Scholtes CI 55M A de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding
NL
FORNUIS EN OVEN
CI 55 M W
CI 55 M A
Inhoud
Installatie, 47-50
Plaatsen en waterpas zetten
Elektrische aansluiting
Gasaansluiting
Aanpassen aan de verschillende soorten gas
Tabel eigenschappen branders en sproeiers
Tabel eigenschappen
Beschrijving van het apparaat, 51
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
Display
Starten en gebruik, 52-57
Gebruik van de kookplaat
De klok instellen
De timer instellen
Gebruik van de oven
Kookprogramma’s
De bereiding programmeren
Praktische kooktips
Kooktabel oven
Voorzorgsmaatregelen en advies, 58
Algemene veiligheid
Afvalverwijdering
Energiebesparing en milieubehoud
Onderhoud en verzorging, 59
De elektrische stroom afsluiten
Reinigen van het apparaat
Vervangen van het ovenlampje
Onderhoud gaskranen
Service, 60
Gebruiksaanwijzing
Nederlands,46
NL
Italiano, 1
IT
Français, 31
Deutsch, 61
English,16
GB FR
DE
NL
47
! Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor
eventuele raadpleging in de toekomst. In het geval u
het apparaat verkoopt, weggeeft of wanneer u
verhuist, moet het boekje bij het apparaat bewaard
worden.
! Lees de instructies aandachtig door: er staat
belangrijke informatie in over installatie, gebruik en
veiligheid.
! De installatie van het apparaat moet volgens deze
instructies worden uitgevoerd door een bevoegde
installateur.
! Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u
tot onderhoud of regeling van het fornuis overgaat.
Ventilatie van de vertrekken
Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in
permanent geventileerde ruimten, overeenkomstig
de geldende nationale normen en daaropvolgende
wijzigingen . In het vertrek waar het apparaat wordt
geïnstalleerd moet zoveel lucht kunnen toestromen
als nodig is voor de normale gasverbranding (de
luchtcapaciteit mag niet minder zijn dan 2 m
3
/h per
kW geïnstalleerd vermogen).
De luchttoevoeropeningen, beschermd door
roosters, moeten voorzien zijn van een leiding van
minstens 100 cm
2
bruikbare doorsnede en zo
moeten zijn geplaatst dat niet worden verstopt, zelf
niet gedeeltelijk (
zie afbeelding A
).
Deze openingen moeten met 100% worden verbreed
- met een minimum van 200 cm
2
- als het fornuis
niet voorzien is van een thermokoppelbeveiliging en
wanneer de toevoer van lucht op indirecte manier
van aangrenzende vertrekken plaatsvindt (
zie
afbeelding B
) - mits dit geen gemeenschappelijke
ruimtes zijn van het gebouw, vertrekken met een
verhoogd brandgevaar of slaapkamers, die
beschikken over een ventilatieopening die
verbonden is met buiten, zoals zojuist beschreven.
Aangrenzend vertrek Te ventileren vertrek
AB
A
! Na een langdurig gebruik van het apparaat is het
aan te raden een raam te openen of de draaisnelheid
van eventuele ventilatoren te vermeerderen.
Afvoer van de verbrandingsgassen
De afvoer van de verbrandingsgassen moet
plaatsvinden door middel van een afzuigkap die is
aangesloten op een veilige en goedwerkende
schoorsteen met natuurlijke trek, ofwel door middel
van een elektrische ventilator die automatisch in
werking treedt elke keer dat u het apparaat aanzet
(
zie afbeeldingen
).
! De vloeibare petroleumgassen, die zwaarder zijn
dan de lucht, blijven laag hangen, daarom moeten
LPG flessen afvoeropeningen naar buiten toe
hebben om een eventuele gaslekkage naar onder
toe af te kunnen voeren.
Lege of halfvolle LPG flessen mogen dus niet
worden geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die
lager liggen dan de vloer (kelders, enz.). Het is
beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek te
bewaren, ver van warmtebronnen (ovens, open
haard, kachels) die hem tot temperaturen van meer
dan 50°C zouden kunnen brengen.
Plaatsen en waterpas zetten
! Het apparaat kan naast meubels worden geplaatst
die niet hoger zijn dan het werkvlak.
! Controleer dat de wand die in contact komt met de
achterzijde van het apparaat van niet ontvlambaar
materiaal is gemaakt en bestand is tegen hoge
temperaturen (T 90°C).
Voor een correcte installatie:
plaats het apparaat in de keuken, in de eetkamer
of in een eenkamerappartement (niet in de
badkamer);
als het kookvlak hoger is dan de meubels, moeten
zij op minstens 600 mm van het apparaat vandaan
worden geplaatst;
Installatie
Ventilatieopening voor
verbrandingslucht
Vergroting van de kier
tussen deur en vloer
Afvoer rechtstreeks
naar buiten
Afvoer door een
schoorsteen of vertakt
rookkanaal (alleen
bestemd voor
kookapparaten)
48
NL
als het fornuis onder
een keukenkastje wordt
geïnstalleerd, moet de
afstand tussen de twee
minstens 420 mm zijn.
Deze afstand moet 700
mm worden als de
keukenkastjes zijn
vervaardigd uit
ontvlambaar materiaal
(
zie afbeelding
);
hang geen gordijnen achter het fornuis, of op
minder dan 200 mm van de zijkanten;
eventuele afzuigkappen moeten volgens de
instructies van hun eigen gebruiksaanwijzing
worden geïnstalleerd.
Waterpas zetten
Indien het nodig is het
apparaat te nivelleren, kunnen
de bijgeleverde stelvoetjes in
de daarvoor geschikte
openingen in de hoeken van
het onderstuk van het fornuis
worden geschroefd (
zie
afbeelding
).
De poten* moeten aan het
onderstuk van het fornuis
worden vastgeklemd.
Elektrische aansluiting
Gebruik voor de voedingskabel een stekker die
genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het
typeplaatje(
zie tabel Technische gegevens
).
Wanneer het apparaat rechtstreeks op het
elektrische net wordt aangesloten, moet u tussen het
apparaat en het net een meerpolige schakelaar
aanbrengen met een afstand tussen de contacten
van minstens 3 mm, aangepast aan het elektrische
vermogen en voldoend aan de geldende nationale
normen (de aarding mag niet worden onderbroken
door de schakelaar). De voedingskabel moet
zodanig worden geplaatst dat hij nergens een
temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de
kamertemperatuur.
Vóór het aansluiten moet u controleren dat:
de contactdoos geaard is en voldoet aan de
geldende normen;
HOOD
420
Min.
min. 650 mm. with hood
min.
700 mm. without hood
mm.
600
Min. mm.
420
Min. mm.
de contactdoos in staat is het maximale
vermogen van het apparaat te dragen, zoals
aangegeven op het typeplaatje;
de spanning zich bevindt tussen de waarden die
staan aangegeven op het typeplaatje;
de contactdoos en de stekker van het apparaat
overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel
de stekker ofwel de contactdoos te vervangen;
gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers.
! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de
elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te
bereiken zijn.
! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt
worden.
! De kabel moet van tijd tot tijd worden
gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs
worden vervangen.
! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld wanneer deze normen niet worden
nageleefd.
Gasaansluiting
De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of
-fles moet worden uitgevoerd m.b.v. een flexibele
rubberen of stalen buis, in overeenstemming met de
geldende nationale normen en daaropvolgende
wijzigingen en uitsluitend na te hebben
gecontroleerd dat het apparaat is afgesteld op het
soort gas waarmee het zal worden gevoed (zie
etiket met ijking op het deksel: als dit niet het geval
is
zie onder
). Bij gebruik van vloeibaar gas uit een
gasfles gebruikt u drukregelaars die voldoen aan de
geldende nationale normen en daaropvolgende
wijzigingen. Om de aansluiting te vergemakkelijken
kan de gasvoeding aan de zijkant worden
geplaatst*: verander de plaats van de slanghouder
voor de aansluiting met de afsluitdop en vervang de
bijgeleverde afdichting.
! Voor het veilig functioneren, een juist gebruik van
de energie en een langere levensduur van het
apparaat moet u zich ervan verzekeren dat de
gasdruk overeenkomt met de waarden die zijn
aangegeven in de Tabel Eigenschappen branders
en sproeiers (
zie onder
).
Aansluiting gas met flexibele rubberen buis
Controleer of de buis overeenkomt met de geldende
nationale normen. De interne diameter van de buis
moet zijn: 8 mm voor voeding met vloeibaar gas; 13
mm voor voeding met aardgas.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
NL
49
Zodra de verbinding is uitgevoerd moet u
controleren of de buis:
in geen enkel punt contact maakt met delen die
temperaturen bereiken van meer dan 50°C;
niet onderhevig is aan trekkracht en torsie en dat
er geen bochten of knelpunten zijn;
niet in contact komt met scherpe voorwerpen,
scherpe randen, beweegbare onderdelen en niet
in de knel raakt;
gedurende de hele lengte makkelijk te
inspecteren is, zodat u probleemloos kunt
controleren of hij in goede staat verkeert;
korter is dan 1500 mm;
aan beide uiteinden nauw sluit. Hij moet worden
bevestigd met slangklemmen die voldoen aan de
geldende nationale normen.
! Als u aan één of meer van deze voorwaarden niet
kunt voldoen of als het fornuis wordt geïnstalleerd
volgens de voorwaarden van klasse 2 - onderklasse
1 (apparaat gemonteerd tussen twee meubels),
dient u een flexibele, stalen buis gebruiken (
zie
onder
).
Aansluiting met een flexibele roestvrije stalen
buis aan een onafgebroken wand voorzien van
aanhechtingen met schroefdraad.
Controleer of de buis voldoet aan de geldende
nationale normen en de metalen aluminium
afdichtingen voldoen aan de norm UNI 9001-2 of de
rubberen afdichtingen conform aan de geldende
nationale normen.
Voordat u de buis monteert verwijdert u de
buishouder op het apparaat (het verbindingsstuk
waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is
voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische
schroefbout).
! Voer de verbinding zodanig uit dat de lengte van
de buis, in uitgestrekte toestand, niet langer is dan
2 meter. Verzeker u ervan dat de buis niet in contact
komt met bewegende delen en dat hij niet wordt
afgekneld.
Controle gasdichtheid
Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de
gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden
gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met
een vlam.
Aanpassen aan de verschillende soorten
gas
Het is mogelijk het fornuis aan te passen voor een
verschillende gassoort (anders dan die staat
aangegeven op het typeplaatje op het deksel).
Aanpassen kookplaat
Het vervangen van de sproeiers van de branders
van de kookplaat:
1. verwijder de pannendragers en haal de branders
van hun plek;
2. draai de sproeiers los met
een pijpsleutel van 7 mm (
zie
afbeelding
) en vervang ze met
de sproeiers die geschikt zijn
voor het nieuwe type gas (
zie
Tabel Eigenschappen
branders en sproeiers
);
3. zet de onderdelen in
omgekeerde volgorde weer op hun plaats.
Het regelen van de minimum stand van de branders
van de kookplaat:
1. zet het kraantje op de minimum stand;
2. haal de knop eraf en draai aan het regelschroefje
in of naast de spil van het kraantje totdat u een
kleine regelmatige vlam heeft.
! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel
worden vastgeschroefd;
3. controleer of door de kraan snel van maximum
naar minimum te draaien de branders niet uitgaan.
! De branders hebben geen regeling van de primaire
lucht nodig.
! Na de afregeling van een ander soort gas dan het
goedgekeurde gas moet u het oude etiket van de
gasinstelling vervangen met het etiket dat
overeenkomt met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij
onze Erkende Technische Servicedienst.
! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend
(of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de
toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht
die voldoet aan de geldende normen EN 88-1 en EN
88-2 voor de “drukregelaars voor gekanaliseerd
gas”.
50
NL
Tabel eigenschappen branders en sproeiers
* Bij 15°C en 1013 mbar dry gas
** Propaan P.C.S. (bovenwaarde) = 50,37 MJ/Kg
*** Butaan P.C.S. (bovenwaarde) = 49,47 MJ/Kg
Aardgas P.C.S. (bovenwaarde) = 37,78 MJ/m
3
S
UR
A
ø 180
CI 55 M W
CI 55 M A
TABEL EIGENSCHAPPEN
Afmetingen Oven
HxBxD
32x43,5x40 cm
Inhoud liter 56
Afmetingen
van de
verwarmingslade
breedte 42 cm
diepte 44 cm
hoogte 8,5 cm
Branders
geschikt voor alle soorten gas
aangegeven op het typeplaatje
Spanning en
frequentie van de
elektrische
voeding
zie typeplaatje
ENERGY LABEL
Richtlijn 2002/40/EG op het etiket
van elektrische ovens. Norm EN
50304
Energieverbruik convectie
Natuurlijk - verwarmingsfunctie:
Traditioneel
Energieverbruikverklaring Klasse
geforceerde convectie -
verwarmingsfunctie: Braden
EU Richtlijnen: 2006/95/EG van
12.12.06 (Laagspanning) en
daaropvolgende wijzigingen –
2004/108/EG van 15/12/04
(Elektromagnetische
Compatibiliteit) en daaropvolgende
wijzigingen -2009/142/EG van
30/11/09 (Gas) en daaropvolgende
wijzigingen - 93/68/EG van
22/07/93 en daaropvolgende
wijzigingen - 2002/96/EG.
1275/2008 (Stand-by/Off mode)
Tabel 1 Vloeibaar gas Aardgas
Brander
Diameter
(mm)
Verwarmingsvermogen
kW (p.c.s.*)
By-Pass
1/100
sproeier
1/100
vermogen*
g/h
sproeier
1/100
vermogen *
l/h
Nomin. Gereduc. (mm) (mm) *** *** (mm)
Extra Snel
(Groot) (UR)
100 3,30 0,7 41 91 240 236 123 314
Half-snel
(Middelgroot)
(S)
75 1.90 0.4 30 70 138 136 106 181
Extra (Klein)
(A)
55 1.00 0.4 30 50 73 71 79 95
Toevoerdruk Nominaal (mbar)
Minimum (mbar)
Maximum (mbar)
28-30
20
35
37
25
45
20
17
25
NL
51
Beschrijving van het apparaat
Aanzichttekening
Bedieningspaneel
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
Knoppen
BRANDERS
en
de ELEKTRISCHE
KOOKPLAAT van de
kookplaat
PROGRAMMAKNOP
Knop THERMOSTAAT/INSTELLEN
TIJDEN
DISPLAY
Toets
INSTELLEN TIJDEN
Toets
LICHT
Controlelampje
ELEKTRISCHE
KOOKPLAAT
Display
Symbool
EINDE BEREIDING
Symbool
KLOK
Cijfers TEMPERATUREN
en TIJDEN
Symbool
DUUR
Symbool
TIMER
Aanwijzer van de
Voorverwarming
Glazen deksel *
Lekplaat voor eventueel
overkoken
Elektrische Kookplaat
Rooster van het werkvlak
Bedieningspaneel
Rooster GRILL
Rooster LEKPLAAT
Gasbrander
Stelvoetje
GELEIDERS
van de roosters
stand 3
stand 2
stand 1
Stelvoetje
stand 5
stand 4
52
NL
Starten en gebruik
Gebruik van de kookplaat
Aansteken van de branders
Naast elke BRANDER knop wordt met een vol rondje
aangegeven bij welke brander deze knop hoort.
Om een brander van de kookplaat aan te steken:
1. houd een vlam of aansteker bij de brander;
2. druk en draai tegelijkertijd de BRANDER knop
linksom tot aan het symbool van de grootste vlam E.
3. regel de sterkte van de gewenste vlam, door de
BRANDER knop linksom te draaien: op het minimum
C, op het maximum E of op een tussenliggende
stand.
Als het apparaat beschikt
over een elektronische
ontsteking* (
zie afbeelding
) is
het voldoende tegelijkertijd de
BRANDER knop in te drukken
en linksom te draaien tot op
het symbool van de grootste
vlam, totdat de ontsteking
heeft plaatsgevonden. Het kan zijn dat de brander
uitgaat wanneer u de knop loslaat. In dit geval moet
u de handeling herhalen en de knop iets langer
ingedrukt houden.
! Mocht de vlam per ongeluk uitgaan, doe dan de
brander uit en wacht minstens 1 minuut voordat u
hem weer probeert aan te steken.
Als het apparaat is voorzien van een
thermokoppelbeveiliging* dient u de BRANDER
knop circa 2-3 seconden ingedrukt te houden om de
vlam aan te houden en de beveiliging te activeren.
Om de brander uit te zetten draait u aan de knop tot
hij op uit staat •.
Praktisch advies voor het gebruik van de
branders
Voor een beter rendement van de branders en een
minimaal gasverbruik dient u pannen te gebruiken
met een platte onderkant, die voorzien zijn van een
deksel en die afgestemd zijn op de afmetingen van
de brander:
Brander ø Diameter Pannen (cm)
Extra Snel (UR) 24 – 26
Half-snel (S) 16 – 20
Extra (A) 10 – 14
Om het type brander te selecteren kunt u de
tekeningen raadplegen die staan weergegeven in
het hoofdstuk “Eigenschappen branders en
sproeiers”.
! Op modellen die voorzien zijn van een
vlamverspreider moet deze alleen worden gebruikt
op de extra brander wanneer men pannen gebruikt
die een doorsnede hebben van minder dan 12 cm.
Elektrische kookplaten*
U kunt de kookplaten regelen door de
overeenkomstige knop met de klok mee of tegen de
klok in te draaien, op 6 verschillende standen:
Positie Normale of snelle plaat
0 Uit
1 Minimumsterkte
2 - 5 Middelsterkten
6 Maimumsterkte
Als de knop niet op uit staat zal het controlelampje
aangeven dat de kookplaat in werking is.
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
BELANGRIJK! De glazen afdekplaat
kan breken bij oververhitting. Doe alle
branders of eventuele elektrische kook-
platen uit voordat u hem dicht
doet.*Betreft alleen modellen met gla-
zen deksel
NL
53
De klok instellen
!U kunt de klok zowel instellen als de oven uit is als
wanneer hij aan is, maar alleen als u geen
uitgestelde bereiding heeft ingesteld.
1. Druk meerdere malen op de
toets totdat het
symbool
en de eerste twee cijfers op het
DISPLAY beginnen te knipperen;
2. draai de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+”
en de “-” om de uren in te stellen;
3. druk nogmaals op de toets
totdat de andere
twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen;
4. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
“+” en de “-” om de minuten in te stellen;
5. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen.
De timer instellen
! Deze functie onderbreekt de bereiding niet en is
onafhankelijk van het gebruik van de oven. Hij dient
er uitsluitend voor een geluidssignaal te laten horen
als de ingestelde minuten zijn verstreken.
1. Druk meerdere malen op de toets
totdat het
symbool
en de drie cijfers op het DISPLAY
beginnen te knipperen;
2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
“+” en de “-” om de minuten in te stellen;
3. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen.
Nu verschijnt het terugtellen, aan het einde waarvan
u een geluidssignaal zult horen.
Gebruik van de oven
! Vóór gebruik is het strikt noodzakelijk het plastic
folie aan de zijkanten van het apparaat te
verwijderen.
! Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven
minstens een uur leeg te laten functioneren, op
maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat
u de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur
en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door
het verdampen van de middelen die worden
gebruikt om de oven te beschermen.
1. Selecteer het gewenste kookprogramma door aan
de PROGRAMMAKNOP te draaien.
2. De oven begint voor te verwarmen, de aanwijzers
van de voorverwarming gaan aan.
De temperatuur kan veranderd worden door te
draaien aan de THERMOSTAATKNOP.
3. Als de aanwijzer van de voorverwarming
uitgaat en u een geluidssignaal hoort, is de
voorverwarming compleet: zet de etenswaren in de
oven.
4. Tijdens het koken kunt u nog altijd:
- het kookprogramma veranderen met behulp van de
PROGRAMMAKNOP;
- de temperatuur veranderen met behulp van de
THERMOSTAATKNOP;
- de kookduur programmeren of de tijd van einde
bereiding (
zie kookprogramma’s
);
- het koken onderbreken door de
PROGRAMMAKNOP weer op stand “0” te zetten.
5. U kunt de kookduur veranderen (
zie
kookprogramma’s
).
6. Indien de stroom uitvalt en de oventemperatuur
niet te laag is geworden, gaat de oven automatisch
terug naar het punt waar het koken is onderbroken.
De geprogrammeerde functies worden echter niet
onthouden. U dient ze daarom bij het terugkeren van
de stroom opnieuw in te stellen.
! Bij de programma’s BRADEN en BARBECUE is
geen voorverwarming nodig.
!!
!!
! Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u
riskeert hiermee het email te beschadigen.
!!
!!
! Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde
roosters.
Ventilator
Om de oven van buiten niet te heet te laten worden,
brengt een verkoelingsventilator een luchtstroom teweeg
die tussen het bedieningspaneel en de ovendeur naar
buiten komt.
! Aan het einde van de kooktijd blijft de ventilator draaien
totdat de oven voldoende is afgekoeld.
Ovenverlichting
Als de oven uit is, kan het ovenlicht op ieder
willekeurig moment aan worden gedaan door op de
toets te drukken LIGHT.
54
NL
Kookprogramma’s
! Alle programma’s hebben een vooringestelde
kooktemperatuur. Deze kan handmatig worden
aangepast,en naar wens worden ingesteld tussen de
40°C en de 250°C.
Functie ONTDOOIEN
De ventilator achterin de oven doet de lucht op
kamertemperatuur rondom de gerechten circuleren.
Dit is aangewezen voor het ontdooien van iedere
soort etenswaren, maar speciaal voor fijne gerechten
die geen hitte verdragen zoals bijvoorbeeld:
ijstaarten, slagroomtaarten, vruchtentaarten. De
normale ontdooiingstijd wordt met deze methode
ongeveer gehalveerd. Bij vlees, vis of brood kunt u
de tijd versnellen door de functie “multikoken” te
gebruiken en een temperatuur van 80° - 100°C in te
stellen.
! Een ontdooid product moet binnen korte tijd
worden opgegeten. Ontdooide etenswaren mogen
nooit weer worden ingevroren. Als het ontdooien
klaar is haalt u het product uit de oven en zet u het
in de koelkast totdat u het gaat bereiden of opeten
binnen een korte tijd.
