Yamaha RX-V2700 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding
1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit
uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te
lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er
later nog eens iets in kunt opzoeken.
2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge,
schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van
warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor
een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de
bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan
de achterkant van dit toestel.
3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische
apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te
voorkomen.
4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge
temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het
toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad
(bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te
voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat
zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan
dit toestel en/of persoonlijk letsel.
5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel
kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende
of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet
bovenop dit toestel:
Andere componenten, daar deze schade kunnen
veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen
doen verkleuren.
Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand,
schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen
veroorzaken.
Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische
schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel
kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het
toestel terecht komt.
6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz.
zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur
binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand,
schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel.
7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle
aansluitingen gemaakt zijn.
8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is
geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot
schade.
9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen
en/of snoeren.
10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de
stekker zelf trekken, niet aan het snoer.
11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen;
dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone,
droge doek.
12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik
van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is
gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of
persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen
aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik
van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven
staat.
13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de
stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert.
14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of
het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA
servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie
behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken.
15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken
(bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen.
16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een
plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt
bereiken.
17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over
veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de
conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont.
18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF
in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om
dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal
vervolgens de stekker uit het stopcontact.
19 VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit
toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte
netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt.
De geschikte voltages zijn als volgt:
.....................110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK
NEEMT.
WAARSCHUWING
OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF
ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN,
MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL
BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN.
Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is
de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer
u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In
deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer
kleine hoeveelheid stroom te gebruiken.
Alleen voor klanten in Nederlands
Bij dit product zijn batterijen geleverd.
Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet
weggooien maar inleveren als KCA.
Dit symbool stemt overeen met de
EU-richtlijn 2002/96/EC
Dit symbool betekent dat elektrische en
elektronische apparaten aan het einde van
hun levensduur moeten worden aangeboden
voor gescheiden afvalverzameling.
Leef de plaatselijke voorschriften na en bied
uw oude producten niet aan bij het gewone
huisvuil.
1 Nl
Nederlands
Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories.
“Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn
handelsmerken van Dolby Laboratories.
Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc.
“DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn
handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright
1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten
voorbehouden.
“iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc.,
geregistreerd in de V.S. en andere landen.
MPEG Layer-3 audio coderingstechnologie gebruikt onder
licentie van Fraunhofer IIS en Thomson.
Deze receiver biedt ondersteuning voor netwerkverbindingen.
“HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia
Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC.
“SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA
CORPORATION.
Opmerking betreffende distributie van broncode
Dit product maakt gebruik van softwarecode die onderworpen is
aan de GNU General Public License (GPL) of GNU Lesser
General Public License (LGPL). Kopiëren, verspreiden of
wijzigen van deze softwarecode geschiedt onder GPL of LGPL
licentievoorwaarden. De broncode is beschikbaar via de volgende
website:
http://www.global.yamaha.com/download/
De broncode is ook beschikbaar op opslagmedia (zoals
CD-ROM) tegen kostprijs.
Contactinformatie: AV products division, YAMAHA
CORPORATION, 10-1 Nakazawa-cho,
Hamamatsu 430-8650, Japan
In principe wordt de broncode 3 jaar lang na de datum van
aankoop aangeboden.
KENNISGEVINGEN HANDELSMERKEN
iPod
2 Nl
KENMERKEN .......................................................4
VAN START ..........................................................5
Meegeleverde accessoires ......................................... 5
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ........6
Voorpaneel ................................................................ 6
Afstandsbediening .................................................... 8
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening ........................... 10
Voorbereiden van de afstandsbediening ................. 11
Display voorpaneel ................................................. 12
Achterpaneel ........................................................... 14
AANSLUITINGEN ..............................................15
Luidsprekers opstellen ............................................ 15
Aansluiten van luidsprekers .................................... 16
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking)
aansluitingen ....................................................... 19
Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 20
Informatie over HDMI ............................................ 21
Stroomschema audio- en videosignalen ................. 22
Aansluiten van een beeldscherm of projector ......... 23
Aansluiten van andere componenten ...................... 24
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe
decoder ............................................................... 28
Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel
dock .................................................................... 29
Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op
het voorpaneel .................................................... 29
Aansluiten op het netwerk ...................................... 30
Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 31
Aansluiten van het netsnoer .................................... 32
Instellen van de luidspreker-impedantie ................. 33
Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 34
AUTO SETUP ......................................................35
Gebruiken van het Auto Setup ................................ 35
WEERGAVE ........................................................40
Basisprocedure ........................................................ 40
Selecteren van audio ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT) ............................................. 42
Selecteren van de MULTI CH INPUT componen
t ....... 43
Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 43
Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ...... 43
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel door
middel van de GUI menuschermen .................... 44
Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij
audiomateriaal .................................................... 45
Gebruiken van de slaaptimer .................................. 45
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ...................46
Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 46
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 47
Luisteren naar onbewerkte weergave ..................... 51
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES ...........52
Luisteren naar pure hi-fi weergave ......................... 52
Toonregeling ........................................................... 52
Instellen luidsprekerniveaus ................................... 53
Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals
stereoweergave ................................................... 53
Selecteren van de Compressed Music
Enhancer functie ................................................. 54
Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 55
FM/AM AFSTEMMEN ...................................... 56
FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen ......... 56
Automatisch afstemmen ......................................... 57
Handmatig afstemmen ............................................ 58
Automatisch voorprogrammeren ............................ 59
Handmatig voorprogrammeren ............................... 60
Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 61
Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 62
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN
(ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K.
EN EUROPA) .................................................. 63
Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 63
Selecteren van een Radio Data Systeem
programmatype (PTY SEEK functie) ................ 64
Gebruiken van de dataservice voor verbetering van
het gebruik van andere netwerken
(Enhanced Other Networks; EON) .................... 65
GEBRUIKEN MET EEN iPod ........................... 66
iPod bediening ........................................................ 66
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB
FUNCTIES ....................................................... 68
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s ...... 68
Gebruiken van een PC server of YAMAHA
MCX-2000 ......................................................... 70
Gebruiken van de Internetradio .............................. 71
Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een
USB aansluiting .................................................. 72
Gebruiken van sneltoetsen ...................................... 72
OPNEMEN ........................................................... 74
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
.... 75
Selecteren van decoders .......................................... 75
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE
(GUI) SCHERM .............................................. 78
Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) .............. 79
Input Select ............................................................. 85
Manual Setup (Sound) ............................................ 88
Manual Setup (Video) ............................................ 92
Manual Setup (Basic) ............................................. 95
Manual Setup (NET/USB) .................................... 100
Manual Setup (Option) ......................................... 102
System Memory .................................................... 106
Signal Info. (Ingangssignaalinformatie) ............... 107
Language .............................................................. 108
INHOUD
INLEIDING
VOORBEREIDINGEN
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE BEDIENING
INHOUD
3 Nl
VOORBEREIDINGEN
INLEIDING
BASISBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
AANVULLENDE
INFORMATIE
APPENDIX
Nederlands
KENMERKEN VAN DE
AFSTANDSBEDIENING ............................. 109
Bedienen van dit toestel, een TV of andere
componenten .................................................... 109
Instellen van afstandsbedieningscodes ................. 111
Overnemen van instructies van andere
afstandsbedieningen ......................................... 113
Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster
verschijnen ........................................................ 114
Macro programmeerfuncties ................................. 115
Instellingen wissen ................................................ 118
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN
(MULTI-ZONE) ............................................ 121
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
...... 121
Bedienen van Zone 2 of Zone 3 ............................ 122
GEAVANCEERDE SETUP ............................. 125
Gebruik van het ADVANCED SETUP ................ 125
Instellen van een afstandsbediening ID ................ 128
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ................... 130
RESETTEN VAN HET SYSTEEM ................. 140
WOORDENLIJST ............................................ 141
INFORMATIE OVER
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ............. 144
PARAMETRISCHE EQUALIZER
INFORMATIE ............................................... 145
TECHNISCHE GEGEVENS ........................... 146
(aan het eind van deze handleiding)
GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S .......................i
GPL/LGPL.............................................................. v
LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES....ix
AANVULLENDE INFORMATIE
APPENDIX (AANHANGSEL)
Over deze handleiding
y geeft een bedieningstip aan.
Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd
met de toetsen op het voorpaneel als met de
afstandsbediening. Als de naam van een toets op de
afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal
de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening
tussen haakjes vermeld worden.
Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd
werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd
zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding
en het product van elkaar verschillen, heeft het product de
prioriteit.
Dit toestel beschikt over de mogelijkheid de
schermmenu’s in verschillende talen weer te geven. In
deze handleiding worden voor de schermmenu’s
voorbeelden in het Engels afgebeeld.
KENMERKEN
4 Nl
Ingebouwde 7-kanaals eindversterker
Minimum RMS uitgangsvermogen
(20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 )
Voor: 140 W + 140 W
Midden: 140 W
Surround: 140 W + 140 W
Surround Achter: 140 W + 140 W
Geluidsveldprogramma’s
Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van
geluidsvelden
Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder
DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6,
DTS 96/24 decoder
Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx
decoder
Virtual CINEMA DSP
SILENT CINEMA
Verfijnde AM/FM tuner
40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke
voorkeuzezenders
Automatisch voorprogrammeren
Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken
voorkeuzezenders)
Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor het
V.K . e n Eu r op a)
HDMI (High-Definition Multimedia Interface)
HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition
video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale
audio gebaseerd op HDMI versie 1.2a
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI
digitale video (composiet video S-video component
video HDMI digitale video) voor de monitor uitgang
Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video van 480i
(NTSC)/576i (PAL) of 480p/576p naar 720p of 1080i
iPod bediening mogelijk
DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock
(aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met
ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod
nano en iPod mini
Netwerkfuncties
NETWORK poort voor aansluiting op een PC en een
YAMAHA MCX-2000, of voor toegang tot Internetradio via
een LAN
DHCP automatische of handmatige netwerkconfiguratie
USB functies
USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of
een draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Overige kenmerken
YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer)
voor automatische instelling van de luidsprekers
192-kHz/24-bits D/A converter
GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem waarmee u
dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw audio/
videosysteem
Taalkeuze voor de taal waarin de menu’s worden weergegeven
(Engels, Japans, Frans, Duits, Spaans of Russisch)
6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden
multikanaals signalen
Analoge video geïnterlinieerd/progressief omzetting van 480i
(NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p
S-video in-/uitgangsaansluitingen
Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT
VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT)
Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen
Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen
Middernacht luisterfuncties voor film en muziek
Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de
weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen
(zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een
hoogwaardige stereo-installatie
Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde
afstandsbedieningscodes, Leer- en Macrofuncties en
verlichting voor de toetsen en het uitleesvenster
ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk
Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een
ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS
In-beeld display (OSD) functie voor Zone 2
Slaaptimer
KENMERKEN
VAN START
5 Nl
INLEIDING
Nederlands
Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt.
VAN START
Meegeleverde accessoires
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
B
AND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
Afstandsbediening
Batterijen (6)
(AAA, LR03)
AM ringantenne
Optimalisatie-microfoonSleutel voor de
luidspreker-aansluitingen
Netsnoer
FM binnenantenne
(Modellen voor de V.S., Canada, China,
Azië, Korea en Algemene modellen)
FM binnenantenne
(Modellen voor Europa, het V.K. en
Australië)
TUNER
CD
CD-R
DTV
NET/USB
CBL/SAT
MD/TAPE
VCR 1
DVD
V-AUX/DOCK
DVR/VCR 2
POWER
STANDBY
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
ZONE 3
ZONE 2
ID2
ID1
MUTE
Zone 2/Zone 3
afstandsbediening
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
6 Nl
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
AM/FM radio ..................................... zie bladzijde 56
1 MASTER ON/OFF
Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 34).
2 MAIN ZONE ON/OFF
Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 34).
Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds
een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op
de infraroodsignalen van de afstandsbediening.
Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor
het toestel geluid kan reproduceren.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar
binnen, in de ON stand is gedrukt.
3 INPUT keuzeknop
Selecteert de gewenste signaalbron (zie bladzijde 40).
4 AUDIO SELECT
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 42).
5 TONE CONTROL
Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en
rechter voorkanalen, samen met PROGRAM (zie
bladzijde 52).
6 REC OUT/ZONE2
Selecteert de signaalbron die u naar de audio/
videorecorder wilt dirigeren en het Zone 2 uitgangssignaal
onafhankelijk van de signaalbron waar u naar luistert of
kijkt in de eerste zone (zie bladzijde 74).
7 STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit.
Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals
of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd
worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers,
zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 51).
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
Voorpaneel
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
32 BCA09
GHIFED
876541
Opmerkingen
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
7 Nl
INLEIDING
Nederlands
8 MULTI ZONE toetsen
ZONE 2 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of
uit (standby) zetten (zie bladzijde 122).
ZONE 3 ON/OFF
Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of
uit (standby) zetten (zie bladzijde 122).
Deze toetsen werken alleen wanneer MASTER ON/OFF
naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
ZONE CONTROLS
Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer
schakelen tussen de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 (zie
bladzijde 122).
y
Nadat u op ZONE CONTROLS heeft gedrukt, zal de
indicator voor de op dit moment geselecteerde zone
ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het
voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de
indicator aan het knipperen is.
9 Display voorpaneel
Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de
toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 12).
0 ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 54).
A Sensor voor de afstandsbediening
Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie
bladzijde 11).
B NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 55).
C PURE DIRECT
Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 52).
D PROGRAM keuzeknop
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren
(zie bladzijde 46).
Hiermee kunt u de weergave van de lage/hoge tonen
regelen samen met TONE CONTROL (zie
bladzijde 52).
E OPTIMIZER MIC aansluiting
Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon
aansluiten voor gebruik met de “Auto Setup” functie
(zie bladzijde 35).
F PHONES aansluiting
Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt
luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 43).
G VIDEO AUX aansluitingen
Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe
signaalbron zoals een spelcomputer of videocamera
aansluiten (zie bladzijde 29).
y
Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te
geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
H USB poort
Hierop kan USB geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting worden aangesloten
(zie bladzijde 72).
I VOLUME
Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle
audiokanalen tegelijk instellen.
y
Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau.
Open en dicht doen van de klep in het
voorpaneel
Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt
gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste
deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht
wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft.
Opmerking
Opmerking
Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te
openen.
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
8 Nl
Functies en bedieningsorganen van de afstandsbediening
In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de
volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden.
AM/FM radio ..................................... zie bladzijde 56
TV bediening ................................... zie bladzijde 109
Bedienen van andere componenten
...... zie bladzijde 110
Bedienen van optionele componenten
... zie bladzijde 111
De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in de
grijze gedeelten hieronder hangen af van de stand van de
keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie. Zet de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op AMP om dit toestel te bedienen.
1 Infrarood venster
Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit
venster op de component die u wilt bedienen (zie bladzijde 11).
2 TRANSMIT indicator
Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen
aan het uitzenden is.
3 Ingangskeuzetoetsen
Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen.
y
De naam van de geselecteerde signaalbron verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening om aan te geven welk
toestel er op dat moment bediend wordt.
4 Uitleesvenster
Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u kunt bedienen.
5 LIGHT
Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en
het uitleesvenster te verlichten.
6 LEVEL
Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het
uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 53).
7 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER
Hiermee kunt u bepaalde items of de cursor verplaatsen of
de instellingen op de menuschermen of op het display op
het voorpaneel veranderen.
8 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s
Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren
(zie bladzijde 46).
9 SUR. DECODE
Hiermee stelt u decoders in werking om 2-kanaals materiaal
met surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 75).
0 MEMORY 1/2
Roept “MEMORY 1” of “MEMORY 2” of “System
Memory” (zie bladzijde 106) weer op.
A Netwerk en USB ingangskeuzetoetsen
Selecteren van de sub-signaalbron voor NET/USB (zie bladzijde 69).
PC/MCX
Selecteert een PC server of YAMAHA MCX-2000 als
sub-signaalbron voor NET/USB.
Afstandsbediening
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
B
AN
D
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
1
2
3
4
5
6
7
8
9
0
B
C
A
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
U
t
S
R
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
9 Nl
INLEIDING
Nederlands
NET RADIO
Selecteren van Internetradio als sub-signaalbron voor
NET/USB.
USB
Selecteert USB geheugenapparatuur of een draagbare
USB audiospeler als sub-signaalbron voor NET/USB.
Druk op NET/USB om “NET/USB” als signaalbron te selecteren
voor u op één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen drukt
zoals hierboven staat aangegeven om de corresponderende sub-
signaalbron voor NET/USB te selecteren.
Wanneer u één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen
indrukt, zal het materiaal dat eerder werd weergegeven voor de
corresponderende sub-signaalbron voor NET/USB automatisch
worden weergegeven.
B MACRO ON/OFF
Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie
bladzijde 115).
C MACRO
Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets
programmeren (zie bladzijde 115).
D STANDBY
Hiermee zet u de hoofdzone uit (standby) (zie bladzijde 34).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
E POWER
Hiermee zet u de weergave voor de hoofdzone aan (zie
bladzijde 34).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
F AUDIO SEL
Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal
(“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u
wilt weergeven wanneer een bepaalde component
verbonden is met twee of meer van de
ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 42).
G SLEEP
Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 45).
H SELECT k / n
Hiermee kunt u een andere component selecteren die u
onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen
geselecteerde signaalbron kunt bedienen.
I Schakelaar voor de bedieningsfunctie
Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in
de grijze gedeelten.
AMP
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel.
SOURCE
Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component (zie bladzijde 110).
TV
Bedient de TV die is toegewezen aan DTV of PHONO
(zie bladzijde 109).
Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere
componenten, zie bladzijde 111.
Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als PHONO (zie
bladzijde 111), wordt voorrang gegeven aan de voor DTV ingestelde code.
J VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume.
K MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk
nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het
oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 43).
L PURE DIRECT
Hiermee zet u de “Pure Direct” weergavefunctie aan of uit
(zie bladzijde 52).
M SET MENU
Opent het GUI menuscherm (zie bladzijde 44).
N STRAIGHT
Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer
“STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals
ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de
bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 51).
O EXTD SUR.
Schakelt heen en weer tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals
weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 75).
P SELECT
Selecteert decoders voor 2-kanaals materiaal (zie de
bladzijden 75 en 76).
Q ENHANCER
Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer
weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 54).
R NIGHT
Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten
(zie bladzijde 55).
S RENAME
Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het
uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 114).
T CLEAR
Hiermee kunt u afstandsbedieningsfuncties die zijn
geprogrammeerd met de overname- of leerfunctie, de
macrofunctie en/of de functie voor het herbenoemen
wissen (zie bladzijde 118).
U LEARN
Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren of functies
van andere afstandsbedieningen overnemen (zie bladzijde 113).
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
10 Nl
In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van
de versterkerfuncties voor Zone 2 of Zone 3 beschreven.
Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere
functies en bedieningsmogelijkheden.
AM/FM radio ................................................. zie bladzijde 56
1 Ingangskeuzetoetsen
Selecteert de gewenste signaalbron voor Zone 2 of Zone 3.
2 ID1/ID2 schakelaar
Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer
schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 112).
3 POWER
Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten.
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
4 STANDBY
Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit).
Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het
voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt.
5 VOLUME +/
Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of
Zone 3.
6 MUTE
Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of
Zone 3 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de
geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te
zetten.
7 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar
Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de
bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3.
Zone 2/Zone 3 afstandsbediening
TUNER
CD
CD-R
DTV
NET/USB
CBL/SAT
MD/TAPE
VCR 1
DVD
V-AUX/DOCK
DVR/VCR 2
POWER
STANDBY
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
ZONE 3
ZONE 2
ID2
ID1
MUTE
2
7
6
5
4
3
1
Opmerking
Opmerking
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
11 Nl
INLEIDING
Nederlands
Inzetten van batterijen in de
afstandsbediening
1 Druk op en schuif het klepje van het
batterijvak.
2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het
vastklikt.
Inzetten van batterijen in de Zone 2/Zone
3 afstandsbediening
1 Verwijder de klep van het batterijvak.
2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA,
LR03) in het vak met de polen de goede kant
op (+ en –) zoals aangegeven in het
batterijvak.
3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op
zijn plaats.
Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt:
het bereik van de afstandsbediening wordt minder.
de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker.
Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar.
Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar
(alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie
op de verpakking aandachtig door, want de verschillende
soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken.
Wij raden u aan alkali batterijen te gebruiken.
Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk
weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan
en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het
batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet.
Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval
weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk
geldende regelgeving in acht.
Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder
batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen
gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe
batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel
ingevoerde functies opnieuw programmeren.
Gebruiken van de afstandsbediening
De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal
uit.
U moet de afstandsbediening goed op de
afstandsbedieningssensor op dit toestel richten.
Mors geen water of andere vloeistoffen op de
afstandsbediening.
Laat de afstandsbediening niet vallen.
Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de
volgende plekken:
zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad
plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de
verwarming of kachel
zeer koude plekken
– stoffige plekken
Voorbereiden van de afstandsbediening
1
3
2
1
3
2
Opmerkingen
Opmerkingen
30 30
Ongeveer 6 m
Sensor voor de afstandsbediening
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
12 Nl
1 HDMI indicator
Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde
signaalbron binnenkomt via de HDMI IN 1, HDMI IN 2
of HDMI IN 3 aansluitingen (zie bladzijde 21).
2 RECOUT indicator
Licht op wanneer dit toestel in de functie staat voor het
opnemen van een signaalbron (zie bladzijde 74).
3 DOCK indicator
Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet
indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van
dit toestel (zie bladzijde 29).
4 Oplaad-indicator
Licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de
aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit
(standby) staat (zie bladzijde 66).
5 Signaalbron indicators
De corresponderende cursor licht op om aan te geven
welke signaalbron op dit moment is geselecteerd.
6 VOLUME niveauaanduiding
Geeft het huidige volumeniveau aan.
7 MUTE indicator
Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen
geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 43).
8 Multifunctioneel display
Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en
andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van
instellingen.
9 96/24 indicator
Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt.
0 Ingangskanaal en luidspreker indicators
Indicators ingangskanalen
Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale
ingangssignaal bestaat.
Aanwezigheids- en surround achter-
luidspreker indicators
Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en
surround achter-luidsprekers dat is ingesteld voor
“Presence” (zie bladzijde 97) en “Surround Back” (zie
bladzijde 97) in het “Speaker Set” wanneer “Test Tone”
in het “Basic” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 96).
y
U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround
achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de “Auto
Setup” (zie bladzijde 35), of met de hand via de instellingen voor
“Presence” (zie bladzijde 97) en “Surround Back” (zie
bladzijde 97) in het “Speaker Set”.
Display voorpaneel
CD-R
CD
PHONO
MULTI CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
MUTE
VOLUME
dB
LFE
LL C R
SL SB SR
RECOUT
HiFi DSP
DIGITAL
EX
PL x
MP3
WMA
DSD
PCM
VIRTUAL
YPAO
ENHANCER
MATRIX
DISCRETE
CINEMA
SILENT
24
96
96/24
TUNED
STEREO
AUTO
MEMORY
PS
ZONE2
ZONE3
SLEEP
PTY HOLD
PTY
RT
CT
EON
NIGHT
NET/USB
DOCK
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
DSD
PCM
TUNED
STEREO
AUTO
MEMORY
PS
ZONE2
ZONE3
SLEEP
PTY HOLD
PTY
RT
CT
EON
NIGHT
HiFi DSP
DIGITAL
EX
PL x
VIRTUAL
YPAO
ENHANCER
MATRIX
DISCRETE
CINEMA
SILENT
24
96
MP3
WMA
J
I
H
G
F
C
B
A
O
N
M
L
K
0
98
765431
2
E
D
O........ Alleen modellen voor het V.K. en Europa
Aanwezigheidsluidsprekers indicators
Indicators ingangskanalen
Surround achter-luidspreker indicators
L CR
SL SB SR
LFE
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
13 Nl
INLEIDING
Nederlands
A DSP indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer er een DSP
geluidsveldprogramma is geselecteerd.
CINEMA DSP indicator
Licht op wanneer u een CINEMA DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 47).
HiFi DSP indicator
Licht op wanneer u een HiFi DSP
geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 47).
B VIRTUAL indicator
Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie
bladzijde 51).
C YPAO indicator
Licht op wanneer u de “Auto Setup” doet en wanneer de
via de “Auto Setup” ingestelde luidspreker-instellingen
zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 35).
D ENHANCER indicator
Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie
is ingeschakeld (zie bladzijde 54).
E Signaalformattering indicators
De bijbehorende indicator licht op wanneer dit toestel
DSD (Direct Stream Digital), PCM (Pulse Code
Modulation), WMA (Windows Media Audio), WAV
(RIFF Wave Form Audio) of MP3 (MPEG-1 Audio Layer-
3) audiosignalen reproduceert.
F Dolby decoder indicators
Wanneer één van de Dolby decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
G Geluidsveld indicators
Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er
in werking zijn.
H Hoofdtelefoon indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie
bladzijde 43).
I SILENT CINEMA indicator
Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en
er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie
bladzijde 51).
J DTS decoder indicators
Wanneer één van de DTS decoders van dit toestel in
werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten.
K Tuner (radio) indicators
Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM
afstemfunctie staat.
TUNED indicator
Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een
zender (zie bladzijde 56).
STEREO indicator
Licht op wanneer het toestel een sterk FM
stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt
(zie bladzijde 56).
AUTO indicator
Licht op wanneer dit toestel in de automatische
afstemfunctie staat (zie bladzijde 56).
MEMORY indicator
Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan
worden (zie bladzijde 59).
L ZONE2/ZONE3 indicators
Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld (zie
bladzijde 122).
M NIGHT indicator
Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie
bladzijde 55).
N SLEEP indicator
Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie
bladzijde 45).
O Radio Data Systeem indicators
(Alleen modellen voor het V.K. en Europa)
PS, PTY, RT en CT
Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde
weergavefunctie voor het Radio Data Systeem.
EON
Licht op wanneer er EON gegevens worden
ontvangen.
PTY HOLD
Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data
Systeem zenders in de PTY SEEK functie.
DSP
aanwezigheidsgeluidsveld
Luisterplek
Linker surround
DSP geluidsveld
Rechter surround
DSP geluidsveld
Achter surround DSP geluidsveld
BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES
14 Nl
1 COMPONENT VIDEO aansluitingen
Zie de bladzijden 23 en 24 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
20 Aansluitingen voor audio-apparatuur
Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze aansluitingen.
3 Aansluitingen voor video-apparatuur
Zie de bladzijden 23 en 24 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
4 ANTENNA aansluitingen
Zie bladzijde 31 voor meer informatie over deze aansluitingen.
5 WRENCH HOLDER
Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen
wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 18).
6 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor
Azië en Algemene modellen)
Zie bladzijde 32 voor details.
7 AC IN/OUTLET(S)
Zie bladzijde 32 voor meer informatie over deze aansluitingen.
8 HDMI aansluitingen
Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze aansluitingen.
9 REMOTE aansluitingen
Zie bladzijde 121 voor details.
A DOCK aansluiting
Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen.
B NETWORK poort
Hierop kunt u een netwerkkabel aansluiten voor
verbinding met uw netwerk.
Zie bladzijde 30 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
C DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen
Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
D CONTROL OUT aansluiting
Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste
installaties.
E RS-232C aansluiting
Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor
gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details
hieromtrent.
F Luidspreker-aansluitingen
Zie bladzijde 16 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
G MULTI CH INPUT aansluitingen
Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze aansluitingen.
H PRE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 27 voor meer informatie over deze aansluitingen.
I ZONE OUT aansluitingen
Zie bladzijde 121 voor meer informatie over deze
aansluitingen.
Achterpaneel
AC IN
AC OUTLETS
HOLDER
WRENCH
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
PRESENCE
SURROUND BACK/
SP1
FRONT
SURROUND
SINGLE
ANTENNA
FM
GND
AM
VIDEO
S VIDEO
MONITOR OUT
VIDEO
COMPONENT VIDEO
REMOTE
PHONO
GND
CD
IN(PLAY)
OUT(REC)
CD-R
HDMI
AUDIO
DOCK
DIGITAL INPUT
MULTI CH INPUT
PRE OUT
CONTROL OUT
RS-232C
DIGITAL OUTPUT
ZONE OUT
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
CENTER
FRONT(6CH)
FRONT
SURROUND
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
ZONE
VIDEO
CD
DV
D
DVR/
VCR2
COAXIAL
1
2
CD
DVD
DTV
CBL/
SAT
MD/
TAP E
CD-R
OPTICAL
987
65
4
321
SB(8CH)
DTV
TAP E
MD/
(REC)
(PLAY)
IN
OUT
DVD
DVR/VCR 2
VCR 1
CBL/SAT
OUT
OUT
IN
IN
DVD
DTV
CBL/SAT
MONITOR OUT
Y
Y
P
R
PR
PB
P
B
IN
OUT
1
2
IN
OUT
IN1
CBL/
SAT
IN2
IN3
OUT
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
A B
C
R
R
R
R
L
L
L
R
L
R
L
L
SP2
NETWORK
DTV
DVD
MULTI CH INPUT
PRE OUT
ZONE OUT
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
CENTER
FRONT(6CH)
FRONT
SURROUND
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
ZONE 2
ZONE 3
ZONE
VIDEO
SB(8CH)
7654321
IGH
FCDEB
A08 9
AANSLUITINGEN
15 Nl
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de
luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van
CINEMA DSP en multikanaals audio.
Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR)
De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het
hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke
afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze
luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn.
Midden-luidspreker (C)
De midden-luidspreker is voor weergave van het
middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of
andere reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te
gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u
echter met een volledig systeem. Plaats de midden-luidspreker
midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij
het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder.
Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR)
De surround-luidsprekers worden gebruikt voor
omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze
luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen
gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer.
Linker en rechter surround achter-luidsprekers
(SBL en SBR)
De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de
surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer
overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers
direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de
surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit elkaar
plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit
elkaar moeten plaatsen als de voor-luidsprekers.
Linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR)
De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een
aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met
extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP
(zie bladzijde 144). Deze effecten bestaan onder meer uit
geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het
scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect.
Plaats deze luidsprekers voor in de kamer, ongeveer 0,5 tot
1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar binnen gericht en
ongeveer 1,8 m boven de vloer.
Subwoofer (SW)
Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het
YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt
niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in
sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hi-
fi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie
effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De
opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer
lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer
het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt
hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing
via de wanden te verminderen.
AANSLUITINGEN
Luidsprekers opstellen
SW
FR
PR
PL
FL
SBR
SBL
SL
SR
C
60˚
30˚
PL
PR
SBR
SBL
FL
FR
C
SL
SR
SR
80˚
SL
FR
PRPL
C
FL
1,8 m
30 cm of meer
1,8 m
0,5 tot 1 m 0,5 tot 1 m
16 Nl
AANSLUITINGEN
Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de
aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de
luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen.
U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 34).
Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de
metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken.
Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm
storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan.
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6MIN” zetten voor u dit
toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 33). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden
van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 126).
Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de
afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte)
aansluitingen.
De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” of op “None” bij “Speaker Set” (zie de bladzijden 96 en 97) worden naar de
luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “Bass Out” (zie bladzijde 98).
U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. Via de “PR/SB
Priority” parameter in de “Speaker Set” (zie bladzijde 98) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers.
U kunt de PRESENCE aansluitingen gebruiken om eventuele Zone 2 of Zone 3 luidsprekers, of de aanwezigheidsluidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 121).
Aansluiten van luidsprekers
Opmerkingen
LET OP
SPEAKERS
CENTER
BI-AMP
PRESENCE
SURROUND BACK/
SP1
FRONT
SURROUND
SINGLE
PRE OUT
SUB
WOOFER
+
+
+
+
+
+
+
+
+
+
R
R
R
R
L
L
L
L
SP2
Voor-luidsprekers
Surround-luidsprekers
Aanwezigheidsluidsprekers
Subwoofer
Rechts LinksLinks
Midden-luidspreker
Surround achter-luidsprekers
Rechts
Links
Links
Rechts
Rechts
Zone 2 of Zone 3
luidsprekers
(zie bladzijde 121)
17 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
FRONT aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter voor-luidsprekers
aansluiten.
CENTER aansluitingen
Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten.
SURROUND aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround-luidsprekers
aansluiten.
SURROUND BACK aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter surround achter-
luidsprekers aansluiten.
Wanneer u één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze
te verbinden met de linker SURROUND BACK aansluiting
(SINGLE).
PRESENCE aansluitingen
Hierop kunt u linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers
aansluiten.
SUBWOOFER aansluiting
Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde
eindversterker aan (zoals het YAMAHA Active Servo
Processing Subwoofer System).
Aansluiten van de luidsprekerkabel
1 Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie
van het uiteinde van elk van de
luidsprekerdraden en draai vervolgens de
blootliggende draadjes netjes in elkaar om
kortsluiting te voorkomen.
2 Maak de knop los met behulp van de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan
de zijkant van de aansluiting.
4 Zet de knop en daarmee de draad vast met de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
Opmerking
10 mm
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
18 Nl
AANSLUITINGEN
5 Haak de luidspreker-aansluitingensleutel
vast aan de WRENCH HOLDER op het
achterpaneel van dit toestel wanneer u de
sleutel niet gebruikt.
Verbinden met de SP2 luidspreker-
aansluitingen
Hierop kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers aansluiten
(zie bladzijde 121).
1 Doe het lipje open.
2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van
de aansluiting.
3 Doe het lipje weer dicht om de draad vast te
zetten.
Aansluiten van een bananenstekker
(uitgezonderd modellen voor het V.K.,
Europa, Azië en Korea)
Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische
verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten
van luidsprekerkabels.
1 Draai de knop vast met behulp van de
meegeleverde luidspreker-
aansluitingensleutel.
2 Steek de bananenstekker in de bijbehorende
aansluiting.
y
U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2 luidspreker-
aansluitingen. Open het lipje en steek een bananenstekker in het
gat van de aansluiting. Doe het lipje niet dicht nadat u een
bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft.
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Bananenstekker
Rood: positief (+)
Zwart: negatief (–)
Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen
19 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Sommige boxen kunnen dubbel bedraad worden zodat de
luidsprekers daarin kunnen worden aangesloten op
verschillende versterkers voor verschillende toonhoogten
om de prestaties van het luidsprekersysteem te verbeteren.
Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of
dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een
enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw
luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading
of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek worden de
luidsprekers geleverd met kortsluitplaatjes of -bruggen;
één voor de twee rode ingangsaansluitingen en de andere
voor de twee zwarte ingangsaansluitingen. Verwijder deze
kortsluitplaatjes of -bruggen alleen wanneer u van plan
bent om bi-amp dubbele bedrading of dubbele
versterkeraansluitingen te gebruiken voor uw luidsprekers.
Conventionele aansluitingen
Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt
aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de
linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede
stel aansluitingen negeren.
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te
maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK
aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat
aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op
“ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 127).
Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag
doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar
te scheiden.
Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen
FRONT
+ +
R
L
Dit toestel
Korsluitplaatjes
of -bruggen
Korsluitplaatjes
of -bruggen
Voor-luidsprekers
Rechts Links
Opmerking
BI-AMP
SURROUND BACK/
FRONT
SINGLE
+
+
+
R
L
+
Dit toestel
Voor-luidsprekers
Links
Rechts
20 Nl
AANSLUITINGEN
Audio-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de audio-
aansluitingen van uw andere apparatuur.
AUDIO aansluitingen
Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en
rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met
de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen.
DIGITAL COAXIAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale
audiokabels.
DIGITAL OPTICAL aansluitingen
Voor digitale audiosignalen via optisch digitale
audiokabels.
U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby
Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde
component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL
aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting
binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale
ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een
bemonsteringsfrequentie van 96 kHz.
Video-aansluitingen
Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke
aansluiting u nodig heeft hangt af van de
ingangsaansluitingen van uw beeldscherm.
VIDEO aansluitingen
Voor conventionele composiet videosignalen die worden
overgebracht via composiet videokabels.
S VIDEO aansluitingen
Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C)
gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via
aparte draden in speciale S-videokabels.
COMPONENT VIDEO aansluitingen
Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur
(P
B, PR) gescheiden videosignalen die worden
doorgegeven via aparte draden in speciale component
videokabels.
y
Dit toestel is voorzien van een functie voor het converteren
(omzetten) van videosignalen. Zie de bladzijden 22 en 93 voor
details.
Informatie over aansluitingen en stekkers
VIDEO S VIDEO
COMPONENT VIDEO
Y R PB P
PB
Y
P
R
S
V
COAXIAL
DIGITAL
AUDIO
OPTICAL
DIGITAL
R
L
C
O
R
L
Linker en
rechter
analoge
audiostekkers
Optisch
digitale
audiostekker
Coaxiaal
digitale
audiostekker
Composiet
videostekker
S-videostekker Component
videostekkers
Audio-aansluitingen en stekkers Video-aansluitingen en stekkers
(Rood)(Wit) (Oranje) (Geel) (Groen) (Blauw) (Rood)
Opmerking
21 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel is uitgerust met HDMI IN 1, HDMI IN 2, HDMI IN 3 en HDMI OUT aansluitingen voor het ontvangen en
produceren van digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit
toestel met de HDMI uitgangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector).
De video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van de
geselecteerde signaalbron worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 108).
HDMI compatibiliteit met dit toestel
Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt
weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVD-
speler, dat er geen video- en audiosignalen worden
gereproduceerd.
Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele
HDMI of DVI apparatuur.
HDMI aansluiting en stekker
y
We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5
meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI logo.
Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting
DVI-D
aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI
apparatuur.
Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit
toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI
componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT
aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er
gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave
worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt.
Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan
de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit
toestel kunnen niet digitaal worden gereproduceerd via de
HDMI OUT aansluiting.
Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat
dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand
kan brengen.
Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet,
S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal
worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd
kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet
“Conversion” op “On” via de “Video” om deze functie in te
schakelen (zie bladzijde 93).
Informatie over HDMI
Opmerking
Audiosignaaltypen
Audiosignaal
formaten
Compatibele HDMI
componenten
2-kanaals Lineair
PCM
2-kanaals,
32-192 kHz,
16/20/24 bit
CD, DVD-Video,
DVD-Audio enz.
Multikanaals
Lineair PCM
8-kanaals,
32-192 kHz,
16/20/24 bits
DVD-Audio enz.
DSD 2/5.1-kanaals,
2,8224 MHz, 1 bit
SACD, enz.
Bitstroom Dolby Digital,
DTS
DVD-Video enz.
De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op
de volgende standaarden en normen:
HDMI Versie 1.2a (High-Definition Multimedia
Interface Specification Versie 1.2a) gelicenseerd
door HDMI Licensing, LLC.
HDCP Revisie 1.1 (High-bandwidth Digital
Content Protection System Revisie 1.1)
gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC.
Opmerkingen
Opmerkingen
HDMI
HDMI stekker
22 Nl
AANSLUITINGEN
Stroomschema audiosignalen
2-kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen
die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3
aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI
OUT aansluiting wanneer “Support Audio” is ingesteld op
“Other” (zie bladzijde 106).
Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen
worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT of via
de DIGITAL OUTPUT aansluitingen.
Stroomschema videosignalen
Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de
COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen,
zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven:
1. COMPONENT VIDEO
2. S VIDEO
3. VIDEO
Analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de
COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen worden omgezet
van 480i (NTSC)/576i (PAL) geïnterlinieerd naar 480p/576p.
Zet “Component I/P” op “On” via de “Video” om deze functie
in te schakelen (zie bladzijde 93).
Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN
2 of HDMI IN 3 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de
analoge video uitgangsaansluitingen.
Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i
(NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video
of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
Component geïnterlinieerd/progressief conversie (zie bladzijde 93) en
HDMI opwaardering/omzetting (zie bladzijde 93) zijn alleen mogelijk
wanneer “Conversion” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 93).
Gebruik de “HDMI Up-Scaling” parameter onder “Video” om
analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de HDMI
OUT aansluiting om te zetten van geïnterlinieerd naar progressief
en om de resolutie daarvan te veranderen (zie bladzijde 93).
Het signaal voor het GUI menuscherm wordt niet
gereproduceerd via de VCR 1 OUT en DVR/VCR 2 OUT
aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen.
Stroomschema audio- en videosignalen
Opmerkingen
DIGITAL AUDIO
(OPTICAL)
DIGITAL AUDIO
(COAXIAL)
HDMI
AUDIO
UitgangIngang
Analoog uitgangssignaal
Digitaal uitgangssignaal
Opmerkingen
S VIDEO
VIDEO
COMPONENT
VIDEO
HDMI
Door
Uitgang
HDMI geïnterlinieerd/progressieve
opwaardering en omzetting en verhoging
van de resolutie (zie bladzijde 93)
Component geïnterlinieerd /progressieve
opwaardering en omzetting (zie bladzijde 93)
Ingang
Video conversie (zie bladzijde 93)
23 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT
aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel.
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
y
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de “Support Audio” parameter
in het “Option” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 106).
Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/videosignalen
herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen.
Stel “Conversion” onder “Video” in op “On” (zie bladzijde 93) om de verkorte meldingen te laten weergeven.
Stel “Wall Paper” onder “Video” in op “Yes” of “Gray” (zie bladzijde 95) om de parameters te laten weergeven.
Het GUI menuscherm zal worden weergegeven met de gekozen of de grijze achtergrond afhankelijk van het ontvangen videosignaal
en de instellingen bij “Wall Paper” (zie bladzijde 95).
Aansluiten van een beeldscherm of projector
Opmerkingen
LET OP
VIDEO
S VIDEO
MONITOR OUT
COMPONENT VIDEO
HDMI
MONITOR OUT
Y
PR
PB
OUT
PRPB
V
S
Y
TV
(of projector)
Video ingang
Component video ingang
S-video ingang
HDMI ingang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
24 Nl
AANSLUITINGEN
Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen
de componenten gemaakt zijn.
Wanneer “Conversion” is ingesteld op “Off” (zie bladzijde 93) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt
heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 23). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT
aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen.
Wanneer “Conversion” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 93), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de
MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen
alle betrokken componenten.
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “Option”, “Optical Output”, of
“Coaxial Input” bij “I/O Assignment” (zie bladzijde 87).
Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting
verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
De verkorte weergave van de meldingen wordt niet getoond wanneer er component videosignalen van 720p, 1080i of 1080p resolutie
worden ontvangen.
De verkorte weergave van de meldingen wordt niet getoond wanneer er component videosignalen van 480p/576p resolutie worden
ontvangen en gereproduceerd via de VIDEO of S VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
Aansluiten van een DVD-speler
Aansluiten van andere componenten
Opmerkingen
LET OP
VIDEO
COMPONENT VIDEO
HDMI
DIGITAL INPUT
DVD
COAXIAL
DVD
OPTICAL
5
2
DVD
DVD
Y
P
R
P
B
IN1
A
R
L
DVD
LR
C
O
V
S
PR PB Y
DVD-speler
HDMI uitgang
Coaxiale uitgang
Component uitgang
S-video uitgang Video uitgang
Optische uitgang
Audio uitgang
geeft aanbevolen verbindingen aan
geeft alternatieve verbindingen aan
25 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder
*1
Wanneer u een andere videorecorder wilt aansluiten op dit toestel, verbind deze dan met de VCR 1 aansluitingen (S VIDEO IN,
VIDEO IN, AUDIO IN, S VIDEO OUT, VIDEO OUT en AUDIO OUT aansluitingen) op dezelfde manier als de DVR/VCR 2
aansluitingen, met behalve de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting.
Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder)
Opmerking
VIDEO
DIGITAL INPUT
DIGITAL OUTPUT
DVR/
VCR2
COAXIAL
CD-R
OPTICAL
93
DVR/VCR 2
VCR 1
OUT
OUT
IN
IN
R
L
DVR/VCR 2
O
UT
IN
R
L
R
L
V
V
S
S
C
*1
DVD-recorder, PVR of videorecorder
Coaxiale uitgang
S-video uitgang
Video uitgang
Audio ingang
Video ingang
S-video ingang
Audio uitgang
VIDEO
C
OMPONE
NT VIDEO
HDMI
DIGITAL INPUT
DTV
CBL/
SAT
OPTICAL
7
6
DTV
CBL/SAT
DTV
CBL/SAT
Y
P
R
P
B
CBL/
SAT
IN2
IN3
R
L
DTV
LR
O
O
VV
S
PR PB Y
L R
S
PR PB Y
HDTV decoder
Satellietontvanger,
kabel-tv ontvanger
HDMI uitgang
Component uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
S-video uitgang
S-video uitgang
Video uitgang
Audio uitgang
Optische uitgang
Component uitgang
Optische
uitgang
HDMI uitgang
26 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van audiocomponenten
Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL
INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “Option”, “Optical Output”, of
“Coaxial Input” bij “I/O Assignment” (zie bladzijde 87).
Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het
echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting.
De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een
draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting
transformator of een MC-kopversterker te gebruiken.
Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL)
aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen.
Opmerkingen
PHONO
GND
CD
IN(PLAY)
OUT(REC)
CD-R
AUDIO
DIGITAL INPUT
DIGITAL OUTPUT
CD
COAXIAL
CD
MD/
TA PE
CD-R
OPTICAL
98
4
1
TA PE
MD/
(REC)
(PLAY)
IN
OUT
R
L
R
L
LR LRLRLR
L
R
L
R
C
O
O
O
CD-recorder
Draaitafel
CD-speler
MD-recorder of
cassettedeck
Audio ingang
Optische ingang
Audio uitgang
Optische
uitgang
Audio
ingang
Audio
uitgang
Optische ingang
Aarde
Audio
uitgang
Coaxiale
uitgang
Audio
uitgang
27 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Aansluiten van een externe versterker
Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik
bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor
de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere
versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker
verbinden met de PRE OUT aansluitingen.
Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets
verbinden met de SPEAKERS aansluitingen.
De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT
en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van
de TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 52).
Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de
corresponderende SPEAKERS aansluiting.
Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen
op de subwoofer zelf (zie bladzijde 53).
Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden
gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting,
afhankelijk van de “Speaker Set” (zie bladzijde 96) en “Bass
Out” (zie bladzijde 98) instellingen.
1 CENTER PRE OUT aansluiting
Middenkanaal uitgangsaansluiting.
2 FRONT PRE OUT aansluitingen
Voorkanaal uitgangsaansluitingen.
3 SURROUND PRE OUT aansluitingen
Surroundkanaal uitgangsaansluitingen.
4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT
aansluitingen
Surround achter- of aanwezigheidskanaal
uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker
aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te
verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting.
y
Zet “Surround Back” op “Large x2”, “Large x1”, “Small x2” of
“Small x1” en zet “Presence” op “None” (zie bladzijde 97) om de
signalen voor het surround-achterkanaal te laten reproduceren via
de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen.
Zet “Presence” op “Yes” en “Surround Back” op “None”
(zie bladzijde 97) om de signalen voor het aanwezigheidskanaal
te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE
PRE OUT aansluitingen.
5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting
Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan.
Opmerkingen
PRE OUT
SUB
WOOFER
CENTER
FRONT
SURROUND
PRESENCE
SUR.BACK/
SINGLE(SB)
5
4321
R
L
28 Nl
AANSLUITINGEN
Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND
en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound
processor of voorversterker.
Als u “Input Channels” instelt op “8ch” via “MULTI CH” (zie bladzijde 88), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn
toegewezen aan “Front Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 88) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT
aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken.
Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT
aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen
voor zowel de voor- als de surroundkanalen.
Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 43), zal dit toestel automatisch de digitale
geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren.
Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt
gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals
luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie.
Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen
*1
De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “Front
Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 88).
Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder
Opmerkingen
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
SB(8CH)
R
L
LR
LR
Subwoofer
uitgang
Multiformaat-speler/
externe decoder
Middenkanaal
uitgang
Surroundkanaal uitgang
Voorkanaal
uitgang
Opmerking
MULTI CH INPUT
SUB
WOOFER
SUB
WOOFER
CENTER
CENTER
FRONT(6CH)
SURROUND
SB(8CH)
TAPE
MD/
(REC)
(PLAY)
UT
R
L
*1
R
L
LR
LRLR
Multiformaat-speler/
externe decoder
Voorkanaal uitgang
Subwoofer uitgang
Middenkanaal uitgang
Surround-achter
uitgang
Surroundkanaal
uitgang
29 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het
achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel
dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden
aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen
met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een
YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los
verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het
achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor
bedoelde kabel.
Sluit dit toestel pas aan op het lichtnet wanneer
alle verbindingen tussen de componenten
gemaakt zijn.
Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel
als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten
op dit toestel.
U moet het volume van dit toestel en de andere
componenten uit zetten voor u de aansluitingen
gaat maken.
De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op
het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX
aansluitingen binnenkomende signalen.
Aansluiten van een YAMAHA iPod
universeel dock
LET OP
DOCK
YAMAHA iPod universeel dock
(zoals een los verkrijgbare YDS-10)
Gebruiken van de VIDEO AUX
aansluitingen op het voorpaneel
Opmerking
LET OP
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
R
L
OPTICAL
AUDIO
S VIDEO
VIDEO
O
V
S
L
R
Spelcomputer of
videocamera
Optische uitgang
Video uitgang
S-video uitgang
Audio uitgang
30 Nl
AANSLUITINGEN
Om dit toestel aan te sluiten op uw netwerk dient u het ene uiteinde van een netwerkkabel (CAT-5 of hoger
geclassificeerde zg. ‘straight’ kabel met rechtstreekse doorverbinding) in de NETWORK poort van dit toestel te steken
en het andere uiteinde in één van de LAN poorten van uw router die ondersteuning biedt voor de DHCP (Dynamic Host
Configuration Protocol) serverfunctie. Het volgende schema toont een aansluitvoorbeeld waarin dit toestel is aangesloten
op één van de LAN poorten van een router met 4 poorten. Om te kunnen luisteren naar muziekbestanden op uw PC en
YAMAHA MCX-2000 of naar Internetradio, moet elk van de apparaten in kwestie correct aangesloten zijn.
Als de DHCP serverfunctie van uw router uitgeschakeld is, zult u de netwerkinstellingen met de hand moeten configureren (zie
bladzijde 100).
Aansluiten op het netwerk
Opmerking
NETWORK
LAN
WAN
Router
PC
Modem
YAMAHA MCX-2000
Internet
YAMAHA MCX-C15
YAMAHA MCX-A10
(met los verkrijgbare
luidsprekers)
Netwerkkabel
31 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM
binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier
met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken
zorgen deze antennes voor een voldoende sterke
ontvangst.
U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen
zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 127).
De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden.
De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er
een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten.
Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere
ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een
slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag
bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of service-
centrum naar de mogelijkheden met buitenantennes.
Aansluiten van de AM ringantenne
1 Maak de AM ringantenne gebruiksklaar.
2 Houd het lipje van de AM ANT aansluiting
ingedrukt.
3 Steek één van de draden van de AM
ringantenne in de AM ANT aansluiting.
4 Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los.
5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere
draad aan op de GND aansluiting.
y
Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft
aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo
draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete
AM zenders (zie bladzijde 56).
Aansluiten van de FM en AM antennes
Opmerkingen
ANTENNA
FM
GND
AM
FM
binnenantenne
(meegeleverd)
Aarde (GND aansluiting)
Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de
antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld
verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is.
AM ringantenne
(meegeleverd)
AM buitenantenne
Gebruik 5 tot 10 meter met
plastic geïsoleerd draad dat
u bijvoorbeeld uit een raam
naar buiten spant.
32 Nl
AANSLUITINGEN
Aansluiten van het netsnoer
Gebruik het meegeleverde netsnoer. Gebruik geen andere netsnoeren, want deze kunnen elektrische
schokken veroorzaken of zelfs brand.
Steek het meegeleverde netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt verricht en steek
daarna pas de stekker in het stopcontact.
VOLTAGE SELECTOR
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van
dit toestel moet worden ingesteld op de ter
plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker
in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van
de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel
beschadigen en kan brandgevaar opleveren.
Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee
of er tegenin naar de correcte stand met een
gewone schroevendraaier.
De voltages zijn als volgt:
...............110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
AC OUTLET(S) (SWITCHED)
Modellen voor het V.K. en Australië
...................................................... 1 Netstroomaansluiting
Model voor Korea...................................................... Geen
Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen
Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u
daarop aangesloten componenten van stroom voorzien.
Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze
netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt
(worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is
ingeschakeld. Deze aansluiting(en) wordt (worden) echter
niet meer van stroom voorzien wanneer dit toestel wordt
uitgeschakeld. Voor informatie omtrent het maximale
vermogen of het totale stroomverbruik voor de
componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden
aangesloten, zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op
bladzijde 146.
Aansluiten van het netsnoer
LET OP
AC IN
AC OUTLETS
Naar het stopcontact
LET OP
230-
240V
VOLTAGE
SELECTOR
Aanduiding voltage
Geheugen back-up
De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de
opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel
uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het
stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om
een andere reden langer dan een week onderbroken
wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan.
33 Nl
AANSLUITINGEN
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u
“SPEAKER IMP.” op “6MIN” zetten VOOR u dit
toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers
kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm
luidsprekers.
1 Controleer of het toestel uit staat.
Zie bladzijde 34 voor details omtrent het aan en uit
zetten van dit toestel.
2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “SPEAKER IMP.”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om en selecteer “6MIN”.
De volgende aanduidingen zullen op het display op
het voorpaneel verschijnen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel
de volgende keer aan zet.
Instellen van de luidspreker-impedantie
LET OP
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
2,432,5
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
Houd ingedrukt
PROGRAM
8
MIN
IMP.SPEAKER
Opmerking
EFFECT
STRAIGHT
6
MIN
IMP.SPEAKER
MASTER
34 Nl
AANSLUITINGEN
Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten.
Aan zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
naar binnen in de ON stand om dit toestel
aan te zetten.
Wanneer u dit toestel aan zet door op MASTER ON/OFF
te drukken, zal de hoofdzone worden ingeschakeld.
Uit zetten van dit toestel
Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te
schakelen.
MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en
STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer
MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand.
Zoals gewoonlijk bevelen we u aan het toestel uit (standby) te
zetten wanneer u het toestel niet gebruikt.
Aan zetten van de hoofdzone wanneer
het toestel uit (standby) staat
Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op
het voorpaneel (of op POWER op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte
weer in te schakelen.
Zet de hoofdzone uit (standby)
Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het
voorpaneel (of STANDBY op de
afstandsbediening) om de eerste ruimte uit
(standby) te zetten.
Aan en uit zetten van dit toestel
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
AV
TV
MAIN ZONE ON/OFF
MASTER ON/OFF
STANDBY
POWER
Opmerkingen
MASTER
Voorpaneel
MASTER
Voorpaneel
MAIN ZONE
ON/OFF
POWER
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
MAIN ZONE
ON/OFF
STANDBY
Voorpaneel Afstandsbediening
of
AUTO SETUP
35 Nl
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
Dit toestel maakt gebruik van YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen
lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De
meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze
daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden.
Wanneer u de meegeleverde optimalisatie-microfoon heeft
verbonden met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het
voorpaneel en op een geschikte locatie in uw luisterruimte
heeft geplaatst, kunt u de “Auto Setup” beginnen via het
GUI menuscherm.
Sluit een beeldscherm aan om de “Auto Setup” te kunnen doen
(zie bladzijde 23).
Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “Auto Setup”
procedure luide testtonen worden geproduceerd.
Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de
ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “Auto Setup” procedure.
Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de
resultaten tegenvallen.
y
Als er iets mis gaat tijdens de “Auto Setup” procedure en er een
foutmelding of een waarschuwing verschijnt op het GUI scherm
of op het display op het voorpaneel, raadpleeg dan de “Auto
Setup” paragraaf in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN
PROBLEMEN” op de bladzijden 138 en 139 voor een complete
lijst met foutmeldingen en waarschuwingen en wat u in zo’n
geval moet doen.
De begininstelling voor elk van de parameters staat vet
aangegeven.
Als u het volume en de crossover-frequentie van uw subwoofer
kunt instellen, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en
zet de crossover-frequentie op de maximale waarde.
1 Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
2 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw
normale luisterplek op een vlak en
horizontaal oppervlak met de omni-
directionele microfoonkop naar boven.
y
Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om de
optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als
waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek
zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon met een schroef met een
diameter van 6 mm vastmaken aan een statief (enz.).
AUTO SETUP
Gebruiken van het Auto Setup
Opmerkingen
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
RETURN
5-12
4,13
4
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDI O
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
Omnidirectionele
microfoon
Optimalisatie-microfoon
36 Nl
AUTO SETUP
3 Controleer de volgende punten voor u met de
Auto Setup begint.
De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten.
De meegeleverde optimalisatiemicrofoon moet zijn aangesloten
op dit toestel en op de juiste manier zijn opgesteld.
Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel.
De kamer moet voldoende stil zijn.
Het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel moet aan staan.
4 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU
om het GUI menuscherm te openen.
Het GUI scherm zal nu verschijnen op het
aangesloten beeldscherm.
5 Druk herhaaldelijk op k / n en vervolgens op
h om “Auto Setup” te selecteren.
“Setup Menu” is het op dit moment geselecteerde menu-onderdeel.
6 Druk op h om de “Setup Menu” te openen.
7 Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer
“Wiring”, “Distance”, “Size”, “Equalizing” of
“Level” en druk vervolgens op h om de
geselecteerde instelling te wijzigen.
8 Druk herhaaldelijk op k / n om de gewenste
parameter te selecteren en vervolgens op
ENTER om uw keuze te bevestigen.
\
MENU
SRCH MODE
SET MENU
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
TV
SOURCE
AMP
Op dit
moment
geselecteerde
menu-
onderdeel
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Information
Start
Setup Menu
Auto Setup
System Memory
Signal Info.
Manual Setup
Input Select
Setup Menu
Start
Wiring
Distance
Size
Information
Wiring
Distance
Skip
Check
Size
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
37 Nl
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
9 Herhaal de stappen 7 en 8 tot u alle gewenste
instellingen verricht heeft.
Dit toestel voert de volgende controles uit:
Wiring (Luidsprekerbedrading)
Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en
de polariteit van elk van de luidsprekers.
Distance (Luidspreker afstand)
Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot
de luisterplek en stelt de timing voor elk van de
kanalen af.
Size (Luidsprekerafmetingen)
Controleert de frequentierespons van elk van de
luidsprekers en stelt de juiste lage frequentie-
crossover voor elk van de kanalen in.
Keuzes: Check, Skip
Selecteer “Check” om het onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
Selecteer “Skip” om het onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
Equalizing (Parametrische equalizerniveau)
Regelt de frequentie en het parametrische
equalizerniveau voor elk van de kanalen om
interferentie tussen de kanalen te verminderen en een
samenhangend geluidsveld te creëren. Dit is vooral
van belang wanneer u luidsprekers van verschillende
afmetingen of verschillende merken gebruikt voor
sommige kanalen of wanneer uw kamer bijzondere
akoestische kenmerken vertoond. Daarnaast zal de
frequentierespons van elk van de kanalen worden
afgestemd op de geluidsweergave van uw voor-
luidsprekers.
Keuzes: Check:Natural, Check:Flat, Check:Front,
Skip
Selecteer “Check:Natural” om de
frequentierespons van alle luidsprekers te
middelen, met minder nadruk op de hogere
frequenties. Aanbevolen wanneer de “Check:Flat”
instelling een beetje schel klinkt.
Selecteer “Check:Flat” om de frequentierespons
van alle luidsprekers te middelen. Aanbevolen
wanneer al uw luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit zijn.
Selecteer “Check:Front” om de frequentierespons
van elk van de luidsprekers in te stellen in
overeenstemming met de weergave van uw voor-
luidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voor-
luidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn
dan uw andere luidsprekers.
Selecteer “Skip” om het geselecteerde onderdeel
over te slaan zonder instellingen te wijzigen.
Level (Volumeniveau)
Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de
luidsprekers.
Keuzes: Check, Skip
Selecteer “Check” om dit onderdeel automatisch te
controleren en in te stellen.
Selecteer “Skip” om dit onderdeel over te slaan
zonder instellingen te wijzigen.
10 Wanneer u alle gewenste instellingen
verricht heeft, kunt u op l drukken om terug
te keren naar het vorige menuniveau, waarna
u door op n te drukken “Start” kunt
selecteren.
Skip
Check
Wiring
Distance
Size
Skip
Check
Distance
Size
Equalizing
Wiring
Skip
Check
Size
Equalizing
Level
Distance
Wiring
Skip
Check: Natural
Check: Flat
Check: Front
Equalizing
Level
Size
Distance
Skip
Check
Level
Equalizing
Size
Start: ENTERStart
Setup Menu
Information
38 Nl
AUTO SETUP
11 Druk op ENTER om de instelprocedure te
laten beginnen.
Dit toestel begint met de automatische instelprocedure (setup).
Er worden luide testtonen geproduceerd via de diverse
luidsprekers tijdens de automatische setup. Tijdens de
instelprocedure zal de melding “Measuring...” (Aan het
meten...) op het GUI scherm verschijnen. Wij raden u aan de
kamer te verlaten terwijl dit toestel de automatische setup
uitvoert. Hoeveel tijd er nodig is voor de automatische setup
hangt mede af van de kamer zelf en de aangesloten luidsprekers
(reken op een tijd tussen 30 seconden en 3 minuten).
y
Om de Auto Setup procedure te stoppen en dit toestel in de
pauzestand te zetten, kunt u op één van de cursortoetsen
drukken (
k / n / l / h) of op ENTER. Druk tijdens
pauze op k om de procedure opnieuw uit te voeren, of op
l om de Auto Setup procedure te annuleren.
Als er een foutmelding verschijnt en dit toestel stopt met
de setup procedure, raadpleeg dan de “Auto Setup”
paragraaf onder “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op
bladzijde 138, en probeer de Auto Setup procedure
opnieuw nadat u het probleem verholpen heeft.
12
Wanneer alle items met succes zijn ingesteld, zal
het volgende verschijnen op het GUI scherm.
Druk op n en selecteer “Setup” om de gemeten
waarden definitief te maken.
Druk op k en selecteer “Retry” om de Auto Setup
procedure opnieuw te proberen.
Druk op
h
en selecteer “Detail” om informatie over de
meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken.
Voor details omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen
we u naar de “Auto Setup” paragraaf in het hoofdstuk
“OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 138.
Druk op
l
en selecteer “Exit” om de Auto Setup
procedure af te sluiten. Als u “Exit” selecteert, zal
“Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer
“Yes” om de gemeten waarden definitief te maken en de
procedure af te sluiten. Selecteer “No” om de gemeten
waarden te annuleren en de procedure af te sluiten.
y
Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse
parameters met de hand wilt instellen, kunt u deze
parameters instellen via “Basic” (zie bladzijde 95).
Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten
luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de
inrichting van uw luisterruimte, moet u de “Auto Setup”
opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te
optimaliseren.
De afstanden bij de “Distance” resultaten kunnen groter
zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de
karakteristieken van uw subwoofer.
Bij de “Equalizing” resultaten kunnen er verschillende
waarden worden gebruikt voor dezelfde band om een nog
gedetailleerde instelling te bereiken.
13 Druk op SET MENU om het GUI menuscherm
te sluiten.
Nadat u de “Auto Setup” procedure heeft afgemaakt moet
u de optimalisatie-microfoon weer losmaken.
De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen
warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop
dit toestel.
Beoordelen van de resultaten van de
automatische setup procedure
Met deze functie kunt u de resultaten van de automatische
setup beoordelen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU
om het GUI menuscherm te openen.
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Measurement Over
Successfully
Result
Level
Equalizing
Retry
Setup
Exit Detail
Opmerkingen
Opmerkingen
MENU
SRCH MODE
SET MENU
MENU
SRCH MODE
SET MENU
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
TV
SOURCE
AMP
39 Nl
AUTO SETUP
VOORBEREIDINGEN
Nederlands
2 Druk herhaaldelijk op k / n en vervolgens op
h om “Auto Setup” te selecteren.
3 Druk op k en selecteer “Information”.
4 Druk op h en vervolgens herhaaldelijk op n
om de items te selecteren die u wilt
controleren.
Wiring (Luidsprekerbedrading)
Toont de polariteit van elk van de aangesloten
luidsprekers.
“NRM” verschijnt wanneer de polariteit van de
luidspreker in kwestie normaal is.
“REV” verschijnt wanneer de polariteit van de
luidspreker in kwestie omgekeerd is.
“---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Distance (Luidspreker afstand)
Toont de luidsprekerafstand tot de luisterplek. Druk
op l / h om het toestel de waarde voor elk van de
afzonderlijke luidsprekerafstanden te laten tonen.
“---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Size (Luidsprekerafmetingen)
Toont de afmetingen van elk van de aangesloten
luidsprekers. De cross-over frequentie voor de lage
tonen (“Cross”) wordt onderaan het menu
aangegeven.
“LRG” verschijnt wanneer de aangesloten
luidspreker geschikt is voor de weergave van lage
tonen.
•“SML verschijnt wanneer de aangesloten
luidspreker niet geschikt is voor de weergave van
lage tonen.
“---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten
op het corresponderende luidsprekerkanaal.
Equalizing (Luidspreker equalizer)
Toont het resultaat van de regeling van de
frequentierespons van elk van de aangesloten
luidsprekers.
Er zal een grijs streepje verschijnen wanneer er geen
luidspreker is aangesloten op het corresponderende
luidsprekerkanaal.
Level (Luidsprekerniveau)
Toont het uitgangsniveau van de aangesloten
luidsprekers.
Er zal een grijs streepje verschijnen wanneer er geen
luidspreker is aangesloten op het corresponderende
luidsprekerkanaal.
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Setup Menu
Start
Wiring
Distance
Size
Information
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Distance
Size
Front
Center
Sur.
S.Back
PRNS
SubWfr
Reload:ENTER
Left
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
NRM
Right
Wiring
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
WEERGAVE
40 Nl
U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS
gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een
ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CD-
speler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler
voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen.
y
Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave begint
“Decoder Mode” in het “Input Select” instellen op “DTS” (zie bladzijde 87).
1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op
dit toestel aan.
y
U kunt dit toestel bedienen door middel van de grafische
gebruikersinterface (Graphical User Interface; GUI)
menuschermen. Zie bladzijde 44 voor details.
U kunt de verkorte weergave van meldingen op het
beeldscherm aan of uit zetten. Zie bladzijde 94 voor
details.
2 Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk op één van de
ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een
paar seconden lang op het display op het voorpaneel
en als verkorte melding getoond.
WEERGAVE
LET OP
Basisprocedure
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
452
VOLUME
CH
TV VOL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
+
+
+
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
2
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
2
4
2
5
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
INPUT
TV
SOURCE
AMP
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
NET/USB
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
INPUT: DVD
Op dit moment geselecteerde
signaalbron
Beschikbare signaalbronnen
41 Nl
WEERGAVE
BASISBEDIENING
Nederlands
3 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 56 voor details omtrent het
afstemmen.
4 Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk
op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om
het volume op het gewenste niveau in te
stellen.
y
Zie bladzijde 53 voor het instellen van het uitgangsniveau
van elke luidspreker.
5 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel
(of druk op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening) om het gewenste
geluidsveldprogramma te selecteren.
De naam van het geselecteerde
geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display
op het voorpaneel en als verkorte melding op het
scherm. Zie bladzijde 47 voor details over
geluidsveldprogramma’s.
Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music
Enhancer functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer
de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 43) en de ingangsfunctie voor Audio is
ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 42).
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak,
niet alleen op basis van de naam van het programma.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het
toestel automatisch het laatst met die signaalbron
gebruikte geluidsveldprogramma instellen.
Inhoudsgids
VOLUME
+
VOLUME
of
AfstandsbedieningVoorpaneel
PROGRAM
4
3
2
5
1
STEREO
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
Voorpaneel
of
Afstandsbediening
Sci-Fi
MOVIE
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogramma
Op dit moment geselecteerde
geluidsveldprogrammacategorie
Opmerking
Wanneer u...
Zie
bladzijde
Wilt luisteren naar pure hi-fi stereoweergave 52
De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt
regelen
52
Naar verbeterde weergave van gecomprimeerd
bronmateriaal wilt luisteren
54
Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt
bewerken
79
Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch
bereik (harde geluiden) wilt luisteren
55
Een hoofdtelefoon wilt gebruiken 43
Wilt luisteren naar multikanaals materiaal met 2-
kanaals stereoweergave
53
Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee
weer te geven
75
Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt
laten zetten
45
42 Nl
WEERGAVE
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen.
Gebruik deze functie (selecteren van audio
ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een
andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting
wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor
de signaalbron in kwestie.
y
In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “Audio
Select” in het “Option” (zie bladzijde 105).
U kunt de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
bepalen via de “Audio Select” instelling onder “Input Select”
(zie bladzijde 87).
1 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op
de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste
signaalbron te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT op het
voorpaneel (of op AUDIO SEL op de
afstandsbediening) en selecteer de gewenste
instelling voor de selectiefunctie voor de
audio ingangsaansluiting.
AUTO Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1)HDMI
(2)Digitale signalen
(3)Analoge signalen
HDMI Er zullen alleen HDMI signalen
worden geselecteerd. Als er geen
HDMI signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
COAX/OPT Ingangssignalen worden automatisch
geselecteerd in deze volgorde:
(1)Digitale signalen die binnenkomen
via de COAXIAL aansluiting.
(2)Digitale signalen die binnenkomen
via de OPTICAL aansluiting.
Als er geen signalen binnenkomen, zal
er geen geluid worden weergegeven.
ANALOG Er zullen alleen analoge signalen
worden geselecteerd. Als er geen
analoge signalen binnenkomen, zal er
geen geluid worden weergegeven.
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale
ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI)
zijn toegewezen. Gebruik “I/O Assignment” in het “Input
Select” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te
wijzen (zie bladzijde 87).
Selecteren van audio
ingangsaansluitingen
(AUDIO SELECT)
INPUT
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
CD
MULTI CH IN
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
NET/USB
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
A.SEL: AUTO
AUDIO SEL
Huidige instelling
selectiefunctie audio
ingangsaansluiting
Beschikbare signaalbronnen
of
SELECT
AUDIO
Opmerking
43 Nl
WEERGAVE
BASISBEDIENING
Nederlands
Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT
aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 28).
Verdraai de knop voor de keuze van de
signaalbron op het voorpaneel en selecteer
MULTI CH INPUT (of gebruik MULTI CH IN op de
afstandsbediening).
y
Gebruik het “MULTI CH” menu in het “Input Select” om de
parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie
bladzijde 88).
Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music Enhancer
functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component
die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is
geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46) en de
ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie
bladzijde 42).
U kunt een hoofdtelefoon met een analoge
stereostekker aansluiten op de PHONES
aansluiting op het voorpaneel.
y
Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT
CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie
bladzijde 51).
Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen
worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen.
Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de
L/R voorkanalen worden weergegeven.
Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden
teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen.
Druk op MUTE op de afstandsbediening om de
geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk
nog eens op MUTE om de geluidsweergave te
hervatten.
y
U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op
de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te
hervatten.
U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de
“Muting Type” parameter in het “Sound” (zie bladzijde 91).
De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de
geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer
de geluidsweergave weer wordt hervat.
Selecteren van de MULTI CH
INPUT component
Opmerking
INPUT
MULTI CH IN
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
Gebruiken van een hoofdtelefoon
Opmerkingen
Tijdelijk uitschakelen van de
geluidsweergave
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
MUTE
44 Nl
WEERGAVE
Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de
versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen
signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt. U kunt de begininstellingen voor het toestel ook bepalen met
behulp van het GUI menuscherm (zie bladzijde 78).
Onderdelen op het GUI menuscherm
y
Zet de keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP wanneer u dit toestel via de GUI menuschermen wilt bedienen.
Zie bladzijde 78 voor details omtrent de inhoud van het menu-gedeelte.
Dit toestel onthoudt het laatst geselecteerde GUI menuscherm.
Basisbediening op het GUI menuscherm
1 ENTER
Druk hierop om het geselecteerde menu-onderdeel te
openen en naar het volgende menuniveau te gaan.
2 Cursor l
Druk hierop om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
3 SET MENU
Druk hierop om het GUI menuscherm te openen of te
sluiten.
4 Cursor k / n
Druk hierop om een item in het huidige menuniveau te
selecteren.
5 Cursor h
Druk hierop om het geselecteerde menu-onderdeel te
openen en naar het volgende menuniveau te gaan.
Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel door middel van de GUI
menuschermen
Sound
Video
NET/USB
Basic
Option
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
DVD
Manual Setup -40.0dB
Pro Logic Sci-Fi
Op dit moment
geselecteerde decoder
Op dit moment
geselecteerde
geluidsveldprogramma
Menu-gedeelte
Op dit moment
geselecteerde
signaalbron
Op dit moment
geselecteerde
menu-onderdeel
Huidige menu
Volumeniveau
(zie bladzijde 41)
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
RETURN
3
4
5
1
2
Zet op AMP
45 Nl
WEERGAVE
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt videobeelden van een videobron combineren met
geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar
klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm
kijkt naar mooie landschapsopnamen.
Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening om de gewenste videobron te
selecteren en kies vervolgens de audiobron.
y
Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH” menu in op de
gewenste instelling om de standaard signaalbron voor
achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT
signaalbron (zie bladzijde 88).
Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby)
laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze
slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen
terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De
slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC
OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe
apparatuur uit (zie bladzijde 32).
1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op
de afstandsbediening om de gewenste
signaalbron te selecteren.
2 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
Raadpleeg de handleiding van de betreffende
component.
Zie bladzijde 56 voor details omtrent het afstemmen.
3 Druk herhaaldelijk op SLEEP op de
afstandsbediening om de gewenste tijd in te
stellen.
Met elke druk op SLEEP zal het display op het
voorpaneel als volgt veranderen.
De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de
slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator
zal oplichten op het display op het voorpaneel en het
display keert terug naar het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
Gebruiken van de slaaptimer
Druk net zo vaak op SLEEP op de
afstandsbediening tot “SLEEP OFF” verschijnt
op het display op het voorpaneel.
De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF”
zal na een paar seconden verdwijnen van het display op
het voorpaneel.
y
U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de
afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel)
de eerste ruimte van het toestel uit (standby) te zetten.
Weergeven van videomateriaal als
achtergrond bij audiomateriaal
Gebruiken van de slaaptimer
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
Audiobronnen
Videobronnen
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
SLEEP
SLEEP 120min. SLEEP 90min.
SLEEP 60min.SLEEP 30min.SLEEP OFF
SLEEP
SLEEP 120min.
Knippert
SLEEP
STRAIGHT
Analog
Licht op
SLEEP
SLEEP OFF
Verdwijnt
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
46 Nl
Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave
van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale
geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra
dimensie kunt geven.
y
Wanneer u de “Decoder Mode” parameter in het “Input Select” instelt op “Auto”, zal dit toestel de juiste digitale decoder instellen aan
de hand van het ingangssignaal.
De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen.
De YAMAHA HiFi DSP geluidsveldprogramma’s zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld
aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de
variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts.
U kunt geluidsveldprogramma’s selecteren en instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte
geluidsveldprogramma instellen.
Geluidsveldprogramma’s kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie
bladzijde 42).
Wanneer u DSD materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel de DSD signalen omzetten naar PCM signalen en
vervolgens het geselecteerde programma toepassen.
Wanneer u DTS 96/24 materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel het geselecteerde programma toepassen
zonder de DTS 96/24 decoder in werking te stellen.
Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz zullen worden teruggebracht tot 48 kHz of lager, waarna er
geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast.
y
U kunt het gewenste geluidsveldprogramma selecteren en de bijbehorende parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie
bladzijde 79 voor details.
Bediening via het voorpaneel
Verdraai PROGRAM op het voorpaneel.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en als
verkorte melding op het scherm.
Afstandsbediening
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk vervolgens op één van de
geluidsveldprogrammatoetsen op de
afstandsbediening.
De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal
verschijnen op het display op het voorpaneel en als
verkorte melding op het scherm.
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
Opmerkingen
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
PROGRAM keuzeknop
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
AMP
Toetsen voor de
geluidsveldprogramma’s
47 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
BASISBEDIENING
Nederlands
y
Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid.
Voor muziekmateriaal
y
Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 52), de “STRAIGHT” functie (zie
bladzijde 51), of de surround decoderfunctie (zie bladzijde 75).
Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s
CLASSICAL Hall in Munich
Dit is een grote, waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen. Bijna het hele interieur is van hout. Er is relatief weinig
weerkaatsing via de wanden en het geluid spreidt zich op een verfijnde wijze uit.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
CLASSICAL Hall in Vienna
Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe
reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
Dialogue Lift
SB Room SizeSur. Room Size
SB. Init. DelaySur. Init. Delay
Room Size
Sci-Fi
MOVIE
Init. Delay
DSP Level
4
MOVIE
Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er
een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele
geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken.
Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 80)
Omschrijving van het programma
Toets
afstandsbediening
Naam van het
programma
Gecreëerde
geluidsvelden
(zie bladzijde 13)
CINEMA DSP
of
HiFi DSP
Categorie van het
programma
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
CLASSICAL
Hall in Amsterdam
Dit is een grote doosvormige concertzaal met 2200 zitplaatsen in Amsterdam. De zaal heeft een cirkelvormig podium met zitplaatsen
erachter.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
CLASSICAL
Church in Freiburg
Dit programma recreëert de akoestiek van een grote kerk in Zuid-Duitsland. De vertraging van de natrillingen is erg lang, terwijl de vroege
weerkaatsingen zachter zijn dan in andere geluidsveldprogramma’s.
DSP Level
Init. Delay
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
1
CLASSICAL
HiFi DSP
48 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Voor divers materiaal
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
CLASSICAL Chamber
Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige
natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen.
DSP Level
Init. Delay
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
LIVE/CLUB Village Vanguard
Een traditionele jazzclub in New York, op 7th Avenue. Deze ruimte heeft een laag plafond en het “podium” bevindt zich in een hoek van de
ruimte. Dit programma creëert een intiem “met de neus er bovenop” gevoel.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
LIVE/CLUB Warehouse Loft
Dit programma simuleert een door beton omgeven ruimte. Er wordt een energetisch geluidsveld gecreëerd met relatief duidelijke
weerkaatsingen van de wanden.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
LIVE/CLUB Cellar Club
Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een realistisch en levendig geluidsveld met een
krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij voor een klein podium bevindt.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
LIVE/CLUB The Roxy Theatre
Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de “hottest” rock
club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Rev. Time
Rev. Delay
Rev. Level
Dialogue Lift
LIVE/CLUB The Bottom Line
Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en
rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Dialogue Lift
Opmerking
ENTERTAINMENT Sports
Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo sportuitzendingen en amusementsprogramma’s uit
de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het
stadion zich rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
1
CLASSICAL
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
2
LIVE/CLUB
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
49 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
BASISBEDIENING
Nederlands
Voor visuele muziekbronnen
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
Voor filmmateriaal
y
U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve “Mono Movie”). Zie
bladzijde 76 voor details.
De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van
dit toestel.
ENTERTAINMENT Action Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen. Er wordt gebruik gemaakt
van weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan
zonder een duidelijk gevoel voor richting te verliezen.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
ENTERTAINMENT Roleplaying Game
Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films en het geluidsveldontwerp voor
“Action Game” om de diepte en het driedimensionale gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel
mogelijk recht wordt gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
Opmerking
ENTERTAINMENT Music Video
Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in een hippe
livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de
ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
ENTERTAINMENT Recital/Opera
Dit programma houdt de hoeveelheid natrillingen op een optimaal niveau en benadrukt de diepte en helderheid van de menselijke stem.
“Opera” reproduceert de speciale natrillingen van de orkestbak recht voor de luisteraar en geeft bovendien een sterk gevoel van aanwezigheid
voor de artiesten op het podium. Het surround geluidsveld is relatief gematigd, maar er wordt gebruik gemaakt van concertzaal-effecten om
de inherente schoonheid van de muziek beter uit te laten komen. Ook na enige uren luisteren naar opera zal de luisteraar niet vermoeid raken.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
Opmerking
3
ENTERTAIN
3
ENTERTAIN
2
LIVE/CLUB
3
ENTERTAIN
HiFi DSP
3
ENTERTAIN
MOVIE Standard
Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische
positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale
bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de natrillingen van links, rechts en van achteren.
DSP Level
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
Sur. Liveness
SB. Init. Delay
SB. Room Size
SB. Liveness
Dialogue Lift
4
MOVIE
50 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Stereoweergave
MOVIE Spectacle
Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en
gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of
DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films).
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
4
MOVIE
MOVIE Sci-Fi
Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films,
zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in
een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde
technieken.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
4
MOVIE
MOVIE Adventure
Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het geluidsveld
bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
4
MOVIE
MOVIE Drama
Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en komedies.
De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven,
maar gesproken tekst wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na
vele uren kijken.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Sur. Init. Delay
Sur. Room Size
SB. Init. Delay
SB. Room Size
Dialogue Lift
4
MOVIE
MOVIE Mono Movie
Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het programma produceert optimale natrillingen
om het geluid ook alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven.
DSP Level
Init. Delay
Room Size
Liveness
Rev. Time
Rev. Level
Rev. Delay
Dialogue Lift
STEREO 2ch STEREO
Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen. Zie bladzijde 53 voor details.
Direct
4
MOVIE
5
STEREO
STEREO 7ch STEREO
Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal dit toestel het
bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld
en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz.
Center Level
Surround L Level
Surround R Level
Sur. Back Level
Presence L Level
Presence R Level
5
STEREO
HiFi DSP
51 Nl
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
BASISBEDIENING
Nederlands
Gebruiken van geluidsveldprogramma’s
zonder surround-luidsprekers (Virtual
CINEMA DSP)
Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de
CINEMA DSP programma’s zonder surround-
luidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers
om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren.
Als u “Surround” op
None” (zie bladzijde 97) instelt, zal
Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld
wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma
selecteert (zie bladzijde 47).
In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in
werking treden, ook al staat “Surround” op “None” (zie
bladzijde 97):
wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH
INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie
bladzijde 43).
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit.
wanneer Pure Direct (zie bladzijde 52) of “2ch Stereo” (zie
bladzijde 53) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de
“STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 51).
Luisteren naar multikanaals materiaal en
geluidsveldprogramma’s met een
hoofdtelefoon (SILENT CINEMA)
SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals
materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en
DTS materiaal, te luisteren met een normale
hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch
ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de
PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA
DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie
bladzijde 47). Indien ingeschakeld zal de SILENT
CINEMA indicator oplichten op het display op het
voorpaneel.
SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de
component die is verbonden met de MULTI CH INPUT
aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43).
SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer Pure Direct
(zie bladzijde 52) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 53) is
geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie
staat (zie bladzijde 51).
Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat,
worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via
de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals
materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden
weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten.
y
U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren via het GUI
menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
Druk op STRAIGHT op het voorpaneel (of de
afstandsbediening) en selecteer “STRAIGHT”.
Uitschakelen van de “STRAIGHT”
weergavefunctie
Druk op STRAIGHT op de afstandsbediening
zodat “STRAIGHT” van het display op het
voorpaneel verdwijnt.
Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld.
Opmerking
Opmerkingen
Luisteren naar onbewerkte
weergave
Formaat Beschrijving
Dolby Digital
Standaard verwerking voor Dolby
Digital bronmateriaal.
DTS
Standaard verwerking voor DTS
bronmateriaal. Wanneer de
signaalbron een DTS-ES Discrete
of DTS-ES Matrix ingangssignaal
levert, zal de bijbehorende
indicator verschijnen op het
display op het voorpaneel.
DSD
Weergave van DSD (Direct
Stream Digital) materiaal.
PCM
Weergave van PCM (pulscode
modulatie) materiaal.
MPCM
Weergave van multikanaals PCM
(pulscode modulatie) materiaal.
Analog
Voor weergave van analoog
bronmateriaal.
EFFECT
STRAIGHT
STRAIGHT
EFFECT
STRAIGHT
of
EFFECT
STRAIGHT
EFFECT
STRAIGHT
of
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
52 Nl
Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de
pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron.
Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit
toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min
mogelijk tussenliggende schakelingen.
Druk nog eens op PURE DIRECT op het
voorpaneel (of op de afstandsbediening) om de
Pure Direct functie aan of uit te zetten.
De PURE DIRECT toets op het voorpaneel zal oplichten
wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat. Het
display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder.
Wanneer u multikanaals PCM materiaal weergeeft (minder dan
192 kHz), zal dit toestel de multikanaals signalen terugbrengen
in overeenstemming met de “Speaker Set” instellingen in het
“Basic” (zie bladzijde 96).
Wanneer de component die is verbonden met de HDMI IN
aansluitingen wordt geselecteerd als signaalbron en de
selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting is ingesteld op
“AUTO” of “HDMI”, dan zal dit toestel de videoschakelingen
niet uitschakelen in de Pure Direct stand.
Wanneer u de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting
instelt op “AUTO”, “HDMI” of “COAX/OPT” (zie
bladzijde 42) en vervolgens Dolby Digital, DTS of multikanaals
PCM materiaal weergeeft, dan zal dit toestel de
corresponderende decoder inschakelen.
De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel
in de Pure Direct stand staat:
omschakelen van het geluidsveldprogramma
openen van het GUI menuscherm
bedienen van videofuncties (video-conversie enz.)
De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer
dit toestel uit wordt gezet.
y
Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer
dat nodig is.
Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen
regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal, de
L/R aanwezigheidskanalen en het subwooferkanaal.
