V-ZUG 266 Handleiding

Type
Handleiding
Wasautomaat
Adora S
Bedieningshandleiding
V-ZUG Ltd
2
Hartelijk dank dat u heeft gekozen voor een van onze producten. Uw toestel
voldoet aan de hoogste eisen en de bediening is eenvoudig. Neemt u
niettemin de tijd deze bedieningshandleiding te lezen. Op die manier raakt u
vertrouwd met uw toestel en kunt u het optimaal en zonder storingen
gebruiken.
Volg de veiligheidsvoorschriften op.
Wijzigingen
Tekst, afbeeldingen en gegevens komen overeen met de technische conditie
van het toestel ten tijde van het ter perse gaan van deze bedieningshand-
leiding. Wijzigingen in de zin van verdere ontwikkeling blijven voorbehouden.
Gebruikte symbolen
Geeft de stappen aan die u in de aangegeven volgorde moet uitvoeren.
Beschrijft de reactie van het toestel op de uitgevoerde stap.
Duidt op een opsomming.
Geldigheidsbereik
Het modelnummer komt overeen met de eerste 3 cijfers op het service-
plaatje. Deze bedieningshandleiding geldt voor het model:
Afwijkingen tussen verschillende uitvoeringen zijn in de tekst vermeld.
© V-ZUG Ltd, CH-6301 Zug, 2011
Geeft de voorschriften aan die voor de veiligheid belangrijk zijn.
Het niet in acht nemen van deze aanwijzingen kan leiden tot
verwondingen, schade aan het toestel of aan de installatie!
Duidt op nuttige gebruikersaanwijzingen.
Model Type Modelnr.
Adora S WA-ASZ 266
3
Inhoud
1 Veiligheidsvoorschriften 5
1.1 Voor de eerste ingebruikneming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 5
1.2 Reglementair gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6
1.3 Bij kinderen in het huishouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
1.4 Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
1.5 Over het onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8
2Uw toestel 9
2.1 Beschrijving van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
2.2 Opbouw van het toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
2.3 Bedienings- en display-elementen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 11
2.4 Eerste ingebruikneming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 13
3 Programmaoverzicht 14
3.1 Hoofdprogramma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
3.2 Extra programma’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16
3.3 Extra functies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
4 Persoonlijke instellingen 21
4.1 Spoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
4.2 Inweken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 24
4.3 Centrifugetoerental . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25
4.4 Hygiëneadvies . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 26
4.5 Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 27
4.6 Automatische deuropening . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
4.7 Fabrieksinstellingen terugzetten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 28
5Wassen 29
5.1 Wasmiddel toevoegen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 31
5.2 Programma kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
5.3 Invoer corrigeren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
5.4 Programmakeuze bij ingeschakelde kinderbeveiliging . . . . . . . . . . . . . . 40
5.5 Einde programma . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 41
5.6 Einde van de wasdag . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 42
6 Verzorging en onderhoud 43
6.1 Wasmiddellade reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
6.2 Watertoevoerfilter reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
6.3 Noodlediging . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
6.4 Vuilfilter reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
4
7 Storingen zelf verhelpen 46
7.1 Wat te doen als … . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
7.2 Toesteldeur bij stroomuitval openen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
8Tips rondom de was 57
8.1 Energie en water besparen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
8.2 Onbevredigende wasresultaten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 61
9 Vervangingsonderdelen 65
10 Technische gegevens 66
10.1 Aanwijzing voor testinstituten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 67
10.2 Vibratie-Absorbeersysteem (VAS - Vibration Absorbing System) . . . . . . 68
10.3 Automatische spaarfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
10.4 Automatische standby-spaarfunctie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 68
11 Afdanken 69
12 Notities 70
13 Overzicht van de trefwoorden 72
14 Reparatieservice 75
5
1 Veiligheidsvoorschriften
In overeenstemming met IEC 60335-1 geldt als voorschrift:
Personen (inclusief kinderen) die wegens hun fysieke, zintuiglijke of
geestelijke vermogens of wegens hun onervarenheid of onkunde niet in
staat zijn het toestel op een veilige manier te gebruiken, mogen dit toestel
slechts gebruiken onder toezicht of met de hulp van een persoon die voor
de veiligheid verantwoordelijk is.
1.1 Voor de eerste ingebruikneming
Het toestel mag alleen volgens de aparte installatiehandleiding worden
geïnstalleerd en op de netstroom worden aangesloten. Laat de benodigde
werkzaamheden uitvoeren door een erkende installateur/elektricien.
Verwijder het verpakkingsmateriaal volgens de plaatselijke voorschriften.
De toegankelijkheid van aansluitingspunten (bv. stopcontacten, wandscha-
kelaar, zekering) en waterkraan moet zijn gewaarborgd.
De transportzekering moet in ieder geval worden verwijderd. Niet verwij-
derde transportzekeringen kunnen leiden tot schade aan het toestel of aan
de wonings-/wasruimteinrichting.
Voor u het geïnstalleerde toestel voor de eerste keer gebruikt, is het van
belang dat u kennis neemt van de aanwijzingen in Eerste ingebruikneming.
Het toestel voldoet aan de erkende technische regels en de desbe-
treffende veiligheidsvoorschriften. Om schade en ongevallen te
vermijden moet het toestel evenwel op deskundige wijze worden
gebruikt. Neem de aanwijzingen in deze bedieningshandleiding in
acht.
1 Veiligheidsvoorschriften
6
1.2 Reglementair gebruik
Het toestel is uitsluitend geschikt voor het wassen van huishoudelijk textiel
met water en gewone, voor de wasmachine geschikte wasmiddelen.
Gebruik het toestel alleen in het huishouden en voor het aangegeven doel.
Bij gebruik voor andere doeleinden of verkeerde bediening bestaat er geen
aansprakelijkheid voor eventuele schade.
Reparaties, wijzigingen of manipulaties aan of in het toestel, in het
bijzonder aan stroomgeleidende onderdelen, mogen alleen door de
fabrikant, de klantendienst of een gelijk gekwalificeerd persoon worden
uitgevoerd. Ondeskundige reparaties kunnen leiden tot zware ongevallen,
schade aan het toestel en de inrichting, alsook tot gebruiksstoringen. Bij
een storing aan het toestel of bij een reparatieopdracht dient u de aanwij-
zingen in het hoofdstuk Reparatie-service te lezen. Wend u zich zo nodig tot
onze klantendienst.
Er mogen uitsluitend originele vervangingsonderdelen worden gebruikt.
Bewaar de bedieningshandleiding zorgvuldig, zodat u deze steeds kunt
raadplegen. Geef deze handleiding, alsook de installatiehandleiding,
samen met het toestel door wanneer u het verkoopt of aan derden afstaat.
De nieuwe eigenaar kan zich zo van de juiste bediening van het toestel en
van de betreffende aanwijzingen op de hoogte stellen.
In het toestel mogen de volgende zaken niet worden gewassen:
Textiel dat met brandgevaarlijke chemicaliën, reinigings- of oplosmiddelen
(wasbenzine, alcohol, vlekkenwater, olie, kleurstoffen, was, etc.) is
gereinigd, behandeld of gedrenkt is. Brand- en ontploffingsgevaar! Was
stoffen met zulke substanties eerst handmatig met water of laat het oplos-
middel helemaal verdampen.
Textiel dat met metaal is versterkt (gevaar voor beschadigingen).
Sportschoenen, duikerpakken, rugzakken, tapijten, etc.
1 Veiligheidsvoorschriften
7
1.3 Bij kinderen in het huishouden
Delen van de verpakking (bv. folie, piepschuim) kunnen voor kinderen
gevaarlijk zijn. Verstikkingsgevaar! Houdt verpakkingsdelen buiten bereik
van kinderen.
Het toestel is bedoeld voor gebruik door volwassenen die kennis hebben
genomen van de inhoud van deze bedieningshandleiding. Kinderen
herkennen vaak de gevaren niet die door de omgang met elektrische
toestel ontstaan. Zorg daarom voor het nodige toezicht en laat kinderen
niet met het toestel spelen – er bestaat het gevaar dat kinderen er in
opgesloten raken.
Wasmiddelen in wat voor vorm dan ook kunnen ogen, mond en keel
aantasten of zelfs tot verstikking leiden! Bewaar wasmiddelen buiten het
bereik van kinderen.
Gebruik de mogelijkheden van de kinderbeveiliging.
1.4 Gebruik
Bevestig een afvoerslang aan een bekken (wastobbe) zodat deze er niet
afglijdt. Overtuig u ervan dat het water snel genoeg wegstroomt. Overstro-
mingsgevaar!
Controleer de afvoerslang van tijd tot tijd op scheuren, knikken,
verdraaiingen, etc.
Als de aanvoerleidingen zijn beschadigd of als het toestel zichtbare
beschadigingen vertoont, neem het dan niet in gebruik en wendt u zich tot
onze klantendienst.
Zodra er een functiestoring wordt ontdekt, moet het toestel van het
stroomnet worden losgekoppeld.
Als de aansluitleiding van het toestel is beschadigd, moet deze door
deklantendienst worden vervangen om gevaren te vermijden.
Houd huisdieren uit de buurt van het toestel.
Neem om uw was te beschermen de waslabels in acht en volg de aanwij-
zingen op die u kunt vinden onder Tips rondom de was.
Het toestel mag nooit aan het beweegbare bedieningspaneel
worden opgetild of verschoven.
1 Veiligheidsvoorschriften
8
Doe in plaats van of samen met water, wasmiddelen en wasmiddelaanvul-
lingen geen oplosmiddelen (bv. terpentijn, wasbenzine) in uw wastrommel.
Brand- en ontploffingsgevaar!
Gebruik uitsluitend waterontharders, kleur-/ontkleuringsmiddelen en
andere aanvullende stoffen waarvan het gebruik in de wasmachine door
de fabrikant in zijn gebruiksaanwijzing uitdrukkelijk is toegestaan. Volg de
betreffende gebruiksaanwijzing zorgvuldig op.
Bewaar wasmiddelen, washulpmiddelen en andere aanvullende stoffen op
een droge en koele plaats. Geklonterde wasmiddelen kunnen tot storingen
leiden. Zorg ervoor dat deze middelen buiten het bereik van kinderen
blijven.
Kijk voor het sluiten van de toesteldeur en het starten van een programma
of er zich geen vreemde voorwerpen of huisdieren in de wastrommel, in
het wasmiddelvak of bij het vuilfilter bevinden. Vreemde voorwerpen zoals
muntjes, spijkers, paperclips, etc. kunnen toestelonderdelen en de was
beschadigen.
