Xerox 700i/700 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
EX700i Print Server/
Integrated Fiery Color Server
Afdrukken
© 2011 Electronics For Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd
volgens de Kennisgevingen voor dit product.
45099429
15 augustus 2011
INHOUD 3
INHOUD
INLEIDING 7
Terminologie en conventies 8
Gebruikerssoftware voor afdrukken 9
MAC OS X 10
Printerstuurprogrammabestanden voor Mac OS X installeren 10
Installatie vanaf de dvd met gebruikerssoftware 11
Printerstuurprogrammas downloaden met WebTools 11
Printerstuurprogrammas downloaden vanaf de EX700i 12
Printerstuurprogrammabestanden verwijderen 13
De Mac OS X-computer instellen voor afdrukken 14
Afdrukken met Mac OS X v10.6.x instellen 14
Afdrukken met Mac OS X v10.5.x instellen 18
Afdrukken met Mac OS X v10.4.x instellen 22
Afdrukken met Mac OS X v10.3.9 instellen 26
Niet-Engelse printer toevoegen in Mac OS X v10.5 en v10.6 28
Installeerbare opties configureren 28
Bureaubladprinter gebruiken (facultatief) 28
Afdrukken vanaf Mac OS X-computers 29
De EX700i selecteren in de lijst met printers 30
Afdrukopties instellen en afdrukken vanuit Mac OS X-toepassingen 31
Deelvenster Snelle toegang aanpassen 34
De status van de digitale pers controleren 34
INHOUD
INHOUD 4
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 35
Windows-printerstuurprogramma’s installeren 35
Printerstuurprogrammas installeren via point-and-print 36
Printerstuurprogrammas downloaden via WebTools 38
Printerstuurprogrammas downloaden vanaf de EX700i 39
Printerstuurprogrammas installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware 40
Printerstuurprogramma installeren op een 64-bits Windows-computer
vanaf een 32-bits server met Windows Server 2003 43
Installeerbare opties voor printerstuurprogrammas configureren 43
Een virtuele printer installeren en een verbinding tot stand brengen 44
Printerstuurprogrammas verwijderen 46
Windows-computers instellen voor afdrukken 47
Afdrukverbindingen instellen 47
De SMB-afdrukverbinding voltooien 48
Afdrukverbindingen via standaard-TCP/IP-poorten (RAW of LPR) voltooien 48
IPP-verbindingen voltooien 52
Installeerbare opties configureren 54
Afdrukken vanaf Windows-computers 55
Afdrukopties instellen en afdrukken vanuit Windows-toepassingen 56
Standaardafdrukopties voor afdruktaken opgeven 59
Het pictogram Snelle toegang aanpassen 60
De status van de digitale pers controleren 60
Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken 60
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 61
Windows-printerstuurprogramma’s installeren 61
Printerstuurprogrammas installeren via point-and-print 62
Printerstuurprogrammas downloaden via WebTools 64
Printerstuurprogrammas installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware 65
Printerstuurprogramma installeren op een 64-bits Windows-computer
vanaf een 32-bits server met Windows Server 2003 68
Installeerbare opties voor printerstuurprogrammas configureren 68
Een virtuele printer installeren en een verbinding tot stand brengen 69
Printerstuurprogrammas verwijderen 71
INHOUD 5
Windows-computers instellen voor afdrukken 72
Afdrukverbindingen instellen 72
De SMB-afdrukverbinding voltooien 72
Afdrukverbindingen via standaard-TCP/IP-poorten
(RAW of LPR) voltooien 73
IPP-verbindingen voltooien 77
Installeerbare opties configureren 79
Afdrukken vanaf Windows-computers 80
Afdrukopties instellen en afdrukken vanuit Windows-toepassingen 81
Standaardafdrukopties voor afdruktaken opgeven 84
Het pictogram Snelle toegang aanpassen 85
De status van de digitale pers controleren 85
Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken 85
AFDRUKMETHODEN 86
Job Monitor configureren en gebruiken 87
De verbinding configureren 87
Job Monitor gebruiken 87
E-mailservice 88
Afdrukken via een e-mailclient 88
Afdruktaken beheren met e-mailopdrachten 90
Afdrukken vanaf een USB-apparaat 91
FTP-afdrukken 94
Beveiligde afdruktaken afdrukken en ophalen 95
Adobe PDF Print Engine (APPE) 96
Afdrukken met APPE-workflow 96
Meerdere bestanden afdrukken met APPE 98
Rechtstreeks mobiel afdrukken 99
INHOUD 6
AFDRUKOPTIES 100
Printerstuurprogramma’s en printerdefinitiebestanden 100
Afdrukopties instellen 101
Hiërarchie voor het vervangen van afdrukopties 102
Afdrukopties en standaardinstellingen 102
Opties van Taakinfo 103
Opties van Media 105
Opties van Opmaak 108
Opties van Kleur 113
Opties van Afbeelding 118
Opties van Afwerking 119
Opties van VDP (afdrukken met variabele gegevens) 120
Opties van Stempel/Watermerk 122
Instellingen voor afdrukopties vervangen 123
Aanvullende informatie 124
Automatisch overvullen 124
Booklet Maker 124
Booklet Maker in het printerstuurprogramma 126
Booklet Maker in Taakeigenschappen 126
Collationeren 131
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken 132
Documentformaat en papierformaat 133
Dubbelzijdig afdrukken 134
Vouwopties 135
Combineren en afdrukken 136
Beeldverbetering 137
Uitvoermethode 138
Positie van perforatierand en perforaties 138
Schaal 140
Passend schalen 140
Modus voor nietmachine 141
Gebruikersauthenticatie 142
INDEX 143
INLEIDING 7
INLEIDING
In dit document wordt beschreven hoe u de printerstuurprogrammas
en printerdefinitiebestanden kunt installeren voor de EX700i Print Server/Integrated
Fiery Color Server. Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
Printerbestanden installeren op Apple Mac OS-computers
Mac OS X-computers instellen voor afdrukken
Afdrukken vanaf Mac OS-computers
Printerbestanden installeren op Microsoft Windows-computers
Afdrukverbindingen instellen op Windows-computers
Afdrukken vanaf Windows-computers
Afdrukopties van de EX700i Print Server/Integrated Fiery Color Server
Andere afdrukmethoden dan het printerstuurprogramma gebruiken om af te drukken
naar de EX700i Print Server/Integrated Fiery Color Server
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van
netwerkservers en -clients voor gebruik met de EX700i Print Server/Integrated Fiery Color
Server. Voor algemene informatie over het gebruik van de kleurendigitale pers, uw computer,
uw toepassingen of uw netwerk, raadpleegt u de documentatie bij deze producten.
Raadpleeg Welkom voor meer informatie over ondersteunde besturingssystemen
en systeemvereisten.
INLEIDING 8
Terminologie en conventies
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero EX700i (in illustraties en voorbeelden)
Digitale pers Xerox 700 Digital Color Press
EX700i EX700i Print Server/Integrated Fiery Color Server
Titels in cursief Andere documenten in dit pakket
Windows Microsoft Windows XP, Windows Vista,
Windows Server 2003/2008/2008 R2, Windows 7
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is
door de Help te openen in de software
Tips en informatie
Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen
leiden tot de dood of zwaar lichamelijk letsel indien deze niet juist
worden uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor
een veilig gebruik van de apparatuur.
Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen
leiden tot lichamelijk letsel indien deze niet juist worden
uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een veilig
gebruik van de apparatuur.
Vereisten en beperkingen met betrekking tot handelingen. Lees deze
onderdelen altijd goed voor een juist gebruik van de apparatuur en
om beschadiging aan apparatuur of eigendommen te voorkomen.
INLEIDING 9
Gebruikerssoftware voor afdrukken
De volgende tabel vermeldt de gebruikerssoftware die wordt beschreven in dit document.
Dit is de gebruikerssoftware die u nodig hebt om de basisvoorzieningen in te stellen voor het
afdrukken op de EX700i. In andere documenten kan gebruikerssoftware worden beschreven
waarmee u documenten kunt afdrukken.
Gebruikerssoftware Beschrijving
PostScript-
printerdefinitiebestand (PPD)
en bijbehorende bestanden
(voor Windows)
Geven informatie over de EX700i en uw specifieke model van
digitale pers aan uw toepassing en printerstuurprogramma.
PostScript-printerdefinitie-
bestanden (PPD/Plug-in)
(voor Mac OS X)
Worden gebruikt met het PostScript-printerstuurprogramma, zodat
de EX700i wordt weergegeven in de dialoogvensters Afdrukken en
Pagina-instelling van veelgebruikte toepassingen. De PPD-bestanden
van de EX700i geven informatie over de digitale pers aan uw
toepassing en printerstuurprogramma.
PageMaker PPD-bestanden Hiermee kunt u afdrukken op de EX700i vanuit Adobe PageMaker.
U moet het gepaste PPD in PageMaker installeren. Raadpleeg de
documentatie bij PageMaker voor nadere instructies.
PostScript-schermlettertypen
(voor Mac OS X)
PostScript/TrueType-schermlettertypen die overeenkomen met
de printerlettertypen die op de EX700i zijn geïnstalleerd.
Druk een lettertypenlijst af voor een volledig overzicht van
de PostScript-/TrueType-lettertypen die op de EX700i zijn
geïnstalleerd.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor
meer informatie.
Job Monitor
(voor Windows)
Hiermee kunt u de status controleren van elke aangesloten EX700i
en van de afdruktaken die hiernaar worden verzonden. Job Monitor
wordt automatisch geïnstalleerd wanneer het printerstuurprogramma
op een Windows-computer wordt geïnstalleerd.
Raadpleeg “Job Monitor configureren en gebruiken op pagina 87
voor meer informatie.
Printer Delete Utility
(voor Windows)
Hiermee kunt u het Windows-printerstuurprogramma verwijderen.
Raadpleeg “Printerstuurprogrammas verwijderen op pagina 46
en “Printerstuurprogrammas verwijderen op pagina 71 voor
meer informatie.
Hulpprogramma Fiery
Software Uninstaller
(voor Mac OS X)
Hiermee kunt u de Mac OS X-printer en bijbehorende
printerstuurprogrammabestanden verwijderen.
Raadpleeg “Printerstuurprogrammabestanden verwijderen op
pagina 13 voor meer informatie.
MAC OS X 10
MAC OS X
Als u de EX700i wilt instellen als een PostScript-printer op een Mac OS X-computer, moet
u de printerstuurprogrammabestanden installeren die overeenkomen met uw digitale pers en
de EX700i instellen voor afdrukken. Printerstuurprogrammas zijn een manier om informatie
over afdruktaken door te geven tussen uw toepassingen, de EX700i en de digitale pers.
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van beide procedures.
Printerstuurprogrammabestanden voor Mac OS X installeren
Het installeren van printerstuurprogrammabestanden is de eerste stap bij het instellen
van de EX700i als een printer.
OPMERKING: Als het EX700i-printerstuurprogramma al is geïnstalleerd, moet u dit
verwijderen voordat u een nieuw stuurprogramma installeert (raadpleeg
“Printerstuurprogrammabestanden verwijderen op pagina 13).
In de volgende secties wordt beschreven hoe u de printerbestanden voor de EX700i
kunt installeren.
Procedure Raadpleeg
Printerstuurprogrammabestanden voor Mac OS X installeren pagina 10
Mac OS X-computers instellen voor afdrukken pagina 14
Afdrukken vanaf Mac OS X-computers pagina 29
Procedure Raadpleeg
Printerstuurprogrammas installeren vanaf
de dvd met gebruikerssoftware
pagina 11
Printerstuurprogrammas downloaden met WebTools pagina 11
Printerstuurprogrammas downloaden vanaf de EX700i pagina 12
Printerstuurprogrammabestanden verwijderen pagina 13
MAC OS X 11
Installatie vanaf de dvd met gebruikerssoftware
De dvd met gebruikerssoftware bevat de volgende software voor Mac OS X
(in de map OSX : Printer Driver):
OSX Installer: hiermee worden de printerstuurprogrammabestanden geïnstalleerd die zijn
vereist om af te drukken vanuit Mac OS X.
Taalmappen: printerdefinitiebestanden die door OSX Installer worden geïnstalleerd.
U hoeft deze mappen niet te openen of handmatig op uw computer te installeren.
De passende bestanden worden door OSX Installer geïnstalleerd.
DE PRINTERSTUURPROGRAMMABESTANDEN VOOR MAC OS X INSTALLEREN
1 Sluit alle geopende toepassingen af.
2 Mac OS X v10.3.9 en v10.4.x: controleer of Printerconfiguratie niet actief is op uw computer.
Wanneer Printerconfiguratie wordt gestart, wordt de lijst van beschikbare printers bijgewerkt.
Als een printerdefinitiebestand wordt toegevoegd terwijl Printerconfiguratie actief is,
moet u eerst opnieuw opstarten voordat u het bijbehorende printermodel kunt selecteren.
Mac OS X v10.5.x en v10.6.x: ga naar stap 3.
3 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station.
4 Open de map OSX: Printer Driver (Printerstuurprogramma) op de dvd met gebruikerssoftware.
Als u de installatie uitvoert vanuit een map die u hebt gedownload via WebTools of
de EX700i, bladert u naar de map Printer Driver (Printerstuurprogramma)
op uw bureaublad.
5 Dubbelklik op het pictogram van OSX Installer om te beginnen met het installeren
van het printerstuurprogramma.
6 Volg de instructies op het scherm.
OSX Installer installeert de printerdefinitiebestanden voor de EX700i.
7 Wanneer het kopiëren is voltooid, klikt u op Sluit af.
Printerstuurprogramma’s downloaden met WebTools
Als de beheerder toegang tot WebTools heeft ingeschakeld, kunt u installatieprogrammas voor
printerstuurprogrammas rechtstreeks vanaf de EX700i downloaden naar uw computer.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over WebTools.
MAC OS X 12
PRINTERSTUURPROGRAMMAS DOWNLOADEN MET WEBTOOLS
1 Start uw internet- of intranetbrowser en typ de DNS-naam of het IP-adres van de EX700i.
2 Klik op het tabblad Downloads.
3 Klik op de koppeling voor de printerstuurprogramma’s die u wilt installeren
(PrinterFilesforMacOSX).
Een bestand met de naam OSX.dmg wordt gedownload naar het bureaublad. Het bestand
bevat een map met de naam Printer Driver (Printerstuurprogramma) in een gecomprimeerde
indeling. Als uw internetbrowser is uitgerust met een uitpakprogramma, zoals StuffIt
Expander, wordt de map automatisch gedecodeerd en uitgepakt.
Als de map Printer Driver (Printerstuurprogramma) niet automatisch wordt gedecodeerd
en uitgepakt, dubbelklikt u op het bestand om het hulpprogramma te starten dat bestanden
kan decoderen en uitpakken.
4 Open de map OSX : Printer Driver.
5 Dubbelklik op het pictogram van OSX Installer om te beginnen met het installeren van
het printerstuurprogramma.
Volg de instructies op het scherm.
6 Wanneer het kopiëren is voltooid, klikt u op Sluit af.
Printerstuurprogramma’s downloaden vanaf de EX700i
U kunt printerstuurprogrammabestanden rechtstreeks downloaden vanaf de EX700i
naar uw computer via het netwerk.
PRINTERSTUURPROGRAMMABESTANDEN DOWNLOADEN VANAF DE EX700I
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga in de Finder.
2 Typ SMB:// gevolgd door de naam of het IP-adres van de EX700i en klik op Verbind.
Neem contact op met de beheerder als u de EX700i niet kunt vinden.
3 Typ de gebruikersnaam en het wachtwoord in het dialoogvenster SMB/CIFS-
identiteitscontrole.
U kunt de gastaccount gebruiken als standaard. Voor de gastaccount is geen wachtwoord
vereist. Als de gastaccount niet kan worden gebruikt, vraagt u de netwerkbeheerder
om een account.
4 Selecteer de map Mac_User_SW in de lijst met gedeelde volumes en klik op OK.
5 Open de map OSX : Printer Driver (Printerstuurprogramma).
6 Dubbelklik op het pictogram van OSX Installer om te beginnen met het installeren van het
printerstuurprogramma.
Volg de instructies op het scherm.
MAC OS X 13
Printerstuurprogrammabestanden verwijderen
Het hulpprogramma Fiery Software Uninstaller wordt lokaal geïnstalleerd en gebruikt.
Het is niet nodig verbinding te maken met de EX700i voordat u de software gaat gebruiken.
HET HULPPROGRAMMA FIERY SOFTWARE UNINSTALLER INSTALLEREN EN GEBRUIKEN
1 Kopieer Fiery Software Uninstaller.dmg naar het bureaublad vanaf de dvd met
gebruikerssoftware of vanuit de map Mac_User_SW van de lijst met gedeelde volumes
op de EX700i.
2 Dubbelklik op Fiery Software Uninstaller.dmg op het bureaublad.
Fiery Software Uninstaller wordt geopend in de Finder, waar het pictogram Fiery Software
Uninstaller wordt weergegeven en een pijl die wijst naar een koppeling naar de
map Programmas.
3 Selecteer het pictogram Fiery Software Uninstaller aan de linkerzijde en sleep dit naar de
map Programma’s.
4 Blader naar de map Programma’s en dubbelklik op het pictogram Fiery Software Uninstaller.
5 Klik op het tabblad Printers als dit nog niet is geselecteerd.
6 Selecteer een printer in de lijst Geïnstalleerde printers en voer een van de volgende
stappen uit:
Klik op Printer en stuurprogramma verwijderen om de printer samen met de
bijbehorende printerstuurprogrammabestanden te verwijderen.
Als u de printer en het bijbehorende printerstuurprogramma wilt verwijderen,
kunt u slechts één printer tegelijk selecteren.
Klik op Printer verwijderen om de printer alleen uit de lijst Geïnstalleerde printers
te verwijderen, maar het printerstuurprogramma geïnstalleerd te laten.
Met het hulpprogramma kunnen alleen printers worden verwijderd die niet momenteel
in gebruik zijn of zijn geopend in het Dock.
OPMERKING: Als meerdere printers gebruikmaken van hetzelfde printerstuurprogramma,
worden met het verwijderen van het printerstuurprogramma ook alle printers verwijderd
die dit stuurprogramma gebruiken.
7 Typ het wachtwoord voor uw Mac OS X-computer in het dialoogvenster en klik op OK
om te bevestigen dat u de printer wilt verwijderen.
8 Klik op het tabblad Besturingsbestanden om de geïnstalleerde printerstuurprogramma’s
te bekijken.
9 Sluit het dialoogvenster Fiery Software Uninstaller.
HET HULPPROGRAMMA FIERY SOFTWARE UNINSTALLER VERWIJDEREN
Verwijder het pictogram Fiery Software Uninstaller uit de map Programma’s in Mac OS X.
MAC OS X 14
De Mac OS X-computer instellen voor afdrukken
In de volgende sectie wordt beschreven hoe u de EX700i instelt op een Mac OS X-computer.
Afdrukken met Mac OS X v10.6.x instellen
Met de volgende procedures stelt u de EX700i in op een computer met Mac OS X v10.6.x.
DE EX700I INSTELLEN VANUIT HET DIALOOGVENSTER VOOR AFDRUKKEN
1 Open een bestand in uw toepassing.
2 Kies Druk af in het menu Archief.
Het dialoogvenster voor afdrukken wordt weergegeven.
3 Selecteer Printer toevoegen in de lijst met printers.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een van
de printerverbindingen in de onderstaande tabel om een printer toe te voegen.
Procedure Raadpleeg
Afdrukken met Mac OS X v10.6.x instellen pagina 14
Afdrukken met Mac OS X v10.5.x instellen pagina 18
Afdrukken met Mac OS X v10.4.x instellen pagina 22
Afdrukken met Mac OS X v10.3.9 instellen pagina 26
Niet-Engelse printer toevoegen in Mac OS X v10.5.x en v10.6 pagina 28
Installeerbare opties configureren pagina 28
Bureaubladprinter gebruiken (facultatief) pagina 28
MAC OS X 15
DE EX700I INSTELLEN VIA AFDRUKKEN EN FAXEN
1 Kies Systeemvoorkeuren in het Apple-menu en kies vervolgens Afdrukken en faxen.
Het dialoogvenster Afdrukken en faxen wordt weergegeven.
2 Klik op de knop “+” om een printer toe te voegen.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven.
Gebruik een van de volgende verbindingen om een printer toe te voegen.
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING STANDAARD (BONJOUR)
OPMERKING: De Bonjour-printerinstelling werkt alleen als de EX700i zich in hetzelfde
LAN bevindt als de Mac OS X-clientcomputer. Ook moet Bonjour zijn ingeschakeld
op de EX700i.
1 Klik op het pictogram Standaard in het dialoogvenster.
De namen van printers met standaardverbindingen worden vermeld. De virtuele printers
die op de EX700i zijn geconfigureerd, worden ook vermeld.
OPMERKING: De namen van de virtuele printers worden in de lijst met printernamen
weergegeven als printernaam:naam van virtuele printer.
Afdrukverbinding Raadpleeg
Standaard (Bonjour) pagina 15
IP-printer pagina 16
MAC OS X 16
2 Selecteer de EX700i in de lijst.
De informatie over de geselecteerde printer wordt onder in het deelvenster Standaard
weergegeven. Het juiste PPD-bestand voor de EX700i wordt automatisch geselecteerd.
Als de beheerder afdrukken met beveiligde toegang heeft geconfigureerd op de EX700i,
wordt het PPD-bestand voor afdrukken met beveiligde toegang geselecteerd.
3 Klik op Voeg toe.
Het deelvenster Uitbreidingsmogelijkheden van het dialoogvenster Afdrukken en faxen
wordt weergegeven.
4 Klik op Ga door.
De naam van de EX700i wordt weergegeven in de lijst met printers.
5 Selecteer de EX700i in de lijst met printers.
6 Klik op Opties en toebehoren en klik vervolgens op het tabblad Besturingsbestand.
7 Geef de instellingen voor installeerbare opties op en klik op OK.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over
het configureren van installeerbare opties.
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING IP-PRINTER
1 Klik op het pictogram IP in het dialoogvenster.
2 LPD-afdrukken: selecteer Line Printer Daemon - LPD in de lijst Protocol, typ het IP-adres
of de DNS-naam van de EX700i in het veld Adres en typ vervolgens de afdrukverbinding
(print, hold of direct) in het veld Wachtrij. Ga naar stap 4.
IP-afdrukken: selecteer Internet Printing Protocol - IPP in de lijst Protocol en typ het
IP-adres of de DNS-naam van de EX700i in het veld Adres. Ga naar stap 3.
Het IP-adres of de DNS-naam worden weergegeven in het veld Naam.
MAC OS X 17
3 Typ ipp/ gevolgd door de afdrukverbinding (print, hold, direct of de naam van de
virtuele printer) in het veld Wachtrij. Gebruik alleen kleine letters.
OPMERKING: De EX700i heeft een naam voor de wachtrij nodig. Laat het veld Wachtrij
niet leeg.
4 Kies Selecteer printersoftware in de lijst bij Druk af via.
5 zoek de fabrikant of het model van de digitale pers in de lijst, selecteer het PPD-bestand
en klik vervolgens op OK.
6 Klik op Voeg toe.
Het deelvenster Uitbreidingsmogelijkheden van het dialoogvenster Afdrukken en faxen
wordt weergegeven.
7 Klik op Ga door.
De EX700i en het bijbehorende IP-adres worden weergegeven in de lijst met printers.
8 Selecteer de EX700i in de lijst met printers.
9 Klik op Opties en toebehoren en klik vervolgens op het tabblad Besturingsbestand.
10 Geef de instellingen voor installeerbare opties op en klik op OK.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het
configureren van installeerbare opties.
MAC OS X 18
Afdrukken met Mac OS X v10.5.x instellen
Met de volgende procedures stelt u de EX700i in op een computer met Mac OS X v10.5.x.
DE EX700I INSTELLEN VANUIT HET DIALOOGVENSTER VOOR AFDRUKKEN
1 Open een bestand in uw toepassing.
2 Kies Druk af in het menu Archief.
Het dialoogvenster voor afdrukken wordt weergegeven.
3 Selecteer Printer toevoegen in de lijst met printers.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een
van de printerverbindingen in de onderstaande tabel om een printer toe te voegen.
DE EX700I INSTELLEN VIA AFDRUKKEN EN FAXEN
1 Kies Systeemvoorkeuren in het Apple-menu en kies vervolgens Afdrukken en faxen.
Het dialoogvenster Afdrukken en faxen wordt weergegeven.
2 Klik op de knop “+” om een printer toe te voegen.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een
van de volgende verbindingen om een printer toe te voegen.
Afdrukverbinding Raadpleeg
Standaard (Bonjour of AppleTalk) pagina 19
IP-printer pagina 20
AppleTalk pagina 21
MAC OS X 19
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING STANDAARD (BONJOUR OF APPLETALK)
OPMERKING: De Bonjour-printerinstelling werkt alleen als de EX700i zich in hetzelfde
LAN bevindt als de Mac OS X-clientcomputer. Ook moet Bonjour zijn ingeschakeld op
de EX700i.
1 Klik op het pictogram Standaard in het dialoogvenster.
De namen van printers met standaardverbindingen worden vermeld. De virtuele printers
die op de EX700i zijn geconfigureerd, worden ook vermeld.
OPMERKING: De namen van de virtuele printers worden in de lijst met printernamen
weergegeven als printernaam: naam van virtuele printer.
2 Selecteer de EX700i in de lijst.
De informatie over de geselecteerde printer wordt onder in het deelvenster Standaard
weergegeven. Het juiste PPD-bestand voor de EX700i wordt automatisch geselecteerd.
3 Klik op Voeg toe.
AppleTalk:
de naam van de EX700i wordt weergegeven in de lijst met printers van het
dialoogvenster Afdrukken en faxen.
Bonjour: het deelvenster Uitbreidingsmogelijkheden van het dialoogvenster Afdrukken
en faxen wordt weergegeven. Klik op Ga door om terug te keren naar het dialoogvenster
Afdrukken en faxen. De naam van de EX700i wordt weergegeven in de lijst met printers.
4 Selecteer de EX700i in de lijst met printers.
5 Klik op Opties en toebehoren en klik vervolgens op het tabblad Besturingsbestand.
6 Geef de instellingen voor installeerbare opties op en klik op OK.
MAC OS X 20
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING IP-PRINTER
1 Klik op het pictogram IP in het dialoogvenster.
2 LPD-afdrukken: selecteer Line Printer Daemon - LPD in de lijst Protocol, typ het IP-adres
of de DNS-naam van de EX700i in het veld Adres en typ vervolgens de afdrukverbinding
(print, hold of direct) in het veld Wachtrij. Ga naar stap 4.
IP-afdrukken: selecteer Internet Printing Protocol - IPP in de lijst Protocol en typ het
IP-adres of de DNS-naam van de EX700i in het veld Adres. Ga naar stap 3.
Het IP-adres of de DNS-naam worden weergegeven in het veld Naam.
3 Typ ipp/ gevolgd door de afdrukverbinding (print, hold, direct of de naam van de virtuele
printer) in het veld Wachtrij. Gebruik alleen kleine letters.
OPMERKING: De EX700i heeft een naam voor de wachtrij nodig. Laat het veld Wachtrij
niet leeg.
4 Kies Selecteer besturingsbestand in de lijst bij Druk af via.
5 Zoek de fabrikant of het model van de digitale pers in de lijst, selecteer het PPD-bestand
en klik vervolgens op OK.
6 Klik op Voeg toe.
Het deelvenster Uitbreidingsmogelijkheden van het dialoogvenster Afdrukken en faxen
wordt weergegeven.
7 Klik op Ga door.
De EX700i en het bijbehorende IP-adres worden weergegeven in de lijst met printers.
MAC OS X 21
8 Selecteer de EX700i in de lijst met printers.
9 Klik op Opties en toebehoren en klik vervolgens op het tabblad Besturingsbestand.
10 Geef de instellingen voor installeerbare opties op en klik op OK.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het
configureren van installeerbare opties.
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE APPLETALK-VERBINDING
OPMERKING: Gebruik deze procedure als de EX700i zich in een andere AppleTalk-zone
bevindt dan uw computer. Als de EX700i zich in dezelfde AppleTalk-zone bevindt,
wordt deze weergegeven als standaardverbinding volgens de procedure op pagina 19.
1 Klik op het pictogram AppleTalk in het dialoogvenster.
2 Selecteer in de lijst de AppleTalk-zone voor de EX700i.
De AppleTalk-printers in de opgegeven zone worden vermeld. De virtuele printers die
op de EX700i zijn geconfigureerd, worden ook vermeld.
OPMERKING: De namen van de virtuele printers worden in de lijst Naam weergegeven
als printernaam: naam van virtuele printer.
3 Selecteer de naam van de EX700i in de lijst met printers en klik op Voeg toe.
De naam van de EX700i wordt weergegeven in de lijst met printers van het dialoogvenster
Afdrukken en faxen.
4 Selecteer de EX700i in de lijst met printers.
5 Klik op Opties en toebehoren en klik vervolgens op het tabblad Besturingsbestand.
6 Geef de instellingen voor installeerbare opties op en klik op OK.
MAC OS X 22
Afdrukken met Mac OS X v10.4.x instellen
Met de volgende procedures stelt u de EX700i in op een computer met Mac OS X v10.4.x.
DE EX700I INSTELLEN VANUIT HET DIALOOGVENSTER VOOR AFDRUKKEN
1 Open een bestand in uw toepassing.
2 Kies Druk af in het menu Archief.
Het dialoogvenster voor afdrukken wordt weergegeven.
3 Selecteer Printer toevoegen in de lijst met printers.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik
een van de printerverbindingen in de onderstaande tabel om een printer toe te voegen.
DE EX700I INSTELLEN VIA PRINTERCONFIGURATIE
1 Kies Hulpprogramma’s in het menu Ga in de Finder.
2 Start Printerconfiguratie.
Het dialoogvenster Printerlijst wordt weergegeven.
3 Klik op Voeg toe.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een
van de printerverbindingen in de onderstaande tabel om een printer toe te voegen.
DE EX700I INSTELLEN VIA AFDRUKKEN EN FAXEN
1 Kies Systeemvoorkeuren in het Apple-menu en kies vervolgens Afdrukken en faxen.
Het dialoogvenster Afdrukken en faxen wordt weergegeven.
2 Klik op de knop “+” om een printer toe te voegen.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een
van de volgende verbindingen om een printer toe te voegen.
Afdrukverbinding Raadpleeg
Standaardkiezer (Bonjour of AppleTalk) pagina 23
IP-printer pagina 24
AppleTalk pagina 25
MAC OS X 23
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING STANDAARDKIEZER (BONJOUR OF APPLETALK)
OPMERKING: De Bonjour-printerinstelling werkt alleen als de EX700i zich in hetzelfde LAN
bevindt als de Mac OS X-clientcomputer. Ook moet Bonjour zijn ingeschakeld op
de EX700i.
1 Klik op Standaardkiezer in het dialoogvenster Printerkiezer.
De namen van printers met standaardverbindingen worden vermeld. De virtuele printers
die op de EX700i zijn geconfigureerd, worden ook vermeld.
Als de printer niet voorkomt in de lijst met printernamen, klikt u op Meer printers.
OPMERKING: De namen van de virtuele printers worden in de lijst Naam weergegeven
als printernaam: naam van virtuele printer.
2 Selecteer de EX700i in de lijst.
De informatie over de geselecteerde printer wordt onder in het deelvenster Standaardkiezer
weergegeven. Het juiste PPD-bestand voor de EX700i wordt automatisch geselecteerd.
3 Klik op Voeg toe.
AppleTalk:
de naam van de EX700i wordt weergegeven in de lijst met printers van het
dialoogvenster Afdrukken en faxen.
Bonjour: het deelvenster Uitbreidingsmogelijkheden van het dialoogvenster Printerkiezer
wordt weergegeven. Klik op Ga door om terug te keren naar het dialoogvenster Afdrukken
en faxen. De naam van de EX700i wordt weergegeven in de lijst met printers.
MAC OS X 24
4 Selecteer de EX700i in de lijst met printers en klik op Toon info.
5 Kies Installeerbare opties in het dialoogvenster Printerinfo, geef de instellingen voor
installeerbare opties op en klik vervolgens op Pas wijzigingen toe.
6 Sluit het dialoogvenster Printerinfo.
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING IP-PRINTER
1 Klik op IP-printer in het dialoogvenster Printerkiezer.
2 LPD-afdrukken: selecteer Line Printer Daemon - LPD in de lijst Protocol, typ het IP-adres
of de DNS-naam van de EX700i in het veld Adres en typ vervolgens de afdrukverbinding
(print, hold of direct) in het veld Wachtrij. Ga naar stap 6.
