dat u uw vingers niet
bezeert.
Stof verwijderen uit de beeldzoeker
1
Verwijder de oogkap.
1 Schuif de beeldzoeker uit.
2 Verwijder de schroeven aan
weerskanten van de oogkap en de
beeldzoeker met een schroevendraaier.
3 Verwijder de oogkap.
2 Verwijder het stof aan de binnenzijde
van de oogkap en de beeldzoeker met een
blaaskwastje.
3 Voer stap 2 en 3 in omgekeerde
volgorde uit om de oogkap terug te
plaatsen en de schroeven vast te draaien.
b Opmerking
• Laat de schacht van de oogkap niet vallen en buig
deze niet. Wees voorzichtig met de oogkap.
Knoopcel
Extra informatie
130
Technische gegevens
Videocamera
Systeem
Video-opnamesysteem
2 roterende koppen, schuinspoorregistratie
Opnamesysteem voor stilstaande beelden
Exif Ver. 2.2 *1
*1
"Exif" is een bestandsindeling voor stilstaande
beelden, vastgesteld door de JEITA (Japan
Electronics and Information Technology
Industries Association). Bestanden met deze
indeling kunnen extra informatie bevatten,
zoals de instellingen van de camcorder tijdens
het opnemen.
Audio-opnamesysteem
Roterende koppen, PCM-systeem
Quantisering: 12 bits (Fs 32 kHz, stereo 1,
stereo 2), 16 bits (Fs 48 kHz, stereo)
Videosignaal
PAL-kleursysteem, CCIR-normen
Aanbevolen banden
Mini-DV-band met het teken
Bandsnelheid
SP: ongeveer 18,81 mm/s
LP: ongeveer 12,56 mm/s
Opname-/weergaveduur (met DVM60-band)
SP: 60 min
LP: 90 min
Opname-/weergaveduur (met DVM60-band)
Ongeveer 2 min 40 s
Beeldzoeker
Elektronische beeldzoeker (kleur)
Beeldapparaat
5,9 mm (1/3 type) CCD
(Charge Coupled Device)
Totaal: ongeveer 3 310 000 pixels
Effectief (stilstaand): ongeveer 3 050 000
pixels
Effectief (film): ongeveer 2 050 000 pixels
Lens
Carl Zeiss Vario-Sonnar T*
Gecombineerde motorzoomlens
Filterdiameter: 37 mm
10 × (optisch), 120 × (digitaal)
F = 1,8 ~ 2,1
Brandpuntsafstand
5,1-51 mm
Volgens de normen van een 35-mm
kleinbeeld-fototoestel
In de CAMERA-TAPE stand:
45-450 mm
In de CAMERA-MEMORY stand:
37-370 mm
Kleurtemperatuur
[AUTO], [VASTHOUDEN], [BINNEN]
(3 200 K), [BUITEN] (5 800 K)
Minimaal vereiste lichtsterkte
7 lx (lux) (F 1,8)
0 lx (lux) (tijdens gebruik van de NightShot
functie)*
* Voorwerpen die in het donker niet zichtbaar
zijn, kunnen worden opgenomen met
infraroodverlichting.
Ingangen/uitgangen
Audio/Video ingang/uitgang
10-polige aansluiting
Videosignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm), asymmetrisch
Luminantiesignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm),
asymmetrisch
Chrominantiesignaal: 0,3 Vp-p, 75 Ω (ohm),
asymmetrisch
Audiosignaal: 327 mV (met een
uitgangsimpedantie van meer dan 47 kΩ
(kilohm)), ingangsimpedantie van meer dan
47 kΩ (kilohm), uitgangsimpedantie van
minder dan 2,2 kΩ (kilohm)
DV-ingang/-uitgang
4-polige aansluiting
Hoofdtelefoonaansluiting
Stereo mini-aansluiting (φ 3,5 mm)
LANC-aansluiting
Stereo mini-mini-aansluiting (φ 2,5 mm)
USB-aansluiting
Mini-B-aansluiting
MIC-aansluiting
Mini-aansluiting, 0,388 mV lage impedantie
met 2,5-3,0 V gelijkstroom,
uitgangsimpedantie 6,8 kΩ (kilohm)
(φ 3,5 mm), stereotype
LCD-scherm
Beeld
6,2 cm (2,5 type)
Totaalaantal beeldpunten
211 200 (960 × 220)
Extra informatie
Extra informatie
131
Algemeen
Stroomvereisten
7,2 V gelijkstroom (accu)
8,4 V gelijkstroom (netspanningsadapter)
Gemiddeld stroomverbruik (met accu)
Tijdens camera-opname met de beeldzoeker
3,2 W
Tijdens camera-opname met het LCD-scherm
3,7 W
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
-20°C tot + 60°C
Afmetingen (ongeveer)
59 × 119 × 113 mm (b/h/d)
Gewicht (ongeveer)
540 g (apparaat zonder accu)
630 g inclusief de oplaadbare accu NP-FM30,
DVM60-band en lensdop.
Bijgeleverde accessoires
Zie pagina 12.
Netspanningsadapter AC-L15A/L15B
Stroomvereisten
100-240 V wisselstroom, 50/60 Hz
Stroomverbruik
0,35-0,18 A
Elektriciteitsverbruik
18 W
Uitgangsspanning
8,4 V gelijkstroom, 1,5 A
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Opslagtemperatuur
-20°C tot + 60°C
Afmetingen (ongeveer)
56 × 31 × 100 mm (b/h/d) exclusief
uitstekende delen
Gewicht (ongeveer)
190 g zonder het netsnoer
Oplaadbare accu (NP-FM30)
Maximale uitgangsspanning
8,4 V gelijkstroom
Uitgangsspanning
7.2 V gelijkstroom
Capaciteit
5,0 Wh (700 mAh)
Afmetingen (ongeveer)
38,2 × 20,5 × 55,6 mm (b/h/d)
Gewicht (ongeveer)
65 g
Bedrijfstemperatuur
0°C tot 40°C
Type
Lithium-ionen
Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens
voorbehouden zonder voorafgaande
kennisgeving.
Snelle kennismaking
132
Snelle kennismaking
Onderdelen en
bedieningselementen
Camcorder
A Lensdop (p. 23, 28)
B LCD-/aanraakscherm (p. 2, 17)
C OPEN toets (p. 17)
D DISPLAY/BATT INFO toets (p. 14)
E Accu/deksel voor accuaansluiting (p. 13)
F "Memory Stick" sleuf (p. 21)
G Toegangslampje (p. 21, 121)
H Luidspreker
I LCD BACKLIGHT schakelaar (p. 17)
J Oogdop
K Beeldzoeker (p. 2, 17)
L POWER schakelaar (p. 16)
M START/STOP toets (p. 23)
N CHG (opladen) lampje (p. 13)
O Lampjes voor CAMERA-TAPE,
CAMERA-MEMORY, PLAY/EDIT
stand (p. 16)
P Ontgrendeling voor accu (p. 13)
Q (flitser) toets/aanduiding voor
flitserlading (p. 30)
De lensdop vervangen
Snelle kennismaking
Snelle kennismaking
133
A Flitser (p. 30)
B Scherpstelring (p. 37)
C Lens (Carl Zeiss-lens)
De camcorder is uitgerust met een Carl
Zeiss-lens waarmee een fijne beeldkwaliteit
wordt verkregen.
De lens voor de camcorder is gezamenlijk
ontwikkeld door Carl Zeiss, in Duitsland,
en Sony Corporation. De lens gebruikt het
MTF-meetsysteem voor videocamera's en
zorgt voor dezelfde fijne kwaliteit als een
Carl Zeiss-lens.
De lens voor de camcorder heeft een T*-
laag om ongewenste reflectie te
onderdrukken en kleuren
waarheidsgetrouw weer te geven.
MTF staat voor Modulation Transfer
Function. Deze waarde geeft aan hoeveel
licht van een onderwerp in de lens valt.
D Camera-opnamelampje (p. 23, 28)
E Afstandsbedieningssensor/
Infraroodzender (p. 95)
F Aansluitingsklep
G Intelligent accessory shoe
(p. 100)
Via de intelligent accessory shoe wordt
stroom geleverd aan optionele accessoires,
zoals een videolamp of microfoon.
Het accessoire kan worden in- en
uitgeschakeld met de POWER schakelaar
op de camcorder. Raadpleeg de
gebruiksaanwijzing van het accessoire voor
meer informatie.
De intelligent accessory shoe heeft een
veiligheidssluiting zodat het geïnstalleerde
accessoire stevig is bevestigd. Als u een
accessoire wilt aansluiten, drukt u dit op de
schoen en schuift u het naar achter.
Vervolgens draait u de schroef vast. Als u
een accessoire wilt verwijderen, draait u de
schroef los. Vervolgens drukt u op het
accessoire en schuift u dit uit de schoen.
H Microfoon (p. 100)
I HOLOGRAM AF zender (p. 38)
J DV Interface (p. 124)
K (USB) aansluiting
L DC IN aansluiting (p. 13)
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
134
A BACK LIGHT toets (p. 33)
B RESET toets
Houd er rekening mee dat bij het indrukken
van RESET alle instellingen, inclusief de
datum en tijd en met uitzondering van de
items in het persoonlijke menu, worden
teruggezet op de standaardwaarden.
C A/V (audio/video) aansluiting (p. 88)
D (LANC) aansluiting (blauw)
De LANC aansluiting wordt gebruikt
voor de bediening van het bandtransport op
videoapparatuur en randapparatuur die
hierop zijn aangesloten.
E
i (hoofdtelefoon) aansluiting (groen)
Als u de hoofdtelefoon gebruikt, komt er
geen geluid uit de luidspreker op de
camcorder.
F MIC (PLUG IN POWER) aansluiting
(rood) (p. 100)
G Aansluitingsklep
H FOCUS toets (p. 36)
I Motorzoomknop
J PHOTO toets (p. 28)
K NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING
schakelaar (p. 35)
L Handgreepband en steun voor vinger
(p. 3)
Snelle kennismaking
Snelle kennismaking
135
A Zoekerscherpstelknopje (p. 17)
B Deksel van de bandhouder (p. 20)
C OPEN/ZEJECT toets (p. 20)
D Bevestigingspunt voor statief
Let op dat de schroef van het statief niet
langer is dan 5,5 mm.
Anders kunt u het statief niet stevig
bevestigen en kan de schroef de camcorder
beschadigen.
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
136
Afstandsbediening
Verwijder het isolatievel voordat u de
afstandsbediening gebruikt.
A PHOTO toets (p. 28)
B Geheugenbedieningstoetsen (index, –/+,
afspelen van de "Memory Stick") (p. 49)
C SEARCH M. toets (p. 55)
D ./> toetsen (p. 55)
E Videobedieningstoetsen (Terugspoelen,
Afspelen, Snel vooruitspoelen, Pauzeren,
Stoppen, Vertraagd) (p. 47)
F ZERO SET MEMORY toets (p. 55)
G Zender
Als u de camcorder hebt ingeschakeld, richt
u de zender op de afstandsbedieningssensor
om de camcorder te kunnen bedienen.
H START/STOP toets (p. 26)
I Motorzoomknop (p. 25)
J DISPLAY toets (p. 55)
Het isolatievel verwijderen
De knoopcel vervangen
1
Terwijl u het nokje ingedrukt houdt,
plaatst u uw nagel in de uitsparing om de
batterijhouder naar buiten te trekken.
2 Verwijder de lithiumknoopcel.
3 Plaats een nieuwe lithiumknoopcel met
de +-pool naar boven gericht.
4 Plaats de batterijhouder terug in de
afstandsbediening tot deze vastklikt.
Isolatievel
Nokje
Snelle kennismaking
Snelle kennismaking
137
b Opmerkingen over de afstandsbediening
• Er wordt een lithiumknoopcel (CR2025) gebruikt in
de afstandsbediening. Gebruik geen andere
batterijen dan de CR2025.
• Zorg dat de afstandsbedieningssensor niet wordt
blootgesteld aan felle lichtbronnen, zoals direct
zonlicht of TL-licht. Anders functioneert de
afstandsbediening wellicht niet goed.
• De afstandsbediening functioneert wellicht niet
correct als de afstandsbedieningssensor wordt
geblokkeerd door een voorzetlens (optioneel).
• Als u de camcorder bedient met de bijgeleverde
afstandsbediening, reageert uw videorecorder
wellicht ook. In dit geval selecteert u een andere
afstandsbedieningsstand dan VTR 2 voor de
videorecorder of bedekt u de sensor op de
videorecorder met zwart papier.
Let op
Als u de batterij niet juist plaatst, bestaat er
explosiegevaar.
Vervang de batterij alleen door dezelfde of
een gelijksoortige batterij die wordt
aanbevolen door de fabrikant.
Gooi de batterijen weg volgende de
aanwijzingen van de fabrikant.
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
138
Aanduidingen op het LCD-scherm en in de beeldzoeker
De volgende aanduidingen verschijnen op het
LCD-scherm en in de beeldzoeker om de status
van de camcorder aan te geven.
Aanduiding Betekenis
y60 min Resterende accuduur (p. 24)
SP LP Opnamestand (p. 25)
NTSC-videosysteem (p. 119)
STBY OPN Opnamewachtstand/
opnamestand
Beeldkwaliteit (p. 30)
Beeldformaat (p. 30)
Beeldformaat (p. 25)
Opnamemap/weergavemap
(p. 67)
Cassette Memory (p. 119)
Audiostand (p. 78)
60 min q
Resterende bandlengte (p. 24)
Doorlopende foto-opname
(Burst) (p. 65)
Opnemen met
zelfontspanner (p. 26, 31)
Intervalopname van
stilstaande beelden (p. 73)
Flitser (p. 30)
Deze aanduiding verschijnt
alleen als de flitser wordt
gebruikt.
0:00:00STBY
P-MENU
60min
60min
Bijvoorbeeld: aanduidingen in de
CAMERA-TAPE stand
Tijdcode (p. 52)/Bandteller (p. 52)/Zelfdiagnose
(p. 114)/Beeldnummer (p. 50)
Aanpassingsschaal voor de verlichting
Frameopname (p. 71)
Analoge beelden en geluid
uitvoeren in digitale
indeling (p. 80)
DV invoer (p. 90)
Nulpuntgeheugen-
terugkeerfunctie (p. 55)
HOLOGRAM AF (p. 38)
NightShot (p. 35)
Super NightShot (p. 35)
Color Slow Shutter (p. 35)
NightFraming (p. 38)
Q Z Waarschuwing (p. 114)
Beeldeffecten (p. 69)
Digitale effecten (p. 41)
MEMORY MIX (p. 42)
9
Handmatig scherpstellen/
Vergroot scherpstellen (p. 36)
PROGRAM AE (p. 59)
.
Tegenlichtfunctie (p. 33)
n Witbalans (p. 60)
Scherpte (p. 61)
16:9-FORMAAT (p. 63)
SteadyShot uitgeschakeld
(p. 64)
Progressieve opname (p. 27)
- Beveiliging (p. 104)
Afdrukmarkering (p. 105)
Diavoorstelling (p. 70)
Achtergrondverlichting
van het LCD-scherm
uitgeschakeld (p. 17)
Beeld verwijderen (p. 102)
Aanduiding Betekenis
Snelle kennismaking
Snelle kennismaking
139
Index
Cijfers
16:9-FORMAAT stand......63
21-polige verloopstekker
...............................54, 90
A
A/V-kabel.............54, 88, 100
Accu
Accu ............................13
Batterij Info.................14
Resterende accuduur
......................24, 123
Accu opladen
Accu ............................13
Vooraf geïnstalleerde
knoopcel .............128
Achtergrondverlichting van
LCD (NIV. AV. LCD)
.....................................79
Afdrukmarkering .............105
Afspelen (VRTR AFSP)
Dubbele snelheid.........47
Frame...........................47
Omgekeerd..................47
Vertraagd.....................47
Afstandsbediening ...........136
EXTERNE CTRL .......82
Afstandsbedieningssensor
...................................133
AUDIO FUNC...................78
AUDIO MIX..............79, 102
AUTO SLUITER...............61
B
BACK LIGHT (camera) ....33
Band...................................20
Band met dubbel
geluidsspoor ................79
Bandteller...........................24
Bedieningsstand.................16
Beeldbeveiliging..............104
Beeldeffecten
(B EFFECT)................69
Beeldformaat
(BEELDFORM.)...30, 66
Beeldkwaliteit
(KWALITEIT)......30, 66
Beeldzoeker.......................17
Helderheid
(LICHT BZ).........80
Beeldzoeker aanpassen......17
Beeldzoekfunctie...............47
BELICHT.PROG ..............59
Burst (BURST)............29, 65
C
Cassette Memory.........2, 119
Chroma Key op de "Memory
Stick" (GTCAM
CHROMA) .................42
Chroma Key op de camera
(CAMTG CHROMA)42
Color Slow Shutter
(COLOR SLOW S).....35
Condensvorming .............126
Controleren..................23, 29
Conversiefunctie voor digitale
signalen (A/V cDV UIT)
....................................80
D
Datum/tijd..........................52
Datumzoekfunctie .............56
DEMOFUNCTIE ..............73
DIGITAL ZOOM..............63
Digitale effecten (DIG
EFFECT)...............41, 48
Digitale programmamontage
(PROG. BEW)............93
DVD BRANDEN..............74
E
EDIT SEARCH .................45
Eerste geluidsspoor
Zie MEERK GELUID
END SEARCH............44, 75
F
FADER ............................. 39
Fijn (FIJN)
Zie beeldkwaliteit
(KWALITEIT)
FILM INSTEL. ................. 66
Flexibele spotmeter
(SPOTMETER).......... 33
FLITS INST...................... 61
Flitser ................................ 30
Formaat wijzigen (FRMT
WIJZIG)................... 103
FORMAT.................. 67, 120
Foto's op Memory Stick28, 49
Frameopname
(BEELDOPNAME) ... 71
Frames afspelen ................ 47
G
Gebruiken in het
buitenland................. 118
Gegevens over camera-
instellingen weergeven
.................................... 52
Gegevenscode (GEGEV.
CODE).................. 52, 81
Geluidsopnamen invoegen
(AUD DUB REG).... 100
Groothoekopnamen
Zie In-/uitzoomen
H
Handgreepband................... 3
Handmatig scherpstellen... 37
Handmatige belichting
(BELICHT) ................ 34
Helderheid van LCD
(LCD BRIGHT) ......... 17
HOLOGRAM AF ....... 38, 62
Hoofdtelefoonaansluiting
.................................. 134
,wordt vervolgd
Snelle kennismaking
140
I
i.LINK............................. 124
i.LINK-kabel............... 88, 94
In-/uitzoomen.............. 25, 51
Indeling van stilstaande
beelden......................120
Indexscherm......................50
"InfoLITHIUM" accu...... 123
Infraroodzender.................95
Intelligent accessory shoe
..........................100, 133
Intervalfoto-opname
(INT.OPN.-ST)...........73
Intervalopname (FLITS) ...41
J
JPEG................................ 120
K
KALIBRATIE.................127
Klok instellen (KLOK
INSTEL.)..............18, 84
Knoopcel
Afstandsbediening ....136
Camcorder ................ 128
Kopiëren (OPN REG.) ......88
L
LANC.............................. 134
Langzame sluitertijd
(LGZM SL.) ...............41
LCD BACKLIGHT
schakelaar................. 132
LCD KLEUR ....................80
LCD/BZ INST...................79
LCD-scherm........................3
LP (langspeel)
zie Opnamestand
(OPNM STAND)
Luminance Key
(LUMINANTIE) ........ 41
Luminance Key op de
"Memory Stick"
(GTCAM LUMI.) ....42
M
Map
Zie NIEUWE MAP
Zie OPNAMEMAP
Zie WEERGAVEMAP
MEERK GELUID .............78
MEMORY MIX.................42
"Memory Stick"
Aantal beelden.......25, 30
Algemene informatie
............................120
Plaatsen .......................21
Menu
BEELD PROG............69
BEW.&AFSP..............74
CAMERA INST..........59
GEH. INST..................65
Items selecteren...........57
MENU DRAAIEN......83
STANDRD INST........78
TIJD/TAAL.................84
MONOTOON....................39
MOZ. FADER ...................39
MPEG ..............................120
N
NABEELD.........................41
Netspanningsadapter..........16
NIEUWE MAP..................67
NightFraming.....................38
NightShot...........................35
NightShot Light
(NS LAMP).................62
NORMAAL
zie Burst (BURST)
NORM. FADER ................39
NTSC.......................118, 119
NTSC weergave
(NTSC WRGV.)..........81
Nulpuntgeheugen-
terugkeerfunctie ..........55
O
Opnamecapaciteit
RESTANT.............66, 82
Uitleesvenster..............24
Opnamecontrole.................45
Opnamelampje
(OPN LED) .................82
OPNAMEMAP..................68
Opnamestand (OPN STND)
Opnamestand (OPNM
STAND)................24, 78
Opnametijd..................15, 25
Opnemen met zelfontspanner
(ZELF ONTSP.) ...26, 31
OUDE FILM .....................41
Overlappen vanaf de Memory
Stick (OVERLAP)......40
OVERLOOP......................40
P
PAL .................................118
Persoonlijk menu
(P-MENU)..................57
Persoonlijk menu aanpassen
.................................... 85
PIEPTOON........................ 82
Pieptoon na het bevestigen van
een bewerking
zie PIEPTOON
PROGRAM AE.................59
Programma's bewerken
(PROG. BEW.)...........74
Progressieve opnamestand
(PROG.OPNEMEN)...27
PUNT FADER ..................40
R
RESET.............................134
Rode-ogenreductie
(RODE-OGENR.).......62
S
Scherpstelling....................36
SCHERPTE.......................61
SLIDE SHOW...................70
SNELOPNAME
zie Burst (BURST)
Snelzoekfunctie.................47
SP (standaard)
zie Opnamestand (OPNM
STAND)
Speelduur...........................15
Spiegelstand ......................26
SPOT FOCUS
(SPOTFOCUS)...........36
Standaard (STANDAARD)
Zie beeldkwaliteit
(KWALITEIT)
Snelle kennismaking
Snelle kennismaking
141
STEADYSHOT .................64
Stereo/mono.......................78
Steun voor de vinger............3
STILST INST. ...................65
STILSTAAND...................41
Super NightShot.................35
S-video.........................54, 88
T
Taal (LANGUAGE).....22, 84
Tele-opnamen
Zie In-/uitzoomen
Tijdcode .............................24
Titel (bandgeheugen)
BAND TITEL .............77
TIT.WRGVN ..............76
TITEL..........................75
TITEL WISSEN..........76
Titelzoekfunctie .................55
TV-kleursystemen............118
Tweede geluidsspoor
Zie MEERK GELUID
U
Uitleesvenster
Aanduidingen in
uitleesvenster ......138
DISPLAY....................83
USB Streaming ..................81
USB-CAMERA...........81
USB-PLY/EDT ...........81
USB-aansluiting...............133
V
Vergroot scherpstellen
(EXPANDED F) .........61
Verwijderen
Beelden verwijderen..102
VIDEO INVOER...............80
Videokop..........................127
Vloeiende overgang
END SEARCH
Volledig opgeladen............13
Volume (VOLUME)....46, 49
W
Waarschuwingen..............114
Waarschuwingsberichten
...................................114
WEERGAVEMAP ............68
WERELDTIJD..................84
Wispreventienokje...119, 121
Wisselende belichting
(BEL KOPPLN)
zie Burst (BURST)
Wissen
ALL. VERW.
(bandgeheugen)....77
ALLES VERW
(stilstaand beeld) ..66
Witbalans
(WITBALANS)..........60
Z
Zelfdiagnose....................114
Zoeken met bandgeheugen
(ZOEKEN)
..................44, 55, 56, 75
Zoomen tijdens afspelen
(WEERG.ZOOM).......52

Documenttranscriptie

Lees dit eerst VOOR KLANTEN IN EUROPA Voordat u het apparaat gebruikt, moet u deze gebruiksaanwijzing aandachtig doorlezen. Bewaar de gebruiksaanwijzing voor het geval u deze later als referentiemateriaal nodig hebt. WAARSCHUWING Stel het apparaat niet bloot aan regen of vocht. Dit kan brand of elektrische schokken tot gevolg hebben. Open de behuizing niet. Dit kan elektrische schokken tot gevolg hebben. Laat het apparaat alleen nakijken door bevoegde servicetechnici. Voor de klanten in Nedserland WAARSCHUWING De elektromagnetische velden kunnen bij de opgegeven frequenties het beeld en het geluid van de camcorder beïnvloeden. Dit product is getest en voldoet aan de beperkingen die zijn uiteengezet in de EMC-richtlijn voor het gebruik van een aansluitsnoer van minder dan 3 meter. b Opmerking Als de gegevensoverdracht halverwege wordt onderbroken door statische elektriciteit of elektromagnetische storing, moet u de toepassing opnieuw starten of de USB-kabel loskoppelen en opnieuw aansluiten. Opmerkingen over het gebruik Opmerking over Cassette Memory Gooi de accu niet weg maar lever deze in als klein chemisch afval (KCA). De camcorder is gebaseerd op de DV-indeling. U kunt alleen mini-DV-banden gebruiken voor de camcorder. U kunt het beste mini-DV-banden met Cassette Memory gebruiken omdat u dan de titelzoekfunctie (p. 55), datumzoekfunctie (p. 56), [ TITEL] (p. 75) en [ BAND TITEL] (p. 77) kunt gebruiken. Banden met Cassette Memory zijn voorzien van het teken . Opmerkingen over het opnemen • Voordat u begint met opnemen, test u de opnamefunctie om te controleren of het beeld en het geluid zonder problemen worden opgenomen. • Opnamen worden niet vergoed, zelfs niet als er niet wordt opgenomen of weergegeven wegens een storing van de camcorder, problemen met de opslagmedia, enzovoort. • TV-kleursystemen verschillen, afhankelijk van het land/de regio. Als u de opnamen van deze camcorder wilt bekijken op een TV, moet u een TV met het PAL-kleursysteem hebben. • Televisieprogramma's, films, videobanden en ander beeldmateriaal kunnen worden beschermd door auteursrechten. Het zonder toestemming opnemen van dergelijk materiaal kan in strijd zijn met de auteursrechten. 2 Opmerkingen over het LCD-scherm, de beeldzoeker en de lens • Het LCD-scherm en de beeldzoeker van de camcorder zijn vervaardigd met precisietechnologie, zodat minstens 99,99 % van de beeldpunten voor gebruik beschikbaar is. Soms kunnen er zwarte stipjes en/of heldere stipjes (wit, rood, blauw of groen) verschijnen op het LCDscherm of in de beeldzoeker. Deze stipjes duiden niet op fabricagefouten en hebben geen enkele invloed op de opnamen. • Als het LCD-scherm, de beeldzoeker en de lens langdurig worden blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen deze worden beschadigd. Wees voorzichtig wanneer u de camera bij een raam of buiten neerlegt. • Richt de camcorder nooit direct naar de zon. De camcorder kan hierdoor worden beschadigd. Neem de zon alleen op als het licht niet fel is, zoals tijdens de schemering. • Verplaats de steun voor de vinger omlaag en maak de handgreepband vast zoals wordt aangegeven in de volgende afbeelding zodat u de camcorder goed kunt vasthouden. • Als u het aanraakscherm gebruikt, moet u ter ondersteuning het LCD-scherm aan de achterkant vasthouden. Raak vervolgens de toetsen aan die op het scherm worden weergegeven. Opmerking over het aansluiten van andere apparaten Plaats de stekker in de juiste richting voordat u de camcorder met de USB- of i.LINK-kabel aansluit op een ander apparaat, zoals een videorecorder of een computer. Als u de stekker met kracht in de verkeerde richting plaatst, kan de aansluiting worden beschadigd of kan dit een storing van de camcorder veroorzaken. Opmerking over het gebruik van deze handleiding De beelden van het LCD-scherm en de beeldzoeker die in deze gebruiksaanwijzing worden gebruikt, zijn opgenomen met een digitale camera en kunnen dus verschillen van de beelden die u ziet. NL Raak de toets op het LCD-scherm aan. • U kunt de taal voor de weergave op het scherm van de camcorder wijzigen (p. 22). • Houd de camcorder niet vast bij de volgende onderdelen: Opmerkingen over het gebruik van de camcorder • Houd de camcorder op de juiste manier vast. Beeldzoeker LCD-scherm Accu Flitser 3 Inhoudsopgave : functies alleen beschikbaar voor banden. : functies alleen beschikbaar voor "Memory Stick". Lees dit eerst.............................................................................................. 2 Snelle startgids Films opnemen op een band...................................................................... 8 Stilstaande beelden opnemen op een "Memory Stick" ............................ 10 Aan de slag Stap 1: Bijgeleverde onderdelen controleren ........................................... 12 Stap 2: De accu opladen.......................................................................... 13 Een externe stroombron gebruiken ........................................................................... 16 Stap 3: De stroom inschakelen ................................................................ 16 Stap 4: Het LCD-scherm en de beeldzoeker aanpassen......................... 17 Het LCD-scherm aanpassen ..................................................................................... 17 De beeldzoeker aanpassen ....................................................................................... 17 Stap 5: Datum en tijd instellen ................................................................. 18 Stap 6: Opnamemedia plaatsen............................................................... 20 Een band plaatsen ..................................................................................................... 20 Een "Memory Stick" plaatsen .................................................................................... 21 Stap 7: De taal voor het scherm instellen ................................................ 22 Opnemen Films opnemen......................................................................................... 23 Langere tijd opnemen ................................................................................................ 25 De zoomfunctie gebruiken ......................................................................................... 25 Opnemen in de spiegelstand ..................................................................................... 26 De zelfontspanner gebruiken ..................................................................................... 26 Films opnemen waarvan u stilstaande beelden kunt maken – Progressieve opnamestand ............................................................................. 27 Stilstaande beelden opnemen – Foto's opnemen op "Memory Stick".................................................................................... 28 De beeldkwaliteit en het beeldformaat selecteren ..................................................... 30 De flitser gebruiken .................................................................................................... 30 De zelfontspanner gebruiken ..................................................................................... 31 Een stilstaand beeld opnemen op een "Memory Stick" tijdens het opnemen van films op een band ........................................................................................................ 32 4 De belichting aanpassen.......................................................................... 33 De belichting voor onderwerpen met tegenlicht aanpassen ..................................... 33 De belichting vastleggen voor het geselecteerde onderwerp – Flexibele spotmeter ......................................................................................... 33 De belichting handmatig aanpassen ......................................................................... 34 Opnemen in een donkere omgeving – NightShot, enzovoort .................. 35 Scherpstelling aanpassen ........................................................................ 36 Scherpstellen op een onderwerp dat niet in het midden staat – SPOT FOCUS ....... 36 De scherpstelling handmatig aanpassen .................................................................. 37 Extra licht gebruiken om scherp te stellen op een stilstaand beeld – HOLOGRAM AF .............................................................................................. 38 Het kader en de scherpstelling aanpassen bij het opnemen van een stilstaand beeld in een donkere omgeving – NightFraming ....................................................... 38 Beelden met verschillende effecten opnemen ......................................... 39 Een scène in- of uitfaden – FADER ................................................................... 39 Speciale effecten gebruiken – Digitale effecten ................................................. 41 Stilstaande beelden over films op een band leggen – MEMORY MIX ...................... 42 Beginpunt zoeken .............................................................................. 44 De laatste scène van de meest recente opname zoeken – END SEARCH ................................................................................................. 44 Handmatig zoeken – EDIT SEARCH ........................................................................ 45 De laatstopgenomen scènes controleren – Opnamecontrole ................................... 45 Afspelen Films op een band bekijken ............................................................... 46 Afspelen in verschillende standen ............................................................................ 47 Opnamen met toegevoegde effecten bekijken – Digitale effecten ............................ 48 Opnamen op een "Memory Stick" bekijken ....................................... 49 Afspelen in verschillende standen vanaf een "Memory Stick" .................................. 50 Verschillende afspeelfuncties................................................................... 51 Beelden vergroten – Zoomen tijdens het afspelen van banden/Zoomen tijdens het afspelen van een "Memory Stick" ....................................................................... 51 De schermaanduidingen weergeven ........................................................................ 52 De datum/tijd en gegevens over camera-instellingen weergeven – Gegevenscode ................................................................................................ 52 Het beeld afspelen op een TV.................................................................. 54 Een scène op een band zoeken voor afspelen .................................. 55 Snel de gewenste scène zoeken – Nulpuntgeheugen-terugkeerfunctie ................... 55 Een scène zoeken met Cassette Memory – Titelzoekfunctie ................................... 55 Een scène zoeken op opnamedatum – Datumzoekfunctie ....................................... 56 ,wordt vervolgd 5 Uitgebreide functies Het menu gebruiken Menu-items selecteren ...................... 57 Het Het Het (CAMERA INST.) menu gebruiken – BELICHT.PROG/ WITBALANS/16:9-FORMAAT, enzovoort. .................................... 59 (GEH. INST.) menu gebruiken – BURST/KWALITEIT/ BEELDFORM./ALLES VERW/ NIEUWE MAP, enzovoort ............ 65 (BEELD PROG.) menu gebruiken – B EFFECT/SLIDE SHOW/BEELDOPNAME/VL. INT.OPN., enzovoort .................... 69 Het (BEW.&AFSP.) menu gebruiken – TITEL/BAND TITEL/ ZOEKEN, enzovoort .................... 74 Het (STANDRD INST) menu gebruiken – OPNM STAND/ MEERK GELUID/AUDIO MIX/ USB-CAMERA, enzovoort ........... 78 Het (TIJD/TAAL) menu gebruiken – KLOK INSTEL./WERELDTIJD, enzovoort ..................................... 84 Persoonlijk menu aanpassen ............ 