Documenttranscriptie
Connections
■ 6.1-channel speaker connection
Surround back speaker
Subwoofer
Presence speakers
(page 11) or
Zone 2/Zone 3 speakers
(page 106)
Center speaker
SPEAKERS
L
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
L
SP1
R
+
CENTER
+
+
PREPARATION
SINGLE
FRONT
SURROUND
L
R
L
R
+
SUB
WOOFER
R
ZONE 2/ZONE 3
SP2
+
L
+
Zone 2/Zone 3
speakers
(page 106)
Left
Right
Front speakers
Left
Right
Surround speakers
■ 5.1-channel speaker connection
Subwoofer
Presence speakers
(page 11) or
Zone 2/Zone 3 speakers
(page 106)
Front speakers for the
bi-amplification
connections
(page 14)
Center speaker
SPEAKERS
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
L
SP1
R
+
+
CENTER
+
SINGLE
FRONT
SURROUND
L
R
+
SUB
WOOFER
L
R
+
R
ZONE 2/ZONE 3
SP2
L
+
Zone 2/Zone 3
speakers
(page 106)
English
Right
Left
Front speakers
Left
Right
Surround speakers
13 En
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer deze geluidsinstallatie op een goed geventileerde,
koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid
voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel
met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
Let op-i Nl
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend Yamaha
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “Oplossen van problemen” over veel
voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u A MASTER
ON/OFF in te drukken zodat deze naar buiten komt in de
OFF stand om dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3
en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOORDAT u de stekker in het stopcontact steekt.
De voltages zijn:
.................. 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
20 De batterijen mogen niet worden blootgesteld aan hitte, zoals
door direct zonlicht, vuur of iets dergelijks.
21 Een te hoge geluidsdruk (volume) van een oortelefoon of
hoofdtelefoon kan leiden tot gehoorschade.
22 Vergewis u bij het vervangen van de batterijen ervan dat u
batterijen van hetzelfde type gebruikt. Er kan gevaar op
explosie bestaan als de batterijen onjuist vervangen worden.
WAARSCHUWING
OM HET RISICO OP BRAND OF ELEKTRISCHE
SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT
TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN
AAN REGEN OF VOCHT.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet
wanneer u het toestel uitschakelt met A MASTER
ON/OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om
slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te
gebruiken.
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
Informatie voor gebruikers van inzameling en verwijdering van oude apparaten en gebruikte
batterijen
Deze tekens op de producten, verpakkingen en/of bijgaande documenten betekent dat gebruikte
elektrische en elektronische producten en batterijen niet mogen worden gemengd met algemeen
huishoudelijk afval.
Breng alstublieft voor de juiste behandeling, herwinning en hergebruik van oude producten en
gebruikte batterijen deze naar daarvoor bestemde verzamelpunten, in overeenstemming met uw
nationale wetgeving en de instructies 2002/96/EC en 2006/66/EC.
Door deze producten en batterijen juist te rangschikken, helpt u het redden van waardevolle
rijkdommen en voorkomt u mogelijke negatieve effecten op de menselijke gezondheid en de omgeving,
welke zich zou kunnen voordoen door ongepaste afvalverwerking.
Voor meer informatie over het inzamelen en hergebruik van oude producten en batterijen kunt u contact
opnemen met uw plaatselijke gemeente, uw afvalverwerkingsbedrijf of het verkooppunt waar u de
artikelen heeft gekocht.
[Informatie over verwijdering in ander landen buiten de Europese Unie]
Deze symbolen zijn alleen geldig in de Europese Unie. Mocht u artikelen weg willen gooien, neem dan
alstublieft contact op met uw plaatselijke overheidsinstantie of dealer en vraag naar de juiste manier
van verwijderen.
Opmerking bij het batterij teken (onderkant twee tekens voorbeelden):
Dit teken wordt mogelijk gebruikt in combinatie met een chemisch teken. In dat geval voldoet het aan
de eis en de richtlijn, welke is opgesteld voor het betreffende chemisch product.
Beperkte garantie voor de Europese Economische Ruimte en Zwitserland
Hartelijk dank dat u een Yamaha product heeft gekozen. Mocht uw Yamaha product onverhoopt service of reparatie onder de garantie behoeven, dan
verzoeken wij u contact op te nemen met de dealer van wie u het toestel in kwestie gekocht heeft. Als u problemen ondervindt, kunt u contact opnemen met
de Yamaha vertegenwoordiging in uw land. De volledige gegevens hiervoor kunt u vinden op onze website (http://www.yamaha-hifi.com/ of http://
www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.).
Wij garanderen dat dit product vrij is van fabricage- en materiaalfouten voor een periode van twee jaar, te rekenen vanaf de datum van de oorspronkelijke
aankoop. Yamaha zal, onder de hieronder vermelde voorwaarden, het defecte product of defecte onderdelen daarvan laten repareren of, naar keuze van
Yamaha, vervangen, zonder de kosten voor materiaal of arbeid in rekening te brengen. Yamaha behoudt zich het recht voor een product te vervangen door
een gelijkwaardig product van hetzelfde soort en/of dezelfde waarde en andere relevante kenmerken, indien het onderhavige model niet meer gefabriceerd
wordt of als reparatie niet economisch verantwoord wordt geacht.
Voorwaarden
1. Het defecte product MOET vergezeld zijn van de originele rekening of het oorspronkelijke reçu (met daarop vermeld de datum van aankoop,
productcode en de naam van de dealer) en van een verklaring waarin het mankement uiteengezet wordt. Bij afwezigheid van dergelijk onweerlegbaar
bewijs van aankoop behoudt Yamaha zich het recht voor gratis service te weigeren en kan het product op kosten van de klant aan de klant worden
geretourneerd.
2. Het product MOET zijn aangeschaft bij een ERKENDE Yamaha dealer binnen de Europese Economische Ruimte (EER) of in Zwitserland.
3. Het product mag niet onderworpen zijn aan enige modificatie of verandering, behalve indien daartoe uitdrukkelijk schriftelijk toestemming is verkregen
van Yamaha.
4. Uitgesloten van deze garantie zijn:
a. Periodiek onderhoud en reparatie of vervanging van onderdelen als gevolg van normale slijtage.
b. Schade als resultaat van:
(1) Reparaties uitgevoerd door de klant zelf of door onbevoegde derden.
(2) Ondeugdelijke verpakking of fouten bij het hanteren van het product wanneer het product van de klant vandaan onderweg is. Wij willen u erop
wijzen dat het de verantwoordelijkheid van de klant is ervoor zorg te dragen dat het product deugdelijk verpakt wordt wanneer het wordt
geretourneerd om gerepareerd te worden.
(3) Oneigenlijk gebruik, daaronder begrepen, maar niet beperkt tot, (a) het product niet gebruiken voor de doeleinden waarvoor het normaal
gesproken bestemd is, of niet in overeenstemming met de door Yamaha verstrekte instructies voor correct gebruik, onderhoud en opslag, en (b)
het product installeren of gebruiken op een wijze die niet voldoet aan de technische of veiligheidsnormen zoals die gelden in het land waar het
gebruikt wordt.
(4) Ongelukken, blikseminslag, water, brand, ondeugdelijke ventilatie, lekkende batterijen of enige andere oorzaak waarop Yamaha geen invloed
heeft.
(5) Defecten van het systeem waarin dit product wordt gebruikt en/of incompatibiliteit met producten van derden.
(6) Gebruik van een niet door Yamaha in de EER en/of Zwitserland geïmporteerd product, waar dat product niet voldoet aan de technische of
veiligheidsnormen van het land of de jurisdictie waar het product gebruikt wordt en/of aan de standaard specificaties van het product zoals
verkocht door Yamaha in de EER en/of Zwitserland.
(7) Producten die niet AV (audiovisueel) gerelateerd zijn.
(De producten die onderworpen zijn aan de “Yamaha AV garantievoorwaarden” worden gedefinieerd op onze website: http://www.yamahahifi.com/, of
http://www.yamaha-uk.com/ voor inwoners van het V.K.)
5. Waar de garantie zoals die geldt in het land van aankoop verschilt van die in land waar het product gebruikt wordt, zal de garantie voor het land waar het
product gebruikt wordt worden toegepast.
6. Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enig verlies of enige schade, zij het directe schade, gevolgschade of anderszins, met uitzondering van
reparatie of vervanging van het product.
7. Maakt u alstublieft reservekopieën van aangepaste instellingen of gegevens, want Yamaha aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige wijziging aan of
verlies van dergelijke instellingen of gegevens.
8. Deze garantie doet niet af aan de rechten van de consument onder de toepasselijke nationale wetten die van kracht zijn, noch aan de rechten die de
consument kan laten gelden ten opzichte van de dealer als gevolg van hun verkoop-/aankoopcontract.
Let op-ii Nl
Let op: Lees het volgende voor u dit toestel in gebruik neemt.
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
Dolby, Pro Logic en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken
van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie onder VS octrooinummers:
5,451,942;5,956,674;5,974,380;5,978,762;6,226,616;6,487,535
& andere V.S. en wereldwijde octrooien, reeds uitgegeven &
aangevraagd. DTS is een geregistreerd handelsmerk en de DTS
logo’s, symbolen, DTS-HD en DTS-HD Master Audio zijn
handelsmerken van DTS, Inc. © 1996-2007 DTS, Inc. Alle
rechten voorbehouden.
iPodTM
“iPod” is een handelsmerk van Apple Inc., geregistreerd in de
V.S. en andere landen.
MPEG Layer-3 audio-coderingstechnologie wordt gebruikt onder
licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
Deze receiver biedt ondersteuning voor netwerkaansluitingen.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken of gedeponeerde handelsmerken
van HDMI Licensing LLC.
x.v.Color™
“x.v.Color” is een handelsmerk van Sony Corporation.
“SILENT CINEMA is een handelsmerk van Yamaha
Corporation.
Let op-iii Nl
Het Certified For Windows Vista logo, het Windows Media en het
Windows logo zijn handelsmerken of geregistreerde
handelsmerken van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten
en/of andere landen.
Inhoud providers gebruiken de digitale rechten
managementtechnologie voor Windows Media die op dit apparaat
(WMDRM) gebruikt wordt om de integriteit van hun inhoud
(Secure Content) te beschermen, zodat hun intellectuele
eigendom, inclusief copyright, in zulke inhoud niet verduisterd
wordt.
Dit apparaat gebruikt WM-DRM software om Secure Content
(WM-DRM Software) weer te geven.
Als de veiligheid van de WM-DRM Software op dit apparaat
gecompromitteerd is, is het mogelijk dat eigenaars van Secure
Content (‘Secure Content Owners’) Microsoft verzoeken het
WM-DRM Software recht in te trekken om nieuwe licenties te
verwerven voor het kopiëren, weergeven en/of afspelen van
Secure Content. Intrekking wijzigt de capaciteit van de WMDRM Software om onbeschermde inhoud af te spelen niet. Er
wordt een lijst met ingetrokken WM-DRM Software naar uw
apparaat verzonden telkens wanneer u een licentie voor Secure
Content downloadt van het Internet of van een PC. Het is
mogelijk dat Microsoft, in samenhang met zo'n licentie, de
intrekkingslijst ook naar uw apparaat downloadt namens de
‘Secure Content Owners’.
INHOUD
Kenmerken .............................................................. 3
Meegeleverde accessoires.......................................... 3
Van start .................................................................. 4
Snelstartgids ............................................................ 5
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
Weergave ............................................................... 36
Geluidsveldprogramma’s..................................... 40
Gebruiken van audiofuncties............................... 47
Luisteren naar pure hi-fi weergave .......................... 47
Toonregeling............................................................ 47
Instellen luidsprekerniveaus .................................... 47
Selecteren van de opnamebron ................................ 47
FM/AM afstemming ............................................. 48
Overzicht.................................................................. 48
FM/AM afstemming ................................................ 48
Vooraf instellen van FM/AM zenders ..................... 49
Radio Data Systeem ontvangst
(alleen voor modellen uit V.K. en Europa)..... 51
Gebruik van Bluetooth™ componenten ............. 54
Paren van de Bluetooth™ ontvanger en uw
Bluetooth component .......................................... 54
Weergave van de Bluetooth™ component .............. 54
Music Content menu ............................................ 55
Gebruiken van een iPod™ ................................... 56
iPod menustructuur.................................................. 56
iPod™ bediening ..................................................... 57
Opslaan en weer oproepen van de
systeeminstellingen (System Memory) ............90
Bedienen van dit toestel met de webbrowser
(Webcontrolecentrum)......................................94
Afstandsbedieningsfuncties ..................................95
Bedienen van dit toestel, een TV of andere
componenten ....................................................... 95
Aanpassen van de afstandsbediening....................... 97
Instellen van de verlichtingsstand van de
afstandsbediening ................................................ 98
Instellen van afstandsbedieningscodes .................... 98
Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen .......................................... 100
Wijzigen van namen zoals die in het
uitleesvenster verschijnen.................................. 101
Macro programmeerfuncties.................................. 102
Instellingen wissen ................................................ 104
Vereenvoudigde afstandsbediening ....................... 105
Gebruik van de multi-zone configuratie ...........106
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten ... 106
Bedienen van Zone 2 of Zone 3............................. 108
Geavanceerde setup ............................................110
Gebruiken van het uitgebreide instelmenu ............ 110
AANVULLENDE INFORMATIE
Oplossen van problemen.....................................113
Resetten van het systeem ....................................124
Werkingsstanden van de bedieingsknoppen
van het voorpaneel ..........................................125
Woordenlijst ........................................................126
Geluidsveldprogramma informatie ...................129
Parametrische equalizer informatie ..................130
Technische gegevens............................................131
Index .....................................................................133
APPENDIX
(aan het eind van deze handleiding)
Voorpaneel ................................................................i
Afstandsbediening .................................................. ii
Geluidsweergave in elk van de
geluidsveldprogramma’s .................................. iii
Lijst met afstandsbedieningscodes.........................v
Informatie over software ........................................x
1 Nl
Nederlands
Music Content menubewerkingen ........................... 55
GUI menu-overzicht ................................................ 67
Werking GUI menu ................................................. 68
APPENDIX
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK functie) ................. 51
Gebruiken van de dataservice voor verbetering
van het gebruik van andere netwerken
(Enhanced Other Networks; EON)...................... 52
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............. 52
Selecteren van decoders........................................... 63
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu........65
AANVULLENDE
INFORMATIE
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................. 40
Gebruiken van de CINEMA DSP 3D stand ............ 46
Luisteren naar onbewerkte weergave ...................... 46
Geavanceerde geluidsconfiguraties .....................63
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Basisprocedure......................................................... 36
Selecteren van de audio-ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT).............................................. 37
Selecteren van de mulitikanaal ingangscomponent. 37
Selecteren van de HDMI OUT aansluiting.............. 37
Gebruik van een hoofdtelefoon ............................... 38
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ....... 38
Weergeven van ingangsbroninformatie................... 38
Gebruiken van de slaaptimer ................................... 39
GEAVANCEERDE BEDIENING
BASISBEDIENING
Voordat de automatische instellingen gestart
worden ................................................................. 30
Snelle automatische instellingen.............................. 30
Automatische basisinstellingen ............................... 31
Geavanceerde automatische instellingen................. 33
Beoordelen en opnieuw laden van de automatische
instellingsparameters ........................................... 34
USB- en netwerkmenustructuur .............................. 58
Navigeren door USB- en netwerkmenu’s................ 59
Gebruik van USB geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een USB aansluiting
............................................................................. 59
Gebruik van een PC server of Yamaha MCX-2000 .... 60
Gebruik van de Internetradio ................................... 61
Gebruik van sneltoetsen........................................... 61
VOORBEREIDINGEN
Verbindingen........................................................... 9
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen
aan uw kamer.................................................... 30
Gebruik van USB- en netwerkfuncties................58
INLEIDING
INLEIDING
Wat u kunt doen met het menusysteem (GUI)
Door de parameters in het GUI menu van dit toestel te configureren kunt u meerdere, voor uw luisteromgeving geschikte
systeeminstellingen afstellen. Het volgende is een korte beschrijving van enkele van de nuttige menu's die u kunt configureren
in het GUI menu. Voor meer gedetailleerde informatie, zie “Grafische gebruikersinterface (GUI) menu” (bladzijde 65).
De luidsprekerinstellingen fijn afstemmen
Ingeval de door automatische setup geconfigureerde
luidsprekerinstellingen niet overeenkomen met uw
luisteromgeving, kunt u ze manueel configureren.
Setup → Speaker (bladzijde 76)
Het dempingstype specificeren
Ingeval u het geluid niet volledig wilt dempen wanneer de
telefoon gaat terwijl u uw favoriete TV-programma aan
het bekijken bent, kunt u gebruik maken van dit menu om
het dempingsniveau te specificeren.
Setup → Volume → Muting Type (bladzijde 78)
Het initiële volumeniveau specificeren
Door deze parameter aan te passen, kunt het initiële
volumeniveau automatisch regelen, ongeacht het
opnameniveau van de geluidsbron.
Setup → Volume → Initial Volume (bladzijde 78)
Het dynamische bereik aanpassen
Het dynamische bereik is het verschil tussen de minimale
en maximale amplitude. Hoe hoger het dynamische
bereik, des te nauwkeuriger de geluidsweergave voor
bitstroomsignalen. U kunt het dynamische bereik voor
luidsprekers en koptelefoons afzonderlijk aanpassen.
Tevens kunt u de adaptieve regelfunctie voor het
dynamische bereik gebruiken om het dynamische bereik
automatisch af te stellen in samenhang met het
volumeniveau.
Setup → Sound → Dynamic Range (bladzijde 79)
Setup → Volume → Adaptive DRC (bladzijde 78)
Regelen van de audio en video synchronisatie
Soms is video, afhankelijk van uw videobroncomponent,
vertraagd ten opzichte van de audio als gevolg van
verwerkingsproblemen. In dat geval dient u de
audiovertraging manueel aan te passen om die
gesynchroniseerd te houden met de video. Als u de
videobroncomponent verbindt met dit toestel via een
HDMI aansluiting en uw component de LIPSYNC functie
ondersteunt, kunt u de audio-/videosynchronisatie
automatisch aanpassen.
Setup → Sound → Lipsync (bladzijde 81)
Wijzigen van in-/uitgangsaansluitingen
Ingeval de initiële in-/uitgangsaansluitingen niet
overeenkomen met uw behoeften, kunt u ze opnieuw
regelen volgens uw met dit toestel te verbinden
component. Indien nodig, kunt u de weer te geven
ingangsnaam tevens bewerken op het voorpaneel of in het
GUI menuscherm.
Setup → Option → I/O Assignment (bladzijde 86)
Setup → Option → Input Rename (bladzijde 86)
2 Nl
Het verschil in volume tussen ingangsbronnen
herstellen
Het uitgangsniveau van het geluid kan variëren
afhankelijk van de met dit toestel verbonden
geluidsbroncomponenten. In dat geval kunt u het
uitgangsniveau van elke ingangsbron verminderen of
verhogen met behulp van deze functie.
Input Select → (ingangsbron) → (submenu) →
Volume Trim (bladzijde 74)
De achtergrondvideo instellen voor discrete
multikanaals ingangssignalen
Als u wilt genieten van videobeelden in combinatie met
gescheiden multikanaals audio ingangssignalen,
configureer dan deze instelling om de video-ingangsbron
te specificeren. Om bijvoorbeeld DVD videobeelden te
bekijken terwijl u naar de muziekbronnen van een multiformaat speler of een externe decoder luistert, stel deze
instelling dan in op “DVD”.
Input Select → MULTI CH → (submenu) → BGV
(bladzijde 75)
De helderheid van de display van het voorpaneel
aanpassen
U kunt de display van het voorpaneel donkerder of
helderder maken door deze instelling te configureren.
Setup → Option → Display Set → Front Panel Display →
Dimmer (bladzijde 87)
De display voor korte boodschappen in- of uitschakelen
Telkens als u dit toestel bedient via de bedieningsknoppen
op het voorpaneel of via de afstandsbedieningstoetsen,
worden er korte boodschappen op het beeldscherm
weergegeven. Als u de display voor korte boodschappen
wilt uitschakelen, selecteer “Off” in deze instelling
(Oorspronkelijke fabrieksinstellingen is “On”).
Setup → Option → Display Set → Short Message
(bladzijde 87)
De tijdsperiode instellen voor het weergeven van
GUI scherminformatie
U kunt de tijdsperiode instellen voor het weergeven van
afspeelinformatie op het GUI menuscherm nadat u een
bepaalde bewerking hebt uitgevoerd.
Setup → Option → Display Set → Playback Screen
(bladzijde 87)
De instellingswaarden beschermen
Nadat u de programmaparameters voor de geluidsvelden
en de overige systeeminstellingen hebt geconfigureerd,
kunt u van deze functie gebruik maken om accidentele
wijzigingen aan deze instellingswaarden te voorkomen.
Setup → Option → Memory Guard (bladzijde 86)
KENMERKEN
Kenmerken
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Verschillende ingang/uitgang connectors
◆ HDMI (IN x 4, OUT x 2), component video (IN x 3, OUT x 1),
S-video (IN x 6, OUT x 3), samengestelde video (IN x 6, OUT x 5),
coaxiale digitale audio (IN x 3), optische digitale audio (IN x 5, OUT
x 2), analoge audio (IN x 10, OUT x 3)
◆ Luidsprekeruitgang (7-kanaals), Pre out (7-kanaals), Subwoofer out,
Presence out, Zone 2/Zone 3 out
◆ Discrete multikanaal ingang (6- of 8-kanaals)
Geluidsveldprogramma’s
◆ Zelf ontwikkelde Yamaha technologie voor de creatie van
geluidsvelden
◆ CINEMA DSP 3D
◆ De Compressed Music Enhancer stand
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA
Digitale audiodecoders
◆
◆
◆
◆
◆
◆
Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus decoder
DTS-HD Master Audio, DTS-HD High Resolution Audio decoder
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS 96/24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx decoder
DTS NEO:6 decoder
Verfijnde FM/AM ontvanger
◆ 40 willekeurige en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Radio Data Systeem ontvangst (alleen modellen voor Europa)
HDMI™ (High-Definition Multimedia Interface)
◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of
high-definition video, alsook multikanaals digitale audio gebaseerd
op HDMI-versie 1.3a (HDMI is gelicenseerd door HDMI Licensing,
LLC.)
– Automatische audio- en videosynchronisatie (lip sync)
informatiemogelijkheid
– Overdrachtsvermogen van Deep Color videosignalen (30/36 bits)
– Overdrachtsvermogen van “x.v.Color” videosignalen
– Hoge verversingsfrequentie en geschikt voor de verwerking van
videosignalen met hoge resolutie
– Geschikt voor de verwerking van digitale audiosignalen met een
hoge definitie
◆ HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection System)
gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI digitale
video (composiet video ↔ S-video ↔ component video → HDMI
digitale video) voor de monitoruitgang
◆ Opwaardering van analoge en HDMI video: 480i(576i) →
480p(576p)/720p/1080i/1080p, 480p(576p) → 720p/1080i/1080p,
720p → 1080i/1080p, 1080i → 720p/1080p
INLEIDING
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THD, 8 Ω)
Voor: 140 W + 140 W
Midden: 140 W
Surround: 140 W + 140 W
Surround Achter: 140 W + 140 W
DOCK aansluiting
◆ DOCK aansluiting om een Yamaha iPod universeel dock (zoals
YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een Bluetooth draadloze audioontvanger (zoals YBA-10, afzonderlijk verkocht) aan te sluiten
USB- en netwerkfuncties
◆ USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur,
USB harde schijf-stuurprogramma, of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting
◆ NETWORK poort voor aansluiting op een PC en een Yamaha
MCX-2000, of voor toegang tot Internetradio via een LAN
◆ DHCP automatische of handmatige netwerkconfiguratie
◆ Webcontrolemogelijkheid van dit toestel door middel van een
webbrowser
Automatische luidsprekerinstellingsfuncties
◆ Geavanceerde YPAO (Yamaha Parametric room Acoustic Optimizer)
voor automatische instelling van de luidsprekers
◆ Multipunt meetfunctie voor meerdere luisterposities
◆ Parametrische equalizer selectiefunctie
Overige kenmerken
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ GUI (grafische gebruikersinterface) menusysteem waarmee u dit
toestel optimaal kunt aanpassen aan uw audio-/videosysteem
◆ Music Content menu dat u de mogelijkheid biedt op eenvoudige
wijze door de muziekinhoudmenu's van uw iPod, USB component,
Internetradio, etc. te navigeren.
◆ PURE DIRECT voor onversneden hi-fi weergave van alle bronnen
◆ Adaptieve regeling van het dynamisch bereik
◆ Adaptieve regeling van het DSP effectniveau
◆ Afstandsbediening met vooraf ingestelde afstandsbedieningscodes,
onderwijs en macrocapaciteit
◆ ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk
◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen de hoofdruimte en
ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS
◆ System Memory functie voor het opslaan en oproepen van meerdere
systeeminstellingen
◆ Slaaptimer voor elke zone
Meegeleverde accessoires
❏
❏
❏
❏
Afstandsbediening
Vereenvoudigde afstandsbediening
Batterijen (4) (AAA, LR03, UM-4)
Netsnoer (Twee bij modellen voor Azië)
Nederlands
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
❏ Optimalisatie-microfoon
❏ AM ringantenne
❏ FM binnenantenne
3 Nl
VAN START
Van start
Over deze handleiding
Opmerkingen
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd
met de toetsen op het voorpaneel als met de
afstandsbediening. Als de naam van een toets op de
afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal
de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening
tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd
zijn als gevolg van verbeteringen, enz. Als de handleiding
en het product van elkaar verschillen, heeft het product de
prioriteit.
• “AMASTER ON/OFF” of “3 DVD” (voorbeeld) geeft
de naam aan van een onderdeel op het voorpaneel of de
afstandsbediening. Raadpleeg het bijgevoegde vel of de
bladzijden aan het eind van deze handleiding voor de
locatie van de verschillende onderdelen.
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de zendindicator knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
■ Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1
3
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Let op
2
1
Verwijder de klep van het batterijvak.
2
Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
LR03, UM-4) in het vak met de polen de
goede kant op (+ en –), zoals aangegeven in
het batterijvak.
3
4 Nl
Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke
gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het
stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de
VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en
kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er
tegenin naar de correcte stand met een gewone
schroevendraaier.
De geschikte voltages zijn als volgt:
.......... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
VOLTAGE
SELECTOR
230240V
Aanduiding voltage
SNELSTARTGIDS
Snelstartgids
Beeldscherm
Rechter voorluidspreker
Subwoofer
Linker voorluidspreker
Rechter surroundluidspreker
INLEIDING
Hieronder wordt de makkelijkste manier beschreven waarop u van films op DVD kunt gaan genieten in uw eigen
thuisbioscoop.
Voorbereiding: Controleer de
onderdelen
Bij de onderstaande stappen heeft u de volgende
meegeleverde accessoires nodig.
❏ Netsnoer
Middenluidspreker
Rechter
surround achterluidspreker
DVD-speler
Linker surround
achter-luidspreker
Linker surroundluidspreker
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
☞ P. 6
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
☞ P. 7
De volgende onderdelen worden niet meegeleverd in de
verpakking van dit toestel.
❏ Luidsprekers
❏ Voor-luidspreker .................................x 2
❏ Midden-luidspreker ............................x 1
❏ Surround-luidspreker .........................x 4
Kies magnetisch afgeschermde luidsprekers.
Minimaal heeft u in ieder geval twee voorluidsprekers nodig. Hieronder staan de andere
luidsprekers gerangschikt op volgorde van
belangrijkheid:
1. Twee surround-luidsprekers
2. Eén midden-luidspreker
3. Eén (of twee) surround achter-luidspreker(s)
❏ Actieve subwoofer ..................................x 1
Kies een actieve subwoofer (een subwoofer met
eigen versterking) met een RCA (tulpstekker)
ingangsaansluiting.
❏ Luidsprekerkabel ....................................x 7
❏ Subwooferkabel ......................................x 1
Kies een mono kabel of snoer met een RCA (tulp)
stekker.
❏ DVD-speler ...............................................x 1
Kies een DVD-speler met een coaxiaal digitale
audio uitgangsaansluiting en met een composiet
video uitgangsaansluiting.
Stap 3: Schakel de stroom in en
begin de weergave
☞ P. 8
❏ Beeldscherm ............................................x 1
Kies een TV, projector of ander beeldscherm met
een composiet video ingangsaansluiting.
❏ Videokabel ...............................................x 2
Kies RCA (tulpstekker) composiet videokabels.
❏ Coaxiaal digitale audiokabel ..................x 1
Nederlands
Geniet van uw DVD’s!
5 Nl
Snelstartgids
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen,
“+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit.
Stap 1: Instellen van uw
luidsprekers
Voor-luidsprekers en midden-luidspreker
Stel uw luidsprekers op in uw kamer en sluit ze aan op dit
toestel.
HDMI
IN4
BD/HD DVD
DVD
CBL/SAT
A
B
C
Y
Y
PB
PB
PR
PR
ANTENNA
VIDEO
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
DVR
BD/HD DVD
DVD
CBL/SAT
DVR
IN
VCR
OUT
IN
OUT
Losmaken
Inbrengen
Vastmaken
NETWORK
MONITOR OUT
S VIDEO
FM
75Ω UNBAL.
VIDEO
IN3
AC IN
AM
GND
SPEAKERS
CBL/
SAT
IN(PLAY) OUT(REC)
IN2
REMOTE
IN
1
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
L
SP1
R
+
+
L
OUT
IN
CD
TV
2
OUT
CENTER
+
MD/CD-R
R
DVD
GND
PHONO
IN1
L
BD/
HD DVD
R
CENTER FRONT(6CH) SURROUND
CENTER
FRONT
SURROUND SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
ZONE
VIDEO
AC OUTLETS
SWITCHED
SINGLE
FRONT
AUDIO
SUR.BACK
(8CH)
SUB
WOOFER
MULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
DOCK
+
SUR.BACK/
PRESENCE
PRE OUT
2 DVD
3 DVR
R
+
ZONE 2/ZONE 3
SP2
L
+
OPTICAL
4 TV
1
L
R
ZONE OUT
DIGITAL OUTPUT
COAXIAL
1 CD
OUT
1
SURROUND
L
R
SUB
WOOFER
OUT
2
5 HDBD/
DVD 6 DVD
7 CBL/
SAT
MD/
8 CD-R
9 DVR
2
TRIGGER OUT
RS-232C
SUBWOOFER PRE OUT
Luidspreker-aansluitingen
1
Stel uw luidsprekers en uw subwoofer op in
de kamer.
2
Sluit luidsprekerkabels aan op elk van de
luidsprekers.
Naar de rechter voorluidspreker
Naar de linker voorluidspreker
Naar de middenluidspreker
Surround en surround achter-luidsprekers
3
Verbind elk van de luidsprekerkabels met de
corresponderende luidsprekeraansluiting op
dit toestel.
1
2
3
4
1 Zorg ervoor dat de stekker van zowel dit toestel als
die van de subwoofer allebei uit het stopcontact
gehaald zijn.
2 Draai de blootliggende draadjes van de
luidsprekerkabels netjes in elkaar om kortsluiting te
voorkomen.
3 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
elkaar niet kunnen raken.
4 Zorg ervoor dat de blootliggende luidsprekerdraden
nergens contact kunnen maken met metalen
onderdelen van dit toestel.
6 Nl
Naar de rechter
surround
achterluidspreker
Naar de linker
surroundluidspreker
Naar de linker
surround achterluidspreker
4
Naar de rechter
surround-luidspreker
Verbind de subwooferkabel met de
SUBWOOFER PRE OUT aansluiting van dit
toestel en met de ingangsaansluiting van de
subwoofer.
Subwoofer
Ingangsaansluiting
AV-receiver
Subwooferkabel
SUBWOOFER PRE OUT
aansluiting
Snelstartgids
Stap 2: Sluit uw DVD-speler en
andere componenten aan
HDMI
IN4
Y
ANTENNA
VIDEO
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
DVR
VIDEO MONITOR OUT
BD/HD DVD
DVD
CBL/SAT
A
B
C
BD/HD DVD
DVD
CBL/SAT
DVR
IN
VCR
OUT
IN
OUT
FM
75Ω UNBAL.
VIDEO
PB
PB
PR
PR
CBL/
SAT
IN(PLAY) OUT(REC)
IN
1
OUT
IN
CD
TV
2
OUT
SPEAKERS
2/ZONE 3
PRESENCE/ZONE
SP1
R
+
DVD VIDEO
aansluiting
AC IN
AM
GND
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
L
IN2
REMOTE
NETWORK
MONITOR OUT
S VIDEO
Y
IN3
CENTER
Composiet video
uitgangsaansluiting
L
+
+
MD/CD-R
R
DVD
GND
PHONO
IN1
L
BD/
HD DVD
R
CENTER FRONT(6CH) SURROUND
CENTER
FRONT
SURROUND SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
INLEIDING
DVD VIDEO
AV-receiver
DVD-speler
ZONE
VIDEO
Videokabel
AC OUTLETS
SWITCHED
SINGLE
FRONT
SUB
WOOFER
OUT
2
AUDIO
SUR.BACK
(8CH)
SUB
WOOFER
MULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
DOCK
+
SUR.BACK/
PRESENCE
PRE OUT
1 CD
2 DVD
3 DVR
+
R
ZONE 2/ZONE 3
SP2
L
+
OPTICAL
4 TV
1
L
R
ZONE OUT
DIGITAL OUTPUT
COAXIAL
OUT
1
SURROUND
L
R
5 HDBD/
DVD 6 DVD
7 CBL/
SAT
MD/
8 CD-R
3
9 DVR
2
RS-232C
TRIGGER OUT
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL
Verbind de videokabel met de VIDEO
MONITOR OUT aansluiting van dit toestel en
met de video ingangsaansluiting van uw
beeldscherm.
Beeldscherm
AV-receiver
Zorg ervoor dat de stekker van zowel
dit toestel als die van de DVD-speler
allebei uit het stopcontact gehaald
zijn.
1
Verbind de coaxiaal digitale audiokabel met
de coaxiaal digitale audio
uitgangsaansluiting van uw DVD-speler en
met de DVD DIGITAL INPUT COAXIAL
aansluiting van dit toestel.
DVD-speler
AV-receiver
Video
ingangsaansluiting
4
Videokabel
VIDEO MONITOR
OUT aansluiting
Sluit het meegeleverde stroomsnoer aan op
dit toestel en doe vervolgens de stekker
hiervan en die van de andere apparatuur in
het stopcontact.
y
Voor details over het aansluiten van het stroomsnoer, zie
bladzijde 25.
■ Voor de overige aansluitingen
Coaxiaal digitale
audio
uitgangsaansluiting
2
Coaxiaal digitale
audiokabel
DVD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting
Verbind de videokabel met de composiet
video uitgangsaansluiting van uw DVDspeler en met de DVD VIDEO aansluiting van
dit toestel.
• Andere luidsprekercombinaties
☞ P. 12
• Informatie over aansluitingen en stekkers
☞ P. 15
• Informatie over HDMI™
☞ P. 16
• TV-beeldscherm of projector
☞ P. 18
• Andere apparatuur
☞ P. 19
• Externe versterker
☞ P. 21
• Multi-formaat speler of externe decoder
☞ P. 22
• FM/AM-antennes
☞ P. 24
• Netwerk
☞ P. 23
• USB apparaat
☞ P. 23
7 Nl
Nederlands
• Yamaha iPod universeel dock of Bluetooth
draadloze audio receiver
☞ P. 22
Snelstartgids
Stap 3: Schakel de stroom in en
begin de weergave
6
Druk op B MAIN ZONE ON/OFF om dit
toestel in de standby-stand te zetten.
Controleer wat voor soort luidsprekers er is
aangesloten.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u
“SPEAKER IMP.” op “6Ω MIN” zetten voordat u dit
toestel in gebruik neemt (bladzijde 26). Als voorluidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm
luidsprekers (bladzijde 110).
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
2
Druk AMASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, naar de ON (Aan)
stand.
3
Verdraai C INPUT en stel “DVD” in als
signaalbron.
4
Begin met het afspelen van de DVD op uw
DVD-speler.
5
Draai aan P VOLUME om het volume te
regelen.
8 Nl
Voor details over het in-/uitschakelen van dit toestel en de
standby-stand, zie bladzijde 26.
■ Voor overige handelingen
• Automatisch optimaliseren van de
luidsprekerparameters
☞ P. 30
• Basishandelingen voor het afspelen
☞ P. 36
• Geluidsveldprogramma’s
☞ P. 40
• Pure, natuurgetrouwe geluiden
☞ P. 47
• FM/AM-radio-afstemming
☞ P. 48
• Afspelen van Bluetooth component
☞ P. 54
• Afspelen van iPod
☞ P. 56
• Afspelen via USB of netwerk
☞ P. 58
Verbindingen
Achterpaneel
1
2
HDMI
IN4
3
4
VIDEO
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
BD/HD DVD
DVD
CBL/SAT
A
B
C
Y
PB
PB
DVR
BD/HD DVD
DVD
CBL/SAT
DVR
VCR
IN
OUT
IN
OUT
6
ANTENNA
NETWORK
FM
75Ω UNBAL.
VIDEO
CBL/
SAT
IN(PLAY) OUT(REC)
PR
IN
1
OUT
IN
2
AC IN
AM
GND
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
SPEAKERS
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
L
SP1
R
+
+
+
SURROUND
ZONE 2/ZONE 3
SP2
L
IN2
REMOTE
8
MONITOR OUT
S VIDEO
IN3
PR
7
VOORBEREIDINGEN
Y
5
CENTER
MD/CD-R
OUT
R
DVD
GND
IN1
PHONO
CD
CENTER FRONT(6CH) SURROUND
TV
CENTER
FRONT
SURROUND SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
ZONE
VIDEO
AC OUTLETS
L
SWITCHED
SINGLE
BD/
HD DVD
FRONT
R
L
R
SUB
WOOFER
OUT
2
AUDIO
SUR.BACK
(8CH)
SUB
WOOFER
+
SUR.BACK/
PRESENCE
PRE OUT
MULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
DOCK
2 DVD
3 DVR
4 TV
1
9
0
+
R
L
+
OPTICAL
COAXIAL
1 CD
OUT
1
L
R
ZONE OUT
DIGITAL OUTPUT
5 HDBD/
DVD 6 DVD
7 CBL/
SAT
MD/
8 CD-R
9 DVR
2
TRIGGER OUT
RS-232C
A
B
Naam
C
Bladzi
jde
1
HDMI aansluitingen
16
2
COMPONENT VIDEO aansluitingen
15
3
Aansluitingen voor audio-apparatuur
REMOTE IN/OUT aansluitingen
Opmerking
De RS-232C aansluiting is een aansluiting voor
regelingsuitbreiding die uitsluitend bedoeld is voor gebruik in
de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details hieromtrent.
15
22, 106
Aansluitingen voor video-apparatuur
15
5
ANTENNA aansluitingen
24
6
NETWORK poort
23
7
VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen
voor Azië en Algemene modellen)
25
8
AC IN
25
AC OUTLET(S)
25
9
DOCK aansluiting
22
0
DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen
15
A
TRIGGER OUT aansluiting
108
B
RS-232C aansluiting
—
C
MULTI CH INPUT aansluitingen
22
PRE OUT aansluitingen
21
ZONE OUT aansluitingen
106
Luidsprekeraansluitingen
12
Nederlands
4
9 Nl
Verbindingen
Luidsprekers opstellen
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers.
y
• Voor het afspelen van digitale audiobronnen met een hoge definitie (Dolby TrueHD, DTS-HD Master Audio, etc.) met
geluidsveldprogramma's wordt een 7.1-kanaals luidsprekeropstelling zeer aanbevolen.
• We raden u aan ook zogenaamde ‘aanwezigheidsluidsprekers’ toe te voegen voor de effectgeluiden van het CINEMA DSP
geluidsveldprogramma.
7.1-kanaals luidsprekeropstelling
C
FR
FL
FR
30˚
SW
FL
SR
C
SL
SR
SL
60˚
SL
80˚
SR
SBL
SBR
SBR
SBL
30 cm of meer
6.1-kanaals luidsprekeropstelling
C
FR
FL
FR
30˚
SW
FL
SR
C
SL
SR
SL
60˚
SL
80˚
SR
SB
SB
5.1-kanaals luidsprekeropstelling
C
FR
FL
FR
30˚
SW
FL
C
SL
SR
SR
60˚
SL
80˚
SR
SL
10 Nl
Verbindingen
■ Luidsprekertypen
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het
hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Linker en rechter surround-luidsprekers
(SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten.
Plaats deze luidsprekers voor een 5.1-kanaals
luidsprekeropstelling verder achteruit ten opzichte van de
opstelling in de 7.1-kanaals luidsprekeropstelling.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
(SBL en SBR)/Surround achter-luidspreker (SB)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op
de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter.
Voor 6.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker
en rechter surround achterkanalen gemengd en
weergegeven via de enkele surround achter-luidspreker
door de instelling “Surround Back” te configureren
(bladzijde 76).
Voor 5.1-kanaals luidsprekeropstelling worden de linker
en rechter surround achterkanalen weergegeven via de
linker en rechter surround-luidsprekers door de instelling
“Surround Back” te configureren (bladzijde 76).
■ Linker en rechter
aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met
extra omgevingseffecten geproduceerd door de
geluidsveldprogramma’s (bladzijde 40). We raden u aan de
aanwezigheidsluidsprekers vooral te gebruiken ten behoeve
van de CINEMA DSP geluidsveldprogramma's. Om
aanwezigheidsluidsprekers te gebruiken, dient u de
luidsprekers te verbinden met de SP1
luidsprekeraansluitingen en vervolgens “Front Presence” in
te stellen op “Yes” (bladzijde 76).
0,5 t/m 1 m
0,5 t/m 1 m
PL
1,8 m
VOORBEREIDINGEN
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een
of andere reden niet mogelijk is om een middenluidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste
resultaten krijgt u echter met een volledig systeem.
Voor andere luidsprekercombinaties
U kunt luisteren naar multikanaals bronnen met
geluidsveldprogramma’s door een andere
luidsprekercombinatie te gebruiken dan de 7.1/6.1/5.1kanaals luidsprekercombinaties.
Maak gebruik van de automatische instellingsfunctie
(bladzijde 30) of stel de “Speaker” parameters
(bladzijde 76) zo in dat de surroundsignalen worden
weergegeven via de aangesloten luidsprekers.
PR
FL
FR
1,8 m
C
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met een ingebouwde versterker, zoals het
Yamaha Active Servo Processing Subwoofer System,
zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de
lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een
natuurgetrouwe hi-fi geluidsweergave van het LFE (lage
frequentie effect) kanaal in bitstromen en multikanaal
PCM bronnen. De opstelling van de subwoofer is niet zo
belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg
richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de
buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een
beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via
de wanden te verminderen.
Nederlands
11 Nl
Verbindingen
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
verbindingen niet goed goed zijn, zal dit toestel de signaalbronnen niet correct kunnen weergeven.
Let op
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (bladzijde 26).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen
onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de
luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6Ω MIN” instellen voor u dit toestel in
gebruik neemt (bladzijde 26). Als voor-luidsprekers kunt u ook gebruik maken van 4 Ohm luidsprekers
(bladzijde 110).
Opmerkingen
• Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een
streep, groef of ribbels. Sluit de gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker.
Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen.
• U kunt zowel surround achter- als aanwezigheidluidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid
produceren. Dit toestel schakelt automatisch tussen de aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers aan de hand van de
ingangsbronnen en de geselecteerde geluidsveldprogramma’s.
■ 7.1-kanaals luidsprekeraansluiting
Surround achter-luidsprekers
Rechts
Subwoofer
Links
Aanwezigheidsluidsprekers
(bladzijde 11) of
Zone 2/Zone 3 luidsprekers
(bladzijde 106)
Middenluidspreker
SPEAKERS
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
L
SP1
R
+
+
CENTER
+
SINGLE
FRONT
SURROUND
L
R
SUB
WOOFER
+
L
R
+
R
ZONE 2/ZONE 3
SP2
L
+
Zone 2/Zone 3
luidsprekers
(bladzijde 106)
Links
Links
Rechts
Rechts
Voor-luidsprekers Surround-luidsprekers
12 Nl
Verbindingen
■ 6.1-kanaals luidsprekeraansluiting
Surround achter-luidspreker
Subwoofer
Aanwezigheidsluidsprekers
(bladzijde 11) of
Zone 2/Zone 3 luidsprekers
(bladzijde 106)
Midden-luidspreker
SPEAKERS
L
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
L
SP1
R
+
CENTER
+
+
VOORBEREIDINGEN
SINGLE
FRONT
SURROUND
L
R
L
R
+
SUB
WOOFER
R
ZONE 2/ZONE 3
SP2
+
L
+
Zone 2/Zone 3
luidsprekers
(bladzijde 106)
Links
Rechts
Links
Rechts
Voor-luidsprekers Surround-luidsprekers
■ 5.1-kanaals luidsprekeraansluiting
Subwoofer
Voor-luidsprekers voor
dubbele
versterkeraansluitingen
(bladzijde 14)
Aanwezigheidsluidsprekers
(bladzijde 11) of
Zone 2/Zone 3 luidsprekers
(bladzijde 106)
Midden-luidspreker
SPEAKERS
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
L
SP1
R
+
+
CENTER
+
SINGLE
FRONT
SURROUND
L
R
+
SUB
WOOFER
L
R
R
+
ZONE 2/ZONE 3
SP2
L
+
Zone 2/Zone 3
luidsprekers
(bladzijde 106)
Nederlands
Rechts
Links
Voor-luidsprekers
Links
Rechts
Surround-luidsprekers
13 Nl
Verbindingen
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
1
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
■ Gebruik van dubbele
versterkeraansluitingen
Let op
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen van uw
luidsprekers om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog
doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden.
U kunt dubbele versterkeraansluitingen aanbrengen op één
luidsprekersysteem dat dubbele versterkeraansluiting
ondersteunt zoals hieronder weergegeven. Om de
aansluitingen te activeren, configureer de instelling
“BI-AMP” (bladzijde 111).
10 mm
Dit toestel
2
Open het knopje, voer één ontblote draad in
en doe het knopje vervolgens weer dicht.
SURROUND BACK/BI-AMP
L
R
+
Losmaken
Inbrengen
Vastmaken
SINGLE
FRONT
L
R
+
■ Aansluiten met bananenstekker
(Uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa, Azië en Korea)
Draai het knopje aan en voer vervolgens de
bananenstekker in in het uiteinde van de klem.
Bananenstekker
Rechts
Links
Voor-luidsprekers
Opmerking
Wanneer u conventionele luidsprekeraansluitingen maakt, moet
u ervoor zorgen dat de kortsluitplaatjes op de juiste manier in de
luidsprekeraansluitingen worden geplaatst. Raadpleeg de
handleiding van de luidsprekers in kwestie voor details.
14 Nl
Verbindingen
Informatie over aansluitingen en stekkers
Dit toestel bezit drie typen audio-aansluitingen, drie typen video-aansluitingen en HDMI aansluitingen. U kunt de
aansluitingsmethode kiezen afhankelijk van de te verbinden component.
■ Audio-aansluitingen
■ Video-aansluitingen
DIGITAL
R
COAXIAL
OPTICAL
(Wit)
(Rood)
(Oranje)
L
R
AUDIO
Linker en
rechter
analoge
audiostekkers
S VIDEO
(Geel)
O
C
Coaxiaal
digitale
audiostekker
VIDEO
Optisch
digitale
audiostekker
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn compatibel met digitale signalen met
een bemonsteringsfrequentie tot 96 kHz.
V
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
(Groen)
S
Composiet S-videostekker
videostekker
Y
(Blauw) (Rood)
PB
PR
VOORBEREIDINGEN
DIGITAL
L
Component
videostekkers
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(PB, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Dit toestel is uitgerust met een videoconversiefunctie.
(bladzijde 17)
Nederlands
15 Nl
Verbindingen
Informatie over HDMI™
Dit toestel is uitgerust met vier HDMI ingangsaansluitingen en twee HDMI uitgangsaansluitingen voor het ontvangen en
produceren van digitale audio- en videosignalen.
■ HDMI aansluiting en stekker
HDMI
HDMI stekker
audiobronnen laten weergeven met de audiocommentaren
teruggemengd via de volgende aansluitingen:
– multikanaals analoge audio ingangssignalen (bladzijde 22)
– DIGITAL INPUT OPTICAL (of COAXIAL)
• Raadpleeg de bij de ingangsbroncomponent behorende
handleidingen en stel de component op de juiste manier in.