IP-afdrukken: selecteer Internet Printing Protocol - IPP in de lijst Protocol en typ het
IP-adres of de DNS-naam van de EX700i in het veld Adres. Ga naar stap 3.
Het IP-adres of de DNS-naam worden weergegeven in het veld Naam.
3 Typ ipp/ gevolgd door de afdrukverbinding (print, hold, direct of de naam van de virtuele
printer) in het veld Wachtrij. Gebruik alleen kleine letters.
OPMERKING: De EX700i heeft een naam voor de wachtrij nodig. Laat het veld Wachtrij
niet leeg.
4 Druk af via: zoek de fabrikant of het model van de digitale pers in de lijst en selecteer
vervolgens het PPD-bestand.
5 Klik op Voeg toe.
Het deelvenster Uitbreidingsmogelijkheden van het dialoogvenster Printerkiezer
wordt weergegeven.
MAC OS X 25
6 Klik op Ga door.
De EX700i en het bijbehorende IP-adres worden weergegeven in de lijst met printers.
7 Selecteer de EX700i in de lijst met printers en klik op Toon info.
8 Kies Installeerbare opties in het dialoogvenster Printerinfo, geef de instellingen
voor installeerbare opties op en klik vervolgens op Pas wijzigingen toe.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over
het configureren van installeerbare opties.
9 Sluit het dialoogvenster Printerinfo.
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE APPLETALK-VERBINDING
OPMERKING: Gebruik deze procedure als de EX700i zich in een andere AppleTalk-zone
bevindt dan uw computer. Als de EX700i zich in dezelfde AppleTalk-zone bevindt,
wordt deze weergegeven als standaardverbinding volgens de procedure op pagina 23.
1 Klik op Standaardkiezer of IP-printer in het dialoogvenster Printerkiezer.
2 Klik op Meer printers.
Het dialoogvenster met een lijst van andere verbindingen wordt weergegeven.
3 Selecteer AppleTalk in de lijst met verbindingen.
Het deelvenster AppleTalk wordt weergegeven.
4 Selecteer in de lijst de AppleTalk-zone voor de EX700i.
De AppleTalk-printers in de opgegeven zone worden vermeld. De virtuele printers
die op de EX700i zijn geconfigureerd, worden ook vermeld.
MAC OS X 26
OPMERKING: De namen van de virtuele printers worden in de lijst Naam weergegeven
als printernaam: naam van virtuele printer.
5 Selecteer de naam van de EX700i in de lijst Naam en klik op Voeg toe.
De naam van de EX700i wordt weergegeven in het dialoogvenster Printerlijst.
6 Selecteer de EX700i in de lijst met printers en klik op Toon info.
7 Kies Installeerbare opties in het dialoogvenster Printerinfo, geef de instellingen
voor installeerbare opties op en klik vervolgens op Pas wijzigingen toe.
8 Sluit het dialoogvenster Printerinfo.
Afdrukken met Mac OS X v10.3.9 instellen
Met de volgende stappen stelt u de EX700i in op een computer met Mac OS X v10.3.9.
DE EX700I INSTELLEN VOOR AFDRUKKEN
1 Kies Hulpprogramma’s in het menu Ga in de Finder.
2 Start Printerconfiguratie of Afdrukbeheer.
Het dialoogvenster Printerlijst wordt weergegeven.
3 Klik op Voeg toe.
Selecteer een printerverbinding in het dialoogvenster dat wordt weergegeven. Gebruik een van
de volgende verbindingen om een printer toe te voegen.
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE APPLETALK-VERBINDING
1 Selecteer AppleTalk in de lijst.
Afdrukverbinding Raadpleeg
AppleTalk pagina 26
LPD/LPR pagina 27
MAC OS X 27
2 Selecteer in de lijst de AppleTalk-zone voor de EX700i.
De AppleTalk-printers in de opgegeven zone worden vermeld. De virtuele printers die
op de EX700i zijn geconfigureerd, worden ook vermeld.
OPMERKING: De namen van de virtuele printers worden in de lijst Naam weergegeven
als printernaam: naam van virtuele printer.
3 Selecteer de naam van de EX700i in de lijst Naam.
4 Klik op Voeg toe.
Het juiste PPD-bestand voor de EX700i wordt automatisch geselecteerd.
De naam van de EX700i wordt weergegeven in de lijst met printers.
EEN PRINTER TOEVOEGEN MET DE VERBINDING LPD/LPR
1 Selecteer IP-afdrukken in de lijst.
2 Selecteer LPD/LPR in de lijst Printertype.
3 Typ een IP-adres van de EX700i in het veld Printeradres.
4 Typ de naam van de virtuele printer in het veld Naam wachtrij of laat dit veld leeg voor
de standaardwachtrij.
5 Selecteer het juiste model in de lijst Printermodel.
6 Selecteer het PPD-bestand in de lijst Modelnaam.
7 Klik op Voeg toe.
De EX700i en het bijbehorende IP-adres worden weergegeven in de lijst met printers.
MAC OS X 28
Niet-Engelse printer toevoegen in Mac OS X v10.5 en v10.6
Wanneer u een niet-Engelse EX700i-printer in Mac OS X v10.5 en 10.6 wilt toevoegen, moet
u navigeren naar Andere om het juiste printerstuurprogramma voor uw taal te selecteren.
EEN NIET-ENGELSE PRINTER TOEVOEGEN
1 Open het dialoogvenster Voeg printer toe.
De lijst met beschikbare Bonjour-printers wordt weergegeven.
2 Selecteer de EX700i in de lijst.
3 Selecteer Andere in de lijst bij Druk af via.
4 Navigeer op uw computer naar Bibliotheek : Printers : PPDs : Contents : Resources
en open de taalmap die overeenkomt met de taal die u op uw systeem gebruikt.
5 Selecteer de EX700i in de lijst.
6 Klik op Open en vervolgens op Voeg toe.
Installeerbare opties configureren
Als u de afdrukopties voor de digitale pers en de EX700i goed wilt gebruiken, moet
u de EX700i vanaf uw computer configureren voor de opties die op de digitale pers
zijn geïnstalleerd. Configureer de opties handmatig.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het
configureren van installeerbare opties.
Bureaubladprinter gebruiken (facultatief)
Nadat u de EX700i in de lijst met printers hebt toegevoegd via Afdrukken en faxen
of Printerconfiguratie, kunt u een bureaubladprinter maken en gebruiken.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over
bureaubladprinters.
MAC OS X 29
Afdrukken vanaf Mac OS X-computers
U kunt afdrukken naar de EX700i op dezelfde manier als u afdrukt naar elke andere printer
vanuit een Mac OS X-toepassing. Selecteer de EX700i als de huidige printer in de lijst met
printers, geef afdrukopties op en druk het document vervolgens af vanuit de toepassing.
In de onderstaande tabel worden andere methoden vermeld om af te drukken naar de EX700i
en wordt beschreven waar u meer informatie over deze functies kunt vinden.
Meer informatie Raadpleeg
Bestanden naar de EX700i downloaden met WebTool Documenten Hulpprogramma’s
Documenten afdrukken via Hot Folders Hulpprogramma’s
Documenten afdrukken met Command WorkStation Hulpprogramma’s
Optimale afdrukresultaten verkrijgen vanuit toepassingen Afdrukken in kleur en
Fiery-kleurenreferentie
De EX700i selecteren in de lijst met printers pagina 30
Afdrukopties instellen en afdrukken vanuit Mac OS X-toepassingen pagina 31
Deelvenster Snelle toegang aanpassen pagina 34
De status van de digitale pers controleren pagina 34
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken pagina 132
MAC OS X 30
De EX700i selecteren in de lijst met printers
Voordat u een taak gaat afdrukken, moet u de EX700i selecteren in de lijst met printers.
Volg de onderstaande procedure om de EX700i te selecteren als de standaardprinter.
DE EX700I SELECTEREN ALS DE STANDAARDPRINTER MET MAC OS X V10.5 OF V10.6
1 Controleer of de EX700i is aangesloten op het netwerk en is ingeschakeld.
2 Kies Systeemvoorkeuren in het Apple-menu en kies vervolgens Afdrukken en faxen.
De printers die zijn ingesteld voor afdrukken worden vermeld. De virtuele printers die
op de EX700i zijn geconfigureerd en zijn ingesteld voor afdrukken, worden ook vermeld.
3 Selecteer de EX700i in de lijst Standaardprinter om deze in te stellen als standaardprinter.
4 Sluit het venster.
MAC OS X 31
DE EX700I SELECTEREN ALS DE STANDAARDPRINTER MET MAC OS X V10.4.X OF V10.3.9
1 Controleer of de EX700i is aangesloten op het netwerk en is ingeschakeld.
2 Kies Hulpprogramma’s in het menu Ga in de Finder.
3 Start Printerconfiguratie.
De printers die zijn ingesteld voor afdrukken worden vermeld. De virtuele printers die
op de EX700i zijn geconfigureerd en zijn ingesteld voor afdrukken, worden ook vermeld.
4 Selecteer de EX700i in de lijst met printers om deze op te geven als de huidige printer.
5 Klik op het pictogram Maak standaard.
De EX700i is nu ingesteld als de standaardprinter.
Afdrukopties instellen en afdrukken vanuit Mac OS X-toepassingen
Als u wilt afdrukken vanuit Mac OS X-clientcomputers, moet u de
printerstuurprogrammabestanden installeren. Raadpleeg “Printerstuurprogrammabestanden
voor Mac OS X installeren op pagina 10 voor instructies. In Mac OS X-toepassingen kunt
u afdrukopties instellen in het dialoogvenster Druk af.
Sommige afdrukopties die u in een toepassing kunt selecteren, komen overeen met specifieke
afdrukopties van de EX700i en de digitale pers. In deze gevallen moet u de specifieke
afdrukopties van de EX700i en de digitale pers gebruiken. Deze opties worden weergegeven in
het deelvenster Fiery-functies en/of het venster Afdrukvoorkeuren. Soms bereidt de toepassing
het bestand niet correct voor op het afdrukken op de EX700i, wat kan leiden tot een
onverwachte afwerking, afdrukfouten of een langere verwerkingstijd.
Als u incompatibele afdrukinstellingen opgeeft bij het afdrukken van een document, wordt
het dialoogvenster Conflict weergegeven met instructies voor het oplossen van het conflict.
Sommige afdrukopties, zoals geavanceerde kleurinstellingen, zijn alleen beschikbaar als
tweerichtingscommunicatie is ingeschakeld of als een bepaalde installeerbare optie is
geconfigureerd. Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over
het inschakelen van tweerichtingscommunicatie. Raadpleeg “Installeerbare opties
configureren op pagina 28 voor informatie over het configureren van installeerbare opties.
MAC OS X 32
Als u Standaardwaarde van printer kiest, wordt de taak afgedrukt volgens de instellingen die
de beheerder heeft opgegeven in Instelling. Raadpleeg pagina 101 voor meer informatie.
In de volgende procedure wordt uitgelegd hoe u het printerstuurprogramma kunt gebruiken
om afdrukopties op te geven voor een bepaalde taak en de taak af te drukken op de EX700i.
Raadpleeg pagina 100 voor meer informatie over afdrukopties.
OPMERKING: In de volgende procedure worden schermafdrukken van de
Mac OS X v10.5 gebruikt.
AFDRUKOPTIES INSTELLEN EN AFDRUKKEN VANUIT MAC OS X
1 Kies Archief > Druk af in de toepassing waarmee u werkt en selecteer de EX700i als
uw printer.
2 Kies Fiery-functies in de keuzelijst.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het gebruik
van instellingen.
OPMERKING: Raadpleeg pagina 102 voor een lijst van afdrukopties.
1 Fiery-functies
2 Knop Aanpassen
3 Knop Volledige
eigenschappen
4 Menu Instellingen
5 Tweerichtingscommunicatie
1
2
3
4
5
MAC OS X 33
3 Klik op Volledige eigenschappen in het deelvenster Snelle toegang om afdrukopties en
instellingen voor de taak op te geven.
De afdrukopties zijn ingedeeld in categorieën. Alle groepen of tabbladen bevatten
afdrukopties die gelijksoortig zijn of elkaar aanvullen.
De groepen of tabbladen zijn de volgende:
Snelle toegang bevat een aantal afdrukopties uit de andere groepen met taakeigenschappen.
U kunt dit tabblad aanpassen, dus elke afdrukoptie kan worden toegevoegd of verwijderd.
In het tabblad Snelle toegang kunt u snel afdrukopties vinden zonder door alle tabbladen
van Eigenschappen te bladeren. Raadpleeg pagina 34 voor meer informatie over het aanpassen
van het deelvenster Snelle toegang.
Taakinfo bevat alle informatie over de taak, waaronder gebruikersinformatie die mogelijk
is vereist voor gebruikersauthenticatie, beveiligde afdrukeigenschappen, taakafhandeling en
documentenserver. Raadpleeg pagina 103 voor meer informatie over opties van Taakinfo.
Media bevat papierkenmerken en -bronnen voor het afdrukken en invoegen. Raadpleeg
pagina 105 voor meer informatie over opties van Media.
Opmaak definieert hoe het bestand wordt geplaatst of afgebeeld op het medium/vel, behalve
voor plaatsing waarbij afwerkingsopties worden gecompenseerd (bijvoorbeeld bij Lade-
uitlijning). Raadpleeg pagina 108 voor meer informatie over opties van Opmaak.
Kleur bevat kleurinstellingen en grafische functies (indien ingeschakeld). Raadpleeg
pagina 113 voor meer informatie over opties van Kleur.
Afbeelding bevat alle instellingen voor Beeldkwaliteit die worden ondersteund door
de verbonden EX700i en digitale pers. Raadpleeg pagina 118 voor meer informatie over
opties van Afbeelding.
Afwerking bevat afdrukopties die specifiek zijn voor de EX700i en voor de afwerkeenheden op
de digitale pers. Deze opties hebben voorrang op de printerinstellingen van de EX700i maar
kunnen vanuit Command WorkStation worden gewijzigd. Raadpleeg pagina 119 voor meer
informatie over opties van Afwerking.
VDP bevat alle instellingen voor afdrukken met variabele gegevens (VDP), zoals FreeForm
en geavanceerde VDP-instellingen. Raadpleeg pagina 120 voor meer informatie over opties
van VDP.
Stempel bevat alle stempelopties waarbij een afbeelding aan de taak wordt toegevoegd of
wordt verborgen/verwijderd. Hieronder vallen ook watermerkeigenschappen die de positie
en de stijl van een watermerk definiëren. Raadpleeg pagina 122 of de Help van het
printerstuurprogramma voor meer informatie over opties van Stempel/Watermerk.
Printer bevat de status van de digitale pers, waaronder de huidige niveaus van papier en droge
inkt. Raadpleeg pagina 34 of de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie.
4 Nadat u de afdrukinstellingen hebt opgegeven, klikt u op Druk af om de afdruktaak
te verzenden.
MAC OS X 34
Deelvenster Snelle toegang aanpassen
U kunt het deelvenster Snelle toegang aanpassen en er de afdrukopties in opnemen die u vaak
gebruikt. Hierbij bespaart u tijd, omdat u niet alle andere afdrukoptiepictogrammen hoeft te
openen als u alleen de opties in Snelle toegang wilt instellen.
Wanneer u een afdrukoptie onder Snelle toegang plaatst, wordt deze nog steeds weergegeven
onder het oorspronkelijke afdrukoptiepictogram. U kunt de optie instellen vanaf beide
plaatsen.
SNELLE TOEGANG AANPASSEN
1 Kies Archief > Druk af in de toepassing waarmee u werkt en selecteer de EX700i als
uw printer.
2 Kies Fiery-functies in de keuzelijst.
3 Klik op Aanpassen om de opties in het venster Snelle toegang op te geven.
U kunt een snelkoppeling selecteren in de lijst Beschikbare snelkoppelingen en deze
toevoegen aan de lijst Huidige snelkoppelingen. U kunt ook een snelkoppeling verwijderen
uit de lijst Huidige snelkoppelingen. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het deelvenster
Snelle toegang.
De status van de digitale pers controleren
Als u een TCP/IP-netwerk inschakelt, kunt u de status van de digitale pers en
kleurinstellingen opvragen vanaf de EX700i en deze weergeven in het printerstuurprogramma
met de optie Tweerichtingscommunicatie. De status van de digitale pers omvat de huidige
niveaus van papier en droge inkt. U kunt de kleurinstellingen op de EX700i instellen
met Command WorkStation. Raadpleeg Afdrukken in kleur of de Help van Command
WorkStation voor meer informatie over kleurenafdrukopties.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het controleren
van de status van de digitale pers.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 35
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER
Als u de EX700i wilt instellen als een digitale pers op een Windows-computer, moet u
de printerstuurprogrammabestanden installeren die overeenkomen met uw digitale pers en
de EX700i instellen voor afdrukken. Printerstuurprogrammas zijn een manier om informatie
over afdruktaken door te geven tussen uw toepassingen, de EX700i en de digitale pers.
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van beide procedures.
Windows-printerstuurprogramma’s installeren
Het installeren van printerstuurprogrammas en printerdefinitiebestanden is de eerste stap
bij het instellen van de EX700i als een PostScript-printer.
OPMERKING: Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2 bevatten de functie
Gebruikersaccountbeheer. U moet de beheerder zijn of een gebruiker met beheerdersrechten
om printerstuurprogrammas te installeren.
OPMERKING: Als het EX700i-printerstuurprogramma al is geïnstalleerd, moet
u dit verwijderen voordat u een nieuw stuurprogramma installeert (raadpleeg
“Printerstuurprogrammas verwijderen op pagina 46).
In de volgende secties wordt beschreven hoe u de printerbestanden voor de EX700i
kunt installeren.
Procedure Raadpleeg
Windows-printerstuurprogrammas installeren pagina 35
Windows-computers instellen voor afdrukken pagina 47
Afdrukken vanaf Windows-computers pagina 55
Procedure Raadpleeg
Printerstuurprogrammas installeren via point-and-print pagina 36
Printerstuurprogrammas downloaden met WebTools pagina 38
Printerstuurprogrammas downloaden vanaf de EX700i pagina 39
Printerstuurprogrammas installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware pagina 40
Printerstuurprogramma installeren op een 64-bits Windows-computer
vanaf een 32-bits server met Windows Server 2003
pagina 43
Een virtuele printer installeren en een verbinding tot stand brengen pagina 44
Printerstuurprogrammas verwijderen pagina 46
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 36
Printerstuurprogramma’s installeren via point-and-print
Met SMB-afdrukken (ook wel Windows- of WINS-afdrukken genoemd) kunt u PostScript-
printerstuurprogrammas vanaf de EX700i via Aanwijzen en afdrukken installeren op uw
computer, en afdrukken naar een bepaalde verbinding (afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij,
directe verbinding of virtuele printer).
Elke verbinding (print, hold, direct of virtuele printer) vereist een afzonderlijke installatie.
Herhaal de procedure voor elke verbinding.
Als u het printerstuurprogramma installeert via point-and-print, is het niet mogelijk
installeerbare opties handmatig te configureren. De geïnstalleerde opties worden weergegeven
als de configuratie van de EX700i in het printerstuurprogramma. Raadpleeg “Installeerbare
opties configureren op pagina 54 voor meer informatie.
VOORDAT U BEGINT
Vraag de beheerder het volgende te doen in Instelling op de EX700i:
Een geldig IP-adres toewijzen aan de EX700i.
Vraag aan de beheerder het IP-adres of de DNS-naam die u nodig hebt in de
volgende procedure.
De EX700i configureren voor SMB-afdrukken.
OPMERKING: SMB-afdrukken wordt Windows-afdrukken genoemd in Instelling en op
de configuratiepagina.
Raadpleeg Configuratie en instellingen of de Help van Configure voor meer informatie.
SMB-AFDRUKKEN INSTELLEN OP WINDOWS-COMPUTERS
1 Windows 2000/XP/Server 2003: klik met de rechtermuisknop op Netwerkomgeving of
Mijn netwerklocaties en selecteer vervolgens Computer zoeken of Zoeken naar computers.
Windows Vista/Server 2008: klik op Start, kies Configuratiescherm, dubbelklik op
Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten weergeven.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start, kies Configuratiescherm, kies Netwerk en internet,
kies Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten in het
netwerk weergeven.
2 Windows 2000/XP/Server 2003: typ de naam of het IP-adres van de EX700i en klik op
Nu zoeken of Zoeken.
Windows Vista/Windows 7/Server 2008/Server 2008 R2: typ de naam van de EX700i
in het zoekveld en druk op Enter.
Neem contact op met de EX700i-beheerder als u de EX700i niet kunt vinden.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 37
3 Dubbelklik op de naam van de EX700i om geactiveerde afdrukverbindingen weer te geven.
OPMERKING: Raadpleeg Configuratie en instellingen voor een beschrijving van elke
afdrukverbinding.
4 Dubbelklik op de verbinding die u wilt instellen (print, hold, direct of virtuele printer).
De bestanden worden op uw computer geïnstalleerd.
OPMERKING: Mogelijk krijgt u de melding te zien dat u verbinding gaat maken met een
printer op de EX700i, waardoor automatisch een printerstuurprogramma op uw computer
wordt geïnstalleerd. Klik op Ja om door te gaan.
5 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Windows Server 2008: klik Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik op Printers onder
Klassieke weergave.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start en kies Apparaten en printers.
De printer wordt weergegeven in het venster Printers of Printers en faxapparaten.
6 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de EX700i en kies Eigenschappen.
7 Klik op Testpagina afdrukken in het tabblad Algemeen.
Als de testpagina met succes wordt afgedrukt, kunt u vanaf de computer afdrukken.
8 Herhaal de vorige stappen voor de andere verbindingen die u wenst in te stellen.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 38
Printerstuurprogramma’s downloaden via WebTools
Met WebTools kunt u installatieprogrammas voor printerstuurprogrammas rechtstreeks
van de EX700i downloaden naar uw computer, mits de beheerder toegang tot WebTools
heeft ingeschakeld.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over de instelling.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over het instellen en starten van WebTools.
PRINTERSTUURPROGRAMMABESTANDEN DOWNLOADEN MET WEBTOOLS
1 Start uw internet- of intranetbrowser en typ de DNS-naam of het IP-adres van de EX700i.
2 Klik op het tabblad Downloads.
3 Klik op de koppeling van het item dat u wilt installeren.
Klik voor Windows-printerstuurprogrammas op de koppeling Printerbestanden
onder Windows.
4 Als een dialoogvenster krijgt te zien met de vraag of u het bestand wilt openen dan
wel wilt opslaan op schijf, kiest u voor opslaan op schijf.
5 Blader naar de locatie waar u het bestand PRNTDRV.EXE wilt opslaan en klik op Opslaan.
Het bestand wordt gedownload vanaf de EX700i. Dit gecomprimeerde bestand is een archief
dat meerdere bestanden bevat.
6 Dubbelklik op het bestand PRNTDRV.EXE om de bestanden te decomprimeren.
Afhankelijk van uw besturingssysteem wordt u mogelijk gevraagd een locatie te selecteren
voor het decomprimeren van de bestanden.
Volg de instructies bij het installeren van het printerstuurprogramma voor uw
besturingssysteem. De procedures zijn dezelfde als bij installatie vanaf de dvd, alleen gaat u,
nadat u op Diskette hebt geklikt, naar de locatie waar u de bestanden hebt gedecomprimeerd
in plaats van naar de dvd.
Raadpleeg “De afdrukverbinding voor Windows installeren en voltooien op pagina 40
voor instructies voor de installatie van het Windows-printerstuurprogramma.
Raadpleeg de Help van WebTool Downloads voor meer informatie.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 39
Printerstuurprogramma’s downloaden vanaf de EX700i
U kunt printerstuurprogrammas via het netwerk rechtstreeks vanaf de EX700i naar uw
computer downloaden en deze installeren volgens de procedures in “Printerstuurprogrammas
installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware op pagina 40.
PRINTERSTUURPROGRAMMABESTANDEN DOWNLOADEN VANAF DE EX700I
1 Windows 2000/XP/Server 2003: klik met de rechtermuisknop op Netwerkomgeving
of Mijn netwerklocaties en selecteer vervolgens Computer zoeken of Zoeken naar computers.
Windows Vista/Server 2008: klik op Start, kies Configuratiescherm, dubbelklik op
Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten weergeven.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start, kies Configuratiescherm, kies Netwerk en internet,
kies Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten in het
netwerk weergeven.
2 Windows 2000/XP/Server 2003: typ de naam of het IP-adres van de EX700i en klik op
Nu zoeken of Zoeken.
Windows Vista/Windows 7/Server 2008/Server 2008 R2: typ de naam van de EX700i
in het zoekveld en druk op Enter.
Neem contact op met de beheerder als u de EX700i niet kunt vinden.
3 Dubbelklik op de naam van de EX700i.
Een map met de naam PC_User_SW wordt weergegeven, evenals de ingeschakelde
afdrukverbindingen.
4 Dubbelklik op de map PC_User_SW en blader naar de map Print Drivers\Ps_drvr.
Volg de instructies bij het installeren van het printerstuurprogramma voor uw
besturingssysteem. De procedures zijn dezelfde als bij installatie vanaf de dvd, alleen gaat u,
nadat u op Diskette hebt geklikt, naar de map Print Drivers\Ps_drvr op het bureaublad
in plaats van naar de dvd.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 40
Printerstuurprogramma’s installeren vanaf de dvd
met gebruikerssoftware
In de volgende procedures wordt beschreven hoe u het printerstuurprogramma kunt
installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware.
Als u het printerstuurprogramma op een computer met Windows Server 2003/Server 2008/
Server 2008 R2 of Windows 7 wilt installeren, selecteert u hetzelfde PPD-bestand
(oemsetup.inf) als voor Windows 2000/XP/Vista, zoals beschreven in de volgende procedure.
OPMERKING: In de volgende procedures worden schermafdrukken uit Windows XP gebruikt.
In deze procedure wordt de installatie van een lokale printer (poort 9100) beschreven.
Afhankelijk van het netwerktype dat u gebruikt, kunt u het afdrukprotocol later wijzigen.
DE AFDRUKVERBINDING VOOR WINDOWS INSTALLEREN EN VOLTOOIEN
1 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Windows Server 2008: klik Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik op Printers onder
Klassieke weergave.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start, kies Configuratiescherm, kies Netwerk en internet,
kies Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten in het
netwerk weergeven.
2 Windows 2000/XP: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen en klik op Volgende.
Windows Server 2003: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen en klik op Volgende.
Windows Vista/Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: klik op Een printer toevoegen.
3 Windows 2000/XP/Server 2003: geef Afdrukken op een lokale printer op, schakel het
selectievakje “Mijn Plug and Play-printer automatisch detecteren en installeren” uit en klik
op Volgende.
Windows Vista/Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: selecteer Een lokale
printer toevoegen.
4 Selecteer Een nieuwe poort maken, kies Standard TCP/IP Port in de vervolgkeuzelijst Type
en klik op Volgende.
5 Windows 2000/XP/Server 2003: klik op Volgende in het dialoogvenster De wizard Standaard
TCP/IP-printerpoort toevoegen.
De wizard Standaard-TCP/IP-printerpoort toevoegen wordt weergegeven. Ga naar stap 6.
Windows Vista/Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: selecteer het apparaattype, typ
de hostnaam of het IP-adres van de EX700i en klik op Volgende. Ga naar stap 9.
6 Typ de printernaam of het IP-adres van de EX700i en klik op Volgende.
Windows 2000/Server 2003: ga naar stap 7.
Windows XP: selecteer het apparaattype en klik op Volgende.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 41
7 Windows 2000/XP/Server 2003: zorg dat de generieke netwerkkaart als standaard is
geselecteerd voor het apparaattype en klik op Volgende.
8 Windows 2000/XP/Server 2003: klik op Voltooien om het dialoogvenster Wizard Standaard-
TCP/IP-printerpoort toevoegen te sluiten.
OPMERKING: Als het apparaat niet wordt gevonden op het netwerk, wordt het apparaat
weergegeven in plaats van de knop Voltooien. Als een apparaat niet wordt gevonden op
het netwerk, kan dit een van de volgende oorzaken hebben:
De EX700i is niet ingeschakeld.
Het netwerk is niet verbonden.
De EX700i is niet goed geconfigureerd.
Het IP-adres is niet juist.
Als een van deze situaties zich voordoet, kunt u doorgaan met het instellen van de poort door
de poort handmatig te configureren. Raadpleeg “De standaard-TCP/IP-poortverbinding
(RAW of LPR) instellen voor Windows op pagina 49 en volg stappen 11 tot en met 14
voordat u doorgaat met stap 9.
9 Klik op Bladeren in het dialoogvenster met lijsten van fabrikanten en printers.
In het dialoogvenster Installeren vanaf diskette wordt u gevraagd een diskette te plaatsen.
10 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station, typ de naam van het dvd-station
(bijvoorbeeld D:\) en klik vervolgens op Bladeren. Blader naar de map Print Drivers\Ps_drvr.
Als u de installatie uitvoert met de bestanden die u vanaf de EX700i hebt gedownload
met het tabblad Downloads in WebTools, bladert u naar Print Drivers\Ps_drvr en klikt u
op Openen.
11 Controleer of oemsetup.inf of oemsetup is geselecteerd en klik op Openen.
Het pad wordt gekopieerd naar het dialoogvenster Installeren vanaf diskette.
12 Controleer of het pad juist is en klik op OK.
13 Selecteer uw printer in het lijstvak Printers en klik op Volgende.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 42
14 Typ in het veld Printernaam een naam voor de EX700i en geef aan of deze de standaardprinter
moet zijn. Klik vervolgens op Volgende.
Deze naam wordt gebruikt in het venster Printers en in het venster met de wachtrijen.
15 Volg de instructies op het scherm.
Deel de printer niet en druk geen testpagina af op dat moment. Ga door met de installatie van
het printerstuurprogramma en klik in het laatste scherm op Voltooien.
De benodigde bestanden worden op de vaste schijf geïnstalleerd. Wanneer de installatie
is voltooid, wordt het pictogram van de nieuw geïnstalleerde printer weergegeven in het
venster Printers.
U kunt nu de installeerbare opties configureren (raadpleeg “Installeerbare opties
configureren op pagina 54).
Als u een andere verbinding dan poort 9100 wilt instellen, gaat u door naar
Afdrukverbindingen instellen op pagina 47.
Als u het printerstuurprogramma wilt gebruiken, moet u de volgende opties selecteren
op het tabblad Geavanceerd van het printerstuurprogramma nadat de installatie is voltooid:
Afdrukopdrachten in een wachtrij plaatsen
Onmiddellijk beginnen met afdrukken
Documenten uit de wachtrij eerst afdrukken
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 43
Printerstuurprogramma installeren op een 64-bits Windows-computer
vanaf een 32-bits server met Windows Server 2003
Als netwerkgebruikers naar de EX700i afdrukken via (32-bits) Windows Server 2003-
printerdeling en als zich gebruikers van 64-bits Windows XP op het netwerk bevinden, moet
u het 64-bits printerstuurprogramma toevoegen aan de (32-bits) Windows Server 2003-
computer, zodat gebruikers het printerstuurprogramma op hun computer kunnen installeren
via point-and-print. Het wordt afgeraden het printerstuurprogramma te installeren vanaf een
(32-bits) server naar een (64-bits) client. Wanneer u het 64-bits printerstuurprogramma
installeert op de (32-bits) server, hebt u de cd met Windows Server 2003 (64-bits) nodig.
HET 64-BITS PRINTERSTUURPROGRAMMA TOEVOEGEN AAN EEN 32-BITS WINDOWS SERVER 2003-COMPUTER
1 Installeer het printerstuurprogramma van de EX700i op de Windows Server 2003-computer.
Raadpleeg “Printerstuurprogrammas installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware” op
pagina 40 voor instructies. Wanneer u tijdens de installatie wordt gevraagd of u de printer
wilt delen, selecteert u Ja.
2 Klik in het venster Printers en faxapparaten met de rechtermuisknop op de printer die
u zojuist hebt geïnstalleerd en kies Eigenschappen.
3 Klik op het tabblad Delen en klik vervolgens op Extra stuurprogramma’s.
4 Selecteer de x64-componenten en klik op OK.
5 Blader naar de printerstuurprogrammabestanden en selecteer het bestand oemsetup.inf.
6 Plaats de installatie-cd voor Windows Server 2003 x64 in de Windows Server 2003-computer
wanneer dit wordt gevraagd.
7 Blader op de cd naar de map AMD64 en klik op OK.
De installatie van het printerstuurprogramma is voltooid.
