Xerox Color 800/1000/i Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding
Xerox EX Print Server, Powered by Fiery
®
voor de Xerox Color 1000 Press
Hulpprogramma’s
© 2010 Electronics for Imaging, Inc. De informatie in deze publicatie wordt beschermd
volgens de Kennisgevingen voor dit product.
45089763
20 april 2010
INHOUD 3
INHOUD
INLEIDING 5
Terminologie en conventies 6
Over dit document 7
Over Help 7
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN 8
Installatie voorbereiden op Windows-computers 8
Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer 9
Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer 11
Gebruikerssoftware verwijderen van een Mac OS-computer 12
Gebruikerssoftware verwijderen van een Windows-computer 12
COMMAND WORKSTATION 13
Hulpprogramma’s van Command WorkStation 14
Command WorkStation installeren 15
Verbinding met de EX Print Server configureren 15
Command WorkStation gebruiken 17
Help 17
Extra functies 18
Gemengde media 18
Tabbladen afdrukken 23
Tabbladen plaatsen in de pers 24
Instellingen opgeven op de pers 25
Tabbladinstellingen opgeven in Command WorkStation 25
INHOUD
INHOUD 4
ImageViewer 29
Problemen oplossen 30
Command WorkStation kan geen verbinding maken met de EX Print Server 30
Command WorkStation reageert niet 31
FIERY SEEQUENCE SUITE 32
Het SeeQuence Suite-pakket 32
Fiery SeeQuence Suite installeren en inschakelen 33
SeeQuence-software installeren 33
SeeQuence-software inschakelen 33
Help 35
PAPER CATALOG 36
Paper Catalog installeren 36
Paper Catalog-media opgeven voor taken 36
HOT FOLDERS 39
Hot Folders installeren 39
Upgrade uitvoeren vanaf een eerdere versie van Hot Folders 39
Hot Folders gebruiken 40
WEBTOOLS 41
WebTools instellen 41
De homepage van WebTools openen 42
WebTools gebruiken 43
Begin 43
Downloads 43
Documenten 43
Configure 43
INDEX 45
INLEIDING 5
INLEIDING
Het mediapakket voor Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 1000
Press bevat een pakket hulpprogrammas waarmee u de Xerox EX Print Server, Powered by
Fiery voor de Xerox Color 1000 Press, de workflow voor afdruktaken en de inhoud van de
taken op de Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 1000 Press kunt
beheren.
Dit document biedt een overzicht van de installatie, de configuratie en het gebruik van de
volgende hulpprogrammas van de Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox
Color 1000 Press:
Command WorkStation
Fiery SeeQuence Suite
Fiery SeeQuence Preview
Fiery SeeQuence Impose
Fiery SeeQuence Compose
Paper Catalog
•Hot Folders
WebTools
INLEIDING 6
Terminologie en conventies
Dit document gebruikt de volgende terminologie en conventies.
Term of conventie Verwijst naar
Aero EX Print Server (in illustraties en voorbeelden)
EX Print Server Xerox EX Print Server, Powered by Fiery voor de Xerox Color 1000
Press
Mac OS Apple Mac OS X
Pers Xerox Color 1000 Press
Titels in
cursief Andere documenten in dit pakket
Windows Microsoft Windows XP, Windows Vista,
Windows Server 2003/2008, Windows 7
Onderwerpen waarvoor aanvullende informatie beschikbaar is
door de Help te openen in de software
Tips en informatie
Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen
leiden tot de dood of zwaar lichamelijk letsel indien deze niet juist
worden uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een
veilig gebruik van de apparatuur.
Een waarschuwing met betrekking tot handelingen die kunnen
leiden tot lichamelijk letsel indien deze niet juist worden
uitgevoerd. Let altijd op deze waarschuwingen voor een veilig
gebruik van de apparatuur.
Vereisten en beperkingen met betrekking tot handelingen. Lees deze
onderdelen altijd goed voor een juist gebruik van de apparatuur en
om beschadiging aan apparatuur of eigendommen te voorkomen.
INLEIDING 7
Over dit document
Dit document behandelt de volgende onderwerpen:
Command WorkStation controleert en beheert de workflow van afdruktaken op
de EX Print Server.
Fiery SeeQuence Suite integreert activiteiten voor documentvoorbereiding op zowel vel- als
paginaniveau in één visuele interface.
Fiery SeeQuence Preview biedt een afdrukvoorbeeld vóór verwerking van elk
veloppervlak van een taak. Het voorbeeld wordt dynamisch aangepast om alle
wijzigingen tijdens het voorbereiden van documenten voor afdrukken weer te geven.
Fiery SeeQuence Impose past inslagopmaak toe op taken voor aangepast afdrukken,
binden en bijsnijden.
Fiery SeeQuence Compose definieert de subhoofdstukken voor een taak en u kunt
paginabereiken afdrukken op verschillende soorten media, lege media tussen paginas
toevoegen en tabbladen met tekst invoegen.
Paper Catalog definieert de kenmerken van afdrukmedia in een op het systeem gebaseerde
database van papiersoorten en slaat deze op.
Hot Folders slaat afdrukopties op die veel worden gebruikt bij het afdrukken
van PostScript- en PDF-bestanden op de EX Print Server.
WebTools beheert de EX Print Server op afstand via het internet of bedrijfsintranet.
Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie over het gebruik van kleurbeheer.
Over Help
Gedetailleerde instructies voor het gebruik van de meeste hulpprogrammas voor EX Print
Server zijn te vinden in de online-Help. Indien van toepassing wordt in dit document naar
de Help verwezen voor aanvullende informatie. Bovendien wordt uitgelegd hoe u de Help
voor elk hulpprogramma kunt openen.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN 8
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN
Dit hoofdstuk beschrijft de installatie van de gebruikerssoftware voor de EX Print Server op
Windows- en op Mac OS-computers.
U kunt de gebruikerssoftware voor de EX Print Server op de volgende manieren installeren:
Vanuit de dvd met gebruikerssoftware
Vanaf de EX Print Server via internet of intranet
Rechtstreeks vanaf de EX Print Server via het netwerk
Als u eerder al EX Print Server-gebruikerssoftware hebt geïnstalleerd op uw computer, stelt
het installatieprogramma u in staat deze toepassingen te verwijderen tijdens het
installatieproces.
Installatie voorbereiden op Windows-computers
Doe het volgende voordat u EX Print Server-software gaat installeren op een
Windows-computer:
Als u de gebruikerssoftware van de EX Print Server wilt gebruiken op een Windows-
computer, moet u het Sun Java-bestand Java Runtime Environment (JRE) op uw
computer installeren dat u kunt vinden in de map Common Utilities op de dvd met
gebruikerssoftware. Als het juiste Sun Java-bestand niet is geïnstalleerd, zal de Fiery User
Software Installer dit automatisch installeren voordat de software van de EX Print Server
wordt geïnstalleerd.
OPMERKING: De aanbevolen versie van Sun Java JRE bevindt zich op de dvd met
gebruikerssoftware.
Als u de EX Print Server-software wilt installeren, moet Service Pack 2 of Service Pack 3
zijn geïnstalleerd op een Windows XP-computer. Als dat niet het geval is, wordt u via een
waarschuwingsbericht gevraagd het Service Pack te installeren.
Na de installatie van Sun Java JRE, wordt een snelkoppeling Java Web Start op het bureaublad
van uw computer geplaatst. Deze snelkoppeling is niet bedoeld voor gebruik met EX Print
Server-software en kan worden verwijderd.
U kunt verschillende versies van Sun Java JRE op uw computer hebben. De EX Print Server-
software vindt automatisch de juiste versie. U hoeft dus geen andere versies van Sun Java JRE
te verwijderen die nodig zijn voor andere toepassingen.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN 9
Gebruikerssoftware installeren op een Windows-computer
De installatie van alle gebruikerssoftware op een Windows-computer vindt plaats via
de Fiery User Software Installer. In de onderstaande procedures wordt beschreven hoe
u gebruikerssoftware installeert vanaf de dvd met gebruikerssoftware, via het netwerk of
via het internet, en hoe u gebruikerssoftware wijzigt.
De enige toepassingen die niet worden geïnstalleerd door de Fiery User Software Installer zijn
Adobe Acrobat en Enfocus PitStop, die worden gebruikt met Fiery SeeQuence Suite.
Raadpleeg “Fiery SeeQuence Suite installeren en inschakelen op pagina 33 voor
meer informatie.
GEBRUIKERSSOFTWARE OP EEN WINDOWS-COMPUTER INSTALLEREN VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
Het welkomstvenster van het installatieprogramma wordt geopend.