85 6 Kopiëren/bewerken Aansluiten op een videorecorder of TV .................................................88 Kopiëren naar een andere band .......................................89 Beelden opnemen van een videorecorder of TV ......................90 Beelden kopiëren van een band naar een "Memory Stick" .............................91 Stilstaande beelden kopiëren van een "Memory Stick" naar een band .....92 Geselecteerde scènes opnemen vanaf een band – Digitale programmamontage .....93 Geluid kopiëren naar een band met opnamen ..............................100 Opgenomen beelden verwijderen ...........................102 Het beeldformaat wijzigen – Formaat wijzigen .....................103 Bepaalde gegevens opgeven die moeten worden opgeslagen met de beelden – Beeldbeveiliging/ Afdrukmarkering .........................104 Problemen oplossen Problemen oplossen ........................106 Waarschuwingen en berichten .........114 Extra informatie De camcorder gebruiken in het buitenland ...................................118 Aanbevolen banden .........................119 Informatie over de "Memory Stick" ...120 Informatie over de "InfoLITHIUM" accu ............................................123 Informatie over i.LINK ......................124 Onderhoud en voorzorgsmaatregelen ...............126 Technische gegevens ......................130 Snelle kennismaking Onderdelen en bedieningselementen .................132 Index ................................................139 Raadpleeg ook de andere gebruiksaanwijzingen die bij de camcorder zijn geleverd: • Beelden bewerken op de computer cHandleiding van de computertoepassingen 7 Snelle startgids Films opnemen op een band 1 Bevestig de opgeladen accu op de camcorder. Zie pagina 13 om de accu op te laden. a Verschuif de ontgrendeling voor de b Schuif de accu in de richting van de accu en verwijder het deksel van de accuaansluiting. pijl totdat deze vastklikt. Ontgrendeling voor accu 2 Plaats een band in de camcorder. a Schuif de OPEN/ ZEJECT toets in de richting van de pijl om het deksel te openen. De bandhouder wordt automatisch uitgeschoven. OPEN/ZEJECT 8 Snelle startgids toets b Plaats de band met het venstergedeelte naar boven en druk vervolgens op het midden van de achterkant van de band. Venstergedeelte c Druk op . Sluit het deksel van de bandhouder nadat de bandhouder automatisch is teruggeschoven. 3 Start met opnemen terwijl u het onderwerp op het LCD-scherm controleert. De datum en de tijd zijn standaard niet ingesteld. Zie pagina 18 om de datum en de tijd in te stellen. Snelle startgids a Verwijder de lensdop. b Druk op OPEN en open het LCDscherm. c Druk het groene knopje in en schuif de POWER schakelaar naar beneden zodat het CAMERA-TAPE lampje gaat branden. Het apparaat wordt ingeschakeld. d Druk op START/ STOP. Het opnemen wordt gestart. Druk nogmaals op START/STOP om naar de wachtstand te gaan. 4 Bekijk het opgenomen beeld op het LCD-scherm. a Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk totdat het PLAY/EDIT lampje gaat branden. b Raak (terugspoelen) aan. c Raak (afspelen) aan om het afspelen te starten. Druk op stoppen. om te Wilt u het apparaat uitschakelen, dan schuift u de POWER schakelaar omhoog naar (CHG) OFF. Snelle startgids 9 Stilstaande beelden opnemen op een "Memory Stick" 1 Bevestig de opgeladen accu op de camcorder. Zie pagina 13 om de accu op te laden. a Verschuif de ontgrendeling voor de b Schuif de accu in de richting van de accu en verwijder het deksel van de accuaansluiting. pijl totdat deze vastklikt. Ontgrendeling voor accu 2 Plaats een "Memory Stick" in de camcorder. Plaats de "Memory Stick" met het teken b naar de linkerbenedenhoek gericht. Druk de "Memory Stick" naar binnen totdat deze vastklikt. b teken 10 Snelle startgids 3 Start met opnemen terwijl u het onderwerp op het LCD-scherm controleert. De datum en de tijd zijn standaard niet ingesteld. Zie pagina 18 om de datum en de tijd in te stellen. Snelle startgids a Verwijder de lensdop. b Druk op OPEN en open het LCD-scherm. c Druk het groene knopje in en schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk totdat het CAMERA-MEMORY lampje gaat branden. Het apparaat wordt ingeschakeld. d Druk licht op PHOTO. U hoort een korte pieptoon als de scherpstelling wordt aangepast. e Druk PHOTO volledig in. U hoort het sluitergeluid en het stilstaande beeld wordt opgenomen. 4 Bekijk het opgenomen beeld op het LCD-scherm. a Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk totdat het PLAY/EDIT lampje gaat branden. b Raak aan. Het laatstopgenomen beeld wordt weergegeven. c Raak (volgende) of (vorige) aan om de beelden op volgorde weer te geven. Wilt u het apparaat uitschakelen, dan schuift u de POWER schakelaar omhoog naar (CHG) OFF. Snelle startgids 11 Aan de slag Draadloze afstandsbediening (1) Er is al een lithiumknoopcel geïnstalleerd. Stap 1: Bijgeleverde onderdelen controleren A/V-kabel (1) Controleer of de volgende onderdelen in de verpakking van de camcorder aanwezig zijn. Het getal tussen haakjes geeft het bijgeleverde aantal van het onderdeel aan. "Memory Stick" van 16 MB (1) Netspanningsadapter (1) USB-kabel (1) Oplaadbare accu NP-FM30 (1) Deksel voor accuaansluiting (1) CD-ROM met "USB-stuurprogramma SPVD-010" (1) Netsnoer (1) Reinigingsdoek (1) 21-polige verloopstekker (1) Alleen voor de modellen met het teken onderkant. Lensdop (groot, 1) Bevestigd op de camcorder. Bedieningshandleiding van de camera (deze handleiding) (1) Handleiding van de computertoepassingen (1) Lenskap (1) en lensdop (klein, 1) Gebruik de lenskap voor opnamen bij fel licht, zoals in de zon. Als u de lenskap gebruikt, moet u de kleine lensdop gebruiken. Zie pagina 132 voor meer informatie over het vervangen van de lensdop. Als u een filter (optioneel) gebruikt, wordt de schaduw van de lenskap wellicht zichtbaar op het scherm. Als u de lenskap met kracht bevestigt, kunt u deze wellicht niet meer verwijderen. 12 Aan de slag aan de 1 Stap 2: De accu opladen Verschuif de ontgrendeling voor de accu en verwijder het deksel van de accuaansluiting. U kunt de accu opladen door de "InfoLITHIUM" accu (M-serie) te bevestigen op de camcorder. Aan de slag b Opmerkingen • U kunt geen andere accu's gebruiken dan de "InfoLITHIUM" accu (M-serie) (p. 123). • Zorg dat de stekker van de netspanningsadapter niet in aanraking komt met metalen voorwerpen. Dit kan kortsluiting tot gevolg hebben. Dit kan een storing veroorzaken. • Gebruik de netspanningsadapter in de buurt van een stopcontact. Haal de stekker van de netspanningsadapter onmiddellijk uit het stopcontact als er een storing optreedt. Ontgrendeling voor accu 2 Bevestig de accu door deze in de richting van de pijl te schuiven totdat de accu vastklikt. 3 Sluit de netspanningsadapter aan op de DC IN aansluiting op de camcorder met het teken b naar het klepje van de aansluiting gericht. DC IN aansluiting Accu Stekker Netsnoer Netspanningsadapter Naar het stopcontact b teken 4 Sluit het netsnoer aan op de netspanningsadapter. 5 Sluit het netsnoer aan op het stopcontact. ,wordt vervolgd Aan de slag 13 6 Schuif de POWER schakelaar omhoog naar (CHG) OFF. De resterende acculading controleren – Batterij Info DISPLAY/BATT INFO Het CHG (opladen) lampje gaat branden en het opladen begint. Na het opladen van de accu OPEN Het CHG (opladen) lampje wordt uitgeschakeld als de accu volledig is opgeladen. Koppel de netspanningsadapter los van de DC IN aansluiting. U kunt het oplaadniveau van de accu en de resterende opnametijd controleren tijdens het opladen of als de stroom wordt uitgeschakeld. POWER schakelaar 1 Zet de POWER schakelaar in de (CHG) De accu verwijderen OFF stand. 2 Druk op OPEN en open het LCDscherm. 3 Druk op DISPLAY/BATT INFO. De informatie over de accu verschijnt ongeveer 7 seconden. Houd de toets ingedrukt om de informatie ongeveer 20 seconden weer te geven. POWER schakelaar Ontgrendeling voor accu 1 Zet de POWER schakelaar in de (CHG) OFF stand. 2 Verschuif de ontgrendeling voor de accu en schuif de accu uit de houder. b Na het verwijderen van de accu • Bevestig altijd het deksel van de aansluiting om het aansluitpunt van de accu te beschermen. Als u de accu langere tijd niet gebruikt, moet u deze volledig ontladen voor u de accu opbergt. Zie pagina 124 voor meer informatie over het bewaren van de accu. A Oplaadniveau van de accu: de resterende accuduur wordt bij benadering weergegeven. B Mogelijke opnameduur met het LCDscherm. C Mogelijke opnameduur met de beeldzoeker. 14 Aan de slag Duur van opladen Aantal minuten (bij benadering) dat nodig is om een volledig ontladen accu volledig op te laden bij 25°C. (Een temperatuur van 10-30°C wordt aanbevolen.) Accu 145 NP-FM50 150 NP-FM70 240 NP-QM71/QM71D 260 NP-FM91/QM91/ QM91D 360 Opnameduur bij het opnemen met het LCD-scherm ingeschakeld Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als u een volledig opgeladen accu gebruikt bij 25°C. Met de LCD BACKLIGHT schakelaar ingesteld op ON Accu Doorlopende opnameduur Normale* opnameduur NP-FM30 (bijgeleverd) 80 45 NP-FM50 135 75 NP-FM70 275 155 NP-QM71/ QM71D 325 185 NP-FM91/ QM91/ QM91D 490 280 Met de LCD BACKLIGHT schakelaar ingesteld op OFF Accu Doorlopende opnameduur Normale* opnameduur NP-FM30 (bijgeleverd) 95 55 NP-FM50 155 85 NP-FM70 320 180 NP-QM71/ QM71D 375 215 NP-FM91/ QM91/ QM91D 565 320 Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als u een volledig opgeladen accu gebruikt bij 25°C. Accu Doorlopende Normale* opnameduur opnameduur NP-FM30 (bijgeleverd) 95 55 NP-FM50 155 85 NP-FM70 320 180 NP-QM71/ QM71D 375 215 NP-FM91/ QM91/ QM91D 565 320 Aan de slag NP-FM30 (bijgeleverd) Opnameduur bij het opnemen met de beeldzoeker * Aantal minuten (bij benadering) wanneer u tijdens het opnemen herhaaldelijk opneemt, start/stopt, de POWER schakelaar verschuift om de bedieningsstand te wijzigen en in- of uitzoomt. De werkelijke levensduur van de accu kan korter zijn. Speelduur Aantal beschikbare minuten (bij benadering) als u een volledig opgeladen accu gebruikt bij 25°C. Accu LCDscherm geopend* LCDscherm gesloten* NP-FM30 (bijgeleverd) 120 150 NP-FM50 195 240 NP-FM70 400 495 NP-QM71/ QM71D 465 580 NP-FM91/ QM91/QM91D 695 865 * Met de LCD BACKLIGHT schakelaar ingesteld op ON. ,wordt vervolgd Aan de slag 15 b Opmerkingen • De stroom wordt niet geleverd via de accu als de netspanningsadapter is aangesloten op de DC IN aansluiting van de camcorder, zelfs niet als het netsnoer van de netspanningsadapter is losgekoppeld van het stopcontact. • De opname- en speelduur zijn korter als u de camcorder bij lage temperaturen gebruikt. • In de volgende gevallen knippert het CHG (opladen) lampje tijdens het opladen of wordt de informatie over de accu niet juist weergegeven: – De accu is niet juist geplaatst. – De accu is beschadigd. – De accu is volledig ontladen. (Alleen voor informatie over de accu.) Een externe stroombron gebruiken U kunt de netspanningsadapter als stroombron gebruiken wanneer u de accu wilt sparen. Als u de netspanningsadapter gebruikt, blijft de accu opgeladen, zelfs als deze in de camcorder is geplaatst. LET OP Zelfs als de camcorder is uitgeschakeld, wordt de camcorder nog steeds van stroom (netspanning) voorzien als de camcorder met de netspanningsadapter is aangesloten op het stopcontact. Sluit de camcorder aan zoals wordt aangegeven in "De accu opladen" (p. 13). Stap 3: De stroom inschakelen U moet de POWER schakelaar herhaaldelijk verschuiven om de gewenste bedieningsstand voor het opnemen en afspelen te selecteren. Als u deze camcorder voor het eerst gebruikt, wordt het venster [CLOCK SET] weergegeven (p. 18). Druk het groene knopje in en schuif de POWER schakelaar naar beneden. Het apparaat wordt ingeschakeld. Voor de opname- of afspeelstand schuift u de schakelaar herhaaldelijk totdat het betreffende lampje voor de gewenste bedieningsstand gaat branden. • CAMERA-TAPE stand: opnemen op een band. • CAMERA-MEMORY stand: opnemen op een "Memory Stick". • PLAY/EDIT stand: beelden op een band of "Memory Stick" afspelen of bewerken. De stroom uitschakelen Schuif de POWER schakelaar omhoog naar (CHG) OFF. 16 Aan de slag Stap 4: Het LCD-scherm en de beeldzoeker aanpassen Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u achtereenvolgens [MENU], (STANDARD SET) menu en [LCD/VF SET.] aan (p. 79). 3 Pas het item aan met / en raak aan. Het LCD-scherm aanpassen Zelfs als er obstakels zijn tussen u en het onderwerp, kunt u het onderwerp tijdens het opnemen controleren op het LCD-scherm door de hoek van het LCD-scherm aan te passen. LCD BACKLIGHT schakelaar Maximaal 180 graden Maximaal 90 graden Aan de slag U kunt de hoek en de helderheid van het LCD-scherm aanpassen aan verschillende opnamesituaties. z Tips • Als u het LCD-scherm 180 graden draait, kunt u het LCD-scherm sluiten met het venster naar buiten gericht. • Als u de accu gebruikt als stroombron, kunt u de helderheid aanpassen door [LCD BL LEVEL] te selecteren bij [LCD/VF SET] in het (STANDARD SET) menu (p. 79). • Wanneer u de camcorder gebruikt met de accu in een heldere omgeving, stelt u de LCD BACKLIGHT schakelaar in op OFF ( wordt weergegeven). In deze positie bespaart u de acculading. • U kunt het geluid dat u hoort na het bevestigen van een bewerking, uitschakelen door [OFF] te selecteren bij [BEEP] in het (STANDARD SET) menu (p. 82). De beeldzoeker aanpassen U kunt beelden bekijken met de beeldzoeker als u het LCD-scherm sluit. Gebruik de beeldzoeker als de accu bijna leeg is of wanneer het scherm moeilijk zichtbaar is. Druk op OPEN en open het LCD-scherm. Open het LCD-scherm tot dit in een hoek van 90 graden staat ten opzichte van de camcorder en draai het scherm in de gewenste positie. Zoekerscherpstelknopje De helderheid van het LCD-scherm aanpassen 1 Raak aan. 2 Raak [LCD BRIGHT] aan. 1 Schuif de beeldzoeker uit. ,wordt vervolgd Aan de slag 17 2 Pas het beeld aan met het zoekerscherpstelknopje totdat het beeld duidelijk is. De beeldzoeker gebruiken Als u opneemt op een band of een "Memory Stick", kunt u de belichting (p. 33) en fader (p. 39) aanpassen terwijl u het beeld controleert in de beeldzoeker. Draai het LCD-scherm 180 graden en sluit het LCD-scherm met het venster naar buiten gericht. 1 Stel de bedieningsstand in op CAMERATAPE of CAMERA-MEMORY (p. 16). 2 Schuif de beeldzoeker uit en sluit het LCD-scherm met het venster naar buiten gericht. wordt weergegeven in het venster. Stap 5: Datum en tijd instellen Stel de datum en tijd in wanneer u de camcorder voor het eerst gebruikt. Als u de datum en tijd niet instelt, verschijnt het [CLOCK SET] venster elke keer als u de camcorder inschakelt. b Opmerking • Als u de camcorder langer dan ongeveer 3 maanden niet gebruikt, wordt de ingebouwde oplaadbare knoopcel ontladen en worden de instellingen van de datum en de tijd gewist uit het geheugen. In dit geval moet u de oplaadbare knoopcel opnieuw opladen (p. 128) en vervolgens de datum en tijd opnieuw instellen. 3 Raak aan. 4 Raak [YES] aan. Het LCD-scherm wordt uitgeschakeld. 5 Raak het LCD-scherm aan terwijl u de weergave in de beeldzoeker controleert. [EXPOSURE], enzovoort, worden weergegeven. 6 Raak de toets aan die u wilt instellen. • [EXPOSURE]: pas dit aan met / en raak aan. • [FADER]: raak deze toets herhaaldelijk aan om een effect te selecteren (alleen in de CAMERA-TAPE stand). • : Het LCD-scherm gaat branden. Wilt u de toetsen op het LCD-scherm verbergen, dan raakt u aan. z Tip • Als u de helderheid van de achtergrondverlichting van de beeldzoeker wilt wijzigen, selecteert u achtereenvolgens het (STANDARD SET) menu, [LCD/VF SET] en [VF B.LIGHT] (bij gebruik van de accu, p. 80). 18 Aan de slag OPEN POWER schakelaar 1 Schakel de camcorder in (p. 16). 2 Druk op OPEN en open het LCDscherm. Ga verder met stap 7 als u de klok voor het eerst instelt. 8 3 Raak 4 Raak [MENU] aan. 5 Selecteer (TIME/LANGU.) met / en raak aan. 6 Selecteer [CLOCK SET] met en raak aan. 7 Stel [Y] (jaar) met aan. aan. Stel [M] (maand), [D] (dag), uur en minuten in op dezelfde manier als in stap 7 en raak aan. Aan de slag / / en raak U kunt elk gewenst jaar instellen tot maximaal 2079. Aan de slag 19 Stap 6: Opnamemedia plaatsen 2 Plaats een band met het venstergedeelte naar boven gericht. Venstergedeelte Een band plaatsen U kunt alleen mini-DV-banden gebruiken. Zie pagina 119 voor meer informatie over deze banden (zoals schrijfbeveiliging). b Opmerking • Plaats de band niet met te veel kracht in de houder. Dit kan een storing van de camcorder veroorzaken. 1 Druk zachtjes op het midden van de achterkant van de band. 3 toets . De bandhouder wordt automatisch naar binnen geschoven. Schuif de OPEN/ZEJECT toets in de richting van de pijl om het deksel te openen. OPEN/ZEJECT Druk op Deksel 4 De bandhouder wordt automatisch uitgeschoven en geopend. Sluit het deksel. De band verwijderen 1 Schuif de OPEN/ZEJECT toets in de richting van de pijl om het deksel te openen. De bandhouder wordt automatisch uitgeschoven. 2 Verwijder de band en druk op De bandhouder wordt automatisch naar binnen geschoven. 3 Sluit het deksel. 20 Aan de slag . Een "Memory Stick" plaatsen Zie pagina 120 voor meer informatie over de "Memory Stick" (zoals schrijfbeveiliging). Aan de slag b Opmerking • Als u de kleinformaat "Memory Stick" gebruikt (de zogenaamde "Memory Stick Duo"), moet u de adapter voor de Memory Stick Duo plaatsen. De camcorder kan defect raken als de "Memory Stick Duo" wordt geplaatst zonder een adapter (p. 121). b Opmerkingen • Als u de "Memory Stick" met kracht in de verkeerde richting in de "Memory Stick" sleuf plaatst, kan dit de "Memory Stick" beschadigen. • Plaats geen andere voorwerpen dan de "Memory Stick" in de "Memory Stick" sleuf. Dit kan een storing van de camcorder veroorzaken. • Als het toegangslampje brandt of knippert, leest/ schrijft de camcorder gegevens van/naar de "Memory Stick". Stel de camcorder niet bloot aan trillingen of stoten, schakel de camcorder niet uit en verwijder de "Memory Stick" of de accu niet. Anders kunnen de beeldgegevens worden beschadigd. Toegangslampje b teken Plaats de "Memory Stick" met het teken b naar de linkerbenedenhoek gericht totdat deze vastklikt. Een "Memory Stick" verwijderen Druk één keer zachtjes op de "Memory Stick". Druk één keer zachtjes. Aan de slag 21 Stap 7: De taal voor het scherm instellen U kunt de taal voor het LCD-scherm selecteren. POWER schakelaar OPEN 1 Schakel de camcorder in. 2 Druk op OPEN om het LCD-scherm te openen. 3 Raak 4 Raak [LANGUAGE] aan. aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (TIME/ LANGU.) menu (p. 84). 22 Aan de slag 5 Selecteer de gewenste taal met en raak aan. / z Tip • De camcorder biedt de optie [ENG [SIMP]] (vereenvoudigd Engels) als u uw eigen taal niet kunt vinden. Opnemen 3 Films opnemen Opnemen op een band Schuif de POWER schakelaar totdat het CAMERA-TAPE lampje gaat branden en de camcorder in de wachtstand is ingesteld. U kunt films op een band of een "Memory Stick" opnemen. Voordat u opneemt, voert u stap 1 tot en met 7 bij "Aan de slag" (p. 12-p. 22) uit. Als u op een band opneemt, worden films met stereogeluid opgenomen. Als u op een "Memory Stick" opneemt, worden films met monogeluid opgenomen. Schuif de POWER schakelaar terwijl u het groene knopje ingedrukt houdt. POWER schakelaar Opnemen Camera-opnamelampje Selecteer de opnamestand. Opnemen op een "Memory Stick" – MPEG MOVIE EX Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk totdat het CAMERA-MEMORY lampje gaat branden en de huidige geselecteerde opnamemap op het scherm wordt weergegeven. Schuif de POWER schakelaar terwijl u het groene knopje ingedrukt houdt. OPEN 1 START/STOP Verwijder de lensdop. Trek het koord van de lensdop naar beneden en bevestig dit aan de handgreepband. 4 Druk op START/STOP. Het opnemen wordt gestart. [OPN] wordt weergegeven op het LCD-scherm en het camera-opnamelampje gaat branden. Druk nogmaals op START/STOP om te stoppen met opnemen. De laatstopgenomen MPEG-film controleren – Controleren 2 Druk op OPEN en open het LCDscherm. Raak aan. Het afspelen wordt automatisch gestart. Raak nogmaals aan om terug te keren naar de wachtstand. Als u de film wilt verwijderen, raakt u aan nadat het afspelen is voltooid en raakt u [JA] aan. Raak [NEE] aan om het verwijderen te annuleren. ,wordt vervolgd Opnemen 23 De stroom uitschakelen Schuif de POWER schakelaar omhoog naar (CHG) OFF. Aanduidingen die worden weergegeven tijdens het opnemen op een band De aanduidingen worden niet op de band opgenomen. De datum/tijd en de camera-instellingen (p. 52) worden niet weergegeven tijdens het opnemen. Aanduidingen die worden weergegeven tijdens het opnemen op een "Memory Stick" De aanduidingen worden niet opgenomen op de "Memory Stick". De datum/tijd (p. 52) worden niet weergegeven tijdens het opnemen. A Opnamemap A Aanduidingen voor banden met Cassette Memory B Resterende accuduur De aangegeven tijd is wellicht niet correct afhankelijk van de omgeving waarin de camcorder wordt gebruikt. Als u het LCDscherm hebt geopend en gesloten, duurt het ongeveer een minuut voordat de juiste resterende accuduur wordt weergegeven. C Opnamestatus ([STBY] (wachtstand) of [OPN] (opnemen)) D Filmformaat C Opnamestand (SP of LP) E Opnametijd (uur: minuut: seconde) D Opnamestatus ([STBY] (wachtstand) of [OPN] (opnemen)) F Opnamecapaciteit van de "Memory Stick" E Tijdcode (uur: minuut: seconde: frame) of bandteller (uur: minuut: seconde) G Aanduiding voor het starten van de opname op de "Memory Stick" (verschijnt ongeveer 5 seconden) F Opnamecapaciteit van de band (p. 82) H Toets voor persoonlijk menu (p. 57) G Toets voor persoonlijk menu (p. 57) I Controletoets (p. 23) H END SEARCH/EDIT SEARCH/ Opnamecontrole schakeltoets (p. 44) 24 B Resterende accuduur De aangegeven tijd is wellicht niet correct afhankelijk van de omgeving waarin de camcorder wordt gebruikt. Als u het LCDscherm hebt geopend en gesloten, duurt het ongeveer een minuut voordat de juiste resterende accuduur wordt weergegeven. Opnemen b Opmerkingen • Voordat u de accu vervangt, schuift u de POWER schakelaar omhoog naar (CHG) OFF. • Als u in de standaardinstelling de camcorder meer dan 5 minuten niet gebruikt, wordt de stroom automatisch uitgeschakeld om de acculading te sparen ([AUTOM.UIT], p. 83). Wilt u opnieuw beginnen met opnemen, dan schuift u de POWER schakelaar omlaag om CAMERA-TAPE of CAMERA-MEMORY te selecteren en drukt u op START/STOP. • Als u opneemt op een "Memory Stick" met een externe flitser (optioneel) op de intelligent accessory shoe, moet u de stroom van de externe flitser uitschakelen om te voorkomen dat het geluid van het opladen wordt opgenomen. Langere tijd opnemen Langere tijd opnemen op een band Selecteer [ OPNM STAND] en [LP] in het (STANDRD INST) menu (p. 78). U kunt in de LP stand 1,5 keer langer opnemen dan in de SP stand. Een band die is opgenomen in de LP stand, kunt u alleen afspelen met deze camcorder. Langere tijd opnemen op een "Memory Stick" Selecteer [FILM INSTEL.], [ BEELDFORM.] en [160 × 112] in het (GEH. INST.) menu (p. 66). Hoe lang u kunt opnemen op een "Memory Stick", is afhankelijk van het beeldformaat en de opnameomgeving. Zie de volgende lijst voor de opnametijd voor films op een "Memory Stick" (bij benadering) die is geformatteerd in de camcorder. 320 × 240 160 × 112 8 MB 00:01:20 00:05:20 16 MB (bijgeleverd) 00:02:40 00:10:40 32 MB 00:05:20 00:21:20 64 MB 00:10:40 00:42:40 128 MB 00:21:20 01:25:20 256 MB (MSX-256) 00:42:40 02:50:40 512 MB (MSX-512) 01:25:20 05:41:20 1 GB (MSX-1G) 02:50:40 11:22:40 Opnemen z Tips • Wilt u een vloeiende overgang van de laatst opgenomen scène naar de volgende scène op de band, dan moet u rekening houden met de volgende punten. – Verwijder de band niet. (Het beeld wordt zonder onderbreking opgenomen, zelfs als u de stroom uitschakelt). – Neem beelden niet op in de SP en LP stand op dezelfde band. – Onderbreek het opnemen van een film in de LP stand niet. • Zie "Langere tijd opnemen op een "Memory Stick"" (p. 25) voor informatie over hoe lang u ongeveer kunt opnemen op een "Memory Stick" met verschillende capaciteiten. • De opnameduur, datum en camera-instellingen (alleen voor banden) worden automatisch opgenomen op de opnamemedia zonder dat deze worden weergegeven op het scherm. U kunt deze informatie bekijken tijdens het afspelen door op [GEGEV. CODE] op het scherm te drukken (p. 52). Beeldformaat en tijd (uur: minuut: seconde) De zoomfunctie gebruiken Als de CAMERA-TAPE stand is geselecteerd, kunt u zoomen tot een vergrotingsniveau van 10 keer en vanaf dat punt de digitale zoomfunctie gebruiken ([DIGITAL ZOOM], p. 63). U krijgt de beste resultaten als u de zoomfunctie met mate gebruikt. 1 cm* 80 cm* * De minimale afstand tussen de camcorder en het onderwerp die u nodig hebt om het onderwerp goed scherp te krijgen in deze positie van de knop. ,wordt vervolgd Opnemen 25 Als u de motorzoomknop voorzichtig draait, kunt u langzaam in- en uitzoomen op het onderwerp. Draai de motorzoomknop verder voor een snellere zoombeweging. Een grotere weergavehoek opnemen Draai de motorzoomknop naar W. Het onderwerp lijkt verder weg (Groothoekopnamen). De zelfontspanner gebruiken Met de zelfontspanner kunt u het opnemen starten na een vertraging van ongeveer 10 seconden. START/STOP Van dichtbij opnemen Draai de motorzoomknop naar T. Het onderwerp lijkt dichterbij (Teleopnamen). Opnemen in de spiegelstand START/STOP U kunt het LCD-scherm naar het onderwerp draaien zodat u en uw onderwerp het opgenomen beeld kunnen delen. U kunt deze functie ook gebruiken als u zichzelf opneemt en om de aandacht van kleine kinderen vast te houden als u hen opneemt. 1 Raak 2 Raak [ZELF ONTSP.] aan. aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (CAMERA INST.) menu. Schuif de beeldzoeker uit. 3 Raak [AAN] en aan. wordt weergegeven. Open het LCD-scherm tot dit in een hoek van 90 graden staat ten opzichte van de camcorder en draai het scherm vervolgens 180 graden naar het onderwerp. Er verschijnt een spiegelbeeld van het onderwerp op het LCD-scherm, maar het beeld wordt normaal opgenomen. 26 Opnemen 4 Druk op START/STOP. Er wordt ongeveer 10 seconden teruggeteld met een pieptoon (De aanduiding voor het aftellen begint bij 8). Het opnemen wordt gestart. Druk op START/STOP om het opnemen te stoppen. 1 Raak 2 Raak [PROG. OPN.] aan. aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u [PROG.OPNEMEN] in het (CAMERA INST.) menu. Het terugtellen annuleren Raak [HERST.] aan of druk op START/STOP. Zelfontspanner annuleren Films opnemen waarvan u stilstaande beelden kunt maken – Progressieve opnamestand Deze functie is handig voor films die u wilt overbrengen naar de computer om stilstaande beelden te maken. U kunt beelden opnemen die minder wazig zijn dan beelden die in de normale stand zijn opgenomen en beter geschikt zijn voor het vastleggen van acties met hoge snelheid, zoals sportwedstrijden. Als u de beelden als film wilt bekijken, kunt u de beelden het beste in de normale stand opnemen, omdat in de progressieve opnamestand elke 1/25 seconden een beeld wordt opgenomen. 3 Raak [AAN] en Opnemen Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [UIT] in stap 3. aan. wordt weergegeven. 4 Druk op START/STOP. Druk nogmaals op deze toets om te stoppen met opnemen. De progressieve opnamestand annuleren Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [UIT] in stap 3. Opmerking over de progressieve opnamestand Bij normale TV-uitzendingen wordt het scherm in 2 gedetailleerdere velden verdeeld die beurtelings elke 1/50 seconde worden weergegeven. Het werkelijke beeld dat een ogenblik wordt weergegeven, bedekt dus slechts de helft van het eigenlijke beeldgebied. In de progressieve opnamestand wordt het beeld volledig weergegeven met alle pixels. Een beeld dat is opgenomen in deze stand, wordt scherper weergegeven, maar een bewegend onderwerp kan wellicht vreemd worden weergegeven. START/STOP b Opmerkingen • Als u opneemt in de progressieve opnamestand onder een fluorescerende lamp of een gloeilamp, kan het scherm flikkeren. Dit duidt niet op een storing. ,wordt vervolgd Opnemen 27 • U kunt de progressieve opnamestand niet gebruiken met: – [16:9-FORMAAT] stand Stilstaande beelden opnemen – Foto's opnemen op "Memory Stick" U kunt stilstaande beelden opnemen op een "Memory Stick". Voordat u opneemt, voert u stap 1 tot en met 7 bij "Aan de slag" (p. 12p. 22) uit. OPEN PHOTO POWER schakelaar 28 Opnemen 1 Verwijder de lensdop. Trek het koord van de lensdop naar beneden en bevestig dit aan de handgreepband. 2 Druk op OPEN en open het LCDscherm. 3 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk totdat het CAMERAMEMORY lampje gaat branden. De geselecteerde opnamemap wordt weergegeven. Schuif de POWER schakelaar terwijl u het groene knopje ingedrukt houdt. Stilstaande beelden doorlopend opnemen – Burst Selecteer [STILST INST.] en [ BURST] in het (GEH. INST.) menu (p. 66). U kunt doorlopend 3 tot 32 beelden opnemen met een tijdinterval van ongeveer 0,5 tot 0,08 seconden. Aanduidingen die tijdens het opnemen worden weergegeven 4 Houd PHOTO licht ingedrukt. Opnemen U hoort een zachte pieptoon wanneer de instellingen voor de scherpstelling en de helderheid worden aangepast. Het opnemen begint op dit punt nog niet. De aanduiding stopt met knipperen. Het aantal beelden dat kan worden opgenomen.* A Opnamemap B Beeldformaat (2016 × 1512) of C Kwaliteit [FIJN] of * Het aantal beelden dat u kunt opnemen, is afhankelijk van de instelling voor het beeldformaat en de opnameomgeving. 