Installeerbare opties voor printerstuurprogramma’s configureren
Als u het printerstuurprogramma installeert vanuit Wizard Printer toevoegen en vervolgens
tweerichtingscommunicatie gebruikt om de installeerbare opties te configureren, worden
de installeerbare opties niet juist geconfigureerd. Nadat u het printerstuurprogramma hebt
geïnstalleerd, moet u deze opties juist configureren.
INSTALLEERBARE OPTIES JUIST CONFIGUREREN
1 Nadat u het printerstuurprogramma hebt geïnstalleerd, klikt u met de rechtermuisknop
op het printerpictogram, kiest u Eigenschappen, klikt u op het tabblad Accessoires en kiest
u vervolgens de geïnstalleerde opties.
2 Klik op OK of Toepassen.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 44
Een virtuele printer installeren en een verbinding tot stand brengen
Een virtuele printer stelt u in staat af te drukken naar de EX700i met een vooraf
gedefinieerde reeks taakinstellingen. U hoeft de afdrukopties niet handmatig in te stellen.
Voordat u kunt afdrukken naar een virtuele printer, moet de beheerder de virtuele printer
maken en configureren met Command WorkStation. Nadat de virtuele printer is ingesteld,
kunt u het printerstuurprogramma en de printerdefinitiebestanden vanaf de EX700i
installeren op uw computer via point-and-print.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het instellen
van virtuele printers.
Als u het printerstuurprogramma installeert via point-and-print, is het niet mogelijk
installeerbare opties handmatig te configureren. Installeerbare opties worden automatisch
geconfigureerd. De geïnstalleerde opties worden weergegeven in het printerstuurprogramma
wanneer u de optie Tweerichtingscommunicatie inschakelt.
EEN VIRTUELE PRINTER INSTELLEN OP EEN WINDOWS-COMPUTER VIA POINT-AND-PRINT
1 Windows 2000/XP/Server 2003: klik met de rechtermuisknop op Netwerkomgeving of
Mijn netwerklocaties en klik op Computer zoeken of Zoeken naar computers.
Windows Vista/Server 2008: klik met de rechtermuisknop op Netwerk en kies Openen in
het menu.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start, kies Configuratiescherm, kies Netwerk en internet,
kies Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten in het
netwerk weergeven.
2 Windows 2000/XP/Server 2003: typ de naam of het IP-adres van de EX700i en klik op
Nu zoeken of Zoeken.
Windows Vista/Windows 7/Server 2008 R2: typ de naam van de EX700i in het zoekveld
en druk op Enter.
Windows Server 2008: typ de naam of \\IP-adres van de EX700i in het zoekveld en druk
op Enter.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de EX700i niet kunt vinden.
3 Dubbelklik op de naam van de EX700i om geactiveerde afdrukverbindingen weer te geven.
De virtuele printers worden weergegeven samen met de afdrukwachtrij, de
blokkeringswachtrij en de directe verbinding (als deze zijn ingeschakeld). Virtuele printers
hebben gewoonlijk namen die aangeven voor welk soort taken deze zijn ingesteld.
4 Klik met de rechtermuisknop op de gewenste virtuele printer en kies Verbinden.
De bestanden worden op uw computer geïnstalleerd.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 45
5 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Windows Server 2008: klik Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik op Printers onder
Klassieke weergave.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start en kies Apparaten en printers.
De virtuele printer wordt weergegeven in het venster Printers of Printers en faxapparaten.
U kunt op dezelfde manier afdrukken naar een virtuele printer als naar de EX700i. Het is
mogelijk dat bepaalde afdrukopties niet kunnen worden ingesteld, afhankelijk van de
configuratie van de virtuele printer.
Wanneer u afdrukt naar een virtuele printer die is geïnstalleerd via point-and-print, moet u
het venster Afdrukvoorkeuren openen en op OK klikken voordat de taak wordt afgedrukt.
Hiermee past u de instellingen van de virtuele printer toe op de taak.
Tweerichtingscommunicatie inschakelen
U moet tweerichtingscommunicatie inschakelen om het printerstuurprogramma automatisch
bij te werken met de opties die momenteel op de digitale pers zijn geïnstalleerd.
OPMERKING: U moet zich aanmelden als beheerder om de installeerbare opties toe te voegen of
te wijzigen nadat het printerstuurprogramma voor Windows Vista, Windows 7 of Windows
Server 2008 R2 is geïnstalleerd. Raadpleeg “Installeerbare opties configureren voor het
printerstuurprogramma voor Windows Vista/Windows 7/Server 2008 R2” op pagina 54 voor
meer informatie.
TWEERICHTINGSCOMMUNICATIE INSCHAKELEN
1 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Windows Server 2008: klik Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik op Printers onder
Klassieke weergave.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start en kies Apparaten en printers.
2 Windows 2000/XP/Server 2003/Server 2008/Vista: klik met de rechtermuisknop op het
pictogram van de EX700i en kies Eigenschappen.
Windows 7/Server 2008 R2: klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de EX700i en
kies Eigenschappen van printer.
3 Klik op het tabblad Accessoires.
4 Selecteer Tweerichtingscommunicatie.
5 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de EX700i.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 46
6 Schakel Fiery Driver bijwerken bij openen in als u wilt dat de huidige standaardinstellingen
van de printer worden weergegeven wanneer u het printerstuurprogramma opent.
7 Klik op Bijwerken.
OPMERKING: U kunt controleren of tweerichtingscommunicatie is ingeschakeld door op
het tabblad Info te klikken en te controleren of de naam van de EX700i en andere
serverinformatie worden weergegeven.
8 Klik op OK.
Printerstuurprogramma’s verwijderen
Printer Delete Utility wordt lokaal geïnstalleerd en gebruikt. Het is niet nodig verbinding
te maken met de EX700i voordat u de software gaat gebruiken.
FIERY PRINTER DELETE UTILITY INSTALLEREN EN GEBRUIKEN
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
2 Selecteer Wijzigen in het venster dat wordt weergegeven en klik vervolgens op Volgende.
3 Schakel het selectievakje Fiery Printer Delete Utility in en volg de instructies op het scherm
voor de installatie.
4 Klik op Start, wijs Programma’s aan en kies vervolgens Fiery.
5 Kies PrinterDeleteUtility.
Het dialoogvenster Printer Delete Utility wordt weergegeven. In dit venster worden
alle EX700i-printers weergegeven die op uw computer zijn gevonden, samen met de
bijbehorende stuurprogrammas.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 47
6 U kunt een printer verwijderen door het selectievakje naast de printernaam in te schakelen
en op Geselecteerde printers verwijderen te klikken.
Als u alle geïnstalleerde printerstuurprogramma’s wilt verwijderen, schakelt u het
selectievakje Alle printerstuurprogramma’s verwijderen in.
7 Klik op OK om de printer en de bijbehorende printerstuurprogramma’s te verwijderen.
8 Wanneer u klaar bent met het verwijderen van printerstuurprogramma’s, klikt u op Afsluiten
en start u de computer opnieuw op.
Windows-computers instellen voor afdrukken
Nu de printerstuurprogrammabestanden zijn geïnstalleerd, moet u de juiste verbinding
configureren voor de EX700i-netwerkprinter.
Als u wilt afdrukken vanaf Windows-computers, moet u of de beheerder de volgende
taken uitvoeren om een andere verbinding in te stellen dan via poort 9100:
Eventuele netwerkservers instellen.
De EX700i zo instellen dat afdruktaken van uw computer worden geaccepteerd.
Op elke Windows-computer een poort configureren voor het gebruikte netwerktype.
Afdrukverbindingen instellen
De EX700i ondersteunt de volgende afdrukverbindingen:
•SMB
Standaard-TCP/IP (RAW of LPR)
IPP of IPP via SSL
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van beide procedures.
Procedure Raadpleeg
De SMB-afdrukverbinding voltooien pagina 48
Afdrukverbindingen via standaard-TCP/IP-poorten
(RAW of LPR) voltooien
pagina 48
IPP-verbindingen voltooien pagina 52
Installeerbare opties configureren pagina 54
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 48
De SMB-afdrukverbinding voltooien
Als uw netwerk niet over een Windows-server beschikt, kunnen Windows-computers
toch afdrukken op de EX700i. Deze methode van afdrukken is SMB-afdrukken (ook wel
Windows- of WINS-afdrukken genoemd). Als gebruikers afdruktaken versturen, werken
Windows-computers in een peer-to-peer-omgeving en communiceren zij rechtstreeks met
de EX700i.
Als u SMB-afdrukken inschakelt, kan de EX700i worden weergegeven in het netwerk, zodat
Windows-clients naar een specifieke afdrukverbinding (afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij,
directe verbinding of virtuele printer) kunnen afdrukken op de EX700i zonder gebruik te
hoeven maken van andere netwerksoftware. Windows-afdrukken verloopt via TCP/IP.
U moet TCP/IP configureren op de EX700i en op alle computers die SMB-afdrukken
gebruiken.
Nadat u SMB-afdrukken hebt ingeschakeld op de EX700i, kunt u de Windows- of
SMB-verbinding instellen en het printerstuurprogramma installeren via één enkele procedure.
Raadpleeg “Printerstuurprogrammas installeren via point-and-print” op pagina 36 voor
meer informatie.
Afdrukverbindingen via standaard-TCP/IP-poorten
(RAW of LPR) voltooien
Nadat u het PostScript-printerstuurprogramma en de printerdefinitiebestanden hebt
geïnstalleerd, kunt u als volgt de standaard-TCP/IP-poortverbinding (RAW of LPR)
toevoegen of de instelling ervan configureren:
Bereid de EX700i voor, zodat afdruktaken kunnen worden ontvangen met behulp van
de protocollen voor de standaard-TCP/IP-poortverbinding (RAW of LPR).
Schakel afdrukken via LPD of poort 9100 in vanaf de EX700i.
Configureer de computer voor de TCP/IP-verbinding.
Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie over instellingen.
Vraag voordat u de volgende procedure voltooit de systeembeheerder om het IP-adres dat
is toegewezen aan de EX700i.
Het TCP/IP-protocol moet standaard op de Windows-computer zijn geïnstalleerd.
Voor poort 9100 kunt u via één procedure de verbinding instellen en het
printerstuurprogramma installeren.
OPMERKING: U kunt de LPR-poortverbinding ook instellen door Afdrukservices voor UNIX
te installeren, een invoegonderdeel van Windows. Raadpleeg de documentatie van uw
Windows-systeem voor meer informatie.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 49
DE STANDAARD-TCP/IP-POORTVERBINDING (RAW OF LPR) INSTELLEN VOOR WINDOWS
OPMERKING: In de volgende procedures worden schermafdrukken uit Windows XP gebruikt.
1 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista/Server 2008: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens
op Printers.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start en kies Apparaten en printers.
2 Windows 2000/XP/Server 2003/Server 2008/Vista: klik met de rechtermuisknop op
het pictogram van de EX700i en kies Eigenschappen.
Windows 7/Server 2008 R2: klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de EX700i
en kies Eigenschappen van printer.
3 Klik op het tabblad Poorten.
4 Klik op Poort toevoegen om een nieuwe poort toe te voegen.
Ga door naar stap 11 om de poortinstellingen te wijzigen.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 50
5 Windows 2000/XP/Server 2003: selecteer Standard TCP/IP Port in de lijst Beschikbare
poorttypen en klik op Nieuw poorttype.
Windows Vista/Server 2008: dubbelklik in de lijst op Standard TCP/IP Port.
Windows 7/Server 2008 R2: selecteer Standard TCP/IP Port in de lijst Beschikbare poorttypen
en klik op Nieuwe poort.
De wizard Standaard-TCP/IP-printerpoort toevoegen wordt weergegeven.
6 Klik op Volgende.
7 Typ het IP-adres van de EX700i.
8 Klik op Volgende.
9 Zorg dat de generieke netwerkkaart als standaard is geselecteerd voor het apparaattype
en klik op Volgende.
10 Klik op Voltooien om het dialoogvenster Wizard Standaard-TCP/IP-printerpoort toevoegen
te sluiten en klik vervolgens in het dialoogvenster Printerpoorten op Sluiten.
Ga door naar stap 11 als u de standaardinstelling wilt wijzigen.
Als u de standaardinstelling niet wilt wijzigen, is de instelling nu voltooid.
OPMERKING: In de bovenstaande procedure is poort 9100 opgegeven als standaardinstelling.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 51
11 Klik op Poort configureren op het tabblad Poorten in het dialoogvenster Eigenschappen.
Het dialoogvenster Standaard-TCP/IP-poortmonitor configureren wordt weergegeven.
12 Als u LPR-afdrukken wilt gebruiken, selecteert u LPR onder Protocol en LPR-bytetelling
ingeschakeld onder LPR-instellingen.
OPMERKING: U kunt ook doorgaan zonder de optie LPR-bytetelling ingeschakeld
te selecteren.
Als u afdrukken via poort 9100 wilt gebruiken, selecteert u de optie Raw onder Protocol.
Het poortnummer 9100 wordt automatisch weergegeven onder Raw-instellingen.
Dit is het standaardpoortnummer. U kunt afdrukken naar de printerverbinding die
is geselecteerd voor afdrukken via poort 9100 op de EX700i.
Raadpleeg de volgende stap voor het opgeven van een specifiek poortnummer.
13 Typ de naam van de afdrukverbinding.
Voor Poort 9100 moet u de volgende poortnummers typen voor elke afdrukverbinding
onder Raw-instellingen:
EX700i-standaard:
9100
direct: 9101
print: 9102
hold: 9103
O
PMERKING: Typ het nummer exact zoals weergegeven.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 52
14 Klik op OK om het dialoogvenster Standaard TCP/IP-poortmonitor configureren te sluiten.
OPMERKING: De EX700i ondersteunt afdrukken in de IPv6-omgeving op Windows
Server 2008/Server 2008 R2, Windows 7 en Windows Vista.
OPMERKING: Op computers met Windows XP/Server 2003 wordt LPR-afdrukken in de IPv6-
omgeving ondersteund via een opdrachtregel, maar andere methoden werken mogelijk ook.
15 Klik op Toepassen in het dialoogvenster Eigenschappen van de EX700i en klik vervolgens
op OK.
IPP-verbindingen voltooien
Als u IPP (Internet Printing Protocol) gebruikt, worden afdruktaken via het internet naar
de EX700i verzonden.
Voer, voordat u begint, de volgende taken uit:
Zorg dat de EX700i is geconfigureerd voor TCP/IP- en IPP-afdrukken.
Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie.
Geef op uw computer de afdrukbestemming op.
OPMERKING: IPP-via-SSL-verbindingen worden ondersteund.
IPP-AFDRUKKEN INSTELLEN IN WINDOWS
1 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Windows Server 2008: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op
Printers onder Klassieke weergave.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start, kies Configuratiescherm, kies Netwerk en internet,
kies Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten in het
netwerk weergeven.
2 Windows 2000/XP: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen en klik op Volgende.
Windows Server 2003: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen en klik op Volgende.
Windows Vista/Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: klik op Een printer toevoegen.
3 Windows 2000/XP/Server 2003: selecteer Netwerkprinter en klik op Volgende.
Windows Vista: selecteer Een netwerkprinter toevoegen.
Windows Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: selecteer Netwerkprinter, draadloze
printer of Bluetooth-printer toevoegen.
4 Windows 2000/XP/Server 2003/Vista: selecteer Verbinding maken met een printer op het
internet of uw intranet.
Windows Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: als het zoeken naar de printer lang duurt,
klikt u op Stoppen en vervolgens op The printer that I want isn’t listed (De printer die ik wil
staat niet in de lijst).
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 53
5 Windows 2000/XP/Server 2003/Vista: typ in het veld URL het IP-adres of de DNS-naam
van de EX700i gevolgd door ipp/ en vervolgens de naam van de verbinding (print, hold, direct
of de naam van de virtuele printer).
http://10.10.10.150/ipp/print of http://DNS-naam van EX700i/ipp/print verzendt de taak
bijvoorbeeld naar de afdrukwachtrij op de EX700i.
Voor IPP via SSL typt u
https in plaats van http.
OPMERKING: Het gedeelte ipp/print in het voorbeeld is hoofdlettergevoelig.
Windows Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: klik op Een gedeelde printer op naam
selecteren en typ in het veld URL het IP-adres of de DNS-naam van de EX700i gevolgd door
de naam van de verbinding (print, hold of direct).
OPMERKING: http://10.10.10.150/ipp/print of http://DNS-naam van EX700i/ipp/print
verzendt de taak bijvoorbeeld naar de afdrukwachtrij op de EX700i.
OPMERKING: De URL voor de printer is niet hoofdlettergevoelig.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 54
6 Windows 2000/XP/Server 2003/Vista: klik op Volgende.
Het dialoogvenster Verbinding maken met printer wordt weergegeven.
Windows Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: klik op Volgende.
7 Windows 2000/XP/Server 2003/Vista: klik op OK.
Het dialoogvenster Wizard Printer toevoegen wordt weergegeven.
Windows Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: klik op Stuurprogramma installeren.
8 Als u de PostScript-printer voor de eerste keer installeert, volgt u de procedure
“De afdrukverbinding voor Windows installeren en voltooien” op pagina 40, stap 9.
9 Geef aan of u de EX700i wilt instellen als de standaardprinter en klik op Volgende.
10 Klik op Voltooien.
Installeerbare opties configureren
Nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, moet u de EX700i configureren voor
de opties die zijn geïnstalleerd op de digitale pers zodat de EX700i optimaal gebruik kan
maken van de opties van de digitale pers. U kunt de opties handmatig configureren.
Voor de TCP/IP-netwerkverbindingen kunt u de optie Tweerichtingscommunicatie
gebruiken om de opties automatisch te configureren.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het opgeven
van installeerbare opties.
Installeerbare opties configureren voor het printerstuurprogramma
voor Windows Vista/Windows 7/Server 2008 R2
Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2 bevatten de functie
Gebruikersaccountbeheer. U moet zich aanmelden als beheerder om de installeerbare
opties toe te voegen of te wijzigen nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
INSTALLEERBARE OPTIES WIJZIGEN
1 Windows Vista: open het bedieningspaneel voor printers.
Windows 7/Server 2008 R2: open het bedieningspaneel Apparaten en printers.
2 Windows Vista: klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram van de EX700i, kies
Als administrator uitvoeren en kies vervolgens Eigenschappen.
Windows 7/Server 2008 R2: klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram van
de EX700i, kies Als administrator uitvoeren en kies vervolgens Eigenschappen van printer.
Het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt geopend.
3 Kies de gebruiker met beheerdersrechten, typ het wachtwoord en klik vervolgens op OK.
4 Windows Vista: klik opnieuw met de rechtermuisknop op het printerpictogram van de EX700i
en kies Eigenschappen.
Windows 7/Server 2008 R2: klik opnieuw met de rechtermuisknop op het printerpictogram
van de EX700i en kies Eigenschappen van printer.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 55
5 Klik op het tabblad Accessoires en maak de gewenste keuzen.
6 Klik op Toepassen en daarna op OK.
Afdrukken vanaf Windows-computers
U kunt naar de EX700i afdrukken op dezelfde manier als u afdrukt naar elke andere printer
vanuit een Windows-toepassing. U kunt afdrukken vanaf een Windows-computer in een
netwerk of vanaf een zelfstandige computer via Windows-afdrukken (WINS). Selecteer
de EX700i als de huidige printer in de lijst met printernamen, geef afdrukopties op en druk
het document vervolgens af vanuit de toepassing.
In de onderstaande tabel worden andere methoden vermeld om af te drukken naar de EX700i
en wordt beschreven waar u meer informatie over deze functies kunt vinden.
OPMERKING: In de volgende procedures worden schermafbeeldingen uit Windows XP
gebruikt, tenzij anders aangegeven.
Meer informatie Raadpleeg
Bestanden naar de EX700i downloaden met WebTool Documenten Hulpprogramma’s
Documenten afdrukken via e-mailservices “E-mailservice” op
pagina 88
Documenten afdrukken via Hot Folders Hulpprogramma’s
Documenten afdrukken met Command WorkStation Hulpprogramma’s
De Windows-omgeving instellen voor afdrukken met Windows-servers
die zijn aangesloten op de EX700i
Configuratie en
instellingen
Optimale afdrukresultaten verkrijgen vanuit toepassingen Afdrukken in kleur en
Fiery-kleurenreferentie
Afdrukopties instellen en afdrukken vanuit Windows-toepassingen pagina 56
Standaardafdrukopties opgeven pagina 59
Het pictogram Snelle toegang aanpassen pagina 60
De status van de digitale pers controleren pagina 60
Bestanden opslaan om naar een externe locatie af te drukken pagina 60
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken pagina 132
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 56
Afdrukopties instellen en afdrukken vanuit Windows-toepassingen
Als u wilt afdrukken vanaf Windows-platformen, installeert u het PostScript-
printerstuurprogramma. Raadpleeg Windows-printerstuurprogrammas installeren op
pagina 35 voor instructies. U moet de opties configureren op het tabblad Geavanceerd van
het printerstuurprogramma nadat de installatie is voltooid, zoals beschreven op pagina 40.
Als u afdrukt naar een virtuele printer, is het mogelijk dat u bepaalde afdrukopties niet kunt
instellen, afhankelijk van de configuratie van de virtuele printer.
Sommige afdrukopties die u in een toepassing kunt selecteren, komen overeen met specifieke
afdrukopties van de EX700i en de digitale pers. In deze gevallen moet u de specifieke
afdrukopties van de EX700i en de digitale pers gebruiken. Deze opties worden weergegeven
op het tabblad Fiery-afdrukken. Soms bereidt de toepassing het bestand niet correct voor op
het afdrukken op de EX700i, wat kan leiden tot een onverwachte afwerking, afdrukfouten of
een langere verwerkingstijd.
Als u incompatibele afdrukinstellingen opgeeft bij het afdrukken van een document, wordt
het dialoogvenster Conflict weergegeven met instructies voor het oplossen van het conflict.
Sommige afdrukopties, zoals geavanceerde kleurinstellingen, zijn alleen beschikbaar als
tweerichtingscommunicatie is ingeschakeld of als een bepaalde installeerbare optie is
geconfigureerd. Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over
het inschakelen van tweerichtingscommunicatie. Raadpleeg “Installeerbare opties
configureren op pagina 54 voor informatie over het configureren van installeerbare opties.
Als u Standaardwaarde van printer kiest, wordt de taak afgedrukt volgens de instellingen die
de beheerder heeft opgegeven in Instelling. Raadpleeg pagina 101 voor meer informatie.
In de volgende procedures wordt uitgelegd hoe u het printerstuurprogramma kunt gebruiken
om afdrukopties op te geven voor een bepaalde taak en de taak af te drukken op de EX700i.
U kunt ook de standaardafdrukinstellingen opgeven via het stuurprogramma.
Raadpleeg pagina 100 voor informatie over afdrukopties.
OPMERKING: In de volgende procedures worden schermafdrukken uit Windows XP gebruikt.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 57
AFDRUKOPTIES VOOR EEN SPECIFIEKE WINDOWS-AFDRUKTAAK INSTELLEN MET BEHULP VAN
HET PRINTERSTUURPROGRAMMA
1 Kies Bestand > Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt en selecteer de EX700i
als uw printer.
2 Klik op Eigenschappen.
3 Klik op het tabblad Fiery-afdrukken.
Het tabblad Fiery-afdrukken is de plaats waar u alle veelgebruikte afdrukfuncties
kunt beheren.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het
gebruik van instellingen.
OPMERKING: Raadpleeg pagina 102 voor een lijst van afdrukopties.
1 Voorkeuzen (Taaksjablonen),
zie Help
2 Afdrukoptiepictogrammen
3 Aanpassen
(Snelkoppelingen), zie Help
4 Actief gebied
5 Taakweergave
6 Printerstatus
7Help
1
2
3
5
6
4
7
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 58
4 Geef afdrukopties en instellingen voor de taak op.
De afdrukopties zijn ingedeeld in categorieën. Alle groepen of tabbladen bevatten
afdrukopties die gelijksoortig zijn of elkaar aanvullen.
De groepen of tabbladen zijn de volgende:
Snelle toegang bevat een aantal afdrukopties uit de andere groepen met taakeigenschappen.
U kunt dit tabblad aanpassen, dus elke afdrukoptie kan worden toegevoegd of verwijderd.
In het tabblad Snelle toegang kunt u snel afdrukopties vinden zonder door alle tabbladen van
Eigenschappen te bladeren. Raadpleeg pagina 60 voor meer informatie over het aanpassen
van het deelvenster Snelle toegang.
Taakinfo bevat alle informatie over de taak, waaronder gebruikersinformatie die mogelijk
is vereist voor gebruikersauthenticatie, beveiligde afdrukeigenschappen, taakafhandeling en
documentenserver. Raadpleeg pagina 103 voor meer informatie over opties van Taakinfo.
Media bevat papierkenmerken en -bronnen voor het afdrukken en invoegen.
Raadpleeg pagina 105 voor meer informatie over opties van Media.
Opmaak definieert hoe het bestand wordt geplaatst of afgebeeld op het medium/vel, behalve
voor plaatsing waarbij afwerkingsopties worden gecompenseerd (bijvoorbeeld bij Lade-
uitlijning). Raadpleeg pagina 108 voor meer informatie over opties van Opmaak.
Kleur bevat kleurinstellingen en grafische functies (indien ingeschakeld).
Raadpleeg pagina 113 voor meer informatie over opties van Kleur.
Afbeelding bevat alle instellingen voor Beeldkwaliteit die worden ondersteund door de
verbonden EX700i en digitale pers. Raadpleeg pagina 118 voor meer informatie over opties
van Afbeelding.
Afwerking bevat afdrukopties die specifiek zijn voor de EX700i en voor de afwerkeenheden op
de digitale pers. Deze opties hebben voorrang op de printerinstellingen van de EX700i maar
kunnen vanuit Command WorkStation worden gewijzigd. Raadpleeg pagina 119 voor meer
informatie over opties van Afwerking.
VDP bevat alle instellingen voor afdrukken met variabele gegevens (VDP), zoals FreeForm
en geavanceerde VDP-instellingen. Raadpleeg pagina 120 voor meer informatie over opties
van VDP.
Stempel bevat alle stempelopties waarbij een afbeelding aan de taak wordt toegevoegd of
wordt verborgen/verwijderd. Hieronder vallen ook watermerkeigenschappen die de positie en
de stijl van een watermerk definiëren. Raadpleeg pagina 122 of de Help van het
printerstuurprogramma voor meer informatie over opties van Stempel/Watermerk.
Printer bevat de status van de digitale pers, waaronder de huidige niveaus van papier
en droge inkt. Raadpleeg pagina 60 of de Help van het printerstuurprogramma voor
meer informatie.
5 Nadat u de afdrukinstellingen hebt opgegeven, klikt u op Afdrukken om de afdruktaak
te verzenden.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 59
Standaardafdrukopties voor afdruktaken opgeven
Ga als volgt te werk om standaardafdrukopties in te stellen.
STANDAARDAFDRUKOPTIES VOOR WINDOWS-AFDRUKTAKEN INSTELLEN MET BEHULP
VAN HET POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista/Server 2008: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens
op Printers.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start en kies Apparaten en printers.
2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de EX700i en kies Voorkeursinstellingen
voor afdrukken.
3 Als het tabblad Fiery-afdrukken niet wordt weergegeven, klikt u erop.
4 Geef de standaardinstellingen op voor uw afdruktaken, zoals beschreven op pagina 57.
5 Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
WINDOWS VOOR EX700I PRINT SERVER 60
Het pictogram Snelle toegang aanpassen
U kunt het deelvenster Snelle toegang aanpassen en er de afdrukopties in opnemen die u vaak
gebruikt. Hierbij bespaart u tijd, omdat u niet alle andere afdrukoptiepictogrammen hoeft te
openen als u alleen de opties in Snelle toegang wilt instellen.
Wanneer u een afdrukoptie onder Snelle toegang plaatst, wordt deze nog steeds weergegeven
onder het oorspronkelijke afdrukoptiepictogram. U kunt de optie instellen vanaf
beide plaatsen.
SNELLE TOEGANG AANPASSEN
1 Kies Bestand > Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt en selecteer de EX700i als
uw printer.
2 Klik op Eigenschappen.
3 Klik op het tabblad Fiery-afdrukken.
4 Klik op Aanpassen om de opties in het dialoogvenster Snelle toegang aanpassen op te geven.
U kunt een snelkoppeling selecteren in de lijst Beschikbare snelkoppelingen en deze
toevoegen aan de lijst Huidige snelkoppelingen. U kunt ook een snelkoppeling verwijderen
uit de lijst Huidige snelkoppelingen. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het aanpassen
van het pictogram Snelle toegang.
De status van de digitale pers controleren
Als u een TCP/IP-netwerk inschakelt, kunt u de status van de digitale pers en
kleurinstellingen opvragen vanaf de EX700i en deze weergeven in het printerstuurprogramma
met de optie Tweerichtingscommunicatie. Als u tweerichtingscommunicatie inschakelt voor
uw digitale pers, kunt u de status van de digitale pers controleren, inclusief de niveaus
van verbruiksartikelen als papier en droge inkt.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het inschakelen
van tweerichtingscommunicatie.
Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken
Als u ter plaatse niet beschikt over een EX700i en u bestanden voorbereidt voor een
afdrukservice of andere locatie, kunt u de definitieve bestanden afdrukken naar een bestand
(in plaats van een lokale poort). U kunt ook afdrukken naar de poort Bestand als u een
bestand wilt maken dat u met behulp van WebTool Documenten kunt downloaden.
Raadpleeg de documentatie bij Windows voor instructies voor het afdrukken naar de
poort Bestand.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 61
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER
Als u de EX700i wilt instellen als een digitale pers op een Windows-computer, moet u
de printerstuurprogrammabestanden installeren die overeenkomen met uw digitale pers en
de EX700i instellen voor afdrukken. Printerstuurprogrammas zijn een manier om informatie
over afdruktaken door te geven tussen uw toepassingen, de EX700i en de digitale pers.
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van beide procedures.
Windows-printerstuurprogramma’s installeren
Het installeren van printerstuurprogrammas en printerdefinitiebestanden is de eerste stap
bij het instellen van de EX700i als een PostScript-printer.
OPMERKING: Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2 bevatten de functie
Gebruikersaccountbeheer. U moet de beheerder zijn of een gebruiker met beheerdersrechten
om printerstuurprogrammas te installeren.
OPMERKING: Als het EX700i-printerstuurprogramma al is geïnstalleerd, moet u dit
verwijderen voordat u een nieuw stuurprogramma installeert (raadpleeg
“Printerstuurprogrammas verwijderen op pagina 71).
In de volgende secties wordt beschreven hoe u de printerbestanden voor de EX700i
kunt installeren.
Procedure Raadpleeg
Windows-printerstuurprogrammas installeren pagina 61
Windows-computers instellen voor afdrukken pagina 72
Afdrukken vanaf Windows-computers pagina 80
Procedure Raadpleeg
Printerstuurprogrammas installeren via point-and-print pagina 62
Printerstuurprogrammas downloaden met WebTools pagina 64
Printerstuurprogrammas installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware pagina 65
Printerstuurprogramma installeren op een 64-bits Windows-computer
vanaf een 32-bits server met Windows Server 2003
pagina 68
Een virtuele printer installeren en een verbinding tot stand brengen pagina 69
Printerstuurprogrammas verwijderen pagina 71
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 62
Printerstuurprogramma’s installeren via point-and-print
Met SMB-afdrukken (ook wel Windows- of WINS-afdrukken genoemd) kunt u PostScript-
printerstuurprogrammas vanaf de EX700i via Aanwijzen en afdrukken installeren op uw
computer, en afdrukken naar een bepaalde verbinding (afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij,
directe verbinding of virtuele printer).
Elke verbinding (print, hold, direct of virtuele printer) vereist een afzonderlijke installatie.
Herhaal de procedure voor elke verbinding.
Als u het printerstuurprogramma installeert via point-and-print, is het niet mogelijk
installeerbare opties handmatig te configureren. De geïnstalleerde opties worden weergegeven
als de configuratie van de EX700i in het printerstuurprogramma. Raadpleeg “Installeerbare
opties configureren op pagina 79 voor meer informatie.
VOORDAT U BEGINT
Vraag de beheerder het volgende te doen in Instelling op de EX700i:
Een geldig IP-adres toewijzen aan de EX700i.
Vraag aan de beheerder het IP-adres of de DNS-naam die u nodig hebt in de
volgende procedure.
De EX700i configureren voor SMB-afdrukken.
OPMERKING: SMB-afdrukken wordt Windows-afdrukken genoemd in Instelling en op
de configuratiepagina.
Raadpleeg Configuratie en instellingen of de Help van Configure voor meer informatie.
