Enraf-Nonius TensMed S84 DJO Handleiding

Type
Handleiding
PASSION FOR MOTION
Bedieningshandleiding
TensMed S84
Enraf-Nonius 1
TensMed S84
Bedieningshandleiding
Enraf-Nonius 2
Enraf-Nonius B.V.
P.O Box 12080
3004 GB Rotterdam
The Netherlands
Tel: +31 (0)10 – 20 30 600
Fax:+31 (0)10 – 20 30 699
www. enraf-nonius.com
Art. nummer: 1427.780_40
Januari 2009
Enraf-Nonius 3
Inhoud
1 VOORWOORD .................................................................................... 5
1.1 Deze handleiding ................................................................................. 5
2 PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID .................................................... 5
3 INSTALLATIE ...................................................................................... 6
4 VOORZORGSMAATREGELEN .......................................................... 6
5 BEDOELD GEBRUIK .......................................................................... 7
5.1 TENS voor de behandeling van pijn .................................................... 7
5.1.1 Indicaties/contra-indicaties .............................................................. 8
5.2 NMES ................................................................................................... 9
5.3.1 Indicaties/contra-indicaties voor NMES ........................................... 9
6 BEDIENING ....................................................................................... 11
6.1 Overzicht van de regelknoppen ......................................................... 11
6.2 Symbolen op display .......................................................................... 12
6.3 Gebruik: stap voor stap ...................................................................... 13
6.4 Enkelvoudige programmering ............................................................ 16
6.5 Sequentiële programmering ............................................................... 17
7 PROGRAMMA’S ............................................................................... 20
7.1 Vooraf ingestelde programma’s - TENS ............................................ 20
7.2 Vooraf ingestelde programma’s - NMES ........................................... 20
7.3 Persoonlijke programma’s .................................................................. 21
8 ACCESSOIRES ................................................................................. 21
9 ONDERHOUD .................................................................................... 21
10 PROBLEMEN OPLOSSEN ............................................................... 21
11 VEELGESTELDE VRAGEN .............................................................. 22
12 TECHNISCHE GEGEVENS ............................................................... 23
12.1 Specificaties ....................................................................................... 24
12.2 Gebruikte symbolen ........................................................................... 25
12.3 EMC-gegevens .................................................................................. 25
13 BESTELINFORMATIE ....................................................................... 29
14 KLINISCHE GIDS .............................................................................. 29
14.1 Inleiding tot neuromusculaire elektrische stimulatie, NMES .............. 29
14.1.1 Geïntegreerde training .............................................................. 30
14.1.2 Indicaties ................................................................................... 30
14.1.3 Plaatsing van de elektroden ...................................................... 30
14.1.4 Stimulatie ................................................................................... 30
15 NMES-PROGRAMMA’S .................................................................... 31
15.1 HERSTEL ........................................................................................... 31
15.1.1 ATROFIE ................................................................................... 31
15.1.2 KRACHT .................................................................................... 34
15.1.3 MOBILISATIE 1 + 2 ................................................................... 36
15.1.4 FACILITATIE ............................................................................. 39
15.2 SPORT ............................................................................................... 39
Enraf-Nonius 4
15.2.1 MAXIMALE KRACHT ................................................................ 40
15.2.2 WEERSTANDSKRACHT .......................................................... 42
15.2.3 HERSTEL .................................................................................. 45
15.2.4 TONIFICEREN .......................................................................... 47
15.2.5 DRAINAGE ................................................................................ 49
15.2.6 UROLOGIE ................................................................................ 51
15.2.7 HEMIPLEGIE ............................................................................. 54
16 INLEIDING TOT TENS ...................................................................... 59
16.1 Plaatsing van de elektroden ............................................................... 59
16.1.1 Stimulatie ................................................................................... 59
16.1.2 Nociceptieve en neurogene pijn ................................................ 60
16.2 TENS ALGEMEEN ............................................................................. 60
16.3 Nociceptieve pijn ................................................................................ 61
16.4 TENS NEUROGEEN ......................................................................... 67
17 DERMATOOM- EN MYOTOOMKAART ........................................... 72
Enraf-Nonius 5
1 VOORWOORD
1.1 Deze handleiding
Deze handleiding is geschreven voor de eigenaars en bedieners van de TensMed S84. In de
handleiding worden algemene voorschriften voor de bediening, voorzorgsmaatregelen, het
onderhoud en informatie over onderdelen besproken. Om het gebruik, de efficiëntie en de
levensduur van uw apparaat te optimaliseren dient u deze handleiding zorgvuldig door te lezen en
moet u vertrouwd raken met de bedieningsknoppen en de accessoires voordat u het apparaat
bedient.
De in deze handleiding gegeven specificaties waren correct op het moment van publicatie. Omdat
Enraf-Nonius BV een beleid van continue verbetering hanteert, kunnen deze specificaties echter
op elk moment zonder verplichtingen voor Enraf-Nonius BV worden gewijzigd.
De TensMed S84 is een 4-kanaalszenuwstimulator die voor spierherstel (NMES) en pijnverlichting
(TENS) is bedoeld. De stimulator heeft 107 vooraf ingestelde programma en 15 persoonlijke
programma’s. De kanalen werken simultaan, wat betekent dat een gekozen programma voor alle
kanalen geldt.
2 PRODUCTAANSPRAKELIJKHEID
In veel landen is inmiddels een wet op de productaansprakelijkheid van kracht. Deze wet houdt
onder meer in dat de fabrikant 10 jaar nadat een product in omloop is gebracht niet langer
aansprakelijk kan worden gesteld voor mogelijke gebreken aan het product.
Voor zover toegestaan door de van toepassing zijnde wetgeving zullen Enraf-Nonius of haar
leveranciers of verkopers in geen geval aansprakelijk zijn voor indirecte, uitzonderlijke, incidentele
of gevolgschade voortvloeiend uit het gebruik van dan wel de onmogelijkheid van het gebruik van
het product, met inbegrip van maar niet beperkt tot schade als gevolg van verlies aan goodwill,
werkonderbreking, computerdefecten of -storingen, of andere commerciële schade of verliezen,
zelfs indien Enraf-Nonius op de hoogte is gesteld van de mogelijkheid daarvan en ongeacht de
rechts- of billijkheidstheorie (contract, onrechtmatige daad of anderszins) waarop de claim is
gebaseerd. Enraf-Nonius zal op grond van de bepalingen van deze overeenkomst in geen geval
aansprakelijk zijn voor schade die meer bedraagt dan het bedrag dat Enraf-Nonius voor dit
product van u heeft ontvangen en eventuele vergoedingen voor ondersteuning van het product
die door Enraf-Nonius op grond van een afzonderlijke ondersteunings-overeenkomst zijn
ontvangen. In geval van overlijden of lichamelijk letsel voortvloeiend uit de nalatigheid van Enraf-
Nonius geldt deze bepaling niet voor zover de toepasselijke wetgeving een dergelijke beperking
verbiedt.
Enraf-Nonius is niet aansprakelijk voor de gevolgen van onjuiste informatie verstrekt door haar
personeel of fouten in deze handleiding en/of andere begeleidende documentatie (met inbegrip
van commerciële documentatie)
Enraf-Nonius 6
De wederpartij (productgebruiker of vertegenwoordiger daarvan) is gehouden Enraf-Nonius te
vrijwaren voor alle claims van derden, van welke aard en met welke relatie tot de wederpartij dan
ook.
3 INSTALLATIE
Installeer de batterij in het batterijvakje.
Sluit de oplader aan op de connector [12]; zie paragraaf 5.1.
Laad de batterij voor het eerste gebruik gedurende 4 uur op.
WAARSCHUWING!
Gebruik alleen oplaadbare batterijen die door Enraf-Nonius worden geleverd.
De batterij uitsluitend opladen met een oplader die door Enraf-Nonius is geleverd.
Maak de oplader onmiddellijk los als uw TensMed S84 een aanhoudend piepgeluid
afgeeft of als u merkt dat de oplader of stimulator abnormaal warm is, vreemd ruikt of
rookt.
Houd de stimulator, het batterijvakje en de oplader vrij van vreemde materialen (vuil,
water, metaal, etc.).
De Tensmed S84 mag niet worden gebruikt als onderdelen (behuizing, snoeren, etc.)
beschadigd zijn of als het batterijvakje open is. Er bestaat dan risico op een elektrische
shock.
De TensMed S84 mag niet worden gebruikt in water of in een vochtige omgeving
(sauna, hydrotherapiebaden, etc.).
De TensMed S84 mag niet worden gebruikt in een zuurstofrijke omgeving.
Plotselinge temperatuurveranderingen kunnen ertoe leiden dat condensatie in de
stimulator optreedt. Om dit te voorkomen moet u ervoor zorgen dat de stimulator voor
het gebruik op omgevingstemperatuur is gebracht.
De TensMed mag niet worden gebruikt op een hoogte van meer dan 3.000 meter.
4 VOORZORGSMAATREGELEN
Voor gebruik het apparaat inspecteren.
De stimulator uitsluitend gebruiken zoals aangegeven in de bedieningsinstructies.
De stimulator alleen gebruiken met accessoires van Enraf-Nonius.
Gebruik de Tensmed S84 nooit bij patiënten die gevoeligheidsproblemen hebben of die
u niet kunnen laten weten of ze hinder, hoe licht dan ook, ervaren.
WAARSCHUWING!
Mensen bij wie een elektrisch apparaat is geïmplanteerd, zoals een pacemaker of een
intracardiale defibrillator, mogen niet met de TensMed S84 worden behandeld.
Zwangere vrouwen dienen tijdens het eerste trimester (12 weken) niet met de TensMed S84
te worden behandeld.
Vanwege de daar gelegen halsslagaders en carotislichaampjes mogen de voor- en zijkant
van de hals niet worden gestimuleerd, omdat dit tot bloeddrukdaling zou kunnen leiden.
De stimulatie mag niet plaatsvinden wanneer de gebruiker met hoogfrequente chirurgische
apparatuur is verbonden. Dit zou tot brandwonden op de huid onder de elektroden kunnen
leiden en tot problemen met de stimulator.
De stimulator niet gebruiken in de buurt van kortgolvige of microgolvige therapeutische
apparatuur, omdat die invloed op het outputvermogen van de stimulator kan hebben.
De stimulator buiten het bereik van kinderen houden.
Enraf-Nonius 7
Sluit de snoeren van de stimulator nooit op een externe stroombron aan, vanwege het risico
op elektrische shock.
LET OP
Bij de behandeling van angina pectoris en het thoracale gebied van patiënten met cardiale
aritmie voorzichtig stimuleren.
De elektroden mogen uitsluitend op gezonde huid worden geplaatst. Voorkom huidirritatie
door ervoor te zorgen dat er een goed contact is tussen de elektroden en de huid.
Plaats de elektroden niet direct over de uterus en sluit geen elektrodeparen over de buik
aan, indien de patiënt zwanger is. De reden hiervoor is dat de stroom theoretisch een
negatieve invloed op het hart van de foetus zou kunnen hebben (hoewel er geen meldingen
van schadelijke effecten zijn ontvangen).
Indien huidirritatie optreedt, moet tijdelijk met de behandeling worden gestopt. Indien de
problemen blijven bestaan, moet u contact opnemen met uw zorgverlener. In geïsoleerde
gevallen kan overgevoeligheid voor de tape en gel optreden. Doorgaans verdwijnt dit
probleem wanneer de tape of gel door een ander soort wordt vervangen.
Gebruik geen elektroden met een oppervlakte < 16 cm2, omdat dit risico op brandwonden
met zich meebrengt. Wees altijd voorzichtig met stroom met een dichtheid > 2 mA/cm2.