Functie RIJZEN
Rijzen van deeg met bakkersgist (brioche, brood,
taarten, croissants, enz.)
Plaats het gerecht in de koude oven.
Temperatuur (40°C) niet wijzigbaar.
Functie BRIOCHE
Ideaal voor gebak en taarten (met bakkersgist).
Plaats het gerecht in de warme oven. Voor het
bereiden van pizza raden wij u aan de temperatuur
op 220°C te zetten.
Functie VRUCHTENTAARTEN
Ideaal voor vruchtentaarten of quiches (kruimeldeeg
of bladerdeeg). Zorgt voor een perfecte bereiding op
hoog vuur van de bodem en een juiste afwerking
van de bovenkant. Plaats het gerecht in de warme
oven.
Functie MULTILEVEL
Aangezien de warmte in de hele oven constant is, zorgt
de lucht dat de gerechten op gelijkmatige wijze gekookt
en gebakken worden. Het is mogelijkmaximaal twee
roosters tegelijk te gebruiken.
Functie TRADITIONELE OVEN
Met deze traditionele kookwijze is het beter een
enkel rooster te gebruiken.
Functie BRADEN
Hiermee wordt de rechtstreekse bovenhitte van de
grill gecombineerd met de geforceerde luchtcirculatie
in de oven.
Eventueel verbranden van de buitenkant wordt zo
vermeden; de warmte dringt gemakkelijker door naar
de binnenkant. Kook met de ovendeur dicht.
Functie DRAAISPIT
Deze functie is optimaal voor het braden aan het
draaispit. Kook met de ovendeur dicht.
Functie BARBECUE
Het koken onder de grill is vooral aan te raden voor
gerechten die een hoge en directe temperatuur aan
de buitenkant nodig hebben. Kook met de ovendeur
dicht.
Draaispit
Voor het activeren van het
draaispit (
zie afbeelding
)
gaat u als volgt te werk:
1. plaats de lekplaat in stand 1;
2. zet de steun van het draaispit op de 3e stand en
steek de vleespen in de speciale opening achterin
de oven;
3. activeer het draaispit door middel van de
symbolen
;
! Als u de ovendeur opent als het programma is
gestart, houdt het draaispit op met draaien.
NL
55
De bereiding programmeren
! De programmering is alleen mogelijk wanneer een
kookprogramma is geselecteerd.
Het programmeren van de kookduur
1. Druk meerdere malen op de toets
totdat het
symbool
en de drie cijfers op het DISPLAY
beginnen te knipperen;
2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
“+” en de “-” om de gewenste duur in te stellen;
3. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen.
4. als de ingestelde duur is verstreken verschijnt op
het DISPLAY het woord END, beëindigt de oven de
bereiding en klinkt een geluidssignaal.
B.v.: het is 9:00 uur en u programmeert een duur
van 1 uur en 15 minuten. Het programma stopt
automatisch om 10:15.
Het einde van een bereiding programmeren
! Het programmeren van het einde van een bereiding
is alleen mogelijk nadat u een kookduur heeft
geselecteerd.
1. Volg de procedure van de duur van punt 1 t/m 3;
2. druk daarna op de toets
totdat het symbool
en de twee cijfers op het DISPLAY beginnen te
knipperen;
3. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
“+” en de “-” om de uren in te stellen;
4. druk nogmaals op de toets
totdat de andere
twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen;
5. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de
“+” en de “-” om de minuten in te stellen;
6. druk nogmaals op de toets
om te bevestigen;
7. als de ingestelde duur is verstreken verschijnt op
het DISPLAY het woord END, beëindigt de oven de
bereiding en klinkt een geluidssignaal.
B.v.: het is 9:00 uur, u programmeert een duur
van 1 uur en 15 minuten en de eindtijd om 12:30.
Het programma zal automatisch om 11:15
beginnen.
De symbolen
en gaan aan om aan te geven
dat een programmering is uitgevoerd. Op het DISPLAY
verschijnen om de beurt de eindtijd en de duur van
de bereiding.
Om een programmering te annuleren draait u de
PROGRAMMAKNOP op stand “0”.
Praktische kooktips
! Gebruik voor het koken met de heteluchtoven nooit
de standen 1 en 5: in deze standen zou de hete
lucht de fijne gerechten kunnen verbranden.
! Bij de functies DRAAISPIT, BARBECUE en
ROOSTEREN raden wij u aan de lekplaat op stand 1
te zetten om vet of jus op te vangen.
MULTIKOKEN
Gebruik de standen 2 en 4, en plaats de
gerechten die meer warmte nodig hebben op
stand 2.
Plaats de lekplaat op de onderste stand en het
rooster op de hoogste.
BARBECUE
Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de
gerechten op het midden van de grill.
Wij raden u aan de temperatuur op maximum te
zetten. Het is normaal dat het bovenste
verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn
werking wordt geregeld door een thermostaat.
Praktisch advies voor het gebruik van de
elektrische kookplaten
Om warmteverlies en schade aan de kookplaten te
vermijden kunt u het beste pannen gebruiken met
een platte bodem en met een diameter die niet
kleiner is dan die van de kookplaat.
Positie Normale of snelle plaat
0 Uit
1
Groentenenis
2
Aardappelen(gestoomd),soep,capuciners,
bonen
3
Doorkokenangrotehoeelheeden,
minestronienz.
4 Braden(medium)
5
Braden(hard)
6 Bruinbakkenosnelaandekookbrengen
! Vóór het eerste gebruik moeten de kookplaten
ongeveer 4 minuten lang op de maximale stand
worden gezet, zonder pannen erop te plaatsen.
Gedurende deze beginfase wordt de beschermlaag
hard en bereikt hij zijn maximale weerstand.
56
NL
Kooktabel oven
GERECHTEN VOORBEELDEN FUNCTIE TEMPERATUUR HULPMIDDELEN
Quiches en ovenschotels
(kruimeldeeg of bladerdeeg)
quiche lorraine, preiquiche, enz. Vruchtentaarten 220 °C taartvorm op lekplaat
Dikke pizza van brooddeeg
(of diepvriespizza)
pizza, focaccia Croissants 220 °C op lekplaat
Pizza (ander deeg) Vruchtentaarten 220 °C taartvorm op lekplaat
Hartige plum-cakes plum-cake met olijven, tonijn, enz.
patisserie
(of multilevel)
160 °C taartvorm op lekplaat
Boerentaarten kaastaart, zalmschotel
patisserie
(of multilevel)
200 °C op lekplaat
Terrines terrine van vis, vlees, groenten, foie gras, enz. Traditioneel 160 °C
terrinevorm op lekplaat (au
bain-marie met warm water)
Ovenschotel
leverpastei van gevogelte, zalmpuree, eieren en
cocotte, enz.
Traditioneel 160 °C
schotel op lekplaat (au bain-
marie met warm water)
Souff kaassoufflé, groentesoufflé, vissoufflé, enz. Multilevel 200 °C taartvorm op lekplaat
VOORGERECHTEN
Gegratineerde gerechten gegratineerde oesters, tosti, enz. Grill 250 °C
op rooster
of schotel op rooster
Gegratineerde gerechten
gegratineerde aardappels, parmentiersoep, lasagne,
enz.
gratineren
(of braden)
200-210 °C schotel op lekplaat
Gevulde groenten aardappels, tomaten, courgettes, kool, enz. Multilevel 200 °C
op lekplaat of taartvorm op
lekplaat
Gestoofde groenten en cocotte sla, wortels, haverwortel, enz. Traditioneel 200 °C cocotte op lekplaat
Flan paddestoelenflan, groentebeignets, enz. Traditioneel 160 °C
schotel of taartvorm op lekplaat
(au bain-marie met warm water)
Terrines Groenteterrine Traditioneel 160 °C
taartvorm op lekplaat (au bain-
marie met warm water)
Souff soufflé van asperges, tomaten, enz. Multilevel 200 °C taartvorm op lekplaat
Gerechten in beslag groenteschotel, enz. Multilevel 200 °C op lekplaat
In aluminiumfolie truffels, enz. Multilevel 200 °C aluminiumfolie op lekplaat
PEULVRUCHTEN
Rijst Pilaf Traditioneel 180 °C schotel op lekplaat
GERECHTEN
VOORBEELDEN FUNCTIE TEMPERATUUR HULPMIDDELEN
Gebraden gevogelte kip, eend, haantje, kapoen Braden 210 °C gevogelte op rooster
Gevogelte aan het spit kip, haantje Draaispit 250 °C vleespen voor draaispit
Gebraden vlees
gebraden varkensvlees, kalfsvlees, kalkoen, rosbief,
lamsbout, reebout, gevulde kalfsborst, enz.
Braden 210 °C vlees op rooster
grote braadstukken hele gebraden bout, grote kapoen of kalkoen, enz. Multilevel
180 °C (op een
derde van de
braadtijd
terugbrengen naar
160 °C)
vlees op lekplaat, regelmatig
bedruipen met jus
Gesauteerd vlees en cocotte en
traditionele gerechten
boeuf bourguignon, konijn alla cacciatora,
gesauteerd kalfsvlees, gestoofd lamsvlees, kip à la
basque, enz.
Traditioneel 190 °C cocotte op lekplaat
Grill
biefstuk, karbonades, worstjes, spiesjes,
kippenbout, enz.
Grill 250 °C
op rooster (rooster op basis
van de dikte)
Vlees in beslag
rundvleesfilet à la Wellington, lamsbout in beslag,
enz.
Multilevel 200 °C
op lekplaat (voor grote stukken,
terugbrengen naar 160 °C als
het beslag gaar is)
VLEES
Gerechten in zoutkorst gevogelte in zoutkorst, enz. Multilevel 240 °C
vlees op lekplaat of schotel op
lekplaat
Gegrilde vis en spiesjes zeebaars, makreel, sardine, zeebarbeel, tonijn, enz. Grill 250 °C
op rooster (rooster op basis
van de dikte)
Hele vissen (gevuld) goudbrasem, karper, enz. Multilevel 200 °C op lekplaat
Visfilets (met wijn of andere
vloeistof)
zalm, schorpioenvis, kabeljauw, zeebaars, enz. Traditioneel 200 °C op lekplaat
In aluminiumfolie tong, schar, coquilles St. Jacques, enz. Multilevel 200 °C op lekplaat
Vis in beslag (bladerdeeg of
kruimeldeeg)
zalm, spiesjes, enz. Multilevel 200 °C op lekplaat
Gegratineerde vis gegratineerde kabeljauw, enz.
gratineren (of braden)
(grill voor bruin korstje)
200-210 °C
260 °C
schotel op lekplaat (of rooster
voor bruin korstje onder de
grill)
Soufflé coquilles St. Jacques, enz. Multilevel 200 °C taartvorm op lekplaat
VIS
Vis in zoutkorst zeebaars, karper, enz. Multilevel 240 °C
vis op lekplaat of schotel op
lekplaat
NL
57
GERECHTEN VOORBEELDEN FUNCTIE TEMPERATUUR HULPMIDDELEN
Koekjes (zonder gist) cake, lange vingers, opgerolde koekjes, Brownies, gebak (of multilevel) 200 °C taartvorm op lekplaat
Plum-cake en marmercake (met
gedroogde gist)
vruchtencake, marmercake, enz. gebak (of multilevel) 160 °C taartvorm op lekplaat
Vruchtentaart (kruimeldeeg of
bladerdeeg, met of zonder flan)
appeltaart, pruimentaart, perentaart enz. Vruchtentaarten 220 °C taartvorm op lekplaat
Cheesecake Vruchtentaarten 200 °C taartvorm op lekplaat
Vruchtenaart van gistdeeg suikertaart, vlaaien Croissants 180 °C taartvorm op lekplaat
Bereiding bodem voor
vruchtentaarten (zandtaartdeeg)
taart met verse vruchten (aardbeien, frambozen,
enz.)
