Documenttranscriptie
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
– Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
– Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
– Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal
vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Dit symbool stemt overeen met de
EU-richtlijn 2002/96/EC
Dit symbool betekent dat elektrische en
elektronische apparaten aan het einde van
hun levensduur moeten worden aangeboden
voor gescheiden afvalverzameling.
Leef de plaatselijke voorschriften na en bied
uw oude producten niet aan bij het gewone
huisvuil.
KENNISGEVINGEN HANDELSMERKEN
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
“DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright
1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
iPod
“iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.,
geregistreerd in de V.S. en andere landen.
Opmerking betreffende distributie van broncode
Dit product maakt gebruik van softwarecode die onderworpen is
aan de GNU General Public License (GPL) of GNU Lesser
General Public License (LGPL). Kopiëren, verspreiden of
wijzigen van deze softwarecode geschiedt onder GPL of LGPL
licentievoorwaarden. De broncode is beschikbaar via de volgende
website:
http://www.global.yamaha.com/download/
De broncode is ook beschikbaar op opslagmedia (zoals
CD-ROM) tegen kostprijs.
Contactinformatie: AV products division, YAMAHA
CORPORATION, 10-1 Nakazawa-cho,
Hamamatsu 430-8650, Japan
MPEG Layer-3 audio coderingstechnologie gebruikt onder
licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
In principe wordt de broncode 3 jaar lang na de datum van
aankoop aangeboden.
Deze receiver biedt ondersteuning voor netwerkverbindingen.
Nederlands
1 Nl
INHOUD
INLEIDING
KENMERKEN ....................................................... 4
VAN START ..........................................................5
Meegeleverde accessoires ......................................... 5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ........6
Voorpaneel ................................................................ 6
Afstandsbediening .................................................... 8
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening ........................... 10
Voorbereiden van de afstandsbediening ................. 11
Display voorpaneel ................................................. 12
Achterpaneel ........................................................... 14
VOORBEREIDINGEN
AANSLUITINGEN .............................................. 15
Luidsprekers opstellen ............................................ 15
Aansluiten van luidsprekers .................................... 16
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking)
aansluitingen ....................................................... 19
Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 20
Informatie over HDMI ............................................ 21
Stroomschema audio- en videosignalen ................. 22
Aansluiten van een beeldscherm of projector ......... 23
Aansluiten van andere componenten ...................... 24
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe
decoder ............................................................... 28
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel
dock .................................................................... 29
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op
het voorpaneel .................................................... 29
Aansluiten op het netwerk ...................................... 30
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 31
Aansluiten van het netsnoer .................................... 32
Instellen van de luidspreker-impedantie ................. 33
Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 34
Toonregeling ........................................................... 52
Instellen luidsprekerniveaus ................................... 53
Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals
stereoweergave ................................................... 53
Selecteren van de Compressed Music
Enhancer functie ................................................. 54
Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 55
FM/AM AFSTEMMEN ...................................... 56
FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen ......... 56
Automatisch afstemmen ......................................... 57
Handmatig afstemmen ............................................ 58
Automatisch voorprogrammeren ............................ 59
Handmatig voorprogrammeren ............................... 60
Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 61
Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 62
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN
(ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K.
EN EUROPA) .................................................. 63
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 63
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK functie) ................ 64
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van
het gebruik van andere netwerken
(Enhanced Other Networks; EON) .................... 65
GEBRUIKEN MET EEN iPod ........................... 66
iPod bediening ........................................................ 66
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB
FUNCTIES ....................................................... 68
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s ...... 68
Gebruiken van een PC server of YAMAHA
MCX-2000 ......................................................... 70
Gebruiken van de Internetradio .............................. 71
Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een
USB aansluiting .................................................. 72
Gebruiken van sneltoetsen ...................................... 72
OPNEMEN ........................................................... 74
AUTO SETUP ...................................................... 35
Gebruiken van het Auto Setup ................................ 35
GEAVANCEERDE BEDIENING
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN .... 75
BASISBEDIENING
WEERGAVE ........................................................ 40
Basisprocedure ........................................................ 40
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT) ............................................. 42
Selecteren van de MULTI CH INPUT component ....... 43
Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 43
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ...... 43
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel door
middel van de GUI menuschermen .................... 44
Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij
audiomateriaal .................................................... 45
Gebruiken van de slaaptimer .................................. 45
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ................... 46
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 46
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 47
Luisteren naar onbewerkte weergave ..................... 51
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES ........... 52
Luisteren naar pure hi-fi weergave ......................... 52
2 Nl
Selecteren van decoders .......................................... 75
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE
(GUI) SCHERM .............................................. 78
Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) .............. 79
Input Select ............................................................. 85
Manual Setup (Sound) ............................................ 88
Manual Setup (Video) ............................................ 92
Manual Setup (Basic) ............................................. 95
Manual Setup (NET/USB) .................................... 100
Manual Setup (Option) ......................................... 102
System Memory .................................................... 106
Signal Info. (Ingangssignaalinformatie) ............... 107
Language .............................................................. 108
INHOUD
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING ............................. 109
INLEIDING
Bedienen van dit toestel, een TV of andere
componenten .................................................... 109
Instellen van afstandsbedieningscodes ................. 111
Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen ......................................... 113
Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster
verschijnen ........................................................ 114
Macro programmeerfuncties ................................. 115
Instellingen wissen ................................................ 118
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN
(MULTI-ZONE) ............................................ 121
VOORBEREIDINGEN
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten ...... 121
Bedienen van Zone 2 of Zone 3 ............................ 122
GEAVANCEERDE SETUP ............................. 125
Gebruik van het ADVANCED SETUP ................ 125
Instellen van een afstandsbediening ID ................ 128
AANVULLENDE INFORMATIE
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ................... 130
RESETTEN VAN HET SYSTEEM ................. 140
WOORDENLIJST ............................................ 141
INFORMATIE OVER
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ............. 144
PARAMETRISCHE EQUALIZER
INFORMATIE ............................................... 145
TECHNISCHE GEGEVENS ........................... 146
APPENDIX (AANHANGSEL)
(aan het eind van deze handleiding)
AANVULLENDE
INFORMATIE
GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ....................... i
GPL/LGPL .............................................................. v
LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES .... ix
Over deze handleiding
APPENDIX
• y geeft een bedieningstip aan.
• Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd
met de toetsen op het voorpaneel als met de
afstandsbediening. Als de naam van een toets op de
afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal
de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening
tussen haakjes vermeld worden.
• Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd
zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding
en het product van elkaar verschillen, heeft het product de
prioriteit.
• Dit toestel beschikt over de mogelijkheid de
schermmenu’s in verschillende talen weer te geven. In
deze handleiding worden voor de schermmenu’s
voorbeelden in het Engels afgebeeld.
Nederlands
3 Nl
KENMERKEN
KENMERKEN
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Netwerkfuncties
◆ Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω)
Voor: 140 W + 140 W
Midden: 140 W
Surround: 140 W + 140 W
Surround Achter: 140 W + 140 W
◆ NETWORK poort voor aansluiting op een PC en een
YAMAHA MCX-2000, of voor toegang tot Internetradio via
een LAN
◆ DHCP automatische of handmatige netwerkconfiguratie
Geluidsveldprogramma’s
◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van
geluidsvelden
◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6,
DTS 96/24 decoder
◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
◆ Virtual CINEMA DSP
◆ SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
◆ Automatisch voorprogrammeren
◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
◆ Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor het
V.K. en Europa)
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale
audio gebaseerd op HDMI versie 1.2a
◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI
digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component
video → HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video van 480i
(NTSC)/576i (PAL) of 480p/576p naar 720p of 1080i
iPod bediening mogelijk
◆ DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod
nano en iPod mini
4 Nl
USB functies
◆ USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of
een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Overige kenmerken
◆ YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer)
voor automatische instelling van de luidsprekers
◆ 192-kHz/24-bits D/A converter
◆ GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem waarmee u
dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw audio/
videosysteem
◆ Taalkeuze voor de taal waarin de menu’s worden weergegeven
(Engels, Japans, Frans, Duits, Spaans of Russisch)
◆ 6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
◆ Analoge video geïnterlinieerd/progressief omzetting van 480i
(NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p
◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen
◆ Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT
VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
◆ Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
◆ Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen
(zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een
hoogwaardige stereo-installatie
◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes, Leer- en Macrofuncties en
verlichting voor de toetsen en het uitleesvenster
◆ ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk
◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS
◆ In-beeld display (OSD) functie voor Zone 2
◆ Slaaptimer
VAN START
VAN START
INLEIDING
Meegeleverde accessoires
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
Afstandsbediening
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
NET/USB AUDIO SEL
PHONO
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
DTV
VCR 1
SLEEP
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
Batterijen (6)
(AAA, LR03)
POWER
CD
TUNER
STANDBY
CD-R
SELECT
DTV
CBL/SAT MD/TAPE NET/USB
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
SOURCE
TV MUTE
LEVEL
TV INPUT
PRESET/CH
VCR 1 DVR/VCR 2
DVD
V-AUX/DOCK
TV
MUTE
PRESET
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
VOLUME
PURE DIRECT
A/B/C/D/E
MUTE
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
DISPLAY
RETURN
EFFECT
MEMORY
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
2
NIGHT
ENHANCER
0
+ 10
ENT
1 MEMORY
9
FREQ/TEXT
EON
NET RADIO
USB
MODE
ID1 ID2
ZONE 2 ZONE 3
PTY SEEK START
REC
PC/MCX
OFF
ON
MACRO LEARN
CLEAR
RENAME
Sleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S., Canada, China,
Azië, Korea en Algemene modellen)
Netsnoer
Optimalisatie-microfoon
FM binnenantenne
(Modellen voor Europa, het V.K. en
Australië)
AM ringantenne
Nederlands
5 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
• AM/FM radio ..................................... zie bladzijde 56
1
2
3
456
7
8
9
0
A B
C
PURE DIRECT
VOLUME
TONE
CONTROL
AUDIO
SELECT
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
SILENT CINEMA
OPTIMIZER
MIC
S VIDEO
PHONES
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
OPTICAL
USB
ON
OFF
MASTER
D
E
F
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 34).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 34).
Opmerkingen
• Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
• Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
• Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 INPUT keuzeknop
Selecteert de gewenste signaalbron (zie bladzijde 40).
G
H
I
4 AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 42).
5 TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voorkanalen, samen met PROGRAM (zie
bladzijde 52).
6 REC OUT/ZONE2
Selecteert de signaalbron die u naar de audio/
videorecorder wilt dirigeren en het Zone 2 uitgangssignaal
onafhankelijk van de signaalbron waar u naar luistert of
kijkt in de eerste zone (zie bladzijde 74).
7 STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 51).
6 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 MULTI ZONE toetsen
ZONE 2 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of
uit (standby) zetten (zie bladzijde 122).
Opmerking
Deze toetsen werken alleen wanneer MASTER ON/OFF
naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE CONTROLS
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer
schakelen tussen de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 (zie
bladzijde 122).
y
Nadat u op ZONE CONTROLS heeft gedrukt, zal de
indicator voor de op dit moment geselecteerde zone
ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het
voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de
indicator aan het knipperen is.
9 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 12).
0 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 54).
A Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie
bladzijde 11).
B NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 55).
C PURE DIRECT
Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 52).
E OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon
aansluiten voor gebruik met de “Auto Setup” functie
(zie bladzijde 35).
INLEIDING
ZONE 3 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of
uit (standby) zetten (zie bladzijde 122).
D PROGRAM keuzeknop
• Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren
(zie bladzijde 46).
• Hiermee kunt u de weergave van de lage/hoge tonen
regelen samen met TONE CONTROL (zie
bladzijde 52).
F
PHONES aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 43).
G VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe
signaalbron zoals een spelcomputer of videocamera
aansluiten (zie bladzijde 29).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
Opmerking
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
H USB poort
Hierop kan USB geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting worden aangesloten
(zie bladzijde 72).
I VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
■ Open en dicht doen van de klep in het
voorpaneel
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt
gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste
deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht
wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
7 Nl
Nederlands
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te
openen.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Afstandsbediening
■ Functies en bedieningsorganen van de afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
• AM/FM radio ..................................... zie bladzijde 56
• TV bediening ................................... zie bladzijde 109
• Bedienen van andere componenten ...... zie bladzijde 110
• Bedienen van optionele componenten ... zie bladzijde 111
1
2
D
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
NET/USB AUDIO SEL
PHONO
3
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
DTV
VCR 1
SLEEP
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
E
F
G
Opmerking
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in de
grijze gedeelten hieronder hangen af van de stand van de
keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie. Zet de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op AMP om dit toestel te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit
venster op de component die u wilt bedienen (zie bladzijde 11).
2 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
y
4
SELECT
H
De naam van de geselecteerde signaalbron verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening om aan te geven welk
toestel er op dat moment bediend wordt.
I
4 Uitleesvenster
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u kunt bedienen.
J
K
5 LIGHT
Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en
het uitleesvenster te verlichten.
AMP
+
5
6
+
+
SOURCE
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
LEVEL
PRESET/CH
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
7
TV
PURE DIRECT
L
M
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
DISPLAY
RETURN
EFFECT
MEMORY
8
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
2
NIGHT
ENHANCER
9
0
+ 10
ENT
FREQ/TEXT
EON
NET RADIO
USB
9
0
A
1 MEMORY
MODE
MOVIE
PTY SEEK START
C
O
P
Q
R
REC
PC/MCX
B
N
OFF
ON
MACRO LEARN
CLEAR
RENAME
S
t
U
6 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 53).
7 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER
Hiermee kunt u bepaalde items of de cursor verplaatsen of
de instellingen op de menuschermen of op het display op
het voorpaneel veranderen.
8 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren
(zie bladzijde 46).
9 SUR. DECODE
Hiermee stelt u decoders in werking om 2-kanaals materiaal
met surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 75).
0 MEMORY 1/2
Roept “MEMORY 1” of “MEMORY 2” of “System
Memory” (zie bladzijde 106) weer op.
A Netwerk en USB ingangskeuzetoetsen
Selecteren van de sub-signaalbron voor NET/USB (zie bladzijde 69).
PC/MCX
Selecteert een PC server of YAMAHA MCX-2000 als
sub-signaalbron voor NET/USB.
8 Nl
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 110).
USB
Selecteert USB geheugenapparatuur of een draagbare
USB audiospeler als sub-signaalbron voor NET/USB.
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV of PHONO
(zie bladzijde 109).
Opmerkingen
Opmerkingen
• Druk op NET/USB om “NET/USB” als signaalbron te selecteren
voor u op één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen drukt
zoals hierboven staat aangegeven om de corresponderende subsignaalbron voor NET/USB te selecteren.
• Wanneer u één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen
indrukt, zal het materiaal dat eerder werd weergegeven voor de
corresponderende sub-signaalbron voor NET/USB automatisch
worden weergegeven.
• Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere
componenten, zie bladzijde 111.
• Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als PHONO (zie
bladzijde 111), wordt voorrang gegeven aan de voor DTV ingestelde code.
J VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
B MACRO ON/OFF
Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie
bladzijde 115).
K MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 43).
C MACRO
Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets
programmeren (zie bladzijde 115).
L PURE DIRECT
Hiermee zet u de “Pure Direct” weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 52).
D STANDBY
Hiermee zet u de hoofdzone uit (standby) (zie bladzijde 34).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
E POWER
Hiermee zet u de weergave voor de hoofdzone aan (zie
bladzijde 34).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
F AUDIO SEL
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 42).
G SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 45).
H SELECT k / n
Hiermee kunt u een andere component selecteren die u
onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
AMP
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel.
M SET MENU
Opent het GUI menuscherm (zie bladzijde 44).
N STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer
“STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals
ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de
bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 51).
O EXTD SUR.
Schakelt heen en weer tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals
weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 75).
P SELECT
Selecteert decoders voor 2-kanaals materiaal (zie de
bladzijden 75 en 76).
Q ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 54).
R NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 55).
S RENAME
Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het
uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 114).
T CLEAR
Hiermee kunt u afstandsbedieningsfuncties die zijn
geprogrammeerd met de overname- of leerfunctie, de
macrofunctie en/of de functie voor het herbenoemen
wissen (zie bladzijde 118).
U LEARN
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren of functies
van andere afstandsbedieningen overnemen (zie bladzijde 113).
9 Nl
Nederlands
I Schakelaar voor de bedieningsfunctie
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in
de grijze gedeelten.
INLEIDING
NET RADIO
Selecteren van Internetradio als sub-signaalbron voor
NET/USB.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van
de versterkerfuncties voor Zone 2 of Zone 3 beschreven.
Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere
functies en bedieningsmogelijkheden.
1 Ingangskeuzetoetsen
Selecteert de gewenste signaalbron voor Zone 2 of Zone 3.
• AM/FM radio ................................................. zie bladzijde 56
3 POWER
Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten.
Opmerking
POWER
3
CD
TUNER
1
DTV
STANDBY
CD-R
4
CBL/SAT MD/TAPE NET/USB
VCR 1 DVR/VCR 2
DVD
2 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 112).
V-AUX/DOCK
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
4 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit).
Opmerking
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
PRESET
VOLUME
5
5 VOLUME +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of
Zone 3.
MUTE
6
6 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of
Zone 3 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de
geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te
zetten.
A/B/C/D/E
ID1 ID2
2
10 Nl
ZONE 2 ZONE 3
7
7 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorbereiden van de afstandsbediening
2
1
3
1
Druk op
en schuif het klepje van het
batterijvak.
2
Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Opmerkingen
• Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
– het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
– de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
• Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
• Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
• Wij raden u aan alkali batterijen te gebruiken.
• Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
• Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
• Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
■ Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
■ Inzetten van batterijen in de Zone 2/Zone
3 afstandsbediening
1
INLEIDING
■ Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
Sensor voor de afstandsbediening
3
Ongeveer 6 m
2
Verwijder de klep van het batterijvak.
2
Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3
Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
30
Opmerkingen
• Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
• Laat de afstandsbediening niet vallen.
• Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
– zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
– plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
– zeer koude plekken
– stoffige plekken
11 Nl
Nederlands
1
30
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Display voorpaneel
1
2 3
RECOUT
4
NET/USB
V-AUX
DOCK
5
DVR/VCR 2
VCR 1 CBL/SAT
DTV
6
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
VIRTUAL HiFi DSP
YPAO ENHANCER SILENT
DSD
PCM
WMA
A
B
C
D
E
DIGITAL
PL x
EX
MP3
PCM
WMA
CINEMA
MATRIX DISCRETE
96
24
VIRTUAL HiFi DSP
YPAO ENHANCER SILENT
CINEMA
DIGITAL
PL x
EX MATRIX
DISCRETE
MP3
F
MULTI CH
TUNER
dB
VOLUME MUTE
96/24
L C R
LFE SL SB SR
8
DSD
PHONO
7
96
24
9
G
H
0
K
L
M
N
O
I
J
TUNED STEREO
AUTO MEMORY
PS
ZONE2 PTY
ZONE3 RT
NIGHT CT
SLEEP EON
PTY HOLD
TUNED STEREO
AUTO MEMORY
PS
ZONE2 PTY
ZONE3 RT
NIGHT CT
SLEEP EON
PTY HOLD
O ........ Alleen modellen voor het V.K. en Europa
1 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via de HDMI IN 1, HDMI IN 2
of HDMI IN 3 aansluitingen (zie bladzijde 21).
8 Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
2 RECOUT indicator
Licht op wanneer dit toestel in de functie staat voor het
opnemen van een signaalbron (zie bladzijde 74).
9 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt.
0 Ingangskanaal en luidspreker indicators
3 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet
indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van
dit toestel (zie bladzijde 29).
Aanwezigheidsluidsprekers indicators
L C R
LFE SL SB SR
Aanwezigheids- en surround achterluidspreker indicators
Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en
surround achter-luidsprekers dat is ingesteld voor
“Presence” (zie bladzijde 97) en “Surround Back” (zie
bladzijde 97) in het “Speaker Set” wanneer “Test Tone”
in het “Basic” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 96).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
12 Nl
Surround achter-luidspreker indicators
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
4 Oplaad-indicator
Licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de
aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit
(standby) staat (zie bladzijde 66).
7 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 43).
Indicators ingangskanalen
y
U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround
achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de “Auto
Setup” (zie bladzijde 35), of met de hand via de instellingen voor
“Presence” (zie bladzijde 97) en “Surround Back” (zie
bladzijde 97) in het “Speaker Set”.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
A DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een DSP
geluidsveldprogramma is geselecteerd.
HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 47).
B VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 51).
C YPAO indicator
Licht op wanneer u de “Auto Setup” doet en wanneer de
via de “Auto Setup” ingestelde luidspreker-instellingen
zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 35).
D ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 54).
E Signaalformattering indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer dit toestel
DSD (Direct Stream Digital), PCM (Pulse Code
Modulation), WMA (Windows Media Audio), WAV
(RIFF Wave Form Audio) of MP3 (MPEG-1 Audio Layer3) audiosignalen reproduceert.
F Dolby decoder indicators
Wanneer één van de Dolby decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
G Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
DSP
aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
Rechter surround
DSP geluidsveld
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
I SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie
bladzijde 51).
J DTS decoder indicators
Wanneer één van de DTS decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
INLEIDING
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 47).
H Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie
bladzijde 43).
K Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat.
TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een
zender (zie bladzijde 56).
STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM
stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt
(zie bladzijde 56).
AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat (zie bladzijde 56).
MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan
worden (zie bladzijde 59).
L ZONE2/ZONE3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld (zie
bladzijde 122).
M NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie
bladzijde 55).
N SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie
bladzijde 45).
O Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
PS, PTY, RT en CT
Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde
weergavefunctie voor het Radio Data Systeem.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
13 Nl
Nederlands
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Achterpaneel
1
MONITOR OUT
2
3
COMPONENT VIDEO
A DVD
B DTV C CBL/SAT
Y
4
VIDEO
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR 1
IN
OUT
IN
6
7
ANTENNA
MONITOR OUT
DVR/VCR 2 OUT
GND
FM
Y
5
AC IN
AM
S VIDEO
PB
PB
PR
PR
IN
(PLAY)
HDMI
VIDEO
OUT
(REC)
R
MD/
+
SPEAKERS
SP1
+
PRESENCE
L
WRENCH
HOLDER
L
TAPE
IN3
REMOTE
IN
IN
OUT
OUT
1
2
R
CBL/
SAT
GND
PHONO
IN2
L
DTV
R
CD-R
CD
CENTER
FRONT(6CH) SURROUND
CENTER
FRONT
SURROUND SINGLE(SB)
ZONE 2
SURROUND BACK/
BI-AMP
+
ZONE
ZONE 3
VIDEO
SINGLE
CENTER
+
+
AC OUTLETS
R
IN(PLAY)
IN1
OUT(REC)
SUB
WOOFER
AUDIO
WOOFER
MULTI CH INPUT
DIGITAL INPUT
DOCK
+
+
SURROUND
L
SUR.BACK/
SUB
SB(8CH)
R
PRESENCE
PRE OUT
SP2
L
ZONE OUT
DIGITAL OUTPUT
+
DVD
OPTICAL
COAXIAL
1 CD
OUT
2 DVD
DVR/
3 VCR2
4 CD
5 DVD
6 DTV
7
CBL/
SAT
8
MD/
TAPE
R
+
+
FRONT
L
9 CD-R
NETWORK
1
8 9 0 A
B
C
2
CONTROL OUT
RS-232C
D
E
CENTER
SUB
WOOFER
F
FRONT(6CH) SURROUND
SB(8CH)
MULTI CH INPUT
G
1 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 23 en 24 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
20 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze aansluitingen.
3 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 23 en 24 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
4 ANTENNA aansluitingen
Zie bladzijde 31 voor meer informatie over deze aansluitingen.
5 WRENCH HOLDER
Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen
wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 18).
6 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor
Azië en Algemene modellen)
Zie bladzijde 32 voor details.
7 AC IN/OUTLET(S)
Zie bladzijde 32 voor meer informatie over deze aansluitingen.
8 HDMI aansluitingen
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze aansluitingen.
9 REMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 121 voor details.
A DOCK aansluiting
Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen.
14 Nl
CENTER
FRONT
SURROUND SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
ZONE
VIDEO
SUR.BACK/
SUB
WOOFER
PRESENCE
PRE OUT
H
ZONE OUT
I
B NETWORK poort
Hierop kunt u een netwerkkabel aansluiten voor
verbinding met uw netwerk.
Zie bladzijde 30 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
C DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
D CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste
installaties.
E RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor
gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details
hieromtrent.
F Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 16 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
G MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze aansluitingen.
H PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 27 voor meer informatie over deze aansluitingen.
I ZONE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 121 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
AANSLUITINGEN
AANSLUITINGEN
Luidsprekers opstellen
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
PL
PR
FR
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of
andere reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te
gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u
echter met een volledig systeem. Plaats de midden-luidspreker
midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij
het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder.
30˚
SL
SR
60˚
SL
80˚
SR
SBL
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
SBR
30 cm of meer
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
(SBL en SBR)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit elkaar
plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit
elkaar moeten plaatsen als de voor-luidsprekers.
PR
FR
PL
VOORBEREIDINGEN
C
FL
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het
hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
SW
FL
SR
SBR
C
SBL
SL
1,8 m
0,5 tot 1 m
0,5 tot 1 m
PL
PR
FR
FL
C
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt
niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in
sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hifi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie
effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De
opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer
lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt
hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing
via de wanden te verminderen.
15 Nl
Nederlands
1,8 m
Linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met
extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP
(zie bladzijde 144). Deze effecten bestaan onder meer uit
geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het
scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect.
Plaats deze luidsprekers voor in de kamer, ongeveer 0,5 tot
1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar binnen gericht en
ongeveer 1,8 m boven de vloer.
AANSLUITINGEN
Aansluiten van luidsprekers
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
LET OP
• U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 34).
• Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de
metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
• Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
• Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6ΩMIN” zetten voor u dit
toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 33). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden
van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 126).
Opmerkingen
• Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte)
aansluitingen.
• De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” of op “None” bij “Speaker Set” (zie de bladzijden 96 en 97) worden naar de
luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “Bass Out” (zie bladzijde 98).
• U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. Via de “PR/SB
Priority” parameter in de “Speaker Set” (zie bladzijde 98) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
• U kunt de PRESENCE aansluitingen gebruiken om eventuele Zone 2 of Zone 3 luidsprekers, of de aanwezigheidsluidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 121).
Subwoofer
Surround achter-luidsprekers
Links
Rechts
Aanwezigheidsluidsprekers
Rechts
Links
Midden-luidspreker
R
+
+
R
+
SP1
SPEAKERS
+
PRESENCE
SURROUND BACK/
BI-AMP
SURROUND
SINGLE
L
CENTER
+
+
L
SUB
WOOFER
+
R
SP2
L
PRE OUT
+
R
+
FRONT
+
L
Zone 2 of Zone 3
luidsprekers
(zie bladzijde 121)
Links
Rechts
Surround-luidsprekers
Links
Rechts
Voor-luidsprekers
16 Nl
AANSLUITINGEN
FRONT aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter voor-luidsprekers
aansluiten.
■ Aansluiten van de luidsprekerkabel
1
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround-luidsprekers
aansluiten.
Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
10 mm
VOORBEREIDINGEN
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround achterluidsprekers aansluiten.
Opmerking
Wanneer u één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze
te verbinden met de linker SURROUND BACK aansluiting
(SINGLE).
2
PRESENCE aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers
aansluiten.
Maak de knop los met behulp van de
meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel.
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan (zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System).
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
3
Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4
Zet de knop en daarmee de draad vast met de
meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel.
Nederlands
17 Nl
AANSLUITINGEN
5
Haak de luidspreker-aansluitingensleutel
vast aan de WRENCH HOLDER op het
achterpaneel van dit toestel wanneer u de
sleutel niet gebruikt.
■ Aansluiten van een bananenstekker
(uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa, Azië en Korea)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels.
Bananenstekker
1
■ Verbinden met de SP2 luidsprekeraansluitingen
Draai de knop vast met behulp van de
meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel.
Hierop kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers aansluiten
(zie bladzijde 121).
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
1
Doe het lipje open.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
2
2
Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3
Doe het lipje weer dicht om de draad vast te
zetten.
18 Nl
Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
y
U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2 luidsprekeraansluitingen. Open het lipje en steek een bananenstekker in het
gat van de aansluiting. Doe het lipje niet dicht nadat u een
bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft.
AANSLUITINGEN
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te
maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK
aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat
aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op
“ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 127).
VOORBEREIDINGEN
Sommige boxen kunnen dubbel bedraad worden zodat de
luidsprekers daarin kunnen worden aangesloten op
verschillende versterkers voor verschillende toonhoogten
om de prestaties van het luidsprekersysteem te verbeteren.
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of
dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een
enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw
luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading
of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek worden de
luidsprekers geleverd met kortsluitplaatjes of -bruggen;
één voor de twee rode ingangsaansluitingen en de andere
voor de twee zwarte ingangsaansluitingen. Verwijder deze
kortsluitplaatjes of -bruggen alleen wanneer u van plan
bent om bi-amp dubbele bedrading of dubbele
versterkeraansluitingen te gebruiken voor uw luidsprekers.
Dit toestel
R
+
SURROUND BACK/
BI-AMP
+
FRONT
SINGLE
+
+
L
■ Conventionele aansluitingen
Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt
aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de
linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede
stel aansluitingen negeren.
Dit toestel
Rechts
R
+
FRONT
+
Links
Voor-luidsprekers
L
Opmerking
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag
doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar
te scheiden.
Rechts
Links
Voor-luidsprekers
Korsluitplaatjes
of -bruggen
Korsluitplaatjes
of -bruggen
Nederlands
19 Nl
AANSLUITINGEN
Informatie over aansluitingen en stekkers
Audio-aansluitingen en stekkers
DIGITAL
DIGITAL
L
R
COAXIAL
OPTICAL
(Wit)
(Rood)
(Oranje)
L
R
C
AUDIO
Linker en
Coaxiaal
rechter
digitale
analoge
audiostekker
audiostekkers
Video-aansluitingen en stekkers
VIDEO
(Geel)
O
Optisch
digitale
audiostekker
V
COMPONENT VIDEO
Y
PB
PR
S VIDEO
(Groen)
S
Composiet S-videostekker
videostekker
Y
(Blauw) (Rood)
PB
PR
Component
videostekkers
■ Audio-aansluitingen
■ Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur.
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
Opmerking
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
20 Nl
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(PB, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Dit toestel is voorzien van een functie voor het converteren
(omzetten) van videosignalen. Zie de bladzijden 22 en 93 voor
details.
AANSLUITINGEN
Informatie over HDMI
Dit toestel is uitgerust met HDMI IN 1, HDMI IN 2, HDMI IN 3 en HDMI OUT aansluitingen voor het ontvangen en
produceren van digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit
toestel met de HDMI uitgangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector).
De video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van de
geselecteerde signaalbron worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
Opmerking
■ HDMI compatibiliteit met dit toestel
Audiosignaal
formaten
Compatibele HDMI
componenten
2-kanaals Lineair
PCM
2-kanaals,
32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio enz.
Multikanaals
Lineair PCM
8-kanaals,
32-192 kHz,
16/20/24 bits
DVD-Audio enz.
DSD
2/5.1-kanaals,
2,8224 MHz, 1 bit
SACD, enz.
Bitstroom
Dolby Digital,
DTS
DVD-Video enz.
Audiosignaaltypen
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
• HDMI Versie 1.2a (High-Definition Multimedia
Interface Specification Versie 1.2a) gelicenseerd
door HDMI Licensing, LLC.
• HDCP Revisie 1.1 (High-bandwidth Digital
Content Protection System Revisie 1.1)
gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
Opmerkingen
• Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVDspeler, dat er geen video- en audiosignalen worden
gereproduceerd.
• Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
VOORBEREIDINGEN
U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 108).
■ HDMI aansluiting en stekker
HDMI
HDMI stekker
y
• We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5
meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI logo.
• Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
Opmerkingen
21 Nl
Nederlands
• Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit
toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI
componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er
gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
• Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan
de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit
toestel kunnen niet digitaal worden gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting.
• Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat
dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand
kan brengen.
• Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet,
S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal
worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd
kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet
“Conversion” op “On” via de “Video” om deze functie in te
schakelen (zie bladzijde 93).
AANSLUITINGEN
Stroomschema audio- en videosignalen
■ Stroomschema audiosignalen
Ingang
■ Stroomschema videosignalen
Ingang
Uitgang
Uitgang
HDMI
HDMI
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
COMPONENT
VIDEO
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
S VIDEO
AUDIO
VIDEO
Digitaal uitgangssignaal
Door
Analoog uitgangssignaal
Video conversie (zie bladzijde 93)
Opmerkingen
• 2-kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen
die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3
aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI
OUT aansluiting wanneer “Support Audio” is ingesteld op
“Other” (zie bladzijde 106).
• Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen
worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT of via
de DIGITAL OUTPUT aansluitingen.
Component geïnterlinieerd /progressieve
opwaardering en omzetting (zie bladzijde 93)
HDMI geïnterlinieerd/progressieve
opwaardering en omzetting en verhoging
van de resolutie (zie bladzijde 93)
Opmerkingen
• Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de
COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen,
zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
• Analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de
COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen worden omgezet
van 480i (NTSC)/576i (PAL) geïnterlinieerd naar 480p/576p.
Zet “Component I/P” op “On” via de “Video” om deze functie
in te schakelen (zie bladzijde 93).
• Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN
2 of HDMI IN 3 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de
analoge video uitgangsaansluitingen.
• Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i
(NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video
of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
• Component geïnterlinieerd/progressief conversie (zie bladzijde 93) en
HDMI opwaardering/omzetting (zie bladzijde 93) zijn alleen mogelijk
wanneer “Conversion” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 93).
• Gebruik de “HDMI Up-Scaling” parameter onder “Video” om
analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de HDMI
OUT aansluiting om te zetten van geïnterlinieerd naar progressief
en om de resolutie daarvan te veranderen (zie bladzijde 93).
• Het signaal voor het GUI menuscherm wordt niet
gereproduceerd via de VCR 1 OUT en DVR/VCR 2 OUT
aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen.
22 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een beeldscherm of projector
Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel.
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
y
Opmerkingen
• Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/videosignalen
herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
• Stel “Conversion” onder “Video” in op “On” (zie bladzijde 93) om de verkorte meldingen te laten weergeven.
• Stel “Wall Paper” onder “Video” in op “Yes” of “Gray” (zie bladzijde 95) om de parameters te laten weergeven.
• Het GUI menuscherm zal worden weergegeven met de gekozen of de grijze achtergrond afhankelijk van het ontvangen videosignaal
en de instellingen bij “Wall Paper” (zie bladzijde 95).
COMPONENT VIDEO
VOORBEREIDINGEN
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de “Support Audio” parameter
in het “Option” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 106).
MONITOR OUT
MONITOR OUT
Y
S VIDEO
PB
VIDEO
HDMI
PR
OUT
Y
PB
V
PR
Component video ingang
S
Video ingang
S-video ingang
HDMI ingang
TV
(of projector)
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
Nederlands
23 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van andere componenten
LET OP
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Opmerkingen
• Wanneer “Conversion” is ingesteld op “Off” (zie bladzijde 93) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt
heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 23). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT
aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
• Wanneer “Conversion” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 93), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de
MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen
alle betrokken componenten.
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “Option”, “Optical Output”, of
“Coaxial Input” bij “I/O Assignment” (zie bladzijde 87).
• Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
• De verkorte weergave van de meldingen wordt niet getoond wanneer er component videosignalen van 720p, 1080i of 1080p resolutie
worden ontvangen.
• De verkorte weergave van de meldingen wordt niet getoond wanneer er component videosignalen van 480p/576p resolutie worden
ontvangen en gereproduceerd via de VIDEO of S VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
■ Aansluiten van een DVD-speler
DVD-speler
HDMI uitgang
Optische uitgang
Coaxiale uitgang
Audio uitgang
Component uitgang
S-video uitgang
C
PR
PB
Y
Video uitgang
S
COMPONENT VIDEO
A DVD
R
V
VIDEO
DVD
Y
PB
HDMI
PR
L
R
IN1
DIGITAL INPUT
DVD
OPTICAL
COAXIAL
2 DVD
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
24 Nl
5 DVD
L
O
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
Opmerking
*1
Wanneer u een andere videorecorder wilt aansluiten op dit toestel, verbind deze dan met de VCR 1 aansluitingen (S VIDEO IN,
VIDEO IN, AUDIO IN, S VIDEO OUT, VIDEO OUT en AUDIO OUT aansluitingen) op dezelfde manier als de DVR/VCR 2
aansluitingen, met behalve de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting.
*1
VIDEO
VCR 1
IN
OUT
IN
DVR/VCR 2 OUT
VOORBEREIDINGEN
L
R
IN DVR/VCR 2 OUT
DIGITAL OUTPUT
DIGITAL INPUT
OPTICAL
COAXIAL
DVR/
3 VCR2
R
L
V
S-video ingang
R
L
Video ingang
V
Audio ingang
S
Audio uitgang
Video uitgang
S-video uitgang
Coaxiale uitgang
C
9 CD-R
S
DVD-recorder, PVR of videorecorder
■ Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
Satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger
HDTV decoder
S
COMPONENT VIDEO
DTV
V
L
R
Audio uitgang
S
Video uitgang
V
S-video uitgang
L
S-video uitgang
R
Video uitgang
O
Audio uitgang
Y
Optische
uitgang
Optische uitgang
PB
Component uitgang
HDMI uitgang
PR
HDMI uitgang
Component uitgang
O
PR
PB
Y
VIDEO
DTV
CBL/SAT
CBL/SAT
Y
PB
HDMI
PR
L
IN3
R
CBL/
SAT
IN2
DTV
DIGITAL INPUT
Nederlands
OPTICAL
6 DTV
7
CBL/
SAT
25 Nl
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van audiocomponenten
Opmerkingen
• Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “Option”, “Optical Output”, of
“Coaxial Input” bij “I/O Assignment” (zie bladzijde 87).
• Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
• De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een
draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting
transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
• Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Audio uitgang
Optische ingang
L
O
R
Audio ingang
L
CD-recorder
R
IN
(PLAY)
OUT
(REC)
MD/
L
TAPE
R
GND
PHONO
CD-R
CD
L
R
IN(PLAY)
OUT(REC)
AUDIO
DIGITAL OUTPUT
DIGITAL INPUT
OPTICAL
COAXIAL
1 CD
R
Aarde
Audio
uitgang
L
R
L
O
C
Audio
uitgang
8
4 CD
Coaxiale
uitgang
R
Optische
uitgang
L
R
Audio
uitgang
MD/
TAPE
9 CD-R
O
L
Audio
ingang
Optische ingang
Draaitafel
26 Nl
CD-speler
MD-recorder of
cassettedeck
AANSLUITINGEN
■ Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik
bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor
de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere
versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluitingen.
Opmerkingen
1
2
CENTER
FRONT
3
VOORBEREIDINGEN
• Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets
verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
• De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT
en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van
de TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 52).
• Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de
corresponderende SPEAKERS aansluiting.
• Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf (zie bladzijde 53).
• Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de “Speaker Set” (zie bladzijde 96) en “Bass
Out” (zie bladzijde 98) instellingen.
4
SURROUND SINGLE(SB)
L
R
SUR.BACK/
SUB
WOOFER
PRESENCE
PRE OUT
5
1 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
2 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
3 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker
aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te
verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting.
y
Nederlands
• Zet “Surround Back” op “Large x2”, “Large x1”, “Small x2” of
“Small x1” en zet “Presence” op “None” (zie bladzijde 97) om de
signalen voor het surround-achterkanaal te laten reproduceren via
de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen.
• Zet “Presence” op “Yes” en “Surround Back” op “None”
(zie bladzijde 97) om de signalen voor het aanwezigheidskanaal
te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen.
5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan.
27 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u “Input Channels” instelt op “8ch” via “MULTI CH” (zie bladzijde 88), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn
toegewezen aan “Front Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 88) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT
aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Opmerkingen
• Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 43), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
• Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
Voor 6-kanaals ingangssignalen
Voor 8-kanaals ingangssignalen
(REC)
(PLAY)
CENTER
FRONT(6CH) SURROUND
MD/
L
TAPE
L
*1
UT
R
R
CENTER
SB(8CH)
MULTI CH INPUT
R
L
R
CENTER
L
R
SUB
WOOFER
SUB
SB(8CH)
MULTI CH INPUT
L
R
L
R
Voorkanaal uitgang
R
Surroundkanaal
uitgang
L
WOOFER
Surround-achter
uitgang
Middenkanaal uitgang
Subwoofer uitgang
Voorkanaal
uitgang
Subwoofer
uitgang
Middenkanaal
uitgang
L
Surroundkanaal uitgang
SUB
WOOFER
FRONT(6CH) SURROUND
Multiformaat-speler/
externe decoder
Multiformaat-speler/
externe decoder
Opmerking
*1
28 Nl
De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “Front
Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 88).
AANSLUITINGEN
Aansluiten van een YAMAHA iPod
universeel dock
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
LET OP
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit zetten voor u de aansluitingen
gaat maken.
Opmerking
LET OP
Sluit dit toestel pas aan op het lichtnet wanneer
alle verbindingen tussen de componenten
gemaakt zijn.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
VOORBEREIDINGEN
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het
achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel
dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden
aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen
met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een
YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los
verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor
bedoelde kabel.
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE CONTROLS
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
VIDEO AUX
PHONES
USB
ON
OFF
MASTER
DOCK
S VIDEO
VIDEO
L
S
V
L
AUDIO
R
OPTICAL
R
O
YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10)
Optische uitgang
Audio uitgang
Video uitgang
S-video uitgang
Spelcomputer of
videocamera
Nederlands
29 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten op het netwerk
Om dit toestel aan te sluiten op uw netwerk dient u het ene uiteinde van een netwerkkabel (CAT-5 of hoger
geclassificeerde zg. ‘straight’ kabel met rechtstreekse doorverbinding) in de NETWORK poort van dit toestel te steken
en het andere uiteinde in één van de LAN poorten van uw router die ondersteuning biedt voor de DHCP (Dynamic Host
Configuration Protocol) serverfunctie. Het volgende schema toont een aansluitvoorbeeld waarin dit toestel is aangesloten
op één van de LAN poorten van een router met 4 poorten. Om te kunnen luisteren naar muziekbestanden op uw PC en
YAMAHA MCX-2000 of naar Internetradio, moet elk van de apparaten in kwestie correct aangesloten zijn.
Opmerking
Als de DHCP serverfunctie van uw router uitgeschakeld is, zult u de netwerkinstellingen met de hand moeten configureren (zie
bladzijde 100).
YAMAHA MCX-2000
YAMAHA MCX-C15
Internet
YAMAHA MCX-A10
(met los verkrijgbare
luidsprekers)
WAN
LAN
Modem
Router
Netwerkkabel
NETWORK
30 Nl
PC
AANSLUITINGEN
Aansluiten van de FM en AM antennes
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier
met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken
zorgen deze antennes voor een voldoende sterke
ontvangst.
2
Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
3
Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
4
Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los.
5
Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
Opmerkingen
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
VOORBEREIDINGEN
• U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 127).
• De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden.
• De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
• Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
AM ringantenne
(meegeleverd)
ANTENNA
FM
GND
AM
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat
u bijvoorbeeld uit een raam
naar buiten spant.
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de
antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld
verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
■ Aansluiten van de AM ringantenne
1
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft
aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo
draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete
AM zenders (zie bladzijde 56).
Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
Nederlands
31 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
■ Aansluiten van het netsnoer
LET OP
Gebruik het meegeleverde netsnoer. Gebruik geen andere netsnoeren, want deze kunnen elektrische
schokken veroorzaken of zelfs brand.
Steek het meegeleverde netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt verricht en steek
daarna pas de stekker in het stopcontact.
AC IN
Naar het stopcontact
AC OUTLETS
■ VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
LET OP
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter
plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker
in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van
de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel
beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee
of er tegenin naar de correcte stand met een
gewone schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
...............110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
VOLTAGE
SELECTOR
230240V
32 Nl
Aanduiding voltage
■ AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië
...................................................... 1 Netstroomaansluiting
Model voor Korea ...................................................... Geen
Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt
(worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is
ingeschakeld. Deze aansluiting(en) wordt (worden) echter
niet meer van stroom voorzien wanneer dit toestel wordt
uitgeschakeld. Voor informatie omtrent het maximale
vermogen of het totale stroomverbruik voor de
componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden
aangesloten, zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op
bladzijde 146.
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
AANSLUITINGEN
Instellen van de luidspreker-impedantie
LET OP
4
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u
“SPEAKER IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit
toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers
kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm
luidsprekers.
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om en selecteer “6ΩMIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
STRAIGHT
EFFECT
VOORBEREIDINGEN
PURE DIRECT
SPEAKER IMP.
VOLUME
TONE
CONTROL
AUDIO
SELECT
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
6 MIN
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
PHONES
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
OPTICAL
USB
ON
OFF
MASTER
5
2,5
1
3
2,4
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
Controleer of het toestel uit staat.
Zie bladzijde 34 voor details omtrent het aan en uit
zetten van dit toestel.
MASTER
2
Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
Opmerking
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
Houd ingedrukt
STRAIGHT
EFFECT
3
MASTER
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “SPEAKER IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
PROGRAM
Nederlands
SPEAKER IMP.
8 MIN
33 Nl
AANSLUITINGEN
Aan en uit zetten van dit toestel
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
MAIN ZONE ON/OFF
STANDBY
POWER
POWER
TV
AV
PURE DIRECT
STANDBY
POWER
POWER
NET/USB AUDIO SEL
SLEEP
VOLUME
PHONO
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
TUNER
CD
MULTI CH IN
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
S VIDEO
PHONES
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
OPTICAL
USB
ON
OFF
MASTER
MASTER ON/OFF
■ Aan zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
naar binnen in de ON stand om dit toestel
aan te zetten.
Wanneer u dit toestel aan zet door op MASTER ON/OFF
te drukken, zal de hoofdzone worden ingeschakeld.
■ Aan zetten van de hoofdzone wanneer
het toestel uit (standby) staat
Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op
het voorpaneel (of op POWER op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte
weer in te schakelen.
MAIN ZONE
POWER
MASTER
ON/OFF
of
Voorpaneel
Voorpaneel
Afstandsbediening
■ Uit zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te
schakelen.
■ Zet de hoofdzone uit (standby)
Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of STANDBY op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte uit
(standby) te zetten.
MAIN ZONE
MASTER
STANDBY
Voorpaneel
ON/OFF
of
Opmerkingen
• MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
• Zoals gewoonlijk bevelen we u aan het toestel uit (standby) te
zetten wanneer u het toestel niet gebruikt.
34 Nl
Voorpaneel
Afstandsbediening
AUTO SETUP
AUTO SETUP
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Gebruiken van het Auto Setup
1
AUDIO
SELECT
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
VOORBEREIDINGEN
Wanneer u de meegeleverde optimalisatie-microfoon heeft
verbonden met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel en op een geschikte locatie in uw luisterruimte
heeft geplaatst, kunt u de “Auto Setup” beginnen via het
GUI menuscherm.
NIGHT
EDIT
Opmerkingen
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
• Sluit een beeldscherm aan om de “Auto Setup” te kunnen doen
(zie bladzijde 23).
• Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “Auto Setup”
procedure luide testtonen worden geproduceerd.
• Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “Auto Setup” procedure.
Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de
resultaten tegenvallen.
y
• Als er iets mis gaat tijdens de “Auto Setup” procedure en er een
foutmelding of een waarschuwing verschijnt op het GUI scherm
of op het display op het voorpaneel, raadpleeg dan de “Auto
Setup” paragraaf in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN” op de bladzijden 138 en 139 voor een complete
lijst met foutmeldingen en waarschuwingen en wat u in zo’n
geval moet doen.
• De begininstelling voor elk van de parameters staat vet
aangegeven.
• Als u het volume en de crossover-frequentie van uw subwoofer
kunt instellen, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en
zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
SOURCE
TV MUTE
LEVEL
TV INPUT
PRESET/CH
MENU
BAND
SRCH MODE
PURE DIRECT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
MEMORY
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
PHONES
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
OPTICAL
USB
Omnidirectionele
microfoon
2
Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven.
Optimalisatie-microfoon
4
TV
MUTE
SET MENU
TITLE
YPAO
DISPLAY
EFFECT
4,13
5-12
y
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als
waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek
zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon met een schroef met een
diameter van 6 mm vastmaken aan een statief (enz.).
Nederlands
35 Nl
AUTO SETUP
3
4
Controleer de volgende punten voor u met de
Auto Setup begint.
• De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
• De meegeleverde optimalisatiemicrofoon moet zijn aangesloten
op dit toestel en op de juiste manier zijn opgesteld.
• Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel.
• De kamer moet voldoende stil zijn.
• Het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel moet aan staan.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU
om het GUI menuscherm te openen.
Het GUI scherm zal nu verschijnen op het
aangesloten beeldscherm.
6
Druk op h om de “Setup Menu” te openen.
Skip
Wiring
Check
Distance
Size
7
Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer
“Wiring”, “Distance”, “Size”, “Equalizing” of
“Level” en druk vervolgens op h om de
geselecteerde instelling te wijzigen.
AMP
PRESET/CH
SET MENU
SOURCE
PRESET/CH
MENU
SRCH MODE
TV
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
Op dit
moment
geselecteerde
menuonderdeel
Stereo/Surround
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
NET/USB
System Memory
Option
8
A/B/C/D/E
Druk herhaaldelijk op k / n om de gewenste
parameter te selecteren en vervolgens op
ENTER om uw keuze te bevestigen.
\
PRESET/CH
5
Druk herhaaldelijk op k / n en vervolgens op
h om “Auto Setup” te selecteren.
“Setup Menu” is het op dit moment geselecteerde menu-onderdeel.
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Input Select
Manual Setup
Information
Auto Setup
Setup Menu
System Memory
Start
Signal Info.
Information
Setup Menu
Wiring
Start
Distance
Size
36 Nl
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
AUTO SETUP
9
Skip
Wiring
Check
Distance
Size
Wiring
Skip
Distance
Check
Size
Equalizing
Wiring
Distance
Skip
Size
Check
Equalizing
Level
Distance
Size
Skip
Equalizing
Check: Natural
Level
Check: Flat
Check: Front
Size
Equalizing
Skip
Level
Check
VOORBEREIDINGEN
Equalizing (Parametrische equalizerniveau)
Regelt de frequentie en het parametrische
equalizerniveau voor elk van de kanalen om
interferentie tussen de kanalen te verminderen en een
samenhangend geluidsveld te creëren. Dit is vooral
van belang wanneer u luidsprekers van verschillende
afmetingen of verschillende merken gebruikt voor
sommige kanalen of wanneer uw kamer bijzondere
akoestische kenmerken vertoond. Daarnaast zal de
frequentierespons van elk van de kanalen worden
afgestemd op de geluidsweergave van uw voorluidsprekers.
Keuzes: Check:Natural, Check:Flat, Check:Front,
Skip
• Selecteer “Check:Natural” om de
frequentierespons van alle luidsprekers te
middelen, met minder nadruk op de hogere
frequenties. Aanbevolen wanneer de “Check:Flat”
instelling een beetje schel klinkt.
• Selecteer “Check:Flat” om de frequentierespons
van alle luidsprekers te middelen. Aanbevolen
wanneer al uw luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit zijn.
• Selecteer “Check:Front” om de frequentierespons
van elk van de luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw voorluidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voorluidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn
dan uw andere luidsprekers.
• Selecteer “Skip” om het geselecteerde onderdeel
over te slaan zonder instellingen te wijzigen.
Herhaal de stappen 7 en 8 tot u alle gewenste
instellingen verricht heeft.
Dit toestel voert de volgende controles uit:
Level (Volumeniveau)
Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de
luidsprekers.
Keuzes: Check, Skip
• Selecteer “Check” om dit onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
• Selecteer “Skip” om dit onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
Wiring (Luidsprekerbedrading)
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en
de polariteit van elk van de luidsprekers.
Distance (Luidspreker afstand)
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot
de luisterplek en stelt de timing voor elk van de
kanalen af.
Size (Luidsprekerafmetingen)
Controleert de frequentierespons van elk van de
luidsprekers en stelt de juiste lage frequentiecrossover voor elk van de kanalen in.
Keuzes: Check, Skip
• Selecteer “Check” om het onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
• Selecteer “Skip” om het onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
10
Wanneer u alle gewenste instellingen
verricht heeft, kunt u op l drukken om terug
te keren naar het vorige menuniveau, waarna
u door op n te drukken “Start” kunt
selecteren.
Information
Setup Menu
Start
Start: ENTER
Nederlands
37 Nl
AUTO SETUP
y
11
Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse
parameters met de hand wilt instellen, kunt u deze
parameters instellen via “Basic” (zie bladzijde 95).
Druk op ENTER om de instelprocedure te
laten beginnen.
Dit toestel begint met de automatische instelprocedure (setup).
Er worden luide testtonen geproduceerd via de diverse
luidsprekers tijdens de automatische setup. Tijdens de
instelprocedure zal de melding “Measuring...” (Aan het
meten...) op het GUI scherm verschijnen. Wij raden u aan de
kamer te verlaten terwijl dit toestel de automatische setup
uitvoert. Hoeveel tijd er nodig is voor de automatische setup
hangt mede af van de kamer zelf en de aangesloten luidsprekers
(reken op een tijd tussen 30 seconden en 3 minuten).
Opmerkingen
• Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten
luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de
inrichting van uw luisterruimte, moet u de “Auto Setup”
opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te
optimaliseren.
• De afstanden bij de “Distance” resultaten kunnen groter
zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de
karakteristieken van uw subwoofer.
• Bij de “Equalizing” resultaten kunnen er verschillende
waarden worden gebruikt voor dezelfde band om een nog
gedetailleerde instelling te bereiken.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
13
Druk op SET MENU om het GUI menuscherm
te sluiten.
SET MENU
y
MENU
• Om de Auto Setup procedure te stoppen en dit toestel in de
pauzestand te zetten, kunt u op één van de cursortoetsen
drukken (k / n / l / h) of op ENTER. Druk tijdens
pauze op k om de procedure opnieuw uit te voeren, of op
l om de Auto Setup procedure te annuleren.
• Als er een foutmelding verschijnt en dit toestel stopt met
de setup procedure, raadpleeg dan de “Auto Setup”
paragraaf onder “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op
bladzijde 138, en probeer de Auto Setup procedure
opnieuw nadat u het probleem verholpen heeft.
12
Wanneer alle items met succes zijn ingesteld, zal
het volgende verschijnen op het GUI scherm.
Equalizing
Level
Result
Exit
Retry
Detail
Setup
Measurement Over
Successfully
SRCH MODE
Opmerkingen
• Nadat u de “Auto Setup” procedure heeft afgemaakt moet
u de optimalisatie-microfoon weer losmaken.
• De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen
warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop
dit toestel.
■ Beoordelen van de resultaten van de
automatische setup procedure
Met deze functie kunt u de resultaten van de automatische
setup beoordelen.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU
om het GUI menuscherm te openen.
AMP
SET MENU
SOURCE
MENU
SRCH MODE
TV
• Druk op n en selecteer “Setup” om de gemeten
waarden definitief te maken.
• Druk op k en selecteer “Retry” om de Auto Setup
procedure opnieuw te proberen.
• Druk op h en selecteer “Detail” om informatie over de
meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken.
Voor details omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen
we u naar de “Auto Setup” paragraaf in het hoofdstuk
“OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 138.
• Druk op l en selecteer “Exit” om de Auto Setup
procedure af te sluiten. Als u “Exit” selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer
“Yes” om de gemeten waarden definitief te maken en de
procedure af te sluiten. Selecteer “No” om de gemeten
waarden te annuleren en de procedure af te sluiten.
38 Nl
Stereo/Surround
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
NET/USB
System Memory
Option
AUTO SETUP
2
Druk herhaaldelijk op k / n en vervolgens op
h om “Auto Setup” te selecteren.
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
Wiring (Luidsprekerbedrading)
Toont de polariteit van elk van de aangesloten
luidsprekers.
• “NRM” verschijnt wanneer de polariteit van de
luidspreker in kwestie normaal is.
• “REV” verschijnt wanneer de polariteit van de
luidspreker in kwestie omgekeerd is.
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Opmerking
“---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
4
Distance (Luidspreker afstand)
Toont de luidsprekerafstand tot de luisterplek. Druk
op l / h om het toestel de waarde voor elk van de
afzonderlijke luidsprekerafstanden te laten tonen.
Druk op k en selecteer “Information”.
Information
Wiring
Setup Menu
Distance
Start
Size
Opmerking
“---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Druk op h en vervolgens herhaaldelijk op n
om de items te selecteren die u wilt
controleren.
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
VOORBEREIDINGEN
3
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Size (Luidsprekerafmetingen)
Toont de afmetingen van elk van de aangesloten
luidsprekers. De cross-over frequentie voor de lage
tonen (“Cross”) wordt onderaan het menu
aangegeven.
• “LRG” verschijnt wanneer de aangesloten
luidspreker geschikt is voor de weergave van lage
tonen.
• “SML” verschijnt wanneer de aangesloten
luidspreker niet geschikt is voor de weergave van
lage tonen.
Opmerking
Wiring
Distance
Size
Right
Left
NRM
NRM
Front
NRM
Center
NRM
NRM
Sur.
NRM
S.Back NRM
PRNS
NRM
NRM
NRM
SubWfr
Reload:ENTER
“---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Equalizing (Luidspreker equalizer)
Toont het resultaat van de regeling van de
frequentierespons van elk van de aangesloten
luidsprekers.
Opmerking
Er zal een grijs streepje verschijnen wanneer er geen
luidspreker is aangesloten op het corresponderende
luidsprekerkanaal.
Level (Luidsprekerniveau)
Toont het uitgangsniveau van de aangesloten
luidsprekers.
Opmerking
Nederlands
Er zal een grijs streepje verschijnen wanneer er geen
luidspreker is aangesloten op het corresponderende
luidsprekerkanaal.
39 Nl
WEERGAVE
WEERGAVE
LET OP
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CDspeler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
y
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave begint
“Decoder Mode” in het “Input Select” instellen op “DTS” (zie bladzijde 87).
Basisprocedure
2
PURE DIRECT
VOLUME
TONE
CONTROL
AUDIO
SELECT
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk op één van de
ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE CONTROLS
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
INPUT
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
S VIDEO
PHONES
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
VIDEO AUX
USB
ON
OFF
MASTER
2
5
4
Voorpaneel
TV MUTE
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
NET/USB AUDIO SEL
LEVEL
SLEEP
TV INPUT
PRESET/CH
MUTE
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
TUNER
DTV
VCR 1
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
A/B/C/D/E
STRAIGHT
2
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
2
NIGHT
ENHANCER
0
+ 10
ENT
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
TV
FREQ/TEXT
EON
NET RADIO
USB
MODE
SOURCE
V-AUX/DOCK CBL/SAT
TV
DTV
4
ON
MULTI CH IN
MACRO LEARN
VCR 1
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
Afstandsbediening
PC/MCX
OFF
CD
MD/TAPE
PTY SEEK START
REC
SOURCE
TUNER
EFFECT
MEMORY
9
2
PHONO
CLASSICAL
1 MEMORY
SELECT
AMP
DISPLAY
RETURN
5
NET/USB
AUDIO
ENTER
PHONO
V-AUX/DOCK CBL/SAT
of
PURE DIRECT
CLEAR
RENAME
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
en als verkorte melding getoond.
Beschikbare signaalbronnen
1
Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
NET/USB
V-AUX
DVR/VCR 2
VCR 1 CBL/SAT
DTV
DVD
INPUT:
MD/TAPE
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
DVD
y
• U kunt dit toestel bedienen door middel van de grafische
gebruikersinterface (Graphical User Interface; GUI)
menuschermen. Zie bladzijde 44 voor details.
• U kunt de verkorte weergave van meldingen op het
beeldscherm aan of uit zetten. Zie bladzijde 94 voor
details.
40 Nl
Op dit moment geselecteerde
signaalbron
WEERGAVE
3
4
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
• Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
• Zie bladzijde 56 voor details omtrent het
afstemmen.
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
Opmerking
Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music
Enhancer functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer
de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 43) en de ingangsfunctie voor Audio is
ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 42).
y
• Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
VOLUME
■ Inhoudsgids
+
of
VOLUME
Wanneer u...
–
52
De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt
regelen
52
Naar verbeterde weergave van gecomprimeerd
bronmateriaal wilt luisteren
54
y
Zie bladzijde 53 voor het instellen van het uitgangsniveau
van elke luidspreker.
Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt
bewerken
79
Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch
bereik (harde geluiden) wilt luisteren
55
Een hoofdtelefoon wilt gebruiken
43
Wilt luisteren naar multikanaals materiaal met 2kanaals stereoweergave
53
Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee
weer te geven
75
Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt
laten zetten
45
Afstandsbediening
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel
(of druk op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en als verkorte melding op het
scherm. Zie bladzijde 47 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
of
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
BASISBEDIENING
Wilt luisteren naar pure hi-fi stereoweergave
Voorpaneel
5
Zie
bladzijde
STEREO
PROGRAM
Voorpaneel
5
Afstandsbediening
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogrammacategorie
MOVIE
Sci-Fi
Nederlands
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma
41 Nl
WEERGAVE
AUTO
Selecteren van audio
ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen.
Gebruik deze functie (selecteren van audio
ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een
andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting
wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor
de signaalbron in kwestie.
y
• In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
• U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “Audio
Select” in het “Option” (zie bladzijde 105).
• U kunt de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
bepalen via de “Audio Select” instelling onder “Input Select”
(zie bladzijde 87).
1
Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
INPUT
PHONO
V-AUX/DOCK CBL/SAT
of
DTV
Voorpaneel
2
VCR 1
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
Afstandsbediening
Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT op het
voorpaneel (of op AUDIO SEL op de
afstandsbediening) en selecteer de gewenste
instelling voor de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting.
AUDIO
SELECT
AUDIO SEL
of
Beschikbare signaalbronnen
NET/USB
V-AUX
DVR/VCR 2
VCR 1 CBL/SAT
DTV
DVD
A.SEL:
MD/TAPE
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
AUTO
Huidige instelling
selectiefunctie audio
ingangsaansluiting
42 Nl
Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1)HDMI
(2)Digitale signalen
(3)Analoge signalen
HDMI
Er zullen alleen HDMI signalen
worden geselecteerd. Als er geen
HDMI signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
COAX/OPT Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1)Digitale signalen die binnenkomen
via de COAXIAL aansluiting.
(2)Digitale signalen die binnenkomen
via de OPTICAL aansluiting.
Als er geen signalen binnenkomen, zal
er geen geluid worden weergegeven.
ANALOG
Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
Opmerking
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale
ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI)
zijn toegewezen. Gebruik “I/O Assignment” in het “Input
Select” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te
wijzen (zie bladzijde 87).
WEERGAVE
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 28).
Gebruiken van een hoofdtelefoon
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
Verdraai de knop voor de keuze van de
signaalbron op het voorpaneel en selecteer
MULTI CH INPUT (of gebruik MULTI CH IN op de
afstandsbediening).
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MAN'L/AUTO FM
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
TUNING
MODE
ENHANCER
NIGHT
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
INPUT
MEMORY
FM/AM
EDIT
INPUT
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
S VIDEO
SILENT CINEMA
VIDEO
PHONES
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
OPTICAL
USB
ON
OFF
MASTER
MULTI CH IN
of
Afstandsbediening
y
Gebruik het “MULTI CH” menu in het “Input Select” om de
parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie
bladzijde 88).