SMB-AFDRUKKEN INSTELLEN OP WINDOWS-COMPUTERS
1 Windows 2000/XP/Server 2003: klik met de rechtermuisknop op Netwerkomgeving of Mijn
netwerklocaties en selecteer vervolgens Computer zoeken of Zoeken naar computers.
Windows Vista/Server 2008: klik op Start, kies Configuratiescherm, dubbelklik op
Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten weergeven.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start, kies Configuratiescherm, kies Netwerk en internet,
kies Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten in het
netwerk weergeven.
2 Windows 2000/XP/Server 2003: typ de naam of het IP-adres van de EX700i en klik op
Nu zoeken of Zoeken.
Windows Vista/Windows 7/Server 2008/Server 2008 R2: typ de naam van de EX700i in
het zoekveld en druk op Enter.
Neem contact op met de EX700i-beheerder als u de EX700i niet kunt vinden.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 63
3 Dubbelklik op de naam van de EX700i om geactiveerde afdrukverbindingen weer te geven.
OPMERKING: Raadpleeg Configuratie en instellingen voor een beschrijving van elke
afdrukverbinding.
U moet nu een printerpoort maken en het printerstuurprogramma installeren vanaf de dvd
met gebruikerssoftware.
OPMERKING: U kunt niet het stuurprogramma installeren via Aanwijzen en afdrukken
en de afdrukverbinding met de EX700i configureren in één procedure.
4 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista: klik op de startknop, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens
op Printers.
Windows Server 2008: klik op de startknop, kies Configuratiescherm en dubbelklik
op Printers onder Klassieke weergave.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start en kies Apparaten en printers.
5 Windows XP: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen en klik op Volgende.
Windows Server 2003: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen en klik op Volgende.
Windows Vista/Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: klik op Een printer toevoegen.
6 Klik op Lokale printer en klik op Volgende.
7 Klik op Een nieuwe poort maken, kies Lokale poort in het menu en klik vervolgens
op Volgende.
8 Typ in het dialoogvenster Poortnaam de naam van de EX700i, gevolgd door de
afdrukverbinding, en klik op OK.
Voer de poortnaam als volgt in: \\Aero\print, waarbij Aero de naam is van de EX700i
en print de afdrukverbinding.
9 Klik op Diskette in het dialoogvenster met lijsten van fabrikanten en printers.
U installeert nu het printerstuurprogramma vanaf de dvd met gebruikerssoftware.
10 Typ de naam van het dvd-station en blader naar de map Print Drivers\Ps_drvr.
11 Controleer of oemsetup.inf of oemsetup is geselecteerd en klik op Openen.
12 Controleer of het pad juist is in het dialoogvenster Installeren vanaf diskette en klik op OK.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 64
13 Volg de instructies op het scherm.
Printerstuurprogramma’s downloaden via WebTools
Met WebTools kunt u installatieprogrammas voor printerstuurprogrammas rechtstreeks
van de EX700i downloaden naar uw computer, mits de beheerder toegang tot WebTools
heeft ingeschakeld.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over de instelling.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over het instellen en starten van WebTools.
PRINTERSTUURPROGRAMMABESTANDEN DOWNLOADEN MET WEBTOOLS
1 Start uw internet- of intranetbrowser en typ de DNS-naam of het IP-adres van de EX700i.
2 Klik op het tabblad Downloads.
3 Klik op de koppeling van het item dat u wilt installeren.
Klik voor Windows-printerstuurprogrammas op de koppeling Printerbestanden
onder Windows.
4 Als een dialoogvenster krijgt te zien met de vraag of u het bestand wilt openen dan wel
wilt opslaan op schijf, kiest u voor opslaan op schijf.
5 Blader naar de locatie waar u het bestand PRNTDRV.EXE wilt opslaan en klik op Opslaan.
Het bestand wordt gedownload vanaf de EX700i. Dit gecomprimeerde bestand is een archief
dat meerdere bestanden bevat.
6 Dubbelklik op het bestand PRNTDRV.EXE om de bestanden te decomprimeren.
Afhankelijk van uw besturingssysteem wordt u mogelijk gevraagd een locatie te selecteren
voor het decomprimeren van de bestanden.
Volg de instructies bij het installeren van het printerstuurprogramma voor uw
besturingssysteem. De procedures zijn dezelfde als bij installatie vanaf de dvd, alleen gaat u,
nadat u op Diskette hebt geklikt, naar de locatie waar u de bestanden hebt gedecomprimeerd
in plaats van naar de dvd.
Raadpleeg “De afdrukverbinding voor Windows installeren en voltooien op pagina 65 voor
instructies voor de installatie van het Windows-printerstuurprogramma.
Raadpleeg de Help van WebTool Downloads voor meer informatie.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 65
Printerstuurprogramma’s installeren vanaf de dvd
met gebruikerssoftware
In de volgende procedures wordt beschreven hoe u het printerstuurprogramma kunt
installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware.
Als u het printerstuurprogramma op een computer met Windows Server 2003/Server 2008/
Server 2008 R2 of Windows 7 wilt installeren, selecteert u hetzelfde PPD-bestand
(oemsetup.inf) als voor Windows 2000/XP/Vista, zoals beschreven in de volgende procedure.
OPMERKING: In de volgende procedures worden schermafdrukken uit Windows XP gebruikt.
In deze procedure wordt de installatie van een lokale printer (poort 9100) beschreven.
Afhankelijk van het netwerktype dat u gebruikt, kunt u het afdrukprotocol later wijzigen.
DE AFDRUKVERBINDING VOOR WINDOWS INSTALLEREN EN VOLTOOIEN
1 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Windows Server 2008: klik Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik op Printers onder
Klassieke weergave.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start, kies Configuratiescherm, kies Netwerk en internet,
kies Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten in
het netwerk weergeven.
2 Windows 2000/XP: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen en klik op Volgende.
Windows Server 2003: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen en klik op Volgende.
Windows Vista/Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: klik op Een printer toevoegen.
3 Windows 2000/XP/Server 2003: geef Afdrukken op een lokale printer op, schakel het
selectievakje “Mijn Plug and Play-printer automatisch detecteren en installeren” uit en klik
op Volgende.
Windows Vista/Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: selecteer Een lokale printer
toevoegen.
4 Selecteer Een nieuwe poort maken, kies Standard TCP/IP Port in de vervolgkeuzelijst Type
en klik op Volgende.
5 Windows 2000/XP/Server 2003: klik op Volgende in het dialoogvenster De wizard Standaard
TCP/IP-printerpoort toevoegen.
De wizard Standaard-TCP/IP-printerpoort toevoegen wordt weergegeven. Ga naar stap 6.
Windows Vista/Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: selecteer het apparaattype, typ
de hostnaam of het IP-adres van de EX700i en klik op Volgende. Ga naar stap 9.
6 Typ de printernaam of het IP-adres van de EX700i en klik op Volgende.
Windows 2000/Server 2003: ga naar stap 7.
Windows XP: selecteer het apparaattype en klik op Volgende.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 66
7 Windows 2000/XP/Server 2003: zorg dat de generieke netwerkkaart als standaard is
geselecteerd voor het apparaattype en klik op Volgende.
8 Windows 2000/XP/Server 2003: klik op Voltooien om het dialoogvenster Wizard Standaard-
TCP/IP-printerpoort toevoegen te sluiten.
OPMERKING: Als het apparaat niet wordt gevonden op het netwerk, wordt het apparaat
weergegeven in plaats van de knop Voltooien. Als een apparaat niet wordt gevonden op het
netwerk, kan dit een van de volgende oorzaken hebben:
De EX700i is niet ingeschakeld.
Het netwerk is niet verbonden.
De EX700i is niet goed geconfigureerd.
Het IP-adres is niet juist.
Als een van deze situaties zich voordoet, kunt u doorgaan met het instellen van de poort door
de poort handmatig te configureren. Raadpleeg “De standaard-TCP/IP-poortverbinding
(RAW of LPR) instellen voor Windows op pagina 73 en volg stappen 11 tot en met 14
voordat u doorgaat met stap 9.
9 Klik op Bladeren in het dialoogvenster met lijsten van fabrikanten en printers.
In het dialoogvenster Installeren vanaf diskette wordt u gevraagd een diskette te plaatsen.
10 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station, typ de naam van het dvd-station
(bijvoorbeeld D:\) en klik vervolgens op Bladeren. Blader naar de map Print Drivers\Ps_drvr.
Als u de installatie uitvoert met de bestanden die u vanaf de EX700i hebt gedownload met
het tabblad Downloads in WebTools, bladert u naar Print Drivers\Ps_drvr en klikt u
op Openen.
11 Controleer of oemsetup.inf of oemsetup is geselecteerd en klik op Openen.
Het pad wordt gekopieerd naar het dialoogvenster Installeren vanaf diskette.
12 Controleer of het pad juist is en klik op OK.
13 Selecteer uw printer in het lijstvak Printers en klik op Volgende.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 67
14 Typ in het veld Printernaam een naam voor de EX700i en geef aan of deze de standaardprinter
moet zijn. Klik vervolgens op Volgende.
Deze naam wordt gebruikt in het venster Printers en in het venster met de wachtrijen.
15 Volg de instructies op het scherm.
Deel de printer niet en druk geen testpagina af op dat moment. Ga door met de installatie
van het printerstuurprogramma en klik in het laatste scherm op Voltooien.
De benodigde bestanden worden op de vaste schijf geïnstalleerd. Wanneer de installatie is
voltooid, wordt het pictogram van de nieuw geïnstalleerde printer weergegeven in het
venster Printers.
U kunt nu de installeerbare opties configureren (raadpleeg “Installeerbare opties
configureren op pagina 79).
Als u een andere verbinding dan poort 9100 wilt instellen, gaat u door naar
Afdrukverbindingen instellen op pagina 72.
Als u het printerstuurprogramma wilt gebruiken, moet u de volgende opties selecteren op het
tabblad Geavanceerd van het printerstuurprogramma nadat de installatie is voltooid:
Afdrukopdrachten in een wachtrij plaatsen
Onmiddellijk beginnen met afdrukken
Documenten uit de wachtrij eerst afdrukken
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 68
Printerstuurprogramma installeren op een 64-bits Windows-computer
vanaf een 32-bits server met Windows Server 2003
Als netwerkgebruikers naar de EX700i afdrukken via (32-bits) Windows Server 2003-
printerdeling en als zich gebruikers van 64-bits Windows XP op het netwerk bevinden, moet
u het 64-bits printerstuurprogramma toevoegen aan de (32-bits) Windows Server 2003-
computer, zodat gebruikers het printerstuurprogramma op hun computer kunnen installeren
via point-and-print. Het wordt afgeraden het printerstuurprogramma te installeren vanaf een
(32-bits) server naar een (64-bits) client. Wanneer u het 64-bits printerstuurprogramma
installeert op de (32-bits) server, hebt u de cd met Windows Server 2003 (64-bits) nodig.
HET 64-BITS PRINTERSTUURPROGRAMMA TOEVOEGEN AAN EEN 32-BITS WINDOWS SERVER 2003-COMPUTER
1 Installeer het printerstuurprogramma van de EX700i op de Windows Server 2003-computer.
Raadpleeg “Printerstuurprogrammas installeren vanaf de dvd met gebruikerssoftware” op
pagina 65 voor instructies. Wanneer u tijdens de installatie wordt gevraagd of u de printer
wilt delen, selecteert u Ja.
2 Klik in het venster Printers en faxapparaten met de rechtermuisknop op de printer die
u zojuist hebt geïnstalleerd en kies Eigenschappen.
3 Klik op het tabblad Delen en klik op Extra stuurprogramma’s.
4 Selecteer de x64-componenten en klik op OK.
5 Blader naar de printerstuurprogrammabestanden en selecteer het bestand oemsetup.inf.
6 Plaats de installatie-cd voor Windows Server 2003 x64 in de Windows Server 2003-computer
wanneer dit wordt gevraagd.
7 Blader op de cd naar de map AMD64 en klik op OK.
De installatie van het printerstuurprogramma is voltooid.
Installeerbare opties voor printerstuurprogramma’s configureren
Als u het printerstuurprogramma installeert vanuit Wizard Printer toevoegen en vervolgens
tweerichtingscommunicatie gebruikt om de installeerbare opties te configureren, worden
de installeerbare opties niet juist geconfigureerd. Nadat u het printerstuurprogramma hebt
geïnstalleerd, moet u deze opties juist configureren.
INSTALLEERBARE OPTIES JUIST CONFIGUREREN
1 Nadat u het printerstuurprogramma hebt geïnstalleerd, klikt u met de rechtermuisknop
op het printerpictogram, kiest u Eigenschappen, klikt u op het tabblad Accessoires en kiest
u vervolgens de geïnstalleerde opties.
2 Klik op OK of Toepassen.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 69
Een virtuele printer installeren en een verbinding tot stand brengen
Een virtuele printer stelt u in staat af te drukken naar de EX700i met een vooraf gedefinieerde
reeks taakinstellingen. U hoeft de afdrukopties niet handmatig in te stellen. Voordat u kunt
afdrukken naar een virtuele printer, moet de beheerder de virtuele printer maken en
configureren met Command WorkStation. Nadat de virtuele printer is ingesteld, kunt u het
printerstuurprogramma en de printerdefinitiebestanden vanaf de EX700i installeren op uw
computer via point-and-print.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het instellen
van virtuele printers.
Als u het printerstuurprogramma installeert via point-and-print, is het niet mogelijk
installeerbare opties handmatig te configureren. Installeerbare opties worden automatisch
geconfigureerd. De geïnstalleerde opties worden weergegeven in het printerstuurprogramma
wanneer u de optie Tweerichtingscommunicatie inschakelt.
EEN VIRTUELE PRINTER INSTELLEN OP EEN WINDOWS-COMPUTER VIA POINT-AND-PRINT
1 Windows 2000/XP/Server 2003: klik met de rechtermuisknop op Netwerkomgeving of
Mijn netwerklocaties en klik op Computer zoeken of Zoeken naar computers.
Windows Vista/Server 2008: klik met de rechtermuisknop op Netwerk en kies Openen in
het menu.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start, kies Configuratiescherm, kies Netwerk en internet,
kies Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten in het
netwerk weergeven.
2 Windows 2000/XP/Server 2003: typ de naam of het IP-adres van de EX700i en klik op
Nu zoeken of Zoeken.
Windows Vista/Windows 7/Server 2008 R2: typ de naam van de EX700i in het zoekveld
en druk op Enter.
Windows Server 2008: typ de naam of \\IP-adres van de EX700i in het zoekveld en druk
op Enter.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de EX700i niet kunt vinden.
3 Dubbelklik op de naam van de EX700i om geactiveerde afdrukverbindingen weer te geven.
De virtuele printers worden weergegeven samen met de afdrukwachtrij, de
blokkeringswachtrij en de directe verbinding (als deze zijn ingeschakeld). Virtuele printers
hebben gewoonlijk namen die aangeven voor welk soort taken deze zijn ingesteld.
4 Klik met de rechtermuisknop op de gewenste virtuele printer en kies Verbinden.
De bestanden worden op uw computer geïnstalleerd.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 70
5 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Windows Server 2008: klik Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik op Printers onder
Klassieke weergave.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start en kies Apparaten en printers.
De virtuele printer wordt weergegeven in het venster Printers of Printers en faxapparaten.
U kunt op dezelfde manier afdrukken naar een virtuele printer als naar de EX700i.
Het is mogelijk dat bepaalde afdrukopties niet kunnen worden ingesteld, afhankelijk van de
configuratie van de virtuele printer.
Wanneer u afdrukt naar een virtuele printer die is geïnstalleerd via point-and-print, moet
u het venster Afdrukvoorkeuren openen en op OK klikken voordat de taak wordt afgedrukt.
Hiermee past u de instellingen van de virtuele printer toe op de taak.
Tweerichtingscommunicatie inschakelen
U moet tweerichtingscommunicatie inschakelen om het printerstuurprogramma automatisch
bij te werken met de opties die momenteel op de digitale pers zijn geïnstalleerd.
OPMERKING: U moet zich aanmelden als beheerder om de installeerbare opties toe te voegen of
te wijzigen nadat het printerstuurprogramma voor Windows Vista, Windows 7 of Windows
Server 2008 R2 is geïnstalleerd. Raadpleeg “Installeerbare opties configureren voor het
printerstuurprogramma voor Windows Vista/Windows 7/Server 2008 R2” op pagina 79
voor meer informatie.
TWEERICHTINGSCOMMUNICATIE INSCHAKELEN
1 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Windows Server 2008: klik Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik op Printers onder
Klassieke weergave.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start en kies Apparaten en printers.
2 Windows 2000/XP/Server 2003/Server 2008/Vista: klik met de rechtermuisknop op
het pictogram van de EX700i en kies Eigenschappen.
Windows 7/Server 2008 R2: klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de EX700i
en kies Eigenschappen van printer.
3 Klik op het tabblad Accessoires.
4 Selecteer Tweerichtingscommunicatie.
5 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de EX700i.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 71
6 Schakel Fiery Driver bijwerken bij openen in als u wilt dat de huidige standaardinstellingen
van de printer worden weergegeven wanneer u het printerstuurprogramma opent.
7 Klik op Bijwerken.
OPMERKING: U kunt controleren of tweerichtingscommunicatie is ingeschakeld door op
het tabblad Info te klikken en te controleren of de naam van de EX700i en andere
serverinformatie worden weergegeven.
8 Klik op OK.
Printerstuurprogramma’s verwijderen
Printer Delete Utility wordt lokaal geïnstalleerd en gebruikt. Het is niet nodig verbinding te
maken met de EX700i voordat u de software gaat gebruiken.
FIERY PRINTER DELETE UTILITY INSTALLEREN EN GEBRUIKEN
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
2 Selecteer Wijzigen in het venster dat wordt weergegeven en klik vervolgens op Volgende.
3 Schakel het selectievakje Fiery Printer Delete Utility in en volg de instructies op het scherm
voor de installatie.
4 Klik op Start, wijs Programma’s aan en kies vervolgens Fiery.
5 Kies PrinterDeleteUtility.
Het dialoogvenster Printer Delete Utility wordt weergegeven. In dit venster worden
alle EX700i-printers weergegeven die op uw computer zijn gevonden, samen met
de bijbehorende stuurprogrammas.
6 U kunt een printer verwijderen door het selectievakje naast de printernaam in te
schakelen en op Geselecteerde printers verwijderen te klikken.
Als u alle geïnstalleerde printerstuurprogramma’s wilt verwijderen, schakelt u het
selectievakje Alle printerstuurprogramma’s verwijderen in.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 72
7 Klik op OK om de printer en de bijbehorende printerstuurprogramma’s te verwijderen.
8 Wanneer u klaar bent met het verwijderen van printerstuurprogramma’s, klikt u op Afsluiten
en start u de computer opnieuw op.
Windows-computers instellen voor afdrukken
Nu de printerstuurprogrammabestanden zijn geïnstalleerd, moet u de juiste verbinding
configureren voor de EX700i-netwerkprinter.
Als u wilt afdrukken vanaf Windows-computers, moet u of de beheerder de volgende taken
uitvoeren om een andere verbinding in te stellen dan via poort 9100:
Eventuele netwerkservers instellen.
De EX700i zo instellen dat afdruktaken van uw computer worden geaccepteerd.
Op elke Windows-computer een poort configureren voor het gebruikte netwerktype.
Afdrukverbindingen instellen
De EX700i ondersteunt de volgende afdrukverbindingen:
•SMB
Standaard-TCP/IP (RAW of LPR)
IPP of IPP via SSL
Raadpleeg de volgende tabel voor de locatie van beide procedures.
De SMB-afdrukverbinding voltooien
Als uw netwerk niet over een Windows-server beschikt, kunnen Windows-computers
toch afdrukken op de EX700i. Deze methode van afdrukken is SMB-afdrukken (ook wel
Windows- of WINS-afdrukken genoemd). Als gebruikers afdruktaken versturen, werken
Windows-computers in een peer-to-peer-omgeving en communiceren zij rechtstreeks met
de EX700i.
Procedure Raadpleeg
De SMB-afdrukverbinding voltooien pagina 72
Afdrukverbindingen via standaard-TCP/IP-poorten
(RAW of LPR) voltooien
pagina 73
IPP-verbindingen voltooien pagina 77
Installeerbare opties configureren pagina 79
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 73
Als u SMB-afdrukken inschakelt, kan de EX700i worden weergegeven in het netwerk, zodat
Windows-clients naar een specifieke afdrukverbinding (afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij,
directe verbinding of virtuele printer) kunnen afdrukken op de EX700i zonder gebruik te
hoeven maken van andere netwerksoftware. Windows-afdrukken verloopt via TCP/IP.
U moet TCP/IP configureren op de EX700i en op alle computers die SMB-afdrukken
gebruiken.
Nadat u SMB-afdrukken hebt ingeschakeld op de EX700i, kunt u de Windows- of
SMB-verbinding instellen en het printerstuurprogramma installeren via één enkele procedure.
Raadpleeg “Printerstuurprogrammas installeren via point-and-print” op pagina 62 voor
meer informatie.
Afdrukverbindingen via standaard-TCP/IP-poorten
(RAW of LPR) voltooien
Nadat u het PostScript-printerstuurprogramma en de printerdefinitiebestanden hebt
geïnstalleerd, kunt u als volgt de standaard-TCP/IP-poortverbinding (RAW of LPR)
toevoegen of de instelling ervan configureren:
Bereid de EX700i voor, zodat afdruktaken kunnen worden ontvangen met behulp van
de protocollen voor de standaard-TCP/IP-poortverbinding (RAW of LPR).
Schakel afdrukken via LPD of poort 9100 in vanaf de EX700i.
Configureer de computer voor de TCP/IP-verbinding.
Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie over instellingen.
Vraag voordat u de volgende procedure voltooit de systeembeheerder om het IP-adres
dat is toegewezen aan de EX700i.
Het TCP/IP-protocol moet standaard op de Windows-computer zijn geïnstalleerd. Voor
poort 9100 kunt u via één procedure de verbinding instellen en het printerstuurprogramma
installeren.
OPMERKING: U kunt de LPR-poortverbinding ook instellen door Afdrukservices voor UNIX
te installeren, een invoegonderdeel van Windows. Raadpleeg de documentatie van uw
Windows-systeem voor meer informatie.
DE STANDAARD-TCP/IP-POORTVERBINDING (RAW OF LPR) INSTELLEN VOOR WINDOWS
OPMERKING: In de volgende procedures worden schermafdrukken uit Windows XP gebruikt.
1 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista/Server 2008: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens
op Printers.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start en kies Apparaten en printers.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 74
2 Windows 2000/XP/Server 2003/Server 2008/Vista: klik met de rechtermuisknop op het
pictogram van de EX700i en kies Eigenschappen.
Windows 7/Server 2008 R2: klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de EX700i
en kies Eigenschappen van printer.
3 Klik op het tabblad Poorten.
4 Klik op Poort toevoegen om een nieuwe poort toe te voegen.
Ga door naar stap 11 om de poortinstellingen te wijzigen.
5 Windows 2000/XP/Server 2003: selecteer Standard TCP/IP Port in de lijst Beschikbare
poorttypen en klik op Nieuw poorttype.
Windows Vista/Server 2008: dubbelklik in de lijst op Standard TCP/IP Port.
Windows 7/Server 2008 R2: selecteer Standard TCP/IP Port in de lijst Beschikbare poorttypen
en klik op Nieuwe poort.
De wizard Standaard-TCP/IP-printerpoort toevoegen wordt weergegeven.
6 Klik op Volgende.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 75
7 Typ het IP-adres van de EX700i.
8 Klik op Volgende.
9 Zorg dat de generieke netwerkkaart als standaard is geselecteerd voor het apparaattype
en klik op Volgende.
10 Klik op Voltooien om het dialoogvenster Wizard Standaard-TCP/IP-printerpoort toevoegen
te sluiten en klik vervolgens in het dialoogvenster Printerpoorten op Sluiten.
Ga door naar stap 11 als u de standaardinstelling wilt wijzigen.
Als u de standaardinstelling niet wilt wijzigen, is de instelling nu voltooid.
OPMERKING: In de bovenstaande procedure is poort 9100 opgegeven als standaardinstelling.
11 Klik op Poort configureren op het tabblad Poorten in het dialoogvenster Eigenschappen.
Het dialoogvenster Standaard-TCP/IP-poortmonitor configureren wordt weergegeven.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 76
12 Als u LPR-afdrukken wilt gebruiken, selecteert u LPR onder Protocol en LPR-bytetelling
ingeschakeld onder LPR-instellingen.
OPMERKING: U kunt ook doorgaan zonder de optie LPR-bytetelling ingeschakeld
te selecteren.
Als u afdrukken via poort 9100 wilt gebruiken, selecteert u de optie Raw onder Protocol.
Het poortnummer 9100 wordt automatisch weergegeven onder Raw-instellingen.
Dit is het standaardpoortnummer. U kunt afdrukken naar de printerverbinding die is
geselecteerd voor afdrukken via poort 9100 op de EX700i.
Raadpleeg de volgende stap voor het opgeven van een specifiek poortnummer.
13 Typ de naam van de afdrukverbinding.
Voor LPR typt u print, hold, direct of de naam van een gepubliceerde virtuele printer
voor Wachtrijnaam.
Voor Poort 9100 moet u de volgende poortnummers typen voor elke afdrukverbinding onder
Raw-instellingen:
EX700i-standaard:
9100
direct: 9101
print: 9102
hold: 9103
O
PMERKING: Typ het nummer exact zoals weergegeven.
14 Klik op OK om het dialoogvenster Standaard TCP/IP-poortmonitor configureren te sluiten.
OPMERKING: De EX700i ondersteunt afdrukken in de IPv6-omgeving op Windows
Server 2008/Server 2008 R2, Windows 7 en Windows Vista.
OPMERKING: Op computers met Windows XP/Server 2003 wordt LPR-afdrukken in de
IPv6-omgeving ondersteund via een opdrachtregel, maar andere methoden werken
mogelijk ook.
15 Klik op Toepassen in het dialoogvenster Eigenschappen van de EX700i en klik vervolgens
op OK.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 77
IPP-verbindingen voltooien
Als u IPP (Internet Printing Protocol) gebruikt, worden afdruktaken via het internet naar
de EX700i verzonden.
Voer, voordat u begint, de volgende taken uit:
Zorg dat de EX700i is geconfigureerd voor TCP/IP- en IPP-afdrukken.
Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie.
Geef op uw computer de afdrukbestemming op.
OPMERKING: IPP-via-SSL-verbindingen worden ondersteund.
IPP-AFDRUKKEN INSTELLEN IN WINDOWS
1 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op Printers.
Windows Server 2008: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens op
Printers onder Klassieke weergave.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start, kies Configuratiescherm, kies Netwerk en internet,
kies Netwerkcentrum en klik vervolgens op de koppeling Computers en apparaten in het
netwerk weergeven.
2 Windows 2000/XP: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen en klik op Volgende.
Windows Server 2003: dubbelklik op het pictogram Printer toevoegen en klik op Volgende.
Windows Vista/Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: klik op Een printer toevoegen.
3 Windows 2000/XP/Server 2003: selecteer Netwerkprinter en klik op Volgende.
Windows Vista: selecteer Een netwerkprinter toevoegen.
Windows Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: selecteer Netwerkprinter, draadloze
printer of Bluetooth-printer toevoegen.
4 Windows 2000/XP/Server 2003/Vista: selecteer Verbinding maken met een printer op
het internet of uw intranet.
Windows Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: als het zoeken naar de printer lang duurt,
klikt u op Stoppen en vervolgens op The printer that I want isn’t listed (De printer die ik wil
staat niet in de lijst).
5 Windows 2000/XP/Server 2003/Vista: typ in het veld URL het IP-adres of de DNS-naam van
de EX700i gevolgd door ipp/ en vervolgens de naam van de verbinding (print, hold, direct
of de naam van de virtuele printer).
http://10.10.10.150/ipp/print of http://DNS-naam van EX700i/ipp/print verzendt de taak
bijvoorbeeld naar de afdrukwachtrij op de EX700i.
Voor IPP via SSL typt u
https in plaats van http.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 78
OPMERKING: Het gedeelte ipp/print in het voorbeeld is hoofdlettergevoelig.
Windows Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: klik op Een gedeelde printer op naam
selecteren en typ in het veld URL het IP-adres of de DNS-naam van de EX700i gevolgd door
de naam van de verbinding (print, hold of direct).
OPMERKING: http://10.10.10.150/ipp/print of http://DNS-naam van EX700i/ipp/print
verzendt de taak bijvoorbeeld naar de afdrukwachtrij op de EX700i.
OPMERKING: De URL voor de printer is niet hoofdlettergevoelig.
6 Windows 2000/XP/Server 2003/Vista: klik op Volgende.
Het dialoogvenster Verbinding maken met printer wordt weergegeven.
Windows Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: klik op Volgende.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 79
7 Windows 2000/XP/Server 2003/Vista: klik op OK.
Het dialoogvenster Wizard Printer toevoegen wordt weergegeven.
Windows Server 2008/Server 2008 R2/Windows 7: klik op Stuurprogramma installeren.
8 Als u de PostScript-printer voor de eerste keer installeert, volgt u de procedure
“De afdrukverbinding voor Windows installeren en voltooien” op pagina 65, stap 9.
9 Geef aan of u de EX700i wilt instellen als de standaardprinter en klik op Volgende.
10 Klik op Voltooien.
Installeerbare opties configureren
Nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd, moet u de EX700i configureren voor
de opties die zijn geïnstalleerd op de digitale pers zodat de EX700i optimaal gebruik kan
maken van de opties van de digitale pers. U kunt de opties handmatig configureren. Voor de
TCP/IP-netwerkverbindingen kunt u de optie Tweerichtingscommunicatie gebruiken om
de opties automatisch te configureren.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het opgeven
van installeerbare opties.
Installeerbare opties configureren voor het printerstuurprogramma
voor Windows Vista/Windows 7/Server 2008 R2
Windows Vista, Windows 7 en Windows Server 2008 R2 bevatten de functie
Gebruikersaccountbeheer. U moet zich aanmelden als beheerder om de installeerbare
opties toe te voegen of te wijzigen nadat het printerstuurprogramma is geïnstalleerd.
INSTALLEERBARE OPTIES WIJZIGEN
1 Windows Vista: open het bedieningspaneel voor printers.
Windows 7/Server 2008 R2: open het bedieningspaneel Apparaten en printers.
2 Windows Vista: klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram van de EX700i,
kies Als administrator uitvoeren en kies vervolgens Eigenschappen.
Windows 7/Server 2008 R2: klik met de rechtermuisknop op het printerpictogram van
de EX700i, kies Als administrator uitvoeren en kies vervolgens Eigenschappen van printer.
Het dialoogvenster Gebruikersaccountbeheer wordt geopend.
3 Kies de gebruiker met beheerdersrechten, typ het wachtwoord en klik vervolgens op OK.
4 Windows Vista: klik opnieuw met de rechtermuisknop op het printerpictogram van de EX700i
en kies Eigenschappen.
Windows 7/Server 2008 R2: klik opnieuw met de rechtermuisknop op het printerpictogram
van de EX700i en kies Eigenschappen van printer.
5 Klik op het tabblad Accessoires en maak de gewenste keuzen.
6 Klik op Toepassen en daarna op OK.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 80
Afdrukken vanaf Windows-computers
U kunt naar de EX700i afdrukken op dezelfde manier als u afdrukt naar elke andere printer
vanuit een Windows-toepassing. U kunt afdrukken vanaf een Windows-computer in een
netwerk of vanaf een zelfstandige computer via Windows-afdrukken (WINS). Selecteer
de EX700i als de huidige printer in de lijst met printernamen, geef afdrukopties op en druk
het document vervolgens af vanuit de toepassing.
In de onderstaande tabel worden andere methoden vermeld om af te drukken naar de EX700i
en wordt beschreven waar u meer informatie over deze functies kunt vinden.
OPMERKING: In de volgende procedures worden schermafbeeldingen uit Windows XP
gebruikt, tenzij anders aangegeven.
Meer informatie Raadpleeg
Bestanden naar de EX700i downloaden met WebTool Documenten Hulpprogramma’s
Documenten afdrukken via e-mailservices “E-mailservice” op
pagina 88
Documenten afdrukken via Hot Folders Hulpprogramma’s
Documenten afdrukken met Command WorkStation Hulpprogramma’s
De Windows-omgeving instellen voor afdrukken met Windows-servers
die zijn aangesloten op de EX700i
Configuratie en
instellingen
Optimale afdrukresultaten verkrijgen vanuit toepassingen Afdrukken in kleur en
Fiery-kleurenreferentie
Afdrukopties instellen en afdrukken vanuit Windows-toepassingen pagina 81
Standaardafdrukopties opgeven pagina 84
Het pictogram Snelle toegang aanpassen pagina 85
De status van de digitale pers controleren pagina 85
Bestanden opslaan om naar een externe locatie af te drukken pagina 85
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken pagina 132
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 81
Afdrukopties instellen en afdrukken vanuit Windows-toepassingen
Als u wilt afdrukken vanaf Windows-platformen, installeert u het PostScript-
printerstuurprogramma. Raadpleeg Windows-printerstuurprogrammas installeren op
pagina 61 voor instructies. U moet de opties configureren op het tabblad Geavanceerd van
het printerstuurprogramma nadat de installatie is voltooid, zoals beschreven op pagina 65.