1 Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op
het voorpaneel om de weergave van de hoge
tonen (TREBLE) of de weergave van de lage
tonen (BASS) te regelen.
2 Verdraai PROGRAM om de weergave van de
hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de
lage tonen (BASS) te regelen.
Passeren van de schakelingen voor de
toonregeling
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer
BYPASS en annuleer de toonregeling.
Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het
mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet
meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers,
midden-luidspreker, L/R aanwezigheidsluidsprekers en de
subwoofer.
TONE CONTROL staat buiten werking wanneer PURE
DIRECT is geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is
geselecteerd als signaalbron.
y
Gebruik de “Tone Control” parameter in het “Sound” menu om
de balans te regelen tussen de weergave van de hoge en die van de
lage tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon met behulp van
het GUI menuscherm. Zie bladzijde 90 voor details.
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Luisteren naar pure hi-fi weergave
Opmerkingen
PURE DIRECT
PURE DIRECT
Voorpaneel
Afstandsbediening
of
Toonregeling
Opmerkingen
CONTROL
TONE
PROGRAM
CONTROL
TONE
53 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar
muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal
dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt.
Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn
gemaakt via de “Auto Setup” (zie bladzijde 35) en “Speaker
Level” (zie bladzijde 100) methodes.
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op LEVEL
op de afstandsbediening tot u de luidspreker die
u wilt instellen heeft geselecteerd.
y
Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt,
kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met
k
/
n
.
In plaats van “SB R” en “SB L”, zal “SB” worden getoond
indien “Surround Back” is ingesteld op “Small x1” of
“Large x1” (zie bladzijde 97).
2
Druk op
l
/
h
op de afstandsbediening om het
uitgangsniveau (volume) van de luidspreker te regelen.
Druk op h om de ingestelde waarde te verhogen.
Druk op l om de ingestelde waarde te verlagen.
Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB
U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2
kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en druk herhaaldelijk op STEREO op de
afstandsbediening om “2ch Stereo” te
selecteren.
y
U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer
“Bass Out” is ingesteld op “SWFR” of “Both” (zie
bladzijde 98).
U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM
op het voorpaneel te verdraaien.
U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren en instellen via
het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
Instellen luidsprekerniveaus
Opmerking
Display Ingestelde luidspreker
FRONT L
Linker voor-luidspreker
CENTER
Midden-luidspreker
FRONT R
Rechter voor-luidspreker
SUR. R
Rechter surround-luidspreker
SB R
Rechter surround achter-luidspreker
SB L
Linker surround achter-luidspreker
SUR. L
Linker surround-luidspreker
SWFR
Subwoofer
PRNS L
Linker aanwezigheidsluidspreker
PRNS R
Rechter aanwezigheidsluidspreker
TITLE
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Luisteren naar multikanaals
materiaal met 2-kanaals
stereoweergave
5
STEREO
2ch Stereo
TV
SOURCE
AMP
54 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan
onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij
gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de
geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een
lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen
onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed
Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de
geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde
compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen
te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd
voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies
in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als
de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van
uw systeem ten goede komt.
Wanneer u DSD of PCM materiaal met een hogere
bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz weergeeft, zal dit toestel
deze terugbrengen tot 48 kHz of minder en de Compressed
Music Enhancer functie inschakelen.
De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met
de geluidsveldprogramma’s.
y
U kunt de Compressed Music Enhancer functie ook selecteren en
instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details.
Druk herhaaldelijk op ENHANCER op het
voorpaneel (of zet de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op AMP en druk op
ENHANCER op de afstandsbediening) om de
gewenste Compressed Music Enhancer functie
te selecteren.
De volgende verkorte mededeling verschijnt op het
beeldscherm en de ENHANCER indicator zal oplichten
op het display op het voorpaneel.
Keuzes: 2ch Enhancer, 7ch Enhancer, Off
Selecteer “2ch Enhancer” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in
2-kanaals stereo.
Selecteer “7ch Enhancer” voor weergave met
compensatie voor compressie-artefacten in
7-kanaals stereo.
Selecteer “Off” om de Compressed Music
Enhancer functie uit te schakelen.
Wanneer u “Off” selecteert, keert dit toestel terug naar het
oorspronkelijk ingestelde geluidsveldprogramma.
Selecteren van de Compressed
Music Enhancer functie
Opmerkingen
ENT
ENHANCER
MUSICENHANCER
2chEnhancer
ENHANCER
TV
SOURCE
AMP
ENHANCER
Licht op
of
Opmerking
55 Nl
GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES
BASISBEDIENING
Nederlands
De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage
volumes, zoals ’s nachts, toch alles te kunnen verstaan.
Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC”
afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen.
1
Druk herhaaldelijk op NIGHT op het voorpaneel
(of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk op NIGHT op de
afstandsbediening) om te kiezen tussen
“NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC”.
Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF
Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een
film gaat kijken om het dynamisch bereik van de
soundtrack te verminderen en de gesproken tekst
beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes.
Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar muziek wilt
luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken.
Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken.
y
Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de
NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel.
2
Druk op
l
/
h
op de afstandsbediening om
het effectniveau te regelen terwijl
“NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt
aangegeven op het display op het voorpaneel.
Keuzes: MIN, MID, MAX
Selecteer “MIN” voor minimale compressie.
Selecteer “MID” voor standaard compressie.
Selecteer “MAX” voor maximale compressie.
y
De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen
worden apart opgeslagen.
In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties
niet gebruiken:
wanneer de Pure Direct functie (zie bladzijde 52) is
ingeschakeld.
wanneer de component die is verbonden met de MULTI
CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron
(zie bladzijde 43).
wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES
aansluiting zit.
Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt
mede af van het weergegeven materiaal en van uw
instellingen voor surroundweergave.
Selecteren van de nacht-luisterfunctie
+
10
NIGHT
TV
SOURCE
AMP
NIGHT
of
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Effect.Lvl:MID
Afstandsbediening
Opmerkingen
FM/AM AFSTEMMEN
56 Nl
Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed
wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5
groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer
oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt.
Functies voorpaneel
1 INPUT keuzeknop
Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron.
2 A/B/C/D/E
Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E)
(zie bladzijde 59).
3 PRESET/TUNING l / h
Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m
8) kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt
op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 59).
Selecteert de frequentie waarop u wilt afstemmen
wanneer de dubbele punt (:) niet getoond wordt op het
display (zie bladzijde 58).
4 PRESET/TUNING, EDIT
Hiermee schakelt u PRESET/TUNING
l
/
h
heen en
weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen.
Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders
wijzigen (zie bladzijde 60).
5 FM/AM
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (zie bladzijde 57).
6 MEMORY
Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd
deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het
automatisch voorprogrammeren te laten beginnen
(zie bladzijde 59).
7 TUNING MODE
Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch
afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig
afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 57).
Afstandsbedieningsfuncties
1 TUNER
Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron. Dit toestel
zal afstemmen op de laatst geselecteerde zender.
2 BAND
Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden
FM en AM (zie bladzijde 57). Dit toestel zal afstemmen
op de laatst geselecteerde AM of FM zender.
3 PRESET/CH k / n
Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8)
kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 60).
4 Cijfertoetsen
Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender
te selecteren (zie bladzijde 61).
5 A/B/C/D/E l / h, A/B/C/D/E
Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E)
(zie bladzijde 59).
FM/AM AFSTEMMEN
Opmerking
FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen
INPUT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
ZONE 2
AUDI O
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
75432 6
1
TUNER
CD
CD-R
DTV
NET/USB
CBL/SAT
MD/TAPE
VCR 1
DVD
V-AUX/DOCK
DVR/VCR 2
POWER
STANDBY
A/B/C/D/E
PRESET
VOLUME
ZONE 3
ZONE 2
ID2
ID1
MUTE
5
3
1
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
5
3
2
4
1
Zet op
SOURCE
57 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
BASISBEDIENING
Nederlands
Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke
signalen ontvangt en er weinig storing is.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE zodat de AUTO
indicator op het display oplicht.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
4 Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om
het automatisch afstemmen te laten
beginnen.
Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal
de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie
waarop is afgestemd worden getoond op het display.
Druk op h om af te stemmen op een hogere
frequentie.
Druk op l om af te stemmen op een lagere
frequentie.
Automatisch afstemmen
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING/CH
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
4 3231
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
FM AM
of
MODE
TUNING
AUTO
A FM 97.70MHz
Licht opGeen dubbele punt (:)
EDIT
TUNING
PRESET/
TUNED
A FM 97.70MHz
PRESET/TUNING
Licht op
58 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te
zwak is, moet u er met de hand op afstemmen.
Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de
ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de
ontvangst te verbeteren.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen.
“FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Druk op TUNING MODE zodat de AUTO
indicator van het display verdwijnt.
Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display,
kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING
(EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen.
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om met de
hand af te stemmen op de gewenste zender.
Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend
te laten veranderen.
Handmatig afstemmen
Opmerking
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
4 3231
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
FM AM
of
MODE
TUNING
A FM 97.70MHz
Geen dubbele punt (:)
EDIT
TU
NING
PRESET/
PRESET/TUNING
59 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8: 8
voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten
voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden
gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de
bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de
voorgeprogrammeerde zenders.
1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio)
als signaalbron.
2 Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de
radioband.
“FM” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen.
3 Houd MEMORY tenminste 3 seconden
ingedrukt.
Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en
AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5
seconden zal het automatisch voorprogrammeren
beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere
frequenties.
Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is,
zal de frequentie voor de laatst
voorgeprogrammeerde zender op het display getoond
worden.
y
U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel
moet beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op
A/B/C/D/E en vervolgens herhaaldelijk op PRESET/
TUNING l / h nadat u stap 3 heeft uitgevoerd om het
voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste
zender zal worden opgeslagen.
U kunt automatisch laten beginnen met afstemmen en
opslaan van FM zenders in lagere frequenties. Druk op
PRESET/TUNING zodat de dubbele punt (:) verdwijnt
van het display op het voorpaneel en druk vervolgens op
PRESET/TUNING l nadat u MEMORY tenminste 3
seconden ingedrukt heeft gehouden.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen
worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen
nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen.
Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst
worden opgeslagen bij het automatisch
voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt
opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals
beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op
bladzijde 60.
Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch
opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren
(Alleen op modellen voor het V.K. en Europa).
Automatisch voorprogrammeren
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
321
INPUT
Voorpaneel
FM/AM
FM
Opmerkingen
AUTO
MEMORY
A1:FM 97.70MHz
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
Knippert
Knippert
60 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8:
8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren.
1 Stem automatisch of met de hand af op een
zender.
Zie de bladzijden 57 en 58 voor aanwijzingen over
hoe u moet afstemmen op een zender.
2 Druk op MEMORY.
De MEMORY indicator knippert ongeveer 5
seconden lang op het display op het voorpaneel.
3 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E om een
voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E)
terwijl de MEMORY indicator knippert.
De letter van de geselecteerde groep zal nu
verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:)
inderdaad verschijnt op het display.
4 Druk op PRESET/TUNING l / h om het
gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te
selecteren terwijl de MEMORY indicator nog
aan het knipperen is.
Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te
selecteren.
Druk op l om een lager voorkeuzenummer te
selecteren.
5 Druk op MEMORY terwijl de MEMORY
indicator knippert.
De radioband en de frequentie voor deze zender
verschijnen op het display, samen met de door u
geselecteerde voorkeuzegroep en het
voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van
het display op het voorpaneel verdwijnen.
Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder
een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een
andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat.
De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de
frequentie van de zender opgeslagen.
Handmatig voorprogrammeren
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
4 2,53
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MEMORY
Knippert
A/B/C/D/E
MEMORY
A :FM 97.70MHz
Voorkeuzegroep
Knippert
Dubbele punt (:)
Opmerkingen
PRESET/TUNING
MEMORY
A1:FM 97.70MHz
Voorkeuzenummer
Knippert
A1:FM 97.70MHz
De getoonde zender is opgeslagen als A1.
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
61 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
BASISBEDIENING
Nederlands
U kunt op de gewenste zender afstemmen door
eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die
zender is opgeslagen te selecteren.
y
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op SOURCE te zetten en vervolgens
op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron
te selecteren.
1 Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of zet
de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
SOURCE en druk op A/B/C/D/E l / h op de
afstandsbediening) om de gewenste
voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren.
De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het
display op het voorpaneel en verandert met elke druk
op de toets.
2 Druk op PRESET/TUNING l / h op het
voorpaneel (of PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening) om het gewenste
voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren.
De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer
verschijnen op het display op het voorpaneel, samen
met de radioband en de frequentie.
Selecteren van voorkeuzezenders
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
21
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
RETURN
1,2
1
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
TV
SOURCE
AMP
of
Voorpaneel
Afstandsbediening
PRESET/TUNING
A1:FM 97.70MHz
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
of
Voorpaneel Afstandsbediening
62 Nl
FM/AM AFSTEMMEN
U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen.
In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender
“E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”.
1 Selecteer voorkeuzezender “E1” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 61.
2 Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt.
De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
3 Selecteer voorkeuzezender “A5” met
A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h.
De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan
knipperen op het display op het voorpaneel.
Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op
bladzijde 61.
4 Druk nog eens op EDIT.
“EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel
verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van
plaats wisselen.
Omwisselen van voorkeuzezenders
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
3 2,43
EDIT
TU
NING
PRESET/
MEMORY
E1:FM 97.70MHz
KnippertKnippert
MEMORY
A5:FM 97.70MHz
A/B/C/D/E
PRESET/TUNING
Knippert
Knippert
EDIT E1-A5
EDIT
TUNING
PRESET/
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
63 Nl
BASISBEDIENING
Nederlands
Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden
gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service
naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service
andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders.
Raadpleeg “FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen” op
bladzijde 56 voor informatie over de functies en
bedieningsorganen voor het Radio Data Systeem.
Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem
informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice),
PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok
Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op
het display op het voorpaneel.
U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen
selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem
indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan
even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens
heeft ontvangen van de zender in kwestie.
U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data
Systeem functies selecteren.
Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is
het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de
Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder
vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk
dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere
Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn.
Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/
MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator
verdwijnt van het display op het voorpaneel.
Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de
Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de
ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding
“...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel.
Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel
maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan
programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet
kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_”
(onderstreping).
Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is
geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het
voorpaneel.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data
Systeem zenders met behulp van de automatische
voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 59).
U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen
op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zender.
2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de
afstandsbediening om de gewenste Radio
Data Systeem weergavefunctie te selecteren.
Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen
Radio Data Systeem programma weer te laten
geven.
Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor
het ontvangen Radio Data Systeem programma
weer te laten geven.
Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te
laten geven.
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN
(ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Opmerking
Tonen van Radio Data Systeem
informatie
Opmerkingen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
FREQ/TEXT
FREQ/TEXT
NET RADIO
CTRTPTYPS
Frequentiedisplay
64 Nl
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te
selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data
Systeem zenders door middel van het programmatype.
y
Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio
Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 59).
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op TUNER op de afstandsbediening,
selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron.
2 Druk herhaaldelijk op BAND en selecteer
“FM” als de radioband.
3 Druk op PTY SEEK MODE op de
afstandsbediening om dit toestel in de PTY
SEEK functie te zetten.
De naam van het geselecteerde programmatype of
“NEWS” zal gaan knipperen op het display op het
voorpaneel.
y
Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op
PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken.
4 Druk op PRESET/CH k / n op de
afstandsbediening om het gewenste
programmatype te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
Selecteren van een Radio Data
Systeem programmatype
(PTY SEEK functie)
VOLUME
CH
TV VOL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
+
+
+
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
2
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
1
2
4
1
3,5
TUNER
TV
SOURCE
AMP
TITLE
BAND
LEVEL
FM
MODE PTY SEEK
NEWS
Knippert
Programmatype Beschrijving
NEWS
Nieuws
AFFAIRS
Actualiteiten
INFO
Algemene informatie
SPORT
Sport
EDUCATE
Educatief
DRAMA
Theater
CULTURE
Cultuur
SCIENCE
Wetenschap
VARIED
Licht amusement
POP M
Populaire muziek
ROCK M
Rock muziek
M.O.R. M
Middle-of-the-road muziek
(easy-listening)
LIGHT M
Licht klassiek
CLASSICS
Klassiek
OTHER M
Overige muziek
Licht op
POP M
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
65 Nl
RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA)
BASISBEDIENING
Nederlands
5 Druk op PTY SEEK START op de
afstandsbediening om alle
voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem
zenders af te zoeken.
Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op
het display op het voorpaneel en de PTY HOLD
indicator licht op terwijl het toestel naar een
geschikte zender zoekt.
y
Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u
nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te
drukken.
Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden
wordt die een programma van het geselecteerde type
uitzendt.
Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u
nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken
naar een andere zender met een programma van het
gewenste type.
Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON
(Enhanced Other Networks) gegevensservice van het
Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4
Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS,
INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel
automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare
voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden
naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer
de geplande EON service begint, zal dit toestel
automatisch overschakelen naar de lokale zender die de
EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar
de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden.
U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON
gegevensservice beschikbaar is.
De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het
voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt
van een Radio Data Systeem zender.
1 Stem af op de gewenste Radio Data Systeem
zender.
2 Controleer of de EON indicator brandt op het
display op het voorpaneel.
Als de EON indicator niet oplicht op het display,
dient u af te stemmen op een ander Radio Data
Systeem programma waarbij de EON indicator wel
gaat branden.
3 Druk herhaaldelijk op EON op de
afstandsbediening om één van de 4 Radio
Data Systeem programmatypes (NEWS,
AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren.
De naam van het geselecteerde programmatype zal
verschijnen op het display op het voorpaneel.
y
Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op
EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van
het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF”
verschijnt op het display op het voorpaneel.
Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE te
zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de
“TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren.
Opmerkingen
Gebruiken van de dataservice voor
verbetering van het gebruik van
andere netwerken (Enhanced
Other Networks; EON)
POP M
PTY HOLD
Knippert Licht op
PTY SEEK
START
Opmerkingen
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
EON
EON
EON
USB
NEWS
Licht op
GEBRUIKEN MET EEN IPOD
66 Nl
Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 29), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw
iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van
gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 54).
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn.
y
Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van
andere componenten” op bladzijde 110.
Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 137.
Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) aangesloten op de
DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen.
Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display
op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten.
Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen
kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen.
De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare
YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt dat dit toestel de batterij van een
aangesloten iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “Standby Charge” parameter in het “iPod” (zie bladzijde 95).
Terwijl de aangesloten iPod wordt opgeladen terwijl dit toestel uit (standby) staat, zal de oplaadindicator (zie bladzijde 12) getoond
worden op het display op het voorpaneel. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen (of 4 uur nadat er met opladen is begonnen), zal
de indicator van het display verdwijnen.
U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is
geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via
het GUI menuscherm van dit toestel (menufunctie) of
zonder dit hulpmiddel (eenvoudige
afstandsbedieningsfunctie).
Bedienen van een iPod met de
eenvoudige afstandsbedieningsfunctie
U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop,
overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde
afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het GUI
menusysteem van dit toestel.
y
U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken.
U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Bedienen van een iPod met de
menufunctie
U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod
uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met
behulp van het GUI menusysteem van dit toestel. De naam
van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het
voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met
de “Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.” (zie
bladzijde 103). U kunt via het GUI menusysteem ook door
de muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien
instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke
voorkeuren.
U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen
op uw iPod.
Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod.
Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven op het display
op het voorpaneel of via het GUI menusysteem van dit toestel.
Dergelijke tekens worden vervangen door een “_” (onderstreping).
De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het
GUI menuscherm. Druk op ENTER op de afstandsbediening om
heen en weer te schakelen tussen de “Settings” instellingen.
U kunt niet via het GUI menusysteem bladeren door eventueel
op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats
daarvan de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de
gewenste foto of videoclip te selecteren.
U kunt instellen hoe lang het GUI scherm voor de iPod zal
worden weergegeven op het beeldscherm door middel van de “On
Screen” parameter onder “Manual Setup” (zie bladzijde 94).
GEBRUIKEN MET EEN iPod
Opmerkingen
iPod bediening
Opmerkingen
67 Nl
GEBRUIKEN MET EEN iPod
BASISBEDIENING
Nederlands
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk vervolgens op DISPLAY
op de afstandsbediening.
Het volgende scherm zal op het beeldscherm
verschijnen.
2 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening om het iPod menu te
bedienen en druk vervolgens op ENTER om
het geselecteerde muziekstuk weer te laten
geven.
Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten),
Albums (albums), Songs (songs),
Genres (genres), Composers (componisten),
Settings (instellingen)
Playlists > Songs
Artists > Albums > Songs
Albums > Songs
Songs
Genres > Artists > Albums > Songs
Composers > Albums > Songs
Settings > Shuffle, Repeat
Shuffle (Willekeurige weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, Songs, Albums
Selecteer “Off om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Selecteer “Albums” om dit toestel albums in
willekeurige volgorde te laten weergeven.
Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off staat, zal
” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Repeat (Herhaalde weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, One, All
Selecteer “Off om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten
herhalen.
Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off staat, zal
” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het
muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald.
De functies van het weergave-
informatiedisplay
1 Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten
2 Naam van het album
3 Naam van het muziekstuk
4 Verstreken tijd
5 h (weergave) of e (pauze)
6 Pictogrammen voor willekeurige en herhaalde
weergave
7 Naam van de artiest
8 Voortgangsbalk
9 Resterende tijd
DISPLAY
TV
SOURCE
AMP
Top
Playlists
Artists
Albums
Songs
Genres
Composers
Settings
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Opmerking
Opmerking
0:51 -7:44
Play Information
Road to India
Made-to-order
Frankie Zipper
1/9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
68 Nl
Dit toestel is uitgerust met netwerk en USB functies die u in staat stellen te luisteren naar WAV (uitsluitend PCM
formaat), MP3 en WMA bestanden die zijn opgeslagen op uw PC, YAMAHA MCX-2000, USB geheugenapparatuur of
draagbare USB audiospeler, en die u toegang geven tot Internetradio.
De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties.
Voor verdere details over netwerkaansluitingen dient u tevens de handleidingen van uw netwerkapparatuur te raadplegen. Raadpleeg
indien nodig ook technische referentiewerken.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten.
y
Voor een complete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor de netwerk en USB functies verwijzen we u naar de “PC/MCX-2000/
Internetradio/USB” kolom in “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 110.
Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen
we u naar het “Netwerk en USB” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 135.
Het volgende schema laat de opbouw van het netwerk en USB menu zien.
*
Alleen de beschikbare PC servers en MCX-2000 apparaten worden getoond.
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Opmerkingen
Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s
Opmerking
NET/USB
PC/MusicCAST
(MCX-2000)
Artists
Albums
Songs
Genres
Popular Stations
New Stations
USB
Recall Play
Server* Playlists
Internet Radio
Bestanden/Mappen
Help
Locations
Podcasts
Bookmarks
Genres
Selecteert een muziekstuk via een op de server opgeslagen speellijst.
Raadpleeg de documentatie van de server voor details omtrent de
formattering van de speellijst, hoe u een speellijst kunt aanmaken enz.
Laat dit toestel de weergave oproepen van een MCX-2000 of andere cliënt.
Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000.
Selecteren van een muziekstuk op genre. Bovendien kunt u voor een
bepaald genre ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Selecteren van een muziekstuk op album.
Selecteren van een muziekstuk op artiest. Bovendien kunt u voor een
bepaalde artiest ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000).
Selecteren van een Internetradiozender die is opgenomen in de lijst met “Bookmarks” (zie
bladzijde 71).
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op locatie.
Zendt stembegeleiding uit over diverse onderwerpen met betrekking tot de gerelateerde
Internetservice.
Selecteren van een bestand door het bladeren door mappen.
Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op genre.
Selecteren van een Internetradiozender uit zenders die zojuist met een programma begonnen
zijn.
Selecteren van een Internetradiozender uit een lijst met populaire zenders.
Selecteren van een Podcast dienst op locatie of genre.
Direct selecteren van een muziekstuk.
69 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
BASISBEDIENING
Nederlands
De volgende procedure laat de basisstappen zien voor het
navigeren, het bladeren, door de netwerk en USB menu’s.
Zie de bladzijden 70 en 71 voor details over elke sub-
signaalbron.
“Please wait” kan verschijnen wanneer de communicatie tijd kost.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even
geduld moeten oefenen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op NET/USB op de afstandsbediening en
selecteer “NET/USB” als signaalbron.
De cursor links van de NET/USB indicator zal
oplichten op het display op het voorpaneel en het
eerder weergegeven materiaal voor de
corresponderende su-signaalbron voor NET/USB zal
automatisch worden weergegeven.
2 Druk op DISPLAY op de afstandsbediening
om terg te keren naar het bovenste NET/USB
menu.
Het volgende scherm zal op het beeldscherm
verschijnen.
Als er een ander scherm op het beeldscherm
verschijnt, dient u net zo vaak op MENU op de
afstandsbediening te drukken tot het NET/USB
hoofdmenu verschijnt.
3 Druk op k / n om de gewenste sub-
signaalbron te selecteren en druk vervolgens
op h of ENTER.
y
U kunt de gewenste sub-signaalbron ook selecteren door op
de corresponderende toets op de afstandsbediening te
drukken (zie bladzijde 8).
4 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening om het gewenste
muziekstuk of de gewenste
Internetradiozender te selecteren.
Druk op k / n om het gewenste menu te selecteren.
Druk op h om het gewenste menu te openen.
Druk op l om terug te keren naar het vorige
menuniveau.
y
•“h” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er
een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau.
U kunt op ENTER of MENU drukken om het
geselecteerde menu te openen of om terug te keren naar
het vorige menuniveau.
5 Druk op ENTER om het geselecteerde
muziekstuk weer te laten geven of om te
luisteren naar de geselecteerde zender.
y
Zie bladzijde 67 voor details omtrent de functies van het
weergave-informatiedisplay.
Afhankelijk van de geselecteerde sub-signaalbron is het
mogelijk dat bepaalde items niet voorkomen in het
weergave-informatiedisplay.
Opmerking
TV
SOURCE
AMP
NET/USB
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
NET/USB
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
Licht op
DISPLAY
Top
PC/MusicCAST
Internet Radio
USB
REC
NET RADIO
FREQ/TEXT EON
USB
PC/MCX
70 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Gebruik deze functie om te luisteren naar
muziekbestanden die zijn opgeslagen op uw PC of
YAMAHA MCX-2000. De MCX-2000 is een
muziekserver die het concept volgt van YAMAHA’s
exclusieve MusicCAST, een digitaal muzieksysteem voor
weergave via een persoonlijk netwerk.
1 Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw
PC, of registreer dit toestel op uw YAMAHA
MCX-2000.
Raadpleeg “Installeren van Windows Media
Connect 2.0 op uw PC” op bladzijde 70 en
“Registreren van dit toestel op de YAMAHA
MCX-2000” op bladzijde 71.
Deze procedure hoeft u alleen de eerste keer uit te
voeren.
2 Zet uw PC of MCX-2000 aan.
De PC server of MCX-2000 wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
3 Selecteer de gewenste server or MusicCAST
om de weergave te laten beginnen.
De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in
bepaalde locaties.
U kunt dit toestel aansluiten op maximaal 4 PC servers en op 1
MCX-2000 en elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde
subnet als dit toestel.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden op
uw PC niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing
bevatten.
(Alleen voor de MCX-2000) Bestanden met een asterisk (*) zijn
niet omgezet naar MP3 formaat. U kunt dergelijke bestanden
niet onmiddellijk afspelen, behalve wanneer u de “Receive
PCM Stream” instelling voor dit toestel instelt op “ON” op
MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van de
MCX-2000.
y
Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden
aangegeven.
U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s
de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu op het
beeldscherm.
U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave
bepalen via de “Play Style” parameters in het “NET/USB”
(zie bladzijde 101).
U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het
display op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en
vervolgens alleen moet worden aangeduid met de eerste 14
tekens via de “Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.”
(zie bladzijde 103).
Installeren van Windows Media Connect
2.0 op uw PC
Met Windows Media Connect 2.0 kunt u de op uw PC
opgeslagen audiobestanden weergeven. Raadpleeg voor
details de documentatie van Windows Media Connect 2.0.
1 Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw
PC.
U kunt het installatieprogramma voor Windows
Media Connect 2.0 downloaden van de Microsoft
website.
2 Zet uw PC aan en deel een map op de PC met
anderen.
De ‘gedeelde’ map wordt toegevoegd aan de
serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST.
Het is mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware op uw PC
(antivirussoftware, firewall enz.) de toegang van dit toestel tot
uw PC blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
instellingen in de betreffende beveiligingssoftware.
Als u een PC gebruikt met Windows XP Professional en de PC
inlogt op een domein, is het mogelijk dat u geen verbinding zult
kunnen krijgen met de PC server. Log in een dergelijk geval in
op de lokale machine in plaats van het domein.
Gebruiken van een PC server of
YAMAHA MCX-2000
Opmerkingen
Opmerkingen
71 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
BASISBEDIENING
Nederlands
Registreren van dit toestel op de
YAMAHA MCX-2000
U moet dit toestel registreren op uw YAMAHA
MCX-2000 zodat dit toestel kan worden herkend door uw
YAMAHA MCX-2000. Raadpleeg voor details de
handleiding van uw YAMAHA MCX-2000.
1 Zet dit toestel uit.
2 Zet uw YAMAHA MCX-2000 in de “Auto
Config” stand.
3 Zet dit toestel aan.
De MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst
op het submenu van PC/MCX.
De cliënt ID van dit toestel verschijnt in het in-
beeld display van uw YAMAHA MCX-2000 (als
CL-XXXXX), en hiermee is de automatische
configuratieprocedure ten einde.
Het laatste deel van de cliënt ID van dit toestel is hetzelfde als
de laatste 5 cijfers van het MAC adres van dit toestel. Voor
details over het MAC adres, zie bladzijde 102.
Om de geregistreerde cliënt ID van dit toestel te wissen dient u
de “Manual Config” stand van uw YAMAHA MCX-2000 te
gebruiken (raadpleeg de handleiding van uw MCX-2000) en de
“N-RESET” instelling in het geavanceerde instellingenmenu
van dit toestel op “RESET” te zetten (zie bladzijde 127).
De cliënt bedieningsfuncties van MusicCAST zijn niet
beschikbaar met betrekking tot dit toestel, met uitzondering van
“View Play Info”, “Receive PCM Stream” en “Edit Client title”.
Vermijd het gebruik van deze functies, want deze zullen de
weergave op dit toestel stoppen.
Gebruik deze functie om naar Internetradiozenders te
luisteren. Dit toestel maakt gebruik van de vTuner service
voor Internetradiozenders, speciaal aangepast voor dit
toestel, met een database van meer dan 2000 radiozenders.
Bovendien kunt u uw favoriete zenders opslaan door
middel van ‘bladwijzers’.
Deze service kan zonder kennisgeving worden opgeheven.
Het is mogelijk dat sommige Internetradiozenders niet kunnen
worden weergegeven, ook al worden ze geselecteerd in het NET
RADIO menu.
Om naar de Internetradio te kunnen luisteren, moet dit toestel
aangesloten zijn op uw netwerk (zie bladzijde 30).
Een smalband internetverbinding (bijv. 56K modem, ISDN) zal
geen goede resultaten opleveren en daarom bevelen we een
breedbandaansluiting aan (bijv. een kabelmodem, xDSL
modem, enz.). Neem voor gedetailleerde informatie hieromtrent
contact op met uw internet service-provider.
y
U kunt met h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk
van het menu op het beeldscherm.
Een “Podcast” is een soort Internetradioprogramma en er zijn
een aantal Podcast programma’s beschikbaar op het Internet.
Een Podcast is geen doorlopende voorstelling. Dat wil zeggen
dat dit toestel de weergave zal stoppen wanneer de Podcast is
afgelopen.
Het is mogelijk dat een bepaalde beveligingsvoorziening (zoals
een firewall) de toegang van dit toestel tot Internetradiozenders
blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste
beveligingsinstellingen.
Opslaan van uw favoriete
Internetradiozenders met behulp van
bladwijzers
Gebruik deze functie om snel uw favoriete
Internetradiozender op te kunnen zoeken.
Houd TITLE op de afstandsbediening ingedrukt
terwijl u luistert naar de gewenste
Internetradiozender.
De opgeslagen Internetradiozender wordt toegevoegd aan
de “Bookmarks” lijst (zie bladzijde 68).
y
Om een opgeslagen zender te verwijderen van de lijst, dient u
deze zender te selecteren op het eerste niveau van de
“Bookmarks” lijst en dan op de afstandsbediening TITLE
ingedrukt te houden.
Opmerkingen
Gebruiken van de Internetradio
Opmerkingen
72 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV
(alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB
geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die zijn
aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel.
Dit toestel biedt ondersteuning voor USB massa-
opslagapparaten die gebruik maken van FAT 16 of FAT 32.
Alleen de eerste partitie wordt weergegeven in het GUI
menusysteem. U kunt geen bestanden selecteren in andere partities.
Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden
per map worden herkend.
Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren
functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen.
Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet
weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten.
Wanneer u USB geheugenapparatuur of een draagbare USB audiospeler
aansluit, kan het ongeveer 10 seconden duren voor het apparaat herkend wordt.
y
Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken
tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden aangegeven.
U kunt met
b
/
a
vooruit/terug springen en met
h
/
s
de weergave
starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het in-beeld display.
U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave bepalen
via de “Play Style” parameters in het “NET/USB” (zie bladzijde 101).
U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het display
op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en vervolgens
alleen moet worden aangeduid met de eerste 14 tekens via de
“Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.” (zie bladzijde 103).
Aansluiten van USB geheugenapparatuur of een
draagbare audiospeler met een USB aansluiting
Sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler aan op de USB poort op het
voorpaneel van dit toestel.
Met deze functie kunt u direct toegang krijgen tot de
gewenste muziekbron (WAV, MP3 en WMA bestanden
opgeslagen op een aangesloten PC, MCX-2000 of USB
geheugenapparatuur en Internetradiozenders). U kunt voor
elke signaalbron 8 items voorprogrammeren.
Toewijzen van items aan de cijfertoetsen
(1-8)
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op NET/USB op de afstandsbediening,
selecteer “NET/USB” als signaalbron.
2 Selecteer de gewenste muziekbron die u wilt
toewijzen aan de cijfertoets (1-8) en laat de
bron weergeven.
Zie bladzijde 69 voor details.
3 Druk op MEMORY.
Dit toestel gaat in de stand voor het programmeren
van het geheugen. De MEMORY indicator knippert
en de volgende melding zal verschijnen op het
beeldscherm en op het display op het voorpaneel.
y
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 5 seconden
uitvoert, zal het programmeren van het geheugen automatisch
worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
Gebruiken van USB
geheugenapparatuur of een draagbare
audiospeler met een USB aansluiting
Opmerkingen
ENHANCER
NIGHT
S
USB
USB geheugenapparaat of
draagbare USB audiospeler
Gebruiken van sneltoetsen
TV
SOURCE
AMP
NET/USB
RETURN
MEMORY
MEMORY
-:PC/MCX
KnippertVoorkeuzenummer
73 Nl
GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES
BASISBEDIENING
Nederlands
4 Druk op de gewenste cijfertoets (1-8).
Het bij de cijfertoets behorende nummer verschijnt nu
op het beeldscherm of op het display op het
voorpaneel.
5 Druk op ENTER of MEMORY om uw keuze te
bevestigen.
Selecteer een item met de cijfertoetsen
(1-8)
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk
op NET/USB op de afstandsbediening,
selecteer “NET/USB” als signaalbron.
2 Selecteer de gewenste sub-signaalbron.
3 Druk op de cijfertoets (1-8) waaronder het
gewenste item is opgeslagen om dit item te
selecteren voor weergave.
Het geselecteerde voorkeuzenummer verschijnt op
het display op het voorpaneel en dit toestel zal
beginnen met de weergave van het onder de
geselecteerde cijfertoets opgeslagen item.
“Empty Memory!” verschijnt op het display op het
voorpaneel en als verkorte melding op het beeldscherm
wanneer u op een cijfertoets (1-8) drukt waaronder geen
item is opgeslagen.
In de volgende gevallen zal dit toestel niet in staat zijn het
correcte item zoals opgeslagen onder een cijfertoets (1-8)
op te roepen:
het aangesloten USB apparaat is niet correct.
de PC of MCX-2000 waarop het geselecteerde item is
opgeslagen staat uit of is niet aangesloten op het netwerk.
de geselecteerde Internetradiozender is tijdelijk niet
beschikbaar of bestaat niet meer.
de directory (map) van het geselecteerde item is gewijzigd.
y
Dit toestel bewaart de relatieve positie van de
voorgeprogrammeerde items in een directory of speellijst en
kan het correcte item niet oproepen met de cijfertoetsen (1-
8) als u muziekbestanden toevoegt aan of wist uit dezelfde
directory of speellijst als voorgeprogrammeerde items. In
dergelijke gevallen dient u het gewenste item opnieuw onder
de cijfertoetsen (1-8) te programmeren.
We raden u de volgende methodes aan:
PC server/MCX-2000
Maak acht speellijsten aan met de gewenste items en
programmeer het bovenste item van elk van deze speellijsten
voor onder de gewenste cijfertoets (1-8). Wanneer u de onder
de cijfertoetsen (1-8) voorgeprogrammeerde items wijzigt,
dient u de in de speellijst geregistreerde items te vervangen
door de gewenste items zonder de speellijst zelf te wissen.
USB apparaten
Maak acht directories (mappen) aan met de gewenste items in
een directory naast de directory met alle muziekbestanden en
programmeer dan het bovenste item van elk van deze
directories voor onder de gewenste cijfertoets (1-8). Wanneer
u de onder de cijfertoetsen (1-8) voorgeprogrammeerde items
wijzigt, dient u de items in de directory te vervangen door de
gewenste items zonder de directory zelf te wissen.
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
MEMORY
NET/USB
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
1:PC/MCX
4
3
2
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
KnippertGeselecteerde
voorkeuzenummer
RETURN
MEMORY
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
of
TV
SOURCE
AMP
NET/USB
REC
NET RADIO
FREQ/TEXT EON
USB
PC/MCX
Opmerkingen
CD-R
CD
PHONO
M
ULTI
CH
TUNER
MD/TAPE
DVD
DTV
NET/USB
VCR 1
CBL/SAT
DVR/VCR 2
V-AUX
1:PC/MCX
4
3
2
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
Geselecteerde voorkeuzenummer
OPNEMEN
74 Nl
Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de
handleidingen van de betreffende componenten.
Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de
DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS
materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende
instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale
audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding
van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert.
Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten.
De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 52), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 100) en de
geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 47) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal.
Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel.
Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd
via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN
aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is
aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen.
Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal.
S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van
videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting)
alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder.
Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden
weergegeven en opgenomen.
Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s,
radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten.
y
Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint.
1 Zet alle aangesloten componenten aan.
2 Druk net zo vaak op REC OUT/ZONE 2 tot de
RECOUT indicator oplicht op het display op
het voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de signaalbron waarvan u wilt
opnemen.
Selecteer “SOURCE” om op te nemen van de op dit
moment geselecteerde signaalbron.
4 Start de weergave op de geselecteerde
broncomponent of stem af op een zender.
5 Start de opname op de opnemende
component.
OPNEMEN
Opmerkingen
Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat
het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen.
LET OP
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
23
REC OUT/
ZONE2
RECOUT
PROGRAM
Voorpaneel
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
75 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Selecteren van decoders voor 2-kanaals
materiaal (surround decoderfunctie)
Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen
met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt
2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SUR.
DECODE op de afstandsbediening om de
surround decoderfunctie te selecteren.
2 Druk herhaaldelijk op SELECT op de
afstandsbediening om de gewenste decoder
te selecteren.
U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en
vervolgens herhaaldelijk op l / h op de
afstandsbediening te drukken.
U kunt de gewenste decoder selecteren en de bijbehorende
parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie
bladzijde 79 voor details.
Decoder beschrijvingen
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
Selecteren van decoders
6
SUR. DECODE
TV
SOURCE
AMP
7
SELECT
SUR. DECODE PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal.
SUR. DECODE
PLIIx Movie
PL II Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
SUR. DECODE
PLIIx Music
PL II Music
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt
wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
Panorama Dimension Center Width
Center WidthDimension
PLIIMusic
PLIIxMusic
SUR. DECODE
Panorama
6
SUR.DECODE
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder
kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 80)
Omschrijving van het programma
Toets
afstandsbediening
Naam van de decoder
(Decoder Type)
Categorie van het
programma
6
SUR.DECODE
6
SUR.DECODE
6
SUR.DECODE
76 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
y
Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor Dolby Digital, DTS of DTS 96/24 materiaal, zal dit toestel automatisch het
“SURROUND DECODE Dolby Digital”, “SURROUND DECODE DTS” of “SURROUND DECODE DTS 96/24” programma
selecteren.
Selecteren van de met geluidsveldprogramma’s te gebruiken decoders
Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt
gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s (behalve
met “Mono Movie”). Zie bladzijde 49 voor details over
MOVIE geluidsveldprogramma’s.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
MOVIE op de afstandsbediening tot u het
gewenste MOVIE geluidsveldprogramma
heeft geselecteerd.
2 Druk herhaaldelijk op SELECT om de
decoder te selecteren die u wilt gebruiken
met het geselecteerde
geluidsveldprogramma.
U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk
van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw
persoonlijke voorkeuren.
y
U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en
vervolgens herhaaldelijk op l / h op de
afstandsbediening te drukken.
U kunt ook decoders selecteren om te gebruiken met
geluidsveldprogramma’s via het GUI menuscherm. Zet
“Decoder Type” onder “Stereo/Surround” op de gewenste
instelling (zie bladzijde 79).
Beschikbare decoders (Decoder Type)
SUR. DECODE
PLIIx Game
PL II Game
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
6
SUR.DECODE
SUR. DECODE Neo: 6 Cinema
DTS verwerking voor filmmateriaal.
6
SUR.DECODE
SUR. DECODE Neo:6 Music
DTS verwerking voor muziekmateriaal.
Center Image
6
SUR.DECODE
4
MOVIE
TV
SOURCE
AMP
Decoder Functies
PRO LOGIC
Dolby Pro Logic verwerking
voor elk bronmateriaal
PLIIx Movie
PLII Movie
Dolby Pro Logic IIx (of Dolby
Pro Logic II) verwerking voor
filmmateriaal. De Pro Logic IIx
decoder kan niet worden
gebruikt wanneer “Surround
Back” op “None” is ingesteld
(zie bladzijde 97).
Neo:6 Cinema
DTS verwerking voor
filmmateriaal
77 Nl
GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Selecteren van decoders voor
multikanaals materiaal
Als u surround achter-luidsprekers heeft aangesloten, kunt
u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave
van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby
Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk herhaaldelijk op EXTD SUR.
op de afstandsbediening om heen en weer te
schakelen tussen 5.1- of 6.1/7.1-kanaals
weergave.
2 Druk herhaaldelijk op l / h om een decoder
te selecteren terwijl de naam van de decoder
getoond wordt.
Automatisch AUTO
Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel
kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal
het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1/
7.1 kanalen selecteren.
Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het
signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1/
7.1 kanalen worden weergegeven.
Decoders
Afhankelijk van de formattering van het weergegeven
materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders.
Uit OFF
Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te
creëren.
“PLIIx Movie” is alleen beschikbaar wanneer “Surround Back”
(
zie bladzijde 97) is ingesteld op “Small x2” of “Large x2”.
Sommige discs met 6.1/7.1-kanaals materiaal hebben geen
aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan
detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1/7.1-kanaals
materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIx
Music”, “EX/ES” of “EX”) te kiezen.
In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet
mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt:
wanneer “Surround” (zie bladzijde 97) of “Surround Back”
(
zie bladzijde 97) op “None” staat.
wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen
verbonden signaalbron wordt weergegeven.
wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter
surroundsignalen bevat.
wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt
weergegeven.
– wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 53) of Pure Direct (zie
bladzijde 52) functie is ingeschakeld.
Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling
terugkeren naar “Auto”.
De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer
“Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97).
8
EXTD SUR.
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Decoder Functies
PLIIxMovie
q D+PLIIx Movie
DTS+PLIIx Movie
MPCM+PLIIx Movie
DSD+PLIIx Movie
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 7.1
kanalen met de Pro Logic IIx
filmdecoder.
PLIIxMusic
q D+PLIIx Music
DTS+PLIIx Music
MPCM+PLIIx Music
DSD+PLIIx Music
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 6.1/
7.1 kanalen met de Pro Logic
IIx muziekdecoder.
DTS ES
DTS 96/24 ES
Voor weergave van DTS
signalen via 6.1/7.1 kanalen
met de DTS-ES decoder.
DOLBY D EX
DTS+DOLBY EX
MPCM+DOLBY EX
DSD+DOLBY EX
Voor weergave van
multikanaals materiaal via 6.1/
7.1 kanalen met de Dolby
Digital EX decoder.
Opmerkingen
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
78 Nl
Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de
versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen
signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt.
Stereo/Surround (Stereo/Surround menu)
Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te selecteren en de programma-instellingen te wijzigen (zie
bladzijde 79).
Input Select (Ingangskeuze menu)
Gebruik deze functie om de signaalbron te selecteren en de parameters voor elke signaalbron aan te passen.
Manual Setup (Handmatige setup menu)
Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 88).
Sound (Geluidsmenu)
Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van
uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of
projectoren (zie bladzijde 88).
Video (Video menu)
Gebruik deze functie om met de hand de video-instellingen te wijzigen (zie bladzijde 92).
Basic (Basismenu)
Via deze functie kunt u met de hand de basisluidsprekerinstellingen wijzigen (zie bladzijde 95).
NET/USB (Netwerk en USB menu)
Via dit menu kunt u met de hand de netwerk en USB systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 100).
Option (Optiemenu)
Via deze functie kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 102).
Auto Setup (Automatische setup menu)
Via dit menu kunt u de Auto Setup laten uitvoeren en opgeven welke luidspreker-parameters er ingesteld moeten worden
(zie bladzijde 35).
System Memory (Systeemgeheugen menu)
Hiermee kunt u diverse instellingen voor dit toestel opslaan en weer oproepen (zie bladzijde 106).
Signal Info. (Signaalinformatie)
Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 107).
Language (GUI taalkeuze menu)
Via deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem moeten
worden getoond (zie bladzijde 108).
y
U kunt de taal voor het GUI menusysteem ook kiezen met de “GUI LANGUAGE” parameter in de “ADVANCED SETUP” op het
display op het voorpaneel (zie bladzijde 127).
Zie bladzijde 44 voor details omtrent de bediening van het GUI menusysteem.
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
79 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te
selecteren (zie bladzijde 46), de surround decoderfunctie,
de “STRAIGHT” functie (zie bladzijde 51), of de
Compressed Music Enhancer functie (zie bladzijde 54), en
de instellingen voor elk van de programma’s aan te passen.
Selecteren van geluidsveldprogramma’s
en de bijbehorende parameters instellen
via het GUI menuscherm
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Stereo/Surround” en druk
vervolgens op h.
3 Druk herhaaldelijk op k / n om de gewenste
categorie programma’s te selecteren en druk
vervolgens op h.
4 Druk herhaaldelijk op k / n om het gewenste
programma te selecteren.
5 Druk op h op de afstandsbediening en
vervolgens op k / n om de gewenste
parameter te selecteren.
y
U kunt “Initialize” selecteren om alle parameters voor het
geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun
standaardwaarden. Zie bladzijde 84 voor details.
6 Druk op h en vervolgens op l / h om de
geselecteerde parameter in te stellen.
7 Druk op ENTER of k / n om de nieuwe
instelling voor de geselecteerde parameter
definitief te maken.
Stereo/Surround
(Stereo/Surround menu)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Support Audio
Input Select
Manual Setup
Stereo/Surround
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAINMENT
Dimmer
Input Assign
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
of
80 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Beschrijvingen geluidsveldparameters
U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te
passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s.
Geluidsveldparameter Kenmerken
Decoder Type
Decodertype. Selecteert de decoder voor gebruik met de SUR. DECODE of MOVIE
programma’s. Zie de bladzijden 75 en 76 voor details.
DSP Level
DSP niveau. Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk
van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten
opzichte van het niveau van de directe weergave.
Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB
Init. Delay
Sur. Init. Delay
SB. Init. Delay
Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke
vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen
het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing
daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij de luisteraar
lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde
voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer.
Instelbereik: 1 t/m 99 ms (Init. Delay)
1 t/m 49 ms (Sur. Init. Delay och SB. Init. Delay)
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Tijd
Tijd
Tijd
Vertraging
Vertraging
Vertraging
Geluidsbron
Niveau
Kleine waarde = 1 ms Grote waarde = 99 ms
Niveau
Niveau
Weerkaatsend oppervlak
81 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Room Size
Sur. Room Size
SB. Room Size
Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze
parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze
waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst
in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende
weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen
te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter
te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden.
Instelbereik: 0,1 t/m 2,0
Liveness
Sur. Liveness
SB. Liveness
Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit
van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht
afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker
in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid
weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch
“dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig”
genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen
wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen.
Instelbereik: 0 t/m 10
Geluidsveldparameter Kenmerken
Niveau
Niveau
Niveau
Tijd Tijd Tijd
Brongeluid
Vroege
weerkaatsingen
Kleine waarde = 0,1
Grote waarde = 2,0
Geluidsbron
Brongeluid
Niveau
Niveau
Niveau
Dood
Levendig
Tijd
Tijd Tijd
Weinig weerkaatst
geluid
Veel weerkaatst
geluid
Kleine waarde = 0 Grote waarde = 10
82 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Rev. Time
Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn
met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving
over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en
luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes.
Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s
Rev. Delay
Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het
directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen
zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere
akoestische omgeving bevindt.
Instelbereik: 0 t/m 250 ms
Geluidsveldparameter Kenmerken
Natrillingen
NatrillingenBrongeluid
Rev. Time
Rev. Time
Rev. Time
Geluidsbron
Korte
natrillingen
Lange
natrillingen
Kleine waarde = 1,0 s Grote waarde = 5,0 s
Vroege
weerkaatsingen
60 dB 60 dB 60 dB
(dB)
Niveau
Brongeluid
Natrillingen
Rev. Time
Rev. Delay
Tijd
60 dB
83 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Beschrijvingen stereo programmaparameters
Geluidsveldparameter Kenmerken
Rev. Level
Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze
waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn.
Instelbereik: 0 tot 100%
Dialogue Lift
Dialoog-lift. Deze parameter regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door
sommige elementen uit de voor- en middenkanalen toe te wijzen aan de
aanwezigheidsluidsprekers. Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de
weergave van de voor- en middenkanalen.
Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5
Geluidsveldparameter Kenmerken
2ch Stereo
Direct
2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi
stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal.
Keuzes: Auto, Off
y
Selecteer “Auto” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling automatisch alleen te
laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 52).
Selecteer “Off” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren
wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB.
Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden
teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voor-
luidsprekers.
In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers
omgeleid worden naar de subwoofer:
“Bass Out” is ingesteld op “Both” (zie bladzijde 98).
– “Front” is ingesteld op “Small” (zie bladzijde 96) en “Bass Out” is ingesteld op “SWFR” (zie
bladzijde 98).
7ch Stereo
Center Level
Surround L Level
Surround R Level
Sur. Back Level
Presence L Level
Presence R Level
7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts
aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo
weergavefunctie.
Instelbereik: 0 tot 100%
Brongeluid
Niveau
Rev. Level
Tijd
84 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Beschrijvingen Compressed Music Enhancer stand parameters
Decoder parameter beschrijvingen
Initialize (Programma instellingen terugzetten)
Gebruik deze functie om de parameters voor het geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun
beginwaarden.
Keuzes: No, Yes
Selecteer “Yes” om de programmaparameters terug te zetten op de fabrieksinstellingen.
Selecteer “No” om het terugzetten van de programmaparameters te annuleren.
y
Gebruik de “Sur. Initialize” functie in het “Option” om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een groep terug te zetten op
de begininstellingen (zie bladzijde 105).
De Compressed Music
Enhancer stand
Kenmerken
2ch Enhancer
7ch Enhancer
2-kanaals verbetering of 7-kanaals verbetering van het effectniveau. Selecteer “High” of “Low” om het
effect voor de hoge tonen te regelen.
Keuzes: High, Low
Decoderparameter Kenmerken
Pro Logic IIx Music
PRO LOGIC II Music
Panorama
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surround-
luidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect.
Keuzes: Off, On
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
Dimension
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het
geluidsveld naar voren of naar achteren.
Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren)
Begininstelling: STD (standaard)
PRO LOGIC IIx Music
PRO LOGIC II Music
Center Width
Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal
helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een
grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers.
Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m
7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers)
Begininstelling: 3
DTS Neo:6 Music
Center Image
DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang
met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken.
Instelbereik: 0,0 t/m 1,0
Begininstelling: 0,3
No
Yes
Initialize
Dialogue Lift
SB Room Size
85 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen,
het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen
geven of het uitgangsvolume van elk van de
signaalbronnen regelen.
Sommige parameters die hierboven beschreven worden zijn niet
beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn
alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron.
Wanneer er een iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod
universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden
met de DOCK aansluiting van dit toestel, zal de melding
“DOCK” verschijnen in het “Input Select” menu, in plaats van
“V-AUX”. In een dergelijk geval zullen de parameters die in de
bovenstaande tabel aangegeven zijn met een sterretje (*) niet
verschijnen in het instelmenu voor de signaalbron.
Wanneer u “NET/USB” als signaalbron selecteert, zal de
ingestelde sub-signaalbron (PC/MCX, NET RADIO of USB)
verschijnen in het Input Select menu.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Selecteer “Input Select” en druk vervolgens
op h.
3 Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD,
enz.) en druk dan op h of ENTER om de
instelfunctie te openen en de instellingen te
wijzigen.
Input Select
Signaalbron Parameter
TUNER
Volume Trim
Rename
PHONO
CD
CD-R
MD/TAPE
DVD
DTV
CBL/SAT
VCR1
DVR/VCR2
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
V-AUX of DOCK
I/O Assignment*
Audio Select*
Decoder Mode*
Volume Trim
Rename
PC/MCX, NET RADIO of
USB
Volume Trim
MULTI CH
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Multi CH Assign
BGV
Opmerkingen
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
MD/TAPE
CD-R
DTV
CBL/SAT
DVD
Input Select
Manual Setup
Auto Setup
Stereo/Surround
86 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Volume Trim (Volume trimmen)
Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen
voor elk van de signaalbronnen op elkaar afstemmen. Dit
komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume
plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een
andere signaalbron.
Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
y
Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden
geproduceerd via de ZONE OUT aansluitingen.
Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige
signaalbron regelen.
Rename (Nieuwe naam geven)
Met deze functie kunt u de namen van de
ingangsaansluitingen zoals die op het GUI scherm en op
het display op het voorpaneel verschijnen veranderen. (In
het volgende voorbeeld wordt DVD gebruikt als
broncomponent.)
1 Druk op l / h en verplaats de “_”
(onderstreping) naar het teken dat of de
spatie die u wilt veranderen.
2 Druk herhaaldelijk op ENTER om het soort
teken te selecteren (CAPITAL/SMALL/
FIGURE/MARK).
3 Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken
en ga vervolgens met l / h naar het
volgende teken.
U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke
signaalbron.
Druk op n om de tekens als volgt te laten
veranderen, of druk op k om deze reeks in
omgekeerde volgorde te doorlopen:
CAPITAL A t/m Z, spatie
SMALL a t/m z, spatie
FIGURE 0 t/m 9, spatie
MARK !, #, %, &, enz.
Druk op ENTER om te schakelen tussen de diverse
tekensets.
Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen voor
andere ingangsaansluitingen wilt veranderen.
Ook als u “Français”, “Deutsch”, “Español” of “Русский
selecteert bij “Language” (zie bladzijde 108), kunt u geen
tekens met accenten of Cyrillische letters gebruiken voor de
naam van de signaalbron.
4 Druk op l / h, selecteer OK en druk
vervolgens op ENTER wanneer u klaar bent.
y
Selecteer “RESET” om de naam van de geselecteerde
signaalbron op de standaardinstelling in te stellen.
Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of
uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen
en component video ingangsaansluitingen.
U kunt ook de naam van de signaalbron zoals die verschijnt in
het uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen.
Raadpleeg “Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster
verschijnen” op bladzijde 114.
U kunt alleen de naam van huidige signaalbron veranderen
(behalve voor multikanaals signaalbronnen) via deze instelling.
Opmerking
Volume Trim
Rename
Decoder Mode
Audio Select
0.0dB
CAPITAL
OK RESET
DVD
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Opmerking
Opmerking
87 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
I/O Assignment (Toewijzen van in-/
uitgangsaansluitingen)
U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere
componenten als de begininstellingen van dit toestel niet
overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende
instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te
wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer
componenten te kunnen aansluiten.
Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn
toegewezen, kunt u de daarbij behorende component
selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel
(of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening).
Voorbeeld 1: Toewijzen van de COAXIAL
1
CD
aansluiting aan de DVD signaalbron.
1 Selecteer “Input Select” op het GUI
menuscherm en selecteer vervolgens “DVD”.
2 Selecteer “I/O Assignment” en druk
vervolgens op “Coaxial Input”.
3 Selecteer1 CD”.
Voorbeeld 2: Wissen van een eerder toegewezen
aansluiting.
1
Selecteer “Input Select” en selecteer vervolgens
de gewenste signaalbron (“DVD”, enz.).
2
Selecteer “I/O Assignment” en selecteer
vervolgens de gewenste toegewezen aansluiting
(“Coaxial Input”, “Optical Input”, “Optical
Output”, “Component Video”, of “HDMI”).
3 Selecteer “None” en druk vervolgens op
ENTER om de toewijzing ongedaan te maken.
U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een
bepaald soort aansluiting.
Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL
als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de
COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang
krijgen.
Audio Select (Selectiefunctie audio
ingangsaansluiting)
Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U
kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren.
Keuzes: Auto, HDMI, Coax/Opt, Analog
Kies “Auto” als u binnenkomende signalen in de
volgende volgorde wilt laten selecteren: HDMI
signalen, digitale signalen en analoge signalen.
Kies “HDMI” als u alleen HDMI signalen wilt laten
weergeven met dit toestel. Als er geen HDMI signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
Kies “Coax/Opt” als u digitale signalen die binnenkomen
via de OPTICAL of COAXIAL aansluitingen van dit
toestel wilt kunnen laten weergeven. Gebruiken als er ook
HDMI signalen binnenkomen.
Kies “Analog” als u alleen analoge signalen wilt laten
weergeven met dit toestel. Als er geen analoge signalen
binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven.
y
U kunt de audio ingangsaansluiting ook selecteren door op
AUDIO SELECT te drukken op het voorpaneel (of op AUDIO
SEL op de afstandsbediening). Zie bladzijde 42 voor details.
U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “Audio
Select” onder “Option” (zie bladzijde 105).
Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen
(OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal “HDMI”
niet beschikbaar zijn als instelling voor de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting als de HDMI IN 1, HDMI IN 2 en HDMI IN 3 aansluitingen
niet worden gebruikt. Gebruik “I/O Assignment” in het “Input Select” om de
ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 87).
Decoder Mode (Decoderfunctie)
Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen. U kunt
de opnieuw toegewezen digitale ingangsaansluitingen (zie
bladzijde 87) instellen voor bepaalde audiosignalen (DTS, enz.).
Keuzes: Auto, DTS
Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
ingangsfunctie wilt laten selecteren.
Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als
ingangsfunctie wilt laten gebruiken.
Opmerkingen
Component Video
Optical Output
HDMI
I/O Assignment
Audio Select
Decoder Mode
Opmerking
HDMI
Coax/Opt
Auto
Audio Select
Decoder Mode
Volume Trim
I/O Assignment
DTS
Auto
Decoder Mode
Volume Trim
Rename
Audio Select
I/O Assignment
88 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Multi CH Assign (Toewijzen van kanalen
bij multikanaals weergave)
Met deze functie kunt u bepalen waar de signalen voor de
midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor een
broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH
INPUT aansluitingen naartoe moeten. Als u een
ingangssignaal met 8 kanalen van een externe decoder
gebruikt, kunt u met deze functie de aansluitingen kiezen
voor de extra voorkanalen.
Input Channels (Ingangskanalen)
Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen
wordt van de externe decoder.
Keuzes: 6ch, 8ch
Als “Zone2 Amplifier” (bladzijde 104) is ingesteld op
“INT:[SP1]”, “INT:[SP2]” of “INT:Both”, zal er geen geluid
worden weergegeven via de surround achter-luidsprekers, ook
niet als u “8ch” selecteert. Selecteer in dit geval “6ch” en zet de
uitgangsinstelling van de externe decoder ook op 6 kanalen.
Front Input (Voor-ingangsaansluitingen)
Als u “8ch” heeft ingesteld als aantal ingangskanalen,
kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de extra
voorkanalen van de externe decoder zullen binnenkomen.
Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2,
V-AUX, CD, CD-R, MD/TAPE
BGV (Achtergrondvideo)
Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron
als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van
signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT
aansluitingen.
Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2,
V-AUX, Last, Off
Selecteer “Last” om dit toestel automatisch de laatst
geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten
gebruiken.
Selecteer “Off” om dit toestel geen achtergrondvideo
weer te laten geven.
Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
3 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Sound” en
druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Opmerking
Input Channels
Front Input
Multi CH Assign
Rename
Volume Trim
BGV
V-AUX
DVR/VCR 2
Last
Off
BGV
Multi CH Assign
Rename
Manual Setup (Sound)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Dynamic Range
LFE Level
Tone Control
Audio Option
Parametric EQ
Sound
Video
Basic
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
89 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
LFE Level (Niveau Lage Frequentie Effecten)
Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het
LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit
van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de
weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde
passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Instelbereik: –20,0 t/m 0,0 dB
Instelstap: 1,0 dB
Speaker (Luidspreker Niveau Lage Frequentie
Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone (Hoofdtelefoon Niveau Lage
Frequentie Effecten)
Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave
via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Afhankelijk van de instellingen bij “LFE Level” is het mogelijk
dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER aansluiting
worden gereproduceerd.
Dynamic Range (Dynamisch bereik)
Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch
bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of
uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking
wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert.
Keuzes:
MAX
(maximum), STD (standaard), MIN (minimum)
Speaker (Luidspreker Dynamisch bereik)
Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij
weergave via uw luidsprekers in te stellen.
Headphone (Hoofdtelefoon Dynamisch bereik)
Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij
weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen.
Selecteer “MAX” om het grootste dynamische bereik
te behouden.
Selecteer “STD” voor algemeen gebruik.
Selecteer “MIN” als u regelmatig bij een laag volume
wilt luisteren.
Parametric EQ (Parametrische equalizer)
Met deze functie kunt u de parametrische equalizer voor
elke luidspreker instellen.
1 Druk op k / n / l / h en kies Test Tone of de
luidspreker die u wilt instellen.
Selecteer “Test Tone” om de testtoon in of uit te
schakelen wanneer u de klankkleur van uw
luidsprekers op elkaar af wilt stellen.
Selecteer “Front L” om de klankkleur van de linker
voor-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Front R” om de klankkleur van de
rechter voor-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Center” om de klankkleur van de
midden-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround L” om de klankkleur van de
linker surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround R” om de klankkleur van de
rechter surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back L” om de klankkleur van
de linker surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back R” om de klankkleur van
de rechter surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence L” om de klankkleur van de
linker aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence R” om de klankkleur van de
rechter aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Subwoofer” om de klankkleur van de
subwoofer in te stellen.
2 Druk op h om het instelvenster te openen.
3 Druk op k / n / l / h, selecteer “PARAM” en
druk vervolgens op ENTER om een
parameter te kiezen uit “Band” (band),
“Freq.” (frequentie) of “Q” (Q factor).
y
U kunt de ‘gain’ (versterking) instellen voor elk van de
parameters.
Opmerking
Speaker
Headphone
0.0dB
Speaker
Headphone
STD
MIN
MAX
Front L
Front R
Test Tone
Dynamic Range
LFE Level
Tone Control
Audio Option
Parametric EQ
Front L
Band / Gain
PARAM RESET
EDIT EXIT
Front R
Center
Test Tone
90 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
4 Druk op n, selecteer “EDIT” en druk
vervolgens op ENTER om het
bewerkingsvenster te openen.
De via “PARAM” geselecteerde parameter zal
oplichten.
Druk op l / h om de parameter in te stellen.
Druk op k / n om de “Gain” in te stellen.
Druk op ENTER om het bewerkingsvenster te
sluiten.
y
Als u bij stap 3 “Band” heeft geselecteerd, kunt u dit menu
als grafische equalizer gebruiken.
Via “Band #1” en “Band #2” kunnen frequenties onder
198,4 Hz worden geregeld.
Als u “Subwoofer” selecteert bij stap 1 en “Band” bij stap
3, kunt u alleen “Band #1” en “Band #2” instellen.
Voor meer informatie over de parametrische equalizer, zie
bladzijde 89.
5 Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent
met het resultaat.
y
Als u alle “Parametric EQ” instellingen voor de
geselecteerde luidspreker terug wilt zetten op de
standaardwaarden, kiest u “RESET” en drukt u vervolgens
op ENTER.
6 Selecteer “EXIT” en druk op ENTER om het
instelvenster te sluiten.
Tone Control (Toonregeling)
Met deze functie kunt u de weergave van de lage en die
van de hoge tonen via uw luidsprekers en uw
hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: Control, Bass, Treble, Audio Bypass
Tone Control werkt niet wanneer:
PURE DIRECT (zie bladzijde 52) is geselecteerd.
MULTI CH INPUT is geselecteerd als signaalbron.
Control (Toonregeling)
Keuzes: Speakers, Headphones
Selecteer “Speakers” om de weergave van de lage/hoge
tonen via uw luidsprekers te regelen.
Selecteer “Headphones” om de weergave van de lage/
hoge tonen via uw hoofdtelefoon te regelen.
y
De “Speaker” en “Headphone” instellingen worden apart
opgeslagen. De instellingen voor “Speaker” hebben invloed op de
linker/rechter voor-, midden-, linker/rechter aanwezigheids- en
subwoofer-kanalen.
Bass (Regeling lage tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de lage tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 125 Hz, 350 Hz, 500 Hz
Instelbereik: 6,0 dB t/m + 6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Treble (Regeling hoge tonen)
Hiermee kunt u de weergave van de hoge tonen via uw
luidsprekers of hoofdtelefoon regelen.
Keuzes: 2,5 kHz, 3,5 kHz, 8,0 kHz
Instelbereik: 6,0 dB t/m + 6,0 dB
Begininstelling: 0,0 dB
Opmerking
Front L
Q
Freq.
Gain
Band
1.000
125.0Hz
0.0dB
#1
Front R
Center
Test Tone
Headphones
Speakers
Bass
Treble
Control
Bass
Treble
Control
Speaker
Freq : 350Hz
Gain : 0.0dB
+6
+0
-6
Audio Bypass
Auto Bypass
Bass
Treble
Control
Speaker
Freq : 3.5kHz
Gain : 0.0dB
+6
+0
-6
91 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Auto Bypass (Automatisch passeren
toonregeling)
Gebruik deze functie om de geluidssignalen de
schakelingen voor de toonregeling helemaal te laten
negeren wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB zijn
ingesteld (zie bladzijde 52).
Keuzes: Auto, Off
Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de
toonregeling wilt laten negeren om een zo puur
mogelijke weergave te verkrijgen.
Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling
helemaal genegeerd wordt.
Audio Option (Audio opties)
Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel
wijzigen.
Muting Type (Soort demping)
U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet
worden wanneer u deze functie gebruikt.
Keuzes: Full, –20 dB
Selecteer “Full” om de geluidsweergave helemaal te
stoppen.
Selecteer “
20 dB” om het huidige volume met 20 dB
te verlagen.
Audio Delay (Audio vertraging)
U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze
synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig
bij gebruik van bepaalde LCD monitors, projectoren of
monitoren met een zeer hoge resolutie.
Instelbereik: 0 t/m 240 ms
Max Volume (Maximum volume)
Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in
de hoofdzone in te stellen. Deze functie komt van pas om
te voorkomen dat er onbedoeld heel harde geluiden
worden weergegeven. Het originele volumebereik is
bijvoorbeeld 16,5 dB t/m –80,0 dB. Als u echter “Max
Volume” instelt op –5,0 dB, wordt het effectieve
volumebereik als volgt: –5,0 dB t/m –80,0 dB.
Instelbereik: 16,5 dB, 15,0 dB t/m –30,0 dB
Instelstap: 5,0 dB
Wanneer er een testtoon wordt geproduceerd, zal de “Max
Volume” instelling automatisch buiten werking worden gesteld
omdat het volumeniveau automatisch op 0 dB wordt ingesteld,
ongeacht de huidige “Max Volume” instelling.
De “Max Volume” instelling heeft voorrang boven de “Initial
Volume” instelling (zie bladzijde 91). Als bijvoorbeeld het
“Initial Volume” is ingesteld op –20,0 dB en vervolgens “Max
Volume” wordt ingesteld op –30,0 dB dan zal het volumeniveau
automatisch worden ingesteld op –30,0 dB wanneer u de
volgende keer dit toestel aan zet.
Initial Volume (Beginvolume)
Met deze functie kunt u het volumeniveau voor de hoofdzone
bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt gezet.
Keuzes: Off, –80 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
Off
Auto
Treble
Bass
Auto Bypass
Muting Type
Audio Delay
Max Volume
-20dB
Full
Opmerkingen
Muting Type
Audio Delay
Initial Volume
Max Volume
0ms
Audio Delay
Muting Type
Initial Volume
Max Volume
+16.5dB
Max Volume
Audio Delay
Initial Volume
Off
92 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
De “Max Volume” instelling heeft voorrang boven de “Initial
Volume” instelling. Daarom kan Initial Volume niet worden
ingesteld boven een reeds bestaande “Max Volume” instelling.
Channel Mute (Kanaaldemping)
Met deze functie kunt u de geluidsweergave via bepaalde
luidsprekerkanalen tijdelijk zacht zetten.
Mode (Stand; modus)
Met deze functie kunt u de “Channel Mute” instelling voor
elk van de luidsprekers aan of uit zetten.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” om de “Channel Mute” instellingen
buiten werking te stellen.
Selecteer “On” om de “Channel Mute” instellingen in
werking te stellen.
Instellingen voor elk van de luidsprekers
Keuzes: Mute, Off
Selecteer “Mute” om de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal uit te schakelen.
Selecteer “Off” om de geluidsweergave via het
geselecteerde luidsprekerkanaal niet uit te schakelen.
“Front L” bepaalt of de geluidsweergave via de linker
voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Front R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Center” bepaalt of de geluidsweergave via de midden-
luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Surround L” bepaalt of de geluidsweergave via de
linker surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Surround R” bepaalt of de geluidsweergave via de
rechter surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Surround Back L” bepaalt of de geluidsweergave via de
linker surround achter-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Surround Back R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
surround achter-luidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Presence L” bepaalt of de geluidsweergave via de linker
aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Presence R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter
aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden.
“Subwoofer” bepaalt of de geluidsweergave via de
subwoofer uitgeschakeld moet worden.
Via dit menu kunt u de video-instellingen wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
3 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Video” en
druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Opmerking
On
Off
Subwoofer
Presence R
Front L
Front R
Mode
Off
Mode
Subwoofer
Front R
Center
Front L
Mute
Manual Setup (Video)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Component I/P
HDMI Up-Scaling
Conversion
Video
Basic
NET/USB
Sound
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
93 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Gebruik “V-RESET” in de “ADVANCED SETUP” om de “Manual
Setup (Video)” parameters (behalve “Short Message” en “On
Screen”) terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 127).
Conversion (Video conversie)
Met deze functie kunt u de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie in- of uitschakelen, alsook de HDMI
opwaardering van analoge videosignalen die binnenkomen via
de composiet video, S-video en component video-aansluitingen.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” om de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor
analoge videosignalen uit te schakelen.
Selecteer “On” om de geïnterlinieerde/progressieve
videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor
analoge videosignalen in te schakelen.
Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te
zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom.
Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i
(NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video
of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO
MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen.
De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd
via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een
videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde
soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten.
Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een
videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan
de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder.
Zelfs wanneer “Conversion” is ingesteld op “On”, HDMI worden
digitale signalen niet omgezet naar analoge videosignalen.
Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zullen de “Component
I/P” en “HDMI Up-Scaling” functies worden uitgeschakeld.
Stel “Conversion” in op “On” om de verkorte meldingen te
laten weergeven.
Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet video
of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of worden
mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke gevallen
“Conversion” op “Off”.
Wanneer er videosignalen die niet standaard genoemd kunnen
worden binnenkomen (zoals videosignalen van een spelcomputer),
is het mogelijk dat dit toestel de signalen niet zal kunnen omzetten,
ook al heeft u “Conversion” ingesteld op “On”.
Wanneer er analoge component videosignalen met een resolutie
van 480p binnenkomen via de COMPONENT VIDEO
aansluitingen en het beeldscherm is verbonden met de VIDEO
MONITOR OUT of S VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit
toestel, dan zal het GUI menuscherm niet worden weergegeven op
het beeldscherm.
Component I/P (Component
geïnterlinieerde/progressieve conversie)
Gebruik deze functie om de analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen die
binnenkomen via de composiet video, S-video en
component video-aansluitingen in- of uit te schakelen
zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen
waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting
naar 480p/576p worden geproduceerd via de
COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen.
Keuzes: Off, On
Selecteer “On” om analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen in te
schakelen.
Selecteer “Off” om analoge geïnterlinieerd/
progressieve conversie van analoge videosignalen uit te
schakelen.
Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off”.
Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen
met een 480p/576p resolutie, is het mogelijk dat het GUI scherm
niet op uw beeldscherm getoond kan worden wanneer
“Component I/P” is ingesteld op “On”. Gebruik “V-RESET” in
de “ADVANCED SETUP” om de parameters onder “Component
I/P” terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 127).
HDMI Up-Scaling (HDMI opwaardering)
Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van analoge
videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-
video en component video-aansluitingen in- of uit te
schakelen zodat de opgewaardeerde analoge videosignalen
worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Dit toestel kan analoge videosignalen als volgt opwaarderen.
480i (NTSC)/576i (PAL)
480p/576p, 1080i of 720p
480p/576p 1080i of 720p
Keuzes: Through, 480p (of 576p), 1080i, 720p
Selecteer “Through” om geen analoge videosignalen
op te waarderen.
Selecteer “480p” (of “576p”), “1080i” of “720p” om
analoge videosignalen op te waarderen naar een
resolutie van 480p of 576p, 1080i of 720p.
Opmerking
Opmerkingen
Off
On
Conversion
Component I/P
HDMI Up-Scaling
Opmerkingen
On
Off
Component I/P
HDMI Up-Scaling
HDMI Aspect
Conversion
Through
1080i
720p
480p
HDMI Up-Scaling
HDMI Aspect
Short Message
Component I/P
Conversion
94 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar
op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off”
(zie bladzijde 93).
Wanneer u “TV FORMAT” in de “ADVANCED SETUP”
instelt op “NTSC” (zie bladzijde 127), zal “480p” verschijnen
bij de keuzes voor “HDMI Up-Scaling”, en wanneer u “TV
FORMAT” instelt op “PAL”, zal “576p” verschijnen bij de
keuzes voor “HDMI Up-Scaling”.
HDMI Aspect (HDMI beeldverhouding)
Gebruik deze functie om de instelling voor de
beeldverhouding van HDMI videobronnen te bepalen.
Keuzes: Through, 16:9 Normal, Smart Zoom
Selecteer “Through” als u geen wijzigingen wilt
aanbrengen in de beeldverhouding voor HDMI
videobronsignalen.
Selecteer “16:9 Normal” als u videobeelden met een
beeldverhouding van 4:3 wilt weergeven op een
beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9.
Hierdoor zullen links en rechts op het beeldscherm
zwarte balken worden weergegeven.
Selecteer “Smart Zoom” als u videobeelden met een
beeldverhouding van 4:3 passend wilt weergeven op
een beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9.
Wanneer “HDMI Up-Scaling” is ingesteld op “Through”, kunt
u geen wijzigingen maken voor “HDMI Aspect”.
Wanneer “HDMI Aspect” is ingesteld op “Smart Zoom” zullen
de beelden worden uitgerekt aan de randen van het
beeldscherm.
Wanneer de videosignalen binnenkomen via de HDMI IN
aansluitingen of wanneer er signalen binnenkomen met een
resolutie van 720p of 1080i, heeft de “HDMI Aspect” instelling
geen invloed op de via de HDMI OUT aansluiting
gereproduceerde signalen.
Short Message (Verkorte weergave
meldingen)
Gebruik deze functie om de verkorte weergave van
meldingen aan of uit te zetten.
Keuzes: Off, On
Selecteer “On” om de verkorte weergave van
meldingen in te schakelen. De inhoud van het display
op het voorpaneel wordt onderaan het scherm getoond
telkens wanneer het toestel bediend wordt.
Selecteer “Off” om de verkorte weergave van
meldingen uit te schakelen.
De verkorte weergave van meldingen zal in de volgende gevallen
niet verschijnen:
wanneer er component videosignalen met een resolutie van
720p, 1080i of 1080p binnenkomen
wanneer er HDMI videosignalen binnenkomen
On Screen (Weergavetijd in-beeld
display)
Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu of
NET/USB menu nog moet worden weergegeven op het
beeldscherm nadat u een handeling heeft uitgevoerd.
Keuzes: Always, 10sec, 30sec
Selecteer “Always” om het menuscherm voortdurend
te laten weergeven tijdens een handeling.
Selecteer “10sec” om het menuscherm 10 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
Selecteer “30sec” om het menuscherm 30 seconden
nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen.
Opmerkingen
Opmerkingen
16:9 Normal
Through
HDMI Aspect
Short Message
On Screen
HDMI Up-Scaling
Component I/P
Smart Zoom
Opmerking
Off
On
Short Message
On Screen
Position
HDMI Aspect
HDMI Up-Scaling
10sec
30sec
Always
Short Message
On Screen
Position
HDMI Aspect
Wall Paper
95 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Position (GUI scherm positie)
Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het
GUI scherm instellen.
Instelbereik: –5 (naar beneden/links) t/m +5 (naar boven/
rechts)
Druk op k om het in-beeld display (GUI) hoger in het
beeld plaatsen.
Druk op n om het in-beeld display (GUI) lager in het
beeld plaatsen.
Druk op h om het in-beeld display (GUI) meer naar
rechts in het beeld te plaatsen.
Druk op
l
om het in-beeld display (GUI) meer naar links
in het beeld te plaatsen.
Wall Paper (Achtergrond)
Met deze functie kunt u een afbeelding of een grijze
achtergrond weer laten geven op uw beeldscherm wanneer
er geen videosignaal binnenkomt.
Keuzes: None, Yes, Gray
Selecteer “None” om geen enkele achtergrond weer te
laten geven op uw beeldscherm.
Selecteer “Yes” om een afbeelding (de foto van een
piano) als achtergrond weer te laten geven op uw
beeldscherm wanneer er geen videosignaal
binnenkomt.
Selecteer “Gray” om een grijze achtergrond weer laten
geven op uw beeldscherm wanneer er geen
videosignaal binnenkomt.
Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond
worden weergegeven, ook al heeft u “Wall Paper” ingesteld op
“Yes”.
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
3 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Basic” en
druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Opmerking
Position
Wall Paper
On Screen
Short Message
:-5
+
:+5 //
None
Gray
Yes
Wall Paper
Position
On Screen
Manual Setup (Basic)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Test Tone
Speaker Distance
Speaker Level
Speaker Set
Basic
NET/USB
Option
Video
Sound
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
96 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
y
De meeste parameters in het basismenu worden automatisch
ingesteld wanneer u de “Auto Setup” laat doen. U kunt het
basismenu gebruiken om verdere aanpassingen te verrichten,
maar we raden u toch aan eerst de “Auto Setup” te laten doen.
U kunt deze paramaters terugzetten met de “Auto Setup”
procedure (zie bladzijde 35).
Test Tone (Testtoon)
Aan of uit zetten van de testtoon voor de “Speaker Set”,
“Speaker Distance” en “Speaker Level” instellingen.
Keuzes: Off, On
y
Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan
met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze
zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal
en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB.
Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer u “On”
kiest. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de
luisterruimte zijn.
Als u “On” kiest en het “Speaker Set”, “Speaker Level” of
“Speaker Distance” menu opent, zal de testtoon via de
geselecteerde luidsprekers worden weergegeven.
Speaker Set (Luidspreker-instellingen)
Via dit menu kunt u met de hand de luidspreker-
instellingen wijzigen.
y
Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers
geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen
aan uw voorkeuren.
Wanneer de diameter van de woofer van de box groter is dan
16 cm, dient u de corresponderende luidspreker-instelling op
“Large” te zetten.
Front (Voor-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small
Selecteer “Large” (groot) als u grote voor-luidsprekers
heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven.
Alle signalen voor de linker en rechter voorkanalen
worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers
gedirigeerd.
Selecteer “Small” (klein) als u kleine voor-luidsprekers
heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te
geven. De lage tonen in de signalen voor de linker en
rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij “Bass
Out” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden
(zie bladzijde 98).
Als “Bass Out” is ingesteld op “Front” (zie bladzijde 98), zullen
eventuele LFE signalen in Dolby Digital of DTS bronsignalen,
de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage
tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small”
allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-
luidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling.
Wanneer “Bass Out” is ingesteld op “Front” (zie bladzijde 98),
kunt u alleen “Large” kiezen bij “Front”. Als “Front” van
tevoren op een andere instelling dan “Large” is gezet, zal dit
toestel die instelling automatisch veranderen naar “Large”.
Center (Midden-luidspreker)
Keuzes: Large, Small, None
Selecteer “Large” (groot) als u een grote midden-
luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te
geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden
naar de midden-luidspreker gedirigeerd.
Selecteer “Small” (klein) als u een kleine midden-
luidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen
weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal
zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn
geselecteerd bij “Bass Out”.
Selecteer “None” (geen) als u geen midden-luidspreker
heeft aangesloten. De signalen voor het middenkanaal
zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers
worden gestuurd.
Opmerkingen
Off
On
Speaker Set
Speaker Distance
Test Tone
Front
Surround
Center
Speaker Distance
Speaker Level
Test Tone
Speaker Set
Opmerkingen
Large
Small
Center
Surround
Front
Large
Small
NoneSurround
Surround Back
Center
Front
97 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers)
Keuzes: Large, Small, None
Selecteer “Large” (groot) als u grote linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage
tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het
surroundkanaal zal naar de linker en rechter surround-
luidsprekers worden gestuurd.
Selecteer “Small” (klein) als u kleine linker en rechter
surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en
rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS
OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden.
Selecteer “None” (geen) als u geen surround-
luidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het
toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie
bladzijde 51) en zal “Surround Back” automatisch op
“None” (geen) worden ingesteld.
Surround Back (Linker/rechter surround achter-
luidsprekers)
Keuzes: Large x1, Small x1, Small x2, Large x2, None
Selecteer “Large x1” (groot x 1) als u een grote
surround achter-luidspreker heeft die goed in staat is
lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de
linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de
linker surround achter-luidspreker worden gestuurd.
Selecteer “Small x1” (klein x 1) als u een kleine
surround achter-luidspreker heeft die niet goed in staat
is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit de linker
en rechter surround-achterkanalen zullen gedirigeerd
worden naar de luidsprekers die zijn geselecteerd bij
“LFE/BASS OUT” en de rest van de surround-
achterkanalen zal naar de linker surround achter-
luidspreker worden gestuurd.
Selecteer “Small x2” (klein x 2) als u twee kleine
surround achter-luidsprekers heeft die niet goed in staat
zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de
linker en rechter surround-achterkanalen zullen naar de
bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers
gedirigeerd worden.
Selecteer “Large x2” (groot x 2) als u twee grote
surround achter-luidsprekers heeft die goed in staat zijn
lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de
linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de
linker en rechter surround achter-luidsprekers worden
gestuurd.
Selecteer “None” (geen) als u geen surround achter-
luidsprekers heeft aangesloten. De signalen voor het
surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter
surround-luidsprekers worden gestuurd.
Presence (Aanwezigheidsluidsprekers)
Gebruik deze functie wanneer u
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken met dit toestel.
Keuzes: Yes, None
Selecteer “NONE” (geen) als u geen
aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten.
Selecteer “YES” (ja) als u wel
aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten en deze
ook wilt gebruiken.
Large
Small
NoneSurround Back
Presence
Surround
Center
Front
Large x1
Small x1
Large x2
Small x2
Surround Back
Presence
Bass Out
Surround
Center
None
Yes
Surround Back
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
Surround
98 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Bass Out (Weergave lage tonen)
Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die
de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen
weergeven.
Keuzes: Both, SWFR, Front
Selecteer “Both” (beide) als u een subwoofer
aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke
signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de
LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small”
worden naar de subwoofer gedirigeerd. De lage tonen
in de linker en rechter voorkanalen zullen naar de
linker en rechter voor-luidsprekers en de subwoofer
worden gedirigeerd, ongeacht de “Front” instelling (zie
bladzijde 98).
Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer
aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage
tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn
ingesteld op “Small” worden naar de subwoofer
gedirigeerd.
Selecteer “Front” (voor) als u geen subwoofer heeft
aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de
linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor
andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small”
zullen allemaal gedirigeerd worden naar de linker en
rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “Front”
instelling (zie bladzijde 98).