5 Druk PHOTO volledig in. U hoort het sluitergeluid. Wanneer de balken van verdwijnen, is het beeld opgenomen op de "Memory Stick". De laatstopgenomen beelden controleren – Controleren Raak aan. Raak nogmaals aan om terug te keren naar de wachtstand. Als u het beeld wilt verwijderen, raakt u en [JA] aan. Raak [NEE] aan om het verwijderen te annuleren. (640 × 480) [STANDAARD] D Toets voor persoonlijk menu (p. 57) E Controletoets (p. 29) z Tips • Wanneer u op PHOTO drukt op de afstandsbediening, wordt het beeld dat op het scherm wordt weergegeven, opgenomen. • De opnameduur, datum en camera-instellingen worden automatisch opgenomen op de opnamemedia zonder dat deze worden weergegeven op het scherm. U kunt deze informatie bekijken tijdens het afspelen door op [GEGEV. CODE] op het scherm te drukken (p. 52). • De opnamehoek is groter dan de hoek in de CAMERA-TAPE stand. De stroom uitschakelen Schuif de POWER schakelaar omhoog naar (CHG) OFF. ,wordt vervolgd Opnemen 29 2016 × 1512 640 × 480 16 MB (bijgeleverd) 24 240 32 MB 48 485 64 MB 98 980 128 MB 195 1970 256 MB (MSX-256) 355 3550 512 MB (MSX-512) 720 7200 1 GB (MSX-1G) 1450 14500 De beeldkwaliteit en het beeldformaat selecteren Selecteer [STILST INST.] en [ KWALITEIT] of [ BEELDFORM.] in het (GEH. INST.) menu (p. 66). Het aantal beelden dat u kunt opnemen op een "Memory Stick", is afhankelijk van het formaat en de kwaliteit van het beeld en de opnameomgeving. Zie de volgende lijst voor het aantal beelden (bij benadering) dat kan worden opgenomen op een "Memory Stick" die is geformatteerd in de camcorder. De beeldkwaliteit is [FIJN] (aantal beelden) Bij een beeld met het formaat 2016 × 1512 is de grootte 1540 kB en bij een beeld met het formaat 640 × 480 is de grootte 150 kB. 2016 × 1512 640 × 480 8 MB 5 50 16 MB (bijgeleverd) 10 96 32 MB 20 190 64 MB 40 390 128 MB 82 780 256 MB (MSX-256) 145 1400 512 MB (MSX-512) 300 2850 1 GB (MSX-1G) 610 5900 De flitser gebruiken De aanbevolen afstand tot het onderwerp is 0,3 tot 2,5 m als u de ingebouwde flitser gebruikt. De camcorder is standaard ingesteld op automatisch flitsen en afhankelijk van de lichtomstandigheden wordt de flitser automatisch geactiveerd als u op PHOTO drukt. Voer de onderstaande procedure uit als u de flitser altijd wilt gebruiken of als u de flitser helemaal niet wilt gebruiken. De beschikbare instellingen verschillen afhankelijk van wat u hebt geselecteerd bij [RODE-OGENR.] of [FLITS INST.] in het (CAMERA INST.) menu (p. 62). De beeldkwaliteit is [STANDAARD] (aantal beelden) Bij een beeld met het formaat 2016 × 1512 is de grootte 640 kB en bij een beeld met formaat 640 × 480 is de grootte 60 kB. 8 MB 30 Opnemen 2016 × 1512 640 × 480 12 120 (flitser) Druk herhaaldelijk op instelling te selecteren. (flitser) om een • De instellingen worden in een cyclus weergegeven in de volgende volgorde. Als de functie voor rodeogenreductie is ingeschakeld (automatische rode-ogenreductie):er wordt vooraf geflitst om rode ogen te beperken voordat er automatisch wordt geflitst omdat er niet voldoende licht is. m (geforceerde rode-ogenreductie): de flitser wordt altijd gebruikt en er wordt altijd vooraf geflitst om rode ogen te beperken, ongeacht de helderheid van de omgeving. m (niet flitsen): er wordt altijd zonder de flitser opgenomen. b Opmerkingen • Verwijder het stof op de flitslamp voordat u deze gebruikt. U krijgt wellicht niet voldoende flitslicht als het stof verkleurt of als op de lamp blijft plakken door de hitte die vrijkomt bij het flitsen. • De rode-ogenreductie kan wellicht niet het gewenste resultaat geven vanwege individuele verschillen en andere omstandigheden. • De aanduiding voor de flitserlading knippert tijdens het opladen en blijft branden als het opladen van de accu is voltooid. (In de CAMERA-TAPE stand duurt het langer voordat de flitslamp volledig is opgeladen omdat de accu wordt opgeladen met de flitslamp geopend.) • Bij de volgende functies werkt de flitser niet: – Super NightShot functie – Color Slow Shutter functie – Digitale effecten – Progressieve opnamestand – Burst • • • Opnemen Als de functie voor rodeogenreductie is uitgeschakeld Er wordt geen aanduiding weergegeven: er wordt automatisch geflitst als er niet voldoende licht is. m (geforceerd flitsen): de flitser wordt altijd gebruikt, ongeacht de helderheid van de omgeving. m (niet flitsen): er wordt altijd zonder de flitser opgenomen. – In de opnamestand voor banden – [16:9-FORMAAT] stand Zelfs als u automatisch flitsen of (automatische rode-ogenreductie) hebt geselecteerd, werkt de flitser niet bij de volgende functies: – NightShot functie – [SPOTLIGHT], [ZONSON MAAN] en [LANDSCHAP] van [BELICHT.PROG] – Handmatige belichting – Flexibele spotmeter Als u de flitser gebruikt in een heldere omgeving bijvoorbeeld bij het opnemen van onderwerpen met tegenlicht, werkt de flitser wellicht niet goed. Als u de lenskap (bijgeleverd) of een voorzetlens (optioneel) bevestigt, kan de schaduw hiervan op de lens vallen. U kunt niet tegelijkertijd een externe flitser (optioneel) en de ingebouwde flitser gebruiken. z Tips • De hoeveelheid licht die wordt gebruikt door de flitser, wordt automatisch aangepast. Wilt u de hoeveelheid licht handmatig aanpassen, dan selecteert u [FLITSNIVEAU] in het (CAMERA INST.) menu (p. 59). • Als u moeilijk kunt scherpstellen, gebruikt u de HOLOGRAM AF functie (p. 38) of gaat u naar "De scherpstelling handmatig aanpassen" (p. 37) voor informatie over de brandpuntsafstand. De zelfontspanner gebruiken Met de zelfontspanner kunt u een stilstaand beeld opnemen na een vertraging van ongeveer 10 seconden. PHOTO PHOTO ,wordt vervolgd Opnemen 31 1 Raak 2 Raak [ZELF ONTSP.] aan. aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (CAMERA INST.) menu. 3 Raak [AAN] en aan. Een stilstaand beeld opnemen op een "Memory Stick" tijdens het opnemen van films op een band Het beeldformaat wordt automatisch ingesteld op [640 × 480]. Wilt u een stilstaand beeld opnemen in een ander formaat, dan gebruikt u de functie voor het opnemen van foto's op de "Memory Stick" (p. 28). PHOTO wordt weergegeven. 4 Druk PHOTO volledig in tijdens het opnemen op een band. Druk op PHOTO. Er wordt ongeveer 10 seconden teruggeteld met een pieptoon (De aanduiding voor het aftellen begint bij 8). Het beeld wordt opgenomen. Wanneer de balken van verdwijnen, is het beeld opgenomen op de "Memory Stick". Het terugtellen annuleren Het opnemen is voltooid als het rollen stopt. Raak [HERST.] aan. Stilstaande beelden opnemen in de wachtstand Zelfontspanner annuleren Houd PHOTO licht ingedrukt. Controleer het beeld en druk de toets volledig in. Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [UIT] in stap 3. b Opmerkingen • Bij de volgende functies kunt u een stilstaand beeld niet opnemen op een "Memory Stick": – [16:9-FORMAAT] stand – Progressieve opnamestand – Overlappen vanaf de "Memory Stick" – MEMORY MIX functie – [VL.INT.OPN.] (bandopname met vloeiende intervallen) • Titels worden niet opgenomen op een "Memory Stick". 32 Opnemen De belichting vastleggen voor het geselecteerde onderwerp – Flexibele spotmeter De belichting aanpassen In de standaardinstelling wordt de belichting automatisch aangepast. De belichting voor onderwerpen met tegenlicht aanpassen 1 Raak aan tijdens het opnemen of in de wachtstand. 2 Raak [SPOTMETER] aan. Opnemen Als het onderwerp met de rug naar de zon of ander licht staat, kunt u de belichting aanpassen om te voorkomen dat het onderwerp te donker wordt weergegeven. U kunt de belichting aanpassen en vastleggen voor het onderwerp, zodat het onderwerp wordt opgenomen in de meest geschikte helderheid, zelfs als er een scherp contrast is tussen het onderwerp en de achtergrond (zoals personen in de spotlight op het toneel). Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (CAMERA INST.) menu. BACK LIGHT 3 Druk op BACK LIGHT tijdens het opnemen of in de wachtstand. Raak het punt aan dat u wilt aanpassen en leg de belichting vast op het scherm. De aanduiding [SPOTMETER] knippert terwijl de camera de belichting aanpast aan het geselecteerde punt. . wordt weergegeven. Als u de tegenlichtfunctie wilt annuleren, drukt u nogmaals op BACK LIGHT. b Opmerking • De tegenlichtfunctie wordt geannuleerd als u [BELICHTING] instelt op [HANDMATIG] (p. 34) of [SPOTMETER] selecteert (p. 33). 4 Raak [END] aan. Terugkeren naar de instelling voor de automatische belichting Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [AUTO] in stap 3. Of stel [BELCHT] in op [AUTO] (p. 34). ,wordt vervolgd Opnemen 33 b Opmerkingen • U kunt de flexibele spotmeter niet gebruiken met: – Color Slow Shutter functie – NightShot functie – NightFraming functie • Als u [BELICHT.PROG] instelt, wordt [SPOTMETER] automatisch ingesteld op [AUTO]. 4 Pas de belichting aan door (donkerder)/ (helderder) aan te raken en raak vervolgens aan. z Tip • Als u [SPOTMETER] instelt, wordt [BELCHT] automatisch ingesteld op [HANDMATIG]. De belichting handmatig aanpassen Terugkeren naar de instelling voor de automatische belichting U kunt de helderheid van een beeld met de beste belichting vastleggen. Als u bijvoorbeeld op een heldere dag binnen opneemt, kunt u voorkomen dat er schaduw van het tegenlicht valt op personen naast het raam door handmatig de belichting vast te leggen op de muur van de kamer. 1 Raak aan tijdens het opnemen of in de wachtstand. 2 Raak [BELCHT] aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (CAMERA INST.) menu. 3 34 Raak [HANDMATIG] aan. Opnemen Voer stap 1 en 2 uit en selecteer [AUTO] in stap 3. Opnemen in een donkere omgeving – NightShot, enzovoort U kunt onderwerpen in een donkere omgeving opnemen (bijvoorbeeld het gezichtje van een slapende baby) met de NightShot, Super NightShot of Color Slow Shutter functie. Met de Color Slow Shutter functie kunt u opnemen in kleur. 4 Raak [SUPER NS] aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (CAMERA INST.) menu. 5 Raak [AAN] en aan. wordt weergegeven. Als u Super NightShot wilt annuleren, voert u stap 3 en 4 uit en selecteert u [UIT] in stap 5. Of stel de NIGHTSHOT/ NIGHTFRAMING schakelaar in op z (groen). Opnemen Helderdere beelden in kleur opnemen op de band – Color Slow Shutter 1 Schuif de POWER schakelaar om de CAMERA-TAPE stand te selecteren. 2 Controleer of de NIGHTSHOT/ NIGHTFRAMING schakelaar is ingesteld op z (groen). 3 Raak aan. 4 Raak [COLOR SLOW S] aan. Stel de NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING schakelaar in op NIGHTSHOT. en ["NIGHTSHOT"] verschijnen. Wilt u NightShot annuleren, dan stelt u de NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING schakelaar in op z (groen). Helderdere beelden opnemen op de band – Super NightShot Het beeld wordt opgenomen met maximaal 16 keer de gevoeligheid van de opname met NightShot. 1 Schuif de POWER schakelaar om de CAMERA-TAPE stand te selecteren. 2 Stel de NIGHTSHOT/ NIGHTFRAMING schakelaar in op NIGHTSHOT. en ["NIGHTSHOT"] verschijnen. 3 Raak aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (CAMERA INST.) menu. 5 Raak [AAN] en aan. wordt weergegeven. Als u Color Slow Shutter wilt annuleren, voert u stap 3 en 4 uit en selecteert u [UIT] in stap 5. b Opmerkingen • Gebruik de functie NightShot/Super NightShot niet in een heldere omgeving. Dit kan een storing veroorzaken. • De functie Color Slow Shutter werkt wellicht niet bij volledige duisternis. Als u opneemt in een omgeving zonder licht, gebruikt u de NightShot of Super NightShot functie. • U kunt de Super NightShot/Color Slow Shutter functie niet gebruiken met: – FADER functie – Digitale effecten • U kunt de Color Slow Shutter functie niet gebruiken met: – [BELICHT.PROG] – Handmatige belichting – Flexibele spotmeter ,wordt vervolgd Opnemen 35 • Als u de functie Super NightShot of Color Slow Shutter gebruikt, wordt de sluitertijd van de camcorder gewijzigd afhankelijk van de helderheid. Op dit moment kan de beweging van het beeld worden vertraagd. • Stel handmatig scherp als u moeilijk automatisch kunt scherpstellen. • Bedek de infraroodpoort niet met uw vingers of andere voorwerpen. Verwijder de voorzetlens (optioneel) als deze is bevestigd. Scherpstelling aanpassen Er wordt automatisch scherpgesteld in de standaardinstelling. Scherpstellen op een onderwerp dat niet in het midden staat – SPOT FOCUS U kunt het brandpunt selecteren en aanpassen om het brandpunt te richten op een onderwerp dat zich niet in het midden van het scherm bevindt. 1 Raak aan tijdens het opnemen of in de wachtstand. 2 Raak [SPOTFOCUS] aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (CAMERA INST.) menu. 3 Raak het onderwerp aan waarvoor u de scherpstelling wilt aanpassen op het scherm. [SPOTFOCUS] knippert als de camera de scherpstelling aanpast. 9 wordt weergegeven. 36 Opnemen 4 1 Raak [END] aan. Druk op FOCUS tijdens het opnemen of in de wachtstand. 9 wordt weergegeven. De scherpstelling automatisch aanpassen Voer stap 1 en 2 uit en raak vervolgens [AUTO] aan in stap 3. Of druk op FOCUS na stap 4. b Opmerking • U kunt de SPOT FOCUS functie niet gebruiken met: – NightFraming functie – [BELICHT.PROG] • Informatie over de afstand voor scherpstellen worden niet weergegeven. U kunt de scherpstelling handmatig aanpassen aan de opnameomstandigheden. Gebruik deze functie in de volgende gevallen. – Een onderwerp achter een raam met regendruppels opnemen. – Horizontale strepen opnemen. – Een onderwerp met weinig contrast tussen het onderwerp en de achtergrond opnemen. – Als u wilt scherpstellen op een onderwerp in de achtergrond. – Een stilstaand beeld opnemen met de camcorder op een statief. FOCUS Scherpstelring Draai de scherpstelring en pas de scherpstelling aan. 9 wordt gewijzigd in als de scherpstelling niet verder kan worden aangepast. 9 wordt gewijzigd in als er niet verder kan worden scherpgesteld. Tips voor handmatig scherpstellen • U kunt gemakkelijker scherpstellen op het onderwerp als u de zoomfunctie gebruikt. Draai de motorzoomknop naar T (teleopnamen) om de scherpstelling aan te passen en vervolgens naar W (groothoek) om de zoomfunctie aan te passen voor de opnamen. • Als u een close-up wilt maken van een onderwerp, draait u de motorzoomknop naar W (groothoek) om het beeld volledig te vergroten en past u vervolgens de scherpstelling aan. Opnemen De scherpstelling handmatig aanpassen 2 De functie voor vergroot scherpstellen gebruiken U kunt de instelling voor scherpstellen gemakkelijker controleren door het beeld te vergroten tijdens het handmatig scherpstellen. Als het CAMERA-MEMORY lampje brandt, stelt u [EXPANDED F] in het (CAMERA INST.) menu in op [AAN] (p. 61). Als u de scherpstelring draait, verschijnt en wordt het beeld twee keer zo groot weergegeven. De scherpstelling automatisch aanpassen Druk nogmaals op FOCUS. z Tip • De informatie over de brandpuntsafstand (als het donker is en u moeilijk kunt scherpstellen) wordt in de volgende gevallen 3 seconden weergegeven. (Deze informatie wordt niet juist weergegeven als u een voorzetlens (optioneel) gebruikt.) – Als u de stand voor scherpstelling schakelt van automatisch naar handmatig. – Als u de scherpstelring draait. ,wordt vervolgd Opnemen 37 Extra licht gebruiken om scherp te stellen op een stilstaand beeld – HOLOGRAM AF HOLOGRAM AF zender Als u opneemt in een donkere omgeving, kunt u het HOLOGRAM AF licht gebruiken om scherp te stellen op onderwerpen totdat de scherpstelling wordt vastgelegd. De maximale brandpuntsafstand voor het HOLOGRAM AF licht is ongeveer 2,5 m. [HOLOGRAM AF] wordt standaard ingesteld op [AUTO] (p. 62). Informatie over HOLOGRAM AF "HOLOGRAM AF", een toepassing van laserhologrammen, is een nieuw optisch systeem voor automatisch scherpstellen waarmee stilstaande beelden kunnen worden opgenomen in een donkere omgeving. Het systeem heeft minder straling dan gewone heldere LED's of lampen en voldoet aan de Laser Class 1 (*) specificatie en is dus veiliger voor de ogen. Er zijn geen veiligheidsrisico's als u rechtstreeks en van dichtbij in de HOLOGRAM AF zender kijkt. U kunt dit echter beter niet doen, omdat u hierna gedurende enkele minuten nabeelden op uw netvlies kunt krijgen en duizelig kunt worden (net zoals wanneer u in een flitser kijkt). * HOLOGRAM AF voldoet aan de Class 1 specificaties (tijdbasis van 30000 seconden), zoals wordt voorgeschreven in de industrienormen van JIS (Japan), IEC (Europese Unie) en FDA (Verenigde Staten). Als aan deze normen wordt voldaan, is het laserproduct veilig wanneer een persoon gedurende 38 Opnemen 30000 seconden rechtstreeks of door een lens naar het laserlicht kijkt. b Opmerkingen • De scherpstelling wordt wellicht niet correct aangepast als u een voorzetlens (optioneel) gebruikt omdat dit het HOLOGRAM AF licht kan blokkeren. • U kunt HOLOGRAM AF niet gebruiken met: – De CAMERA-TAPE stand – De flitser ingesteld op (niet flitsen) – [ZONSON MAAN] of [LANDSCHAP] van [BELICHT.PROG] – Handmatig scherpstellen – SPOT FOCUS functie – Burst – NightShot functie • De informatie over de brandpuntsafstand wordt niet weergegeven op het scherm. Het kader en de scherpstelling aanpassen bij het opnemen van een stilstaand beeld in een donkere omgeving – NightFraming U kunt het onderwerp bij volledige duisternis bekijken. Tijdens het opnemen, wordt het HOLOGRAM AF licht uitgevoerd om scherp te stellen op een onderwerp totdat de scherpstelling wordt vastgelegd. 1 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de CAMERAMEMORY stand te selecteren. 2 Stel de NIGHTSHOT/ NIGHTFRAMING schakelaar in op NIGHTFRAMING. en [NIGHTFRAMING] verschijnen. Wilt u NightFraming annuleren, dan stelt u de NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING schakelaar in op z (groen). Beelden met verschillende effecten opnemen z Tip • Zelfs als het onderwerp tijdens het opnemen niet in natuurlijke kleuren op het LCD-scherm wordt weergegeven, wordt het onderwerp wel in natuurlijke kleuren opgenomen. Opnemen b Opmerkingen • De scherpstelling wordt wellicht niet correct aangepast als u een voorzetlens (optioneel) gebruikt omdat dit het HOLOGRAM AF licht kan blokkeren. • Er wordt automatisch scherpgesteld, zelfs als handmatig scherpstellen is geselecteerd. • Het extra licht wordt uitgevoerd, zelfs als [HOLOGRAM AF] is ingesteld op [UIT]. • De flitser wordt gebruikt, zelfs als (niet flitsen) is geselecteerd. POWER schakelaar Een scène in- of uitfaden – FADER U kunt de volgende effecten toevoegen aan beelden die u op dit moment opneemt. [NORM. FADER] [MOZ. FADER] [MONOTOON] Bij het infaden wordt het beeld langzaam gewijzigd van zwart/wit naar kleur. Bij het uitfaden wordt het beeld langzaam gewijzigd van kleur naar zwart/wit. ,wordt vervolgd Opnemen 39 [OVERLAP] (alleen infaden) 5 Druk op START/STOP. De faderaanduiding stopt met knipperen en verdwijnt als het faden is voltooid. De bewerking annuleren [OVERLOOP] (alleen infaden) Raak [UIT] aan in stap 3. b Opmerking • U kunt de FADER functie niet gebruiken met: – Super NightShot functie – Color Slow Shutter functie – Digitale effecten – [VL. INT.OPN.] (bandopname met vloeiende intervallen) – [BEELDOPNAME] (Frameopname) [PUNT FADER] (alleen infaden) 1 2 3 Schuif de POWER schakelaar om de CAMERA-TAPE stand te selecteren. Raak aan in de wachtstand (om in te faden) of tijdens het opnemen (om uit te faden). Infaden vanuit een stilstaand beeld op de "Memory Stick" – Overlappen vanaf de "Memory Stick" U kunt infaden vanuit het stilstaande beeld op de "Memory Stick" naar de film die op dit moment wordt opgenomen op de band. Stilstaand beeld Film Raak [FADER] aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (BEELD PROG.) menu. 1 Controleer of u een "Memory Stick" hebt met het stilstaande beeld dat u wilt samenvoegen en of u een band in de recorder hebt geplaatst. 2 Schuif de POWER schakelaar om de CAMERA-TAPE stand te selecteren. 3 Raak aan. 4 Raak [MENU] aan. 5 Selecteer (BEELD PROG.), [ 4 Raak het gewenste effect en aan. Als u [OVERLAP], [OVERLOOP] en [PUNT FADER] aanraakt, wordt het beeld op de band in de camcorder opgeslagen als stilstaand beeld. Tijdens het opslaan van het beeld wordt het scherm blauw. 6 OVRLAP] door / en aan te raken. Het beeld wordt op het scherm met miniaturen weergegeven. Raak (vorige)/ (volgende) aan om het stilstaande beeld te selecteren dat moet worden samengevoegd. 7 Raak [AAN] en aan. 8 Raak aan. 9 Druk op START/STOP om te beginnen met opnemen. [GEH. OVRLAP] stopt met knipperen en verdwijnt als het faden is voltooid. 40 Opnemen Speciale effecten gebruiken – Digitale effecten 2 Raak 3 Raak [DIG EFFECT] aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (BEELD PROG.) menu. U kunt digitale effecten toevoegen aan de opnamen. [STILSTAAND] U kunt een film opnemen terwijl u deze over een eerder opgenomen stilstaand beeld legt. [LUMINANTIE] (Luminance Key) U kunt een helder gedeelte in een eerder opgenomen stilstaand beeld, zoals de achtergrond van een persoon of een titel geschreven op wit papier, vervangen door een film. [NABEELD] U kunt beelden opnemen die een spoor van nabeelden achterlaten. 4 Opnemen [FLITS] (intervalopname) U kunt een film opnemen die bestaat uit een reeks stilstaande beelden (stroboscoopeffect). aan. Raak het gewenste effect aan, pas het effect aan door (lager)/ (hoger) aan te raken en raak vervolgens aan. Voorbeeld van aanpassingsvenster: Als u [STILSTAAND] of [LUMINANTIE] aanraakt, wordt het beeld dat op het scherm wordt weergegeven, opgeslagen als stilstaand beeld. [LGZM SL.] (langzame sluitertijd) U kunt de sluitertijd vertragen. Met deze stand kunt u onderwerpen op een donkere plaats helderder opnemen. [OUDE FILM] U kunt de beelden een sfeer van oude speelfilms geven. De camcorder neemt beelden automatisch op in de Letterbox-stand voor alle schermformaten, in sepia en met een langzame sluitertijd. 1 Schuif de POWER schakelaar om de CAMERA-TAPE stand te selecteren. ,wordt vervolgd Opnemen 41 Effect Instelmogelijkheden [STILSTAAND] U kunt het transparantieniveau instellen van het stilstaande beeld dat u over een film wilt leggen. [FLITS] Het interval voor framevoor-frame afspelen. [LUMINANTIE] U kunt het kleurschema kiezen voor het gedeelte van het stilstaande beeld dat u wilt omwisselen met een film. [NABEELD] U kunt de tijdsduur voor het faden van de nabeelden instellen. [LGZM SL.]* Sluitertijd (1 is 1/25, 2 is 1/ 12, 3 is 1/6, 4 is 1/3). [OUDE FILM] U hoeft geen wijzigingen aan te brengen. * Er kan moeilijk automatisch worden scherpgesteld met dit effect. Stel handmatig scherp met de camcorder op een statief zodat de camcorder stabiel staat. 5 Raak Digitale effecten annuleren Voer stap 2 en 3 uit en selecteer [UIT] in stap 4. b Opmerkingen • U kunt digitale effecten niet gebruiken met: – Super NightShot functie – Color Slow Shutter functie – FADER functie – Overlappen vanaf de "Memory Stick" – MEMORY MIX functie • U kunt [LGZM SL.]/[OUDE FILM] niet gebruiken met [BELICHT.PROG] (behalve [AUTO]). • U kunt [OUDE FILM] niet gebruiken met: – [16:9-FORMAAT] stand – Beeldeffecten ([B EFFECT]) z Tip • U kunt een beeld maken met negatieve kleuren en helderheid of een beeld dat lijkt op een lichte tekening in pastelkleuren. Zie beeldeffecten ([B EFFECT], p. 69) voor meer informatie. Opnemen U kunt een stilstaand beeld op de "Memory Stick" over de film leggen die u op dit moment op een band opneemt. U kunt vervolgens de samengestelde beelden opnemen op een band of een "Memory Stick". (U kunt geen stilstaand beeld samenvoegen met een beeld dat al op een band is opgenomen.) [GTCAM LUMI.] (Luminance Key op de "Memory Stick") U kunt een helder (wit) gedeelte van een stilstaand beeld omwisselen met een film. Als u deze functie wilt gebruiken, kunt u het beste vooraf een stilstaand beeld, een illustratie of een handgeschreven titel op wit papier opnemen op een "Memory Stick". Stilstaand beeld Film aan. wordt weergegeven. 42 Stilstaande beelden over films op een band leggen – MEMORY MIX [CAMTG CHROMA] (Chroma Key op de camera) U kunt een film over een stilstaand beeld leggen, bijvoorbeeld een stilstaand beeld dat als achtergrond wordt gebruikt. Neem de film op met het onderwerp tegen een blauwe achtergrond. Alleen het blauwe gedeelte van de film wordt omgewisseld met het stilstaande beeld. Stilstaand beeld Film Blauw [GTCAM CHROMA] (Chroma Key op de "Memory Stick") U kunt de film omwisselen met het blauwe gedeelte van een stilstaand beeld, zoals een illustratie, of met een kader met een blauw gedeelte in het kader. Stilstaand beeld 5 Raak / aan om het stilstaande beeld te overlappen. 6 Raak het gewenste effect aan. Het stilstaande beeld wordt over de film gelegd die op dat moment wordt weergegeven op het LCD-scherm. Film Blauw Controleer of u een "Memory Stick" hebt met het stilstaande beeld dat u wilt samenvoegen (alleen als u opneemt op een band) en of u een band in de recorder hebt geplaatst. 2 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de CAMERA-TAPE stand (als u opneemt op een band) of de CAMERA-MEMORY stand (als u opneemt op een "Memory Stick") te selecteren. 3 Raak 4 Raak [DUBBEL BEELD] aan. 7 Scherm met miniaturen Raak (lager)/ (hoger) aan om de volgende items aan te passen. Voor [GTCAM LUMI.] U kunt het kleurschema kiezen voor het heldere gedeelte van het stilstaande beeld waar de film verschijnt. Als u alleen het stilstaande beeld op de "Memory Stick" wilt opnemen op de band, raakt u aan op het scherm in [GTCAM LUMI.] totdat de balk volledig is uitgebreid naar de rechterkant. Voor [CAMTG CHROMA] Het kleurschema van het blauwe gedeelte in de film. aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (BEELD PROG.) menu. Het stilstaande beeld op de "Memory Stick" wordt weergegeven op het scherm met miniaturen. Opnemen 1 Voor [GTCAM CHROMA] U kunt het kleurschema kiezen voor het blauwe gedeelte van het stilstaande beeld waar de film verschijnt. 8 Raak twee keer aan. wordt weergegeven. 9 Start het opnemen. Als u opneemt op een band Druk op START/STOP. Opnemen op een "Memory Stick" Druk PHOTO volledig in. ,wordt vervolgd Opnemen 43 MEMORY MIX annuleren Voer stap 1 tot en met 4 uit en raak [UIT] aan in stap 5. Beginpunt zoeken b Opmerkingen • Als het overlappende stilstaande beeld een grote hoeveelheid wit bevat, is het beeld op het scherm met miniaturen wellicht niet duidelijk. • Als u de functie MEMORY MIX in de spiegelstand gebruikt (p. 26), wordt het beeld op het LCD-scherm niet in spiegelbeeld weergegeven. • U kunt wellicht geen beelden weergeven die met de computer zijn bewerkt of die zijn opgenomen met andere camcorders dan uw camcorder. z Tip De bijgeleverde CD-ROM met het USBstuurprogramma SPVD-010 bevat voorbeelden die u kunt gebruiken bij bewerkingen met MEMORY MIX. Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de computertoepassingen" voor meer informatie. POWER schakelaar De laatste scène van de meest recente opname zoeken – END SEARCH Deze functie is handig als u bijvoorbeeld de band hebt afgespeeld maar direct wilt opnemen na de laatstopgenomen scène. Als u een band zonder Cassette Memory gebruikt, werkt de END SEARCH functie niet meer als u de band uitwerpt nadat u op de band hebt opgenomen. Als u een band met Cassette Memory gebruikt, werkt de functie zelfs als u de band hebt uitgeworpen. 44 Opnemen 1 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de CAMERA-TAPE stand te selecteren. 2 Raak aan. 3 Raak aan. 2 Raak 3 Blijf (teruggaan)/ (vooruitgaan) aanraken totdat u het gewenste punt hebt gevonden waar u wilt beginnen met opnemen. aan. Verschijnt alleen met een band met Cassette Memory De laatste scène van de meest recente opname wordt ongeveer 5 seconden afgespeeld en de camcorder schakelt over naar de wachtstand op het moment dat de laatste opname is voltooid. Opnemen De bewerking annuleren Raak [ANNUL.] aan. b Opmerking • De END SEARCH functie functioneert niet correct als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de band. z Tip • U kunt deze bewerking ook uitvoeren door [EINDE ZOEKEN] te selecteren in de menu-instellingen. In de PLAY/EDIT stand kunt u deze bewerking uitvoeren door de snelkoppeling [EINDE ZOEKEN] in te selecteren (p. 57). De laatstopgenomen scènes controleren – Opnamecontrole U kunt een aantal seconden bekijken van de scène die u net voor het stoppen van de band hebt opgenomen. 1 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de CAMERA-TAPE stand te selecteren. 2 Raak 3 Raak Handmatig zoeken – EDIT SEARCH aan. U kunt naar het beginpunt zoeken terwijl u de beelden op het scherm bekijkt. Het geluid wordt niet afgespeeld tijdens het zoeken. 1 Schuif de POWER schakelaar om de CAMERA-TAPE stand te selecteren. één keer aan. De laatste seconden van de laatstopgenomen scène worden weergegeven. De camcorder wordt hierna in de wachtstand gezet. Opnemen 45 Afspelen 3 Raak (terugspoelen) aan om naar het punt te gaan dat u wilt bekijken. 4 Raak (afspelen) aan om het afspelen te starten. Films op een band bekijken Controleer of u een band met opnamen in de camcorder hebt geplaatst. Bepaalde handelingen kunt u met de afstandsbediening of met het aanraakscherm uitvoeren. Zie pagina 54 als u de opnamen wilt afspelen op de TV. Het volume regelen aan. 1 Raak 2 Raak [VOLUME] aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (STANDRD INST) menu. 3 Pas het volume aan door (lager)/ (hoger) aan te raken en raak OPEN POWER schakelaar aan. Het afspelen stoppen 1 2 Druk op OPEN en open het LCDscherm. Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand te selecteren. Schuif de POWER schakelaar terwijl u het groene knopje ingedrukt houdt. Raak (stoppen) aan. Het afspelen onderbreken Raak (pauze) aan tijdens het afspelen. Raak dit nogmaals aan om het afspelen te hervatten. Het afspelen worden automatisch gestopt als de camcorder langer dan 5 minuten in de pauzestand staat. Snel vooruitspoelen of terugspoelen Raak (snel vooruitspoelen) of (terugspoelen) aan in de stopstand. Films bekijken in de beeldzoeker Sluit het LCD-scherm. Schuif de beeldzoeker uit. 46 Afspelen Aanduidingen die worden weergegeven tijdens het afspelen van banden Afspelen in verschillende standen U hoort het opgenomen geluid niet. U ziet wellicht ook mozaïekpatronen van eerder afgespeelde beelden op het scherm. 1 Raak aan in de afspeelstand of afspeelpauzestand. 2 Raak [ VRTR AFSP] aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (BEW.&AFSP.) menu. 3 Selecteer een afspeelstand. A Resterende accuduur C Aanduiding voor bandtransport D Tijdcode (uur: minuut: seconde: frame) of bandteller (uur: minuut: seconde) E Toets voor persoonlijk menu (p. 57) F Videobedieningstoetsen Hebt u een "Memory Stick" geplaatst, dan wordt (stoppen) gewijzigd in ("Memory Stick" afspelen) als u het afspelen stopt. Afspelen in verschillende standen Snel vooruitspoelen of terugspoelen tijdens het afspelen – Beeldzoekfunctie Actie Aanraken De afspeelrichting (frame) tijdens het wijzigen* afspelen. Vertraagd afspelen** (vertraagd) tijdens het afspelen. De richting wijzigen 1 Raak (frame) aan. 2 (vertraagd). De band 2 keer zo (dubbele snelheid) snel afspelen tijdens het afspelen. (dubbele snelheid) De richting wijzigen 1 Raak (frame) aan. 2 (dubbele snelheid). Frame-voorframe afspelen Blijf (snel vooruitspoelen) of (terugspoelen) aanraken tijdens het afspelen. Raak de toets niet meer aan om door te gaan met normaal afspelen. Het beeld weergeven tijdens het snel vooruitspoelen of terugspoelen – Snelzoekfunctie Raak (snel vooruitspoelen) of (terugspoelen) aan terwijl u de band snel vooruitspoelt of terugspoelt. Raak de toets niet meer aan als u wilt doorgaan met snel vooruitspoelen of terugspoelen. Afspelen B Opnamestand (SP of LP) Als u wilt terugkeren naar de normale afspeelstand, raakt u (pauze) twee keer aan (één keer voor het afspelen van frames). (frame) in de afspeelpauzestand. Als u de richting wilt wijzigen, raakt u (frame) nogmaals aan tijdens het afspelen van frames. * Er kunnen horizontale lijnen verschijnen aan de boven- of onderzijde of in het midden van het scherm. Dit duidt niet op een storing. **Beelden die worden uitgevoerd via de DVinterface kunnen niet vloeiend worden afgespeeld in de vertraagde stand. 4 Raak en aan. ,wordt vervolgd Afspelen 47 Opnamen met toegevoegde effecten bekijken – Digitale effecten U kunt de effecten [STILSTAAND], [FLITS], [LUMINANTIE] en [NABEELD] toepassen als u opgenomen beelden bekijkt. Zie pagina 41 voor meer informatie over de effecten. 6 Raak aan. twee keer aan en raak wordt weergegeven. Digitale effecten annuleren Voer stap 2 tot en met 4 uit en selecteer [UIT] in stap 5. b Opmerking • U kunt geen effecten toevoegen aan beelden die via externe bronnen worden ingevoerd. U kunt ook geen beelden uitvoeren die zijn bewerkt met digitale effecten via de DV-interface. z Tip • U kunt beelden die met speciale effecten zijn bewerkt, niet opnemen op de band in de camcorder, maar u kunt deze kopiëren naar een "Memory Stick" (p. 91) of een andere band (p. 89). POWER schakelaar 48 1 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 2 Raak aan terwijl het beeld wordt weergegeven waaraan u het effect wilt toevoegen. 3 Raak [MENU] aan. 4 Selecteer (BEELD PROG.) en [DIG EFFECT] door / en aan te raken. 5 Selecteer een effect en pas het effect aan door (lager)/ (hoger) aan te raken. Afspelen Opnamen op een "Memory Stick" bekijken U kunt beelden één voor één op het scherm bekijken. Als u veel beelden hebt, kunt u een lijst weergeven om gemakkelijk in de beelden te zoeken. Controleer of u een "Memory Stick" met opnamen in de camcorder hebt geplaatst. Zie pagina 54 als u opgenomen beelden wilt afspelen op de TV. 3 Raak aan. Het laatstopgenomen beeld wordt op het scherm weergegeven. 4 Raak (vorige)/ (volgende) aan om een beeld te selecteren. Schermvoorbeeld (films): 320 2 / 10 101 MEMORY PLAY Afspelen 60min MOV00002 MPEG P-MENU Als u een film bekijkt, raakt u aan als de geselecteerde film op het scherm verschijnt. OPEN POWER schakelaar 1 Druk op OPEN en open het LCDscherm. 