Neem voorzichtigheid in acht wanneer elektrotherapie wordt toegepast terwijl de patiënt aan
bewakingsapparatuur is aangesloten met op het lichaam bevestigde elektroden. De
stimulatie zou invloed kunnen hebben op de signalen naar de bewakingsapparatuur.
Tijdens de simulatie nooit het batterijdeksel openen, om een elektrische shock te voorkomen.
De stimulatie uitschakelen alvorens u de elektroden van de huid verwijdert. Indien een
elektrode loslaat, moet u de stimulatie uitschakelen voordat u de elektrode oppakt. Als
elektrische stimulatie door de vingers gaat, is dat onaangenaam maar niet schadelijk.
Wees voorzichtig met stimulatie in de directe omgeving van mobiele telefoons die aan staan,
omdat dit invloed op het outputvermogen van de stimulator zou kunnen hebben.
Wees voorzichtig met gebruik van de stimulator tijdens het autorijden. Onbedoelde
stimulatieveranderingen zouden uw aandacht van het autorijden kunnen afleiden en een
gevaarlijke situatie kunnen veroorzaken.
5 BEDOELD GEBRUIK
5.1 TENS voor de behandeling van pijn
TENS (Transcutane Elektrische NeuroStimulatie) geeft goede resultaten bij acute en chronische
pijnen van allerlei soort. Deze behandeling is klinisch bewezen en wordt dagelijks door
fysiotherapeuten, andere zorgverleners en topatleten over de hele wereld toegepast.
Hoogfrequente TENS activeert de pijnremmende mechanismen van het zenuwstelsel. Elektrische
impulsen van elektroden die op de huid boven of dicht bij het pijnlijke gebied zijn geplaatst,
stimuleren de zenuwen om de pijnsignalen naar de hersenen te blokkeren, waardoor de pijn niet
wordt waargenomen. Laagfrequente TENS stimuleert het vrijkomen van endorfinen, de natuurlijke
pijnstillers van het lichaam.
TENS is een veilige behandeling en heeft, in tegenstelling tot geneesmiddelen en andere
pijnverlichtingsmethoden, geen bijwerkingen. De behandeling kan als enige therapievorm
volstaan, maar is ook een waardevolle aanvulling op andere farmacologische en/of fysische
Enraf-Nonius 8
behandelingen. Met TENS wordt niet altijd de oorzaak van de pijn behandeld. Raadpleeg uw arts
als de pijn blijft bestaan.
5.1.1 Indicaties/contra-indicaties
Indicaties:
Symptomatische verlichting van chronische, hardnekkige pijn. Bestrijding van pijn die
verband houdt met posttraumatische of postoperatieve aandoeningen.
Contra-indicaties:
Dit apparaat dient niet te worden gebruikt voor symptomatische pijnverlichting tenzij de
oorzaak is vastgesteld of tenzij een pijnsyndroom is gediagnosticeerd.
Dit apparaat dient niet te worden gebruikt bij patiënten met een 'on-demand'
pacemaker.
Dit apparaat dient niet te worden gebruikt boven carcinomateuze laesies.
Elektrodeplaatsing waarbij stroom op het carotis-sinusgebied (hals) wordt toegediend,
moet worden vermeden.
Elektrodeplaatsing waarbij stroom transcerebraal (door het hoofd) wordt toegediend,
moet worden vermeden.
Elektrodeplaatsing waarbij stroom transthoracaal wordt toegediend, moet worden
vermeden (elektrische stroom in het hart kan ritmestoornissen veroorzaken) ).
Waarschuwingen:
De voordelen van behandeling met TENS-stroom zijn bij pijn met centrale oorsprong
niet vastgesteld.
Dit apparaat moet worden gebruikt als een symptomatische behandeling voor pijn en
heeft geen genezende waarde. Patiënten dienen te worden gewaarschuwd en hun
activiteiten moeten worden gereguleerd indien pijn wordt onderdrukt die anders als
beschermingsmechanisme zou fungeren.
De langetermijneffecten van chronische elektrische stimulatie zijn onbekend.
Zwangere vrouwen dienen tijdens het eerste trimester (12 weken) niet met de TensMed
S84 te worden behandeld.
Stimulatie dient niet te worden toegepast op gezwollen, geïnfecteerde of ontstoken
gebieden van huiduitslag, zoals flebitis, tromboflebitis, spataderen etc.
Zie tevens hoofdstuk 4 Voorzorgsmaatregelen voor algemene waarschuwingen en
voorzorgen.
Voorzorgen:
Na langdurige toepassing kan in geïsoleerde gevallen op de plaats waar de elektroden
zijn aangebracht huiduitslag optreden. De irritatie kan worden verminderd door van
geleidingsmiddel te wisselen of een andere elektrodeplaatsing te gebruiken.
De werkzaamheid van deze behandeling is afhankelijk van de patiëntenselectie.
Negatieve effecten:
In het algemeen veroorzaakt TENS-stroom vanwege de kenmerken van deze stroom
geen huidirritatie en brandwonden onder de elektroden.
Enraf-Nonius 9
5.2 NMES
NMES (NeuroMusculaire Elektrische Stimulatie) wordt met succes toegepast voor medische
revalidatie en als aanvulling op sporttraining op alle niveaus.
Elektrische stimulatie van spieren heeft tot doel om contracties of vibraties in de spieren te
verkrijgen. De normale spieractiviteit wordt gereguleerd door het centrale en perifere
zenuwstelsel, dat elektrische signalen aan de spieren doorgeeft. NMES werkt op dezelfde manier,
maar maakt gebruik van een externe bron (de stimulator) met elektroden die op de huid worden
bevestigd om de elektrische impulsen op het lichaam over te brengen. De impulsen stimuleren de
zenuwen en zenden signalen naar een specifieke doelspier, die reageert door samen te trekken,
net zoals bij normale spieractiviteit het geval is.
Elektrische spierstimulatie is voor alle spieren in het lichaam geschikt. De stimulatie kan ook
worden gebruikt om spieren die door een operatie, botbreuk, etc. verzwakt zijn, te versterken en
om de mobiliteit te verbeteren. Het is tevens een uitstekend instrument voor revalidatie na een
beroerte, om de patiënt te helpen bij de handvaardigheids- en looptraining.
Voor het beste resultaat dient elektrische spierstimulatie voor revalidatiedoeleinden individueel te
worden uitgeprobeerd door een fysiotherapeut of andere zorgverlener.
5.3.1 Indicaties/contra-indicaties voor NMES
Indicaties:
Relaxatie van spierspasmen.
Preventie of uitstel van inactiviteitsatrofie.
Verbetering van de lokale bloedcirculatie.
Spierherstel.
Stimulatie van kuitspieren direct na een operatie om veneuze trombose te voorkomen.
Instandhouding of vergroting van het bewegingsbereik.
Contra-indicaties:
Dit apparaat dient niet te worden gebruikt bij patiënten met een 'on-demand'
pacemaker.
Dit apparaat dient niet te worden gebruikt boven carcinomateuze laesies.
Elektrodeplaatsing waarbij stroom op het carotis-sinusgebied (hals) wordt toegediend,
moet worden vermeden.
Elektrodeplaatsing waarbij stroom transcerebraal (door het hoofd) wordt toegediend,
moet worden vermeden.
Elektrodeplaatsing waarbij stroom transthoracaal wordt toegediend, moet worden
vermeden (elektrische stroom in het hart kan ritmestoornissen veroorzaken) ).
Waarschuwingen:
De langetermijneffecten van chronische elektrische stimulatie zijn onbekend.
Voor het gebruik van therapeutische elektrische stimulatie tijdens zwangerschap is de
veiligheid niet vastgesteld.
Stimulatie dient niet te worden toegepast bij gezwollen, geïnfecteerde of ontstoken
gebieden van huiduitslag, zoals flebitis, tromboflebitis, spataderen etc.
Zie tevens hoofdstuk 4 Voorzorgsmaatregelen voor algemene waarschuwingen en
voorzorgen.
Enraf-Nonius 10
Voorzorgen:
Adequate voorzorgsmaatregelen dienen te worden genomen wanneer personen
worden behandeld bij wie hartproblemen of epilepsie worden vermoed of zijn
gediagnosticeerd.
Voorzichtigheid is geboden wanneer er na een acuut trauma of fractuur een verhoogde
bloedingsneiging bestaat.
Voorzichtigheid is geboden na recente chirurgische procedures, wanneer
spiercontractie het genezingsproces kan verstoren.
Voorzichtigheid is geboden bij stimulatie boven de baarmoeder indien de vrouw
menstrueert.
Voorzichtigheid is geboden bij huidgebieden zonder normaal gevoel.
Bij sommige patiënten kan door elektrische stimulatie of het elektrische
geleidingsmiddel huidirritatie of overgevoeligheid optreden. De irritatie kan meestal
worden verminderd door een ander geleidingsmiddel te gebruiken of de elektrodes
afwisselend te plaatsen.
Negatieve effecten:
In het algemeen veroorzaakt TENS-stroom vanwege de kenmerken van deze stroom
geen huidirritatie en brandwonden onder de elektroden.
Enraf-Nonius 11
6 BEDIENING
6.1 Overzicht van de regelknoppen
1. AAN/UIT
Draait de stimulator aan en uit. Kan op elk moment worden gebruikt om de stimulatie te
beëindigen.
2. RETURNKNOP
Om naar het vorige menu terug te keren.
3. TOENAME/AFNAME
Vergroot en verkleint de amplitude (intensiteit van de stimulatie) in kanaal 1.
Druk op de knop en houd hem ingedrukt om de amplitude continu te verhogen.
N.B.! De amplitude altijd voorzichtig verhogen.
4. TOENAME/AFNAME
Vergroot en verkleint de amplitude (intensiteit van de stimulatie) in kanaal 2.
Druk op de knop en houd hem ingedrukt om de amplitude continu te verhogen.
N.B.! De amplitude altijd voorzichtig verhogen.
5. Lcd-scherm
Dit schermmenu geeft een overzicht van alle programma’s, parameters en instellingen.
6. TOENAME/AFNAME
Vergroot en verkleint de amplitude (intensiteit van de stimulatie) in kanaal 3.
Druk op de knop en houd hem ingedrukt om de amplitude continu te verhogen.
N.B.! De amplitude altijd voorzichtig verhogen.
7. TOENAME/AFNAME
Vergroot en verkleint de amplitude (intensiteit van de stimulatie) in kanaal 4.
Druk op de knop en houd hem ingedrukt om de amplitude continu te verhogen.
Enraf-Nonius 12
N.B.! De amplitude altijd voorzichtig verhogen.
8. CONNECTOR VAN PATIËNTSNOER 1
9. CONNECTOR VAN PATIËNTSNOER 2
10. CONNECTOR VAN PATIËNTSNOER 3
11. CONNECTOR VAN PATIËNTSNOER 4
12. Aansluiting voor de oplader
Maak alle patiëntsnoeren los en sluit hier de batterij-oplader aan. De oplaadduur is ongeveer twee
uur.
N.B.! Wanneer de batterij-oplader is aangesloten, kan het apparaat niet worden gebruikt.
Waarschuwing:
Gebruik alleen oplaadbare batterijen die door Enraf-Nonius worden geleverd.
De TensMed S84 mag uitsluitend worden opgeladen nadat alle stimulatiesnoeren zijn
losgemaakt.
De batterij uitsluitend opladen met een oplader die door Enraf-Nonius is geleverd.
6.2 Symbolen op display
ONDERBREKING VAN HET CIRCUIT
Onderbreking van stroomcircuit. De oorzaak van een
circuitonderbreking kan een te hoge weerstand of een kabelbreuk
zijn. Zie hoofdstuk PROBLEMEN OPLOSSEN.