Opmerkingen
y
• We raden u aan een in de handel verkrijgbare HDMI kabel te gebruiken
die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔DVI-D aansluiting)
om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur.
• U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren
(bladzijde 38).
• Als u “Mode” in “Standby Through” instelt op “Last” of “Fix”, biedt
dit toestel de mogelijkheid de HDMI signalen die binnenkomen via een
HDMI IN aansluiting door dit toestel heen te laten gaan en te
produceren via een HDMI OUT aansluiting (bladzijde 83).
• Dit toestel is uitgerust met twee HDMI OUT aansluitingen. U kunt de
actieve HDMI OUT aansluiting(en) selecteren (bladzijde 37).
• Dit toestel is uitgerust met een videoconversiefunctie (bladzijde 17).
Opmerkingen
• Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit
toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI
componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er
gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
• De HDMI OUT aansluitingen produceren de ontvangen
audiosignalen alleen via de HDMI ingangsaansluitingen.
• Als u het beeldscherm uitschakelt dat verbonden is met de
HDMI OUT aansluitingen via een DVI aansluiting, is het
mogelijk dat de verbinding mislukt.
■ HDMI signaalcompatibiliteit met dit toestel
Audiosignalen
Audiosignaal
typen
Audiosignaal
formaten
Compatibele
media
2-kanaals Lineair
PCM
2ch, 32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio, enz.
Multikanaals
Lineair PCM
8-kanaals, 32-192
kHz, 16/20/24 bits
DVD-Audio, enz.
DSD
2/5.1-kanaals,
2,8224 MHz, 1 bit
SA-CD, etc.
Bitstroom
Dolby Digital, DTS DVD-Video, enz.
Bitstroom (High
definition audio)
Dolby TrueHD,
Dolby Digital Plus,
DTS-HD Master
Audio, DTS-HD
High Resolution
Audio
Blu-ray Disc,
HD DVD, enz.
y
• Als de signaalbron van het ingangssignaal de bitstroom
audiosignalen voor audiocommentaren kan decoderen, kunt u de
16 Nl
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-speler,
dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI
of DVI apparatuur.
• Om bitstroom audiosignalen te decoderen met dit toestel dient u de
ingangsbroncomponent op de juiste manier in te stellen, zodat deze
de bitstroom audiosignalen direct reproduceert (en niet zelf de
bitstroomsignalen decodeert).
• Dit toestel is niet geschikt voor de audiocommentaarfuncties
(bijvoorbeeld speciaal audiomateriaal dat is gedownload via het
Internet) van Blu-ray Disc of HD DVD. Dit toestel is niet in staat
de audiocommentaren van Blu-ray Disc of HD DVD materiaal
weer te geven.
Videosignalen
Dit toestel is compatibel met videosignalen met de
volgende resoluties:
– 480i/60 Hz
– 576i/50 Hz
– 480p/60 Hz
– 576p/50 Hz
– 720p/60 Hz, 50 Hz
– 1080i/60 Hz, 50 Hz
– 1080p/60 Hz, 50 Hz, 24Hz
Compatibiliteit met Deep Color en x.v.Color
videosignalen
Dit toestel accepteert Deep Color (30 of 36-bits) en
x.v.Color videosignalen. Om deze videosignalen te
produceren via de HDMI OUT aansluitingen zonder enige
bewerking, stel “HDMI ` HDMI” (bladzijde 82)” in op
“Through”.
Opmerking
Als het beeldscherm niet compatibel is met Deep Color of
x.v.Color videosignalen, is het mogelijk dat de videobron niet
juist wordt afgespeeld.
■ Standaard ingangstoewijzing voor HDMI
ingangsaansluitingen
HDMI ingangsaansluiting
Toegewezen signaalbron
IN1
BD/HD DVD
IN2
DVD
IN3
CBL/SAT
IN4
DVR
Verbindingen
Stroomschema audio- en videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen
Ingang
■ Stroomschema videosignalen
Ingang
Uitgang
Uitgang
HDMI
HDMI
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
VOORBEREIDINGEN
COMPONENT
VIDEO
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
S VIDEO
AUDIO
VIDEO
Digitaal
Analog
Opmerking
Alleen de HDMI ingangsaansluitingen ondersteunen DSD,
Dolby TrueHD, Dolby Digital Plus, DTS-HD Master Audio en
DTS-HD High Resolution Audio signaalinvoer.
Door
Videoconversie
y
• Conversie van analoge naar HDMI video is altijd mogelijk,
tenzij er videosignalen binnenkomen via de HDMI
ingangsaansluitingen of er analoge videosignalen met een
resolutie van 1080p binnenkomen.
• Om de conversie van analoge naar analoge video of de andere
video-instellingen te wijzigen, configureer de “Video”
parameters (bladzijde 82).
• Als er tegelijkertijd verschillende analoge videosignalen
ontvangen worden, wordt de volgende prioriteitsvolgorde
toegepast.
(1) COMPONENT VIDEO, (2) S VIDEO, (3) VIDEO
Nederlands
17 Nl
Verbindingen
Aansluiten van een beeldscherm of projector
y
Om de typen audiosignaaluitvoer via de HDMI OUT
aansluitingen te selecteren, configureer de “Audio Output”
instelling (bladzijde 83).
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
Opmerking
Als u het beeldscherm uitschakelt dat verbonden is met de
HDMI OUT aansluitingen via een DVI aansluiting, is het
mogelijk dat de verbinding mislukt. In een dergelijk geval zal de
HDMI indicator onregelmatig knipperen.
Projector
HDMI ingang
HDMI
VIDEO
COMPONENT VIDEO
MONITOR OUT
MONITOR OUT
Y
VIDEO
PB
PR
TV
OUT
2
AUDIO
DIGITAL INPUT
4 TV
OUT
1
L
R
Y
PB
O
PR
Component video ingang
Aanbevolen verbindingen
18 Nl
S
Optische uitgang
Audio uitgang
HDMI ingang
V
Video ingang
S-video ingang
TV
Alternatieve verbindingen
Verbindingen
Aansluiten van andere componenten
■ Aansluiten van audio- en videocomponenten
Dit toestel bezit drie typen audio-aansluitingen, drie typen video-aansluitingen en HDMI aansluitingen. U kunt de
aansluitingsmethode kiezen afhankelijk van de te verbinden component.
y
HDMI kan zowel digitale audio en video via een enkele HDMI kabel uitzenden.
COMPONENT VIDEO
Video-aansluitingen
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT VIDEO
IN4
VOORBEREIDINGEN
HDMI
VIDEO
BD/HD DVD
DVD
CBL/SAT
A
B
C
BD/HD DVD
DVD
CBL/SAT
DVR
IN
VCR
OUT
IN
OUT
Y
DVR
IN3
PB
CBL/
SAT
IN(PLAY) OUT(REC)
PR
L
IN2
HDMI aansluitingen
MD/CD-R
R
DVD
GND
PHONO
IN1
L
BD/
HD DVD
R
CD
TV
OPTICAL
COAXIAL
1 CD
AUDIO
Audio-aansluitingen
2 DVD
3 DVR
4 TV
5 HDBD/
DVD 6 DVD
COAXIAL
7 CBL/
SAT
MD/
8 CD-R
9 DVR
OPTICAL
Aansluitingsvoorbeeld (aansluiten van een DVD-speler)
DVD-speler
HDMI uitgang
Optische uitgang
Coaxiale uitgang
Audio uitgang
Component uitgang
S-video uitgang
C
HDMI
Y
PB
PR
Video uitgang
L
V
S
R
O
VIDEO
COMPONENT VIDEO
DVD
DVD
B
Aanbevolen
verbindingen
Y
PB
PR
L
IN2
R
DVD
Alternatieve
verbindingen
DIGITAL INPUT
OPTICAL
COAXIAL
2 DVD
6 DVD
Nederlands
19 Nl
Verbindingen
Voor audio- en videoverbindingen gebruikte aansluitingen
Aanbevolen verbindingen worden vetgedrukt aangegeven. Bij het aansluiten van een opnamecomponent dient u
additionele verbindingen voor het opnemen te maken (signaaloverdracht van dit toestel naar de opnamecomponent).
Zorg ervoor dat de stekkers van zowel
dit toestel als die van de andere
apparatuur uit het stopcontact gehaald
zijn.
y
U kunt ook gebruik maken van de VIDEO AUX aansluitingen (bladzijde 24) op het voorpaneel om een extra component aan te sluiten.
Aansluitingen waarop aangesloten kan worden
Component
Signaaltype
Op de component
Blu-ray Disc of HD
DVD-speler
HDMI uitgang
HDMI IN1 (BD/HD DVD)
Audio
Optische uitgang
OPTICAL (BD/HD DVD)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (BD/HD DVD)
Component uitgang
COMPONENT VIDEO (BD/HD DVD)
S-video uitgang
S VIDEO (BD/HD DVD)
Video uitgang (tulpstekker)
VIDEO (BD/HD DVD)
Audio/video
HDMI uitgang
HDMI IN2 (DVD)
Audio
Optische uitgang
OPTICAL (DVD)
Coaxiale uitgang
COAXIAL (DVD)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (DVD)
Component uitgang
COMPONENT VIDEO (DVD)
S-video uitgang
S VIDEO (DVD)
Video uitgang (tulpstekker)
VIDEO (DVD)
Audio/video
HDMI uitgang
HDMI IN3 (CBL/SAT)
Audio
Optische uitgang
OPTICAL (CBL/SAT)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (CBL/SAT)
Video
DVD-speler
Video
Kastje met convertor
en decoder
Video
DVD-recorder
Component uitgang
COMPONENT VIDEO (CBL/SAT)
S-video uitgang
S VIDEO (CBL/SAT)
Video uitgang (tulpstekker)
VIDEO (CBL/SAT)
Audio/video
HDMI uitgang
HDMI IN4 (DVR)
Audio
Coaxiale uitgang
COAXIAL (DVR)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (DVR IN)
S-video uitgang
S VIDEO (DVR IN)
Video uitgang (tulpstekker)
VIDEO (DVR IN)
Optische ingang
OPTICAL (DVR)
Audio-ingang (analoog)
AUDIO (DVR OUT)
S-video ingang
S VIDEO (DVR OUT)
Video ingang (tulpstekker)
VIDEO (DVR OUT)
Video
Opname van audio
Opname van video
20 Nl
Op dit toestel
Audio/video
Verbindingen
Aansluitingen waarop aangesloten kan worden
Component
Signaaltype
Op de component
VCR
MD- of CD-recorder
Draaitafel
Audio
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (VCR IN)
Video
S-video uitgang
S VIDEO (VCR IN)
Video uitgang (tulpstekker)
VIDEO (VCR IN)
Opname van audio
Audio-ingang (analoog)
AUDIO (VCR OUT)
Opname van video
S-video ingang
S VIDEO (VCR OUT)
Video ingang (tulpstekker)
VIDEO (VCR OUT)
Coaxiale uitgang
COAXIAL (CD)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (CD)
Audio
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (MD/CD-R IN)
Opname van audio
Optische ingang
OPTICAL (MD/CD-R)
Audio-ingang (analoog)
AUDIO (MD/CD-R OUT)
Audio-uitgang (analoog)
AUDIO (PHONO)
Audio
Audio
VOORBEREIDINGEN
CD-speler
Op dit toestel
Opmerkingen
• Zorg ervoor dezelfde type video-aansluitingen te maken als die voor uw TV als de videoconversie niet ingeschakeld is. Als u
bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te
verbinden met de VIDEO aansluitingen.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in uw land voor u opnamen gaat maken van CD’s, radio, enz. Opnemen
van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de OPTICAL als met de COAXIAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen.
• GUI signalen worden niet geproduceerd via de DVR OUT en VCR OUT aansluitingen en kunnen niet opgenomen worden.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan degene die standaard is toegewezen aan elke DIGITAL INPUT of
DIGITAL OUTPUT aansluiting, configureer de “I/O Assignment” instelling (bladzijde 86).
• Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluiting, gebruik dan een in-line boost
transformator of een MC-kopversterker.
• Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen.
■ Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik
bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor
de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere
versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluitingen. Elke PRE
OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de
corresponderende SPEAKERS aansluiting.
[1]
[2]
CENTER
FRONT
[3]
SURROUND SINGLE(SB)
L
R
SUR.BACK/
SUB
Opmerkingen
• Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets
verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf.
[4]
PRESENCE
WOOFER
PRE OUT
[5]
[1] CENTER PRE OUTCENTER PRE OUT
aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
Nederlands
[2] FRONT PRE OUTFRONT PRE OUT
aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
[3] SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
21 Nl
Verbindingen
[4] SUR.BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker
aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te
verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting.
y
• Om surround achter-kanaalsignalen te produceren via deze
aansluitingen, stel “Front Presence” in op “None” en “Surround
Back” op een willekeurige parameter behalve “None”
(bladzijde 76).
• Om surround aanwezigheidskanaalsignalen te produceren via
deze aansluitingen, stel “Front Presence” in op “Yes” en
“Surround Back” op “None” (bladzijde 76).
■ Aansluiten van een Yamaha iPod
universeel dock of een Bluetooth
draadloze audio-ontvanger
Dit toestel is uitgerust met de DOCK aansluiting op het
achterpaneel om een Yamaha iPod universeel dock (zoals
YDS-11, afzonderlijk verkocht) of een Bluetooth
draadloze audio-ontvanger (zoals YBA-10, afzonderlijk
verkocht) aan te sluiten. Sluit een Yamaha iPod universeel
dock of een Bluetooth ontvanger aan op de DOCK
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met behulp
van de daarvoor bedoelde kabel.
[5] SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan.
■ Aansluiten van een multiformaat-speler
of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen
(FRONT L/R, CENTER, SURROUND L/R en
SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals
ingangssignalen van een multiformaat-speler, externe
decoder, etc. Als “Input Channels” ingesteld wordt op
“8ch” (bladzijde 74), kunt u de ingangsaansluitingen voor
de analoge audio die zijn toegewezen aan “Front Input”
gebruiken als de ingangsaansluitingen van het voorkanaal.
DOCK
Yamaha iPod universeel dock of
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
Opmerkingen
■ Gebruiken van de REMOTE IN/OUT
aansluitingen
• Als u “MULTI CH” selecteert als de ingangsbron, wordt de
digitale geluidsveldverwerker automatisch uitgeschakeld.
• Daar dit toestel geen signaalinvoer doorzendt naar de MULTI
CH INPUT aansluitingen om ontbrekende luidsprekers te
compenseren, sluit tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan bij gebruik van deze functie.
Wanneer de componenten van Yamaha zelf zijn en deze de
mogelijkheid bieden om afstandsbedieningssignalen door
te sturen, sluit de REMOTE IN en REMOTE OUT
aansluitingen als volgt aan op de in- en
uitgangsaansluitingen voor de afstandsbediening met
behulp van het monaurale analoge minikabeltje.
(
)
(
C)
MD/
L
TAPE
*
CENTER
R
FRONT(6CH) SURROUND
REMOTE
SUR.BACK
(8CH)
SUB
MULTI CH INPUT
L
R
Surround uitgang
R
Voor-uitgang (6-kanaals)
Surround achter-uitgang
(8-kanaals)
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal uitgang
L
L
R
Voor-uitgang (8-kanaals)
SUB
WOOFER
IN
1
Afstandsbedieningsuitgang
* De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als
“Front Input” in “MULTI CH” (bladzijde 75).
22 Nl
IN
2
OUT
Afstandsbedieningsingang
*
Infraroodontvanger
of Yamaha
component
Multiformaat-speler/Externe
decoder
OUT
Yamaha
component
(CD- of DVDspeler, etc.)
* U kunt een extra set met een infraroodontvanger en een
Yamaha component aansluiten op de REMOTE IN/OUT 2
aansluitingen op dezelfde manier als op de REMOTE
IN/OUT 1 aansluitingen.
Verbindingen
■ Aansluiten op het netwerk
Om dit toestel aan te sluiten op uw netwerk dient u het ene uiteinde van een netwerkkabel (CAT-5 of hoger
geclassificeerde zg. ‘straight’ kabel met rechtstreekse doorverbinding) in de NETWORK poort van dit toestel te steken
en het andere uiteinde in één van de LAN poorten van uw router die ondersteuning biedt voor de DHCP (Dynamic Host
Configuration Protocol) serverfunctie. Het volgende schema toont een aansluitvoorbeeld waarin dit toestel is aangesloten
op één van de LAN poorten van een router met 4 poorten. Om te kunnen luisteren naar muziekbestanden op uw PC en
Yamaha MCX-2000, of naar de Internetradio, of om dit toestel te regelen met uw PC, moet elk van de apparaten in
kwestie correct aangesloten zijn.
Opmerkingen
Internet
Yamaha MCX-2000
Yamaha MCX-C15
WAN
Yamaha MCX-A10
(met los
verkrijgbare
luidsprekers)
VOORBEREIDINGEN
• U moet een STP (Shielded Twisted Pair) kabel (los verkrijgbaar) gebruiken om dit toestel aan te sluiten op een netwerkhub of router.
• Als de DHCP serverfunctie van uw router uitgeschakeld is, zult u de netwerkinstellingen met de hand moeten configureren
(bladzijde 84).
• De Yamaha MCX-2000, MCX-A10 en MCX-C15 zijn mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties.
PC
LAN
Modem
Router
Netwerkkabel
NETWORK
■ Aansluiten van een USB opslagapparaat
Sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler aan op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel.
Voor informatie over de USB opslagapparaten die ondersteund worden door dit toestel, zie bladzijde 59.
INFO
S
USB
Nederlands
USB geheugenapparaat of
draagbare USB audiospeler
23 Nl
Verbindingen
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel. Om de bronsignalen via deze aansluitingen
weer te geven, selecteer “V-AUX” als de ingangsbron.
Aansluiten van de FM en AM
antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Normaal gesproken zorgen deze antennes
voor een voldoende sterke ontvangst.
Opmerkingen
Let op
U moet het volume van dit toestel en de andere componenten
laag zetten voor u de aansluitingen gaat maken.
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO SELECT/
REC OUT
MENU
TONE
CONTROL
ENTER
PRESET/TUNING
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
BAND
INFO
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
SILENT CINEMA
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
VIDEO AUX
PHONES
USB
ON
OFF
MASTER
S VIDEO
VIDEO
L
AUDIO
OPTICAL
R
• Wat voor soort antennes en FM-antenne-aansluiting wordt
geleverd voor dit toestel hangt af van het model.
• (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) U moet de
afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (bladzijde 111).
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst
worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een
buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende
Yamaha dealer of service-centrum naar de mogelijkheden met
buitenantennes.
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
AM ringantenne
(meegeleverd)
ANTENNA
FM
75Ω UNBAL.
V
S
L
O
R
GND
AM
Optische uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
S-video uitgang
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter
met plastic geïsoleerd
draad dat u bijvoorbeeld
uit een raam naar buiten
spant.
Spelcomputer of
videocamera
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min
mogelijk storing dient u de antenne GND
aansluiting goed te aarden. Een goede aarding
wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen
staaf die in vochtige grond gedreven is.
In elkaar zetten van de meegeleverde AM
ringantenne
24 Nl
Verbindingen
Aansluiten van de draad van de AM ringantenne
Drukken en
vasthouden
Inbrengen
Loslaten
Aansluiten van het netsnoer
■ Aansluiten van het netsnoer
Steek het meegeleverde netsnoer pas in de
netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt
verricht en steek daarna pas de stekker in het stopcontact.
y
De draden van de AM ringantenne hebben geen specifieke
polariteit en het maakt daarom niet uit welk uiteinde u verbindt
met de AM of GND aansluiting.
AC IN
AC OUTLETS
SWITCHED
VOORBEREIDINGEN
Naar het stopcontact
Opmerking
(Alleen bij de modellen voor Azië) Kies één van de
meegeleverde netsnoeren aan de hand van het soort stopcontact
op de plek waar u het toestel gaat gebruiken.
■ AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië
....................................................... 1 netstroomaansluiting
Model voor Korea ..................................................... Geen
Overige modellen ...................... 2 netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt
(worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is
ingeschakeld. Deze aansluiting(en) wordt (worden) echter
niet meer van stroom voorzien wanneer dit toestel wordt
uitgeschakeld. Voor informatie omtrent het maximale
vermogen of het totale stroomverbruik voor de
componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden
aangesloten, zie “Technische gegevens” (bladzijde 131).
Opmerking
Het opgegeven vermogen van de component (zoals een
subwoofer) die aangesloten is op deze aansluiting(en) mag de
door dit toestel geleverde vermogen niet overschrijden.
25 Nl
Nederlands
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
Verbindingen
Instellen van de luidsprekerimpedantie en de taal voor de
grafische gebruikersinterface (GUI)
Let op
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u als volgt
“SPEAKER IMP.” op “6Ω MIN” zetten VOOR u dit
toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kunt u ook
gebruik maken van 4 Ohm luidsprekers (bladzijde 110).
1
Controleer of het toestel uit staat.
2
Houd NSTRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens A MASTER
ON/OFF naar binnen in de ON stand.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup
menu zal verschijnen op de display van het voorpaneel.
STRAIGHT
3
MASTER
Draai aan M PROGRAM en selecteer
“SPEAKER IMP.”.
4
Druk herhaaldelijk op N STRAIGHT om
“6Ω MIN” te selecteren.
5
Verdraai MPROGRAM en selecteer
“LANGUAGE”.
6
Druk op N STRAIGHT om de gewenste taal
voor de grafische gebruikersinterface (GUI)
op het beeldscherm te selecteren.
Keuzes: English (Engels),
(Japans),
Français (Frans), Deutsch (Duits),
Español (Spaans), Русский (Russisch)
Opmerkingen
• Voor details over de taal op de display, zie “Taal” (bladzijde 112)
• U kunt de display-taal ook selecteren met het GUI menu
(bladzijde 89).
7
Druk A MASTER ON/OFF nog eens in zodat
deze naar buiten komt, naar de OFF stand om
de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel
uit te schakelen.
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de
volgende keer aan zet.
26 Nl
■ Aanzetten van dit toestel
Druk A MASTER ON/OFF op het voorpaneel
naar binnen, naar de ON stand.
Wanneer u dit toestel aan zet door op A MASTER
ON/OFF te drukken, zal de hoofdzone worden
ingeschakeld.
■ Uitzetten van dit toestel
Druk opnieuw op A MASTER ON/OFF op het
voorpaneel om deze naar buiten te laten komen,
naar de OFF stand.
■ Zet de hoofdzone uit (standby)
Druk op B MAIN ZONE ON/OFF
(of D STANDBY).
■ Aanzetten van de hoofdzone wanneer
het toestel in standby staat
Houd ingedrukt
EFFECT
Aan en uit zetten van dit toestel
Druk op B MAIN ZONE ON/OFF (of
E POWER).
y
• In principe bevelen we u aan het toestel uit (standby) te zetten
wanneer u het toestel niet gebruikt. Wanneer het toestel uit
(standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje
stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen
van de afstandsbediening.
• BMAIN ZONE ON/OFF, DSTANDBY en EPOWER
werken alleen wanneer AMASTER ON/OFF naar binnen is
gedrukt in de ON stand.
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het een paar seconden duren
voor het toestel geluid kan reproduceren.
Bij problemen...
• Zet dit toestel eerst uit en dan weer aan.
• Als de problemen zich blijven voordoen, dient u de
instellingen van dit toestel terug te zetten
(bladzijde 124).
Verbindingen
Display voorpaneel
a
DSD
PCM
WMA
MP3
USB
NET
V-AUX
VCR
DVR
CBL/SAT
DVD
BD/HD DVD
MD/CD-R
TV
CD PHONO MULTI CH
TUNER
TUNED STEREO
AUTO MEMORY
CATEGORY ALL
PTY HOLD EON
3
IN OUT 1 OUT 2 VIRTUAL ADAPTIVE DRC
ENHANCER
DISCRETE
MATRIX
q DIGITAL PLUS
HD 96
24
q PL x q EX
q TRUE HD
MASTER AUDIO
SILENT
CINEMA
e
f
DOCK
YPAO PRESET
dB
VOLUME
L C R
SLEEP ZONE2 SL LFE SR
ZONE3
SBL SB SBR
YPAO PRESET
3
IN OUT 1 OUT 2 VIRTUAL ADAPTIVE DRC
ENHANCER
DISCRETE
MATRIX
q DIGITAL PLUS
HD 96
24
q PL x q EX
q TRUE HD
MASTER AUDIO
g
h
i
j
k
a Hoofdtelefoonindicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
(bladzijde 38).
b Ingangsbronindicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
Opmerking
De NET indicator licht ook op wanneer “Network Standby”
(bladzijde 84) ingesteld staat op “On” en dit toestel uit
(standby) staat.
c Ingangssignaalindicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer dit toestel
DSD (Direct Stream Digital), PCM (Pulse Code
Modulation), WMA (Windows Media Audio) of MP3
(MPEG-1 Audio Layer-3) audiosignalen reproduceert.
d Multi-informatie display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
e HDMI indicator
IN indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via één van de HDMI
aansluitingen (bladzijde 16).
f ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (bladzijde 45).
l
m
TUNED STEREO
AUTO MEMORY
CATEGORY ALL
PTY HOLD EON
o
dB
VOLUME
L C R
SLEEP ZONE2 SL LFE SR
ZONE3
SBL SB SBR
p
n
q
g YPAO indicator
Licht op wanneer u de automatische setup doet en
wanneer de via de automatische setup ingestelde
luidsprekerinstellingen zonder wijzigingen worden
gebruikt (bladzijde 30).
h PRESET indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat.
i DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een
geluidsveldprogramma is geselecteerd.
SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten
en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd
(bladzijde 45).
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (bladzijde 40).
3D indicator
Licht op wanneer de CINEMA DSP 3D functie is
ingeschakeld (bladzijde 46).
VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is
(zie bladzijde 45).
j ADAPTIVE DRC indicator
Licht op wanneer de adaptieve dynamische
bereikcontrolefunctie is ingeschakeld (bladzijde 78).
k Decoderindicators
Wanneer één van de decoders van dit toestel in werking is,
zal de bijbehorende indicator oplichten.
27 Nl
Nederlands
OUT 1/OUT 2 indicator
De respectieve indicator licht op wanneer het HDMI
signaal geproduceerd wordt via de HDMI OUT
aansluitingen. (bladzijde 16).
d
VOORBEREIDINGEN
c
SILENT
CINEMA
b
Verbindingen
l Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat.
m Menu browsen indicator
Licht op wanneer er items bestaan onder het huidige item
gedurende het browsen in het menu voor iPod, etc.
n SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld
(bladzijde 39).
Gebruiken van de
afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Sensor voor de afstandsbediening
o VOLUME niveauindicator
• Geeft het huidige volumeniveau aan.
• Knippert terwijl de dempingsfunctie ingeschakeld is
(bladzijde 38).
p Ingangskanaal en luidspreker indicators
L C R
SL LFE SR
SBL SB SBR
Aanwezigheidsluidsprekers
indicators
Ongeveer 6 m
30
30
Indicators ingangskanalen
Ingangskanaalindicators
• Deze geven aan uit welke kanalen het huidige
digitale ingangssignaal bestaat.
• Lichten op of knipperen in overeenstemming met
de instellingen van de luidsprekers als dit toestel
zich in de automatische instellingsprocedure
bevindt (bladzijde 30).
Aanwezigheidsluidsprekerindicators
Licht op in overeenstemming met de instelling voor
“Front Presence” (bladzijde 76) in “Configuration”
wanneer dit toestel in de automatische
instellingsfunctie staat (bladzijde 30) of in de
instellingsprocedure voor de luidsprekerniveaus in
“Level” (bladzijde 77).
q ZONE2/ZONE3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld
(bladzijde 108).
6LIGHT
Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en
het uitleesvenster (4) te verlichten.
Display venster (4)
[1] [2]
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
[3]
ID 1 ID 2
[4]
[1] ID1/ID2 indicator
Geeft de huidig geselecteerde afstandsbediening-ID
weer (bladzijde 110).
[2] Overdrachtsindicator
Verschijnt wanneer de afstandsbediening
infraroodsignalen aan het uitzenden is.
[3] Zone-indicators
Geeft de huidig geregelde zone aan (bladzijde 108).
[4] Informatie display
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u
kunt bedienen.
Infraroodvenster (1)
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden.
Richt dit venster op de component die u wilt bedienen.
28 Nl
Verbindingen
Schakelaar voor de bedieningsfunctie (F)
De functies van sommige toetsen hangen mede af van de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
AMP
Bedient de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzeknop geselecteerde
component (bladzijde 96).
VOORBEREIDINGEN
TV
Bedient de TV (bladzijde 95).
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
• Als u de afstandsbedieningscodes voor andere componenten
wilt instellen, zie bladzijde 98.
Open en dicht doen van de klep in
het voorpaneel
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt
gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste
deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht
wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
Nederlands
29 Nl
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (Yamaha Parametric room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen lastige
luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Dit toestel is uitgerust met verscheidene automatische instellingsfuncties. U kunt de automatische instellingsfuncties naar
keuze selecteren.
Snelle automatische instellingen (bladzijde 30)
Maak gebruik van deze functie om de automatische setup uit te voeren zonder het GUI menuscherm te gebruiken.
Automatische basisinstellingen (bladzijde 31)
Maak gebruik van deze functie om de setup van dit toestel te optimaliseren voor één luisterplek. Tevens kunt u de
parameters selecteren die geoptimaliseerd dienen te worden door de automatische setup.
Geavanceerde automatische instellingen (bladzijde 33)
Maak gebruik van deze functie om de setup van dit toestel te optimaliseren voor meerdere luisterplekken. Tevens kunt u
de parameters selecteren die geoptimaliseerd dienen te worden door de automatische setup.
Voordat de automatische
instellingen gestart worden
Controleer de volgende punten voor u met de
automatische setup begint.
❏ De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
❏ Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op
dit toestel.
❏ Dit toestel is ingeschakeld.
❏ Een eventueel aangesloten subwoofer moet
worden ingeschakeld en het volume moet
ongeveer halverwege (of iets lager) worden
ingesteld.
❏ De crossoverfrequentie voor de aangesloten
subwoofer moet op de maximum stand worden
ingesteld.
VOLUME
MIN
MAX
Snelle automatische instellingen
Maak gebruik van deze functie om de automatische setup
uit te voeren zonder het GUI menuscherm te gebruiken.
1
AUDIO SELECT/
REC OUT
PRESET/TUNING
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
ZONE ON/OFF
BAND
INFO
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
PROGRAM
SILENT CINEMA
OPTIMIZER
MIC
PHONES
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
VIDEO AUX
USB
Omnidirectionele
microfoon
Het volgende scherm verschijnt op de display van het
voorpaneel.
AUTO SETUP
ENTER TO START
De kamer moet voldoende stil zijn.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
de afstandsbediening in op FAMP.
Opmerking
“View GUI Menu” verschijnt er als het GUI menuscherm
ingeschakeld is. Druk in dit geval op IMENU om het
GUI menuscherm uit te schakelen of volg “Automatische
basisinstellingen” (bladzijde 31).
Opmerkingen
30 Nl
ENTER
EFFECT
MAX
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de automatische
setup procedure luide testtonen worden geproduceerd.
• Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de automatische setup
procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk
dat de resultaten tegenvallen.
TONE
CONTROL
YPAO
Bedieningsorganen van een subwoofer (voorbeeld)
❏
❏
MENU
STRAIGHT
CROSSOVER
HIGH CUT
MIN
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
2
Plaats de optimalisatiemicrofoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de
omnidirectionele microfoonkop naar boven
gericht.
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Optimalisatie-microfoon
4
Verbreek de verbinding van de
optimalisatiemicrofoon om de automatische
setup te voltooien.
y
U kunt de resultaten van de metingen controleren met
behulp van het GUI menuscherm (bladzijde 34).
Automatische basisinstellingen
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken
om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde
hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u
op uw luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon
vastzetten op het statief (enz.) met behulp van de
statiefschroef.
Voor u verder gaat met de volgende handeling
1
Schakel het beeldscherm in en volg
vervolgens stap 1 en 2 op in “Snelle
automatische instellingen” (bladzijde 30).
2
Druk op IMENU op de afstandsbediening.
Het volgende scherm (GUI menu) zal op het
beeldscherm verschijnen.
Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit toestel
binnen 10 seconden beginnen met de automatische setup.
Voer geen handelingen uit met dit toestel terwijl de
automatische setup bezig is. Voor nauwkeurigere metingen
bevelen wij u aan dat u de kamer uitgaat of zich naar de muur
begeeft waar zich geen luidsprekers bevinden tijdens het
meten. Het duurt ongeveer 3 minuten.
3
Information
Setup Menu
Start
VOORBEREIDINGEN
y
Maak gebruik van deze functie om de setup van dit toestel
te optimaliseren voor één luisterplek. Tevens kunt u de
parameters selecteren die geoptimaliseerd dienen te
worden in de automatische setup.
NOTICE
Loud test tones are
output.
Please keep quiet
or leave the room.
Start:ENTER
Druk op 9ENTER om de meting te
beginnen.
Dit toestel begint af te tellen van 10 seconden naar
beneden.
3
y
• Om de meting onmiddellijk te starten, druk opnieuw op
9ENTER.
• Om de automatische setup te annuleren en terug te keren
naar het vorige scherm, druk op 0RETURN.
y
Als u de te optimaliseren parameters niet selecteert, zal dit
toestel de parameters optimaliseren die u de laatste keer
hebt geselecteerd. Alle parameters zijn geselecteerd
volgens de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Tijdens de meting worden er luide testtonen
geproduceerd via de diverse luidsprekers. Zodra alle
items gemeten zijn, verschijnt er “COMPLETED”.
COMPLETED
PLS UNPLUG MIC
Opmerking
Als er een waarschuwingsboodschap verschijnt, zie
“Automatische setup” (bladzijde 122).
4
Druk herhaaldelijk op 9k / n om de
parameter te selecteren en druk vervolgens
op 9ENTER om het vakje aan te vinken of
het vinkje eruit te halen.
Vink de vakjes aan van de te optimaliseren parameters.
Parameter
Beschrijving
Multi Measure
(Meting van
meerdere punten)
U kunt de instellingen van dit toestel
optimaliseren voor meerdere luisterplekken.
Zie “Geavanceerde automatische instellingen”
(bladzijde 33) voor details. Laat deze instelling
op de standaard instelling staan in de
automatische basisinstellingen.
31 Nl
Nederlands
ERROR: E-01
PRESS ENTER
Om de te optimaliseren parameters te
selecteren, druk op 9k om “Setup Menu” te
selecteren en druk vervolgens op 9h.
Als u de te optimaliseren parameters niet hoeft te
selecteren, ga door naar stap 6.
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Parameter
Beschrijving
Wiring
(Luidspreker
bedrading)
Dit toestel controleert en regelt welke
luidsprekers er aangesloten zijn en de
polariteit van elk van de luidsprekers.
Distance
(Luidspreker
afstand)
Dit toestel controleert en regelt de afstand
van elk van de luidsprekers tot de luisterplek
en stelt de timing voor elk van de kanalen af.
Size
(Luidspreker
afmetingen)
Dit toestel controleert en regelt de
frequentierespons van elk van de luidsprekers
en stelt de juiste lage frequentie-crossover
voor elk van de kanalen in.
Equalizing
(Luidspreker
equalizer)
De parametrische equalizer regelt het niveau
van de gespecificeerde frequentiebanden.
Dit toestel selecteert automatisch de cruciale
frequentiebanden voor uw luisterruimte en
past de niveaus van de geselecteerde
frequentiebanden zo aan dat er een
samenhangend geluidsveld wordt gecreëerd
in de betreffende ruimte.
Level
(Luidspreker
niveau)
5
Equalizing
Level
Result
Detail:[ ]
Exit:ENTER
Opmerking
Als er een fout- of waarschuwingsboodschap verschijnt, zie
“Fout- en waarschuwingsboodschappen” (bladzijde 32).
Retry
Exit
Pre Check
Detail
E09:User Cancel
Main Check
Wiring
Dit toestel controleert en regelt het
volumeniveau van elk van de luidsprekers.
7
Als u alle gewenste instellingen verricht
heeft, druk op 9l om terug te keren naar
het vorige menuniveau, en druk vervolgens
op 9n om “Start” te selecteren.
Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit toestel binnen 10
seconden beginnen met de automatische setup. Voer geen
handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische setup bezig is.
Voor nauwkeurigere metingen bevelen wij u aan dat u de kamer
uitgaat of zich naar de muur begeeft waar zich geen luidsprekers
bevinden tijdens het meten. Het duurt ongeveer 3 minuten.
Druk op 9ENTER om de meting te
beginnen.
Dit toestel begint af te tellen van 10 seconden naar beneden.
y
• Om de meting onmiddellijk te starten, druk opnieuw op
9ENTER.
• Om de automatische setup te annuleren en terug te keren
naar het vorige scherm, druk op 0RETURN.
Tijdens de meting worden er luide testtonen
geproduceerd via de diverse luidsprekers. Zodra alle
items gemeten zijn, verschijnt er “Measurement
Completed Successful”.
Druk op 9ENTER om het scherm “Result”
te verlaten.
y
• Om de meetresultaten in detail te bekijken, druk op 9h.
Druk herhaaldelijk op 9k / n om heen en weer te gaan
tussen de parameters (bladzijde 35). Druk op 9l om
terug te keren naar het “Result” scherm.
• Om de meting opnieuw uit te voeren vanaf stap 4, druk op
9k.
Voor u verder gaat met de volgende handeling
6
Measurement Completed
Sucessful
8
Druk op 9l om de meetresultaten op te
slaan of op 9h om ze weg te gooien.
9
Druk op IMENU om het GUI menu uit te
schakelen en verbreek de verbinding van de
optimalisatiemicrofoon.
■ Fout- en waarschuwingsboodschappen
Als er een fout- of waarschuwingsboodschap verschijnt
tijdens de automatische setup procedure, voert u een van
de volgende handelingen uit. Voor details over elke
boodschap, zie “Automatische setup” (pagina 113).
• Om de details over de fout- en
waarschuwingsboodschappen te bekijken, druk op
9h. Druk op 9k / n om de vorige/volgende pagina
(als die beschikbaar is) weer te geven. Druk op 9l
om terug te keren naar het vorige menuniveau.
• Om naar het GUI menu terug te keren, druk op 9l.
• Om de meting opnieuw uit te voeren, druk op 9k.
• Om de boodschap te negeren en door te gaan met het
proces, druk op 9n.
Opmerking
Sommige handelingen kunnen niet worden uitgevoerd
afhankelijk van het type fout (of waarschuwing).
32 Nl
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Geavanceerde automatische
instellingen
6
Druk herhaaldelijk op 9k / n om het aantal
luisterplekken in te stellen en druk op 9l.
Keuzes: 1 (standaard), 2, 3, 4, 5, 6, 7, 8
Maak gebruik van deze functie om de setup van dit toestel
te optimaliseren voor meerdere luisterplekken. Tevens
kunt u de parameters selecteren die geoptimaliseerd
dienen te worden door de automatische setup.
1
Information
Doe het beeldscherm aan en sluit vervolgens
de optimalisatiemicrofoon aan op de
OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel.
Multi Measure
Start
Wiring
7
Distance
Plaats de optimalisatiemicrofoon op de
eerste luisterplek.
De volgende illustratie toont hoe de
optimalisatiemicrofoon te plaatsen teneinde de
instellingen van dit toestel te optimaliseren voor
bijvoorbeeld zeven luisterplekken.
Om de te optimaliseren parameters te
selecteren, druk op 9k / n om de parameter
te selecteren en druk vervolgens op
9ENTER om het vakje aan te vinken of het
vinkje daaruit te halen.
Als u de te optimaliseren parameters niet hoeft te
selecteren, ga door naar stap 8.
VOORBEREIDINGEN
7
2
Setup Menu
y
Als u de te optimaliseren parameters niet selecteert, zal dit
toestel de parameters optimaliseren die u de laatste keer
hebt geselecteerd. Alle parameters zijn geselecteerd
volgens de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
1
2
34 5
7
6
8
Druk op 9l om naar het vorige menuniveau
terug te keren en druk vervolgens op 9n om
“Start” te selecteren.
Voor u verder gaat met de volgende handeling
1/2/3/4/5/6/7: Luisterplekken
3
Druk op IMENU op de afstandsbediening.
Het GUI menu zal op het beeldscherm verschijnen.
4
Druk op 9k om “Setup Menu” te selecteren
en druk vervolgens op 9h.
5
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “Multi
Measure” te selecteren en druk vervolgens
op 9h.
Wanneer u de volgende handeling uitvoert, zal dit toestel
binnen 10 seconden beginnen met de automatische setup. Voer
geen handelingen uit met dit toestel terwijl de automatische
setup bezig is. Voor nauwkeurigere metingen bevelen wij u aan
dat u de kamer uitgaat of zich naar de muur begeeft waar zich
geen luidsprekers bevinden tijdens het meten.
9
Druk op 9ENTER om de meting te
beginnen.
Dit toestel begint af te tellen van 10 seconden naar
beneden.
y
• Om de meting onmiddellijk te starten, druk opnieuw op
9ENTER.
• Om de automatische setup te annuleren en terug te keren
naar het vorige scherm, druk op 0RETURN.
Information
Setup Menu
Multi Measure
Start
Wiring
Tijdens de meting worden er luide testtonen
geproduceerd via de diverse luidsprekers. Zodra alle
items voor de eerste luisterplek zijn gemeten,
verschijnt de volgende boodschap.
33 Nl
Nederlands
Distance
1
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Pre Check
Main Check
Wiring
Put the microphone at
2nd listening position
Next:ENTER
Skip:[ ]
Distance
Opmerking
Als er een fout- of waarschuwingsboodschap verschijnt,
zie “Fout- en waarschuwingsboodschappen” (bladzijde
32).
10
Verplaats de optimalisatiemicrofoon naar de
tweede luisterplek en druk vervolgens op
9ENTER om de meting te starten
y
Om de metingen op de resterende luisterplekken over te
slaan, druk op 9n.
11
12
Herhaal stap 10 totdat de meting op alle
luisterplekken is verricht.
Als u de meting op alle luisterplekken hebt verricht of
de meting hebt overgeslagen op de resterende
luisterplekken, verschijnt de volgende boodschap:
“Measurement Completed Successful”
Volg stap 7 t/m 9 op in “Automatische
basisinstellingen” (bladzijde 31) om de
meetresultaten te bekijken en het GUI menu
uit te schakelen.
34 Nl
Beoordelen en opnieuw laden van
de automatische
instellingsparameters
Met deze functie kunt u de resultaten van de automatische
setup beoordelen. Tevens kunt u de automatische
instellingsparameters opnieuw laden ingeval u niet
tevreden bent met de luidsprekerinstellingen en de
geluidsregelingen die u manueel hebt ingesteld.
Opmerking
Als u de automatische instellingsparameters opnieuw laadt,
worden de door u handmatig geconfigureerde instelingen
gewist. Om de instellingen op te slaan voordat u de
automatische instellingsparameters opnieuw laadt, zie “System
Memory” (bladzijde 90).
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op IMENU.
Het GUI menu zal op het beeldscherm verschijnen.
y
Als er een ander menu dan het “Top Menu” (bladzijde 68)
wordt weergegeven, houd dan IMENU ingedrukt om het
GUI topmenu weer te geven.
2
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “Setup” te
selecteren en druk dan op 9h.
3
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “Auto
Setup” te selecteren en druk dan op 9h.
4
Druk op 9k om “Information” te selecteren
en druk vervolgens op 9h.
5
Druk herhaaldelijk op 9k / n om de
parameter te selecteren waarvan u de
instelling wilt controleren.
Optimaliseren van de luidsprekerinstellingen aan uw kamer
Parameter
Beschrijvingen
Multi Measure
(Meting van
meerdere punten)
Geeft het aantal luisterplekken weer dat
werkelijk gemeten is.
Wiring
(Luidsprekerbedr
ading)
Toont de polariteit van elk van de
aangesloten luidsprekers.
– “NRM” verschijnt wanneer de polariteit
van de luidspreker in kwestie normaal is.
– “REV” verschijnt wanneer de polariteit
van de luidspreker in kwestie omgekeerd
is.
– “DET” verschijnt wanneer dit toestel de
subwoofer die aangesloten is detecteert.
– “–––” verschijnt wanneer er geen
luidspreker is aangesloten op het
corresponderende luidsprekerkanaal.
Distance
(Luidspreker
afstand)
Toont de luidsprekerafstand tot de
luisterplek. Druk herhaaldelijk op 9h om
het toestel de waarde voor elk van de
afzonderlijke luidsprekerafstanden te laten
tonen.
Size
(Luidsprekerafme
tingen)
Geeft de afmetingen weer van de
aangesloten luidsprekers en de cross-over
frequentie voor de zeer lage tonen (“Cross”).
– “LRG” verschijnt wanneer de
aangesloten luidspreker geschikt is voor
de weergave van lage tonen.
– “SML” verschijnt wanneer de
aangesloten luidspreker niet geschikt is
voor de weergave van lage tonen.
y
De meetresultaten die de oorzaak zijn van de
waarschuwingsboodschap(pen) verschijnen in het geel of roze.
Opmerkingen
Level
(Luidsprekernive
au)
Geeft het resultaat weer van de regeling van het
uitgangsniveau van elke aangesloten
luidspreker. U kunt het resultaat van de regeling
van het luidsprekerniveau voor elk
parametrisch equalizertype (zie hierboven)
weergeven door herhaaldelijk op 9h te
drukken. Selecteer “Through” om het resultaat
weer te geven wanneer dit toestel geen gebruik
maakt van de parametrische equalizer.
Om de weergegeven parameter opnieuw te
laden, druk op 9ENTER.
7
Druk op IMENU om het GUI menu uit te
schakelen.
y
• U kunt het parametrische equalizertype ook instellen met “PEQ
Select” (bladzijde 79).
• U kunt de fase van de aangesloten subwoofer instellen met
“Phase” (bladzijde 76).
Nederlands
Toont het resultaat van de regeling van de
frequentierespons van elk van de aangesloten
luidsprekers. U kunt het type parametrische
equalizer wisselen dat in de resultaat-display
verschijnt door herhaaldelijk op 9h te
drukken in de “Equalizing” resultaat-display.
Om het resultaat dat wordt weergegeven op
de display toe te passen, druk op 9ENTER.
Keuzes: Natural, Flat, Front
– Selecteer “Natural om de
frequentierespons van alle luidsprekers te
middelen, met minder nadruk op de
hogere frequenties. Aanbevolen als de
“Flat” instelling een beetje schel klinkt.
– Selecteer “Flat” om de frequentierespons
van alle luidsprekers te middelen.
Aanbevolen wanneer al uw luidsprekers
van vergelijkbare kwaliteit zijn.
– Selecteer “Front” om de
frequentierespons van elk van de
luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van
uw voor-luidsprekers. Aanbevolen
wanneer uw voor-luidsprekers van
aanzienlijk betere kwaliteit zijn dan uw
andere luidsprekers.
6
VOORBEREIDINGEN
Equalizing
(Luidspreker
equalizer)
• “–––” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten op
het bijbehorende luidsprekerkanaal of wanneer dit toestel het
bijbehorende luidsprekerkanaal nog niet meet.
• Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers,
de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw
luisterruimte, moet u de automatische setup opnieuw uitvoeren
om uw systeem opnieuw te optimaliseren.
• De afstanden bij de “Distance” resultaten kunnen groter zijn
dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van
uw subwoofer of eventueel aangesloten externe versterkers.
• Bij de “Equalizing” resultaten kunnen er verschillende waarden
worden gebruikt voor dezelfde band om een nog gedetailleerde
instelling te bereiken.
35 Nl
Weergave
Let op
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS
gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet
geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat uw luidsprekers
kan beschadigen. Controleer of uw CD-speler geschikt
is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het
geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS
gecodeerde CD gaat afspelen.
y
3
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
• Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
• FM/AM radio-afstemming (bladzijde 48)
• Afspelen van Bluetooth component (bladzijde 54)
• Afspelen van iPod (bladzijde 56)
• Afspelen via USB of netwerk (bladzijde 58)
4
Verdraai P VOLUME (of druk op J VOLUME
+/–) om het volume op het gewenste niveau in
te stellen.
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik
van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave
begint “Decoder Mode” in het “Input Menu” instellen op
“DTS” (bladzijde 74).