Als u afdrukt naar een virtuele printer, is het mogelijk dat u bepaalde afdrukopties niet kunt
instellen, afhankelijk van de configuratie van de virtuele printer.
Sommige afdrukopties die u in een toepassing kunt selecteren, komen overeen met specifieke
afdrukopties van de EX700i en de digitale pers. In deze gevallen moet u de specifieke
afdrukopties van de EX700i en de digitale pers gebruiken. Deze opties worden weergegeven
op het tabblad Fiery-afdrukken. Soms bereidt de toepassing het bestand niet correct voor op
het afdrukken op de EX700i, wat kan leiden tot een onverwachte afwerking, afdrukfouten of
een langere verwerkingstijd.
Als u incompatibele afdrukinstellingen opgeeft bij het afdrukken van een document, wordt
het dialoogvenster Conflict weergegeven met instructies voor het oplossen van het conflict.
Sommige afdrukopties, zoals geavanceerde kleurinstellingen, zijn alleen beschikbaar als
tweerichtingscommunicatie is ingeschakeld of als een bepaalde installeerbare optie is
geconfigureerd. Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie
over het inschakelen van tweerichtingscommunicatie. Raadpleeg “Installeerbare opties
configureren op pagina 79 voor informatie over het configureren van installeerbare opties.
Als u Standaardwaarde van printer kiest, wordt de taak afgedrukt volgens de instellingen die
de beheerder heeft opgegeven in Instelling. Raadpleeg pagina 101 voor meer informatie.
In de volgende procedures wordt uitgelegd hoe u het printerstuurprogramma kunt gebruiken
om afdrukopties op te geven voor een bepaalde taak en de taak af te drukken op de EX700i.
U kunt ook de standaardafdrukinstellingen opgeven via het stuurprogramma.
Raadpleeg pagina 100 voor informatie over afdrukopties.
OPMERKING: In de volgende procedures worden schermafdrukken uit Windows XP gebruikt.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 82
AFDRUKOPTIES VOOR EEN SPECIFIEKE WINDOWS-AFDRUKTAAK INSTELLEN MET BEHULP VAN
HET PRINTERSTUURPROGRAMMA
1 Kies Bestand > Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt en selecteer de EX700i als
uw printer.
2 Klik op Eigenschappen.
3 Klik op het tabblad Fiery-afdrukken.
Het tabblad Fiery-afdrukken is de plaats waar u alle veelgebruikte afdrukfuncties
kunt beheren.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het gebruik
van instellingen.
OPMERKING: Raadpleeg pagina 102 voor een lijst van afdrukopties.
1 Voorkeuzen (Taaksjablonen),
zie Help
2 Afdrukoptiepictogrammen
3 Aanpassen
(Snelkoppelingen), zie Help
4 Actief gebied
5 Taakweergave
6 Printerstatus
7Help
1
2
3
5
6
4
7
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 83
4 Geef afdrukopties en instellingen voor de taak op.
De afdrukopties zijn ingedeeld in categorieën. Alle groepen of tabbladen bevatten
afdrukopties die gelijksoortig zijn of elkaar aanvullen.
De groepen of tabbladen zijn de volgende:
Snelle toegang bevat een aantal afdrukopties uit de andere groepen met taakeigenschappen.
U kunt dit tabblad aanpassen, dus elke afdrukoptie kan worden toegevoegd of verwijderd.
In het tabblad Snelle toegang kunt u snel afdrukopties vinden zonder door alle tabbladen
van Eigenschappen te bladeren. Raadpleeg pagina 85 voor meer informatie over het aanpassen
van het deelvenster Snelle toegang.
Taakinfo bevat alle informatie over de taak, waaronder gebruikersinformatie die mogelijk is
vereist voor gebruikersauthenticatie, beveiligde afdrukeigenschappen, taakafhandeling en
documentenserver. Raadpleeg pagina 103 voor meer informatie over opties van Taakinfo.
Media bevat papierkenmerken en -bronnen voor het afdrukken en invoegen.
Raadpleeg pagina 105 voor meer informatie over opties van Media.
Opmaak definieert hoe het bestand wordt geplaatst of afgebeeld op het medium/vel, behalve
voor plaatsing waarbij afwerkingsopties worden gecompenseerd (bijvoorbeeld bij Lade-
uitlijning). Raadpleeg pagina 108 voor meer informatie over opties van Opmaak.
Kleur bevat kleurinstellingen en grafische functies (indien ingeschakeld).
Raadpleeg pagina 113 voor meer informatie over opties van Kleur.
Afbeelding bevat alle instellingen voor Beeldkwaliteit die worden ondersteund door de
verbonden EX700i en digitale pers. Raadpleeg pagina 118 voor meer informatie over opties
van Afbeelding.
Afwerking bevat afdrukopties die specifiek zijn voor de EX700i en voor de afwerkeenheden op
de digitale pers. Deze opties hebben voorrang op de printerinstellingen van de EX700i maar
kunnen vanuit Command WorkStation worden gewijzigd. Raadpleeg pagina 119 voor meer
informatie over opties van Afwerking.
VDP bevat alle instellingen voor afdrukken met variabele gegevens (VDP), zoals FreeForm en
geavanceerde VDP-instellingen. Raadpleeg pagina 120 voor meer informatie over opties
van VDP.
Stempel bevat alle stempelopties waarbij een afbeelding aan de taak wordt toegevoegd of
wordt verborgen/verwijderd. Hieronder vallen ook watermerkeigenschappen die de positie en
de stijl van een watermerk definiëren. Raadpleeg pagina 122 of de Help van het
printerstuurprogramma voor meer informatie over opties van Stempel/Watermerk.
Printer bevat de status van de digitale pers, waaronder de huidige niveaus van papier en droge
inkt. Raadpleeg pagina 85 of de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie.
5 Nadat u de afdrukinstellingen hebt opgegeven, klikt u op Afdrukken om de afdruktaak
te verzenden.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 84
Standaardafdrukopties voor afdruktaken opgeven
Ga als volgt te werk om standaardafdrukopties in te stellen.
STANDAARDAFDRUKOPTIES VOOR WINDOWS-AFDRUKTAKEN INSTELLEN MET BEHULP
VAN HET POSTSCRIPT-PRINTERSTUURPROGRAMMA
1 Windows 2000: klik op Start, wijs Instellingen aan en klik op Printers.
Windows XP: klik op Start en kies Printers en faxapparaten.
Windows Server 2003: klik op Start, kies Configuratiescherm en vervolgens Printers
en faxapparaten.
Windows Vista/Server 2008: klik op Start, kies Configuratiescherm en dubbelklik vervolgens
op Printers.
Windows 7/Server 2008 R2: klik op Start en kies Apparaten en printers.
2 Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van de EX700i en kies Voorkeursinstellingen
voor afdrukken.
3 Als het tabblad Fiery-afdrukken niet wordt weergegeven, klikt u erop.
4 Geef de standaardinstellingen op voor uw afdruktaken, zoals beschreven op pagina 82.
5 Klik op OK om het dialoogvenster te sluiten.
WINDOWS VOOR INTEGRATED FIERY COLOR SERVER 85
Het pictogram Snelle toegang aanpassen
U kunt het deelvenster Snelle toegang aanpassen en er de afdrukopties in opnemen die
u vaak gebruikt. Hierbij bespaart u tijd, omdat u niet alle andere afdrukoptiepictogrammen
hoeft te openen als u alleen de opties in Snelle toegang wilt instellen.
Wanneer u een afdrukoptie onder Snelle toegang plaatst, wordt deze nog steeds weergegeven
onder het oorspronkelijke afdrukoptiepictogram. U kunt de optie instellen vanaf
beide plaatsen.
SNELLE TOEGANG AANPASSEN
1 Kies Bestand > Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt en selecteer de EX700i als
uw printer.
2 Klik op Eigenschappen.
3 Klik op het tabblad Fiery-afdrukken.
4 Klik op Aanpassen om de opties in het venster Snelle toegang aanpassen op te geven.
U kunt een snelkoppeling selecteren in de lijst Beschikbare snelkoppelingen en deze
toevoegen aan de lijst Huidige snelkoppelingen. U kunt ook een snelkoppeling verwijderen
uit de lijst Huidige snelkoppelingen. Klik op OK om uw wijzigingen op te slaan.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het aanpassen
van het pictogram Snelle toegang.
De status van de digitale pers controleren
Als u een TCP/IP-netwerk inschakelt, kunt u de status van de digitale pers en
kleurinstellingen opvragen vanaf de EX700i en deze weergeven in het printerstuurprogramma
met de optie Tweerichtingscommunicatie. Als u tweerichtingscommunicatie inschakelt
voor uw digitale pers, kunt u de status van de digitale pers controleren, inclusief de niveaus
van verbruiksartikelen als papier en droge inkt.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het inschakelen
van tweerichtingscommunicatie.
Bestanden opslaan om op een externe locatie af te drukken
Als u ter plaatse niet beschikt over een EX700i en u bestanden voorbereidt voor een
afdrukservice of andere locatie, kunt u de definitieve bestanden afdrukken naar een bestand
(in plaats van een lokale poort). U kunt ook afdrukken naar de poort Bestand als u een
bestand wilt maken dat u met behulp van WebTool Documenten kunt downloaden.
Raadpleeg de documentatie bij Windows voor instructies voor het afdrukken naar de
poort Bestand.
AFDRUKMETHODEN 86
AFDRUKMETHODEN
Naast het afdrukken van taken vanuit het printerstuurprogramma van de EX700i, kunt
u ook taken afdrukken met de volgende methoden:
Job Monitor hiermee kunt u informatie weergeven over de taken die naar de EX700i
zijn verzonden en kunt u deze taken opnieuw afdrukken. Raadpleeg pagina 87 voor
meer informatie.
E-mailservice hiermee kunt u taken als e-mailbijlagen naar de EX700i verzenden.
Raadpleeg pagina 88 voor meer informatie.
USB-apparaat hiermee kunt u bestanden afdrukken die op een USB-station zijn
opgeslagen. Raadpleeg pagina 91 voor meer informatie.
FTP-afdrukken hiermee kunt u afdrukken naar de EX700i met het FTP-protocol.
Raadpleeg pagina 94 voor meer informatie.
Beveiligd afdrukken hierbij moet een wachtwoord op de EX700i worden ingevoerd
voordat een taak wordt afgedrukt. Raadpleeg pagina 95 voor meer informatie.
Adobe PDF Print Engine (APPE) is een aanvullende interpretatietechnologie waarmee
oorspronkelijke PDF-verwerking en -weergave mogelijk zijn zonder dat de taak op
de EX700i van PDF naar PostScript hoeft te worden geconverteerd. Raadpleeg pagina 96
voor meer informatie.
Rechtstreeks mobiel afdrukken hiermee kunt u rechtstreeks afdrukken naar de EX700i
vanaf mobiele apparaten. Raadpleeg pagina 99 voor meer informatie.
AFDRUKMETHODEN 87
Job Monitor configureren en gebruiken
Met Job Monitor kunt u de status controleren van taken die naar de EX700i zijn verzonden
en kunt u informatie hierover weergeven.
Job Monitor wordt alleen ondersteund op de 32-bits versie van Windows-besturingssystemen.
OPMERKING: Job Monitor wordt niet ondersteund op de 64-bits versie van Windows-
besturingssystemen en niet op Mac OS X.
De verbinding configureren
Wanneer u de eerste afdruktaak naar de EX700i verzendt, wordt Job Monitor geopend
en wordt verbinding gemaakt met de EX700i. Wanneer u printerstuurprogrammas hebt
geïnstalleerd en geconfigureerd voor meer dan één digitale pers, wordt in Job Monitor
automatisch verbinding gemaakt met alle digitale persen van de EX700i.
Het pictogram Job Monitor ( ) wordt weergegeven op het bureaublad en in de taakbalk
van Windows op uw computer.
Job Monitor wordt automatisch geïnstalleerd als u het printerstuurprogramma kiest om op
uw computer te installeren. Als u Job Monitor wilt gebruiken, moet u dit hulpprogramma
eerst inschakelen in het printerstuurprogramma.
JOB MONITOR INSCHAKELEN
Schakel het selectievakje Mijn afdruktaak controleren in op het tabblad Printer van
het printerstuurprogramma.
JOB MONITOR UITSCHAKELEN
Schakel het selectievakje Mijn afdruktaak controleren uit op het tabblad Printer van
het printerstuurprogramma.
Job Monitor gebruiken
Raadpleeg de Help van Job Monitor en van het printerstuurprogramma voor meer informatie
over het gebruik van Job Monitor.
AFDRUKMETHODEN 88
E-mailservice
Met een e-mailservice kunt u controleren hoe de EX700i uw bestaande e-mailinfrastructuur
gebruikt. U kunt ook afdrukken naar externe locaties en firewalls omzeilen. Een e-mailservice
is niet toepassingsspecifiek. U kunt elke e-mailconfiguratie gebruiken.
OPMERKING: E-mailservices worden niet ondersteund op Mac OS X.
De EX700i ondersteunt ook interne adresboeken. Beheerders kunnen adressen in
adresboeken ophalen, toevoegen, verwijderen en wissen door een verzoek via e-mail te
verzenden. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over adresboeken.
Raadpleeg de Help van Configure voor het instellen van E-mailservice.
U kunt de e-mailservice op de volgende manieren gebruiken:
Een taak afdrukken vanuit een e-mailtoepassing
Als u wilt afdrukken via een e-mailclient, verzendt u een bestand als een e-mailbijlage.
E-mail Service haalt het bestand op en verzendt het naar de EX700i. Het bestand in de
bijlage kan elke indeling hebben die door de EX700i wordt herkend (PostScript, PDF,
EPS, VDP of TIFF).
OPMERKING: Een e-mailservice kan geen bestanden met de extensie .vbs, .exe en
.bat verwerken.
Taken beheren met een e-mailtoepassing
U kunt uw afdruktaken beheren door via e-mail opdrachten naar de EX700i te verzenden.
Scan naar e-mail
U kunt een document scannen en het als bijlage of URL verzenden naar een e-mailadres.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over Scannen naar e-mail.
Afdrukken via een e-mailclient
U kunt afdruktaken met uw e-mailtoepassing als e-mailbijlage naar de EX700i verzenden.
Als u een e-mail met een bijlage verzendt, wordt het bestand door de e-mail Service opgehaald
en naar de afdrukwachtrij op de EX700i verzonden. Het bestand moet een indeling hebben
die door de EX700i wordt ondersteund.
Alle gebruikers kunnen in principe afdrukken via een e-mailclient, behalve wanneer het
adresboek voor afdrukken door de beheerder is ingesteld. Als uw e-mailadres niet in het
adresboek voor afdrukken voorkomt, kunt u geen bestanden via e-mail naar de EX700i
verzenden. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over adresboeken.
AFDRUKMETHODEN 89
Wanneer Gebruikersauthenticatie ingesteld is op de EX700i, moet de e-mailbijlage de juiste
gebruikersnaam en het juiste wachtwoord hebben wanneer het via e-mail afdrukken wordt
afgedrukt. Wanneer u de e-mailbijlage maakt met het printerstuurprogramma van de EX700i,
typt u de gebruikersnaam en het wachtwoord in het tabblad Taakeigenschappen van het
printerstuurprogramma. De gebruikersnaam en het wachtwoord moeten overeenkomen
met de gebruikersnaam en het wachtwoord die de beheerder heeft gedefinieerd in het gedeelte
Gebruikers en groepen van Configure. Raadpleeg Help van Configure voor informatie over
Gebruikers en groepen.
OPMERKING: De directe verbinding wordt niet ondersteund door de functie voor e-mailclients.
OPMERKING: In de volgende schermafdrukken is de e-mailtoepassing Microsoft
Outlook gebruikt.
AFDRUKKEN VIA EEN E-MAILCLIENT
1 Open uw e-mailtoepassing.
2 Typ het e-mailadres van de EX700i in de Aan-regel.
3 Typ de gewenste tekst in de onderwerpregel of laat deze regel leeg.
4 Voeg het bestand bij dat u wilt afdrukken.
Het bestand in de bijlage kan elke indeling hebben die door de EX700i wordt herkend
(PostScript, PDF, EPS, VDP of TIFF).
OPMERKING: Als uw bijlage de maximale bestandsgrootte overschrijdt die door de beheerder
van uw e-mailsysteem is ingesteld, wordt de e-mail niet verzonden.
AFDRUKMETHODEN 90
5 U kunt ook tekst in het tekstgebied van het bericht typen. De tekst wordt samen met
het bestand afgedrukt.
OPMERKING: E-mailberichten in HTML-indeling worden niet ondersteund en worden
mogelijk niet afgedrukt zoals deze worden weergegeven op het externe werkstation.
Verzend e-mailberichten als tekst zonder opmaak.
6 Verzend de e-mail.
Het bestand wordt naar de EX700i verzonden en de taak wordt afgedrukt. Wanneer
de EX700i de taak heeft ontvangen, ontvangt u per e-mail een kennisgeving dat de afdruktaak
is geaccepteerd. In deze e-mail wordt een taakidentificatie (ID) vermeld. Gebruik de
taakidentificaties om taken te beheren met e-mailopdrachten (raadpleeg “Afdruktaken
beheren met e-mailopdrachten op pagina 90). In de e-mailkennisgeving worden alle fouten
aangegeven die zich op dat moment eventueel hebben voorgedaan op de digitale pers.
Wanneer de taak is afgedrukt, wordt een tweede kennisgeving per e-mail verzonden met
de mededeling dat de taak met goed gevolg is afgedrukt.
Afdruktaken beheren met e-mailopdrachten
U kunt uw afdruktaken beheren door via e-mail opdrachten naar de EX700i te verzenden.
U kunt een taak annuleren, de taakstatus bekijken en Help-informatie over een taak openen.
Als u een opdracht verzendt, stuurt de EX700i een e-mailbericht terug.
AFDRUKTAKEN BEHEREN MET E-MAILOPDRACHTEN
1 Typ het e-mailadres van de EX700i in de Aan-regel van uw e-mailtoepassing.
2 Typ een van de volgende opdrachten in de onderwerpregel:
Als u de status van een taak wilt controleren, typt u #JobStatus<taak-ID> in de
onderwerpregel.
U ontvangt dan een antwoord op uw taakstatusverzoek. U kunt de statusgegevens van
een taak alleen opvragen als u de desbetreffende taak zelf hebt verzonden of als u een
beheerder bent.
Als u een taak wilt annuleren, typt u #CancelJob<taak-ID> in de onderwerpregel.
U ontvangt dan een kennisgeving waarin wordt aangegeven dat de taak is geannuleerd en niet
is afgedrukt op de EX700i. U kunt de taak alleen annuleren als u de desbetreffende taak
zelf hebt verzonden.
Als u Help-informatie wilt opvragen, typt u #Help in de onderwerpregel.
U ontvangt dan een e-mailbericht met de koppelingen die u kunt gebruiken om taken
te annuleren, de taakstatus te controleren en adresboeken te zoeken en te beheren.
Klik op een van de koppelingen om een opdracht uit te voeren.
3 Verzend de e-mail naar de EX700i.
AFDRUKMETHODEN 91
Afdrukken vanaf een USB-apparaat
U kunt bestanden op een USB-apparaat afdrukken naar de EX700i. U doet dit door PS-,
PCL-, EPS-, TIFF- en PDF-bestanden op te slaan op het USB-apparaat en deze bestanden
rechtstreeks te downloaden naar de EX700i. U kunt bestanden afdrukken die afkomstig zijn
van Mac OS X- of Windows-computers.
U kunt bestanden automatisch afdrukken vanaf een USB-apparaat naar een van de
standaardafdrukwachtrijen op de EX700i (afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij of directe
verbinding) of naar gepubliceerde virtuele printers (indien ondersteund). Raadpleeg uw
beheerder om na te gaan of deze verbindingen zijn gepubliceerd in Instelling. U kunt ook alle
gewenste bestanden op uw USB-apparaat afdrukken, opgeven waarnaar deze moeten worden
verzonden en ook enkele afdrukopties selecteren. Raadpleeg de Help van Command
WorkStation voor meer informatie over virtuele printers.
Vraag aan uw beheerder om de gepaste opties te configureren voordat u bestanden afdrukt
vanaf een USB-apparaat. Raadpleeg Configuratie en instellingen of de Help van Configure
voor meer informatie over het configureren van de gepaste opties.
Er zijn twee methoden om bestanden af te drukken vanaf een USB-apparaat: automatisch
afdrukken en handmatig afdrukken.
Automatisch afdrukken
Als u automatisch wilt afdrukken naar de afdrukwachtrij, blokkeringswachtrij of directe
verbinding, of naar gepubliceerde virtuele printers met de instelling Alle afdrukken, moet
u op uw USB-apparaat mappen instellen met de namen print, hold, direct en de namen
van eventuele gepubliceerde virtuele printers. Wanneer u het USB-apparaat aansluit op een
USB-poort van de EX700i, worden de bestanden in deze mappen automatisch verzonden
naar de overeenkomstige wachtrijen.
BESTANDEN AFDRUKKEN VANAF HET USB-APPARAAT
1 Configureer de USB-afdrukopties in Instelling.
2 Maak mappen in het hoofdniveau van het USB-apparaat met de namen print, hold, direct
en virtuele printer.
3 Sla de bestanden (PS, EPS, PCL, TIFF en PDF) van de computer van de gebruiker op op
het USB-apparaat.
Bestanden die zijn gekopieerd naar de mappen print, hold, direct of virtuele printer worden
automatisch gedownload naar de overeenkomstige afdrukverbinding op de EX700i wanneer
u het USB-apparaat aansluit op de EX700i. Bestanden die zijn gekopieerd naar het
hoofdniveau van het USB-apparaat worden gedownload naar de afdrukwachtrij.
AFDRUKMETHODEN 92
4 Verwijder het USB-apparaat van de computer en sluit het aan op de USB-poort op de EX700i.
Zorg dat u het USB-apparaat op de juiste manier uitschakelt voordat u de verbinding met de
computer verbreekt.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor de plaats van de USB-poort.
Handmatig afdrukken
Wanneer Aut. afdr. USB-med. is uitgeschakeld in Serverinstellingen, moet u handmatig
de bestanden selecteren die u wilt afdrukken vanaf het USB-apparaat en opgeven waarnaar
u deze wilt verzenden.
OPMERKING: Integrated Fiery Color Server biedt geen ondersteuning voor handmatig
afdrukken vanaf het USB-apparaat.
AFDRUKKEN MET USB-MEDIASERVER
1 Sluit het USB-apparaat aan op een USB-poort van de EX700i.
2 Druk op het pictogram All Services (Alle services) op het aanraakpaneel van de digitale pers.
3 Druk op Web Applications (Webtoepassingen).
4 Druk op het tabblad USB om het venster USB-mediaserver weer te geven.
De wachtrijen (print, hold of direct) worden weergegeven. De weergegeven wachtrijen
komen overeen met de mappen die u hebt gemaakt op het USB-apparaat.
De bestanden op het USB-apparaat worden weergegeven op het aanraakpaneel van de digitale
pers. Zowel bestanden op het hoofdniveau van het USB-apparaat als mappen worden
weergegeven.
5 Druk op Bladeren naast een map om deze te openen.
6 Druk links onderin op Hoofddirectory om terug te bladeren naar het hoofdniveau.
7 Als u wilt navigeren door de lijst met bestanden en mappen, kunt u drukken op Eerst, Vorig,
Volg. en Ltst.
8 Druk één bestand of alle bestanden in de directory af.
Als u één bestand wilt afdrukken, selecteert u dit, drukt u op Afdrukken en gaat u
door naar stap 9.
Als u alle bestanden in de directory wilt afdrukken, drukt u op Alle afdrukken
links onderaan.
AFDRUKMETHODEN 93
9 Geef de afdrukopties op voor het bestand.
U kunt kiezen uit de volgende afdrukopties:
Wachtrij (Afdrukken, Direct, Blokkeren of eventuele gepubliceerde virtuele printers
die voor de EX700i zijn ingesteld)
Aant. exemplaren
Dubbelzijdig (Standaard, Uit, Lang, Kort)
Paginaformaat (Standaard, lijst met paginaformaten)
10 Drukt op Afdrukken om het bestand te verzenden naar de EX700i Print Server en
af te drukken of druk op Annuleren om het afdrukverzoek te annuleren.
11 Druk op All Services (Alle services) op het aanraakpaneel van de digitale pers.
12 Verwijder het USB-apparaat uit de EX700i.
AFDRUKMETHODEN 94
FTP-afdrukken
Als FTP-services zijn ingeschakeld op de EX700i, is de EX700i ingesteld als een FTP-server.
U kunt taken verzenden naar de EX700i met FTP-afdrukken. Raadpleeg de Help
van Configure voor meer informatie over het configureren van FTP-services.
U kunt elke willekeurige FTP-clientsoftware gebruiken. Voordat u FTP-afdrukken
kunt gebruiken, heeft de FTP-clientsoftware de volgende informatie nodig
(raadpleeg uw beheerder):
IP-adres of DNS-naam van de EX700i
Directory of pad waarnaar de taak moet worden verzonden, bijvoorbeeld de
afdrukwachtrij, de blokkeringswachtrij of gepubliceerde virtuele printers
(indien ondersteund)
OPMERKING: U kunt niet afdrukken naar de directe verbinding met FTP-afdrukken.
Gebruikersnaam en wachtwoord (indien vereist)
U kunt bestanden met de indelingen PostScript (PS), Printer Control Language (PCL),
Tagged Image File Format (TIFF) en Portable Document Format (PDF) verzenden
naar de EX700i. EPS-bestanden (Encapsulated PostScript) worden niet ondersteund
voor FTP-afdrukken.
BESTANDEN AFDRUKKEN NAAR DE EX700I MET HET FTP-PROTOCOL
1 Maak verbinding met de EX700i via uw FTP-clientsoftware.
De mappen die overeenkomen met de afdrukwachtrij en de blokkeringswachtrij worden
weergegeven. De mappen voor gepubliceerde virtuele printers worden eveneens weergegeven.
2 Navigeer naar de map die overeenkomt met de afdrukverbinding of de gepubliceerde
virtuele printer.
3 Upload uw taak naar de gewenste map.
Nadat de taak is afgedrukt, wordt deze verwijderd van de EX700i.
AFDRUKMETHODEN 95
Beveiligde afdruktaken afdrukken en ophalen
De functie Beveiligd afdrukken biedt een veiligheidsniveau voor vertrouwelijke of gevoelige
afdruktaken, die alleen kunnen worden afgedrukt wanneer u aanwezig bent bij de digitale
pers. Als u deze functie wilt gebruiken, voert u eerst een willekeurig wachtwoord in in
het veld Beveiligd afdrukken van het printerstuurprogramma wanneer u de taak naar de
EX700i verzendt. Als u de taak wilt afdrukken, voert u het wachtwoord opnieuw in op
het aanraakpaneel van de digitale pers van de EX700i, zoals beschreven in de volgende
procedures.
EEN BEVEILIGDE AFDRUKTAAK VERZENDEN
1 Kies Bestand/Archief > Afdrukken/Druk af in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de EX700i als de printer.
3 Windows: klik op Eigenschappen en klik vervolgens op het pictogram Taakinfo.
Mac OS X: kies Fiery-functies in de keuzelijst, klik op Volledige eigenschappen en
klik vervolgens op het pictogram Taakinfo in het dialoogvenster Voorkeursinstellingen.
4 Typ een willekeurig wachtwoord in het veld Beveiligd afdrukken.
OPMERKING: Het wachtwoord mag uitsluitend uit alfanumerieke tekens
(geen symbolen) bestaan.
Raadpleeg pagina 104 voor meer informatie over het typen van het wachtwoord.
5 Breng eventuele andere gewenste wijzigingen aan in Taakeigenschappen en verzend
de taak naar de EX700i.
6 Klik op OK om het dialoogvenster Eigenschappen van de EX700i te sluiten.
7 Klik op OK of Afdrukken om het dialoogvenster Afdrukken te sluiten.
De taak wordt verzonden naar de digitale pers.
EEN BEVEILIGDE AFDRUKTAAK OPHALEN
1 Druk op de knop Web Applications (Webtoepassingen) van het aanraakpaneel van de
digitale pers.
2 Druk op het tabblad Taken.
3 Druk op het tabblad Beveiligd.
4 Druk op het scherm Wachtwoord op het veld Wachtwoord en er wordt een
toetsenbord weergegeven.
AFDRUKMETHODEN 96
5 Typ hetzelfde wachtwoord dat u hebt getypt in het veld Beveiligd afdrukken van
het printerstuurprogramma en druk op Enter.
De afdruktaken die overeenkomen met het wachtwoord worden weergegeven in
het aanmeldvenster.
6 Selecteer uw afdruktaak en kies Afdrukken of Verwijderen.
Na 45 seconden zonder activiteit keert het scherm Beveiligd terug naar het
hoofdscherm Taken.
Adobe PDF Print Engine (APPE)
De EX700i bevat functies van de Adobe PDF Print Engine (APPE), een aanvullende
interpretatietechnologie waarmee oorspronkelijke PDF-verwerking en -weergave mogelijk
zijn zonder dat de taak op de EX700i van PDF naar PostScript hoeft te worden
geconverteerd. Er is geen speciaal printerstuurprogramma benodigd voor het afdrukken van
APPE-taken, maar de beheerder moet de hiermee samenhangende instellingen inschakelen in
Instelling. Als APPE niet is ingeschakeld, worden PDF-bestanden verwerkt met de
PostScript-interpretatietechnologie van de EX700i. Alle PostScript-bestanden worden nog
steeds verwerkt met de PostScript-interpretatietechnologie.
De APPE-optie is niet beschikbaar vanuit het printerstuurprogramma, maar is opgenomen in
Taakeigenschappen in Command WorkStation. Nadat de beheerder APPE inschakelt als de
standaardinstelling in Configure, kunt u de APPE-optie in Taakeigenschappen per taak in- of
uitschakelen.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor het inschakelen van de workflow Adobe PDF Print
Engine (APPE) in de EX700i.
OPMERKING: APPE wordt niet ondersteund door Integrated Fiery Color Server.
Afdrukken met APPE-workflow
U kunt afdrukken met de APPE-workflow met behulp van een van de volgende methoden:
Command WorkStation
Importeer een taak of sleep een taak vanaf de computer naar Taakcentrum in Command
WorkStation.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het
gebruik van Command WorkStation.
•Hot Folders
Configureer een overdrachtmap voor APPE.
Raadpleeg de Help van Hot Folders voor meer informatie over het gebruik van
Hot Folders.
AFDRUKMETHODEN 97
APPE-WORKFLOW GEBRUIKEN IN COMMAND WORKSTATION
1 Dubbelklik op een PDF-taak in de lijst Geblokkeerd of Afgedrukt of selecteer de taak
en voer een van de volgende stappen uit:
Klik met de rechtermuisknop en selecteer Eigenschappen.
Kies Taakcentrum > Eigenschappen.
Kies Eigenschappen in het menu Acties.
Raadpleeg “Meerdere bestanden afdrukken met APPE” op pagina 98 voor meer informatie
over het afdrukken van meerdere bestanden.
2 Schakel het selectievakje Voorkeur voor Adobe PDF Print Engine in.
3 Geef de instellingen voor afdrukopties op en klik vervolgens op Afdrukken.
1 Optie Voorkeur voor
Adobe PDF Print Engine
1
AFDRUKMETHODEN 98
Meerdere bestanden afdrukken met APPE
Als u Taakeigenschappen opent voor bestanden van verschillende bestandstypen, wordt de
optie Voorkeur voor Adobe PDF Print Engine alleen weergegeven als een van de
geselecteerde bestanden een PDF-bestand is. De naam van de afdrukoptie wordt weergegeven
als Voorkeur voor Adobe PDF Print Engine (alleen van toepassing op PDF-taken) en het
selectievakje geeft aan dat ten minste één van de geselecteerde PDF-taken is verwerkt via
de APPE-workflow.
Voor een selectie van meerdere bestanden die niet-PDF-bestanden bevat, wordt de optie
Voorkeur voor Adobe PDF Print Engine niet weergegeven.
