VOLTCRAFT VC130 Operating Instructions Manual

Categorie
Multimeters
Type
Operating Instructions Manual

Deze handleiding is ook geschikt voor

2
Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbe-
triebnahme und Handhabung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte wei-
tergeben.
Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf!
Eine Auflistung der Inhalte finden Sie in dem Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden
Seitenzahlen auf Seite 5
These operating instructions belong with this product. They contain important information for
putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on
to a third party.
Therefore look after these operating instructions for future reference!
A list of contents with the corresponding page numbers can be found in the index on page 26.
Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne
sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous
remettez le produit à des tiers.
Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.!
Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à la table des matières avec mention
de la page correspondante à la page 67.
Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende
de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden.
Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen!
U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de pagina-
nummers op pagina 68.
67
Inleiding
Geachte klant,
Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uits-
tekend apparaat in huis gehaald.
U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft, dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een
merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek vooral onderscheidt door
bijzondere vakkundigheid en permanente innovatie.
Met Voltcraft® kan zowel de ambitieuze hobbyelektronicus als de professionele gebruiker ingewikkelde
taken uitvoeren. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunstige verhouding
van prijs en prestaties.
Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft is tegelijkertijd het begin van een lange en prettige
samenwerking.
Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft® product!
68
Inhoudsopgave
Inleiding ..................................................................................................................................................67
Voorgeschreven gebruik ........................................................................................................................69
Bedieningselementen ............................................................................................................................70
Veiligheidsvoorschriften ..........................................................................................................................70
Productbeschrijving ................................................................................................................................72
Leveringsomvang ..................................................................................................................................73
Displaygegevens en symbolen ..............................................................................................................73
Meetbedrijf..............................................................................................................................................74
a) Spanningsmeting “V” ..................................................................................................................74
b) Stroommeting “A”........................................................................................................................ 75
c) Frequentiemeting en duty cycle (alleen VC170)..........................................................................76
d) Weerstandsmeting ......................................................................................................................77
e) Diodetest......................................................................................................................................77
f) Doorgangstest ............................................................................................................................78
g) Contactloze spanningstest „NCV“................................................................................................79
h) Transistortest „hFE” ....................................................................................................................79
i) Temperatuurmeting (alleen VC150) ............................................................................................80
SELECT-toets (alleen VC170) ..........................................................................................................80
HOLD-functie ....................................................................................................................................81
Optionele meetadapter......................................................................................................................81
Onderhoud en reiniging ..........................................................................................................................82
Algemeen ..........................................................................................................................................82
Reiniging ..........................................................................................................................................82
Vervangen van de zekering ....................................................................................................................82
Plaatsen en vervangen van de batterijen..........................................................................................83
Afvoer van lege batterijen!......................................................................................................................84
Afvalverwijdering ....................................................................................................................................84
Verhelpen van storingen ........................................................................................................................84
Technische gegevens ............................................................................................................................85
69
Utilisation conforme
- Meting en weergave van de elektrische grootheden binnen het bereik van de overspanningscatego-
rie III (tot max. 250V t.o.v. aardpotentiaal, volgens EN 61010-1) en alle lagere categorieën.
- Meten van gelijk- en wisselspanning tot max. 250 V
- Meten van gelijk- en wisselstroom tot max. 10 A (VC130/VC150 alleen gelijkstroom)
- Frequentiemeting 10 Hz tot 10 MHz (alleen VC170)
- Meten van weerstanden tot 20 MOhm (VC170 tot 40 MOhm)
- Akoestische doorgangscontrole
- Diodetest
- Contactloze 230V/AC-spanningstest
- hFE-transistortest (alleen met optionele meetadapter)
- Temperatuurmeting van -40 tot +1000°C (alleen VC150)
De beide stroom-metingen zijn beveiligd tegen overbelasting. De spanning in het meetcircuit mag 250 V
niet overschrijden De meetbereiken zijn voorzien van keramische hoog vermogen-zekeringen.
Het gebruik is alleen toegestaan met de aangegeven batterijtypen.
Het meetapparaat mag in geopende toestand of met open batterijvak niet worden gebruikt. Metingen in
vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan.
Gebruik voor het meten alleen de meegeleverde meetdraden resp. meetaccessoires, die op de specifi-
caties van de multimeter afgestemd zijn.
Ongunstige omstandigheden zijn:
- Vocht of hoge luchtvochtigheid,
- Stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen,
- Onweer resp. onweersachtige condities zoals sterke elektrostatische velden
Gebruik anders dan hiervoor beschreven kan tot beschadiging van het product leiden en kan aanleiding
geven tot gevaarlijke situaties zoals kortsluiting, brand, elektrische schokken en dergelijke. Het product
als zodanig mag niet worden gewijzigd of omgebouwd.!
Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik.
De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen!
70
Bedieningselementen
(zie uitklappagina)
1 Contactloze spanningsdetector
2 LCD-scherm
3 POWER-toets bij VC130/150
SELECT-toets bij VC170 voor
functiekeuze
4 Draaischakelaar
5 COM-meetbus (referentiepotentiaal)
6 10 A-meetbus
7 mA µA-meetbus
8 V-meetbus
9 HOLD-toets
10 Batterijvak
11 Standaard
Veiligheidsinstructies
Lees alstublieft voor ingebruikname de volledige handleiding door. Deze bevat
belangrijke aanwijzingen omtrent het correcte gebruik.
Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt
het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aanspra-
kelijk!
Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of
het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprakelijk! In
dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie.
Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten.
Om deze toestand te bewaren en om een gevaarloze werking te garanderen, moet de gebruiker de vei-
ligheidsaanwijzingen en waarschuwingen, die in deze gebruiksaanwijzingen vermeld staan, in acht
nemen.
Let op de volgende symbolen:
Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaan-
wijzing die absoluut opgevolgd dienen te worden.
Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een nega-
tieve beïnvloeding van de elektrische veiligheid van het apparaat.
Het “hand”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening.
71
Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de betreffende Europese richtlijnen.
Beschermingsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie)
CAT II
Overspanningscategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten,
die via een netstekker worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle
kleinere categorieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen).
CAT III Overspanningscategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stopcontacten of
onderverdelingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor
het meten aan elektrische apparaten).
Aardpotentiaal
Om veiligheids- en vergunningsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het
product niet toegestaan.
Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat.
Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen!
In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking
tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen.
In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende
toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten.
De spanning tussen de aansluitpunten van het meetapparaat en aardpotentiaal mag niet hoger zijn dan
250 V DC/AC in CAT III.
Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject worden verwijderd.
Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >25 V wissel- (AC) resp. >35 V gelijkspanning
(DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van elektrische geleiders een levensgevaar-
lijke elektrische schok krijgen.
Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op beschadiging(en). Voer in geen
geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is.
Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitingen/meet-
punten tijdens de meting niet (ook niet indirect) aanraakt. Pak tijdens het meten niet boven de tastbare
handgreepmarkeringen op de meetpunten vast.
Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikseminslag! / energierijke
overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakeling en onderdelen van de
schakeling enz. absoluut droog zijn.
°
72
Vermijd gebruik van het apparaat in de direct omgeving van:
- sterke magnetische of elektromagnetische velden
- zendantennes of HF-generatoren.
Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst.
Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet
meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. Er is wellicht sprake van
onveilig gebruik als:
- het apparaat zichtbaar is beschadigd,
- het apparaat niet meer werkt en
- het apparaat langdurig onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen
- of het apparaat tijdens transport te zwaar is belast.
Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in wanneer het van een koude naar een warme ruimte
gebracht werd. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde omstan-
digheden beschadigd raken. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen.
Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn.
Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht.
Productbeschrijving
De meetwaarden worden op de multimeter (hierna DMM genoemd) digitaal weergegeven. De aandui-
ding van de meetwaarde van de DMM omvat 2000 counts bij de VC130 en VC150 en 4000 counts bij de
VC170 (count = kleinste displaywaarde). De VC170 stelt het juiste meetbereik automatisch in (AUTO-
range). Toch blijft het mogelijk een meetbereik met de hand te selecteren.
Het meetapparaat is zowel voor hobby- als voor professioneel gebruik (tot CAT III 250 V) bruikbaar.
Voor een betere afleesbaarheid kan de DMM ideaal worden opgesteld met de beugel op de achterzijde.
Draaischakelaar (4)
De afzonderlijke meetbereiken worden gekozen via een draaischakelaar. Bij de VC130 en de VC150
gebeurt de keuze van het meetgebied met de hand, bij de VC170 gebeurt de keuze van het meetbereik
automatisch (auto-range; hierbij wordt steeds het passende meetbereik gekozen).
Meetapparaat in- en uitschakelen
De DMM VC130 en VC150 wordt via de drukschakelaar „POWER“ in- en uitgeschakeld. DMM VC170 is
uitgeschakeld in draaischakelaarpositie „OFF“. Schakel het meetapparaat altijd uit wanneer u het niet
gebruikt.
Voordat u het meetapparaat kunt gebruiken, moet eerst de meegeleverde batterij worden geplaatst.
Plaats de batterij zoals beschreven in het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”. Voor de voeding is een
blokbatterij van 9V vereist. Deze wordt meegeleverd.
73
Auto-Power-Off-Functie (alleen VC170)
De VC170 schakelt na ongeveer 15 minuten automatisch uit. Neem de meetsnoeren van het meetob-
ject. Draai om terug in te schakelen de draaischakelaar op de stand „OFF“ en selecteer daarna opnieuw
het gewenste meetbereik.