2 Volg de instructies op het scherm.
Probeer de gebruikerssoftware niet te installeren door de afzonderlijke mappen voor de
toepassingen te openen. Als u gebruikerssoftware wilt wijzigen of verwijderen nadat u deze op
de computer hebt geïnstalleerd, gebruikt u de dvd met gebruikerssoftware en de onderstaande
procedure.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN 10
GEBRUIKERSSOFTWARE WIJZIGEN MET HET INSTALLATIEPROGRAMMA OP DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
2 Selecteer Toevoegen/verwijderen, Herstellen of Verwijderen in het venster dat
wordt weergegeven.
3 Volg de instructies op het scherm.
Als uw computer geen dvd-station heeft, kunt u de gebruikerssoftware installeren vanaf
de EX Print Server via het netwerk. Vraag de netwerkbeheerder om het IP-adres of
de DNS-servernaam van de EX Print Server.
U kunt de gebruikerssoftware voor de EX Print Server ook via het internet installeren.
Vraag uw netwerkbeheerder om het IP-adres van de EX Print Server.
Gebruik uw internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Raadpleeg Welkom
voor volledige informatie over browser- en systeemvereisten.
GEBRUIKERSSOFTWARE OP EEN WINDOWS-COMPUTER INSTALLEREN VIA HET NETWERK
1 Klik op Start, kies Uitvoeren, en typ het IP-adres of de DNS-servernaam van de EX Print
Server.
2 Typ indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Raadpleeg de netwerkbeheerder om te weten of een wachtwoord is vereist.
3 Dubbelklik op de directory PC_User_SW.
4 Dubbelklik op het pictogram Master Installer.
5 Volg de instructies op het scherm.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN WINDOWS-COMPUTER VIA HET INTERNET MET BEHULP VAN WEBTOOLS
1 Start uw internetbrowser.
2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de EX Print Server.
De homepage van EX Print Server wordt weergegeven.
3 Klik op het tabblad Downloads.
4 Klik op de koppeling voor de software die u wilt installeren.
5 Kies Uitvoeren om het bestand te openen of Opslaan om het op uw computer op te slaan.
6 Als u Uitvoeren kiest, gaat u naar stap 9.
7 Als u Opslaan kiest, bladert u naar de locatie waar u het bestand USERSWMI.exe wilt opslaan
en klikt u vervolgens op Opslaan.
Het bestand wordt gedownload vanaf de EX Print Server.
8 Dubbelklik op het bestand USERSWMI.exe.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN 11
9 Typ de URL van de EX Print Server, http://<IP-adres>, als u daarom wordt gevraagd.
10 Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg de online-Help voor volledige instructies over het gebruik van Downloads.
Raadpleeg pagina 41 voor meer informatie over WebTools en Downloads.
Probeer de gebruikerssoftware niet te installeren door de afzonderlijke mappen voor
de toepassingen te openen. Gebruik steeds de Fiery User Software Installer.
Gebruikerssoftware installeren op een Mac OS-computer
De installatie van gebruikerssoftware op een Mac OS-computer gebeurt afzonderlijk voor
elke toepassing. U kunt de gebruikerssoftware zo nodig verwijderen met de Fiery Software
Uninstaller. In de onderstaande procedures wordt beschreven hoe u gebruikerssoftware
installeert en verwijdert.
Raadpleeg Afdrukken voor meer informatie over het installeren van printerstuurprogrammas.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VANAF DE DVD MET GEBRUIKERSSOFTWARE
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
2Blader naar de mapOSX.
3 Dubbelklik op het installatiepictogram van de toepassing die u wilt installeren.
4 Volg de instructies op het scherm.
U kunt de gebruikerssoftware voor de EX Print Server ook via het internet installeren.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor het IP-adres van de EX Print Server.
Gebruik uw internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Raadpleeg Welkom
voor volledige informatie over browser- en systeemvereisten.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VIA HET NETWERK
1 Kies Verbinden met server in het menu Ga.
2 Typ smb:// gevolgd door het IP-adres van de EX Print Server en klik vervolgens op Verbind.
Neem contact op met de netwerkbeheerder als u de EX Print Server niet kunt vinden.
3 Typ indien nodig de gebruikersnaam en het wachtwoord.
Raadpleeg de netwerkbeheerder om te weten of een wachtwoord is vereist.
4 Selecteer het via smb gedeelde volume waarmee u verbinding wilt maken.
5 Selecteer Mac_User_SW en klik op OK.
6 Open de map OSX.
7 Dubbelklik op het installatiepictogram van de toepassing die u wilt installeren.
8 Volg de instructies op het scherm.
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN 12
GEBRUIKERSSOFTWARE INSTALLEREN OP EEN MAC OS-COMPUTER VIA HET INTERNET MET BEHULP VAN WEBTOOLS
1 Start uw internetbrowser.
2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de EX Print Server.
De homepage van EX Print Server wordt weergegeven.
3 Klik op het tabblad Downloads.
4 Klik op de koppeling voor de software die u wilt installeren.
Het bestand osxutils.dmg wordt gedownload naar uw computer en er wordt een virtuele
schijf weergegeven op uw bureaublad.
5 Volg de instructies op het scherm.
Raadpleeg de online-Help voor volledige instructies over het gebruik van Downloads.
Raadpleeg pagina 41 voor meer informatie over WebTools en Downloads.
Gebruikerssoftware verwijderen van een Mac OS-computer
Gebruik het hulpprogramma Fiery Software Uninstaller en de volgende procedure als u
gebruikerssoftware wilt verwijderen die op een Mac OS-computer is geïnstalleerd.
GEBRUIKERSSOFTWARE VERWIJDEREN VAN EEN MAC OS-COMPUTER
1 Plaats de dvd met gebruikerssoftware in het dvd-station van de computer.
2Blader naar de mapOSX.
3 Klik op het pictogram voor de Fiery Software Uninstaller.
4 Selecteer de software die u wilt verwijderen en volg de instructies op het scherm.
Gebruikerssoftware verwijderen van een Windows-computer
Gebruik de Fiery User Software Installer als u gebruikerssoftware wilt verwijderen die
op een Windows-computer is geïnstalleerd. Raadpleeg “Gebruikerssoftware wijzigen met het
installatieprogramma op de dvd met gebruikerssoftware op pagina 10.
COMMAND WORKSTATION 13
COMMAND WORKSTATION
Command WorkStation breidt de gebruikerservaring uit en verbetert de productiviteit.
De platformonafhankelijke toepassing geeft operators de middelen om taken te beheren op
de EX Print Server en beheerders de middelen om de EX Print Server te configureren
voor afdrukken. Command WorkStation bevat Taakcentrum voor taakbeheer,
Apparaatcentrum voor serverbeheer en Fiery SeeQuence Suite om taken voor te bereiden
voor afdrukken.
In de weergaven Taakcentrum en Apparaatcentrum worden in de Serverlijst alle EX Print
Server-servers weergegeven waarmee u bent verbonden. U kunt tussen servers schakelen en
servers toevoegen of verwijderen van de lijst. Informatie over verbruiksartikelen op de pers,
ladekoppelingsstatus, en fouten en waarschuwingen is beschikbaar.
Taakcentrum geeft de hulpmiddelen weer voor het beheren van taken in afdrukwachtrijen
en een taakvoorbeeld van verwerkte taken. De status van taken wordt weergegeven. U kunt
taken zoeken en u hebt toegang tot functies vanuit de aanpasbare werkbalk.
Apparaatcentrum geeft u toegang tot alle hulpbronnen van de EX Print Server. Vanuit
Apparaatcentrum hebt u toegang tot instellingen en hulpmiddelen zoals kalibratie en
reservekopie maken en terugzetten. U kunt kleurinstellingen uitvoeren, virtuele printers
configureren en ingangen in Paper Catalog maken.
Met Command WorkStation kunt u de volgende taken uitvoeren:
De status van afdruktaken op de EX Print Server bekijken
Taken blokkeren, verwerken en afdrukken
Vervangende instellingen opgeven voor door de gebruiker ingestelde afdrukopties
Een voorbeeld bekijken van de pagina-inhoud van een taak
Paginas van een taak in een andere volgorde plaatsen en paginas van verschillende taken
met elkaar combineren
FreeForm-masterbestanden maken en gebruiken voor het afdrukken van
variabele gegevens
Taakbestanden archiveren
Takenlogboeken met recente afdrukactiviteiten bekijken
Virtuele printers definiëren
Lettertypen beheren
Fiery SeeQuence Suite openen
•Taken samenvoegen
Kleurbeheerinstellingen openen
COMMAND WORKSTATION 14
Hulpprogramma’s van Command WorkStation
Command WorkStation biedt toegang tot de volgende hulpprogrammas:
Reservekopie maken en terugzetten
Booklet Maker
•Calibrator
Kleurbeheer
•Configure
•Fiery JDF
Taakeigenschappen
Paper Catalog
Quick Doc Merge
Lade-uitlijning
•Ladekoppeling
Fiery SeeQuence Impose
Fiery SeeQuence Compose
COMMAND WORKSTATION 15
Command WorkStation installeren
Installeer Command WorkStation op een Microsoft Windows- of Mac OS-computer
die beschikt over een netwerkverbinding naar de EX Print Server. Raadpleeg Welkom voor
een volledige lijst met systeemvereisten.