Als een PDF-bestand gemengde paginaformaten bevat en wordt verwerkt via APPE, geeft
de optie Papierformaat het formaat weer van de eerste pagina in het PDF-bestand. Als u
het formaat vervangt in Taakeigenschappen, krijgen alle paginas in het PDF-bestand het
geselecteerde formaat.
1 Optie Voorkeur voor Adobe
PDF Print Engine (alleen van
toepassing op PDF-taken)
1
AFDRUKMETHODEN 99
DE EIGENSCHAPPEN VAN MEERDERE TAKEN OPENEN
1 U kunt meerdere opeenvolgende taken selecteren door de eerste taak te selecteren en
vervolgens de Shift-toets ingedrukt te houden en op de laatste taak te klikken. Als u
meerdere niet-opeenvolgende taken wilt selecteren, houdt u de Ctrl-toets ingedrukt terwijl
u op de taken klikt. Klik vervolgens op Eigenschappen.
Het dialoogvenster Taakeigenschappen wordt weergegeven. Voor elke beschikbare
afdrukoptie worden menus weergegeven.
2 Wanneer meerdere taken zijn geopend en u geeft een waarde op in het dialoogvenster
Taakeigenschappen, wordt deze toegepast op alle taken.
In het tabblad Overzicht kunt u de taakeigenschappen van meerdere taken naast
elkaar vergelijken.
Rechtstreeks mobiel afdrukken
Met rechtstreeks mobiel afdrukken kunt u rechtstreeks afdrukken naar de EX700i vanaf
mobiele apparaten zoals de iPad, iPhone en iPod touch. In Instelling van de EX700i moeten
bepaalde netwerkopties zijn ingeschakeld. Nadat de instelling is voltooid, wordt de EX700i
weergegeven in de lijst met beschikbare printers op het mobiele apparaat.
Houd daarnaast rekening met de volgende configuratievereisten:
Zorg dat de EX700i is aangesloten op een draadloos toegangspunt op het netwerk.
Zorg dat de ondersteunde mobiele apparaten zijn aangesloten op hetzelfde draadloze
netwerk als de EX700i. Voor alle taken via rechtstreeks mobiel afdrukken wordt het
standaardpapierformaat van de printer gebruikt.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het configureren
van de instellingen in Instelling op de EX700i.
Raadpleeg Welkom voor een lijst met ondersteunde mobiele apparaten.
AFDRUKKEN VANAF EEN MOBIEL APPARAAT
1 Open het afdrukvenster op het mobiele apparaat.
Raadpleeg de documentatie bij uw apparaat voor meer informatie.
2 Selecteer de EX700i in de lijst met beschikbare printers.
3 Geef de afdrukinstellingen op en klik vervolgens op Afdrukken.
AFDRUKOPTIES 100
AFDRUKOPTIES
Dit hoofdstuk beschrijft printerstuurprogrammas en PPD-bestanden (PostScript-
printerdefinitiebestanden), afdrukopties van de EX700i en de locaties voor het instellen
van afdrukopties.
Printerstuurprogramma’s en printerdefinitiebestanden
De EX700i ontvangt bestanden van computers op het netwerk, verwerkt deze bestanden
(RIP) en stuurt deze vervolgens naar de digitale pers. Windows- en Mac OS-computers
communiceren met de EX700i met behulp van een printerstuurprogramma en een
PostScript-printerdefinitiebestand (PPD-bestand). Een PPD-bestand bevat gegevens over
de functies en mogelijkheden van een bepaalde printer (bijvoorbeeld welke papierformaten en
mediatypen deze ondersteunt). Het PPD-bestand voor de EX700i bevat informatie over
de eigenschappen van zowel de digitale pers als de EX700i.
De communicatie tussen de toepassingssoftware en de printer wordt bestuurd door een
printerstuurprogramma. Dit interpreteert de instructies die de toepassing genereert, voegt
deze samen met printerspecifieke opties die u instelt en vertaalt alle informatie PostScript,
een taal die door de printer kan worden geïnterpreteerd. Met andere woorden, het
stuurprogramma schrijft een PostScript-bestand op basis van het oorspronkelijke bestand
en de opties die u hebt ingesteld in het dialoogvenster Afdrukken.
Raadpleeg de tabellen vanaf pagina 103 voor meer informatie over de specifieke afdrukopties
van de EX700i.
AFDRUKOPTIES 101
Afdrukopties instellen
Aan de hand van afdrukopties kunt u alle speciale functies van de digitale pers en de EX700i
gebruiken. U kunt afdrukopties opgeven in de volgende gedeelten:
Instelling
Bepaalde instellingen worden in Instelling door de beheerder opgegeven. Neem contact
op met de beheerder of de operator voor informatie over de huidige standaardinstellingen
van de server.
Toepassingen
Met de meegeleverde printerstuurprogrammas kunt u taakinstellingen opgeven als u
een taak afdrukt.
Raadpleeg Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken op pagina 132 voor
meer informatie.
Kleurinstellingen
Selecteer de standaardinstellingen voor Bron CMYK/grijswaarden, Verwerkingsmethode
CMYK/grijswaarden, RGB-bron, RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron, Uitvoerprofiel,
Weergavetype RGB/Lab, Steunkleuraanpassing, Grijs (CMYK), Grijs (RGB), Tekst/
lijntekeningen zwart en Zwarte overdruk.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie over het gebruik van Kleurinstellingen.
•Hot Folders
Wijs een groep afdrukopties toe aan een overdrachtmap. Als u afdrukopties opgeeft voor
een Hot Folder, worden de afdrukopties toegewezen aan alle afdruktaken die via deze
Hot Folder worden verzonden. Deze afdrukopties hebben voorrang op eventuele
standaardopties.
Raadpleeg de Help van Hot Folders voor meer informatie.
Taakeigenschappen in Command WorkStation vervangen
Als u taakinstellingen wilt wijzigen vanuit Command WorkStation, dubbelklikt u op een
taak om het dialoogvenster Eigenschappen weer te geven.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie.
AFDRUKOPTIES 102
Hiërarchie voor het vervangen van afdrukopties
Bij het vervangen van afdrukopties wordt de volgende hiërarchie gehanteerd:
Instellingen van het printerstuurprogramma van een gebruiker hebben voorrang op
de instellingen in Instelling van de EX700i.
Instellingen die aan Hot Folders zijn toegewezen, hebben voorrang op de instellingen
van het printerstuurprogramma van de gebruiker.
Instellingen uit de hulpmiddelen voor taakbeheer (Taakeigenschappen in Command
WorkStation) hebben voorrang op de afdrukinstellingen van de gebruiker.
Afdrukopties en standaardinstellingen
Dit betekent dat de EX700i taken afdrukt met de standaardinstelling als u geen opties
configureert in de interface van een printerstuurprogramma. Bij opties die door de
beheerder worden geconfigureerd, leidt het kiezen van Standaardwaarde van printer ertoe
dat de taak door de EX700i wordt afgedrukt met de fabrieksinstellingen. Bij opties
die u niet in Instelling kunt configureren, drukt de EX700i de taak af met een vooraf
geconfigureerde standaardwaarde van de printer. Wanneer u het printerstuurprogramma
voor de VS selecteert, is het standaarddocumentformaat Letter. Voor Internationaal is
het standaarddocumentformaat A4. Raadpleeg de onderstaande tabellen voor meer
informatie.
Druk de configuratiepagina af vanuit Command WorkStation om te controleren wat
de huidige standaardinstellingen zijn. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer
informatie over het afdrukken van een configuratiepagina.
OPMERKING: Een taak gebruikt de standaardinstellingen van de EX700i (tenzij anders
opgegeven) op het moment dat de taak wordt verwerkt om af te drukken, en niet op het
moment dat deze naar de blokkeringswachtrij van de EX700i wordt verzonden.
De tabellen met afdrukopties zijn ingedeeld volgens de pictogrammen (tabbladen) van
het printerstuurprogramma. Met de onderstaande koppelingen kunt u direct naar het
gewenste onderdeel gaan:
Pictogram printerstuurprogramma Raadpleeg
Snelle toegang (snelkoppelingen) pagina 34, pagina 60
of pagina 85
Ta aki nf o pagina 103
Media pagina 105
Opmaak pagina 108
Kleur pagina 113
Afbeelding pagina 118
AFDRUKOPTIES 103
Opties van Taakinfo
Afwerking pagina 119
Variabele gegevens afdrukken (VDP) pagina 120
Stempel/Watermerk pagina 122
Pictogram printerstuurprogramma Raadpleeg
Optie Informatie
Aantal exemplaren
Het maximumaantal exemplaren is 9999.
Afdrukbereik
Geef het paginabereik of oneven/even paginas op om af te drukken.
Voor VDP-taken kunt u een bereik van records selecteren om af te drukken. Voor ingeslagen
VDP-taken kunt u een bereik van records en vellen afdrukken.
Voor ingeslagen taken kunt u een bereik van vel-ID’s en vellen selecteren om af te drukken.
Deze optie is alleen beschikbaar in Taakeigenschappen in Command WorkStation.
Bestemming
Geef de uitvoerlocatie voor de afdruktaak op.
Bestandsnaam
Geef de bestandsnaam voor de taak op wanneer u Postvak of Formulierarchief gebruikt.
Afdrukken plannen
Geef op of u het afdrukken vooraf wilt plannen op basis van de datum en het uur. Als deze optie
inschakelt, selecteert u de datum en de tijd voor de afdruktaak.
De taak wordt afgedrukt op basis van de datum en tijd die zijn ingesteld op de EX700i, niet die op het
clientwerkstation.
Als meerdere taken worden geselecteerd en met dezelfde datum en tijd worden gedefinieerd,
worden deze afgedrukt in alfabetische volgorde van de bestandsnamen.
Deze optie is niet beschikbaar voor de Integrated Fiery Color Server.
Gebruikersauthenticatie:
Gebruikersnaam
Als Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op de EX700i, moet u uw gebruikersnaam opgeven
om een taak te kunnen afdrukken. Typ uw gebruikersnaam of domein\gebruikersnaam voor
gebruikersauthenticatie.
Gebruikersauthenticatie:
Wachtwoord
Als Gebruikersauthenticatie is ingeschakeld op de EX700i, moet u uw gebruikerswachtwoord opgeven
om een taak te kunnen afdrukken. Typ uw lokale wachtwoord of domeinwachtwoord voor
gebruikersauthenticatie.
Gebruikersauthenticatie:
Windows-aanmelding gebruiken
Als u bent aangemeld bij uw Windows-computer, schakelt u het selectievakje Windows-aanmelding
gebruiken in voor gebruikersauthenticatie.
Deze optie wordt weergegeven wanneer u zich aanmeldt bij uw domein of Windows-computer.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie.
Gebruikersauthenticatie:
Ik ben een Gastgebruiker
Schakel deze optie in om afdrukken door gastgebruikers toe te staan. Afdrukken door gastgebruikers
moet zijn ingesteld op Aan op de EX700i.
Of en hoe u de taak kunt beheren in Command WorkStation wordt bepaald door hoe u zich aanmeldt
bij de EX700i.
AFDRUKOPTIES 104
Afdrukwachtrij-actie
Selecteer de taakactie die u wilt koppelen aan een gepubliceerde rij.
Selecteer Afdrukken om de taak direct na het afdrukken te verzenden.
Selecteer Afdrukken en blokkeren om het rasterbestand na het afdrukken te bewaren.
Selecteer Blokkeren om de taak in de wachtrij te plaatsten totdat de operator verdere actie onderneemt.
Geblokkeerde taken kunnen een voorverwerkte of verwerkte toestand hebben.
Selecteer Verwerken en blokkeren om een taak te verwerken (RIP), maar niet af te drukken.
Selecteer Afdrukken en verwijderen om een taak in de wachtrij te plaatsen om te verwerken, af te
drukken en vervolgens te verwijderen. Met deze actie wordt ervoor gezorgd dat de afgedrukte taak niet
wordt opgeslagen in de lijst Afgedrukt, wat vaak een vereiste is voor beveiligd afdrukken.
Selecteer Proefdruk als u één exemplaar van een taak wilt afdrukken om de uitvoer te controleren.
Deze actie is alleen beschikbaar in Taakeigenschappen in Command WorkStation.
Deze optie is ongeldig als de taak naar de directe verbinding wordt verzonden.
Opmerking 1/Opmerking 2
Geef gegevens over de taak op. Dit veld kan uit maximaal 31 (alfanumerieke en speciale)
tekens bestaan.
Instructies
Geef instructies op voor de operator in met betrekking tot de taak. Dit veld kan uit maximaal
127 (alfanumerieke en speciale) tekens bestaan.
Beveiligd afdrukken
Gebruik deze functie wanneer u vertrouwelijke of gevoelige documenten gaat afdrukken.
Geef een willekeurig wachtwoord op en voer dit opnieuw in wanneer u aanwezig bent bij
de digitale pers.
Raadpleeg de documentatie bij de digitale pers voor meer informatie.
Bedieningsbalk
Schakel deze optie in om een bedieningsbalk (voor afdruktaakidentificatie) af te drukken in de marge.
Deze optie is beschikbaar als onderdeel van Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition voor
de EX700i Print Server en Fiery Productivity Package voor de Integrated Fiery Color Server.
Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor meer informatie.
De standaardwaarde van de printer komt overeen met de instelling die is opgegeven in
Kleurinstellingen in Command WorkStation.
Optie Informatie
AFDRUKOPTIES 105
Opties van Media
Progressieve proef
Met deze optie kunt u de functie Progressieve proef inschakelen, een diagnosehulpmiddel om
scheidingen van droge inkt weer te geven.
Deze functie gebruikt de waarden voor progressieve proeven die u in Kleurinstellingen in Command
WorkStation hebt opgegeven.
Deze afdrukoptie is beschikbaar als onderdeel van Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition.
Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor meer informatie.
Deze optie is niet beschikbaar voor de Integrated Fiery Color Server.
OPMERKING: U kunt Progressieve proef en Postflight-functies niet tegelijkertijd gebruiken.
Postflight
Geef op of u de Postflight-functie wel of niet wilt gebruiken. Dit is een diagnosehulpmiddel waarmee
u kunt analyseren hoe gegevens worden verwerkt door de EX700i.
Deze optie is beschikbaar als onderdeel van Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition voor
de EX700i Print Server en Fiery Productivity Package voor de Integrated Fiery Color Server.
Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor meer informatie.
OPMERKING: U kunt Progressieve proef en Postflight-functies niet tegelijkertijd gebruiken.
Optie Informatie
Optie Informatie
Paper Catalog
Klik op Selecteren om het hulpprogramma Paper Catalog te openen, dat alle papierinformatie
van de digitale pers verzamelt.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over het openen van Paper Catalog.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het gebruik van
Paper Catalog.
Tweerichtingscommunicatie moet zijn ingeschakeld voor toegang tot Paper Catalog.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het inschakelen
van tweerichtingscommunicatie.
Papierbron
Geef de papierbron op die het papier bevat dat voor de afdruktaak moet worden gebruikt.
Als u Lade 6, Lade 6 (extra grote papierlade), Lade 7 (extra grote papierlade) en Lade 8
(scheidingsvellen/omslagen) wilt gebruiken, moet deze optie eerst worden geïnstalleerd.
Raadpleeg de documentatie bij de digitale pers voor meer informatie over het instellen van de
mediumkeuze in een van de laden.
Papierformaat
Papierformaat definieert het formaat van het vel papier waarop de taak wordt afgedrukt.
Het is het formaat van het tastbare vel papier in de lade van de digitale pers. U kunt als volgt
een papierformaat toewijzen:
Selecteer een beschikbaar formaat in de lijst. SEF staat voor Short Edge Feed (invoer korte zijde).
LEF staat voor Long Edge Feed (invoer lange zijde).
Klik op Aangepast om een papierformaat te maken dat niet-standaard is.
Selecteer Gelijk aan documentformaat om één documentpagina per vel papier af te drukken.
Het standaardformaat is Letter in de VS en A4 elders. Raadpleeg pagina 133 voor meer informatie.
AFDRUKOPTIES 106
Mediatype
Selecteer het mediumtype voor de afdruktaak.
Raadpleeg de documentatie bij de digitale pers voor meer informatie over mediatypen
en papierspecificaties.
Mediagewicht
Selecteer het gewicht voor het medium dat voor de afdruktaak wordt gebruikt. Selecteer Instelling
apparaat gebruiken om de media te gebruiken die zijn ingesteld op de digitale pers.
Mediakleur
Selecteer het medium wanneer u op gekleurd papier afdrukt.
Lade-uitlijning
Schakel deze optie in om het beeld van de pagina aan te passen zodat dit bij dubbelzijdig afdrukken
aan beide zijden van de pagina is uitgelijnd.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het gebruik van lade-
uitlijning.
Documentformaat
Documentformaat is het paginaformaat dat wordt gedefinieerd in het dialoogvenster Afdrukken
(of Pagina-instelling) van uw toepassing.
In gevallen waarbij één documentpagina per vel papier wordt afgedrukt, is het documentformaat
doorgaans gelijk aan het papierformaat. Het kan echter verschil uitmaken wanneer u boekjes afdrukt
of meerdere documentpaginas op een enkel vel inslaat.
Het documentformaat kan ook van het papierformaat verschillen wanneer u de optie Schaal of Passend
schalen gebruikt. In dat geval wordt het paginaformaat van het document met een bepaald percentage
geschaald zodat het op een bepaald papierformaat past.
U kunt als volgt een documentformaat toewijzen:
Selecteer een beschikbaar formaat in de lijst. SEF staat voor Short Edge Feed (invoer korte zijde).
LEF staat voor Long Edge Feed (invoer lange zijde).
Klik op Aangepast om een papierformaat te maken dat niet-standaard is.
OPMERKING: Het standaardformaat is Letter in de VS en A4 elders.
Raadpleeg pagina 133 voor meer informatie over documentformaat en papierformaat.
Raadpleeg pagina 140 voor meer informatie over Schaal en Passend schalen.
Raadpleeg pagina 132 voor meer informatie over het afdrukken van aangepaste paginaformaten.
Toewijzing media SPD gebruiken
SPD-opdrachten (Set Page Device) zijn instructies binnen PostScript-, VIPP- en VPS-bestanden
die bepaalde kenmerken van een afdruktaak opgeven. U kunt Toewijzing media SPD inschakelen
in Instelling van EX700i. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het
inschakelen in Instelling.
Schakel deze optie in als u wilt dat de EX700i bepaalde kenmerken van een afdruktaak op taakniveau
kan herkennen en toepassen, waaronder:
Papierkenmerken (bijvoorbeeld mediatype en mediakleur)
Afwerkingskenmerken (bijvoorbeeld nieten of vouwen)
Algemene kenmerken (bijvoorbeeld enkelzijdig of dubbelzijdig, aantal exemplaren)
Deze optie is alleen beschikbaar in Taakeigenschappen in Command WorkStation.
Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie.
Optie Informatie
AFDRUKOPTIES 107
Achtervel
Geef op of een achtervel moet worden ingevoegd tussen exemplaren of paginas van taken met
meerdere exemplaren.
Deze optie geldt alleen voor niet-gesorteerde of gecollationeerde taken.
Paginaformaat tussenvel
Geef het paginaformaat voor het tussenvel op door een keuze te maken in de lijst met beschikbare
formaten. SEF staat voor Short Edge Feed (invoer korte zijde). LEF staat voor Long Edge Feed
(invoer lange zijde).
Papierbron tussenvellen
Geef de papierlade op voor de tussenvellen.
Als u Lade 6, Lade 6 (extra grote papierlade), Lade 7 (extra grote papierlade) en Lade 8
(scheidingsvellen/omslagen) wilt gebruiken, moet deze optie eerst worden geïnstalleerd.
Raadpleeg pagina 28, pagina 54 of pagina 79 voor meer informatie over de installatie van optionele
laden.
Verschuiving achtervel
Schakel deze optie in om de achtervellen af te drukken met een verschuiving ten opzichte van
de paginas in de taak.
Transparant + tussenblad
Schakel deze optie in om meerdere transparanten af te drukken, gescheiden door blanco paginas
gewoon papier.
Papierbron transp. tussenbl.
Geef een papierlade op voor transparant + tussenblad.
Als u Lade 6, Lade 6 (extra grote papierlade), Lade 7 (extra grote papierlade) en Lade 8
(scheidingsvellen/omslagen) wilt gebruiken, moet deze optie eerst worden geïnstalleerd.
Raadpleeg pagina 28, pagina 54 of pagina 79 voor meer informatie over de installatie van optionele
laden.
Gemengde media
Geef verschillende mediatypen, papierbronnen en op hoofdstukken gebaseerde afwerking
op voor paginas of paginabereiken binnen een afdruktaak.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het openen en gebruiken
van Gemengde media in Command WorkStation. In Hulpprogramma’s worden specifieke functies van
de EX700i besproken.
Optie Informatie
AFDRUKOPTIES 108
Opties van Opmaak
Het stuurprogramma heeft de volgende opmaakmodi:
Normaal: gebruik deze opties voor het afdrukken van standaarddocumenten, van 1 tot 16
documentpaginas per vel (pagina 108).
Combineren: gebruik deze opties voor inslagmodi om snel af te drukken (pagina 109).
Raadpleeg pagina 136 voor aanvullende informatie.
Boekje: gebruik deze opties voor het afdrukken van documenten in boekjesopmaak
(pagina 110). Raadpleeg pagina 124 voor aanvullende informatie.
Impose: gebruik een inslagopmaak voor aangepast afdrukken, binden en
snijden (pagina 112).
Normaal
Optie Informatie
Dubbelzijdig afdrukken
Selecteer Uit voor enkelzijdig afdrukken.
Selecteer Boven-Boven of Boven-Onder op voor dubbelzijdig (duplex) afdrukken om de afdrukstand
van de afgedrukte afbeeldingen op te geven.
Raadpleeg pagina 134 voor meer informatie.
180 roteren (selectievakje)
Schakel deze optie in om de paginas van een taak 180 graden te roteren.
Schaal
Geef een grotere of kleinere schaal op voor de afdruktaak. Wanneer u de handmatige optie
Schaal gebruikt, kunt u niet Passend schalen opgeven.
Raadpleeg pagina 140 voor meer informatie.
Passend schalen
Geef aan of u de taak passend wilt maken voor een papierformaat. Wanneer u de optie Passend schalen
gebruikt, kunt u niet de handmatige optie Schaal gebruiken.
Raadpleeg pagina 140 voor meer informatie.
Handmatig dubbelzijdig
(selectievakje)
Schakel deze optie in om de paginas van een taak handmatig dubbelzijdig af te drukken.
Afdrukstand
Geef een afdrukstand Staand of Liggend op voor het document.
Deze optie is niet beschikbaar in het printerstuurprogramma voor Mac OS X, noch in
Taakeigenschappen in Command WorkStation.
Gespiegeld
Schakel deze optie in om het spiegelbeeld van de taak af te drukken.
Deze optie is niet beschikbaar in het printerstuurprogramma voor Mac OS X, noch in
Taakeigenschappen in Command WorkStation.
Rand afdrukken
Schakel deze optie in om randen af te drukken rond elke pagina in de afdruktaak.
Pagina’s per vel
Selecteer het aantal documentpaginas per vel papier voor de afdruktaak.
OPMERKING: Deze optie is ongeldig als de taak naar de directe verbinding wordt verzonden.
Paginavolgorde
Geef de lay-outrichting op wanneer de optie Paginas per vel is ingesteld op 2 per vel of meer.
AFDRUKOPTIES 109
Opties van Combineren
Optie Informatie
Combineren
Schakel deze optie in als u opties wilt opgeven voor inslagmodi om snel af te drukken.
Combineren (type)
Selecteer Stap en herhalen om de taak snel af te drukken door op elk vel twee dezelfde
documentpaginas af te drukken. Wanneer u de afgedrukte vellen doormidden snijdt, heeft u twee
volledige reeksen van hetzelfde document.
Selecteer Snijden en stapelen om de taak snel af te drukken door twee documentpaginas naast elkaar
af te drukken. Wanneer u de afgedrukte vellen doormidden snijdt en op elkaar stapelt, heeft
u één volledige reeks van het document (in een kortere afdruktijd).
Raadpleeg pagina 136 voor meer informatie.
Papierformaat
Hiermee definieert u het papierformaat van het vel waarop de taak wordt afgedrukt. Het is het formaat
van het tastbare vel papier in de lade van de digitale pers. U kunt als volgt een papierformaat toewijzen:
Selecteer een beschikbaar formaat in de lijst. SEF staat voor Short Edge Feed (invoer korte zijde).
LEF staat voor Long Edge Feed (invoer lange zijde).
Kies Selecteren uit Paper Catalog om een dynamische database te openen waarin de
mediumkenmerken zijn opgeslagen van alle beschikbare soorten papier voor afdrukken op
de EX700i.
Selecteer Aangepast papierformaat om een papierformaat te maken dat niet-standaard is.
Selecteer Gelijk aan documentformaat om één documentpagina per vel papier af te drukken.
Het standaardformaat is Letter in de VS en A4 elders.
Raadpleeg pagina 133 voor meer informatie over papier- en documentformaat.
Raadpleeg pagina 132 voor meer informatie over het afdrukken van aangepaste paginaformaten.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over het openen van Paper Catalog. Raadpleeg de
Help van Command WorkStation voor meer informatie over het gebruik van Paper Catalog.
Passend verkleinen
Hiermee wordt het paginaformaat van het document automatisch verkleind zodat dit past op het
afbeeldingsgebied van het geselecteerde papierformaat dat is opgegeven in het menu Paginaformaat.
Met Passend verkleinen wordt het paginaformaat alleen verkleind, niet vergroot.
Wanneer Passend verkleinen is uitgeschakeld, wordt de pagina-inhoud op 100% afgedrukt.
Rugmarge verhogen met
0
/-50,0–50,0 mm
(stappen van 0,1 mm)
0
/-1,969–1,969 in
(stappen van 0,001 inch)
Hiermee kunt u de hoeveelheid ruimte tussen aangrenzende paginas op een vel aanpassen voor snijden
of andere afwerkingsopties.
Geef een positieve waarde op om de hoeveelheid witruimte tussen aangrenzende paginas te vergroten.
Geef een negatieve waarde op om de hoeveelheid witruimte tussen aangrenzende paginas te verkleinen.
Dubbelzijdig afdrukken
Selecteer Uit voor enkelzijdig afdrukken.
Selecteer Boven-Boven voor dubbelzijdig (duplex) afdrukken om de afdrukstand van de afgedrukte
afbeeldingen op te geven.
Raadpleeg pagina 134 voor meer informatie.
AFDRUKOPTIES 110
Opties voor Boekje vanuit het printerstuurprogramma
Deze tabel vermeldt de afdrukopties van Booklet Maker die toegankelijk zijn vanuit het
printerstuurprogramma. Raadpleeg “Booklet Maker in Taakeigenschappen op pagina 126
voor de afdrukopties van Booklet Maker die toegankelijk zijn vanuit Taakeigenschappen in
Command WorkStation.
OPMERKING: Als u klikt op Wizard starten, kunt u de opties voor het boekje opgeven met
behulp van de wizard Booklet Maker.
Optie Informatie
Boekje
Schakel deze optie in voor het afdrukken van documenten in boekjesopmaak. Klik op Wizard starten
om de pagina-indeling van de taak op te geven met speciale lay-outs voor vouwen of snijden na het
afdrukken.
Boekjestype
Boekjestype is een combinatie van de inbindmethode, die bepaalt hoe de katernen van het boekje
worden gevouwen en ingeslagen, en de inbindrand, die de plaats bepaalt van de rug van het boekje.
Raadpleeg de Help van Booklet Maker voor meer informatie.
Papierformaat: Papierformaat
voor 2 per vel
Hiermee definieert u het formaat van het vel papier (opengevouwen) waarop het boekje
wordt afgedrukt.
U kunt als volgt een papierformaat voor het boekje selecteren:
Maak een keuze uit de lijst met beschikbare formaten. SEF staat voor Short Edge Feed
(invoer korte zijde). LEF staat voor Long Edge Feed (invoer lange zijde).
Kies Selecteren uit Paper Catalog om een dynamische database te openen waarin de
mediumkenmerken zijn opgeslagen van alle beschikbare soorten papier voor afdrukken
op de EX700i.
Selecteer Aangepast papierformaat om een papierformaat te maken dat niet-standaard is.
Selecteer Gelijk aan documentformaat om één documentpagina per vel papier af te drukken.
De standaardwaarde voor Papierformaat is Letter in de VS en A4 elders.
Raadpleeg pagina 133 en de Help van Booklet Maker voor meer informatie over papierformaat
en documentformaat in boekjes.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over het openen van Paper Catalog. Raadpleeg
de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het gebruik van Paper Catalog.
Raadpleeg pagina 132 voor meer informatie over het afdrukken van aangepaste paginaformaten.
Papierformaat:
Passend verkleinen
Hiermee wordt het paginaformaat van het document automatisch verkleind zodat dit past op het
afbeeldingsgebied van het geselecteerde papierformaat dat is opgegeven in het menu Paginaformaat.
Met Passend verkleinen wordt het paginaformaat alleen verkleind, niet vergroot.
Wanneer Passend verkleinen is uitgeschakeld, wordt de pagina-inhoud op 100% afgedrukt.
Raadpleeg de Help van Booklet Maker voor meer informatie.
Subsetformaat: Aantal vellen in
een subset (door rug geniet)
Wanneer Genest door de rug geniet is geselecteerd, geeft u met deze optie het aantal vellen in
elke subset op.
Deze optie wordt alleen weergegeven wanneer Genest door de rug geniet is geselecteerd.
AFDRUKOPTIES 111
Pagina-uitlijning:
Aanpassing voor centreren
Bij Paginas uitlijnen wordt pagina-inhoud geplaatst ten opzichte van het midden van de helft van het
papierformaat of de rug (het midden van het vel waar de vouw zich bevindt).
Bij In het midden wordt pagina-inhoud in het midden van de helft van het opgegeven
papierformaat geplaatst.
Bij Aan de rug wordt pagina-inhoud uitgelijnd met de rug of middenvouw van het boekje.
Raadpleeg de Help van Booklet Maker voor meer informatie.
Pagina-uitlijning:
Rugmarge verhogen met
0
/-50,0–50,0 mm
(stappen van 0.1 mm)
0
/-1,969–1,969 in
(stappen van 0,001 inch)
Met Rugmarge verhogen met kunt u de hoeveelheid ruimte tussen aangrenzende paginas aanpassen
voor binden of andere afwerkingsopties.
Geef een positieve waarde op om de hoeveelheid witruimte tussen aangrenzende paginas te vergroten.
Geef een negatieve waarde op om de hoeveelheid witruimte tussen aangrenzende paginas te verkleinen.
Raadpleeg de Help van Booklet Maker voor meer informatie.
Pagina-uitlijning:
Opkruipen compenseren met
Bij Opkruipen compenseren wordt de positie van pagina-inhoud aangepast om de verschuiving te
neutraliseren die optreedt wanneer vellen worden gevouwen bij het maken van door de rug geniete
boekjes en geneste door de rug geniete boekjes.
Selecteer Normaal als een door de rug geniet of genest door de rug geniet boekje met een groot aantal
paginas wordt afgedrukt.
Selecteer Dik als een door de rug geniet of genest door de rug geniet boekje op zwaar papier
wordt afgedrukt.
Raadpleeg de Help van Booklet Maker voor meer informatie.
Omslag: Invoer van inhoud
Selecteer Voor- en achteromslag afzonderlijk wanneer u omslaginhoud (afzonderlijke paginas in
het document) als onderdeel van de afdruktaak voor het boekje wilt opnemen.
Selecteer Voorgedrukt (tussenvel gebruiken) wanneer u een voorgedrukt omslag wilt invoegen dat
aan de binnenpaginas wordt toegevoegd vanuit een lade voor scheidingsvellen/omslagen.
Raadpleeg de Help van Booklet Maker voor meer informatie.
Omslag: Vooromslag
Wanneer Voor- en achteromslag afzonderlijk is geselecteerd, definieert u met de optie Vooromslag
hoe de inhoud van het vooromslag wordt afgedrukt.
Selecteer Op buitenkant afdrukken wanneer u alleen op de buitenzijde van het vooromslag wilt
afdrukken (de binnenzijde van het vooromslag blijft blanco).
Selecteer Op binnenkant afdrukken wanneer u alleen op de binnenzijde van het vooromslag wilt
afdrukken (de buitenzijde van het vooromslag blijft blanco).
Selecteer Op beide kanten afdrukken wanneer u op zowel de binnenzijde als de buitenzijde van
het vooromslag wilt afdrukken.
Selecteer Niet afdrukken wanneer u geen inhoud op het vooromslag wilt afdrukken.