Leveromvang
Multimeter
9V-blokbatterij
Veiligheidsmeetsnoeren
K-type temperatuurvoeler (-40 tot + 230 °C; alleen bij VC150)
Handleiding
Displaygegevens en symbolen
AUTO Automatische keuze meetbereik (alleen VC170)
.OL of I Overflow; het meetbereik werd overschreden
Symbool batterij vervangen; de batterij zo snel mogelijk vervangen
Symbool voor de diodetest
Bliksemsymbool voor spanningsmetingen
Symbool voor de akoestische continuïteitsmeting
AC Wisselspanningsgrootheid voor spanning en stroom
DC Gelijkspanningsgrootheid voor spanning en stroom
mV Millivolt (exp. -3)
V Volt (eenheid van el. spanning)
A Ampere (eenheid van elektrische stroomsterkte)
mA milli-Ampère (exp. -3)
µA micro-Ampère (exp. -6)
Hz Hertz (eenheid van frequentie)
kHz kilo-Hertz (exp. 3)
MHz Mega-Hertz (exp. 6)
Ω Ohm (eenheid van el. weerstand)
kΩ Kilo-ohm, (exp. 3)
MΩ Mega-ohm (exp. 6)
% Indicatie van de puls-pauzeduur (duty cycle)
°C Eenheid van temperatuur
hFE Indicatie van de versterkingsfactor bij transistoren
COM referentiepotentiaal
H Symbool voor hold-functie actief
Delta-symbool voor actieve relatieve meetfunctie (alleen VC170)
74
Meetbedrijf
Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen
en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC
kan staan! Levensgevaarlijk!
Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meetdraden op beschadi-
gingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meetleidingen mogen niet
meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk!
Pak tijdens het meten niet boven de tastbare handgreepmarkeringen op de meet-
punten vast.
Er mogen altijd alleen die twee meetsnoeren op het meetapparaat aangesloten zijn,
die nodig zijn voor de meting. Verwijder omwille van veiligheidsredenen alle niet
nodige meetsnoeren uit het apparaat.
Van zodra er “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, overschreed u
het meetbereik. Selecteer het eerstvolgende grotere meetbereik.
Het spanningsbereik „V/DC“ heeft een ingangsweerstand van >10 MOhm, het V/AC-bereik
>4,5 MOhm.
Bij VC170 is voor alle meetfuncties (buiten de stroommeetgebieden) de automatische
bereikkeuze (auto-range) actief. Deze functie stelt dan automatisch het juiste meetgebied
in.
a) Spanningsmeting “V”
Zorg bij elke spanningsmeting dat het meetapparaat zich niet in het stroommeetbereik bevindt.
Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer
DMM Zwart rood
VC130 COM (5) V (8)
VC150 COM (5) V (8)
VC170 COM (5) V (8)
Voor het meten van gelijkspanningen “DC” (V ) gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in (VC130/150 op de „POWER-schakelaar (3) en de VC170 op de draaischake-
laar). Kies het meetbereik „V .
- Steek de meetsnoeren zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen.
- Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (batterij, schakeling, enz.).
Het rode meetpunt komt overeen met de pluspool, het zwarte meetpunt met de minpool.
- De betrokken polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde in het display
weergegeven.
Is er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te zien, dan is de gemeten
spanning negatief (of de meetleidingen zijn verwisseld).
75
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draai-
schakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
Voor het meten van wisselspanningen “AC” (V ) gaat u als volgt te werk:
- Neem de DMM zoals beschreven bij „Meting van gelijkspanning“ in bedrijf en selecteer het meetbe-
reik „V “. Op het display verschijnt “AC”.
- Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (generator, schakeling, enz.).
- De meetwaarde wordt in het display weergegeven.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draai-
schakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
b) Stroommeting “A”
Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen
en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC
kan staan! Levensgevaarlijk!
De spanning in het meetcircuit mag 250 V niet overschrijden
Metingen >5A mogen slechts gedurende max. 10 seconden en alleen met aanslui-
tend een meetpauze van 15 minuten worden doorgevoerd.
Alle stroommeetbereiken zijn gezekerd en dus beveiligd tegen overbelasting.
Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer
DMM Zwart rood
µA, mA A
VC130 COM (5) mA (7) A (6)
VC150 COM (5) mA (7) A (6)
VC170 COM (5) mA (7) A (6)
Voor het meten van gelijkstromen (DC) gaat u als volgt te werk:
- Stop het rode meetsnoer in de 10 A-aansluiting (bij stromen > 400 mA) resp. in de
mA-meetbus (bij stromen <400 mA). Het zwarte meetsnoer stopt u in de COM-aansluiting.
- Kies het gewenste meetbereik. Begin de meting indien mogelijk steeds op het grootste meetbereik,
omdat bij een te grote stroom de zekering doorsmelt.
- Sluit nu de beide meetsnoeren in serie aan met het meetobject (batterij, schakeling, enz.); de betrok-
ken polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde op het display weerge-
geven.
Is er bij een gelijkstroommeting voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te zien, dan is de
gemeten stroom tegengesteld (of zijn de meetsnoeren verwisseld).
76
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draai-
schakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
Voor het meten van wisselstroom (AC) gaat u te werk zoals hierboven beschreven.
Wisselstroommetingen zijn alleen mogelijk bij de VC170!
Selecteer het gewenste meetgebied en druk op de toets “SELECT” (3) om naar het AC-bereik over te
schakelen. Op het display verschijnt “AC”.
Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer overgeschakeld enz.
Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draai-
schakelaar in de stand „OFF“.
Meet op het bereik 10A in geen geval stromen van meer dan 10 A resp. in het mA/µA-
gebied stromen groter dan 400 mA: anders spreken de zekeringen aan.
c) Frequentiemeting en duty cycle (alleen VC170)
De VC170 kan de frequentie van een signaalspanning van 10 Hz tot 10 MHz meten en weergeven.
Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer
DMM Zwart rood
VC170 COM (5) V/Hz (8)
Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM met de draaischakelaar in en kies het meetbereik “Hz/%”.
- Steek het rode meetsnoer in de Hz-aansluiting, het zwarte in de COM-aansluiting.
- Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (signaalgenerator, schakeling, enz.).
- De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display weergegeven.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draai-
schakelaar in de stand „OFF“.
Voor het meten van de puls-pauzeverhouding of de duty cycle gaat u als volgt te werk:
- Sluit de DMM aan zoals beschreven bij een frequentiemeting en selecteer het meetgebied „Hz/%“.
- Druk op de toets „SELECT“. De puls-pauzeverhouding wordt in % aangegeven op het display.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draai-
schakelaar in de stand „OFF“.
77
d) Weerstandsmeting
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer
DMM Zwart rood
VC130 COM (5) mA/Ω (7)
VC150 COM (5) mA/Ω (7)
VC170 COM (5) V/Ω (8)
Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk:
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik “Ω”.
- Steek de meetsnoeren naargelang het model zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen.
- Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met elkaar te verbinden. Nu moet
zich een weerstandswaarde van ca. 0,5 ohm instellen (de eigen weerstand van de meetsnoeren).
- Druk bij kortgesloten meetsnoeren op de toets “SELECT” (alleen bij VC170), om de invloed van de
eigen weerstand van de meetsnoeren op de volgende weerstandsmeting uit te schakelen. Het dis-
play geeft 0 ohm weer.
- Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject. De meetwaarde wordt in het display weergege-
ven, mits het meetobject niet hoogohmig of onderbroken is. Wacht tot de displaywaarde gestabili-
seerd is. Bij weerstanden >1 MOhm kan dit enkele seconden duren.
- Zodra “OL” (voor overflow = overloop) op het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden
of is het meetcircuit onderbroken. Selecteer ev. een groter meetbereik.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draai-
schakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waarmee
de meetsnoeren in contact komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars of dergelijke. Derge-
lijke omstandigheden kunnen het meetresultaat vervalsen.
e) Diodetest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
78
Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer
DMM Zwart rood
VC130 COM (5) mA/Ω (7)
VC150 COM (5) mA/Ω (7)
VC170 COM (5) V/Ω (8)
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik.
- Steek de meetsnoeren naargelang het model zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen.
- Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met elkaar te verbinden. Nu moet
zich een waarde van ca. 0 V instellen. De onbelaste meetspanning bedraagt ong. 3 V.
- Verbind nu de beide meetpennen met het meetobject (diode).
- In het display wordt de doorlaatspanning in volt (V) weergegeven.
Als „OL“ verschijnt, wordt de diode in sperrichting gemeten of is de
diode defect (onderbreking). Voer ter controle een meting door met
omgekeerde polariteit. Het rode meetsnoer komt overeen met de
pluspool (anode), het zwarte met de minpool (kathode).
Een silicium-
diode heeft een doorlaatspanning van ong. 0,5 – 0,8 V
.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draai-
schakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
f) Doorgangstest
Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals
andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn.
Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer
DMM Zwart rood
VC130 COM (5) mA/Ω (7)
VC150 COM (5) mA/Ω (7)
VC170 COM (5) V/Ω (8)
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik
- Steek de meetsnoeren naargelang het model zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen.
- Druk op de toets „SELECT“ (3) om bij de VC170 de functie van de akoestische doorgangstester te
activeren. Door nogmaals op de toets te drukken, wordt naar de volgende meetfunctie (diodetest)
geschakeld, enz.
79
- Als geleidend wordt een meetwaarde ca. < 10 ohm herkend, en er wordt een continu geluidssignaal
hoorbaar.
- Zodra “OL” (= overflow) op het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden of is het meet-
circuit onderbroken.
- Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draai-
schakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
g) Contactloze spanningsmeting „NCV“
Controleer of alle meetbussen vrij zijn. Verwijder alle meetsnoeren en de adapter van
het peetapparaat.
Deze functie dient alleen als hulpmiddel. Bij werkzaamheden aan deze kabels moe-
ten absoluut voordien contactafmetingen worden doorgevoerd op spanningsvrij-
heid.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik “NCV”.
- Controleer deze functie vooral op een bekende AC-spanningsbron.
- Breng het meetapparaat met het sensorvlak (1) op een afstand van max. 10 mm voor de te controle-
ren plaats. Bij getwiste leidingen is het aan te raden, de kabel over een lengte van ca. 20 –30 cm te
controleren.
- Bij een spanningsdetectie klinkt een signaal, en toont het display „000“
- Schakel het meetapparaat na beëindiging van de meting uit. Draai de draaischakelaar in de stand
„OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
Omwille van de gevoeligheid kunnen bij het aanraken ook statische velden worden aange-
geven. Dit is normaal en heeft geen invloed op het testresultaat.
h) Transistortest „hFE“
Transistortests kunnen alleen met de als optie beschikbare meetadapter worden uit-
gevoerd. Er mag op de adapter geen spanning worden aangesloten en gemeten.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik “hFE”.
- Verwijder de meetsnoeren uit het apparaat.