Het installatieprogramma voor Command WorkStation bevindt zich op de dvd met
gebruikerssoftware als onderdeel van de Fiery User Software Installer (Windows-computers)
of als afzonderlijke toepassing (Mac OS X). Raadpleeg “Gebruikerssoftware installeren op
pagina 8 voor de installatie van Command WorkStation.
Verbinding met de EX Print Server configureren
De eerste keer dat u Command WorkStation gebruikt, wordt u gevraagd de verbinding met
de EX Print Server te configureren. U kunt ook de configuratie bijwerken na elke wijziging
in uw EX Print Server of netwerk, zoals een wijziging in de servernaam of het IP-adres.
Als u de instellingen van de EX Print Server wijzigt, moet u dit doen voordat u de configuratie
van de verbinding aanpast.
VOORDAT U BEGINT
Druk de configuratiepagina van de EX Print Server af.
Raadpleeg het onderdeel Configuratie en instellingen in het pakket met
gebruikersdocumentatie voor instructies voor het afdrukken van de configuratiepagina.
De configuratiepagina van de EX Print Server bevat informatie die u nodig hebt bij
het configureren van de verbinding, zoals het IP-adres van de EX Print Server.
Voor TCP/IP-installaties kunt u de DNS-naam gebruiken in plaats van het IP-adres. Zorg dat
de EX Print Server is geregistreerd op een Domain Name Server (DNS) op uw netwerk.
Raadpleeg uw netwerkbeheerder voor meer informatie.
DE VERBINDING VOOR COMMAND WORKSTATION CONFIGUREREN
1 Start Command WorkStation:
Windows: Programmas > Fiery > Fiery Command WorkStation 5
Mac OS: Programmas : Fiery : Command WorkStation 5 : Command WorkStation
2 Typ de DNS-naam of het IP-adres en klik op Toevoegen om de server toe te voegen aan de lijst
Niet-verbonden servers.
Als geen EX Print Server wordt gevonden, klikt u op het pictogram en zoekt u op een
bereik van IP-adressen of op een IP-adres en subnetmasker. Klik vervolgens op Start.
Of selecteer Automatisch zoeken.
COMMAND WORKSTATION 16
Alle beschikbare servers worden weergegeven in de lijst Beschikbare servers.
Als u een bepaalde server wilt zoeken in de lijst Beschikbare servers, typt u de servernaam
in het veld Filteren op trefwoord.
Selecteer de EX Print Server die u wilt gebruiken, klik op Toevoegen en klik vervolgens
op Verbinden.
Het dialoogvenster Aanmelden wordt weergegeven.
3 Selecteer Beheerder, Operator of Gastgebruiker en typ het juiste wachtwoord, indien
dit nodig is.
Vraag de systeembeheerder om wachtwoordgegevens voor de EX Print Server waarmee
uverbinding wilt maken.
Raadpleeg het onderdeel Configuratie en instellingen in het pakket met
gebruikersdocumentatie voor meer informatie over het instellen van wachtwoorden en
het standaardbeheerderswachtwoord voor de EX Print Server.
4 Klik op Aanmelden.
Command WorkStation is nu verbonden met de EX Print Server.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor meer informatie over het beheren van
en verbinden met aanvullende EX Print Server-servers.
COMMAND WORKSTATION 17
Command WorkStation gebruiken
Nadat u Command WorkStation hebt geïnstalleerd en geconfigureerd, kunt u hiermee taken
op de EX Print Server gaan controleren en beheren.
Help
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor instructies voor het gebruik van functies
van Command WorkStation. Het menu Help biedt toegang tot de volgende soorten Help:
Online-Help biedt procedurele informatie.
Hoe opent de EFI-webpagina, die demonstratiescripts en voorbeeldbestanden bevat.
Wat is nieuw beschrijft de nieuwe functies van Command WorkStation.
HELP VAN COMMAND WORKSTATION OPENEN
1 Start Command WorkStation.
Selecteer de EX Print Server in het dialoogvenster Serverlijst en meld u aan bij de server.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over het instellen van
wachtwoorden en het standaardbeheerderswachtwoord voor de EX Print Server.
2 Kies Help, Hoe of Wat is nieuw in het menu Help.
COMMAND WORKSTATION 18
Extra functies
In de volgende secties wordt beschreven hoe u extra functies van Command WorkStation
kunt gebruiken die niet worden behandeld in de Help van Command WorkStation.
Gemengde media
Met de functie Gemengde media kunt u de subhoofdstukken voor een taak definiëren,
paginabereiken afdrukken op verschillende soorten media, lege media tussen paginas
toevoegen en tabbladen met tekst invoegen (als de pers afdrukken op tabbladen ondersteunt).
De volgende richtlijnen en beperkingen gelden voor de instellingen van Gemengde media:
In het dialoogvenster Gemengde media kunt u geen instellingen opgeven die conflicteren
met instellingen voor media, paginaformaat of afwerking die voor de taak zijn opgegeven
in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het printerstuurprogramma.
Als twee of meer instellingen voor gemengde media strijdig zijn, worden de namen van
deze instellingen rood gemarkeerd in het dialoogvenster Gemengde media om aan te geven
dat u het conflict moet oplossen.
Als u afdrukopties opgeeft (in het dialoogvenster Taakeigenschappen of in het
printerstuurprogramma) nadat u instellingen voor gemengde media hebt opgegeven,
kunnen bepaalde afdrukopties in conflict zijn met de paginaspecifieke instellingen voor
gemengde media. U moet dit conflict oplossen door andere afdrukopties te kiezen
of bepaalde specificaties voor gemengde media te verwijderen.
Instellingen voor Gemengde media hebben invloed op het gebruik van
kleurenuitvoerprofielen wanneer de optie Mediaprofielen gebruiken is geselecteerd in
Kleurinstellingen. Raadpleeg Afdrukken in kleur voor meer informatie.
Als tellers zijn geconfigureerd voor de pers, tellen blanco media die tussen paginas worden
ingevoegd als afgedrukte paginas.
Basisinstructies voor het openen en gebruiken van Gemengde media vindt u in de Help van
Command WorkStation. In de onderstaande procedures worden de specifieke functies van
de EX Print Server besproken.
COMMAND WORKSTATION 19
SPECIFICATIES VOOR GEMENGDE MEDIA DEFINIËREN
1 Selecteer of klik met de rechtermuisknop op een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd
in de weergave Taakcentrum en kies Eigenschappen in het menu Acties of dubbelklik op
een taak.
2 Klik op het pictogram Media en schuif naar Gemengde media.
In het dialoogvenster Gemengde media worden alle eerder gedefinieerde media-instellingen
weergegeven. Bovendien vindt u hier knoppen voor het definiëren, wijzigen en verwijderen
van instellingen.
3 Voer bij Hoofdstukbeginpagina’s de paginanummers in waarop u nieuwe hoofdstukken
wilt laten beginnen.
Typ de paginanummers als door komma gescheiden waarden (bijvoorbeeld: 4,9,17) om
het begin van elk nieuwe hoofdstuk aan te geven. Met deze functie kunt u zorgen dat voor
elke beginpagina een rechterpagina wordt gebruikt, door indien nodig een voorafgaande
lege linkerpagina in te voegen.
OPMERKING: U hoeft niet de eerste pagina in te voeren. De paginanummers verwijzen naar de
nummering van het originele document. Als u de functie Hoofdstukbeginpagina(s) gebruikt,
moeten alle media die zijn opgegeven in de keuzelijst Papier per hoofdstuk dezelfde
afmetingen hebben (bijvoorbeeld, allemaal Letter, allemaal Tabloid of allemaal A4).
COMMAND WORKSTATION 20
4 Als u op elk hoofdstuk dat u met de functie Hoofdstukbeginpagina maakt afwerkingsopties
wilt toepassen (bijvoorbeeld nieten of sorteren), schakelt u de optie “Elk hoofdstuk
definiëren als een aparte afwerkingsset” in.
OPMERKING: Niet alle afwerkingsopties kunnen worden toegepast op hoofdstukken die media
van gemengd formaat bevatten (bijvoorbeeld Letter en A4).
5 U kunt eigenschappen voor voor- en achteromslagen definiëren door op Omslag definiëren
te klikken.
Raadpleeg “Instellingen voor omslagmedia definiëren op pagina 21 voor meer informatie.
6 U kunt eigenschappen voor afzonderlijke pagina’s of paginabereiken definiëren door
op Nieuw paginabereik te klikken.
Raadpleeg “Media definiëren voor specifieke paginas op pagina 22 voor meer informatie.
