Enraf-Nonius TensMed 911 Handleiding

Type
Handleiding
TensMed 911
Bedieningshandleiding
Copyright: Enraf-Nonius B.V.
Postbus 12080
3004 GB Rotterdam
Nederland
Tel:+31(0)1020 30 600
Fax:+31(0)1020 30 699
info@enraf-nonius.nl
www.enraf-nonius.com
Artikelnummer:1427.755-41
Augustus 2005
1ÿ
TensMed 911
Bedieningshandleiding
2
Inhoudsopgave
1 Productomschrijving...................................................................................................................3
2 Voorwoord ....................................................................................................................................3
2.1 Deze handleiding.................................................................................................................3
2.2 Productaansprakelijkheid.....................................................................................................3
2.3 Beperking van aansprakelijkheid.........................................................................................3
3 Voorzorgsmaatregelen................................................................................................................4
4 Gebruiksdoel ................................................................................................................................4
4.1 Pijnbeheersing (TENS)........................................................................................................4
4.1.1 Indicaties/contra-indicaties en nadelige gevolgen van pijnbeheersing..................................4
4.1.2 Stroomvorm..........................................................................................................................5
5 Verpakkingsinhoud......................................................................................................................6
5.1 Standaard Accessoires........................................................................................................6
5.2 Optionele accessoires .........................................................................................................6
6 Installatie.......................................................................................................................................6
7 Gebruik van de elektroden..........................................................................................................6
7.1 Vóór de behandeling............................................................................................................7
7.2 Zelfklevende elektroden.......................................................................................................7
7.3 Elektrolytische neveneffecten..............................................................................................7
7.4 Stroomdichtheid...................................................................................................................7
7.5 Opening- en sluitingreacties................................................................................................7
8 Bedieningsinstructies .................................................................................................................8
8.1 Bedieningsregelaars............................................................................................................8
8.2 Intensiteit instelling ..............................................................................................................9
8.3 Veiligheidsvoorschriften.......................................................................................................9
8.4 Aanvullende voordelen ........................................................................................................9
8.5 Gebruik van de monitor .......................................................................................................9
8.6 Basis bediening....................................................................................................................9
8.6.1 Werken via de programma’s.................................................................................................9
8.6.2 Programma’s ......................................................................................................................10
8.6.3 Handbediening ...................................................................................................................10
8.6.3.1 Instellen van de parameters..............................................................................................................10
8.6.3.2 Instellen van de behandeltijd.............................................................................................................10
8.7 Blokkering van het apparaat..............................................................................................11
8.7.1 Blokkering van het apparaat...............................................................................................11
8.7.2 Programma blokkering........................................................................................................11
8.8 Gebruikers onderhoud.......................................................................................................11
8.8.1 Reiningen van het apparaat................................................................................................11
8.8.2 Patiëntenkabels..................................................................................................................11
8.8.3 Elektroden ..........................................................................................................................11
8.9 Einde levensduur...............................................................................................................11
9 Parameter specificaties.............................................................................................................12
10 Illustraties ...................................................................................................................................12
11 Technische specificaties...........................................................................................................12
3
1 Productomschrijving
De TensMed 911 is een 2-kanaals elektrotherapieapparaat, voor optimale pijnbestrijding, door middel van
asymmetrische TENS-stroomvormen (Transcutaneous Electrical Nerve Stimulation).
Het apparaat kan handmatig en via protocollen worden bediend.
In de protocolmodus kunnen zowel fabrieksingestelde als door de gebruiker gedefinieerde volgorden van
behandelingsstappen worden toegepast. In deze modus zijn alle kanalen gekoppeld, met andere
woorden de parameterinstellingen zijn op alle kanalen gelijktijdig van toepassing, inclusief de
behandelingsklok.
In de handmatige modus zijn de kanalen gekoppeld. In beide gevallen kan de stroomamplitude bij elk
kanaal afzonderlijk worden ingesteld.
WAARSCHUWING (alleen voor VS): de TensMed 911 mag uitsluitend worden gebruikt onder toezicht of
op voorschrift van een arts of een andere bevoegde medische hulpverlener.
2 Voorwoord
2.1 Deze handleiding
Deze handleiding, bedoeld voor de eigenaar en gebruiker van de TensMed 911, bevat algemene
bedieningsinstructies, voorzorgsmaatregelen, onderhoudsinstructies en informatie over onderdelen. Voor
een maximale levensduur en doelmatigheid van het apparaat is het belangrijk dat u deze handleiding
aandachtig doorleest en vertrouwd raakt met de regelaars en accessoires alvorens het apparaat in
gebruik te nemen.
De specificaties in deze handleiding waren ten tijde van publicatie van kracht. Doordat Enraf-Nonius BV
echter een beleid van continue verbetering voert, kunnen deze specificaties te eniger tijd worden
gewijzigd zonder enige verplichting voor Enraf-Nonius BV.
2.2 Productaansprakelijkheid
In veel landen is een wet van kracht op de aansprakelijkheid wegens producten. Deze wet bepaalt onder
andere dat na het verstrijken van een periode van 10 jaar nadat een product in de handel is gebracht de
fabrikant niet langer aansprakelijk kan worden gesteld voor mogelijke tekortkomingen van het product.
2.3 Beperking van aansprakelijkheid
Voor zover maximaal is toegestaan op grond van het toepasselijk dwingend recht zijn Enraf-Nonius noch
zijn leveranciers of dealers in geen geval aansprakelijk voor enige indirecte, bijzondere, incidentele dan
wel gevolgschade voortvloeiend uit het gebruik van het product dan wel het onvermogen het product te
gebruiken, met inbegrip van maar niet beperkt tot schade voortkomend uit verlies van goodwill,
onderbreking van werkzaamheden, computerdefecten of -storingen, of enige andere bedrijfsschade
of -verliezen, zelfs indien de mogelijkheid daarvan is medegedeeld, en ongeacht de wettelijke of
onpartijdige theorie (overeenkomst, onrechtmatige daad of anderszins) waarop de schade is gebaseerd.
In enig geval en krachtens enige bepaling in onderhavige overeenkomst is de volledige aansprakelijkheid
van Enraf-Nonius in het geheel beperkt tot de som van de vergoeding die voor dit product is betaald en
de vergoeding voor de door Enraf-Nonius ingevolge een (eventuele) aparte ondersteuningsovereenkomst
verleende productondersteuning, met uitzondering van overlijden of persoonlijk letsel tengevolge van
nalatigheid van Enraf-Nonius voor zover het toepasselijk dwingend recht schadebeperking in dergelijke
gevallen verbiedt.
Enraf-Nonius kan niet aansprakelijk worden gesteld voor enig gevolg van onjuiste informatie verstrekt
door zijn personeel, of voor fouten in deze handleiding en/of andere begeleidende documentatie
(waaronder handelsdocumentatie).
De wederpartij (de gebruiker van het product of diens vertegenwoordiger) dient Enraf-Nonius te vrijwaren
tegen enige schade tengevolge van derden, ongeacht de aard en ongeacht de relatie met de wederpartij.
4
3 Voorzorgsmaatregelen
Deze paragraaf bevat algemene waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen die bij gebruik van het
apparaat voor u van belang zijn. Zie ook hoofdstuk 4 voor waarschuwingen en voorzorgsmaatregelen die
in het bijzonder van toepassing zijn op spierstimulatie.
WAARSCHUWING:
Krachtens het federale recht (alleen voor VS) mag dit apparaat alleen worden verkocht door of op
voorschrift van een arts of een bevoegde medische hulpverlener.
Het apparaat mag uitsluitend worden gebruikt onder constant toezicht van een arts of een
bevoegde medische hulpverlener.
Gebruik het apparaat niet in de nabijheid van een diathermietoestel, ter voorkoming van
brandwonden onder de elektroden.
Wees voorzichtig bij gebruik van het apparaat in de nabijheid van andere apparatuur vanwege
mogelijke elektromagnetische of andere interferentie. Interferentie kan tot een minimum worden
beperkt door het apparaat niet samen met andere apparatuur te gebruiken.
Toepassing van elektrische stimulatie is mogelijk van invloed op de werking van elektronische
bewakingsapparatuur, zoals ECG-monitoren en ECG-alarmsystemen.
Dit apparaat is niet geschikt voor gebruik bij een ontvlambaar mengsel van anesthetica en lucht,
zuurstof of distikstofoxyde.
Houd het apparaat buiten het bereik van kinderen.
VOORZICHTIG:
Lees de voorzorgsmaatregelen en bedieningsinstructies aandachtig door en neem deze in acht.
Wees u bewust van de beperkingen en gevaren van het gebruik van een elektrische stimulator
en neem de waarschuwings- en bedieningsetiketten op het apparaat in acht.
Gebruik het apparaat bij een temperatuur van 10 °C tot 40 °C en een relatieve vochtigheid
variërend van 10% tot 90%.
Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht, warmte van een warmtestraler, overmatige
hoeveelheden stof, vocht, trillingen en mechanische schokken.
Trek in geval van vloeistofindringing de stekker uit de wandcontactdoos en laat het apparaat
nakijken door een erkend monteur (zie de paragraaf Technisch onderhoud).
Bedien de knoppen van het bedieningspaneel niet met scherpe voorwerpen, zoals de punt van
een potlood of een pen, om beschadiging te voorkomen.
Voordat u een patiënt behandelt, dient u vertrouwd te zijn met de bedieningsprocedures voor elke
behandelingsmodus en bekend te zijn met de indicaties, contra-indicaties, waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen. Raadpleeg voor aanvullende informatie over toepassing van elektrotherapie ook
andere bronnen.
4 Gebruiksdoel
4.1 Pijnbeheersing (TENS)
4.1.1 Indicaties/contra-indicaties en nadelige gevolgen van pijnbeheersing
Indicaties:
Symptomatische behandeling van chronische, hardnekkige pijn. Beheersing van
posttraumatische of postoperatieve pijn.
Contra-indicaties:
Het apparaat mag alleen voor het symptomatisch behandelen van pijn worden gebruikt als de
etiologie is vastgesteld of als een pijnsyndroom is gediagnostiseerd.
Het apparaat mag niet worden gebruikt bij patiënten met een pacemaker.
Het apparaat mag niet worden gebruikt op carcinomen.
5
Breng geen elektroden aan op plaatsen waar stroom wordt afgegeven in het gebied van de sinus
caroticus (ventrale zijde nek).
Breng geen elektroden aan op plaatsen waar stroom transcerebraal (door het hoofd) wordt
afgegeven.
Breng geen elektroden aan op plaatsen waar stroom transthoracaal wordt afgegeven (het
afgeven van stroom aan het hart kan leiden tot cardiale aritmie).
Waarschuwingen:
De voordelen van TENS-stromen bij pijn van centrale oorsprong zijn niet vastgesteld.
Het apparaat is bedoeld voor een symptomatische behandeling van pijn, maar heeft geen
genezende werking. Bij onderdrukking van pijn die anders als een beschermingsmechanisme
zou dienen, moet de patiënt worden gewaarschuwd en moeten diens activiteiten worden
gereguleerd.
De langetermijneffecten van chronische elektrische stimulatie zijn onbekend.
De veiligheid van therapeutische elektrische stimulatie tijdens de zwangerschap is niet
vastgesteld.
Elektrische stimulatie mag niet worden toegepast op gezwollen, geïnfecteerde of ontstoken
huidplekken (flebitis, tromboflebitis, caput medusae, enz.).
Zie ook hoofdstuk 3, Voorzorgsmaatregelen, voor algemene waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen.
Voorzorgsmaatregelen:
In uitzonderlijke gevallen kan na langdurige behandeling op de plaatsen waar de elektroden zijn
aangebracht huiduitslag optreden. Ter vermindering van de irritatie kan een ander geleidend
medium worden gebruikt of kunnen de elektroden op andere plaatsen worden aangebracht.
De effectiviteit van de behandeling kan per patiënt verschillen.
Zie ook hoofdstuk 3, Voorzorgsmaatregelen, voor algemene waarschuwingen en
voorzorgsmaatregelen.
4.1.2 Stroomvorm
Voor pijnbestrijding biedt de TensMed 911 de asymmetrisch, bifasische pulserende stroomvorm, die vaak
bij TENS-behandelingen toegepast wordt. Deze stroomvorm is een alternerende stroom, kenmerkend
door een variabele faseduur en een variabele pulsfrequentie. De typisch karakteristieke amplitude,
faseduur, en de snelheid van toename en afname zijn uniek voor elke fase die betrekking heeft op de
basislijn. De stroomvorm is volledig in evenwicht, d.w.z. dat alle fase-instructies voor elke fase gelijk zijn.
Zie hoofdstuk 10 voor een grafische afbeelding en hoofdstuk 9 voor de beschikbare parameters.
Om gewenning te voorkomen en de tolerantie grens te verhogen is er pulsbreedte -en frequentie
modulatie mogelijk. Diverse frequentie modulatie programma’s zijn beschikbaar.
Voor het behandelen van chronische pijnen kan een burstfrequentie ingesteld worden, omdat
behandeling met een ononderbroken stimulatie met lage pulsfrequentie te pijnlijk zou zijn. Een Burst
bestaat uit een trein van pulsen. Elke Burst duurt 100 ms en de snelheid kan voor elke Burst apart
ingesteld worden. Zie hoofdstuk 10 voor details. Met deze milde TENS stroomvorm is het gemakkelijker
te stimuleren zonden de motorische pijndrempel te overschrijden.
6
5 Verpakkingsinhoud
1427940 TensMed 911
5.1 Standaard Accessoires
Bij de TensMed 911 treft u de volgende accessoires aan:
3444001 Elektrodekabel 2 mm zwart, 2 stuks conform FDA CFR 898
3444057 EN-Trode, maat 50x50 mm, 1 set 4 pc.
1427755 Bedieningshandleiding TensMed 911
Alkaline AA 1,5 Volts (LR6) Batterijen
Draag tasje
5.2 Optionele accessoires
3444.056 EN-Trode, maat 32 mm Ø, 1 pak = 10 vellen van 4 stuks
3444.135 EN-Trode, maat 50 mm Ø, 1 pak = 10 vellen van 4 stuks
3444.143 EN-Trode, maat 70 mm Ø, 1 pak = 10 vellen van 4 stuks
3444.057 EN-Trode, maat 50x50 mm, 1 pak = 10 vellen van 4 stuks
3444.058 EN-Trode, maat 50x90 mm, 1 pak = 10 vellen van 4 stuks
3444.146 EN-Trode met dubbele kabel, maat 50x100 mm, 1 pak = 10 vellen van 2 st.
6 Installatie
Batterijen aansluiten
Breng de 2 batterijen in het batterijvak. (een tekening toont hoe de batterijen in de juiste richting in het
vak ondergebracht moeten worden)
Voor controle, zet het toestel aan met de aan/uit knop en controleer of het LCD display oplicht en de LED
aangaat. Druk de knop nogmaals om het toestel uit te zetten.
Gebruik uitsluitend AA Alkaline 1,5 volt batterijen (LR6). Meng zeker niet oude en nieuwe batterijen.
De batterij bevat schadelijk materiaal voor de omgeving. Bij het verwijderen van de batterij dient u de
lokale voorschriften op te volgen.
Aansluiten van de patiëntenkabels:
Sluit de patiëntenkabels sluit ze aan op de aansluitpluggen aan het eind van het apparaatje. Bij gebruik
van 1 kanaal, gebruik dan ook alleen de uitgang gemarkeerd met L1.
Aansluiten van de elektroden:
Haal de elektroden uit de verpakking en sluit ze aan op de patiënten kabels. Steek de plug van de
patiëntenkabel in de aansluitplug van de elektroden.
7 Gebruik van de elektroden
ÿ
ÿÿ
ÿVOORZICHTIG:
Het aansluiten van accessoires die niet door de fabrikant zijn gespecificeerd, kan een nadelige
invloed hebben op de veiligheid van de patiënt en de juiste werking van de apparatuur en is
derhalve niet toegestaan.
NB:
7
Onderstaande beschrijving is van toepassing op elektrotherapie in het algemeen. De vermelde
elektrolytische neveneffecten gelden niet voor de TensMed 911, omdat door dit apparaat
uitsluitend volledig gecompenseerde TENS-stromen worden gegenereerd, die geen
gelijkstroomcomponent bevatten.
7.1 Vóór de behandeling
Controleer of de in paragraaf 4.1 en 4.2 beschreven contra-indicaties en waarschuwingen van
toepassing zijn op de patiënt.
Test de warmtegevoeligheid van het te behandelen gebied.
Spoel het te behandelen gebied schoon. Het is raadzaam een harige huid te scheren.
7.2 Zelfklevende elektroden
Zelfklevende elektroden hebben een hogere serie-impedantie dan rubberen koolstofelektroden. Hierdoor
kan de behandeling bij hogere stroomamplitudes door de stimulator worden beëindigd. Als dit gebeurt, is
het raadzaam de behandeling voort te zetten met rubberen koolstofelektroden en goed bevochtigde
sponsjes.
Zelfklevende elektroden worden afgeraden bij stromen met een gelijkstroomcomponent.
7.3 Elektrolytische neveneffecten
Elektrolyse treedt op onder de elektroden bij toepassing van stroomtypen met een
gelijkstroomcomponent. Omdat de door ionenverschuiving veroorzaakte elektrolytische neveneffecten
grotendeels onder de elektroden optreden, is het raadzaam de bijgeleverde sponsjes te gebruiken om de
effecten tot een minimum te beperken. Zorg ervoor dat de sponsjes goed vochtig blijven en bevestig de
dikke zijde van het sponsje tussen buigbare rubberen elektroden en de huid.
7.4 Stroomdichtheid
Conform IEC 60601-2-10 bedraagt de maximaal toelaatbare ‘stroomdichtheid’ 2 mA RMS. per cm². Met
de rubberen elektroden wordt aan deze eis voldaan, omdat de uitgangsstroom van de stimulator beperkt
is tot 50 mA RMS. Bij kleinere elektroden, zoals de Zelfklevende elektroden van 3,2 mm, is dit niet het
geval. Om te controleren of de maximaal toelaatbare stroomdichtheid van 2 mA RMS. per cm² niet wordt
overschreden, deelt u de RMS-uitgangsstroom in mA door het effectieve elektrodeoppervlak in cm². De
uitkomst moet minder dan 2 zijn. Bij asymmetrische TENS-stromen kan de RMS-waarde van de
uitgangsstroom als volgt worden berekend:
IRMS =I
peak ÿ( Faseduur [µs] * pulsfrequentie [Hz] * 106)
Bij symmetrische TENS-stromen moet de faseduur worden vermenigvuldigd met 2. De waarde van de
piekstroom Ipeak kan worden afgelezen op het stroomdisplay.
De elektroden moeten voorzichtig en stevig worden aangebracht. Het gebruik van kleine elektroden bij
hoge stroomamplitudes kan huidirritatie en brandwonden veroorzaken.
7.5 Opening- en sluitingreacties
Dit apparaat geeft constante stroom (CC) af die onaangename opening- en sluitingreacties kan
veroorzaken als de elektroden niet goed worden aangebracht of van de huid losraken. Controleer bij het
aanbrengen en verwijderen van de elektroden of de uitgangsstroom is afgesteld op 0 mA.
8
8 Bedieningsinstructies
8.1 Bedieningsregelaars
34
5
26
17
8
[1] Aan/uitknop
Met deze knop zet u het apparaat aan en uit. Wanneer met het toestel aan zet zal de gele LED oplichten
en samen met een enkele pieptoon. De intensiteit start van nul.
Het toestel start op het laatst gebruikt protocol of in stellingen.
Bij het uitzetten van het toestel zal de gele LED doven en een dubbele piep bevestigt het uitzetten.
[2]+[6] Instelknop
Met deze knop kan men de instellingen aanpassen van elke parameter geselecteerd met de Menu knop.
Bevestig de veranderde instelling met de menu knop.
[3] Regelknoppen voor de amplitude van kanaal 1
Met deze [+]/[-] knoppen regelt u de stroomamplitude van kanaal 1.
[4] Regelknoppen voor de amplitude van kanaal 2
Met deze [+]/[-] knoppen regelt u de stroomamplitude van kanaal 2.
[5] Menu / Pauze knop
De MENU -functie geeft u alleen toegang tot de timer wanneer de voorgeprogrammeerde programma’s
zijn geselecteerd. Wanneer programma M is geselecteerd, dan kunt u de parameters handmatig instellen.
U kunt kiezen uit de volgende parameters:
stroomvorm, frequentie, pulsbreedte, constant of burst, timer.
[7] Blokkeringknop (ÿ)
Hou de knop ingedrukt gedurende 2 seconden. Zo worden alle knoppen geblokkeerd (inclusief de aan/uit
knop) Behalve de amplitude naar beneden is instelbaar. Wanneer er andere knoppen bediend zal het
sleutel symbool op het display knipperen.
[8] Programma selectieknop
Het toestel heeft 7 voorgeprogrammeerde programma’s A, B, C, D, E, F en R (TENS)
2 manueel selecteerbare programma’s G & H
2 manueel selecteerbare TENS programma’s S & T.
Het overzicht van de parameters is onder paragraaf 8.5.1.
Aansluiting voor de patiëntenkabel van kanaal 4.

ÿ
ÿÿ
ÿVOORZICHTIG:
Het aansluiten van accessoires die niet door de fabrikant zijn gespecificeerd, kan een nadelige invloed
hebben op de veiligheid van de patiënt en de juiste werking van de apparatuur en is derhalve niet
toegestaan.
Gebruik voor gecombineerde toepassingen uitsluitend type BF-apparatuur van Enraf-Nonius. Door de
zeer lage lekstroom van dit type apparatuur is de therapie absoluut veilig.
9
8.2 Intensiteit instelling
De TensMed 911 heeft een intelligente intensiteitregeling voor het minimaliseren van de wachttijd tussen
twee werkperiodes en om verwarring in de ‘gevoelssensatie’ van de twee kanalen te voorkomen.
Wanneer een van beide intensiteitknoppen is ingedrukt, wordt de werk/rustcyclus onderbroken en zakt de
andere kanaalintensiteit terug naar nul. In dat geval kun je de gewenste intensiteit instellen. Hierna zal de
intensiteit gedurende 4 seconden op het ingestelde niveau blijven, daarna zullen beide kanalen aan de
volgende rustperiode beginnen.
De eerste 2 keer dat de intensiteitknop wordt ingedrukt verhoogt het vermogen met ongeveer 6V.
Met elke volgende druk op deze knop verhoogt de intensiteit met 1V bij normaal en met 2V bij
programma’s waar de intensiteit hoger kan worden ingesteld.
Wanneer men de intensiteitknop langer dan een halve seconde ingedrukt houdt, verschuift het 2 stappen
per seconde (22 seconden voor de gehele schaal). Wanneer u deze knop 2 seconden ingedrukt houdt,
verschuift het 5 stappen per seconden. Wanneer u deze knop loslaat valt het weer terug naar 1 stap.
De balk in het display geeft de geselecteerde intensiteit aan.
Het eerste segment wordt verlicht zodra de intensiteit boven nul uitkomt.
Elk volgend segment vertegenwoordigt ongeveer 4,5 V (bij hoog vermogensverbruik 6V hoog intensiteit
programma’s).
8.3 Veiligheidsvoorschriften
Als het apparaat per ongeluk wordt aangezet en er binnen 5 minuten geen andere knop wordt ingedrukt,
dan zal het apparaat automatisch uitgeschakeld worden.
8.4 Aanvullende voordelen
De TensMed 911 heeft de volgende speciale voorzorgsmaatregelen:
GELUID: wanneer het apparaat is aangezet, wordt een geluidssignaal afgegeven. Wanneer het
apparaat wordt uitgezet, wordt het geluidssignaal 2x afgegeven.
AAN/UITLAMP: wanneer het apparaat aan is, dan zal de LED oplichten. Het lampje zit aan de
voorkant van het apparaat.
‘LEGE BATTERIJ’-WAARSCHUWING: in het apparaat zit een ‘lege batterij’-detector. Wanneer
de batterijen vernieuwd moeten worden zal het symbool van een batterij op het LCD-scherm
gaan knipperen (2x per seconde).
8.5 Gebruik van de monitor
GEBRUIK VAN DE MONITOR (voor professioneel gebruik)
De ingebouwde monitor functie is om de medisch adviseur te helpen met het plannen van zijn
behandeling. Druk de knoppen PROGRAM en MENU tegelijkertijd gedurende 5 seconden in. In de linker
bovenhoek van het LCD-scherm verschijnt de tijdsduur, in uren, dat het apparaat is gebruikt. Druk beide
knoppen nogmaals gedurende 5 seconden in om het normale scherm weer te laten verschijnen. Denk
eraan dat, als het apparaat is uitgezet terwijl de monitor functie op het LCD-scherm werd getoond, dan
zal ditzelfde scherm getoond worden als u het apparaat weer aanzet.
Terwijl het gebruikersscherm open staat, dient u de knoppen LOCK en MENU tegelijkertijd gedurende 5
seconden in te drukken om op nul in te stellen.
8.6 Basis bediening
8.6.1 Werken via de programma’s
Voorgeprogrammeerde programma’s, herkenbaar aan de letters A t/m I
Instellingen met de hand, herkenbaar aan de letter m, waar de gebruiker de constant of de Burst
mode kan instellen, met daarbij de frequentie en de pulsbreedte
Het effect van elk programma varieert per persoon, zelfs wanneer ze dezelfde kwaal hebben.
Kies het programma dat het best bij u past.
10
Wanneer u een TENS-apparaat voor de eerste keer gebruikt en u bent op geen enkele wijze
geïnstrueerd, begin dan met programma A.
Programma A, D & F maken gebruik van de zgn. pain gate, om te voorkomen dat pijnsignalen uw
hersens bereiken.
Verhoog de intensiteit langzaam tot er een sterk maar aangenaam niveau van sensatie is bereikt.
Hou de eerste behandeling op maximaal 1 uur. Denk eraan dat u de intensiteit tijdens de behandeling
verhoogt om het sensatiegevoel constant te houden, omdat een lichaam went aan het gevoel.
Programma B, C en C produceren een pulserende of kloppende sensatie, geassocieerd met
spiercontracties. Het is wenselijk dat u met deze programma’s een spiercontractie ervaart; daarvoor moet
de intensiteit verhoogd worden en op een niveau gehandhaafd blijven waarop spieractiviteit
geproduceerd wordt.
Met deze programma’s wordt pijnvermindering bereikt door het vrijmaken van endorphinens.
Wanneer u de spiercontracties met programma B en E als oncomfortabel ervaart, schakel dan om naar
programma C. In stand C wordt de prikkel afgegeven in Burst; d.w.z. U heeft een lagere spieractiviteit,
waardoor u het prettiger zult ervaren.
Als u programma’s gebruikt die spiercontracties produceren, is het aanbevolen dat u de eerste
behandeling kort houdt (ongeveer 15 minuten) om uw response te checken. Aangenomen dat er geen
nadelige reacties plaatsvonden, dan kunt u de volgende behandelperiodes verlengen, met een maximum
van 60 minuten per keer om spiervermoeidheid te voorkomen.
8.6.2 Programma’s
Prog Sensatie Gebruik voor
A Tinteling,
Spelden & Naalden Meeste types van
Acute en chronische pijn
B Pulserend
&
kloppend
Chronische pijnen zoals
Rugpijn, arthritis, reuma.
Voorkom gebruik op traumatische spieren
C Pulserend
&
kloppend
Chronische pijn zoals
Rugpijn, arthritis, reuma.
Voorkom gebruik op traumatische spieren
D Tinteling,
Spelden & Naalden Meeste types van acute en chronische pijn,
Maar in bijzonder menstruatiepijn.
E Pulserend
&
kloppend
Chronische pijn, misselijkheid,
reis- en ochtendziekte.
Voorkom gebruik op traumatische spieren
F Pulserend
& kloppend Meeste typen van acute en chronische pijn
G Varieert Acute en chronische pijn
H Varieert Acute en chronische pijn
I Varieert Acute en chronische pijn
M Afhankelijk van
instellingen Acute en chronische pijn
8.6.3 Handbediening
8.6.3.1 Instellen van de parameters
Druk de programmaknop in en kies programma M
Druk de MENU-knop in gedurende 3 seconden en het Hz-display begint te knipperen
Gebruik de + en – knoppen voor de gewenste instellingen
Druk de MENU-knop in om de verandering te bevestigen en ga naar de volgende parameter
Na het instellen van de timer knipperen er geen parameters meer en zijn de instellingen
opgeslagen. Wanneer u één parameter wenst te wijzigen, kunt u de instellingen bevestigen en uit
het menu gaan door de intensiteit te verhogen boven nul. Wanneer gedurende 6 seconden geen
knop wordt aangeraakt, zijn de instellingen opgeslagen en het apparaat verlaat het menuscherm
8.6.3.2 Instellen van de behandeltijd
De voorgeprogrammeerde programma’s zijn alle ingesteld met ononderbroken behandeltijd.
Om de voorkeursinstellingen te wijzigen:
Druk de MENU-knop in, C min symbool zal gaan knipperen
Gebruik de + en – knoppen om de nieuw gewenste instellingen aan te passen
Wanneer u geen timer-functie wenst, stelt u C (continu) in
Druk de MENU-knop in om de instellingen te bevestigen en verlaat het menuscherm
11
8.7 Blokkering van het apparaat
De Tensmed 911 heeft twee niveaus van blokkeringen van het apparaat
8.7.1 Blokkering van het apparaat
De Tensmed 911 is zo ingesteld dat de patiënt toegang heeft tot een programma, met alleen de
mogelijkheid tot het veranderen van de intensiteit en de tijdklok.
Alle handmatige instellingen in programma A, B, C, D, E, F, G, H, I of M zullen gehandhaafd blijven, op
het moment dat de blokkering is ingesteld.
Om het apparaat te blokkeren dient u de twee knoppen gedurende 4 seconden tegelijk in te drukken,
totdat het symbool in de linker onderhoek van het display verschijnt.
Om het apparaat te deblokkeren, drukt u de knoppen ‘Menu’ en ‘Ch1 neergaande intensiteit’ tegelijkertijd
gedurende 4 seconden in, totdat het symbool in de linker onderhoek van het display weer verdwijnt.
Wanneer het apparaat geblokkeerd is, zullen alle waardes bewaard blijven, zelfs als de batterijen
verwijderd zijn.
In geval dat het apparaat gedeblokkeerd is zullen alle waardes terugkeren zodra u de batterijen
verwijdert, met uitzondering van de behandeltijd voor voorkeursinstellingen
8.7.2 Programma blokkering
De TensMed 911 kan ook zo ingesteld worden dat de patiënt toegang heeft, volgens uw instructies, tot
twee klantenprogramma’s. Wanneer de parameter voor bediening van de programma’s G & H is
ingesteld, kan dit tegen eventuele wijzigingen beschermd worden door de knoppen ‘Menu’ en ‘Ch1
neergaande intensiteit’ tegelijk gedurende 4 seconden in te drukken. Wanneer u tracht een van deze
parameters te wijzigen, dan zullen de letters LOC verschijnen in het Hz-display.