- Steek de optionele meetadapter op de drie meetbussen COM
(5) + V (8) + mA (7)
- Plaats nu de te testen transistor juist aangesloten in de correc-
te voet. De linker voet is voor NPN-types, en de rechter voor
PNP-transistoren. Ook SMD-types kunnen worden getest.
- Op de display wordt de versterkingsfactor „hFE“ weergegeven.
- Verwijder na het meten de adapter en schakel de DMM uit.
Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het
apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
80
i) Temperatuurmeting (alleen VC150)
De meegeleverde thermische voeler is geschikt voor een temperatuurgebied van –40
tot + 230 °C, wat volstaat voor de meeste toepassingen. Om het volledige meetbereik
van het meetapparaat te kunnen gebruiken, is een optionele K-type voeler vereist.
Hier wordt ev. het gebruik van de optionele meetadapter nodig.
- Schakel de DMM in en kies het meetbereik “°C”.
- Verwijder de meetsnoeren uit het apparaat.
- Verbind de meegeleverde thermische sensor met de DMM. De rode stekker moet in de bus „°C“ (7),
de zwarte in de bus „COM“ (5).
- Stel nu de punt van de sensor bloot aan de te meten temperatuur.
- Op het display wordt de temperatuur aan de thermische sensor zichtbaar. Als er „.OL“ zichtbaar
wordt, dan wordt het meetgebied overschreden, of is er geen voeler aangesloten.
- Verwijder na het meten de adapter en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand
„OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar.
Als de beide bussen „COM“ (5) en „°C“ (7) kortgesloten worden, dan wordt de omgevings-
temperatuur van het meetapparaat zichtbaar.
Bij gebruik van voelers van het K-type met miniatuur-stekkers is het gebruik van een optio-
nele meetadapter vereist (zie hoofdstuk „Optionele meetadapter“).
SELECT-toets (alleen VC170)
De SELECT-toets heeft naargelang het meetbereik meerdere functies. Voor de functie-omschakeling,
voor een relatieve meetfunctie en het manueel kiezen van een meetbereik.
Meetfunctie Functie
Spanningsmeting V AC/DC Manueel selecteren meetbereik
1x drukken schakelt over op het manueel selecteren van een bereik.
Met elke volgende druk verandert het meetgebied.
Om uit te schakelen houdt u deze toets ong. 2 seconden lang
ingedrukt.
Op het display verschijnt „AUTO”. Autorange is terug actief.
Weerstand Relatieve meting
Met 1x drukken slaat u de zichtbare waarde op, en stelt u het display
op nul. Nu wordt het verschil tussen de opgeslagen waarde en de
werkelijk gemeten waarde zichtbaar (ideaal om de weerstand van de
meetsnoeren uit te schakelen). Op de display verschijnt het
delta)symbool ( ). De automatische meetbereikkeuze wordt daar-
bij uitgeschakeld. Om uit te schakelen houdt u deze toets ong.
2 seconden lang ingedrukt. Op het display verschijnt „AUTO”.
Autorange is terug actief.
81
Meetfunctie Functie
Frequentie „Hz“ Functie-omschakeling
Met elke keer indrukken schakelt de meetfunctie om. 1x drukken
„Duty cycle, nogmaals drukken frequentiemeting, enz.
Diodetest/Doorgangscontrole Functie-omschakeling
Met elke keer indrukken schakelt de meetfunctie om. 1x drukken
„Doorgangscontrole, nogmaals drukken diodetest enz.
Stroommeting µA/mA/A Functie-omschakeling AC/DC
Met elke keer indrukken schakelt de meetfunctie om. 1x drukken
„AC, nogmaals drukken „DC“ enz.
HOLD-functie
Met de hold-toets (9) is het mogelijk, de meetwaarde op het display vast te houden. Op het display ver-
schijnt het symbool „H“. Dit vergemakkelijkt de aflezing resp. voor documentatiedoelen. Door nogmaals
indrukken schakelt terug naar het meetbedrijf. Bij VC170 is de houd-functie in het meetbereik ‘frequen-
tie’ niet beschikbaar.
Optionele meetadapter
Om enkele metingen gemakkelijker te kunnen doorvoe-
ren, is een optionele meetadapter beschikbaar. Deze
adapter vergemakkelijkt het aansluiten van transistoren
(ook SMD-types) en de gebruikelijke K-type thermische
sensoren met een miniatuur stekker. De adapter wordt
op de drie meetbussen COM (5) + V (8) + mA (7) gesto-
ken.
A Transistor-testvoet voor NPN-types
B Aansluiting voor K-type voeler (let op de polariteit!)
C Transistor-testvoet voor PNP-types
82
Onderhoud en reiniging
Algemeen
Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen, moet het
apparaat jaarlijks worden geijkt.
Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het apparaat onder-
houdsvrij.
Het vervangen van batterij en zekeringen vindt u verderop in de gebruiksaanwijzing.
Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetsnoeren,
b.v. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de snoeren enz.
Reiniging
Gelieve volgende veiligheidsvoorschriften nauwgezet op te volgen voordat u het product reinigt:
Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, behalve wanneer dit
handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen worden blootgelegd.
Vóór reiniging of reparatie moeten de aangesloten snoeren van het meetapparaat en
van alle meetobjecten worden gescheiden. Schakel de DMM uit.
Gebruik voor het schoonmaken geen carbonhoudende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soort-
gelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de
dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereed-
schap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke.
Gebruik een schone, pluisvrije, antistatische en licht vochtige schoonmaakdoek om het product te reini-
gen.
Vervangen van zekeringen
De stroommeetbereiken zijn met een keramische zekering beveiligd tegen overbelasting. Als er geen
meting in dit bereik meer mogelijk is, moet de fijnzekering worden vervangen.
Voor het vervangen gaat u als volgt te werk:
- Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel de
DMM uit.
- Los de drie schroeven op de achterzijde van het apparaat en trek het apparaat voorzichtig uit elkaar.
- Vervang de defecte zekering door een nieuwe zekering van hetzelfde type en nominale stroomsterk-
te. De zekeringen hebben de volgende waarde:
F1 fijnzekering flink 1A / 250 V afmetingen 6 x 25 mm. Gebruikelijke omschrijving F1A250V.
F2 fijnzekering flink 10A / 250 V afmetingen 6 x 25 mm. Gebruikelijke omschrijving F10A250V.
83
- Sluit de behuizing weer zorgvuldig.
Het gebruik van herstelde zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is
om veiligheidsreden niet toegestaan.
Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand.
!LEVENSGEVAAR!
Plaatsen en vervangen van de batterijen
Voor het gebruik van het meetapparaat is een 9V-batterij (b.v. 1604A) noodzakelijk. Bij de eerste inge-
bruikneming of wanneer het symbool voor vervanging van batterijen op het display verschijnt,
moeten nieuwe, volle batterijen worden geplaatst.
Voor het plaatsen/vervangen gaat u als volgt te werk:
- Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel de
DMM uit.
- Los de schroef op de achterzijde bij het batterijvak (10) en neem de batterijhouder voorzichtig uit het
meetapparaat.
- Plaats een nieuwe batterij met de juiste polariteit in de houder van het meetapparaat.
- Schuif de batterijhouder in de DMM en sluit het apparaat zorgvuldig.
Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand.
!LEVENSGEVAAR!
Laat geen lege batterijen in het meetapparaat aangezien zelfs batterijen die tegen
lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen
die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat.
Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of huisdie-
ren worden ingeslikt. Raadpleeg direct een arts als er toch een batterij is ingeslikt.
Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, om
lekkage te voorkomen.
Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroor-
zaken. Draag daarom in dit geval beschermende handschoenen.
Let op, dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi geen batterijen in het vuur.
Laad batterijen niet op. Er bestaat explosiegevaar.
Een geschikte alkalinebatterij is onder het volgende bestelnummer verkrijgbaar:
Bestelnr. 65 25 09 (1x bestellen a.u.b.).
Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur
hebben.
84
Verwijdering van verbruikte batterijen!
Als eindverbruiker bent u volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu’s
in te leveren; afvoeren via het huisvuil is niet toegestaan!
Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande
symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aandui-
dingen voor de gebruikte zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. Lege
batterijen/accu’s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente, onze
filialen of andere verkooppunten van batterijen en accu´s.
Zo voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot bescherming van het
milieu!
Verwijdering
Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huis-
vuil. Indien het apparaat onbruikbaar is geworden, dient het volgens de geldende wettelijke
voorschriften verwijderd te worden bij de gemeentelijke verzamelplaatsen. Afvoer via het
huisvuil is niet toegestaan.
Verhelpen van storingen
U heeft met de DMM een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ont-
wikkeld en veilig is in het gebruik.
Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen.
Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen:
Houd in ieder geval rekening met de veiligheidsvoorschriften!
85
Storing Mogelijke oorzaak Mogelijke remedie
De multimeter Is de batterij leeg? Controleer de toestand.
werkt niet.
Geen verandering De HOLD-functie is actief Druk nogmaals op de toets
van meetwaarden. (display-indicatie „H“). „HOLD“. Het symbool „H“ dooft.
Is een foutieve meetfunctie actief Controleer de indicatie (AC/DC) en
(AC/DC)? schakel de functie ev. om.
Werden de verkeerde aansluitingen Controleer de meetbussen.
gebruikt?
Is de zekering defect? In het A/mA/µA-bereik: Vervang de
zekering, zoals beschreven in het
hoofdstuk "Vervangen zekering".
Laat andere reparaties dan hierboven beschreven uitsluitend door een bevoegd vakman
uitvoeren.
Bij vragen over het gebruik van het meetapparaat staat onze technische helpdesk onder
het volgende telefoonnummer ter beschikking:
Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Tel.-Nr. 0180 / 586 582 7
Technische gegevens
Display ........................................................2000 counts (4000 counts bij VC170)
Meetsnelheid ..............................................ong. 2-3 metingen/seconde
Lengte meetdraden ....................................elk ca. 75 cm
Meetimpedantie ..........................................>10MΩ (V-bereik)
Voedingsspanning ......................................9V-blokbatterij
Bedrijfstemperatuur ....................................0°C tot 40°C
Gebruikshoogte ..........................................max. 2.000 m
Opslagtemperatuur......................................-10°C tot +50°C
Gewicht........................................................ca. 200 g
Afmetingen (LxBxH) ....................................137 x 72 x 35 (mm)
Overspanningscategorie..............................CAT III 250 V
Meettoleranties
Weergave van de nauwkeurigheid in ± (% van de aflezing + weergavefouten in counts (= aantal klein-
ste posities)). De nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij een temperatuur van +23°C (±5°C), bij een rel.
luchtvochtigheid van minder dan 75%, niet condenserend.