7 Als u tabbladen wilt invoegen, klikt u op Nieuw tabblad.
Het dialoogvenster Tabblad invoegen wordt weergegeven. Raadpleeg pagina 25 voor
informatie over het definiëren van tabbladinstellingen.
OPMERKING: De functie Tabblad invoegen wordt niet ondersteund voor ingeslagen taken.
8 Als u blanco pagina’s wilt invoegen, klikt u op Nieuw tussenvel.
Raadpleeg “Blanco paginas invoegen op pagina 23 voor meer informatie.
9 Als u een bestaande definitie wilt wijzigen of verwijderen, selecteert u deze definitie in
de lijst Definitie gemengde media en klikt u op Bewerken of Verwijderen.
Als u op Bewerken klikt, voert u nieuwe instellingen in voor de definitie en klikt u vervolgens
op Wijzigen.
10 Nadat u het definiëren van instellingen voor gemengde media hebt voltooid, klikt u op OK
om het dialoogvenster Gemengde media en Taakeigenschappen te sluiten.
De instellingen voor gemengde media worden toegepast op de taak.
OPMERKING: U kunt tot 100 verschillende instellingen voor de selectielijst opslaan in het
dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION 21
INSTELLINGEN VOOR OMSLAGMEDIA DEFINIËREN
1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Omslag definiëren.
Het dialoogvenster Omslagmedia wordt weergegeven.
2 Als u identieke media voor- en achteromslagen wilt definiëren, schakelt u de optie Zelfde
instellingen toepassen op voor- en achteromslag in. Als u aparte media-instellingen wilt
definiëren voor voor- en achteromslagen, schakelt u de optie Vooromslag of Achteromslag in.
3 Kies naar wens andere instellingen in de vervolgkeuzelijsten.
4 Selecteer het gewenste medium in het menu Media.
Als u media wilt selecteren uit Paper Catalog, selecteert u Selecteren uit Paper Catalog in
het menu Media.
Het geselecteerde medium wordt weergegeven in het hoofdvenster van Omslagmedia.
Raadpleeg pagina 36 voor meer informatie over Paper Catalog.
5 Klik op OK om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
De instellingen voor Omslagmedia hebben voorrang op instellingen die zijn gedefinieerd in
het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media.
COMMAND WORKSTATION 22
MEDIA DEFINIËREN VOOR SPECIFIEKE PAGINAS
1 Klik in het dialoogvenster Gemengde media op Nieuw paginabereik.
Het dialoogvenster Pagina/Paginabereik media wordt weergegeven.
2 Typ pagina’s en paginabereiken als door komma gescheiden waarden
(bijvoorbeeld: 3,9–14,18).
3 Kies naar wens andere instellingen in de vervolgkeuzelijsten.
Als u een nieuwe mediasoort toewijst aan de achterzijde van een vel dat dubbelzijdig wordt
afgedrukt, wordt een blanco pagina ingevoegd zodat de inhoud van de toegewezen pagina op
de voorzijde van het volgende vel wordt afgedrukt.
4 Selecteer het gewenste medium in het menu Media.
Als u media wilt selecteren uit Paper Catalog, selecteert u Selecteren uit Paper Catalog in
het menu Media.
Het geselecteerde medium wordt weergegeven in het hoofdvenster van Paginabereik.
Raadpleeg pagina 36 voor meer informatie over Paper Catalog.
5 Klik op Definitie toevoegen na elke media-instelling die u definieert.
6 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
COMMAND WORKSTATION 23
BLANCO PAGINAS INVOEGEN
1 Klik op Nieuw tussenvel in het dialoogvenster Gemengde media.
Het dialoogvenster Blanco invoegen wordt weergegeven.
2 Geef aan of u de blanco pagina wilt invoegen vóór of na de doelpagina. Definieer de
doelpagina als de eerste of de laatste pagina in het document of als een pagina met een
specifiek nummer.
3 Kies naar wens andere instellingen in de vervolgkeuzelijsten.
4 Selecteer het gewenste medium in het menu Media.
Als u media wilt selecteren uit Paper Catalog, selecteert u Selecteren uit Paper Catalog in
het menu Media.
Het geselecteerde medium wordt weergegeven in het hoofdvenster van Blanco invoegen.
Raadpleeg pagina 36 voor meer informatie over Paper Catalog.
5 Klik op Invoegen na elke blanco pagina die u definieert.
6 Klik op Sluiten om terug te gaan naar het dialoogvenster Gemengde media.
Tabbladen afdrukken
In deze sectie wordt beschreven hoe u tabbladtaken afdrukt vanaf de EX Print Server.
Als u een taak met tabbladen wilt afdrukken, gaat u als volgt te werk:
Plaats tabbladen in de pers.
Geef instellingen op in de gebruikersinterface van de pers (computer, monitor en
toetsenbord die zijn aangesloten op de Xerox
®
Color 1000 Press).
Geef instellingen op in Command WorkStation op de EX Print Server.
COMMAND WORKSTATION 24
Tabbladen plaatsen in de pers
Plaats de tabbladen die u wilt gebruiken in de pers. U kunt tabbladen SEF of LEF plaatsen,
maar let op dat tabbladen van links naar rechts en met de afdrukzijde naar beneden in
omgekeerde volgorde worden afgedrukt. Raadpleeg de onderstaande procedure:
TABBLADEN PLAATSEN
1 Selecteer het soort tabbladen voor uw taak.
2 Trek de lade uit waarin u de tabbladen wilt plaatsen.
U kunt tabbladen plaatsen in Lade 1, Lade 2 of Laden A1-1/A1-2, indien geïnstalleerd.
Het medium voor het hoofdgedeelte van de taak wordt in een andere lade geplaatst.
3 Plaats de tabbladen zonder deze om te draaien.
Het eerste tabblad bevindt zich altijd aan de onderzijde van de gecollationeerde media en
de taak wordt met de bedrukte zijde omlaag afgedrukt.
OPMERKING: Zelfs als u opgeeft dat slechts één tabblad in een taak moet worden ingevoegd,
moet u een volledige set tabbladen plaatsen. Als u opgeeft dat twee tabbladen moeten worden
ingevoegd en afgedrukt, worden de resterende tabbladen uitgevoerd als blanco paginas.
4 Plaats de rand van de tabbladen uitgelijnd tegen de rechterrand van de lade met de
afdrukzijde naar beneden.
De plaatsing van tabbladen in een lade is als volgt:
SEF (Short Edge Feed, invoer korte zijde): tabbladen omhoog en naar de achterzijde
van de lade gericht
LEF (Long Edge Feed, invoer lange zijde): tabbladen omhoog en naar de linkerzijde
van de lade gericht
5 Stel zo nodig de papiergeleiders en hendels voor de helling af.
6 Duw de lade naar binnen.
Raadpleeg de documentatie van de pers voor meer informatie over de functionaliteit van
de pers.
OPMERKING: Tabbladen kunnen niet tweezijdig worden bedrukt.
Raadpleeg de volgende secties als u media-instellingen wilt opgeven, zoals paginaformaat en
-gewicht, de plaats in het document waar de tabbladen worden ingevoegd, en de inhoud
en eigenschappen van tabbladtekst.
COMMAND WORKSTATION 25
Instellingen opgeven op de pers
Voer in het venster Paper Tray Properties (Eigenschappen papierlade) in
de gebruikersinterface van de pers de juiste mediagegevens in voor de tabbladen die in
de lade zijn geplaatst. Houd rekening met het volgende:
Voor LEF-tabbladen van Letter-formaat moet het geselecteerde paginaformaat 9
x
11 zijn.
Voor LEF-tabbladen van A4-formaat moet het geselecteerde paginaformaat Tabpapier-
Europa zijn.
Voor SEF-taken selecteert u Aangepast formaat en voert u 11 inch (Letter) of 296 mm (A4)
in voor de breedte en 9 inch (Letter) of 223,5 mm (A4) voor de hoogte.
Zorg dat de juiste invoerrichting (SEF of LEF) is geselecteerd voor de media die in de
lade zijn geplaatst.
Geef het mediatype op.
Tabbladinstellingen opgeven in Command WorkStation
In Command WorkStation kunt u overal in een taak tabbladen invoegen. Met deze functie
beschikt u over diverse formaten en soorten tabbladen. U kunt tabbladtekst invoegen en
tekstattributen per taak vervangen.
Als u voorgesneden of volledig gesneden tabbladen met voorgedrukte tekst wilt invoegen,
kunt u de functie Nieuw paginabereik van Gemengde media gebruiken. Als u tabbladen
wilt invoegen en tabbladtekst wilt opgeven, gebruikt u de functie Nieuw tabblad
van Gemengde media.
Specifiek pagina’s opgeven als tabbladen
Raadpleeg de procedure op pagina 22 als u de functie Nieuw paginabereik van Gemengde
media wilt gebruiken.