Wanneer u een omslag toevoegt, kunnen blanco paginas worden ingevoegd, afhankelijk van
het toewijzen van paginas aan katernen in de taak. Raadpleeg de Help van Booklet Maker voor
meer informatie.
Optie Informatie
AFDRUKOPTIES 112
Opties van Impose
De optie Impose is alleen beschikbaar in Taakeigenschappen in Command WorkStation.
Omslag: Achteromslag
Wanneer Voor- en achteromslag afzonderlijk is geselecteerd, definieert u met de optie Achteromslag
hoe de inhoud van het achteromslag wordt afgedrukt.
Selecteer Op buitenkant afdrukken wanneer u alleen op de buitenzijde van het achteromslag
wilt afdrukken (de binnenzijde van het achteromslag blijft blanco).
Selecteer Op binnenkant afdrukken wanneer u alleen op de binnenzijde van het achteromslag
wilt afdrukken (de buitenzijde van het achteromslag blijft blanco).
Selecteer Op beide kanten afdrukken wanneer u op zowel de binnenzijde als de buitenzijde van
het achteromslag wilt afdrukken.
Selecteer Niet afdrukken wanneer u geen inhoud op het achteromslag wilt afdrukken.
Wanneer u een omslag toevoegt, kunnen blanco paginas worden ingevoegd, afhankelijk van
het toewijzen van paginas aan katernen in de taak. Raadpleeg de Help van Booklet Maker
voor meer informatie.
Omslag: Omslag definiëren
Klik op Omslag definiëren om de volgende omslagopties op te geven: Bron voor omslagen
(alleen bij Door de rug geniet), Media, Mediatype en Mediagewicht.
Optie Informatie
Optie Informatie
Impose
Schakel deze optie in om een inslagopmaak voor een taak op te geven.
Sjablonen
Geef een inslagopmaaksjabloon voor een taak op.
De volgende sjablonen zijn beschikbaar:
Normaal: Standaardsjabloon en 1 per vel voll. afloop
Boekje: 2 per vel op de rug gebonden, 2 per vel door de rug geniet en 4 per vel rug aan rug
Combineren: 3 per vel in drieën gevouwen brochure, 4 per vel uitvouwblad en 4 per
vel Z-vormig gevouwen
Impose-sjabloon bewerken
Klik op Impose-sjabloon bewerken om in Fiery SeeQuence Impose een sjabloon te openen om
te bewerken.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over Impose. Raadpleeg de Help van Command
WorkStation voor informatie over het werken met Impose.
AFDRUKOPTIES 113
Opties van Kleur
.
Optie Informatie
Kleurmodus
Geef de kleurmodus voor de huidige afdruktaak op.
Selecteer CMYK voor een kleurendocument.
Selecteer Grijswaarden voor een document in grijstinten of in zwart-wit.
Kies Basisinstellingen om kleurenafdrukopties en -instellingen op te geven.
Kies Instellingen om andere kleurenafdrukopties en -instellingen te bewerken, waaronder
Zwarte overdruk, Tekst/lijntekeningen zwart, Grijswaarden (CMYK) en Grijswaarden (RGB).
Raadpleeg pagina 114 voor meer informatie over instellingen voor aangepaste kleuren.
Automatisch overvullen
Geef op of witte gaten voor tekst en afbeeldingen automatisch moeten worden verkleind in een taak.
Als u Aan selecteert, kan dit leiden tot randen rond afbeeldingen of teksten.
Raadpleeg pagina 124 voor meer informatie.
Zwartdetectie
Bij het afdrukken van taken met zowel zwart-wit- als kleurenpaginas gebruikt u deze optie om zwart-
witpaginas te detecteren voordat de taak wordt afgedrukt.
Schakel deze optie uit als de taak een aanzienlijke hoeveelheid kleurenpaginas bevat.
Schakel deze optie in als de taak voornamelijk zwart-wit is.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Samengestelde overdruk
Schakel deze optie in om objecten te overdrukken die in het PostScript- of PDF-bronbestand
zijn opgegeven.
Doorgaans worden objecten verdrongen in ontwerptoepassingen. Voor overdruk moet u eerst de
instellingen wijzigen in de brontoepassing. Wanneer de optie Samengestelde overdruk vervolgens wordt
ingeschakeld, vinden de opdrachten voor overdrukken die in de brontoepassing zijn opgegeven plaats,
mits de uitvoer samengesteld is en overeenkomt met de uitvoer van de scheidingen.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Scheidingen combineren
Als u kleurscheidingen afdrukt vanuit een DTP-toepassing, hebt u de volgende mogelijkheden:
Schakel deze optie in om kleurscheidingen te combineren op één pagina.
Schakel deze optie uit als u kleurscheidingen wilt weergeven als vier afzonderlijke zwart-witpaginas
die elk een kleurenelement vertegenwoordigen.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Kleurvervanging
Schakel deze optie in om de waarden voor kleurvervanging te gebruiken die zijn gedefinieerd
in de module Spot-On.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
AFDRUKOPTIES 114
Opties van Geavanceerde kleurinstellingen
Klik op Instellingen om toegang tot de onderstaande opties te krijgen.
Geavanceerde instellingen heeft de volgende modi:
Kleurinvoer: gebruik deze opties voor afdrukken in kleur (pagina 114).
Verwerking van grijs en zwart: gebruik deze opties voor afdrukken in grijstinten of
in zwart-wit (pagina 116).
Uitvoer: geef het uitvoerprofiel op dat u wilt gebruiken om het document af te
drukken (pagina 117).
Kleurinvoer
Toewijzing tweekleurendruk
Selecteer Aan als u steunkleuren door generieke kleuren wilt vervangen wanneer u een afdruktaak
maakt.
Deze afdrukoptie is beschikbaar als onderdeel van Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition.
Deze optie is niet beschikbaar voor de Integrated Fiery Color Server.
Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor meer informatie.
RGB-transparantie optimaliseren
Schakel deze optie in om een juiste kleuruitvoer te verkrijgen voor gebieden met overlappende
transparante RGB- of Lab-kleuren (zoals een slagschaduw) in een PDF-taak. Deze optie heeft geen
effect als de optie Voorkeur voor Adobe PDF Print Engine is ingeschakeld.
Deze optie alleen beschikbaar vanuit Taakeigenschappen in Command WorkStation,
Hot Folders en virtuele printers.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Optie Informatie
Optie Informatie
Bron CMYK/grijswaarden
Geef het simulatieprofiel op dat u wilt gebruiken voor de huidige taak.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Ingesloten profiel gebruiken,
indien aanwezig (CMYK)
Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt de optie Bron CMYK/grijswaarden door de EX700i
genegeerd en wordt het CMYK-profiel dat in de afdruktaak is ingesloten gebruikt als het
CMYK-bronprofiel.
AFDRUKOPTIES 115
Verwerkingsmethode
CMYK/grijswaarden
Geef de simulatiemethode op voor CMYK-afdruktaken.
Selecteer Volledig (bron VGC) voor een meer volledige en nauwkeurige simulatie. Volledig
(bron VGC) past colorimetrische transformaties toe die zowel de tint als de uitvoerdichtheid aanpassen
en levert een uitvoer op die dezelfde hoeveelheid zwart behoudt als het brondocument.
Selecteer Volledig (uitvoer VGC) als u dezelfde simulatiemethode wilt toepassen als Volledig
(bron VGC), met dit verschil dat de geproduceerde uitvoer een hoeveelheid zwart heeft die wordt
bepaald door het uitvoerprofiel.
Selecteer Pure primairen als u eendimensionale overdrachtcurven wilt gebruiken om de
dichtheidsuitvoer aan te passen aan afzonderlijke kleurkanalen.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Papiersimulatie
Selecteer Aan om de kleur aan te passen aan de tint van het gebruikte papier, als CMYK-waarden
in de uitvoerkleurenruimte.
Deze afdrukoptie is beschikbaar als onderdeel van Fiery Graphic Arts Package.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
RGB-bron
Geef een definitie voor de bronkleurenruimte op voor het afdrukken van RGB-afbeeldingen, objecten
en tekst.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Ingesloten profiel gebruiken,
indien aanwezig (RGB)
Wanneer deze optie is ingeschakeld, wordt de optie RGB-bron door de EX700i genegeerd en wordt
het RGB-profiel dat in de afdruktaak is ingesloten gebruikt als het RGB-bronprofiel.
Weergavetype RGB/Lab
Geef een standaard-CRD (kleurweergavebibliotheek) op voor kleurconversie wanneer u
RGB-afbeeldingen, objecten en tekst afdrukt.
Selecteer Presentatie voor het afdrukken van bestanden met illustraties, lijntekeningen en tekst.
Het resultaat is vergelijkbaar met Fotografisch, met goed weergegeven huidskleuren en meer
verzadigde standaardkleuren.
Selecteer Fotografisch voor het afdrukken van fotos, met inbegrip van gescande fotos en fotos van
een digitale camera. Het resultaat is minder verzadigd dan de stijl Presentatie.
Selecteer Relatieve kleurmeting wanneer de kleuraanpassing belangrijk is, maar u ook wit wilt
afdrukken als het wit van het papier. De transformatie van witpunten voorkomt overgangen tussen
blanco ruimten en witte objecten.
Selecteer Absolute kleurmeting wanneer exacte kleuren nodig zijn en zichtbare grenzen niet storend
werken. Er is geen transformatie van witpunten.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
RGB/Lab scheiden naar
CMYK-bron
Selecteer voor RGB-taken wanneer u een uitvoerapparaat wilt simuleren dat niet het feitelijke
afdrukapparaat is.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Optie Informatie
AFDRUKOPTIES 116
Verwerking van grijs en zwart
Steunkleuraanpassing
Selecteer Uit als u opgegeven PANTONE-kleuren in de taak wilt afdrukken met de huidige
instellingen voor Bron CMYK/grijswaarden en Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden.
Selecteer Aan als u de PANTONE-opzoektabel wilt activeren. De EX700i drukt de opgegeven
PANTONE-kleuren in de taak af door de CMYK-afdruk te mengen tot dezelfde kleuren uit de
PANTONE-bibliotheek.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
PDF/X-uitvoerintentie
Schakel deze optie in om de functie PDF/X-uitvoerintentie in te schakelen zodat de ingesloten
uitvoerintentie voor PDF/X-compatibele afdruktaken wordt gebruikt.
Als u PDF/X-uitvoerintentie wilt gebruiken, moet u de optie Ingesloten profiel gebruiken,
indien aanwezig (RGB) inschakelen.
Deze optie is niet beschikbaar voor de Integrated Fiery Color Server.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie over de functie PDF/X-uitvoerintentie.
Deze optie is alleen beschikbaar in Taakeigenschappen in Command WorkStation.
Optie Informatie
Optie Informatie
Grijs (CMYK)
Selecteer deze instellingen om een CMYK-afdruktaak af te drukken met alleen zwarte droge inkt
in plaats van verwerkt zwart.
Deze optie geeft de geselecteerde objecttypen (Tekst/lijntekeningen of Tekst/lijntekeningen/
afbeeldingen) weer in grijswaarden met alleen zwart, wanneer C=M=Y=0 en K=n, waarin n niet nul is.
(Met lijntekeningen worden vectorafbeeldingen bedoeld; met afbeeldingen worden
rasterafbeeldingen bedoeld.)
Deze optie is bedoeld om zwart efficiënt te gebruiken door alleen zwarte droge inkt te gebruiken
(in plaats van verwerkt vierkleurenzwart).
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Grijs (RGB)
Selecteer deze instellingen om een RGB-afdruktaak af te drukken met alleen zwarte droge inkt
in plaats van verwerkt zwart.
Deze optie geeft de geselecteerde objecttypen (Tekst/lijntekeningen of Tekst/lijntekeningen/
afbeeldingen) weer in grijswaarden met alleen zwart, wanneer R=G=B.
Deze optie is bedoeld om zwart efficiënt te gebruiken door alleen zwarte droge inkt te gebruiken
(in plaats van verwerkt vierkleurenzwart).
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
AFDRUKOPTIES 117
Uitvoer
Tekst/lijntekeningen zwart
Selecteer Normaal om zwarte tekst en lijntekeningen af te drukken als vierkleurenzwart, met behulp
van droge inkten in C, M, Y en K, en om normale PostScript-weergave te gebruiken.
Selecteer Zuiver zwart aan als u zwarte tekst en afbeeldingen wilt afdrukken als eenkleurig zwart,
alleen met behulp van 100% zwarte droge inkt.
Selecteer CMYK-zwart aan wanneer u zwarte tekst en afbeeldingen als een rijker zwart wilt afdrukken
door onder de zwarte droge inkt een kleine hoeveelheid cyaan droge inkt aan te brengen zodat het
zwart nog donkerder wordt.
Deze optie wordt automatisch ingesteld op Zuiver zwart aan als de optie Zwarte overdruk
is ingeschakeld.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Zwarte overdruk
(voorzuiverzwart)
Selecteer Tekst om zwarte tekst te overdrukken.
Selecteer Tekst/lijntekeningen om zwarte tekst en lijntekeningen te overdrukken.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Optie Informatie
Optie Informatie
Standaarduitvoerprofiel
Geef het uitvoerprofiel op dat moet worden gebruikt voor de huidige taak.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie over uitvoerprofielen.
AFDRUKOPTIES 118
Opties van Afbeelding
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over opties die worden opgegeven
in Instelling.
Optie Informatie
Halftoonsimulatie
Geef een halftoonrastermethode op voor uw afdruktaak.
Selecteer Door toepassing gedef. om de door de toepassing gekozen rastering te gebruiken.
Selecteer Courantdruk als u de aanblik van een krant wenst.
Selecteer Gebruikersscherm 1-3 om de rastering te gebruiken die door de EX700i is ingesteld.
De instellingen Gebruikersscherm 1-3 komen overeen met de instelling die is opgegeven in Instelling
van de EX700i.
Deze optie is niet beschikbaar voor de Integrated Fiery Color Server.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie.
Beeldverfijning
Schakel deze optie in om korrelige uitvoer zoveel mogelijk te beperken wanneer u afbeeldingen met
een lage resolutie afdrukt.
Helderheid
Geef de afbeeldingshelderheid voor het afgedrukte document op.
Selecteer 85% voor een aanzienlijk lichtere afdruk, 115% voor een aanzienlijk donkerdere afdruk
of een tussenliggend percentage voor een andere helderheid.
Beeldkwaliteit
Selecteer het type afbeeldingskwaliteit voor de taak.
De optie Beeldkwaliteit beïnvloedt de fijnheid afbeeldingen in de taak, in ruil voor de
verwerkingssnelheid.
Printerrastermodus
Geef bij het afdrukken van lijntekeningen een van de rasterschermen op die bij het afdrukken
van een taak beschikbaar zijn op de digitale pers.
Kwaliteit tekst/lijntekeningen
Selecteer het type kwaliteit van tekst en lijntekeningen voor de afdruktaak.
De kwaliteit van de tekst/lijntekeningen beïnvloedt de scherpte en fijnheid van tekst en
lijntekeningen in de taak, in ruil voor de verwerkingssnelheid.
Selecteer Normaal voor een goede kwaliteit en een hogere verwerkingssnelheid.
Selecteer Beste voor de scherpst mogelijke randen van tekst en lijntekeningen met een lagere
verwerkingssnelheid.
Randen tekst/lijntek. verfijnen
Geef op of u de randen van tekst of vectorafbeeldingen scherper wilt laten uitkomen.
Scherptecorrectie tekst
Geef Aan op als u de scherpte van de randen van tekst en afbeeldingen wilt corrigeren.
Beeldverbetering:
Beeldverbetering toepassen
Schakel deze optie in als u verbeterde fotoafwerking wilt toepassen op de taak.
De ondersteunde bestandsindelingen zijn .pdf, .ps, .tiff en .eps.
Raadpleeg pagina 137 voor meer informatie.
Beeldverbetering: Bereik voor
beeldverbetering
Geef alle paginas, specifieke paginas of vellen van het document op om verbeterde fotoafwerking
op toe te passen.
AFDRUKOPTIES 119
Opties van Afwerking
Optie Informatie
Toewijzing uitvoerbak
SPD gebruiken
Schakel deze optie in als u wilt dat de EX700i de uitvoerbak op taakniveau kan toewijzen.
Toewijzing media SPD (Set Page Device) moet zijn ingeschakeld in Instelling van EX700i om deze
optie te gebruiken. Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het inschakelen
in Instelling.
Deze optie is alleen beschikbaar in Taakeigenschappen in Command WorkStation.
Raadpleeg de Help van Configure voor meer informatie.
Collationeren
Geef aan hoe afdruk- of kopieertaken met meerdere paginas moeten worden uitgevoerd.
Raadpleeg pagina 131 voor meer informatie.
Opvangbak
Geef de uitvoerlade voor uw afdruktaak op.
Offset-taken
Selecteer Aan als u de taak wilt verschuiven (in uitvoerlade).
Uitvoermethode
Selecteer de uitvoermethode voor de afgedrukte taak.
Selecteer Afdrukz. beneden - norm.volg. of Afdrukz. boven - omgek.volg. om het document op de
onderzijde van het vel papier af te drukken (het document wordt uitgevoerd uit de digitale pers met
de tekstzijde naar beneden).
Selecteer Afdrukz. boven - norm.volg. of Afdrukz. beneden - omgek.volg. om het document op
de bovenzijde van het vel papier af te drukken.
Raadpleeg pagina 138 voor meer informatie.
Beeldverschuiving
Pas een afbeelding aan voor dubbelzijdig afdrukken door de afbeelding horizontaal te verschuiven
in de richting van het papiertransport, ten opzichte van de invoerrand.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie.
Vouwstijl
Selecteer een vouwstijl voor de afdruktaak.
Raadpleeg pagina 135 voor meer informatie.
Vouwvolgorde
Geef op of de paginas van uw gevouwen taak worden afgedrukt met het afbeeldingsgebied op
de binnenzijde of de buitenzijde van het gevouwen vel.
Raadpleeg pagina 135 voor meer informatie.
Modus voor nietmachine
Geef het aantal nietjes op en de positie ervan.
Raadpleeg pagina 141 voor meer informatie.
Perforatierand
Geef de plaats van perforaties op.
Er moet een afwerkeenheid met perforeeroptie zijn geïnstalleerd om deze optie te gebruiken.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over de installatie
van afwerkeenheden en andere installeerbare opties.
Raadpleeg pagina 138 voor meer informatie over perforatie-instellingen.
AFDRUKOPTIES 120
Opties van VDP (afdrukken met variabele gegevens)
De EX700i is compatibel met de volgende talen voor het afdrukken met variabele gegevens:
FreeForm en FreeForm 2
Portable Document Format/Variable Transactional (PDF/VT)
Deze indeling is niet beschikbaar voor de Integrated Fiery Color Server.
Personalized Print Markup Language (PPML)
Deze indeling is niet beschikbaar voor de Integrated Fiery Color Server.
Creo Variable Print Specification (VPS)
Deze indeling is niet beschikbaar voor de Integrated Fiery Color Server.
Xerox Variable Data Intelligent PostScript Printware (VIPP)
Deze indeling is niet beschikbaar voor de Integrated Fiery Color Server.
Raadpleeg
Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie over VDP-talen.
Perforeren
Als geen afwerkeenheid met perforeeroptie is geïnstalleerd, wordt deze optie ingesteld op Uit.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over de installatie
van afwerkeenheden en andere installeerbare opties.
Raadpleeg pagina 138 voor meer informatie over perforatie-instellingen.
Snijden: Rug persen
Gebruik deze optie om de rugzijde van een boekjesafdruktaak samen te persen.
OPMERKING: Voor deze optie zijn minimaal 5 vellen nodig.
Snijden: Voorsnede uitvoeren
Schakel deze optie in om de randen van een boekje te snijden.
OPMERKING: Deze optie gebruikt een standaardberekening die is gebaseerd op het aantal vellen,
het paginaformaat, het mediatype en -gewicht, en de rugbreedte van het boekje. Met de afzonderlijke
optie Snijaanpassing kunt u de grootte van de sneden nauwkeurig instellen.
OPMERKING: Er moet een afwerkeenheid zijn geïnstalleerd om deze optie te gebruiken.
Snijden: Afwerkformaat
Wanneer Voorsnede uitvoeren is ingeschakeld, geeft u met deze optie het afgewerkte boekjesformaat
na het snijden op.
Het afwerkformaat wordt ingevoerd met stappen van 0,1 mm (0,001 inch).
Snijden: Snijwaarde
Wanneer Voorsnede uitvoeren is ingeschakeld, past u met deze optie de grootte van de sneden aan.
De snijwaarde wordt ingevoerd met stappen van 0,1 mm (0,001 inch).
Optie Informatie
AFDRUKOPTIES 121
Bij het maken van VDP-documenten moeten de volgende instellingen voor het
masterdocument en het variabele document overeenkomen:
Kleurmodus
Scheidingen combineren
Dubbelzijdig
Documentformaat
Modus voor nietmachine
Voor de volgende instellingen geldt dat de instelling in het variabele document prioriteit heeft
boven de overeenkomstige instellingen in het masterdocument:
Opvangbak
Optie Informatie
Master maken
Als u een FreeForm-masterbestand wilt maken van deze taak, geeft u een nummer op dat moet worden
toegewezen aan het FreeForm-masterbestand.
In Command WorkStation kunt u maximaal 100 FreeForm-masters selecteren.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie.
Master gebruiken
Geef voor afdruktaken met variabele gegevens een nummer van een FreeForm-master op dat voor
de taak moet worden gebruikt.
In Command WorkStation kunt u maximaal 100 FreeForm-masters selecteren.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie.
Voorbeeld master
Klik op Voorbeeld master om een afbeelding met lage resolutie aan te maken van de masterpagina.
Master afdrukken
Verifieer of bevestig uw masterpagina.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie.
Standaardwaarde van printer komt overeen met de instelling die is opgegeven in Instelling van
de EX700i.
Witte PPT-achtergrond wissen
Schakel deze optie in wanneer u Microsoft Office PowerPoint gebruikt om variabele gegevens in
combinatie met FreeForm te maken.
Met deze optie wordt de witte achtergrond uit PowerPoint-bestanden verwijderd.
Verbeterd FreeForm inschakelen
Schakel deze optie in als u bepaalde paginas uit het FreeForm-masterbestand in de gewenste volgorde
wilt toewijzen en samenvoegen met het bestand met de variabele gegevens wanneer de taak
wordt verwerkt.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie.
Pagina’s per record
Hiermee kunt u een op records gebaseerde (in plaats van op de taak gebaseerde) afwerking definiëren,
op basis van het ingevoerde aantal.
Deze optie is alleen beschikbaar met de afdrukoptie Recordlengte definiëren.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie.
AFDRUKOPTIES 122
Opties van Stempel/Watermerk
Recordlengte definiëren
Hiermee kunt u een PDF- of PostScript-bestand verwerken als een afdruktaak met variabele gegevens
en een op records gebaseerde afwerking toepassen.
Deze optie wordt gebruikt in combinatie met de optie Paginas per record.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie.
PDF- en PS-obj. opsl. in cache
Schakel deze optie in om PDF- en PS-objecten op te slaan in de cache. Deze functie herkent objecten
(tekst, afbeeldingen, vectoren) in een PostScript- of PDF-bestand en bewaart de afbeelding in het
cachegeheugen, waardoor het minder vaak nodig is om afbeeldingsgegevens opnieuw te verwerken
(RIP), voor een kortere afdruktijd.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie.
Deze optie is alleen beschikbaar vanuit Command WorkStation.
Optie Informatie
Optie Informatie
Watermerken
Selecteer in de vervolgkeuzelijst een standaardtekst voor het watermerk.
Als u een eigen watermerk wilt maken, klikt u op Nieuw.
Als u een standaardwatermerk wilt wijzigen, selecteert u dit in de vervolgkeuzelijst en klikt u
op Bewerken.
Als u een watermerk uit de lijst wilt verwijderen, selecteert u dit in de vervolgkeuzelijst en klikt
u op Verwijderen.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het gebruik
van watermerken.
Watermerken afdrukken:
Alleen eerste pagina
Hiermee wordt alleen op de eerste pagina een watermerk afgedrukt. Raadpleeg de Help van
het printerstuurprogramma voor meer informatie over het gebruik van watermerken.
AFDRUKOPTIES 123
Instellingen voor afdrukopties vervangen
Instellingen voor afdrukopties die zijn opgegeven in het printerstuurprogramma kunnen
via Taakeigenschappen in Command WorkStation worden vervangen.
TAAKEIGENSCHAPPEN VERVANGEN
1 Klik in de weergave Taakcentrum van Command WorkStation met de rechtermuisknop op
een taak met de status Geblokkeerd.
2 Kies Eigenschappen in het pop-upmenu.
3 Geef de instellingen voor afdrukopties op en klik vervolgens op Afdrukken.
U kunt de meeste afdrukopties vervangen in het printerstuurprogramma en via
Taakeigenschappen in Command WorkStation. Uitzonderingen worden weergegeven in
de onderstaande tabel.
Tabblad in
printerstuurprogramma
Optie Driver
Win
Driver
Mac
CWS
TAAKINFO Afdrukbereik
X
Afdrukwachtrij-actie
XX
Beveiligd afdrukken
XX
Gebruikersauthenticatie: Gebruikersnaam
XX
Gebruikersauthenticatie: Wachtwoord
XX
Gebruikersauthenticatie: Windows-aanmelding gebruiken
X
Gebruikersauthenticatie: Ik ben een Gastgebruiker
X
MEDIA Documentformaat
X
Toewijzing media SPD gebruiken
X
OPMAAK: Normaal Gespiegeld
X
Afdrukstand
X
KLEUR RGB-transparantie optimaliseren
X
KLEUR: AANGEPASTE
KLEUREN-INSTELLINGEN
PDF/X-uitvoerintentie
X
AFWERKING Toewijzing uitvoerbak SPD gebruiken
X
VDP Voorbeeld master
XX
PDF- en PS-obj. opsl. in cache
X
AFDRUKOPTIES 124
Aanvullende informatie
In de volgende secties wordt aanvullende informatie gegeven over afdrukopties.
Raadpleeg de tabellen vanaf pagina 102 voor meer informatie over opties.
Automatisch overvullen
Overvullen is een afdruktechniek waarbij sommige objecten enigszins groter of kleiner
worden afgedrukt dan u hebt opgegeven in een toepassing, om zo witte randen rond objecten
te vermijden. Deze witte randen of “kralen” kunnen het gevolg zijn van factoren zoals
registerfouten, de fysieke eigenschappen van de droge inkt en de stijfheid van de media.
De functie Automatisch overvullen biedt u geavanceerde instellingen voor het overvullen
en geeft u volledige controle over de instellingswaarden. Raadpleeg Afdrukken in kleur
voor meer informatie.
Booklet Maker
Booklet Maker is de inslagtoepassing waarmee u snel documenten in boekindeling kunt
afdrukken zonder dat u complexere programmas voor pagina-inslagen nodig hebt.
Booklet Maker biedt geavanceerde instellingen waarbij het proces wordt gestroomlijnd
doordat alleen opties en besturingselementen worden weergegeven die betrekking hebben op
de keuzen die u maakt. Booklet Maker kan taken inslaan vanuit bijna elke toepassing.
Open Booklet Maker vanuit het printerstuurprogramma wanneer u een taak afdrukt of vanuit
Taakeigenschappen in Command WorkStation, waar u de eigenschappen van een taak
kunt wijzigen.
OPMERKING: Taken met gemengde media en VDP-taken worden niet ondersteund als
u Booklet Maker gebruikt.
STEMPEL/WATERMERK Watermerken
XX
Watermerken afdrukken: Alleen eerste pagina
XX
ALLE TABBLADEN Voorkeur voor Adobe PDF Print Engine
X
Tabblad in
printerstuurprogramma
Optie Driver
Win
Driver
Mac
CWS
AFDRUKOPTIES 125
De volgende lay-outs voor boekjes zijn beschikbaar:
Door de rug geniet: hierbij worden katernen als een groep samengevouwen en vervolgens
geniet of genaaid in de middenvouw, die de rug van het boekje vormt.
Genest door de rug geniet: hierbij worden de inbindmethoden Door de rug geniet en Op de
rug gesneden gecombineerd door twee of meer subsets (of groepen) op elkaar te stapelen langs
de gemeenschappelijke vouwlijn en deze vervolgens samen te lijmen in de vouwlijn om de rug
te vormen.
Op de rug gesneden: hierbij worden afzonderlijk gevouwen paginas afgedrukt en gestapeld in
de volgorde voor een boekje. Afgewerkte paginas worden aan elkaar genaaid om deze te
snijden of te lijmen.
Raadpleeg de tabel vanaf pagina 110 voor opties en beschikbare instellingen van
Booklet Maker.
Raadpleeg de Help van Booklet Maker voor meer informatie over het gebruik van opties van
Booklet Maker.
Door de rug geniet
(links) binden
Door de rug geniet
(rechts) binden
1
Door de rug geniet
(boven) binden
1
1
Genest door de rug geniet
(links) binden
Genest door de rug geniet
(rechts) binden
Genest door de rug geniet
(boven) binden
Voor Achter Op de rug gesneden boekje
AFDRUKOPTIES 126
Booklet Maker in het printerstuurprogramma
U kunt op twee manieren werken met Booklet Maker in het printerstuurprogramma:
Via de wizard Booklet Maker
Aanbevolen voor beginnende gebruikers.
Via het opgeven van instellingen in het hoofdvenster van Booklet Maker
Aanbevolen voor ervaren gebruikers.
Raadpleeg de tabel vanaf pagina 110 voor opties en beschikbare instellingen van
Booklet Maker in het printerstuurprogramma.
Als u Booklet Maker wilt gebruiken om een boekje af te drukken vanuit het
printerstuurprogramma, gebruikt u een van de volgende procedures.
BOOKLET MAKER OPENEN VANUIT HET PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS
1 Selecteer Bestand > Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de EX700i als de printer en klik vervolgens op Eigenschappen.
3 Klik op het pictogram Opmaak in het printerstuurprogramma en selecteer de optie Boekje.
Raadpleeg de Help van Booklet Maker voor meer informatie over het gebruik van opties
van Booklet Maker.
BOOKLET MAKER OPENEN VANUIT HET PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR MAC OS X
1 Selecteer Archief > Druk af in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de EX700i als de printer en kies vervolgens Fiery-functies in de keuzelijst.
3 Klik op Volledige eigenschappen in het deelvenster Snelle toegang.
4 Klik op het pictogram Opmaak in het printerstuurprogramma en selecteer de optie Boekje.
Raadpleeg de Help van Booklet Maker voor meer informatie over het gebruik van opties
van Booklet Maker.
Booklet Maker in Taakeigenschappen
U kunt op de volgende manieren werken met Booklet Maker in Taakeigenschappen:
Via de wizard Booklet Maker
Aanbevolen voor beginnende gebruikers.
Via het opgeven van instellingen in het hoofdvenster van Booklet Maker
Aanbevolen voor ervaren gebruikers.
AFDRUKOPTIES 127
Ga als volgt te werk als u Booklet Maker wilt openen vanuit Taakeigenschappen in
Command WorkStation.
BOOKLET MAKER OPENEN VANUIT COMMAND WORKSTATION
1 Dubbelklik op een afdruktaak in de lijst Geblokkeerd of Afgedrukt, of klik met de
rechtermuisknop op de taak en selecteer Eigenschappen.
2 Selecteer het pictogram Opmaak in het venster Taakeigenschappen.
3 Selecteer de optie Boekje.
4 Kies de instellingen voor Booklet Maker of klik op Wizard starten om de instellingen grafisch
te kiezen.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het gebruik
van opties van Booklet Maker.
Inslaan met Booklet Maker
Inslaan is het proces waarbij meerdere paginas op een enkel vel papier worden afgedrukt.
Wanneer de ingeslagen vellen als katernen worden samengevouwen, volgen de paginas elkaar
op in leesvolgorde. Booklet Maker is bedoeld voor 2-op-1-inslag, waarbij vier afzonderlijke
paginas van het document worden ingeslagen op een enkel vel dat dubbelzijdig
wordt afgedrukt.
De volgorde waarin paginas worden ingeslagen, wordt bepaald door de geselecteerde
inbindmethode.
Booklet Maker en Impose
De instellingen voor Booklet Maker worden ondersteund door Impose, indien ingeschakeld.
U kunt een taak met instellingen voor Booklet Maker in Impose openen om een
voorbeeldweergave te krijgen van de inslagopmaak en om de opmaak indien nodig verder
te wijzigen.
Impose vertaalt alle instellingen van Booklet Maker in Impose-opdrachten.
OPMERKING: Wanneer een taak met instellingen van Booklet Maker is bewerkt in het
Impose-venster, kan de taak niet langer worden bewerkt in Booklet Maker. Impose biedt
meer instellingen en deze kunnen niet worden toegewezen aan instellingen van Booklet
Maker.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over Impose.