(5 – 100% van het meetbereik)
(5 – 100% van het meetbereik)
86
Gelijkspanning, overbelastingsbeveiliging 250 V
Bereik Nauwkeurig- Definitie Bereik Nauwkeurig- Definitie
VC130/150 heid VC170 heid
200 mV 0,1 mV 400 mV* ±(0,8% + 8) 0,1 mV
2000 mV 1 mV 4000 mV 1 mV
20 V
±(0,5% + 8)
0,01 V 40 V ±(0,8% + 8) 0,01 V
200 V 0,1 V 250 V 0,1 V
250 V ±(0,8% + 8) 1 V * Het meetgebied 400 mV is bij de VC170 alleen
beschikbaar via de manuele meetbereikkeuze.
Wisselspanning (40 – 400 Hz), overbelastingsbeveiliging 250 V
Bereik Nauwkeurig- Definitie Bereik Nauwkeurig- Definitie
VC130/150 heid VC170 heid
200 V
±(1,5% + 8)
0,1 V 400 mV* ±(2,0% + 10) 0,1 mV
250 V 1 V 4000 mV 1 mV
40 V ±(1,6% + 4) 0,01 V
250 V 0,1 V
* Het meetgebied 400 mV is bij de VC170 alleen
beschikbaar via de manuele meetbereikkeuze.
Gelijkstroom, overbelastingsbescherming 1A/250V + 10 A/250 V
Bereik Nauwkeurig- Definitie Bereik Nauwkeurig- Definitie
VC130 heid VC170 heid
200 µA* 0,1 µA 400 µA ±(1,3% + 2) 0,1 µA
2000 µA ±(1,3% + 2) 1 µA 4000 µA 1 µA
20 mA 0,01 mA 40 mA ±(1,6% + 2) 0,01 mA
200 mA ±(1,5% + 8) 0,1 mA 400 mA 0,1 mA
10 A ±(2,5% + 10) 0,01 A 4 A ±(2,0% + 10) 0,01 A
* alleen bij VC130 10 A 0,1 A
Wisselstroom (alleen bij VC170), overbelastingsbescherming 1A/250V + 10 A/250 V
Bereik (40 - 400 Hz) Nauwkeurigheid Definitie
400 µA
±(1,6% + 5)
0,1 µA
4000 µA 1 µA
40 mA
±(2,0% + 8)
0,01 mA
400 mA 0,1 mA
4 A
±(2,6% + 4)
0,001 A
10 A 0,01 A
87
Weerstand, overbelastingsbeveiliging 250 V, proefspanning ong. 0,5 V
Bereik Nauwkeurig- Definitie Bereik Nauwkeurig- Definitie
VC130/150 heid VC170 heid
200 Ω 0,1 Ω 400 Ω ±(1,6% + 3) 0,1 Ω
2000 Ω 1 Ω 4 kΩ 0,001 kΩ
20 kΩ
±(1,0% + 10)
0,01 kΩ 40 kΩ ±(1,3% + 2) 0,01 kΩ
200 kΩ 0,1 kΩ 400 kΩ 0,1 kΩ
20 MΩ ±(1,3% + 7) 0,01 MΩ 4 / 40 MΩ ±(2,0% + 8) 0,001 / 0,01 MΩ
Temperatuur (alleen VC150)
Bereik Nauwkeurigheid Definitie
-40 tot 0 °C ±(10,4% + 7) 1 °C
>0 tot 400 °C ±(3,3% + 4)
>400 tot 1.000 °C ±(3,9% + 4)
Frequentie/Duty-cycle (alleen VC170), overbelastingsbescherming 250 V
Bereik Nauwkeurigheid Resolutie
10 Hz - 10 MHz 0,01 Hz - 0,01 MHz
max. 10 Vrms Gevoeligheid:
±(0,7% + 4) < 100 kHz = 300 mV
> 100 kHz = 600 mV
0,1 – 99,9% 0,1%
Akoest. doorgangstester <10 Ω Continu geluid
Diodetest proefspanning: Uo 3,0 V
Overbelastingsbeveiliging diode/doorgangstester: 250 V
Transistortest „hFE“ 0 – 1000ß, proefspanning Uce 3 V,
proefstroom Ibo 10 µA
NCV-spanningscontrole 230 V/wisselspanning
Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen
en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC
kan staan! Levensgevaarlijk!
VOLTCRAFT IM INTERNET http://www.voltcraft.de
Impressum
Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation von Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel.-Nr. 0180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z.B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in
elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugswei-
se, verboten.
Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten.
© Copyright 2011 by Voltcraft
®
Impressum /legal notice in our operating instructions
These operating instructions are a publication by Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Germany, Phone +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data
processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited.
These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved.
© Copyright 2011 by Voltcraft
®
Informations /légales dans nos modes d'emploi
Ce mode d'emploi est une publication de la société Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Allemagne, Tél. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu'elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des
installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l'éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits.
Ce mode d'emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de
l'équipement.
© Copyright 2011 by Voltcraft
®
Colofon in onze gebruiksaanwijzingen
Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft
®
, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7
(www.voltcraft.de).
Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de
registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van
uittreksels, verboden.
Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden.
© Copyright 2011 by Voltcraft
®
V4_0211_01/HK

Documenttranscriptie

 Diese Bedienungsanleitung gehört zu diesem Produkt. Sie enthält wichtige Hinweise zur Inbetriebnahme und Handhabung. Achten Sie hierauf, auch wenn Sie dieses Produkt an Dritte weitergeben. Heben Sie deshalb diese Bedienungsanleitung zum Nachlesen auf! Eine Auflistung der Inhalte finden Sie in dem Inhaltsverzeichnis mit Angabe der entsprechenden Seitenzahlen auf Seite 5  These operating instructions belong with this product. They contain important information for putting it into service and operating it. This should be noted also when this product is passed on to a third party. Therefore look after these operating instructions for future reference! A list of contents with the corresponding page numbers can be found in the index on page 26.  Ce mode d'emploi appartient à ce produit. Il contient des recommandations en ce qui concerne sa mise en service et sa manutention. Veuillez en tenir compte et ceci également lorsque vous remettez le produit à des tiers. Conservez ce mode d'emploi afin de pouvoir vous documenter en temps utile.! Vous trouverez le récapitulatif des indications du contenu à la table des matières avec mention de la page correspondante à la page 67.  Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikname en gebruik, ook als u dit product doorgeeft aan derden. Bewaar deze handleiding zorgvuldig, zodat u deze later nog eens kunt nalezen! U vindt een opsomming van de inhoud in de inhoudsopgave met aanduiding van de paginanummers op pagina 68. 2  Inleiding Geachte klant, Wij danken u hartelijk voor het aanschaffen van dit Voltcraft®-product. Hiermee heeft u een uitstekend apparaat in huis gehaald. U hebt een kwaliteitsproduct aangeschaft, dat ver boven het gemiddelde uitsteekt. Een product uit een merkfamilie die zich op het gebied van meet-, laad-, en voedingstechniek vooral onderscheidt door bijzondere vakkundigheid en permanente innovatie. Met Voltcraft® kan zowel de ambitieuze hobbyelektronicus als de professionele gebruiker ingewikkelde taken uitvoeren. Voltcraft® biedt u betrouwbare technologie met een buitengewoon gunstige verhouding van prijs en prestaties. Wij zijn ervan overtuigd: uw keuze voor Voltcraft is tegelijkertijd het begin van een lange en prettige samenwerking. Veel plezier met uw nieuwe Voltcraft® product! 67 Inhoudsopgave Inleiding ..................................................................................................................................................67 Voorgeschreven gebruik ........................................................................................................................69 Bedieningselementen ............................................................................................................................70 Veiligheidsvoorschriften ..........................................................................................................................70 Productbeschrijving ................................................................................................................................72 Leveringsomvang ..................................................................................................................................73 Displaygegevens en symbolen ..............................................................................................................73 Meetbedrijf ..............................................................................................................................................74 a) Spanningsmeting “V” ..................................................................................................................74 b) Stroommeting “A”........................................................................................................................ 75 c) Frequentiemeting en duty cycle (alleen VC170)..........................................................................76 d) Weerstandsmeting ......................................................................................................................77 e) Diodetest......................................................................................................................................77 f) Doorgangstest ............................................................................................................................78 g) Contactloze spanningstest „NCV“................................................................................................79 h) Transistortest „hFE” ....................................................................................................................79 i) Temperatuurmeting (alleen VC150) ............................................................................................80 SELECT-toets (alleen VC170) ..........................................................................................................80 HOLD-functie ....................................................................................................................................81 Optionele meetadapter......................................................................................................................81 Onderhoud en reiniging ..........................................................................................................................82 