Wanneer u instellingen opgeeft voor het invoegen van tabbladen, moet u het volgende
instellen:
Papierformaat: selecteer 9 x 11 LEF (Letter) of Tabpapier-Europa (A4). Voor SEF
selecteert u Aangepast papierformaat en voert u 11 inch of 296 mm in voor de breedte
en 9 inch of 223,5 mm voor de hoogte.
Media: selecteer een soort tabbladen.
Voorgedrukte media: selecteer Ja.
Dubbelzijdig: selecteer Uit.
Mediatype: kies een van de tabbladtypen in de lijst.
Papierbron: selecteer de specifieke lade waarin de tabbladen zijn geplaatst.
Geef naar wens andere instellingen op.
COMMAND WORKSTATION 26
Gebruik van de functie Tabblad invoegen
Gebruik de functie Tabblad invoegen om tabbladen in te voegen in een taak wanneer u
tabbladtekst wilt opgeven die moet worden afgedrukt. Volg de onderstaande procedure
om tabbladen in te voegen.
TABBLADEN INVOEGEN
1 Selecteer of klik met de rechtermuisknop op een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd
in de weergave Taakcentrum en kies Eigenschappen in het menu Acties of dubbelklik op
een taak.
2 Klik op het pictogram Media en schuif naar Gemengde media.
3 Klik op Nieuw tabblad in het dialoogvenster Gemengde media.
Het dialoogvenster Tabblad invoegen wordt weergegeven.
4 Voer het aantal tabbladposities in een volledige set tabbladen in bij Aantal tabs in een set.
Deze specificatie zorgt ervoor dat de tekst voor het tabblad op de juiste positie wordt
afgedrukt. Zo verschillen bijvoorbeeld de tabbladposities in een set van tien tabbladen van
de tabbladposities in een set van vijf tabbladen.
COMMAND WORKSTATION 27
5 Geef bij Papierbron de lade op waarin de tabbladen zijn geplaatst.
6 Selecteer de tabbladen in het menu Paper Catalog.
7 Selecteer de tabbladvolgorde.
Vooruit is de standaardvolgorde voor het plaatsen van tabbladen.
8 Kies bij Mediatype een van de tabbladtypen in de lijst.
9 Geef de uitvoerlade voor ongebruikte tabbladen op.
Raadpleeg pagina 29 voor meer informatie over deze instelling.
10 Selecteer het papierformaat.
De waarden bij Papierformaat hebben betrekking op de afmetingen van het papier, inclusief
de gedeelten met de tab.
11 Geef desgewenst andere instellingen op voor het tabbladpapier.
12 U kunt kenmerken voor de tabbladtekst opgeven door het aantal tabbladen in te voeren
bij Aantal in te voegen tabbladen en te klikken op Invoegen.
Volg de onderstaande procedure om de tabbladtekst te definiëren.
COMMAND WORKSTATION 28
TABBLADTEKST OPGEVEN
1 Schakel in het dialoogvenster Tabbladtekst de optie Dezelfde tekstkenmerken toepassen
op alle tabbladen in als u voor alle tabbladen dezelfde tekstkenmerken wilt gebruiken.
2 Klik op Invoegen.
3 Klik op Tekstkenmerken.
Geef de kenmerken voor draaihoek, uitlijning, lettertype en tekengrootte op voor de
tabbladtekst en klik vervolgens op OK.
4 Geef aan waar u elk tabblad wilt invoegen in het document.
Voer in het veld Pagina het paginanummer in waar u het tabblad wilt invoegen.
Selecteer Voor om het tabblad voor het paginanummer in te voegen of schakel de optie uit.
OPMERKING: Als u definieert dat een tabblad moet worden ingevoegd tussen een pagina
met een oneven nummer en een pagina met een even nummer in een taak voor dubbelzijdig
afdrukken, wordt het tabblad ingevoegd na de pagina met het oneven nummer op de eerste
pagina, terwijl de pagina met het even nummer wordt afgedrukt op het volgende vel.
5 Typ de gewenste tabbladtekst voor elk tabblad in het veld Tabbladtekst.
U kunt tekstkenmerken voor elk afzonderlijk tabblad opgeven door op Tekstkenmerken voor
dat tabblad te klikken.
6 Nadat u de tabbladtekst hebt opgegeven, klikt u op OK om het dialoogvenster Tabblad
invoegen te sluiten.
In de lijst Definitie gemengde media van het dialoogvenster Gemengde media worden de
huidige tabbladinstellingen weergegeven.
7 Als u media-instellingen voor de tabbladen wilt wijzigen, selecteert u de tabbladbeschrijving
in de lijst Definitie gemengde media en klikt u vervolgens op Bewerken.
8 U kunt uw instellingen voor het invoegen van tabbladen toepassen op het document door
op OK te klikken om het dialoogvenster Gemengde media en Taakeigenschappen te sluiten.
COMMAND WORKSTATION 29
Uitvoerlade voor ongebruikte tabbladen
Ongebruikte tabbladen kunnen naar een specifieke uitvoerlade worden gezonden.
Als u bijvoorbeeld een taak met drie tabbladen afdrukt en tabbladpapier gebruikt met vijf
tabbladen per set, blijven het vierde en vijfde tabblad ongebruikt. Als u de uitvoerlade
voor ongebruikte tabbladen wilt selecteren, klikt u op Nieuw tabblad in het venster
Gemengde media, selecteert u Uitvoerlade voor ongebruikte tabbladen en kiest u vervolgens
de uitvoerlade in de vervolgkeuzelijst.
Geef het volgende op bij Tabblad invoegen:
Aantal tabbladen in de set tabbladen die u gebruikt
Tabbladposities
Paginanummer van tabbladen
OPMERKING: Uitvoerlade voor ongebruikte tabbladen is alleen beschikbaar wanneer u
meerdere exemplaren van uw tabbladtaak afdrukt. U kunt een afwerkeenheid niet opgeven als
uitvoerlade voor ongebruikte tabbladen als die afwerkeenheid niet voor de taak wordt
gebruikt. Als een papierstoring optreedt, wordt het restant van de tabbladen in de set door
de pers uitgevoerd. Wanneer de papierstoring is opgelost, wordt het afdrukken van de set door
de pers hervat met de tabbladen in de juiste volgorde.
ImageViewer
Als Fiery Graphic Arts Package, Premium Edition is geïnstalleerd en is ingeschakeld op
de EX Print Server, kunt u ImageViewer gebruiken om kleuren te bekijken en aan te passen
in een taak die is verwerkt en geblokkeerd is. Raadpleeg Fiery Graphic Arts Package voor
meer informatie over het gebruik van ImageViewer.
OPMERKING: Indien ImageViewer beschikbaar is, vervangt dit programma het
standaardvoorbeeldvenster voor weergave op volledig scherm dat wordt beschreven
in de Help van Command WorkStation.
COMMAND WORKSTATION 30
Problemen oplossen
Raadpleeg de volgende secties bij het oplossen van elementaire verbindings- en
softwareproblemen met Command WorkStation. Raadpleeg de Help van
Command WorkStation voor aanvullende informatie over het oplossen van problemen.
Command WorkStation kan geen verbinding maken met
de EX Print Server
Als u geen verbinding kunt maken met de EX Print Server of de EX Print Server niet kunt
vinden vanaf uw computer, neemt u contact op met de netwerkbeheerder. Mogelijk moet
de beheerder uw netwerkverbindingen controleren en de instellingen op de servers bekijken
waarop u afdrukt. Als er instellingen zijn gewijzigd, kan het nodig zijn de EX Print Server
opnieuw te configureren (raadpleeg Configuratie en instellingen).
Als u verbinding kunt maken met de EX Print Server via een ander hulpprogramma, moet
u mogelijk de verbinding van Command WorkStation met de EX Print Server opnieuw
configureren (raadpleeg pagina 15).
Als u de EX Print Server hebt geconfigureerd en clientcomputers en netwerkservers hebt
ingesteld volgens de instructies in Configuratie en instellingen, drukt u een testpagina af.
Als u wel de testpagina kunt afdrukken, maar nog steeds geen document kunt afdrukken
vanaf een externe computer, moet u de netwerkbeheerder vragen de netwerkverbinding
te controleren.
Als u geen verbinding kunt maken en geen testpagina kunt afdrukken, kijkt u op
de gebruikersinterface van de pers voor informatie over de fout.
COMMAND WORKSTATION 31
Command WorkStation reageert niet
Gebruik de volgende richtlijnen voor het oplossen van problemen als Command WorkStation
niet reageert.
ALS DE VENSTERS VAN COMMAND WORKSTATION NIET WORDEN BIJGEWERKT
1 Meld u af en sluit vervolgens Command WorkStation af.
2 Start Command WorkStation opnieuw of start de computer opnieuw op.
Als de vensters van Command WorkStation niet worden bijgewerkt of als geen taken worden
weergegeven en u de muis niet kunt gebruiken (u kunt geen taak of venster selecteren, een
opdracht in een snelmenu gebruiken of een menuopdracht kiezen), betekent dit dat
de EX Print Server offline is of dat de netwerkcommunicatie is mislukt.