Opmerking
Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music Enhancer
functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component
die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46) en de
ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie
bladzijde 42).
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie
bladzijde 51).
BASISBEDIENING
Voorpaneel
Opmerkingen
• Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
• Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de
L/R voorkanalen worden weergegeven.
• Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
Druk op MUTE op de afstandsbediening om de
geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
MUTE
y
43 Nl
Nederlands
• U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op
de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te
hervatten.
• U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“Muting Type” parameter in het “Sound” (zie bladzijde 91).
• De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
WEERGAVE
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel door middel van de GUI
menuschermen
Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de
versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen
signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt. U kunt de begininstellingen voor het toestel ook bepalen met
behulp van het GUI menuscherm (zie bladzijde 78).
■ Onderdelen op het GUI menuscherm
Op dit moment
geselecteerde decoder
Op dit moment
geselecteerde
signaalbron
Op dit moment
geselecteerde
menu-onderdeel
DVD
Pro Logic
Sci-Fi
Stereo/Surround
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
NET/USB
System Memory
Option
Op dit moment
geselecteerde
geluidsveldprogramma
Menu-gedeelte
Manual Setup
-40.0dB
Huidige menu
Volumeniveau
(zie bladzijde 41)
y
• Zet de keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP wanneer u dit toestel via de GUI menuschermen wilt bedienen.
• Zie bladzijde 78 voor details omtrent de inhoud van het menu-gedeelte.
• Dit toestel onthoudt het laatst geselecteerde GUI menuscherm.
■ Basisbediening op het GUI menuscherm
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
SOURCE
–
TV MUTE
1
LEVEL
–
TV INPUT
PRESET/CH
–
MUTE
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
2
PURE DIRECT
4
A/B/C/D/E
STRAIGHT
MEMORY
3
AUDIO
ENTER
RETURN
Zet op AMP
TV
DISPLAY
EFFECT
5
1 ENTER
Druk hierop om het geselecteerde menu-onderdeel te
openen en naar het volgende menuniveau te gaan.
2 Cursor l
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
3 SET MENU
Druk hierop om het GUI menuscherm te openen of te
sluiten.
4 Cursor k / n
Druk hierop om een item in het huidige menuniveau te
selecteren.
5 Cursor h
Druk hierop om het geselecteerde menu-onderdeel te
openen en naar het volgende menuniveau te gaan.
44 Nl
WEERGAVE
Weergeven van videomateriaal als
achtergrond bij audiomateriaal
3
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
SLEEP
Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
SLEEP 120min.
NET/USB
PHONO
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
VCR 1
SLEEP OFF
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
SLEEP 90min.
SLEEP 30min.
SLEEP 60min.
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel en het
display keert terug naar het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
Audiobronnen
Videobronnen
SLEEP
y
120min.
SLEEP
Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH” menu in op de
gewenste instelling om de standaard signaalbron voor
achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT
signaalbron (zie bladzijde 88).
BASISBEDIENING
DTV
Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
Knippert
Gebruiken van de slaaptimer
Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 32).
1
Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste
signaalbron te selecteren.
STRAIGHT
Analog
SLEEP
Licht op
■ Gebruiken van de slaaptimer
Druk net zo vaak op SLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” verschijnt
op het display op het voorpaneel.
SLEEP
NET/USB
PHONO
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
DTV
2
VCR 1
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
SLEEP
OFF
Verdwijnt
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF”
zal na een paar seconden verdwijnen van het display op
het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel)
de eerste ruimte van het toestel uit (standby) te zetten.
45 Nl
Nederlands
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 56 voor details omtrent het afstemmen.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
• Wanneer u de “Decoder Mode” parameter in het “Input Select” instelt op “Auto”, zal dit toestel de juiste digitale decoder instellen aan
de hand van het ingangssignaal.
• De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen.
• De YAMAHA HiFi DSP geluidsveldprogramma’s zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de
variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
• U kunt geluidsveldprogramma’s selecteren en instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
• Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
• Geluidsveldprogramma’s kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie
bladzijde 42).
• Wanneer u DSD materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel de DSD signalen omzetten naar PCM signalen en
vervolgens het geselecteerde programma toepassen.
• Wanneer u DTS 96/24 materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel het geselecteerde programma toepassen
zonder de DTS 96/24 decoder in werking te stellen.
• Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz zullen worden teruggebracht tot 48 kHz of lager, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
y
U kunt het gewenste geluidsveldprogramma selecteren en de bijbehorende parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie
bladzijde 79 voor details.
■ Bediening via het voorpaneel
■ Afstandsbediening
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
AMP
SOURCE
PURE DIRECT
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
TV
VOLUME
LEVEL
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
NIGHT
EDIT
PRESET/CH
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
PURE DIRECT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
AUDIO
ENTER
OPTICAL
A/B/C/D/E
STRAIGHT
OPTIMIZER
MIC
PHONES
VIDEO AUX
USB
ON
OFF
DISPLAY
RETURN
EFFECT
MEMORY
MASTER
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
4
SELECT
EXTD SUR.
STEREO
SUR. DECODE
5
PROGRAM keuzeknop
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en als
verkorte melding op het scherm.
46 Nl
1 MEMORY
9
MOVIE
6
7
8
2
NIGHT
ENHANCER
0
+ 10
ENT
Toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk vervolgens op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en als
verkorte melding op het scherm.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
Toets
afstandsbediening
Categorie van het
programma
Naam van het
programma
Gecreëerde
geluidsvelden
(zie bladzijde 13)
CINEMA DSP
of
HiFi DSP
MOVIE
MOVIE
4
Sci-Fi
Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er
een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele
geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 80)
SB Room Size
Dialogue Lift
Omschrijving van het programma
y
Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 52), de “STRAIGHT” functie (zie
bladzijde 51), of de surround decoderfunctie (zie bladzijde 75).
CLASSICAL
ENTERTAIN
1
3
CLASSICAL
Hall in Munich
HiFi DSP
BASISBEDIENING
■ Voor muziekmateriaal
Dit is een grote, waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen. Bijna het hele interieur is van hout. Er is relatief weinig
weerkaatsing via de wanden en het geluid spreidt zich op een verfijnde wijze uit.
DSP Level
Init. Delay
CLASSICAL
ENTERTAIN
1
3
Room Size
Liveness
CLASSICAL
Dialogue Lift
Hall in Vienna
HiFi DSP
Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe
reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
DSP Level
Init. Delay
CLASSICAL
ENTERTAIN
1
3
Room Size
Liveness
CLASSICAL
Dialogue Lift
Hall in Amsterdam
HiFi DSP
Dit is een grote doosvormige concertzaal met 2200 zitplaatsen in Amsterdam. De zaal heeft een cirkelvormig podium met zitplaatsen
erachter.
DSP Level
Init. Delay
CLASSICAL
ENTERTAIN
1
3
Room Size
Liveness
CLASSICAL
Dialogue Lift
Church in Freiburg
HiFi DSP
Dit programma recreëert de akoestiek van een grote kerk in Zuid-Duitsland. De vertraging van de natrillingen is erg lang, terwijl de vroege
weerkaatsingen zachter zijn dan in andere geluidsveldprogramma’s.
DSP Level
Init. Delay
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
Nederlands
47 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
CLASSICAL
1
CLASSICAL
Chamber
HiFi DSP
Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige
natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen.
DSP Level
Init. Delay
LIVE/CLUB
2
Liveness
Rev. Time
LIVE/CLUB
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
Village Vanguard
HiFi DSP
Een traditionele jazzclub in New York, op 7th Avenue. Deze ruimte heeft een laag plafond en het “podium” bevindt zich in een hoek van de
ruimte. Dit programma creëert een intiem “met de neus er bovenop” gevoel.
DSP Level
Init. Delay
LIVE/CLUB
2
Room Size
Liveness
LIVE/CLUB
Dialogue Lift
Warehouse Loft
HiFi DSP
Dit programma simuleert een door beton omgeven ruimte. Er wordt een energetisch geluidsveld gecreëerd met relatief duidelijke
weerkaatsingen van de wanden.
DSP Level
Init. Delay
LIVE/CLUB
2
Room Size
Liveness
LIVE/CLUB
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
Cellar Club
HiFi DSP
Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een realistisch en levendig geluidsveld met een
krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij voor een klein podium bevindt.
DSP Level
Init. Delay
LIVE/CLUB
2
Room Size
Liveness
LIVE/CLUB
Dialogue Lift
The Roxy Theatre
HiFi DSP
Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de “hottest” rock
club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal.
DSP Level
Init. Delay
LIVE/CLUB
2
Room Size
Liveness
LIVE/CLUB
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
The Bottom Line
HiFi DSP
Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en
rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
■ Voor divers materiaal
Opmerking
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
ENTERTAIN
3
ENTERTAINMENT
Sports
Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo sportuitzendingen en amusementsprogramma’s uit
de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het
stadion zich rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt.
DSP Level
Init. Delay
48 Nl
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
ENTERTAIN
3
ENTERTAINMENT
Action Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen. Er wordt gebruik gemaakt
van weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan
zonder een duidelijk gevoel voor richting te verliezen.
DSP Level
Init. Delay
ENTERTAIN
3
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
ENTERTAINMENT Roleplaying Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films en het geluidsveldontwerp voor
“Action Game” om de diepte en het driedimensionale gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel
mogelijk recht wordt gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
■ Voor visuele muziekbronnen
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
2
3
ENTERTAINMENT
Music Video
HiFi DSP
Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in een hippe
livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de
ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal.
DSP Level
Init. Delay
ENTERTAIN
3
Room Size
Sur. Init. Delay
ENTERTAINMENT
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
BASISBEDIENING
Opmerking
SB. Room Size
Dialogue Lift
Recital/Opera
Dit programma houdt de hoeveelheid natrillingen op een optimaal niveau en benadrukt de diepte en helderheid van de menselijke stem.
“Opera” reproduceert de speciale natrillingen van de orkestbak recht voor de luisteraar en geeft bovendien een sterk gevoel van aanwezigheid
voor de artiesten op het podium. Het surround geluidsveld is relatief gematigd, maar er wordt gebruik gemaakt van concertzaal-effecten om
de inherente schoonheid van de muziek beter uit te laten komen. Ook na enige uren luisteren naar opera zal de luisteraar niet vermoeid raken.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
■ Voor filmmateriaal
y
U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve “Mono Movie”). Zie
bladzijde 76 voor details.
Opmerking
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
MOVIE
4
MOVIE
Standard
DSP Level
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
Sur. Liveness
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Nederlands
Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische
positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale
bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de natrillingen van links, rechts en van achteren.
SB. Liveness
Dialogue Lift
49 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
MOVIE
MOVIE
4
Spectacle
Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en
gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of
DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films).
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
MOVIE
MOVIE
4
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
Sci-Fi
Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films,
zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in
een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde
technieken.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
MOVIE
MOVIE
4
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
Adventure
Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het geluidsveld
bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
MOVIE
MOVIE
4
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
Drama
Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en komedies.
De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven,
maar gesproken tekst wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na
vele uren kijken.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
MOVIE
MOVIE
4
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
Mono Movie
Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het programma produceert optimale natrillingen
om het geluid ook alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Rev. Time
Rev. Level
Rev. Delay
Dialogue Lift
■ Stereoweergave
STEREO
5
STEREO
2ch STEREO
Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen. Zie bladzijde 53 voor details.
Direct
STEREO
5
STEREO
7ch STEREO
HiFi DSP
Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal dit toestel het
bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld
en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
Center Level
Surround L Level
50 Nl
Surround R Level
Sur. Back Level
Presence L Level
Presence R Level
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
■ Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers (Virtual
CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Als u “Surround” op “None” (zie bladzijde 97) instelt, zal
Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld
wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 47).
Luisteren naar onbewerkte
weergave
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
y
U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren via het GUI
menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
Opmerking
■ Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA
DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie
bladzijde 47). Indien ingeschakeld zal de SILENT
CINEMA indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
Druk op STRAIGHT op het voorpaneel (of de
afstandsbediening) en selecteer “STRAIGHT”.
STRAIGHT
EFFECT
EFFECT
STRAIGHT
Formaat
Beschrijving
Dolby Digital
Standaard verwerking voor Dolby
Digital bronmateriaal.
DTS
Standaard verwerking voor DTS
bronmateriaal. Wanneer de
signaalbron een DTS-ES Discrete
of DTS-ES Matrix ingangssignaal
levert, zal de bijbehorende
indicator verschijnen op het
display op het voorpaneel.
DSD
Weergave van DSD (Direct
Stream Digital) materiaal.
PCM
Weergave van PCM (pulscode
modulatie) materiaal.
Opmerkingen
• SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de
component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43).
• SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer Pure Direct
(zie bladzijde 52) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 53) is
geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie
staat (zie bladzijde 51).
STRAIGHT
of
BASISBEDIENING
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “Surround” op “None” (zie
bladzijde 97):
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 43).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
– wanneer Pure Direct (zie bladzijde 52) of “2ch Stereo” (zie
bladzijde 53) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de
“STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 51).
Weergave van multikanaals PCM
(pulscode modulatie) materiaal.
MPCM
Analog
Voor weergave van analoog
bronmateriaal.
■ Uitschakelen van de “STRAIGHT”
weergavefunctie
STRAIGHT
STRAIGHT
of
EFFECT
EFFECT
51 Nl
Nederlands
Druk op STRAIGHT op de afstandsbediening
zodat “STRAIGHT” van het display op het
voorpaneel verdwijnt.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Luisteren naar pure hi-fi weergave
Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de
pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Toonregeling
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal, de
L/R aanwezigheidskanalen en het subwooferkanaal.
1
Druk nog eens op PURE DIRECT op het
voorpaneel (of op de afstandsbediening) om de
Pure Direct functie aan of uit te zetten.
De PURE DIRECT toets op het voorpaneel zal oplichten
wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat. Het
display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel om de weergave van de hoge
tonen (TREBLE) of de weergave van de lage
tonen (BASS) te regelen.
TONE
CONTROL
PURE DIRECT
of
Voorpaneel
PURE DIRECT
2
Afstandsbediening
Verdraai PROGRAM om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
lage tonen (BASS) te regelen.
Opmerkingen
• Wanneer u multikanaals PCM materiaal weergeeft (minder dan
192 kHz), zal dit toestel de multikanaals signalen terugbrengen
in overeenstemming met de “Speaker Set” instellingen in het
“Basic” (zie bladzijde 96).
• Wanneer de component die is verbonden met de HDMI IN
aansluitingen wordt geselecteerd als signaalbron en de
selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting is ingesteld op
“AUTO” of “HDMI”, dan zal dit toestel de videoschakelingen
niet uitschakelen in de Pure Direct stand.
• Wanneer u de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
instelt op “AUTO”, “HDMI” of “COAX/OPT” (zie
bladzijde 42) en vervolgens Dolby Digital, DTS of multikanaals
PCM materiaal weergeeft, dan zal dit toestel de
corresponderende decoder inschakelen.
• De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat:
– omschakelen van het geluidsveldprogramma
– openen van het GUI menuscherm
– bedienen van videofuncties (video-conversie enz.)
• De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer
dit toestel uit wordt gezet.
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
PROGRAM
■ Passeren van de schakelingen voor de
toonregeling
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer
BYPASS en annuleer de toonregeling.
TONE
CONTROL
Opmerkingen
• Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers,
midden-luidspreker, L/R aanwezigheidsluidsprekers en de
subwoofer.
• TONE CONTROL staat buiten werking wanneer PURE
DIRECT is geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is
geselecteerd als signaalbron.
y
Gebruik de “Tone Control” parameter in het “Sound” menu om
de balans te regelen tussen de weergave van de hoge en die van de
lage tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon met behulp van
het GUI menuscherm. Zie bladzijde 90 voor details.
52 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Instellen luidsprekerniveaus
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar
muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal
dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2
kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo.
Opmerking
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “Auto Setup” (zie bladzijde 35) en “Speaker
Level” (zie bladzijde 100) methodes.
1
Luisteren naar multikanaals
materiaal met 2-kanaals
stereoweergave
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op LEVEL
op de afstandsbediening tot u de luidspreker die
u wilt instellen heeft geselecteerd.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk herhaaldelijk op STEREO op de
afstandsbediening om “2ch Stereo” te
selecteren.
AMP
SOURCE
STEREO
5
AMP
TV
LEVEL
SOURCE
2ch Stereo
Display
Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SB R
Rechter surround achter-luidspreker
SB L
Linker surround achter-luidspreker
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SWFR
Subwoofer
PRNS L
Linker aanwezigheidsluidspreker
PRNS R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
y
• U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer
“Bass Out” is ingesteld op “SWFR” of “Both” (zie
bladzijde 98).
• U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM
op het voorpaneel te verdraaien.
• U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren en instellen via
het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
BASISBEDIENING
TITLE
BAND
TV
y
• Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt,
kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met k / n.
• In plaats van “SB R” en “SB L”, zal “SB” worden getoond
indien “Surround Back” is ingesteld op “Small x1” of
“Large x1” (zie bladzijde 97).
2
Druk op l / h op de afstandsbediening om het
uitgangsniveau (volume) van de luidspreker te regelen.
• Druk op h om de ingestelde waarde te verhogen.
• Druk op l om de ingestelde waarde te verlagen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
PRESET/CH
Nederlands
ENTER
A/B/C/D/E
53 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Selecteren van de Compressed
Music Enhancer functie
Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan
onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij
gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de
geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een
lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen
onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed
Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de
geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde
compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen
te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd
voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies
in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als
de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van
uw systeem ten goede komt.
Opmerkingen
• Wanneer u DSD of PCM materiaal met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz weergeeft, zal dit toestel
deze terugbrengen tot 48 kHz of minder en de Compressed
Music Enhancer functie inschakelen.
• De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met
de geluidsveldprogramma’s.
y
U kunt de Compressed Music Enhancer functie ook selecteren en
instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
Druk herhaaldelijk op ENHANCER op het
voorpaneel (of zet de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op AMP en druk op
ENHANCER op de afstandsbediening) om de
gewenste Compressed Music Enhancer functie
te selecteren.
De volgende verkorte mededeling verschijnt op het
beeldscherm en de ENHANCER indicator zal oplichten
op het display op het voorpaneel.
AMP
ENHANCER
of
ENHANCER
SOURCE
ENT
TV
ENHANCER
MUSICENHANCER
2chEnhancer
54 Nl
Licht op
Keuzes: 2ch Enhancer, 7ch Enhancer, Off
• Selecteer “2ch Enhancer” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in
2-kanaals stereo.
• Selecteer “7ch Enhancer” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in
7-kanaals stereo.
• Selecteer “Off” om de Compressed Music
Enhancer functie uit te schakelen.
Opmerking
Wanneer u “Off” selecteert, keert dit toestel terug naar het
oorspronkelijk ingestelde geluidsveldprogramma.
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Selecteren van de nacht-luisterfunctie
De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, zoals ’s nachts, toch alles te kunnen verstaan.
Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”
afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen.
1
Druk herhaaldelijk op NIGHT op het voorpaneel
(of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk op NIGHT op de
afstandsbediening) om te kiezen tussen
“NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC”.
Opmerkingen
• In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties
niet gebruiken:
– wanneer de Pure Direct functie (zie bladzijde 52) is
ingeschakeld.
– wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 43).
– wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting zit.
• Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt
mede af van het weergegeven materiaal en van uw
instellingen voor surroundweergave.
AMP
NIGHT
SOURCE
of
NIGHT
+ 10
TV
BASISBEDIENING
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
• Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
• Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
• Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
2
Druk op l / h op de afstandsbediening om
het effectniveau te regelen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt
aangegeven op het display op het voorpaneel.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
Effect.Lvl:MID
Nederlands
Keuzes: MIN, MID, MAX
• Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
• Selecteer “MID” voor standaard compressie.
• Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
55 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
FM/AM AFSTEMMEN
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5
groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer
oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
Opmerking
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen
■ Functies voorpaneel
1
2
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
■ Afstandsbedieningsfuncties
3
45 6 7
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MAN'L/AUTO FM
TUNER
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
POWER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
DTV
TUNING
MODE
MEMORY
FM/AM
PHONO
1
VCR 1
1
DTV
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
OPTIMIZER
MIC
PHONES
ZONE 3
L
R
AUDIO
VCR 1 DVR/VCR 2
OPTICAL
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
2
3
LEVEL
PRESET/CH
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
DISPLAY
EFFECT
3 PRESET/TUNING l / h
• Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m
8) kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt
op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 59).
• Selecteert de frequentie waarop u wilt afstemmen
wanneer de dubbele punt (:) niet getoond wordt op het
display (zie bladzijde 58).
4 PRESET/TUNING, EDIT
• Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
• Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 60).
5 FM/AM
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (zie bladzijde 57).
6 MEMORY
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen
(zie bladzijde 59).
7 TUNING MODE
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 57).
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
V-AUX/DOCK
1
2
3
4
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
1 MEMORY
9
3
5
PRESET
VOLUME
A/B/C/D/E
MUTE
5
ID1 ID2
ZONE 2 ZONE 3
MOVIE
STEREO
5
Zet op
SOURCE
PURE DIRECT
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
MEMORY
4
TV
AUDIO
ENTER
CLASSICAL
2 A/B/C/D/E
Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E)
(zie bladzijde 59).
DVD
AMP
VIDEO AUX
1 INPUT keuzeknop
Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron.
56 Nl
CBL/SAT MD/TAPE NET/USB
SELECT
ZONE 2
SOURCE
PROGRAM
STANDBY
CD-R
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
CD
TUNER
6
7
8
2
NIGHT
ENHANCER
0
+ 10
ENT
1 TUNER
Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron. Dit toestel
zal afstemmen op de laatst geselecteerde zender.
2 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (zie bladzijde 57). Dit toestel zal afstemmen
op de laatst geselecteerde AM of FM zender.
3 PRESET/CH k / n
Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8)
kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 60).
4 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender
te selecteren (zie bladzijde 61).
5 A/B/C/D/E l / h, A/B/C/D/E
Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E)
(zie bladzijde 59).
FM/AM AFSTEMMEN
Automatisch afstemmen
3
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
Druk op TUNING MODE zodat de AUTO
indicator op het display oplicht.
TUNING
MODE
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/TUNING/CH
PRESET/
TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
PHONES
S VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
VIDEO
AUDIO
A
OPTICAL
VIDEO AUX
USB
FM 97.70MHz
AUTO
ON
OFF
MASTER
1
Licht op
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
PRESET/
TUNING
INPUT
EDIT
4
Voorpaneel
2
Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
FM
of
AM
Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
• Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
• Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
BASISBEDIENING
1
Geen dubbele punt (:)
4 32 3
PRESET/TUNING
A
FM 97.70MHz
TUNED
Licht op
Nederlands
57 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig afstemmen
3
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Druk op TUNING MODE zodat de AUTO
indicator van het display verdwijnt.
TUNING
MODE
Opmerking
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
A
FM 97.70MHz
PURE DIRECT
Geen dubbele punt (:)
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
NIGHT
EDIT
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
(EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
PHONES
S VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
VIDEO
AUDIO
OPTICAL
VIDEO AUX
USB
ON
OFF
MASTER
PRESET/
TUNING
1
1
4 32 3
EDIT
Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
4
Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
PRESET/TUNING
Voorpaneel
2
Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
FM/AM
58 Nl
FM
of
AM
FM/AM AFSTEMMEN
Automatisch voorprogrammeren
U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8: 8
voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten
voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden
gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de
bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
3
Houd MEMORY tenminste 3 seconden
ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5
seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
PHONES
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
VIDEO AUX
A1:FM 97.70MHz
USB
ON
OFF
AUTO MEMORY
MASTER
1
Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
INPUT
Knippert
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
Voorpaneel
2
Knippert
2 3
BASISBEDIENING
1
Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
• U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel
moet beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op
A/B/C/D/E en vervolgens herhaaldelijk op PRESET/
TUNING l / h nadat u stap 3 heeft uitgevoerd om het
voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste
zender zal worden opgeslagen.
• U kunt automatisch laten beginnen met afstemmen en
opslaan van FM zenders in lagere frequenties. Druk op
PRESET/TUNING zodat de dubbele punt (:) verdwijnt
van het display op het voorpaneel en druk vervolgens op
PRESET/TUNING l nadat u MEMORY tenminste 3
seconden ingedrukt heeft gehouden.
Opmerkingen
FM/AM
FM
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen
worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen
nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen.
• Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst
worden opgeslagen bij het automatisch
voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt
opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals
beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op
bladzijde 60.
• Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren
(Alleen op modellen voor het V.K. en Europa).
Nederlands
59 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Handmatig voorprogrammeren
4
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
• Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
• Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
PHONES
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
PRESET/TUNING
OPTICAL
VIDEO AUX
USB
ON
OFF
MASTER
3 4
1
2
2,5
A1:FM 97.70MHz
Stem automatisch of met de hand af op een
zender.
Zie de bladzijden 57 en 58 voor aanwijzingen over
hoe u moet afstemmen op een zender.
Druk op MEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer 5
seconden lang op het display op het voorpaneel.
5
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
Voorkeuzenummer
MEMORY
Knippert
MEMORY
Knippert
Druk op MEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van
het display op het voorpaneel verdwijnen.
MEMORY
MAN'L/AUTO FM
3
Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E om een
voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E)
terwijl de MEMORY indicator knippert.
De letter van de geselecteerde groep zal nu
verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:)
inderdaad verschijnt op het display.
A1:FM 97.70MHz
A/B/C/D/E
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
Opmerkingen
A :FM 97.70MHz
Voorkeuzegroep Dubbele punt (:)
60 Nl
MEMORY
Knippert
• Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
• De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
FM/AM AFSTEMMEN
Selecteren van voorkeuzezenders
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
2
Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel (of PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
PURE DIRECT
PRESET/CH
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
SILENT CINEMA
OPTIMIZER
MIC
ZONE 2
ZONE 3
L
R
VIDEO
S VIDEO
AUDIO
OPTICAL
VIDEO AUX
PHONES
PRESET/TUNING
of
USB
ENTER
ON
OFF
MASTER
A/B/C/D/E
1 2
Voorpaneel
Afstandsbediening
AMP
+
+
CH
VOLUME
SOURCE
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
LEVEL
PRESET/CH
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
1,2
TV
1
PURE DIRECT
A1:FM 97.70MHz
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
RETURN
BASISBEDIENING
+
TV VOL
DISPLAY
EFFECT
MEMORY
y
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op SOURCE te zetten en vervolgens
op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron
te selecteren.
1
Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of zet
de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
SOURCE en druk op A/B/C/D/E l / h op de
afstandsbediening) om de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
A/B/C/D/E
Voorpaneel
of
PRESET/CH
AMP
SOURCE
TV
ENTER
Nederlands
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
61 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Omwisselen van voorkeuzezenders
3
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 61.
PURE DIRECT
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
PHONES
OPTICAL
USB
ON
OFF
MASTER
A5:FM 97.70MHz
3 3 2,4
1
2
Selecteer voorkeuzezender “E1” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 61.
Knippert
4
Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Knippert
Druk nog eens op EDIT.
“EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van
plaats wisselen.
PRESET/
TUNING
PRESET/
TUNING
EDIT
EDIT
EDIT
E1:FM 97.70MHz
Knippert
62 Nl
MEMORY
Knippert
MEMORY
E1-A5
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN
(ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
FREQ/TEXT
Opmerking
FREQ/TEXT
EON
NET RADIO
USB
MODE
PTY SEEK START
REC
PC/MCX
Raadpleeg “FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen” op
bladzijde 56 voor informatie over de functies en
bedieningsorganen voor het Radio Data Systeem.
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
OFF
ON
MACRO LEARN
CLEAR
RENAME
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
• Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 59).
• U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender.
2
Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel.
Opmerkingen
• U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
• U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
• Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
• Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
• Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
• Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
• Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
BASISBEDIENING
1
FREQ/TEXT
NET RADIO
PS
PTY
RT
CT
Frequentiedisplay
• Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
• Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
• Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
Nederlands
63 Nl
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
4
Druk op PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
PRESET/CH
y
Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio
Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 59).
TV MUTE
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
NET/USB AUDIO SEL
PHONO
1
TUNER
CD
V-AUX/DOCK CBL/SAT
2
4
SLEEP
MULTI CH IN
MD/TAPE
LEVEL
TV INPUT
PRESET/CH
MENU
SRCH MODE
DVR/VCR 2
DVD
EFFECT
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
2
9
0
FREQ/TEXT
EON
NET RADIO
USB
NIGHT
ENHANCER
+ 10
ENT
MODE
PTY SEEK START
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
SOURCE
1
TV
1
Beschrijving
DISPLAY
1 MEMORY
SELECT
Programmatype
A/B/C/D/E
STRAIGHT
CLASSICAL
VCR 1
Licht op
PURE DIRECT
AUDIO
ENTER
MEMORY
DTV
A/B/C/D/E
MUTE
SET MENU
TITLE
BAND
RETURN
CD-R
POP M
ENTER
REC
3,5
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
PC/MCX
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op TUNER op de afstandsbediening,
selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron.
AMP
SOURCE
TUNER
TV
2
Druk herhaaldelijk op BAND en selecteer
“FM” als de radioband.
LEVEL
TITLE
BAND
3
FM
Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
MODE PTY SEEK
NEWS
Knippert
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
64 Nl
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
5
Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
Opmerkingen
• U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
• De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
EON
FREQ/TEXT
EON
NET RADIO
USB
MODE
PTY SEEK START
REC
PC/MCX
PTY SEEK START
PTY HOLD
Knippert
Licht op
Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2
Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display,
dient u af te stemmen op een ander Radio Data
Systeem programma waarbij de EON indicator wel
gaat branden.
y
EON
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te
drukken.
Opmerkingen
• Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
• Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken
naar een andere zender met een programma van het
gewenste type.
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van
andere netwerken (Enhanced
Other Networks; EON)
Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
EON
NEWS
USB
Licht op
y
• Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
• Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE te
zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de
“TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
Nederlands
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
3
BASISBEDIENING
POP M
1
65 Nl
GEBRUIKEN MET EEN IPOD
GEBRUIKEN MET EEN iPod
Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 29), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 54).
Opmerkingen
• Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
• Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
• Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van
andere componenten” op bladzijde 110.
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 137.
• Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) aangesloten op de
DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
• Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten.
• Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
• De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare
YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt dat dit toestel de batterij van een
aangesloten iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “Standby Charge” parameter in het “iPod” (zie bladzijde 95).
• Terwijl de aangesloten iPod wordt opgeladen terwijl dit toestel uit (standby) staat, zal de oplaadindicator (zie bladzijde 12) getoond
worden op het display op het voorpaneel. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen (of 4 uur nadat er met opladen is begonnen), zal
de indicator van het display verdwijnen.
iPod bediening
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is
geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via
het GUI menuscherm van dit toestel (menufunctie) of
zonder dit hulpmiddel (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie).
■ Bedienen van een iPod met de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop,
overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het GUI
menusysteem van dit toestel.
y
• U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken.
• U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
66 Nl
■ Bedienen van een iPod met de
menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod
uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met
behulp van het GUI menusysteem van dit toestel. De naam
van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het
voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met
de “Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.” (zie
bladzijde 103). U kunt via het GUI menusysteem ook door
de muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien
instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke
voorkeuren.
Opmerkingen
• U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
• Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
• Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven op het display
op het voorpaneel of via het GUI menusysteem van dit toestel.
Dergelijke tekens worden vervangen door een “_” (onderstreping).
• De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het
GUI menuscherm. Druk op ENTER op de afstandsbediening om
heen en weer te schakelen tussen de “Settings” instellingen.
• U kunt niet via het GUI menusysteem bladeren door eventueel
op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats
daarvan de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de
gewenste foto of videoclip te selecteren.
• U kunt instellen hoe lang het GUI scherm voor de iPod zal
worden weergegeven op het beeldscherm door middel van de “On
Screen” parameter onder “Manual Setup” (zie bladzijde 94).
GEBRUIKEN MET EEN iPod
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk vervolgens op DISPLAY
op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het beeldscherm
verschijnen.