Bass Cross Over (Lage tonen crossover)
Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen
voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” of
“None” via “Speaker Set” (zie de bladzijden 96 en 97).
Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen
naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de
luidsprekers die zijn ingesteld op “Large” via “Speaker
Set” (zie de bladzijden 96 en 97).
Keuzes: 40 Hz, 60 Hz, 80 Hz, 90 Hz, 100 Hz, 110 Hz,
120 Hz, 160 Hz, 200 Hz
SWFR Phase (Subwoofer fase)
Als de lage tonen niet of onduidelijk worden
weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer
omschakelen.
Keuzes: Normal, Reverse
Selecteer “Normal” als u de fase voor uw subwoofer
niet wilt omkeren.
Selecteer “Reverse” om de fase voor uw subwoofer om
te keren.
PR/SB Priority (Aanwezigheids-/surround achter-
luidspreker prioriteit)
Gebruik deze functie om de voorkeur te geven aan hetzij
uw aanwezigheidsluidsprekers, hetzij uw surround achter-
luidsprekers bij het afspelen van materiaal met signalen
voor een surround achterkanaal met de CINEMA DSP
geluidsveldprogramma’s.
Keuzes: Presence, Surround Back
Selecteer “Presence” als u uw
aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook
wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt.
De signalen voor het surround achterkanaal zullen
worden weergegeven via de suround-luidsprekers.
Selecteer “Surround Back” als u uw surround achter-
luidsprekers wilt gebruiken wanneer er een surround
achterkanaal wordt gedetecteerd in een CINEMA DSP
programma. Eventuele signalen voor een
aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via
de voor-luidsprekers.
Opmerkingen
Both
SWFR
Front
Surround Back
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
SWFR Phase
60Hz
40Hz
80Hz
90Hz
100Hz
Presence
Bass Out
Bass Cross Over
SWFR Phase
PR/SB Priority
Normal
Reverse
Bass Out
Bass Cross Over
PR/SB Priority
SWFR Phase
Bass Cross Over
SWFR Phase
PR/SB Priority
Surround Back
Presence
99 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Speaker Distance (Luidspreker afstand)
Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke
luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging
voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval
zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de
luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat
praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave
van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel
eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle
luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek
arriveert.
Luidsprekerafstanden
Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft)
Begininstelling:
Front L/Front R/Presence L/Presence R/
Subwoofer: 3,00 m (10.0 ft)
Center: 2,60 m (8.5 ft)
Surround L/Surround R/Surround Back L/Surround Back
R: 2,40 m (8.0 ft)
Instelstap: 0,1 m (0.5 ft)
Selecteer “Front L” om de afstand voor de linker voor-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “Front R” om de afstand voor de rechter
voor-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Center” om de afstand voor de midden-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround L” om de afstand voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround R” om de afstand voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back L” om de afstand voor de
linker surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back R” om de afstand voor de
rechter surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence L” om de afstand voor de linker
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence R” om de afstand voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Subwoofer” om de afstand voor de
subwoofer in te stellen.
U kunt de afstand niet instellen voor luidsprekers die zijn
ingesteld op “None” via Speaker Set.
Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en dient u de afstand in te stellen met “Surround
Back L”.
“Center”, “Surround L”, “Surround R”, “Surround Back L”,
“Surround Back R”, “Subwoofer”, “Presence L” en “Presence
R” kunnen niet worden ingesteld indien “Center” (zie
bladzijde 96), “Surround” (zie bladzijde 97), “Surround Back”
(zie bladzijde 97), “Bass Out” (zie bladzijde 98) en “Presence”
(zie bladzijde 97) zijn ingesteld op “None”.
In plaats van “Surround Back L” en “Surround Back R”, zal
“Surround Back” worden getoond indien “Surround Back” is
ingesteld op “Small x1” of “Large x1” (zie bladzijde 97).
Unit (Eenheid)
Selecteert de eenheid waarin de waarden voor “Speaker
Distance” zullen worden aangegeven.
Keuzes: Meter (m), Feet (ft)
Begininstelling:Feet (modellen voor de V.S. en Canada)
Meter (Overige modellen)
Selecteer “Meter” om de afstanden van de luidsprekers
in meters in te kunnen voeren.
Selecteer “Feet” om de afstanden van de luidsprekers
in voeten (feet) in te kunnen voeren.
Speaker Distance
Speaker Level
Test Tone
Speaker Set
Front L
Front R
Subwoofer
Unit
Center
Opmerkingen
Meter
Feet
Front L
Front R
Subwoofer
Unit
Presence R
100 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Speaker Level (Luidsprekerniveau)
Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te
bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de
linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de
bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 96) geselecteerde
luidsprekers.
Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB
Begininstelling:
Front L/Front R/Presence L/Presence R/
Subwoofer: 0,0 dB
Center/Surround L/Surround R/Surround Back L/
Surround Back R: –1,0 dB
Instelstap: 0,5 dB
Selecteer “Front L” om de balans voor de linker voor-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “Front R” om de balans voor de rechter voor-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “Center” om de balans voor de midden-
luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround L” om de balans voor de linker
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround R” om de balans voor de rechter
surround-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back L” om de balans voor de
linker surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Surround Back R” om de balans voor de
rechter surround achter-luidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence L” om de balans voor de linker
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Presence R” om de balans voor de rechter
aanwezigheidsluidspreker in te stellen.
Selecteer “Subwoofer” om de balans voor de
subwoofer in te stellen.
U kunt het niveau niet instellen voor kanalen die zijn ingesteld
op “None” via Speaker Set.
Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u
deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE)
aansluiting en dient u de balans in te stellen met “Surround
Back L”.
Via dit menu kunt u de netwerk en USB
systeeminstellingen wijzigen.
Network (Netwerkinstellingen)
Gebruik deze functie om de netwerkparameters (IP adres
enz.) te bekijken of deze met de hand te wijzigen.
Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld.
DHCP (DHCP instelling)
Wanneer deze parameter is ingesteld op “ON”, worden
netwerkparameters voor “IP Address”, “Subnet Mask”,
“Default Gateway”, “DNS Server (P)” en “DNS Server
(S)” verkregen van een router met ingeschakelde DHCP
weergegeven. Als de DHCP serverfunctie niet beschikbaar
is, dient u deze instelling “Off” te zetten om de
netwerkinstellingen met de hand te kunnen configureren.
Keuzes: On, Off
IP Address (IP adres)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
IP adres te specificeren. Deze waarde mag niet hetzelfde
zijn als een die reeds gebruikt wordt voor andere
apparatuur in het beoogde netwerk.
Subnet Mask (Subnet masker)
Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen
subnet masker te specificeren.
y
In de meeste gevallen kan de waarde voor het subnet masker
worden ingesteld op “255.255.255.0”.
Default Gateway (Default gateway)
Gebruik deze parameter om het IP adres van de standaard
toegewezen gateway te specificeren.
Opmerkingen
Speaker Distance
Presence R
Subwoofer
Speaker Level
Speaker Set
Front R
Center
Front L
Manual Setup (NET/USB)
Opmerking
Play Style
Information
Network
Basic
NET/USB
Option
Video
IP Address
Subnet Mask
DHCP
Play Style
Information
Network
101 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
DNS Server (P) (Primaire DNS server)
DNS Server (S) (Secundaire DNS server)
Gebruik deze parameter om de IP adressen van de
primaire en secundaire DNS (Domain Name System)
servers te specificeren.
Als u slechts één DNS adres heeft, vul dit dan in bij “DNS Server
(P)”. Als u twee of meer DNS adressen heeft gekregen, vul er dan
één in bij “DNS Server (P)” en een ander bij “DNS Server (S)”.
Setup (Instelling)
Selecteer “Setup” om de instellingen voor de “Network”
parameters te bevestigen.
1 Druk op k / n op de afstandsbediening tot u
het gewenste menu geselecteerd heeft, en
druk vervolgens op h om de gewenste
netwerkparameter te selecteren en in te
voeren.
Wanneer “DHCP” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere
netwerkinstellingen meer selecteren of instellen. Om de
andere parameters te kunnen specificeren moet u eerst
“DHCP” op “OFF” instellen.
2
Om de parameter te specificeren drukt u
herhaaldelijk op
k
/
n
om het cijfer te veranderen
en kiest u het te veranderen cijfer met
l
/
h
.
3 Druk op ENTER om uw instelling te
bevestigen.
4 Herhaal de steppen 1 t/m 3 om alle
networkparameters in te stellen.
5 Selecteer “Setup” en druk vervolgens op
ENTER om de instelling af te sluiten.
Als u uw externe netwerkconfiguratie heeft gewijzigd, is het
mogelijk dat u de netwerkinstellingen daaraan zult moeten
aanpassen.
y
U kunt de netwerkinstellingen van dit toestel terugzetten op de
fabrieksinstellingen door middel van “N-RESET” in het
geavanceerde instellingenmenu (zie bladzijde 127).
Play Style (Weergavestijlen)
Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan
uw persoonlijke voorkeur. U kunt muziekstukken in een
willekeurige volgorde laten weergeven, of een bepaald
muziekstukken of een reeks muziekstukken laten
herhalen.
Repeat (Herhaalde weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een
reeks muziekstukken laten herhalen.
Keuzes: Off, Single, All
Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “Single” om dit toestel één muziekstuk te
laten herhalen.
Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken
te laten herhalen.
Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off” staat, zal
of “ ” verschijnen in de rechter bovenhoek van het
weergavestatus scherm terwijl het muziekstuk of de
muziekstukken worden herhaald.
Als “Repeat” is ingesteld op “Single”, zal deze instelling
worden teruggezet op “Off” wanneer zowel de hoofdzone als
Zone 2 en Zone 3 worden uitgeschakeld.
Shuffle (Willekeurige weergave)
Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of
albums in willekeurige volgorde laten weergeven.
Keuzes: Off, On
Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen.
Selecteer “On” om dit toestel muziekstukken of albums
in willekeurige volgorde te laten weergeven.
Wanneer “Shuffle” op “On” staat, zal “ ” verschijnen in de
rechter bovenhoek van het weergavestatus scherm terwijl de
muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden
weergegeven.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
Opmerking
Shuffle
Repeat
Information
Network
Play Style
102 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Information (Netwerkinformatie)
Gebruik deze functie om de netwerk-systeeminformatie te
kunnen bekijken.
Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld.
MAC Address (MAC (Media Access Control)
adres)
Deze informatie geeft het MAC adres weer dat is
toegewezen aan dit toestel.
Status (Netwerkstatus)
Deze informatie geeft de status van de huidige verbinding
met het netwerk weer.
Display status: 10BASE-T, 100BASE-TX, Full Duplex,
Half Duplex, No Link
“No Link” verschijnt wanneer er geen verbinding met het
netwerk is gemaakt.
System (Uniek systeem-ID)
Deze informatie geeft de unieke ID-nummers weer die
zijn toegewezen aan dit toestel.
Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen
wijzigen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk op k / n op de afstandsbediening,
selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens
op h.
3 Druk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “Option” en
druk vervolgens op h.
4 Selecteer de gewenste parameters en druk
dan op h om de instelfunctie te openen en
de instellingen te wijzigen.
Opmerking
Opmerking
MAC Address
Status
System
100 BASE-TX
Full Duplex
ABCDE123
00:00:00:00:00:00
Information
Network
Play Style
Manual Setup (Option)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
iPod
Front Panel Disp.
Zone2 Set
Zone3 Set
Zone OSD
Option
Basic
Video
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
103 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Front Panel Disp. (Instelling display
voorpaneel)
Dimmer (Dimmer)
Hiermee kunt u de helderheid van het display op het
voorpaneel instellen.
Instelbereik: – 4 t/m 0
Scroll (Scrollen over het display op het voorpaneel)
Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie (zoals de
songtitel of de naam van een kanaal) volledig over het display
op het voorpaneel moet worden weergegeven door eroverheen
te blijven bewegen, of dat alleen de eerste 14 letters en cijfers
daarvan weergegeven moeten worden nadat de volledige naam
of titel één keer over het dp is geschoven wanneer “DOCK” of
“NET/USB” is geselecteerd als signaalbron.
Keuzes: Continue, Once
Selecteer “Continue” om de bedieningsstatus doorlopend
weer te laten geven op het display op het voorpaneel.
Selecteer “Once” om de bedieningsstatus met de eerste
14 alfanumerieke tekens op het display op het
voorpaneel te laten zien.
iPod (iPod instellingen)
Standby Charge (iPod opladen wanneer het
toestel uit (standby) staat)
Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de batterij
(accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl
dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 66).
Keuzes: Off, Auto
Selecteer “Off” om de batterij van de aangesloten iPod
alleen op te laden wanneer dit toestel aan staat.
Selecteer “Auto” om de batterij van de aangesloten
iPod op te laden wanneer dit toestel aan staat en
wanneer het uit (standby) staat.
Zone OSD (In-beeld display)
Met deze functie kunt u de bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE VIDEO
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. De
informatie voor Zone 2 en Zone 3 zal als volgt worden
getoond:
De signaalbron voor Zone 2 en Zone 3
Het volumeniveau voor Zone 2 en Zone 3
Of de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld (Mute)
voor Zone 2 en Zone 3
De instellingen voor de toonkleur in Zone 2 en Zone 3
Keuzes: Off, Zone2, Zone2&Zone3
Selecteer “Off” om geen bedieningsinformatie voor
Zone 2 en Zone 3 te laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm.
Selecteer “Zone2” om alleen de bedieningsinformatie
voor Zone 2 te laten weergeven op het Zone 2
beeldscherm.
Selecteer “Zone2&Zone3” om de bedieningsinformatie
voor zowel Zone 2 als Zone 3 te laten weergeven op het
Zone 2 beeldscherm.
Als “Zone OSD” is ingesteld op “Zone2&Zone3”, zullen
wijzigingen in de bedieningstoestand voor Zone 3 worden
weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. Als bijvoorbeeld de
signaalbron voor Zone 3 wordt veranderd terwijl u in Zone 2
naar de tv kijkt, zal de naam van de nieuwe signaalbron voor
Zone 3 worden weergegeven op uw tv in Zone 2.
Als “Zone OSD” is ingesteld op “Zone2&Zone3”, zal de
weergegeven informatie voor Zone 2 en Zone 3 afhangen van
het feit of Zone 2 en Zone 3 zijn ingeschakeld met ZONE 2 ON/
OFF en ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel (zie
bladzijde 122).
Als zowel Zone 2 als Zone 3 zijn ingeschakeld, zullen de
videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en het
correponderende in-beeld display worden weergegeven op het
Zone 2 beeldscherm.
Als Zone 2 is uitgeschakeld en Zone 3 is ingeschakeld, zal
alleen het corresponderende in-beeld display worden
weergegeven op een grijze achtergrond, ongeacht de REC
OUT/ZONE 2 status op het voorpaneel.
– Als Zone 2 is ingeschakeld en Zone 3 is uitgeschakeld, zullen
de videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en
het corresponderende in-beeld display worden weergegeven
op het Zone 2 beeldscherm.
Als zowel Zone 2 als Zone 3 is uitgeschakeld, zullen er geen
videosignalen of in-beeld displays worden weergegeven op
het Zone 2 beeldscherm.
Dimmer
Scroll
0
Dimmer
Scroll
Continue
Once
Standby Charge
Off
Auto
Opmerkingen
Front Panel Disp.
iPod
Zone3 Set
Zone2 Set
Zone OSD
Off
Zone2
Zone2&Zone3
104 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Zone2 Set/Zone3 Set (Zone 2/Zone 3
instellingen)
Zone2 Amplifier/Zone3 Amplifier (Zone 2/Zone 3
versterker)
U kunt instellen hoe de Zone 2 en/of Zone 3 luidsprekers
versterkt moeten worden.
Keuzes: EXT, INT:[SP1], INT:[SP2], INT:Both
Selecteer “EXT” als u uw Zone 2 of Zone 3
luidsprekers wilt aansluiten op een externe versterker
via de ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:[SP1]” om de ingebouwde surround-
achterversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt
aansluiten op de SP1 luidspreker-aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:[SP2]” om de ingebouwde
surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw
Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt
aansluiten op de SP2 luidspreker-aansluitingen op het
achterpaneel van dit toestel.
Selecteer “INT:Both” om de ingebouwde surround- en
surround achter-versterkers van dit toestel te gebruiken
als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks
wilt aansluiten op de SP1 en SP2 luidspreker-
aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel.
Als “BI-AMP” is ingesteld op “ON” via het “ADVANCED
SETUP” menu, kunnen “INT:[SP1]”, “INT:[SP2]” en
“INT:Both” niet worden geselecteerd.
Wanneer “INT:Both” is ingesteld bij “ZONE2 AMP”, kan
alleen “EXT” worden geselecteerd bij “ZONE3 AMP”.
Wanneer “INT:Both” is ingesteld bij “ZONE3 AMP”, kan
alleen “EXT” worden geselecteerd bij “ZONE2 AMP”.
Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op
“INT:[SP1]” of “INT:[SP2]” en de corresponderende zone
wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via
de surround achter-luidsprekers.
Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op
“INT:Both” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld,
zal er geen geluid worden weergegeven via de surround-
luidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de hoofdzone.
Wanneer “ZONE2 AMP” en “ZONE3 AMP” zijn ingesteld op
“INT:[SP1]” of wanneer “INT:[SP2]” en Zone 2 en Zone 3 zijn
ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surround-
luidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de hoofdzone.
Wanneer u de interne versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone
3, is het mogelijk dat sommige geluidsveldprogramma’s niet op
dezelfde manier werken als wanneer u de interne versterkers
niet gebruikt voor Zone 2 of Zone 3.
Zone2 Volume/Zone3 Volume (Zone 2/Zone 3
volume)
Gebruik deze functie om te bepalen hoe de
volumeregeling zal werken met betrekking tot de ZONE 2
OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT aansluitingen.
Keuzes: Fixed, Variable
Kies “Fixed” om het ZONE 3 OUTPUT volumeniveau
vast te zetten op een standaard niveau.
Kies “Variable” om het ZONE 3 OUTPUT volume
tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te
kunnen regelen.
Zone2 Max Vol./Zone3 Max Vol. (Zone 2/Zone 3
Maximum volume)
Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in
Zone 2 of Zone 3 in te stellen.
Instelbereik: 16,5 dB, 15,0 dB t/m – 30,0 dB
Instelstap: 5,0 dB
De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft
voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.”
instelling. Als bijvoorbeeld “Zone2 Initial Vol.” is ingesteld op
–20,0 dB en vervolgens “Zone2 Max Vol.” wordt ingesteld op
30,0 dB, dan zal het volumeniveau automatisch worden
ingesteld op 30,0 dB wanneer u de volgende keer dit toestel aan
zet.
Opmerkingen
Zone2 Volume
Zone2 Max Vol.
Zone2 Amplifier
EXT
INT:[SP1]
INT:[SP2]
Opmerking
Zone2 Amplifier
Zone2 Max Vol.
Zone2 Initial Vol.
Zone2 Volume
Variable
Fixed
Zone2 Volume
Zone2 Amplifier
Zone2 Initial Vol.
Zone2 Max Vol.
+16.5dB
105 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Zone2 Initial Vol./Zone3 Initial Vol. (Zone 2/Zone 3
Beginvolume)
Met deze functie kunt u het volumeniveau voor Zone 2 of
Zone 3 bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt
gezet.
Keuzes: Off, –80 dB t/m +16,5 dB
Instelstap: 0,5 dB
De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft
voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.”
instelling.
Sur.Initialize (Surround initialiseren)
Hiermee kunt u de instellingen voor alle
geluidsveldprogramma’s in een
geluidsveldprogrammagroep tegelijk initialiseren.
Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert,
zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in
die groep worden teruggezet op hun beginwaarden.
Gewijzigde instellingen voor geluidsveldparameters
worden blauw aangegeven.
Keuzes: CLASSICAL, LIVE/CLUB,
ENTERTAINMENT, MOVIE, STEREO,
SUR. DECODE, All
Druk net zo vaak op k / n / l / h tot u het
geluidsveldprogramma geselecteerd heeft dat u wilt
initialiseren en druk dan op ENTER.
Selecteer “All” om alle geluidsveldparameters terug te
zetten op hun beginwaarden.
Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geïnitialiseerd
wanneer u “Memory Guard” heeft ingesteld op “On” (zie
bladzijde 105).
Audio Select (Standaardinstelling
Selectiefunctie audio ingangsaansluiting)
Met deze functie kunt u een bepaalde selectiefunctie voor
de audio ingangsaansluiting standaard instellen wanneer u
dit toestel aan zet.
Keuzes: Auto, Last
Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie
voor de audio ingangsaansluiting wilt laten selecteren.
Kies “Last” om het toestel automatisch de functie voor
de audio ingangsaansluiting in te laten schakelen die
het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is.
Decoder Mode (Standaardinstelling
decoderfunctie)
U kunt bepalen welke decoder door dit toestel wordt gebruikt.
Keuzes: Auto, Last
Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort
ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste
decoder wilt laten selecteren.
Kies “Last” om het toestel automatisch de decoder in te
laten schakelen die het laatst met de aangesloten
signaalbron gebruikt is.
Memory Guard (Geheugenbeveiliging)
Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP
programma instellingen en andere systeeminstellingen per
abuis gewijzigd worden.
Keuzes: Off, On
Kies “On” om de inhoud van het geheugen te beveiligen:
DSP programma instellingen
Alle menu-items behalve “Memory Guard” en “System
Memory” – “Load”.
Opstarten en herstarten van de “Auto Setup”
procedure.
Opmerking
Opmerking
Zone2 Max Vol.
Zone2 Volume
Zone2 Initial Vol.
Off
Zone3 Set
Zone2 Set
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAINMENT
MOVIE
STEREO
SUR. DECODE
Audio Select
Decoder Mode
Sur.Initialize
All
Zone3 Set
Audio Select
Sur.Initialize
Decoder Mode
Auto
Last
Memory Guard
Sur. Initialize
Decoder Mode
Audio Select
HDMI Set
Memory Guard
Auto
Last
HDMI Set
Decoder Mode
Audio Select
Memory Guard
Off
On
106 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
y
Wanneer u een beveiligde parameter selecteert, zal ” links
onderaan het GUI scherm verschijnen.
HDMI Set (HDMI instellingen)
Gebruik deze functie om de door HDMI ondersteunde
audio in te stellen.
Support Audio (Audio ondersteuning)
Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI
audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of
via een andere HDMI component die is verbonden met de
HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit
toestel.
Keuzes: RX-V2700, Other
Kies “RX-V2700” om HDMI audiosignalen weer te
laten geven door dit toestel. De HDMI audiosignalen
die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van
dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI
component die is verbonden met de HDMI OUT
aansluiting op het achterpaneel van dit toestel.
Kies “Other” om HDMI audiosignalen weer te laten
geven door een andere HDMI component die is
verbonden met de HDMI OUT aansluiting.
De HDMI videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1,
HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit toestel, worden
altijd gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit
toestel.
Met deze functie kunt u maximaal zes van uw favoriete
instellingen opslaan zodat u ze later makkelijk weer op
kunt roepen. U kunt instellingen als de volgende opslaan:
Geluidsveldprogramma parameters
Luidspreker-instellingen
Kanaalinstellingen
•LFE niveau
Inste voor het dynamisch bereik
Inste voor de parametrische equalizer
Opslaan van instellingen
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk herhaaldelijk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “System
Memory” en druk vervolgens op h.
3 Selecteer “Save” en druk vervolgens op
ENTER.
De huidige instellingen zullen worden weergegeven
in het GUI scherm.
4 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om het geheugennummer
te selecteren waaronder u de huidige
instellingen van dit toestel wilt opslaan en
druk dan op h.
“Save: ENTER” zal rechts onderaan het venster
verschijnen.
5 Selecteer ENTER om de huidige instellingen
van dit toestel op te slaan.
Opmerking
Memory Guard
Decoder Mode
HDMI Set
Support Audio
Support Audio
Other
RX-V2700
System Memory
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Sci-Fi
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
3/4/0.1
0dB
MAX
YPAO Natural
Current
Memory 1
Memory 2
107 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Laden van instellingen
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
2 Druk herhaaldelijk op k / n / l / h op de
afstandsbediening, selecteer “System
Memory” en druk vervolgens op h.
3 Selecteer “Load” en druk vervolgens op
ENTER.
4 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om het geheugennummer
met de instellingen die u wilt laden te
selecteren en druk dan op h.
“Load: ENTER” zal rechts onderaan het venster
verschijnen.
5 Druk op ENTER om deze instellingen
definitief te laden.
y
De “Memory 1” en “Memory 2” instellingen kunt u eenvoudig
oproepen door op MEMORY 1 of MEMORY 2 op de
afstandsbediening te drukken.
Wanneer u op MEMORY 1 drukt, zal de melding “Load Memory
1? Yes:Press Again” (Geheugen 1 laden? Ja: Nog eens drukken)
op het scherm verschijnen, terwijl op het display op het
voorpaneel “Press MEMORY1!” (Druk op MEMORY1!)
getoond wordt. Druk nog eens op MEMORY 1 om de instellingen
op te roepen.
Wanneer u op MEMORY 2 drukt, zal de melding “Load Memory
2? Yes:Press Again” (Geheugen 1 laden? Ja: Nog eens drukken)
op het scherm verschijnen, terwijl op het display op het
voorpaneel “Press MEMORY2!” (Druk op MEMORY2!)
getoond wordt. Druk nog eens op MEMORY 2 om de instellingen
op te roepen.
U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het
aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag)
van het huidige ingangssignaal laten zien.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer
“Signal Info.”.
De audio-informatie over de signaalbron zal op het
GUI scherm verschijnen.
3 Druk herhaaldelijk op l / h en selecteer
“Audio Info.” of “Video Info.”.
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Sci-Fi
SpeakerCH
LFE Level
D-Range
PEQ
3/4/0.1
0dB
MAX
Reset
Current
Memory 1
Memory 2
Memory 3
0
MEMORY1 2
9
0
MEMORY1 2
9
Signal Info.
(Ingangssignaalinformatie)
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
HDMI Resolution
HDMI Signal
480i
Analog Resolution
- - -
- - -
HDMI Error
- - -
- - -
- - -
480i
Auto Setup
Signal Info.
System Memory
Language
Sampling
Bitrate
Channel
Audio Info. Video
Format
Flag1
Flag2
Dialogue
48kHz
- - -
???
- - -
- - -
- - -
- - -
Auto Setup
Signal Info.
System Memory
Language
Video Info. Audio
108 Nl
GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM
Audio informatie
Format (Signaalformattering)
Signaalformattering. Wanneer het toestel geen
digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch
overgeschakeld naar analoog.
“---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan detecteren.
Sampling (Bemonsteringsfrequentie)
Het aantal metingen per seconden van een continu
signaal om een digitaal signaal te kunnen maken.
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren.
Channel (Ingangskanaal)
Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/
surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals
soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en
een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”.
“---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar zijn.
Bitrate (Bitsnelheid)
Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een
bepaald meetpunt passeert.
“---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan detecteren.
Dialogue (Dialoog normalisatieniveau)
Het dialoog normalisatieniveau ingesteld voor het op
dit moment ontvangen Dolby Digital of DTS signaal.
Flag1/Flag2 (Signaalinformatie)
Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM
signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat
stelt automatisch van decoder te wisselen.
Video informatie
HDMI Signal (HDMI signaaltype)
Het soort videosignalen ontvangen van de signaalbron en
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel.
HDMI Resolution (HDMI resolutie)
De resolutie van de videosignalen ontvangen van de signaalbron
en gereproduceerd via de HDMI IN aansluitingen van dit toestel.
Analog Resolution (Analoge resolutie)
De resolutie van de videosignalen ontvangen van de
signaalbron en de analoge videosignalen die worden
gereproduceerd via de COMPONENT MONITOR
OUT aansluitingen van dit toestel.
HDMI Error (HDMI Fout)
Foutmelding voor HDMI bronnen of aangesloten
HDMI apparatuur. Zie bladzijde 134 voor details.
Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s
van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem
van dit toestel moeten worden getoond.
Keuzes: English (Engels), (Japans), Français
(Frans), Deutsch (Duits), Español (Spaans),
Русский (Russisch)
y
U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de
“GUI LANGUAGE” parameter in de “ADVANCED SETUP” op
het display op het voorpaneel (zie bladzijde 127).
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens op SET MENU op
de afstandsbediening.
Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen.
2 Druk herhaaldelijk op n op de
afstandsbediening, selecteer “Language” en
druk vervolgens op h.
3 Druk herhaaldelijk op k / n op de
afstandsbediening om de gewenste taal in te
stellen.
4 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen.
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Opmerking
Language
MENU
SRCH MODE
SET MENU
TV
SOURCE
AMP
Sound
Video
Option
Basic
NET/USB
Manual Setup
Auto Setup
System Memory
Input Select
Stereo/Surround
Français
English
Language
Signal Info.
System Memory
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
109 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere
fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes
voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 111).
Bedienen van dit toestel
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP om
dit toestel te bedienen (zie bladzijde 8).
*1
Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de
stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2
Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op AMP staat.
Bedienen van een TV
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV om uw
TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de
juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV of
PHONO (zie bladzijde 111). Wanneer u
afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als
PHONO, wordt voorrang gegeven aan de voor DTV
ingestelde code.
*1
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de
schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*2
Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar
voor de bedieningsfunctie op TV staat. Zie voor details de
“TV” kolom op bladzijde 110.
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten
Opmerkingen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
*2
*1
*1
*1
Opmerkingen
Afstandsbediening Digitale TV/ Kabel TV
TV POWER Hiermee schakelt u de stroom in of uit.
TV VOL +/–
Hiermee verhoogt of verlaagt u het
volume.
TV MUTE
Deze toets schakelt de geluidsweergave
tijdelijk uit.
TV INPUT Wijzigt de signaalbron.
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
*1
*1
*2
*2
110 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Bedienen van andere componenten
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE om
andere apparatuur die u met de ingangskeuzetoetsen of
kunt selecteren te bedienen. U moet wel van tevoren voor elke
signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 111). De volgende tabel toont de functies van de
bedieningstoetsen voor het bedienen van andere componenten
die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen of . Het is
mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect
hebben op de geselecteerde component.
y
De afstandsbediening heeft 14 standen (sets bedieningstoetsen)
om 14 verschillende componenten te kunnen bedienen.
Zie bladzijde 111 voor details omtrent de bediening van de items met een sterretje (*).
VOLU ME
CH
TV VOL
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
+
+
+
ENTER
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
2
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
7
6
5
4
A
0
9
8
3
1
2
DVD-
speler/
DVD-
recorder
Videorecorder
Kabel TV/
satellietontvanger
TV LD-speler CD-speler
MD-
recorder/
CD-
recorder
Cassettedeck
Tuner iPod
PC/MCX-
2000/
Internetradio/
USB
1 AV
POWER
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
VCR aan/
uit
*2
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
Aan/uit
*1
2 CH +
TV kanaal
hoger
*3
Kanaal
hoger
Kanaal
hoger
Kanaal
hoger
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
TV kanaal
hoger
*3
CH –
TV kanaal
lager
*3
Kanaal lager Kanaal lager Kanaal lager
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
TV kanaal
lager
*3
3 TITLE
Titel Titel Titel Titel Band
Bladwijzer
*7
4 ENTER
Menu Enter
Menu
selectie
Menu
selectie
Volgende
menu
PRESET/CH k Menu op Menu op Menu op
Voorkeuzekanaal
hoger (1 t/m 8)
Hoger Hoger
PRESET/CH n Menu neer Menu neer Menu neer
Voorkeuzekanaal
lager (1 t/m 8)
Lager Lager
A/B/C/D/E l Menu links Menu links Menu links
Voorkeuzekanaal
lager (A t/m E)
Vorige
menu
*6
Vorige menu
A/B/C/D/E h Menu rechts Menu rechts Menu rechts
Richting A/B
Voorkeuzekanaal
hoger (A t/m E)
Volgende
menu
*6
Volgende
menu
5 RETURN,
MEMORY
Terug Terug Terug Terug Geheugen
6 1-9, 0, +10
Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen
Cijfertoetse
*9
7 ll
Terug
zoeken
Terug
zoeken
VCR terug
zoeken
*2
VCR terug
zoeken
*2
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
Terug
zoeken
*4
Selecteer
NET
RADIO
hh
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
VCR vooruit
zoeken
*2
VCR vooruit
zoeken
*2
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
Vooruit
zoeken
*4
Selecteer
USB
b
Terug
springen
Hoofdstuk/
Terug springen
Terug
springen
Terug
springen
Richting
terug
Terug
springen
Terug
springen
*8
a
Vooruit
springen
Hoofdstuk/
Vooruit springen
Vooruit
springen
Vooruit
springen
Richting
vooruit
Vooruit
springen
Vooruit
springen
*8
REC/
DISC
SKIP
Disc overslaan
(speler)
Opname (recorder)
Opname
VCR
opname
*2
VCR
opname
*2
Disc
overslaan
Opname Opname
Selecteer
PC/MCX
s Stop Stop
VCR stop
*2
VCR stop
*2
Stop Stop Stop Stop Stop Stop
e Pauze Pauze
VCR
pauze
*2
VCR
pauze
*2
Pauze Pauze Pauze Pauze
Pauze
(Weergave/
pauze)
*5
p Weergave Weergave
VCR
weergave
*2
VCR
weergave
*2
Weergave Weergave Weergave Weergave
Weergave
(Weergave/
pauze)
*5
Weergave
8 MENU
Menu Menu Menu Vorige menu Vorige menu
9 AUDIO
Audio Audio
0 DISPLAY
Display Display Display Display Display Display Display Display
A ENT
Enter
Enter/
oproepen
Enter
Opmerking
111 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
*1
Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft.
*2
Deze toetsen bedienen uw videorecorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor VCR 1 (zie bladzijde 111).
*3
Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie.
*4
Houd de toets ingedrukt om terug of vooruit te zoeken.
*5
Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie (zie bladzijde 66).
*6
Alleen in de menu bedieningsfunctie (zie bladzijde 66).
*7
Houd de toets ingedrukt om uw favoriete Internetradiozenders op te slaan via bladwijzers (zie bladzijde 71).
*8
Deze toetsen werken niet wanneer de Internetradio is geselecteerd als de sub-signaalbron voor NET/USB.
*9
Druk op één van de toetsen 1-8 om items voor te programmeren of weer op te roepen (zie bladzijde 72).
Selecteren van de te bedienen
component
U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron
kunt bedienen.
Druk herhaaldelijk op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren.
De naam van de te bedienen component wordt getoond in
het uitleesvenster van de afstandsbediening.
Bedienen van optionele apparatuur
(‘Optie’ set)
“OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan
worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties
die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen.
Deze set is handig voor het programmeren van instructies
die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt
gebruiken of waarvoor geen geldige
afstandsbedieningscode bestaat.
Om de optionele set bedieningstoetsen te
selecteren dient u net zo vaak op SELECT n te
drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnt.
U kunt voor deze set bedieningstoetsen geen
afstandsbedieningscode instellen. Zie bladzijde 113 voor het
programmeren van toetsen in deze set bedieningstoetsen.
U kunt andere componenten bedienen als u de
bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld.
Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden
ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding voor een complete lijst met de
beschikbare afstandsbedieningscodes.
In de volgende tabel staan de standaard ingestelde
componenten (Archief: componentencategorie) en de
afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen.
Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes
Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen
bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode
voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een
dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in
te stellen.
Opmerkingen
Opmerking
SELECT
SELECT
Instellen van
afstandsbedieningscodes
Ingang
Archief
(componentencategorie)
Fabrikant
Standaard
code
TAPE YAMAHA 2700
NET/USB TUNER YAMAHA 2607
PHONO TV –
TUNER TUNER YAMAHA 2602
CD CD YAMAHA 2300
MULTI CH
INPUT
DVD YAMAHA 2100
V-AUX/
DOCK
TUNER YAMAHA 2606
CBL/SAT CABLE
MD/TAPE MD YAMAHA 2500
CD-R CD-R YAMAHA 2400
DTV TV
VCR 1 VCR
DVR/VCR2 DVR YAMAHA 2807
DVD DVD YAMAHA 2100
Opmerking
112 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
1
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets
of op om de set bedieningstoetsen die u wilt
instellen te selecteren.
2
Houd vervolgens LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks.
De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de
geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. DVD)
zullen om en om in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
y
U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een
andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set
bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op l / h om de
componentencategorie (het ‘archief’) te veranderen.
Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD, L;CD,
L;CDR, L;MD, L;TAP
(cassettedeck), L;TUN (tuner),
L;AMP, L;TV, L;CAB (kabel),
L;SAT (satelliet), L;VCR
Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk
dan op de ingangskeuzetoets of op , of druk herhaaldelijk
op SELECT
k
/
n
om de gewenste set te selecteren.
U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3 Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde
component zal verschijnen in het uitleesvenster.
“0000” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen
code is ingesteld.
4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste component in te voeren.
Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES”
aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle
beschikbare afstandsbedieningscodes.
5 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als de instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als de instelling niet met succes is verlopen.
Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere
component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets
of op SELECT k / n om de gewenste component te
selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5.
6 Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
7 Druk op p of AV POWER om te controleren
of u de component in kwestie inderdaad met
de afstandsbediening kunt bedienen.
y
Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere
codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze
dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft.
“ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven
voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere
toetsen heeft ingedrukt.
De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke codes
voor alle in de handel verkrijgbare audio- en video-apparatuur (met
inbegrip van YAMAHA componenten). Als geen enkele
afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur, kunt u de gewenste
functie programmeren met de ‘leerfunctie’ (zie “Overnemen van
instructies van andere afstandsbedieningen”) of dient u de met de
apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken.
Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen
voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes.
Opmerkingen
Opmerking
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
TV
SOURCE
AMP
LEARN
Opmerkingen
4
3
2
0
9
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
LEARN
AV
POWER
of
113 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van
andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken die
niet mogelijk zijn onder één van de afstandsbedieningscodes,
of als er geen geschikte afstandsbedieningscode gevonden
kan worden, dan kunt u proberen de ‘leerfunctie’ te
gebruiken. U kunt functies van een andere afstandsbediening
programmeren onder de op de volgende afbeelding
aangegeven toetsen. De toetsen kunnen apart voor elke set
bedieningstoetsen worden geprogrammeerd.
De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de
andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan
deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen.
Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter
mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de
handleiding van de betreffende afstandsbediening.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets of op om de set
bedieningstoetsen die u wilt instellen te
selecteren.
Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
SOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de
bedieningsfunctie op AMP zet en vervolgens instructies van
andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets in
kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen.
2 Leg deze afstandsbediening en de andere
ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke
ondergrond zodat hun infrarood vensters op
elkaar gericht zijn.
3 Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en de naam van de geselecteerde set
bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om in
het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen.
Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje 3
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3.
4 Druk op de toets waaronder u de nieuwe
functie wilt programmeren.
“LEARN” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
Overnemen van instructies van
andere afstandsbedieningen
Opmerking
Opmerking
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
2
ENTER
DISPLAY
AUDIO
MENU
TITLE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
7
6
8
RETURN
VOLUME
CH
TV VOL
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
+
+
+
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
TV
SOURCE
AMP
Opmerkingen
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
5 tot 10 cm
Andere afstandsbediening
LEARN
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
VOLUME
CH
TV VOL
EFFECT
STRAIGHT
MEMORY
A/B/C/D/E
SRCH MODE
PURE DIRECT
PRESET/CH
SET MENU
BAND
LEVEL
ENHANCER
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
NIGHT
MEMORY
1
2
TV
SOURCE
AMP
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
2
+
+
+
ENTER
DISPLAY
AUDI O
MENU
TITLE
TV MUTE
TV INPUT
MUTE
4
3
ENT
+
10
0
9
5
1
AV
TV
7
6
8
RETURN
V
-
AUX/DOCK
114 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
5 Houd de toets waarvan u de functie wilt
overnemen op de andere afstandsbediening
ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster van
de afstandsbediening verschijnt.
“NG” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het overnemen niet
met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw
vanaf stap 4.
y
Herhaal de stappen 4 en 5 wanneer u gelijk nog een andere
functie wilt programmeren.
Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een
andere component, druk dan op SELECT k / n om de
gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens
de stappen 4 en 5.
6 Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie
te verlaten.
“ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening
verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven
voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere
toetsen heeft ingedrukt.
Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te
leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen
signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster
verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit
geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer
nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies.
In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet
werkt:
wanneer de batterijen in deze of in de andere
afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn.
wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te
groot of te klein is.
– wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet
goed op elkaar gericht zijn.
wanneer de afstandsbediening in de zon ligt.
wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen
continu is of zeer ongewoon.
U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen als
een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw
voorkeur heeft. Deze functie komt bijvoorbeeld van pas
wanneer u een andere component met een bepaalde set
bedieningstoetsen wilt gebruiken.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets of op om de set
bedieningstoetsen waaraan u een andere
naam wilt geven te selecteren.
De naam van de geselecteerde set zal verschijnen in
het uitleesvenster.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
RENAME in.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
Opmerkingen
SELECT
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
Andere afstandsbediening
LEARN
Wijzigen van namen zoals die in
het uitleesvenster verschijnen
Opmerking
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
RENAME
115 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
3 Druk op k / n om een teken te selecteren en
in te voeren.
Door op
n
te drukken zullen de tekens als volgt veranderen: A t/m
Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje), ; (punt comma), / (slash)
en spatie.
Druk op
k
om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen.
4 Druk op h om de cursor naar de volgende
tekenpositie te verplaatsen.
y
Druk op
l
om de cursor naar de vorige tekenpositie te verplaatsen.
5 Druk op ENTER om de nieuwe naam
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen
met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen
niet met succes is verlopen. Begin in dit geval
opnieuw vanaf stap 3.
y
Als u nog een andere set bedieningstoetsen een nieuwe
naam wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of
herhaaldelijk op SELECT k / n om de gewenste component
te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 3 t/m 5.
6
Druk nog eens op RENAME om de functie
voor het geven van nieuwe namen te verlaten.
“ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening verschijnen
als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde
stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt.
y
Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of
uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen en
component video ingangsaansluitingen. Raadpleeg “Rename” op
bladzijde 86.
De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks
handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets.
Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u
normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten,
vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op
de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al
deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op
de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder
genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig
voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen
macro’s samenstellen (zie bladzijde 117).
MACRO handelingen
1 Zet MACRO ON/OFF schakelaar op ON.
2 Druk op de gewenste macrotoets.
3 Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op OFF
wanneer u klaar bent met het programmeren
van macro’s.
Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een
macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld
tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen).
Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht
tot de macro klaar is.
Opmerking
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
RENAME
Macro programmeerfuncties
Opmerkingen
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
REC
NET RADIO
USB
PC/MCX
ENHANCER
NIGHT
MEMORY
1
2
ENT
+
10
0
9
FREQ/TEXT
EON
MODE PTY SEEK
START
MACRO
MACRO ON/OFF
Macrotoetsen
ON
OFF
CLEAR
LEARN
MACRO
ON
OFF
CLEAR
LEARN
MACRO
116 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Standaard macrofuncties
*1
U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC
OUTLETS netstroomaansluitingen op het achterpaneel. Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en
uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten
component.
*2
Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 111), kunt u uw TV aan zetten
zonder een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO.
*3
Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het
toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet.
*4
De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is
voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets
programmeren in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 113) of een afstandsbedieningscode instellen (zie
bladzijde 111).
Druk op
macrotoets
Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden
Eerste Tweede Derde
(*1)
(CD set) (*4)
(MD/TAPE set) (*4)
(CD-R set) (*4)
(VCR 1 set) (*4)
(DVR/VCR 2 set) (*4)
(DVD set) (*4)
STANDBY STANDBY
POWER
POWER
(*1)
TV
POWER
(*2)
POWER
NET/USB
POWER
NET/USB
PHONO
POWER
PHONO
TUNER
TUNER
(*3)
CD CD
MULTI CH IN MULTI CH IN
V
-
AUX/DOC
K
V
-
AUX/DOC
K
CBL/SA
T
CBL/SA
T
MD/TAP
E
MD/TAP
E
CD-R CD-R
DTV DTV
VCR 1 VCR 1
DVR/VCR
2
DVR/VCR
2
DVD DVD
117 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Programmeren van macrohandelingen
U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de
macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de
afstandsbediening een aantal instructies uit te laten
voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en
neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een
macro gaat programmeren.
De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er
voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De
voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt
wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist.
Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een
voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro
kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd.
Wij raden u aan geen doorlopende handelingen, zoals het
regelen van het volume, in een macro te programmeren.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
MACRO in met een balpen of iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2 Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken.
De namen van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en van
de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om
en om in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen.
“AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
een andere dan een macrotoets drukt.
3 Druk in de gewenste volgorde op de toetsen
voor de functies die u wilt opnemen in de
macro.
U kunt maximaal 10 stappen (10 functies)
programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft
geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen
en zal de macrofunctie automatisch worden
afgesloten. Het volgende voorbeeld betreft het
programmeren van deze procedure:
Stap 1 (“MCR 1”): Druk op DVD.
Stap 2 (“MCR 2”): Druk op AV POWER.
Stap 3 (“MCR 3”): Druk op SLEEP.
Druk op SELECT k / n om de geselecteerde set
bedieningstoetsen te veranderen. Als u op één van de
ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macro-stap worden
geprogrammeerd, terwijl u met SELECT k / n alleen de
geselecteerde set bedieningstoetsen verandert.
4 Druk nog eens op MACRO met een balpen of
iets dergelijks wanneer u klaar bent met
programmeren.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerkingen
Opmerking
MACRO
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
POWER
STANDBY
NET/USB
Opmerking
Opmerking
Opmerking
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
SLEEP
AUDIO SEL
POWER
POWER
POWER
STANDBY
NET/USB
AV
TV
V
-
AUX/DOCK
1
2
3
Geeft het aantal
macro-stappen aan
dat u heeft
geprogrammeerd
Knippert om en om zodat u de
volgende stap kunt programmeren
MCR 1: DVD
MCR 2: AV POWER
MCR 3: SLEEP
118 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies,
macro’s, nieuwe namen en afstandsbedieningscodes, voor
een bepaalde set bedieningstoetsen tegelijk wissen.
Wissen van functiesets
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
CLEAR in met een balpen of iets dergelijks.
“CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd.
Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2 Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren.
L;CD (enz.) (L; Naam van een set bedieningstoetsen)
Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies
voor de set bedieningstoetsen in kwestie. De
naam van een component wordt getoond achter
een puntcomma (;). Druk op de
ingangskeuzetoets voor de gewenste set
bedieningstoetsen.
L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies
voor het bedienen van de versterkerfuncties van
dit toestel.
L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies.
M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s.
RNAME Wist alle veranderde namen voor
signaalbronnen.
FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en
zet deze terug op de fabrieksinstellingen.
3 Houd CLEAR nog eens tenminste 3
seconden ingedrukt.
“WAIT” verschijnt in het uitleesvenster. Als het
wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het
uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen.
y
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde afstandsbedieningscode behorende
functie).
“L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden
duren.
“C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen
niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op
een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze
bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen
heeft ingedrukt.
Instellingen wissen
Opmerking
CLEAR
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Opmerkingen
CLEAR
119 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Wissen van een overgenomen
(‘geleerde’) functie
U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets
in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk op een
ingangskeuzetoets of op om de set
bedieningstoetsen waarvoor u een functie
wilt wissen te selecteren.
De naam van de geselecteerde component zal
verschijnen in het uitleesvenster.
2 Druk met een balpen of iets dergelijks
LEARN in.
“LEARN” en van de geselecteerde component (bijv.
“DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster
verschijnen.
Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje 3
seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor
afstandsbedieningscodes worden opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2.
3 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de toets
met de functie die u wilt wissen tenminste 3
seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het
wissen gelukt is. Wanneer “C;OK” verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening kunt u met de
balpen of iets dergelijks CLEAR loslaten om de
wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening gaat nu
weer in de leerfunctie.
y
Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt
wissen.
Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere
component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste
set bedieningstoetsen te selecteren en herhaal vervolgens
stap 4.
Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de
toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
4 Druk nog eens op LEARN om deze functie te
verlaten.
“C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
“ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op
meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerkingen
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
LEARN
Opmerkingen
CLEAR
LEARN
RENAME
MODE PTY SEEK
START
120 Nl
KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING
Wissen van een macrofunctie
U kunt de functie wissen die onder een bepaalde
macrotoets is geprogrammeerd.
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens
MACRO in met een balpen of iets dergelijks.
“MCR ?” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
2 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of
iets dergelijks en houd vervolgens de
macrotoets met de functie die u wilt wissen
tenminste 3 seconden ingedrukt.
“C;OK” zal in het uitleesvenster van de
afstandsbediening verschijnen als het wissen met
succes is verlopen.
y
Herhaal stap 2 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen.
Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal
de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een
eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie).
3 Druk nog eens op MACRO om de
macrofunctie te verlaten.
“C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in
dit geval opnieuw vanaf stap 2.
“ERROR” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt.
Opmerking
Opmerkingen
MACRO
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
ON
OFF
CLEAR
LEARN
RENAME
MACRO
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
V
-
AUX/DOCK
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
121 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Dit toestel stelt u in staat een audio/videosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De functies voor weergave in
meerdere zones maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven
in de eerste ruimte (woonkamer bijv.) en in een tweede (Zone 2) of derde kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen
vanuit de tweede of derde kamer met de meegeleverde afstandsbediening.
Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig:
Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte.
Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de
tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld).
Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte.
Een beeldscherm voor de tweede ruimte.
y
U heeft geen extra versterker en luidsprekers nodig voor de tweede en/of derde ruimte als u de in dit toestel ingebouwde versterkers wilt gebruiken.
Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan uw
dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best
overeenkomen met uw wensen.
Met externe versterkers
Om een externe versterker te gebruiken voor Zone 2 of Zone 3, dient u de externe versterker te verbinden met de ZONE
OUT aansluitingen en moet u “EXT” selecteren bij “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104).
Regel het Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte wanneer “Zone2 Volume” of “Zone3 Volume” is
ingesteld op “Fixed” (zie bladzijde 104).
Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2/Zone 3 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s.
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren
in de tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel.
Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten
Opmerkingen
OUTOUT
IN
REMOTE
IN
REMOTE
OUT
IN
REMOTE
REMOTE
Dit toestel
YAMAHA
component
YAMAHA
component
Infraroodontvanger
REMOTE OUT
VIDEO IN
AUDIO IN
MONITOR OUT
SP OUT
REMOTE IN
ZONE 2 AUDIO OUT
ZONE 3 AUDIO OUT
REMOTE IN
MAIN
ZONE 2
ZONE 3
ZONE 2 VIDEO OUT
Infrarood-zender
DVD-speler
(of andere component)
Versterker
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
Ver st er ke r
Afstandsbediening
Infraroodontvanger
Tweede ruimte
(Zone 2)
Derde ruimte
(Zone 3)
Eerste ruimte
(Hoofdzone)
SYSTEEM
Dit toestel
122 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel
Als u één interne versterker (SP1 of SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “INT:[SP1]”
of “INT:[SP2]” voor “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104).
Als u twee interne versterkers (zowel SP1 als SP2) van dit toestel wilt gebruiken
Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 en SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “Both” voor
“Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104).
U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de
bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de
afstandsbediening.
Selecteren van Zone 2 of Zone 3
Bediening via het voorpaneel
1 Druk op ZONE 2 ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF
op het voorpaneel om Zone 2 of Zone 3 apart
in of uit te schakelen.
y
Wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel eenmaal
naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op
POWER en STANDBY op de afstandsbediening drukken
om de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 aan te zetten.
2 Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROLS op
het voorpaneel om de zone die u wilt
bedienen te selecteren.
Met elke druk op ZONE CONTROLS zal het display
op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat
aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment
geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang
knipperen. Er zal echter geen indicator gaan
knipperen wanneer de hoofdzone zelf is geselecteerd.
ZONE2
Bedient de Zone 2 versterker- of radiofuncties.
ZONE3
Bedient de Zone 3 versterker- of radiofuncties.
BELANGRIJKE WAARSCHUWING VOOR UW VEILIGHEID
De SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een zogenaamde
Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal.
Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een
abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct
gebruik.
Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze
informatie kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver.
R
L
+
SP2
SINGLE
R
L
+
+
+
+
BI-AMP
SURROUND BACK/
PRESENCE
R
L
SP1
Derde ruimte
(Zone 3)
Dit toestel
Tweede ruimte
(Zone 2)
Bedienen van Zone 2 of Zone 3
ZONE ON/OFF
ZONE 3
ZONE 2
ZONE CONTROLS
ZONE2
ZONE3
Er zal geen indicator gaan knipperen wanneer de
hoofdzone is geselecteerd.
123 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
y
U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd. Houd in dat geval ZONE
CONTROLS nog eens ingedrukt.
De begininstelling is ZONE2 wanneer zowel Zone 2 als
Zone 3 zijn ingeschakeld.
3 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het
volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen
van de balans van de luidsprekerniveaus in
Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de
toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op
bladzijde 124 voor andere handelingen.
Afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op
SELECT k om de zone die u wilt bedienen te
selecteren.
“ZONE 2” of “ZONE 3” zal in het uitleesvenster van
de afstandsbediening verschijnen.
2 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron
voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het
volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen
van de balans van de luidsprekerniveaus in
Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de
toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op
bladzijde 124 voor andere handelingen.
3 Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3
bedieningsfunctie te verlaten.
Zone 2 en/of Zone 3 aan of uit zetten met
de afstandsbediening
POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken
iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone zoals die
in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnt.
Wanneer u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3 stand heeft
geselecteerd (zie bladzijde 123), kunt u de hoofdzone,
Zone 2 of Zone 3 onafhankelijk van elkaar aan en uit
(standby) zetten.
Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd,
zullen door op POWER te drukken de hoofdzone, Zone
2 en Zone 3 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl een
druk op STANDBY deze zones tegelijk uit (standby)
zal zetten.
Wanneer de afstandsbediening in de stand voor de hoofdzone
staat, zal “MAIN” een paar seconden lang getoond worden
wanneer er op POWER of STANDBY wordt gedrukt.
“ALL” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening
verschijnen wanneer er op SELECT n wordt gedrukt.
Selecteren van de signaalbron voor
Zone 2 of Zone 3
Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de
schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en
druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening) om de gewenste signaalbron
voor de geselecteerde zone te selecteren.
Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de
signaalbron te selecteren, zal “2; naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen” of “3; naam van de
geselecteerde set bedieningstoetsen” in het uitleesvenster
verschijnen wanneer respectievelijk Zone 2 of Zone 3 is
geselecteerd.
SELECT
TV
SOURCE
AMP
of
Bedieningsfunctie
Uitleesvenster
POWER en
STANDBY
Stand voor de
hoofdzone
Naam van de
geselecteerde set
bedieningstoetsen
Hiermee zet u alleen
de hoofdzone aan of
uit (standby).
Zone 2 stand
“ZONE 2” of “2;naam
van de geselecteerde
set bedieningstoetsen”
Hiermee kunt u
alleen de weergave in
Zone 2 aan of uit
(standby) zetten.
Zone 3 stand
“ZONE 3” of “3;naam
van de geselecteerde
set bedieningstoetsen”
Hiermee kunt u
alleen de weergave in
Zone 3 aan of uit
(standby) zetten.
Alle standen
“ALL”
POWER: zet de
hoofdzone, Zone 2
en Zone 3 aan.
STANDBY: hiermee
zet u de hoofdzone,
Zone 2 en Zone 3
tegelijkertijd uit
(standby).
Opmerkingen
124 Nl
GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE)
Selecteer de TUNER (radio) als signaalbron om de
TUNER functies te kunnen gebruiken in de geselecteerde
zone. Voor details omtrent de bediening van de TUNER
(radio), zie “FM/AM AFSTEMMEN” op bladzijde 56.
De geselecteerde signaalbron wordt gedeeld door alle zones.
y
U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de
geselecteerde zone nog knippert op het display op het
voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch
worden geannuleerd. Druk in een dergelijk geval nog eens op
ZONE CONTROLS op het voorpaneel.
Wanneer er een beeldscherm is verbonden met één van de
ZONE VIDEO aansluitingen, kunt u de bedieningsinformatie
voor Zone 2 of Zone 3 op dat beeldscherm weer laten geven.
Zet “Zone OSD” op “Zone2&Zone3” of “Zone2” (zie
bladzijde 103).
Instellen van het volume voor Zone 2 of
Zone 3
Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op
VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het
volume voor de geselecteerde zone op het
gewenste niveau in te stellen.
y
Druk op MUTE op de afstandsbediening om het in de
geselecteerde zone weergegeven geluid tijdelijk uit te schakelen.
Wanneer u externe versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone 3,
kunt u VOLUME +/– alleen gebruiken wanneer “Zone2 Volume”
of “Zone3 Volume” is ingesteld op “Variable” via “Zone2 Set” of
“Zone3 Set” (zie bladzijde 104).
Instellen van de balans van de
luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3
Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer
“BALANCE” en verdraai vervolgens PROGRAM
op het voorpaneel om de balans tussen de linker
en rechter luidspreker in de geselecteerde zone
te regelen.
Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of
Zone 3
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op
AMP en gebruik CH +/– op de afstandsbediening
om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) te
regelen, of gebruik TV VOL +/– om de weergave
van de lage tonen (BASS) te regelen.
y
U kunt de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 ook regelen met
TONE CONTROL op het voorpaneel. Zie “Toonregeling” op
bladzijde 52 voor details.
Controleer of “ZONE 2” of “ZONE 3” verschijnt in het
uitleesvenster van de afstandsbediening voor u de toonkleur voor
de corresponderende zone gaat regelen (zie bladzijde 123).
Opmerking
INPUT
TV
SOURCE
AMP
of
V
-
AUX/DOCK
DTV
DVR/VCR 2
VCR 1
DVD
CBL/SAT
MD/TAPE
CD-R
PHONO
TUNER CD
MULTI CH IN
NET/USB
+
VOLUME
VOLUME
of
Opmerking
Opmerking
CONTROL
TONE
PROGRAM
+
TV VOL
+
CH
TV
SOURCE
AMP
TREBLE
BASS
GEAVANCEERDE SETUP
125 Nl
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt
aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen
(hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren.
De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om
dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 34).
Alleen MASTER ON/OFF, STRAIGHT en PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt.
Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent.
Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel.
1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer de parameter waarvoor u de
instelling wilt wijzigen.
De naam van de geselecteerde parameter verschijnt
op het display op het voorpaneel.
Zie bladzijde 126 voor een complete lijst met alle
beschikbare parameters.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om de geselecteerde instelling te
wijzigen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om de nieuwe instelling op te
slaan en dit toestel uit te schakelen.
y
De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit
toestel de volgende keer aan zet.
GEAVANCEERDE SETUP
Opmerkingen
Gebruik van het ADVANCED SETUP
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
2,43
1-2,5
MASTER
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
Houd ingedrukt
PROGRAM
8
MIN
IMP.SPEAKER
Op dit moment geselecteerde
parameterinstelling
Op dit moment
geselecteerde parameter
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
126 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
Luidsprekerimpedantie SPEAKER IMP.
Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het
toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers.
Keuzes: 8MIN, 6MIN
Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 8 .
Selecteer “6MIN” om de luidsprekerimpedantie in te
stellen op 6 .
Gebruikersinstellingen USER PRESET
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel
terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (zie
bladzijde 140).
Keuzes: CANCEL, RESET
Selecteer “CANCEL” om de instellingen van dit
toestel niet terug te zetten.
Selecteer “RESET” om de instellingen van dit toestel
terug te zetten.
Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug. De
parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet
worden teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Sensor voor dafstandsbediening
REMOTE SENSOR
Met deze functie kunt u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel
van dit toestel aan of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” als u de ontvanger voor de signalen van
de afstandsbediening aan wilt zetten.
Selecteer “OFF” als u de ontvanger voor de signalen
van de afstandsbediening uit wilt zetten.
In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op “ON” te
laten staan.
Wake on RS-232C access
WAKE ON RS232C
Met deze functie kunt u dit toestel gegevens via de
RS-232C interface laten versturen terwijl het toestel uit
(standby) staat.
Keuzes: YES, NO
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S. en Canada]: YES
[Overige modellen]: NO
Selecteer “YES” om dit toestel gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
Selecteer “NO” om dit toestel geen gegevens te kunnen
laten versturen via de RS-232C interface.
Afstandsbediening AMP ID
RC AMP ID
Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie
bladzijde 112).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “2001”.
Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-archiefcode voor
de afstandsbediening is ingesteld op “2002”.
U moet de corresponderende AMP-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie
bladzijde 112).
Afstandsbediening TUNER ID
RC TUNER ID
Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in
voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie
bladzijde 129).
Keuzes: ID1, ID2
Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “2602”.
Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-archiefcode
voor de afstandsbediening is ingesteld op “2603”.
U moet de corresponderende TUNER-archiefcode voor de
afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie
bladzijde 129).
SPEAKER
IMP.
Luidspreker Impedantieniveau
8ΩMIN
Vo o r
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 8
of hoger zijn.
Surround
Surround Achter
6ΩMIN
Vo o r
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 4
of hoger zijn.
Midden
De impedantie van elk van
de luidsprekers moet 6
of hoger zijn.
Surround
Surround Achter
Opmerkingen
Opmerking
Opmerking
Opmerking
127 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Tuner frequentiestap TUNER FRQ STEP
(Alleen modellen voor Azië en Algemene
modellen)
Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan
de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied.
Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50
Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en
Zuid Amerika.
Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden.
Bi-AMP BI-AMP
Hiermee kunt u de bi-AMP functie an of uit zetten.
Keuzes: ON, OFF
Selecteer “ON” als u de bi-AMP functie aan wilt
zetten.
Selecteer “OFF” als u de bi-AMP functie uit wilt
zetten.
Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, kunnen de
SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om
surround achter-luidsprekers aan te sluiten omdat de
SURROUND BACK aansluitingen al worden gebruikt voor de bi-
AMP aansluitingen (zie bladzijde 19).
Video terugzetten VIDEO RESET
Hiermee kunt u de parameter instellingen voor “Video” in
het “Manual Setup” initialiseren (zie bladzijde 92).
Keuzes: YES, CANCEL
De parameterinstelling voor “Short Message” of “On Screen”
wordt niet geïnitialiseerd (zie bladzijde 92).
Netwerk resetten NETWORK RESET
Met deze functie kunt u alle netwerkinstellingen van dit
toestel (zie bladzijde 100) terugzetten op de
oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Keuzes: CANCEL, RESET
Select “CANCEL” om de netwerkinstellingen van dit
toestel niet terug te zetten.
Select “RESET” om de netwerkinstellingen van dit
toestel terug te zetten.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht
wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
Wanneer de netwerkinstellingen teruggezet zijn, zal “DHCP” in
het “NET/USB” automatisch worden ingesteld op “On” (zie
bladzijde 100) en zal de geregistreerde client ID van dit toestel
op uw YAMAHA MCX-2000 worden gewist (zie bladzijde 71).
TV formaat TV FORMAT
Met deze functie kunt u het kleurweergavesysteem van uw
tv instellen.
Keuzes: NTSC, PAL
Begininstelling:
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene
modellen]: NTSC
[Overige modellen]: PAL
Deze parameter instelling heeft alleen invloed op het beeldscherm
dat is aangesloten op de MONITOR OUT aansluitingen en niet
op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2
VIDEO aansluitingen.
Monitorcontrole voor HDMI
opwaardering
MONITOR CHECK
Gebruik deze functie om de monitor-controlefunctie aan
of uit te zetten. Wanneer deze parameter is ingesteld op
“YES”, zal dit toestel de informatie omtrent de geschikte
videoresoluties ontvangen van het beeldscherm dat op het
toestel is aangesloten via HDMI (zie bladzijde 93).
Keuzes: YES, SKIP
GUI taalkeuze GUI LANGUAGE
Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s
van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem
van dit toestel moeten worden getoond.
Keuzes: ENGLISH (Engels), JAPANESE
(Japans), FRENCH (Frans), GERMAN
(Duits), SPANISH (Spaans), RUSSIAN
(Russisch)
Opmerking
Opmerking
Opmerkingen
Opmerking
128 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers
is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd
bedient als de standaard ID is ingesteld. Stel in een
dergelijk geval één vd alternatieve codes in om dit toestel
apart te kunnen bedienen.
Instellen van een AMP ID voor de
afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE.
2 Houd LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot
“L;AMP” verschijnt in het uitleesvenster van
de afstandsbediening.
U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
3 Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening.
4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste set bedieningstoetsen in te voeren.
AMP codes voor de afstandsbediening
Selecteer één van de volgende codes om de AMP code
voor de gewenste set bedieningstoetsen in te stellen.
U moet ook de corresponderende AMP ID voor de
afstandsbediening instellen (zie bladzijde 126).
5 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 1.
6 Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
Instellen van een
afstandsbediening ID
Opmerkingen
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
LEARN
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
AMP archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
AMP ID voor de
afstandsbediening
2001
(begininstelling)
Bedienen van het
toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2002
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
ID2
Opmerking
4
3
2
0
9
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
LEARN
129 Nl
GEAVANCEERDE SETUP
GEAVANCEERDE
BEDIENING
Nederlands
Instellen van een tuner ID voor de
afstandsbediening
1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie
op AMP of SOURCE en druk vervolgens op
TUNER op de afstandsbediening om de tuner
waarvoor een andere afstandsbediening ID
wilt instellen te selecteren.
2 Houd LEARN ongeveer 3 seconden
ingedrukt met een balpen of iets dergelijks
en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot
“L;TUN” en “TUNER” om en om verschijnen
in het uitleesvenster van de
afstandsbediening.
U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden,
want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart.
Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden
uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden
geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1.
3 Druk op ENTER.
De viercijferige code voor de geselecteerde set
bedieningstoetsen zal verschijnen in het
uitleesvenster van de afstandsbediening.
4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers
van de afstandsbedieningscode voor de
gewenste set bedieningstoetsen in te voeren.
Afstandsbediening tunercodes
Selecteer één van de volgende codes om de tunercode
voor de gewenste set bedieningstoetsen op de
afstandsbediening in te stellen.
5 Druk op ENTER om de ingevoerde code
definitief te maken.
“OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling met succes is verlopen.
“NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de
instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf
stap 1.
6 Druk nog eens op LEARN om deze
instelfunctie te verlaten.
Opmerkingen
TUNER
TV
SOURCE
AMP
TV
SOURCE
AMP
of
LEARN
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
Tuner archiefcode
(afstandsbedieningsinstelling)
Functie
Afstandsbediening
tuner ID
2602
(begininstelling)
Bedienen van het
toestel met de
standaardcode.
ID1
(begininstelling)
2603
Om het toestel te
gebruiken met een
alternatieve code.
ID2
4
3
2
0
9
5
1
7
6
8
STEREO
SUR. DECODE
SELECT
EXTD SUR.
CLASSICAL
LIVE/CLUB
ENTERTAIN
MOVIE
A/B/C/D/E
PRESET/CH
ENTER
LEARN
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
130 Nl
Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld
staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum.
Algemeen
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel gaat niet
aan, of gaat direct
weer uit (standby)
zodra de stroom
wordt ingeschakeld.
Het netsnoer of de stekker is niet of niet
goed aangesloten.
Sluit het netsnoer op de juiste manier aan.
De instelling voor de
luidsprekerimpedantie is niet correct.
Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze
overeenkomt met die van uw luidsprekers.
33
De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel
en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is
aangesloten en dat de draden geen contact maken met
andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen.
16
Het toestel heeft blootgestaan aan een
sterke, externe elektrische schok
(bijvoorbeeld een blikseminslag of een
ontlading van statische elektriciteit).
Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het
stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker
weer terug doet en probeer het toestel vervolgens
weer gewoon te gebruiken.
Geen geluid. In- of uitgangskabels niet op de juiste
manier aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het
probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis
is met de kabels.
23-29
De optimalisatie-microfoon is
aangesloten.
Maak de optimalisatie-microfoon los.
38
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “HDMI”,
“COAX/OPT” of “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
42
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”
terwijl er Dolby Digital of DTS materiaal
wordt afgespeeld.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO” of “COAX/OPT”.
42
Er is geen geschikte signaalbron
geselecteerd.
Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op
het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de
afstandsbediening).
40, 43
De luidsprekers zijn niet goed
aangesloten.
Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan.
16
Het volume staat uit. Zet het volume hoger.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te
herstellen en het volume te kunnen regelen.
43
Er worden signalen van een
broncomponent ontvangen die dit toestel
niet kan weergeven, zoals van een
CD-ROM.
Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel
door dit toestel kunnen worden gereproduceerd.
De HDMI componenten die zijn
aangesloten op dit toestel bieden geen
ondersteuning voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning
bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen.
21
“Support Audio” is ingesteld op “Other”
en “HDMI” audiosignalen worden niet
weergegeven door dit toestel.
Zet “Support Audio” op “RX-V2700” via de
“Option”.
106
131 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Geen beeld.
Er wordt gebruik gemaakt van verschillende
types video-aansluitingen voor de in- en
uitgang van het beeldsignaal.
Zet “Conversion” op “On” of sluit uw
broncomponenten op dezelfde manier aan op dit
toestel als uw beeldscherm.
93
Er komen videosignalen binnen die niet
standaard zijn.
Verkorte meldingen
worden niet
weergegeven op het
beeldscherm.
“Short Message” is ingesteld op “OFF”. Zet “Short Message” op “On”.
94
“Wall Paper” is ingesteld op “None”. Zet “Wall Paper” op “Yes” of “Gray”.
95
“Conversion” is ingesteld op “Off”. Zet “Conversion” op “On”.
93
De via de HDMI IN1, HDMI IN2 of HDMI IN3
aansluiting binnenkomende signalen worden
gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting.
Er komen progressieve of HDTV
videosignalen binnen.
Het geluid valt
plotseling uit.
De beveiliging is in werking getreden
vanwege kortsluiting enz.
Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is
ingesteld.
33, 126
Controleer of de luidsprekerbedrading nergens
kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan.
De slaaptimer heeft het toestel
uitgeschakeld.
Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron
weer af.
De geluidsweergave is tijdelijk
uitgeschakeld.
Druk op MUTE of VOLUME +/– op de
afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten.
43
Er klinkt alleen geluid
uit de luidspreker aan
één kant.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem
niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels.
16
Onjuiste balans ingesteld via “Speaker Level”.
Wijzig de “Speaker Level” instellingen.
100
Er wordt alleen flink
geluid geproduceerd
door de midden-
luidspreker.
Wanneer er een mono bronsignaal wordt
weergegeven met een CINEMA DSP
programma, zal dit signaal via het
middenkanaal worden weergegeven, terwijl
alleen eventuele door het programma
toegevoegde effecten via de voor- en surround-
luidsprekers worden geproduceerd.
Er klinkt geen geluid
uit de midden-
luidspreker.
“Center” in het “Speaker Set” staat op “None”.
Zet “Center” op “Small” of “Large”.
96
Eén van de HiFi DSP programma’s
(uitgezonderd “7ch Stereo”) is geselecteerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
47
Er klinkt geen geluid uit de
aanwezigheidsluidsprekers.
De geluidsveldprogramma’s zijn
uitgeschakeld.
Kies STRAIGHT om de effecten in te schakelen.
51
U gebruikt een signaalbron of een
programmacombinatie waarbij niet via
alle kanalen geluid wordt geproduceerd.
Probeer een ander geluidsveldprogramma.
40
Er klinkt geen geluid
uit de surround-
luidsprekers.
“Surround” in het “Speaker Set” staat op “None”.
Zet “Surround” op “Small” of “Large”.
97
Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand
en er wordt mono materiaal weergegeven.
Druk op STRAIGHT op het voorpaneel zodat
“STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt.
51
Er klinkt geen geluid
uit de subwoofer.
“Bass Out” staat op “Front” in het
“Speaker Set” terwijl er een Dolby Digital
of DTS signaal wordt weergegeven.
Zet “Bass Out” op “SWFR” of “Both”.
98
“Bass Out” in het “Speaker Set” staat op
“SWFR” of “Front” terwijl er een 2-
kanaals bronsignaal wordt weergegeven.
Zet “Bass Out” op “Both”.
98
Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen.
132 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Er klinkt geen geluid
uit de surround
achter-luidsprekers.
“Surround” in het “Speaker Set” is
ingesteld op “None” en “Surround Back”
is automatisch ingesteld op “None”.
Zet “Surround” en “Surround Back” op een andere
instelling dan “None”.
97
“Surround Back” in het “Speaker Set
staat op “None”.
Zet “Surround Back” op een andere instelling dan
“None”.
97
Er kunnen geen Dolby
Digital of DTS
bronnen worden
weergegeven. (De
Dolby Digital of DTS
indicator op het
display op het
voorpaneel licht niet
op.)
De aangesloten component is niet correct
ingesteld voor het produceren van Dolby
Digital of DTS digitale signalen.
Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en
maak de vereiste instellingen.
De selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting staat op “ANALOG”.
Zet de selectiefunctie voor de audio
ingangsaansluiting op “AUTO”.
42
U hoort een zeker
gebrom.
Bedrading niet op de juiste manier
aangesloten.
Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan.
Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat
er iets mis is met de kabels.
De draaitafel is niet verbonden met de
GND aansluiting.
Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND
aansluiting van dit toestel.
26
Het volume is te laag
bij weergave van een
plaat.
De plaat wordt afgespeeld op een
draaitafel met een MC cartridge.
Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MC-
kopversterker.
26
Het volume kan niet
worden verhoogd, of
het geluid klinkt
vervormd.
De op de AUDIO OUT (REC)
aansluitingen van dit toestel aangesloten
component staat uit.
Zet de betreffende component aan.
Geluidseffecten
worden niet
opgenomen.
Het is niet mogelijk door het toestel
toegevoegde effecten op te nemen met
aangesloten opname-apparatuur.
Er wordt niet
opgenomen door
digitale opname-
apparatuur die is
aangesloten op de
DIGITAL OUTPUT
aansluiting van dit
toestel.
De signaalbron is niet aangesloten op de
DIGITAL INPUT aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT
aansluitingen.
24, 26
Sommige componenten kunnen geen
Dolby Digital of DTS bronmateriaal
opnemen.
Er kan niet worden
opgenomen door
analoge opname-
apparatuur die is
aangesloten op de
AUDIO OUT (REC)
aansluitingen.
De signaalbron is niet aangesloten op de
analoge AUDIO IN aansluitingen van dit
toestel.
Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN
aansluitingen.
26
De
geluidsveldparameters
en sommige andere
instellingen van dit
toestel kunnen niet
worden gewijzigd.
“Memory Guard” in het “Option” staat op
“On”.
Zet “Memory Guard” op “Off”.
105
133 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Tuner
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Het toestel
functioneert niet naar
behoren.
De interne microcomputer is vastgelopen
door een externe elektrische schok
(bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading
van statische elektriciteit) of door een te
laag voltage van de stroomvoorziening.
Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na
ongeveer 30 seconden weer terug.
“CHECK SP WIRES”
zal op het display op
het voorpaneel
verschijnen.
De luidsprekerbedrading maakt
kortsluiting.
Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste
manier zijn aangesloten.
16
U ondervindt storing
van digitale of andere
apparatuur die
radiogolven
gegenereert.
Dit toestel staat te dicht bij de digitale of
hoogfrequente apparatuur.
Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur
vandaan.
De beeldweergave
wordt gestoord.
De videobron maakt gebruik van
gescramblede of gecodeerde signalen om
kopiëren tegen te gaan.
Het toestel gaat
plotseling uit
(standby).
De interne temperatuur is te hoog
opgelopen en de
oververhittingsbeveiliging is in werking
getreden.
Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor
u het weer aan zet.
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
FM
Veel ruis in de FM
stereo-ontvangst.
Dit probleem is inherent aan FM
stereo-uitzendingen wanneer de zender
te ver weg is of het ontvangstsignaal
dat binnenkomt via de antenne niet
sterk genoeg is.
Controleer de aansluitingen van de antenne.
31
Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
Stem met de hand af.
58
Er is vervorming en ook
een betere FM antenne
zorgt niet voor een
betere ontvangst.
U ondervindt interferentie doordat
hetzelfde signaal op verschillende
manieren ontvangen wordt.
Verander de opstelling van de antenne zodat
u van deze interferentie geen last meer hebt.
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige
richtingsgevoelige FM antenne.
Stem met de hand af.
58
Er kan niet langer
worden afgestemd op
eerder
voorgeprogrammeerde
zenders.
Het toestel is te lang zonder stroom
geweest.
Programmeer de zenders opnieuw.
59, 60
AM
Er kan niet automatisch
worden afgestemd op
de gewenste zender.
Het signaal is te zwak of de antenne is
los.
Controleer de aansluitingen van de AM
ringantenne en stel deze zo op dat u de beste
ontvangst verkrijgt.
Stem met de hand af.
58
U hoort doorlopend
gekraak en gesis.
Deze geluiden kunnen het gevolg zijn
van bliksem, TL verlichting, motoren,
thermostaten en andere elektrische
apparatuur.
Gebruik een buitenantenne en een goede
aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen,
maar het blijft moeilijk om alle
storingsbronnen te elimineren.
U hoort gezoem en
gefluit.
Er wordt in de buurt van het toestel een
TV gebruikt.
Zet dit toestel verder bij de TV vandaan.
134 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Afstandsbediening
HDMI
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De afstandsbediening
werkt niet of niet naar
behoren.
Te ver weg of onder te scherpe hoek
gebruikt.
De afstandsbediening werkt binnen een maximaal
bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten
opzichte van loodrecht op het voorpaneel.
11
Direct zonlicht of sterke verlichting
(vooral van TL lampen enz.) valt op de
sensor voor de afstandsbediening van dit
toestel.
Stel het toestel anders op.
De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen.
11
De batterijen gaan niet lang mee en zijn
snel leeg.
We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken.
De schakelaar voor de bedieningsfunctie
staat niet goed.
Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op de
juiste stand. Zet de afstandsbediening in de AMP
stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de
afstandsbediening op de SOURCE stand wanneer u
de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde
component wilt bedienen. Zet de afstandsbediening in
de TV stand wanneer u de TV die is ingesteld voor de
DTV of PHONO set wilt bedienen.
De afstandsbedieningscode is niet goed
ingesteld.
Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in
met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
111
Stel een andere afstandsbedieningscode in voor
dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET
AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van
deze handleiding.
111
De archiefcode van de afstandsbediening
en de afstandsbedienings-ID van dit
toestel komen niet overeen.
Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit
toestel overeenkomt met de archiefcode van de
afstandsbediening.
112, 126
Ook als de juiste afstandsbedieningscode
is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde
modellen niet goed reageren op de
afstandsbediening.
Programmeer de gewenste functies apart onder de
programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’.
113
De afstandsbediening
kan geen nieuwe
functies leren.
De batterijen van deze afstandsbediening
en/of die van de andere afstandsbediening
zijn te zwak.
Vervang de batterijen.
11
De afstand tussen de twee
afstandsbedieningen is te groot of te klein.
Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van
elkaar.
113
De signaalcodering of modulatie van de
andere afstandsbediening is niet
compatibel met deze afstandsbediening.
Leren is niet mogelijk.
Het geheugen is vol. Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te
maken voor nieuwe functies.
118
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Device Over
Er zijn teveel HDMI componenten
aangesloten.
Verminder het aantal aangesloten HDMI
componenten.
HDCP Error HDCP verificatie mislukt.
Controleer of de aangesloten HDMI componenten
ondersteuning bieden voor de HDCP
kopieerbeveiligingsnormen.
135 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Netwerk en USB
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
De PC server/MCX-2000/
Internetradio functioneert
niet naar behoren.
Het IP adres is niet correct ingesteld. Zet de DHCP serverfunctie van de router aan
(ON). Of voer met de hand de vereiste
instellingen uit aan de hand van de huidige
gebruiksomgeving.
100
De netwerkkabel is niet aangesloten. Sluit deze op de juiste manier aan.
30
De muziek op de PC
server kan niet worden
weergegeven.
Op de PC is Windows Media Connect 2.0
nog niet geïnstalleerd.
Installeer Windows Media Connect 2.0 op de PC.
De muziek is opgenomen in een bestandsindeling of
formattering die niet met dit toestel kan worden
weergegeven. Dit toestel kan geen andere
muziekbestanden weergeven dan WMA, MP3 en
WAV (PCM formaat) bestanden. Vergeet ook niet dat
het toestel soms toch niet in staat zal zijn bepaalde
muziekbestanden weer te geven, ook al zijn deze
opgeslagen in WMA, MP3 of WAV formaat.
Kies muziek die is opgeslagen in een formaat dat
compatibel is met dit toestel.
De muziek is auteursrechtelijk
beschermd.
Dit toestel kan geen auteursrechtelijk beschermd
materiaal weergeven.
Geen verbinding met
Windows Media Connect 2.0.
De Windows XP PC logt in op een
domein.
Log in op de lokale machine in plaats van het
domein.
Geen verbinding met de
MusicCAST server.
U probeert verbinding te krijgen met de
MCX-1000. De MusicCAST server die
verbonden kan worden met dit toestel is
de MCX-2000.
Gebruik een MCX-2000 of de PC server.
De automatische configuratie wordt niet
uitgevoerd.
Voer “Auto Configure” uit.
70
De melding “Disconnected”
(Niet aangesloten) verschijnt
ook al is er wel degelijk een
USB apparaat aangesloten.
Dit toestel heeft het USB apparaat
herkend als niet geschikt voor aansluiting
op het toestel.
Zet dit toestel uit en dan weer aan.
72
Er kan geen Internetradio
worden weergegeven.
De firewall van het netwerkapparaat is
ingeschakeld. Er kan alleen Internetradio worden
weergegeven wanneer het signaal de door elke
zender gespecificeerde poort passeert. Het
poortnummer hangt af van de radiozender zelf.
Controleer de firewall-instellingen van het
netwerkapparaat in kwestie.
De verbinding met het internet is
verbroken.
Controleer de configuratie van het
netwerkapparaat en zoek vervolgens verbinding
met uw provider.
De muziekbestanden en
mappen op het USB
apparaat kunnen niet
worden bekeken.
De muziekbestanden en mappen staan op andere
geheugenlocaties dan de primaire FAT partitie.
Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte
FAT partitie.
U probeert dieper dan 8 mapniveaus te bekijken
of een map met meer dan 500 bestanden.
Wijzig de gegevensstructuur op uw USB
apparaat.
Het USB apparaat kan niet
worden herkend.
Het aangesloten USB apparaat is geen
USB massa opslag USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB
geheugenapparaten of draagbare USB audiospelers
herkennen. Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in
staat kan blijken te zijn bepaalde USB apparaten te
herken, ook al zijn dit ogenschijnlijk geschikte
apparaten zoals hierboven vermeld.
72
Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend
worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet.
72
Dit toestel roept niet het
correcte item op bij
gebruik van de
cijfertoetsen (1-8).
Het aangesloten USB apparaat is niet
correct.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
72
De directory (map) met het geselecteerde
item is gewijzigd.
Programmeer het item opnieuw onder de
gewenste cijfertoets (1-8).
72
136 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Probleem Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Dit toestel roept niet het
geselecteerde item op bij
gebruik van de
cijfertoetsen (1-8).
Het USB apparaat is niet correct
aangesloten.
Sluit het USB apparaat op de juiste manier aan.
72
De PC of MCX-2000 met het
geselecteerde item staat uit.
Zet de PC of MCX-2000 aan.
70
De geselecteerde Internetradiozender is
tijdelijk niet beschikbaar of bestaat niet
meer.
Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde
Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is.
71
Programmeer andere Internetradiozenders voor.
72
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Please wait Dit toestel is bezig de verbinding met uw
netwerk te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te herkennen.
Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U
zult gewoon even geduld moeten oefenen.
Please wait
(Starting Server)
Dit toestel is bezig de MCX-2000 in te
schakelen die uit (standby) is gezet.
Wacht ongeveer 20 seconden.
Connect error Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw netwerk.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
de LAN poort van uw router of hub.
30
Zorg ervoor dat uw router correct is aangesloten en is
ingeschakeld. Zorg er ook voor dat uw modem op de
juiste manier is aangesloten en is ingeschakeld wanneer
u naar de Internetradio wilt luisteren.
30
Disconnected Uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler is niet meer aangesloten
op de USB poort van dit toestel.
Controleer de verbindingen tussen dit toestel en
uw USB geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
De eerder op dit toestel aangesloten PC
server of MCX-2000 bestaat niet meer.
Sluit dit toestel aan op een beschikbare PC server
of MCX-2000.
70
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
34
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
Access error Dit toestel krijgt geen toegang tot uw
USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler.
Probeer een ander USB geheugenapparaat of
andere draagbare USB audiospeler.
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB
audiospeler.
Zet dit toestel uit en sluit uw USB
geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler
opnieuw aan op de USB poort van dit toestel.
34
Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare
USB audiospeler te resetten.
Unable to play Dit toestel kan de op dit moment op uw
PC opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Zorg ervoor dat Windows Media Connect 2.0
correct is geïnstalleerd op uw PC.
Controleer of de op uw PC opgeslagen
muziekstukken inderdaad weergegeven kunnen
worden (MP3, WMA en WAV).
Sla andere geschikte muziekbestanden (MP3,
WMA en WAV) op uw PC op die wel kunnen
worden weergegeven.