COMMAND WORKSTATION GEFORCEERD AFSLUITEN
1 Op een Windows-computer drukt u op Ctrl-Alt-Delete en gebruikt u Programmabeheer
om Command WorkStation te sluiten.
Op een Mac OS X-computer kiest u Apple-menu > Forceer stop, selecteert u Command
WorkStation en klikt u vervolgens op Forceer stop. Of u drukt op Command+Option+Esc,
selecteert Command WorkStation en klikt vervolgens op Forceer stop.
2 Maak vervolgens de netwerkkabel van de EX Print Server los, sluit de kabel weer aan
en probeer vervolgens een test- of configuratiepagina af te drukken.
3 Als dit niet lukt, moet u de EX Print Server opnieuw starten.
FIERY SEEQUENCE SUITE 32
FIERY SEEQUENCE SUITE
Fiery SeeQuence Suite is een geïntegreerd hulpmiddel voor taakvoorbereiding dat de volgende
modi bevat, afhankelijk van de beschikbare clientdongle (indien aanwezig):
Preview biedt een voorbeeld van de taak vóór verwerking.
Fiery SeeQuence Compose stelt u in staat de subhoofdstukken voor een taak te definiëren,
paginabereiken af te drukken op verschillende soorten media, lege media tussen paginas
toe te voegen en tabbladen met tekst in te voegen (als de pers afdrukken op tabbladen
ondersteunt).
Fiery SeeQuence Impose past inslagopmaak toe op taken voor aangepast afdrukken,
binden en bijsnijden. Met Impose kunt u ook inslagfuncties toepassen op taken met
variabele gegevens en ingeslagen taken opslaan als PDF-bestanden.
Fiery SeeQuence Suite integreert de functies van Impose en Compose in het
venster Preview.
OPMERKING: Fiery SeeQuence Suite wordt als standaardfunctie geleverd bij
de EX Print Server.
Het SeeQuence Suite-pakket
De Fiery SeeQuence Suite-software is beschikbaar in de volgende pakketconfiguratie:
Fiery SeeQuence Suite-pakket, bestaande uit SeeQuence Impose en SeeQuence Compose
(inclusief dvd met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop en enkele dongle)
SeeQuence Impose en SeeQuence Compose worden ondersteund op Windows-
en Mac OS-computers. Raadpleeg Welkom voor meer informatie over de systeemvereisten.
OPMERKING: Als u de volledige functionaliteit van de software wilt gebruiken, moet de
specifieke dongle voor het softwarepakket op uw computer zijn geïnstalleerd. Als de dongle
niet is geïnstalleerd, wordt SeeQuence uitgevoerd in de demonstratiemodus. In de
demonstratiemodus worden ingeslagen taken afgedrukt met een watermerk en kunt u
ingeslagen taken in DBP-indeling opslaan op de EX Print Server. U kunt ingeslagen taken
in de demonstratiemodus wel in Adobe PDF-indeling opslaan op een vaste schijf en
de EX Print Server, maar de taken worden opgeslagen met een watermerk.
FIERY SEEQUENCE SUITE 33
Fiery SeeQuence Suite installeren en inschakelen
In de volgende secties wordt beschreven hoe u SeeQuence Suite moet installeren en
inschakelen.
SeeQuence-software installeren
De SeeQuence Suite-software wordt geïnstalleerd met Command WorkStation-software.
Raadpleeg pagina 8 en pagina 15 voor meer informatie over het installeren van Command
WorkStation-software.
SeeQuence-software inschakelen
SeeQuence Impose en SeeQuence Compose zijn functies van Command WorkStation die
zijn beveiligd met een dongle en die werken in combinatie met Adobe Acrobat en de
invoegtoepassing Enfocus PitStop. Op elke computer waarop SeeQuence-software wordt
gebruikt, moet u een speciale dongle installeren. In dit gedeelte wordt uitgelegd hoe u
de dongle en de vereiste software installeert.
U hebt de volgende onderdelen nodig:
Dongle: een USB-dongle die wordt geleverd bij het volgende optiepakket:
Fiery SeeQuence Suite-pakket, bestaande uit SeeQuence Impose en SeeQuence
Compose (inclusief enkele dongle)
OPMERKING: Als u een eerdere versie van Impose of Compose hebt aangeschaft, kunt u
de dongles die al in uw bezit zijn gebruiken om SeeQuence Impose of SeeQuence Compose
in te schakelen.
Dvd met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop: meegeleverd met de SeeQuence Suite-pakketten.
Bevat installatieprogrammas voor Adobe Acrobat versie 9 en Enfocus PitStop, een
invoegtoepassing voor Acrobat, voor zowel Windows als Mac OS X.
OPMERKING: Als u voorbeelden van PS-bestanden wilt bekijken, moet Acrobat zijn
geïnstalleerd op dezelfde computer als de SeeQuence-software. U hebt Acrobat of PitStop niet
nodig om voorbeelden van PDF-bestanden te bekijken.
Als Command WorkStation nog niet is geïnstalleerd, moet u dit alsnog doen (raadpleeg
pagina 15). Bij de installatie van Command WorkStation wordt ook de hoofdsoftware
van SeeQuence geïnstalleerd.
Ga als volgt te werk om SeeQuence-software in te schakelen op een computer (of de EX Print
Server als deze ondersteuning biedt voor en is uitgerust met een beeldscherm, toetsenbord
en muis):
Installeer de dongle uit het pakket rechtstreeks op de computer. Er is één dongle per
clientcomputer vereist.
Installeer Acrobat en PitStop vanaf de installatie-dvd (Windows of Mac OS) uit
het pakket.
FIERY SEEQUENCE SUITE 34
OPMERKING: Als u SeeQuence-software inschakelt op de EX Print Server, wordt er in de
volgende procedures van uitgegaan dat u bij de EX Print Server bent aangemeld als beheerder
en dat u het juiste wachtwoord hebt ingevoerd. In verband met de netwerkbeveiliging kan
de systeembeheerder dit wachtwoord periodiek wijzigen. Vraag de systeembeheerder om
het wachtwoord.
DE DONGLE INSTALLEREN
1 Als Command WorkStation al is geïnstalleerd en wordt uitgevoerd op de clientcomputer,
sluit u Command WorkStation af.
OPMERKING: Als Command WorkStation wordt uitgevoerd, zal de installatie van de dongle
(beschreven in stap 2) mislukken.
2 Pak de dongle uit en installeer deze rechtstreeks op de USB-aansluiting van de computer.
Sluit de dongle aan op de USB-aansluiting van de computer. Zorg dat de dongle goed vastzit
in de aansluiting.
Installeer Acrobat en PitStop zoals beschreven in de onderstaande procedure.
ACROBAT EN PITSTOP INSTALLEREN
1 Als de meest recente versies van Adobe Acrobat en Enfocus PitStop niet zijn geïnstalleerd,
verwijdert u de versies van Adobe Acrobat en Enfocus PitStop die zich momenteel op uw
computer bevinden.
OPMERKING: SeeQuence ondersteunt Acrobat 7, 8 en 9 voor Windows-computers en
Acrobat 8 en 9 voor Mac OS-computers.
Sluit alle geopende toepassingen.
Volg de instructies voor uw computer voor het verwijderen van programmas.
Start de computer opnieuw nadat u oudere versies van Acrobat en PitStop hebt verwijderd.
2 Sluit alle momenteel geopende softwaretoepassingen.
3 Plaats de dvd met Adobe Acrobat/Enfocus PitStop (Windows of Mac OS) in het dvd-station.
4 Als het installatieprogramma niet automatisch wordt gestart, bladert u naar het hoofdniveau
van de dvd en dubbelklikt u op Setup.exe (Windows) of Setup.app (Mac OS).
5 In Mac OS X op klikt u op Installeren en volgt u de instructies op het scherm.
In Windows selecteert u de taal en klikt u op Next (Volgende).
De aangeschafte SeeQuence-softwareoptie is nu volledig ingeschakeld.
FIERY SEEQUENCE SUITE 35
Help
De Help van SeeQuence Suite is onderdeel van de Help van Command WorkStation.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor instructies voor het gebruik
van SeeQuence Impose en Compose.
Het menu Help biedt toegang tot de volgende soorten Help:
Online-Help biedt procedurele informatie.
Hoe opent de EFI-webpagina, die demonstratiescripts en voorbeeldbestanden bevat.
Wat is nieuw beschrijft de nieuwe functies van Command WorkStation.
DE HELP VAN COMMAND WORKSTATION OPENEN
1 Start Command WorkStation.
Selecteer de EX Print Server in het dialoogvenster Serverlijst en meld u aan bij de server
(raadpleeg Verbinding met de EX Print Server configureren op pagina 15).