AMP
SOURCE
DISPLAY
TV
Opmerking
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal
“
” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Top
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Settings
Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening om het iPod menu te
bedienen en druk vervolgens op ENTER om
het geselecteerde muziekstuk weer te laten
geven.
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Repeat (Herhaalde weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
• Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Opmerking
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal
“ ” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
■ De functies van het weergaveinformatiedisplay
5
6
7
Play Information
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs),
Genres (genres), Composers (componisten),
Settings (instellingen)
• Playlists > Songs
• Artists > Albums > Songs
• Albums > Songs
• Songs
• Genres > Artists > Albums > Songs
• Composers > Albums > Songs
• Settings > Shuffle, Repeat
BASISBEDIENING
2
Shuffle (Willekeurige weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
• Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
• Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
1
1/9
Frankie Zipper
2
Made-to-order
3
Road to India
4
0:51
8
-7:44
9
1 Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
2 Naam van het album
3 Naam van het muziekstuk
4 Verstreken tijd
5 h (weergave) of e (pauze)
6 Pictogrammen voor willekeurige en herhaalde
weergave
Nederlands
7 Naam van de artiest
8 Voortgangsbalk
9 Resterende tijd
67 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Dit toestel is uitgerust met netwerk en USB functies die u in staat stellen te luisteren naar WAV (uitsluitend PCM
formaat), MP3 en WMA bestanden die zijn opgeslagen op uw PC, YAMAHA MCX-2000, USB geheugenapparatuur of
draagbare USB audiospeler, en die u toegang geven tot Internetradio.
Opmerkingen
• De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties.
• Voor verdere details over netwerkaansluitingen dient u tevens de handleidingen van uw netwerkapparatuur te raadplegen. Raadpleeg
indien nodig ook technische referentiewerken.
• Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten.
y
• Voor een complete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor de netwerk en USB functies verwijzen we u naar de “PC/MCX-2000/
Internetradio/USB” kolom in “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 110.
• Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “Netwerk en USB” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 135.
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s
Het volgende schema laat de opbouw van het netwerk en USB menu zien.
NET/USB
PC/MusicCAST
(MCX-2000)
Internet Radio
USB
Server*
Playlists
Selecteert een muziekstuk via een op de server opgeslagen speellijst.
Raadpleeg de documentatie van de server voor details omtrent de
formattering van de speellijst, hoe u een speellijst kunt aanmaken enz.
Artists
Selecteren van een muziekstuk op artiest. Bovendien kunt u voor een
bepaalde artiest ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Albums
Selecteren van een muziekstuk op album.
Songs
Direct selecteren van een muziekstuk.
Genres
Selecteren van een muziekstuk op genre. Bovendien kunt u voor een
bepaald genre ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Recall Play
Laat dit toestel de weergave oproepen van een MCX-2000 of andere cliënt.
Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000.
Bookmarks
Selecteren van een Internetradiozender die is opgenomen in de lijst met “Bookmarks” (zie
bladzijde 71).
Locations
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op locatie.
Genres
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op genre.
New Stations
Selecteren van een Internetradiozender uit zenders die zojuist met een programma begonnen
zijn.
Popular Stations
Selecteren van een Internetradiozender uit een lijst met populaire zenders.
Podcasts
Selecteren van een Podcast dienst op locatie of genre.
Help
Zendt stembegeleiding uit over diverse onderwerpen met betrekking tot de gerelateerde
Internetservice.
Bestanden/Mappen
Selecteren van een bestand door het bladeren door mappen.
Opmerking
*
Alleen de beschikbare PC servers en MCX-2000 apparaten worden getoond.
68 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
De volgende procedure laat de basisstappen zien voor het
navigeren, het bladeren, door de netwerk en USB menu’s.
Zie de bladzijden 70 en 71 voor details over elke subsignaalbron.
3
y
Opmerking
U kunt de gewenste sub-signaalbron ook selecteren door op
de corresponderende toets op de afstandsbediening te
drukken (zie bladzijde 8).
“Please wait” kan verschijnen wanneer de communicatie tijd kost.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even
geduld moeten oefenen.
1
4
NET/USB
USB
Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening om het gewenste
muziekstuk of de gewenste
Internetradiozender te selecteren.
• Druk op k / n om het gewenste menu te selecteren.
• Druk op h om het gewenste menu te openen.
• Druk op l om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
y
• “h” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er
een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau.
• U kunt op ENTER of MENU drukken om het
geselecteerde menu te openen of om terug te keren naar
het vorige menuniveau.
Licht op
DVR/VCR 2
VCR 1 CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
5
2
NET RADIO
PC/MCX
TV
V-AUX
EON
REC
AMP
SOURCE
FREQ/TEXT
Druk op DISPLAY op de afstandsbediening
om terg te keren naar het bovenste NET/USB
menu.
Het volgende scherm zal op het beeldscherm
verschijnen.
Als er een ander scherm op het beeldscherm
verschijnt, dient u net zo vaak op MENU op de
afstandsbediening te drukken tot het NET/USB
hoofdmenu verschijnt.
BASISBEDIENING
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op NET/USB op de afstandsbediening en
selecteer “NET/USB” als signaalbron.
De cursor links van de NET/USB indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel en het
eerder weergegeven materiaal voor de
corresponderende su-signaalbron voor NET/USB zal
automatisch worden weergegeven.
NET/USB
Druk op k / n om de gewenste subsignaalbron te selecteren en druk vervolgens
op h of ENTER.
Druk op ENTER om het geselecteerde
muziekstuk weer te laten geven of om te
luisteren naar de geselecteerde zender.
y
• Zie bladzijde 67 voor details omtrent de functies van het
weergave-informatiedisplay.
• Afhankelijk van de geselecteerde sub-signaalbron is het
mogelijk dat bepaalde items niet voorkomen in het
weergave-informatiedisplay.
Top
PC/MusicCAST
Internet Radio
USB
DISPLAY
Nederlands
69 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Gebruiken van een PC server of
YAMAHA MCX-2000
Gebruik deze functie om te luisteren naar
muziekbestanden die zijn opgeslagen op uw PC of
YAMAHA MCX-2000. De MCX-2000 is een
muziekserver die het concept volgt van YAMAHA’s
exclusieve MusicCAST, een digitaal muzieksysteem voor
weergave via een persoonlijk netwerk.
1
Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw
PC, of registreer dit toestel op uw YAMAHA
MCX-2000.
• Raadpleeg “Installeren van Windows Media
Connect 2.0 op uw PC” op bladzijde 70 en
“Registreren van dit toestel op de YAMAHA
MCX-2000” op bladzijde 71.
• Deze procedure hoeft u alleen de eerste keer uit te
voeren.
2
Zet uw PC of MCX-2000 aan.
De PC server of MCX-2000 wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
3
Selecteer de gewenste server or MusicCAST
om de weergave te laten beginnen.
Opmerkingen
• De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in
bepaalde locaties.
• U kunt dit toestel aansluiten op maximaal 4 PC servers en op 1
MCX-2000 en elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde
subnet als dit toestel.
• Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden op
uw PC niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
• (Alleen voor de MCX-2000) Bestanden met een asterisk (*) zijn
niet omgezet naar MP3 formaat. U kunt dergelijke bestanden
niet onmiddellijk afspelen, behalve wanneer u de “Receive
PCM Stream” instelling voor dit toestel instelt op “ON” op
MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van de
MCX-2000.
y
• Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden
aangegeven.
• U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s
de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu op het
beeldscherm.
• U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave
bepalen via de “Play Style” parameters in het “NET/USB”
(zie bladzijde 101).
• U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het
display op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en
vervolgens alleen moet worden aangeduid met de eerste 14
tekens via de “Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.”
(zie bladzijde 103).
70 Nl
■ Installeren van Windows Media Connect
2.0 op uw PC
Met Windows Media Connect 2.0 kunt u de op uw PC
opgeslagen audiobestanden weergeven. Raadpleeg voor
details de documentatie van Windows Media Connect 2.0.
1
Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw
PC.
U kunt het installatieprogramma voor Windows
Media Connect 2.0 downloaden van de Microsoft
website.
2
Zet uw PC aan en deel een map op de PC met
anderen.
De ‘gedeelde’ map wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
Opmerkingen
• Het is mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware op uw PC
(antivirussoftware, firewall enz.) de toegang van dit toestel tot
uw PC blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
instellingen in de betreffende beveiligingssoftware.
• Als u een PC gebruikt met Windows XP Professional en de PC
inlogt op een domein, is het mogelijk dat u geen verbinding zult
kunnen krijgen met de PC server. Log in een dergelijk geval in
op de lokale machine in plaats van het domein.
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
■ Registreren van dit toestel op de
YAMAHA MCX-2000
U moet dit toestel registreren op uw YAMAHA
MCX-2000 zodat dit toestel kan worden herkend door uw
YAMAHA MCX-2000. Raadpleeg voor details de
handleiding van uw YAMAHA MCX-2000.
1
Zet dit toestel uit.
2
Zet uw YAMAHA MCX-2000 in de “Auto
Config” stand.
3
Opmerkingen
• Het laatste deel van de cliënt ID van dit toestel is hetzelfde als
de laatste 5 cijfers van het MAC adres van dit toestel. Voor
details over het MAC adres, zie bladzijde 102.
• Om de geregistreerde cliënt ID van dit toestel te wissen dient u
de “Manual Config” stand van uw YAMAHA MCX-2000 te
gebruiken (raadpleeg de handleiding van uw MCX-2000) en de
“N-RESET” instelling in het geavanceerde instellingenmenu
van dit toestel op “RESET” te zetten (zie bladzijde 127).
• De cliënt bedieningsfuncties van MusicCAST zijn niet
beschikbaar met betrekking tot dit toestel, met uitzondering van
“View Play Info”, “Receive PCM Stream” en “Edit Client title”.
Vermijd het gebruik van deze functies, want deze zullen de
weergave op dit toestel stoppen.
Gebruik deze functie om naar Internetradiozenders te
luisteren. Dit toestel maakt gebruik van de vTuner service
voor Internetradiozenders, speciaal aangepast voor dit
toestel, met een database van meer dan 2000 radiozenders.
Bovendien kunt u uw favoriete zenders opslaan door
middel van ‘bladwijzers’.
Opmerkingen
• Deze service kan zonder kennisgeving worden opgeheven.
• Het is mogelijk dat sommige Internetradiozenders niet kunnen
worden weergegeven, ook al worden ze geselecteerd in het NET
RADIO menu.
• Om naar de Internetradio te kunnen luisteren, moet dit toestel
aangesloten zijn op uw netwerk (zie bladzijde 30).
• Een smalband internetverbinding (bijv. 56K modem, ISDN) zal
geen goede resultaten opleveren en daarom bevelen we een
breedbandaansluiting aan (bijv. een kabelmodem, xDSL
modem, enz.). Neem voor gedetailleerde informatie hieromtrent
contact op met uw internet service-provider.
y
• U kunt met h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk
van het menu op het beeldscherm.
• Een “Podcast” is een soort Internetradioprogramma en er zijn
een aantal Podcast programma’s beschikbaar op het Internet.
Een Podcast is geen doorlopende voorstelling. Dat wil zeggen
dat dit toestel de weergave zal stoppen wanneer de Podcast is
afgelopen.
• Het is mogelijk dat een bepaalde beveligingsvoorziening (zoals
een firewall) de toegang van dit toestel tot Internetradiozenders
blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
beveligingsinstellingen.
BASISBEDIENING
Zet dit toestel aan.
• De MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst
op het submenu van PC/MCX.
• De cliënt ID van dit toestel verschijnt in het inbeeld display van uw YAMAHA MCX-2000 (als
CL-XXXXX), en hiermee is de automatische
configuratieprocedure ten einde.
Gebruiken van de Internetradio
■ Opslaan van uw favoriete
Internetradiozenders met behulp van
bladwijzers
Gebruik deze functie om snel uw favoriete
Internetradiozender op te kunnen zoeken.
Houd TITLE op de afstandsbediening ingedrukt
terwijl u luistert naar de gewenste
Internetradiozender.
De opgeslagen Internetradiozender wordt toegevoegd aan
de “Bookmarks” lijst (zie bladzijde 68).
y
Om een opgeslagen zender te verwijderen van de lijst, dient u
deze zender te selecteren op het eerste niveau van de
“Bookmarks” lijst en dan op de afstandsbediening TITLE
ingedrukt te houden.
Nederlands
71 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Gebruiken van USB
geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting
Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV
(alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB
geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die zijn
aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel.
Gebruiken van sneltoetsen
Met deze functie kunt u direct toegang krijgen tot de
gewenste muziekbron (WAV, MP3 en WMA bestanden
opgeslagen op een aangesloten PC, MCX-2000 of USB
geheugenapparatuur en Internetradiozenders). U kunt voor
elke signaalbron 8 items voorprogrammeren.
■ Toewijzen van items aan de cijfertoetsen
(1-8)
Opmerkingen
• Dit toestel biedt ondersteuning voor USB massaopslagapparaten die gebruik maken van FAT 16 of FAT 32.
• Alleen de eerste partitie wordt weergegeven in het GUI
menusysteem. U kunt geen bestanden selecteren in andere partities.
• Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden
per map worden herkend.
• Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren
functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen.
• Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet
weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten.
• Wanneer u USB geheugenapparatuur of een draagbare USB audiospeler
aansluit, kan het ongeveer 10 seconden duren voor het apparaat herkend wordt.
y
• Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden aangegeven.
• U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s de weergave
starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het in-beeld display.
• U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave bepalen
via de “Play Style” parameters in het “NET/USB” (zie bladzijde 101).
• U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het display
op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en vervolgens
alleen moet worden aangeduid met de eerste 14 tekens via de
“Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.” (zie bladzijde 103).
■
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op NET/USB op de afstandsbediening,
selecteer “NET/USB” als signaalbron.
AMP
NET/USB
SOURCE
TV
2
Selecteer de gewenste muziekbron die u wilt
toewijzen aan de cijfertoets (1-8) en laat de
bron weergeven.
Zie bladzijde 69 voor details.
3
Druk op MEMORY.
Dit toestel gaat in de stand voor het programmeren
van het geheugen. De MEMORY indicator knippert
en de volgende melding zal verschijnen op het
beeldscherm en op het display op het voorpaneel.
Aansluiten van USB geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een USB aansluiting
RETURN
MEMORY
Sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler aan op de USB poort op het
voorpaneel van dit toestel.
-:PC/MCX
Voorkeuzenummer
ENHANCER
MEMORY
Knippert
NIGHT
S
y
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 5 seconden
uitvoert, zal het programmeren van het geheugen automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
USB
USB geheugenapparaat of
draagbare USB audiospeler
72 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
4
Druk op de gewenste cijfertoets (1-8).
Het bij de cijfertoets behorende nummer verschijnt nu
op het beeldscherm of op het display op het
voorpaneel.
NET/USB
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
V-AUX
DVR/VCR 2
VCR 1 CBL/SAT
DTV
DVD
MOVIE
MD/TAPE
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
3
Druk op de cijfertoets (1-8) waaronder het
gewenste item is opgeslagen om dit item te
selecteren voor weergave.
Het geselecteerde voorkeuzenummer verschijnt op
het display op het voorpaneel en dit toestel zal
beginnen met de weergave van het onder de
geselecteerde cijfertoets opgeslagen item.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
MOVIE
TUNER
1:PC/MCX
MEMORY
NET/USB
Geselecteerde
voorkeuzenummer
V-AUX
DVR/VCR 2
VCR 1 CBL/SAT
DTV
DVD
MD/TAPE
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
1:PC/MCX
Knippert
5
Druk op ENTER of MEMORY om uw keuze te
bevestigen.
PRESET/CH
of
RETURN
ENTER
MEMORY
A/B/C/D/E
■ Selecteer een item met de cijfertoetsen
(1-8)
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op NET/USB op de afstandsbediening,
selecteer “NET/USB” als signaalbron.
AMP
NET/USB
SOURCE
TV
2
Selecteer de gewenste sub-signaalbron.
FREQ/TEXT
EON
NET RADIO
USB
REC
PC/MCX
Opmerkingen
• “Empty Memory!” verschijnt op het display op het
voorpaneel en als verkorte melding op het beeldscherm
wanneer u op een cijfertoets (1-8) drukt waaronder geen
item is opgeslagen.
• In de volgende gevallen zal dit toestel niet in staat zijn het
correcte item zoals opgeslagen onder een cijfertoets (1-8)
op te roepen:
– het aangesloten USB apparaat is niet correct.
– de PC of MCX-2000 waarop het geselecteerde item is
opgeslagen staat uit of is niet aangesloten op het netwerk.
– de geselecteerde Internetradiozender is tijdelijk niet
beschikbaar of bestaat niet meer.
– de directory (map) van het geselecteerde item is gewijzigd.
BASISBEDIENING
Geselecteerde voorkeuzenummer
y
Dit toestel bewaart de relatieve positie van de
voorgeprogrammeerde items in een directory of speellijst en
kan het correcte item niet oproepen met de cijfertoetsen (18) als u muziekbestanden toevoegt aan of wist uit dezelfde
directory of speellijst als voorgeprogrammeerde items. In
dergelijke gevallen dient u het gewenste item opnieuw onder
de cijfertoetsen (1-8) te programmeren.
We raden u de volgende methodes aan:
PC server/MCX-2000
Maak acht speellijsten aan met de gewenste items en
programmeer het bovenste item van elk van deze speellijsten
voor onder de gewenste cijfertoets (1-8). Wanneer u de onder
de cijfertoetsen (1-8) voorgeprogrammeerde items wijzigt,
dient u de in de speellijst geregistreerde items te vervangen
door de gewenste items zonder de speellijst zelf te wissen.
73 Nl
Nederlands
USB apparaten
Maak acht directories (mappen) aan met de gewenste items in
een directory naast de directory met alle muziekbestanden en
programmeer dan het bovenste item van elk van deze
directories voor onder de gewenste cijfertoets (1-8). Wanneer
u de onder de cijfertoetsen (1-8) voorgeprogrammeerde items
wijzigt, dient u de items in de directory te vervangen door de
gewenste items zonder de directory zelf te wissen.
OPNEMEN
OPNEMEN
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
LET OP
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de
DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS
materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende
instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale
audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding
van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Opmerkingen
• Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
• De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 52), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 100) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 47) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
• Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
• Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN
aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is
aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
• Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
• S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
• Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
• Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
3
PURE DIRECT
VOLUME
AUDIO
SELECT
TONE
CONTROL
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de signaalbron waarvan u wilt
opnemen.
Selecteer “SOURCE” om op te nemen van de op dit
moment geselecteerde signaalbron.
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
PHONES
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
OPTICAL
USB
ON
OFF
MASTER
32
PROGRAM
Voorpaneel
1
Zet alle aangesloten componenten aan.
2
Druk net zo vaak op REC OUT/ZONE 2 tot de
RECOUT indicator oplicht op het display op
het voorpaneel.
REC OUT/
ZONE2
RECOUT
74 Nl
4
Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
5
Start de opname op de opnemende
component.
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
Selecteren van decoders
2
■ Selecteren van decoders voor 2-kanaals
materiaal (surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen
met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt
2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven.
Druk herhaaldelijk op SELECT op de
afstandsbediening om de gewenste decoder
te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
SELECT
1
7
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SUR.
DECODE op de afstandsbediening om de
surround decoderfunctie te selecteren.
AMP
SOURCE
SUR. DECODE
6
TV
y
• U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en
vervolgens herhaaldelijk op l / h op de
afstandsbediening te drukken.
• U kunt de gewenste decoder selecteren en de bijbehorende
parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie
bladzijde 79 voor details.
■ Decoder beschrijvingen
SUR.DECODE
6
Categorie van het
programma
SUR. DECODE
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Toets
afstandsbediening
Naam van de decoder
(Decoder Type)
PLIIxMusic
PLIIMusic
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder
kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
Panorama
Dimension
Center Width
Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 80)
SUR.DECODE
6
SUR. DECODE
Omschrijving van het programma
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
SUR.DECODE
6
PLIIx Movie
PL II Movie
SUR. DECODE
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
SUR.DECODE
6
SUR. DECODE
PLIIx Music
PL II Music
Panorama
Dimension
Center Width
75 Nl
Nederlands
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
SUR.DECODE
6
PLIIx Game
PL II Game
SUR. DECODE
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
SUR.DECODE
6
SUR. DECODE
Neo: 6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
SUR.DECODE
6
SUR. DECODE
Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
Center Image
y
Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor Dolby Digital, DTS of DTS 96/24 materiaal, zal dit toestel automatisch het
“SURROUND DECODE Dolby Digital”, “SURROUND DECODE DTS” of “SURROUND DECODE DTS 96/24” programma
selecteren.
■ Selecteren van de met geluidsveldprogramma’s te gebruiken decoders
Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt
gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s (behalve
met “Mono Movie”). Zie bladzijde 49 voor details over
MOVIE geluidsveldprogramma’s.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
MOVIE op de afstandsbediening tot u het
gewenste MOVIE geluidsveldprogramma
heeft geselecteerd.
Beschikbare decoders (Decoder Type)
Decoder
Functies
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking
voor elk bronmateriaal
PLIIx Movie
PLII Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby
Pro Logic II) verwerking voor
filmmateriaal. De Pro Logic IIx
decoder kan niet worden
gebruikt wanneer “Surround
Back” op “None” is ingesteld
(zie bladzijde 97).
AMP
MOVIE
SOURCE
4
TV
2
Druk herhaaldelijk op SELECT om de
decoder te selecteren die u wilt gebruiken
met het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
• U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en
vervolgens herhaaldelijk op l / h op de
afstandsbediening te drukken.
• U kunt ook decoders selecteren om te gebruiken met
geluidsveldprogramma’s via het GUI menuscherm. Zet
“Decoder Type” onder “Stereo/Surround” op de gewenste
instelling (zie bladzijde 79).
76 Nl
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor
filmmateriaal
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
■ Selecteren van decoders voor
multikanaals materiaal
Als u surround achter-luidsprekers heeft aangesloten, kunt
u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave
van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby
Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk herhaaldelijk op EXTD SUR.
op de afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen 5.1- of 6.1/7.1-kanaals
weergave.
AMP
EXTD SUR.
SOURCE
8
TV
2
Druk herhaaldelijk op l / h om een decoder
te selecteren terwijl de naam van de decoder
getoond wordt.
PRESET/CH
ENTER
Automatisch AUTO
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1/
7.1 kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1/
7.1 kanalen worden weergegeven.
Decoder
Functies
PLIIxMovie
q D+PLIIx Movie
DTS+PLIIx Movie
MPCM+PLIIx Movie
DSD+PLIIx Movie
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 7.1
kanalen met de Pro Logic IIx
filmdecoder.
PLIIxMusic
q D+PLIIx Music
DTS+PLIIx Music
MPCM+PLIIx Music
DSD+PLIIx Music
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 6.1/
7.1 kanalen met de Pro Logic
IIx muziekdecoder.
DTS ES
DTS 96/24 ES
Voor weergave van DTS
signalen via 6.1/7.1 kanalen
met de DTS-ES decoder.
DOLBY D EX
DTS+DOLBY EX
MPCM+DOLBY EX
DSD+DOLBY EX
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 6.1/
7.1 kanalen met de Dolby
Digital EX decoder.
Uit OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te
creëren.
Opmerkingen
• “PLIIx Movie” is alleen beschikbaar wanneer “Surround Back”
(zie bladzijde 97) is ingesteld op “Small x2” of “Large x2”.
• Sommige discs met 6.1/7.1-kanaals materiaal hebben geen
aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan
detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1/7.1-kanaals
materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIx
Music”, “EX/ES” of “EX”) te kiezen.
• In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
– wanneer “Surround” (zie bladzijde 97) of “Surround Back”
(zie bladzijde 97) op “None” staat.
– wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
– wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
– wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 53) of Pure Direct (zie
bladzijde 52) functie is ingeschakeld.
• Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar “Auto”.
• De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
A/B/C/D/E
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders.
Nederlands
77 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de
versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen
signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt.
Stereo/Surround
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
NET/USB
System Memory
Option
■ Stereo/Surround (Stereo/Surround menu)
Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te selecteren en de programma-instellingen te wijzigen (zie
bladzijde 79).
■ Input Select (Ingangskeuze menu)
Gebruik deze functie om de signaalbron te selecteren en de parameters voor elke signaalbron aan te passen.
■ Manual Setup (Handmatige setup menu)
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 88).
Sound (Geluidsmenu)
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van
uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren (zie bladzijde 88).
Video (Video menu)
Gebruik deze functie om met de hand de video-instellingen te wijzigen (zie bladzijde 92).
Basic (Basismenu)
Via deze functie kunt u met de hand de basisluidsprekerinstellingen wijzigen (zie bladzijde 95).
NET/USB (Netwerk en USB menu)
Via dit menu kunt u met de hand de netwerk en USB systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 100).
Option (Optiemenu)
Via deze functie kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 102).
■ Auto Setup (Automatische setup menu)
Via dit menu kunt u de Auto Setup laten uitvoeren en opgeven welke luidspreker-parameters er ingesteld moeten worden
(zie bladzijde 35).
■ System Memory (Systeemgeheugen menu)
Hiermee kunt u diverse instellingen voor dit toestel opslaan en weer oproepen (zie bladzijde 106).
■ Signal Info. (Signaalinformatie)
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 107).
■ Language (GUI taalkeuze menu)
Via deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem moeten
worden getoond (zie bladzijde 108).
y
• U kunt de taal voor het GUI menusysteem ook kiezen met de “GUI LANGUAGE” parameter in de “ADVANCED SETUP” op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 127).
• Zie bladzijde 44 voor details omtrent de bediening van het GUI menusysteem.
78 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Stereo/Surround
(Stereo/Surround menu)
4
Druk herhaaldelijk op k / n om het gewenste
programma te selecteren.
PRESET/CH
Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te
selecteren (zie bladzijde 46), de surround decoderfunctie,
de “STRAIGHT” functie (zie bladzijde 51), of de
Compressed Music Enhancer functie (zie bladzijde 54), en
de instellingen voor elk van de programma’s aan te passen.
■ Selecteren van geluidsveldprogramma’s
en de bijbehorende parameters instellen
via het GUI menuscherm
1
ENTER
A/B/C/D/E
5
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Druk op h op de afstandsbediening en
vervolgens op k / n om de gewenste
parameter te selecteren.
PRESET/CH
AMP
PRESET/CH
ENTER
ENTER
SET MENU
SOURCE
A/B/C/D/E
MENU
A/B/C/D/E
SRCH MODE
TV
y
2
U kunt “Initialize” selecteren om alle parameters voor het
geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun
standaardwaarden. Zie bladzijde 84 voor details.
6
PRESET/CH
PRESET/CH
Druk op h en vervolgens op l / h om de
geselecteerde parameter in te stellen.
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
Input Assign
A/B/C/D/E
Dimmer
7
Support Audio
Stereo/Surround
CLASSICAL
Input Select
LIVE/CLUB
Manual Setup
ENTERTAINMENT
Druk op ENTER of k / n om de nieuwe
instelling voor de geselecteerde parameter
definitief te maken.
PRESET/CH
PRESET/CH
3
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Stereo/Surround” en druk
vervolgens op h.
Druk herhaaldelijk op k / n om de gewenste
categorie programma’s te selecteren en druk
vervolgens op h.
of
ENTER
A/B/C/D/E
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Nederlands
79 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
Geluidsveldparameter
Kenmerken
Decoder Type
Decodertype. Selecteert de decoder voor gebruik met de SUR. DECODE of MOVIE
programma’s. Zie de bladzijden 75 en 76 voor details.
DSP Level
DSP niveau. Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk
van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten
opzichte van het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Init. Delay
Sur. Init. Delay
SB. Init. Delay
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke
vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen
het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing
daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij de luisteraar
lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde
voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (Init. Delay)
1 t/m 49 ms (Sur. Init. Delay och SB. Init. Delay)
Brongeluid
Niveau
Niveau
Niveau
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Tijd
Tijd
Vertraging
Vertraging
Vertraging
Geluidsbron
Weerkaatsend oppervlak
Kleine waarde = 1 ms
80 Nl
Grote waarde = 99 ms
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Geluidsveldparameter
Room Size
Sur. Room Size
SB. Room Size
Kenmerken
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst
in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende
weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen
te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter
te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Tijd
Vroege
weerkaatsingen
Niveau
Niveau
Niveau
Brongeluid
Tijd
Tijd
Geluidsbron
Kleine waarde = 0,1
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit
van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht
afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker
in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid
weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch
“dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig”
genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen
wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Brongeluid
Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0
Niveau
Dood
Niveau
Levendig
Niveau
Liveness
Sur. Liveness
SB. Liveness
Grote waarde = 2,0
Tijd
Tijd
Veel weerkaatst
geluid
Grote waarde = 10
Nederlands
81 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Geluidsveldparameter
Rev. Time
Kenmerken
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Natrillingen
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
60 dB
Rev. Time
Geluidsbron
60 dB
Rev. Time
Korte
natrillingen
60 dB
Rev. Time
Lange
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s
Rev. Delay
Natrillingen
Grote waarde = 5,0 s
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het
directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen
zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere
akoestische omgeving bevindt.
Niveau
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Brongeluid
(dB)
60 dB
Natrillingen
Tijd
Rev. Delay
82 Nl
Rev. Time
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Geluidsveldparameter
Rev. Level
Kenmerken
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Niveau
Instelbereik: 0 tot 100%
Brongeluid
Rev. Level
Tijd
Dialogue Lift
Dialoog-lift. Deze parameter regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door
sommige elementen uit de voor- en middenkanalen toe te wijzen aan de
aanwezigheidsluidsprekers. Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de
weergave van de voor- en middenkanalen.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
Geluidsveldparameter
2ch Stereo
Direct
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Beschrijvingen stereo programmaparameters
Kenmerken
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: Auto, Off
y
• Selecteer “Auto” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling automatisch alleen te
laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 52).
• Selecteer “Off” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren
wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB.
• Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden
teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voorluidsprekers.
• In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers
omgeleid worden naar de subwoofer:
– “Bass Out” is ingesteld op “Both” (zie bladzijde 98).
– “Front” is ingesteld op “Small” (zie bladzijde 96) en “Bass Out” is ingesteld op “SWFR” (zie
bladzijde 98).
7ch Stereo
Center Level
Surround L Level
Surround R Level
Sur. Back Level
Presence L Level
Presence R Level
7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts
aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo
weergavefunctie.
Instelbereik: 0 tot 100%
Nederlands
83 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Beschrijvingen Compressed Music Enhancer stand parameters
De Compressed Music
Enhancer stand
2ch Enhancer
7ch Enhancer
Kenmerken
2-kanaals verbetering of 7-kanaals verbetering van het effectniveau. Selecteer “High” of “Low” om het
effect voor de hoge tonen te regelen.
Keuzes: High, Low
■ Decoder parameter beschrijvingen
Decoderparameter
Pro Logic IIx Music
PRO LOGIC II Music
Panorama
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
Dimension
Kenmerken
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: Off, On
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het
geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
Center Width
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal
helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een
grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers)
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music
Center Image
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang
met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling: 0,3
■ Initialize (Programma instellingen terugzetten)
Gebruik deze functie om de parameters voor het geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun
beginwaarden.
Keuzes: No, Yes
SB Room Size
Dialogue Lift
Initialize
No
Yes
• Selecteer “Yes” om de programmaparameters terug te zetten op de fabrieksinstellingen.
• Selecteer “No” om het terugzetten van de programmaparameters te annuleren.
y
Gebruik de “Sur. Initialize” functie in het “Option” om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een groep terug te zetten op
de begininstellingen (zie bladzijde 105).