Vruchtentaarten 180 °C
taartvorm op lekplaat (bruine
bonen in deegkorst)
Gebakjes (bladerdeeg of
kruimeldeeg)
peergebakjes, enz. Vruchtentaarten 220 °C taartvorm op lekplaat
Beignets
profiteroles, kleine soesjes, paris brest, gâteau
saint honoré, enz.
gebak (of multilevel) 190 °C op lekplaat
Bladerdeeg apfelstrudel, boerentaarten, pasteitjes, enz. gebak (of multilevel) 200 °C op lekplaat
Kleine gebakjes (bakkersgist)
croissants, suikertaarten, brioches, kleine
savarins, enz.
Croissants 180 °C op lekplaat
GEBAK
Groot gebak (bakkersgist) kougloff, brioches, panettone, zoet brood Croissants 160 °C
op lekplaat of taartvorm op
lekplaat
Koekjesdeeg gebakjes in papieren cups, lepelkoekjes, enz. gebak (of multilevel) 180 °C op lekplaat
Zandtaartdeeg zandkoekjes, spritsen, biscuits, enz. gebak (of multilevel) 200 °C op lekplaat
Bladerdeeg verschillende soorten feuilletee-gebak, enz. gebak (of multilevel) 200 °C op lekplaat
Bitterkoekjes, kokosballetjes kokoskoekjes, amandelkoekjes gebak (of multilevel) 180 °C op lekplaat
Gistdeeg mini-brioches, mini-croissants, enz. Croissants 180 °C op lekplaat
Lichtgebakken meringues
lichtgebakken
meringues (of
multilevel)
70 °C op lekplaat
PATISSERIE
Doorgebakken meringues
doorgebakken
meringues (of
multilevel)
110 °C op lekplaat
Pudding broodpudding, rijstpudding gebak (of multilevel) 190 °C taartvorm op lekplaat
Crèmes en flans
Griesmeelpuddingen
crème caramel, crème brûlée, chocoladeflan, enz. gebak (of multilevel) 160 °C
Vorm of ovenschotel op
lekplaat (au bain-marie op
lekplaat)
Rijstdesserts rijst à la condé, rijst à limperatrice, enz. gebak (of multilevel) 180 °C taartvorm op lekplaat
DESSERTS
Soufflé soufflé met likeur, soufflé met fruit, enz. gebak (of multilevel) 200 °C taartvorm op lekplaat
Gevuld fruit of fruit in
aluminiumfolie
gestoofde appels, enz. Multilevel 200 °C
taartvorm of aluminiumfolie op
lekplaat
FRUIT
Gegratineerd fruit (met
sabayon)
verse gegratineerde vruchten Grill 250 °C schotel op rooster
GERECHTEN VOORBEELDEN FUNCTIE TEMPERATUUR HULPMIDDELEN
Yoghurt Traditioneel 50 °C schotel op lekplaat
Droge etenswaren
paddestoelen, kruiden, fruit of groenten in
schijven, enz.
Multilevel 60 °C op rooster
Wecken potjes met vruchten op sap, enz.
steriliseren
(of multilevel)
130 °C potjes op lekplaat
Opwarmen van gerechten
voorgekookte gerechten (thuis of industriële
productie)
Opwarmen van gerechten
(of multilevel)
140 °C schotel op lekplaat
VARIA
Zelfgebakken brood Multilevel
250 °C voor 10
minuten
210 °C tot aan einde
baktijd
op lekplaat
Kooktabel oven
58
NL
Voorzorgsmaatregelen en advies
! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de
geldende internationale veiligheidsvoorschriften.
Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u
dient ze derhalve goed door te nemen.
Algemene veiligheidsmaatregelen
Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik
binnenshuis.
Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst,
ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het
in aanraking komt met regen of als het onweert.
Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met
natte of vochtige handen of voeten.
Het apparaat dient gebruikt te worden om
voedsel te bereiden. Het mag uitsluitend
door volwassenen worden gebruikt en alleen
volgens de instructies die in deze
handleiding beschreven staan. Elk ander
gebruik (bv.: verwarming van ruimten) is als
oneigenlijk te beschouwen en dus gevaarlijk.
De fabrikant kan niet aansprakelijk worden
gesteld voor eventuele schade die te wijten
is aan onjuist, verkeerd of onredelijk
gebruik.
Deze handleiding betreft een apparaat van klasse 1
(losstaand) of klasse 2 - subklasse 1 (ingebouwd tussen 2
meubels).
Tijdens het gebruik van de oven worden de
verwarmingselementen en enkele delen van
de ovendeur zeer heet. Raak ze niet aan en
houd kinderen op een afstand.
Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine
keukenapparaten op warme delen van het apparaat
terechtkomen.
Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij.
Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven te
zetten en eruit te halen.
Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol, benzine
enz.) in de buurt van het apparaat als het in gebruik is.
Plaats geen brandbaar materiaal in de onderste opberglade
of in de oven: als de oven plotseling aan zou worden gezet
zou dit materiaal vlam kunnen vatten.
De interne oppervlakken van de lade (indien aanwezig)
kunnen warm worden.
Controleer altijd dat de knoppen in de stand • staan als het
apparaat niet gebruikt wordt.
Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact,
maar pak altijd de stekker direct beet.
Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud uit
als de stekker nog in het stopcontact zit.
Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne
mechanismen van het apparaat te repareren. Neem
contact op met de Technische Dienst.
Plaats geen zware voorwerpen op de open ovendeur.
Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen
(kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk,
sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de
nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij
onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor
hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat
werkt.
Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen.
Als het fornuis op een voetstuk wordt geplaatst moet u er
voor zorgen dat het er niet af kan schuiven.
Afvalverwijdering
Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan
de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan
worden.
De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte
elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet
dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval
mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten
moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen en
recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te
optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade
voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool
van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten
om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden
afval is.
Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste
verwijdering van huishoudapparaten kan de consument
zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de
verkopers.
Energiebesparing en milieubehoud
Door de oven te gebruiken vanaf het late middaguur tot
aan de vroege ochtend zorgt u ervoor dat de
elektriciteitscentrales minder worden belast tijdens het
‘spitsuur’. De optie waarmee u programma’s programmeert,
in het bijzonder de “uitgestelde start” (
zie Programma’s
)
kunnen u hierbij helpen.
Houd bij de functies DRAAISPIT, BARBECUE en
ROOSTEREN altijd de ovendeur dicht: u bereikt betere
kookresultaten en een aanzienlijke energiebesparing (circa
10%).
Houd de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed
aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan komen.
Dit product voldoet aan de eisen die gesteld worden door
de nieuwe Europese Richtlijn voor energiebesparing voor
apparaten in de standby-stand.
Wanneer 2 minuten lang geen handelingen worden
uitgevoerd, gaat het apparaat automatisch in de standy-
stand.
De standby-stand wordt weergegeven middels het "Symbool
Klok" op een hoge verlichtingssterkte.
Wanneer weer een handeling aan het apparaat wordt
uitgevoerd, gaat het systeem onmiddellijk weer over in de
operationele stand.
NL
59
De elektrische stroom afsluiten
Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u
tot enige handeling overgaat.
Reinigen van het apparaat
! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het
reinigen van het apparaat.
De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij
staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met
een spons en een sopje worden afgenomen. Als
de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een
speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Spoel en
droog het na het schoonmaken goed af. Gebruik
geen schuurmiddelen of bijtende producten.
De pannendragers, de branderdeksels, de
vlamkronen en de branders van de kookplaat
kunnen worden verwijderd voor een
gemakkelijkere reiniging; was ze in warm water en
een niet schurend reinigingsmiddel. Zorg ervoor
de afzettingen te verwijderen en doe ze pas op
hun plaats als ze volledig droog zijn.
Reinig geregeld het uiteinde van de
thermokoppelbeveiliging*.
De binnenkant van de oven kunt u het beste
direct na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw
is. Gebruik warm water en een
schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog
met een zachte doek. Gebruik geen
schuurmiddelen.
Reinig het glas van de deur met een spons en
niet schurende producten. Droog met een zachte
doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen of
scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden
kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou
kunnen barsten.
De accessoires kunnen gewoon worden
afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser).
Sluit het deksel van de kookplaat nooit zolang de
gasbranders nog aan of warm zijn.
Het controleren van de afdichtingen van de oven
Controleer regelmatig de staat van de afdichtingen
rondom de ovendeur. In het geval de afdichting
beschadigd is, dient u zich tot de dichtstbijzijnde
Erkende Servicedienst te wenden. Gebruik de oven
niet voordat de reparatie is uitgevoerd.
Vervangen van het ovenlampje
1. Nadat u de oven heeft
losgekoppeld van het
elektriciteitsnet, verwijdert u
het glazen deksel van de
lamphouder
(zie afbeelding)
.
2. Schroef het lampje los en
vervang het met eenzelfde
soort lampje: spanning 230 V,
vermogen 25 W, fitting E 14.
3. Doe het deksel weer op zijn plaats en sluit de
oven opnieuw aan op het elektriciteitsnet.
Onderhoud gaskranen
Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of
vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk
hem te vervangen.
!
Dit moet worden uitgevoerd door een door deDit moet worden uitgevoerd door een door de
Dit moet worden uitgevoerd door een door deDit moet worden uitgevoerd door een door de
Dit moet worden uitgevoerd door een door de
fabrikant bevoegde installateur.fabrikant bevoegde installateur.
fabrikant bevoegde installateur.fabrikant bevoegde installateur.
fabrikant bevoegde installateur.
Onderhoud en verzorging
*
Slechts op enkele modellen aanwezig.
60
NL
Servicedienst
Belangrijk:
Het apparaat is voorzien van een automatisch diagnostisch systeem dat eventuele storingen opspoort. Deze
kunt u op het display aflezen met berichten zoals: “F” gevolgd door enkele nummers.
In deze gevallen moet u de technische dienst inschakelen.
! Wendt u nooit tot niet erkende monteurs.
Dit dient u door te geven:
Het soort storing;
Het model apparaat (Mod.)
Het serienummer (S/N)
Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat.

Documenttranscriptie

Gebruiksaanwijzing FORNUIS EN OVEN NL IT Italiano, 1 NL GB English,16 DE Nederlands,46 Deutsch, 61 FR Français, 31 Inhoud Installatie, 47-50 Plaatsen en waterpas zetten Elektrische aansluiting Gasaansluiting Aanpassen aan de verschillende soorten gas Tabel eigenschappen branders en sproeiers Tabel eigenschappen Beschrijving van het apparaat, 51 Aanzichttekening Bedieningspaneel Display Starten en gebruik, 52-57 CI 55 M W CI 55 M A Gebruik van de kookplaat De klok instellen De timer instellen Gebruik van de oven Kookprogramma’s De bereiding programmeren Praktische kooktips Kooktabel oven Voorzorgsmaatregelen en advies, 58 Algemene veiligheid Afvalverwijdering Energiebesparing en milieubehoud Onderhoud en verzorging, 59 De elektrische stroom afsluiten Reinigen van het apparaat Vervangen van het ovenlampje Onderhoud gaskranen Service, 60 Installatie ! Bewaar dit instructieboekje zorgvuldig voor eventuele raadpleging in de toekomst. In het geval u het apparaat verkoopt, weggeeft of wanneer u verhuist, moet het boekje bij het apparaat bewaard worden. ! Lees de instructies aandachtig door: er staat belangrijke informatie in over installatie, gebruik en veiligheid. ! De installatie van het apparaat moet volgens deze instructies worden uitgevoerd door een bevoegde installateur. ! Na een langdurig gebruik van het apparaat is het aan te raden een raam te openen of de draaisnelheid van eventuele ventilatoren te vermeerderen. Afvoer van de verbrandingsgassen De afvoer van de verbrandingsgassen moet plaatsvinden door middel van een afzuigkap die is aangesloten op een veilige en goedwerkende schoorsteen met natuurlijke trek, ofwel door middel van een elektrische ventilator die automatisch in werking treedt elke keer dat u het apparaat aanzet (zie afbeeldingen). ! Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u tot onderhoud of regeling van het fornuis overgaat. Ventilatie van de vertrekken Dit apparaat mag uitsluitend worden geïnstalleerd in permanent geventileerde ruimten, overeenkomstig de geldende nationale normen en daaropvolgende wijzigingen . In het vertrek waar het apparaat wordt geïnstalleerd moet zoveel lucht kunnen toestromen als nodig is voor de normale gasverbranding (de luchtcapaciteit mag niet minder zijn dan 2 m3/h per kW geïnstalleerd vermogen). De luchttoevoeropeningen, beschermd door roosters, moeten voorzien zijn van een leiding van minstens 100 cm 2 bruikbare doorsnede en zo moeten zijn geplaatst dat niet worden verstopt, zelf niet gedeeltelijk (zie afbeelding A). Deze openingen moeten met 100% worden verbreed - met een minimum van 200 cm 2 - als het fornuis niet voorzien is van een thermokoppelbeveiliging en wanneer de toevoer van lucht op indirecte manier van aangrenzende vertrekken plaatsvindt (zie afbeelding B) - mits dit geen gemeenschappelijke ruimtes zijn van het gebouw, vertrekken met een verhoogd brandgevaar of slaapkamers, die beschikken over een ventilatieopening die verbonden is met buiten, zoals zojuist beschreven. Aangrenzend vertrek A Te ventileren vertrek B Afvoer door een schoorsteen of vertakt rookkanaal (alleen bestemd voor kookapparaten) ! De vloeibare petroleumgassen, die zwaarder zijn dan de lucht, blijven laag hangen, daarom moeten LPG flessen afvoeropeningen naar buiten toe hebben om een eventuele gaslekkage naar onder toe af te kunnen voeren. Lege of halfvolle LPG flessen mogen dus niet worden geïnstalleerd of bewaard in vertrekken die lager liggen dan de vloer (kelders, enz.). Het is beter alleen de in gebruik zijnde fles in het vertrek te bewaren, ver van warmtebronnen (ovens, open haard, kachels) die hem tot temperaturen van meer dan 50°C zouden kunnen brengen. Plaatsen en waterpas zetten ! Het apparaat kan naast meubels worden geplaatst die niet hoger zijn dan het werkvlak. ! Controleer dat de wand die in contact komt met de achterzijde van het apparaat van niet ontvlambaar materiaal is gemaakt en bestand is tegen hoge temperaturen (T 90°C). A Ventilatieopening voor verbrandingslucht Afvoer rechtstreeks naar buiten Vergroting van de kier tussen deur en vloer Voor een correcte installatie: • plaats het apparaat in de keuken, in de eetkamer of in een eenkamerappartement (niet in de badkamer); • als het kookvlak hoger is dan de meubels, moeten zij op minstens 600 mm van het apparaat vandaan worden geplaatst; 47 NL 420 mm. Min. min. 650 mm. with hood min. 700 mm. without hood 420 mm. • als het fornuis onder een keukenkastje wordt HOOD geïnstalleerd, moet de Min. 600 mm. afstand tussen de twee minstens 420 mm zijn. Deze afstand moet 700 mm worden als de keukenkastjes zijn vervaardigd uit ontvlambaar materiaal (zie afbeelding); • hang geen gordijnen achter het fornuis, of op minder dan 200 mm van de zijkanten; • eventuele afzuigkappen moeten volgens de instructies van hun eigen gebruiksaanwijzing worden geïnstalleerd. Min. NL Waterpas zetten Indien het nodig is het apparaat te nivelleren, kunnen de bijgeleverde stelvoetjes in de daarvoor geschikte openingen in de hoeken van het onderstuk van het fornuis worden geschroefd (zie afbeelding). De poten* moeten aan het onderstuk van het fornuis worden vastgeklemd. Elektrische aansluiting Gebruik voor de voedingskabel een stekker die genormaliseerd is voor de lading aangegeven op het typeplaatje( zie tabel Technische gegevens). Wanneer het apparaat rechtstreeks op het elektrische net wordt aangesloten, moet u tussen het apparaat en het net een meerpolige schakelaar aanbrengen met een afstand tussen de contacten van minstens 3 mm, aangepast aan het elektrische vermogen en voldoend aan de geldende nationale normen (de aarding mag niet worden onderbroken door de schakelaar). De voedingskabel moet zodanig worden geplaatst dat hij nergens een temperatuur bereikt van 50°C hoger dan de kamertemperatuur. Vóór het aansluiten moet u controleren dat: • de contactdoos geaard is en voldoet aan de geldende normen; * Slechts op enkele modellen aanwezig. 48 • de contactdoos in staat is het maximale vermogen van het apparaat te dragen, zoals aangegeven op het typeplaatje; • de spanning zich bevindt tussen de waarden die staan aangegeven op het typeplaatje; • de contactdoos en de stekker van het apparaat overeenkomen. Als dat niet zo is, dient u ofwel de stekker ofwel de contactdoos te vervangen; gebruik geen verlengsnoeren of dubbelstekkers. ! Wanneer het apparaat geïnstalleerd is, moeten de elektrische kabel en de contactdoos gemakkelijk te bereiken zijn. ! De kabel mag niet gebogen of samengedrukt worden. ! De kabel moet van tijd tot tijd worden gecontroleerd en mag alleen door erkende monteurs worden vervangen. ! De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld wanneer deze normen niet worden nageleefd. Gasaansluiting De aansluiting van het apparaat op de gasleiding of -fles moet worden uitgevoerd m.b.v. een flexibele rubberen of stalen buis, in overeenstemming met de geldende nationale normen en daaropvolgende wijzigingen en uitsluitend na te hebben gecontroleerd dat het apparaat is afgesteld op het soort gas waarmee het zal worden gevoed (zie etiket met ijking op het deksel: als dit niet het geval is zie onder). Bij gebruik van vloeibaar gas uit een gasfles gebruikt u drukregelaars die voldoen aan de geldende nationale normen en daaropvolgende wijzigingen. Om de aansluiting te vergemakkelijken kan de gasvoeding aan de zijkant worden geplaatst*: verander de plaats van de slanghouder voor de aansluiting met de afsluitdop en vervang de bijgeleverde afdichting. ! Voor het veilig functioneren, een juist gebruik van de energie en een langere levensduur van het apparaat moet u zich ervan verzekeren dat de gasdruk overeenkomt met de waarden die zijn aangegeven in de Tabel Eigenschappen branders en sproeiers (zie onder). Aansluiting gas met flexibele rubberen buis Controleer of de buis overeenkomt met de geldende nationale normen. De interne diameter van de buis moet zijn: 8 mm voor voeding met vloeibaar gas; 13 mm voor voeding met aardgas. Zodra de verbinding is uitgevoerd moet u controleren of de buis: • in geen enkel punt contact maakt met delen die temperaturen bereiken van meer dan 50°C; • niet onderhevig is aan trekkracht en torsie en dat er geen bochten of knelpunten zijn; • niet in contact komt met scherpe voorwerpen, scherpe randen, beweegbare onderdelen en niet in de knel raakt; • gedurende de hele lengte makkelijk te inspecteren is, zodat u probleemloos kunt controleren of hij in goede staat verkeert; • korter is dan 1500 mm; • aan beide uiteinden nauw sluit. Hij moet worden bevestigd met slangklemmen die voldoen aan de geldende nationale normen. ! Als u aan één of meer van deze voorwaarden niet kunt voldoen of als het fornuis wordt geïnstalleerd volgens de voorwaarden van klasse 2 - onderklasse 1 (apparaat gemonteerd tussen twee meubels), dient u een flexibele, stalen buis gebruiken (zie onder). Aansluiting met een flexibele roestvrije stalen buis aan een onafgebroken wand voorzien van aanhechtingen met schroefdraad. Controleer of de buis voldoet aan de geldende nationale normen en de metalen aluminium afdichtingen voldoen aan de norm UNI 9001-2 of de rubberen afdichtingen conform aan de geldende nationale normen. Voordat u de buis monteert verwijdert u de buishouder op het apparaat (het verbindingsstuk waardoor het gas toegang krijgt tot het fornuis is voorzien van schroefdraad: 1/2 gas cilindrische schroefbout). ! Voer de verbinding zodanig uit dat de lengte van de buis, in uitgestrekte toestand, niet langer is dan 2 meter. Verzeker u ervan dat de buis niet in contact komt met bewegende delen en dat hij niet wordt afgekneld. Controle gasdichtheid Nadat het installeren heeft plaats gevonden moet de gasdichtheid van alle verbindingsstukken worden gecontroleerd met een zeepoplossing en nooit met een vlam. Aanpassen aan de verschillende soorten gas Aanpassen kookplaat NL Het vervangen van de sproeiers van de branders van de kookplaat: 1. verwijder de pannendragers en haal de branders van hun plek; 2. draai de sproeiers los met een pijpsleutel van 7 mm (zie afbeelding) en vervang ze met de sproeiers die geschikt zijn voor het nieuwe type gas (zie Tabel Eigenschappen branders en sproeiers); 3. zet de onderdelen in omgekeerde volgorde weer op hun plaats. Het regelen van de minimum stand van de branders van de kookplaat: 1. zet het kraantje op de minimum stand; 2. haal de knop eraf en draai aan het regelschroefje in of naast de spil van het kraantje totdat u een kleine regelmatige vlam heeft. ! Bij vloeibaar gas moet het regelschroefje geheel worden vastgeschroefd; 3. controleer of door de kraan snel van maximum naar minimum te draaien de branders niet uitgaan. ! De branders hebben geen regeling van de primaire lucht nodig. ! Na de afregeling van een ander soort gas dan het goedgekeurde gas moet u het oude etiket van de gasinstelling vervangen met het etiket dat overeenkomt met het nieuwe gas, verkrijgbaar bij onze Erkende Technische Servicedienst. ! Als de gasdruk van het gebruikte gas verschillend (of variabel) is dan hetgeen is voorzien, moet op de toevoerbuis een drukregelaar worden aangebracht die voldoet aan de geldende normen EN 88-1 en EN 88-2 voor de “drukregelaars voor gekanaliseerd gas”. Het is mogelijk het fornuis aan te passen voor een verschillende gassoort (anders dan die staat aangegeven op het typeplaatje op het deksel). 