BATTERIJSTATUS
De ladingstoestand van de batterij wordt aangegeven door een
klein batterij-icoontje op het scherm. Indien het batterij-icoontje
nog maar twee lijntjes bevat, betekent dit dat de batterij bijna leeg
is. Stop de sessie en laad het apparaat op. Als het START-
symbool dat normaliter boven knop kanaal 4 +/- wordt
weergegeven, niet zichtbaar is en het batterij-icoontje knippert,
betekent dit dat de batterij helemaal leeg is. De stimulator kan niet
langer worden gebruikt. Laad de stimulator onmiddellijk op.
Het apparaat niet opladen in een nauwe ruimte.
TIJD
Resterende programmatijd in minuten en seconden.
HOGE/LAGE FREQUENTIE
Indicatie van hoge/lage frequentie voor programma’s met
gemengde frequentie.
PROGRAMMASTAPPEN
Deze marker geeft informatie over de actieve sequentie tijdens
een programma en tijdens het programmeren. Er zijn 3 sequenties
beschikbaar.
ZWELFASE
AANHOUDTIJD
SLINKFASE
Enraf-Nonius 13
6.3 Gebruik: stap voor stap
De TensMed S84 kan voor TENS- en NMES-behandeling worden gebruikt. Gebruik alleen die
behandelingsprogramma’s waarvan uw zorgverlener heeft vastgesteld dat ze goed werken voor
uw behoeften. De stimulator heeft vier simultane kanalen, wat betekent dat de vier kanalen
volgens hetzelfde programma stimuleren.
Bevestig de elektroden.
Zie de gebruiksaanwijzing van de zelfklevende elektroden.
Verbind de elektroden met de snoeren Bevestig de elektroden op het lichaam
Verbind de patiëntsnoeren met het apparaat.
Waarschuwing!
Gebruik alleen stimulatiesnoeren die door Enraf-Nonius worden geleverd.
De elektroden mogen niet in water worden geplaatst.
Op de elektroden mag geen enkel oplosmiddel worden aangebracht.
Vanwege hygiënische redenen moet elke patiënt zijn eigen set elektroden hebben. Gebruik
nooit dezelfde elektroden bij verschillende patiënten.
1. Verandering van taal
Druk gedurende 5 seconden aanhoudend op
AAN/UIT [1]. De verschillende talen
verschijnen op het scherm.
Druk op knop  om de gewenste taal te
selecteren.
Druk nogmaals op AAN/UIT [1] om te
bevestigen.
N.B.!
Op dit scherm kunt u ook veranderen:
het contrast met ,
het volume van de pieptoon ,
achtergrondverlichting, AAN, UIT.
AUTO(matisch).
.
ENGLISH
FRANCAIS
DEUTSCH
ITALIANO
ESPAÑOL
NEDERLANDS AUTO
 
Enraf-Nonius 14
1. Schakel de stimulator IN
Druk op AAN/UIT [1]. Deze knop kan op elk
moment worden gebruikt om de stimulatie te
beëindigen.
HOOFDMENU
NMES
TENS
PERSOONLIJKE PROG
PROGRAMMEREN
2. Selecteer een functie in het HOOFDMENU.
Druk op knop  om een functie te
selecteren.
Druk op de bevestigingsknop om de functie
te selecteren.
HOOFDMENU
NMES
TENS
PERSOONLIJKE PROG
PROGRAMMEREN
3. Selecteer toepassingsgebi ed
Druk op knop  om een toepassingsgebied
te selecteren.
Druk op de bevestigingsknop om het gebied
te selecteren.
NMES
REHA
SPORT
FITNESS
UROLOGIE
HEMIPLEGIE
Enraf-Nonius 15
4. Selecteer de indicatie
Druk op knop  om een indicatie te
selecteren.
Druk op de bevestigingsknop om de
indicatie te selecteren.
REH
A
ATROFIE
KRACHT
MOBILISATIE 1
MOBILISATIE 2
FACILITATIE
5. Selecteer LICHAAMSDELEN
Druk op knop  om een lichaamsdelEN te
selecteren.
Druk op START-knop.
LICHAAMSDELEN
SCHOUDER
NEEN
+TENS START
6. Start de behandeling
Druk op knop  om kanaal 1 en alle andere
kanalen bij te stellen, indien gewenst.
Druk op STOP om de behandeling te
onderbreken.
Druk op de returnknop om naar het vorige
menu terug te keren.
ATROFIE
k 24:50
05:00
STOP 00.0 00.0 00.0 00.0
Enraf-Nonius 16
6.4 Enkelvoudige programmering
STAP 1
Druk op knop  om programmeren te
selecteren.
Druk op de bevestigingsknop om te
selecteren.
HOOFDMENU
NMES
TENS
PERSOONLIJKE PROGRAMMA’S
PROGRAMMEREN
STAP 2
Druk op knop  om een functie te
selecteren.
Druk op de bevestigingsknop om de functie
te selecteren.
PROGRAMMEREN
NMES
TENS
STAP 3
Druk op knop  om een toepassingsgebied
te selecteren.
Druk op de bevestigingsknop om het gebied
te selecteren.
NMES
CONTINU
FASEDUUR- MODULATIE
FREQUENTIE-MODULATIE
BURST
SEQUENTIEEL
Enraf-Nonius 17
STAP 4
Druk op knop  om een parameter te
selecteren.
Verander de parameter met de knoppen 
onder de symbolen + / -.
Druk op de SAVE-knop om op te slaan.
P_CONTINU
350
z005 Hz
030:00
+ / - SAVE
STAP 5
Vul de nieuwe naam in en druk op de SAVE-
knop om het programma op te slaan.
Het programma is terug te vinden onder
PERSOONLIJKE PROGRAMMA’S in het
hoofdmenu.
GEEF EEN NAAM IN
P_CONTINU
A - Z  SAVE
6.5 Sequentiële programmering
N.B.! Sequentiële programmering is alleen met NMES mogelijk.
STAP 1
Druk op knop  om programmeren te
selecteren.
Druk op de bevestigingsknop om te
selecteren.
HOOFDMENU
NMES
TENS
PERSOONLIJKE PROGRAMMA’S
PROGRAMMEREN
Enraf-Nonius 18
STAP 2
Druk op knop  om een functie te
selecteren.
Druk op de bevestigingsknop om de functie
selecteren.
N.B.! Sequentiële programmering is alleen met
NMES mogelijk.
PROGRAMMEREN
NMES
TENS
STAP 3
Druk op knop  om SEQUENTIEEL of
SEQUENTIEEL FREQ.-MOD te selecteren.
Druk op de bevestigingsknop om te
selecteren.
NMES
CONTINU
FASEDUUR- MODULATIE
FREQUENTIE-MODULATIE
BURST
SEQUENTIEEL
STAP 4
Druk op knop  om de pulsbreedte te
selecteren.
Verander de parameter met de knoppen 
onder de symbolen + / -.
P_SEQUENTIEEL
0 30:00 180 µs
04:00 26:00 02:00
+ / - SAVE
Enraf-Nonius 19
STAP 5
Druk op knop  om de faseduur te
selecteren. Verander de faseduur met de
knoppen .
Druk op knop  om de tijd in sequentie 1 te
selecteren. Verander de tijd met de knoppen
.
Druk op de + knop onder .
Verander de frequentie met de knoppen 
onder de symbolen + / - in sequentie 1.
P_SEQUENTIEEL
0 30:00 180 µs
04:00 26:00 02:00
+ / - SAVE
STAP 6
Druk op knop  om de tijd in sequentie 2 te
selecteren. Verander de tijd met de knoppen
.
Druk op de + knop onder .
Verander de frequentie met de knoppen 
onder de symbolen + / - in sequentie 2 en ook
de zweltijd, aanhoudtijd en slinktijd in seconden
voor sequentie 2.
Herhaal stap 5 voor sequentie 3.
Druk op de SAVE-knop om op te slaan.
P_SEQUENTIEEL
0 30:00 180 µs
04:00 26:00 02:00
+ / - SAVE
STAP 7
Vul de nieuwe naam in en druk op de SAVE-
knop om het programma op te slaan.
Het programma is terug te vinden onder
PERSOONLIJKE PROGRAMMA’S in het
hoofdmenu.
GEEF EEN NAAM IN
P_SEQUENTIEEL
A - Z  SAVE
Enraf-Nonius 20
STAP 8
Druk op knop  om RUN te selecteren
waarmee de behandeling wordt gestart, of druk
op knop om naar het hoofdmenu terug te
keren.
Het programma wordt opgeslagen onder de
geselecteerde naam en kan via
PERSOONLIJKE PROGRAMMA’S in het
hoofdmenu worden teruggevonden.
P_SEQUENTIEEL
HOOFDMENU
RUN
7 PROGRAMMA’S
7.1 Vooraf ingestelde programma’s - TENS
De TensMed S84 heeft 32 vooraf ingestelde TENS-programma’s voor pijnverlichting. Deze
programma’s zijn in drie groepen aangemaakt:
ALGEMEEN
NOCICEPTIEF
NEUROGEEN
Voor informatie over de behandeling van allerlei pijnklachten met TENS, zie de klinische gids
achter in deze handleiding.
Sommige programma’s bieden een tweede TENS-optie. Wanneer de TENS-optie wordt
geselecteerd, hebben kanaal 1 en 2 de parameters van het geselecteerde programma. Kanaal 3
en 4 werken volgens een gemoduleerd TENS-programma.
7.2 Vooraf ingestelde programma’s - NMES
De TensMed S84 biedt naast de TENS-programma’s 75 NMES-programma’s, afgestemd op ofwel
kleine, ofwel grote spiergroepen. Deze programma’s zijn in vijf groepen aangemaakt:
HERSTEL
SPORT
FITNESS
UROLOGIE
HEMIPLEGIE
Voor informatie over de behandeling van allerlei aandoeningen met NMES, zie de klinische gids
achter in deze handleiding. Sommige programma’s bieden een TENS-optie. Wanneer de TENS-
optie is geselecteerd, hebben kanaal 1 en 2 de parameters van het NMES- programma. Kanaal 3
en 4 werken volgens een gemoduleerd TENS-programma.
Enraf-Nonius 21
7.3 Persoonlijke programma’s
Met de TensMed S84 is het mogelijk om 15 persoonlijke programma’s aan te maken en op te
slaan voor een patiëntspecifieke behandeling.
Om een persoonlijk programma aan te maken moet u de hieronder beschreven
programmeerprocedure volgen. Voor het gebruik van een persoonlijk programma volgt u de
instructies in HOOFDSTUK 5.4 en 5.5.
8 ACCESSOIRES
De TensMed-elektroden zijn na verloop van tijd versleten en moeten dan worden vervangen.
Aanbevolen wordt om de elektroden te vervangen nadat ze ongeveer 20-40 keer zijn gebruikt.
Voor de conditie van de snoeren is het het beste als u ze tussen de sessies aan de stimulator laat
zitten.
Zie voor aankoopinformatie paragraaf 13, neem contact op met uw Enraf-Nonius-
vertegenwoordiger of bezoek
www.enraf-nonius.com
9 ONDERHOUD
Het Enraf-Nonius-apparaat kan eenvoudig worden verzorgd en gereinigd conform de volgende
instructies:
Bewaar de stimulator en de accessoires in de originele verpakking wanneer hij niet in
gebruik is. Het kan echter praktisch zijn om de elektroden tussen de behandelingen aan het
lichaam bevestigd te laten. De koolstofrubberen elektroden kunnen in het algemeen 2-3 uur
blijven zitten zonder dat de elektrode-gel uitdroogt (dit geldt niet voor klevende gel). Daarna
moeten ze worden afgenomen, gewassen en gedroogd, voordat ze opnieuw worden
aangebracht. Dit is met name belangrijk voor personen met een gevoelige huid. Zorg ervoor
dat de elektroden bij de stimulatie stevig vastzitten.
Wanneer u koolstofrubberen elektroden gebruikt, moet u heel veel gel gebruiken en
voorkomen dat de gel uitdroogt door rond de randen van de elektroden tape aan te brengen.
Spoel de koolstofrubberen elektroden en de huid na gebruik met water schoon. Geen
reinigingsmiddel gebruiken voor de elektroden. Zelfklevende elektroden voor meervoudig
gebruik kunt u, indien nodig, met enkele druppels water opnieuw vochtig maken. Als ze niet
in gebruik zijn, bewaart u ze luchtdicht (in een plastic zak) in beschermend papier.
De stimulator nooit aan water blootstellen. Indien nodig met een vochtige doek afvegen.
Niet aan snoeren of aansluitingen trekken.
De patiëntsnoeren niet tot moes knijpen wanneer u ze om de stimulator rolt.
10 PROBLEMEN OPLOSSEN
DE STIMULATIE VOELT NIET HETZELFDE AAN ALS ANDERS
Controleer of alle instellingen juist zijn (zie paragraaf GEBRUIK: STAP VOOR STAP) en ga
na of de elektroden correct zijn geplaatst.
Verander de plaats van de elektroden een beetje.
Enraf-Nonius 22
DE STIMULATIE VOELT ONAANGENAAM AAN
De huid is geïrriteerd. Voor advies over de verzorging van de huid, zie hoofdstuk
VOORZORGSMAATREGELEN.
De elektroden beginnen hun kleverigheid te verliezen en plakken niet meer goed op de huid.
Maak het kleefoppervlak met enkele druppels water vochtig, voordat u de elektroden op de
huid plaatst.
De elektroden zijn versleten en moeten worden vervangen.
Er zit onvoldoende elektrode-gel op de koolstofrubberen elektroden.
Verander de plaats van de elektroden een beetje.
DE STIMULATIE VOELT ZWAK AAN OF IS HELEMAAL NIET TE VOELEN
Controleer of de batterij moet worden opgeladen.
De elektroden zijn te oud en moeten worden vervangen.
HET SYMBOOL VOOR ONDERBREKING VAN HET CIRCUIT VERSCHIJNT OP
HET DISPLAY
Het symbool voor onderbreking van het circuit geeft aan dat de weerstand te hoog
is of dat een snoer stuk is of niet meer vastzit.
Een te hoge weerstand kan ook worden veroorzaakt door een slechte aansluiting tussen de
elektroden en de huid, of omdat de elektroden opnieuw moeten worden geplaatst.
Of een snoer defect is, kunt u checken door de pinnetjes van het snoer tegen elkaar te
drukken en de amplitude voor het corresponderende kanaal daarbij tot 11 mA te verhogen.
Indien de amplitude nu tot 0,0 mA daalt en het symbool voor onderbreking van het circuit
knippert, moet het snoer worden vervangen.
N.B.! Zorg dat de amplitude nooit hoger is dan 20 mA wanneer u controleert op snoerbreuken,
omdat de stimulator dan schade zou kunnen oplopen.
DE STIMULATOR WERKT NIET
Indien het foutsymbool op het display verschijnt wanneer u de stimulator aanzet, betekent dit dat
de stimulator stuk is en moet worden vervangen of opnieuw geprogrammeerd.
N.B.! De stimulator niet meer gebruiken – neem contact op met uw Enraf-Nonius-
vertegenwoordiger.
Enraf-Nonius is uitsluitend verantwoordelijk voor onderhoud en reparaties die zijn uitgevoerd door
Enraf-Nonius of een distributeur die door Enraf-Nonius is aangewezen.
11 VEELGESTELDE VRAGEN
KAN ELEKTRISCHE STIMULATIE BIJ IEDEREEN WORDEN TOEGEPAST?
Mensen bij wie een elektrisch apparaat (zoals een pacemaker of intracardiale defibrillator) is
geïmplanteerd, mogen niet met elektrische stimulatie worden behandeld. Zwangere vrouwen
mogen tijdens de eerste 12 weken van de zwangerschap niet met elektrische stimulatie worden
behandeld. Lees de veiligheidsvoorzorgen in deze handleiding (VOORZORGSMAATREGELEN).
Enraf-Nonius 23
WAT BETEKENT ACTIEVE RUST?
Actieve rust betekent dat tijdens de rusttijd laagfrequente stimulatie actief is, waardoor
spiervibraties optreden om de bloedcirculatie in stand te houden. De stimulatie tijdens de actieve
rust helpt melkzuur en afvalstoffen af te voeren, waardoor de spierpijn na afloop minder is en de
spier gereed blijft voor de volgende contractie.
N.B.! Het niveau van de amplitude moet zowel voor de contracties als voor de actieve rust worden
ingesteld.
HOE LANG GAAN DE ELEKTRODEN MEE?
De zelfklevende elektroden kunnen ongeveer 20 tot 40 keer worden gebruikt. De duurzaamheid
hangt af van de mate waarin de verzorgings- en onderhoudsinstructies worden opgevolgd.
WELKE AFSTAND MOET ER TUSSEN DE ELEKTRODEN ZITTEN?
Aanbevolen wordt een afstand van 3 tot 30 cm tussen de elektroden.
HOE VIND IK DE OPTIMALE POSITIE VAN DE ELEKTRODEN VOOR NMES?
Gebruik koolstofrubberen elektroden en gel. Schuif de elektroden langzaam over de spier terwijl u
met 2 Hz stimuleert. De optimale positie voor de elektroden is de plaats waar de krachtigste
motorische respons optreedt.
HOE LANG KAN IK STIMULEREN?
TENS (80 Hz): Kan zonder bovengrens worden toegepast, maar minstens 30 minuten per sessie.
TENS (2 Hz): Kan spierpijn veroorzaken, maar normaliter wordt 20-45 minuten drie keer per dag
aanbevolen.
NMES: Afhankelijk van de toestand van de spier en van het stadium van het revalidatieproces
waarin de patiënt zich bevindt, kan de behandeling tussen 5 en 60 minuten duren en tussen drie
keer per week en twee keer per dag worden herhaald. Denk eraan dat de patiënt na NMES-
behandeling spierpijn kan ontwikkelen.
12 TECHNISCHE GEGEVENS
De TensMed S84 is een stimulator met vier kanalen, voor zowel spierherstel (NMES) als
pijnverlichting (TENS), en heeft 107 vooraf ingestelde programma’s en 15 persoonlijke
programma’s.
Voor de behandeling met elektrische stimulatie moet de stimulatiestroom de weerstand van de
huid en de elektrode, ongeveer 1000 ohm, overwinnen. De TensMed-apparaten kunnen deze
weerstand overwinnen en kunnen een stroomsterkte handhaven van maximaal 99,5 mA. Met een
verandering van de weerstand van 100 naar 1000 ohm verandert de sterkte van de
stimulatiestroom minder dan 10% van de ingestelde waarde.
De stimulator werkt op een oplaadbare batterij, die met de adapter kan worden opgeladen.
Enraf-Nonius 24
12.1 Specificaties
TensMed S84
Aantal kanalen 4 (niet-onafhankelijk)
Constante stroom Tot een weerstand van 1000 ohm
Stimulatiestroom/kanaal 0–99,5 mA
Golfvorm Symmetrische bifasische puls, 100% gecompenseerd
Aantal vooraf ingestelde
programma’s
107
Aantal persoonlijke
programma’s
15 (totaal aantal vrije plaatsen, 7 modellen)
Stimulatievormen Conventioneel
Burst
Frequentie-modulatie/pulsduur
Gemengde frequentie
Alternerende frequentie-modulatie
Intermitterend
Max. pulsduur 400 μs
Max. frequentie 120 Hz
Timer 1 tot 99 min.
Omgevingscondities voor opslag
en transport
Temperatuur -20 ºC tot 45 ºC
Luchtvochtigheid 30–75%
Luchtdruk 700 hPa–1060 hPa
Omgevingscondities voor
gebruik
Temperatuur 10-40 °C
Luchtvochtigheid 30–75%
Luchtdruk 700 hPa–1060 hPa
Stroombron Accumulator 4,8 V, 2000 mAh
Stroomverbruik voor
1 kanaal, 80 Hz, 30 mA
Hangt af van impedantie van de huid
Irms max/kanaal 31 mA
Afmetingen 140 x 92 x 32 mm
Gewicht Ongeveer 285 g
Enraf-Nonius 25
12.2 Gebruikte symbolen
Let op: Voor het gebruik de gebruikershandleiding of
bedieningsinstructies lezen (symbool nr.0434 IEC 06878).
Beschermingsklasse: De TensMed S84 is een klasse II-
apparaat met inwendige elektrische stroom (symbool
nr.05172 IEC 06878).
Mate van bescherming van gebruikte onderdelen: gebruikte
onderdelen van type BF die voldoen aan IEC 60601-1
(symbool nr.05333 IEC 06878).
Merkteken voor afval van elektrische en elektronische
apparaten (WEEE) volgens norm EN 50419.
De versleten stimulator verwijderen in overeenstemming
met de plaatselijke en nationale wet- en regelgeving.
Waterbeschermingsindex IPX0 (IEC 60529).
Bij gebruik van de TensMed S84 hoeft geen sterilisatie of desinfectie te worden
toegepast.
De TensMed S84 is niet geschikt voor gebruik in aanwezigheid van brandbare
anesthetica die met lucht of zuurstof zijn gemengd, of voor een omgeving die rijk
is aan stikstofoxide.
De werkingsmodus die voor de TensMed S84 is gedefinieerd, is “continue
werking”.
12.3 EMC-gegevens
INFORMATIE BETREFFENDE ELEKTROMAGNETISCHE COMPATIBILITEIT (EMC)
De TensMed S84 is ontworpen voor gebruik in gewone huiselijke en klinische omgevingen en is
goedgekeurd conform de EMC-veiligheidsnorm EN 60601-1-2.
De emissie van de TensMed S84 in het radiofrequentie(RF)-interval is zeer laag. Daarom is het
onwaarschijnlijk dat interferentie optreedt met naburige elektronische apparaten (radio’s,
computers, telefoons etc.). De TensMed S84 is ontworpen om bestand te zijn tegen te
verwachten stoornissen als gevolg van elektrostatische ontladingen, en magnetische velden van
het elektriciteitsnet en radiofrequentietransmitters (zoals mobiele telefoons).
Enraf-Nonius 26
Richtlijn en verklaring van de fabrikant
elektromagnetische immuniteit
De TensMed S84 is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische
omgeving. De klant of gebruiker dient ervoor te zorgen dat de TensMed S84 in een dergelijke
omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest IEC 60601-
testniveau
Compliantie-
niveau
Richtlijn voor elektro-
magnetische
omgeving
Elektrostatische
ontlading (ESD)
IEC 61000-4-2
± 6 kV contact
± 8 kV lucht
± 6 kV contact
± 8 kV lucht
Vloeren dienen van
hout, beton
ofkeramische tegels te
zijn gemaakt. Als
vloeren zijn bedekt met
synthetisch materiaal,
dient de relatieve
vochtigheid
ten minste 30% te zijn.
Elektrisch snel
transiënt/burst
IEC 61000-4-4
± 2 kV voor stroom-
toevoerkabels
± 1 kV voor
input/output-
kabels
niet van
toepassing
.
Zwelling
IEC 61000-4-5
± 1 kV lijn/lijn
± 2 kV lijn/aarde
niet van
toepassing
Spanningsdalingen, korte
onderbrekingen en
spanningsveranderingen
op inputlijnen
IEC 61000-4-11
< 5% U T
(> 95 % daling in U T)
gedurende 0,5 cyclus
40% U T
(60% daling in U T)
gedurende 5 cycli
70% U T
(30% daling in U T)
gedurende 25 cycli
< 5% U T
(> 95% daling in U T)
gedurende 5 sec
niet van
toepassing
Stroomfrequentie
(50/60 Hz)
magnetisch veld
IEC 61000-4-8
3 A/m 3 A/m Stroomfrequentie van
magnetische velden
moet het niveau
hebben dat
karakteristiek is voor
een typische locatie in
een typische
computerruimte.
N.B. U T is de wisselspanning van het net voordat het testniveau werd toegepast.
Enraf-Nonius 27
Richtlijn en verklaring van de fabrikant
elektromagnetische immuniteit
De TensMed S84 is bedoeld voor gebruik in de hieronder gespecificeerde elektromagnetische
omgeving. De klant of de gebruiker dient ervoor te zorgen dat de TensMed S84 in een dergelijke
omgeving wordt gebruikt.
Immuniteitstest IEC 60601-
testniveau
Compliantie-
niveau
Richtlijn voor
elektromagnetische
omgeving
Geleide RF
IEC 61000-4-6
Uitgestraalde RF
IEC 61000-4-3
3 Vrms
150 kHz tot 80 MHz
3 V/m
80 MHz tot 2,5 GHz
3 V
3 V/m
Draagbare en mobiele RF-
communicatieapparatuur
mag niet dichter bij een
onderdeel van de TensMed
S84 (inclusief kabels)
worden gebruikt dan de
aanbevolen separatie-
afstand, berekend uit de
vergelijking die van
toepassing is op de
frequentie van de zender.
Aanbevolen separatie-
afstand
d = [3,5/3]P
d = [3,5/3]P 80 MHz tot
800 MHz
d = [7/3]P 800 MHz tot
2,5 GHz,
waarbij P het maximale
nominale uitgangsvermogen
van de zender in watt (W) is
volgens de fabrikant van de
zender en d de aanbevolen
separatie-afstand in meters
(m).
Veldsterktes van vaste RF-
zenders, zoals bepaald door
een elektromagnetisch
onderzoek ter plaatse,a
dienen minder te zijn dan
het compliantieniveau in elk
frequentiebereik.b Inferentie
kan optreden in de buurt van
apparatuur gemarkeerd met
het volgende symbool:
Enraf-Nonius 28
OPMERKING 1. Bij 80 MHz en 800 MHz geldt het hogere frequentiebereik.
OPMERKING 2. Deze richtlijnen zijn mogelijk niet op alle situaties van toepassing.
Elektromagnetische voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van constructies,
voorwerpen en personen.
A Veldsterktes van vaste zenders, zoals basisstations voor radiotelefonie (cellulair/snoerloos)
en mobiele radio's (land), amateurradio, radio-uitzendingen op AM en FM en tv-uitzendingen
kunnen theoretisch niet nauwkeurig worden voorspeld. Om de elektromagnetische omgeving
veroorzaakt door vaste RF-zenders te beoordelen, moet een elektromagnetisch onderzoek ter
plaatse worden overwogen. Als de gemeten veldsterkte op de locatie waar de TensMed S84 wordt
gebruikt het betreffende RF-compliantieniveau overschrijdt, moet worden gecontroleerd of de
TensMed S84 normaal werkt. Als een abnormale werking wordt waargenomen, kunnen
aanvullende maatregelen nodig zijn, zoals het in een andere richting zetten of verplaatsen van de
TensMed.
B In het frequentiebereik van 15 kHz tot 8 MHz dienen de veldsterktes minder dan 3 V/m te
zijn.
Aanbevolen separatie-afstand tussen draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur
en de TensMed S84
De TensMed S84 is bedoeld voor gebruik in een elektromagnetische omgeving waarin
uitgestraalde RF-storingen onder controle zijn. De klant of de gebruiker van de TensMed S84
kan helpen om elektromagnetische interferentie te voorkomen door een minimumafstand tussen
draagbare en mobiele RF-communicatieapparatuur (zenders) en de TensMed S84 aan te
houden (zie hieronder) op basis van het maximale uitgangsvermogen van de
communicatieapparatuur.
Nomimaal maximaal
uitgangsvermogen
van zender
[ W ]
Separatie-afstand op basis van frequentie van zender
[ m ]
150 kHz tot 80 MHz
d = [3,5/V1]P
80 MHz tot 800 MHz
d = [3,5/E1]P
800 MHz tot
2,5 GHz
d = [7/E1]P
0,01 0,12 0,12 0,23
0,1 0,37 0,37 0,74
1 1,17 1,17 2,33
10 3,69 3,69 7,38
100 11,67 11,67 23,33
Voor zenders met een nominaal maximaal uitgangsvermogen dat hierboven niet is vermeld, kan
de aanbevolen separatie-afstand d in meters (m) worden geschat met de vergelijking die geldt
voor de frequentie van de zender, waarbij P het maximale nominale uitgangsvermogen van de
zender in watt (W) is volgens de fabrikant van de zender.
OPMERKING 1. Bij 80 MHz en 800 MHz geldt de separatie-afstand voor het hoogste
frequentiebereik.
OPMERKING 2. Deze richtlijnen zijn mogelijk niet op alle situaties van toepassing.
Elektromagnetische voortplanting wordt beïnvloed door absorptie en reflectie van constructies,
voorwerpen en personen.
Enraf-Nonius 29
13 BESTELINFORMATIE
1427.980 TensMed S84
Standaardaccessoires
3444.220 Set patiëntsnoeren 4 stuks
Zelfklevende elektroden 2 sets van 4 stuks
1427.781 Bedieningshandleiding TensMed S84
3444.344 Draagtas
3444.345 Riemclip
3444.325 Oplader
3444.330 Batterijverpakking
Optionele accessoires
3444. 056 Zelfklevende elektrodes, grootte 32 mm Ø, 1 pak = 10 vellen van 4 stuks
3444.135 Zelfklevende elektrodes, grootte 50 mm Ø, 1 pak = 10 vellen van 4 stuks
3444.143 Zelfklevende elektrodes, grootte 70 mm Ø, 1 pak = 10 vellen van 4 stuks
3444.057 Zelfklevende elektrodes, grootte 50 x 50 mm, 1 pak = 10 vellen van 4 stuks
3444.058 Zelfklevende elektrodes, grootte 50 x 90 mm, 1 pak = 10 vellen van 4 stuks
3444.146 Zelfklevende elektrodes met dubbele lead, grootte 50 x 100 mm, 1 pak = 10 vellen van
2 stuks
3444.118 Vaginale sonde
3444.119 Anale sonde
14 KLINISCHE GIDS
14.1 Inleiding tot neuromusculaire elektrische stimulatie, NMES
NMES wordt met succes toegepast voor medische revalidatie en als aanvulling op sporttraining
op alle niveaus. NMES is een klinische, internationaal toegepaste, bewezen
behandelingsmethode in de orthopedie en neurologie. NMES stimuleert motorische zenuwen om
spiercontracties of -vibraties te creëren en wordt meestal voor geïnnerveerde spieren toegepast.
De behandeling stimuleert ook sensorische zenuwen, waardoor pijn afneemt.
Toegepast op beschadigde centrale of perifere zenuwen kan NMES een motorische respons
opwekken bij patiënten met een verminderde capaciteit tot vrijwillige spiercontracties.
NMES kan tevens worden gebruikt als behandeling voor urine-incontinentie. Elektrische stimulatie
van de perineale zenuwen is nuttig voor de behandeling van zowel aandrang- als
stressincontinentie, en heeft tevens een analgetische werking.
Enraf-Nonius 30
14.1.1 Geïntegreerde training
NMES is een aanvulling op andere bewegings- en trainingsbehandelingen en kan heel goed
worden gecombineerd met actieve mobiliteits-, kracht-, coördinatie- en functietraining. De
spierstimulatie kan actief zijn tijdens zowel de concentrische als de excentrische fase van een
beweging, of alleen tijdens een van beide fasen.
14.1.2 Indicaties
Neuromusculaire facilitatie
Instandhouding en vergroting van het bewegingsbereik.
Toename van de bloedcirculatie
Preventie van atrofie/hypotrofie
Vermindering van spasticiteit
Stimulatie van nervus peroneus
Behandeling van incontinentie
Pijnverlichting
7
14.1.3 Plaatsing van de elektroden
De plaatsing van de elektroden is van groot belang om een goed resultaat te verkrijgen. Kies de
grootte van de elektrode overeenkomstig de spiergroep die wordt behandeld. Wij raden aan om
twee grote of vier kleinere elektroden te plaatsen boven het motorische punt, dat wil zeggen het
huidgebied waarbij de kleinste hoeveelheid stroom nodig is om de daaronder gelegen spier te
activeren.
Test een aantal plaatsen op de best mogelijke spiercontractie. De afstand tussen de elektroden
moet minstens 3 cm zijn en niet meer dan 30 cm. Elk programma heeft een schema waarin de
plaats van twee of meer elektroden is aangegeven.
14.1.4 Stimulatie
Het doel van de behandeling is om spiercontracties te creëren. Verhoog de amplitude tot boven
de somatosensorische drempelwaarde, totdat een motorische reactie optreedt. De contractie mag
niet pijnlijk zijn.
Veel patiënten moeten gewend raken aan de stimulatie, waardoor de behandelingen niet
onmiddellijk een therapeutische intensiteit bereiken; in de loop van de behandeling moet u de
amplitude vergroten.
Heftige spiercontracties die door elektrische stroom worden gecreëerd, veroorzaken soms
spierpijn, net als vrijwillige training. Het kan een goed idee zijn om na een NMES-behandeling
rekoefeningen te doen.
Enraf-Nonius 31
15 NMES-PROGRAMMA’S
15.1 HERSTEL
15.1.1 ATROFIE
De training is op het aerobe metabolisme gericht, waarbij hoofdzakelijk type I-vezels worden
getraind om het uithoudingsvermogen van de spieren te verbeteren. Elk programma bestaat uit
twee sequenties. De eerste sequentie is een warming-up, die de patiënt voorbereidt op de tweede
sequentie – de training. Tijdens de trainingssequentie moet de amplitude zo worden ingesteld dat
zichtbare spiercontracties optreden.
Als de sequentie verandert, daalt de amplitude tot de helft van het eerdere niveau, zodat de
overgang comfortabel verloopt. Dit betekent dat de amplitude moet worden verhoogd wanneer
een nieuwe sequentie begint.
ATROFIE
Indicatie
Postoperatief, spieren die enige tijd geïmmobiliseerd of verzwakt zijn.
Lichaamsdeel SCHOUDER
Spier M. deltoideus, m. infraspinatus, m. supraspinatus, m.
teres minor
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel BOVENARM
Spier M. brachialis, m. biceps brachii, m. triceps brachii
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Enraf-Nonius 32
Lichaamsdeel ONDERARM
Spier Handbuigers, handstrekkers, m. brachioradialis
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel RUG - ROMP
Spier Brede rugspier, borstspieren, buikspieren,
rugstrekkers
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel HEUP
Spier Middelste bilspier, grote bilspier, m. tensor fasciae
latae
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel DIJBEEN - KNIE
Spier Vierhoofdige dijspier (m. rectus femoris)
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Enraf-Nonius 33
Lichaamsdeel SCHEENBEEN
Spier Voorste scheenbeenspier, achterste scheenbeenspier,
m. peroneus, m. gastrocnemius
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel VOET
Spier Abductor van de grote teen
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 2 extra kleine elektroden. Wissel van plaats
om de beste locatie te vinden.
Intensiteit
Zichtbare spiercontracties zonder pijn.