Voor u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP zetten.
Basisprocedure
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
zie bladzijde 47 voor het instellen van het uitgangsniveau
van elke luidspreker.
5
Verdraai M PROGRAM (of druk herhaaldelijk
op één van de toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s (Q)) om het
gewenste geluidsveldprogramma te
selecteren.
zie bladzijde 40 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Geselecteerde geluidsveldprogrammacategorie
y
• Als u twee beeldschermen aansluit op de HDMI OUT
aansluitingen van dit toestel, druk herhaaldelijk op
RHDMI OUT om het (de) actieve beeldscherm(en) te
selecteren. Zie bladzijde 37 voor details.
• U kunt dit toestel bedienen door middel van het grafische
gebruikersinterface (Graphical User Interface - GUI)
menuscherm (bladzijde 65).
• U kunt de display-instellingen configureren met “Video”
(bladzijde 82) en “Display Set” (bladzijde 87).
2
Verdraai C INPUT (of druk op een van de
ingangskeuzetoetsen (3))
De naam van de geselecteerde ingangsbron verschijnt
een paar seconden.
Beschikbare signaalbronnen
USB
NET
DOCK
V-AUX
VCR
DVR
CBL/SAT
DVD
BD/HD DVD
MD/CD-R
TV
CD PHONO MULTI CH
TUNER
DVD
Geselecteerde ingangsbron
36 Nl
Movie
Sci-Fi
Geselecteerde geluidsveldprogramma
y
Om van op de display van het voorpaneel weergegeven
informatie (huidige ingangsbron, huidig
geluidsveldprogramma, etc) te wisselen, druk
herhaaldelijk op KINFO (of stel de schakelaar voor de
bedieningsfunctie in op FAMP en druk vervolgens
herhaaldelijk op CINFO).
Weergave
Selecteren van de audioingangsaansluitingen (AUDIO SELECT)
Selecteren van de mulitikanaal
ingangscomponent
Gebruik deze functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen)
om over te schakelen naar een andere ingangsaansluiting dan de
toegewezen aansluiting wanneer er meerdere aansluitingen
beschikbaar zijn voor de signaalbron in kwestie.
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (bladzijde 22).
1
2
Verdraai C INPUT (of druk op één van de
ingangskeuzetoetsen op de (3)) om de
gewenste signaalbron te selecteren.
Beschikbare signaalbronnen
USB
NET
DOCK
V-AUX
VCR
DVR
CBL/SAT
DVD
BD/HD DVD
A.SEL:
MD/CD-R
TV
CD PHONO MULTI CH
TUNER
HDMI
COAX/OPT
ANALOG
U kunt de multikanaal ingangsinstellingen configureren met
“MULTI CH” (bladzijde 74).
Opmerking
Geluidsveldprogramma’s kunnen niet geselecteerd worden
wanneer “MULTI CH” geselecteerd is als de ingangsbron.
Selecteren van de HDMI OUT
aansluiting
Gebruik deze functie om de HDMI OUT aansluiting(en)
te selecteren voor de weergave van ingangssignalen.
AUTO
Geselecteerde instelling selectiefunctie
audio-ingangsaansluitingen
AUTO
y
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) HDMI
(2) Digitale signalen
(3) Analoge signalen
Er zullen alleen HDMI signalen worden
geselecteerd. Als er geen HDMI signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven.
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen die binnenkomen via de
COAXIAL aansluiting.
(2) Digitale signalen die binnenkomen via de
OPTICAL aansluiting.
Als er geen signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
RHDMI OUT op de afstandsbediening om de
gewenste instelling te selecteren.
De HDMI uitgangsinstelling wijzigt als volgt.
OUT1+2
OFF
OUT2
Geeft de signalen gelijktijdig weer via zowel
de HDMI OUT 1 en de HDMI OUT 2
aansluitingen.
OUT 1
Geeft de signalen weer via de HDMI OUT 1
aansluiting.
OUT 2
Geeft de signalen weer via de HDMI OUT 2
aansluiting.
OFF
Geeft geen enkel signaal weer via de HDMI
OUT 1 en de HDMI OUT 2 aansluitingen.
Selecteer deze instelling wanneer u geen
gebruik gemaakt van het beeldscherm
verbonden met een van de HDMI OUT
aansluitingen.
y
y
U kunt de HDMI OUT aansluiting via welke de HDMI
regelsignalen worden weergegeven selecteren met “Control
Monitor” (bladzijde 83).
Deze functie is niet beschikbaar als er geen digitale ingangsaansluiting
is toegewezen aan de geselecteerde ingangsbron in “I/O Assignment”
(bladzijde 86). “HDMI” is alleen beschikbaar wanneer er een HDMI
ingangsaansluiting is toegewezen.
37 Nl
Nederlands
Opmerking
OUT1
OUT 1+2
Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
U kunt de standaard instelling voor de selectiefunctie voor de
audio-ingangsaansluitingen configureren met “Audio Select”
(bladzijde 74).
BASISBEDIENING
Druk op D AUDIO SELECT en verdraai
vervolgens M PROGRAM (of stel de
bedieningsfunctie in op FAMP en druk
vervolgens herhaaldelijk op FAUDIO SEL) om
de gewenste instelling voor de selectiefunctie van
de audio ingangsaansluitingen te selecteren.
Verdraai C INPUT op het voorpaneel en
selecteer MULTI CH (of druk op 3 MULTI).
Weergave
Gebruik van een hoofdtelefoon
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
Weergeven van
ingangsbroninformatie
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op 8MENU
op de afstandsbediening.
Het informatiescherm van de ingangsbron verschijnt
op het GUI menuscherm.
2
Druk herhaaldelijk op 9l / h om heen en
weer te gaan tussen de audio- en videoinformatie.
3
Druk nogmaals op 8STATUS op de
afstandsbediening om het informatiescherm
van de ingangsbron te verlaten.
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO SELECT/
REC OUT
MENU
TONE
CONTROL
ENTER
PRESET/TUNING
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
BAND
INFO
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
PHONES
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
OPTICAL
USB
ON
OFF
MASTER
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de
SILENT CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld
(bladzijde 45).
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
• Alle digitale multikanaals audiosignalen worden teruggemengd
naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
• Wanneer “MULTI CH” geselecteerd is als de ingangsbron,
worden alleen de signalen gereproduceerd die binnenkomen via
de MULTI CH INPUT FRONT aansluitingen.
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op L MUTE op de afstandsbediening om
de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen.
Druk nog eens op L MUTE om de
geluidsweergave te hervatten.
■ Audio-informatie
Format
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er
automatisch overgeschakeld naar analoog.
Sampling
Het aantal metingen per seconden van een
continu signaal om een digitaal signaal te
kunnen maken.
Channel
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal
(voor/surround/LFE). Bijvoorbeeld een
multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen, 2
surroundkanalen en een LFE kanaal, zal
worden getoond als “3/2/0.1”.
Bitrate
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde
een bepaald meetpunt passeert.
Dialogue
Het dialoog normalisatieniveau ingesteld voor
het op dit moment ontvangen bitstroomsignaal.
Flag1/Flag2
Signalering (vlag) die in de bitstroom of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in
staat stelt automatisch van decoder te wisselen.
y
Opmerkingen
• De VOLUME niveauindicator knippert wanneer de
dempingsfunctie wordt gebruikt.
• U kunt het dempingsniveau configureren met “Muting Type”
(bladzijde 78).
• “–––” verschijnt wanneer dit toestel de bijbehorende informatie
niet kan weergeven.
• Sommige zogenaamde ‘hoge definitie’ audio bitstroomsignalen
bevatten mogelijk niet de aparte linker en rechter surroundachterkanalen, maar zijn wel gecodeerd met een bitsnelheid van
192 kHz.
• Ook als u instellingen maakt om bitstroomsignalen direct te
reproduceren, is het mogelijk dat sommige spelers Dolby
TrueHD of Dolby Digital Plus bitstroomsignalen zullen
omzetten naar Dolby Digital bitstroomsignalen, en DTS-HD
Master Audio of DTS-HD High Resolution Audio in DTS
bitstroomsignalen.
38 Nl
Weergave
■ Video informatie
HDMI signal
Het soort videosignalen ontvangen
van de signaalbron en gereproduceerd
via de HDMI OUT aansluitingen van
dit toestel.
HDMI Resolution
Resolutie van het ingangssignaal
(analoog of HDMI) en het
uitgangssignaal (HDMI).
Analog Resolution
De resolutie van de videosignalen
ontvangen van de signaalbron en de
analoge videosignalen die worden
gereproduceerd via de
COMPONENT MONITOR OUT
aansluitingen van dit toestel.
HDMI Error
Foutmelding voor HDMI bronnen of
aangesloten HDMI apparatuur.
HDMI foutmelding
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
HDCP Error
(HDMI Message)
HDCP verificatie mislukt.
Out Of Resolution
Buiten de resolutie Het aangesloten
beeldscherm is niet compatibel met
de resolutie van het
ingangsvideosignaal.
Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (bladzijde 25).
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
CSLEEP op de afstandsbediening om de
tijdsperiode in te stellen.
De slaaptimerinstelling wordt gewijzigd zoals hieronder
weergegeven.
120min.
OFF
90min.
30min.
60min.
De SLEEP indicator zal oplichten op de display van het
voorpaneel en het display keert terug naar het
geselecteerde geluidsveldprogramma.
BASISBEDIENING
Device Over
Gebruiken van de slaaptimer
Annuleren van de slaaptimer
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP
en druk vervolgens herhaaldelijk op CSLEEP op de
afstandsbediening om “SLEEP OFF” te selecteren.
y
Als u de hoofdzone op de standby-stand instelt, wordt de
slaaptimer automatisch geannuleerd.
Nederlands
39 Nl
Geluidsveldprogramma’s
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een Yamaha digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
De Yamaha CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s zijn compatibel met alle Dolby Digital, DTS, Dolby Surround, Dolby TrueHD en
DTS-HD Master Audio bronnen.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Verdraai M PROGRAM (of zet de schakelaar voor
de bedieningsfunctie op FAMP en druk
vervolgens herhaaldelijk op één van de
geluidsveldtoetsen (Q)).
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op de display van het voorpaneel en als
verkorte melding op het scherm.
y
• U kunt het gewenste geluidsveldprogramma selecteren en de
parameters instellen via het GUI menu (bladzijde 69).
• Beschikbare geluidsveldparameters en het gecreëerde
geluidsveld verschillen afhankelijk van de ingangsbronnen en
de instellingen van dit toestel.
40 Nl
Opmerkingen
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel
automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Geluidsveldprogramma’s kunnen niet worden geselecteerd
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als de ingangsbron
(bladzijde 37) of wanneer dit toestel in de PURE DIRECT stand
staat (bladzijde 47).
• Wanneer u DTS 96/24 materiaal weergeeft zonder
geluidsveldprogramma, zal dit toestel het geselecteerde
programma toepassen zonder de DTS 96/24 decoder in werking
te stellen.
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz
zullen worden teruggebracht tot 48 kHz of lager, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
Geluidsveldprogramma’s
Beschrijvingen van de karakteristieken van de geluidsveldprogramma’s
De volgende indexen geven de karakteristieken en trends aan van elk geluidsveldprogramma.
Opmerking
De karakteristieken van de geluidsveldprogramma’s kunnen verschillen afhankelijk van de instellingen van de luisterruimte, etc.
Grootte van de geluidsveldruimte (Grootte)
Klein
Large
Geluidsveldatmosfeer (Atmosfeer)
Eenvoudig
Complex
Geeft de grootte van het te genereren geluidsveld aan. Als
de waarde voor dit item klein is, is het geluid gelijk aan dat
van een kleine ruimte, terwijl als de waarde groot is, is het
geluid gelijk aan dat van een enorme ruimte.
Kalm
Krachtig
Het te genereren geluidsveld wordt beoordeeld in
Voor-/achter-balans (V/A balans)
overeenstemming met of het dichterbij het ene of het
Voorzijde
Achterzijde
andere is van de volgende;
Een CINEMA DSP geluidsveldverwerking die uitdrukt of het Kalm: Een algemeen sereen, bescheiden effect, de totale
effect sterker naar de voorzijde of naar de achterzijde is.
kwaliteit van de atmosfeer benadrukkend zonder te mikken
Wanneer het effect sterker is naar de voorzijde, heeft de
op extreme effecten. Dit is relatief goed geschikt voor
luisteraar een gevoel van openheid en diepte naar het scherm bijna alle typen inhoud, maar biedt weinig spektakel of
toe, terwijl als het effect sterker naar de achterzijde is, krijgt kracht.
de luisteraar een gevoel van omhulling en beweging. Maakt in Krachtig: Ontworpen met specifieke typen inhoud in
wezen alle typen inhoud geschikt voor programma’s met een gedachten (enorme ruimten, koortsachtige opwinding, etc.
goede voor-/achter-balans, en het werkt wanneer het op de
tot uitdrukking brengend). Dit werkt extreem goed voor de
juiste wijze ingesteld wordt voor programma’s waarbij de
juiste inhoud, maar het is slechts geschikt voor een
balans meer naar de voorzijde of naar de achterzijde is.
kleinere verscheidenheid aan inhoudstypen.
BASISBEDIENING
Het te genereren geluidsveld wordt beoordeeld in
overeenstemming met of het dichterbij het ene of het
andere is van de volgende;
Eenvoudig: Geluiden die op eenvoudige wijze wegvagen,
met een lichte, milde impressie, afhankelijk van het
programma. Dit is relatief goed geschikt voor bijna alle
Verticale/horizontale balans (V/H balans)
typen inhoud, maar biedt weinig vernuft of kracht.
Complex: Geluiden worden op complexe manieren
Verticaal
Horizontaal
getransformeerd terwijl ze wegvagen, met een rijke,
Geeft de balans van de verticale (hoogte) en horizontale
prachtige impressie, afhankelijk van het programma.
richtingen aan voor het te genereren geluidsveld. Als dit
item meer in de horizontale richting is, is het geluid dat van Dit werkt extreem goed voor de juiste inhoud, maar het is
een ruimte met sterke weerkaatsingen van de muren, terwijl slechts geschikt voor een kleinere verscheidenheid aan
als het meer in de verticale richting is, is het geluid dat van inhoudstypen.
een ruimte met sterke weerkaatsingen van het plafond.
■ Voor muziekmateriaal
y
Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de PURE DIRECT stand (bladzijde 47), de “STRAIGHT” stand (bladzijde 46) of de
surround decoderstand (bladzijde 63) aanbevelen.
CLASSICAL
1
CLASSICAL
Hall in Munich
Size
Dit geluidsveld simuleert een concertzaal met ongeveer 2500
zitplaatsen in Muenchen, met een stijlvol houten interieur, zoals
normaal is in Europese concertzalen. Verfijnde, mooie natrillingen
verspreiden zich door de ruimte en creëren een kalme sfeer. U
bevindt zich virtueel in het midden links van de zaal.
Dit is een traditionele middelgrote, doosvormige concertzaal met
ongeveer 1700 zitplaatsen in Wenen. De zuilen en ingewikkelde
versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties die voor het publiek van
alle kanten lijken te komen en voor een volle en rijke geluidsweergave.
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Complex
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Complex
41 Nl
Nederlands
Hall in Vienna
Small
Geluidsveldprogramma’s
Hall in Amsterdam
Deze grote, doosvormige zaal biedt ongeveer 2200 zitplaatsen
rond een cirkelvormig podium. De weerkaatsingen zijn rijk en het
oor welgevallig terwijl het geluid vrije doorgang vindt.
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Complex
Church in Freiburg
Deze grootse stenen kerk bevindt zich in Zuid-Duitsland en heeft
een torenspits van 120 meter hoog. De lange, smalle vorm en het
hoge plafond leveren een lange natriltijd op en een beperkte tijd
voor de eerste weerkaatsingen. Op deze manier zorgen de rijke
natrillingen, meer dan het oorspronkelijke geluid zelf, voor de
atmosfeer in de kerk.
Chamber
Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog
plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige
natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen.
LIVE/CLUB
2
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Complex
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Complex
LIVE/CLUB
Village Vanguard
Deze jazzclub is te vinden op 7th Avenue, New York. Het is een
kleine club met een laag plafond dat ervoor zorgt dat de sterke
weerkaatsing uitstraalt van het podium in de hoek.
Warehouse Loft
Dit pakhuis lijkt op sommige zolders in Soho. Het geluid wordt
met een hoge energie-inhoud weerkaatst door de betonnen
wanden.
Cellar Club
Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en
een huiselijke atmosfeer. Een realistisch en levendig geluidsveld
met een krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij
voor een klein podium bevindt.
The Roxy Theatre
Dit is het geluidsveld van een rock live house in Los Angeles, met
ongeveer 460 plaatsen. De luisteraar bevindt zich virtueel links in
het midden van de zaal.
The Bottom Line
Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line,
ooit een befaamde New Yorkse jazzclub. Er is plaats voor 300
mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en
levendige weergave.
42 Nl
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Complex
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Complex
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Complex
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Complex
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
Atmosfeer
Eenvoudig
Complex
Geluidsveldprogramma’s
■ Voor divers materiaal
ENTERTAIN
3
ENTERTAIN
Sports
Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving
te luisteren naar stereo sportuitzendingen en
amusementsprogramma’s uit de studio. Bij sportuitzendingen
worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het
midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het stadion zich
rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij
zich middenin het stadion bevindt.
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Small
Large
■ Voor game programma’s
ENTERTAIN
3
ENTERTAIN
Action Game
Roleplaying Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en
avonturen. Het combineert de effecten voor films en het
geluidsveldontwerp voor actiespellen (“Action Game”) om de
diepte en het driedimensionale gevoel van de spelwereld tijdens
het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel mogelijk recht
wordt gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel.
Size
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Small
Large
BASISBEDIENING
Dit geluidsveld is geschikt voor actiespellen zoals racespelletjes en
FPS games. Er wordt gebruik gemaakt van weerkaatsingsgegevens
die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige
spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan zonder een
duidelijk gevoel voor richting te verliezen.
■ Voor visuele muziekbronnen
ENTERTAIN
3
ENTERTAIN
Music Video
Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live
optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in
een hippe livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld
dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s
en de beat van de ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld
dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal.
Size
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Size
Small
Large
Recital/Opera
Dit programma houdt de hoeveelheid natrillingen op een optimaal
niveau en benadrukt de diepte en helderheid van de menselijke
stem. “Recital/Opera” reproduceert de speciale natrillingen van de
orkestbak recht voor de luisteraar en geeft bovendien een sterk
gevoel van aanwezigheid voor de artiesten op het podium. Het
surround geluidsveld is relatief gematigd, maar er wordt gebruik
gemaakt van concertzaal-effecten om de inherente schoonheid van
de muziek beter uit te laten komen. Ook na enige uren luisteren
naar opera zal de luisteraar niet vermoeid raken.
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Nederlands
43 Nl
Geluidsveldprogramma’s
■ Voor filmmateriaal
y
U kunt de gewenste decoder (bladzijde 63) instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve met “Mono
Movie”).
MOVIE
4
MOVIE
Standard
Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het
omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische
positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS
aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale
bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door prachtige
natrillingen van links, rechts en van achteren.
Spectacle
Dit programma reproduceert de overweldigende ervaring van
groots opgezette spektakelfilms. Het voorziet in een breed
geluidsveld dat past bij Cinemascope en andere breedbeeld films,
met een uitstekend dynamisch bereik, van zeer zachte tot
verschrikkelijk harde geluiden.
Sci-Fi
Dit programma geeft een heldere reproductie van de verfijnde
geluidseffecten van de nieuwste science-fiction en special-effects
films. U kunt hierdoor genieten van een cinematografisch gelaagde
virtuele ruimte, waarin de dialogen, de geluidseffecten en
achtergrondmuziek duidelijk gescheiden zijn.
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Size
Small
Large
Adventure
Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van het
geluid bij actie- en avonturenfilms. Het geluidsveld beperkt
natrillingen en geeft de nadruk aan het reproduceren van een zich
ver naar links en naar rechts uitstrekkende geluidsruimte. De
gereproduceerde diepte wordt ook relatief beperkt om de
scheiding tussen de audiokanalen en de helderheid van de
weergave te kunnen waarborgen.
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Small
Large
Drama
Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor
een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en
komedies. De natrillingen zijn bescheiden, maar bieden een
optimale ruimtelijke gewaarwording, effecttonen en
achtergrondmuziek zachtjes weergevend, maar gesproken tekst
wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een
manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na vele uren kijken.
Mono Movie
Dit programma is speciaal bedoeld voor de reproductie van mono
videomateriaal, zoals klassieke films, en geeft u het gevoel alsof u
in een oude, gezellige bioscoop zit. Dit programma produceert de
optimale expansie en natrillingen voor de originele
geluidsweergave en creëert een comfortabele ruimte met een
duidelijk bepaalde diepte.
44 Nl
Size
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Size
Small
Large
V/H balans
Verticaal
Horizontaal
V/A balans
Voorzijde
Achterzijde
Atmosfeer
Kalm
Krachtig
Geluidsveldprogramma’s
■ Stereoweergave
STEREO
5
STEREO
2ch Stereo
Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te
brengen naar 2 kanalen.
7ch Stereo
Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle
luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal
dit toestel het bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het
geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit
programma geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor
achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
ENHANCER
6
ENHANCER
Straight Enhancer
Gebruik dit programma om het geluid te verbeteren tot het zo
goed mogelijk de originele diepte en breedte van het 2-kanaals
of multikanaals signaal voor compressie benadert.
7ch Enhancer
Gebruik dit programma voor weergave met compensatie voor
compressie-artefacten in 7-kanaals stereo.
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Wanneer u “Surround” instelt op “None” (bladzijde 76),
wordt Virtual CINEMA DSP automatisch ingeschakeld
telkens als u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma
selecteert (bladzijde 40).
Opmerking
Virtual CINEMA DSP wordt in de volgende gevallen niet
ingeschakeld:
– “MULTI CH” is geselecteerd als de ingangsbron
(bladzijde 37).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
– het toestel bevindt zich in de “7ch Stereo” stand
(bladzijde 45).
■ Luisteren naar multikanaals bronnen en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting doet terwijl u luistert naar de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s (bladzijde 40). Indien
ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten
op de display van het voorpaneel.
BASISBEDIENING
■ Voor compressie-artefacten
(Compressed Music Enhancer stand)
■ Gebruik van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers
(Virtual CINEMA DSP)
Opmerking
■ Surround decoderstand
SUR. DECODE
7
SUR. DECODE
Surround Decoder
SILENT CINEMA wordt in de volgende gevallen niet
ingeschakeld:
– “MULTI CH” is geselecteerd als de ingangsbron
(bladzijde 37).
– het toestel staat in de “2ch Stereo” (bladzijde 45),
“STRAIGHT” (bladzijde 46) of “PURE DIRECT”
(bladzijde 47) stand.
Gebruik dit programma voor de weergave van bronnen met de
gewenste surround decoders (bladzijde 63).
Nederlands
45 Nl
Geluidsveldprogramma’s
Voor u de volgende handeling uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP zetten.
Voor u de volgende handeling uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP zetten.
Gebruiken van de CINEMA DSP 3D
stand
Luisteren naar onbewerkte
weergave
CINEMA DSP 3D stand voor een intensieve en accurate
dieptewerking in het in de luisterruimte gecreëerde
geluidsveld. U kunt de CINEMA DSP 3D stand naar
keuze aan of uit zetten.
Druk herhaaldelijk op P 3D DSP om de CINEMA
DSP 3D stand aan of uit te zetten.
Terwijl dit toestel in de CINEMA DSP 3D stand staat,
licht de 3D indicator op.
Opmerking
CINEMA DSP 3D wordt niet ingeschakeld (“3D:--” zal
verschijnen) in de volgende gevallen:
– de “Front Presence” instelling staat ingesteld op “None”
(bladzijde 76).
– er is geen CINEMA DSP geselecteerd.
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
46 Nl
Wanneer het toestel in de STRAIGHT stand staat, worden
2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de linker
en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal
rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven
zonder verdere toevoeging van effecten.
Druk op N STRAIGHT (of op T STRAIGHT) om
“STRAIGHT” te selecteren.
De namen van het soort audiosignaal van de signaalbron
en de actieve decoder zullen verschijnen op de display van
het voorpaneel.
Uitschakelen van de “STRAIGHT” stand
Druk nogmaals op NSTRAIGHT (of op TSTRAIGHT)
of selecteer een ander geluidsveldprogramma
(bladzijde 40).
Gebruiken van audiofuncties
Voor u de volgende handeling uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP zetten.
Voor u de volgende handeling uit gaat voeren, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP zetten.
Luisteren naar pure hi-fi weergave
Instellen luidsprekerniveaus
Gebruik de PURE DIRECT stand om te luisteren naar de
pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de PURE DIRECT stand is ingeschakeld, geeft
dit toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn gemaakt
via de automatische setup (bladzijde 30) en “Level” (bladzijde 77).
1
Druk herhaaldelijk op C LEVEL en
vervolgens op 9k / n om de luidspreker te
selecteren die u wilt aanpassen.
Opmerkingen
Display
FRONT L
FRONT R
CENTER
SUR.L
SUR.R
SB L
SB R
FP L
FP R
SWFR
• De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de PURE DIRECT stand staat:
– omschakelen van het geluidsveldprogramma
– weergeven van het GUI menuscherm
• De PURE DIRECT stand wordt automatisch geannuleerd
wanneer dit toestel uit wordt gezet.
y
Om dit toestel videosignalen te laten reproduceren tijdens de
PURE DIRECT stand, configureer de “Pure Direct” instelling
(bladzijde 81).
Toonregeling
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal en het
subwooferkanaal.
1
Druk herhaaldelijk op D TONE CONTROL
op het voorpaneel om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
lage tonen (BASS) te selecteren.
2
Verdraai M PROGRAM om de weergave van
de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van
de lage tonen (BASS) te regelen.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Opmerkingen
Rechter voor-luidspreker
Midden-luidspreker
Linker surround-luidspreker
Rechter surround-luidspreker
Linker surround achter-luidspreker
Rechter surround achter-luidspreker
Linker aanwezigheidsluidspreker
Rechter aanwezigheidsluidspreker
Subwoofer
y
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt af van
de luidsprekerinstellingen.
2
Druk op 9l / h op de afstandsbediening
om het uitgangsniveau (volume) van de
luidsprekers te regelen.
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Selecteren van de opnamebron
Gebruik deze functie om een broncomponent te selecteren
vanaf welke u wilt opnemen.
1
Houd DREC OUT ingedrukt totdat “REC OUT”
in de display van het voorpaneel verschijnt.
2
Verdraai MPROGRAM om de
broncomponent te selecteren.
y
Om de ingangssignalen van de momenteel geselecteerde bron op
te nemen, selecteer “SOURCE”.
47 Nl
Nederlands
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers,
midden-luidspreker en de subwoofer.
• TONE CONTROL werkt niet wanneer de PURE DIRECT stand
ingeschakeld is, of wanneer “MULTI CH” geselecteerd staat als
de ingangsbron.
Ingestelde luidspreker
Linker voor-luidspreker
BASISBEDIENING
Druk op LPURE DIRECT (of op N PURE
DIRECT) om de PURE DIRECT stand uit of aan
te zetten.
De L PURE DIRECT toets op het voorpaneel licht op en
de display van het voorpaneel gaat automatisch uit
wanneer dit toestel in de PURE DIRECT stand staat.
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen
terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook
mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH
INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
FM/AM afstemming
Overzicht
Opmerking
Als het signaal van de zender die u wilt selecteren zwak is,
zoek de zender dan manueel op of voer de frequentie
rechtstreeks in (bladzijde 48).
U kunt gebruik maken van twee afstemfuncties om op de
gewenste FM/AM zender af te stemmen:
Frequentie-afstemfunctie
U kunt de frequentie van de gewenste FM/AM zender
automatisch of manueel opzoeken of specificeren (zie
“FM/AM afstemming” op deze pagina).
Automatische afstemfunctie
U kunt de gewenste FM/AM zender van tevoren instellen
en de zender vervolgens oproepen door de
voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer te specificeren (zie “Oproepen van een
voorkeuzezender” over bladzijde 50).
Opmerking
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Voordat u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op
de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE zetten en dan op 3TUNER drukken.
FM/AM afstemming
1
Druk op JBAND (of op 8BAND) om de
gewenste ontvangstband te selecteren.
2
Als de PRESET indicator op het voorpaneel
oplicht, druk op HSEARCH MODE (of op
ISRCH MODE) om deze uit te schakelen.
• Wanneer dit toestel staat afgestemd op een zender, licht de
TUNED indicator op.
• Om van op de display van het voorpaneel weergegeven
informatie (huidige ingangsbron, huidig
geluidsveldprogramma, etc) te wisselen, druk
herhaaldelijk op KINFO (of stel de schakelaar voor de
bedieningsfunctie in op FAMP en druk vervolgens
herhaaldelijk op CINFO).
• Om te wisselen tussen stereo of monaurale FM ontvangst,
druk op ISTEREO/MONO (of op OAUDIO).
■ Directe frequentie-afstemming
Gebruik deze functie om rechtstreeks op de gewenste
zender af te stemmen door de frequentie in te voeren.
1
Volg stap 1 en 2 in “FM/AM afstemming”
(bladzijde 48) om de gewenste
ontvangstband te selecteren.
2
Voer de frequentie in van de gewenste zender
door op de numerieke toetsen te drukken
(B).
Voorbeeld: Afstemmen op 103,70 MHz
1
FM 88.90MHz
PRESET wordt uitgeschakeld
3
y
Om de zender automatisch op te zoeken,
houd FPRESET/TUNING/CH l / h
ongeveer 2 seconden ingedrukt (of druk op
9PRESET/CH k / n). Om de zender
manueel op te zoeken, druk herhaaldelijk op
FPRESET/TUNING/CH l / h.
• Om op een hogere frequentie af te stemmen, druk
op Fh (of op 9k).
• Om op een lagere frequentie af te stemmen, druk
op Fl (of op 9n).
48 Nl
0
3
7
y
Als de ingevoerde frequentie buiten het bereik van de FM/AM
afstemming valt, verschijnt er “WRONG STATION!” op de
display van het voorpaneel.
FM/AM afstemming
Voordat u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op
de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE zetten en dan op 3TUNER drukken.
2
Vooraf instellen van FM/AM zenders
Druk op GMEMORY (of op 0MEMORY).
De PRESET indicatorlampjes lichten op op het
voorpaneel, waarna dit toestel automatisch een leeg
voorkeuzenummer selecteert.
Licht op
Gebruik deze functie om maximaal 40 FM/AM zenders op te
slaan (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen)
automatisch of met de hand voorprogrammeren. Stel de
gewenste zenders van tevoren in op dit toestel met behulp van
de automatische of manuele instelling van voorkeuzezenders
PRESET
■ Automatische instelling van
voorkeuzezenders
y
Houd JBAND (of 8BAND) meer dan 3
seconden ingedrukt.
De MEMORY indicator zal gaan knipperen en
“AUTO MEMORY” zal op de display van het
voorpaneel verschijnen. Na ongeveer 5 seconden zal
het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf
de huidige frequentie naar hogere frequenties.
3
Knippert
A1 FM 88.90MHz
AUTO MEMORY
MEMORY
Om de voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer te selecteren (A1 t/m E8),
druk herhaaldelijk op FPRESET/TUNING/
CH l / h (of op 9CAT./A-E l / h en op
9PRESET/CH k / n).
• Om een hogere voorkeuzegroep en -nummer te
selecteren, druk op Fh (of op 9k).
• Om een lagere voorkeuzegroep en -nummer te
selecteren, druk op Fl (of op 9n).
Knippert
Voorkeuzegroep en -nummer
Wanneer het automatische afstemmen van
voorkeuzezenders voltooid is, zal de MEMORY
indicator verdwijnen.
PRESET
y
• Om de voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer te bepalen via
welke dit toestel de zenders opslaat, druk herhaaldelijk op
FPRESET/TUNING/CH l / h (of op 9CAT./A-E l / h
en op 9PRESET/CH k / n).
• Om de automatische instelling van voorkeuzezenders te
annuleren, druk nogmaals op JBAND (of op 8BAND).
■ Manuele instelling van voorkeuzezenders
y
4
Druk op EENTER (of op 9ENTER).
De voorkeuzezender wordt ingesteld en de PRESET
indicator verdwijnt.
Opmerking
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Nederlands
Gebruik deze functie om de FM of AM zenders manueel
op te slaan.
MEMORY C2
FM 88.90MHz
• U kunt ook een voorkeuzenummer (1 t/m 8) selecteren
door op de numerieke toetsen te drukken (B).
• Als u een voorkeuzenummer selecteert dat reeds in
gebruik is (“*” zal er verschijnen naast het
voorkeuzenummer), wordt de huidige voorkeuzezender
overschreven.
Opmerkingen
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een
bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere
zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen worden,
zal het automatisch voorprogrammeren stoppen nadat alle
beschikbare zenders zijn opgeslagen.
BASISBEDIENING
• Om de geselecteerde zender automatisch onder een leeg
voorkeuzenummer op te slaan, houd GMEMORY (of
0MEMORY) meer dan 2 seconden ingedrukt, in plaats
van stap 2. In dit geval zijn de volgende stappen niet meer
nodig.
• Om de manuele instelling van voorkeuzezenders te
annuleren, druk nogmaals op GMEMORY (of op
0MEMORY).
U kunt gebruik maken van de automatische afstemfunctie
voor voorkeuzezenders om tot maximaal 40 FM zenders
met sterke signalen op volgorde op te slaan.
1
MEMORY A1
FM 88.90MHz
Afstemmen op een zender.
Zie bladzijde 48 voor aanwijzingen over hoe u moet
afstemmen op een zender.
49 Nl
FM/AM afstemming
■ Oproepen van een voorkeuzezender
1
Als de PRESET indicator op het voorpaneel
uitgeschakeld wordt, druk op HSEARCH
MODE (of op ISRCH MODE) om deze in te
schakelen.
PRESET
A
FM 88.90MHz
Licht op
Opmerking
U kunt de automatische afstemfunctie niet gebruiken als er van
tevoren geen voorkeuzezenders zijn ingesteld.
2
Druk herhaaldelijk op FPRESET/TUNING/
CH l / h (of op 9PRESET/CH k / n) om de
gewenste voorkeuzegroep en -nummer te
selecteren (A1 t/m E8).
PRESET
A5 FM 89.50MHz
Voorkeuzegroep en -nummer
y
• Lege voorkeuzenummers worden overgeslagen.
• U kunt een voorkeuzegroep (A t/m E) ook selecteren door te
drukken op 9CAT./A-E l / h en een voorkeuzenummer (1 t/
m 8) door te drukken op de numerieke toetsen (B),
■ Wissen van voorkeuzezenders
U kunt de toewijzingen van voorkeuzezenders wissen.
1
Selecteer de voorkeuzezender die u wilt
wissen.
Zie voor details “Oproepen van een
voorkeuzezender” (bladzijde 50).
2
Houd HSEARCH MODE (of ISRCH
MODE) ingedrukt totdat “CLEAR?” op de
display van het voorpaneel verschijnt.
A1 CLEAR?[ENT]
FM 88.90MHz
50 Nl
3
Druk op EENTER (of op 9ENTER) om de
voorkeuzezender te wissen.
y
Om de handeling te annuleren, druk nogmaals op
HSEARCH MODE (of op ISRCH MODE).
Radio Data Systeem ontvangst (alleen voor modellen uit V.K. en Europa)
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel kan verschillende Radio Data Systeem gegevens ontvangen, zoals PS (Programma Service), PTY
(Programma Type), RT (Radio Tekst), CT (Klok Tijd) en EON (Enhanced Other Networks - Verbeterde service andere
netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Voordat u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op
de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE zetten en dan op 3TUNER drukken.
3
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype (PTY
SEEK functie)
Programmatype
Druk herhaaldelijk op 8BAND en selecteer
“FM” als de radioband.
2
Druk op APTY SEEK MODE om dit toestel
in te stellen in de PTY SEEK stand.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op de display van het
voorpaneel.
y
Om de PTY SEEK stand te annuleren, dient u nog eens op
APTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
4
Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sports
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Drama
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rockmuziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
BASISBEDIENING
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
1
Druk op 9PRESET/CH k / n om het
gewenste programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op de display van het voorpaneel.
Druk op APTY SEEK START of op
9ENTER op de afstandsbediening om te
zoeken naar alle Radio Data Systeem
voorkeuzezenders.
De PTY HOLD indicator zal oplichten op de display
van het voorpaneel.
y
Om te stoppen met zoeken naar geschikte zenders, druk
nogmaals op APTY SEEK START.
Opmerkingen
51 Nl
Nederlands
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op APTY SEEK START drukken om te
zoeken naar een andere zender met een programma van
het gewenste type.
Radio Data Systeem ontvangst (alleen voor modellen uit V.K. en Europa)
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van
andere netwerken (Enhanced
Other Networks; EON)
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO, of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
Voordat u de volgende handeling uitvoert, moet u op de
afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP zetten.
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd).
1
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
• Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (bladzijde 49).
• U kunt ook met de PTY SEEKK functie
afstemmen op de gewenste voorgeprogrammeerde
Radio Data Systeem zender (bladzijde 51).
2
Druk herhaaldelijk op KINFO (of op CINFO)
om de gewenste Radio Data Systeem
weergavestand te selecteren.
Opmerkingen
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op de display van het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1
2
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
Controleer of de EON indicator brandt op de
display van het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op de display, dient
u af te stemmen op een ander Radio Data Systeem
programma waarbij de EON indicator wel gaat
branden.
PROG. SERVICE
Programma Service (PS).
PROGRAM TYPE
Programmatype (PTY).
RADIO TEXT
3
Druk op AEON.
“EON” zal op de display van het voorpaneel
verschijnen.
4
Druk herhaaldelijk op 9l / k / h / n om één
van de 4 Radio Data Systeem
programmatypen te selecteren (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT).
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op de display van het voorpaneel.
5
Radio Tekst (RT).
CLOCK TIME
Kloktijd (CT).
DSP PROG. INFO
Geluidsveldprogramma.
Druk op 9ENTER om het Radio Data
Systeem programmatype in te stellen.
y
• Om het geselecteerde programmatype te annuleren, druk
nogmaals op 0EON.
• Om de EON functie te annuleren, selecteer “EON OFF” in
stap 4.
52 Nl
INPUT INFO
Ingangsbron, kanaalnummer, kanaalnaam
Terug naar “PROG. SERVICE”
Radio Data Systeem ontvangst (alleen voor modellen uit V.K. en Europa)
Opmerkingen
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“--------” verschijnen op de display van het voorpaneel.
• Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op de display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op de display van het
voorpaneel.
BASISBEDIENING
Nederlands
53 Nl
Gebruik van Bluetooth™ componenten
U kunt een Yamaha Bluetooth ontvanger (zoals een apart verkrijgbare YBA-10) aansluiten op de DOCK van dit toestel
en luisteren naar de op uw Bluetooth component (zoals een draagbare muziekspeler) opgeslagen muziekinhoud, zonder
bedrading tussen dit toestel en de Bluetooth component. U dient alleen van tevoren het “paren” uit te voeren van de
aangesloten Bluetooth ontvanger met uw Bluetooth component.
Voor details over op de display van het voorpaneel en op het GUI menuscherm weergegeven statusmeldingen, zie
“Bluetooth” (bladzijde 121).
Opmerking
Dit toestel ondersteunt A2DP (Advanced Audio Distribution Profile) Bluetooth profiel.
Terwijl de Bluetooth ontvanger in de paringsstand staat,
knippert de DOCK indicator op de display van het voorpaneel.
Paren van de Bluetooth™ ontvanger en
uw Bluetooth component
Er dient een paring uitgevoerd te worden bij het gebruik van
een Bluetooth component met de Bluetooth ontvanger, als de
laatste voor de eerste keer op dit toestel wordt aangesloten, of
als de paringsgegevens verwijderd zijn. “Paring” refereert
naar de handeling van het registreren van een Bluetooth
component ten behoeve van Bluetooth verbinding.
y
Om het paren te annuleren, druk nogmaals op EENTER
(of op 9ENTER).
4
Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth ontvanger detecteert.
Als de Bluetooth component de Bluetooth ontvanger
detecteert, verschijnt “YBA-10 YAMAHA”
(voorbeeld) in de Bluetooth apparatenlijst.
5
Selecteer de Bluetooth ontvanger in de Bluetooth
apparatenlijst en voer vervolgens het wachtwoord
“0000” in op de Bluetooth component.
Wanneer het paren gelukt is, verschijnt er
“Completed” op de display van het voorpaneel.
y
• U hebt de paringshandeling alleen de eerste keer nodig wanneer
u gebruik maakt van de Bluetooth component met de Bluetooth
ontvanger.
• Het paren vereist handelingen op dit toestel and op de andere
component waarmee Bluetooth verbinding dient te worden
gemaakt. Zie de bedieningsaanwijzingen van de andere
component als dat nodig is.
Er zijn twee paringsmethoden: paren door middel van
“Pairing” in het GUI menu en via snelparing.
■ Paren door middel van het GUI menu
Gebruik deze functie om paring via het GUI menuscherm
uit te voeren. Zie “Pairing” (bladzijde 75) voor details.
■ Snelparing
Er is een tijdslimiet van 8 minuten gesteld voor de paringsbewerking
om de veiligheid te garanderen. Het wordt aanbevolen dat u alle
instructies leest en volledig begrijpt voordat u begint.
1
2
3
Verdraai CINPUT (of stel de schakelaar
voor de bedieningsfunctie in op FSOURCE
en druk vervolgens op 3DOCK) om “DOCK”
als de ingangsbron te selecteren.
Zet uw Bluetooth component aan en stel de Bluetooth
component vervolgens in op de paringsstand.
Zie de bijbehorende handleiding voor details over het
bedienen van de Bluetooth component.
Houd EENTER (of 9ENTER) ingedrukt
totdat “Searching” op de display van het
voorpaneel verschijnt.
54 Nl
Opmerking
De Yamaha Bluetooth ontvanger kan gepaard worden aan tot maximaal
acht Bluetooth componenten. Als het paren met een negende
component lukt en de paringsgegevens zijn geregistreerd, zijn de
paringsgegevens voor de minst onlangs gebruikte component gewist.
Weergave van de Bluetooth™
component
1
Verdraai CINPUT (of stel de schakelaar
voor de bedieningsfunctie in op FSOURCE
en druk vervolgens op 3DOCK) om “DOCK”
als de ingangsbron te selecteren.
2
Begin met de weergave van uw Bluetooth
component.
Wanneer de aangesloten Bluetooth ontvanger de
Bluetooth component detecteert, verschijnt er “BT
connected” op de display van het voorpaneel.
y
• Wanneer u op 9ENTER op de afstandsbediening drukt, zoekt
de aangesloten Bluetooth ontvanger de laatst verbonden
Bluetooth component en verbindt zich daarmee. Als de
Bluetooth ontvanger de Bluetooth component niet kan vinden,
verschijnt er “Not found” op de display van het voorpaneel.
• Om de verbinding tussen de Bluetooth ontvanger en de
Bluetooth component te verbreken, druk op 9ENTER.
Music Content menu
In het “Music Content” menu van het GUI menu kunt u door de muziekinhoud van uw iPod, USB component, PC/
MusicCAST en Internetradio browsen. Tevens kunt u de regelfunctie voor de weergave gebruiken of de
weergavestijlinstelling voor de geselecteerde sub-signaalbron configureren.
Music Content menubewerkingen
1
Navigeer door het menu van de
geselecteerde sub-signaalbron.
Voor details over de menu-items en de
werkingsprocedure voor elke sub-signaalbron, zie de
volgende pagina’s.
• iPod (bladzijde 56)
• USB (bladzijde 58)
• PC/MCX (bladzijde 58)
• NET RADIO (bladzijde 58)
5
Druk op IMENU om het GUI menu uit te
schakelen.
Stel op de afstandsbediening de schakelaar
voor de bedieningsfunctie in op FAMP en
druk vervolgens op IMENU om het GUI
menu weer te geven.
y
Als er een ander menu dan het “Top Menu” (bladzijde 68)
wordt weergegeven, houd dan IMENU ingedrukt om het
GUI topmenu weer te geven.
2
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “Multi
Measure” te selecteren en druk vervolgens
op 9h.
iPod
BASISBEDIENING
4
USB
PC/MCX
Select:ENTER
NET RADIO
3
Druk herhaaldelijk op 9k / n om de
gewenste sub-signaalbron te selecteren en
druk dan op 9ENTER.
Het menu van de geselecteerde sub-signaalbron zal
op het GUI menuscherm verschijnen. Het volgende
scherm toont beijvoorbeeld het iPod menu.
Music
Videos
Settings
“Simple Remote Mode”
1/4
Opmerking
Als de geselecteerde sub-signaalbron niet beschikbaar is, zal
“Not Available” verschijnen.
Nederlands
55 Nl
Gebruiken van een iPod™
Wanneer uw iPod geplaatst is in een Yamaha iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-11) die verbonden is
met de DOCK aansluiting van dit toestel (bladzijde 22), kunt u met de meegeleverde afstandsbediening luisteren naar de
weergave van uw iPod. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit
van gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (bladzijde 45).
Opmerkingen
• Dit toestel ondersteunt iPod touch, iPod (Click Wheel, inclusief iPod classic), iPod nano en iPod mini.
• Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
• Sommige functies zijn mogelijk niet compatibel, afhankelijk van het model van uw Yamaha iPod universeel dock. De volgende
beschrijving is gebaseerd op het gebruik van YDS-11.
y
• Zodra de verbinding tussen uw iPod en dit toestel gereed is, verschijnt er “iPod Connected” op de display van het voorpaneel.
• Voor details over op de display van het voorpaneel en op het GUI menuscherm weergegeven statusmeldingen, zie “iPod”
(bladzijde 121).
• U kunt selecteren of dit toestel de batterij van de aangesloten iPod oplaadt of niet wanneer dit toestel in de standby-stand staat, door de
“Stanby Charge” instelling te configureren (bladzijde 87).
iPod menustructuur
Het volgende schema laat de opbouw van het iPod menu zien. Voor informatie over hoe het iPod menu weer te geven, zie
“Music Content” menubewerkingen (bladzijde 55).
iPod
Music
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
afspeellijsten
artiestlijst
albumlijst
songlijst
genrelijst
compositeurenlijst
songlijst
albumlijst
songlijst
songlijst
artiestlijst
albumlijst
albumlijst
songlijst
Videos *
Settings
Repeat
Shuffle
“Simple Remote
Mode”
Opmerking
* “Videos” verschijnt niet tenzij uw universele iPod en Yamaha iPod dock de video browsen-functie ondersteunen.
Bovendien varieert de mapsstructuur onder “Videos” afhankelijk van de op uw iPod opgeslagen video-inhoud.
56 Nl
songlijst
Gebruiken van een iPod™
iPod™ bediening
U regelt uw iPod met behulp van de volgende
afstandsbedieningsknoppen.
■ Werking GUI menu
y
Om door het iPod menu te navigeren met behulp van het
GUI scherm, stel de schakelaar voor de bedieningsfunctie
in op FAMP.
Toets
9 ENTER
Functie
Volgende menu/afspelen
k
Menu omhoog
n
Menu omlaag
l
Vorige menu
h
Volgende menu
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Songs” om dit toestel songs in willekeurige
volgorde te laten weergeven.
• Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
• Om heen en weer te gaan tussen de instellingen, druk herhaaldelijk
op 9ENTER.
• Terwijl de functie voor herhaalde weergave ingesteld staat op
“One” of “All”, verschijnt “ ” of “ ” op het GUI scherm.
• Terwijl “Shuffle” staat ingeschakeld, verschijnt “
” in het
GUI scherm.
■ Simple Remote Mode
Schakelt het submenu in/uit wanneer het scherm
met de weergaveinformatie wordt weergegeven
I MENU
Schakelt het GUI menu in/uit wanneer het scherm
met de weergaveinformatie niet wordt weergegeven
K DISPLAY
Schakelt het scherm met de
weergaveinformatie in/uit
Opmerking
y
Tevens kunt u de eenvoudige afstandsbedieningsstand
selecteren door KDISPLAY gedurende 3 seconden ingedrukt
te houden terwijl de schakelaar voor de bedieningsfunctie staat
ingesteld op FAMP.