49 Tabel eigenschappen branders en sproeiers NL Tabel 1 Brander Diameter (mm) Extra Snel (Groot) (UR) Half-snel (Middelgroot) (S) Extra (Klein) (A) Toevoerdruk * ** *** Verwarmingsvermogen kW (p.c.s.*) Nomin. Gereduc. By-Pass 1/100 (mm) Vloeibaar gas sproeier vermogen* 1/100 g/h (mm) *** *** Aardgas sproeier vermogen * 1/100 l/h (mm) 100 3,30 0,7 41 91 240 236 123 314 75 1.90 0.4 30 70 138 136 106 181 55 1.00 0.4 30 50 73 71 79 95 28-30 20 35 37 25 45 Nominaal (mbar) Minimum (mbar) Maximum (mbar) 20 17 25 Bij 15°C en 1013 mbar – dry gas Propaan P.C.S. (bovenwaarde) = 50,37 MJ/Kg Butaan P.C.S. (bovenwaarde) = 49,47 MJ/Kg Aardgas P.C.S. (bovenwaarde) = 37,78 MJ/m3 ø 180 S UR CI 55 M W CI 55 M A A TABEL EIGENSCHAPPEN Afmetingen Oven 32x43,5x40 cm HxBxD Inhoud liter 56 Afmetingen breedte 42 cm van de diepte 44 cm verwarmingslade hoogte 8,5 cm geschikt voor alle soorten gas Branders aangegeven op het typeplaatje Spanning en frequentie van de zie typeplaatje elektrische voeding Richtlijn 2002/40/EG op het etiket van elektrische ovens. Norm EN 50304 Energieverbruik convectie Natuurlijk - verwarmingsfunctie: ENERGY LABEL Traditioneel Energieverbruikverklaring Klasse geforceerde convectie verwarmingsfunctie: Braden EU Richtlijnen: 2006/95/EG van 12.12.06 (Laagspanning) en daaropvolgende wijzigingen – 2004/108/EG van 15/12/04 (Elektromagnetische Compatibiliteit) en daaropvolgende wijzigingen -2009/142/EG van 30/11/09 (Gas) en daaropvolgende wijzigingen - 93/68/EG van 22/07/93 en daaropvolgende wijzigingen - 2002/96/EG. 1275/2008 (Stand-by/Off mode) 50 Beschrijving van het apparaat Aanzichttekening NL Glazen deksel * Elektrische Kookplaat Gasbrander Rooster van het werkvlak Lekplaat voor eventueel overkoken GELEIDERS van de roosters stand 5 stand 4 stand 3 stand 2 stand 1 Bedieningspaneel Rooster GRILL Rooster LEKPLAAT Stelvoetje Stelvoetje Bedieningspaneel PROGRAMMAKNOP Knoppen BRANDERS en de ELEKTRISCHE KOOKPLAAT van de kookplaat Knop THERMOSTAAT/INSTELLEN TIJDEN DISPLAY Controlelampje ELEKTRISCHE KOOKPLAAT Toets INSTELLEN TIJDEN Toets LICHT Display Cijfers TEMPERATUREN en TIJDEN Aanwijzer van de Voorverwarming Symbool KLOK Symbool TIMER Symbool DUUR Symbool EINDE BEREIDING * Slechts op enkele modellen aanwezig. 51 Starten en gebruik Gebruik van de kookplaat NL Aansteken van de branders Naast elke BRANDER knop wordt met een vol rondje aangegeven bij welke brander deze knop hoort. Om een brander van de kookplaat aan te steken: 1. houd een vlam of aansteker bij de brander; 2. druk en draai tegelijkertijd de BRANDER knop linksom tot aan het symbool van de grootste vlam E. 3. regel de sterkte van de gewenste vlam, door de BRANDER knop linksom te draaien: op het minimum C, op het maximum E of op een tussenliggende stand. Als het apparaat beschikt over een elektronische ontsteking* (zie afbeelding) is het voldoende tegelijkertijd de BRANDER knop in te drukken en linksom te draaien tot op het symbool van de grootste vlam, totdat de ontsteking heeft plaatsgevonden. Het kan zijn dat de brander uitgaat wanneer u de knop loslaat. In dit geval moet u de handeling herhalen en de knop iets langer ingedrukt houden. ! Mocht de vlam per ongeluk uitgaan, doe dan de brander uit en wacht minstens 1 minuut voordat u hem weer probeert aan te steken. Als het apparaat is voorzien van een thermokoppelbeveiliging* dient u de BRANDER knop circa 2-3 seconden ingedrukt te houden om de vlam aan te houden en de beveiliging te activeren. Om het type brander te selecteren kunt u de tekeningen raadplegen die staan weergegeven in het hoofdstuk “Eigenschappen branders en sproeiers”. ! Op modellen die voorzien zijn van een vlamverspreider moet deze alleen worden gebruikt op de extra brander wanneer men pannen gebruikt die een doorsnede hebben van minder dan 12 cm. Elektrische kookplaten* U kunt de kookplaten regelen door de overeenkomstige knop met de klok mee of tegen de klok in te draaien, op 6 verschillende standen: Positie Normale of snelle plaat 0 Uit 1 Minimumsterkte 2-5 6 Middelsterkten MaUimumsterkte Als de knop niet op uit staat zal het controlelampje aangeven dat de kookplaat in werking is. BELANGRIJK! De glazen afdekplaat kan breken bij oververhitting. Doe alle branders of eventuele elektrische kookplaten uit voordat u hem dicht doet.*Betreft alleen modellen met glazen deksel Om de brander uit te zetten draait u aan de knop tot hij op uit staat •. Praktisch advies voor het gebruik van de branders Voor een beter rendement van de branders en een minimaal gasverbruik dient u pannen te gebruiken met een platte onderkant, die voorzien zijn van een deksel en die afgestemd zijn op de afmetingen van de brander: Brander ø Diameter Pannen (cm) Extra Snel (UR) 24 – 26 Half-snel (S) 16 – 20 Extra (A) 10 – 14 52 * Slechts op enkele modellen aanwezig. De klok instellen De temperatuur kan veranderd worden door te draaien aan de THERMOSTAATKNOP. !U kunt de klok zowel instellen als de oven uit is als wanneer hij aan is, maar alleen als u geen uitgestelde bereiding heeft ingesteld. 3. Als de aanwijzer van de voorverwarming uitgaat en u een geluidssignaal hoort, is de voorverwarming compleet: zet de etenswaren in de oven. 4. Tijdens het koken kunt u nog altijd: - het kookprogramma veranderen met behulp van de PROGRAMMAKNOP; - de temperatuur veranderen met behulp van de THERMOSTAATKNOP; - de kookduur programmeren of de tijd van einde bereiding ( zie kookprogramma’s); - het koken onderbreken door de PROGRAMMAKNOP weer op stand “0” te zetten. 5. U kunt de kookduur veranderen ( zie kookprogramma’s). 6. Indien de stroom uitvalt en de oventemperatuur niet te laag is geworden, gaat de oven automatisch terug naar het punt waar het koken is onderbroken. De geprogrammeerde functies worden echter niet onthouden. U dient ze daarom bij het terugkeren van de stroom opnieuw in te stellen. 1. Druk meerdere malen op de toets totdat het symbool en de eerste twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen; 2. draai de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de uren in te stellen; 3. druk nogmaals op de toets totdat de andere twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen; 4. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de minuten in te stellen; 5. druk nogmaals op de toets om te bevestigen. De timer instellen ! Deze functie onderbreekt de bereiding niet en is onafhankelijk van het gebruik van de oven. Hij dient er uitsluitend voor een geluidssignaal te laten horen als de ingestelde minuten zijn verstreken. 1. Druk meerdere malen op de toets NL ! Bij de programma’s BRADEN en BARBECUE is geen voorverwarming nodig. totdat het symbool en de drie cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen; 2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de minuten in te stellen; 3. druk nogmaals op de toets om te bevestigen. Nu verschijnt het terugtellen, aan het einde waarvan u een geluidssignaal zult horen. Gebruik van de oven ! Vóór gebruik is het strikt noodzakelijk het plastic folie aan de zijkanten van het apparaat te verwijderen. ! Wij raden u aan bij het eerste gebruik de oven minstens een uur leeg te laten functioneren, op maximum temperatuur en met de deur dicht. Nadat u de oven heeft uitgeschakeld, opent u de ovendeur en lucht u het vertrek. De lucht die u ruikt komt door het verdampen van de middelen die worden gebruikt om de oven te beschermen. ! Zet nooit voorwerpen op de bodem van de oven; u riskeert hiermee het email te beschadigen. ! Plaats de ovenschalen altijd op bijgeleverde roosters. Ventilator Om de oven van buiten niet te heet te laten worden, brengt een verkoelingsventilator een luchtstroom teweeg die tussen het bedieningspaneel en de ovendeur naar buiten komt. ! Aan het einde van de kooktijd blijft de ventilator draaien totdat de oven voldoende is afgekoeld. Ovenverlichting Als de oven uit is, kan het ovenlicht op ieder willekeurig moment aan worden gedaan door op de toets te drukken LIGHT. 1. Selecteer het gewenste kookprogramma door aan de PROGRAMMAKNOP te draaien. 2. De oven begint voor te verwarmen, de aanwijzers van de voorverwarming gaan aan. 53 NL Kookprogramma’s ! Alle programma’s hebben een vooringestelde kooktemperatuur. Deze kan handmatig worden aangepast,en naar wens worden ingesteld tussen de 40°C en de 250°C. Functie ONTDOOIEN De ventilator achterin de oven doet de lucht op kamertemperatuur rondom de gerechten circuleren. Dit is aangewezen voor het ontdooien van iedere soort etenswaren, maar speciaal voor fijne gerechten die geen hitte verdragen zoals bijvoorbeeld: ijstaarten, slagroomtaarten, vruchtentaarten. De normale ontdooiingstijd wordt met deze methode ongeveer gehalveerd. Bij vlees, vis of brood kunt u de tijd versnellen door de functie “multikoken” te gebruiken en een temperatuur van 80° - 100°C in te stellen. ! Een ontdooid product moet binnen korte tijd worden opgegeten. Ontdooide etenswaren mogen nooit weer worden ingevroren. Als het ontdooien klaar is haalt u het product uit de oven en zet u het in de koelkast totdat u het gaat bereiden of opeten binnen een korte tijd. Functie TRADITIONELE OVEN Met deze traditionele kookwijze is het beter een enkel rooster te gebruiken. Functie BRADEN Hiermee wordt de rechtstreekse bovenhitte van de grill gecombineerd met de geforceerde luchtcirculatie in de oven. Eventueel verbranden van de buitenkant wordt zo vermeden; de warmte dringt gemakkelijker door naar de binnenkant. Kook met de ovendeur dicht. Functie DRAAISPIT Deze functie is optimaal voor het braden aan het draaispit. Kook met de ovendeur dicht. Functie BARBECUE Het koken onder de grill is vooral aan te raden voor gerechten die een hoge en directe temperatuur aan de buitenkant nodig hebben. Kook met de ovendeur dicht. Draaispit Voor het activeren van het draaispit ( zie afbeelding) gaat u als volgt te werk: Functie RIJZEN Rijzen van deeg met bakkersgist (brioche, brood, taarten, croissants, enz.) Plaats het gerecht in de koude oven. Temperatuur (40°C) niet wijzigbaar. Functie BRIOCHE Ideaal voor gebak en taarten (met bakkersgist). Plaats het gerecht in de warme oven. Voor het bereiden van pizza raden wij u aan de temperatuur op 220°C te zetten. Functie VRUCHTENTAARTEN Ideaal voor vruchtentaarten of quiches (kruimeldeeg of bladerdeeg). Zorgt voor een perfecte bereiding op hoog vuur van de bodem en een juiste afwerking van de bovenkant. Plaats het gerecht in de warme oven. Functie MULTILEVEL Aangezien de warmte in de hele oven constant is, zorgt de lucht dat de gerechten op gelijkmatige wijze gekookt en gebakken worden. Het is mogelijkmaximaal twee roosters tegelijk te gebruiken. 54 1. plaats de lekplaat in stand 1; 2. zet de steun van het draaispit op de 3e stand en steek de vleespen in de speciale opening achterin de oven; 3. activeer het draaispit door middel van de symbolen ; ! Als u de ovendeur opent als het programma is gestart, houdt het draaispit op met draaien. De bereiding programmeren Praktische kooktips ! De programmering is alleen mogelijk wanneer een kookprogramma is geselecteerd. ! Gebruik voor het koken met de heteluchtoven nooit de standen 1 en 5: in deze standen zou de hete lucht de fijne gerechten kunnen verbranden. NL Het programmeren van de kookduur 1. Druk meerdere malen op de toets totdat het symbool en de drie cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen; 2. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de gewenste duur in te stellen; 3. druk nogmaals op de toets om te bevestigen. 4. als de ingestelde duur is verstreken verschijnt op het DISPLAY het woord END, beëindigt de oven de bereiding en klinkt een geluidssignaal. • B.v.: het is 9:00 uur en u programmeert een duur van 1 uur en 15 minuten. Het programma stopt automatisch om 10:15. Het einde van een bereiding programmeren ! Het programmeren van het einde van een bereiding is alleen mogelijk nadat u een kookduur heeft geselecteerd. 1. Volg de procedure van de duur van punt 1 t/m 3; 2. druk daarna op de toets totdat het symbool en de twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen; 3. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de uren in te stellen; 4. druk nogmaals op de toets totdat de andere twee cijfers op het DISPLAY beginnen te knipperen; 5. draai aan de knop INSTELLEN TIJDEN richting de “+” en de “-” om de minuten in te stellen; 6. druk nogmaals op de toets om te bevestigen; 7. als de ingestelde duur is verstreken verschijnt op het DISPLAY het woord END, beëindigt de oven de bereiding en klinkt een geluidssignaal. • B.v.: het is 9:00 uur, u programmeert een duur van 1 uur en 15 minuten en de eindtijd om 12:30. Het programma zal automatisch om 11:15 beginnen. De symbolen en gaan aan om aan te geven dat een programmering is uitgevoerd. Op het DISPLAY verschijnen om de beurt de eindtijd en de duur van de bereiding. Om een programmering te annuleren draait u de PROGRAMMAKNOP op stand “0”. ! Bij de functies DRAAISPIT, BARBECUE en ROOSTEREN raden wij u aan de lekplaat op stand 1 te zetten om vet of jus op te vangen. MULTIKOKEN • Gebruik de standen 2 en 4, en plaats de gerechten die meer warmte nodig hebben op stand 2. • Plaats de lekplaat op de onderste stand en het rooster op de hoogste. BARBECUE • Plaats de grill op stand 3 of 4, plaats de gerechten op het midden van de grill. • Wij raden u aan de temperatuur op maximum te zetten. Het is normaal dat het bovenste verwarmingselement niet constant aan blijft: zijn werking wordt geregeld door een thermostaat. Praktisch advies voor het gebruik van de elektrische kookplaten Om warmteverlies en schade aan de kookplaten te vermijden kunt u het beste pannen gebruiken met een platte bodem en met een diameter die niet kleiner is dan die van de kookplaat. Positie Normale of snelle plaat 0 Uit 1 GroentenenLis 2 Aardappelen(gestoomd),soep,capuciYners, bonen 3 DoorkokenLangrotehoeLelheeden, minestronienz. 4 Braden(medium) 5 Braden(hard) 6 BruinbakkenoEsnelaandekookbrengen ! Vóór het eerste gebruik moeten de kookplaten ongeveer 4 minuten lang op de maximale stand worden gezet, zonder pannen erop te plaatsen. Gedurende deze beginfase wordt de beschermlaag hard en bereikt hij zijn maximale weerstand. 55 Kooktabel oven NL PEULVRUCHTEN VOORGERECHTEN GERECHTEN Quiches en ovenschotels (kruimeldeeg of bladerdeeg) Dikke pizza van brooddeeg (of diepvriespizza) Pizza (ander deeg) pizza, focaccia plum-cake met olijven, tonijn, enz. kaastaart, zalmschotel Terrines terrine van vis, vlees, groenten, foie gras, enz. TEMPERATUUR HULPMIDDELEN Vruchtentaarten 220 °C taartvorm op lekplaat Croissants 220 °C op lekplaat Vruchtentaarten patisserie (of multilevel) patisserie (of multilevel) 220 °C taartvorm op lekplaat 160 °C taartvorm op lekplaat 200 °C Traditioneel 160 °C Traditioneel 160 °C Multilevel 200 °C Soufflé leverpastei van gevogelte, zalmpuree, eieren en cocotte, enz. kaassoufflé, groentesoufflé, vissoufflé, enz. Gegratineerde gerechten gegratineerde oesters, tosti, enz. Grill 250 °C Gegratineerde gerechten gegratineerde aardappels, parmentiersoep, lasagne, enz. gratineren (of braden) 200-210 °C Ovenschotel Gevulde groenten aardappels, tomaten, courgettes, kool, enz. Multilevel 200 °C Gestoofde groenten en cocotte sla, wortels, haverwortel, enz. Traditioneel 200 °C 160 °C Flan paddestoelenflan, groentebeignets, enz. Traditioneel Terrines Groenteterrine Traditioneel 160 °C Soufflé Gerechten in beslag In aluminiumfolie Rijst soufflé van asperges, tomaten, enz. groenteschotel, enz. truffels, enz. Pilaf Multilevel Multilevel Multilevel Traditioneel 200 °C 200 °C 200 °C 180 °C op lekplaat terrinevorm op lekplaat (au bain-marie met warm water) schotel op lekplaat (au bainmarie met warm water) taartvorm op lekplaat op rooster of schotel op rooster schotel op lekplaat op lekplaat of taartvorm op lekplaat cocotte op lekplaat schotel of taartvorm op lekplaat (au bain-marie met warm water) taartvorm op lekplaat (au bainmarie met warm water) taartvorm op lekplaat op lekplaat aluminiumfolie op lekplaat schotel op lekplaat VOORBEELDEN FUNCTIE TEMPERATUUR HULPMIDDELEN kip, eend, haantje, kapoen kip, haantje gebraden varkensvlees, kalfsvlees, kalkoen, rosbief, lamsbout, reebout, gevulde kalfsborst, enz. Braden Draaispit 210 °C 250 °C gevogelte op rooster vleespen voor draaispit Braden 210 °C vlees op rooster hele gebraden bout, grote kapoen of kalkoen, enz. Multilevel 180 °C (op een derde van de braadtijd terugbrengen naar 160 °C) vlees op lekplaat, regelmatig bedruipen met jus Traditioneel 190 °C cocotte op lekplaat Grill 250 °C rundvleesfilet à la Wellington, lamsbout in beslag, enz. Multilevel 200 °C Gerechten in zoutkorst gevogelte in zoutkorst, enz. Multilevel 240 °C Gegrilde vis en spiesjes zeebaars, m akreel, sardine, zeebarbeel, tonijn, enz. Grill 250 °C Gebraden vlees grote braadstukken VLEES quiche lorraine, preiquiche, enz. Boerentaarten Gebraden gevogelte Gevogelte aan het spit Gesauteerd vlees en cocotte en traditionele gerechten boeuf bourguignon, konijn “alla cacciatora”, gesauteerd kalfsvlees, gestoofd lamsvlees, kip à la basque, enz. biefstuk, karbonades, worstjes, spiesjes, kippenbout, enz. goudbrasem, karper, enz. Multilevel 200 °C op rooster (rooster op basis van de dikte) op lekplaat (voor grote stukken, terugbrengen naar 160 °C als het beslag gaar is) vlees op lekplaat of schotel op lekplaat op rooster (rooster op basis van de dikte) op lekplaat zalm, schorpioenvis, kabeljauw, zeebaars, enz. Traditioneel 200 °C op lekplaat tong, schar, coquilles St. Jacques, enz. Multilevel 200 °C op lekplaat zalm, spiesjes, enz. Multilevel 200 °C op lekplaat Gegratineerde vis gegratineerde kabeljauw, enz. gratineren (of braden) (grill voor bruin korstje) 200-210 °C 260 °C Soufflé coquilles St. Jacques, enz. Multilevel 200 °C Vis in zoutkorst zeebaars, karper, enz. Multilevel 240 °C Grill Vlees in beslag VIS FUNCTIE Hartige plum-cakes GEREC HTEN 56 VOORBEELDEN Hele vissen (gevuld) Visfilets (met wijn of andere vloeistof) In aluminiumfolie Vis in beslag (bladerdeeg of kruim eldeeg) schotel op lekplaat (of rooster voor bruin korstje onder de grill) taartvorm op lekplaat vis op lekplaat of schotel op lekplaat Kooktabel oven PATISSERIE GEBAK GERECHTEN NL VOORBEELDEN FUNCTIE Koekjes (zonder gist) cake, lange vingers, opgerolde koekjes, Brownies, Plum-cake en marmercake (met vruchtencake, marmercake, enz. gedroogde gist) Vruchtentaart (kruimeldeeg of appeltaart, pruimentaart, perentaart enz. bladerdeeg, met of zonder flan) Cheesecake Vruchtenaart van gistdeeg suikertaart, vlaaien Bereiding bodem voor taart met verse vruchten (aardbeien, frambozen, vruchtentaarten (zandtaartdeeg) enz.) Gebakjes (bladerdeeg of peergebakjes, enz. kruimeldeeg) profiteroles, kleine soesjes, paris brest, gâteau Beignets saint honoré, enz. Bladerdeeg apfelstrudel, boerentaarten, pasteitjes, enz. croissants, suikertaarten, brioches, kleine Kleine gebakjes (bakkersgist) savarins, enz. DESSERTS gebak (of multilevel) 200 °C taartvorm op lekplaat gebak (of multilevel) 160 °C taartvorm op lekplaat Vruchtentaarten 220 °C taartvorm op lekplaat Vruchtentaarten Croissants 200 °C 180 °C Vruchtentaarten 180 °C taartvorm op lekplaat taartvorm op lekplaat taartvorm op lekplaat (bruine bonen in deegkorst) Vruchtentaarten 220 °C gebak (of multilevel) 190 °C taartvorm op lekplaat op lekplaat gebak (of multilevel) 200 °C op lekplaat Croissants 180 °C op lekplaat Groot gebak (bakkersgist) kougloff, brioches, panettone, zoet brood Croissants 160 °C Koekjesdeeg Zandtaartdeeg Bladerdeeg Bitterkoekjes, kokosballetjes Gistdeeg gebakjes in papieren cups, lepelkoekjes, enz. zandkoekjes, spritsen, biscuits, enz. verschillende soorten feuilletee-gebak, enz. kokoskoekjes, amandelkoekjes mini-brioches, mini-croissants, enz. 180 °C 200 °C 200 °C 180 °C 180 °C 70 °C op lekplaat 110 °C op lekplaat 190 °C taartvorm op lekplaat Vorm of ovenschotel op lekplaat (au bain-marie op lekplaat) taartvorm op lekplaat taartvorm op lekplaat taartvorm of aluminiumfolie op lekplaat Pudding broodpudding, rijstpudding gebak (of multilevel) gebak (of multilevel) gebak (of multilevel) gebak (of multilevel) Croissants lichtgebakken meringues (of multilevel) doorgebakken meringues (of multilevel) gebak (of multilevel) Crèmes en flans – Griesmeelpuddingen crème caramel, crème brûlée, chocoladeflan, enz. gebak (of multilevel) 160 °C rijst à la condé, rijst à l’imperatrice, enz. soufflé met likeur, soufflé met fruit, enz. gebak (of multilevel) gebak (of multilevel) 180 °C 200 °C gestoofde appels, enz. Multilevel 200 °C verse gegratineerde vruchten Grill 250 °C Lichtgebakken meringues Rijstdesserts Soufflé Gevuld fruit of fruit in aluminiumfolie Gegratineerd fruit (met sabayon) GERECHTEN VOORBEELDEN Yoghurt VARIA HULPMIDDELEN op lekplaat of taartvorm op lekplaat op lekplaat op lekplaat op lekplaat op lekplaat op lekplaat Doorgebakken meringues FRUIT TEMPERATUUR Droge etenswaren paddestoelen, kruiden, fruit of groenten in schijven, enz. Wecken potjes met vruchten op sap, enz. Opwarmen van gerechten voorgekookte gerechten (thuis of industriële productie) Zelfgebakken brood schotel op rooster FUNCTIE TEMPERATUUR HULPMIDDELEN Traditioneel 50 °C schotel op lekplaat Multilevel steriliseren (of multilevel) Opwarmen van gerechten (of multilevel) Multilevel 60 °C op rooster 130 °C potjes op lekplaat 140 °C schotel op lekplaat 250 °C voor 10 minuten 210 °C tot aan einde baktijd op lekplaat 57 Voorzorgsmaatregelen en advies NL ! Dit apparaat is ontworpen en vervaardigd volgens de geldende internationale veiligheidsvoorschriften. Deze aanwijzingen zijn geschreven voor uw veiligheid en u dient ze derhalve goed door te nemen. Algemene veiligheidsmaatregelen • Dit apparaat is vervaardigd voor niet-professioneel gebruik binnenshuis. • Het apparaat dient niet buitenshuis te worden geplaatst, ook niet in overdekte toestand. Het is erg gevaarlijk als het in aanraking komt met regen of als het onweert. • Raak het apparaat niet aan als u blootsvoets bent of met natte of vochtige handen of voeten. • Het apparaat dient gebruikt te worden om voedsel te bereiden. Het mag uitsluitend door volwassenen worden gebruikt en alleen volgens de instructies die in deze handleiding beschreven staan. Elk ander gebruik (bv.: verwarming van ruimten) is als oneigenlijk te beschouwen en dus gevaarlijk. De fabrikant kan niet aansprakelijk worden gesteld voor eventuele schade die te wijten is aan onjuist, verkeerd of onredelijk gebruik. • Deze handleiding betreft een apparaat van klasse 1 (losstaand) of klasse 2 - subklasse 1 (ingebouwd tussen 2 meubels). • Tijdens het gebruik van de oven worden de verwarmingselementen en enkele delen van de ovendeur zeer heet. Raak ze niet aan en houd kinderen op een afstand. • Voorkom dat elektrische snoeren van andere kleine keukenapparaten op warme delen van het apparaat terechtkomen. • Laat de ventilatieopeningen en warmteafvoer vrij. • Gebruik altijd ovenwanten om gerechten in de oven te zetten en eruit te halen. • Gebruik geen ontvlambare vloeistoffen (alcohol, benzine enz.) in de buurt van het apparaat als het in gebruik is. • Plaats geen brandbaar materiaal in de onderste opberglade of in de oven: als de oven plotseling aan zou worden gezet zou dit materiaal vlam kunnen vatten. • De interne oppervlakken van de lade (indien aanwezig) kunnen warm worden. • Controleer altijd dat de knoppen in de stand • staan als het apparaat niet gebruikt wordt. • Trek nooit de stekker aan het snoer uit het stopcontact, maar pak altijd de stekker direct beet. • Maak het apparaat niet schoon of voer geen onderhoud uit als de stekker nog in het stopcontact zit. • Probeer in geval van storingen nooit zelf de interne mechanismen van het apparaat te repareren. Neem contact op met de Technische Dienst. • Plaats geen zware voorwerpen op de open ovendeur. • Dit apparaat mag niet worden gebruikt door personen 58 (kinderen inbegrepen) met een beperkt lichamelijk, sensorieel of geestelijk vermogen of personen die niet de nodige ervaring of kennis hebben met het apparaat, tenzij onder toezicht van een persoon die verantwoordelijk is voor hun veiligheid of nadat hun is uitgelegd hoe het apparaat werkt. • Voorkom dat kinderen met het apparaat spelen. • Als het fornuis op een voetstuk wordt geplaatst moet u er voor zorgen dat het er niet af kan schuiven. Afvalverwijdering • Het verwijderen van het verpakkingsmateriaal: houdt u aan de plaatselijke normen zodat het materiaal hergebruikt kan worden. • De Europese richtlijn 2002/96/EG, betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (AEEA), voorziet dat huishoudelijke apparatuur niet met het normale afval mag worden meegegeven. De verwijderde apparaten moeten apart worden opgehaald om het terugwinnen en recyclen van de materialen waaruit ze bestaan te optimaliseren en te voorkomen dat er eventuele schade voortvloeit voor de gezondheid en het milieu. Het symbool van de afvalemmer met een kruis staat op alle producten om de consument eraan te herinneren dat dit gescheiden afval is. Om meer informatie te verkrijgen betreffende een juiste verwijdering van huishoudapparaten kan de consument zich richten tot de gemeentelijke reinigingsdienst of de verkopers. Energiebesparing en milieubehoud • Door de oven te gebruiken vanaf het late middaguur tot aan de vroege ochtend zorgt u ervoor dat de elektriciteitscentrales minder worden belast tijdens het ‘spitsuur’. De optie waarmee u programma’s programmeert, in het bijzonder de “uitgestelde start” (zie Programma’s) kunnen u hierbij helpen. • Houd bij de functies DRAAISPIT, BARBECUE en ROOSTEREN altijd de ovendeur dicht: u bereikt betere kookresultaten en een aanzienlijke energiebesparing (circa 10%). • Houd de afdichtingen altijd schoon zodat ze goed aansluiten op de deur en er geen hitte vrij kan komen. • Dit product voldoet aan de eisen die gesteld worden door de nieuwe Europese Richtlijn voor energiebesparing voor apparaten in de standby-stand. Wanneer 2 minuten lang geen handelingen worden uitgevoerd, gaat het apparaat automatisch in de standystand. De standby-stand wordt weergegeven middels het "Symbool Klok" op een hoge verlichtingssterkte. Wanneer weer een handeling aan het apparaat wordt uitgevoerd, gaat het systeem onmiddellijk weer over in de operationele stand. Onderhoud en verzorging De elektrische stroom afsluiten Het controleren van de afdichtingen van de oven Sluit altijd eerst de elektrische stroom af voordat u tot enige handeling overgaat. Reinigen van het apparaat Controleer regelmatig de staat van de afdichtingen rondom de ovendeur. In het geval de afdichting beschadigd is, dient u zich tot de dichtstbijzijnde Erkende Servicedienst te wenden. Gebruik de oven niet voordat de reparatie is uitgevoerd. ! Gebruik nooit stoom- of hogedrukreinigers voor het reinigen van het apparaat. Vervangen van het ovenlampje • De buitenkant, dus zowel het email en het roestvrij staal als de rubberen afdichtingen, kunnen met een spons en een sopje worden afgenomen. Als de vlekken moeilijk te verwijderen zijn, kunt u een speciaal reinigingsmiddel gebruiken. Spoel en droog het na het schoonmaken goed af. Gebruik geen schuurmiddelen of bijtende producten. • De pannendragers, de branderdeksels, de vlamkronen en de branders van de kookplaat kunnen worden verwijderd voor een gemakkelijkere reiniging; was ze in warm water en een niet schurend reinigingsmiddel. Zorg ervoor de afzettingen te verwijderen en doe ze pas op hun plaats als ze volledig droog zijn. • Reinig geregeld het uiteinde van de thermokoppelbeveiliging*. • De binnenkant van de oven kunt u het beste direct na gebruik schoonmaken, als hij nog lauw is. Gebruik warm water en een schoonmaakmiddel, spoel vervolgens af en droog met een zachte doek. Gebruik geen schuurmiddelen. 1. Nadat u de oven heeft losgekoppeld van het elektriciteitsnet, verwijdert u het glazen deksel van de lamphouder (zie afbeelding). 2. Schroef het lampje los en vervang het met eenzelfde soort lampje: spanning 230 V, vermogen 25 W, fitting E 14. 3. Doe het deksel weer op zijn plaats en sluit de oven opnieuw aan op het elektriciteitsnet. Onderhoud gaskranen Met verloop van tijd kan een kraan stroef worden of vast blijven zitten; in dat geval is het noodzakelijk hem te vervangen. ! Dit moet worden uitgevoerd door een door de fabrikant bevoegde installateur. • Reinig het glas van de deur met een spons en niet schurende producten. Droog met een zachte doek. Gebruik geen ruwe schurende materialen of scherpe schrapertjes die het oppervlak zouden kunnen krassen waardoor als gevolg het glas zou kunnen barsten. • De accessoires kunnen gewoon worden afgewassen (eventueel ook in de vaatwasser). • Sluit het deksel van de kookplaat nooit zolang de gasbranders nog aan of warm zijn. * Slechts op enkele modellen aanwezig. 59 NL Servicedienst NL Belangrijk: Het apparaat is voorzien van een automatisch diagnostisch systeem dat eventuele storingen opspoort. Deze kunt u op het display aflezen met berichten zoals: “F” gevolgd door enkele nummers. In deze gevallen moet u de technische dienst inschakelen. ! Wendt u nooit tot niet erkende monteurs. Dit dient u door te geven: • Het soort storing; • Het model apparaat (Mod.) • Het serienummer (S/N) Deze informatie bevindt zich op het typeplaatje op het apparaat. 60
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

Scholtes CI 55M A de handleiding

Categorie
Magnetrons
Type
de handleiding