Behandeltijd
24:50 minuten
ATROFIE Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 5:00 19:50
Pulsduur (μs) 250 250
Frequentie (Hz) 5 25–40
Zweltijd (sec) 2
Aanhoudtijd (sec) 4
Slinktijd (sec) 1
Rusttijd (sec) 10
Enraf-Nonius 34
15.1.2 KRACHT
De training is op het aerobe metabolisme gericht, waarbij hoofdzakelijk type II-vezels worden
getraind om het uithoudingsvermogen van de spier te verbeteren. Elk programma bestaat uit twee
sequenties. Voor een evenwichtige training is het noodzakelijk dat het programma altijd met een
warming-up begint en met een herstelsequentie eindigt. De middelste sequentie is de
daadwerkelijke krachttrainingsequentie, en het is van essentieel belang dat de amplitude op een
behoorlijk hoog, maar niet pijnlijk niveau wordt ingesteld. Als een nieuwe sequentie begint, daalt
de amplitude tot de helft van het eerdere niveau, zodat de overgang comfortabel verloopt. Dit
betekent dat de amplitude moet worden verhoogd wanneer een nieuwe sequentie begint.
Actieve rust
Tijdens een aantal NMES-programma’s kunt u er ook voor kiezen om de spier tijdens de rusttijd te
stimuleren. Het doel is dat de spier gereed blijft voor de volgende contractie, en om de spierpijn
achteraf te verminderen. De actieve rust dient spiervibraties te veroorzaken, geen contracties.
Wanneer de amplitude na de stimulatie tot 0,0 mA daalt, moet de amplitude voor de actieve rust
worden verhoogd totdat spiervibraties zijn te zien.
KRACHT
Indicatie
Postoperatief, spieren die enige tijd geïmmobiliseerd of verzwakt zijn.
Lichaamsdeel SCHOUDER
Spier M. deltoideus, m. infraspinatus, m. supraspinatus, m.
teres minor
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel BOVENARM
Spier M. brachialis, m. biceps brachii, m. triceps brachii
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Enraf-Nonius 35
Lichaamsdeel ONDERARM
Spier Handbuigers, handstrekkers, m. brachioradialis
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel RUG - ROMP
Spier Brede rugspier, borstspieren, buikspieren,
rugstrekkers
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel HEUP
Spier Middelste bilspier, grote bilspier, m. tensor fasciae
latae
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel DIJBEEN - KNIE
Spier Vierhoofdige dijspier (m. rectus femoris)
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Enraf-Nonius 36
Lichaamsdeel SCHEENBEEN
Spier Voorste scheenbeenspier, achterste scheenbeenspier,
m. peroneus, m. gastrocnemius
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel VOET
Spier Abductor van de grote teen
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 2 extra kleine elektroden. Wissel van plaats
om de beste locatie te vinden.
Intensiteit
Spiercontracties van middelmatige intensiteit zonder pijn.
Behandeltijd
29:49 minuten
KRACHT Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 5 19:49 5
Pulsduur (μs) 250 250 250
Frequentie (Hz) 5 35-60 2-8
Modulatietijd (sec) 10
Rustfrequentie (Hz) 5
Zweltijd (sec) 3
Aanhoudtijd (sec) 8
Slinktijd (sec) 1
Actieve rust (sec)* 17
*Actieve rust is 5 Hz, zweltijd 1 sec, aanhoudtijd 15 sec, slinktijd 1 sec.
15.1.3 MOBILISATIE 1 + 2
De training is op neuromusculaire facilitatie gericht, die vooral de mobiliteit verbetert. Elk
programma bestaat uit een sequentie voor het trainen van de mobiliteit met alternerende
stimulatie. De stimulatie wisselt af tussen het trainen van de agonisten en de antagonisten.
Tijdens de alternerende stimulatie werken de kanalen in paren: kanaal 1 samen met kanaal 2 en
kanaal 3 samen met kanaal 4. Er moeten minstens twee kanalen actief zijn. Wanneer u slechts
twee kanalen gebruikt, moet u van elk paar een kanaal gebruiken, bijvoorbeeld kanaal 1 en anaal
De amplitude moet zo worden ingesteld dat zichtbare spiercontracties optreden die tot beweging
leiden.
Enraf-Nonius 37
MOBILISATIE
Indicatie
Postoperatief, spieren die enige tijd geïmmobiliseerd of verzwakt zijn.
Lichaamsdeel SCHOUDER
Spier M. deltoideus, m. infraspinatus, m. supraspinatus, m.
teres minor
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel BOVENARM
Spier M. brachialis, m. biceps brachii, m. triceps brachii
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel ONDERARM
Spier Handbuigers, handstrekkers, m. brachioradialis
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Enraf-Nonius 38
Lichaamsdeel RUG - ROMP
Spier Brede rugspier, borstspieren, buikspieren,
rugstrekkers
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel HEUP
Spier Middelste bilspier, grote bilspier, m. tensor fasciae
latae
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel DIJBEEN - KNIE
Spier Vierhoofdige dijspier (m. rectus femoris)
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel SCHEENBEEN
Spier Voorste scheenbeenspier, achterste scheenbeenspier,
m. peroneus, m. gastrocnemius
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Enraf-Nonius 39
Lichaamsdeel VOET
Spier Abductor van de grote teen
Plaatsing van
de elektroden
Gebruik 2 extra kleine elektroden. Wissel van plaats
om de beste locatie te vinden.
Intensiteit
Zichtbare spiercontracties die tot beweging leiden, zonder pijn.
Behandeltijd
5 minuten
MOBILISATIE 1 Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 15
Pulsduur (μs) 200
Frequentie (Hz) 40
Zweltijd sec) 2
Aanhoudtijd (sec) 4
Slinktijd (sec) 2
Rust (sec) 14
MOBILISATIE 2 Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 15:12
Pulsduur (μs) 200
Frequentie (Hz) 40
Zweltijd ) 2
Aanhoudtijd (sec) 6
Slinktijd (sec) 2
Rust (sec) 18
15.1.4 FACILITATIE
FACILITATIE Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 14:56
Pulsduur (μs) 300
Frequentie (Hz) 40
Zweltijd 2
Aanhoudtijd (sec) 4
Slinktijd (sec) 2
Rust (sec) 6
15.2 SPORT
Elk programma bestaat uit 1–3 sequenties met verschillende doelen. Voor een evenwichtige
training is het noodzakelijk dat het uit drie sequenties bestaande programma altijd met een
warming-up begint en met een herstelsequentie eindigt. Dewarming-upsequentie en
herstelsequentie genereren spiervibraties om de bloedcirculatie in de spier te verbeteren. Als een
Enraf-Nonius 40
nieuwe sequentie begint, daalt de amplitude tot de helft van het eerdere niveau, zodat de
overgang comfortabel verloopt. Dit betekent dat de amplitude moet worden verhoogd wanneer
een nieuwe sequentie begint.
Programma met actieve rust
In een aantal programma´s worden de spieren ook tussen de contracties door gestimuleerd - dit
wordt actieve rust genoemd. De actieve rust dient spiervibraties te genereren, maar geen
contracties. Het doel is om te spier voor te bereiden op de volgende contractie, en daarmee de
spierpijn achteraf te verminderen.
De sportprogramma´s zijn ontworpen voor de volgende lichaamsdelen:
Bovenlichaam
Rug/romp
Onderlichaam
Voor alle drie de lichaamsdelen zijn de volgende programma´s beschikbaar.
15.2.1 MAXIMALE KRACHT
MAXIMALE KRACHT
Indicatie
Verhoogt de capaciteit tot het ontwikkelen van maximale kracht en
vergroot de spiermassa. Wordt aanbevolen voor mensen wier sport
maximale kracht vereist.
Lichaamsdeel SCHOUDER
Spier M. deltoideus
Lichaamsdeel BOVENARM
Spier M. brachialis, m. biceps brachii, m. triceps brachii
Enraf-Nonius 41
Lichaamsdeel ONDERARM
Spier Handbuigers, handstrekkers, m. brachioradialis
Lichaamsdeel RUG - ROMP
Spier Brede rugspier, borstspieren, buikspieren,
rugstrekkers
Volgens de huidige internationale normen moet een waarschuwing
worden gegeven voor het plaatsen van elektroden op de borst (hoger
risico op hartfibrillatie).
Lichaamsdeel HEUP
Spier Middelste bilspier, grote bilspier, m. tensor fasciae
latae
Lichaamsdeel DIJBEEN - KNIE
Spier Tweehoofdige dijspier, vierhoofdige dijspier
Enraf-Nonius 42
Lichaamsdeel SCHEENBEEN
Spier Voorste scheenbeenspier, achterste scheenbeenspier,
m. peroneus, m. gastrocnemius
Intensiteit
Maximale spiercontracties zonder pijn. De actieve rust dient spiervibraties
te genereren.
Behandeltijd
30:45 minuten
MAXIMALE KRACHT Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 5 15:45 10
Pulsduur (μs) 220 220 220
Frequentie (Hz) 3–10 50–70 2–8
Modulatietijd (sec)
Rustfrequentie (Hz) 4
Zweltijd (sec) 6 1,75 2
Aanhoudtijd (sec) 0 6 9:56
Slinktijd (sec) 6 1,25 2
Actieve rust (sec) 18
15.2.2 WEERSTANDSKRACHT
WEERSTANDSKRACHT
Indicatie
Verbetert de capaciteit om kracht te ontwikkelen die langdurig van een
hoog niveau is, vertraagt spiermoeheid. Wordt aanbevolen voor sporten
die gedurende lange tijd intensieve spieractiviteit vereisen.
Lichaamsdeel SCHOUDER
Spier M. deltoideus, m. infraspinatus, m. supraspinatus, m.
teres minor
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Enraf-Nonius 43
Lichaamsdeel BOVENARM
Spier M. brachialis, m. biceps brachii, m. triceps brachii
Lichaamsdeel ONDERARM
Spier Handbuigers, handstrekkers, m. brachioradialis
Lichaamsdeel RUG - ROMP
Spier Brede rugspier, borstspieren, buikspieren
Volgens de huidige internationale normen moet een waarschuwing
worden gegeven voor het plaatsen van elektroden op de borst (hoger
risico op hartfibrillatie).
Lichaamsdeel HEUP
Spier Middelste bilspier, grote bilspier, m. tensor fasciae
latae
Enraf-Nonius 44
Lichaamsdeel DIJBEEN - KNIE
Spier Tweehoofdige dijspier, vierhoofdige dijspier
Lichaamsdeel SCHEENBEEN
Spier Voorste scheenbeenspier, achterste scheenbeenspier,
m. peroneus, m. gastrocnemius
Intensiteit
Middelmatige tot sterke spiercontracties. De actieve rust dient
spiervibraties te genereren.
Behandeltijd
33 minuten
WEERSTAND Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 4 14 15
Pulsduur (μs) 220 220 220
Frequentie (Hz) 3–10 50–70 3
Modulatietijd (sec)
Rustfrequentie (Hz) 5
Zweltijd (sec) 6 1,75 2
Aanhoudtijd (sec) 0 8 14:56
Slinktijd (sec) 6 1,25 2
Actieve rust (sec) 10
Enraf-Nonius 45
15.2.3 HERSTEL
HERSTEL
Indicatie
Vergroot het vermogen tot herstel van de maximale spierkracht na een
training of wedstrijd, door middel van een verbeterde bloedcirculatie en de
verwijdering van melkzuur.
Lichaamsdeel SCHOUDER
Spier M. deltoideus
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel BOVENARM
Spier M. brachialis, m. biceps brachii, m. triceps brachii
Lichaamsdeel ONDERARM
Spier Handbuigers, handstrekkers, m. brachioradialis
Lichaamsdeel RUG - ROMP
Spier Brede rugspier, borstspieren, buikspieren
Volgens de huidige internationale normen moet een waarschuwing
worden gegeven voor het plaatsen van elektroden op de borst (hoger
risico op hartfibrillatie).
Enraf-Nonius 46
Lichaamsdeel HEUP
Spier Middelste bilspier, grote bilspier, m. tensor fasciae
latae
Lichaamsdeel DIJBEEN - KNIE
Spier Tweehoofdige dijspier, vierhoofdige dijspier
Lichaamsdeel SCHEENBEEN
Spier Voorste scheenbeenspier, achterste scheenbeenspier,
m. peroneus, m. gastrocnemius
Intensiteit
Zichtbare spiervibraties.