2 Kies Help, Hoe of Wat is nieuw in het menu Help.
Of druk op F1 wanneer de cursor in een gebied staat van het hoofdvenster
van Command WorkStation.
PAPER CATALOG 36
PAPER CATALOG
Paper Catalog is een op het systeem gebaseerde magazijndatabase die kenmerken kan opslaan
van alle media die beschikbaar zijn voor afdrukken op de EX Print Server. Media-ingangen
worden gedefinieerd op de pers en vermeld in Paper Catalog op de EX Print Server.
U kunt vervolgens in de lijst media selecteren voor uw taak.
Paper Catalog installeren
Paper Catalog wordt standaard met Command WorkStation geïnstalleerd.
Raadpleeg pagina 13 voor informatie over het installeren van Command WorkStation.
Raadpleeg “Verbinding met de EX Print Server configureren op pagina 15 voor informatie
over het configureren van Command WorkStation.
Raadpleeg de Help van Command WorkStation voor instructies over het gebruik van
de standaardfuncties van Paper Catalog. Raadpleeg pagina 17 voor instructies over het openen
van de Help van Command WorkStation.
Paper Catalog-media opgeven voor taken
In deze sectie wordt beschreven hoe u Paper Catalog-media kunt opgeven die u met
een afdruktaak wilt gebruiken. U kunt Paper Catalog-media opgeven vanuit de
volgende interfaces:
Command WorkStation
Taakeigenschappen in Command WorkStation
Instellingen gemengde media in Command WorkStation
•Hot Folders
SeeQuence Impose
SeeQuence Compose
Printerstuurprogramma (raadpleeg Afdrukken voor instructies)
OPMERKING: In de volgende procedures wordt ervan uitgegaan dat een beheerder al een
of meer ingangen in Paper Catalog heeft gedefinieerd. Raadpleeg het gedeelte Paper Catalog
in de Help van Command WorkStation voor informatie over het definiëren van ingangen
in Paper Catalog.
PAPER CATALOG 37
PAPER CATALOG OPENEN VANUIT COMMAND WORKSTATION
Als u Paper Catalog wilt openen in Command WorkStation, kiest u Paper Catalog in het menu
Server of klikt u op het pictogram Paper Catalog in de werkbalk.
PAPER CATALOG-MEDIA OPGEVEN VANUIT TAAKEIGENSCHAPPEN
1 Selecteer een taak in Taakcentrum en kies Eigenschappen in het menu Acties
van Command WorkStation.
2 Klik op het pictogram Media in het dialoogvenster Taakeigenschappen.
3 Kies Paper Catalog in het menu Media en kies het gewenste medium in het menu
Paper Catalog.
OPMERKING: Wanneer u een ingang van de papiercatalogus opgeeft en vervolgens in
Taakeigenschappen het paginaformaat wijzigt (of een ander kenmerk dat is gekoppeld aan
de ingang van de papiercatalogus), wordt de toewijzing aan de papiercatalogus geannuleerd.
In Taakeigenschappen wordt vervolgens voor Paper Catalog niets gedefinieerd” weergegeven.
PAPER CATALOG-MEDIA OPGEVEN VANUIT INSTELLINGEN GEMENGDE MEDIA
1 Selecteer of klik met de rechtermuisknop op een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd
in Taakcentrum en kies Eigenschappen in het menu Acties of dubbelklik op een taak.
2 Klik op het pictogram Media in Taakeigenschappen en schuif naar beneden naar
Gemengde media.
3 Kies Paper Catalog in het menu Media in de vensters Omslagmedia, Paginabereik of Blanco
invoegen en kies het gewenste medium in het menu Paper Catalog.
Als Tabblad invoegen wordt ondersteund, kiest u uit het menu Paper Catalog in het venster
Tabblad invoegen.
Raadpleeg het gedeelte Gemengde media in de Help van Command WorkStation voor
meer informatie over Instellingen gemengde media.
PAPER CATALOG-MEDIA OPGEVEN VANUIT SEEQUENCE COMPOSE
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in Taakcentrum en kies Compose
in het menu Acties.
2 Selecteer een pagina, of pagina’s, in het paginaweergavevenster van het venster Compose
en kies Medium toewijzen in het menu Acties.
3 Kies Paper Catalog in het menu Media en selecteer het gewenste medium.
Raadpleeg het gedeelte Compose in de Help van Command WorkStation voor informatie
over het gebruik van Compose. De Help van Compose bevat ook informatie over het
toepassen van ingangen van Paper Catalog op uw taak.
PAPER CATALOG 38
PAPER CATALOG-MEDIA OPGEVEN VANUIT SEEQUENCE IMPOSE
1 Selecteer een taak met de status In wachtrij/Geblokkeerd in Taakcentrum en kies Impose
in het menu Acties.
2 Klik op de knop Bewerken naast het menu Vel.
3 Kies Paper Catalog in het menu Media en selecteer het gewenste medium.
Raadpleeg het gedeelte Impose in de Help van Command WorkStation voor informatie over
het gebruik van Impose. De Help van Impose bevat ook informatie over het toepassen
van ingangen van Paper Catalog op uw taak.
PAPER CATALOG-MEDIA OPGEVEN VANUIT HOT FOLDERS
1 Selecteer Taakinstellingen en klik op Definiëren in het dialoogvenster Mapeigenschappen.
2 Klik op het pictogram Media in het dialoogvenster Taakeigenschappen.
3 Kies het gewenste medium in het menu Paper Catalog.
4 Klik op OK om terug te gaan naar het venster Eigenschappen van Hot Folders.
HOT FOLDERS 39
HOT FOLDERS
Hot Folders is een hulpprogramma waarmee u veelgebruikte afdrukopties kunt opslaan en
opnieuw gebruiken wanneer u PostScript- en PDF-bestanden afdrukt op de EX Print Server.
Met Hot Folders kunt u het volgende doen:
Speciale mappen (hot folders) maken waarmee specifieke afdrukinstellingen en
afdrukwachtrijen worden toegewezen aan taken.
Taken afdrukken op de EX Print Server door deze naar hot folders op het bureaublad van
uw computer te slepen.
De status controleren van taken die naar Hot Folders zijn verzonden.
Hot Folders installeren
Het installatieprogramma voor Hot Folders bevindt zich op de dvd met gebruikerssoftware.
Voordat u het hulpprogramma gaat installeren, controleert u eerst of u de inleidende
procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven op pagina 8.
Upgrade uitvoeren vanaf een eerdere versie van Hot Folders
Hot Folders bevat een migratieassistent die de eerdere versie van Hot Folders detecteert en
er bij de upgrade voor zorgt dat alle bestaande Hot Folders-instellingen in de nieuwste
versie werken. De migratie vindt alleen plaats tijdens de installatie van Hot Folders
of Command WorkStation. In het overzichtsvenster van de migratieassistent wordt
aangegeven of een Hot Folder wel of niet met succes is overgebracht naar de nieuwe versie.
In geval van een fout kunt u het eenmaal opnieuw proberen tijdens de installatie,
zonder de migratieassistent af te sluiten.
HOT FOLDERS 40
MAPINSTELLINGEN MIGREREN VANAF EEN EERDERE VERSIE VAN HOT FOLDERS
1 Installeer Hot Folders en laat de eerdere versie detecteren door de migratieassistent.
OPMERKING: Het venster Migratieassistent wordt alleen weergegeven als er al een eerdere versie
van Hot Folders is geïnstalleerd. (Eerdere versies zijn: in Windows, alle versies 2.x; in Mac OS,
alle versies 1.x.)
2 Klik op OK en volg de instructies op het scherm.
OPMERKING: Klik niet op Annuleren wanneer de migratie wordt uitgevoerd. Het annuleren
van de bewerking kan permanente beschadiging veroorzaken aan de Hot Folders waarvoor
de upgrade wordt uitgevoerd.
3 Controleer het Migratieoverzicht in het venster Migratieassistent.
Als de migratie is geslaagd, ziet u het pictogram Geslaagd ( ) naast elke Hot Folder.
Als de migratie is mislukt, of slechts gedeeltelijk is geslaagd, ziet u het pictogram
Mislukt ( ) naast de Hot Folders waarvoor de migratie is mislukt. In het onderste
deelvenster worden details weergegeven.
4 Bij fouten kunt u klikken op Opnieuw proberen om de migratie opnieuw te proberen voordat
u de migratieassistent afsluit.
OPMERKING: Als u het opnieuw probeert, wordt een nieuw overzicht gegeneerd, waarbij alleen
de bestanden worden gecontroleerd die zijn mislukt.
5 Klik op OK.
Hot Folders gebruiken
Instructies met betrekking tot het gebruik van de standaardfuncties van Hot Folders kunt
u vinden in de Help van Hot Folders.