Het netwerk kan tijdelijk overbelast zijn,
hetgeen de weergave stoort of
onmogelijk maakt.
Probeer een netwerk te installeren dat exclusief
voor dit toestel bedoeld is, gescheiden van het
algemene netwerk.
137 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
iPod
Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of op het
beeldscherm, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 29).
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
List updated De lijst met materiaal dat is opgeslagen
op uw PC server of MCX-2000 is
bijgewerkt.
Bookmark ON De gewenste Internetradiozender is
toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst.
Bookmark OFF De opgeslagen Internetradiozender is
verwijderd van de “Bookmarks” lijst.
Empty Memory! Er zijn geen items toegewezen aan de
geselecteerde cijfertoets.
Wijs het gewenste item toe aan de geselecteerde
cijfertoets.
72
Not found! Dit toestel kan het aan de geselecteerde
cijfertoets toegewezen item niet vinden.
Sluit het USB apparaat aan dat het
voorgeprogrammeerde item bevat.
72
Zet de PC of MCX-2000 aan.
70
Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde
Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is.
71
Programmeer het item opnieuw onder de
gewenste cijfertoets (1-8).
72
Opmerking
Statusmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Loading...
Dit toestel is bezig de verbinding met uw
iPod te herkennen.
Dit toestel is bezig songlijsten over te
nemen van uw iPod.
Connect error
Er is een probleem met het signaal dat dit
toestel ontvangt van uw iPod.
Zet dit toestel uit en sluit uw YAMAHA iPod
universeel dock opnieuw aan op de DOCK
aansluiting van dit toestel.
29
Probeer uw iPod te resetten.
Unknown iPod
De gebruikte iPod wordt niet ondersteund
door dit toestel.
Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and
Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund.
iPod connected
Uw iPod is correct geplaatst in een
YAMAHA iPod universeel dock (zoals de
los verkrijgbare YDS-10) verbonden met
de DOCK aansluiting van dit toestel, en
de verbinding tussen uw iPod en dit
toestel is correct tot stand gebracht.
Disconnected
Uw iPod is verwijderd uit uw YAMAHA
iPod universeel dock (zoals de los
verkrijgbare YDS-10), verbonden met de
DOCK aansluiting van dit toestel.
Plaats uw iPod terug in uw YAMAHA iPod
universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10),
verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel.
29
Unable to play
Dit toestel kan de op dit moment op uw
iPod opgeslagen muziekstukken niet
weergeven.
Controleer of de muziekstukken op uw iPod
inderdaad weergegeven kunnen worden.
Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel
kunnen worden weergegeven.
138 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
Auto Setup
Voor Auto Setup
Tijdens Auto Setup
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
Connect MIC! De optimalisatie-microfoon is niet
aangesloten.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
35
Unplug Phones! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los.
No Setup Menu! Alle setup menu’s zijn ingesteld op “Skip”
(Overslaan).
Zet het gewenste menu-item op “Check”
(Controleren).
36
Memory Guard! “Memory Guard” is ingesteld op “On”. Zet “Memory Guard” op “Off”. 105
Foutmelding Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
E01:No Front SP Er worden geen L/R voorkanaalsignalen
gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de L/R
voor-luidsprekers.
16
E02:No Sur. SP Er wordt geen signaal voor een
surroundkanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
surround-luidspreker.
16
E03:No PRNS SP Er wordt geen signaal voor een
aanwezigheidskanaal gedetecteerd.
Controleer de aansluitingen van de
aanwezigheidsluidspreker.
16
E04:SBR->SBL Er wordt alleen een rechter surround
achterkanaal gedetecteerd.
Verbind de surround achter-luidspreker met
de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS
aansluiting als u slechts een enkele
surround achter-luidspreker heeft.
16
E05:Noisy Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “Auto Setup” onder stille
omstandigheden.
Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals
air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt
van de optimalisatie-microfoon.
E06:Check Sur. Wel surround achter-luidsprekers
aangesloten, maar geen L/R surround-
luidsprekers.
Sluit uw surround-luidsprekers aan
wanneer u surround achter-luidsprekers
gebruikt.
16
E07:No MIC De optimalisatie-microfoon is losgeraakt
tijdens de “Auto Setup” procedure.
Verbind de meegeleverde optimalisatie-
microfoon met de OPTIMIZER MIC
aansluiting op het voorpaneel.
35
E08:No Signal De optimalisatie-microfoon kan geen
testtonen detecteren.
Controleer de instelling van de microfoon. 35
Controleer de aansluiting en de opstelling
van de microfoon.
16
E09:User Cancel De “Auto Setup” procedure is geannuleerd
door iets dat de gebruiker gedaan heeft.
Doe de “Auto Setup” nog eens.
35
E10:Internal Err. Er is een interne fout opgetreden. Doe de “Auto Setup” nog eens. 35
139 Nl
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Na Auto Setup
Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en
vervolgens de “Auto Setup” opnieuw uit te voeren.
Als de waarschuwing “W1” verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn.
Als de waarschuwingen “W2” of “W3” verschijnen, zijn er geen instellingen verricht.
Als foutmelding “E10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum.
Waarschuwing Oorzaak Oplossing
Zie
bladzijde
W1:Out of Phase De polariteit van de luidspreker is niet
correct. Deze melding kan, afhankelijk van
de luidspreker in kwestie, ook verschijnen
wanneer deze toch correct is aangesloten.
Controleer de polariteit van de luidspreker-
aansluitingen (+ of –).
16
W2:Over Distance De afstand tussen de luidspreker en de
luisterplek is meer dan 24 m.
Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek.
W3:Level Error Er is teveel volumeverschil tussen de
luidsprekers.
Verander de opstelling van de luidsprekers
zodat alle luidsprekers in vergelijkbare
omstandigheden verkeren.
Controleer de aansluitingen van de
luidspreker.
16
Gebruik luidsprekers van vergelijkbare
kwaliteit.
Stel het uitgangsniveau van de subwoofer
in.
35
W4:SP Mismatch Het resultaat van de bedradingscontrole bij
de “Auto Setup” verschilt van de “Speaker
Set” instelling in de “Manual Setup”.
Gebruik “Speaker Set” onder “Manual
Setup” om met de hand de luidspreker-
instellingen te wijzigen.
96
Opmerkingen
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
140 Nl
Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen.
Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden
teruggezet.
De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld.
y
Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken
zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand.
1 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel
nog eens in zodat deze naar buiten komt in
de OFF stand om dit toestel uit te schakelen.
2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel
ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/
OFF naar binnen in de ON stand om dit
toestel in te schakelen.
Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide
setup menu zal verschijnen op het display op het
voorpaneel.
3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en
selecteer “PRESET”.
4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het
voorpaneel om en selecteer “RESET”.
y
Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren
zonder wijzigingen aan te brengen.
5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel in
zodat deze naar buiten komt in de OFF stand
om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit
te schakelen.
RESETTEN VAN HET SYSTEEM
Opmerkingen
ON/OFF
MASTER
PURE DIRECT
VOLUME
MAIN ZONE
INPUT
ON
OFF
ENHANCER
NIGHT
ZONE ON/OFF
ZONE CONTROLS
MODE
TUNING
PRESET/TUNING
EDIT
MULTI ZONE
FM/AM
PRESET/
TUNING
MAN'L/AUTO FM
MEMORY
MIC
OPTIMIZER
EFFECT
STRAIGHT
CONTROL
SELECT
AUDIO
TONE
REC OUT/
ZONE2
A/B/C/D/E
PROGRAM
YPAO
ZONE 3
R
L
OPTICAL
USB
ZONE 2
AUDIO
VIDEO AUX
SILENT CINEMA
S VIDEO
VIDEO
PHONES
2,43
1-2,5
MASTER
EFFECT
STRAIGHT
MASTER
Houd ingedrukt
PROGRAM
CANCEL
USERPRESET
EFFECT
STRAIGHT
RESET
USERPRESET
MASTER
WOORDENLIJST
141 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen
Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee
versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene
versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen)
van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het
gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen.
In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers
slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte
toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder
zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de
weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossover-
schakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag
doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de
naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een
bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen
frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op
dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde
waarde een HPF gewoon passeren.
Component videosignaal
In een component video systeem wordt het videosignaal
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in P
B
en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een
betere kleurweergave omdat elk van deze signalen
onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen
worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat
het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het
kleursignaal. U heeft een monitor met component
ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen
te kunnen weergeven.
Composiet videosignaal
Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de
basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en
synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting
op een videocomponent geeft deze drie elementen
gecombineerd door.
‘Dialogue normalization’
‘Dialogue Normalization’ (dialoog normalisatie) is een
Dolby Digital of DTS functie die verschillende
programma’s op een gemiddeld niveau weergeeft zodat de
gebruiker het volume niet hoeft aan te passen wanneer er
een ander Dolby Digital of DTS programma wordt
weergegeven.
Dolby Digital
Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met
volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3
voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surround-
stereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen
met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal
speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE
(Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal
5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld).
Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te
gebruiken is er een betere weergave van bewegende
geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect
mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische
bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan
worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle
frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid
door de digitale verwerking biedt de luisteraar een
ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u
zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot
5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien.
Dolby Digital EX
Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige
frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt
bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen
samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit
de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten
moet Dolby Digital EX gebruikt worden met
filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital
Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer
dynamische en realistische weergave van bewegende
geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en
“fly-around” effecten.
Dolby Pro Logic II
Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek
voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround
materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5-
kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en
rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en
rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij
conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen
beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films en een “Game” stand voor
spelletjes.
Dolby Pro Logic IIx
Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die
gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van
2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie
standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een
“Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en
een “Game” stand voor spelletjes.
WOORDENLIJST
142 Nl
WOORDENLIJST
Dolby Surround
Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog
opnamesysteem voor de reproductie van realistische en
dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en
rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst
(mono) en een surroundkanaal voor speciale
geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert
geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby
Surround wordt veel gebruikt op videobanden en
laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in
dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt
gebruik van een digitale signaalverwerking die
automatisch het volume van de verschillende kanalen
stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave
van bewegende geluidsbronnen te verbeteren.
DSD
Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt
voor het opslaan van audiosignalen op digitale media,
zoals Super Audio CD’s. Bij DSD worden signalen
opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer hoge
bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz waarbij gebruik
wordt gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering
om vervorming, een normaal verschijnsel bij zeer hoge
kwantisaties van audiosignalen, te voorkomen. Dankzij de
hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere
geluidskwaliteit worden bereikt dan door de PCM
technologie van gewone audio-CD’s.
DTS 96/24
DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau
audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVD-
Video en is volledig compatibel met alle vroegere DTS
decoders. “96” refereert aan de 96 kHz
bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale
waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte
codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een
geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de
originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals
weergave met video van hoge kwaliteit voor
muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video.
DTS (Digital Theater Systems)
Digital Surround
DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de
analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1-
kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig
aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems
Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld
zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende
DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert
een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen
(dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en
rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als
0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is
uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals
weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals
bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren.
HDMI
HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste
volledig door de elektronica industrie ondersteunde,
ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele
interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard,
verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals
digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen
verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron
(zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de
audio/video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI
geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt
ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg
bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige
verbeteringen en eisen.
Indien gebruikt in combinatie met HDCP
(High-bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI
een veilige audio/video interface die voldoet aan de
beveiligingseisen van producenten van weer te geven
materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie
omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan
de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”.
LFE 0.1 kanaal
Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het
frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit
kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het
volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de
andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1-
kanaals systeem.
MP3
Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor
MPEG. Deze methode maakt gebruik van een
onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te
verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
Neo:6
Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal
voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder.
Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het
volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals
bij weergave van digitale signalen met gescheiden
kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music”
stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films.
143 Nl
WOORDENLIJST
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
PCM (Lineair PCM)
Lineair PCM is een signaalformaat voor het
ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen
van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als
opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM
systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het
analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De
afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge
signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd
voor opname.
Bemonsteringsfrequentie en aantal
kwantisatiebits
Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt
het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten
de bemonsteringsfrequentie genoemd en de
gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke
waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het
frequentiebereik dat kan worden weergegeven is
gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het
dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het
hardste geluid, bepaald wordt door het aantal
kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de
bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is
dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal
kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan
worden gereproduceerd.
S-videosignaal
In een S-video systeem wordt het videosignaal dat
normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven
gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C
signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video
aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting
vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen
en zorgt voor een betere beeldkwaliteit.
WAV
Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij
geluidssignalen direct worden omgezet in digitale
gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte
compressiemethode (codering) zodat in principe de
gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard
is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen
(ongecomprimeerd) en met sommige
compressiemethoden, waaronder ADPCM.
WMA
Een door Microsoft Corporation ontwikkelde
compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van
een onomkeerbare compressietechniek die een hoge
compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor
geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door
het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het
mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te
verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit
vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD.
INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
144 Nl
Onderdelen van een geluidsveld
Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een
live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via
de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze
weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons
ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de
ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft.
Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren
direct bereiken zijn er twee verschillende soorten weerkaatsingen
die samen onze waarneming van het geluid bepalen.
Vroege weerkaatsingen
Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot
100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één
enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond
of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het
direct waargenomen geluid voor ons helderder.
Natrillingen
Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer
dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het
plafond) en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een
bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet
richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze
waarneming minder helder.
Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de
natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk
van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze
informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt
gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld.
Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de
juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen
maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen
bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen
veranderen in die van een concertzaal, een dansvloer of in
die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen
indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te
stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de
digitale geluidsveld processor.
CINEMA DSP
Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk
bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best
in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld
voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden
bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar
de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo
verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een
massa in het echt gemeten gegevens maken nu de YAMAHA
CINEMA DSP programma’s gebruik van de origineel door
YAMAHA ontwikkelde geluidsveldentechnologie om in
combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen
te komen tot een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer
van de audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop
gerealiseerd kon worden.
SILENT CINEMA
YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons.
Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave
via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle
geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden
weergegeven.
Virtual CINEMA DSP
YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP
geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder
daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te
profiteren van DSP surroundeffecten door middel van
virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA
DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts
twee luidsprekers zonder midden-luidspreker.
Geluidsweergave door elk van de
luidsprekers
De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt
mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt.
Raadpleeg de diagrammen in de tabel hieronder voor meer
informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor
elk geluidsveldprogramma. Voor details omtrent de
geluidsweergave door elk van de luidsprekers bij gebruik
van de geluidsveldprogrammas verwijzen we u naar
“GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE
GELUIDSVELDPROGRAMMA’S” in de “APPENDIX”
aan het eind van deze handleiding.
Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de
luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat
wordt weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde
kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze
op een bepaalde manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld
met speciale effecten enz.
y
Behalve voor “2ch Stereo”, “7ch Stereo” en “STRAIGHT”, kunt
u een decoder selecteren om geluid weer te laten geven via de
surround achter-luidsprekers (zie bladzijde 47).
INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S
Opmerking
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
145 Nl
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric
Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee,
samen met de Parametric EQ instellingen (zie
bladzijde 89), de frequentiekarakteristieken via een
instelbare equalizer worden afgestemd op uw
luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de
volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor)
om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van
de frequentiekarakteristieken.
Frequency
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van één-
derde octaaf, tussen 32 Hz en 16 kHz.
Gain
Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van
0,5 dB, tussen –20 en +6 dB.
Q factor
De breedte van de opgegeven frequentieband wordt
aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden
ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10.
YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw
luistervoorkeuren aan via een combinatie van de
bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en Q
factor) voor elk van de equalizerbanden van de
parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft 7
equalizerbanden voor elk kanaal.
Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen
de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld
(zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa
wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt
(zoals in Afbeelding 1).
Afbeelding 1
Afbeelding 2
PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE
Gain (extra versterking)
Frequentie
Originele
frequentiekarakteristiek
Band 1
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Gain (extra versterking)
Frequentie
Band 1
Band 2
Frequentiekarakteristiek
na correctie
Originele
frequentiekarakteristiek
TECHNISCHE GEGEVENS
146 Nl
AUDIO GEDEELTE
Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround,
surround-achter
20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 .................................. 140 W
Dynamisch vermogen (IHF)
8/6/4/2 ....................................................... 170/205/265/345 W
Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA)
[Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen]
1 kHz, 10% THV, 8 ........................................................ 185 W
Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,7% THV, 4 ....................................................... 200 W
Dynamisch bereik
8 ..................................................................................... 0,84 dB
IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa]
1 kHz, 0,04% THV, 8 ..................................................... 145 W
Dempingsfactor (IHF)
20 Hz t/m 20 kHz, 8 ............................................... 150 of meer
Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie
PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 k
CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 k
MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 k
Maximum ingangsvoltage
PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer
CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer
Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie
OUT (REC) ........................................................... 200 mV/900
PRE OUT ................................................................. 1,0 V/1,2 k
SUBWOOFER ......................................................... 2,0 V/1,2 k
ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................ 1,0 V/1,4 k
Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting
CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 ) ............................... 150 mV/100
Frequentierespons
CD aansluiting naar L/R voor, Pure Direct
...................................................... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB
RIAA Equalisatie-deviatie
PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB
Totale harmonische vervorming
PHONO t/m OUT (REC)
(20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder
CD, enz. naar L/R voor
(20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder
Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk)
PHONO (5 mV) naar L/R voor
[Modellen voor het Australië, V.K. en Europa] ..... 81 dB of meer
[Overige modellen] ................................................ 86 dB of meer
CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer
Restruis (IHF-A netwerk)
L/R voor ............................................................ 150 µV of minder
Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz)
PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/55 dB of meer
CD, enz.
(5,1 k kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer
Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz
BASS turnover frequentie .....................................125/350/500 Hz
TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz
TREBLE turnover frequentie ................................2,5/3,5/8,0 kHz
Zone 2/Zone 3 Toonregeling (L/R voor)
BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz
BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz
TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/10 kHz
TREBLE turnover frequentie ........................................... 2,0 kHz
Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz)
H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter)
..................................................................................... 12 dB/oct
L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct.
VIDEO GEDEELTE
Videoformaat [MONITOR OUT] (Achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
................................................................................... NTSC/PAL
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
.................................................................................. PAL/NTSC
Videoformaat (Videoconversie) ..................................... NTSC/PAL
Signaalniveau
Composiet .................................................................. 1 Vp-p/75
S-video ............................ 1 Vp-p/75 (Y), 0,286 Vp-p/75 (C)
Component ................... 1 Vp-p/75 (Y), 0,7 Vp-p/75 (PB/PR)
Maximum ingangsniveau (Video omzetting uit)
............................................................................... 1,5 Vp-p of meer
Signaal-ruis verhouding (Video omzetting uit)
.................................................................................... 60 dB of meer
Frequentierespons (MONITOR OUT)
Component (Video omzetting uit)
........................................................... 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB
Videoformaat [ZONE OUT] (Grijze achtergrond)
[Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]
............................................................................................NTSC
[Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China]
...............................................................................................PAL
FM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
.............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz
[Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz
50 dB Rustgevoeligheid (IHF)
Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf)
Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf)
Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB
Signaal-ruis verhouding (IHF)
Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB
Harmonische vervorming (1 kHz)
Mono/Stereo ................................................................... 0,2/0,3%
Stereoscheiding (1 kHz)
Stereo ................................................................................... 42 dB
Frequentierespons
Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB
Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75
TECHNISCHE GEGEVENS
147 Nl
TECHNISCHE GEGEVENS
AANVULLENDE
INFORMATIE
Nederlands
AM GEDEELTE
Afstembereik
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
....................................................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz
[Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz
Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m
ALGEMEEN
Stroomvoorziening
[Modellen voor de V.S. en Canada] .... 120 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Azië en Algemene modellen]
....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom
[Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom
[Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom
[Modellen voor het V.K. en Europa]
.......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom
Stroomverbruik
[Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA
[Overige modellen] ............................................................. 500 W
Stroomverbruik uit (standby)
[Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,1 W of minder
[Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom)
........................................................................ 0,33 W of minder
[Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder
Maximum stroomverbruik [Alleen Algemene modellen]
6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W
Netstroomaansluitingen
[Modellen voor de V.S. en Canada]
.............................................. 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum)
[Modellen voor Azië, China en Algemene modellen]
.......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum)
[Modellen voor het V.K. en Australië]
.............................................. 1 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
[Modellen voor Europa] ......... 2 (Totaal 100 W/0,4 A maximum)
Afmetingen (b x h x d) ................................. 435 x 171 x 438,5 mm
Gewicht ................................................................................. 17,2 kg
* Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd
worden.

Documenttranscriptie

LET OP: LEES HET VOLGENDE VOOR U DIT TOESTEL IN GEBRUIK NEEMT. 1 Om er zeker van te kunnen zijn dat u de optimale prestaties uit uw toestel haalt, dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen. Bewaar de handleiding op een veilige plek zodat u er later nog eens iets in kunt opzoeken. 2 Installeer dit toestel op een goed geventileerde, koele, droge, schone plek – uit direct zonlicht, uit de buurt van warmtebronnen, trillingen, stof, vocht en/of kou. Zorg voor een ventilatieruimte van tenminste 30 cm ruimte aan de bovenkant, 20 cm aan de rechter- en linkerkant en 20 cm aan de achterkant van dit toestel. 3 Plaats dit toestel uit de buurt van andere elektrische apparatuur, motoren of transformatoren om storend gebrom te voorkomen. 4 Stel dit toestel niet bloot aan plotselinge temperatuurswisselingen van koud naar warm en plaats het toestel niet in een omgeving met een hoge vochtigheidsgraad (bijv. in een ruimte met een luchtbevochtiger) om te voorkomen dat zich binnenin het toestel condens vormt, wat zou kunnen leiden tot elektrische schokken, brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel. 5 Vermijd plekken waar andere voorwerpen op het toestel kunnen vallen, of waar het toestel bloot staat aan druppelende of spattende vloeistoffen. Plaats de volgende dingen niet bovenop dit toestel: – Andere componenten, daar deze schade kunnen veroorzaken en/of de afwerking van dit toestel kunnen doen verkleuren. – Brandende voorwerpen (bijv. kaarsen), daar deze brand, schade aan dit toestel en/of persoonlijk letsel kunnen veroorzaken. – Voorwerpen met vloeistoffen, daar deze elektrische schokken voor de gebruiker en/of schade aan dit toestel kunnen veroorzaken wanneer de vloeistof daaruit in het toestel terecht komt. 6 Dek het toestel niet af met een krant, tafellaken, gordijn enz. zodat de koeling niet belemmerd wordt. Als de temperatuur binnenin het toestel te hoog wordt, kan dit leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. 7 Steek de stekker van dit toestel pas in het stopcontact als alle aansluitingen gemaakt zijn. 8 Gebruik het toestel niet wanneer het ondersteboven is geplaatst. Het kan hierdoor oververhit raken wat kan leiden tot schade. 9 Gebruik geen overdreven kracht op de schakelaars, knoppen en/of snoeren. 10 Wanneer u de stekker uit het stopcontact haalt, moet u aan de stekker zelf trekken, niet aan het snoer. 11 Maak dit toestel niet schoon met chemische oplosmiddelen; dit kan de afwerking beschadigen. Gebruik alleen een schone, droge doek. 12 Gebruik alleen het op dit toestel aangegeven voltage. Gebruik van dit toestel bij een hoger voltage dan aangegeven is gevaarlijk en kan leiden tot brand, schade aan het toestel en/of persoonlijk letsel. YAMAHA aanvaardt geen aansprakelijkheid voor enige schade veroorzaakt door gebruik van dit toestel met een ander voltage dan hetgeen aangegeven staat. 13 Om schade door blikseminslag te voorkomen dient u de stekker uit het stopcontact te halen wanneer het onweert. 14 Probeer niet zelf wijzigingen in dit toestel aan te brengen of het te repareren. Neem contact op met erkend YAMAHA servicepersoneel wanneer u vermoedt dat het toestel reparatie behoeft. Probeer in geen geval de behuizing open te maken. 15 Wanneer u dit toestel voor langere tijd niet zult gebruiken (bijv. vakantie), dient u de stekker uit het stopcontact te halen. 16 Installeer dit toestel in de buurt van een stopcontact op een plek waar u de stekker en het stopcontact gemakkelijk kunt bereiken. 17 Lees het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” over veel voorkomende vergissingen bij de bediening voor u de conclusie trekt dat het toestel een storing of defect vertoont. 18 Voor u dit toestel gaat verplaatsen dient u MASTER ON/OFF in te drukken zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel, de eerste ruimte, Zone 2 en Zone 3 en haal vervolgens de stekker uit het stopcontact. 19 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. De geschikte voltages zijn als volgt: ..................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom WAARSCHUWING OM DE RISICO’S VOOR BRAND OF ELEKTRISCHE SCHOKKEN TE VERMINDEREN, MAG U DIT TOESTEL IN GEEN GEVAL BLOOTSTELLEN AAN VOCHT OF REGEN. Zolang dit toestel is aangesloten op het stopcontact, is de stroomvoorziening niet afgesloten, ook niet wanneer u het toestel uitschakelt met MASTER ON/OFF. In deze staat is dit toestel ontworpen om slechts een zeer kleine hoeveelheid stroom te gebruiken. Alleen voor klanten in Nederlands Bij dit product zijn batterijen geleverd. Wanneer deze leeg zijn, moet u ze niet weggooien maar inleveren als KCA. Dit symbool stemt overeen met de EU-richtlijn 2002/96/EC Dit symbool betekent dat elektrische en elektronische apparaten aan het einde van hun levensduur moeten worden aangeboden voor gescheiden afvalverzameling. Leef de plaatselijke voorschriften na en bied uw oude producten niet aan bij het gewone huisvuil. KENNISGEVINGEN HANDELSMERKEN Vervaardigd in licentie van Dolby Laboratories. “Dolby”, “Pro Logic”, en het dubbele-D symbool zijn handelsmerken van Dolby Laboratories. “HDMI”, het “HDMI” logo en “High-Definition Multimedia Interface” zijn handelsmerken van HDMI Licensing LLC. “SILENT CINEMA” is een handelsmerk van YAMAHA CORPORATION. Gefabriceerd onder licentie van Digital Theater Systems, Inc. “DTS”, “DTS-ES”, “NEO:6” en “DTS 96/24” zijn handelsmerken van Digital Theater Systems, Inc. Copyright 1996, 2003 Digital Theater Systems, Inc. Alle rechten voorbehouden. iPod “iPod” is een handelsmerk van Apple Computer, Inc., geregistreerd in de V.S. en andere landen. Opmerking betreffende distributie van broncode Dit product maakt gebruik van softwarecode die onderworpen is aan de GNU General Public License (GPL) of GNU Lesser General Public License (LGPL). Kopiëren, verspreiden of wijzigen van deze softwarecode geschiedt onder GPL of LGPL licentievoorwaarden. De broncode is beschikbaar via de volgende website: http://www.global.yamaha.com/download/ De broncode is ook beschikbaar op opslagmedia (zoals CD-ROM) tegen kostprijs. Contactinformatie: AV products division, YAMAHA CORPORATION, 10-1 Nakazawa-cho, Hamamatsu 430-8650, Japan MPEG Layer-3 audio coderingstechnologie gebruikt onder licentie van Fraunhofer IIS en Thomson. In principe wordt de broncode 3 jaar lang na de datum van aankoop aangeboden. Deze receiver biedt ondersteuning voor netwerkverbindingen. Nederlands 1 Nl INHOUD INLEIDING KENMERKEN ....................................................... 4 VAN START ..........................................................5 Meegeleverde accessoires ......................................... 5 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES ........6 Voorpaneel ................................................................ 6 Afstandsbediening .................................................... 8 Zone 2/Zone 3 afstandsbediening ........................... 10 Voorbereiden van de afstandsbediening ................. 11 Display voorpaneel ................................................. 12 Achterpaneel ........................................................... 14 VOORBEREIDINGEN AANSLUITINGEN .............................................. 15 Luidsprekers opstellen ............................................ 15 Aansluiten van luidsprekers .................................... 16 Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen ....................................................... 19 Informatie over aansluitingen en stekkers .............. 20 Informatie over HDMI ............................................ 21 Stroomschema audio- en videosignalen ................. 22 Aansluiten van een beeldscherm of projector ......... 23 Aansluiten van andere componenten ...................... 24 Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder ............................................................... 28 Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock .................................................................... 29 Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel .................................................... 29 Aansluiten op het netwerk ...................................... 30 Aansluiten van de FM en AM antennes ................. 31 Aansluiten van het netsnoer .................................... 32 Instellen van de luidspreker-impedantie ................. 33 Aan en uit zetten van dit toestel .............................. 34 Toonregeling ........................................................... 52 Instellen luidsprekerniveaus ................................... 53 Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave ................................................... 53 Selecteren van de Compressed Music Enhancer functie ................................................. 54 Selecteren van de nacht-luisterfunctie .................... 55 FM/AM AFSTEMMEN ...................................... 56 FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen ......... 56 Automatisch afstemmen ......................................... 57 Handmatig afstemmen ............................................ 58 Automatisch voorprogrammeren ............................ 59 Handmatig voorprogrammeren ............................... 60 Selecteren van voorkeuzezenders ........................... 61 Omwisselen van voorkeuzezenders ........................ 62 RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA) .................................................. 63 Tonen van Radio Data Systeem informatie ............ 63 Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK functie) ................ 64 Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON) .................... 65 GEBRUIKEN MET EEN iPod ........................... 66 iPod bediening ........................................................ 66 GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES ....................................................... 68 Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s ...... 68 Gebruiken van een PC server of YAMAHA MCX-2000 ......................................................... 70 Gebruiken van de Internetradio .............................. 71 Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting .................................................. 72 Gebruiken van sneltoetsen ...................................... 72 OPNEMEN ........................................................... 74 AUTO SETUP ...................................................... 35 Gebruiken van het Auto Setup ................................ 35 GEAVANCEERDE BEDIENING GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN .... 75 BASISBEDIENING WEERGAVE ........................................................ 40 Basisprocedure ........................................................ 40 Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) ............................................. 42 Selecteren van de MULTI CH INPUT component ....... 43 Gebruiken van een hoofdtelefoon ........................... 43 Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave ...... 43 Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel door middel van de GUI menuschermen .................... 44 Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij audiomateriaal .................................................... 45 Gebruiken van de slaaptimer .................................. 45 GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ................... 46 Selecteren van geluidsveldprogramma’s ................ 46 Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s ............... 47 Luisteren naar onbewerkte weergave ..................... 51 GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES ........... 52 Luisteren naar pure hi-fi weergave ......................... 52 2 Nl Selecteren van decoders .......................................... 75 GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM .............................................. 78 Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) .............. 79 Input Select ............................................................. 85 Manual Setup (Sound) ............................................ 88 Manual Setup (Video) ............................................ 92 Manual Setup (Basic) ............................................. 95 Manual Setup (NET/USB) .................................... 100 Manual Setup (Option) ......................................... 102 System Memory .................................................... 106 Signal Info. (Ingangssignaalinformatie) ............... 107 Language .............................................................. 108 INHOUD KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ............................. 109 INLEIDING Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten .................................................... 109 Instellen van afstandsbedieningscodes ................. 111 Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen ......................................... 113 Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen ........................................................ 114 Macro programmeerfuncties ................................. 115 Instellingen wissen ................................................ 118 GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) ............................................ 121 VOORBEREIDINGEN Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten ...... 121 Bedienen van Zone 2 of Zone 3 ............................ 122 GEAVANCEERDE SETUP ............................. 125 Gebruik van het ADVANCED SETUP ................ 125 Instellen van een afstandsbediening ID ................ 128 AANVULLENDE INFORMATIE BASISBEDIENING GEAVANCEERDE BEDIENING OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ................... 130 RESETTEN VAN HET SYSTEEM ................. 140 WOORDENLIJST ............................................ 141 INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ............. 144 PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE ............................................... 145 TECHNISCHE GEGEVENS ........................... 146 APPENDIX (AANHANGSEL) (aan het eind van deze handleiding) AANVULLENDE INFORMATIE GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ....................... i GPL/LGPL .............................................................. v LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES .... ix Over deze handleiding APPENDIX • y geeft een bedieningstip aan. • Sommige handelingen kunnen zowel worden uitgevoerd met de toetsen op het voorpaneel als met de afstandsbediening. Als de naam van een toets op de afstandsbediening verschilt van die op het voorpaneel, zal de naam van de betreffende toets op de afstandsbediening tussen haakjes vermeld worden. • Deze handleiding is gedrukt voor uw toestel geproduceerd werd. Daarom kunnen ontwerp en specificaties gewijzigd zijn als gevolg van verbeteringen enz. Als de handleiding en het product van elkaar verschillen, heeft het product de prioriteit. • Dit toestel beschikt over de mogelijkheid de schermmenu’s in verschillende talen weer te geven. In deze handleiding worden voor de schermmenu’s voorbeelden in het Engels afgebeeld. Nederlands 3 Nl KENMERKEN KENMERKEN Ingebouwde 7-kanaals eindversterker Netwerkfuncties ◆ Minimum RMS uitgangsvermogen (20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω) Voor: 140 W + 140 W Midden: 140 W Surround: 140 W + 140 W Surround Achter: 140 W + 140 W ◆ NETWORK poort voor aansluiting op een PC en een YAMAHA MCX-2000, of voor toegang tot Internetradio via een LAN ◆ DHCP automatische of handmatige netwerkconfiguratie Geluidsveldprogramma’s ◆ Zelf ontwikkelde YAMAHA technologie voor de creatie van geluidsvelden ◆ Dolby Digital/Dolby Digital EX decoder ◆ DTS/DTS-ES Matrix 6.1, Discrete 6.1, DTS Neo:6, DTS 96/24 decoder ◆ Dolby Pro Logic/Dolby Pro Logic II/Dolby Pro Logic IIx decoder ◆ Virtual CINEMA DSP ◆ SILENT CINEMA Verfijnde AM/FM tuner ◆ 40 Willekeurig en gemakkelijk toegankelijke voorkeuzezenders ◆ Automatisch voorprogrammeren ◆ Wijzigen van voorkeuzezenders (Bewerken voorkeuzezenders) ◆ Radio Data Systeem ontvangst (Alleen modellen voor het V.K. en Europa) HDMI (High-Definition Multimedia Interface) ◆ HDMI interface voor standaard, verbeterde of high-definition video (inclusief 1080p videosignalen) en multikanaals digitale audio gebaseerd op HDMI versie 1.2a ◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video naar HDMI digitale video (composiet video ↔ S-video ↔ component video → HDMI digitale video) voor de monitor uitgang ◆ Mogelijkheid tot opwaarderen van analoge video van 480i (NTSC)/576i (PAL) of 480p/576p naar 720p of 1080i iPod bediening mogelijk ◆ DOCK aansluiting voor een YAMAHA iPod universeel dock (aansluitsokkel) (zoals de los verkrijgbare YDS-10), met ondersteuning voor iPod apparatuur (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini 4 Nl USB functies ◆ USB poort voor aansluiting van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting Overige kenmerken ◆ YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer) voor automatische instelling van de luidsprekers ◆ 192-kHz/24-bits D/A converter ◆ GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem waarmee u dit toestel optimaal kunt aanpassen aan uw audio/ videosysteem ◆ Taalkeuze voor de taal waarin de menu’s worden weergegeven (Engels, Japans, Frans, Duits, Spaans of Russisch) ◆ 6 of 8 extra ingangsaansluitingen voor gescheiden multikanaals signalen ◆ Analoge video geïnterlinieerd/progressief omzetting van 480i (NTSC)/576i (PAL) naar 480p/576p ◆ S-video in-/uitgangsaansluitingen ◆ Component video ingangen/uitgang (3 COMPONENT VIDEO IN ingangen en 1 MONITOR OUT) ◆ Optisch en coaxiaal digitale audio-aansluitingen ◆ Pure Direct voor onversneden hi-fi weergave alle bronnen ◆ Middernacht luisterfuncties voor film en muziek ◆ Compressed Music Enhancer stand ter verbetering van de weergavekwaliteit van ongewenste compressieverschijnselen (zoals kunnen voorkomen bij MP3) tot het niveau van een hoogwaardige stereo-installatie ◆ Afstandsbediening met voorgeprogrammeerde afstandsbedieningscodes, Leer- en Macrofuncties en verlichting voor de toetsen en het uitleesvenster ◆ ZONE 2/ZONE 3 aangepaste installatie mogelijk ◆ Mogelijkheid tot schakelen tussen een eerste ruimte en een ZONE 2/ZONE 3 met behulp van ZONE CONTROLS ◆ In-beeld display (OSD) functie voor Zone 2 ◆ Slaaptimer VAN START VAN START INLEIDING Meegeleverde accessoires Controleer of u alle volgende onderdelen inderdaad ontvangen hebt. Afstandsbediening POWER POWER POWER STANDBY AV TV NET/USB AUDIO SEL PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV VCR 1 SLEEP CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD Zone 2/Zone 3 afstandsbediening Batterijen (6) (AAA, LR03) POWER CD TUNER STANDBY CD-R SELECT DTV CBL/SAT MD/TAPE NET/USB AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE TV MUTE LEVEL TV INPUT PRESET/CH VCR 1 DVR/VCR 2 DVD V-AUX/DOCK TV MUTE PRESET SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE VOLUME PURE DIRECT A/B/C/D/E MUTE AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT DISPLAY RETURN EFFECT MEMORY CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 2 NIGHT ENHANCER 0 + 10 ENT 1 MEMORY 9 FREQ/TEXT EON NET RADIO USB MODE ID1 ID2 ZONE 2 ZONE 3 PTY SEEK START REC PC/MCX OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen FM binnenantenne (Modellen voor de V.S., Canada, China, Azië, Korea en Algemene modellen) Netsnoer Optimalisatie-microfoon FM binnenantenne (Modellen voor Europa, het V.K. en Australië) AM ringantenne Nederlands 5 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Voorpaneel In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden. • AM/FM radio ..................................... zie bladzijde 56 1 2 3 456 7 8 9 0 A B C PURE DIRECT VOLUME TONE CONTROL AUDIO SELECT REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM SILENT CINEMA OPTIMIZER MIC S VIDEO PHONES VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO VIDEO AUX OPTICAL USB ON OFF MASTER D E F 1 MASTER ON/OFF Zet dit toestel aan of uit (zie bladzijde 34). 2 MAIN ZONE ON/OFF Zet de eerste ruimte aan of uit (standby) (zie bladzijde 34). Opmerkingen • Wanneer het toestel uit (standby) staat, verbruikt het nog steeds een heel klein beetje stroom zodat er gereageerd kan worden op de infraroodsignalen van de afstandsbediening. • Wanneer u dit toestel aan zet, zal het 4 a 5 seconden duren voor het toestel geluid kan reproduceren. • Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt. 3 INPUT keuzeknop Selecteert de gewenste signaalbron (zie bladzijde 40). G H I 4 AUDIO SELECT Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal (“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 42). 5 TONE CONTROL Regelt de lage/hoge tonen balans tussen de linker en rechter voorkanalen, samen met PROGRAM (zie bladzijde 52). 6 REC OUT/ZONE2 Selecteert de signaalbron die u naar de audio/ videorecorder wilt dirigeren en het Zone 2 uitgangssignaal onafhankelijk van de signaalbron waar u naar luistert of kijkt in de eerste zone (zie bladzijde 74). 7 STRAIGHT Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 51). 6 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES 8 MULTI ZONE toetsen ZONE 2 ON/OFF Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of uit (standby) zetten (zie bladzijde 122). Opmerking Deze toetsen werken alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen, in de ON stand is gedrukt. ZONE CONTROLS Hiermee kunt u de te bedienen zone heen en weer schakelen tussen de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 (zie bladzijde 122). y Nadat u op ZONE CONTROLS heeft gedrukt, zal de indicator voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang knipperen op het display op het voorpaneel. Voer de gewenste handeling uit terwijl de indicator aan het knipperen is. 9 Display voorpaneel Hierop wordt informatie getoond over de bediening en de toestand waarin het toestel zich bevindt (zie bladzijde 12). 0 ENHANCER Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 54). A Sensor voor de afstandsbediening Ontvangt de signalen van de afstandsbediening (zie bladzijde 11). B NIGHT Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 55). C PURE DIRECT Hiermee zet u de Pure Direct weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 52). E OPTIMIZER MIC aansluiting Hierop kunt u de meegeleverde optimalisatiemicrofoon aansluiten voor gebruik met de “Auto Setup” functie (zie bladzijde 35). INLEIDING ZONE 3 ON/OFF Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of uit (standby) zetten (zie bladzijde 122). D PROGRAM keuzeknop • Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie bladzijde 46). • Hiermee kunt u de weergave van de lage/hoge tonen regelen samen met TONE CONTROL (zie bladzijde 52). F PHONES aansluiting Produceert audiosignalen waarnaar u ongestoord kunt luisteren via een hoofdtelefoon (zie bladzijde 43). G VIDEO AUX aansluitingen Via deze audio- en video-aansluitingen kunt u een externe signaalbron zoals een spelcomputer of videocamera aansluiten (zie bladzijde 29). y Om de signalen die via deze aansluitingen binnenkomen weer te geven, dient u “V-AUX” in te stellen als signaalbron. Opmerking De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen. H USB poort Hierop kan USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting worden aangesloten (zie bladzijde 72). I VOLUME Hiermee kunt u het volume (uitgangsniveau) van alle audiokanalen tegelijk instellen. y Dit heeft geen invloed op het AUDIO OUT (REC) niveau. ■ Open en dicht doen van de klep in het voorpaneel Wanneer u de bedieningsorganen achter het klepje wilt gebruiken, kunt u dit openen door zachtjes op het onderste deel van het paneel te drukken. Houd het klepje dicht wanneer u deze bedieningsorganen niet nodig heeft. 7 Nl Nederlands Druk voorzichtig tegen het onderste deel om het klepje te openen. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Afstandsbediening ■ Functies en bedieningsorganen van de afstandsbediening In dit hoofdstuk worden alleen de versterkerfuncties en bedieningsmogelijkheden van dit toestel beschreven. Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden. • AM/FM radio ..................................... zie bladzijde 56 • TV bediening ................................... zie bladzijde 109 • Bedienen van andere componenten ...... zie bladzijde 110 • Bedienen van optionele componenten ... zie bladzijde 111 1 2 D POWER POWER POWER STANDBY AV TV NET/USB AUDIO SEL PHONO 3 TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV VCR 1 SLEEP CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD E F G Opmerking De bedieningsfuncties van de afstandsbedieningstoetsen in de grijze gedeelten hieronder hangen af van de stand van de keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP om dit toestel te bedienen. 1 Infrarood venster Hiervandaan worden de infraroodsignalen verzonden. Richt dit venster op de component die u wilt bedienen (zie bladzijde 11). 2 TRANSMIT indicator Knippert wanneer de afstandsbediening infraroodsignalen aan het uitzenden is. 3 Ingangskeuzetoetsen Selecteer de signaalbron die u wilt bedienen. y 4 SELECT H De naam van de geselecteerde signaalbron verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening om aan te geven welk toestel er op dat moment bediend wordt. I 4 Uitleesvenster Toont de naam van de geselecteerde signaalbron die u kunt bedienen. J K 5 LIGHT Druk hierop om de toetsen van de afstandsbediening en het uitleesvenster te verlichten. AMP + 5 6 + + SOURCE TV VOL CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT MUTE LEVEL PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE 7 TV PURE DIRECT L M AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT DISPLAY RETURN EFFECT MEMORY 8 CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 2 NIGHT ENHANCER 9 0 + 10 ENT FREQ/TEXT EON NET RADIO USB 9 0 A 1 MEMORY MODE MOVIE PTY SEEK START C O P Q R REC PC/MCX B N OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME S t U 6 LEVEL Hiermee kunt u een luidsprekerkanaal selecteren om het uitgangsniveau in te stellen (zie bladzijde 53). 7 Cursortoetsen k / n / l / h, ENTER Hiermee kunt u bepaalde items of de cursor verplaatsen of de instellingen op de menuschermen of op het display op het voorpaneel veranderen. 8 Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s Hiermee kunt u geluidsveldprogramma’s selecteren (zie bladzijde 46). 9 SUR. DECODE Hiermee stelt u decoders in werking om 2-kanaals materiaal met surroundweergave weer te geven (zie bladzijde 75). 0 MEMORY 1/2 Roept “MEMORY 1” of “MEMORY 2” of “System Memory” (zie bladzijde 106) weer op. A Netwerk en USB ingangskeuzetoetsen Selecteren van de sub-signaalbron voor NET/USB (zie bladzijde 69). PC/MCX Selecteert een PC server of YAMAHA MCX-2000 als sub-signaalbron voor NET/USB. 8 Nl BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES SOURCE Bedient de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component (zie bladzijde 110). USB Selecteert USB geheugenapparatuur of een draagbare USB audiospeler als sub-signaalbron voor NET/USB. TV Bedient de TV die is toegewezen aan DTV of PHONO (zie bladzijde 109). Opmerkingen Opmerkingen • Druk op NET/USB om “NET/USB” als signaalbron te selecteren voor u op één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen drukt zoals hierboven staat aangegeven om de corresponderende subsignaalbron voor NET/USB te selecteren. • Wanneer u één van de netwerk en USB ingangskeuzetoetsen indrukt, zal het materiaal dat eerder werd weergegeven voor de corresponderende sub-signaalbron voor NET/USB automatisch worden weergegeven. • Voor het instellen van de afstandsbedieningscodes voor andere componenten, zie bladzijde 111. • Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als PHONO (zie bladzijde 111), wordt voorrang gegeven aan de voor DTV ingestelde code. J VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. B MACRO ON/OFF Hiermee zet u de macrofunctie aan of uit (zie bladzijde 115). K MUTE Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten (zie bladzijde 43). C MACRO Hiermee kunt u een reeks handelingen onder één toets programmeren (zie bladzijde 115). L PURE DIRECT Hiermee zet u de “Pure Direct” weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 52). D STANDBY Hiermee zet u de hoofdzone uit (standby) (zie bladzijde 34). Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. E POWER Hiermee zet u de weergave voor de hoofdzone aan (zie bladzijde 34). Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. F AUDIO SEL Hiermee bepaalt u uw voorkeur voor het soort signaal (“AUTO”, “HDMI”, “COAX/OPT” en “ANALOG”) dat u wilt weergeven wanneer een bepaalde component verbonden is met twee of meer van de ingangsaansluitingen van dit toestel (zie bladzijde 42). G SLEEP Hiermee kunt u de slaaptimer instellen (zie bladzijde 45). H SELECT k / n Hiermee kunt u een andere component selecteren die u onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron kunt bedienen. AMP Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel. M SET MENU Opent het GUI menuscherm (zie bladzijde 44). N STRAIGHT Hiermee zet u de geluidsveldprogramma’s aan of uit. Wanneer “STRAIGHT” is geselecteerd, zullen 2-kanaals of multikanaals ingangssignalen direct, onveranderd worden weergegeven via de bijbehorende luidsprekers, zonder enig toegevoegd effect (zie bladzijde 51). O EXTD SUR. Schakelt heen en weer tussen 5.1- en 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals materiaal (zie bladzijde 75). P SELECT Selecteert decoders voor 2-kanaals materiaal (zie de bladzijden 75 en 76). Q ENHANCER Hiermee zet u de Compressed Music Enhancer weergavefunctie aan of uit (zie bladzijde 54). R NIGHT Hiermee kunt u de nacht-luisterfuncties aan of uit zetten (zie bladzijde 55). S RENAME Hiermee kunt u de naam van de signaalbron in het uitleesvenster veranderen (zie bladzijde 114). T CLEAR Hiermee kunt u afstandsbedieningsfuncties die zijn geprogrammeerd met de overname- of leerfunctie, de macrofunctie en/of de functie voor het herbenoemen wissen (zie bladzijde 118). U LEARN Hiermee kunt u afstandsbedieningscodes programmeren of functies van andere afstandsbedieningen overnemen (zie bladzijde 113). 9 Nl Nederlands I Schakelaar voor de bedieningsfunctie Hiermee bepaalt u de bedieningsfunctie van de toetsen in de grijze gedeelten. INLEIDING NET RADIO Selecteren van Internetradio als sub-signaalbron voor NET/USB. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Zone 2/Zone 3 afstandsbediening In dit hoofdstuk worden de functies van de toetsen op de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening voor het bedienen van de versterkerfuncties voor Zone 2 of Zone 3 beschreven. Zie de volgende bladzijden voor details omtrent andere functies en bedieningsmogelijkheden. 1 Ingangskeuzetoetsen Selecteert de gewenste signaalbron voor Zone 2 of Zone 3. • AM/FM radio ................................................. zie bladzijde 56 3 POWER Hiermee kunt u Zone 2 of Zone 3 aan zetten. Opmerking POWER 3 CD TUNER 1 DTV STANDBY CD-R 4 CBL/SAT MD/TAPE NET/USB VCR 1 DVR/VCR 2 DVD 2 ID1/ID2 schakelaar Hiermee kunt u de afstandsbedienings-ID heen en weer schakelen tussen ID1 en ID2 (zie bladzijde 112). V-AUX/DOCK Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. 4 STANDBY Hiermee zet u Zone 2 of Zone 3 standby (uit). Opmerking Deze toets werkt alleen wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen, in de ON stand is gedrukt. PRESET VOLUME 5 5 VOLUME +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume voor Zone 2 of Zone 3. MUTE 6 6 MUTE Hiermee schakelt u de geluidsweergave voor Zone 2 of Zone 3 tijdelijk uit. Druk nog eens op deze toets om de geluidsweergave op het oorspronkelijke volume voort te zetten. A/B/C/D/E ID1 ID2 2 10 Nl ZONE 2 ZONE 3 7 7 ZONE 2/ZONE 3 schakelaar Hiermee kunt u heen en weer schakelen tussen de bedieningsstand voor Zone 2 of die voor Zone 3. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Voorbereiden van de afstandsbediening 2 1 3 1 Druk op en schuif het klepje van het batterijvak. 2 Doe de vier meegeleverde batterijen (AAA, LR03) in het vak met de polen de goede kant op (+ en –) zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Schuif het klepje terug op zijn plaats tot het vastklikt. Opmerkingen • Verwissel alle batterijen wanneer u het volgende merkt: – het bereik van de afstandsbediening wordt minder. – de TRANSMIT indicator knippert niet of wordt zwakker. • Gebruik geen oude en nieuwe batterijen door elkaar. • Gebruik geen verschillende soorten batterijen door elkaar (alkali en gewone batterijen bijvoorbeeld). Lees de informatie op de verpakking aandachtig door, want de verschillende soorten batterijen kunnen erg op elkaar lijken. • Wij raden u aan alkali batterijen te gebruiken. • Als de batterijen zijn gaan lekken, moet u ze onmiddellijk weggooien. Raak het uit de batterijen gelekte materiaal niet aan en zorg ervoor dat het niet op uw kleding enz. komt. Maak het batterijvak goed schoon voor u er nieuwe batterijen in doet. • Gooi batterijen nooit samen met gewoon huishoudelijk afval weg; neem bij het weggooien van batterijen de plaatselijk geldende regelgeving in acht. • Als de afstandsbediening langer dan 2 minuten zonder batterijen zit, of als er lege batterijen in zitten, zal het geheugen gewist worden. Wanneer het geheugen gewist is, dient u nieuwe batterijen in de afstandsbediening te doen en moet u eventueel ingevoerde functies opnieuw programmeren. ■ Gebruiken van de afstandsbediening De afstandsbediening zendt een gerichte infraroodstraal uit. U moet de afstandsbediening goed op de afstandsbedieningssensor op dit toestel richten. ■ Inzetten van batterijen in de Zone 2/Zone 3 afstandsbediening 1 INLEIDING ■ Inzetten van batterijen in de afstandsbediening Sensor voor de afstandsbediening 3 Ongeveer 6 m 2 Verwijder de klep van het batterijvak. 2 Doe de twee meegeleverde batterijen (AAA, LR03) in het vak met de polen de goede kant op (+ en –) zoals aangegeven in het batterijvak. 3 Klik de klep van het batterijvak weer terug op zijn plaats. 30 Opmerkingen • Mors geen water of andere vloeistoffen op de afstandsbediening. • Laat de afstandsbediening niet vallen. • Laat de afstandsbediening niet liggen en bewaar hem niet op de volgende plekken: – zeer vochtige plekken, bijvoorbeeld bij een bad – plekken waar de temperatuur hoog kan worden, zoals bij de verwarming of kachel – zeer koude plekken – stoffige plekken 11 Nl Nederlands 1 30 BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Display voorpaneel 1 2 3 RECOUT 4 NET/USB V-AUX DOCK 5 DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV 6 DVD MD/TAPE CD-R CD VIRTUAL HiFi DSP YPAO ENHANCER SILENT DSD PCM WMA A B C D E DIGITAL PL x EX MP3 PCM WMA CINEMA MATRIX DISCRETE 96 24 VIRTUAL HiFi DSP YPAO ENHANCER SILENT CINEMA DIGITAL PL x EX MATRIX DISCRETE MP3 F MULTI CH TUNER dB VOLUME MUTE 96/24 L C R LFE SL SB SR 8 DSD PHONO 7 96 24 9 G H 0 K L M N O I J TUNED STEREO AUTO MEMORY PS ZONE2 PTY ZONE3 RT NIGHT CT SLEEP EON PTY HOLD TUNED STEREO AUTO MEMORY PS ZONE2 PTY ZONE3 RT NIGHT CT SLEEP EON PTY HOLD O ........ Alleen modellen voor het V.K. en Europa 1 HDMI indicator Licht op wanneer er een signaal van de geselecteerde signaalbron binnenkomt via de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluitingen (zie bladzijde 21). 8 Multifunctioneel display Toont de naam van het huidige geluidsveldprogramma en andere gegevens bij het invoeren of wijzigen van instellingen. 2 RECOUT indicator Licht op wanneer dit toestel in de functie staat voor het opnemen van een signaalbron (zie bladzijde 74). 9 96/24 indicator Licht op wanneer dit toestel een DTS 96/24 signaal ontvangt. 0 Ingangskanaal en luidspreker indicators 3 DOCK indicator Licht op wanneer u uw iPod in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) doet indien deze is verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 29). Aanwezigheidsluidsprekers indicators L C R LFE SL SB SR Aanwezigheids- en surround achterluidspreker indicators Licht op aan de hand van het aantal aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers dat is ingesteld voor “Presence” (zie bladzijde 97) en “Surround Back” (zie bladzijde 97) in het “Speaker Set” wanneer “Test Tone” in het “Basic” is ingesteld op “ON” (zie bladzijde 96). 5 Signaalbron indicators De corresponderende cursor licht op om aan te geven welke signaalbron op dit moment is geselecteerd. 6 VOLUME niveauaanduiding Geeft het huidige volumeniveau aan. 12 Nl Surround achter-luidspreker indicators Indicators ingangskanalen Deze geven aan uit welke kanalen het huidige digitale ingangssignaal bestaat. 4 Oplaad-indicator Licht op wanneer dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod oplaadt terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 66). 7 MUTE indicator Knippert wanneer de MUTE functie (tijdelijk uitschakelen geluidsweergave) is ingeschakeld (zie bladzijde 43). Indicators ingangskanalen y U kunt de instellingen voor de aanwezigheids- en surround achter-luidsprekers automatisch laten verrichten via de “Auto Setup” (zie bladzijde 35), of met de hand via de instellingen voor “Presence” (zie bladzijde 97) en “Surround Back” (zie bladzijde 97) in het “Speaker Set”. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES A DSP indicators De bijbehorende indicator licht op wanneer er een DSP geluidsveldprogramma is geselecteerd. HiFi DSP indicator Licht op wanneer u een HiFi DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 47). B VIRTUAL indicator Licht op wanneer Virtual CINEMA DSP in werking is (zie bladzijde 51). C YPAO indicator Licht op wanneer u de “Auto Setup” doet en wanneer de via de “Auto Setup” ingestelde luidspreker-instellingen zonder wijzigingen worden gebruikt (zie bladzijde 35). D ENHANCER indicator Licht op wanneer de Compressed Music Enhancer functie is ingeschakeld (zie bladzijde 54). E Signaalformattering indicators De bijbehorende indicator licht op wanneer dit toestel DSD (Direct Stream Digital), PCM (Pulse Code Modulation), WMA (Windows Media Audio), WAV (RIFF Wave Form Audio) of MP3 (MPEG-1 Audio Layer3) audiosignalen reproduceert. F Dolby decoder indicators Wanneer één van de Dolby decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten. G Geluidsveld indicators Lichten op om aan te geven welke DSP geluidsvelden er in werking zijn. DSP aanwezigheidsgeluidsveld Luisterplek Linker surround Rechter surround DSP geluidsveld DSP geluidsveld Achter surround DSP geluidsveld I SILENT CINEMA indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten en er een geluidsveldprogramma is geselecteerd (zie bladzijde 51). J DTS decoder indicators Wanneer één van de DTS decoders van dit toestel in werking is, zal de bijbehorende indicator oplichten. INLEIDING CINEMA DSP indicator Licht op wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 47). H Hoofdtelefoon indicator Licht op wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten (zie bladzijde 43). K Tuner (radio) indicators Licht op wanneer dit toestel in de FM of AM afstemfunctie staat. TUNED indicator Licht op wanneer dit toestel is afgestemd op een zender (zie bladzijde 56). STEREO indicator Licht op wanneer het toestel een sterk FM stereosignaal ontvangt en de AUTO indicator brandt (zie bladzijde 56). AUTO indicator Licht op wanneer dit toestel in de automatische afstemfunctie staat (zie bladzijde 56). MEMORY indicator Knippert ten teken dat een zender opgeslagen kan worden (zie bladzijde 59). L ZONE2/ZONE3 indicators Licht op wanneer Zone 2 of Zone 3 is ingeschakeld (zie bladzijde 122). M NIGHT indicator Licht op wanneer u een nacht-luisterfunctie selecteert (zie bladzijde 55). N SLEEP indicator Licht op wanneer de slaaptimer is ingeschakeld (zie bladzijde 45). O Radio Data Systeem indicators (Alleen modellen voor het V.K. en Europa) PS, PTY, RT en CT Deze lichten op aan de hand van de geselecteerde weergavefunctie voor het Radio Data Systeem. EON Licht op wanneer er EON gegevens worden ontvangen. 13 Nl Nederlands PTY HOLD Licht op wanneer er gezocht wordt naar Radio Data Systeem zenders in de PTY SEEK functie. BEDIENINGSORGANEN EN FUNCTIES Achterpaneel 1 MONITOR OUT 2 3 COMPONENT VIDEO A DVD B DTV C CBL/SAT Y 4 VIDEO DVD DTV CBL/SAT VCR 1 IN OUT IN 6 7 ANTENNA MONITOR OUT DVR/VCR 2 OUT GND FM Y 5 AC IN AM S VIDEO PB PB PR PR IN (PLAY) HDMI VIDEO OUT (REC) R MD/ + SPEAKERS SP1 + PRESENCE L WRENCH HOLDER L TAPE IN3 REMOTE IN IN OUT OUT 1 2 R CBL/ SAT GND PHONO IN2 L DTV R CD-R CD CENTER FRONT(6CH) SURROUND CENTER FRONT SURROUND SINGLE(SB) ZONE 2 SURROUND BACK/ BI-AMP + ZONE ZONE 3 VIDEO SINGLE CENTER + + AC OUTLETS R IN(PLAY) IN1 OUT(REC) SUB WOOFER AUDIO WOOFER MULTI CH INPUT DIGITAL INPUT DOCK + + SURROUND L SUR.BACK/ SUB SB(8CH) R PRESENCE PRE OUT SP2 L ZONE OUT DIGITAL OUTPUT + DVD OPTICAL COAXIAL 1 CD OUT 2 DVD DVR/ 3 VCR2 4 CD 5 DVD 6 DTV 7 CBL/ SAT 8 MD/ TAPE R + + FRONT L 9 CD-R NETWORK 1 8 9 0 A B C 2 CONTROL OUT RS-232C D E CENTER SUB WOOFER F FRONT(6CH) SURROUND SB(8CH) MULTI CH INPUT G 1 COMPONENT VIDEO aansluitingen Zie de bladzijden 23 en 24 voor meer informatie over deze aansluitingen. 20 Aansluitingen voor audio-apparatuur Zie bladzijde 26 voor meer informatie over deze aansluitingen. 3 Aansluitingen voor video-apparatuur Zie de bladzijden 23 en 24 voor meer informatie over deze aansluitingen. 4 ANTENNA aansluitingen Zie bladzijde 31 voor meer informatie over deze aansluitingen. 5 WRENCH HOLDER Hier kunt u de luidspreker-aansluitingensleutel opbergen wanneer u deze niet gebruikt (zie bladzijde 18). 6 VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) Zie bladzijde 32 voor details. 7 AC IN/OUTLET(S) Zie bladzijde 32 voor meer informatie over deze aansluitingen. 8 HDMI aansluitingen Zie bladzijde 21 voor meer informatie over deze aansluitingen. 9 REMOTE aansluitingen Zie bladzijde 121 voor details. A DOCK aansluiting Zie bladzijde 29 voor meer informatie over deze aansluitingen. 14 Nl CENTER FRONT SURROUND SINGLE(SB) ZONE 2 ZONE 3 ZONE VIDEO SUR.BACK/ SUB WOOFER PRESENCE PRE OUT H ZONE OUT I B NETWORK poort Hierop kunt u een netwerkkabel aansluiten voor verbinding met uw netwerk. Zie bladzijde 30 voor meer informatie over deze aansluitingen. C DIGITAL INPUT/OUTPUT aansluitingen Zie bladzijde 24 voor meer informatie over deze aansluitingen. D CONTROL OUT aansluiting Dit is een bedieningsaansluiting voor aangepaste installaties. E RS-232C aansluiting Dit is een aansluiting die uitsluitend bedoeld is voor gebruik in de fabriek. Raadpleeg uw dealer voor details hieromtrent. F Luidspreker-aansluitingen Zie bladzijde 16 voor meer informatie over deze aansluitingen. G MULTI CH INPUT aansluitingen Zie bladzijde 28 voor meer informatie over deze aansluitingen. H PRE OUT aansluitingen Zie bladzijde 27 voor meer informatie over deze aansluitingen. I ZONE OUT aansluitingen Zie bladzijde 121 voor meer informatie over deze aansluitingen. AANSLUITINGEN AANSLUITINGEN Luidsprekers opstellen Hieronder ziet u de door ons aanbevolen opstelling van de luidsprekers. Met deze opstelling profiteert u optimaal van CINEMA DSP en multikanaals audio. PL PR FR Midden-luidspreker (C) De midden-luidspreker is voor weergave van het middenkanaal (dialoog, vocalen enz.). Als het om de een of andere reden niet mogelijk is om een midden-luidspreker te gebruiken, kunt u ook zonder. De beste resultaten krijgt u echter met een volledig systeem. Plaats de midden-luidspreker midden tussen de voor-luidsprekers en zo dicht mogelijk bij het beeldscherm, bijvoorbeeld direct erboven of eronder. 30˚ SL SR 60˚ SL 80˚ SR SBL Linker en rechter surround-luidsprekers (SL en SR) De surround-luidsprekers worden gebruikt voor omhullende surroundweergave en effecten. Plaats deze luidsprekers achter uw luisterplek, een beetje naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m van de vloer. SBR 30 cm of meer Linker en rechter surround achter-luidsprekers (SBL en SBR) De surround achter-luidsprekers geven een aanvulling op de surround-luidsprekers en zorgen voor realistischer overgangen van voor naar achter. Plaats deze luidsprekers direct achter de luisterplek en op dezelfde hoogte als de surround-luidsprekers. U moet ze minstens 30 cm uit elkaar plaatsen. In het ideale geval zou u ze op dezelfde afstand uit elkaar moeten plaatsen als de voor-luidsprekers. PR FR PL VOORBEREIDINGEN C FL Linker en rechter voor-luidsprekers (FL en FR) De voor-luidsprekers worden gebruikt voor weergave van het hoofdkanaal plus effecten. Plaats deze luidsprekers op gelijke afstand van de ideale luisterplek. De afstanden van deze luidsprekers tot het beeldscherm moeten ook gelijk zijn. SW FL SR SBR C SBL SL 1,8 m 0,5 tot 1 m 0,5 tot 1 m PL PR FR FL C Subwoofer (SW) Een subwoofer met ingebouwde eindversterker, zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System, zorgt niet alleen voor een effectieve versterking van de lage tonen in sommige of alle kanalen, maar ook voor een natuurgetrouwe hifi (high fidelity) reproductie van het LFE (lage frequentie effecten) kanaal in Dolby Digital en DTS geluidsmateriaal. De opstelling van de subwoofer is niet zo belangrijk, want de zeer lage tonen zijn niet erg richtingsgevoelig. U kunt de subwoofer het beste in de buurt van de voor-luidsprekers plaatsen. Richt hem een beetje naar het midden van de ruimte om weerkaatsing via de wanden te verminderen. 15 Nl Nederlands 1,8 m Linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers (PL en PR) De zogenaamde ‘aanwezigheids’-luidsprekers geven een aanvulling op de weergave via de voor-luidsprekers met extra omgevingseffecten geproduceerd door CINEMA DSP (zie bladzijde 144). Deze effecten bestaan onder meer uit geluiden die de filmmakers een stukje verder achter het scherm willen plaatsen voor een groter bioscoopeffect. Plaats deze luidsprekers voor in de kamer, ongeveer 0,5 tot 1 m buiten de voor-luidsprekers, iets naar binnen gericht en ongeveer 1,8 m boven de vloer. AANSLUITINGEN Aansluiten van luidsprekers Let erop dat u de linker (L) en rechter (R) kanalen, “+” (rood) en “–” (zwart) op de juiste manier aansluit. Als de aansluitingen niet kloppen, zal er geen geluid worden weergegeven via de luidsprekers en als de polariteit van de luidspreker-aansluitingen niet correct is, zal de weergave onnatuurlijk klinken met te weinig lage tonen. LET OP • U moet het toestel uit zetten voor u de luidsprekers gaat aansluiten (zie bladzijde 34). • Laat de blote luidsprekerdraden elkaar niet raken en zorg ervoor dat ze geen contact maken met de metalen onderdelen van het toestel. Hierdoor kunnen het toestel en/of de luidsprekers beschadigd raken. • Gebruik magnetisch afgeschermde luidsprekers. Als dergelijke luidsprekers toch uw beeldscherm storen, zet de luidsprekers dan verder bij het beeldscherm vandaan. • Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6ΩMIN” zetten voor u dit toestel in gebruik neemt (zie bladzijde 33). Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers (zie bladzijde 126). Opmerkingen • Een luidsprekersnoer bestaat uit twee geïsoleerde draden naast elkaar. De kabels zijn verschillend gekleurd of gevormd, misschien een streep, groef of ribbels. Sluit de afwijkend gestreepte (gegroefde enz.) draad aan op de “+” (rode) aansluitingen van dit toestel en uw luidspreker. Verbind de gewone draad met de “–” (zwarte) aansluitingen. • De lage frequentie signalen van andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” of op “None” bij “Speaker Set” (zie de bladzijden 96 en 97) worden naar de luidsprekers gestuurd die zijn geselecteerd bij “Bass Out” (zie bladzijde 98). • U kunt zowel aanwezigheids- als surround-achter luidsprekers aansluiten op dit toestel, maar deze zullen niet tegelijkertijd geluid kunnen produceren. Via de “PR/SB Priority” parameter in de “Speaker Set” (zie bladzijde 98) kunt u de voorkeur geven aan één van deze sets luidsprekers. • U kunt de PRESENCE aansluitingen gebruiken om eventuele Zone 2 of Zone 3 luidsprekers, of de aanwezigheidsluidsprekers op aan te sluiten (zie bladzijde 121). Subwoofer Surround achter-luidsprekers Links Rechts Aanwezigheidsluidsprekers Rechts Links Midden-luidspreker R + + R + SP1 SPEAKERS + PRESENCE SURROUND BACK/ BI-AMP SURROUND SINGLE L CENTER + + L SUB WOOFER + R SP2 L PRE OUT + R + FRONT + L Zone 2 of Zone 3 luidsprekers (zie bladzijde 121) Links Rechts Surround-luidsprekers Links Rechts Voor-luidsprekers 16 Nl AANSLUITINGEN FRONT aansluitingen Hierop kunt u linker en rechter voor-luidsprekers aansluiten. ■ Aansluiten van de luidsprekerkabel 1 CENTER aansluitingen Hierop kunt u een midden-luidspreker aansluiten. SURROUND aansluitingen Hierop kunt u linker en rechter surround-luidsprekers aansluiten. Verwijder ongeveer 10 mm van de isolatie van het uiteinde van elk van de luidsprekerdraden en draai vervolgens de blootliggende draadjes netjes in elkaar om kortsluiting te voorkomen. 10 mm VOORBEREIDINGEN SURROUND BACK aansluitingen Hierop kunt u linker en rechter surround achterluidsprekers aansluiten. Opmerking Wanneer u één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze te verbinden met de linker SURROUND BACK aansluiting (SINGLE). 2 PRESENCE aansluitingen Hierop kunt u linker en rechter aanwezigheidsluidsprekers aansluiten. Maak de knop los met behulp van de meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel. Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen SUBWOOFER aansluiting Sluit hierop een subwoofer met ingebouwde eindversterker aan (zoals het YAMAHA Active Servo Processing Subwoofer System). Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) 3 Steek een ontbloot draadeind in het gat aan de zijkant van de aansluiting. 4 Zet de knop en daarmee de draad vast met de meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel. Nederlands 17 Nl AANSLUITINGEN 5 Haak de luidspreker-aansluitingensleutel vast aan de WRENCH HOLDER op het achterpaneel van dit toestel wanneer u de sleutel niet gebruikt. ■ Aansluiten van een bananenstekker (uitgezonderd modellen voor het V.K., Europa, Azië en Korea) Een bananenstekker is een enkelpolige elektrische verbinding die vaak gebruikt wordt voor het aansluiten van luidsprekerkabels. Bananenstekker 1 ■ Verbinden met de SP2 luidsprekeraansluitingen Draai de knop vast met behulp van de meegeleverde luidsprekeraansluitingensleutel. Hierop kunt u Zone 2 of Zone 3 luidsprekers aansluiten (zie bladzijde 121). Sleutel voor de luidspreker-aansluitingen 1 Doe het lipje open. Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) Rood: positief (+) Zwart: negatief (–) 2 2 Steek een ontbloot draadeind in het gat van de aansluiting. 3 Doe het lipje weer dicht om de draad vast te zetten. 18 Nl Steek de bananenstekker in de bijbehorende aansluiting. y U kunt ook een bananenstekker gebruiken in de SP2 luidsprekeraansluitingen. Open het lipje en steek een bananenstekker in het gat van de aansluiting. Doe het lipje niet dicht nadat u een bananenstekker in de aansluiting gedaan heeft. AANSLUITINGEN Gebruiken van bi-amp (tweevoudige versterking) aansluitingen ■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u de FRONT en SURROUND BACK aansluitingen te gebruiken zoals hieronder staat aangegeven. Om bi-amp dubbele versterkeraansluitingen mogelijk te maken, dient u “BI-AMP” in te stellen op “ON” in de “ADVANCED SETUP” (zie bladzijde 127). VOORBEREIDINGEN Sommige boxen kunnen dubbel bedraad worden zodat de luidsprekers daarin kunnen worden aangesloten op verschillende versterkers voor verschillende toonhoogten om de prestaties van het luidsprekersysteem te verbeteren. Dit toestel stelt u in staat zg. bi-amp (dubbele bedrading of dubbele versterker-) aansluitingen te gebruiken voor een enkel luidsprekersysteem. Controleer eerst of uw luidsprekers geschikt zijn voor bi-amp dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen. Af fabriek worden de luidsprekers geleverd met kortsluitplaatjes of -bruggen; één voor de twee rode ingangsaansluitingen en de andere voor de twee zwarte ingangsaansluitingen. Verwijder deze kortsluitplaatjes of -bruggen alleen wanneer u van plan bent om bi-amp dubbele bedrading of dubbele versterkeraansluitingen te gebruiken voor uw luidsprekers. Dit toestel R + SURROUND BACK/ BI-AMP + FRONT SINGLE + + L ■ Conventionele aansluitingen Als u uw luidsprekers op de normale manier wilt aansluiten, gebruikt u de gewone aansluitingen voor de linker en rechter luidsprekerdraden en kunt u het tweede stel aansluitingen negeren. Dit toestel Rechts R + FRONT + Links Voor-luidsprekers L Opmerking Verwijder de kortsluitplaatjes of -bruggen om de LPF (Laag doorlaatfilter) en HPF (Hoog doorlaatfilter) crossovers van elkaar te scheiden. Rechts Links Voor-luidsprekers Korsluitplaatjes of -bruggen Korsluitplaatjes of -bruggen Nederlands 19 Nl AANSLUITINGEN Informatie over aansluitingen en stekkers Audio-aansluitingen en stekkers DIGITAL DIGITAL L R COAXIAL OPTICAL (Wit) (Rood) (Oranje) L R C AUDIO Linker en Coaxiaal rechter digitale analoge audiostekker audiostekkers Video-aansluitingen en stekkers VIDEO (Geel) O Optisch digitale audiostekker V COMPONENT VIDEO Y PB PR S VIDEO (Groen) S Composiet S-videostekker videostekker Y (Blauw) (Rood) PB PR Component videostekkers ■ Audio-aansluitingen ■ Video-aansluitingen Dit toestel heeft drie soorten audio-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de audioaansluitingen van uw andere apparatuur. Dit toestel heeft drie soorten video-aansluitingen. Welke aansluiting u nodig heeft hangt af van de ingangsaansluitingen van uw beeldscherm. AUDIO aansluitingen Voor conventionele analoge audiosignalen via linker en rechter analoge audiokabels. Verbind de rode stekkers met de rechter en de witte stekkers met de linker aansluitingen. VIDEO aansluitingen Voor conventionele composiet videosignalen die worden overgebracht via composiet videokabels. DIGITAL COAXIAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via coaxiaal digitale audiokabels. DIGITAL OPTICAL aansluitingen Voor digitale audiosignalen via optisch digitale audiokabels. Opmerking U kunt de digitale aansluitingen gebruiken voor PCM, Dolby Digital en DTS ingangssignalen. Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Alle digitale ingangsaansluitingen zijn geschikt voor digitale signalen met een bemonsteringsfrequentie van 96 kHz. 20 Nl S VIDEO aansluitingen Voor S-video signalen, in luminantie (Y) en kleur (C) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale S-videokabels. COMPONENT VIDEO aansluitingen Voor component videosignalen, in luminantie (Y) en kleur (PB, PR) gescheiden videosignalen die worden doorgegeven via aparte draden in speciale component videokabels. y Dit toestel is voorzien van een functie voor het converteren (omzetten) van videosignalen. Zie de bladzijden 22 en 93 voor details. AANSLUITINGEN Informatie over HDMI Dit toestel is uitgerust met HDMI IN 1, HDMI IN 2, HDMI IN 3 en HDMI OUT aansluitingen voor het ontvangen en produceren van digitale audio- en videosignalen. Verbind de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit toestel met de HDMI uitgangsaansluiting van andere HDMI apparatuur (zoals een DVD-speler). Verbind de HDMI OUT aansluiting van dit toestel met de HDMI IN aansluiting van andere HDMI componenten (zoals een TV of projector). De video- of audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van de geselecteerde signaalbron worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. Opmerking ■ HDMI compatibiliteit met dit toestel Audiosignaal formaten Compatibele HDMI componenten 2-kanaals Lineair PCM 2-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bit CD, DVD-Video, DVD-Audio enz. Multikanaals Lineair PCM 8-kanaals, 32-192 kHz, 16/20/24 bits DVD-Audio enz. DSD 2/5.1-kanaals, 2,8224 MHz, 1 bit SACD, enz. Bitstroom Dolby Digital, DTS DVD-Video enz. Audiosignaaltypen De HDMI aansluiting van dit toestel is gebaseerd op de volgende standaarden en normen: • HDMI Versie 1.2a (High-Definition Multimedia Interface Specification Versie 1.2a) gelicenseerd door HDMI Licensing, LLC. • HDCP Revisie 1.1 (High-bandwidth Digital Content Protection System Revisie 1.1) gelicenseerd door Digital Content Protection, LLC. Opmerkingen • Wanneer er DVD audio met CPPM kopieerbeveiliging wordt weergegeven, is het mogelijk, afhankelijk van het type DVDspeler, dat er geen video- en audiosignalen worden gereproduceerd. • Dit toestel is niet geschikt voor niet met HDCP compatibele HDMI of DVI apparatuur. VOORBEREIDINGEN U kunt potentiële problemen met de HDMI aansluiting controleren (zie bladzijde 108). ■ HDMI aansluiting en stekker HDMI HDMI stekker y • We raden u aan een HDMI kabel te gebruiken die korter is dan 5 meter en die duidelijk voorzien is van het HDMI logo. • Gebruik een conversiekabel (HDMI aansluiting ↔ DVI-D aansluiting) om dit toestel aan te sluiten op andere DVI apparatuur. Opmerkingen 21 Nl Nederlands • Maak de kabel niet vast aan of koppel deze niet los van dit toestel en zorg ervoor dat de stroom voor de HDMI componenten die zijn verbonden met de HDMI OUT aansluiting van dit toestel niet uitgeschakeld wordt terwijl er gegevens worden overgebracht. Hierdoor kan de weergave worden onderbroken of kan storing worden veroorzaakt. • Audiosignalen die binnenkomen via andere aansluitingen dan de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit toestel kunnen niet digitaal worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. • Als u een beeldscherm dat is verbonden met de HDMI OUT aansluiting via een DVI verbinding uit zet, is het mogelijk dat dit toestel geen verbinding meer met de component tot stand kan brengen. • Analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet, S-video en component video-aansluitingen kunnen digitaal worden omgezet en opgewaardeerd zodat ze gereproduceerd kunnen worden via de HDMI OUT aansluiting. Zet “Conversion” op “On” via de “Video” om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 93). AANSLUITINGEN Stroomschema audio- en videosignalen ■ Stroomschema audiosignalen Ingang ■ Stroomschema videosignalen Ingang Uitgang Uitgang HDMI HDMI DIGITAL AUDIO (COAXIAL) COMPONENT VIDEO DIGITAL AUDIO (OPTICAL) S VIDEO AUDIO VIDEO Digitaal uitgangssignaal Door Analoog uitgangssignaal Video conversie (zie bladzijde 93) Opmerkingen • 2-kanaals en multikanaals PCM, Dolby Digital en DTS signalen die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting kunnen alleen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting wanneer “Support Audio” is ingesteld op “Other” (zie bladzijde 106). • Audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen worden niet gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT of via de DIGITAL OUTPUT aansluitingen. Component geïnterlinieerd /progressieve opwaardering en omzetting (zie bladzijde 93) HDMI geïnterlinieerd/progressieve opwaardering en omzetting en verhoging van de resolutie (zie bladzijde 93) Opmerkingen • Wanneer er analoge videosignalen binnenkomen via de COMPONENT VIDEO, S VIDEO en VIDEO aansluitingen, zal aan deze signalen als volgt de voorkeur worden gegeven: 1. COMPONENT VIDEO 2. S VIDEO 3. VIDEO • Analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de COMPONENT VIDEO aansluitingen kunnen worden omgezet van 480i (NTSC)/576i (PAL) geïnterlinieerd naar 480p/576p. Zet “Component I/P” op “On” via de “Video” om deze functie in te schakelen (zie bladzijde 93). • Digitale videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting kunnen niet worden gereproduceerd via de analoge video uitgangsaansluitingen. • Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i (NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen. • Component geïnterlinieerd/progressief conversie (zie bladzijde 93) en HDMI opwaardering/omzetting (zie bladzijde 93) zijn alleen mogelijk wanneer “Conversion” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 93). • Gebruik de “HDMI Up-Scaling” parameter onder “Video” om analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting om te zetten van geïnterlinieerd naar progressief en om de resolutie daarvan te veranderen (zie bladzijde 93). • Het signaal voor het GUI menuscherm wordt niet gereproduceerd via de VCR 1 OUT en DVR/VCR 2 OUT aansluitingen en wordt dus ook niet opgenomen. 22 Nl AANSLUITINGEN Aansluiten van een beeldscherm of projector Verbind uw TV (of projector) met de HDMI OUT aansluiting, de COMPONENT VIDEO MONITOR OUT aansluitingen, de S VIDEO MONITOR OUT aansluiting of met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel. LET OP Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. y Opmerkingen • Sommige via een DVI verbinding op dit toestel aangesloten beeldschermen kunnen geen binnenkomende HDMI audio-/videosignalen herkennen wanneer ze uit (standby) staan. In een dergelijk geval zal de HDMI indicator onregelmatig knipperen. • Stel “Conversion” onder “Video” in op “On” (zie bladzijde 93) om de verkorte meldingen te laten weergeven. • Stel “Wall Paper” onder “Video” in op “Yes” of “Gray” (zie bladzijde 95) om de parameters te laten weergeven. • Het GUI menuscherm zal worden weergegeven met de gekozen of de grijze achtergrond afhankelijk van het ontvangen videosignaal en de instellingen bij “Wall Paper” (zie bladzijde 95). COMPONENT VIDEO VOORBEREIDINGEN Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Gebruik de “Support Audio” parameter in het “Option” om de component te selecteren die de HDMI audiosignalen moet weergeven (zie bladzijde 106). MONITOR OUT MONITOR OUT Y S VIDEO PB VIDEO HDMI PR OUT Y PB V PR Component video ingang S Video ingang S-video ingang HDMI ingang TV (of projector) geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan Nederlands 23 Nl AANSLUITINGEN Aansluiten van andere componenten LET OP Sluit dit toestel of de andere componenten pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. Opmerkingen • Wanneer “Conversion” is ingesteld op “Off” (zie bladzijde 93) moet u hetzelfde soort video-aansluitingen gebruiken als u gebruikt heeft om uw TV aan te sluiten (zie bladzijde 23). Als u bijvoorbeeld uw TV heeft verbonden met de VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan dient u uw andere component te verbinden met de VIDEO aansluitingen. • Wanneer “Conversion” is ingesteld op “On” (zie bladzijde 93), worden de omgezette videosignalen alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u iets wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten. • Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “Option”, “Optical Output”, of “Coaxial Input” bij “I/O Assignment” (zie bladzijde 87). • Wanneer u uw DVD-speler zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. • De verkorte weergave van de meldingen wordt niet getoond wanneer er component videosignalen van 720p, 1080i of 1080p resolutie worden ontvangen. • De verkorte weergave van de meldingen wordt niet getoond wanneer er component videosignalen van 480p/576p resolutie worden ontvangen en gereproduceerd via de VIDEO of S VIDEO MONITOR OUT aansluitingen. ■ Aansluiten van een DVD-speler DVD-speler HDMI uitgang Optische uitgang Coaxiale uitgang Audio uitgang Component uitgang S-video uitgang C PR PB Y Video uitgang S COMPONENT VIDEO A DVD R V VIDEO DVD Y PB HDMI PR L R IN1 DIGITAL INPUT DVD OPTICAL COAXIAL 2 DVD geeft aanbevolen verbindingen aan geeft alternatieve verbindingen aan 24 Nl 5 DVD L O AANSLUITINGEN ■ Aansluiten van een DVD-recorder, PVR of videorecorder Opmerking *1 Wanneer u een andere videorecorder wilt aansluiten op dit toestel, verbind deze dan met de VCR 1 aansluitingen (S VIDEO IN, VIDEO IN, AUDIO IN, S VIDEO OUT, VIDEO OUT en AUDIO OUT aansluitingen) op dezelfde manier als de DVR/VCR 2 aansluitingen, met behalve de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting. *1 VIDEO VCR 1 IN OUT IN DVR/VCR 2 OUT VOORBEREIDINGEN L R IN DVR/VCR 2 OUT DIGITAL OUTPUT DIGITAL INPUT OPTICAL COAXIAL DVR/ 3 VCR2 R L V S-video ingang R L Video ingang V Audio ingang S Audio uitgang Video uitgang S-video uitgang Coaxiale uitgang C 9 CD-R S DVD-recorder, PVR of videorecorder ■ Aansluiten van een ‘set-top box’ (apart aansluitkastje; ontvanger of decoder) Satellietontvanger, kabel-tv ontvanger HDTV decoder S COMPONENT VIDEO DTV V L R Audio uitgang S Video uitgang V S-video uitgang L S-video uitgang R Video uitgang O Audio uitgang Y Optische uitgang Optische uitgang PB Component uitgang HDMI uitgang PR HDMI uitgang Component uitgang O PR PB Y VIDEO DTV CBL/SAT CBL/SAT Y PB HDMI PR L IN3 R CBL/ SAT IN2 DTV DIGITAL INPUT Nederlands OPTICAL 6 DTV 7 CBL/ SAT 25 Nl AANSLUITINGEN ■ Aansluiten van audiocomponenten Opmerkingen • Om een digitale verbinding te maken met een andere component dan de component die standaard is toegewezen aan de DIGITAL INPUT of DIGITAL OUTPUT aansluiting, dient u de corresponderende instelling te selecteren voor “Option”, “Optical Output”, of “Coaxial Input” bij “I/O Assignment” (zie bladzijde 87). • Verbind uw draaitafel met de GND aardaansluiting van dit toestel om ruis in het signaal te verminderen. Bij sommige draaitafels is het echter mogelijk dat u minder ruis zult horen zonder gebruik te maken van de GND aansluiting. • De PHONO aansluitingen zijn uitsluitend bedoeld voor een draaitafel met een MM of hoog-vermogen MC cartridge. Als u een draaitafel met een laag-vermogen MC cartridge heeft verbonden met de PHONO aansluitingen, dient u een in-line boosting transformator of een MC-kopversterker te gebruiken. • Wanneer u een bepaalde audiocomponent zowel met de DIGITAL INPUT (OPTICAL) als met de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting verbindt, zal het via de DIGITAL INPUT (COAXIAL) aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Audio uitgang Optische ingang L O R Audio ingang L CD-recorder R IN (PLAY) OUT (REC) MD/ L TAPE R GND PHONO CD-R CD L R IN(PLAY) OUT(REC) AUDIO DIGITAL OUTPUT DIGITAL INPUT OPTICAL COAXIAL 1 CD R Aarde Audio uitgang L R L O C Audio uitgang 8 4 CD Coaxiale uitgang R Optische uitgang L R Audio uitgang MD/ TAPE 9 CD-R O L Audio ingang Optische ingang Draaitafel 26 Nl CD-speler MD-recorder of cassettedeck AANSLUITINGEN ■ Aansluiten van een externe versterker Dit toestel heeft meer dan genoeg vermogen voor gebruik bij u thuis. Als u echter toch het uitgangsvermogen voor de luidsprekers wilt opvoeren, of als u gewoon een andere versterker wilt gebruiken, kunt u een externe versterker verbinden met de PRE OUT aansluitingen. Opmerkingen 1 2 CENTER FRONT 3 VOORBEREIDINGEN • Wanneer u de PRE OUT aansluitingen gebruikt, mag u niets verbinden met de SPEAKERS aansluitingen. • De signalen die worden geproduceerd via de FRONT PRE OUT en CENTER PRE OUT aansluitingen ondervinden invloed van de TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 52). • Elke PRE OUT aansluiting produceert hetzelfde signaal als de corresponderende SPEAKERS aansluiting. • Regel het volume van de subwoofer met de bedieningsorganen op de subwoofer zelf (zie bladzijde 53). • Het is mogelijk dat sommige signalen niet worden gereproduceerd via de SUBWOOFER PRE OUT aansluiting, afhankelijk van de “Speaker Set” (zie bladzijde 96) en “Bass Out” (zie bladzijde 98) instellingen. 4 SURROUND SINGLE(SB) L R SUR.BACK/ SUB WOOFER PRESENCE PRE OUT 5 1 CENTER PRE OUT aansluiting Middenkanaal uitgangsaansluiting. 2 FRONT PRE OUT aansluitingen Voorkanaal uitgangsaansluitingen. 3 SURROUND PRE OUT aansluitingen Surroundkanaal uitgangsaansluitingen. 4 SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen Surround achter- of aanwezigheidskanaal uitgangsaansluitingen. Als u slechts één externe versterker aansluit voor het surround-achterkanaal, dient u deze te verbinden met de SINGLE (SB) aansluiting. y Nederlands • Zet “Surround Back” op “Large x2”, “Large x1”, “Small x2” of “Small x1” en zet “Presence” op “None” (zie bladzijde 97) om de signalen voor het surround-achterkanaal te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen. • Zet “Presence” op “Yes” en “Surround Back” op “None” (zie bladzijde 97) om de signalen voor het aanwezigheidskanaal te laten reproduceren via de SURROUND BACK/PRESENCE PRE OUT aansluitingen. 5 SUBWOOFER PRE OUT aansluiting Sluit een subwoofer met een ingebouwde versterker aan. 27 Nl AANSLUITINGEN Aansluiten van een multiformaat-speler of externe decoder Dit toestel is voorzien van 6 extra ingangsaansluitingen (links en rechts FRONT, CENTER, links en rechts SURROUND en SUBWOOFER) voor gescheiden multikanaals ingangssignalen van een multiformat-speler, externe decoder, sound processor of voorversterker. Als u “Input Channels” instelt op “8ch” via “MULTI CH” (zie bladzijde 88), kunt u de ingangsaansluitingen die zijn toegewezen aan “Front Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 88) samen gebruiken met de MULTI CH INPUT aansluitingen om 8-kanaals signalen te kunnen verwerken. Verbind de uitgangsaansluitingen van uw multiformaat-speler of externe decoder met de MULTI CH INPUT aansluitingen. Let er goed op dat u de linker en rechter uitgangen verbindt met de linker en rechter ingangsaansluitingen voor zowel de voor- als de surroundkanalen. Opmerkingen • Wanneer u MULTI CH INPUT als signaalbron selecteert (zie bladzijde 43), zal dit toestel automatisch de digitale geluidsveldprocessor uitschakelen en zult u geen geluidsveldprogramma’s kunnen selecteren. • Dit toestel is niet in staat de via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomende signalen zo te herschikken dat er wordt gecompenseerd voor eventueel in uw systeem ontbrekende luidsprekers. Daarom bevelen we u aan tenminste een 5.1-kanaals luidsprekersysteem aan te sluiten voor u gebruik maakt van deze functie. Voor 6-kanaals ingangssignalen Voor 8-kanaals ingangssignalen (REC) (PLAY) CENTER FRONT(6CH) SURROUND MD/ L TAPE L *1 UT R R CENTER SB(8CH) MULTI CH INPUT R L R CENTER L R SUB WOOFER SUB SB(8CH) MULTI CH INPUT L R L R Voorkanaal uitgang R Surroundkanaal uitgang L WOOFER Surround-achter uitgang Middenkanaal uitgang Subwoofer uitgang Voorkanaal uitgang Subwoofer uitgang Middenkanaal uitgang L Surroundkanaal uitgang SUB WOOFER FRONT(6CH) SURROUND Multiformaat-speler/ externe decoder Multiformaat-speler/ externe decoder Opmerking *1 28 Nl De analoge audio ingangsaansluitingen toegewezen als “Front Input” via “Multi CH Assign” (zie bladzijde 88). AANSLUITINGEN Aansluiten van een YAMAHA iPod universeel dock Gebruik de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel als u een spelcomputer of een videocamera wilt aansluiten op dit toestel. LET OP U moet het volume van dit toestel en de andere componenten uit zetten voor u de aansluitingen gaat maken. Opmerking LET OP Sluit dit toestel pas aan op het lichtnet wanneer alle verbindingen tussen de componenten gemaakt zijn. De audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting op het achterpaneel hebben voorrang boven de via de VIDEO AUX aansluitingen binnenkomende signalen. VOORBEREIDINGEN Dit toestel is voorzien van een DOCK aansluiting op het achterpaneel waarop u een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) kan worden aangesloten voor uw iPod, zodat u uw iPod kunt bedienen met de meegeleverde afstandsbediening. Verbind een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) met de DOCK aansluiting op het achterpaneel van dit toestel met de speciaal daarvoor bedoelde kabel. Gebruiken van de VIDEO AUX aansluitingen op het voorpaneel PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT ZONE CONTROLS ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX PHONES USB ON OFF MASTER DOCK S VIDEO VIDEO L S V L AUDIO R OPTICAL R O YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) Optische uitgang Audio uitgang Video uitgang S-video uitgang Spelcomputer of videocamera Nederlands 29 Nl AANSLUITINGEN Aansluiten op het netwerk Om dit toestel aan te sluiten op uw netwerk dient u het ene uiteinde van een netwerkkabel (CAT-5 of hoger geclassificeerde zg. ‘straight’ kabel met rechtstreekse doorverbinding) in de NETWORK poort van dit toestel te steken en het andere uiteinde in één van de LAN poorten van uw router die ondersteuning biedt voor de DHCP (Dynamic Host Configuration Protocol) serverfunctie. Het volgende schema toont een aansluitvoorbeeld waarin dit toestel is aangesloten op één van de LAN poorten van een router met 4 poorten. Om te kunnen luisteren naar muziekbestanden op uw PC en YAMAHA MCX-2000 of naar Internetradio, moet elk van de apparaten in kwestie correct aangesloten zijn. Opmerking Als de DHCP serverfunctie van uw router uitgeschakeld is, zult u de netwerkinstellingen met de hand moeten configureren (zie bladzijde 100). YAMAHA MCX-2000 YAMAHA MCX-C15 Internet YAMAHA MCX-A10 (met los verkrijgbare luidsprekers) WAN LAN Modem Router Netwerkkabel NETWORK 30 Nl PC AANSLUITINGEN Aansluiten van de FM en AM antennes Dit toestel wordt geleverd met zowel een FM als een AM binnenantenne. Verbind de antennes op de juiste manier met de bijbehorende aansluitingen. Normaal gesproken zorgen deze antennes voor een voldoende sterke ontvangst. 2 Houd het lipje van de AM ANT aansluiting ingedrukt. 3 Steek één van de draden van de AM ringantenne in de AM ANT aansluiting. 4 Laat het lipje van de AM ANT aansluiting los. 5 Herhaal de stappen 2 t/m 4 en sluit de andere draad aan op de GND aansluiting. Opmerkingen FM binnenantenne (meegeleverd) VOORBEREIDINGEN • U moet de afstemstap (alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied (zie bladzijde 127). • De AM ringantenne moet niet te dicht bij dit toestel geplaatst worden. • De AM ringantenne moet altijd aangesloten blijven, zelfs als er een AM buitenantenne op dit toestel is aangesloten. • Een goed geïnstalleerde buitenantenne geeft een betere ontvangst dan een binnenantenne. Als u last heeft van een slechte ontvangst, kunt u een buitenantenne installeren. Vraag bij uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum naar de mogelijkheden met buitenantennes. AM ringantenne (meegeleverd) ANTENNA FM GND AM AM buitenantenne Gebruik 5 tot 10 meter met plastic geïsoleerd draad dat u bijvoorbeeld uit een raam naar buiten spant. Aarde (GND aansluiting) Voor de grootst mogelijke veiligheid en zo min mogelijk storing dient u de antenne GND aansluiting goed te aarden. Een goede aarding wordt bijvoorbeeld verzorgd door een metalen staaf die in vochtige grond gedreven is. ■ Aansluiten van de AM ringantenne 1 y Wanneer u de AM ringantenne op de juiste manier heeft aangesloten op dit toestel, kunt u de AM ringantenne zo draaien dat u de beste ontvangst bereikt voor uw favoriete AM zenders (zie bladzijde 56). Maak de AM ringantenne gebruiksklaar. Nederlands 31 Nl AANSLUITINGEN Aansluiten van het netsnoer ■ Aansluiten van het netsnoer LET OP Gebruik het meegeleverde netsnoer. Gebruik geen andere netsnoeren, want deze kunnen elektrische schokken veroorzaken of zelfs brand. Steek het meegeleverde netsnoer pas in de netstroomingang nadat u alle andere aansluitingen hebt verricht en steek daarna pas de stekker in het stopcontact. AC IN Naar het stopcontact AC OUTLETS ■ VOLTAGE SELECTOR (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) LET OP De VOLTAGE SELECTOR op het achterpaneel van dit toestel moet worden ingesteld op de ter plekke gebruikte netspanning VOOR u de stekker in het stopcontact steekt. Onjuiste instelling van de VOLTAGE SELECTOR kan dit toestel beschadigen en kan brandgevaar opleveren. Draai de VOLTAGE SELECTOR met de klok mee of er tegenin naar de correcte stand met een gewone schroevendraaier. De voltages zijn als volgt: ...............110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom VOLTAGE SELECTOR 230240V 32 Nl Aanduiding voltage ■ AC OUTLET(S) (SWITCHED) Modellen voor het V.K. en Australië ...................................................... 1 Netstroomaansluiting Model voor Korea ...................................................... Geen Overige modellen...................... 2 Netstroomaansluitingen Met behulp van deze netstroomaansluiting(en) kunt u daarop aangesloten componenten van stroom voorzien. Verbind de netsnoeren van uw andere apparatuur met deze netstroomaansluiting(en). Deze aansluiting(en) wordt (worden) van stroom voorzien wanneer dit toestel is ingeschakeld. Deze aansluiting(en) wordt (worden) echter niet meer van stroom voorzien wanneer dit toestel wordt uitgeschakeld. Voor informatie omtrent het maximale vermogen of het totale stroomverbruik voor de componenten die op deze aansluiting(en) kunnen worden aangesloten, zie “TECHNISCHE GEGEVENS” op bladzijde 146. Geheugen back-up De geheugen back-up schakeling voorkomt dat de opgeslagen gegevens verloren gaan wanneer het toestel uit (standby) staat. Wanneer echter de stekker uit het stopcontact gehaald wordt of de stroomvoorziening om een andere reden langer dan een week onderbroken wordt, zullen de opgeslagen gegevens verloren gaan. AANSLUITINGEN Instellen van de luidspreker-impedantie LET OP 4 Als u luidsprekers van 6 Ohm gebruikt, moet u “SPEAKER IMP.” op “6ΩMIN” zetten VOOR u dit toestel in gebruik neemt. Als voor-luidsprekers kan ook gebruik gemaakt worden van 4 Ohm luidsprekers. Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het voorpaneel om en selecteer “6ΩMIN”. De volgende aanduidingen zullen op het display op het voorpaneel verschijnen. STRAIGHT EFFECT VOORBEREIDINGEN PURE DIRECT SPEAKER IMP. VOLUME TONE CONTROL AUDIO SELECT REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER 6 MIN NIGHT EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO VIDEO AUX OPTICAL USB ON OFF MASTER 5 2,5 1 3 2,4 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen. Controleer of het toestel uit staat. Zie bladzijde 34 voor details omtrent het aan en uit zetten van dit toestel. MASTER 2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/ OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. Opmerking De gewijzigde instelling wordt van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet. Houd ingedrukt STRAIGHT EFFECT 3 MASTER Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer “SPEAKER IMP.”. De volgende aanduidingen zullen op het display op het voorpaneel verschijnen. PROGRAM Nederlands SPEAKER IMP. 8 MIN 33 Nl AANSLUITINGEN Aan en uit zetten van dit toestel Wanneer alle aansluitingen gemaakt zijn, kunt u dit toestel aan zetten. MAIN ZONE ON/OFF STANDBY POWER POWER TV AV PURE DIRECT STANDBY POWER POWER NET/USB AUDIO SEL SLEEP VOLUME PHONO AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER TUNER CD MULTI CH IN NIGHT EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA S VIDEO PHONES VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO VIDEO AUX OPTICAL USB ON OFF MASTER MASTER ON/OFF ■ Aan zetten van dit toestel Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel naar binnen in de ON stand om dit toestel aan te zetten. Wanneer u dit toestel aan zet door op MASTER ON/OFF te drukken, zal de hoofdzone worden ingeschakeld. ■ Aan zetten van de hoofdzone wanneer het toestel uit (standby) staat Druk nog eens op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of op POWER op de afstandsbediening) om de eerste ruimte weer in te schakelen. MAIN ZONE POWER MASTER ON/OFF of Voorpaneel Voorpaneel Afstandsbediening ■ Uit zetten van dit toestel Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. ■ Zet de hoofdzone uit (standby) Druk op MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel (of STANDBY op de afstandsbediening) om de eerste ruimte uit (standby) te zetten. MAIN ZONE MASTER STANDBY Voorpaneel ON/OFF of Opmerkingen • MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel en POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken alleen wanneer MASTER ON/OFF naar binnen is gedrukt in de ON stand. • Zoals gewoonlijk bevelen we u aan het toestel uit (standby) te zetten wanneer u het toestel niet gebruikt. 34 Nl Voorpaneel Afstandsbediening AUTO SETUP AUTO SETUP Dit toestel maakt gebruik van YPAO (YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer) technologie zodat u zelf geen lastige luidspreker-instellingen hoeft te doen en waardoor automatisch een zeer accurate instelling wordt verkregen. De meegeleverde optimalisatie-microfoon pikt het geluid op dat uw luidsprekers maken in de omgeving waar u ze daadwerkelijk zult gebruiken en het toestel analyseert deze geluiden. Gebruiken van het Auto Setup 1 AUDIO SELECT Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER VOORBEREIDINGEN Wanneer u de meegeleverde optimalisatie-microfoon heeft verbonden met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel en op een geschikte locatie in uw luisterruimte heeft geplaatst, kunt u de “Auto Setup” beginnen via het GUI menuscherm. NIGHT EDIT Opmerkingen ZONE ON/OFF STRAIGHT ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT • Sluit een beeldscherm aan om de “Auto Setup” te kunnen doen (zie bladzijde 23). • Wij wijzen u erop dat het normaal is dat tijdens de “Auto Setup” procedure luide testtonen worden geproduceerd. • Om de beste resultaten te bereiken moet u ervoor zorgen dat de ruimte zo stil mogelijk is tijdens de “Auto Setup” procedure. Als er teveel andere geluiden zijn, is het mogelijk dat de resultaten tegenvallen. y • Als er iets mis gaat tijdens de “Auto Setup” procedure en er een foutmelding of een waarschuwing verschijnt op het GUI scherm of op het display op het voorpaneel, raadpleeg dan de “Auto Setup” paragraaf in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op de bladzijden 138 en 139 voor een complete lijst met foutmeldingen en waarschuwingen en wat u in zo’n geval moet doen. • De begininstelling voor elk van de parameters staat vet aangegeven. • Als u het volume en de crossover-frequentie van uw subwoofer kunt instellen, zet het volume dan halverwege (of iets lager) en zet de crossover-frequentie op de maximale waarde. AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE TV MUTE LEVEL TV INPUT PRESET/CH MENU BAND SRCH MODE PURE DIRECT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN MEMORY PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO VIDEO AUX OPTICAL USB Omnidirectionele microfoon 2 Plaats de optimalisatie-microfoon op uw normale luisterplek op een vlak en horizontaal oppervlak met de omnidirectionele microfoonkop naar boven. Optimalisatie-microfoon 4 TV MUTE SET MENU TITLE YPAO DISPLAY EFFECT 4,13 5-12 y Het verdient aanbeveling een statief (enz.) te gebruiken om de optimalisatie-microfoon vast te zetten op dezelfde hoogte als waar uw oren zich zouden bevinden wanneer u op uw luisterplek zit. U kunt de optimalisatiemicrofoon met een schroef met een diameter van 6 mm vastmaken aan een statief (enz.). Nederlands 35 Nl AUTO SETUP 3 4 Controleer de volgende punten voor u met de Auto Setup begint. • De luidsprekers moeten correct zijn aangesloten. • De meegeleverde optimalisatiemicrofoon moet zijn aangesloten op dit toestel en op de juiste manier zijn opgesteld. • Er mag geen hoofdtelefoon zijn aangesloten op dit toestel. • De kamer moet voldoende stil zijn. • Het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel moet aan staan. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU om het GUI menuscherm te openen. Het GUI scherm zal nu verschijnen op het aangesloten beeldscherm. 6 Druk op h om de “Setup Menu” te openen. Skip Wiring Check Distance Size 7 Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer “Wiring”, “Distance”, “Size”, “Equalizing” of “Level” en druk vervolgens op h om de geselecteerde instelling te wijzigen. AMP PRESET/CH SET MENU SOURCE PRESET/CH MENU SRCH MODE TV ENTER ENTER A/B/C/D/E Op dit moment geselecteerde menuonderdeel Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup NET/USB System Memory Option 8 A/B/C/D/E Druk herhaaldelijk op k / n om de gewenste parameter te selecteren en vervolgens op ENTER om uw keuze te bevestigen. \ PRESET/CH 5 Druk herhaaldelijk op k / n en vervolgens op h om “Auto Setup” te selecteren. “Setup Menu” is het op dit moment geselecteerde menu-onderdeel. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Input Select Manual Setup Information Auto Setup Setup Menu System Memory Start Signal Info. Information Setup Menu Wiring Start Distance Size 36 Nl PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E AUTO SETUP 9 Skip Wiring Check Distance Size Wiring Skip Distance Check Size Equalizing Wiring Distance Skip Size Check Equalizing Level Distance Size Skip Equalizing Check: Natural Level Check: Flat Check: Front Size Equalizing Skip Level Check VOORBEREIDINGEN Equalizing (Parametrische equalizerniveau) Regelt de frequentie en het parametrische equalizerniveau voor elk van de kanalen om interferentie tussen de kanalen te verminderen en een samenhangend geluidsveld te creëren. Dit is vooral van belang wanneer u luidsprekers van verschillende afmetingen of verschillende merken gebruikt voor sommige kanalen of wanneer uw kamer bijzondere akoestische kenmerken vertoond. Daarnaast zal de frequentierespons van elk van de kanalen worden afgestemd op de geluidsweergave van uw voorluidsprekers. Keuzes: Check:Natural, Check:Flat, Check:Front, Skip • Selecteer “Check:Natural” om de frequentierespons van alle luidsprekers te middelen, met minder nadruk op de hogere frequenties. Aanbevolen wanneer de “Check:Flat” instelling een beetje schel klinkt. • Selecteer “Check:Flat” om de frequentierespons van alle luidsprekers te middelen. Aanbevolen wanneer al uw luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit zijn. • Selecteer “Check:Front” om de frequentierespons van elk van de luidsprekers in te stellen in overeenstemming met de weergave van uw voorluidsprekers. Aanbevolen wanneer uw voorluidsprekers van aanzienlijk betere kwaliteit zijn dan uw andere luidsprekers. • Selecteer “Skip” om het geselecteerde onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. Herhaal de stappen 7 en 8 tot u alle gewenste instellingen verricht heeft. Dit toestel voert de volgende controles uit: Level (Volumeniveau) Controleert en regelt het volumeniveau van elk van de luidsprekers. Keuzes: Check, Skip • Selecteer “Check” om dit onderdeel automatisch te controleren en in te stellen. • Selecteer “Skip” om dit onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. Wiring (Luidsprekerbedrading) Controleert welke luidsprekers er aangesloten zijn en de polariteit van elk van de luidsprekers. Distance (Luidspreker afstand) Controleert de afstand van elk van de luidsprekers tot de luisterplek en stelt de timing voor elk van de kanalen af. Size (Luidsprekerafmetingen) Controleert de frequentierespons van elk van de luidsprekers en stelt de juiste lage frequentiecrossover voor elk van de kanalen in. Keuzes: Check, Skip • Selecteer “Check” om het onderdeel automatisch te controleren en in te stellen. • Selecteer “Skip” om het onderdeel over te slaan zonder instellingen te wijzigen. 10 Wanneer u alle gewenste instellingen verricht heeft, kunt u op l drukken om terug te keren naar het vorige menuniveau, waarna u door op n te drukken “Start” kunt selecteren. Information Setup Menu Start Start: ENTER Nederlands 37 Nl AUTO SETUP y 11 Als u niet tevreden bent met de resultaten of als u de diverse parameters met de hand wilt instellen, kunt u deze parameters instellen via “Basic” (zie bladzijde 95). Druk op ENTER om de instelprocedure te laten beginnen. Dit toestel begint met de automatische instelprocedure (setup). Er worden luide testtonen geproduceerd via de diverse luidsprekers tijdens de automatische setup. Tijdens de instelprocedure zal de melding “Measuring...” (Aan het meten...) op het GUI scherm verschijnen. Wij raden u aan de kamer te verlaten terwijl dit toestel de automatische setup uitvoert. Hoeveel tijd er nodig is voor de automatische setup hangt mede af van de kamer zelf en de aangesloten luidsprekers (reken op een tijd tussen 30 seconden en 3 minuten). Opmerkingen • Als u veranderingen aanbrengt in de aangesloten luidsprekers, de opstelling van de luidsprekers of de inrichting van uw luisterruimte, moet u de “Auto Setup” opnieuw uitvoeren om uw systeem opnieuw te optimaliseren. • De afstanden bij de “Distance” resultaten kunnen groter zijn dan in werkelijkheid, afhankelijk van de karakteristieken van uw subwoofer. • Bij de “Equalizing” resultaten kunnen er verschillende waarden worden gebruikt voor dezelfde band om een nog gedetailleerde instelling te bereiken. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E 13 Druk op SET MENU om het GUI menuscherm te sluiten. SET MENU y MENU • Om de Auto Setup procedure te stoppen en dit toestel in de pauzestand te zetten, kunt u op één van de cursortoetsen drukken (k / n / l / h) of op ENTER. Druk tijdens pauze op k om de procedure opnieuw uit te voeren, of op l om de Auto Setup procedure te annuleren. • Als er een foutmelding verschijnt en dit toestel stopt met de setup procedure, raadpleeg dan de “Auto Setup” paragraaf onder “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 138, en probeer de Auto Setup procedure opnieuw nadat u het probleem verholpen heeft. 12 Wanneer alle items met succes zijn ingesteld, zal het volgende verschijnen op het GUI scherm. Equalizing Level Result Exit Retry Detail Setup Measurement Over Successfully SRCH MODE Opmerkingen • Nadat u de “Auto Setup” procedure heeft afgemaakt moet u de optimalisatie-microfoon weer losmaken. • De optimalisatie-microfoon is niet goed bestand tegen warmte. Houd deze uit de zon en plaats hem niet bovenop dit toestel. ■ Beoordelen van de resultaten van de automatische setup procedure Met deze functie kunt u de resultaten van de automatische setup beoordelen. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU om het GUI menuscherm te openen. AMP SET MENU SOURCE MENU SRCH MODE TV • Druk op n en selecteer “Setup” om de gemeten waarden definitief te maken. • Druk op k en selecteer “Retry” om de Auto Setup procedure opnieuw te proberen. • Druk op h en selecteer “Detail” om informatie over de meetresultaten en eventuele foutmeldingen te bekijken. Voor details omtrent de diverse waarschuwingen verwijzen we u naar de “Auto Setup” paragraaf in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 138. • Druk op l en selecteer “Exit” om de Auto Setup procedure af te sluiten. Als u “Exit” selecteert, zal “Don’t Setup?” op het scherm verschijnen. Selecteer “Yes” om de gemeten waarden definitief te maken en de procedure af te sluiten. Selecteer “No” om de gemeten waarden te annuleren en de procedure af te sluiten. 38 Nl Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup NET/USB System Memory Option AUTO SETUP 2 Druk herhaaldelijk op k / n en vervolgens op h om “Auto Setup” te selecteren. PRESET/CH PRESET/CH ENTER Wiring (Luidsprekerbedrading) Toont de polariteit van elk van de aangesloten luidsprekers. • “NRM” verschijnt wanneer de polariteit van de luidspreker in kwestie normaal is. • “REV” verschijnt wanneer de polariteit van de luidspreker in kwestie omgekeerd is. ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Opmerking “---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten op het corresponderende luidsprekerkanaal. 4 Distance (Luidspreker afstand) Toont de luidsprekerafstand tot de luisterplek. Druk op l / h om het toestel de waarde voor elk van de afzonderlijke luidsprekerafstanden te laten tonen. Druk op k en selecteer “Information”. Information Wiring Setup Menu Distance Start Size Opmerking “---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten op het corresponderende luidsprekerkanaal. Druk op h en vervolgens herhaaldelijk op n om de items te selecteren die u wilt controleren. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER VOORBEREIDINGEN 3 A/B/C/D/E A/B/C/D/E Size (Luidsprekerafmetingen) Toont de afmetingen van elk van de aangesloten luidsprekers. De cross-over frequentie voor de lage tonen (“Cross”) wordt onderaan het menu aangegeven. • “LRG” verschijnt wanneer de aangesloten luidspreker geschikt is voor de weergave van lage tonen. • “SML” verschijnt wanneer de aangesloten luidspreker niet geschikt is voor de weergave van lage tonen. Opmerking Wiring Distance Size Right Left NRM NRM Front NRM Center NRM NRM Sur. NRM S.Back NRM PRNS NRM NRM NRM SubWfr Reload:ENTER “---” verschijnt wanneer er geen luidspreker is aangesloten op het corresponderende luidsprekerkanaal. Equalizing (Luidspreker equalizer) Toont het resultaat van de regeling van de frequentierespons van elk van de aangesloten luidsprekers. Opmerking Er zal een grijs streepje verschijnen wanneer er geen luidspreker is aangesloten op het corresponderende luidsprekerkanaal. Level (Luidsprekerniveau) Toont het uitgangsniveau van de aangesloten luidsprekers. Opmerking Nederlands Er zal een grijs streepje verschijnen wanneer er geen luidspreker is aangesloten op het corresponderende luidsprekerkanaal. 39 Nl WEERGAVE WEERGAVE LET OP U moet zeer voorzichtig zijn wanneer u DTS gecodeerde CD’s gaat afspelen. Als u een DTS gecodeerde CD afspeelt op een CD-speler die niet geschikt is voor DTS-weergave, zult u alleen een ongewenst geruis of lawaai horen dat zelfs uw luidsprekers kan beschadigen. Controleer of uw CDspeler geschikt is voor DTS gecodeerde CD’s. Controleer ook het geluidsniveau van uw CD-speler voor u een DTS gecodeerde CD gaat afspelen. y Om DTS gecodeerde CD’s weer te kunnen geven bij gebruik van een digitale audioverbinding, moet u voor de weergave begint “Decoder Mode” in het “Input Select” instellen op “DTS” (zie bladzijde 87). Basisprocedure 2 PURE DIRECT VOLUME TONE CONTROL AUDIO SELECT REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron te selecteren. NIGHT EDIT INPUT ZONE CONTROLS ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE INPUT MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA S VIDEO PHONES VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX USB ON OFF MASTER 2 5 4 Voorpaneel TV MUTE POWER POWER TV AV STANDBY POWER NET/USB AUDIO SEL LEVEL SLEEP TV INPUT PRESET/CH MUTE SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE TUNER DTV VCR 1 CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD A/B/C/D/E STRAIGHT 2 AMP + + + TV VOL CH VOLUME LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 2 NIGHT ENHANCER 0 + 10 ENT – – – TV MUTE TV INPUT MUTE TV FREQ/TEXT EON NET RADIO USB MODE SOURCE V-AUX/DOCK CBL/SAT TV DTV 4 ON MULTI CH IN MACRO LEARN VCR 1 CD-R DVR/VCR 2 DVD Afstandsbediening PC/MCX OFF CD MD/TAPE PTY SEEK START REC SOURCE TUNER EFFECT MEMORY 9 2 PHONO CLASSICAL 1 MEMORY SELECT AMP DISPLAY RETURN 5 NET/USB AUDIO ENTER PHONO V-AUX/DOCK CBL/SAT of PURE DIRECT CLEAR RENAME De naam van de geselecteerde signaalbron wordt een paar seconden lang op het display op het voorpaneel en als verkorte melding getoond. Beschikbare signaalbronnen 1 Zet het beeldscherm dat is aangesloten op dit toestel aan. NET/USB V-AUX DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD INPUT: MD/TAPE CD-R CD PHONO MULTI CH TUNER DVD y • U kunt dit toestel bedienen door middel van de grafische gebruikersinterface (Graphical User Interface; GUI) menuschermen. Zie bladzijde 44 voor details. • U kunt de verkorte weergave van meldingen op het beeldscherm aan of uit zetten. Zie bladzijde 94 voor details. 40 Nl Op dit moment geselecteerde signaalbron WEERGAVE 3 4 Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. • Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. • Zie bladzijde 56 voor details omtrent het afstemmen. Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het volume op het gewenste niveau in te stellen. Opmerking Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music Enhancer functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 42). y • Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma. • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. VOLUME ■ Inhoudsgids + of VOLUME Wanneer u... – 52 De klankkleur (toon) van de voor-luidsprekers wilt regelen 52 Naar verbeterde weergave van gecomprimeerd bronmateriaal wilt luisteren 54 y Zie bladzijde 53 voor het instellen van het uitgangsniveau van elke luidspreker. Parameters van geluidsveldprogramma’s wilt bewerken 79 Nachts naar materiaal met een hoog dynamisch bereik (harde geluiden) wilt luisteren 55 Een hoofdtelefoon wilt gebruiken 43 Wilt luisteren naar multikanaals materiaal met 2kanaals stereoweergave 53 Een decoder wilt selecteren om bronmateriaal mee weer te geven 75 Dit toestel zichzelf automatisch uit (standby) wilt laten zetten 45 Afstandsbediening Verdraai PROGRAM op het voorpaneel (of druk op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening) om het gewenste geluidsveldprogramma te selecteren. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en als verkorte melding op het scherm. Zie bladzijde 47 voor details over geluidsveldprogramma’s. of CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 BASISBEDIENING Wilt luisteren naar pure hi-fi stereoweergave Voorpaneel 5 Zie bladzijde STEREO PROGRAM Voorpaneel 5 Afstandsbediening Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogrammacategorie MOVIE Sci-Fi Nederlands Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma 41 Nl WEERGAVE AUTO Selecteren van audio ingangsaansluitingen (AUDIO SELECT) Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. Gebruik deze functie (selecteren van audio ingangsaansluitingen) om over te schakelen naar een andere ingangsaansluiting dan de toegewezen aansluiting wanneer er meerdere aansluitingen beschikbaar zijn voor de signaalbron in kwestie. y • In de meeste gevallen raden we u aan de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO” te laten staan. • U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “Audio Select” in het “Option” (zie bladzijde 105). • U kunt de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting bepalen via de “Audio Select” instelling onder “Input Select” (zie bladzijde 87). 1 Gebruik INPUT op het voorpaneel (of druk op de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron te selecteren. INPUT PHONO V-AUX/DOCK CBL/SAT of DTV Voorpaneel 2 VCR 1 CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD Afstandsbediening Druk herhaaldelijk op AUDIO SELECT op het voorpaneel (of op AUDIO SEL op de afstandsbediening) en selecteer de gewenste instelling voor de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting. AUDIO SELECT AUDIO SEL of Beschikbare signaalbronnen NET/USB V-AUX DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD A.SEL: MD/TAPE CD-R CD PHONO MULTI CH TUNER AUTO Huidige instelling selectiefunctie audio ingangsaansluiting 42 Nl Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1)HDMI (2)Digitale signalen (3)Analoge signalen HDMI Er zullen alleen HDMI signalen worden geselecteerd. Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. COAX/OPT Ingangssignalen worden automatisch geselecteerd in deze volgorde: (1)Digitale signalen die binnenkomen via de COAXIAL aansluiting. (2)Digitale signalen die binnenkomen via de OPTICAL aansluiting. Als er geen signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. ANALOG Er zullen alleen analoge signalen worden geselecteerd. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. Opmerking Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Gebruik “I/O Assignment” in het “Input Select” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 87). WEERGAVE Selecteren van de MULTI CH INPUT component Hiermee selecteert u de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron (zie bladzijde 28). Gebruiken van een hoofdtelefoon U kunt een hoofdtelefoon met een analoge stereostekker aansluiten op de PHONES aansluiting op het voorpaneel. Verdraai de knop voor de keuze van de signaalbron op het voorpaneel en selecteer MULTI CH INPUT (of gebruik MULTI CH IN op de afstandsbediening). PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MAN'L/AUTO FM ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE TUNING MODE ENHANCER NIGHT ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF INPUT MEMORY FM/AM EDIT INPUT PROGRAM OPTIMIZER MIC S VIDEO SILENT CINEMA VIDEO PHONES ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO VIDEO AUX OPTICAL USB ON OFF MASTER MULTI CH IN of Afstandsbediening y Gebruik het “MULTI CH” menu in het “Input Select” om de parameters voor MULTI CH INPUT in te stellen (zie bladzijde 88). Opmerking Geluidsveldprogramma’s en de Compressed Music Enhancer functie kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 46) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 42). y Wanneer u een geluidsveldprogramma selecteert, zal de SILENT CINEMA functie automatisch worden ingeschakeld (zie bladzijde 51). BASISBEDIENING Voorpaneel Opmerkingen • Wanneer u een hoofdtelefoon aansluit, zullen er geen signalen worden gereproduceerd via de luidspreker-aansluitingen. • Wanneer er een hoofdtelefoon is aangesloten, zullen alleen de L/R voorkanalen worden weergegeven. • Alle Dolby Digital en DTS audiosignalen worden teruggemengd naar de linker en rechter hoofdtelefoonkanalen. Tijdelijk uitschakelen van de geluidsweergave Druk op MUTE op de afstandsbediening om de geluidsweergave tijdelijk uit te schakelen. Druk nog eens op MUTE om de geluidsweergave te hervatten. MUTE y 43 Nl Nederlands • U kunt ook VOLUME op het voorpaneel of VOLUME +/– op de afstandsbediening gebruiken om de geluidsweergave te hervatten. • U kunt instellen hoe ver het volume verlaagd wordt via de “Muting Type” parameter in het “Sound” (zie bladzijde 91). • De MUTE indicator knippert op het voorpaneel wanneer de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld en verdwijnt wanneer de geluidsweergave weer wordt hervat. WEERGAVE Bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel door middel van de GUI menuschermen Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt. U kunt de begininstellingen voor het toestel ook bepalen met behulp van het GUI menuscherm (zie bladzijde 78). ■ Onderdelen op het GUI menuscherm Op dit moment geselecteerde decoder Op dit moment geselecteerde signaalbron Op dit moment geselecteerde menu-onderdeel DVD Pro Logic Sci-Fi Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup NET/USB System Memory Option Op dit moment geselecteerde geluidsveldprogramma Menu-gedeelte Manual Setup -40.0dB Huidige menu Volumeniveau (zie bladzijde 41) y • Zet de keuzeschakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP wanneer u dit toestel via de GUI menuschermen wilt bedienen. • Zie bladzijde 78 voor details omtrent de inhoud van het menu-gedeelte. • Dit toestel onthoudt het laatst geselecteerde GUI menuscherm. ■ Basisbediening op het GUI menuscherm AMP + + + TV VOL CH VOLUME SOURCE – TV MUTE 1 LEVEL – TV INPUT PRESET/CH – MUTE SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE 2 PURE DIRECT 4 A/B/C/D/E STRAIGHT MEMORY 3 AUDIO ENTER RETURN Zet op AMP TV DISPLAY EFFECT 5 1 ENTER Druk hierop om het geselecteerde menu-onderdeel te openen en naar het volgende menuniveau te gaan. 2 Cursor l Druk hierop om terug te keren naar het vorige menuniveau. 3 SET MENU Druk hierop om het GUI menuscherm te openen of te sluiten. 4 Cursor k / n Druk hierop om een item in het huidige menuniveau te selecteren. 5 Cursor h Druk hierop om het geselecteerde menu-onderdeel te openen en naar het volgende menuniveau te gaan. 44 Nl WEERGAVE Weergeven van videomateriaal als achtergrond bij audiomateriaal 3 U kunt videobeelden van een videobron combineren met geluid van een audiobron. Zo kunt u bijvoorbeeld naar klassieke muziek luisteren terwijl u op uw beeldscherm kijkt naar mooie landschapsopnamen. SLEEP Gebruik de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om de gewenste videobron te selecteren en kies vervolgens de audiobron. SLEEP 120min. NET/USB PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT VCR 1 SLEEP OFF CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD SLEEP 90min. SLEEP 30min. SLEEP 60min. De SLEEP indicator knippert terwijl u de tijd voor de slaaptimer aan het instellen bent. De SLEEP indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het display keert terug naar het geselecteerde geluidsveldprogramma. Audiobronnen Videobronnen SLEEP y 120min. SLEEP Stel de “BGV” parameter in het “MULTI CH” menu in op de gewenste instelling om de standaard signaalbron voor achtergrondvideo te selecteren voor de MULTI CH INPUT signaalbron (zie bladzijde 88). BASISBEDIENING DTV Druk herhaaldelijk op SLEEP op de afstandsbediening om de gewenste tijd in te stellen. Met elke druk op SLEEP zal het display op het voorpaneel als volgt veranderen. Knippert Gebruiken van de slaaptimer Met deze functie kunt de hoofdzone zichzelf uit (standby) laten schakelen na een door u bepaalde tijd. Deze slaaptimer is bijvoorbeeld handig wanneer u gaat slapen terwijl uw installatie nog aan het spelen of opnemen is. De slaaptimer schakelt ook automatisch de op de AC OUTLET(S) netstroomaansluitingen aangesloten externe apparatuur uit (zie bladzijde 32). 1 Druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening om de gewenste signaalbron te selecteren. STRAIGHT Analog SLEEP Licht op ■ Gebruiken van de slaaptimer Druk net zo vaak op SLEEP op de afstandsbediening tot “SLEEP OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel. SLEEP NET/USB PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV 2 VCR 1 CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD SLEEP OFF Verdwijnt De SLEEP indicator gaat uit en de melding “SLEEP OFF” zal na een paar seconden verdwijnen van het display op het voorpaneel. y U kunt de slaaptimer ook annuleren door met STANDBY op de afstandsbediening (of MAIN ZONE ON/OFF op het voorpaneel) de eerste ruimte van het toestel uit (standby) te zetten. 45 Nl Nederlands Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. Raadpleeg de handleiding van de betreffende component. Zie bladzijde 56 voor details omtrent het afstemmen. GELUIDSVELDPROGRAMMA’S GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Dit toestel is uitgerust met diverse zeer precieze digitale decoders waarmee u kunt profiteren van multikanaals weergave van vrijwel elke stereo of multikanaals geluidsbron. Dit toestel is tevens voorzien van een YAMAHA digitale geluidsveldprogramma (DSP) processor met een aantal geluidsveldprogramma’s waarmee u uw luister-ervaring een extra dimensie kunt geven. y • Wanneer u de “Decoder Mode” parameter in het “Input Select” instelt op “Auto”, zal dit toestel de juiste digitale decoder instellen aan de hand van het ingangssignaal. • De YAMAHA CINEMA DSP functies zijn geheel compatibel met alle Dolby Digital, DTS en Dolby Surround bronnen. • De YAMAHA HiFi DSP geluidsveldprogramma’s zijn natuurgetrouwe reproducties van echte akoestische omgevingen, samengesteld aan de hand van exacte metingen verricht in de betreffende ruimtes, concertzalen, bioscopen enz., zelf. Op deze manier kunt u de variaties waarnemen in de weerkaatsingen van voren, achteren, links en rechts. • U kunt geluidsveldprogramma’s selecteren en instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details. Selecteren van geluidsveldprogramma’s Opmerkingen • Wanneer u een bepaalde signaalbron selecteert, zal het toestel automatisch het laatst met die signaalbron gebruikte geluidsveldprogramma instellen. • Geluidsveldprogramma’s kunnen niet worden geselecteerd wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43) en de ingangsfunctie voor Audio is ingesteld op “ANALOG” (zie bladzijde 42). • Wanneer u DSD materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel de DSD signalen omzetten naar PCM signalen en vervolgens het geselecteerde programma toepassen. • Wanneer u DTS 96/24 materiaal weergeeft zonder geluidsveldprogramma, zal dit toestel het geselecteerde programma toepassen zonder de DTS 96/24 decoder in werking te stellen. • Signalen met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz zullen worden teruggebracht tot 48 kHz of lager, waarna er geluidsveldprogramma’s op kunnen worden toegepast. y U kunt het gewenste geluidsveldprogramma selecteren en de bijbehorende parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details. ■ Bediening via het voorpaneel ■ Afstandsbediening AMP + + + TV VOL CH VOLUME AMP SOURCE PURE DIRECT – – – TV MUTE TV INPUT MUTE TV VOLUME LEVEL AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE PURE DIRECT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO AUDIO ENTER OPTICAL A/B/C/D/E STRAIGHT OPTIMIZER MIC PHONES VIDEO AUX USB ON OFF DISPLAY RETURN EFFECT MEMORY MASTER CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 SELECT EXTD SUR. STEREO SUR. DECODE 5 PROGRAM keuzeknop Verdraai PROGRAM op het voorpaneel. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en als verkorte melding op het scherm. 46 Nl 1 MEMORY 9 MOVIE 6 7 8 2 NIGHT ENHANCER 0 + 10 ENT Toetsen voor de geluidsveldprogramma’s Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op één van de geluidsveldprogrammatoetsen op de afstandsbediening. De naam van het geselecteerde geluidsveldprogramma zal verschijnen op het display op het voorpaneel en als verkorte melding op het scherm. GELUIDSVELDPROGRAMMA’S Beschrijvingen geluidsveldprogramma’s y Kies een geluidsveldprogramma op basis van uw eigen smaak, niet alleen op basis van de naam van het programma oid. Toets afstandsbediening Categorie van het programma Naam van het programma Gecreëerde geluidsvelden (zie bladzijde 13) CINEMA DSP of HiFi DSP MOVIE MOVIE 4 Sci-Fi Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken. DSP Level Init. Delay Room Size Sur. Init. Delay Sur. Room Size SB. Init. Delay Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 80) SB Room Size Dialogue Lift Omschrijving van het programma y Voor muziekmateriaal kunnen we eveneens de Pure Direct weergavefunctie aanbevelen (zie bladzijde 52), de “STRAIGHT” functie (zie bladzijde 51), of de surround decoderfunctie (zie bladzijde 75). CLASSICAL ENTERTAIN 1 3 CLASSICAL Hall in Munich HiFi DSP BASISBEDIENING ■ Voor muziekmateriaal Dit is een grote, waaiervormige concertzaal met ongeveer 2500 zitplaatsen. Bijna het hele interieur is van hout. Er is relatief weinig weerkaatsing via de wanden en het geluid spreidt zich op een verfijnde wijze uit. DSP Level Init. Delay CLASSICAL ENTERTAIN 1 3 Room Size Liveness CLASSICAL Dialogue Lift Hall in Vienna HiFi DSP Een klassieke doosvormige concertzaal met ongeveer 1700 stoelen. De zuilen en ingewikkelde versieringen zorgen voor zeer complexe reflecties en voor een volle en rijke geluidsweergave. DSP Level Init. Delay CLASSICAL ENTERTAIN 1 3 Room Size Liveness CLASSICAL Dialogue Lift Hall in Amsterdam HiFi DSP Dit is een grote doosvormige concertzaal met 2200 zitplaatsen in Amsterdam. De zaal heeft een cirkelvormig podium met zitplaatsen erachter. DSP Level Init. Delay CLASSICAL ENTERTAIN 1 3 Room Size Liveness CLASSICAL Dialogue Lift Church in Freiburg HiFi DSP Dit programma recreëert de akoestiek van een grote kerk in Zuid-Duitsland. De vertraging van de natrillingen is erg lang, terwijl de vroege weerkaatsingen zachter zijn dan in andere geluidsveldprogramma’s. DSP Level Init. Delay Liveness Rev. Time Rev. Delay Rev. Level Dialogue Lift Nederlands 47 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S CLASSICAL 1 CLASSICAL Chamber HiFi DSP Dit programma recreëert een relatief brede ruimte met een hoog plafond, zoals een audiëntiezaal in een paleis. Dit levert plezierige natrillingen op die hof- en kamermuziek ten goede komen. DSP Level Init. Delay LIVE/CLUB 2 Liveness Rev. Time LIVE/CLUB Rev. Delay Rev. Level Dialogue Lift Village Vanguard HiFi DSP Een traditionele jazzclub in New York, op 7th Avenue. Deze ruimte heeft een laag plafond en het “podium” bevindt zich in een hoek van de ruimte. Dit programma creëert een intiem “met de neus er bovenop” gevoel. DSP Level Init. Delay LIVE/CLUB 2 Room Size Liveness LIVE/CLUB Dialogue Lift Warehouse Loft HiFi DSP Dit programma simuleert een door beton omgeven ruimte. Er wordt een energetisch geluidsveld gecreëerd met relatief duidelijke weerkaatsingen van de wanden. DSP Level Init. Delay LIVE/CLUB 2 Room Size Liveness LIVE/CLUB Rev. Time Rev. Delay Rev. Level Dialogue Lift Cellar Club HiFi DSP Dit programma simuleert een ‘live house’ met een laag plafond en een huiselijke atmosfeer. Een realistisch en levendig geluidsveld met een krachtige weergave alsof de luisteraar zich op de eerste rij voor een klein podium bevindt. DSP Level Init. Delay LIVE/CLUB 2 Room Size Liveness LIVE/CLUB Dialogue Lift The Roxy Theatre HiFi DSP Het ideale programma voor levendige, dynamische rockmuziek. De gegevens voor dit programma werden opgenomen in de “hottest” rock club in LA. U bevindt zich virtueel in het midden links in de zaal. DSP Level Init. Delay LIVE/CLUB 2 Room Size Liveness LIVE/CLUB Rev. Time Rev. Delay Rev. Level Dialogue Lift The Bottom Line HiFi DSP Dit is het geluidsveld vlak voor het podium in The Bottom Line, de befaamde New Yorkse jazz club. Er is plaats voor 300 mensen links en rechts en het geluidsveld biedt een realistische en levendige weergave. DSP Level Init. Delay Room Size Liveness Dialogue Lift ■ Voor divers materiaal Opmerking De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel. ENTERTAIN 3 ENTERTAINMENT Sports Dit programma stelt de luisteraar in staat met een rijkere beleving te luisteren naar stereo sportuitzendingen en amusementsprogramma’s uit de studio. Bij sportuitzendingen worden de stemmen van de commentatoren duidelijk in het midden geplaatst, terwijl de atmosfeer van het stadion zich rondom uitspant zodat de luisteraar het gevoel krijgt alsof hij of zij zich middenin het stadion bevindt. DSP Level Init. Delay 48 Nl Room Size Sur. Init. Delay Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ENTERTAIN 3 ENTERTAINMENT Action Game Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor actiespellen zoals racespelletjes en FPS (eerste persoon schiet-) spellen. Er wordt gebruik gemaakt van weerkaatsingsgegevens die het effectbereik per kanaal beperken voor een krachtige spelomgeving waarin de speler helemaal op kan gaan zonder een duidelijk gevoel voor richting te verliezen. DSP Level Init. Delay ENTERTAIN 3 Room Size Sur. Init. Delay Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift ENTERTAINMENT Roleplaying Game Dit geluidsveld is geoptimaliseerd voor rollenspellen en avonturen. Het combineert de effecten voor films en het geluidsveldontwerp voor “Action Game” om de diepte en het driedimensionale gevoel van de spelwereld tijdens het spelen weer te geven, terwijl er ook zoveel mogelijk recht wordt gedaan aan de filmische surroundeffecten in het spel. DSP Level Init. Delay Room Size Sur. Init. Delay Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift ■ Voor visuele muziekbronnen De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel. LIVE/CLUB ENTERTAIN 2 3 ENTERTAINMENT Music Video HiFi DSP Dit geluidsveld geeft een beeld van een concertzaal voor live optredens van pop-, rock- en jazzmuziek. De luisteraar kan zich in een hippe livetent wanen dankzij het aanwezigheidsgeluidsveld dat de nadruk legt op de levendigheid van de vocalen en de solo’s en de beat van de ritmesecties, en dankzij het surroundgeluidsveld dat zorgt voor de ruimtelijkheid van een grote live zaal. DSP Level Init. Delay ENTERTAIN 3 Room Size Sur. Init. Delay ENTERTAINMENT Sur. Room Size SB. Init. Delay BASISBEDIENING Opmerking SB. Room Size Dialogue Lift Recital/Opera Dit programma houdt de hoeveelheid natrillingen op een optimaal niveau en benadrukt de diepte en helderheid van de menselijke stem. “Opera” reproduceert de speciale natrillingen van de orkestbak recht voor de luisteraar en geeft bovendien een sterk gevoel van aanwezigheid voor de artiesten op het podium. Het surround geluidsveld is relatief gematigd, maar er wordt gebruik gemaakt van concertzaal-effecten om de inherente schoonheid van de muziek beter uit te laten komen. Ook na enige uren luisteren naar opera zal de luisteraar niet vermoeid raken. DSP Level Init. Delay Room Size Sur. Init. Delay Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift ■ Voor filmmateriaal y U kunt de gewenste decoder instellen voor gebruik met de volgende geluidsveldprogramma’s (behalve “Mono Movie”). Zie bladzijde 76 voor details. Opmerking De beschikbare geluidsveldparameters en de gecreëerde geluidsvelden hangen mede af van de ontvangen signalen en de instellingen van dit toestel. MOVIE 4 MOVIE Standard DSP Level Sur. Init. Delay Sur. Room Size Sur. Liveness SB. Init. Delay SB. Room Size Nederlands Dit programma creëert een geluidsveld dat de nadruk legt op het omhullende surroundgevoel zonder de oorspronkelijke akoestische positionering van multikanaals audio zoals Dolby Digital en DTS aan te tasten. Het ontwerp gaat uit van het concept van een “ideale bioscoop” waarin het publiek wordt omhuld door de natrillingen van links, rechts en van achteren. SB. Liveness Dialogue Lift 49 Nl GELUIDSVELDPROGRAMMA’S MOVIE MOVIE 4 Spectacle Dit programma zorgt voor een zeer weids geluidsveld, zoals in een 70-mm bioscoop. Het oorspronkelijke geluid wordt zeer precies en gedetailleerd weergegeven, waardoor het geluidsveld en het beeld bijzonder echt lijken. Dit is ideaal voor Dolby Surround, Dolby Digital of DTS gecodeerd videomateriaal (vooral groots opgezette films). DSP Level Init. Delay Room Size Sur. Init. Delay MOVIE MOVIE 4 Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Sci-Fi Dit programma zorgt voor duidelijke weergave van gesproken tekst en geluidseffecten in een vorm die opgang doet in science fiction films, zodat er een weidse cinematische ruimte wordt gecreëerd temidden van de koude stilte. U kunt zo beter genieten van science fiction films in een virtuele geluidsruimte met Dolby Surround, Dolby Digital en DTS gecodeerd materiaal dat gebruik maakt van de meest geavanceerde technieken. DSP Level Init. Delay Room Size Sur. Init. Delay MOVIE MOVIE 4 Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Adventure Dit programma is ideaal voor een precieze reproductie van de nieuwste 70-mm films en films met multikanaals soundtracks. Het geluidsveld bootst dat van de nieuwste bioscopen na, zodat de natrillingen in het geluidsveld zelf zo veel mogelijk beperkt worden. DSP Level Init. Delay Room Size Sur. Init. Delay MOVIE MOVIE 4 Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Drama Dit geluidsveld biedt stabiele natrillingen die geschikt zijn voor een breed scala aan filmgenres, van serieus drama tot musicals en komedies. De natrillingen zijn gematigd maar bieden een optimale 3D gewaarwording, effecttonen en achtergrondmuziek worden zachtjes weergegeven, maar gesproken tekst wordt helder weergegeven en in het midden gepositioneerd op een manier die de luisteraar niet vermoeit, ook niet na vele uren kijken. DSP Level Init. Delay Room Size Sur. Init. Delay MOVIE MOVIE 4 Sur. Room Size SB. Init. Delay SB. Room Size Dialogue Lift Mono Movie Dit programma is bedoeld voor de reproductie van mono videomateriaal (zoals oude films). Het programma produceert optimale natrillingen om het geluid ook alleen met het aanwezigheidsveld diepte te kunnen geven. DSP Level Init. Delay Room Size Liveness Rev. Time Rev. Level Rev. Delay Dialogue Lift ■ Stereoweergave STEREO 5 STEREO 2ch STEREO Gebruik dit programma om multikanaals materiaal terug te brengen naar 2 kanalen. Zie bladzijde 53 voor details. Direct STEREO 5 STEREO 7ch STEREO HiFi DSP Gebruik dit programma om geluid weer te laten geven door alle luidsprekers. Wanneer u multikanaals materiaal weergeeft, zal dit toestel het bronsignaal terugbrengen tot 2 kanalen en het geluid vervolgens weergeven via alle luidsprekers. Dit programma geeft een groter geluidsveld en is ideaal voor achtergrondmuziek bij feesten en partijen enz. Center Level Surround L Level 50 Nl Surround R Level Sur. Back Level Presence L Level Presence R Level GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ■ Gebruiken van geluidsveldprogramma’s zonder surround-luidsprekers (Virtual CINEMA DSP) Virtual CINEMA DSP stelt u in staat te profiteren van de CINEMA DSP programma’s zonder surroundluidsprekers. Dit programma maakt virtuele luidsprekers om het oorspronkelijke geluidsveld te reproduceren. Als u “Surround” op “None” (zie bladzijde 97) instelt, zal Virtual CINEMA DSP automatisch worden ingeschakeld wanneer u een CINEMA DSP geluidsveldprogramma selecteert (zie bladzijde 47). Luisteren naar onbewerkte weergave Wanneer het toestel in de “STRAIGHT” stand staat, worden 2-kanaals stereobronnen alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers. Multikanaals materiaal zal rechtstreeks via de diverse kanalen worden weergegeven zonder verdere toevoeging van effecten. y U kunt de “STRAIGHT” functie ook selecteren via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details. Opmerking ■ Luisteren naar multikanaals materiaal en geluidsveldprogramma’s met een hoofdtelefoon (SILENT CINEMA) SILENT CINEMA stelt u in staat naar multikanaals materiaal of filmsoundtracks, inclusief Dolby Digital en DTS materiaal, te luisteren met een normale hoofdtelefoon. SILENT CINEMA wordt automatisch ingeschakeld wanneer u een hoofdtelefoon aansluit op de PHONES aansluiting terwijl u luistert met de CINEMA DSP of HiFi DSP geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 47). Indien ingeschakeld zal de SILENT CINEMA indicator oplichten op het display op het voorpaneel. Druk op STRAIGHT op het voorpaneel (of de afstandsbediening) en selecteer “STRAIGHT”. STRAIGHT EFFECT EFFECT STRAIGHT Formaat Beschrijving Dolby Digital Standaard verwerking voor Dolby Digital bronmateriaal. DTS Standaard verwerking voor DTS bronmateriaal. Wanneer de signaalbron een DTS-ES Discrete of DTS-ES Matrix ingangssignaal levert, zal de bijbehorende indicator verschijnen op het display op het voorpaneel. DSD Weergave van DSD (Direct Stream Digital) materiaal. PCM Weergave van PCM (pulscode modulatie) materiaal. Opmerkingen • SILENT CINEMA treedt niet in werking wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43). • SILENT CINEMA staat buiten werking wanneer Pure Direct (zie bladzijde 52) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 53) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 51). STRAIGHT of BASISBEDIENING In de volgende gevallen zal Virtual CINEMA DSP niet in werking treden, ook al staat “Surround” op “None” (zie bladzijde 97): – wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43). – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. – wanneer Pure Direct (zie bladzijde 52) of “2ch Stereo” (zie bladzijde 53) is geselecteerd, of wanneer het toestel in de “STRAIGHT” functie staat (zie bladzijde 51). Weergave van multikanaals PCM (pulscode modulatie) materiaal. MPCM Analog Voor weergave van analoog bronmateriaal. ■ Uitschakelen van de “STRAIGHT” weergavefunctie STRAIGHT STRAIGHT of EFFECT EFFECT 51 Nl Nederlands Druk op STRAIGHT op de afstandsbediening zodat “STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt. Eventuele geluidseffecten worden nu weer ingeschakeld. GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES Luisteren naar pure hi-fi weergave Gebruik de Pure Direct functie om te luisteren naar de pure, onveranderde weergave van de geselecteerde bron. Wanneer de Pure Direct functie is ingeschakeld, geeft dit toestel de geselecteerde signaalbron weer met zo min mogelijk tussenliggende schakelingen. Toonregeling Hiermee kunt u de balans tussen de lage en hoge tonen regelen voor de L/R voorkanalen, het middenkanaal, de L/R aanwezigheidskanalen en het subwooferkanaal. 1 Druk nog eens op PURE DIRECT op het voorpaneel (of op de afstandsbediening) om de Pure Direct functie aan of uit te zetten. De PURE DIRECT toets op het voorpaneel zal oplichten wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat. Het display op het voorpaneel wordt automatisch donkerder. Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL op het voorpaneel om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de lage tonen (BASS) te regelen. TONE CONTROL PURE DIRECT of Voorpaneel PURE DIRECT 2 Afstandsbediening Verdraai PROGRAM om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) of de weergave van de lage tonen (BASS) te regelen. Opmerkingen • Wanneer u multikanaals PCM materiaal weergeeft (minder dan 192 kHz), zal dit toestel de multikanaals signalen terugbrengen in overeenstemming met de “Speaker Set” instellingen in het “Basic” (zie bladzijde 96). • Wanneer de component die is verbonden met de HDMI IN aansluitingen wordt geselecteerd als signaalbron en de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting is ingesteld op “AUTO” of “HDMI”, dan zal dit toestel de videoschakelingen niet uitschakelen in de Pure Direct stand. • Wanneer u de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting instelt op “AUTO”, “HDMI” of “COAX/OPT” (zie bladzijde 42) en vervolgens Dolby Digital, DTS of multikanaals PCM materiaal weergeeft, dan zal dit toestel de corresponderende decoder inschakelen. • De volgende handelingen zijn niet mogelijk wanneer dit toestel in de Pure Direct stand staat: – omschakelen van het geluidsveldprogramma – openen van het GUI menuscherm – bedienen van videofuncties (video-conversie enz.) • De Pure Direct functie wordt automatisch geannuleerd wanneer dit toestel uit wordt gezet. y Het display op het voorpaneel wordt alleen ingeschakeld wanneer dat nodig is. PROGRAM ■ Passeren van de schakelingen voor de toonregeling Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer BYPASS en annuleer de toonregeling. TONE CONTROL Opmerkingen • Als u de hoge of lage tonen teveel versterkt of verzwakt, is het mogelijk dat de toonkleur van de surround-luidsprekers niet meer overeenkomt met die van de L/R voor-luidsprekers, midden-luidspreker, L/R aanwezigheidsluidsprekers en de subwoofer. • TONE CONTROL staat buiten werking wanneer PURE DIRECT is geselecteerd, of wanneer MULTI CH INPUT is geselecteerd als signaalbron. y Gebruik de “Tone Control” parameter in het “Sound” menu om de balans te regelen tussen de weergave van de hoge en die van de lage tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon met behulp van het GUI menuscherm. Zie bladzijde 90 voor details. 52 Nl GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES Instellen luidsprekerniveaus U kunt het uitgangsniveau van de luidsprekers instellen terwijl u naar muziek aan het luisteren bent. Dit is ook mogelijk wanneer u een signaal dat via de MULTI CH INPUT aansluitingen binnenkomt afspeelt. U kunt multikanaals materiaal laten terugbrengen tot 2 kanalen voor weergave als 2-kanaals stereo. Opmerking Deze handeling overschrijft de niveau-instellingen die zijn gemaakt via de “Auto Setup” (zie bladzijde 35) en “Speaker Level” (zie bladzijde 100) methodes. 1 Luisteren naar multikanaals materiaal met 2-kanaals stereoweergave Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op LEVEL op de afstandsbediening tot u de luidspreker die u wilt instellen heeft geselecteerd. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk herhaaldelijk op STEREO op de afstandsbediening om “2ch Stereo” te selecteren. AMP SOURCE STEREO 5 AMP TV LEVEL SOURCE 2ch Stereo Display Ingestelde luidspreker FRONT L Linker voor-luidspreker CENTER Midden-luidspreker FRONT R Rechter voor-luidspreker SUR. R Rechter surround-luidspreker SB R Rechter surround achter-luidspreker SB L Linker surround achter-luidspreker SUR. L Linker surround-luidspreker SWFR Subwoofer PRNS L Linker aanwezigheidsluidspreker PRNS R Rechter aanwezigheidsluidspreker y • U kunt een subwoofer gebruiken met dit programma wanneer “Bass Out” is ingesteld op “SWFR” of “Both” (zie bladzijde 98). • U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren door PROGRAM op het voorpaneel te verdraaien. • U kunt de “2ch Stereo” functie ook selecteren en instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details. BASISBEDIENING TITLE BAND TV y • Wanneer u op LEVEL op de afstandsbediening heeft gedrukt, kunt u de gewenste luidspreker ook selecteren met k / n. • In plaats van “SB R” en “SB L”, zal “SB” worden getoond indien “Surround Back” is ingesteld op “Small x1” of “Large x1” (zie bladzijde 97). 2 Druk op l / h op de afstandsbediening om het uitgangsniveau (volume) van de luidspreker te regelen. • Druk op h om de ingestelde waarde te verhogen. • Druk op l om de ingestelde waarde te verlagen. Instelbereik: –10 dB t/m +10 dB PRESET/CH Nederlands ENTER A/B/C/D/E 53 Nl GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES Selecteren van de Compressed Music Enhancer functie Compressie-artefacten (zoals bij MP3) ontstaan onvermijdelijk door compressiemethoden waarbij gegevens verloren gaan omdat bijvoorbeeld de geluidssignalen opnieuw worden bemonsterd met een lagere bitsnelheid en geluiden die voor mensen onhoorbaar zijn worden verwijderd. De Compressed Music Enhancer functie van dit toestel verbetert de geluidsweergave door de vanwege deze zogenaamde compressie-artefacten ontbrekende harmonische signalen te regenereren. Op deze manier wordt gecompenseerd voor de soms vlakke weergave als gevolg van het verlies in het gecomprimeerde bestand van zowel de hoogste als de laagste tonen, hetgeen de algehele geluidskwaliteit van uw systeem ten goede komt. Opmerkingen • Wanneer u DSD of PCM materiaal met een hogere bemonsteringsfrequentie dan 48 kHz weergeeft, zal dit toestel deze terugbrengen tot 48 kHz of minder en de Compressed Music Enhancer functie inschakelen. • De Compressed Music Enhancer functie werkt niet samen met de geluidsveldprogramma’s. y U kunt de Compressed Music Enhancer functie ook selecteren en instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details. Druk herhaaldelijk op ENHANCER op het voorpaneel (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk op ENHANCER op de afstandsbediening) om de gewenste Compressed Music Enhancer functie te selecteren. De volgende verkorte mededeling verschijnt op het beeldscherm en de ENHANCER indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel. AMP ENHANCER of ENHANCER SOURCE ENT TV ENHANCER MUSICENHANCER 2chEnhancer 54 Nl Licht op Keuzes: 2ch Enhancer, 7ch Enhancer, Off • Selecteer “2ch Enhancer” voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 2-kanaals stereo. • Selecteer “7ch Enhancer” voor weergave met compensatie voor compressie-artefacten in 7-kanaals stereo. • Selecteer “Off” om de Compressed Music Enhancer functie uit te schakelen. Opmerking Wanneer u “Off” selecteert, keert dit toestel terug naar het oorspronkelijk ingestelde geluidsveldprogramma. GEBRUIKEN VAN AUDIOFUNCTIES Selecteren van de nacht-luisterfunctie De nacht luisterfuncties zijn ontworpen om bij lage volumes, zoals ’s nachts, toch alles te kunnen verstaan. Kies “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” afhankelijk van wat voor materiaal u gaat afspelen. 1 Druk herhaaldelijk op NIGHT op het voorpaneel (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk op NIGHT op de afstandsbediening) om te kiezen tussen “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC”. Opmerkingen • In de volgende gevallen kunt u de nacht-luisterfuncties niet gebruiken: – wanneer de Pure Direct functie (zie bladzijde 52) is ingeschakeld. – wanneer de component die is verbonden met de MULTI CH INPUT aansluitingen is geselecteerd als signaalbron (zie bladzijde 43). – wanneer er een hoofdtelefoon in de PHONES aansluiting zit. • Hoe groot het effect is van de nachtluisterfuncties hangt mede af van het weergegeven materiaal en van uw instellingen voor surroundweergave. AMP NIGHT SOURCE of NIGHT + 10 TV BASISBEDIENING Keuzes: NIGHT:CINEMA, NIGHT:MUSIC, OFF • Selecteer “NIGHT:CINEMA” wanneer u naar een film gaat kijken om het dynamisch bereik van de soundtrack te verminderen en de gesproken tekst beter verstaanbaar te maken bij lagere volumes. • Selecteer “NIGHT:MUSIC” wanneer u naar muziek wilt luisteren om alle geluiden beter verstaanbaar te maken. • Selecteer “OFF” als u deze functie niet wilt gebruiken. y Wanneer er een nacht-luisterfunctie is geselecteerd, zal de NIGHT indicator oplichten op het display op het voorpaneel. 2 Druk op l / h op de afstandsbediening om het effectniveau te regelen terwijl “NIGHT:CINEMA” of “NIGHT:MUSIC” wordt aangegeven op het display op het voorpaneel. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E Afstandsbediening Effect.Lvl:MID Nederlands Keuzes: MIN, MID, MAX • Selecteer “MIN” voor minimale compressie. • Selecteer “MID” voor standaard compressie. • Selecteer “MAX” voor maximale compressie. y De “NIGHT:CINEMA” en “NIGHT:MUSIC” instellingen worden apart opgeslagen. 55 Nl FM/AM AFSTEMMEN FM/AM AFSTEMMEN Er zijn twee manieren om af te stemmen op een zender: automatisch en handmatig. Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. U kunt ook maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch of met de hand voorprogrammeren. U kunt voorgeprogrammeerde zenders gemakkelijk weer oproepen en indien gewenst twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. Opmerking Stel de aangesloten FM en AM antennes zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen ■ Functies voorpaneel 1 2 AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E ■ Afstandsbedieningsfuncties 3 45 6 7 PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MAN'L/AUTO FM TUNER CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD POWER V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV TUNING MODE MEMORY FM/AM PHONO 1 VCR 1 1 DTV EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO OPTIMIZER MIC PHONES ZONE 3 L R AUDIO VCR 1 DVR/VCR 2 OPTICAL + + + TV VOL CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT MUTE 2 3 LEVEL PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE DISPLAY EFFECT 3 PRESET/TUNING l / h • Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8) kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 59). • Selecteert de frequentie waarop u wilt afstemmen wanneer de dubbele punt (:) niet getoond wordt op het display (zie bladzijde 58). 4 PRESET/TUNING, EDIT • Hiermee schakelt u PRESET/TUNING l / h heen en weer tussen voorkeuzezenders en gewoon afstemmen. • Hiermee kunt u de toewijzing van voorkeuzezenders wijzigen (zie bladzijde 60). 5 FM/AM Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden FM en AM (zie bladzijde 57). 6 MEMORY Hiermee kunt u een zender in het geheugen opslaan. Houd deze toets tenminste 3 seconden ingedrukt om het automatisch voorprogrammeren te laten beginnen (zie bladzijde 59). 7 TUNING MODE Hiermee schakelt u heen en weer tussen automatisch afstemmen (AUTO indicator aan) en handmatig afstemmen (AUTO indicator uit) (zie bladzijde 57). LIVE/CLUB ENTERTAIN V-AUX/DOCK 1 2 3 4 SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 1 MEMORY 9 3 5 PRESET VOLUME A/B/C/D/E MUTE 5 ID1 ID2 ZONE 2 ZONE 3 MOVIE STEREO 5 Zet op SOURCE PURE DIRECT A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN MEMORY 4 TV AUDIO ENTER CLASSICAL 2 A/B/C/D/E Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E) (zie bladzijde 59). DVD AMP VIDEO AUX 1 INPUT keuzeknop Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron. 56 Nl CBL/SAT MD/TAPE NET/USB SELECT ZONE 2 SOURCE PROGRAM STANDBY CD-R ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO CD TUNER 6 7 8 2 NIGHT ENHANCER 0 + 10 ENT 1 TUNER Selecteert “TUNER” (radio) als de signaalbron. Dit toestel zal afstemmen op de laatst geselecteerde zender. 2 BAND Hiermee schakelt u heen en weer tussen de radiobanden FM en AM (zie bladzijde 57). Dit toestel zal afstemmen op de laatst geselecteerde AM of FM zender. 3 PRESET/CH k / n Hiermee kunt u één van de 8 voorkeuzenummers (1 t/m 8) kiezen wanneer de dubbele punt (:) getoond wordt op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 60). 4 Cijfertoetsen Gebruik de cijfertoetsen 1 t/m 8 om een voorkeuzezender te selecteren (zie bladzijde 61). 5 A/B/C/D/E l / h, A/B/C/D/E Selecteert één van de 5 voorkeuzegroepen (A t/m E) (zie bladzijde 59). FM/AM AFSTEMMEN Automatisch afstemmen 3 Automatisch afstemmen gaat goed wanneer u sterke signalen ontvangt en er weinig storing is. Druk op TUNING MODE zodat de AUTO indicator op het display oplicht. TUNING MODE PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/TUNING/CH PRESET/ TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R VIDEO AUDIO A OPTICAL VIDEO AUX USB FM 97.70MHz AUTO ON OFF MASTER 1 Licht op Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING om de dubbele punt (:) uit te schakelen. Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. PRESET/ TUNING INPUT EDIT 4 Voorpaneel 2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM FM of AM Druk één keer op PRESET/TUNING l / h om het automatisch afstemmen te laten beginnen. Wanneer het toestel is afgestemd op een zender, zal de TUNED indicator oplichten en zal de frequentie waarop is afgestemd worden getoond op het display. • Druk op h om af te stemmen op een hogere frequentie. • Druk op l om af te stemmen op een lagere frequentie. BASISBEDIENING 1 Geen dubbele punt (:) 4 32 3 PRESET/TUNING A FM 97.70MHz TUNED Licht op Nederlands 57 Nl FM/AM AFSTEMMEN Handmatig afstemmen 3 Als het signaal van de zender waar u op wilt afstemmen te zwak is, moet u er met de hand op afstemmen. Druk op TUNING MODE zodat de AUTO indicator van het display verdwijnt. TUNING MODE Opmerking Handmatig afstemmen op een FM zender zal automatisch de ontvangst naar mono overschakelen om de kwaliteit van de ontvangst te verbeteren. A FM 97.70MHz PURE DIRECT Geen dubbele punt (:) VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT Als er een dubbele punt (:) verschijnt op het display, kunt u niet afstemmen. Druk op PRESET/TUNING (EDIT) om de dubbele punt (:) uit te schakelen. INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R VIDEO AUDIO OPTICAL VIDEO AUX USB ON OFF MASTER PRESET/ TUNING 1 1 4 32 3 EDIT Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. INPUT 4 Druk op PRESET/TUNING l / h om met de hand af te stemmen op de gewenste zender. Houd de toets ingedrukt om de frequentie doorlopend te laten veranderen. PRESET/TUNING Voorpaneel 2 Druk op FM/AM om de radioband te kiezen. “FM” of “AM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. FM/AM 58 Nl FM of AM FM/AM AFSTEMMEN Automatisch voorprogrammeren U kunt maximaal 40 sterke FM zenders (A1 t/m E8: 8 voorkeuzezenders in 5 groepen) automatisch laten voorprogrammeren op de volgorde waarin deze worden gevonden. U kunt vervolgens gemakkelijk via de bijbehorende voorkeuzenummers afstemmen op de voorgeprogrammeerde zenders. 3 Houd MEMORY tenminste 3 seconden ingedrukt. Het voorkeuzenummer alsook de MEMORY en AUTO indicators gaan knipperen. Na ongeveer 5 seconden zal het automatisch voorprogrammeren beginnen vanaf de huidige frequentie naar hogere frequenties. MEMORY MAN'L/AUTO FM PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL VIDEO AUX A1:FM 97.70MHz USB ON OFF AUTO MEMORY MASTER 1 Verdraai INPUT en selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. INPUT Knippert Wanneer het automatisch voorprogrammeren klaar is, zal de frequentie voor de laatst voorgeprogrammeerde zender op het display getoond worden. y Voorpaneel 2 Knippert 2 3 BASISBEDIENING 1 Druk op FM/AM en selecteer “FM” als de radioband. “FM” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. • U kunt opgeven vanaf welk voorkeuzenummer het toestel moet beginnen met het opslaan van FM zenders. Druk op A/B/C/D/E en vervolgens herhaaldelijk op PRESET/ TUNING l / h nadat u stap 3 heeft uitgevoerd om het voorkeuzenummer te selecteren waaronder de eerste zender zal worden opgeslagen. • U kunt automatisch laten beginnen met afstemmen en opslaan van FM zenders in lagere frequenties. Druk op PRESET/TUNING zodat de dubbele punt (:) verdwijnt van het display op het voorpaneel en druk vervolgens op PRESET/TUNING l nadat u MEMORY tenminste 3 seconden ingedrukt heeft gehouden. Opmerkingen FM/AM FM • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • Als er niet meer dan 40 (E8) zenders ontvangen kunnen worden, zal het automatisch voorprogrammeren stoppen nadat alle beschikbare zenders zijn opgeslagen. • Alleen FM zenders met een voldoende sterke ontvangst worden opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren. Als u een zwakkere zender wilt opslaan, dient u hierop met de hand af te stemmen zoals beschreven onder “Handmatig voorprogrammeren” op bladzijde 60. • Alleen Radio Data Systeem zenders worden automatisch opgeslagen bij het automatisch voorprogrammeren (Alleen op modellen voor het V.K. en Europa). Nederlands 59 Nl FM/AM AFSTEMMEN Handmatig voorprogrammeren 4 U kunt ook met de hand maximaal 40 zenders (A1 t/m E8: 8 zenders in 5 groepen) voorprogrammeren. PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER Druk op PRESET/TUNING l / h om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren terwijl de MEMORY indicator nog aan het knipperen is. • Druk op h om een hoger voorkeuzenummer te selecteren. • Druk op l om een lager voorkeuzenummer te selecteren. NIGHT EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO PRESET/TUNING OPTICAL VIDEO AUX USB ON OFF MASTER 3 4 1 2 2,5 A1:FM 97.70MHz Stem automatisch of met de hand af op een zender. Zie de bladzijden 57 en 58 voor aanwijzingen over hoe u moet afstemmen op een zender. Druk op MEMORY. De MEMORY indicator knippert ongeveer 5 seconden lang op het display op het voorpaneel. 5 MEMORY MAN'L/AUTO FM Voorkeuzenummer MEMORY Knippert MEMORY Knippert Druk op MEMORY terwijl de MEMORY indicator knippert. De radioband en de frequentie voor deze zender verschijnen op het display, samen met de door u geselecteerde voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer. De MEMORY indicator zal van het display op het voorpaneel verdwijnen. MEMORY MAN'L/AUTO FM 3 Druk herhaaldelijk op A/B/C/D/E om een voorkeuzegroep te selecteren (A t/m E) terwijl de MEMORY indicator knippert. De letter van de geselecteerde groep zal nu verschijnen. Controleer of de dubbele punt (:) inderdaad verschijnt op het display. A1:FM 97.70MHz A/B/C/D/E De getoonde zender is opgeslagen als A1. Opmerkingen A :FM 97.70MHz Voorkeuzegroep Dubbele punt (:) 60 Nl MEMORY Knippert • Gegevens voor een zender die reeds zijn opgeslagen onder een bepaald nummer zullen worden gewist wanneer u een andere zender onder dat voorkeuzenummer opslaat. • De soort ontvangst (stereo of mono) wordt samen met de frequentie van de zender opgeslagen. FM/AM AFSTEMMEN Selecteren van voorkeuzezenders U kunt op de gewenste zender afstemmen door eenvoudigweg het voorkeuzenummer waaronder die zender is opgeslagen te selecteren. 2 Druk op PRESET/TUNING l / h op het voorpaneel (of PRESET/CH k / n op de afstandsbediening) om het gewenste voorkeuzenummer (1 t/m 8) te selecteren. De voorkeuzegroep en het voorkeuzenummer verschijnen op het display op het voorpaneel, samen met de radioband en de frequentie. PURE DIRECT PRESET/CH VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM SILENT CINEMA OPTIMIZER MIC ZONE 2 ZONE 3 L R VIDEO S VIDEO AUDIO OPTICAL VIDEO AUX PHONES PRESET/TUNING of USB ENTER ON OFF MASTER A/B/C/D/E 1 2 Voorpaneel Afstandsbediening AMP + + CH VOLUME SOURCE – – – TV MUTE TV INPUT MUTE LEVEL PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE 1,2 TV 1 PURE DIRECT A1:FM 97.70MHz AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT RETURN BASISBEDIENING + TV VOL DISPLAY EFFECT MEMORY y Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren. 1 Druk op A/B/C/D/E op het voorpaneel (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE en druk op A/B/C/D/E l / h op de afstandsbediening) om de gewenste voorkeuzegroep (A t/m E) te selecteren. De letter van de voorkeuzegroep verschijnt op het display op het voorpaneel en verandert met elke druk op de toets. A/B/C/D/E Voorpaneel of PRESET/CH AMP SOURCE TV ENTER Nederlands A/B/C/D/E Afstandsbediening 61 Nl FM/AM AFSTEMMEN Omwisselen van voorkeuzezenders 3 U kunt twee voorkeuzezenders van plaats laten wisselen. In het voorbeeld hieronder ziet u hoe u voorkeuzezender “E1” van plaats kunt laten wisselen met “A5”. Selecteer voorkeuzezender “A5” met A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h. De “A5” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op bladzijde 61. PURE DIRECT A/B/C/D/E PRESET/TUNING VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO VIDEO AUX PHONES OPTICAL USB ON OFF MASTER A5:FM 97.70MHz 3 3 2,4 1 2 Selecteer voorkeuzezender “E1” met A/B/C/D/E en PRESET/TUNING l / h. Zie “Selecteren van voorkeuzezenders” op bladzijde 61. Knippert 4 Houd EDIT tenminste 3 seconden ingedrukt. De “E1” en MEMORY indicators zullen gaan knipperen op het display op het voorpaneel. Knippert Druk nog eens op EDIT. “EDIT E1–A5” zal op het display op het voorpaneel verschijnen wanneer de twee voorkeuzezenders van plaats wisselen. PRESET/ TUNING PRESET/ TUNING EDIT EDIT EDIT E1:FM 97.70MHz Knippert 62 Nl MEMORY Knippert MEMORY E1-A5 RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA) RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA) Radio Data Systeem is een systeem voor gegevensoverdracht dat door FM zenders in een groot aantal landen worden gebruikt. Dit toestel is geschikt voor verschillende soorten Radio Data Systeem gegevens, zoals PS (Programma Service naam), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst), CT (Klok-tijd), EON (Enhanced Other Networks; Verbeterde service andere netwerken) wanneer er wordt afgestemd op Radio Data Systeem zenders. FREQ/TEXT Opmerking FREQ/TEXT EON NET RADIO USB MODE PTY SEEK START REC PC/MCX Raadpleeg “FM/AM radiofuncties en bedieningsorganen” op bladzijde 56 voor informatie over de functies en bedieningsorganen voor het Radio Data Systeem. Tonen van Radio Data Systeem informatie OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. • Wij raden u aan af te stemmen op Radio Data Systeem zenders met behulp van de automatische voorprogrammeerfunctie (zie bladzijde 59). • U kunt ook met de PTY SEEK functie afstemmen op de gewenste voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zender. 2 Druk herhaaldelijk op FREQ/TEXT op de afstandsbediening om de gewenste Radio Data Systeem weergavefunctie te selecteren. Gebruik deze functie om de 4 types Radio Data Systeem informatie weer te laten geven: PS (Programmaservice), PTY (Programmatype), RT (Radio Tekst) en CT (Klok Tijd). De corresponderende indicators zullen oplichten op het display op het voorpaneel. Opmerkingen • U kunt deze Radio Data Systeem weergavefuncties alleen selecteren wanneer de corresponderende Radio Data Systeem indicators oplichten op het display op het voorpaneel. Het kan even duren voor dit toestel alle Radio Data Systeem gegevens heeft ontvangen van de zender in kwestie. • U kunt alleen de door de zender aangeboden Radio Data Systeem functies selecteren. • Als de signalen niet goed genoeg kunnen worden ontvangen, is het mogelijk dat dit toestel geen gebruik kan maken van de Radio Data Systeem gegevens. De “RT” functie in het bijzonder vergt een grote hoeveelheid gegevens en het is daarom mogelijk dat deze functie niet beschikbaar is zelfs wanneer de andere Radio Data Systeem functies wel beschikbaar zijn. • Bij slechte ontvangst kunt u op TUNING MODE (AUTO/ MAN’L) op het voorpaneel drukken zodat de AUTO indicator verdwijnt van het display op het voorpaneel. • Als het signaal externe storing ondervindt terwijl dit toestel de Radio Data Systeem gegevens aan het ontvangen is, kan de ontvangst onverwacht onderbroken worden en kan de melding “...WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. • Wanneer de “RT” functie wordt geselecteerd, kan dit toestel maximaal 64 alfanumerieke tekens, inclusief het trema, aan programmagegevens op het display tonen. Tekens die niet kunnen worden weergegeven worden vervangen door een “_” (onderstreping). • Als de ontvangst wordt onderbroken wanneer de “CT” functie is geselecteerd, zal “CT WAIT” verschijnen op het display op het voorpaneel. BASISBEDIENING 1 FREQ/TEXT NET RADIO PS PTY RT CT Frequentiedisplay • Selecteer “PS” om de naam van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “PTY” om het type van het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “RT” om eventuele tekstgegevens voor het ontvangen Radio Data Systeem programma weer te laten geven. • Selecteer “CT” om de tijd op dit moment weer te laten geven. Nederlands 63 Nl RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA) Selecteren van een Radio Data Systeem programmatype (PTY SEEK functie) Gebruik deze functie om het gewenste radioprogramma te selecteren uit alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders door middel van het programmatype. 4 Druk op PRESET/CH k / n op de afstandsbediening om het gewenste programmatype te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. PRESET/CH y Gebruik de automatische voorprogrammeerfunctie om Radio Data Systeem zenders voor te programmeren (zie bladzijde 59). TV MUTE POWER POWER TV AV STANDBY POWER NET/USB AUDIO SEL PHONO 1 TUNER CD V-AUX/DOCK CBL/SAT 2 4 SLEEP MULTI CH IN MD/TAPE LEVEL TV INPUT PRESET/CH MENU SRCH MODE DVR/VCR 2 DVD EFFECT LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 2 9 0 FREQ/TEXT EON NET RADIO USB NIGHT ENHANCER + 10 ENT MODE PTY SEEK START AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE 1 TV 1 Beschrijving DISPLAY 1 MEMORY SELECT Programmatype A/B/C/D/E STRAIGHT CLASSICAL VCR 1 Licht op PURE DIRECT AUDIO ENTER MEMORY DTV A/B/C/D/E MUTE SET MENU TITLE BAND RETURN CD-R POP M ENTER REC 3,5 NEWS Nieuws AFFAIRS Actualiteiten INFO Algemene informatie SPORT Sport EDUCATE Educatief DRAMA Theater CULTURE Cultuur SCIENCE Wetenschap VARIED Licht amusement POP M Populaire muziek ROCK M Rock muziek M.O.R. M Middle-of-the-road muziek (easy-listening) LIGHT M Licht klassiek CLASSICS Klassiek OTHER M Overige muziek PC/MCX Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk op TUNER op de afstandsbediening, selecteer “TUNER” (radio) als signaalbron. AMP SOURCE TUNER TV 2 Druk herhaaldelijk op BAND en selecteer “FM” als de radioband. LEVEL TITLE BAND 3 FM Druk op PTY SEEK MODE op de afstandsbediening om dit toestel in de PTY SEEK functie te zetten. De naam van het geselecteerde programmatype of “NEWS” zal gaan knipperen op het display op het voorpaneel. MODE PTY SEEK NEWS Knippert y Om de PTY SEEK functie te annuleren, dient u nog eens op PTY SEEK MODE op de afstandsbediening te drukken. 64 Nl RADIO DATA SYSTEEM AFSTEMMEN (ALLEEN MODELLEN VOOR HET V.K. EN EUROPA) 5 Druk op PTY SEEK START op de afstandsbediening om alle voorgeprogrammeerde Radio Data Systeem zenders af te zoeken. Het geselecteerde programmatype blijft knipperen op het display op het voorpaneel en de PTY HOLD indicator licht op terwijl het toestel naar een geschikte zender zoekt. Opmerkingen • U kunt deze functie alleen gebruiken wanneer de EON gegevensservice beschikbaar is. • De EON indicator zal alleen oplichten op het display op het voorpaneel wanneer de EON gegevensservice ontvangen wordt van een Radio Data Systeem zender. EON FREQ/TEXT EON NET RADIO USB MODE PTY SEEK START REC PC/MCX PTY SEEK START PTY HOLD Knippert Licht op Stem af op de gewenste Radio Data Systeem zender. 2 Controleer of de EON indicator brandt op het display op het voorpaneel. Als de EON indicator niet oplicht op het display, dient u af te stemmen op een ander Radio Data Systeem programma waarbij de EON indicator wel gaat branden. y EON Om het zoeken naar geschikte zenders te annuleren, dient u nog eens op PTY SEEK START op de afstandsbediening te drukken. Opmerkingen • Het toestel stopt met zoeken zodra er een zender gevonden wordt die een programma van het geselecteerde type uitzendt. • Als u niet tevreden bent met de gevonden zender, kunt u nog eens op PTY SEEK START drukken om te zoeken naar een andere zender met een programma van het gewenste type. Gebruiken van de dataservice voor verbetering van het gebruik van andere netwerken (Enhanced Other Networks; EON) Druk herhaaldelijk op EON op de afstandsbediening om één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) te selecteren. De naam van het geselecteerde programmatype zal verschijnen op het display op het voorpaneel. EON NEWS USB Licht op y • Om de EON functie te annuleren dient u net zo vaak op EON op de afstandsbediening te drukken tot de naam van het programmatype verdwijnt en de malding “EON OFF” verschijnt op het display op het voorpaneel. • Wanneer u de afstandsbediening gebruikt, dient u de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE te zetten en vervolgens op TUNER te drukken om de “TUNER” (radio) als signaalbron te selecteren. Nederlands Deze functie stelt u in staat te profiteren van de EON (Enhanced Other Networks) gegevensservice van het Radio Data Systeem netwerk. Wanneer u één van de 4 Radio Data Systeem programmatypes (NEWS, AFFAIRS, INFO of SPORT) heeft geselecteerd, zal dit toestel automatisch een bepaalde tijd lang alle beschikbare voorkeuzezenders afzoeken die EON gegevens uitzenden naar een programma van het geselecteerde type. Wanneer de geplande EON service begint, zal dit toestel automatisch overschakelen naar de lokale zender die de EON gegevens uitzendt en vervolgens terugschakelen naar de nationale zender wanneer de EON gegevens ophouden. 3 BASISBEDIENING POP M 1 65 Nl GEBRUIKEN MET EEN IPOD GEBRUIKEN MET EEN iPod Wanneer uw iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel (zie bladzijde 29), kunt met de meegeleverde afstandsbediening de weergave van uw iPod regelen. U kunt de Compressed Music Enhancer functie van dit toestel gebruiken om de geluidskwaliteit van gecomprimeerde digitale audiobestanden (zoals MP3) op uw iPod te verbeteren (zie bladzijde 54). Opmerkingen • Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund. • Afhankelijk van het model of de softwareversie van uw iPod is het mogelijk dat sommige functies daarmee niet compatibel zijn. y • Voor een commplete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor uw iPod, verwijzen we u naar de “iPod” kolom onder “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 110. • Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen we u naar het “iPod” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 137. • Wanneer uw iPod geplaatst wordt in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) aangesloten op de DOCK aansluiting van dit toestel, zal dit toestel de signaaloverdracht met uw iPod beginnen. • Wanneer de verbinding tussen uw iPod en dit toestel tot stand is gebracht, zal de melding “iPod connected” verschijnen op het display op het voorpaneel en zal de DOCK indicator daar ook oplichten. • Alleen analoge audio- en videosignalen van uw iPod worden geaccepteerd door de DOCK aansluiting, en de analoge audiosignalen kunnen voor opname worden gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. • De batterij van uw iPod wordt automatisch opgeladen wanneer uw iPod geplaatst is in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zolang dit toestel aan staat. U kunt ook kiezen of u wilt dat dit toestel de batterij van een aangesloten iPod oplaadt wanneer dit toestel uit (standby) staat door middel van de “Standby Charge” parameter in het “iPod” (zie bladzijde 95). • Terwijl de aangesloten iPod wordt opgeladen terwijl dit toestel uit (standby) staat, zal de oplaadindicator (zie bladzijde 12) getoond worden op het display op het voorpaneel. Wanneer de batterij helemaal is opgeladen (of 4 uur nadat er met opladen is begonnen), zal de indicator van het display verdwijnen. iPod bediening U kunt uw iPod gebruiken wanneer “V-AUX” is geselecteerd als signaalbron. U kunt uw iPod bedienen via het GUI menuscherm van dit toestel (menufunctie) of zonder dit hulpmiddel (eenvoudige afstandsbedieningsfunctie). ■ Bedienen van een iPod met de eenvoudige afstandsbedieningsfunctie U kunt de basisfuncties van uw iPod (weergave, stop, overslaan enz.) uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening, zonder gebruik te maken van het GUI menusysteem van dit toestel. y • U kunt de op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips bekijken. • U kunt de bediening ook uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod. 66 Nl ■ Bedienen van een iPod met de menufunctie U kunt de meer geavanceerde functies van uw iPod uitvoeren met de meegeleverde afstandsbediening met behulp van het GUI menusysteem van dit toestel. De naam van het weergegeven muziekstuk zal op het display op het voorpaneel worden weergegeven in overeenstemming met de “Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.” (zie bladzijde 103). U kunt via het GUI menusysteem ook door de muziekstukken op uw iPod bladeren. U kunt bovendien instellingen voor uw iPod aanpassen aan uw persoonlijke voorkeuren. Opmerkingen • U kunt de bediening niet uitvoeren met de bedieningsorganen op uw iPod. • Het YAMAHA logo zal verschijnen op het display van uw iPod. • Bepaalde tekens kunnen niet worden weergegeven op het display op het voorpaneel of via het GUI menusysteem van dit toestel. Dergelijke tekens worden vervangen door een “_” (onderstreping). • De “Settings” parameters kunnen alleen worden gewijzigd via het GUI menuscherm. Druk op ENTER op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen de “Settings” instellingen. • U kunt niet via het GUI menusysteem bladeren door eventueel op uw iPod opgeslagen foto’s of videoclips. U moet in plaats daarvan de bedieningsorganen op uw iPod gebruiken om de gewenste foto of videoclip te selecteren. • U kunt instellen hoe lang het GUI scherm voor de iPod zal worden weergegeven op het beeldscherm door middel van de “On Screen” parameter onder “Manual Setup” (zie bladzijde 94). GEBRUIKEN MET EEN iPod 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE en druk vervolgens op DISPLAY op de afstandsbediening. Het volgende scherm zal op het beeldscherm verschijnen. AMP SOURCE DISPLAY TV Opmerking Wanneer “Shuffle” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal “ ” verschijnen in de rechter bovenhoek terwijl de muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden weergegeven. Top Playlists Artists Albums Songs Genres Composers Settings Druk op k / n / l / h op de afstandsbediening om het iPod menu te bedienen en druk vervolgens op ENTER om het geselecteerde muziekstuk weer te laten geven. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Repeat (Herhaalde weergave) Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een reeks muziekstukken laten herhalen. Keuzes: Off, One, All • Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “One” om dit toestel één muziekstuk te laten herhalen. • Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken te laten herhalen. Opmerking Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off ” staat, zal “ ” of “ ” oplichten in de rechter bovenhoek terwijl het muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald. ■ De functies van het weergaveinformatiedisplay 5 6 7 Play Information Keuzes: Playlists (speellijsten), Artists (artiesten), Albums (albums), Songs (songs), Genres (genres), Composers (componisten), Settings (instellingen) • Playlists > Songs • Artists > Albums > Songs • Albums > Songs • Songs • Genres > Artists > Albums > Songs • Composers > Albums > Songs • Settings > Shuffle, Repeat BASISBEDIENING 2 Shuffle (Willekeurige weergave) Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde laten weergeven. Keuzes: Off, Songs, Albums • Selecteer “Off ” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “Songs” om dit toestel muziekstukken in willekeurige volgorde te laten weergeven. • Selecteer “Albums” om dit toestel albums in willekeurige volgorde te laten weergeven. 1 1/9 Frankie Zipper 2 Made-to-order 3 Road to India 4 0:51 8 -7:44 9 1 Fragmentnummer/totaal aantal fragmenten 2 Naam van het album 3 Naam van het muziekstuk 4 Verstreken tijd 5 h (weergave) of e (pauze) 6 Pictogrammen voor willekeurige en herhaalde weergave Nederlands 7 Naam van de artiest 8 Voortgangsbalk 9 Resterende tijd 67 Nl GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES Dit toestel is uitgerust met netwerk en USB functies die u in staat stellen te luisteren naar WAV (uitsluitend PCM formaat), MP3 en WMA bestanden die zijn opgeslagen op uw PC, YAMAHA MCX-2000, USB geheugenapparatuur of draagbare USB audiospeler, en die u toegang geven tot Internetradio. Opmerkingen • De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties. • Voor verdere details over netwerkaansluitingen dient u tevens de handleidingen van uw netwerkapparatuur te raadplegen. Raadpleeg indien nodig ook technische referentiewerken. • Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten. y • Voor een complete lijst met afstandsbedieningsfuncties voor de netwerk en USB functies verwijzen we u naar de “PC/MCX-2000/ Internetradio/USB” kolom in “Bedienen van andere componenten” op bladzijde 110. • Voor een complete lijst met statusmeldingen die op het display op het voorpaneel en op het beeldscherm kunnen verschijnen verwijzen we u naar het “Netwerk en USB” gedeelte in het hoofdstuk “OPLOSSEN VAN PROBLEMEN” op bladzijde 135. Uw weg vinden in de netwerk en USB menu’s Het volgende schema laat de opbouw van het netwerk en USB menu zien. NET/USB PC/MusicCAST (MCX-2000) Internet Radio USB Server* Playlists Selecteert een muziekstuk via een op de server opgeslagen speellijst. Raadpleeg de documentatie van de server voor details omtrent de formattering van de speellijst, hoe u een speellijst kunt aanmaken enz. Artists Selecteren van een muziekstuk op artiest. Bovendien kunt u voor een bepaalde artiest ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000). Albums Selecteren van een muziekstuk op album. Songs Direct selecteren van een muziekstuk. Genres Selecteren van een muziekstuk op genre. Bovendien kunt u voor een bepaald genre ook een album selecteren (alleen voor de MCX-2000). Recall Play Laat dit toestel de weergave oproepen van een MCX-2000 of andere cliënt. Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000. Bookmarks Selecteren van een Internetradiozender die is opgenomen in de lijst met “Bookmarks” (zie bladzijde 71). Locations Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op locatie. Genres Selecteren van een Internetradiozender of een Podcast dienst op genre. New Stations Selecteren van een Internetradiozender uit zenders die zojuist met een programma begonnen zijn. Popular Stations Selecteren van een Internetradiozender uit een lijst met populaire zenders. Podcasts Selecteren van een Podcast dienst op locatie of genre. Help Zendt stembegeleiding uit over diverse onderwerpen met betrekking tot de gerelateerde Internetservice. Bestanden/Mappen Selecteren van een bestand door het bladeren door mappen. Opmerking * Alleen de beschikbare PC servers en MCX-2000 apparaten worden getoond. 68 Nl GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES De volgende procedure laat de basisstappen zien voor het navigeren, het bladeren, door de netwerk en USB menu’s. Zie de bladzijden 70 en 71 voor details over elke subsignaalbron. 3 y Opmerking U kunt de gewenste sub-signaalbron ook selecteren door op de corresponderende toets op de afstandsbediening te drukken (zie bladzijde 8). “Please wait” kan verschijnen wanneer de communicatie tijd kost. Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even geduld moeten oefenen. 1 4 NET/USB USB Druk op k / n / l / h op de afstandsbediening om het gewenste muziekstuk of de gewenste Internetradiozender te selecteren. • Druk op k / n om het gewenste menu te selecteren. • Druk op h om het gewenste menu te openen. • Druk op l om terug te keren naar het vorige menuniveau. y • “h” in de rechter hoek van een menuregel geeft aan dat er een submenu beschikbaar is op het volgende menuniveau. • U kunt op ENTER of MENU drukken om het geselecteerde menu te openen of om terug te keren naar het vorige menuniveau. Licht op DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD PHONO MULTI CH TUNER 5 2 NET RADIO PC/MCX TV V-AUX EON REC AMP SOURCE FREQ/TEXT Druk op DISPLAY op de afstandsbediening om terg te keren naar het bovenste NET/USB menu. Het volgende scherm zal op het beeldscherm verschijnen. Als er een ander scherm op het beeldscherm verschijnt, dient u net zo vaak op MENU op de afstandsbediening te drukken tot het NET/USB hoofdmenu verschijnt. BASISBEDIENING Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk op NET/USB op de afstandsbediening en selecteer “NET/USB” als signaalbron. De cursor links van de NET/USB indicator zal oplichten op het display op het voorpaneel en het eerder weergegeven materiaal voor de corresponderende su-signaalbron voor NET/USB zal automatisch worden weergegeven. NET/USB Druk op k / n om de gewenste subsignaalbron te selecteren en druk vervolgens op h of ENTER. Druk op ENTER om het geselecteerde muziekstuk weer te laten geven of om te luisteren naar de geselecteerde zender. y • Zie bladzijde 67 voor details omtrent de functies van het weergave-informatiedisplay. • Afhankelijk van de geselecteerde sub-signaalbron is het mogelijk dat bepaalde items niet voorkomen in het weergave-informatiedisplay. Top PC/MusicCAST Internet Radio USB DISPLAY Nederlands 69 Nl GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES Gebruiken van een PC server of YAMAHA MCX-2000 Gebruik deze functie om te luisteren naar muziekbestanden die zijn opgeslagen op uw PC of YAMAHA MCX-2000. De MCX-2000 is een muziekserver die het concept volgt van YAMAHA’s exclusieve MusicCAST, een digitaal muzieksysteem voor weergave via een persoonlijk netwerk. 1 Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw PC, of registreer dit toestel op uw YAMAHA MCX-2000. • Raadpleeg “Installeren van Windows Media Connect 2.0 op uw PC” op bladzijde 70 en “Registreren van dit toestel op de YAMAHA MCX-2000” op bladzijde 71. • Deze procedure hoeft u alleen de eerste keer uit te voeren. 2 Zet uw PC of MCX-2000 aan. De PC server of MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST. 3 Selecteer de gewenste server or MusicCAST om de weergave te laten beginnen. Opmerkingen • De YAMAHA MCX-2000 is mogelijk niet verkrijgbaar in bepaalde locaties. • U kunt dit toestel aansluiten op maximaal 4 PC servers en op 1 MCX-2000 en elke server moet zijn aangesloten op hetzelfde subnet als dit toestel. • Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden op uw PC niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten. • (Alleen voor de MCX-2000) Bestanden met een asterisk (*) zijn niet omgezet naar MP3 formaat. U kunt dergelijke bestanden niet onmiddellijk afspelen, behalve wanneer u de “Receive PCM Stream” instelling voor dit toestel instelt op “ON” op MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van de MCX-2000. y • Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden aangegeven. • U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu op het beeldscherm. • U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave bepalen via de “Play Style” parameters in het “NET/USB” (zie bladzijde 101). • U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het display op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en vervolgens alleen moet worden aangeduid met de eerste 14 tekens via de “Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.” (zie bladzijde 103). 70 Nl ■ Installeren van Windows Media Connect 2.0 op uw PC Met Windows Media Connect 2.0 kunt u de op uw PC opgeslagen audiobestanden weergeven. Raadpleeg voor details de documentatie van Windows Media Connect 2.0. 1 Installeer Windows Media Connect 2.0 op uw PC. U kunt het installatieprogramma voor Windows Media Connect 2.0 downloaden van de Microsoft website. 2 Zet uw PC aan en deel een map op de PC met anderen. De ‘gedeelde’ map wordt toegevoegd aan de serverlijst op het submenu van PC/MusicCAST. Opmerkingen • Het is mogelijk dat bepaalde beveiligingssoftware op uw PC (antivirussoftware, firewall enz.) de toegang van dit toestel tot uw PC blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste instellingen in de betreffende beveiligingssoftware. • Als u een PC gebruikt met Windows XP Professional en de PC inlogt op een domein, is het mogelijk dat u geen verbinding zult kunnen krijgen met de PC server. Log in een dergelijk geval in op de lokale machine in plaats van het domein. GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES ■ Registreren van dit toestel op de YAMAHA MCX-2000 U moet dit toestel registreren op uw YAMAHA MCX-2000 zodat dit toestel kan worden herkend door uw YAMAHA MCX-2000. Raadpleeg voor details de handleiding van uw YAMAHA MCX-2000. 1 Zet dit toestel uit. 2 Zet uw YAMAHA MCX-2000 in de “Auto Config” stand. 3 Opmerkingen • Het laatste deel van de cliënt ID van dit toestel is hetzelfde als de laatste 5 cijfers van het MAC adres van dit toestel. Voor details over het MAC adres, zie bladzijde 102. • Om de geregistreerde cliënt ID van dit toestel te wissen dient u de “Manual Config” stand van uw YAMAHA MCX-2000 te gebruiken (raadpleeg de handleiding van uw MCX-2000) en de “N-RESET” instelling in het geavanceerde instellingenmenu van dit toestel op “RESET” te zetten (zie bladzijde 127). • De cliënt bedieningsfuncties van MusicCAST zijn niet beschikbaar met betrekking tot dit toestel, met uitzondering van “View Play Info”, “Receive PCM Stream” en “Edit Client title”. Vermijd het gebruik van deze functies, want deze zullen de weergave op dit toestel stoppen. Gebruik deze functie om naar Internetradiozenders te luisteren. Dit toestel maakt gebruik van de vTuner service voor Internetradiozenders, speciaal aangepast voor dit toestel, met een database van meer dan 2000 radiozenders. Bovendien kunt u uw favoriete zenders opslaan door middel van ‘bladwijzers’. Opmerkingen • Deze service kan zonder kennisgeving worden opgeheven. • Het is mogelijk dat sommige Internetradiozenders niet kunnen worden weergegeven, ook al worden ze geselecteerd in het NET RADIO menu. • Om naar de Internetradio te kunnen luisteren, moet dit toestel aangesloten zijn op uw netwerk (zie bladzijde 30). • Een smalband internetverbinding (bijv. 56K modem, ISDN) zal geen goede resultaten opleveren en daarom bevelen we een breedbandaansluiting aan (bijv. een kabelmodem, xDSL modem, enz.). Neem voor gedetailleerde informatie hieromtrent contact op met uw internet service-provider. y • U kunt met h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu op het beeldscherm. • Een “Podcast” is een soort Internetradioprogramma en er zijn een aantal Podcast programma’s beschikbaar op het Internet. Een Podcast is geen doorlopende voorstelling. Dat wil zeggen dat dit toestel de weergave zal stoppen wanneer de Podcast is afgelopen. • Het is mogelijk dat een bepaalde beveligingsvoorziening (zoals een firewall) de toegang van dit toestel tot Internetradiozenders blokkeert. Maak in een dergelijk geval de juiste beveligingsinstellingen. BASISBEDIENING Zet dit toestel aan. • De MCX-2000 wordt toegevoegd aan de serverlijst op het submenu van PC/MCX. • De cliënt ID van dit toestel verschijnt in het inbeeld display van uw YAMAHA MCX-2000 (als CL-XXXXX), en hiermee is de automatische configuratieprocedure ten einde. Gebruiken van de Internetradio ■ Opslaan van uw favoriete Internetradiozenders met behulp van bladwijzers Gebruik deze functie om snel uw favoriete Internetradiozender op te kunnen zoeken. Houd TITLE op de afstandsbediening ingedrukt terwijl u luistert naar de gewenste Internetradiozender. De opgeslagen Internetradiozender wordt toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst (zie bladzijde 68). y Om een opgeslagen zender te verwijderen van de lijst, dient u deze zender te selecteren op het eerste niveau van de “Bookmarks” lijst en dan op de afstandsbediening TITLE ingedrukt te houden. Nederlands 71 Nl GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES Gebruiken van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting Gebruik deze functie om te kunnen luisteren naar WAV (alleen PCM formaat), MP3 en WMA bestanden op USB geheugenapparatuur of draagbare USB audiospelers die zijn aangesloten op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel. Gebruiken van sneltoetsen Met deze functie kunt u direct toegang krijgen tot de gewenste muziekbron (WAV, MP3 en WMA bestanden opgeslagen op een aangesloten PC, MCX-2000 of USB geheugenapparatuur en Internetradiozenders). U kunt voor elke signaalbron 8 items voorprogrammeren. ■ Toewijzen van items aan de cijfertoetsen (1-8) Opmerkingen • Dit toestel biedt ondersteuning voor USB massaopslagapparaten die gebruik maken van FAT 16 of FAT 32. • Alleen de eerste partitie wordt weergegeven in het GUI menusysteem. U kunt geen bestanden selecteren in andere partities. • Er kunnen maximaal 8 mapniveaus met 500 muziekbestanden per map worden herkend. • Het is mogelijk dat sommige apparaten niet naar behoren functioneren, ook al voldoen ze aan de eisen. • Het is mogelijk dat sommige WAV, MP3 en WMA bestanden niet weergegeven kunnen worden of veel ruis of storing bevatten. • Wanneer u USB geheugenapparatuur of een draagbare USB audiospeler aansluit, kan het ongeveer 10 seconden duren voor het apparaat herkend wordt. y • Terwijl er een muziekstuk wordt weergegeven, zal de verstreken tijd onderaan het weergave-informatiedisplay worden aangegeven. • U kunt met b / a vooruit/terug springen en met h / s de weergave starten/stoppen, onafhankelijk van het menu in het in-beeld display. • U kunt de instellingen voor herhaalde en willekeurige weergave bepalen via de “Play Style” parameters in het “NET/USB” (zie bladzijde 101). • U kunt instellen of de bedieningsstatus doorlopend over het display op het voorpaneel moet lopen of maar één keer en vervolgens alleen moet worden aangeduid met de eerste 14 tekens via de “Scroll” instelling in het “Front Panel Disp.” (zie bladzijde 103). ■ 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk op NET/USB op de afstandsbediening, selecteer “NET/USB” als signaalbron. AMP NET/USB SOURCE TV 2 Selecteer de gewenste muziekbron die u wilt toewijzen aan de cijfertoets (1-8) en laat de bron weergeven. Zie bladzijde 69 voor details. 3 Druk op MEMORY. Dit toestel gaat in de stand voor het programmeren van het geheugen. De MEMORY indicator knippert en de volgende melding zal verschijnen op het beeldscherm en op het display op het voorpaneel. Aansluiten van USB geheugenapparatuur of een draagbare audiospeler met een USB aansluiting RETURN MEMORY Sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler aan op de USB poort op het voorpaneel van dit toestel. -:PC/MCX Voorkeuzenummer ENHANCER MEMORY Knippert NIGHT S y Als u elk van de volgende stappen niet binnen 5 seconden uitvoert, zal het programmeren van het geheugen automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. USB USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler 72 Nl GEBRUIKEN VAN NETWORK/USB FUNCTIES 4 Druk op de gewenste cijfertoets (1-8). Het bij de cijfertoets behorende nummer verschijnt nu op het beeldscherm of op het display op het voorpaneel. NET/USB CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 V-AUX DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MOVIE MD/TAPE CD-R CD PHONO MULTI CH 3 Druk op de cijfertoets (1-8) waaronder het gewenste item is opgeslagen om dit item te selecteren voor weergave. Het geselecteerde voorkeuzenummer verschijnt op het display op het voorpaneel en dit toestel zal beginnen met de weergave van het onder de geselecteerde cijfertoets opgeslagen item. CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 MOVIE TUNER 1:PC/MCX MEMORY NET/USB Geselecteerde voorkeuzenummer V-AUX DVR/VCR 2 VCR 1 CBL/SAT DTV DVD MD/TAPE CD-R CD PHONO MULTI CH TUNER 1:PC/MCX Knippert 5 Druk op ENTER of MEMORY om uw keuze te bevestigen. PRESET/CH of RETURN ENTER MEMORY A/B/C/D/E ■ Selecteer een item met de cijfertoetsen (1-8) 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE, druk vervolgens herhaaldelijk op NET/USB op de afstandsbediening, selecteer “NET/USB” als signaalbron. AMP NET/USB SOURCE TV 2 Selecteer de gewenste sub-signaalbron. FREQ/TEXT EON NET RADIO USB REC PC/MCX Opmerkingen • “Empty Memory!” verschijnt op het display op het voorpaneel en als verkorte melding op het beeldscherm wanneer u op een cijfertoets (1-8) drukt waaronder geen item is opgeslagen. • In de volgende gevallen zal dit toestel niet in staat zijn het correcte item zoals opgeslagen onder een cijfertoets (1-8) op te roepen: – het aangesloten USB apparaat is niet correct. – de PC of MCX-2000 waarop het geselecteerde item is opgeslagen staat uit of is niet aangesloten op het netwerk. – de geselecteerde Internetradiozender is tijdelijk niet beschikbaar of bestaat niet meer. – de directory (map) van het geselecteerde item is gewijzigd. BASISBEDIENING Geselecteerde voorkeuzenummer y Dit toestel bewaart de relatieve positie van de voorgeprogrammeerde items in een directory of speellijst en kan het correcte item niet oproepen met de cijfertoetsen (18) als u muziekbestanden toevoegt aan of wist uit dezelfde directory of speellijst als voorgeprogrammeerde items. In dergelijke gevallen dient u het gewenste item opnieuw onder de cijfertoetsen (1-8) te programmeren. We raden u de volgende methodes aan: PC server/MCX-2000 Maak acht speellijsten aan met de gewenste items en programmeer het bovenste item van elk van deze speellijsten voor onder de gewenste cijfertoets (1-8). Wanneer u de onder de cijfertoetsen (1-8) voorgeprogrammeerde items wijzigt, dient u de in de speellijst geregistreerde items te vervangen door de gewenste items zonder de speellijst zelf te wissen. 73 Nl Nederlands USB apparaten Maak acht directories (mappen) aan met de gewenste items in een directory naast de directory met alle muziekbestanden en programmeer dan het bovenste item van elk van deze directories voor onder de gewenste cijfertoets (1-8). Wanneer u de onder de cijfertoetsen (1-8) voorgeprogrammeerde items wijzigt, dient u de items in de directory te vervangen door de gewenste items zonder de directory zelf te wissen. OPNEMEN OPNEMEN Opname-instellingen en andere handelingen dienen te worden verricht op de opname-apparatuur. Raadpleeg eventueel de handleidingen van de betreffende componenten. LET OP Het DTS signaal bestaat uit een digitale bitstroom. Als u probeert digitale opnamen te maken van de DTS bitstroom, zal er slechts ruis worden opgenomen. Als u dit toestel wilt gebruiken om DTS materiaal op te nemen, moet u een aantal dingen in gedachten houden en dient u de volgende instellingen te verrichten. Om DTS gecodeerde DVD’s en CD’s (bij gebruik van een digitale audioverbinding) af te kunnen spelen op een speler die geschikt is voor DTS, dient u de handleiding van de speler te volgen en deze zo in te stellen dat de speler een analoog signaal produceert. Opmerkingen • Wanneer dit toestel uit (standby) staat, kunt u niet opnemen tussen op dit toestel aangesloten componenten. • De TONE CONTROL instellingen (zie bladzijde 52), het ingestelde VOLUME, de luidsprekerniveaus (zie bladzijde 100) en de geluidsveldprogramma’s (zie bladzijde 47) hebben geen invloed op het opgenomen materiaal. • Er kunnen geen opnamen gemaakt worden van een signaalbron die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen van dit toestel. • Digitale signalen die binnenkomen via de DIGITAL INPUT aansluitingen worden niet ten behoeve van uw opnamen gereproduceerd via de analoge AUDIO OUT (REC) aansluitingen. Op dezelfde manier worden analoge signalen die binnenkomen via de AUDIO IN aansluitingen niet gereproduceerd via de DIGITAL OUTPUT aansluiting. Als uw signaalbron alleen digitaal (of alleen analoog) is aangesloten, kunt u dus ook alleen maar digitale (of alleen analoge) signalen daarvan opnemen. • Een bepaalde signaalbron wordt niet gereproduceerd via hetzelfde OUT (REC) kanaal. • S-video en composiet videosignalen worden gescheiden verwerkt door dit toestel. Daarom kunt u bij het opnemen of kopiëren van videosignalen van een videobron die alleen is aangesloten op een S-video aansluiting (of alleen op een composiet video-aansluiting) alleen een S-videosignaal (of alleen een composiet videosignaal) opnemen met uw videorecorder. • Audiosignalen die binnenkomen via de DOCK aansluiting kunnen via de analoge AUDIO OUT (REC) uitgangsaansluitingen worden weergegeven en opgenomen. • Controleer de regelingen met betrekking tot het auteursrecht in het gebied waar u zich bevindt voor u opnamen gaat maken van CD’s, radio enz. Opnemen van auteursrechtelijk beschermd materiaal kan inbreuk maken op de op het materiaal rustende rechten. y Maak een test-opname voor u aan de echte opname begint. Als u videomateriaal weergeeft met gescramblede (verhaspelde) of gecodeerde signalen die moeten voorkomen dat het materiaal gekopieerd wordt, is het mogelijk dat deze signalen de weergave zelf storen. 3 PURE DIRECT VOLUME AUDIO SELECT TONE CONTROL REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer de signaalbron waarvan u wilt opnemen. Selecteer “SOURCE” om op te nemen van de op dit moment geselecteerde signaalbron. ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO VIDEO AUX OPTICAL USB ON OFF MASTER 32 PROGRAM Voorpaneel 1 Zet alle aangesloten componenten aan. 2 Druk net zo vaak op REC OUT/ZONE 2 tot de RECOUT indicator oplicht op het display op het voorpaneel. REC OUT/ ZONE2 RECOUT 74 Nl 4 Start de weergave op de geselecteerde broncomponent of stem af op een zender. 5 Start de opname op de opnemende component. GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN Selecteren van decoders 2 ■ Selecteren van decoders voor 2-kanaals materiaal (surround decoderfunctie) Gebruik deze functie om bepaald materiaal af te spelen met een van tevoren door u geselecteerde decoder. U kunt 2-kanaals materiaal via meer kanalen laten weergeven. Druk herhaaldelijk op SELECT op de afstandsbediening om de gewenste decoder te selecteren. U kunt kiezen uit de volgende functies, afhankelijk van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren. SELECT 1 7 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SUR. DECODE op de afstandsbediening om de surround decoderfunctie te selecteren. AMP SOURCE SUR. DECODE 6 TV y • U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en vervolgens herhaaldelijk op l / h op de afstandsbediening te drukken. • U kunt de gewenste decoder selecteren en de bijbehorende parameters instellen via het GUI menuscherm. Zie bladzijde 79 voor details. ■ Decoder beschrijvingen SUR.DECODE 6 Categorie van het programma SUR. DECODE GEAVANCEERDE BEDIENING Toets afstandsbediening Naam van de decoder (Decoder Type) PLIIxMusic PLIIMusic Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97). Panorama Dimension Center Width Beschikbare geluidsveldparameters (zie bladzijde 80) SUR.DECODE 6 SUR. DECODE Omschrijving van het programma PRO LOGIC Dolby Pro Logic verwerking voor alle bronmateriaal. SUR.DECODE 6 PLIIx Movie PL II Movie SUR. DECODE Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97). SUR.DECODE 6 SUR. DECODE PLIIx Music PL II Music Panorama Dimension Center Width 75 Nl Nederlands Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor muziekmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97). GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN SUR.DECODE 6 PLIIx Game PL II Game SUR. DECODE Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor spelmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97). SUR.DECODE 6 SUR. DECODE Neo: 6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal. SUR.DECODE 6 SUR. DECODE Neo:6 Music DTS verwerking voor muziekmateriaal. Center Image y Wanneer u de surround decoderfunctie selecteert voor Dolby Digital, DTS of DTS 96/24 materiaal, zal dit toestel automatisch het “SURROUND DECODE Dolby Digital”, “SURROUND DECODE DTS” of “SURROUND DECODE DTS 96/24” programma selecteren. ■ Selecteren van de met geluidsveldprogramma’s te gebruiken decoders Gebruik deze functie om te kiezen welke decoder u wilt gebruiken met MOVIE geluidsveldprogramma’s (behalve met “Mono Movie”). Zie bladzijde 49 voor details over MOVIE geluidsveldprogramma’s. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op MOVIE op de afstandsbediening tot u het gewenste MOVIE geluidsveldprogramma heeft geselecteerd. Beschikbare decoders (Decoder Type) Decoder Functies PRO LOGIC Dolby Pro Logic verwerking voor elk bronmateriaal PLIIx Movie PLII Movie Dolby Pro Logic IIx (of Dolby Pro Logic II) verwerking voor filmmateriaal. De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97). AMP MOVIE SOURCE 4 TV 2 Druk herhaaldelijk op SELECT om de decoder te selecteren die u wilt gebruiken met het geselecteerde geluidsveldprogramma. U kunt kiezen uit de volgende decoders, afhankelijk van het materiaal dat wordt afgespeeld en uw persoonlijke voorkeuren. y • U kunt de gewenste decoder kiezen door op SELECT en vervolgens herhaaldelijk op l / h op de afstandsbediening te drukken. • U kunt ook decoders selecteren om te gebruiken met geluidsveldprogramma’s via het GUI menuscherm. Zet “Decoder Type” onder “Stereo/Surround” op de gewenste instelling (zie bladzijde 79). 76 Nl Neo:6 Cinema DTS verwerking voor filmmateriaal GEAVANCEERDE GELUIDSINSTELLINGEN ■ Selecteren van decoders voor multikanaals materiaal Als u surround achter-luidsprekers heeft aangesloten, kunt u via deze functie profiteren van 6.1/7.1-kanaals weergave van multikanaals signaalbronnen met behulp van de Dolby Pro Logic IIx, Dolby Digital EX of DTS-ES decoder. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk herhaaldelijk op EXTD SUR. op de afstandsbediening om heen en weer te schakelen tussen 5.1- of 6.1/7.1-kanaals weergave. AMP EXTD SUR. SOURCE 8 TV 2 Druk herhaaldelijk op l / h om een decoder te selecteren terwijl de naam van de decoder getoond wordt. PRESET/CH ENTER Automatisch AUTO Wanneer er een speciale code (vlag) die door dit toestel kan worden herkend in het ingangssignaal aanwezig is, zal het toestel zelf de optimale decoder voor weergave via 6.1/ 7.1 kanalen selecteren. Als het toestel de ‘vlag’ niet kan herkennen of als het signaal geen ‘vlag’ bevat, kan er niet automatisch via 6.1/ 7.1 kanalen worden weergegeven. Decoder Functies PLIIxMovie q D+PLIIx Movie DTS+PLIIx Movie MPCM+PLIIx Movie DSD+PLIIx Movie Voor weergave van multikanaals materiaal via 7.1 kanalen met de Pro Logic IIx filmdecoder. PLIIxMusic q D+PLIIx Music DTS+PLIIx Music MPCM+PLIIx Music DSD+PLIIx Music Voor weergave van multikanaals materiaal via 6.1/ 7.1 kanalen met de Pro Logic IIx muziekdecoder. DTS ES DTS 96/24 ES Voor weergave van DTS signalen via 6.1/7.1 kanalen met de DTS-ES decoder. DOLBY D EX DTS+DOLBY EX MPCM+DOLBY EX DSD+DOLBY EX Voor weergave van multikanaals materiaal via 6.1/ 7.1 kanalen met de Dolby Digital EX decoder. Uit OFF Er worden geen decoders gebruikt om 6.1/7.1 kanalen te creëren. Opmerkingen • “PLIIx Movie” is alleen beschikbaar wanneer “Surround Back” (zie bladzijde 97) is ingesteld op “Small x2” of “Large x2”. • Sommige discs met 6.1/7.1-kanaals materiaal hebben geen aparte signalering (vlag) die dit toestel automatisch kan detecteren. Wanneer u een dergelijke disc met 6.1/7.1-kanaals materiaal afspeelt, dient u met de hand een decoder (“PLIIx Music”, “EX/ES” of “EX”) te kiezen. • In de volgende gevallen is 6.1/7.1-kanaals weergave niet mogelijk, ook al wordt EXTD SUR. ingedrukt: – wanneer “Surround” (zie bladzijde 97) of “Surround Back” (zie bladzijde 97) op “None” staat. – wanneer de met de MULTI CH INPUT aansluitingen verbonden signaalbron wordt weergegeven. – wanneer het weergegeven materiaal geen linker en rechter surroundsignalen bevat. – wanneer er een Dolby Digital KARAOKE signaalbron wordt weergegeven. – wanneer de “2ch Stereo” (zie bladzijde 53) of Pure Direct (zie bladzijde 52) functie is ingeschakeld. • Wanneer dit toestel uit wordt gezet, zal deze instelling terugkeren naar “Auto”. • De Pro Logic IIx decoder kan niet worden gebruikt wanneer “Surround Back” op “None” is ingesteld (zie bladzijde 97). GEAVANCEERDE BEDIENING A/B/C/D/E Decoders Afhankelijk van de formattering van het weergegeven materiaal kunt u kiezen uit de volgende decoders. Nederlands 77 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Dit toestel beschikt over een verfijnde grafische gebruikersinterface (GUI) met menuschermen die u helpen de versterkerfuncties van dit toestel te bedienen. Via de GUI menuschermen kunt u informatie bekijken over de ontvangen signalen en de toestand waarin het toestel zich bevindt. Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup NET/USB System Memory Option ■ Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te selecteren en de programma-instellingen te wijzigen (zie bladzijde 79). ■ Input Select (Ingangskeuze menu) Gebruik deze functie om de signaalbron te selecteren en de parameters voor elke signaalbron aan te passen. ■ Manual Setup (Handmatige setup menu) Via deze functie kunt u met de hand de luidspreker- en systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 88). Sound (Geluidsmenu) Via dit menu kunt u met de hand alle luidspreker-instellingen wijzigen, de kwaliteit en de toonkleur van de weergave van uw systeem aanpassen of compenseren voor eventueel vertraagde videoweergave bij gebruik van LCD monitoren of projectoren (zie bladzijde 88). Video (Video menu) Gebruik deze functie om met de hand de video-instellingen te wijzigen (zie bladzijde 92). Basic (Basismenu) Via deze functie kunt u met de hand de basisluidsprekerinstellingen wijzigen (zie bladzijde 95). NET/USB (Netwerk en USB menu) Via dit menu kunt u met de hand de netwerk en USB systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 100). Option (Optiemenu) Via deze functie kunt u met de hand de optionele systeeminstellingen wijzigen (zie bladzijde 102). ■ Auto Setup (Automatische setup menu) Via dit menu kunt u de Auto Setup laten uitvoeren en opgeven welke luidspreker-parameters er ingesteld moeten worden (zie bladzijde 35). ■ System Memory (Systeemgeheugen menu) Hiermee kunt u diverse instellingen voor dit toestel opslaan en weer oproepen (zie bladzijde 106). ■ Signal Info. (Signaalinformatie) Met deze functie kunt u informatie over het audiosignaal controleren (zie bladzijde 107). ■ Language (GUI taalkeuze menu) Via deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem moeten worden getoond (zie bladzijde 108). y • U kunt de taal voor het GUI menusysteem ook kiezen met de “GUI LANGUAGE” parameter in de “ADVANCED SETUP” op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 127). • Zie bladzijde 44 voor details omtrent de bediening van het GUI menusysteem. 78 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Stereo/Surround (Stereo/Surround menu) 4 Druk herhaaldelijk op k / n om het gewenste programma te selecteren. PRESET/CH Gebruik deze functie om de geluidsveldprogramma’s te selecteren (zie bladzijde 46), de surround decoderfunctie, de “STRAIGHT” functie (zie bladzijde 51), of de Compressed Music Enhancer functie (zie bladzijde 54), en de instellingen voor elk van de programma’s aan te passen. ■ Selecteren van geluidsveldprogramma’s en de bijbehorende parameters instellen via het GUI menuscherm 1 ENTER A/B/C/D/E 5 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. Druk op h op de afstandsbediening en vervolgens op k / n om de gewenste parameter te selecteren. PRESET/CH AMP PRESET/CH ENTER ENTER SET MENU SOURCE A/B/C/D/E MENU A/B/C/D/E SRCH MODE TV y 2 U kunt “Initialize” selecteren om alle parameters voor het geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun standaardwaarden. Zie bladzijde 84 voor details. 6 PRESET/CH PRESET/CH Druk op h en vervolgens op l / h om de geselecteerde parameter in te stellen. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E ENTER ENTER A/B/C/D/E Input Assign A/B/C/D/E Dimmer 7 Support Audio Stereo/Surround CLASSICAL Input Select LIVE/CLUB Manual Setup ENTERTAINMENT Druk op ENTER of k / n om de nieuwe instelling voor de geselecteerde parameter definitief te maken. PRESET/CH PRESET/CH 3 GEAVANCEERDE BEDIENING Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer “Stereo/Surround” en druk vervolgens op h. Druk herhaaldelijk op k / n om de gewenste categorie programma’s te selecteren en druk vervolgens op h. of ENTER A/B/C/D/E ENTER A/B/C/D/E PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Nederlands 79 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Beschrijvingen geluidsveldparameters U kunt de waarden van bepaalde parameters van de digitale geluidsveldprogramma’s wijzigen om de weergave aan te passen aan de omstandigheden in uw kamer. Niet alle onderstaande parameters gelden voor alle programma’s. Geluidsveldparameter Kenmerken Decoder Type Decodertype. Selecteert de decoder voor gebruik met de SUR. DECODE of MOVIE programma’s. Zie de bladzijden 75 en 76 voor details. DSP Level DSP niveau. Regelt het niveau van alle DSP effectgeluiden binnen een klein bereik. Afhankelijk van de akoestiek in uw kamer wilt u mogelijk het DSP effectniveau verhogen of verlagen ten opzichte van het niveau van de directe weergave. Instelbereik: –6 dB t/m +3 dB Init. Delay Sur. Init. Delay SB. Init. Delay Aanvankelijke vertraging. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter aanvankelijke vertraging. Wijzigt de schijnbare afstand tot de geluidsbron door het verschil te regelen tussen het moment dat de luisteraar het directe geluid hoort en wanneer hij of zij de eerste weerkaatsing daarvan hoort. Hoe kleiner de ingestelde waarde, hoe dichter de geluidsbron zich bij de luisteraar lijkt te bevinden. Hoe groter deze waarde, hoe verder weg het lijkt. Gebruik een kleine waarde voor een kleine kamer. Gebruik een grotere waarde voor een grote kamer. Instelbereik: 1 t/m 99 ms (Init. Delay) 1 t/m 49 ms (Sur. Init. Delay och SB. Init. Delay) Brongeluid Niveau Niveau Niveau Vroege weerkaatsingen Tijd Tijd Tijd Vertraging Vertraging Vertraging Geluidsbron Weerkaatsend oppervlak Kleine waarde = 1 ms 80 Nl Grote waarde = 99 ms GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Geluidsveldparameter Room Size Sur. Room Size SB. Room Size Kenmerken Kamergrootte. Aanwezigheids-, surround- en surround-achter kamerafmetingen. Deze parameter regelt de schijnbare afmetingen van het surround geluidsveld. Hoe groter deze waarde, hoe groter het surround geluidsveld wordt. Omdat geluid keer op keer wordt weerkaatst in een ruimte, zal de tijd tussen het oorspronkelijk gereflecteerde geluid en elke volgende weerkaatsing langer worden naarmate de ruimte groter is. Door de tijd tussen de weerkaatsingen te regelen, kunt u bepalen hoe groot de virtuele ruimte lijkt. Door de waarde van deze parameter te veranderen van een naar twee, zal de schijnbare lengte van de ruimte verdubbeld worden. Instelbereik: 0,1 t/m 2,0 Tijd Vroege weerkaatsingen Niveau Niveau Niveau Brongeluid Tijd Tijd Geluidsbron Kleine waarde = 0,1 Levendigheid. Surround en surround-achter levendigheid. Deze parameter regelt de reflectiviteit van de virtuele wanden van de ruimte door de mate waarin de vroege weerkaatsingen in kracht afnemen te veranderen. De vroege weerkaatsingen van een geluidsbron worden sneller zwakker in een ruimte met geluidabsorberende wanden dan in een ruimte met wanden die juist veel geluid weerkaatsen. Een ruimte met geluidabsorberende oppervlakken wordt ook wel akoestisch “dood” genoemd, terwijl een ruimte met oppervlakken die veel geluid weerkaatsen “levendig” genoemd wordt. Via deze parameter kunt u de mate waarin de vroege weerkaatsingen wegsterven en dus de “levendigheid” van de ruimte regelen. Instelbereik: 0 t/m 10 GEAVANCEERDE BEDIENING Brongeluid Tijd Weinig weerkaatst geluid Kleine waarde = 0 Niveau Dood Niveau Levendig Niveau Liveness Sur. Liveness SB. Liveness Grote waarde = 2,0 Tijd Tijd Veel weerkaatst geluid Grote waarde = 10 Nederlands 81 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Geluidsveldparameter Rev. Time Kenmerken Natriltijd. Deze parameter regelt hoe lang het duurt voordat de dichte natrillingen verzwakt zijn met 60 dB bij 1 kHz. Hierdoor worden de schijnbare afmetingen van de akoestische omgeving over een zeer groot bereik veranderd. Stel een lengere natriltijd in voor “dode” bronnen en luisterplekken en een kortere natriltijd voor “levendige” bronnen en ruimtes. Instelbereik: 1,0 t/m 5,0 s Natrillingen Brongeluid Vroege weerkaatsingen 60 dB Rev. Time Geluidsbron 60 dB Rev. Time Korte natrillingen 60 dB Rev. Time Lange natrillingen Kleine waarde = 1,0 s Rev. Delay Natrillingen Grote waarde = 5,0 s Beginvertraging natrillingen. Deze parameter regelt het tijdverschil tussen het begin van het directe geluid en het begin van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe later de natrillingen zullen beginnen. Als de natrillingen later beginnen, krijgt u het gevoel dat u zich in een ruimere akoestische omgeving bevindt. Niveau Instelbereik: 0 t/m 250 ms Brongeluid (dB) 60 dB Natrillingen Tijd Rev. Delay 82 Nl Rev. Time GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Geluidsveldparameter Rev. Level Kenmerken Niveau natrillingen. Deze arameter regelt het volume van de natrillingen. Hoe groter deze waarde, hoe sterker de natrillingen zullen zijn. Niveau Instelbereik: 0 tot 100% Brongeluid Rev. Level Tijd Dialogue Lift Dialoog-lift. Deze parameter regelt de schijnbare hoogte van de voor- en middenkanalen door sommige elementen uit de voor- en middenkanalen toe te wijzen aan de aanwezigheidsluidsprekers. Hoe groter deze waarde, hoe hoger de schijnbare positie van de weergave van de voor- en middenkanalen. Keuzes: 0, 1, 2, 3, 4, 5 Geluidsveldparameter 2ch Stereo Direct GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Beschrijvingen stereo programmaparameters Kenmerken 2-kanaals stereo direct. Passeert de decoders en DSP processors van dit toestel voor pure hi-fi stereoweergave van 2-kanaals analoog bronmateriaal. Keuzes: Auto, Off y • Selecteer “Auto” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling automatisch alleen te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB (zie bladzijde 52). • Selecteer “Off” om de decoders, DSP processoren en de toonregeling niet te laten passeren wanneer “BASS” en “TREBLE” zijn ingesteld op 0 dB. • Wanneer er multi-kanaals signalen (Dolby Digital en DTS) binnenkomen, zullen deze worden teruggemengd naar 2 kanalen en worden weergegeven via de linker en rechter voorluidsprekers. • In de volgende gevallen zullen de lage tonen voor de linker en rechter voor-luidsprekers omgeleid worden naar de subwoofer: – “Bass Out” is ingesteld op “Both” (zie bladzijde 98). – “Front” is ingesteld op “Small” (zie bladzijde 96) en “Bass Out” is ingesteld op “SWFR” (zie bladzijde 98). 7ch Stereo Center Level Surround L Level Surround R Level Sur. Back Level Presence L Level Presence R Level 7-kanaals stereo midden, links surround, rechts surround, surround achter, links en rechts aanwezigheids-niveaus. Regelt het volumeniveau voor elk kanaal in de 7-kanaals stereo weergavefunctie. Instelbereik: 0 tot 100% Nederlands 83 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Beschrijvingen Compressed Music Enhancer stand parameters De Compressed Music Enhancer stand 2ch Enhancer 7ch Enhancer Kenmerken 2-kanaals verbetering of 7-kanaals verbetering van het effectniveau. Selecteer “High” of “Low” om het effect voor de hoge tonen te regelen. Keuzes: High, Low ■ Decoder parameter beschrijvingen Decoderparameter Pro Logic IIx Music PRO LOGIC II Music Panorama PRO LOGIC IIx Music PRO LOGIC II Music Dimension Kenmerken Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music panorama. Stuurt stereosignalen naar de surroundluidsprekers zowel als naar de voor-luidsprekers voor een omhullend effect. Keuzes: Off, On Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music dimension. Zorgt voor een graduele aanpassing van het geluidsveld naar voren of naar achteren. Instelbereik: –3 (naar achteren) t/m +3 (naar voren) Begininstelling: STD (standaard) PRO LOGIC IIx Music PRO LOGIC II Music Center Width Pro Logic IIx Music en Pro Logic II Music middenbreedte. Plaatst de weergave voor het middenkanaal helemaal op de midden-luidspreker of verdeelt deze over de linker en rechter voor-luidsprekers. Een grotere waarde verdeelt het middenkanaal meer over de linker en rechter voor-luidsprekers. Instelbereik: 0 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de midden-luidspreker) t/m 7 (het middenkanaal wordt alleen weergegeven via de linker en rechter voor-luidsprekers) Begininstelling: 3 DTS Neo:6 Music Center Image DTS Neo:6 Music middenbeeld. Regelt het volume van de linker en rechter voorkanalen in samenhang met het middenkanaal om het middenkanaal meer of minder overheersend te maken. Instelbereik: 0,0 t/m 1,0 Begininstelling: 0,3 ■ Initialize (Programma instellingen terugzetten) Gebruik deze functie om de parameters voor het geselecteerde geluidsveldprogramma terug te zetten op hun beginwaarden. Keuzes: No, Yes SB Room Size Dialogue Lift Initialize No Yes • Selecteer “Yes” om de programmaparameters terug te zetten op de fabrieksinstellingen. • Selecteer “No” om het terugzetten van de programmaparameters te annuleren. y Gebruik de “Sur. Initialize” functie in het “Option” om de parameters voor alle geluidsveldprogrammafs in een groep terug te zetten op de begininstellingen (zie bladzijde 105). 84 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Input Select 1 Hiermee kunt u digitale in-/uitgangen opnieuw toewijzen, het ingangssignaal selecteren, de ingangen nieuwe namen geven of het uitgangsvolume van elk van de signaalbronnen regelen. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. AMP SET MENU Signaalbron SOURCE Parameter MENU SRCH MODE TV TUNER Volume Trim Rename PHONO CD CD-R MD/TAPE DVD DTV CBL/SAT VCR1 DVR/VCR2 I/O Assignment Audio Select Decoder Mode Volume Trim Rename V-AUX of DOCK I/O Assignment* Audio Select* Decoder Mode* Volume Trim Rename PC/MCX, NET RADIO of USB Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup NET/USB System Memory Option Selecteer “Input Select” en druk vervolgens op h. CD-R Stereo/Surround Volume Trim I/O Assignment Audio Select Decoder Mode Volume Trim Rename Multi CH Assign BGV Opmerkingen Input Select Manual Setup Auto Setup 3 MD/TAPE DVD DTV CBL/SAT Selecteer de gewenste signaalbron (CD, DVD, enz.) en druk dan op h of ENTER om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. GEAVANCEERDE BEDIENING MULTI CH 2 Stereo/Surround • Sommige parameters die hierboven beschreven worden zijn niet beschikbaar met elke signaalbron, en sommige parameters zijn alleen beschikbaar bij een specifieke signaalbron. • Wanneer er een iPod is geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals een los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, zal de melding “DOCK” verschijnen in het “Input Select” menu, in plaats van “V-AUX”. In een dergelijk geval zullen de parameters die in de bovenstaande tabel aangegeven zijn met een sterretje (*) niet verschijnen in het instelmenu voor de signaalbron. • Wanneer u “NET/USB” als signaalbron selecteert, zal de ingestelde sub-signaalbron (PC/MCX, NET RADIO of USB) verschijnen in het Input Select menu. Nederlands 85 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Volume Trim (Volume trimmen) 3 y Kies met k / n het teken dat u wilt gebruiken en ga vervolgens met l / h naar het volgende teken. • U kunt maximaal 8 tekens gebruiken voor elke signaalbron. • Druk op n om de tekens als volgt te laten veranderen, of druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen: CAPITAL A t/m Z, spatie SMALL a t/m z, spatie FIGURE 0 t/m 9, spatie MARK !, #, %, &, enz. • Druk op ENTER om te schakelen tussen de diverse tekensets. • Herhaal de stappen 1 t/m 3 als u de namen voor andere ingangsaansluitingen wilt veranderen. Deze parameter heeft ook invloed op de signalen die worden geproduceerd via de ZONE OUT aansluitingen. Opmerking Met deze functie kunt u het niveau van de ingangssignalen voor elk van de signaalbronnen op elkaar afstemmen. Dit komt van pas wanneer u wilt vermijden dat het volume plotseling verandert wanneer u overschakelt naar een andere signaalbron. Instelbereik: –6,0 dB t/m +6,0 dB Begininstelling: 0,0 dB Audio Select Decoder Mode 0.0dB Volume Trim Rename Ook als u “Français”, “Deutsch”, “Español” of “Русский” selecteert bij “Language” (zie bladzijde 108), kunt u geen tekens met accenten of Cyrillische letters gebruiken voor de naam van de signaalbron. Opmerking Via deze instelling kunt u alleen het volume voor de huidige signaalbron regelen. ■ Rename (Nieuwe naam geven) Met deze functie kunt u de namen van de ingangsaansluitingen zoals die op het GUI scherm en op het display op het voorpaneel verschijnen veranderen. (In het volgende voorbeeld wordt DVD gebruikt als broncomponent.) 1 Druk op l / h en verplaats de “_” (onderstreping) naar het teken dat of de spatie die u wilt veranderen. Decoder Mode CAPITAL Volume Trim Rename DVD OK 2 RESET Druk herhaaldelijk op ENTER om het soort teken te selecteren (CAPITAL/SMALL/ FIGURE/MARK). 86 Nl 4 Druk op l / h, selecteer OK en druk vervolgens op ENTER wanneer u klaar bent. y • Selecteer “RESET” om de naam van de geselecteerde signaalbron op de standaardinstelling in te stellen. • Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen en component video ingangsaansluitingen. • U kunt ook de naam van de signaalbron zoals die verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen. Raadpleeg “Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen” op bladzijde 114. Opmerking U kunt alleen de naam van huidige signaalbron veranderen (behalve voor multikanaals signaalbronnen) via deze instelling. GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ I/O Assignment (Toewijzen van in-/ uitgangsaansluitingen) ■ Audio Select (Selectiefunctie audio ingangsaansluiting) U kunt de in-/uitgangsaansluitingen toewijzen aan andere componenten als de begininstellingen van dit toestel niet overeenkomen met uw voorkeuren. Wijzig de volgende instellingen om de respectievelijke aansluitingen toe te wijzen aan andere apparatuur en uiteindelijk meer componenten te kunnen aansluiten. Wanneer de in-/uitgangsaansluitingen opnieuw zijn toegewezen, kunt u de daarbij behorende component selecteren als signaalbron met INPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening). Dit toestel is uitgerust met allerlei ingangsaansluitingen. U kunt het gewenste type ingangssignaal als volgt selecteren. Keuzes: Auto, HDMI, Coax/Opt, Analog Optical Output Component Video I/O Assignment HDMI Audio Select Decoder Mode Voorbeeld 1: Toewijzen van de COAXIAL 1 CD aansluiting aan de DVD signaalbron. Selecteer “Input Select” op het GUI menuscherm en selecteer vervolgens “DVD”. 2 Selecteer “I/O Assignment” en druk vervolgens op “Coaxial Input”. 3 Selecteer “1 CD”. Auto Decoder Mode HDMI Volume Trim Coax/Opt • Kies “Auto” als u binnenkomende signalen in de volgende volgorde wilt laten selecteren: HDMI signalen, digitale signalen en analoge signalen. • Kies “HDMI” als u alleen HDMI signalen wilt laten weergeven met dit toestel. Als er geen HDMI signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. • Kies “Coax/Opt” als u digitale signalen die binnenkomen via de OPTICAL of COAXIAL aansluitingen van dit toestel wilt kunnen laten weergeven. Gebruiken als er ook HDMI signalen binnenkomen. • Kies “Analog” als u alleen analoge signalen wilt laten weergeven met dit toestel. Als er geen analoge signalen binnenkomen, zal er geen geluid worden weergegeven. y Voorbeeld 2: Wissen van een eerder toegewezen aansluiting. 1 Selecteer “Input Select” en selecteer vervolgens de gewenste signaalbron (“DVD”, enz.). 2 Selecteer “I/O Assignment” en selecteer vervolgens de gewenste toegewezen aansluiting (“Coaxial Input”, “Optical Input”, “Optical Output”, “Component Video”, of “HDMI”). 3 Audio Select Selecteer “None” en druk vervolgens op ENTER om de toewijzing ongedaan te maken. • U kunt de audio ingangsaansluiting ook selecteren door op AUDIO SELECT te drukken op het voorpaneel (of op AUDIO SEL op de afstandsbediening). Zie bladzijde 42 voor details. • U kunt de standaard selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting van dit toestel zelf bepalen via de “Audio Select” onder “Option” (zie bladzijde 105). GEAVANCEERDE BEDIENING 1 I/O Assignment Opmerking Deze functie is niet mogelijk als er geen digitale ingangsaansluitingen (OPTICAL, COAXIAL en HDMI) zijn toegewezen. Daarnaast zal “HDMI” niet beschikbaar zijn als instelling voor de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting als de HDMI IN 1, HDMI IN 2 en HDMI IN 3 aansluitingen niet worden gebruikt. Gebruik “I/O Assignment” in het “Input Select” om de ingangsaansluiting in kwestie opnieuw toe te wijzen (zie bladzijde 87). ■ Decoder Mode (Decoderfunctie) Hiermee kunt u een andere ingangsfunctie inschakelen. U kunt de opnieuw toegewezen digitale ingangsaansluitingen (zie bladzijde 87) instellen voor bepaalde audiosignalen (DTS, enz.). Keuzes: Auto, DTS I/O Assignment Opmerkingen Decoder Mode Auto Volume Trim DTS Rename • Selecteer “Auto” als dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie wilt laten selecteren. • Selecteer “DTS” als u dit toestel DTS als ingangsfunctie wilt laten gebruiken. 87 Nl Nederlands • U kunt een bepaalde naam maar één keer gebruiken voor een bepaald soort aansluiting. • Wanneer u een bepaalde component zowel met de COAXIAL als met de OPTICAL aansluiting verbindt, zal het via de COAXIAL aansluiting binnenkomende signaal voorrang krijgen. Audio Select GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Multi CH Assign (Toewijzen van kanalen bij multikanaals weergave) Met deze functie kunt u bepalen waar de signalen voor de midden-, subwoofer- en surroundkanalen voor een broncomponent die is aangesloten op de MULTI CH INPUT aansluitingen naartoe moeten. Als u een ingangssignaal met 8 kanalen van een externe decoder gebruikt, kunt u met deze functie de aansluitingen kiezen voor de extra voorkanalen. Manual Setup (Sound) Via dit menu kunt u de geluidsinstellingen wijzigen. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. AMP SET MENU SOURCE MENU SRCH MODE Volume Trim TV Rename Multi CH Assign Input Channels BGV Front Input 2 Input Channels (Ingangskanalen) Deze instelling bepaalt het aantal kanalen dat ontvangen wordt van de externe decoder. Keuzes: 6ch, 8ch Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens op h. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Opmerking Als “Zone2 Amplifier” (bladzijde 104) is ingesteld op “INT:[SP1]”, “INT:[SP2]” of “INT:Both”, zal er geen geluid worden weergegeven via de surround achter-luidsprekers, ook niet als u “8ch” selecteert. Selecteer in dit geval “6ch” en zet de uitgangsinstelling van de externe decoder ook op 6 kanalen. 3 Front Input (Voor-ingangsaansluitingen) Als u “8ch” heeft ingesteld als aantal ingangskanalen, kunt u de analoge aansluitingen selecteren waarop de extra voorkanalen van de externe decoder zullen binnenkomen. Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR1, DVR/VCR2, V-AUX, CD, CD-R, MD/TAPE Druk op k / n / l / h op de afstandsbediening, selecteer “Sound” en druk vervolgens op h. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E ■ BGV (Achtergrondvideo) Gebruik deze functie om te kiezen welke videosignaalbron als achtergrond zal worden weergegeven bij weergave van signalen die binnenkomen via de MULTI CH INPUT aansluitingen. Rename DVR/VCR 2 Multi CH Assign V-AUX BGV Last Off Keuzes: DVD, DTV, CBL/SAT, VCR 1, DVR/VCR 2, V-AUX, Last, Off • Selecteer “Last” om dit toestel automatisch de laatst geselecteerde videobron als achtergrondvideo te laten gebruiken. • Selecteer “Off” om dit toestel geen achtergrondvideo weer te laten geven. 88 Nl LFE Level Dynamic Range 4 Sound Parametric EQ Video Tone Control Basic Audio Option Selecteer de gewenste parameters en druk dan op h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ LFE Level (Niveau Lage Frequentie Effecten) Deze functie stelt u in staat het volume (uitgangsniveau) van het LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal aan te passen aan de capaciteit van uw subwoofer of hoofdtelefoon. Het LFE kanaal zorgt voor de weergave van speciale effecten met zeer lage tonen bij bepaalde passages. Deze instelling treedt alleen in werking bij weergave wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Instelbereik: –20,0 t/m 0,0 dB Instelstap: 1,0 dB 0.0dB Speaker Headphone ■ Parametric EQ (Parametrische equalizer) Met deze functie kunt u de parametrische equalizer voor elke luidspreker instellen. LFE Level Dynamic Range Front R ■ Dynamic Range (Dynamisch bereik) Via deze functie kunt u instellen hoeveel het dynamisch bereik moet worden gecomprimeerd voor uw luidsprekers of uw hoofdtelefoon. Deze instelling treedt alleen in werking wanneer dit toestel Dolby Digital of DTS signalen decodeert. Keuzes: MAX (maximum), STD (standaard), MIN (minimum) PARAM Test Tone MIN GEAVANCEERDE BEDIENING Druk op h om het instelvenster te openen. Afhankelijk van de instellingen bij “LFE Level” is het mogelijk dat sommige signalen niet via de SUBWOOFER aansluiting worden gereproduceerd. STD Front L Audio Option 2 Opmerking MAX Tone Control Druk op k / n / l / h en kies Test Tone of de luidspreker die u wilt instellen. • Selecteer “Test Tone” om de testtoon in of uit te schakelen wanneer u de klankkleur van uw luidsprekers op elkaar af wilt stellen. • Selecteer “Front L” om de klankkleur van de linker voor-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Front R” om de klankkleur van de rechter voor-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Center” om de klankkleur van de midden-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround L” om de klankkleur van de linker surround-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround R” om de klankkleur van de rechter surround-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround Back L” om de klankkleur van de linker surround achter-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround Back R” om de klankkleur van de rechter surround achter-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Presence L” om de klankkleur van de linker aanwezigheidsluidspreker in te stellen. • Selecteer “Presence R” om de klankkleur van de rechter aanwezigheidsluidspreker in te stellen. • Selecteer “Subwoofer” om de klankkleur van de subwoofer in te stellen. Headphone (Hoofdtelefoon Niveau Lage Frequentie Effecten) Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen. Headphone Test Tone 1 Speaker (Luidspreker Niveau Lage Frequentie Effecten) Kies deze mogelijkheid om het LFE niveau bij weergave via uw luidsprekers in te stellen. Speaker Parametric EQ RESET EDIT EXIT Band / Gain Front L Front R Speaker (Luidspreker Dynamisch bereik) Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij weergave via uw luidsprekers in te stellen. Headphone (Hoofdtelefoon Dynamisch bereik) Kies deze mogelijkheid om het compressieniveau bij weergave via uw hoofdtelefoon in te stellen. 3 Druk op k / n / l / h, selecteer “PARAM” en druk vervolgens op ENTER om een parameter te kiezen uit “Band” (band), “Freq.” (frequentie) of “Q” (Q factor). y U kunt de ‘gain’ (versterking) instellen voor elk van de parameters. 89 Nl Nederlands • Selecteer “MAX” om het grootste dynamische bereik te behouden. • Selecteer “STD” voor algemeen gebruik. • Selecteer “MIN” als u regelmatig bij een laag volume wilt luisteren. Center GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM 4 Druk op n, selecteer “EDIT” en druk vervolgens op ENTER om het bewerkingsvenster te openen. Test Tone Band Gain Freq. Q Control (Toonregeling) Keuzes: Speakers, Headphones #1 0.0dB 125.0Hz 1.000 Front L Control Speakers Bass Headphones Treble Front R Center De via “PARAM” geselecteerde parameter zal oplichten. • Druk op l / h om de parameter in te stellen. • Druk op k / n om de “Gain” in te stellen. • Druk op ENTER om het bewerkingsvenster te sluiten. y • Als u bij stap 3 “Band” heeft geselecteerd, kunt u dit menu als grafische equalizer gebruiken. • Via “Band #1” en “Band #2” kunnen frequenties onder 198,4 Hz worden geregeld. • Als u “Subwoofer” selecteert bij stap 1 en “Band” bij stap 3, kunt u alleen “Band #1” en “Band #2” instellen. • Voor meer informatie over de parametrische equalizer, zie bladzijde 89. 5 6 • Selecteer “Speakers” om de weergave van de lage/hoge tonen via uw luidsprekers te regelen. • Selecteer “Headphones” om de weergave van de lage/ hoge tonen via uw hoofdtelefoon te regelen. y De “Speaker” en “Headphone” instellingen worden apart opgeslagen. De instellingen voor “Speaker” hebben invloed op de linker/rechter voor-, midden-, linker/rechter aanwezigheids- en subwoofer-kanalen. Bass (Regeling lage tonen) Hiermee kunt u de weergave van de lage tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon regelen. Keuzes: 125 Hz, 350 Hz, 500 Hz Instelbereik: – 6,0 dB t/m + 6,0 dB Begininstelling: 0,0 dB Speaker Freq : 350Hz Gain : 0.0dB Herhaal de stappen 3 en 4 tot u tevreden bent met het resultaat. Control y Treble +0 Als u alle “Parametric EQ” instellingen voor de geselecteerde luidspreker terug wilt zetten op de standaardwaarden, kiest u “RESET” en drukt u vervolgens op ENTER. Audio Bypass -6 Selecteer “EXIT” en druk op ENTER om het instelvenster te sluiten. ■ Tone Control (Toonregeling) Met deze functie kunt u de weergave van de lage en die van de hoge tonen via uw luidsprekers en uw hoofdtelefoon regelen. Keuzes: Control, Bass, Treble, Audio Bypass Opmerking Bass Treble (Regeling hoge tonen) Hiermee kunt u de weergave van de hoge tonen via uw luidsprekers of hoofdtelefoon regelen. Keuzes: 2,5 kHz, 3,5 kHz, 8,0 kHz Instelbereik: – 6,0 dB t/m + 6,0 dB Begininstelling: 0,0 dB 90 Nl Speaker Freq : 3.5kHz Gain : 0.0dB Control Bass Treble Auto Bypass Tone Control werkt niet wanneer: – PURE DIRECT (zie bladzijde 52) is geselecteerd. – MULTI CH INPUT is geselecteerd als signaalbron. +6 +6 +0 -6 GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Auto Bypass (Automatisch passeren toonregeling) Gebruik deze functie om de geluidssignalen de schakelingen voor de toonregeling helemaal te laten negeren wanneer “TREBLE” en “BASS” op 0 dB zijn ingesteld (zie bladzijde 52). Keuzes: Auto, Off Audio Delay (Audio vertraging) U kunt de geluidsweergave vertragen zodat deze synchroon loopt met de videobeelden. Dit is soms nodig bij gebruik van bepaalde LCD monitors, projectoren of monitoren met een zeer hoge resolutie. Instelbereik: 0 t/m 240 ms Bass Muting Type Treble Audio Delay Auto Bypass Auto Max Volume Off Initial Volume • Selecteer “AUTO” als u de schakelingen voor de toonregeling wilt laten negeren om een zo puur mogelijke weergave te verkrijgen. • Selecteer “OFF” als u niet wilt dat de toonregeling helemaal genegeerd wordt. ■ Audio Option (Audio opties) Hiermee kunt algemene audio instellingen voor dit toestel wijzigen. Max Volume (Maximum volume) Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in de hoofdzone in te stellen. Deze functie komt van pas om te voorkomen dat er onbedoeld heel harde geluiden worden weergegeven. Het originele volumebereik is bijvoorbeeld 16,5 dB t/m –80,0 dB. Als u echter “Max Volume” instelt op –5,0 dB, wordt het effectieve volumebereik als volgt: –5,0 dB t/m –80,0 dB. Instelbereik: 16,5 dB, 15,0 dB t/m –30,0 dB Instelstap: 5,0 dB GEAVANCEERDE BEDIENING Muting Type (Soort demping) U kunt zelf bepalen hoeveel het volume verlaagd moet worden wanneer u deze functie gebruikt. Keuzes: Full, –20 dB 0ms Muting Type Audio Delay Max Volume +16.5dB Initial Volume Muting Type Full Audio Delay -20dB Max Volume • Selecteer “Full” om de geluidsweergave helemaal te stoppen. • Selecteer “–20 dB” om het huidige volume met 20 dB te verlagen. Opmerkingen • Wanneer er een testtoon wordt geproduceerd, zal de “Max Volume” instelling automatisch buiten werking worden gesteld omdat het volumeniveau automatisch op 0 dB wordt ingesteld, ongeacht de huidige “Max Volume” instelling. • De “Max Volume” instelling heeft voorrang boven de “Initial Volume” instelling (zie bladzijde 91). Als bijvoorbeeld het “Initial Volume” is ingesteld op –20,0 dB en vervolgens “Max Volume” wordt ingesteld op –30,0 dB dan zal het volumeniveau automatisch worden ingesteld op –30,0 dB wanneer u de volgende keer dit toestel aan zet. Initial Volume (Beginvolume) Met deze functie kunt u het volumeniveau voor de hoofdzone bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt gezet. Keuzes: Off, –80 dB t/m +16,5 dB Instelstap: 0,5 dB Audio Delay Initial Volume Nederlands Max Volume Off 91 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Manual Setup (Video) Opmerking De “Max Volume” instelling heeft voorrang boven de “Initial Volume” instelling. Daarom kan Initial Volume niet worden ingesteld boven een reeds bestaande “Max Volume” instelling. ■ Channel Mute (Kanaaldemping) Via dit menu kunt u de video-instellingen wijzigen. 1 Met deze functie kunt u de geluidsweergave via bepaalde luidsprekerkanalen tijdelijk zacht zetten. Mode (Stand; modus) Met deze functie kunt u de “Channel Mute” instelling voor elk van de luidsprekers aan of uit zetten. Keuzes: Off, On Presence R AMP SET MENU SOURCE Mode Off Front L On MENU SRCH MODE TV 2 Subwoofer Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. Front R Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens op h. PRESET/CH PRESET/CH • Selecteer “Off” om de “Channel Mute” instellingen buiten werking te stellen. • Selecteer “On” om de “Channel Mute” instellingen in werking te stellen. Instellingen voor elk van de luidsprekers Keuzes: Mute, Off 3 Mode Mute Front R Off A/B/C/D/E A/B/C/D/E Subwoofer Front L ENTER ENTER Druk op k / n / l / h op de afstandsbediening, selecteer “Video” en druk vervolgens op h. PRESET/CH PRESET/CH Center • Selecteer “Mute” om de geluidsweergave via het geselecteerde luidsprekerkanaal uit te schakelen. • Selecteer “Off” om de geluidsweergave via het geselecteerde luidsprekerkanaal niet uit te schakelen. • “Front L” bepaalt of de geluidsweergave via de linker voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • “Front R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter voor-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • “Center” bepaalt of de geluidsweergave via de middenluidspreker uitgeschakeld moet worden. • “Surround L” bepaalt of de geluidsweergave via de linker surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • “Surround R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter surround-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • “Surround Back L” bepaalt of de geluidsweergave via de linker surround achter-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • “Surround Back R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter surround achter-luidspreker uitgeschakeld moet worden. • “Presence L” bepaalt of de geluidsweergave via de linker aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden. • “Presence R” bepaalt of de geluidsweergave via de rechter aanwezigheidsluidspreker uitgeschakeld moet worden. • “Subwoofer” bepaalt of de geluidsweergave via de subwoofer uitgeschakeld moet worden. 92 Nl ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Sound 4 Video Conversion Basic Component I/P NET/USB HDMI Up-Scaling Selecteer de gewenste parameters en druk dan op h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Component I/P (Component geïnterlinieerde/progressieve conversie) Opmerking Gebruik “V-RESET” in de “ADVANCED SETUP” om de “Manual Setup (Video)” parameters (behalve “Short Message” en “On Screen”) terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 127). ■ Conversion (Video conversie) Met deze functie kunt u de geïnterlinieerde/progressieve videoconversie in- of uitschakelen, alsook de HDMI opwaardering van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-video en component video-aansluitingen. Keuzes: Off, On Gebruik deze functie om de analoge geïnterlinieerd/ progressieve conversie van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video, S-video en component video-aansluitingen in- of uit te schakelen zodat de analoge 480i (NTSC)/576i (PAL) videosignalen waarvan de interliniëring is verwijderd bij de omzetting naar 480p/576p worden geproduceerd via de COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen. Keuzes: Off, On Conversion Off Conversion On Component I/P Component I/P Off HDMI Up-Scaling On HDMI Aspect HDMI Up-Scaling • Selecteer “Off” om de geïnterlinieerde/progressieve videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor analoge videosignalen uit te schakelen. • Selecteer “On” om de geïnterlinieerde/progressieve videoconversie alsook de HDMI opwaardering voor analoge videosignalen in te schakelen. Opmerkingen • Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off”. • Als uw beeldscherm niet geschikt is voor analoge videosignalen met een 480p/576p resolutie, is het mogelijk dat het GUI scherm niet op uw beeldscherm getoond kan worden wanneer “Component I/P” is ingesteld op “On”. Gebruik “V-RESET” in de “ADVANCED SETUP” om de parameters onder “Component I/P” terug te zetten op de fabrieksinstellingen (zie bladzijde 127). GEAVANCEERDE BEDIENING Opmerkingen ■ HDMI Up-Scaling (HDMI opwaardering) Gebruik deze functie om de HDMI opwaardering van analoge videosignalen die binnenkomen via de composiet video, Svideo en component video-aansluitingen in- of uit te schakelen zodat de opgewaardeerde analoge videosignalen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. Dit toestel kan analoge videosignalen als volgt opwaarderen. • 480i (NTSC)/576i (PAL) → 480p/576p, 1080i of 720p • 480p/576p → 1080i of 720p Keuzes: Through, 480p (of 576p), 1080i, 720p Conversion Component I/P Through HDMI Up-Scaling 480p HDMI Aspect 1080i Short Message 720p • Selecteer “Through” om geen analoge videosignalen op te waarderen. • Selecteer “480p” (of “576p”), “1080i” of “720p” om analoge videosignalen op te waarderen naar een resolutie van 480p of 576p, 1080i of 720p. 93 Nl Nederlands • Dit toestel is niet in staat videosignalen met 480 lijnen om te zetten in videosignalen met 576 lijnen, of andersom. • Analoge component videosignalen met een resolutie van 480i (NTSC)/576i (PAL) (geïnterlinieerd) worden omgezet naar S-video of composiet videosignalen en gereproduceerd via de S VIDEO MONITOR OUT en VIDEO MONITOR OUT aansluitingen. • De geconverteerde videosignalen worden alleen gereproduceerd via de MONITOR OUT aansluitingen. Wanneer u een videobron wilt opnemen moet u gebruik maken van hetzelfde soort video-aansluitingen tussen alle betrokken componenten. • Wanneer composiet video- of S-videosignalen van een videorecorder worden omgezet naar component videosignalen, kan de beeldkwaliteit achteruitgaan, afhankelijk van uw videorecorder. • Zelfs wanneer “Conversion” is ingesteld op “On”, HDMI worden digitale signalen niet omgezet naar analoge videosignalen. • Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zullen de “Component I/P” en “HDMI Up-Scaling” functies worden uitgeschakeld. • Stel “Conversion” in op “On” om de verkorte meldingen te laten weergeven. • Onconventionele signalen die binnenkomen via de composiet video of S-video aansluitingen kunnen niet worden omgezet of worden mogelijk niet correct gereproduceerd. Zet in dergelijke gevallen “Conversion” op “Off”. • Wanneer er videosignalen die niet standaard genoemd kunnen worden binnenkomen (zoals videosignalen van een spelcomputer), is het mogelijk dat dit toestel de signalen niet zal kunnen omzetten, ook al heeft u “Conversion” ingesteld op “On”. • Wanneer er analoge component videosignalen met een resolutie van 480p binnenkomen via de COMPONENT VIDEO aansluitingen en het beeldscherm is verbonden met de VIDEO MONITOR OUT of S VIDEO MONITOR OUT aansluiting van dit toestel, dan zal het GUI menuscherm niet worden weergegeven op het beeldscherm. • Selecteer “On” om analoge geïnterlinieerd/ progressieve conversie van analoge videosignalen in te schakelen. • Selecteer “Off” om analoge geïnterlinieerd/ progressieve conversie van analoge videosignalen uit te schakelen. GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Short Message (Verkorte weergave meldingen) Opmerkingen • Dit menu-item is niet beschikbaar en daarom ook niet zichtbaar op het GUI scherm indien “Conversion” is ingesteld op “Off” (zie bladzijde 93). • Wanneer u “TV FORMAT” in de “ADVANCED SETUP” instelt op “NTSC” (zie bladzijde 127), zal “480p” verschijnen bij de keuzes voor “HDMI Up-Scaling”, en wanneer u “TV FORMAT” instelt op “PAL”, zal “576p” verschijnen bij de keuzes voor “HDMI Up-Scaling”. Gebruik deze functie om de verkorte weergave van meldingen aan of uit te zetten. Keuzes: Off, On HDMI Up-Scaling HDMI Aspect Off Short Message On ■ HDMI Aspect (HDMI beeldverhouding) On Screen Gebruik deze functie om de instelling voor de beeldverhouding van HDMI videobronnen te bepalen. Keuzes: Through, 16:9 Normal, Smart Zoom Position Component I/P HDMI Up-Scaling HDMI Aspect Through Short Message 16:9 Normal On Screen Smart Zoom • Selecteer “Through” als u geen wijzigingen wilt aanbrengen in de beeldverhouding voor HDMI videobronsignalen. • Selecteer “16:9 Normal” als u videobeelden met een beeldverhouding van 4:3 wilt weergeven op een beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9. Hierdoor zullen links en rechts op het beeldscherm zwarte balken worden weergegeven. • Selecteer “Smart Zoom” als u videobeelden met een beeldverhouding van 4:3 passend wilt weergeven op een beeldscherm met een beeldverhouding van 16:9. Opmerkingen • Wanneer “HDMI Up-Scaling” is ingesteld op “Through”, kunt u geen wijzigingen maken voor “HDMI Aspect”. • Wanneer “HDMI Aspect” is ingesteld op “Smart Zoom” zullen de beelden worden uitgerekt aan de randen van het beeldscherm. • Wanneer de videosignalen binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen of wanneer er signalen binnenkomen met een resolutie van 720p of 1080i, heeft de “HDMI Aspect” instelling geen invloed op de via de HDMI OUT aansluiting gereproduceerde signalen. 94 Nl • Selecteer “On” om de verkorte weergave van meldingen in te schakelen. De inhoud van het display op het voorpaneel wordt onderaan het scherm getoond telkens wanneer het toestel bediend wordt. • Selecteer “Off” om de verkorte weergave van meldingen uit te schakelen. Opmerking De verkorte weergave van meldingen zal in de volgende gevallen niet verschijnen: – wanneer er component videosignalen met een resolutie van 720p, 1080i of 1080p binnenkomen – wanneer er HDMI videosignalen binnenkomen ■ On Screen (Weergavetijd in-beeld display) Via deze functie kunt u bepalen hoe lang het iPod menu of NET/USB menu nog moet worden weergegeven op het beeldscherm nadat u een handeling heeft uitgevoerd. Keuzes: Always, 10sec, 30sec HDMI Aspect Always Short Message 10sec On Screen 30sec Position Wall Paper • Selecteer “Always” om het menuscherm voortdurend te laten weergeven tijdens een handeling. • Selecteer “10sec” om het menuscherm 10 seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen. • Selecteer “30sec” om het menuscherm 30 seconden nadat u een handeling heeft verricht uit te schakelen. GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Position (GUI scherm positie) Hiermee kunt u de verticale en horizontale positie van het GUI scherm instellen. Instelbereik: –5 (naar beneden/links) t/m +5 (naar boven/ rechts) Manual Setup (Basic) Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen. 1 Short Message / :+5 / :-5 On Screen Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. + Position AMP SET MENU Wall Paper SOURCE MENU SRCH MODE TV • Druk op k om het in-beeld display (GUI) hoger in het beeld plaatsen. • Druk op n om het in-beeld display (GUI) lager in het beeld plaatsen. • Druk op h om het in-beeld display (GUI) meer naar rechts in het beeld te plaatsen. • Druk op l om het in-beeld display (GUI) meer naar links in het beeld te plaatsen. 2 Yes A/B/C/D/E A/B/C/D/E 3 Druk op k / n / l / h op de afstandsbediening, selecteer “Basic” en druk vervolgens op h. PRESET/CH PRESET/CH Gray ENTER ENTER A/B/C/D/E • Selecteer “None” om geen enkele achtergrond weer te laten geven op uw beeldscherm. • Selecteer “Yes” om een afbeelding (de foto van een piano) als achtergrond weer te laten geven op uw beeldscherm wanneer er geen videosignaal binnenkomt. • Selecteer “Gray” om een grijze achtergrond weer laten geven op uw beeldscherm wanneer er geen videosignaal binnenkomt. Opmerking Als “Conversion” is ingesteld op “Off”, zal er geen achtergrond worden weergegeven, ook al heeft u “Wall Paper” ingesteld op “Yes”. GEAVANCEERDE BEDIENING None Wall Paper ENTER ENTER On Screen Position PRESET/CH PRESET/CH ■ Wall Paper (Achtergrond) Met deze functie kunt u een afbeelding of een grijze achtergrond weer laten geven op uw beeldscherm wanneer er geen videosignaal binnenkomt. Keuzes: None, Yes, Gray Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens op h. A/B/C/D/E Sound 4 Video Test Tone Basic Speaker Set NET/USB Speaker Distance Option Speaker Level Selecteer de gewenste parameters en druk dan op h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. PRESET/CH Nederlands ENTER A/B/C/D/E 95 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM y • De meeste parameters in het basismenu worden automatisch ingesteld wanneer u de “Auto Setup” laat doen. U kunt het basismenu gebruiken om verdere aanpassingen te verrichten, maar we raden u toch aan eerst de “Auto Setup” te laten doen. • U kunt deze paramaters terugzetten met de “Auto Setup” procedure (zie bladzijde 35). ■ Test Tone (Testtoon) Aan of uit zetten van de testtoon voor de “Speaker Set”, “Speaker Distance” en “Speaker Level” instellingen. Keuzes: Off, On Test Tone Off Speaker Set On Speaker Distance y Als u een handzame geluidsdrukmeter gebruikt, houd deze dan met uitgestrekte arm vast en richt de meter naar boven zodat deze zich op de luisterplek bevindt. Met de meter op de 70 dB schaal en op C SLOW kunt u nu alle luidsprekers afstellen op 75 dB. Opmerkingen • Er zullen luide testtonen worden geproduceerd wanneer u “On” kiest. Zorg er in dit geval voor dat er geen kinderen in de luisterruimte zijn. • Als u “On” kiest en het “Speaker Set”, “Speaker Level” of “Speaker Distance” menu opent, zal de testtoon via de geselecteerde luidsprekers worden weergegeven. ■ Speaker Set (Luidspreker-instellingen) Via dit menu kunt u met de hand de luidsprekerinstellingen wijzigen. Test Tone Front Large Center Small Surround • Selecteer “Large” (groot) als u grote voor-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven. Alle signalen voor de linker en rechter voorkanalen worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers gedirigeerd. • Selecteer “Small” (klein) als u kleine voor-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de signalen voor de linker en rechter voor-luidsprekers zullen nu naar de bij “Bass Out” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden (zie bladzijde 98). Opmerkingen • Als “Bass Out” is ingesteld op “Front” (zie bladzijde 98), zullen eventuele LFE signalen in Dolby Digital of DTS bronsignalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voorluidsprekers, ongeacht de “FRONT SP” instelling. • Wanneer “Bass Out” is ingesteld op “Front” (zie bladzijde 98), kunt u alleen “Large” kiezen bij “Front”. Als “Front” van tevoren op een andere instelling dan “Large” is gezet, zal dit toestel die instelling automatisch veranderen naar “Large”. Center (Midden-luidspreker) Keuzes: Large, Small, None Front Large Center Small None Speaker Set Front Surround Speaker Distance Center Surround Back Speaker Level Surround y • Als u niet tevreden bent met de door uw luidsprekers geproduceerde lage tonen, kunt u deze instellingen aanpassen aan uw voorkeuren. • Wanneer de diameter van de woofer van de box groter is dan 16 cm, dient u de corresponderende luidspreker-instelling op “Large” te zetten. 96 Nl Front (Voor-luidsprekers) Keuzes: Large, Small • Selecteer “Large” (groot) als u een grote middenluidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te geven. Alle signalen voor het middenkanaal worden naar de midden-luidspreker gedirigeerd. • Selecteer “Small” (klein) als u een kleine middenluidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit het middenkanaal zullen naar de luidsprekers worden gedirigeerd die zijn geselecteerd bij “Bass Out”. • Selecteer “None” (geen) als u geen midden-luidspreker heeft aangesloten. De signalen voor het middenkanaal zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers worden gestuurd. GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Surround (Linker/rechter surround-luidsprekers) Keuzes: Large, Small, None Surround Back (Linker/rechter surround achterluidsprekers) Keuzes: Large x1, Small x1, Small x2, Large x2, None Front Center Large Center Surround Small Surround Large x1 Surround Back None Surround Back Small x1 Presence Small x2 Bass Out Large x2 Presence • Selecteer “Large” (groot) als u grote linker en rechter surround-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van het surroundkanaal zal naar de linker en rechter surroundluidsprekers worden gestuurd. • Selecteer “Small” (klein) als u kleine linker en rechter surround-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en rechter surroundkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden. • Selecteer “None” (geen) als u geen surroundluidsprekers heeft aangesloten. Hiermee zet u het toestel in de Virtual CINEMA DSP stand (zie bladzijde 51) en zal “Surround Back” automatisch op “None” (geen) worden ingesteld. GEAVANCEERDE BEDIENING • Selecteer “Large x1” (groot x 1) als u een grote surround achter-luidspreker heeft die goed in staat is lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de linker surround achter-luidspreker worden gestuurd. • Selecteer “Small x1” (klein x 1) als u een kleine surround achter-luidspreker heeft die niet goed in staat is lage tonen weer te geven. De lage tonen uit de linker en rechter surround-achterkanalen zullen gedirigeerd worden naar de luidsprekers die zijn geselecteerd bij “LFE/BASS OUT” en de rest van de surroundachterkanalen zal naar de linker surround achterluidspreker worden gestuurd. • Selecteer “Small x2” (klein x 2) als u twee kleine surround achter-luidsprekers heeft die niet goed in staat zijn lage tonen weer te geven. De lage tonen in de linker en rechter surround-achterkanalen zullen naar de bij “LFE/BASS OUT” geselecteerde luidsprekers gedirigeerd worden. • Selecteer “Large x2” (groot x 2) als u twee grote surround achter-luidsprekers heeft die goed in staat zijn lage tonen weer te geven. Het hele toonbereik van de linker en rechter surround-achterkanalen zal naar de linker en rechter surround achter-luidsprekers worden gestuurd. • Selecteer “None” (geen) als u geen surround achterluidsprekers heeft aangesloten. De signalen voor het surround-achterkanaal zullen naar de linker en rechter surround-luidsprekers worden gestuurd. Presence (Aanwezigheidsluidsprekers) Gebruik deze functie wanneer u aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken met dit toestel. Keuzes: Yes, None Surround Surround Back Presence None Bass Out Yes Bass Cross Over 97 Nl Nederlands • Selecteer “NONE” (geen) als u geen aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten. • Selecteer “YES” (ja) als u wel aanwezigheidsluidsprekers heeft aangesloten en deze ook wilt gebruiken. GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Bass Out (Weergave lage tonen) Gebruik deze functie om de luidsprekers te selecteren die de LFE (Lage Frequentie Effecten) en de lage tonen weergeven. Keuzes: Both, SWFR, Front Surround Back Bass Out Presence Bass Cross Over Bass Out Both SWFR Phase Normal Bass Cross Over SWFR PR/SB Priority Reverse SWFR Phase Front Opmerkingen • Selecteer “Both” (beide) als u een subwoofer aangesloten heeft. De lage tonen worden voor elke signaalbron weergegeven door de subwoofer. Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” worden naar de subwoofer gedirigeerd. De lage tonen in de linker en rechter voorkanalen zullen naar de linker en rechter voor-luidsprekers en de subwoofer worden gedirigeerd, ongeacht de “Front” instelling (zie bladzijde 98). • Selecteer “SWFR” (subwoofer) als u een subwoofer aangesloten heeft. Zowel de LFE signalen als de lage tonen in de signalen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” worden naar de subwoofer gedirigeerd. • Selecteer “Front” (voor) als u geen subwoofer heeft aangesloten. De LFE signalen, de lage tonen in de linker en rechter voorkanalen, en de lage tonen voor andere luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” zullen allemaal gedirigeerd worden naar de linker en rechter voor-luidsprekers, ongeacht de “Front” instelling (zie bladzijde 98). Bass Cross Over (Lage tonen crossover) Met deze functie kunt u de crossover frequentie instellen voor alle luidsprekers die zijn ingesteld op “Small” of “None” via “Speaker Set” (zie de bladzijden 96 en 97). Alle frequenties onder de geselecteerde frequentie zullen naar de subwoofer worden gedirigeerd of naar de luidsprekers die zijn ingesteld op “Large” via “Speaker Set” (zie de bladzijden 96 en 97). Keuzes: 40 Hz, 60 Hz, 80 Hz, 90 Hz, 100 Hz, 110 Hz, 120 Hz, 160 Hz, 200 Hz 98 Nl SWFR Phase (Subwoofer fase) Als de lage tonen niet of onduidelijk worden weergegeven, kunt u hiermee de fase van uw subwoofer omschakelen. Keuzes: Normal, Reverse Presence 40Hz Bass Out 60Hz Bass Cross Over 80Hz SWFR Phase 90Hz PR/SB Priority 100Hz • Selecteer “Normal” als u de fase voor uw subwoofer niet wilt omkeren. • Selecteer “Reverse” om de fase voor uw subwoofer om te keren. PR/SB Priority (Aanwezigheids-/surround achterluidspreker prioriteit) Gebruik deze functie om de voorkeur te geven aan hetzij uw aanwezigheidsluidsprekers, hetzij uw surround achterluidsprekers bij het afspelen van materiaal met signalen voor een surround achterkanaal met de CINEMA DSP geluidsveldprogramma’s. Keuzes: Presence, Surround Back Bass Cross Over SWFR Phase Presence PR/SB Priority Surround Back • Selecteer “Presence” als u uw aanwezigheidsluidsprekers wilt gebruiken, ook wanneer er wel een surround achterkanaal binnenkomt. De signalen voor het surround achterkanaal zullen worden weergegeven via de suround-luidsprekers. • Selecteer “Surround Back” als u uw surround achterluidsprekers wilt gebruiken wanneer er een surround achterkanaal wordt gedetecteerd in een CINEMA DSP programma. Eventuele signalen voor een aanwezigheidskanaal zullen worden weergegeven via de voor-luidsprekers. GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Speaker Distance (Luidspreker afstand) Met deze functie kunt u met de hand de afstand van elke luidspreker tot de luisterplek invoeren en zo de vertraging voor het bijbehorende kanaal instellen. In het ideale geval zouden alle luidsprekers op dezelfde afstand van de luisterplek moeten staan. Maar in de meeste gevallen is dat praktisch gezien niet mogelijk. Daarom moet de weergave van luidsprekers die eigenlijk te dichtbij staan heel eventjes vertraagd worden, zodat het geluid van alle luidsprekers op hetzelfde moment op de luisterplek arriveert. Test Tone Subwoofer Speaker Set Unit Speaker Distance Front L Speaker Level Front R Center • U kunt de afstand niet instellen voor luidsprekers die zijn ingesteld op “None” via Speaker Set. • Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE) aansluiting en dient u de afstand in te stellen met “Surround Back L”. • “Center”, “Surround L”, “Surround R”, “Surround Back L”, “Surround Back R”, “Subwoofer”, “Presence L” en “Presence R” kunnen niet worden ingesteld indien “Center” (zie bladzijde 96), “Surround” (zie bladzijde 97), “Surround Back” (zie bladzijde 97), “Bass Out” (zie bladzijde 98) en “Presence” (zie bladzijde 97) zijn ingesteld op “None”. • In plaats van “Surround Back L” en “Surround Back R”, zal “Surround Back” worden getoond indien “Surround Back” is ingesteld op “Small x1” of “Large x1” (zie bladzijde 97). Unit (Eenheid) Selecteert de eenheid waarin de waarden voor “Speaker Distance” zullen worden aangegeven. Keuzes: Meter (m), Feet (ft) Begininstelling:Feet (modellen voor de V.S. en Canada) Meter (Overige modellen) Presence R Subwoofer Unit Meter Front L Feet Front R • Selecteer “Meter” om de afstanden van de luidsprekers in meters in te kunnen voeren. • Selecteer “Feet” om de afstanden van de luidsprekers in voeten (feet) in te kunnen voeren. GEAVANCEERDE BEDIENING Luidsprekerafstanden Instelbereik: 0,30 t/m 24,00 m (1.0 t/m 80.0 ft) Begininstelling: Front L/Front R/Presence L/Presence R/ Subwoofer: 3,00 m (10.0 ft) Center: 2,60 m (8.5 ft) Surround L/Surround R/Surround Back L/Surround Back R: 2,40 m (8.0 ft) Instelstap: 0,1 m (0.5 ft) • Selecteer “Front L” om de afstand voor de linker voorluidspreker in te stellen. • Selecteer “Front R” om de afstand voor de rechter voor-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Center” om de afstand voor de middenluidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround L” om de afstand voor de linker surround-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround R” om de afstand voor de rechter surround-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround Back L” om de afstand voor de linker surround achter-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround Back R” om de afstand voor de rechter surround achter-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Presence L” om de afstand voor de linker aanwezigheidsluidspreker in te stellen. • Selecteer “Presence R” om de afstand voor de rechter aanwezigheidsluidspreker in te stellen. • Selecteer “Subwoofer” om de afstand voor de subwoofer in te stellen. Opmerkingen Nederlands 99 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Speaker Level (Luidsprekerniveau) Deze functie stelt u in staat met de hand de balans te bepalen tussen het volume (luidsprekerniveau) van de linker voor- of linker surround-luidspreker en elk van de bij “SPEAKER SET” (zie bladzijde 96) geselecteerde luidsprekers. Manual Setup (NET/USB) Via dit menu kunt u de netwerk en USB systeeminstellingen wijzigen. Video Speaker Set Presence R Speaker Distance Subwoofer Speaker Level Basic Front L NET/USB Network Option Play Style Information Front R Center ■ Network (Netwerkinstellingen) Instelbereik: –10,0 dB t/m +10,0 dB Begininstelling: Front L/Front R/Presence L/Presence R/ Subwoofer: 0,0 dB Center/Surround L/Surround R/Surround Back L/ Surround Back R: –1,0 dB Instelstap: 0,5 dB • Selecteer “Front L” om de balans voor de linker voorluidspreker in te stellen. • Selecteer “Front R” om de balans voor de rechter voorluidspreker in te stellen. • Selecteer “Center” om de balans voor de middenluidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround L” om de balans voor de linker surround-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround R” om de balans voor de rechter surround-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround Back L” om de balans voor de linker surround achter-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Surround Back R” om de balans voor de rechter surround achter-luidspreker in te stellen. • Selecteer “Presence L” om de balans voor de linker aanwezigheidsluidspreker in te stellen. • Selecteer “Presence R” om de balans voor de rechter aanwezigheidsluidspreker in te stellen. • Selecteer “Subwoofer” om de balans voor de subwoofer in te stellen. Opmerkingen • U kunt het niveau niet instellen voor kanalen die zijn ingesteld op “None” via Speaker Set. • Als u slechts één surround achter-luidspreker gebruikt, dient u deze aan te sluiten op de SURROUND BACK (SINGLE) aansluiting en dient u de balans in te stellen met “Surround Back L”. Gebruik deze functie om de netwerkparameters (IP adres enz.) te bekijken of deze met de hand te wijzigen. Network DHCP Play Style IP Address Information Subnet Mask Opmerking Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld. DHCP (DHCP instelling) Wanneer deze parameter is ingesteld op “ON”, worden netwerkparameters voor “IP Address”, “Subnet Mask”, “Default Gateway”, “DNS Server (P)” en “DNS Server (S)” verkregen van een router met ingeschakelde DHCP weergegeven. Als de DHCP serverfunctie niet beschikbaar is, dient u deze instelling “Off” te zetten om de netwerkinstellingen met de hand te kunnen configureren. Keuzes: On, Off IP Address (IP adres) Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen IP adres te specificeren. Deze waarde mag niet hetzelfde zijn als een die reeds gebruikt wordt voor andere apparatuur in het beoogde netwerk. Subnet Mask (Subnet masker) Gebruik deze parameter om het aan dit toestel toegewezen subnet masker te specificeren. y In de meeste gevallen kan de waarde voor het subnet masker worden ingesteld op “255.255.255.0”. Default Gateway (Default gateway) Gebruik deze parameter om het IP adres van de standaard toegewezen gateway te specificeren. 100 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM DNS Server (P) (Primaire DNS server) DNS Server (S) (Secundaire DNS server) Gebruik deze parameter om de IP adressen van de primaire en secundaire DNS (Domain Name System) servers te specificeren. ■ Play Style (Weergavestijlen) Met deze functie kunt u de weergavestijl aanpassen aan uw persoonlijke voorkeur. U kunt muziekstukken in een willekeurige volgorde laten weergeven, of een bepaald muziekstukken of een reeks muziekstukken laten herhalen. Opmerking Als u slechts één DNS adres heeft, vul dit dan in bij “DNS Server (P)”. Als u twee of meer DNS adressen heeft gekregen, vul er dan één in bij “DNS Server (P)” en een ander bij “DNS Server (S)”. Setup (Instelling) Selecteer “Setup” om de instellingen voor de “Network” parameters te bevestigen. 1 Druk op k / n op de afstandsbediening tot u het gewenste menu geselecteerd heeft, en druk vervolgens op h om de gewenste netwerkparameter te selecteren en in te voeren. Opmerking Wanneer “DHCP” is ingesteld op “ON”, kunt u geen andere netwerkinstellingen meer selecteren of instellen. Om de andere parameters te kunnen specificeren moet u eerst “DHCP” op “OFF” instellen. Om de parameter te specificeren drukt u herhaaldelijk op k / n om het cijfer te veranderen en kiest u het te veranderen cijfer met l / h. 3 Druk op ENTER om uw instelling te bevestigen. 4 Herhaal de steppen 1 t/m 3 om alle networkparameters in te stellen. 5 Selecteer “Setup” en druk vervolgens op ENTER om de instelling af te sluiten. Opmerking Als u uw externe netwerkconfiguratie heeft gewijzigd, is het mogelijk dat u de netwerkinstellingen daaraan zult moeten aanpassen. Play Style Repeat Information Shuffle Repeat (Herhaalde weergave) Met deze functie kunt u dit toestel een muziekstuk of een reeks muziekstukken laten herhalen. Keuzes: Off, Single, All • Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “Single” om dit toestel één muziekstuk te laten herhalen. • Selecteer “All” om dit toestel een reeks muziekstukken te laten herhalen. Opmerkingen • Wanneer “Repeat” op een andere instelling dan “Off” staat, zal “ ” of “ ” verschijnen in de rechter bovenhoek van het weergavestatus scherm terwijl het muziekstuk of de muziekstukken worden herhaald. • Als “Repeat” is ingesteld op “Single”, zal deze instelling worden teruggezet op “Off” wanneer zowel de hoofdzone als Zone 2 en Zone 3 worden uitgeschakeld. Shuffle (Willekeurige weergave) Met deze functie kunt u dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde laten weergeven. Keuzes: Off, On • Selecteer “Off” om deze functie uit te schakelen. • Selecteer “On” om dit toestel muziekstukken of albums in willekeurige volgorde te laten weergeven. GEAVANCEERDE BEDIENING 2 Network Opmerking Wanneer “Shuffle” op “On” staat, zal “ ” verschijnen in de rechter bovenhoek van het weergavestatus scherm terwijl de muziekstukken of albums in willekeurige volgorde worden weergegeven. y U kunt de netwerkinstellingen van dit toestel terugzetten op de fabrieksinstellingen door middel van “N-RESET” in het geavanceerde instellingenmenu (zie bladzijde 127). Nederlands 101 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Information (Netwerkinformatie) Gebruik deze functie om de netwerk-systeeminformatie te kunnen bekijken. Network Play Style Information MAC Address 00:00:00:00:00:00 Status 100 BASE-TX Full Duplex Manual Setup (Option) Via dit menu kunt u de optionele systeeminstellingen wijzigen. 1 System ABCDE123 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. AMP SET MENU SOURCE MENU SRCH MODE TV Opmerking Het scherm hierboven is slechts een voorbeeld. MAC Address (MAC (Media Access Control) adres) Deze informatie geeft het MAC adres weer dat is toegewezen aan dit toestel. 2 Druk op k / n op de afstandsbediening, selecteer “Manual Setup” en druk vervolgens op h. PRESET/CH Status (Netwerkstatus) Deze informatie geeft de status van de huidige verbinding met het netwerk weer. Display status: 10BASE-T, 100BASE-TX, Full Duplex, Half Duplex, No Link PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Opmerking “No Link” verschijnt wanneer er geen verbinding met het netwerk is gemaakt. 3 System (Uniek systeem-ID) Deze informatie geeft de unieke ID-nummers weer die zijn toegewezen aan dit toestel. Druk op k / n / l / h op de afstandsbediening, selecteer “Option” en druk vervolgens op h. PRESET/CH PRESET/CH ENTER ENTER A/B/C/D/E A/B/C/D/E Video Front Panel Disp. Basic iPod Option Zone OSD Zone2 Set Zone3 Set 4 Selecteer de gewenste parameters en druk dan op h om de instelfunctie te openen en de instellingen te wijzigen. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E 102 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Front Panel Disp. (Instelling display voorpaneel) Dimmer (Dimmer) Hiermee kunt u de helderheid van het display op het voorpaneel instellen. Instelbereik: – 4 t/m 0 0 Dimmer Scroll ■ Zone OSD (In-beeld display) Met deze functie kunt u de bedieningsinformatie voor Zone 2 en Zone 3 laten weergeven op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE VIDEO aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. De informatie voor Zone 2 en Zone 3 zal als volgt worden getoond: • De signaalbron voor Zone 2 en Zone 3 • Het volumeniveau voor Zone 2 en Zone 3 • Of de geluidsweergave tijdelijk is uitgeschakeld (Mute) voor Zone 2 en Zone 3 • De instellingen voor de toonkleur in Zone 2 en Zone 3 Keuzes: Off, Zone2, Zone2&Zone3 Scroll (Scrollen over het display op het voorpaneel) Gebruik deze functie om te bepalen of de informatie (zoals de songtitel of de naam van een kanaal) volledig over het display op het voorpaneel moet worden weergegeven door eroverheen te blijven bewegen, of dat alleen de eerste 14 letters en cijfers daarvan weergegeven moeten worden nadat de volledige naam of titel één keer over het dp is geschoven wanneer “DOCK” of “NET/USB” is geselecteerd als signaalbron. Keuzes: Continue, Once Scroll Continue Once • Selecteer “Continue” om de bedieningsstatus doorlopend weer te laten geven op het display op het voorpaneel. • Selecteer “Once” om de bedieningsstatus met de eerste 14 alfanumerieke tekens op het display op het voorpaneel te laten zien. ■ iPod (iPod instellingen) Standby Charge (iPod opladen wanneer het toestel uit (standby) staat) Gebruik deze functie om in te stellen of dit toestel de batterij (accu) van de aangesloten iPod op moet laden of niet terwijl dit toestel zelf uit (standby) staat (zie bladzijde 66). Keuzes: Off, Auto Off Standby Charge Auto iPod Zone2 Zone OSD Zone2&Zone3 Zone2 Set Zone3 Set • Selecteer “Off” om geen bedieningsinformatie voor Zone 2 en Zone 3 te laten weergeven op het Zone 2 beeldscherm. • Selecteer “Zone2” om alleen de bedieningsinformatie voor Zone 2 te laten weergeven op het Zone 2 beeldscherm. • Selecteer “Zone2&Zone3” om de bedieningsinformatie voor zowel Zone 2 als Zone 3 te laten weergeven op het Zone 2 beeldscherm. Opmerkingen • Als “Zone OSD” is ingesteld op “Zone2&Zone3”, zullen wijzigingen in de bedieningstoestand voor Zone 3 worden weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. Als bijvoorbeeld de signaalbron voor Zone 3 wordt veranderd terwijl u in Zone 2 naar de tv kijkt, zal de naam van de nieuwe signaalbron voor Zone 3 worden weergegeven op uw tv in Zone 2. • Als “Zone OSD” is ingesteld op “Zone2&Zone3”, zal de weergegeven informatie voor Zone 2 en Zone 3 afhangen van het feit of Zone 2 en Zone 3 zijn ingeschakeld met ZONE 2 ON/ OFF en ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel (zie bladzijde 122). – Als zowel Zone 2 als Zone 3 zijn ingeschakeld, zullen de videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en het correponderende in-beeld display worden weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. – Als Zone 2 is uitgeschakeld en Zone 3 is ingeschakeld, zal alleen het corresponderende in-beeld display worden weergegeven op een grijze achtergrond, ongeacht de REC OUT/ZONE 2 status op het voorpaneel. – Als Zone 2 is ingeschakeld en Zone 3 is uitgeschakeld, zullen de videosignalen van de huidige signaalbron voor Zone 2 en het corresponderende in-beeld display worden weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. – Als zowel Zone 2 als Zone 3 is uitgeschakeld, zullen er geen videosignalen of in-beeld displays worden weergegeven op het Zone 2 beeldscherm. 103 Nl Nederlands • Selecteer “Off” om de batterij van de aangesloten iPod alleen op te laden wanneer dit toestel aan staat. • Selecteer “Auto” om de batterij van de aangesloten iPod op te laden wanneer dit toestel aan staat en wanneer het uit (standby) staat. Off GEAVANCEERDE BEDIENING Dimmer Front Panel Disp. GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Zone2 Set/Zone3 Set (Zone 2/Zone 3 instellingen) Zone2 Amplifier/Zone3 Amplifier (Zone 2/Zone 3 versterker) U kunt instellen hoe de Zone 2 en/of Zone 3 luidsprekers versterkt moeten worden. Keuzes: EXT, INT:[SP1], INT:[SP2], INT:Both Zone2 Volume/Zone3 Volume (Zone 2/Zone 3 volume) Gebruik deze functie om te bepalen hoe de volumeregeling zal werken met betrekking tot de ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT aansluitingen. Keuzes: Fixed, Variable Zone2 Amplifier Fixed Zone2 Volume Variable Zone2 Amplifier EXT Zone2 Max Vol. Zone2 Volume INT:[SP1] Zone2 Initial Vol. Zone2 Max Vol. INT:[SP2] • Selecteer “EXT” als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers wilt aansluiten op een externe versterker via de ZONE 2 OUTPUT of ZONE 3 OUTPUT aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “INT:[SP1]” om de ingebouwde surroundachterversterker van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de SP1 luidspreker-aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “INT:[SP2]” om de ingebouwde surroundversterker van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de SP2 luidspreker-aansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Selecteer “INT:Both” om de ingebouwde surround- en surround achter-versterkers van dit toestel te gebruiken als u uw Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks wilt aansluiten op de SP1 en SP2 luidsprekeraansluitingen op het achterpaneel van dit toestel. • Kies “Fixed” om het ZONE 3 OUTPUT volumeniveau vast te zetten op een standaard niveau. • Kies “Variable” om het ZONE 3 OUTPUT volume tegelijkertijd met VOL +/– op de afstandsbediening te kunnen regelen. Zone2 Max Vol./Zone3 Max Vol. (Zone 2/Zone 3 Maximum volume) Gebruik deze functie om het maximum volumeniveau in Zone 2 of Zone 3 in te stellen. Instelbereik: 16,5 dB, 15,0 dB t/m – 30,0 dB Instelstap: 5,0 dB Zone2 Amplifier Zone2 Volume Zone2 Max Vol. +16.5dB Zone2 Initial Vol. Opmerkingen Opmerking • Als “BI-AMP” is ingesteld op “ON” via het “ADVANCED SETUP” menu, kunnen “INT:[SP1]”, “INT:[SP2]” en “INT:Both” niet worden geselecteerd. • Wanneer “INT:Both” is ingesteld bij “ZONE2 AMP”, kan alleen “EXT” worden geselecteerd bij “ZONE3 AMP”. • Wanneer “INT:Both” is ingesteld bij “ZONE3 AMP”, kan alleen “EXT” worden geselecteerd bij “ZONE2 AMP”. • Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op “INT:[SP1]” of “INT:[SP2]” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surround achter-luidsprekers. • Wanneer u “ZONE2 AMP” of “ZONE3 AMP” instelt op “INT:Both” en de corresponderende zone wordt ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surroundluidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de hoofdzone. • Wanneer “ZONE2 AMP” en “ZONE3 AMP” zijn ingesteld op “INT:[SP1]” of wanneer “INT:[SP2]” en Zone 2 en Zone 3 zijn ingeschakeld, zal er geen geluid worden weergegeven via de surroundluidsprekers en de surround achter-luidsprekers in de hoofdzone. • Wanneer u de interne versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone 3, is het mogelijk dat sommige geluidsveldprogramma’s niet op dezelfde manier werken als wanneer u de interne versterkers niet gebruikt voor Zone 2 of Zone 3. De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.” instelling. Als bijvoorbeeld “Zone2 Initial Vol.” is ingesteld op –20,0 dB en vervolgens “Zone2 Max Vol.” wordt ingesteld op –30,0 dB, dan zal het volumeniveau automatisch worden ingesteld op –30,0 dB wanneer u de volgende keer dit toestel aan zet. 104 Nl GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM Zone2 Initial Vol./Zone3 Initial Vol. (Zone 2/Zone 3 Beginvolume) Met deze functie kunt u het volumeniveau voor Zone 2 of Zone 3 bepalen voor het moment dat dit toestel aan wordt gezet. Keuzes: Off, –80 dB t/m +16,5 dB Instelstap: 0,5 dB ■ Audio Select (Standaardinstelling Selectiefunctie audio ingangsaansluiting) Met deze functie kunt u een bepaalde selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting standaard instellen wanneer u dit toestel aan zet. Keuzes: Auto, Last Zone3 Set Sur.Initialize Zone2 Volume Zone2 Max Vol. Zone2 Initial Vol. Off Audio Select Auto Decoder Mode Last Memory Guard Opmerking De “Zone2 Max Vol.” of “Zone3 Max Vol.” instelling heeft voorrang boven de “Zone2 Initial Vol.” of “Zone3 Initial Vol.” instelling. ■ Sur.Initialize (Surround initialiseren) Zone2 Set Zone3 Set Sur.Initialize Audio Select Decoder Mode CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAINMENT MOVIE STEREO SUR. DECODE All • Druk net zo vaak op k / n / l / h tot u het geluidsveldprogramma geselecteerd heeft dat u wilt initialiseren en druk dan op ENTER. • Selecteer “All” om alle geluidsveldparameters terug te zetten op hun beginwaarden. ■ Decoder Mode (Standaardinstelling decoderfunctie) U kunt bepalen welke decoder door dit toestel wordt gebruikt. Keuzes: Auto, Last Sur. Initialize GEAVANCEERDE BEDIENING Hiermee kunt u de instellingen voor alle geluidsveldprogramma’s in een geluidsveldprogrammagroep tegelijk initialiseren. Wanneer u een geluidsveldprogrammagroep initialiseert, zullen alle gewijzigde instellingen voor de programma’s in die groep worden teruggezet op hun beginwaarden. Gewijzigde instellingen voor geluidsveldparameters worden blauw aangegeven. Keuzes: CLASSICAL, LIVE/CLUB, ENTERTAINMENT, MOVIE, STEREO, SUR. DECODE, All • Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste ingangsfunctie voor de audio ingangsaansluiting wilt laten selecteren. • Kies “Last” om het toestel automatisch de functie voor de audio ingangsaansluiting in te laten schakelen die het laatst met de signaalbron in kwestie gebruikt is. Audio Select Decoder Mode Auto Memory Guard Last HDMI Set • Selecteer “Auto” als u dit toestel automatisch het soort ingangssignaal wilt laten detecteren en de juiste decoder wilt laten selecteren. • Kies “Last” om het toestel automatisch de decoder in te laten schakelen die het laatst met de aangesloten signaalbron gebruikt is. ■ Memory Guard (Geheugenbeveiliging) Met deze functie kunt u voorkomen dat de DSP programma instellingen en andere systeeminstellingen per abuis gewijzigd worden. Keuzes: Off, On Audio Select Decoder Mode Opmerking Er kunnen geen geluidsveldprogramma’s worden geïnitialiseerd wanneer u “Memory Guard” heeft ingesteld op “On” (zie bladzijde 105). Memory Guard Off HDMI Set On 105 Nl Nederlands Kies “On” om de inhoud van het geheugen te beveiligen: • DSP programma instellingen • Alle menu-items behalve “Memory Guard” en “System Memory” – “Load”. • Opstarten en herstarten van de “Auto Setup” procedure. GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM y Wanneer u een beveiligde parameter selecteert, zal “ ” links onderaan het GUI scherm verschijnen. ■ HDMI Set (HDMI instellingen) Gebruik deze functie om de door HDMI ondersteunde audio in te stellen. Decoder Mode Memory Guard HDMI Set Support Audio System Memory Met deze functie kunt u maximaal zes van uw favoriete instellingen opslaan zodat u ze later makkelijk weer op kunt roepen. U kunt instellingen als de volgende opslaan: • Geluidsveldprogramma parameters • Luidspreker-instellingen • Kanaalinstellingen • LFE niveau • Inste voor het dynamisch bereik • Inste voor de parametrische equalizer ■ Opslaan van instellingen 1 Support Audio (Audio ondersteuning) Gebruik deze functie om te kiezen of u HDMI audiosignalen wilt laten weergeven via dit toestel zelf of via een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. Keuzes: RX-V2700, Other Support Audio Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. AMP SET MENU SOURCE MENU SRCH MODE TV 2 Druk herhaaldelijk op k / n / l / h op de afstandsbediening, selecteer “System Memory” en druk vervolgens op h. 3 Selecteer “Save” en druk vervolgens op ENTER. De huidige instellingen zullen worden weergegeven in het GUI scherm. RX-V2700 Other • Kies “RX-V2700” om HDMI audiosignalen weer te laten geven door dit toestel. De HDMI audiosignalen die binnenkomen via de HDMI IN aansluitingen van dit toestel worden niet gereproduceerd via de HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting op het achterpaneel van dit toestel. • Kies “Other” om HDMI audiosignalen weer te laten geven door een andere HDMI component die is verbonden met de HDMI OUT aansluiting. Sci-Fi Current Memory 1 SpeakerCH LFE Level D-Range PEQ 3/4/0.1 0dB MAX YPAO Natural Memory 2 Opmerking De HDMI videosignalen die binnenkomen via de HDMI IN 1, HDMI IN 2 of HDMI IN 3 aansluiting van dit toestel, worden altijd gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. 106 Nl 4 Druk herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening om het geheugennummer te selecteren waaronder u de huidige instellingen van dit toestel wilt opslaan en druk dan op h. “Save: ENTER” zal rechts onderaan het venster verschijnen. 5 Selecteer ENTER om de huidige instellingen van dit toestel op te slaan. GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Laden van instellingen 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. AMP Signal Info. (Ingangssignaalinformatie) U kunt de formattering, de bemonsteringsfrequentie, het aantal kanalen en eventuele signaleringsgegevens (vlag) van het huidige ingangssignaal laten zien. SET MENU SOURCE MENU SRCH MODE TV 2 1 Druk herhaaldelijk op k / n / l / h op de afstandsbediening, selecteer “System Memory” en druk vervolgens op h. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. AMP SET MENU SOURCE 3 Selecteer “Load” en druk vervolgens op ENTER. Sci-Fi Current SpeakerCH LFE Level D-Range PEQ Memory 1 Memory 2 3/4/0.1 0dB MAX Reset Memory 3 5 Druk herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening om het geheugennummer met de instellingen die u wilt laden te selecteren en druk dan op h. “Load: ENTER” zal rechts onderaan het venster verschijnen. 2 Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup NET/USB System Memory Option Druk herhaaldelijk op k / n en selecteer “Signal Info.”. De audio-informatie over de signaalbron zal op het GUI scherm verschijnen. PRESET/CH Druk op ENTER om deze instellingen definitief te laden. GEAVANCEERDE BEDIENING 4 MENU SRCH MODE TV ENTER A/B/C/D/E y De “Memory 1” en “Memory 2” instellingen kunt u eenvoudig oproepen door op MEMORY 1 of MEMORY 2 op de afstandsbediening te drukken. Wanneer u op MEMORY 1 drukt, zal de melding “Load Memory 1? Yes:Press Again” (Geheugen 1 laden? Ja: Nog eens drukken) op het scherm verschijnen, terwijl op het display op het voorpaneel “Press MEMORY1!” (Druk op MEMORY1!) getoond wordt. Druk nog eens op MEMORY 1 om de instellingen op te roepen. 3 Druk herhaaldelijk op l / h en selecteer “Audio Info.” of “Video Info.”. Auto Setup System Memory Signal Info. PRESET/CH Language Audio Info. Video Format --Sampling 48kHz Channel ??? Bitrate --Dialogue --Flag1 --Flag2 --- 1 MEMORY 2 9 0 ENTER A/B/C/D/E Auto Setup System Memory Signal Info. Language Video Info. Audio HDMI Signal ----HDMI Resolution ----Analog Resolution 480i 480i HDMI Error --- 1 MEMORY 2 9 0 107 Nl Nederlands Wanneer u op MEMORY 2 drukt, zal de melding “Load Memory 2? Yes:Press Again” (Geheugen 1 laden? Ja: Nog eens drukken) op het scherm verschijnen, terwijl op het display op het voorpaneel “Press MEMORY2!” (Druk op MEMORY2!) getoond wordt. Druk nog eens op MEMORY 2 om de instellingen op te roepen. GRAFISCHE GEBRUIKERSINTERFACE (GUI) SCHERM ■ Audio informatie Format (Signaalformattering) Signaalformattering. Wanneer het toestel geen digitaal signaal kan detecteren, wordt er automatisch overgeschakeld naar analoog. Opmerking “---” verschijnt wanneer dit toestel geen enkel signaal kan detecteren. Sampling (Bemonsteringsfrequentie) Het aantal metingen per seconden van een continu signaal om een digitaal signaal te kunnen maken. Opmerking Language Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem van dit toestel moeten worden getoond. Keuzes: English (Engels), (Japans), Français (Frans), Deutsch (Duits), Español (Spaans), Русский (Russisch) y U kunt de taal voor het GUI in-beeld display ook kiezen met de “GUI LANGUAGE” parameter in de “ADVANCED SETUP” op het display op het voorpaneel (zie bladzijde 127). 1 “---” verschijnt wanneer dit toestel de bemonsteringsfrequentie niet kan detecteren. Channel (Ingangskanaal) Aantal bronkanalen in het ingangssignaal (voor/ surround/LFE). Bijvoorbeeld een multikanaals soundtrack met 3 voorkanalen, 2 surroundkanalen en een LFE kanaal, zal worden getoond als “3/2/0.1”. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens op SET MENU op de afstandsbediening. Het hoofdscherm (top) zal nu verschijnen. AMP SET MENU SOURCE MENU SRCH MODE TV Opmerking “---” verschijnt wanneer er geen bronkanalen beschikbaar zijn. Bitrate (Bitsnelheid) Het aantal bits aan gegevens dat per seconde een bepaald meetpunt passeert. Opmerking Stereo/Surround Sound Input Select Video Manual Setup Basic Auto Setup NET/USB System Memory Option “---” verschijnt wanneer dit toestel de bitsnelheid niet kan detecteren. Dialogue (Dialoog normalisatieniveau) Het dialoog normalisatieniveau ingesteld voor het op dit moment ontvangen Dolby Digital of DTS signaal. 2 Flag1/Flag2 (Signaalinformatie) Signalering (vlag) die in DTS, Dolby Digital of PCM signalen is meegecodeerd en die dit toestel in staat stelt automatisch van decoder te wisselen. Druk herhaaldelijk op n op de afstandsbediening, selecteer “Language” en druk vervolgens op h. System Memory Signal Info. ■ Video informatie Language HDMI Signal (HDMI signaaltype) Het soort videosignalen ontvangen van de signaalbron en gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting van dit toestel. English Français HDMI Resolution (HDMI resolutie) De resolutie van de videosignalen ontvangen van de signaalbron en gereproduceerd via de HDMI IN aansluitingen van dit toestel. 3 Analog Resolution (Analoge resolutie) De resolutie van de videosignalen ontvangen van de signaalbron en de analoge videosignalen die worden gereproduceerd via de COMPONENT MONITOR OUT aansluitingen van dit toestel. Druk herhaaldelijk op k / n op de afstandsbediening om de gewenste taal in te stellen. 4 Druk op ENTER om uw keuze te bevestigen. HDMI Error (HDMI Fout) Foutmelding voor HDMI bronnen of aangesloten HDMI apparatuur. Zie bladzijde 134 voor details. 108 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Naast dit toestel kan de afstandsbediening ook andere audiovisuele componenten van YAMAHA en van andere fabrikanten aansturen. Om uw TV of andere componenten te kunnen bedienen, moet u de juiste afstandsbedieningscodes voor de diverse signaalbronnen instellen (zie bladzijde 111). Bedienen van dit toestel, een TV of andere componenten ■ Bedienen van dit toestel ■ Bedienen van een TV Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP om dit toestel te bedienen (zie bladzijde 8). Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV om uw TV te bedienen. Om uw TV te kunnen bedienen moet u de juiste afstandsbedieningscode instellen voor DTV of PHONO (zie bladzijde 111). Wanneer u afstandsbedieningscodes instelt voor zowel DTV als PHONO, wordt voorrang gegeven aan de voor DTV ingestelde code. POWER POWER POWER STANDBY AV TV NET/USB AUDIO SEL PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV VCR 1 SLEEP CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 *1 *1 POWER POWER POWER STANDBY AV TV NET/USB AUDIO SEL SLEEP *2 DVD PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD SELECT DTV VCR 1 AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – SOURCE SELECT TV AMP LEVEL TV INPUT PRESET/CH TITLE MUTE SET MENU PURE DIRECT MENU A/B/C/D/E STRAIGHT DISPLAY RETURN EFFECT MEMORY LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY 2 9 0 FREQ/TEXT EON NIGHT ENHANCER + 10 ENT MODE + + CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT MUTE LEVEL *1 MENU PURE DIRECT AUDIO ENTER A/B/C/D/E STRAIGHT *2 DISPLAY RETURN EFFECT MEMORY CLASSICAL PTY SEEK START LIVE/CLUB ENTERTAIN MOVIE 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 USB 1 MEMORY PC/MCX ON TV SET MENU SRCH MODE REC OFF PRESET/CH TITLE BAND MOVIE STEREO NET RADIO *1 AUDIO ENTER + TV VOL SOURCE SRCH MODE BAND CLASSICAL *1 GEAVANCEERDE BEDIENING TV MUTE MACRO LEARN CLEAR RENAME 2 9 0 FREQ/TEXT EON NET RADIO USB NIGHT ENHANCER + 10 ENT MODE PTY SEEK START *2 REC PC/MCX OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME Opmerkingen *1 Deze toetsen bedienen altijd alleen dit toestel, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie. *2 Deze toetsen bedienen dit toestel alleen wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP staat. Opmerkingen *1 Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie. Afstandsbediening TV POWER Hiermee schakelt u de stroom in of uit. TV VOL +/– Hiermee verhoogt of verlaagt u het volume. TV MUTE Deze toets schakelt de geluidsweergave tijdelijk uit. TV INPUT Wijzigt de signaalbron. Deze toetsen bedienen de TV alleen wanneer de schakelaar voor de bedieningsfunctie op TV staat. Zie voor details de “TV” kolom op bladzijde 110. 109 Nl Nederlands *2 Digitale TV/ Kabel TV KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Bedienen van andere componenten TV MUTE Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE om andere apparatuur die u met de ingangskeuzetoetsen of kunt selecteren te bedienen. U moet wel van tevoren voor elke signaalbron de juiste afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 111). De volgende tabel toont de functies van de bedieningstoetsen voor het bedienen van andere componenten die zijn toegewezen aan de ingangskeuzetoetsen of . Het is mogelijk dat sommige toetsen niet het verwachte effect hebben op de geselecteerde component. 1 3 4 TV AV TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV VCR 1 Kabel TV/ TV satellietontvanger AV POWER Aan/uit*1 Aan/uit*1 Aan/uit*1 CH + TV kanaal hoger*3 Kanaal hoger Kanaal hoger CH – TV kanaal lager*3 Kanaal lager Kanaal lager Kanaal lager TITLE Titel Titel ENTER PRESET/CH k SLEEP CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD 3 4 5 6 SELECT 2 AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – 7 LEVEL TV INPUT PRESET/CH MUTE SET MENU MENU SRCH MODE A/B/C/D/E STRAIGHT DISPLAY EFFECT MEMORY CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 1 MEMORY 6 7 8 2 NIGHT ENHANCER + 10 ENT FREQ/TEXT EON NET RADIO USB MODE OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME TV MENU BAND SRCH MODE PURE DIRECT AUDIO LD-speler CD-speler MDrecorder/ CDrecorder iPod PC/MCX2000/ Internetradio/ USB VCR aan/ uit*2 Aan/uit*1 Aan/uit*1 Aan/uit*1 Aan/uit*1 Aan/uit*1 Kanaal hoger TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger*3 TV kanaal hoger *3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager *3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 TV kanaal lager*3 Cassettedeck Tuner Bladwijzer*7 Titel Titel Menu Enter Menu selectie Menu selectie Band Menu op Menu op Menu op Voorkeuzekanaal Hoger hoger (1 t/m 8) Hoger Lager Vorige menu Volgende menu Menu neer A/B/C/D/E l Menu links Menu links Menu links Voorkeuzekanaal Vorige lager (A t/m E) menu*6 Menu rechts Voorkeuzekanaal Volgende Richting A/B hoger (A t/m E) menu*6 Menu rechts Menu rechts RETURN, Terug MEMORY Terug 1-9, 0, +10 Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen Cijfertoetsen VCR terug zoeken*2 Terug Terug Cijfertoetsen Cijfertoetsen Terug zoeken Terug zoeken*4 Selecteer NET RADIO Vooruit zoeken Vooruit zoeken Vooruit zoeken*4 Selecteer USB Hoofdstuk/ Terug Terug springen springen Terug springen Richting terug Terug springen Terug springen*8 Hoofdstuk/ Vooruit Vooruit springen springen Vooruit springen Richting vooruit Vooruit springen Vooruit springen*8 Disc overslaan Opname Opname Stop Stop Stop Stop Pauze Pauze Pauze (Weergave/ pauze)*5 Weergave Weergave Weergave (Weergave/ pauze)*5 Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken Terug zoeken hh Vooruit zoeken Vooruit zoeken VCR vooruit VCR vooruit Vooruit zoeken zoeken*2 zoeken*2 Vooruit zoeken b Terug springen a Vooruit springen REC/ DISC SKIP Disc overslaan (speler) Opname Opname (recorder) VCR opname*2 VCR opname*2 s Stop Stop VCR stop*2 VCR stop*2 VCR pauze*2 Pauze Pauze Weergave Weergave e Pauze Pauze p Weergave Weergave VCR weergave*2 VCR weergave*2 MENU Menu Menu Menu AUDIO Audio DISPLAY Display ENT Cijfertoetse*9 Cijfertoetsen VCR terug zoeken*2 VCR pauze*2 Volgende menu Geheugen ll Stop Selecteer PC/MCX Stop Weergave Vorige menu Vorige menu Audio Enter Display Display Enter/ oproepen Enter Display Display Display Opmerking Zie bladzijde 111 voor details omtrent de bediening van de items met een sterretje (*). 110 Nl A PTY SEEK START Menu neer 8 9 0 A 0 REC Menu neer 6 7 MOVIE 0 PRESET/CH n 5 8 9 AUDIO ENTER RETURN Voorkeuzekanaal Lager lager (1 t/m 8) A/B/C/D/E h PURE DIRECT MUTE SET MENU TITLE ENTER TV INPUT PRESET/CH TITLE BAND PC/MCX SOURCE LEVEL Videorecorder POWER 9 TV MUTE DVDspeler/ DVDrecorder STANDBY NET/USB AUDIO SEL De afstandsbediening heeft 14 standen (sets bedieningstoetsen) om 14 verschillende componenten te kunnen bedienen. 2 POWER PHONO y 1 POWER Display Display KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Opmerkingen *1 Deze toets werkt alleen wanneer de originele afstandsbediening van de component in kwestie een POWER (aan/uit) toets heeft. Deze toetsen bedienen uw videorecorder alleen wanneer u de juiste afstandsbedieningscode instelt voor VCR 1 (zie bladzijde 111). *3 Deze toetsen bedienen altijd uw TV, ongeacht de stand van de schakelaar voor de bedieningsfunctie. *4 Houd de toets ingedrukt om terug of vooruit te zoeken. *5 Eenvoudige afstandsbedieningsfunctie (zie bladzijde 66). *6 Alleen in de menu bedieningsfunctie (zie bladzijde 66). *7 Houd de toets ingedrukt om uw favoriete Internetradiozenders op te slaan via bladwijzers (zie bladzijde 71). *8 Deze toetsen werken niet wanneer de Internetradio is geselecteerd als de sub-signaalbron voor NET/USB. *9 Druk op één van de toetsen 1-8 om items voor te programmeren of weer op te roepen (zie bladzijde 72). *2 ■ Selecteren van de te bedienen component U kunt een component selecteren die u onafhankelijk van de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde signaalbron kunt bedienen. Druk herhaaldelijk op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren. De naam van de te bedienen component wordt getoond in het uitleesvenster van de afstandsbediening. SELECT “OPTN” is een optionele set bedieningstoetsen die kan worden geprogrammeerd met afstandsbedieningsfuncties die verder los staan van de aangesloten signaalbronnen. Deze set is handig voor het programmeren van instructies die u alleen als onderdeel van een macrofunctie wilt gebruiken of waarvoor geen geldige afstandsbedieningscode bestaat. Om de optionele set bedieningstoetsen te selecteren dient u net zo vaak op SELECT n te drukken tot “OPTN” in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnt. SELECT Opmerking U kunt voor deze set bedieningstoetsen geen afstandsbedieningscode instellen. Zie bladzijde 113 voor het programmeren van toetsen in deze set bedieningstoetsen. U kunt andere componenten bedienen als u de bijbehorende afstandsbedieningscodes heeft ingesteld. Voor elke set bedieningstoetsen kan een code worden ingevoerd. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst met de beschikbare afstandsbedieningscodes. In de volgende tabel staan de standaard ingestelde componenten (Archief: componentencategorie) en de afstandsbedieningscode voor elke set bedieningstoetsen. Standaardinstellingen afstandsbedieningscodes Archief (componentencategorie) Fabrikant Standaard code TAPE YAMAHA 2700 NET/USB TUNER YAMAHA 2607 PHONO TV – – TUNER TUNER YAMAHA 2602 CD CD YAMAHA 2300 MULTI CH INPUT DVD YAMAHA 2100 V-AUX/ DOCK TUNER YAMAHA 2606 Ingang CBL/SAT CABLE – – MD/TAPE MD YAMAHA 2500 CD-R CD-R YAMAHA 2400 DTV TV – – VCR 1 VCR – – DVR/VCR2 DVR YAMAHA 2807 DVD DVD YAMAHA 2100 GEAVANCEERDE BEDIENING ■ Bedienen van optionele apparatuur (‘Optie’ set) Instellen van afstandsbedieningscodes Opmerking 111 Nl Nederlands Het is mogelijk dat u uw YAMAHA component niet zult kunnen bedienen, ook al is er een YAMAHA afstandsbedieningscode voorgeprogrammeerd zoals hierboven vermeld. Probeer in een dergelijk geval een andere YAMAHA afstandsbedieningscode in te stellen. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets of op om de set bedieningstoetsen die u wilt instellen te selecteren. 4 NET/USB AMP PHONO TUNER CD Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers van de afstandsbedieningscode voor de gewenste component in te voeren. Raadpleeg de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding voor een complete lijst van alle beschikbare afstandsbedieningscodes. MULTI CH IN CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 9 0 SOURCE V-AUX/DOCK CBL/SAT MD/TAPE CD-R TV DTV VCR 1 DVR/VCR 2 DVD 5 2 MOVIE Houd vervolgens LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks. De namen van het archief (bijv. L;DVD) en van de geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. DVD) zullen om en om in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. LEARN Druk op ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als de instelling met succes is verlopen. “NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als de instelling niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. y Als u gelijk nog een code wilt instellen voor een andere component, druk dan herhaaldelijk op de ingangskeuzetoets of op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 2 t/m 5. 6 Druk nog eens op LEARN om deze instelfunctie te verlaten. LEARN y • U kunt als u dat wilt een afstandsbedieningscode voor een andere soort apparatuur instellen voor een bepaalde set bedieningstoetsen. Druk herhaaldelijk op l / h om de componentencategorie (het ‘archief’) te veranderen. Beschikbare archieven: L;DVD, L;DVR, L;LD, L;CD, L;CDR, L;MD, L;TAP (cassettedeck), L;TUN (tuner), L;AMP, L;TV, L;CAB (kabel), L;SAT (satelliet), L;VCR • Als u een andere set bedieningstoetsen wilt instellen, druk dan op de ingangskeuzetoets of op , of druk herhaaldelijk op SELECT k / n om de gewenste set te selecteren. Opmerkingen • U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. 3 Druk op ENTER. De viercijferige code voor de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. Opmerking “0000” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer er geen code is ingesteld. 112 Nl 7 Druk op p of AV POWER om te controleren of u de component in kwestie inderdaad met de afstandsbediening kunt bedienen. POWER of AV y Als de apparatuur niet bediend kan worden en er meerdere codes zijn voor de fabrikant van uw component, probeer ze dan één voor één tot u de juiste gevonden heeft. Opmerkingen • “ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • De meegeleverde afstandsbediening bevat niet alle mogelijke codes voor alle in de handel verkrijgbare audio- en video-apparatuur (met inbegrip van YAMAHA componenten). Als geen enkele afstandsbedieningscode werkt met uw apparatuur, kunt u de gewenste functie programmeren met de ‘leerfunctie’ (zie “Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen”) of dient u de met de apparatuur in kwestie meegeleverde afstandsbediening te gebruiken. • Functies die zijn geprogrammeerd met de ‘leerfunctie’ krijgen voorrang over functies onder afstandsbedieningscodes. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Overnemen van instructies van andere afstandsbedieningen 2 Leg deze afstandsbediening en de andere ongeveer 5 tot 10 cm uit elkaar op een vlakke ondergrond zodat hun infrarood vensters op elkaar gericht zijn. AV POWER CD-R MULTI CH IN SLEEP CD POWER MD/TAPE STANDBY NET/USB AUDIO SEL TV TUNER POWER PHONO V-AUX/DOCK CBL/SAT DVD POWER DVR/VCR 2 STANDBY VCR 1 TV POWER SELECT LEVEL POWER DTV U kunt ook afstandsbedieningscodes programmeren van andere afstandsbedieningen. Als u functies wilt gebruiken die niet mogelijk zijn onder één van de afstandsbedieningscodes, of als er geen geschikte afstandsbedieningscode gevonden kan worden, dan kunt u proberen de ‘leerfunctie’ te gebruiken. U kunt functies van een andere afstandsbediening programmeren onder de op de volgende afbeelding aangegeven toetsen. De toetsen kunnen apart voor elke set bedieningstoetsen worden geprogrammeerd. Andere afstandsbediening 5 tot 10 cm PRESET/CH SET MENU TITLE MENU BAND SRCH MODE PURE DIRECT AV AUDIO ENTER NET/USB AUDIO SEL SLEEP A/B/C/D/E STRAIGHT PHONO TUNER CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD DISPLAY RETURN DTV VCR 1 CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 1 MEMORY SELECT 3 EFFECT MEMORY V-AUX/DOCK CBL/SAT 2 9 0 FREQ/TEXT EON NET RADIO MOVIE NIGHT ENHANCER + 10 ENT MODE Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in. “LEARN” en de naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. PTY SEEK START USB REC AMP + + + TV VOL CH VOLUME – – – TV MUTE TV INPUT MUTE PC/MCX SOURCE OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME TV Opmerking 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets of op om de set bedieningstoetsen die u wilt instellen te selecteren. Opmerkingen • Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje 3 seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor afstandsbedieningscodes worden opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. 4 Druk op de toets waaronder u de nieuwe functie wilt programmeren. “LEARN” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. NET/USB AMP PHONO TUNER CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD GEAVANCEERDE BEDIENING LEARN De afstandsbediening maakt gebruik van infrarood stralen. Als de andere afstandsbediening ook gebruik maakt van infrarood, kan deze afstandsbediening de meeste functies daarvan overnemen. Sommige speciale signalen of hele lange signalen kunnen echter mogelijk niet worden overgenomen. Raadpleeg tevens de handleiding van de betreffende afstandsbediening. SOURCE V-AUX/DOCK CBL/SAT TV AV POWER TUNER SLEEP POWER MULTI CH IN STANDBY CD NET/USB AUDIO SEL POWER PHONO DVD CD-R SELECT TV AMP SOURCE MD/TAPE + DVR/VCR 2 – VOLUME VCR 1 + DTV – CH V-AUX/DOCK CBL/SAT + PURE DIRECT – MUTE SET MENU AUDIO EFFECT A/B/C/D/E STRAIGHT TV VOL TV INPUT MENU PRESET/CH SRCH MODE LEVEL TITLE TV MUTE BAND ENTER DISPLAY 4 RETURN MEMORY 8 MOVIE EXTD SUR. 3 SELECT ENT ENHANCER ENTERTAIN 7 2 SUR. DECODE + 10 NIGHT LIVE/CLUB 2 6 1 STEREO 0 RENAME 1 MEMORY USB CLEAR 5 9 MACRO LEARN NET RADIO ON REC VCR 1 PC/MCX OFF DTV CLASSICAL TV Opmerking Nederlands Zorg ervoor dat de schakelaar voor de bedieningsfunctie op SOURCE staat. Wanneer u de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP zet en vervolgens instructies van andere afstandsbedieningen programmeert, kan de toets in kwestie geen versterkerfunctie van dit toestel meer aansturen. 113 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 5 Houd de toets waarvan u de functie wilt overnemen op de andere afstandsbediening ingedrukt tot “OK” in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnt. “NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het overnemen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 4. Wijzigen van namen zoals die in het uitleesvenster verschijnen U kunt de naam voor de signaalbron die verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening veranderen als een andere naam dan de voorgeprogrammeerde uw voorkeur heeft. Deze functie komt bijvoorbeeld van pas wanneer u een andere component met een bepaalde set bedieningstoetsen wilt gebruiken. TV POWER PHONO DTV AV POWER TUNER SLEEP MULTI CH IN POWER CD DVD CD-R STANDBY MD/TAPE SELECT DVR/VCR 2 NET/USB AUDIO SEL VCR 1 V-AUX/DOCK CBL/SAT 1 Andere afstandsbediening Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets of op om de set bedieningstoetsen waaraan u een andere naam wilt geven te selecteren. De naam van de geselecteerde set zal verschijnen in het uitleesvenster. AMP NET/USB SOURCE y TV • Herhaal de stappen 4 en 5 wanneer u gelijk nog een andere functie wilt programmeren. • Als u gelijk nog een functie wilt programmeren voor een andere component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 4 en 5. PHONO of TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD AMP DTV VCR 1 SOURCE TV 6 Druk nog eens op LEARN om de leerfunctie te verlaten. LEARN Opmerkingen • “ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • Deze afstandsbediening is in staat ongeveer 200 functies te leren. Het is echter mogelijk, afhankelijk van de overgenomen signalen, dat de melding “FULL” in het uitleesvenster verschijnt voordat u 200 functies heeft geprogrammeerd. In dit geval kunt u eerder geprogrammerde functies die u niet meer nodig heeft wissen om ruimte te maken voor nieuwe functies. • In de volgende gevallen is het mogelijk dat de leerfunctie niet werkt: – wanneer de batterijen in deze of in de andere afstandsbediening leeg of bijna leeg zijn. – wanneer de afstand tussen de twee afstandsbedieningen te groot of te klein is. – wanneer de infraroodvensters van de afstandsbedieningen niet goed op elkaar gericht zijn. – wanneer de afstandsbediening in de zon ligt. – wanneer het signaal voor de functie die u wilt overnemen continu is of zeer ongewoon. 114 Nl 2 Druk met een balpen of iets dergelijks RENAME in. RENAME Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal het veranderen van de namen automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING 3 Druk op k / n om een teken te selecteren en in te voeren. Door op n te drukken zullen de tekens als volgt veranderen: A t/m Z, 1 t/m 9, 0, + (plus), – (afbreekstreepje), ; (punt comma), / (slash) en spatie. Druk op k om deze reeks in omgekeerde volgorde te doorlopen. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E Macro programmeerfuncties De macrofunctie maakt het mogelijk een reeks handelingen uit te laten voeren met één druk op een toets. Wanneer u bijvoorbeeld een CD wilt afspelen zou u normaal gesproken eerst uw apparatuur aan moeten zetten, vervolgens de CD als signaalbron selecteren en dan pas op de weergavetoets drukken. Met de macrofunctie kunt u al deze handelingen laten uitvoeren door eenvoudigweg op de CD macrotoets te drukken. De toetsen die hieronder genoemd worden als macrotoetsen zijn reeds als zodanig voorgeprogrammeerd. U kunt echter ook uw eigen macro’s samenstellen (zie bladzijde 117). ■ MACRO handelingen 4 Druk op h om de cursor naar de volgende tekenpositie te verplaatsen. Macrotoetsen 1 MEMORY PRESET/CH POWER POWER TV AV STANDBY POWER 2 9 0 FREQ/TEXT EON NET RADIO USB NIGHT ENHANCER + 10 ENT MODE PTY SEEK START REC NET/USB AUDIO SEL SLEEP PC/MCX PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT ENTER DTV VCR 1 CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD OFF ON MACRO LEARN CLEAR RENAME A/B/C/D/E MACRO ON/OFF MACRO y 5 Zet MACRO ON/OFF schakelaar op ON. OFF Druk op ENTER om de nieuwe naam definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen met succes is verlopen. “NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het herbenoemen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 3. y Als u nog een andere set bedieningstoetsen een nieuwe naam wilt geven, druk dan op de ingangskeuzetoets of herhaaldelijk op SELECT k / n om de gewenste component te selecteren en herhaal vervolgens de stappen 3 t/m 5. 6 1 ON MACRO LEARN CLEAR 2 Druk op de gewenste macrotoets. 3 Zet de MACRO ON/OFF schakelaar op OFF wanneer u klaar bent met het programmeren van macro’s. OFF ON MACRO LEARN GEAVANCEERDE BEDIENING Druk op l om de cursor naar de vorige tekenpositie te verplaatsen. CLEAR Druk nog eens op RENAME om de functie voor het geven van nieuwe namen te verlaten. Opmerkingen RENAME Opmerking Nederlands “ERROR” zal in het uitleesvenster op de afstandsbediening verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. • Terwijl de afstandsbediening bezig is met het uitvoeren van een macro, zullen alle andere toetsen buiten werking worden gesteld tot de macro klaar is (tot de zendindicator stopt met knipperen). • Houd de afstandsbediening op de component in kwestie gericht tot de macro klaar is. y Deze functie komt van pas wanneer u de ingangs- of uitgangstoewijzingen wilt wijzigen voor digitale aansluitingen en component video ingangsaansluitingen. Raadpleeg “Rename” op bladzijde 86. 115 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Standaard macrofuncties Druk op macrotoets Om automatisch deze signalen in deze volgorde uit te zenden Eerste Tweede Derde STANDBY STANDBY POWER POWER — — (*1) (*2) POWER TV POWER NET/USB POWER NET/USB PHONO TUNER TUNER CD CD MULTI CH IN MULTI CH IN V-AUX/DOCK V-AUX/DOCK CBL/SAT — — PHONO — — (*3) CBL/SAT POWER MD/TAPE (*1) MD/TAPE CD-R CD-R DTV DTV VCR 1 VCR 1 DVR/VCR 2 — — (CD set) (*4) — — — (MD/TAPE set) (*4) (CD-R set) (*4) — (VCR 1 set) (*4) DVR/VCR 2 (DVR/VCR 2 set) (*4) DVD DVD (DVD set) (*4) *1 U kunt sommige componenten (inclusief YAMAHA componenten) die zijn aangesloten op dit toestel aan zetten via de AC OUTLETS netstroomaansluitingen op het achterpaneel. Afhankelijk van de component in kwestie is het mogelijk dat het in- en uitschakelen van de stroom niet synchroon loopt met dit toestel. Raadpleeg voor details tevens de handleiding van de aangesloten component. *2 Wanneer de afstandsbedieningscode voor uw TV is ingesteld op DTV of PHONO (zie bladzijde 111), kunt u uw TV aan zetten zonder een signaalbron te selecteren. Een eventuele afstandsbedieningscode voor DTV krijgt voorrang boven één voor PHONO. *3 Wanneer de TUNER wordt geselecteerd als signaalbron, zal dit toestel afstemmen op de laatste zender die werd ontvangen voor het toestel de vorige keer uit (standby) werd gezet. *4 De weergave kan direct worden gestart met elke MD-recorder, CD-speler, CD-recorder, DVD-speler, of DVD-recorder die geschikt is voor de YAMAHA afstandsbediening. Wanneer u macro’s met andere componenten gebruikt, moet u de weergavetoets programmeren in de set bedieningstoetsen voor die component (zie bladzijde 113) of een afstandsbedieningscode instellen (zie bladzijde 111). 116 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Programmeren van macrohandelingen U kunt ook uw eigen macro’s programmeren en de macrofunctie gebruiken om met een enkele toets op de afstandsbediening een aantal instructies uit te laten voeren. Stel eerst de juiste afstandsbedieningscodes in en neem eventueel functies over met de leerfunctie voor u een macro gaat programmeren. Opmerking “AGAIN” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op een andere dan een macrotoets drukt. 3 Opmerkingen • De voorgeprogrammeerde macro wordt niet gewist wanneer er voor een toets een nieuwe macro wordt geprogrammeerd. De voorgeprogrammeerde macro kan weer worden gebruikt wanneer de door u geprogrammeerde macro is gewist. • Er kan geen nieuwe instructie (macro-stap) aan een voorgeprogrammeerde macro worden toegevoegd. Een macro kan alleen in zijn geheel worden geprogrammeerd. • Wij raden u aan geen doorlopende handelingen, zoals het regelen van het volume, in een macro te programmeren. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk vervolgens MACRO in met een balpen of iets dergelijks. “MCR ?” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. Druk in de gewenste volgorde op de toetsen voor de functies die u wilt opnemen in de macro. U kunt maximaal 10 stappen (10 functies) programmeren. Wanneer u 10 stappen heeft geprogrammeerd zal de melding “FULL” verschijnen en zal de macrofunctie automatisch worden afgesloten. Het volgende voorbeeld betreft het programmeren van deze procedure: Stap 1 (“MCR 1”): Druk op DVD. Stap 2 (“MCR 2”): Druk op AV POWER. Stap 3 (“MCR 3”): Druk op SLEEP. POWER TV POWER STANDBY 2 PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT AMP DTV MCR 2: AV POWER POWER AV NET/USB AUDIO SEL VCR 1 MCR 3: SLEEP SLEEP CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD 3 1 SOURCE GEAVANCEERDE BEDIENING MCR 1: DVD TV of MACRO Geeft het aantal macro-stappen aan dat u heeft geprogrammeerd AMP SOURCE TV Knippert om en om zodat u de volgende stap kunt programmeren Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. 2 Druk op de macrotoets die u wilt gebruiken. De namen van de macrotoets (bijv. “M;DVD”) en van de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. POWER CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD NET/USB PHONO TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV VCR 1 Druk op SELECT k / n om de geselecteerde set bedieningstoetsen te veranderen. Als u op één van de ingangskeuzetoetsen drukt, zal er een macro-stap worden geprogrammeerd, terwijl u met SELECT k / n alleen de geselecteerde set bedieningstoetsen verandert. 4 Druk nog eens op MACRO met een balpen of iets dergelijks wanneer u klaar bent met programmeren. Opmerking “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt. 117 Nl Nederlands STANDBY Opmerking KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING Instellingen wissen 3 U kunt alle wijzigingen, zoals overgenomen functies, macro’s, nieuwe namen en afstandsbedieningscodes, voor een bepaalde set bedieningstoetsen tegelijk wissen. Houd CLEAR nog eens tenminste 3 seconden ingedrukt. “WAIT” verschijnt in het uitleesvenster. Als het wissen met succes is verlopen, zal “C;OK” in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. ■ Wissen van functiesets CLEAR 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk vervolgens CLEAR in met een balpen of iets dergelijks. “CLEAR” verschijnt in het uitleesvenster. AMP y Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde afstandsbedieningscode behorende functie). SOURCE TV CLEAR of Opmerkingen AMP • “L;ALL” en “FCTRY” kunnen ongeveer 30 seconden duren. • “C;NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen niet gelukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. • “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen als u op een toets drukt die niet staat aangegeven voor deze bepaalde stap, of wanneer u tegelijkertijd meerdere toetsen heeft ingedrukt. SOURCE TV Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal het wissen automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. 2 Druk op k / n om de wisfunctie te selecteren. L;CD (enz.) (L; Naam van een set bedieningstoetsen) Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor de set bedieningstoetsen in kwestie. De naam van een component wordt getoond achter een puntcomma (;). Druk op de ingangskeuzetoets voor de gewenste set bedieningstoetsen. L;AMP Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies voor het bedienen van de versterkerfuncties van dit toestel. L;ALL Wist alle overgenomen (‘geleerde’) functies. M;ALL Wist alle geprogrammeerde macro’s. RNAME Wist alle veranderde namen voor signaalbronnen. FCTRY Wist alle functies van de afstandsbediening en zet deze terug op de fabrieksinstellingen. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E 118 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Wissen van een overgenomen (‘geleerde’) functie 3 U kunt de overgenomen functie onder een bepaalde toets in een bepaalde set bedieningstoetsen wissen. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk op een ingangskeuzetoets of op om de set bedieningstoetsen waarvoor u een functie wilt wissen te selecteren. De naam van de geselecteerde component zal verschijnen in het uitleesvenster. Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en houd vervolgens de toets met de functie die u wilt wissen tenminste 3 seconden ingedrukt. “C;OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als het wissen gelukt is. Wanneer “C;OK” verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening kunt u met de balpen of iets dergelijks CLEAR loslaten om de wisfunctie te verlaten. De afstandsbediening gaat nu weer in de leerfunctie. AMP NET/USB SOURCE TV PHONO TUNER MODE CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD LEARN of V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV AMP VCR 1 CLEAR RENAME y SOURCE Druk met een balpen of iets dergelijks LEARN in. “LEARN” en van de geselecteerde component (bijv. “DVD”) zullen om en om in het uitleesvenster verschijnen. LEARN 4 Druk nog eens op LEARN om deze functie te verlaten. GEAVANCEERDE BEDIENING • Herhaal stap 4 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen. • Als u gelijk nog een functie wilt wissen voor een andere component, druk dan op SELECT k / n om de gewenste set bedieningstoetsen te selecteren en herhaal vervolgens stap 4. • Wanneer u een overgenomen functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie). TV 2 PTY SEEK START Opmerkingen • “C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. • “ERROR” zal in het uitleesvenster verschijnen wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt. Opmerkingen • Houd LEARN niet te lang ingedrukt. Als u het knopje 3 seconden ingedrukt houdt, zal de instelfunctie voor afstandsbedieningscodes worden opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de leerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. Nederlands 119 Nl KENMERKEN VAN DE AFSTANDSBEDIENING ■ Wissen van een macrofunctie U kunt de functie wissen die onder een bepaalde macrotoets is geprogrammeerd. 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk vervolgens MACRO in met een balpen of iets dergelijks. “MCR ?” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. AMP SOURCE TV MACRO of AMP SOURCE TV Opmerking Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal macro programmeerfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. 2 Houd CLEAR ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en houd vervolgens de macrotoets met de functie die u wilt wissen tenminste 3 seconden ingedrukt. “C;OK” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het wissen met succes is verlopen. V-AUX/DOCK CBL/SAT DTV OFF ON VCR 1 MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD MACRO LEARN CLEAR RENAME y • Herhaal stap 2 als u gelijk nog een andere functie wilt wissen. • Wanneer u een geprogrammeerde functie heeft gewist, zal de toets terugkeren naar de fabrieksinstelling (of de bij een eventueel ingestelde fabrikantencode behorende functie). 3 Druk nog eens op MACRO om de macrofunctie te verlaten. Opmerkingen • “C;NG” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen als het wissen niet met succes is verlopen. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 2. • “ERROR” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen wanneer u op meer dan één toets tegelijk drukt. 120 Nl GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) Dit toestel stelt u in staat een audio/videosysteem in verschillende kamers samen te stellen. De functies voor weergave in meerdere zones maken het mogelijk dit toestel zo in te stellen dat er verschillende signaalbronnen worden weergegeven in de eerste ruimte (woonkamer bijv.) en in een tweede (Zone 2) of derde kamer (Zone 3). U kunt dit toestel bedienen vanuit de tweede of derde kamer met de meegeleverde afstandsbediening. Alleen analoge signalen kunnen worden wgg in de tweede en derde kamer. Een signaalbron waar u naar wilt kunnen luisteren in de tweede of derde kamer moet dus aangesloten zijn op de analoge (AUDIO L/R) ingangsaansluitingen van dit toestel. Aansluiten van Zone 2 en Zone 3 componenten Om gebruik te kunnen maken van de multi-ruimte weergavefunctie van dit toestel heeft u de volgende extra apparatuur nodig: • Een infrarood ontvanger in de tweede en/of derde ruimte. • Een infrarood zender in de hoofdruimte. Deze zender brengt de infrarood signalen van de afstandsbediening in de tweede en/of derde kamer over naar de hoofdruimte (naar een CD-speler of DVD-speler, bijvoorbeeld). • Een versterker en luidsprekers voor de tweede en/of derde ruimte. • Een beeldscherm voor de tweede ruimte. y • U heeft geen extra versterker en luidsprekers nodig voor de tweede en/of derde ruimte als u de in dit toestel ingebouwde versterkers wilt gebruiken. • Omdat er verschillende manieren zijn waarop u dit toestel kunt aansluiten en in meerdere ruimten gebruiken, raden we u aan uw dichtstbijzijnde erkende YAMAHA dealer of servicecentrum te raadplegen voor de Zone 2 en Zone 3 aansluitingen die het best overeenkomen met uw wensen. REMOTE REMOTE Infraroodontvanger OUT REMOTE IN OUT OUT YAMAHA component YAMAHA component Dit toestel REMOTE IN ■ Met externe versterkers Om een externe versterker te gebruiken voor Zone 2 of Zone 3, dient u de externe versterker te verbinden met de ZONE OUT aansluitingen en moet u “EXT” selecteren bij “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104). GEAVANCEERDE BEDIENING IN ZONE 3 AUDIO OUT ZONE 2 VIDEO OUT ZONE 2 AUDIO OUT SP OUT Versterker Versterker MONITOR OUT DVD-speler (of andere component) VIDEO IN AUDIO IN Dit toestel MAIN SYSTEEM Afstandsbediening Afstandsbediening ZONE 3 ZONE 2 Infraroodontvanger Infraroodontvanger Infrarood-zender Eerste ruimte (Hoofdzone) REMOTE OUT Tweede ruimte (Zone 2) Derde ruimte (Zone 3) REMOTE IN REMOTE IN • Regel het Zone 2/Zone 3 volume met de versterker in de tweede/derde ruimte wanneer “Zone2 Volume” of “Zone3 Volume” is ingesteld op “Fixed” (zie bladzijde 104). • Om onverwacht lawaai te voorkomen mag u IN GEEN GEVAL de Zone 2/Zone 3 functie gebruiken met DTS gecodeerde CD’s. 121 Nl Nederlands Opmerkingen GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) ■ Gebruiken van de interne versterkers van dit toestel BELANGRIJKE WAARSCHUWING VOOR UW VEILIGHEID De SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen van deze Receiver mogen niet worden aangesloten op een zogenaamde Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal. Aansluiting op een Passieve Luidspreker Schakelkast, of met meer dan één luidspreker per kanaal kan leiden tot een abnormaal lage impedantie, met beschadiging van de versterker als gevolg. Raadpleeg deze handleiding voor correct gebruik. Te allen tijde moet de opgegeven minimum impedantie voor alle luidsprekers en kanalen worden gehandhaafd. Deze informatie kunt u vinden op het achterpaneel van uw Receiver. Als u één interne versterker (SP1 of SP2) van dit toestel wilt gebruiken Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 of SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “INT:[SP1]” of “INT:[SP2]” voor “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104). Als u twee interne versterkers (zowel SP1 als SP2) van dit toestel wilt gebruiken Verbind de Zone 2 of Zone 3 luidsprekers rechtstreeks met de SP1 en SP2 luidspreker-aansluitingen en kies “Both” voor “Zone2 Amplifier” of “Zone3 Amplifier” (zie bladzijde 104). R SP1 + – PRESENCE – + L R SP2 L + R + SURROUND BACK/ – BI-AMP – + L SINGLE – Tweede ruimte (Zone 2) Derde ruimte (Zone 3) Dit toestel Bedienen van Zone 2 of Zone 3 U kunt de zone die u wilt bedienen kiezen met de bedieningstoetsen op het voorpaneel of op de afstandsbediening. ■ Selecteren van Zone 2 of Zone 3 Bediening via het voorpaneel 1 Druk op ZONE 2 ON/OFF of ZONE 3 ON/OFF op het voorpaneel om Zone 2 of Zone 3 apart in of uit te schakelen. 2 Druk herhaaldelijk op ZONE CONTROLS op het voorpaneel om de zone die u wilt bedienen te selecteren. ZONE CONTROLS Met elke druk op ZONE CONTROLS zal het display op het voorpaneel veranderen zoals hieronder staat aangegeven en zal de indicator voor de op dit moment geselecteerde zone ongeveer 5 seconden lang knipperen. Er zal echter geen indicator gaan knipperen wanneer de hoofdzone zelf is geselecteerd. ZONE2 ZONE3 ZONE ON/OFF ZONE 2 ZONE 3 y Wanneer MASTER ON/OFF op het voorpaneel eenmaal naar binnen is gedrukt in de ON stand, kunt u ook op POWER en STANDBY op de afstandsbediening drukken om de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 aan te zetten. 122 Nl Er zal geen indicator gaan knipperen wanneer de hoofdzone is geselecteerd. ZONE2 Bedient de Zone 2 versterker- of radiofuncties. ZONE3 Bedient de Zone 3 versterker- of radiofuncties. GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) y • U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de geselecteerde zone nog knippert op het display op het voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch worden geannuleerd. Houd in dat geval ZONE CONTROLS nog eens ingedrukt. • De begininstelling is ZONE2 wanneer zowel Zone 2 als Zone 3 zijn ingeschakeld. 3 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van de balans van de luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op bladzijde 124 voor andere handelingen. POWER en STANDBY op de afstandsbediening werken iets anders afhankelijk van de geselecteerde zone zoals die in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnt. • Wanneer u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3 stand heeft geselecteerd (zie bladzijde 123), kunt u de hoofdzone, Zone 2 of Zone 3 onafhankelijk van elkaar aan en uit (standby) zetten. • Wanneer de stand voor alle zones is geselecteerd, zullen door op POWER te drukken de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 tegelijk worden ingeschakeld, terwijl een druk op STANDBY deze zones tegelijk uit (standby) zal zetten. Bedieningsfunctie Uitleesvenster Naam van de Stand voor de geselecteerde set hoofdzone bedieningstoetsen Afstandsbediening 1 ■ Zone 2 en/of Zone 3 aan of uit zetten met de afstandsbediening Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk vervolgens herhaaldelijk op SELECT k om de zone die u wilt bedienen te selecteren. “ZONE 2” of “ZONE 3” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen. Zone 3 stand “ZONE 3” of “3;naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 3 aan of uit (standby) zetten. “ALL” POWER: zet de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 aan. STANDBY: hiermee zet u de hoofdzone, Zone 2 en Zone 3 tegelijkertijd uit (standby). SELECT Alle standen 2 3 Raadpleeg “Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3”, “Instellen van de balans van de luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3” of “Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3” op bladzijde 124 voor andere handelingen. Druk op SELECT k / n om de Zone 2/Zone 3 bedieningsfunctie te verlaten. GEAVANCEERDE BEDIENING Zone 2 stand Hiermee kunt u alleen de weergave in Zone 2 aan of uit (standby) zetten. SOURCE of Hiermee zet u alleen de hoofdzone aan of uit (standby). “ZONE 2” of “2;naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” AMP TV POWER en STANDBY Opmerkingen • Wanneer de afstandsbediening in de stand voor de hoofdzone staat, zal “MAIN” een paar seconden lang getoond worden wanneer er op POWER of STANDBY wordt gedrukt. • “ALL” zal in het uitleesvenster van de afstandsbediening verschijnen wanneer er op SELECT n wordt gedrukt. ■ Selecteren van de signaalbron voor Zone 2 of Zone 3 123 Nl Nederlands Verdraai INPUT op het voorpaneel (of zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en druk op één van de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening) om de gewenste signaalbron voor de geselecteerde zone te selecteren. Als de afstandsbediening wordt gebruikt om de signaalbron te selecteren, zal “2; naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” of “3; naam van de geselecteerde set bedieningstoetsen” in het uitleesvenster verschijnen wanneer respectievelijk Zone 2 of Zone 3 is geselecteerd. GEBRUIKEN IN MEERDERE RUIMTEN (MULTI-ZONE) Opmerking INPUT Wanneer u externe versterkers gebruikt voor Zone 2 of Zone 3, kunt u VOLUME +/– alleen gebruiken wanneer “Zone2 Volume” of “Zone3 Volume” is ingesteld op “Variable” via “Zone2 Set” of “Zone3 Set” (zie bladzijde 104). ■ Instellen van de balans van de luidsprekerniveaus in Zone 2 of Zone 3 of NET/USB AMP PHONO SOURCE TUNER V-AUX/DOCK CBL/SAT TV DTV VCR 1 CD MULTI CH IN MD/TAPE CD-R DVR/VCR 2 DVD Druk herhaaldelijk op TONE CONTROL, selecteer “BALANCE” en verdraai vervolgens PROGRAM op het voorpaneel om de balans tussen de linker en rechter luidspreker in de geselecteerde zone te regelen. Selecteer de TUNER (radio) als signaalbron om de TUNER functies te kunnen gebruiken in de geselecteerde zone. Voor details omtrent de bediening van de TUNER (radio), zie “FM/AM AFSTEMMEN” op bladzijde 56. Opmerking De geselecteerde signaalbron wordt gedeeld door alle zones. TONE CONTROL PROGRAM ■ Instellen van de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 y • U moet deze stap binnen 5 seconden afronden terwijl de geselecteerde zone nog knippert op het display op het voorpaneel. Anders zal de geselecteerde zone automatisch worden geannuleerd. Druk in een dergelijk geval nog eens op ZONE CONTROLS op het voorpaneel. • Wanneer er een beeldscherm is verbonden met één van de ZONE VIDEO aansluitingen, kunt u de bedieningsinformatie voor Zone 2 of Zone 3 op dat beeldscherm weer laten geven. Zet “Zone OSD” op “Zone2&Zone3” of “Zone2” (zie bladzijde 103). Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP en gebruik CH +/– op de afstandsbediening om de weergave van de hoge tonen (TREBLE) te regelen, of gebruik TV VOL +/– om de weergave van de lage tonen (BASS) te regelen. + TV VOL – ■ Instellen van het volume voor Zone 2 of Zone 3 AMP SOURCE Verdraai VOLUME op het voorpaneel (of druk op VOLUME +/– op de afstandsbediening) om het volume voor de geselecteerde zone op het gewenste niveau in te stellen. BASS TV + CH – TREBLE VOLUME + of VOLUME – y U kunt de toonkleur voor Zone 2 of Zone 3 ook regelen met TONE CONTROL op het voorpaneel. Zie “Toonregeling” op bladzijde 52 voor details. Opmerking y Druk op MUTE op de afstandsbediening om het in de geselecteerde zone weergegeven geluid tijdelijk uit te schakelen. 124 Nl Controleer of “ZONE 2” of “ZONE 3” verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening voor u de toonkleur voor de corresponderende zone gaat regelen (zie bladzijde 123). GEAVANCEERDE SETUP GEAVANCEERDE SETUP Dit toestel heeft extra menu’s die worden getoond op het display op het voorpaneel. Het uitgebreide instelmenu biedt aanvullende handelingen om de manier waarop dit toestel functioneert aan te passen. Verander de begininstellingen (hieronder vet gedrukt aangeduid) op basis van uw specifieke systeem en uw voorkeuren. Opmerkingen • De nieuwe instellingen zullen in werking treden wanneer u de volgende keer MASTER ON/OFF naar binnen in de ON stand drukt om dit toestel in te schakelen (zie bladzijde 34). • Alleen MASTER ON/OFF, STRAIGHT en PROGRAM functioneren terwijl u het uitgebreide instelmenu gebruikt. • Er kunnen geen andere handelingen worden verricht terwijl u het uitgebreide instelmenu aan het gebruiken bent. • Het uitgebreide instelmenu is alleen beschikbaar via het display op het voorpaneel. Gebruik van het ADVANCED SETUP 3 PURE DIRECT VOLUME TONE CONTROL AUDIO SELECT REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer de parameter waarvoor u de instelling wilt wijzigen. De naam van de geselecteerde parameter verschijnt op het display op het voorpaneel. Zie bladzijde 126 voor een complete lijst met alle beschikbare parameters. NIGHT EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA PHONES S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO VIDEO AUX OPTICAL USB ON OFF MASTER 1 3 PROGRAM 2,4 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. Op dit moment geselecteerde parameter Op dit moment geselecteerde parameterinstelling SPEAKER IMP. GEAVANCEERDE BEDIENING 1-2,5 8 MIN MASTER 2 4 Houd STRAIGHT op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/ OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. STRAIGHT EFFECT 5 Houd ingedrukt STRAIGHT EFFECT MASTER Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het voorpaneel om de geselecteerde instelling te wijzigen. Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om de nieuwe instelling op te slaan en dit toestel uit te schakelen. y De gewijzigde instellingen worden van kracht zodra u dit toestel de volgende keer aan zet. 125 Nl Nederlands MASTER GEAVANCEERDE SETUP ■ Luidsprekerimpedantie SPEAKER IMP. Gebruik deze functie om de luidsprekerimpedantie van het toestel aan te passen aan die van uw luidsprekers. Keuzes: 8ΩMIN, 6ΩMIN • Selecteer “8ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 8 Ω . • Selecteer “6ΩMIN” om de luidsprekerimpedantie in te stellen op 6 Ω . SPEAKER IMP. 8ΩMIN Luidspreker Impedantieniveau Voor De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8 Ω of hoger zijn. Midden Surround De impedantie van elk van de luidsprekers moet 8 Ω of hoger zijn. Surround Achter Voor 6ΩMIN De impedantie van elk van de luidsprekers moet 4 Ω of hoger zijn. Midden Surround De impedantie van elk van de luidsprekers moet 6 Ω of hoger zijn. Surround Achter ■ Gebruikersinstellingen USER PRESET Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen (zie bladzijde 140). Keuzes: CANCEL, RESET • Selecteer “CANCEL” om de instellingen van dit toestel niet terug te zetten. • Selecteer “RESET” om de instellingen van dit toestel terug te zetten. Opmerkingen • Deze instelling zet alle parameters van dit toestel terug. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. ■ Sensor voor dafstandsbediening REMOTE SENSOR Met deze functie kunt u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening die zich bevindt op het voorpaneel van dit toestel aan of uit zetten. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” als u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening aan wilt zetten. • Selecteer “OFF” als u de ontvanger voor de signalen van de afstandsbediening uit wilt zetten. 126 Nl Opmerking In de meeste gevallen raden we u aan deze instelling op “ON” te laten staan. ■ Wake on RS-232C access WAKE ON RS232C Met deze functie kunt u dit toestel gegevens via de RS-232C interface laten versturen terwijl het toestel uit (standby) staat. Keuzes: YES, NO Begininstelling: [Modellen voor de V.S. en Canada]: YES [Overige modellen]: NO • Selecteer “YES” om dit toestel gegevens te kunnen laten versturen via de RS-232C interface. • Selecteer “NO” om dit toestel geen gegevens te kunnen laten versturen via de RS-232C interface. ■ Afstandsbediening AMP ID RC AMP ID Hiermee stelt u het AMP ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 112). Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer “ID1” wanneer de AMP ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2001”. • Selecteer “ID2” wanneer de AMP ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2002”. Opmerking U moet de corresponderende AMP-archiefcode voor de afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie bladzijde 112). ■ Afstandsbediening TUNER ID RC TUNER ID Hiermee stelt u het TUNER ID nummer van dit toestel in voor herkenning van afstandsbedieningssignalen (zie bladzijde 129). Keuzes: ID1, ID2 • Selecteer “ID1” wanneer de TUNER ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2602”. • Selecteer “ID2” wanneer de TUNER ID-archiefcode voor de afstandsbediening is ingesteld op “2603”. Opmerking U moet de corresponderende TUNER-archiefcode voor de afstandsbediening instellen op de afstandsbediening (zie bladzijde 129). GEAVANCEERDE SETUP ■ Tuner frequentiestap TUNER FRQ STEP (Alleen modellen voor Azië en Algemene modellen) Hiermee kunt u de afstemstap van de tuner aanpassen aan de ruimte tussen zendfrequenties in uw gebied. Keuzes: AM10/FM100, AM9/FM50 • Selecteer “AM10/FM100” voor Noord, Midden en Zuid Amerika. • Selecteer “AM9/FM50” voor alle andere gebrieden. ■ Bi-AMP BI-AMP Hiermee kunt u de bi-AMP functie an of uit zetten. Keuzes: ON, OFF • Selecteer “ON” als u de bi-AMP functie aan wilt zetten. • Selecteer “OFF” als u de bi-AMP functie uit wilt zetten. Opmerking Wanneer “BI-AMP” is ingesteld op “ON”, kunnen de SURROUND BACK aansluitingen niet worden gebruikt om surround achter-luidsprekers aan te sluiten omdat de SURROUND BACK aansluitingen al worden gebruikt voor de biAMP aansluitingen (zie bladzijde 19). ■ Video terugzetten VIDEO RESET Opmerking De parameterinstelling voor “Short Message” of “On Screen” wordt niet geïnitialiseerd (zie bladzijde 92). Opmerking Deze parameter instelling heeft alleen invloed op het beeldscherm dat is aangesloten op de MONITOR OUT aansluitingen en niet op het Zone 2 beeldscherm dat is aangesloten op de ZONE 2 VIDEO aansluitingen. ■ Monitorcontrole voor HDMI opwaardering MONITOR CHECK Gebruik deze functie om de monitor-controlefunctie aan of uit te zetten. Wanneer deze parameter is ingesteld op “YES”, zal dit toestel de informatie omtrent de geschikte videoresoluties ontvangen van het beeldscherm dat op het toestel is aangesloten via HDMI (zie bladzijde 93). Keuzes: YES, SKIP ■ GUI taalkeuze GUI LANGUAGE Met deze functie kunt u kiezen in welke taal de menu’s van het GUI (Grafische gebruikersinterface) menusysteem van dit toestel moeten worden getoond. Keuzes: ENGLISH (Engels), JAPANESE (Japans), FRENCH (Frans), GERMAN (Duits), SPANISH (Spaans), RUSSIAN (Russisch) ■ Netwerk resetten NETWORK RESET GEAVANCEERDE BEDIENING Hiermee kunt u de parameter instellingen voor “Video” in het “Manual Setup” initialiseren (zie bladzijde 92). Keuzes: YES, CANCEL ■ TV formaat TV FORMAT Met deze functie kunt u het kleurweergavesysteem van uw tv instellen. Keuzes: NTSC, PAL Begininstelling: [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen]: NTSC [Overige modellen]: PAL Met deze functie kunt u alle netwerkinstellingen van dit toestel (zie bladzijde 100) terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Keuzes: CANCEL, RESET • Select “CANCEL” om de netwerkinstellingen van dit toestel niet terug te zetten. • Select “RESET” om de netwerkinstellingen van dit toestel terug te zetten. Opmerkingen • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. • Wanneer de netwerkinstellingen teruggezet zijn, zal “DHCP” in het “NET/USB” automatisch worden ingesteld op “On” (zie bladzijde 100) en zal de geregistreerde client ID van dit toestel op uw YAMAHA MCX-2000 worden gewist (zie bladzijde 71). Nederlands 127 Nl GEAVANCEERDE SETUP Instellen van een afstandsbediening ID 4 Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers van de afstandsbedieningscode voor de gewenste set bedieningstoetsen in te voeren. Bij gebruik van meerdere YAMAHA receivers/versterkers is het mogelijk dat u de andere componenten tegelijkertijd bedient als de standaard ID is ingesteld. Stel in een dergelijk geval één vd alternatieve codes in om dit toestel apart te kunnen bedienen. CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 9 0 ■ Instellen van een AMP ID voor de afstandsbediening 1 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE. AMP SOURCE TV 2 AMP codes voor de afstandsbediening Selecteer één van de volgende codes om de AMP code voor de gewenste set bedieningstoetsen in te stellen. AMP of AMP archiefcode (afstandsbedieningsinstelling) SOURCE TV Houd LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot “L;AMP” verschijnt in het uitleesvenster van de afstandsbediening. AMP ID voor de afstandsbediening 2001 (begininstelling) Bedienen van het toestel met de standaardcode. ID1 (begininstelling) 2002 Om het toestel te gebruiken met een alternatieve code. ID2 U moet ook de corresponderende AMP ID voor de afstandsbediening instellen (zie bladzijde 126). 5 ENTER Functie Opmerking PRESET/CH LEARN MOVIE A/B/C/D/E Druk op ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling met succes is verlopen. “NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. PRESET/CH Opmerkingen ENTER • U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. A/B/C/D/E 6 3 Druk op ENTER. De viercijferige code voor de geselecteerde set bedieningstoetsen zal verschijnen in het uitleesvenster van de afstandsbediening. PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E 128 Nl Druk nog eens op LEARN om deze instelfunctie te verlaten. LEARN GEAVANCEERDE SETUP ■ Instellen van een tuner ID voor de afstandsbediening 1 4 Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op AMP of SOURCE en druk vervolgens op TUNER op de afstandsbediening om de tuner waarvoor een andere afstandsbediening ID wilt instellen te selecteren. Gebruik de cijfertoetsen om de vier cijfers van de afstandsbedieningscode voor de gewenste set bedieningstoetsen in te voeren. CLASSICAL LIVE/CLUB ENTERTAIN 1 2 3 4 STEREO SUR. DECODE SELECT EXTD SUR. 5 6 7 8 9 0 AMP MOVIE SOURCE Afstandsbediening tunercodes Selecteer één van de volgende codes om de tunercode voor de gewenste set bedieningstoetsen op de afstandsbediening in te stellen. TV TUNER of AMP SOURCE Tuner archiefcode (afstandsbedieningsinstelling) TV 2 5 PRESET/CH LEARN ENTER A/B/C/D/E Afstandsbediening tuner ID 2602 (begininstelling) Bedienen van het toestel met de standaardcode. ID1 (begininstelling) 2603 Om het toestel te gebruiken met een alternatieve code. ID2 Druk op ENTER om de ingevoerde code definitief te maken. “OK” zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling met succes is verlopen. “NG” zal in het uitleesvenster verschijnen als de instelling mislukt is. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. GEAVANCEERDE BEDIENING Houd LEARN ongeveer 3 seconden ingedrukt met een balpen of iets dergelijks en druk vervolgens net zo vaak op l / h tot “L;TUN” en “TUNER” om en om verschijnen in het uitleesvenster van de afstandsbediening. Functie PRESET/CH Opmerkingen • U moet LEARN tenminste 3 seconden ingedrukt houden, want anders wordt de ‘leerfunctie’ opgestart. • Als u elk van de volgende stappen niet binnen 30 seconden uitvoert, zal de instelfunctie automatisch worden geannuleerd. Begin in dit geval opnieuw vanaf stap 1. 3 Druk op ENTER. De viercijferige code voor de geselecteerde set bedieningstoetsen zal verschijnen in het uitleesvenster van de afstandsbediening. ENTER A/B/C/D/E 6 Druk nog eens op LEARN om deze instelfunctie te verlaten. LEARN PRESET/CH ENTER A/B/C/D/E Nederlands 129 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Raadpleeg de tabel hieronder wanneer het toestel niet naar behoren functioneert. Als het probleem niet hieronder vermeld staat, of als de aanwijzingen het probleem niet verhelpen, zet het toestel dan uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact en neem contact op met uw dichtstbijzijnde YAMAHA dealer of servicecentrum. ■ Algemeen Probleem Het toestel gaat niet aan, of gaat direct weer uit (standby) zodra de stroom wordt ingeschakeld. Geen geluid. 130 Nl Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Het netsnoer of de stekker is niet of niet goed aangesloten. Sluit het netsnoer op de juiste manier aan. — De instelling voor de luidsprekerimpedantie is niet correct. Stel de luidsprekerimpedantie in zodat deze overeenkomt met die van uw luidsprekers. 33 De beveiliging is in werking getreden. Controleer of alle luidsprekerbedrading, op het toestel en op de luidsprekers zelf, op de juiste manier is aangesloten en dat de draden geen contact maken met andere dingen dan de bijbehorende aansluitingen. 16 Het toestel heeft blootgestaan aan een sterke, externe elektrische schok (bijvoorbeeld een blikseminslag of een ontlading van statische elektriciteit). Zet het toestel uit (standby), haal de stekker uit het stopcontact, wacht 30 seconden voor u de stekker weer terug doet en probeer het toestel vervolgens weer gewoon te gebruiken. — In- of uitgangskabels niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. De optimalisatie-microfoon is aangesloten. Maak de optimalisatie-microfoon los. 38 De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “HDMI”, “COAX/OPT” of “ANALOG”. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”. 42 De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “ANALOG” terwijl er Dolby Digital of DTS materiaal wordt afgespeeld. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO” of “COAX/OPT”. 42 Er is geen geschikte signaalbron geselecteerd. Selecteer een geschikte signaalbron met INPUT op het voorpaneel (of met de ingangskeuzetoetsen op de afstandsbediening). De luidsprekers zijn niet goed aangesloten. Sluit de luidsprekers op de juiste manier aan. 16 Het volume staat uit. Zet het volume hoger. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE of VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te herstellen en het volume te kunnen regelen. 43 Er worden signalen van een broncomponent ontvangen die dit toestel niet kan weergeven, zoals van een CD-ROM. Gebruik een signaalbron waarvan de signalen wel door dit toestel kunnen worden gereproduceerd. — De HDMI componenten die zijn aangesloten op dit toestel bieden geen ondersteuning voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. Sluit HDMI componenten aan die wel ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. 21 “Support Audio” is ingesteld op “Other” en “HDMI” audiosignalen worden niet weergegeven door dit toestel. Zet “Support Audio” op “RX-V2700” via de “Option”. 106 23-29 40, 43 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Probleem Geen beeld. Oorzaak Er wordt gebruik gemaakt van verschillende types video-aansluitingen voor de in- en uitgang van het beeldsignaal. Oplossing Zie bladzijde Zet “Conversion” op “On” of sluit uw broncomponenten op dezelfde manier aan op dit toestel als uw beeldscherm. 93 “Short Message” is ingesteld op “OFF”. Zet “Short Message” op “On”. 94 “Wall Paper” is ingesteld op “None”. Zet “Wall Paper” op “Yes” of “Gray”. 95 “Conversion” is ingesteld op “Off”. Zet “Conversion” op “On”. 93 Er komen videosignalen binnen die niet standaard zijn. Verkorte meldingen worden niet weergegeven op het beeldscherm. De via de HDMI IN1, HDMI IN2 of HDMI IN3 aansluiting binnenkomende signalen worden gereproduceerd via de HDMI OUT aansluiting. Er komen progressieve of HDTV videosignalen binnen. Het geluid valt plotseling uit. Er klinkt alleen geluid uit de luidspreker aan één kant. De beveiliging is in werking getreden vanwege kortsluiting enz. Controleer of de luidsprekerimpedantie correct is ingesteld. 33, 126 Controleer of de luidsprekerbedrading nergens kortsluiting maakt en zet vervolgens het toestel weer aan. — De slaaptimer heeft het toestel uitgeschakeld. Zet het toestel aan en speel de gewenste signaalbron weer af. — De geluidsweergave is tijdelijk uitgeschakeld. Druk op MUTE of VOLUME +/– op de afstandsbediening om de geluidsweergave te hervatten. 43 Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de bedrading op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. 16 Onjuiste balans ingesteld via “Speaker Level”. Wijzig de “Speaker Level” instellingen. 100 Er klinkt geen geluid uit de middenluidspreker. “Center” in het “Speaker Set” staat op “None”. Zet “Center” op “Small” of “Large”. 96 Eén van de HiFi DSP programma’s (uitgezonderd “7ch Stereo”) is geselecteerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 47 Er klinkt geen geluid uit de aanwezigheidsluidsprekers. De geluidsveldprogramma’s zijn uitgeschakeld. Kies STRAIGHT om de effecten in te schakelen. 51 U gebruikt een signaalbron of een programmacombinatie waarbij niet via alle kanalen geluid wordt geproduceerd. Probeer een ander geluidsveldprogramma. 40 Er klinkt geen geluid uit de surroundluidsprekers. “Surround” in het “Speaker Set” staat op “None”. Zet “Surround” op “Small” of “Large”. 97 Dit toestel staat in de “STRAIGHT” stand en er wordt mono materiaal weergegeven. Druk op STRAIGHT op het voorpaneel zodat “STRAIGHT” van het display op het voorpaneel verdwijnt. 51 Er klinkt geen geluid uit de subwoofer. “Bass Out” staat op “Front” in het “Speaker Set” terwijl er een Dolby Digital of DTS signaal wordt weergegeven. Zet “Bass Out” op “SWFR” of “Both”. 98 “Bass Out” in het “Speaker Set” staat op “SWFR” of “Front” terwijl er een 2kanaals bronsignaal wordt weergegeven. Zet “Bass Out” op “Both”. 98 Het bronsignaal bevat geen zeer lage tonen. 131 Nl Nederlands Wanneer er een mono bronsignaal wordt weergegeven met een CINEMA DSP programma, zal dit signaal via het middenkanaal worden weergegeven, terwijl alleen eventuele door het programma toegevoegde effecten via de voor- en surroundluidsprekers worden geproduceerd. AANVULLENDE INFORMATIE Er wordt alleen flink geluid geproduceerd door de middenluidspreker. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Probleem Er klinkt geen geluid uit de surround achter-luidsprekers. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde “Surround” in het “Speaker Set” is ingesteld op “None” en “Surround Back” is automatisch ingesteld op “None”. Zet “Surround” en “Surround Back” op een andere instelling dan “None”. 97 “Surround Back” in het “Speaker Set” staat op “None”. Zet “Surround Back” op een andere instelling dan “None”. 97 Er kunnen geen Dolby Digital of DTS bronnen worden weergegeven. (De Dolby Digital of DTS indicator op het display op het voorpaneel licht niet op.) De aangesloten component is niet correct ingesteld voor het produceren van Dolby Digital of DTS digitale signalen. Volg de handleiding van de apparatuur in kwestie en maak de vereiste instellingen. — De selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting staat op “ANALOG”. Zet de selectiefunctie voor de audio ingangsaansluiting op “AUTO”. 42 U hoort een zeker gebrom. Bedrading niet op de juiste manier aangesloten. Sluit de audiokabels stevig en op de juiste manier aan. Als dit het probleem niet verhelpt, is het mogelijk dat er iets mis is met de kabels. — De draaitafel is niet verbonden met de GND aansluiting. Sluit de aarding van uw draaitafel aan op de GND aansluiting van dit toestel. 26 Het volume is te laag bij weergave van een plaat. De plaat wordt afgespeeld op een draaitafel met een MC cartridge. Sluit uw draaitafel op dit toestel aan via een MCkopversterker. 26 Het volume kan niet worden verhoogd, of het geluid klinkt vervormd. De op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen van dit toestel aangesloten component staat uit. Zet de betreffende component aan. — Geluidseffecten worden niet opgenomen. Het is niet mogelijk door het toestel toegevoegde effecten op te nemen met aangesloten opname-apparatuur. Er wordt niet opgenomen door digitale opnameapparatuur die is aangesloten op de DIGITAL OUTPUT aansluiting van dit toestel. De signaalbron is niet aangesloten op de DIGITAL INPUT aansluitingen van dit toestel. Er kan niet worden opgenomen door analoge opnameapparatuur die is aangesloten op de AUDIO OUT (REC) aansluitingen. De signaalbron is niet aangesloten op de analoge AUDIO IN aansluitingen van dit toestel. Sluit de signaalbron aan op de analoge AUDIO IN aansluitingen. 26 De geluidsveldparameters en sommige andere instellingen van dit toestel kunnen niet worden gewijzigd. “Memory Guard” in het “Option” staat op “On”. Zet “Memory Guard” op “Off”. 105 132 Nl Sluit de signaalbron aan op de DIGITAL INPUT aansluitingen. 24, 26 Sommige componenten kunnen geen Dolby Digital of DTS bronmateriaal opnemen. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Oplossing Zie bladzijde Probleem Oorzaak Het toestel functioneert niet naar behoren. De interne microcomputer is vastgelopen door een externe elektrische schok (bijvoorbeeld blikseminslag of ontlading van statische elektriciteit) of door een te laag voltage van de stroomvoorziening. Haal de stekker uit het stopcontact en doe hem na ongeveer 30 seconden weer terug. — “CHECK SP WIRES” zal op het display op het voorpaneel verschijnen. De luidsprekerbedrading maakt kortsluiting. Controleer of alle luidsprekerkabels op de juiste manier zijn aangesloten. 16 U ondervindt storing van digitale of andere apparatuur die radiogolven gegenereert. Dit toestel staat te dicht bij de digitale of hoogfrequente apparatuur. Zet het toestel verder bij dergelijke apparatuur vandaan. — De beeldweergave wordt gestoord. De videobron maakt gebruik van gescramblede of gecodeerde signalen om kopiëren tegen te gaan. Het toestel gaat plotseling uit (standby). De interne temperatuur is te hoog opgelopen en de oververhittingsbeveiliging is in werking getreden. Wacht ongeveer 1 uur tot het toestel afgekoeld is voor u het weer aan zet. — ■ Tuner AM Oorzaak Veel ruis in de FM stereo-ontvangst. Dit probleem is inherent aan FM stereo-uitzendingen wanneer de zender te ver weg is of het ontvangstsignaal dat binnenkomt via de antenne niet sterk genoeg is. Controleer de aansluitingen van de antenne. 31 Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 58 Er is vervorming en ook een betere FM antenne zorgt niet voor een betere ontvangst. U ondervindt interferentie doordat hetzelfde signaal op verschillende manieren ontvangen wordt. Verander de opstelling van de antenne zodat u van deze interferentie geen last meer hebt. — Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het radiosignaal is te zwak. Probeer een hoogwaardige richtingsgevoelige FM antenne. — Stem met de hand af. 58 Er kan niet langer worden afgestemd op eerder voorgeprogrammeerde zenders. Het toestel is te lang zonder stroom geweest. Programmeer de zenders opnieuw. Er kan niet automatisch worden afgestemd op de gewenste zender. Het signaal is te zwak of de antenne is los. Controleer de aansluitingen van de AM ringantenne en stel deze zo op dat u de beste ontvangst verkrijgt. — Stem met de hand af. 58 AANVULLENDE INFORMATIE FM Oplossing Zie bladzijde Probleem 59, 60 Deze geluiden kunnen het gevolg zijn van bliksem, TL verlichting, motoren, thermostaten en andere elektrische apparatuur. Gebruik een buitenantenne en een goede aarding. Dit kan in sommige gevallen helpen, maar het blijft moeilijk om alle storingsbronnen te elimineren. — U hoort gezoem en gefluit. Er wordt in de buurt van het toestel een TV gebruikt. Zet dit toestel verder bij de TV vandaan. — 133 Nl Nederlands U hoort doorlopend gekraak en gesis. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Afstandsbediening Probleem De afstandsbediening werkt niet of niet naar behoren. Oplossing Zie bladzijde Te ver weg of onder te scherpe hoek gebruikt. De afstandsbediening werkt binnen een maximaal bereik van 6 m en binnen een hoek van 30 graden ten opzichte van loodrecht op het voorpaneel. 11 Direct zonlicht of sterke verlichting (vooral van TL lampen enz.) valt op de sensor voor de afstandsbediening van dit toestel. Stel het toestel anders op. De batterijen raken leeg. Vervang alle batterijen. De batterijen gaan niet lang mee en zijn snel leeg. We raden u sterk aan alkali batterijen te gebruiken. De schakelaar voor de bedieningsfunctie staat niet goed. Zet de schakelaar voor de bedieningsfunctie op de juiste stand. Zet de afstandsbediening in de AMP stand u wanneer het toestel wilt bedienen. Zet de afstandsbediening op de SOURCE stand wanneer u de met de ingangskeuzetoetsen geselecteerde component wilt bedienen. Zet de afstandsbediening in de TV stand wanneer u de TV die is ingesteld voor de DTV of PHONO set wilt bedienen. — Stel de afstandsbedieningscode op de juiste manier in met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 111 Stel een andere afstandsbedieningscode in voor dezelfde fabrikant met behulp van de “LIJST MET AFSTANDSBEDIENINGSCODES” aan het eind van deze handleiding. 111 Oorzaak De afstandsbedieningscode is niet goed ingesteld. De afstandsbediening kan geen nieuwe functies leren. — 11 — De archiefcode van de afstandsbediening en de afstandsbedienings-ID van dit toestel komen niet overeen. Zorg ervoor dat de afstandsbedienings-ID van dit toestel overeenkomt met de archiefcode van de afstandsbediening. Ook als de juiste afstandsbedieningscode is ingesteld is het mogelijk dat bepaalde modellen niet goed reageren op de afstandsbediening. Programmeer de gewenste functies apart onder de programmeerbare toetsen met de ‘leerfunctie’. De batterijen van deze afstandsbediening en/of die van de andere afstandsbediening zijn te zwak. Vervang de batterijen. De afstand tussen de twee afstandsbedieningen is te groot of te klein. Plaats de afstandsbedieningen op de juiste afstand van elkaar. De signaalcodering of modulatie van de andere afstandsbediening is niet compatibel met deze afstandsbediening. Leren is niet mogelijk. Het geheugen is vol. Wis functies die u niet meer nodig heeft om ruimte te maken voor nieuwe functies. 118 Oplossing Zie bladzijde 112, 126 113 11 113 — ■ HDMI Foutmelding Oorzaak Device Over Er zijn teveel HDMI componenten aangesloten. Verminder het aantal aangesloten HDMI componenten. — HDCP Error HDCP verificatie mislukt. Controleer of de aangesloten HDMI componenten ondersteuning bieden voor de HDCP kopieerbeveiligingsnormen. — 134 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Netwerk en USB Probleem De PC server/MCX-2000/ Internetradio functioneert niet naar behoren. Oorzaak Oplossing Zie bladzijde 100 De netwerkkabel is niet aangesloten. Sluit deze op de juiste manier aan. 30 Op de PC is Windows Media Connect 2.0 nog niet geïnstalleerd. Installeer Windows Media Connect 2.0 op de PC. — De muziek is opgenomen in een bestandsindeling of formattering die niet met dit toestel kan worden weergegeven. Dit toestel kan geen andere muziekbestanden weergeven dan WMA, MP3 en WAV (PCM formaat) bestanden. Vergeet ook niet dat het toestel soms toch niet in staat zal zijn bepaalde muziekbestanden weer te geven, ook al zijn deze opgeslagen in WMA, MP3 of WAV formaat. Kies muziek die is opgeslagen in een formaat dat compatibel is met dit toestel. — De muziek is auteursrechtelijk beschermd. Dit toestel kan geen auteursrechtelijk beschermd materiaal weergeven. — Geen verbinding met Windows Media Connect 2.0. De Windows XP PC logt in op een domein. Log in op de lokale machine in plaats van het domein. — Geen verbinding met de MusicCAST server. U probeert verbinding te krijgen met de MCX-1000. De MusicCAST server die verbonden kan worden met dit toestel is de MCX-2000. Gebruik een MCX-2000 of de PC server. — De automatische configuratie wordt niet uitgevoerd. Voer “Auto Configure” uit. 70 De melding “Disconnected” (Niet aangesloten) verschijnt ook al is er wel degelijk een USB apparaat aangesloten. Dit toestel heeft het USB apparaat herkend als niet geschikt voor aansluiting op het toestel. Zet dit toestel uit en dan weer aan. 72 Er kan geen Internetradio worden weergegeven. De firewall van het netwerkapparaat is ingeschakeld. Er kan alleen Internetradio worden weergegeven wanneer het signaal de door elke zender gespecificeerde poort passeert. Het poortnummer hangt af van de radiozender zelf. Controleer de firewall-instellingen van het netwerkapparaat in kwestie. — De verbinding met het internet is verbroken. Controleer de configuratie van het netwerkapparaat en zoek vervolgens verbinding met uw provider. — De muziekbestanden en mappen op het USB apparaat kunnen niet worden bekeken. De muziekbestanden en mappen staan op andere geheugenlocaties dan de primaire FAT partitie. Plaats muziekbestanden en mappen in de correcte FAT partitie. — U probeert dieper dan 8 mapniveaus te bekijken of een map met meer dan 500 bestanden. Wijzig de gegevensstructuur op uw USB apparaat. — Het USB apparaat kan niet worden herkend. Het aangesloten USB apparaat is geen USB massa opslag USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Dit toestel kan alleen USB massa opslag USB geheugenapparaten of draagbare USB audiospelers herkennen. Vergeet ook niet dat het toestel toch niet in staat kan blijken te zijn bepaalde USB apparaten te herken, ook al zijn dit ogenschijnlijk geschikte apparaten zoals hierboven vermeld. 72 Sommige apparaten kunnen makkelijker herkend worden wan u ze aansluit voor u dit toestel aan zet. 72 Het aangesloten USB apparaat is niet correct. Sluit het USB apparaat aan dat het voorgeprogrammeerde item bevat. 72 De directory (map) met het geselecteerde item is gewijzigd. Programmeer het item opnieuw onder de gewenste cijfertoets (1-8). 72 De muziek op de PC server kan niet worden weergegeven. Dit toestel roept niet het correcte item op bij gebruik van de cijfertoetsen (1-8). 135 Nl Nederlands Zet de DHCP serverfunctie van de router aan (ON). Of voer met de hand de vereiste instellingen uit aan de hand van de huidige gebruiksomgeving. AANVULLENDE INFORMATIE Het IP adres is niet correct ingesteld. OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Probleem Dit toestel roept niet het geselecteerde item op bij gebruik van de cijfertoetsen (1-8). Statusmelding Please wait Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Het USB apparaat is niet correct aangesloten. Sluit het USB apparaat op de juiste manier aan. 72 De PC of MCX-2000 met het geselecteerde item staat uit. Zet de PC of MCX-2000 aan. 70 De geselecteerde Internetradiozender is tijdelijk niet beschikbaar of bestaat niet meer. Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is. 71 Programmeer andere Internetradiozenders voor. 72 Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Dit toestel is bezig de verbinding met uw netwerk te herkennen. Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even geduld moeten oefenen. — Dit toestel is bezig de verbinding met uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler te herkennen. Dit duidt niet op een storing aan uw systeem. U zult gewoon even geduld moeten oefenen. — Please wait (Starting Server) Dit toestel is bezig de MCX-2000 in te schakelen die uit (standby) is gezet. Wacht ongeveer 20 seconden. — Connect error Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw netwerk. Controleer de verbindingen tussen dit toestel en de LAN poort van uw router of hub. 30 Zorg ervoor dat uw router correct is aangesloten en is ingeschakeld. Zorg er ook voor dat uw modem op de juiste manier is aangesloten en is ingeschakeld wanneer u naar de Internetradio wilt luisteren. 30 Uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler is niet meer aangesloten op de USB poort van dit toestel. Controleer de verbindingen tussen dit toestel en uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. — De eerder op dit toestel aangesloten PC server of MCX-2000 bestaat niet meer. Sluit dit toestel aan op een beschikbare PC server of MCX-2000. 70 Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de USB poort van dit toestel. 34 Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler te resetten. — Dit toestel krijgt geen toegang tot uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Probeer een ander USB geheugenapparaat of andere draagbare USB audiospeler. — Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler. Zet dit toestel uit en sluit uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler opnieuw aan op de USB poort van dit toestel. 34 Probeer uw USB geheugenapparaat of draagbare USB audiospeler te resetten. — Dit toestel kan de op dit moment op uw PC opgeslagen muziekstukken niet weergeven. Zorg ervoor dat Windows Media Connect 2.0 correct is geïnstalleerd op uw PC. — Controleer of de op uw PC opgeslagen muziekstukken inderdaad weergegeven kunnen worden (MP3, WMA en WAV). — Sla andere geschikte muziekbestanden (MP3, WMA en WAV) op uw PC op die wel kunnen worden weergegeven. — Probeer een netwerk te installeren dat exclusief voor dit toestel bedoeld is, gescheiden van het algemene netwerk. — Disconnected Access error Unable to play Het netwerk kan tijdelijk overbelast zijn, hetgeen de weergave stoort of onmogelijk maakt. 136 Nl OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Statusmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde List updated De lijst met materiaal dat is opgeslagen op uw PC server of MCX-2000 is bijgewerkt. Bookmark ON De gewenste Internetradiozender is toegevoegd aan de “Bookmarks” lijst. Bookmark OFF De opgeslagen Internetradiozender is verwijderd van de “Bookmarks” lijst. Empty Memory! Er zijn geen items toegewezen aan de geselecteerde cijfertoets. Wijs het gewenste item toe aan de geselecteerde cijfertoets. 72 Not found! Dit toestel kan het aan de geselecteerde cijfertoets toegewezen item niet vinden. Sluit het USB apparaat aan dat het voorgeprogrammeerde item bevat. 72 Zet de PC of MCX-2000 aan. 70 Probeer het opnieuw wanneer de geselecteerde Internetradiodienst inderdaad beschikbaar is. 71 Programmeer het item opnieuw onder de gewenste cijfertoets (1-8). 72 ■ iPod Opmerking Wanneer er iets mis gaat met de gegevensoverdracht zonder dat er een melding verschijnt op het display op het voorpaneel of op het beeldscherm, dient u de aansluiting van uw iPod te controleren (zie bladzijde 29). Statusmelding Loading... Oorzaak Oplossing Zie bladzijde Dit toestel is bezig de verbinding met uw iPod te herkennen. Dit toestel is bezig songlijsten over te nemen van uw iPod. Er is een probleem met het signaal dat dit toestel ontvangt van uw iPod. Zet dit toestel uit en sluit uw YAMAHA iPod universeel dock opnieuw aan op de DOCK aansluiting van dit toestel. 29 Probeer uw iPod te resetten. — Alleen iPod apparatuur met een iPod (Click and Wheel), iPod nano en iPod mini worden ondersteund. — De gebruikte iPod wordt niet ondersteund door dit toestel. iPod connected Uw iPod is correct geplaatst in een YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10) verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel, en de verbinding tussen uw iPod en dit toestel is correct tot stand gebracht. Disconnected Uw iPod is verwijderd uit uw YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel. Plaats uw iPod terug in uw YAMAHA iPod universeel dock (zoals de los verkrijgbare YDS-10), verbonden met de DOCK aansluiting van dit toestel. 29 Unable to play Dit toestel kan de op dit moment op uw iPod opgeslagen muziekstukken niet weergeven. Controleer of de muziekstukken op uw iPod inderdaad weergegeven kunnen worden. — Sla andere muziekbestanden op uw iPod op die wel kunnen worden weergegeven. — 137 Nl Nederlands Unknown iPod AANVULLENDE INFORMATIE Connect error OPLOSSEN VAN PROBLEMEN ■ Auto Setup Voor Auto Setup Foutmelding Connect MIC! Oorzaak Oplossing Zie bladzijde De optimalisatie-microfoon is niet aangesloten. Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 35 Unplug Phones! Er is een hoofdtelefoon aangesloten. Maak de hoofdtelefoon los. — No Setup Menu! Alle setup menu’s zijn ingesteld op “Skip” (Overslaan). Zet het gewenste menu-item op “Check” (Controleren). 36 Memory Guard! “Memory Guard” is ingesteld op “On”. Zet “Memory Guard” op “Off”. 105 Tijdens Auto Setup Foutmelding Oorzaak Oplossing Zie bladzijde E01:No Front SP Er worden geen L/R voorkanaalsignalen gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de L/R voor-luidsprekers. 16 E02:No Sur. SP Er wordt geen signaal voor een surroundkanaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de surround-luidspreker. 16 E03:No PRNS SP Er wordt geen signaal voor een aanwezigheidskanaal gedetecteerd. Controleer de aansluitingen van de aanwezigheidsluidspreker. 16 E04:SBR->SBL Er wordt alleen een rechter surround achterkanaal gedetecteerd. Verbind de surround achter-luidspreker met de LEFT SURROUND BACK SPEAKERS aansluiting als u slechts een enkele surround achter-luidspreker heeft. 16 Teveel geluiden op de achtergrond. Probeer de “Auto Setup” onder stille omstandigheden. — Zet lawaaiige elektrische apparatuur zoals air-conditioners uit, of zet ze uit de buurt van de optimalisatie-microfoon. — Wel surround achter-luidsprekers aangesloten, maar geen L/R surroundluidsprekers. Sluit uw surround-luidsprekers aan wanneer u surround achter-luidsprekers gebruikt. 16 De optimalisatie-microfoon is losgeraakt tijdens de “Auto Setup” procedure. Verbind de meegeleverde optimalisatiemicrofoon met de OPTIMIZER MIC aansluiting op het voorpaneel. 35 De optimalisatie-microfoon kan geen testtonen detecteren. Controleer de instelling van de microfoon. 35 Controleer de aansluiting en de opstelling van de microfoon. 16 E05:Noisy E06:Check Sur. E07:No MIC E08:No Signal E09:User Cancel De “Auto Setup” procedure is geannuleerd door iets dat de gebruiker gedaan heeft. Doe de “Auto Setup” nog eens. E10:Internal Err. Er is een interne fout opgetreden. Doe de “Auto Setup” nog eens. 138 Nl 35 35 OPLOSSEN VAN PROBLEMEN Na Auto Setup Waarschuwing Zie bladzijde Oorzaak Oplossing De polariteit van de luidspreker is niet correct. Deze melding kan, afhankelijk van de luidspreker in kwestie, ook verschijnen wanneer deze toch correct is aangesloten. Controleer de polariteit van de luidsprekeraansluitingen (+ of –). W2:Over Distance De afstand tussen de luidspreker en de luisterplek is meer dan 24 m. Zet de luidspreker dichter bij de luisterplek. W3:Level Error Er is teveel volumeverschil tussen de luidsprekers. Verander de opstelling van de luidsprekers zodat alle luidsprekers in vergelijkbare omstandigheden verkeren. — Controleer de aansluitingen van de luidspreker. 16 Gebruik luidsprekers van vergelijkbare kwaliteit. — Stel het uitgangsniveau van de subwoofer in. 35 Gebruik “Speaker Set” onder “Manual Setup” om met de hand de luidsprekerinstellingen te wijzigen. 96 W1:Out of Phase W4:SP Mismatch Het resultaat van de bedradingscontrole bij de “Auto Setup” verschilt van de “Speaker Set” instelling in de “Manual Setup”. 16 — Opmerkingen • Als de “ERROR” of “WARNING” schermen verschijnen, dient u de oorzaak van het probleem op te sporen en te corrigeren en vervolgens de “Auto Setup” opnieuw uit te voeren. • Als de waarschuwing “W1” verschijnt, zijn er wel instellingen verricht, maar is het mogelijk dat deze niet optimaal zijn. • Als de waarschuwingen “W2” of “W3” verschijnen, zijn er geen instellingen verricht. • Als foutmelding “E10” herhaaldelijk verschijnt, dient u contact op te nemen met een erkend YAMAHA service-centrum. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 139 Nl RESETTEN VAN HET SYSTEEM RESETTEN VAN HET SYSTEEM Met deze functie kunt u alle parameters van dit toestel terugzetten op de oorspronkelijke fabrieksinstellingen. Opmerkingen • Deze procedure zet alle parameters van dit toestel terug. De parameters voor het uitgebreide instelmenu zullen echter niet worden teruggezet. • De oorspronkelijke fabrieksinstellingen worden weer van kracht wanneer het toestel de volgende keer wordt ingeschakeld. y Om het resetten halverwege te onderbreken zonder wijzigingen aan te brengen, kunt u op MASTER ON/OFF op het voorpaneel drukken zodat de knop naar buiten komt in de OFF stand. 3 Verdraai PROGRAM op het voorpaneel en selecteer “PRESET”. PURE DIRECT VOLUME TONE CONTROL AUDIO SELECT REC OUT/ ZONE2 A/B/C/D/E PRESET/ TUNING PRESET/TUNING MEMORY FM/AM MAN'L/AUTO FM TUNING MODE ENHANCER NIGHT EDIT INPUT ZONE ON/OFF STRAIGHT MAIN ZONE ZONE CONTROLS MULTI ZONE EFFECT YPAO ON/OFF PROGRAM OPTIMIZER MIC SILENT CINEMA S VIDEO VIDEO ZONE 2 ZONE 3 L R AUDIO OPTICAL PROGRAM PHONES VIDEO AUX USB ON OFF MASTER 1-2,5 1 3 2,4 USERPRESET Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel nog eens in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om dit toestel uit te schakelen. CANCEL 4 Druk herhaaldelijk op STRAIGHT op het voorpaneel om en selecteer “RESET”. MASTER STRAIGHT 2 Houd STRAIGHT op het voorpaneel ingedrukt en druk vervolgens MASTER ON/ OFF naar binnen in de ON stand om dit toestel in te schakelen. Het toestel wordt ingeschakeld en het uitgebreide setup menu zal verschijnen op het display op het voorpaneel. EFFECT USERPRESET RESET Houd ingedrukt STRAIGHT EFFECT y Selecteer “CANCEL” om de reset procedure te annuleren zonder wijzigingen aan te brengen. MASTER 5 Druk MASTER ON/OFF op het voorpaneel in zodat deze naar buiten komt in de OFF stand om uw keuze te bevestigen en dit toestel uit te schakelen. MASTER 140 Nl WOORDENLIJST WOORDENLIJST ■ Bi-amp dubbele versterkeraansluitingen ■ Dolby Digital Bij bi-amp dubbele versterkeraansluitingen worden twee versterkers gebruikt voor een luidsprekerbox. De ene versterker wordt aangesloten op de woofer (lage tonen) van de box, terwijl de andere wordt aangesloten op het gecombineerde gedeelte voor de midden- en hoge tonen. In een dergelijk systeem wordt elk van de luidsprekers slechts voor een beperkt toonbereik gebruikt. Dit beperkte toonbereik geeft elk van de gebruikte versterkers minder zwaar werk te doen en levert minder risico op dat de weergave negatief wordt beïnvloed. De interne crossoverschakeling van de leluidspreker taat uit een LPF (Laag doorlaatfilter) en een HPF (Hoog doorlaatfilter). Zoals de naam al suggereert kunnen de frequenties beneden een bepaalde waarde het LPF gewoon passeren, maar zullen frequenties boven die waarde niet worden doorgelaten. Op dezelfde manier kunnen frequenties boven de ingestelde waarde een HPF gewoon passeren. Dolby Digital is een digitaal surroundsysteem met volledig van elkaar gescheiden multikanaals audio. Met 3 voorkanalen (links, midden en rechts), en 2 surroundstereokanalen biedt Dolby Digital in totaal 5 audiokanalen met het volle frequentiebereik. Met een extra kanaal speciaal voor de zeer lage tonen, het zogenaamde LFE (Lage Frequentie Effect) kanaal, biedt dit systeem in totaal 5.1 kanalen (het LFE kanaal wordt als 0.1 kanaal geteld). Door 2-kanaals stereo voor de surround-luidsprekers te gebruiken is er een betere weergave van bewegende geluidsbronnen en een beter algeheel surroundeffect mogelijk dan bij Dolby Surround. Het grote dynamische bereik (van het zachtste tot het hardste geluid dat nog kan worden weergegeven) van de 5 kanalen met het volle frequentiebereik en de precieze plaatsing van het geluid door de digitale verwerking biedt de luisteraar een ongehoord realistische weergave. Met dit toestel kunt u zelf kiezen wat voor weergave u wilt horen, van mono tot 5.1 kanaals weergave, u vraagt, wij draaien. ■ Component videosignaal In een component video systeem wordt het videosignaal gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en in PB en PR signalen voor de kleuren. Dit systeem zorgt voor een betere kleurweergave omdat elk van deze signalen onafhankelijk is van de andere. Componentsignalen worden ook wel “kleurverschilsignalen” genoemd omdat het luminantiesignaal wordt afgetrokken van het kleursignaal. U heeft een monitor met component ingangsaansluitingen nodig om component videosignalen te kunnen weergeven. Een composiet videosignaal bestaat uit alle drie de basiselementen van het videobeeld: kleur, helderheid en synchronisatiegegevens. Een composiet video-aansluiting op een videocomponent geeft deze drie elementen gecombineerd door. ■ ‘Dialogue normalization’ ‘Dialogue Normalization’ (dialoog normalisatie) is een Dolby Digital of DTS functie die verschillende programma’s op een gemiddeld niveau weergeeft zodat de gebruiker het volume niet hoeft aan te passen wanneer er een ander Dolby Digital of DTS programma wordt weergegeven. Dolby Digital EX creëert 6 kanalen met het volledige frequentiebereik van 5.1-kanaals bronmateriaal. Dit wordt bereikt met een matrix decoder die 3 surroundkanalen samenstelt uit de gegevens voor de 2 surroundkanalen uit de oorspronkelijke opnamen. Voor de beste resultaten moet Dolby Digital EX gebruikt worden met filmsoundtracks die zijn opgenomen in Dolby Digital Surround EX. Met dit extra kanaal krijgt u een meer dynamische en realistische weergave van bewegende geluidsbronnen, vooral bij zogenaamde “fly-over” en “fly-around” effecten. ■ Dolby Pro Logic II Dolby Pro Logic II is een verbeterde decoderingstechniek voor de grote hoeveelheid aan bestaand Dolby Surround materiaal. Deze nieuwe technologie maakt gescheiden 5kanaals weergave mogelijk met 2 voorkanalen, links en rechts, 1 middenkanaal en 2 surroundkanalen, links en rechts, in plaats van slechts 1 surroundkanaal bij conventionele Pro Logic weergave. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie” stand voor films en een “Game” stand voor spelletjes. AANVULLENDE INFORMATIE ■ Composiet videosignaal ■ Dolby Digital EX ■ Dolby Pro Logic IIx 141 Nl Nederlands Dolby Pro Logic IIx is een nieuwe technologie die gescheiden multikanaals weergave mogelijk maakt van 2-kanaals of multikanaals bronmateriaal. Er zijn drie standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek, een “Movie” stand voor films (alleen 2-kanaals materiaal) en een “Game” stand voor spelletjes. WOORDENLIJST ■ Dolby Surround ■ HDMI Dolby Surround maakt gebruik van een 4-kanaals analoog opnamesysteem voor de reproductie van realistische en dynamische geluidseffecten: 2 voorkanalen, links en rechts (stereo), een middenkanaal voor gesproken tekst (mono) en een surroundkanaal voor speciale geluidseffecten (mono). Het surroundkanaal reproduceert geluid binnen een nauw begrensd frequentiebereik. Dolby Surround wordt veel gebruikt op videobanden en laserdiscs en ook wel bij TV en kabelprogramma’s. De in dit toestel ingebouwde Dolby Pro Logic decoder maakt gebruik van een digitale signaalverwerking die automatisch het volume van de verschillende kanalen stabiliseert om de richtingsgevoeligheid en de weergave van bewegende geluidsbronnen te verbeteren. HDMI (High-Definition Multimedia Interface) is de eerste volledig door de elektronica industrie ondersteunde, ongecomprimeerde en volledig digitale audiovisuele interface. HDMI biedt ondersteuning voor standaard, verbeterde of hoge-definitie video en voor multikanaals digitale audio via één enkele kabel die de verbindingen verzorgt tussen elke denkbare audiovisuele signaalbron (zoals een externe ontvanger of AV receiver) en de audio/video monitor (zoals een digitale televisie). HDMI geeft alle ATSC HDTV standaarden door en biedt ondersteuning voor 8-kanaals digitale audio, met genoeg bandbreedte om ruimte te bieden aan toekomstige verbeteringen en eisen. Indien gebruikt in combinatie met HDCP (High-bandwidth Digital Content Protection), biedt HDMI een veilige audio/video interface die voldoet aan de beveiligingseisen van producenten van weer te geven materialen en systeembeheerders. Voor meer informatie omtrent HDMI raden we u aan een bezoek te brengen aan de HDMI website op “http://www.hdmi.org/”. ■ DSD Direct Stream Digital (DSD) technologie wordt gebruikt voor het opslaan van audiosignalen op digitale media, zoals Super Audio CD’s. Bij DSD worden signalen opgeslagen als enkele bitwaarden bij een zeer hoge bemonsteringsfrequentie van 2,8224 MHz waarbij gebruik wordt gemaakt van ‘noise shaping’ en overbemonstering om vervorming, een normaal verschijnsel bij zeer hoge kwantisaties van audiosignalen, te voorkomen. Dankzij de hoge bemonsteringsfrequentie kan er een betere geluidskwaliteit worden bereikt dan door de PCM technologie van gewone audio-CD’s. ■ DTS 96/24 ■ LFE 0.1 kanaal Dit kanaal reproduceert de zeer lage tonen. Het frequentiebereik voor dit kanaal is 20 Hz t/m 120 Hz. Dit kanaal wordt meestal als 0.1 geteld omdat niet het volledige frequentiebereik wordt weergegeven, zoals de andere 5/6 kanalen in een Dolby Digital of DTS 5.1/6.1kanaals systeem. DTS 96/24 biedt een ongekend hoog niveau audiokwaliteit voor multikanaals weergave van DVDVideo en is volledig compatibel met alle vroegere DTS decoders. “96” refereert aan de 96 kHz bemonsteringsfrequentie (vergeleken met een normale waarde van 48 kHz). “24” refereert aan de gebruikte codelengte van 24 bits. DTS 96/24 biedt een geluidskwaliteit die vergelijkbaar is met die van de originele 96/24 masteropnamen, en 96/24 5.1-kanaals weergave met video van hoge kwaliteit voor muziekprogramma’s zowel als speelfilms op DVD-Video. ■ MP3 ■ DTS (Digital Theater Systems) Digital Surround Neo:6 bewerkt conventioneel 2-kanaals bronmateriaal voor 6-kanaals weergave met een speciale decoder. Hierdoor wordt weergave mogelijk met kanalen met het volle bereik en met een verbeterde kanaalscheiding, zoals bij weergave van digitale signalen met gescheiden kanalen. Er zijn twee standen beschikbaar: een “Music” stand voor muziek en een “Cinema” stand voor films. DTS digitale surroundweergave is ontwikkeld om de analoge filmsoundtracks te vervangen door een 6.1kanaals digitale soundtrack en is over de hele wereld bezig aan een opmars in de bioscoop. Digital Theater Systems Inc. heeft tevens een thuisbioscoopsysteem ontwikkeld zodat u gewoon thuis kunt profiteren van de verbluffende DTS digitale surroundweergave. Dit systeem produceert een vrijwel vervormingsvrije weergave via 6.1 kanalen (dat wil zeggen; links en rechts voor, midden, links en rechts surround, en een LFE (subwoofer) kanaal dat als 0.1 geteld wordt voor in totaal 5.1 kanalen). Dit toestel is uitgerust met een DTS-ES decoder die 6.1-kanaals weergave mogelijk maakt door uit bestaand 5.1-kanaals bronmateriaal een surround-achterkanaal te destilleren. 142 Nl Eén van de audiocompressietechnieken gebruikt voor MPEG. Deze methode maakt gebruik van een onomkeerbare compressietechniek die een hoge compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/11 te verminderen (bij 128 kbps) terwijl de geluidskwaliteit vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD. ■ Neo:6 WOORDENLIJST ■ PCM (Lineair PCM) ■ S-videosignaal Lineair PCM is een signaalformaat voor het ongecomprimeerd digitaliseren, opnemen en overbrengen van analoge audiosignalen. Dit wordt gebruikt als opnamemethode van CD’s en DVD audio. Het PCM systeem maakt gebruik van een techniek waarmee het analoge signaal zeer vaak per seconde wordt gemeten. De afkorting staat voor “Puls Code Modulatie”, het analoge signaal wordt gecodeerd als pulsjes en dan gemoduleerd voor opname. In een S-video systeem wordt het videosignaal dat normaal via een enkele kabel zou worden doorgegeven gescheiden in een Y signaal voor de luminantie en een C signaal voor de kleur en doorgegeven via speciale S-video aansluitingen. Gebruik van een S VIDEO aansluiting vermindert signaalverslechtering bij lange verbindingen en zorgt voor een betere beeldkwaliteit. ■ Bemonsteringsfrequentie en aantal kwantisatiebits Bij het digitaliseren van een analoog audiosignaal wordt het aantal keren dat het signaal per seconde wordt gemeten de bemonsteringsfrequentie genoemd en de gedetailleerdheid waarmee het geluid in een numerieke waarde wordt omgezet, het aantal kwantisatiebits. Het frequentiebereik dat kan worden weergegeven is gebaseerd op de bemonsteringsfrequentie, terwijl het dynamisch bereik, het verschil tussen het zachtste en het hardste geluid, bepaald wordt door het aantal kwantisatiebits. In principe is het zo dat hoe hoger de bemonsteringsfrequentie is, hoe groter het aantal tonen is dat kan worden weergegeven, en hoe hoger het aantal kwantisatiebits is, hoe precieser het geluidsniveau kan worden gereproduceerd. ■ WAV Standaard Windows audiobestandsindeling waarbij geluidssignalen direct worden omgezet in digitale gegevens. De bestandsindeling specificeert geen aparte compressiemethode (codering) zodat in principe de gewenste methode erop kan worden toegepast. Standaard is deze bestandsindeling compatibel met PCM signalen (ongecomprimeerd) en met sommige compressiemethoden, waaronder ADPCM. ■ WMA Een door Microsoft Corporation ontwikkelde compressiemethode. Deze methode maakt gebruik van een onomkeerbare compressietechniek die een hoge compressie bereikt door onder andere audiogegevens voor geluiden die niet meer onderscheiden kunnen worden door het menselijk oor te verwijderen. Deze techniek maakt het mogelijk de hoeveelheid gegevens tot ongeveer 1/22 te verminderen (bij 64 kbps) terwijl de geluidskwaliteit vergelijkbaar blijft met die van een muziek-CD. AANVULLENDE INFORMATIE Nederlands 143 Nl INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S INFORMATIE OVER GELUIDSVELDPROGRAMMA’S ■ Onderdelen van een geluidsveld ■ SILENT CINEMA Wat het meeste bijdraagt aan de rijke, volle tonen van een live voorstelling, zijn de ingewikkelde weerkaatsingen via de wanden van de ruimte. Naast het feit dat deze weerkaatsingen het geluid verlevendigen, vertellen ze ons ook waar de muzikanten zich bevinden, hoe groot de ruimte is waar we in zitten en welke vorm deze heeft. Naast de door de muzikanten geproduceerde geluiden die onze oren direct bereiken zijn er twee verschillende soorten weerkaatsingen die samen onze waarneming van het geluid bepalen. YAMAHA heeft een natuurlijk en realistisch DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld voor hoofdtelefoons. Voor elk apart geluidsveld zijn parameters voor weergave via een hoofdtelefoon opgenomen zodat alle geluidsveldprogramma’s natuurgetrouw kunnen worden weergegeven. Vroege weerkaatsingen Deze reflecties bereiken onze oren zeer snel (50 ms tot 100 ms na het directe geluid) en zijn slechts door één enkel oppervlak weerkaatst (bijvoorbeeld door het plafond of een muur). Deze vroege weerkaatsingen maken het direct waargenomen geluid voor ons helderder. Natrillingen Deze worden veroorzaakt door weerkaatsingen via meer dan één oppervlak (bijvoorbeeld via de muren en het plafond) en zijn zo talrijk dat ze samensmelten tot een bijna doorlopende nagalm. Deze natrillingen zijn niet richtinggevoelig en maken het directe geluid in onze waarneming minder helder. Het directe geluid, de vroege weerkaatsingen en de natrillingen samen helpen ons bij het bepalen van onze indruk van de grootte en de vorm van de ruimte en het is deze informatie die door de digitale geluidsveld processor wordt gereproduceerd bij het samenstellen van het geluidsveld. Als u in de kamer waar u altijd naar uw muziek luistert de juiste vroege weerkaatsingen en natrillingen zou kunnen maken, zou u uw eigen akoestische luisterparadijs kunnen bouwen. U zou de akoestiek van uw kamer kunnen veranderen in die van een concertzaal, een dansvloer of in die van vrijwel elke ruimte die u zich zou kunnen indenken. Deze kunst om zelf geluidsvelden samen te stellen is precies wat YAMAHA nu heeft bereikt met de digitale geluidsveld processor. ■ CINEMA DSP Omdat de Dolby Surround en DTS systemen oorspronkelijk bedoeld waren voor de bioscoop, werken deze systemen het best in een theatrale ruimte met een heleboel luidsprekers opgesteld voor het maximale akoestische effect. Maar de omstandigheden bij mensen thuis, de afmetingen van de kamer, het materiaal waar de muur van gemaakt is, het aantal luidsprekers enz., zijn zo verschillend, dat de weergave ook anders wordt. Op basis van een massa in het echt gemeten gegevens maken nu de YAMAHA CINEMA DSP programma’s gebruik van de origineel door YAMAHA ontwikkelde geluidsveldentechnologie om in combinatie met Dolby Pro Logic, Dolby Digital en DTS systemen te komen tot een zo goed mogelijke benadering in uw huiskamer van de audiovisuele ervaring die tot nog toe alleen in de bioscoop gerealiseerd kon worden. 144 Nl ■ Virtual CINEMA DSP YAMAHA heeft een Virtual CINEMA DSP geluidsveldprogramma ontwikkeld dat u ook zonder daadwerkelijke surround-luidsprekers in staat stelt te profiteren van DSP surroundeffecten door middel van virtuele surround-luidsprekers. U kunt Virtual CINEMA DSP zelfs gebruiken op een minimaal systeem met slechts twee luidsprekers zonder midden-luidspreker. ■ Geluidsweergave door elk van de luidsprekers De geluidsweergave uit elk van de luidsprekers hangt mede af van het soort audiosignalen dat binnenkomt. Raadpleeg de diagrammen in de tabel hieronder voor meer informatie omtrent de opstelling van de luidsprekers voor elk geluidsveldprogramma. Voor details omtrent de geluidsweergave door elk van de luidsprekers bij gebruik van de geluidsveldprogramma’s verwijzen we u naar “GELUIDSWEERGAVE IN ELK VAN DE GELUIDSVELDPROGRAMMA’S” in de “APPENDIX” aan het eind van deze handleiding. Opmerking Wij wijzen u erop dat er niet of niet genoeg geluid uit de luidsprekers kan komen afhankelijk van het soort materiaal dat wordt weergegeven. Bovendien is het mogelijk dat bepaalde kanalen alleen gedeeltelijk kunnen worden gebruikt wanneer ze op een bepaalde manier zijn ingesteld voor films, bijvoorbeeld met speciale effecten enz. y Behalve voor “2ch Stereo”, “7ch Stereo” en “STRAIGHT”, kunt u een decoder selecteren om geluid weer te laten geven via de surround achter-luidsprekers (zie bladzijde 47). PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE PARAMETRISCHE EQUALIZER INFORMATIE Dit toestel maakt gebruik van YAMAHA Parametric Room Acoustic Optimizer (YPAO) technologie waarmee, samen met de Parametric EQ instellingen (zie bladzijde 89), de frequentiekarakteristieken via een instelbare equalizer worden afgestemd op uw luisteromgeving. YPAO gebruikt een combinatie van de volgende drie parameters (Frequency, Gain en Q factor) om te komen tot een zo precies mogelijke aanpassing van de frequentiekarakteristieken. ■ Q factor De breedte van de opgegeven frequentieband wordt aangeduid als de Q factor. Deze parameter kan worden ingesteld tussen de waarden 0,5 en 10. ■ Frequency Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van éénderde octaaf, tussen 32 Hz en 16 kHz. ■ Gain Afbeelding 1 Gain (extra versterking) Frequentiekarakteristiek na correctie Band 1 Frequentie AANVULLENDE INFORMATIE Deze parameter kan worden ingesteld in stappen van 0,5 dB, tussen –20 en +6 dB. YPAO past de frequentiekarakteristieken aan uw luistervoorkeuren aan via een combinatie van de bovengenoemde drie parameters (Frequency, Gain en Q factor) voor elk van de equalizerbanden van de parametrische equalizer van dit toestel. Dit toestel heeft 7 equalizerbanden voor elk kanaal. Door gebruik te maken van meer equalizerbanden kunnen de frequentiekarakteristieken preciezer worden ingesteld (zoals te zien in Afbeelding 2). Dit is niet mogelijk wa wanneer slechts een enkele equalizerband wordt gebruikt (zoals in Afbeelding 1). Originele frequentiekarakteristiek Afbeelding 2 Gain (extra versterking) Frequentiekarakteristiek na correctie Band 1 Band 2 Originele frequentiekarakteristiek 145 Nl Nederlands Frequentie TECHNISCHE GEGEVENS TECHNISCHE GEGEVENS AUDIO GEDEELTE • Minimum RMS uitgangsvermogen voor, midden, surround, surround-achter 20 Hz t/m 20 kHz, 0,04% THV, 8 Ω .................................. 140 W • Dynamisch vermogen (IHF) 8/6/4/2 Ω ....................................................... 170/205/265/345 W • Maximum bruikbaar uitgangsvermogen (JEITA) [Modellen voor Azië, China, Korea en Algemene modellen] 1 kHz, 10% THV, 8 Ω ........................................................ 185 W • Maximum uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa] 1 kHz, 0,7% THV, 4 Ω ....................................................... 200 W • Dynamisch bereik 8 Ω ..................................................................................... 0,84 dB • IEC uitgangsvermogen [Modellen voor het V.K. en Europa] 1 kHz, 0,04% THV, 8 Ω ..................................................... 145 W • Dempingsfactor (IHF) 20 Hz t/m 20 kHz, 8 Ω ............................................... 150 of meer • Ingangsgevoeligheid/ingangsimpedantie PHONO .................................................................. 3,5 mV/47 kΩ CD, enz. ................................................................. 200 mV/47 kΩ MULTI CH INPUT ............................................... 200 mV/47 kΩ • Maximum ingangsvoltage PHONO (1 kHz, 0,1% THV) ................................ 60 mV of meer CD, enz. (1 kHz, 0,5% THV) .................................. 2,4 V of meer • Toonregeling (L/R voor) BASS versterking/drempel ....................................... ±6 dB/50 Hz BASS turnover frequentie .....................................125/350/500 Hz TREBLE versterking/drempel ................................ ±6 dB/20 kHz TREBLE turnover frequentie ................................2,5/3,5/8,0 kHz • Zone 2/Zone 3 Toonregeling (L/R voor) BASS versterking/drempel ................................... ±10 dB/100 Hz BASS turnover frequentie .................................................. 450 Hz TREBLE versterking/drempel .............................. ±10 dB/10 kHz TREBLE turnover frequentie ........................................... 2,0 kHz • Filterkarakteristieken (fc=40/60/80/90/100/110/120/160/200 Hz) H.P.F. (Voor, midden, surround, surround-achter) ..................................................................................... 12 dB/oct L.P.F. (Subwoofer) ........................................................ 24 dB/oct. VIDEO GEDEELTE • Videoformaat [MONITOR OUT] (Achtergrond) [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen] ................................................................................... NTSC/PAL [Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China] .................................................................................. PAL/NTSC • Videoformaat (Videoconversie) ..................................... NTSC/PAL • Signaalniveau Composiet .................................................................. 1 Vp-p/75 Ω S-video ............................ 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,286 Vp-p/75 Ω (C) Component ................... 1 Vp-p/75 Ω (Y), 0,7 Vp-p/75 Ω (PB/PR) • Opgegeven Uitgangsvoltage/Uitgangsimpedantie OUT (REC) ........................................................... 200 mV/900 Ω PRE OUT ................................................................. 1,0 V/1,2 kΩ SUBWOOFER ......................................................... 2,0 V/1,2 kΩ ZONE 2/ZONE 3 OUT ............................................ 1,0 V/1,4 kΩ • Maximum ingangsniveau (Video omzetting uit) ............................................................................... 1,5 Vp-p of meer • Opgegeven vermogen/impedantie hoofdtelefoon-aansluiting CD, enz. (1 kHz, 40 mV, 8 Ω) ............................... 150 mV/100 Ω • Frequentierespons (MONITOR OUT) Component (Video omzetting uit) ........................................................... 5 Hz t/m 100 MHz, ±3 dB • Frequentierespons CD aansluiting naar L/R voor, Pure Direct ...................................................... 10 Hz t/m 100 kHz, +0/–3 dB • RIAA Equalisatie-deviatie PHONO (20 Hz t/m 20 kHz) ........................................ 0 ± 0,5 dB • Totale harmonische vervorming PHONO t/m OUT (REC) (20 Hz t/m 20 kHz, 1 V) ................................. 0,02% of minder CD, enz. naar L/R voor (20 Hz t/m 20 kHz, 65 W, 8 Ω) ....................... 0,04% of minder • Signaal-ruis verhouding (IHF-A netwerk) PHONO (5 mV) naar L/R voor [Modellen voor het Australië, V.K. en Europa] ..... 81 dB of meer [Overige modellen] ................................................ 86 dB of meer CD, enz. (250 mV) naar L/R voor ........................ 100 dB of meer • Restruis (IHF-A netwerk) L/R voor ............................................................ 150 µV of minder • Kanaalscheiding (1 kHz/10 kHz) PHONO (kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/55 dB of meer CD, enz. (5,1 kΩ kortgesloten) naar L/R voor ........ 60 dB/45 dB of meer • Signaal-ruis verhouding (Video omzetting uit) .................................................................................... 60 dB of meer • Videoformaat [ZONE OUT] (Grijze achtergrond) [Modellen voor de V.S., Canada, Korea en Algemene modellen] ............................................................................................NTSC [Modellen voor het V.K., Europa, Australië, Azië en China] ...............................................................................................PAL FM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .............. 87,5 t/m 107,9 MHz [Modellen voor Azië en Algemene modellen] .............................................. 87,5/87,50 t/m 108,0/108,00 MHz [Overige modellen] ................................... 87,50 t/m 108,00 MHz • 50 dB Rustgevoeligheid (IHF) Mono/Stereo ........................................ 2,0/25 µV (17,3/39,2 dBf) • Bruikbare gevoeligheid (IHF) .............................. 1,0 µV (11,2 dBf) • Selectiviteit (400 kHz) ............................................................ 70 dB • Signaal-ruis verhouding (IHF) Mono/Stereo ............................................................. 76 dB/70 dB • Harmonische vervorming (1 kHz) Mono/Stereo ................................................................... 0,2/0,3% • Stereoscheiding (1 kHz) Stereo ................................................................................... 42 dB • Frequentierespons Stereo ........................................... 20 Hz t/m 15 kHz, +0,5, –2 dB • Antenne-aansluiting (ongebalanceerd) ..................................... 75 Ω 146 Nl TECHNISCHE GEGEVENS AM GEDEELTE • Afstembereik [Modellen voor de V.S. en Canada] .................. 530 t/m 1710 kHz [Modellen voor Azië en Algemene modellen] ....................................................... 530/531 t/m 1710/1611 kHz [Overige modellen] ........................................... 531 t/m 1611 kHz • Bruikbare gevoeligheid ..................................................... 300 µV/m ALGEMEEN • Stroomvoorziening [Modellen voor de V.S. en Canada] .... 120 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Azië en Algemene modellen] ....................... 110/120/220/230–240 V, 50/60 Hz wisselstroom [Modellen voor China] ....................... 220 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor Korea] ....................... 220 V, 60 Hz wisselstroom [Modellen voor Australië] .................. 240 V, 50 Hz wisselstroom [Modellen voor het V.K. en Europa] .......................................................... 230 V, 50 Hz wisselstroom • Stroomverbruik [Modellen voor de V.S. en Canada] ....................... 500 W/630 VA [Overige modellen] ............................................................. 500 W • Stroomverbruik uit (standby) [Modellen voor de V.S. en Canada] .................... 0,1 W of minder [Algemene modellen] (240 V, 50 Hz wisselstroom) ........................................................................ 0,33 W of minder [Overige modellen] ............................................. 0,1 W of minder • Maximum stroomverbruik [Alleen Algemene modellen] 6 kanalen, 10% THV ........................................................ 1100 W • Netstroomaansluitingen [Modellen voor de V.S. en Canada] .............................................. 2 (Totaal 100 W/0,8 A maximum) [Modellen voor Azië, China en Algemene modellen] .......................................................... 2 (Totaal 50 W maximum) [Modellen voor het V.K. en Australië] .............................................. 1 (Totaal 100 W/0,4 A maximum) [Modellen voor Europa] ......... 2 (Totaal 100 W/0,4 A maximum) • Afmetingen (b x h x d) ................................. 435 x 171 x 438,5 mm • Gewicht ................................................................................. 17,2 kg AANVULLENDE INFORMATIE * Technische gegevens kunnen zonder kennisgeving gewijzigd worden. Nederlands 147 Nl
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90
  • Page 91 91
  • Page 92 92
  • Page 93 93
  • Page 94 94
  • Page 95 95
  • Page 96 96
  • Page 97 97
  • Page 98 98
  • Page 99 99
  • Page 100 100
  • Page 101 101
  • Page 102 102
  • Page 103 103
  • Page 104 104
  • Page 105 105
  • Page 106 106
  • Page 107 107
  • Page 108 108
  • Page 109 109
  • Page 110 110
  • Page 111 111
  • Page 112 112
  • Page 113 113
  • Page 114 114
  • Page 115 115
  • Page 116 116
  • Page 117 117
  • Page 118 118
  • Page 119 119
  • Page 120 120
  • Page 121 121
  • Page 122 122
  • Page 123 123
  • Page 124 124
  • Page 125 125
  • Page 126 126
  • Page 127 127
  • Page 128 128
  • Page 129 129
  • Page 130 130
  • Page 131 131
  • Page 132 132
  • Page 133 133
  • Page 134 134
  • Page 135 135
  • Page 136 136
  • Page 137 137
  • Page 138 138
  • Page 139 139
  • Page 140 140
  • Page 141 141
  • Page 142 142
  • Page 143 143
  • Page 144 144
  • Page 145 145
  • Page 146 146
  • Page 147 147
  • Page 148 148
  • Page 149 149
  • Page 150 150
  • Page 151 151
  • Page 152 152
  • Page 153 153
  • Page 154 154
  • Page 155 155
  • Page 156 156
  • Page 157 157
  • Page 158 158
  • Page 159 159
  • Page 160 160
  • Page 161 161
  • Page 162 162
  • Page 163 163
  • Page 164 164
  • Page 165 165
  • Page 166 166
  • Page 167 167
  • Page 168 168
  • Page 169 169
  • Page 170 170
  • Page 171 171
  • Page 172 172
  • Page 173 173
  • Page 174 174
  • Page 175 175
  • Page 176 176
  • Page 177 177
  • Page 178 178
  • Page 179 179
  • Page 180 180
  • Page 181 181
  • Page 182 182
  • Page 183 183
  • Page 184 184
  • Page 185 185
  • Page 186 186
  • Page 187 187
  • Page 188 188
  • Page 189 189
  • Page 190 190
  • Page 191 191
  • Page 192 192
  • Page 193 193
  • Page 194 194
  • Page 195 195
  • Page 196 196
  • Page 197 197
  • Page 198 198
  • Page 199 199
  • Page 200 200
  • Page 201 201
  • Page 202 202
  • Page 203 203
  • Page 204 204
  • Page 205 205
  • Page 206 206
  • Page 207 207
  • Page 208 208
  • Page 209 209
  • Page 210 210
  • Page 211 211
  • Page 212 212
  • Page 213 213
  • Page 214 214
  • Page 215 215
  • Page 216 216
  • Page 217 217
  • Page 218 218
  • Page 219 219
  • Page 220 220
  • Page 221 221
  • Page 222 222
  • Page 223 223
  • Page 224 224
  • Page 225 225
  • Page 226 226
  • Page 227 227
  • Page 228 228
  • Page 229 229
  • Page 230 230
  • Page 231 231
  • Page 232 232
  • Page 233 233
  • Page 234 234
  • Page 235 235
  • Page 236 236
  • Page 237 237
  • Page 238 238
  • Page 239 239
  • Page 240 240
  • Page 241 241
  • Page 242 242
  • Page 243 243
  • Page 244 244
  • Page 245 245
  • Page 246 246
  • Page 247 247
  • Page 248 248
  • Page 249 249
  • Page 250 250
  • Page 251 251
  • Page 252 252
  • Page 253 253
  • Page 254 254
  • Page 255 255
  • Page 256 256
  • Page 257 257
  • Page 258 258
  • Page 259 259
  • Page 260 260
  • Page 261 261
  • Page 262 262
  • Page 263 263
  • Page 264 264
  • Page 265 265
  • Page 266 266
  • Page 267 267
  • Page 268 268
  • Page 269 269
  • Page 270 270
  • Page 271 271
  • Page 272 272
  • Page 273 273
  • Page 274 274
  • Page 275 275
  • Page 276 276
  • Page 277 277
  • Page 278 278
  • Page 279 279
  • Page 280 280
  • Page 281 281
  • Page 282 282
  • Page 283 283
  • Page 284 284
  • Page 285 285
  • Page 286 286
  • Page 287 287
  • Page 288 288
  • Page 289 289
  • Page 290 290
  • Page 291 291
  • Page 292 292
  • Page 293 293
  • Page 294 294
  • Page 295 295
  • Page 296 296
  • Page 297 297
  • Page 298 298
  • Page 299 299
  • Page 300 300
  • Page 301 301
  • Page 302 302
  • Page 303 303
  • Page 304 304
  • Page 305 305
  • Page 306 306
  • Page 307 307
  • Page 308 308
  • Page 309 309
  • Page 310 310
  • Page 311 311
  • Page 312 312
  • Page 313 313
  • Page 314 314
  • Page 315 315
  • Page 316 316
  • Page 317 317
  • Page 318 318
  • Page 319 319
  • Page 320 320
  • Page 321 321
  • Page 322 322
  • Page 323 323
  • Page 324 324
  • Page 325 325
  • Page 326 326
  • Page 327 327
  • Page 328 328
  • Page 329 329
  • Page 330 330
  • Page 331 331
  • Page 332 332
  • Page 333 333
  • Page 334 334
  • Page 335 335
  • Page 336 336
  • Page 337 337
  • Page 338 338
  • Page 339 339
  • Page 340 340
  • Page 341 341
  • Page 342 342
  • Page 343 343
  • Page 344 344
  • Page 345 345
  • Page 346 346
  • Page 347 347
  • Page 348 348
  • Page 349 349
  • Page 350 350
  • Page 351 351
  • Page 352 352
  • Page 353 353
  • Page 354 354
  • Page 355 355
  • Page 356 356
  • Page 357 357
  • Page 358 358
  • Page 359 359
  • Page 360 360
  • Page 361 361
  • Page 362 362
  • Page 363 363
  • Page 364 364
  • Page 365 365
  • Page 366 366
  • Page 367 367
  • Page 368 368
  • Page 369 369
  • Page 370 370
  • Page 371 371
  • Page 372 372
  • Page 373 373
  • Page 374 374
  • Page 375 375
  • Page 376 376
  • Page 377 377
  • Page 378 378
  • Page 379 379
  • Page 380 380
  • Page 381 381
  • Page 382 382
  • Page 383 383
  • Page 384 384
  • Page 385 385
  • Page 386 386
  • Page 387 387
  • Page 388 388
  • Page 389 389
  • Page 390 390
  • Page 391 391
  • Page 392 392
  • Page 393 393
  • Page 394 394
  • Page 395 395
  • Page 396 396
  • Page 397 397
  • Page 398 398
  • Page 399 399
  • Page 400 400
  • Page 401 401
  • Page 402 402
  • Page 403 403
  • Page 404 404
  • Page 405 405
  • Page 406 406
  • Page 407 407
  • Page 408 408
  • Page 409 409
  • Page 410 410
  • Page 411 411
  • Page 412 412
  • Page 413 413
  • Page 414 414
  • Page 415 415
  • Page 416 416
  • Page 417 417
  • Page 418 418
  • Page 419 419
  • Page 420 420
  • Page 421 421
  • Page 422 422
  • Page 423 423
  • Page 424 424
  • Page 425 425
  • Page 426 426
  • Page 427 427
  • Page 428 428
  • Page 429 429
  • Page 430 430
  • Page 431 431
  • Page 432 432
  • Page 433 433
  • Page 434 434
  • Page 435 435
  • Page 436 436
  • Page 437 437
  • Page 438 438
  • Page 439 439
  • Page 440 440
  • Page 441 441
  • Page 442 442
  • Page 443 443
  • Page 444 444
  • Page 445 445
  • Page 446 446
  • Page 447 447
  • Page 448 448
  • Page 449 449
  • Page 450 450
  • Page 451 451
  • Page 452 452
  • Page 453 453
  • Page 454 454
  • Page 455 455
  • Page 456 456
  • Page 457 457
  • Page 458 458
  • Page 459 459
  • Page 460 460
  • Page 461 461
  • Page 462 462
  • Page 463 463
  • Page 464 464
  • Page 465 465
  • Page 466 466
  • Page 467 467
  • Page 468 468
  • Page 469 469
  • Page 470 470
  • Page 471 471
  • Page 472 472
  • Page 473 473
  • Page 474 474
  • Page 475 475
  • Page 476 476
  • Page 477 477
  • Page 478 478
  • Page 479 479
  • Page 480 480
  • Page 481 481
  • Page 482 482
  • Page 483 483
  • Page 484 484
  • Page 485 485
  • Page 486 486
  • Page 487 487
  • Page 488 488
  • Page 489 489
  • Page 490 490
  • Page 491 491
  • Page 492 492
  • Page 493 493
  • Page 494 494
  • Page 495 495
  • Page 496 496
  • Page 497 497
  • Page 498 498
  • Page 499 499
  • Page 500 500
  • Page 501 501
  • Page 502 502
  • Page 503 503
  • Page 504 504
  • Page 505 505
  • Page 506 506
  • Page 507 507
  • Page 508 508
  • Page 509 509
  • Page 510 510
  • Page 511 511
  • Page 512 512
  • Page 513 513
  • Page 514 514
  • Page 515 515
  • Page 516 516
  • Page 517 517
  • Page 518 518
  • Page 519 519
  • Page 520 520
  • Page 521 521
  • Page 522 522
  • Page 523 523
  • Page 524 524
  • Page 525 525
  • Page 526 526
  • Page 527 527
  • Page 528 528
  • Page 529 529
  • Page 530 530
  • Page 531 531
  • Page 532 532
  • Page 533 533
  • Page 534 534
  • Page 535 535
  • Page 536 536
  • Page 537 537
  • Page 538 538
  • Page 539 539
  • Page 540 540
  • Page 541 541
  • Page 542 542
  • Page 543 543
  • Page 544 544
  • Page 545 545
  • Page 546 546
  • Page 547 547
  • Page 548 548
  • Page 549 549
  • Page 550 550
  • Page 551 551
  • Page 552 552
  • Page 553 553
  • Page 554 554
  • Page 555 555
  • Page 556 556
  • Page 557 557
  • Page 558 558
  • Page 559 559
  • Page 560 560
  • Page 561 561
  • Page 562 562
  • Page 563 563
  • Page 564 564
  • Page 565 565
  • Page 566 566
  • Page 567 567
  • Page 568 568
  • Page 569 569
  • Page 570 570
  • Page 571 571
  • Page 572 572
  • Page 573 573
  • Page 574 574
  • Page 575 575
  • Page 576 576
  • Page 577 577
  • Page 578 578
  • Page 579 579
  • Page 580 580
  • Page 581 581
  • Page 582 582
  • Page 583 583
  • Page 584 584
  • Page 585 585
  • Page 586 586
  • Page 587 587
  • Page 588 588
  • Page 589 589
  • Page 590 590
  • Page 591 591
  • Page 592 592
  • Page 593 593
  • Page 594 594
  • Page 595 595
  • Page 596 596
  • Page 597 597
  • Page 598 598
  • Page 599 599
  • Page 600 600
  • Page 601 601
  • Page 602 602
  • Page 603 603
  • Page 604 604
  • Page 605 605
  • Page 606 606
  • Page 607 607
  • Page 608 608
  • Page 609 609
  • Page 610 610
  • Page 611 611
  • Page 612 612
  • Page 613 613
  • Page 614 614
  • Page 615 615
  • Page 616 616
  • Page 617 617
  • Page 618 618
  • Page 619 619
  • Page 620 620
  • Page 621 621
  • Page 622 622
  • Page 623 623
  • Page 624 624
  • Page 625 625
  • Page 626 626
  • Page 627 627
  • Page 628 628
  • Page 629 629
  • Page 630 630
  • Page 631 631
  • Page 632 632
  • Page 633 633
  • Page 634 634
  • Page 635 635
  • Page 636 636
  • Page 637 637
  • Page 638 638
  • Page 639 639
  • Page 640 640
  • Page 641 641
  • Page 642 642
  • Page 643 643
  • Page 644 644
  • Page 645 645
  • Page 646 646
  • Page 647 647
  • Page 648 648
  • Page 649 649
  • Page 650 650
  • Page 651 651
  • Page 652 652
  • Page 653 653
  • Page 654 654
  • Page 655 655
  • Page 656 656
  • Page 657 657
  • Page 658 658
  • Page 659 659
  • Page 660 660
  • Page 661 661
  • Page 662 662
  • Page 663 663
  • Page 664 664
  • Page 665 665
  • Page 666 666
  • Page 667 667
  • Page 668 668
  • Page 669 669
  • Page 670 670
  • Page 671 671
  • Page 672 672
  • Page 673 673
  • Page 674 674
  • Page 675 675
  • Page 676 676
  • Page 677 677
  • Page 678 678
  • Page 679 679
  • Page 680 680
  • Page 681 681
  • Page 682 682
  • Page 683 683
  • Page 684 684
  • Page 685 685
  • Page 686 686
  • Page 687 687
  • Page 688 688
  • Page 689 689
  • Page 690 690
  • Page 691 691
  • Page 692 692
  • Page 693 693
  • Page 694 694
  • Page 695 695
  • Page 696 696
  • Page 697 697
  • Page 698 698
  • Page 699 699
  • Page 700 700
  • Page 701 701
  • Page 702 702
  • Page 703 703
  • Page 704 704
  • Page 705 705
  • Page 706 706
  • Page 707 707
  • Page 708 708
  • Page 709 709
  • Page 710 710
  • Page 711 711
  • Page 712 712
  • Page 713 713
  • Page 714 714
  • Page 715 715
  • Page 716 716
  • Page 717 717
  • Page 718 718
  • Page 719 719
  • Page 720 720
  • Page 721 721
  • Page 722 722
  • Page 723 723
  • Page 724 724
  • Page 725 725
  • Page 726 726
  • Page 727 727
  • Page 728 728
  • Page 729 729
  • Page 730 730
  • Page 731 731
  • Page 732 732
  • Page 733 733
  • Page 734 734
  • Page 735 735
  • Page 736 736
  • Page 737 737
  • Page 738 738
  • Page 739 739
  • Page 740 740
  • Page 741 741
  • Page 742 742
  • Page 743 743
  • Page 744 744
  • Page 745 745
  • Page 746 746
  • Page 747 747
  • Page 748 748
  • Page 749 749
  • Page 750 750
  • Page 751 751
  • Page 752 752
  • Page 753 753
  • Page 754 754
  • Page 755 755
  • Page 756 756
  • Page 757 757
  • Page 758 758
  • Page 759 759
  • Page 760 760
  • Page 761 761
  • Page 762 762
  • Page 763 763
  • Page 764 764
  • Page 765 765
  • Page 766 766
  • Page 767 767
  • Page 768 768
  • Page 769 769
  • Page 770 770
  • Page 771 771
  • Page 772 772
  • Page 773 773
  • Page 774 774
  • Page 775 775
  • Page 776 776
  • Page 777 777
  • Page 778 778
  • Page 779 779
  • Page 780 780
  • Page 781 781
  • Page 782 782
  • Page 783 783
  • Page 784 784
  • Page 785 785
  • Page 786 786
  • Page 787 787
  • Page 788 788
  • Page 789 789
  • Page 790 790
  • Page 791 791
  • Page 792 792
  • Page 793 793
  • Page 794 794
  • Page 795 795
  • Page 796 796
  • Page 797 797
  • Page 798 798
  • Page 799 799
  • Page 800 800
  • Page 801 801
  • Page 802 802
  • Page 803 803
  • Page 804 804
  • Page 805 805
  • Page 806 806
  • Page 807 807
  • Page 808 808
  • Page 809 809
  • Page 810 810
  • Page 811 811
  • Page 812 812
  • Page 813 813
  • Page 814 814
  • Page 815 815
  • Page 816 816
  • Page 817 817
  • Page 818 818
  • Page 819 819
  • Page 820 820
  • Page 821 821
  • Page 822 822
  • Page 823 823
  • Page 824 824
  • Page 825 825
  • Page 826 826
  • Page 827 827
  • Page 828 828
  • Page 829 829
  • Page 830 830
  • Page 831 831
  • Page 832 832
  • Page 833 833
  • Page 834 834
  • Page 835 835
  • Page 836 836
  • Page 837 837
  • Page 838 838
  • Page 839 839
  • Page 840 840
  • Page 841 841
  • Page 842 842
  • Page 843 843
  • Page 844 844
  • Page 845 845
  • Page 846 846
  • Page 847 847
  • Page 848 848
  • Page 849 849
  • Page 850 850
  • Page 851 851
  • Page 852 852
  • Page 853 853
  • Page 854 854
  • Page 855 855
  • Page 856 856
  • Page 857 857
  • Page 858 858
  • Page 859 859
  • Page 860 860
  • Page 861 861
  • Page 862 862
  • Page 863 863
  • Page 864 864
  • Page 865 865
  • Page 866 866
  • Page 867 867
  • Page 868 868
  • Page 869 869
  • Page 870 870
  • Page 871 871
  • Page 872 872
  • Page 873 873
  • Page 874 874
  • Page 875 875
  • Page 876 876
  • Page 877 877
  • Page 878 878
  • Page 879 879
  • Page 880 880
  • Page 881 881
  • Page 882 882
  • Page 883 883
  • Page 884 884
  • Page 885 885
  • Page 886 886
  • Page 887 887
  • Page 888 888
  • Page 889 889
  • Page 890 890
  • Page 891 891
  • Page 892 892
  • Page 893 893
  • Page 894 894
  • Page 895 895
  • Page 896 896
  • Page 897 897
  • Page 898 898
  • Page 899 899
  • Page 900 900
  • Page 901 901
  • Page 902 902
  • Page 903 903
  • Page 904 904
  • Page 905 905

Yamaha RX-V2700 de handleiding

Categorie
AV-ontvangers
Type
de handleiding