84 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Input Select
1
Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen,
het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen
geven of het uitgangsvolume van elk van de
signaalbronnen regelen.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
AMP
SET MENU
Signaalbron
SOURCE
Parameter
MENU
SRCH MODE
TV
TUNER
Volume Trim
Rename
PHONO
CD
CD-R
MD/TAPE
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR1
DVR/VCR2
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
V-AUX of DOCK
I/O Assignment*
Audio Select*
Decoder Mode*
Volume Trim
Rename
PC/MCX, NET RADIO of
USB
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
NET/USB
System Memory
Option
Selecteer “Input Select” en druk vervolgens
op h.
CD-R
Stereo/Surround
Volume Trim
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Multi CH Assign
BGV
Opmerkingen
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
3
MD/TAPE
DVD
DTV
CBL/SAT
Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD,
enz.) en druk dan op h of ENTER om de
instelfunctie te openen en de instellingen te
wijzigen.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
MULTI CH
2
Stereo/Surround
• Sommige parameters die hierboven beschreven worden zijn niet
beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn
alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
• Wanneer er een iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden
met de DOCK aansluiting van dit toestel, zal de melding
“DOCK” verschijnen in het “Input Select” menu, in plaats van
“V-AUX”. In een dergelijk geval zullen de parameters die in de
bovenstaande tabel aangegeven zijn met een sterretje (*) niet
verschijnen in het instelmenu voor de signaalbron.
• Wanneer u “NET/USB” als signaalbron selecteert, zal de
ingestelde sub-signaalbron (PC/MCX, NET RADIO of USB)
verschijnen in het Input Select menu.
Nederlands
85 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Volume Trim (Volume trimmen)
3
y
Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met l / h naar het
volgende teken.
• U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
• Druk op n om de tekens als volgt te laten
veranderen, of druk op k om deze reeks in
omgekeerde volgorde te doorlopen:
CAPITAL A t/m Z, spatie
SMALL a t/m z, spatie
FIGURE 0 t/m 9, spatie
MARK
!, #, %, &, enz.
• Druk op ENTER om te schakelen tussen de diverse
tekensets.
• Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen voor
andere ingangsaansluitingen wilt veranderen.
Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden
geproduceerd via de ZONE OUT aansluitingen.
Opmerking
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de signaalbronnen op elkaar afstemmen. Dit
komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume
plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een
andere signaalbron.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Audio Select
Decoder Mode
0.0dB
Volume Trim
Rename
Ook als u “Français”, “Deutsch”, “Español” of “Русский”
selecteert bij “Language” (zie bladzijde 108), kunt u geen
tekens met accenten of Cyrillische letters gebruiken voor de
naam van de signaalbron.
Opmerking
Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige
signaalbron regelen.
■ Rename (Nieuwe naam geven)
Met deze functie kunt u de namen van de
ingangsaansluitingen zoals die op het GUI scherm en op
het display op het voorpaneel verschijnen veranderen. (In
het volgende voorbeeld wordt DVD gebruikt als
broncomponent.)
1
Druk op l / h en verplaats de “_”
(onderstreping) naar het teken dat of de
spatie die u wilt veranderen.
Decoder Mode
CAPITAL
Volume Trim
Rename
DVD
OK
2
RESET
Druk herhaaldelijk op ENTER om het soort
teken te selecteren (CAPITAL/SMALL/
FIGURE/MARK).
86 Nl
4
Druk op l / h, selecteer OK en druk
vervolgens op ENTER wanneer u klaar bent.
y
• Selecteer “RESET” om de naam van de geselecteerde
signaalbron op de standaardinstelling in te stellen.
• Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of
uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen
en component video ingangsaansluitingen.
• U kunt ook de naam van de signaalbron zoals die verschijnt in
het uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen.
Raadpleeg “Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster
verschijnen” op bladzijde 114.
Opmerking
U kunt alleen de naam van huidige signaalbron veranderen
(behalve voor multikanaals signaalbronnen) via deze instelling.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ I/O Assignment (Toewijzen van in-/
uitgangsaansluitingen)
■ Audio Select (Selectiefunctie audio
ingangsaansluiting)
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel
(of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren.
Keuzes: Auto, HDMI, Coax/Opt, Analog
Optical Output
Component Video
I/O Assignment
HDMI
Audio Select
Decoder Mode
Voorbeeld 1: Toewijzen van de COAXIAL 1 CD
aansluiting aan de DVD signaalbron.
Selecteer “Input Select” op het GUI
menuscherm en selecteer vervolgens “DVD”.
2
Selecteer “I/O Assignment” en druk
vervolgens op “Coaxial Input”.
3
Selecteer “1 CD”.
Auto
Decoder Mode
HDMI
Volume Trim
Coax/Opt
• Kies “Auto” als u binnenkomende signalen in de
volgende volgorde wilt laten selecteren: HDMI
signalen, digitale signalen en analoge signalen.
• Kies “HDMI” als u alleen HDMI signalen wilt laten
weergeven met dit toestel. Als er geen HDMI signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
• Kies “Coax/Opt” als u digitale signalen die binnenkomen
via de OPTICAL of COAXIAL aansluitingen van dit
toestel wilt kunnen laten weergeven. Gebruiken als er ook
HDMI signalen binnenkomen.
• Kies “Analog” als u alleen analoge signalen wilt laten
weergeven met dit toestel. Als er geen analoge signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
y
Voorbeeld 2: Wissen van een eerder toegewezen
aansluiting.
1
Selecteer “Input Select” en selecteer vervolgens
de gewenste signaalbron (“DVD”, enz.).
2
Selecteer “I/O Assignment” en selecteer
vervolgens de gewenste toegewezen aansluiting
(“Coaxial Input”, “Optical Input”, “Optical
Output”, “Component Video”, of “HDMI”).
3
Audio Select
Selecteer “None” en druk vervolgens op
ENTER om de toewijzing ongedaan te maken.
• U kunt de audio ingangsaansluiting ook selecteren door op
AUDIO SELECT te drukken op het voorpaneel (of op AUDIO
SEL op de afstandsbediening). Zie bladzijde 42 voor details.
• U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “Audio
Select” onder “Option” (zie bladzijde 105).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
1
I/O Assignment
Opmerking
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen
(OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal “HDMI”
niet beschikbaar zijn als instelling voor de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting als de HDMI IN 1, HDMI IN 2 en HDMI IN 3 aansluitingen
niet worden gebruikt. Gebruik “I/O Assignment” in het “Input Select” om de
ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 87).
■ Decoder Mode (Decoderfunctie)
Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen. U kunt
de opnieuw toegewezen digitale ingangsaansluitingen (zie
bladzijde 87) instellen voor bepaalde audiosignalen (DTS, enz.).
Keuzes: Auto, DTS
I/O Assignment
Opmerkingen
Decoder Mode
Auto
Volume Trim
DTS
Rename
• Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
• Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als
ingangsfunctie wilt laten gebruiken.
87 Nl
Nederlands
• U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
• Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL
als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de
COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
Audio Select
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Multi CH Assign (Toewijzen van kanalen
bij multikanaals weergave)
Met deze functie kunt u bepalen waar de signalen voor de
midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor een
broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH
INPUT aansluitingen naartoe moeten. Als u een
ingangssignaal met 8 kanalen van een externe decoder
gebruikt, kunt u met deze functie de aansluitingen kiezen
voor de extra voorkanalen.
Manual Setup (Sound)
Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen wijzigen.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
AMP
SET MENU
SOURCE
MENU
SRCH MODE
Volume Trim
TV
Rename
Multi CH Assign
Input Channels
BGV
Front Input
2
Input Channels (Ingangskanalen)
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder.
Keuzes: 6ch, 8ch
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Opmerking
Als “Zone2 Amplifier” (bladzijde 104) is ingesteld op
“INT:[SP1]”, “INT:[SP2]” of “INT:Both”, zal er geen geluid
worden weergegeven via de surround achter-luidsprekers, ook
niet als u “8ch” selecteert. Selecteer in dit geval “6ch” en zet de
uitgangsinstelling van de externe decoder ook op 6 kanalen.
3
Front Input (Voor-ingangsaansluitingen)
Als u “8ch” heeft ingesteld als aantal ingangskanalen,
kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de extra
voorkanalen van de externe decoder zullen binnenkomen.
Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2,
V-AUX, CD, CD-R, MD/TAPE
Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Sound” en
druk vervolgens op h.
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
■ BGV (Achtergrondvideo)
Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron
als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van
signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT
aansluitingen.
Rename
DVR/VCR 2
Multi CH Assign
V-AUX
BGV
Last
Off
Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX, Last, Off
• Selecteer “Last” om dit toestel automatisch de laatst
geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten
gebruiken.
• Selecteer “Off” om dit toestel geen achtergrondvideo
weer te laten geven.
88 Nl
LFE Level
Dynamic Range
4
Sound
Parametric EQ
Video
Tone Control
Basic
Audio Option
Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■
LFE Level (Niveau Lage Frequentie Effecten)
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het
LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit
van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de
weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde
passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Instelbereik: –20,0 t/m 0,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
0.0dB
Speaker
Headphone
■ Parametric EQ (Parametrische equalizer)
Met deze functie kunt u de parametrische equalizer voor
elke luidspreker instellen.
LFE Level
Dynamic Range
Front R
■ Dynamic Range (Dynamisch bereik)
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of
uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Keuzes: MAX (maximum), STD (standaard), MIN (minimum)
PARAM
Test Tone
MIN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Druk op h om het instelvenster te openen.
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE Level” is het mogelijk
dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER aansluiting
worden gereproduceerd.
STD
Front L
Audio Option
2
Opmerking
MAX
Tone Control
Druk op k / n / l / h en kies Test Tone of de
luidspreker die u wilt instellen.
• Selecteer “Test Tone” om de testtoon in of uit te
schakelen wanneer u de klankkleur van uw
luidsprekers op elkaar af wilt stellen.
• Selecteer “Front L” om de klankkleur van de linker
voor-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Front R” om de klankkleur van de
rechter voor-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Center” om de klankkleur van de
midden-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround L” om de klankkleur van de
linker surround-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround R” om de klankkleur van de
rechter surround-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround Back L” om de klankkleur van
de linker surround achter-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround Back R” om de klankkleur van
de rechter surround achter-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Presence L” om de klankkleur van de
linker aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
• Selecteer “Presence R” om de klankkleur van de
rechter aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
• Selecteer “Subwoofer” om de klankkleur van de
subwoofer in te stellen.
Headphone (Hoofdtelefoon Niveau Lage
Frequentie Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Headphone
Test Tone
1
Speaker (Luidspreker Niveau Lage Frequentie
Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Speaker
Parametric EQ
RESET
EDIT
EXIT
Band / Gain
Front L
Front R
Speaker (Luidspreker Dynamisch bereik)
Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij
weergave via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone (Hoofdtelefoon Dynamisch bereik)
Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij
weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen.
3
Druk op k / n / l / h, selecteer “PARAM” en
druk vervolgens op ENTER om een
parameter te kiezen uit “Band” (band),
“Freq.” (frequentie) of “Q” (Q factor).
y
U kunt de ‘gain’ (versterking) instellen voor elk van de
parameters.
89 Nl
Nederlands
• Selecteer “MAX” om het grootste dynamische bereik
te behouden.
• Selecteer “STD” voor algemeen gebruik.
• Selecteer “MIN” als u regelmatig bij een laag volume
wilt luisteren.
Center
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
4
Druk op n, selecteer “EDIT” en druk
vervolgens op ENTER om het
bewerkingsvenster te openen.
Test Tone
Band
Gain
Freq.
Q
Control (Toonregeling)
Keuzes: Speakers, Headphones
#1
0.0dB
125.0Hz
1.000
Front L
Control
Speakers
Bass
Headphones
Treble
Front R
Center
De via “PARAM” geselecteerde parameter zal
oplichten.
• Druk op l / h om de parameter in te stellen.
• Druk op k / n om de “Gain” in te stellen.
• Druk op ENTER om het bewerkingsvenster te
sluiten.
y
• Als u bij stap 3 “Band” heeft geselecteerd, kunt u dit menu
als grafische equalizer gebruiken.
• Via “Band #1” en “Band #2” kunnen frequenties onder
198,4 Hz worden geregeld.
• Als u “Subwoofer” selecteert bij stap 1 en “Band” bij stap
3, kunt u alleen “Band #1” en “Band #2” instellen.
• Voor meer informatie over de parametrische equalizer, zie
bladzijde 89.
5
6
• Selecteer “Speakers” om de weergave van de lage/hoge
tonen via uw luidsprekers te regelen.
• Selecteer “Headphones” om de weergave van de lage/
hoge tonen via uw hoofdtelefoon te regelen.
y
De “Speaker” en “Headphone” instellingen worden apart
opgeslagen. De instellingen voor “Speaker” hebben invloed op de
linker/rechter voor-, midden-, linker/rechter aanwezigheids- en
subwoofer-kanalen.
Bass (Regeling lage tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de lage tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 125 Hz, 350 Hz, 500 Hz
Instelbereik: – 6,0 dB t/m + 6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Speaker
Freq : 350Hz
Gain : 0.0dB
Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent
met het resultaat.
Control
y
Treble
+0
Als u alle “Parametric EQ” instellingen voor de
geselecteerde luidspreker terug wilt zetten op de
standaardwaarden, kiest u “RESET” en drukt u vervolgens
op ENTER.
Audio Bypass
-6
Selecteer “EXIT” en druk op ENTER om het
instelvenster te sluiten.
■ Tone Control (Toonregeling)
Met deze functie kunt u de weergave van de lage en die
van de hoge tonen via uw luidsprekers en uw
hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: Control, Bass, Treble, Audio Bypass
Opmerking
Bass
Treble (Regeling hoge tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de hoge tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 2,5 kHz, 3,5 kHz, 8,0 kHz
Instelbereik: – 6,0 dB t/m + 6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
90 Nl
Speaker
Freq : 3.5kHz
Gain : 0.0dB
Control
Bass
Treble
Auto Bypass
Tone Control werkt niet wanneer:
– PURE DIRECT (zie bladzijde 52) is geselecteerd.
– MULTI CH INPUT is geselecteerd als signaalbron.
+6
+6
+0
-6
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Auto Bypass (Automatisch passeren
toonregeling)
Gebruik deze functie om de geluidssignalen de
schakelingen voor de toonregeling helemaal te laten
negeren wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB zijn
ingesteld (zie bladzijde 52).
Keuzes: Auto, Off
Audio Delay (Audio vertraging)
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors, projectoren of
monitoren met een zeer hoge resolutie.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Bass
Muting Type
Treble
Audio Delay
Auto Bypass
Auto
Max Volume
Off
Initial Volume
• Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de
toonregeling wilt laten negeren om een zo puur
mogelijke weergave te verkrijgen.
• Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling
helemaal genegeerd wordt.
■ Audio Option (Audio opties)
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Max Volume (Maximum volume)
Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in
de hoofdzone in te stellen. Deze functie komt van pas om
te voorkomen dat er onbedoeld heel harde geluiden
worden weergegeven. Het originele volumebereik is
bijvoorbeeld 16,5 dB t/m –80,0 dB. Als u echter “Max
Volume” instelt op –5,0 dB, wordt het effectieve
volumebereik als volgt: –5,0 dB t/m –80,0 dB.
Instelbereik: 16,5 dB, 15,0 dB t/m –30,0 dB
Instelstap: 5,0 dB
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Muting Type (Soort demping)
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt.
Keuzes: Full, –20 dB
0ms
Muting Type
Audio Delay
Max Volume
+16.5dB
Initial Volume
Muting Type
Full
Audio Delay
-20dB
Max Volume
• Selecteer “Full” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
• Selecteer “–20 dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Opmerkingen
• Wanneer er een testtoon wordt geproduceerd, zal de “Max
Volume” instelling automatisch buiten werking worden gesteld
omdat het volumeniveau automatisch op 0 dB wordt ingesteld,
ongeacht de huidige “Max Volume” instelling.
• De “Max Volume” instelling heeft voorrang boven de “Initial
Volume” instelling (zie bladzijde 91). Als bijvoorbeeld het
“Initial Volume” is ingesteld op –20,0 dB en vervolgens “Max
Volume” wordt ingesteld op –30,0 dB dan zal het volumeniveau
automatisch worden ingesteld op –30,0 dB wanneer u de
volgende keer dit toestel aan zet.
Initial Volume (Beginvolume)
Met deze functie kunt u het volumeniveau voor de hoofdzone
bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: Off, –80 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Audio Delay
Initial Volume
Nederlands
Max Volume
Off
91 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Manual Setup (Video)
Opmerking
De “Max Volume” instelling heeft voorrang boven de “Initial
Volume” instelling. Daarom kan Initial Volume niet worden
ingesteld boven een reeds bestaande “Max Volume” instelling.
■ Channel Mute (Kanaaldemping)
Via dit menu kunt u de video-instellingen wijzigen.
1
Met deze functie kunt u de geluidsweergave via bepaalde
luidsprekerkanalen tijdelijk zacht zetten.
Mode (Stand; modus)
Met deze functie kunt u de “Channel Mute” instelling voor
elk van de luidsprekers aan of uit zetten.
Keuzes: Off, On
Presence R
AMP
SET MENU
SOURCE
Mode
Off
Front L
On
MENU
SRCH MODE
TV
2
Subwoofer
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Front R
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
PRESET/CH
PRESET/CH
• Selecteer “Off” om de “Channel Mute” instellingen
buiten werking te stellen.
• Selecteer “On” om de “Channel Mute” instellingen in
werking te stellen.
Instellingen voor elk van de luidsprekers
Keuzes: Mute, Off
3
Mode
Mute
Front R
Off
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Subwoofer
Front L
ENTER
ENTER
Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Video” en
druk vervolgens op h.
PRESET/CH
PRESET/CH
Center
• Selecteer “Mute” om de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal uit te schakelen.
• Selecteer “Off” om de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal niet uit te schakelen.
• “Front L” bepaalt of de geluidsweergave via de linker
voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
• “Front R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
• “Center” bepaalt of de geluidsweergave via de middenluidspreker uitgeschakeld moet worden.
• “Surround L” bepaalt of de geluidsweergave via de
linker surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
• “Surround R” bepaalt of de geluidsweergave via de
rechter surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
• “Surround Back L” bepaalt of de geluidsweergave via de
linker surround achter-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
• “Surround Back R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
surround achter-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
• “Presence L” bepaalt of de geluidsweergave via de linker
aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden.
• “Presence R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden.
• “Subwoofer” bepaalt of de geluidsweergave via de
subwoofer uitgeschakeld moet worden.
92 Nl
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Sound
4
Video
Conversion
Basic
Component I/P
NET/USB
HDMI Up-Scaling
Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Component I/P (Component
geïnterlinieerde/progressieve conversie)
Opmerking
Gebruik “V-RESET” in de “ADVANCED SETUP” om de “Manual
Setup (Video)” parameters (behalve “Short Message” en “On
Screen”) terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 127).
■ Conversion (Video conversie)
Met deze functie kunt u de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie in- of uitschakelen, alsook de HDMI
opwaardering van analoge videosignalen die binnenkomen via
de composiet video, S-video en component video-aansluitingen.
Keuzes: Off, On
Gebruik deze functie om de analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen die
binnenkomen via de composiet video, S-video en
component video-aansluitingen in- of uit te schakelen
zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen
waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting
naar 480p/576p worden geproduceerd via de
COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen.
Keuzes: Off, On
Conversion
Off
Conversion
On
Component I/P
Component I/P
Off
HDMI Up-Scaling
On
HDMI Aspect
HDMI Up-Scaling
• Selecteer “Off” om de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor
analoge videosignalen uit te schakelen.
• Selecteer “On” om de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor
analoge videosignalen in te schakelen.
Opmerkingen
• Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off”.
• Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen
met een 480p/576p resolutie, is het mogelijk dat het GUI scherm
niet op uw beeldscherm getoond kan worden wanneer
“Component I/P” is ingesteld op “On”. Gebruik “V-RESET” in
de “ADVANCED SETUP” om de parameters onder “Component
I/P” terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 127).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Opmerkingen
■ HDMI Up-Scaling (HDMI opwaardering)
Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van analoge
videosignalen die binnenkomen via de composiet video, Svideo en component video-aansluitingen in- of uit te
schakelen zodat de opgewaardeerde analoge videosignalen
worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Dit toestel kan analoge videosignalen als volgt opwaarderen.
• 480i (NTSC)/576i (PAL) → 480p/576p, 1080i of 720p
• 480p/576p → 1080i of 720p
Keuzes: Through, 480p (of 576p), 1080i, 720p
Conversion
Component I/P
Through
HDMI Up-Scaling
480p
HDMI Aspect
1080i
Short Message
720p
• Selecteer “Through” om geen analoge videosignalen
op te waarderen.
• Selecteer “480p” (of “576p”), “1080i” of “720p” om
analoge videosignalen op te waarderen naar een
resolutie van 480p of 576p, 1080i of 720p.
93 Nl
Nederlands
• Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
• Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i
(NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video
of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
• De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
• Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan
de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder.
• Zelfs wanneer “Conversion” is ingesteld op “On”, HDMI worden
digitale signalen niet omgezet naar analoge videosignalen.
• Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zullen de “Component
I/P” en “HDMI Up-Scaling” functies worden uitgeschakeld.
• Stel “Conversion” in op “On” om de verkorte meldingen te
laten weergeven.
• Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet video
of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of worden
mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke gevallen
“Conversion” op “Off”.
• Wanneer er videosignalen die niet standaard genoemd kunnen
worden binnenkomen (zoals videosignalen van een spelcomputer),
is het mogelijk dat dit toestel de signalen niet zal kunnen omzetten,
ook al heeft u “Conversion” ingesteld op “On”.
• Wanneer er analoge component videosignalen met een resolutie
van 480p binnenkomen via de COMPONENT VIDEO
aansluitingen en het beeldscherm is verbonden met de VIDEO
MONITOR OUT of S VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit
toestel, dan zal het GUI menuscherm niet worden weergegeven op
het beeldscherm.
• Selecteer “On” om analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen in te
schakelen.
• Selecteer “Off” om analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen uit te
schakelen.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Short Message (Verkorte weergave
meldingen)
Opmerkingen
• Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off”
(zie bladzijde 93).
• Wanneer u “TV FORMAT” in de “ADVANCED SETUP”
instelt op “NTSC” (zie bladzijde 127), zal “480p” verschijnen
bij de keuzes voor “HDMI Up-Scaling”, en wanneer u “TV
FORMAT” instelt op “PAL”, zal “576p” verschijnen bij de
keuzes voor “HDMI Up-Scaling”.
Gebruik deze functie om de verkorte weergave van
meldingen aan of uit te zetten.
Keuzes: Off, On
HDMI Up-Scaling
HDMI Aspect
Off
Short Message
On
■ HDMI Aspect (HDMI beeldverhouding)
On Screen
Gebruik deze functie om de instelling voor de
beeldverhouding van HDMI videobronnen te bepalen.
Keuzes: Through, 16:9 Normal, Smart Zoom
Position
Component I/P
HDMI Up-Scaling
HDMI Aspect
Through
Short Message
16:9 Normal
On Screen
Smart Zoom
• Selecteer “Through” als u geen wijzigingen wilt
aanbrengen in de beeldverhouding voor HDMI
videobronsignalen.
• Selecteer “16:9 Normal” als u videobeelden met een
beeldverhouding van 4:3 wilt weergeven op een
beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9.
Hierdoor zullen links en rechts op het beeldscherm
zwarte balken worden weergegeven.
• Selecteer “Smart Zoom” als u videobeelden met een
beeldverhouding van 4:3 passend wilt weergeven op
een beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9.
Opmerkingen
• Wanneer “HDMI Up-Scaling” is ingesteld op “Through”, kunt
u geen wijzigingen maken voor “HDMI Aspect”.
• Wanneer “HDMI Aspect” is ingesteld op “Smart Zoom” zullen
de beelden worden uitgerekt aan de randen van het
beeldscherm.
• Wanneer de videosignalen binnenkomen via de HDMI IN
aansluitingen of wanneer er signalen binnenkomen met een
resolutie van 720p of 1080i, heeft de “HDMI Aspect” instelling
geen invloed op de via de HDMI OUT aansluiting
gereproduceerde signalen.
94 Nl
• Selecteer “On” om de verkorte weergave van
meldingen in te schakelen. De inhoud van het display
op het voorpaneel wordt onderaan het scherm getoond
telkens wanneer het toestel bediend wordt.
• Selecteer “Off” om de verkorte weergave van
meldingen uit te schakelen.
Opmerking
De verkorte weergave van meldingen zal in de volgende gevallen
niet verschijnen:
– wanneer er component videosignalen met een resolutie van
720p, 1080i of 1080p binnenkomen
– wanneer er HDMI videosignalen binnenkomen
■ On Screen (Weergavetijd in-beeld
display)
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu of
NET/USB menu nog moet worden weergegeven op het
beeldscherm nadat u een handeling heeft uitgevoerd.
Keuzes: Always, 10sec, 30sec
HDMI Aspect
Always
Short Message
10sec
On Screen
30sec
Position
Wall Paper
• Selecteer “Always” om het menuscherm voortdurend
te laten weergeven tijdens een handeling.
• Selecteer “10sec” om het menuscherm 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
• Selecteer “30sec” om het menuscherm 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Position (GUI scherm positie)
Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het
GUI scherm instellen.
Instelbereik: –5 (naar beneden/links) t/m +5 (naar boven/
rechts)
Manual Setup (Basic)
Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen.
1
Short Message
/ :+5
/ :-5
On Screen
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
+
Position
AMP
SET MENU
Wall Paper
SOURCE
MENU
SRCH MODE
TV
• Druk op k om het in-beeld display (GUI) hoger in het
beeld plaatsen.
• Druk op n om het in-beeld display (GUI) lager in het
beeld plaatsen.
• Druk op h om het in-beeld display (GUI) meer naar
rechts in het beeld te plaatsen.
• Druk op l om het in-beeld display (GUI) meer naar links
in het beeld te plaatsen.
2
Yes
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
3
Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Basic” en
druk vervolgens op h.
PRESET/CH
PRESET/CH
Gray
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
• Selecteer “None” om geen enkele achtergrond weer te
laten geven op uw beeldscherm.
• Selecteer “Yes” om een afbeelding (de foto van een
piano) als achtergrond weer te laten geven op uw
beeldscherm wanneer er geen videosignaal
binnenkomt.
• Selecteer “Gray” om een grijze achtergrond weer laten
geven op uw beeldscherm wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
Opmerking
Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond
worden weergegeven, ook al heeft u “Wall Paper” ingesteld op
“Yes”.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
None
Wall Paper
ENTER
ENTER
On Screen
Position
PRESET/CH
PRESET/CH
■ Wall Paper (Achtergrond)
Met deze functie kunt u een afbeelding of een grijze
achtergrond weer laten geven op uw beeldscherm wanneer
er geen videosignaal binnenkomt.
Keuzes: None, Yes, Gray
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
A/B/C/D/E
Sound
4
Video
Test Tone
Basic
Speaker Set
NET/USB
Speaker Distance
Option
Speaker Level
Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
PRESET/CH
Nederlands
ENTER
A/B/C/D/E
95 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
y
• De meeste parameters in het basismenu worden automatisch
ingesteld wanneer u de “Auto Setup” laat doen. U kunt het
basismenu gebruiken om verdere aanpassingen te verrichten,
maar we raden u toch aan eerst de “Auto Setup” te laten doen.
• U kunt deze paramaters terugzetten met de “Auto Setup”
procedure (zie bladzijde 35).
■ Test Tone (Testtoon)
Aan of uit zetten van de testtoon voor de “Speaker Set”,
“Speaker Distance” en “Speaker Level” instellingen.
Keuzes: Off, On
Test Tone
Off
Speaker Set
On
Speaker Distance
y
Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan
met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze
zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal
en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Opmerkingen
• Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer u “On”
kiest. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de
luisterruimte zijn.
• Als u “On” kiest en het “Speaker Set”, “Speaker Level” of
“Speaker Distance” menu opent, zal de testtoon via de
geselecteerde luidsprekers worden weergegeven.
■ Speaker Set (Luidspreker-instellingen)
Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen.
Test Tone
Front
Large
Center
Small
Surround
• Selecteer “Large” (groot) als u grote voor-luidsprekers
heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven.
Alle signalen voor de linker en rechter voorkanalen
worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers
gedirigeerd.
• Selecteer “Small” (klein) als u kleine voor-luidsprekers
heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te
geven. De lage tonen in de signalen voor de linker en
rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij “Bass
Out” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden
(zie bladzijde 98).
Opmerkingen
• Als “Bass Out” is ingesteld op “Front” (zie bladzijde 98), zullen
eventuele LFE signalen in Dolby Digital of DTS bronsignalen,
de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage
tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small”
allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voorluidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling.
• Wanneer “Bass Out” is ingesteld op “Front” (zie bladzijde 98),
kunt u alleen “Large” kiezen bij “Front”. Als “Front” van
tevoren op een andere instelling dan “Large” is gezet, zal dit
toestel die instelling automatisch veranderen naar “Large”.
Center (Midden-luidspreker)
Keuzes: Large, Small, None
Front
Large
Center
Small
None
Speaker Set
Front
Surround
Speaker Distance
Center
Surround Back
Speaker Level
Surround
y
• Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen
aan uw voorkeuren.
• Wanneer de diameter van de woofer van de box groter is dan
16 cm, dient u de corresponderende luidspreker-instelling op
“Large” te zetten.
96 Nl
Front (Voor-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small
• Selecteer “Large” (groot) als u een grote middenluidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te
geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden
naar de midden-luidspreker gedirigeerd.
• Selecteer “Small” (klein) als u een kleine middenluidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen
weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal
zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn
geselecteerd bij “Bass Out”.
• Selecteer “None” (geen) als u geen midden-luidspreker
heeft aangesloten. De signalen voor het middenkanaal
zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers
worden gestuurd.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small, None
Surround Back (Linker/rechter surround achterluidsprekers)
Keuzes: Large x1, Small x1, Small x2, Large x2, None
Front
Center
Large
Center
Surround
Small
Surround
Large x1
Surround Back
None
Surround Back
Small x1
Presence
Small x2
Bass Out
Large x2
Presence
• Selecteer “Large” (groot) als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage
tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het
surroundkanaal zal naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd.
• Selecteer “Small” (klein) als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en
rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS
OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden.
• Selecteer “None” (geen) als u geen surroundluidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het
toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie
bladzijde 51) en zal “Surround Back” automatisch op
“None” (geen) worden ingesteld.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• Selecteer “Large x1” (groot x 1) als u een grote
surround achter-luidspreker heeft die goed in staat is
lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de
linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de
linker surround achter-luidspreker worden gestuurd.
• Selecteer “Small x1” (klein x 1) als u een kleine
surround achter-luidspreker heeft die niet goed in staat
is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit de linker
en rechter surround-achterkanalen zullen gedirigeerd
worden naar de luidsprekers die zijn geselecteerd bij
“LFE/BASS OUT” en de rest van de surroundachterkanalen zal naar de linker surround achterluidspreker worden gestuurd.
• Selecteer “Small x2” (klein x 2) als u twee kleine
surround achter-luidsprekers heeft die niet goed in staat
zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de
linker en rechter surround-achterkanalen zullen naar de
bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers
gedirigeerd worden.
• Selecteer “Large x2” (groot x 2) als u twee grote
surround achter-luidsprekers heeft die goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de
linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de
linker en rechter surround achter-luidsprekers worden
gestuurd.
• Selecteer “None” (geen) als u geen surround achterluidsprekers heeft aangesloten. De signalen voor het
surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter
surround-luidsprekers worden gestuurd.
Presence (Aanwezigheidsluidsprekers)
Gebruik deze functie wanneer u
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken met dit toestel.
Keuzes: Yes, None
Surround
Surround Back
Presence
None
Bass Out
Yes
Bass Cross Over
97 Nl
Nederlands
• Selecteer “NONE” (geen) als u geen
aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten.
• Selecteer “YES” (ja) als u wel
aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten en deze
ook wilt gebruiken.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Bass Out (Weergave lage tonen)
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: Both, SWFR, Front
Surround Back
Bass Out
Presence
Bass Cross Over
Bass Out
Both
SWFR Phase
Normal
Bass Cross Over
SWFR
PR/SB Priority
Reverse
SWFR Phase
Front
Opmerkingen
• Selecteer “Both” (beide) als u een subwoofer
aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke
signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de
LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small”
worden naar de subwoofer gedirigeerd. De lage tonen
in de linker en rechter voorkanalen zullen naar de
linker en rechter voor-luidsprekers en de subwoofer
worden gedirigeerd, ongeacht de “Front” instelling (zie
bladzijde 98).
• Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer
aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage
tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “Small” worden naar de subwoofer
gedirigeerd.
• Selecteer “Front” (voor) als u geen subwoofer heeft
aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de
linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small”
zullen allemaal gedirigeerd worden naar de linker en
rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “Front”
instelling (zie bladzijde 98).
Bass Cross Over (Lage tonen crossover)
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” of
“None” via “Speaker Set” (zie de bladzijden 96 en 97).
Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen
naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de
luidsprekers die zijn ingesteld op “Large” via “Speaker
Set” (zie de bladzijden 96 en 97).
Keuzes: 40 Hz, 60 Hz, 80 Hz, 90 Hz, 100 Hz, 110 Hz,
120 Hz, 160 Hz, 200 Hz
98 Nl
SWFR Phase (Subwoofer fase)
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
Keuzes: Normal, Reverse
Presence
40Hz
Bass Out
60Hz
Bass Cross Over
80Hz
SWFR Phase
90Hz
PR/SB Priority
100Hz
• Selecteer “Normal” als u de fase voor uw subwoofer
niet wilt omkeren.
• Selecteer “Reverse” om de fase voor uw subwoofer om
te keren.
PR/SB Priority (Aanwezigheids-/surround achterluidspreker prioriteit)
Gebruik deze functie om de voorkeur te geven aan hetzij
uw aanwezigheidsluidsprekers, hetzij uw surround achterluidsprekers bij het afspelen van materiaal met signalen
voor een surround achterkanaal met de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: Presence, Surround Back
Bass Cross Over
SWFR Phase
Presence
PR/SB Priority
Surround Back
• Selecteer “Presence” als u uw
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook
wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt.
De signalen voor het surround achterkanaal zullen
worden weergegeven via de suround-luidsprekers.
• Selecteer “Surround Back” als u uw surround achterluidsprekers wilt gebruiken wanneer er een surround
achterkanaal wordt gedetecteerd in een CINEMA DSP
programma. Eventuele signalen voor een
aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via
de voor-luidsprekers.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Speaker Distance (Luidspreker afstand)
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel
eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
Test Tone
Subwoofer
Speaker Set
Unit
Speaker Distance
Front L
Speaker Level
Front R
Center
• U kunt de afstand niet instellen voor luidsprekers die zijn
ingesteld op “None” via Speaker Set.
• Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en dient u de afstand in te stellen met “Surround
Back L”.
• “Center”, “Surround L”, “Surround R”, “Surround Back L”,
“Surround Back R”, “Subwoofer”, “Presence L” en “Presence
R” kunnen niet worden ingesteld indien “Center” (zie
bladzijde 96), “Surround” (zie bladzijde 97), “Surround Back”
(zie bladzijde 97), “Bass Out” (zie bladzijde 98) en “Presence”
(zie bladzijde 97) zijn ingesteld op “None”.
• In plaats van “Surround Back L” en “Surround Back R”, zal
“Surround Back” worden getoond indien “Surround Back” is
ingesteld op “Small x1” of “Large x1” (zie bladzijde 97).
Unit (Eenheid)
Selecteert de eenheid waarin de waarden voor “Speaker
Distance” zullen worden aangegeven.
Keuzes: Meter (m), Feet (ft)
Begininstelling:Feet (modellen voor de V.S. en Canada)
Meter (Overige modellen)
Presence R
Subwoofer
Unit
Meter
Front L
Feet
Front R
• Selecteer “Meter” om de afstanden van de luidsprekers
in meters in te kunnen voeren.
• Selecteer “Feet” om de afstanden van de luidsprekers
in voeten (feet) in te kunnen voeren.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Begininstelling:
Front L/Front R/Presence L/Presence R/
Subwoofer: 3,00 m (10.0 ft)
Center: 2,60 m (8.5 ft)
Surround L/Surround R/Surround Back L/Surround Back
R: 2,40 m (8.0 ft)
Instelstap: 0,1 m (0.5 ft)
• Selecteer “Front L” om de afstand voor de linker voorluidspreker in te stellen.
• Selecteer “Front R” om de afstand voor de rechter
voor-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Center” om de afstand voor de middenluidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround L” om de afstand voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround R” om de afstand voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround Back L” om de afstand voor de
linker surround achter-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround Back R” om de afstand voor de
rechter surround achter-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Presence L” om de afstand voor de linker
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
• Selecteer “Presence R” om de afstand voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
• Selecteer “Subwoofer” om de afstand voor de
subwoofer in te stellen.
Opmerkingen
Nederlands
99 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Speaker Level (Luidsprekerniveau)
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 96) geselecteerde
luidsprekers.
Manual Setup (NET/USB)
Via dit menu kunt u de netwerk en USB
systeeminstellingen wijzigen.
Video
Speaker Set
Presence R
Speaker Distance
Subwoofer
Speaker Level
Basic
Front L
NET/USB
Network
Option
Play Style
Information
Front R
Center
■ Network (Netwerkinstellingen)
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling:
Front L/Front R/Presence L/Presence R/
Subwoofer: 0,0 dB
Center/Surround L/Surround R/Surround Back L/
Surround Back R: –1,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
• Selecteer “Front L” om de balans voor de linker voorluidspreker in te stellen.
• Selecteer “Front R” om de balans voor de rechter voorluidspreker in te stellen.
• Selecteer “Center” om de balans voor de middenluidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround L” om de balans voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround R” om de balans voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround Back L” om de balans voor de
linker surround achter-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Surround Back R” om de balans voor de
rechter surround achter-luidspreker in te stellen.
• Selecteer “Presence L” om de balans voor de linker
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
• Selecteer “Presence R” om de balans voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
• Selecteer “Subwoofer” om de balans voor de
subwoofer in te stellen.
Opmerkingen
• U kunt het niveau niet instellen voor kanalen die zijn ingesteld
op “None” via Speaker Set.
• Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en dient u de balans in te stellen met “Surround
Back L”.
Gebruik deze functie om de netwerkparameters (IP adres
enz.) te bekijken of deze met de hand te wijzigen.
Network
DHCP
Play Style
IP Address
Information
Subnet Mask
Opmerking
Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld.
DHCP (DHCP instelling)
Wanneer deze parameter is ingesteld op “ON”, worden
netwerkparameters voor “IP Address”, “Subnet Mask”,
“Default Gateway”, “DNS Server (P)” en “DNS Server
(S)” verkregen van een router met ingeschakelde DHCP
weergegeven. Als de DHCP serverfunctie niet beschikbaar
is, dient u deze instelling “Off” te zetten om de
netwerkinstellingen met de hand te kunnen configureren.
Keuzes: On, Off
IP Address (IP adres)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
IP adres te specificeren. Deze waarde mag niet hetzelfde
zijn als een die reeds gebruikt wordt voor andere
apparatuur in het beoogde netwerk.
Subnet Mask (Subnet masker)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
subnet masker te specificeren.
y
In de meeste gevallen kan de waarde voor het subnet masker
worden ingesteld op “255.255.255.0”.
Default Gateway (Default gateway)
Gebruik deze parameter om het IP adres van de standaard
toegewezen gateway te specificeren.
100 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
DNS Server (P) (Primaire DNS server)
DNS Server (S) (Secundaire DNS server)
Gebruik deze parameter om de IP adressen van de
primaire en secundaire DNS (Domain Name System)
servers te specificeren.
■ Play Style (Weergavestijlen)
Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan
uw persoonlijke voorkeur. U kunt muziekstukken in een
willekeurige volgorde laten weergeven, of een bepaald
muziekstukken of een reeks muziekstukken laten
herhalen.
Opmerking
Als u slechts één DNS adres heeft, vul dit dan in bij “DNS Server
(P)”. Als u twee of meer DNS adressen heeft gekregen, vul er dan
één in bij “DNS Server (P)” en een ander bij “DNS Server (S)”.
Setup (Instelling)
Selecteer “Setup” om de instellingen voor de “Network”
parameters te bevestigen.
1
Druk op k / n op de afstandsbediening tot u
het gewenste menu geselecteerd heeft, en
druk vervolgens op h om de gewenste
netwerkparameter te selecteren en in te
voeren.
Opmerking
Wanneer “DHCP” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere
netwerkinstellingen meer selecteren of instellen. Om de
andere parameters te kunnen specificeren moet u eerst
“DHCP” op “OFF” instellen.
Om de parameter te specificeren drukt u
herhaaldelijk op k / n om het cijfer te veranderen
en kiest u het te veranderen cijfer met l / h.
3
Druk op ENTER om uw instelling te
bevestigen.
4
Herhaal de steppen 1 t/m 3 om alle
networkparameters in te stellen.
5
Selecteer “Setup” en druk vervolgens op
ENTER om de instelling af te sluiten.
Opmerking
Als u uw externe netwerkconfiguratie heeft gewijzigd, is het
mogelijk dat u de netwerkinstellingen daaraan zult moeten
aanpassen.
Play Style
Repeat
Information
Shuffle
Repeat (Herhaalde weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, Single, All
• Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “Single” om dit toestel één muziekstuk te
laten herhalen.
• Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Opmerkingen
• Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off” staat, zal
“ ” of “ ” verschijnen in de rechter bovenhoek van het
weergavestatus scherm terwijl het muziekstuk of de
muziekstukken worden herhaald.
• Als “Repeat” is ingesteld op “Single”, zal deze instelling
worden teruggezet op “Off” wanneer zowel de hoofdzone als
Zone 2 en Zone 3 worden uitgeschakeld.
Shuffle (Willekeurige weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, On
• Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
• Selecteer “On” om dit toestel muziekstukken of albums
in willekeurige volgorde te laten weergeven.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
2
Network
Opmerking
Wanneer “Shuffle” op “On” staat, zal “
” verschijnen in de
rechter bovenhoek van het weergavestatus scherm terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
y
U kunt de netwerkinstellingen van dit toestel terugzetten op de
fabrieksinstellingen door middel van “N-RESET” in het
geavanceerde instellingenmenu (zie bladzijde 127).
Nederlands
101 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Information (Netwerkinformatie)
Gebruik deze functie om de netwerk-systeeminformatie te
kunnen bekijken.
Network
Play Style
Information
MAC Address
00:00:00:00:00:00
Status
100 BASE-TX
Full Duplex
Manual Setup (Option)
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
1
System
ABCDE123
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
AMP
SET MENU
SOURCE
MENU
SRCH MODE
TV
Opmerking
Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld.
MAC Address (MAC (Media Access Control)
adres)
Deze informatie geeft het MAC adres weer dat is
toegewezen aan dit toestel.
2
Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
PRESET/CH
Status (Netwerkstatus)
Deze informatie geeft de status van de huidige verbinding
met het netwerk weer.
Display status: 10BASE-T, 100BASE-TX, Full Duplex,
Half Duplex, No Link
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Opmerking
“No Link” verschijnt wanneer er geen verbinding met het
netwerk is gemaakt.
3
System (Uniek systeem-ID)
Deze informatie geeft de unieke ID-nummers weer die
zijn toegewezen aan dit toestel.
Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Option” en
druk vervolgens op h.
PRESET/CH
PRESET/CH
ENTER
ENTER
A/B/C/D/E
A/B/C/D/E
Video
Front Panel Disp.
Basic
iPod
Option
Zone OSD
Zone2 Set
Zone3 Set
4
Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
102 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Front Panel Disp. (Instelling display
voorpaneel)
Dimmer (Dimmer)
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
0
Dimmer
Scroll
■ Zone OSD (In-beeld display)
Met deze functie kunt u de bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE VIDEO
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. De
informatie voor Zone 2 en Zone 3 zal als volgt worden
getoond:
• De signaalbron voor Zone 2 en Zone 3
• Het volumeniveau voor Zone 2 en Zone 3
• Of de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld (Mute)
voor Zone 2 en Zone 3
• De instellingen voor de toonkleur in Zone 2 en Zone 3
Keuzes: Off, Zone2, Zone2&Zone3
Scroll (Scrollen over het display op het voorpaneel)
Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie (zoals de
songtitel of de naam van een kanaal) volledig over het display
op het voorpaneel moet worden weergegeven door eroverheen
te blijven bewegen, of dat alleen de eerste 14 letters en cijfers
daarvan weergegeven moeten worden nadat de volledige naam
of titel één keer over het dp is geschoven wanneer “DOCK” of
“NET/USB” is geselecteerd als signaalbron.
Keuzes: Continue, Once
Scroll
Continue
Once
• Selecteer “Continue” om de bedieningsstatus doorlopend
weer te laten geven op het display op het voorpaneel.
• Selecteer “Once” om de bedieningsstatus met de eerste
14 alfanumerieke tekens op het display op het
voorpaneel te laten zien.
■ iPod (iPod instellingen)
Standby Charge (iPod opladen wanneer het
toestel uit (standby) staat)
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de batterij
(accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl
dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 66).
Keuzes: Off, Auto
Off
Standby Charge
Auto
iPod
Zone2
Zone OSD
Zone2&Zone3
Zone2 Set
Zone3 Set
• Selecteer “Off” om geen bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 te laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm.
• Selecteer “Zone2” om alleen de bedieningsinformatie
voor Zone 2 te laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm.
• Selecteer “Zone2&Zone3” om de bedieningsinformatie
voor zowel Zone 2 als Zone 3 te laten weergeven op het
Zone 2 beeldscherm.
Opmerkingen
• Als “Zone OSD” is ingesteld op “Zone2&Zone3”, zullen
wijzigingen in de bedieningstoestand voor Zone 3 worden
weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. Als bijvoorbeeld de
signaalbron voor Zone 3 wordt veranderd terwijl u in Zone 2
naar de tv kijkt, zal de naam van de nieuwe signaalbron voor
Zone 3 worden weergegeven op uw tv in Zone 2.
• Als “Zone OSD” is ingesteld op “Zone2&Zone3”, zal de
weergegeven informatie voor Zone 2 en Zone 3 afhangen van
het feit of Zone 2 en Zone 3 zijn ingeschakeld met ZONE 2 ON/
OFF en ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel (zie
bladzijde 122).
– Als zowel Zone 2 als Zone 3 zijn ingeschakeld, zullen de
videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en het
correponderende in-beeld display worden weergegeven op het
Zone 2 beeldscherm.
– Als Zone 2 is uitgeschakeld en Zone 3 is ingeschakeld, zal
alleen het corresponderende in-beeld display worden
weergegeven op een grijze achtergrond, ongeacht de REC
OUT/ZONE 2 status op het voorpaneel.
– Als Zone 2 is ingeschakeld en Zone 3 is uitgeschakeld, zullen
de videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en
het corresponderende in-beeld display worden weergegeven
op het Zone 2 beeldscherm.
– Als zowel Zone 2 als Zone 3 is uitgeschakeld, zullen er geen
videosignalen of in-beeld displays worden weergegeven op
het Zone 2 beeldscherm.
103 Nl
Nederlands
• Selecteer “Off” om de batterij van de aangesloten iPod
alleen op te laden wanneer dit toestel aan staat.
• Selecteer “Auto” om de batterij van de aangesloten
iPod op te laden wanneer dit toestel aan staat en
wanneer het uit (standby) staat.
Off
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Dimmer
Front Panel Disp.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Zone2 Set/Zone3 Set (Zone 2/Zone 3
instellingen)
Zone2 Amplifier/Zone3 Amplifier (Zone 2/Zone 3
versterker)
U kunt instellen hoe de Zone 2 en/of Zone 3 luidsprekers
versterkt moeten worden.
Keuzes: EXT, INT:[SP1], INT:[SP2], INT:Both
Zone2 Volume/Zone3 Volume (Zone 2/Zone 3
volume)
Gebruik deze functie om te bepalen hoe de
volumeregeling zal werken met betrekking tot de ZONE 2
OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT aansluitingen.
Keuzes: Fixed, Variable
Zone2 Amplifier
Fixed
Zone2 Volume
Variable
Zone2 Amplifier
EXT
Zone2 Max Vol.
Zone2 Volume
INT:[SP1]
Zone2 Initial Vol.
Zone2 Max Vol.
INT:[SP2]
• Selecteer “EXT” als u uw Zone 2 of Zone 3
luidsprekers wilt aansluiten op een externe versterker
via de ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “INT:[SP1]” om de ingebouwde surroundachterversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt
aansluiten op de SP1 luidspreker-aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “INT:[SP2]” om de ingebouwde
surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt
aansluiten op de SP2 luidspreker-aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
• Selecteer “INT:Both” om de ingebouwde surround- en
surround achter-versterkers van dit toestel te gebruiken
als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks
wilt aansluiten op de SP1 en SP2 luidsprekeraansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
• Kies “Fixed” om het ZONE 3 OUTPUT volumeniveau
vast te zetten op een standaard niveau.
• Kies “Variable” om het ZONE 3 OUTPUT volume
tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te
kunnen regelen.
Zone2 Max Vol./Zone3 Max Vol. (Zone 2/Zone 3
Maximum volume)
Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in
Zone 2 of Zone 3 in te stellen.
Instelbereik: 16,5 dB, 15,0 dB t/m – 30,0 dB
Instelstap: 5,0 dB
Zone2 Amplifier
Zone2 Volume
Zone2 Max Vol.
+16.5dB
Zone2 Initial Vol.
Opmerkingen
Opmerking
• Als “BI-AMP” is ingesteld op “ON” via het “ADVANCED
SETUP” menu, kunnen “INT:[SP1]”, “INT:[SP2]” en
“INT:Both” niet worden geselecteerd.
• Wanneer “INT:Both” is ingesteld bij “ZONE2 AMP”, kan
alleen “EXT” worden geselecteerd bij “ZONE3 AMP”.
• Wanneer “INT:Both” is ingesteld bij “ZONE3 AMP”, kan
alleen “EXT” worden geselecteerd bij “ZONE2 AMP”.
• Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op
“INT:[SP1]” of “INT:[SP2]” en de corresponderende zone
wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via
de surround achter-luidsprekers.
• Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op
“INT:Both” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld,
zal er geen geluid worden weergegeven via de surroundluidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de hoofdzone.
• Wanneer “ZONE2 AMP” en “ZONE3 AMP” zijn ingesteld op
“INT:[SP1]” of wanneer “INT:[SP2]” en Zone 2 en Zone 3 zijn
ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surroundluidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de hoofdzone.
• Wanneer u de interne versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone
3, is het mogelijk dat sommige geluidsveldprogramma’s niet op
dezelfde manier werken als wanneer u de interne versterkers
niet gebruikt voor Zone 2 of Zone 3.
De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft
voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.”
instelling. Als bijvoorbeeld “Zone2 Initial Vol.” is ingesteld op
–20,0 dB en vervolgens “Zone2 Max Vol.” wordt ingesteld op
–30,0 dB, dan zal het volumeniveau automatisch worden
ingesteld op –30,0 dB wanneer u de volgende keer dit toestel aan
zet.
104 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Zone2 Initial Vol./Zone3 Initial Vol. (Zone 2/Zone 3
Beginvolume)
Met deze functie kunt u het volumeniveau voor Zone 2 of
Zone 3 bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt
gezet.
Keuzes: Off, –80 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
■ Audio Select (Standaardinstelling
Selectiefunctie audio ingangsaansluiting)
Met deze functie kunt u een bepaalde selectiefunctie voor
de audio ingangsaansluiting standaard instellen wanneer u
dit toestel aan zet.
Keuzes: Auto, Last
Zone3 Set
Sur.Initialize
Zone2 Volume
Zone2 Max Vol.
Zone2 Initial Vol.
Off
Audio Select
Auto
Decoder Mode
Last
Memory Guard
Opmerking
De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft
voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.”
instelling.
■ Sur.Initialize (Surround initialiseren)
Zone2 Set
Zone3 Set
Sur.Initialize
Audio Select
Decoder Mode
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAINMENT
MOVIE
STEREO
SUR. DECODE
All
• Druk net zo vaak op k / n / l / h tot u het
geluidsveldprogramma geselecteerd heeft dat u wilt
initialiseren en druk dan op ENTER.
• Selecteer “All” om alle geluidsveldparameters terug te
zetten op hun beginwaarden.
■ Decoder Mode (Standaardinstelling
decoderfunctie)
U kunt bepalen welke decoder door dit toestel wordt gebruikt.
Keuzes: Auto, Last
Sur. Initialize
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Hiermee kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een
geluidsveldprogrammagroep tegelijk initialiseren.
Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert,
zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in
die groep worden teruggezet op hun beginwaarden.
Gewijzigde instellingen voor geluidsveldparameters
worden blauw aangegeven.
Keuzes: CLASSICAL, LIVE/CLUB,
ENTERTAINMENT, MOVIE, STEREO,
SUR. DECODE, All
• Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie
voor de audio ingangsaansluiting wilt laten selecteren.
• Kies “Last” om het toestel automatisch de functie voor
de audio ingangsaansluiting in te laten schakelen die
het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is.
Audio Select
Decoder Mode
Auto
Memory Guard
Last
HDMI Set
• Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoder wilt laten selecteren.
• Kies “Last” om het toestel automatisch de decoder in te
laten schakelen die het laatst met de aangesloten
signaalbron gebruikt is.
■ Memory Guard (Geheugenbeveiliging)
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: Off, On
Audio Select
Decoder Mode
Opmerking
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geïnitialiseerd
wanneer u “Memory Guard” heeft ingesteld op “On” (zie
bladzijde 105).
Memory Guard
Off
HDMI Set
On
105 Nl
Nederlands
Kies “On” om de inhoud van het geheugen te beveiligen:
• DSP programma instellingen
• Alle menu-items behalve “Memory Guard” en “System
Memory” – “Load”.
• Opstarten en herstarten van de “Auto Setup”
procedure.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
y
Wanneer u een beveiligde parameter selecteert, zal “ ” links
onderaan het GUI scherm verschijnen.
■ HDMI Set (HDMI instellingen)
Gebruik deze functie om de door HDMI ondersteunde
audio in te stellen.
Decoder Mode
Memory Guard
HDMI Set
Support Audio
System Memory
Met deze functie kunt u maximaal zes van uw favoriete
instellingen opslaan zodat u ze later makkelijk weer op
kunt roepen. U kunt instellingen als de volgende opslaan:
• Geluidsveldprogramma parameters
• Luidspreker-instellingen
• Kanaalinstellingen
• LFE niveau
• Inste voor het dynamisch bereik
• Inste voor de parametrische equalizer
■ Opslaan van instellingen
1
Support Audio (Audio ondersteuning)
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
Keuzes: RX-V2700, Other
Support Audio
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
AMP
SET MENU
SOURCE
MENU
SRCH MODE
TV
2
Druk herhaaldelijk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “System
Memory” en druk vervolgens op h.
3
Selecteer “Save” en druk vervolgens op
ENTER.
De huidige instellingen zullen worden weergegeven
in het GUI scherm.
RX-V2700
Other
• Kies “RX-V2700” om HDMI audiosignalen weer te
laten geven door dit toestel. De HDMI audiosignalen
die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van
dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
• Kies “Other” om HDMI audiosignalen weer te laten
geven door een andere HDMI component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
Sci-Fi
Current
Memory 1
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
3/4/0.1
0dB
MAX
YPAO Natural
Memory 2
Opmerking
De HDMI videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1,
HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit toestel, worden
altijd gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit
toestel.
106 Nl
4
Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om het geheugennummer
te selecteren waaronder u de huidige
instellingen van dit toestel wilt opslaan en
druk dan op h.
“Save: ENTER” zal rechts onderaan het venster
verschijnen.
5
Selecteer ENTER om de huidige instellingen
van dit toestel op te slaan.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Laden van instellingen
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
AMP
Signal Info.
(Ingangssignaalinformatie)
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
SET MENU
SOURCE
MENU
SRCH MODE
TV
2
1
Druk herhaaldelijk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “System
Memory” en druk vervolgens op h.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
AMP
SET MENU
SOURCE
3
Selecteer “Load” en druk vervolgens op
ENTER.
Sci-Fi
Current
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
Memory 1
Memory 2
3/4/0.1
0dB
MAX
Reset
Memory 3
5
Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om het geheugennummer
met de instellingen die u wilt laden te
selecteren en druk dan op h.
“Load: ENTER” zal rechts onderaan het venster
verschijnen.
2
Stereo/Surround
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
NET/USB
System Memory
Option
Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer
“Signal Info.”.
De audio-informatie over de signaalbron zal op het
GUI scherm verschijnen.
PRESET/CH
Druk op ENTER om deze instellingen
definitief te laden.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
4
MENU
SRCH MODE
TV
ENTER
A/B/C/D/E
y
De “Memory 1” en “Memory 2” instellingen kunt u eenvoudig
oproepen door op MEMORY 1 of MEMORY 2 op de
afstandsbediening te drukken.
Wanneer u op MEMORY 1 drukt, zal de melding “Load Memory
1? Yes:Press Again” (Geheugen 1 laden? Ja: Nog eens drukken)
op het scherm verschijnen, terwijl op het display op het
voorpaneel “Press MEMORY1!” (Druk op MEMORY1!)
getoond wordt. Druk nog eens op MEMORY 1 om de instellingen
op te roepen.
3
Druk herhaaldelijk op l / h en selecteer
“Audio Info.” of “Video Info.”.
Auto Setup
System Memory
Signal Info.
PRESET/CH
Language
Audio Info.
Video
Format
--Sampling 48kHz
Channel
???
Bitrate
--Dialogue
--Flag1
--Flag2
---
1 MEMORY 2
9
0
ENTER
A/B/C/D/E
Auto Setup
System Memory
Signal Info.
Language
Video Info.
Audio
HDMI Signal
----HDMI Resolution
----Analog Resolution
480i
480i
HDMI Error
---
1 MEMORY 2
9
0
107 Nl
Nederlands
Wanneer u op MEMORY 2 drukt, zal de melding “Load Memory
2? Yes:Press Again” (Geheugen 1 laden? Ja: Nog eens drukken)
op het scherm verschijnen, terwijl op het display op het
voorpaneel “Press MEMORY2!” (Druk op MEMORY2!)
getoond wordt. Druk nog eens op MEMORY 2 om de instellingen
op te roepen.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
■ Audio informatie
Format (Signaalformattering)
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch
overgeschakeld naar analoog.
Opmerking
“---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan detecteren.
Sampling (Bemonsteringsfrequentie)
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
Opmerking
Language
Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s
van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem
van dit toestel moeten worden getoond.
Keuzes: English (Engels),
(Japans), Français
(Frans), Deutsch (Duits), Español (Spaans),
Русский (Russisch)
y
U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de
“GUI LANGUAGE” parameter in de “ADVANCED SETUP” op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 127).
1
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren.
Channel (Ingangskanaal)
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/
surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
AMP
SET MENU
SOURCE
MENU
SRCH MODE
TV
Opmerking
“---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar zijn.
Bitrate (Bitsnelheid)
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een
bepaald meetpunt passeert.
Opmerking
Stereo/Surround
Sound
Input Select
Video
Manual Setup
Basic
Auto Setup
NET/USB
System Memory
Option
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan detecteren.
Dialogue (Dialoog normalisatieniveau)
Het dialoog normalisatieniveau ingesteld voor het op
dit moment ontvangen Dolby Digital of DTS signaal.
2
Flag1/Flag2 (Signaalinformatie)
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat
stelt automatisch van decoder te wisselen.
Druk herhaaldelijk op n op de
afstandsbediening, selecteer “Language” en
druk vervolgens op h.
System Memory
Signal Info.
■ Video informatie
Language
HDMI Signal (HDMI signaaltype)
Het soort videosignalen ontvangen van de signaalbron en
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
English
Français
HDMI Resolution (HDMI resolutie)
De resolutie van de videosignalen ontvangen van de signaalbron
en gereproduceerd via de HDMI IN aansluitingen van dit toestel.
3
Analog Resolution (Analoge resolutie)
De resolutie van de videosignalen ontvangen van de
signaalbron en de analoge videosignalen die worden
gereproduceerd via de COMPONENT MONITOR
OUT aansluitingen van dit toestel.
Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om de gewenste taal in te
stellen.
4
Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
HDMI Error (HDMI Fout)
Foutmelding voor HDMI bronnen of aangesloten
HDMI apparatuur. Zie bladzijde 134 voor details.
108 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes
voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 111).
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
■ Bedienen van dit toestel
■ Bedienen van een TV
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP om
dit toestel te bedienen (zie bladzijde 8).
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV om uw
TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de
juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV of
PHONO (zie bladzijde 111). Wanneer u
afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als
PHONO, wordt voorrang gegeven aan de voor DTV
ingestelde code.
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
NET/USB AUDIO SEL
PHONO
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
DTV
VCR 1
SLEEP
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
*1
*1
POWER
POWER
POWER
STANDBY
AV
TV
NET/USB AUDIO SEL
SLEEP
*2
DVD
PHONO
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
SELECT
DTV
VCR 1
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
SOURCE
SELECT
TV
AMP
LEVEL
TV INPUT
PRESET/CH
TITLE
MUTE
SET MENU
PURE DIRECT
MENU
A/B/C/D/E
STRAIGHT
DISPLAY
RETURN
EFFECT
MEMORY
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
4
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1 MEMORY
2
9
0
FREQ/TEXT
EON
NIGHT
ENHANCER
+ 10
ENT
MODE
+
+
CH
VOLUME
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
LEVEL
*1
MENU
PURE DIRECT
AUDIO
ENTER
A/B/C/D/E
STRAIGHT
*2
DISPLAY
RETURN
EFFECT
MEMORY
CLASSICAL
PTY SEEK START
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
USB
1 MEMORY
PC/MCX
ON
TV
SET MENU
SRCH MODE
REC
OFF
PRESET/CH
TITLE
BAND
MOVIE
STEREO
NET RADIO
*1
AUDIO
ENTER
+
TV VOL
SOURCE
SRCH MODE
BAND
CLASSICAL
*1
GEAVANCEERDE
BEDIENING
TV MUTE
MACRO LEARN
CLEAR
RENAME
2
9
0
FREQ/TEXT
EON
NET RADIO
USB
NIGHT
ENHANCER
+ 10
ENT
MODE
PTY SEEK START
*2
REC
PC/MCX
OFF
ON
MACRO LEARN
CLEAR
RENAME
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2 Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op AMP staat.
Opmerkingen
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de
schakelaar voor de bedieningsfunctie.
Afstandsbediening
TV POWER
Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
TV INPUT
Wijzigt de signaalbron.
Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op TV staat. Zie voor details de
“TV” kolom op bladzijde 110.
109 Nl
Nederlands
*2
Digitale TV/ Kabel TV
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Bedienen van andere componenten
TV MUTE
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE om
andere apparatuur die u met de ingangskeuzetoetsen of
kunt selecteren te bedienen. U moet wel van tevoren voor elke
signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 111). De volgende tabel toont de functies van de
bedieningstoetsen voor het bedienen van andere componenten
die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen of . Het is
mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect
hebben op de geselecteerde component.