AFDRUKOPTIES 128
Hoofdvenster van Booklet Maker
In het hoofdvenster van Booklet Maker worden dynamisch alle besturingselementen
weergegeven die van toepassing zijn bij het maken van een boekje.
EEN BOEKJE MAKEN
1 Selecteer een boekjestype: Door de rug geniet, Genest door de rug geniet of
Op de rug gesneden.
2 Selecteer een inbindrand: Links, Boven of Rechts.
3 Selecteer een papierformaat.
4 Schakel desgewenst Passend verkleinen in.
5 Selecteer de pagina-uitlijning.
6 Schakel desgewenst Opkruipen compenseren in.
Opkruipen compenseren is beschikbaar voor door de rug geniete en genest door
de rug geniete boekjes.
7 Geef de omslaginstellingen op, als u in stap 1 een door de rug geniet boekje hebt
geselecteerd.
OPMERKING: Omslaginstellingen zijn alleen beschikbaar voor door de rug geniete boekjes.
Raadpleeg “Een omslag toevoegen op pagina 129 voor meer informatie.
8 Klik op OK om de instellingen op te slaan, op Annuleren om de taak te annuleren of op
Afdrukken om de taak af te drukken.
Wizard Booklet Maker
In de wizard Booklet Maker, die u opent door te klikken op Wizard starten, geven de vensters
de stappen weer van het proces voor het maken van een boekje.
NAVIGEREN DOOR DE WIZARD
Klik op Volgende om naar het volgende venster te gaan.
Klik op Terug om naar het vorige venster te gaan.
Klik op Annuleren om instellingen te annuleren en Booklet Maker af te sluiten.
EEN BOEKJE MAKEN MET DE WIZARD
1 Klik op Wizard starten.
2 Geef het boekjestype (inbindmethode) en de inbindrand op.
3 Als u Door de rug geniet hebt geselecteerd als boekjestype, geeft u instellingen voor omslag
en inhoud op, en klikt u vervolgens op Volgende.
AFDRUKOPTIES 129
4 Geef het papierformaat voor het binnenwerk op en klik vervolgens op Volgende.
Als u Door de rug geniet hebt geselecteerd als boekjestype, geeft u de papierinstelling voor
het omslag op en klikt u vervolgens op Volgende.
5 Als u Genest door de rug geniet hebt geselecteerd als boekjestype, geeft u het aantal vellen
in een subset op.
6 Geef de uitlijning van de binnenpagina’s en rugmarges op en klik vervolgens op Volgende.
Als u Door de rug geniet of Genest door de rug geniet hebt geselecteerd als boekjestype,
geeft u de compensatie voor opkruipen op.
7 Controleer het instellingenoverzicht.
8 Klik op Voltooien om het boekje op te slaan, op Terug om een instelling te wijzigen of
op Annuleren om de taak te annuleren.
Een omslag toevoegen
Omslag is alleen een optie voor door de rug geniete boekjes.
EEN VOORGEDRUKT OMSLAG INVOEGEN
1 Selecteer Door de rug geniet als boekjestype en kies een inbindrand in het hoofdvenster
van Booklet Maker.
2 Geef de gewenste instellingen voor Papierformaat en Pagina-uitlijning op voor de inhoud
van het boekje.
3 Geef Voorgedrukt op in het menu Invoer van inhoud.
4 Klik op Omslag definiëren, geef het mediatype en mediagewicht op en geef de bronlade op
in het menu Bron voor omslagen.
5 Klik op OK.
EEN OPGENOMEN OMSLAG OPGEVEN
1 Selecteer Door de rug geniet als boekjestype en kies een inbindrand in het hoofdvenster
van Booklet Maker.
2 Geef de gewenste instellingen voor Papierformaat en Pagina-uitlijning op voor de inhoud
van het boekje.
3 Selecteer Voor- en achteromslag afzonderlijk in het menu Invoer van inhoud.
4 Geef de instellingen voor Vooromslag en Achteromslag op.
5 Klik op Omslag definiëren, geef het mediatype en mediagewicht op en geef de bronlade op
in het menu Bron voor omslagen.
6 Klik op OK.
OPMERKING: Wanneer een opgenomen omslag met boven binden wordt afgedrukt, wordt de
buitenzijde van het achteromslag automatisch 180 graden gedraaid zodat dit overeenkomt
met de afdrukstand van het vooromslag.
AFDRUKOPTIES 130
Omslagopties
Alleen voor door de rug geniet bevat Booklet Maker twee omslagopties, ofwel voorgedrukt
ofwel opgenomen, waarvoor u media kunt opgeven. U kunt aanvullende opties opgeven voor
een opgenomen omslag.
Invoer van inhoud: selecteer Voor- en achteromslag afzonderlijk of Voorgedrukt.
Voor- en achteromslag afzonderlijk: selecteer deze optie als u een opgenomen omslag wilt
opgeven waarbij de omslagpaginas en binnenpaginas als een enkele taak worden
afgedrukt. Afzonderlijke paginas van een document worden ingeslagen op een enkel vel
dat het omslag van het boekje vormt.
U kunt een opgenomen omslag opgeven wanneer het oorspronkelijke document de
omslagpaginas en/of omslagafbeeldingen voor het boekje bevat. De omslaginhoud kan de
eerste en laatste pagina van een document zijn, of de eerste twee en laatste twee paginas, of
een willekeurige combinatie.
Als u deze optie selecteert, kunt u de onderstaande opties Vooromslag en
Achteromslag opgeven.
Voorgedrukt: selecteer deze optie als u een voorgedrukt omslag wilt invoegen dat wordt
samengevoegd met de afzonderlijk afgedrukte binnenpaginas van het boekje.
Als u deze optie selecteert, worden de onderstaande opties Vooromslag en
Achteromslag uitgeschakeld.
Vooromslag en Achteromslag: met deze opties kunt u snel bepalen of de voor- en
achteromslagen dubbelzijdig, enkelzijdig of aan beide zijden blanco worden afgedrukt,
zonder dat u blanco paginas hoeft toe te voegen in het oorspronkelijke document.
Bij boven binden met een omslag wordt de buitenzijde van het achteromslag automatisch
180 graden gedraaid zodat dit overeenkomt met de afdrukstand van het vooromslag.
Omslag definiëren: met deze optie kunt u een medium en een formaat selecteren voor
de omslagpaginas, die mogelijk worden gesneden. U kunt ook de bronlade voor omslagen
opgeven voor de omslagmedia.
Deze optie is beschikbaar voor voorgedrukte en opgenomen omslagen.
AFDRUKOPTIES 131
Booklet Maker-taken afdrukken
Booklet Maker ondersteunt geen taken die naar de directe verbinding zijn verzonden.
Afdruktaken van Booklet Maker moeten naar de afdrukwachtrij of de blokkeringswachtrij
worden verzonden.
MAATEENHEDEN WIJZIGEN
1 Ga in Command WorkStation naar Bewerken > Voorkeuren.
2 Klik op het tabblad Formaat.
3 Selecteer de maateenheid (millimeter, punten of inch).
4 Klik op OK.
Wijzigingen worden pas van kracht wanneer Command WorkStation opnieuw wordt gestart.
Collationeren
Gebruik deze optie als u sorteeropties wilt opgeven.
Aan: exemplaren van een voltooide taak worden gesorteerd als 1-n, 1-n.
Uit: exemplaren van een voltooide taak worden gesorteerd als 1,1, 2,2, 3,3.
OPMERKING: Afdruktaken met gemengde media en met variabele gegevens (VDP) worden
anders gecollationeerd dan andere taken. Bij taken met gemengde media worden exemplaren
van een volledige taak per afwerkingsset gesorteerd. Bij taken met variabele gegevens worden
exemplaren van een volledige taak per record gesorteerd.
Raadpleeg Variabele gegevens afdrukken voor meer informatie over VDP.
Raadpleeg Hulpprogramma’s voor meer informatie over Gemengde media.
AFDRUKOPTIES 132
Aangepaste paginaformaten definiëren en afdrukken
Bij aangepaste paginaformaten bepaalt u zelf de afmetingen van een gedrukte pagina. Nadat u
een aangepast paginaformaat hebt gedefinieerd, kunt u dit gebruiken in toepassingen zonder
dat u het formaat steeds opnieuw hoeft te definiëren wanneer u een document afdrukt.
Als u een aangepast paginaformaat definieert, geeft u de breedte- en lengtematen op die
corresponderen met respectievelijk de korte en lange zijde van uw taak. Aangepaste
paginaformaten moeten altijd op deze manier worden ingesteld, ongeacht de instellingen voor
de afdrukstand in de toepassing.
OPMERKING: Bij inslagtaken kunnen geen aangepaste paginaformaten worden gebruikt.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het definiëren
en afdrukken van aangepaste paginaformaten.
Hoogte
Breedte
Breedte
Hoogte
Staand Liggend
AFDRUKOPTIES 133
Documentformaat en papierformaat
Documentformaat is het paginaformaat dat wordt gedefinieerd in het dialoogvenster
Afdrukken (of Pagina-instelling) van uw toepassing. Papierformaat is het formaat van het
werkelijke vel papier waarop de taak wordt afgedrukt. Het kan nuttig zijn om het
documentformaat te zien als de digitale invoer (het paginaformaat dat in het oorspronkelijke
document is gedefinieerd) en het papierformaat als de fysieke uitvoer (het werkelijke formaat
van het papier in de lade van de digitale pers).
In gevallen waarbij u één documentpagina per vel papier afdrukt, is het documentformaat
doorgaans gelijk aan het papierformaat. Het documentformaat kan echter verschillen van het
papierformaat wanneer u boekjes afdrukt of meerdere documentpaginas op een enkel
vel inslaat.
De onderstaande afbeeldingen zijn voorbeelden van mogelijke relaties tussen het
documentformaat en het papierformaat. De afdrukstand van alle weergegeven paginas
is liggend.
Het documentformaat kan ook van het papierformaat verschillen wanneer u de optie Schaal
of Passend schalen gebruikt. De optie Schaal verkleint of vergroot de documentpagina met
het opgegeven percentage. De optie Passend schalen verkleint of vergroot de documentpagina
automatisch zodat deze past op het geselecteerde papierformaat.
Raadpleeg pagina 140 voor meer informatie over Schaal en Passend schalen.
Raadpleeg de Help van Booklet Maker voor meer informatie over document- en
papierformaat bij het afdrukken van boekjes.
Documentformaat (invoer) Papierformaat (uitvoer)
Documentformaat is gelijk
aan Papierformaat.
Het schalingspercentage
is 100%.
Letter Letter
Documentformaat Tabloid
wordt verkleind zodat deze
past op papierformaat Letter.
Het schalingspercentage
is 50%.
Tabloid 11x17 Letter
Documentformaat A4 wordt
vergroot zodat deze past op
papierformaat A3.
Het schalingspercentage
is 141%.
A4 A3
A
A
A
A
A
A
AFDRUKOPTIES 134
Dubbelzijdig afdrukken
DUBBELZIJDIG AFDRUKKEN
1 Kies Bestand/Archief > Afdrukken/Druk af in de toepassing waarmee u werkt,
selecteer de EX700i als uw printer en voer een van de volgende stappen uit.
Mac OS X: kies Fiery-functies in de keuzelijst, klik op Volledige eigenschappen in het
deelvenster Snelle toegang en selecteer ten slotte Normaal in het tabblad Opmaak.
Windows: klik op Eigenschappen en klik vervolgens op het pictogram Opmaak.
2 Selecteer een van de instellingen voor dubbelzijdig afdrukken:
Boven-Boven:
drukt de bovenzijde van de afbeelding af op zijde 1 tegen dezelfde paginarand
als de bovenzijde van de afbeelding op zijde 2.
Boven-Onder: drukt de bovenzijde van de afbeelding af op zijde 1, aan de tegenovergestelde
paginarand van de bovenzijde van de afbeelding op zijde 2.
De onderstaande tabel toont het resultaat van de verschillende instellingen
voor dubbelzijdig afdrukken.
3 Druk de taak af.
Boven-Boven Boven-Onder
Staand
Liggend
1 2
1
2
1 2
1
2
AFDRUKOPTIES 135
Vouwopties
De volgende soorten vouwen worden ondersteund:
OPMERKING: Wanneer u een vouwoptie selecteert, wordt Uitvoermethode automatisch
ingesteld op Afdrukz. beneden - norm.volg. Het is niet mogelijk gevouwen taken met
de afdrukzijde naar boven of in omgekeerde volgorde af te drukken. Met de optie
Vouwvolgorde kunt u opgeven of tekst/afbeeldingen worden afgedrukt op de binnenzijde of
de buitenzijde van het gevouwen vel. Er moeten speciale afwerkeenheden zijn geïnstalleerd
om de vouwopties te gebruiken.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over
afwerkeenheden en andere installeerbare opties.
Vouw in twee Boekje vouwen
Z-vouw Z-vouw in twee
Vouw in drie
AFDRUKOPTIES 136
Combineren en afdrukken
De EX700i bevat twee opties voor snel afdrukken:
Stap en herhalen: selecteer deze optie om een taak snel af te drukken waarbij de eerste pagina
van het document tweemaal wordt afgedrukt op het eerste vel. De gegevens van de tweede
pagina worden op de volgende pagina afgedrukt, de gegevens van de derde pagina worden op
de volgende pagina afgedrukt, enzovoort. Wanneer u de afgedrukte vellen doormidden snijdt,
heeft u twee volledige reeksen van hetzelfde document.
Snijden en stapelen: selecteer deze optie om een taak snel af te drukken waarbij tijdens het
stapelen en snijden van de vellen vanuit het midden de taak in volgorde wordt genummerd en
gescheiden als twee stapels. De afdrukvolgorde is zodanig dat wanneer de vellen doormidden
worden gesneden, u deze kunt combineren om het volledige document te krijgen, met
een kortere afdruktijd.
Raadpleeg de tabel op pagina 109 voor beschikbare opties en instellingen.
Alleen voor Voor Achter
E
n
k
e
l
z
ijdi
g
D
u
bb
e
l
z
ijdi
g
(d
up
l
ex
)
Alleen voor Voor Achter
Enkelzijdig Dubbelzijdig (duplex)
AFDRUKOPTIES 137
COMBINEREN EN AFDRUKKEN OPENEN VANUIT HET PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR WINDOWS
1 Selecteer Bestand > Afdrukken in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de EX700i als de printer en klik op Eigenschappen.
3 Klik op het pictogram Opmaak in het printerstuurprogramma en selecteer de
optie Combineren.
COMBINEREN EN AFDRUKKEN OPENEN VANUIT HET PRINTERSTUURPROGRAMMA VOOR MAC OS X
1 Selecteer Archief > Druk af in de toepassing waarmee u werkt.
2 Selecteer de EX700i als de printer en kies Fiery-functies in de keuzelijst.
3 Klik op Volledige eigenschappen in het deelvenster Snelle toegang.
4 Klik op het pictogram Opmaak in het printerstuurprogramma en selecteer de optie
Combineren.
Beeldverbetering
Met de functie Beeldverbetering kunt u verbeterde fotoafwerking toepassen op
kleurenafbeeldingen op opgegeven paginas of vellen van een taak. Deze functie heeft alleen
invloed op fotografische afbeeldingen, niet op lijntekeningen zoals logos of diagrammen.
Als u deze functie wilt inschakelen, selecteert u de optie Beeldverbetering toepassen voor een
taak en geeft u de gewenste paginas of vellen op. Deze optie bevindt zich in het tabblad
Afbeelding van de printerstuurprogrammas en in Taakeigenschappen van Command
WorkStation. U kunt de instellingen voor Beeldverbetering aanpassen vanuit Command
WorkStation. Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor informatie over het
aanpassen van instellingen voor Beeldverbetering.
AFDRUKOPTIES 138
Uitvoermethode
Met Uitvoermethode kunt u opgeven hoe de stapel kopieën in de uitvoerlade wordt geleverd.
Selecteer Afdrukz. boven om vellen in de uitvoerlade te leveren met de bedrukte zijde
omhoog, met normale volgorde voor het eerste vel aan de bovenzijde van de stapel
of omgekeerde volgorde voor het eerste vel aan de onderzijde van de stapel.
Selecteer Afdrukz. boven om vellen in de uitvoerlade te leveren met de bedrukte zijde
omhoog, met normale volgorde voor het eerste vel aan de onderzijde van de stapel
of omgekeerde volgorde voor het eerste vel aan de bovenzijde van de stapel.
OPMERKING: Wanneer een afwerkeenheid wordt gebruikt die de volgorde van de stapel
omkeert, kunt u omgekeerde volgorde opgeven zodat wanneer de stapel door de
afwerkeenheid wordt gevoerd, de paginas worden geleverd in de juiste volgorde.
Positie van perforatierand en perforaties
De onderstaande tabel toont het aantal perforaties en de beschikbare perforatieposities.
1 Afdrukzijde naar boven -
normale volgorde
2 Afdrukzijde naar boven -
omgekeerde volgorde
1
2
1 Afdrukzijde naar beneden -
normale volgorde
2 Afdrukzijde naar beneden -
omgekeerde volgorde
1
2
AFDRUKOPTIES 139
OPMERKING: Het papierformaat, het papiertype, het aantal paginas en de invoerrichting zijn
factoren die van invloed zijn op de mogelijke perforatieposities.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over
afwerkeenheden en andere installeerbare opties.
Perforatie-instelling Staand Liggend
Links Rechts Boven Links Rechts Boven
Tw e e
Drie
Vier
Geavanceerd
perforeren
8,5×11/A4
AFDRUKOPTIES 140
Schaal
De operator kan het vergrotings- of verkleiningspercentage vervangen in Command
WorkStation, maar de vervanging wordt toegepast op alle vergrotings- of verkleinings-
percentages die al in de actieve taak zijn ingesteld. Als een gebruiker bijvoorbeeld een taak
verzendt met een verkleiningspercentage van 50% en de operator een vervanging van 300%
instelt, wordt de taak afgedrukt op 150% van het oorspronkelijke documentformaat,
namelijk 50% van 300%.
Passend schalen
Met de optie Passend schalen kunt u een taak doen passen op een papierformaat dat afwijkt
van het documentformaat. Als u deze optie inschakelt, wordt de afbeelding vergroot of
verkleind zodat deze past op het afbeeldingsgebied van het papierformaat dat u selecteert in
het menu Papierformaat. Als u deze optie uitschakelt, wordt het oorspronkelijke
documentformaat afgedrukt, ook als u op een groter papierformaat afdrukt.
Documentformaat
Letter
Papierformaat
11x17
Passend schalen ingeschakeld
Passend schalen uitgeschakeld
AFDRUKOPTIES 141
Modus voor nietmachine
Nieten wordt ondersteund op de digitale pers wanneer de geavanceerde afwerkeenheid,
de lichte productieafwerkeenheid, de afwerkeenheid voor boekje maken of de professionele
afwerkeenheid is aangesloten.
OPMERKING: De afdrukstand (liggend/staand) heeft invloed op het nietresultaat.
Uit: hiermee wordt de nietmachine uitgeschakeld.
Links boven enkel: de taak wordt geniet met één nietje in de linkerbovenhoek van de pagina.
Rechts boven enkel: de taak wordt geniet met één nietje in de rechterbovenhoek van
de pagina.
Links midden: de taak wordt geniet met één nietje in het midden van de linkerpaginarand.
Rechts midden: de taak wordt geniet met één nietje in het midden van de rechterpaginarand.
Boven midden: de taak wordt geniet met één nietje in het midden van de bovenpaginarand.
Links dubbel: de taak wordt geniet met twee nietjes langs de linkerpaginarand.
Rechts dubbel: de taak wordt geniet met twee nietjes langs de rechterpaginarand.
Boven dubbel: de taak wordt geniet met twee nietjes langs de bovenpaginarand.
Links viervoudig: de taak wordt geniet met vier nietjes langs de linkerpaginarand.
Rechts viervoudig: de taak wordt geniet met vier nietjes langs de rechterpaginarand.
Boven viervoudig: de taak wordt geniet met vier nietjes langs de bovenpaginarand.
Midden: de taak wordt afgedrukt als een boekje met nietjes in het midden van de pagina.
Raadpleeg de Help van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het installeren
van optionele afwerkeenheden.
AFDRUKOPTIES 142
Gebruikersauthenticatie
Als gebruikersauthenticatie Gebruikers en groepen is ingeschakeld in Instelling van
de EX700i, moet u een gebruikersnaam en wachtwoord invoeren om een taak naar de EX700i
te kunnen zenden. Of en hoe u de taak kunt beheren in Command WorkStation wordt
bepaald door hoe u bent aangemeld bij de EX700i.
Voor Mac OS X: selecteer het pictogram Taakinfo en typ de aanmeldinformatie in de
velden Gebruikersnaam en Wachtwoord.
Windows-aanmelding gebruiken: selecteer deze optie als u al bent aangemeld bij een
Windows-computer. Typ in het andere geval uw informatie voor de aanmelding op
het Windows-netwerk in de velden Gebruikersnaam en Wachtwoord.
Valideren: klik hierop om de gebruikersnaam en het wachtwoord te valideren.
Tweerichtingscommunicatie moet zijn ingeschakeld voor validatie. Raadpleeg de Help
van het printerstuurprogramma voor meer informatie over het inschakelen van
tweerichtingscommunicatie.
Ik ben een gastgebruiker: selecteer deze optie om de afdrukrechten voor gastgebruikers in
te schakelen. Afdrukken door gastgebruikers is standaard toegestaan.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het inschakelen van
gebruikersauthenticatie Gebruikers en groepen in WebTool Configure.
INDEX 143
180 roteren (selectievakje), optie 108
A
Aantal exemplaren, optie 103
Achtervel, optie 107
Adobe PDF Print Engine, optie 96
Afdrukbereik, optie 103
afdrukken
naar bestand 60, 85
vanaf mobiele apparaten 99
vanuit een toepassing 56, 81
vanuit Mac OS X-toepassingen 29
via een e-mailclient 88
afdrukken naar bestand 60, 85
Afdrukken plannen, optie 103
afdrukopties 33, 57, 82, 100
Afdrukstand, optie 108, 123
afdruktaken beheren 90
afdruktaken beheren met e-mailopdrachten 90
afdrukverbindingen, ondersteunde typen
47, 72
Afdrukwachtrij-actie, optie 104, 123
Afwerkformaat, optie 120
APPE 96
AppleTalk-verbinding, Mac OS X 21, 25, 26
Automatisch overvullen, optie 113, 124
automatische rotatie 129
B
Basis, pictogram aanpassen 34
Bedieningsbalk 104
Beeldkwaliteit, optie 118
Beeldverbetering 137
Beeldverbetering toepassen, optie 118
bereik voor beeldverbetering, optie 118
Beeldverbetering toepassen, optie 118
Beeldverfijning, optie 118
Beeldverschuiving, optie 119
Bestandsnaam, optie 103
Bestemming, optie 103
Beveiligd afdrukken, optie 95, 104, 123
bindopties 128
Boekje, opmaakmodus 110
Boekje, optie 124
Boekjestype
inbindmethode 110
Booklet Maker
Rugmarge verhogen met, optie 111
Booklet Maker, instellingen 127
Booklet Maker, wizard 126, 128
Booklet Maker
Aanpassing voor centreren, optie 111
Achteromslag, optie 112
Genest door de rug geniete boekjes 125
inbindmethode 110
Omslag definiëren, optie 112
Omslaginhoud, optie 111
Opkruipen compenseren 111
Pagina-uitlijning 111
Papierformaat 109
Papierformaat voor 2 per vel 110
Passend verkleinen, optie 110
Rugmarge, optie 111
Vooromslag, optie 111
boven binden met watermerk 130
Bron CMYK/grijswaarden, optie 114
C
CMYK, modus 113
CMYK-zwart zie Tekst/lijntekeningen zwart
Collationeren, optie 119, 131
Combineren (type) 109
Combineren en afdrukken
Combineren (type) 109
Passend verkleinen, optie 109
Rugmarge verhogen met, optie 109
Rugmarge, optie 109
Snijden en stapelen 136
Stap en herhalen 136
Combineren, opmaakmodus 109
INDEX
INDEX 144
D
Documenten, tabblad in WebTools
29, 55, 80
Documentformaat, optie 106, 123
Downloads, tabblad in WebTools 11, 38, 64
Druk af, dialoogvenster 31
Dubbelzijdig afdrukken,
optie 108, 109, 127, 130, 134
dvd met gebruikerssoftware
printerstuurprogrammabestanden
installeren 11
E
eerste gebruik 126
enkelzijdig afdrukken 130
e-mailservice
afdruktaken beheren 90
info 88
F
Fiery Software Uninstaller, hulpprogramma
installeren en gebruiken 13
op de dvd met gebruikerssoftware 9
verwijderen 13
Fiery-functies 32, 34
FreeForm
Master afdrukken, optie 121
Voorbeeld master, optie 123
FTP-afdrukken 94
G
Gebruikersauthenticatie
Gebruikers en groepen,
gebruikersauthenticatie 142
Gebruikersnaam, optie 103, 123, 142
Ik ben een gastgebruiker, optie 142
voor Mac OS 142
Wachtwoord, optie 103, 123, 142
Windows-aanmelding gebruiken,
optie 103, 123, 142
Gemengde media, optie 107
Genest door de rug geniete boekjes 125
Gespiegeld, optie 108, 123
Grijs (CMYK), optie 116
Grijs (RGB), optie 116
Grijswaarden, modus 113
H
Halftoonsimulatie 118
Handmatig dubbelzijdig, optie 108
Helderheid, optie 118
Hot Folders
taakinstellingen vervangen 101
I
Ik ben een gastgebruiker, optie 103, 123, 142
Impose, opmaakmodus 112
inbindmethode 110
Ingesloten profiel gebruiken, indien
aanwezig 114, 115
inslaan 127
installeerbare opties
configureren 54, 79
configureren voor Windows Vista 54, 79
installeren
Job Monitor 87
printerstuurprogramma vanaf dvd met
gebruikerssoftware 40, 65
printerstuurprogrammas vanaf server 39
printerstuurprogrammas
via het netwerk 12
printerstuurprogrammas via point-and-
print 36, 62
virtuele printers via point-and-print 44, 69
Instructies, veld 104
Invoer van inhoud, optie 111
IP-printer, verbinding 16, 20, 24
IPP-verbinding 52, 77
J
Job Monitor
gebruiken 87
installeren 87
op de dvd met gebruikerssoftware 9
verbinding configureren 87
K
Kleurinstellingen, taakinstellingen
vervangen 101
Kleurmodus 113
Kleurvervanging, optie 113
Kwaliteit tekst/lijntekeningen, optie 118
INDEX 145
L
Lade-uitlijning, optie 106
leesvolgorde 127
Line Printer Daemon - LPD 16, 20, 24
LPD/LPR-verbinding, Mac OS X 27
LPR-verbinding, Windows 49, 73
M
maateenheid opgeven 131
Mac OS X
Line Printer Daemon - LPD 20, 24
printerstuurprogramma instellen 14
Mac OS X
afdrukken vanuit toepassingen 29
AppleTalk-verbinding 21, 25, 26
Fiery Software Uninstaller,
hulpprogramma 13
IP-printer, verbinding 16, 20, 24
Line Printer Daemon - LPD 16
printers selecteren 30
printerstuurprogrammabestanden
verwijderen 13
Standaardkiezer, verbinding 15, 19, 23
Verbinding, LPD/LPR 27
Master afdrukken, optie 121
Master gebruiken, optie 121
Master maken, optie 121
Mediagewicht, optie 106
Mediakleur, optie 106
Mediatype, optie 106
Modus voor nietmachine, optie 119
O
Offset-taken, optie 119
omslag
media selecteren voor 130
opgenomen 129
voorgedrukt 129
omslaginstellingen 128, 129
Op de rug gesneden boekjes 125
Opkruipen compenseren 111
Opmaak n per vel zie Pagina’s per vel
Opmerkingen, optie 104
Opvangbak 119
OSX Installer 11
P
Paginas per record 121
Paginas per vel, optie 108
Paginavolgorde, optie 108
Paper Catalog, optie 105
Papierbron transp. tussenbl. 107
Papierbron, optie 105
Papierformaat, optie 105, 133
Papiersimulatie, optie 115
Passend schalen, optie 108, 140
Passend verkleinen 109, 110
PDF- en PS-obj. opsl. in cache 122, 123
PDF/X-uitvoerintentie gebruiken 116
Perforatierand, optie 119, 138
Perforator, optie 120
Perforeren, optie 138
point-and-print 36, 62
Postflight 105
PostScript-lettertypen 9
PostScript-printerdefinitiebestand, zie PPD
PostScript-printerstuurprogramma
downloaden met WebTools 38, 64
installeren vanaf dvd met
gebruikerssoftware 40, 65
installeren via point-and-print 36, 62
verwijderen 46, 71
PostScript-printerstuurprogrammas, uitleg 100
PPD (PostScript-printerdefinitiebestand)
opties 101
overzicht 9
Windows 41, 66
Printer Delete Utility 9, 13, 46, 71
printer, standaardinstellingen instellen 101
Printerconfiguratie 11
Printerrastermodus, optie 118
printers selecteren
Mac OS X 30
printerstuurprogrammas
64-bits printerstuurprogramma
installeren 43, 68
downloaden met WebTools 12
instellen 14
Prntdrve.exe, bestand 38, 64
Progressieve proeven 105
R
Rand afdrukken, optie 108
Randen tekst/lijntek. verfijnen, optie 118
Rechtstreeks mobiel afdrukken 99
Recordlengte definiëren 122
RGB-bronprofiel, optie 115
INDEX 146
RGB-transparantie optimaliseren,
optie 114, 123
RGB/Lab scheiden naar CMYK-bron, optie 115
rotatie, automatisch 129
Rug persen, optie 120
rugmarges 109, 111
S
Samengestelde overdruk, optie 113
Schaal, optie 108, 140
Scheidingen combineren, optie 113
Scherptecorrectie tekst, optie 118
SMB-afdrukken
instelling 36, 62
verbinding voltooien 48, 72
snel afdrukken zie Combineren en afdrukken
Snelle toegang, deelvenster aanpassen 34, 60, 85
Snijwaarde, optie 120
standaardafdrukopties 59, 84
Standaardboekje, instelling 125
Standaardkiezer, verbinding 15, 19, 23
Standaarduitvoerprofiel, optie 117
Standaardwaarde van printer 32, 56, 81
Stap en herhalen 136
Steunkleuraanpassing, optie 116
subset 129
T
taakinstellingen vervangen
afdrukinstellingen 101
taalmappen 11
TCP/IP-verbinding 49, 73
Tekst/lijntekeningen zwart 117
Toewijzing media SPD gebruiken,
optie 106, 123
Toewijzing tweekleurendruk, optie 114
Toewijzing uitvoerbak SPD gebruiken,
optie 119, 123
Transparant + tussenblad, optie 107
Tweerichtingscommunicatie 31, 45, 56, 60, 70,
81, 85
tweezijdig afdrukken, zie Dubbelzijdig
afdrukken, optie
U
Uitvoermethode, optie 119, 138
USB-apparaat 91
automatisch afdrukken van bestanden 91
V
Variabele gegevens afdrukken (VDP)
Master gebruiken, optie 121
Master maken, optie 121
Paginas per record 121
PDF- en PS-obj. opsl. in cache 122, 123
Recordlengte definiëren 122
Voorbeeld master, optie 121, 123
vel 127
Verbeterd FreeForm inschakelen, optie 121
Verschuiving achtervel, optie 107
vervangen van taakinstellingen 101
verwerken 100
Verwerkingsmethode CMYK/grijswaarden,
optie 115
virtuele printers
installeren via point-and-print 44, 69
instellen 44, 69
Voorbeeld master, optie 121, 123
Voorsnede uitvoeren, optie 120
Vouwen, optie 135
Vouwstijl, optie 119
Vouwvolgorde, optie 119
W
Wachtwoord 103, 123
Watermerken, optie 122
Alleen eerste pagina, instelling 122
WebTools
Documenten, tabblad 29, 55, 80
Downloads, tabblad 11, 38, 64
Weergavetype RGB/Lab, optie 115
Windows
IPP-verbinding 52, 77
LPR- of poort 9100-verbinding 49, 73
printerstuurprogramma, installeren vanaf
dvd met gebruikerssoftware 40, 65
TCP/IP-verbinding 49, 73
Windows Server 2003
64-bits printerstuurprogramma
installeren 43, 68
Witte PPT-achtergrond wissen, optie 121
Z
Zuiver zwart zie Tekst/lijntekeningen
zwart
Zwartdetectie, optie 113
Zwarte overdruk, optie 117
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146

Xerox 700i/700 Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding