XT
ST-M770 / ST-M775
SIS-SP41
RD-M770
SGS / GS
FH-M770 / FH-M775
9
CS-M770
CN-HG93
SM-SP17 / SM-BT17
Technische montage-instructies SI-5W50A-001
RD-M770
Kettinglengte op fietsen met achterwielophanging
De lengte A zal variëren afhankelijk van de beweging van de achterwielophanging.
Indien de ketting te kort is, kan dit tot gevolg hebben dat er een te grote belasting op
het aandrijfsysteem wordt uitgeoefend. Stel de lengte van de ketting af door het
toevoegen van twee schakels aan de ketting wanneer de achterwielophanging zich in
een positie bevindt waarbij afmeting "A" het langste is en de ketting zich op het
grootste versnelllingstandwiel en de grootste kettingring bevindt. Indien de mate van
beweging van de achterwielophanging groot is, is het mogelijk dat de ketting niet
voldoende gespannen is wanneer de ketting zich op de kleinste kettingring en het
kleinste versnelllingstandwiel bevindt.
Achterderailleur
Voor het verkrijgen van optimale prestaties wordt het aanbevolen gebruik te
maken van on derstaande combinatie.
RD-M770
SGS
9
45T
34T
11T
22T
GS
9
33T
34T
11T
22T
Montage van de achterderailleu
Let er bij het monteren op dat de afstelschroef voor de B-spanning niet in aanraking
komt met de derailleurhanger, aangezien dit anders vervorming tot gevolg kan hebben.
Het Pro-Set uitrichtingsblok op dat ogenblik niet verwijderen.
5 mm inbussleutel
Derailleurhanger
Afstelbout voor de
B-spanning
Aantrekkoppel van
montage-as :
8 - 10 N·m {80 - 100 kgf·cm}
• Gebruik voor het reinigen van de ketting een neutraal schoonmaakmiddel. Gebruik geen
alkalihoudend of zuurhoudend schoonmaakmiddel zoals een roestverwijderingsmiddel,
aangezien dit tot beschadiging en/of het breken van de ketting kan leiden.
• Gebruik de versterkte verbindingspen uitsluitend voor het verbinden van het smalle
kettingtype.
• Er zijn twee verschillende typen versterkte verbindingspen beschikbaar. Zie
onderstaande tabel voor het kiezen van het te gebruiken type verbindingspen. Als er
andere verbindingspennen dan de speciale versterkte verbindingspennen worden
gebruikt, of als er een versterkte verbindingspen of gereedschap wordt gebruikt welke
niet geschikt is voor het type ketting, bestaat de kans dat de sterkte van de verbinding
niet voldoende is, hetgeen tot gevolg kan hebben dat de ketting breekt of van de
tandwielen valt.
• Als het afstellen van de kettinglengte noodzakelijk is als
gevolg van een verandering in het aantal
tandwieltanden, de ketting op een andere plaats
doorsnijden dan op de plaats waar de ketting door
middel van een versterkte verbindingspen of een
sluitpen aan elkaar verbonden is. De ketting zal worden
beschadigd wanneer deze op de plaats wordt doorgesneden waar deze door middel van
een versterkte verbindingspen of een sluitpen aan elkaar verbonden is.
• Controleer of de spanning van de ketting correct is en of de ketting niet beschadigd is.
Als de spanning onvoldoende is of de ketting beschadigd is, dient de ketting vernieuwd
te worden. Als dit niet gebeurt, bestaat de kans dat de ketting breekt en dat ernstig
letsel wordt veroorzaakt.
• Zorg er voor dat u de montage-instructies heeft en lees deze nauwkeurig alvorens
de onderdelen te monteren.
Loszittende, versleten of beschadigde onderdelen kunnen de berijder letsel toebrengen.
Het wordt ten zeerste aanbevolen uitsluitend gebruik te maken van originele Shimano
vervangingsonderdelen.
• Zorg er voor dat u de montage-instructies heeft en lees deze nauwkeurig alvorens
de onderdelen te monteren.
Als de afstellingen niet correct worden uitgevoerd, kan de ketting afglijden en dit kan tot
gevolg hebben dat u van de fiets valt en ernstig letsel oploopt.
• Lees deze technische montage-instructies nauwkeurig en bewaar ze op een veilige
plaats voor toekomstige referentie.
Opmerking
• Als het overschakelen van de versnellingen niet soepel verloopt, de derailleur schoon
spoelen en alle bewegende onderdelen smeren.
• Als de mate van speling in de verbindingen zodanig is dat afstelling niet mogelijk is,
dient u de derailleur te vernieuwen.