Als u gedurende langere tijd afwezig bent, draai dan eerst de waterkraan
dicht en schakel de elektrische stroom uit door de netstekker uit het
stopcontact te trekken. Trek daarbij de netstekker nooit aan het snoer uit
het stopcontact.
Let op: Als de stroom wordt uitgeschakeld, dan werkt de ingebouwde
overstromingsbeveiliging niet.
1.5 Over het onderhoud
Onderbreek alvorens onderhoudswerkzaamheden uit te voeren de stroom-
toevoer.
Spuit in geen geval het toestel met water af en gebruik geen stoomreiniger.
Niet op de toesteldeur zitten, en leun of steun er niet op.
Klim niet op het toestel. Kantelgevaar!
Bij het openen van de waterwegen tijdens het gebruik bestaat verbran-
dingsgevaar.
Gebruik uitsluitend originele vervangingsonderdelen.
Voordat u in de wastrommel grijpt, overtuig u ervan dat die stil
staat. Bij het aanraken van een draaiende wastrommel bestaat
aanzienlijk verwondingsgevaar!
9
2 Uw toestel
2.1 Beschrijving van het toestel
Ladingsvermogen 8 kg droogwas
6 hoofdprogramma’s
Extra programma’s
Behoedzaam
Voorwassen
–Sport
Antikreuk-stomen
Nachtspaarprogramma
–Antimijt
Intensief programma
–Inweken
–Zeepwassen
Biologisch wassen
Huidbescherming
Extra functies
Temperatuurkeuze
Centrifugetoerental-instelling
Uitgestelde start
–Spoelstop
Programmaonderdelen cancelen
Sensoren voor optimalisering van het wasproces
Automatische standby-spaarfunctie
Digitaal display voor aanwijzingen en storingen
Automatische deuropener
•Kinderbeveiliging
Aqua-stop met lekwaterbescherming
2 Uw toestel
10
2.2 Opbouw van het toestel
1 Bedienings- en display-elementen
(beweegbaar bedieningspaneel)
2 Wasmiddellade
3 Toesteldeur
4 Afvoerreservoir
5 Vuilfilter
6 Opener voor noodontgrendeling
7 Noodontgrendeling
8 Serviceplaatje/fabricagenummer (FN)
Wasmiddellade
9 Voorwasmiddel, vak I
10 Hoofdwasmiddel, vak II
11 Klep voor vloeibaar wasmiddel
12 Zuighevel voor wasverzachter
13 Wasverzachter, vak
14 Korte bedieningshandleiding
Er bestaat de mogelijkheid om de toesteldeur naar links of naar rechts
te openen. Onze klantendienst kan het toestel dienovereenkomstig
aanpassen.
Het toestel kan in 3 schuine posities
worden gezet.
Voorzijde:
Achterzijde:
Duits/Frans
Engels/Italiaans
6
8
7
5
3
4
2
1
12 11 10 9
14
M
A
X
13
2 Uw toestel
11
2.3 Bedienings- en display-elementen
Hoofdprogramma’s
Extra programma’s
Extra functies
Kookwas 95 °C Bonte was 20 °C
Bonte was 60 °C Wol 30 °C
Bonte was 40 °C Handwas 20 °C
Behoedzaam Antikreuk-stomen
Voorwassen Nachtspaarprogramma
Sport Antimijt
Temperatuurinstelling Snelwas/einde programma
Centrifugetoerental Deuropening
Uitgestelde start
20
SPORT
406095
95 20
60
40
SPORT
2 Uw toestel
12
Programmastadiumdisplay
Tijdens het verloop van het programma wordt het actuele programmastadium
aangegeven.
In de digitale display wordt de betreffende resttijd van het programma
aangegeven.
Controlelampjes
De toetsen van het hoofdprogramma en enkele extra programma’s zijn
voorzien van een controlelampje.
Controlelampje knippert
Programma c.q. functie kan worden gekozen.
Controlelampje brandt
Programma c.q. functie is actief.
Controlelampje gedoofd
Programma c.q. functie is uitgeschakeld.
Voorwassen/hoofdwassen
Spoelen
Laatste spoeling/verzachten
Centrifugeren
Leeg maken
2 Uw toestel
13
2.4 Eerste ingebruikneming
Voordat u het pas geïnstalleerde toestel voor de eerste keer gebruikt, moeten
de volgende werkzaamheden uitgevoerd worden.
Transportzekering
Wasbeurt zonder wasgoed
Voer een wasbeurt zonder wasgoed uit om eventuele resten van de instal-
latie te verwijderen.
Doe een beetje wasmiddel in vak II.
Kies het hoofdprogramma .
Het toestel is voor aflevering met water getest. Daarom kunnen er water-
vlekken
aanwezig zijn.
De transportzekering moet voor de eerste ingebruikneming zijn
verwijderd (3 schroeven met onderlegschijven aan de achterwand
van het toestel), om schade aan het toestel te vermijden.
60
14
3 Programmaoverzicht
3.1 Hoofdprogramma’s
Voor de juiste programmakeuze dient u te letten op de wassymbolen
die op de wasstukken zijn aangebracht, bv. .
Programma Symbool Toepassingsbereik
Kookwas
95 °C
Wit katoen, linnen:
bv. beddengoed en tafellinnen, handdoeken, wit of kleurecht ondergoed.
Bonte was
60 °C
Gekleurd katoen:
bv. bonte bloezen, schorten, overhemden, beddengoed.
Bonte was
40 °C
Gekleurd katoen, niet temperatuurvast gekleurd:
bv. spijkerbroeken, gekleurde pullovers, T-shirts.
Bonte was
20 °C
Energiebesparend programma voor licht vervuild textiel met
wassymbool , , en .
Wol
30 °C
Behoedzame behandeling voor wol en ander gevoelig textiel.
Uitsluitend voor niet pluizende wol, gekenmerkt als «machinewasbaar».
Handwas
20 °C
Zeer behoedzame behandeling voor wasgoed met het wassymbool
.
40
95
60
40
20
30 40 60 95
3 Programmaoverzicht
15
De aangegeven verbruiksgegevens en programmaduurgegevens zijn
richtwaarden. Ze hebben betrekking op het maximale vulgewicht en kunnen
worden gewijzigd, bv. bij het wassen van badstof, zeer koud toevoerwater, de
gekozen vervuilingsgraad of lagere vulgewichten. De aangegeven restduur
past zich hierbij aan.
Vulgewicht Centrifugetoerental ¹ Programmaduur Water Energie
1–8 kg 1200 t/min 2h10 75 l 2,2 kWh
1–8 kg 1200 t/min 1h30 65 l 1,4 kWh
1–8 kg 1200 t/min 1h15 70 l 0,8 kWh
1–8 kg 1200 t/min 1h00 70 l 0,3 kWh
1–2,5 kg 800 t/min 0h50 52 l 0,3 kWh
1–2 kg 600 t/min 0h48 58 l 0,2 kWh
¹ Fabrieksinstelling
3 Programmaoverzicht
16
3.2 Extra programma’s
Behoedzaam
Voorwassen
Sport
Grote behoedzaamheid bij het wassen
Verminderde wasbeweging
Verhoogde waterstand bij wassen en spoelen
Gereduceerd centrifugetoerental: 800 t/min
Optimale hoeveelheid wasgoed: max. 3,5 kg
Geschikt voor sterk vervuilde was
Verlenging van de programmaduur: ca. 15 min.
Verkort programma voor een kleine hoeveelheid wasgoed met een
lage vervuilingsgraad
•Programmaduur
+ : 28 min.
+ : 35 min.
+ : 45 min.
2 in plaats van 3 spoelgangen
Optimale hoeveelheid wasgoed: max. 2,5 kg
Doseer weinig wasmiddel.
Een te grote hoeveelheid wasgoed of te veel wasmiddel kan de
programmaduur duidelijk verlengen.
SPORT
20
SPORT
40
SPORT
60
SPORT
3 Programmaoverzicht
17
Antikreuk-stomen
Droge, verkreukte was wordt daarbij ten dele kreukvrij en strijkdroog
gemaakt.
Doe de was in het toestel (max. 1,5 kg).
Sluit de toesteldeur.
Druk toets in.
In de digitaal display staat .
Duidelijk verminderde kreukvorming van het wasgoed dankzij de
stoombehandeling aan het einde van het programma. Aan te bevelen
bij kreukgevoelig wasgoed zoals overhemden en bloezen.
De was is nog warm en moet, om het gemakkelijk te kunnen
strijken, snel opgehangen worden of machinaal gedroogd.
Door de duur van het luchtig maken te verlengen (ca. 60 min.)
wordt vermeden dat de was na beëindiging van het programma
opnieuw gaat kreuken. De was kan ondertussen op elk gewenst
moment eruit worden genomen.
Druk de toets in en neem de was eruit.
Verlenging van de programmaduur: ca. 20 min.
Limiet van het centrifugetoerental: max. 1000 t/min
Optimale hoeveelheid wasgoed: max. 2 kg
Anti-kreuk stomen kan ook als apart programma worden gekozen.
3 Programmaoverzicht
18
Nachtspaarprogramma
Antimijt
Zeer energiebesparend programma door middel van temperatuur-
verlaging. Door verlenging van de wasduur blijft de waswerking onver-
anderd.
Verlenging van de programmaduur: 25–60 min.
Energiebesparing afhankelijk van het programma: 10–40 %
Waterbesparing door vermindering van de spoelwaterhoeveelheid.
Door verlenging van de spoelduur blijft de spoelwerking onveranderd.
Waterbesparing: 10–20 %
Geschikt voor mijtallergieën
Hoofdwassen wordt – bij de gekozen temperatuur – verlengd en
geïntensiveerd. De mijten worden gedood en de allergenen zeer
goed uitgespoeld.
Alleen te kiezen bij en .
60
95
3 Programmaoverzicht
19
Intensief programma
Geschikt voor normaal vervuild wasgoed
Duidelijke verlenging van de wasduur
Inweken
Voor de hoofdwas wordt een extra inweekbeurt uitgevoerd.
Stel de inweekduur (0,5–6 uur) in door de toets in te drukken.