Voor het deblokkeren, herhaal de hierboven beschreven procedure.
8.8 Gebruikers onderhoud
8.8.1 Reiningen van het apparaat
Om het apparaat schoon te maken, dient u het apparaat eerst uit te schakelen. Maak het apparaat met
een vochtige doek schoon. Gebruik hiervoor geen schuurmiddel. Indien gewenst kunt u gebruik maken
van een mild reinigingsmiddel.
8.8.2 Patiëntenkabels
Controleer de patiëntenkabel regelmatig op beschadigingen en/of slecht elektrisch contact. Wij adviseren
u om een reserve patiëntenkabel op voorraad te houden.
8.8.3 Elektroden
De elektrodes die bij de TensMed 911 apparaten geleverd worden zijn zelfklevend en kunnen meerdere
keren gebruikt worden. Het is belangrijk dat de huid kan blijven ademen, daarom dienen de elektrodes
regelmatig verplaatst te worden. Wanneer de elektrodes niet gebruikt worden, dient u ze terug te plaatsen
op het heldere plastic beschermblad
De conditie van de elektrodes heeft effect op de werking van het geleidend vermogen en dus op de
prestatie van het apparaat.
Wanneer de zelfklevende werking van de elektrodes aanvankelijk vermindert, dan is het mogelijk om dit
te verbeteren door licht te besproeien met water. Wanneer u de elektrodes op een schone huid gebruikt
en op de juiste manier bewaart, dan blijven ze ongeveer 14 dagen bruikbaar.
8.9 Einde levensduur
Uw TensMed 911 en toebehoren bevatten materialen die hergebruikt kunnen worden en materialen die
schadelijk zijn voor het milieu. Bij het afvoeren, aan het einde van de levensduur, kunnen
gespecialiseerde bedrijven deze artikelen demonteren om er de schadelijke materialen en de her te
gebruiken materialen uit te halen. Hiermee draagt u bij tot een beter milieu.
Informeer s.v.p. naar de plaatselijke regels voor het afvoeren van apparatuur en toebehoren.
12
9 Parameter specificaties
Stroomvorm Bifasische asymmetrische TENS
Pulsbreedte 50, 100, 150, 200 en 250 µs
Pulsfrequentie 1, 2, 3, 4, 5, 10, 12, 14, 16, 18, 20, 25, 30, 35, 40, 45, 50, 60, 70, 80, 90,
100, 110, 120, 130, 140 en 150 Hz
Frequentie modulatie Programma I, 20Hz naar 100 Hz en terug in 12 seconden
Programma M, 1Hz naar 150Hz
Intensiteit modulatie Programma G, intensiteit tot 70% en terug naar 100% binnen 10
seconden
Pulsbreedte modulatie Programma H, Pulsbreedte modulatie van 250µs naar 50µs en terug in 12
seconden
Burst 2 Hz (0,25 seconden bij 100Hz)
Amplitude 0–90mA
Behandeltijd 10 – 20 – 30 – 45 – 60 minuten en constant
10 Illustraties
Asymmetrische bifasische pulserende stroom (TENS)
t Pulsbreedte
fpPulsfrequentie
Burst
fBBurst frequentie
11 Technische specificaties
: Dit apparaat voldoet aan alle eisen van de Richtlijn
inzake medische hulpmiddelen (93/42/EEG).
Classificatie medische hulpmiddelen : IIa
Veiligheidstests : conform IEC 60601-1 +A1 +A2 en IEC 60601-2-10 +A1,
Veiligheidsklasse conform IEC 60601-1 : type BF
Afmetingen : 144 x 80 x 27,5 mm (h x b x d)
Gewicht : 180 gram (inclusief de batterijen).
Omgevingscondities voor transport en opslag
Temperatuur : -10° tot +50° C
Relatieve vochtigheid : 10 tot 100 %
Atmosferische druk : 500 tot 1060 hPa
Omgevingscondities voor normaal gebruik
13
Temperatuur : 10° tot 40° C
Relatieve vochtigheid : 10 tot 90 % niet-condenserend
Atmosferische druk : 500 tot 1060 hPa
Technische wijzigingen voorbehouden
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15

Enraf-Nonius TensMed 911 Handleiding

Type
Handleiding