Behandeltijd
10 minuten
WEERSTAND Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 10
Pulsduur (μs) 220
Frequentie (Hz) 3
Enraf-Nonius 47
15.2.4 TONIFICEREN
TONIFICEREN
Indicatie
Helpt de spiertonus op peil te houden en is een effectieve aanvulling op
andere training.
Lichaamsdeel SCHOUDER
Spier M. deltoideus
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel BOVENARM
Spier M. brachialis, m. biceps brachii, m. triceps brachii
Lichaamsdeel ONDERARM
Spier Handbuigers, handstrekkers, m. brachioradialis
Lichaamsdeel RUG - ROMP
Spier Brede rugspier, borstspieren, buikspieren
Volgens de huidige internationale normen moet een waarschuwing
worden gegeven voor het plaatsen van elektroden op de borst (hoger
risico op hartfibrillatie).
Enraf-Nonius 48
Lichaamsdeel HEUP
Spier Middelste bilspier, grote bilspier, m. tensor fasciae
latae
Lichaamsdeel DIJBEEN - KNIE
Spier Tweehoofdige dijspier, vierhoofdige dijspier
Lichaamsdeel SCHEENBEEN
Spier Voorste scheenbeenspier, achterste scheenbeenspier,
m. peroneus, m. gastrocnemius
Intensiteit
Spiervibraties van middelmatige intensiteit.
Behandeltijd
25 minuten
TONIFICEREN Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 5 15 5
Pulsduur (μs) 220 220 220
Frequentie (Hz) 5 25–40 3
Modulatietijd (sec)
Zweltijd (sec) 2 2 2
Aanhoudtijd (sec) 04:56 6 04:56
Slinktijd (sec) 2 1 2
Rusttijd (sec) 8
Enraf-Nonius 49
15.2.5 DRAINAGE
DRAINAGE
Indicatie
Activeert de bloedsomloop middels de pompwerking van de spieren. Leidt
tot verwijdering van afvalstoffen. De drainageprogramma´s zijn
programma´s met seriële contracties, wat betekent dat de spieren in een
reeks na elkaar worden gestimuleerd.
Lichaamsdeel SCHOUDER
Spier M. deltoideus, m. infraspinatus, m. supraspinatus, m.
teres minor
De training kan gerust met actieve bewegingen worden gecombineerd.
Lichaamsdeel BOVENARM
Spier M. brachialis, m. biceps brachii, m. triceps brachii
Lichaamsdeel ONDERARM
Spier Handbuigers, handstrekkers, m. brachioradialis
Enraf-Nonius 50
Lichaamsdeel RUG - ROMP
Spier Buikspieren, rugstrekkers
Lichaamsdeel HEUP
Spier Middelste bilspier, grote bilspier, m. tensor fasciae
latae
Lichaamsdeel DIJBEEN - KNIE
Spier Tweehoofdige dijspier, vierhoofdige dijspier
Lichaamsdeel SCHEENBEEN
Spier Voorste scheenbeenspier, achterste scheenbeenspier,
m. peroneus, m. gastrocnemius
Enraf-Nonius 51
Intensiteit
Zichtbare spiervibraties.
N.B.:
Er zijn 42 lussen. Sequentie 1 is alleen beschikbaar op kanaal 1 + 2,
sequentie 2 op kanaal 1 + 2 + 3.
Behandeltijd
20:39 minuten
DRAINAGE Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Pulsduur (μs) 400 400 400
Frequentie (Hz) 50 50 0
Zweltijd (sec) 1,5 1,5 0
Aanhoudtijd (sec) 3 3 19
Slinktijd (sec) 0 1,5 0
15.2.6 UROLOGIE
Urine-incontinentie is voor veel mensen een groot probleem. Er zijn twee hoofdtypen urine-
incontinentie te onderscheiden.
15.2.6.1 Aandrangincontinentie
Aandrangincontinentie betekent een plotseling, heftige, onbeheersbare aandrang. Soms kan niet
worden voorkomen dat groot urineverlies optreedt vanwege een onvrijwillige contractie van de
blaas. Aandrangincontinentie kan zowel bij mannen als vrouwen voorkomen, en vooral bij
ouderen. Een oorzaak kan een stoornis zijn in het deel van het zenuwstelsel dat de blaas
aanstuurt.
De problemen van urine-incontinentie kunnen voor individuele patiënten complex zijn, en vaak
komen gemengde vormen van stress- en aandrangincontinentie voor.
De blaas dient tussen de urinelozingen steeds een lage druk te hebben, maar in sommige
gevallen van aandrangincontinentie is de blaas instabiel en zijn er plotselinge drukverhogingen
tijdens de “rustfase”. Aandrangincontinentie wordt behandeld met constante stimulatie met een
lage frequentie tussen 5 en 10 Hz. Dit stimulatietype heeft een ontspannende werking op de
blaas, die vaak overactief is. De stimulatie dient zo sterk mogelijk, maar niet pijnlijk te zijn.
Behandeltijd ongeveer 15 minuten, 2-3 keer per week.
AANDRANGINCONTINENTIE
In geval van aandrangincontinentie heeft de stimulatie tot doel om de
overactieve blaas te ontspannen door de perineale zenuwen te stimuleren
de blaasactiviteit reflexmatig te remmen.
Behandeltijd:
15 minuten
Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 15
Pulsduur (μs) 180
Frequentie (Hz) 10
Enraf-Nonius 52
15.2.6.2 Behandeling van mixed incontinentie
Mixed incontinentie wordt behandeld met intermitterende stimulatie met een frequentie van 20 Hz.
De stimulatie dient zo sterk mogelijk, maar niet pijnlijk te zijn. Behandeltijd: ongeveer 15 minuten,
1-5 keer per week. Het is nuttig als de patiënt actief aan de spiercontracties deelneemt.
MIXED INCONTINENTIE 1
Bij patiënten met mixed incontinentie behandelt de stimulatie zowel de
aandrang- als stressincontinentie.
Behandeltijd:
14:57 minuten
Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 14:57
Pulsduur (μs) 180
Frequentie (Hz) 20
Stimulatietijd (sec) 7
Rusttijd (sec) 6
MIXED INCONTINENTIE 2
Bij patiënten met mixed incontinentie behandelt de stimulatie zowel de
aandrang- als stressincontinentie.
Behandeltijd:
14:56 minuten
Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 14:56
Pulsduur (μs) 180
Frequentie (Hz) 20
Stimulatietijd (sec) 6
Rusttijd (sec) 8
Enraf-Nonius 53
15.2.6.3 Stressincontinentie
Stressincontinentie betekent dat het urineverlies wordt veroorzaakt door een verhoogde druk in de
buik tijdens lichamelijke inspanning. De druk op de urethra is te groot om er weerstand aan te
kunnen bieden. Dit probleem komt vooral bij vrouwen voor, meestal als gevolg van een
verzwakking van de perineumspieren.
Een oorzaak van stressincontinentie kunnen slecht functionerende perineumspieren zijn. Om de
spieren te identificeren en de perineumspieren te versterken is intermitterende stimulatie van
ongeveer 50 Hz ideaal. De stimulatie moet zo sterk mogelijk, maar niet pijnlijk zijn, en het is nuttig
als de patiënt actief aan de spiercontracties deelneemt. Behandeltijd: ongeveer 15 minuten, 3-5
keer per week. Wij raden aan om deze training te combineren met bekkenbodemspieroefeningen
door de patiënt zelf.
STRESSINCONTINENTIE 1
Behandeltijd:
14:56 minuten
Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 14:56
Pulsduur (μs) 180
Frequentie (Hz) 50
Stimulatietijd (sec) 6
Rusttijd (sec) 8
STRESSINCONTINENTIE 2
Behandeltijd:
15 minuten
Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 15
Pulsduur (μs) 180
Frequentie (Hz) 50
Stimulatietijd (sec) 8
Rusttijd (sec) 12
BEKKENBODEMPIJN
Behandeltijd:
15 minuten
Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 15
Pulsduur (μs) 180
Frequentie (Hz) 100
Enraf-Nonius 54
15.3 HEMIPLEGIE
NMES is een uitstekende aanvulling op traditionele fysiotherapie na een beroerte. De behandeling
kan worden toegepast om facilitatie en het opnieuw aanleren van motorische vaardigheden te
bevorderen, en om spasticiteit te verminderen. Indien NMES wordt gebruik om spasticiteit te
verminderen, kunnen de elektroden op de agonist of op de antagonist worden geplaatst.
Het vaakst worden ze op de antagonist geplaatst. NMES heeft tevens een pijnstillende werking,
waarvan gebruikt kan worden gemaakt voor indicaties als pijn in de schouder. Indien het
perceptievermogen van de patiënt verstoord is in combinatie met een verminderde aandacht
(hemi-inattentie of neglect genaamd), kan training van deze functie ook in de behandeling worden
geïntegreerd. De NMES-behandeling dient niet alleen passief te zijn, maar moet actief in de
trainingssituatie worden gebruikt.
HEMIPLEGIE - SCHOUDER
Intensiteit:
Zichtbare spiercontracties zonder pijn, die idealiter tot beweging leiden.
Behandeltijd:
20:16 minuten
Plaatsing van de elektroden
Gebruik 4 kleine of 2 grote
elektroden. Wissel van plaats om de
beste locatie te vinden.
Spieren: M. deltoideus, m. supraspinatus
Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 20:16
Pulsduur (μs) 250
Frequentie (Hz) 40
Zweltijd (sec) 4
Stimulatietijd (sec) 10
Slinktijd (sec) 2
Rusttijd (sec) 22
Enraf-Nonius 55
HEMIPLEGIE - ARM
Intensiteit:
Zichtbare spiercontracties zonder pijn, die idealiter tot beweging leiden.
Behandeltijd:
20:18 minuten
Plaatsing van de elektroden
2 grote elektroden. Wissel van
plaats om de beste locatie te vinden.
Spieren: N. triceps brachii, handstrekkers
Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 20:18
Pulsduur (μs) 200
Frequentie (Hz) 40
Slinktijd (sec) 2
Stimulatietijd (sec) 14
Zweltijd (sec) 4
Rusttijd (sec) 22
Enraf-Nonius 56
HEMIPLEGIE - HEUP en DIJBEEN
Intensiteit:
Zichtbare spiercontracties zonder pijn, die idealiter tot beweging leiden.
Behandeltijd:
19:49 minuten
Plaatsing van de elektroden
Combineer 2 kleine of 2 grote
elektroden. Wissel van plaats om de
beste locatie te vinden.
Spieren: Middelste bilspier, grote bilspier, m. tensor fasciae latae,
vierhoofdige dijbeenspier
Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 19:49
Pulsduur (μs) 400
Frequentie (Hz) 40
Zweltijd (sec) 4
Stimulatietijd (sec) 18
Slinktijd (sec) 2
Rusttijd (sec) 18
Enraf-Nonius 57
HEMIPLEGIE - SCHEENBEEN
Intensiteit:
Zichtbare spiercontracties zonder pijn, die idealiter tot beweging leiden.
Behandeltijd:
19:49 minuten
Plaatsing van de elektroden
2 of 4 middelgrote elektroden.
Wissel van plaats om de beste
locatie te vinden.
Spieren: Voorste scheenbeenspier Zenuw: N. peroneus
Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 19:49
Pulsduur (μs) 250
Frequentie (Hz) 40
Zweltijd (sec) 4
Stimulatietijd (sec) 18
Slinktijd (sec) 2
Rusttijd (sec) 18
Enraf-Nonius 58
HEMIPLEGIE - SPASTICITEIT
Intensiteit:
Zichtbare spiercontracties zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Plaatsing van de elektroden
Plaats de elektroden op de
agonistische of antagonistische
spier.
Sequentie 1 Sequentie 2 Sequentie 3
Tijd (min) 29:58
Pulsduur (μs) 250
Frequentie (Hz) 40
Zweltijd (sec) 4
Stimulatietijd (sec) 8
Slinktijd (sec) 2
Rusttijd (sec) 17
Enraf-Nonius 59
16 INLEIDING TOT TENS
TENS wordt voor zowel acute als langdurige pijnaandoeningen gebruikt, en vooral wanneer de
pijn zijn oorsprong heeft in de gewrichten, het skelet, de spieren, de huid, de ingewanden of het
zenuwstelsel - zowel nociceptieve als neurogene pijn. De behandeling kan als enige therapievorm
volstaan, maar is ook een waardevolle aanvulling op andere farmacologische en/of fysische
behandelingen. Tevens is bewezen dat TENS pijn verlicht en de wondgenezing bij patiënten met
een stoornis van de perifere bloedsomloop verbetert, terwijl TENS ook effectief is in de
behandeling van misselijkheid.
TENS maakt op twee manieren gebruik van de eigen analgetische mechanismen van het
zenuwstelsel:
Hoogfrequente TENS (ook wel conventionele TENS genaamd) is op de poortcontroletheorie
gebaseerd. Volgens deze theorie remmen afferente zenuwvezels de overdracht van impulsen in
de pijnroutes op spinaal niveau. Bij hoogfrequente TENS wordt een frequentie van 50–120 Hz
gebruikt.
Laagfrequente TENS (ook wel burst-TENS genaamd) is een acupunctuurachtige TENS die
efferente zenuwvezels stimuleert om spiercontracties op te wekken. Hierbij komen lichaamseigen
morfineachtige stoffen - endorfinen - vrij. Bij laagfrequente TENS wordt een frequentie van 2-10
Hz gebruikt.
Stimulatie met gemengde frequentie betekent dat hoog- en laagfrequente TENS in hetzelfde
programma zijn geïntegreerd. Bij deze stimulatie wordt om de drie seconden overgeschakeld van
2 Hz naar 80 Hz. Hierdoor ontstaat een combinatie van hoogfrequente en laagfrequente
stimulatie, wat tot een efficiëntere behandeling kan leiden.
16.1 Plaatsing van de elektroden
Hoogfrequente TENS: De elektroden worden bij voorkeur boven of dicht bij het pijnlijke gebied
geplaatst. U kunt de elektroden ook op het dermatoom van de pijn plaatsen (zie de
dermatoomkaart opbladzijde 68), paravertebraal (aan beide zijden van de wervelkolom) of aan de
tegengestelde zijde van het lichaam. Plaats de negatieve elektrode – de kathode (zwarte pin) –
boven het meest pijnlijke gebied. Kies de grootte van de elektrode overeenkomstig het gebied dat
wordt behandeld.
Laagfrequente TENS: Plaats de elektroden boven de spier of spiergroep die u wilt behandelen.
Plaats de negatieve elektrode boven het motorische punt (waar de zenuw het dichtst aan de
oppervlakte ligt).
U kunt de elektroden ook in het betreffende myotoom plaatsen (zie de myotoomkaart op bladzijde
69) of op acupunctuurpunten. Kies de grootte van de elektrode overeenkomstig de spiergroep die
wordt behandeld.
Plaats de elektroden op een afstand van minstens 3 cm van elkaar en niet verder dan 30 cm uit
elkaar.57
16.1.1 Stimulatie
Hoogfrequente TENS: Stel de stroom zo bij dat de stimulatie een krachtige, maar aangename
paresthesie – tintelingen – veroorzaakt. De patiënt past zich vaak aan de amplitude aan,
waardoor die na 5 tot 10 minuten moet worden bijgesteld. Behandeltijd: meestal een sessie van
30-60 minuten. U kunt de behandeling vele keren per dag herhalen, afhankelijk van de sterkte van
de pijn. Laagfrequente TENS: Stel de stroom zo bij dat de stimulatie zichtbare spiercontracties
Enraf-Nonius 60
veroorzaakt, zonder pijn. Behandeltijd: 20–45 minuten. De behandeling mag niet vaker dan drie
keer per dag plaatsvinden, om te voorkomen dat spiermoeheid optreedt.
16.1.2 Nociceptieve en neurogene pijn
Het verschil tussen nociceptieve en neurogene pijn is dat het zenuwstelsel in geval van
nociceptieve pijn intact is, terwijl het zenuwstelsel bij neurogene pijn op een of andere manier
beschadigd is. Let op: Vóór een TENS-behandeling moet altijd het gevoel worden getest, en bij de
behandeling van neurogene pijn moet u in het begin altijd voorzichtig zijn met de intensiteit. Bij
patiënten met neurogene pijn neemt de pijn soms toe bij behandeling met TENS; in dat geval
moet de behandeling worden gestopt of veranderd. Een alternatief is om de patiënt aan de
tegengestelde zijde te behandelen.
16.2 TENS ALGEMEEN
Indicaties: nociceptieve en neurogene pijn
Intensiteit: De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Conventionele TENS
Frequentie 80 Hz
Pulsduur 180 µs
Behandeltijd 30 minuten
Faseduur-modulatie
Frequentie 80 Hz
Pulsduur 75-180 µs
Modulatietijd 2 seconden
Behandeltijd 30 minuten
Burst-TENS 2 Hz
Frequentie 2 Hz
Pulsduur 180 µs
Behandeltijd 30 minuten
Burst-TENS 4 Hz
Frequentie 4 Hz
Pulsduur 180 µs
Behandeltijd 30 minuten
Gemengde frequentie
Frequentie 1 80 Hz
Frequentie 2 2 Hz
Pulsduur 180 µs
Modulatietijd 3,5 seconden
Behandeltijd 30 minuten
Enraf-Nonius 61
*Voor elke frequentie wordt één amplitude ingesteld. Stel eerst de amplitude in voor de
hoogfrequente stimulatie en als de stimulator na drie seconden op laagfrequente stimulatie
overschakelt, stelt u de amplitude voor deze frequentie in.
16.3 Nociceptieve pijn
Ribfractuur
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 170
Frequentie (Hz) 70
Spinale compressie
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 180
Frequentie (Hz) 70
Enraf-Nonius 62
Fractuurpijn
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 180
Frequentie (Hz) 80
Pijn in de nek
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Volgens de huidige internationale normen moet een waarschuwing
worden gegeven voor het plaatsen van elektroden op de borst (hoger
risico op hartfibrillatie).
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 70–140
Frequentie (Hz) 80
Modulatietijd (sec) 3
Enraf-Nonius 63
Pijn in de nekspier
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Volgens de huidige internationale normen moet een waarschuwing
worden gegeven voor het plaatsen van elektroden op de borst (hoger
risico op hartfibrillatie).
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 80–200
Frequentie (Hz) 60
Modulatietijd (sec) 3
Cervicale spasmen
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 60–160
Frequentie (Hz) 80
Modulatietijd (sec) 2
EPICONDYLITIS
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 150
Frequentie (Hz) 80
Enraf-Nonius 64
Thoracale rugpijn
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Volgens de huidige internationale normen moet een waarschuwing
worden gegeven voor het plaatsen van elektroden op de borst (hoger
risico op hartfibrillatie).
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 180
Frequentie (Hz) 20–60
Modulatietijd (sec) 3
Lumbale rugpijn
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 250
Frequentie (Hz) 40–100
Modulatietijd (sec) 3
Enraf-Nonius 65
Pijn in de schouder
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 75–180
Frequentie (Hz) 80
Modulatietijd (sec) 3
Pijn in de elleboog
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 75–180
Frequentie (Hz) 60
Modulatietijd (sec) 2
Pijn in de pols
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 60–150
Frequentie (Hz) 60
Modulatietijd (sec) 2
Enraf-Nonius 66
Pijn in de vingers
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 100
Frequentie (Hz) 70
Pijn in de heup
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 80–200
Frequentie (Hz) 80
Modulatietijd (sec) 3
Pijn in de knie
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 75–180
Frequentie (Hz) 80
Modulatietijd (sec) 2
Enraf-Nonius 67
Pijn in de enkel
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 75–180
Frequentie (Hz) 70
Modulatietijd (sec) 3
16.4 TENS NEUROGEEN
Let op: Vóór een TENS-behandeling moet altijd het gevoel worden getest, en bij de behandeling
van neurogene pijn moet u in het begin altijd voorzichtig zijn met de intensiteit. Bij patiënten met
neurogene pijn neemt de pijn soms toe bij behandeling met TENS; in dat geval moet de
behandeling worden gestopt of veranderd. Een alternatief is om de patiënt aan de tegengestelde
zijde te behandelen.
Cervicale rizopathie
Intensiteit:
Zichtbare spiercontracties zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 180
Burst-frequentie (Hz) 2
Enraf-Nonius 68
Lage rugpijn en ischias
Intensiteit:
De stroom wordt duidelijk gevoeld en er zijn zichtbare spiercontracties,
zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Sequentie 1 Sequentie 2
Pulsduur (μs) 180 180
Frequentie (Hz) 80 2
Tijd (sec) 3,5 3,5
Herhalingen ca. 257
Ischias
Intensiteit:
Zichtbare spiercontracties zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 250
Burst-frequentie (Hz) 2
Carpaletunnelsyndroom
Intensiteit:
De stroom wordt duidelijk gevoeld en er zijn zichtbare spiercontracties,
zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 60–150
Frequentie (Hz) 80
Modulatietijd (sec) 2
Enraf-Nonius 69
Fantoompijn
Intensiteit:
De stroom wordt duidelijk gevoeld en er zijn zichtbare spiercontracties,
zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 90–200
Frequentie (Hz) 80
Modulatietijd (sec) 2
Postherpetische neuralgie
Intensiteit:
De stroom wordt duidelijk gevoeld en er zijn zichtbare spiercontracties,
zonder pijn.
Behandeltijd:
20 minuten
Tijd (min) 20
Pulsduur (μs) 180
Frequentie (Hz) 70
Hemiplegische schouderpijn
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
N.B.: Als het gevoel van de patiënt verminderd is, moet worden getest voor
welke amplitude de patiënt voorkeur heeft aan de aangedane zijde.
Behandeltijd:
20 minuten
Tijd (min) 20
Pulsduur (μs) 200
Frequentie (Hz) 100
Enraf-Nonius 70
Spasticiteit
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
N.B.: Als het gevoel van de patiënt verminderd is, moet worden getest voor
welke amplitude de patiënt voorkeur heeft aan de aangedane zijde.
Behandeltijd:
30 minuten
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 200
Frequentie (Hz) 100
Post-CVA-pijn 1
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
25 minuten
Tijd (min) 25
Pulsduur (μs) 180
Frequentie (Hz) 70
Post-CVA-pijn 2
Intensiteit:
Zichtbare spiercontracties zonder pijn.
Behandeltijd:
25 minuten
Tijd (min) 25
Pulsduur (μs) 180
Burst-frequentie (Hz) 2
Enraf-Nonius 71
MONONEUROPATHIE
Intensiteit:
De stroom moet duidelijk te voelen zijn, zonder pijn.
Behandeltijd:
30 minuten
Volgens de huidige internationale normen moet een waarschuwing
worden gegeven voor het plaatsen van elektroden op de borst (hoger
risico op hartfibrillatie).
Tijd (min) 30
Pulsduur (μs) 75–170
Frequentie (Hz) 70
Modulatietijd (sec) 3
Enraf-Nonius 72
17 DERMATOOM- EN MYOTOOMKAART
Enraf-Nonius 73
Enraf-Nonius B.V.
Vareseweg 127
3047 AT Rotterdam
Postbus 12080
3004 GB Rotterdam
Tel : 010 - 203 06 66
Fax : 010 - 203 06 96
www.enraf-nonius.com
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75

Enraf-Nonius TensMed S84 DJO Handleiding

Type
Handleiding