Afzonderlijk spoelen/afzonderlijk centrifugeren
Biologisch wassen (basiswasmiddel + bleekmiddel)
Het programmaverloop wordt aangepast aan het gebruik van gecombi-
neerde wasmiddelen (basiswasmiddel + bleekmiddel). Het basiswasmiddel
met ontharder (vak II) wordt eerst in het toestel gespoeld en het sop tot
40 °C verwarmd. Na ca. 6 minuten wordt het bleekmiddel (vak I) in het
toestel gespoeld.
Kies het hoofdprogramma.
Druk toets 2× in.
In de digitale display staat .
Houd de gewenste hoofdprogrammatoets 3 seconden ingedrukt.
In de digitale display staat .
Programmaonderdelen van het gekozen programma kunnen worden
overgeslagen.
Kies het hoofdprogramma aan de hand van het waslabel.
Druk toets 1× in.
Spoelen en laatste centrifuge zijn gekozen.
Druk toets 2× in
Laatste spoeling/Verzachten en laatste centrifuge zijn gekozen.
Druk toets 3× in.
Afzonderlijke laatste centrifuge is gekozen.
3 Programmaoverzicht
20
Zeepwassen (Ontharder + zeepwasmiddel)
Het programmaverloop wordt aangepast aan het gebruik van gecombi-
neerde wasmiddelen (ontharder + zeepwasmiddel). De ontharder (vak I) en
het zeepwasmiddel (vak II) worden na elkaar in het toestel gespoeld.
Kies het hoofdprogramma.
Druk toets 3× in.
In de digitale display staat .
3.3 Extra functies
Functie/symbool Toepassingen
Temperatuurinstelli
ng
De temperatuur kan in stappen van 10 °C c.q. 15 °C worden gewijzigd.
Zodoende kan licht vervuild, niet bevlekt textiel energiebesparend
worden gewassen.
Koud wassen
Temperatuur onder 20 °C.
Centrifugetoerental
Het centrifugetoerental kan in stappen van 200 toeren per minuut
worden gewijzigd (1200, 1000, 800, 600, 400 t/min, spoelstop, 1500,
1400 t/min). Zodoende kan gevoelig wasgoed met een lager toerental
worden gecentrifugeerd. In ieder geval wordt hierbij de droogduur
verlengd (verhoogd energieverbruik bij machinedrogen).
Uitgestelde start
Gebruik van spaartarieven voor stroom (instelbereik 1–24 uur).
Door de plaatselijke stroomleveranciers ingesteld spertijden verlengen de
startuitsteltijd met de tijdsduur van de spertijd. Deze tijd wordt echter niet
aangegeven.
Snelwas/
Einde programma
Afzonderlijke programmaonderdelen kunnen tijdens het verloop van het
programma te allen tijde stapsgewijs worden overgeslagen door de toets
in te drukken.
21
4 Persoonlijke instellingen
Indien er geen programma draait en geen foutmelding wordt weergegeven,
kunnen de persoonlijke instellingen bij geopende of gesloten toesteldeur
worden gewijzigd. Het procédé is voor alle instellingen inhoudelijk hetzelfde.
Persoonlijke instellingen wijzigen
Houd toets 5 seconden ingedrukt.
In de digitale display staat .
Druk toets zo vaak, in totdat de gewenste instelling in de digitale
display staat, bv.: voor kinderbeveiliging UIT.
Druk voor wijziging toets in.
In de digitale display staat voor kinderbeveiliging AAN.
Deze instelling wordt overgenomen en hoeft niet te worden bevestigd.
Persoonlijke instellingen verlaten
Druk toets zo vaak in, totdat de digitale display donker wordt.
Indien gedurende circa 15 seconden geen toets wordt ingedrukt,
worden de persoonlijke instellingen verlaten en wordt de digitale
display donker.
95
4 Persoonlijke instellingen
22
De volgende afbeelding geeft een overzicht van de mogelijke instellingen
voor persoonlijke bediening.
Centrifugetoerental
Inweken
Spoelen
A Toets 5 seconden ingedrukt houden.
UIT *
AAN
Huidbescherming
meer water
+1 spoelbeurt
Standaard *
meer water
+1 spoelbeurt
1200 t/min *
geen centrifugeren,
Spoelstop, 0 t/min
1400, 1500, 400, 600,
800 of 1000 t/min
geen wijziging
terugzetten
* Fabrieksinstelling
Kinderbeveiliging
Automatische
deuropener
Fabrieksinstellingen
UIT *
AAN
UIT *
AAN
Hygiëneadvies
UIT
AAN *
XXXX
4 Persoonlijke instellingen
23
4.1 Spoelen
De intensiteit van het spoelen kan op 5 verschillende niveaus worden
ingesteld.
«Standaard»
•Normale waterstand
«meer water»
De waterstand wordt bij hoofdwassen en bij iedere spoeling met 1–3 cm
verhoogd.
«+1 spoelen»
Bij ieder programma wordt een extra spoeling ingeschakeld.
«meer water +1 spoelen»
Bij ieder programma wordt een extra spoeling ingeschakeld en de water-
stand wordt bij hoofdwassen en bij iedere spoeling met 1–3 cm verhoogd.
«Huidbescherming»
Bij ieder programma worden 2 extra spoelgangen ingeschakeld en de
waterstand wordt bij iedere spoeling met 5 cm verhoogd. Deze functie is
speciaal geschikt voor personen met een gevoelige huid of met mogelijke
allergie tegen wasmiddelen.
Spoelintensiteit wijzigen
Houd toets 5 seconden ingedrukt.
In de digitale display staat .
Druk toets zo vaak in, totdat de actuele instelling in de digitale display
staat, bv.: voor standaard.
Druk toets zo vaak, in totdat de gewenste instelling in de digitale
display staat, bv.: voor meer water.
Deze instelling wordt overgenomen en hoeft niet te worden bevestigd.
Druk toets zo vaak in, totdat de digitale display donker wordt.
95
4 Persoonlijke instellingen
24
4.2 Inweken
Indien «Inweken AAN» is geprogrammeerd, kan na de keuze van het
hoofdprogramma met de toets de gewenste inweekduur in stappen van
30 minuten worden ingesteld.
Mogelijke instellingen:
(30 min. inweken) tot (6 uur inweken).
Inweken in-/uitschakelen
Houd toets 5 seconden ingedrukt.
In de digitale display staat .
Druk toets zo vaak in, totdat de actuele instelling in de digitale display
staat, bv.: voor inweken UIT.
Druk toets in.
In de digitale display staat voor inweken AAN.
Deze instelling wordt overgenomen en hoeft niet te worden bevestigd.
Druk toets zo vaak in, totdat de digitale display donker wordt.
Inweken in combinatie met uitgestelde start is niet mogelijk.
95
4 Persoonlijke instellingen
25
4.3 Centrifugetoerental
Ieder programma en iedere programmacombinatie heeft in de fabriek een
optimaal centrifugetoerental toegewezen gekregen. Aanpassing naar eigen
behoeften is mogelijk.
Maximale centrifugetoerental instellen
Houd toets 5 seconden ingedrukt.
In de digitale display staat .
Druk toets zo vaak in, totdat het actuele toerental in de digitale display
staat, bv.: voor 1200 t/min.
Druk toets zo vaak, in totdat de gewenste instelling in de digitale
display staat, bv.: voor 800 t/min.
Deze instelling wordt overgenomen en hoeft niet te worden bevestigd.
Druk toets zo vaak in, totdat de digitale display donker wordt.
Verhoging: Wordt ter bescherming van gevoelig wasgoed uitsluitend
toegekend aan hiervoor geschikte programma’s (bv. kookwas).
Verlaging: Wordt bij alle programma’s uitgevoerd.
95
4 Persoonlijke instellingen
26
4.4 Hygiëneadvies
Ter besparing van energie worden tegenwoordig hoofdzakelijk programma’s
met temperaturen van minder dan 60 °C gekozen. Deze bereiken bij
dagelijks, licht vervuild wasgoed doorgaans goede resultaten. Indien bijna
uitsluitend met lage temperaturen wordt gewassen, kunnen zich in het toestel
een naar ruikende aanslag vormen. Ter voorkoming hiervan geeft een
hygiëneadvies aan wanneer het uit hygiënisch oogpunt wordt aanbe-
volen om met een wastemperatuur van minstens 60 °C te wassen.
Hygiëneadvies in-/uitschakelen
Houd toets 5 seconden ingedrukt.
In de digitale display staat .
Druk toets zo vaak in, totdat de actuele instelling in de digitale display
staat, bv.: voor hygiëneadvies aan.
Druk toets zo vaak, in totdat de gewenste instelling in de digitale
display staat, bv.: voor hygiëneadvies uit.
Deze instelling wordt overgenomen en hoeft niet te worden bevestigd.
Druk toets zo vaak in, totdat de digitale display donker wordt.
95
4 Persoonlijke instellingen
27
4.5 Kinderbeveiliging
De kinderbeveiliging moet verhinderen dat een programma door kinderen
toevallig wordt gestart of afgebroken. Indien de kinderbeveiliging is
ingeschakeld, kan een programma uitsluitend worden gestart door tegelij-
kertijd twee toetsen in te drukken.
Kinderbeveiliging in-/uitschakelen
Houd toets 5 seconden ingedrukt.
In de digitale display staat .
Druk toets zo vaak in, totdat de actuele instelling in de digitale display
staat, bv.: voor kinderbeveiliging UIT.
Druk toets in.
In de digitale display staat voor kinderbeveiliging AAN.
Deze instelling wordt overgenomen en hoeft niet te worden bevestigd.
Druk toets zo vaak in, totdat de digitale display donker wordt.
95
4 Persoonlijke instellingen
28
4.6 Automatische deuropening
Indien de automatische deuropening is ingeschakeld, wordt aan het einde
van het programma de toesteldeur automatisch geopend. In andere gevallen
blijft deze gesloten en kan deze worden geopend door de toets in te
drukken.
Automatische deuropening in-/uitschakelen
Houd toets 5 seconden ingedrukt.
In de digitale display staat .
Druk toets zo vaak in, totdat de actuele instelling in de digitale display
staat, bv.: voor automatische deuropening UIT.
Druk toets in.
In de digitale display staat voor automatische deuropening AAN.
Deze instelling wordt overgenomen en hoeft niet te worden bevestigd.
Druk toets zo vaak in, totdat de digitale display donker wordt.
4.7 Fabrieksinstellingen terugzetten
De fabrieksinstellingen kunnen worden teruggezet.
Houd toets 5 seconden ingedrukt.
In de digitale display staat .
Druk toets zo vaak in, totdat er in de digitale display voor leeg
maken staat.
Druk toets in.