1
3
4
TV
AV
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
DTV
VCR 1
Kabel TV/
TV
satellietontvanger
AV
POWER
Aan/uit*1
Aan/uit*1
Aan/uit*1
CH +
TV kanaal
hoger*3
Kanaal
hoger
Kanaal
hoger
CH –
TV kanaal
lager*3
Kanaal lager Kanaal lager Kanaal lager
TITLE
Titel
Titel
ENTER
PRESET/CH k
SLEEP
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
3
4
5
6
SELECT
2
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
7
LEVEL
TV INPUT
PRESET/CH
MUTE
SET MENU
MENU
SRCH MODE
A/B/C/D/E
STRAIGHT
DISPLAY
EFFECT
MEMORY
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
1 MEMORY
6
7
8
2
NIGHT
ENHANCER
+ 10
ENT
FREQ/TEXT
EON
NET RADIO
USB
MODE
OFF
ON
MACRO LEARN
CLEAR
RENAME
TV
MENU
BAND
SRCH MODE
PURE DIRECT
AUDIO
LD-speler
CD-speler
MDrecorder/
CDrecorder
iPod
PC/MCX2000/
Internetradio/
USB
VCR aan/
uit*2
Aan/uit*1
Aan/uit*1
Aan/uit*1
Aan/uit*1
Aan/uit*1
Kanaal
hoger
TV kanaal
hoger*3
TV kanaal
hoger*3
TV kanaal
hoger*3
TV kanaal
hoger*3
TV kanaal
hoger*3
TV kanaal
hoger*3
TV kanaal
hoger *3
TV kanaal
lager*3
TV kanaal
lager*3
TV kanaal
lager*3
TV kanaal
lager *3
TV kanaal
lager*3
TV kanaal
lager*3
TV kanaal
lager*3
Cassettedeck Tuner
Bladwijzer*7
Titel
Titel
Menu Enter
Menu
selectie
Menu
selectie
Band
Menu op
Menu op
Menu op
Voorkeuzekanaal
Hoger
hoger (1 t/m 8)
Hoger
Lager
Vorige menu
Volgende
menu
Menu neer
A/B/C/D/E l
Menu links
Menu links
Menu links
Voorkeuzekanaal Vorige
lager (A t/m E) menu*6
Menu rechts
Voorkeuzekanaal Volgende
Richting A/B
hoger (A t/m E) menu*6
Menu rechts Menu rechts
RETURN, Terug
MEMORY
Terug
1-9, 0, +10 Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
VCR terug
zoeken*2
Terug
Terug
Cijfertoetsen
Cijfertoetsen
Terug
zoeken
Terug
zoeken*4
Selecteer
NET
RADIO
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken*4
Selecteer
USB
Hoofdstuk/
Terug
Terug springen springen
Terug
springen
Richting
terug
Terug
springen
Terug
springen*8
Hoofdstuk/
Vooruit
Vooruit springen springen
Vooruit
springen
Richting
vooruit
Vooruit
springen
Vooruit
springen*8
Disc
overslaan
Opname
Opname
Stop
Stop
Stop
Stop
Pauze
Pauze
Pauze
(Weergave/
pauze)*5
Weergave
Weergave
Weergave
(Weergave/
pauze)*5
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
hh
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
VCR vooruit VCR vooruit Vooruit
zoeken
zoeken*2
zoeken*2
Vooruit
zoeken
b
Terug
springen
a
Vooruit
springen
REC/
DISC
SKIP
Disc overslaan
(speler)
Opname
Opname (recorder)
VCR
opname*2
VCR
opname*2
s
Stop
Stop
VCR stop*2
VCR stop*2
VCR
pauze*2
Pauze
Pauze
Weergave
Weergave
e
Pauze
Pauze
p
Weergave
Weergave
VCR
weergave*2
VCR
weergave*2
MENU
Menu
Menu
Menu
AUDIO
Audio
DISPLAY
Display
ENT
Cijfertoetse*9
Cijfertoetsen
VCR terug
zoeken*2
VCR
pauze*2
Volgende
menu
Geheugen
ll
Stop
Selecteer
PC/MCX
Stop
Weergave
Vorige menu Vorige menu
Audio
Enter
Display
Display
Enter/
oproepen
Enter
Display
Display
Display
Opmerking
Zie bladzijde 111 voor details omtrent de bediening van de items met een sterretje (*).
110 Nl
A
PTY SEEK START
Menu neer
8
9
0
A
0
REC
Menu neer
6
7
MOVIE
0
PRESET/CH n
5
8
9
AUDIO
ENTER
RETURN
Voorkeuzekanaal
Lager
lager (1 t/m 8)
A/B/C/D/E h
PURE DIRECT
MUTE
SET MENU
TITLE
ENTER
TV INPUT
PRESET/CH
TITLE
BAND
PC/MCX
SOURCE
LEVEL
Videorecorder
POWER
9
TV MUTE
DVDspeler/
DVDrecorder
STANDBY
NET/USB AUDIO SEL
De afstandsbediening heeft 14 standen (sets bedieningstoetsen)
om 14 verschillende componenten te kunnen bedienen.
2
POWER
PHONO
y
1
POWER
Display
Display
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Opmerkingen
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
Deze toetsen bedienen uw videorecorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor VCR 1 (zie bladzijde 111).
*3 Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*4 Houd de toets ingedrukt om terug of vooruit te zoeken.
*5 Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie (zie bladzijde 66).
*6 Alleen in de menu bedieningsfunctie (zie bladzijde 66).
*7 Houd de toets ingedrukt om uw favoriete Internetradiozenders op te slaan via bladwijzers (zie bladzijde 71).
*8 Deze toetsen werken niet wanneer de Internetradio is geselecteerd als de sub-signaalbron voor NET/USB.
*9 Druk op één van de toetsen 1-8 om items voor te programmeren of weer op te roepen (zie bladzijde 72).
*2
■ Selecteren van de te bedienen
component
U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron
kunt bedienen.
Druk herhaaldelijk op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren.
De naam van de te bedienen component wordt getoond in
het uitleesvenster van de afstandsbediening.
SELECT
“OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan
worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties
die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen.
Deze set is handig voor het programmeren van instructies
die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt
gebruiken of waarvoor geen geldige
afstandsbedieningscode bestaat.
Om de optionele set bedieningstoetsen te
selecteren dient u net zo vaak op SELECT n te
drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnt.
SELECT
Opmerking
U kunt voor deze set bedieningstoetsen geen
afstandsbedieningscode instellen. Zie bladzijde 113 voor het
programmeren van toetsen in deze set bedieningstoetsen.
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden
ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Archief
(componentencategorie)
Fabrikant
Standaard
code
TAPE
YAMAHA
2700
NET/USB
TUNER
YAMAHA
2607
PHONO
TV
–
–
TUNER
TUNER
YAMAHA
2602
CD
CD
YAMAHA
2300
MULTI CH
INPUT
DVD
YAMAHA
2100
V-AUX/
DOCK
TUNER
YAMAHA
2606
Ingang
CBL/SAT
CABLE
–
–
MD/TAPE
MD
YAMAHA
2500
CD-R
CD-R
YAMAHA
2400
DTV
TV
–
–
VCR 1
VCR
–
–
DVR/VCR2
DVR
YAMAHA
2807
DVD
DVD
YAMAHA
2100
GEAVANCEERDE
BEDIENING
■ Bedienen van optionele apparatuur
(‘Optie’ set)
Instellen van
afstandsbedieningscodes
Opmerking
111 Nl
Nederlands
Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een
dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in
te stellen.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets
of op om de set bedieningstoetsen die u wilt
instellen te selecteren.
4
NET/USB
AMP
PHONO
TUNER
CD
Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES”
aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
MULTI CH IN
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
9
0
SOURCE
V-AUX/DOCK CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
TV
DTV
VCR 1
DVR/VCR 2
DVD
5
2
MOVIE
Houd vervolgens LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks.
De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de
geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. DVD)
zullen om en om in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
LEARN
Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als de instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als de instelling niet met succes is verlopen.
Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets
of op SELECT k / n om de gewenste component te
selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5.
6
Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
LEARN
y
• U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een
andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set
bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op l / h om de
componentencategorie (het ‘archief’) te veranderen.
Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD, L;CD,
L;CDR, L;MD, L;TAP
(cassettedeck), L;TUN (tuner),
L;AMP, L;TV, L;CAB (kabel),
L;SAT (satelliet), L;VCR
• Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk
dan op de ingangskeuzetoets of op , of druk herhaaldelijk
op SELECT k / n om de gewenste set te selecteren.
Opmerkingen
• U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3
Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster.
Opmerking
“0000” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen
code is ingesteld.
112 Nl
7
Druk op p of AV POWER om te controleren
of u de component in kwestie inderdaad met
de afstandsbediening kunt bedienen.
POWER
of
AV
y
Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere
codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze
dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft.
Opmerkingen
• “ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven
voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere
toetsen heeft ingedrukt.
• De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke codes
voor alle in de handel verkrijgbare audio- en video-apparatuur (met
inbegrip van YAMAHA componenten). Als geen enkele
afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur, kunt u de gewenste
functie programmeren met de ‘leerfunctie’ (zie “Overnemen van
instructies van andere afstandsbedieningen”) of dient u de met de
apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken.
• Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Overnemen van instructies van
andere afstandsbedieningen
2
Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
AV
POWER
CD-R
MULTI CH IN
SLEEP
CD
POWER
MD/TAPE
STANDBY
NET/USB AUDIO SEL
TV
TUNER
POWER
PHONO
V-AUX/DOCK CBL/SAT
DVD
POWER
DVR/VCR 2
STANDBY
VCR 1
TV
POWER
SELECT
LEVEL
POWER
DTV
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van
andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken die
niet mogelijk zijn onder één van de afstandsbedieningscodes,
of als er geen geschikte afstandsbedieningscode gevonden
kan worden, dan kunt u proberen de ‘leerfunctie’ te
gebruiken. U kunt functies van een andere afstandsbediening
programmeren onder de op de volgende afbeelding
aangegeven toetsen. De toetsen kunnen apart voor elke set
bedieningstoetsen worden geprogrammeerd.
Andere afstandsbediening
5 tot 10 cm
PRESET/CH
SET MENU
TITLE
MENU
BAND
SRCH MODE
PURE DIRECT
AV
AUDIO
ENTER
NET/USB AUDIO SEL
SLEEP
A/B/C/D/E
STRAIGHT
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
DISPLAY
RETURN
DTV
VCR 1
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
1 MEMORY
SELECT
3
EFFECT
MEMORY
V-AUX/DOCK CBL/SAT
2
9
0
FREQ/TEXT
EON
NET RADIO
MOVIE
NIGHT
ENHANCER
+ 10
ENT
MODE
Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde set
bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om in
het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen.
PTY SEEK START
USB
REC
AMP
+
+
+
TV VOL
CH
VOLUME
–
–
–
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
PC/MCX
SOURCE
OFF
ON
MACRO LEARN
CLEAR
RENAME
TV
Opmerking
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets of op om de set
bedieningstoetsen die u wilt instellen te
selecteren.
Opmerkingen
• Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje 3
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
4
Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
“LEARN” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
NET/USB
AMP
PHONO
TUNER
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
GEAVANCEERDE
BEDIENING
LEARN
De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de
andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan
deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen.
Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter
mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de
handleiding van de betreffende afstandsbediening.
SOURCE
V-AUX/DOCK CBL/SAT
TV
AV
POWER
TUNER
SLEEP
POWER
MULTI CH IN
STANDBY
CD
NET/USB AUDIO SEL
POWER
PHONO
DVD
CD-R
SELECT
TV
AMP
SOURCE
MD/TAPE
+
DVR/VCR 2
–
VOLUME
VCR 1
+
DTV
–
CH
V-AUX/DOCK CBL/SAT
+
PURE DIRECT
–
MUTE
SET MENU
AUDIO
EFFECT
A/B/C/D/E
STRAIGHT
TV VOL
TV INPUT
MENU
PRESET/CH
SRCH MODE
LEVEL
TITLE
TV MUTE
BAND
ENTER
DISPLAY
4
RETURN
MEMORY
8
MOVIE
EXTD SUR.
3
SELECT
ENT
ENHANCER
ENTERTAIN
7
2
SUR. DECODE
+ 10
NIGHT
LIVE/CLUB
2
6
1
STEREO
0
RENAME
1 MEMORY
USB
CLEAR
5
9
MACRO LEARN
NET RADIO
ON
REC
VCR 1
PC/MCX
OFF
DTV
CLASSICAL
TV
Opmerking
Nederlands
Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
SOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op AMP zet en vervolgens instructies van
andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets in
kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen.
113 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
5
Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster van
de afstandsbediening verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het overnemen niet
met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 4.
Wijzigen van namen zoals die in
het uitleesvenster verschijnen
U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen als
een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw
voorkeur heeft. Deze functie komt bijvoorbeeld van pas
wanneer u een andere component met een bepaalde set
bedieningstoetsen wilt gebruiken.
TV
POWER
PHONO
DTV
AV
POWER
TUNER
SLEEP
MULTI CH IN
POWER
CD
DVD
CD-R
STANDBY
MD/TAPE
SELECT
DVR/VCR 2
NET/USB AUDIO SEL
VCR 1
V-AUX/DOCK CBL/SAT
1
Andere afstandsbediening
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets of op om de set
bedieningstoetsen waaraan u een andere
naam wilt geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde set zal verschijnen in
het uitleesvenster.
AMP
NET/USB
SOURCE
y
TV
• Herhaal de stappen 4 en 5 wanneer u gelijk nog een andere
functie wilt programmeren.
• Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een
andere component, druk dan op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens
de stappen 4 en 5.
PHONO
of
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
AMP
DTV
VCR 1
SOURCE
TV
6
Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie
te verlaten.
LEARN
Opmerkingen
• “ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven
voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere
toetsen heeft ingedrukt.
• Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster
verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit
geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer
nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
• In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
– wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
– wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
– wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet
goed op elkaar gericht zijn.
– wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
– wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
114 Nl
2
Druk met een balpen of iets dergelijks
RENAME in.
RENAME
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
3
Druk op k / n om een teken te selecteren en
in te voeren.
Door op n te drukken zullen de tekens als volgt veranderen: A t/m
Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje), ; (punt comma), / (slash)
en spatie.
Druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Macro programmeerfuncties
De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks
handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets.
Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u
normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten,
vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op
de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al
deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op
de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder
genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig
voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen
macro’s samenstellen (zie bladzijde 117).
■ MACRO handelingen
4
Druk op h om de cursor naar de volgende
tekenpositie te verplaatsen.
Macrotoetsen
1 MEMORY
PRESET/CH
POWER
POWER
TV
AV
STANDBY
POWER
2
9
0
FREQ/TEXT
EON
NET RADIO
USB
NIGHT
ENHANCER
+ 10
ENT
MODE
PTY SEEK START
REC
NET/USB AUDIO SEL
SLEEP
PC/MCX
PHONO
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
ENTER
DTV
VCR 1
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
OFF
ON
MACRO LEARN
CLEAR
RENAME
A/B/C/D/E
MACRO ON/OFF MACRO
y
5
Zet MACRO ON/OFF schakelaar op ON.
OFF
Druk op ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen
met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen
niet met succes is verlopen. Begin in dit geval
opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u nog een andere set bedieningstoetsen een nieuwe
naam wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of
herhaaldelijk op SELECT k / n om de gewenste component
te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 3 t/m 5.
6
1
ON
MACRO LEARN
CLEAR
2
Druk op de gewenste macrotoets.
3
Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op OFF
wanneer u klaar bent met het programmeren
van macro’s.
OFF
ON
MACRO LEARN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Druk op l om de cursor naar de vorige tekenpositie te verplaatsen.
CLEAR
Druk nog eens op RENAME om de functie
voor het geven van nieuwe namen te verlaten.
Opmerkingen
RENAME
Opmerking
Nederlands
“ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening verschijnen
als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde
stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
• Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een
macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld
tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen).
• Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
y
Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of
uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen en
component video ingangsaansluitingen. Raadpleeg “Rename” op
bladzijde 86.
115 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Standaard macrofuncties
Druk op
macrotoets
Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden
Eerste
Tweede
Derde
STANDBY
STANDBY
POWER
POWER
—
—
(*1)
(*2)
POWER
TV
POWER
NET/USB
POWER
NET/USB
PHONO
TUNER
TUNER
CD
CD
MULTI CH IN
MULTI CH IN
V-AUX/DOCK
V-AUX/DOCK
CBL/SAT
—
—
PHONO
—
—
(*3)
CBL/SAT
POWER
MD/TAPE
(*1)
MD/TAPE
CD-R
CD-R
DTV
DTV
VCR 1
VCR 1
DVR/VCR 2
—
—
(CD set) (*4)
—
—
—
(MD/TAPE set) (*4)
(CD-R set) (*4)
—
(VCR 1 set) (*4)
DVR/VCR 2
(DVR/VCR 2 set) (*4)
DVD
DVD
(DVD set) (*4)
*1
U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC
OUTLETS netstroomaansluitingen op het achterpaneel. Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en
uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten
component.
*2 Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 111), kunt u uw TV aan zetten
zonder een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO.
*3 Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het
toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet.
*4 De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is
voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets
programmeren in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 113) of een afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 111).
116 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Programmeren van macrohandelingen
U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de
macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de
afstandsbediening een aantal instructies uit te laten
voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en
neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een
macro gaat programmeren.
Opmerking
“AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
een andere dan een macrotoets drukt.
3
Opmerkingen
• De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De
voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
• Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
• Wij raden u aan geen doorlopende handelingen, zoals het
regelen van het volume, in een macro te programmeren.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
MACRO in met een balpen of iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
Druk in de gewenste volgorde op de toetsen
voor de functies die u wilt opnemen in de
macro.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies)
programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft
geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen
en zal de macrofunctie automatisch worden
afgesloten. Het volgende voorbeeld betreft het
programmeren van deze procedure:
Stap 1 (“MCR 1”): Druk op DVD.
Stap 2 (“MCR 2”): Druk op AV POWER.
Stap 3 (“MCR 3”): Druk op SLEEP.
POWER
TV
POWER
STANDBY
2
PHONO
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
AMP
DTV
MCR 2: AV POWER
POWER
AV
NET/USB AUDIO SEL
VCR 1
MCR 3: SLEEP
SLEEP
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
3
1
SOURCE
GEAVANCEERDE
BEDIENING
MCR 1: DVD
TV
of
MACRO
Geeft het aantal
macro-stappen aan
dat u heeft
geprogrammeerd
AMP
SOURCE
TV
Knippert om en om zodat u de
volgende stap kunt programmeren
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2
Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken.
De namen van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en van
de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om
en om in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen.
POWER
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
NET/USB
PHONO
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
DTV
VCR 1
Druk op SELECT k / n om de geselecteerde set
bedieningstoetsen te veranderen. Als u op één van de
ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macro-stap worden
geprogrammeerd, terwijl u met SELECT k / n alleen de
geselecteerde set bedieningstoetsen verandert.
4
Druk nog eens op MACRO met een balpen of
iets dergelijks wanneer u klaar bent met
programmeren.
Opmerking
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
meer dan één toets tegelijk drukt.
117 Nl
Nederlands
STANDBY
Opmerking
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Instellingen wissen
3
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen en afstandsbedieningscodes, voor
een bepaalde set bedieningstoetsen tegelijk wissen.
Houd CLEAR nog eens tenminste 3
seconden ingedrukt.
“WAIT” verschijnt in het uitleesvenster. Als het
wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het
uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen.
■ Wissen van functiesets
CLEAR
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
CLEAR in met een balpen of iets dergelijks.
“CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster.
AMP
y
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde afstandsbedieningscode behorende
functie).
SOURCE
TV
CLEAR
of
Opmerkingen
AMP
• “L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden
duren.
• “C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen
niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op
een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze
bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen
heeft ingedrukt.
SOURCE
TV
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd.
Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2
Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren.
L;CD (enz.) (L; Naam van een set bedieningstoetsen)
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies
voor de set bedieningstoetsen in kwestie. De
naam van een component wordt getoond achter
een puntcomma (;). Druk op de
ingangskeuzetoets voor de gewenste set
bedieningstoetsen.
L;AMP
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies
voor het bedienen van de versterkerfuncties van
dit toestel.
L;ALL
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies.
M;ALL
Wist alle geprogrammeerde macro’s.
RNAME Wist alle veranderde namen voor
signaalbronnen.
FCTRY
Wist alle functies van de afstandsbediening en
zet deze terug op de fabrieksinstellingen.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
118 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Wissen van een overgenomen
(‘geleerde’) functie
3
U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets
in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets of op om de set
bedieningstoetsen waarvoor u een functie
wilt wissen te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste 3
seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is. Wanneer “C;OK” verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening kunt u met de
balpen of iets dergelijks CLEAR loslaten om de
wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening gaat nu
weer in de leerfunctie.
AMP
NET/USB
SOURCE
TV
PHONO
TUNER
MODE
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
LEARN
of
V-AUX/DOCK CBL/SAT
DTV
AMP
VCR 1
CLEAR
RENAME
y
SOURCE
Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en van de geselecteerde component (bijv.
“DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster
verschijnen.
LEARN
4
Druk nog eens op LEARN om deze functie te
verlaten.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
• Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
• Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere
component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste
set bedieningstoetsen te selecteren en herhaal vervolgens
stap 4.
• Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
TV
2
PTY SEEK START
Opmerkingen
• “C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerkingen
• Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje 3
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
Nederlands
119 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
■ Wissen van een macrofunctie
U kunt de functie wissen die onder een bepaalde
macrotoets is geprogrammeerd.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
MACRO in met een balpen of iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
AMP
SOURCE
TV
MACRO
of
AMP
SOURCE
TV
Opmerking
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2
Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de
macrotoets met de functie die u wilt wissen
tenminste 3 seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het wissen met
succes is verlopen.
V-AUX/DOCK CBL/SAT
DTV
OFF
ON
VCR 1
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
MACRO LEARN
CLEAR
RENAME
y
• Herhaal stap 2 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen.
• Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal
de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
3
Druk nog eens op MACRO om de
macrofunctie te verlaten.
Opmerkingen
• “C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
• “ERROR” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt.
120 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Dit toestel stelt u in staat een audio/videosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De functies voor weergave in
meerdere zones maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven
in de eerste ruimte (woonkamer bijv.) en in een tweede (Zone 2) of derde kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen
vanuit de tweede of derde kamer met de meegeleverde afstandsbediening.
Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren
in de tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel.
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
• Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte.
• Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de
tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
• Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte.
• Een beeldscherm voor de tweede ruimte.
y
• U heeft geen extra versterker en luidsprekers nodig voor de tweede en/of derde ruimte als u de in dit toestel ingebouwde versterkers wilt gebruiken.
• Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan uw
dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best
overeenkomen met uw wensen.
REMOTE
REMOTE
Infraroodontvanger
OUT
REMOTE
IN
OUT
OUT
YAMAHA
component
YAMAHA
component
Dit toestel
REMOTE
IN
■ Met externe versterkers
Om een externe versterker te gebruiken voor Zone 2 of Zone 3, dient u de externe versterker te verbinden met de ZONE
OUT aansluitingen en moet u “EXT” selecteren bij “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104).
GEAVANCEERDE
BEDIENING
IN
ZONE 3 AUDIO OUT
ZONE 2 VIDEO OUT
ZONE 2 AUDIO OUT
SP OUT
Versterker
Versterker
MONITOR OUT
DVD-speler
(of andere component)
VIDEO IN
AUDIO IN
Dit toestel
MAIN
SYSTEEM
Afstandsbediening
Afstandsbediening
ZONE 3
ZONE 2
Infraroodontvanger
Infraroodontvanger
Infrarood-zender
Eerste ruimte
(Hoofdzone)
REMOTE OUT
Tweede ruimte
(Zone 2)
Derde ruimte
(Zone 3)
REMOTE IN
REMOTE IN
• Regel het Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte wanneer “Zone2 Volume” of “Zone3 Volume” is
ingesteld op “Fixed” (zie bladzijde 104).
• Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2/Zone 3 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
121 Nl
Nederlands
Opmerkingen
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
■ Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel
BELANGRIJKE WAARSCHUWING VOOR UW VEILIGHEID
De SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een zogenaamde
Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal.
Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een
abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct
gebruik.
Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze
informatie kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver.
Als u één interne versterker (SP1 of SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “INT:[SP1]”
of “INT:[SP2]” voor “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104).
Als u twee interne versterkers (zowel SP1 als SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 en SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “Both” voor
“Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104).
R
SP1
+
– PRESENCE –
+
L
R
SP2
L
+
R
+
SURROUND BACK/
– BI-AMP –
+
L
SINGLE
–
Tweede ruimte
(Zone 2)
Derde ruimte
(Zone 3)
Dit toestel
Bedienen van Zone 2 of Zone 3
U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening.
■ Selecteren van Zone 2 of Zone 3
Bediening via het voorpaneel
1
Druk op ZONE 2 ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF
op het voorpaneel om Zone 2 of Zone 3 apart
in of uit te schakelen.
2
Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROLS op
het voorpaneel om de zone die u wilt
bedienen te selecteren.
ZONE CONTROLS
Met elke druk op ZONE CONTROLS zal het display
op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat
aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment
geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang
knipperen. Er zal echter geen indicator gaan
knipperen wanneer de hoofdzone zelf is geselecteerd.
ZONE2
ZONE3
ZONE ON/OFF
ZONE 2
ZONE 3
y
Wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel eenmaal
naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op
POWER en STANDBY op de afstandsbediening drukken
om de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 aan te zetten.
122 Nl
Er zal geen indicator gaan knipperen wanneer de
hoofdzone is geselecteerd.
ZONE2
Bedient de Zone 2 versterker- of radiofuncties.
ZONE3
Bedient de Zone 3 versterker- of radiofuncties.
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
y
• U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval ZONE
CONTROLS nog eens ingedrukt.
• De begininstelling is ZONE2 wanneer zowel Zone 2 als
Zone 3 zijn ingeschakeld.
3
Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het
volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen
van de balans van de luidsprekerniveaus in
Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de
toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op
bladzijde 124 voor andere handelingen.
POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken
iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone zoals die
in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnt.
• Wanneer u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3 stand heeft
geselecteerd (zie bladzijde 123), kunt u de hoofdzone,
Zone 2 of Zone 3 onafhankelijk van elkaar aan en uit
(standby) zetten.
• Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd,
zullen door op POWER te drukken de hoofdzone, Zone
2 en Zone 3 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl een
druk op STANDBY deze zones tegelijk uit (standby)
zal zetten.
Bedieningsfunctie
Uitleesvenster
Naam van de
Stand voor de
geselecteerde set
hoofdzone
bedieningstoetsen
Afstandsbediening
1
■ Zone 2 en/of Zone 3 aan of uit zetten met
de afstandsbediening
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
SELECT k om de zone die u wilt bedienen te
selecteren.
“ZONE 2” of “ZONE 3” zal in het uitleesvenster van
de afstandsbediening verschijnen.
Zone 3 stand
“ZONE 3” of “3;naam
van de geselecteerde
set bedieningstoetsen”
Hiermee kunt u
alleen de weergave in
Zone 3 aan of uit
(standby) zetten.
“ALL”
POWER: zet de
hoofdzone, Zone 2
en Zone 3 aan.
STANDBY: hiermee
zet u de hoofdzone,
Zone 2 en Zone 3
tegelijkertijd uit
(standby).
SELECT
Alle standen
2
3
Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het
volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen
van de balans van de luidsprekerniveaus in
Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de
toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op
bladzijde 124 voor andere handelingen.
Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3
bedieningsfunctie te verlaten.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Zone 2 stand
Hiermee kunt u
alleen de weergave in
Zone 2 aan of uit
(standby) zetten.
SOURCE
of
Hiermee zet u alleen
de hoofdzone aan of
uit (standby).
“ZONE 2” of “2;naam
van de geselecteerde
set bedieningstoetsen”
AMP
TV
POWER en
STANDBY
Opmerkingen
• Wanneer de afstandsbediening in de stand voor de hoofdzone
staat, zal “MAIN” een paar seconden lang getoond worden
wanneer er op POWER of STANDBY wordt gedrukt.
• “ALL” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen wanneer er op SELECT n wordt gedrukt.
■ Selecteren van de signaalbron voor
Zone 2 of Zone 3
123 Nl
Nederlands
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en
druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste signaalbron
voor de geselecteerde zone te selecteren.
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de
signaalbron te selecteren, zal “2; naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen” of “3; naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen” in het uitleesvenster
verschijnen wanneer respectievelijk Zone 2 of Zone 3 is
geselecteerd.
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Opmerking
INPUT
Wanneer u externe versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone 3,
kunt u VOLUME +/– alleen gebruiken wanneer “Zone2 Volume”
of “Zone3 Volume” is ingesteld op “Variable” via “Zone2 Set” of
“Zone3 Set” (zie bladzijde 104).
■ Instellen van de balans van de
luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3
of
NET/USB
AMP
PHONO
SOURCE
TUNER
V-AUX/DOCK CBL/SAT
TV
DTV
VCR 1
CD
MULTI CH IN
MD/TAPE
CD-R
DVR/VCR 2
DVD
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer
“BALANCE” en verdraai vervolgens PROGRAM
op het voorpaneel om de balans tussen de linker
en rechter luidspreker in de geselecteerde zone
te regelen.
Selecteer de TUNER (radio) als signaalbron om de
TUNER functies te kunnen gebruiken in de geselecteerde
zone. Voor details omtrent de bediening van de TUNER
(radio), zie “FM/AM AFSTEMMEN” op bladzijde 56.
Opmerking
De geselecteerde signaalbron wordt gedeeld door alle zones.
TONE
CONTROL
PROGRAM
■ Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of
Zone 3
y
• U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd. Druk in een dergelijk geval nog eens op
ZONE CONTROLS op het voorpaneel.
• Wanneer er een beeldscherm is verbonden met één van de
ZONE VIDEO aansluitingen, kunt u de bedieningsinformatie
voor Zone 2 of Zone 3 op dat beeldscherm weer laten geven.
Zet “Zone OSD” op “Zone2&Zone3” of “Zone2” (zie
bladzijde 103).
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en gebruik CH +/– op de afstandsbediening
om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) te
regelen, of gebruik TV VOL +/– om de weergave
van de lage tonen (BASS) te regelen.
+
TV VOL
–
■ Instellen van het volume voor Zone 2 of
Zone 3
AMP
SOURCE
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op
VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het
volume voor de geselecteerde zone op het
gewenste niveau in te stellen.
BASS
TV
+
CH
–
TREBLE
VOLUME
+
of
VOLUME
–
y
U kunt de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 ook regelen met
TONE CONTROL op het voorpaneel. Zie “Toonregeling” op
bladzijde 52 voor details.
Opmerking
y
Druk op MUTE op de afstandsbediening om het in de
geselecteerde zone weergegeven geluid tijdelijk uit te schakelen.
124 Nl
Controleer of “ZONE 2” of “ZONE 3” verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening voor u de toonkleur voor
de corresponderende zone gaat regelen (zie bladzijde 123).
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE SETUP
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
Opmerkingen
• De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om
dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 34).
• Alleen MASTER ON/OFF, STRAIGHT en PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt.
• Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
• Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
Gebruik van het ADVANCED SETUP
3
PURE DIRECT
VOLUME
TONE
CONTROL
AUDIO
SELECT
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de parameter waarvoor u de
instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Zie bladzijde 126 voor een complete lijst met alle
beschikbare parameters.
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
PHONES
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
VIDEO AUX
OPTICAL
USB
ON
OFF
MASTER
1
3
PROGRAM
2,4
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
Op dit moment
geselecteerde parameter
Op dit moment geselecteerde
parameterinstelling
SPEAKER IMP.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
1-2,5
8 MIN
MASTER
2
4
Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
STRAIGHT
EFFECT
5
Houd ingedrukt
STRAIGHT
EFFECT
MASTER
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om de geselecteerde instelling te
wijzigen.
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit
toestel de volgende keer aan zet.
125 Nl
Nederlands
MASTER
GEAVANCEERDE SETUP
■ Luidsprekerimpedantie
SPEAKER IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 8ΩMIN, 6ΩMIN
• Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 Ω .
• Selecteer “6ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 6 Ω .
SPEAKER
IMP.
8ΩMIN
Luidspreker
Impedantieniveau
Voor
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8 Ω
of hoger zijn.
Midden
Surround
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8 Ω
of hoger zijn.
Surround Achter
Voor
6ΩMIN
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 4 Ω
of hoger zijn.
Midden
Surround
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 6 Ω
of hoger zijn.