2 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand te selecteren. Het volume van films regelen 1 Raak aan. 2 Raak [VOLUME] aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (STANDRD INST) menu. 3 Pas het volume aan door (lager)/ (hoger) aan te raken en raak aan. Films stoppen of onderbreken Schuif de POWER schakelaar terwijl u het groene knopje ingedrukt houdt. Raak aan. Raak dit nogmaals aan om het afspelen te hervatten. Beelden verwijderen Zie "Opgenomen beelden verwijderen" (p. 102) voor meer informatie. ,wordt vervolgd Afspelen 49 Aanduidingen die worden weergegeven tijdens het afspelen van een "Memory Stick" z Tip • Wanneer u een beeld opneemt in een map, wordt deze map ingesteld als de standaardweergavemap. U kunt een weergavemap selecteren in het menu (p. 68). Afspelen in verschillende standen vanaf een "Memory Stick" Op het scherm in stap 4 in "Opnamen op een "Memory Stick" bekijken" (p. 49) zijn de volgende handelingen beschikbaar. A Resterende accuduur B Formaat van stilstaande afbeelding C Beeldnummer/Totaalaantal opgenomen beelden in de huidige weergavemap D Mapnaam E Speelduur (alleen voor films) F Aanduiding voor vorige/volgende map De volgende aanduidingen worden weergegeven als het eerste of laatste beeld in de huidige map wordt weergegeven en als er meerdere mappen op dezelfde "Memory Stick" staan. : raak aan om naar de vorige map te gaan. : raak aan om naar de volgende map te gaan. : raak / aan om naar de vorige of volgende map te gaan. G Toets voor het verwijderen van beelden H Afdrukmarkering (alleen voor stilstaande beelden) (p. 105) I Markering voor beeldbeveiliging (p. 104) Zoeken naar een scène in een film U kunt een film splitsen in maximaal 60 scènes zodat u het afspelen kunt starten bij een bepaalde scène. Het maximumaantal scènes waarin u de film kunt splitsen, is afhankelijk van de lengte van de film. 1 Raak (vorige)/ (volgende) aan om een scène te selecteren waar u het afspelen wilt starten. 2 Raak aan. Zes beelden, inclusief films, tegelijkertijd weergeven – Indexscherm Raak aan. Vorige 6 beelden N teken* J Bestandsnaam K Toets voor persoonlijk menu L Toets voor indexscherm M Toets voor band afspelen N Toets voor beeldselectie b Opmerking • Mappen die u op de computer hebt gemaakt, mappen waarvan de naam is gewijzigd en aangepaste beelden worden wellicht niet op het scherm weergegeven. 50 Afspelen Volgende 6 beelden Filmteken * Het beeld dat werd weergegeven voordat er is overgeschakeld naar het indexscherm. Als u wilt terugkeren naar de stand waarin één beeld wordt weergegeven, raakt u het beeld aan dat u wilt weergeven. Beelden in andere mappen bekijken op het indexscherm 1 Raak aan. 2 Raak aan. 3 Raak [WRGV MAP] aan. 4 Selecteer een map met / en raak Verschillende afspeelfuncties U kunt een klein onderwerp in een opname vergroten en op het scherm weergeven. U kunt ook de opnamedatum weergeven en de naam van de map waarin het beeld is opgenomen. aan. POWER schakelaar Afspelen DISPLAY/BATT INFO Beelden vergroten – Zoomen tijdens het afspelen van banden/Zoomen tijdens het afspelen van een "Memory Stick" U kunt films vergroten die op een band zijn opgenomen of stilstaande beelden die op een "Memory Stick" zijn opgeslagen. 1 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 2 Raak 3 Raak [MENU] aan. aan. ,wordt vervolgd Afspelen 51 4 Selecteer (BEELD PROG.) en [WEERG. ZOOM] door / en aan te raken. Venster voor het zoomen tijdens het afspelen van banden Toets voor "Memory Stick" afspelen Venster voor het zoomen tijdens het afspelen van een Memory Stick Toets voor band afspelen 5 Speel het stilstaande beeld of de film af en raak het scherm aan op het punt in het weergegeven frame dat u wilt vergroten. Het beeld wordt ongeveer twee keer vergroot en wordt gecentreerd op het punt dat u op het scherm hebt aangeraakt. Als u een ander punt aanraakt, wordt het beeld op dit punt gecentreerd. 6 Pas de zoomsterkte aan met de motorzoomknop. U kunt de zoomsterkte selecteren van ongeveer 1,1 tot 5 keer de normale grootte. Raak W aan om uit te zoomen en T om in te zoomen. De bewerking annuleren Raak [END] aan. b Opmerking • U kunt extern ingevoerde beelden niet vergroten. U kunt ook geen vergrote beelden uitvoeren via de DV-interface. 52 Afspelen z Tips • U kunt het vergrote beeld opslaan als stilstaande beeld op een "Memory Stick" door op PHOTO te drukken. Het beeld wordt opgenomen met een beeldformaat van 640 × 480. • Als u op DISPLAY/BATT INFO drukt tijdens de zoombewerking bij het afspelen, verdwijnt het kader. De schermaanduidingen weergeven U kunt de tijdcode, bandteller en andere gegevens op het scherm weergeven. Druk op DISPLAY/BATT INFO. De aanduidingen verschijnen/verdwijnen als u op de toets drukt. z Tip • U kunt de schermaanduidingen weergeven als u afspeelt op een TV. Selecteer achtereenvolgens het (STANDRD INST) menu, [DISPLAY] en [VUIT/LCD] (p. 83). De datum/tijd en gegevens over camera-instellingen weergeven – Gegevenscode Tijdens het afspelen kunt u de datum/tijd en gegevens over de camera-instellingen ([CAMERAGEGEV.]) weergeven. Deze worden automatisch opgenomen als u beelden opneemt op een band of "Memory Stick". 1 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 2 Raak aan tijdens het afspelen of in de afspeelpauzestand. 3 A SteadyShot uitgeschakeld* Raak [GEGEV. CODE] aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (STANDRD INST) menu. B Belichting* C Witbalans* D Gevoeligheid* E Sluitertijd F Diafragma * Verschijnt alleen tijdens het afspelen van banden b Opmerking • Gegevens over camera-instellingen verschijnen niet als films op een "Memory Stick" worden afgespeeld. 4 Afspelen Selecteer [CAMERAGEGEV.] of [DATUM/TIJD] en raak aan. z Tips • Er wordt een aanpassingswaarde voor de belichting (0EV) weergegeven als een "Memory Stick" wordt afgespeeld. • verschijnt vóór het beeld dat is opgenomen met de flitser. De datum/tijd/gegevens over camerainstellingen verbergen Voer stap 2 en 3 uit en selecteer [UIT] in stap 4. Gegevens over camera-instellingen weergeven Op het gegevensscherm voor datum/tijd worden de datum en tijd in hetzelfde gedeelte weergegeven. Als u het beeld opneemt zonder de klok in te stellen, verschijnen [-- -- ----] en [--:--:--]. Afspelen 53 Het beeld afspelen op een TV Sluit de camcorder aan op een TV met de bijgeleverde A/V-kabel, zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven. A/V-aansluiting Sluit de bijgeleverde netspanningsadapter aan op een stopcontact (p. 13). Raadpleeg de gebruiksaanwijzing bij de apparaten die u wilt aansluiten. Zie pagina 90 als u een andere band wilt kopiëren. Als de TV of videorecorder een S-videoaansluiting heeft*2 S-videostekker (zwart) Geel Wit Rood A/V-kabel (bijgeleverd)*1 Signaalverloop *1 De bijgeleverde A/V-kabel heeft een videostekker en een S-videostekker voor de videoaansluiting. *2 Met deze aansluiting worden beelden met een DVindeling met een hoge kwaliteit geproduceerd. Als het apparaat dat u wilt aansluiten, een Svideoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de Svideostekker en gebruikt u de gele videostekker niet. Het geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de S-videostekker aansluit. Als de TV is aangesloten op een videorecorder Sluit de camcorder aan op LINE IN op de videorecorder met de A/V-kabel. Zet de ingangskeuzeschakelaar van de videorecorder op LINE. Als de TV mono is (Als de TV slechts één audioingang heeft) Sluit de gele stekker van de A/V-kabel aan op de videoingang en sluit de witte of rode stekker 54 Afspelen Videorecorders of TV's aan op de audioingang van de TV of videorecorder. Als u het geluid in mono wilt afspelen, gebruikt u een geschikte kabel (optioneel). Als de TV/videorecorder een 21-polige aansluiting (EUROCONNECTOR) heeft Gebruik de 21-polige verloopstekker die bij de camcorder is geleverd (alleen voor de modellen met het teken aan de onderzijde). Deze verloopstekker is alleen geschikt voor uitvoer. TV/ videorecorder Een scène op een band zoeken voor afspelen 4 Druk op PLAY. Het afspelen wordt gestart vanaf het punt dat wordt aangegeven met "0:00:00" op de bandteller. De bewerking annuleren Snel de gewenste scène zoeken – Nulpuntgeheugenterugkeerfunctie m REW b Opmerkingen • Er kan een afwijking van enkele seconden zijn tussen de tijdcode en de bandteller. • De nulpuntgeheugen-terugkeerfunctie functioneert niet correct als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de band. Afspelen PLAY STOP Druk nogmaals op ZERO SET MEMORY op de afstandsbediening. Een scène zoeken met Cassette Memory – Titelzoekfunctie DISPLAY ZERO SET MEMORY 1 U kunt een scène zoeken waaraan u een titel hebt toegevoegd (p. 75). Druk tijdens het afspelen op ZERO SET MEMORY op de afstandsbediening bij het punt dat u later wilt terugvinden. SEARCH M. ./> De bandteller wordt weer op "0:00:00" gezet en verschijnt op het scherm. Als de bandteller niet wordt weergegeven, drukt u op DISPLAY op de afstandsbediening. 2 Druk op (stoppen) als u wilt stoppen met afspelen. 3 Druk op m REW. De band wordt automatisch gestopt als de bandteller "0:00:00" bereikt. STOP 1 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 2 Druk herhaaldelijk op SEARCH M. op de afstandsbediening om [TITEL ZOEKEN] te selecteren. 3 Druk op . (vorige)/ > (volgende) op de afstandsbediening om een titel te selecteren die u wilt afspelen. ,wordt vervolgd Afspelen 55 Het afspelen wordt automatisch gestart vanaf de geselecteerde titel. 2 Druk herhaaldelijk op SEARCH M. op de afstandsbediening om [DATUM ZOEKEN] te selecteren. 3 Druk op . (vorige) > (volgende) op de afstandsbediening om een opnamedatum te selecteren. Huidig punt op de band Punt waar het afspelen wordt gestart De bewerking annuleren Druk op STOP op de afstandsbediening. b Opmerkingen • U kunt de titelzoekfunctie niet gebruiken als [ ZOEKEN] is ingesteld op [UIT] in het (BEW.&AFSP.) menu (de optie is standaard ingesteld op [AAN]) (p. 75). • De titelzoekfunctie functioneert niet correct als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de band. Een scène zoeken op opnamedatum – Datumzoekfunctie Als u een band met Cassette Memory hebt, kunt u zelf de opnamedatum selecteren. Als u een band hebt zonder Cassette Memory, kunt u de vorige of volgende datum van het huidige punt op de band selecteren. Het afspelen wordt automatisch gestart vanaf het punt waar de datum wordt gewijzigd. Schermvoorbeeld (band met Cassette Memory): Huidig punt op de band Punt waar het afspelen wordt gestart De bewerking annuleren Als u een band met Cassette Memory gebruikt, kunt u een scène zoeken op opnamedatum ([ ZOEKEN] is standaard ingesteld op [AAN]). Als u een band zonder Cassette Memory gebruikt, kunt u het punt zoeken waar de opnamedatum wordt gewijzigd. SEARCH M. ./> STOP 1 56 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand te selecteren. Afspelen Druk op STOP op de afstandsbediening. b Opmerkingen • Als de opname op een dag korter is dan 2 minuten, kan de camcorder het punt waarop de opnamedatum wordt gewijzigd, niet altijd vinden. • De datumzoekfunctie functioneert niet correct als er een leeg gedeelte staat tussen de opnamen op de band. • U kunt datum-/tijdgegevens voor maximaal 6 dagen opnemen. Als u meer dan 7 dagen op een band hebt opgenomen, zoekt u naar de datum zonder het Cassette Memory. Als u het Cassette Memory wilt uitschakelen, selecteert u achtereenvolgens het (BEW.&AFSP.) menu, [ ZOEKEN] en [UIT] (p. 75). BUitgebreide functies 3 Raak [MENU] aan om het indexscherm van het menu weer te geven. 4 Selecteer het pictogram van het gewenste menu met / en raak aan. Het menu gebruiken Menu-items selecteren U kunt verschillende instellingen wijzigen of gedetailleerde aanpassingen maken met de menu-items die worden weergegeven op het scherm. Het menu gebruiken CAMERA INST. (p. 59) GEH. INST. (p. 65) BEELD PROG. (p. 69) BEW.&AFSP. (p. 74) STANDRD INST (p. 78) TIJD/TAAL (p. 84) POWER schakelaar 1 2 Schakel de stroom in (p. 16). 5 Raak aan. Het persoonlijke menu verschijnt. De items die vaak worden gebruikt, worden weergegeven als snelkoppelingen. Voorbeeld: het persoonlijke menu van PLAY/ EDIT Selecteer het gewenste item met / en raak aan. U kunt het item direct aanraken om dit te selecteren. U kunt alle items laten rollen en bekijken. De beschikbare menu-items verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 57 6 Selecteer de gewenste instelling. wordt gewijzigd in . Als u de instelling niet wijzigt, raakt u aan om terug te keren naar het vorige scherm. 7 Raak en aan om het menuscherm te verbergen. U kunt ook (terugkeren) aanraken om een scherm terug te gaan elke keer als u de toets aanraakt. De snelkoppelingen van het persoonlijke menu gebruiken De beschikbare items verschillen afhankelijk van de stroomstand van de camcorder. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. U kunt de snelkoppelingen aanpassen (p. 85). 1 Raak aan. 2 Raak het gewenste item aan. 3 Selecteer de gewenste instelling en raak aan. z Tips • Als de PLAY/EDIT stand is geselecteerd, raakt u aan op het scherm dat na stap 2 (p. 57) wordt weergegeven. Het scherm voor videohandelingen verschijnt. Raak aan om naar het vorige scherm terug te keren. • Het is handig als de items die u vaak gebruikt in het persoonlijke menu worden weergegeven als snelkoppeling. Zie pagina 85 voor meer informatie over het aanpassen van het persoonlijke menu. 58 Het menu gebruiken Het (CAMERA INST.) menu gebruiken – BELICHT.PROG/WITBALANS/16:9FORMAAT, enzovoort. U kunt de items die hieronder worden aangegeven, selecteren in het CAMERA INST. menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om de items te selecteren. De standaardinstellingen zijn aangeduid met G. De aanduidingen tussen haakjes worden weergegeven als de instelling is geselecteerd. De instellingen die u kunt aanpassen, verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. In het venster verschijnen alleen de items die u op dat moment kunt aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. BELICHT.PROG GAUTO Selecteer deze optie als u BELICHT.PROG niet gebruikt. SPOTLIGHT* (spotlight) ( ) Selecteer deze optie om te voorkomen dat gezichten er zeer bleek uitzien onder felle lampen, zoals in het theater of op een bruiloft. Het menu gebruiken U kunt met de volgende instellingen eenvoudig beelden opnemen in situaties waarbij verschillende technieken moeten worden gebruikt. PORTRET Selecteer deze optie om het onderwerp, zoals (portretprogramma) personen of bloemen, naar voren te halen en een ( ) zachte, diffuse achtergrond te maken. SPORT* Selecteer deze optie om het schudden te (sportprogramma) beperken bij snelbewegende onderwerpen, zoals ( ) de bal bij tennis of golf. STRAND&SKI* (strand en ski) ( ) Selecteer deze optie om te voorkomen dat gezichten er te donker uitzien onder fel of gereflecteerd licht, zoals op het strand in de zomer of bij de wintersport in de sneeuw. ZONSON MAAN Selecteer deze optie om de sfeer van situaties, ** (programma voor zoals zonsopgang, buitenopnamen 's nachts, zonsondergang en vuurwerk en neonverlichting, vast te leggen. maanlicht) ( ) ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 59 LANDSCHAP** Selecteer deze optie als u verafgelegen (landschap) ( ) onderwerpen, zoals bergen, opneemt. Met deze instelling voorkomt u dat de camera scherpstelt op glas of metalen gaas in ramen dat tussen de camcorder en het onderwerp staat. * De camcorder stelt alleen scherp op onderwerpen op middelgrote tot grote afstand. **De camcorder stelt alleen scherp op verafgelegen onderwerpen. SPOTMETER Zie pagina 33 voor meer informatie. BELICHTING Zie pagina 34 voor meer informatie. WITBALANS U kunt de kleurbalans aanpassen aan de helderheid van de opnameomgeving. G AUTO Selecteer deze optie als u wilt opnemen waarbij de witbalans automatisch wordt aangepast. VASTHOUDEN ( ) Selecteer deze optie als u een onderwerp of achtergrond met één kleur opneemt. BUITEN ( • Selecteer deze optie als u opnamen van een zonsopgang/ondergang, neonverlichting of vuurwerk wilt maken of andere buitenopnamen 's nachts. • Selecteer deze optie bij fluorescerende lampen overdag. BINNEN (n) ) • Selecteer deze optie bij opnamen op een feestje of in studio's waar de lichtomstandigheden snel veranderen. • Selecteer deze optie bij videolampen zoals in een studio, bij natriumlampen, kwiklampen of zachte, witte verlichting. b Opmerking • De instelling keert terug naar [AUTO] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten loskoppelt van de camcorder. z Tips • Als u de kleurbalans beter wilt aanpassen als [WITBALANS] is ingesteld op [AUTO], richt u in de volgende gevallen de camcorder ongeveer 10 seconden op een wit voorwerp in de buurt nadat u de POWER schakelaar hebt ingesteld op CAMERA-TAPE: – U hebt de accu verwijderd om deze te vervangen. – U brengt de camcorder van binnen naar buiten terwijl u de vaste belichting gebruikt of u brengt de camcorder van buiten naar binnen. • Stel in de volgende gevallen [WITBALANS] in op [AUTO] en stel deze na enkele seconden weer in op [VASTHOUDEN]: – U hebt de [BELICHT.PROG] instellingen gewijzigd als [WITBALANS] is ingesteld op [VASTHOUDEN]. – U hebt de camcorder van binnen naar buiten gebracht, of andersom. • Stel [WITBALANS] in op [AUTO] of [VASTHOUDEN] onder witte of fluorescerende lampen. 60 Het menu gebruiken SCHERPTE U kunt de scherpte van de beeldomtrek aanpassen met / . wordt weergegeven als de scherpte niet meer op de standaardinstelling is ingesteld. Zachter maken Scherper maken AUTO SLUITER GAAN Selecteer deze optie om de elektronische sluiter automatisch in te schakelen voor het aanpassen van de sluitertijd als u opneemt in een heldere omgeving. UIT Selecteer deze optie als u opneemt zonder de elektronische sluiter. SPOTFOCUS Het menu gebruiken Zie pagina 36 voor meer informatie. EXPANDED F Als u beelden opneemt op een "Memory Stick" terwijl u handmatig scherpstelt, kunt u controleren of er juist is scherpgesteld door het midden van het beeld twee keer te vergroten (p. 37). GUIT Selecteer deze optie om het vergroot scherpstellen uit te schakelen. AAN Selecteer deze optie om het vergroot scherpstellen in te schakelen. FLITS INST. Deze instellingen werken niet met externe flitsers die de volgende instellingen niet ondersteunen. FLITSNIVEAU U kunt de juiste flitsinstelling selecteren voor het opnemen met een externe flitser (optioneel). HOOG ( ) GNORMAAL ( LAAG ( ) Selecteer deze optie om het flitsniveau hoger te maken dan de standaardinstelling. ) Standaardinstelling. Selecteer deze optie om het flitsniveau lager te maken dan de standaardinstelling. b Opmerking • De instelling keert terug naar [NORMAAL] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten loskoppelt van de camcorder. ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 61 RODE-OGENR. GUIT AAN ( Selecteer deze optie om de rode-ogenreductie uit te schakelen. ) Selecteer deze optie om te flitsen vóór het opnemen om rode ogen te voorkomen (p. 30). SUPER NS Zie pagina 35 voor meer informatie. NS LAMP Als u de NightShot functie gebruikt om op te nemen, kunt u heldere beelden opnemen met de NightShot Light om infraroodstralen (onzichtbaar) uit te zenden. De maximale reikwijdte van de NightShot Light is ongeveer 3 meter. GAAN Selecteer deze optie om de NightShot Light te gebruiken. UIT Selecteer deze optie om de NightShot Light uit te schakelen. b Opmerking • Als u een voorzetlens (optioneel) bevestigt, kan deze de infraroodstralen belemmeren. HOLOGRAM AF Als u een stilstaand beeld opneemt op een donkere plaats, kunt u extra licht gebruiken om scherp te stellen op het onderwerp. Terwijl wordt weergegeven op het scherm, drukt u op PHOTO. Het extra licht wordt uitgevoerd tijdens het aanpassen van de scherpstelling (p. 38). GAUTO Selecteer deze optie om HOLOGRAM AF te gebruiken als u moeilijk kunt scherpstellen op onderwerpen in een donkere omgeving. UIT Selecteer deze optie om het extra licht uit te schakelen. COLOR SLOW S Zie pagina 35 voor meer informatie. Z.ONTSPANNER Zie pagina 26, 31 voor meer informatie. 62 Het menu gebruiken DIGITAL ZOOM U kunt het maximale zoomniveau selecteren als u meer dan 10 keer wilt zoomen tijdens het opnemen op een band. De beeldkwaliteit vermindert als u de digitale zoomfunctie gebruikt. Deze functie is handig als u vergrote beelden van een verafgelegen onderwerp, zoals een vogel, maakt. Aan de rechterkant van de balk wordt het digitale zoombereik weergegeven. Het zoombereik wordt weergegeven als u het zoomniveau hebt geselecteerd. Selecteer deze optie om de digitale zoomfunctie uit te schakelen. U kunt optisch maximaal 10 keer zoomen. 20 × Selecteer deze optie om de digitale zoomfunctie in te schakelen. U kunt digitaal 10 keer tot 20 keer zoomen. 120 × Selecteer deze optie om de digitale zoomfunctie in te schakelen. U kunt digitaal 10 keer tot 120 keer zoomen. Het menu gebruiken GUIT 16:9-FORMAAT U kunt opnamen op de band maken met een extra brede 16:9-indeling voor weergave op een breedbeeld-TV ([16:9-FORMAAT] stand). Met de instelling [AAN] kunt u met grotere hoeken opnemen als de motorzoomknop naar de "W" kant wordt gedraaid dan wanneer u opneemt in de stand [UIT]. Raadpleeg de handleidingen die bij de TV worden geleverd. Bij weergave op het LCD-scherm/in de beeldzoeker Bij weergave op een breedbeeld-TV (16:9)* Bij weergave op een standaard-TV** * Het beeld wordt volledig op het scherm weergegeven als de breedbeeld-TV overschakelt naar de stand voor volledig scherm. **Afgespeeld in 4:3 stand. Als u een beeld weergeeft in de breedbeeldstand, verschijnt het beeld zoals dit wordt weergegeven op het LCD-scherm of in de beeldzoeker. ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 63 GUIT Standaardinstelling (om beelden op te nemen voor weergave op een 4:3-TV). Het opgenomen beeld is niet extra breed. AAN ( ) Selecteer deze optie om een beeld weer te geven op een breedbeeldTV (16:9). STEADYSHOT U kunt deze functie selecteren om cameratrillingen te compenseren. GAAN UIT ( Standaardinstelling (de SteadyShot functie inschakelen). ) Selecteer deze optie om de SteadyShot functie uit te schakelen. Selecteer deze optie om een stilstaand beeld op te nemen met de camcorder op een statief of met een voorzetlens (optioneel). U maakt natuurlijke opnamen. PROG.OPNEMEN Zie pagina 27 voor meer informatie. 64 Het menu gebruiken Het (GEH. INST.) menu gebruiken – BURST/KWALITEIT/BEELDFORM./ ALLES VERW/NIEUWE MAP, enzovoort weergegeven als de instelling is geselecteerd. De instellingen die u kunt aanpassen, verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. In het venster verschijnen alleen de items die u op dat moment kunt aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. U kunt de items die hieronder worden aangegeven, selecteren in het GEH. INST. menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om de items te selecteren. De standaardinstellingen zijn aangeduid met G. De aanduidingen tussen haakjes worden STILST INST. Het menu gebruiken BURST U kunt verschillende stilstaande beelden één voor één opnemen. Het aantal beelden dat u kunt opnemen, verschilt afhankelijk van het beschikbare beeldformaat en de beschikbare ruimte op de "Memory Stick" die u gebruikt. 1 Selecteer [NORMAAL], [SNELOPNAME] of [BEL KOPPLN] en raak aan. GUIT NORMAAL ( Selecteer deze optie als u niet doorlopend opneemt. ) Selecteer deze optie om doorlopend 3 beelden (beeldformaat 2016 × 1512) tot 21 beelden (beeldformaat 640 × 480) beelden op te nemen met intervallen van ongeveer 0,5 seconde. SNELOPNAME ( ) Selecteer deze optie om doorlopend maximaal 32 beelden (beeldformaat 640 × 480) op te nemen met intervallen van ongeveer 0,08 seconde. BEL KOPPLN ( ) Selecteer deze optie om achtereenvolgens 3 beelden op te nemen met verschillende belichtingen met een interval van ongeveer 0,5 seconde. U kunt de 3 beelden vergelijken en een beeld selecteren dat met de beste belichting is opgenomen. 2 Raak aan. 3 Druk PHOTO volledig in. Bij de instelling [NORMAAL] of [SNELOPNAME] wordt het maximumaantal beelden opgenomen zolang u PHOTO volledig ingedrukt houdt. b Opmerkingen • De flitser werkt niet als u doorlopend beelden opneemt. • Het maximumaantal beelden wordt opgenomen in de stand voor de zelfontspanner of wanneer u de afstandsbediening gebruikt. • De beelden kunnen flikkeren of verkleuren als u [SNELOPNAME] selecteert. • [BEL KOPPLN] werkt niet als er minder ruimte dan voor 3 beelden op de "Memory Stick" beschikbaar is. ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 65 • Als u het verschil niet goed kunt zien tussen de beelden die zijn opgenomen in de [BEL KOPPLN] stand op het LCD-scherm, sluit u de camcorder aan op de TV of een computer. KWALITEIT GFIJN ( ) Selecteer deze optie om stilstaande beelden met fijne beeldkwaliteit op te nemen (gecomprimeerd tot ongeveer 1/4). STANDAARD ( ) Selecteer deze optie om stilstaande beelden met standaard beeldkwaliteit op te nemen (gecomprimeerd tot ongeveer 1/10). G2016 × 1512 ( ) Selecteer deze optie om stilstaande beelden op te nemen voor weergave op een groot scherm. U kunt deze instelling alleen selecteren in de CAMERA-MEMORY stand. BEELDFORM. 640 × 480 ( ) Selecteer deze optie om meerdere stilstaande beelden op te nemen of voor weergave op een klein scherm. FILM INSTEL. BEELDFORM. G320 × 240 ( ) 160 × 112 ( Selecteer deze optie om films op te nemen voor weergave op een groot scherm of om helderdere beelden op te nemen. ) Selecteer deze optie om langere tijd op te nemen. RESTANT GAUTO Selecteer deze optie om de resterende capaciteit van de "Memory Stick" weer te geven in de volgende gevallen: • Nadat u een "Memory Stick" hebt geplaatst met de POWER schakelaar in de CAMERA-MEMORY stand (gedurende ongeveer 5 seconden). • Als de capaciteit van de "Memory Stick" minder dan 2 minuten bedraagt nadat u CAMERA-MEMORY stand hebt geselecteerd. • Bij het begin- of eindpunt van de film (voor ongeveer 5 seconden). AAN Selecteer deze optie om de resterende capaciteit van de "Memory Stick" altijd weer te geven. ALLES VERW U kunt alle beelden op een "Memory Stick" verwijderen die niet tegen schrijven zijn beveiligd. Zie pagina 102 als u de beelden één voor één wilt verwijderen. 1 Selecteer [ALLE BSTNDN] of [HUIDGE MAP]. ALLE BSTNDN 66 Het menu gebruiken Selecteer deze optie om alle beelden op de "Memory Stick" te verwijderen. HUIDGE MAP Selecteer deze optie om alle beelden in de geselecteerde weergavemap te verwijderen. 2 Raak [JA] twee keer aan. Selecteer [NEE] om het verwijderen van alle beelden te annuleren. 3 Raak aan. b Opmerkingen • De map wordt niet verwijderd, zelfs niet als u alle beelden uit de map verwijdert. • Verplaats de POWER schakelaar niet of druk niet op de toetsen als de aanduiding [ Alle gegevens wissen...] wordt weergegeven op het scherm. FORMAT De bijgeleverde of nieuw gekochte "Memory Stick" is geformatteerd in de fabriek en hoeft niet te worden geformatteerd. Zie pagina 120 voor meer informatie over de "Memory Stick". 1 Raak [JA] twee keer aan. Selecteer [NEE] om het formatteren te annuleren. Het menu gebruiken 2 Raak aan. b Opmerkingen • Zolang [ Formatteren...] wordt weergegeven, mag u de volgende handelingen niet uitvoeren: – De POWER schakelaar verplaatsen om andere bedieningsstanden te selecteren. – De toetsen bedienen. – De "Memory Stick" verwijderen. • Bij het formatteren wordt alles op de "Memory Stick" gewist, inclusief beveiligde beeldgegevens en nieuwe mappen. NUMMER BEST. GSERIE Selecteer deze optie om bestandsnummers op volgorde toe te wijzen, zelfs als de "Memory Stick" wordt vervangen door een andere. Het bestandsnummer wordt echter opnieuw ingesteld als u een nieuwe map maakt of de opnamemap vervangt door een andere. HERSTEL. Selecteer deze optie om het bestandsnummer opnieuw in te stellen op 0001 als de "Memory Stick" wordt vervangen. NIEUWE MAP U kunt een nieuwe map (102MSDCF tot en met 999MSDCF) maken op een "Memory Stick". Als een map vol is (er kunnen maximaal 9999 beelden worden opgeslagen), wordt automatisch een nieuwe map gemaakt. 1 Raak [JA] aan. Aan een nieuwe map wordt een nummer toegewezen dat één hoger ligt dan het laatste mapnummer. Selecteer [NEE] om het maken te annuleren. ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 67 2 Raak aan. b Opmerkingen • U kunt de gemaakte mappen niet verwijderen met de camcorder. U moet de "Memory Stick" (p. 67) formatteren of de mappen verwijderen op de computer. • Het aantal beelden dat u kunt opnemen op een "Memory Stick", neemt af als het aantal mappen op de "Memory Stick" toeneemt. OPNAMEMAP De beelden worden standaard opgeslagen in de map 101MSDCF. U kunt een map selecteren om uw beelden in op te slaan. Maak nieuwe mappen via het [NIEUWE MAP] menu en selecteer de opnamemap met / en raak aan. Als u veel beelden hebt, kunt u het gewenste beeld gemakkelijk vinden als u beelden in mappen sorteert. WEERGAVEMAP Selecteer de weergavemap met 68 Het menu gebruiken / en raak aan. Het (BEELD PROG.) menu gebruiken – B EFFECT/ SLIDE SHOW/BEELDOPNAME/VL. INT.OPN., enzovoort weergegeven als de instelling is geselecteerd. De instellingen die u kunt aanpassen, verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. In het venster verschijnen alleen de items die u op dat moment kunt aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. U kunt de items die hieronder worden aangegeven, selecteren in het BEELD PROG. menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om items te selecteren. De standaardinstellingen zijn aangeduid met G. De aanduidingen tussen haakjes worden FADER Zie pagina 39 voor meer informatie. Het menu gebruiken OVRLAP Zie pagina 40 voor meer informatie. DIG EFFECT Zie pagina 41 en 48 voor meer informatie. B EFFECT U kunt speciale effecten (zoals films) toevoegen aan een beeld voor- of nadat u het beeld opneemt op een band. wordt weergegeven als het effect is geselecteerd. GUIT Selecteer deze optie als u de instelling voor beeldeffecten niet gebruikt. KLEURNEG. Selecteer deze optie om het beeld op te nemen of af te spelen met negatieve kleuren en helderheid. SEPIA Selecteer deze optie om het beeld af te spelen of op te nemen in sepia. ZWART-WIT Selecteer deze optie om het beeld op te nemen of af te spelen in zwart, wit en grijstinten. ZONLICHT Selecteer deze optie om het beeld als een illustratie met scherpe contrasten op te nemen of weer te geven. ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 69 PASTEL Selecteer deze optie om het beeld op te nemen als een lichte tekening in pastelkleuren. (Dit effect is niet beschikbaar tijdens het afspelen.) MOZAIEK Selecteer deze optie om het beeld als een mozaïekpatroon op te nemen. (Dit effect is niet beschikbaar tijdens het afspelen.) b Opmerking • U kunt geen effecten toevoegen aan beelden die via externe bronnen worden ingevoerd. U kunt beelden die zijn bewerkt met beeldeffecten ook niet uitvoeren via de DV-interface. z Tip • U kunt beelden die zijn bewerkt met beeldeffecten, kopiëren naar een "Memory Stick" (p. 91) of een andere band (p. 89). DUBBEL BEELD Zie pagina 42 voor meer informatie. WEERG.ZOOM Zie pagina 51 voor meer informatie. SLIDE SHOW U kunt de beelden die zijn opgeslagen op een "Memory Stick" (of in een geselecteerde weergavemap), op volgorde weergeven (diavoorstelling). 1 Raak aan. 2 Raak [WRGV MAP] aan. 3 Selecteer [ALLE BSTNDN] of [HUIDGE MAP] en raak aan. ALLE BSTNDN ( ) Selecteer deze optie om alle beelden op de "Memory Stick" in een diavoorstelling weer te geven. HUIDGE MAP ( ) Selecteer deze optie om alle beelden in de huidige weergavemap in een diavoorstelling weer te geven. (p. 68) 4 Raak [HERHALEN] aan. 5 Raak [AAN] of [UIT] en GAAN ( UIT ) aan. Selecteer deze optie om de diavoorstelling te herhalen. Selecteer deze optie om de diavoorstelling één keer uit te voeren. 6 Raak [END] aan. 7 Raak [START] aan. De camcorder geeft de beelden weer in de volgorde waarin deze op de "Memory Stick" zijn opgenomen. 70 Het menu gebruiken Raak [END] aan om de diavoorstelling te annuleren. Raak [PAUZE] aan om de voorstelling te onderbreken. z Tips • U kunt het eerste beeld voor de diavoorstelling selecteren door / aan te raken voordat u [START] aanraakt. • Als films worden afgespeeld in de diavoorstelling, kunt u het volume aanpassen door (lager)/ (hoger) aan te raken. FRMT WIJZIG. Zie pagina 103 voor meer informatie. BEELDOPNAME U kunt beelden met stop-motion opnemen door beurtelings het frame op te nemen en daarna het onderwerp enigszins te verplaatsen. Bedien de camcorder met de afstandsbediening om cameratrillingen te voorkomen. Selecteer deze optie om op te nemen in de standaardopnamestand. Selecteer deze optie om beelden op te nemen met de FRAME REC functie. ) 1 Selecteer [AAN] en raak 2 Raak aan. 3 Druk op START/STOP. Het menu gebruiken GUIT AAN ( aan. Een beeld (ongeveer 5 frames) wordt opgenomen en de camcorder schakelt over naar de wachtstand. 4 Verplaats het onderwerp en herhaal stap 3. b Opmerkingen • Als u de frameopnamefunctie lange tijd gebruikt, wordt de resterende bandlengte niet juist aangegeven. • De laatste scène is langer dan andere scènes. VL. INT.OPN. Deze functie is handig om de beweging van wolken of veranderingen in het daglicht waar te nemen. Er wordt 1 frame gemaakt van het beeld op een geselecteerd interval en dit wordt opgeslagen in het geheugen totdat er verschillende frames zijn opgeslagen. Vervolgens worden deze frames tegelijkertijd op de band opgenomen. Deze beelden worden vloeiend weergegeven bij het afspelen. Sluit de camcorder tijdens het gebruik aan op het stopcontact met de bijgeleverde netspanningsadapter. [a] [a] [b] [a] [b] a: Opnametijd b: Interval ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 71 1 Raak aan. 2 Selecteer het gewenste interval door / en U kunt voor het interval 1 tot 120 seconden selecteren. aan te raken. 3 Raak [OPN. START] aan. Het opnemen wordt gestart en z wordt rood. Wanneer de camcorder verschillende frames heeft opgenomen, worden de frames op de band opgenomen nadat END SEARCH is uitgevoerd, afhankelijk van de intervallengte. Tijdens de functie END SEARCH kunnen beelden één keer verdwijnen of kunnen beelden die eerder zijn opgenomen, verschijnen. Als u de functie voor opnemen met vloeiende intervallen wilt annuleren, raakt u [OPN. STOP] aan. Wilt u doorgaan, dan raakt u [OPN. START] aan. Als u de functie voor opnemen met vloeiende intervallen wilt annuleren, raakt u [OPN. STOP] en [END] aan. Schakel de stroom niet uit en koppel de stroombron niet los als een bericht wordt weergegeven op het scherm. b Opmerkingen • De camcorder neemt verschillende frames op voor de eerste en laatste opnamen voor opnemen met vloeiende intervallen. • In de volgende gevallen kunt u de opname met vloeiende intervallen niet gebruiken: – MEMORY MIX functie – Overlappen vanaf de "Memory Stick" • De functie voor opname met vloeiende intervallen wordt onderbroken als er ongeveer 12 uur is verstreken nadat de opname is gestart. • Geluiden worden niet opgenomen. • De laatste frames worden wellicht niet opgenomen als de accu leeg is of de band vol is. • Er kunnen afwijkingen in het interval optreden. z Tips • Als u handmatig scherpstelt, kunt u wellicht heldere beelden opnemen, zelfs als het licht verandert (p. 37). • U kunt tijdens het opnemen de pieptonen uitschakelen (p. 82). 72 Het menu gebruiken INT.OPN.-ST Deze functie is handig om de beweging van wolken of veranderingen in het daglicht waar te nemen. De camcorder legt op een geselecteerd interval een stilstaand beeld vast en neemt dit op een "Memory Stick" op. [a] [a] [a] [b] [b] a: Opnametijd b: Interval 1 Raak aan. 2 Selecteer een gewenste intervaltijd (1 minuut, 5 minuten, 10 minuten) en raak aan. 3 Raak [AAN] en GUIT 4 Raak Intervalopname uitschakelen. ) Het menu gebruiken AAN ( aan. Stilstaande beelden opnemen op een "Memory Stick" op het geselecteerde interval. aan. knippert. 5 Druk PHOTO volledig in. houdt op met knipperen en de intervalfoto-opname wordt gestart. Wilt u de intervalfoto-opname annuleren, dan selecteert u [UIT] in stap 3. DEMOFUNCTIE Verwijdert u een band of een "Memory Stick" uit de camcorder en selecteert u de CAMERA-TAPE stand, dan kunt u de demonstratie over ongeveer 10 minuten bekijken. GAAN Selecteer deze optie voor een overzicht van de beschikbare functies wanneer u bijvoorbeeld deze camcorder voor het eerst gebruikt. UIT Selecteer deze functie als u de DEMOFUNCTIE niet wilt gebruiken. b Opmerking • U kunt de demonstratie alleen bekijken als de NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING schakelaar is ingesteld op z (groen). z Tips • In de onderstaande gevallen wordt de demonstratie onderbroken. – Als u het venster aanraakt tijdens de demonstratie. (De demonstratie wordt na ongeveer 10 minuten hervat.) – Als een band of "Memory Stick" wordt geplaatst. – Als een andere stand dan CAMERA-TAPE wordt geselecteerd. • Als [AUTOM. UIT] is ingesteld op [5min] als de camcorder met de accu wordt gebruikt, wordt het camcorder na ongeveer 5 minuten automatisch uitgeschakeld (p. 83). Het menu gebruiken 73 Het (BEW.&AFSP.) menu gebruiken – TITEL/ BAND TITEL/ De standaardinstellingen zijn aangeduid met G. De instellingen die u kunt aanpassen, verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. In het venster verschijnen alleen de items die u op dat moment kunt aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. ZOEKEN, enzovoort U kunt de items die hieronder worden aangegeven, selecteren in het BEW.&AFSP. menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om de items te selecteren. VERTR AFSP Zie pagina 47 voor meer informatie. REC CTRL Opnemen op een band. Zie pagina 89 en 92 voor meer informatie. AUD DUB REG. Zie pagina 101 voor meer informatie. PROG. BEW. ANDER APP. Selecteer deze optie om programma's te maken en de geselecteerde scènes te kopiëren naar een band in een videorecorder (p. 93). MEMORY STICK Selecteer deze optie om programma's te maken en de geselecteerde scènes te kopiëren naar een "Memory Stick" (p. 97). OPN REG. Opnemen op een "Memory Stick". Zie pagina 90 en 91 voor meer informatie. DVD BRANDEN Als de camcorder is aangesloten op een computer uit de VAIO serie van Sony, kunt u met deze opdracht het beeld op de band eenvoudig branden op een DVD. Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de computertoepassingen" voor meer informatie. 74 Het menu gebruiken EINDE ZOEKEN UITVOER. Selecteer deze optie om de END SEARCH functie in te schakelen. Het laatstopgenomen beeld wordt ongeveer 5 seconden weergegeven en stopt vervolgens automatisch. ANNUL. Selecteer deze optie om de END SEARCH functie uit te schakelen. GAAN Selecteer deze optie als u een scène, titel, enzovoort wilt selecteren met het Cassette Memory (p. 55, 56). UIT Selecteer deze optie om te zoeken zonder Cassette Memory. ZOEKEN TITEL Het menu gebruiken Titels die u hebt vastgelegd met deze camcorder, kunnen alleen worden weergegeven op een -videoapparaat dat beschikt over een functie voor indextitels. Als u een titel vastlegt, kunt u de titel zoeken met de titelzoekfunctie. U kunt ongeveer 20 titels (ongeveer 5 letters per titel) vastleggen op een band met Cassette Memory. U kunt echter maximaal 11 titels opnemen als er ook andere gegevens zijn opgenomen (6x datum- en tijdgegevens en 1 bandtitel). 1 Kies de gewenste titel uit de weergegeven titels (2 originele titels die u eerder hebt gemaakt en de vooraf ingestelde titels die zijn opgeslagen in de camcorder). U kunt originele titels maken (maximaal 2 typen titels van elk 20 tekens) met de volgende procedure. 1 Selecteer [AANG.1 " "] of [AANG.2 " "] en raak aan. 2 Selecteer het gewenste teken. Druk herhaaldelijk op de toets tot u het gewenste teken hebt geselecteerd. Tekens wissen: raak Spatie invoegen: raak aan. aan. 3 Raak aan om s te verplaatsen om het volgende teken te selecteren en voer het teken op dezelfde manier in. 4 Wanneer u de tekens hebt ingevoerd, raakt u aan. 2 Raak aan. 3 Raak, indien nodig, (kleur), / (positie), [FRMT] aan om het gewenste formaat, de gewenste kleur en positie te selecteren. ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 75 Kleur wit t geel t violet t rood t cyaan t groen t blauw Positie U hebt 8 of 9 keuzen. Formaat klein y groot (U kunt alleen het kleine formaat selecteren als u meer dan 13 tekens invoert.) 4 Raak aan. 5 Raak [OPSL] aan. In de weergavestand, weergavepauzestand of opnamestand [TITEL OPSL.] verschijnt ongeveer 5 seconden op het scherm waarna de titel is vastgelegd. In de opnamewachtstand [TITEL] wordt weergegeven. Als u op START/STOP drukt om te beginnen met opnemen, wordt [TITEL OPSL.] ongeveer 5 seconden weergegeven op het scherm waarna de titel wordt vastgelegd. b Opmerkingen • Het punt waar u de titel hebt vastgelegd, kan worden waargenomen als indexsignaal wanneer u op andere videoapparatuur in een opname zoekt. • Als u de camcorder gebruikt met de accu en de camcorder langer dan 5 minuten niet gebruikt, wordt de stroom standaard uitgeschakeld. Als u meer dan 5 minuten nodig hebt om de tekens in te voeren, stelt u [AUTOM. UIT] in het (STANDRD INST) menu in op [NOOIT] (p. 83). De stroom wordt niet uitgeschakeld. De ingevoerde tekens blijven opgeslagen in het geheugen, zelfs als de stroom wordt uitgeschakeld. Schakel de stroom in en begin opnieuw bij stap 1 om verder te gaan met het vastleggen van de titel. z Tip • Als u een gemaakte titel wilt wijzigen, selecteert u de titel in stap 1 en raakt u Selecteer de tekens opnieuw. aan. TIT.WISSEN 1 Selecteer de titel die u wilt verwijderen met / en raak aan. 2 Controleer of u de geselecteerde titel wilt wissen en raak [JA] aan. Raak [NEE] aan om de bewerking te annuleren. 3 Raak aan. TIT.WRGVN U kunt de titel weergeven als u het beeld afspeelt. 76 GAAN Selecteer deze optie om de titel weer te geven wanneer er een scène met een titel verschijnt. UIT Selecteer deze optie als u de titel niet wilt weergeven. Het menu gebruiken BAND TITEL U kunt een band met Cassette Memory benoemen (maximaal 10 tekens). De bandtitel wordt ongeveer 5 seconden weergegeven wanneer u de CAMERATAPE stand selecteert en een band plaatst of wanneer u de PLAY/EDIT stand selecteert. Er worden maximaal 4 titels tegelijkertijd weergegeven als de band titels bevat. 1 Selecteer het gewenste teken. Druk herhaaldelijk op de toets tot u het gewenste teken hebt geselecteerd. Tekens wissen: raak Spatie invoegen: raak aan. aan. Het menu gebruiken 2 Raak aan om s te verplaatsen om het volgende teken te selecteren en voer het teken op dezelfde manier in. 3 Wanneer u de tekens hebt ingevoerd, raakt u 4 Raak aan. aan. z Tips • Als u de gemaakte titel wilt wissen, raakt u herhaaldelijk aan om de tekens te wissen en raakt u aan. • Als u de gemaakte titel wilt wijzigen, plaatst u de band in de camcorder en voert u de procedure vanaf stap 1 uit. ALL. VERW. U kunt alle gegevens, zoals datum, titel en bandtitel, die in het Cassette Memory zijn opgeslagen, tegelijkertijd wissen. 1 Raak [JA] twee keer aan. Selecteer [NEE] om het verwijderen van alle gegevens te annuleren. 2 Raak aan. Het menu gebruiken 77 weergegeven als de instelling is geselecteerd. Het (STANDRD INST) menu gebruiken – OPNM STAND/MEERK GELUID/ AUDIO MIX/USB-CAMERA, enzovoort De instellingen die u kunt aanpassen, verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. In het venster verschijnen alleen de items die u op dat moment kunt aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. U kunt de items die hieronder worden aangegeven, selecteren in het STANDRD INST menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om deze items te selecteren. De standaardinstellingen zijn aangeduid met G. De aanduidingen tussen haakjes worden OPNM STAND GSP ( SP ) Selecteer deze optie om op te nemen op een band in de SP stand. LP ( LP ) Selecteer deze optie om de opnametijd 1,5 keer te vergroten ten opzichte van de SP stand (langspeel). U kunt het beste Sony Excellence/Master mini-DV-banden gebruiken, zodat de mogelijkheden van de camcorder volledig worden benut. b Opmerkingen • U kunt geluid niet toevoegen aan de band die is opgenomen in de LP stand. • Als u opneemt in de LP stand, kan er een mozaïekachtige storing optreden of kan het geluid worden onderbroken als u de band op andere camcorders of videorecorders afspeelt. • Als u met de SP stand en de LP stand op één band opneemt, kan er bij weergave vervorming van het beeld optreden of kan de tijdcode tussen de scènes niet juist worden aangebracht. AUDIOFUNC. G12 BIT 16 BIT ( Selecteer deze optie om op te nemen in de 12-bits stand (met 2 stereogeluidskanalen). ) Selecteer deze optie om op te nemen in de 16-bits stand (voor 1 stereogeluid met hoge kwaliteit). VOLUME Zie pagina 46, 49 voor meer informatie. MEERK GELUID U kunt selecteren hoe het geluid op een band wordt afgespeeld in de stereostand. GSTEREO 78 Het menu gebruiken Selecteer deze optie om een stereoband of band met dubbel geluidsspoor met eerste en tweede geluidsspoor af te spelen. 1 Selecteer deze optie om het linkerkanaal van een stereoband af te spelen of het eerste geluidsspoor van een band met dubbel geluidsspoor. 2 Selecteer deze optie om het rechterkanaal van een stereoband af te spelen of het eerste geluidsspoor van een band met dubbel geluidsspoor. b Opmerkingen • U kunt een band met dubbel geluidsspoor afspelen op deze camcorder. U kunt met deze camcorder echter niet opnemen op een band met dubbel geluidsspoor. • De instelling keert terug naar [STEREO] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten loskoppelt van de camcorder. AUDIO MIX U kunt de geluidsbalans aanpassen tussen het oorspronkelijke opgenomen geluid (ST1) en het geluid dat later is toegevoegd op de band (ST2) (p. 102). Het menu gebruiken b Opmerkingen • U kunt het geluid dat is opgenomen in de 16-bits geluidsstand, niet aanpassen. • U hoort alleen het oorspronkelijke opgenomen geluid wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten loskoppelt van de camcorder. LCD/BZ INST. Het opgenomen beeld wordt niet beïnvloed door deze instelling. LCD HELDER Zie pagina 17 voor meer informatie. NIV. AV. LCD U kunt de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aanpassen. GNORMAAL Standaardhelderheid. LICHT Selecteer deze optie om het LCD-scherm helderder te maken. b Opmerkingen • Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch geselecteerd voor de instelling. • Wanneer u [LICHT] selecteert, wordt de levensduur van de accu met ongeveer 10 procent verminderd bij het opnemen. ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 79 LCD KLEUR Raak / aan om de kleur op het LCD-scherm aan te passen. Fletser Feller LICHT BZ U kunt de helderheid van de beeldzoeker aanpassen. GNORMAAL Standaardhelderheid. LICHT De beeldzoeker helderder maken. b Opmerkingen • Wanneer u de camcorder aansluit op externe stroombronnen, wordt [LICHT] automatisch geselecteerd voor de instelling. • Wanneer u [LICHT] selecteert, wordt de levensduur van de accu met ongeveer 10 procent verminderd bij het opnemen. A/V c DV UIT U kunt een digitaal apparaat en een analoog apparaat aansluiten op de camcorder en het signaal dat wordt uitgevoerd door de aangesloten apparaten, omzetten naar het juiste signaal voor de camcorder. GUIT AAN ( Selecteer deze optie als u de conversiefunctie voor digitale signalen niet gebruikt. ) Analoge beelden en geluid omzetten naar digitale signalen via de camcorder. De invoer van analoge signalen naar de A/V-aansluiting van de camcorder wordt omgezet en uitgevoerd via de DV-interface van de camcorder. Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de computertoepassingen" voor meer informatie. VIDEO INVOER Als u de camcorder aansluit op een ander apparaat met de bijgeleverde A/V-kabel, moet u de soort stekker instellen die u gebruikt voor de verbinding. 80 GVIDEO Selecteer deze optie om een videosignaal in te voeren. S VIDEO Selecteer deze optie om een S-videosignaal in te voeren. Het menu gebruiken USB-CAMERA U kunt een USB-kabel (bijgeleverd) aansluiten op de camcorder en het beeld dat wordt weergegeven op het scherm van de camcorder, bekijken op de computer (USB Streaming). Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de computertoepassingen" voor meer informatie. GUIT Selecteer deze optie om de USB Streaming functie uit te schakelen. USB STREAM Selecteer deze optie om de USB Streaming functie in te schakelen. USB-PLY/EDT U kunt een USB-kabel (bijgeleverd) aansluiten op de camcorder en het beeld op de band of op de "Memory Stick" in de camcorder bekijken op de computer. Raadpleeg de bijgeleverde "Handleiding van de computertoepassingen" voor meer informatie. Selecteer deze optie om het beeld op de "Memory Stick" weer te geven. USB STREAM Selecteer deze optie om het beeld op de band weer te geven. Het menu gebruiken GSTD-USB NTSC WRGV. Als u een video met het NTSC-kleursysteem afspeelt, selecteert u het beschikbare systeem van de TV om de video mee af te spelen. GOP PAL TV Selecteer deze optie om de videoband af te spelen op een TV met het PAL-systeem. NTSC 4.43 Selecteer deze optie om de videoband af te spelen op een TV met een stand voor NTSC 4.43. z Tip • Bij weergave op een televisie met een multi-systeem selecteert u de weergavestand die het beste beeld op het TV-scherm oplevert. GEGEVENSCODE GUIT Selecteer deze optie als u de datum, tijd en camera-instellingen niet wilt weergeven tijdens het afspelen. DATUM/TIJD Selecteer deze optie om tijdens het afspelen de datum en tijd weer te geven (p. 52). CAMERAGEGEV. Selecteer deze optie om tijdens het afspelen de camera-instellingen weer te geven (p. 52). ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 81 RESTANT GAUTO Selecteer deze optie om de resterende bandlengte ongeveer 8 seconden weer te geven: • Nadat u de CAMERA-TAPE stand hebt geselecteerd en een band hebt geplaatst, berekent de camcorder de resterende speelduur/ opnameduur. • Wanneer u (afspelen/onderbreken) aanraakt. AAN Selecteer deze optie om de resterende bandlengte altijd weer te geven. EXTERNE CTRL GAAN Selecteer deze optie als u de afstandsbediening gebruikt die bij de camcorder is geleverd. UIT Selecteer deze optie om de afstandsbediening uit te schakelen om te voorkomen dat de camcorder reageert op opdrachten van andere afstandsbedieningen van videorecorders. b Opmerking • De instelling keert terug naar [AAN] wanneer u de stroombron langer dan 5 minuten loskoppelt van de camcorder. OPN LED GAAN Selecteer deze optie om het camera-opnamelampje aan de voorzijde van de camcorder te laten branden tijdens de opname. UIT Selecteer deze instelling bij de volgende opnamen. Het cameraopnamelampje brandt niet tijdens het opnemen. • Als u wilt dat de persoon die wordt opgenomen, niet nerveus is. • Als u een onderwerp van dichtbij opneemt. • Als het onderwerp wordt gereflecteerd in de opnamelamp. GMELODIE Selecteer deze optie om een melodie te horen wanneer u begint of stopt met opnemen, het aanraakscherm bedient of wanneer er iets vreemds aan de hand is met de camcorder. NORMAAL Selecteer deze optie om bij de bediening een pieptoon te horen in plaats van een melodie. UIT Selecteer deze optie om de melodie, de pieptoon, het sluitergeluid en de pieptoon na het bevestigen van een bewerking op het aanraakscherm uit te schakelen. PIEPTOON 82 Het menu gebruiken DISPLAY GLCD Selecteer deze optie om de uitleesvensters weer te geven, zoals de tijdcode op het LCD-scherm en in de beeldzoeker. V-UIT/LCD Selecteer deze optie om de uitleesvensters weer te geven, zoals de tijdcode op het TV-scherm, LCD-scherm en in de beeldzoeker. b Opmerking • U kunt een signaal niet invoeren in de camcorder als u op DISPLAY/BATT INFO drukt terwijl [V-UIT/LCD] is geselecteerd. MENU DRAAIEN U kunt de schuifrichting (omhoog of omlaag) selecteren van de menu-items op het LCD-scherm als u of aanraakt. Selecteer deze optie om de menu-items naar beneden te laten rollen door aan te raken. TEGENGEST. Selecteer deze optie om de menu-items naar boven te laten rollen door aan te raken. G5 min Selecteer deze optie om de functie voor automatisch uitschakelen in te schakelen. Als er ongeveer 5 minuten zijn verstreken en u hebt camcorder niet gebruikt, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de accu leeg raakt. NOOIT Selecteer deze optie om de functie voor automatisch uitschakelen uit te schakelen. Het menu gebruiken GNORMAAL AUTOM. UIT b Opmerking • Als u de camcorder aansluit op een stopcontact, wordt [AUTOM. UIT] automatisch ingesteld op [NOOIT]. Het menu gebruiken 83 Het (TIJD/TAAL) menu gebruiken – KLOK INSTEL./WERELDTIJD, enzovoort De instellingen die u kunt aanpassen, verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. In het venster verschijnen alleen de items die u op dat moment kunt aanpassen. Items die niet beschikbaar zijn, worden grijs weergegeven. U kunt de items die hieronder worden aangegeven, selecteren in het TIJD/TAAL. menu. Zie "Menu-items selecteren" (p. 57) om items te selecteren. KLOK INSTEL. U kunt de datum en de tijd instellen (p. 18). WERELDTIJD U kunt het tijdsverschil aanpassen als u de camcorder in het buitenland gebruikt. Stel het tijdsverschil in door / aan te raken en de klok wordt aangepast aan het tijdsverschil. Als u het tijdsverschil instelt op 0, keert de klok terug naar de oorspronkelijke ingestelde tijd. LANGUAGE U kunt de taal voor het weergavevenster selecteren en wijzigen (p. 22). U kunt kiezen uit Engels, vereenvoudigd Engels, traditioneel Chinees, vereenvoudigd Chinees, Frans, Spaans, Portugees, Duits, Nederlands, Italiaans, Grieks of Russisch. 84 Het menu gebruiken Persoonlijk menu aanpassen U kunt menu-items die u vaak gebruikt, toevoegen aan het persoonlijk menu of sorteren in de gewenste volgorde (aanpassen). U kunt het persoonlijk menu aanpassen voor elke bedieningsstand op de camcorder. 3 Raak [TOEVOEGEN] aan. 4 Raak / aan om een menucategorie te selecteren en raak aan. Een menu toevoegen – Toevoegen De beschikbare items verschillen afhankelijk van de bedieningsstand van de camcorder. Alleen de beschikbare items worden weergegeven. b Opmerking • U kunt maximaal 28 menu-items toevoegen voor de CAMERA-TAPE, CAMERA-MEMORY en PLAY/EDIT standen. Als u meer items wilt toevoegen, moet u minder belangrijke menu-items verwijderen voordat u een nieuw menu-item toevoegt (p. 86). 1 Raak 2 Raak [P-MENU INST.] aan. 5 Raak / aan om een menu-item te selecteren en raak aan. 6 Raak [JA] aan. aan. Het menu gebruiken U kunt menu-items die u vaak gebruikt, toevoegen aan het persoonlijke menu zodat u deze sneller en gemakkelijker kunt openen. Het menu wordt aan het einde van de lijst toegevoegd. Als het gewenste menu niet op het scherm wordt weergegeven, raakt u / aan totdat het menu wordt weergegeven. 7 Raak aan. ,wordt vervolgd Het menu gebruiken 85 Menu verwijderen – Verwijderen 5 Raak [JA] aan. Het geselecteerde menu wordt verwijderd uit het persoonlijke menu. 1 Raak aan. 6 Raak aan. b Opmerking • U kunt [MENU] en [P-MENU INST.] niet verwijderen. 2 Raak [P-MENU INST.] aan. Als het gewenste menu niet op het scherm wordt weergegeven, raakt u / aan totdat het menu wordt weergegeven. 3 De volgorde van de menu's in het persoonlijke menu bepalen – Sorteren U kunt de menu's die zijn toegevoegd aan het persoonlijke menu in de gewenste volgorde sorteren. 1 Raak 2 Raak [P-MENU INST.] aan. aan. Raak [VERW.] aan. Als het menu niet op het scherm wordt weergegeven, raakt u / aan totdat het gewenste menu wordt weergegeven. 4 Raak het menu aan dat u wilt verwijderen. 3 86 Het menu gebruiken Raak [SORT.] aan. 4 5 2 Als het gewenste menu niet op het scherm wordt weergegeven, raakt u / aan totdat het menu wordt weergegeven. Raak / aan om het menu-item te verplaatsen naar de gewenste plaats. Raak 3 Raak [HERST.] aan. 4 Raak [JA] aan. 5 Raak [JA] aan. aan. Wilt u meer items sorteren, dan herhaalt u stap 4 tot en met 6. 7 Raak [END] aan. 8 Raak aan. b Opmerking • U kunt [P-MENU INST.] niet verplaatsen. De standaardwaarden van de instellingen van het persoonlijke menu worden hersteld. Raak [NEE] aan om het initialiseren te annuleren. De standaardinstellingen herstellen – Herstellen U kunt het persoonlijke menu terugzetten op de standaardinstellingen nadat u menu's hebt toegevoegd of verwijderd. 1 Raak [P-MENU INST.] aan. Raak Het menu gebruiken 6 Raak het menu-item aan dat u wilt verplaatsen. 6 Raak aan. aan. Het menu gebruiken 87 Kopiëren/bewerken "Memory Stick" die in de camcorder is geplaatst (p. 90). U kunt ook een kopie maken van het beeld dat met de camcorder is opgenomen op andere opnameapparatuur (p. 89). Sluit de camcorder aan op een TV of videorecorder zoals in de volgende afbeelding wordt weergegeven. Aansluiten op een videorecorder of TV U kunt een beeld opnemen van een videorecorder of TV op een band of een Aansluiten met een i.LINK-kabel A/V-aansluiting i.LINK-kabel (optioneel) i.LINK-aansluiting DV-interface Als de TV of videorecorder een S-videoaansluiting heeft*2 S-videostekker (zwart) Geel A/V-kabel (bijgeleverd)*1 Wit Rood Videorecorders of TV's Signaalverloop *1 De bijgeleverde A/V-kabel heeft een videostekker en een S-videostekker voor de videoaansluiting. *2 Met deze aansluiting worden beelden met een DVindeling met een hoge kwaliteit geproduceerd. Als het apparaat dat u wilt aansluiten, een Svideoaansluiting heeft, gebruikt u deze voor de Svideostekker en gebruikt u de gele videostekker niet. Het geluid wordt niet uitgevoerd als u alleen de S-videostekker aansluit. b Opmerkingen • Gebruik de A/V-kabel om de camcorder op andere apparaten aan te sluiten. Voordat u de camcorder aansluit, controleert u of de [DISPLAY] instelling in het (STANDRD INST) menu is ingesteld op [LCD] (de standaardinstelling) (p. 83). 88 Kopiëren/bewerken • Wanneer u de camcorder aansluit op een apparaat met monogeluid, sluit u de gele stekker van de A/Vkabel aan op de videoaansluiting en de rode of de witte stekker op de audioaansluiting van de videorecorder of de TV. Een i.LINK-kabel gebruiken Gebruik een i.LINK-kabel (optioneel) om de camcorder aan te sluiten op een ander apparaat via de DV-interface. De video- en geluidssignalen worden digitaal verzonden, waardoor de beelden van hoge kwaliteit zijn. Houd er rekening mee dat u het beeld en het geluid niet afzonderlijk kunt opnemen. Zie pagina 124 voor meer informatie. Kopiëren naar een andere band U kunt de beelden die zijn opgenomen met de camcorder, kopiëren en bewerken voor het afspelen op andere apparaten, zoals videorecorders. 1 Sluit de videorecorder aan op de camcorder als opnameapparaat (p. 88). 2 Maak de videorecorder gereed voor opname. • Plaats de band voor het opnemen. • Als de videorecorder beschikt over een ingangskeuzeschakelaar, zet u deze in de invoerstand. Kopiëren/bewerken 3 b Opmerkingen • Wanneer de camcorder is aangesloten op de videorecorder via de DV-interface, kunt u geen titel, aanduidingen, gegevens voor het Cassette Memory en woorden die zijn ingevoerd in het indexscherm van de "Memory Stick" weergeven. • Als u kopieert met de A/V-kabel, drukt u op DISPLAY/BATT INFO om aanduidingen, zoals de tijdcode, te verbergen (p. 52). Als u dit niet doet, worden de aanduidingen opgenomen op de band. • Wilt u de datum/tijd en de camera-instellingen opnemen, dan moet u deze weergeven op het scherm (p. 52). • Beelden die zijn bewerkt met beeldeffecten ([B EFFECT] p. 69), digitale effecten (p. 41, 48) of WEERG.ZOOM (p. 51), kunnen niet worden uitgevoerd via de DV-interface. • Wanneer u de i.LINK-kabel gebruikt, wordt het opgenomen beeld onscherp als de beelden worden onderbroken op de camcorder terwijl u opneemt met de videorecorder. Maak de camcorder gereed voor het afspelen. • Plaats de band met opnamen. • Schuif de POWER schakelaar om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 4 Start het afspelen op uw camcorder en neem het weergegeven beeld op met de videorecorder. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de videorecorder is geleverd. 5 Wanneer het kopiëren is voltooid, stopt u de camcorder en de videorecorder. Kopiëren/bewerken 89 2 Raak [ REC CTRL] aan met een pictogram. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (BEW.&AFSP.) menu (p. 74). 3 Raak [OPN. PAUZE] aan. Beelden opnemen van een videorecorder of TV U kunt beelden of TV-programma's van een videorecorder of TV opnemen en bewerken op een band of een "Memory Stick" die in de camcorder is geplaatst. U kunt ook een scène opnemen als een stilstaand beeld op een "Memory Stick". Plaats een band of een "Memory Stick" in de camcorder voor het opnemen. Als u de A/Vkabel hebt aangesloten, selecteert u het invoersignaal in [VIDEO INVOER] in het (STANDRD INST) menu (p. 78). b Opmerkingen • De camcorder kan alleen opnemen van een PALbron. Franse videobeelden of TV-programma's (SECAM) kunnen bijvoorbeeld niet juist worden opgenomen. Zie pagina 118 voor meer informatie over TV-kleursystemen. • Als u een 21-polige verloopstekker gebruikt om verbinding te maken met een PAL-bron, hebt u een 21-polige verloopstekker in twee richtingen (optioneel) nodig. Opnemen op een "Memory Stick" 1 Raak aan. 2 Raak [MENU] aan. 3 Selecteer het (BEW.&AFSP.) menu en [ OPN REG.] met een pictogram. 5 Start het afspelen van de band op de videorecorder of selecteer een TVprogramma. De beelden die worden afgespeeld op het aangesloten apparaat, verschijnen op het LCD-scherm van de camcorder. 6 Raak [OPN. START] aan als u wilt beginnen met opnemen. 7 Opnemen stoppen. Films opnemen op een band Raak (stoppen) of [OPN. PAUZE] aan. Films opnemen Opnemen op een "Memory Stick" Raak [OPN. STOP] aan. 1 Sluit de TV of videorecorder aan op de camcorder (p. 88). 2 Als u opneemt van een videorecorder, plaatst u een band. 3 Schuif de POWER schakelaar om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 4 Gebruik de camcorder om films op te nemen. Films opnemen op een band 1 Raak aan. 90 Kopiëren/bewerken 8 Raak en aan. z Tips • De aanduiding verschijnt wanneer u de camcorder en andere apparaten aansluit via een i.LINK-kabel. (Deze aanduiding verschijnt mogelijk ook op de TV.) • Wanneer u films opneemt op een "Memory Stick", kunt u stap 4 overslaan en op START/STOP drukken in stap 6. Stilstaande beelden opnemen 1 2 Voer stap 1 tot en met 3 in "Films opnemen" (p. 90) uit. Speel de video af of kies het TVprogramma dat u wilt opnemen. De beelden op de videorecorder of de TV verschijnen op het scherm van de camcorder. 3 Beelden kopiëren van een band naar een "Memory Stick" Op een "Memory Stick" kunt u films opnemen (waarbij monogeluid wordt opgenomen) of stilstaande beelden (vast formaat [640 × 480]). Controleer of u een band met opnamen en een "Memory Stick" in de camcorder hebt geplaatst. 1 Schuif de POWER schakelaar om de PLAY/EDIT stand te selecteren. Het beeld wordt niet opgenomen tenzij u PHOTO volledig indrukt. Laat de toets los als u de scène niet wilt opnemen en selecteer een andere scène op de manier die hierboven wordt beschreven. 2 Zoek de scène die u wilt opnemen en neem deze op. Kopiëren/bewerken Druk licht op PHOTO bij de scène die u wilt opnemen. Controleer het beeld en druk de toets volledig in. Stilstaande beelden opnemen 1 Raak (afspelen) aan om de band af te spelen. 