DE HELP VAN HOT FOLDERS OPENEN
1 Start Hot Folders.
2 Kies Help > EFI Hot Folders Help.
WEBTOOLS 41
WEBTOOLS
WebTools stelt u in staat uw EX Print Server op afstand te beheren via het internet of
uw bedrijfsintranet. Vanaf de homepage van EX Print Server kunt u een keuze maken uit
de volgende WebTools:
Begin biedt actuele informatie over de taken die worden verwerkt en afgedrukt op
de EX Print Server.
Downloads stelt externe gebruikers in staat installatieprogrammas (voor
printerstuurprogrammas, PPD’s en andere software) rechtstreeks te downloaden van
de EX Print Server.
Documenten stelt externe gebruikers in staat toegang te krijgen tot taken op
de EX Print Server via het internet of intranet.
Configure stelt de beheerder van de EX Print Server in staat op afstand instellingsopties
te bekijken en te wijzigen vanaf een Windows-computer.
WebTools instellen
De WebTools zijn beschikbaar via de homepage van de website voor de EX Print Server en
vereisen geen speciale installatie. De WebTools moeten echter wel in eerste instantie worden
ingesteld door de beheerder van de EX Print Server.
Voordat netwerkgebruikers toegang kunnen krijgen tot WebTools en deze kunnen gebruiken,
moet de beheerder specifieke opties instellen in Netwerkinstellingen en Printerinstellingen.
Raadpleeg Configuratie en instellingen voor meer informatie over deze specifieke opties
van Instelling.
De beheerder moet ook de computers van alle gebruikers voorbereiden voor communicatie
met de EX Print Server via internet of intranet.
WEBTOOLS 42
CLIENTCOMPUTERS INSTELLEN VOOR GEBRUIK VAN WEBTOOLS
1 Activeer het TCP/IP-netwerkprotocol.
2 Controleer of het werkstation een geldig, uniek IP-adres heeft.
3 Zorg ervoor dat op de computer een ondersteunde internetbrowser is geïnstalleerd.
Raadpleeg Welkom voor meer informatie over ondersteunde browsers.
4 Controleer of Java is geactiveerd in uw internetbrowser.
Controleer bovendien of u de inleidende procedures hebt uitgevoerd die worden beschreven
op pagina 8.
OPMERKING: Als de clientcomputer onder Windows XP met Service Pack 2 (SP2) of Service
Pack 3 (SP3) of onder Windows Vista draait, is Pop-upblokkering standaard ingeschakeld.
Wanneer deze functie is ingeschakeld, ziet u een waarschuwing wanneer u WebTools opent
en wordt u de toegang tot WebTools ontzegd. Ga als volgt te werk om toegang te krijgen:
Wijzig de instelling van Pop-upblokkering door op de waarschuwing te klikken en een
van de selecties te kiezen die verschijnen.
Schakel Pop-upblokkering in Internet Explorer uit via het menu Extra of in
Internet-opties.
Raadpleeg de Help van Internet Explorer of de documentatie bij het Windows-
besturingssysteem voor meer informatie.
De homepage van WebTools openen
Gebruik uw internetbrowser om toegang te krijgen tot WebTools. Raadpleeg Welkom
voor volledige informatie over browser- en systeemvereisten.
1 Start uw internetbrowser.
2 Typ het IP-adres of de DNS-naam van de EX Print Server.
De homepage van EX Print Server wordt weergegeven.
3 Klik op het tabblad van de WebTool die u wilt gebruiken.
WEBTOOLS 43
WebTools gebruiken
In de volgende secties wordt beschreven hoe u WebTools kunt gebruiken.
Begin
Begin biedt u de mogelijkheid taken te bekijken die momenteel worden verwerkt en afgedrukt
op de EX Print Server. De afdruk- en verwerkingsinformatie wordt elke 30 seconden
bijgewerkt.
Raadpleeg de online-Help voor volledige instructies over het gebruik van Begin.
Downloads
De WebTool Downloads stelt u in staat installatieprogrammas (voor stuurprogrammas,
PPD’s en andere software van de EX Print Server) rechtstreeks te downloaden van
de EX Print Server.
Raadpleeg de online-Help voor volledige instructies over het gebruik van Downloads.
Documenten
Documenten stelt u in staat toegang te krijgen tot taken op de EX Print Server via het internet
of intranet. U kunt:
Taken in uw postvak beheren en distribueren.
Er worden postvakken ingesteld in de WebTool Configure.
Taken besturen en wijzigen.
Taken naar de EX Print Server verzenden.
Raadpleeg de online-Help voor volledige instructies over het gebruik van Documenten.
Configure
Configure stelt de beheerder van de EX Print Server in staat op afstand instellingsopties te
bekijken en te wijzigen vanaf een Windows-computer. Raadpleeg Configuratie en instellingen
voor meer informatie over het gebruik van Configure.
Controleer voordat u Configure gaat gebruiken, of u de procedures voor het voorbereiden van
Configure hebt uitgevoerd die worden beschreven in pagina 8.
Raadpleeg de online-Help voor volledige instructies over het gebruik van Configure.
INDEX 45
A
aanmelden als beheerder 16, 17
aanmelden bij server 16
Adobe Acrobat en Enfocus PitStop
beschrijving 33
installeren 33
afdrukken met veelgebruikte afdrukopties 39
afdrukken op tabbladen 20
tekstkenmerken 28
afdrukken via slepen-en-neerzetten 39
Apparaatcentrum 13
B
Begin, WebTool 43
blanco paginas invoegen 20
C
Command WorkStation
Apparaatcentrum 13
Help openen 17
Ta ak cen tr um 1 3
Compose, info 32
configuratiepagina
afdrukken 15
beschrijving 15
Configure WebTool 43
configureren
server 43
WebTools 41, 42
conventies 6
D
Documenten, WebTool 43
Domain Name Server (DNS) 15
dongle
voor SeeQuence Suite 32
Downloads, WebTool 43
E
EFI ImageViewer 29
externe instelling 43
F
Fiery User Software Installer 9, 11
G
gebruikerssoftware
installeren in Mac OS 11
installeren in Windows 9
installeren vanaf medium 8
installeren via het internet 8
installeren via het netwerk 8
voor SeeQuence Suite 33
wijzigen in Windows 10
Gemengde media 18
Graphic Arts Package, Premium Edition
ImageViewer 29
H
Help
voor Command WorkStation 17
voor Hot Folders 40
voor Paper Catalog 36
voor SeeQuence Suite 35
voor WebTools 43
Help openen 17
voor Command WorkStation 17
voor Hot Folders 40
voor SeeQuence Suite 35
hoofdstukdefinities voor taken 19
Hot Folders
beschrijving 39
gebruiken 40
Help openen 40
installeren 39
I
ImageViewer 29
Impose, info 32
inschakelen
SeeQuence Suite 33
inslaan van taken 32
inslagopmaak 32
INDEX
INDEX 46
installeren
Compose 33
gebruikerssoftware 8
Hot Folders 39
Impose 33
Paper Catalog 36
SeeQuence Suite 33
installeren in Mac OS 11
invoegen
blanco paginas 20
tabbladen 26
IP-adres 15
J
Java 42
Java Runtime Environment (JRE) 8
Java-bestand 8
installeren 8
K
kleurbeheer 7
M
media-instellingen
omslag 20
mediadefinities 18
O
omslaginstellingen 20
omslagmedia 21
P
Paper Catalog
beschrijving 36
installeren 36
media opgeven
vanuit Compose 37
vanuit gemengde media 37
vanuit Hot Folders 38
vanuit Impose 38
vanuit Taakeigenschappen 37
openen
vanuit Command WorkStation 37
papierdefinities 18
pictogrammen, in documentatie 6
problemen oplossen
Command WorkStation 30
productnamen
terminologie 6
S
SeeQuence Compose, zie Compose 32
SeeQuence Impose, zie Impose 32
SeeQuence Suite
beschrijving 32
Help openen 35
pakketten 32
SeeQuence Suite, zie Impose en Compose 32
serverinstelling 43
servers, zoeken naar 15
software downloaden 43
Sun Java JRE 8
T
Taakcentrum 13
tabblad
invoegen 26
media 26
tabbladen invoegen 26
tabbladen, ongebruikt 29
tabbladtekst opgeven 27
taken
definities van gemengde media 18
hoofdstukdefinities 19
omslagmedia 21
VDP 32
tekst op tabbladen opgeven 27
tekstkenmerken op tabbladen 28
terminologie 6
terminologie voor productnamen 6
V
VDP-taken
inslaan 32
verbinding met de server configureren
voor Command WorkStation 15
voorbeeldvenster 29
W
WebTools
Begin 43
Configure 43
configureren 42
Documenten 43
Downloads 43
homepage 10, 12, 42
weergave op volledig scherm 29
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46

Xerox Color 800/1000/i Gebruikershandleiding

Type
Gebruikershandleiding