Algemeen ..........................................................................................................................................82 Reiniging ..........................................................................................................................................82 Vervangen van de zekering ....................................................................................................................82 Plaatsen en vervangen van de batterijen ..........................................................................................83 Afvoer van lege batterijen! ......................................................................................................................84 Afvalverwijdering ....................................................................................................................................84 Verhelpen van storingen ........................................................................................................................84 Technische gegevens ............................................................................................................................85 68 Utilisation conforme - Meting en weergave van de elektrische grootheden binnen het bereik van de overspanningscategorie III (tot max. 250V t.o.v. aardpotentiaal, volgens EN 61010-1) en alle lagere categorieën. - Meten van gelijk- en wisselspanning tot max. 250 V - Meten van gelijk- en wisselstroom tot max. 10 A (VC130/VC150 alleen gelijkstroom) - Frequentiemeting 10 Hz tot 10 MHz (alleen VC170) - Meten van weerstanden tot 20 MOhm (VC170 tot 40 MOhm) - Akoestische doorgangscontrole - Diodetest - Contactloze 230V/AC-spanningstest - hFE-transistortest (alleen met optionele meetadapter) - Temperatuurmeting van -40 tot +1000°C (alleen VC150) De beide stroom-metingen zijn beveiligd tegen overbelasting. De spanning in het meetcircuit mag 250 V niet overschrijden De meetbereiken zijn voorzien van keramische hoog vermogen-zekeringen. Het gebruik is alleen toegestaan met de aangegeven batterijtypen. Het meetapparaat mag in geopende toestand of met open batterijvak niet worden gebruikt. Metingen in vochtige ruimten of onder ongunstige omstandigheden zijn niet toegestaan. Gebruik voor het meten alleen de meegeleverde meetdraden resp. meetaccessoires, die op de specificaties van de multimeter afgestemd zijn. Ongunstige omstandigheden zijn: - Vocht of hoge luchtvochtigheid, - Stof en brandbare gassen, dampen of oplosmiddelen, - Onweer resp. onweersachtige condities zoals sterke elektrostatische velden Gebruik anders dan hiervoor beschreven kan tot beschadiging van het product leiden en kan aanleiding geven tot gevaarlijke situaties zoals kortsluiting, brand, elektrische schokken en dergelijke. Het product als zodanig mag niet worden gewijzigd of omgebouwd.! Lees deze handleiding zorgvuldig door en bewaar deze voor toekomstig gebruik. De veiligheidsvoorschriften dienen absoluut in acht te worden genomen! 69 Bedieningselementen (zie uitklappagina) 1 Contactloze spanningsdetector 2 LCD-scherm 3 POWER-toets bij VC130/150 SELECT-toets bij VC170 voor functiekeuze 4 Draaischakelaar 5 COM-meetbus (referentiepotentiaal) 6 10 A-meetbus 7 mA µA-meetbus 8 V-meetbus 9 HOLD-toets 10 Batterijvak 11 Standaard Veiligheidsinstructies  Lees alstublieft voor ingebruikname de volledige handleiding door. Deze bevat belangrijke aanwijzingen omtrent het correcte gebruik. Bij schade veroorzaakt door het niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, vervalt het recht op garantie! Voor vervolgschade die hieruit ontstaat, zijn wij niet aansprakelijk! Voor materiële schade of persoonlijk letsel veroorzaakt door ondeskundig gebruik of het niet in acht nemen van de veiligheidsvoorschriften, zijn wij niet aansprakelijk! In dergelijke gevallen vervalt het recht op garantie. Het apparaat heeft de fabriek in veiligheidstechnisch perfecte staat verlaten. Om deze toestand te bewaren en om een gevaarloze werking te garanderen, moet de gebruiker de veiligheidsaanwijzingen en waarschuwingen, die in deze gebruiksaanwijzingen vermeld staan, in acht nemen. Let op de volgende symbolen:  Ꮨ ☞ 70 Een uitroepteken in een driehoek wijst op belangrijke instructies in deze gebruiksaanwijzing die absoluut opgevolgd dienen te worden. Een bliksemschicht in een driehoek waarschuwt voor een elektrische schok of een negatieve beïnvloeding van de elektrische veiligheid van het apparaat. Het “hand”-symbool vindt u bij bijzondere tips of instructies voor de bediening. ° Dit apparaat is CE-goedgekeurd en voldoet aan de betreffende Europese richtlijnen. Beschermingsklasse 2 (dubbele of versterkte isolatie) CAT II Overspanningscategorie II voor metingen aan elektrische en elektronische apparaten, die via een netstekker worden voorzien van spanning. Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT I voor het meten van signaal- en stuurspanningen). CAT III Overspanningscategorie III voor metingen in de gebouwinstallatie (b.v. stopcontacten of onderverdelingen). Deze categorie omvat ook alle kleinere categorieën (bijv. CAT lI voor het meten aan elektrische apparaten). Aardpotentiaal Om veiligheids- en vergunningsredenen (CE) is het eigenmachtig ombouwen en/of veranderen van het product niet toegestaan. Raadpleeg een vakman wanneer u twijfelt over de werking, veiligheid of aansluiting van het apparaat. Meetapparaten en accessoires zijn geen speelgoed; houd deze buiten bereik van kinderen! In industriële omgevingen dienen de Arbovoorschriften ter voorkoming van ongevallen met betrekking tot elektrische installaties en bedrijfsmiddelen in acht te worden genomen. In scholen, opleidingscentra, hobbyruimten en werkplaatsen moet door geschoold personeel voldoende toezicht worden gehouden op de bediening van meetapparaten. De spanning tussen de aansluitpunten van het meetapparaat en aardpotentiaal mag niet hoger zijn dan 250 V DC/AC in CAT III. Vóór elke wisseling van het meetbereik moeten de meetstiften van het meetobject worden verwijderd. Wees vooral voorzichtig bij de omgang met spanningen >25 V wissel- (AC) resp. >35 V gelijkspanning (DC)! Reeds bij deze spanningen kunt u door het aanraken van elektrische geleiders een levensgevaarlijke elektrische schok krijgen. Controleer voor elke meting uw meetapparaat en de meetdraden op beschadiging(en). Voer in geen geval metingen uit als de beschermende isolatie beschadigd (gescheurd, verwijderd enz.) is. Om een elektrische schok te voorkomen, dient u ervoor te zorgen dat u de te meten aansluitingen/meetpunten tijdens de meting niet (ook niet indirect) aanraakt. Pak tijdens het meten niet boven de tastbare handgreepmarkeringen op de meetpunten vast. Gebruik de multimeter nooit kort voor, tijdens, of kort na een onweersbui (blikseminslag! / energierijke overspanningen!). Zorg dat uw handen, schoenen, kleding, de vloer, schakeling en onderdelen van de schakeling enz. absoluut droog zijn. 71 Vermijd gebruik van het apparaat in de direct omgeving van: - sterke magnetische of elektromagnetische velden - zendantennes of HF-generatoren. Daardoor kan de meetwaarde worden vervalst. Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. Er is wellicht sprake van onveilig gebruik als: - het apparaat zichtbaar is beschadigd, - het apparaat niet meer werkt en - het apparaat langdurig onder ongunstige omstandigheden is opgeslagen - of het apparaat tijdens transport te zwaar is belast. Schakel het meetapparaat nooit onmiddellijk in wanneer het van een koude naar een warme ruimte gebracht werd. Door het condenswater dat wordt gevormd, kan het apparaat onder bepaalde omstandigheden beschadigd raken. Laat het apparaat uitgeschakeld op kamertemperatuur komen. Laat het verpakkingsmateriaal niet achteloos liggen. Dit kan voor kinderen gevaarlijk speelgoed zijn. Neem ook de veiligheidsvoorschriften in de afzonderlijke hoofdstukken in acht. Productbeschrijving De meetwaarden worden op de multimeter (hierna DMM genoemd) digitaal weergegeven. De aanduiding van de meetwaarde van de DMM omvat 2000 counts bij de VC130 en VC150 en 4000 counts bij de VC170 (count = kleinste displaywaarde). De VC170 stelt het juiste meetbereik automatisch in (AUTOrange). Toch blijft het mogelijk een meetbereik met de hand te selecteren. Het meetapparaat is zowel voor hobby- als voor professioneel gebruik (tot CAT III 250 V) bruikbaar. Voor een betere afleesbaarheid kan de DMM ideaal worden opgesteld met de beugel op de achterzijde. Draaischakelaar (4) De afzonderlijke meetbereiken worden gekozen via een draaischakelaar. Bij de VC130 en de VC150 gebeurt de keuze van het meetgebied met de hand, bij de VC170 gebeurt de keuze van het meetbereik automatisch (auto-range; hierbij wordt steeds het passende meetbereik gekozen). Meetapparaat in- en uitschakelen De DMM VC130 en VC150 wordt via de drukschakelaar „POWER“ in- en uitgeschakeld. DMM VC170 is uitgeschakeld in draaischakelaarpositie „OFF“. Schakel het meetapparaat altijd uit wanneer u het niet gebruikt. Voordat u het meetapparaat kunt gebruiken, moet eerst de meegeleverde batterij worden geplaatst. Plaats de batterij zoals beschreven in het hoofdstuk “Reiniging en onderhoud”. Voor de voeding is een blokbatterij van 9V vereist. Deze wordt meegeleverd. 