■ Weergaveinformatiescherm
U kunt uw iPod regelen door middel van de zone OSD. Het is
echter mogelijk dat het ontwerp en de beschikbare functies
verschillen van die van het iPod menu weergegeven op het GUI
scherm in de hoofdzone.
[4]
[1]
■ Werking afstandsbediening
Functie
[5]
Made-to-order
[6]
Road to India
Om uw iPod te bedienen door middel van de volgende
afstandsbedieningsknoppen, stel de schakelaar voor de
bedieingsfunctie in op FSOURCE en druk dan op
FDOCK.
Toets
Frankie Zipper
[2]
[3]
[7]
1/12
0:51
Weergaveinformatie
-7:44
SUBMENU
[8]
[9]
[1] Album art (indien beschikbaar)
Terug zoeken (ingedrukt houden)
[2] Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
hh
Vooruit zoeken (ingedrukt houden)
[3] Verstreken tijd
a
Vooruit springen
[4]
b
Terug springen
s
Stop
e
Pauze
[5] Pictogrammen willekeurige en herhaalde
weergave
p
Weergave
[6] Artiestnaam, albumtitel, songtitel
A ll
BASISBEDIENING
0 SUBMENU
Als u “Simple Remote Mode” selecteert in het iPod menu,
schakelt dit toestel het GUI scherm uit en biedt u de
mogelijkheid uw iPod te bedienen met de afstandsbediening
van dit toestel of met de bedieningsknoppen op uw iPod.
of
(weergave),
(pauze),
(terug zoeken)
■ Weergavestijlinstellingen
[7] Voortgangsbalk
Om de volgende weergavestijlinstellingen te wijzigen,
selecteer “Settings” in het iPod menu.
Repeat (Herhaalde weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel een song of een reeks
songs laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “One” om dit toestel één song te laten herhalen.
• Selecteer “All” om dit toestel een reeks songs te laten
herhalen.
Shuffle (Willekeurige weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel songs of albums in
willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
[8] Resterende tijd
(vooruit zoeken)
[9] Submenupictogram
Submenu-items
Play Control (Weergaveregeling)
Selecteer het gewenste item van de weergaveregeling en druk
dan op (of houd ingedrukt) 9ENTER om uw iPod te regelen.
57 Nl
Nederlands
Play Style (Weergavestijl)
Selecteer de gewenste weergavestijlinstelling en druk dan
herhaaldelijk op 9ENTER om heen en weer te gaan tussen de
instellingen. Voor details over de weergavestijlinstellingen, zie
“Weergavestijlinstellingen” (bladzijde 57).
Gebruik van USB- en netwerkfuncties
Dit toestel is uitgerust met netwerk- en USB functies die u in staat stellen te luisteren naar WAV (uitsluitend PCM
formaat), MP3, MPEG-4 AAC en WMA bestanden die zijn opgeslagen op uw USB geheugenapparatuur, draagbare USB
audiospeler, PC of Yamaha MCX-2000, en die u toegang geven tot Internetradio.
Opmerkingen
• De Yamaha MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties.
• Voor verdere details over netwerkaansluitingen dient u tevens de handleidingen van uw netwerkapparatuur te raadplegen. Raadpleeg
indien nodig ook technische referentiewerken.
• Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3, MPEG-4 AAC en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
y
Voor details over op de display van het voorpaneel en op het GUI menuscherm weergegeven statusmeldingen, zie “USB en Netwerk”
(bladzijde 119).
USB- en netwerkmenustructuur
Het volgende schema toont de opbouw van de USB, PC/MCX en NET RADIO menu’s. Voor informatie over hoe deze
menu’s weer te geven, zie “Music Content menubewerkingen” (bladzijde 55).
USB *1
mappenlijst
bestandenlijst
PC/MCX
PC serverlijst *2
MusicCAST *2
NET RADIO
Bookmarks
Locations
Genres
zenderlijst
locatielijst *3
genrelijst
New Stations
Popular stations
Podcasts
Help
zenderlijst
zenderlijst
Podcast lijst
hulpitemlijst
zenderlijst
Podcast lijst
Opmerkingen
*1 De directory-structuur van het USB menu varieert afhankelijk van de mappenstuctuur van de aangesloten USB component.
*2 Alleen de beschikbare PC servers en MCX-2000 apparaten worden getoond.
*3 De mappenstructuur onder de locatielijst varieert afhankelijk van uw regio.
58 Nl
Gebruik van USB- en netwerkfuncties
Navigeren door USB- en
netwerkmenu’s
U kunt door de USB- en netwerkmenu’s navigeren met
behulp van de volgende afstandsbedieningsknoppen.
■ Weergaveinformatiescherm
De volgende schermen toont het weergaveinformatiescherm dat
bijvoorbeeld weergegeven wordt voor de weergave van USB
inhoud. Beschikbare informatie en functies variëren afhankelijk
van de geselecteerde sub-signaalbron.
[3]
■ Werking GUI menu
[4]
Om door de USB- en netwerkmenu’s te navigeren met
behulp van het GUI scherm, stel de schakelaar voor de
bedieningsfunctie in op FAMP.
Toets
9 ENTER
Functie
Frankie Zipper
[1]
Made-to-order
Road to India
[2]
0:51
Weergaveinformatie
Volgende menu/afspelen
SUBMENU
k
Menu op
[1] Artiestnaam, albumtitel, songtitel
n
Menu neer
[2] Verstreken tijd
l
Vorige menu
[3]
h
Volgende menu
Schakelt het submenu in/uit wanneer er
submenu-items beschikbaar zijn (het
submenupictogram verschijnt in de
rechteronderhoek van het GUI menuscherm)
I MENU
Schakelt het GUI menu in/uit wanneer het
scherm met de weergaveinformatie niet wordt
weergegeven
K DISPLAY
Schakelt het scherm met de
weergaveinformatie in/uit
Opmerking
U kunt door de USB- en netwerkmenu’s navigeren door middel
van de zone OSD. Het is echter mogelijk dat het ontwerp en de
beschikbare functies verschillen van die van de menu’s
weergegeven op het GUI scherm in de hoofdzone.
■ Werking afstandsbediening
Om uw USB- of netwerkcomponent te bedienen door
middel van de volgende afstandsbedieningsknoppen, stel
de schakelaar voor de bedieingsfunctie in op FSOURCE
en druk dan op 3USB/NET.
Toets
A a
Functie
Vooruit springen (behalve “NET RADIO”)
b
Achteruit springen (behalve “NET RADIO”)
s
Stop
p
Weergave (menu bedieningsfunctie)
Weergave/pauze (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie)
Opmerking
Sommige knopbewerkingen functioneren niet afhankelijk van
de geselecteerde sub-signaalbron.
(weergave)
[4] Pictogrammen willekeurige en herhaalde
weergave
[5] Submenupictogram
Submenu-items
Play Control (Weergaveregeling)
Selecteer het gewenste item van de weergaveregeling en
druk dan op (of houd ingedrukt) 9ENTER om de
weergave te regelen.
BASISBEDIENING
0 SUBMENU
[5]
Play Style (Weergavestijl)
Selecteer de gewenste weergavestijlinstelling en druk dan
herhaaldelijk op 9ENTER om heen en weer te gaan tussen de
instellingen. Voor details over de weergavestijlinstellingen, zie
“Weergavestijlinstellingen” (bladzijde 57).
y
Om de shuffle-functie in te schakelen, stel “Shuffle” in op “On”.
Gebruik van USB geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV (alleen PCM
formaat), MP3, WMA en MPEG-4 AAC bestanden die zijn opgeslagen
op uw USB geheugenapparatuur of draagbare USB audiospeler,
aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel.
Opmerkingen
59 Nl
Nederlands
• Dit toestel ondersteunt USB massa-opslagapparaten (FAT 16 of
FAT 32 formaat) of USB MTP apparaten.
• Alleen de eerste partitie wordt weergegeven in het GUI menusysteem.
U kunt geen bestanden selecteren in andere partities.
• Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden
per map worden herkend.
• Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren
functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen.
• Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3, WMA en MPEG-4
AAC bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis
of storing bevatten.
• Wanneer u USB geheugenapparatuur of een draagbare USB audiospeler
aansluit, kan er een vertraging optreden van ongeveer 10 seconden.
Gebruik van USB- en netwerkfuncties
Gebruik van een PC server of
Yamaha MCX-2000
Gebruik deze functie om te luisteren naar muziekbestanden die
zijn opgeslagen op uw PC of Yamaha MCX-2000. De MCX2000 is een muziekserver die het concept volgt van Yamaha’s
exclusieve MusicCAST, een digitaal muzieksysteem voor
weergave via een persoonlijk netwerk.
1
2
3
Installeer Windows Media Player 11 op uw PC, of
registreer dit toestel op uw Yamaha MCX-2000.
• Zie “Installeren van Windows Media Player 11 op
uw PC” en “Registreren van dit toestel op de
Yamaha MCX-2000” (bladzijde 60).
• Deze procedure hoeft u alleen de eerste keer uit te
voeren.
• (Alleen voor PC) U dient mogelijk enkele
instellingen van Windows Media Player 11 te
configureren om het materiaal te kunnen delen.
Raadpleeg de bij de Windows Media Player 11
behorende documentatie.
Zet uw PC aan en deel een map op de PC met
anderen.
De gedeelde map wordt toegevoegd aan de PC
serverlijst in het bovenste “PC/MCX” menuscherm.
Opmerkingen
• Als het besturingssysteem (OS) van uw PC Windows Vista is, is
Windows Media Player 11 reeds geïnstalleerd (behalve bij
sommige producten).
• Het is mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware op uw PC
(antivirussoftware, firewall enz.) de toegang van dit toestel tot
uw PC blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
instellingen in de betreffende beveiligingssoftware.
■ Registreren van dit toestel op de
Yamaha MCX-2000
U moet dit toestel registreren op uw Yamaha MCX-2000
zodat dit toestel kan worden herkend door uw Yamaha
MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van
uw Yamaha MCX-2000.
1
Zet dit toestel uit.
2
Zet uw Yamaha MCX-2000 in de “Auto
Config” stand.
3
Zet dit toestel aan.
• “MusicCAST” zal in het bovenste “PC/MCX”
menuscherm verschijnen.
• De klant-ID van dit toestel verschijnt op de OSD
van uw Yamaha MCX-2000 (getoond als “CLXXXXX”) en hiermee is de automatische
configuratieprocedure ten einde.
Zet uw PC of MCX-2000 aan.
Selecteer “PC/MCX” in het “Music Content” menu
en selecteer vervolgens de gewenste server of
“MusicCAST” om de weergave te starten.
Opmerkingen
• De Yamaha MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in
bepaalde locaties.
• U kunt dit toestel aansluiten op maximaal 15 PC servers en op 1
MCX-2000, en elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde
subnet als dit toestel.
• Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3, MPEG-4 AAC en
WMA bestanden op uw PC niet weergegeven kunnen worden of
veel ruis of storing bevatten.
• (Alleen voor de MCX-2000) Bestanden met een asterisk (*) zijn
niet omgezet naar MP3 formaat. U kunt zulke bestanden niet
onmiddellijk laten weergeven, tenzij u de instelling voor “Receive
PCM Stream” van dit toestel instelt op “ON” op de MCX-2000.
Voor details, zie de MCX-2000 instructiehandleiding.
■ Installeren van Windows Media Player 11
op uw PC
Met Windows Media Player 11 kunt u de op uw PC
opgeslagen audiobestanden weergeven. Raadpleeg voor
details de documentatie van Windows Media Player 11.
y
Met Windows Media Connect 2.0 geïnstalleerd, kunt u de op
uw PC opgeslagen audiobestanden ook weergeven.
1
2
Installeer Windows Media Player 11 op uw PC.
U kunt het Windows Media Player 11 installatieprogramma
downloaden van de Microsoft website, of u kunt gebruik
maken van de upgrade-functie van de geïnstalleerde versie
van de Microsoft Windows Media Player.
60 Nl
Opmerkingen
• Het laatste deel van de klant-ID van dit toestel is hetzelfde als
de laatste 5 cijfers van het MAC adres van dit toestel.
• Om de geregistreerde klant-ID van dit toestel te wissen dient u
de manuele configuratiestand van uw Yamaha MCX-2000 te
gebruiken (raadpleeg de handleiding van uw MCX-2000) en
vervolgens “NETWORK” te selecteren in “ADVANCED
SETUP” op dit toestel (bladzijde 111).
• De klantbedieningsfuncties van MusicCAST zijn niet
beschikbaar met betrekking tot dit toestel, met uitzondering van
“View Play Info”, “Receive PCM Stream” en “Edit Client title”.
Vermijd het gebruik van deze functies, want deze zullen de
weergave op dit toestel stoppen.
Gebruik van USB- en netwerkfuncties
Gebruik van de Internetradio
Gebruik deze functie om naar Internetradiozenders te
luisteren. Dit toestel maakt gebruik van de vTuner service
voor Internetradiozenders, speciaal aangepast voor dit
toestel, met een database van meer dan 2000 radiozenders.
Bovendien kunt u uw favoriete zenders opslaan door
middel van ‘bladwijzers’.
Opmerkingen
Gebruik van sneltoetsen
Met deze functie kunt u direct toegang krijgen tot de
gewenste muziekbron (WAV, MP3 en WMA bestanden
opgeslagen op een aangesloten PC, MCX-2000 of USB
geheugenapparaat en via Internetradiozenders). U kunt
voor elke sub-signaalbron 8 items voorprogrammeren.
■ Toewijzen van de items aan de
numerieke toetsen (1-8) (B)
1
Selecteer de gewenste inhoud die u wilt toewijzen
aan een numerieke toets (1-8) (B) en laat de
inhoud vervolgens weergegeven worden.
2
Druk op 0 MEMORY.
De PRESET indicatorlampjes lichten op op het
voorpaneel, waarna dit toestel automatisch een leeg
voorkeuzenummer selecteert.
y
• Een “Podcast” is een soort Internetradioservice en er zijn een
aantal Podcast services beschikbaar op het Internet. Een
Podcast is geen doorlopende voorstelling. Dat wil zeggen dat dit
toestel de weergave zal stoppen wanneer de Podcast is
afgelopen.
• Het is mogelijk dat een bepaalde beveligingsvoorziening (zoals
een firewall) de toegang van dit toestel tot Internetradiozenders
blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
beveligingsinstellingen.
■ Opslaan van uw favoriete
Internetradiozenders met behulp van
bladwijzers
Gebruik deze functie om snel uw favoriete
Internetradiozender op te kunnen zoeken.
Stel de bedieningsfunctie in op FSOURCE en
houd vervolgens 8 TITLE ingedrukt terwijl de
geselecteerde Internetradiozender uitgezonden
wordt.
De opgeslagen Internetradiozender wordt toegevoegd aan
de “Bookmarks” lijst (bladzijde 58).
Licht op
PRESET
MEMORY
y
• Om de geselecteerde inhoud automatisch onder een leeg
voorkeuzenummer op te slaan, houd 0MEMORY meer dan 2
seconden ingedrukt, in plaats van stap 2. In dit geval zijn de
volgende stappen niet meer nodig.
• Om het vooraf instellen te annuleren, druk nogmaals op
0MEMORY.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het programmeren van het geheugen automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3
Druk op een numerieke toets (1-8) (B) die u
wilt toewijzen.
Voorkeuzenummer
y
PRESET
Memory 7
USB
MEMORY
y
Als u een voorkeuzenummer selecteert dat reeds in gebruik is
(“*” zal er verschijnen naast het voorkeuzenummer), wordt het
huidige voorkeuzenummer overschreven.
4
Druk op EENTER (of op 9ENTER).
De voorkeuze-inhoud wordt ingesteld en de PRESET
indicator verdwijnt.
61 Nl
Nederlands
• Om de opgeslagen zender te verwijderen uit de lijst, selecteer
het station onder “Bookmarks” en houd vervolgens 8TITLE
ingedrukt.
• U kunt uw favoriete Internetradiozenders ook op dit toestel
registreren via de webbrowser op uw PC en de volgende
website. Om deze functie te kunnen gebruiken heeft u het MAC
adres van dit toestel nodig als ID-nummer en uw e-mail adres
om uw eigen account te kunnen maken. Gebruik “Informatie”
in het menu “Netwerk” om het MAC adres van dit toestel te
weten te komen (bladzijde 84). Raadpleeg voor verdere details
de informatie op de website zelf.
URL: http://yradio.vtuner.com/
Memory 1
USB
BASISBEDIENING
• Deze service kan zonder kennisgeving worden opgeheven.
• Sommige Internetradiozenders kunnen mogelijk niet worden
beluisterd.
• Om naar de Internetradio te kunnen luisteren, moet dit toestel
aangesloten zijn op uw netwerk (bladzijde 23).
• Een smalband internetverbinding (bijv. 56K modem, ISDN) zal
geen goede resultaten opleveren en daarom bevelen we een
breedbandaansluiting aan (bijv. een kabelmodem, xDSL
modem, enz.). Neem voor gedetailleerde informatie hieromtrent
contact op met uw internet service-provider.
Voordat u de volgende handelingen uit gaat voeren, moet u op
de afstandsbediening de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE zetten en dan op 3USB/NET drukken.
Gebruik van USB- en netwerkfuncties
■ Selecteer een item met de numerieke
toetsen (1-8) (B)
Druk op een van de numerieke toetsen (1-8) (B)
waaronder het gewenste item is opgeslagen om
dit item te selecteren voor weergave.
Het toestel begint met de weergave van de bron die
toegewezen is aan de geselecteerde numerieke toets.
Opmerkingen
• “Empty Memory!” verschijnt op de display van het
voorpaneel en als verkorte melding op het beeldscherm
wanneer u op een numerieke toets (1-8) (B) drukt
waaronder geen item is opgeslagen.
• In de volgende gevallen zal dit toestel niet in staat zijn het
correcte item zoals opgeslagen onder een numerieke toets
(1-8) (B) op te roepen:
– het aangesloten USB apparaat is niet correct.
– de PC of MCX-2000 waarop het geselecteerde item is
opgeslagen staat uit of is niet aangesloten op het
netwerk.
– de geselecteerde Internetradiozender is tijdelijk niet
beschikbaar of bestaat niet meer.
– de directory (map) van het geselecteerde item is
gewijzigd.
y
Dit toestel slaat de relatieve positie van de
voorgeprogrammeerde items in een map of afspeellijst op
en zal het correcte item niet op kunnen roepen met de
cijfertoetsen (1-8) (B) als u muziekbestanden toevoegt
aan of verwijdert uit dezelfde map of afspeellijst als de
voorgeprogrammeerde items. In zulke gevallen zult u het
gewenste item opnieuw onder de numerieke toetsen (1-8)
(B) moeten programmeren.
We raden u de volgende methoden aan:
USB geheugenapparatuur
Maak acht mappen aan met de gewenste items in een andere
map dan de map met alle muziekbestanden en programmeer
vervolgens het eerste item van elke map voor onder de
cijfertoetsen (1-8) (B). Wanneer u de onder de cijfertoetsen
(1-8) (B) geprogrammeerde items verandert, hoeft u alleen
maar de in de map opgeslagen items te vervangen zonder dat
u de map hoeft te verwijderen.
PC server/MCX-2000
Maak acht afspeellijsten aan met de gewenste items en
programmeer vervolgens het eerste item van elke speellijst
voor onder de cijfertoetsen (1-8) (B). Wanneer u de onder
de cijfertoetsen (1-8) (B) geprogrammeerde items wilt
veranderen, hoeft u alleen maar de in de afspeellijst
geregistreerde items te vervangen, zonder dat u de
afspeellijst hoeft te wissen.
62 Nl
Geavanceerde geluidsconfiguraties
Selecteren van decoders
■ Selecteren van decoders voor 2-kanaals
bronnen (surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om bepaalde bronnen af te spelen
met geselecteerde decoders. U kunt 2-kanaals materiaal
via meer kanalen laten weergeven.
PLIIx Game
PLII Game
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor
spelbronnen. De Pro Logic IIx decoder is niet beschikbaar wanneer
“Surround Back” (bladzijde 76) ingesteld is op “None” of bij
gebruik van een hoofdtelefoon.
Neo:6 Cinema
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FAMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
S SUR. DECODE op de afstandsbediening om
de surround decoderfunctie te selecteren.
U kunt de gewenste surround decoderfunctie kiezen aan
de hand van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt de parameterinstellingen van de decoder wijzigen in
“Stereo/Surround” (bladzijde 69).
■ Decoderbeschrijvingen
PLIIx Music
PLII Music
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor
muziekbronnen. De Pro Logic IIx decoder is niet beschikbaar
wanneer “Surround Back” (bladzijde 76) ingesteld is op “None” of
bij gebruik van een hoofdtelefoon.
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
y
Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor digitale
multikanaals bronnen, zal dit toestel automatisch de
corresponderende decoder voor elke bron selecteren.
■ Selecteren van decoders die gebruikt
worden met MOVIE
geluidsveldprogramma’s
U kunt een van de volgende decodertypen selecteren om te
gebruiken met de MOVIE geluidsveldprogramma’s
(behalve “Mono Movie”). Voor details over de MOVIE
geluidsveldprogramma’s, zie “Voor filmmateriaal”
(bladzijde44). Voor details over hoe het decodertype te
selecteren, zie “Beschrijvingen geluidsveldparameters”
(bladzijde 70).
Keuzes: PLIIx Movie (PLII Movie), Neo:6 Cinema
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Naam van de
decoder
(Decodertype)
DTS verwerking voor filmmateriaal.
Decoderbeschrijving
Pro Logic
Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal.
PLIIx Movie
PLII Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor
filmbronnen. De Pro Logic IIx decoder is niet beschikbaar wanneer
“Surround Back” (bladzijde 76) ingesteld is op “None” of bij
gebruik van een hoofdtelefoon.
PLIIx Music
PLII Music
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor
muziekbronnen. De Pro Logic IIx decoder is niet beschikbaar
wanneer “Surround Back” (bladzijde 76) ingesteld is op “None” of
bij gebruik van een hoofdtelefoon.
Nederlands
63 Nl
Geavanceerde geluidsconfiguraties
■ Selecteren van decoders voor
multikanaals bronnen
Als u surround achter-luidsprekers hebt aangesloten, maak
dan gebruik van deze functie om te profiteren van 6.1/7.1kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met
behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of
DTS-ES decoders.
Stel de schakelaar voor de bedieningsfunctie in
op FAMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
MEXTD SUR. op de afstandsbediening om te
schakelen tussen 5.1 en 6.1/7.1-kanaals
weergave.
Keuze
Functies
AUTO
Schakelt de optimale decoder in voor weergave
van signalen via 6.1/7.1 kanalen wanneer dit
toestel een signalering daarvoor (‘vlag’) in het
ingangssignaal herkent.
Decoders
(PLIIx Movie,
PLIIx Music,
EX/ES)
Gebruik deze functie om de gewenste decoders
voor de weergave van multikanaals
signaalbronnen manueel te activeren.
OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1
kanalen te creëren.
y
Gebruik deze functie om de gewenste decoder handmatig in te
schakelen wanneer dit toestel niet in staat is de codering van het
ingangssignaal (‘vlag’) correct te herkennen.
Opmerkingen
• Welke decoders er beschikbaar zijn hangt mede af van de
luidsprekerinstellingen en de signaalbronnen.
• In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk:
– wanneer “Surround” (bladzijde 76) of “Surround Back”
(bladzijde 76) op “None” staat.
– wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden component wordt afgespeeld.
– wanneer de afgespeelde signaalbron geen linker en rechter
surround kanaalsignalen bevat.
– wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– wanneer dit toestel in de stand voor stereoweergave, 7ch
Enhancer (bladzijde 45) of PURE DIRECT (bladzijde 47)
staat.
– wanneer “BI-AMP” ingesteld staat op “ON” (bladzijde 111).
• Indien “EXTD Surround” ingesteld wordt “Auto”
(bladzijde 88), wordt de decoderstand automatisch ingesteld op
“AUTO” telkens als dit toestel uitgeschakeld wordt.
64 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
■ GUI menustructuur
Stereo/Surround
(bladzijde 69)
TUNER
MULTI CH
PHONO
CD
TV
MD/CD-R
BD/HD DVD
DVD
CBL/SAT
DVR
VCR
VIDEO AUX
DOCK*
USB
PC/MCX
NET RADIO
Music Content
(bladzijde 75)
iPod
USB
PC/MCX
NET RADIO
Setup
Auto Setup (bladzijde 30)
Speaker
Configuration
(bladzijde 76)
Voorzijde
Midden
Surround
Surround Back
Front Presence
Subwoofer
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Input Select
(bladzijde 74)
Phase
Bass Out
Distance
Level
Test Tone
Volume
(bladzijde 78)
Adaptive DRC
Adaptive DSP Level
Max Volume
Initial Volume
Muting Type
Sound
(bladzijde 78)
LFE Level
Dynamic Range
Parametric EQ
Tone Control
Lipsync
Speaker
Headphone
Speaker
Headphone
Control
Bass
Treble
Auto Bypass
Mode
Auto
Manual
Pure Direct
Channel Mute
Nederlands
65 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Video
(bladzijde 82)
HDMI
(bladzijde 83)
Analog ` Analog
Analog ` HDMI
HDMI ` HDMI
Processing
Standby Through
Audio Output
Control Monitor
Monitor Info.
System Memory
(bladzijde 90)
Main
Zone2
Zone3
Network
(bladzijde 84)
Configuration
Network Standby
Information
Multi Zone
(bladzijde 85)
Zone SP Assign
Zone2 Set
Zone3 Set
Zone OSD
Zone Rename
Option
(bladzijde 86)
Resolution
Aspect
Prog. Re-Processing
Mode
Ingang
Uitgang
HDMI OUT1
HDMI OUT2
Main Load
Main Save
Main Rename
Zone2 Load
Zone2 Save
Zone2 Rename
Zone3 Load
Zone3 Save
Zone3 Rename
Zone2 Volume
Zone2 Max Vol.
Zone2 Initial Vol.
Zone2 Balance
Zone2 Tone Control
Zone2 Muting Type
Zone3 Volume
Zone3 Max Vol.
Zone3 Initial Vol.
Zone3 Balance
Zone3 Tone Control
Zone3 Muting Type
Main
Zone2
Zone3
Memory Guard
I/O Assignment
Input Rename
Display Set
Front Panel Display
iPod
Short Message
Playback Screen
Position
Wall Paper
Standby Charge
Initial Set
Trigger Output
Dimmer
Scroll
Audio Select
Decoder Mode
EXTD Surround
Trigger1
Trigger2
Language (bladzijde 89)
Opmerking
* “iPod” verschijnt wanneer een er een iPod geplaatst is in een Yamaha iPod universeel dock die verbonden is met de DOCK
aansluiting. “Bluetooth” verschijnt wanneer er een Yamaha Bluetooth ontvanger aangesloten is op de DOCK aansluiting.
66 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
GUI menu-overzicht
Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de
versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen
signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt.
y
• Zie “GUI menustructuur” (bladzijde 65) voor de volledige menustructuur.
• Zie “Werking GUI menu” (bladzijde 68) voor details over de basisfuncties in het GUI menusysteem.
Input Select
Sound
Music Content
Video
Setup
HDMI
Language
System Memory
Stereo/Surround
Network
■ Stereo/Surround (Stereo/Surround menu)
Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te selecteren en de programma-instellingen te wijzigen (bladzijde 69).
■ Input Select (Ingangskeuze menu)
Gebruik deze functie om de signaalbron te selecteren en de parameters voor elke signaalbron aan te passen (bladzijde 74).
■ Music Content (Muziekinhoudmenu)
Gebruik deze functie om door de muziekinhoud van uw iPod, USB component, PC/MusicCAST en Internetradio te
browsen (bladzijde 75).
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen.
Auto Setup (Automatische setup menu)
Via deze functie kunt u de automatische setup laten uitvoeren en opgeven welke luidsprekerparameters er ingesteld
moeten worden (bladzijde 30).
Speaker (Luidsprekermenu)
Zie bladzijde 76 voor details.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Setup (Instellingenmenu)
Volume (Volumemenu)
Zie bladzijde 78 voor details.
Sound (Geluidsmenu)
Zie bladzijde 78 voor details.
Video (Videomenu)
Zie bladzijde 82 voor details.
HDMI (HDMI menu)
Zie bladzijde 83 voor details.
System Memory (Systeemgeheugenmenu)
Zie bladzijde 90 voor details.
Network (Netwerkmenu)
Zie bladzijde 84 voor details.
Multi Zone (Multi-zone menu)
Zie bladzijde 85 voor details.
Nederlands
Option (Optiemenu)
Zie bladzijde 86 voor details.
■ Language (Display taalmenu)
Gebruik deze functie om de taal te selecteren die op de display van het voorpaneel of in het GUI menu van dit toestel verschijnt (bladzijde 89).
67 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Werking GUI menu
Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de
versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen
signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt. U kunt de begininstellingen voor het toestel ook bepalen met
behulp van het GUI menuscherm.
■ Items in het GUI menu
Decoder
Signaal
bron
qPLIIx Movie
DVD
Menuitem
Geluidsveld
programma
Sci-Fi
Input Select
Sound
Music Content
Video
Setup
HDMI
Language
System Memory
Stereo/Surround
Network
DVD
qPLIIx Movie
Sci-Fi
MD/CD-R
BD/HD DVD
Menu
gedeelte
DVD
Input Select
[ENTER]
CBL/SAT
DVR
SUBMENU
Top Menu
Menudirectory
-40.0dB
Submenu
pictogram
■ Voorpaneelbediening
y
Zet de keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP
wanneer u de GUI menuschermen gebruikt via de
afstandsbediening.
Functie
9k / n
Druk hierop om een item in het huidige
menuniveau te selecteren.
9h
Druk hierop om het geselecteerde menuonderdeel te openen en naar het volgende
menuniveau te gaan.
9l
Druk hierop om terug te keren naar het
vorige menuniveau.
9ENTER
Druk hierop om het geselecteerde menuonderdeel te openen en naar het volgende
menuniveau te gaan.
0SUBMENU
Hiermee schakelt u het submenu in of uit.
(Het submenupictogram verschijnt wanneer
er submenu-items bestaan onder het
momenteel geselecteerde menu.)
IMENU
Hiermee schakelt u het GUI menu in of uit.
Houd IMENU ingedrukt om het bovenste
GUI menu weer te geven (Top Menu).
Opmerking
Als u simpelweg op IMENU drukt, verschijnt de menudirectory die weergegeven werd voordat u het GUI menu
uitschakelde. Om het bovenste GUI menu (Top Menu) weer te
geven, goud IMENU ingedrukt.
68 Nl
-40.0dB
Volumeniveau
■ Afstandsbediening
Toets
Input Select
Bediening
Functie
DMENU
Hiermee schakelt u het GUI menu in of uit.
Dh
Druk hierop om het geselecteerde menuonderdeel te openen en naar het volgende
menuniveau te gaan.
Dl
Druk hierop om terug te keren naar het
vorige menuniveau.
EENTER
Druk hierop om het geselecteerde menuonderdeel te openen en naar het volgende
menuniveau te gaan.
MPROGRAM
Druk hierop om een item in het huidige
menuniveau te selecteren.
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Stereo/Surround
U kunt genieten van geluid van goede kwaliteit met de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Hoewel u de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen niet hoeft te wijzigen,
kunt u enkele van de parameters veranderen zodat deze
beter passen bij de ingangsbron of uw luisterkamer.
y
Om de parameterinstellingen van het programma aan te passen,
druk op 0SUBMENU om het submenu in te schakelen nadat u
het gewenste programma hebt geselecteerd.
Ideale
dialoogpositie
Als u de dialogen uit de onderkant van het beeldscherm
hoort komen, verhoog dan de waarde van “Dialogue Lift”.
■ Basisconfiguratie
geluidsveldprogramma’s
Elk geluidsveldprogramma heeft een aantal parameters
(instellingen) die de karakteristieken van dat programma
bepalen. Om het geselecteerde geluidsveldprogramma aan
te passen, dient u eerst “DSP Level” en/of “Dialogue Lift”
te wijzigen en dan pas andere parameters te proberen.
Instellen van het effectniveau van
geluidsveldprogramma’s (DSP Level)
Geluidsveldprogramma’s voegen effecten (DSP effecten)
toe aan het originele brongeluid om in uw kamer een
nieuw geluidsveld te creëren. Gebruik de “DSP Level”
parameter om het niveau van de effecten te regelen.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
“0” (begininstelling) is de laagste positie, en 5” is de
hoogste positie.
Opmerkingen
• “Dialogue Lift” is beschikbaar wanneer “Front Presence”
ingesteld wordt op “Yes” (bladzijde 76) en er geen
hoofdtelefoon aangesloten is.
• U kunt de dialoogpositie niet lager instellen dan de
begininstelling.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Het DSP
effectgeluidsniveau is
laag
Verplaats omhoog naar de ideale
dialoogpositie
Het DSP
effectgeluidsniveau is
hoog
Pas “DSP Level” als volgt aan:
Verhoog de waarde van “DSP Level”
wanneer
• het effect van het geselecteerde
geluidsveldprogramma te zwak klinkt.
• u kunt geen verschil horen tussen de verschillende
geluidsveldprogramma’s.
Verlaag de waarde van “DSP Level” wanneer
• de geluidsweergave vaag is.
• u voelt dat de toegevoegde effecten overdreven
zijn.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Nederlands
Aanpassen van de verticale positie van
gesproken tekst (Dialogue Lift)
Hiermee kunt u de verticale positie van de gesproken
teksten (dialogen) in films instellen. De ideale positie voor
de dialogen is wanneer ze uit het midden van het
beeldscherm lijken te komen.
69 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
■ Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
Geluidsveldparameter
Kenmerken
Decode Type
Decodertype. Selecteer de decoder die gebruikt wordt met het geselecteerde geluidsveldprogramma. De
decoderparameters voor “Surround Decoder” variëren afhankelijk van het geselecteerde decodertype. Zie
bladzijde 73 voor details.
Init. Delay
Sur. Init.Delay
SB. Init. Delay
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter geluidsveld aanvankelijke
vertraging. Wijzigt de schijnbare afmetingen van het geluidsveld door het verschil te regelen tussen het
moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing daarvan hoort.
Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe kleiner het geluidsveld lijkt voor de luisteraar.
y
Wanneer u de aanvankelijke vertraging parameters verandert, raden we u aan ook de corresponderende
parameters voor de kamerafmetingen aan te passen.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (Init. Delay)
1 t/m 49 ms (Sur. Init. Delay en SB Init. Delay)
Level
Level
Vroege
weerkaatsingen
Level
Brongeluid
Tijd
Tijd
Tijd
Delay
Delay
Delay
Geluidsbron
Weerkaatsend
oppervlak
Kleine waarde = 1 ms
Room Size
Sur. Room Size
SB. Room Size
Grote waarde = 99 ms
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze parameter regelt de
schijnbare afmetingen van het geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld
wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk
gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd
tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van
deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
y
Wanneer u de parameters voor de kamerafmetingen verandert, raden we u aan ook de corresponderende
parameters voor de aanvankelijke vertraging aan te passen.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Tijd
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Level
Level
Level
Brongeluid
Tijd
Geluidsbron
Kleine waarde = 0,1
70 Nl
Grote waarde = 2,0
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Geluidsveldparameter
Liveness
Sur. Liveness
SB. Liveness
Kenmerken
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit van de
virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te
veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met
geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met
geluidsabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte met
oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate
waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Brongeluid
Level
Level
Dood
Level
Levendig
Tijd
Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Veel weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
Rev. Time
Tijd
Grote waarde = 10
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Brongeluid
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
60 dB
Rev. Time
Geluidsbron
Korte
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s
Brongeluid
60 dB
Rev. Time
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Natriltijd. Deze parameter regelt hoelang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB, bij
1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik
veranderd. Stel een langere natriltijd in voor langdurigere natrillingen, of een kortere tijd voor een helderder
weergave.
60 dB
Rev. Time
Lange
natrillingen
Grote waarde = 5,0 s
Nederlands
71 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Geluidsveldparameter
Rev. Delay
Kenmerken
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en
het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de
natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt.
Level
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Brongeluid
(dB)
60 dB
Brongeluid
Tijd
Rev. Delay
Rev. Level
Rev. Time
Natrillingsniveau. Deze parameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe sterker
de natrillingen zullen zijn.
Level
Instelbereik: 0 t/m 100%
Brongeluid
Rev. Level
Tijd
■ Beschrijvingen stereo programmaparameters
Geluidsveldparameter
Direct
(Alleen “2ch Stereo”)
Kenmerken
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi stereoweergave
bij het afspelen van 2-kanaals analoge signaalbronnen.
Keuzes: Auto, Off
y
• Selecteer “Auto” om de decoders, DSP processors en de schakelingen voor de toonregeling alleen te
negeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op “BYPASS” (bladzijde 47).
• Selecteer “Off” om de decoders, DSP processors en de toonregeling niet te passeren wanneer “BASS” en
“TREBLE” ingesteld zijn op “BYPASS”.
• Wanneer er multi-kanaals signalen binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en
worden weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voorkanalen omgeleid worden naar
de subwoofer:
– “Bass Out” staat ingesteld op “Front + SWFR” (bladzijde 77).
– “Front” staat ingesteld op “Small” (bladzijde 76) en “Bass Out” staat ingesteld op “SWFR”
(bladzijde 77).
Center Level
Surround L Level
Surround R Level
Sur.Back L Level
Sur.Back R Level
F.PRNS L Level
F.PRNS R Level
(alleen “7ch Stereo”)
72 Nl
7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts aanwezigheidsniveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereostand. Welke parameters er
beschikbaar zijn hangt mede af van de luidsprekerinstellingen.
Instelbereik: 0 t/m 100%
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
■ Parameterbeschrijvingen Compressed Music Enhancer stand
De Compressed Music
Enhancer stand
Level
(alleen “Straight
Enhancer” en “7ch
Enhancer”)
Kenmerken
Directe weergaveverbetering of 7-kanaals verbetering van het effectniveau. Selecteer “High” of “Low” om
het effect voor de hoge tonen te regelen.
Keuzes: High, Low
■ Decoderparameterbeschrijvingen
Decoderparameter
Panorama
(alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Center Width
(alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Kenmerken
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surround-luidsprekers
zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: Off, On
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal
helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een grotere
waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers)
Begininstelling: 3
Dimension
(alleen “PLIIx Music” en
“PLII Music”)
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het
geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Center Image
(“Alleen “Neo:6 Music”)
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang met
het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via linker en rechter voor-luidsprekers) t/m
1,0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker)
Begininstelling: 0,3
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Begininstelling: STD (standaard)
■ Initialize (Parameterinitialisatie)
Gebruik deze functie om de parameters voor het geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun
beginwaarden.
Keuzes: No, Yes
• Selecteer “Yes” en druk vervolgens op 9ENTER om de programmaparameters terug te zetten op hun
fabrieksinstellingen.
• Selecteer “No” (of druk op 9l) om de programmaparameterinitialisatie te annuleren.
y
Gebruik “DSP PARAM” of “INITIALIZE” in “Geavanceerde setup” om de parameters van alle geluidsveldprogramma’s te
initialiseren (bladzijde 111).
Nederlands
73 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Input Select
Opmerking
Gebruik dit menu om de parameters van elke ingansbron
te regelen.
y
Om de instellingen van de signaalbron aan te passen, druk op
0SUBMENU om het submenu in te schakelen nadat u de
signaalbron hebt geselecteerd.
Signaalbron
Volume Trim
MULTI CH
Volume Trim
Multi CH Assign
BGV
PHONO
CD
TV
MD/CD-R
BD/HD DVD
DVD
CBL/SAT
DVR
VCR
VIDEO AUX
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Bluetooth
Volume Trim
Pairing
Connect
■ Audio Select (Selectiefunctie audio
ingangsaansluiting))
Gebruik deze functie om het soort ingangsaansluiting dat
u wilt gebruiken te selecteren.
Auto
HDMI
Coax/Opt
Analog
Functies
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) HDMI
(2) Digitale signalen
(3) Analoge signalen
Er zullen alleen HDMI signalen worden
geselecteerd. Als er geen HDMI signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden
weergegeven.
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1) Digitale signalen die binnenkomen via
de COAXIAL aansluiting.
(2) Digitale signalen die binnenkomen via
de OPTICAL aansluiting.
Als er geen signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
Hiermee kunt u een andere decoderstand inschakelen.
Keuze
• Tevens kunt u de audio ingangsaansluiting selecteren door te drukken
op DAUDIO SELECT (of op OAUDIO SEL) (bladzijde 37).
• U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via “Audio
Select” in “Initial Set” (bladzijde 88).
Functies
Auto
Detecteert automatisch de typen digitale audioingangssignalen en selecteert de juiste decoder.
DTS
Activeert de DTS decoder wanneer er
digitale audiosignalen binnenkomen.
Opmerking
“Decoder Mode” is alleen beschikbaar wanneer de digitale
audio ingangsaansluitingen (HDMI, OPTICAL en/of
COAXIAL) toegewezen zijn aan de geselecteerde signaalbron.
■ Volume Trim (Volume trimmen)
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de signaalbronnen op elkaar afstemmen. Dit
komt van pas als u de balans wilt regelen tussen alle
ingangsbronnnen om te voorkomen dat het volume
plotseling verandert wanneer u overschakelt naar andere
ingangsbronnen.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
y
Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden
geproduceerd via de ZONE OUT aansluitingen.
■ Multi CH Assign (Multikanaal toewijzing)
Met deze functie kunt u bepalen waar de signalen naartoe
moeten voor de midden-, subwoofer- en surround-kanalen
voor een broncomponent die is aangesloten op de MULTI
CH INPUT aansluitingen.
Input Channels (Ingangskanalen)
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt vanaf de externe decoder (bladzijde 22).
Keuze
Beschrijving
6ch
Selecteer “6ch” als de aangesloten
component gescheiden 6-kanaals
audiosignalen produceert.
8ch
Selecteer “8ch” als de aangesloten
component gescheiden 8-kanaals
audiosignalen produceert. Stel tevens “Front
Input” (zie hieronder) in voor de analoge
audio-aansluitingen via welke de linker en
rechter voorkanalen van de aangesloten
component worden ontvangen.
Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd.
Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen
geluid worden weergegeven.
y
74 Nl
■ Decoder Mode (Decoderstand)
Parameter
iPod
USB
PC/MCX
NET RADIO
TUNER
Keuze
Deze functie is niet beschikbaar als er geen digitale
ingangsaansluiting is toegewezen aan de geselecteerde ingangsbron
in “I/O Assignment” (bladzijde 86). “HDMI” is alleen beschikbaar
wanneer er een HDMI ingangsaansluiting is toegewezen.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen van de zoneconfiguratie wordt
er geen geluid gereproduceerd via de surround achterluidsprekers, zelfs als u “Input Channels” instelt op “8ch”.
Selecteer in dit geval “6ch” en zet de audio uitgangsinstelling
van de broncomponent op 6 kanalen.
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Front Input
(Ingangsaansluitingen voorkanaal)
Als u “8ch” hebt geselecteerd in “Input Channels”, kunt u
de analoge aansluitingen selecteren waarop de signalen
van de linker en rechter voorkanalen van een externe
decoder zullen binnenkomen.
Keuzes: CD, TV, MD/CD-R, BD/HD DVD, DVD,
CBL/SAT, DVR, VCR, VIDEO AUX
Druk op 9l om terug te keren naar het
vorige menuniveau.
Opmerking
Als de aangesloten Bluetooth ontvanger geen Bluetooth
componenten kan vinden, verschijnt er “Not found”.
■ Connect (Bluetooth aansluiting)
Opmerking
Als u de naam van een signaalbron hebt gewijzigd in “Input
Rename” (bladzijde 86), verschijnt de naam van de signaalbron
in de keuzes van deze parameter.
■ BGV (Achtergrondvideo)
Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron
als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van
signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT
aansluitingen.
Keuze
4
Gebruik deze functie om te beginnen met de paring van de
aangesloten Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger
(zoals YBA-10, afzonderlijk verkocht) aan uw Bluetooth
component.
Opmerking
Er dient een paring uitgevoerd te worden bij het gebruik van een
Bluetooth component met de Bluetooth ontvanger, als de laatste
voor de eerste keer op dit toestel wordt aangesloten, of als de
paringsgegevens verwijderd zijn.
Functies
BD/HD DVD,
DVD, CBL/SAT,
DVR, VCR,
VIDEO AUX
Selecteert de corresponderende ingangsbron
als bron voor de achtergrondvideo.
Off
Er wordt geen video op de achtergrond
weergegeven.
Als u de naam van een signaalbron hebt gewijzigd in “Input
Rename” (bladzijde 86), verschijnt de naam van de signaalbron
in de keuzes van deze parameter.
Opmerking
Als de aangesloten Bluetooth ontvanger geen Bluetooth
componenten kan vinden, verschijnt er “Not found”.
y
Om de verbinding te beëindigen, druk opnieuw op 9ENTER.
■ Pairing (Bluetooth paren)
Gebruik deze functie om te beginnen met de paring van de
aangesloten Yamaha Bluetooth draadloze audio-ontvanger (zoals
YBA-10, afzonderlijk verkocht) aan uw Bluetooth component.
Voor details over het paren, zie “Paren van de Bluetooth™
ontvanger en uw Bluetooth component” (bladzijde 54).
Er is een tijdslimiet van 8 minuten gesteld voor de paringsbewerking
om de veiligheid te garanderen. Het wordt aanbevolen dat u alle
instructies leest en volledig begrijpt voordat u begint.
1
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerking
Druk op 9ENTER om een verbinding te
bewerkstelligen.
De aangesloten Bluetooth ontvanger begint te zoeken naar
Bluetooth componenten. Zodra de verbinding gemaakt is,
verschijnt “BT Connected”.
Music Content
Gebruik deze functie om door de muziekinhoud van uw
iPod, USB component, PC/MusicCAST en Internetradio
te browsen. Zie de volgende pagina’s voor details.
• iPod (bladzijde 56)
• USB (bladzijde 58)
• PC/MCX (bladzijde 58)
Druk op 9ENTER om het paren te beginnen.
De aangesloten Bluetooth ontvanger begint te zoeken
naar Bluetooth componenten.
Controleer of de Bluetooth component de
Bluetooth ontvanger detecteert.
Raadpleeg voor details de instructiehandleiding van
de Bluetooth component.
3
Selecteer de Bluetooth ontvanger in de
Bluetooth apparatenlijst en voer vervolgens
het wachtwoord “0000” in op de Bluetooth
component.
Zodra dit toestel het paren voltooid heeft, verschijnt
er “Completed”.
Nederlands
2
• NET RADIO (bladzijde 58)
75 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Surround Back
(Linker/rechter surround achter-luidsprekers)
Setup (Speaker)
Via deze functie kunt u de basisluidsprekerinstellingen
manueel aanpassen. De meeste van de “Speaker”
parameters worden automatisch ingesteld wanneer u de
automatische setup uitvoert.
Large x1
Selecteer deze instelling wanneer de enkele
surround achter-luidspreker groot is.
y
Small x1
Selecteer deze instelling wanneer de enkele
surround achter-luidspreker klein is.
Small x2
Selecteer deze instelling wanneer de linker
en rechter surround achter-luidsprekers klein
zijn.
Large x2
Selecteer deze instelling wanneer de linker
en rechter surround achter-luidsprekers
groot zijn.
None
Selecteer deze instelling wanneer u geen
gebruik maakt van surround achterluidsprekers. De signalen voor het surroundachterkanaal zullen naar de linker en rechter
surround-luidsprekers worden gestuurd.
• Stel “Test Tone” in op “On” om de testtoon te reproduceren
voor de “Configuration”, “Distance” en “Level” instellingen.
• Als het volume en de cross-over frequentie op uw subwoofer
ingesteld kunnen worden, zet het volume dan halverwege (of iets
lager) en zet de cross-over frequentie op de maximale waarde.
■ Configuration
(Luidsprekerconfiguraties)
Afmetingen van luidsprekers
De woofer (lage tonen) luidspreker is
– 16 cm of groter: groot
– kleiner dan 16 cm: klein
Front (Voor-luidsprekers)
Keuze
Beschrijving
Selecteer deze instelling wanneer de voorluidsprekers groot zijn.
Small
Selecteer deze instelling wanneer de voorluidsprekers klein zijn.
Opmerking
Wanneer “Bass Out” staat ingesteld op “Front” (bladzijde 77),
kunt u alleen “Large” in “Front” selecteren. Als de waarde van
“Front” van tevoren op iets anders is ingesteld dan “Large”, zal
dit toestel de waarde automatisch veranderen in “Large”.