2 Druk licht op PHOTO bij de scène die u wilt opnemen. Controleer het beeld en druk de toets volledig in. Een film opnemen 1 Raak aan. 2 Raak [MENU] aan. 3 Selecteer het (BEW.&AFSP.) menu en [ OPN REG.] met een pictogram. 4 Raak (afspelen) aan om de band af te spelen. OPN REG. 0:00:00:00 OPN. START 2min ,wordt vervolgd Kopiëren/bewerken 91 5 Raak [OPN. START] aan als u wilt beginnen met opnemen. 6 Raak [OPN. STOP] aan als u het opnemen wilt stoppen. (stoppen) aan om het afspelen van de band te stoppen. 8 Raak en aan. 7 Raak b Opmerkingen • De gegevenscode en titels op de band kunnen niet worden opgenomen op de "Memory Stick". De tijd en datum waarop het beeld wordt opgenomen op de "Memory Stick", worden wel opgenomen. • Het geluid wordt opgenomen met 32 kHz (mono). z Tips • U kunt ook een film opnemen door op START/ STOP te drukken tijdens het afspelen van een band. • Zie pagina 25 voor het opnemen van films. Stilstaande beelden kopiëren van een "Memory Stick" naar een band U kunt stilstaande beelden opnemen op een band. Controleer of u de "Memory Stick" met de beelden en een band in de camcorder hebt geplaatst. 1 Schuif de POWER schakelaar om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 2 Zoek het punt waar u wilt beginnen met kopiëren door (terugspoelen) of (snel vooruitspoelen) aan te raken. Raak vervolgens (stoppen) aan. 3 Raak 4 Raak / aan om het beeld te selecteren dat u wilt kopiëren. 5 Raak 6 Raak [ REC CTRL] aan met een pictogram. aan. aan. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (BEW.&AFSP.) menu. 7 Raak [OPN. PAUZE] aan. 8 Raak [OPN. START] aan. Het geselecteerde beeld wordt naar de band gekopieerd. 92 Kopiëren/bewerken 9 Raak (stoppen) of [OPN. PAUZE] aan wanneer u wilt stoppen met opnemen. Als u nog meer stilstaande beelden wilt kopiëren, selecteert u de beelden door / aan te raken en herhaalt u stap 7 tot en met 9. 10Raak en aan. b Opmerkingen • U kunt het indexscherm niet kopiëren. • Mogelijk kunt u geen beelden kopiëren die met de computer zijn bewerkt of die zijn opgenomen met andere camcorders dan uw camcorder. • U kunt MPEG-films niet kopiëren op de band. Geselecteerde scènes opnemen vanaf een band – Digitale programmamontage U kunt maximaal 20 scènes (programma's) selecteren en deze in de gewenste volgorde opnemen met andere opnameapparatuur, zoals videorecorders, of op een "Memory Stick" in de camcorder. Wanneer u op een "Memory Stick" opneemt, slaat u stap 1 en 2 over en begint u bij "De geselecteerde scènes als programma's opnemen" (p. 97). Verwijder de ongewenste scène Kopiëren/bewerken Wijzig de volgorde Resultaat Stap 1 : De camcorder en videorecorder gereedmaken voor gebruik Voer de onderstaande procedure uit wanneer u voor het eerst een digitale programmamontage uitvoert op een band in een videorecorder. Deze instelling kunt u overslaan als u de videorecorder al eerder hebt ingesteld met de onderstaande procedure. b Opmerkingen • U kunt geen digitale programmamontage uitvoeren op een videorecorder die geen [IR INSTEL] codes ondersteunt. • Het bedieningssignaal voor de digitale programmamontage kan niet via de LANCaansluiting worden overgebracht. ,wordt vervolgd Kopiëren/bewerken 93 1 Sluit de videorecorder aan op de camcorder als opnameapparaat (p. 88). 7 Raak / aan om [PROG. BEW.] te selecteren en raak aan. 8 Raak [ANDER APP.] aan. 9 Raak [BWRKN INST.] aan. U kunt de A/V-kabel of i.LINK-kabel gebruiken voor de aansluiting. De procedure voor kopiëren is eenvoudiger als u de i.LINK-aansluiting gebruikt. 2 Maak de videorecorder gereed voor gebruik. • Plaats de band voor het opnemen. • Zet de ingangskeuzeschakelaar in de invoerstand als deze stand beschikbaar is op de videorecorder. 3 Maak de camcorder (afspeelapparaat) gereed voor gebruik. • Plaats een band voor het bewerken. • Schuif de POWER schakelaar om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 4 Raak 5 Raak [MENU] aan. aan. 10Raak [REGELING] aan. 6 Raak / aan om (BEW.&AFSP.) te selecteren en raak aan. 11Selecteer [i.LINK] of [IR]. Aansluiten met een i.LINK-kabel Raak [i.LINK] en aan. Ga verder met "Stap 2 : De synchronisatie van de videorecorder aanpassen" (p. 96). Aansluiten met een A/V-kabel Raak [IR] en aan. Voer de procedure uit die wordt beschreven in "De [IR INSTEL] code instellen" (p. 95). 94 Kopiëren/bewerken De [IR INSTEL] code instellen Wanneer u een A/V-kabel gebruikt, moet u het signaal voor de [IR INSTEL] code controleren om te zien of de videorecorder kan worden bediend met de camcorder (infraroodzender). Afstandsbedieningssensor Infraroodzender Videorecorder Ga verder met "Stap 2 : De synchronisatie van de videorecorder aanpassen" (p. 96). Als de opname niet start, moet u een andere [IR INSTEL] code selecteren en het opnieuw proberen. Lijst met [IR INSTEL] codes De volgende [IR INSTEL] codes worden standaard opgenomen met de camcorder. (Deze optie is standaard ingesteld op "3".) Fabrikant 1 Raak en [IR INSTEL] aan. 2 Selecteer de [IR INSTEL] code voor de 3 Raak [PAUZESTAND] aan. 4 Selecteer de stand om de opnamepauzestand op de videorecorder te annuleren en raak aan. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing die bij de videorecorder is geleverd voor informatie over de bediening. 5 Richt de infraroodzender van de camcorder op de afstandsbedieningssensor op de videorecorder met een afstand van ongeveer 30 cm. Zorg dat zich geen obstakels tussen de zender en ontvanger bevinden. 6 Plaats een band in de videorecorder en zet de videorecorder in de opnamepauzestand. 7 Raak [IR TEST] aan. 8 Raak [UITVOER.] aan. Het opnemen met de videorecorder begint als de instelling correct is. Als de test voor de [IR INSTEL] code is voltooid, verschijnt [Voltooid.]. Sony 1, 2, 3, 4, 5, 6 Aiwa 47, 53, 54 Akai 50, 62, 74 Alba 73 Amstrad 73 Baird 30, 36 Blaupunkt 11, 83 Bush 74 CGM 36, 47, 83 Clatronic 73 Daewoo 26 Ferguson 76, 83 Fisher 73 Funai 80 Goldstar/LG 47 Goodmans 26, 84 Grundig 9, 83 Hitachi 42, 56 ITT/Nokia Instant 36 JVC 11, 12, 15, 21 Kendo 47 Loewe 16, 47, 84 Luxor 89 Mark 26* Matsui 47, 58*, 60 Mitsubishi 28, 29 Nokia 36, 89 Nokia Oceanic 89 Nordmende 76 Okano 60, 62, 63 Kopiëren/bewerken / en raak videorecorder met aan. Zie de "Lijst met [IR INSTEL] codes" (p. 95) voor de [IR INSTEL] code van uw videorecorder. Wanneer er meer dan één code wordt vermeld voor de fabrikant van de videorecorder, probeert u elke code tot u de meest geschikte vindt. [IR INSTEL] codes ,wordt vervolgd Kopiëren/bewerken 95 Fabrikant [IR INSTEL] codes Orion 58*, 70 Panasonic 16, 78 Philips 83, 84, 86 Phonola 83, 84 Roadstar 47 SABA 21, 76, 91 Salora 89 Samsung 22, 32, 52, 93, 94 Sanyo 36 Schneider 10, 83, 84 SEG 73 Seleco 47, 74 Sharp 89 Siemens 10, 36 Tandberg 26 Telefunken 91, 92 Thomson 76, 100 Thorn 36, 47 Toshiba 40, 93 Universum 47, 70, 84, 92 W.W. House 47 Watson 58, 83 1 Verwijder de band uit de camcorder. Houd pen en papier bij de hand voor notities. 2 Zet de videorecorder in de opnamepauzestand. Sla deze stap over als u [i.LINK] hebt geselecteerd in stap 11 op p. 94. bOpmerking • Laat de band ongeveer 10 seconden lopen voordat u het afspelen onderbreekt. De openingsscènes worden mogelijk niet opgenomen wanneer u begint met opnemen aan het begin van een band. 3 Raak 4 Raak [UITVOER.] aan. EN [TEST WIJZIG] aan. Er wordt gedurende ongeveer 50 seconden een beeld opgenomen met 5 aanduidingen [IN] en [UIT] voor het aanpassen van de synchronisatie. Als het opnemen is voltooid, verschijnt [Voltooid.]. * TV/videorecorder-combinatie Stap 2 : De synchronisatie van de videorecorder aanpassen Voer de onderstaande procedure uit wanneer u voor het eerst een digitale programmamontage uitvoert op een band in een videorecorder. Deze instelling kunt u overslaan als u de videorecorder al eerder hebt ingesteld met de onderstaande procedure. U kunt de synchronisatie van de camcorder en de videorecorder aanpassen om te voorkomen dat de openingsscène niet wordt opgenomen. 96 Kopiëren/bewerken 5 Spoel de band in de videorecorder terug en speel de band vertraagd af. Er verschijnen 5 beginnummers voor elke [IN] en eindnummers voor elke [UIT]. 6 7 Noteer het beginnummer van elke [KNIP-IN] en het eindnummer van elke [KNIP-UIT] en bereken de gemiddelde waarde voor elke [KNIPIN] en [KNIP-UIT]. Raak [KNIP-IN] aan. De geselecteerde scènes als programma's opnemen Wanneer u voor de eerste keer een digitale programmamontage uitvoert op een band in de videorecorder, voert u eerst de procedures uit die worden beschreven in stap 1 en 2 (p. 93 tot en met p. 96). 1 8 Raak [KNIP-UIT] aan. 10Raak / aan om de gemiddelde waarde voor [KNIP-UIT] te selecteren en raak aan. 2 Raak 3 Raak [MENU] aan. 4 Raak / aan om (BEW.&AFSP.) te selecteren en raak aan. aan. Kopiëren/bewerken 9 Plaats een band die moet worden afgespeeld in de camcorder. Wanneer u opneemt op een band, plaatst u een band in de videorecorder. Wanneer u op een "Memory Stick" opneemt, plaatst u een "Memory Stick" in de camcorder. Raak / aan om de gemiddelde waarde voor [KNIP-IN] te selecteren en raak aan. Hiermee is het beginpunt voor de opname vastgesteld. Maak een band of "Memory Stick" gereed voor gebruik. Hiermee is het eindpunt voor de opname vastgesteld. 11Raak [END] twee keer aan. ,wordt vervolgd Kopiëren/bewerken 97 5 Raak / aan om [PROG. BEW.] te selecteren en raak aan. 8 Raak [TEKEN IN] aan. Het beginpunt voor het eerste programma wordt ingesteld en het bovenste deel van de programmamarkering wordt lichtblauw. [BLD. FORM.] verschijnt wanneer u opneemt op een "Memory Stick". 6 Raak het gewenste item aan. Opnemen op een band in de videorecorder Raak [ANDER APP.] aan. 9 Ga naar het einde van de eerste scène die u wilt opnemen op de camcorder en onderbreek het afspelen. U kunt de positie wijzigen met (frame). / 10Raak [TEKEN UIT] aan. Opnemen op een "Memory Stick" 1 Raak [MEMORY STICK] aan. Het eindpunt voor het eerste programma wordt ingesteld en het onderste deel van de programmamarkering wordt lichtblauw. 2 Raak [BLD. FORM.] herhaaldelijk aan om het gewenste beeldformaat te selecteren. 11Herhaal stap 7 tot en met 10 en maak programma's. 7 Ga naar het begin van de eerste scène die u wilt kopiëren op de camcorder en onderbreek het afspelen. U kunt de positie wijzigen met (frame). 98 Kopiëren/bewerken / 12Zet de videorecorder in de opnamepauzestand. Sla deze stap over als u de camcorder hebt aangesloten via een i.LINK-kabel of als u op een "Memory Stick" opneemt. 13Raak [START] aan. 2 Raak [1TKN. WISS.] aan om het laatstingestelde programma te verwijderen. Of raak [ALLES WISS.] aan om alle programma's te wissen. 3 Raak [UITVOER.] aan. De programma's worden verwijderd. Raak [ANNUL.] aan om de bewerking te annuleren. 14Raak [UITVOER.] aan. Er wordt gezocht naar het begin van het eerste programma en het opnemen begint. [ZOEKEN] wordt weergegeven tijdens het zoeken en [BEWERKEN] tijdens het bewerken. b Opmerkingen • U kunt geen beginpunt of eindpunt instellen op een leeg gedeelte van de band. Als een gedeelte leeg is, is de totale tijd die wordt weergegeven mogelijk niet correct. • Wanneer u het apparaat niet goed kunt bedienen met een i.LINK-aansluiting, selecteert u [IR] in stap 11 op p. 94 en stelt u de [IR INSTEL] code in. Kopiëren/bewerken Als een programma wordt opgenomen, wordt de programmamarkering gewijzigd van oranje in lichtblauw. Wanneer alle programma's zijn opgenomen, stopt de programmamontage automatisch. Raak [ANNUL.] aan om het opnemen te annuleren. Digitale programmamontage beëindigen Raak [END] aan. Een programma opslaan zonder hiermee op te nemen Raak [END] aan in stap 13. Het programma wordt opgeslagen in het geheugen totdat de band wordt verwijderd. Programma's wissen 1 Voer stap 1 tot en met 6 uit in "De geselecteerde scènes als programma's opnemen" (p. 97) en raak [WISSEN] aan. Kopiëren/bewerken 99 Geluid kopiëren naar een band met opnamen U kunt aanvullend geluid opnemen en toevoegen aan het oorspronkelijke geluid op de band. U kunt geluid toevoegen aan band waarmee opnamen zijn gemaakt in de 12-bits stand zonder dat het oorspronkelijke geluid wordt gewist. Geluidsopname voorbereiden B Naar de intelligent accessory shoe Interne microfoon A MIC (PLUG IN POWER) aansluiting Microfoon (optioneel) CA/V-aansluiting A/V-kabel (bijgeleverd) Sluit de S-videostekker (zwart) en de videostekker (geel) niet aan. Audio L (wit) Audio R (rood) Audiouitgangen Signaalverloop Audioapparaat (zoals CD/MD-spelers) Neem het geluid op een van de volgende manieren op. • Met de interne microfoon (geen aansluiting nodig). • Met een microfoon (optioneel) die is aangesloten op de MIC-aansluiting. (A) • Met een microfoon (optioneel) die is aangesloten op de intelligent accessory shoe. (B) • Met een audioapparaat dat is aangesloten op de camcorder met een A/V-kabel. (C) 100 Kopiëren/bewerken Deze volgorde wordt aangehouden om te bepalen welke audioingang de voorkeur krijgt voor opnamen: MIC-aansluiting t intelligent accessory shoe t A/V-aansluiting t interne microfoon. b Opmerkingen • U kunt geen extra audiosignalen opnemen: – Op een band die is opgenomen in de 16-bits stand. – Op een band die is opgenomen in de LP stand. – Wanneer de camcorder is aangesloten via de i.LINK-kabel. – Op lege gedeelten van de band. – Als het wispreventienokje van de band op SAVE is gezet. • Wanneer u de A/V-aansluiting of de interne microfoon aansluit om extra geluid op te nemen, wordt er geen beeldsignaal uitgevoerd via de A/Vaansluiting. Controleer het beeld op het LCDscherm en in de beeldzoeker en controleer het geluid met de hoofdtelefoon. • Als u een externe microfoon (optioneel) gebruikt om extra geluidsopnamen op te nemen, kunt u het beeld en het geluid controleren door de camcorder op een TV aan te sluiten met de A/V-kabel. Het geluid dat u naderhand hebt opgenomen, wordt niet uitgevoerd via de luidspreker. Controleer het geluid met een hoofdtelefoon of TV. 9 Raak [AUDIO DUB] aan. Een groen teken LCD-scherm. X verschijnt op het Geluid opnemen Plaats een band met opnamen in de camcorder. 2 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 3 Raak (afspelen/onderbreken) aan om de band af te spelen. 4 Raak (afspelen/onderbreken) aan op het punt waar u wilt beginnen met het opnemen van het geluid. Het afspelen wordt onderbroken. 5 Raak 6 Raak [MENU] aan. 7 Raak / om en raak vervolgens 8 Raak / aan om [AUD DUB REG.] te selecteren en raak vervolgens aan. 10Raak (afspelen/onderbreken) aan en begin met het afspelen van het geluid dat u tegelijkertijd wilt opnemen. Er blijft een rood teken zichtbaar op het LCD-scherm terwijl het geluid wordt opgenomen. Het nieuwe geluid wordt opgenomen in stereo 2 (ST2) tijdens het afspelen van de band. Kopiëren/bewerken 1 11Raak (stoppen) aan als u wilt stoppen met opnemen. Als u andere scènes wilt kopiëren, herhaalt u stap 3 en 4 om de scènes te selecteren en raakt u [AUDIO DUB] aan. 12Raak en aan. aan. Het eindpunt van het kopiëren van geluidsopnamen instellen (BEW.&AFSP.) aan. Druk tijdens het afspelen op ZERO SET MEMORY op de afstandsbediening bij het punt waar u het kopiëren van geluid wilt stoppen. Voer stap 4 tot en met 10 uit. De opname wordt automatisch gestopt bij de geselecteerde scène. b Opmerking • U kunt alleen aanvullend geluid opnemen op een band die met de camcorder is opgenomen. Het geluid wordt mogelijk slechter wanneer u geluid op een band opneemt die is opgenomen met andere camcorders (waaronder andere DCR-PC330E camcorders). ,wordt vervolgd Kopiëren/bewerken 101 Het opgenomen geluid controleren en aanpassen 1 Speel de band af waarop u geluid hebt opgenomen in "Geluid opnemen" (p. 101). 2 Raak 3 Raak [MENU] aan. 4 Raak / aan om (STANDRD INST) te selecteren en raak aan. aan. 5 Raak / aan om [AUDIO MIX] te selecteren en raak aan. 6 Raak / aan om de balans tussen het oorspronkelijke geluid (ST1) en het aanvullende geluid (ST2) aan te passen. Raak aan. Bij de standaardinstelling wordt het oorspronkelijke geluid (ST1) uitgevoerd. De aangepaste geluidsbalans wordt weer teruggezet op de standaardinstelling ongeveer 5 minuten nadat de accu of andere stroombronnen zijn losgekopppeld. 102 Kopiëren/bewerken Opgenomen beelden verwijderen U kunt alle of een aantal geselecteerde beelden verwijderen die zijn opgeslagen op een "Memory Stick". 1 Schuif de POWER schakelaar herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 2 Raak 3 Raak / aan om een beeld te selecteren dat u wilt verwijderen. 4 Raak 5 Raak [JA] aan. aan. aan. Het geselecteerde beeld wordt verwijderd. Raak [NEE] aan om het verwijderen te annuleren. Alle beelden tegelijkertijd verwijderen Selecteer het (GEH.INST.) menu en [ ALLES VERW](p. 66). Beelden uit het indexscherm verwijderen U kunt eenvoudig zoeken naar het beeld dat u wilt verwijderen door 6 beelden tegelijkertijd weer te geven. 1 Schuif de POWER schakelaar om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 2 3 4 5 6 Raak aan. Raak aan. Raak aan. Raak [ Het beeldformaat wijzigen – Formaat wijzigen U kunt het formaat van een afbeelding wijzigen in 640 × 480 of 320 × 240. Deze functie is handig als u het formaat wilt verkleinen om de afbeelding aan een emailbericht toe te voegen. Het oorspronkelijke beeld behoudt het oorspronkelijke formaat, zelfs als u het formaat wijzigt. VERW.] aan. 7 Raak aan. 8 Raak [JA] aan. 1 Schuif de POWER schakelaar om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 2 Raak 3 Raak [FRMT WIJZIG] aan. aan. Kopiëren/bewerken Raak het beeld aan dat u wilt verwijderen. verschijnt op het beeld dat moet worden verwijderd. Raak / aan om de volgende of vorige 6 beelden weer te geven. Als het item niet wordt weergegeven op het scherm, raakt u / aan. Kunt u het item niet vinden, dan raakt u [MENU] aan en selecteert u het item in het (BEELD PROG.) menu. De geselecteerde beelden worden verwijderd. Raak [NEE] aan om het verwijderen te annuleren. b Opmerkingen • Beelden kunnen niet worden verwijderd als het wispreventienokje van de "Memory Stick" is ingesteld in de wispreventiestand (p. 121) of als het geselecteerde beeld is beveiligd (p. 104). • De beelden kunnen niet worden hersteld nadat deze zijn verwijderd. Controleer de geselecteerde beelden voordat u deze verwijdert. 4 Raak / aan om een beeld te selecteren waarvan u het formaat wilt wijzigen. ,wordt vervolgd Kopiëren/bewerken 103 5 Raak [640 × 480] of [320 × 240] aan. Het beeld met het gewijzigde formaat wordt opgenomen als een nieuw bestand in de geselecteerde map. Bepaalde gegevens opgeven die moeten worden opgeslagen met de beelden – Beeldbeveiliging/Afdrukmarkering 6 Raak [END] aan. Geheugencapaciteit voor stilstaande beelden na het wijzigen van het formaat Beeldformaat Geheugencapaciteit 640 × 480 Ongeveer 150 kB 320 × 240 Ongeveer 16 kB b Opmerkingen • U kunt wellicht het formaat van beelden die met andere apparatuur zijn opgenomen, niet wijzigen. • U kunt het formaat van films niet wijzigen. 104 Kopiëren/bewerken Zorg dat het wispreventienokje op de "Memory Stick" niet is ingesteld in de wispreventiestand. Per ongeluk wissen voorkomen – Beeldbeveiliging U kunt beelden selecteren en markeren om te voorkomen dat deze per ongeluk worden gewist. 1 Schuif de POWER schakelaar om de PLAY/EDIT stand te selecteren. 2 Raak 3 Raak aan. 4 Raak aan. aan. 5 Raak [VEILIG] aan. 3 Raak aan. 6 Raak het beeld aan dat u wilt beveiligen. 4 Raak aan. 5 Raak [AFDRUKTEKEN] aan. 6 Raak het beeld aan dat u later wilt afdrukken. - verschijnt op het geselecteerde beeld. 7 Raak 8 Raak [END] aan. aan. Voer stap 1 tot en met 5 uit en raak het beeld aan om de beeldbeveiliging uit te schakelen. - verdwijnt uit het beeld. Stilstaande beelden selecteren voor afdrukken – Afdrukmarkering verschijnt op het geselecteerde beeld. U kunt beelden markeren die u wilt afdrukken terwijl u deze bekijkt op de camcorder. (U kunt het aantal afdrukken niet opgeven.) De DPOF-standaard (Digital Print Order Format) wordt gebruikt om beelden te selecteren voor afdrukken op de camcorder. 7 Raak 8 Raak [END] aan. 1 De afdrukmarkering annuleren 2 Schuif de POWER schakelaar om de PLAY/EDIT stand te selecteren. Raak aan. Kopiëren/bewerken Beeldbeveiliging annuleren aan. Voer stap 1 tot en met 5 uit en raak het beeld aan om de afdrukmarkering uit te schakelen. verdwijnt uit het beeld. Kopiëren/bewerken 105 Problemen oplossen Problemen oplossen Als er problemen optreden bij het gebruik van de camcorder, kunt u de volgende tabel gebruiken om het probleem op te lossen. Blijft het probleem optreden, dan verwijdert u de stroombron en neemt u contact op met de Sony-handelaar. Als "C:ss:ss" wordt weergegeven op het LCD-scherm of in de beeldzoeker, is de zelfdiagnosefunctie geactiveerd. Zie pagina 114 voor meer informatie. Algemene werking Probleem Oorzaak en/of oplossing De stroom wordt niet ingeschakeld. • De accu is ontladen, is bijna leeg of is niet in de camcorder geplaatst. cPlaats een opgeladen accu in de camcorder. (p. 13) cGebruik de netspanningsadapter om de camcorder aan te sluiten op een stopcontact. (p. 16) De camcorder functioneert zelfs niet als de stroom is ingeschakeld. cTrek de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact of verwijder de accu en sluit deze na één minuut weer aan. Als de functies nog steeds niet werken, drukt u op de RESET toets in met een puntig voorwerp. (Houd er rekening mee dat bij het indrukken van de RESET toets alle instellingen, inclusief de klokinstelling en met uitzondering van de items in het persoonlijke menu, worden teruggezet op de standaardwaarden.) U hoort een rammelend geluid • Dit komt omdat bepaalde lensfuncties op de camcorder een lineair wanneer de camcorder wordt gebruikt mechanisme gebruiken. Dit duidt niet op een storing. als de POWER schakelaar op (CHG) OFF of in de PLAY/EDIT stand is gezet. 106 De bijgeleverde afstandsbediening werkt niet. cStel [EXTERNE CTRL] in het (STANDRD INST) menu in op [AAN]. (p. 82) cPlaats batterijen in de batterijhouder zodat de +- en –-polen samenvallen met de +- en –-tekens in de houder. Als het probleem nog steeds niet is opgelost, plaatst u nieuwe batterijen omdat de oude batterijen leeg zijn. (p. 136) cVerwijder eventuele obstructies tussen de afstandsbediening en de afstandsbedieningssensor. De camcorder wordt warm. • Het apparaat is al langere tijd ingeschakeld. Dit duidt niet op een storing. Problemen oplossen Accu/Stroombronnen Probleem Oorzaak en/of oplossing Het CHG (opladen) lampje gaat niet branden als u de accu oplaadt. cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het lampje nog steeds niet gaat branden, krijgt het lampje geen stroom van het stopcontact. • Het opladen van de accu is voltooid. (p. 13) Het CHG (opladen) lampje knippert als u de accu oplaadt. cPlaats de accu op de juiste manier in de camcorder. Als het probleem blijft optreden, trekt u de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact en neemt u contact op met de Sony-handelaar. De accu is wellicht beschadigd. (p. 13) De accu raakt snel leeg. • De temperatuur van de omgeving is te laag of de accu is niet volledig opgeladen. Dit duidt niet op een storing. cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden, vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht beschadigd. (p. 13, 123) De aanduiding voor de resterende accuduur geeft niet de juiste tijd aan. • De temperatuur van de omgeving is te hoog of te laag of de accu is niet volledig opgeladen. Dit duidt niet op een storing. cLaad de accu nogmaals volledig op. Als het probleem blijft optreden, vervangt u de accu door een nieuwe accu. De accu is wellicht beschadigd. (p. 13, 123) Problemen oplossen De camcorder wordt vaak • Er is een probleem opgetreden met de aangegeven resterende accuduur uitgeschakeld, terwijl de aanduiding of de accu is niet volledig opgeladen. voor de resterende accuduur aangeeft cLaad de accu nogmaals volledig op om de aanduiding te corrigeren. dat de accu nog voldoende stroom kan (p. 13) leveren. Het apparaat wordt plotseling uitgeschakeld. • [AUTOM. UIT] in het (STANDRD INST) menu is ingesteld op [5 min]. (p. 83) cAls er ongeveer 5 minuten zijn verstreken waarin u de camcorder niet hebt gebruikt, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld. Schuif de POWER schakelaar naar beneden om de stroom weer in te schakelen. (p. 16) U kunt ook de netspanningsadapter gebruiken. Er treedt een probleem op als de camcorder is aangesloten op de netspanningsadapter. cSchakel de stroom uit en trek de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact. Sluit de netspanningsadapter weer aan. ,wordt vervolgd Problemen oplossen 107 Banden Probleem Oorzaak en/of oplossing De band kan niet worden uitgeworpen cControleer of de stroombron (accu of netspanningsadapter) correct is uit de houder. aangesloten. (p. 13) cVerwijder de accu uit de camcorder en plaats deze opnieuw. (p. 13) cPlaats een opgeladen accu in de camcorder. (p. 13) De band wordt niet uitgeworpen, zelfs niet als het deksel van de bandhouder is geopend. cVocht condenseert in de camcorder. (p. 126) De aanduiding voor Cassette Memory cMaak de goudkleurige aansluiting van de band schoon. (p. 120) wordt niet weergegeven als u een band met Cassette Memory gebruikt. De resterende bandlengte wordt niet weergegeven. cStel [ RESTANT] in op [AAN] in het (STANDRD INST) menu zodat de resterende bandlengte altijd wordt weergegeven. (p. 82) Er is geen bandtitel opgenomen. cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119) cWis ongewenste titels als het Cassette Memory vol is. (p. 76) cSchuif het wispreventienokje naar REC. (p. 119) LCD-scherm/beeldzoeker 108 Probleem Oorzaak en/of oplossing Er verschijnt een onbekende taal op het scherm. cZie pagina 22. Er verschijnt een onbekend beeld op het scherm. cDe camcorder staat in [DEMOFUNCTIE]. De [DEMOFUNCTIE] wordt automatisch weergegeven als u de camcorder 10 minuten laat staan zonder een band of "Memory Stick" te plaatsen nadat u CAMERATAPE hebt geselecteerd. Raak het LCD-scherm aan of plaats een band of "Memory Stick" om de [DEMOFUNCTIE] te annuleren. U kunt [DEMOFUNCTIE] ook instellen op [UIT] in het menu. (p. 73) Er verschijnt een onbekende aanduiding op het scherm. cRaadpleeg de lijst met aanduidingen. (p. 138) De toetsen verschijnen niet op het aanraakscherm. cRaak het LCD-scherm zachtjes aan. cDruk op DISPLAY/BATT INFO (of op DISPLAY op de afstandsbediening). (p. 52) De toetsen op het aanraakscherm werken niet correct of werken helemaal niet. cPas het scherm aan ([KALIBRATIE]). (p. 127) Het beeld in de beeldzoeker is niet duidelijk. cSchuif de beeldzoeker uit. (p. 17) cGebruik het zoekerscherpstelknopje om de lens aan te passen. (p. 17) Het beeld in de beeldzoeker is verdwenen. cSluit het LCD-scherm. Het beeld wordt niet weergegeven in de beeldzoeker als het LCD-scherm is geopend. (p. 18) Problemen oplossen Opnemen Als u een "Memory Stick" gebruikt om op te nemen, moet u ook het gedeelte "Memory Stick" doornemen. (p. 111) Probleem Oorzaak en/of oplossing De band wordt niet gestart als u op START/STOP drukt. cSchuif de POWER schakelaar om het CAMERA-TAPE lampje in te schakelen. (p. 16) cHet einde van de band is bereikt. Spoel de band terug of plaats een nieuwe band. cSchuif het wispreventienokje naar REC of plaats een nieuwe band. (p. 119) cDe band blijft aan de koptrommel kleven vanwege gecondenseerd vocht. Verwijder de band en laat de camcorder ten minste één uur staan. Plaats daarna de band terug. (p. 126) Het apparaat wordt plotseling uitgeschakeld. • [AUTOM. UIT] in het (STANDRD INST) menu is ingesteld op [5 min]. (p. 83) cAls er ongeveer 5 minuten zijn verstreken waarin u de camcorder niet hebt gebruikt, wordt de camcorder automatisch uitgeschakeld. Schuif de POWER schakelaar naar beneden om de stroom weer in te schakelen. (p. 16) U kunt ook de netspanningsadapter gebruiken. • De accu is ontladen. (p. 13) SteadyShot functioneert niet. cStel [STEADYSHOT] in op [AAN] in het (p. 64) Automatisch scherpstellen functioneert niet. cDruk op FOCUS om automatisch scherpstellen in te schakelen. (p. 37) cDe opnameomstandigheden zijn niet geschikt voor automatisch scherpstellen. Stel handmatig scherp. (p. 37) Er verschijnt een verticale streep wanneer u kaarslicht of elektrische verlichting opneemt in het donker. • Dit gebeurt wanneer het contrast tussen het onderwerp en de achtergrond te groot is. Dit duidt niet op een storing. Er verschijnt een verticale streep wanneer u een helder onderwerp opneemt. • Dit wordt het vlekeffect genoemd. Dit duidt niet op een storing. Er verschijnen kleine witte, rode, blauwe of groene stippen op het scherm. • De stippen verschijnen wanneer u opneemt met [LGZM SL.], Super NightShot of Color Slow Shutter. Dit duidt niet op een storing. (p. 35) De kleur van het beeld wordt niet correct weergegeven. cSchakel de NightShot functie uit. (p. 35) Het beeld is te helder op het scherm en het onderwerp wordt niet weergegeven. cSchakel de NightShot functie uit in heldere omgevingen. (p. 35) cSchakel de tegenlichtfunctie uit. (p. 33) U hoort het sluitergeluid niet. cStel [PIEPTOON] in op [MELODIE] of [NORMAAL] in het (STANDRD INST) menu. (p. 82) Er verschijnen zwarte strepen als u een TV-scherm of computerscherm opneemt. cStel [STEADYSHOT] in op [UIT] in het (p. 64) Problemen oplossen (CAMERA INST.) menu. (CAMERA INST.) menu. ,wordt vervolgd Problemen oplossen 109 Probleem Oorzaak en/of oplossing De externe flitser (optioneel) functioneert niet. • De flitser is niet ingeschakeld of is niet goed bevestigd. • Er zijn twee of meer flitsers bevestigd. Er kan slechts één externe flitser worden bevestigd. Het beeld trilt of de kleuren veranderen. cDit probleem treedt op als u beelden opneemt onder een TL-buis, natriumlamp of kwiklamp in de portret- of sportprogrammastand. Annuleer in dit geval [BELICHT.PROG]. (p. 59) END SEARCH functioneert niet. • De band is uitgeworpen na de opname als u een band zonder Cassette Memory gebruikt. (p. 119) • De band is nieuw en bevat geen opnamen. END SEARCH functioneert niet correct. • Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit duidt niet op een storing. De functie voor opnamen met vloeiende intervallen stopt/[Fout tijdens opname met vl. intervallen.] wordt weergegeven en het opnemen wordt gestopt. cWaarschijnlijk is de videokop vuil. Gebruik een reinigingscassette (optioneel). cProbeer het opnieuw vanaf het begin. cGebruik een mini-DV-band van Sony. Afspelen Als u beelden op een "Memory Stick" afspeelt, moet u ook het gedeelte "Memory Stick" doornemen. (p. 111) 110 Probleem Oorzaak en/of oplossing Er kan niet worden afgespeeld. cAls het einde van de band is bereikt, spoelt u de band terug. (p. 46) Er worden horizontale strepen weergegeven in het beeld. De weergegeven beelden zijn niet duidelijk of verschijnen niet. cReinig de kop met een reinigingscassette (optioneel). (p. 127) Fijne patronen knipperen en diagonale lijnen lijken gekarteld. cPas [SCHERPTE] aan naar de (zachter maken) kant in het (CAMERA INST.) menu voor het opnemen. (p. 61) U hoort geen of zacht geluid. cStel [MEERK GELUID] in op [STEREO] in het (STANDRD INST) menu. (p. 78) cZet het volume hoger. (p. 46) cIn het (STANDRD INST) menu past u [AUDIO MIX] bij [ST2] (aanvullend geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort. (p. 79) cAls u een S-VIDEO gebruikt, moet u controleren of de rode en witte stekkers van de A/V-kabel ook zijn aangesloten. (p. 54) Het geluid is onderbroken. cReinig de kop met een reinigingscassette (optioneel). (p. 127) De datumzoekfunctie kan niet worden uitgevoerd als de opnamedatum op het scherm wordt weergegeven. cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119) cStel [ ZOEKEN] in op [AAN] in het (BEW.