• U dient de derailleur periodiek te reinigen en alle bewegende onderdelen te smeren
(mechanisme en poelies).
• Als afstelling van de overschakeling van de versnellingen niet mogelijk is, de mate van
parallellisme aan het achteruiteinde van de fiets controleren. Controleer ook of de kabel
gesmeerd is en of de buitenkabel niet te lang of te kort is.
• Als u abnormale geluiden hoort als gevolg van een loszittende poelie, dient u de poelie
te vernieuwen.
• Als de ketting tijdens het fietsen van de tandwielen blijft afglijden, de tandwielen en de
ketting vernieuwen.
• Stel de achterderailleur type RD-M770 met terugtrekveer af vanaf de laagste versnelling.
• Gebruik van een frame met interne kabelroutering wordt ten zeerste afgeraden
aangezien de kans bestaat dat door de hoge kabelweerstand de werking van de SIS
schakelfunctie nadelig beïnvloed wordt.
• Zorg er steeds voor de tandwielset met dezelfde groepmerktekens
te gebruiken. Nooit in combinatie gebruiken met een tandwiel met
een verschillend groepmerkteken.
• Gebruik een buitenkabel die lang genoeg is, ook voor wanneer het
stuur volledig naar beide kanten gedraaid wordt. Controleer
bovendien of de schakelhendel het fietsframe niet raakt wanneer
het stuur volledig naar beide kanten gedraaid wordt.
• Zorg ervoor dat de versnellingskabel en de remkabel elkaar
tijdens het gebruik van de remmen niet hinderen. Als deze elkaar
hinderen, kan dit een juiste remwerking in de weg staan.
Monteer de kabels zodanig dat deze voldoende speling hebben ook als het stuur
volledig in een van beide richtingen gedraaid wordt.
• Voor de versnellingskabel wordt een speciaal soort vet gebruikt (SIS-SP41). Gebruik
geen DURA-ACE vet of andere soorten vet, aangezien dit een nadelige invloed kan
hebben op het overschakelen van de versnellingen.
• Smeer de binnenkabel en de binnenzijde van de buitenkabel alvorens dczc in gebruik te
nemen om er voor te zorgen dat deze goed glijden.
• Voor een soepele werking dient men steeds gebruik te maken van de SIS-SP
buitenkabel en de trapas-kabelgeleider.
• De hendels van de versnelling dienen alleen te worden gebruikt als het voorwiel draait.
• Onderdelen zijn niet gegarandeerd tegen natuurlijke slijtage of veroudering dat het
gevolg is van normaal gebruik.
• Raadpleeg een professionele fietsenhandelaar voor eventuele vragen betreffende de
methode van montage, afstelling, onderhoud of bediening.
Algemene veiligheidsinformatie
g
a
-
18
T
-
S
H
I
M
A
N
O
H
Y
P
E
R
G
L
I
D
E
C
a
g
-
1
5
T
a
g
-
1
3
T
Groepmerktekens
WAARSCHUWING
KettinggereedschapKetting
9-versnellingen
supersmalle ketting zoals
CN-7701 / CN-HG93
8-/7-/6-versnellingen
smalle ketting zoals
CN-HG50 / CN-HG40
Versterkte
verbindingspen
TL-CN32 / TL-CN27
TL-CN32 / TL-CN27
Zilver
Zwart
Versterkte verbindingspen
Sluitpen Verbindingspen
Serie
Buitenkabel
Achterderailleur
Type
Vrijloopnaaf
Versnellingen
Cassettetandwiel
Ketting
Trapas-kabelgeleider
DUAL CONTROL hendel
Specificaties
Modelnummer
Type
Versnellingen
Totale capaciteit
Grootste tandwiel
Kleinste tandwiel
Verschil vertanding voorste kettingwiel
Achterderailleur
Voeg 2 schakels toe terwiji de ketting
om het grootste versnellingstandwiel
en de grootste kettingring geplaatst is.
Grootste
versnellingstandwiel
Ketting
Grootste
kettingring
2. Afstelling van de hoogste versnelling
Draai de crankarm en trek met uw hand aan de derailleur om de
deze in de stand voor de hoogste versnelling te zetten. Draai
vervolgens de afstelschroef
voor de hoogste versnelling en
stel zodanig af dat vanaf de
achterzijde gezien de
geleiderpoelie in lijn is met de
buitenlijn van het kleinste
achterversnellingstandwiel.
Draai de crankarm om de
derailleur in de stand voor de
laagste versnelling te zetten.
1. Afstelling van de laagste versnelling
Draai de afstelschroef voor het
grootste versnellingstandwiel
zodanig dat de geleiderpoelie
direct onder het grootste
versnellingstandwiel komt te
staan.
SIS afstelling
Geleider-
poelie
Grootste
versnelling
standwiel
Afstelschroef
voor laagste
versnelling
Afstelschroef
voor hoogste
versnelling
Buitenste rand van
kleinste
versnellingstandwiel
Pro-Set uitrichtingsblok
Monteren van de ketting
Monteer de ketting terwijl het Pro-Set
uitrichtingsblok nog bevestigd is. Na
het monteren het Pro-Set
uitrichtingsblok verwijderen.
Draai de crankarm om de derailleur in
de stand voor de laagste versnelling te
zetten.
Geleiderpoelie
Groef
Sluit de binnenkabel aan op
de derailleur zoals
aangegeven in de illustratie.
Opmerking:
Zorg er voor dat de kabel stevig
in de groef bevestigd wordt.
Aantrekkoppel:
5 - 7 N·m {50 - 70 kgf·cm}
Sluit de kabel aan op de achterderailleur en
maak de kabel na deze eerst voorgespannen
te hebben weer aan de achterderailleur vast
zoals aangegeven in de illustratie.
Trekken
Afsnijden van de buitenkabel
Bij het afsnijden van de buitenkabel, deze aan het uiteinde
tegenovergesteld aan het uiteinde met de markering afsnijden.
Na het afsnijden van de buitenkabel het
uiteinde er van zodanig afronden dat de
binnenomtrek van het gat een
gelijkmatige diameter heeft.
Bevestig hetzelfde
buitenkabelafsluitkapje
op het afgesneden
uiteinde van het
buitenkabel.
Buitenkabelafsluitkapje
De afdichtkap met lip
en de rubber mof
moeten aan de
aanslag van de
buitenkabel op het
frame gemonteerd
worden.
Rubber mof
Rubber mof
Niet buigen
Afdichtkap met lip
* Als de achterderailleur aan veel beweging onderhevig is,
zoals bij fietsen met achterwielvering, wordt het aanbevolen
het kapje door het als accessoire geleverde aluminium kapje
te vervangen.
Het uiteinde van de buitenkabel
dat voorzien is van een
aluminium kapje dient zich aan
de derailleurzijde te bevinden.
Aluminium kapje
Derailleurzijde
Opmerking: Specificaties kunnen zonder voorafgaande kennisgeving gewijzigd worden. (Dutch)
Voor het verkrijgen van optimale prestaties van het SIS systeem,
regelmatig alle onderdelen van de overbrenging van smeerolie
voorzien.
4. SIS afstelling
Bedien hendel en draai gelijktijdig de crankarm om zo de
derailleur in te stellen op het grootste tandwiel. Bedien daarna
hendel eenmaal om de derailleur in te stellen op het tandwiel van
de 2de versnelling. Bedien hierna hendel, doch slechts naar de
mate van speling en draai vervolgens de crankarm.
Wanneer
overgeschakeld
wordt naar de 3de
Trek de kabelafstelbout aan
(draai rechtsom) totdat de ketting
terugkeert naar het tandwiel van
de 2de versnelling.
* Draai de afstelbout tegelijk met de
afstelnippel voor de buitenkabel.
Draai de kabelafstelbout los
(linksom) totdat de ketting een
tandwiel raat en een geluid
maakt.
* Draai de afstelbout tegelijk met de
afstelnippel voor de buitenkabel.
Wanneer er
geen geluid
hoorbaar is
Optimale afstelling
De optimale afstelling wordt verkregen wanneer zonder hendel
te bedienen de kabelafstelbout wordt aangetrokken (rechtsom
draaien) totdat de ketting een geluid maakt, en door vervolgens
vanaf dat punt de kabelafstelbout 90 - 180 graden los te draaien
(linksom).
Bedien hendel om over te schakelen naar andere versnellingen
en controleer hierbij dat er in geen van de versnellingsstanden
een geluid hoorbaar is.
Afstelbout Afstelbout
3. Gebruik van de afstelschroef voor de B-spanning
Plaats de ketting op de kleinste kettingring en het grootste
versnellingstandwiel en draai de crankarm in achterwaartse
richting. Draai vervolgens de afstelschroef voor de B-spanning
om de geleiderpoelie zo dicht mogelijk bij het tandwiel af te
stellen. De geleiderpoelie
mag het tandwiel echter
niet raken. Schakel de
ketting vervolgens over naar
het kleinste
versnellingstandwiel en
herhaal bovenstaande
stappen om er zeker van te
zijn dat de poelie het
tandwiel niet raakt.
Grootste
versnellingtandwiel
Kleinste
versnellingstandwiel
Afstelschroef
voor de B-
spanning