72 Auto-Power-Off-Functie (alleen VC170) De VC170 schakelt na ongeveer 15 minuten automatisch uit. Neem de meetsnoeren van het meetobject. Draai om terug in te schakelen de draaischakelaar op de stand „OFF“ en selecteer daarna opnieuw het gewenste meetbereik. Leveromvang Multimeter 9V-blokbatterij Veiligheidsmeetsnoeren K-type temperatuurvoeler (-40 tot + 230 °C; alleen bij VC150) Handleiding Displaygegevens en symbolen AUTO .OL of I AC DC mV V A mA µA Hz kHz MHz Ω kΩ MΩ % °C hFE COM H Automatische keuze meetbereik (alleen VC170) Overflow; het meetbereik werd overschreden Symbool batterij vervangen; de batterij zo snel mogelijk vervangen Symbool voor de diodetest Bliksemsymbool voor spanningsmetingen Symbool voor de akoestische continuïteitsmeting Wisselspanningsgrootheid voor spanning en stroom Gelijkspanningsgrootheid voor spanning en stroom Millivolt (exp. -3) Volt (eenheid van el. spanning) Ampere (eenheid van elektrische stroomsterkte) milli-Ampère (exp. -3) micro-Ampère (exp. -6) Hertz (eenheid van frequentie) kilo-Hertz (exp. 3) Mega-Hertz (exp. 6) Ohm (eenheid van el. weerstand) Kilo-ohm, (exp. 3) Mega-ohm (exp. 6) Indicatie van de puls-pauzeduur (duty cycle) Eenheid van temperatuur Indicatie van de versterkingsfactor bij transistoren referentiepotentiaal Symbool voor hold-functie actief Delta-symbool voor actieve relatieve meetfunctie (alleen VC170) 73 Meetbedrijf  Ꮨ ☞ Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! Controleer voor aanvang van de meting de aangesloten meetdraden op beschadigingen, zoals sneden, scheuren of afknellingen. Defecte meetleidingen mogen niet meer worden gebruikt! Levensgevaarlijk! Pak tijdens het meten niet boven de tastbare handgreepmarkeringen op de meetpunten vast. Er mogen altijd alleen die twee meetsnoeren op het meetapparaat aangesloten zijn, die nodig zijn voor de meting. Verwijder omwille van veiligheidsredenen alle niet nodige meetsnoeren uit het apparaat. Van zodra er “OL” (voor Overload = overbelasting) op het display verschijnt, overschreed u het meetbereik. Selecteer het eerstvolgende grotere meetbereik. Het spanningsbereik „V/DC“ heeft een ingangsweerstand van >10 MOhm, het V/AC-bereik >4,5 MOhm. Bij VC170 is voor alle meetfuncties (buiten de stroommeetgebieden) de automatische bereikkeuze (auto-range) actief. Deze functie stelt dan automatisch het juiste meetgebied in. a) Spanningsmeting “V” Zorg bij elke spanningsmeting dat het meetapparaat zich niet in het stroommeetbereik bevindt. Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer DMM Zwart rood VC130 COM (5) V (8) VC150 COM (5) V (8) VC170 COM (5) V (8) Voor het meten van gelijkspanningen “DC” (V ) gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in (VC130/150 op de „POWER-schakelaar (3) en de VC170 op de draaischakelaar). Kies het meetbereik „V . - Steek de meetsnoeren zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen. - Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (batterij, schakeling, enz.). Het rode meetpunt komt overeen met de pluspool, het zwarte meetpunt met de minpool. - De betrokken polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde in het display weergegeven. ☞ 74 Is er bij gelijkspanning voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te zien, dan is de gemeten spanning negatief (of de meetleidingen zijn verwisseld). - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar. Voor het meten van wisselspanningen “AC” (V ) gaat u als volgt te werk: - Neem de DMM zoals beschreven bij „Meting van gelijkspanning“ in bedrijf en selecteer het meetbereik „V “. Op het display verschijnt “AC”. - Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (generator, schakeling, enz.). - De meetwaarde wordt in het display weergegeven. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar. b) Stroommeting “A”  Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! De spanning in het meetcircuit mag 250 V niet overschrijden Metingen >5A mogen slechts gedurende max. 10 seconden en alleen met aansluitend een meetpauze van 15 minuten worden doorgevoerd. Alle stroommeetbereiken zijn gezekerd en dus beveiligd tegen overbelasting. Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer DMM Zwart rood µA, mA A VC130 COM (5) mA (7) A (6) VC150 COM (5) mA (7) A (6) VC170 COM (5) mA (7) A (6) Voor het meten van gelijkstromen (DC) gaat u als volgt te werk: - Stop het rode meetsnoer in de 10 A-aansluiting (bij stromen > 400 mA) resp. in de mA-meetbus (bij stromen <400 mA). Het zwarte meetsnoer stopt u in de COM-aansluiting. - Kies het gewenste meetbereik. Begin de meting indien mogelijk steeds op het grootste meetbereik, omdat bij een te grote stroom de zekering doorsmelt. - Sluit nu de beide meetsnoeren in serie aan met het meetobject (batterij, schakeling, enz.); de betrokken polariteit van de meetwaarde wordt samen met de actuele meetwaarde op het display weergegeven.  Is er bij een gelijkstroommeting voor de meetwaarde een “-”(min)-teken te zien, dan is de gemeten stroom tegengesteld (of zijn de meetsnoeren verwisseld). 75 - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar. Voor het meten van wisselstroom (AC) gaat u te werk zoals hierboven beschreven. Wisselstroommetingen zijn alleen mogelijk bij de VC170! Selecteer het gewenste meetgebied en druk op de toets “SELECT” (3) om naar het AC-bereik over te schakelen. Op het display verschijnt “AC”. Door nogmaals op de knop te drukken, wordt weer overgeschakeld enz. Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“.  Meet op het bereik 10A in geen geval stromen van meer dan 10 A resp. in het mA/µAgebied stromen groter dan 400 mA: anders spreken de zekeringen aan. c) Frequentiemeting en duty cycle (alleen VC170) De VC170 kan de frequentie van een signaalspanning van 10 Hz tot 10 MHz meten en weergeven. Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer DMM Zwart rood VC170 COM (5) V/Hz (8) Voor het meten van frequenties gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM met de draaischakelaar in en kies het meetbereik “Hz/%”. - Steek het rode meetsnoer in de Hz-aansluiting, het zwarte in de COM-aansluiting. - Sluit nu de beide meetpennen aan op het meetobject (signaalgenerator, schakeling, enz.). - De frequentie wordt in de bijbehorende eenheid op het display weergegeven. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“. Voor het meten van de puls-pauzeverhouding of de duty cycle gaat u als volgt te werk: - Sluit de DMM aan zoals beschreven bij een frequentiemeting en selecteer het meetgebied „Hz/%“. - Druk op de toets „SELECT“. De puls-pauzeverhouding wordt in % aangegeven op het display. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“. 76 d) Weerstandsmeting  Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer DMM Zwart rood VC130 COM (5) mA/Ω (7) VC150 COM (5) mA/Ω (7) VC170 COM (5) V/Ω (8) Voor de weerstandsmeting gaat u als volgt te werk: - Schakel de DMM in en kies het meetbereik “Ω”. - Steek de meetsnoeren naargelang het model zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen. - Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met elkaar te verbinden. Nu moet zich een weerstandswaarde van ca. 0,5 ohm instellen (de eigen weerstand van de meetsnoeren). - Druk bij kortgesloten meetsnoeren op de toets “SELECT” (alleen bij VC170), om de invloed van de eigen weerstand van de meetsnoeren op de volgende weerstandsmeting uit te schakelen. Het display geeft 0 ohm weer. - Sluit nu de beide meetstiften aan op het meetobject. De meetwaarde wordt in het display weergegeven, mits het meetobject niet hoogohmig of onderbroken is. Wacht tot de displaywaarde gestabiliseerd is. Bij weerstanden >1 MOhm kan dit enkele seconden duren. - Zodra “OL” (voor overflow = overloop) op het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken. Selecteer ev. een groter meetbereik. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar. ☞ Wanneer u een weerstandsmeting uitvoert, moet u erop letten dat de meetpunten waarmee de meetsnoeren in contact komen, vrij zijn van vuil, olie, soldeerhars of dergelijke. Dergelijke omstandigheden kunnen het meetresultaat vervalsen. e) Diodetest  Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. 77 Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer DMM Zwart rood VC130 COM (5) mA/Ω (7) VC150 COM (5) mA/Ω (7) VC170 COM (5) V/Ω (8) - Schakel de DMM in en kies het meetbereik. - Steek de meetsnoeren naargelang het model zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen. - Controleer de meetsnoeren op doorgang door beide meetpunten met elkaar te verbinden. Nu moet zich een waarde van ca. 0 V instellen. De onbelaste meetspanning bedraagt ong. 3 V. - Verbind nu de beide meetpennen met het meetobject (diode). - In het display wordt de doorlaatspanning in volt (V) weergegeven. Als „OL“ verschijnt, wordt de diode in sperrichting gemeten of is de diode defect (onderbreking). Voer ter controle een meting door met omgekeerde polariteit. Het rode meetsnoer komt overeen met de pluspool (anode), het zwarte met de minpool (kathode). Een siliciumdiode heeft een doorlaatspanning van ong. 0,5 – 0,8 V. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar. f) Doorgangstest  Controleer of alle te meten schakeldelen, schakelingen en componenten evenals andere meetobjecten absoluut spanningsloos en ontladen zijn. Meetbuskeuze en toewijzen van het zwarte en het rode meetsnoer DMM Zwart rood VC130 COM (5) mA/Ω (7) VC150 COM (5) mA/Ω (7) VC170 COM (5) V/Ω (8) - Schakel de DMM in en kies het meetbereik - Steek de meetsnoeren naargelang het model zoals aangegeven op de tabel in de meetbussen. - Druk op de toets „SELECT“ (3) om bij de VC170 de functie van de akoestische doorgangstester te activeren. Door nogmaals op de toets te drukken, wordt naar de volgende meetfunctie (diodetest) geschakeld, enz. 78 - Als geleidend wordt een meetwaarde ca. < 10 ohm herkend, en er wordt een continu geluidssignaal hoorbaar. - Zodra “OL” (= overflow) op het display verschijnt, heeft u het meetbereik overschreden of is het meetcircuit onderbroken. - Verwijder na het meten de meetsnoeren van het meetobject, en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar. g) Contactloze spanningsmeting „NCV“  Controleer of alle meetbussen vrij zijn. Verwijder alle meetsnoeren en de adapter van het peetapparaat. Deze functie dient alleen als hulpmiddel. Bij werkzaamheden aan deze kabels moeten absoluut voordien contactafmetingen worden doorgevoerd op spanningsvrijheid. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik “NCV”. - Controleer deze functie vooral op een bekende AC-spanningsbron. - Breng het meetapparaat met het sensorvlak (1) op een afstand van max. 10 mm voor de te controleren plaats. Bij getwiste leidingen is het aan te raden, de kabel over een lengte van ca. 20 –30 cm te controleren. - Bij een spanningsdetectie klinkt een signaal, en toont het display „000“ - Schakel het meetapparaat na beëindiging van de meting uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar. Omwille van de gevoeligheid kunnen bij het aanraken ook statische velden worden aangegeven. Dit is normaal en heeft geen invloed op het testresultaat. ☞ h) Transistortest „hFE“  Transistortests kunnen alleen met de als optie beschikbare meetadapter worden uitgevoerd. Er mag op de adapter geen spanning worden aangesloten en gemeten. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik “hFE”. - Verwijder de meetsnoeren uit het apparaat. - Steek de optionele meetadapter op de drie meetbussen COM (5) + V (8) + mA (7) - Plaats nu de te testen transistor juist aangesloten in de correcte voet. De linker voet is voor NPN-types, en de rechter voor PNP-transistoren. Ook SMD-types kunnen worden getest. - Op de display wordt de versterkingsfactor „hFE“ weergegeven. - Verwijder na het meten de adapter en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar. 79 i) Temperatuurmeting (alleen VC150)  De meegeleverde thermische voeler is geschikt voor een temperatuurgebied van –40 tot + 230 °C, wat volstaat voor de meeste toepassingen. Om het volledige meetbereik van het meetapparaat te kunnen gebruiken, is een optionele K-type voeler vereist. Hier wordt ev. het gebruik van de optionele meetadapter nodig. - Schakel de DMM in en kies het meetbereik “°C”. - Verwijder de meetsnoeren uit het apparaat. - Verbind de meegeleverde thermische sensor met de DMM. De rode stekker moet in de bus „°C“ (7), de zwarte in de bus „COM“ (5). - Stel nu de punt van de sensor bloot aan de te meten temperatuur. - Op het display wordt de temperatuur aan de thermische sensor zichtbaar. Als er „.OL“ zichtbaar wordt, dan wordt het meetgebied overschreden, of is er geen voeler aangesloten. - Verwijder na het meten de adapter en schakel de DMM uit. Draai de draaischakelaar in de stand „OFF“ resp. schakel het apparaat uit via de „POWER“-schakelaar. ☞ Als de beide bussen „COM“ (5) en „°C“ (7) kortgesloten worden, dan wordt de omgevingstemperatuur van het meetapparaat zichtbaar. Bij gebruik van voelers van het K-type met miniatuur-stekkers is het gebruik van een optionele meetadapter vereist (zie hoofdstuk „Optionele meetadapter“). SELECT-toets (alleen VC170) De SELECT-toets heeft naargelang het meetbereik meerdere functies. Voor de functie-omschakeling, voor een relatieve meetfunctie en het manueel kiezen van een meetbereik. Meetfunctie Spanningsmeting V AC/DC Functie Manueel selecteren meetbereik 1x drukken schakelt over op het manueel selecteren van een bereik. Met elke volgende druk verandert het meetgebied. Om uit te schakelen houdt u deze toets ong. 2 seconden lang ingedrukt. Op het display verschijnt „AUTO”. Autorange is terug actief. Weerstand Relatieve meting Met 1x drukken slaat u de zichtbare waarde op, en stelt u het display op nul. Nu wordt het verschil tussen de opgeslagen waarde en de werkelijk gemeten waarde zichtbaar (ideaal om de weerstand van de meetsnoeren uit te schakelen). Op de display verschijnt het delta)symbool ( ). De automatische meetbereikkeuze wordt daarbij uitgeschakeld. Om uit te schakelen houdt u deze toets ong. 2 seconden lang ingedrukt. Op het display verschijnt „AUTO”. Autorange is terug actief. 80 Meetfunctie Frequentie „Hz“ Diodetest/Doorgangscontrole Stroommeting µA/mA/A Functie Functie-omschakeling Met elke keer indrukken schakelt de meetfunctie om. 1x drukken „Duty cycle, nogmaals drukken frequentiemeting, enz. Functie-omschakeling Met elke keer indrukken schakelt de meetfunctie om. 1x drukken „Doorgangscontrole, nogmaals drukken diodetest enz. Functie-omschakeling AC/DC Met elke keer indrukken schakelt de meetfunctie om. 1x drukken „AC, nogmaals drukken „DC“ enz. HOLD-functie Met de hold-toets (9) is het mogelijk, de meetwaarde op het display vast te houden. Op het display verschijnt het symbool „H“. Dit vergemakkelijkt de aflezing resp. voor documentatiedoelen. Door nogmaals indrukken schakelt terug naar het meetbedrijf. Bij VC170 is de houd-functie in het meetbereik ‘frequentie’ niet beschikbaar. Optionele meetadapter Om enkele metingen gemakkelijker te kunnen doorvoeren, is een optionele meetadapter beschikbaar. Deze adapter vergemakkelijkt het aansluiten van transistoren (ook SMD-types) en de gebruikelijke K-type thermische sensoren met een miniatuur stekker. De adapter wordt op de drie meetbussen COM (5) + V (8) + mA (7) gestoken. A Transistor-testvoet voor NPN-types B Aansluiting voor K-type voeler (let op de polariteit!) C Transistor-testvoet voor PNP-types 81 Onderhoud en reiniging Algemeen Om de nauwkeurigheid van de multimeter over een langere periode te kunnen garanderen, moet het apparaat jaarlijks worden geijkt. Afgezien van een incidentele reinigingsbeurt en het vervangen van de batterij is het apparaat onderhoudsvrij. Het vervangen van batterij en zekeringen vindt u verderop in de gebruiksaanwijzing.  Controleer regelmatig de technische veiligheid van het apparaat en de meetsnoeren, b.v. op beschadiging van de behuizing of afknellen van de snoeren enz. Reiniging Gelieve volgende veiligheidsvoorschriften nauwgezet op te volgen voordat u het product reinigt:  Bij het openen van deksels of het verwijderen van onderdelen, behalve wanneer dit handmatig mogelijk is, kunnen spanningvoerende delen worden blootgelegd. Vóór reiniging of reparatie moeten de aangesloten snoeren van het meetapparaat en van alle meetobjecten worden gescheiden. Schakel de DMM uit. Gebruik voor het schoonmaken geen carbonhoudende schoonmaakmiddelen, benzine, alcohol of soortgelijke producten. Hierdoor wordt het oppervlak van het meetapparaat aangetast. Bovendien zijn de dampen schadelijk voor de gezondheid en explosief. Gebruik voor de reiniging ook geen scherp gereedschap, schroevendraaiers of staalborstels en dergelijke. Gebruik een schone, pluisvrije, antistatische en licht vochtige schoonmaakdoek om het product te reinigen. Vervangen van zekeringen De stroommeetbereiken zijn met een keramische zekering beveiligd tegen overbelasting. Als er geen meting in dit bereik meer mogelijk is, moet de fijnzekering worden vervangen. Voor het vervangen gaat u als volgt te werk: - Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel de DMM uit. - Los de drie schroeven op de achterzijde van het apparaat en trek het apparaat voorzichtig uit elkaar. - Vervang de defecte zekering door een nieuwe zekering van hetzelfde type en nominale stroomsterkte. De zekeringen hebben de volgende waarde: F1 fijnzekering flink 1A / 250 V afmetingen 6 x 25 mm. Gebruikelijke omschrijving F1A250V. F2 fijnzekering flink 10A / 250 V afmetingen 6 x 25 mm. Gebruikelijke omschrijving F10A250V. 82 - Sluit de behuizing weer zorgvuldig.  Het gebruik van herstelde zekeringen of het overbruggen van de zekeringhouder is om veiligheidsreden niet toegestaan. Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand. !LEVENSGEVAAR! Plaatsen en vervangen van de batterijen Voor het gebruik van het meetapparaat is een 9V-batterij (b.v. 1604A) noodzakelijk. Bij de eerste ingebruikneming of wanneer het symbool voor vervanging van batterijen op het display verschijnt, moeten nieuwe, volle batterijen worden geplaatst. Voor het plaatsen/vervangen gaat u als volgt te werk: - Ontkoppel de aangesloten meetsnoeren van het meetcircuit en van uw meetapparaat. Schakel de DMM uit. - Los de schroef op de achterzijde bij het batterijvak (10) en neem de batterijhouder voorzichtig uit het meetapparaat. - Plaats een nieuwe batterij met de juiste polariteit in de houder van het meetapparaat. - Schuif de batterijhouder in de DMM en sluit het apparaat zorgvuldig.  ☞ Gebruik het meetapparaat in geen geval in geopende toestand. !LEVENSGEVAAR! Laat geen lege batterijen in het meetapparaat aangezien zelfs batterijen die tegen lekken zijn beveiligd, kunnen corroderen, waardoor chemicaliën vrij kunnen komen die schadelijk zijn voor uw gezondheid of schade veroorzaken aan het apparaat. Laat batterijen niet achteloos rondslingeren. Deze kunnen door kinderen of huisdieren worden ingeslikt. Raadpleeg direct een arts als er toch een batterij is ingeslikt. Verwijder de batterijen als u het apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt, om lekkage te voorkomen. Lekkende of beschadigde batterijen kunnen bij huidcontact bijtende wonden veroorzaken. Draag daarom in dit geval beschermende handschoenen. Let op, dat batterijen niet worden kortgesloten. Gooi geen batterijen in het vuur. Laad batterijen niet op. Er bestaat explosiegevaar. Een geschikte alkalinebatterij is onder het volgende bestelnummer verkrijgbaar: Bestelnr. 65 25 09 (1x bestellen a.u.b.). Gebruik uitsluitend alkalinebatterijen, omdat deze krachtig zijn en een lange gebruiksduur hebben. 83 Verwijdering van verbruikte batterijen! Als eindverbruiker bent u volgens de KCA-voorschriften wettelijk verplicht alle lege batterijen en accu’s in te leveren; afvoeren via het huisvuil is niet toegestaan! Batterijen/accu´s die schadelijke stoffen bevatten, worden gemarkeerd door nevenstaande symbolen. Deze symbolen duiden erop dat afvoer via het huisvuil verboden is. De aanduidingen voor de gebruikte zware metalen zijn: Cd = cadmium, Hg = kwik, Pb = lood. Lege batterijen/accu’s kunt u gratis inleveren bij de verzamelplaatsen van uw gemeente, onze filialen of andere verkooppunten van batterijen en accu´s. Zo voldoet u aan uw wettelijke verplichtingen en draagt u bij tot bescherming van het milieu! Verwijdering Oude elektronische apparaten kunnen gerecycled worden en horen niet thuis in het huisvuil. Indien het apparaat onbruikbaar is geworden, dient het volgens de geldende wettelijke voorschriften verwijderd te worden bij de gemeentelijke verzamelplaatsen. Afvoer via het huisvuil is niet toegestaan. Verhelpen van storingen U heeft met de DMM een product aangeschaft dat volgens de nieuwste stand der techniek is ontwikkeld en veilig is in het gebruik. Toch kunnen zich problemen of storingen voordoen. Hieronder vindt u enkele maatregelen om eventuele storingen eenvoudig zelf te verhelpen:  84 Houd in ieder geval rekening met de veiligheidsvoorschriften! Storing De multimeter werkt niet. Geen verandering van meetwaarden.  Mogelijke oorzaak Is de batterij leeg? Mogelijke remedie Controleer de toestand. De HOLD-functie is actief (display-indicatie „H“). Is een foutieve meetfunctie actief (AC/DC)? Werden de verkeerde aansluitingen gebruikt? Is de zekering defect? Druk nogmaals op de toets „HOLD“. Het symbool „H“ dooft. Controleer de indicatie (AC/DC) en schakel de functie ev. om. Controleer de meetbussen. In het A/mA/µA-bereik: Vervang de zekering, zoals beschreven in het hoofdstuk "Vervangen zekering". Laat andere reparaties dan hierboven beschreven uitsluitend door een bevoegd vakman uitvoeren. Bij vragen over het gebruik van het meetapparaat staat onze technische helpdesk onder het volgende telefoonnummer ter beschikking: Voltcraft®, 92242 Hirschau, Lindenweg 15, Tel.-Nr. 0180 / 586 582 7 Technische gegevens Display ........................................................2000 counts (4000 counts bij VC170) Meetsnelheid ..............................................ong. 2-3 metingen/seconde Lengte meetdraden ....................................elk ca. 75 cm Meetimpedantie ..........................................>10MΩ (V-bereik) Voedingsspanning ......................................9V-blokbatterij Bedrijfstemperatuur ....................................0°C tot 40°C Gebruikshoogte ..........................................max. 2.000 m Opslagtemperatuur......................................-10°C tot +50°C Gewicht........................................................ca. 200 g Afmetingen (LxBxH) ....................................137 x 72 x 35 (mm) Overspanningscategorie..............................CAT III 250 V Meettoleranties Weergave van de nauwkeurigheid in ± (% van de aflezing + weergavefouten in counts (= aantal kleinste posities)). De nauwkeurigheid geldt 1 jaar lang bij een temperatuur van +23°C (±5°C), bij een rel. luchtvochtigheid van minder dan 75%, niet condenserend. 85 Gelijkspanning, overbelastingsbeveiliging 250 V Bereik VC130/150 200 mV 2000 mV 20 V 200 V 250 V Nauwkeurigheid ±(0,5% + 8) ±(0,8% + 8) Definitie Bereik NauwkeurigDefinitie VC170 heid 400 mV* ±(0,8% + 8) 0,1 mV 4000 mV 1 mV 40 V ±(0,8% + 8) 0,01 V 250 V 0,1 V * Het meetgebied 400 mV is bij de VC170 alleen beschikbaar via de manuele meetbereikkeuze. 0,1 mV 1 mV 0,01 V 0,1 V 1V Wisselspanning (40 – 400 Hz), overbelastingsbeveiliging 250 V Bereik VC130/150 Nauwkeurigheid Definitie Bereik VC170 (5 – 100% van het meetbereik) 200 V 250 V ±(1,5% + 8) 0,1 V 1V Nauwkeurigheid Definitie (5 – 100% van het meetbereik) 400 mV* ±(2,0% + 10) 0,1 mV 4000 mV 1 mV 40 V ±(1,6% + 4) 0,01 V 250 V 0,1 V * Het meetgebied 400 mV is bij de VC170 alleen beschikbaar via de manuele meetbereikkeuze. Gelijkstroom, overbelastingsbescherming 1A/250V + 10 A/250 V Bereik NauwkeurigVC130 heid 200 µA* 2000 µA ±(1,3% + 2) 20 mA 200 mA ±(1,5% + 8) 10 A ±(2,5% + 10) * alleen bij VC130 Definitie 0,1 µA 1 µA 0,01 mA 0,1 mA 0,01 A Bereik VC170 400 µA 4000 µA 40 mA 400 mA 4A 10 A Nauwkeurigheid ±(1,3% + 2) ±(1,6% + 2) ±(2,0% + 10) Wisselstroom (alleen bij VC170), overbelastingsbescherming 1A/250V + 10 A/250 V Bereik (40 - 400 Hz) 400 µA 4000 µA 40 mA 400 mA 4A 10 A 86 Nauwkeurigheid ±(1,6% + 5) ±(2,0% + 8) ±(2,6% + 4) Definitie 0,1 µA 1 µA 0,01 mA 0,1 mA 0,001 A 0,01 A Definitie 0,1 µA 1 µA 0,01 mA 0,1 mA 0,01 A 0,1 A Weerstand, overbelastingsbeveiliging 250 V, proefspanning ong. 0,5 V Bereik VC130/150 200 Ω 2000 Ω 20 kΩ 200 kΩ 20 MΩ Nauwkeurigheid ±(1,0% + 10) ±(1,3% + 7) Definitie 0,1 Ω 1Ω 0,01 kΩ 0,1 kΩ 0,01 MΩ Bereik VC170 400 Ω 4 kΩ 40 kΩ 400 kΩ 4 / 40 MΩ Nauwkeurigheid ±(1,6% + 3) ±(1,3% + 2) ±(2,0% + 8) Definitie 0,1 Ω 0,001 kΩ 0,01 kΩ 0,1 kΩ 0,001 / 0,01 MΩ Temperatuur (alleen VC150) Bereik -40 tot 0 °C >0 tot 400 °C >400 tot 1.000 °C Nauwkeurigheid ±(10,4% + 7) ±(3,3% + 4) ±(3,9% + 4) Definitie 1 °C Frequentie/Duty-cycle (alleen VC170), overbelastingsbescherming 250 V Bereik 10 Hz - 10 MHz max. 10 Vrms Nauwkeurigheid ±(0,7% + 4) 0,1 – 99,9% Akoest. doorgangstester Diodetest proefspanning: Overbelastingsbeveiliging diode/doorgangstester: Transistortest „hFE“ NCV-spanningscontrole  Resolutie 0,01 Hz - 0,01 MHz Gevoeligheid: < 100 kHz = 300 mV > 100 kHz = 600 mV 0,1% <10 Ω Continu geluid Uo 3,0 V 250 V 0 – 1000ß, proefspanning Uce 3 V, proefstroom Ibo 10 µA 230 V/wisselspanning Overschrijd in geen geval de max. toegelaten ingangswaarden. Raak schakelingen en schakeldelen niet aan als daarop een hogere spanning dan 25 V ACrms of 35 V DC kan staan! Levensgevaarlijk! 87 VOLTCRAFT IM INTERNET http://www.voltcraft.de  Impressum Diese Bedienungsanleitung ist eine Publikation von Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau, Tel.-Nr. 0180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle Rechte einschließlich Übersetzung vorbehalten. Reproduktionen jeder Art, z.B. Fotokopie, Mikroverfilmung, oder die Erfassung in elektronischen Datenverarbeitungsanlagen, bedürfen der schriftlichen Genehmigung des Herausgebers. Nachdruck, auch auszugsweise, verboten. Diese Bedienungsanleitung entspricht dem technischen Stand bei Drucklegung. Änderung in Technik und Ausstattung vorbehalten. © Copyright 2011 by Voltcraft®  Impressum /legal notice in our operating instructions These operating instructions are a publication by Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Germany, Phone +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). All rights including translation reserved. Reproduction by any method, e.g. photocopy, microfilming, or the capture in electronic data processing systems require the prior written approval by the editor. Reprinting, also in part, is prohibited. These operating instructions represent the technical status at the time of printing. Changes in technology and equipment reserved. © Copyright 2011 by Voltcraft®  Informations /légales dans nos modes d'emploi Ce mode d'emploi est une publication de la société Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Allemagne, Tél. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Tous droits réservés, y compris de traduction. Toute reproduction, quelle qu'elle soit (p. ex. photocopie, microfilm, saisie dans des installations de traitement de données) nécessite une autorisation écrite de l'éditeur. Il est interdit de le réimprimer, même par extraits. Ce mode d'emploi correspond au niveau technique du moment de la mise sous presse. Sous réserve de modifications techniques et de l'équipement. © Copyright 2011 by Voltcraft®  Colofon in onze gebruiksaanwijzingen Deze gebruiksaanwijzing is een publicatie van de firma Voltcraft®, Lindenweg 15, D-92242 Hirschau/Duitsland, Tel. +49 180/586 582 7 (www.voltcraft.de). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Wijziging van techniek en uitrusting voorbehouden. © Copyright 2011 by Voltcraft® V4_0211_01/HK
  • Page 1 1
  • Page 2 2
  • Page 3 3
  • Page 4 4
  • Page 5 5
  • Page 6 6
  • Page 7 7
  • Page 8 8
  • Page 9 9
  • Page 10 10
  • Page 11 11
  • Page 12 12
  • Page 13 13
  • Page 14 14
  • Page 15 15
  • Page 16 16
  • Page 17 17
  • Page 18 18
  • Page 19 19
  • Page 20 20
  • Page 21 21
  • Page 22 22
  • Page 23 23
  • Page 24 24
  • Page 25 25
  • Page 26 26
  • Page 27 27
  • Page 28 28
  • Page 29 29
  • Page 30 30
  • Page 31 31
  • Page 32 32
  • Page 33 33
  • Page 34 34
  • Page 35 35
  • Page 36 36
  • Page 37 37
  • Page 38 38
  • Page 39 39
  • Page 40 40
  • Page 41 41
  • Page 42 42
  • Page 43 43
  • Page 44 44
  • Page 45 45
  • Page 46 46
  • Page 47 47
  • Page 48 48
  • Page 49 49
  • Page 50 50
  • Page 51 51
  • Page 52 52
  • Page 53 53
  • Page 54 54
  • Page 55 55
  • Page 56 56
  • Page 57 57
  • Page 58 58
  • Page 59 59
  • Page 60 60
  • Page 61 61
  • Page 62 62
  • Page 63 63
  • Page 64 64
  • Page 65 65
  • Page 66 66
  • Page 67 67
  • Page 68 68
  • Page 69 69
  • Page 70 70
  • Page 71 71
  • Page 72 72
  • Page 73 73
  • Page 74 74
  • Page 75 75
  • Page 76 76
  • Page 77 77
  • Page 78 78
  • Page 79 79
  • Page 80 80
  • Page 81 81
  • Page 82 82
  • Page 83 83
  • Page 84 84
  • Page 85 85
  • Page 86 86
  • Page 87 87
  • Page 88 88
  • Page 89 89
  • Page 90 90

VOLTCRAFT VC130 Operating Instructions Manual

Categorie
Multimeters
Type
Operating Instructions Manual
Deze handleiding is ook geschikt voor

in andere talen