Center (Midden-luidspreker)
Beschrijving
Large
Selecteer deze instelling wanneer de
midden-luidspreker groot is.
Small
Selecteer deze instelling wanneer de
midden-luidspreker klein is.
None
Selecteer deze instelling wanneer u geen gebruik
maakt van een midden-luidspreker. De signalen
voor het middenkanaal zullen naar de linker en
rechter voor-luidsprekers worden gestuurd.
Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers)
Keuze
Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, sluit
deze aan op de SUR.BACK SINGLE aansluiting en configureer
de “Surround Back L” instellingen onder “Distance” en
“Level”.
Cross Over (Cross over)
Gebruik deze functie om de cross-over frequentie te
selecteren van de luidspreker(s) die is (zijn) ingesteld op
“Small”. Alle frequenties onder de geselecteerde
frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd of
naar de luidsprekers die zijn ingesteld op “Large” in
“Configuration”.
Keuzes: 40Hz, 60Hz, 80Hz, 90Hz, 100Hz, 110Hz,
120Hz, 160Hz, 200Hz
Front Presence (Voorste
aanwezigheidsluidsprekers)
Gebruik deze functie wanneer u de voorste
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken met dit toestel.
Keuze
Selecteer deze instelling wanneer de
surround-luidsprekers groot zijn.
Small
Selecteer deze instelling wanneer de
surround-luidsprekers klein zijn.
None
Selecteer deze instelling wanneer u geen
gebruik maakt van surround-luidsprekers.
Dit toestel staat ingesteld op de Virtual
CINEMA DSP stand (bladzijde 45), en
“Surround Back” wordt automatisch
ingesteld op “None”.
Beschrijving
Yes
Selecteer deze instelling wanneer u gebruik
maakt van de voorste aanwezigheidsluidsprekers.
None
Selecteer deze instelling wanneer u geen
gebruik maakt van de voorste
aanwezigheidsluidsprekers.
Beschrijving
Large
76 Nl
Beschrijving
Opmerking
Large
Keuze
Keuze
Subwoofer (Subwoofer)
Phase (Subwoofer-fase)
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven,
kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen.
Keuze
Functies
Normal
Verandert de fase van uw subwoofer niet.
Reverse
Keert de fase voor uw subwoofer om.
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Bass Out (Weergave lage tonen)
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren
die de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage
tonen weergeven.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1,0 t/m 80,0 ft)
Begininstelling: 3,00 m (10,0 ft)
Instelstap: 0,05 m (0,2 ft)
LFE uitgangssignalen
Afstand
Ingestelde luidspreker
Subwoofer en luidsprekers
Front L
Linker voor-luidspreker
Voorluidspreke
rs
Overige
luidspreke
rs
Front R
Rechter voor-luidspreker
Subwoofers
Center
Midden-luidspreker
Front +
SWFR
Uitgang
Geen uitg.
Geen uitg.
Surround L
Linker surround-luidspreker
Surround R
Rechter surround-luidspreker
SWFR
Uitgang
Geen uitg.
Geen uitg.
Surround Back L
Linker surround achter-luidspreker
Front
Geen uitg.
Uitgang
Geen uitg.
Surround Back R
Rechter surround achter-luidspreker
Front Presence L
Linker voorste aanwezigheidsluidspreker
Front Presence R
Rechter voorste aanwezigheidsluidspreker
Subwoofer
Subwoofer
Keuze
Lage frequentie uitgangssignalen
Subwoofer en luidsprekers
Subwoofers
Voorluidspreke
rs
Overige
luidspreke
rs
Front +
SWFR
*1
*2
*3
SWFR
*4
*3
*3
■ Level (Luidsprekerniveau)
Front
Geen uitg.
*1
*3
Maak gebruik van deze functie om manueel de balans te
bepalen tussen de luidsprekerniveaus van de linker voorof linker surround-luidspreker en elke in “Configuration”
geselecteerde luidspreker (bladzijde 76).
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Keuze
■ Distance (Luidsprekerafstand)
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes
vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op
hetzelfde moment op de luisterplek arriveert.
Unit (Eenheid)
Selecteert de eenheid waarin de waarden voor “Distance”
worden weergegeven.
Begininstelling: Feet (Modellen uit de V.S. en Canada)
Meter (Overige modellen)
Functies
Meter (m)
Stelt de afstanden van de luidsprekers in
meters in.
Feet (ft)
Stelt de afstanden van de luidsprekers in
voeten (feet) in.
Level
Ingestelde luidspreker
Front L
Linker voor-luidspreker
Front R
Rechter voor-luidspreker
Center
Midden-luidspreker
Surround L
Linker surround-luidspreker
Surround R
Rechter surround-luidspreker
Surround Back L
Linker surround achter-luidspreker
Surround Back R
Rechter surround achter-luidspreker
Front Presence L
Linker voorste aanwezigheidsluidspreker
Front Presence R
Rechter voorste aanwezigheidsluidspreker
Subwoofer
Subwoofer
y
Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan
met uitgestrekte arm vast en richt hem naar boven zodat de
meter in de luisterstand is. Met de meter op de 70 dB schaal en
op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Opmerking
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af
van de luidsprekerinstellingen.
77 Nl
Nederlands
Keuze
Welke luidsprekerkanalen er beschikbaar zijn hangt mede af
van de luidsprekerinstellingen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
*1 Produceert (produceren) de lage frequentiesignalen van
de voorkanalen en andere luidsprekers die zijn ingesteld
op “Small”.
*2 Produceren altijd de lage frequentiesignalen van de
voorkanalen.
*3 Produceren de lage frequentiesignalen als de
luidsprekers zijn ingesteld op “Large”.
*4 Produceert de lage frequentiesignalen van de
luidsprekers die zijn ingesteld op “Small”.
Opmerking
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Setup (Volume)
Via dit menu kunt u met de hand de diverse volumeinstellingen wijzigen.
Uitgangsniveau
Uitgangsniveau
Adaptive DRC (Adaptieve regeling van het
dynamisch bereik)
Gebruik deze functie om het dynamisch bereik te laten
regelen aan de hand van het volumeniveau. Deze functie
komt van pas wanneer u bij een laag volume, bijvoorbeeld
’s nachts, wilt luisteren. Wanneer “Adaptive DRC”
ingesteld wordt op “Auto”, regelt dit toestel het
dynamische bereik als volgt:
– Als het VOLUME laag staat: het dynamisch bereik
is beperkt
– Als het VOLUME hoog staat: het dynamisch bereik
is groot
Auto
Off
Ingangsniveau
Keuze
Initial Volume (Beginvolume)
Gebruik deze functie om in te stellen wat het volume in de
hoofdzone moet worden wanneer dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: Off, Mute, –80,0 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel bezig is met de automatische setup, wordt
het volume automatisch op 0 dB gezet, ongeacht de huidige
“Max Volume” instelling.
• De “Max Volume” instelling krijgt voorrang boven de instelling
voor het beginvolume.
Auto
Off
Ingangsniveau
VOLUME: laag
Max Volume (Maximum volume)
Gebruik deze functie om het maximum volume voor de
hoofdzone in te stellen. Deze functie is nuttig om te
voorkomen dat er per ongeluk hele harde geluiden worden
weergegeven. Het oorspronkelijke volumebereik is
bijvoorbeeld –80,0 dB t/m +16,5 dB. Maar wanneer “Max
Volume” is ingesteld op –5,0 dB, wordt het volumebereik
–80,0 dB t/m –5,0 dB.
Instelbereik: –30,0 dB t/m +15,0 dB, +16,5 dB
Instelstap: 5,0 dB
Muting Type (Soort demping)
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt (bladzijde 38).
VOLUME: hoog
Functies
Auto
Regelt het dynamisch bereik automatisch.
Off
Regelt het dynamisch bereik niet
automatisch.
Keuze
Functies
Full
Schakelt alle geluidsweergave tijdelijk uit.
–20dB
Verlaagt het huidige volume met 20 dB.
–40dB
Verlaagt het huidige volume met 40 dB.
Setup (Sound)
y
• U kunt het dynamisch bereik van de bitstroomsignaalbronnen
ook regelen met “Dynamic Range” in “Sound” (bladzijde 79).
• Deze functie is ook handig wanneer u luistert met uw
hoofdtelefoon.
Opmerking
De functie voor het adaptief regelen van het dynamische bereik
werkt niet wanneer dit toestel in de PURE DIRECT stand staat
(bladzijde 47).
Adaptive DSP Level (Adaptief DSP effectniveau)
Gebruik deze functie om het DSP effectniveau
(bladzijde 69) in te stellen aan de hand van het
volumeniveau.
Keuze
Functies
Auto
Regelt het DSP effectniveau aan de hand van
het volumeniveau.
Off
Regelt het DSP effectniveau niet
automatisch.
Opmerking
Ook als u “Adaptive DSP Level” op “Auto” instelt, wijzigt dit
toestel de gespecificeerde waarde van “DSP Level” niet, maar
stelt die fijn af (bladzijde 69).
78 Nl
Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen wijzigen.
■ LFE Level (Lage frequentie effectniveau)
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau)
van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen
aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het
LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten
met zeer lage tonen die alleen aan bepaalde passages
worden toegevoegd. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer dit toestel bitstroomsignalen decodeert.
Instelbereik: –20,0 t/m 0,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Speaker (Luidspreker lage frequentie
effectniveau)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone
(Hoofdtelefoon lage frequentie effectniveau)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Opmerking
Afhankelijk van de instellingen van “Bass Out” (bladzijde 77),
is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER
PRE OUT aansluitingen worden gereproduceerd.
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
■ Dynamic Range (Dynamische bereik)
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers
of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in
werking wanneer het toestel bitstroomsignalen decodeert.
Speaker (Dynamische bereik luidsprekers)
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de
luidsprekers.
Headphone (Dynamische bereik hoofdtelefoon)
Regelt de compressie van het dynamisch bereik voor de
hoofdtelefoon.
Keuze
Functies
MAX
Behoudt het grootste dynamische bereik.
STD
Stelt het dynamisch bereik in op een
gemiddelde waarde. Wanneer dit toestel
Dolby TrueHD signalen decodeert, zal de
regeling van het dynamisch bereik altijd zijn
ingeschakeld, ongeacht de instructies in het
ingangssignaal.
MIN/AUTO
■ Parametric EQ (Parametrische equalizer)
Met deze functie kunt u de parametrische equalizer voor
elke luidspreker instellen.
PEQ Data Copy (Kopiëring parametrische
equalizer-gegevens)
Gebruik deze functie om de resultaatgegevens van de
automatische setup naar het manuele configuratiegebied te
kopiëren. U kunt het parametrische equalizertype
selecteren dat toegepast is op de gekopieerde
resultaatgegevens van de automatische setup. Zie
bladzijde 35 voor beschrijvingen van elk parametrische
equalizertype.
Keuze
Beschrijving
Flat h Manual
Hiermee kopieert u het resultaat van de
automatische setup waarop het “Flat”
parametrische equalizertype op toegepast is.
Front h Manual
Hiermee kopieert u het resultaat van de
automatische setup waarop het “Front”
parametrische equalizertype op toegepast is.
Hiermee kopieert u het resultaat van de
automatische setup waarop het “Natural”
parametrische equalizertype op toegepast is.
Natural h Manual
Keuze
Beschrijving
Manual
Hiermee wordt de manueel geconfigureerde
parametrische equalizer in “Setup”
toegepast.
Flat
Hiermee wordt het “Flat” parametrische
equalizertype toegepast.
Front
Hiermee wordt het “Front” parametrische
equalizertype toegepast.
Natural
Hiermee wordt het “Natural” parametrische
equalizertype toegepast.
Through
Maakt geen gebruik van de parametrische
equalizer.
Opmerkingen
• Wanneer u de automatische setup uitvoert, zet dit toestel “PEQ
Select” automatisch in op “Natural”.
• “Level” instellingen (bladzijde 77) wijzigen ook afhankelijk
van de instelling van “PEQ Select”.
• Dit toestel wijzigt de instellingen van “Manual” zelfs niet als u
de automatische setup uitvoert.
Manuele parametrische equalizerconfiguratie van
elke luidspreker
Gebruik deze functie om de klankkleur van elk kanaal af
te stemmen. U kunt de resultaten van de automatische
setup voor de basis van de manuele configuratie kopiëren
met “PEQ Data Copy”. Stel “PEQ Select” van tevoren in
op “Manual”.
1
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• MIN: Beperkt het dynamisch bereik
wanneer dit toestel bitstroomsignalen
decodeert (behalve Dolby TrueHD).
• AUTO: Regelt het dynamisch bereik aan
de hand van de instructies in het
ingangssignaal wanneer dit toestel Dolby
TrueHD signalen decodeert.
PEQ Select (Selectiefunctie parametrische
equalizertype)
Gebruik deze functie om het parametrische equalizertype
te selecteren dat van toepassing is op de resultaten van de
automatische setup. bladzijde 35 voor de beschrijving van
elk parametrische equalizertype.
Druk op 9 k / n / l / h om “Test Tone” te
selecteren of de luidspreker die u wilt
instellen.
Keuze
Ingestelde luidspreker
Linker voor-luidspreker
Front R
Rechter voor-luidspreker
Center
Midden-luidspreker
Surround L
Linker surround-luidspreker
Surround R
Rechter surround-luidspreker
Surround Back L
Linker surround achter-luidspreker
Surround Back R
Rechter surround achter-luidspreker
Front Presence L
Linker voorste
aanwezigheidsluidspreker
Front Presence R
Rechter voorste
aanwezigheidsluidspreker
Subwoofer
Subwoofer
Nederlands
Front L
79 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Test Tone
Gebruik deze functie om de testtoon in of uit te
schakelen wanneer u de klankkleur van uw
luidsprekers op elkaar af wilt stellen.
Keuze
5
y
Als u alle “Parametric EQ” instellingen voor de geselecteerde
luidspreker terug wilt zetten op de standaardwaarden, kiest u
“RESET” en drukt u vervolgens op 9ENTER.
Functies
On
Produceert de testtoon.
Off
Produceert geen testtoon.
6
2
Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent
met het resultaat.
Druk op 9 h om het instelvenster te openen.
Selecteer “EXIT” en druk op 9 ENTER om
het instelvenster te sluiten.
■ Tone Control (Toonregeling)
PEQ Data Copy
PEQ Select
PARAM
RESET
EDIT
EXIT
Met deze functie kunt u de weergave van de lage en die van de
hoge tonen via uw luidsprekers en uw hoofdtelefoon regelen.
Band / Gain
Opmerking
Front L
Front R
Tone Control werkt niet wanneer:
– de PURE DIRECT stand (bladzijde 47) staat ingesteld.
– MULTI CH is geselecteerd als signaalbron
Midden
Control (Bedieningsstand)
3
Druk op 9 k / n / l / h om “PARAM” te
selecteren en druk vervolgens herhaaldelijk
op 9 ENTER om een parameter uit “Band”
(band), “Freq.” (frequentie) of “Q” (Q factor)
te selecteren.
y
U kunt de “Gain” (versterking) instellen voor elk van de
parameters.
4
Druk op 9 n om “EDIT” te selecteren en druk op
9 ENTER om het bewerkingsvenster te openen.
Voor meer informatie over de parametrische equalizer
en de diverse parameters, zie bladzijde 130.
PEQ Data Copy
PEQ Select
Band
Gain
Freq
Q
#1
0.0dB
62.5Hz
1.000
Front L
Front R
Midden
Exit:ENTER
De via “PARAM” geselecteerde parameter zal oplichten.
• Druk op 9 l / h om de parameter in te stellen.
• Druk op 9 k / n om de “Gain” in te stellen.
• Druk op 9 ENTER om het bewerkingsvenster te
sluiten.
y
• Als u bij stap 3 “Band” hebt geselecteerd, kunt u dit menu
als grafische equalizer gebruiken.
• “Band #5”, “Band #6”, en “Band #7” kunnen de
frequenties van boven 500 Hz instellen.
• Wanneer u “Subwoofer” selecteert in stap 1 en “Band” in
stap 3, kunt u alleen “Band #1”, “Band #2”, “Band #3” en
“Band #4” instellen. In dat geval stellen “Band #1”, “Band
#2”, “Band #3” en “Band #4” de frequenties van minder
dan 200 Hz in.
80 Nl
Keuze
Functies
Speaker
Regelt de balans voor de lage/hoge tonen van
uw luidsprekers.
Headphone
Regelt de balans voor de lage/hoge tonen van
uw hoofdtelefoon.
y
“Speaker” en “Headphone” instellingen worden apart
opgeslagen. De instellingen voor “Speaker” hebben invloed op
de linker/rechter voorluidspreker, midden luidspreker en
subwoofer kanalen.
Bass (Regeling lage tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de lage tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 125 Hz, 350 Hz, 500 Hz
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Treble (Regeling hoge tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de hoge tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 2,5 kHz, 3,5 kHz, 8,0 kHz
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Auto Bypass (Automatisch passeren
toonregeling)
Gebruik deze functie om te selecteren of de audioreproductie
de schakelingen voor de toonregeling negeert wanneer
“Treble” en “Bass” staan ingesteld op 0 dB.
Keuze
Functies
Auto
Negeert automatisch de schakelingen voor de
toonregeling om de meest natuurgetrouwe
weergave te bieden wanneer “Treble” en “Bass”
op 0 dB staan ingesteld.
Off
De schakelingen voor de toonregeling worden
niet gepasseerd.
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
■ Lipsync
(Audio- en videosynchronisatie)
Mode (HDMI automatische lip sync-stand)
Als het aangesloten beeldscherm is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting van dit toestel en compatibel is
met de automatische audio- en videosynchronisatiefunctie
(automatische ‘lip sync’), stelt dit toestel de audio- en
videosynchronisatie automatisch af. Gebruik deze functie
om de automatische synchronisatie (‘lip sync’) aan of uit
te zetten.
Keuze
Beschrijving
Auto
Selecteer deze instelling als het aangesloten
beeldscherm geschikt is voor automatische
synchronisatie. Gebruik “Auto” om de
synchronisatie van beeld en geluid te regelen.
Manual
Selecteer deze instelling als het beeldscherm
niet geschikt is voor de automatische
synchronisatie, of als u de automatische
synchronisatie niet wilt gebruiken. Gebruik
“Manual” om de synchronisatie van beeld en
geluid te regelen.
Opmerking
Auto (Automatische regeling audiovertraging)
Gebruik deze functie om de synchronisatie van audio en
video fijn af te stemmen wanneer u “Mode” op “Auto”
hebt ingesteld.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
y
“Offset” geeft het verschil aan tussen de waarde voor de
audiovertraging die dit toestel automatisch instelt en de waarde
voor de audiovertraging die u instelt in “Mode”. Dit toestel slaat
de “Offset” waarde op en past deze toe op andere
beeldschermen die geschikt zijn voor automatische
synchronisatie.
Manual (Handmatige regeling audiovertraging)
Gebruik deze functie om de vertraging van de
geluidsweergave met de hand in te stellen zodat de audio
synchroon loopt met de videobeelden wanneer u “Mode”
op “Manual” hebt ingesteld.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Instelstap: 1 ms
Maak gebruik van deze functie om te selecteren of dit
toestel de videosignalen reproduceert wanneer dit toestel
in de PURE DIRECT stand staat.
Keuze
Functies
Audio
Reproduceert geen videosignalen.
Audio + Video
Reproduceert videosignalen. Dit toestel
activeert alleen de beperkte videofuncties ten
behoeve van een betere geluidskwaliteit.
Opmerking
U kunt geen gebruik maken van het GUI menu terwijl dit toestel
in de PURE DIRECT stand staat, zelfs niet als “Pure Direct”
staat ingesteld op “Audio + Video”.
■ Channel Mute (Kanaaldemping)
Met deze functie kunt u de geluidsweergave via bepaalde
luidsprekerkanalen tijdelijk zacht zetten.
Mode (Stand)
Met deze functie kunt u de “Channel Mute” instelling voor
elk van de luidsprekers aan of uit zetten.
Keuze
Functies
Disable
Schakelt de “Channel Mute” functie uit.
Enable
Schakelt de “Channel Mute” functie in.
Instellingen voor elk van de luidsprekers
Bepaalt of dit toestel alle luidsprekerkanalen uitschakelt
wanneer u “Mode” instelt op “Enable”.
Channel Mute
Luidsprekerkanaal
Front L
Links voor
Front R
Rechts voor
Center
Center
Surround L
Links surround
Surround R
Rechts surround
Surround Back L
Linker surround-achter
Surround Back R
Rechter surround-achter
Front Presence L
Linker voorste aanwezigheidsluidspreker
Front Presence R
Rechter voorste aanwezigheidsluidspreker
Subwoofer
Subwoofer
Keuze
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Wanneer “HDMI OUT SEL” staat ingesteld op “OUT 1+2” en
er zijn beeldschermen aangesloten op zowel de HDMI OUT 1
en de HDMI OUT 2 aansluiting, werkt de automatische lip
sync-functie niet, zelfs niet als “Auto” geselecteerd is.
■ Pure Direct (Pure Direct)
Functies
Schakelt tijdelijk de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal uit.
Mute Off
De geluidsweergave via het geselecteerde
luidsprekerkanaal wordt niet uitgeschakeld.
81 Nl
Nederlands
Mute On
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
■ HDMI ` HDMI (Videosignaalverwerking
van HDMI naar HDMI)
Setup (Video)
Via dit menu kunt u de video-instellingen wijzigen.
y
U kunt alle parameters in “Video” resetten naar de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen met “VIDEO” in
“INITIALIZE” in “ADVANCED SETUP” (bladzijde 111).
■ Analog ` Analog (Videoconversie van
analoog naar analoog)
Gebruik deze functie om de videoconversie via de analoge
video-aansluitingen in of uit te schakelen (VIDEO, S
VIDEO en COMPONENT VIDEO aansluitingen).
Keuze
Gebruik deze functie om te selecteren of dit toestel de
videosignalen verwerkt van HDMI naar HDMI (invoer via
HDMI ingangsaanlsuitingen en uitvoer via HDMI OUT
aansluitingen).
Keuze
Through
Selecteer deze instelling wanneer u niet wilt dat
dit toestel de videosignalen verwerkt van HDMI
naar HDMI.
Processing
Selecteer deze instelling wanneer u wilt dat dit
toestel de videoverwerking toepast die ingesteld
is in “Processing” op de HDMI naar HDMI
videosignalen.
Functies
Through
Schakelt de videoconversie via de analoge
video-aansluitingen uit.
Conversion
Schakelt de videoconversie via de analoge
video-aansluitingen in.
Functies
■ Processing
(HDMI videosignaalverwerking)
Gebruik deze functie om de resolutie-, aspect- en progressieve
herverwerkingsinstellingen te configureren voor de reproductie
van videosignalen via de HDMI OUT aansluitingen.
Opmerkingen
• Conversie van analoge naar HDMI video is altijd mogelijk,
tenzij er videosignalen binnenkomen via de HDMI
ingangsaansluitingen of er analoge videosignalen met een
resolutie van 1080p binnenkomen.
• Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
• Videosignalen met een resolutie van 480p, 576p, 1080i en 720p
kunnen niet gereproduceerd worden via de S VIDEO en
VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen, moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen,
kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw
videorecorder.
• Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet
video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of
worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke
gevallen “Analog ` Analog” op “Through”.
■ Analog ` HDMI (Videosignaalverwerking
van analoog naar HDMI)
Gebruik deze functie om te selecteren of dit toestel
videosignalen verwerkt van analoog naar HDMI (invoer
via VIDEO, S VIDEO of COMPONENT VIDEO
ingangsaansluitingen en uitvoer via HDMI OUT
aansluitingen).
Keuze
Deze functie is alleen beschikbaar wanneer “Analog ` HDMI”
of “HDMI ` HDMI” ingesteld staat op “Processing”.
Resolution (HDMI videosignaalresolutie)
Gebruik deze functie om de opwaardering van
videosignalen van analoog naar HDMI en/of van HDMI
naar HDMI in of uit te schakelen.
Dit toestel waardeert de videosignalen als volgt op:
• 480i(576i) → 480p(576p)/720p/1080i/1080p
• 480p(576p) → 720p/1080i/1080p
• 720p → 1080i/1080p
• 1080i → 720p/1080p
Keuze
Selecteer deze instelling wanneer u niet wilt dat
dit toestel videosignalen verwerkt van analoog
naar HDMI.
Processing
Selecteer deze instelling wanneer u wilt dat dit
toestel de videoverwerking toepast die ingesteld
is in “Processing” op de analoog naar HDMI
videosignalen.
Functies
Through
Voert geen opwaardering van videosignalen uit.
480p (of
576p), 1080i,
720p, 1080p
Opwaarderen van videosignalen naar resoluties
van 480p of 576p, 1080i, 720p, of 1080p.
Aspect (HDMI beeldverhouding)
Gebruik deze functie om te selecteren of dit toestel de
beeldverhouding converteert voor videosignalen van
analoog naar HDMI en/of van HDMI naar HDMI.
Keuze
Functies
Through
Er zullen geen wijzigingen worden aangebracht
in de beeldverhouding voor de HDMI
videosignaalbronnen.
16:9 Normal
Laat videobeelden met een beeldverhouding van
4:3 weergeven op een beeldscherm met een
beeldverhouding van 16:9. Hierdoor zullen links
en rechts op het beeldscherm zwarte balken
worden weergegeven.
Smart Zoom
Past videobeelden met een beeldverhouding
van 4:3 op een beeldscherm met een
beeldverhouding van 16:9.
Functies
Through
82 Nl
Opmerking
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Opmerkingen
• Als de beeldverhouding van de videosignaalbron anders is dan
4:3, negeert dit toestel automatisch de instelling voor “Aspect”.
• Wanneer “Aspect” is ingesteld op “Smart Zoom”, zullen de
beelden worden uitgerekt aan de randen van het beeldscherm.
Prog. Re-Processing (Progressieve
herverwerking)
Gebruik deze functie om de progressieve herverwerking
van videosignalen van analoog naar HDMI en/of van
HDMI naar HDMI in of uit te schakelen.
Keuze
Functies
Off
Schakelt de progressieve herverwerking van
HDMI videosignalen uit.
On
Schakelt de progressieve herverwerking van
HDMI videosignalen in.
Opmerking
Deze instelling werkt alleen voor videosignalen met een
resolutie van 480p (576p), 720p of 1080p.
Input (selectiefunctie HDMI IN aansluiting)
Gebruik deze functie om een HDMI IN aansluiting te
selecteren die HDMI signalen accepteert wanneer dit
toestel uit (in standby) staat.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer “Mode” staat
ingesteld op “Fix”.
Keuze
HDMI IN1 (BD/HD DVD) aansluiting
IN2
HDMI IN2 (DVD) aansluiting
IN3
HDMI IN3 (CBL/SAT) aansluiting
IN4
HDMI IN4 (DVR) aansluiting
Output (selectiefunctie HDMI OUT aansluiting)
Gebruik deze functie om (een) HDMI OUT aansluiting(en) te
selecteren die HDMI signalen reproduceert (reproduceren)
wanneer dit toestel uit (in standby) staat.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer “Mode” staat
ingesteld op “Fix”.
Setup (HDMI)
Keuze
HDMI IN aansluiting
OUT1 + 2
HDMI OUT 1 en HDMI OUT 2 aansluitingen
OUT1
HDMI OUT 1 aansluiting
OUT2
HDMI OUT 2 aansluiting
■ Standby Through (Standby door)
■ Audio Output (HDMI audioweergave)
Mode (Standby door-stand)
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de via
de HDMI IN aansluitingen binnenkomende HDMI
signalen toestaat door dit toestel heen te gaan wanneer dit
toestel uit (in standby) staat. U kunt ook een HDMI IN
aansluiting en HDMI OUT aansluiting(en) toewijzen die
de signalen accepteren wanneer “Mode” staat ingesteld op
“Fix” en dit toestel uit (in standby) staat.
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen
wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere
HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Keuze
Functies
Off
Schakelt de HDMI standby door-functie uit. Er
komen geen HDMI signalen dit toestel binnen
als dit toestel uit (in standby) staat.
Last
Er komen HDMI signalen dit toestel binnen
(alleen van de HDMI IN aansluiting naar de
HDMI OUT aansluiting(en) die gebruikt
worden wanneer dit toestel uit (in standby)
staat), zelfs als dit toestel uit (in standby) staat.
Fix
Er komen HDMI signalen dit toestel binnen
(van de HDMI IN aansluiting die gespecificeerd
is in “Input” naar de HDMI OUT
aansluiting(en) gespecificeerd in “Output”),
zelfs als dit toestel uit (in standby) staat.
Wanneer “Mode” staat ingesteld op “Last” of “Fix”, neemt het
stroomverbruik in standby toe.
Functies
Amp
Geeft HDMI audiosignalen weer via de op dit
toestel aangesloten luidsprekers.
TV
Geeft HDMI audiosignalen weer via de op dit
toestel aangesloten TV-luidsprekers.
Amp + TV
Geeft HDMI audiosignalen weer via de op dit toestel
aangesloten luidsprekers en TV-luidsprekers.
y
Als “Audio Output” staat ingesteld op “TV” of “Amp + TV”,
variëren de beschikbare audiosignalen afhankelijk van de
specificatie van het aangesloten beeldscherm.
■ Control Monitor (Regelscherm)
Gebruik deze functie om de HDMI OUT aansluiting te
selecteren via welke de HDMI regelsignalen worden
weergegeven.
Keuze
Functies
HDMI OUT1
Geeft de HDMI regelsignalen weer via de
HDMI OUT 1 aansluiting.
HDMI OUT2
Geeft de HDMI regelsignalen weer via de
HDMI OUT 2 aansluiting.
Nederlands
Opmerking
Keuze
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Gebruik deze functie om de HDMI functies in te stellen of
controleer de informatie over de op de HDMI OUT
aansluitingen aangesloten beeldschermen.
HDMI IN aansluiting
IN1
83 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
■ Monitor Info. (Beeldscherminformatie)
Gebruik deze functie om de informatie te controleren
(interface en frequentie voor elke videoresolutie) over de
beeldschermen die aangesloten zijn op de HDMI OUT 1
en HDMI OUT 2 aansluiting van dit toestel.
y
Druk herhaaldelijk op 9h om heen en weer te schakelen
tussen “OUT1” (informatie over het beeldscherm aangesloten
op de HDMI OUT 1 aansluiting) en “OUT2” (informatie over
het beeldscherm verbonden met de HDMI OUT 2 aansluiting).
Setup (Network)
Via dit menu kunt u de netwerkinstellingen wijzigen.
Opmerking
Als u uw netwerkconfiguratie hebt gewijzigd, is het
mogelijk dat u de netwerkinstellingen daaraan zult moeten
aanpassen.
y
U kunt alle parameters in “Network” resetten naar de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen met “NETWORK” in
“INITIALIZE” in “ADVANCED SETUP” (bladzijde 111).
DNS Server (P) (Primaire DNS server)
DNS Server (S) (Secundaire DNS server)
Gebruik deze parameter om de IP adressen van de
primaire en secundaire DNS (Domain Name System)
servers te specificeren.
Opmerking
Als u slechts één DNS adres heeft, vul dit dan in bij “DNS
Server (P)”. Als u twee of meer DNS adressen heeft gekregen,
vul er dan één in bij “DNS Server (P)” en een andere bij “DNS
Server (S)”.
■ Network Standby (Netwerkmenu bij
standby)
Gebruik deze functie om te selecteren of dit toestel de
opdrachten via een LAN netwerk accepteert wanneer dit
toestel uit (in standby) staat.
Keuze
Off
On
Accepteert handelingen via een LAN netwerk
wanneer dit toestel uit (in standby) staat.
■ Configuration (Netwerkconfiguraties)
Gebruik deze functie om de netwerkparameters (IP adres
enz.) te bekijken of deze met de hand te wijzigen.
DHCP (DHCP instelling)
Gebruik deze functie om te bepalen of dit toestel de
netwerkinstellingen kan verkrijgen (IP adres, subnet
masker, standaard gateway, primaire DNS server en
secundaire DNS server) van de DHCP server voor het
aangesloten netwerk.
Keuze
Beschrijving
On
Selecteer deze instelling wanneer dit toestel de
netwerkinstellingen kan verkrijgen van de
DHCP server voor het aangesloten netwerk.
Off
Selecteer deze instelling wanneer u de
netwerkinstellingen met de hand wilt instellen.
IP Address (IP adres)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
IP adres te specificeren. Deze waarde mag niet hetzelfde
zijn als een die reeds gebruikt wordt voor andere
apparatuur in het beoogde netwerk.
Subnet Mask (Subnet masker)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
subnet masker te specificeren.
y
In de meeste gevallen kan de waarde voor het subnet masker
worden ingesteld als “255.255.255.0”.
Default Gateway (Default gateway)
Gebruik deze parameter om het IP adres van de standaard
toegewezen gateway te specificeren.
84 Nl
Beschrijving
Accepteert geen handelingen via een LAN
netwerk wanneer dit toestel uit (in standby)
staat.
Opmerking
Wanneer “Network Standby” staat ingesteld op “On”, neemt het
stroomverbruik in standby toe.
■ Information (Netwerkinformatie)
Gebruik deze functie om de netwerk-systeeminformatie te
kunnen bekijken.
MAC Address
(MAC (Media Access Control) adres)
Deze informatie geeft het MAC adres weer dat is
toegewezen aan dit toestel.
Status (Netwerkstatus)
Deze informatie geeft de status van de huidige verbinding
met het netwerk weer.
Display status: 10BASE-T, 100BASE-TX, No Link,
Full Duplex, Half Duplex
Opmerking
“No Link” verschijnt wanneer er geen verbinding met het
netwerk is gemaakt.
System (Systeem ID)
Deze informatie geeft de systeemidentificatie weer die is
toegewezen aan dit toestel.
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Opmerking
Setup (Multi Zone)
Gebruik dit menu om de functies in te stellen van de multizoneconfiguratie.
■ Zone SP Assign
(Zoneluidsprekertoewijzing)
Gebruik deze functie om de luidsprekeraansluitingen voor
Zone 2 en Zone 3 toe te wijzen.
1
Druk op 9k / n om de luidsprekeraansluiting
te selecteren en druk vervolgens
herhaaldelijk op 9l / h om de gewenste
zone te selecteren waarvan u de luidsprekers
wilt gebruiken.
M 2
3
– 2
3
SP1
Zone SP Assign
Zone2 Set
Zone3 Set
SP2
OK
CANCEL
Zone :
SP Terminal :
2
y
Om naar het vorige menuniveau terug te keren zonder
wijzigingen aan te brengen, selecteer “CANCEL” in stap
2.
■ Zone2 Set/Zone3 Set
(Zone 2/Zone 3 instellingen)
Zone2 Volume/Zone3 Volume
(Zone 2/Zone 3 volume)
Gebruik dit menu om te selecteren of dit toestel het
volumeniveau van de gereproduceerde audiosignalen
regelt via de ZONE OUT (ZONE 2 of ZONE 3)
aansluitingen.
Fixed
De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft
voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.”
instelling.
Zone2 Initial Vol./Zone3 Initial Vol.
(Zone 2/Zone 3 startvolume-instelling)
Met deze functie kunt u het volumeniveau voor Zone 2 of
Zone 3 bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt
gezet.
Instelbereik: Off, Mute, –80,0 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Beschrijving
Selecteer deze instelling wanneer u het
volumeniveau van de geselecteerde zone wilt
regelen op de externe versterker. Dit toestel zet
het volumeniveau van ZONE OUT (ZONE 2 of
ZONE 3) op een standaard lijnniveau.
Selecteer deze instelling wanneer u het
volumeniveau van de geselecteerde zone op dit
toestel wilt regelen. U kunt het ZONE OUT
(ZONE 2 of ZONE 3) volumeniveau
gelijktijdig regelen met behulp van
JVOLUME +/– op de afstandsbediening.
De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft
voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.”
instelling.
Zone2 Balance/Zone3 Balance
(Zone 2/Zone 3 balans)
Gebruik deze functie om de volumebalans van de linker en
rechter kanalen in elke zone in te stellen.
Keuzes: L10 t/m L1, 0, R1 t/m R10
Zone2 Tone Control/Zone3 Tone Control
(Zone 2/Zone 3 toonregeling)
Met deze functie kunt u de weergave van de lage en hoge
tonen regelen naar de geselecteerde zone.
Keuzes: Bass (lage tonen regeling), Treble (hoge tonen
regeling)
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Zone2 Muting Type/Zone3 Muting Type
(Zone 2/Zone 3 dempingstype)
Maak gebruik van deze functie om te bepalen hoeveel het
weergavevolume van de geselecteerde zone verlaagd moet
worden.
Keuze
Functies
Full
Schakelt alle geluidsweergave tijdelijk uit.
–20dB
Verlaagt het huidige volume met 20 dB.
–40dB
Verlaagt het huidige volume met 40 dB.
85 Nl
Nederlands
Variable
Opmerking
Opmerking
Druk op 9k / n om “OK” te selecteren en
druk dan op 9 ENTER om de instelling te
bevestigen.
Keuze
Zone2 Max Vol./Zone3 Max Vol.
(Zone 2/Zone 3 Maximale volume-instelling)
Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in
Zone 2 of Zone 3 in te stellen.
Instelbereik: –30,0 dB t/m +15 ,0 dB, +16,5 dB
Instelstap: 5,0 dB
GEAVANCEERDE
BEDIENING
M : Eerste ruimte
2 : Zone 2
3 : Zone 3
Wanneer “Zone2 Volume” of “Zone3 Volume” staat ingesteld
op “Fixed”, kunt u de volgende parameters niet selecteren:
– Zone2 Max Vol./Zone3 Max Vol.
– Zone2 Initial Vol./Zone3 Initial Vol.
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
■ Zone OSD (Zone in-beeld display)
Met deze functie kunt u de bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE VIDEO
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Keuze
Functies
Off
Schakelt de zone in-beeld display-functie uit.
Zone2
Toont alleen de bedieningsstatus voor Zone 2.
All
Toont de bedieningsstatus voor Zone 2 en Zone
3.
■ Zone Rename (Wijzigen van zonenaam)
Zone2 Rename/Zone 3 Rename
(Wijzigen naam Zone 2/Zone 3)
Gebruik deze functie om de naam van de geselecteerde
zone te bewerken.
1
2
■ I/O Assignment
(Ingang-/uitgangtoewijzing)
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de parameter
om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen en meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren met CINPUT (of met de ingangskeuzetoetsen
(3)).
Voorbeeld: Toewijzen van de CD DIGITAL INPUT
COAXIAL aansluiting aan “MD/CD-R”.
1
Druk op 9ENTER om het “I/O Assignment”
scherm weer te geven.
Coax Opt
In
In
PHONO
CD
TV
MD/CD-R
BD/HD DVD
DVD
Druk op 9 k / n / l / h om een teken of
functie te selecteren en druk vervolgens op
9ENTER om de selectie te bevestigen.
Herhaal stap 1 totdat u een naam hebt ingevoerd die u
wilt gebruiken.
Druk op 9 k / n / l / h om “OK” te
selecteren en druk dan op 9ENTER.
Opt Comp HDMI
Out
In
In
1
EXIT
4
8
2
5
A
IN 1
6
B
IN 2
2
Druk op 9k / n /l / h om de cel in rij “MD/
CD-R”, kolom “Coax In” te selecteren en
druk dan op 9ENTER.
3
Druk op 9l / h om “1” te selecteren en
druk dan op 9ENTER.
Selecteer “None” om de bestaande toewijzing te wissen.
y
• Om de naam te resetten, selecteer “RESET” en druk dan
op 9ENTER.
• Om de bewerking te annuleren zonder wijzigingen aan te
brengen, selecteer “CANCEL” en druk dan op 9ENTER.
y
Setup (Option)
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
Om zonder wijzigingen naar het vorige scherm terug te
keren, druk op 9k.
4
■ Memory Guard (Geheugenbeveiliging)
Met deze functie kunt u voorkomen dat de
geluidsveldprogramma parameterwaarden en andere
systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden.
Keuze
Functies
Off
Schakelt de “Memory Guard” functie uit.
On
Beveiligt de volgende parameters:
– geluidsveldprogrammaparameters
– GUI menuparameters
– luidsprekerniveau-instellingen
y
y
U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor
een bepaald soort aansluiting.
■ Input Rename
(Wijzigen van ingangsnaam)
Met deze functie kunt u de namen van de ingangsbronnen
veranderen zoals die op het GUI scherm en op het display
van het voorpaneel verschijnen.
1
Druk op 9k / n /l / h om een teken of
functie te selecteren en druk vervolgens op
9ENTER om de selectie te bevestigen.
Herhaal stap 1 totdat u een naam hebt ingevoerd die u
wilt gebruiken.
2
Druk op 9k / n /l / h om “OK” te selecteren
en druk dan op 9ENTER.
Wanneer “Memory Guard” staat ingesteld op “On”, verschijnt
er “ ” aan de linkerzijde van de naam van een beveiligde
parameter.
86 Nl
Druk op 9k / n /l / h om “EXIT” te
selecteren en druk dan op 9ENTER.
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
y
• Om de naam te resetten, selecteer “RESET” en druk dan
op 9ENTER.
• Om de bewerking te annuleren zonder wijzigingen aan te
brengen, selecteer “CANCEL” en druk dan op 9ENTER.
Position (GUI schermpositie)
Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het
GUI scherm instellen.
Instelbereik: –5 (omlaag/naar links) t/m +5 (omhoog/naar
rechts)
■ Display Set (Display instellingen)
Front Panel Display (Instelling display
voorpaneel)
Dimmer (Dimmer)
Hiermee kunt u de helderheid van de display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: –4 t/m 0
Scroll (Scrollen door berichten over de display
van het voorpaneel)
Gebruik deze functie om het patroon in te stellen voor het
scrollen door berichten op de display van het voorpaneel.
Keuze
Continue
Once
Doorlopend.
Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus
doorlopend weer te laten geven op het display
op het voorpaneel.
9 n
Omlaag
9 h
Naar rechts
9 l
Naar links
Wall Paper (Achtergrond)
Met deze functie kunt u een afbeelding of een grijze
achtergrond weer laten geven op uw beeldscherm wanneer
er geen videosignaal binnenkomt.
Keuze
On
Schakelt de verkorte weergave van meldingen in.
Schakelt de verkorte weergave van meldingen uit.
Opmerking
De display voor korte meldingen (behalve sommige statusberichten)
verschijnt niet wanneer er componentvideosignalen binnenkomen met
een resolutie van 720p, 1080i of 1080p.
Playback Screen (Tijdsperiode voor het
weergeven van het afspeelscherm)
Gebruik deze functie om de tijdsperiode in te stellen voor
de weergave van het afspeelscherm.
Geeft geen enkele achtergrond weer op uw
beeldscherm.
Piano
Geeft een afbeelding (de foto van een piano) als
achtergrond weer op uw beeldscherm wanneer
er geen videosignaal binnenkomt.
Horn
Geeft een afbeelding (de foto van een hoorn) als
achtergrond weer op uw beeldscherm wanneer
er geen videosignaal binnenkomt.
Electric Guitar
Geeft een afbeelding (de foto van een
elektrische gitaar) als achtergrond weer op uw
beeldscherm wanneer er geen videosignaal
binnenkomt.
Gray
Geeft een grijze achtergrond weer op uw
beeldscherm wanneer er geen videosignaal
binnenkomt.
■ iPod (iPod instellingen)
Standby Charge
(iPod opladen wanneer het toestel uit (in
standby) staat)
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de
batterij van de aangesloten iPod oplaadt of niet wanneer
dit toestel in de standby-stand staat.
Keuze
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod
op wanneer dit toestel aan staat en wanneer het
uit (in standby) staat.
Off
Laadt de batterij (accu) van de aangesloten iPod
alleen op wanneer dit toestel aan staat.
10sec
Schakelt het menu uit 10 seconden nadat u een
handeling heeft verricht.
30sec
Schakelt het menu uit 30 seconden nadat u een
handeling heeft verricht.
Nederlands
Laat het menu voortdurend weergeven tijdens
een handeling.
Functies
Auto
Functies
Always
Functies
None
Functies
Off
Keuze
Omhoog
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Eén keer scrollen.
Selecteer deze instelling om de bedieningsstatus
met de eerste 14 alfanumerieke tekens op het
display op het voorpaneel te laten zien nadat de
hele melding één keer over het display is
geschoven (gescrolld).
Verplaatsen van het GUI scherm
9 k
Functies
Short Message (Display voor korte meldingen)
Gebruik deze functie om de display voor korte meldingen
in of uit te schakelen in het GUI menuscherm in de
hoofdzone.
Keuze
Toets
y
Deze instelling wordt toegepast op het GUI menuscherm in de
hoofdzone en op de OSD in Zone 2 of Zone 3.
87 Nl
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
■ Initial Set (Begininstellingen)
Audio Select (Standaardinstelling selectiefunctie
audio ingangsaansluiting)
Gebruik deze functie om de standaard selectiefunctie voor
de audio-ingangsaansluiting in te stellen (bladzijde 37)
voor de ingangsbronnen die zijn verbonden met de
DIGITAL INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel
aanzet.
Keuze
Auto
Last
Functies
Detecteert automatisch het type audio
ingangssignalen en selecteert de juiste instelling
voor de selectiefunctie van de audio
ingangsaansluiting.
Selecteert automatisch de laatste instelling van
de audio ingangsaansluiting geselecteerd voor
de signaalbron in kwestie.
Decoder Mode (Standaardinstelling
decoderfunctie)
Met deze functie kunt u een bepaalde decoderfunctie
standaard instellen (bladzijde 63) voor de signaalbronnen
wanneer u dit toestel aan zet.
Keuze
Auto
Last
Functies
Detecteert automatisch het type ingangssignaal
en selecteert de juiste instelling voor de
decoderfunctie.
Selecteert automatisch de laatste instelling voor
de decoderfunctie die werd gebruikt voor de
aangesloten signaalbron in kwestie.
EXTD Surround (Standaardinstelling uitgebreide
surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om de uitgebreide surround
decoderstand in te stellen (bladzijde 64) voor de
ingangsbronnen die zijn verbonden met de DIGITAL
INPUT aansluitingen wanneer u dit toestel aanzet.
Keuze
Functies
Auto
Detecteert automatisch de binnenkomende
digitale audiosignalen en schakelt de juiste
decoder in.
Last
Selecteer de laatst geselecteerde uitgebreide
surround decoderstand.
■ Trigger Output (Trigger uitgang)
Gebruik deze functie om de functies te selecteren van elke
TRIGGER OUT aansluiting van dit toestel.
Keuze
Trigger1
Hiermee stelt u de functies in van de TRIGGER
OUT 1 aansluiting.
Trigger2
Hiermee stelt u de functies in van de TRIGGER
OUT 2 aansluiting.
Trigger Mode (Triggerstand)
Keuze
Beschrijving
Power
Selecteer deze instelling om de
spanningssignalen via de geselecteerde
TRIGGER OUT aansluiting te verzenden terwijl
de geselecteerde zone ingeschakeld is.
Source
Selecteer deze instelling om de
spanningssignalen via de geselecteerde
TRIGGER OUT aansluiting te verzenden terwijl
de geselecteerde signaalbron geselecteerd is.
Manual
Selecteer deze instelling om de
spanningssignalen manueel te verzenden.
Target Zone (Doelzone)
Opmerking
Deze instelling is niet beschikbaar wanneer “Trigger Mode”
staat ingesteld op “Manual”.
Keuze
Doelzone
Main
Hoofdzone
Zone2
Zone 2
Zone3
Zone 3
All
Hoofdzone, Zone 2 en Zone 3
Input Level (Ingangsniveau)
Selecteer de signaalbron en stel het toepasselijke
ingangsniveau vervolgens in op de geselecteerde
signaalbron.
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer “Trigger Mode”
staat ingesteld op “Source”.
Keuze
88 Nl
Functie
Beschrijving
High
Zendt de spanning wanneer de signaalbron is
geselecteerd.
Low
Stopt met het zenden van de spanning wanneer
de signaalbron is geselecteerd.
Grafische gebruikersinterface (GUI) menu
Manual Test (Manuele test)
Opmerking
Deze instelling is alleen beschikbaar wanneer “Trigger Mode”
staat ingesteld op “Manual”.
Keuze
Functies
High
Zendt de spanningssignalen.
Low
Stopt met het zenden van de spanningssignalen.
Language
Gebruik deze functie om de taal te selecteren van de
menu-items en de meldingen.