In de digitale display staat voor fabrieksinstellingen terugzetten.
Deze instelling wordt overgenomen en hoeft niet te worden bevestigd.
Druk toets zo vaak in, totdat de digitale display donker wordt.
95
95
29
5 Wassen
Toestel voorbereiden
Controleer of het vuilfilter 1 op de juiste wijze is
geplaatst.
Steek de netstekker in het stopcontact of schakel
de wandschakelaar in.
Het toestel wordt ingeschakeld.
Draai de waterkraan open.
Open de toesteldeur door de toets in te
drukken.
1
0
1
0
1
5 Wassen
30
Wasgoed vullen
Doe droog wasgoed in het toestel (max.8 kg).
Vul bij normaal vervuilde kookwas en bonte
was de wastrommel helemaal.
Vul bij sterk vervuilde kookwas en bonte was
de wastrommel max. ¾.
Vul bij strijkvrij katoen, witte en gekleurde
synthetische stoffen en gemengde weefsels
de wastrommel max. ½.
Vul bij fijne was, wol, zijde, polyacryl en
gordijnen de wastrommel max. ¼.
Sluit de toesteldeur (dichtdrukken).
De controlelampjes van de programmatoetsen knipperen.
Indien gedurende 20 seconden geen programma wordt gekozen, worden
alle displays donker. Er kan echter nog steeds een programma worden
gekozen.
Reduceer bij nat wasgoed het vulgewicht met de helft.
Ter voorkoming van onrustig draaien, trillingsgeluiden en centrifuge-
onderbrekingen moet de wastrommel zo mogelijk niet met een enkel
zwaar stuk wasgoed worden gevuld.
5 Wassen
31
5.1 Wasmiddel toevoegen
Trek de wasmiddellade tot aan de aanslag naar
buiten.
Poederwasmiddel
Bij het gebruik van poederwasmiddel moet de klep 1
in vak II geopend zijn.
Til de klep 1 naar boven en schuif hem naar
achteren.
Vloeibaar wasmiddel
Bij het gebruik van vloeibaar wasmiddel moet de
klep 1 in vak II gesloten zijn.
Trek de klep 1 helemaal naar voren en klap hem
naar beneden.
Vul vloeibare wasmiddelen maximaal tot aan de
bovenste markering. Vloeibare wasmiddelen kunnen,
bij programma’s zonder voorwas, uitsluitend voor de
hoofdwas worden gebruikt. Bovendien zijn ze
uitsluitend geschikt voor temperaturen tot 60 °C. Bij
de 95 °C-programma’s hebben vloeibare wasmid-
delen een geringe waswerking, omdat ze geen bleek-
middel bevatten.
Vloeibare wasmiddelen en uitgestelde start
Indien met uitgestelde start wordt gewassen, moet het vloeibare wasmiddel
– na het vullen van het wasgoed – in een doseringshulp (bv. een waskogel)
worden toegevoegd. Het is belangrijk dat tijdens de uitsteltijd geen
wasmiddel bij het wasgoed kan komen, omdat dit schadelijke chemische
reacties tot gevolg kan hebben.
Vloeibare wasmiddelen worden bij voorkeur gebruikt bij de hoofd-
programma’s / / en bij programma’s met en .
M
A
X
1
20
SPORT
5 Wassen
32
Wasmiddeldosering
De benodigde hoeveelheid wasmiddel hangt af van de vervuilingsgraad van
de was, de hoeveelheid was, de waterhardheid en van het gebruikte product.
Neem de doseringsinformatie van de wasmiddelfabrikanten in acht.
De waterhardheid wordt met de Franse hardheidsgraad °fH aangeduid en in
3 groepen onderverdeeld:
Over de plaatselijke waarden kunt u inlichtingen verkrijgen bij het verantwoor-
delijke waterleidingbedrijf.
Doseerbakje
Biologisch wassen
Zeepwassen
Te hoge dosering van wasmiddelen kan tot sterke schuimvorming
leiden. Het gevolg is een slecht wasresultaat en in extreme gevallen
schade aan het toestel.
zacht fH tot 1fH
gemiddeld 15 °fH tot 25 °fH
hard boven 25 °fH (gebruik evt. ontharder en verlaag de
wasmiddeldosering)
Voorwasmiddel in vak I vullen
Hoofdwasmiddel in vak
II vullen
Wasverzachter in vak vullen
Basiswasmiddel in vak
II vullen
Bleekwasmiddel in vak
I vullen
Wasverzachter in vak vullen
Ontharder in vak
I vullen
Zeepwasmiddel in vak
II vullen
Wasverzachter in vak vullen
M
A
X
II I
5 Wassen
33
Wasverzachter
Vul wasverzachter ten hoogste tot aan de markering «MAX».
Als het wasgoed machinaal wordt gedroogd, mag er geen wasverzachter
worden gebruikt. Het wasgoed voelt door het machinaal drogen automatisch
zacht en wollig aan.
Zeepwasmiddel (Ontharder + zeepwasmiddel)
Kies voor het wassen met zeepwasmiddelen het extra programma
«Zeepwassen».
Omdat zeep kalk bindt, mogen zeepwasmiddelen uitsluitend gebruikt worden
bij zacht of middelhard water (tot 25 °fH) en met toevoeging van een anti-
kalkmiddel. Anders kan er zich kalkzeep vormen, dat zich op het wasgoed en
in het toestel afzet. Verkalkte kuipverwarmingen kunnen tot schade aan het
toestel leiden.
Verven van textiel
Textiel kan worden geverfd met daartoe geschikte kleurmiddelen. U dient
daarbij absoluut de veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen van de betref-
fende fabrikant in acht te nemen.
Na de wasmiddeldosering
Schuif de wasmiddellade helemaal naar binnen.
Kies een programma.
Elk wasprogramma begint met een kort leegpompen; daarom dienen
vloeibare verfcomponenten pas daarna toegevoegd te worden.
5 Wassen
34
5.2 Programma kiezen
«Tip and go»
Door een afzonderlijke toets in te drukken wordt een hoofdprogramma
gekozen. Alle benodigde instellingen worden automatisch aan het
programma toegewezen.
Extra programma’s en extra functies kunnen door het indrukken van de
betreffende toets toegevoegd of verwijderd worden.
Als er gedurende ongeveer 20 seconden geen toets wordt ingedrukt, start
het gekozen programma automatisch.
Hoofdprogramma kiezen
Sluit de toesteldeur.
Het controlelampje van de programmatoetsen knippert.
Druk de gewenste hoofdprogrammatoets in of houd hem voor het Intensief
programma 3 seconden ingedrukt.
Het controlelampje van het gekozen programma brandt.
De gekozen temperatuur wordt aangegeven.
Na korte tijd wisselt de display naar de te verwachten wasprogram-
maduur (uren/minuten).
De controlelampjes van de inschakelbare extra programma’s knipperen.
Indien gedurende ongeveer 20 seconden geen toets wordt ingedrukt,
start het gekozen programma automatisch.
U kunt dat bepalen voor het programma dat voor uw was geschikt is,
aan de hand van het P
ROGRAMMAOVERZICHT.
Gedurende deze tijdsduur kan een nieuw programma worden
gekozen. Alle reeds geactiveerde extra programma’s worden gewist
en moeten opnieuw worden gekozen.
20
SPORT
406095
20406095
5 Wassen
35
Extra programma kiezen
Druk de gewenste toets in, terwijl het controlelampje knippert.
In de digitale display wordt de nieuwe programmaduur aangegeven.
Temperatuur wijzigen
Druk direct na de programmakeuze de toets zo vaak in, totdat de
gewenste temperatuur in de digitale display staat.
Behoedzaam Antikreuk-stomen
Voorwassen Nachtspaarprogramma
Sport Antimijt
De temperatuur kan tot het begin van een programmaverloop nog
worden gewijzigd.
SPORT
20
SPORT
406095
40
5 Wassen
36
Centrifugetoerental wijzigen
Druk direct na de programmakeuze de toets zo vaak in, totdat het
gewenste centrifugetoerental in de digitale display staat.
Het voorgestelde en het maximaal instelbare centrifugetoerental zijn afhan-
kelijk van het gekozen programma.
Bij de instelling «niet centrifugeren/spoelstop» blijft het wasgoed na
de laatste keer spoelen in het spoelwater liggen. Er wordt niet gecentrifu-
geerd of tussentijds gecentrifugeerd.
De actuele instelling kan gedurende een programmaverloop worden
gewijzigd.
20
SPORT
406095
40
5 Wassen
37
Uitgestelde start kiezen
Houd direct na de programmakeuze de toets ingedrukt of druk hem
zo vaak in, totdat de gewenste startuitsteltijd start (max. 24 uur) in de
digitale display staat.
De digitale display wordt donker.
Na afloop van de startuitsteltijd start het gekozen programma
automatisch.
Inweekduur instellen
Indien de persoonlijke instelling «Inweken» is geprogrammeerd, dan
wordt met de toets niet de uitgestelde start maar de inweekduur
ingesteld.
Druk toets zo vaak in, totdat de gewenste inweekduur in de digitale
display staat.
De inweekduur kan in stappen van een half uur van 2 uur op 30 minuten en
vervolgens van 6 uur op 30 minuten worden ingesteld.
Er kan te allen tijde wasgoed worden bijgevuld.
De resterende startuitsteltijd kan per uur tot nul worden verkort door
herhaaldelijk de toets in te drukken.
Inweken in combinatie met uitgestelde start is niet mogelijk.
Indien het inweekwater niet voor de hoofdwas moet worden gebruikt,
kies dan met de toets het voorwasprogramma.
20
SPORT
406095
40
5 Wassen
38
Biologisch wassen/zeepwassen kiezen
Kies een programma.
Druk toets 2× in.
In de digitale display staat voor biologisch wassen.
Druk toets 3× in.
In de digitale display staat voor zeepwassen.
Afzonderlijk spoelen/afzonderlijk centrifugeren
Kies een programma.
Druk toets 1× in: Spoelen
Druk toets 2× in: Laatste spoeling/verzachten
Druk toets 3× in: Laatste centrifuge
5 Wassen
39
Toesteldeur tijdens het wassen openen
Het openen is uitsluitend mogelijk zolang de waterstand en de temperatuur
nog laag zijn en er niet gecentrifugeerd wordt. Zolang het controlelampje op
de toets brandt, kan de toesteldeur worden geopend.
Druk toets in.
De toesteldeur wordt geopend.
De digitale display knippert.