&AFSP.) menu. (p. 75) • Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit duidt niet op een storing. Problemen oplossen Probleem Oorzaak en/of oplossing "---" wordt weergegeven op het scherm. • De band die u afspeelt, is opgenomen zonder ingestelde datum en tijd. • Er wordt een leeg gedeelte op de band afgespeeld. • De gegevenscode op een band met een kras of storing kan niet worden gelezen. END SEARCH functioneert niet. • De band is uitgeworpen na de opname als u een band zonder Cassette Memory gebruikt. (p. 119) • De band is nieuw en bevat geen opnamen. END SEARCH functioneert niet correct. • Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit duidt niet op een storing. "Memory Stick" Oorzaak en/of oplossing De functies kunnen niet worden uitgevoerd met de "Memory Stick". cStel de POWER schakelaar in de CAMERA-MEMORY of PLAY/EDIT stand. (p. 16) c Plaats een "Memory Stick" in de camcorder. (p. 21) • De "Memory Stick" is geformatteerd op een computer. cFormatteer de "Memory Stick" op de camcorder. Houd er rekening mee dat alle opgenomen gegevens worden verwijderd. (p. 67) Er kan niet worden opgenomen op de "Memory Stick". cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121) cDe "Memory Stick" is vol. Verwijder ongewenste beelden van de "Memory Stick". (p. 102) cFormatteer de "Memory Stick" met de camcorder of plaats een andere "Memory Stick". (p. 67) • De map "100MSDCF" is geselecteerd. U kunt geen beelden opnemen in de map "100MSDCF". Deze map wordt alleen gebruikt voor afspelen. Het HOLOGRAM AF licht valt niet op het midden van het onderwerp. • Er wordt automatisch scherpgesteld als het HOLOGRAM AF licht op het onderwerp valt. Dit duidt niet op een storing. (p. 38) Problemen oplossen Probleem Het HOLOGRAM AF licht is wazig cVeeg de HOLOGRAM AF zender schoon met een droge doek. en het is moeilijk om scherp te stellen. De beelden worden niet op ware grootte afgespeeld. • Beelden die op andere apparaten zijn opgenomen, worden niet op ware grootte weergegeven. Dit duidt niet op een storing. Beeldgegevens kunnen niet worden afgespeeld. • Beeldgegevens kunnen niet worden afgespeeld als u bestanden of mappen wijzigt of de gegevens bewerkt op een computer. (In dit geval knippert de bestandsnaam.) Dit duidt niet op een storing. (p. 122) • Beelden die op andere apparaten zijn opgenomen, worden niet op ware grootte weergegeven. Dit duidt niet op een storing. Beelden kunnen niet worden verwijderd. cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121) cSchakel de beveiliging van het beeld uit. (p. 104) • U kunt maximaal 100 beelden in een keer verwijderen. Verwijder de beelden in groepen van minder dan 100. De "Memory Stick" kan niet worden geformatteerd. cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121) ,wordt vervolgd Problemen oplossen 111 Probleem Oorzaak en/of oplossing De beelden kunnen niet tegelijkertijd worden verwijderd. cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121) Beeldbeveiliging kan niet worden toegepast. cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121) cVoer de bewerking nogmaals uit op het indexscherm. (p. 104) Beelden kunnen niet worden gemarkeerd voor afdrukken. cOntgrendel het wispreventienokje op de "Memory Stick". (p. 121) cVoer de bewerking nogmaals uit op het indexscherm. (p. 105) • U kunt maximaal 1000 beelden markeren voor afdrukken. • Films kunnen niet worden gemarkeerd voor afdrukken. Het formaat van beelden kan niet worden gewijzigd. • Het formaat van beelden die op andere apparaten zijn opgenomen, kan wellicht niet worden gewijzigd. Dit duidt niet op een storing. • Het formaat van films kan niet worden gewijzigd. De bestandsnaam wordt niet correct weergegeven. • Als de mapstructuur niet voldoet aan de algemene norm, wordt alleen de bestandsnaam weergegeven. • Het bestand is beschadigd. • De bestandsindeling wordt niet ondersteund op de camcorder. (p. 120) De bestandsnaam knippert. • Het bestand is beschadigd. • De bestandsindeling wordt niet ondersteund op de camcorder. (p. 120) Kopiëren/bewerken 112 Probleem Oorzaak en/of oplossing Beelden van aangesloten apparaten worden niet weergegeven op het LCD-scherm of in de beeldzoeker. cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het (STANDRD INST) menu. (p. 83) cStel [VIDEO INVOER] in op het gewenste signaal in het (STANDRD INST) menu. (p. 80) Er kan niet goed worden gekopieerd met de A/V-kabel. cStel [VIDEO INVOER] in op het gewenste signaal in het (STANDRD INST) menu. (p. 80) cStel [DISPLAY] in op [LCD] in het (STANDRD INST) menu. (p. 83) Beelden van aangesloten apparaten worden niet juist weergegeven. • Het invoersignaal is niet PAL. (p. 90) Nieuw geluid dat is toegevoegd aan de band met opnamen, is niet hoorbaar. cIn het (STANDRD INST) menu past u [AUDIO MIX] bij [ST1] (oorspronkelijk geluid) aan totdat u het geluid duidelijk hoort. (p. 79) Er is geen titel opgenomen/Er is geen bandtitel opgenomen. cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119) cWis ongewenste titels als het Cassette Memory vol is. (p. 76) cSchuif het wispreventienokje naar REC. (p. 119) • U kunt geen titels toevoegen aan lege gedeelten op de band. De titel wordt niet weergegeven. cStel [ TIT.WRGVN] in op [AAN] in het menu. (p. 76) De titel kan niet worden verwijderd. cSchuif het wispreventienokje naar REC. (p. 119) Problemen oplossen (BEW.&AFSP.) Oorzaak en/of oplossing De titelzoekfunctie werkt niet. cGeef een titel op als de band geen titels bevat. (p. 75) cGebruik een band met Cassette Memory. (p. 119) cStel [ ZOEKEN] in op [AAN] in het (BEW.&AFSP.) menu. (p. 75) • Er staat een leeg gedeelte aan het begin of in het midden van de band. Dit duidt niet op een storing. Stilstaande beelden kunnen niet van een band naar een "Memory Stick" worden gekopieerd. • U kunt niet opnemen of er wordt een vervormd beeld opgenomen als de band herhaaldelijk is gebruikt voor opnamen. Films kunnen niet van een band naar een "Memory Stick" worden gekopieerd. • U kunt niet opnemen of er wordt een vervormd beeld opgenomen in de volgende gevallen: – Er staat een leeg gedeelte op de band. – De band is herhaaldelijk gebruikt voor opnamen. – Het invoersignaal is onderbroken of afgekapt. Digitale programmamontage op de band werkt niet. cStel de ingangskeuzeschakelaar op de videorecorder correct in en controleer de aansluiting tussen de camcorder en de videorecorder. (p. 88) cAls de camcorder met een i.LINK-kabel is aangesloten op een DVapparaat dat niet van Sony is, selecteert u [IR] in stap11 van "Stap 1: De camcorder en videorecorder gereedmaken voor gebruik" (p. 93). cPas de synchronisatie van de videorecorder aan. (p. 96) cGeef de correcte [IR INSTEL] code op. (p. 95) cSelecteer de gebruikte stand om de opnamepauze weer te annuleren. (p. 95) cZet de camcorder en de videorecorder meer dan 30 cm uit elkaar. (p. 95) • Het programma kan niet worden ingesteld op een leeg gedeelte van de band. De videorecorder reageert niet correct • Als u de videorecorder aansluit via een i.LINK-kabel, selecteert u [IR] in tijdens digitale programmamontage stap 11 van "Stap 1: De camcorder en videorecorder gereedmaken voor als de videorecorder is aangesloten gebruik" (p. 93). via een i.LINK-kabel. Digitale programmamontage op de "Memory Stick" functioneert niet correct. • Het programma kan niet worden ingesteld op een leeg gedeelte van de band. • U kunt niet opnemen of er wordt een vervormd beeld opgenomen als de band herhaaldelijk is gebruikt voor opnamen. Problemen oplossen Problemen oplossen Probleem 113 Waarschuwingen en berichten Zelfdiagnose/Waarschuwingen Als aanduidingen op het scherm of in de beeldzoeker worden weergegeven, controleert u de volgende punten. Zie de pagina tussen haakjes voor meer informatie. Aanduiding Oorzaak en/of oplossing C:ss:ss/E:ss:ss (Zelfdiagnose) U kunt bepaalde problemen zelf oplossen. Als het probleem blijft optreden nadat u herhaaldelijk hebt geprobeerd dit op te lossen, neemt u contact op met de Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony erkende onderhoudsdienst. C:04:ss cEr wordt een andere accu dan een "InfoLITHIUM" accu gebruikt. Gebruik een "InfoLITHIUM" accu. (p. 123) C:21:ss cEr is vocht in de camcorder gecondenseerd. Verwijder de band en laat de camcorder ten minste één uur staan. Plaats daarna de band terug. (p. 126) C:22:ss cReinig de kop met een reinigingscassette (optioneel). (p. 127) C:31ss/C:32ss cEr treden problemen op die hierboven niet zijn beschreven. Verwijder de band, plaats deze opnieuw en gebruik de camcorder weer. Voer deze procedure niet uit als vocht begint te condenseren. (p. 126) cVerwijder de stroombron. Sluit de stroombron weer aan en gebruik de camcorder weer. cVervang de band. E:61:ss/E:62:ss/E:91:ss cNeem contact op met uw Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony erkende onderhoudsdienst. Geef de 5-cijferige code door die begint met "E". 101-0001 (waarschuwing met betrekking tot bestanden) • Het bestand is beschadigd. • Het bestand is onleesbaar. • U probeert de MEMORY MIX functie te gebruiken voor een film (p. 42). E (waarschuwing met betrekking tot • De accu is bijna leeg. accuniveau) • Afhankelijk van de gebruiksinstellingen, de omgeving of de accu kan de aanduiding E knipperen, zelfs als er nog 5 tot 10 minuten over zijn. % (waarschuwing met betrekking tot condensvorming)* 114 Problemen oplossen cVerwijder de band, zet de POWER schakelaar op (CHG) OFF en laat de camcorder ongeveer één uur staan met het deksel van de bandhouder geopend (p. 126). Oorzaak en/of oplossing (waarschuwing met betrekking tot de "Memory Stick") • Er is geen "Memory Stick" geplaatst. (waarschuwing met betrekking tot het formatteren van de "Memory Stick")* • De gegevens op de "Memory Stick" zijn beschadigd. • De "Memory Stick" is niet correct geformatteerd (p. 67). (waarschuwing met betrekking tot een incompatibele "Memory Stick")* • Er is een incompatibele "Memory Stick" geplaatst. Q (waarschuwing met betrekking tot de band) Langzaam knipperend: • Er is nog minder dan 5 minuten over op de band. • Er is geen band geplaatst.* • Het wispreventienokje van de band is vergrendeld (p. 119).* Snel knipperend: • De band is vol.* Z (waarschuwing met betrekking tot uitwerpen van band)* Langzaam knipperend: • Het wispreventienokje op de band is vergrendeld (p. 119). Snel knipperend: • Er is vocht in de camcorder gecondenseerd (p. 126). • De zelfdiagnosecode wordt weergegeven (p. 114). - (waarschuwing met betrekking tot het verwijderen van beelden)* • Het beeld is beveiligd (p. 104). - (waarschuwing met betrekking tot de schrijfbeveiliging van de "Memory Stick") • Het wispreventienokje van de "Memory Stick" is vergrendeld. (p. 121). (waarschuwing met betrekking tot de flitser) Langzaam knipperend: • Tijdens het opladen Snel knipperend: • De zelfdiagnosecode wordt weergegeven (p. 114).* • Er is een probleem met de ingebouwde flitser of de externe flitser (optioneel). Problemen oplossen Aanduiding * U hoort een melodie of pieptoon als de waarschuwingen op het scherm verschijnen. ,wordt vervolgd Problemen oplossen 115 Waarschuwingsberichten Als er berichten op het scherm verschijnen, controleert u de volgende punten. Zie de pagina tussen haakjes voor meer informatie. Onderwerp Aanduiding Oplossing/Referentie Accu Gebruik de "InfoLITHIUM" accu. cZie pagina 123. De accu is bijna leeg. cLaad de accu op (p. 13). Oude accu. Gebruik een nieuwe. cZie pagina 123. Condensvorming Banden Z Sluit de stroombron opnieuw aan. – % Z Condensvorming. Verwijder de band. cZie pagina 126. % Condensvorming. Schakel camera 1 uur uit. cZie pagina 126. Q Plaats een band. cZie pagina 20. Z Plaats de band opnieuw. cDe band is wellicht beschadigd. Q Z Band vergrendeld. Controleer het nokje. cZie pagina 119. Q Het einde van de band is bereikt. – Gebruik een band met Cassette Memory. cZie pagina 119. "Memory Stick" Plaats een Memory Stick. cZie pagina 21. Plaats de Memory Stick opnieuw. • De "Memory Stick" is wellicht beschadigd. Probeer een andere "Memory Stick". Verwijder Memory Stick niet tijdens schrijven. – Dit is een alleenlezen Memory Stick. – Incompatibel type Memory Stick. cZie pagina 120. Deze Memory Stick is niet juist geformatteerd. cControleer de formattering en formatteer desgewenst de "Memory Stick" opnieuw (p. 67). Kan niet opnemen. Memory Stick is vol. cVerwijder ongewenste beelden (p. 102). - Memory Stick is vergrendeld. Controleer nokje. cZie pagina 120. Kan niet afspelen. Plaats Memory Stick opnieuw. – Kan niet opnemen. Plaats Memory Stick opnieuw. – Geen bestand. • Er is geen bestand opgenomen of er staat een onleesbaar bestand op de "Memory Stick". Opladen... Kan geen stilstaande beelden opnemen. • U probeert een beeld op te nemen terwijl de flitser wordt opgeladen. Wacht tot de aanduiding voor flitserlading blijft branden (p. 30). USB streaming Deze functie is niet beschikbaar. 116 Problemen oplossen • U probeert een "Memory Stick" af te spelen of hierop op te nemen tijdens USB Streaming. Onderwerp Aanduiding Oplossing/Referentie "Memory Stick" Max. aantal mappen op Memory Stick is bereikt. • U kunt geen mappen met een nummer hoger dan 999MSDCF maken. cU kunt de gemaakte mappen niet verwijderen met de camcorder. U moet de "Memory Stick" (p. 67) formatteren of de mappen verwijderen op de computer. Kan geen stilst. beelden op Memory Stick opnemen. – Overigen Kan film op Memory Stick niet op band opnemen. – Kan niet opnemen vanwege copyrightbeveiliging. – cZie pagina 100. Niet opgenomen met SP. Kan audio niet toevoegen. cZie pagina 100. Niet opgenomen in 12-bits audio. Kan audio niet toevgn. cZie pagina 100. Kan audio niet toevoegen op leeg gedeelte van band. cZie pagina 100. Cassette Memory is vol. cZie pagina 77. Kan 44,1 kHz audio niet op Memory Stick opnemen. – Fout tijdens opname met vl. intervallen. cZie pagina 110. Al toegevoegd aan P-MENU van CAMERATAPE. – Al toegevoegd aan P-MENU van CAMERAMEMORY. – Al toegevoegd ann P-MENU van PLAY/EDIT. – x Flitser Videokop is vuil. Gebruik een reiningscas. cZie pagina 127. Kan flitser niet opladen. Niet beschikbaar. Problemen oplossen Kan audio niet toevoegen. Koppel i.LINK kabel los. cZie pagina 30. Problemen oplossen 117 Extra informatie De camcorder gebruiken in het buitenland Voeding U kunt de camcorder met de bijgeleverde netspanningsadapter gebruiken in alle landen/regio's waar de lichtnetspanning 100 V tot 240 V, 50/60 Hz, bedraagt. TV-kleursystemen Deze camcorder werkt met het PALkleursysteem. Als u de weergegeven videobeelden op een TV-scherm wilt bekijken, moet dit een PAL-TV (zie de volgende lijst) zijn met een AUDIO/VIDEO ingang. 118 Systeem Wordt gebruikt in PAL Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Groot-Brittannië, Hongarije, Hongkong, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, NieuwZeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Zweden, Zwitserland, enzovoort PAL - M Brazilië PAL - N Argentinië, Paraguay, Uruguay SECAM Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enzovoort NTSC Bahama's, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filipijnen, Guyana, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enzovoort Extra informatie Eenvoudig overschakelen op een andere tijdzone Via het instelmenu kunt u de tijdinstelling eenvoudig omschakelen naar de plaatselijke tijd in een andere tijdzone als u de camcorder in het buitenland gebruikt. Selecteer [WERELDTIJD] in het (TIJD/TAAL) menu en stel het tijdsverschil in (p. 84). Aanbevolen banden U kunt alleen mini-DV-banden gebruiken. Gebruik een band met het teken . is een handelsmerk. Cassette Memory Er zijn twee typen mini DV-banden: banden met Cassette Memory en banden zonder Cassette Memory. Banden met Cassette Memory zijn voorzien van het teken (Cassette Memory). U kunt het beste een band met Cassette Memory gebruiken voor de camcorder. is een handelsmerk. Deze band is voorzien van een IC-geheugen. Hiermee kan de camcorder allerlei gegevens, zoals opnamedatums of titels, opslaan. De functies die het Cassette Memory gebruiken, vereisen ononderbroken signalen die op de band zijn opgenomen. Als de band een leeg gedeelte bevat aan het begin of tussen video-opnamen, wordt een titel mogelijk niet goed weergegeven of werken de zoekfuncties niet goed. b Opmerking • Het Cassette Memory functioneert wellicht niet als u opneemt met een digitale videocamera die het Cassette Memory niet ondersteunt, op een band waarop al eerder is opgenomen met een digitale videocamera die het Cassette Memory wel ondersteunt. Banden die met het NTSC-kleursysteem zijn opgenomen Als de band is opgenomen in de ST AFSP stand, kunt u banden afspelen op het LCD-scherm die zijn opgenomen op een NTSC-videosysteem ( wordt weergegeven). Kopieerbeveiligingssignaal Bij afspelen Als de band die u afspeelt op de camcorder, kopieerbeveiligingssignalen bevat, kunt u de signalen niet kopiëren naar een band in een andere videocamera die is aangesloten op de camcorder. Bij opnemen U kunt op deze camcorder geen software opnemen die is beveiligd met een kopieerbeveiligingssignaal. De aanduiding [Kan niet opnemen vanwege copyrightbeveiliging.] verschijnt op het scherm of het TV-scherm wanneer u probeert dergelijke software op te nemen. Kopieerbeveiligingssignalen worden niet op de band opgenomen door de camcorder tijdens het opnemen. Extra informatie Voorkomen dat een leeg gedeelte op de band ontstaat Raak in de volgende gevallen aan om naar het einde van het opgenomen bandgedeelte te gaan voordat u de volgende video-opnamen maakt: – U hebt de band verwijderd tijdens het opnemen. – U hebt de band afgespeeld. – U hebt EDIT SEARCH gebruikt. Als de band een leeg gedeelte heeft of een onderbroken signaal, neemt u de beelden opnieuw op vanaf het begin tot het einde van de band, zoals hierboven wordt beschreven. z Tip • De geheugencapaciteit van de band met bedraagt 4 kilobits. De camcorder is geschikt voor banden met een geheugencapaciteit van maximaal 16 kilobits. Opmerkingen over het gebruik Per ongeluk wissen voorkomen Schuif het wispreventienokje op de band naar SAVE. REC: er kan worden opgenomen op de band. SAVE: er kan niet worden opgenomen op de band (schrijfbeveiliging). ,wordt vervolgd Extra informatie 119 Etiketten op de band plakken Plak etiketten alleen op de plaatsen die in de volgende afbeelding zijn aangegeven om storingen in de camcorder te voorkomen. Plak geen etiketten bij deze rand. Plaats van het etiket Na het gebruik van de band Spoel de band helemaal terug om vervorming van het beeld en het geluid te voorkomen. Berg vervolgens de band op in het hoesje en bewaar de band rechtop. De functie voor het Cassette Memory werkt niet goed Plaats de band opnieuw. Het Cassette Memory werkt wellicht niet goed als de goudkleurige aansluiting vuil of stoffig is. Informatie over de "Memory Stick" De "Memory Stick" is een nieuw, licht en klein opnamemedium waarop, ondanks de geringe afmeting, meer gegevens kunnen worden opgeslagen dan op een diskette. De volgende typen "Memory Stick" zijn geschikt voor de camcorder. De werking van alle typen "Memory Stick" op de camcorder kan echter niet worden gegarandeerd, zelfs niet als deze typen in de lijst worden weergegeven. Typen "Memory Stick" Opnemen/ afspelen "Memory Stick" a "Memory Stick Duo"*1 a "MagicGate Memory Stick" a*2 "MagicGate Memory Stick Duo"*1 a*2 "Memory Stick PRO" a*2 "Memory Stick PRO De goudkleurige aansluiting reinigen Over het algemeen moet u de goudkleurige aansluiting op de band om de 10 keer dat u de band gebruikt, schoonmaken met een wattenstaafje. Als de goudkleurige aansluiting van de band stoffig en vuil is, wordt de aanduiding voor de resterende bandlengte wellicht niet correct weergegeven en kunt u de functies voor het Cassette Memory mogelijk niet gebruiken. Goudkleurige aansluiting 120 Extra informatie Duo"*1 a*2 *1 Bevestig de Memory Stick Duo adapter voordat u deze in de camcorder plaatst. *2 "MagicGate" is een copyrightbeveiligingstechnologie waarmee gegevens worden opgenomen en overgebracht in een gecodeerde indeling. Gegevens die de "MagicGate" technologie gebruiken, kunnen niet worden opgenomen met of afgespeeld op de camcorder. • Indeling van stilstaande beelden: de camcorder comprimeert en neemt beeldgegevens op in de indeling JPEG (Joint Photographic Experts Group). De bestandsextensie is ".JPG". • Indeling van films: de camcorder comprimeert en neemt beeldgegevens op in de indeling MPEG (Moving Picture Experts Group). De bestandsextensie is ".MPG". • Bestandsnamen van stilstaande beelden: – 101-0001: een bestandsnaam als deze verschijnt op het scherm van de camcorder. – DSC00001.JPG: een bestandsnaam als deze verschijnt op het scherm van de computer. • Bestandsnamen van films: – MOV00001: een bestandsnaam als deze verschijnt op het scherm van de camcorder. – MOV00001.MPG: een bestandsnaam als deze verschijnt op het scherm van de computer. • Op een "Memory Stick" die is geformatteerd op een computer: de werking van een "Memory Stick" die is geformatteerd op een computer met het besturingssysteem Windows of Macintosh, kan niet worden gegarandeerd voor deze camcorder. • De lees-/schrijfsnelheid voor gegevens kan verschillen, afhankelijk van de combinatie van de "Memory Stick" en het "Memory Stick"-compatibele product dat u gebruikt. Per ongeluk wissen van beelden voorkomen Schuif het wispreventienokje op de "Memory Stick" naar de wispreventiestand. De positie en de vorm van het wispreventienokje kunnen verschillen, afhankelijk van het gebruikte model. Achterkant van de "Memory Stick" Wispreventienokje Opmerkingen over het gebruik In de volgende gevallen kunnen beeldgegevens worden beschadigd. Beeldgegevens die zijn beschadigd, worden niet vergoed. – Als u de "Memory Stick" uitwerpt, de camcorder uitschakelt of de accu verwijdert om deze te vervangen terwijl de camcorder beeldbestanden leest op/schrijft naar de "Memory Stick" (het toegangslampje brandt of knippert). – Als u de "Memory Stick" in de buurt van magneten of magnetische velden gebruikt. U kunt het beste een reservekopie van belangrijke gegevens maken op de vaste schijf van de computer. Plaats voor etiketten Plak het etiket op de aangegeven plaats voor etiketten. Houd rekening met de volgende opmerkingen als u een "Memory Stick" gebruikt. • Plaats de "Memory Stick" in het doosje als u deze meeneemt of opbergt. • Raak de aansluitpunten niet aan en zorg dat er geen metalen voorwerpen in aanraking komen met de aansluitpunten. • Laat de "Memory Stick" niet vallen, vouw deze niet en ga er niet op zitten of staan. • Probeer de "Memory Stick" niet te demonteren, te openen of aan te passen. • Zorg dat de "Memory Stick" niet nat wordt. • Plaats geen andere voorwerpen dan de "Memory Stick" in de "Memory Stick" sleuf. Dit kan een storing veroorzaken. Informatie over gebruikslocaties Gebruik of bewaar de "Memory Stick" niet onder de volgende omstandigheden: – Op plaatsen waar deze wordt blootgesteld aan extreem hoge temperaturen, zoals in een auto die in de zomer buiten staat geparkeerd. – Op plaatsen in direct zonlicht. – Op extreem vochtige locaties of locaties die worden blootgesteld aan corrosieve gassen. Extra informatie Aansluitpunt Informatie over het gebruik Opmerking over het gebruik van de "Memory Stick Duo" U kunt een "Memory Stick Duo" in de camcorder gebruiken nadat u deze in de Memory Stick Duo adapter hebt geplaatst. In de volgende gevallen kunt u de "Memory Stick Duo" of de "Memory Stick" sleuf op de camcorder beschadigen: – Als u een "Memory Stick Duo" zonder Memory Stick Duo adapter in de "Memory Stick" sleuf van de camcorder plaatst. – Als u de "Memory Stick Duo" in de verkeerde richting plaatst. ,wordt vervolgd Extra informatie 121 Als u per ongeluk een "Memory Stick Duo" zonder Memory Stick Duo adapter plaatst, moet u de camcorder zo vasthouden dat de "Memory Stick" sleuf naar beneden is gericht. Houd het deksel opzij met een tandenstoker of iets dergelijks en laat de "Memory Stick Duo" naar buiten schuiven. Opmerkingen over het gebruik van de "Memory Stick PRO" • De maximale geheugencapaciteit van een "Memory Stick" die in de camcorder kan worden gebruikt, is 1 GB (512 MB voor een "Memory Stick PRO Duo"). • Dit apparaat ondersteunt gegevensoverdracht met hoge snelheid niet. Opmerkingen over compatibiliteit van beeldgegevens • Beeldgegevens die op een "Memory Stick" zijn opgenomen met de camcorder, voldoen aan de algemene Design Rule for Camera File Systems normen van de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association). • U kunt op de camcorder geen stilstaande beelden weergeven die zijn opgenomen op andere apparatuur (DCR-TRV890E/TRV900/ TRV900E of DSC-D700/D770) die niet aan deze normen voldoet. (Deze modellen zijn niet overal verkrijgbaar.) • Als u een "Memory Stick" die met een ander apparaat is gebruikt, niet kunt gebruiken, moet u deze formatteren met de camcorder (p. 67). Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens van de "Memory Stick" worden verwijderd. • In de volgende gevallen kunt u wellicht geen beelden op de camcorder afspelen: – Als u beeldgegevens afspeelt die op de computer zijn gewijzigd. – Als u beeldgegevens afspeelt die met andere apparatuur zijn opgenomen. 122 Extra informatie • "Memory Stick", en "MagicGate Memory Stick" zijn handelsmerken van Sony Corporation. • "Memory Stick Duo" en " " zijn handelsmerken van Sony Corporation. • "Memory Stick PRO" en " " zijn handelsmerken van Sony Corporation. • "MagicGate" en " " zijn handelsmerken van Sony Corporation. • Alle andere productnamen die hierin worden vermeld, kunnen de handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken zijn van hun respectieve bedrijven. Bovendien worden "™" en "®" niet elke keer vermeld in deze gebruiksaanwijzing. Informatie over de "InfoLITHIUM" accu Dit apparaat is compatibel met de "InfoLITHIUM" accu (M-serie). De camcorder werkt alleen met de "InfoLITHIUM" accu. "InfoLITHIUM" accu's van de M-serie hebben het teken . TM SERIES Informatie over de "InfoLITHIUM" accu De "InfoLITHIUM" accu is een lithium-ionen accu die geschikt is voor het doorgeven van informatie over de gebruikstoestand tussen de camcorder en een optionele netspanningsadapter/oplader. De "InfoLITHIUM" accu meet tijdens het gebruik van de camcorder het stroomverbruik, berekent op basis daarvan de resterende accuduur in minuten en toont deze op het scherm. Met een netspanningsadapter/oplader (optioneel) worden de resterende accuduur en de oplaadtijd weergegeven. De accu opladen • De prestatie van de accu vermindert wanneer de omgevingstemperatuur 10°C of lager is. Ook kunt u de accu minder lang gebruiken. In dit geval voert u een van de volgende procedures uit zodat u de accu langer kunt gebruiken. – Bewaar de accu in een binnenzak om deze warm te houden en plaats de accu pas in de camcorder vlak voordat u gaat opnemen. – Gebruik een accu met grote capaciteit: NPFM50/FM70/QM71/QM71D/FM91/ QM91/QM91D (optioneel). • Bij intensief gebruik van de LCD scherm of veelvuldig wisselen tussen afspelen, vooruitspoelen en terugspoelen raakt de accu sneller leeg. U kunt het beste een accu met grote capaciteit gebruiken: NP-FM50/FM70/ QM71/QM71D/FM91/QM91/QM91D (optioneel). • Zet de POWER schakelaar op (CHG) OFF als u niet opneemt of afspeelt met de camcorder. De accu raakt ook leeg wanneer de camcorder in de opnamepauzestand of weergavepauzestand staat. • Houd voldoende reserveaccu's bij de hand voor twee of drie keer de verwachte opnameduur en maak testopnamen voordat u de uiteindelijke opname maakt. • Zorg dat er geen water op een accu komt. De accu is niet waterbestendig. Extra informatie • Zorg dat de accu is opgeladen voordat u de camcorder gaat gebruiken. • U kunt de accu het beste opladen bij een omgevingstemperatuur tussen 10°C en 30°C tot het lampje CHG (opladen) dooft. Als u de accu oplaadt bij een temperatuur buiten dit bereik, wordt de accu mogelijk niet efficiënt opgeladen. • Na het opladen maakt u de netspanningsadapter los van de DC IN aansluiting van de camcorder of verwijdert u de accu. De accu efficiënt gebruiken Informatie over de aanduiding voor de resterende accuduur • Wanneer de stroom wordt uitgeschakeld terwijl de aanduiding voor de resterende accuduur aangeeft dat er voldoende stroom is, laadt u de accu opnieuw volledig op. De indicatie van de resterende accuduur wordt correct weergegeven. Soms kan de juiste aanduiding echter niet worden weergegeven als de accu geruime tijd achtereen aan hitte is blootgesteld of lang in volledig opgeladen toestand is blijven liggen, of als de accu erg intensief is gebruikt. Gebruik de aanduiding voor de resterende accuduur om de geschatte opnameduur te bepalen. ,wordt vervolgd Extra informatie 123 • De aanduiding E geeft aan dat de accu bijna leeg is, hoewel deze nog 5 tot 10 minuten kan worden gebruikt, afhankelijk van de omstandigheden, de temperatuur en de omgeving. De accu bewaren • Als de accu langere tijd niet wordt gebruikt, laadt u deze helemaal op en gebruikt u de camcorder één keer per jaar zodat de accu goed blijft werken. Verwijder de accu uit de camcorder en bewaar deze in een droge, koele omgeving. • Als u de accu op de camcorder volledig wilt ontladen, stelt u [AUTOM. UIT] in op [NOOIT] in het (STANDRD INST) menu en laat u de camcorder in de opnamewachtstand staan tot de stroom wordt uitgeschakeld (p. 83). Informatie over de levensduur van de accu • De levensduur van de accu is beperkt. Naarmate u de accu gebruikt, neemt de capaciteit geleidelijk af. Wanneer de gebruiksduur van een volledig opgeladen accu aanmerkelijk is afgenomen, nadert het einde van de levensduur van de accu. Koop dan een nieuwe accu. • De levensduur van elke afzonderlijke accu is afhankelijk van de omstandigheden waaronder deze wordt bewaard en gebruikt. "InfoLITHIUM" is een handelsmerk van Sony Corporation. Informatie over i.LINK De DV-interface van dit apparaat is een DVinterface die geschikt is voor het i.LINKsysteem. Hieronder volgt een beschrijving van het i.LINK-systeem en de mogelijkheden ervan. i.LINK i.LINK is een digitale seriële interface voor het overdragen van digitale video- en audiogegevens en andere gegevens naar een ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK. U kunt ook andere apparaten bedienen met de i.LINK-interface. Een apparaat dat geschikt is voor i.LINK, kan worden aangesloten met een i.LINK-kabel. Mogelijke toepassingen zijn bediening en gegevensoverdracht tussen verschillende digitale A/V-apparaten. Als er twee of meer i.LINK-apparaten indirect zijn verbonden met dit apparaat, kunt u naast de gegevensoverdracht ook de andere verbonden apparaten bedienen. Houd er rekening mee dat deze manier van werken soms afwijkt vanwege de kenmerken en specificaties van het aangesloten apparaat. Bovendien zijn sommige bewerkingen en gegevensoverdrachten wellicht niet mogelijk op bepaalde aangesloten apparaten. b Opmerking • Gewoonlijk wordt slechts één apparaat aangesloten op dit apparaat met de i.LINK-kabel. Voor het aansluiten van dit apparaat op i.LINK-apparatuur met twee of meer DV-interfaces wordt u verwezen naar de gebruiksaanwijzing van de aan te sluiten apparatuur. z Tips • i.LINK is een wat gemakkelijker te gebruiken term voor IEEE 1394 data transport bus, voorgesteld door Sony en als handelsmerk goedgekeurd door veel bedrijven. • IEEE 1394 is een internationale norm, vastgesteld door het Institute of Electrical and Electronic Engineers. 