(Japans),
Keuzes: English (Engels),
Français (Frans), Deutsch (Duits),
Español (Spaans), Русский (Russisch)
y
U kunt de display-taal tevens selecteren met de “LANGUAGE”
parameter in “ADVANCED SETUP” (bladzijde 112).
Language
GUI menu
Display
voorpaneel
Русский
(Russisch)
—
—
GEAVANCEERDE
BEDIENING
(Japans)
Zone OSD
—
Overige talen
··· De geselecteerde taal wordt weergegeven.
— ··· De geselecteerde taal wordt niet weergegeven. De
menu-items en meldingen worden weergegeven in het
Engels.
Nederlands
89 Nl
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory)
Gebruik deze functie om tot zes van uw favoriete
instellingen voor de hoofdzone op te slaan en weer op te
roepen. U kunt ook tot vier van uw favoriete instellingen
voor Zone 2 of Zone 3 opslaan.
Opslaan van de systeeminstellingen
4
Druk herhaaldelijk op 9k / n om de
gewenste zone te selecteren en druk
vervolgens op 9h.
5
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “xxx Save”
te selecteren en druk dan op 9h.
“xxx” geeft de in stap 4 door u geselecteerde zone aan.
6
Druk herhaaldelijk op 9 k / n om het
gewenste geheugennummer te selecteren en
druk dan op 9ENTER.
De lijst met de op te slaan parametergroepen
verschijnt. Beschikbare parametergroepen variëren
afhankelijk van de geselecteerde zone.
■ Opslaan met de 7 SYSTEM MEMORY
toetsen
U kunt de onder “Memory1” t/m “Memory4” opgeslagen
systeeminstellingen opslaan door op de bijbehorende
7SYSTEM MEMORY toetsen te drukken.
Houd één van de 7SYSTEM MEMORY toetsen
op de afstandsbediening 4 seconden lang ingedrukt.
“Memory1 SAVE” (voorbeeld) verschijnt op de display van het
voorpaneel, waarna dit toestel de huidige systeeminstellingen
opslaat onder het corresponderende geheugennummer.
Main Save
Input/HDMI Out
Audio
Volume
SP Config
Video/Display Set
Others
SYSTEM MEMORY
1
2
3
4
y
• Als er reeds systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het
geselecteerde geheugennummer, worden de oude instellingen
door het toestel overschreven.
• Om de systeeminstellingen voor Zone 2 of Zone 3 op te slaan,
druk herhaaldelijk op HZONE op de afstandsbediening om de
gewenste zone te selecteren en houd vervolgens een van de
7SYSTEM MEMORY toetsen 4 seconden ingedrukt. Om de
systeeminstellingen voor de geselecteerde zone op te slaan,
dient de zone ingeschakeld te worden.
• Dit toestel slaat de parameters op in de groepen die u selecteert
met behulp van het GUI menu wanneer u de parameters opslaat
met de 7SYSTEM MEMORY toetsen.
y
• Als er reeds systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het
geselecteerde geheugennummer, worden de oude instellingen
door het toestel overschreven.
• Om de systeeminstellingen met de 7SYSTEM MEMORY
toetsbewerking te laden, gebruik één van de volgende:
“Memory1” t/m “Memory4”.
7
Druk herhaaldelijk op 9k / n om de
parametergroep te selecteren en druk
vervolgens op 9ENTER om het vakje aan te
vinken of het vinkje uit het vakje te halen.
Vink de vakjes aan van de op te slaan
parametergroepen. Voor details over op te slaan
parameters, zie “Parameters die opgeslagen moeten
worden” (bladzijde 91).
8
Druk herhaaldelijk op 9k / n / l / h om
“SAVE” te selecteren en druk dan op
9ENTER om de huidige
systeeminstellingen op te slaan onder het
geselecteerde geheugennummer.
■ Opslaan via het SET menu
U kunt de onder “Memory1” t/m “Memory6” opgeslagen
systeeminstellingen opslaan via het “System Memory”
menu in het GUI menu.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk vervolgens op IMENU.
y
Als er een ander menu dan het “Top Menu” (bladzijde 68)
wordt weergegeven, houd dan IMENU ingedrukt om het GUI
topmenu weer te geven.
2
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “Setup” te
selecteren en druk dan op 9h.
y
3
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “System Memory”
te selecteren en druk vervolgens op 9h.
9
90 Nl
SAVE
CANCEL
Om de bewerking te annuleren, selecteer “CANCEL” en druk
dan op 9ENTER.
Druk op IMENU om het GUI menu uit te
schakelen.
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory)
■ Namen wijzigen van opgeslagen
instellingen
1
2
3
4
5
Groep
Volg stap 1 t/m 4 in “Opslaan via het SET
menu” (bladzijde 90).
Audio
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “xxx
Rename” te selecteren en druk dan op 9h.
“xxx” geeft de in stap 1 door u geselecteerde zone
aan.
Druk herhaaldelijk op 9k / n om het
gewenste geheugennummer te selecteren en
druk vervolgens op 9h.
Druk op 9k / n / l / h om een teken of
functie te selecteren en druk vervolgens op
9ENTER om de selectie te bevestigen.
Herhaal stap 4 totdat u een naam hebt ingevoerd die u
wilt gebruiken.
PURE DIRECT aan/uit
47
EXTD SUR. instelling
64
Adaptive DRC
78
Adaptive DSP Level
78
LFE Level
78
Dynamic Range
79
Tone Control
80
Volume
Volumeniveau
36
SP Config
Parametric EQ
79
Configuration
76
Afstand
77
Level
77
Information (Auto Setup)
34
Setup Menu (Auto Setup)
30
Analog ` Analog
82
Analog ` HDMI
82
HDMI ` HDMI
82
Processing
82
Short Message
87
Playback Screen
87
Position
87
Wall Paper
87
Lipsync
81
Front Panel Display
87
Audio Output
83
Video/
Display Set
Als u de taalinstelling wijzigt (pagina 89 of 112), worden de
namen van de geheugeninstellingen automatisch gereset.
Others
GEAVANCEERDE
BEDIENING
81
Opmerking
De vet afgedrukte parametergroepen worden standaard
geselecteerd.
69
46
Druk op IMENU om het GUI menu uit te
schakelen.
■ Parameters die opgeslagen moeten
worden
Stereo/Surround
CINEMA DSP 3D stand aan/uit
y
6
Bladzi
jde
Pure Direct
Druk op 9k / n / l / h om “OK” te
selecteren en druk dan op 9ENTER.
• Om de naam te resetten, selecteer “RESET” en druk dan op
9ENTER.
• Om de bewerking te annuleren zonder wijzigingen aan te
brengen, selecteer “CANCEL” en druk dan op 9ENTER.
Parameters
Zone 2 en Zone 3 parameters
Hoofdzoneparameters
Groep
Input/HDMI
Out
Parameters
Bladzi
jde
74
Decoder Mode
74
Signaalbron
36
HDMI OUT SEL
37
Beschrijving
Bladzijd
e
Ingang
Signaalbron
109
Volume
Volumeniveau
109
Tone Control
Toonregelinstellingen
109
Nederlands
Audio Select
Parameter
91 Nl
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory)
Laden van de systeeminstellingen
■ Laden via het GUI menu
1
Volg stap 1 t/m 4 in “Opslaan via het SET
menu” (bladzijde 90).
2
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “xxx Load”
te selecteren en druk dan op 9h.
“xxx” geeft de in stap 1 door u geselecteerde zone
aan.
3
Druk herhaaldelijk op 9k / n om het
gewenste geheugennummer te selecteren en
druk vervolgens op 9 ENTER.
Opmerking
Als u de systeeminstellingen laadt, worden de momenteel
geconfigureerde instellingen overschreven. Als u de huidige
instellingen niet wilt wissen, sla ze dan op door van tevoren de
SYSTEM MEMORY functie te gebruiken.
■ Laden met de 7 SYSTEM MEMORY
toetsen
U kunt de onder “Memory1” t/m “Memory4” opgeslagen
systeeminstellingen opnieuw oproepen door op de
bijbehorende 7SYSTEM MEMORY toetsen te drukken.
1
Druk op één van de 7SYSTEM MEMORY
toetsen op de afstandsbediening om het
gewenste geheugennummer te selecteren.
“Memory1 LOAD” (voorbeeld) zal op de display van
het voorpaneel verschijnen.
y
Als het door u geselecteerde geheugennummer niet in
gebruik is, verschijnt “Memory Empty”.
4
SYSTEM MEMORY
1
2
3
4
Druk herhaaldelijk op 9k / n / l / h om
“LOAD” te selecteren en druk dan 9 ENTER
om de instellingen onder het geselecteerde
geheugennummer te laden.
y
y
Om de handeling te annuleren en terug te keren naar het
vorige menu, selecteer “CANCEL” en druk dan op
9ENTER.
“De melding “Empty” verschijnt op het menuscherm als er
geen systeeminstellingen zijn opgeslagen onder het
geselecteerde geheugennummer.
2
5
Druk nog eens op de geselecteerde
7 SYSTEM MEMORY om uw keuze te
bevestigen.
Dit toestel laadt de instellingen die zijn opgeslagen
onder het geselecteerde geheugennummer.
92 Nl
Druk op I MENU om het GUI menu uit te
schakelen.
Opslaan en weer oproepen van de systeeminstellingen (System Memory)
Gebruiksvoorbeelden
■ Voorbeeld 1: Vergelijken van de
resultaten van de automatische en de
handmatige setup
Dit toestel is uitgerust met drie soorten parametrische
equalizer instellingen (bladzijde 79), en u kunt ook uw
eigen geluidsinstellingen maken voor dit toestel met
behulp van de “Speaker” parameters (bladzijde 76). Om
de resultaten van de automatische setup of uw eigen
handmatige configuratie te vergelijken, maak gebruik van
de 7SYSTEM MEMORY toetsen.
■ Voorbeeld 2: Omschakelen van de
instellingen voor verschillende
omstandigheden in de luisterruimte
De toonkarakteristieken van uw luisterruimte kunnen
veranderen wanneer de omstandigheden in de ruimte
veranderen (of de gordijnen open of dicht zijn,
bijvoorbeeld) en de instellingen van dit toestel kunnen
worden aangepast aan de veranderende omstandigheden.
U kunt gemakkelijk heen en weer schakelen tussen de
instellingen voor dit toestel met behulp van de
7SYSTEM MEMORY toetsen.
SYSTEM MEMORY 1
Instellingen wanneer de gordijnen van de
luisterplek dicht zijn
SYSTEM MEMORY 1
Resultaten van de automatische setup
(PEQ Select: Natural)
SYSTEM MEMORY
SYSTEM MEMORY 2
Resultaten van de automatische
setup
(PEQ Select: Front)
1
2
3
4
SYSTEM MEMORY 3
Manueel geconfigureerde instellingen
1
Doe de gordijnen van de luisterruimte dicht
en voer daarna de automatische setup uit
(bladzijde 30).
2
Houd 7SYSTEM MEMORY 1 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de instellingen voor de huidige
omstandigheden in de ruimte op (bijv. met de
gordijnen dicht) onder “Memory1”.
2
Houd 7SYSTEM MEMORY 1 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de resultaten van de automatische
setup op (PEQ Select: Natural) onder “Memory1”.
3
Doe de gordijnen van de kamer open en voer
de automatische setup uit.
Stel “PEQ Select” in op “Front” (bladzijde 79).
4
Houd 7 SYSTEM MEMORY 2 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de resultaten van de automatische
setup op (PEQ Select: Front) onder “Memory2”.
4
Houd 7SYSTEM MEMORY 2 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de instellingen voor de huidige
omstandigheden in de ruimte op (bijv. met de
gordijnen open) onder “Memory2”.
5
Configureer de parameters van “Speaker”
(bladzijde 76) en stel de parametrische
equalizerconfiguratie van elke luidspreker
manueel in (bladzijde 79).
6
Houd 7SYSTEM MEMORY 3 4 seconden
lang ingedrukt.
Dit toestel slaat de manueel geconfigureerde
instellingen op onder “Memory3”.
Nederlands
3
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Voer de automatische setup uit
(bladzijde 30).
4
Opslaan van elke instelling
Opslaan van elke instelling
1
3
SYSTEM MEMORY 2
Instellingen wanneer de gordijnen
van de luisterplek open zijn
SYSTEM MEMORY
1
2
93 Nl
Bedienen van dit toestel met de webbrowser (Webcontrolecentrum)
U kunt dit toestel bedienen met een webbrowser. U kunt de signaalbron en het geluidsveldprogramma selecteren, door de
iPod- of USB-/netwerkinhoud browsen, selecteer de voorgeprogrammeerde items en de parameters van dit toestel
instellen met behulp van de grafische gebruikersinterface (Webcontrolecentrum) die in de webbrowser verschijnt.
Controleer van tevoren het IP-adres van dit toestel met “IP Address” in het “Network” menu (bladzijde 84) en voer
vervolgens het IP-adres in in de webbrowser om toegang te verkrijgen tot dit toestel, zodat dit bediend kan worden.
PC
Webbrowser
Bediening
Selecteren van de signaalbron
Bedienen van USB-/
netwerkfuncties
Instellen van de
systeemparameters
Vermogen aan/uit
En vele andere functies...
y
• Om deze functie te gebruiken dienen dit toestel en uw PC goed zijn aangesloten op het netwerk (bladzijde 23).
• Wij bevelen u aan dat u gebruik maakt van Windows Internet Explorer 6 of 7 die geïnstalleerd is op Windows XP of Windows Vista
PC om toegang tot dit toestel te verkrijgen.
• U kunt met de webbrowser selecteren of dit toestel de bedieningsorganen accepteert wanneer dit toestel uit (in standby) staat
(bladzijde 84).
• U kunt met de webbrowser het MAC-adres van de PC’s registreren die u wilt gebruiken om dit toestel te bedienen en de PC’s beperken
die dit toestel kunnen bedienen. U kunt selecteren dat dit toestel de toegang toestaat tot dit toestel door PC’s waarvan de MACadressen geregistreerd staan op dit toestel, of de toegang door PC’s toestaat met behulp van “MAC FILTER” in “ADVANCED
SETUP” (bladzijde 111)
94 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van Yamaha en van andere fabrikanten
aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de
diverse signaalbronnen instellen (bladzijde 98).
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
■ Bedienen van dit toestel
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP
om dit toestel te bedienen.
STANDBY
POWER
V-AUX
PHONO
DOCK
BD
HD DVD
DVD
CD
MD
CD-R
CBL
SAT
TV
DVR
VCR
TUNER
A
B
USB
NET
POWER
POWER
TV
AV
MULTI
Als er geen code is ingesteld voor de TV bedieningsstand, regelt
de afstandsbediening de component die is ingesteld op de set
bedieningstoetsen voor de TV (bladzijde 98).
*1
Zet op AMP
TV
SOURCE
SETUP
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op F TV om
uw TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet
u van tevoren de juiste afstandsbedieningscode instellen
voor de TV bedieningsstand (bladzijde 98).
y
*1
AMP
SELECT
■ Bedienen van een TV
MACRO
ID
MODE
ZONE
SYSTEM MEMORY
1
2
STATUS
TITLE
BAND
PRESET/CH
*2
VOLUME
MENU
SRCH MODE
PHONO
DOCK
DVD
CD
MD
CD-R
CBL
SAT
TV
DVR
VCR
TUNER
A
B
USB
NET
MULTI
BD
HD DVD
AMP
9
HDMI OUT
0
INFO
LEVEL
TV VOL
TV CH
1
2
STATUS
TITLE
BAND
PRESET/CH
*2
MOVIE
4
*2
4
3
VOLUME
MENU
SRCH MODE
A-E
ENTER
PLAY INFO
DISPLAY
SUBMENU
RETURN
MEMORY
MUTE
EXTD SUR. PURE DIRECT
ENT
10
SLEEP
MUTE
AUDIO SEL
AUDIO
TV
3D DSP
ZONE
SYSTEM MEMORY
MODE PTY SEEK START
ENTERTAIN
3
MACRO
ID
GEAVANCEERDE
BEDIENING
LIVE/CLUB
2
SETUP
MODE
ENHANCER SUR.DECODE STRAIGHT
6
7
8
Zet op TV
TV
SELECT
MUTE
EON
STEREO
5
V-AUX
AV
SOURCE
PLAY INFO
DISPLAY
REC
CLASSICAL
1
POWER
POWER
TV
*1
A-E
ENTER
SUBMENU
RETURN
MEMORY
4
3
STANDBY
POWER
REC
INPUT
EON
CLASSICAL
1
STEREO
5
*3
LIVE/CLUB
2
MODE PTY SEEK START
ENTERTAIN
3
MOVIE
4
ENHANCER SUR.DECODE STRAIGHT
6
7
8
9
HDMI OUT
0
INFO
LEVEL
TV VOL
TV CH
*2
EXTD SUR. PURE DIRECT
ENT
10
SLEEP
MUTE
AUDIO SEL
AUDIO
TV
3D DSP
INPUT
Opmerkingen
*1 Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2 Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de
schakelaar voor de bedieningsfunctie van de component op
FAMP staat.
Opmerkingen
*1 2TV POWER kan de stroomvoorziening van de TV altijd
in- of uitschakelen, ongeacht de positie van de schakelaar voor
de bedieningsfunctie.
*2 Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op F TV staat ingesteld. Zie voor
details de “TV” kolom op bladzijde 96.
*3 Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op F TV of F SOURCE staat ingesteld.
Afstandsbediening
Functies
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
TV CH +/–
Wijzigt het TV kanaal.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave uit.
TV INPUT
Wijzigt de signaalbron.
95 Nl
Nederlands
TV VOL +/–
Afstandsbedieningsfuncties
■ Bedienen van andere componenten
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
FSOURCE om andere apparatuur die u met de
ingangskeuzetoetsen (3) kunt selecteren te bedienen. U
moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste
afstandsbedieningscode instellen (bladzijde 98). De
volgende tabel toont de functies van de bedieningstoetsen
voor het bedienen van andere componenten die zijn
toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen (3). Het is
mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect
hebben op de geselecteerde component.
[1]
STANDBY
POWER
[2]
V-AUX
PHONO
DOCK
[3]
DVD
CD
MD
CD-R
CBL
SAT
TV
DVR
VCR
TUNER
A
B
USB
NET
POWER
POWER
TV
AV
MULTI
BD
HD DVD
[4]
STATUS
TITLE
BAND
[6]
ZONE
SYSTEM MEMORY
1
2
3
STATUS
TITLE
PRESET/CH
MENU
[8]
MUTE
EON
CLASSICAL
1
MACRO
MODE
PLAY INFO
DISPLAY
[5]
TV
ID
A-E
ENTER
SUBMENU
RETURN
MEMORY
AMP
SETUP
[7]
REC
SOURCE
SELECT
VOLUME
MENU
SRCH MODE
PRESET/CH
STEREO
5
4
VOLUME
LIVE/CLUB
2
MODE PTY SEEK START
ENTERTAIN
3
MOVIE
4
ENHANCER SUR.DECODE STRAIGHT
6
7
8
9
HDMI OUT
0
INFO
LEVEL
EXTD SUR. PURE DIRECT
ENT
10
SLEEP
MUTE
AUDIO SEL
AUDIO
TV VOL
TV CH
TV
3D DSP
[9]
[10]
INPUT
Zet op SOURCE
y
De afstandsbediening heeft 16 standen (sets bedieningstoetsen)
om 16 verschillende componenten te kunnen bedienen.
Blu-ray Disc/
HD DVDDVD-speler LD-speler
speler/
recorder
DVD
recorder/
Digitale
videorecorder
VCR
TV
Kabel TV/
satelliet
ontvanger
CD-speler
MDrecorder/
CDrecorder
Cassettedeck Tuner
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
DVR aan/uit
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
Aan/uit *1
[1]
AV POWER
[2]
TITLE,
BAND
Titel
Titel
Titel
[3]
PRESET/
CH k
Menu
omhoog
Menu
omhoog
Menu
omhoog
Kanaal
omhoog
Menu
omhoog
Kanaal
omhoog
Menu
omhoog
PRESET/
CH n
Menu
omlaag
Menu
omlaag
Menu
omlaag
Kanaal
omlaag
Menu
omlaag
Kanaal
omlaag
Menu
omlaag
A-E l
Menu links
Menu links
Menu links
Aan/uit *1
*2
Titel
Aan/uit *1
Band
Menu links
Menu links
Richting
A/B
A-E h
Menu rechts
Menu rechts
Menu rechts
Menu rechts
ENTER
Menu enter
Menu Enter
Menu Enter
Menu Enter
Menu Enter
[4]
RETURN,
MEMORY
Terug
Terug
Terug
Terug
Geheugen
[5]
REC
Opname
(recorder)
Disc
overslaan
Opname
e
Pauze
Pauze
Pauze
Pauze
Opname
DVRopname *2
DVRopname *2
Disc
overslaan
Opname
Opname
Pauze
DVR pauze
DVR pauze
*2
*2
Pauze
Pauze
Pauze
DVR
weergave *2
Menu rechts
p
Weergave
Weergave
Weergave
Weergave
Weergave
DVR
weergave *2
Weergave
Weergave
s
Stop
Stop
Stop
Stop
Stop
DVR stop *2 DVR stop *2 Stop
Stop
Stop
ll
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
DVR terug
zoeken *2
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
hh
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
DVR vooruit DVR vooruit Vooruit
zoeken
zoeken *2
zoeken *2
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
b
Terug
springen
Terug
springen
Terug
springen
Terug
springen
Terug
springen
DVR terug
springen *2
Terug
springen
Terug
springen
Richting A
Audioprogr
amma
omlaag *3
a
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
DVR vooruit DVR vooruit Vooruit
springen *2 springen *2 springen
Vooruit
springen
Richting B
Audioprogr
amma
omhoog *3
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
Cijfertoetse
n
Menu
Menu
Zoekstand
[6]
1-9, 0, +10
[7]
MENU,
SRCH
MODE
[8]
DISPLAY
[9]
ENT
[10] AUDIO
Menu
DVR terug
zoeken *2
DVR terug
springen *2
Weergave
Menu
Display
Display
Display
Display
Display
Display
Display
Display
Display
Display
Index
Index
Hoofdstuk/
tijd
Index
Enter
Enter
Enter
Index
Index
Enter
Audio
Audio
Audio
Audio
Opmerkingen
*1 Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) knop heeft.
*2 Deze toetsen bedienen uw videorecorder (DVD-recorder enz.) alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor DVR
(bladzijde 98).
96 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
■ Selecteren van de te bedienen
component
U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde ingangsbron
kunt bedienen (3).
Druk herhaaldelijk op 5 SELECT l / h om de
gewenste component te selecteren.
De naam van de te bedienen component wordt getoond in
het weergavevenster (4) op de afstandsbediening.
DVD
Aanpassen van de
afstandsbediening
Gebruik de setup-stand van de afstandsbediening om de
afstandsbediening aan te passen.
1
Druk op GSETUP op de afstandsbediening
met een pen of iets dergelijks.
“SETUP” verschijnt in het weergavevenster op de
afstandsbediening.
2
Druk herhaaldelijk op 9k / n om de
gewenste setup-stand te selecteren.
■ Bedienen van optionele apparatuur
(‘Optie’ set)
Setupstand
“OPTN1” en “OPTN2” zijn optionele sets
bedieningstoetsen voor de component die kunnen worden
geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties,
onafhankelijk van ingangsbronnen. Deze sets zijn handig
voor het programmeren van instructies die u alleen als
onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken of voor
componenten waarvoor geen geldige
afstandsbedieningscode bestaat.
OPTN1
of
OPTN2
Opmerking
U kunt geen afstandsbedieningscode instellen voor de optionele
sets bedieningstoetsen. Zie bladzijde 100 voor het
programmeren van toetsen binnen deze set bedieningstoetsen
voor de component.
3
Blad
zijde
SETUP
Eerste menu setup-stand.
—
LEARN
Leerstand. Gebruik deze functie om codes
van andere afstandsbedieningen te
programmeren.
100
P-SET
Voorprogrammeerstand. Gebruik deze
functie om de afstandsbedieningscode van
elk set bedieningstoetsen te wijzigen.
98
RNAME
Hernoemingsstand.Gebruik deze functie
om de naam van elk set bedieningstoetsen
te wijzigen.
101
MACRO
Macroprogrammeerstand.Gebruik deze
functie om het macroprogramma in te
stellen.
102
CLEAR
Wisstand. Gebruik deze functie om de
configuraties van dit toestel te wissen.
104
ERASE
WIsstand. Gebruik deze functie om de
overgenomen (‘geleerde’) functies van elke
knop te wissen.
104
EX-IR
Uitgebreide IR codestand. Deze functie is
alleen voor bevoegde installeurs.
—
LIGHT
Verlichtingsstand. Gebruik deze stand om
de verlichtingsstand van de
afstandsbediening in te stellen.
98
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Om een optionele set bedieningstoetsen te
selecteren, druk herhaaldelijk op 5 SELECT l /
h totdat “OPTN1” of “OPTN2” in het
weergavevenster (4) op de afstandsbediening
verschijnt.
Beschrijving
Druk na de configuraties nogmaals op de
GSETUP om het setup-menu te verlaten.
Opmerking
Als u elk van de bewerkingen niet binnen 30 seconden
voltooit, sluit dit toestel het setup-menu automatisch af.
Nederlands
97 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Instellen van de verlichtingsstand
van de afstandsbediening
1
Druk op GSETUP op de afstandsbediening
met een pen of iets dergelijks.
“SETUP” verschijnt in het weergavevenster (4) van
de afstandsbediening.
2
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “LIGHT” te
selecteren en druk dan op 9ENTER.
“LIGHT” en de huidige “LIGHT” instelling
verschijnen om beurten in het uitleesvenster (4).
LIGHT
3
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes hebt ingesteld.
Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden
ingevoerd. Raadpleeg de “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het eind van deze
handleiding voor een complete lijst met de beschikbare
afstandsbedieningscodes.
De volgende tabel toont de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Bedienings
gebied
Archief
(component
encategorie)
Fabrikant
Standaard
code
MULTI
DVD
Yamaha
04306
V-AUX
—
—
—
PHONO
—
—
—
DOCK
SOURCE
Yamaha
00012
BD
HD DVD
BD
Yamaha
04706
DVD
DVD
Yamaha
04306
CD
CD
Yamaha
01205
MD
CD-R
CD-R
Yamaha
01405
CBL
SAT
—
—
—
Druk herhaaldelijk op 9k / n om de
gewenste instelling te selecteren en druk dan
op 9ENTER.
Keuze
4
Instellen van afstandsbedieningscodes
Beschrijving
ON
Doet de verlichting aan gaan wanneer er
op een toets wordt gedrukt.
OFF
Doet de verlichting alleen aan gaan
wanneer er op 6LIGHT gedrukt wordt.
Druk nog eens op GSETUP om de setupstand af te sluiten.
TV
—
—
—
DVR
DVR
Yamaha
00707
VCR
—
—
—
TUNER
SOURCE
Yamaha
00012
A
—
—
—
B
—
—
—
USB
NET
SOURCE
Yamaha
00012
Opmerking
Het is mogelijk dat u uw Yamaha component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een Yamaha afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld.
Probeer in een dergelijk geval een andere Yamaha
afstandsbedieningscode in te stellen.
98 Nl
1
Controleer de afstandsbedieningscode voor
uw component van tevoren.
Raadpleeg de “Lijst met afstandsbedieningscodes”
aan het eind van deze handleiding voor een complete
lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes.
2
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op de afstandsbediening op FSOURCE.
Als u de afstandsbedieningscode wilt instellen voor
“TV”, stel dan de schakelaar voor de
bedieningsfunctie in op FTV.
Afstandsbedieningsfuncties
3
Druk op GSETUP met een pen of iets
dergelijks.
“SETUP” verschijnt in het weergavevenster (4) van
de afstandsbediening.
SETUP
4
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “P-SET” te
selecteren en druk dan op 9ENTER.
De afstandsbediening komt in de
voorprogrammeerstand. “P-SET” en de naam van de
momenteel geselecteerde set bedieningstoetsen
verschijnen om beurten in het weergavevenster (4).
9
Druk nog eens op G SETUP om het setupmenu af te sluiten.
10
Druk op 2 AV POWER of op A p om te
bevestigen of u uw component inderdaad
met de afstandsbediening kunt bedienen.
y
• Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere
codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan
één voor één tot u de juiste gevonden heeft.
• Als u “00012” instelt als de afstandsbedieningscode van de
geselecteerde set bedieningstoetsen, kunt u de momenteel
geselecteerde interne bron (DOCK, TUNER of USB/NET)
bedienen.
Opmerkingen
P-SET
5
DVD
6
Druk op 9ENTER.
De huidige code-instelling verschijnt.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Druk op een ingangskeuzetoets (3) of druk
herhaaldelijk op 5SELECT l / h om de set
bedieningstoetsen te selecteren die u wilt
aanpassen.
Als u in stap 2 “TV” hebt geselecteerd, sla deze stap
dan over.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster (4) op de
afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet
staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u
tegelijkertijd meerdere toetsen hebt ingedrukt.
• De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke
codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en videoapparatuur (met inbegrip van Yamaha componenten). Als geen
enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur,
programmeer dan de nieuwe afstandsbedieningsfunctie met de
‘leerfunctie’ (bladzijde 100) of maak gebruik van de met de
apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening.
• Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang boven functies onder afstandsbedieningscodes.
04306
7
Gebruik de cijfertoetsen (B) om de
vijf cijfers van de afstandsbedieningscode
voor uw component in te voeren.
8
Druk op 9ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen (4) als de
instelling gelukt is.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (4) als de
instelling niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 5.
Nederlands
OK
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere set
bedieningstoetsen, herhaal dan stappen 5 t/m 8.
99 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Overnemen van instructies van
andere afstandsbedieningen
AV
V-AUX
DOCK
USB
NET
TV
AMP
ZONE
SOURCE
POWER
MODE
MACRO
PHONO
ID
STANDBY
VCR
MD
CD-R
POWER
CD
TV
DVR
MULTI
TV
DVD
POWER
CBL
SAT
BD
HD DVD
B
SETUP
SYSTEM MEMORY
A
TUNER
SELECT
4
B
3
VCR
USB
NET
2
DVR
1
TV
CBL
SAT
VOLUME
MENU
SRCH MODE
MD
CD-R
PRESET/CH
DOCK
CD
BD
HD DVD
PRESET/CH
STATUS
TITLE
BAND
PHONO
DVD
MULTI
STATUS
TITLE
BAND
A-E
V-AUX
AV
PLAY INFO
DISPLAY
POWER
POWER
TV
Andere afstandsbediening
ENTER
STANDBY
POWER
Leg deze afstandsbediening op ongeveer 5
tot 10 cm van de andere afstandsbediening
op een vlakke ondergrond zodat hun
infrarood transmitters op elkaar gericht zijn,
en druk vervolgens op 9ENTER.
“L–KEY” zal in het uitleesvenster (4) verschijnen.
SUBMENU
RETURN
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van
andere afstandsbedieningen. Maak gebruik van de
‘leerfunctie’ als u functies wilt programmeren die niet zijn
opgenomen onder de door de afstandsbedieningscodes
gedekte basishandelingen, of als er geen geschikte
afstandsbedieningscode beschikbaar is. U kunt functies
van een andere afstandsbediening programmeren onder de
op de volgende afbeelding aangegeven toetsen. De toetsen
kunnen apart voor elke set bedieningstoetsen worden
geprogrammeerd.
4
VOLUME
MENU
SRCH MODE
A-E
ENTER
PLAY INFO
DISPLAY
SUBMENU
RETURN
MEMORY
5 t/m 10 cm
MUTE
REC
TUNER
A
AMP
TV
SOURCE
SELECT
SETUP
MACRO
ID
MODE
ZONE
Zet op
SOURCE
EON
CLASSICAL
1
STEREO
5
9
HDMI OUT
0
INFO
LEVEL
TV VOL
TV CH
SYSTEM MEMORY
1
2
STATUS
TITLE
BAND
PRESET/CH
4
3
VOLUME
MENU
SRCH MODE
LIVE/CLUB
2
MODE PTY SEEK START
ENTERTAIN
3
MOVIE
4
5
Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
Er verschijnt “START” in het uitleesvenster (4).
ENHANCER SUR.DECODE STRAIGHT
6
7
8
EXTD SUR. PURE DIRECT
ENT
10
SLEEP
MUTE
AUDIO SEL
AUDIO
TV
3D DSP
INPUT
ENTER
AV
PHONO
VCR
MD
CD-R
DOCK
USB
NET
TV
AMP
ZONE
SOURCE
POWER
V-AUX
CD
STANDBY
TV
DVR
POWER
MULTI
TV
DVD
POWER
CBL
SAT
MODE
MACRO
4
BD
HD DVD
B
ID
A
SETUP
SYSTEM MEMORY
3
6
2
VOLUME
MENU
SRCH MODE
A-E
Houd de toets die u op de andere
afstandsbediening wilt programmeren
ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster (4)
verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (4) als de
‘leerfunctie’ niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 4.
AV
V-AUX
POWER
PHONO
DOCK
POWER
USB
NET
AMP
ZONE
TV
SOURCE
STANDBY
VCR
MD
CD-R
TV
CD
MULTI
DVD
DVR
POWER
BD
HD DVD
TV
MODE
MACRO
4
CBL
SAT
3
B
ID
A
SETUP
VOLUME
MENU
SRCH MODE
SYSTEM MEMORY
2
PRESET/CH
TUNER
SELECT
1
STATUS
TITLE
BAND
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE en druk dan op een
ingangskeuzetoets (3) om de gewenste set
bedieningstoetsen te selecteren.
Als u de afstandsbedieningscode wilt programmeren
voor “TV”, stel dan de schakelaar voor de
bedieningsfunctie in op FTV.
PLAY INFO
DISPLAY
• De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als
de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood,
kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan
overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen
kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen.
• U kunt de gewenste afstandsbedieningscode niet
programmeren, zelfs als u de toetsen in het in de bovenstaande
illustratie gemarkeerde gebied selecteert, afhankelijk van de
geselecteerde set bedieningstoetsen en het toegewezen archief.
PRESET/CH
ENTER
Opmerkingen
TUNER
SELECT
MUTE
REC
1
1
PLAY INFO
DISPLAY
STATUS
TITLE
BAND
SUBMENU
RETURN
SUBMENU
RETURN
MEMORY
A-E
Andere afstandsbediening
Opmerking
Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op F SOURCE of op FTV wordt ingesteld. Wanneer u
de schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP zet en
vervolgens instructies van andere afstandsbedieningen
programmeert, kan de toets in kwestie geen
versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen.
OK
y
2
Druk op GSETUP met een pen of iets
dergelijks.
Er verschijnt “SETUP” in het uitleesvenster (4).
3
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “LEARN” te
selecteren en druk dan op 9ENTER.
100 Nl
Herhaal stap 4 t/m 6 wanneer u nog een functie wilt
programmeren.
Afstandsbedieningsfuncties
7
Druk nog eens op G SETUP om het setupmenu af te sluiten.
5
Opmerkingen
• Er verschijnt “ERROR” in het uitleesvenster (4) op de
afstandsbediening als u op een toets drukt die niet staat
aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd
meerdere toetsen hebt ingedrukt.
• Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster
verschijnt voordat u 200 functies hebt geprogrammeerd. Wis in
dat geval eerder geprogrammerde functies die u niet meer nodig
hebt om ruimte te maken voor nieuwe leerfuncties
(bladzijde 104).
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
– wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
– wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
– wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
BD/HD
y
Druk op 9k om de tekens als volgt te laten veranderen, of
druk op 9n om deze reeks in omgekeerde volgorde te
doorlopen: A t/m Z, a t/m z, 0 t/m 9, spatie, symbolen (–,
+, /, :).
6
7
2
Druk op GSETUP met een pen of iets
dergelijks.
“SETUP” zal in het uitleesvenster verschijnen.
3
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “RNAME” te
selecteren en druk dan op 9ENTER.
4
Druk herhaaldelijk op 9k / n om de uit 3
letters bestaande naam of de uit 5 letters
bestaande naam te selecteren die u wilt
bewerken, en druk vervolgens op 9ENTER.
Elke set bedieningstoetsen heeft een uit 3 letters
bestaande naam en een uit 5 letters bestaande naam.
U kunt de uit 3 letters en de uit 5 letters bestaande
namen onafhankelijk van elkaar wijzigen.
BD
Opmerking
“ERROR” zal in het uitleesvenster (4) op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven
voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere
toetsen hebt ingedrukt.
Nederlands
Uit 3 letters bestaande
naam
Druk nog eens op G SETUP om het setupmenu af te sluiten.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Wanneer u de naam van nog een set bedieningstoetsen wilt
wijzigen, druk dan op de ingangskeuzetoets (3) of
herhaaldelijk op 5SELECT l / h om de gewenste set
bedieningstoetsen te selecteren, en druk vervolgens op
9ENTER, waarna u de bewerkingen van stap 4 t/m 6
uitvoert.
U kunt de naam van de set bedieningstoetsen
(ingangsbron) die verschijnt in het uitleesvenster (4) van
de afstandsbediening veranderen.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FSOURCE en druk dan op een
ingangskeuzetoets (3) om de gewenste set
bedieningstoetsen te selecteren.
Druk op 9ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster (4) van de
afstandsbediening verschijnen als de naam met
succes is veranderd.
y
Wijzigen van namen zoals die in
het uitleesvenster verschijnen
1
Bewerken van de naam van de set
bedieningstoetsen.
Om de te bewerken positie te lokaliseren, druk op
9l / h.
Om een teken te selecteren, druk op 9k / n.
Uit 5 letters bestaande
naam
BD/HD
101 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Macro programmeerfuncties
De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks
handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets.
Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u
normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten,
vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op
de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al
deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op
de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder
genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig
voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen
macro’s samenstellen (bladzijde 103).
■ Oproepen van geprogrammeerde
macrohandelingen
STANDBY
POWER
TV
AV
MULTI
V-AUX
PHONO
DOCK
BD
HD DVD
DVD
CD
MD
CD-R
CBL
SAT
TV
DVR
VCR
TUNER
A
B
POWER
POWER
■ Standaard macrofuncties
Druk op
macrotoets
STANDBY
Om automatisch deze signalen in
deze volgorde uit te zenden
Eerste
Tweede
STANDBY
—
POWER
POWER
(*1)
TV
MULTI
MULTI
V-AUX
V-AUX
PHONO
PHONO
DOCK
DOCK
BD
HD DVD
BD
HD DVD
DVD
DVD
CD
CD
Macrotoetsen
USB
NET
AMP
TV
SOURCE
SELECT
SETUP
MACRO
ID
MODE
ZONE
MACRO ON/OFF
MD
CD-R
POWER
MD
CD-R
SYSTEM MEMORY
1
1
2
3
4
3
CBL
SAT
TV
TV
DVR
DVR
VCR
VCR
TUNER
TUNER
A
A
B
B
USB
NET
USB
NET
Druk op HMACRO op de afstandsbediening.
MACRO
2
CBL
SAT
Druk op de gewenste macrotoets.
“M:de uit 3 letters bestaande naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen ” (bijvoorbeeld
“M:DVD”) verschijnt in het uitleesvenster (4),
waarna dit toestel de geprogrammeerde functies
uitzendt. Wanneer u op DSTANDBY of op
EPOWER drukt, verschijnt er “M:STB” of
“M:PWR” in het uitleesvenster (4), waarna dit
toestel de geprogrammeerde functies uitzendt.
Druk nog eens op HMACRO om de
macrostand af te sluiten.
Opmerkingen
• Terwijl de afstandsbediening een macroprogramma uitvoert (de
zendindicator knippert), worden er geen andere bewerkingen
door geaccepteerd.
• Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
• Als u elk van de bewerkingen niet binnen 30 seconden voltooit,
sluit dit toestel de macrostand automatisch af.
102 Nl
(*2)
(*2)
*1 Stel de geschikte afstandsbedieningscode voor TV van
tevoren in (bladzijde 98).
*2 Dit toestel geeft het station of de geselecteerde inhoud weer
die het laatst ontvangen werd voordat het toestel in de
standby-stand werd gezet.
Afstandsbedieningsfuncties
■ Programmeren van macrohandelingen
U kunt uw eigen macro programmeren om met een druk
op een toets verscheidene afstandsbedieningsinstructies
achter elkaar uit te zenden. Stel eerst de juiste
afstandsbedieningscodes in of neem functies over met de
leerfunctie voordat u een macro gaat programmeren.
4
Voorbeeld
Stel de signaalbron in op DVD → Zet de DVD-speler
aan → Zet het beeldscherm aan
Opmerkingen
Stap 1 (“MCR1”): Druk op DVD.
Stap 2 (“MCR2”): Druk op AV POWER.
Stap 3 (“MCR3”): Druk op TV POWER.
• De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De
voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
• Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
• Wij raden u aan geen doorlopende handelingen (zoals het
regelen van het volume) in een macro te programmeren.
1
POWER
3
Druk op de gewenste macrotoets waaronder
u het macroprogramma wilt opslaan en druk
vervolgens op 9ENTER.
“M:de uit 3 letters bestaande naam van de
geselecteerde macroknop ” (bijvoorbeeld “M:DVD”)
en de naam van de momenteel geselecteerde set
bedieningstoetsen verschijnen om beurten in het
uitleesvenster (4).
Wanneer u op DSTANDBY of op EPOWER drukt,
verschijnen “M:STB” of “M:PWR” en de naam van
de momenteel geselecteerde set bedieningstoetsen
om beurten in het uitleesvenster (4).
STANDBY
POWER
AV
3
2
MULTI
V-AUX
PHONO
DOCK
BD
HD DVD
DVD
CD
MD
CD-R
CBL
SAT
TV
DVR
VCR
TUNER
A
B
USB
NET
MCR 1
M:DVD
1
Geeft het aantal macrostappen
aan dat u heeft ingevoerd
(Geselecteerde macrotoets)
Knipperen om beurten zodat u de
volgende stap kunt programmeren
DVD
(Geselecteerde set
bedieningstoetsen)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “MACRO” te
selecteren en druk dan op 9ENTER.
POWER
TV
Druk op GSETUP met een pen of iets
dergelijks.
“SETUP” zal in het uitleesvenster verschijnen (4).
2
Druk in de gewenste volgorde op de toetsen voor
de functies die u wilt opnemen in de macro.
Opmerkingen
• Druk op 5 SELECT l / h om de geselecteerde set
bedieningstoetsen te veranderen.. Als u op één van de
ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macrostap worden
geprogrammeerd, terwijl u met 5 SELECT l / h alleen de
geselecteerde set bedieningstoetsen verandert.
• De stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie
(AMP/TV/SOURCE) beïnvloedt de toegewezen functie.
Wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie
ingesteld is op FAMP of op FTV, functioneren de
signaalbronschakelaars niet.
Druk op HMACRO om het programma te
bevestigen.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies) programmeren.
Wanneer u 10 stappen hebt ingesteld, verschijnt de melding
“FULL” en sluit de afstandsbediening de
macroprogrammeerstand automatisch af.
6
Druk nog eens op GSETUP om het setupmenu af te sluiten.
Opmerking
De melding “ERROR” verschijnt in het uitleesvenster (4)
wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt.
103 Nl
Nederlands
5
Afstandsbedieningsfuncties
Instellingen wissen
4
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen en afstandsbedieningscodes voor
een bepaalde functieset tegelijk wissen.
■ Wissen van functiesets
1
Druk op GSETUP met een pen of iets
dergelijks.
“SETUP” zal in het uitleesvenster verschijnen (4).
2
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “CLEAR” te
selecteren en druk dan op 9ENTER.
3
Druk herhaaldelijk op 9k / n om de
gewenste wisstand te selecteren.
Wisstand
L:DVD (etc.)
Beschrijving
(L:3-cijferige naam van de geselecteerde set
bedieningstoetsen) Wist alle overgenomen
functies van de respectievelijke set
bedieningstoetsen. U kunt de te wissen set
bedieningstoetsen wijzigen door herhaaldelijk op
de gewenste ingangskeuzetoets (3) of op
5SELECT l / h te drukken.
L:AMP
Stelt alle overgenomen functies voor het regelen
van de versterkerfuncties in op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op FAMP
om deze wisstand te selecteren.
L:TV
Wist alle overgenomen functies voor de set TV
bedieningstoetsen. Zet de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op FTV om deze wisstand te
selecteren.
L:ALL
Wist alle overgenomen functies.
M:DVD (etc.)
(M:Naam van de geselecteerde macrotoets) Wist
de voor de geselecteerde macrotoets
geprogrammeerde macro (bladzijde 103). De
macro die toegewezen is aan de geselecteerde
macrotoets keert terug naar de oorspronkelijke
fabrieksmacro. Druk op de gewenste macrotoets
als u de macrotoets, waarvan u de
geprogrammeerde functies wilt wissen, wilt
wijzigen.
M:ALL
Wist alle geprogrammeerde macro’s. De macro
die toegewezen is aan de geselecteerde
macrotoets keert terug naar de oorspronkelijke
fabrieksmacro.
RNAME
Stelt alle namen van de sets bedieningstoetsen in
op de standaard instellingen.
FCTRY
Stelt alle instellingen van de afstandsbediening
in op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Houd 9ENTER ongeveer 3 seconden
ingedrukt.
Als het wissen gelukt is, verschijnt er “OK” in het
uitleesvenster (4).
Opmerkingen
• “NG” zal in het uitleesvenster verschijnen (4) als het wissen
niet gelukt is.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen (4) als u op een
toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of
wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen hebt ingedrukt.
5
Druk nog eens op GSETUP om de setupstand af te sluiten.
■ Wissen van een overgenomen
(‘geleerde’) functie
1
Druk op GSETUP met een pen of iets
dergelijks.
Er verschijnt “SETUP” in het uitleesvenster (4).
2
Druk herhaaldelijk op 9k / n om “ERASE” te
selecteren en druk dan op 9ENTER.
3
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op F SOURCE en druk dan op een
ingangskeuzetoets (3).
Als u de uit de sets AMP of TV bedieningstoetsen
overgenomen functie wilt wissen, stel dan de
schakelaar voor de bedieningsfunctie in op FAMP
of op F TV.
4
Druk op 9ENTER.
“E-KEY” zal in het uitleesvenster (4) verschijnen.
5
Houd de toets die u wilt wissen ongeveer 3
seconden ingedrukt.
Als het wissen gelukt is, verschijnt er “OK” in het
uitleesvenster (4).
y
• Herhaal stappen 3 t/m 5 als u gelijk nog een andere functie
wilt wissen.
• Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
6
Druk nog eens op GSETUP om het setupmenu af te sluiten.
Opmerkingen
• “NG” zal in het uitleesvenster (4) van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet gelukt is.
• “De melding ERROR” verschijnt in het uitleesvenster (4) als u
op meer dan één toets tegelijk drukt.
104 Nl
Afstandsbedieningsfuncties
Vereenvoudigde afstandsbediening
Gebruik de geleverde vereenvoudigde afstandsbediening om de basisbediening van dit toestel uit te voeren.
STANDBY
Zet de geselecteerde zone in
de standby-stand.
☞ P. 26, 108
SYSTEM MEMORY
De systeeminstellingen
opslaan of weer oproepen.
☞ P. 90
STANDBY
POWER
POWER
Het toestel inschakelen.
☞ P. 26, 108
SYSTEM MEMORY
1
2
3
4
INPUTl / h
Selecteren van de
signaalbron.
☞ P. 36
INPUT
VOLUME
STATUS
MENU
VOLUME +/–
Instellen volumeniveau.
☞ P. 36
ENTER
RETURN
SUBMENU
DISPLAY
MUTE
MUTE
Deze toets schakelt de
geluidsweergave uit.
☞ P. 38
Verwijder het isolatieblad voordat u de
afstandsbediening in gebruik neemt.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Zowel deze toetsen als de
volgende identieke toetsen
op de afstandsbediening
functioneren (wanneer de
schakelaar voor de
bedieningsfunctie staat
ingesteld op FAMP).
8STATUS
9k / n / l / h
9ENTER
0RETURN, SUBMENU
IMENU
KDISPLAY
■ Instellen van de bedieningszone van de
vereenvoudigde afstandsbediening
Gebruik deze functie om de bedieningszone (bladzijde 108)
en de afstandsbedienings-ID (bladzijde 110) van de
vereenvoudigde afstandsbediening in te stellen.