Voeg wasgoed toe of neem wasgoed uit het toestel.
Sluit de toesteldeur.
Het programma wordt voortgezet.
5.3 Invoer corrigeren
Tijdens de programmakeuze
Druk de programmatoets nogmaals in.
Alle instellingen zijn gewist.
Na de start van het programma
Het centrifugetoerental en de temperatuur kunnen nog worden gewijzigd.
Indien andere instellingen moeten worden gecorrigeerd, moet het
programma worden afgebroken.
Programma voortijdig afbreken
Druk toets zo vaak in, totdat er in de digitale display voor leeg
maken staat.
Dit programmaonderdeel kan niet worden overgeslagen en wordt
volledig uitgevoerd.
Tijdens een onderbreking van de stroomtoevoer kan de toesteldeur
uitsluitend met de noodontgrendeling worden geopend.
Het programmageheugen zorgt ervoor dat het programmaverloop na
een onderbreking van de stroomtoevoer wordt voortgezet.
5 Wassen
40
5.4 Programmakeuze bij ingeschakelde kinderbeveiliging
Het in-/uitschakelen van de kinderbeveiliging wordt onder PERSOONLIJKE
INSTELLINGEN beschreven.
Sluit de toesteldeur.
In de digitale display staat: .
De controlelampjes van de programmatoetsen knipperen.
Houd de gewenste programmatoets ingedrukt en druk bovendien de toets
in.
Programma afbreken
Houd de actieve programmatoets – waarvan het controlelampje brandt –
ingedrukt en druk bovendien de toets in.
De verdere bediening kan tot de start van het programma worden
verricht zonder rekening te houden met de kinderbeveiliging.
20
SPORT
406095
20406095
5 Wassen
41
5.5 Einde programma
Luchtig maken
Kort voor het einde van het programma wordt de was ca. 1–2 minuten luchtig
gemaakt. Als antikreuk-stomen is gekozen, wordt de duur verlengd tot ca.
60 minuten om te vermijden dat de was opnieuw gaat kreuken.
Bij «automatische deuropening UIT»
Na het einde van het programma staat gedurende 20 minuten in de digitale
display: .
Het symbool knippert.
Druk toets in.
De toesteldeur is geopend en het wasgoed kan uit het toestel worden
genomen.
Bij «automatische deuropening AAN»
De toesteldeur wordt aan het einde van het programma automatisch
geopend.
Het wasgoed kan eruit worden genomen.
Tijdens het luchtig maken kan de was te allen tijde uit het toestel
worden gehaald door de toets in te drukken.
Bij een onderbreking van de stroomtoevoer kan de toesteldeur met
de noodontgrendeling worden geopend.
5 Wassen
42
Bij «Spoelstop»
Het wasgoed blijft in het laatste spoelwater liggen. Het water moet er uitge-
pompt worden voordat het wasgoed eruitgenomen kan worden.
Druk toets 1× in.
Het wasgoed wordt – met het voor het afgelopen programma ingestelde
toerental – gecentrifugeerd.
Druk toets 2× in.
Leeg maken zonder centrifugeren.
Indien wordt weergegeven
Hygiëneadvies
Voer een van de volgende wasbeurten uit met een temperatuur van
minstens 60 °C.
5.6 Einde van de wasdag
Reinig indien nodig de wasmiddelvakken.
Verwijder na iedere wasdag afzettingen of
vreemde voorwerpen uit de deurbalg.
Laat de toesteldeur op een kier staan, sluit
hem niet.
De wastrommel en de deurbalg kunnen
op deze manier drogen.
43
6 Verzorging en onderhoud
Bij juiste wasmiddeldosering wordt de binnenkant van het toestel vanzelf
gereinigd. Neem wasmiddelresten op chroom omiddellijk met een zachte
doek af om vlekken te vermijden.
6.1 Wasmiddellade reinigen
Bij normale wasmiddeldosering worden de wasmiddelvakken door het instro-
mende water gereinigd. Bij sterkere vervuiling moet deze uitgewassen
worden.
Wasmiddelvakken reinigen
Trek de wasmiddellade 1 helemaal naar buiten, til
deze iets op en neem deze er uit.
Was de wasmiddelvakken uit.
Hevel en afzuigoortje reinigen
Trek de hevel 2 in het wasverzachtervak in de
richting van de pijl omhoog.
Reinig de hevel 2 en het afzuigoortje 3.
Zet de hevel er weer correct in.
6.2 Watertoevoerfilter reinigen
Om verstoppingen te vermijden moet de filterzeef 4 in
de watertoevoer regelmatig worden gecontroleerd en
eventueel gereinigd.
Na onderhoudswerkzaamheden dient de
dichtheid van de watertoevoer gecontroleerd
te worden.
2
3
M
A
X
1
2
4
6 Verzorging en onderhoud
44
6.3 Noodlediging
Als zich bij een verstopte waterafvoer, geblokkeerde afvoerpomp, bedrijfs-
storing of stroomuitval nog water in het toestel bevindt, moet het water als
volgt worden verwijderd:
Open het afvoerreservoir 2 door op het onderste
gedeelte te drukken.
Of
Neem de korte bedieningshandleiding 1 de
wasmiddellade en open het afvoerreservoir 2.
Klap het afvoerreservoir 2 helemaal naar beneden
open.
Het afvoerreservoir dient als opvangkom voor het
naar buiten stromende water.
Maak het vuilfilter 3 iets los door het langzaam
naar links te draaien en laat het water gecontroleerd
wegstromen.
Het kan nodig zijn om het afvoerreservoir tussendoor te
ledigen.
Sluit het vuilfilter door het naar rechts te draaien en
trek het afvoerreservoir 2 naar voren weg.
Maak het afvoerreservoir leeg en plaats het terug
(horizontaal tot aan de aanslag inschuiven).
Het water in het toestel kan heet zijn. Verbrandingsgevaar! Voor
een noodlediging laten afkoelen.
Voor het afvloeien van het water kan het afvoerreservoir worden
verwijderd en op de plaats van het afvoerreservoir een grotere
opvangbak worden geplaatst. In het toestel kan zich tot 30 liter water
bevinden.
2
3
2
1
2
2
1
6 Verzorging en onderhoud
45
6.4 Vuilfilter reinigen
Afzetting op het vuilfilter 1 moet periodiek worden verwijderd.
Laat het restwater wegstromen.
Zie N
OODLEDIGING.
Draai vervolgens het vuilfilter 1 naar links eruit
en reinig het grondig.
Verwijder vreemde voorwerpen (knopen,
munten, etc.).
Controleer of het vleugelrad 2 van de
afvoerpomp kan worden gedraaid. Gebruik
hiervoor de opener 3 voor noodontgrendeling.
Indien het vleugelrad 2 niet kan worden
gedraaid, neem dan contact op met onze
klantendienst.
Schuif het vuilfilter 1 tot aan de aanslag naar
binnen en draai het tot aan de aanslag naar
beneden.
Plaats en sluit het afvoerreservoir.
Na het wassen van bv. dierendekens of sterk pluisvormende stukken
wasgoed moet het vuilfilter eveneens worden gereinigd.
Het vleugelrad 2 kan schoksgewijs worden
gedraaid. Dit komt door het ontwerp en is
geen indicatie voor vreemde voorwerpen of
een defect.
1
23
1
46
7 Storingen zelf verhelpen
In dit hoofdstuk worden storingen behandeld die met behulp van de
beschreven stappen eenvoudig zelf kunnen worden verholpen. Indien het om
een andere storing gaat of als de storing niet verholpen kan worden, bel dan
de service.
7.1 Wat te doen als …
in de digitale display staat
Noteer, voordat u de service belt, het FN-nummer en de complete
storingsmelding bv. / .
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het vuilfilter is verstopt
of de afvoerpomp is
geblokkeerd.
•Er zit een knik in de
afvoerslang.
De afvoer c. q. de sifon
van de huishoudelijke
installatie is verstopt.
Verhelp de oorzaak.
Druk de toets in om de storingsmelding
te verlaten.
Start het programma opnieuw.
xx xxx
7 Storingen zelf verhelpen
47
in de digitale display staat
in de digitale display staat
Mogelijke oorzaak Oplossing
Grote stukken wasgoed
liggen aan één kant in
de wastrommel.
Om het ontstaan van onbalans te
verminderen moeten grote en kleine
stukken wasgoed samen worden
gewassen.
Een hoofdkussen of
iets dergelijks is
meegewassen.
Verwijder het hoofdkussen.
Centrifugeer het wasgoed opnieuw.
Centrifugeer het hoofdkussen afzonderlijk.
Stukken wasgoed
hebben zich ineen-
gestrengeld.
Haal de stukken wasgoed uit elkaar.
Sluit beddengoed en kussens.
Centrifugeer het wasgoed opnieuw.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het vuilfilter ontbreekt of
is niet correct geplaatst.
Plaats het vuilfilter op de juiste wijze.
Druk de toets in om de storingsmelding
te verlaten.
Start het programma opnieuw.
7 Storingen zelf verhelpen
48
in de digitale display staat
in de digitale display afwisselend en staat
Mogelijke oorzaak Oplossing
De waterkraan is
gesloten.
De filterzeef in de toevoer
is verstopt.
Onderbreking in de
watertoevoer.
De waterdruk is te laag.
Verhelp de oorzaak of wacht totdat de
watertoevoer is hersteld.
Druk de toets in om de storingsmelding
te verlaten.
Start het programma opnieuw.
Mogelijke oorzaak Oplossing
De lekwaterbescherming
is aangesproken.
Draai de waterkraan dicht.
Noteer de complete storingsmelding en het
FN-nummer.
Druk de toets in om de storingsmelding
te verlaten.
Onderbreek de stroomtoevoer ca. 10
minuten niet, zodat de afvoerpomp kan
doordraaien.
Bel de service.
7 Storingen zelf verhelpen
49
in de digitale display afwisselend en staat
Mogelijke oorzaak Oplossing
Verschillende situaties
kunnen tot een
«F»-melding leiden.
Druk de toets in om de storingsmelding
te verlaten.
Onderbreek de stroomtoevoer voor ca.
1 minuut.
Schakel de stroomtoevoer opnieuw in en
kies een nieuw programma.
Indien de storing opnieuw verschijnt,
noteer dan de complete storingsmelding
en het FN-nummer.
Draai de waterkraan dicht en onderbreek
de stroomtoevoer.
Bel de service.
Indien zich wasgoed in het toestel bevindt:
Voer een noodlediging uit.
