20
NEDERLANDS
1. Het apparaat in een
oogopslag.................................19
2. Lees dit eerst!...........................20
3. Toepassingsgebied en
pompmedia...............................20
4. Veiligheid..................................20
4.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem.........................
20
4.2 Algemene
veiligheidsvoorschriften..............20
5. Voor het gebruik ......................21
5.1 Plaatsing ....................................21
5.2 Aanzuigleiding aansluiten ..........21
5.3 Drukleiding aansluiten................21
5.4 Netaansluiting ............................21
5.5 Pomp vullen en aanzuigen.........21
6. Bediening..................................21
6.1 Apparaat in gebruik nemen........22
6.2 Pompkarakteristiek ....................22
7. Service en onderhoud .............22
7.1 Regelmatig onderh
oud...............22
7.2 Bij vorstgevaar ...........................22
7.3 Apparaat demonteren en
opbergen....................................22
8. Problemen en storingen..........22
8.1 Foutopsporing ............................22
9. Herstelling ................................22
10. Milieubescherming ..................22
11. Leverbaar toebehoren ........22/50
12. Technische gegevens..............23
Voorda
t u het apparaat in gebruik
neemt moet u eerst de handleiding
lezen en daarbij vooral aandacht
besteden aan het hoofdstuk „Veilig-
heid”.
Bij
niet-inachtneming van de hand-
leiding vervalt de garantie; de fabri-
kant kan in dat geval niet aanspra-
kelijk worden gesteld voor
bescha
digingen.
Als u bij
het uitpakken van het appa-
raat transportschade vaststelt, dan
mo
et u daar onmiddellijk uw leve-
rancier van op de hoogte stellen. In
dat geval mag u het apparaat niet in
gebruik nemen!
De verpa
kking moet, conform de
lokale wetgeving inzake de bescher-
ming van het milieu, met een
bevoe
gde ophaaldienst meegege-
ven worden.
Be
waar deze gebruiksaanwijzing
zorgvuldig zodat u ze bij onduidelijk-
heden kunt raadplegen.
Als u h
et apparaat uitleent of door-
verkoopt, dan moet u deze handlei-
ding erbij voegen.
Dit apparaat dient voor het pompen van
zui
ver water in huis- en tuinomgevingen,
bijvoorbeeld:
voor beregening en besproeiing,
als fo
ntein-, regen- en gebruikswa-
terpomp,
voor het leegpompen van zwemba-
den, tuinvijvers en waterreservoirs.
De vloeistoftemperatuur mag maximaal
35 °C bedragen.
4.1 Voorgeschreven gebruik
van het systeem
Het apparaat mag niet worden gebruikt
voor drinkwatervoorziening of het pom-
pen van levensmiddelen.
Explosieve, ontvlambare, agressieve of
scha
delijke stoffen mogen niet worden
gepompt.
Het apparaat is niet geschikt voor indus-
trieel gebruik.
Wijzigingen aan het apparaat of het
ge
bruik van onderdelen die niet zijn
goedgekeurd en vrijgegeven door de
fabrikant zijn niet toegelaten.
Elk ander gebruik van het apparaat is in
strijd met de veiligheidsvoorschriften;
hierdoor kunnen onvoorzienbare
beschadigingen optreden!
4.2 Algemene veiligheids-
voorschriften
Kinderen en personen die niet vertrouwd
zijn met de inhoud van de handleiding
mogen het apparaat niet gebruiken.
Bij gebruik in zwembaden en tuinvijvers
of he
t veiligheidsbereik daarvan moeten
de bepalingen van DIN VDE 0100 -702,
-738 worden nageleefd.
Als het apparaat wordt gebruikt voor de
hu
ishoudelijke watervoorziening, moe-
ten de wettelijke water- en afvalwater-
voorschriften volgens DIN 1988 worden
na
geleefd.
Tijdens installatie- of onderhoudswerk-
zaamheden mag het apparaat niet aan-
gesloten zijn op het stroomnet.
A
Gevaar door omgevingsinvloe-
den!
Stel het apparaat niet bloot aan regen.
Gebruik het apparaat niet in een voch-
tige omgeving.
Richt de waterstraal niet direct op het
ap
paraat of andere elektrische toestel-
len! Levensgevaar door elektrocutie!
Gebruik het apparaat ni
et in ruimten
waar explosiegevaar bestaat of in de
buurt van ontvlambare vloeistoffen of
gassen!
A
Gevaar door heet water!
Als de uitschakeldruk van de drukscha-
kelaar door slechte drukverhoudingen of
do
or een defecte drukschakelaar niet
wordt bereikt, kan het water in het appa-
raat verhit raken door interne circulatie.
Daardoor kunnen beschadigingen en
lekken optreden aan het apparaat en de
aansluitleidingen, waardoor heet water
kan ontsnappen. Verbrandingsgevaar!
Appara
at max. 5 minuten tegen
gesloten drukleiding laten werken.
Apparaat van het stroomnet schei-
den en laten afkoelen. Correcte wer-
king van de installatie laten contro-
leren vooraleer deze opnieuw in
geb
ruik te nemen.
B
Gevaar door elektrische
stroom!
Tijdens installatie- of onderhoudswerk-
zaamheden mag het apparaat niet aan-
gesloten zijn op het stroomnet.
Raak de netstekker nooit aan met natte
handen! Trek de stekker nooit aan het
snoer uit het stopcontact.
Zorg ervoor dat net- en verlengsnoeren
niet geknikt worden of geklemd raken en
dat niemand eraan trekt of erover rijdt.
Bescherm net- en verlengsnoeren boven-
dien tegen scherpe randen, olie en hitte.
A
Gevaar door gebreken aan het
apparaat!
Controleer het apparaat, vooral het nets-
noer, de netstekker en elektrische
onderdelen, telkens op beschadigingen
voor u het in gebruik neemt. Levensge-
vaar door elektrocutie!
Een beschadigd apparaat mag pas
opnieuw worden gebruikt nadat het des-
kundig werd hersteld.
Voer nooit zelf herstellingen uit aan het
ap
paraat! Herstellingen aan pompen
mogen alleen worden uitgevoerd door
vaklui.
A
Opgelet!
Om waterschade te vermijden,
b
ijv. overstroomde kamers, veroor-
zaakt door storingen of gebreken van
he
t apparaat:
Gesch
ikte veiligheidsmaatregelen
plannen, bijv.:
Alarminrich
ting of
opvangbekken met bewaking
De fabrikant aanvaardt geen aansprake-
lijkheid voor eventuele schade die vero-
orzaakt wordt door
fo
utief gebruik van het apparaat.
overbe
lasting van het apparaat door
permanent gebruik.
geb
ruik of bewaring van het appa-
raat zonder vorstbescherming.
het ui
tvoeren van eigenmachtige
veranderingen aan het apparaat.
Reparaties aan elektrische appara-
Inhoudstafel
2. Lees dit eerst!
3. Toepassingsgebied en
pompmedia
4. Veiligheid