Instellen van de afstandsbedienings-ID
• ID1: Houd l (linker cursor) en 1 3 seconden
ingedrukt.
• ID2: Houd l (linker cursor) en 2 3 seconden
ingedrukt.
■ Vervangen van de batterij in de
vereenvoudigde afstandsbediening
Wissel de batterij wanneer het bedieningsbereik van de
vereenvoudigde afstandsbediening vermindert.
Vervang de
batterij door een
nieuwe CR2025
batterij.
Sluit het kapje.
Opmerkingen
• Voer de batterij in in overeenstemming met de
polariteitsmarkeringen (+ en –).
• Als de batterijen leeg raken, haal ze dan onmiddellijk uit de
vereenvoudigde afstandsbediening om een explosie of
zuurlekkage te voorkomen.
• Als een batterij begint te lekken, gooi deze dan onmiddellijk
weg. Let erop dat het lekkende batterijzuur niet in aanraking
komt met uw huid of kleding.
• Voordat u nieuwe batterijen plaatst, veeg het compartiment
schoon.
• Gooi batterijen weg zoals voorgeschreven wordt door de
reguleringen in uw regio.
105 Nl
Nederlands
Instellen van de bedieningszone
• Hoofdzone: Houd h (rechter cursor) en 1 3 seconden
ingedrukt.
• Zone 2: Houd h (rechter cursor) en 2 3 seconden
ingedrukt.
• Zone 3: Houd h (rechter cursor) en 3 3 seconden
ingedrukt.
Gebruik een
rechte pin om
het kapje eraf
te halen.
Gebruik van de multi-zone configuratie
Dit toestel stelt u in staat een audiosysteem in meerdere zones te configureren. De functies voor weergave in meerdere
zones maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de
hoofdzone (woonkamer bijv.) en in een tweede (Zone 2) en/of derde zone (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen vanuit de
tweede of derde zone met de meegeleverde afstandsbediening.
Naar de tweede en derde zone worden alleen analoge signalen gezonden. Bronnen waarnaar u wilt luisteren in de
tweede en derde zone moeten worden aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen van dit toestel.
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
Om gebruik te maken van de multi-zone functies van dit toestel hebt u de volgende extra apparatuur nodig:
• Een infrarood signaalontvanger in de tweede zone en/of derde zone.
• Een infrarood signaalzender in de hoofdzone. Deze zender zendt de infrarode signalen uit vanaf de afstandsbediening via de
infrarood signaalontvanger in de tweede zone en/of derde zone naar een CD-speler of een DVD-speler, etc. in de hoofdzone.
• Een versterker en luidsprekers in de tweede zone en/of derde zone.
• Een beeldscherm voor de tweede ruimte.
y
• Aangezien er vele mogelijke manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en gebruiken in een multi-zone configuratie, raden we
u aan uw dichtstbijzijnde erkende Yamaha dealer of servicecentrum te raadplegen over de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best
tegemoet komen aan uw eisen.
• Sommige Yamaha modellen kunnen rechtstreeks op de REMOTE aansluitingen van dit toestel aangesloten worden. Als u in het bezit
bent van deze producten, hebt u een infrarode signaalontvanger eventueel niet nodig. Tot maximaal 6 Yamaha componenten kunnen
aangesloten worden zoals hieronder weergegeven.
REMOTE
REMOTE
IN
Infraroodontvanger
OUT
REMOTE
IN
OUT
Yamaha
component
Yamaha
component
Dit toestel
REMOTE
IN
OUT
■ Met externe versterkers
Om gebruik te maken van een externe versterker in de tweede zone en/of derde zone, verbind de externe versterker met
de ZONE OUT aansluitingen met behulp van analoge audio kabels
Van de ZONE OUT (ZONE 3) aansluitingen
Van de ZONE OUT (ZONE 2) aansluitingen
Versterker
Versterker
Alleen analoge audiosignalen
DVD -speler, etc.
Dit toestel
Afstandsbediening
Afstandsbediening
MAIN
ZONE 3
ZONE 2
Infraroodontvanger
Infraroodontvanger
Infraroodzender
Eerste ruimte
Van de REMOTE OUT aansluiting
Tweede zone
(Zone 2)
Derde zone
(Zone 3)
Naar de REMOTE IN aansluiting
Naar de REMOTE IN aansluiting
Opmerkingen
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2/Zone 3 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
• Pas het volume in de tweede zone en/of derde zone aan met de versterker in elke zone wanneer “Zone2 Volume” of “Zone3 Volume”
staat ingesteld op “Fixed” (bladzijde 85).
106 Nl
Gebruik van de multi-zone configuratie
■ Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel
Belangrijke waarschuwing voor uw veiligheid
De luidsprekeraansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een zogenaamde Passieve
Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal.
Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een
abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct
gebruik.
Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze
informatie kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver.
Als u één interne versterker (SP1 of SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 of SP2 luidsprekeraansluitingen.
Als u twee interne versterkers (SP1 en SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 of SP2 luidsprekeraansluitingen.
PRESENCE/ZONE 2/ZONE 3
L
SP1
R
R
ZONE 2/ZONE 3
SP2
L
+
+
Luidsprekers
(Zone 2)
Luidsprekers
(Zone 3)
Dit toestel
Sluit het (de) beeldscherm(en) in Zone 2 en/of Zone 3 aan op de ZONE VIDEO aansluitingen. Als u de beeldschermen
voor meerdere zones aansluit op ZONE VIDEO aansluitingen, geven de beeldschermen dezelfde bron tegelijkertijd weer.
ZONE
VIDEO
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Aansluiten van de zonebeeldschermen
Dit toestel
Broncomponent
V
Video-ingang
Beeldscherm
(Zone2)
V
Video-ingang
Beeldscherm
(Zone3)
Nederlands
107 Nl
Gebruik van de multi-zone configuratie
■ Gebruik van TRIGGER OUT aansluitingen voor Zone 2 en Zone 3
Dit toestel is uitgerust met twee TRIGGER OUT aansluitingen. U kunt de component in- en uitschakelen in
overeenstemming met de selectie van de signaalbron van de gewenste zone, of de gewenste zone in- en uitschakelen door
de “Trigger Output” instellingen te configureren (bladzijde 88).
Dit toestel
Trigger in
Trigger in
Vermogensversterker
(etc.) Zone 2 (etc.)
2
1
TRIGGER OUT
Projector (etc.) in de
hoofdzone
y
Na alle aansluitingen gemaakt te hebben, schakel dit
toestel in en stel de toewijzingen voor de
luidsprekeraansluitingen in met “Zone SP Assign”
(bladzijde 85).
Bedienen van Zone 2 of Zone 3
U moet deze stap binnen 10 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd.
3
y
U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening.
■ Basisbediening
Om de gewenste zone uit te schakelen, druk nogmaals op
OZONE 2 of op OZONE 3.
Afstandsbediening
Bediening via het voorpaneel
1
Druk op O ZONE 2 of op Q ZONE 3 op het
voorpaneel om Zone 2 of Zone 3 apart in of
uit te schakelen.
2
Druk herhaaldelijk op O ZONE CONTROLS
op het voorpaneel om de zone die u wilt
bedienen te selecteren.
Met elke druk op O ZONE CONTROLS verandert
de display van het voorpaneel zoals hieronder
aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment
geselecteerde zone ongeveer 10 seconden lang
knipperen. Er zal echter geen indicator gaan
knipperen wanneer de hoofdzone zelf is geselecteerd.
ZONE2
Voer de gewenste handeling in de
geselecteerde zone uit (bladzijde 109).
ZONE3
1
Druk herhaaldelijk op H ZONE om de zone
die u wilt bedienen te selecteren.
“MAIN”, “ZONE 2” of “ZONE 3” indicator zal in
het uitleesvenster (4) op de afstandsbediening
verschijnen.
ZONE 2
(Zone 2)
ZONE 3
(Zone 3)
MAIN
(Hoofdzone)
2
Druk op EPOWER om de geselecteerde
zone in te schakelen.
3
Voer de gewenste handeling in de
geselecteerde zone uit (bladzijde 109).
y
Om de gewenste zone uit te schakelen, druk op
DSTANDBY.
Er zal geen indicator gaan knipperen
wanneer de hoofdzone is geselecteerd.
ZONE2
Bedient de Zone 2 versterker- of radiofuncties.
ZONE3
Bedient de Zone 3 versterker- of radiofuncties.
108 Nl
Gebruik van de multi-zone configuratie
■ Selecteren van de signaalbron voor
Zone 2 of Zone 3
Verdraai de CINPUT schakelaar (of stel de
schakelaar voor de bedieningsfunctie in op
FAMP en druk vervolgens op een van de
ingangskeuzetoetsen (3)).
• Selecteer “TUNER” als de ingangsbron om gebruik te
maken van de FM/AM afstemfuncties (bladzijde 48) in
de geselecteerde zone.
• Selecteer “DOCK” als de ingangsbron om gebruik te
maken van de iPod functies (bladzijde 56) of de
Bluetooth functies (bladzijde 54) in de geselecteerde
zone.
• Selecteer “USB/NET” als de signaalbron om gebruik te
maken van de USB functies (bladzijde 59) of de
netwerkfuncties (bladzijde 59) in de geselecteerde
zone.
Opmerking
De ingangsbronnen worden gedeeld door alle zones.
■ Instellen van het volume voor Zone 2 of
Zone 3
y
Druk op L MUTE op de afstandsbediening om het in de
geselecteerde zone weergegeven geluid uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer u de externe versterkers gebruikt in Zone 2 of Zone 3,
kunt u J VOLUME +/– alleen gebruiken wanneer “Zone2
Volume” of “Zone3 Volume” staat ingesteld op “Variable”
(bladzijde 85).
■ Regelen van de balans van de voorluidsprekers in Zone 2 of Zone 3
Druk herhaaldelijk op DTONE CONTROL om
“BALANCE” te selecteren en draai vervolgens
aan de MPROGRAM schakelaar om bij te
stellen.
Maak gebruik van deze functie om de gewenste zone na
een bepaalde tijdsperiode uit te schakelen.
Stel de bedieningsfunctie in op FAMP en druk
vervolgens herhaaldelijk op CSLEEP om de
tijdsperiode in te stellen.
De slaaptimerinstelling wordt gewijzigd zoals hieronder
weergegeven.
120min.
OFF
90min.
30min.
60min.
■ Gebruik van de zone OSD
U kunt de FM/AM radio laten weergeven op het
beeldscherm dat aangesloten is op de ZONE VIDEO
aansluitingen. Ook kunt u door muziekinhoud browsen
(zoals iPod-inhoud) met behulp van de zone OSD.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op FAMP en druk dan op de gewenste
ingangskeuzetoets (3).
2
Druk op KDISPLAY om het menuscherm
weer te geven op de zone OSD.
3
Gebruik 9k / n / l / h en 9ENTER om
door het menu op de zone OSD te navigeren.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Verdraai P VOLUME
(of druk op J VOLUME +/–).
■ Instellen van de slaaptimer voor Zone 2
of Zone 3
Opmerkingen
• Het in de zone OSD weergegeven menu verschijnt zelfs in
het Engels als Japans of Russisch wordt geselecteerd.
• Sommige tekens kunnen niet worden weergegeven op het
display van het voorpaneel of op de OSD van dit toestel.
Dergelijke tekens worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
y
• U kunt de zone(s) selecteren waarvan de bedieningsstatus
wordt (worden) weergegeven (bladzijde 86).
• U kunt de zone OSD op dezelfde wijze bedienen als GUI
handelingen.
■ Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of
Zone 3
Nederlands
Druk herhaaldelijk op DTONE CONTROL om
de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de
weergave van de lage tonen (BASS) te selecteren
en draai vervolgens aan de MPROGRAM
schakelaar om bij te stellen.
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
109 Nl
Geavanceerde setup
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Opmerkingen
• Alleen A MASTER ON/OFF, N STRAIGHT en M PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instellingsmenu gebruikt.
• Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
• Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
Gebruiken van het uitgebreide instelmenu
1
2
Druk op A MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF
stand om dit toestel uit te schakelen.
Houd N STRAIGHT ingedrukt en druk
vervolgens A MASTER ON/OFF naar binnen
naar de ON stand om dit toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en de melding
“ADVANCED SETUP” zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
Houd ingedrukt
3
4
5
MASTER
Verdraai de M PROGRAM schakelaar om de
parameter te selecteren die u wilt aanpassen.
Druk herhaaldelijk op N STRAIGHT om de
geselecteerde parameterinstelling te wijzigen.
Druk A MASTER ON/OFF nog eens in zodat deze
naar buiten komt, naar de OFF stand om de nieuwe
instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
■ Luidsprekerimpedantie SPEAKER IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuze
Beschrijving
8ΩMIN
Selecteer deze instelling om de luidsprekerimpedantie
in te stellen op 8 Ω. De impedantie van elk van de
luidsprekers moet 8 Ω of hoger zijn.
6ΩMIN
Selecteer deze instelling om de
luidsprekerimpedantie in te stellen op 6 Ω. De
impedantie van elke luidspreker moet 6 Ω of hoger
zijn (alleen voor-luidsprekers: 4 Ω of hoger).
110 Nl
REMOTE SENSOR
Met deze functie kunt u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel
van dit toestel aan of uit zetten.
Keuze
Beschrijving
ON
Selecteer deze instelling als u de ontvanger voor de
signalen van de afstandsbediening aan wilt zetten.
OFF
Selecteer deze instelling als u de ontvanger voor de
signalen van de afstandsbediening uit wilt zetten.
Opmerking
In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op “ON” te
laten staan.
■ Inschakelen bij RS-232C gebruik
STRAIGHT
EFFECT
■ Sensor voor de afstandsbediening
RS-232C STANDBY
Met deze functie kunt u dit toestel gegevens via de RS232C interface laten versturen terwijl het toestel uit
(standby) staat.
Keuze
Functies
YES
Selecteer deze instelling om dit toestel gegevens te
kunnen laten versturen via de RS-232C interface.
NO
Selecteer deze instelling om dit toestel geen
gegevens te kunnen laten versturen via de RS232C interface.
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: YES
[Overige modellen]: NO
■ Afstandsbediening ID-instelling
REMOTE CON AMP
Gebruik deze functie om de afstandsbedienings-ID van dit toestel
in te stellen voor herkenning van afstandsbedieningssignalen.
Keuze
Beschrijving
ID1
Selecteer deze instelling wanneer de ID van de
afstandsbediening ingesteld is op “ID1”
ID2
Selecteer deze instelling wanneer de ID van de
afstandsbediening ingesteld is op “ID2”
Instellen van de afstandsbedienings-ID
Gebruik deze functie om de afstandsbedienings-ID in te stellen.
Deze functie is handig wanneer u meerdere Yamaha AV
ontvangers of versterkers regelt met de afstandsbediening.
Geavanceerde setup
Druk met een pen of iets dergelijks herhaaldelijk
op GID op de afstandsbediening om de
gewenste afstandsbedienings-ID te selecteren.
Telkens als u op GID drukt, wijzigt de afstandsbediening
ID-indicator zoals hieronder weergegeven.
ID1
• Als er geen instellingen zijn opgeslagen, kunt u “RECOVERY”
niet selecteren.
■ Parameters initialiseren INITIALIZE
Met deze functie kunt u de parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. U
kunt kiezen welke categorie parameters u terug wilt
zetten.
Keuze
ID
ID2
Beschrijving
DSP
PARAM
Selecteer deze instelling om alle parameters van
de geluidsveldparameters te initialiseren
(bladzijde 69).
VIDEO
■ Afstemstap tuner TUNER FRQ STEP
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Selecteer deze instelling om alle parameters in
“Video” en “Display Set” (behalve “Short
Message” en “Playback Screen”) te initialiseren.
NETWORK
Selecteer deze instelling om alle parameters in
“Network” en op dit toestel opgeslagen
MusicCAST informatie te initialiseren.
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
ALL
Selecteer deze instelling om alle parameters van
dit toestel te initialiseren.
CANCEL
Selecteer deze instelling om de
initialisatieprocedure te annuleren.
y
Om de afstandsbedienings-ID van de vereenvoudigde
afstandsbediening in te stellen, zie bladzijde 105 voor details.
Keuze
Beschrijving
AM10/
FM100
Selecteer deze instelling voor Noord-, Midden- en
Zuid-Amerika.
AM9/FM50
Selecteer deze instelling voor alle overige landen.
Keuze
Beschrijving
ON
Selecteer deze instelling als u de bi-amp (dubbele
versterking) functie aan wilt zetten.
OFF
Selecteer deze instelling als u de bi-amp (dubbele
versterking) functie uit wilt zetten.
Opmerking
Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, kunnen de
SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om
surround achter-luidsprekers aan te sluiten, omdat deze
aansluitingen reeds worden gebruikt voor de bi-amp
aansluitingen (bladzijde 14).
■ Herstel en backup van de
systeeminstellingen RECOV./BACKUP
Gebruik deze functie om de instellingen van dit toestel op
te slaan en terug te zetten.
Keuze
Beschrijving
RECOVERY
Terugzetten van de opgeslagen instelling van dit
toestel.
BACKUP
Slaat de huidige instellingen van dit toestel op.
CANCEL
Annuleert het herstel of de backup van de
instellingen van dit toestel.
Om de parameters van elk geluidsveldprogramma te
initialiseren, maak gebruik van “Initialize” in “Stereo/
Surround” (bladzijde 73).
■ MAC adresfilter
MAC FILTER
Gebruik deze functie om de toegang tot dit toestel via
LAN te filteren teneinde dit toestel te bedienen via het
MAC-adres van de toegang verkrijgende PC
(bladzijde 94).
Keuze
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Bi-amp instelling BI-AMP
Gebruik deze functie om de ‘bi-amp’ (dubbele
versterking) functie aan of uit te zetten.
y
Beschrijving
ON
Staat alleen toe dat het toestel toegankelijk is via
de PC waarvan het MAC-adres geregistreerd staat
bij dit toestel.
OFF
Staat toe dat het toestel toegankelijk is vanaf alle
PC’s.
y
U kunt het MAC-adres dat toegang heeft tot het toestel met
behulp van de webbrowser registreren wanneer “MAC
FILTER” staat ingesteld op “ON” (bladzijde 94).
■ TV formaat
TV FORMAT
Met deze functie kunt u het kleurweergavesysteem van uw
tv instellen.
Keuzes: NTSC, PAL
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene]:
NTSC
[Overige modellen]: PAL
Nederlands
Opmerkingen
• Dit toestel slaat de FM/AM voorkeuzezenders,
voorgeprogrammeerde USB-/netwerkitems en de
systeemgeheugeninstellingen niet op.
111 Nl
Geavanceerde setup
■ HDMI monitor-controlefunctie
■ Firmwareversie
MONITOR CHECK
Gebruik deze functie om de monitor-controlefunctie aan
of uit te zetten.
Keuze
Beschrijving
YES
Dit toestel ontvangt de informatie van de
beschikbare videosignaalresoluties via het
beeldscherm dat is aangesloten via HDMI en u
kunt alleen de door het beeldscherm ondersteunde
resoluties selecteren uit “Resolution”
(bladzijde 82).
SKIP
U mag alle resoluties uit “Resolution” selecteren
(bladzijde 82).
■ Taal
LANGUAGE
Gebruik deze functie om de taal van uw keuze te
selecteren die verschijnt in het GUI (grafische
gebruikersinterface) menu, op de OSD display op het
zonebeeldscherm en in de berichten die op de display van
het voorpaneel verschijnen.
(Japans),
Keuzes: English (Engels),
Français (Frans), Deutsch (Duits),
Español (Spaans), Русский (Russisch)
y
U kunt de display-taal ook selecteren met het GUI menu
(bladzijde 89).
TAAL
GUI menu
Display
voorpaneel
RUSSIAN
Zone OSD
—
JAPANESE
—
—
Overige talen
··· De geselecteerde taal wordt weergegeven.
— ··· De geselecteerde taal wordt niet weergegeven. De
menu-items en meldingen worden weergegeven in het
Engels.
■ Firmware update FIRM UPDATE
Gebruik deze functie om de firmware van dit toestel te
updaten. Voor details over hoe de firmware te updaten, zie
de met de updates geleverde informatie.
Keuze
Beschrijving
USB
Voert een update van de firmware van dit toestel
uit met een USB geheugen.
NETWORK
Voert een update uit van de firmware van dit
toestel via een netwerk.
y
Om te beginnen met een update van de firmware, verdraai
MPROGRAM om “USB” of “NETWORK” te selecteren en
druk dan op DMENU.
Opmerkingen
• Gebruik deze functie niet tenzij u de firmware moet updaten.
• Lees eerst de met de updates geleverde informatie alvorens
firmware updates uit te voeren.
112 Nl
VERSION
Gebruik deze functie om de versie van de op dit moment
op het toestel geïnstalleerde firmware te controleren.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Oplossen van problemen
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde Yamaha dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Geen geluid.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
—
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
26
De beveiliging is in werking getreden.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
12
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit, haal de stekker uit het stopcontact,
wacht 30 seconden voordat u de stekker opnieuw in
het stopcontact steekt en probeer het toestel
vervolgens weer gewoon te gebruiken.
—
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
18-24
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “HDMI”,
“COAX/OPT” of “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
37
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting is ingesteld op
“ANALOG” terwijl de signaalbron
digitale audiosignalen produceert.
Zet de selectiefunctie voor de audioingangsaansluiting op “AUTO” of op
“COAX/OPT”.
37
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte ingangsbron met behulp van
de C INPUT schakelaar (of de
ingangsselectieknoppen (3) ).
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
12
Het volume staat zacht of is gedempt.
Zet het volume hoger.
—
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een CDROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
—
De HDMI componenten die zijn
aangesloten op dit toestel bieden geen
ondersteuning voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
16
36, 37
AANVULLENDE
INFORMATIE
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Nederlands
113 Nl
Oplossen van problemen
Probleem
Geen beeld.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Uw beeldscherm is aangesloten op een van de
analoge video-uitgangsaansluitingen van dit
toestel en de afbeelding wordt weergegeven via
verschillende typen video-aansluitingen.
Zet “Analog ` Analog” op “Conversion” of sluit uw
broncomponenten op dezelfde manier aan op dit
toestel als uw beeldscherm.
82
De analoge videosignalen met een
resolutie van 1080p worden alleen via de
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen gereproduceerd.
Sluit uw beeldscherm aan op de COMPONENT
VIDEO MONITOR aansluitingen.
18
Videosignalen met een resolutie van 480p,
576p, 1080i en 720p kunnen niet
gereproduceerd worden via de S VIDEO en
VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
Sluit uw beeldscherm aan op de HDMI OUT of
COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen.
—
Dit toestel produceert videosignalen die
niet ondersteund worden door het
beeldscherm dat is aangesloten op de
HDMI OUT aansluiting.
Selecteer “VIDEO” in “INITIALIZE” om de
videoparameters te resetten.
111
Zet “MONITOR CHECK” op “YES”.
112
De PURE DIRECT stand is in werking.
Schakel de PURE DIRECT stand uit.
47
Stel “Pure Direct” in op “Audio + Video”.
81
87
Er komen videosignalen binnen die niet
standaard zijn.
Verkorte meldingen worden
niet weergegeven op het
beeldscherm.
“Short Message” is ingesteld op “Off”.
Zet “Short Message” op “On”.
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
26, 110
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting
maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
—
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
—
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
12
De instellingen voor het luidsprekerniveau
zijn onjuist.
Pas de “Level” instellingen aan.
77
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de middenluidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP programma,
zal dit signaal via het middenkanaal worden
weergegeven, terwijl alleen eventuele door het
programma toegevoegde effecten via de voor- en
surround-luidsprekers worden geproduceerd.
Er klinkt geen geluid uit
de midden-luidspreker.
“Center” in “Configuration” staat
ingesteld op “None”.
Zet “Center” op “Small” of “Large”.
76
Geen geluid uit de
aanwezigheidsluidspr
ekers.
Dit toestel bevindt zich in de
“STRAIGHT” stand.
Druk op N STRAIGHT om de “STRAIGHT” stand
uit te schakelen.
46
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
36
“Surround” in “Configuration” staat
ingesteld op “None”.
Zet “Surround” op “Small” of “Large”.
76
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op N STRAIGHT om de “STRAIGHT” stand
uit te schakelen.
46
De surround luidsprekers worden
verbonden met de SURROUND BACK
luidsprekeraansluitingen.
Verbind de surround luidsprekers met de
SURROUND luidsprekeraansluitingen.
46
Er klinkt geen geluid
uit de surroundluidsprekers.
114 Nl
Oplossen van problemen
Probleem
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
“Bass Out” in “Configuration” staat op
“Front” terwijl er een Dolby Digital of
DTS signaal wordt weergegeven.
Zet “Bass Out” op “SWFR” of “Front + SWFR”.
77
“Bass Out” in “Configuration” staat
ingesteld op “SWFR” of “FRONT” terwijl
er een 2-kanaals bron wordt afgespeeld.
Zet “Bass Out” op “Front + SWFR”.
77
Het bronsignaal bevat geen zeer lage
tonen.
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidsprekers.
“Surround Back” in “Configuration” staat
ingesteld op “None”.
Controleer of “Surround” staat ingesteld op “Small”
of “Large” en configureer “Surround Back” op de
juiste wijze.
76, 76
Terwijl dit toestel in de CINEMA DSP 3D
stand staat, wordt er geen geluid
gereproduceerd via de surround achterluidsprekers.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
—
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
37
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
—
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Sluit de aarding van de draaitafel aan op de GND
aansluiting van dit toestel.
21
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
draaitafel met een MC cartridge.
Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MCkopversterker.
21
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
—
Een bron kan niet
worden opgenomen
door de
opnamecomponent.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden
van een audiobron die is aangesloten op
de MULTI CH INPUT aansluitingen van
dit toestel.
Een bepaalde ingangsbron wordt niet op
hetzelfde uitgangskanaal gereproduceerd
(bijv. van DVR IN naar DVR OUT).
Verbind de opnamecomponent met een ander kanaal
dat niet gebruikt wordt voor het aansluiten van de
bronapparatuur.
20
U probeert een DTS bron op te nemen.
(Het DTS signaal bestaat uit een digitale
bitstroom. Als u probeert digitale
opnamen te maken van de DTS bitstroom,
zal er slechts ruis worden opgenomen.)
Maak een instelling zodanig dat het analoge signaal
gereproduceerd wordt vanaf uw DTS compatibele
speler en verbind de DTS compatibele speler
vervolgens met de AUDIO IN aansluitingen, terwijl
de opname-apparatuur wordt aangesloten op de
analoge AUDIO OUT (DVR, VCR of MD/CD-R)
aansluitingen.
20
Nederlands
De verbonden component is niet ingesteld
om de gewenste digitale audiosignalen te
reproduceren.
AANVULLENDE
INFORMATIE
De audioingangsbronnen
kunnen niet in het
gewenste digitale
audiosignaalformaat
afgespeeld worden
(gewenste
ingangsbronindicator
of decoder-indicator
licht niet op op de
display van het
voorpaneel).
115 Nl
Oplossen van problemen
Probleem
Oorzaak
Een audiobron wordt
niet opgenomen door
de digitale opnameapparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluitingen.
De audiobronapparatuur is niet
aangesloten op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
Oplossing
Zie
bladzijde
Sluit de audiobronapparatuur aan op de DIGITAL
INPUT aansluitingen.
20
U probeert via de DOCK aansluiting een
audiobroninvoer op te nemen met behulp
van de digitale opname-apparatuur die is
verbonden met de DIGITAL OUTPUT
aansluitingen.
Verbind de opname-apparatuur met de analoge
AUDIO OUT (DVR, VCR of MD/CD-R)
aansluitingen.
20
Een audiobron kan niet
opgenomen worden
door de analoge
opname-apparatuur die
is verbonden met de
analoge AUDIO OUT
(DVR, VCR of MD/CDR) aansluitingen.
De audiobronapparatuur is niet
aangesloten op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
Sluit de audiobronapparatuur aan op de AUDIO IN
aansluitingen.
20
Het opgenomen
materiaal klinkt hier en
daar verschillend.
De op dit toestel toegepaste instellingen
(zoals de toonkwaliteit, het volumeniveau en
de geluidsveldprogramma’s) beïnvloeden
het opgenomen materiaal niet.
De
geluidsveldparameter
s en sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
“Memory Guard” staat ingesteld op “On”.
Zet “Memory Guard” op “Off”.
86
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
—
“CHECK SP WIRES” zal
op de display van het
voorpaneel verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
12
U ondervindt storing van
digitale of andere
apparatuur die
radiogolven gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
—
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
—
Sommige componenten kunnen geen Dolby
Digital of DTS bronmateriaal opnemen.
■ HDMI
Probleem
Geen beeld of geluid.
116 Nl
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten HDMI
componenten.
—
HDCP verificatie mislukt.
Controleer of de aangesloten HDMI componenten
ondersteuning bieden voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
—
Oplossen van problemen
■ Tuner (FM/AM)
FM
AM
Oorzaak
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
24
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
—
Stem met de hand af.
48
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
—
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak.
Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige
FM antenne.
—
Stem met de hand af.
48
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
49
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
24
Stem met de hand af.
48
De meegeleverde AM ringantenne is
niet aangesloten.
Sluit de AM ringantenne correct aan, ook al
gebruikt u een buitenantenne.
24
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
24
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
—
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
U hoort gezoem en
gefluit.
Oplossing
Zie
bladzijde
Probleem
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
117 Nl
Oplossen van problemen
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
De afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies leren.
118 Nl
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
28
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
—
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
4
De batterijen gaan niet lang mee en zijn
snel leeg.
We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
—
Stel de verlichtingsstand in op “OFF”.
98
De schakelaar voor de bedieningsfunctie
staat niet goed.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op de
juiste stand. Zet de afstandsbediening in de FAMP
stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de
afstandsbediening in de F SOURCE stand wanneer
u de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component wilt bedienen. Zet bij het bedienen van de
TV-set in het 3 TV gebied deze in de F TV stand.
—
De instelling voor de controlezone is niet
correct.
Selecteer de zone die u wilt controleren.
108
De afstandsbedieningscode is niet juist
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode juist in met behulp
van
“Lijst met afstandsbedieningscodes” aan het einde
van deze handleiding.
98
Probeer een andere code van dezelfde fabrikant in te
stellen met behulp van “Lijst met
afstandsbedieningscodes” aan het einde van deze
handleiding.
98
105, 110
De afstandsbedienings-ID van de
afstandsbediening en dit toestel komen
niet overeen.
Laat de afstandsbedienings-ID van dit toestel
overeenkomen met die van de afstandsbediening.
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Programmeer de noodzakelijke functies apart onder
de programmeerbare toetsen met behulp van de
leerfunctie.
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van
elkaar.
100
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
—
Het geheugen is vol.
Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
104
100
4
Oplossen van problemen
■ USB en Netwerk
Probleem
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Zet dit toestel uit en dan weer aan.
26
De muziekbestanden
en mappen op het
USB apparaat kunnen
niet worden bekeken.
De muziekbestanden en mappen staan op
andere geheugenlocaties dan de primaire
FAT partitie.
Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte
FAT partitie.
—
U probeert dieper dan 8 mapniveaus te
bekijken of een map met meer dan 500
bestanden.
Wijzig de gegevensstructuur op uw USB apparaat.
—
Het IP adres is niet correct ingesteld.
Zet de DHCP serverfunctie van de router aan (ON).
Of voer met 3de hand de vereiste instellingen uit aan
de hand van de huidige gebruiksomgeving.
84
De netwerkkabel is niet aangesloten.
Sluit deze op de juiste manier aan.
23
De Windows Media Player 11 of
Windows Media Connect 2.0 is niet
geïnstalleerd op de PC.
Installeer Windows Media Player 11 of Windows
Media Connect 2.0 op de PC.
—
De muziek is opgenomen in een
bestandsindeling of formattering die niet
met dit toestel kan worden weergegeven. Dit
toestel kan geen andere muziekformaten
weergeven dan WMA, MP3, MPEG-4 AAC
en WAV (PCM formaat) bestanden. Wij
willen u er ook op wijzen dat het toestel
soms toch niet in staat zal zijn bepaalde
muziekbestanden weer te geven, ook al zijn
deze opgeslagen in WMA, MP3, MPEG-4
AAC of WAV formaat.
Kies muziek die is opgeslagen in een formaat dat
compatibel is met dit toestel.
—
U probeert verbinding te maken met de
MCX-1000. De MusicCAST server die
door dit toestel kan worden aangesloten is
de MCX-2000.
Gebruik een MCX-2000 of de PC server.
—
De automatische configuratie wordt niet
uitgevoerd.
Zet uw Yamaha MCX-2000 in de “Auto Config”
stand.
60
De firewall van het netwerkapparaat is
ingeschakeld. Er kan alleen Internetradio
worden weergegeven wanneer het signaal
de door elke zender gespecificeerde poort
passeert. Het poortnummer hangt af van
de radiozender zelf.
Controleer de firewall-instellingen van het
netwerkapparaat in kwestie.
—
De verbinding met het internet is
verbroken.
Controleer de configuratie van het netwerkapparaat
en zoek vervolgens verbinding met uw provider.
—
Het aangesloten USB apparaat is niet
correct.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
23
De directory (map) met het geselecteerde
item is gewijzigd.
Programmeer het item opnieuw onder de gewenste
cijfertoets (1-8).
61
Het USB apparaat is niet correct aangesloten.
Sluit het USB apparaat op de juiste manier aan.
23
De PC of MCX-2000 met het
geselecteerde item staat uit.
Zet de PC of MCX-2000 aan.
—
De geselecteerde Internetradiozender is
tijdelijk niet beschikbaar of bestaat niet
meer.
Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde
Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is.
62
Programmeer andere Internetradiozenders voor.
61
De PC server/MCX2000/Internetradio
functioneert niet naar
behoren.
De muziek op de PC
server kan niet
worden weergegeven.
Geen verbinding met
de MusicCAST server.
Er kan geen
Internetradio worden
weergegeven.
Dit toestel roept niet
het correcte item op
bij gebruik van de
cijfertoetsen (1-8).
Dit toestel roept niet
het geselecteerde
item op bij gebruik
van de cijfertoetsen
(1-8).
119 Nl
Nederlands
Dit toestel heeft het USB opslagapparaat
herkend als niet geschikt voor aansluiting
op het toestel.
AANVULLENDE
INFORMATIE
“De melding “No
Device” verschijnt,
ook al is er wel
degelijk een USB
apparaat
aangesloten.
Oplossen van problemen
Statusmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Please wait
(Starting Server)
Dit toestel is bezig de MCX-2000 in te
schakelen die uit (standby) is gezet.
Wacht ongeveer 20 seconden.
—
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw netwerk.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en de
LAN poort van uw router of hub.
23
Zorg ervoor dat uw router correct is aangesloten en is
ingeschakeld. Zorg er ook voor dat uw modem op de
juiste manier is aangesloten en is ingeschakeld
wanneer u naar de Internetradio wilt luisteren.
23
Uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler is niet meer aangesloten
op de USB poort van dit toestel.
Controleer de verbinding tussen dit toestel en uw
USB geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
—
De eerder op dit toestel aangesloten PC
server of MCX-2000 bestaat niet meer.
Sluit dit toestel aan op een beschikbare PC server of
MCX-2000.
23
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat
of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de
USB poort van dit toestel.
23
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
—
Dit toestel krijgt geen toegang tot uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of andere
draagbare USB audiospeler.
—
Er is een probleem met het signaalpad van
uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler naar dit toestel.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat
of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de
USB poort van dit toestel.
23
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
—
Zorg ervoor dat Windows Media Player 11 of Windows
Media Connect 2.0 geïnstalleerd is op uw PC.
—
Controleer of de op uw PC opgeslagen
muziekstukken inderdaad weergegeven kunnen
worden (MP3, WMA, MPEG-4 AAC en WAV).
—
Sla andere geschikte muziekbestanden (MP3, WMA,
MPEG-4 AAC en WAV) op uw PC op die wel kunnen
worden weergegeven.
—
Probeer een netwerk te installeren dat exclusief voor dit
toestel bedoeld is, gescheiden van het algemene netwerk.
—
Disconnected
No Device
Access error
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw
PC opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Het netwerk kan tijdelijk overbelast zijn, hetgeen
de weergave stoort of onmogelijk maakt.
List updated
De lijst met materiaal dat is opgeslagen op
uw PC server of MCX-2000 is bijgewerkt.
Bookmark ON
De gewenste Internetradiozender is
toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst.
Bookmark OFF
De opgeslagen Internetradiozender is
verwijderd van de “Bookmarks” lijst.
Empty Memory!
Er zijn geen items toegewezen aan de
geselecteerde cijfertoets.
Wijs het gewenste item toe aan de geselecteerde
cijfertoets.
61
Not found!
Dit toestel kan het aan de geselecteerde
cijfertoets toegewezen item niet vinden.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
—
Zet de PC of MCX-2000 aan.
—
Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde
Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is.
62
Programmeer het item opnieuw onder de gewenste
cijfertoets (1-8).
61
Schakel dit toestel uit en verbreek vervolgens de verbinding
van het USB apparaat. Als de melding verschijnt wanneer u
het USB apparaat opnieuw aansluit, is het mogelijk dat dit
toestel niet compatibel is met het USB apparaat.
—
USB Overloaded
120 Nl
Er gaat overstroom door het aangesloten
USB apparaat.
Oplossen van problemen
■ iPod
Opmerking
In geval van een overdrachtsfout zonder dat er een statusmelding verschijnt op de display van het voorpaneel of op het GUI scherm,
dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (bladzijde 22).
Statusmelding
Loading...
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijd
e
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error
Er is een probleem met het signaalpad van
uw iPod naar dit toestel.
Zet dit toestel uit en sluit uw Yamaha iPod universeel
dock opnieuw aan op de DOCK aansluiting van dit
toestel.
22
Probeer uw iPod te resetten.
—
Dit toestel ondersteunt iPod touch, iPod (Click
Wheel, inclusief iPod classic), iPod nano en iPod
mini.
—
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
iPod Connected
Uw iPod is correct geplaatst in een
Yamaha iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-11) verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel, en de
verbinding tussen uw iPod en dit toestel is
correct tot stand gebracht.
iPod Disconnected
Uw iPod is verwijderd uit uw Yamaha
iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-11), verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw Yamaha iPod universeel
dock (zoals de los verkrijgbare YDS-11), verbonden
met de DOCK aansluiting van dit toestel.
22
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw
iPod opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
—
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
—
■ Bluetooth
Statusmelding
Searching...
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzij
de
AANVULLENDE
INFORMATIE
Unknown iPod
De Bluetooth draadloze audio ontvanger
en de Bluetooth component worden op dit
moment gepaard.
De Bluetooth draadloze audio ontvanger
en de Bluetooth component zijn bezig
met het maken van de verbinding.
Het paren is voltooid.
Canceled
Het paren is geannuleerd.
BT Connected
De verbinding tussen de Yamaha
Bluetooth draadloze audio ontvanger
(zoals de los verkrijgbare YBA-10) en de
Bluetooth component is gemaakt.
BT Disconnected
De verbinding tussen de Bluetooth
component en de Yamaha Bluetooth
draadloze audio ontvanger (zoals de los
verkrijgbare YBA-10) is verbroken.
Nederlands
Completed
121 Nl
Oplossen van problemen
■ Automatische setup
Vóór de automatische setup
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC!
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
30
Unplug Phones!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
Maak de hoofdtelefoon los.
—
Select Setup Item!
Er zijn geen controle-items geselecteerd als
meetitems.
Selecteer de gewenste controle-items.
31
Memory Guard!
De parameters van dit toestel zijn
beschermd.
Zet “Memory Guard” op “Off”.
86
Tijdens de automatische setup
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
E01:No Front SP
Er zijn geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
12
E02:No Sur. SP
Er wordt geen signaal voor een surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
12
E03:No PRNS SP
Er wordt geen signaal voor een
aanwezigheidskanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
12
E04:SBR→SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met
de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting als u slechts een enkele
surround achter-luidspreker heeft.
12
E05:Noisy
Teveel geluiden op de achtergrond.
Voer de automatische setup uit in een
rustige omgeving.
—
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt
van de optimalisatie-microfoon.
—
E06:Check Sur.
Wel surround achter-luidsprekers
aangesloten, maar geen L/R surroundluidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan
wanneer u surround achter-luidsprekers
gebruikt.
13
E07:No MIC
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de automatische setup-procedure.
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
30
E08:No Signal
De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon.
30
Controleer de aansluiting en de opstelling
van de microfoon.
12
De optimalisatiemicrofoon of OPTIMIZER
MIC aansluiting is mogelijk defect. Neem
contact op met de Yamaha dealer of het
servicecentrum die/dat het
dichtstbijgelegen is.
—
E09:User Cancel
De automatische setup-procedure is
geannuleerd door iets dat de gebruiker
gedaan heeft.
Voer de automatische setup opnieuw uit.
30
E10:Internal Err.
Er is een interne fout opgetreden.
Voer de automatische setup opnieuw uit.
30
122 Nl
Oplossen van problemen
Na de automatische setup
Waarschuwing
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
W1:Out of Phase
De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de
luidsprekeraansluitingen (+ of –).
12
W2:Over Distance
De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is meer dan 24 m.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
—
W3:Level Error
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers.
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
—
Controleer de aansluitingen van de
luidspreker.
12
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit.
—
Stel het uitgangsniveau van de subwoofer
in.
30
Het resultaat van “Wiring”, gecontroleerd
door de automatische setup, verschilt van
de manueel ingestelde instellingen in
“Configuration”.
Configureer de luidsprekerinstellingen
manueel in “Configuration”.
76
“Wiring” is niet gecontroleerd.
Configureer de luidsprekerinstellingen
manueel in “Configuration”.
76
W4:SP Mismatch
Opmerkingen
• Als het “ERROR” of “WARNING” scherm verschijnt, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en vervolgens
de automatische setup opnieuw uit te voeren.
• Indien waarschuwingsboodschap “W2” of “W3” verschijnt, worden de aanpassingen gemaakt, maar het kan zijn dat de aanpassing
niet optimaal is.
• Afhankelijk van de luidsprekers is het mogelijk dat de waarschuwing “W1” verschijnt, ook al zijn de luidsprekers correct aangesloten.
• Als foutmelding “E10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend Yamaha servicecentrum.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
123 Nl
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Resetten van het systeem
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Opmerkingen
• Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug, inclusief de “GUI menu” parameters.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op A MASTER ON/OFF op het voorpaneel
drukken zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand.
1
Druk A MASTER ON/OFF op het
voorpaneel nog eens in zodat deze naar
buiten komt in de OFF stand om dit toestel
uit te schakelen.
2
Houd N STRAIGHT ingedrukt en druk
vervolgens A MASTER ON/OFF naar
binnen naar de ON stand om dit toestel in te
schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en de melding
“ADVANCED SETUP” zal verschijnen op het
display op het voorpaneel.
Houd ingedrukt
STRAIGHT
EFFECT
3
MASTER
Verdraai M PROGRAM en selecteer
“INITIALIZE”.
INITIALIZE
CANCEL
4
Druk herhaaldelijk op N STRAIGHT en
selecteer “ALL”.
INITIALIZE
ALL
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
5
Druk A MASTER ON/OFF nog eens in zodat
deze naar buiten komt, naar de OFF stand om
uw selectie op te slaan en dit toestel uit te
schakelen.
124 Nl
WERKINGSSTANDEN VAN DE BEDIEINGSKNOPPEN VAN HET VOORPANEEL
Werkingsstanden van de bedieingsknoppen van het voorpaneel
Als u een handeling die een bepaalde stand inschakelt uitvoert met behulp van de bedieningsknoppen van het voorpaneel,
belandt dit toestel in de volgende stand. In elke stand kunt u gebruik maken van de bedieningsknoppen van het
voorpaneel zoals hieronder weergegeven. Als er gedurende vijf seconden geen enkele handeling wordt uitgevoerd in een
bepaalde stand, keert dit toestel automatisch terug naar de standaard instelling.
Standactiveringsknop
Te gebruiken stand
—
Voorinstelling
Druk op DAUDIO SELECT/REC OUT.
Audio selectiefunctie-stand
Houd DAUDIO SELECT/REC OUT
ingedrukt.
Rec out (opname-uitgang) stand
Druk op DMENU.
GUI menu-stand
Druk op DTONE CONTROL.
Toonregeling/luidsprekerniveausstand
Houd EENTER ingedrukt.
BT paringsstand
Beschikbare handelingen in elke stand
Stand
DAUDIO
SELECT/REC
OUT
DMENU
DTONE
CONTROL
EENTER
MPROGRAM
schakelaar
naar de Audio
selectiefunctie-stand
naar de GUI menustand
naar de
Toonregeling/
luidsprekerniveausst
and
—
Een
geluidsveldprogram
ma selecteren
(bladzijde 40)
Audio
selectiefunctie
naar de
voorinstelling
naar de GUI menustand
naar de
Toonregeling/
luidsprekerniveausst
and
—
Een audio
ingangsaansluiting
selecteren
(bladzijde 37)
Rec out
naar de
voorinstelling
naar de GUI menustand
naar de
Toonregeling/
luidsprekerniveausst
and
—
Een opnamebron
selecteren
(bladzijde 47)
GUI menu
Linker cursor
naar de
voorinstelling
Rechter cursor
Bevestig de selectie
in het GUI menu
(bladzijde 68)
Menu omhoog/
omlaag
Toonregeling/
luidsprekerniveau
naar de Audio
selectiefunctie-stand
naar de GUI menustand
Selecteer een
parameter om
afgesteld te worden
(bladzijde 47)
Selecteer een
luidspreker voor
niveauregeling
(bladzijde 47)
Parameters
aanpassen
—
naar de GUI menustand (het
paringsproces gaat
door)
naar de
voorinstelling (het
paringsproces gaat
door)
Een
geluidsveldprogram
ma selecteren
BT paring*
—
AANVULLENDE
INFORMATIE
Voorinstelling
Opmerking
* In de BT paringsstand zoekt dit toestel naar te paren Bluetooth componenten. Deze stand is alleen beschikbaar wanneer “DOCK”
geselecteerd is als ingangsbron en er een Yamaha Bluetooth draadloze audio ontvanger (zoals een los verkrijgbare YBA-10)
aangesloten is op de DOCK aansluiting van dit toestel.
Nederlands
125 Nl
WOORDENLIJST
Woordenlijst
■ Audio- en videosynchronisatie
(lip sync)
‘Lip sync’ staat voor ‘lipsynchronisatie’ en geeft in deze context
zowel het probleem aan als een technische manier om
beeldsignalen en geluidssignalen tijdens signaaloverdracht en
weergave netjes met elkaar in de pas te laten lopen. De
verschillende manieren waarop beeld en geluid verwerkt worden
hebben ingewikkelde instellingen door de eindgebruiker vereist,
maar HDMI versie 1.3 is nu voorzien van een automatisch
synchronisatie voor audio en video die de apparatuur in staat stelt
automatisch de vereiste correcties uit te voeren, zonder dat de
gebruiker daarmee lastig wordt gevallen.
■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee
versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene versterker
wordt aangesloten op de woofer (lage tonen) van de box, terwijl
de andere wordt aangesloten op het gecombineerde gedeelte voor
de midden- en hoge tonen. In een dergelijk systeem wordt elk van
de luidsprekers slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit
beperkte toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder
zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de weergave
negatief wordt beïnvloed. De interne crossover-schakeling van de
leluidspreker taat uit een LPF (Laag doorlaatfilter) en een HPF
(Hoog doorlaatfilter). Zoals de naam al suggereert kunnen de
frequenties beneden een bepaalde waarde het LPF gewoon
passeren, maar zullen frequenties boven die waarde niet worden
doorgelaten. Op dezelfde manier kunnen frequenties boven de
ingestelde waarde een HPF gewoon passeren.
■ Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR
signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere
kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van
de andere. Componentsignalen worden ook wel
“kleurverschilsignalen” genoemd omdat het luminantiesignaal
wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een monitor met
component ingangsaansluitingen nodig om component
videosignalen te kunnen weergeven.
■ Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een
videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door.
■ Deep Color
Deep Color verwijst naar het gebruik van de grotere aantallen
kleuren (‘kleurdiepte’) die door beeldschermen kunnen worden
weergegeven, in vergelijking tot de 24-bits kleurdiepte in eerdere
HDMI versies. Deze extra bitdiepte stelt HDTV’s en andere
soorten beeldschermen in staat om het aantal weer te geven
kleuren op te voeren van miljoenen naar miljarden en zorgt ervoor
dat de storende kleurbanden op het scherm worden vervangen
door vloeiende kleurovergangen en subtiele gradaties tussen
kleuren. Een verbeterde contrastverhouding betekent dat er veel
meer grijstonen kunnen worden weergegeven tussen zwart en wit.
