Installatiehandleiding
Wasautomaat «Frontlader»
Eengezinswoning
J267.117-2
7.5.09 ITH
4
Waterafvoer
A Bescherm de afvoerslang bij het leggen tegen beschadiging en knikken (er stroomt heet zeepsop doorheen).
A Bij alle aansluitingsvarianten moet de slanghouder worden gemonteerd.
A Bij afvoer in badkuip, wastafel etc, moet het uiteinde van de slang met een bochtstuk (slanghouder) worden bevestigd.
A Pomphoogte van de afvoerpomp max. 1,2 m.
A Informatie over de vereiste netspanning, stroomsoort en beveiliging vindt u op het serviceplaatje.
Aansluitkabel
A Steek de stekker in het stopcontact of schakel de wandschakelaar in.
– Het toestel schakelt in.
A Verwijder eventuele belading uit de trommel en sluit de toesteldeur.
A Draai de waterkraan open.
A Houd de toetsen , een tegelijk 3 seconden ingedrukt.
– Het centrifugeerprogramma wordt uitgevoerd.
– Na ca. 2 minuten staat er in de tekstdisplay:
A Controleer de stabiliteit van het toestel.
– Het toestel moet loodrecht met alle 4 de voeten op de grond staan en mag niet wankelen.
A Druk toets in om de ingebruikneming af te sluiten.
– Het centrifugeerprogramma is beëindigd en het toestel wordt leeggemaakt.
A Herhaal eventueel Nivellering onder punt 4.
6. Elektrische aansluitingen
Elektrische aansluitingen moeten door vakkundig personeel uitgevoerd worden volgens de normen en richtlijnen voor
laagspanningsinstallaties en volgens de bepalingen van de plaatselijke elektriciteitsbedrijven.
Een stekkerklaar toestel mag uitsluitend aangesloten worden op een randaardestopcontact dat volgens de voorschriften is
geïnstalleerd. De huisinstallatie dient te worden voorzien van een netscheidingsinrichting met 3 mm contactopening. Schake-
laars, stekkers, LS-automaten en smeltzekeringen die na installatie van het toestel vrij toegankelijk zijn en die als schakelaar
dienen voor alle poolgeleiders, zijn als scheider toelaatbaar. Een onberispelijke aardaansluiting en gescheiden gelegde
neutrale en randaardeleidingen zorgen voor een veilige en storingsvrije werking. Na montage mogen spanningsvoerende
onderdelen en leidingen met bedrijfsisolatie niet aanraakbaar zijn. Controleer oude installaties.
De aansluitkabel mag uitsluitend door de fabrikant, de klantendienst van de fabrikant of een gelijk gekwalificeerd persoon
worden vervangen.
400 V 2N~ 50 Hz, 10 A 230 V~ 50 Hz, 10 A 230 V~ 50 Hz, 16 A
Kleurcode
L2
L1
zwart
bruin
blauw
geel/groen
7. Ingebruikneming / stabiliteitscontrole
1,5 m
max. 700
min. 350
Slangklem
Afvoerslang
Rubberen verbindingsstuk
Afvoerslang tot vereiste lengte
verkorten.
Verkorting van de afvoerslang
is niet mogelijk!
ø buiten 28,0 mm
ø binnen 21,5 mm
Slanghouder
(bochtstuk)
Kleefsokkel Kleefsokkel
N
L2
L1
4 × 1 mm
2
3 × 1 mm
2
N
L1
N
L1
3 × 1,5 mm
2
N
stabiliteitContr.