Surround Achter
■ Gebruikersinstellingen USER PRESET
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (zie
bladzijde 140).
Keuzes: CANCEL, RESET
• Selecteer “CANCEL” om de instellingen van dit
toestel niet terug te zetten.
• Selecteer “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Opmerkingen
• Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug. De
parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet
worden teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
■ Sensor voor dafstandsbediening
REMOTE SENSOR
Met deze functie kunt u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel
van dit toestel aan of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer “ON” als u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening aan wilt zetten.
• Selecteer “OFF” als u de ontvanger voor de signalen
van de afstandsbediening uit wilt zetten.
126 Nl
Opmerking
In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op “ON” te
laten staan.
■ Wake on RS-232C access
WAKE ON RS232C
Met deze functie kunt u dit toestel gegevens via de
RS-232C interface laten versturen terwijl het toestel uit
(standby) staat.
Keuzes: YES, NO
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: YES
[Overige modellen]: NO
• Selecteer “YES” om dit toestel gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
• Selecteer “NO” om dit toestel geen gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
■ Afstandsbediening AMP ID
RC AMP ID
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie
bladzijde 112).
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “2001”.
• Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “2002”.
Opmerking
U moet de corresponderende AMP-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie
bladzijde 112).
■ Afstandsbediening TUNER ID
RC TUNER ID
Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie
bladzijde 129).
Keuzes: ID1, ID2
• Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “2602”.
• Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “2603”.
Opmerking
U moet de corresponderende TUNER-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie
bladzijde 129).
GEAVANCEERDE SETUP
■ Tuner frequentiestap TUNER FRQ STEP
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
• Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
• Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
■ Bi-AMP BI-AMP
Hiermee kunt u de bi-AMP functie an of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
• Selecteer “ON” als u de bi-AMP functie aan wilt
zetten.
• Selecteer “OFF” als u de bi-AMP functie uit wilt
zetten.
Opmerking
Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, kunnen de
SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om
surround achter-luidsprekers aan te sluiten omdat de
SURROUND BACK aansluitingen al worden gebruikt voor de biAMP aansluitingen (zie bladzijde 19).
■ Video terugzetten VIDEO RESET
Opmerking
De parameterinstelling voor “Short Message” of “On Screen”
wordt niet geïnitialiseerd (zie bladzijde 92).
Opmerking
Deze parameter instelling heeft alleen invloed op het beeldscherm
dat is aangesloten op de MONITOR OUT aansluitingen en niet
op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2
VIDEO aansluitingen.
■ Monitorcontrole voor HDMI
opwaardering MONITOR CHECK
Gebruik deze functie om de monitor-controlefunctie aan
of uit te zetten. Wanneer deze parameter is ingesteld op
“YES”, zal dit toestel de informatie omtrent de geschikte
videoresoluties ontvangen van het beeldscherm dat op het
toestel is aangesloten via HDMI (zie bladzijde 93).
Keuzes: YES, SKIP
■ GUI taalkeuze GUI LANGUAGE
Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s
van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem
van dit toestel moeten worden getoond.
Keuzes: ENGLISH (Engels), JAPANESE
(Japans), FRENCH (Frans), GERMAN
(Duits), SPANISH (Spaans), RUSSIAN
(Russisch)
■ Netwerk resetten NETWORK RESET
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Hiermee kunt u de parameter instellingen voor “Video” in
het “Manual Setup” initialiseren (zie bladzijde 92).
Keuzes: YES, CANCEL
■ TV formaat TV FORMAT
Met deze functie kunt u het kleurweergavesysteem van uw
tv instellen.
Keuzes: NTSC, PAL
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene
modellen]: NTSC
[Overige modellen]: PAL
Met deze functie kunt u alle netwerkinstellingen van dit
toestel (zie bladzijde 100) terugzetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Keuzes: CANCEL, RESET
• Select “CANCEL” om de netwerkinstellingen van dit
toestel niet terug te zetten.
• Select “RESET” om de netwerkinstellingen van dit
toestel terug te zetten.
Opmerkingen
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
• Wanneer de netwerkinstellingen teruggezet zijn, zal “DHCP” in
het “NET/USB” automatisch worden ingesteld op “On” (zie
bladzijde 100) en zal de geregistreerde client ID van dit toestel
op uw YAMAHA MCX-2000 worden gewist (zie bladzijde 71).
Nederlands
127 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
Instellen van een
afstandsbediening ID
4
Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste set bedieningstoetsen in te voeren.
Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers
is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd
bedient als de standaard ID is ingesteld. Stel in een
dergelijk geval één vd alternatieve codes in om dit toestel
apart te kunnen bedienen.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
9
0
■ Instellen van een AMP ID voor de
afstandsbediening
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE.
AMP
SOURCE
TV
2
AMP codes voor de afstandsbediening
Selecteer één van de volgende codes om de AMP code
voor de gewenste set bedieningstoetsen in te stellen.
AMP
of
AMP archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
SOURCE
TV
Houd LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot
“L;AMP” verschijnt in het uitleesvenster van
de afstandsbediening.
AMP ID voor de
afstandsbediening
2001
(begininstelling)
Bedienen van het
toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2002
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
ID2
U moet ook de corresponderende AMP ID voor de
afstandsbediening instellen (zie bladzijde 126).
5
ENTER
Functie
Opmerking
PRESET/CH
LEARN
MOVIE
A/B/C/D/E
Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 1.
PRESET/CH
Opmerkingen
ENTER
• U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
A/B/C/D/E
6
3
Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening.
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
128 Nl
Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
LEARN
GEAVANCEERDE SETUP
■ Instellen van een tuner ID voor de
afstandsbediening
1
4
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens op
TUNER op de afstandsbediening om de tuner
waarvoor een andere afstandsbediening ID
wilt instellen te selecteren.
Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste set bedieningstoetsen in te voeren.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
1
2
3
4
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
5
6
7
8
9
0
AMP
MOVIE
SOURCE
Afstandsbediening tunercodes
Selecteer één van de volgende codes om de tunercode
voor de gewenste set bedieningstoetsen op de
afstandsbediening in te stellen.
TV
TUNER
of
AMP
SOURCE
Tuner archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
TV
2
5
PRESET/CH
LEARN
ENTER
A/B/C/D/E
Afstandsbediening
tuner ID
2602
(begininstelling)
Bedienen van het
toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2603
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
ID2
Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 1.
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Houd LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot
“L;TUN” en “TUNER” om en om verschijnen
in het uitleesvenster van de
afstandsbediening.
Functie
PRESET/CH
Opmerkingen
• U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
• Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
3
Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening.
ENTER
A/B/C/D/E
6
Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
LEARN
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
Nederlands
129 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
■ Algemeen
Probleem
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Geen geluid.
130 Nl
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
—
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
33
De beveiliging is in werking getreden.
Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
16
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
—
In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
De optimalisatie-microfoon is
aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
38
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “HDMI”,
“COAX/OPT” of “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
42
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”
terwijl er Dolby Digital of DTS materiaal
wordt afgespeeld.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO” of “COAX/OPT”.
42
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op
het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening).
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
16
Het volume staat uit.
Zet het volume hoger.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
herstellen en het volume te kunnen regelen.
43
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een
CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
—
De HDMI componenten die zijn
aangesloten op dit toestel bieden geen
ondersteuning voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
21
“Support Audio” is ingesteld op “Other”
en “HDMI” audiosignalen worden niet
weergegeven door dit toestel.
Zet “Support Audio” op “RX-V2700” via de
“Option”.
106
23-29
40, 43
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Geen beeld.
Oorzaak
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende
types video-aansluitingen voor de in- en
uitgang van het beeldsignaal.
Oplossing
Zie
bladzijde
Zet “Conversion” op “On” of sluit uw
broncomponenten op dezelfde manier aan op dit
toestel als uw beeldscherm.
93
“Short Message” is ingesteld op “OFF”.
Zet “Short Message” op “On”.
94
“Wall Paper” is ingesteld op “None”.
Zet “Wall Paper” op “Yes” of “Gray”.
95
“Conversion” is ingesteld op “Off”.
Zet “Conversion” op “On”.
93
Er komen videosignalen binnen die niet
standaard zijn.
Verkorte meldingen
worden niet
weergegeven op het
beeldscherm.
De via de HDMI IN1, HDMI IN2 of HDMI IN3
aansluiting binnenkomende signalen worden
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Er komen progressieve of HDTV
videosignalen binnen.
Het geluid valt
plotseling uit.
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
33, 126
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
—
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
—
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten.
43
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
16
Onjuiste balans ingesteld via “Speaker Level”.
Wijzig de “Speaker Level” instellingen.
100
Er klinkt geen geluid
uit de middenluidspreker.
“Center” in het “Speaker Set” staat op “None”.
Zet “Center” op “Small” of “Large”.
96
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd “7ch Stereo”) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
47
Er klinkt geen geluid uit de
aanwezigheidsluidsprekers.
De geluidsveldprogramma’s zijn
uitgeschakeld.
Kies STRAIGHT om de effecten in te schakelen.
51
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
40
Er klinkt geen geluid
uit de surroundluidsprekers.
“Surround” in het “Speaker Set” staat op “None”.
Zet “Surround” op “Small” of “Large”.
97
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op STRAIGHT op het voorpaneel zodat
“STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt.
51
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
“Bass Out” staat op “Front” in het
“Speaker Set” terwijl er een Dolby Digital
of DTS signaal wordt weergegeven.
Zet “Bass Out” op “SWFR” of “Both”.
98
“Bass Out” in het “Speaker Set” staat op
“SWFR” of “Front” terwijl er een 2kanaals bronsignaal wordt weergegeven.
Zet “Bass Out” op “Both”.
98
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
131 Nl
Nederlands
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl
alleen eventuele door het programma
toegevoegde effecten via de voor- en surroundluidsprekers worden geproduceerd.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de middenluidspreker.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidsprekers.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
“Surround” in het “Speaker Set” is
ingesteld op “None” en “Surround Back”
is automatisch ingesteld op “None”.
Zet “Surround” en “Surround Back” op een andere
instelling dan “None”.
97
“Surround Back” in het “Speaker Set”
staat op “None”.
Zet “Surround Back” op een andere instelling dan
“None”.
97
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS
bronnen worden
weergegeven. (De
Dolby Digital of DTS
indicator op het
display op het
voorpaneel licht niet
op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
—
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
42
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
—
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND
aansluiting van dit toestel.
26
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
draaitafel met een MC cartridge.
Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MCkopversterker.
26
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
—
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er wordt niet
opgenomen door
digitale opnameapparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron is niet aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge opnameapparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT (REC)
aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
26
De
geluidsveldparameters
en sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
“Memory Guard” in het “Option” staat op
“On”.
Zet “Memory Guard” op “Off”.
105
132 Nl
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
24, 26
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Oplossing
Zie
bladzijde
Probleem
Oorzaak
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
—
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
16
U ondervindt storing
van digitale of andere
apparatuur die
radiogolven
gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
—
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
—
■ Tuner
AM
Oorzaak
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
31
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
—
Stem met de hand af.
58
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
—
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak.
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
—
Stem met de hand af.
58
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
—
Stem met de hand af.
58
AANVULLENDE
INFORMATIE
FM
Oplossing
Zie
bladzijde
Probleem
59, 60
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
—
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
—
133 Nl
Nederlands
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Afstandsbediening
Probleem
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Oplossing
Zie
bladzijde
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
11
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg.
Vervang alle batterijen.
De batterijen gaan niet lang mee en zijn
snel leeg.
We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
De schakelaar voor de bedieningsfunctie
staat niet goed.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op de
juiste stand. Zet de afstandsbediening in de AMP
stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de
afstandsbediening op de SOURCE stand wanneer u
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component wilt bedienen. Zet de afstandsbediening in
de TV stand wanneer u de TV die is ingesteld voor de
DTV of PHONO set wilt bedienen.
—
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
111
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
111
Oorzaak
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
De afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies leren.
—
11
—
De archiefcode van de afstandsbediening
en de afstandsbedienings-ID van dit
toestel komen niet overeen.
Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit
toestel overeenkomt met de archiefcode van de
afstandsbediening.
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Programmeer de gewenste functies apart onder de
programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’.
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van
elkaar.
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
Het geheugen is vol.
Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
118
Oplossing
Zie
bladzijde
112, 126
113
11
113
—
■ HDMI
Foutmelding
Oorzaak
Device Over
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten HDMI
componenten.
—
HDCP Error
HDCP verificatie mislukt.
Controleer of de aangesloten HDMI componenten
ondersteuning bieden voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
—
134 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Netwerk en USB
Probleem
De PC server/MCX-2000/
Internetradio functioneert
niet naar behoren.
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
100
De netwerkkabel is niet aangesloten.
Sluit deze op de juiste manier aan.
30
Op de PC is Windows Media Connect 2.0
nog niet geïnstalleerd.
Installeer Windows Media Connect 2.0 op de PC.
—
De muziek is opgenomen in een bestandsindeling of
formattering die niet met dit toestel kan worden
weergegeven. Dit toestel kan geen andere
muziekbestanden weergeven dan WMA, MP3 en
WAV (PCM formaat) bestanden. Vergeet ook niet dat
het toestel soms toch niet in staat zal zijn bepaalde
muziekbestanden weer te geven, ook al zijn deze
opgeslagen in WMA, MP3 of WAV formaat.
Kies muziek die is opgeslagen in een formaat dat
compatibel is met dit toestel.
—
De muziek is auteursrechtelijk
beschermd.
Dit toestel kan geen auteursrechtelijk beschermd
materiaal weergeven.
—
Geen verbinding met
Windows Media Connect 2.0.
De Windows XP PC logt in op een
domein.
Log in op de lokale machine in plaats van het
domein.
—
Geen verbinding met de
MusicCAST server.
U probeert verbinding te krijgen met de
MCX-1000. De MusicCAST server die
verbonden kan worden met dit toestel is
de MCX-2000.
Gebruik een MCX-2000 of de PC server.
—
De automatische configuratie wordt niet
uitgevoerd.
Voer “Auto Configure” uit.
70
De melding “Disconnected”
(Niet aangesloten) verschijnt
ook al is er wel degelijk een
USB apparaat aangesloten.
Dit toestel heeft het USB apparaat
herkend als niet geschikt voor aansluiting
op het toestel.
Zet dit toestel uit en dan weer aan.
72
Er kan geen Internetradio
worden weergegeven.
De firewall van het netwerkapparaat is
ingeschakeld. Er kan alleen Internetradio worden
weergegeven wanneer het signaal de door elke
zender gespecificeerde poort passeert. Het
poortnummer hangt af van de radiozender zelf.
Controleer de firewall-instellingen van het
netwerkapparaat in kwestie.
—
De verbinding met het internet is
verbroken.
Controleer de configuratie van het
netwerkapparaat en zoek vervolgens verbinding
met uw provider.
—
De muziekbestanden en
mappen op het USB
apparaat kunnen niet
worden bekeken.
De muziekbestanden en mappen staan op andere
geheugenlocaties dan de primaire FAT partitie.
Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte
FAT partitie.
—
U probeert dieper dan 8 mapniveaus te bekijken
of een map met meer dan 500 bestanden.
Wijzig de gegevensstructuur op uw USB
apparaat.
—
Het USB apparaat kan niet
worden herkend.
Het aangesloten USB apparaat is geen
USB massa opslag USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB
geheugenapparaten of draagbare USB audiospelers
herkennen. Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in
staat kan blijken te zijn bepaalde USB apparaten te
herken, ook al zijn dit ogenschijnlijk geschikte
apparaten zoals hierboven vermeld.
72
Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend
worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet.
72
Het aangesloten USB apparaat is niet
correct.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
72
De directory (map) met het geselecteerde
item is gewijzigd.
Programmeer het item opnieuw onder de
gewenste cijfertoets (1-8).
72
De muziek op de PC
server kan niet worden
weergegeven.
Dit toestel roept niet het
correcte item op bij
gebruik van de
cijfertoetsen (1-8).
135 Nl
Nederlands
Zet de DHCP serverfunctie van de router aan
(ON). Of voer met de hand de vereiste
instellingen uit aan de hand van de huidige
gebruiksomgeving.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Het IP adres is niet correct ingesteld.
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem
Dit toestel roept niet het
geselecteerde item op bij
gebruik van de
cijfertoetsen (1-8).
Statusmelding
Please wait
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Het USB apparaat is niet correct
aangesloten.
Sluit het USB apparaat op de juiste manier aan.
72
De PC of MCX-2000 met het
geselecteerde item staat uit.
Zet de PC of MCX-2000 aan.
70
De geselecteerde Internetradiozender is
tijdelijk niet beschikbaar of bestaat niet
meer.
Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde
Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is.
71
Programmeer andere Internetradiozenders voor.
72
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
netwerk te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
—
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
—
Please wait
(Starting Server)
Dit toestel is bezig de MCX-2000 in te
schakelen die uit (standby) is gezet.
Wacht ongeveer 20 seconden.
—
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw netwerk.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
de LAN poort van uw router of hub.
30
Zorg ervoor dat uw router correct is aangesloten en is
ingeschakeld. Zorg er ook voor dat uw modem op de
juiste manier is aangesloten en is ingeschakeld wanneer
u naar de Internetradio wilt luisteren.
30
Uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler is niet meer aangesloten
op de USB poort van dit toestel.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
uw USB geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
—
De eerder op dit toestel aangesloten PC
server of MCX-2000 bestaat niet meer.
Sluit dit toestel aan op een beschikbare PC server
of MCX-2000.
70
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
34
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
—
Dit toestel krijgt geen toegang tot uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of
andere draagbare USB audiospeler.
—
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
34
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
—
Dit toestel kan de op dit moment op uw
PC opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Zorg ervoor dat Windows Media Connect 2.0
correct is geïnstalleerd op uw PC.
—
Controleer of de op uw PC opgeslagen
muziekstukken inderdaad weergegeven kunnen
worden (MP3, WMA en WAV).
—
Sla andere geschikte muziekbestanden (MP3,
WMA en WAV) op uw PC op die wel kunnen
worden weergegeven.
—
Probeer een netwerk te installeren dat exclusief
voor dit toestel bedoeld is, gescheiden van het
algemene netwerk.
—
Disconnected
Access error
Unable to play
Het netwerk kan tijdelijk overbelast zijn,
hetgeen de weergave stoort of
onmogelijk maakt.
136 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Statusmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
List updated
De lijst met materiaal dat is opgeslagen
op uw PC server of MCX-2000 is
bijgewerkt.
Bookmark ON
De gewenste Internetradiozender is
toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst.
Bookmark OFF
De opgeslagen Internetradiozender is
verwijderd van de “Bookmarks” lijst.
Empty Memory!
Er zijn geen items toegewezen aan de
geselecteerde cijfertoets.
Wijs het gewenste item toe aan de geselecteerde
cijfertoets.
72
Not found!
Dit toestel kan het aan de geselecteerde
cijfertoets toegewezen item niet vinden.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
72
Zet de PC of MCX-2000 aan.
70
Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde
Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is.
71
Programmeer het item opnieuw onder de
gewenste cijfertoets (1-8).
72
■ iPod
Opmerking
Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of op het
beeldscherm, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 29).
Statusmelding
Loading...
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw iPod.
Zet dit toestel uit en sluit uw YAMAHA iPod
universeel dock opnieuw aan op de DOCK
aansluiting van dit toestel.
29
Probeer uw iPod te resetten.
—
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
—
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst in een
YAMAHA iPod universeel dock (zoals de
los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel, en
de verbinding tussen uw iPod en dit
toestel is correct tot stand gebracht.
Disconnected
Uw iPod is verwijderd uit uw YAMAHA
iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-10), verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10),
verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel.
29
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw
iPod opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
—
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
—
137 Nl
Nederlands
Unknown iPod
AANVULLENDE
INFORMATIE
Connect error
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
■ Auto Setup
Voor Auto Setup
Foutmelding
Connect MIC!
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
35
Unplug Phones!
Er is een hoofdtelefoon aangesloten.
Maak de hoofdtelefoon los.
—
No Setup Menu!
Alle setup menu’s zijn ingesteld op “Skip”
(Overslaan).
Zet het gewenste menu-item op “Check”
(Controleren).
36
Memory Guard!
“Memory Guard” is ingesteld op “On”.
Zet “Memory Guard” op “Off”.
105
Tijdens Auto Setup
Foutmelding
Oorzaak
Oplossing
Zie
bladzijde
E01:No Front SP
Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
16
E02:No Sur. SP
Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
16
E03:No PRNS SP
Er wordt geen signaal voor een
aanwezigheidskanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
16
E04:SBR->SBL
Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met
de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS
aansluiting als u slechts een enkele
surround achter-luidspreker heeft.
16
Teveel geluiden op de achtergrond.
Probeer de “Auto Setup” onder stille
omstandigheden.
—
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt
van de optimalisatie-microfoon.
—
Wel surround achter-luidsprekers
aangesloten, maar geen L/R surroundluidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan
wanneer u surround achter-luidsprekers
gebruikt.
16
De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “Auto Setup” procedure.
Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
35
De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon.
35
Controleer de aansluiting en de opstelling
van de microfoon.
16
E05:Noisy
E06:Check Sur.
E07:No MIC
E08:No Signal
E09:User Cancel
De “Auto Setup” procedure is geannuleerd
door iets dat de gebruiker gedaan heeft.
Doe de “Auto Setup” nog eens.
E10:Internal Err.
Er is een interne fout opgetreden.
Doe de “Auto Setup” nog eens.
138 Nl
35
35
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Na Auto Setup
Waarschuwing
Zie
bladzijde
Oorzaak
Oplossing
De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ of –).
W2:Over Distance
De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is meer dan 24 m.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
W3:Level Error
Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers.
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
—
Controleer de aansluitingen van de
luidspreker.
16
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit.
—
Stel het uitgangsniveau van de subwoofer
in.
35
Gebruik “Speaker Set” onder “Manual
Setup” om met de hand de luidsprekerinstellingen te wijzigen.
96
W1:Out of Phase
W4:SP Mismatch
Het resultaat van de bedradingscontrole bij
de “Auto Setup” verschilt van de “Speaker
Set” instelling in de “Manual Setup”.
16
—
Opmerkingen
• Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en
vervolgens de “Auto Setup” opnieuw uit te voeren.
• Als de waarschuwing “W1” verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn.
• Als de waarschuwingen “W2” of “W3” verschijnen, zijn er geen instellingen verricht.
• Als foutmelding “E10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
139 Nl
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Opmerkingen
• Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden
teruggezet.
• De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken
zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand.
3
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “PRESET”.
PURE DIRECT
VOLUME
TONE
CONTROL
AUDIO
SELECT
REC OUT/
ZONE2 A/B/C/D/E
PRESET/
TUNING
PRESET/TUNING
MEMORY
FM/AM
MAN'L/AUTO FM
TUNING
MODE
ENHANCER
NIGHT
EDIT
INPUT
ZONE ON/OFF
STRAIGHT
MAIN ZONE
ZONE CONTROLS
MULTI ZONE
EFFECT
YPAO
ON/OFF
PROGRAM
OPTIMIZER
MIC
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
ZONE 2
ZONE 3
L
R
AUDIO
OPTICAL
PROGRAM
PHONES
VIDEO AUX
USB
ON
OFF
MASTER
1-2,5
1
3
2,4
USERPRESET
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
CANCEL
4
Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om en selecteer “RESET”.
MASTER
STRAIGHT
2
Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
EFFECT
USERPRESET
RESET
Houd ingedrukt
STRAIGHT
EFFECT
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
MASTER
5
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel in
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit
te schakelen.
MASTER
140 Nl
WOORDENLIJST
WOORDENLIJST
■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
■ Dolby Digital
Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee
versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene
versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen)
van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het
gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen.
In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers
slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte
toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder
zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de
weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossoverschakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag
doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de
naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een
bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen
frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op
dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde
waarde een HPF gewoon passeren.
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3
voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u
zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot
5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
■ Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
■ ‘Dialogue normalization’
‘Dialogue Normalization’ (dialoog normalisatie) is een
Dolby Digital of DTS functie die verschillende
programma’s op een gemiddeld niveau weergeeft zodat de
gebruiker het volume niet hoeft aan te passen wanneer er
een ander Dolby Digital of DTS programma wordt
weergegeven.
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer
dynamische en realistische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en
“fly-around” effecten.
■ Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
AANVULLENDE
INFORMATIE
■ Composiet videosignaal
■ Dolby Digital EX
■ Dolby Pro Logic IIx
141 Nl
Nederlands
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van
2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie
standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en
een “Game” stand voor spelletjes.
WOORDENLIJST
■ Dolby Surround
■ HDMI
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst
(mono) en een surroundkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert
geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby
Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele
interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard,
verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen
verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron
(zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de
audio/video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI
geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt
ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg
bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige
verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP
(High-bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI
een veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie
omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan
de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”.
■ DSD
Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt
voor het opslaan van audiosignalen op digitale media,
zoals Super Audio CD’s. Bij DSD worden signalen
opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer hoge
bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz waarbij gebruik
wordt gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering
om vervorming, een normaal verschijnsel bij zeer hoge
kwantisaties van audiosignalen, te voorkomen. Dankzij de
hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere
geluidskwaliteit worden bereikt dan door de PCM
technologie van gewone audio-CD’s.
■ DTS 96/24
■ LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1kanaals systeem.
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau
audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVDVideo en is volledig compatibel met alle vroegere DTS
decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte
codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een
geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de
originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals
weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video.
■ MP3
■ DTS (Digital Theater Systems)
Digital Surround
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music”
stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films.
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig
aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems
Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld
zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende
DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert
een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen
(dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en
rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als
0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
142 Nl
Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor
MPEG. Deze methode maakt gebruik van een
onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te
verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
■ Neo:6
WOORDENLIJST
■ PCM (Lineair PCM)
■ S-videosignaal
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting
vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen
en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
■ Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
■ WAV
Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij
geluidssignalen direct worden omgezet in digitale
gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte
compressiemethode (codering) zodat in principe de
gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard
is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen
(ongecomprimeerd) en met sommige
compressiemethoden, waaronder ADPCM.
■ WMA
Een door Microsoft Corporation ontwikkelde
compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van
een onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te
verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
143 Nl
INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
■ Onderdelen van een geluidsveld
■ SILENT CINEMA
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons
ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de
ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren
direct bereiken zijn er twee verschillende soorten weerkaatsingen
die samen onze waarneming van het geluid bepalen.
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot
100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één
enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond
of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het
direct waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer
dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het
plafond) en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een
bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet
richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze
waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk
van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze
informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt
gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een dansvloer of in
die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen
indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te
stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de
digitale geluidsveld processor.
■ CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk
bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best
in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld
voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden
bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar
de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een
massa in het echt gemeten gegevens maken nu de YAMAHA
CINEMA DSP programma’s gebruik van de origineel door
YAMAHA ontwikkelde geluidsveldentechnologie om in
combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen
te komen tot een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer
van de audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
144 Nl
■ Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
■ Geluidsweergave door elk van de
luidsprekers
De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt
mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt.
Raadpleeg de diagrammen in de tabel hieronder voor meer
informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor
elk geluidsveldprogramma. Voor details omtrent de
geluidsweergave door elk van de luidsprekers bij gebruik
van de geluidsveldprogramma’s verwijzen we u naar
“GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S” in de “APPENDIX”
aan het eind van deze handleiding.
Opmerking
Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de
luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat
wordt weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde
kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze
op een bepaalde manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld
met speciale effecten enz.
y
Behalve voor “2ch Stereo”, “7ch Stereo” en “STRAIGHT”, kunt
u een decoder selecteren om geluid weer te laten geven via de
surround achter-luidsprekers (zie bladzijde 47).
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee,
samen met de Parametric EQ instellingen (zie
bladzijde 89), de frequentiekarakteristieken via een
instelbare equalizer worden afgestemd op uw
luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de
volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor)
om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van
de frequentiekarakteristieken.
■ Q factor
De breedte van de opgegeven frequentieband wordt
aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden
ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10.
■ Frequency
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van éénderde octaaf, tussen 32 Hz en 16 kHz.
■ Gain
Afbeelding 1
Gain (extra versterking)
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Band 1
Frequentie
AANVULLENDE
INFORMATIE
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van
0,5 dB, tussen –20 en +6 dB.
YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw
luistervoorkeuren aan via een combinatie van de
bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en Q
factor) voor elk van de equalizerbanden van de
parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft 7
equalizerbanden voor elk kanaal.
Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen
de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld
(zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa
wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt
(zoals in Afbeelding 1).
Originele
frequentiekarakteristiek
Afbeelding 2
Gain (extra versterking)
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Band 1
Band 2
Originele
frequentiekarakteristiek
145 Nl
Nederlands
Frequentie
TECHNISCHE GEGEVENS
TECHNISCHE GEGEVENS
AUDIO GEDEELTE
• Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω .................................. 140 W
• Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 Ω ....................................................... 170/205/265/345 W
• Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 Ω ........................................................ 185 W
• Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ....................................................... 200 W
• Dynamisch bereik
8 Ω ..................................................................................... 0,84 dB
• IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ..................................................... 145 W
• Dempingsfactor (IHF)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................................... 150 of meer
• Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 kΩ
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ
• Maximum ingangsvoltage
PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer
• Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie .....................................125/350/500 Hz
TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ................................2,5/3,5/8,0 kHz
• Zone 2/Zone 3 Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/10 kHz
TREBLE turnover frequentie ........................................... 2,0 kHz
• Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter)
..................................................................................... 12 dB/oct
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
• Videoformaat [MONITOR OUT] (Achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
................................................................................... NTSC/PAL
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
.................................................................................. PAL/NTSC
• Videoformaat (Videoconversie) ..................................... NTSC/PAL
• Signaalniveau
Composiet .................................................................. 1 Vp-p/75 Ω
S-video ............................ 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR)
• Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
OUT (REC) ........................................................... 200 mV/900 Ω
PRE OUT ................................................................. 1,0 V/1,2 kΩ
SUBWOOFER ......................................................... 2,0 V/1,2 kΩ
ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................ 1,0 V/1,4 kΩ
• Maximum ingangsniveau (Video omzetting uit)
............................................................................... 1,5 Vp-p of meer
• Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 Ω) ............................... 150 mV/100 Ω
• Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component (Video omzetting uit)
........................................................... 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB
• Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor, Pure Direct
...................................................... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB
• RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB
• Totale harmonische vervorming
PHONO t/m OUT (REC)
(20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder
CD, enz. naar L/R voor
(20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder
• Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV) naar L/R voor
[Modellen voor het Australië, V.K. en Europa] ..... 81 dB of meer
[Overige modellen] ................................................ 86 dB of meer
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer
• Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
• Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/55 dB of meer
CD, enz.
(5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer
• Signaal-ruis verhouding (Video omzetting uit)
.................................................................................... 60 dB of meer
• Videoformaat [ZONE OUT] (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
............................................................................................NTSC
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
...............................................................................................PAL
FM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
• 50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf)
• Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
• Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB
• Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB
• Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................... 0,2/0,3%
• Stereoscheiding (1 kHz)
Stereo ................................................................................... 42 dB
• Frequentierespons
Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
• Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω
146 Nl
TECHNISCHE GEGEVENS
AM GEDEELTE
• Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
....................................................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz
• Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
• Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada] .... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
• Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA
[Overige modellen] ............................................................. 500 W
• Stroomverbruik uit (standby)
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,1 W of minder
[Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom)
........................................................................ 0,33 W of minder
[Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder
• Maximum stroomverbruik [Alleen Algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W
• Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.............................................. 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum)
[Modellen voor Azië, China en Algemene modellen]
.......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Modellen voor het V.K. en Australië]
.............................................. 1 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
[Modellen voor Europa] ......... 2 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
• Afmetingen (b x h x d) ................................. 435 x 171 x 438,5 mm
• Gewicht ................................................................................. 17,2 kg
AANVULLENDE
INFORMATIE
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.
Nederlands
147 Nl