Deep Color verhoogt ook het aantal mogelijke kleuren binnen de
door de RGB of YCbCr kleurruimten bepaalde grenzen.
126 Nl
■ Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van
elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links,
midden en rechts), en 2 surround-stereokanalen biedt Dolby
Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik.
Met een extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het
zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit
systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1
kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surroundluidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van
bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik
(van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan worden
weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en
de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking
biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit
toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van
mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
■ Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt bereikt
met een matrix decoder die 3 surroundkanalen samenstelt uit de
gegevens voor de 2 surroundkanalen uit de oorspronkelijke
opnamen. Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX
gebruikt worden met filmsoundtracks die zijn opgenomen in
Dolby Digital Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een
meer dynamische en realistische weergave van bewegend geluid,
vooral bij zogenaamde “fly-over” en “fly-around” effecten.
■ Dolby Digital Plus
Dolby Digital Plus is een geavanceerde audiotechnologie die
ontwikkeld is voor high-definition programma’s en media,
inclusief HD uitzendingen, HD DVD en Blu-ray Discs. Deze
technologie is geselecteerd als vereiste audiostandaard voor HD
DVD en als een optionele audiostandaard voor Blu-ray Discs en
levert multikanaals geluidsweergave via gescheiden kanalen.
Dolby Digital Plus biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 6,0
Mbps en kan maximaal 7.1 gescheiden audiokanalen tegelijk
bevatten. Dolby Digital Plus wordt ondersteund door HDMI
versie 1.3 en is ontworpen voor de optische discspelers en AV
receivers/versterkers van de toekomst, maar blijft ook volledig
compatibel met de bestaande multikanaals audiosystemen die
gebruik maken van Dolby Digital.
■ Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote
hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe
technologie maakt gescheiden 5-kanaals weergave mogelijk met 2
voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links
en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele Pro
Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: een muziekstand voor
muziek, een filmstand voor films en een game-stand voor spelletjes.
■ Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die gescheiden
multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals of
multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie standen beschikbaar: een
muziekstand voor muziek, een filmstand voor films (alleen 2kanaals materiaal) en een game-stand voor spelletjes.
Woordenlijst
■ Dolby Surround
■ DTS Express
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische
geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een
middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal
voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal
reproduceert geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik.
Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en
ook wel bij TV- en kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde
Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale
signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende
kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van
bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DTS Express is een geavanceerde audiotechnologie voor optioneel
gebruik op Blu-ray Disc of HD DVD, die een geluidssignaal van
hoge kwaliteit met een lage bitsnelheid biedt, speciaal voor
overdracht via netwerken en voor Internet applicaties. DTS Express
wordt gebruikt voor de Secondary Audio functie op Blu-ray Discs of
de Sub Audio functie van HD DVD. Deze functies kunnen op
commando van de gebruiker audiocommentaren laten weergeven
(bijvoorbeeld commentaar van de regisseur) via het Internet enz.
DTS Express signalen worden op de speler gemengd met de hoofdaudiobitstroom, waarna het gemengde signaal naar de AV ontvanger/
versterker wordt gestuurd via digitaal coaxiale, digitaal optische of
analoge verbindingen.
■ Dolby TrueHD
Dolby TrueHD is een geavanceerde, verliesloze audiotechnologie die
speciaal is ontwikkeld voor high-definition media op disc, zoals HD
DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is een vereiste
audiostandaard voor HD DVD en een optionele audiostandaard voor
Blu-ray Discs en levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan
de studio masteropname en die daardoor een zeer hoogstaande
weergavekwaliteit kan leveren. Dolby TrueHD biedt ondersteuning
voor bitsnelheden tot 18,0 Mbps en kan maximaal 8 gescheiden 24bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten. Dolby TrueHD wordt
ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de optische
discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst, maar blijft
ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals
audiosystemen en behoudt de metadata mogelijkheden van Dolby
Digital, zodat de dialoog normalisatiefunctie en de regeling van het
dynamisch bereik onverminderd mogelijk blijven.
■ DSD
■ DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor
multikanaals weergave van DVD-Video en is volledig compatibel
met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie in vergelijking tot de normale waarde van
48 kHz. “24” verwijst naar de gebruikte woordlengte van 24-bits.
DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van
de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave
met video van hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als
speelfilms op DVD-Video.
■ DTS Digital Surround
■ DTS-HD Master Audio
DTS-HD Master Audio is een geavanceerde, verliesloze
audiotechnologie die speciaal is ontwikkeld voor high-definition
media op disc, zoals HD DVD en Blu-ray Discs. Deze technologie is
een vereiste audiostandaard voor zowel HD DVD als voor Blu-ray
Discs en levert een weergave die bit-voor-bit identiek is aan de studio
masteropnamen en die daardoor een zeer hoogstaande
weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD Master Audio biedt
ondersteuning voor bitsnelheden tot 18,0 Mbps voor HD DVD en
24,5 Mbps voor Blu-ray Discs en kan maximaal 7.1 gescheiden 24bits/96 kHz audiokanalen tegelijk bevatten. DTS-HD Master Audio
wordt ondersteund door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de
optische discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst,
maar blijft ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals
audiosystemen die gebruik maken van DTS Digital Surround.
■ HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste volledig door
de elektronica industrie ondersteunde, ongecomprimeerde en volledig
digitale audiovisuele interface. HDMI biedt ondersteuning voor
standaard, verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen
elke denkbare audiovisuele signaalbron (zoals een externe ontvanger of
AV receiver) en de audio/video monitor (zoals een digitale televisie).
HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning
voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om ruimte te
bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-bandwidth
Digital Content Protection), biedt HDMI een veilige audio/video
interface die voldoet aan de beveiligingseisen van producenten
van weer te geven materialen en systeembeheerders. Voor meer
informatie omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen
aan de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”.
127 Nl
Nederlands
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge
filmsoundtracks te vervangen door een 6.1-kanaals digitale
soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de
bioscoop. DTS, Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem
ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende
DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert een vrijwel
vervormingsvrije weergave via 6 kanalen (dat wil zeggen; links en
rechts voor, midden, links en rechts surround, en een LFE
(subwoofer) kanaal dat als 0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1
kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
DTS-HD High Resolution Audio is een audiotechnologie met een
hoog oplossend vermogen die speciaal is ontwikkeld voor highdefinition media op disc, zoals HD DVD en Blu-ray Discs. Deze
technologie is een optionele audiostandaard voor HD DVD en
Blu-ray Discs en levert een weergave die vrijwel niet te
onderscheiden is van het origineel en die daardoor een zeer
hoogstaande weergavekwaliteit kan leveren. DTS-HD High
Resolution Audio biedt ondersteuning voor bitsnelheden tot 3,0
Mbps voor HD DVD en 6,0 Mbps voor Blu-ray Discs en kan
maximaal 7.1 gescheiden 24-bits/96 kHz audiokanalen tegelijk
bevatten. DTS-HD High Resolution Audio wordt ondersteund
door HDMI versie 1.3 en is ontworpen voor de optische
discspelers en AV receivers/versterkers van de toekomst, maar
blijft ook volledig compatibel met de bestaande multikanaals
audiosystemen die gebruik maken van DTS Digital Surround.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt voor het
opslaan van audiosignalen op digitale media, zoals Super Audio
CD’s. Bij DSD worden signalen opgeslagen als enkele
bitwaarden bij een zeer hoge bemonsteringsfrequentie van 2,8224
MHz, waarbij gebruik wordt gemaakt van ‘noise shaping’ en
overbemonstering om vervorming, een normaal verschijnsel bij
zeer hoge kwantisaties van audiosignalen, te verminderen.
Dankzij de hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere
geluidskwaliteit worden bereikt dan aangeboden wordt door het
PCM formaat van gewone audio-CD’s.
■ DTS-HD High Resolution Audio
Woordenlijst
■ LFE 0.1 kanaal
■ WAV
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het frequentiebereik
voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als
0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt
weergegeven, zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of
DTS 5.1/6.1-kanaals systeem.
Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij
geluidssignalen direct worden omgezet in digitale gegevens. De
bestandsindeling specificeert geen aparte compressiemethode
(codering) zodat in principe de gewenste methode erop kan
worden toegepast. Standaard is deze bestandsindeling compatibel
met PCM signalen (ongecomprimeerd) en met sommige
compressiemethoden, waaronder ADPCM.
■ MP3
Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor MPEG.
Deze methode maakt gebruik van een onomkeerbare
compressietechniek die een hoge compressie bereikt door onder
andere audiogegevens voor geluiden die niet meer onderscheiden
kunnen worden door het menselijk oor te verwijderen. Deze
techniek maakt het mogelijk de hoeveelheid gegevens tot
ongeveer 1/11 te verminderen (bij 128 kbps) terwijl de
geluidskwaliteit vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
■ MPEG-4 AAC
Een MPEG-4 audio standaard. Aangezien deze standaard compressie
van gegevens mogelijk maakt met een bitsnelheid die lager is dan die
voor MPEG-2 AAC, wordt hij onder andere gebruikt voor mobiele
telefoons, draagbare audio spelers en andere apparaten met lage
capaciteit die een hoge geluidskwaliteit vereisen.
Naast de bovengenoemde typen apparaten wordt MPEG-4 AAC ook
gebruikt om inhoud op het Internet te distribueren, en wordt als
zodanig ondersteund door computers, mediaservers en vele andere
apparaten.
■ Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-kanaals
weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave
mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde
kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met
gescheiden kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een
muziekstand voor muziek en een bioscoopstand voor films.
■ PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd
digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen.
Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het
PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge
signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor
“Puls Code Modulatie”, het analoge signaal wordt gecodeerd als
pulsjes en dan gemoduleerd voor opname.
■ Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal
keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de
bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee
het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal
kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch
bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald
wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe
hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits
is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd.
■ S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat normaal via een
enkele kabel zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal
voor de luminantie en een C signaal voor de kleur en doorgegeven via
speciale S-video aansluitingen. Gebruik van een
S VIDEO aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange
verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
128 Nl
■ WMA
Een door Microsoft Corporation ontwikkelde
compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van een
onomkeerbare compressietechniek die een hoge compressie
bereikt door onder andere audiogegevens voor geluiden die niet
meer onderscheiden kunnen worden door het menselijk oor te
verwijderen. Deze techniek maakt het mogelijk de hoeveelheid
gegevens tot ongeveer 1/22 te verminderen (bij 64 kbps) terwijl
de geluidskwaliteit vergelijkbaar blijft met die van een muziekCD.
■ “x.v.Color”
Een kleurruimtestandaard die ondersteund wordt door HDMI
versie 1.3. Het is een uitgebreidere kleurruimte dan sRGB en
biedt de mogelijkheid tot het uitdrukken van kleuren die eerder
niet uitgedrukt konden worden. Terwijl het nog steeds compatibel
is met het kleurenbereik van sRGB-standaarden, breidt
“x.v.Color” de kleurruimte uit en kan daarom levendigere,
natuurlijkere beelden produceren. Het is in het bijzonder effectief
voor filmfoto’s en grafische computerafbeeldingen.
GELUIDSVELDPROGRAMMA INFORMATIE
Geluidsveldprogramma informatie
■ Onderdelen van een geluidsveld
■ CINEMA DSP 3D
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons
ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de
ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die
onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende
soorten weerkaatsingen die samen onze waarneming van
het geluid bepalen.
De daadwerkelijk gemeten geluidsveldgegevens bevatten
ook informatie betreffende de hoogte van het
geluidsbeeld. De CINEMA DSP 3D functie draagt zorg
voor een precieze reproductie van de hoogte van het
geluidsbeeld, zodat er een accurate en intensieve
dieptewerking optreedt in het in de luisterruimte
gecreëerde geluidsveld.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot
100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één
enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond
of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het
direct waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer
dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en/of het
plafond) en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een
doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet
richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze
waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk
van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze
informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt
gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Yamaha heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
■ Virtual CINEMA DSP
Yamaha heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP
surroundeffecten door middel van virtuele surroundluidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs
gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee
luidsprekers zonder midden-luidspreker.
■ Compressed Music Enhancer
De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel
verbetert de geluidsweergave door de vanwege deze
zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende
harmonische signalen te regenereren. Op deze manier
wordt gecompenseerd voor de soms vlakke weergave als
gevolg van het verlies in het gecomprimeerde bestand van
zowel de hoogste als de laagste tonen, hetgeen de algehele
geluidskwaliteit van uw systeem ten goede komt.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een dansvloer of in
die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen
indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te
stellen is precies wat Yamaha nu heeft bereikt met de
digitale geluidsveld processor.
■ SILENT CINEMA
■ CINEMA DSP
Nederlands
Daar de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk
bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het
best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers
opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de
omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de
kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal
luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook
anders wordt. Gebaseerd op een macht aan daadwerkelijke
meetgegevens geeft Yamaha CINEMA DSP u de
audiovisuele ervaring van een echte bioscoop in uw eigen
huiskamer door middel van de door Yamaha zelf ontwikkelde
geluidsveldentechnologie in combinatie met diverse digitale
audiosystemen.
129 Nl
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
Parametrische equalizer informatie
Dit toestel maakt gebruik van Yamaha Parametric Room
Acoustic Optimizer (YPAO) technologie om de
frequentiekarakteristieken van zijn parametrische
equalizer te optimaliseren, teneinde bij uw
luisteromgeving te passen. YPAO gebruikt een combinatie
van de volgende drie parameters (Frequentie, Gain en Qfactor) om te komen tot een zo precies mogelijke
aanpassing van de frequentiekarakteristieken.
■ Q-factor
De breedte van de opgegeven frequentieband wordt
aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden
ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10.
■ Frequentie
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van éénderde octaaf, tussen 32 Hz en 16 kHz.
■ Gain (extra versterking)
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van 0,5
dB, tussen –20 en +6 dB.
YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw
luistervoorkeuren aan via een combinatie van de
bovengenoemde drie parameters (Frequentie, Gain en Qfactor) voor elk van de equalizerbanden van de
parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft 7
equalizerbanden voor elk kanaal.
Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen
de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld
(zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa
wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt
(zoals in Afbeelding 1).
Afbeelding 1
Gain (extra versterking)
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Band 1
Frequentie
Originele
frequentiekarakteristiek
Afbeelding 2
Gain (extra versterking)
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Band 1
Frequentie
Band 2
130 Nl
Originele
frequentiekarakteristiek
TECHNISCHE GEGEVENS
Technische gegevens
AUDIO GEDEELTE
• Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ................................... 140 W
• Dynamisch vermogen (IHF)
[Modellen voor de V.S., Canada, Azië, Korea, Australië en
Algemene modellen]
L/R voor 8/6/4/2 Ω ........................................ 170/205/265/345 W
• Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 Ω ......................................................... 185 W
• Toonregeling (L/R voor, Midden, Subwoofer)
BASS versterking/drempel ........................................ ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 350 Hz
TREBLE versterking/drempel .................................. ±6 dB/20 Hz
TREBLE turnover frequentie .............................................. 3,5 Hz
• Zone 2/Zone 3 Toonregeling
BASS versterking/drempel .................................... ±10 dB/100 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz
TREBLE versterking/drempel ................................ ±10 dB/10 Hz
TREBLE turnover frequentie .............................................. 2,0 Hz
• Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ........................................................ 200 W
• Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (voor, midden, surround, surround-achter, aanwezigheid:
Klein) ......................................................................... 12 dB/oct.
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
• Dynamisch bereik
8 Ω .................................................................................... 0,84 dB
VIDEO GEDEELTE
• IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
L/R voor 1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ...................................... 145 W
• Dempingsfactor (IHF)
L/R voor 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................... 150 of meer
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 kΩ
CD, etc. ................................................................. 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ
• Maximum ingangsvoltage
PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) ................................. 2,4 V of meer
• Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
OUT (REC) ........................................................... 200 mV/900 Ω
PRE OUT ................................................................... 1,0 V/500 Ω
SUBWOOFER .......................................................... 1,0 V/1,2 kΩ
ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................. 1,0 V/1,4 kΩ
• Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, etc. (1 kHz, 40 mV, 8 Ω) ............................... 150 mV/100 Ω
• RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB
• Totale harmonische vervorming
PHONO t/m OUT (REC)
(20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) .................................. 0,02% of minder
CD, etc. t/m L/R voor
(20 Hz t/m 20 kHz, 70 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV) naar L/R voor
[Modellen voor het Australië, V.K. en Europa] ...... 81 dB of meer
[Overige modellen] ................................................. 86 dB of meer
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer
• Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
• Signaalniveau
Composiet ..................................................................1 Vp-p/75 Ω
S-video ................. 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 of 0,3 Vp-p/75 Ω (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR)
• Maximum ingangsniveau (Video Conversion Off)
................................................................................ 1,5 Vp-p of meer
• Signal-ruis verhouding (Video Conversion Off)
.................................................................................... 60 dB of meer
• Frequentierespons [MONITOR OUT]
Component (Video Conversion Off)
........................................................... 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB
• Videoformaat [ZONE OUT] (Gray Back)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
........................................................................................... NTSC
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
.............................................................................................. PAL
FM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
• 50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf)
• Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
• Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo .............................................................. 76 dB/70 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo .................................................................... 0,2/0,3%
• Stereoscheiding (1 kHz)
Stereo .................................................................................... 42 dB
• Frequentierespons
Stereo ............................................ 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
• Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω
131 Nl
Nederlands
• Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ......... 60 dB/55 dB of meer
CD, etc. (5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor
................................................................... 60 dB/45 dB of meer
• Videoformaat (Video Conversion)
..........................................................................................NTSC/PAL
AANVULLENDE
INFORMATIE
• Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor, Pure Direct
....................................................... 10 Hz to 100 kHz, +0/–3 dB
• Videoformaat [MONITOR OUT] (Wall Paper)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
................................................................................... NTSC/PAL
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
................................................................................... PAL/NTSC
Technische gegevens
AM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
........................................................ 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] .......................................... 531 t/m 1611 kHz
• Bruikbare gevoeligheid .................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.......................................................... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
....................................... AC 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ...................... 500 W/630 VA
[Overige modellen] ............................................................ 500 W
• Stroomverbruik uit (standby)
[Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom)
......................................................................... 0,33 W of minder
[Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder
• Maximum stroomverbruik [Algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W
• Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S. en Canada] .......... 2 (Totaal 100 W/0,8 A
maximum)
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
........................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Model voor China].............................2 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor Australië] ................. 1 (Totaal 100 W maximum)
[Modellen voor het V.K.] .................. 1 (100 W /0,4 A maximum)
[Modellen voor Europa] ..................... 2 (100 W/0,4 A maximum)
• Afmetingen (B x H x D) ............................... 435 x 181 x 438,5 mm
.
• Gewicht
[Model voor China]............................................................. 19,0 kg
[Andere modellen] .............................................................. 17,4 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
132 Nl
Index
■
Numerics
2ch Stereo, geluidsveldprogramma ...... 45
3D indicator ......................................... 27
5.1-kanaals luidsprekeraansluiting ....... 13
5.1-kanaals luidsprekeropstelling ........ 10
6.1-kanaals luidsprekeraansluiting ....... 13
6.1-kanaals luidsprekeropstelling ........ 10
7.1-kanaals luidsprekeraansluiting ....... 12
7.1-kanaals luidsprekeropstelling ........ 10
7ch Enhancer,
geluidsveldprogramma .................... 45
7ch Stereo, geluidsveldprogramma ...... 45
■
A
■
B
■
C
CD-recorder aansluiting ...................... 21
CD-speler aansluiting .......................... 21
Cellar Club, geluidsveldprogramma .... 42
CENTER aansluiting ........................... 22
Center Image, decoderparameter ......... 73
Center Level, geluidsveldparameter .... 72
CENTER PRE OUT aansluiting ......... 21
Center speaker, GUI menu .................. 76
Center Width, decoderparameter ......... 73
Center, GUI menu ............................... 76
Chamber, geluidsveldprogramma ........ 42
Channel Mute, GUI menu ................... 81
Channel, ingangsbroninformatie ......... 38
Church in Freiburg,
geluidsveldprogramma .................... 42
CINEMA DSP 3D stand ...................... 46
CINEMA DSP indicator ...................... 27
CLASSICAL,
geluidsveldprogramma .................... 41
COAXIAL aansluitingen ..................... 15
COMPONENT VIDEO
aansluitingen .................................... 15
Configuraties wissen,
afstandsbediening .......................... 104
Configuration, GUI menu .............. 76, 84
Connect, GUI menu ............................. 75
Control Monitor, GUI menu ................ 83
Control, GUI menu .............................. 80
Controlling other components,
remote control ................................. 96
Controlling TV, remote control ........... 95
Cross Over, GUI menu ........................ 76
■
D
De Compressed Music Enhancer
stand ................................................ 45
Decoder indicators ............................... 27
Decoder Mode, GUI menu ............ 74, 88
Decoderbeschrijvingen ........................ 63
Decoderselectie .................................... 63
Decodertype, geluidsveldparameter .... 70
Default Gateway, GUI menu ............... 84
Dempen van audioweergave ................ 38
Device Over, HDMI foutmelding ........ 39
DHCP, GUI menu ............................... 84
Dialogue Lift, geluidsveldparameter ... 69
Dialogue, ingangsbroninformatie ........ 38
DIGITAL INPUT aansluitingen ............ 9
DIGITAL OUTPUT aansluitingen ........ 9
Dimension, decoderparameter ............. 73
Dimmer, GUI menu ............................. 87
Direct, geluidsveldparameter ............... 72
133 Nl
Nederlands
Back ground video, GUI menu ............75
Bananenstekkeraansluiting ...................14
Bass Out, GUI menu ............................77
Bass, GUI menu ...................................80
Bedienen van Zone 2/3 .......................108
Beeldschermaansluiting .......................18
Beoordelen van automatische
instellingsparameter .........................34
BGV, GUI menu ..................................75
Bi-amp instelling,
geavanceerde setup ........................111
BI-AMP, geavanceerde setup .............111
Bitrate, ingangsbroninformatie ............38
Bluetooth connection, GUI menu ........75
Bluetooth draadloze audio-ontvanger
aansluiting ....................................... 22
Bluetooth pairing, GUI menu .............. 75
Bluetooth, oplossen van problemen .. 121
Blu-ray Disc-speler aansluiting ........... 20
AANVULLENDE
INFORMATIE
Aansluiten met bananenstekker ........... 14
Aansluiten van Bluetooth ontvanger .... 22
Aansluiten van de AM-antenne ........... 24
Aansluiten van de FM-antenne ............ 24
Aansluiten van de luidsprekerkabel ..... 14
Aansluiten van draaitafel ..................... 21
Aansluiten van een beeldscherm .......... 18
Aansluiten van een Blu-ray
Disc-speler ....................................... 20
Aansluiten van een CD-recorder .......... 21
Aansluiten van een CD-speler ............. 21
Aansluiten van een DVD-recorder ....... 20
Aansluiten van een DVD-speler .......... 20
Aansluiten van een HD DVD-speler ... 20
Aansluiten van een iPod universeel
dock ................................................. 22
Aansluiten van een kastje met
convertor en decoder ....................... 20
Aansluiten van een MD-recorder ......... 21
Aansluiten van een projector ............... 18
Aansluiten van het netsnoer ................. 25
Aansluiten van luidsprekers ................. 12
Aansluiten van VCR ............................ 21
Aansluiten van YBA-10 ....................... 22
Aansluiten van YDS-11 ....................... 22
Aansluiten van Zone 2/3
componenten .................................. 106
Aansluiting USB opslagapparaat ......... 23
Aansluiting voor kastje met convertor
en decoder ........................................ 20
Aanwezigheidsluidsprekers
indicators ......................................... 28
Aanzetten ............................................. 26
AC OUTLET(S) .................................. 25
Achterpaneel .......................................... 9
Action Game,
geluidsveldprogramma .................... 43
ADAPTIVE DRC indicator ................. 27
Adaptive DRC, GUI menu ................... 78
Adaptive DSP effect level,
GUI menu ........................................ 78
Adaptive DSP Level, GUI menu ......... 78
Adaptive dynamic range control,
GUI menu ........................................ 78
Adventure, geluidsveldprogramma ...... 44
Afspelen van Bluetooth
componenten ....................................54
Afspelen van iPod ................................56
Afstandsbediening ................................95
Afstandsbediening ID-instelling,
geavanceerde setup ........................110
Afstandsbediening,
inzetten van de batterijen ...................4
Afstandsbediening,
oplossen van problemen .................118
Afstemstap tuner,
geavanceerde setup ........................111
AM afstemmen .....................................48
AM tuner, oplossen van problemen ...117
AM-antenne-aansluiting .......................24
AMP, schakelaar voor de
bedieningsfunctie .............................29
Analog ` Analog, GUI menu ...............82
Analog ` HDMI, GUI menu ................82
Analog Resolution,
ingangsbroninformatie .....................39
Analog-to-analog video conversion,
GUI menu .........................................82
ANTENNA aansluitingen ......................9
Aspect, GUI menu ................................82
AUDIO aansluitingen ...........................15
Audio and video synchronization,
GUI menu .........................................81
Audio input jack selection,
GUI menu .........................................74
Audio Output, GUI menu .....................83
AUDIO SELECT .................................37
Audio Select, GUI menu ................74, 88
Audio-aansluitingen .............................15
Audiosignalen, HDMI ..........................16
Auto Bypass, GUI menu ......................80
Automatic audio delay adjustment,
GUI menu .........................................81
Automatic setup,
oplossen van problemen .................122
Automatische instelling van
voorkeuzezenders,
FM/AM afstemming ........................49
Index
Directe frequentie-afstemming,
FM/AM afstemming ........................ 48
Display Set, GUI menu ........................ 87
Display settings, GUI menu ................. 87
Display venster, afstandsbediening ...... 28
Distance, automatische setup ............... 32
Distance, GUI menu ............................ 77
DNS Server (P), GUI menu ................. 84
DNS Server (S), GUI menu ................. 84
Draaitafelaansluiting ............................ 21
Drama, geluidsveldprogramma ............ 44
DSP indicators ..................................... 27
DSP Level, geluidsveldparameter ........ 69
Dubbele versterkeraansluitingen .......... 14
DVD-recorder aansluiting .................... 20
DVD-speler aansluiting ....................... 20
Dynamic Range, GUI menu ................. 79
■
E
Eenvoudige afstandsbedieningsstand,
iPod weergave ................................. 57
Effectgeluidsniveau,
geluidsveldparameter ....................... 69
ENHANCER indicator ........................ 27
ENHANCER,
geluidsveldprogramma .................... 45
ENTERTAIN,
geluidsveldprogramma .................... 43
Equalizing, automatische setup ............ 32
EXTD Surround, GUI menu ................ 88
Externe versterkeraansluiting .............. 21
■
F
F.PRNS L Level,
geluidsveldparameter ....................... 72
F.PRNS R Level,
geluidsveldparameter ....................... 72
FIRM UPDATE, advanced setup ...... 112
Flag1/Flag2, ingangsbroninformatie .... 38
FM afstemmen ..................................... 48
FM tuner, oplossen van problemen .... 117
FM-antenne-aansluiting ....................... 24
Format, ingangsbroninformatie ........... 38
Front Input, GUI menu ........................ 75
FRONT L/R aansluitingen ................... 22
Front panel display message scroll,
GUI menu ........................................ 87
FRONT PRE OUT aansluitingen ........ 21
Front presence speakers, GUI menu .... 76
Front Presence, GUI menu ................... 76
Front speakers, GUI menu ................... 76
Front, GUI menu .................................. 76
■
G
Geavanceerde automatische
instellingen ...................................... 33
Geavanceerde geluidsconfiguratie ....... 63
Geavanceerde setup ........................... 110
Gebruik van de afstandsbediening ....... 28
Gebruik van een hoofdtelefoon ............ 38
Geluidsveldparameter .......................... 70
Geluidsveldprogramma informatie .... 129
Geluidsveldprogramma’s ..................... 40
134 Nl
Geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon ...................................45
Geluidsveldprogramma’s zonder
surround-luidspreker ........................45
GUI menustructuur .............................. 65
GUI screen position, GUI menu ..........87
■
H
Hall in AMsterdam,
geluidsveldprogramma .....................42
Hall in Munich,
geluidsveldprogramma .....................41
Hall in Vienna,
geluidsveldprogramma .....................41
HD DVD-speler aansluiting ................. 20
HDCP Error, HDMI foutmelding ........39
HDMI ` HDMI, GUI menu ................. 82
HDMI aansluiting ................................16
HDMI aspect ratio, GUI menu .............82
HDMI automatic lip sync mode,
GUI mode ........................................81
HDMI Error, ingangsbroninformatie ...39
HDMI foutmelding .............................. 39
HDMI IN jack select, GUI menu .........83
HDMI indicator .................................... 27
HDMI informatie ................................. 16
HDMI monitor-controlefunctie,
geavanceerde setup ........................112
HDMI OUT aansluitingsselectie ..........37
HDMI OUT jack select, GUI menu .....83
HDMI Resolution,
ingangsbroninformatie .....................39
HDMI signaal .......................................16
HDMI signal,
ingangsbroninformatie .....................39
HDMI stekker ......................................16
HDMI video signal processing,
GUI menu ........................................82
HDMI video signal resolution,
GUI menu ........................................82
HDMI, GUI menu ................................83
HDMI, oplossen van problemen ........116
Herhaalde weergave,
iPod weergavestijl ............................57
Hoofdtelefoon indicator .......................27
■
I
I/O Assignment, GUI menu ................. 86
ID1/ID2 indicator,
afstandsbediening .............................28
Indicators ingangskanalen ....................28
INFORMATIE ...................................130
Informatie display,
afstandsbediening .............................28
Infraroodvenster, afstandsbediening ....28
Ingangsaansluitingen linker en rechter
voorkanalen,
GUI menu ........................................75
Ingangssignaal indicators .....................27
Init. Delay, geluidsveldparameter ........70
Initial Set, GUI menu ...........................88
Initial Volume, GUI menu ...................78
INITIALIZE, geavanceerde setup ......111
Input Channels, GUI menu ..................74
Input Level, GUI menu ........................88
Input Rename, GUI menu ....................86
Input Select, GUI menu ........................74
Input/output assignment, GUI menu ....86
Inschakelen bij RS-232C gebruik,
geavanceerde setup .........................110
Instellen luidsprekerniveau ...................47
Instellen van
afstandsbedieningscodes ..................98
Instellen van de afstandsbedienings-ID,
afstandsbediening ID-instelling .....110
IP Address, GUI menu .........................84
iPod bediening ......................................57
iPod charge on the standby mode,
GUI menu .........................................87
iPod menustructuur ...............................56
iPod universeel dock aansluiting ..........22
iPod, GUI menu ....................................87
iPod, oplossen van problemen ............121
■
L
Laden van de systeeminstellingen ........92
LANGUAGE, advanced setup ...........112
Language, advanced setup ..................112
Language, GUI menu ...........................89
Level, automatische setup ....................32
Level, GUI menu ..................................77
Level, muziekversterkerparameter .......73
LFE Level, GUI menu ..........................78
Linker/rechter
aanwezigheidsluidspreker ................11
Linker/rechter surround
achter-luidspreker .............................11
Linker/rechter surround-luidspreker .....11
Linker/rechter voor-luidspreker ...........11
Lipsync, GUI menu ..............................81
LIVE/CLUB,
geluidsveldprogramma .....................42
Liveness, geluidsveldparameter ...........71
Low-frequency effect level,
GUI menu .........................................78
Luidspreker equalizer,
automatische setup ...........................32
Luidsprekeraansluiting .........................12
Luidspreker-aansluitingen ......................9
Luidsprekerafmetingen,
automatische setup ...........................32
Luidsprekerafstand,
automatische setup ...........................32
Luidsprekerbedrading,
automatische setup ...........................32
Luidsprekerimpedantie,
geavanceerde setup .........................110
Luidsprekerimpedantie-instelling .........26
Luidsprekerinstellingsoptimalisatie ......30
Luidsprekerkabelaansluiting ................14
Luidsprekerniveau,
automatische setup ...........................32
Luidsprekeropstelling ...........................10
Luidsprekers opstellen ..........................10
Luisteren naar onbewerkte
ingangsbronnen ................................46
Luisteren naar pure hi-fi weergave .......47
Index
■
M
■
N
Neo:6 Cinema, decoder ........................ 63
Neo:6 Music, decoder .......................... 63
Netsnoeraansluiting ............................. 25
Netwerkaansluiting .............................. 23
Network Standby, GUI menu .............. 84
Network, GUI menu ............................ 84
Network, oplossen van problemen ..... 119
■
O
■
P
Pairing, GUI menu ...............................75
Panorama, decoderparameter ...............73
Parameters initialiseren,
geavanceerde setup ........................111
Parametric EQ, GUI menu ...................79
Parametric equalizer data copy,
GUI menu .........................................79
Parametric equalizer type select,
GUI menu .........................................79
Parametric equalizer, GUI menu ..........79
Parametrische equalizer informatie ....130
Paren met de Bluetooth component .....54
PC server-inhoudsweergave .................60
PEQ Data Copy, GUI menu .................79
PEQ Select, GUI menu ........................79
PHONES aansluiting ............................38
Playback screen display time,
GUI menu .........................................87
Playback Screen, GUI menu ................87
PLII Game, decoder .............................63
PLII Movie, decoder ............................63
PLII Music, decoder .............................63
PLIIx Game, decoder ...........................63
PLIIx Movie, decoder ..........................63
PLIIx Music, decoder ...........................63
Position, GUI menu ..............................87
PRE OUT aansluitingen .........................9
PRESET indicator ................................27
Primary DNS server, GUI menu ..........84
Pro Logic, decoder ...............................63
Processing, GUI menu .........................82
Prog. Re-Processing, GUI menu ..........83
Programmeren van andere
afstandsbedieningen .......................100
Programmeren van macro’s,
afstandsbediening ...........................102
Progressive re-processing,
GUI menu .........................................83
Projectoraansluiting ..............................18
PURE DIRECT stand ...........................47
Pure Direct, GUI menu ........................81
■
R
Recital/Opera,
geluidsveldprogramma .....................43
RECOV./BACKUP, advanced setup .111
Recovery and backup of the system
settings,
advanced setup ...............................111
REMOTE CON AMP,
geavanceerde setup ........................110
Remote control customization ..............97
REMOTE IN/OUT aansluitingen ........22
REMOTE SENSOR,
geavanceerde setup ........................110
Resetten van het systeem ...................124
Resolution, GUI menu .........................82
Rev. Delay, geluidsveldparameter .......72
Rev. Level, geluidsveldparameter ........72
Rev. Time, geluidsveldparameter ........71
Roleplaying Game,
geluidsveldprogramma .................... 43
Room Size, geluidsveldparameter ....... 70
RS-232C STANDBY,
geavanceerde setup ........................ 110
■
S
S VIDEO aansluitingen ....................... 15
Sampling, ingangsbroninformatie ....... 38
SB. Init. Delay,
geluidsveldparameter ...................... 70
SB. Liveness, geluidsveldparameter .... 71
SB. Room Size,
geluidsveldparameter ...................... 70
Schakelaar voor de bedieningsfunctie,
afstandsbediening ............................ 29
Sci-Fi, geluidsveldprogramma ............ 44
Scroll, GUI menu ................................. 87
Secondary DNS server, GUI menu ..... 84
Selecteren van de audio
ingangsaansluitingen ....................... 37
Selecteren van de multikanaal
ingangscomponent ........................... 37
Selecteren van decoder ........................ 63
Selectie van de audio
ingangsaansluitingen ....................... 37
Selectie van de multikanaal
ingangscomponent ........................... 37
Sensor voor de afstandsbediening,
geavanceerde setup ........................ 110
Setup, GUI menu ................................. 76
Short Message, GUI menu .................. 87
Signaalbron indicators ......................... 27
SIGNAL INFO .............................. 38, 40
SILENT CINEMA ............................... 45
SILENT CINEMA indicator ............... 27
Size, automatische setup ...................... 32
Slaaptimer ............................................ 39
SLEEP indicator .................................. 28
Sneltoets, Netwerkinhoudsweergave ... 61
Sneltoets, USB inhoudsweergave ........ 61
Sound, GUI menu ................................ 78
Source name change,
remote control ............................... 101
SOURCE, schakelaar voor de
bedieningsfunctie ............................ 29
Speaker configurations, GUI menu ..... 76
Speaker distance, GUI menu ............... 77
SPEAKER IMP.,
geavanceerde setup ........................ 110
Speaker level, GUI menu .................... 77
Speaker, GUI menu ............................. 76
Spectacle, geluidsveldprogramma ....... 44
Sport, geluidsveldprogramma .............. 43
Standard, geluidsveldprogramma ........ 44
Standby Charge, GUI menu ................ 87
Standby Through, GUI menu .............. 83
Standby-stand ...................................... 26
Status, GUI menu ................................ 84
STEREO, geluidsveldprogramma ....... 45
Stereo/Surround, GUI menu ................ 69
Stereoweergave .................................... 45
Straight Enhancer,
geluidsveldprogramma .................... 45
135 Nl
Nederlands
Oplossen van problemen .................... 113
Opnieuw laden van automatische
instellingsparameter ......................... 34
Oproepen van een voorkeuzezender,
FM/AM afstemming ........................ 50
OPTICAL aansluitingen ...................... 15
Optimaliseren van de
luidsprekerinstelling ........................ 30
Option, GUI menu ............................... 86
Out Of Resolution,
HDMI foutmelding ..........................39
AANVULLENDE
INFORMATIE
MAC address filter,
advanced setup ............................... 111
MAC Address, GUI menu ................... 84
MAC FILTER, advanced setup ......... 111
Manual audio delay adjustment,
GUI menu ........................................ 81
Manual Test, GUI menu ...................... 89
Manuele instelling van voorkeuzezenders,
FM/AM afstemming .......................... 49
Max Volume, GUI menu ..................... 78
MCX-2000 inhoudsweergave .............. 60
MD-recorder aansluiting ...................... 21
Media Access Control) address,
GUI menu ........................................ 84
Meegeleverde accessoires ...................... 3
Menu browsen indicator ...................... 28
Menustructuur, iPod ............................. 56
Menustructuur, netwerk ....................... 58
Menustructuur, USB ............................ 58
Meting van meerdere punten,
automatische setup ........................... 31
Midden-luidspreker .............................. 11
MONITOR CHECK,
geavanceerde setup ........................ 112
Monitor Info., GUI menu ..................... 84
Monitor information, GUI menu ......... 84
Mono Movie,
geluidsveldprogramma .................... 44
MOVIE, geluidsveldprogramma ......... 44
Multi CH Assign, GUI menu ............... 74
MULTI CH INPUT aansluitingen ......... 9
Multi channel assignment,
GUI menu ........................................ 74
Multi Measure, automatische setup ..... 31
Multi Zone, GUI menu ........................ 85
Multikanaals bronnen met een
hoofdtelefoon ................................... 45
Multi-zone configuratie ..................... 106
Music Contents, GUI menu ................. 75
Music Video,
geluidsveldprogramma .................... 43
Muting Type, GUI menu ..................... 78
Muziekinhoudmenu ............................. 55
Index
STRAIGHT stand ................................ 46
Stroomschema audiosignalen .............. 17
Stroomschema signalen ....................... 17
Stroomschema videosignalen .............. 17
Subnet Mask, GUI menu ..................... 84
Subwoofer ............................................ 11
SUBWOOFER aansluiting .................. 22
SUBWOOFER PRE OUT
aansluiting ........................................ 22
Subwoofer, GUI menu ......................... 76
SUR. DECODE,
geluidsveldprogramma .................... 45
Sur. Init.Delay,
geluidsveldparameter ....................... 70
Sur. Liveness, geluidsveldparameter ... 71
Sur. Room Size,
geluidsveldparameter ....................... 70
Sur.Back L Level,
geluidsveldparameter ....................... 72
Sur.Back R Level,
geluidsveldparameter ....................... 72
SUR.BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen .................................... 22
Surround achter-luidspreker ................ 11
Surround back left/right speakers,
GUI menu ........................................ 76
Surround Back, GUI menu .................. 76
Surround Decode,
geluidsveldprogramma .................... 45
Surround decoderstand ........................ 45
Surround L Level,
geluidsveldparameter ....................... 72
SURROUND L/R aansluitingen .......... 22
Surround left/right speakers,
GUI menu ........................................ 76
SURROUND PRE OUT
aansluitingen .................................... 21
Surround R Level,
geluidsveldparameter ....................... 72
Surround, GUI menu ............................ 76
Systeeminstellingen ............................. 90
Systeeminstellingen opslaan ................ 90
System ID, GUI menu ......................... 84
System Memory ................................... 90
System, GUI menu ............................... 84
■
T
Taalinstelling voor de display .............. 26
Target Zone, GUI menu ....................... 88
Technische gegevens ......................... 131
The Bottom Line,
geluidsveldprogramma .................... 42
The Roxy Theatre,
geluidsveldprogramma .................... 42
Tone Control, GUI menu ..................... 80
Toonregeling ........................................ 47
Treble, GUI menu ................................ 80
Trigger Mode, GUI menu .................... 88
Trigger Output, GUI menu .................. 88
Tuner (radio) indicators ....................... 28
TUNER FRQ STEP,
geavanceerde setup ........................ 111
TV FORMAT, advanced setup .......... 111
TV format, advanced setup ................ 111
136 Nl
TV, schakelaar voor de
bedieningsfunctie .............................29
■
U
Uitzetten ...............................................26
Unit, GUI menu .................................... 77
USB apparaat dat gebruikt kan
worden .............................................59
USB inhoudsweergave
Netwerkinhoudsweergave ................58
USB, oplossen van
problementoubleshooting ............... 119
■
V
VCR-aansluiting ...................................21
Verbindingen .......................................... 9
Vereenvoudigde afstandsbediening ...105
VERSION, advanced setup ................112
Verticale positie van gesproken tekst,
geluidsveldparameter .......................69
VIDEO aansluitingen ...........................15
VIDEO AUX aansluitingen ................. 24
Video conversion for analog-to-analog,
GUI menu ........................................82
Video, GUI menu ................................. 82
Video-aansluitingen .............................15
Videosignalen, HDMI ..........................16
Village Vanguard,
geluidsveldprogramma .....................42
Virtual CINEMA DSP .........................45
VIRTUAL indicator .............................27
VOLTAGE SELECTOR ........................ 4
VOLUME niveauindicator ...................28
Volume Trim, GUI menu .....................74
Volume, GUI menu .............................. 78
Voorkanaal uitgangsaansluitingen. ......21
Voorkeuzezenders, FM/AM tuner .......49
Voorpaneelklep .................................... 29
■
W
Wall Paper, GUI menu .........................87
Warehouse Loft,
geluidsveldprogramma .....................42
Web browser controlling ......................94
Web Control Center .............................94
Weergave van
ingangsbroninformatie ...............38, 40
Weergave, Bluetooth component .........54
Weergaveinformatiescherm,
iPod weergave ..................................57
Weergaveinformatiescherm,
USB inhoud ......................................59
Weergavestijl, iPod .............................. 57
Weergeven van
ingangsbroninformatie ...............38, 40
Werking GUI menu .............................. 68
Willekeurige weergave,
iPod weergavestijl ............................57
Wiring, automatische setup ..................32
Wissen van voorkeuzezenders,
FM/AM afstemming ........................50
■
Y
YBA-10 aansluiting .............................22
YDS-11 aansluiting ..............................22
YPAO ...................................................30
YPAO indicator ....................................27
■
Z
Zone 2/3 bediening .............................108
Zone 2/3 componentenaansluiting ......106
Zone 3 Rename, GUI menu ..................86
Zone on-screen display, GUI menu ......86
Zone OSD, GUI menu ..........................86
ZONE OUT aansluitingen ......................9
Zone Rename, GUI menu .....................86
Zone SP Assign, GUI menu .................85
Zone speaker assignment,
GUI menu .........................................85
Zone2 Balance, GUI menu ...................85
Zone2 Initial Vol., GUI menu ..............85
Zone2 Max Vol., GUI menu ................85
Zone2 Muting Type, GUI menu ...........85
Zone2 Rename, GUI menu ...................86
Zone2 Set, GUI menu ...........................85
Zone2 Tone Control, GUI menu ..........85
Zone2 Volume, GUI menu ...................85
ZONE2/ZONE3 indicators ...................28
Zone3 Balance, GUI menu ...................85
Zone3 Initial Vol., GUI menu ..............85
Zone3 Max Vol., GUI menu ................85
Zone3 Muting Type, GUI menu ...........85
Zone3 Set, GUI menu ...........................85
Zone3 Tone Control, GUI menu ..........85
Zone3 Volume, GUI menu ...................85
Zone-indicators, afstandsbediening ......28
■ Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Voorpaneel/Фронтальная панель
A
B
C
L
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO SELECT/
REC OUT
MENU
TONE
CONTROL
ENTER
PRESET/TUNING
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
BAND
INFO
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
VIDEO AUX
PHONES
USB
ON
OFF
MASTER
P
D
AUDIO SELECT/
REC OUT
MENU
TONE
CONTROL
E
F
G
H
I
J
K
ENTER
PRESET/TUNING
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
BAND
INFO
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
PROGRAM
M
i
OPTIMIZER
MIC
N
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
PHONES
O
OPTICAL
USB
Sound output in each sound field program
Son émis dans chaque correction de champ sonore
Klangausgabe in jedem soundfeldprogramm
Ljudutmatning för varje ljudfältsprogram
Geluidsweergave in elk van de geluidsveldprogramma’s
ВоспРоизведение звуЧаниЯ длЯ каждой пРогРаммы звукового полЯ
L
Front left speaker
SL
Surround left speaker
SBR
Surround back right speaker
C
Center speaker
SR
Surround right speaker
PL
Presence left speaker
R
Front right speaker
SBL
Surround back left speaker
PR
Presence right speaker
Speaker from which no sound is being output
Speaker from which sound is being output
Speaker settings
7-channel
PL
Speaker settings
5-channel
7-channel
PL
PR
PR
C
C
L
L
R
C
R
L
C
R
L
R
SR
SL
SR
5
1
SL
SL
SR
SL
SR
SBL SBR
SBL SBR
PL
PL
PR
C
PR
C
C
L
R
L
L
R
C
R
L
R
SR
SL
SR
6
2
SL
SR
SL
SL
SR
SBL SBR
SBL SBR
PL
PL
PR
C
PR
C
C
L
R
L
L
R
C
R
L
R
SR
SL
SR
7
3
SL
SL
SR
SL
SR
SBL SBR
SBL SBR
PL
PL
PR
C
PR
C
C
L
R
L
L
R
C
R
L
R
SR
SL
SR
8
4
SL
SL
SR
SR
SL
SBL SBR
SBL SBR
*1
EX
/
PL x
/
/
neural
: OFF
*2
EX
/
PL x
/
/
neural
: ON or discrete 6.1/7.1-channel audio signals are input.
iii
5-channel
RTKABGLE
RX-V3900
The circled numbers and alphabets correspond to those in the Owner’s Manual.
Les nombres et lettres dans un cercle correspondent à ceux du mode d’emploi.
Die umkreisten Zahlen und Buchstaben entsprechen denen in der Bedienungsanleitung.
Inringade nummer och bokstäver motsvarar de som anges i bruksanvisningen.
I manuali e le lettere dell’alfabeto corrispondono a quelli nel Manuale di istruzioni.
Los números y las letras en el interior de círculos se corresponden con aquellos del manual de instrucciones.
De omcirkelde cijfers en letters corresponderen met die in de Gebruiksaanwijzing.
Цифры и буквы в кружках относятся к цифрам и буквам в Инструкции по эксплуатации.
带圆圈的数字和文字与说明书中的同类数字和文字相对应。
원 번호 및 원 알파벳은 사용 설명서 안의 표기와 일치합니다 .
■ Front panel/Face avant/Frontblende/Frontpanelen/Pannello anteriore/Panel delantero/Voorpaneel/
Фронтальная панель/ 前部面板 / 전변 패널
A
B
C
D
E
F
G H I J
K
L
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO SELECT/
REC OUT
MENU
TONE
CONTROL
ENTER
PRESET/TUNING
MEMORY
SEARCH
MODE
STEREO/
MONO
BAND
INFO
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
PHONES
OPTICAL
USB
ON
OFF
MASTER
M
N
O
P