16
C GRILLEN EN SPETTEREN
23 Bij het grillen of het koken van producten in de buurt van het bovenelement dient u erop te
letten dat er geen vet of sappen op het bovenelement terechtkomen.
24 Indien u het eten ziet spetteren, verplaats het eten dan naar beneden, weg van het
bovenelement.
25 Dit kan uw kooktijd lichtelijk verlengen vanwege de grotere afstand.
26 Spetters maken het schoonmaken lastig.
27 Residuen die op het bovenelement verbranden kunnen zijn levensduur verkorten.
28 Verbrande resten die terug in het eten vallen, kunnen het uiterlijk en de smaak van het eten
beïnvloeden.
C HET DRAAISPIT
29 Ongeacht wat u roostert, kip, konijn of andersoortig vlees, het moet altijd in het midden van
het draaispit geplaatst worden.
30 Indien het niet in het midden van het draaispit geplaatst wordt, zal de ene kant sneller koken
dan de andere.
31 Vermijd losse stukken, deze zullen anders ongelijkmatig worden geroosterd.
32 Des te dichter u bij een cilindervorm in de buurt kunt komen, met het draaispit precies in het
midden, des te beter het resultaat.
33 Bind losse stukjes, zoals vleugels of kleine benen, met een koord vast.
34 Verwijder de beide schroeven en verwijder vervolgens de vleespen van het puntige uiteinde
van het draaispit.
35 Duw het puntige uiteinde door het midden van het vlees en aan de andere kant naar buiten.
36 Vervang de vleespen op het draaispit en duw beide vleespennen in de uiteinden van het
vlees.
37 Het vlees zal krimpen tijdens het roosteren en mag niet van de vleespennen vallen, u moet
deze dus goed naar binnen drukken.
38 Verplaats het vlees en de vleespennen langs het draaispit naar het midden, draai vervolgens
de beide schroeven aan om het vlees op zijn plaats te houden.
39 Plaats het puntige uiteinde van het draaispit in de aanvoering van het draaispit. Laat het
andere uiteinde vervolgens in de geleider zakken aan de andere kant van de oven.
40 Verzeker dat het vlees de binnenkant van de oven niet aanraakt bij het ronddraaien van het
draaispit.
41 Schuif de bakplaat in de onderste sleuf om de druppels op te vangen.
42 Laat de deur half open.
43 Stel de temperatuurregeling in op de benodigde temperatuur (100-230°C).
44 Indien de temperatuur te hoog is, zal de buitenkant sneller koken dan de binnenkant.
45 Wij raden u aan om op een lage of gemiddelde temperatuur te roosteren.
46 Indien u de buitenkant van het vlees krokant wilt maken, kunt u de temperatuur verhogen
aan het einde van de bereidingstijd.
47 Stel de ovenbediening in op O.
48 Draai de timer met de klok mee naar de benodigde tijd.
49 Gebruik de houder van het draaispit om het draaispit uit de oven te verwijderen.
50 Plaats de uiteinden van de houder onder de inkepingen in het draaispit.
51 Houd de houder met beide handen vast.
52 Til de linkerkant een beetje omhoog om het uiteinde van de geleider los te maken, beweeg
vervolgens het draaispit naar rechts om het puntige uiteinde los te maken.
53 Verwijder de houder en draaispit zorgvuldig uit de oven.
54 Wij raden u aan om een aantal keren te oefenen, voordat u begint.