Gebruik de noodontgrendeling.
Neem het wasgoed uit het toestel.
Bel de service.
xx
xxx
7 Storingen zelf verhelpen
50
in de digitale display en staat
in de digitale display staat
in de digitale display staat
Mogelijke oorzaak Oplossing
Incorrecte elektrische
aansluiting.
Overspanning
Druk de toets in om de storingsmelding
te verlaten.
Onderbreek de stroomtoevoer voor ca.
1 minuut.
Schakel de stroomtoevoer opnieuw in en
kies een nieuw programma.
Indien de storing opnieuw verschijnt,
noteer dan de complete storingsmelding
(melding, FN- en E-nummer) en onderbreek
vervolgens de stroomtoevoer.
Bel de service.
Mogelijke oorzaak Oplossing
De kinderbeveiliging is
ingeschakeld.
Neem de bediening met kinderbeveiliging
in acht.
Schakel de kinderbeveiliging uit.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Bij zeer sterke schuim-
vorming wordt het
programma automatisch
met een spoelgang
verlengd. Het wasre-
sultaat wordt hierdoor
verbeterd, maar de
programmaduur wordt
verlengd.
Verlaag de wasmiddeldosering bij de
volgende wasbeurt.
Aanpassing van de wasmiddeldosering
aan de waterhardheid.
7 Storingen zelf verhelpen
51
in de digitale display staat
de programmaduur duidelijk langer is dan wordt aangegeven
in de digitale display staat
Mogelijke oorzaak Oplossing
Hygiëneadvies.
Gedurende langere tijd is
geen wasbeurt met een
temperatuur van minstens
60 °C uitgevoerd.
Voer een van de volgende wasbeurten uit
met een temperatuur van minstens 60 °C.
Mogelijke oorzaak Oplossing
•Te veel wasmiddel
gebruikt. Het spoelen
wordt verlengd.
Verlaag de wasmiddeldosering bij de
volgende wasbeurt.
Grote onbalans in de
wastrommel.
Om het ontstaan van onbalans te vermin-
deren moeten grote en kleine stukken
samen worden gewassen.
Zeer koud aanvoerwater.
Het opwarmen wordt
verlengd.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Zeer koud aanvoerwater.
Het opwarmen wordt
verlengd.
7 Storingen zelf verhelpen
52
in de digitale display staat
de was niet of onvoldoende gecentrifugeerd is
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het gekozen programma
is voor een kleine
hoeveelheid wasgoed
bedoeld. Bij te veel
wasgoed wordt het
opwarmen en eventueel
ook het spoelen verlengd.
Pas bij de volgende wasbeurt de
hoeveelheid wasgoed aan aan de
maximale hoeveelheid wasgoed (zie
P
ROGRAMMAOVERZICHT).
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het ingestelde centrifuge-
toerental is te laag.
Verhoog het centrifugetoerental bij de
volgende wasbeurt.
De was in de wastrommel
is onevenwichtig verdeeld
en de stukken wasgoed
laten zich niet verdelen.
Om het ontstaan van grote onbalans te
verminderen moeten grote en kleine
stukken samen worden gewassen.
Er is stoomstrijken
gekozen
en het toestel
staat scheef.
Optimaliseer de stand van het toestel
volgens de installatiehandleiding.
7 Storingen zelf verhelpen
53
in de digitale display staat
tijdens het centrifugeren sterke trillingen optreden
de toesteldeur aan het eind van het programma niet kan worden
geopend door de toets in te drukken
Mogelijke oorzaak Oplossing
Te grote onbalans in de
wastrommel. Het toestel
probeert het wasgoed
beter te verdelen. De
laatste centrifuge wordt
verlengd.
Om het ontstaan van grote onbalans te
verminderen moeten grote en kleine
stukken wasgoed samen worden
gewassen.
Mogelijke oorzaak Oplossing
De transportzekering is
niet verwijderd.
Verwijder de transportzekering.
De voeten van het toestel
zijn niet goed ingesteld.
Optimaliseer de stand van het toestel
volgens de installatiehandleiding.
De wastrommel kon niet
optimaal uitgebalan-
ceerd worden. Het gaat
niet om een functiefalen.
Om het ontstaan van onbalans te vermin-
deren moeten grote en kleine stukken
samen worden gewassen.
Mogelijke oorzaak Oplossing
De toesteldeur zit klem. Druk op de sluiter van de toesteldeur
(voorzijde van de toesteldeur).
Druk toets in.
De stroomtoevoer is
onderbroken.
Gebruik de noodontgrendeling.
7 Storingen zelf verhelpen
54
aan het einde van het programma watergeluiden te horen zijn wanneer
de wastrommel met de hand wordt gedraaid
resten van waspoeder in het wasmiddelvak achterblijven
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het water dat bij het
compenseren van de
onbalans in de meeneem-
ribben wordt gevuld, kan
niet volledig voor het
einde van het programma
worden verwijderd.
Geen maatregelen nodig. Het wegstromende
water wordt automatisch weggepompt en
heeft geen negatieve gevolgen.
Mogelijke oorzaak Oplossing
•Vochtig of samenge-
klonterd wasmiddel.
Bewaar het wasmiddel droog.
Het wasmiddelvak is nat
en de uitgestelde start is
gekozen.
Wrijf het wasmiddelvak voor het vullen
droog.
De waterdruk is te laag.
Draai de waterkraan helemaal open.
•De watertoevoer is
verkalkt.
Controleer de watertoevoer en reinig
eventueel de filterzeef.
Reinig de sproeikoppen boven de
wasmiddellade.
De klep voor vloeibaar
wasmiddel is naar
beneden geklapt.
Zet de klep in de hoogste stand.
7 Storingen zelf verhelpen
55
resten of water in het wasverzachtervak achterblijven
aan het einde van het programma het wasgoed nog steeds droog is en
geen foutmelding wordt weergegeven
Mogelijke oorzaak Oplossing
De hevel in het wasver-
zachtervak ontbreekt of is
er niet correct ingezet.
Zet de hevel er correct in.
De hevel c. q. het
afzuigoortje is verstopt.
Reinig de hevel en het afzuigoortje.
Mogelijke oorzaak Oplossing
«Demo-modus» is
ingeschakeld.
Open de toesteldeur.
Houd de toetsen en ingedrukt.
Druk tegelijkertijd toets in.
In de digitale display staat .
Druk toets nogmaals in.
In de digitale display staat .
7 Storingen zelf verhelpen
56
7.2 Toesteldeur bij stroomuitval openen
Draai de waterkraan dicht.
Koppel het toestel los van de netstroom.
Open het afvoerreservoir 2 door op het onderste
gedeelte te drukken.
Of
Neem de korte bedieningshandleiding 1 de wasmid-
dellade en open het afvoerreservoir 2.
Klap het afvoerreservoir helemaal naar beneden
open.
Voer indien nodig een noodlediging uit.
Verwijder het afvoerreservoir 2.
Neem de opener 3 voor de noodontgrendeling uit de
houder.
Steek de opener in de openingskap 4 en trek deze
in de richting van de pijl.
De toesteldeur springt open.
Wees er zeker van dat de wastrommel stil staat. Bij het aanraken
van een nog draaiende wastrommel bestaat aanzienlijk verwon-
dingsgevaar.
Indien de opener 3 voor de noodontgrendeling niet meer voorhanden
is, kan ook een schroevendraaier worden gebruikt.
Deurscharniering rechts Deurscharniering links
1
2
2
1
3
4
2
57
8 Tips rondom de was
Wassymbolen
Voor de juiste waswijze dient u op de wassymbolen op de labels van uw
wasgoed te letten.
Wasmiddel
Let erop dat de geselecteerde wastemperatuur in overeenstemming is met
het aanbevolen temperatuurbereik van het wasmiddel om een optimale
werking van het wasmiddel te garanderen.
Algemene tips
Was gekleurd en wit textiel niet samen.
Maak zakken van kledingstukken leeg en keer deze binnenstebuiten.
Verwijder vreemde voorwerpen (muntjes, spijkers, paperclips, etc.)
Borstel zakken van werkkleding uit de metaalindustrie uit (metaalsplinters
beschadigen het wasgoed en veroorzaken roestvlekken).
Sluit beddengoed en kussens; sluit ritssluitingen, haakjes en oogjes; bind
ceintuurs en schortenbanden samen.
Was kleinere stukken wasgoed (bv. nylonkousen, ceintuurs) of stukken
wasgoed met ritssluiting en haakjes in een waszak of een kussensloop.
Verwijder speciale vlekken voor het wassen met hiervoor geschikte
middelen.
Behandel sterk vervuilde plaatsen (kragen, manchetten, etc.) voor met
zeep, speciaal wasmiddel of pasta.
Kies voor normaal of sterk vervuild wasgoed het extra programma
Voorwassen of het Intensief programma.
Wol en ander textiel dat gekenmerkt is met het wassymbool mag
uitsluitend met het hoofdprogramma Handwas worden gewassen.
Gebruik wol- c. q. fijnwasmiddel.
8 Tips rondom de was
58
Gordijnen
Bij het wassen van gordijnen van gemengde weefsels en kunstvezels moet
het volgende in acht worden genomen:
Vraag bij de handelaar naar de machinewasbaarheid en de toegestane
behandelingstemperatuur.
Vul de wastrommel slechts tot een kwart.
Bind metalen rollen en kunststofglijders in een licht weefsel.
Gebruik fijnwasmiddel (vanwege schuimvorming zuinig doseren).
Oudere en door zonlicht gebleekte gordijnen zijn niet meer sterk en
kunnen bij machinaal wassen schade oplopen.
8.1 Energie en water besparen
Algemeen
Gebruik de maximale hoeveelheid wasgoed voor het desbetreffende
programma.
Kies uitsluitend bij zeer vervuild wasgoed of hardnekkige vlekken
«Voorwassen» of «Inweken».
Kies voor licht vervuild wasgoed zonder vlekken het hoofdprogramma
of de extra functie «Sport».
20
8 Tips rondom de was
59
De efficiëntste wasprogramma's …
voor normaal vervuild wasgoed bij 40 °C
Houd de toets 3 seconden ingedrukt om het intensieve waspro-
gramma voor normaal vervuild wasgoed bij 40 °C te selecteren
Verhoog door meermaals aantippen van de toets het centrifugetoe-
rental tot 1500 t/min..
voor normaal vervuild wasgoed bij 60 °C
Houd de toets 3 seconden ingedrukt om het intensieve waspro-
gramma voor normaal vervuild wasgoed bij 60 °C te selecteren
Verhoog door meermaals aantippen van de toets het centrifugetoe-
rental tot 1500 t/min.
Vulgewicht Programmaduur Water Energie Restvochtigheid
4kg 2h35 42l 0,56kWh 44%
Vulgewicht Programmaduur Water Energie Restvochtigheid
8kg 2h59 55l 1,05kWh 44%
4kg 2h40 42l 0,71kWh 44%
Om energie te besparen is bij deze wasprogramma's de daadwerke-
lijke watertemperatuur lager dan de weergegeven programmatempe-
ratuur. Door de langere wasduur wordt desondanks een zeer goed
wasresultaat bereikt
40
60
8 Tips rondom de was
60
Centrifugetoerental
Het ingestelde centrifugetoerental is maatgevend voor het energieverbruik
van het aansluitende drogen. Hoe hoger het ingestelde toerental, des te lager
de hoeveelheid restvochtigheid in het wasgoed aan het einde van het
wasprogramma..
Automatische deuropener
Gebruik het toestel met ingeschakelde automatische deuropener. Na het
openen van de toesteldeur schakelt de machine immers meteen om naar de
toestand met het laagst mogelijke standby energieverbruik.
t/min Restvochtigheid bij katoentextiel in %
1500 ~44
1400 ~47
1200 ~52
1000 ~60
800 ~70
600 ~90
400 ~110
8 Tips rondom de was
61
8.2 Onbevredigende wasresultaten
Witte resten op het wasgoed
Grijze resten op het wasgoed
Hard wasgoed
Mogelijke oorzaak Oplossing
Slecht oplosbare
bestanddelen van
wasmiddelen (zeoliet)
kunnen op het wasgoed
achterblijven, hoewel het
wasgoed voldoende is
gespoeld.
Schud of borstel het wasgoed uit.
Was het wasgoed nogmaals met een
beetje wasmiddel.
Gebruik een vloeibaar wasmiddel zonder
zeoliet.
Verhoog de spoelintensiteit.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Vet- en vuildeeltjes zijn
onvoldoende van het
textiel losgeweekt.
Zeep- of vetluizen.
Verhoog de wasmiddeldosering bij de
volgende wasbeurt.
Gebruik een volwasmiddel.
Stem de wasmiddeldosering af op de
waterhardheid en de vervuilingsgraad van
de was.
De wastrommel is
overladen.
Doe minder wasgoed in de wastrommel.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Slechte spoelwerking
door «zeer zacht» water
(onder 15 °fH).
Verhoog de spoelintensiteit.
8 Tips rondom de was
62
Het wasresultaat met kleurwasmiddel is onvoldoende
Het wasresultaat met vloeibaar wasmiddel is onvoldoende
Afzetting op het wasgoed bij gebruik van zeepwasmiddel
Mogelijke oorzaak Oplossing
Ongewoon grote
vervuiling van het
wasgoed.
Kies een krachtiger programma, bv.
«Intensief programma».
Het gebruikte wasmiddel
(kleurwasmiddel) bevat
geen bleekmiddelen.
Fruit-, koffie- of
theevlekken kunnen niet
worden verwijderd.
Gebruik een wasmiddel met bleekmiddel.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Het vloeibare wasmiddel
bevat geen bleekmiddel.
Fruit-, koffie- of
theevlekken kunnen niet
worden verwijderd.
Gebruik een wasmiddel met bleekmiddel.
Mogelijke oorzaak Oplossing
De waterhardheid is te
hoog.
Zeepwasmiddelen mogen uitsluitend bij
waterhardheid onder 25 °fH worden
gebruikt.
8 Tips rondom de was
63
Verkleurd wasgoed
Spoelwerking onvoldoende
Vlekvorming
Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is textiel meegewassen
dat afgeeft.
Was bont en wit textiel gescheiden.
Let op de waslabels van het wasgoed.
Er zijn voorwerpen
meegewassen die
afgeven.
Maak de zakken van kledingstukken leeg.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Overdosering van het
wasmiddel.
Pas de wasmiddeldosering aan aan de
waterhardheid en de vervuilingsgraad.
Zeer «zacht» water
(onder 15 °fH).
Verhoog de spoelintensiteit.
Mogelijke oorzaak Oplossing
Roestvlekken.
Chemische inwerking.
Borstel zakken van werkkleding uit.
Resten van haarverzorgingsproducten,
cosmetica of planten kunnen samen met
het sop chemische reacties veroorzaken
die tot vlekken kunnen leiden.
Was kledingstukken met metalen delen
apart.
8 Tips rondom de was
64
Scheur- en gatvorming
Rafelvorming
Mogelijke oorzaak Oplossing
Er is wasgoed meege-
wassen met open ritsslui-
tingen of haakjes (bv. bh).
Sluit ritssluitingen en haakjes voor het
wassen.
Was gevoelige wasstukken in een waszak
of kussensloop.
Keer zakken van kledingstukken
binnenstebuiten.
Chemische inwerking van
het wasmiddel.
Textielkwaliteit, slijtage,
inwerking van zonlicht.
Breng het wasmiddel niet direct op het
wasgoed aan.
De wastrommel is door
vreemde voorwerpen
(spijkers, paperclips,
bh-sluitingen)
beschadigd.
Inspecteer de wastrommel op vreemde
voorwerpen en beschadigingen.
Verwijder vreemde voorwerpen.
Als de wastrommel beschadigd is, bel dan
de service.
Mogelijke oorzaak Oplossing
De wastrommel is
overladen.
Doe minder wasgoed in de wastrommel.
Mechanische slijtage bij
het wassen
Kies het extra programma «Behoedzaam»
.
Pluisvorming (pilling).
Keer voor het wassen de wasstukken
binnenstebuiten.
65
9 Vervangingsonderdelen
Geef bij bestellingen a.u.b. het modelnummer en een precieze omschrijving
op.
Afvoerslang 1,5 m/4,0 m
Zuighevel voor wasverzachter
Wasmiddellade
Klep voor vloeibaar wasmiddel
Opener voor noodontgrendeling
Vuilfilter
Afvoerreservoir
Korte bedieningshandleiding
66
10 Technische gegevens
Buitenafmetingen
Sanitairaansluiting
Elektrische aansluiting
Zie serviceplaatje 1
Centrifugetoerentallen
400, 600, 800, 1000, 1200, 1400, 1500 t/min
Hoogte: 85 cm
Breedte: 59,5 cm
Diepte: 60 cm
Ledig gewicht: 71 kg
Vulgewicht: 8 kg droge was
Aansluiting watertoevoer: Koud water G¾"
Toegestane druk watertoevoer: 0,1–0,6 MPa (1–6 bar)
Max. pomphoogte afvoerpomp: 1 m
1
10 Technische gegevens
67
10.1 Aanwijzing voor testinstituten
Stel het normprogramma in volgens EN 60456:
Standaardprogramma 60 °C katoen:
Houd toets 3 seconden ingedrukt.
Het intensieve wasprogramma voor normaal vervuild wasgoed wordt
geselecteerd.
In de digitale display staat .
Verhoog het centrifugetoerental tot 1500 t/min door meermaals de
toets in te drukken.
In de digitale display staat .
Standaardprogramma 40 °C katoen:
Houd toets 3 seconden ingedrukt.
Het intensieve wasprogramma voor normaal vervuild wasgoed wordt
geselecteerd.
In de digitale display staat .
Verhoog het centrifugetoerental tot 1500 t/min door meermaals de
toets in te drukken.
In de digitale display staat .
60
40
10 Technische gegevens
68
10.2 Vibratie-Absorbeersysteem (VAS - Vibration Absorbing
System)
Indien de besturing van het toestel bij de aanloop tot centrifugeren een
aanzienlijke onbalans vaststelt, wordt het centrifugeren eenmalig of
meermaals onderbroken. Het toestel probeert in dit geval het wasgoed beter
in de wastrommel te verdelen.
Bij centrifugeren wordt de wastrommel indien nodig op alle toerentalstanden
actief uitgebalanceerd, waarbij de holle meeneemribben met de benodigde
waterhoeveelheid worden gevuld. Hierdoor wordt het wasgoed behoedzaam
en optimaal ontwaterd.
10.3 Automatische spaarfunctie
In de eerste minuten van een programma wordt door de toestelbesturing de
soort en hoeveelheid wasgoed vastgesteld.
De verdere waterdosering wordt voor het ingeladen wasgoed geoptimali-
seerd, zodat enkel de echt benodigde hoeveelheid water wordt verbruikt.
10.4 Automatische standby-spaarfunctie
Om onnodig energieverbruik te vermijden is het toestel met een automatische
standby-spaarfunctie uitgerust.
Enkele minuten na het einde van het programma worden alle displays
donker. Het stroomverbruik wordt tot een absoluut minimum beperkt. Tegelij-
kertijd blijven alle veiligheidsfuncties actief.
Opgenomen vermogen conform EN 60456
in «toestand UIT»: 0 Watt
in «niet uitgeschakelde toestand»: 0 Watt
69
11 Afdanken
Verpakking
Het verpakkingsmateriaal (karton, plasticfolie PE en piepschuim EPS) is
gemerkt en moet zomogelijk gerecycled worden en op een milieuvriende-
lijke manier verwijderd.
Deïnstallatie
Koppel het toestel los van de netstroom. Bij een vast gemonteerd toestel
moet dit door een erkend elektricien worden uitgevoerd!
Veiligheid
Om ongevallen door ondeskundig gebruik te vermijden, met name door
spelende kinderen, dient het toestel onbruikbaar te worden gemaakt.
Trek de stekker uit het stopcontact, c. q. laat de aansluiting door een
elektricien demonteren. Snij vervolgens het netsnoer van het toestel.
Verwijder de deurvergrendeling of maak die onbruikbaar.
Afdanken
Het oude toestel is geen waardeloos afval. Door een juiste verwijdering
kunnen de grondstoffen worden hergebruikt.
Op het serviceplaatje van het toestel is het symbool afgebeeld. Het
wijst er op dat afdanken met het normale huishoudelijke afval niet toege-
laten is.
Het afdanken moet volgens de lokale voorschriften voor afvalverwerking
gebeuren. Voor meer informatie over de behandeling, verwerking en
recycling van het product kunt u zich wenden tot de verantwoordelijke
instanties van uw gemeentebestuur, bij het plaatselijke recyclingcentrum
voor huishoudelijk afval, of tot de handelaar bij wie u het toestel heeft
gekocht.
70
12 Notities
12 Notities
71
72
13 Overzicht van de trefwoorden
A
Aanwijzing voor testinstituten . . . . 67
Afdanken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Afvoerreservoir . . . . . . . . . . . . 10, 65
Afvoerslang . . . . . . . . . . . . . . . . . . 65
Afzetting op het wasgoed . . . . . . . 62
Afzonderlijk
spoelen/centrifugeren . . . . . . . 19, 38
Algemeen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Allergische personen . . . . . . . . . . 23
Antikreuk met stoom . . . . . . . . . . . 17
Antikreuk-stomen . . . . . . . . . . . . . 35
Antimijt . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18, 35
Automatische deuropener. . . . . . . 60
Automatische deuropening . . . 28, 41
Automatische spaarfunctie . . . . . . 68
Automatische
standby-spaarfunctie . . . . . . . . . . . 68
B
Bedieningselementen . . . . . . . . . . 11
Behoedzaam. . . . . . . . . . . . . . 16, 35
Biologisch wassen . . . . . . . . . 19, 38
Bonte was . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
C
Centrifugetoerental . . . 15, 20, 60, 66
Wijzigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Controlelampjes . . . . . . . . . . . . . . 12
D
De efficiëntste
wasprogramma's. . . . . . . . . . . . . . 59
Deïnstallatie. . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Deurbalg controleren . . . . . . . . . . 42
Deuropening automatisch . . . . 28, 41
Display
A-meldingen . . . . . . . . . . 46, 47, 48
E-meldingen . . . . . . . . . . 48, 49, 50
F-meldingen . . . . . . . . . . . . . 48, 49
H-meldingen . . . . . . . 50, 51, 52, 53
Kinderbeveiliging
ingeschakeld. . . . . . . . . . . . . . . . 50
U-meldingen . . . . . . . . . . . . . . . . 50
Display-elementen. . . . . . . . . . . . . 11
E
Eerste ingebruikneming . . . . . . . 5, 13
Einde van de wasdag . . . . . . . . . . . 42
Energieverbruik. . . . . . . . . . . . . . . . 15
Extra functies . . . . . . . . . . . . . 11, 20
Extra programma's . . . . . . . . . . . . . 11
Kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Extra programma’s . . . . . . . . . . . . . 16
F
Fabricagenummer (FN). . . . . . . . . . 10
Fabrieksinstellingen . . . . . . . . . . . . 28
FN (Fabricagenummer). . . . . . . . . . 10
G
Gatvorming . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Geldigheidsbereik. . . . . . . . . . . . . . . 2
Gordijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
H
Handwas. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Hard wasgoed . . . . . . . . . . . . . . . . 61
Hevel
Reiniging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Hoofdprogramma's . . . . . . . . . 11, 14
Kiezen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Hoofdwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . 10
Huidbescherming . . . . . . . . . . . . . . 23
Hygiëneadvies . . . . . . . . . . . . . . . . 26
I
Ingebruikneming . . . . . . . . . . . . . 5, 13
Intensief programma. . . . . . . . . . . . 19
Intensiteit
Spoelintensiteit . . . . . . . . . . . . . . . 23
Inweken. . . . . . . . . . . . . . . . . . 19, 24
Tijdsduur instellen. . . . . . . . . . . . . 37
K
Kinderbeveiliging . . . . . . . . . . 27, 40
Klep voor vloeibaar
wasmiddel. . . . . . . . . . . . . . . . 10, 65
Kookwas . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Korte bedieningshandleiding . 10, 65
Korte handleiding . . . . . . . . . . . . . . 76
Koud wassen . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
73
13 Overzicht van de trefwoorden
L
Ladingsvermogen . . . . . . . . . . . . . . 9
Luchtig maken . . . . . . . . . . . . . . . . 41
M
Modelnr.. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
N
Nachtspaarprogramma . . . . . . 18, 35
Noodlediging . . . . . . . . . . . . . . . . . 44
Noodontgrendeling . . . . . . . . . . . . 10
O
Onbevredigende
wasresultaten. . . . . . . . . . . . . . 61, 62
Onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Opener voor
noodontgrendeling. . . . . . . 10, 56, 65
P
Persoonlijke instellingen . . . . . . . . 21
Poederwasmiddel . . . . . . . . . . . . . 31
Programma
Afbreken . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 39
Duur te lang. . . . . . . . . . . . . . . . . 51
Einde . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 41
Kiezen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 34
Overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Tijdsduur . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Programmastadiumdisplay . . . . . . 12
R
Rafelvorming . . . . . . . . . . . . . . . . . 64
Reiniging
Hevel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Vuilfilter . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Wasmiddellade . . . . . . . . . . . . . . 43
Watertoevoerfilter. . . . . . . . . . . . . 43
Reparatieservice . . . . . . . . . . . . . . 75
Resten in het wasmiddelvak . . . . . 54
S
Scheurvorming . . . . . . . . . . . . . . . 64
Serviceplaatje . . . . . . . . . . . . . 10, 75
Snelwas. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20
Sparen
Energie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Water. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 58
Spoelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23
Spoelintensiteit . . . . . . . . . . . . . . . 23
Spoelstop . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 36
Spoelwerking onvoldoende . . . . . . 63
Sport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 16, 35
Storingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 46
Stroomuitval. . . . . . . . . . . . . . . . . . 56
Symbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
T
Technische gegevens . . . . . . . . . . 66
Temperatuur
Instellen. . . . . . . . . . . . . . . . . 20, 35
Wijzigen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 35
Tips rondom de was . . . . . . . . . . . 57
Toepassingsbereik . . . . . . . . . . . . 14
Toestel
Beschrijving. . . . . . . . . . . . . . . . . . 9
Opbouw. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Voorbereiden. . . . . . . . . . . . . . . . 29
Toesteldeur . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10
Deurbalg controleren. . . . . . . . . . 42
Kan niet worden geopend . . . . . . 53
Openen bij stroomuitval . . . . . . . 56
Openen tijdens het wassen . . . . . 39
Transportzekering . . . . . . . . . . . . . 13
Trillingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 53
Type . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 2
U
Uitgestelde start . . . . . . . . 20, 31, 37
74
13 Overzicht van de trefwoorden
V
Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Veiligheidsvoorschriften
Bij kinderen in het huishouden . . . . 7
Gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 7
Over het onderhoud . . . . . . . . . . . . 8
Reglementair gebruik . . . . . . . . . . . 6
Voor de eerste ingebruikneming. . . 5
Verbruiksgegevens . . . . . . . . . . . . 15
Verkleurd wasgoed . . . . . . . . . . . . 63
Verpakking . . . . . . . . . . . . . . . . . . 69
Vervangingsonderdelen . . . . . . . . 65
Verven. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 33
Verzorging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Vibratie-Absorbeersysteem (VAS -
Vibration Absorbing System). . . . . 68
Vlekvorming . . . . . . . . . . . . . . . . . 63
Vloeibaar wasmiddel. . . . . . . . . . . 31
Voorwasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . 10
Voorwassen . . . . . . . . . . . . . . 16, 35
Vuilfilter . . . . . . . . . . . . . . . 10, 45, 65
Reiniging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . 45
Vulgewichten. . . . . . . . . . . . . . . . . 15
W
Wasgoed
Droog . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Onvoldoende gecentrifugeerd . . . 52
Vullen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 30
Wasmiddel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Wasmiddel vullen . . . . . . . . . . . . . . 31
Wasmiddeldosering . . . . . . . . . . . . 32
Wasmiddellade . . . . . . . . . . . . 10, 65
Reiniging. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 43
Wasmiddelvak
Resten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Wasresultaat
onbevredigend . . . . . . . . . . . . 61, 62
Wassen. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 29
Einde programma. . . . . . . . . . . . . 41
Invoer corrigeren . . . . . . . . . . . . . 39
Programma kiezen . . . . . . . . . . . . 34
Toestel voorbereiden . . . . . . . . . . 29
Wasmiddel toevoegen . . . . . . . . . 31
Wassymbolen . . . . . . . . . . . . . . . . . 57
Wasverzachter . . . . . . . . . . . . 10, 32
Verzachten . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
Wasverzachtervak
Resten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 55
Watergeluiden. . . . . . . . . . . . . . . . . 54
Waterhardheid . . . . . . . . . . . . . . . . 32
Watertoevoerfilter reinigen . . . . . . . 43
Waterverbruik . . . . . . . . . . . . . . . . . 15
Weefselbeschadiging . . . . . . . 63, 64
Wol . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14
Z
Zeepwasmiddel. . . . . . . . . . . . . . . . 33
Zeepwassen . . . . . . . . . . . . . . 20, 38
Zuighevel voor
wasverzachter . . . . . . . . . . . . . 10, 65
75
14 Reparatieservice
Wanneer u op grond van een bedrijfsstoring of een bestelling contact met ons
opneemt, vermeld dan altijd het serienummer (FN) en de benaming van uw
toestel. Schrijf deze gegevens hier op, alsmede op de bij het toestel
geleverde servicesticker. Plak deze op een goed zichtbare plaats of in uw
telefoonagenda.
Deze gegevens vindt u op het garantiecertificaat, de originele rekening en op
het serviceplaatje van uw toestel.
Klap het afvoerreservoir open.
Het serviceplaatje bevindt zich rechts naast het vuilfilter.
Met behulp van het hoofdstuk
Storingen zelf verhelpen kunt u kleine
bedrijfsstoringen zelf verhelpen.
U bespaart zich het bestellen van een servicetechnicus en de daarbij
onstaande kosten.
FN
Toestel
Korte handleiding
Lees eerst de veiligheidsvoorschriften in het bedieningshandleiding!
Schakel het toestel in en draai de waterkraan open
Open de toesteldeur door de toets in te drukken
Doe de was in het toestel en sluit de toesteldeur
Trek de wasmiddellade naar buiten en doe het wasmiddel erin
Schuif de wasmiddellade naar binnen
Kies het programma
Kies eventueel een extra programma/functie
Het toestel start automatisch na ca. 20 seconden
Na einde van het programma:
Druk de toets in en neem de was uit het toestel
Aan het einde van de wasdag:
Reinig indien nodig de wasmiddelvakken
Laat de toesteldeur op een kier staan, sluit hem niet
V-ZUG Ltd
Industriestrasse 66, CH-6301 Zug
[email protected], www.vzug.com
J266.356-2
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76

V-ZUG 266 Handleiding

Type
Handleiding