124 Extra informatie Informatie over i.LINKoverdrachtssnelheid De maximale i.LINK-overdrachtssnelheid kan verschillen per apparaat. Er zijn drie soorten. S100 (ongeveer 100 Mbps*) S200 (ongeveer 200 Mbps) S400 (ongeveer 400 Mbps) De overdrachtssnelheid staat in de gebruiksaanwijzing van elk apparaat vermeld onder "Technische gegevens". Bovendien staat op sommige apparaten de overdrachtssnelheid ook vermeld bij de i.LINK-aansluiting. De maximumoverdrachtssnelheid voor een apparaat zonder specificatie, zoals dit apparaat, is "S100". De overdrachtssnelheid kan afwijken van de weergegeven waarde als het apparaat wordt aangesloten op een apparaat met een andere maximumoverdrachtssnelheid. Voor meer informatie over voorzorgsmaatregelen en compatibele software raadpleegt u de handleiding van het apparaat dat u wilt aansluiten. Informatie over de vereiste i.LINK-kabel Gebruik de Sony i.LINK 4-pins-naar-4-pins kabel (voor het kopiëren met DV). i.LINK en zijn handelsmerken van Sony Corporation. * Mbps Mbps staat voor megabit per seconde, dat wil zeggen de hoeveelheid gegevens die in een seconde kan worden verzonden of ontvangen. Een overdrachtssnelheid van bijvoorbeeld 100 Mbps wil zeggen dat in één seconde 100 megabits aan gegevens kunnen worden overgedragen. Extra informatie i.LINK-functies op dit apparaat gebruiken Zie pagina 88, 89 voor meer informatie over het kopiëren als dit apparaat is aangesloten op een ander videoapparaat met een DV-interface. Dit apparaat kan ook worden aangesloten op een ander apparaat dat geschikt is voor i.LINK (DV-interface) van het merk Sony (bijvoorbeeld een computer uit de VAIO serie) en op een videoapparaat. Voordat u dit apparaat aansluit op een computer, moet u zorgen dat er op de computer al een toepassing is geïnstalleerd die geschikt is voor dit apparaat. Sommige videoapparaten die geschikt zijn voor i.LINK, zoals digitale televisies, DVDrecorders/-spelers en MICROMV-recorders/spelers, zijn niet compatibel met een DVapparaat. Voordat u de camcorder aansluit op een ander apparaat, controleert u of het apparaat compatibel is met een DV-apparaat. Extra informatie 125 Onderhoud en voorzorgsmaatregelen Camcorder gebruiken en onderhouden • Gebruik of bewaar de camcorder niet onder de volgende omstandigheden. – Op extreem koude of warme plaatsen. Laat de camcorder nooit achter op plaatsen waar de temperatuur tot boven de 60°C kan oplopen, zoals in direct zonlicht, bij de verwarming of in een auto die in de zon is geparkeerd. De camcorder functioneert mogelijk niet meer goed of vervormt. – In de buurt van sterke magnetische velden of mechanische trillingen. Mogelijk functioneert de camcorder niet meer goed. – In de buurt van sterke radiogolven of straling. Mogelijk kan er niet meer goed worden opgenomen met de camcorder. – In de buurt van AM-radio-ontvangers en videoapparatuur. Er kan ruis ontstaan. – Zandstranden en stoffige omgevingen. Zand en stof kunnen storingen in de camcorder veroorzaken. Soms kunnen deze storingen niet meer worden gerepareerd. – Bij ramen of buiten waar het LCD-scherm, de beeldzoeker of de lens aan direct zonlicht worden blootgesteld. Hierdoor kunnen de beeldzoeker en het LCD-scherm aan de binnenkant worden beschadigd. – Op vochtige plaatsen. • Gebruik de camcorder uitsluitend op stroomvoorziening van 7,2 V gelijkstroom (accu) of 8,4 V gelijkstroom (netspanningsadapter). • Gebruik voor het aansluiten op de stroombron (gelijkstroom of wisselstroom) alleen de in deze gebruiksaanwijzing vermelde accessoires. • Zorg dat de camcorder niet nat wordt, bijvoorbeeld door regen of zeewater. Als de camcorder nat wordt, kunnen er storingen optreden. Soms kunnen deze storingen niet meer worden gerepareerd. • Mocht er vloeistof of een voorwerp binnen in de camcorder terechtkomen, moet u de stroom onmiddellijk uitschakelen, de stekker uit het stopcontact halen en de camcorder eerst door 126 Extra informatie een Sony-technicus laten nakijken voordat u het apparaat weer in gebruik neemt. • Laat het apparaat niet vallen, behoed het tegen mechanische schokken en ga er altijd voorzichtig mee om. Wees vooral voorzichtig met de lens. • Zorg dat de POWER schakelaar op (CHG) OFF staat zolang u de camcorder niet gebruikt. • Wikkel de camcorder tijdens gebruik nooit in textiel, zoals een handdoek. De binnenkant van de camcorder kan hierdoor ernstig oververhit raken. Wanneer u de camcorder langere tijd niet gebruikt Schakel de camcorder van tijd tot tijd in en speel bijvoorbeeld 3 minuten een band af. Condensvorming Als de camcorder rechtstreeks van een koude in een warme omgeving wordt gebracht, kan de lens beslaan of vocht condenseren in het inwendige van het apparaat, op de videokop of het oppervlak van de band. Als deze situatie zich voordoet, kan de band aan de koptrommel blijven plakken en beschadiging of storing in de werking van het apparaat veroorzaken. Als de camcorder van binnen vochtig is, verschijnt [%Z Condensvorming. Verwijder de band.] of [% Condensvorming. Schakel camera 1 uur uit.]. De aanduiding verschijnt niet als er vocht op de lens is gecondenseerd. Als er vocht in de camcorder is gecondenseerd Geen van de functies werkt, behalve het uitwerpen van de band. Verwijder de band, schakel de camcorder uit en laat het apparaat daarna een uur lang ongebruikt staan, met de bandhouder open. De camcorder kan weer worden gebruikt als de % of de Z aanduiding niet verschijnt als de stroom weer wordt ingeschakeld. Als vocht begint te condenseren, kan de camcorder de condensvorming soms niet herkennen. Als dit gebeurt, duurt het soms meer dan 10 seconden voordat de band wordt uitgeworpen nadat de bandhouder is geopend. Dit duidt niet op een storing. Sluit de bandhouder niet tot de band is uitgeworpen. Opmerking over condensvorming Er kan vocht uit de lucht in de camcorder condenseren wanneer u het apparaat in een warme, vochtige omgeving gebruikt of wanneer u de camcorder direct van een koude omgeving in een warme omgeving brengt, zoals hieronder wordt weergegeven. • Als u de camcorder van de ijsbaan of de skihellingen rechtstreeks meeneemt in een verwarmde ruimte. • Als u de camcorder op een hete zomerdag vanuit een koele ruimte of een auto met airconditioning mee naar buiten neemt. • Als u de camcorder onmiddellijk na een regenbui gebruikt. • Wanneer u de camcorder op een warme en vochtige plaats gebruikt. Condensvorming voorkomen Voordat u de camcorder van een koude omgeving naar een warme plaats brengt, verpakt u het apparaat eerst in een plastic zak die u goed (luchtdicht) afsluit. Neem de camcorder pas uit de plastic zak, wanneer de lucht in de zak dezelfde temperatuur heeft als de omringende warme lucht (na ongeveer een uur). Videokop LCD-scherm • Druk niet te hard op het LCD-scherm. Dit kan schade veroorzaken. • Wanneer u de camcorder gebruikt in een koude omgeving, kunnen er nabeelden op het LCD-scherm verschijnen. Dit duidt niet op een storing. • Tijdens het gebruik van de camcorder kan de achterkant van het LCD-scherm warm worden. Dit duidt niet op een storing. Het LCD-scherm reinigen • Als het LCD-scherm vuil is door stof of vingerafdrukken, kunt u het schoonmaken met de bijgeleverde reinigingsdoek. Wanneer u de speciale reinigingsset voor het LCD-scherm gebruikt (optioneel), gebruikt u geen reinigingsmiddel direct op het scherm. Gebruik reinigingspapier dat vochtig is gemaakt met reinigingsmiddel. Het LCD-scherm aanpassen (KALIBRATIE) Mogelijk werken de toetsen op het aanraakscherm niet goed. Voer dan de onderstaande procedure uit. U kunt het beste de camcorder tijdens het gebruik aansluiten op het stopcontact met de bijgeleverde netspanningsadapter. Extra informatie • Wanneer de videokop vies wordt, kunt u niet normaal opnamen maken of treden er storingen op als het beeld en het geluid worden afgespeeld. • Als een van de volgende problemen optreedt, maakt u de videokoppen gedurende tien seconden schoon met een Sony DVM-12CLD reinigingscassette (optioneel). – Er verschijnt een mozaïekpatroon in het weergegeven beeld of er wordt een blauw scherm weergegeven. reinigingscassette hebt gebruikt, is de videokop mogelijk versleten. Neem contact op met de Sony-handelaar of een plaatselijke, door Sony erkende onderhoudsdienst om de videokop te laten vervangen. 1 Schuif de POWER schakelaar omhoog naar (CHG) OFF. 2 Verwijder de band en de "Memory Stick" uit de camcorder en verwijder alle kabels van de camcorder behalve de netspanningsadapter. 3 Schuif de POWER schakelaar – De weergegeven beelden bewegen niet. – De beelden worden niet afgespeeld of het geluid is onderbroken. – [x Videokop is vuil. Gebruik een reinigingscas.] wordt tijdens het opnemen weergegeven op het scherm. • De videokop slijt na langdurig gebruik. Als het beeld niet helder wordt nadat u een herhaaldelijk om de PLAY/EDIT stand te selecteren terwijl u op DISPLAY/ BATT INFO op de camcorder drukt. Houd vervolgens DISPLAY/BATT INFO ongeveer 5 seconden ingedrukt. 4 Raak de "×" aan die op het scherm wordt weergegeven met de hoek van de bijgeleverde "Memory Stick". ,wordt vervolgd Extra informatie 127 De positie van "×" wordt gewijzigd. Als u het juiste punt niet hebt aangeraakt, begint u opnieuw met stap 4. b Opmerking • U kunt het LCD-scherm niet kalibreren als het scherm is opengeklapt en het venster naar buiten is gericht. De behuizing reinigen Als de behuizing vuil is, reinigt u de camcorder met een zachte, vochtige doek. Voorkom de volgende situaties waardoor de behuizing kan worden beschadigd. – Het gebruik van oplosmiddelen zoals thinner, benzine, alcohol, chemische reinigingsdoekjes, vluchtige stoffen zoals insekticiden. – Zorg dat de behuizing niet langdurig in contact komt met rubber of vinyl. Verzorging en opslag van de lens • Veeg het oppervlak van de lens schoon met een zachte doek in de volgende gevallen: – Als er vingerafdrukken op de lens zitten. – Op erg warme plaatsen met veel vocht. – Wanneer de lens aan zoute lucht wordt blootgesteld, zoals bij de zeekust. • Bewaar de lens op een goed geventileerde locatie met weinig stof en vuil. • Maak de lens regelmatig schoon om schimmelvorming te voorkomen. U kunt het beste de camcorder ongeveer één keer per maand gebruiken zodat deze lange tijd in goede staat blijft. De vooraf geïnstalleerde knoopcel opladen De camcorder bevat een vooraf geïnstalleerde knoopcel zodat de datum, tijd en andere instellingen worden bewaard als de POWER schakelaar op (CHG) OFF is gezet. De vooraf geïnstalleerde knoopcel wordt altijd opgeladen wanneer u de camcorder gebruikt, maar raakt langzaam leeg als u de camcorder niet gebruikt. De knoopcel is na ongeveer drie maanden helemaal leeg als u de camcorder in het geheel niet gebruikt. Als de vooraf geïnstalleerde knoopcel niet is opgeladen, heeft dit echter geen invloed op het gebruik van de camera als u de datum niet opneemt. Procedures Sluit de camcorder aan op een stopcontact met de bijgeleverde netspanningsadapter en laat de camcorder meer dan 24 uur zo staan met de POWER schakelaar op (CHG) OFF. De vooraf geïnstalleerde knoopcel verwijderen Raak de vooraf geïnstalleerde oplaadbare batterij niet aan tijdens het gebruik. Als de batterij eenmaal is verwijderd, kunt u deze niet terugplaatsen. Als u de camcorder weggooit, moet u de knoopcel uit de camcorder verwijderen. Verwijder de knoopcel volgens de geldende regels met betrekking tot KCA (klein chemisch afval). Gereedschap: een kruiskopschroevendraaier en een gewone schroevendraaier (of vergelijkbaar gereedschap) 1 Controleer of de camcorder is losgekoppeld van de stroombron. 2 Verwijder de schroeven (één uit het klepje van de aansluiting, één uit het deksel van de bandhouder en één uit de onderzijde) met een kruiskopschroevendraaier. Onderzijde 128 Extra informatie 3 Plaats de punt van een gewone schroevendraaier (of vergelijkbaar gereedschap) onder de knoopcel en druk deze naar buiten. Knoopcel 2 Verwijder het stof aan de binnenzijde van de oogkap en de beeldzoeker met een blaaskwastje. 3 Voer stap 2 en 3 in omgekeerde volgorde uit om de oogkap terug te plaatsen en de schroeven vast te draaien. b Opmerking • Laat de schacht van de oogkap niet vallen en buig deze niet. Wees voorzichtig met de oogkap. 4 Draai de batterij en verwijder deze. Wees voorzichtig dat u uw vingers niet bezeert. Extra informatie Stof verwijderen uit de beeldzoeker 1 Verwijder de oogkap. 1 Schuif de beeldzoeker uit. 2 Verwijder de schroeven aan weerskanten van de oogkap en de beeldzoeker met een schroevendraaier. 3 Verwijder de oogkap. Extra informatie 129 Technische gegevens Videocamera Systeem Video-opnamesysteem 2 roterende koppen, schuinspoorregistratie Opnamesysteem voor stilstaande beelden Exif Ver. 2.2 *1 *1 "Exif" is een bestandsindeling voor stilstaande beelden, vastgesteld door de JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association). Bestanden met deze indeling kunnen extra informatie bevatten, zoals de instellingen van de camcorder tijdens het opnemen. Audio-opnamesysteem Roterende koppen, PCM-systeem Quantisering: 12 bits (Fs 32 kHz, stereo 1, stereo 2), 16 bits (Fs 48 kHz, stereo) Videosignaal PAL-kleursysteem, CCIR-normen Aanbevolen banden Mini-DV-band met het teken Bandsnelheid SP: ongeveer 18,81 mm/s LP: ongeveer 12,56 mm/s Opname-/weergaveduur (met DVM60-band) SP: 60 min LP: 90 min Opname-/weergaveduur (met DVM60-band) Ongeveer 2 min 40 s Beeldzoeker Elektronische beeldzoeker (kleur) Beeldapparaat 5,9 mm (1/3 type) CCD (Charge Coupled Device) Totaal: ongeveer 3 310 000 pixels Effectief (stilstaand): ongeveer 3 050 000 pixels Effectief (film): ongeveer 2 050 000 pixels Lens Carl Zeiss Vario-Sonnar T* Gecombineerde motorzoomlens Filterdiameter: 37 mm 10 × (optisch), 120 × (digitaal) F = 1,8 ~ 2,1 130 Extra informatie Brandpuntsafstand 5,1-51 mm Volgens de normen van een 35-mm kleinbeeld-fototoestel In de CAMERA-TAPE stand: 45-450 mm In de CAMERA-MEMORY stand: 37-370 mm Kleurtemperatuur [AUTO], [VASTHOUDEN], [BINNEN] (3 200 K), [BUITEN] (5 800 K) Minimaal vereiste lichtsterkte 7 lx (lux) (F 1,8) 0 lx (lux) (tijdens gebruik van de NightShot functie)* * Voorwerpen die in het donker niet zichtbaar zijn, kunnen worden opgenomen met infraroodverlichting. Ingangen/uitgangen Audio/Video ingang/uitgang 10-polige aansluiting Videosignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm), asymmetrisch Luminantiesignaal: 1 Vp-p, 75 Ω (ohm), asymmetrisch Chrominantiesignaal: 0,3 Vp-p, 75 Ω (ohm), asymmetrisch Audiosignaal: 327 mV (met een uitgangsimpedantie van meer dan 47 kΩ (kilohm)), ingangsimpedantie van meer dan 47 kΩ (kilohm), uitgangsimpedantie van minder dan 2,2 kΩ (kilohm) DV-ingang/-uitgang 4-polige aansluiting Hoofdtelefoonaansluiting Stereo mini-aansluiting (φ 3,5 mm) LANC-aansluiting Stereo mini-mini-aansluiting (φ 2,5 mm) USB-aansluiting Mini-B-aansluiting MIC-aansluiting Mini-aansluiting, 0,388 mV lage impedantie met 2,5-3,0 V gelijkstroom, uitgangsimpedantie 6,8 kΩ (kilohm) (φ 3,5 mm), stereotype LCD-scherm Beeld 6,2 cm (2,5 type) Totaalaantal beeldpunten 211 200 (960 × 220) Algemeen Oplaadbare accu (NP-FM30) Stroomvereisten 7,2 V gelijkstroom (accu) 8,4 V gelijkstroom (netspanningsadapter) Gemiddeld stroomverbruik (met accu) Tijdens camera-opname met de beeldzoeker 3,2 W Tijdens camera-opname met het LCD-scherm 3,7 W Bedrijfstemperatuur 0°C tot 40°C Opslagtemperatuur -20°C tot + 60°C Afmetingen (ongeveer) 59 × 119 × 113 mm (b/h/d) Gewicht (ongeveer) 540 g (apparaat zonder accu) 630 g inclusief de oplaadbare accu NP-FM30, DVM60-band en lensdop. Bijgeleverde accessoires Zie pagina 12. Maximale uitgangsspanning 8,4 V gelijkstroom Uitgangsspanning 7.2 V gelijkstroom Capaciteit 5,0 Wh (700 mAh) Afmetingen (ongeveer) 38,2 × 20,5 × 55,6 mm (b/h/d) Gewicht (ongeveer) 65 g Bedrijfstemperatuur 0°C tot 40°C Type Lithium-ionen Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving. Netspanningsadapter AC-L15A/L15B Extra informatie Stroomvereisten 100-240 V wisselstroom, 50/60 Hz Stroomverbruik 0,35-0,18 A Elektriciteitsverbruik 18 W Uitgangsspanning 8,4 V gelijkstroom, 1,5 A Bedrijfstemperatuur 0°C tot 40°C Opslagtemperatuur -20°C tot + 60°C Afmetingen (ongeveer) 56 × 31 × 100 mm (b/h/d) exclusief uitstekende delen Gewicht (ongeveer) 190 g zonder het netsnoer Extra informatie 131 Snelle kennismaking Onderdelen en bedieningselementen Camcorder A Lensdop (p. 23, 28) B LCD-/aanraakscherm (p. 2, 17) C OPEN toets (p. 17) D DISPLAY/BATT INFO toets (p. 14) E Accu/deksel voor accuaansluiting (p. 13) F "Memory Stick" sleuf (p. 21) G Toegangslampje (p. 21, 121) H Luidspreker I LCD BACKLIGHT schakelaar (p. 17) J Oogdop K Beeldzoeker (p. 2, 17) L POWER schakelaar (p. 16) M START/STOP toets (p. 23) N CHG (opladen) lampje (p. 13) 132 Snelle kennismaking O Lampjes voor CAMERA-TAPE, CAMERA-MEMORY, PLAY/EDIT stand (p. 16) P Ontgrendeling voor accu (p. 13) Q (flitser) toets/aanduiding voor flitserlading (p. 30) De lensdop vervangen A Flitser (p. 30) B Scherpstelring (p. 37) D Camera-opnamelampje (p. 23, 28) E Afstandsbedieningssensor/ Infraroodzender (p. 95) F Aansluitingsklep Snelle kennismaking C Lens (Carl Zeiss-lens) De camcorder is uitgerust met een Carl Zeiss-lens waarmee een fijne beeldkwaliteit wordt verkregen. De lens voor de camcorder is gezamenlijk ontwikkeld door Carl Zeiss, in Duitsland, en Sony Corporation. De lens gebruikt het MTF-meetsysteem voor videocamera's en zorgt voor dezelfde fijne kwaliteit als een Carl Zeiss-lens. De lens voor de camcorder heeft een T*laag om ongewenste reflectie te onderdrukken en kleuren waarheidsgetrouw weer te geven. MTF staat voor Modulation Transfer Function. Deze waarde geeft aan hoeveel licht van een onderwerp in de lens valt. G Intelligent accessory shoe (p. 100) Via de intelligent accessory shoe wordt stroom geleverd aan optionele accessoires, zoals een videolamp of microfoon. Het accessoire kan worden in- en uitgeschakeld met de POWER schakelaar op de camcorder. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van het accessoire voor meer informatie. De intelligent accessory shoe heeft een veiligheidssluiting zodat het geïnstalleerde accessoire stevig is bevestigd. Als u een accessoire wilt aansluiten, drukt u dit op de schoen en schuift u het naar achter. Vervolgens draait u de schroef vast. Als u een accessoire wilt verwijderen, draait u de schroef los. Vervolgens drukt u op het accessoire en schuift u dit uit de schoen. H Microfoon (p. 100) I HOLOGRAM AF zender (p. 38) J K DV Interface (p. 124) (USB) aansluiting L DC IN aansluiting (p. 13) ,wordt vervolgd Snelle kennismaking 133 A BACK LIGHT toets (p. 33) H FOCUS toets (p. 36) B RESET toets Houd er rekening mee dat bij het indrukken van RESET alle instellingen, inclusief de datum en tijd en met uitzondering van de items in het persoonlijke menu, worden teruggezet op de standaardwaarden. I Motorzoomknop C A/V (audio/video) aansluiting (p. 88) D (LANC) aansluiting (blauw) De LANC aansluiting wordt gebruikt voor de bediening van het bandtransport op videoapparatuur en randapparatuur die hierop zijn aangesloten. E i (hoofdtelefoon) aansluiting (groen) Als u de hoofdtelefoon gebruikt, komt er geen geluid uit de luidspreker op de camcorder. F MIC (PLUG IN POWER) aansluiting (rood) (p. 100) G Aansluitingsklep 134 Snelle kennismaking J PHOTO toets (p. 28) K NIGHTSHOT/NIGHTFRAMING schakelaar (p. 35) L Handgreepband en steun voor vinger (p. 3) A Zoekerscherpstelknopje (p. 17) B Deksel van de bandhouder (p. 20) C OPEN/ZEJECT toets (p. 20) D Bevestigingspunt voor statief Let op dat de schroef van het statief niet langer is dan 5,5 mm. Anders kunt u het statief niet stevig bevestigen en kan de schroef de camcorder beschadigen. Snelle kennismaking ,wordt vervolgd Snelle kennismaking 135 Afstandsbediening Verwijder het isolatievel voordat u de afstandsbediening gebruikt. Het isolatievel verwijderen Isolatievel De knoopcel vervangen 1 Terwijl u het nokje ingedrukt houdt, plaatst u uw nagel in de uitsparing om de batterijhouder naar buiten te trekken. Nokje A PHOTO toets (p. 28) B Geheugenbedieningstoetsen (index, –/+, afspelen van de "Memory Stick") (p. 49) C SEARCH M. toets (p. 55) D ./> toetsen (p. 55) 2 Verwijder de lithiumknoopcel. E Videobedieningstoetsen (Terugspoelen, Afspelen, Snel vooruitspoelen, Pauzeren, Stoppen, Vertraagd) (p. 47) F ZERO SET MEMORY toets (p. 55) G Zender Als u de camcorder hebt ingeschakeld, richt u de zender op de afstandsbedieningssensor om de camcorder te kunnen bedienen. 3 Plaats een nieuwe lithiumknoopcel met de +-pool naar boven gericht. H START/STOP toets (p. 26) I Motorzoomknop (p. 25) J DISPLAY toets (p. 55) 4 Plaats de batterijhouder terug in de afstandsbediening tot deze vastklikt. 136 Snelle kennismaking Let op Als u de batterij niet juist plaatst, bestaat er explosiegevaar. Vervang de batterij alleen door dezelfde of een gelijksoortige batterij die wordt aanbevolen door de fabrikant. Gooi de batterijen weg volgende de aanwijzingen van de fabrikant. b Opmerkingen over de afstandsbediening • Er wordt een lithiumknoopcel (CR2025) gebruikt in de afstandsbediening. Gebruik geen andere batterijen dan de CR2025. • Zorg dat de afstandsbedieningssensor niet wordt blootgesteld aan felle lichtbronnen, zoals direct zonlicht of TL-licht. Anders functioneert de afstandsbediening wellicht niet goed. • De afstandsbediening functioneert wellicht niet correct als de afstandsbedieningssensor wordt geblokkeerd door een voorzetlens (optioneel). • Als u de camcorder bedient met de bijgeleverde afstandsbediening, reageert uw videorecorder wellicht ook. In dit geval selecteert u een andere afstandsbedieningsstand dan VTR 2 voor de videorecorder of bedekt u de sensor op de videorecorder met zwart papier. Snelle kennismaking ,wordt vervolgd Snelle kennismaking 137 Aanduidingen op het LCD-scherm en in de beeldzoeker De volgende aanduidingen verschijnen op het LCD-scherm en in de beeldzoeker om de status van de camcorder aan te geven. Aanduiding Frameopname (p. 71) Analoge beelden en geluid uitvoeren in digitale indeling (p. 80) Bijvoorbeeld: aanduidingen in de CAMERA-TAPE stand Tijdcode (p. 52)/Bandteller (p. 52)/Zelfdiagnose (p. 114)/Beeldnummer (p. 50) 60min STBY Betekenis DV invoer (p. 90) Nulpuntgeheugenterugkeerfunctie (p. 55) 0:00:00 60min HOLOGRAM AF (p. 38) NightShot (p. 35) Super NightShot (p. 35) Color Slow Shutter (p. 35) P-MENU NightFraming (p. 38) Aanpassingsschaal voor de verlichting QZ Waarschuwing (p. 114) Beeldeffecten (p. 69) Aanduiding Betekenis y60 min Resterende accuduur (p. 24) SP LP Opnamestand (p. 25) Digitale effecten (p. 41) MEMORY MIX (p. 42) 9 Handmatig scherpstellen/ Vergroot scherpstellen (p. 36) NTSC-videosysteem (p. 119) STBY OPN Opnamewachtstand/ opnamestand Beeldkwaliteit (p. 30) PROGRAM AE (p. 59) . Beeldformaat (p. 30) n Scherpte (p. 61) Opnamemap/weergavemap (p. 67) 16:9-FORMAAT (p. 63) SteadyShot uitgeschakeld (p. 64) Audiostand (p. 78) Resterende bandlengte (p. 24) Doorlopende foto-opname (Burst) (p. 65) Opnemen met zelfontspanner (p. 26, 31) Intervalopname van stilstaande beelden (p. 73) Flitser (p. 30) Deze aanduiding verschijnt alleen als de flitser wordt gebruikt. 138 Witbalans (p. 60) Beeldformaat (p. 25) Cassette Memory (p. 119) 60 min q Tegenlichtfunctie (p. 33) Snelle kennismaking Progressieve opname (p. 27) - Beveiliging (p. 104) Afdrukmarkering (p. 105) Diavoorstelling (p. 70) Achtergrondverlichting van het LCD-scherm uitgeschakeld (p. 17) Beeld verwijderen (p. 102) Index Cijfers 16:9-FORMAAT stand ......63 21-polige verloopstekker ...............................54, 90 Beeldkwaliteit (KWALITEIT)...... 30, 66 Beeldzoeker ....................... 17 Helderheid (LICHT BZ) ......... 80 Beeldzoeker aanpassen...... 17 Beeldzoekfunctie ............... 47 BELICHT.PROG .............. 59 Burst (BURST)............ 29, 65 A B BACK LIGHT (camera) ....33 Band ...................................20 Band met dubbel geluidsspoor ................79 Bandteller...........................24 Bedieningsstand .................16 Beeldbeveiliging ..............104 Beeldeffecten (B EFFECT) ................69 Beeldformaat (BEELDFORM.) ...30, 66 C Cassette Memory ......... 2, 119 Chroma Key op de "Memory Stick" (GTCAM CHROMA) ................. 42 Chroma Key op de camera (CAMTG CHROMA)42 Color Slow Shutter (COLOR SLOW S)..... 35 Condensvorming ............. 126 Controleren .................. 23, 29 Conversiefunctie voor digitale signalen (A/V cDV UIT) .................................... 80 D Datum/tijd.......................... 52 Datumzoekfunctie ............. 56 DEMOFUNCTIE .............. 73 DIGITAL ZOOM .............. 63 Digitale effecten (DIG EFFECT)............... 41, 48 Digitale programmamontage (PROG. BEW) ............ 93 DVD BRANDEN .............. 74 E EDIT SEARCH ................. 45 Eerste geluidsspoor Zie MEERK GELUID END SEARCH ............ 44, 75 FADER ............................. 39 Fijn (FIJN) Zie beeldkwaliteit (KWALITEIT) FILM INSTEL. ................. 66 Flexibele spotmeter (SPOTMETER).......... 33 FLITS INST. ..................... 61 Flitser ................................ 30 Formaat wijzigen (FRMT WIJZIG) ................... 103 FORMAT .................. 67, 120 Foto's op Memory Stick28, 49 Frameopname (BEELDOPNAME) ... 71 Frames afspelen ................ 47 G Gebruiken in het buitenland ................. 118 Gegevens over camerainstellingen weergeven .................................... 52 Gegevenscode (GEGEV. CODE).................. 52, 81 Geluidsopnamen invoegen (AUD DUB REG) .... 100 Groothoekopnamen Zie In-/uitzoomen Snelle kennismaking A/V-kabel.............54, 88, 100 Accu Accu ............................13 Batterij Info .................14 Resterende accuduur ......................24, 123 Accu opladen Accu ............................13 Vooraf geïnstalleerde knoopcel .............128 Achtergrondverlichting van LCD (NIV. AV. LCD) .....................................79 Afdrukmarkering .............105 Afspelen (VRTR AFSP) Dubbele snelheid .........47 Frame...........................47 Omgekeerd ..................47 Vertraagd.....................47 Afstandsbediening ...........136 EXTERNE CTRL .......82 Afstandsbedieningssensor ...................................133 AUDIO FUNC. ..................78 AUDIO MIX..............79, 102 AUTO SLUITER ...............61 F H Handgreepband ................... 3 Handmatig scherpstellen ... 37 Handmatige belichting (BELICHT) ................ 34 Helderheid van LCD (LCD BRIGHT) ......... 17 HOLOGRAM AF ....... 38, 62 Hoofdtelefoonaansluiting .................................. 134 ,wordt vervolgd Snelle kennismaking 139 I M i.LINK ............................. 124 i.LINK-kabel ............... 88, 94 In-/uitzoomen .............. 25, 51 Indeling van stilstaande beelden...................... 120 Indexscherm ...................... 50 "InfoLITHIUM" accu...... 123 Infraroodzender ................. 95 Intelligent accessory shoe .......................... 100, 133 Intervalfoto-opname (INT.OPN.-ST)........... 73 Intervalopname (FLITS) ... 41 Map Zie NIEUWE MAP Zie OPNAMEMAP Zie WEERGAVEMAP MEERK GELUID .............78 MEMORY MIX.................42 "Memory Stick" Aantal beelden.......25, 30 Algemene informatie ............................120 Plaatsen .......................21 Menu BEELD PROG. ...........69 BEW.&AFSP. .............74 CAMERA INST..........59 GEH. INST..................65 Items selecteren...........57 MENU DRAAIEN ......83 STANDRD INST ........78 TIJD/TAAL.................84 MONOTOON ....................39 MOZ. FADER ...................39 MPEG ..............................120 J JPEG................................ 120 K KALIBRATIE................. 127 Klok instellen (KLOK INSTEL.) .............. 18, 84 Knoopcel Afstandsbediening .... 136 Camcorder ................ 128 Kopiëren (OPN REG.) ...... 88 L LANC .............................. 134 Langzame sluitertijd (LGZM SL.) ............... 41 LCD BACKLIGHT schakelaar ................. 132 LCD KLEUR .................... 80 LCD/BZ INST................... 79 LCD-scherm ........................ 3 LP (langspeel) zie Opnamestand (OPNM STAND) Luminance Key (LUMINANTIE) ........ 41 Luminance Key op de "Memory Stick" (GTCAM LUMI.) .... 42 140 Snelle kennismaking N NABEELD.........................41 Netspanningsadapter..........16 NIEUWE MAP ..................67 NightFraming.....................38 NightShot ...........................35 NightShot Light (NS LAMP).................62 NORMAAL zie Burst (BURST) NORM. FADER ................39 NTSC .......................118, 119 NTSC weergave (NTSC WRGV.)..........81 Nulpuntgeheugenterugkeerfunctie ..........55 O Opnamecapaciteit RESTANT.............66, 82 Uitleesvenster..............24 Opnamecontrole.................45 Opnamelampje (OPN LED) .................82 OPNAMEMAP..................68 Opnamestand (OPN STND) Opnamestand (OPNM STAND)................ 24, 78 Opnametijd .................. 15, 25 Opnemen met zelfontspanner (ZELF ONTSP.) ... 26, 31 OUDE FILM ..................... 41 Overlappen vanaf de Memory Stick (OVERLAP)...... 40 OVERLOOP...................... 40 P PAL ................................. 118 Persoonlijk menu (P-MENU) .................. 57 Persoonlijk menu aanpassen .................................... 85 PIEPTOON........................ 82 Pieptoon na het bevestigen van een bewerking zie PIEPTOON PROGRAM AE................. 59 Programma's bewerken (PROG. BEW.) ........... 74 Progressieve opnamestand (PROG.OPNEMEN)... 27 PUNT FADER .................. 40 R RESET............................. 134 Rode-ogenreductie (RODE-OGENR.)....... 62 S Scherpstelling .................... 36 SCHERPTE ....................... 61 SLIDE SHOW................... 70 SNELOPNAME zie Burst (BURST) Snelzoekfunctie ................. 47 SP (standaard) zie Opnamestand (OPNM STAND) Speelduur........................... 15 Spiegelstand ...................... 26 SPOT FOCUS (SPOTFOCUS)........... 36 Standaard (STANDAARD) Zie beeldkwaliteit (KWALITEIT) STEADYSHOT .................64 Stereo/mono .......................78 Steun voor de vinger ............3 STILST INST. ...................65 STILSTAAND...................41 Super NightShot.................35 S-video .........................54, 88 T Taal (LANGUAGE).....22, 84 Tele-opnamen Zie In-/uitzoomen Tijdcode .............................24 Titel (bandgeheugen) BAND TITEL .............77 TIT.WRGVN ..............76 TITEL..........................75 TITEL WISSEN..........76 Titelzoekfunctie .................55 TV-kleursystemen............118 Tweede geluidsspoor Zie MEERK GELUID WERELDTIJD .................. 84 Wispreventienokje... 119, 121 Wisselende belichting (BEL KOPPLN) zie Burst (BURST) Wissen ALL. VERW. (bandgeheugen).... 77 ALLES VERW (stilstaand beeld) .. 66 Witbalans (WITBALANS) .......... 60 Z Zelfdiagnose .................... 114 Zoeken met bandgeheugen (ZOEKEN) .................. 44, 55, 56, 75 Zoomen tijdens afspelen (WEERG.ZOOM)....... 52 U Snelle kennismaking Uitleesvenster Aanduidingen in uitleesvenster ......138 DISPLAY ....................83 USB Streaming ..................81 USB-CAMERA...........81 USB-PLY/EDT ...........81 USB-aansluiting...............133 V Vergroot scherpstellen (EXPANDED F) .........61 Verwijderen Beelden verwijderen..102 VIDEO INVOER ...............80 Videokop..........................127 Vloeiende overgang END SEARCH Volledig opgeladen ............13 Volume (VOLUME)....46, 49 W Waarschuwingen..............114 Waarschuwingsberichten ...................................114 WEERGAVEMAP ............68 Snelle kennismaking 141
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292

Sony dcr-pc 330 de handleiding

Categorie
Camcorders
Type
de handleiding
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen